Iedereen aanwezig behalve de heer Freddy Vandekerckhove, adjunct-stadssecretaris.

Transcriptie

1 Samenstelling: de heer Patrick Janssens, burgemeester-voorzitter; de heren Robert Voorhamme, Philip Heylen, Ludo Van Campenhout, mevrouw Leen Verbist, de heren Marc Van Peel, Luc Bungeneers, Guy Lauwers, mevrouw Monica De Coninck, schepenen; de heer Staf Neel, mevrouw Hilda Vienne, de heren Johan Van Brusselen, Bob Hulstaert, Filip Dewinter, mevrouw Nahima Lanjri, de heer Jan Penris, mevrouwen Tanja Smit, Ann Coolsaet, de heren Hugo Verhelst, Erwin Pairon, Claude Marinower, Gerolf Annemans, mevrouwen Kathleen Van Brempt, Freya Piryns, Caroline Drieghe, de heren Youssef Slassi, Wim Wienen, Ergün Top, Staf Wouters, mevrouw Chris Calluy, de heer Hugo Coveliers, mevrouwen Anke Van dermeersch, Fauzaya Talhaoui, Maya Detiège, de heren Karim Bachar, Bart De Wever, mevrouwen Cathy Berx, Güler Turan, de heer Jurgen Verstrepen, mevrouw Annick De Ridder, de heren Bruno Valkeniers, Sener Ugurlu, mevrouw Fatma Akbas, de heer Bart Debie, mevrouw Greet van Gool, de heer Bart Martens, mevrouw Eva Mangelschots, de heer Frank Hosteaux, mevrouw Suzy Lismont-Cools, de heer Toon Wassenberg, mevrouw Peggy Pooters, de heer Jo Vermeulen, mevrouw Eva Wuyts, de heren Seppe De Blust, Wim Van Osselaer, raadsleden; de heer Roel Verhaert, stadssecretaris, de heer Freddy Vandekerckhove, adjunct-stadssecretaris. Openbare zitting van 23 april 2007 Iedereen aanwezig behalve de heer Freddy Vandekerckhove, adjunct-stadssecretaris. Stadsontwikkeling A-Punt 154 Aanvullend reglement betreffende het verkeer binnen de haven. Toelaten van 4-Teu-transporten binnen het havengebied. Goedkeuring (Jaarnummer 1070) Auteur: Gustaaf Covens Agendapunt, college, gewone zitting, 24/01/2001, jaarnummer 226 Motivering Voorgeschiedenis Het college van burgemeester en schepenen besliste op 24 januari 2001 (jaarnummer 226) om aanvullende verkeersreglementen als B-punten te agenderen. Op 1 januari 2003 trad de nieuwe reglementering betreffende het vervoer van zaken over de weg in werking. Deze nieuwe reglementering heeft ook haar implicaties voor het vervoer van goederen binnen de havens. In zitting van 27 juni 2005 (jaarnummer 1535) keurde de gemeenteraad het aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer binnen de haven, toelaten van 4 TEU-transporten binnen de haven, goed. Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 16 maart 2007 (jaarnummer 3346) beslist om een vervangend aanvullend reglement voor te leggen aan de gemeenteraad. Feiten en context Het kraanbedrijf van het gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen werd eerder dit jaar door de scheepvaartpolitie gewezen op een aantel probleempunten betreffende het gebruik van de mobiele kranen binnen het havengebied: Pagina 1 van 11

2 bij de verplaatsing van mobiele havenkranen, die steeds tegenoverliggend verkeer hinderen, zijn er enerzijds problemen om het verkeer in goede banen te leiden en anderzijds bemerkingen omtrent de bevoegdheid van de begeleider. Juridische grond Er dient rekening gehouden te worden met: 1 de wet betreffende de politie van het wegverkeer, volgens het koninklijk besluit van 16 maart 1968; 2 de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens, vastgelegd in het koninklijk besluit van 1 december 1975; 3 het ministerieel rondschrijven betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van de verkeerstekens; 4 het gemeentedecreet, artikel 42 3 van het gemeentedecreet; 5 de gemeenteraad besliste op 20 maart 2000 (jaarnummer 619) de overdracht van bevoegdheden door de gemeenteraad naar de districtsraden. De districten krijgen een adviserende functie in zake verkeersveiligheid en verkeersbeleid; 6 op 9 oktober 2006 bevestigde de gouverneur van de provincie Antwerpen, de heer C. Paulus, dat de gemeenteraad de bevoegdheid inzake aanvullende politiereglementen op het wegverkeer niet aan de districtsraden kan overdragen. De te reglementeren openbare weg behoort tot het beheer van de stad. Advies De verkeerspolitie gaf gunstig advies op 24 januari Aan het district werd geen advies gevraagd. Argumentatie Omtrent voormeld probleem voorziet het aanvullend reglement verkeersreglement betreffende het verkeer binnen de haven niets. Daarenboven bepaalt het verkeersreglement dat de betreffende begeleiding enkel kan door een beëdigd persoon (dus onder politiebegeleiding). De scheepvaartpolitie kan, om praktische redenen en ook in het kader van haar politionele opdrachten, geen permanente begeleiding van de mobiele kranen garanderen. Er werd dan ook in overleg met de scheepvaartpolitie een oplossing uitgewerkt, waarbij een aanpassing/aanvulling van artikel 15 van het aanvullend reglement betreffende het verkeer binnen de haven wordt voorgesteld, opdat op een veilige en verantwoorde wijze de verplaatsing van de mobiele kranen kan gerealiseerd worden. Het artikel 15 van het aanvullend reglement dient te worden uitgebreid. Financiële gevolgen Stadsontwikkeling zal de nodige signalisatie zelf plaatsen met materiaal uit eigen voorraad. Er zijn dus geen rechtstreekse financiële gevolgen. Pagina 2 van 11

3 Besluit De gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed. Artikel 1 De gemeenteraad keurt goed dat het aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer voor het verkeer binnen de haven, gestemd met gemeenteraad van 27 juni 2005 (jaarnummer 1535) wordt opgeheven en vervangen door: Artikel 1.- De schorsingen en wijzigingen van de toepassing van het koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer (hierna verkeersreglement genoemd) en van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen (hierna technisch reglement genoemd), voorzien in deze verordening, gelden uitsluitend voor: 1 het verkeer langs de openbare wegen, van havenvoertuigen, tussen de laad- en loskaaien, de opslagplaatsen, de afdaken en de magazijnen gelegen binnen het hierna omschreven havengebied; 2 het verwekken van belemmeringen voor het verkeer door het neerleggen, opstellen of wegen van goederen en/of materieel binnen dit gebied. Artikel 2.- Door havenvoertuigen worden de hieronder vermelde voertuigen verstaan. Zij worden opgedeeld in 3 categorieën: - Categorie A Tractoren, vrachtauto s, mobiele kranen, vorkliften, mechanische schoppen, straddlecarriers, sideloaders en andere gespecialiseerde motorvoertuigen die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling en het vervoer binnen het havengebied. - Categorie B en C Alle voertuigen uitsluitend bestemd om gesleept te worden binnen het havengebied. Deze voertuigen worden gemerkt met een duidelijk leesbaar en onuitwisbaar volgnummer, gevolgd door respectievelijk de letter B of C. Artikel 3.- Uitsluitend met het oog op de toepassingen van dit reglement wordt verstaan door havengebied : Het gebied begrensd door de Schelde tot aan de Nederlandse grens; anderzijds begrensd door de aaneengesloten lijn die gevormd wordt door D Herbouvillekaai (ter hoogte van de Generaal Armstrongweg), Sint-Aldegondiskaai, De Gerlachekaai, Cockerillkaai, Sint-Michielskaai, Plantinkaai, Ernest Van Dijckkaai, Jordaenskaai, Orteliuskaai, Van Meterenkaai, Rouaansekaai, Rijnkaai, Amsterdamstraat, Londenstraat, Kempenstraat, (exclusief Noorderplaats), Asiadok- Oostkaai, Straatsburgdok-Noordkaai, Kotterstraat, Vaartkaai tot Oostkaai, Sint-Bartholomeusstraat tussen Oostkaai en Westkaai, Westkaai, Noordkaai, Zuidkaai, Groenendaallaan, Vosseschijnstraat, Malagastraat, Hamburgstraat, Haïfastraat, Bremenstraat, Noorderlaan vanaf het kruispunt met de Luithagen-Haven in noordelijke richting, Luithagen-Haven, Transcontinentaalweg tot kruispunt met Luithagen-Haven in zuidelijke richting, Nieuwelandenweg, Schouwkensstraat, Schomhoeveweg, Moerstraat, Rode Weel tot Bunderdijkweg, A12 (exclusief), Antwerpsebaan, Kruisweg, Nieuwe Westweg, Kanaaldok tot de Noordlandbrug. Behoudens de Noordlandbrug zijn de begrenzingen inbegrepen. Pagina 3 van 11

4 In het havengebied zijn alle wegen binnen deze omschrijving begrepen, met uitzondering van de Lillobrug, de Frans Tijsmanstunnel en de Liefkenshoektunnel, met de op- en afritten. Behoudens voor het dwarsen van de openbare weg, zijn de havenvoertuigen van categorie C niet toegelaten op de Scheldelaan, tussen de kruispunten van de Polderdijkweg en de Noordlandbrug. Artikel 4.- De toepassing van de beschikkingen van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, gewijzigd tot op heden, houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen, wordt geschorst, wat het verkeer van havenvoertuigen betreft, in het havengebied en de havenzones, omschreven in artikel 3 van deze verordening. Artikel 5.- Remmen 1 Reminrichting De havenvoertuigen van categorie C die op hellingen rijden moeten steeds uitgerust zijn met remmen die het voertuig op een veilige en doelmatige wijze tot stilstand kunnen brengen en staande houden. De voertuigen van categorie C mogen niet rijden op de Straatsburgbrug en de Noordkasteelbruggen. 2 Bedrijfsreminrichting voor havenvoertuigen van A en B De bepaling van artikel (categorie A) en van artikel (categorie B) van het technisch reglement blijft van toepassing op al de voertuigen van deze categorieën die rijden in het havengebied. Artikel 6.-De aanhangwagens moeten door middel van stevige koppelingen op zulke wijze met het voorspanvoertuig verbonden worden dat zij niet kunnen loskomen of uit de richting gaan. Artikel 7.- Verlichting en signalisatie 1 Op de havenvoertuigen van categorie A, vermeld onder artikel 2 van dit reglement, mogen de twee standlichten en de twee rode achterlichten, zoals die voorzien zijn in artikel 28 van het technisch reglement, vervangen worden door één standlicht vooraan en één rood achterlicht, links van het voertuig aangebracht. Het voeren van grootlichten, dimlichten en stoplichten is niet verplicht. De rode achterreflectoren blijven verplicht, zonder dat ze moeten voldoen aan de bepalingen van voornoemd technisch reglement. 2 Voor de havenvoertuigen van categorie B, vermeld onder artikel 2 van dit reglement, is het voeren van standlichten, stoplichten, richtingaanwijzers en mistlichten verplicht, zoals voorzien in artikel 28 van het technisch reglement. 3 Voor de categorieën B en C is het voeren rode achterreflectoren niet verplicht indien deze voertuigen aan de achterzijde voorzien zijn van een zelfklevende rode retorreflecterende strip, type 2 of 3, van 10 cm breed en dit over de ganse breedte van het voertuig. De lading op de voertuigen dient zodanig geschikt te worden dat deze retorreflecterende strip steeds zichtbaar is voor de andere weggebruikers. 4 Op alle vermelde voertuigen en de aanhangwagens waarvoor mildere voorwaarden worden voorzien is de verlichting van het inschrijvingsteken niet verplicht. 5 Voor de havenvoertuigen van categorie C is het voeren van standlichten vooraan en stoplichten niet verplicht. Het voeren van twee rode achterlichten is verplicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag, en in alle omstandigheden wanneer het niet meer mogelijk is duidelijk te zien tot op een afstand van ongeveer 200 m. 6 De bepalingen van artikel a) 6, artikel 43 2 en 3 en artikel 44 1 van het technisch reglement blijven van toepassing op de dokvrachtauto s en de mobiele kranen. Pagina 4 van 11

5 7 De trekkers die havenvoertuigen van categorie C trekken dienen uitgerust te worden met een oranjerood zwaailicht dat te allen tijde in werking moet zijn. Dit zwaailicht dient zodanig geplaatst te worden op de trekker of op de oplegger dat het te allen tijde zichtbaar is voor de andere weggebruikers. Artikel 8.- Jaarlijks moeten de havenvoertuigen van de categorieën A, B en C onderworpen worden aan een controle door een hiertoe door de stad erkend organisme, dat dient na te gaan of aan de hiervoor vermelde voorschriften is voldaan. Daarbij dient de controle te worden uitgeoefend op de volgende toebehoren en onderdelen: 1 Motorgedeelte: bevestiging, luchtfilter, brandstoftank, op de rook- en roetontwikkling wanneer de motor in bedrijf is, lekken (olie, water, brandstof, vet). 2 Electrisch gedeelte: geluids- of verwittigingssignalen, batterij, bedrading, dynamoklemmen, startmotor, richtingaanwijzers, verlichting (voorraan: grootlicht, dim- en standlicht en achteraan: achterlicht, reflectoren). 3 Geraamte en mechanismen: voetrem, handrem, stuurinrichting, koppeling voor slepen, signalisatie voor de voertuigen categorie B en C, vermeld in artikel 2. 4 Uitlaatinrichting: bevestiging, buizen, collector, gensters, knalpotten, uitlaatgas. 5 Hefmechanismen. Artikel 9.- Deugdelijkheidsattest havenvoertuigen categorieën A, B en C. Wanneer het voertuig aan de gestelde eisen voldoet, levert het controlerend organisme een deugdelijkheidsattest af, volgens model in bijlage 1. Een kopie van dit attest moet zo vlug mogelijk en uiterlijk acht dagen na de controle van het voertuig worden overgemaakt aan de Scheepvaartpolitie van Antwerpen, Oosterweelseweg 62, 2030 Antwerpen. Het origineel wordt bewaard op de Antwerpse vestiging van het bedrijf en moet op elk verzoek van een bevoegd persoon worden voorgelegd. Artikel 10.- De havenvoertuigen moeten alle waarborgen bieden voor de veiligheid van het verkeer in het algemeen. Geen havenvoertuig mag in het havengebied worden gebruikt indien het inzake werking en onderhoud niet in goede staat verkeert. Artikel 11.- Het verkeersreglement, gewijzigd tot op heden, blijft toepasselijk voor alle verkeer binnen het havengebied en de havenzones omschreven in het artikel 3 van deze verordening. De hierna vernoemde artikelen van het verkeersreglement worden evenwel als volgt gewijzigd. Artikel 12.- Verkeershinderende voorwerpen en belemmeringen op de openbare weg. 1 Voor de toepassing van artikel 7.1 van het verkeersreglement wordt een nieuwe alinea ingelast : "Nochtans mag, bij wijze van immer opzegbare gedogenis, mits naleving van de bepalingen van artikel 552, 1 en 2 van het strafwetboek en van alle op te leggen voorwaarden, overgegaan worden tot: het neerleggen of opstellen van goederen en materieel op de plaatsen, aangeduid door de burgemeester; b) het wegen van goederen op de trottoirs bij het laden of lossen vóór de magazijnen, mits toelating van de burgemeester en op voorwaarde dat een doorgang vrijgelaten wordt van tenminste één meter breedte." 2 De toepassing van de artikelen 51.1, 51.2, 51.3 en 52.1 van het verkeersreglement wordt geschorst wat het signaleren door de gevaarsdriehoek betreft, vermeld in artikel De toepassing van artikel 78 van het verkeersreglement wordt geschorst wat de verkeersbelemmeringen betreft, wanneer het gaat om goederen en materieel die met de openbare Pagina 5 van 11

6 verlichting van op tenminste honderd meter duidelijk te bemerken zijn en die neergelegd of opsteld zijn op de plaatsen aangeduid door de burgemeester. Artikel 13.- Snelheid. Ter aanvulling van artikel 11 van het algemeen verkeersreglement wordt de maximale toegelaten snelheid van de havenvoertuigen beperkt tot: 1 50 km/uur voor: - dokvrachtwagens met een maximaal toegelaten gewicht van 3,5 ton; - mobiele kranen; - slepen, samengesteld uit niet meer dan één aanhangwagen van categorie B of C, uitgerust met twee rode achterlichten, twee rode stoplichten en twee oranje richtingaanwijzers overeenkomstig artikel 28 van het technisch reglement, alsmede een bedrijfsreminrichting overeenkomstig artikel van het technisch reglement en een trekker waarvoor een schouwingsbewijs werd afgeleverd door de automobielinspectie km/uur voor alle ander havenvoertuigen en slepen. Artikel 14.- Gebruik van lichten. Voor de havenvoertuigen die in het havengebied en de havenzones rijden, zoals omschreven in artikel 3 van dit reglement, worden de bepalingen van artikel 29 en , eerste alinea, van het algemeen verkeersreglement geschorst en vervangen door de volgende bepaling: Tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en in alle omstandigheden waarin het niet mogelijk is een duidelijke zichtbaarheid te hebben tot op een afstand van 200 meter, moeten de havenvoertuigen tenminste verlicht zijn met de in dit reglement voorgeschreven lichten. Zij mogen tevens verlicht worden met de in artikel 28 van het technisch reglement voorziene lichten. Artikel 15.- A. Afmetingen van voertuigen en slepen lawaai. 1 De toepassing van artikel 46 van het verkeersreglement wordt geschorst voor wat de havenvoertuigen betreft. De eigenaars en de gebruikers van havenvoertuigen moeten er zich van vergewissen of en waar zij, ten gevolge van de overschrijding van de in het voormelde artikel voorziene afmetingen, doorgang kunnen hebben zonder het verkeer te hinderen of onveilig te maken en zonder om het even welke beschadiging aan te richten. 2 De toepassing van artikel 45.5 van het verkeersreglement wordt geschorst. 3 De toepassing van artikel 49 van het verkeersreglement wordt volledig geschorst en vervangen door: a) Een motorvoertuigen en een bespannen voertuig mogen niet meer dan drie voertuigen trekken. b) De sleep mag niet langer zijn dan 26 meter c) voor een 4 TEU-vervoercombinatie, waarvan de afmetingen, vermeld in dit reglement worden overschreden, wordt door het gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen, onder welbepaalde voorwaarden, een toelating afgeleverd, na advies van de Lokale Verkeerspolitie Antwerpen en de Scheepvaartpolitie van Antwerpen. B. Transport verplaatsing mobiele kranen 1 Algemeen: het transport, de verplaatsing van of met mobiele kranen, waarbij meerdere rijstroken worden ingenomen en waarbij het verkeer uit de tegenovergestelde rijrichting gehinderd wordt, zal steeds gebeuren onder begeleiding van een signaalgever, welke voorafgegaan wordt door een begeleidingsvoertuig. Pagina 6 van 11

7 De signaalgever en het begeleidingsvoertuig staan in voor een vlotte en veilige verplaatsing. Ten dien einde geeft de signaalgever aanwijzingen aan de andere weggebruikers en legt hij desnoods het verkeer stil. 2 Kruispunten waar het verkeer geregeld wordt door driekleurige verkeerslichten: op de kruispunten geregeld met driekleurige verkeerslichten mogen de kranen het kruispunt slechts oprijden wanneer het licht zich in groene fase bevindt. De signaalgever waakt erover dat de kraan op veilige wijze het kruispunt verlaat en geeft hierbij aanwijzingen aan de andere weggebruikers en legt indien vereist het verkeer stil. 3 Gebruik Noorderlaan: bij het transport en verplaatsen van mobiele kranen dient het gebruik van de Noorderlaan tot een minimum beperkt te worden en dient men zoveel mogelijk alternatieve routes te gebruiken. Indien er gebruik gemaakt wordt van de Noorderlaan dient een tweede signaalgever te worden voorzien. 4 Herkenbaarheid van de signaalgever en begeleidingsvoertuig. 4.1 Signaalgever: de begeleidende signaalgever is steeds voorzien van een retroflecterende vest in gele of oranje kleur, een armband met opschrift signaalgever en een schijf met het verkeersbord C3 afgebeeld. De signaalgever maakt gebruik van deze schijf om zijn aanwijzingen te geven en om het verkeer stil te leggen. Tussen zonsondergang en zonsopgang wordt deze schijf vervangen door een lichttoorts voorzien van een rode kegel. 4.2 Begeleidingsvoertuig: de begeleidingsvoertuigen zijn voorzien van twee oranje zwaailampen dewelke gedurende de begeleiding in werking zijn. De voor- en achterzijde van het voertuig zijn bedekt met afwisselende rode en witte strepen van 75 mm tot 100 mm breedte onder een helling van 45 graden over een oppervlakte van ongeveer één vierkante meter. Vooraan zijn deze witte strepen lichtweerkaatsend; achteraan zijn de rode strepen lichtweerkaatsend. Gedurende de begeleiding zijn de dimlichten van het voertuig ontstoken. De signaalgever en het begeleidend voertuig worden voorzien door de eigenaar, de huurder of de gebruiker van de betrokken mobiele kraan. De verplaatsingen gebeuren op verantwoordelijkheid en risico van de hiervoor vermelde. Ieder transport wordt voorafgaandelijk gefaxt aan de Scheepvaartpolitie Antwerpen, Oosterweelsteenweg 62, tel.: 03/ /fax:03/ Artikel 16.- Onderhoud van motorvoertuigen. Artikel van het verkeersreglement wordt gewijzigd als volgt. "De havenvoertuigen moeten zodanig onderhouden zijn dat zij niet op abnormale wijze olie of verbrandingsafval op de weg laten vallen, behoudens de voorbijgaande uitlatingen van rook, veroorzaakt door het aanzetten van de motor of het gebruik van de gangwissel, niet op abnormale wijze rook ontwikkelen en geen gensters verwekken. De havenvoertuigen en inzonderheid het motorgedeelte, de elektrische bedrading en uitlaatinrichting moeten in volkomen goede staat worden onderhouden.". Artikel 17.- Overtredingen van deze verordening worden gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 augustus 1899, houdende herziening van de wetgeving en van de reglementen op de politie van het vervoer, gewijzigd tot op heden. Artikel 18.- Het aanvullend reglement betreffende het verkeer binnen de haven van 7 mei 1985, gewijzigd tot op heden, wordt ingetrokken. Dit besluit zal, na raadpleging van de raadgevende commissie voor het wegverkeer, voorgelegd worden aan de goedkeuring van de minister van verkeerswezen. Pagina 7 van 11

8 (BIJLAGE 1) HAVEN VAN ANTWERPEN - DEUGDELIJKHEIDSATTEST HAVENVOERTUIG -artikel 8 van het "Aanvullend reglement betreffende het verkeer binnen de haven"... punten 1 tot 5 -artikel 5 van de "Politieverordening betreffende de Petroleuminrichtingen-Zuid, de kaaien aan de Schelde en aan de dokken.". VOERTUIG : EIGENAAR: Aard : tractor-dokvrachtauto- aan- Naam: hangwagen - oplegger - mobiele kraan - vorklift - mechanische Adres: schop - sideloader - straddle carrier. Merk : Attest nr. Volgnummer : Plaats van het onderzoek: Nummerplaat : Datum van het onderzoek: Te controleren toebehoren en onderdelen: 1.- Motorgedeelte: bevestiging, luchtfilter, brandstoftank, rook- en roetontwikkeling in bedrijf, lekken (olie, water, brandstof, vet). 2.- Elektrisch gedeelte: geluids- of verwittingssignaal, batterij, bedrading, dynamoklemmen, starmotor, richtingaanwijzers, verlichting, (vooraan : grootlichtdimlicht-standlicht, achteraan: achterlichten-reflectoren). 3.- Geraamte en mechanismen: voetrem, handrem, stuurinrichting, koppeling voor slepen, signalisatie van voertuigen van categorie B. 4.- Uitlaatinrichting: bevestiging, buizen, collector, gensters, knalpotten, uitlaatgas. Aanmerkingen: 5.- Hefmechanismen. Het havenvoertuig voldoet aan de vereisten voorzien bij bovengenoemd aanvullend reglement en bovengenoemde politieverordening. Pagina 8 van 11

9 Geldig tot: Het controlerend organisme (benaming en zetel) Datum van afgifte: de agent-onderzoeker. de directeur. (BIJLAGE 2) TOEZICHTSREGISTER HAVENVOERTUIGEN CAT. C Firma: Normale standplaats : Wagen volgnr.:...c +--+ Type oplegger +--+ Controledatum: +--+ lengte laadvloer: Type aanhanger laadvermogen Vooraslagering : kogeldraaikrans koppelplaat (losse +--+ V A dolly) aantal assen koppeling : oog/pen bandenmaat chenard luchtdruk kg/cm 2 kg/cm Gecontroleerde punten in orde opmerkingen(1) 1. Chassis: stijfheid blijvende vervorming draagcontructie las- en andere verbindingen scheuren roestvorming 2. Vloer: stevigheid, staat ontbrekende planken (2) 3. Vooras (2): speling draaikrans of zadelkoppeling ligging draaicenter t.o.v. vooras 4. Koppeling: Pagina 9 van 11

10 staat goede werking vergrendeling borging stevigheid samenstellende onderdelen beveiliging tegen overkantelen op grond vallen dissel king-pin diameter > 48 mm (2) 5. Uitrusting (2): verlichting remmen containervervoer : randen > 15 cm staat en werking stackingpennen opleggersteunen rongen 6. Vering: voldoende voorlaadvermogen staat beugels veerbladen torenbout veerbussen bevestiging 7. Banden: staat loopvlak, flanken karkas niet zichtbaar zelfde maat bandenspanning (1) Eventuele herstellingen of opmerkingen betreffende de staat omschrijven (2) Te controleren indien aanwezig. Datum: Naam en handtekening verantwoordelijke. Artikel 2 Dit besluit heeft in principe voor de stad geen financiële gevolgen. - Dit punt werd oorspronkelijk geagendeerd onder de B-punten met jaarnummer 944. Kopiëen: 7 exemplaren Aan: Aantal: Actie: SW/SD/SEC 1 voor kennisname Pagina 10 van 11

11 HAVEN 1 voor dossier SW/BEL/MVK/ voor dossier Pagina 11 van 11