Richtgraad 1, Niveau 1.1 en Niveau 1.2 Handleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtgraad 1, Niveau 1.1 en Niveau 1.2 Handleiding"

Transcriptie

1 Richtgraad 1, Niveau 1.1 en Niveau 1.2 Handleiding Werkgroep Volwassenenonderwijs Centrum voor Taal en Migratie Katholieke Universiteit Leuven

2 2 INHOUDSTAFEL Dankwoord... p. 3 Inleiding: waarom deze handleiding... p Achtergrondkader van het project Richtgraad 1, Niveau 1.1 en p Doelstelling van deze handleiding...p. 8 Hoe ga ik ethisch om met toetsen... p Inleiding...p De impact van toetsen...p De macht van toetsen...p Basisvragen bij het ontwikkelen van toetsen... p. 16 Waarom de voorbeeldtoetstaken?...p Wat is het doel van de voorbeeldtoetstaken?...p Hoe ziet het voorbeeldtoetsmateriaal er uit?...p De 54 voorbeeldtoetstaken voor Niveau p De 45 voorbeeldtoetstaken voor Niveau p Hoe gebruik ik de voorbeeldtoetstaken in mijn klaspraktijk?... p. 40 Hoe ontwikkel ik zelf een toets?...p Vier toetsprincipes als rode draad... p Stappenplan voor het ontwikkelen van een toets...p Aandachtspunten bij productieve toetsen... p. 65 Hoe neem ik op een goed manier een toets af...p. 67 Hoe beoordeel en interpreteer ik de resultaten van een toets?...p. 70 Aanbevolen literatuur...p. 75

3 3 DANKWOORD De handleiding die voor u ligt, en de bijbehorende voorbeeldtoetstaken voor Richtgraad 1, Niveau 1.1 en Niveau 1.2, zijn het resultaat van een leerrijk en intensief samenwerkingsproces. Een woord van dank aan allen die een bijdrage geleverd hebben, is hier dan ook op zijn plaats. Een bijzonder woord van dank gaat uit naar de opdrachtgevende instantie: de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Afdeling Volwassenenonderwijs. Daarnaast willen we de Centra voor Basiseducatie en de Centra voor Volwassenenonderwijs waar we ons materiaal mochten uittesten bedanken voor hun constructieve feedback. We willen ook graag de tekenaars, Tina Duyvejonck en Snook en Moose (snoekandmoose@pandora.be) bedanken voor de mooie illustraties bij ons materiaal. Tenslotte bedanken we ook de Audiovisuele Dienst van de K.U.Leuven voor de technische realisatie van het luistermateriaal bij de toetstaken, en de acteurs die hun stem leenden aan dit project. Werkgroep Volwassenenonderwijs Centrum voor Taal en Migratie Katholieke Universiteit Leuven

4 INLEIDING: WAAROM DEZE HANDLEIDING?

5 5 1. Achtergrondkader van het project Richtgraad 1, Niveau 1.1 en Doelstelling van deze handleiding

6 6 1. Achtergrondkader van het project Richtgraad 1, Niveau 1.1 en 1.2 Op de rondetafelconferentie Nederlands als tweede taal (NT2) in 2002 werd door het onderwijsveld het signaal gegeven dat het nodig was om lesgevers meer vertrouwd te maken met de nieuwe doelenstructuur die ontwikkeld was voor taalopleidingen (studiegebied Talen en het studiegebied Nederlands als tweede taal) door de Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DVO). De einddoelen voor de verschillende niveaus zijn beschreven in Volwassenenonderwijs. Opleidingsprofielen Moderne Talen. Voorbeeldmateriaal bij de Specifieke Eindtermen 1, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, juli De eindtermen situeren zich op vijf verschillende niveaus: Richtgraden 2 1.1, 1.2, 2, 3 en 4. Alle taalopleidingen voor volwassenen kunnen worden gerelateerd aan één van deze niveaus. Bij de beschrijving van de eindtermen is gekozen voor één beschrijvingssysteem voor NT1 (Nederlands als eerste taal), NT2 en NVT (Nederlands als vreemde taal) vanuit de redenering dat het onderscheid daartussen niet ligt in het wat (de einddoelen) maar in het hoe (de wijze waarop een taalleerder naar deze doelen toewerkt) (DVO, 2001). Van meet af aan is beslist om de verschillende niveaus ook af te stemmen op het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader 3 (CEF). Het CEF is een beschrijvingskader voor het leren, onderwijzen en toetsen van talen, ontwikkeld door de Raad van Europa en erkend door de vergadering van de lidstaten. In een belangrijk onderdeel van het CEF aangaande onderwijs en evaluatie wordt een beschrijving gegeven van zes niveaus van taalvaardigheid. Deze niveaubeschrijvingen zijn niet specifiek voor een bepaalde taal of voor een bepaald maatschappelijk domein. Ze hebben een algemeen karakter. Het CEF wordt door de makers niet als een prescriptief document beschouwd. Het is een referentiekader dat elk land of elke regio, elke taalopleiding- of exameninstelling, elke lesgever 4 of cursist de mogelijkheid biedt om na te gaan welke plaats een opleiding of examen in dat kader inneemt. Het is interessant voor de cursist, school of lesgever om een taalopleiding of examen binnen het CEF te kunnen plaatsen, zonder afbreuk te doen aan de eigen identiteit en context. De niveaus die door de DVO zijn beschreven, zijn gerelateerd aan de niveaus die onderscheiden worden door het CEF. Het schema hieronder geeft een overzicht van de niveau-indelingen die door respectievelijk de Raad van Europa en de DVO worden gehanteerd. 1 Te raadplegen op Internet: 2 Een specifieke graad binnen het secundair onderwijs voor sociale promotie voor studiegebieden die niet in graden, overeenstemmend met die van het secundair onderwijs, ingedeeld kunnen worden (art.3,42 decreet volwassenenonderwijs) 3 Gratis te downloaden via Internet: 4 De woorden lesgever, cursist, taalgebruiker, leerder of toetsafnemer verwijzen zowel naar een mannelijke als vrouwelijke persoon.

7 7 EUROPEES REFERENTIEKADER DECREET VOLWASSENENONDERWIJS Mastery Effectiveness Richtniveau 4 Vantage Richtniveau 3 Threshold Richtniveau 2 Waystage Richtniveau 1.2 Breakthrough Richtniveau 1.1 Het belang van de einddoelen/eindtermen ligt vooral in de objectieve basis die ze tot stand brengen voor de evaluatie van de onderwijskwaliteit, dankzij de beschrijving van standaarden waaraan leerders moeten voldoen (Adriaens, 2001). Evaluatie van de onderwijskwaliteit kan intern of extern zijn. Bij interne evaluatie gaan de centra zelf na hoe zij functioneren. Ze kunnen daarvoor gebruik maken van zelfevaluatie-instrumenten. Deze bevatten meestal een reeks kwaliteitsindicatoren die ofwel de totale werking van een centrum onder de loep nemen, ofwel eerder inzoomen op bepaalde inhouden of delen van de werking van een centrum. Resultaten van toetsing, examens en certificering van cursisten geven de centra op basis van de prestaties van de cursisten een beeld van de opbrengsten van hun werking. Door op een doelgerichte manier gebruik te maken van goed bevonden evaluatie-instrumenten zoals instap- en oriënteringstoetsen, studievaardigheidstoetsen, basisvaardigheidstoetsen en taalportfolio s, kan de kwaliteit van leertrajecten van cursisten en de totale kwaliteit van het aanbod van een centrum verhogen. Een goede interne evaluatie stelt het centrum in staat om haar eigen werking (bij) te sturen (Blancquaert, 2001). Bij externe evaluatie komt de evaluatie uit een andere hoek. Hier is het de overheid die over de kwaliteit van het onderwijs waakt, onder meer door het verzamelen van gegevens over een centrum via een doorlichting. Blancquaert (2001) beschrijft een doorlichting als volgt: Elke systematische procedure van dataverzameling en analyse in en voor de centra, en voor en door de overheid (de inspectie) met de bedoeling zich een beeld te vormen van hoe het centrum als geheel bijdraagt tot kwalitatief onderwijs. Bij de doorlichting hanteert de overheid (de inspectie volwassenenonderwijs) een uitgebreide verzameling van kwaliteitsindicatoren, waaronder ook outputindicatoren. Er wordt onder meer nagegaan in welke mate een centrum een kwaliteits- en een evaluatiebeleid voert en hoe ze de leerprestaties en leertrajecten van cursisten volgt, evalueert en optimaliseert. Uit bovenstaande beschrijving blijkt dat bij externe evaluatie het initiatief voor evaluatie van buiten het centrum komt en dat het wordt uitgevoerd door personen van buiten het centrum. Bij interne evaluatie is het tegengestelde het geval: het initiatief en de uitvoering van evaluatie komt van binnen het centrum zelf. Het aanwenden van beide vormen van evaluatie kan belangrijke gevolgen hebben. Bijvoorbeeld: het terugkoppelen van gegevens die door externe evaluatie zijn verkregen naar de centra, kan de interne evaluatie van een centrum stimuleren en optimaliseren.

8 8 2. Doelstelling van deze handleiding De doelstelling van deze handleiding is tweeledig. Aan de ene kant willen we u, als docent NT2, informatie geven over het doel van de voorbeeldtoetstaken voor Richtgraad 1. Aan de andere kant willen we u een kader aanreiken op basis waarvan u zich verder kan vervolmaken in het zelf ontwikkelen van toetsen. Daarom bieden we u richtlijnen en belangrijke aandachtspunten aan met betrekking het ontwikkelen van toetsen en het beoordelen en interpreteren van toetsresultaten. Omdat toetsen een enorme impact kunnen hebben op de leerder en het onderwijs, staan we ook stil bij het ethisch omgaan met toetsen. De structuur van deze handleiding ziet er als volgt uit: In een eerste onderdeel benadrukken we het belang van ethisch toetsen. We tonen aan dat toetsen een grote impact hebben op de leerder en dat ze in onze maatschappij machtige instrumenten kunnen zijn. Daarnaast reiken we u drie basisvragen aan die u kunnen helpen bij het krijgen van meer inzicht in het ethisch omgaan met toetsen. In het tweede onderdeel geven we meer uitleg over het doel van de voorbeeldtoetstaken. De derde rubriek bestaat uit richtlijnen en principes om zelf goede toetsen te ontwikkelen. We reiken een concreet stappenplan aan en tonen hoe een valide en betrouwbare toets kan worden ontwikkeld. In een volgend onderdeel geven we informatie over het goed afnemen van een toets. De vijfde en laatste rubriek bestaat uit tips voor het beoordelen en interpreteren van toetsresultaten. We sluiten deze handleiding af met een overzicht van relevante en interessante literatuur. Deze handleiding werd ontwikkeld als begeleidend document bij de voorbeeldtoetstaken voor Richtgraad 1. Toch kan u hierin ook inspiratie en informatie vinden met betrekking tot het ontwikkelen en inzetten van toetsen in het algemeen. U kan er met andere woorden ook een beroep op doen om toetsen voor de hogere Richtgraden te ontwikkelen en gebruiken. We willen er wel op wijzen dat u een aantal aanpassingen zal moeten doorvoeren, wanneer u toetsen gebaseerd op de eindtermen voor die niveaus wil ontwikkelen. De beoordelingscriteria zullen bijvoorbeeld anders ingevuld moeten worden. Indien er in de toekomst ook voor de hogere Richtgraden voorbeeldtoetsmateriaal ontwikkeld wordt, kan deze handleiding met informatie met betrekking tot toetsontwikkeling voor de hogere niveaus uitgebreid worden. We er ook op wijzen dat we zowel in de handleiding als de voorbeeldtoetstaken bij het verwijzen naar de cursisten de voornaamwoorden hij en hem gebruiken. Dit doen we niet omdat we een voorkeur hebben voor mannelijke cursisten, maar wel om de vlotheid van het lezen te vergroten. Met hij of hem wordt dus evenzeer zij en haar bedoeld. Tenslotte merken we op dat indien u vragen, tips of suggesties heeft met betrekking tot het materiaal voor Richtgraad 1, u ons via volgend adres kan bereiken: RICHTGRAAD-1NT2@LISTSERV.CC.KULEUVEN.AC.BE

9 9 Hoe ga ik ethisch om met toetsen?

10 10 1. Inleiding 2. De impact van toetsen 3. De macht van toetsen 3.1. Toetsen: objectieve meetlatten of subjectieve uitsluitingsmechanismen? 3.2. De verborgen agenda 3.3. Naar een dynamisch en open evaluatiesysteem 4. Basisvragen bij het ontwikkelen van toetsen 4.1. Waarom neem ik een toets af? 4.2. Wat wil ik toetsen? 4.3. Hoe toets ik wat ik wil toetsen?

11 11 1. Inleiding Fatima is 25 en woont al twee jaar in België. Ze functioneert al goed in het Nederlands. Drie dagen per week werkt ze als vrijwilligster in een kinderdagverblijf. Momenteel is ze op zoek naar een job als verpleegster, het beroep dat ze ook in Marokko uitoefende. Op bijna alle sollicitatiebrieven die ze al geschreven heeft, krijgt ze een negatief antwoord. De werkgevers vertellen haar allemaal hetzelfde: zolang ze geen certificaat Nederlands heeft behaald, zal het moeilijk voor haar zijn om een job te vinden. Rachid, de broer van Fatima, volgt al twee jaar Nederlandse les in het Centrum voor Volwassenenonderwijs van zijn stad. Hij heeft na het afleggen van examens een certificaat voor Richtgraad 1 en 2 gehaald en volgt nu de lessen voor Richtgraad 3. Hij werkt als verzorger in een bejaardentehuis. De taalvaardigheid van zowel Fatima als Rachid is ongeveer van hetzelfde niveau. Maar omdat Rachid over een papieren bewijs van zijn taalvaardigheid (een certificaat) beschikt, was het minder moeilijk voor hem een betaalde job te vinden. Dit voorbeeld toont twee belangrijke elementen met betrekking tot de manier waarop mensen vandaag omgaan met certificaten, diploma s en de daaraan verbonden toetsen. Aan de ene kant zien we welke impact toetsen hebben op het leven van de persoon die de toets aflegt. Het slagen op een toets en daardoor verwerven van een certificaat Nederlands opent deuren naar de arbeidsmarkt. Omdat Fatima nog geen toets Nederlands heeft afgelegd en daardoor nog niet over een certificaat beschikt, worden haar kansen op de arbeidsmarkt tot een minimum herleid. Aan de andere kant toont het voorbeeld welke machtige positie toetsen in het maatschappelijk leven kunnen innemen. Werkgevers hebben soms de neiging om de capaciteiten van een sollicitant enkel op basis van de officiële attesten die hij heeft behaald, in te schatten. Andere mogelijkheden om de kennis en vaardigheden van de sollicitant na te gaan, zoals bijvoorbeeld op basis van een sollicitatiegesprek, worden vaak niet aangewend. In dit deel van de handleiding willen we deze twee elementen verder uitdiepen. In punt twee bekijken we de effecten die toetsen kunnen hebben op de leerder. Vervolgens bekijken we in punt drie de machtspositie die toetsen vandaag in ons maatschappelijk leven kunnen bekleden. We besteden hierbij aandacht aan de wijze waarop toetsresultaten gebruikt worden om beslissingen te nemen over de toekomst van de leerder. Ten tweede wijzen we op het belang van het expliciteren van de doelstellingen van toetsen. Op die manier kunnen onethische doelen blootgelegd worden en kan geprobeerd worden misbruik van toetsen te vermijden. Tenslotte pleiten we ervoor toetsen een minder machtige rol toe te kennen en te kiezen voor een dynamisch en open evaluatiesysteem. In een vierde punt bekijken we hoe we, rekening houdend met de bemerkingen uit punt drie, zo ethisch mogelijk kunnen toetsen.

12 12 2. De impact van toetsen Please God may I not fail Please God may I get over sixty per cent Please God may I get a high place Please God may all those likely to beat me get killed in road accidents and may they die roaring Dit gedicht van McGahern (1977), geciteerd in Shohamy (2001), toont aan dat leerders toetsen vaak als iets belangrijks beschouwen en er dus veel impact van ondervinden. Het is belangrijk dat toetsafnemers zich hiervan bewust zijn en dat ze inspelen op de negatieve gevolgen die sommige leerders ervaren. Niet alleen het maken van een toets op zich heeft effect op de leerders, ook de wijze waarop iemand zijn score op een toets percipieert kan grote gevolgen hebben. Cursisten met een lage score op een toets Nederlands kunnen hun motivatie en vertrouwen in het eigen kennen en kunnen verliezen. Shohamy stelt dat toetsen en de wijze waarop ze ingezet worden een cognitief effect op de leerder hebben. Een toets beïnvloedt immers de manier waarop de lerende kijkt naar taalkennis en taalvaardigheid en de wijze waarop hij die kan verwerven. Neem bijvoorbeeld Sofia. Ze komt uit Rusland en leert hier Nederlands. Ze volgt dit jaar Richtgraad 1, Niveau 1.2. Sofia vindt het leuk om Nederlands te leren. Ze slaagt er al goed in zich in het Nederlands uit te drukken. En ze oefent haar Nederlands door het zoveel mogelijk in winkels te gebruiken, naar TV te kijken en door de krant te lezen. Ze is best wel fier op zichzelf dat ze zo snel een andere taal onder de knie heeft. Op een dag neemt haar docent Nederlands onverwachts een kleine toets af: de cursisten krijgen tien tekeningen van voorwerpen. Bij elke tekening moeten ze het woord in het Nederlands opschrijven. De woorden hebben ze de vorige les geleerd. Omdat Sofia geen tijd gehad heeft om de nieuwe woorden vooraf te leren, kan ze geen enkel woord invullen en krijgt ze voor de toets een nul. Bij het zien van haar score is Sofia ontgoocheld in zichzelf. Ze had gedacht dat ze het Nederlands toch al redelijk onder de knie had. Ze ziet haar score op de toets als een signaal dat haar Nederlands toch niet zo goed is als ze zelf dacht. Ze neemt zich voor vanaf nu minder tijd te verspillen aan de krant en de TV, maar elke keer haar les te leren en zich op het herhalen van nieuwe woorden te concentreren. Dit voorbeeld toont aan hoe (taal)toetsen en de wijze waarop ze afgenomen worden een invloed kunnen hebben op het beeld dat cursisten hebben over hun taalvaardigheid. Doordat Sofia op de toets een nul scoort, denkt ze dat haar Nederlands niet zo goed is als ze voordien dacht. Bovendien valt haar beeld over het leren van talen niet meer samen met het op een leuke en functionele manier kunnen gebruiken van Nederlands in het dagelijks leven, maar met het memoriseren van woorden.

13 13 Toetsen, de wijze waarop ze ingezet worden en toetsscores kunnen de motivatie om (talen) te leren verhogen of afremmen. Het is als toetsafnemer en beoordelaar dan ook belangrijk oog te hebben voor de eventuele negatieve effecten van toetsen op lerenden en deze zoveel mogelijk te vermijden en/of te reduceren. 3. De macht van toetsen 3.1. Toetsen: objectieve meetlatten of subjectieve uitsluitingsmechanismen? Binnen het onderwijsveld en de maatschappij in het algemeen wordt enorm veel belang gehecht aan toetsen en toetsontwikkeling. Het adagium meten is weten wint steeds meer veld en de roep om meer objectieve en gestandaardiseerde meetinstrumenten wordt steeds luider. Op het eerste gezicht is er geen probleem met het belang dat aan toetsen gehecht wordt. Het is logisch dat we zoeken naar geschikte instrumenten om te weten hoe het met de vorderingen van mensen staat, dat we diagnoses kunnen stellen of evaluaties kunnen maken, dat we mensen kunnen doorverwijzen naar vervolgopleidingen, dat cursisten zelf een beeld willen krijgen van verworven (taal)vaardigheden, enz. De vraag hierbij is echter of toetsen, in hun traditionele vorm, daartoe de meest geschikte instrumenten zijn. Is een taaltoets bijvoorbeeld het meest geschikte instrument om de taalvaardigheid van kleuters in kaart te brengen? Zijn goede procesgerichte observatie-instrumenten in dit geval niet meer aangewezen? Is het binnen het volwassenenonderwijs niet beter om ook te werken met alternatieve vormen van evaluatie zoals een taalportfolio of peer-assessment (waarbij leerders elkaar evalueren) dan met traditionele toetsen? Dat het belangrijk is te zoeken naar het meest geschikte instrument om de (taal)vaardigheid van mensen te meten, blijkt vooral als we kijken naar de gevolgen die toetsen en toetsresultaten hebben op het leven en de toekomst van de leerders. Goed scoren betekent immers kunnen starten met een opleiding, kunnen doorstromen naar een vervolgopleiding, of een certificaat of diploma verwerven waardoor je kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Goed scoren betekent succesvol zijn, waardering krijgen, deuren die opengaan. Slecht scoren daarentegen betekent niet kunnen starten met een opleiding, niet kunnen doorstromen naar een vervolgopleiding of afzakken naar wat als een lagere opleiding wordt beschouwd, geen certificaat of diploma krijgen en daardoor aanzienlijk minder kansen hebben op de arbeidsmarkt. Slecht scoren betekent niet succesvol zijn, minder of geen waardering krijgen, deuren die gesloten blijven. Toetsen en toetsresultaten worden dus vaak gebruikt om belangrijke beslissingen te nemen over de toekomst van de leerder. Indien we op een moreel verantwoorde manier toetsen willen afnemen, moeten we ons daar bewust van zijn en er alles aan doen om toetsen op een ethische manier in te zetten.

14 14 Een eerste belangrijke en fundamentele stap daarbij is het expliciteren van de achterliggende doelstellingen van toetsen (punt 3.2). Ook kiezen voor een meer dynamisch en open evaluatiesysteem (punt 3.3) draagt hiertoe bij. Hoe u bij het zelf ontwikkelen van toetsen rekening kan houden met de ethische kant van toetsen, vindt u in punt 4 van dit hoofdstuk De verborgen agenda Zoals reeds gezegd, worden op basis van toetsresultaten vaak beslissingen over de leerder genomen die een grote impact op zijn leven hebben. Op basis van zijn score op een toets krijgt iemand bijvoorbeeld al dan niet een diploma, de job van zijn leven of toegang tot een vervolgopleiding. Het is daarom belangrijk vooraf duidelijk te expliciteren met welk doel getoetst wordt en dit doel ook voor de cursist zelf transparant te maken. Pas dan kunnen de resultaten op een goede manier geïnterpreteerd en beslissingen op een zo ethisch mogelijke manier genomen worden. Een fictief voorbeeld ter verduidelijking. Als voorbode op een opleiding kantoor, krijgen anderstaligen een intensieve cursus Nederlands. Dit voortraject bestaat uit 350 uren les. Na een maand wordt een toets afgenomen. De cursisten denken dat ze, op basis van hun score, zullen te weten komen hoe taalvaardig ze al zijn in het Nederlands. De eigenlijke bedoeling van de toets is echter het aantal cursisten te reduceren tot een kleinere groep van wie men zeker is dat ze de eindstreep kunnen behalen. De cursisten met lagere scores zullen worden aangeraden de cursus Nederlands stop te zetten. Omdat de cursisten hier niet op de hoogte zijn van de uiteindelijke bedoeling van de toets, is er sprake van een verborgen agenda. Door de cursisten vooraf in te lichten over het echte doel van de toets, kunnen ze zich beter voorbereiden op de testafname en op de beslissingen die op basis van hun toetsscore zullen genomen worden. Bovendien pleiten we er hier voor beslissingen over het stopzetten van het leertraject van de cursisten niet op basis van één toets te nemen, maar bijvoorbeeld gebruik te maken van een observatie-instrument dat de evolutie van de taalvaardigheid van de cursisten in kaart brengt. Op die manier krijgt u een realistischer beeld van de taalvaardigheid en het taalleerpotentieel van uw cursisten. De problemen die zogenaamd objectieve toetsen en verborgen agenda s met zich meebrengen, kunnen ondervangen worden door te kiezen voor een meer dynamisch en open evaluatiesysteem Naar een dynamisch en open evaluatiesysteem Met een dynamisch evaluatiesysteem bedoelen we dat er verschillende meetinstrumenten gebruikt worden en dat er op verschillende momenten gemeten wordt. In plaats van beslissingen te nemen op basis van de scores van één toets, kiest men voor een combinatie van verschillende

15 15 meetinstrumenten en wordt de taalvaardigheid van de cursisten op verschillende ogenblikken in kaart gebracht. Toetsen kunnen hierbinnen een volwaardige, maar geen allesoverheersende functie krijgen. Ook alternatieve evaluatievormen zoals zelfevaluatie, bijvoorbeeld een taalportfolio en peerassessment, kunnen gehanteerd worden om de (taal)vaardigheden van lerenden na te gaan. Het komt er hierbij op aan te kiezen voor die instrumenten die u op de meest geschikte manier de informatie opleveren die u wil bekomen. Met een open evaluatiesysteem bedoelen we dat er ruimte is voor open communicatie tussen alle mensen die bij het toetsproces betrokken zijn. Er is met andere woorden plaats voor een dialoog tussen de toetsontwikkelaar/ toetsafnemer/docent en de cursist die getest wordt. De cursisten vernemen hun toetsresultaten en er wordt hen op een duidelijke en begrijpbare manier uitgelegd wat hun toetsscores betekenen. Binnen dit open communicatieklimaat zijn alle betrokkenen op de hoogte van de reden waarom getoetst wordt en van de beslissingen die op basis van de toetsresultaten zullen genomen worden. Ook de stem van de cursist zelf wordt tijdens het beslissingsproces gehoord: op grond van de evaluatiegegevens kan hij mee bepalen wat in zijn geval de beste optie is. Als beschikbare informatie of evaluatiegegevens bijvoorbeeld uitwijzen dat het taalvaardigheidsniveau van een cursist niet voldoende is om aan een bepaalde opleiding te beginnen, kan hij zelf twee opties voorstellen. Hij kan voor een voortraject opteren, waarin hij zijn taalvaardigheid versterkt of hij kan opteren om toch aan de opleiding te beginnen en qua Nederlands zo snel mogelijk bij te benen, ook buiten de opleiding. Door ook de cursist voorstellen te laten doen in verband met zijn leertraject, kan, in samenspraak met alle betrokkenen een beslissing genomen worden waar alle betrokkenen achter kunnen staan.

16 16 4. Basisvragen bij het ontwikkelen van toetsen Een goed inzicht hebben in het waarom, het wat en het hoe van toetsen, kan bijdragen tot het op een ethisch manier omgaan met toetsen. We geven bij deze basisvragen wat meer uitleg en een voorbeeld ter verduidelijking Waarom neem ik een toets af? Mauro is 19. Hij komt uit Senegal en woont al een jaar in België. In het Centrum voor Volwassenenonderwijs volgt hij Nederlandse les. Hij volgt de cursus Richtgraad 2. Vandaag heeft Mauro examen Nederlands. Zijn docent Nederlands vertelt: Zoals elk jaar in december krijgen onze cursisten een tussentijds examen. Het is de bedoeling op die manier na te gaan of de leerstof die we gezien hebben, door de cursisten beheerst wordt. Ook Mauro neemt deel aan dit examen. We hebben al van bij het begin gezien dat zijn Nederlands minder goed is dan dat van de andere cursisten. Op basis van zijn resultaten op het tussentijds examen gaan we beslissen of we hem niet beter opnieuw de lessen van Richtgraad 1 laten volgen. Om hem niet onder druk te zetten, zijn we niet van plan hem dat te zeggen. Ook in dit voorbeeld is er sprake van een verborgen agenda: de toets claimt na te gaan of Mauro de geziene leerstof beheerst, maar uiteindelijk is het de bedoeling te beslissen of Mauro Richtgraad 2 kan blijven volgen. Tegen deze werkwijze kan een belangrijk ethisch bezwaar geleverd worden. Mauro wordt niet op de hoogte gesteld van het uiteindelijke doel van het examen. Hij heeft echter het recht te weten dat hij op basis van zijn resultaten al dan niet van niveau zal moeten verlagen. Omdat de resultaten van Mauro belangrijke consequenties voor hem hebben, moet hij weten welke beslissingen op basis van zijn score zullen genomen worden. Als hij weet dat er op basis van zijn toetsresultaat zo n belangrijke beslissing zal genomen worden, zal hij zich nog beter proberen voor te bereiden op de toets. Een bijkomend probleem in dit voorbeeld is dat de beslissing over een eventuele niveauverlaging volledig afhangt van Mauro s score op deze toets. Er is geen plaats voor andere vormen van evaluatie of voor het bekijken van de eventuele evoluties die hij doorheen het schooljaar al heeft gemaakt Wat wil ik toetsen? Stel u de volgende situatie voor: Een docent NT2 wil de taalvaardigheid van zijn cursisten nagaan. Hij stelt een examen op waarin de cursisten twee opdrachten moeten uitvoeren. In een eerste oefening moeten ze de meervoudsvorm van tien opgegeven woorden noteren. De tweede opdracht is een dictee: de docent leest een aantal woorden voor en de cursisten moeten die opschrijven. In deze oefening worden de cursisten op spelling beoordeeld.

17 17 In dit voorbeeld wordt, op basis van een spellings- en een grammaticaoefening, het taalvaardigheidsniveau van de cursisten bepaald. Dit betekent dat cursisten die bijvoorbeeld al goed Nederlands kunnen spreken, maar nog veel spellingsfouten schrijven, als onvaardig in het Nederlands zullen aanzien worden. Door het begrip taalvaardigheid te verengen tot twee linguïstische aspecten, geven de behaalde scores niet noodzakelijk een realistisch beeld van de taalvaardigheid van de cursisten. Het is daarom belangrijk datgene wat u met een toets wil meten zo goed en zo ruim mogelijk te operationaliseren zodat u een duidelijk beeld krijgt van wat een cursist wel en niet kan Hoe toets ik wat ik wil toetsen? Omdat ik dit jaar 45 cursisten heb op het Niveau 1.1. neem ik maar één spreektoets af en kies ik voor een klassikale afname. Ik speel de rol van een nieuwe cursist en de cursisten mogen mij vragen stellen over mijn hobby s. Ik neem het gesprek op zodat ik achteraf de cursisten gemakkelijker punten kan geven. De manier waarop de cursisten hier op hun spreekvaardigheid getoetst worden is misschien wel efficiënt - op weinig tijd kunnen alle cursisten beoordeeld worden - maar daardoor wordt iets uit het oog verloren. Cursisten die minder mondig zijn, zullen minder punten krijgen voor spreken. Deze scores tonen niet noodzakelijk het echte spreekniveau van de cursisten. De durf om te spreken in een groep kan hier voor sommige cursisten een grote drempel vormen. Het is daarom beter toch individueel spreektoetsen af te nemen. Om de tijd te drukken kan bijvoorbeeld met meerdere beoordelaars gewerkt worden. Uit dit voorbeeld blijkt dat het belangrijk is de meest geschikte evaluatievorm te zoeken voor wat u wil toetsen. Idealiter is er een zo n direct mogelijke relatie tussen wat de cursist met de taal in de toets moet doen en waarover u een uitspraak wil doen. Naast praktische overwegingen is het goed bij de keuze van de evaluatievorm er ook rekening mee te houden dat alle cursisten gelijke kansen krijgen.

18 18 WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN?

19 19 1. Het doel van de voorbeeldtoetstaken? 1.1. Toetsmateriaal als voorbeeld en inspiratiebron 1.2. Het communicatieve en functionele karakter van de voorbeeldtoetstaken 2. Hoe ziet het voorbeeldtoetsmateriaal er uit? 2.1. De 54 voorbeeldtoetstaken voor Niveau Het takenpakket Handleiding voor de toetsafnemer Toetsblad voor de cursist De grids 2.2. De 45 voorbeeldtoetstaken voor Niveau Het takenpakket Richtlijnen voor de docent Toetsblad voor de cursist De grids 3. Hoe gebruik ik de voorbeeldtoetstaken in mijn klaspraktijk?

20 20 1. Het doel van de voorbeeldtoetstaken? 1.1 Toetsmateriaal als voorbeeld en inspiratiebron Naast de vraag om lesgevers meer vertrouwd te maken met de nieuwe doelenstructuur die ontwikkeld was voor taalopleidingen, was het NT2- onderwijsveld ook vragende partij voor meer informatie en voorbeelden van good practice op het vlak van toetsing en evaluatie van de taalvaardigheid van cursisten. Een reactie op deze vraag kwam er in februari 2003 toen het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap aan het Centrum voor Taal en Migratie (Katholieke Universiteit Leuven) de opdracht gaf om voorbeeldtoetstaken voor Richtgraad 1, Niveau 1.1 en Niveau 1.2 te ontwikkelen. De voorbeeldtoetstaken zijn losse toetstaken die enerzijds als inspiratiebron moeten dienen voor lesgevers die in eigen klasgroepen willen evalueren binnen de nieuwe doelenstructuur die door de DVO is beschreven. De toetstaken zijn gebaseerd op de eindtermen en de contexten die door de DVO zijn geformuleerd. De belangrijkste reden voor de ontwikkeling van voorbeeldtoetstaken in tegenstelling tot kant- en klare gestandaardiseerde toetsen, is dat het inspirerende en vormende karakter van het toetstakenpakket moet primeren. Lesgevers kunnen uit het materiaal putten om eigen toetsen te maken. Anderzijds worden aan de hand van de toetstaken ook de principes en eisen van goede (taal)vaardigheidstoetsen in een bijbehorende handleiding verduidelijkt. Op die manier draagt het voorbeeldmateriaal bij tot de professionalisering van lesgevers op het vlak van evaluatie en toetsing. De voorbeeldtoetstaken beogen ook lesgevers te stimuleren om hun lespraktijk te oriënteren op de specifieke eindtermen. De toetstaken zijn namelijk een concretisering van de meer abstract geformuleerde eindtermen die aangeven wat een cursist moet kunnen aan het einde van Richtgraad 1, Niveau 1.1 en1.2. De voorbeeldtoetstaken zijn volledig gebaseerd op de eindtermen die door de DVO geformuleerd zijn voor Richtgraad 1, Niveau 1.1. en Niveau 1.2. In de publicatie van de DVO (2001) wordt dit niveau als volgt omschreven: Het absolute minimum. De taalgebruiker kan in een anderstalige samenleving met zeer beperkt talige middelen communiceren om tegemoet te komen aan concrete behoeften uit zijn onmiddellijke omgeving. Op basis van een pilotstudie waarbij een aantal voorbeeldtoetstaken zijn uitgetest, hebben we kunnen vaststellen dat de moeilijkheidsgraad van de taken goed aansluit bij Richtgraad 1, Niveau 1.1. Ook bij het uittesten van een aantal toetsen voor Niveau 1.2 bleek dit het geval te zijn. Het voorbeeldmateriaal kan worden ingezet bij de evaluatie van gealfabetiseerde anderstalige volwassenen aan het einde van het basisniveau (Richtgraad 1, Niveau 1.1 of Niveau 1.2) op de wijzen die op de vorige bladzijde beschreven zijn.

21 21 Bij de ontwikkeling van het pakket is bijzondere aandacht geschonken aan de bruikbaarheid voor zowel laag- als hooggeschoolde taalleerders. Uit de pilotstudie is gebleken dat er geen significante verschillen waren in de resultaten van hoog- en laaggeschoolden. Het materiaal is ontwikkeld om gebruikt te worden in zowel Centra voor Basiseducatie (CBE) als in Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO). Dat is belangrijk omdat beide doelgroepen op het einde van een basiscursus (na ongeveer 120 uur voor CVO en 180 tot 240 uur voor CBE) hetzelfde taalniveau moeten beheersen. Uit de pilot bleek tenslotte ook dat er geen significant verschil was tussen de prestaties van mannelijke en vrouwelijke cursisten Het communicatieve en functionele karakter van de toetstaken De eindtermen voor Richtgraad 1, Niveau 1.1 en 1.2 zijn gebaseerd op de principes van communicatief-functioneel taalonderwijs en taaltoetsing. Hierbij gaat men er vanuit dat taal geen doel op zich is, maar een middel om te communiceren en te functioneren. Een functionele taaltoets gaat na of, en in welke mate, een cursist in staat is om talige boodschappen in communicatieve contexten te begrijpen en/of te produceren. Omwille van het functionele en communicatieve karakter van de eindtermen leggen we bij het scoren van de taalproducties van de cursisten op het Niveau 1.1 en 1.2 vooral de nadruk op het adequaat kunnen overbrengen en begrijpen van de inhoud van de boodschap. De vorm waarin de cursist zijn boodschap giet is, althans op dit niveau, van ondergeschikt belang. De functionele en communicatieve doelen van de DVO kunnen op verschillende manieren getoetst worden, maar hoe meer de toetsen aansluiten bij concrete taalsituaties, hoe gemakkelijker het is om conclusies te trekken over het bereikte niveau van functionele taalvaardigheid (Cucchiarini & Jaspaert, 1996). In het vakjargon wordt dit direct toetsten genoemd: in de toets moet de cursist doen wat men wil meten. Ook de voorbeeldtoetstaken in dit pakket zijn voorbeelden van directe toetsen. Indien de eindterm bijvoorbeeld stelt dat een cursist in staat moet zijn een klacht te formuleren, dan moet de cursist dit in de toets ook effectief doen. Het is natuurlijk ook mogelijk de eindtermen van de DVO indirect te toetsen door bijvoorbeeld de kennis of deelvaardigheden te meten waarvan men aanneemt dat ze goede indicatoren zijn van wat de cursisten volgens het einddoel moeten kennen en kunnen. Maar daar wringt vaak het schoentje. Men moet namelijk kunnen aantonen dat het beschikken over een bepaalde kennis en/of deelvaardigheid een goede indicator is voor wat het einddoel voorschrijft. Stel bijvoorbeeld dat de eindterm voorschrijft dat de cursist mondeling een afspraak moet kunnen maken bij de tandarts. U kan ervoor kiezen om schriftelijk na te gaan of de cursist hiertoe in staat is door hem bijvoorbeeld te laten opschrijven wat hij aan de tandarts zal zeggen. De vraag is natuurlijk of een cursist die goed scoort op deze toets wel in staat is om mondeling met de tandarts een afspraak te maken. Is het schriftelijk kunnen

22 22 noteren van een gesprek wel een goede indicator voor het effectief mondeling kunnen overbrengen van wat je wil zeggen? Deze toetstaak kan natuurlijk wel iets zeggen over de mate waarin een cursist het schrijven in het Nederlands onder de knie heeft, maar het toont minder aan in hoeverre hij in staat is zijn kennis in te zetten in een concrete mondelinge taalcontext.

23 23 2. Hoe ziet het voorbeeldtoetsmateriaal er uit? Het materiaal voor Niveau 1.1 en 1.2 verschilt op een aantal punten. Op basis van interne en externe feedback die we ontvingen op de voorbeeldtoetstaken voor het Niveau 1.1 hebben we de structuur van de voorbeeldtoetstaken voor Niveau 1.2 enigszins aangepast. Op die manier willen we het materiaal voor u nog gebruiksvriendelijker maken. In punt 2.1 en 2.2 lichten we het takenpakket voor de twee niveaus verder toe De 54 voorbeeldtoetstaken voor Niveau Het takenpakket Het takenpakket bestaat uit 54 voorbeeldtoetstaken met handleiding voor de toetsafnemer en kopieerbladen voor de cursist. Deze worden zowel electronisch (op CD-rom) als op papier aangeleverd. Voor elke eindterm van elke vaardigheid zijn 3 voorbeeldtoetstaken ontwikkeld: 18 spreektaken, 9 schrijftaken, 12 leestaken en 15 luistertaken. De luisterfragmenten voor de luistertaken worden mee aangeleverd, zowel op audio-cd als op cassette. De CD bevat 35 tracks. Elk luisterfragment staat op een aparte track. Het nummer van de track staat bij de uitgeschreven luistertekst. Bovendien staan het nummer van de toetstaak en de bijhorende tracks op de CD-hoes vermeld. De uitgeschreven luistertekst is louter voor de ondersteuning van de lesgever in het pakket opgenomen. Alle toetstaken zijn opgenomen in een overzichtsgrid per vaardigheid. De elektronische versie van deze grid biedt het voordeel dat er links zijn gecreëerd met de verschillende toetstaakdocumenten. De toetsafnemer kan zelf aangeven welke combinatie van eindterm en context hij wil bekijken. Door op de titel van een toetstaak te klikken, wordt automatisch het juiste toetstaakdocument geopend Handleiding voor de toetsafnemer Alle toetstaken hebben een gelijklopende structuur: situering van de toetstaak, introductie, instructie voor de toetsafnemer, beoordelingsmodel en toetsblad cursist (dit laatste onderdeel wordt in Toetsblad voor de cursist besproken). Situering van de toetstaak Aan het begin van elke toetstaak vindt u een grijze balk waarin enkele algemene gegevens over de toetstaak staan, namelijk: welke vaardigheid wordt getoetst, welke specifieke eindterm wordt er getoetst, in welke context wordt de taak gesitueerd en wat is het verwerkingsniveau waarop de taak moet worden uitgevoerd. Vaardigheid In het pakket zijn eerst de zogenaamde productieve vaardigheden spreken en schrijven opgenomen, vervolgens de receptieve vaardigheden, lezen en luisteren.

24 24 Specifieke eindterm Voor de afbakening van de doelen hebben we een beroep gedaan op de eindtermen die door de Dienst voor Onderwijsontwikkeling worden geformuleerd in: Volwassenenonderwijs. Opleidingsprofielen Moderne Talen. Voorbeeldmateriaal bij de Specifieke Eindtermen., Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, juli Respectievelijk worden er voor de vaardigheden spreken, schrijven, lezen en luisteren 6, 3, 4 en 5 eindtermen gedefinieerd. Contexten De Dienst voor Onderwijsontwikkeling onderscheidt 12 relevante contexten voor Richtgraad 1, Niveau 1.1. Een context wordt gedefinieerd als: situatie(s) waarin men taal gebruikt. 1. Contacten met officiële instanties 2. Leefomstandigheden 3. Afspraken en regelingen (logies en maaltijden) 4. Consumptie 5. Openbaar en privé-vervoer 6. Voorlichtingsdiensten 7. Vrije tijd 8. Nutsvoorzieningen 9. Ruimtelijke oriëntering 10. Onthaal 11. Gezondheidsvoorzieningen 12. Klimaat Verwerkingsniveau en publiek Het is vanzelfsprekend dat niet elke taak dezelfde moeilijkheidsgraad heeft. De moeilijkheidsgraad van een taak wordt door verschillende factoren beïnvloed. Hier bespreken we het verwerkingsniveau en het publiek waartoe de cursist zich moet richten. Wat de verwerkingsniveaus betreft situeren de activiteiten voor de verschillende vaardigheden voor Richtgraad 1, Niveau 1.1 zich op het beschrijvende en het structurerende niveau. Beschrijvend Op het beschrijvende niveau zal de taalleerder het taalaanbod moeten begrijpen zoals het hem wordt aangeboden. Hij moet er geen nieuwe structuur in aanbrengen. Een formulier invullen in een postkantoor is een opdracht op beschrijvend niveau. Structurerend De taalleerder zal de informatie niet alleen moeten achterhalen, maar hij zal de informatie bovendien nog moeten transformeren. In de aangeboden informatie moet hij een eigen ordening aanbrengen; bijvoorbeeld de chronologie herschikken of hoofdzaken van bijzaken

25 25 onderscheiden. Een sollicitatiegesprek voeren is een opdracht op structurerend niveau. Voor meer informatie over de verschillende verwerkingsniveaus zie: VON-werkgroep, 1996, p.116. Het publiek tot wie de cursist zich in de voorbeeldtoetstaken moet richten is of een bekende; of een onbekende taalgebruiker. In het laatste geval is de taak moeilijker. In sommige taken is het publiek de cursist zelf. Introductie In het kopje introductie worden enkele ideeën geformuleerd over hoe de lesgever het onderwerp van de taak kan aanbrengen. In dat introducerend gesprek moet de lesgever de cursist meer vertrouwd maken met het onderwerp. Instructie voor de lesgever In dit onderdeel wordt beschreven op welke manier de lesgever te werk moet gaan bij het afnemen van de toets. Het is de bedoeling dat de lesgever zich zo goed mogelijk aan de instructies houdt. De instructie voor de cursist staat op het toetsblad. Deze instructie wordt luidop voorgelezen door de lesgever. Beoordelingsmodel In alle beoordelingsmodellen ligt de nadruk op inhoud, de cursist moet in staat zijn om adequaat te communiceren. Het grootste gewicht in de score wordt toegekend aan de inhoudelijke items; minder gewicht gaat naar de pure vormcorrectheid. Voor elk goed antwoord wordt een score 1 gegeven, voor een fout antwoord score 0. Wanneer het communicatief gezien relevant is, bijvoorbeeld bij spreektaken en open schrijftaken, geven we ook een vormscore. Op dit niveau zijn de vormelijke eisen die kunnen worden gesteld nog zeer laag. Voor vorm wordt dan ook een meer globaal criterium gehanteerd. De vormscore krijgt ook weinig gewicht in de totale score op een toetstaak. We hanteren de volgende verdeling: 1 (korte gestructureerde zinnen, de uitingen mogen nog fouten bevatten, de fouten hebben geen systematisch karakter) 0.5 (woordgroepen met systematisch fout taalgebruik, veel fouten) 0 (uitingen van één woord of herhaling van de instructie)

26 Toetsblad voor de cursist Achteraan elke toetstaak zitten één of meerdere kopieerbladen voor de cursist. Deze worden als toetsbladen gebruikt. De instructies voor de cursist staan bovenaan het toetsblad. Die worden steeds luidop voorgelezen door de toetsafnemer. Bij elke taak is een bepaalde werkvorm uitgewerkt: bijvoorbeeld, is een taak mondeling of schriftelijk, worden er multiple choice vragen gegeven, moeten de cursisten vraagjes oplossen bij een tekst, staan die vraagjes samen met de tekst op 1 blad, moeten ze iets schrijven aan de hand van een tekening of ander ondersteunend materiaal

27 De grids: De volgende grid toont de verdeling van de toetstaken voor de vaardigheid SPREKEN: EINDTERM CONTEXT TOETSTAAK Op beschrijvend niveau: 1. De cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. 2. De cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. 3. De cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van zijn gesprekspartner. 4. De cursist kan een afspraak maken en afzeggen. 5. De cursist kan een probleem of klacht formuleren. Op structurerend niveau: 6. De cursist kan informatie vragen en geven. Leefomstandigheden Ruimtelijke oriëntering Gezondheidsvoorzieningen Onthaal Gezondheidsvoorzieningen Openbaar en privé-vervoer Vrije tijd Onthaal Afspraken en regelingen Contacten met officiële instanties Afspraken en regelingen Nutsvoorzieningen Contacten met officiële instanties Consumptie Leefomstandigheden Openbaar en privé-vervoer Voorlichtingsdiensten onthaal 1. Alles krijgt een plaats 2. Neem de eerste straat rechts 3. Mijn zoon is ziek 4. Ik ben iets kwijt 5. Ik heb een dokter nodig 6. Taxi! 7. Wat vond je van de film? 8. Dat is lang geleden! 9. Hard gewerkt vandaag 10. De afspraak gaat niet door 11. Naar de tandarts 12. Kan het op een andere dag? 13. Mijn fiets is weg 14. Ik heb geen geld bij me 15. Luidruchtige buren 16.Reizen met de trein 17. Kan u aub een uitzondering maken? 18. Wanneer is de winkel open?

28 28 De volgende grid toont de verdeling van de toetstaken voor de vaardigheid SCHRIJVEN: EINDTERM CONTEXT TOETSTAAK Op beschrijvend niveau: 1. De cursist kan een formulier en een document met betrekking tot personalia invullen. 2. De cursist kan een korte informatieve tekst zoals een berichtje schrijven. Op structurerend niveau: 3. De cursist kan uit mondelinge en schriftelijke informatie eenvoudige, concrete gegevens noteren. Vrije tijd Contacten met officiële instanties Afspraken en regelingen Gezondheidsvoorzieningen Vrije tijd Consumptie Voorlichtingsdiensten Afspraken en regelingen Vrije tijd 19. Familie in het buitenland 20. Recht op een geboortepremie 21. Een sollicitatieformulier 22. Word snel beter 23. Zon, zee, strand 24. Geïnteresseerd? 25. Niks vergeten? 26. Een dochter! 27. Op kamp met de scouts

29 29 De volgende grid toont de verdeling van de toetstaken voor de vaardigheid LEZEN: EINDTERM CONTEXT TOETSTAAK Op beschrijvend niveau: 1. De cursist kan informatie herkennen in teksten zoals belangrijke formulieren, documenten, alledaagse papieren. 2. De cursist kan relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten. 3. De cursist kan alle gegevens in een eenvoudige instructie begrijpen. Op structurerend niveau: 4. De cursist kan de informatie overzichtelijk ordenen in persuasieve teksten zoals een uitnodiging, een voorstel en een oproep. Voorlichtingsdiensten 28. Het staat in de krant Onthaal 29. Een nieuwe leerling Contacten met officiële instanties 30. De school van mijn kind Vrije tijd 31. Welke film draaien ze vanavond? Openbaar en privé-vervoer 32. Goedkope kaartjes Gezondheidsvoorzieningen 33. Waar vind ik een dokter? Consumptie 34.Smakelijk! Voorlichtingsdiensten 35. Wat doen bij brand? Afspraken en regelingen 36. Pas jij op het huis? Afspraken en regelingen 37.Een uitnodiging van de VDAB Voorlichtingsdiensten 38. Een job voor u? Vrije tijd 39. Feest in mijn dorp.

30 30 De volgende grid toont de verdeling van de toetstaken voor de vaardigheid LUISTEREN: EINDTERM CONTEXT TOETSTAAK Op beschrijvend niveau: 1. De cursist kan het globale onderwerp bepalen in informatieve teksten zoals een mededeling, een gesprek en een advies. 2. De cursist kan het globale onderwerp bepalen in een beleving. (d.i. de wensen, noden en gevoelens) van een spreker. 3. De cursist kan het globale onderwerp bepalen in een klacht. 4. De cursist kan alle gegevens in een eenvoudige instructie begrijpen. Op structurerend niveau: 5. De cursist kan de informatie op een overzichtelijke en persoonlijke wijze ordenen in een uitnodiging en een afspraak. Klimaat Onthaal Openbaar- en privévervoer Leefomstandigheden Vrije tijd Gezondheidsvoorzieningen Contacten met officiële instanties Consumptie Onthaal Ruimtelijke oriëntering Voorlichtingdiensten Gezondheidsvoorzieningen Vrije tijd Onthaal Afspraken en regelingen 40. Mooi weer vandaag? 41.You've got voic ! 42.De trein is altijd een beetje reizen 43. Een vriend uit de nood helpen 44. Aan de finish 45. Bezoek! 46. Politie op straat 47. Spaghetti, tafel vier! 48. Hier klopt iets niet 49. Hoe moet ik lopen? 50. Goede raad 51. Lentekriebels 52. Kom je naar het feest? 53. De dokter werkt niet op woensdag 54. Dat past ook voor mij.

31 De 45 voorbeeldtoetstaken voor Niveau Het takenpakket Het materiaal voor Niveau 1.2 bestaat uit 45 voorbeeldtoetstaken. Naast de papieren versie vindt u ze ook electronisch, op Cd-rom, terug. Voor elke eindterm werden drie voorbeeldtoetstaken ontwikkeld: zo komen we, omdat er vijftien eindtermen zijn, tot de volgende verdeling: 15 spreektaken, 12 schrijftaken, 9 luistertaken en 9 leestaken. Voor de luistertaken worden de luisterfragmenten mee aangeleverd, zowel op audio-cd als op cassette. De CD bevat 22 tracks. Elk luisterfragment staat op een aparte track. Het nummer van de track staat bij de uitgeschreven luistertekst. Bovendien staat het nummer van de toetstaak en de bijhorende tracks op de CD-hoes vermeld. De uitgeschreven luistertekst is louter ter ondersteuning van de lesgever in het pakket opgenomen. Alle toetstaken zijn per vaardigheid opgenomen in een overzichtsgrid. De elektronische versie van dit grid biedt het voordeel dat u via een link onmiddellijk over kan gaan naar het gewenste toetstaakdocument. Door op de titel van de gewenste toetstaak te klikken, wordt automatisch het bijhorende document geopend. De voorbeeldtoetstaken bestaan telkens uit twee delen: de richtlijnen voor de docent en het toetsblad voor de cursisten. In het pakket worden beide onderdelen per toetstaak geleverd. In de praktijk is het de bedoeling dat u voor uw cursisten kopies maakt van het toetsblad en u de richtlijnen gebruikt bij het afnemen en beoordelen van de toetstaken. We overlopen nu de verschillende rubrieken van het deel Richtlijnen voor de docent. Daarna overlopen we de structuur van het toetsblad van de cursisten Richtlijnen voor de docent Alle toetstaken zijn opgebouwd volgens een gelijklopende structuur. De verschillende rubriekjes worden in chronologische volgorde aangeboden. De algemene structuur is als volgt: de situering van de toetstaak, het materiaal dat u nodig hebt om de toetstaak af te nemen, instructies over het afnemen van de toetstaak, ondersteunende didactische principes, instructies met betrekking tot het beoordelen en interpreteren van de toetsresultaten en het toetsblad voor de cursisten. Situering van de toetstaak Aan het begin van elke toetstaak vindt u een grijze balk waarin enkele algemene gegevens over de toetstaak staan: welke vaardigheid getoetst wordt, welke specifieke eindterm getoetst wordt, in welke context de taak gesitueerd is, op welk verwerkingsniveau de cursist de toets moet uitvoeren en ten opzichte van welk publiek hij dit moet doen. We geven over elk van deze topics kort wat meer uitleg

Richtgraad 1, Niveau 1.1 en Niveau 1.2 Handleiding

Richtgraad 1, Niveau 1.1 en Niveau 1.2 Handleiding Richtgraad 1, Niveau 1.1 en Niveau 1.2 Handleiding Werkgroep Volwassenenonderwijs Centrum voor Taal en Migratie Katholieke Universiteit Leuven 2 INHOUDSTAFEL Dankwoord... p. 3 Inleiding: waarom deze handleiding...

Nadere informatie

WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN?

WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN? 18 WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN? 19 1. Het doel van de voorbeeldtoetstaken? 1.1. Toetsmateriaal als voorbeeld en inspiratiebron 1.2. Het communicatieve en functionele karakter van de voorbeeldtoetstaken

Nadere informatie

Richtgraad 1, Niveau 1.1

Richtgraad 1, Niveau 1.1 Richtgraad 1, Niveau 1.1 Werkgroep Volwassenenonderwijs Centrum voor Taal en Migratie Katholieke Universiteit Leuven Het pakket voorbeeldtoetstaken bestaat uit: - Overzichtsgrid met links naar de verschillende

Nadere informatie

TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS

TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,

Nadere informatie

TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN

TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: De cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop

Nadere informatie

TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG

TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van

Nadere informatie

TOETSTAAK 30: LILLALAND

TOETSTAAK 30: LILLALAND TOETSTAAK 30: LILLALAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau: structurerend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES

TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met officiële

Nadere informatie

TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN...

TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN... TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN... Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN!

TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN! TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van

Nadere informatie

TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL 1

TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL 1 TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE?

TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE? TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE? Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren aan een onbekende taalgebruiker.

Nadere informatie

TOETSTAAK 20: DANK U WEL!

TOETSTAAK 20: DANK U WEL! TOETSTAAK 20: DANK U WEL! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling, een

Nadere informatie

TOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR

TOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR TOETSTAAK 0: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met

Nadere informatie

HOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF?

HOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF? 67 HOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF? 68 Doorheen deze handleiding geven we regelmatig tips over hoe u een toets op een goede manier kan afnemen. Voor de duidelijkheid zetten we hier de belangrijkste

Nadere informatie

TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM

TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 39: ONGEVAL

TOETSTAAK 39: ONGEVAL TOETSTAAK 39: ONGEVAL Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving

Nadere informatie

TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND

TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: ruimtelijke oriëntering.

Nadere informatie

TOETSTAAK 19: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!!

TOETSTAAK 19: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!! TOETSTAAK 9: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling,

Nadere informatie

TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK

TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: gezondheidsvoorzieningen.

Nadere informatie

TOETSTIP 9 SEPTEMBER 2005

TOETSTIP 9 SEPTEMBER 2005 TOETSTIP 9 SEPTEMBER 25 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 9: HOE KAN IK DE COMPLEXITEIT VAN EEN (TOETS)TAAK NAGAAN? Bij

Nadere informatie

TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING

TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND

TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,

Nadere informatie

TOETSTAAK 38: A LA CARTE

TOETSTAAK 38: A LA CARTE TOETSTAAK 38: A LA CARTE Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar

Nadere informatie

TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG

TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE

TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE Vaardigheid: lezen en spreken. Doelstelling: - de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop

Nadere informatie

TOETSTAAK 32: BRAND!!!!

TOETSTAAK 32: BRAND!!!! TOETSTAAK 32: BRAND!!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST

TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

TOETSTIP 1 JANUARI 2006 TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS?

TOETSTIP 1 JANUARI 2006 TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS? TOETSTIP 1 JANUARI 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS? Bij het ontwikkelen van

Nadere informatie

TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS

TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT

TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT Vaardigheid: schrijven Doelstelling: De cursist kan een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden. Publiek: de taalgebruiker

Nadere informatie

TOETSTIP 3 MEI Betrouwbaarheid Beoordeling

TOETSTIP 3 MEI Betrouwbaarheid Beoordeling TOETSTIP 3 MEI 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 3: TWEE IN ÉÉN: HOE ONTWIKKEL IK EEN TOETS DIE EEN POSITIEVE INVLOED

Nadere informatie

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2 Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2 Modulaire opleiding Europese talen groep 1* R 1 AO TA 001 *Europese talen groep 1: Deens, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Portugees, Roemeens,

Nadere informatie

TOETSTAAK 37: TROUWFEEST

TOETSTAAK 37: TROUWFEEST TOETSTAAK 37: TROUWFEEST Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de

Nadere informatie

TOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS

TOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS TOETSTAAK : ALLES KRIJGT EEN PLAATS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

Gespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C)

Gespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C) TOETSTAAK : NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: afspraken en regelingen. INTRODUCTIE

Nadere informatie

De toets: zie kopieerblad cursist, toets: spreken 6. De toetsafnemer leest de instructie voor:

De toets: zie kopieerblad cursist, toets: spreken 6. De toetsafnemer leest de instructie voor: TOETSTAAK 6: TAXI! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

TOETSTAAK 18: WANNEER IS DE WINKEL OPEN?

TOETSTAAK 18: WANNEER IS DE WINKEL OPEN? TOETSTAAK 8: WANNEER IS DE WINKEL OPEN? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: onthaal. INTRODUCTIE

Nadere informatie

TOETSTAAK 14: FILE!!!

TOETSTAAK 14: FILE!!! TOETSTAAK 14: FILE!!! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit: - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een weerbericht

Nadere informatie

Na het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie:

Na het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie: TOETSTAAK 2: LUNCH Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk brief, een mededeling, een bedankingsbriefje,

Nadere informatie

TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST

TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging, een klacht

Nadere informatie

TOETSTAAK 33: LACHEN!!!

TOETSTAAK 33: LACHEN!!! TOETSTAAK 33: LACHEN!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: vrije tijd. Publiek: onbekende

Nadere informatie

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2 Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2 Modulaire opleiding Europese Talen groep 2* R 1 AO TA 005 *Europese talen groep 2: Bulgaars, Fins, Grieks, Hongaars, Pools, Russisch, Servisch-Kroatisch,

Nadere informatie

TOETSTAAK 12: KAN HET OP EEN ANDERE DAG?

TOETSTAAK 12: KAN HET OP EEN ANDERE DAG? TOETSTAAK 2: KAN HET OP EEN ANDERE DAG? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: nutsvoorzieningen.

Nadere informatie

TOETSTAAK 17: MET DE KINDEREN OP STAP

TOETSTAAK 17: MET DE KINDEREN OP STAP TOETSTAAK 7: MET DE KINDEREN OP STAP Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging,

Nadere informatie

TOETSTAAK 15: LUIDRUCHTIGE BUREN

TOETSTAAK 15: LUIDRUCHTIGE BUREN TOETSTAAK 5: LUIDRUCHTIGE BUREN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 5 beheersen: de cursist kan een probleem of klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden.

Nadere informatie

Een nieuwkomer onder de toetsen

Een nieuwkomer onder de toetsen Een nieuwkomer onder de toetsen Ricardo is een anderstalige nieuwkomer die in september op school is aangekomen. Hij kwam recht uit Colombia, sprak enkel Spaans, maar bleek al snel een vrij pientere leerling

Nadere informatie

TOETSTAAK 16: REIZEN MET DE TREIN

TOETSTAAK 16: REIZEN MET DE TREIN TOETSTAAK 6: REIZEN MET DE TREIN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: Openbaar en privé-vervoer.

Nadere informatie

TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS

TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief. - persuasieve

Nadere informatie

TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK

TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een aankondiging, een

Nadere informatie

TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE

TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: openbaar en privé-vervoer.

Nadere informatie

TOETSTAAK 31: BABYSIT

TOETSTAAK 31: BABYSIT TOETSTAAK 3: BABYSIT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO

TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals

Nadere informatie

TOETSTAAK 8: SORTEREN

TOETSTAAK 8: SORTEREN TOETSTAAK 8: SORTEREN Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief; - persuasieve

Nadere informatie

TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS

TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve

Nadere informatie

Centrum voor Taal en Migratie Werkgroep Anderstalige Nieuwkomers

Centrum voor Taal en Migratie Werkgroep Anderstalige Nieuwkomers REFERENTIEKADER ONTWIKKELINGSDOELEN TAALVAARDIGHEID ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS SECUNDAIR ONDERWIJS HANDLEIDING COMPUTERPROGRAMMA Centrum voor Taal en Migratie Werkgroep Anderstalige Nieuwkomers Deze website

Nadere informatie

TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN

TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten

Nadere informatie

TOETSTAAK 10: ZAPPEN. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toets taak

TOETSTAAK 10: ZAPPEN. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toets taak TOETSTAAK 10: ZAPPEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten van

Nadere informatie

STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1 EN 2

STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1 EN 2 Vlaamse Onderwijsraad Raad Levenslang en Levensbreed Leren Kunstlaan 6 bus 6 26 februari 2008 1210 Brussel RLLL/ET/ADV/005bijl16 STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1 EN 2 Opleiding Andere Talen* Verkort R1

Nadere informatie

TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT

TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een

Nadere informatie

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde graad ASO, Duits als tweede moderne vreemde taal kan worden

Nadere informatie

TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS

TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER!

TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER! TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: De cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek,

Nadere informatie

TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!!

TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!! TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in prescriptieve teksten zoals een instructie en een gebruiksaanwijziging.

Nadere informatie

Module BE NT2 01 Data Operationalisering contacturen Operationalisering projectwerk. Module BE NT2 02 LUISTEREN 1

Module BE NT2 01 Data Operationalisering contacturen Operationalisering projectwerk. Module BE NT2 02 LUISTEREN 1 LUISTEREN 1 Module BE NT2 01 Data Operationalisering contacturen Operationalisering projectwerk Alle relevante gegevens begrijpen in een enkelvoudige instructie (prescriptieve teksten) van een onbekende

Nadere informatie

Hoe kan je breed en permanent evalueren?

Hoe kan je breed en permanent evalueren? Ronde 2 Martien Berben & Marleen Colpin Centrum voor Taal en Onderwijs - K.U.Leuven Contact: Martien.berben@arts.kuleuven.be Marleen.colpin@arts.kuleuven.be Hoe kan je breed en permanent evalueren? De

Nadere informatie

TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG...

TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG... TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG... Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een

Nadere informatie

TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT

TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in een klacht. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten

Nadere informatie

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT identificatie opleiding Talen modulenaam Frans Richtgraad 1: niveau 1 en niveau 2 (ERK = Breakthrough en Waystage) code module 5858/5859 en 5860/5861 goedkeuring door aantal lestijden 120/jaar studiepunten

Nadere informatie

TOETSTIP 2 MAART 2006 TIP 2: HOE NEEM JE MONDELINGE INTERACTIETAKEN OP EEN BETROUWBARE MANIER AF?

TOETSTIP 2 MAART 2006 TIP 2: HOE NEEM JE MONDELINGE INTERACTIETAKEN OP EEN BETROUWBARE MANIER AF? TOETSTIP 2 MAART 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 2: HOE NEEM JE MONDELINGE INTERACTIETAKEN OP EEN BETROUWBARE MANIER

Nadere informatie

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari 2012. Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari 2012. Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord Voorwoord Schrijven op B2 is een takenboek dat hulp biedt bij de training in het schrijven van korte en langere teksten in het Nederlands, die geschreven moeten worden op het Staatsexamen NT2 II. Schrijven

Nadere informatie

TOETSTAAK 5: HOU HET VERS

TOETSTAAK 5: HOU HET VERS TOETSTAAK 5: HOU HET VERS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve

Nadere informatie

3. De CNaVT-profielen

3. De CNaVT-profielen 3. De CNaVT-profielen 3.1. Welke profielen zijn er? In een eerste fase werd bij studenten Nederlands als Vreemde Taal en hun docenten via een schriftelijke vragenlijst gepeild naar de behoeften en motieven

Nadere informatie

TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH

TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i de wensen, noden en gevoelens) van een spreker.

Nadere informatie

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Leidraad bij het stappenplan Sinds 1 september 2012 is elke school verplicht een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid te voeren. Dit

Nadere informatie

LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" THRESHOLD (RG 1.2)

LEERPLAN NEDERLANDS VOOR OUDERS THRESHOLD (RG 1.2) LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" THRESHOLD (RG 1.2) Periode Thema Vaardigheden woordenschat / grammatica context Week 1 Aangenaam! SPR 5: De cursist kan informatie vragen en geven over personalia. woordenschat

Nadere informatie

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Integratie van AN in secundair onderwijs Tom Verheyen Filip Paelman Overzicht Omzendbrief Tasan Vervolgonderzoek Referentiekader Een

Nadere informatie

Luisteractiviteit 3: Opzij, opzij, opzij...

Luisteractiviteit 3: Opzij, opzij, opzij... Luisteractiviteit 3: Opzij, opzij, opzij... Eindterm 2: De cursist kan het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i. de wensen, noden en gevoelens) van een spreker. Context 10: Onthaal Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

H u i s w e r k b e l e i d

H u i s w e r k b e l e i d H u i s w e r k b e l e i d Voor maken. sommige een Voor kinderen aantal anderen kinderen een is complexe het levert huiswerk huiswerk taak echter waarbij geen een zij problemen bron een beroep van op,

Nadere informatie

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1 STERKE SCHAKELS Samen werken aan functionele taalvaardigheid Probleemstelling Jongeren in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) en het beroepssecundair onderwijs (BSO) stromen vaak uit zonder

Nadere informatie

LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" WAYSTAGE (RG 1.1)

LEERPLAN NEDERLANDS VOOR OUDERS WAYSTAGE (RG 1.1) LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" WAYSTAGE (RG 1.1) Periode Thema Vaardigheden woordenschat / grammatica context Week 1 Aangenaam! SPR 6: De cursist kan informatie vragen en geven over personalia. woordenschat

Nadere informatie

HOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS?

HOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS? 42 HOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS? 43 1. Vier toetsprincipes als rode draad 1.1 Hoe zorg ik ervoor dat mijn toets valide is? 1.2 Hoe zorg ik ervoor dat mijn toets betrouwbaar is? 1.3 Hoe zet ik

Nadere informatie

Opleiding. Tolk Vlaamse Gebarentaal. Code + officiële benaming van de module. Module Vlaamse Gebarentaal B. Academiejaar 2015-2016.

Opleiding. Tolk Vlaamse Gebarentaal. Code + officiële benaming van de module. Module Vlaamse Gebarentaal B. Academiejaar 2015-2016. Opleiding Tolk Vlaamse Gebarentaal Code + officiële benaming van de module Module Vlaamse Gebarentaal B Academiejaar 2015-2016 Semester 2 Studieomvang 9 studiepunten Totale studietijd 180 Aantal lestijden

Nadere informatie

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT identificatie opleiding modulenaam Talen Duits Richtgraad 1: niveau 1 en niveau 2 (ERK = Breakthrough en Waystage) code module 5850/5851 en 5852/5853 goedkeuring door aantal 120/jaar studiepunten datum

Nadere informatie

Behaal je diploma secundair onderwijs

Behaal je diploma secundair onderwijs www.diplomasecundair.be Behaal je diploma secundair onderwijs INTKO is dé school voor Tweedekansonderwijs in de regio Halle-Vilvoorde. Ben je ouder dan 18 en heb je je diploma secundair onderwijs nog niet

Nadere informatie

beoordelingscriterium Cst kan de essentie van verschillende gesprekjes over verkeers- en informatieborden begrijpen

beoordelingscriterium Cst kan de essentie van verschillende gesprekjes over verkeers- en informatieborden begrijpen Evaluatie module 06 schooljaar: 200-200 startdatum module: / /200 lesgever:. cursist:. verklaring van de beoordelingstekens: ++ = goed + = voldoende -- = onvoldoende ontwikkelingsdoel Concretisering op

Nadere informatie

Niveaubepaling Nederlandse taal

Niveaubepaling Nederlandse taal Niveaubepaling Nederlandse taal Voor een globale niveaubepaling kunt u de niveaubeschrijvingen A1 t/m C1 doornemen en vaststellen welk niveau het beste bij u past. Niveaubeschrijving A0 Ik heb op alle

Nadere informatie

Toetsen voor de Moderne Vreemde Talen en het Nederlands

Toetsen voor de Moderne Vreemde Talen en het Nederlands Toetsen voor de Moderne Vreemde Talen en het Nederlands bij het Common European Framework Instructie voor de kandidaat - 2 - Instructie voor de kandidaat Lees deze instructie voordat je een examen gaat

Nadere informatie

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK) A Beginnend taalgebruiker B Onafhankelijk taalgebruiker C Vaardig taalgebruiker A1 A2 B1 B2 C1 C2 LUISTEREN Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL Opleiding Nederlands tweede taal Richtgraad 1 AO NT 016 taal Richtgraad 1 - BVR Pagina 1 van 24 Inhoud 1 Opleiding... 4 1.1 Relatie opleiding

Nadere informatie

Common European Framework of Reference (CEFR)

Common European Framework of Reference (CEFR) Common European Framework of Reference (CEFR) Niveaus van taalvaardigheid volgens de Raad van Europa De doelstellingen van de algemene taaltrainingen omschrijven we volgens het Europese gemeenschappelijke

Nadere informatie

Het leven zoals het is: Burenkuren

Het leven zoals het is: Burenkuren Het leven zoals het is: Luisteractiviteiten Werkgroep Volwassenenonderwijs Centrum voor Taal en Migratie Katholieke Universiteit Leuven Het pakket bestaat uit: - Papieren versie (digitaal beschikbaar op

Nadere informatie

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN? Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN

Nadere informatie

TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!!

TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!! TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en

Nadere informatie

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands Les Taalblad, Pendelaars Tekstsoort, publiek, niveau Informatieve en persuasieve tekst Onbekend publiek Structurerend niveau voor leesvaardigheid, beoordelend niveau voor luistervaardigheid Verwijzing

Nadere informatie

4. DE CNAVT-EXAMENS. 4.1. Hoe gaan we van profielen naar examens?

4. DE CNAVT-EXAMENS. 4.1. Hoe gaan we van profielen naar examens? 4. DE CNAVT-EXAMENS 4.. Hoe gaan we van profielen naar examens? Elk jaar begint in oktober de ontwikkeling van nieuwe examens. Voor elk profielexamen vormt de profielbeschrijving het uitgangspunt. Het

Nadere informatie

TOETSTIP 10 - JANUARI 2008

TOETSTIP 10 - JANUARI 2008 TOETSTIP 10 - JANUARI 2008 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 10: CESUURBEPALING Bij het beoordelen van de taalvaardigheid

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie