Onderwijs- en examenregeling (OER) Bacheloropleiding Engineering. Ingestemd door de Deelraad op

Transcriptie

1 Onderwijs- en examenregeling (OER) Bacheloropleiding Engineering Vastgesteld door de directeur van de Faculteit Bèta Sciences and Technology op Advies verwerkt van de Opleidingscommissie op Ingestemd door de Deelraad op Pagina 1 van 98

2 Inhoudsopgave Leeswijzer... 5 Begrippenlijst... 7 Deel 1. Regels over onderwijs en tentamens Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Reikwijdte Artikel 1.2 Openbaarheid en publicatie Hoofdstuk 2 De Examencommissie Artikel 2.1 Examencommissie, taken en bevoegdheden Hoofdstuk 3. Toelating tot de opleiding Artikel 3.1 Toelating Artikel 3.2 Nadere vooropleidingseisen Artikel 3.3 Aanvullende eisen Artikel 3.4 Eisen werkkring bij deeltijdopleidingen Artikel onderzoek Hoofdstuk 4 Inrichting van de opleiding Artikel 4.1 Varianten en afstudeerrichtingen Artikel 4.2 Start van de opleiding Artikel 4.3 Voertaal Artikel 4.4 Opbouw van de opleiding Artikel 4.5 Studielast en verdeling daarvan Artikel 4.6 Praktische oefeningen Artikel 4.7 Specifieke bepalingen over de deeltijdvariant Artikel 4.8 Specifieke bepalingen over de duale variant Artikel 4.9 Inrichting van het programma Artikel 4.10 Propedeutische fase Artikel 4.11 Studieadvies Artikel 4.12 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen Artikel 4.13 Inrichting postpropedeutische fase: differentiatie en minoren Artikel 4.14 Externe opdracht in de major Artikel 4.15 Studieplan Artikel 4.16 Inschrijving postpropedeutische fase vooruitstuderen Artikel 4.17 Evaluatie van het onderwijs Hoofdstuk 5 Studieloopbaanbegeleiding en bewaking studievoortgang Artikel 5.1 Studieloopbaanbegeleiding Artikel 5.2 Bewaking studievoortgang Hoofdstuk 6 Inrichting tentamens en examens Artikel 6.1 Tentamens en deeltentamens Artikel 6.2 Herkansingen Artikel 6.3 Het afleggen van extra tentamens buiten het reguliere programma Artikel 6.4 Aanwezigheidsplicht Artikel 6.5 Examens Artikel 6.6 Beoordelingen Artikel 6.7 Vrijstellingen en bepalingen over EVC s Artikel 6.8 Organisatie van tentamens en examens Pagina 2 van 98

3 Artikel 6.9 Inschrijving voor tentamens Artikel 6.10 Bewaring tentamen- en examenwerkstukken Artikel Eigen bijdragen Hoofdstuk 7 Getuigschriften en verklaring Artikel 7.1 Getuigschriften Artikel 7.2 Verklaring Hoofdstuk 8 Onregelmatigheden en fraude Artikel 8.1 Onregelmatigheden Artikel 8.2 Fraude Hoofdstuk 9 Beroep en klachtrecht Artikel 9.1 Beroep Artikel 9.2 Klachtrecht Hoofdstuk 10 Bijzondere voorzieningen en overmacht bij tentamens Artikel 10.1 Bijzondere voorzieningen Artikel 10.2 Overmacht en andere persoonlijke omstandigheden Hoofdstuk 11 Ernstige overlast en iudicium abeundi Artikel 11.1: Ernstige overlast Artikel 11.2 Iudicium abeundi Hoofdstuk 12 Slotbepalingen-vaststelling & wijziging-evaluatie Artikel 12.1 Hardheidsclausule Artikel 12.2 Onvoorziene omstandigheden Artikel 12.3 Vaststelling en wijziging Artikel 12.4 Overgangsmaatregelen Artikel 12.5 Evaluatie Pagina 3 van 98

4 Deel 2 Engineering-Voltijd Hoofdstuk 1 Het programma en de tentaminering Doel van de opleiding Beschrijving van het opleidings- en tentamenprogramma Propedeuse Hoofdfase Het verkorte VWO-traject Evaluaties onderwijseenheden Engineering Hoofdstuk 2 Tentamenregeling Inschrijven voor tentamens Gedragsregels tijdens de tentamens Extra tentamenmoment Hoofdstuk 3 Studieloopbaanbegeleiding SLB Engineering algemeen Doelen SLB De gewenste SLB er Uitgangspunten SLB Taken van de SLB er Ondersteuning aan student SLB in het curriculum van Engineering Hoofdstuk 4 Jaarindeling Deel 3 Bacheloropleiding Engineering Deeltijd Hoofdstuk 1 Inhoud van programma en tentaminering Doel van de opleiding Beschrijving van het opleidings- en tentamenprogramma Evaluatie van het onderwijs Hoofdstuk 2 Tentamenregeling Hoofdstuk 3 Studieloopbaanbegeleiding Intake Zuyd e-portfolio De leerovereenkomst Coaching Hoofdstuk 4 Jaarindeling Pagina 4 van 98

5 Leeswijzer De OER begint met een begrippenlijst waarin de belangrijkste zaken die betrekking hebben op de onderwijs- en tentamenprogramma s gedefinieerd worden. Vervolgens bestaat de OER uit twee delen: Deel 1 omvat regels die voortvloeien uit de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), het beleid van Zuyd Hogeschool en het beleid van de opleiding en faculteit. Het gaat hierbij om regels die betrekking hebben op hoe zittende studenten de opleidingsprogramma s en examens dienen te doorlopen en wat ze daarbij van de instelling mogen verwachten. Deze regels zijn in de volgende hoofdstukken ingedeeld: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Beschrijft om welke opleiding het gaat, voor wie de OER geldt, wanneer hij gepubliceerd moet zijn en wie daar verantwoordelijk voor is. Hoofdstuk 2 De Examencommissie. Beschrijft de taken en bevoegdheden van de Examencommissie en hoe en waarvoor studenten de commissie kunnen benaderen. Hoofdstuk 3 Toelating tot de opleiding. Geeft aan welke regeling geldt voor toelating en waar die staat. De regeling zelf staat hier niet beschreven. Hoofdstuk 4 Inrichting van de opleiding. Beschrijft de regelingen en besluiten die zijn vastgesteld rond de inrichting van de opleiding. Het gaat om zaken waar de opleiding zich naar de student toe op kan beroepen en om zaken waar de studenten zich naar de opleiding toe op kan beroepen. Hierin wordt niet beschreven hoe het opleidingsprogramma er uit ziet. Dat staat in deel 2. Hoofdstuk 5 Studieloopbaanbegeleiding en bewaking studievoortgang. Geeft garantie dat een student SLB kan krijgen. Hoe deze plaats vindt staat niet hier, maar in deel 2 van de OER. Verder is in dit hoofdstuk beschreven hoe vaak en hoe er over de studievoortgang naar de student wordt gerapporteerd, wie daar eindverantwoordelijk voor is en hoe de student bezwaar kan aantekenen als deze het niet eens is met de inhoud van de rapportage. Hoofdstuk 6 Inrichting tentamens en examens. Beschrijft de regelingen en besluiten die zijn vastgesteld rond de tentamens en examens van de opleiding. Het gaat om zaken waar de opleiding zich naar de student toe op kan beroepen en om zaken waar de studenten zich naar de opleiding toe op kan beroepen. Hierin wordt niet beschreven hoe het tentamenprogramma er uit ziet. Dat staat in deel 2. Hoofdstuk 7 getuigschriften en verklaring. Dit beschrijft de bewijsstukken die worden verstrekt als een student een tentamen of examen met goed gevolg heeft afgelegd, wie deze afgeeft en ondertekent. Ook beschrijft het de graad en wanneer er een cum laude vermelding wordt gegeven. Hoofdstuk 8 Onregelmatigheden en fraude. Hier wordt vastgesteld wat onder onregelmatigheden en fraude wordt verstaan, welke procedure hierbij geldt en wat de consequenties hiervan zijn. Hoofdstuk 9 Beroep en klachtrecht. Dit heeft betrekking op beroep over besluiten van de directeur of de examencommissie op grond van de OER. Beschreven wordt de procedure en bij wie beroep kan worden aangetekend. Het hoofdstuk beschrijft ook waarover en aan klachten kunnen worden gemeld en waar de klachtenregeling te vinden is. De klachtenregeling zelf staat hier niet beschreven. Pagina 5 van 98

6 Hoofdstuk 10 Bijzondere voorzieningen en overmacht bij tentamens. Dit hoofdstuk beschrijft in welke gevallen studenten zich kunnen beroepen op bijzondere of extra voorzieningen voor het afleggen van tentamens en examens. Ook wordt de procedure beschreven hoe studenten alsnog tentamens kunnen afleggen die ze door genoemde bijzondere omstandigheden of overmacht gemist hebben. Hoofdstuk 11 Ernstige overlast en iudicium abeundi. Dit beschrijft wat de consequenties zijn als een student ernstige overlast veroorzaakt of wat er gebeurt als uit het gedrag van de student (niet uit de studieprestaties) blijkt dat hij of zij niet geschikt is voor het beroep waarvoor de opleiding bedoeld is. Hoofdstuk 12 Slotbepalingen-vaststelling & wijziging-evaluatie. Hier wordt beschreven wanneer van de OER mag worden afgeweken en wie daar over beslist en wat er moet gebeuren in gevallen waarin de OER niet voorziet. Ook staat hier volgens welke procedure de OER is vastgesteld en hoe er met wijzigingen in de OER wordt omgegaan (De WHW bepaalt overigens dat wijzigingen niet zijn toegestaan gedurende de looptijd van de OER). De overgangsmaatregelen voor studenten die vertraging hebben opgelopen in een onderwijsprogramma dat niet meer actueel is (bijvoorbeeld door curriculumwijzigingen) staan hier ook. Tenslotte staat in dit hoofdstuk wie verantwoordelijk is voor de evaluatie en zonodige bijstelling. Deel 2 bevat het onderwijs-en tentamenprogramma. In hoofdstuk 1 van deel 2 wordt per variant en per afstudeerrichting en per blok alle informatie over de inrichting van het onderwijs en de tentamens verstrekt. Daarnaast bevat deel 2 informatie over het jaarrooster en de indeling in blokken, de tentamenregeling en studieloopbaanbegeleiding. Pagina 6 van 98

7 Begrippenlijst In deze regeling wordt verstaan onder: Afstudeerrichting Een door de faculteitsdirecteur vastgestelde leerroute bestaande uit een samenhangend geheel van postpropedeutische onderwijseenheden. De afstudeerrichting wordt vermeld op het getuigschrift. Assessment Een beoordelingsinstrument of een set beoordelingsinstrumenten voor de toetsing van competenties c.q. gestandaardiseerde procedures die het mogelijk maken competenties vast te stellen. Associate Degree programma Een opleiding binnen een bacheloropleiding met een omvang van tenminste 120 EC, als bedoeld in art 7.8a WHW Bacheloropleiding Initiële hbo-opleiding [ARTT. 7.3 en 7.3-a WHW]. De student die met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd, ontvangt de graad Bachelor. Aan deze graad wordt voor iedere opleiding een toevoeging gehanteerd die door het College van Bestuur is vastgelegd. Blokperiode Een blokperiode is één van de vier termijnen die een studiejaar omvat. Deze perioden hebben een vergelijkbare studielast. Voorafgaande aan een studiejaar worden de dagen waarop de onderscheiden blokperioden starten door het College van Bestuur vastgelegd. CMR De Centrale Medezeggenschapsraad [ART WHW]. College van Beroep voor de Examens Het College van Beroep voor de Examens (College van Beroep) [ARTT WHW]. College van Bestuur Het College van Bestuur [art WHW] van Stichting Zuyd Hogeschool met taken en bevoegdheden als vastgelegd in het laatst vastgestelde Bestuurs- en beheersreglement Zuyd Hogeschool. Competentie Competentie is het vermogen om de aanwezige kennis, inzicht, vaardigheden en houding te benutten en verder te ontwikkelen om concrete beroepsactiviteiten op adequate wijze te verrichten. Contactuur Een ingeroosterd uur waarin een of meerdere studenten fysiek contact hebben met een docent, aangevuld met de uren die op basis van afspraken tussen student(en) en docent(en) tot stand komen, zoals vastgelegd in de OER's. Onder een uur wordt hier een klokuur verstaan. CROHO Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs waarin alle opleidingen zijn vermeld, die een getuigschrift hbo-onderwijs plus daarbij behorende graad opleveren, op voorwaarde, dat het afsluitend examen met goed gevolg is afgelegd [ART WHW]. Deelraad De medezeggenschapsraad van een faculteit [ART WHW]. Deeltentamen Een toets waarvan het cijfer bijdraagt aan het cijfer voor het tentamen waar het onderdeel van uitmaakt. In de OER is vastgelegd wat de wegingsfactor van elk deeltentamen is. In Osiris worden deeltentamens toets genoemd. Deeltijdse opleiding De opleiding die zodanig is ingericht, dat de student naast het verrichten van onderwijsactiviteiten ook andere werkzaamheden kan verrichten. Deze werkzaamheden kunnen in de vorm van vrijstellingen EC s opleveren, dan wel als onderwijseenheden worden aangemerkt onder door de Examencommissie te stellen eisen. Pagina 7 van 98

8 Pagina 8 van 98

9 Diplomasupplement Een gestandaardiseerde bijlage met relevante gegevens over de studieloopbaan toegevoegd aan het getuigschrift/diploma en gebaseerd op het model dat door de Europese Commissie, de Raad van Europa en CEPES, de onderwijsafdeling van de UNESCO is ontwikkeld. Duale opleiding Opleiding die zodanig is ingericht dat het volgen van onderwijs gedurende één of meer perioden wordt afgewisseld met beroepsuitoefening in verband met dat onderwijs. De opleiding bestaat dan uit een onderwijs- en een werkdeel. Het werkdeel is onderdeel van het onderwijsprogramma van de opleiding en kan dus studiepunten opleveren [ART. 7.7 WHW]. EC European Credit, een eenheid die 28 uren studielast representeert. De EC is gelijk aan een studiepunt [ART 7.4 lid 1 WHW]. Als een tentamen met goed gevolg is afgelegd verkrijgt de student het aantal EC dat volgens deel 2 van deze OER bij het desbetreffende studieonderdeel behoort. ECTS European Credit Transfer System maakt grensoverschrijdende mobiliteit van studenten mogelijk door studielast op vergelijkbare wijze (in European Credits) uit te drukken. Ervaringscertificaat Het certificaat waarin wordt vermeld welke competenties het individu heeft aangetoond, gemeten aan de hand van een specifieke landelijk erkende standaard, wat het niveau van die competenties is en waarmee die competenties zijn aangetoond. Examen Het propedeutisch of afsluitend examen van een opleiding [ARTT. 7.8 en 7.10 WHW]. Examencommissie De examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad. [ART WHW] Examinator Een door de Examencommissie aangewezen persoon, al dan niet werkzaam bij de hogeschool, die tentamens afneemt en de uitslag daarvan vaststelt [ART. 7.12c WHW]. Externe opdracht Een verzoek van een andere rechtspersoon dan Zuyd Hogeschool aan een of meer opleidingen van de hogeschool gericht op de uitvoering van een opdracht door een student of groep studenten. De faculteitsdirecteur beschikt over een bindende aanwijsbevoegdheid voor de uitvoering van deze opdracht, met inachtneming van de bevoegdheden van de Examencommissie. Extra kans Een kans op een extra tentamen die toegewezen kan worden aan een student buiten de regulier geplande tentamens/hertentamens. Extraneus Degene die als extraneus aan de hogeschool is ingeschreven [art WHW] en op grond daarvan alleen examens aflegt [ART WHW]. Faculteitsdirecteur De leiding van de faculteit als bedoeld in art b lid 2 WHW. De faculteitsdirecteur is conform artikel 23 lid 5 van het Bestuursregelement onder andere belast met het opstellen van onderwijsprogramma s en van het opleidingsspecifiek deel van de OER. Fraude Onder fraude wordt verstaan het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten daarvan door een student, gericht op geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken van het vormen van een juist oordeel door de examinator over de verwerving van competenties van hem of een andere student. Geschillenadviescommissie Pagina 9 van 98

10 De commissie die advies uitbrengt inzake betaling collegegeld, inschrijvingen en beëindiging daarvan, het verlenen van graden etc. [art A WHW] Pagina 10 van 98

11 Getuigschrift Het door een Examencommissie afgegeven bewijsstuk, dat het propedeutisch examen of het afsluitend examen van een in het CROHO opgenomen opleiding met goed gevolg is afgelegd [art WHW]. Hogeschool Zuyd Hogeschool zoals in stand gehouden door Stichting Zuyd Hogeschool gevestigd te Heerlen Jaar van inschrijving Het tijdvak vanaf dag van inschrijving voor een opleiding tot aan het einde van de twaalfmaandse periode waarin de student onafgebroken staat ingeschreven. Kernwerkstuk Een kernwerkstuk is een onderwijseenheid die beoordeeld is door een of meer examinatoren en op grond waarvan de relevante competentieverwerving van een opleiding aangetoond kan worden. Het kan hier om scripties, stageverslagen, kunstwerken, voorstellingen etc. gaan. Keuze-onderwijs De verzameling onderwijseenheden van een opleiding, waaronder ook begrepen projecten, die voor de student de mogelijkheden biedt om eigen competentie-accenten te kiezen in zijn opleiding. Learning agreement Overeenkomst tussen student en Examencommissie waarin afspraken over diens buitenlandse leeractiviteiten worden vastgelegd door de betrokken onderwijsinstellingen én conform de richtlijnen van het ECTS-systeem. Leerroute De onderwijseenheden waarin de student volgtijdelijk of gelijktijdig tentamens wenst af te leggen om de competenties behorend bij een opleiding te verwerven. Als de student een van deze OER afwijkende leerroute wil volgen, is toestemming van de Examencommissie noodzakelijk. Leerwerkovereenkomst Overeenkomst tussen student, faculteitsdirecteur van de opleiding waarvoor hij staat ingeschreven en de organisatie waar de student zijn praktijkdeel van de opleiding doorloopt. De leerwerkovereenkomst bevat concrete bepalingen over de externe leeractiviteiten binnen de leerroute van de student en heeft een vooraf overeengekomen duur. Major De kern van onderwijseenheden van een opleiding, waarin alle studenten tentamens moeten afleggen om de competenties te bezitten die nodig zijn voor het behalen van een getuigschrift. Masteropleiding Initiële hbo-opleiding [art. 7.3 WHW], die bij voltooiing de graad Master aan de student verleent. MBO-opleiding Een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding of van een door de minister aangewezen vakopleiding [art WEB]. Minor Keuzeonderdeel van 15 EC. Zie ook Zuyd-minor. Nominale studielast De studielast exclusief het tijdsbeslag dat verbonden is aan hertentamens en de voorbereiding daarop. Onderwijseenheid Een samenhangend geheel van te verwerven competenties en uitgedrukt in hele studiepunten. Onregelmatigheid Elk handelen of nalaten daarvan door een student, waardoor de goede gang van zaken in de onderwijsverzorging wordt verstoord; c.q. waardoor het vormen van een juist oordeel van de examinator over de verwerving van competenties van een student wordt verhinderd of beperkt. Opleiding Pagina 11 van 98

12 Een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op verwezenlijking van welomschreven doelstellingen ter zake van kennis, inzicht, vaardigheden en houding, waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken [art. 7.3 WHW]. Opleidingen zijn voltijds, deeltijds of duaal ingericht en leiden op tot bachelor niveau. Pagina 12 van 98

13 Opleidingscommissie De commissie die als taak heeft - advies uit te brengen over de onderwijs- en examenregeling, - het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de onderwijs- en examenregeling, en - het desgevraagd of uit eigen beweging advies uitbrengen aan de faculteitsdirecteur over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs in de opleiding. [ART.9.18 WHW] Plagiaat Het overnemen van stukken, gedachten, redeneringen van anderen en deze laten doorgaan voor eigen werk. Postpropedeutische fase De fase van de opleiding die volgt op de propedeutische fase en die wordt afgesloten met een afsluitend examen. Praktische oefening Een praktische oefening bestaat uit een of meer samenhangende onderwijseenheden, waarbij de examinator door observatie van de handelende student tot een beoordeling komt. Profileringsruimte De tot maximaal 120 EC's beperkte ruimte van de leerroute van een student die naar eigen inzicht kan worden ingevuld met een of meer Zuyd-minoren, een of meer andere minoren of keuze-onderwijs, waaronder ook projecten, van de eigen opleiding. Een opleiding bestaat uit een major plus profileringsruimte. Propedeutische fase De fase die wordt afgesloten met het propedeutisch examen [ART. 7.8 WHW]. Student Degene die als student is ingeschreven aan de hogeschool [ARTT WHW]. Studentendecaan De medewerker die aan studenten raad geeft en hen voorlicht in studie- en studentaangelegenheden. Ook begeleidt en bemiddelt de studentendecaan bij persoonlijke problemen van materiële en immateriële aard. Studieadvies Het advies over het al dan niet voortzetten van de studie dat in het eerste jaar van de propedeutische fase aan de student wordt gegeven. Aan dit advies kan een afwijzing zijn verbonden. [zie: Regeling Studie-advies Zuyd Hogeschool). Studiejaar Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar [art. 1.1 WHW]. Studielast Het genormeerde tijdsbeslag van elke opleiding en van elke onderwijseenheid uitgedrukt in hele EC s [art. 7.4 WHW] en zoals vastgelegd in de OER. Studieloopbaan-begeleider/mentor De medewerker die de studievoortgang van de student bewaakt en de student hierin ondersteunt en begeleidt. Studieplan Een route van onderwijseenheden, die een student overeenkomt met zijn mentor/studieloopbaanbegeleider teneinde het afsluitend examen af te leggen. Deze route kan wat volgorde betreft afwijken van het reguliere programma. Tentamen Aan elke onderwijseenheid is een tentamen verbonden en dat omvat een onderzoek naar kennis, inzicht, houding en vaardigheden van de kandidaat, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Een tentamen kan samengesteld zijn uit meerdere deeltentamens. De resultaten van tentamens zijn in Osiris als cursusresultaat zichtbaar. Deeltentamens worden in Osiris toets genoemd. Pagina 13 van 98

14 Versnelde variant Een traject van 180 EC s, binnen het bachelorprogramma, gericht op studenten met een VWO diploma [Art. 7.9a WhW]. Voorziening Maatregel getroffen door een daartoe bevoegde medewerker of bevoegd orgaan van de hogeschool om de student in een dienst/service te voorzien met het doel de studievoortgang te ondersteunen of te begeleiden. Vrijstelling Gehele of gedeeltelijke ontheffing van de plicht tot het afleggen van een tentamen om te voldoen aan inschrijvings- of toelatingsvoorwaarden en/of verkrijgen van studiepunten inzake het afleggen van het propedeutisch of afsluitend examen. Werkdag Een dag, niet zijnde een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag of een door de overheid erkende nationale feestdag en niet vallend binnen de door het College van Bestuur jaarlijks vast te stellen roostervrije perioden. WHW De Wet op het Hoger Onderwijs en het Wetenschappelijk Onderzoek [Staatsblad 1992 nr. 593], inclusief latere aanvullingen en wijzigingen. WSF 2000 De Wet op de studiefinanciering 2000 [STAATSBLAD 2000 nr. 571], inclusief latere aanvullingen en wijzigingen). WBP De Wet Bescherming Persoonsgegevens [STAATSBLAD 2000: 302] inclusief latere aanvullingen en wijzigingen. Zuyd Minor Minor van 15 EC s die als zodanig is benoemd en toegankelijk is voor de studenten van minimaal twee opleidingen. Pagina 14 van 98

15 Deel 1. Regels over onderwijs en tentamens Pagina 15 van 98

16 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Reikwijdte Lid 1 Deze onderwijs- en examenregeling is van toepassing op de opleiding Engineering met Crohoopleidingscode voor vol- en deeltijdonderwijs. Deze regeling geldt voor alle aan deze opleiding ingeschreven studenten en extranei, tenzij uit de tekst het tegendeel blijkt. Lid 2 De student kan geen rechten ontlenen aan Onderwijs- en Examenregelingen (OER) die in de voorafgaande studiejaren geldend waren, tenzij deze rechten deel uitmaken van een overgangsregeling als bedoeld in artikel Artikel 1.2 Openbaarheid en publicatie De faculteitsdirecteur draagt zorg voor publicatie van de geldende OER, vóór 1 september van het studiejaar waarop deze betrekking heeft, zodat de student zich een goed oordeel kan vormen over inhoud en inrichting van het onderwijs en van de examens. Pagina 16 van 98

17 Hoofdstuk 2 De Examencommissie Artikel 2.1 Examencommissie, taken en bevoegdheden Lid 1 Elke opleiding heeft zelf een eigen Examencommissie of heeft gezamenlijk met een groep andere opleidingen binnen één faculteit een Examencommissie. Lid 2 De Examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de Onderwijs- en Examenregeling stelt ter zake kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad. Lid 3 Studenten kunnen zich tot de Examencommissie wenden voor : a) een verzoek tot vrijstelling van een of meer tentamens; b) een verzoek tot vrijstelling van de verplichting tot deelname aan praktische oefeningen met het oog op de toelating tot het afleggen van desbetreffende tentamens, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen; c) een verzoek tot ontheffing van de ingangseis voor het afleggen van een tentamen; d) een verzoek tot toelating tot varianten/leerroutes waarvoor toestemming van de Examencommissie nodig is; e) een verzoek tot verlenging van de geldigheidsduur van een met goed gevolg afgelegd tentamen of deeltentamen; f) een verzoek tot het volgen van een minor die niet in de lijst van de voor studenten van hun opleiding toegankelijke minoren is opgenomen; g) een verzoek om extra herkansingen af te leggen; h) een verzoek om voorzieningen en aanpassingen vanwege een functiebeperking of chronische ziekte; i) een verzoek om studiefaciliteiten vanwege het beoefenen van topsport ; j) een verzoek om af te wijken van de Onderwijs- en Examenregeling indien de toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheid van overwegende aard. Lid 4 De Examencommissie is bereikbaar via examencommissiebeta@zuyd.nl Pagina 17 van 98

18 Hoofdstuk 3. Toelating tot de opleiding Artikel 3.1 Toelating Toelating tot de opleiding vindt plaats op grond van de bepalingen in de Regeling Inschrijving Zuyd Hogeschool. De regeling is in te zien via Artikel 3.2 Nadere vooropleidingseisen Lid 1 Voor de opleiding gelden de volgende nadere vooropleidingseisen: HAVO Profielen: E&M, N&G, N&T VWO Profielen: E&M, N&G, N&T MBO Niveau-4 opleiding m.u.v. de MBO domeinen Handel & Ondernemers en Economie & Administratie Lid 2 Niet van toepassing. Artikel 3.3 Aanvullende eisen Niet van toepassing Artikel 3.4 Eisen werkkring bij deeltijdopleidingen Niet van toepassing Artikel onderzoek Het in artikel 2.3 van de Regeling Inschrijving Zuyd Hogeschool genoemde onderzoek voor aanmelder van 21 jaar of ouder die niet voldoet aan de vooropleidingseisen heeft de volgend inhoud: De kandidaat krijgt een intake-gesprek, waarin de opleiding zich een beeld vormt van het genoten opleidingsniveau en de competenties. Afhankelijk van genoten vooropleiding en eerder verworven competenties dient de kandidaat een test en assessment af te leggen op de gebieden waar mogelijk deficienties geconstateerd zijn bij de intake. Hierna volgt een vervolggesprek tussen kandidaat en opleiding, waarin een bindend advies wel/niet toelaatbaar gegeven wordt. Pagina 18 van 98

19 Hoofdstuk 4 Inrichting van de opleiding Artikel 4.1 Varianten en afstudeerrichtingen Lid 1 De opleiding Engineering kent de variant vol- en deeltijdonderwijs. Lid 2 Binnen de opleiding bestaat geen associate degreeprogramma. Lid 3 De opleiding kent de volgende afstudeerrichting(en): - Mechanical Engineering - Electrical Engineering - Industrial Engineering & Management - Energy Engineering - Healthcare Engineering Lid 4 De opleiding kent geen versnelde variant van 180 EC voor vwo-ers en kent een verkorte variant. Deze variant is beschreven in deel 2. Artikel 4.2 Start van de opleiding De opleiding start op 1 september Daarnaast start de deeltijdopleiding ook op 21 november 2016, op 13 februari 2017 en op 8 mei Artikel 4.3 Voertaal Lid 1 De voertaal van de opleiding is Nederlands. Lid 2 Wanneer een onderwijseenheid wordt aangeboden in een andere taal dan de in lid 1 genoemde voertaal, is dat aangegeven bij de desbetreffende eenheid in hoofdstuk 1 van deel 2. Artikel 4.4 Opbouw van de opleiding Lid 1 De opleiding kent een uit onderwijseenheden opgebouwde propedeutische fase en een postpropedeutische fase. Aan de propedeutische fase van elke opleiding is een propedeutisch examen verbonden; aan de opleiding is een afsluitend examen verbonden. Lid 2 Een onderwijseenheid is een samenhangend geheel van te verwerven competenties. Aan elke onderwijseenheid is een tentamen verbonden. Pagina 19 van 98

20 Lid 3 Elke opleiding omvat een major van ten minste 120 EC. De omvang van de major wordt weergegeven in hoofdstuk 1 van deel 2, zo nodig gespecificeerd naar afstudeerrichting. Lid 4 Elke opleiding heeft een profileringsruimte van ten minste 15 en ten hoogste 120 EC. De omvang van de profileringsruimte wordt weergegeven in hoofdstuk 1 van deel 2, zo nodig gespecificeerd naar afstudeerrichting. Lid 5 De profileringsruimte is ingericht voor het kunnen volgen van minoren en keuzemodules. Artikel 4.5 Studielast en verdeling daarvan Lid 1 De studielast van de opleiding in haar geheel is 240 EC. Lid 2 Er is geen associate degreeprogramma. Lid 3 Aan een voor een opleiding ingeschreven student wordt per studiejaar ten minste een nominale studielast van 60 EC s aangeboden. Dit aanbod is ingepland in ten minste 40 cursusweken. Lid 4 Elk studiejaar is verdeeld in vier blokperioden. De blokperioden hebben een vergelijkbare studielast. Het College van Bestuur stelt voorafgaand aan het studiejaar de startdag van de blokperioden vast en draagt zorg voor publicatie. De indeling van het studiejaar in blokken en de momenten waarop toetsing plaatsvindt, zijn neergelegd in hoofdstuk 3 van deel 2. Lid 5 Per blokperiode worden niet meer dan vijf onderwijseenheden en daarmee verbonden tentamens aangeboden; praktische oefeningen maken daarvan deel uit. Lid 6 De faculteitsdirecteur draagt zorg voor het aanbod van voldoende ingeroosterde contacturen om binnen het vastgestelde onderwijsconcept goede onderwijskwaliteit te realiseren en aannemelijk te maken dat de student betrokkenheid van de opleiding jegens zijn persoon en studie ervaart. Jaarlijks evalueert de faculteitsdirecteur met de Opleidingscommissie en de Examencommissie in elk geval het aantal gerealiseerde contacturen. Lid 7 In de propedeuse zijn tenminste 504 contacturen geprogrammeerd. Lid 8 Studenten die een opleiding volgen voor een beroep, waaraan eisen in de wet zijn gesteld ten aanzien van verworven competenties voor de beroepsuitoefening, worden in de opleiding in de gelegenheid gesteld om aan die vereisten te voldoen. Pagina 20 van 98

21 Artikel 4.6 Praktische oefeningen Lid 1 De faculteitsdirecteur kan aan een of meer samenhangende onderwijseenheden de status praktische oefening geven. Alle praktische oefeningen worden in deel 2 hoofdstuk 1 als zodanig vermeld. Lid 2 Bij een praktische oefening komt de examinator door observatie van de handelende student tot een beoordeling. Lid 3 Als voor deelname aan een praktische oefening de voorwaarde geldt dat een specifiek tentamen of deeltentamen met voldoende resultaat moet zijn afgerond, is dat beschreven in deel 2. Als voor deelname aan een tentamen de voorwaarde geldt dat een praktische oefening met voldoende resultaat moet zijn afgerond, is dat ook beschreven in deel 2. Artikel 4.7 Specifieke bepalingen over de deeltijdvariant Voor de deeltijdvariant kan de Examencommissie onder nader te stellen voorwaarden, werkzaamheden van een student die buiten de opleiding worden uitgevoerd, aanmerken als onderwijseenheden van die opleiding. De procedure hiervoor is te vinden in de deeltijd onderdelen in deel 2. Artikel 4.8 Specifieke bepalingen over de duale variant Niet van toepassing, want de opleiding kent geen duale variant. Artikel 4.9 Inrichting van het programma Lid 1 De inrichting van de opleiding is neergelegd in deel 2, hoofdstuk 1. Daarin zijn voor alle varianten, inclusief eventueel versnelde trajecten, van de opleiding per onderwijseenheid (waaronder ook de praktische oefeningen) de volgende gegevens per studiejaar vermeld: 1. naam van de onderwijseenheid; 2. de competenties die met de onderwijseenheid worden verworven; 3. de periode(n) waarin de onderwijseenheid wordt aangeboden; 4. waar dit van toepassing is, de toegangseis voor de onderwijseenheid; 5. de werkvorm(en) waarin de onderwijseenheid wordt aangeboden; 6. het aantal EC uitgedrukt in gehele getallen dat de onderwijseenheid omvat; 7. het aantal contacturen dat bij de onderwijseenheid behoort; 8. het minimale aantal contacturen studieloopbaanbegeleiding waarop elke student recht heeft; 9. of er sprake is van aanwezigheidsplicht van (onderdelen) van onderwijseenheden; 10. de tentamenvorm. In het geval deeltentamens worden afgenomen wordt het aantal, de vorm en de wegingsfactor van de deeltentamens vermeld; 11. de week waarin het tentamen wordt aangeboden; Pagina 21 van 98

22 12. de mogelijkheden voor herkansing van tentamens en voor zover van toepassing- van deeltentamens Lid 2 Niet van toepassing. Lid 3 Niet van toepassing. Artikel 4.10 Propedeutische fase Lid 1 De studielast van de propedeutische fase van een opleiding bedraagt 60 EC's. Lid 2 Aan de propedeutische fase is een propedeutisch examen verbonden. Lid 3 De propedeutische fase maakt onderdeel uit van de major van de opleiding. Artikel 4.11 Studieadvies Lid 1 De propedeutische fase van de opleiding is zo ingericht, dat de student inzicht kan verwerven in de inhoud en doelen van de opleiding. Lid 2 De verstrekking van het studieadvies in de propedeutische fase is uitputtend geregeld in de Regeling Studieadvies Zuyd Hogeschool en in te zien via Zuydnet. Lid 3 Voor die studenten die het propedeutisch examen nog niet met goed gevolg hebben afgelegd, geldt op basis van de Regeling Studieadvies dat de faculteitsdirecteur een bindend afwijzend studieadvies verstrekt indien de studieresultaten met betrekking tot de onderwijseenheden van de propedeutische fase onvoldoende zijn. Als onvoldoende studieresultaat geldt, dat de student aan het einde van het eerste jaar van inschrijving minder dan 45 EC s heeft behaald. Het advies wordt niet eerder dan aan het einde van het eerste jaar van inschrijving verstrekt. Lid 4 Niet van toepassing Pagina 22 van 98

23 Artikel 4.12 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen Lid 1 Niet van toepassing. Lid 2 Niet van toepassing. Artikel 4.13 Inrichting postpropedeutische fase: differentiatie en minoren Lid 1 De postpropedeutische fase bestaat uit een majorgedeelte en een profileringsruimte. In de profileringsruimte kunnen (Zuyd)minoren en keuzemodules worden gevolgd. Lid 2 Minoren en keuzemodules bestaan uit een studielast van 15 EC s. Zij worden gepubliceerd in de profileringsetalage. De profileringsetalage is te vinden op Lid 3 Per minor en per keuzemodule is in de Profileringsetalage vastgelegd: op welke doelgroep(en) de minor/keuzemodule gericht is; welke instapvoorwaarden gehanteerd worden; wat de te behalen eindtermen zijn; welke onderwijsvormen gehanteerd worden; de wijze van tentaminering en herkansing; het aantal beschikbare plaatsen; de wijze van selectie bij overintekening (selectie op toelatingseisen, loting of samenstelling op doelgroepen met loting per doelgroep); de evaluatiegegevens; de vestigingsplaats waar de minor voornamelijk wordt uitgevoerd. Lid 4 Studenten kunnen zonder voorafgaande toestemming Zuyd-minoren volgen, waarvan in de profileringsetalage is vastgelegd dat zij toegankelijk zijn voor hen. Lid 5 Wanneer een student een minor binnen of buiten de hogeschool wil volgen, waarvoor niet is vastgelegd dat die toegankelijk is voor studenten uit de opleiding waarvoor hij is ingeschreven, dient hij vooraf toestemming te vragen aan de Examencommissie. Lid 6 Via inschrijving in OSIRIS legt een student zijn keuze voor het volgen van een minor of keuzemodule vast. De student krijgt per een bevestiging van zijn inschrijving. Lid 7 In geval een student niet geplaatst kan worden in een minor of keuzemodule, omdat het maximaal aantal plaatsen overschreden is, dan wel het minimum aantal plaatsen niet gehaald Pagina 23 van 98

24 is, wordt de student in de gelegenheid gesteld om zich in te schrijven voor een andere minor of keuzemodule. Artikel 4.14 Externe opdracht in de major Lid 1 De faculteitsdirecteur kan besluiten één of meer studenten uit te nodigen om een externe opdracht uit te voeren als alternatief voor één of meer onderwijseenheden van de major. Lid 2 De Examencommissie van de opleiding, waarvoor betrokken studenten staan ingeschreven beslist of de externe opdracht één of meer programma-onderdelen kan vervangen. Daarbij betrekt zij in elk geval inhoud, niveau, omvang en organisatie van de externe opdracht als adequate vervanging van het beoogde programma-onderdeel. Artikel 4.15 Studieplan Lid 1 In overleg met zijn mentor/studieloopbaanbegeleider kan een student een studieplan opstellen voor de profileringsruimte, waarin hij de door hem gemaakte keuzes in zijn leerroute beschrijft. Lid 2 Met voorafgaande instemming van de Examencommissie kan een student bij een andere onderwijsinstelling tentamen(s) afleggen. In geval het tentamen bij een onderwijsinstelling in het buitenland wordt afgelegd, dient daartoe door de betrokken onderwijsinstellingen een learning agreement te zijn ondertekend. Artikel 4.16 Inschrijving postpropedeutische fase vooruitstuderen Lid 1 Voor de postpropedeutische fase wordt een persoon slechts als student ingeschreven, indien hij in het bezit is van een getuigschrift van het propedeutisch examen van die opleiding. [ART WHW]. Lid 2 De examencommissie kan een student die het propedeutisch examen nog niet heeft behaald, toestemming geven om een of meer tentamens van de postpropedeutische fase af te leggen, mits hierdoor een goede studievoortgang niet wordt belemmerd. Lid 3 Indien een student op grond van deze OER, vrijstelling heeft gekregen van het afleggen van het propedeutisch examen van die opleiding, wordt het bewijs van die vrijstelling voor de inschrijving voor de postpropedeutische fase van die opleiding gelijkgesteld aan het getuigschrift bedoeld in het eerste lid van dit artikel. Het propedeutisch getuigschrift wordt in dat geval niet verstrekt. Artikel 4.17 Evaluatie van het onderwijs Pagina 24 van 98

25 De wijze waarop het onderwijs van de opleiding wordt geëvalueerd staat beschreven in deel 2, paragraaf 1.3. Pagina 25 van 98

26 Hoofdstuk 5 Studieloopbaanbegeleiding en bewaking studievoortgang Artikel 5.1 Studieloopbaanbegeleiding Lid 1 Een student krijgt door de opleiding een medewerker c.q. een team van medewerkers toegewezen, belast met studieloopbaanbegeleiding of hiertoe behorende activiteiten. Lid 2 In hoofdstuk 3 van deel 2 is per studiejaar vermeld hoe de studieloopbaanbegeleiding is ingericht. Artikel 5.2 Bewaking studievoortgang Lid 1 Een student kan ten minste tweemaal per jaar van inschrijving, gespreid over het jaar van inschrijving een bewijsstuk van zijn studievoortgang, inclusief een overzicht van de tentamenresultaten, inzien. De student kan zijn studievoortgangsoverzicht op Osiris inzien. Lid 2 De rapportage van de studievoortgang in het eerste jaar van inschrijving, conform de Regeling Studieadvies Zuyd Hogeschool, is als volgt geregeld. Er vindt 2 maal per jaar een vergadering van de examencommissie Bèta plaats waarin de resultaten van de propedeuse studenten worden besproken. Na deze vergadering worden de studenten op de hoogte gesteld middels een brief, in deze brief wordt verwezen naar het studievoortgangssysteem Osiris. Lid 3 De faculteitsdirecteur draagt er zorg voor dat de studievoortgangsrapportage een correcte weergave is van de door de student behaalde resultaten. Lid 4 Als de student meent dat de studievoortgangsrapportage onjuist of onvolledig is, dient hij binnen 20 werkdagen schriftelijk bezwaar aan te tekenen bij de Examencommissie. Pagina 26 van 98

27 Hoofdstuk 6 Inrichting tentamens en examens Artikel 6.1 Tentamens en deeltentamens Lid 1 Elke onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen. Lid 2 Een tentamen kan bestaan uit meerdere deeltentamens. In deel 2 hoofdstuk 1 is vermeld hoe de deeltentamens zich verhouden tot het tentamen waarvan zij deel uitmaken. Daarbij wordt in elk geval de wegingsfactor vermeld. Lid 3 Bij een praktische oefening komt de examinator door observatie van de handelende student tot een beoordeling. De inrichting en organisatie van praktische oefeningen en de beoordeling daarvan geschiedt onder de verantwoordelijkheid van de Examencommissie van een opleiding. Lid 4 Een tentamen diverse samenhangende deeltentamens daaronder begrepen - kan een assessment zijn; de voorwaarden gesteld aan het assessment en het afleggen daarvan zijn vermeld in deel 2 hoofdstuk 1. Artikel 6.2 Herkansingen Lid 1 Een student krijgt per jaar van inschrijving minimaal één herkansing per tentamen of deeltentamen aangeboden. Lid 2 Bij stages en langdurige externe opdrachten kan de Examencommissie een uitzondering op de regel uit lid 1 maken, wanneer het niet mogelijk is om in hetzelfde jaar van inschrijving de stage of opdracht over te doen. Lid 3 Het afleggen van een hertentamen is slechts mogelijk, indien het tentamen of deeltentamen van de desbetreffende onderwijseenheid wel of niet met goed gevolg is afgelegd. Artikel 6.3 Het afleggen van extra tentamens buiten het reguliere programma Lid 1 Een student heeft recht op het volgen van onderwijseenheden en het afleggen van de bijbehorende tentamens van Zuyd Hogeschool, mits hij voldoet aan de toegangseisen van deze onderwijseenheden en tentamens. De toegangseisen staan beschreven in de OER waar deze onderdeel van uitmaken. Pagina 27 van 98

28 Lid 2 Op lid 1 kan alleen een uitzondering worden gemaakt door de faculteitsdirecteur waaronder een onderwijseenheid wordt aangeboden, als deze onderwijseenheid en het betreffende tentamen vallen onder - een opleiding die mag selecteren of een hoger collegegeld mag vragen, - een opleiding of afstudeerrichting waarvoor voor de betreffende student een negatief bindend studieadvies is afgegeven, - master onderwijs en de betreffende student geen bachelorgraad heeft, - een numerus fixus opleiding waarvoor de student niet is toegelaten. Dit geldt zowel voor een arbeidsmarktfixus, als voor een fixus vanwege capaciteitsproblemen. Lid 3 Behaalde tentamens van onderwijseenheden die buiten het studieprogramma van 240 EC vallen kunnen in het resultatenoverzicht en diplomasupplement van de student opgenomen worden als de examencommissie van oordeel is dat dit bijdraagt aan de versterking van de beroepsuitoefening van de betreffende student. De student dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in aan de examencommissie. De examencommissie neemt binnen 10 werkdagen na ontvangst van het verzoek een gemotiveerd besluit en deelt dit mee aan de student. Lid 4 Behaalde tentamens buiten het eigen opleidingsprogramma tellen niet mee voor de resultaten op grond waarvan aan een student een bindend studieadvies kan worden gegeven. Artikel 6.4 Aanwezigheidsplicht Lid 1 Aanwezigheidsplicht bij de onderwijsverzorging wordt in de volgende gevallen geëist, - de examinator kan alleen door observatie van de handelende student tot een beoordeling komen; - de student is in zijn handelen afhankelijk van de persoonlijke aanwezigheid van medestudenten en vice versa. Aanwezigheidsplicht is vastgelegd in deel 2 hoofdstuk 1. Lid 2 In geval aanwezigheidsplicht van de student bij een praktische oefening deel uitmaakt van de beoordeling van die praktische oefening, dan vindt beoordeling van de aanwezigheidsplicht plaats op het niveau van een deeltentamen. Artikel 6.5 Examens Lid 1 Het propedeutische examen is afgelegd indien alle tentamens van de tot de propedeutische fase behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd. De Examencommissie stelt vast dat dit het geval is en besluit dan tot uitreiking van het getuigschrift. Lid 2 Pagina 28 van 98

29 Het afsluitend examen is afgelegd, indien alle tentamens van de tot de opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd. De Examencommissie stelt vast dat dit het geval is en besluit dan tot uitreiking van het getuigschrift. Lid 3 In afwijking van lid 1 en lid 2 kan de Examencommissie voordat zij de uitslag van een examen vaststelt, zelf een onderzoek instellen naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student. Artikel 6.6 Beoordelingen Lid 1 Beoordelingen van tentamens worden door de examinatoren uitsluitend verstrekt op basis van de Nederlandse tienpuntsschaal óf op basis van daarmee in relatie staande kwalitatieve beoordelingsschaal. Voor de vergelijking van beoordelingen hanteren examinatoren de onderstaande conversietabel: Dutch grade Description/ beschrijving ECTS grade ECTSdefinition U.S.- equiva lent OSIRISgrade 10 (>=9,5) 9 (8,5=<x<9,5) 8 (7,5=<x<8,5) 7 (6,5=<x<7,5) 6 (5,5<x<6,5) 6 (x=5.5) 5 (4,5=<x<5,5) 4 (3,5=<x<4,5) 3 (2,5=<x<3,5) 2 (1,5=<x<2,5) 1 (0,5=<x<1,5) Lid 2 excellent/ uitstekend very good/ zeer goed good/ goed Satisfactory/ ruim voldoende sufficient/ voldoende pass/ voldoende almost sufficient/ bijna voldoende fail/ onvoldoende poor/ zeer onvoldoende very poor/ slecht very poor/ zeer slecht A+ excellent - A+ outstanding performance A with only minor errors A+ B C D E FX F F F F very good - above the average standard A but with some errors good - generally sound work with a number of B notable errors satisfactory - fair but with C significant shortcomings sufficient performance meets the minimum criteria D fail - some more work required before credit can F be awarded fail - considerable further work is required F F F F EX (excellent) ZG (zeer goed) GO (goed) RV (ruim voldoende) VO/VLD (voldoende/ voldaan) OV/NVD (onvoldoende/ niet voldaan) Pagina 29 van 98

30 Een tentamen is met goed gevolg afgelegd als de beoordeling 5,5 of hoger is; in kwalitatieve begrippen is dit sufficient/pass of voldoende en beter. De kwalificatie voldaan staat voor een voldoende resultaat. Lid 3 Na het afleggen van één of meer hertentamens van een onderwijseenheid stelt de examinator het hoogst behaalde resultaat vast als resultaat voor deze onderwijseenheid. Lid 4 De Examencommissie kent onverwijld aan de student behaalde EC s toe wanneer een tentamen of hertentamen na vaststelling van de beoordeling van de examinator(en) met goed gevolg is afgelegd. Lid 5 Alle tentamens van onderwijseenheden dienen met een voldoende resultaat te worden afgerond. Compensatie op het niveau van tentamens is niet mogelijk; op het niveau van deeltentamens is compensatie wel mogelijk (zie deel 2 hoofdstuk 2) Lid 6 Iedere student heeft het recht om de beoordeling van zijn tentamens in te zien en kennis te nemen van de wijze waarop de beoordeling tot stand is gekomen. Dit inzagerecht vervalt na 20 werkdagen na publicatie van het behaalde resultaat voor een tentamen. Lid 7 De geldigheid van voor tentamens behaalde resultaten of verleende vrijstellingen is in beginsel onbeperkt. Lid 8 De examencommissie kan besluiten om studiepunten die minimaal 4 jaar geleden behaald zijn op basis van het resultaat van een tentamen uit een oud tentamenprogramma ongeldig te verklaren. Dit kan zij alleen besluiten als de kennis, het inzicht of de vaardigheden die in het betreffende tentamen getoetst is, aantoonbaar verouderd is en niet meer voldoet aan de afstudeereisen. De tentamens die niet meer geldig zijn worden jaarlijks opgenomen in deel 2 van deze OER. Lid 9 Iedere examinator is verantwoordelijk voor het tijdig aan de faculteitsdirecteur melden, wanneer de inhoud van een tentamen onder zijn of haar verantwoordelijkheid, uit een oud tentamenprogramma, zodanig verouderd is, dat de afstudeereisen niet meer gehaald worden. De examinator meldt hierbij ook de argumentatie. De faculteitsdirecteur legt jaarlijks per opleiding deze oude tentamens inclusief de argumentatie gebundeld voor aan de examencommissie voor het besluit zoals genoemd in lid 8. Lid 10 De faculteitsdirecteur is verantwoordelijk voor het vaststellen van alternatieven voor de tentamens waarvan de geldigheidsduur is afgelopen. Deze alternatieven zijn beschreven in deel 2 van deze OER. Lid 11 Pagina 30 van 98

31 Enkel in specifieke gevallen kan door de directeur, in samenspraak met de examencommissie, op voorhand de geldigheidsduur van een tentamen worden vastgelegd op basis van inhoudelijke argumenten. Indien voor één of meer tentamens de geldigheidsduur op voorhand beperkt is, wordt dat in hoofdstuk 1 van deel 2 bij het desbetreffende tentamen vermeld. Daarbij wordt tevens vermeld wat de geldigheidsduur van het tentamen is. Lid 12 In deel 2, hoofdstuk 1, van deze OER worden de tentamens uit oude tentamenprogramma s benoemd, waarvan de behaalde studiepunten niet meer geldig zijn. Ook wordt aangegeven waarom ze niet meer geldig zijn, en welk tentamen behaald moet worden om de studiepunten opnieuw te halen. Lid 13 Niet van toepassing. Artikel 6.7 Vrijstellingen en bepalingen over EVC s Lid 1 De Examencommissie kan vrijstelling verlenen van het afleggen van één of meer tentamens wanneer de student reeds aan de vereisten van desbetreffende tentamen of examen heeft voldaan. Lid 2 Vrijstelling kan worden verleend op grond van eerder met goed gevolg afgelegde tentamens of examens, of van elders buiten het hoger onderwijs opgedane competenties. Lid 3 De Examencommissie betracht terughoudendheid bij het verstrekken van vrijstellingen. Zij hanteert de volgende uitgangspunten: - bij een besluit worden altijd de oordelen van meerdere inhoudsdeskundige examinatoren betrokken; - de verworven competenties zijn ten minste gelijkwaardig aan het niveau en de inhoud van de competenties van de onderwijseenheid waarvan wordt overwogen het tentamen geheel of gedeeltelijk vrij te stellen; - het oordeel van examinatoren wordt geveld op basis van geldige documenten waaronder begrepen het ervaringscertificaat. De geldigheid wordt bepaald op basis van de inhoudelijke actualiteit van verworven competenties; - voor een afstudeerwerkstuk/-onderzoek kan geen vrijstelling worden verleend. Als afstudeerwerkstuk/-onderzoek geldt de onderwijseenheid: afstuderen. De Examencommissie houdt een verslag bij over de verstrekte vrijstellingen Lid 4 De Examencommissie verstrekt de verzoeker een schriftelijk bewijs van de vrijstelling, dat ten minste de datum verlening, desbetreffende tentamen(s) en de geldigheidsduur vermeldt. Pagina 31 van 98

32 Lid 5 De student die in aanmerking wenst te komen voor vrijstelling van één of meer tentamens, dient daarvoor een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie en overlegt daarbij de bewijsstukken die aantonen dat hij voldoet aan de eisen voor desbetreffende onderwijseenheid. Lid 6 Vrijstellingen kunnen op basis van een ervaringscertificaat verleend worden indien: de in het ervaringscertificaat beschreven verworven competenties qua niveau en inhoud ten minste gelijkwaardig zijn aan de competenties van de onderwijseenheden waarvan wordt overwogen het tentamen vrij te stellen; - het ervaringscertificaat per competentie het niveau en de inhoud bewijst; - het ervaringscertificaat afkomstig is van een erkend aanbieder van competentiemetingen; - het ervaringscertificaat niet ouder is dan vijf jaar. Artikel 6.8 Organisatie van tentamens en examens Lid 1 Examinatoren en andere bij een tentamen betrokkenen bewaren volstrekte geheimhouding ten aanzien van de opgaven en opdrachten van een schriftelijk tentamen, totdat deze zijn uitgereikt aan de studenten. Lid 2 Een schriftelijk tentamen wordt afgelegd onder toezicht van ten minste één examinator of een daartoe aangestelde surveillant, die namens hem het toezicht uitoefent. Alle overige tentamens worden onder toezicht van ten minste één examinator afgelegd. Lid 3 Iedere student dient zich bij het afleggen van een tentamen te kunnen identificeren middels één van de volgende originele en geldig identiteitsbewijzen: - collegekaart van Zuyd, - rijbewijs, - ID-kaart of - paspoort. Is dit niet mogelijk, dan wordt hij direct uitgesloten van deelname en doet de examinator of surveillant daarvan melding aan de voorzitter van de Examencommissie. Lid 4 Een student dient bij het afleggen van een tentamen alle aanwijzingen op te volgen van de Examencommissie, de examinator of andere door de Examencommissie aangewezen personen. Overtreding daarvan geldt als een onregelmatigheid en op grond daarvan kan hij van (verdere) deelname worden uitgesloten. Lid 5 In deel 2 hoofdstuk 2 is de tentamenregeling opgenomen die voor de opleiding geldt. Overtreding daarvan geldt als een onregelmatigheid en op grond daarvan kan een student van (verdere) deelname worden uitgesloten. Lid 6 Pagina 32 van 98

33 Een student heeft recht op een tijdige bekendmaking van de vastgestelde beoordelingen van door hem afgelegde tentamens. Onder tijdig wordt hier verstaan: maximaal binnen 15 werkdagen na het afleggen van het tentamen, tenzij er aannemelijke redenen zijn om deze termijn te overschrijden en de student daarvan zo spoedig mogelijk in kennis is gesteld. Lid 7 Tussen het moment van tentamen én hertentamen van eenzelfde onderwijseenheid ligt ten minste een termijn van 5 werkdagen. Voorafgaand aan het hertentamen moet de student de gelegenheid van inzage zijn geboden van een eerder afgelegd tentamen of hertentamen. Lid 8 De examencommissie kan de resultaten van een (deel)tentamen ongeldig verklaren als zij heeft vastgesteld dat er bij het betreffende (deel)tentamen onregelmatigheden zijn opgetreden. Artikel 6.9 Inschrijving voor tentamens Lid 1 Deelname aan een (her)tentamen is in beginsel slechts mogelijk na tijdige inschrijving via OSIRIS. De student is zelf verantwoordelijk voor deze inschrijving. Indien tijdig inschrijven via OSIRIS niet mogelijk is gebleken, kan de examencommissie besluiten om een student toegang te verlenen tot een (her)tentamen op verzoek van de betreffende student. Lid 2 Voor het afleggen van tentamens en hertentamens van de onderwijseenheden van de major schrijft de student zich in conform de door de Examencommissie vastgelegde inschrijvingsprocedure die is opgenomen in deel 2 hoofdstuk 2. Lid 3 De student dient zich in te schrijven voor het afleggen van een hertentamen van een minor en wordt daartoe uitgenodigd door de Examencommissie van de opleiding die de minor aanbiedt. In geval slechts een beperkt aantal studenten een tentamen kan afleggen, is ten minste bepaald, dat de volgorde van inschrijving geldt voor toewijzing tot het afleggen van het tentamen. Lid 4 In geen geval mag er een financiële vergoeding aan studenten gevraagd worden voor het inschrijven voor dan wel deelname aan tentamens en hertentamens. Artikel 6.10 Bewaring tentamen- en examenwerkstukken Lid 1 a. De bewaartermijn van schriftelijk tentamenwerk en/of andere bewijsstukken bedraagt minimaal 60 werkdagen na vaststelling van de beoordeling door de Examencommissie. b. De opleiding is verantwoordelijk voor het bewaren van de kernwerkstukken. De bewaarwijze is afhankelijk van de aard van het kernwerkstuk. c. Met het oog op het accreditatieproces worden de kernwerkstukken gedurende een periode van ten minste zeven jaar bewaard. Pagina 33 van 98

34 d. Na afloop van de bewaartermijn wordt het werk vernietigd of op diens verzoek geretourneerd aan de student. Het bewijs dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd wordt 10 jaar bewaard. Lid 2 Bewijsstukken voor het verstrekken van een getuigschrift bewaart de faculteitsdirecteur gedurende een periode van ten minste 50 jaar en deze omvatten ten minste: - de persoonsgegevens van de student; - opleiding en datum van het propedeutisch examen dat met goed gevolg is afgelegd; - opleiding en datum van het afsluitend examen dat met goed gevolg is afgelegd. Lid 3 Bewijsstukken voor het verstrekken van een verklaring zoals bedoeld in artikel 7.2. bewaart de faculteitsdirecteur gedurende een periode van ten minste 10 jaar. Het betreft - de persoonsgegevens van de student; - de opleiding en periode van inschrijving van de student; - een overzicht van de met goed gevolg afgelegde tentamens. Artikel Eigen bijdragen Lid 1 De inschrijving als student is niet afhankelijk van een andere geldelijke bijdrage dan het collegegeld. Lid 2 De aanschaf van bepaalde onderwijsbenodigdheden wordt noodzakelijk geacht voor het studieprogramma. De kosten hiervan bedragen naar verwachting Per studiejaar: studieboeken 700 studiemiddelen (persoonlijke beschermingsmiddelen, software, hardware) 250 Bovenstaande bedragen zijn exclusief laptop. De hardwarevereisten hiervoor zijn te vinden op Lid 3 Aan onderwijsvoorzieningen zoals excursies en werkbezoeken die deel uitmaken van het onderwijsprogramma kunnen kosten verbonden zijn. Een overzicht van deze activiteiten en bijbehorende kosten is te vinden op blackboard. Lid 4 Als de student de kosten, bedoeld in lid 3, niet kan of wil maken, wordt de student een gelijkwaardig alternatief aangeboden. Lid 5 Als de student op grond van aantoonbare persoonlijke en bijzondere omstandigheden de kosten van onderwijsbenodigdheden of onderwijsvoorzieningen niet kan dragen, kan hij de faculteitsdirecteur schriftelijk verzoeken om een financiële voorziening of ontheffing van de betalingsverplichting. Pagina 34 van 98

35 Lid 6 Voordat de faculteitsdirecteur een besluit neemt op een verzoek als bedoeld in lid 5 wint hij advies in bij de studentendecaan. Lid 7 De faculteitsdirecteur neemt zijn besluit binnen 20 werkdagen en deelt dit schriftelijk mee aan de student. Pagina 35 van 98

36 Hoofdstuk 7 Getuigschriften en verklaring Artikel 7.1 Getuigschriften Lid 1 Ten bewijze dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd, reikt de examinator een daarop betrekking hebbend bewijsstuk uit of wordt het resultaat met de bijbehorende beoordeling in Osiris opgenomen. Lid 2 Ten bewijze dat een propedeutisch examen met goed gevolg is afgelegd, verstrekt de Examencommissie een bewijsstuk, waarop in elk geval is vermeld: de naam van de opleiding (zoals vermeld in CROHO), de examenonderdelen en de datum laatste accreditatie of toets nieuwe opleiding. Ondertekening geschiedt ten minste door de faculteitsdirecteur en de voorzitter van de Examencommissie. Lid 3 Ten bewijze dat een afsluitend examen met goed gevolg is afgelegd, verstrekt de Examencommissie een getuigschrift, waarop in elk geval is vermeld: de naam van de opleiding (zoals vermeld in CROHO), de examenonderdelen en in voorkomende gevallen welke wettelijke bevoegdheid daaraan is verbonden, de graad en de datum laatste accreditatie of toets nieuwe opleiding. Ondertekening geschiedt ten minste door de faculteitsdirecteur en de voorzitter van de Examencommissie. Lid 4 De faculteitsdirecteur verleent namens het College van Bestuur de graad en toevoeging bachelor of Science aan de student, die met goed gevolg het afsluitend examen van een opleiding heeft afgelegd; aan de graad wordt een vermelding toegevoegd van het vakgebied of het beroepenveld, waarop de graad betrekking heeft. Lid 5 De Examencommissie geeft niet eerder een getuigschrift af, dan nadat de faculteitsdirecteur heeft verklaard, dat het getuigschrift kan worden afgegeven. Het getuigschrift wordt gedateerd op de dag, waarop de Examencommissie vaststelt, dat de student met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd. Deze dag geldt als het moment van afstuderen. Lid 6 Op het getuigschrift wordt de vermelding cum laude gebruikt, wanneer aan de volgende voorwaarden in dit lid is voldaan: Afsluitend examen: - In de lijst van cijfers voor alle onderwijseenheden in hoofdfase van de opleiding komt geen cijfer voor lager dan 7; - Voor de onderwijseenheid afstuderen heeft de student het cijfer 8 of meer behaald; - Het niet afgeronde gemiddelde van cijfers van alle onderwijseenheden in de hoofdfase van de opleiding bedraagt minstens 8,0; - De student maximaal 30 ec s aan vrijstelling in de hoofdfase heeft behaald; - De student geen bezwaar tegen het slagen met het predicaat cum laude maakt. De cijfers voor vrijstellingen en voor onderwijseenheden die zijn beoordeeld met voldoende / onvoldoende tellen niet mee bij het berekenen van bovengenoemde Pagina 36 van 98

37 gemiddelde. Propedeutisch examen: - In de lijst van cijfers voor alle onderwijseenheden van de propedeuse komt geen cijfer voor lager dan 7; - Het niet afgeronde gemiddelde van cijfers van alle onderwijseenheden van de propedeuse bedraagt minstens 8,0; - De student geen bezwaar tegen het slagen met het predicaat cum laude maakt. Overgangsregeling: Voor studenten van jaar 3 en 4 geldt: Afsluitend examen: - In de lijst van cijfers voor alle onderwijseenheden in de hoofdfase van de opleiding komt geen cijfer voor lager dan 7; - Voor de onderwijseenheid afstuderen heeft de student het cijfer 8 of meer behaald; - Het niet afgeronde gemiddelde van cijfers van alle onderwijseenheden in de jaren 3 én 4 van de opleiding bedraagt minstens 8,0; - De student geen bezwaar tegen het slagen met het predicaat cum laude maakt. De cijfers voor vrijstellingen tellen niet mee bij bovengenoemd gemiddelde. Lid 7 Het getuigschrift van de opleiding wordt aangevuld met een Diploma Supplement waarvan hieronder een model is opgenomen. Pagina 37 van 98

38 Diploma Supplement Zuyd University of Applied Sciences Nieuw Eyckholt DJ Heerlen The Netherlands This Diploma Supplement follows the model developed by the European Commission, Council of Europe and UNESCO/CEPES. The purpose of the supplement is to provide sufficient independent data in order to improve the international transparency and fair academic and professional recognition of qualifications (diplomas, degrees, certificates etc.) for academic and professional purposes. It is designed to provide a description of the nature, the level, the context, the contents and the status of the studies that were pursued and successfully completed by the individual named on the original qualification to which this supplement is appended. The supplement does not give any value judgement, statement on equivalence or suggestions as to recognition. Information is provided on all of the eight sections. If this should not be the case, the reason for not including the sections concerned will be given. 1 Information identifying the holder of the qualification 1.1 Family name: 1.2 Given birth names: 1.3 Date of birth: 1.4 Place of birth: 2 Information identifying the qualification 2.1 Name of qualification and title conferred: 2.1 Main field(s) of study for the qualification: 2.3 Name and status of awarding institution: 2.4 Language(s) of instruction/examination: 3 Information on the level of the qualification 3.1 Level of qualification: 3.2 Official length of programme: 3.3 Access requirement(s): 4 Information on the contents and results gained 4.1 Mode of study: 4.2 Programme requirements: 4.3 Programme details: Subjects Propedeuse (first year) Dutch Credits European Credits Subjects main phase (second year)dutch Credits European Credits Subjects main phase (third year) Dutch Credits European Credits Subjects main phase (fourth year) Dutch Credits European Credits 4.4 Grading scheme: 4.5 General degree: 4.6 Date of latest accreditation or review: 5 Information on the function of the qualification 5.1 Access to further study: 5.2 Professional status: Artikel 7.2 Verklaring Degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift kan worden uitgereikt ontvangt desgevraagd een schriftelijke verklaring, waarin de tentamens zijn vermeld, die met goed gevolg zijn afgelegd en voorzien van de behaalde EC s. Pagina 38 van 98

39 Hoofdstuk 8 Onregelmatigheden en fraude Artikel 8.1 Onregelmatigheden Lid 1 Onder een onregelmatigheid wordt verstaan: - het tijdens het examen niet opvolgen van aanwijzingen van de Examencommissie, de examinator of andere door de Examencommissie aangewezen personen (zie art 6.8 lid 4 van deze OER) - het overtreden van de regels, vastgelegd in de tentamenregeling (art 6.8 lid 5 van deze OER). Lid 2 De Examencommissie kan een student van (verdere) deelname van een tentamen uitsluiten, als deze zich schuldig maakt aan een onregelmatigheid. Artikel 8.2 Fraude Lid 1 Onder fraude wordt verstaan: het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten daarvan van een student plagiaat daaronder begrepen - waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt gemaakt. Lid 2 Tevens wordt onder fraude verstaan: het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten daarvan van een student waardoor een juist oordeel over de kennis, het inzicht of de vaardigheden van een andere student geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt gemaakt. Lid 3 In geval fraude wordt geconstateerd of vermoed, deelt de examinator of de aangestelde surveillant dit schriftelijk mee aan de Examencommissie onder overlegging van daartoe strekkend bewijs. De Examencommissie stelt de student in de gelegenheid om te worden gehoord. Lid 4 Fraude wordt door de Examencommissie in een eerste geval bestraft met het ongeldig verklaren van het tentamen en een berisping, die aangetekend wordt in OSIRIS. In geval van herhaling volgt daarnaast uitsluiting van deelname aan alle tentamens van alle opleidingen van Zuyd Hogeschool voor een periode van zes maanden plus het advies om de opleiding te verlaten. Deze besluiten strekken zich uit tot alle opleidingen van Zuyd. Pagina 39 van 98

40 Hoofdstuk 9 Beroep en klachtrecht Artikel 9.1 Beroep Lid 1 Tegen een door de faculteitsdirecteur of Examencommissie genomen beslissing op grond van deze OER kan een student beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens, conform het Reglement College van Beroep voor de Examens Zuyd Hogeschool. De regeling is in te zien op Zuydnet. Beroep wordt ingediend bij het Loket Rechtsbescherming (zie lid 4). Lid 2 Een student die beroep heeft aangetekend op basis van het Reglement College van Beroep voor de Examens Zuyd Hogeschool behoudt het recht op het afleggen van tentamens, op voorwaarde dat hij staat ingeschreven voor desbetreffende opleiding. Lid 3 Een student of extraneus zowel aanstaand of voormalig daaronder begrepen - kan als belanghebbende een bezwaar richten tot de Geschillenadviescommissie inzake betaling collegegeld, inschrijving, beëindiging, graadverlening enz. Beroep wordt ingediend bij het Loket Rechtsbescherming (zie lid 4). Lid 4 De student tekent bezwaar of beroep aan via het Loket Rechtsbescherming, dat bereikbaar is per mail: rechtsbescherming@zuyd.nl; enkel bezwaar of beroep via dit loket ingediend, wordt in behandeling genomen. Artikel 9.2 Klachtrecht Lid 1 Een student kan individueel of deel uitmakend van een groep-als belanghebbende een klacht indienen bij de Ombudsman over een gedraging van een medewerker of student, of een orgaan van de hogeschool conform het bepaalde in de regeling Ombudsvoorziening Zuyd Hogeschool. De regeling is in te zien op Zuydnet. Lid 2 Een student die een klacht wenst in te dienen en een beroep wenst te doen op de Klachtenregeling Ongewenste Omgangsvormen of de Regeling Ombudsvoorziening doet dit via het klachtenloket rechtsbescherming@zuyd.nl. Lid 3 Een student die een klacht of bezwaar indient op grond van dit artikel, behoudt het recht op het afleggen van tentamens, op voorwaarde dat hij staat ingeschreven voor desbetreffende opleiding. Pagina 40 van 98

41 Hoofdstuk 10 Bijzondere voorzieningen en overmacht bij tentamens Artikel 10.1 Bijzondere voorzieningen Lid 1 Studenten die te maken hebben met persoonlijke en bijzondere omstandigheden kunnen een beroep doen op bijzondere of extra voorzieningen voor het afleggen van tentamens en examens. Lid 2 Onder persoonlijke en bijzondere omstandigheden wordt verstaan: - zwangerschap of (langdurige) ziekte; - handicap of chronische ziekte; - bijzondere familieomstandigheden te verstaan als: de verzorging van een langdurig zieke bloedverwant of binnen eigen kring; dan wel het bestaan van langdurige psychische en/of sociale problemen al dan niet gepaard gaande met daaruit voortvloeiende financiële problemen in eigen kring; - lidmaatschap van de CMR, deelraad, studentencommissie of Opleidingscommissie of andere door het College van Bestuur te bepalen activiteiten, die de student ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van de hogeschool; - bestuurslidmaatschap van een stichting gericht op instandhouding van studentenvoorzieningen of een daarmee naar het oordeel van het College van Bestuur gelijk te stellen taak, waarvoor aanvullend als eis geldt bestuurlijke (eind)verantwoordelijkheid plus een betekenisvol tijdsbeslag; - bestuurslidmaatschap van een door het College van Bestuur of de faculteitsdirecteur erkende studentenorganisatie met direct belang voor hogeschool en organisatie-eenheden daarbinnen plus de eis van een betekenisvol tijdsbeslag; - een onvoldoende studeerbare opleiding; - topsport door het beoefenen van een erkend topsportonderdeel of een vergelijkbare activiteit op het (inter-)nationaal hoogste niveau, zoals opgenomen in Regeling Topsport Zuyd Hogeschool; - andere omstandigheden die door het College van Bestuur of de faculteitsdirecteur als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt. Lid 3 a. Een student die beroep wenst te doen op persoonlijke en bijzondere omstandigheden, dient daartoe een schriftelijk verzoek in bij de Examencommissie. Het verzoek is met redenen omkleed en zo veel mogelijk voorzien van bewijsstukken en gaat vergezeld van een advies van de studentendecaan. De Examencommissie neemt binnen 15 werkdagen een besluit en deelt dat schriftelijk mede aan de student. b. Een student met een handicap of chronische ziekte kan een beroep doen op de Regeling studeren met een functiebeperking. Deze regeling is te raadplegen op Zuydnet. Lid 4 Wanneer sprake is van persoonlijke en bijzondere omstandigheden die permanent of chronisch van karakter zijn, kan de Examencommissie de voorzieningen toekennen voor de gehele inschrijvingsduur van de student voor de desbetreffende opleiding, onverminderd het bepaalde in de Regeling studeren met een functiebeperking. Pagina 41 van 98

42 Artikel 10.2 Overmacht en andere persoonlijke omstandigheden Lid 1 Wanneer een student is verhinderd om deel te nemen aan een tentamen ten gevolge van overmacht of andere persoonlijke omstandigheden en het tentamen alsnog wenst af te leggen in het lopende studiejaar, doet hij hiertoe zo spoedig mogelijk een verzoek aan de Examencommissie, onder opgave van de aard van de overmacht of de bijzondere omstandigheden. De Examencommissie beslist binnen 15 werkdagen over dit verzoek. Pagina 42 van 98

43 Hoofdstuk 11 Ernstige overlast en iudicium abeundi Artikel 11.1: Ernstige overlast Lid 1 De inschrijving van een student voor een opleiding wordt beëindigd - tijdelijk dan wel permanent - als die student door zijn gedragingen of uitlatingen ernstige overlast veroorzaakt voor medewerkers van de hogeschool, voor studenten ingeschreven voor een opleiding of externen die een functionele relatie met de hogeschool onderhouden. Onder ernstige overlast wordt een bedreiging voor het welzijn van hier genoemde personen eveneens gerekend. Lid 2 In het geval een medewerker van de hogeschool of de faculteitsdirecteur van mening is, dat de overlast als hier in lid 1 bedoeld, op een student van toepassing is, stelt deze het College van Bestuur hiervan onverwijld schriftelijk in kennis. Lid 3 Het College van Bestuur neemt vervolgens een besluit inzake de beëindiging van de inschrijving als hier bedoeld in lid 1 doch wint voorafgaand daaraan advies in bij de faculteitsdirecteur van de Faculteit waarbinnen de opleiding waarvoor de student is ingeschreven, is ondergebracht. Artikel 11.2 Iudicium abeundi Lid 1 De inschrijving van een student voor een opleiding wordt door de faculteitsdirecteur beëindigd, dan wel geweigerd, als die student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen, waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. Het betreft hier ongeschiktheid voor de beroepsuitoefening van een extreem moreel en fysiek gewicht. [ART WHW] Lid 2 Alvorens de faculteitsdirecteur een besluit neemt als bedoeld in lid 1, wint hij advies in van de Examencommissie en, wanneer het een ingeschreven student betreft, de decaan. Lid 3 Voorafgaand aan een besluit stelt de faculteitsdirecteur de betrokken student of degene die zich wenst in te schrijven, in de gelegenheid om gehoord te worden. Lid 4 In het geval een medewerker betrokken bij de onderwijsverzorging of een examinator van mening is, dat de ongeschiktheid als hier genoemd in lid 1 op een student van toepassing is, stelt hij onverwijld de faculteitsdirecteur hiervan schriftelijk in kennis. Pagina 43 van 98

44 Hoofdstuk 12 Slotbepalingen-vaststelling & wijziging-evaluatie Artikel 12.1 Hardheidsclausule In geval door toepassing van deze OER het belang van een individuele student gedurende diens inschrijving onevenredig wordt geschaad, kan de student een schriftelijk verzoek indienen bij de Examencommissie tegen deze toepassing van de regeling op hem. De Examencommissie neemt binnen 15 werkdagen een besluit en weegt daarin het individuele belang van de student af tegen het belang van de opleiding en stelt de student daarvan schriftelijk in kennis. Artikel 12.2 Onvoorziene omstandigheden In gevallen waarin deze regeling niet voorziet en onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, wordt een besluit genomen door het daartoe bevoegde orgaan. Indien het bevoegde orgaan de Examencommissie is zoals bij tentamens of examens, kan het besluit in dit geval door de voorzitter worden genomen. Artikel 12.3 Vaststelling en wijziging Lid 1 Vaststelling van deze OER geschiedt door de faculteitsdirecteur en behoeft de instemming van de deelraad; de faculteitsdirecteur stelt de OER vast. Over de OER brengt de Opleidingscommissie advies uit. Lid 2 Wijziging van deze OER is gedurende de looptijd ervan niet mogelijk. Lid 3 Deze onderwijs- en examenregeling treedt in werking vanaf 1 september 2017 en kan worden aangehaald als: OER Engineering Artikel 12.4 Overgangsmaatregelen De overgangsmaatregelen staan beschreven in deel 2, hoofdstuk. Artikel 12.5 Evaluatie De faculteitsdirecteur draagt zorg voor regelmatige evaluatie van de OER en weegt in elk geval daarbij - ten behoeve van bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast - het tijdsbeslag voor de student, dat daaruit voortvloeit. Pagina 44 van 98

45 Deel 2 Engineering-Voltijd Pagina 45 van 98

46 Hoofdstuk 1 Het programma en de tentaminering 1.1 Doel van de opleiding Ik verzet mij met alle kracht tegen de opvatting dat het Onderwijs als eerste taak heeft het bijbrengen van parate kennis en praktische vaardigheden in verband met het concrete leven. De eisen van het leven zijn zo wisselend dat een dergelijk onderwijs utopisch is. De school dient jonge harmonische persoonlijkheden te vormen, geen specialisten: en dat geldt evenzeer voor technische scholen. De ontwikkeling van denk- en oordeelvaardigheden dient in de eerste plaats te komen, niet het verwerven van gespecialiseerde kennis. Wie de grond van de kwestie door heeft, wie geleerd heeft persoonlijk te denken en te oordelen, zal zich met gemak aan de veranderende toestanden aanpassen, veel beter dan iemand die met een specialiserende kennis vrede neemt. (A. Einstein) The New bachelor of Science in Engineering is aiming to attract future professionals with a heart for improvement and innovation, driven to make a real difference in solving engineering problems. Engineering facilitates these adolescents with an inspiring educational program, enthusiastic, supportive and knowledgeable teachers and last but not least a state of the art learning environment in which the student is able to fulfil the engineering cycle at its most. During his education the future professional is increasing in control to develop himself into a young professional, who will be able to use all the aspects of the engineering cycle in different real life engineering problems. With his knowledge, attitude and problem solving techniques the wanted young professional will be able to adapt to change and develop further into a valuable professional. (Werkgroep Engineering) Bovenstaande citaten beschrijven een nieuw soort ingenieur. De brede bachelor opleiding Engineering leidt jonge professionals op tot gedegen engineers van het nieuwe type, gekenmerkt door de volgende eigenschappen: - Toepassingsgericht georiënteerd waarbij innovatieve en creatieve oplossingen/producten een basis vormen. Onze engineers zijn in staat om aan de hand van de engineeringscyclus, met een open mind, nieuwsgierig en gedreven een innovatief product/innovatieve dienst te maken. - Multidisciplinair én vakspecialistisch. Onze engineers hebben een brede en degelijke kennisbasis van engineering, welke zij zelf voor een groot deel middels de tijdens de opleiding geboden keuzemogelijkheden vormgegeven. - In staat tot zelf kennis en inzicht te verwerven met een sterk reflectief en abstraherend vermogen. Onze engineers kunnen zichzelf en hun kennis steeds ontwikkelen. - Analyseert en structureert. - Een groot absorptievermogen, waarbij de klantvraag een centrale rol inneemt. Onze ingenieurs zijn dan ook klantgericht en gaan daartoe in dialoog met de klant - Inzicht in bedrijfsprocessen om bij te dragen aan bedrijfsontwikkeling/-verandering. Onze engineers zijn economisch sterk en kunnen economisch resultaatgericht Pagina 46 van 98

47 denken in het gehele proces. Ze hebben een goed oog voor technische en bedrijfsmatige haalbaarheid/realiseerbaarheid. - Sociaal en communicatief. - Ondernemend in de breedste zin des woord. Onze engineers hebben de drive om steeds ondernemend te zijn, niet alleen als ondernemer, maar in de eerste plaats ook binnen hun eigen functie in een bedrijf. Daartoe leiden we onze engineers op langs het landelijk domeinprofiel Engineering (2012). Hier zijn acht competenties, elk op 3 niveaus gedefinieerd; analyseren, ontwerpen, realiseren, beheren, managen, adviseren, onderzoeken en professionaliseren. Middels de definitie van 14 leerresultaten, SMART gedefinieerd, geeft de opleiding handen en voeten aan de 8 domeincompetenties en maakt zij deze meetbaar. De leerresultaten kennen dezelfde niveaus als beschreven bij de competenties en zijn weergegeven in tabel 1. 0 (havo-5/vwo-6/mbo-4 eindniveau) Instroomniveau I Aard van de taak: eenvoudig, gestructureerd, past bekende methoden direct toe volgens vaststaande normen Aard van de context: bekend. eenvoudig, monodisciplinair Mate van zelfstandigheid: sturende begeleiding II Aard van de taak: complex, gestructureerd, past bekende methoden aan wisselende situaties aan Aard van de context: bekend. complex, monodisciplinair, in de praktijk onder begeleiding Mate van zelfstandigheid: Begeleiding indien nodig III Aard van de taak: complex, ongestructureerd, verbetert methoden en past normen aan de situaties aan Aard van de context: onbekend. complex, multidisciplinair in de praktijk Mate van zelfstandigheid: zelfstandig Tabel 1: Niveaus competenties & leerresultaten De inhoudelijke invulling van deze leerresultaten vindt plaats met behulp van de verschillende onderwijsmodules binnen de opleiding gekenmerkt door de bijbehorende leerdoelen. Zodanig borgt de opleiding flexibiliteit en keuzemogelijkheden binnen haar curriculum, waarin zij engineers zowel breed als verdiepend opleidt in de hoofdfase afstudeerrichtingen; Mechanical Engineering, Electrical Engineering, Industrial Engineering & Management, Energy Engineering en Healthcare Engineering. Tevens biedt de opleiding binnen de hoofdfase een zogenaamd vrij profiel aan, waarbinnen de student nog meer zelf vorm geeft aan de inkleuring van zijn engineeringsopleiding. In overleg tussen student en SLB-er wordt dan een maatwerktraject opgesteld en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Curriculumcommissie van de opleiding. Er dient binnen alle profielen, inclusief het vrije profiel, aantoonbaar voldaan te worden aan 32 leerresultaat punten, tenminste alle 14 leerresultaten op niveau 2 en minstens 4 op niveau 3, overeenkomend met 20 competentiepunten. Hierbij is gewaarborgd dat alle 8 domeincompetenties tenminste op niveau 2 behaald zijn. De student maakt zijn keuze voor een afstudeerrichting of het vrije profiel uiterlijk eind blok 3 van leerjaar 1. Pagina 47 van 98

48 Binnen de propedeuse fase worden alle 14 leerresultaten behaald op niveau 1, eind 3 de leerjaar worden alle leerresultaten behaald op tenminste niveau 2 en eind 4 de leerjaar tenminste 4 leerresultaten op niveau 3. De leerresultaten en de koppeling met de competenties zijn gegeven in tabel 2: # Leerresultaat / Learing Outcome 1. DNI [1] kan op basis van een vraagstelling een heldere probleemstelling en doelstelling(en) definiëren, rekening houdend met maatschappelijke -, bedrijfseconomische en/of vakgebied gerelateerde aspecten 2. DNI is in staat om vanuit een ( zelf gedefinieerde) probleemstelling een relevant programma van eisen te formuleren Tabel 2: Koppeling competenties & leerresultaten Zowel binnen de afstudeerrichting als binnen de thematische leerlijn en professional engineer leerlijn, worden middels leerdoelen de verschillende leerresultaten bereikt. De koppeling van leerdoelen aan leerresultaten, dus de bijdrage van elke eenheid/module aan de leerresultaten, is weergegeven in een leerdoelen matrix en maakt onderdeel uit van de uitgebreide leerstofomschrijvingen (ULO s). Deze ULO s zijn beschikbaar op Blackboard, onder de cursus Portaal Engineering. De opleiding maakt naast Nederlandstalig lesmateriaal ook gebruik van Engelstalig en/of Duitstalig lesmateriaal. De opleiding beperkt zich tot deze drie talen in haar lesmateriaalaanbod. De voertaal is Nederlands tenzij anders aangegeven in paragraaf 1.2. Analyseren Ontwerpen Realiseren Beheren x x x x x x x x Managen Adviseren Onderzoeken Professionaliseren x x x x x x x x x x x x x x 12. DNI kan zijn eigen ontwikkeling reguleren x x 13. DNI neemt verantwoordelijkheid voor het resultaat van een project. Hij weet het projectresultaat te transfereren in taken en (leer)doelen die hij vervolgens kan organiseren, (mede) realiseren en bijsturen DNI is in staat een bestaande dienst, product of proces te modelleren, in het kader van de relevante aspecten vanuit de vraagstelling Vanuit een maatschappelijke behoefte is DNI in staat om bestaande kennis te transfereren naar andere (nieuwe) toepassingen DNI weet aan de hand van een programma van eisen een product of proces te ontwikkelen en te realiseren, rekening houdend met (al dan niet gestelde) randvoorwaarden en gebruik makend van de juiste ontwerphulpmiddelen DNI kan, gebruik makend van de beschikbare materialen en (productie)middelen, een prototype/pilot realiseren en vervolgens ook valideren DNI kan op een gestructureerde en passende manier informatie presenteren, waarbij hij de informatie weet te definiëren, interpreteren, onderbouwen én op basis daarvan conclusies DNI kan op basis van de evaluatie van een ontwerp- en/of onderzoekproces een onderbouwd advies uitbrengen DNI is in staat de prestatie van een bestaand product of proces te toetsen aan de geldende kwaliteitscriteria en hiermee een bijdrage te leveren aan een beheersysteem DNI is in staat om zowel op basis van inhoud als gedrag, te communiceren, evalueren en reflecteren DNI weet in een interdisciplinair samenwerkingsverband rekening te houden met interculturele verschillen, geldende normen en - waarden en ethiek x x x 14. DNI is in staat om (klant)relaties te ontwikkelen en te onderhouden x x x x x 1.2 Beschrijving van het opleidings- en tentamenprogramma De beschrijving van het opleidingsprogramma wordt verdeeld in twee delen. Het eerste deel beschrijft het reguliere programma en het tweede deel heeft betrekking op het verkort Pagina 48 van 98

49 programma. Het reguliere programma is opgebouwd op basis van 60 EC per jaar gedurende vier studiejaren. Het programma wordt verder onderverdeeld in de propedeuse - en de hoofdfase. Beiden worden in aparte paragrafen behandeld, respectievelijk paragraaf en Het tweede deel beschrijft de opbouw van het verkorte VWO-traject, dat wettelijk opgelegd in drie studiejaren moet kunnen worden doorlopen. Deze studenten doorlopen naast het reguliere programma een aanvullend programma van 20 EC per jaar, gedurende drie studiejaren. Het verkorte traject is dus gebaseerd op 80 EC per studiejaar. Het verkorte VWO-traject wordt nader toegelicht in paragraaf Propedeuse Binnen haar vierjarig curriculum biedt de opleiding een gemeenschappelijke propedeuse met de duur van 1 jaar aan. Deze propedeuse geeft de student een introductie in de grote wereld van engineering en geeft een gevoel voor de keuzerichtingen in de hoofdfase. Doelstellingen van de propedeuse zijn dan ook: - Prikkelend en motiverend - Mede stevig gericht op persoonlijke ontwikkeling - Selectief - Verwijzend Door leerjaar 1 deels thematische en deels per afstudeerrichting in te richten, worden deze doelstellingen optimaal bereikt. Door het gehele leerjaar 1 worden de leerlijnen Electrical Engineering, Mechanical Engineering, Industrial Engineering & Management, Energy Engineering en Healthcare Engineering aangeboden. Deze worden geflankeerd door een leerlijn de Professional Engineer, die een rode draad door de opleiding vormt en zeer sterk bijdraagt aan de ontwikkeling van persoonlijke, analytische en technische vaardigheden van een engineer. Op de volgende pagina is de credittabel van de propedeuse weergegeven. Bij de koppeling van een module/eenheid aan leerresultaten en competenties wordt verwezen naar de uitgebreide Pagina 49 van 98

50 leerstofomschrijving (ULO) van deze betreffende module/eenheid. Deze ULO s zijn te vinden op Blackboard onder de cursus Portaal Engineering. Op het einde van het eerste leerjaar moet iedere student voldoen aan de BAS (Bindend Afwijzend Studieadvies)-norm om door te mogen studeren aan de opleiding Engineering. Voor het leerjaar is deze norm door de Curriculumcommissie Engineering vastgesteld op 45 EC. Pagina 50 van 98

51 Pagina 51 van 98

52 Pagina 52 van 98

53 1.2.2 Hoofdfase Vanaf leerjaar 2 biedt de opleiding een 5-tal afstudeerrichtingen aan, waarbinnen de toekomstig engineer zich kan bekwamen. Deze afstudeerrichtingen zijn: Mechanical Engineering, Electrical Engineering, Energy Engineering, Industrial Engineering & Management en Healthcare Engineering. Gezien de doelstellingen van de opleiding Engineering, zal ook nu de leerlijn Professional Engineer een rode draad vormen, gecombineerd met een deel ondernemerschapsonderwijs (Jong Ondernemen). Deze leerlijn gaat aan de linkerzijde (bovenstaand plaatje) geflankeerd met verplichte afstudeerrichting specifieke onderwijsmodules en aan de rechterkant met een te kiezen thematische modules. Voor blok 1 & 2 zijn dit: Serious Gaming, Duurzaam Gebouwde Omgeving en Kunststoftechniek en voor blok 3 & 4 zijn dit: Health Experience, Continu Verbeteren en U vraagt, Wij draaien. Voor studenten die nog meer inkleuring willen geven aan hun opleiding Engineering biedt de opleiding een zogenaamd vrij profiel vanaf leerjaar 2. In overleg tussen student en SLB-er wordt dan een maatwerktraject opgesteld dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Curriculumcommissie van de opleiding. De student dient aantoonbaar 32 leerresultaatpunten en hiermee 20 competentiepunten te behalen gedurende de opleiding. Daarvan zijn tenminste alle 8 domeincompetenties op niveau 2. Keuze voor een afstudeerrichting dient uiterlijk eind blok 3 van het eerste leerjaar door de student te zijn aangegeven. Pagina 53 van 98

54 Afstudeerrichting: Afstudeerprofiel: Industrial Engineering & Management 1. Change Management & Sustainability 2. Smart Industries Electrical Engineering 1. Embedded systems 2. Automatisering Energy Engineering 1. - Mechanical Engineering 1. - Healthcare Engineering 1. - Tabel 4: Keuzemogelijkheden afstudeerrichting & profilering Op de volgende 4 pagina s is de credittabel van leerjaar 2 weergegeven. De tabel is opgedeeld in twee delen. Het eerste deel bevat alle afstudeerrichtingen die in leerjaar 2 (eerste 3 pagina s) beschikbaar zijn. Afhankelijk van de geselecteerde afstudeerrichting is alleen dat deel van de tabel van toepassing. Het tweede deel (laatste pagina) bevat de beschikbare thema s in leerjaar 2 waaruit een verplichte keuze gemaakt moet worden. Deze keuzemomenten vinden plaats in blok 1 en blok 3. Een thema loopt dus over twee blokken in totaal. Bij de koppeling van een module/eenheid aan leerresultaten en competenties wordt verwezen naar de uitgebreide leerstofomschrijving (ULO) van deze betreffende module/eenheid. Deze ULO s zijn te vinden op Blackboard onder de cursus Portaal Engineering. Pagina 54 van 98

55 Pagina 55 van 98

56 Pagina 56 van 98

57 Pagina 57 van 98

58 Pagina 58 van 98

59 Leerjaar 2 is hierboven beschreven. Leerjaar 3 begint bij de opleiding Engineering met een stage van twee blokken. Ten aanzien van het aanvangen van deze stage zijn er geen restricties opgelegd door de Curriculumcommissie voor het studiejaar Een aantal afstudeerrichtingen heeft nog een differentiatie in haar afstudeerprofiel. Dit betekent dat de student bij deze richtingen bij aanvang van leerjaar 3 nog een keuze moet maken uit twee varianten die worden aangeboden. In tabel 4 op pagina 16 zijn deze varianten overzichtelijk in beeld gebracht. Dit betekent dat een student van de afstudeerrichting Electrical Engineering en van de afstudeerrichting Industrial Engineering & Management een keuze moet maken uit de aangeboden profielen. Studenten uit de andere studierichtingen hoeven geen keuze te maken. Zij volgen het enige door hun afstudeerrichting aangeboden programma. Op de volgende pagina s (p23/24) is het programma voor het 3 e leerjaar kenbaar gemaakt. Pagina 59 van 98

60 Pagina 60 van 98

61 Pagina 61 van 98

62 1.2.3 Het verkorte VWO-traject Er geldt bij het verkorte traject een aanvullend programma van 20 EC per studiejaar. In drie jaar tijd kan een student dan één studiejaar extra (60 EC) aan EC s verkrijgen, waardoor de opleiding 3 jaar duurt in plaats van 4 jaar. Het verkorte VWO-traject bestaat ten aanzien van de Propedeuse uit het reguliere programma zoals dat in paragraaf is beschreven. Aanvullend aan dit programma moet de student dan de onderwijsonderdelen in de eerste tabel op pagina 25 voltooien. Ten aanzien van de hoofdfase geldt een soortgelijke indeling voor leerjaar 2. Dit aanvullende programma is terug te vinden in de 2 e tabel op pagina 26. Het derde leerjaar wijkt in opzet af van de eerste twee leerjaren. Studenten die het verkorte VWOtraject doorlopen, krijgen op basis van hun aanvullende programma in leerjaar 1 en leerjaar 2 een vrijstelling van de stage. Met het aanvullende programma is zeker gesteld dat deze studenten alle leerresultaten op niveau 2 hebben verkregen. Het programma van het 3 e leerjaar is terug te vinden op pagina 27. Studenten die deelnemen aan het verkorte VWO-traject mogen gaan afstuderen als zij in totaal minimaal 135 EC s uit het programma hebben behaald. Pagina 62 van 98

63 Pagina 63 van 98

64 Pagina 64 van 98

65 1.3 Evaluaties onderwijseenheden Engineering In de overlegstructuur is voorzien in een frequent overleg tussen de coördinator(en) (= voorzitter overleg) en de docenten die op dat moment betrokken zijn bij het onderwijs. Dit overleg heet het PDCA-overleg Engineering. Het biedt een platform om feedback en constructieve kritiek te geven en actiepunten aan te kaarten m.b.t. het lopende onderwijs. Tijdens dit overleg wordt er gelijk bekeken hoe dit wordt opgepakt. Het kan zijn dat er een directe aanpassing/actie/oplossing (korte termijn) nodig is, maar het kan ook zijn dat het in het verbeterplan voor het jaar erna (lange termijn) wordt opgenomen. Het is aan de betreffende coördinator om dit te beslissen. Daarnaast legt hij/zij het vast in het evaluatieverslag en verbeterplan, bewaakt hij/zij de voortgang van de in gang gezette acties en draagt hij/zij zorg voor de terugkoppeling aan de studenten. Naast het PDCA-overleg wordt elk blok het onderwijs van de opleiding Engineering systematisch door de studenten geëvalueerd. De eenheden die worden geëvalueerd zijn als volgt: Tabel 1 Te evalueren onderwijs'eenheden' Leerjaar Blok Eenheid Tussentijds e evaluatie/ei ndevaluatie Opstellen enquête Aanwezig bij klankbordgesprek (naast procesbegeleider) Verantwoordelijk voor evaluatieverslag en verbeterplan 1 4 Kernvakken: Mechanical Engineering Energy Engineering Electrical Engineering Business Engineering Healthcare Engineering Keuzethema Zorgrobotica keuzethema Glasfabriek 2 1 Afstudeerrichtingen + keuzethema s + Professional Engineer Eindevaluatie P-coörd. Themacoördinator Zorgrobotica + keuzethema Glasfabriek Tussentijdse evaluatie H-coörd H-coörd H-coörd Themacoördinator Smart Mobility 1 1 Thema Smart Mobility Tussentijdse evaluatie P-coörd. Themacoördinator Smart Mobility 1 2 Thema Smart Mobility Eindevaluatie P-coörd. Themacoördinator Smart Mobility 1 3 Kernvakken: Tussentijdse P-coörd. Themacoördinator Mechanical evaluatie Zorgrobotica/ Engineering Glasfabriek + Energy Engineering propedeusecoördinator Electrical Engineering Business Engineering Healthcare Engineering Keuzethema Zorgrobotica keuzethema Glasfabriek Propedeusecoördinator (kernvakken) Themacoördinator Zorgrobotica Themacoördinator Glasfabriek Pagina 65 van 98

66 2 2 Afstudeerrichtingen + keuzethema s + Professional Engineer 2 3 Afstudeerrichtingen + keuzethema s + Professional Engineer 2 4 Afstudeerrichtingen + keuzethema s + Professional Engineer Eindevaluatie H-coörd H-coörd Tussentijdse evaluatie H-coörd H-coörd H-coörd Eindevaluatie H-coörd H-coörd Deze evaluaties vinden plaats na afloop van het blok in de vorm van een enquête en aanvullende klankbordgesprekken. De enquêtes ter evaluatie van de onderwijseenheden van leerjaar 1 worden opgesteld door de propedeusecoördinator, de enquêtes ter evaluatie van de onderwijseenheden van leerjaar 2 worden opgesteld door de hoofdfasecoördinator. De enquêtes worden opgesteld op basis van input van de staf Engineering, de Curriculumcommissie en de betreffende vak- /themacoördinatoren en zijn ter evaluatie van de doelstellingen die er voor het betreffende onderwijs zijn geformuleerd. De enquête wordt door het bedrijfsbureau gedigitaliseerd en aan het einde van elk blok uitgezet. De resultaten ervan vormen de input voor de klankbordgesprekken. Deze klankbordgesprekken vinden plaats met een afvaardiging studenten. Het streven is om deze afvaardiging twee blokken gelijk te houden i.v.m. het algemene beeld over de twee blokken heen. Het klankbordgesprek wordt voorbereid, uitgevoerd en verwerkt door een procesbegeleider. Bij de klankbordgesprekken zijn daarnaast de coördinatoren van de betreffende onderwijseenheden aanwezig (zie bovenstaande tabel). Het verslag dat van het gesprek wordt gemaakt door de procesbegeleider wordt na afloop aan de betreffende coördinatoren gestuurd. De tijdens het semester uitgevoerde evaluaties (o.a. PDCA-overleg Engineering, blokenquêtes en klankbordgesprekken) worden door de betreffende coördinator (zie bovenstaande tabel) verzameld en vastgelegd in het evaluatieverslag. Op basis van deze evaluaties wordt een verbeterplan opgesteld, dat weergeeft welke verbeteringen reeds zijn doorgevoerd en wat wordt uitgevoerd in het studiejaar erna. Dit evaluatieverslag en verbeterplan, wordt na afloop van het semester afgerond en ter accordering voorgelegd aan de staf Engineering en de opleidingscommissie. Zodra het verbeterplan geaccordeerd is wordt het gepubliceerd voor docenten en studenten. Het verbeterplan wordt uiteraard in het studiejaar erna verder uitgevoerd. Pagina 66 van 98

67 Hoofdstuk 2 Tentamenregeling Onderstaand de regeling zoals die geldt op 1 juli Zou de regeling in de loop van het cursusjaar wijzigen, dan wordt dit tijdig kenbaar gemaakt. Inschrijven voor tentamens Je bent verplicht je in te schrijven voor alle deeltentamens en bijbehorende hertentamens van zowel de major als de opleidingsminoren; niet ingeschreven betekent dat je niet mag deelnemen. Inschrijven geschiedt via OSIRIS STUDENT. Als er zich problemen voordoen met inschrijven dien je dit binnen de inschrijftermijn te melden aan Bureau Onderwijs. Hoe je je moet inschrijven kan je terugvinden in de handleiding OSIRIS Student op Zuydnet. Via de mail ontvang je automatisch een bevestiging van je inschrijving(en). Let goed op dat je voor elk deeltentamen een aparte inschrijfbevestiging ontvangt. Is dit niet het geval, dan is er een verkeerde handeling gebeurd tijdens het inschrijven. Alle bevestigingen dien je te bewaren en op verzoek te kunnen tonen mocht hierom gevraagd worden. De inschrijfperiode voor de tentamens duurt twee weken; voor de hertentamens is dit korter, vaak maar 2 dagen. Als zich problemen voordoen met inschrijven binnen de inschrijftermijn dien je dit te melden aan Bureau Onderwijs. Indien je een probleem ontdekt omtrent het inschrijven na de inschrijftermijn, dien je dit te melden aan de Examencommissie Beta Sciences and Technology. Zij zal dan beoordelen of jij alsnog ingeschreven mag worden. De definitieve data, tijdstippen en lokalen van de (her-)tentamens worden na de verwerking van de inschrijvingen kenbaar gemaakt via de mail. Gedragsregels tijdens de tentamens 1. Je dient je aan de hieronder vermelde regels, aan de aanwijzingen van de surveillant én aan alle op het voorblad van het tentamen vermelde instructies te houden. 2. Wees op tijd. Minimaal vijf minuten vóór aanvang van het tentamen bij het lokaal. Na de aanvangstijd van het tentamen worden geen studenten meer toegelaten. 3. Bij het betreden van het lokaal controleert de surveillant je legitimatie en inschrijving. Indien akkoord komt er een vinkje achter je naam op de gele presentielijst. Je bent verplicht je te legitimeren. Dit is mogelijk d.m.v. een collegekaart, een origineel en geldig rijbewijs, een ID-kaart of een paspoort. Kun je je niet legitimeren dan zal je niet worden toegelaten tot het examen. 4. Je legitimatiebewijs dient bij aanvang van de toets zichtbaar voor de surveillant op je tafel te worden gelegd. 5. Jassen, tassen, hoofddeksels en zonnebrillen e.d. dienen vooraan het lokaal, lees buiten het bereik van de studenten, te worden achtergelaten. Naast schrijfgerei en tentamenoriginelen mogen enkel 67/98

68 de door de examinator toegestane hulpmiddelen aanwezig zijn. Mobiele telefoons en zakcomputers zijn niet toegestaan. Mobiele telefoons dienen uit te staan tot na het verlaten van het tentamenlokaal. 6. Gebruik van horloges en persoonlijke (digitale) datacommunicatiemiddelen (zoals piepers, smartwatches, Google glasses, e.d) is niet toegestaan. 7. Maak voor het uitwerken gebruik van de lege ruimtes op de tentamenoriginelen of op de bijgeleverde uitwerkbladen van de docent. Je mag dus geen eigen uitwerkpapier of kladpapier gebruiken, mits iets anders op de envelop staat aangegeven. 8. In computerlokalen is eten en drinken niet toegestaan. In overige lokalen is eten en drinken tijdens het tentamen doorgaans niet toegestaan. Uitzonderingen betreffen een tentamenduur die langer is dan 1,5 uur, bij hitte perioden in de zomer en bij aantoonbare medische indicatie. Drinkflesjes op de vloer plaatsen. 9. Na aanvang van het tentamen mag je het lokaal pas na een derde deel van de examenduur verlaten met een maximum van ½ uur. Niet eerder. 10. Na aanvang van het tentamen mag je het lokaal niet tussentijds verlaten. Toiletbezoek alleen bij uitzondering (incl. aantoonbare medische indicatie) en uitsluitend na toestemming (en onder begeleiding) van een surveillant dan wel een medewerker van BO. Telefoon e.d. moet dan altijd in lokaal worden achtergelaten 11. Tijdens het tentamen mogen geen vragen van inhoudelijke aard gesteld worden. 12. Uitwisseling van informatie en hulpmiddelen is verboden. Indien een student op enigerlei wijze de indruk wekt dit verbod te schenden (fraude), heeft de surveillant de plicht de student hierop aan te spreken en dit te melden bij Bureau Onderwijs. Tevens wordt hiervan een aantekening gemaakt op het opmerkingenformulier van de surveillant. 13. Als je klaar bent, lever je de tentamenbescheiden, voorzien van naam en studentnummer in bij de surveillant. Lever alles in. Bij het inleveren schrijft de surveillant het aantal ingeleverde uitwerkbladen op de gele presentielijst (kolom opmerkingen) en bij akkoord teken je de deelnemerslijst af met je paraaf of handtekening. De surveillant controleert op een juiste afhandeling. Ook als je geen enkele tentamenopdracht hebt gemaakt, dien je de tentamenbescheiden voorzien van naam en studentnummer in te leveren. In bijzondere gevallen waarin deze tentamenregels niet zijn voorzien, neemt de surveillant zelfstandig een beslissing, eventueel na overleg met Bureau Onderwijs. 68/98

69 Extra tentamenmoment Het extra tentamenmoment in augustus is alleen bestemd voor 4e jaars studenten. Deelname aan dit extra tentamen kent de volgende voorwaarden: - Er mag maximaal aan één deeltentamen worden deelgenomen, m.u.v. (onderdelen van) het afstuderen. - Moment van afname bij mondelinge (deel-)tentamens wordt in overleg met de examinator bepaald en kan dus afwijken van de in het jaarrooster aangegeven datum. - Bij het behalen van deze extra kans voor dit deeltentamen dient het afsluitend examen van de bachelor te zijn behaald. - De student heeft aan alle reguliere kansen voor het betreffende deeltentamen deelgenomen. De student dient een verzoek tot deelname in, middels een daarvoor bestemd formulier, bij de examencommissie BÈTA. 69/98

70 Hoofdstuk 3 Studieloopbaanbegeleiding Studieloopbaanbegeleiding is bij Zuyd onderdeel van elke opleiding. Het is alom bekend dat naast een goed curriculum, persoonlijke aandacht en duidelijke communicatie het meest gewaardeerd worden door studenten. Deze persoonlijke aandacht zorgt ook voor het binden en boeien van onze studenten. In dit kader is SLB bij de opleiding Engineering een onderdeel dat geboden wordt aan alle studenten. In samenhang hiermee wordt onder andere gebruik gemaakt van het puntenvolgsysteem Osiris, waarin de studiepuntenvoortgang voor studenten en docenten zichtbaar is. Met behulp van persoonlijke studieloopbaanbegeleiding kunnen studenten beter en sneller de juiste keuzes maken binnen hun (studie)loopbaan. Daarnaast zijn de communicatielijnen korter. 3.1 SLB Engineering algemeen Studieloopbaanbegeleiding staat voor persoonlijke aandacht en persoonlijke begeleiding van de student in de propedeuse. De student dient een goed beeld te krijgen van de beroepsprofielen en van het werkveld waartoe wij opleiden, zodat hij gericht en gemotiveerde keuzes kan maken binnen het curriculum, zoals de afstudeerrichting keuze. Daarnaast is het van belang dat de student een beeld krijgt van zichzelf, zijn functioneren, zijn leerproces, dat hij blijft nadenken over zijn eigen ontwikkeling. De taak van de SLB er ligt hierin dat hij de student persoonlijk motiveert en hiermee stuurt (sturing). Het is voor de opleiding dé grote uitdaging bij SLB datgene aan te bieden wat de student op bepaalde momenten nodig heeft of wenst (proces). Hierbij is bewust het besluit genomen om minder tijd te besteden aan SLB en meer tijd aan de vaardigheden van de Professional Engineer, die leiden tot meer zelfmanagement van de student. Het gaat er uiteindelijk om dat de student samen met een vaste SLB er (1 gedurende de propedeusefase en 1 in de hoofdfase) de rode draad van zijn ontwikkeling bewaakt, onderhoudt, bijstelt (meetinstrument voor de opleiding). SLB verschilt per fase van de opleiding van aard, nevendoelen en frequentie van contacten en verschilt per student. De SLB er spreekt met elke student persoonlijk en aangezien elke student andere problematieken met zich mee brengt, levert de SLB er maatwerk per student. 3.2 Doelen SLB Onderstaand worden de doelen van SLB geformuleerd. Betekenis aan het leren geven, binden en boeien SLB helpt studenten betekenis te geven aan hun studie en het toekomstige beroep. Door opdrachten uit diverse vakken en persoonlijke gesprekken met de SLB er krijgt de student inzicht in zijn mogelijkheden en zicht op wat voor een professional hij wilt worden. De student wordt geconfronteerd met vragen en dilemma s over studie en beroep, maar staat er niet alleen voor want hij kan een beroep doen op zijn SLB er. 70/98

71 Navigeren in het curriculum met persoonlijke aandacht voor de student Het fundament van het curriculum van de opleiding is het beroepsprofiel en de daarvan afgeleide competenties. De hoofdprofielen en vervolgens de uitstroomprofielen bieden de student navigatiemogelijkheden. Het navigeren doet de student gemotiveerd mede door de persoonlijke benadering van de SLB er. Voorbereiden op Life Long Learning In de maatschappij verouderen en veranderen kennis en kunde snel. Ook na de beroepsopleiding binnen onze hogeschool is het noodzakelijk dat de toekomstige beroepsbeoefenaar hierop blijft anticiperen door nieuwe kennis te verwerven en up-to-date te houden. SLB helpt de student bij deze ontwikkeling om gemaakte keuzes en planning vorm te geven en ze ook te checken op uitvoerbaarheid. Communicatiemiddel Ook bij de opleiding Engineering wilt de student gehoord en gezien worden. SLB is een communicatiemedium van de student richting opleiding en omgedraaid. Door de korte lijnen, de laagdrempeligheid om de SLB er te benaderen en de persoonlijke band kan de opleiding sneller en adequater kan inspelen op gewenste en ongewenste ontwikkelingen. 3.3 De gewenste SLB er De opleiding Engineering wilt studenten opleiden in een prettige sfeer met persoonlijke aandacht, waarbij de verwachtingen van de studenten waargemaakt moeten kunnen worden. Wat de student kan verwachten van de docenten en SLB ers dient helder en eenduidig gecommuniceerd te worden. Indien de verwachtingen van de student uitkomen, zal de student tevreden en gemotiveerd zijn en blijven. Dit betekent dat docenten en studenten open naar elkaar zijn, elkaar aanspreken op gedrag en verantwoordelijkheid nemen, op een wijze die getuigt van wederzijds respect (open communicatie) en begrip voor persoonlijke omstandigheden en individuele kwaliteiten. Dit betekent dat docenten en studenten beiden resultaatgericht te werk gaan. Er moet immers een goed en adequaat opgeleide student gevormd worden, een student die beschikt over de juiste competenties, kennis en vaardigheden, een student die de basis meekrijgt om een leven lang succesvol te zijn in zijn beroepsuitoefening in een domein waar zijn hart ligt. De SLB er is degene die de totale competentieontwikkeling van de student mee kan volgen middels een management informatie systeem (Osiris, Maius, portfolio) en de student persoonlijk begeleidt in het formuleren van de leerwensen en de studievoortgang. De SLB er in de propedeuse is degene die de student elk blok minimaal een keer spreekt middels een persoonlijk gesprek. De SLB er is degene die de student helpt als deze vragen heeft. De SLB er heeft een persoonlijke band met de student en onderhoudt deze. De SLB er heeft ook de taak om tijdig te signaleren als een student meer hulp 71/98

72 nodig heeft dan een SLB er kan geven. Hij moet tijdig doorverwijzen naar een expert of het decanaat. 3.4 Uitgangspunten SLB - Vanaf het allereerste begin is voor de studenten duidelijk dat zij bij het invullen van hun leeractiviteiten ook zelf verantwoordelijkheid dragen en keuzes kunnen maken. De SLB er helpt hen hierbij. - Kernactiviteiten binnen SLB voor zowel student als docent als SLB er zijn persoonlijke aandacht. - De SLB er begeleidt individueel. Als het mogelijk is blijven de studenten gedurende hun studie onder de hoede van 2 SLB ers, nl. een propedeusebegeleider gedurende de propedeusefase en een profielbegeleider voor de fase tot en met het afstuderen. Gezien de persoonlijke aandacht is het niet wenselijk dat de student meerdere SLB érs krijgt. - De SLB er voert een individueel gesprek met de student. - De SLB ers conformeren zich aan het gezamenlijke SLB programma Engineering. - Bij het uitvoeren van de SLB activiteiten zullen er marginale verschillen zijn omdat elke SLB er anders is en elke student anders is. o Jaar 1: intensieve begeleiding o Jaar 2: minimale begeleiding o Jaar 3: mentorraat o Jaar 4: gesprek op aanvraag van student (student in the lead ). - De SLB er beschikt over taakuren om de begeleiding uit te voeren. 3.5 Taken van de SLB er De SLB er: - zoekt mee naar oplossingen bij ontstane problemen, door de student gesignaleerde situaties; - is een vraagbaak voor studenten over de gang van zaken bij de opleiding; - geeft aan de individuele student ondersteuning bij de oriëntatie op het vervolg van de opleiding en het beroep; - adviseert de examencommissie t.a.v. beoordeling van de student, indien gevraagd. De taken m.b.t. de individuele student vinden plaats middels persoonlijke gesprekken. Daarnaast fungeert de SLB er als intermediair en communicatiemedium tussen student en organisatie. De student ontvangt voor SLB geen ec s. 3.6 Ondersteuning aan student Studiebegeleiding op niveau van de opleiding behelst meestal informatie over aspecten van de studie die rechtsreeks invloed hebben op de studievoortgang. Daarnaast heeft begeleiding regelmatig een probleem oplossend karakter, dus een curatieve aanpak, om verdere problemen c.q. studievertraging 72/98

73 te voorkomen. Tot op zekere hoogte kan dit de rol zijn van een docent of SLB er. Maar vaak gaat het om problemen die de SLB er te boven gaan. Zuyd Hogeschool onderscheidt 3 treden waarop dienstverleners opereren: - trede 1 speelt zich af binnen de opleiding, m.b.t. begeleiding van de student als onderdeel van het curriculum door een SLB er. Daarnaast heeft de opleiding Engineering in het kader van studeren met functiebeperking een expert ter beschikking, die ingezet kan worden in dit kader. - trede 2 staat voor dienstverlening van de decanen. De werkwijze van deze groep is sterk procedureel/probleem georiënteerd. Er lopen communicatielijnen tussen trede 1 en trede 2: de SLB er signaleert en verwijst door naar de decaan. - trede 3 staat voor dienstverlening door specialisten. Momenteel is vooral de dienstverlening voor studenten met psychosomatische problemen structureel geregeld. Er lopen communicatielijnen tussen trede 2 en trede 3. Communicatielijn van trede 1 en trede2: Er bestaat een direct contact tussen de SLB ers, de expert en de studentendecaan. Als de SLB er tegen problemen van een student aanloopt die hem te boven gaan, verwijst hij de student naar de expert of de decaan. De SLB er en expert en/of decaan zetten dan samen een traject uit om de student maatwerk te bieden in de begeleiding. Dit kunnen beperkingen c.q. problemen zijn van allerhande soorten: dyslexie, autisme, deficiëntie, problemen met de studiefinanciering, problemen met de taal en cultuur, etc. Extra begeleiding m.b.t. de studieloopbaan wordt verzorgd door de SLB er. Extra aandacht en zorg voor de studenten met een beperking c.q. probleem wordt geregeld door de expert en/of studentendecaan. Een andere situatie waarbij de SLB er de student doorverwijst naar de decaan is het geval waarbij de student dreigt een bindend negatief studieadvies te krijgen. Wat dit betreft kunnen de activiteiten van de studentendecaan als volgt kort samengevat worden: De studentendecaan: - staat alle tussentijdse schoolverlaters te woord - zoekt naar een passender opleiding - handelt het afbreken van het collegegeld af - neemt een exit - enquête af aan de vertrekkende student. 3.7 SLB in het curriculum van Engineering Omdat SLB een service is die studenten wordt aangeboden zijn aan SLB geen ec s verbonden. Daarom is SLB ingebed in het curriculum van de opleiding Engineering. In de propedeuse zijn de vakken gekoppeld aan de thema s. Dit wil zeggen dat de (meeste) vakken producten opleveren ten behoeve van de thema s. Daarnaast zijn er een aantal specifieke vakken uit 73/98

74 de leerlijn Professional Engineer die gericht zijn op projectmatig samenwerken, op communicatie, e.d. Bij deze vakken leren de studenten hoe ze kunnen samenwerken, studeren en leren, reflecteren, feedback geven en ontvangen, plannen, etc. In de thema s kan dit praktisch toegepast worden. Dit zijn allemaal vaardigheden die de student helpen bij het betekenis geven aan het leren, die bijdragen aan de vorming van een reflectieve beroepsbeoefenaar, die helpen bij het kiezen van weg in het curriculum. In het thema van het 1 e semester is de SLB-er ook de tutor van de groep, hierdoor ontstaat een goede band, een goede basis voor SLB-er met zijn studenten. De tutor/slb-er ziet zijn studenten elke week op een vast ingeroosterd tijdstip. Naast de tutor onderdelen kunnen er ook elke week SLB onderdelen besproken worden. In jaar 3 en 4 komt de student steeds meer in de the lead. De rol van de SLB is dan ook coachend. Er zijn geen verplichtingen meer richting SLB. De SLB er behoudt wel overzicht m.b.t. studievorderingen van de student o.a. t.b.v. afstuderen en diploma uitreiking. 74/98

75 75/98 Hoofdstuk 4 Jaarindeling

76 76/98 Deel 3 Bacheloropleiding Engineering Deeltijd

77 Hoofdstuk 1 Inhoud van programma en tentaminering 1.1 Doel van de opleiding De deeltijd opleiding heeft dezelfde eindkwalificaties als de voltijd opleiding. Het onderscheid met de voltijd zit in de wijze waarop de inhoud wordt aangeboden c.q. hoe de eindkwalificaties verworven kunnen worden. De deeltijd opleiding maakt onderdeel uit van de pilot in het kader van besluit experimenten flexibel hoger onderwijs (OC&W, 2015). Alvorens te mogen starten met de opleiding HBO Engineering in deeltijd gelden de wettelijke toelatingseisen en de volgende aanvullende toelatingseisen: - Intakeprocedure waarna in overleg met de student de individuele leerweg wordt uitgewerkt; - Vastlegging in een onderwijsovereenkomst die gesloten wordt tussen student en opleiding. Hfst 3 deel 1 Het profiel van het Domein Engineering omvat acht domeincompetenties: 1. Analyseren 2. Ontwerpen 3. Realiseren 4. Beheren 5. Managen 6. Adviseren 7. Onderzoeken 8. Professionaliseren Naast het eindniveau van een pas afgestudeerde bachelor (niveau II), zijn er nog een aantal lagere niveaus geformuleerd, namelijk 0, I en II, waarvan niveau 0 het pre-hbo-niveau is (ook wel instroomniveau genoemd). 77/98

78 Tabel 1: definitie van competentieniveau s In tabel 1 worden deze niveaus nader toegelicht. De volgende factoren zijn van invloed op deze niveaus: a. Omvang en complexiteit van de taak b. Complexiteit van de professionele situatie c. Mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid Als richtlijn geldt dat voor het bereiken van een niveau minimaal twee van de drie factoren dat niveau moeten hebben, bijv. de aard van de taak en de mate van zelfstandigheid. Voor elke opleiding die onderdeel uitmaakt van het domein Engineering is het minimumniveau van de acht domeincompetenties beschreven. De som van de acht competentieniveaus dient minimaal 18 te zijn. Daarnaast is bepaald dat een domeincompetentie niet weggelaten kan worden (minimum is niveau I). Voor de brede opleiding Engineering geldt dat het uitgangspunt dat het minimale niveau van elke competentie 2 is. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de opleiding om het competentieprofiel nader te bepalen, zodanig dat het totaal minimaal 18 punten omvat. De flexibele variant Engineering Deeltijd legt, in overeenstemming met de voltijdvariant, de veertien leeruitkomsten, zoals ze opleiding breed zijn geformuleerd, ten grondslag aan haar onderwijs. De opleiding kiest ervoor deze veertien leeruitkomsten te bundelen onder zeven rollen. Deze rollen zijn vrijwel identiek aan de competenties uit het landelijk opleidingsprofiel. Ze zijn tot stand gekomen in intensief overleg met vertegenwoordigers van het regionale werkveld. De zeven rollen zijn: 1. Analist 2. Ontwerper 3. Implementeerder 4. Manager/Beheerder 5. Adviseur 6. Verbeteraar 78/98

79 7. Professional Engineer1. In de flexibele variant zijn onder elke rol twee leeruitkomsten van de voltijdvariant gebundeld tot één leeruitkomst in een kernachtige formulering. Ten behoeve van de beoordelingen is per leeruitkomst een beperkt aantal criteria geformuleerd. Deze criteria zijn gerelateerd aan beroepshandelingen en bijbehorende bewijzen. De competentie realiseren is sterk verbonden met de implementeerder. Een implementeerder is namelijk wel een voorkomende functie in het werkveld en een realist als functiebeschrijving komt niet voor. Managen en Beheren is verder samengevoegd in één functie. Daarnaast komt het veelvuldig voor dat bestaande processen en/of producten worden verbeterd, vandaar de rol verbeteraar. In tabel 2 wordt weergegeven hoe de 7 rollen verbonden zijn met de 14 leeruitkomsten Leeruitkomst / Beroepshandeling # 1 De Ingenieur van de Toekomst (DIT) kan op basis van een vraagstelling een heldere probleemstelling en doelstelling(en) definiëren, rekening houdend met maatschappelijke -, bedrijfseconomische en/of vakgebied gerelateerde aspecten 2 DIT is in staat om vanuit een ( zelf gedefinieerde) probleemstelling een relevant programma van eisen te formuleren 3 DIT neemt verantwoordelijkheid voor het resultaat van een project. Hij weet het projectresultaat te transfereren in taken en (leer)doelen die hij vervolgens kan organiseren, (mede) realiseren en bijsturen 4 DIT is in staat een bestaande dienst, product of proces te modelleren, in het kader van de relevante aspecten vanuit de vraagstelling 5 Vanuit een maatschappelijke behoefte is DIT in staat om bestaande kennis te transfereren naar andere (nieuwe) toepassingen 6 DIT weet aan de hand van een programma van eisen een product of proces te ontwikkelen en te realiseren, rekening houdend met (al dan niet gestelde) randvoorwaarden en gebruik makend van de juiste ontwerphulpmiddelen Analist X Ontwerper Implementeerder Manager/ Beheerder X X X Adviseur Verbeteraar X X Professional Engineer Vertaling naar module Analist: wiskunde, statistiek en data analyse Ontwerper Implementeerder Verbeteraar Verbeteraar Ontwerper 1 Waaronder ook onderzoeken een belangrijke rol speelt. De landelijk kwalificatie onderzoeken komt verder onder vrijwel alle rollen terug. 79/98

80 Leeruitkomst / Beroepshandeling # 7 DIT kan, gebruik makend van de beschikbare materialen en (productie)middelen, een prototype/pilot realiseren en vervolgens ook valideren 8 DIT kan op een gestructureerde en passende manier informatie presenteren, waarbij hij de informatie weet te definiëren, interpreteren, onderbouwen én op basis daarvan conclusies te trekken 9 DIT kan op basis van de evaluatie van een ontwerpen/of onderzoekproces een onderbouwd advies uitbrengen 10 DIT is in staat de prestatie van een bestaand product of proces te toetsen aan de geldende kwaliteitscriteria en hiermee een bijdrage te leveren aan een beheersysteem 11 DIT is in staat om zowel op basis van inhoud als gedrag, te communiceren, evalueren en reflecteren Analist X Ontwerper Implementeerder X Manager/ Beheerder X Adviseur X Verbeteraar Professional Engineer X Vertaling naar module Implementeerder Analist: wiskunde, statistiek en data analyse Adviseur Manager/Beheerder Professional Engineer: Fundamentals Engineering 12 DIT kan zijn eigen ontwikkeling reguleren X Professional Engineer: Fundamentals Engineering 13 DIT weet in een interdisciplinair samenwerkingsverband rekening te houden met interculturele verschillen, geldende normen en - waarden en ethiek 14 DIT is in staat om (klant)relaties te ontwikkelen en te onderhouden Tabel 2: Verbinding tussen de 14 leerresultaten en de 7 rollen. X X Manager/Beheerder Adviseur Kenmerken van de opleiding De rollen kennen drie niveaus (I, II, III). Alle studenten realiseren alle rollen op niveau II. Het niveau III wordt gerealiseerd tijdens de afstudeerperiode. De flexibele deeltijdvariant Engineering komt, gerelateerd aan haar visie op beroepsbeoefening (en daarmee op de betekenis van de verschillende rollen) tot de volgende omvang van de leeruitkomsten: - Analist: niveau I = 15 EC, niveau 2 = 15 EC - Ontwerper: niveau I = 15 EC, niveau 2 = 15 EC 80/98

81 - Implementeerder: niveau I = 15 EC, niveau 2 = 15 EC - Manager/beheerder: niveau I = 15 EC, niveau 2 = 15 EC - Adviseur: niveau I = 15 EC, niveau 2 = 15 EC - Verbeteraar: niveau I = 15 EC, niveau 2 = 15 EC - Professional Engineer: niveau I = 15 EC, niveau 2 = 15 EC - Afstudeeropdracht 30 EC De complete flexibele deeltijdvariant Engineering bestaat daarmee in principe uit veertien beoordelingen en een beoordeling van de afstudeeropdracht: - Veertien beoordelingen van de zeven leeruitkomsten/rollen (van niveau I en van niveau II). Elke beoordeling heeft een omvang van 15 EC. - Eén beoordeling eindwerk (30 EC). Het examenprogramma omvat 240 EC s te behalen door het aantonen van 7 leeruitkomsten/rollen van 15 EC op niveau 1, 7 leeruitkomsten/rollen van 15 EC op niveau 2 en een aantal van 2 leeruitkomsten op niveau 3 tijdens het afstuderen; De toetsing is leerwegonafhankelijk; Het te behalen aantal EC s om de propedeuse af te ronden bedraagt 60 EC s. Dit betreft de eerst behaalde 4 rollen/leeruitkomsten op niveau 1. De opleiding geeft 12 maanden na inschrijving een Bindend Afwijzend Studieadvies (BAS) als de student op dat moment niet aan de norm van 45 behaalde EC s voldoet. Het afstudeerprogramma omvat 30 EC s waarin de integratie en toepassing van 2 leeruitkomsten integraal en onderzoekend op het hoogste niveau, niveau 3, worden aangetoond; Voor de start van het afstuderen moeten alle leeruitkomsten op niveau 2 afzonderlijk zijn afgesloten; Voor het volledige programma van de deeltijd bacheloropleiding Engineering geldt onderstaande visualisatie: 81/98

82 Modules zijn optionele leeractiviteiten die kunnen bijdrage aan het ontwikkelen van leeropbrengsten om leeruitkomsten aan te tonen. Modules worden in periodes van drie, zes of negen weken aangeboden en middels formatieve evaluatie afgerond. De tentaminering vindt plaats op leeruitkomsten niveau Leeractiviteiten vinden zoveel mogelijk plaats in een leergemeenschap of community en op de leerwerkplek. Binnen de deeltijd opleiding geldt het onderwijsconcept gebaseerd op een aantal dimensies: Dimensie Toelichting Flexibele inhoud Studenten volgen een individueel onderwijsprogramma. Dit onderwijsprogramma heeft tot doel om de gewenste competentieontwikkeling te ondersteunen. Het individuele programma kan bestaan uit modulair onderwijs, maar zeker ook uit andere leerwegen die tot eenzelfde competentieontwikkeling leiden. Daarbij valt te denken aan specifieke werkzaamheden of opdrachten op de werkvloer. Coaching Deelnemers ontvangen coaching ten aanzien van hun leerproces. Op basis het individuele competentieniveau ten opzichte van de gewenste competentieniveau, worden leeractiviteiten vastgelegd in een leerovereenkomst. Daarnaast bestaat de coaching uit het actief volgen van leerprestaties, studievoortgang en studieplanning. Maatwerk Op studentniveau is er sprake van individueel maatwerk. De studenten leren in hun eigen tempo. De student kan zelf kiezen welke en/of wanneer modules gevolgd worden. Onderwijsontwerp Toetsing Voor de modules geldt dat deze daar waar mogelijk als blended learning module worden aangeboden. Het de bedoeling te werken met authentieke taken; De volgtijdelijkheid van modules is tot een minimum beperkt; De leerinstructie, de werkvormen en de leermiddelen (onderwijsomgeving) zijn zodanig dat ze de deelnemer aanzetten tot het zelf sturen van het leerproces. De kern van het toetsprogramma bestaat uit leerwegonafhankelijke toetsing. De leeruitkomsten worden getoetst middels een portfolio en portfolioassessment. Vormen van flexibiliteit voor de pilots en experimenten Flexibilisering heeft tot doel het onderwijs meer aantrekkelijk te maken voor de vakbekwame professional. Hieronder worden een aantal vormen van flexibiliteit beschreven die in de pilots en experimenten centraal zullen staan. 1. Startmoment van een opleiding De opleiding biedt deeltijdstudenten vier startmomenten per jaar. Datum in deel 1 artikel De doorlooptijd van een opleiding 82/98

83 De nominale duur van een bachelor opleiding is 4 jaar. Voor deeltijdstudenten geldt dat zij werkervaring kunnen inbrengen en bijvoorbeeld kennis op basis van eerdere scholing waardoor zij leeruitkomsten in eigen tempo kunnen bewijzen. 3. Plaats- en tijdonafhankelijk Er wordt gebruik gemaakt van een digitale leeromgeving. Daarnaast wordt in het onderwijs gebruik gemaakt van blended learning. Dit biedt de mogelijkheid om deels plaats een tijdsonafhankelijk te leren. 4. Volgorde De opzet van het onderwijs is zodanig dat het voor studenten mogelijk is om binnen bepaalde kaders de volgorde van de leeractiviteiten zelf te bepalen. Het onderwijs volgt op deze manier zoveel mogelijk het natuurlijke arbeids- en leerproces, waardoor de student het geleerde binnen de onderwijssetting ook direct kan gebruiken op een werkplek en vice versa. De inrichting van de opleiding Toelatingseisen: wettelijke toelatingseisen zie artikel 3.1 t/m 3.5 deel 1 aangevuld met een intakeprocedure. Het bachelorexamenprogramma omvat 240 EC en bestaat uit een propedeuse examenprogramma (60 EC) en een post propedeutisch examenprogramma (180 EC). Propedeutische examenprogramma 60 EC behaald door het aantonen van leeruitkomsten o Richtinggevend: waarbij de student vrij kan kiezen uit 4 van de 7 geformuleerde leeruitkomsten op niveau 1. o Dwingend: de onderdelen Afstudeerprogramma en de vrije profileringsruimte kunnen niet gekozen worden in dit examenprogramma. Postpropedeutisch programma van 180 EC verdeeld naar 135 EC eenheden van leeruitkomsten 15 EC vrije profileringsruimte 30 EC afstudeerprogramma 83/98

84 1.2 Beschrijving van het opleidings- en tentamenprogramma Voor alle leeruitkomsten geldt: Het tentamen wordt afgenomen in de toetsvorm portfolio en portfolioassessment; Het tentamen vindt plaats in week 10 van de periode waarvoor de student zich heeft ingeschreven; Het hertentamen geldt alleen indien het tentamen niet met een minimaal voldoende is beoordeeld; Voor het hertentamen geldt dezelfde toetsvorm en criteria als voor het tentamen; Per beoordelingsmoment mogen maximaal 3 leeruitkomsten aangetoond worden; Per studiejaar mag van één herkansing per leeruitkomst gebruik gemaakt worden. Per leeruitkomst worden de volgende zaken in de OER vermeld: code van de leeruitkomst; naam van de leeruitkomst; omschrijving van de aan te tonen beroepshandeling; de tentamenvormen (toetsvorm); portfolio en portfolio assessment en de tentamenmomenten; het aantal ec dat de leeruitkomst omvat; De geldigheidsduur van de behaalde credits (ec) is in principe onbeperkt. Modules die kunnen bijdragen aan het aantonen van de leeruitkomst. ( zie art 4.9 ) Niveau en volgtijdelijkheid Cum laude criteria: Zie OER Engineering Deel 1: Artikel 7.1 lid 6 84/98

85 Leeruitkomst # EC CODE beroepshandelingen Modules Tentamenvorm Tentamenmoment Professional Engineer 1 15 H- ENGDT- PROF1-16 Fundamentals Industrial Engineering & Management: 1. Professionele gesprekspartner zijn vanwege begrip van bedrijfs- en organisatieprocessen en bijbehorende principes en begrippen. 2. Processen herkennen en in kaart brengen: a. Verschillende processoorten herkennen. b. Primaire, ondersteunende en bestuurlijke processen kunnen onderscheiden. c. Procesbeschrijving opstellen (inclusief juist gebruik symbolen). d. Analysemodellen gebruiken om processen te analyseren. e. Meten van processen en relevante parameters benoemen/herkennen (Efficiency, doorlooptijd, bezettingsgraad, voorraad). f. Probleemoplossingsmethoden (Ishikawa, 5WH2) herkennen en eventueel toepassen. g. De meest gebruikte processchema s herkennen (Flowchart, VSM, riverchart). 3. De bedrijfskundige prestatiegebieden kwaliteit, kosten, flexibiliteit en tijd in een Fundamentals Industrial Engineering & Management Fundamentals Electrical Engineering Fundamentals Mechanical Engineering Portfolio assessment middels GCI Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok 85/98

86 Leeruitkomst # EC CODE beroepshandelingen Modules Tentamenvorm Tentamenmoment bedrijf herkennen en kunnen toelichten aan de hand van voorbeelden. Fundamentals Electrical Engineering: 1. Gesprekspartner zijn vanwege herkenning van principes en begrippen 2. Voeren van een briefingsgesprek voor elektrotechnische vragen 3. Herkennen en mee beoordelen van aangedragen oplossingen 4. Zelfstandig eenvoudige elektrotechnische vraagstukken oplossen 5. Meedenken in elektrotechnisch ontwerp 6. Elementaire berekeningen kunnen maken en dit weten te interpreteren 7. Elektrotechnische schema s kunnen lezen en interpreteren 8. Het correct kunnen toepassen van een digitale multimeter in een elektrisch circuit. 9. Uitvoeren van een storingsanalyse (oorzaak, gevolg). Fundamentals Mechanical Engineering 1. Professionele gesprekspartner zijn vanwege herkenning en begrip van 86/98

87 Leeruitkomst # EC CODE beroepshandelingen Modules Tentamenvorm Tentamenmoment werktuigbouwkundige principes en begrippen; 2. Voeren van een briefingsgesprek voor werktuigbouwkundige vragen; 3. Herkennen en mee beoordelen van aangedragen oplossingen; 4. Zelfstandig eenvoudige werktuigbouwkundige vraagstukken oplossen; 5. Meedenken in werktuigbouwkundig ontwerp; 6. Basis berekeningshandelingen en grafische weergave interpreteren; 7. Werktuigkundige tekeningen lezen en interpreteren; 8. Meedenken in materiaalkeuze en productietechniek. Analist 1 15 H- ENGDT- ANAL Beschikken over voldoende wiskundige basiskennis en deze weten toe te passen. 2. Beschikken over voldoende statistische basiskennis en deze weten toe te passen. 3. In staat zijn om kwantitatieve en kwalitatieve methoden toe te passen om praktijkproblemen te analyseren en creatieve oplossingen te bieden en te onderbouwen Basiswiskunde Statistiek Data-analyse Portfolio assessment middels GCI Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok 87/98

88 Leeruitkomst # EC CODE beroepshandelingen Modules Tentamenvorm Tentamenmoment Beheerder / Beheerder / Manager 1 Manager 1 15 H- ENGDT- MABE1-16 Verbeteraar 1 15 H- ENGDT- VERB Stakeholdersanalyse kunnen uitvoeren in kader van het beheer voor een technische installatie 2. Randvoorwaarden en uitgangspunten voor uitvoeren van een Nulmeting met betrekking tot de toestand van de assets kunnen vaststellen 3. Bedrijfsdoelstellingen (inclusief wettelijke kaders) kunnen vertalen naar specifiek doelstellingen voor bet beheer van de assets. 4. Meerjaren onderhoudsplan opstellen in kader beheer van de assets 5. Globale analyse naar compliance assetmanagementsysteem met richtlijnen in NEN ISO en voorstellen doen ter verbetering 6. Het presenteren van bevindingen aan het publiek. 1. Het in de rol van trekker, (assistent- )projectleider of teamlid op gestructureerde (bijvoorbeeld PDCA/DMAIC) wijze uitvoeren van een verbeterproject op een (deel)proces 2. Het toepassen van passende tools/methodieken in iedere fase Verbeteraar 1 Portfolio assessment middels GCI Portfolio assessment middels GCI Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok 88/98

89 Leeruitkomst # EC CODE beroepshandelingen Modules Tentamenvorm Tentamenmoment 3. Het betrekken van stakeholders tijdens de uitvoering van het project 4. Het beargumenteren en kwantificeren van een meetbaar resultaat 5. Het presenteren van bevindingen aan publiek 6. Het vastleggen van het project in een projectdocument Ontwerper 1 15 H- ENGDT- ONTW Het (mede)opstellen en (deels) uitvoeren van een methodisch ontwerpplan. 2. Ontwerpcyclus beschrijven en doorlopen vanuit User Requirements, via functioneel ontwerp en technisch ontwerp naar realisatie. 3. Functionele ontwerpen van een installatie / apparatuur om meerdere wijze eenduidig kunnen vastleggen. 4. Ontwerpen aantoonbaar kunnen verifiëren t.o.v. eisen en normen wetgeving door middel van berekeningen en/of simulaties. 5. Verificatie / testplan kunnen opstellen en (mede) uitvoeren. 6. Aantoonbare bewaking projectvoortgang initiëren benodigde maatregelen om tot een succesvolle realisatie van het ontwerpplan te komen. Ontwerper 1 Portfolio assessment middels GCI Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok 89/98

90 Leeruitkomst # EC CODE beroepshandelingen Modules Tentamenvorm Tentamenmoment Implementee Implementeerder 1 rder 1 15 H- ENGDT- IMPL1-17 Adviseur 1 15 H- ENGDT- ADV Het kunnen uitvoeren van een implementatie van een aangepast of nieuw(e) product, dienst of (deel)proces 2. Het kunnen opstellen van een projectplan 3. Uitvoering kunnen geven aan en projectplan 4. Weet van toepassing zijnde normen en veiligheidsregels te achterhalen 5. Een probleem en/of storing op een systematische wijze kunnen achterhalen en oplossen 6. Het betrekken van stakeholders tijdens de uitvoering van de implementatie 7. Het vastleggen van de implementatie in een implementatieplan 1. Voeren van een professioneel advies gesprek (professionele communicatie), waarbij de behoefte van opdrachtgever verhelderd wordt. 2. De klant weten te overtuigen door zijn/haar advies professioneel te onderbouwen. 3. Schrijven van een helder advies, waarbij de adviseur laat zien dat hij/zij zich ingeleefd heeft in de positie van de klant (intern of extern). Adviseur 1 Portfolio assessment middels GCI Portfolio assessment middels GCI Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok 90/98

91 Leeruitkomst # EC CODE beroepshandelingen Modules Tentamenvorm Tentamenmoment Professional Engineer 2 15 H- ENGDT- PROF2-17 In bewerking In bewerking Portfolio assessment middels GCI Analist 2 15 In bewerking In bewerking Portfolio assessment middels GCI Beheerder / Manager 2 15 In bewerking In bewerking Portfolio assessment middels GCI Verbeteraar 2 15 In bewerking In bewerking Portfolio assessment middels GCI Ontwerper 2 15 In bewerking In bewerking Portfolio assessment middels GCI Implementee rder 2 15 In bewerking In bewerking Portfolio assessment middels GCI Adviseur 2 15 In bewerking In bewerking Portfolio assessment middels GCI Afstuderen: 2 leeruitkomst en op niveau 3 30 In bewerking In bewerking Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok Week 10 lopend blok en week 5 volgend blok 91/98

92 1.3 Evaluatie van het onderwijs De volgende evaluaties worden afgenomen: - schriftelijke enquêtes onder zittende studenten op rol en/of module niveau - mondelinge feedbackbijeenkomsten onder zittende studenten - werkveldbijeenkomsten waar rollen, leeruitkomsten, beroepshandelingen, beroepsproducten en beoordelingsmodellen worden besproken 92/98

93 Hoofdstuk 2 Tentamenregeling Onderstaand de regeling zoals die geldt op 1 juli Zou de regeling in de loop van het cursusjaar wijzigen, dan wordt dit tijdig kenbaar gemaakt. Alle leeruitkomsten worden beoordeeld middels een portfolio-assessment op basis van een criterium gericht interview. De uitslag wordt direct na het assessment bekendgemaakt en vastgelegd in Osiris. Een eventuele herkansing vindt plaats in week 5 van het volgende onderwijsblok. 93/98

94 Hoofdstuk 3 Studieloopbaanbegeleiding Intake en coaching zijn essentiële elementen van het flexibel onderwijs. Begeleiding vindt plaats in de vorm van specifieke en blended deeltijdondersteuning met voor iedere student een persoonlijke studiecoach. Het Zuyd e-portfolio wordt in het studietraject niet alleen gebruikt als assessment-tool maar wordt in het begeleidingstraject gebruikt als communicatiemiddel tussen student en studiecoach. Het intakeproces kent diverse stappen die in figuur 1 weergegeven staan. De wijze waarop de intake plaatsvindt en de rol van studiecoach tijdens het studietraject van de deeltijdstudent worden hieronder verder toegelicht. Figuur 1: Het intakeproces Intake Voorafgaand aan de intake is het advies aan de faculteiten om een oriënterend gesprek te houden met de aankomende student (gericht op studiekeuze). Iedereen die zich inschrijft voor een deeltijdstudie bij Zuyd Professional aanmeldt, neemt deel aan een (kosteloos) intake assessment. Dit assessment wordt door het NOA* uitgezet. Uit dit assessment komt een rapport voort dat een basis vormt waarover student en studiecoach in gesprek treden. De digitale intaketest De test brengt de geschiktheid van een aspirant student voor een hbo-opleiding in kaart (deze test wordt NIET gebruikt als toelatingstest). De NOA test overlapt de meeste 21+ testen. Het online assessment meet factoren die belangrijk zijn voor het succesvol doorlopen van een hbostudie: capaciteiten, persoonlijkheid, motivatie, opleidings- en beroepsbeeld, achtergrondkenmerken, competenties, interesses en leerstijl, taalvaardigheid. Het resulteert in een online - 94/98

95 automatisch gegenereerde rapportage (student- en coachvariant). In dit risicoprofiel worden zowel sterke kanten als minder sterke kanten van de student beschreven, alsook ontwikkeltips. Zuyd e-portfolio De student krijgt tevens toegang tot een persoonlijk portfolio. Na het invullen van de digitale NOAtest, maar vóór het intakegesprek, vult de student zijn portfolio met informatie die mogelijk van dienst kan zijn bij de keuze van zijn studietraject. Dit betreft zijn Curriculum Vitae, informele informatie over zichzelf, zijn werk en de motivatie ten aanzien van de opleiding. Vanaf de start van zijn studie plaatst de student alle materialen die kunnen bedragen aan het aantonen van de leeruitkomsten in zijn eigen portfolio. Ook de communicatie tussen studiecoach en student vindt in deze omgeving plaats. Daarom worden ook de afspraken tussen studiecoach en student door de student in het portfolio vastgelegd, te starten met de informatie uit het intakegesprek. Het intakegesprek en de onderwijsovereenkomst Het intakegesprek vindt plaats tussen student en studiecoach en bestaat uit drie onderdelen: de belangrijkste en meest opvallende resultaten uit de NOA-test worden besproken en waar nodig voorzien van afspraken die door de student worden opgenomen in het portfolio, het door de student ingevulde portfolio wordt samen bekeken. De onderwijsovereenkomst bestaat uit drie delen: - een te ondertekenen document tussen Zuyd Hogeschool en de student en twee bijlagen genaamd - de leerovereenkomst en - een verklaring relevante praktijkomgeving (indien van toepassing). Tijdens het intakegesprek worden de overeenkomst tussen Zuyd en student alsmede de verklaring van relevante praktijkomgeving (indien van toepassing) getekend. Het invullen van de leerovereenkomst vindt in een vervolggesprek plaats (zie volgende paragraaf). Het document benodigd bij het intakegesprek en de onderwijsovereenkomst zijn als bijlagen toegevoegd. De leerovereenkomst In een vervolggesprek ontwerpen de student en de studiecoach de leerovereenkomst. Aan het begin van elk studiejaar wordt in een leerovereenkomst de leerroute van de student vastgelegd. Een mogelijke leerroute kan pas worden samengesteld als de elders verworven competenties in kaart zijn gebracht. Per periode wordt aangegeven welke (delen van) leeruitkomsten de student wil behalen, welke modulen hieraan gekoppeld zijn en op welke wijze hij de leeruitkomsten gaat aantonen. Per periode kunnen in overleg met de studiecoach wijzigingen aan de leerovereenkomst worden doorgevoerd. De leerovereenkomst wordt door de student opgeslagen in het Zuyd eportfolio. 95/98

96 Coaching Zoals eerder beschreven is coaching essentieel voor het flexibel onderwijs. De belangrijkste doelen van coaching zijn het begeleiden van de student bij zijn studievoortgang en bij zijn professionele ontwikkeling. Iedere student krijgt een eigen studiecoach. De studiecoach ondersteunt keuzes met betrekking tot studieroutes, studietempo, studievaardigheden, loopbaanontwikkeling, professionele ontwikkeling en de combinatie werk, studie en privé. De studiecoach begeleidt de student van de intake tot het einde van studie aansluitend bij de ondersteuningsbehoefte van de student. De studiecoach voert bij de start van het studietraject met de student een intakegesprek om samen tot een leerovereenkomst te komen. Deze leerovereenkomst kan, na overleg, per periode herzien worden. Verder worden er afspraken gemaakt en vastgelegd over het begeleidingstraject om de verwachtingen naar elkaar toe te verduidelijken. Zowel als het gaat over de verwachtingen met betrekking tot online begeleiding en face-to-face begeleiding als wanneer het gaat over procesmatige begeleiding in de ontwikkeling van de student. De studiecoach communiceert op regelmatige basis om op de hoogte te blijven van de ontwikkeling van de student. Hierbij denkt de studiecoach met de student mee over de wijze waarop de student de leeruitkomsten wil/ kan behalen. Ook kan de studiecoach geraadpleegd worden wanneer de student op zoek is naar relevante praktijkervaring c.q. een relevante praktijkomgeving. Het begeleiden van de student verloopt primair online (waar het kan) en secundair face-to-face (waar het moet); de verdeling van deze blend kan faculteitsafhankelijk zijn. Hiertoe is het van belang dat de studiecoach naast de standaard coaching vaardigheden ook beschikt over e-coaching vaardigheden. De online communicatie tussen studiecoach en student verloopt via het Zuyd e- Portfolio. De studiecoach medieert (b.v. wanneer er tijdens het volgen van een module vragen ontstaan bij de module-docent en/ of de student) en verwijst waar nodig door. De studiecoach is niet per definitie een inhoudsdeskundige. Indien hij dit wel is moet hij ervoor waken niet te vervallen in de rol van inhoudsadviseur. Bij uitzondering (en op verzoek van de student) neemt de studiecoach een adviserende rol in. Het begeleidingsproces tussen studiecoach en student wordt weergegeven in figuur 2. 96/98

97 Figuur 2: de rol van de coach (paars) tijdens een module *NOA (maart 2016) is een psychologisch advies- en onderzoeksbureau dat nauw samenwerkt met de afdeling Sociale- & Organisatiepsychologie van de Vrije Universiteit te Amsterdam. NOA is ISO 9001:2008 gecertificeerd. NOA beschikt over wetenschappelijk onderbouwde psychologische instrumenten die een efficiënt hulpmiddel zijn om beslissingen bij in-, door- en uitstroom in onderwijs en werk te objectiveren en te onderbouwen. 97/98

98 98/98 Hoofdstuk 4 Jaarindeling