Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 19 januari en 16 februari 2011

Transcriptie

1 Zaaknr. : 10.ZK42907 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT14778 Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 19 januari en 16 februari 2011 Aanvang : uur Plaats : Complex Bouvigne, kapel Voorzitter : J. Vos Portefeuillehouder Onderwerp Opmerkingen 1. Opening Mondeling Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming 1.a. Vos, J. Brand Moerdijk Extra agendapunt op verzoek van de fracties Algemene waterschapspartij en Water Natuurlijk. Ter toelichting zijn bijgevoegd: Schriftelijke vragen fractie van de PvdA Gezamenlijke schriftelijke vragen fractie Algemene Waterschapspartij en Water Natuurlijk Besproken in de AB-vergadering van 19 januari IN IN Notulen* en besluitenlijst Notulen en besluitenlijst (inclusief actie- en toezeggingenlijst) van de vergadering van het algemeen bestuur van 19 januari 2011 Besluit: het algemeen bestuur stelt de notulen van 19 januari 2011 en de besluitenlijst vast. 11IT001237, 11IT000981, 11IT en 11IT Nota s ter besluitvorming 3.a. Vos, J. Aanpassing Gemeenschappelijke Regeling Aquon Zeven waterschappen hebben besloten om te komen tot één laboratoriumorganisatie: gemeenschappelijke Regeling AQUON Waterschap Rivierenland en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden willen nu ook toetreden tot deze regeling. Hiervoor is instemming vereist van de besturen van de huidige deelnemers. Tevens moet hiervoor de GR AQUON 2009 worden gewijzigd. Het AB moet zowel voor de toetreding als de wijziging toestemming geven aan het DB. Besloten in de AB-vergadering van 19 januari IT b. Vos, J. Protocol Zuidwestelijke Delta Het ontwerp-protocol Zuidwestelijke Delta geeft de afspraken weer tussen rijk en regio over uitvoering van het uitvoeringsprogramma als geheel, de voorbereiding van besluitvorming over het Volkerak-Zoommeer en de alternatieve zoetwatervoorziening, opdrachtverlening aan de programmaorganisatie in de zuidwestelijke delta en uitvoering van quick wins (dit zijn op korte termijn uitvoerbare projecten met maatschappelijke meerwaarde die bijdragen aan doelen van 10IT Uitvoeringsprogr. ZWD UT (conceptbrief)

2 Portefeuillehouder Onderwerp het uitvoeringsprogramma). Het algemeen bestuur wordt geadviseerd in te stemmen met ondertekening van het protocol, nadat hierover overeenstemming is bereikt met het rijk. Besluit: Het AB stemt in met de ambities (lees: opgaven en prioriteiten) en afspraken van het ontwerp-protocol Zuidwestelijke Delta en geeft het DB toestemming om het protocol te ondertekenen, nadat hierover overeenstemming is bereikt met het rijk. Opmerkingen 3.c. Schots, Th. Aanvraag uitvoeringskrediet project 771, 5 e influent-rooster rwzi Bath Op de rwzi Bath staat een roostervuilverwijderingsinstallatie die de grove delen uit het afvalwater verwijdert. Sinds 2001 zijn er vier stuks stappenroosters opgesteld, die tezamen de maximale regenwateraanvoer moeten kunnen verwerken. Er is geen reservestelling. In de praktijk blijkt dat de verwerkingscapaciteit van de vier roosters nauwelijks voldoende is en de roosters met name door het slechte onderdekse milieu veel onderhoud behoeven. Daardoor worden de vier bestaande roosters regelmatig gebypassed waardoor ongeroosterd influent in de zuivering komt. Door plaatsing van een 5 e rooster in de beschikbare vrije 5 e goot wordt aan deze situatie een eind gemaakt. Besloten in de AB-vergadering van 19 januari IT d. Dielissen, A. Aanvraag uitvoeringskrediet ten behoeve van inrichtingsplan Weerijs-Zuid Het inrichtingsplan Weerijs-Zuid en de bijbehorende nota van zienswijzen zijn op 12 oktober 2010 door Gedeputeerden Staten (GS) vastgesteld. Het plan is opgesteld volgens de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg); de provincie (GS) is in dat verband het bevoegde gezag. De Bestuurscommissie Weerijs- Zuid (BC) heeft in opdracht van GS- het plan gemaakt. Het plangebied heeft betrekking op het buitengebied rondom Rijsbergen, gemeente Zundert. In de BC zijn diverse maatschappelijke organisaties en regionale overheden bestuurlijk vertegenwoordigd, waaronder het waterschap. Het betreft een integraal plan, dat invulling geeft aan de reconstructiedoelstellingen voor het plangebied. Concreet betreft het doelen op het gebied van water en bodem, natuur, landschap en cultuurhistorie en op het gebied van de agrarische bedrijvigheid. Specifiek voor water gaat het over doelrealisaties op het gebied van Ecologische Verbindingszones, waterberging, verdrogingsbestrijding en beekherstel. De totale uitvoering van het inrichtingsplan is begroot op ruim 25 miljoen. Voor het waterschap is de totale bruto investering geraamd op 10 miljoen, hiervan heeft het AB in juli miljoen beschikbaar gesteld. Het AB wordt nu gevraagd om het resterende investeringsbedrag ( 9 miljoen) beschikbaar te stellen voor de uitvoering van het plan, specifiek voor de realisatie van de waterdoelen. Het betreft een bruto investeringsbedrag; de netto-bijdrage wordt geraamd op 7,2 miljoen. Besluit: het algemeen bestuur neemt kennis van het vastgestelde inrichtingsplan Weerijs-Zuid, specifiek van de waterdoelen die met dit plan beoogd worden en stelt een krediet van 9 miljoen beschikbaar voor de uivoering van deze waterdoelen. 10IT * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -2-

3 Portefeuille- Onderwerp houder 3.e. Vos, J. Aanvraag uitvoeringskrediet voorfinanciering bestrijding calamiteit Chemie-Pack Moerdijk Het waterschap heeft maatregelen genomen om de gevolgen van de brand bij Chemie-Pack te bestrijden. Het verontreinigde water, oevers en waterbodem zijn verwijderd en opgeslagen en moeten worden verwerkt. De totale kosten voor het waterschap worden geraamd in een bandbreedte tussen de 11 en 16 miljoen. Besluit: Het AB stemt in met het toekennen van een krediet van 16 miljoen voor de voorfinanciering van maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van de calamiteit bij Chemie Pack te bestrijden. Opmerkingen 11IT001578, 11IT en 11IT Mededelingen (te behandelen op 16 februari 2011) 4.a. Vos, J. Planstudie waterberging Volkerak-Zoommeer 10IT b. Vos, J. Herschikking portefeuilles en vertegenwoordiging externe gremia 10IT c. Coppens, C. Inzicht in kosten technische maatregelen peilbesluiten Ingetrokken 4.d. Coppens, C. Concept verslag commissie watersystemen 19 november 2010 Besluit: het algemeen bestuur neemt de mededelingen voor kennisgeving aan. 5. Ingekomen stukken (te behandelen op 16 februari 2011) 5.a. Vos, J. Brief fractie Algemene Waterschapspartij Aanwezigheid ambtenaren bij de vergadering van het algemeen bestuur en antwoord DB 5.b. Dielissen, A. Schriftelijke vragen fractie Water Natuurlijk aan dagelijks bestuur over waterbergingscapaciteit Markdal en Mark en antwoord dagelijks bestuur 5.c. Coppens, C. Brief Partij voor De Dieren Vragen met betrekking tot riooloverstorten en antwoord DB 5.d. Schots, Th. Brief rekenkamercommissie waterschap Brabantse Delta het gekozen onderzoeksbureau en onderzoeksopdracht van de rekenkamercommissie 10IT IN en 10UT IT014230, 10UT en 10IT IN en 10UT IN e. Vos, J. Brief adviesgroep Borm & Huijgens inzake Ontwerp Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta en brief DB 5.f. Vos, J. Vragen Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne inzake actielijst en antwoord DB Besluit: het algemeen bestuur neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan 11IN002041, 11IN002040, 11IN en 11UT IN en 11UT * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -3-

4 Portefeuille- Onderwerp houder 6. Stand van zaken Actie Storm Opmerkingen 6.a. Bestuursakkoord Zie ook aanbiedingsbrief 7. Rondvraag 8. Sluiting Breda, 9 februari 2011 * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -4-

5 Bijlage bij agendapunt 3b CONCEPTBRIEF Stuurgroep Zuidwestelijke Delta Postbus KA MIDDELBURG 4330KA5014 Uw schrijven van : 3 november 2010 Uw kenmerk : Zaaknummer : 10.ZK39227 Ons kenmerk : 11UT Barcode : *11UT001034* Behandeld door : de heer V. Witter Doorkiesnummer : Datum : 7 februari 2011 Verzenddatum : 17 februari 2011 Onderwerp: Protocol Zuidwestelijke Delta Geachte mevrouw Dwarshuis Van de Beek, Op 28 oktober 2010 heeft de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta vastgesteld. Als vervolgstap hierop is een concept Protocol Zuidwestelijke Delta opgesteld. De stuurgroep heeft gevraagd om de tekst van dit protocol voor te leggen aan het algemeen bestuur van het waterschap. Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta heeft op 16 februari 2011 ingestemd met de ambities en afspraken van het ontwerp - Protocol en heeft aan het dagelijks bestuur toestemming gegeven het protocol te ondertekenen wanneer hierover overeenstemming is met het rijk. Daarbij hecht het bestuur eraan een opmerking maken over de passage onder B.: Volkerak-Zoommeer en Zoetwatervoorziening, punt 2 (p.17). In deze passage wordt gesproken over alternatieve maatregelen voor instandhouding van het huidige zoetwatervoorzieningenniveau. Eerder hebben wij aangegeven dat het Rijk verantwoordelijk zou moeten zijn voor het zoetwatervraagstuk in de zuidwestelijke delta. Die verantwoordelijkheid betekent ook een volledige financiële garantie voor compensatie van het huidige niveau van de zoetwatervoorziening. Dit uitgangspunt wil het bestuur graag nogmaals benadrukken. Dit betekent ook dat het ondertekenen van het protocol Zuidwestelijke Delta op dit punt geen financiële toezegging vanuit het waterschap inhoudt. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

6

7 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 11.ZK00181 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Onderwerp : verzoek om krediet bestrijding calamiteit Chemie-Pack Sector en afdeling : middelen, afdeling juridische zaken & vastgoed Datum behandeling : 16 februari 2011 Agendapunt : 3e Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : - toetsingslijst - besluit Aan het algemeen bestuur Aanleiding De brand bij Chemie-Pack op 5 en 6 januari 2011 heeft geleid tot een ernstige verontreiniging van oppervlaktewaterlichamen op het industrieterrein Moerdijk. In de loop van donderdag 6 januari werd duidelijk dat Chemie-Pack de verontreiniging zelf niet ging verwijderen. Het waterschap heeft dit ter hand genomen onder toepassing van spoedeisende bestuursdwang. Het verontreinigde water, de oevers en waterbodem zijn in opdracht van het waterschap door Wilchem B.V. verwijderd en opgeslagen. De volgende stap is het verwerken van het water en de grond. Context Het waterschap bouwt calamiteitenreserves op als buffer voor verschillende financiële tegenvallers, die niet verhaald kunnen worden op derden. Daarmee kan het waterschap snel en accuraat handelen ten tijde van calamiteiten zonder ingrijpende gevolgen voor de stabiele tariefontwikkeling. In het geval van de calamiteit Chemie-Pack wordt geen gebruik gemaakt van de calamiteitenreserve, aangezien het waterschap van mening is dat de schoonmaakkosten uiteindelijk verhaald moeten worden op Chemie-Pack vanwege het principe de vervuiler betaalt. In deze tabel zijn ramingen opgenomen van de totaal te maken kosten. Deze zijn door het waterschap zelf of in opdracht van het waterschap gemaakt. raming kosten opmerkingen inclusief BTW Bestrijdings-, opruimingsen analysekosten Analysekosten moeten nog worden gemaakt. De bestrijdings- en opruimingskosten zijn al gemaakt. Opslagkosten Hierin zitten al gemaakte kosten van opslag en een raming voor nog te maken opslagkosten. Verwerkingskosten Verwerkingskosten moeten nog worden gemaakt. Gebaseerd op verwerkingskosten van 70 per m 3 Totaal Het waterschap zal samen met de andere betrokken overheden zijn uiterste best doen om de rekening bij de vervuiler neer te leggen. Uitgangspunt hierbij is dat het niet redelijk is om burgers en bedrijven in West- en Midden-Brabant te vragen deze grote extra lasten op zich te nemen. Aan Chemie-Pack is in de bestuursdwangbeschikking gemeld dat de kosten bij het bedrijf zullen worden neergelegd. Ook is beslag gelegd op aan Chemie-Pack uit te keren verzekeringsgelden. Mocht niet alles te verhalen zijn dan vragen de regionale partijen aan het Rijk om bij te springen. De eerste contacten zijn hiervoor al in Den Haag gelegd. Bestuurlijke besluitvorming Tijdens de vergadering van 19 januari is het algemeen bestuur op de hoogte gesteld van de maatregelen die door het waterschap zijn genomen en is een grove inschatting gegeven van de daarbij behorende kosten.. Gegeven de onzekerheid omtrent de uiteindelijke hoogte van de kosten, zoals onder de paragraaf strategie is aangegeven, wordt in dit voorstel uitgegaan van een totaal kostenniveau van 16 miljoen. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

8 Vraagstelling Kent het algemeen bestuur een krediet van 16 miljoen toe voor de voorfinanciering van maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van de calamiteit bij Chemie Pack te bestrijden? Strategie Wilchem B.V., een hierin gespecialiseerd bedrijf, zoekt in opdracht van het waterschap naar bedrijven, die binnen vigerende regels en beschikbare vergunningen in staat zijn de verwerking op zich te nemen. Belangrijke gunningscriteria zijn kosten van transport, kosten van verwerking en duur van verwerking (in verband met opslagkosten). Bij de geraamde kosten voor de verwerking wordt rekening gehouden met de volgende belangrijke aannames: - De verwerking wordt voorlopig geraamd op ongeveer per m 3. Dit is een gemiddelde kostprijs voor de op dit moment indicatief bekende vervuilingswaarden. De uiteindelijke verwerkingsprijs is afhankelijk van de definitief vastgestelde water- en grondkwaliteit en de verwerkingsmethode. Als het technologisch niet mogelijk is om het water en de grond door normale behandeling te zuiveren, blijft slechts indampen of verbranden over. Dat verhoogt de kosten aanzienlijk tot 200 à 300 per m 3. Verwerking kost dan 8,2 à 12,3 miljoen. - De opslag duurt in totaal niet langer dan 100 dagen. Op 16 februari, de behandeling in het algemeen bestuur, zijn ongeveer 40 dagen verstreken. De verwachting is dat de verwerking snel daarna ter hand kan worden genomen. Aangezien echter op dit moment offertes worden aangevraagd, is nog niet duidelijk of de resterende dagen voldoende zijn voor de verwerking. - Er is geen sprake van transportkosten. Op dit moment vindt opslag plaats op het terrein van Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. (ATM) of in schepen nabij ATM. Één scheepslading is opgeslagen in Sluiskil (Zeeland). ATM is een afvalstoffenverwerker die met een gedoogbeschikking van de provincie het water en de grond zou kunnen verwerken. De aannames en andere onzekerheden kunnen de uiteindelijke kosten aanzienlijk beïnvloeden. Verwacht wordt dat door goede begeleiding, scherpe onderhandelingen en een kritisch oog voor (gedeclareerde) kosten, de totale kosten binnen een bandbreedte van 11 en 16 miljoen kunnen worden gehouden. Beoordeling Financiële gevolgen Voor de voorfinanciering door het waterschap moet een krediet beschikbaar worden gesteld. De kosten komen ten laste van Deze kosten zullen worden verhaald op de veroorzaker. Mocht niet alles te verhalen zijn dan vragen de regionale partijen aan het Rijk om bij te springen. De eerste contacten zijn hiervoor al in Den Haag gelegd Mocht dit niet lukken dan zullen deze kosten in 2012, of geleidelijk moeten worden verhaald op de belastingbetalers in West-Brabant. Indien deze extra kosten volledig in 2012 in rekening worden gebracht, zullen de lasten in 2012 met 35% stijgen. Het alternatief om dit geleidelijk te laten gebeuren in de jaren 2012 tot en met 2015, betekent een lastenverhoging voor 2012 van 9%. In de toetsingslijst zijn de effecten van beide opties voor de verschillende categorieën uitgewerkt. Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen niet van toepassing Overig niet van toepassing -2-

9 Communicatieparagraaf Over het besluit vindt externe communicatie plaats met rijksoverheid, regionale partners en media. De interne communicatie vindt plaats met betrokken medewerkers via Waterweb. Advies Het AB stemt in met het toekennen van een krediet van 16 miljoen voor de voorfinanciering van maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van de calamiteit bij Chemie-Pack te bestrijden. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -3-

10

11 TOETSINGSLIJST VOORFINANCIERING Nummer : *11IT001915* Barcode : *11IT001915* Projectnr.: 6103 Projectnaam: Calamiteit Chemiepack Moerdijk Beheerproduct: 3610 Calamiteitenbestrijding watersystemen Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW. Op dit moment wordt er van uitgegaan dat de kosten niet ten laste van het waterschap zullen komen en derhalve worden gedekt door derden. Onderstaande geeft een beeld van het effect voor de tarieven indien het waterschap deze kosten niet zou kunnen verhalen Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: 100% watersysteembeheer 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen 2011 n.v.t. voorkomen milieubezwaar conform aanbestedingsbeleid A. Meuleman , ,- n.v.t. 4,5 % n.v.t. Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (f t/m i): k. effect op de heffing: % aandeel tarief 2012 % stijging tarief t.o.v. kadernota 2010 Onderstaand is ter indicatie het effect op de heffing aangegeven indien de lasten niet op derden worden verhaald maar de lasten voor rekening zouden komen van het waterschap. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t n.v.t. n.v.t.

12 Lasten volledig worden in 2012 terug betaald via de heffing effect op de heffing: % aandeel tarief 2012 % stijging tarief t.o.v. kadernota 2010 tariefstijging per categorie Lasten worden in 2012 tm 2015 terug betaald via de heffing watersysteembeheer 35% watersysteembeheer; stijging 35% ingezetenen 15,54 gebouwd 0,23 natuur 0,64 openb.wegen 26,09 ov.ongebouwd 13,05 effect op de heffing: % aandeel tarief 2012 % stijging tarief t.o.v. kadernota 2010 tariefstijging per categorie watersysteembeheer 9% watersysteembeheer; stijging 9% ingezetenen 3,89 gebouwd 0,06 natuur 0,16 openb.wegen 6,52 ov.ongebouwd 3,26 l. te ramen netto lasten voor 2011: n.v.t. m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten: Op dit moment wordt er van uitgegaan dat de kosten niet ten laste van het waterschap zullen komen en derhalve worden gedekt door derden. Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Deze kosten zijn niet opgenomen in de meerjarenraming. Besluitvorming Het betreft een aanvraag voor een krediet ter bestrijding van de kosten samenhangend met de calamiteit Moerdijk, die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het algemeen bestuur. -2-

13 BEGROTINGSWIJZIGING 2011 nummer 1 Nummer : 11IT Barcode : 11IT BESLUITNUMMER: Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta; De begroting voor het dienstjaar 2011 te wijzigen: B E S L U I T : Omschrijving Bedrag voor wijziging Bedrag van de verhoging Bedrag na wijziging A. Wijziging per programma 3000 inrichting en onderhoud watersystemen B Dekking wijziging Verhaal van kosten op derden Totaal Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 16 februari De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

14

15 C O N C E P T Agendapunt 4d Zaaknr. : 10.ZK01027 Kenmerk : 10IT Barcode : *10IT013485* Verslag van Overleg Commissie Watersystemen op 19 november 2010 Plaats : zaal 1 Aanwezig : J. van der Aa, P. Aertsen, C. Coppens, A. Meuleman, A. Van Laerhoven, J. van Riet, W. Spierings (plv. A. Wijnen), B. van der Veer Afwezig : Met kennisgeving: P. van de Berg, M. Hage, F. van Noord, A. Wijnen Notulist : Kiek van den Brule Kopie aan : Aan- en afwezigen, archief, A. Merks (vastgestelde notulen) en E. Pompe (vastgestelde notulen) Onderwerp Actie door 1. Opening 2. Mededelingen Punt 5 vorig verslag: De discussie gaat over het verhogen van peilen in natuurgebieden waar nog restpercelen in agrarisch gebruik zijn. Dit naar aanleiding van de discussie in het Algemeen Bestuur op 10 november 2010 over de nog vast te stellen peilbesluiten (besluitvorming 8 december 2010). De heren van Riet en Aertsen betogen dat peilverhoging en daarmee vernatting van deze agrarische percelen mogelijk dient te zijn vanwege het grote maatschappelijke belang en mogelijke desinvestering in natuurherstel. De heer Coppens geeft aan dat conform het huidige waterschapsbeleid en de door het Algemeen Bestuur vastgestelde Handleiding voor het opstellen van peilbesluiten er geen mogelijkheid is om hieraan tegemoet te komen zonder wijziging van het beleid. Wel geeft de heer Coppens aan dat het DB zich wil inspannen voor die situaties waar reeds een onteigeningsprocedure is gestart. Om vernatting te versnellen zou het waterschap in overleg kunnen gaan met de eigenaar om tot een overeenkomst te komen. Men zal dan voor de beperkte tijd een schadevergoedingsregeling (vanwege de vernatting) proberen te regelen. De heer Van der Veer vraagt hoe andere waterschappen hier mee omgaan. De heer Meuleman geeft aan dat de Brabantse waterschappen hetzelfde beleid hanteren. Voorgesteld wordt om tijdens de volgende vergadering te bespreken wat we nu als waterschap wel en niet kunnen doen bij grondverwerving, aan de hand van een aantal aansprekende projecten. A. Meuleman 3. Verslag vergadering 24 september 2010 Verslag wordt vastgesteld en goedgekeurd, met de opmerking dat voortaan vermeld zal worden of iemand met of zonder kennisgeving afwezig is. Aktielijst: (N.a.v. het verslag) - samenvatting STOWA - Visvriendelijke gemalen. De heer Van Riet vraagt wat het waterschap met de resultaten van het Stowaonderzoek gaat doen. De heer Coppens laat weten dat als er in de toekomst een gemaal of stuw gerenoveerd moet worden, dit binnen de financiële mogelijkheden, zo visvriendelijk mogelijk aangepast zal worden. Als er duidelijkheid is over de definitieve versie van het onderzoek naar visvriendelijke gemalen, kan dit als een punt op een volgende vergadering besproken worden. Marco Beers

16 Onderwerp Actie door Aktielijst 24 september Vissterfte Waalwijk De heer Van Riet pleit er nogmaals voor om al voor de winter iets te doen om vissterfte bij Waalwijk te voorkomen (baggeren). Hr Rombouts geeft aan dat er hard aan gewerkt wordt, maar dat het niet zeker is of het voor de winter gaat lukken. Dit is mede afhankelijk van de mogelijkheden bij de gemeente. 3 e punt (Moersloot): De heer Rombouts heeft een berekening laten maken, maar de mensen uit de streek nemen er geen genoegen mee. Er is een meningsverschil wat nu voor de rechter ligt. Hangende de rechtzaak wordt het niet verstandig geacht bestuurlijke uitspraken te doen. De heer Coppens wil wel op de hoogte gehouden worden van de uitspraak van de rechter. Aktiepunt blijft staan, in iets andere vorm. Jack Rombouts 4. Werkwijze calamiteitenorganisatie F. van Beek, calamiteitencoordinator van het waterschap, geeft een presentatie over de opzet van de calamiteitenorganisatie (o.a. rollen en verantwoordelijkheden) en bespreekt de werkwijze van de calamiteitenorganisatie aan de hand van de hoogwatercalamiteit van november Tijdens de presentatie zijn aan de orde gekomen het pro-actief handelen, het afhandelen van meldingen en klachten tijdens de calamiteit en de wijze waarop de communicatiestrategie is opgesteld en uitgevoerd. De presentatie wordt bijgevoegd. In het algemeen wordt door de commissie waardering uitgesproken over de afhandeling van de wateroverlast, waarbij wel een kanttekening wordt gemaakt door de heer Spierings over de situatie bij Sprang-Capelle. 5. Evaluatie onderhoud Jack Rombouts geeft een presentatie over de evaluatie Maaibestek waterlopen Deze presentatie wordt bij het verslag bijgevoegd. De term RAW wordt genoemd: Dit is de afkorting voor Regeling Aanbesteding Werken N.a.v. de presentatie stelt C. Coppens de volgende vraag: Wat is de financiële winst en de milieuwinst van het slootvuil niet meer op de kant leggen? (Er wordt gezegd dat het schadelijk is als de mineralen terug in het oppervlaktewater terecht komen, maar wat is die schade in euro s; hoe groot is de ecologische schade ten gevolge van uitspoeling). De heer Meuleman geeft aan dat hij deze vraag door de afdeling Kennis en Advies zal laten uitzoeken (resultaat voorjaar 2011). Arthur Meuleman De enquête die genoemd wordt in de presentatie van de heer Rombouts was een interne enquête. De heer Van Laerhoven stelt voor ook weer eens extern een enquête te houden. 6. Planning: Er zal een planning per rondgestuurd worden met de vergaderdata voor Rondvraag De heer Spierings: Vraag van Hr. Wijnen meegekregen: Wordt er uitstel gegeven om te maaien voor de schouw. De heer Meuleman geeft aan dat uitstel op dit moment niet wordt voorzien. Wel zal bij een eventuele overtreding in de handhavingsbrief vermeld worden dat er begrip is voor de omstandigheden. K. v.d. Brule De heer Vanlaerhoven: waterberging bij bonentuinen (?), is afgelopen weekend geen water in gekomen, wanneer komt daar water in? De heer Meuleman geeft aan dat deze bergingen met name van belang zijn voor de bescherming van Breda en dus later vollopen dan verwacht zou mogen worden op basis van lokale waterstanden ter plekke van de bergingen. Bij volgende communicatiemomenten in de streek (bv waterschapskringen) zou hieraan -2-

17 Onderwerp aandacht kunnen worden besteed. Het onderwerp wordt doorgegeven aan de organisatie van de waterschapskringen. W. Spierings vraagt ook de plaatsvervangers op de verzendlijst voor de stukken te zetten. Indien men nog geen plaatsvervanger heeft, kan men die aangeven (via mail aan K. van den Brule). W. Spierings voor A. Wijnen in ieder geval. Actie door Arthur Meuleman Leden Commissie Breda, 9 februari

18 Aktielijst Overleg 24 september 2010: - J. Rombouts zou een memo maken met daarin de bevindingen van de berekeningen betreffende de Moersloot. JR heeft een berekening laten maken, maar de mensen uit de streek nemen er geen genoegen mee. Er is een meningsverschil wat nu voor de rechter ligt. Hangende de rechtzaak wordt het niet verstandig geacht bestuurlijke uitspraken te doen. De heer Coppens wil wel op de hoogte gehouden worden van de uitspraak van de rechter. Aktiepunt blijft staan. Aktie J. Rombouts - Voorgesteld wordt om tijdens de volgende vergadering te bespreken wat we nu als waterschap wel en niet kunnen doen bij grondverwerving, aan de hand van een aantal aansprekende projecten. A. Meuleman Overleg 19 november 2010: - N.a.v. de presentatie over de Evaluatie Onderhoud stelt C. Coppens de volgende vraag: Wat is de financiële milieuwinst van het slootvuil niet meer op de kant leggen? (Er wordt gezegd dat het schadelijk is als de mineralen terug in het oppervlaktewater terecht komen, maar wat is die schade in euro s). A. Meuleman antwoordt dat hij het bij Kennis en Advies zal laten uitzoeken (indien dat mogelijk is). A. Meuleman -4-

19 Agendapunt 5e Aan de leden van het algemeen bestuur van de Provinciale Staten van Zeeland de Provinciale Staten van Noord-Brabant de Provinciale Staten van Zuid-Holland het Waterschap Scheldestromen het Waterschap Brabantse Delta het Waterschap Hollandse Delta Onderwerp: Ontwerp-Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta Etten-Leur, 29 januari 2011 Geachte heer / mevrouw, De Stuurgroep Zuidwestelijke Delta heeft u de Reactienota en de nota van wijzigingen op haar uitvoeringsprogramma aangeboden. Uw organisatie zal in de komende maanden zelfstandig een besluit nemen over het definitieve uitvoeringsprogramma. Met het terugdraaien van het Kierbesluit tijdens het MIRT-overleg van 13 december 2010 staan meerdere regionale plannen ter discussie, waaronder het uitvoeringsprogramma ZWD. Staatssecretaris Atsma heeft laten weten dat dit jaar cruciaal zal zijn voor de planvorming van het komende landelijk waterbeheer. Wij raden u aan af te wachten hoe er in 2011 landelijk gestalte gegeven gaat worden aan een integrale aanpak van de waterproblematiek. In onze inspraakreactie van 28 juni 2010 geven wij aan waarom in onze ogen de door de Stuurgroep ZWD ontwikkelde planvorming prematuur en onrealistisch is. U kunt de argumentatie inzien op onze website. Daarnaast vormt het uitvoeringsprogramma geen onderdeel van een integrale landelijke visie en is het verbrokkeld in zeven aparte gebiedsprogramma s. Gezien de economische recessie zal de politiek mogelijk geen groen licht geven aan planvorming waarvan het rendement sterk betwijfeld wordt en de samenhang ontbreekt. We adviseren u om geen goedkeuring te verlenen aan het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta Met vriendelijke groet, W.J. Borm Adviesgroep Borm & Huijgens integraal waterbeheer Bijlagen: Ecologisch herstel van de Nederlandse delta Een inrichting voor de Grevelingen Toelichting bij de bijlagen: In het artikel `Ecologisch herstel van de Nederlandse delta schetsen wij de mogelijkheden voor het ecologisch herstel, nu het Kierbesluit is teruggedraaid. Het artikel `Een inrichting voor de Grevelingen geeft, in tegenstelling tot de inrichtingskeuze in het uitvoeringsprogramma ZWD, juist mogelijkheden voor de ontwikkeling van estuariene dynamiek met het behoud van de zoetwatervoorraden. Website:

20

21 Een inrichting voor de Grevelingen Milieuproblemen Met de voltooiing van de Brouwersdam in 1971 ontstond het grootste zoutwatermeer van Europa. Het Grevelingenmeer bleek in de beginjaren een eldorado voor duikers, die in het heldere water het rijke zeeleven konden bewonderen. De afsluiting betekende echter ook het verlies van stroming en verversing. Hierdoor is nu nog slechts in de bovenste waterlaag leven aanwezig. Vanaf 8 meter diepte is het water zuurstofloos en stapelt dood materiaal zich op. Dikke schimmelpakketten bedekken de bodem en zwavelproducerende bacteriën veroorzaken er een geur van rotte eieren. De milieuproblemen nemen toe en lijken onoplosbaar. Het proces zet zich voort. Ook op ondiepere plaatsen komt alsmaar meer sterfte voor. Het Grevelingenmeer vertoont door gelaagdheid in de zomer zuurstofloosheid in de diepere delen. Ondanks de aanleg van een doorlaat in de Brouwersdam in 1978, waarmee het contact met de Noordzee gedeeltelijk hersteld is, blijft dit proces optreden. Het Grevelingenmeer blijft een kwetsbaar systeem, met te weinig dynamiek en heeft daarom problemen door te weinig zuurstof in de diepere delen. Aldus M. Schrijvers (SBB) en H. Haas (RWS) in `Herstel estuariene natuur en dynamiek in de zuidwestelijke delta, Vakblad Natuur Bos Landschap, mei Herstel dynamiek Men denkt de milieuproblemen op te lossen met een grote opening in de Brouwersdam om dynamiek terug te krijgen. Vooralsnog bedraagt de maximaal haalbare opening slechts een fractie van de oorspronkelijke monding van het zeegat. Het is dan ook niet mogelijk dat door deze maatregel de gehele Grevelingen zich ecologisch herstelt. Het westelijk deel zal redelijk van een opening in de Brouwersdam profiteren. Voor het overige areaal van de Grevelingen dient naar een andere oplossing gezocht te worden. Doorstroming met rivierwater in combinatie met getij geven een goede invulling aan de inrichting van de oostelijke Grevelingen. Dit is mogelijk middels een doorsteek onder Goeree en een forse opening in de Grevelingendam. Haringvliet, Grevelingen en Oosterschelde worden dan met elkaar

22 verbonden. Het resultaat is een permanente open verbinding tussen rivieren en zee. Hiermee wordt het ecologisch hoofddoel van het Nationaal Waterplan, namelijk estuariene dynamiek, gerealiseerd. Bovendien voldoen we zo tevens aan de internationale afspraken om Rijn en Maas weer geschikt te maken voor migrerende vissen. Tweedeling Bij alleen zeegatdynamiek krijgt het oostelijk deel van de Grevelingen te weinig beweging. Bij alleen estuariene dynamiek is er kans op stagnatie in de diepere delen van de westelijke Grevelingen. Daarom is bij het afgebeelde inrichtingsvoorstel voor een combinatie van beide gekozen. Om stagnant water te voorkomen is hierbij gezocht naar een evenwichtige verdeling van de oppervlakten. Een inrichting voor de Grevelingen - Schets: W. Borm Voor de ontwikkeling van zeegatdynamiek in het westelijk deel en van estuariene dynamiek in het overige areaal van de Grevelingen is een scheidingsdam noodzakelijk. Westelijk van de dam kunnen schorren en slikken ontstaan en aan de andere zijde ontluikt een zoetwatergetijdengebied. In het oostelijk deel mengen zich zout en zoet water. De tweedeling is voorwaarde voor gecontroleerde ontwikkeling van duurzame ecologische systemen en waterveiligheid. De huidige regelfunctie van de doorlaatmiddelen in de Brouwersdam is te verwaarlozen in relatie met die van de Haringvlietsluizen en de Stormvloedkering. Deling van de Grevelingen is op dit punt geen bezwaar. De inrichting komt overeen met onze integrale landelijke visie.

23 Landbouw en zoetwatervoorziening Ter compensatie van het verlies aan landbouwgronden voor de doorsteek, kan inpoldering plaatsvinden onder Goeree (groen). Met de door ons in oktober 2008 gepresenteerde inrichting voor de Zuidwestelijke Delta blijven het Haringvliet en het Volkerak-Zoommeer als zoetwatervoorraden behouden, evenals de bestaande inlaatpunten. Ook bij deze deelinrichting gaan we hiervan uit. Om verzilting op Goeree-Overflakkee tegen te gaan stellen we infiltreren in haarvaten voor. Dit in de vorm van een fijnmazige doorstroming met zoet water van noord naar zuid, van het Haringvliet naar de Grevelingen. De zoetwatervoorziening voor Schouwen-Duiveland is te garanderen met de aanleg van een spaarbekken (lichtblauw). Hier wordt via een pijpleiding in de nieuwe dam water vanuit het Haringvliet ingelaten. De grote zilverreiger, een markante deltabewoner Foto: C. Huijgens De mate waarin bij het IJsselmeer straks nog zoutindringing plaatsvindt is geheel afhankelijk van de komende infrastructuur, waarbij vooral de lengte van de afstroomroute een bepalende rol speelt bij het behoud van een zoet IJsselmeer. Recreatie en visserij Een doorsteek onder Goeree, de zogenaamde Scharrezee, is een lang gekoesterd wensbeeld van de recreatievaart. Rondvaren tussen de Zeeuwse eilanden, zonder de zee op te hoeven, is een groot voordeel. Ten oosten van Brouwershaven kunnen hiervoor schutsluizen (oranje) worden aangelegd. Daarnaast maakt de estuariene dynamiek, met een langzame overgang van zout naar zoet, van getijden naar getijloos, dat de belevingswaarde van het gebied aanzienlijk toeneemt. Verbetering van waterkwaliteit heeft meteen invloed op de kwaliteit van recreëren en sportvissen. Dit geldt ook voor de zeegatdynamiek in het westen. Met doorstroming van rivierwater keert de aanvoer van voedingsstoffen in de deltawater terug, waaraan de schelpdiercultures momenteel zo n behoefte hebben.

24 Plan van aanpak Als eerste maatregel kan een permanent open verbinding tussen Oosterschelde en Grevelingen gerealiseerd worden. Dit betekent de bouw van een brug parallel aan de Grevelingendam. Na aanleg wordt de dam op het betreffende traject verwijderd. Intussen kunnen de werkzaamheden voor een doorsteek onder Goeree starten en kan een dam aangelegd worden om de westelijke Grevelingen van het overige deel te scheiden. Vervolgens mag rivierwater vanuit het Haringvliet de Grevelingen instromen. Dit dient te gaan via een geleidelijke toename van doorvoer. Wanneer er eenmaal sprake is van een afgesloten Nieuwe Waterweg, kan de doorvoer van zoet water hier nog aanzienlijk toenemen. Bevers zwerven via Deltanatuurgebieden van het Haringvliet naar de zoetwatergetijdengebieden in de Grevelingen Foto: C. Huijgens Met de scheidingdam neemt in de westelijke Grevelingen de invloed veroorzaakt door het huidige doorlaatmiddel in de Brouwersdam aanzienlijk toe. De aanleg van een ruimer doorlaatmiddel in de noordelijke helft van de Brouwersdam kan er leiden tot volwaardige zeegatdynamiek. Geleidelijke invoeringsprocessen, bij het toenemend doorlaten van zeewater voor zeegatdynamiek, voorkomen ecologische rampen. Ecosystemen krijgen de tijd om zich aan te passen. De mens als toeschouwer, de natuur als bouwer Hoe vormt zich in het midden van de Grevelingen een zoetwatergetijdengebied? Waar komen platen boven en waar schuren geulen uit? Hoe snel zal de

25 trekvispopulatie zich herstellen? Waar en hoe ontstaan nieuwe schorren? Vragen te over. Zoals in elke delta, zullen er zich in tijd en ruime continue veranderingen voltrekken. Het is dan ook onmogelijk om specifieke natuurdoelstellingen te omschrijven. De mens schept de randvoorwaarden en probeert met slim sluisbeheer de gevolgen van excessen in rivierwaterafvoer te reduceren en de waterveiligheid te garanderen. Voor de rest zijn we toeschouwer en kijken we met bewondering naar hoe in een dynamische en gezonde delta de natuur zelf evolueert. Adviesgroep Borm & Huijgens integraal waterbeheer februari 2011 Website:

26

27 Ecologisch herstel van de Nederlandse delta Met het terugdraaien van het Kierbesluit lijkt het herstel van de delta in een impasse geraakt. Allerlei plannen staan plots op de tocht. Men vraagt zich af, wat nu? Wat blijft er over van ons gezamenlijke streven naar een delta in permanent open verbinding met zee? In dit artikel wordt beschreven dat er wel degelijk betere mogelijkheden zijn voor het ecologisch herstel dan het experiment de Kier. Het ontstaan van Nederland Ooit was Nederland een moerassige delta, een kraamkamer voor de zee en een poort naar de stroomgebieden van de rivieren. Kustvorming, estuariene dynamiek en rivierdynamiek, met als belangrijkste processen erosie en sedimentatie, evenals de aangroei van veen, gaven vorm aan de Lage Landen. Het omdijken van grote oppervlakten maakte een eind aan de landschapsvormende processen en bodemdaling deed zijn intrede. Het behoud van ons land, dat intussen grotendeels beneden de zeespiegel ligt, vereist drastische maatregelen. De teloorgang van de trekvissen De eens zo talrijke trekvissen werden sterk gedecimeerd door watervervuiling en kunstwerken in de rivieren. Met de afsluiting van de Zuiderzee verdween de noordelijke toegang tot de rivieren en de Deltawerken sloten de zuidelijke route. Alleen de Nieuwe Waterweg, een gegraven geul naar zee met een continue wisselend zoutgehalte, bleef over. Deze ingrepen zijn debet aan de desastreuze afname van de trekvispopulaties. Het ziet er naar uit dat ten behoeve van waterveiligheid en zoetwatervoorziening er zeesluizen in de Nieuwe Waterweg komen. Dan lijkt het doek definitief te vallen voor de trekvissen. 1

28 Het sprookje van de Kier Het experiment de Kier, oorspronkelijk bedoeld als een eerste stap naar de terugkeer van eb en vloed, werd compromis op compromis. Men heeft een tiental jaren gezocht naar kansen om enige ecologische winst te behalen door enkele sluisdeuren van de Haringvlietsluizen open te zetten. Hierbij werd uitgegaan van de na de Deltawerken ontstane situatie. Zolang de Nieuwe Waterweg een open verbinding naar zee is, zullen de Haringvlietsluizen nooit het gehele jaar open blijven, ook niet op een kier. `Zalm weer in de Rijn! bleek bij de Kier een sprookje (voor meer info: zie op onze website de artikelen `Is de Kier achterhaald? en `Falend natuurbeheer ). Het terugdraaien van het Kierbesluit lijkt in eerste instantie strijdig met de natuurbelangen, maar het ziet ernaar uit dat we niet rouwig hoeven te zijn over het afblazen van dit doekje voor het bloeden. Staatssecretaris J. Atsma van Infrastructuur en Milieu stelt dat het terugdraaien van het Kierbesluit niets afdoet aan de internationale doelstellingen om Rijn en Maas weer geschikt te maken voor migrerende vissen. Het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen is geen doel op zich, maar een middel om het doel te bereiken. Hij laat onderzoeken of de doelstellingen op een andere manier te bereiken zijn. Bezuinigingsmaatregelen dwingen tot toetsing op noodzaak en effectiviteit. De tijd van subsidiegestuurde planvorming is voorbij. Het jaar 2011 is cruciaal voor het vaststellen van het waterbeleid van de komende tijd. Lopende natuurprojecten blijken door bezuinigingsmaatregelen stopgezet te kunnen worden. Het lijkt verstandig om als natuurbescherming daar waar mogelijk mee te liften met noodzakelijk geachte maatregelen voor economie en waterveiligheid. Met waterveiligheid valt nu eenmaal niet te marchanderen. Adviesgroep Borm & Huijgens: v.l.n.r. Domien van den Berg, Wil Borm, Martien Boelaars, Cor Huijgens en Clemens de Witte 2

29 De starheid doorbreken De bij de delta betrokken natuurbeschermingsinstanties richten hun aandacht op relatief zeer jonge natuurgebieden. Deze gebieden genieten vaak nu al een meervoudig beschermende status vanuit een voortvarende nationale en Europese regelgeving. Er is veel geïnvesteerd en bereikt. De behaalde resultaten worden gekoesterd. Een aanhoudende stroom van immer positieve propaganda vanuit de nieuwe natuurprojecten wekt de indruk dat we op de goede weg zijn. Dit verklaart waarom er van een ommezwaai naar integraal waterbeleid binnen natuurminnend Nederland nauwelijks sprake is. De starheid van de Deltawerken zit dan ook verankerd tussen de oren van sommige beheerders en beleidsmakers, die uitgaan van de huidige gefixeerde situatie. Grijze zeehonden zoeken de visrijke mondingen op. Foto: C. Huijgens De compartimentering van de Deltawateren toont echter steeds meer haar ecologische schaduwkanten, zoals zuurstofloosheid, gebrek aan doorstroming, tekort aan voedingsstoffen, zandhonger, vervuiling en afname van biodiversiteit. We moeten dan ook de doelen van de betreffende gebieden van onder meer Deltanatuur en Natura 2000, die altijd al aan onzekerheden onderhevig waren, durven los te laten. Specifieke natuurdoelen zijn niet te formuleren voor een nog nader te wijzigen en zichzelf evoluerende delta. De landelijke zoetwaterverdeling bepaalt straks de toekomstige inrichting- en ontwikkelingsmogelijkheden. Wijzigingen in de compartimentering, verbinding van gebieden en veranderingen in stroming kunnen veel teweegbrengen. De huidige verbrokkelde regionale planvorming met aparte gebiedsprogramma s is dan ook niet in overeenstemming met een integrale visie. Een heroriëntatie op de delta is noodzakelijk om als natuurbescherming straks niet met lege handen te staan. 3

30 Integrale aanpak Formeel is er nog geen samenhangende oplossing voor de natuur in de delta. Bij de ontwikkeling van een integrale visie worden zee, delta en rivieren als één samenhangend geheel beschouwd. Naast waterveiligheid en zoetwatervoorziening worden hierbij de overige functies die het water voor de mens vervult zo goed als mogelijk meegenomen. Nu er gewerkt wordt aan de herijking van de landelijke zoetwaterverdeling met estuariene dynamiek als belangrijkste ecologische wateropgave, is het tijd om door te pakken en bij het kabinet aan te sturen op integraal waterbeheer. Van compartimentering naar samenhangende dynamiek Als adviesgroep raden we aan, om onder normale omstandigheden het zoete water op de eindtrajecten via verlengde en open routes naar zee te laten stromen. Dit onder vrij verval, met een lagere stroomsnelheid en een iets hoger rivierpeil dan nu. Zowel voor de Zuidwestelijke Delta als bij de Afsluitdijk, komt de zee dan relatief verder weg te liggen. Hierdoor wordt de rivieropwaartse invloed van de zee teruggedrongen, verzilting tegengegaan en blijven de zoetwatervoorraden behouden. Dit alles met waterveiligheid als hoogste prioriteit. Enkele hierop gebaseerde inrichtingssuggesties kunt u vinden op onze website. Bij afsluiting van de Nieuwe Waterweg komt er voldoende zoet water beschikbaar om ruimte te geven aan een landelijke herinrichting van de deltawateren. Een Nieuwe Waterweg met schutsluizen (oranje) en spuisluizen (geel) W. Borm 4

31 Voldoen aan internationale afspraken Voor het hele programma rond de vismigratie, in combinatie met waterkwaliteitsverbetering in de rivieren, is Europees gezien een budget van 500 miljoen euro uitgetrokken. Het rendement hiervan is grotendeels afhankelijk van een efficiënte inrichting van de delta. Door het creëren van permanent open verbindingen met zee kan Nederland zich alsnog aan de internationale afspraken houden om Rijn en Maas weer geschikt te maken voor migrerende vissen. Het herstel van estuariene dynamiek geeft hierbij een enorme impuls aan de West-Europese natuur en doorstroming maakt de deltawateren weer gezond. Hiermee voldoen we, in tegenstelling tot het Kierbesluit, ruimschoots aan onze Europese verplichtingen. Eenmaal gesteund door een nationaal plan op hoofdlijnen kan estuariene dynamiek verder gestalte geven aan het grootste herstelproces van de West-Europese natuur. Daarmee wordt het herstel van de ecologische relaties tussen de zee en de stroomgebieden van Rijn, Maas en Schelde een feit. Adviesgroep Borm & Huijgens integraal waterbeheer januari 2011 Website: Bronnen: Meijerink S. (2005). Het denken over de delta verandert. Radbout Universiteit Nijmegen, Geografie mei Baptist M. c.s. (2007). Herstel van estuariene dynamiek in de zuidwestelijke Delta. Wageningen IMARES. Alphen van J. (2009). De Rijnmond in de toekomst: open, dicht of afsluitbaar? RWS-Waterdienst Borm W. en C. Huijgens (2009). De herijking van de landelijke zoetwaterverdeling, H2O nr. 25/ Borm W. en C. Huijgens (2009). Planvorming voor estuariene dynamiek. Adviesgroep B & H Schrijvers M. en H. Haas (2009). Herstel estuariene natuur en dynamiek in de zuidwestelijke delta. Vakblad Natuur Bos Landschap. Näring M. (2009). Het herstel van zoet-zout overgangen rondom het Waddenzeegebied. Universiteit Groningen IVEM. 5

32

33

34

35 11IN Oorspronkelijk bericht----- Van: Paul van den Berg Verzonden: woensdag 19 januari :18 Aan: Vos, Joseph Onderwerp: Schriftelijke vragen Agendapunt 5f Geachte voorzitter, In reactie op schriftelijke vragen ter voorbereiding van de AB vergadering van 19 januari 2010 heeft het waterschap als volgt geantwoord: 11IN Technische vragen van de fracties Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne en CDA voor het AB van 19 januari 2011 en ambtelijke antwoorden Technische vragen fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Actielijst In de actielijst algemeen bestuur 8 december 2010 staat bij AB 15 september 2010 Het waterschap benadert de gemeente Breda om het gesprek over parkeren in en om het Mastbos weer op te pakken : Wordt betrokken bij de toezegging inzake evaluatie vervoerplan en andere afspraken. Vraag: Bij voornoemde actie stond tijdstip Najaar Dit is nu veranderd in: Wordt betrokken bij de toezegging inzake evaluatie vervoerplan en andere afspraken. Graag aangeven wanneer AB heeft ingestemd met wijziging van dit tijdstip. Wanneer heeft het DB het AB expliciet gevraagd om in te stemmen met deze wijziging? Met andere woorden: welk besluit ligt hieraan ten grondslag? Welke zijn de andere afspraken precies? Antwoord: Verwezen wordt naar de notulen van 8 december 2010 pagina 24 waarin de voorzitter aangeeft dat het gehele pakket maatregelen rondom het vervoerplan en het parkeren rondom Bouvigne binnen twee jaar wordt geëvalueerd. Binnen het pakket maatregelen valt ook de afspraak om de gemeente Breda weer te benaderen. Met andere afspraken wordt bedoeld de door de AB-leden aangedragen suggesties bij de bespreking van de memo parkeren op en rond Bouvigne op 15 september Onder meer optimalisatie van de ruimte, verwijzing op de website etc (zie de notulen van 15 september 2010). Vraag: In hoeverre kan het DB eenzijdig tijdstippen in actielijsten wijzigen, zonder hierover expliciet toestemming van het DB te hebben gevraagd (zonder het AB hierover een besluit voor te leggen)? Antwoord: Dit is een bestuurlijke vraag die niet ambtelijk kan worden afgedaan. Hierover stelt de Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne u graag de volgende schriftelijke vragen: Het waterschap geeft aan dat in de notulen van 8 december 2010 pagina 24 de voorzitter aangeeft dat het gehele pakket maatregelen rondom het vervoerplan en het parkeren rondom Bouvigne binnen twee jaar wordt geëvalueerd. Het waterschap geeft aan dat binnen het pakket maatregelen ook de afspraak om de gemeente Breda weer te benaderen valt. De voorzitter zegt in voornoemde notulen letterlijk: Alle vragen rondom dit onderwerp zoals hebt u al gesproken met de gemeente Breda, en dat soort zaken, zit allemaal in dat pakket. Dat pakken we allemaal op en daar zijn we actief mee bezig. Vragen:

36 1. In dezelfde notulen spreekt de voorzitter over we hebben met elkaar concrete afspraken gemaakt. In hoeverre mag het AB nu juist op basis van deze uitspraak van de voorzitter er op vertrouwen dat het DB zich ook in alle facetten daadwerkelijk houdt aan de uitvoering van deze concrete gemaakte afspraken en dat het DB zich dus ook daadwerkelijk houdt aan de afgesproken concrete tijdstippen? 2. Waar is in de notulen expliciet terug te vinden dat de voorzitter aangeeft dat acties, die hij benoemt tot pakket, (ook) worden voorzien van aangepaste tijdstippen? Hoe, waar en wanneer heeft het DB het AB gevraagd om in te stemmen met het besluit tot verandering van tijdstip van de voornoemde actie? 3. Waar is in de notulen expliciet terug te vinden dat de voorzitter aangeeft dat bestaande acties, die hij benoemt tot pakket, (ook) vervolgens worden benoemd tot nieuwe samengestelde (samengevoegde) actie? Hoe, waar en wanneer heeft het DB het AB gevraagd om in te stemmen met het besluit tot een nieuwe aangepaste samengestelde actie (van twee lopende acties)? 4. In hoeverre vindt het DB dat het benoemen van vastgestelde acties tot een pakket, niet vanzelfsprekend hoeft te leiden tot het veranderen van tijdstippen van de losse acties uit het pakket? Immers acties uit een pakket kunnen zonder meer hun eigen onafhankelijke tijdstip van uitvoering hebben, terwijl de separate acties toch onderdeel vormen van een pakket van acties (of maatregelen). Graag een toelichting op uw antwoord. 5. In hoeverre kan/mag het DB het tijdstip van de actie van 15 september 2010 Het waterschap benadert de gemeente Breda om het gesprek over parkeren in en om het Mastbos weer op te pakken eenzijdig veranderen, alleen op basis van het feit dat het DB een bepaalde actie een onderdeel van een pakket noemt, zonder hier het AB expliciet om een verandering van tijdstip van een actie te vragen (zonder AB om instemming te vragen)? En zonder het AB om samenvoeging van vastgestelde acties tot een nieuwe aangepaste samengestelde actie te verzoeken (zonder AB om instemming te vragen)? 6. In hoeverre ontslaat het feit dat het DB acties ziet als onderdeel van een pakket van de verplichting om de concrete afspraken over een actie volgens afspraak (ook inzake tijdstip) na te komen? 7. Wat waren de precieze redenen voor het DB om bij de actie 15 september 2010 Het waterschap benadert de gemeente Breda om het gesprek over parkeren in en om het Mastbos weer op te pakken het tijdstip Najaar 2010 vast te stellen. 8. Welke feitelijke omstandigheden zijn veranderd dat het DB voor voornoemde actie nu blijkbaar een ander tijdstip heeft bepaald? 9. De actie evaluatie vervoersplan is eveneens op 15 september 2010 vastgesteld. Wat is de reden dat het DB op 15 september 2010 niet van mening was dat de actie Het waterschap benadert de gemeente Breda om het gesprek over parkeren in en om het Mastbos weer op te pakken aan de actie evaluatie vervoersplan gekoppeld moest worden (inhoudelijk en qua tijdstip)? Wij danken u voor uw aandacht en zien uw antwoorden met interesse tegemoet. Namens Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg

37