Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 19 januari en 16 februari 2011

Transcriptie

1 Zaaknr. : 10.ZK42907 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT14778 Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 19 januari en 16 februari 2011 Aanvang : uur Plaats : Complex Bouvigne, kapel Voorzitter : J. Vos Portefeuillehouder Onderwerp Opmerkingen 1. Opening Mondeling Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming 1.a. Vos, J. Brand Moerdijk Extra agendapunt op verzoek van de fracties Algemene waterschapspartij en Water Natuurlijk. Ter toelichting zijn bijgevoegd: Schriftelijke vragen fractie van de PvdA Gezamenlijke schriftelijke vragen fractie Algemene Waterschapspartij en Water Natuurlijk Besproken in de AB-vergadering van 19 januari IN IN Notulen* en besluitenlijst Notulen en besluitenlijst (inclusief actie- en toezeggingenlijst) van de vergadering van het algemeen bestuur van 19 januari 2011 Besluit: het algemeen bestuur stelt de notulen van 19 januari 2011 en de besluitenlijst vast. 11IT001237, 11IT000981, 11IT en 11IT Nota s ter besluitvorming 3.a. Vos, J. Aanpassing Gemeenschappelijke Regeling Aquon Zeven waterschappen hebben besloten om te komen tot één laboratoriumorganisatie: gemeenschappelijke Regeling AQUON Waterschap Rivierenland en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden willen nu ook toetreden tot deze regeling. Hiervoor is instemming vereist van de besturen van de huidige deelnemers. Tevens moet hiervoor de GR AQUON 2009 worden gewijzigd. Het AB moet zowel voor de toetreding als de wijziging toestemming geven aan het DB. Besloten in de AB-vergadering van 19 januari IT b. Vos, J. Protocol Zuidwestelijke Delta Het ontwerp-protocol Zuidwestelijke Delta geeft de afspraken weer tussen rijk en regio over uitvoering van het uitvoeringsprogramma als geheel, de voorbereiding van besluitvorming over het Volkerak-Zoommeer en de alternatieve zoetwatervoorziening, opdrachtverlening aan de programmaorganisatie in de zuidwestelijke delta en uitvoering van quick wins (dit zijn op korte termijn uitvoerbare projecten met maatschappelijke meerwaarde die bijdragen aan doelen van 10IT Uitvoeringsprogr. ZWD

2 Portefeuillehouder Onderwerp het uitvoeringsprogramma). Het algemeen bestuur wordt geadviseerd in te stemmen met ondertekening van het protocol, nadat hierover overeenstemming is bereikt met het rijk. Besluit: Het AB stemt in met de ambities (lees: opgaven en prioriteiten) en afspraken van het ontwerp-protocol Zuidwestelijke Delta en geeft het DB toestemming om het protocol te ondertekenen, nadat hierover overeenstemming is bereikt met het rijk. Opmerkingen 3.c. Schots, Th. Aanvraag uitvoeringskrediet project 771, 5 e influent-rooster rwzi Bath Op de rwzi Bath staat een roostervuilverwijderingsinstallatie die de grove delen uit het afvalwater verwijdert. Sinds 2001 zijn er vier stuks stappenroosters opgesteld, die tezamen de maximale regenwateraanvoer moeten kunnen verwerken. Er is geen reservestelling. In de praktijk blijkt dat de verwerkingscapaciteit van de vier roosters nauwelijks voldoende is en de roosters met name door het slechte onderdekse milieu veel onderhoud behoeven. Daardoor worden de vier bestaande roosters regelmatig gebypassed waardoor ongeroosterd influent in de zuivering komt. Door plaatsing van een 5 e rooster in de beschikbare vrije 5 e goot wordt aan deze situatie een eind gemaakt. Besloten in de AB-vergadering van 19 januari IT d. Dielissen, A. Aanvraag uitvoeringskrediet ten behoeve van inrichtingsplan Weerijs-Zuid Het inrichtingsplan Weerijs-Zuid en de bijbehorende nota van zienswijzen zijn op 12 oktober 2010 door Gedeputeerden Staten (GS) vastgesteld. Het plan is opgesteld volgens de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg); de provincie (GS) is in dat verband het bevoegde gezag. De Bestuurscommissie Weerijs- Zuid (BC) heeft in opdracht van GS- het plan gemaakt. Het plangebied heeft betrekking op het buitengebied rondom Rijsbergen, gemeente Zundert. In de BC zijn diverse maatschappelijke organisaties en regionale overheden bestuurlijk vertegenwoordigd, waaronder het waterschap. Het betreft een integraal plan, dat invulling geeft aan de reconstructiedoelstellingen voor het plangebied. Concreet betreft het doelen op het gebied van water en bodem, natuur, landschap en cultuurhistorie en op het gebied van de agrarische bedrijvigheid. Specifiek voor water gaat het over doelrealisaties op het gebied van Ecologische Verbindingszones, waterberging, verdrogingsbestrijding en beekherstel. De totale uitvoering van het inrichtingsplan is begroot op ruim 25 miljoen. Voor het waterschap is de totale bruto investering geraamd op 10 miljoen, hiervan heeft het AB in juli miljoen beschikbaar gesteld. Het AB wordt nu gevraagd om het resterende investeringsbedrag ( 9 miljoen) beschikbaar te stellen voor de uitvoering van het plan, specifiek voor de realisatie van de waterdoelen. Het betreft een bruto investeringsbedrag; de netto-bijdrage wordt geraamd op 7,2 miljoen. Besluit: het algemeen bestuur neemt kennis van het vastgestelde inrichtingsplan Weerijs-Zuid, specifiek van de waterdoelen die met dit plan beoogd worden en stelt een krediet van 9 miljoen beschikbaar voor de uivoering van deze waterdoelen. 10IT * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -2-

3 Portefeuille- Onderwerp houder 4. Mededelingen (te behandelen op 16 februari 2011) Opmerkingen 4.a. Vos, J. Planstudie waterberging Volkerak-Zoommeer 10IT b. Vos, J. Herschikking portefeuilles en vertegenwoordiging externe gremia 4.c. Coppens, C. Inzicht in kosten technische maatregelen peilbesluiten 10IT Ingetrokken Besluit: het algemeen bestuur neemt de mededelingen voor kennisgeving aan. 5. Ingekomen stukken (te behandelen op 16 februari 2011) 5.a. Vos, J. Brief fractie Algemene Waterschapspartij Aanwezigheid ambtenaren bij de vergadering van het algemeen bestuur en antwoord DB 5.b. Dielissen, A. Schriftelijke vragen fractie Water Natuurlijk aan dagelijks bestuur over waterbergingscapaciteit Markdal en Mark en antwoord dagelijks bestuur 5.c. Coppens, C. Brief Partij voor De Dieren Vragen met betrekking tot riooloverstorten en antwoord DB 5.d Schots, Th. Brief rekenkamercommissie waterschap Brabantse Delta het gekozen onderzoeksbureau en onderzoeksopdracht van de rekenkamercommissie Besluit: het algemeen bestuur neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan 10IN en 10UT IT014230, 10UT en 10IT IN en 10UT IN Stand van zaken Actie Storm 7. Rondvraag 8. Sluiting Breda, 26 januari 2011 * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -3-

4

5 Zaaknr. : Kenmerk : 11IT Barcode : *11IT001237* Vergadering algemeen bestuur Vergadering algemeen bestuur op 16 februari 2011, agendapunt 2 Verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van Waterschap Brabantse Delta d.d. 19 januari 2011 om uur te Breda, Kapel, Bouvigne. Aanwezig: De voorzitter: J.A.M. Vos De leden: J.J.M. van der Aa, P.A. Aertssen, P.H.M van den Berg, W.J.H. de Boer, R.J.M. van den Broek, C.A.A. Coppens, J.H.C. Dielissen, C.B.M.E. Franssen, A.G.J. Haagh, M.P. Hage, J.J.M. van der Heijden, H.B. Hieltjes, F. Jackson, L.H. van der Kallen, J.J. Kocx, H.J.M. Poppelaars, A. Pijnenburg, J.A.J.P. van Riet, C.G. Schreuders, J.A.M. Slenders, W. Spierings, A.J.C. Vanlaerhoven, A.S. Verdaasdonk, B. van der Veer, L.C.A. Withagen, A.A.F.M. Wijnen Afwezig met kennisgeving: Th.J.J.M. Schots, F.C.J. van Noord, R. Boertjes, E.J.M. de Jong-Stabel De secretaris-directeur: H.T.C. van Stokkom Notulist: H. Mutsaerts van Het Notuleercentrum 1. Opening De voorzitter: Dames en heren, van harte welkom op deze vergadering van het AB. Ik wil u allen nog een zeer voorspoedig 2011 toewensen, voor uzelf en uw naasten, hoewel het al weer half januari is, en vooral in het kader van de werkzaamheden voor het waterschap. Het jaar is voor het waterschap en voor heel veel andere mensen op bijzondere wijze begonnen. Daarom hebben wij gemeend om als eerste agendapunt stil te staan bij de ramp in Moerdijk. De heren Schots, Boertjes en Van Noord en mevrouw De Jong hebben zich afgemeld. Spreekrecht: Er hebben zich geen insprekers aangemeld. Primus bij hoofdelijke stemming: Nummer 18, de heer Aertssen. Brand Moerdijk De voorzitter: Ik wil stilstaan bij de calamiteit waar wij mee geconfronteerd zijn. Ik wil heel graag beginnen en gelukkig is een aantal medewerkers op de tribune aanwezig met onze medewerkers vanaf deze plaats en tegenover het AB complimenten te maken voor de geweldige inzet die zij hebben verricht. Tientallen mensen zijn dag en nacht actief geweest, ondanks de vervangingsregelingen, maar dan nog. Zij hebben vaak onder moeilijke omstandigheden moeten werken. Grote waardering en trots dat dat gewoon ook gebeurt door het waterschap. (Applaus) Grote complimenten voor de medewerkers. Het tweede punt wat ik wil aanhalen is dat er veel aandacht van bestuur en management is voor de gezondheidsvraagstukken. Er is gewerkt onder moeilijke omstandigheden in de buurt van stoffen waarvan de samenstelling niet altijd bekend was en wat de gezondheidsgevolgen zouden kunnen zijn. Wij delen die zorg en hebben daar aandacht voor. Dat hebben wij ook gefaciliteerd door een bijeenkomst te houden voor alle mensen waar zij een toelichting hebben gekregen door de brandweer en Arbodienst. Wij hebben hen allemaal aangeboden om een gesprek te hebben met de Arbo-arts en daar hebben veel mensen gebruik van gemaakt. Er zijn formulieren gebruikt om alles vast te leggen als een soort nulmeting. In de praktijk blijkt het mee te vallen. Daar wil ik als bestuurder bij stilstaan en bedanken voor het zo goed mogelijk willen begeleiden van onze medewerkers, want het gaat om een gedeelde zorg. Ik heb een aantal plaatjes om te proberen om chronologisch aan te duiden hoe het waterschap deze calamiteit heeft aangepakt. Dat hebben wij overigens gedaan in een structuur van de hoogste fase van paraatheid. U weet dat wij fases kennen, vanaf nul tot vier en wij zitten nog steeds in fase 3, en dat betekent dat de hele kolom actief is en ook in het veld zijn mensen van ons actief. De gehele structuur is nog steeds aan de orde en vanuit die structuur wordt de calamiteit aangepakt. Ook de algemene

6 kolom zoals de gemeenten, zit in de hoogste fase. Wij gaan naar het eerste plaatje. Dat is een poging om het in tijd uiteen te zetten. Daarbij kunnen een aantal fases worden onderscheiden. De eerste fase is het ontstaan van de brand op 5 januari en de eerste aanval die heeft plaatsgehad op woensdagmiddag, de nacht van woensdag op donderdag en donderdag de hele dag. De brand is ontstaan rond uur. Om uur kwam de eerste melding bij het waterschap binnen en onze mensen zijn meteen ter plaatste gegaan. Om uur zijn de eerste handelingen verricht in het veld met het stilleggen van de gemalen, zodat het rioolstelsel geïsoleerd werd van andere delen. Er is meteen aandacht geweest voor het vraagstuk van het bluswater om te voorkomen - en dat is niet helemaal gelukt - dat het water afstroomde richting de insteekhavens, maar dat is wel snel geprobeerd te dempen. Wij hebben ook onze oppervlaktewatersloten die daar liggen, heel snel in de nacht van woensdag op donderdag afgedamd, zodat het water niet verder zou lopen. De eerste inzet is geweest het isoleren van het oppervlakte- en rioleringswater en te proberen de terreinen zo in te richten dat er geen afstroom meer plaats kon vinden. Meteen was aan de orde waar dat water heen moet en wie is daarvoor verantwoordelijk. Daarom hebben wij op 6 januari, de dag erop al, bestuursdwang toegepast richting Chemie-Pack, om daarmee helder te maken dat zij verantwoordelijk waren voor het water en wij de kans zouden moeten hebben om dat snel op te ruimen. Daar kwam een negatieve reactie op terug, waarop wij formeel juridisch hebben vastgelegd dat alle verdere handelingen zouden plaatsvinden op hun kosten. Dat is ook gebeurd. Op die donderdag is begonnen met analyses te plegen van wat de samenstelling van het riool- en oppervlaktewater was, omdat de sloten dreigden over te lopen en begonnen moest worden met het afvoeren van het water. En in eerste instantie is dat gebeurd richting ATM, een buurbedrijf dat daarop ingericht is, en er is water afgevoerd met vrachtwagens richting ATM. Donderdag is de eerste afvoer gestart en is ervoor gezorgd dat wij juridisch zuiver konden handelen. Dan heb ik een paar plaatjes, er werd ook geblust en dat is altijd een vraagstuk bij dit soort calamiteiten, wat te doen met het bluswater. Er is geprobeerd om een scherpe afweging te krijgen tussen de hoeveelheid bluswater dat gebruikt werd en een eventueel hergebruik van het bluswater, maar dat bleek niet het geval te zijn. Dit beeld geeft heel veel ellende in Zuid-Holland weer, maar voor ons beheersgebied hebben wij geen aandacht hoeven te hebben voor de neerslag van stoffen, maar het bedrijfsleven, landbouw en burgers hebben daar de nodige zorgen over. Dit geeft een beeld van de stoffen die toen te zien waren toen de brand geblust was. Het rode is een substantie dat achtergebleven is na de brand. In belangrijke mate is dat gelegen op het terrein. Tijdens de brand zelf met de enorme hitte mag je veronderstellen dat de verbranding compleet was en dat de stoffen omgezet werden in enigszins veiliger componenten. Wat er overbleef zowel op het terrein als in de waterlopen als in het riool, waren half of minder giftige substanties. Deze kleur is letterlijk gesignaleerd in die dagen en dat is de situatie waar wij mee te handelen hadden om zo snel mogelijk op te ruimen. RWS is aan de slag gegaan met het Rijkswater, voor zover het RWS betreft. Het was heel lang tot denk ik zelfs vandaag toe, een plaats delict en dat betekent dat op het terrein zelf geen mensen mochten komen. Het plaatje om het vraagstuk rond de riolering af te kaarten. De riolering op zich is een gemeentelijke aangelegenheid dat de gemeente Moerdijk heeft uitbesteed aan het Havenschap en het Havenschap heeft het beheer van gemalen en pompen weer uitbesteed aan het Waterschap. Dat hebben wij in goed overleg tussen partijen moeten behandelen. Uiteindelijk is het voor het rioolwater zo gegaan dat wij een tussenbuffer hebben gemaakt en dat is successievelijk afgevoerd richting RWZI Bath. De rioleringen zijn vervolgens gereinigd en de kern Moerdijk is weer volwaardig aangesloten op het riool. Niet de Vlasweg, want dat stukje hebben wij geïsoleerd van de rest. Dan komen wij terug bij de balk, de eerste aanval hebben wij dan achter de rug. Dan komen wij op vrijdag 7 januari en kijken wij naar hoe wij alle afvalwaterstromen netjes kunnen opvangen, niet verwerken, maar wel opslaan. Hoe kunnen wij de riolering weer aan de gang krijgen en wat is precies de samenstelling. Vrijdag is ook interessant in die zin dat de analyses bekend werden van de samenstelling van het oppervlaktewater. Daaruit bleek dat het giftig was, dat hebben wij zo snel mogelijk gecommuniceerd en publiek gemaakt. Dat is qua coördinatie niet helemaal goed gegaan, want onze publiciteit naar buiten toe is gebeurd op een moment dat de partners nog geen uiting konden geven aan hun mening. Uiteindelijk zijn wij altijd voor transparantie gegaan en hebben de gegevens zo snel mogelijk naar buiten gebracht. Dat had wel implicaties, want de samenstelling van het water bleek zo te zijn dat het giftig was. Vervolgens komt het erop neer dat wij zo snel mogelijk zijn gaan opruimen en beter nog, oppervlaktewater zijn gaan isoleren en robuuster maken en zorgen dat de afgesloten bakken afgevoerd konden worden. Aanvankelijk konden wij dat water afvoeren richting ATM, maar die capaciteit raakte vol. Op zondag hebben wij tankschepen laten aanvoeren en die hebben wij ook gevuld met dit zwaar verontreinigde afvalwater. Dat zijn behoorlijke hoeveelheden die nu opgeslagen liggen en waarvan bepaald moet worden hoe dat verder wordt verwerkt. Van 7 tot en met 9 januari komt er meer structuur in het opruimen, isoleren en analyseren. Op dinsdag hadden wij al het oppervlaktewater opgeslagen. Hier nog wat plaatjes bij. Het oranje deel is de plek waar wij het over hebben op Moerdijk, gelegen tussen havens, maar wel water en substanties wegvloeiend naar naast liggende bedrijven. Het gele is het verbrande deel. De twee rode lijnen zijn de oppervlaktewatersloten die wij afgedamt hebben en die vol zaten met het verontreinigde water dat is afgevoerd. De heer Vanlaerhoven:??? -2-

7 De voorzitter: De rode stippellijn is de contour van het terrein waar die troep ligt, op maaiveldniveau. Dat is niet onze verantwoordelijkheid, dat trekken de gemeente en het bedrijf zich aan. Ik heb het over de rode lijnen, die hebben wij geïsoleerd en leeggemaakt. Hier een plaatje over hoe het afdammen gebeurd is. Bovenin zie je een sloot. Op deze manier hebben wij het hele gebied geïsoleerd. Een plaatje waarop te zien is dat het niet al te best spul was. Je ziet aan de zwarte rand van het talud wat het gedaan heeft met de vegetatie. Dit is gewoon verbrand. Je hebt het dus toch over zwaar verontreinigd afvalwater. Dan komt je uiteindelijk weer verder. Op 11 januari waren wij ver klaar. Op maandag de 10 e hebben wij de bijeenkomst gehad voor onze medewerkers met de Arbodienst en de GGD. In de nacht van 12 op 13 januari kregen wij 30 mm water aan regen. Wij hadden toen drie calamiteitenstructuren naast elkaar, dat is gelukkig snel ten goede gekeerd. Maar hier betekende dat en dat was voor veel mensen erg frustrerend, dat wij weer opnieuw moesten beginnen. De samenstelling was nog steeds zodanig dat wij dus door moesten gaan met saneren. Op dit moment zijn wij zover dat wij werken aan de taluds. Ik denk dat het verzamelen en opslaan van zowel water als waterbodems afgerond is en dat steeds meer waterstromen afgevoerd kunnen worden naar Bath. Dat doen wij natuurlijk allemaal in overleg met RWS. Hier een plaatje waarbij de rioleringen worden schoongespoten, zodat ze opnieuw in gebruik genomen konden worden. Op een gegeven moment is er ook water via pompen rechtstreeks naar het schip afgevoerd. Wij zijn begonnen met het schrapen van de bodem en de taluds en dat materiaal is opgeslagen. Er worden bodemonderzoeken gedaan of het de bodem in is gegaan. Op een aantal plaatsen is dat niet het geval, maar wij vrezen dat dat niet overal aan de orde is gebleken. De gemeente gaat over het maaiveld, wij over het oppervlaktewater. Nu zijn wij op vandaag en zie je een getal van dertigduizend kubieke meter ( m³) aan vervuild riool- en oppervlaktewater in schepen en bij ATM. Hier krijgt de maatschappij nog een behoorlijke rekening van. Met deze beelden probeer ik aan te geven dat wij geen andere keuze hadden dan het water afvoeren en opslaan. De rekening zal nog komen. Wij zullen samen met anderen technieken benutten om het opgeslagen water te verwerken. Tot zover mijn betoog. Hein wijst mij erop dat wij doende zijn in fase 4 en er is elke ochtend een vergadering met het beleidsteam. Het idee is dat volgende week af te bouwen als de nieuwe burgemeester van Moerdijk aantreedt en onder leiding van de burgemeester van Moerdijk het proces van nazorg verder inhoud krijgt. Wij werken mee aan een zo solide mogelijke oplossing. De heer Van den Broek: Wat zouden de gevolgen zijn van een eventueel [onverstaanbaar 25.25] De voorzitter: Dat is gissen en dat weet u net zo goed als ik. Ik hoor verschillende geluiden over in hoeverre het bedrijf verzekerd is en in hoeverre leveranciers van de stoffen eigenaar waren en ook zelf verzekerd kunnen zijn, daar kan ik geen sluitende antwoorden op geven. Of wij hier in potentie een risico lopen, het is de vraag in hoeverre de uitspraak van de minister Dit is een ramp aanleiding kan zijn voor de Rijksoverheid om bij te springen. Het is wel zo dat wij met honderden in de rij staan, want ook collega-bedrijven en andere overheden in de omgeving hebben schade opgelopen. Zo kan het heel ver gaan, dus ik kan daar geen uitspraak over doen. De heer Van den Berg: In de eerste plaats onderschrijven wij uw complimenten aan de medewerkers ook namens het AB. Ik heb een aantal vragen. Vanmiddag was onder andere het volgende te lezen op NOS Teletekst: Medewerkers van een organisatie die vervuild water opgeruimd hebben, hebben een waarschuwing gekregen omdat zij niet voldoende waren beschermd. Mogen wij ervan uitgaan dat dit niet de organisatie van het Waterschap betreft? Is het wellicht een bedrijf dat opdracht heeft gekregen van ons Waterschap dat daar genoemd zou zijn? Kunt u in het kader van de bescherming iets vertellen over het feit of onze medewerkers op de juiste manier beschermd waren? Zij waren er heel snel bij en dat is een compliment waard, maar ik kan mij voorstellen dat zij juist in die beginfase niet helemaal hebben kunnen inschatten hoe zij beschermd hadden moeten zijn. Daar zou ik graag wat meer over willen horen. U hebt ook iets verteld over de communicatie, dat ging geloof ik over de vrijdag. Het waterschap heeft op enig moment een spreekverbod opgelegd aan medewerkers van het Waterschap, zo las ik in BN De Stem. Misschien is het niet waar, maar dat las ik. Als dat zo zou zijn, wat waren de afspraken met de medewerkers ten aanzien van de communicatie voordat dit eventuele spreekverbod is opgelegd binnen het Waterschap? U hebt al een en ander uitgelegd over hoe het in elkaar zat met de communicatie, maar onze vraag is hoe het kan gebeuren dat het waterschap informatie heeft verstrekt over hun bevindingen, terwijl er andere afspraken met de diverse overheden zouden zijn gemaakt. Ik heb begrepen dat vooraf afgesproken was dat enkel centraal informatie verstrekt zou worden. De heer Van Riet: De waardering voor de medewerkers is al met het applaus onderstreept. Het Waterschap heeft daadkrachtig opgetreden. Het kan best zijn dat het niet volgens de regels is gegaan, maar wij denken dat het Waterschap goed heeft opgetreden. Ook daarvoor voelt u zich gesteund, mocht u daar nog kritiek op krijgen. Waar nog geen gegevens over zijn en die wij toch wel graag willen weten, in hoeverre zijn medewerkers van het Waterschap blootgesteld? Als dat niet zo is, dan moeten wij daar de goede maatregelen voor gaan nemen. Het financiële aspect dat u hebt aangestipt, komt achteraf, maar wij gaan ervan uit dat het bedrijf ook verzekeringen heeft afgesloten. In ieder geval was het van belang voor de gezondheid om snel te handelen en zich niet te laten weerhouden door eventuele financiële gevolgen -3-

8 achteraf. Wij gaan ervan uit dat er een stevige evaluatie gaat komen, en die zouden wij niet al te licht op willen tuigen. In dit geval stond de wind gunstig, maar die wind kan ook de andere kant op gaan richting grotere bevolkingscentra. Dit is iets wat in de toekomst voorkomen moet worden. Ik heb een vraag die misschien lastig is voor u als bestuurder. Als je naar het geheel kijkt, dan zie je een enorm haven- en industriecomplex dat bestuurd wordt door een redelijk kleine gemeente die ongetwijfeld goed zijn best doet, maar het is de vraag of deze in staat is om zowel aan de preventieve kant met regelgeving als de handhaving, toezicht en uiteindelijk de rampenorganisatie achter wel op de juiste manier af te wikkelen. Ik begrijp dat dit een moeilijke vraag is, maar wel van belang. De heer Aertssen: Wij sluiten ons aan bij de complimenten over de aanpak van de ramp. Ik denk dat met name op het gebied van de communicatie er aandacht moet zijn. Er is veel kritiek geweest op de communicatie, maar het Waterschap was in staat om vrij snel een lijst te produceren en ik denk dat dat heel goed is overgekomen bij de mensen. Naar aanleiding van de presentatie heb ik toch nog twee vragen, naast de vragen die onze fractie al heeft gesteld. U hebt aangegeven dat er op een bepaald moment vervuild water is geloosd op de riolering op de afvalwaterleiding richting zuivering. U hebt dat gedoseerd gedaan. Kunt u aangeven of er inderdaad sprake was van voldoende betrouwbaar rioolwater, wat richting zuiveringsinstallatie is gevoerd? Omdat tegelijkertijd gezegd wordt dat er giftige stoffen in het bluswater zaten, maar anderzijds u een deel afvoert naar een rioolwaterinstallatie. Er zou bij mij toch enige twijfel kunnen ontstaan of dat helemaal goed was. De tweede vraag gaat over het grondwater. Ik heb in de krant gelezen dat er geen bedreiging zou zijn voor het grondwater, omdat dit bij Moerdijk is afgedekt met een kleilaag. Ik kan mij nog herinneren dat Moerdijk is aangelegd en ik kan mij herinneren dat het terrein volledig is opgespoten met zand van een meter of twee, drie. Ik wil graag van u horen of het inderdaad zo is dat er voldoende bescherming is van het grondwater en of de bewerking zodanig is dat de kleilaag zou voorkomen dat dit het grondwater zou bereiken. En tot slot, maar dat is meer een hartenkreet denk ik dan iets anders en daar kunnen wij ook niets aan doen. De les die wij hieruit zouden moeten trekken is misschien toch wel dat het Waterschap in de toekomst invloed zou moeten hebben op de inrichting van bedrijventerreinen. Als je bekijkt wat er op ons afkomt. Een enorme schade met bedragen die wij wellicht als Waterschap nauwelijks kunnen opbrengen. Wel kunnen opbrengen, maar dan gaat het via de burger. Je kunt je afvragen of wij als Waterschap dan niet op een bepaald moment invloed zou moeten hebben op de inrichting van bepaalde typen bedrijventerreinen, gezien de calamiteiten die kunnen optreden en de gevolgen daarvan voor de waterschappen. Het gaat uiteraard niet alleen over dit Waterschap, maar over meerdere plekken in Nederland. De heer Van den Broek: Ook mijnerzijds complimenten voor de voortvarendheid waarmee de organisatie te werk is gegaan om deze situatie te tackelen. Ik wil u een suggestie doen. Dat u rond juni, juli toekomt aan een kort evaluatierapport waarin u alle vragen die schriftelijk en mondeling zijn gesteld, meeneemt. De voorzitter: Ik wil graag reageren. Het genoemde voorbeeld van kleding is mij niet bekend. Ik kan wel zeggen dat de instructie naar onze eigen medewerkers heel helder is. Eenieder die daar op het terrein aanwezig is, moet beschermende kleding dragen en daar wordt daadwerkelijk op gehandhaafd. Ik ken het voorval niet, maar ik weet wel dat het goed geborgd is. Het is een wezenlijke vraag die u stelt of er voldoende beschermende kleding werd gedragen totdat de analyses van het Waterschap bekend waren. Ik sluit niet uit dat er een zeker risico gelopen is en ik kan daar niet voor honderd procent (100%) ja op zeggen. Op vrijdagavond is het RIVM gaan meten of er uitdamping bij de sloten was, maar dat is nauwelijks of niet waargenomen. Toen is veiligheidshalve wel gezegd dat er binnen tien meter niemand mocht zijn zonder beschermende kleding. Er is wel enig risico gelopen en dat is denk ik ook wel vertaald in zorg voor de irritatie van ogen en slijmvliezen. Dat is door de artsen en door ons als werkgever heel serieus opgenomen, vandaar ook de bijeenkomst. Wij kunnen niet helemaal garanderen dat er geen risico is gelopen. Ten aanzien van de communicatie. Van donderdag op vrijdag was de gemeente Moerdijk leidend in het proces. Daar hadden wij afspraken over dat wij dat zelf zouden afstemmen. Op de vrijdagmiddag is het bericht van ons eerder gegrepen door de pers dan wat wij ten finale in afstemming met Moerdijk en de achterliggende organisaties hebben afgesproken. Wij hadden onze eigen verantwoordelijkheid. Wij zijn in de beleving te vroeg naar buiten gegaan, dat is in feite wat er aan de orde is. Dezelfde vraag stelt de heer Van Riet over de blootstelling. Ik kan het niet mooier maken dan het is. Er is professioneel gewerkt. Zodra wij het wisten ten opzichte van het oppervlaktewater, hebben wij beschermende bekleding benadrukt. Uw statement rondom Moerdijk, ik ga er niet op in als u het goed vindt, want het is niet aan mij om daar iets van te vinden. De heer Van Riet: Als u het maar goed onthoudt. De voorzitter: Ik denk dat het in een evaluatierapport beter onderbouwd moet worden dan dat ik nu aan u kan overbrengen. Ons laboratorium heeft 24-uursdiensten gekend in die dagen. Dat is gecommuniceerd met RWS en dat was allemaal dichtgetimmerd. Dat die kleilaag er moet zijn in de waterlopen, lijkt aannemelijk. Of dat ook voor het maaiveld geldt, weet ik niet. Dat wordt nu onderzocht of dat plaats heeft gevonden en zo ja, in welke mate en welke maatregelen daarvoor moeten worden genomen, maar daar is de provincie het -4-

9 bevoegd gezag in. In het kader van de watertoets geven wij aanwijzingen over waar de terreinen aan moeten voldoen. Ik wil de suggestie van de heer Van den Broek graag omarmen. Ik ben het met u eens en dat doen wij ook. Wij gaan ons eigen handelen zelf evalueren en als wij dat ik kijk dan ook even naar de PvdA daarin mogen bundelen, dan hoop ik dat wij u voldoende toelichting hebben gegeven dat wij ermee aan de slag gaan. De heer Van den Berg: Ik ben blij dat u uitleg hebt gegeven over de veiligheid van de medewerkers, want dat is een belangrijk punt. Complimenten daarvoor. Over de communicatie nog een korte vraag. U gaf aan dat het Waterschap verrast was door de professionaliteit, maar uw afdeling Communicatie moet juist getraind zijn om die professionaliteit te kennen en daar ook op te acteren. Maar dat ter zijde. De voorzitter: Ik bedoel het meer als understatement over hoe zij die gegevens snel wisten te verkrijgen. De heer Van den Berg: Dan nog is het uw verantwoordelijkheid om op het juiste moment de gegevens beschikbaar te stellen. Ik ben het eens met de andere AB-leden dat u het prima hebt gedaan, maar het is goed om te kijken wat er verbeterd zou kunnen worden. Een laatste vraag en die heb ik ook in de eerste termijn gesteld. Is er inderdaad sprake geweest van een spreekverbod opgelegd door het DB aan de medewerkers van het Waterschap, zoals wij konden lezen in BN De Stem? Als dat zo is, waarom was dat dan precies? De voorzitter: Ik denk dat dat in algemene zin geldt en zeker bij een calamiteit, om de woordvoering goed te kanaliseren en aan te duiden welke medewerkers spreken namens het Waterschap. Mensen die in het veld onder grote spanning in de blubber staan en niet getraind zijn in het te woord staan van media, moet je hier niet op aanspreken. De heer Vanlaerhoven: Welk risico kan het Waterschap financieel ongeveer lopen in de zin van wat het zou kunnen kosten? Kunt u een indicatie geven van wat het zou kunnen kosten? De heer Verdaasdonk: Ik heb een aanvullende vraag en een opmerking. Wij zouden graag willen weten hoeveel medewerkers van het Waterschap eventueel bloot zijn gesteld. Als ik hier als een relatief buitenstander naar kijk, dan bekruipt mij toch het gevoel dat bij dit soort branden het toevoegen van grote hoeveelheden bluswater het middel erger is dan de kwaal. Ik vraag mij af of het denkbaar is dat het Waterschap richting diverse overheden samen met andere deskundigen betrokken wordt ten aanzien van het aanvalsplan dat dient te gelden bij dit soort branden. Ik denk dat hier voor de langere termijn schade is aangericht. De voorzitter: Mijnheer Vanlaerhoven, ik ben daar uiterst voorzichtig in. Of dat nou twee of vijf miljoen is, ik weet het niet op dit moment, want dat hangt heel sterk samen met de saneringsmethode en dat moet nog verder uitgewerkt worden. Wij gaan als waterschapsbestuur niet bepalen dat wij het beter denken te weten dan professionele organisaties, die zullen ongetwijfeld gaan evalueren. Het is hun professie om een aanvalsplan op te stellen. Zullen wij het hierbij laten, goede afspraken? De heer Van Riet: Er blijft een vraag liggen. Om hoeveel medewerkers gaat het die mogelijk blootgesteld zijn? De voorzitter: Ik weet dat twintig (20) medewerkers een bezoek hebben gebracht aan de Arbo-arts, maar ik denk dat de groep iets groter is. 2. Notulen en besluitenlijst van de vergadering van het algemeen bestuur van 8 december 2010 inclusief de actie- en toezeggingenlijst De voorzitter: Er zijn een paar opmerkingen gemaakt. Op bladzijde 10 staat iets onverstaanbaars. Dat moet zijn van landbouwgronden. Pagina 17, daar staat een tekst bij mevrouw Dielissen vanwege een lager gebied moet zijn vanwege het lagere debiet.. Dan bij de besluitenlijst, bij agendapunt 3.a. Hier moet duidelijk zijn dat er een besluit gevallen is, maar het staat geformuleerd als een advies. Kunt u akkoord gaan met deze wijzigingen? De heer Van den Berg: Ik heb technische vragen gesteld over de actielijst van 8 december Het gaat over de actie van 15 september 2010: Het Waterschap benadert de gemeente om het gesprek over het parkeren in en rond het Mastbos weer op te pakken. Wij hebben geconstateerd dat was afgesproken dat dat in het najaar van 2010 zou geschieden. Nu zien wij dat het opeens is samengevoegd met een andere actie. Wij hebben antwoorden gekregen, dus daar ga ik verder niet op in. Inmiddels hebben wij ook schriftelijk aanvullende vragen gesteld aan het DB omdat het een technische vraag betrof. Ik wou het daarbij laten, -5-

10 maar ik wil vastgelegd hebben dat dit op dit moment wordt vastgesteld en dat wij alle antwoorden van het DB weer netjes afwachten. De heer Wijnen: Ik dacht dat wij het parkeerprobleem afgehandeld hadden en dat wij daar niet iedere vergadering op terug zouden komen. De heer Van den Berg: Ter interruptie. Ik vind het schrijnend dat een collega AB-bestuurder er bezwaar tegen zou hebben dat er insprekers zouden zijn. Dat is een democratisch recht van een ingezetene. Ik vind het te zot voor woorden dat deze uitspraak wordt gedaan door een collega AB-bestuurder. De voorzitter:??? Mevrouw Pijnenburg: Ik had nog een vraag over de actielijst. Er staat dat het AB zou worden geïnformeerd als de verkoop van het kantoor in s-gravenmoer is afgerond. Ik kwam er vanmiddag langs en er hing een bord verkocht op, dus ik neem aan dat het afgehandeld is. De heer Wijnen: De toezeggingslijst bij agendapunt 2. Op 8 december hebben wij het peilenbesluit genomen. Onze vraag aan de heer Coppens is of hij kan aangeven wanneer er contact wordt opgenomen met de ingelanden in het Halderbergse over wanneer de peilbesluiten verder ingevuld gaan worden. De voorzitter: Wij hebben de afspraak dat wij naar aanleiding van de notulen en de actielijst geen debat zullen voeren. Ik wil het heel kort houden. s-gravenmoer is verkocht en is gepasseerd bij de notaris. De heer Coppens: Twee zaken richting de heer Wijnen. Ik heb de vorige keer aangegeven dat als er behoefte is, dan willen wij de mensen van informatie voorzien, dus ik wacht wat dat betreft op een uitnodiging. Het is de bedoeling dat er de volgende keer in het AB een voorstel komt voor een aantal maatregelen in het kader van de peilbesluiten. Zodra het AB hierop instemmend heeft gereageerd, gaan wij er als Waterschap mee aan de slag. Besloten: Het AB stelt de notulen en de besluitenlijst vast. Nota s ter besluitvorming 3.a Aanpassing Gemeenschappelijke Regeling Aquon De heer Van Riet: In de eerste plaats vind ik het knap dat u onder juridische gevolgen een gedetailleerde omschrijving geeft, maar desondanks toch nog een vraag over wat er staat en dat heeft met de data te maken. Misschien kunt u straks nog de verschuiving naar 31 december 2011 toelichten. De heer Aertssen: Een paar opmerkingen bij dit voorstel. Wij hebben in het GO een tijdje geleden ook gesproken over dit onderwerp. Ik kan mij herinneren dat er toen nog sprake was van wellicht zeven waterschappen, maar het zijn er uiteindelijk negen geworden en dat is volgens mijn fractie toch een verdere verbetering. Toen wij over zeven waterschappen spraken, was sprake van een locatie en nu er twee bijkomen, gaan wij naar drie locaties. Mijn fractie vraagt zich af of alle efficiency op deze wijze wordt benut. Hier willen wij graag uitleg over hebben. De vraag komt op dat als je ook verder gaat met de laboratoria, of er gaandeweg het traject overwogen is om dit misschien uit te besteden aan particuliere organisaties en dat het Waterschap zich alleen met kerntaken bezighoudt. Is hier naar gekeken en zo ja, kunt u er dan ook iets over zeggen of er een soort kosten/batenanalyse uit is gekomen? Wij gaan er dus vanuit dat deze regeling er gaat komen en dan hebben wij een gemeenschappelijke regeling, maar u weet het, gemeenschappelijke regelingen staan vaak heel ver weg van algemene besturen van overheidsorganisaties. Ik zou u willen vragen om dit AB zoveel mogelijk te betrekken bij alles wat het centrale laboratorium straks gaat doen, bijvoorbeeld door ook het werkplan in de AB-vergadering aan te bieden en te regelen dat wij voldoende inspraak hebben op de begroting en ik weet niet of dat kan wellicht het rouleren van het voorzitterschap. Dat zou denkbaar zijn. De voorzitter: De data, mijnheer Van Riet, als ik het goed lees in het stuk, dan is het de bedoeling om per 1 juli deze gemeenschappelijke regeling in werking te hebben en AQUON Plus van start te laten gaan. Waar u 31 december 2011 leest, dat gaat over het opheffen van het Delta Waterlab, de huidige samenwerking van het Waterschap. Mijnheer Aertssen, het klopt dat toen wij hier nog niet zo lang geleden aan de orde hadden AQUON met zeven waterschappen, er in die context en in die begroting rekening is gehouden met één locatie. Nu er twee waterschappen bijkomen, is afgewogen of één locatie het meest accuraat zou zijn. Dat is een kwestie van afweging geweest. Een locatie heeft voordelen en is ook qua bedrijf bouwen en structuur uiteindelijk beter te organiseren. Hier staat tegenover dat mensen die nu nog op vijf locaties werken, dwars door het land moeten gaan rijden en ook mensen met deskundigheden die heel schaars zijn. Het is natuurlijk -6-

11 zo dat het gebruikelijk is dat u als AB de begroting voorgelegd krijgt, dus dat zeg ik u graag opnieuw toe. Er is nu een DB gevormd vanuit de drie bloedgroepen, de drie oorspronkelijke stromingen. Daar is een voorzitter uit gekozen en dat mag ik zijn, maar het kan best zijn dat er straks een nieuwe voorzitter wordt gekozen. Mevrouw Franssen: Is er een tijdspad gemaakt om uiteindelijk de drie locaties op termijn af te bouwen naar een locatie of is dat niet aan de orde? De voorzitter: Dat is niet aan de orde. Wij hebben gezegd, dat bedrijf gaat nu draaien en het bestuur en de directie gaan hun werk doen. Maar wij hebben nu niet die stip aan de horizon willen plaatsen ook om rust te krijgen bij de medewerkers omdat die niet elke keer geconfronteerd moeten worden met mogelijke veranderingen. Ik sluit het dus niet uit. De heer Aertssen: Ik had u nog gevraagd of wellicht ook eens gekeken kan worden naar een privatisering van de hele organisatie. De voorzitter: In het kader van het maken van de business case voor AQUON Plus is een vergelijking gemaakt met het bedrijfsleven om het gevoel te hebben dat de tarieven die AQUON Plus zal voeren, reëel zijn. Gaan wij eventueel ooit nog verder opschalen, dan moet dat onderdeel zijn van de studie, als de markt nog sneller verandert. Nu hebben wij die vergelijking gemaakt en daaruit blijkt dat de tarieven, al was het maar vanwege de negentien procent (19%) BTW, concurrerend zijn. De heer Aertssen: U hebt een aantal dingen genoemd, maar ik neem aan dat daar rapporten en verslagen van gemaakt zijn die ter inzage liggen. De heer Withagen: Het zou wel wenselijk zijn om bij de rekening en de begroting van het Waterschap van de gemeenschappelijke regelingen die ontstaan, een aparte paragraaf te maken, zodat wij daar als AB gemakkelijker een duidelijk inzicht in hebben. De voorzitter: U bedoelt onze eigen begroting? De heer Withagen: Ja. De heer Van den Broek: Ik schrik eigenlijk van een van uw uitspraken, want u zegt dat wij in relatie tot het bedrijfsleven net zo goedkoop of net zo duur zijn, net hoe je het wilt noemen, maar daar zit de BTW niet bij, dus eigenlijk bent u negentien procent (19%) duurder. De voorzitter:?? Mevrouw De Keizer: Het gaat om een aantal specifieke analyses die ons laboratorium goedkoper kan uitvoeren dan de markt. De analyse is vergelijkbaar dan wel iets duurder, maar rekening houdend met de BTW kom je netto toch goedkoper en beter uit. De voorzitter: Voldoende besproken? U kunt besluiten? Dat blijkt zo te zijn. Besloten: Het AB geeft toestemming aan het DB voor: 1. de toetreding van waterschap Rivierenland en hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden tot de Gemeenschappelijke Regeling AQUON 2009; 2. het wijzigen van de GR AQUON 2009 in GR AQUON 2011 in verband met deze toetreding; 3. het opheffen van de GR Delta Waterlab uiterlijk op 31 december b. Protocol Zuidwestelijke Delta De heer Withagen: Wij hebben dit punt ter voorbereiding op deze vergadering grondig en lang behandeld binnen onze fractie. Wij worstelen met een problematiek bij dit punt dat ik zo dadelijk zal onderstrepen. Als wij kijken naar de zes bullets op bladzijde 2 waar de zaak in een goede samenvatting is beschreven, dan kunnen wij met de punten 2, 3, 4 en 6 zonder meer instemmen, maar het probleem zit voor ons met name in de tekst over de zoetwatervoorziening. Ik merk uit sommige AB-reacties dat dat bij meerderen het geval is. Binnen onze fractie worden te allen tijde ten opzichte van de zoetwatervoorziening twee lijnen ondersteund die de visie van het Waterschap verwoorden en dat is op de eerste plaats, eerst het zoet te regelen en dan pas het zout. Dat is de eerste stelling en de tweede is dat de zoetwatervoorziening als zodanig een financiële verantwoordelijkheid is van de rijksoverheid. Dat zijn de twee punten die van het begin af aan het standpunt van het Waterschap hebben uitgedrukt. Als wij nou dit stuk lezen en wij lopen met name de bullets op bladzijde 2 langs en wij kijken naar bladzijde 18, punt 4, waarin nog een keer de -7-

12 tekst van de verordening staat verwoord, wat wij dan ook lezen, dan kunnen wij niets anders concluderen dan dat dit punt is losgelaten en dat wij in de loop van juli 2011 met zijn allen gaan praten over hoe wij de kosten over de organisaties gaan verdelen. De zoetwatervoorziening is primair een Rijksverantwoordelijkheid. Dat er geprofiteerd wordt door de partners van allerlei kosten reducerende maatregelen, spreekt voor zich, maar primair is de rijksoverheid verantwoordelijk voor deze beweging, maar dat kunnen wij niet rijmen met wat er in het stuk staat. Wij hebben er over nagedacht, maar wij komen er niet uit. Wij vragen in eerste termijn om ons akkoord dat wij als Waterschap geven ten opzichte van deze overeenkomst, mogelijk te laten vergezellen van een randvoorwaarde, de zoetwaterconditie. Is het mogelijk om een geconditioneerd ja te laten horen en als conditie de zoetwaterconclusie daarbij te vermelden? Wij vrezen als fractie dat als wij hiermee akkoord gaan, wij in de loop van 2011 in juli of later uiteindelijk tegen hele hoge kosten van de zoetwatervoorziening aanlopen. Wij willen niet op een glijbaan of hellend vlak terecht komen. Wij zouden graag van u antwoord krijgen of wij ons ja kunnen laten conditioneren met de opmerking over de zoetwatervoorziening, waardoor wij als AB na juli als wij uw werkzaamheden opnieuw moeten accorderen, dan op die conditie kunnen terugvallen. De heer De Boer: Er zijn zeven partijen die met dit protocol moeten instemmen, dus het komt in zeven gremia aan de orde. De heer Withagen doet een voorstel voor een tekstwijziging. Betekent dit dat dit stuk nog een keer terug gaat komen? Dat lijkt mij een beetje een moeilijk verhaal worden, dus graag uw visie daarop. Dat de Staat der Nederlanden moet opdraaien voor de kosten van de zoetwatervoorziening is duidelijk, maar wij vragen ons af of dit in deze notitie wel goed is verwoord. Dus dat sluit eigenlijk heel nauw aan bij wat de heer Withagen heeft verwoord. Daar willen wij graag een reactie op hebben. De heer Hage: Ik sluit aan bij de opmerkingen van mijn voorgangers. Als je zegt dat het Rijk enkel beleidsmatig verantwoordelijk is, enkel beleidsmatig, dan hebben wij het niet meer over geld. Er is te weinig duidelijkheid over waar het Rijk nu staat. Nu moet gestopt worden met praten en er nu moet eerst maar eens gesproken worden over geld. Misschien kan dit via de Waterschapsbond besproken worden, dat weet ik niet. Laat de duidelijkheid over de zoetwatervoorziening duidelijk in het verhaal terugkomen. De heer Poppelaars: Onze fractie wil op de eerste plaats het DB danken voor het toezenden van twee leerzame boeken. In de vorige vergadering mochten wij de Bosatlas van Nederland op tafel ontvangen en nu zat bij de vergaderstukken een werk over tien jaar ervaring met de Europese Kaderrichtlijn Water. De inhoud van de boekwerken roept bij ons een vraag op die een relatie heeft met dit voorstel. Op pagina 76 van de Bosatlas is een kaartje te vinden waaruit blijkt dat het Volkerak Zoommeer [onverstaanbaar]??? 1.15, dit in tegenstelling tot alle omliggende zoute wateren, zoals de Schelde en de Noordzee. En op bladzijde 32 van het boekwerk over de Europese Kaderrichtlijn Water is aangegeven dat voor de chemische doelstelling in ieder geval een resultaatsverplichting geldt en dat er geen achteruitgang mag zijn. Onze vraag is of wij kunnen meewerken aan maatregelen met water dat volgens de Bosatlas niet voldoet aan de gestelde eisen? Kan men meewerken aan een bewuste verslechtering? Kan dat niet leiden tot een boete als de resultaatsverplichting niet kan worden gerealiseerd? De heer Van den Broek: Mijn vraag komt te vervallen. Mevrouw Pijnenburg: Voor een stuk vergelijkbare vragen. Zorgen over de financiën voor het hele project en met name over de positie van het Rijk. Uit de formulering moet expliciet helder zijn dat het Rijk financiële garantie biedt. Wij hebben ook nog een vraag over het zesde punt bij de voorwaarden. Daarin staat genoemd dat zout water pas op Volkerak-Zoommeer wordt toegelaten wanneer de alternatieve zoetwatervoorziening is geregeld. Dat klinkt heel goed, maar betekent geregeld ook gerealiseerd? Dat zou het naar onze mening moeten zijn. Zout mag pas worden toegelaten wanneer de zoetwatervoorziening is gerealiseerd. Dus niet alleen geregeld, maar hij moet er ook zijn. Dan een ander inhoudelijk punt en dat echt op de inhoud van het plan voor een stukje in combinatie met agendapunt 4.a. Wij maken ons wel zorgen over de bergingscapaciteit die op het Krammer-Volkerak wordt gebruikt voor het afstroomgebied. Dat kan tot een behoorlijk hogere waterstand op het Krammer-Volkerak leiden, tot twee meter wordt genoemd. Wij vragen ons af of er voldoende oog is voor onze eigen afvoercapaciteit in het West-Brabantse. Het zou er niet toe mogen leiden dat het West-Brabantse achterland het water niet voldoende kwijt kan. In punt 4.a. wordt de mogelijkheid genoemd om de Grevelingen erbij te betrekken. Deze zorg is nadrukkelijk aanwezig voor ons Waterschap. De heer Aertssen: Wat een heerlijk avondje voor de oppositie, voorzitter! Ik heb zelden zowel van links als van rechts zoveel kritische kanttekeningen gehoord bij dit voorstel van ons DB. Dat doet mij genoegen, want je kunt niet kritisch genoeg zijn richting het DB en zeker niet als het over het Volkerak-Zoommeer gaat. Ik moet eerlijk zeggen, voorzitter, er zijn een paar punten gemaakt zoals door de heer Withagen die zijn wantrouwen uitspreekt over de waterdichtheid van alle protocollen en afspraken die wij met elkaar moeten maken of gaan maken. Met name het protocol, ik geef toe, mijnheer Withagen en het staat ook in het stuk, het protocol is een bestuurlijk verplichtend verhaal en zeker niet juridisch. Met andere woorden, wij halen er -8-

13 wat af en zetten er wat op en vervolgens moeten wij afwachten of het ook gerealiseerd wordt. Wij zitten met een kabinet dat helaas nogal wat bezuinigingen moet doorvoeren en rekeningen van boven naar beneden schuift, die uiteindelijk ook bij ons in het Waterschap neerdalen. Ik denk dat wij de problematiek rond de zoetwatervoorziening straks op ons eigen bord krijgen gepresenteerd. Wat kunnen wij daar dus aan doen, want ik ben er ook geen voorstander van. Het is natuurlijk triest dat wij straks als Waterschap de lasten moeten verhogen, omdat wij met het probleem van verzilting zitten en wij dat probleem moeten oplossen. Ik zou zeggen, laten wij de handen ineen slaan, en een oproep doen aan het kabinet om te stoppen met dit soort bezuinigingen en dan zou ik daar het volgende aan toe willen voegen. Het kabinet heeft pas een Kierbesluit genomen waar denk ik veel gevolgen en consequenties aan vast zitten. Daar hoor ik niemand over, maar ik zou eraan toe willen voegen om te zeggen, kabinet, draai dat besluit terug of trek het besluit in en ga over tot de orde van de dag en gebruik uw verstand. De heer Verdaasdonk: Wij zitten in hetzelfde schuitje als de heer Aertssen. Ik moet zeggen dat ik in zijn algemeenheid wat teleurgesteld ben, omdat hier ook weer gebeurt wat er al vele jaren aan het gebeuren is. De gehele problematiek rondom de Zuidwestelijke Delta wordt gegijzeld, bewust en onbewust, door de zoetwaterproblematiek en dat is slechts een klein onderdeel van waar wij het hier met elkaar over hebben. Ik zou graag daar wat meer aandacht en bezinning willen hebben in waterschapsland en wat minder de hakken in het zand. Als je kijkt naar de huidige situatie in de Zuidwestelijke Delta, dan is die buitengewoon zorgelijk op het gebied van waterkwaliteit, van zoetwater en van de dynamiek en wat dies meer zij. Wij laten onnodig kansen liggen, omdat de huidige status quo belangrijker is dan de kansen van morgen. Ik zou toch hier een verzoek willen doen, mensen, heb nou eens oog voor de kansen van morgen, beweeg mee met de dynamiek. Wij leven in een delta waaraan wij een belangrijk deel van onze welvaart te danken hebben. Wij hebben de afgelopen jaren gebouwd en dijken gebouwd en zijn met de rug naar de delta gaan staan en de gevolgen zijn daar. Niemand, ook niet in deze vergadering, hoor ik over de vele miljoenen euro s die wij dagelijks en jaarlijks moeten besteden aan het in stand houden van de status quo. Die worden uit andere potjes betaald maar dat is ook overheidsgeld. Dat is een manier van doen die in de lengte van jaren niet vol te houden is. Als wij doorgaan op de weg van eerst moet dit geregeld zijn en dan moet dat geregeld zijn en anders doen wij niet mee, dan voorspel ik u een ding en dat is dat het kabinet de hele Zuidwestelijke Delta zal schrappen en zal overgaan tot de orde van de dag en alles laten zoals het is. Dat zou in mijn ogen een rampzalige beslissing zijn en het Kierbesluit is er een van, want het huidige kabinet blinkt niet uit in het vooruit zien, maar vooral wel in het vereffenen van openstaande rekeningen, zo heb ik het gevoel. Ik zou toch hier een pleidooi willen houden, want er liggen goede en gedegen onderzoeken onder hetgeen er in de Zuidwestelijke Delta aan de hand is. De zoetwatervoorziening is er een van en daar zijn oplossingen voor. Die zijn bedacht en die liggen onder handbereik. Laten wij de handen ineen slaan en daar komt nog een persoonlijke voetnoot bij. Je moet ook nadenken over kosten en baten. Toen destijds de Deltawerken zijn georganiseerd en er een groot reservoir aan zoetwater beschikbaar kwam, is er in een keer een claim op gelegd die blijkbaar tot in lengte van jaren moet blijven gelden. Terwijl het nu eenmaal zo is dat ook in de tijd dingen veranderen en daar moet je ook naar handelen. De voorzitter: Ik wil graag namens het DB reageren, beginnend bij de opmerking van de heer De Boer. Wij dachten het goed voorbereid te hebben. U hebt in uw vergadering van 13 oktober het mandaat gegeven aan het DB, mits daarin geen nieuwe verplichtingen werden aangegaan. Wij veronderstelden als DB daarmee aan de slag te kunnen. De provincie heeft besloten om het protocol zelf in hun Staten aan de orde te stellen. Daarmee probeer ik aan te geven dat wij als DB dit protocol zien binnen het kader dat u als AB in oktober hebt gegeven. Wij zien hier geen extra verplichtingen in staan ten opzichte van oktober. Maar goed, het gaat, zo begrijp ik, bij velen van u over de tekst over de zoetwatervoorziening. Ik denk ook dat het woord gerealiseerd beter is dan geregeld. Het gaat over de vraag of regionale partijen in het kader van belangen mee kunnen financieren. Dat kan bijvoorbeeld de gemeente Moerdijk zijn die een stedelijke ontwikkeling kan entameren die als kostendrager kan dienen. Het kan de provincie zijn die een behoorlijk budget beschikbaar wil stellen voor dit verhaal en het kan zijn dat het Waterschap Brabantse Delta investeringen die zij toch zou doen, in dit kader plaatst. Zo leest het DB deze paragraaf. Met een aanbiedingsbrief te sturen dat wij ten aanzien van de zoetwatervoorziening en de financiering daarvan, [onverstaanbaar ]. De heer De Boer:?? De voorzitter: Dan houd ik over de opmerkingen van de heer Poppelaars. Blij overigens dat u die boeken zo goed leest! Ik hoor wel eens mensen die eraan twijfelen of de AB-leden die boeken wel allemaal uitlezen. Ik weet niet wie of wat u gelezen hebt, maar in onze beleving hebben wij daar namelijk een andere perceptie bij, namelijk dat Krammer-Volkerak bij lange na niet voldoet aan de Europese Kaderrichtlijn Water. Ik vraag de heer Witter deze vraag te beantwoorden. De heer Witter: Ik moet het antwoord hierop schuldig blijven. Ik weet wel dat er rondom de planstudie Waterkwaliteit heel veel toetsingskader is waaraan het Volkerak-Zoommeer getoetst zou moeten worden, maar dat moet ik uitzoeken. -9-

14 De voorzitter: Zullen wij afspreken dat wij het voor de komende vergadering aanhouden? De heer Withagen: Wij hadden natuurlijk de 13 e oktober onderkend, vandaar dat wij ook niet zeiden om niet te tekenen. Wij kunnen aan onze eigen handtekening een conditie verbinden. Dat stelt ons in ieder geval in die mate tevreden, dus daar kunnen wij mee leven. Ik wil er nog wel bij zeggen dat de uitwerking van dit protocol financieel binnen de kaders blijft die in oktober werden voorzien. Dan is er een ander technisch probleem, punt 4.a dat bij de bespreking werd betrokken. Wij zijn ervan uitgegaan dat het een mededeling is die pas in de volgende vergadering aan de orde komt. Wij hebben er een technische vraag over gesteld en daar is antwoord op gekomen, dus wij gaan ervan uit dat dit in de volgende vergadering meegenomen kan worden. Ik wil niet aanlopen tegen de situatie dat u zegt, ja, maar dat hebben wij op deze vergadering behandeld. Het is een mededeling die op de besluitvormende vergadering op de agenda staat. De heer Aertssen: Wat ons betreft kunt u best een begeleidende brief bij het protocol stoppen, maar wat ons betreft kunnen wij vanavond besluiten om akkoord te gaan. De heer Verdaasdonk: Ook voor ons geldt dat wij sowieso akkoord kunnen gaan en een eventuele begeleidende brief zullen wij op zijn merites beoordelen. Misschien dat wij een uitzonderingspositie willen innemen, die dan ook in die brief wordt vastgelegd. De voorzitter: Ik denk dan dat het verstandig is om [?? Onverstaanbaar 1.32]. De heer Withagen: Dit is geen normale tactiek. Je kunt in een besluit van het Waterschap niet partijpolitieke situaties aan de orde stellen. Als een besluit bij meerderheid is genomen, dan is dat een besluit. Dit is puur frustreren. De heer Verdaasdonk: Geachte collega Withagen, u hebt waarschijnlijk veel meer ervaring met allerlei partijpolitieke besognes dan ik. Ik zal u een ding verklappen. Als er besluiten worden genomen met een meerderheid van stemmen, dan is het volgens mij een goed democratisch gebruik om een mogelijke annotatie toe te voegen om aan te geven dat het besluit genomen is, maar dat kennis moet worden genomen van een bepaald standpunt. Niet meer en niet minder, en als u dat wilt kwalificeren op de wijze zoals u zojuist gedaan hebt, dan is dat voor uw rekening, maar ik neem de verantwoordelijkheid voor een dergelijke toevoeging namens Water Natuurlijk voor mijn rekening. De heer Aertssen: Ik begrijp de opmerking van de heer Withagen eerlijk gezegd niet zo goed. Laten wij vanavond een besluit nemen en laat die begeleidende brief maar gewoon weg. De voorzitter: Ik begrijp dat daar geen ruimte voor is. Ik was een vraag vergeten, mevrouw Pijnenburg. Over de waterberging komen wij terug bij punt 4.a. en laten wij het dan bespreken. Ik begrijp dat men die brief gewoon wil zien. 3.c. Aanvraag uitvoeringskrediet project 771, 5e influentrooster RWZI Bath De heer Jackson: Een kleine bijdrage. De capaciteit zo blijkt uit de stukken, is onvoldoende om de maximale regenwateraanvoer te verzekeren. Twee vragen hierbij. Is dit in 2001 verkeerd berekend en heeft dit altijd tot problemen geleid of zou het kunnen zijn dat de ontkoppeling van het hemelwater door acties van de gemeente vertraging heeft opgelopen? De heer Hieltjes: Ik ben blij dat deze vraag gesteld is, want dan kan ik daar helderheid over geven. Tijdens de bouw is al rekening gehouden met een vijfde rooster. Het is goed om regelmatig onderhoud te doen. Voor de voorspelbaarheid van het onderhoud en de beheersbaarheid van de kosten is het verstandig om een investering te doen. Vandaar dat de omvang van de investering te overzien is. De heer Jackson: Ik begrijp dat het niet echt iets te maken heeft met het afkoppelen van het hemelwater. De heer Hieltjes:?? [onverstaanbaar ] De heer???:?? Besloten: Het AB stemt in met de realisatie van project 771, plaatsing 5e influentrooster op de RWZI Bath en stelt daartoe een uitvoeringskrediet beschikbaar van driehonderd duizend euro ( ) 3.d. Aanvraag uitvoeringskrediet ten behoeve van inrichtingsplan Weerijs-Zuid -10-

15 De heer De Boer: Verschillende leden van onze fractie hebben behoefte aan een toelichting op dit agendapunt, want het gaat om enorme bedragen. Wij zouden graag meer onderbouwing hebben gezien. Dan een ander punt. In het stuk lezen wij dat grondeigenaren gepolst zullen worden of zij belangstelling hebben in beheer in particulier eigendom. Daar hebben wij in de vorige vergadering ook over gesproken. Wij zien dat nergens terugkomen in de begroting van kosten. Er wordt netto zeven miljoen tweehonderd duizend euro ( ) gevraagd. Wordt dat op een andere manier verdeeld? Dus daar gaat u alleen maar uit van grondverwerving? De heer Vanlaerhoven: Ook een aantal vragen op dit punt, allereerst over het medegebruik. Vanuit agrariërs begrijp ik dat er wel belangstelling voor is, maar zij vragen zich af hoe dit medegebruik uitgevoerd wordt. Die hebben er ook niets van gehoord, maar de vraag leeft er wel. Het is een heel plan, waterberging. Het zou gaan om verschillende deelgebieden, maar om hoeveel deelgebieden gaat het dan? Rondom elk deelgebied zou een inrichtings- en beheersplan opgesteld worden. Komen die dan terug in het AB? Hoe is die volgorde? Ik ben ook nieuwsgierig naar de toedeling want het is niet duidelijk hoeveel hectare er gerealiseerd gaat worden. Waarvan is de toedeling afhankelijk? Waar zet het waterschap op in, welke gronden wil zij hebben? De heer Van Riet: Als Water Natuurlijk willen wij toch eerst even een onderdeel van dit plan bespreken en dat betreft de recreatieve ontsluiting. Er is op dit moment discussie over en als waterschap hebben wij daar stroken grond in eigendom. Wij zouden graag zien dat het Waterschap een open opstelling kiest en deze grond beschikbaar stelt voor recreatieve ontsluiting mits de kosten door anderen gedragen worden. Dan een aantal punten vooral naar aanleiding van bladzijde 3. In het eerste stuk wordt gesproken over het onderhoud van ecologische verbindingszones. Wij zouden erop willen aandringen dat over het beheer daarvan afspraken gemaakt worden. Dat lijkt bovendien efficiënter, want het komt voor dat gemeente en Waterschap langs elkaar heen werken. Bij de volgende stip, de tweede alinea, wordt ineens gesproken over??? [onverstaanbaar 1.43] in tegenstelling tot gronden die niet vrijgemaakt kunnen worden. Hoe moet ik dit lezen? In een volgende stip, een volgende paragraaf, vierde alinea, is het zo dat het Waterschap daar volgend en afwachtend is, maar hoe groot is de benodigde capaciteit? Vervolgens komt aan de orde en daar lopen wij waarschijnlijk vooruit op een nieuwe trend, het particulier natuurbeheer. Het lijkt een nieuwe trend, maar misschien heeft het Waterschap hier ervaringen mee. Wij constateren dat van tien miljoen euro ( ) een bedrag van acht miljoen euro ( ) subsidie betreft. Als het Waterschap daar straks toch in een trekkende rol veel mee te maken krijgt, dan zouden wij willen verzoeken om goed te kijken naar de faunapassage, zodat de dieren daarlangs kunnen bewegen, want nu is er vervolgens een HSLhek omheen gezet waar egels in verstrikt raken. Misschien is het nu het moment voor het Waterschap om hierop in te zetten. De heer Haagh: Wij hebben een aantal technische vragen gesteld die keurig zijn beantwoord op een na. Op welke wijze???. Twee andere vragen, hoe hard zijn de toezeggingen van GS over de financiering van de ecologische hoofdstructuur? Wat is de achtergrond? Mevrouw Dielissen: Ik zal de vragen aflopen. De heer De Boer zegt dat het om een groot bedrag gaat, maar het is ook een groot gebied. Het gaat om bekende waterdoelstellingen, zoals waterberging. Vooral omdat het een groot aantal hectaren en kilometers betreft in een groot gebied, loopt het bedrag dan op. Dat is in ieder geval de verklaring. Ik weet niet wat ik hier verder nog aan toelichting aan toe kan voegen. Als u nog meer specifieke vragen hebt, dan hoor ik dat graag. De heer De Boer:??? Mevrouw Dielissen: Inderdaad. Dat is dan nu niet het geval, maar wij hebben twee kaarten bijgevoegd waar veel op af te lezen is, maar bij een groot plan moeten wij er eerder aan denken om dat uiteen te zetten. U stelde ook een vraag over waterberging in particulier eigendom en dat u dat niet verder terug ziet komen in de kosten. Dat heeft te maken met een procedure waar wij nu aan deelnemen. Dit is een Wilg-procedure, een moderne vorm van ruilverkaveling en een ruilverkaveling gaat uit van een wisseling van eigendom, dus er wordt gesproken over toewijzing en toedeling van eigendom. Op die manier loopt het Waterschap daarin mee dat wij de gronden in eigendom verwerven voor de doelen die wij willen bereiken. Dat neemt niet weg dat wij zeggen dat als het gaat om waterberging, medegebruik door boeren mogelijk is. Als dat zo is - want daar moet dan nog een inrichtingsplan voor gemaakt worden - dan gaan wij met betrokken boeren om de tafel zitten om eigendom door te leveren aan die boeren of dat wij de eigendom houden en daar afspraken over maken. Daarom ziet u dat niet terug in de kosten en is het ook niet in te schatten omdat je dat pas kunt doen wanneer de plannen duidelijk worden en dat je weet bij welke waterberging medegebruik wel of niet mogelijk is. De heer Vanlaerhoven had ook een vraag over het medegebruik en dat ze daar nog niets over gehoord hebben. Dat heeft te maken met het feit dat wij eerst verder moeten met de planvorming en dan pas concreet mensen kunnen gaan benaderen. Dat proberen wij duidelijk te maken aan de mensen en dat zal ook zeker bij de wenszittingen aan de mensen verteld worden. U vraagt hoeveel deelgebieden er in totaal -11-

16 zijn. Dat zou ik niet kunnen zeggen, maar misschien kan de heer Janssen dat vertellen. De wenszitting is puur een inventarisatie. Van de kaarten is af te leiden welke gronden het Waterschap wil hebben en in de wenszitting horen wij dan van de mensen of zij bereid zijn om daarin mee te gaan en of zij compensatie in geld of grond willen. De heer Van Riet gaat in op de recreatieve ontsluiting. Ook in Weerijs-Zuid nemen wij dezelfde positieve grondhouding aan ten aanzien van recreatie als bij andere projecten. Er zijn al tal van recreatieve voorzieningen in het plan opgenomen. Mochten partijen daarin verder willen gaan, dan zullen wij dat positief benaderen. Het onderhoud van de EVZ. Als er straks inrichtingsplannen worden gemaakt, dan worden op dat moment ook de plannen gemaakt voor beheer en onderhoud en dat gaat op dezelfde manier als op andere plekken. Het gaat in goed overleg met gemeenten om de eenheid in beheer en onderhoud te bereiken op zo efficiënt mogelijke wijze. Ik denk dat de ervaringen inmiddels wel bekend zijn, maar daar heb ik geen concrete informatie over. U vraagt naar de gronden die niet vrijgemaakt kunnen worden. Het ruilproces is een ingewikkeld proces en je probeert dat zo goed mogelijk te matchen. Zoals u ook in het stuk kon lezen is de ervaring dat je ongeveer tachtig procent (80%) kunt realiseren. Als je kijkt naar de kaarten die erbij zitten, dan is dat het wensplaatje en daar proberen wij in ieder geval minimaal tachtig procent (80%) van te realiseren. U stelt particulier natuurbeheer mits doelen worden bereikt. Nou, dat staat voor ons ook voorop, omdat het uiteindelijk wel om het doelbereik gaat, dus dat zal ook geborgd zijn. Ook daar vroeg u naar eerdere ervaringen en dat er een probleem is bij de faunapassage bij de groene geledingszone. Dit nemen wij mee en dat brengen wij in als het klopt dat er een hek omheen staat. De vraag van de heer Haagh over de inspraak over de Balleman. Bij mijn weten is de inspraak over de Balleman al geweest en dat heeft ertoe geleid dat de uitvoering van de Balleman is afgestemd op Weerijs-Zuid, omdat de planning van die projecten niet gelijk loopt. Nu is de inspraak van Weerijs-Zuid geweest en dat leidt weer tot uitvoering in Weerijs-Zuid. Het is de bedoeling dat als Weerijs-Zuid straks is gerealiseerd, dan weer de maatregelen in de Balleman verder kunnen worden uitgevoerd en dat heeft dan weer opnieuw zijn eigen procedure. De toezegging van GS over het geld is heel concreet en dat zij het geld gereserveerd hebben op de begroting is schriftelijk aan ons bevestigd, evenals dat Weerijs-Zuid nadrukkelijk wordt uitgesloten van de subsidiepauze die is afgekondigd. Dan hebt u nog een vraag over de zestien hectare (16 ha) natuur waar het Waterschap deels aan meebetaalt. Dat is zestien hectare (16 ha) van de groene geledingszone en daar zijn al in 2003 afspraken over gemaakt. In de groene geledingszone gaat de Weerijs onder de A16 en de HSL door en op die manier is het Waterschap daarbij betrokken en zal om die reden de afspraak gemaakt zijn. Dat is gedaan door een voorganger van dit waterschap, dus dat is moeilijker te achterhalen. Die afspraak ligt er wel op deze manier. De heer Janssen: Het antwoord op het aantal deelgebieden moet ik schuldig blijven, want daar is de bestuurscommissie zelf nog niet uit. Op dit moment wordt er wel gedacht aan een concreet deelgebied, en dat is het gebied??? [1.56 onverstaanbaar], omdat de grondpositie daar vrij gunstig is en er mogelijkheden zijn vanuit de Wilg voorafgaand aan de verkaveling, want wij staan aan de vooravond van het verkavelingsproces dat ongeveer twee jaar gaat duren. Voor het overige zijn er nog geen deelgebieden gedefinieerd. De heer De Boer: Mij valt op dat de meeste waterberging gesitueerd is in???. Hebben wij het over de kosten, dan hebben wij het over water dat wij eigenlijk van België ontvangen. Ik vroeg mij af of dit met de zuiderburen is besproken en dat de Belgen daar ook een deel aan meebetalen. De heer Vanlaerhoven: Ik wil nog heel even terugkomen op de deelgebieden, want ik vind het belangrijk dat bij de inrichting en het beheer ervan nog inspraak mogelijk is en dat de organisatie al met die plannen komt waarmee een wijziging mogelijk is. Dat vind ik wel heel belangrijk. Nog een paar puntjes.??? Daar hebben ze elke keer al problemen. Ik weet niet welke voorzieningen daar voorzien zijn in de Bijloop. Ik wil vragen of het water dan geen stremmende werking krijgt, want het is er al veel te nat en daar hebben zij elke keer al problemen. Elke keer wordt gezegd dat de berekeningen blijken mee te vallen, maar de praktijk valt tegen en het achterland heeft toch weer problemen. De financiële onderbouwing vinden wij lastig. Wij denken dat het alleen maar minder kan worden dan het bedrag wat gevraagd wordt. Wij weten niet hoeveel hectaren wij uiteindelijk gaan realiseren. Dus hoe zit het met de financiële onderbouwing? Het is voor ons niet helemaal duidelijk hoe het zit. Een aandachtspunt blijft natuurlijk waar wij die waterbergingsgebieden gaan maken. De heer Haagh: Ik wil de eerste vraag van de heer Vanlaerhoven specificeren. De vraag is dus of??? [2.00 onverstaanbaar] De heer Verdaasdonk: Naar aanleiding van de opmerking dat het Waterschap altijd een positieve houding heeft ten aanzien van recreatieve voorzieningen, verbaast het mij toch wel een beetje dat de aanleg van een fietspad rond de Aa of Weerijs op geen enkele manier mogelijk is gebleken. Mijn vraag is nogmaals, heeft het Waterschap in het voorbereidende traject daartoe wel voldoende haar positieve grondhouding ten tonele gevoerd? Er zijn natuurlijk vele manieren om te opteren voor een positieve grondhouding, maar ik moet toch constateren dat een significante inzet van een hoeveelheid publieke middelen in dit gebied er niet toe heeft geleid dat de recreatieve ontsluiting van het gebied op het niveau is, zoals wij dat met zijn allen graag -12-

17 zouden zien. Ik wil hier nogmaals expliciet het verzoek doen om al het mogelijke te doen om alsnog een fatsoenlijke recreatieve ontsluiting in de vorm van een fiets- c.q. wandelpad ook in dit gebied in het plan opgenomen te krijgen. Er zijn veel problemen die je binnen zo n uitvoeringsplan aan wilt pakken, zoals onder andere de begeleiding van de agrariërs om ervoor te zorgen dat die mensen op een goede manier de kost kunnen verdienen. Regel nou eens een keer dat de waterproblematiek opgelost wordt en daar hoort uitdrukkelijk de recreatieve ontsluiting bij. De heer Hage: Ik heb een vraag over de honderdnegentien hectaren (119 ha) die er voor waterberging in beeld komen. Hoeveel heb je eigenlijk nodig? Ik kan me voorstellen dat er een berekening is opgesteld van de hoeveelheid overlast en als wij dat ergens gaan parkeren, dan hebben wij zo n groot gebied nodig. In het uiteindelijke areaal is niet precies aangegeven hoeveel het is. Daar is toch een berekening aan vooraf gegaan? Mevrouw Dielissen: Waterberging aan de grens. Voor alle rivieren geldt dat het water uit België komt, dus eigenlijk zouden wij ze overal aan mee moeten laten betalen. De heer De Boer: Laat ik dan mijn vraag iets anders formuleren. De heer Janssen: Ik denk dat er een abuis in het spel is. De buitenkant van de plangrens, België, dat is geen buitenland, dat is allemaal Hollands water. Mevrouw Dielissen: Om op uw zorg terug te komen. Het is wel zo natuurlijk dat wij niet alleen in dit gebied, maar in het algemeen een goede afstemming hebben met de Belgen, ook over deze problematiek. Wij volgen wat zij doen en zij volgen wat wij doen. Die zorg wil ik in ieder geval wegnemen. Dan de zorg van de heer Vanlaerhoven over de inspraak over de inrichting en beheer van deelgebieden. De afspraak is dat de trekker ervoor zorgt dat de plannen fatsoenlijk worden gecommuniceerd en dat erover meegepraat kan worden. Als wij de trekker zijn, dan doen wij dat volgens ons communicatieplan. Er wordt nadrukkelijk op gelet dat dat op een ordentelijke manier verloopt. U betrekt er de Bijloop bij, maar die zit niet in dit gebied. U zegt dat hier de stremmende werking van invloed kan zijn. Dat kan de heer Janssen beter beantwoorden. De heer Janssen: De Bijloop ligt inderdaad voor ongeveer anderhalve kilometer in het plangebied en maakt deel uit van het deelgebied dat ik zojuist noemde. De Bijloop heeft de functie waternatuur gekregen. Wij zullen daar zeker de commissie bij gaan betrekken en uiteraard zullen wij rekening houden met andere belangen dan alleen de natuurbelangen. U ziet op de plankaart dat het over een vrij smalle strook gaat. Dus dat betekent zoeken naar maatwerk, zodat de landbouw er geen last van heeft en dat geldt ook voor de stremmende werking. Mevrouw Dielissen: Dan ga ik door met de financiële onderbouwing. De financiële inschatting is gebaseerd op de realistische inschatting dat er tachtig procent (80%) gerealiseerd kan worden. Dat is het minimum waar wij naar streven. De wenszittingen moeten nog komen, dus wij kunnen daar nu nog geen harde uitspraken over doen. Valt het tegen, dan zullen de kosten inderdaad minder worden. Dat is iets wat wij in de toekomst moeten volgen. Wat betreft natschade bij waterberging is het zo dat het beleid wordt toegepast wat wij hebben, en dat is afgestemd. Daar worden afspraken over gemaakt. De heer Verdaasdonk vraagt aandacht voor het fietspad langs de Aa of Weerijs. Wij zijn lid van de bestuurscommissie, dus als zodanig is het plan besproken. Er zitten heel veel recreatieve voorzieningen in zoals ruiter-, wandel- en fietspaden. Als het mogelijk is, dan werken wij eraan mee. Daar moet extra grond voor gereserveerd worden als je ook nog het fietspad langs de Aa of Weerijs zou willen hebben. Dit is op dit moment de uitkomst, dus voor het Waterschap zie ik op dit moment geen taak meer, behalve dan dat als er kwesties komen, wij daar altijd aan mee willen werken. De heer Van den Berg: Is het dan zo dat in dit proces het Waterschap proactief een uitspraak doet over recreatief medegebruik? De voorzitter: Ik zal dit procedureel beantwoorden. Binnenkort wordt een nota voorgelegd over recreatief medegebruik. Ik denk dat dat een goed moment is om te spreken over wat u van het Waterschap verwacht op dit gebied. De heer Van den Berg: Het is niet mijn bedoeling dat ik mevrouw Dielissen passeer, maar ik stelde de vraag via de voorzitter. Excuses als het zo is overgekomen. Mevrouw Dielissen: Dan nog een vraag van de heer Hage. Waterberging is nodig en daar is een ontwikkeling aan vooraf gegaan. De waterberging die nu voorzien is, is gebaseerd op de IGA, die hier vooraf is gedaan en waaruit een bepaalde hoeveelheid waterberging gekomen is. Dat hebben wij zo goed mogelijk in dit plan tot uiting laten komen. Nu moeten wij gaan kijken wat wij daarvan kunnen realiseren en straks aan het einde -13-

18 van het proces weten wij dan hoeveel waterberging wij hebben en of dat voldoende is. Dat is een continu proces, de klimaatverandering is ook een continu proces, dus op dat moment gaan wij kijken of wij hiermee voorlopig klaar zijn of dat er nog een aanvullende opgave ligt. De basis daarvan zijn inderdaad de berekeningen die er gemaakt zijn. De heer Hage: U hebt het instrument Wilg aan uw zijde en dat houdt in dat u gewoon kunt onteigenen. Met de Wilg is niet de vraag hoeveel wij kunnen verkrijgen. Mevrouw Dielissen: In zoverre, mensen kunnen kiezen tussen geld of compenserende grond. Als ze kiezen voor compenserende grond, dan moeten wij wel gelijkwaardige grond aan kunnen bieden. Zo eenvoudig ligt het toch nog niet. De heer Hage: U hebt hier staan dat BBL voldoende grond voorhanden heeft. Mevrouw Dielissen: De rekensommen zijn wel gemaakt, maar het moet gelijkwaardige compensatie zijn en het wordt een ingewikkelde match die wij zo goed mogelijk proberen te doen. Dan kijken wij wat wij daarmee behalen. Wilg levert niet automatisch een onteigeningstitel op. De voorzitter: Kunnen wij nu besluiten? Nee, dan houden wij het aan. Wij hoeven als DB niets meer te leveren, begrijp ik. U hebt voldoende informatie gekregen. 4. Stand van zaken Actie Storm De voorzitter: Ik sta graag nog even stil bij Actie Storm vanwege aan aantal actuele onderwerpen die ik toch even met u wil delen. Sinds het kabinet is aangetreden en in het regeerakkoord een aantal dingen staat over wat het kabinet verwacht van medeoverheden, is het idee ontstaan om te komen tot een bestuursakkoord met het kabinet. Dat doet het kabinet op bijzondere wijze. De gedachte is om te komen tot een hoofdlijnenakkoord tussen het kabinet en alle koepels, waarin aangegeven zal staan hoe de Rijksoverheid met medeoverheden inhoud denkt te gaan geven aan een groot aantal onderwerpen. Onder deze koepelovereenkomst of dit hoofdlijnenakkoord komen dan thematische akkoorden. Voor ons als Waterschap geldt dat daaronder een akkoord komt op het terrein van water. Het hoofdlijnenakkoord dan wel het segment water zal een aantal onderwerpen gaan bevatten. Ik kan niet precies aangeven waar wat precies verwoord zal worden, maar men probeert in ieder geval richtinggevende afspraken te maken over kaderstelling, richting en planvorming. Dat verwijst naar het regeerakkoord waarin staat of de overheid er wel of niet over gaat. Elke overheid gaat over een bepaald deel. Ook ten aanzien van controle, toetsing en toezicht wil men heldere afspraken maken. Het tweede blok gaat over financiering en bij de waterschappen zijn de belangrijkste onderwerp de keringen, de veiligheid en het hoogwaterbeschermingsprogramma. Men wil concrete afspraken maken over welk deel de waterschappen voor hun rekening nemen, ook in Nederland. Het volgende blok gaat over samenwerking in het waterbeheer, hoe is de verhouding van de waterschappen en RWS, hoe zij tot samenwerking komen en het gaat over een informatiehuis water, inkoop, belastingen. Kortom, hoe gaan overheden met elkaar om in het kader van optimalisatie van die samenwerking. Het vierde blok betreft het instituut waterschappen en dat spitst zich met name toe op de wijze van verkiezingen de volgende keer. En tenslotte een blok waterketen, riolering, afvalwaterzuivering. Als ik het een beetje probeer te overzien, dan zitten er een paar krenten dan wel hete hangijzers in. Ik noem de financiering van de keringen. De Spoedwet zou van korte duur moeten zijn, maar moet een opvolging krijgen in het bestuursakkoord. Onlangs heeft een externe commissie geadviseerd over deze problematiek, de commissie Ten Heuvelhof. Die gaat uit in zijn advies van fifty/fifty, het Rijk betaalt de helft en de andere vijftig (50%) wordt door het desbetreffende waterschap betaald om zo de prikkel tot solidariteit te geven. De vraag is, waar gaan wij voor? Er zijn stromingen binnen de Unie van Waterschappen om te gaan voor honderd procent (100%) financiering door de waterschappen. Ik heb verwoord dat het mij niet zo gek lijkt om Ten Heuvelhof te omarmen en op die vijftig procent te gaan zitten. Dat wordt dus een gevecht binnen de Unie van Waterschappen. Een tweede belangrijk onderwerp is de wijze van verkiezingen, direct of indirect. De Kamer gaat voor indirect en er worden al wetsteksten geschreven. De twee akkoorden, het hoofdlijnenakkoord en het bestuursakkoord worden mogelijk al afgehandeld door de onderhandelingsdelegatie van het Waterschap voor 27 februari. Ik wil als uw vertegenwoordiger graag gesteund zijn. Mogelijk zijn de stukken er al op de besluitvormende vergadering. In de week erop hebben wij een thema-ab. Ik zou u alvast willen vragen om die avond te reserveren. Deze keer is het heel belangrijk om met elkaar van gedachten te wisselen over hoe wij daarop in gaan steken. Op de 27 e ligt het onderhandelingsresultaat van het kabinet met de koepel voor en de speelruimte zal niet zo heel groot zijn. Tot zover het traject Storm. In het kader van de Brabantse aanpak heeft ondertussen de afvalwaterketen vier clusters gevormd door gemeenten en het waterschap.???? Met andere woorden, de afvalwaterketenaanpak vordert gestaag. Ook op het terrein van belastingen heeft ons DB-lid, de heer Schots, de eerste paal geslagen. Tenslotte wil ik melden dat de drie DB s van de drie waterschappen in Noord-Brabant op aangeven van de drie secretarissen-directeur, uitspraken hebben gedaan in die zin dat de samenwerking tussen de drie waterschappen sterk geïntensiveerd kan worden, -14-

19 tenzij het duidelijk is dat het onhandig, kostenverhogend of anderszins niet wenselijk is. De grondhouding is om samen te werken. Er is een driedeling gemaakt en in directe zin hoeft de burger er niets van te merken. Dat alles zo ingericht dat u als bestuur uw beleidsvrijheid behoudt en uw politiek-bestuurlijke keuzes kunt blijven maken. Ik wil daar een toelichting bij geven op het komende thema-ab. Fusie is niet aan de orde voor degenen die daar bang voor zijn. De heer Van der Aa: U hebt genoemd dat wij in ons gebied van het waterschap vier clusters hebben gevormd in het kader van de waterketen. Is dat een opvolging van de zeventien OAS-gebieden en is dat evenwichtig? Kunt u iets meer vertellen over hoe de clusters gevormd zijn? De heer Withagen: Ik heb de vraag of deze mededeling ons op papier kan bereiken. De voorzitter: De verslagen zijn er snel, misschien kunnen wij dit eruit lichten. Voor de OAS hadden wij een zekere indeling gerelateerd aan de zuiveringen. Dat is ook wel de benadering in dit kader om zuiveringskringen te vormen, clusters van gemeenten die hun acties bundelen. Ik moet wel zeggen dat dit niet altijd voor honderd procent (100%) lukt in dit stadium, want gemeenten hebben relaties met elkaar en doen soms dingen met elkaar en hebben ook op andere terreinen ambities. Er zijn redenen voor de gemeenten geweest om hier en daar wat anders op in te steken. Wij hebben dat in dit stadium ook geaccepteerd, omdat wij liever aan de gang gaan dan dat wij heel lang gaan stoeien over de indeling. De clusters krijgen nu de vraag, maak nou eens inzichtelijk waar de winst zit. Daaruit zou kunnen blijken dat de indeling bijvoorbeeld iets aangepast zou moeten worden, wil je het resultaat bereiken. Het is niet een op een te relateren aan de OAS en het is helaas ook niet helemaal te relateren aan de zuiveringskringen. Het is een proces van de wethouders geworden, niet alleen van het waterschap. Zullen wij het hierbij laten, want dan komen wij er in de volgende vergadering op terug. 5. Rondvraag De heer Van Riet: Ik hoor uit kringen van de gemeenteraad van Breda dat ons waterschap is gevraagd om een studie hoogwater risico s Breda te gaan doen. Klopt dat? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de IGA s? De voorzitter: Er liggen nog schriftelijke vragen van u te beantwoorden. Daar zullen wij deze vraag in meenemen. De heer Van der Heijden: Ik wil het personeel bedanken voor hun inzet tijdens de ramp in Moerdijk. Wij hebben daar een gemaal staan, terwijl als er een noodpomp staat, het water gelijk kan worden afgevoerd. Het is maar om mee te geven om het twee keer kosten maken te voorkomen. De heer Coppens: Ik heb al vaker gehoord dat het een beetje onzinnig is om water twee keer op te pompen en alsnog over de dijk te brengen. Wat daar de achterliggende reden precies van is, weet ik ook niet, maar ik zal deze vraag in de organisatie wegleggen. De heer Van den Broek: Ik heb de vraag waarom ons Waterschap niet is aangesloten bij DigiD, terwijl de andere zes waterschappen daar wel bij zijn aangesloten. De heer Van Stokkom: Dat is onderzocht en wij zullen dat meenemen in de belastingsamenwerking, want daar is het aan gerelateerd. De heer Hage: Samen met Jan van der Heijden zijn wij bij een problematiek gehaald van landbouwers die een probleem dachten te hebben of te krijgen met de doorsnijding van het gebied van de A4 die ten westen van Steenbergen komt. Het ene gedeelte is goed opgelost in samenspraak met de boeren en met de mensen van het Waterschap. Ik denk dat het de heer Van de Wetering is geweest, die samen het samen met RWS voor elkaar heeft gekregen dat er een adequate, bestendige en duurzame oplossing is gekomen. Ik heb zelf een ander probleem boven het Westland. Het Westland in Steenbergen is altijd een probleem wat wateroverlast betreft. Die A4 komt daar doorheen en ik heb er ook met de heer Van de Wetering over gesproken. Zorg dat er onder die weg een klimaatbestendige oplossing komt, want die weg komt er voor de eerste honderden jaren te liggen en je kunt er nooit meer iets aan veranderen of zo n weg openbreken als het een keer nodig is om een grotere waterdoorgang te maken. Zorg dat er een goede oplossing komt. Ik heb van hem een mail gekregen, maar ik kan niet inschatten of de oplossing die hij daarvoor aandraagt, een goede is. In eerste instantie denk ik ermee te kunnen leven, maar als je die weg daar toch nog moet aanleggen, waarom zou je niet tegen RWS zeggen, leg daar maar eens een ontzettend grote waterdoorgang onderdoor, zodat je de eerste tweehonderd (200) jaar in ieder geval goed zit. Want wij hebben het woord klimaatverandering allemaal voor in de mond, maar dan denk ik, ga hier eens aan de gang met je klimaatverandering. -15-

20 De voorzitter: Wij nemen de vraag mee, want ik heb daar op dit moment geen antwoord op. U hebt een mail ontvangen van een van onze medewerkers? De heer Hage: Wij hadden er toen samen met de heer Van de Wetering over gesproken en hij was daar mee bezig. Hij heeft ons zijn inzichten daarop laten zien. De heer Jackson: Een tijdje geleden was er een regiobijeenkomst in Made vorig jaar. Dat was een goede bijeenkomst en daar was de heer Van der Kallen actief namens het DB en dat deed hij in mijn ogen heel goed. Daar is een verslag van gemaakt en dat was ook relevant, omdat er veel vragen aan de orde kwamen waarvan een aantal op dat moment niet beantwoord kon worden. Wij hebben inmiddels begrepen van diverse zijden dat het verslag nooit is rondgestuurd. Kunt u daar informatie over verschaffen? De heer Van der Kallen: Ik dacht dat er vier vragen overbleven die beantwoord zouden worden in het verslag, maar ik heb in ieder geval geen verslag gezien. Wij zullen proberen het verslag boven tafel te krijgen. De heer Aertssen: Een vraag over de informatie die wij krijgen vanuit de organisatie. Bij een van de agendapunten heb ik gevraagd of de onderliggende stukken ingezien kunnen worden en dat blijkt mogelijk te zijn. Dat is de praktische vraag. Is het op termijn mogelijk om deze stukken die ook van belang zijn voor de besluitvorming, via internet ter beschikking te stellen? Bij mijn huidige gemeente zijn deze stukken ook via internet beschikbaar. De voorzitter: Principieel moet het antwoord ja zijn. De vraag is al eerder gesteld, er zullen zo nu en dan praktische belemmeringen zijn, maar wij zullen er positief naar kijken. De heer Van der Aa: De vorige keer hebben wij de rondvraag schriftelijk gedaan. Ik heb die vraag ook namens het CDA gesteld. Kunnen wij die inrichtingsplannen bijvoorbeeld die ter visie liggen, via een pdf je ook inzien? Ik denk dat het hier goed bij aansluit. Overigens heeft de Weerijs een aparte site. Dat zou ook een mooi voorbeeld zijn. De voorzitter: Helder, dank u wel. Volgens mij zijn wij er doorheen. 6. Sluiting De voorzitter: Ik sluit de openbare vergadering om uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 16 februari De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -16-

21 Zaaknr. : 10.zk42907 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Actielijst algemeen bestuur 19 januari 2011 Uit vergadering Actie Tijdstip AB 17 februari 2010 Informatiemoment organiseren voor het AB over de ontwikkelingen bij SNB. Thema AB 23 februari 2011 AB 9 juni 2010 Thema onderhoud primaire keringen agenderen voor Thema-AB Thema AB 23 februari 2011 AB 21 juli 2010 Toesturen AB rapport calamiteit rwzi Bath. Zodra beschikbaar AB 15 september 2010 Het waterschap benadert de gemeente Breda om het gesprek over parkeren in en om het Mastbos weer op te pakken Wordt betrokken bij de toezegging inzake evaluatie vervoerplan en andere afspraken. AB 10 november 2010 AB 8 december 2010 AB 8 december 2010 AB 8 december 2010 Notitie gevolgen actie Storm/activeren/inverdienen inclusief scenario s Bij Kadernota 2011 nadere beschouwing geven over oninbare vorderingen in het kader van de waterschapsaanslagen. Nadere uitleg over nieuwe taartgrafiek Baten begroting uitgesplitst naar categorieën Notitie inbrengen over peilbesluit in relatie tot verwerving van laatste hectare landbouwgrond in natuurgebied op vrijwillige basis en spiegelend peilbesluit in relatie tot verwerving laatste hectare natuur in een landbouwgebied. Komt terug in de Kadernota 2011 AB mei/juni 2011 Inmiddels op extranet geplaatst Loopt AB 8 december 2010 AB 8 december 2010 AB 8 december 2010 Vragen AB-lid Verdaasdonk inzake onderbemaling en vergunningverlening schriftelijk beantwoorden Antwoorden z.s.m. toezenden en voor overige AB-leden op extranet plaatsen. AB inzicht geven in kosten technische maatregelen peilbesluiten AB maart/april 2011 AB informeren over voortgang grondtransacties met betrekking tot EVZ Zwarte sloot. Indien aan de orde. AB 8 december 2010 AB 8 december 2010 AB 19 januari 2011 Antwoord dagelijks bestuur aan gemeente Roosendaal inzake project Stadsoevers/ Molenbeek III ter kennis brengen van het AB. Bij kadernota 2011 overzicht inbrengen welke inrichtingsprojecten op eigen kracht door het waterschap worden uitgevoerd. Opstellen concept-aanbiedingsbrief met randvoorwaarden voor tekenen Protocol Zuidwestelijke Delta Inmiddels op extranet geplaatst AB mei/juni AB 16 februari 2011

22 AB 19 januari 2011 AB 19 januari 2011 AB 19 januari 2011 AB 19 januari 2011 AB 19 januari 2011 AB 19 januari 2011 AB 19 januari 2011 Beantwoorden vragen AB-lid Poppelaars over samenhang waterkwaliteit, KRW-doelen en plannen Volkerak-Zoommeer AB schriftelijk informeren over diverse punten actie Storm AB-lid Van der Heijden informeren over oplossingen rondom gemaal t Zeggetje AB-lid Jackson informeren over nazorg waterschapskring Made Februari 2011 Via notulen AB 19 januari 2011 Brabantse Waterschappen: Thema AB 23 februari 2011 Zo spoedig mogelijk Zo spoedig mogelijk Informeren AB over begrotingen gemeenschappelijke regelingen Gebeurt via P&C cyclus regeling Zichtbaar maken Gemeenschappelijke regelingen in begroting en jaarrekening Probleem HSL-hek faunapassage bij ecoduct oppakken Gebeurt sinds Beleidsbegroting Wordt meegenomen in uitwerkingsplan Groene Geledingszone -2-

23 Zaaknr. : 10.ZK42907 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Toezeggingenlijst algemeen bestuur 19 januari 2011 AB 9 juni 2010 AB 9 juni 2010 Spelregels algemeen bestuur evalueren Communicatie tariefstijging ongebouwd bij facturatie 2011 zomer 2011 Bij uitsturen facturen 2011 Loopt AB 9 juni 2010 Website extern laten toetsen Loopt: voorjaar 2011 AB 21 juli 2010 AB 15 september 2010 AB 12 november 2010 AB 12 november 2010 AB 8 december 2010 AB 8 december 2010 AB 19 januari 2011 In bestuurlijk overleg met de gemeente Bergen op Zoom aandacht vragen voor realisatie waterbergingslocaties bij Halsteren. Na 1 of 2 jaar evaluatie van het vervoersplan en de acties rondom parkeren Het AB informeren inzake ontwikkelingen op het gebied van handhaving van emissies door verboden soorten bestrijdingsmiddelen. Beleid inzake inrichtingsgebieden of gebieden met conflicterende belangen nader bezien Peilbesluiten worden pas effectief uitgevoerd als de bijbehorende technische maatregelen zijn tot stand gebracht. Toekomstige voorstellen inzake grondtransacties zullen meer zekerheden bieden inzake daarmee samenhangende grond aan- en verkopen cq. ruilingen. AB toesturen kort evaluatierapport waterschap calamiteit Moerdijk inclusief antwoorden schriftelijke vragen Bij BO 3 maart of 2012 Loopt Overgebracht naar actielijst. Hiervoor komt een notitie. Bij uitvoering peilbesluiten Toekomstige voorstellen grondtransacties Zodra beschikbaar

24

25 Zaaknr. : 10.zk42907 Kenmerk : 11IT Barcode : *11IT000974* Vergadering algemeen bestuur 16 februari 2011, agendapunt 2 Agendapunt AB Besluitenlijst 19 januari Opening Spreekrecht 1.a. Bepaling primus bij hoofdelijke stemming: de heer Ph. Aertssen Brand Moerdijk Extra agendapunt op verzoek van de fracties Algemene waterschapspartij en Water Natuurlijk. Ter toelichting zijn bijgevoegd: Schriftelijke vragen fractie van de PvdA Gezamenlijke schriftelijke vragen fractie Algemene Waterschapspartij en Water Natuurlijk 2. Notulen en besluitenlijst Notulen en besluitenlijst (inclusief actie- en toezeggingenlijst) van de vergaderingen van het algemeen bestuur van 8 december Besloten: het algemeen bestuur stelt de gewijzigde notulen van 8 december 2010 en de gewijzigde besluitenlijst vast. 3. Nota s ter besluitvorming 3.a. 3.c. Aanpassing Gemeenschappelijke Regeling Aquon Zeven waterschappen hebben besloten om te komen tot één laboratoriumorganisatie: gemeenschappelijke Regeling AQUON Waterschap Rivierenland en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden willen nu ook toetreden tot deze regeling. Hiervoor is instemming vereist van de besturen van de huidige deelnemers. Tevens moet hiervoor de GR AQUON 2009 worden gewijzigd. Het AB moet zowel voor de toetreding als de wijziging toestemming geven aan het DB. Besloten: het algemeen bestuur geeft toestemming aan het dagelijks bestuur voor: 1. de toetreding van waterschap Rivierenland en hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden tot de Gemeenschappelijke Regeling AQUON 2009; 2. het wijzigen van de GR AQUON 2009 in GR AQUON 2011 in verband met deze toetreding; 3. het opheffen van de GR Delta Waterlab uiterlijk op 31 december Aanvraag uitvoeringskrediet project 771, 5 e influent-rooster rwzi Bath Op de rwzi Bath staat een roostervuilverwijderingsinstallatie die de grove delen uit het afvalwater verwijdert. Sinds 2001 zijn er vier stuks stappenroosters opgesteld, die tezamen de maximale regenwateraanvoer moeten kunnen verwerken. Er is geen reservestelling. In de praktijk blijkt dat de verwerkingscapaciteit van de vier roosters nauwelijks voldoende is en de roosters met name door het slechte onderdekse milieu veel onderhoud behoeven. Daardoor worden de vier bestaande roosters regelmatig gebypassed waardoor ongeroosterd influent in de zuivering komt. Door plaatsing van een 5 e rooster in de beschikbare vrije 5 e goot wordt aan deze situatie een eind gemaakt. Besloten: het algemeen bestuur stemt in met de realisatie van project 771, plaatsing 5 e influentrooster op de rwzi Bath en stelt daartoe een uitvoeringskrediet beschikbaar van ,-

26

27

28