Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober Bepaling primus bij hoofdelijke stemming"

Transcriptie

1 Zaaknr. : 10.ZK21558 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober 2010 Aanvang : uur Plaats : Complex Bouvigne, kapel Voorzitter : J. Vos Portefeuillehouder Onderwerp Opmerkingen 1. Opening Mondeling Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming 2. Notulen* en besluitenlijst Notulen en besluitenlijst van de vergadering van het algemeen bestuur van 15 september 2010 (inclusief de actie- en toezeggingenlijst) Besluit: het algemeen bestuur stelt de notulen en de besluitenlijst van 15 september vast. 10IT010861, 10IT010872, 10IT en 10IT Nota s ter besluitvorming 3.a. Schots Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta (inclusief toelichting op (aangepaste) verordening) Het waterschap verstrekt subsidies. In de Algemene wet bestuursrecht is voorgeschreven dat subsidies, die niet van incidentele aard zijn, gebaseerd moeten zijn op een wettelijk voorschrift, de zogenaamde subsidieverordening. In deze nota is voorgesteld een subsidieverordening vast te stellen voor door het waterschap te verstrekken subsidies. Vooralsnog betreft het subsidies voor de aanpak van emissies uit diffuse bronnen. Uitbreiding van de subsidieverordening in de toekomst met andere subsidies is mogelijk. Besluit: Het algemeen bestuur stelt de Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta (inclusief bijbehorende toelichting) vast. 3.b. Schots Aanvraag uitvoeringskrediet slibindikking rwzi Rijen Op rwzi Rijen wordt het eigen slib en dat van een aantal omliggende kleine zuiveringen verwerkt op een sterk verouderde en storingsgevoelige installatie. Voortkomend uit het besluit om op de rwzi Nieuwveer een nieuwe slibverwerking te bouwen en de vervolgstudie naar de toekomst voor de slibverwerking op de rwzi Rijen, is besloten om het ingedikte slib van de rwzi Rijen op rwzi Nieuwveer te behandelen. Daarom zal de slibverwerking op de rwzi Rijen worden gerenoveerd en omgebouwd. De uitvoering zal plaatsvinden middels een innovatieve aanbestedingvorm (de bouworganisatie is design & construct). Middels deze adviesnota wordt uitvoeringskrediet aangevraagd voor de realisatie van deze ombouw. Besluit: Het AB stemt in met de realisatie van project slibindikking rwzi Rijen en stelt hiervoor 10IT en 10IT (aangepaste subsidieverordening + toelichting) 10IT004639

2 Portefeuillehouder Onderwerp uitvoeringskrediet ter beschikking ten bedrage van ,-. Het AB neemt ter kennisgeving aan dat dit project middels een geïntegreerde contractvorm (namelijk design & construct) wordt gerealiseerd. Opmerkingen 3.c. Schots Gemeenschappelijke Regeling waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta In de huidige gemeenschappelijke regeling tussen De Dommel en Brabantse Delta uit 2005 is bepaald dat vijfjaarlijks, met ingang van 1 januari 2010, een evaluatie plaatsvindt van het tarief dat over en weer wordt betaald voor het zuiveren van het gebiedsoverschrijdend afvalwater. Daarnaast is door nieuwe en gewijzigde wetten aanpassing van de gemeenschappelijke regeling noodzakelijk. De regeling gaat over het zuiveren van gebiedsoverschrijdend afvalwater en de onderlinge rolverdeling hierbij. Dit laatste betreft met name het houden van toezicht, het geven van adviezen bij milieuvergunningen van de gemeente en provincie en het opleggen van heffing. Besluit: het algemeen bestuur stemt in met het wijzigen door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling uit 2005 tot de Gemeenschappelijke regeling Waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta d. Schots Begroting Het Waterschapshuis Per 1 januari 2011 wijzigt Het Waterschapshuis (HWH) van een stichting in een gemeenschappelijke regeling (GR). Het bestuur van Het Waterschapshuis biedt u haar begroting 2011 aan. Deze begroting zal worden goedgekeurd door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling. U wordt in de gelegenheid gesteld uw zienswijze aan HWH kenbaar te maken. De totale HWH begroting 2011 bedraagt ,- (exploitatielasten en investeringsuitgaven). Daarvan dient Brabantse Delta een bedrag van ,- bij te dragen. Daarvan heeft ,= betrekking op de directe bijdrage in de exploitatiekosten en ,- aan investeringsbijdrage voor het belastingsysteem Tax-i. Besluit: Het AB stemt in met de diverse zienswijzen op de programmabegroting 2011 van Het Waterschapshuis. 10IT IT e. Kallen, van der Aanvraag uitvoeringskrediet aankoopplan Gat van den Ham (inclusief toelichting) Het waterschap heeft in het verleden de coördinerende rol opgenomen voor het aankoopplan Gat van den Ham. Het waterschap kon via coördinatie en voorfinanciering van kavelruil de noodzakelijke grondverwerving voor haar doelen grotendeels realiseren. Voor deze voorfinanciering is gebruik gemaakt van het krediet voor strategische en anticiperende grondaankopen. De voorfinanciering drukt dusdanig zwaar op het beschikbare krediet voor strategische en anticiperende grondaankopen, dat er thans vrijwel geen ruimte meer is voor grondaankoop ten behoeve van waterschapsdoelen elders in het waterschapsgebied. Om deze reden is in de kadernota van een investeringproject opgenomen ten behoeve van de aankoopplan Gat van den Ham. Door een administratieve verschuiving van de gronden en hieraan gekoppelde waarde naar het krediet aankoopplan Gat van den Ham, komt er weer ruimte voor strategische en anticiperende grondaankopen. Besluit: Het AB stelt een krediet van ,- beschikbaar voor het aankoopplan Gat van den Ham. * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -2-10IT en 10IT011012

3 Portefeuillehouder Onderwerp Opmerkingen 3.f. Kallen, van der Aanvraag aanvullend uitvoeringskrediet Natte Natuurparel Zonzeel Tijdens de uitvoering van het bestek Herstel natte natuurparel Zonzeel zijn meerkosten ontstaan. De redenen voor het meerwerk zijn besteks- en scopewijzigingen. Voor de wijzigingen is geen schriftelijke opdracht verleend door het waterschap, waardoor een onrechtmatigheid is ontstaan. Gevraagd wordt aanvullend krediet te verlenen om de geconstateerde gebreken te kunnen herstellen. Besluit: Het AB stemt in met het beschikbaar stellen van ,-- aanvullend uitvoeringskrediet voor de afronding van het werk herstel natte natuurparel Zonzeel. 10IT g. Hieltjes Aanvraag uitvoeringskrediet Ecologische Verbindingszones Woensdrecht Besloten in de AB-vergadering van 15 september h. Hieltjes Aanvraag uitvoeringskrediet hydraulische maatregelen Brabantse Wal Besloten in de AB-vergadering van 15 september i. Coppens Aanvraag uitvoeringskrediet Spuisluis Vierlingh, revisie hydrauliek Besloten in de AB-vergadering van 15 september j. Vos Verkoop Hoofdstraat 49 s-gavenmoer Besloten in de AB-vergadering van 15 september k. Vos Vaststellen verordening schadevergoeding Besloten in de AB-vergadering van 15 september l. Vos Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta Besloten in de AB-vergadering van 15 september m. Vos Communicatievisie 2010 Besloten in de AB-vergadering van 15 september n. Vos Parkeren op en om Bouvigne Besloten: voor kennisgeving aangenomen in het AB van 15 september Mededelingen (te behandelen op 13 oktober 2010) 4.a. Coppens Afhandeling klacht maaien aardakker Molenplaat Bergen op Zoom 10IT IT IT IT IT IT IT IT IT b. Schots Terugkoppeling projectgroep budgetbeheer 10IT c. Schots Managementletter IT en 10IT d. Coppens Besprekingsverslag commissie Watersystemen van 23 april e. Vos Acties waterschap inzake opslag kernafval in België Besluit: het AB neemt de mededelingen voor kennisgeving aan. 10IT IT * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -3-

4 5. Ingekomen stukken (te behandelen op 13 oktober 2010) 5.a. Vos Correspondentie fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne en antwoord dagelijks bestuur inzake Knipselkrant en niet opgenomen artikel 5.b. Vos Correspondentie fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne en antwoord dagelijks bestuur inzake Parkeren Bouvigne. Schriftelijke vragen fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne inzake parkeren en antwoord dagelijks bestuur. 5.c. Vos Beantwoording vragen naar aanleiding van het ter kennisname gezonden reglement van orde en het onderzoeksprotocol van de rekenkamercommissie. 5.d. Schots Jaarrekening en jaarverslag 2009 Delta Waterlab (het complete verslag ligt ter inzage bij de concernstaf en wordt geplaatst op extranet) 5.e. Vos Kamervragen + antwoorden kantoorkosten nieuwbouw waterschappen 5.f. Vos fractie Algemene Waterschapspartij Parkeren kantoor waterschap Brabantse Delta en antwoord dagelijks bestuur 5.g. Vos Brief IVN Mark & Donge Natuurjubileumwandelprijsvraag en antwoord dagelijks bestuur 5.h. Vos fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Verlichting tuinen en fietsenstalling en antwoord dagelijks bestuur 5.i. Schots Brief rekenkamercommissie waterschap Brabantse Delta Het gekozen onderzoeksbureau en onderzoeksopdracht van de rekenkamercommissie 5.j. Coppens Vragen IVN over voortoets in relatie tot peilbesluit Steenbergen Brabantse Wal en antwoord dagelijks bestuur 5.k. Vos wisseling fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne en de heer Van Stokkom inzake parkeren en antwoord dagelijks bestuur fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Bedrijfswagen waterschap en antwoord dagelijks bestuur 10IN021118, 10IN en 10UT IN021891, 10IN en 10UT IN024334, 10IN en 10UT IN IN IN IN en 10UT IN en 10UT IN en 10UT IN IN022042, 10IT009895, 10UT en 10UT IN023225, 10UT009405, 10IN en 10UT IN en 10UT l. Vos Brief de heer Jansen Verzoek om informatie inclusief memo Besluit: het AB neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan. 10IN en 10IT * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -4-

5 6. Stand van zaken Actie Storm 6.a. Vos Consequenties spoedwet Doelmatig waterbeheer voor de begroting 2011 Besluit: het AB neemt de mededeling voor kennisgeving aan. 10IT Rondvraag 8. Sluiting Breda, 6 oktober 2010 * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -5-

6

7 Zaaknr. : 10.zk21558 Kenmerk : 10IT Barcode : *10IT010861* Vergadering algemeen bestuur op 13 oktober 2010 agendapunt 2 Notulen van de vergadering van het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta van 15 september 2010 om uur te Breda. Aanwezig: De voorzitter: J.A.M. Vos De leden: J.J.M. van der Aa, P.A. Aertssen, P.H.M van den Berg, W.J.H. de Boer, R. Boertjes, R.J.M. van den Broek, C.A.A. Coppens, J.H.C. Dielissen, C.B.M.E. Franssen, A.G.J. Haagh, M.P. Hage, J.J.M. van der Heijden, H.B. Hieltjes, F. Jackson, E.J.M. de Jong-Stabel, L.H. van der Kallen, J.J. Kocx, F.C.J. van Noord, H.J.M. Poppelaars, J.A.J.P. van Riet, Th.J.J.M. Schots, C.G. Schreuders, J.A.M. Slenders, W. Spierings, A.J.C. Vanlaerhoven, A.S. Verdaasdonk, L.C.A. Withagen, A.A.F.M. Wijnen. Afwezig met kennisgeving: A. Pijnenburg, B. van der Veer De secretaris-directeur: H.T.C. van Stokkom Notulist: H. Mutsaerts van Het Notuleercentrum 1. Opening De voorzitter: Dames en heren, van harte welkom op deze vergadering van het AB. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Pijnenburg en de heer Van der Veer. Spreekrecht: Er hebben zich geen insprekers aangemeld. Primus bij hoofdelijke stemming: Nummer 8, de heer Verdaasdonk. De voorzitter: Proficiat met uw benoeming als directeur van BMF! 2. Notulen en besluitenlijst van de vergadering van het Algemeen Bestuur van 21 juli 2010 De heer De Boer: Ik was toen met vakantie, dus ik moet vermeld worden bij de afwezigen met kennisgeving. De voorzitter: Er zijn geen schriftelijke reacties binnengekomen op de notulen. Besloten: het Algemeen Bestuur stelt de notulen en de besluitenlijst van 21 juli 2010 vast. Nota s ter besluitvorming De voorzitter: Voor agendapunt 3n zijn in het voortraject twee ordevoorstellen gedaan. Een betreft het voorstel en het verzoek om het agendapunt als eerste te behandelen en een tweede verzoek betreft om hiervoor een aparte vergadering te houden om dit punt te behandelen. Conform artikel 33 van het reglement van orde stel ik voor om gehoord het AB, agendapunt 3n als eerste te behandelen, maar daarbij afspraken te maken over de spreektijd. Voor de eerste termijn stel ik voor drie minuten per spreker en voor de tweede termijn een minuut. Dan nog zijn wij gauw drie kwartier tot een uur met dit agendapunt bezig. Dat voorstel doe ik aan het AB. De heer Van den Berg: Ik vind het een heel mooi plan, ware het niet dat u dit nu voorstelt. U kunt zich voorstellen dat fracties het een en ander aan tekst hebben voorbereid, en die tekst is wellicht langer dan drie minuten. Ik verzoek u om daarvan af te zien, maar het wel als eerste punt te behandelen. Als u het toch bij drie en een minuut wilt houden, dan vind ik het een goed voorstel om het te verdagen naar een andere datum. Ik denk dat het niet redelijk is om mensen die iets hebben voorbereid, nu op dit moment te dwingen om dit in bijvoorbeeld drie en een minuut te persen.

8 De voorzitter: In artikel 33 staat dat de voorzitter kan gehoord het AB bij aanvang of tijdens de beraadslaging voor enig onderwerp regels stellen ten aanzien van de spreektijd. In het fractievoorzittersoverleg heeft men mij gevraagd om van dit artikel gebruik te maken, anders gaat dit onderwerp teveel tijd kosten in verhouding tot de overige onderwerpen. Ik doe dit voorstel en als er geen draagvlak voor is, dan gaan we over naar het andere voorstel. Mijn voorstel is om als de meerderheid van het AB dat accepteert, spreektijdbeperking in te voeren. De heer Aertssen: Wat is het motief om bij dit agendapunt spreektijden af te spreken en niet bij de andere punten? Dat lijkt mij een beetje onlogisch, dus er moet een goede reden voor zijn om dat met elkaar af te spreken. De voorzitter: Daar hebt u gelijk in en op zich kan het ook voor andere agendapunten gaan gelden als wij dreigen uit te lopen vanavond. Wij hoeven elkaar niets wijs te maken, want dit agendapunt loopt de kans om heel veel tijd te gaan vragen en dan komen wij niet aan de andere punten toe, maar het is aan u en dan komen wij waarschijnlijk vrijdagmiddag weer bij elkaar. De heer Boertjes: De fractie Bedrijven stelt voor de agenda op chronologische volgorde af te handelen. Mocht deze uitlopen, dan is voor onze fractie vrijdagmiddag geen optie. Dat kan ik u bij voorbaat al aangeven. Iedereen van ons moet ervoor zorgen om effectief met elkaar te vergaderen en dat wij zoals u voorstelt, ons aan de tijd houden. Verder willen wij het houden zoals het is. De heer Haagh: Ik heb dezelfde reactie. De heer Vanlaerhoven: Onze fractie heeft dezelfde reactie. De heer Van den Berg: Voor de duidelijkheid, dan komt agendapunt 3n op het einde en er is geen beperking in spreektijd. De voorzitter: Het hangt ervan af hoe laat het dan is. Het blijft aan mij om voorstellen te doen om beperking aan te gaan, willen wij vanavond deze agenda afwikkelen. Ik begrijp dat wij de volgorde hanteren van de agenda, maar het is aan mij als voorzitter om te proberen deze agenda vanavond af te wikkelen en dat kan betekenen dat als iets qua tijd uit de hand gaat lopen, om alsnog een voorstel te doen om een beperking door te voeren bij bepaalde agendapunten. De heer Aertssen: Voor alle duidelijkheid, wij werken de agenda dus gewoon af en anders komen we vrijdag terug als de agenda niet afgewerkt is. De voorzitter: Ik ga het proberen, maar als het moet dan moet het. Dat is dan goed afgesproken. 3.a. Subsidieverordening Waterschap Brabantse Delta Het waterschap verstrekt subsidies. De heer De Boer: Ik heb een suggestie voor artikel 4.1 in relatie tot artikel 3.1, lid 2. Er staat dat er niet mag worden begonnen met de uitvoering van het werk binnen vier weken na aanvraag van een werk. Tegelijkertijd staat er dat er op een aanvraag om subsidie binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag een besluit moet worden genomen. Dus per saldo betekent dit dat er ten hoogste twee weken zit tussen de aanvang van het werk en het besluit. Ik suggereer daarom te bepalen dat er niet met de uitvoering mag worden begonnen als er nog niet over de subsidieaanvraag is beslist. Daar zitten maar twee weken tussen. Dit is een stuk simpeler en eenduidiger voor de lezer van de verordening. De heer Schots: Ik denk dat wanneer de huidige teksten tot moeilijke of niet eensluidende interpretaties leiden, het verstandig is om dat helder te maken. De suggestie die u doet is de moeite van het overwegen waard, dus die wil ik graag meenemen om te bezien. Ik kan niet zo snel overzien of dat nog consequenties heeft op andere punten, maar daar wil ik het stuk nog even op nakijken. In wezen denk ik dat het een goede toevoeging is. Mevrouw Karimlou: Ik neem de opmerking mee en ik zal kijken of het anders kan. De voorzitter: Dan stel ik voor om nu niet tot besluitvorming te komen, maar het over te hevelen en te kijken of het DB dat kan aanpassen. De heer Hage: Wij hebben hier een paar vragen over. Is er een maximum gesteld aan de totale subsidieuitgave? Is er een terugkoppeling naar het AB over het verlenen van de subsidie? Dat is ons niet duidelijk. Wij hebben dat de afgelopen jaren nog nooit gezien. -2-

9 Mevrouw De Jong: Wij waren er geïnteresseerd in om hoeveel reeds verstrekte subsidies het gaat en of wij daar inzicht in zouden kunnen krijgen. Ik sluit mij aan bij de heer Hage. De heer Van Noord: Wij hebben een aantal technische vragen ingestuurd. Wij beseffen dat wij te laat waren conform de gemaakte afspraken. Wij gaan ervan uit dat deze vragen alsnog beantwoord zullen worden. Wij vinden het prima om dit aan te houden tot de besluitvormende vergadering. De heer Schots: Ik denk dat de vraag van de heer Hage over het subsidieplafond en de vraag van mevrouw De Jong over de reeds verstrekte subsidies en de omvang daarvan en de vragen van de heer Van Noord allemaal betrekking hebben op nadere informatie over de verstrekte subsidies. Dat heeft op zichzelf niets met deze verordening te maken, want deze beoogt slechts het juridisch kader te zijn waarbinnen het verstrekken van subsidies rechtmatig gemaakt wordt. Dat neemt niet weg dat wij deze gestelde vragen over cijfers zullen beantwoorden. De heer Hage heeft gevraagd om een terugkoppeling naar het AB over verleende subsidies. Wanneer eenmaal een subsidieplafond is vastgesteld en dat in de begroting is meegenomen, dan vindt de toekenning van de subsidies door het DB binnen dat kader plaats. De terugkoppeling vindt plaats in het kader van de rapportage volgens de management letters. Het gaat niet over een afzonderlijk rapportage-item. De voorzitter: Ik constateer dat er schriftelijke en mondelinge vragen gesteld zijn. Wij zullen als DB proberen deze tijdig voor de volgende vergadering te beantwoorden, zodat wij hopelijk dan tot besluitvorming kunnen komen. 3.b. Aanvraag uitvoeringskrediet slibindikking rwzi Rijen De heer Van den Berg: Op pagina 2 wordt gesproken over innovatief aanbesteden en design and construct. Later wordt gesproken over hoe dat gecommuniceerd moet worden. Onder MVO wordt uitgelegd dat daar over gecommuniceerd kan worden met andere partijen die daar dan weer wat aan kunnen hebben. Dat is natuurlijk heel mooi. Onder het kopje communicatie wordt vervolgens gesteld dat het ook gecommuniceerd kan worden richting Piano. Dat is goed, maar ik lees hier alleen maar dat wij gaan zenden. Zouden wij bij dit soort noviteiten die wel degelijk heel bekend zijn bij Piano, ook informatie kunnen binnenhalen, zodat wij er zelf ook wijzer van worden? Nu lijkt hier te staan dat wij alleen gaan uitleggen aan anderen hoe wij dat aanpakken, maar dit is geen echte noviteit in de aanbestedingswereld. Ik kan mij voorstellen dat wij van anderen ook veel kunnen leren. Op pagina 2 staat een stukje over het feit dat machine-installaties onbemand kunnen draaien. Wat kan dit effectief gaan opleveren in besparing aan loonkosten? Dan kijk ik ook naar het kopje personele gevolgen, en dan zou ik zeggen, doe er dan ook die berekeningen bij, dan kun je zien wat je uitgeeft en wat de besparing is. De heer De Boer: Wij hebben een vraag die betrekking heeft op een passage die een beetje onduidelijk is. Dat gaat over pagina 2, 4 e alinea van onder. Daar staat: De nieuwe installatie bevat ook minder apparaten die grotendeels vernieuwd zullen worden. Wat wordt hier nou precies mee bedoeld? Mevrouw Franssen: Mijn vraag is eigenlijk al gesteld en het is eigenlijk een technische vraag, maar eerlijk gezegd ben ik vergeten om deze in te dienen. Is er sprake van een inverdienaspect door de installatie onbemand te maken? Als u dan toch aan het rekenen bent, zou ik willen weten hoeveel dat is. Mevrouw De Jong: Wij vinden het een positief voorstel, sowieso omdat het ziet op de nieuwe slibverwerking in Nieuwveer en het de bedoeling is dat er groene energie kan worden opgewekt. Dat juichen wij van harte toe. Toch een paar vragen over de mogelijke bouw van een nafiltratie. Krijgen wij de kosten naderhand nog een keer te zien of is dit iets wat volgt? Zijn de kosten van het transport van het slib van Rijen naar de andere zuivering meegenomen? Een algemene vraag over diverse kredietaanvragen van vandaag. Steeds wordt in de toetsingslijst een nauwkeurigheidsmarge meegenomen. Wij zien ook dat men bezig is met budgetbeheer. Als er vier kredietaanvragen zijn, dan is het nauwkeurigheidspercentage vier keer anders. Hoe is het beleid in deze? De heer Haagh: De vraag over het transport. Het gaat over het niet ingedikte slib van Baarle-Nassau dat direct wordt getransporteerd. In eerste instantie zou het naar Rijen gaan omdat dit een kortere afstand is. Is dat meegenomen? Is het strategisch juist om toekomstig onderhoud in de aanbesteding te betrekken? Vanwege het vastleggen van een partner, is het misschien verstandig om daar een bepaalde periode van bijvoorbeeld twee jaar voor in te brengen, zodat je daarna vrij bent om het onderhoud aan te besteden. De heer Schots: De heer Van den Berg heeft gesproken over noviteiten in de zin van de formule design en construct en het communiceren daarover en of het een- of tweerichtingsverkeer is. Natuurlijk zijn wij bij het voorbereiden van dit soort projecten niet solistisch bezig, maar kijken in de markt en bij deskundigen wat die -3-

10 op dit gebied te bieden hebben en of zij ons daarover kunnen informeren. In die zin is zeker sprake van tweerichtingsverkeer. Het onbemand draaien van deze installatie op termijn als alle veranderingen hebben plaatsgevonden, levert een beperkte besparing fte op. Het is niet zo dat er grote aantallen mensen op de zuivering werken. Het gaat over een enkele fte, die op een andere plek binnen het waterschap wordt ingevuld, waardoor er niet uitgebreid hoeft te worden of er wordt op een andere manier invulling aan gegeven, zoals door natuurlijk verloop. Het gaat niet over grote, maar om beperkte aantallen. De vraag over de transportkosten of verandering van deze kosten door verandering van logistieke stromen, deze kosten zijn meegenomen in de becijfering van de investering. De vraag van mevrouw De Jong over de verschillende nauwkeurigheidspercentages bij dit soort voorstellen. Wij hebben hier in deze vergadering al eerder over gesproken. Het percentage nauwkeurigheid hangt af van de fase van het project waarin het kredietvoorstel aan deze vergadering wordt voorgelegd. Als dat dicht tegen de uitvoering aanligt omdat het een simpel project is, dan is de voorcalculatie veel nauwkeuriger dan wanneer het over een groot project met een complexe aanbesteding gaat, zoals in dit geval. Dan hanteren wij een grotere bandbreedte voor de onnauwkeurigheid. Als het goed is dan hebben wij in het financiële handboek dat u onlangs gehad heeft, in het betreffende hoofdstuk daar het een en ander over gezegd. De heer Vogels: Als een apparaat weg is, dan hoef je het niet meer te vernieuwen. Dat is inderdaad een beetje een vreemde zinsnede. In de nieuwe situatie komen er minder apparaten dan er nu staan. Een gedeelte van de huidige apparaten, zoals de zeefbandpersen, gaan eruit. Daar horen allerlei pompen en installaties bij en die verdwijnen en daarvoor in de plaats komt een mechanische indikinstallatie. Die installatie is een stuk kleiner, waar ook nog een aantal apparaten bij hoort, zoals pompinstallaties. Slibindikking is ongeveer vijftig procent (50%) van de apparaten die daar fysiek staan in vergelijking met zeefbandpersen, waarvan er nu twee staan. Zo moet je die zin lezen. De bouw van de nafiltratie is een toekomstplan waarin wij een bepaald percentage reserve in de slibverwerking hebben meegenomen, omdat wij bij nafiltratie toch iets meer slib verwachten, maar dat is eigenlijk het enige dat wij hierin meegenomen hebben. Op het moment dat dit project gaat lopen, dan komen wij hierop terug, maar in feite staat dit geheel los van dit project. Over het toekomstige onderhoud, er is nog geen ei over gelegd of wij meerjarenonderhoud gaan doen of dat wij onderhoudstermijnen nemen. Over het algemeen hanteren wij een onderhoudstermijn van een jaar, want dan is de aannemer klaar. Omdat wij hier met een geïntegreerde contractvorm te maken hebben en aan de voorkant goede garanties willen afspreken, is het soms wel te overwegen om het onderhoud over meer jaren mee te nemen, want dat is een stok achter de deur om de opdrachtnemer te verplichten om goede kwaliteit te leveren, omdat hij er voor langere termijn verantwoordelijk voor is. Het kan ook in de vorm van een langere garantieperiode. De heer Van den Berg: In het antwoord meen ik te hebben begrepen dat er minder mensen komen te werken op de nieuwe installaties en dat dat uiteindelijk zal resulteren in het feit dat de mensen worden herplaatst en daarom hoeven wij niet meer mensen aan te nemen. Dus als wij het bij het oude houden, dan moeten wij in de toekomst meer fte aannemen. Ik vind dat niet erg ambitieus van het waterschap. Wij zitten in tijden van crisis, dus wij moeten het in ieder geval doen met de mensen die wij hebben. Als er installaties onbemand raken, dan kunnen er fte afvallen. Ik wil niet zeggen dat de mensen naar huis moeten, maar je hebt ook natuurlijk verloop. Ik wil daar heel graag een toelichting op. In de vragen werd om berekeningen gevraagd, en dat werd afgedaan met de opmerking, een enkele of een halve fte. Dat is voor mij niet erg duidelijk. Mevrouw Franssen: Ik weet dat mijn vraag over inverdienen lastig is op dit moment, maar het zou fijn zijn om te horen of dat er rekening mee gehouden wordt dat er minder menskracht op dit project zit en hoe wij daar verder mee omgaan. En klopt mijn constatering? De heer Kocx: Als fractie Bedrijven hebben wij een aantal technische vragen ingediend, weliswaar te laat, dus die zijn nog niet behandeld op dit moment. Ik stel voor om in de volgende vergadering tot besluitvorming over te gaan. De heer Van Riet: In relatie hiertoe zijn al waarderende woorden uitgesproken door Water Natuurlijk over dit voorstel. Ik wil graag meer duidelijkheid over een van de berichten in de knipselkrant. Daar stond dat het waterschapsbedrijf Limburg een slibvergister gaat bouwen. Moeten wij dit voorstel zien als onderdeel van een dergelijk toekomstperspectief ook voor dit waterschap? Misschien hebt u daar een antwoord op. De heer Schots: In antwoord op de heer Van den Berg en mevrouw Franssen over de personele effecten. Wanneer bij deze installatie op een goed moment onbemande bedrijfsvoering kan plaatsvinden, dan zijn er mensen die op dat moment daarin werken. Wij kijken binnen het formatiebeheer van het waterschap op de eerste plaats of zij op andere plaatsen binnen het waterschap inzetbaar zijn. Het wordt in totaliteit bekeken en niet pas als dit fenomeen zich voordoet. Daar kijken wij bij de opstelling van kadernota s en begrotingen naar. Hierdoor hoeven op andere plaatsen geen vacatures te worden ingevuld. In dat kader speelt het natuurlijk verloop evenzeer mee. Er ligt een totale beoordeling van de hele formatie waarbij ook inhuur -4-

11 betrokken wordt. Als er direct geen herplaatsingsmogelijkheden zijn in een vacature maar je ziet wel kans om de inhuur te beperken, dan is dat de manier waarop oplossingen gevonden worden. Daarmee wordt op basis van de totale personeelskosten gekeken naar optimalisatie. Wij hebben op dit moment geen concrete getallen voorhanden over de personeelsbesparing. Wij zullen in de beantwoording van de technische vragen van de fractie Bedrijven dit punt meenemen. De vraag van de heer Van Riet over slibvergisting, ik denk dat dit een innovatieve stap is die losstaat van deze investering. Het gaat nu over optimalisatie van het slib dat wij tot nu toe op kleine zuiveringen hebben, om dat op een wat groenere en economischer manier te verwerken. Wat verdere slibvergisting of alternatieve oplossingen in de toekomst kunnen betekenen, is een onderdeel van de hele optimalisatie van de afvalwaterketen en de visie van het waterschap die eronder ligt. Dat wordt in dat kader meegenomen. De voorzitter: Ik begrijp dat een aantal technische vragen nog beantwoord moet worden, dus dat wij nu niet tot besluitvorming kunnen komen. 3.c. Gemeenschappelijke Regeling Waterschap De Dommel en Waterschap Brabantse Delta De heer De Boer: Ik heb een vraag over de tabel op pagina 3. Wij zien dat de inkomsten uit heffingen van ons waterschap voor dit jaar zevenenveertig euro ( 47) per vervuilingseenheid bedragen. Het tarief van De Dommel is drieënveertig euro twintig ( 43,20). Wij verdienen daar nog op. Ik vraag mij af, als in de toekomst het tarief van De Dommel hoger wordt dan onze heffing, zouden wij er in principe geld op toeleggen? Hoe lossen wij dat op? Nemen wij dat voor onze rekening of brengen wij dat bij de belastingbetaler in rekening? De heer Jackson: Ik sluit mij aan bij de heer De Boer. De heer Schots: Het is inderdaad juist dat wij op dit moment bij De Dommel minder betalen dan onze eigen heffing, zodat er voor het waterschap een voordeel uit voortvloeit. U kunt in de notitie zien dat door de tariefsontwikkeling bij De Dommel en de andere wijzigingen die in het kader van de wetgeving zijn doorgevoerd, dit voordeel slinkend is. Het is nog steeds een voordeel, maar het is kleiner aan het worden. De regeling is ooit in het leven geroepen, omdat deze vorm van samenwerking voor beide partijen voordelen oplevert, doordat je door optimalisatie van transport- en zuiveringskosten in totaliteit goedkoper uit bent dan wanneer je eenieder het strikt binnen het eigen domein zou doen. Bij het uitvoeren van de regeling wordt die toets op enig moment aangelegd of op regelmatige momenten, en wanneer de situatie zich voordoet dat structureel het voordeel waarop deze regeling wordt gemaakt, er niet meer is, dan geldt voor ons en voor De Dommel dat wij met elkaar in gesprek gaan om te kijken wat wij gaan doen, maar het is geen automatisme dat wij door moeten. Wij moeten de vinger aan de pols houden en kijken naar de ontwikkelingen in de toekomst. De heer De Boer: Ik vroeg het hierom, dat als het leidt tot een verhoging die wij bij de belastingbetaler in rekening brengen, dan zou dat betekenen dat wij ook de voordelen aan de belastingbetaler moeten toekennen. Ik had verwacht dat u zou zeggen, dan nemen wij het nu voor onze rekening, want wij hebben nu het voordeel en dan het nadeel. Op het moment dat het in een nadeel omslaat, dan gaan wij er nog eens goed over nadenken hoe wij dat gaan oplossen, terwijl wij het voordeel gewoon in onze zak steken. Dat vind ik een beetje inconsequent. De heer Kocx: Ook hierover heeft onze fractie, weliswaar weer te laat, technische en financiële vragen gesteld. Wij stellen voor om bij de volgende vergadering tot besluitvorming te komen. De heer Schots: De vraag van de heer Kocx kan ik bevestigend beantwoorden. De vraag van de heer De Boer, het is toch iets anders dan u het voorstelt. Op dit moment hebben wij dit voordeel omdat wij het goedkoper kunnen laten doen bij een ander. Dat voordeel is in de totale exploitatie van het zuiveringsbeheer meegenomen en op die manier verwerkt in het uiteindelijke tariefzuiveringsbeheer en de zevenenveertig euro ( 47) van dit moment. Het is niet zo dat wij dit voordeel op een extra comptabele manier reserveren en het niet in de exploitatie en de tarieven meenemen. Wanneer de omgekeerde situatie zich voordoet, dan zou er een opwaartse druk op de tarieven komen als wij met die werkwijze ongewijzigd door zouden gaan en op dat moment gaan wij kijken om het op een goedkopere manier te doen door de samenwerking met De Dommel op dit gebied gewoon af te bouwen. Stel dat die conclusie komt dat het voordeliger is om het bij De Dommel te blijven doen dan om het zelf te doen, dan resulteert een nadeel dat evengoed als het voordeel in de tariefzuiveringsheffing tot stand komt. De voorzitter: Wij houden het aan voor besluitvorming omdat er nog vragen beantwoord moeten worden. 3.d. Begroting het Waterschapshuis -5-

12 De heer Schreuders: Wij hebben dit als fractie met enige zorg bekeken. Wij hebben er een behoorlijk aantal technische vragen bij die wij door de vakantie nog niet hebben kunnen stellen. Dat zullen wij alsnog doen tussen nu en de komende vergadering. De begroting voor 2011 ten opzichte van 2010 stijgt fors. Kan het DB inzicht geven in de langere termijn? Blijft dit ongeveer op hetzelfde niveau of staan ons nog meer forse verhogingen te wachten? Wij verzoeken het DB aan te geven wat de consequenties zijn van de aangehaalde punten en de risico s in de nota voor ons waterschap. Er staat een groot aantal zaken in. In de zienswijze die nu voorligt, wordt hier naar ons idee niet altijd invulling aan gegeven. Ons verzoek is of u dat wilt doen. Wij komen dus ook nog met technische vragen. De heer Van den Broek: Hoe houd je grip op de ambities en daarmee de personele bezetting van het Waterschapshuis? Ware het niet wijs om een meerjarenbegroting te hebben om een beetje zicht te hebben op de toekomst? Mevrouw Franssen: En als wij dan die meerjarenbegroting hebben, dan zou het interessant kunnen zijn een overzicht te krijgen van de bijdragen van andere waterschappen of dat dit duidelijk gemaakt wordt in de begroting. De heer Vanlaerhoven: Wij hebben een vraag over het gas. Er staat met een klein sterretje dat dit ten onrechte niet is meegenomen, het bedrag van negentigduizend tweehonderd zevenenvijftig euro ( ). Zit dit wel in de totaaltelling? De heer De Boer: Op zichzelf vindt onze fractie het fenomeen van de gemeenschappelijke regeling Waterschapshuis een goede zaak om te kunnen profiteren van schaalvoordelen en om de kosten van producten, met name op ICT-gebied, zo laag mogelijk te houden. Anderzijds hebben wij zorgen over waarborging van de continuïteit. Hoe houd je alle zesentwintig (26) waterschappen op één lijn? In dit stuk kom je op verschillende pagina s voorbeelden tegen. Op pagina 7 staat bijvoorbeeld dat twee waterschappen hebben aangegeven deels niet mee te willen betalen. Daar haal je al niet de doelstelling om de zesentwintig waterschappen op een lijn te houden. Op pagina 8 staat de zin dat een aantal waterschappen beperkende voorwaarden heeft gesteld inzake de duur. Dan gaat het om een leningenportefeuille. Met andere woorden, de waterschappen zitten niet op een lijn en op een gegeven moment wordt het een beetje te ingewikkeld vanwege alle uitzonderingen. Dat levert zorgen op over de continuïteit en graag zou ik zien dat u daar nog even op ingaat. Dan hebben wij nog een paar vragen. Dat betreft paragraaf 1.5, kopje actueel hoogtebestand Nederland. Onder risico s staat genoemd het CTR-gebied rondom de luchthaven Schiphol. Er wordt een relatie gelegd met vliegbewegingen, et cetera. Dat begrijp ik niet, dus graag een toelichting op dit punt. Op pagina 6 bij IT op personeelsgebied. Er wordt gesproken over achtentwintig (28) medewerkers bij het Waterschapshuis exclusief de dienstverleningsovereenkomst met waterschap De Dommel. Begrijp ik het goed dat De Dommel de financiële administratie verzorgt, P&O en de salarisadministratie? Dan moeten wij denk ik toch ook meebetalen aan de inzet van Waterschap De Dommel. Ik lees verder nergens terug wat dit financieel betekent. De heer Withagen: Toch een iets ander geluid dan ik zojuist mocht horen. Het DB heeft voldoende zorgen voor de risico s en de standpunten. Wij lezen dit met name uitdrukkelijk in 3.8, waarbij de zienswijze van het bestuur van Brabantse Delta uitdrukkelijk zegt dat het onderdeel personeel van het programma bedrijfsvoering bij de risico s is aangegeven, omdat er onzekerheid bestaat over de verdere benodigde personele inzet in Brabantse Delta gaat ervan uit dat de personeelskosten in 2011 niet het begrote bedrag te boven zullen gaan. Wij zien met name in zo n zienswijze dat het DB van Brabantse Delta wel degelijk ziet waar in dit proces de risico s liggen, namelijk bij de personeelskosten. Wij moeten als Brabantse Delta omdat wij die samenwerking in het Waterschapshuis willen, een positieve houding uitstralen. Wij denken dat het bestuur de risico s goed ziet. Die positieve houding is belangrijk, want wij willen dat Waterschapshuis in deze vorm en structuur. De heer Schots: Om te beginnen met de heer Schreuders, afgezien van de technische vragen, die vraagt naar met name de risico s en wat de consequenties voor het waterschap zijn. Dat is niet gemakkelijk aan te geven, want risico s geven dingen aan die verkeerd kunnen gaan en financiële consequenties kunnen hebben. Het ultieme gevolg van zo n risico is dat er onvoorziene financiële gevolgen uit voortkomen als je de risico s niet voldoende in beeld zou hebben of onvoldoende zou managen. Daarom zijn deze in het stuk vermeld, om ze juist expliciet te onderkennen en ervoor te zorgen dat men ze in de hand houdt en dat deze niet tot ongewenste gevolgen leiden. De heer Van den Broek vraagt om grip te houden op de ambities en personeelsbezetting van het Waterschapshuis en om een meer toekomstgerichte visie middels een meerjarenbegroting. U zult zich herinneren dat het Waterschapshuis nog niet zo lang geleden een gemeenschappelijke regeling is geworden, terwijl het vroeger een samenwerkingsverband was. Dat heeft natuurlijk direct gevolgen voor de inrichting van de planning en control cyclus en ook het Waterschapshuis zal als gemeenschappelijke regeling ook in de toekomst meerjarenplannen moeten opstellen, die aan de deelnemende waterschappen ter beoordeling zullen worden voorgelegd om de ambities en de projecten in de -6-

13 greep en in de hand te houden. Dat heeft natuurlijk meer dan enkel financiële aspecten. Daarvoor heeft het Waterschapshuis in zijn nieuwe structuur een programmaraad ingesteld. Het activiteitenplan dat onder een begroting of meerjarenplan ligt, wordt eerst bekeken in de programmaraad waar wij met zijn allen in vertegenwoordigd zijn. Daar wordt bekeken voor welke projecten het wel en niet zinvol is om die in Waterschapshuisverband uit te voeren. De programmaraad die in de nieuwe structuur is vastgesteld en die overigens nog wel wat body en ontwikkeling moet krijgen, is denk ik het gremium om ervoor te zorgen dat het op die manier onder controle blijft. De vraag van mevrouw Franssen om ook het aandeel van de andere waterschappen te zien dan alleen wat Brabantse Delta voor zijn rekening krijgt. Die gegevens zijn ongetwijfeld voorhanden en ik zal kijken of wij dit bij de beantwoording van de technische vragen van andere fracties kunnen meenemen. De vraag over de financiële post voor het gas wil ik aan de heer Van der Star overlaten. De heer De Boer uit wat zorg over de continuïteit van het samenwerkingsverband dat zich in het Waterschapshuis gevormd heeft en wat nu in de vorm van een gemeenschappelijke regeling toch wat steviger verankerd is dan voorheen. Dat is op zichzelf al een borg voor een stukje continuïteit. Het is de zorg van het bestuur van het Waterschapshuis om te zorgen dat wij met zijn allen op een lijn blijven zitten en dat toetredingen die in het verleden met voorwaarden gepaard gingen, tot een minimum beperkt blijven en niet uitlopen. Het is inderdaad zo dat er een dienstverleningsovereenkomst is tussen het Waterschapshuis en Waterschap De Dommel voor een aantal services, dat tussen die twee onderling belast wordt. Uiteraard zitten die kosten in de apparaatskosten in de begroting van het Waterschapshuis en die komen op die manier in de verdeelsleutel weer naar de diverse waterschappen terug. De opmerking van de heer Withagen, dank u wel, ik denk dat u het belang van dit instituut onderschrijft en dat het belangrijk is om dit met een positieve grondhouding in stand te houden. Daar staan wij volledig achter. De heer Van der Star: Het bedrag van negentigduizend zevenhonderd tweeënvijftig euro ( ) hebben wij besteed aan het gasproject. Aangezien wij dit via het Waterschapshuis gedaan hebben omdat wij daardoor korting krijgen door het grotere volume, constateren wij nu dat dat niet in de begroting is opgenomen, terwijl het wel is aangeschaft. De voorzitter: Even een opmerking richting mevrouw Franssen. Ik sluit niet uit dat een deel van de vragen te beantwoorden zijn als u de begroting leest en deze ligt ter inzage bij de concernstaf. Daar staat veel informatie in en ik roep u op als u belangstelling heeft voor een bepaald onderwerp, daar even kennis van te nemen. Als de heer Schots het goedvindt, u weet dat ik de vertegenwoordiger ben in de vergadering van het Waterschapshuis, zelfs voorzitter ad interim. Ik geef toe dat ik gekleurd ben, maar de bedoeling bij de oprichting van de gemeenschappelijke regeling is dat waterschappen vragen stellen om producten te kopen of te ontwikkelen en dit te faciliteren vanuit het Waterschapshuis. In de ideale wereld liggen er contracten tussen waterschappen en het Waterschapshuis onder deze begroting en moeten de waterschappen dit in hun eigen begroting geborgd hebben. Als het over de programma s gaat is dit slechts een optelsom van de vragen die de waterschappen zelf gesteld hebben. Wat ons nu als Waterschapshuis overkomt is dat waterschappen veel vragen stellen en producten willen laten inkopen waardoor de begroting behoorlijk stijgt. Maar dat is niet de ambitie van het Waterschapshuis, want dat is slechts het faciliteren van de vragen van de waterschappen. Daarnaast hebben wij een bureaubegroting en dat is wel iets eigenstandigs dat wordt omgeslagen over alle waterschappen. Daarvan kun je zeggen dat het te duur is en dat het soberder moet, maar tegen de programma s en dat moeten wij met zijn allen nog ontwikkelen waar een waterschap aan meedoet, heeft dat waterschap zelf ja tegen gezegd. De programmaraad is het instituut dat de vragen bundelt en beoordeelt of het zinvol is en het bestuur van het Waterschapshuis adviseert om er wel of niet op in te gaan op basis van business case contracten. Dit ter toelichting. Hier streven wij naar en het beeld moet niet ontstaan dat het Waterschapshuis zelf geweldige begrotingsuitzettingen kent uit eigen ambitie. Mevrouw Franssen: Ik word nu toch wel een beetje nieuwsgierig door uw uitleg eerlijk gezegd. Mogen waterschappen daar onbeperkt allerlei vragen neerleggen? Dat zou een interessante bezigheid kunnen worden, want dan kun je gemakkelijk uitbesteding krijgen van problematieken die je hier niet meer kunt financieren. Hoe gaan wij daarmee om? Worden hier regels voor opgesteld of is er een bepaalde hoeveelheid afgesproken? Iedereen levert een bepaalde bijdrage en wil hier iets voor terugzien. Even voor de duidelijkheid hoe het functioneert in de werkelijkheid. De heer De Boer: De portefeuillehouder is nog een onderdeel vergeten van de vragen die ik stelde en dat had betrekking op het actuele hoogtebestand Nederland. Het gebied rond Schiphol van zestigduizend hectaren ( ha) werd als risico gesignaleerd en op de een of andere manier komen de gegevens niet beschikbaar. Graag alsnog een verduidelijking op dat punt. De heer Schots: Het is natuurlijk niet zo, mevrouw Franssen, dat in het verkeer tussen de waterschappen en het Waterschapshuis er een vrijbrief is om daar van alles en nog wat neer te leggen. De waterschappen kijken zelf naar welke onderwerpen zij op automatiseringsgebied aan de orde hebben en of het zinvol is of niet om die in Waterschapshuisverband aan de orde te stellen. Wij hebben met zijn zesentwintigen vaak problemen van gelijke aard en dan is het verstandig om de handen in elkaar te slaan en om binnen -7-

14 Waterschapshuisverband een oplossing te zoeken en financiële of andere voordelen te behalen. De eerste kritische toets ligt bij het waterschap zelf. Vervolgens gaat het proces in werking zoals de voorzitter dat zojuist schetst, waarbij de vragen van de waterschappen om producten te leveren in de programmaraad bekeken worden op hun financiële capaciteit en andere consequenties. Als geoordeeld wordt dat het zinvol is om het gezamenlijk aan te pakken, dan moeten de aangesloten waterschappen wel de rekening betalen. De vraag van de heer De Boer over Schiphol, ik heb de gegevens niet paraat en ook de heer Van der Star niet. Wij zullen dit in de schriftelijke beantwoording terugkoppelen. De voorzitter: Hebben wij dit voldoende besproken om naar de besluitvormende vergadering over te kunnen gaan? 3.e. Aanvraag uitvoeringskrediet aankoopplan Gat van den Ham De heer Kocx: Wij hebben hier een technische vraag over ingediend, maar die wil ik nu indienen want dan kunnen wij misschien tot besluitvorming overgaan. Er wordt in de toetsingslijst gesproken over negenhonderd euro ( 900) rentelasten. Ik neem aan dat het om negentigduizend euro ( ) gaat, omdat wij twee miljoen euro ( ) investeren. Het geld komt pas terug als wij het verkocht hebben of naar een ander project overhevelen, dus het eerste jaar zul je op zijn minst de viereneenhalf procent (4,5%) rente over de twee miljoen euro ( ) moeten fourneren en dat is negentigduizend euro ( ). De heer Van der Aa: Wij hebben een aantal technische vragen gesteld en die geven aanleiding om om verduidelijking te vragen. Eerst willen wij aangeven dat wij het een goede zaak vinden dat het plan voor het Gat van den Ham eigenlijk al een tijd is ingezet met activiteiten in het gebiedsproject. Wij als waterschap zijn de aangewezen overheidspartij om het aankoopbeleid te coördineren en uit te voeren. In die zin ondersteunen wij van harte dat u dit project wilt voortzetten en het kavelruilproject wilt faciliteren door het beschikbaar stellen van eventuele ruilgronden. Dat in zijn algemeenheid. Wij hebben hier de bijzondere positie dat wij namens de provinciale overheid de aankopende partij zijn. In de technische vragen hebben wij gevraagd of het bedrag van twintigduizend euro ( ) wel voldoende is voor de diverse kosten die gemaakt worden en die niet doorbelast kunnen worden naar de eindprojecten. In het antwoord staat dat daar tien procent (10%) voor is opgenomen en dat moet voldoende zijn voor het renteverlies over de voorgefinancierde gronden en de ingezette of in zetten eigen uren. Het gaat over een totale portefeuille van twee miljoen euro ( ) en dan is tien procent (10%) dus tweehonderd duizend euro ( ) en niet twintigduizend euro ( ). Dat is een kwestie van het verkeerd zetten van een nul of een komma. Moet het niet tweehonderd duizend euro ( ) zijn voor de post onvoorzien? Als dat niet het geval is, dan staan wij er van te kijken dat je met een procent (1%) terecht kunt, want daarvoor kun je bij de notaris nog eens niet een akte laten passeren, laat staan een doorleveringsakte met een ABC-contract. Die twintigduizend euro ( ) blijft een beetje boven de markt hangen of gaat het erom dat wij tweehonderd duizend euro ( ) kosten hebben waarvan wij er honderdtachtig (180) bij de provincie kunnen neerleggen? De voorzitter: Ik denk dat ik even de vergadering moet onderbreken, omdat de heer Slenders de vergadering heeft verlaten. Dat heeft te maken met het overlijden van zijn broer, waar hij net bericht van kreeg. Het lijkt mij gepast om hier even in stilte bij stil te staan en hem veel sterkte te wensen met deze situatie. De heer De Boer: Wij begrijpen dat het om een administratieve handeling gaat, er vindt een verschuiving plaats door het aanvragen van een krediet van twee miljoen euro ( ) en hiermee ontlasten wij het krediet voor strategische en anticiperende grondverwerving en dat is een goede zaak, want dan kunnen wij daarmee ook weer handelen. Wij vragen ons alleen af of deze administratieve handeling in alle geledingen wordt doorgevoerd. In het meerjarenplan staat een bedrag opgenomen van drie miljoen euro ( ) voor dit project. Er komt nu twee miljoen euro ( ) beschikbaar en dan ga ik ervan uit dat de meerjarenraming met twee miljoen euro ( ) wordt verlaagd en dat het bedrag teruggebracht wordt tot een miljoen euro ( ). Klopt deze visie? De heer Jackson: De PvdA worstelt ook met allerlei vragen. In algemene zin kunnen wij zeggen dat het stuk eigenlijk niet duidelijk genoeg is. Het is te summier, de financiële paragraaf is ondoorzichtig. Als wij het stuk lezen, dan wordt als een van de doelstellingen transparantie genoemd, maar dat is niet van toepassing op dit stuk. De coördinerende rollen wisselen van DLG tenslotte via het waterschap naar ZLTO. Het oorspronkelijke bedrag dat gevoteerd is, is op. In algemene zin vinden wij het een groot bedrag waar het DB om verzoekt. Door de taalkundige fouten en gebrekkige informatie zouden wij zeggen dat dit stuk niet besluitrijp is. Wij willen veel meer goede en duidelijke informatie hebben, want anders gaan wij er niet mee akkoord. De heer Hage: Wij hadden het in de totale beeldvorming over de aankopen van de gronden. Wij weten dat er afspraken liggen en dat het waterschap een trekkersrol heeft en een coördinerende rol voor de aankopen van -8-

15 de gronden. Coördineren is iets anders dan voorschieten. Moeten wij dit soort bedragen voorschieten voor een gezamenlijk willen en kunnen? De andere partners leunen dan op onze gelden. Is dat wel nodig? Waarom kunnen die niet in een eerdere fase participeren in het storten van geld? Ik sluit mij aan bij de opmerking van de heer Van der Aa over de twintigduizend euro ( ) kosten die daar weggezet worden. Ik vraag mij ook af of het kostendekkend zal zijn. Ik heb daar twijfels over en wij moeten alerter zijn om de kosten voor een project waar je in meedraait, in zijn totaliteit in het project weg te leggen. De andere partners leggen hun kosten ook duidelijk in het project weg. Daar zijn aanloopkosten voor gerekend en die zijn door de provincie aangevraagd en die gelden zijn gekomen om dit project van de grond te krijgen. U hebt ruimte om daar een rekening neer te leggen. De heer Verdaasdonk: Onlangs heb ik een stuk gezien dat ook ging over de afronding van het stuk van het Gat van den Ham waar Brabantse Delta voor verantwoordelijk was, een kavelruilproject. Het volgende wordt momenteel door de ZLTO overgenomen. Daarin is sprake van een bepaalde onbalans in uitvoering, laat ik het voorzichtig zeggen. Hoe sympathiek wij dit plan ook vinden en hoe hard wij dit ondersteunen, want het maakt integraal onderdeel uit van de bestuursovereenkomst die de waterschappen met de provincie Noord- Brabant hebben gesloten. Er liggen allerlei technische verhalen onder en ik kan een aantal vragen van de heer Hage zo pareren. Ik vraag met name of als wij deze middelen inzetten, het waterschap wil toezeggen dat de balans tussen de doelen die er moeten worden gehaald in het Gat van den Ham en dat betekent met name het realiseren van de Worp die daar moet worden vrijgemaakt. Daar is in de veste verte geen sprake van. Dat de balans in de belangenafweging bij de inzet van deze gelden, dat erop wordt toegezien dat het in die mate gebeurt. Als je kijkt naar wat er de afgelopen periode is gebeurd, dan moet ik constateren dat de balans naar onze mening ontbreekt. De heer Van der Kallen: Ik begin met de laatste spreker. Het waterschap had de coördinerende rol voor het Gat van den Ham. Dat laat onverlet dat het waterschap allereerst en helaas uitsluitend haar eigen doelstellingen en taken heeft te vervullen. Andere partijen waren de DLG en de provincie die daar oorspronkelijk een aantal doelstellingen voor hadden geformuleerd. De doelstelling voor het waterschap was om binnen dit project negentien (19) hectare EVZ te realiseren. Die doelstelling wordt gehaald. Als wij kijken naar de gronden die wij in de loop der tijd binnen dit gebied hebben verworven, dan is daar recent twintig (20) hectare bijgekomen die van belang is om de EVZ, onze doelstelling, te realiseren. Wat is er verder gebeurd? Door onze partners zijn andere prioriteiten gesteld. Als de provincie de hand op de klep doet en niets meer koopt, als DLG andere prioriteiten stelt, dan vind ik het met de heer Verdaasdonk heel jammer dat de doelstellingen zoals hij die formuleert en wat voor zijn fractie maar ook voor het waterschap van groot belang is, feitelijk achter de dijk verdwijnen. Die doelstellingen worden gewoon niet meer gerealiseerd en waren ook nooit een doelstelling van het waterschap. Wij stonden voor de taak om negentien (19) hectare EVZ te realiseren. Wij hebben er twintig (20) langs de toekomstige EVZ verworven en in 2012, als alles goed gaat met de projecten die wij onderling bespreken en voort te zetten, wordt daar de EVZ gerealiseerd. Als het waterschap haar doelstellingen heeft gerealiseerd, dan is de noodzaak om dat project te coördineren niet meer aanwezig. Andere partijen die door ons gecoördineerd zouden worden, hebben voor een deel gezegd dat zij die doelstellingen daar niet gaan realiseren, want wij hebben nu andere prioriteiten gesteld. Ik kan mij goed voorstellen dat Water Natuurlijk dat een onbalans noemt. Diep in mijn hart ben ik het hier mee eens, maar het waterschap staat voor een eigen taak en niet voor de taken van een ander. Dat is de knik in dit proces. Als je de doelstellingen kunt realiseren en je het realiseren volledig in eigen hand hebt want de gronden zijn verworven, dan is die coördinatie niet meer nodig. Er is dan een andere partij die nog wel doelstellingen wil realiseren en dat is de ZLTO. Dan denk ik dat het verstandig is voor het waterschap als de andere natuurdoelstellingen niet meer gerealiseerd worden omdat de partijen die dat zouden moeten doen, zich terug hebben getrokken, om te zeggen, oké, wij doen ook een stapje terug. Dat leidt ertoe dat een deel van de gronden die wij in gemeenschappelijkheid verworven hebben in dat gebied met als oogmerk te ruilen en eventueel de doelstellingen van DLG, provincie enzovoorts wel te realiseren, wij op een andere manier inbrengen. Als wij die gronden verworven hebben in het kader van strategische aankopen en participerende grondaankopen, dan zitten die in de pot van de strategische en anticiperende grondaankopen, maar die pot is leeg want die is grotendeels op gebruikt. Wij willen graag ruimte in de pot, maar wij hebben op dit moment weinig te verwachten van andere overheden en toch willen wij voortgaan met onze zevenendertig (37) projecten waarover wij een besluit moeten nemen of wij daarmee doorgaan, geheel of gedeeltelijk of ermee stoppen. Wij hebben centen nodig om grond aan te kopen op strategische plekken om tot ruilgrond te komen. Wat nog in de pot zit aan gronden, die kunnen wij overdragen en inbrengen bij het Gat van den Ham, zodat de ZLTO die gronden kan kopen waardoor er middelen vrijkomen. Wij voeren het krediet voor het Gat van den Ham op, simpelweg door deze uit de pot voor strategische aankopen te halen. Daar komt dan ruimte in. Het krediet is niet meer dan een werkkrediet, dat wordt straks weer netjes aangevuld, want boekhoudkundig is het met de verkopen die wij doen aan de ZLTO zo dat de ZLTO haar agrarische doelstellingen kan verwezenlijken. De discussie over een (1) of tien procent (10%) is een lastige. Voor zover ik begrijp, zou die twintigduizend euro ( ) dekkend zijn. Voor een deel is het zo, in mijn lijstje staat negenhonderd duizend euro ( ) voor het realiseren van de EVZ. Dat zou allemaal moeten passen. Ik kan mij iets voorstellen bij de achterdocht van het CDA over de een procent (1%). -9-

16 Mevrouw Fings: Een procent (1%) lijkt inderdaad zeer weinig. Behalve de kosten die gemaakt worden voor bijvoorbeeld de notaris en dergelijke, krijgen wij van de provincie een POP-subsidie. Daarmee wordt het grootste deel van de kosten van de kavelruil gefinancierd. Die een procent (1%) of twintigduizend euro ( ) is echt voor de overige zaken die wij niet terugkrijgen vanuit de POP-subsidie, dus inderdaad interne uren. Met de rente van negentigduizend euro ( ), gaan wij op dezelfde manier om als bij de strategische en anticiperende grondaankopen. Wij hebben gronden voor de twee miljoen euro ( ). Daar krijgen wij pacht over en daarmee willen wij grotendeels de rente bekostigen over dat bedrag. Voor het restant moeten wij uiteindelijk viereneenhalf procent (4,5%) en negenhonderd euro ( 900) rekenen. De heer Kocx: Ik begrijp het verhaal en dat er pachtinkomsten zijn en misschien nog wel andere. Dan denk ik dat het zuiverder is om in de toetsinglijst wel de werkelijke rente te zetten en in ieder geval de inkomsten ervan netjes te vermelden bij het kopje inkomsten. Dan is het transparanter. De heer De Boer: De heer Van der Kallen vroeg zich af waar het bedrag van drie miljoen euro ( ) vandaan komt, maar het staat echt in dit stuk vermeld onder afstemming meerjarenraming en investeringsplan en ik citeer: Dit project is opgenomen in het investeringsplan voor een bedrag van drie miljoen euro ( ). Ik handhaaf mijn vraag, want wil toch graag een antwoord hebben of er twee miljoen euro ( ) wordt afgeboekt op de meerjarenraming. Ik ga ervan uit van wel, anders wordt het een vreemd, inconsistent geheel. De heer Jackson: Ik sluit mij deels aan bij het betoog van de heer De Boer. Het grote betoog van de heer Van der Kallen met een waterval van minuten met als opvallendste citaat Er is ruimte zat, de pot is leeg, is bij ons niet veel duidelijker geworden, integendeel. Er werd zoveel gezegd en het ging alle kanten op. Eerlijk gezegd ben ik alleen maar gesterkt in mijn mening en ik heb even snel ruggespraak gehad met mijn fractiegenoot, dat dit stuk niet duidelijk genoeg is en niet goed in elkaar zit. Er ontbreekt van alles en nog wat. Ik wil de strategie die de heer Van der Kallen uitlegt, graag even kort op papier hebben. Ik vind dat dit eerlijk gezegd niet kan voor twee miljoen euro ( ). De heer Hage: Wij hebben nog een vraag over de verkoop van de gronden. Daar wordt nu geld voor vrijgemaakt. Die gelden komen terug via de verkoop van de gronden. Is dat conform dit bedrag of loopt het waterschap het risico van verlaging? De grondprijzen zakken op dit moment. De heer Van der Kallen had het net over het potje en of dit vol of leeg was, maar het is wel belangrijk om te weten hoe wij dit potje straks gaan bekijken. De heer Verdaasdonk: Ik was bijna buitengewoon ontroerd door het verhaal van de heer Van der Kallen, maar dat valt nog enigszins mee. Hij gaat wat mij betreft gemakkelijk voorbij aan andere taken van het waterschap. Het waterschap heeft de taak om de verdroging aan te pakken via het realiseren van de natte natuurparels. De Worp is een natte natuurparel en dat betekent dat daar een taakstelling ligt. Het feit dat er vanwege de problemen op de financiële markt minder geld beschikbaar is, ontslaat het waterschap allerminst van die verplichting. Dat betekent daar waar gronden in eigendom zijn of gelegen zijn in een gebied wat eigenlijk de bestemming natte natuurparel heeft, om die vervolgens te verkopen en op de markt te brengen en daarmee op langere termijn de doelstelling te frustreren, dat vind ik te ver gaan. Het ware gewenst dat het waterschap in de provincie Noord-Brabant op een anticiperende manier gaat kijken waar eventueel middelen beschikbaar zijn en het waterschap weet waar die middelen beschikbaar zijn. Die zijn niet ruim beschikbaar, maar die zijn beschikbaar. Als je de wil hebt om een gedeelte van de taakstelling te realiseren, dan moet je die inspanning plegen. Om alleen maar te zeggen, wij staan aan de lat voor de EVZ en wij zijn wel via het grondproces genegen om uiteindelijk gronden uit te ruilen en in te richten, want daar komt het op neer, daar gaat de heer Van der Kallen in zijn betoog aan voorbij. Als je sec naar dit verhaal kijkt, dan is er niet veel op tegen, maar er zit een wereld achter en voor de wereld die erachter zit en de bestuurlijke verplichtingen die er aan vastzitten, daarvoor vraag ik nadrukkelijk aandacht. Mevrouw Franssen: Mag ik een vraag stellen aan de heer Verdaasdonk? Bent u met mij van mening dat er ook sprake is van onbetrouwbaar bestuur van de andere partners? De heer Verdaasdonk: U zit in de politiek, u zou dat moeten weten. Ik kan alleen maar zeggen dat als een waterschap ergens voor gaat, dan ben ik ervan overtuigd dat ook dit waterschap bij de provincie en andere partners in staat moet zijn om middelen beschikbaar te stellen om de Worp uit te ruilen. Je moet de wil hebben en je niet altijd gemakkelijk achter een veranderende omstandigheid verschuilen die je mogelijkerwijs in een richting drijft die je liever hebt. Mevrouw Franssen: Dat doen die anderen ook! -10-

17 De heer Van der Kallen: Wat betreft de Worp, dat is voor het waterschap een project wat erbij zit. Het Gat van den Ham is een EVZ-gebied. Het Gat van den Ham/Worp is op de projectenlijst een ander project. Dat laat onverlet dat als het over droogtebestrijding gaat, wij daar een aantal taken hebben. Dat is een project dat tussen de drie portefeuillehouders in gesprek is in hoeverre wij de mogelijkheden hebben om de Worp geheel of gedeeltelijk te realiseren. Dat is een punt. Ik waardeer de inzet van uw fractie in deze buitengewoon, want er is een aantal taken, maar wij hebben een beperkte polsstok. Wat mevrouw Franssen zei is voor een belangrijk deel waar. Wij hebben afspraken gemaakt en daarbij zijn verwachtingen gewekt met partners dat die middelen en gronden zouden bijdragen en dat DLG aankopen zou verrichten. Uiteindelijk worden wij teruggeworpen op een aantal basisprioriteiten van dit AB met de financiële kaders, waar wij voor gaan. Dan worden wij voor een aantal problemen gesteld. Dat is zo. De toetsingslijst is een gestandaardiseerde lijst, zoals wij die hebben en daar zit een aantal inkomsten niet in, maar mogelijk is daar aanvullende informatie in een memorie van toelichting te verschaffen. Dit project staat opgenomen in het investeringsplan 2011 tot 2015 voor drie miljoen euro ( ) zoals in de projectenlijst staat. In mijn lijst van wat het waterschap daar nog zou moeten doen, is een ander bedrag opgenomen, en dat zit hem voor een deel in de afwegingen die gemaakt worden en wat wij met die gronden gaan doen. Ik vind het jammer dat ik de PvdA niet kan overtuigen van dat er weliswaar twee miljoen euro ( ) staat, maar dat het gronden betreft die wij reeds in ons bezit hebben en dit is slechts een punt omdat de gronden als het ware overgeheveld moeten worden naar het krediet Gat van den Ham om met dat krediet de EVZ te realiseren en daar posten aan toe te rekenen. Dit bedrag komt weer vrij als de gronden worden ingebracht in de transacties met de ZLTO en haar agrarische participanten in het gebied. De heer Jackson: Een simpele vraag, waarom staat uw toelichting niet van tevoren op papier? De heer Van der Kallen: Je kunt discussiëren over wat er op papier staat, maar voor mijn gevoel staat het op papier dat het een administratieve transactie is. Het politieke element dat de heer Verdaasdonk heeft aangebracht, is wezenlijk. Daar maken wij geen geheim van. Wij hadden een coördinerende rol op ons genomen en voor een deel gebeurt in dat gebied niet wat anderen hadden gezegd. Er had een EVZ ook in dat gebied aangelegd kunnen en in de optiek van Water Natuurlijk aangelegd moeten worden. Daar staat niet het waterschap, maar DLG voor aan de lat. Het waterschap heeft het voor een deel mogelijk gemaakt door de gronden die zij heeft verkregen, in te brengen. Als DLG andere prioriteiten stelt, dan is het van tweeën een. Wij kunnen met een onbeperkt budget ook de doelen van anderen gaan realiseren, maar dit DB heeft ervoor gekozen haar kerntaken te vervullen en dan vallen er dingen soms van de tafel. Dat is de realiteit van dit moment. De voorzitter: Ik hoor over dit onderwerp dingen gezegd worden die wel relevant zijn, maar niet het voorstel betreffen. Er zijn twee dingen relevant in dit voorstel. Bestuur is eeuwig, en wij hebben destijds als gezamenlijke partners in Brabant een verdeling gemaakt wie waar het voortouw zou nemen. De provincie heeft voor ons op tientallen plekken het voortouw genomen en het waterschap heeft op een paar plekken het voortouw genomen, bijvoorbeeld in het Gat van den Ham. U weet dat er geld is gestort in een pot voor anticiperende aankopen. Zodra die gronden toegewezen kunnen worden aan een project, worden die daarnaar overgeheveld en ontstaat er opnieuw geld in de pot. Hier hebben wij tot nu toe geen project gedefinieerd en daarom hebben wij al het geld voor anticiperende aankopen daarmee belegd en kunnen wij niet een gewenst perceel wat wij nodig hebben voor onze eigen taken, aankopen want daar hebben wij gewoon geen geld voor. Als wij er wel een project voor definiëren, dan kunnen de gronden daarop geboekt worden en hebben wij ruimte om interessante zaken te doen en onze eigen doelen te halen. In de kern gaat het erom of u bereid bent om krediet beschikbaar te stellen voor de aankopen Gat van den Ham, zodat wij weer wat ruimte hebben om andere goede dingen te doen. Ik zou willen vragen u in de besluitvormende vergadering daarop te concentreren. De heer Van der Kallen: De heer Hage heeft gevraagd naar de risico s. Als wij anticiperend gronden kopen, dan lopen wij daarin risico s. Maar het is van tweeën een, of we laten al dit soort kansen schieten of wij nemen deel aan het spel der markten in het kopen en verkopen van grond om onze doelen te realiseren en tot op heden kiezen wij ervoor om het risico te nemen. De voorzitter: Ik stel u voor om vragen waarop u een antwoord nodig heeft, de komende dagen in te dienen. 3.f. Aanvraag aanvullend uitvoeringskrediet Natte Natuurparel Zonzeel De heer Van den Berg: Ik heb maar een vraag. Er wordt gesteld dat men ingehuurde projectleiders niet aansprakelijk kan stellen. Die is dus niet verwijtbaar en aansprakelijk. Onder personele gevolgen zie ik wel dat Barbertje moet hangen, want de projectleider is vanaf 1 mei niet meer actief voor het waterschap en dat vind ik vreemd. Ik wil verwijtbaarheid en aansprakelijkheid anders benaderen. Welke bestuurder is hier uiteindelijk verantwoordelijk en misschien ook aansprakelijk voor? Welke gevolgen zou dit moeten hebben voor de bestuurder zelf? -11-

18 De heer Van der Aa: Ik heb dezelfde vraag. Wij kunnen via het inkoopcontract de ingehuurde projectleider niet aansprakelijk stellen. Als je dit zo leest, wat betekent dit in de toekomst voor het ingenieursbureau waar hij werkzaam bij is of is geweest? U geeft zelf aan dat er voldoende leermomenten zijn om in de toekomst van minder prettige ervaringen te leren. Ik hoop dat dat ook zal gebeuren. De heer Aertssen: Ik moet constateren dat dit project een vrij dramatisch verloop heeft gekend. Ik zal het woord blunders nog niet in de mond nemen, want ik wacht eerst uw antwoorden af. Ik constateer dat het waterschap kennelijk geen zicht had op de uitvoering en de kosten en dat er procedures niet goed gevolgd zijn, zoals bij de Faunawet waar iets fout is gegaan. Voor mijn fractie is onbegrijpelijk dat er personeel is ingehuurd. Wij verkeerden in de veronderstelling dat het waterschap voldoende personeel heeft om dit soort projecten te begeleiden. Ik vraag mij af op welk tijdstip het DB is geïnformeerd over de kostenoverschrijdingen. Ik vind daar niets over terug en ik vind dat in het kader van de verantwoordingsvraag wel van belang. De ingehuurde projectleider dat staat onder op bladzijde 1 had in tegenstelling tot gangbare procedures geen toestemming gevraagd aan het bestuur van het waterschap. Was deze persoon dan niet goed geïnformeerd? De verantwoordelijke bij Brabantse Delta had hem daar toch op moeten wijzen, lijkt mij zo. Op welk tijdstip is het bestuur geïnformeerd? De projectleider is kennelijk zijn boekje te buiten gegaan. Is hij daar niet meer verantwoordelijk voor te stellen? De leermomenten zijn schitterend opgeschreven, maar ik zit nu zes jaar in het waterschapsbestuur en als dit soort leermomenten nog een keer worden vermeld in dit stuk, dan begin ik mij af te vragen op welke plekken het nog meer fout gaat. Het is een aaneenschakeling van logische zaken, dit moet toch gewoonte zijn in de organisatie van het waterschap. Ik begrijp het echt niet meer. De heer Vanlaerhoven: Het betreft hier een hele forse overschrijding van het krediet. Gaat het om vooral meer slib dat afgevoerd zou moeten zijn en dat niet meegenomen is? Valt dit nog te verhalen ergens, de meerkosten? De opleveringsdatum zou 1 januari 2011 zijn, dus wij zijn al bezig met werkzaamheden, dus hoe zit dat precies? Mevrouw De Jong: De organisatie heeft via dit stuk de hand in eigen boezem gestoken door in verschillende alinea s aan te geven dat het hartstikke verkeerd is gegaan. Het eerste woord dat opkwam was integraal werken. Waar zit het management en de planning en control in dit stuk? Dan heb ik het nog niet over de overschrijding van het budget van drieëndertig procent (33%). Dat hebben wij al vaker meegemaakt. Hoe heeft dit zo kunnen komen? U geeft aan dat de leermomenten leiden tot verbetering, maar dit verdient geen schoonheidsprijs. De heer Poppelaars: Wij kunnen ons bij de laatste woorden aansluiten. Wij vinden dat het geen schoonheidsprijs verdient qua uitvoering. Ik ga de gestelde vragen niet herhalen. Onze fractie waardeert het wel dat u dit op deze manier aan ons kenbaar maakt. In het verleden zouden zulke zaken mogelijk anders opgelost zijn, dat men intern gaat zoeken naar hoe kunnen wij dit rondbreien. Door open en eerlijk naar het AB te komen en aan te geven wat er gebeurd is, waarderen wij. Wij constateren dat er een aantal leerpunten is vermeld, waardoor in de toekomst dit soort zaken mogelijk tot een minimum beperkt blijven, want overal waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Mevrouw Franssen: Wij kunnen ons qua vragen aansluiten bij de PvdA, daar zaten wij ook mee. Wij willen u danken voor de transparantie en de wijze waarop u dit gepresenteerd hebt. Ik denk dat dit inderdaad wel eens een keer anders is gelopen. Wat dat betreft onze dank. De heer Van der Kallen: Dit is inderdaad geen schoonheidsprijs, dat is hartstikke helder. Dit waterschap kent bepaalde voorschriften. Als iemand projectleider is en hij wordt geconfronteerd met meerwerk, dan moet hij dit meerwerk volgens de voorschriften afwegen en binnen het budget oplossen. Als hij dit meerwerk mondeling accordeert, dan moet dat ook schriftelijk gebeuren, zodat planning en control kan bijhouden in hoeverre het budget wordt gebruikt. Als het krediet het einde nadert, dan kan planning en control aangeven dat als er weer een bonnetje van meerwerk verschijnt, dat dat zo niet kan, dat moet naar het DB. Als een projectleider dat soort basis administratieve handelingen en vaardigheden niet uitvoert, dan is het moeilijk voor planning en control en daarmee ook voor het DB en ondergetekende, om daar enige invloed op uit te oefenen want je moet wel weten wat er gebeurt. Je verwacht van mensen die je inhuurt, dat zij zich houden aan de voorschriften. Vanzelfsprekend worden mensen die worden ingehuurd, op de hoogte gebracht van de voorschriften die binnen het waterschap gebruikelijk zijn en gebruikt moeten worden. Als dat niet gebeurt, dan vind ik het niet vreemd dat een projectleider die zich simpelweg niet houdt aan dat soort basisvoorschriften, die nodig zijn om het krediet goed te beheren, om het project tot een goed einde te brengen, om controle te houden op wat er gebeurt, dat zo n projectleider wordt bedankt voor zijn activiteiten. Deze persoon is formeel niet in dienst geweest van het waterschap, maar werkte wel onder de verantwoordelijkheid van het waterschap. Dat is een leerpunt. Omdat hij wel onder verantwoordelijkheid van het waterschap functioneerde, kan hij juridisch niet aansprakelijk gesteld worden ondanks alle fouten die hij -12-

19 naar mening van ondergetekende en het DB heeft gemaakt. Wij vertalen dat in een leermoment. Een dergelijke manier van inhuren kan niet meer aan de orde zijn. Wij leren van allerlei aanbestedingsprojecten in de afgelopen tijd voor andere projecten en als wij weer mensen op soortgelijke basis inhuren, dan gebeurt het op een andere manier. Wij huren niet meer de betrokkenen in, maar de organisatie zodat wij andere verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden kunnen stellen. Het laat onverlet dat ook de inzet van eigen personeel erbij betrokken is. Het toont nog een keer aan dat als je gebruik maakt van een flexibele schil, dat er andere risico s aan vast zitten dan wanneer je eigen mensen aantrekt. Ook al informeer je iemand over de procedures mondeling en schriftelijk, dan is het toch anders dan bij eigen personeel dat al jaren met bepaalde procedures bekend is. Het leermoment is heel nadrukkelijk: minder inhuren en dat zal menigeen in deze zaal prettig in de oren klinken respectievelijk als men tot inhuur overgaat, dan op zodanige wijze dat zij aanspreekbaar zijn en verantwoordelijk zijn te stellen. Wanneer kreeg het DB dat te horen? In mijn herinnering was dit in mei/juni. Toen zeiden wij tegen elkaar, dit kan helemaal niet. Het is wel een project waar ik de portefeuillehouder van ben, maar dat door het waterschap wordt uitgevoerd en wat de ambtelijke organisatie onder haar hoede heeft en begeleidt. DB-leden zijn altijd beschikbaar als er vragen zijn, maar wij staan niet naast een projectleider om te kijken of hij zijn bonnetjes wel invult. Dan spreken wij over een andere structuur met betrekking tot hoe een DB functioneert. De opmerking van de heer Aertssen over de Faunawet overschreden. Die hebben wij niet overschreden. Wij hebben een vergunning aangevraagd en de verwachting was dat deze probleemloos tijdig verkregen zou worden. Helaas is die verwachting niet bewaarheid. Ook dat leidt tot een leermoment, hoewel het wel een leermoment is waar wij uitvoerig bij stil moeten staan. Het moet altijd zo zijn dat een complex van factoren leidt tot een afweging over onze verwachting. De verwachting van betrokken medewerkers was niet irreëel om te veronderstellen dat er tijdig kon worden begonnen en dat de vergunning verleend zou worden. Dat is niet gebeurd en daaruit is het leermoment getrokken dat in het vervolg de vergunning eerst verkregen moet worden voordat de aanbesteding plaatsvindt, uitzonderingen daargelaten. Een eventuele uitzondering is een DB-beslissing. De meerkosten komen voor een deel voort uit het element dat wij te laat begonnen zijn, waardoor de aannemer kosten heeft gemaakt die op ons verhaalbaar zijn. Voor een deel komt dat voort omdat de scope in samenspraak met anderen is veranderd en voor een deel zijn er meerkosten omdat uit vooronderzoek niet bleek dat de feiten ter plaatse anders waren. Op zich zitten daar variaties in. Dit laat onverlet dat wij zullen trachten een deel van de meerkosten op enigerlei wijze terug te halen, hetzij via Staatsbosbeheer, hetzij via de provincie omdat een deel van de meerkosten ondanks het niet correct volgen van de procedures, mogelijk subsidiabel zijn. Wij doen er ons best voor om alsnog een deel van de centen binnen te halen. De heer Aertssen: Ik constateer dat de portefeuilleouder eigenlijk de zaak afschuift. Hij zegt dat planning en control dat in de gaten moet houden en dat is terecht. Die heeft geen signalen gegeven, dus wij konden het allemaal niet weten. Ik vind dat toch wel een beetje simpel en ik vraag mij af of het DB niet een instructie heeft. Hij zegt dat het DB geen bonnetjes bijhoudt en hij zegt eigenlijk dat men helemaal niet weet wat er gebeurt, maar er moet toch een soort afspraak zijn dat bij een bepaalde grootte van overschrijding het DB of het DB-lid wel wordt geïnformeerd. Dat lijkt mij niet meer dan normaal. Ik weet niet of er afspraken over zijn, maar in dit geval lijkt het mij wel een afspraak die je met medewerkers zou moeten maken. Ik vraag mij af wie zo iemand heeft aangenomen die zo n verantwoorde positie heeft en dat kennelijk maar kan doen. Het is toch het waterschap geweest die iemand heeft geselecteerd en gevraagd heeft om dit project te begeleiden? Ik stel voor daar vanaf te stappen, want als dat geen vertrouwen geeft, dan kunnen wij het beter met ons eigen personeel doen. Dat was ook een vraag van mij. Waarom hebt u dit werk niet met eigen personeel kunnen uitvoeren? De procedure voor de Faunawet, ook bij het vorige agendapunt schoof de heer Van der Kallen wat weg richting andere overheden. Ik weet niet of hier een overheid in het spel is, maar hij zegt dat men had verwacht dat de vergunning eerder afgegeven zou worden. Waarop was deze verwachting dan gebaseerd en waarom is deze niet uitgekomen? Mevrouw De Jong: Ik neem aan dat er een projectbeschrijving is geweest waarin deze zaken die achterwege zijn gelaten of vertraagd zijn, beschreven zijn. Wordt er niet aan projectbewaking gedaan? Dan zou het DB al eerder op de hoogte moeten zijn geweest dat het naar achter is geschoven qua tijd. U zegt planning en control, maar wij doen toch ook aan budgetbeheer? U gaat er naar mijn gevoel licht overheen. Hier wil ik toch wel graag antwoord op. De heer Van den Broek: Ik heb de heer Van der Kallen horen zeggen dat de projectleider juridisch niet verantwoordelijk gesteld kan worden. Daaruit concludeer ik dat er een verkeerd contract is afgesloten. Zo ja, hoe voorkomt het waterschap in de toekomst dat er geen goed contract wordt afgesloten? De heer Van der Kallen: Het waterschap heeft wel degelijk een systematiek van projectbewaking van haar financiën. Daarbij is van buitengewoon belang dat de mensen van Financiën de informatie krijgen om dat te doen. Als een verplichting wordt aangegaan, dan wordt deze aangegaan via de afdeling Financiën zodat hij deze verplichting kan bijhouden in relatie tot het krediet. Als er een verplichting wordt aangegaan door een persoon door het waterschap ingehuurd en dat wordt niet gecommuniceerd met de afdeling die de verplichtingenadministratie en de kredietbewaking doet, dan zwem je in het duister. Daar kun je kort en lang -13-

20 over praten, dat is een leermoment om te zeggen dat wij dit soort contracten op deze manier niet meer aangaan. Als een persoon niet doet wat voorgeschreven is zodat de verplichtingenadministratie niet op orde is, dan kan simpelweg niet gemeld worden dat een krediet wordt overschreden. Toen de rekeningen binnenkwamen en bleek dat het krediet overschreden werd, is het ook onmiddellijk gemeld aan het DB. Natuurlijk bestaat de afspraak dat wanneer een kredietoverschrijding nadert en de verplichtingenadministratie een sein gaat geven, dan wordt het gemeld aan het DB. Daarna worden alleen nog maar verplichtingen aangegaan binnen dat krediet met toestemming van het DB. Als de signalen niet worden afgegeven en de verplichtingenadministratie krijgt dat signaal niet vanwege het ontbreken van de bonnetjes, dan hebben wij een probleem. Over de verwachting voor het verkrijgen van de vergunning, deze verwachting was gewekt op basis van het overleg met de vergunningsautoriteiten en de betreffende ambtenaren, respectievelijk het advies van een ecoloog. Achteraf moeten wij constateren dat die verwachting onterecht was, dat is een feit. Ook dat past in projectbewaking. Het verkeerde contract, de heer Van den Broek heeft helemaal gelijk. In deze contracten zitten risico s. Men is dit risico aangegaan zonder dat men zich dat voldoende heeft beseft. Natuurlijk is het beter om eigen personeel in te zetten, want daar hebben wij een relatie mee en wij weten hoe die omgaan met de verplichtingen, maar als er een capaciteitsprobleem of deskundigheidsprobleem is, dan bestaat door een grote hoeveelheid projecten de mogelijkheid om mensen in te huren via deze methode, maar het is wel de laatste keer geweest. De heer Aertssen: Hij heeft uitvoerig uitgelegd hoe het proces is verlopen en waar het fout is gegaan, maar ik heb hem niet horen zeggen dat hij politiek eindverantwoordelijk is voor de overschrijding. Ik heb hem in een andere hoedanigheid daar wel eens anders over gehoord. Het zou hem sieren als hij vanavond ook die verantwoordelijkheid op zich nam. De heer Van der Kallen: Ik ben portefeuillehouder en in die zin moet ik hier verantwoording afleggen over wat er in mijn portefeuille verkeerd gaat. Dit project viel onder mijn portefeuille en als u wilt zeggen dat ik verantwoordelijk ben voor het niet invullen van bonnetjes door andere mensen, dan hebt u daar in formele zin gelijk in en dat voel ik ook zo. Vandaar dat ik vanaf het moment dat ik die mededeling kreeg, een buitengewoon onprettig gevoel had en zijn wij onmiddellijk gaan werken aan de leermomenten. Deels omdat ik als persoon dat gevoel had, maar in het ambtelijk apparaat was al enige tijd toen men dit ontdekte, de overtuiging dat dit niet kan en dat mag zeker niet meer voorkomen. Het is mijn project, maar ik werd er in mei mee geconfronteerd en toen was deze persoon al aan het einde van het contract en werd simpelweg door het ambtelijke apparaat gesteld dat dit niet kan. De voorzitter: U wilt het terug hebben in de besluitvormende vergadering? Oké. 3.g. Aanvraag uitvoeringskrediet Ecologische Verbindingszones Woensdrecht De heer Van der Aa: Wij hebben technische vragen gesteld over het particulier natuurbeheer. Zoals wij vermoeden, klopt het inderdaad dat hiermee bedoeld wordt de uitvoering in het kader van het stimuleringskader groenblauwe diensten. Het valt ons op dat er in het stuk staat dat er geen grondaankoop gefinancierd hoeft te worden op het eiland. Op bladzijde 1 staat bij de doelstellingen dat de eigenaar omdat er gebruik gemaakt wordt van particulier natuurbeheer - een vergoeding krijgt voor de waardedaling van de grond, ik meen dat dit mogelijk vijfentachtig (85) of negentig procent (90%) is. Dit moet toch ook ergens van betaald worden? Klopt het dat hij betaald wordt uit onze bijdrage aan het groenblauwe stimuleringskader? De heer Vanlaerhoven: Wij hadden een paar vragen over de omschrijving en het kaartje. Er wordt gesproken over tussen Huijbergen en de Wouwse Plantage, maar wij zien op de kaart dat ze anders liggen. Klopt de omschrijving met de kaart? De heer Hieltjes: De heer Van der Aa merkt terecht op dat hier het containerbegrip particulier natuurbeheer is gebruikt, terwijl wij de specifieke regeling groenblauwe diensten bedoelen. Hier speelt dat dit een project is dat de gemeente trekt, dus wij zitten er net iets minder bovenop en onze bijdrage is voor de kosten van het totale traject. Die zitten daar inderdaad in. Het kaartje en de toelichting. Ik moet bekennen dat mijn gebiedskennis wat dat betreft iets minder is dan die van u. Ik doe een beroep op de ambtelijke ondersteuning. Mevrouw Van den Berg: Het is het kaartje. De omgeving Wouwse Plantage is in de omschrijving heel breed uitgelegd. Het kaartje is correct. In die zin komen de omschrijving en het kaartje niet met elkaar overeen. De heer Van der Aa: In de tweehonderd vijfentwintigduizend euro ( ) zit dus ook onze bijdrage in het Stika? -14-

21 De heer Vanlaerhoven: Ik hoop dat de tekst wordt aangepast aan het kaartje. Zijn er op termijn meer onderhoudskosten te verwachten? De heer Hieltjes: In antwoord op de heer Van der Aa, de groenblauwe diensten zitten in het totale krediet, dus de kosten zitten daarin. Over de onderhoudskosten moet nog een nadere uitwerkingsovereenkomst met de gemeente worden opgesteld. Daar wordt dat precies concreet in gemaakt. Wij proberen het kaartje helder te hebben en de toelichting is wat vager, maar in onze beleving niet echt in strijd met. Het kaartje is het meest duidelijke. Ik hoop dat u daarmee voldoende informatie hebt om een oordeel te geven. De voorzitter: Wilt u besluiten? Besloten: Het Algemeen Bestuur stemt in met de toekenning van een uitvoeringskrediet van tweehonderd vijfentwintigduizend euro ( ) als cofinanciering voor de realisatie van drie drietiende (3,3) kilometer Ecologische Verbindingszone binnen gemeente Woensdrecht. 3.h. Aanvraag uitvoeringskrediet hydraulische maatregelen Brabantse Wal De heer Aertssen: Er zit een contract bij. Er wordt genoemd een organisatie in België die ook water wint, maar die staat volgens mij niet als partner in het contract. Wat is daar de reden van? Kunt u aangeven hoeveel water er het afgelopen jaar minder is gewonnen op de Brabantse Wal? Is er enig zicht op wat Evides en de andere club uit België de afgelopen tien jaar minder hebben opgepompt? De heer Hieltjes: Het is een complex traject en gebied, zowel hydrologisch als bestuurlijk met alle betrokken partijen. Het water houdt zich niet aan landsgrenzen, dus er is betrokkenheid met de Belgische waterwinner, maar ook met het Agentschap voor Natuur en Bos. Daarin is ook het grenspark De Zoom, Kalmthoutse Heide, betrokken, ook om partijen bij elkaar te brengen in het gebied. Dat is een belangrijke intermediair, maar dat heeft nog niet geleid tot het ondertekenen van het convenant door de zuiderburen. Er vindt wel afstemming plaats op werkgroep- en uitvoerend niveau en er wordt overlegd over hoe bepaalde grondverwerving in België kan plaatsvinden. In dit soort trajecten zie je Nederlandse eigenaren van grond in België en daar gelden weer andere regels voor en dat maakt het complex. Er is veel over te vertellen. Wat betreft de onttrekkingen, de eerste beperking heeft plaatsgevonden, conform het convenant. De volgende zullen in de toekomst plaatsvinden en hier wordt intensief op gemeten. De heer Van Noord: Ook hier hebben wij technische vragen gesteld, maar wellicht kunnen wij dit punt na beantwoording afronden. Als wij het goed begrijpen, is dit een krediet om bepaalde zaken te gaan ondernemen en uit te zoeken, enzovoorts. Als ik in de toetsingslijst kijk, dan wordt het eigenlijk gehanteerd als een investering die over dertig (30) jaar wordt afgeschreven. Is het niet beter om het gewoon in de kosten op te nemen dan als investering? De heer Hage: De kennis en expertise worden in dit project weggelegd. Ook andere projectbureaus die erin zitten, leggen hun rekening weg in plaats van dat zij geld geven aan het project. Deze afspraak is gemaakt en niet terug te draaien. In de vervolgprojecten moet er wel naar het financiële plaatje gekeken worden als er toezeggingen worden gedaan over het inbrengen van kennis en expertise, zodat u een rekening weglegt in plaats van dat u iets schenkt aan het grote doel. Het is onze insteek om een stukje verdrogingsproblematiek op te lossen, dat is onze insteek, daar hebben wij een taak. Ik denk dat wij over ander geld praten als je het in het grote gebied gaat trekken. Expertise en kennis inbrengen, leg maar een rekening weg in het project. De heer Hieltjes: In antwoord op de heer Van Noord, het gaat over honderd zeventigduizend euro ( ) waarvan vijftig duizend euro ( ) investering in meetapparatuur en concrete fysieke zaken en twintig duizend euro ( ) per jaar gedurende zes (6) jaar in advieskennis. De interne regels zijn dat als advieskennis en onderzoek leiden tot iets concreets dat langjarig profijt heeft en het is meer dan vijftigduizend euro ( ) bij elkaar opgeteld, dan activeren wij dat als onderzoekskosten. U ziet dat vaak wel, maar dan is het gecombineerd met uitgaven die wij zelf ook nog doen in zaken. Het bijzondere van dit samenwerkingsverband is dat na een aantal onderhandelingen Waterbedrijf Evides investeert in een aantal maatregelen waarvan anderen zeggen dat het waterschap dit had moeten betalen, zoals bestrijding van verdroging, zorgen dat er water van de Korte Hoef naar de Grote Meer komt. Een aantal investeringsuitgaven in de echte zin van het woord, worden door Evides gefinancierd. Wij gaan wel onze eigen kennis inbrengen, omdat dat past in het grote traject. Ik houd staande dat in dit traject de honderd zeventigduizend euro ( ) vanuit onze kerntaken echt niet veel is. Het is een Natura2000 gebied, maar Natura2000 heeft niet echt een Natura2000-potje. Je kunt er nog een boom over opzetten dat dit wel had gemoeten, maar dat is er niet. Wij hebben als waterschap de taak van verdrogingsbestrijding, misschien dat Evides hier ook nog een belang bij heeft omdat zij, als de verdrogingsbestrijding effectief is, meer kans hebben om meer grondwater te winnen. Daar hebben wij op ingespeeld door een aantal kosten bij hen te laten neerslaan, -15-

22 maar de onderzoekskosten en een klein stuk meetapparatuur nemen wij zelf en omdat die bijdragen aan verdrogingsbestrijding op lange termijn, schrijven wij af op dertig (30) jaar. De voorzitter: Wij kunnen tot besluitvorming overgaan? Betekent dat, mijnheer Van Noord, dat die technische vraag niet verder beantwoord hoeft te worden? Oké. Besloten: Het Algemeen Bestuur stemt in met het beschikbaar stellen van het uitvoeringskrediet van honderd zeventigduizend euro ( ) voor genoemde maatregelen om uitvoering te geven aan het ondertekende convenant. 3.i. Aanvraag uitvoeringskrediet Spuisluis Vierlingh, revisie hydrauliek De heer Jackson: Ik vroeg mij in algemene zin af. Als een lekkage plaatsvindt van een van de hefcilinders die vijftien (15) jaar daarvoor gereviseerd is, dan moet dat opnieuw gebeuren, maar dan blijkt dat er nog een aantal dingen gereviseerd moet worden, eigenlijk een algehele revisie van het hydraulisch systeem. Dan verdubbelen de kosten. Dat moet natuurlijk gebeuren, maar had zoiets niet voorzien kunnen worden? De technische installatie is oud en er zit een flinke lekkage in. Het lijkt mij logisch dat je dan het hele apparaat tegen het licht houdt. Dat is blijkbaar niet gebeurd. De heer Coppens: Dat mag u vinden. Je kunt dit langs twee kanten aanvliegen. Het blijkt dat men er wel serieus naar gekeken heeft. Ze willen het risico niet nemen dat er over een aantal jaren toch problemen ontstaan. Vandaar dat het in zijn geheel gereviseerd gaat worden. Ik ben het niet eens met uw opmerking of dat niet voorzien had kunnen worden. Een aantal jaren geleden waarschijnlijk niet. Ze hebben het nu echt bekeken en men vond het verstandig om het nu in zijn totaliteit aan te pakken en dat vraagt om een extra forse investering. De heer Jackson: Als ik het goed begrijp uit de stukken, dan komt men een jaar later tot een heel ander inzicht. Dat komt bij mij amateuristisch over. De heer Van den Berg: Voortbordurend op de opmerking van de PvdA, ze hebben het nu echt bekeken, dus in het verleden hebben ze het niet echt bekeken. De heer Coppens: Ik ga niet in strijd over de woorden. Ik stel voor dat onze medewerker nog enige uitleg geeft over de gestelde vragen. De heer Slob: Het is vrij eenvoudig. Twee jaar geleden is er een hefcilinder kapot gegaan. Toen kregen wij de schuif niet meer omhoog. Die hebben wij gerepareerd en dat was een vrij dure reparatie van vijfentwintig duizend euro ( ) ex BTW. Er zijn er nog zeven, dus die heeft men op het IP gezet in Een kleine rekenfout, maar zeven maal vijfentwintig duizend euro ( ) ex BTW zou iets meer moeten zijn dan honderd vijftigduizend euro ( ), uitvoering Ik ben daar in 2010 mee begonnen maar toen was de termijn voor het indienen van het IP al verstreken en heb ik het totaal bekeken en er mankeerde veel meer aan. Toen ben ik tot dit nieuwe bedrag gekomen. Het is ook een jaaraspect. Als ik er iets eerder aan begonnen was, dan had ik het in het huidige IP mee kunnen nemen en dan had er tweehonderd negentigduizend euro ( ) gestaan. Besloten: Het Algemeen Bestuur stemt in met: - uitvoering project 8467, revisiewerkzaamheden aan het hydraulische systeem van spuisluis Vierlingh - de scopewijziging van het project door revisie van het gehele hydraulische systeem in plaats van alleen de revisie van de hefcilinders; - beschikbaarstelling van een uitvoeringskrediet van tweehonderd negentigduizend ( ). 3.j. Verkoop Hoofdstraat 49 s-gavenmoer De heer Jackson: Een korte bijdrage. De verkoop is vijftigduizend euro ( ) lager dan zoals eigenlijk de onderhandse verkoopwaarde berekend was door de taxateur. Dat vind ik een aanmerkelijk verschil. In het stuk wordt gesproken over het feit dat een en ander waarschijnlijk toe te schrijven is aan dat het energielabel G is. Een beetje makelaar ziet als hij dat taxeert, dat het om label G gaat en verdisconteert dit in de taxatieprijs. Het lijkt er op dat het een beetje weggegeven is. De heer De Boer: Onze fractie heeft echt grote moeite met dit voorstel. De WOZ-waarde is negenhonderd negentigduizend euro ( ). Wij weten allemaal dat de WOZ-waarde vaak niet scherp aan de wind is, want dan zou het bezwaarschriften regenen bij de gemeenten. Meestal is het aan de redelijk voorzichtige -16-

23 kant. Dan wordt er een vraagprijs gehanteerd bij dit voorstel van negenhonderd vijfennegentigduizend euro ( ) gezien de economische situatie op dit moment. Dan komt er een opbrengst uit van achthonderd vijfentwintig duizend euro ( ) en dat is zeer teleurstellend vanwege het enorme verschil tussen de vraagprijs en de opbrengst. Hoe komt dat nou? Energielabel, erg ongunstig, er is sprake van achterstallig onderhoud en er zit asbest in het gebouw. Het lijkt erop dat achteraf een redenering wordt opgezet om dat zeer slechte resultaat te verklaren. Naar mijn beleving en ik kom uit de vastgoedwereld, moet een professionele makelaar van tevoren een rapport opmaken waarin alle op de waarde van toepassing zijnde factoren worden meegenomen. Het behoort anders te worden voorbereid. De wijze waarop het hier is gebeurd, vinden wij niet professioneel, eerder ronduit knullig. In dit stuk wordt verwezen naar de boekwinst. Er is een forse boekwinst, maar dat is in feite totaal niet relevant. Het gaat erom dat er een goede zakelijke transactie tot stand wordt gebracht na de beste voorbereiding door de verkoper daarbij geadviseerd door de makelaar. Het lijkt erop dat dit helemaal niet is gebeurd hier. Wij vinden dat de makelaar in ieder geval ernstig tekort geschoten is en wij vermoeden dat onze organisatie zelf niet de deskundigheid in huis heeft om zo n proces tot een goed einde te brengen. Wij willen graag een reactie van het DB op dit voorstel. De voorzitter: Uiteraard ben ik het met u eens dat, als je als overheid dit soort zaken doet, je je ook goed moet vergewissen van deskundigen en hun adviezen, anders wordt het een zaak van handjeklap. Dat kan niet zo zijn. Het moet uiteraard onderbouwd worden door onafhankelijke deskundigen. Daar ben ik het mee eens. Daarnaast moet je als goed huisvader van gemeenschapsgoed wel kijken naar wanneer je wel of niet zaken wilt doen. Wij hebben dit pand nu enige tijd in de verkoop. Eerdere mogelijke belangstellenden haakten steeds af nog voordat zij een bod deden. In het ene geval dat er een bod gedaan werd, was het aanzienlijk lager. Daarnaast is ons de afgelopen periode duidelijk geworden dat een vergelijkbaar pand in s- Gravenmoer voor een ton onder waar wij nu voor kunnen verkopen, wordt aangeboden. Wij hebben die twee dingen gecombineerd, wat zegt uiteindelijk de makelaar alles afwegende en wat is zijn advies en dat geplaatst naast de kansen in de markt. Wanneer doe je het als overheid goed en wanneer ben je een goed huisvader van de middelen en wil je wel of niet verkopen? Het DB heeft dit open naar u toegebracht. Het DB denkt dat wij dit met beide handen moeten aangrijpen omdat wij een nette prijs hebben en blij zullen moeten zijn om in deze moeilijke markt in zo n klein dorp waar weinig vraag is naar kantoor aan huis, zo niet geen vraag, om dit toch te doen. De feiten op een rij, mevrouw Stavleu is hier aanwezig. Zij heeft de contacten met de makelaar en kan wellicht ingaan op de feitelijke redenering. Mevrouw Stavleu: Vorig jaar na de bekendmaking van de reorganisatie, zijn wij begonnen met het benaderen van in totaal vijf verschillende partijen die aan de aanbesteding hebben meegedaan. Daarin was begrepen een plan de campagne voor de verkoop, een verwachte opbrengstwaarde en een advies voor de vraagprijs. Op basis daarvan is Van de Water gekozen, met name omdat zij de meest realistische aanpak hadden. Zij hebben destijds de opbrengstwaarde gewaardeerd op achthonderd vijfenzeventigduizend ( ) euro. Daarbij hebben zij geadviseerd omdat het een oud pand was, om een bouwtechnische keuring te laten uitvoeren. Dat hebben wij gedaan op het moment dat wij de verkoop gingen opstarten. Op dat moment waren er drie partijen geïnteresseerd en achtten wij het reëel om deze vraagprijs te stellen. Gedurende de verkoop is gebleken dat partijen die geïnteresseerd zijn, voor aanzienlijke kosten komen te staan. Daarom wordt deze opbrengstwaarde reëel geacht. De heer De Boer: Zoals u het zelf heeft verwoord, zo voel ik het zelf ook. Het is van belang dat wij een keer afscheid nemen van het pand. Leegstand kost ook geld en beheerskosten en verantwoordelijkheid en weet ik wat allemaal. Wij moeten er natuurlijk wel een keer afscheid van nemen, alleen het verhaal van de medewerker heeft mij niet echt overtuigd van de professionele aanpak door de makelaar. Van de Water kwam als meest realistische uit de bus, hoor ik zo juist. Maar dat je dan al het proces opstart en daarna nog allerlei onderzoeken laat doen, dat vind ik niet professioneel. Ik wil als signaal afgeven dat ik in ieder geval tegen dit voorstel ben en ik vermoed dat er nog meer mensen tegen dit voorstel zijn, om duidelijk te maken dat wij voortaan op een zakelijke professionele manier met het afstoten van onroerend goed moeten omgaan. Ik zou graag willen dat het in stemming wordt gebracht zodat wij kunnen opnemen wie tegen dit voorstel is. Als signaal, ik denk niet dat er een meerderheid voor is, maar het signaal moeten wij duidelijk afgeven. De heer Van den Broek: Is de peildatum van de WOZ-waarde 1 januari 2008? De voorzitter: In het stuk staat Ik denk dat in de aanbesteding richting makelaardij offertes zijn ingebracht met het beschreven traject. Deze makelaar heeft enerzijds een inschatting gemaakt van wat het pand waard zou zijn, maar wel onder de randvoorwaarde dat er een aantal dingen onderzocht moet worden dat invloed zou kunnen hebben op de prijs. Hij heeft dat aan de voorkant duidelijk gemaakt. Uiteindelijk is dat ook onderzocht en leidt dit tot een prijs die dicht in de buurt zit van het bod dat wij nu hebben. Het is uiteindelijk aan u om er een keuze in te maken, maar ik begrijp dat u zegt, wij willen het wel afwikkelen vanavond, maar ik wil het in stemming brengen. -17-

24 De heer De Boer: Ik heb begrepen dat het afgewikkeld moet worden, want er is een ontbindende voorwaarde. Voor 1 september wil hij het signaal hebben, het is verkocht of niet, dus wij moeten nu beslissen. De voorzitter: In de beantwoording van de technische vragen zult u lezen dat ook de koper meer tijd nodig heeft. Wij hebben op zich tijd om naar de besluitvormende vergadering te gaan, maar ik weet niet of dat iets oplost. Ik kan namens het DB geen ander verhaal houden dan nu. Wij kunnen maar beter helderheid verschaffen richting koper en als u een hoofdelijke stemming wilt, dan gaan wij over naar een hoofdelijke stemming. De heer Vanlaerhoven: U zegt dat de koper ook meer tijd nodig heeft, betekent dit dat hij zich nog kan terugtrekken? De voorzitter: Hij heeft een ontbindende voorwaarde en dat is het verkrijgen van een vergunning om van het kantoor een woning te maken. Dat zou hij vandaag weten. De gemeente heeft aangegeven dit wel te willen doen, maar dat het meer tijd kost. Dan kunnen wij in beginsel ook die tijd nemen. Ik ga over tot stemming. Met vinger opsteken? Oké, dan doe ik het anders. Wie is tegen het voorstel? Ik zie vier personen, de fractie van de PvdA, de heren Jackson en Aertssen, de heer De Boer, de heer Poppelaars. De overigen zijn akkoord, dus hiermee is besloten. Besloten: Het Algemeen Bestuur stemt in met de verkoop van het voormalig regiokantoor Oost, gelegen aan de Hoofdstraat 49 te s-gravenmoer (5109 AB) en kadastraal bekend gemeente s- Gravenmoer, sectie B, nummers 2445 en 2908, groot 52 are en 35 centiare, voor de totale koopsom van achthonderd vijfentwintigduizend euro ( ) k.k. en oplevering eind september k. Vaststellen verordening schadevergoeding De heer Verdaasdonk: Wij hebben slechts een vraag en dat betreft met name de bemensing van de commissie. Wij vinden het wat gevaarlijk om de ZLTO deel te laten uitmaken van de commissie die de schade vast moet stellen, omdat de objectiviteit van de commissie gewaarborgd moet zijn. In zijn algemeenheid betreffen dit soort schadeloosstellingen met name schades die door onder andere agrariërs worden opgevraagd. Vanwege de objectiviteit achten wij het ongewenst dat de ZLTO daar deel van uitmaakt. Wellicht is het beter om daar iemand anders als echt objectief persoon in te zetten. De heer Hage: Ik heb een vraag over de totale schadevergoedingsregeling die er gaat komen. Ik meen dat door de wetgeving waterplanologiegebieden aangewezen gaan worden waar water tijdelijk weggezet wordt, waardoor nadeelcompensatie of schade ontstaat. Het is een nationale regeling met een nationale schadevergoeding. Zijn wij gehouden om dat als waterschap conform af te handelen? Is dit geen nationale taak waarvan Den Haag de kosten draagt? De voorzitter: Het bestuur van de Noord-Brabantse Waterschapsbond zal zich binnenkort beraden op de samenstelling van de commissie. Die heeft zich daarvoor ook bediend van de advisering van de voorzitter van de commissie die nu al functioneert rondom waterberging. Als ik het zo mag zeggen, ik zal uw opmerkingen meenemen. Het debat zal toch in een breder verband afgewogen moeten worden. Mijnheer Hage, misschien was ik wat brutaal bij uw inbreng bij het vorige agendapunt, maar u bent wel meester in het leggen van rekeningen bij anderen. Dat is uw grondhouding en dat respecteer ik, maar hier staat in de wet inderdaad dat grondeigenaren onder spelregels moeten gedogen dat er waterberging op hun grond kan plaatsvinden. Daarin staat ook natuurlijk dat degene die het inricht, verantwoordelijk is voor een correcte schadeloosstelling daarbij. Het waterschap is in deze bevoegd gezag en initiatiefnemer en zal zelf de regeling moeten uitvoeren. Voor waterberging hebben wij een regeling. Deze commissie krijgt een nog bredere taak, maar het is echt een waterschapstaak om ook schadeloosstellingen te beoordelen. Als er meningsverschillen over ontstaan, dan zal deze commissie haar werk daarin doen. Wij kunnen de rekening niet declareren bij het Rijk. De heer Hage: Binnen het ruimtelijke ordeningsproject is het aan de gemeenten om de gebieden aan te wijzen. Als het ruimtelijke ordeningstraject gebieden aan zal wijzen, dan zal er schadevergoeding gevraagd worden door het achteruitlopen van de waarden. Het is niet zo dat het alleen maar bij het waterschap ligt. Ook gemeenten maken er deel vanuit. De heer Haagh: Ik begrijp dat u de mening van de heer Verdaasdonk meeneemt, maar toch niet namens het AB, neem ik aan. Ik denk dat dat niet gepeild is. Ik denk dat er iemand met agrarische deskundigheid moet komen en dat kan net zo goed iemand van de ZLTO zijn, want niet alle agrariërs zijn lid van de ZLTO. -18-

25 De voorzitter: Ook die neem ik mee. Mijnheer Hage, het waterschap heeft behoefte aan waterberging vanwege haar wettelijke taak. Die vraagt aan de gemeente het bestemmingsplan te wijzigen zodat het inrichten van de waterberging mogelijk wordt. Elke gemeente zal voordat zij daartoe overgaat, het waterschap laten tekenen voor eventuele planschade die daar het gevolg van is. Wij hebben het over planschade, overigens weer iets anders, maar ook dan ligt de rekening bij het waterschap, anders gaat een gemeente er echt niet aan beginnen. Voor directe schade in verband met de functie waterberging zullen wij een regeling moeten hebben. Besloten: Het Algemeen Bestuur stemt in met het vaststellen van de Verordening schadevergoeding conform bijgevoegd AB-besluit. 3.l. Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta De heer Withagen: Door omstandigheden hebben alle AB-leden de beschikking over twee versies van het stuk. Dit is namelijk bij de oorspronkelijke stukken gestuurd met een advies op bladzijde 5 en het is nogmaals gestuurd nadat het DB vergaderd heeft, met ook een advies op bladzijde 5. De twee adviezen zijn niet hetzelfde. Dit heeft onze aandacht gekregen omdat wij vanuit het CDA met name geïnteresseerd zijn in deze projecten, want er zitten een paar cruciale gevolgen in voor de westkant van ons werkgebied. Wij vinden dat de verantwoordelijkheid van het AB in beide adviezen anders benaderd wordt. In het oorspronkelijke advies op bladzijde 5 staat: Het AB stemt in met het doel en de opzet van het uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta en gaat akkoord met het ondertekenen van de samenwerkingsovereenkomst voor de bijdrage van het waterschap. Daar zou bij moeten staan wil het netjes zijn binnen de financiële kaders van de bestaande meerjarenbegroting. Lees je het stuk bij de financiële gevolgen, dan wordt daar uitbundig gemeld dat het om een aantal financiële kaders gaat die reeds in de meerjarenbegroting genoemd zijn. Maar dan hebben wij een bovengrens. Dan zeggen wij als AB op dit moment, akkoord DB, u bent gemachtigd om een bepaalde overeenkomst te sluiten, maar het mag niet meer kosten dan zoveel. Namelijk zoveel als wij in de meerjarenbegroting hebben opgenomen. Daarmee zeggen wij als AB, er is een grens aan onze financiële verantwoordelijkheid en ook een financiële grens aan uw mandaat en ik denk dat dat verstandig is van het AB. Iedereen weet dat de kosten die met dit gebied samenhangen, gigantisch hoog zijn en allerlei organisaties, provincie, Rijk en dergelijke allemaal knokken over wie uiteindelijk de rekening gaat betalen. Ik denk dat het voor een AB onwijs zou zijn en ik meen dat serieus - om het DB een mandaat te geven en dan maar te zien hoe het loopt. Ik vind dat wij u een grens moeten meegeven en die grens wordt natuurlijk gevormd door onze meerjarenbegroting. Dan punt 2. in het laatste stuk dat wij kregen, staat het advies dat het AB instemt met de randvoorwaarden enzovoorts en geeft het DB toestemming om het protocol samen met de andere partners vorm te geven en te ondertekenen. Wij gaan hier nog een stap verder, want wij geven u bij voorbaat toestemming om het protocol vorm te geven met andere partners en tegelijkertijd geven wij u de ruimte om het te ondertekenen. Verder praten wij nergens over. In het stuk zelf lees ik daar uitdrukkelijk in dat het samenwerkingsprotocol het karakter van een intentieverklaring zal hebben. Het waterschap stelt de volgende randvoorwaarden. In het stuk spreken wij over een intentieverklaring, maar in het advies dat wij aannemen, geven wij u volledig de ruimte voor vormgeving en ondertekening en daar hoort ook de financiële afwikkeling bij. Wij stellen u uitdrukkelijk voor en als het moet, dan komen wij met een amendement. Wij hebben dat ook al aan meer mensen laten weten, want wij hebben daar een mail over gestuurd. Wij hebben dit gekoppeld aan de technische vragen. Wij hebben aan het DB gemeld dat wij eventueel met een amendement zouden komen. Wij zouden graag ingelast willen zien de zin in het laatste advies achter het met de andere partners vorm te geven : binnen de financiële kaders van de huidige meerjarenbegroting. Daarmee zeggen wij, oké DB, u mag afspraken maken met partners over het project Bergen op Zoom en water, maar dat is de grens. Ik denk dat zodra wij verplichtingen op ons willen nemen die verder gaan dan dat, dan moet u als DB naar onze visie van onze fractie terugkomen naar het AB en dan horen wij wel hoeveel zes nullen daarmee gemoeid zijn, want over dat soort bedragen gaat het. Het gaat over het verzilten van de Binnenschelde en over het verzilten van het Markiezaatsmeer en daar zitten gigantische bedragen aan vast. De voorzitter: Het is niet het DB geweest dat het stuk zonnodig wilde veranderen, maar het is het gegeven dat de stuurgroep Zuidwestelijke Delta dan wel het projectbureau niet in staat bleek voor deze vergadering een conceptprotocol of conceptovereenkomst toe te sturen. Het DB kan niet anders dan nu kijken hoe daarmee om te gaan. Het is wel duidelijk dat in de verre herfst waarschijnlijk de stuurgroep wel tot zo n overeenkomst wil komen. Het is ons ook overkomen en het DB heeft gekeken hoe wij daarmee om kunnen gaan. De oplossing die wij dachten aan te kunnen bieden, is het goed formuleren van de randvoorwaarden, waaronder wij een intentieovereenkomst zouden kunnen tekenen. Het gaat natuurlijk vooral om de dingen die geaccordeerd zijn door het AB. Dat zijn enerzijds bureaukosten zoals ook geformuleerd bij financiële gevolgen, wat is de inbreng van de waterschappen in het proces? Dat past binnen de meerjarenbegroting. U hebt vervolgens zorg, dat het dagelijks bestuur gaat toezeggen, een bijdrage te leveren in de zoetwatervoorziening of aan de oplossing van de milieuproblematiek in de Binnenschelde. Het kan niet zo zijn en dat durf ik namens het DB te verkondigen om zonder het AB gehoord te hebben, dat soort vergaande -19-

26 verplichtingen aan te gaan. Wij moeten even kijken of wij het advies voor de volgende vergadering wat kunnen aanvullen en dat wij de financiële inkadering meenemen. Wij zullen proberen dat voor de volgende keer helder te maken. Dan kunt u nog zien of u een amendement wilt indienen. De heer Withagen: Als ik u zo hoor spreken, dan is het laten wij zeggen het besluit voorzien van die zorg, waardoor toch onrust is weggenomen bij een aantal AB-leden. Dat moet geen enkel probleem zijn, want het is uw bedoeling niet. De voorzitter: Dat klopt. Zullen wij onder de tekst die staat bij de financiële gevolgen, de laatste paragraaf, dat wij dat opnemen in het besluit? Kunt u dan akkoord gaan met het besluit? De heer Verdaasdonk: Ik verbaas mij een beetje over de manier waarop de heer Withagen dit formuleert. Het komt op mij een beetje over en misschien zit er een impliciete wens in van hem om nog heel veel jaren met deze coalitie door te gaan, maar ik kan mij niet voorstellen dat wij ons vast gaan leggen op een bepaald financieel kader dat over deze bestuursperiode heen gaat. Het lijkt mij gewenst dat wij binnen bepaalde financiële randvoorwaarden blijven die momenteel binnen deze coalitie zijn afgesproken. De exacte uitwerking van de projecten die hier binnen de Zuidwestelijke Delta plaats zullen gaan vinden, zullen nog vele decennia langs de diverse tafels passeren en daar zullen middelen voor moeten worden gevoteerd. Ik denk dat je het binnen die context bestuurlijk aan moet vliegen en al teveel nadruk op huidige financiële consequenties acht ik ongewenst. De heer Aertssen: U hebt het voorstel gedaan om het aan te passen. Komt het aangepaste besluit in de volgende vergadering terug? Als de heer Withagen van plan is om een amendement op te stellen, komt dit dan ook richting de oppositie? De voorzitter: Ik heb toegezegd dat in de intentieovereenkomst die het DB zal tekenen, wij niet verder zullen gaan dan onze polsstok reikt door het AB aangereikt via de kadernota en meerjarenbegroting en als die vraag wel komt, dan gaan wij terug naar het AB. Kunnen wij dit dan besluiten? Besloten: Het Algemeen Bestuur stemt in met de randvoorwaarden voor het opstellen van het samenwerkingsprotocol voor uitvoering van het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta , en geeft het DB toestemming om het protocol samen met de andere partners vorm te geven en te ondertekenen. 3.m. Communicatievisie 2010 De heer De Boer: Wat zijn eigenlijk de verschilpunten met het vorige communicatieplan? Dat zou ik graag namens onze fractie willen weten. Mevrouw Franssen: Wij hebben het communicatieplan met veel interesse gelezen of eigenlijk de visie. Wij vinden het een beetje jammer dat het is blijven hangen op een visie. Het zou heel goed zijn als we nou echt een keer door zouden pakken - dit stuk heeft een heel hoog theoretisch gehalte - om echt een plan van aanpak te maken. Ik pleit ervoor om op korte termijn vast te leggen hoe wij gaan communiceren over projecten en voorstellen met de burgers in het waterschap en met overheden en andere gremia waar wij mee te communiceren hebben. Ik vind dat het nu erg lang gaat duren. De heer De Boer vraagt naar het verschil tussen het vorige en dit, maar ik denk dat er niet veel verschil zit tussen deze versie en de vorige. Het is wat verder uitgewerkt, maar ik zou graag willen dat het echt concreet wordt met voorstellen en plannen van aanpak. Ik pleit daar echt voor. Wij kunnen nog jarenlang over de communicatievisie doorpraten, maar dat heeft geen enkel effect want communicatie moet je doen en niet alleen opschrijven. Ik zou daar echt voor willen pleiten. De heer Haagh: De voornemens zijn goed beschreven, goede voorstellen. Wij zijn nu anderhalf jaar verder en toch geeft die visie nog te veel onderzoeken - wat mevrouw Franssen ook zegt - en uit te werken voornemens. Concrete afspraken en aanpak zijn nodig, kom er snel mee en ga aan de gang. Daar staat tegenover dat dit op papier staat, maar dat de realiteit mij gebiedt te zeggen dat ik de afgelopen week heb ik in het weekblad van Gilze-Rijen zie dat er al veel stappen gemaakt zijn, dus de praktijk is al beter dan wat hier op papier staat. De heer Boertjes: Ik sluit mij aan bij mevrouw Franssen en de heer Haagh om met dit soort zaken concreet aan de gang te gaan. De vorige keer toen er een inleiding was over een aantal ideeën waar het waterschap mee bezig is, zou ook marketing een onderdeel moeten gaan uitmaken voor het waterschap, omdat wij ons op andere terreinen soms beter zouden kunnen gaan presenteren. Ik stel voor over tot gaan tot de praktische uitvoering van een en ander met de toevoeging van marketing. -20-

27 De voorzitter: Bedankt voor de complimenten. Mijnheer De Boer, het oude beleid staat bij wijze van spreken nog overeind en de accenten en veranderingen die wij willen doorvoeren, staan in dit document, deze visie. Ik denk dat het weinig productief is om te zeggen dat deden wij toen wel en dit gaan wij nu doen. Wij doen wat wij deden en daar komen deze accenten nog bovenop. Ik denk dat het weinig productief is om nog te zien wat wij in het verleden deden. Je kunt het oude communicatieplan erbij pakken, maar dit zijn de accenten. De heer De Boer: Kunt u vijf (5) accenten aangeven die verlegd zijn? De voorzitter: U kunt ze lezen, van beleid naar uitvoering, hoofdstuk 5. Mooier kunnen wij het niet opschrijven. Mevrouw Franssen heeft gelijk als zij zegt dat het meer een visiedocument is dan een uitvoeringsdocument. Wij denken toch dat de waarde hiervan is dat het in kort bestek wordt beschreven en dat concreet aangegeven wordt waar wij de slag van theorie naar praktijk willen maken. Het DB stelt voor dat zij hiermee aan de slag gaat en het resultaat zal zeker te merken zijn voor u. Het zou allemaal weer papier opleveren als wij plannen van aanpak gaan schrijven die dan ook weer een vorm moeten hebben om ze aan het AB te kunnen aanbieden. Ik zou zeggen, stimuleer ons om het echt aan te pakken en aan u te laten zien dat het ook effectief is met de accenten die de heren Boertjes en Haagh aangeven. Wij zullen proberen hier inhoud aan te geven. Besloten: Het Algemeen Bestuur stemt in met het voorstel om het strategisch communicatiebeleid bij te stellen conform het voorstel in de nota Communicatievisie 2010 Solide en betrouwbaar voortbouwen. 3.n. Parkeren op en om Bouvigne De heer Van den Berg: Gisteravond hebben wij pas de antwoorden gekregen op onze vragen, dus die moeten wij nog gaan bestuderen. Ik vraag u daarom het agendapunt in ieder geval aan te houden voor de volgende vergadering. Het volgende is aan de orde. Wij stellen dat het DB zich niet moet verschuilen achter de gemeentelijke norm van honderdvier (104) eigen parkeerplaatsen Bouvigne. Het gaat bij dit parkeervraagstuk helemaal niet om de wettelijke regels, maar om de harde werkelijkheid. De harde realiteit is dat op dit moment wegens het ontbreken van ruime parkeergelegenheid op eigen terreinen van het waterschap, medewerkers en bezoekers van het waterschap zich gedwongen zien om hun auto te parkeren in de beschermde natuur van het Mastbos. Dat is het vraagstuk en daar dient naar onze mening het waterschap zijn verantwoordelijkheid te nemen. Over de noordelijke eigen parkeerterreinen het volgende. Onze schriftelijke vraag aan u blijft nog steeds openstaan. Wij vragen nogmaals, kunt u ons met bewijzen aantonen dat dit eigen terrein inderdaad zeventig (70) auto s kan herbergen? Zoals gezegd, wij komen bij tellingen op een vol terrein op dit moment niet verder dan vierenvijftig (54) auto s. Zolang u niet controleerbaar aantoont dat het terrein werkelijk zeventig (70) auto s kan herbergen, kunnen wij niet anders dan blijven vaststellen dat het werkelijke aantal slechts vierenvijftig (54) auto s is en dat het AB door de dijkgraaf hierover niet juist is geïnformeerd. De dijkgraaf en de directie hebben zelf overigens persoonlijk geen last van het ontbreken van ruime parkeermogelijkheden, want voor de deur staan gepoetste bordjes met parkeren dijkgraaf en parkeren directie. Wij vinden dat gênant, zeker als wij weten dat deze dijkgraaf en deze directie het blijkbaar acceptabel vinden dat vele medewerkers en bezoekers dagelijks moeten zoeken naar een parkeerplaats voor een auto, om er vervolgens achter te komen dat er enkel nog parkeerplaatsen zijn in het Mastbos. Wij mogen ons afvragen of dit gewenst MVO-gedrag is van bestuurder en directie. Onze fractie meent van niet en verzoekt de dijkgraaf en de directie de privébordjes te verwijderen zolang medewerkers gewoon het Mastbos in worden gejaagd om aldaar hun auto s te parkeren. Wij komen tot de eindconclusie dat het bestuur veelvuldig gewezen is op het ontbreken van ruime eigen parkeergelegenheid op Bouvigne. Veelvuldig hebben diverse instanties hun zorgen hierover uitgesproken en deze zorgen met feiten onderbouwd. Nergens kunnen wij terugvinden dat bestuurders zich in het verleden in de details verdiept hebben of hier enige kritische vragen over hebben gesteld. Wij stellen dat het uiteindelijk wettelijk gezien wel mag, parkeren in het Mastbos, maar wij vragen ons af of het waterschap daar wel enig begrip voor zal krijgen en of dit wel sociaal en acceptabel is naar de omgeving. Onze fractie vreest het ergste voor het waterschap en verzekert u dat het waterschap dit nooit verkocht zal krijgen als sociaal, acceptabel en wenselijk, laat staan dat er enig begrip zal zijn voor het nodeloos belasten van de beschermde natuur van het Mastbos met geparkeerde auto s. De heer Aertssen: Op de eerste plaats moet ik zeggen dat de nota goed inzicht geeft in wat er is gebeurd en hoe de normen tot stand zijn gekomen, ook het aantal parkeerplaatsen dat ter beschikking is, enzovoorts, enzovoorts, dank daarvoor. Waar u zich wel achter verschuilt, terecht of niet terecht, is achter de parkeernormen van de gemeente Breda. U hebt een bouwvergunning gekregen en daarbij hoorde een aantal parkeerplaatsen dat u op eigen terrein diende te realiseren. Daar hebt u volgens eigen zeggen keurig aan voldaan. De vraag is natuurlijk of de norm voldoende was. Ik heb zelf ook geconstateerd dat het overdag lastig is om hier een parkeerplaats te vinden. Met andere woorden, als je dat nou constateert, vindt dan het -21-

28 waterschap ook niet dat zij dan eens moet kijken of zij dat probleem dat zij kennelijk toch veroorzaakt, niet mee kan helpen oplossen? Er is natuurlijk een mooi plan van aanpak, ook een vervoersplan, dat is fantastisch, dat ziet er goed uit en ik hoop dat het helemaal ingevoerd kan worden. Ik heb daar ook geen twijfel over dat het gaat lukken, maar dan nog denk ik dat het probleem blijft bestaan, vooral omdat wij te maken hebben met veel medewerkers die veel extern werken en genoodzaakt zijn om met de auto te komen. Dat zijn natuurlijk niet de parkeerplekken die zeg maar, bij een normaal kantoor in gebruik zijn. Als je denkt van, mensen komen op de fiets, dan kan dat vaak niet vanwege de functie die zij bij het waterschap uitoefenen, althans dat is mijn indruk. Graag een reactie hierop. Hebt u enig idee hoeveel er voorheen werd geparkeerd op de Bouvignedreef? Daar wordt ook mee geschermd. Nu parkeren er de medewerkers van het waterschap, maar voorheen was het ook al zo. Nu komt de heer Van den Berg met zijn opmerkingen, maar dat is helemaal niet terecht. Dat hoor ik dan een beetje tussen de regels door, want in het verleden was het er ook een puinhoop. Ik overdrijf nu misschien, maar ik wil het graag ontzenuwd zien. Het parkeerterrein ten noorden van Bouvigne is een onduidelijke situatie. Er zijn geen parkeervakken en dat werkt in de hand dat er niet effectief geparkeerd wordt. Je kunt het zelf zien, soms zet je je auto weg, er zit heel veel ruimte tussen, maar er kan net geen auto meer tussen, dus de capaciteit van zeventig (70) wordt waarschijnlijk helemaal niet gehaald. Dan heeft de heer Van den Berg wel een punt als hij zegt dat die capaciteit niet deugt als je het bij elkaar optelt. Voorts vind ik het zelf heel storend dat je als je hier het terrein oprijdt, het idee hebt dat je hier kunt parkeren en dan tot de conclusie komt dat het terrein vol is en dan moet je weer terug om je auto ergens anders neer te zetten. Dat is ook niet duidelijk. Misschien moet u er eens naar kijken om dit in de toekomst beter aan te geven en tijdig aangeven dat bijvoorbeeld het parkeerterrein voor bezoekers op de andere locatie moet worden gevonden. Het blijft een probleem dat er geen fatsoenlijk voetpad is tussen het parkeerterrein en het kantoor, vooral s avonds. Nu is dat niet meer trouwens, maar overdag is het ook een probleem en ik zou het waterschap willen vragen om daar ook iets aan te doen, als u dat wilt bestempelen als parkeerterrein voor het waterschap. De heer Van den Broek: Dank voor de heldere notitie. Er blijft een aantal vragen over. In het vervoersplan mis ik een eventueel vijfde punt: de spreiding van parttimers over de werkweek. Ik kan mij voorstellen dat je daarmee ook de parkeerdruk ontlast. Dan een hele principiële vraag. Is het voorstelbaar dat nu of in de toekomst er op eigen terrein meer parkeerplaatsen aangelegd gaan worden? De heer Verdaasdonk: Ook namens onze fractie hartelijk dank voor de uitgebreide beantwoording. Wij zijn toch wel tevreden met een aantal antwoorden maar dat laat onverlet dat er nog een paar vragen overblijven. Je kunt je inderdaad beroepen op een parkeernorm die vanuit een stedelijke omgeving wordt opgelegd. Je kunt erover redetwisten of die voor deze omgeving voldoende is. Ik wil daar niet al te zeer op ingaan, maar deze vraag blijft wel boven de markt hangen. Het verbaast mij dat er geen melding wordt gemaakt van het feit dat er over het Mastbos al langer een discussie gaande is over hoe wij hier in gezamenlijkheid de parkeerproblematiek op moeten lossen. Ik nodig het waterschap uit om nogmaals met de partners, zoals de gemeente Breda en Staatsbosbeheer, in conclaaf te treden om te kijken of de parkeerproblematiek in en rondom het Mastbos op een adequatere en efficiëntere manier kan worden opgelost. Ik verkeer in de buitengewoon gelukkige omstandigheid dat ik hier heel dichtbij woon, maar soms ervaar ik aan den lijve hoe het hier uit de hand kan lopen. Elke maatregel die kan bijdragen om dat probleem duurzaam op te lossen, zou mij en onze fractie zeer welgevallig zijn. Ik mis een beetje een bepaalde evaluatie. U benoemt een aantal maatregelen dat wellicht leidt tot het in de hand houden van de parkeeroverlast, maar als dat niet gaat gebeuren, wat gaan wij dan doen? In mijn ogen wordt een aantal buitengewoon sympathieke maatregelen ten aanzien van het propageren van het fietsverkeer genomen. In tegenstelling tot wat hier zojuist is gezegd, lijkt het mij prima dat ook mensen die een bepaalde maatschappelijke functie hebben, met de fiets naar kantoor kunnen komen. Dat is geen enkel probleem, het is goed voor lijf en leden, voor de gezondheid en je hoofd is leeg wanneer je aan je werk begint. Concreet, ik heb drie vragen gesteld die wat mij betreft de kern van de zaak behelzen. Daar graag uw antwoord op. De heer Boertjes: Het is een beetje een herhaling van zetten, maar ook onze fractie kan goed uit de voeten met dit stuk. Wij voldoen aan de norm zoals die door de overheid wordt gehanteerd, maar wij weten allemaal dat er enige vorm van overlast is. Ook bij ons kwam de vraag naar boven of het niet goed is om met elkaar aan tafel te gaan zitten zoals met de gemeente Breda, om dit op te lossen. Niet alleen het waterschap veroorzaakt de parkeeroverlast. Het is wel een deel van, maar niet al hetgeen wat er staat, is van het waterschap. Dat moeten wij eerlijk en juist op zijn merites beoordelen. In het stuk worden bepaalde oplossingen naar voren gebracht en wij denken dat wij daarmee aan de slag moeten gaan. De heer De Boer: Er zijn de nodige kritische kanttekeningen geplaatst bij de parkeerproblematiek. Onze fractie wil ook een ander geluid laten horen. Wij zijn onder de indruk van de inspanningen die het waterschap zich getroost met betrekking tot het oplossen van de parkeerproblematiek. Wij hebben daar heel veel waardering voor. Er ligt een plan van aanpak in de vorm van een vervoersplan met allemaal concrete acties en wij denken dat hiermee een belangrijke vooruitgang wordt geboekt. Wij willen u wel een suggestie meegeven. Het valt mij op dat er ruim geparkeerd wordt en dat ligt in het verlengde van wat de heer -22-

29 Aertssen opmerkt, maar dat had betrekking op het parkeren bij het restaurant. Het is ook van belang dat de parkeervakken goed worden aangegeven door middel van belijning. Dat komt het benutten van de capaciteit van het parkeerterrein zeer ten goede. De voorzitter: Mijnheer Van den Berg, even vooraf, op uw verzoek en dat van twee andere fracties hebben wij dit punt geagendeerd voor deze vergadering. Wij hebben een notitie gemaakt die het karakter heeft van een mededeling, maar omdat u het liever niet in oktober wilde behandelen, maar vanavond, hebben wij het vanavond gedaan. Ik wil proberen dit onderwerp vanavond hiermee af te ronden, anders blijven wij ons dat aandoen. Het gaat, denk ik, om drie dingen: één: hebt u nu voldoende inzicht in hoe wij gekomen zijn tot de aanpak van het aantal parkeerplaatsen en is dat helder? Twee: Hebt u zonder dat wij daarover een besluit vragen, voldoende begrip of een goed gevoel bij de maatregelen die het DB voornemens is te gaan invoeren of uitproberen? Drie: Zouden wij na een goed debat over het parkeren dit dossier in die zin kunnen sluiten dat wij met vereende kracht kijken naar het ombuigen van het imago van het waterschap in positieve zin en niet steeds zelf in de negatieve spiraal blijven zitten als het gaat over parkeren? Het is het AB dat besluiten heeft genomen in het verleden, die de parkeervraagstukken heeft aangepakt, vertrouwen in de aanpak en werken aan het imago, dan doet het er volgens mij niet meer toe of dat u nog vaker gaat tellen hoeveel auto s er staan en of de auto s schuin staan. Dat is niet de kern van het vraagstuk. Wij hebben in het verleden klip en klaar aangegeven hoeveel wij er ten zuiden zouden maken, hoeveel er ongeveer ten noorden kunnen parkeren. Dat is helder. Het blijven zoeken naar getallen lost volgens mij niet veel op. Door alle sprekers zijn waardevolle dingen gezegd. Het vraagstuk van medewerkers die vanwege hun betrekking de weg op moeten, hoeveel echte ruimte op eigen terrein hebben wij daarvoor en is dat enigszins te reguleren ten opzichte van medewerkers die niet nog weer in de loop van de dag weg hoeven. Ik heb daarvoor op dit moment geen oplossing, maar wij gaan iets doen met uw suggestie. Dat geldt ook voor de ordeningsvraagstukken. Wij hebben in de bestrating ordening aangebracht op het parkeerterrein en het zou jammer zijn om deze met witte lijnen te bevestigen. Als u zegt om na te denken over of enige ordening tot optimalisatie van de ruimte kan leiden, dan vind ik dat een zinvolle vraag. Dat geldt ook voor de verwijzing. Ik weet niet hoe of wanneer het parkeerterrein vol is en mensen daar eerst een rondje moeten maken, dat op een andere manier op te lossen is. Ik weet het niet, maar misschien kunnen wij in de totaalaanpak hiernaar kijken of wij er iets mee kunnen. Wij hebben een aantal bezoekersplaatsen, maar veel eigen mensen moeten toch langzaam maar zeker wel hun eigen plekje bij wijze van spreken weten te vinden. Het voetpad is aangelegd, u kunt binnendoor van het parkeerterrein noord naar het kantoor toe. Spreiding van parttimers is een goede gedachte, ik weet niet in hoeverre dit al in de voorstellen zit. Wij hebben gesproken over vier dagen keer negen uren en vooral ook daar te spreiden. Dit past hier volgens mij naadloos in. Uitbreiding van parkeren op eigen terrein lijkt zo voor de hand liggend, maar als het zo makkelijk zou zijn geweest, was het misschien destijds, vijf of zes jaar geleden, ook wel ingepland. Men heeft te maken met beperkingen van het bestemmingsplan en het is maar de vraag of het überhaupt denkbaar is om het bestemmingsplan daartoe gewijzigd te krijgen. Ik denk dat het niet zo eenvoudig zou zijn. Het DB schrijft in haar notitie ook, accepteer nu dat wij proberen de zaak zo goed mogelijk te reguleren, maar accepteer dan het beeld dat er af en toe auto s op straat staan. Wij zien geen heil in het traject om het eigen terrein met meer parkeerplaatsen uit te breiden. De suggestie van de heer Verdaasdonk en de heer Boertjes over de gemeentelijke ideeën omtrent parkeren, want die is er. Bij mooie weekenden zijn er Mastbosbezoekers. Op vrijdag, zaterdag en zondag genereert het restaurant veel bezoekers en parkeren auto s op straat. Het is toch een dynamische omgeving. Ik heb er met de wethouder wel een keer informeel over gesproken. Wij kunnen de gemeente Breda nog eens vragen of zij er heil in zien om het op te pakken, want wij waren eruit, partijen hier waren eruit samen met het college, maar de gemeenteraad durfde het niet aan om dat door te zetten. Een evaluatie is goed, mits niet verondersteld wordt na deze avond dat het traject pas geslaagd is als er nul auto s op straat staan. Ik denk dat dat gewoon niet gaat lukken. Om na een of twee jaar te zien wat er gedaan is en wat het opgeleverd heeft, dat is op zich denkbaar om dat met elkaar af te spreken. Dat wil ik u graag namens het DB toezeggen. Twee privébordjes, ik denk dat het symboolpolitiek is, want macro maakt het niet uit. Wij zijn nogal eens op pad, en komen ook weer vaak op een dag terug, maar vooralsnog zou ik proberen het nog even te laten. De heer Van den Berg: U hebt een aantal dingen uitgelegd. Onze fractie is van mening dat u nog niet alles goed heeft uitgelegd om er na deze avond een punt achter te kunnen zetten. Wij hebben nog steeds niet genoeg inzicht in de aantallen. Als je kijkt naar de optelling van noord en zuid, in de gedachten van noord en zuid, dan kun je zeggen honderdachttien (118) plus tachtig (80) is tweehonderd (200). In de krant kunnen wij lezen dat u zelf toegeeft dat er tot vijftig auto s op de Bouvignelaan geparkeerd worden, dat zijn er dus vijftig (50) en dat is totaal tweehonderd vijftig (250). De heer Boertjes: De heer Van den Berg gaat weer met getallen aan de slag. Ik zou willen voorstellen of u kunt reageren op hetgeen door de voorzitter naar voren is gebracht en of hij kan aangeven of hij zich kan vinden in datgene dat door de voorzitter naar voren is gebracht. De getallen kennen wij, dus die herhaling van zetten moeten wij nu niet meer voeren. -23-

30 De heer Van den Berg: Ik was bezig met het beantwoorden van uw vragen. Als je kijkt naar tweehonderd vijftig (250) auto s waarvan er vijftig (50) buiten de deur geparkeerd staan, is het een feit dat twintig procent (20%) van alle auto s buiten de deur staat. Ik vind dat schokkend. De maatregelen die u voorstelt zijn sympathiek, maar niet afdoende. Ik vind het fantastisch dat u zegt, wij gaan opnieuw met de gemeente praten en ze hadden al geweldige plannen. Dat u ermee gaat praten, vinden wij mooi, maar wij stellen vast dat de oplossingen die zij hadden helemaal niet bedoeld waren om uw probleem op te lossen. Het waren recreatieve parkeerplaatsen die daar gemaakt zouden moeten worden. Het is wel aardig dat ook Bedrijven dat aangeeft, er is overlast door het waterschap. De andere auto s die op de Bouvignedreef geparkeerd worden, is geen overlast, want dat zijn recreanten. Dat zijn ouderen die daar komen met hun kleinkinderen en moeders met kinderwagens. Daarvoor is het Mastbos bedoeld, en niet voor het parkeren van auto s van het waterschap. Het is zelfs zo dat recreanten op mooie dagen door de week last hebben van waterschapsauto s. De heer Boertjes: Wij praten over auto s. Ik zie geen verschil tussen een recreatieve auto en een auto van het waterschap. Het zijn voor mij alle twee voertuigen met vier wielen. De heer Van den Berg: Je hebt te maken met recreanten die last hebben van waterschapsauto s. Het Mastbos is nou juist een prachtig stuk natuur voor mensen die willen genieten van de natuur. Wij willen deze zaak graag aanhouden. Als wij het dan ook nog hebben over het vervoersplan, complimenten dat een eerste aanzet is gemaakt voor het vervoersplan, maar het is veel te laat. U hebt veel onduidelijkheid laten bestaan voor bezoekers, het DB en het AB en voor de medewerkers van het waterschap. De heer Van den Broek: Wat wilt u bereiken? Wat is uw inzet als partij? De heer Van den Berg: Wij willen bereiken dat wij dit nader kunnen bestuderen en er in de volgende vergadering op terugkomen. Dank voor deze eerste voorzet, wij bestuderen de stukken en komen er graag op 13 oktober bij u op terug. De heer Boertjes: Even voor de helderheid. Het stuk dat wij hebben ontvangen, is een notitie en er staat in dat wij kennisnemen van de notitie Parkeren op Bouvigne, dus ik ga ervan uit dat wij daar op 13 oktober niet weer op terugkomen. De heer Aertssen: U bent begonnen met drie punten te noemen: hebt u voldoende inzicht en hebt u voldoende begrip voor de maatregelen? Daarvan heb ik in eerste termijn al gezegd, ja, dat hebben wij. Wij vinden het een goede notitie. Wij weten precies wat er is gebeurd en wat de normen zijn. Kunnen wij dit dossier sluiten? Daar aarzel ik nog over. Natuurlijk willen wij het dossier zo snel mogelijk sluiten en een punt zetten achter deze discussies. Ik verwacht wel van het DB dat men wat concreter wordt in de maatregelen die men nog gaat nemen, om de druk in de toekomst naar beneden te krijgen. Er zijn wat suggesties gedaan, u moet maar kijken wat u ermee doet, ik weet niet of ze allemaal haalbaar zijn. Het zou nuttig zijn om nog een keer te kijken naar fysieke maatregelen om het probleem aan te pakken. Dus ik verwacht van het DB dat ze dat gaat doen en als dat gebeurt, en misschien er nog een keer een notitie komt met een aantal maatregelen, daar spreken wij nog wel een keer over. Dan zijn wij tevreden. Daarnaast willen wij graag een evaluatie na een jaar zodat wij in deze vergadering nog een keer kunnen kijken of deze maatregelen ook effect hebben gehad. De heer Verdaasdonk: Het derde punt was, ik ben voor een actief fietsbeleid, dus ik zou dat nog nadrukkelijker door dit bestuur gepropageerd willen zien. Daar mag u wat mij betreft wat verder in gaan dan er op papier staat. Een andere vraag hangt samen met een evaluatie. Als uit de evaluatie mocht blijken dat er een aanvaardbaar niveau van parkeeroverlast bestaat u zegt terecht dat je niet kunt garanderen dat er nul auto s gaan staan - dan zou je moeten kijken naar welke extra middelen eventueel ingezet kunnen worden, zoals betaald parkeren. Daar zijn allerlei dingen voor, en dat zijn dingen waar wij dan aan denken. Ik wil u meegeven iets strikter te zijn in de manier waarop u overleg gaat voeren met de gemeente Breda. Het is evident dat door de manier waarop momenteel de parkeeroverlast door de omgeving wordt ervaren, er een extra druk is. De extra druk die er niet alleen hier is, maar ook rondom het Mastbos in Breda, zou voor de gemeente Breda aanleiding moeten zijn om de standpunten nogmaals te heroverwegen en te kijken of men niet alsnog tot een verstandige beslissing kan komen binnen een aanvaardbare termijn. De heer Van der Heijden: Wij zijn blij met de notitie en met de inspanningen van het waterschap om de parkeerproblematiek aan te pakken. Wij hebben wel een paar suggesties. Ik vond die van de heer Aertssen ook vrij goed, dat wij niet eerst dit parkeerterrein oprijden, een rondje rijden en dan het andere terrein moeten gaan zoeken. Hopelijk komen er goede borden voor de bezoekers, zodat bezoekers ook weten waar het parkeerterrein noord is. Wij weten dat wel, maar een bezoeker weet dat niet altijd, want anders gaat hij toch aan de overkant parkeren terwijl daar nog plaats is. Het zijn kleine dingen die misschien meehelpen om -24-

31 de overlast te verminderen. Voor bezoekers moeten wij wel een paar vaste parkeerplaatsen behouden, want dat is het visitekaartje van het waterschap. De voorzitter: Bedankt voor de suggesties. Ik kan ze niet allemaal op haalbaarheid inschatten, maar goed om ze mee te krijgen, dat geldt ook voor aandacht voor fietsgebruik. Het is toch een beetje apart en misschien siert het ons dat wij ons bezighouden met het parkeren, terwijl het bevoegd gezag het kennelijk niet zo n probleem vindt, en gewoon openbare parkeerplaatsen in overvloed heeft liggen en niet een poging tot nu toe althans, onderneemt om daar verder in te reguleren. In het weekend staan hier honderden auto s en door de week enigen van het waterschap, en dat wordt maatschappelijk kennelijk geaccepteerd. Dat neemt niet weg dat ik ga kijken of de gemeente nog initiatieven wil nemen, maar wel vanuit die verantwoordelijkheidsverdeling, want anders gaan wij dingen naar ons toetrekken die wij ook niet waar kunnen maken. Mijnheer Aertssen, ik wil twee vragen van u koppelen. Ik had in eerste instantie al aangegeven een zekere evaluatie te accepteren, na een jaar of daaromtrent erop terug te komen. Om nu daar tussentijds weer een notitie over te schrijven lijkt mij niet nodig. Vertrouw nou even op wat hier in de notitie staat en daar kregen wij ook waardering voor van verschillende mensen. Weet dat wij er serieus mee aan de slag gaan en dat wij er later een evaluatie op loslaten en aan u presenteren. De heer Aertssen: Er is een aantal suggesties gedaan om iets te doen. Wij hebben ook onze verantwoordelijkheid en niet alleen het bevoegd gezag, maar ook het waterschap. Ik zou graag horen dat u daarmee aan de slag gaat, anders moeten wij het misschien afdwingen. De voorzitter: Ik heb al een aantal malen aangegeven dat wij dat serieus zullen doen. Ook de punten die wij zelf opsommen, zijn in belangrijke mate nog niet uitgewerkt, dus die kunnen er feilloos bijgezet worden. Wij pakken alle dingen op die tot verlichting leiden en de vanavond gedane suggesties zet ik erbij. Tenslotte, in onze beleving was het een mededeling. Op uw verzoek hebben wij die vanavond geagendeerd en daarom leek het een agendapunt. Wij hebben er ruim over gesproken. Ik stel voor om die notitie als behandeld te beschouwen. De heer Van den Berg: Ik heb daar principiële bezwaren tegen. Het is geen mededeling, het is een besluit. De voorzitter: Op uw verzoek hebben wij het vandaag geagendeerd. Ik vraag het AB wie er in oktober op terug wil komen. Dat is de overgrote meerderheid niet, dus ik beschouw dit punt als afgewerkt. Besloten: Het Algemeen Bestuur neemt de notitie Parkeren op en om Bouvigne voor kennisgeving aan. Rondvraag De heer Withagen: Zouden wij voor oktober nog een keer ergens kunnen lezen dat dit waterschap zich aansluit bij alle tegenstanders van kernafval begraven net naast de grens? De voorzitter: Ik denk dat daar een paar regels aan te wijden zijn om aan u te vertellen wat wij gedaan hebben. De heer Vanlaerhoven: Op 26 augustus heeft het bij ons in Zundert best veel geregend in de avond. Zowel de Turfvaart Bijloop als de Moersloot heeft dit water niet kunnen verwerken. Er lopen nog een stuk of vier procedures en bezwaren uit het verleden. Die zijn al verschillende keren onder water gelopen. Mijn vraag is, hoe komt het eigenlijk dat de wateroverlast steeds blijft terugkeren in de sloot? Wilt u dat onderzoeken en welke maatregelen wil je ertegen nemen en op welk moment? Bij de Turfvaart Bijloop is vorig jaar een nieuwe pomp gezet, die zou moeten functioneren, maar die heeft niet gefunctioneerd, terwijl men dit van tevoren al wist. Er zijn bij ons in de buurt veel klachten. Dit gaat niet goed. De voorzitter: Dit zal in de commissie Watersystemen of in een korte notitie worden behandeld om inzicht in te geven. De heer Verdaasdonk: Dit is een punt waar wij het een keer samen met elkaar over moeten hebben. Volgens mij weet hij het antwoord op de vraag dondersgoed, het is dus vragen naar de bekende weg en het heeft te maken met locaties waar je bepaalde teelten op die plek moet doen. Je moet daar gewoon niet gaan zitten. Dat is de kernvraag die voorligt en dat moeten wij met elkaar oplossen, maar dat is steeds bij de landbouw niet bespreekbaar. De voorzitter: Laten wij nu het inhoudelijke debat niet voeren. Het lijkt mij verstandig om enig inzicht te geven in wat daar toen gebeurde. Via de commissie lijkt mij het handigste. Zullen wij het hierbij laten? -25-

32 De heer Van Riet: Een persoonlijke hartekreet. Het gaat over de officiële uitnodiging voor de opening van het kantoor van het waterschap. Nogmaals, ik heb besluitvorming daarover gesteund en de hitte van de discussies in de omgeving meegemaakt en daar ook de discussie over aangegaan. Ik ben blij met het mooie kantoor voor alle medewerkers. Dat hebben wij ook op de open personeelsdag kunnen zien waar ook de ABleden bij aanwezig waren. Ik constateer ook dat er weinig draagvlak is in de omgeving voor deze locatie en het nieuwe kantoor van het waterschap. Dat is in de publieke opinie een gemis. Ik vind het jammer dat het ons niet gelukt is om voldoende draagvlak zeker in de omgeving, te krijgen voor dit kantoor en deze locatie. Of de kritiek terecht is of onterecht, dat doet er niet toe. Dat is gewoon een feit. In mijn beleving zijn het niet zomaar relschoppers, maar degenen die ik ontmoet, zijn integere, weldenkende mensen. Dit gebrek aan draagvlak brengt mij in gewetensnood om aan de opening met een feestelijk tintje deel te nemen. Ik heb het gevoel dat wij hier als bestuur tekort geschoten zijn. Ik respecteer iedereen die wel naar de officiële opening gaat, maar de vraag lag nog steeds of ik er ook heen zou gaan. Ik deel u hierbij mede dat door het feit dat het ontbreekt aan voldoende draagvlak in de omgeving, ik niet bij de officiële opening zal zijn. Ik hoop dat u zoals u eerder toegezegd heeft, ook in uw uitingen begrip zult tonen voor de mensen die nog steeds niet overtuigd zijn van de juistheid van de locatie en het nieuwe kantoor. De voorzitter: Dat laatste heb ik toegezegd en het is jammer dat u daar zelf geen getuige van kunt zijn. Ik zal uw mening moeten respecteren. De heer Hage: Wij zullen bijna vergeten dat wij ook een periode hebben gehad dat het behoorlijk droog was. De vorige vergadering sloten wij met de woorden dat de eerste problematiek de kop op begon te steken en dat wij ons hart vasthielden voor wat er ging gebeuren als er geen regen zou vallen. Het is allemaal de goede kant opgegaan en ik wil complimenten maken aan alle mensen in de buitendienst die zich op een geweldige manier ingezet hebben om waar het kon, zoveel mogelijk zoet water erbij te laten of extra water in te zetten. Ook aan de leidinggevenden. Ik denk dat dit een dankwoord is namens alle aanwezigen in het buitengebied. De voorzitter: Ik geef de complimenten graag door aan de portefeuillehouder. Ik vraag mij af, waar zullen wij die rekening naar toe sturen?! De heer Aertssen: Ik heb een brief gekregen en ik denk met mij alle AB-leden van een ingezetene van het waterschap die zich beklaagt over bepaalde handelwijzen van het waterschap in procedures. Ik zal de naam noemen en ik wil u vragen ons de volgende keer uw visie erop te geven, want ik vind dat wij dit niet zo maar moeten laten passeren. Het gaat over de heer Jansen, Hertenlaan 34 in Hoeven. De voorzitter: Ik kreeg de brief persoonlijk, en hij schrijft in de brief dat hij ook u een kopie van de brief heeft gestuurd. Daarom heb ik met de medewerkers afgesproken dat wij de brief de volgende keer zullen agenderen met een reactie van het DB daarop. 4. Sluiting De voorzitter: Ik sluit de openbare vergadering uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur op 13 oktober 2010, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -26-

33 Zaaknr: 10.ZK21558 Kenmerk: 10IT Barcode 10IT Actielijst algemeen bestuur 15 september 2010 (U vindt deze ook terug op extranet) Uit vergadering Actie Tijdstip AB 14 oktober 2009 AB 17 februari 2010 AB 9 juni 2010 AB 9 juni 2010 AB 9 juni 2010 AB 21 juli 2010 AB 21 juli 2010 AB 21 juli 2010 AB 21 juli 2010 Timing/behandeling van de managementletters nader bezien Informatiemoment organiseren voor het AB over de ontwikkelingen bij SNB. AB informeren over aanpak grondaankoop nu provincie zich terugtrekt Thema onderhoud primaire keringen agenderen voor verkennend AB Ambtelijke technische toelichting aan AB-lid W. de Boer (en andere belangstellende AB-leden) over tabel 2 van Managementletter Schriftelijk beantwoorden vragen dhr. Van den Berg over GAS Schriftelijk beantwoorden vraag dhr. Van der Veer reactie provincie n.a.v. inspraaknota peilbesluit Steenbergen Brabantse Wal op procedure waterschap voortoets i.r.t. Natura Aanpassen peilbesluit conform amendement nachtvorstbestrijding Beantwoorden vragen inspreker IVN over peilbesluit Steenbergen Brabantse Wal voor zover daar nog niet in de inspraaknota op is gereageerd Bij nieuwe P&C cyclus Loopt AB november/december 2010 November 2010 Najaar 2010 Afgehandeld Afgehandeld AB 13 oktober 2010 agendapunt 5j Afgehandeld Afgehandeld AB 13 oktober 2010 agendapunt 5j AB 21 juli 2010 Verslag vissterfte Waalwijk bespreken in commissie watersystemen Cie watersystemen Vrijdag 24 september 2010 Afgehandeld AB 21 juli 2010 Toesturen AB rapport calamiteit rwzi Bath. Zodra beschikbaar AB 21 juli 2010 Opmerkingen AB over RvO rekenkamercommissie toesturen aan de commissie. Reactie via DB aan AB terugmelden. AB 13 oktober 2010 AB 21 juli 2010 AB 15 september 2010 Informeren AB over maaien beschermde aardaker in Bergen op Zoom i.r.t. bestaande handleiding. Meenemen suggesties AB over parkeren in uitvoering vervoersplan. AB 13 oktober 2010 Afgehandeld Najaar 2010 Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520, 4801 DZ Breda T F E info@brabantsedelta.nl l Bankrekening

34 AB 15 september 2010 Het waterschap benadert de gemeente Breda om het gesprek over parkeren in en om het Mastbos weer op te pakken Najaar 2010 AB 15 september 2010 AB 15 september 2010 De brief van dhr. Jansen uit Hoeven en het antwoord van het DB agenderen voor het AB. Agenderen onderwerp wateroverlast Moersloot en pomp in Turfvaart Bijloop voor commissie watersystemen AB 13 oktober 2010 Afgehandeld Cie watersystemen Vrijdag 24 september 2010 Afgehandeld -2-

35 Zaaknr. : 10.ZK21558 Kenmerk : 10IT Barcode 10IT toezeggingenlijst behorend bij agendapunt 2 (u vindt deze ook terug op extranet) AB 14 april 2010 AB 9 juni 2010 AB 9 juni 2010 Motie Emissiebeheer van Water Natuurlijk Het DB neemt de motie over voor zover het DB hier uitvoering aan kan geven en voor zover het past binnen de kaders van het bestuursprogramma. Spelregels algemeen bestuur evalueren Communicatie tariefstijging ongebouwd bij facturatie 2011 AB November / december Loopt zomer 2011 Bij uitsturen facturen 2011 Loopt AB 9 juni 2010 Website extern laten toetsen Loopt: voorjaar 2011 AB 21 juli 2010 AB 15 september 2010 AB 15 september 2010 In bestuurlijk overleg met de gemeente Bergen op Zoom aandacht vragen voor realisatie waterbergingslocaties bij Halsteren. Na 1 of 2 jaar evaluatie van het vervoersplan en de acties rondom parkeren Wanneer het samenwerkingsprotocol Zuidwestelijke Delta leidt tot extra acties of uitgaven, dan zal dit aan het AB worden voorgelegd. Loopt: najaar of 2012 Loopt

36

37 Zaaknr. : 10.zk21558 Kenmerk : 10IT Barcode : *10IT010872* Vergadering algemeen bestuur 13 oktober 2010, agendapunt 2 Agendapunt 1. Opening AB Besluitenlijst 15 september 2010 Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming: de heer Verdaasdonk 2. Notulen* en besluitenlijst Notulen en besluitenlijst van de vergaderingen van het algemeen bestuur van 21 juli 2010 Besluit: het algemeen bestuur stelt de notulen en de besluitenlijst van 21 juli 2010 vast. 3. Nota s ter besluitvorming 3.g. 3.h. Aanvraag uitvoeringskrediet Ecologische Verbindingszones Woensdrecht DLG heeft in opdracht van gemeente Woensdrecht in januari 2009 een visie geschreven voor de EVZ's binnen de gemeentegrens. De gemeente is nu voornemens de eerste 3,3 kilometer van deze Ecologische Verbindingszones te realiseren (Ecologische Verbindingszone Overberg en Ecologische Verbindingszone Eiland) en vraagt het waterschap om een financiële bijdrage. Geadviseerd wordt hiervoor een bruto uitvoeringskrediet van ,- beschikbaar te stellen conform de reguliere kostenverdeling (40/60%). Hiervan kan 50% als subsidie teruggevorderd worden via de tweede bestuursovereenkomst. Besloten: Het algemeen bestuur stemt in met de toekenning van een uitvoeringskrediet van ,- als cofinanciering voor de realisatie van 3,3 kilometer Ecologische Verbindingszone binnen gemeente Woensdrecht. Aanvraag uitvoeringskrediet hydraulische maatregelen Brabantse Wal Op 10 november 2009 heeft het waterschap samen met provincie, Evides, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, gemeente Woensdrecht en ZLTO het convenant Brabantse Wal ondertekend. Het convenant heeft als doel de verdroging-bestrijding van het gehele Natura 2000 gebied de Brabantse Wal. Specifiek doel is het hydrologische en ecologisch herstel van de Groote en Kleine Meer. De bijlage van het convenant geeft het bijhorende maatregelenpakket. Belangrijkste maatregel is de reductie van de waterwinning door Evides maar ook het project Jagersrust dat getrokken wordt door het waterschap is hier een prominent onderdeel van. Daarnaast zijn er andere maatregelen waar het waterschap aan bijdraagt in de vorm van kennis en/of uitvoering van maatregelen. Het waterschap heeft toegezegd een inbreng te leveren aan de hiervoor benodigde planvoorbereiding. Dit betreft een inbreng van expertise en gebiedskennis over een periode van 2010 tot 2015 en het bijdragen aan de monitoring van het oppervlakte-water zoals het inrichten van 3 à 4 afvoeren waterstandmeet-punten en het uitvoeren van aanvullende waterkwaliteits-metingen. Daarnaast worden enkele (kleine) inrichtingsmaat-regelen om water vast te houden uitgevoerd. Besloten: Het AB stemt in met het beschikbaar stellen van het uitvoeringskrediet van ,- voor genoemde maatregelen om uitvoering te geven aan het ondertekende convenant.

38 3.i. 3.j. 3.k. Aanvraag uitvoeringskrediet Spuisluis Vierlingh, revisie hydrauliek Spuisluis Vierlingh in de monding van de Mark en Dintel wordt hydraulisch bediend. De hydraulische onderdelen moeten gereviseerd worden om de bediening en bedrijfszekerheid in stand te houden. Omdat de omvang van de revisie groter is dan destijds voorzien, is AB besluitvorming noodzakelijk. Besloten: Het AB stemt in met: - uitvoering project 8467, revisiewerkzaamheden aan het hydraulische systeem van spuisluis Vierlingh - de scopewijziging van het project door revisie van het gehele hydraulische systeem in plaats van alleen de revisie van de hefcilinders; - beschikbaarstelling van een uitvoeringskrediet van ,-. Verkoop Hoofdstraat 49 s-gavenmoer Naar aanleiding van de reorganisatie "Structuur volgt processen" heeft onder andere het regiokantoor aan de Hoofdstraat 49 te 's-gravenmoer geen functie meer binnen het waterschap en kan het kantoor worden afgestoten middels een openbare verkoop. De verkoop is middels een meervoudig onderhandse procedure aanbesteed aan Van de Water Bedrijfsmakelaars BV. Via hun bemiddeling is overeenstemming bereikt. Besloten: Het AB stemt in met de verkoop van het voormalig regiokantoor Oost, gelegen aan de Hoofdstraat 49 te s-gravenmoer (5109 AB) en kadastraal bekend gemeente s-gravenmoer, sectie B, nummers 2445 en 2908, groot 52 are en 35 centiare, voor de totale koopsom van ,- k.k. en oplevering eind september Vaststellen verordening schadevergoeding Op 22 december 2009 is de Waterwet van kracht geworden. De Waterwet bevat de enige juridische grondslag voor verzoeken om schadevergoeding (voorheen werd gesproken van nadeelcompensatie), waardoor onze huidige nadeelcompensatie-verordeningen niet meer juist zijn. Wel biedt de Waterwet de mogelijkheid om een procedureverordening vast te stellen, op basis waarvan verzoeken om schadevergoeding worden behandeld. Daarom heeft het dagelijks bestuur op 6 april jl. het ontwerp Verordening schadevergoeding vastgesteld en ter inzage gelegd. Er zijn geen zienswijzen ingebracht. Wel is de ontwerp Verordening vanwege een formeel-juridische reden op één onderdeel aangepast. Tevens zijn enkele redactiefouten hersteld. De ontwerp Verordening is daarmee gereed om door het AB te worden vastgesteld. Besloten: Het algemeen bestuur stemt in met het vaststellen van de Verordening schadevergoeding conform bijgevoegd AB-besluit. 3.l. Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta Het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta bevat deltabrede en deelgebiedspecifieke programma s gericht op waarborgen van een klimaatbestendig veilige, een economisch vitale en een ecologisch veerkrachtige delta. Het waterschap heeft actief bijgedragen aan de totstandkoming van het programma waardoor de eigen speerpunten er goed in zijn verwerkt. Advies is om als partner deel te nemen aan twee gebiedsprogramma s en het samenwerkingsprotocol voor uitvoering te ondertekenen. Besloten: Het AB stemt in met de randvoorwaarden voor het opstellen van het samenwerkingsprotocol voor uitvoering van het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta , en geeft het DB toestemming om het protocol samen met de andere partners vorm te geven en te ondertekenen. 3.m. Communicatievisie 2010 De vernieuwing van het staande communicatiebeleid richt zich op een stevige regie op de communicatie van het waterschap met zijn klanten en de verbetering van de profilering van het waterschap. De voorstellen voor verbeteracties resulteren in een gestructureerde aanpak en invulling van vijf geprioriteerde uitvoeringsvoorstellen. Wel dient er aandacht te zijn voor de haalbaarheid van de inzet van personeel, middelen en activiteiten op communicatie waarbij gewenste resultaten en de realiseerbaarheid uitgangspunten zijn. Besloten: Het AB stemt in met het voorstel om het strategisch communicatiebeleid bij te stellen conform het voorstel in de nota Communicatievisie 2010 Solide en betrouwbaar voortbouwen. -2-

39 3.n. Parkeren op en om Bouvigne De notitie 'parkeren op en om Bouvigne' beoogt een beeld te geven van de situatie rondom het parkeren bij Bouvigne en de acties die het waterschap neemt om het autogebruik te verminderen en het parkeergedrag aan te passen. De notitie is gemaakt naar aanleiding van een verzoek van de fractie AWP en van vragen die zijn gesteld door verschillende fracties uit het algemeen bestuur. Besloten:Het AB neemt kennis van de notitie Parkeren op en om Bouvigne. 4. Rondvraag 5. Sluiting om uur -3-

40

41 Behorend bij agendapunt 3a Zaaknr. : 10.B0252 Kenmerk : 10IT Barcode Memo : *10IT011095* Van : dagelijks bestuur Via : Aan : algemeen bestuur Onderwerp : Toelichting op subsidieverordening waterschap Brabantse Delta behorende bij agendapunt 3a; AB 13 oktober 2010) Kopie : A. Meuleman Datum : 5 oktober 2010 Vraag 3.a. Subsidieverordening Waterschap Brabantse Delta De heer De Boer: Ik heb een suggestie voor artikel 4.1 in relatie tot artikel 3.1, lid 2. Er staat dat er niet mag worden begonnen met de uitvoering van het werk binnen vier weken na aanvraag van een werk. Tegelijkertijd staat er dat er op een aanvraag om subsidie binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag een besluit moet worden genomen. Dus per saldo betekent dit dat er ten hoogste twee weken zit tussen de aanvang van het werk en het besluit. Ik suggereer daarom te bepalen dat er niet met de uitvoering mag worden begonnen als er nog niet over de subsidieaanvraag is beslist. Daar zitten maar twee weken tussen. Dit is een stuk simpeler en eenduidiger voor de lezer van de verordening. De heer Schots: Ik denk dat wanneer de huidige teksten tot moeilijke of niet eensluidende interpretaties leiden, het verstandig is om dat helder te maken. De suggestie die u doet is de moeite van het overwegen waard, dus die wil ik graag meenemen om te bezien. Ik kan niet zo snel overzien of dat nog consequenties heeft op andere punten, maar daar wil ik het stuk nog even op nakijken. In wezen denk ik dat het een goede toevoeging is. Mevrouw Karimlou: Ik neem de opmerking mee en ik zal kijken of het anders kan. Antwoord De ontwerp subsidieverordening én bijbehorende toelichting zijn op drie punten aangepast: (zie blauwe tekst) 1. Aanpassing termijn van indienen De ontwerp Subsidieverordening is aangepast in die zin dat een aanvraag voor een subsidie moet worden ingediend tenminste 8 weken voordat met de uitvoering van de activiteiten een begin wordt gemaakt. (zie aanpassing artikel 3.1 lid 2) In artikel 4.1 is bepaald dat het dagelijks bestuur binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag een besluit neemt op de aanvraag. Dit betekent dat door deze aanpassing in principe eerst een besluit op de aanvraag is genomen voordat met de activiteiten wordt begonnen. Wanneer de aanvraag om subsidie minder dan 8 weken voor de uitvoering is ingediend kán het dagelijks bestuur besluiten deze aanvraag niet te behandelen (artikel 3.1 lid 2).

42 Het is verder de verantwoordelijkheid van de subsidieaanvrager of hij met de uitvoering van de activiteiten begint voor of na ontvangst van het besluit op de subsidieaanvraag. 2. Nieuwe bepaling met betrekking tot kosten die in aanmerking genomen worden voor de hoogte van de subsidie Om meer grip op de te subsidiëren kosten te krijgen is nog een nieuwe bepaling opgenomen in de subsidieverordening. Deze nieuwe bepaling houdt het volgende in: Kosten die een gevolg zijn van verplichtingen die de subsidieaanvrager is aangegaan voordat hij zijn subsidieaanvraag heeft ingediend komen niet in aanmerking voor de bepaling van de hoogte van de subsidie. Met andere woorden deze kosten zijn niet subsidiabel. ( zie nieuw ingevoegd artikel 1.5) 3. Verduidelijking met betrekking tot termijn waarbinnen de subsidie moet zijn vastgesteld. In artikel 4.1 is aangegeven dat binnen zes weken na ontvangst van een subsidieaanvraag door het dagelijks bestuur een besluit wordt genomen. Deze termijn geldt ook voor een besluit op een aanvraag om de definitieve subsidievaststelling. Dit blijkt echter niet duidelijk uit het artikel. Om die reden is er een nieuw lid aan artikel 4.1 toegevoegd waarin duidelijk verwoord is dat binnen zes weken na de aanvraag om de definitieve subsidievaststelling een besluit moet zijn genomen. -2-

43 Bijlage bij AB-nota Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta Registratienummer: 10IT Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta Het algemeen bestuur van Waterschap Brabantse Delta, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van.., gelet op het bepaalde in Titel 4.2 (Subsidies) van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 59 en 78 van de Waterschapswet, B E S L U I T vast te stellen de navolgende Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. algemeen bestuur: het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; b. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta; c. de wet: de Algemene wet bestuursrecht; d. subsidie: subsidie zoals bedoeld in artikel 4:21 lid 1 Algemene wet bestuursrecht; e. waterschap: waterschap Brabantse Delta. Artikel 1.2 Bevoegdheden 1. Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het verlenen en vaststellen van subsidies als bedoeld in deze verordening. 2. Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere regels vast te stellen voor het verstrekken van subsidie(s) als bedoeld in deze verordening. 3. Het dagelijks bestuur kan (onder)mandaat verlenen voor de bevoegdheden die in deze verordening aan het dagelijks bestuur zijn toegekend in artikel 1.2 lid 1, artikel 3.1 lid 4, artikel 4.2 lid 3, artikel 5.1 lid 1, artikel 6.1. Artikel 1.3 Subsidieplafond 1. Het algemeen bestuur vermeldt jaarlijks op de begroting het bedrag dat beschikbaar is voor het verstrekken van subsidie(s) op basis van deze verordening. Dit bedrag is het subsidieplafond zoals bedoeld in afdeling van de wet. 2. De in hoofdstuk 2 genoemde subsidie(s) zijn opengesteld om te verstrekken wanneer het algemeen bestuur het betreffende subsidieplafond, zoals bedoeld in het voorgaande lid, heeft vastgesteld. Artikel 1.4 Verdeling van de beschikbare subsidiegelden 1. De verdeling van het beschikbare subsidiebedrag vindt plaats in de volgorde van ontvangst van de aanvragen. Alleen volledig ingediende subsidieaanvragen worden in de hiervoor genoemde volgorde opgenomen. 2. De te verstrekken subsidie bedraagt maximaal 50 % van het bedrag dat op grond van artikel 1.3 is begroot voor betreffende subsidie. 3. Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere regels te stellen voor de verdeling van het beschikbare subsidiebedrag. Artikel 1.5 Subsidiabele kosten Kosten die zijn gemaakt als gevolg van verplichtingen die de subsidieaanvrager is aangegaan vóórdat hij zijn aanvraag heeft ingediend zijn niet subsidiabel.

44 Hoofdstuk 2 Subsidies Artikel 2.1 Subsidie voor aanpak van emissies uit diffuse bronnen Subsidie kan worden verstrekt voor bovenwettelijke activiteiten die een substantiële bijdrage leveren aan de vermindering van emissies uit diffuse bronnen naar oppervlaktewater dat geheel of voor het grootste deel gelegen is binnen het beheersgebied van het waterschap. Artikel 2.2 g e r e s e r v e e r d Artikel 2.3 g e r e s e r v e e r d Artikel 2.4 g e r e s e r v e e r d Hoofdstuk 3 De aanvraag Artikel 3.1 De aanvraag 1. Een aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het dagelijks bestuur. 2. Een aanvraag voor een subsidie wordt ingediend tenminste acht weken voordat met de uitvoering van de activiteiten een begin wordt gemaakt. Het dagelijks bestuur kan besluiten aanvragen die buiten deze termijn zijn ingediend niet te behandelen. 3. Bij de aanvraag om een subsidie worden in ieder geval de volgende gegevens verstrekt: - een beschrijving van de aard en omvang van de activiteiten en de daarmee te bereiken doelstellingen en resultaten; - het tijdstip waarop met de activiteiten wordt aangevangen; - een tijdschema volgens welke de activiteiten worden uitgevoerd; - een begroting van de inkomsten en uitgaven die aan de activiteiten zijn verbonden met een toelichting hierop. 4. Het dagelijks bestuur is bevoegd ook andere dan de in lid 3 genoemde gegevens en bescheiden te verlangen van de aanvrager. 5. Indien voor dezelfde activiteiten tevens bij een of meer andere bestuursorganen een subsidie is aangevraagd, deelt de aanvrager dit mee in zijn aanvraag of in ieder geval zo spoedig mogelijk nadat hij de aanvraag bij het andere bestuursorgaan heeft ingediend. Artikel 3.2 Aanvraagtermijn Het dagelijks bestuur kan, in afwijking van artikel 3.1 lid 2, termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies. Hoofdstuk 4 Beslissing op de aanvraag Artikel Het dagelijks bestuur besluit op een aanvraag om subsidie binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag. 2. Het dagelijks bestuur besluit op een aanvraag om de definitieve vaststelling van de subsidie binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag om subsidievaststelling. Artikel Voorafgaande aan de subsidievaststelling kan een beschikking tot subsidieverlening worden gegeven. 2. In de beschikking tot subsidieverlening is vermeld binnen welke termijn een aanvraag om subsidievaststelling moet worden gedaan. 3. Indien een aanvraag om subsidievaststelling niet binnen de in de beschikking tot subsidieverlening gestelde termijn is ontvangen, kan het dagelijks bestuur na een eenmalig rappel overgaan tot ambtshalve vaststelling. -2-

45 Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger Artikel Het dagelijks bestuur kan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen opleggen dan die bedoeld in artikel 4:37 van de wet. 2. De in lid 1 bedoelde andere verplichtingen zijn gericht op de verwezenlijking van het doel waarvoor de subsidie is verstrekt. Artikel 5.2 De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het dagelijks bestuur, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verstrekt, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de verplichtingen kan worden voldaan die zijn opgelegd bij de subsidieverstrekking. Hoofdstuk 6 Betaling en voorschot Artikel De betaling van de subsidie vindt plaats binnen 6 weken na de subsidievaststelling, onder verrekening van de betaalde voorschotten. Het dagelijks bestuur is bevoegd in de vaststellingsbeschikking een andere termijn op te nemen. 2. Het dagelijks bestuur is bevoegd voorschotten te verlenen. Hoofdstuk 7 Overige bepalingen Artikel 7.1 Hardheidsclausule 1. In die gevallen waarin toepassing van deze verordening in overwegende mate leidt tot een onbillijke situatie voor de subsidieaanvrager, is het dagelijks bestuur bevoegd te besluiten om af te wijken van de bepalingen die in deze verordening zijn opgenomen. 2. De in lid 1 bedoelde bevoegdheid geldt niet voor de artikelen uit hoofdstuk 1. Artike 7.2 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari Artikel 7.3 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta op 13 oktober De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -3-

46

47 Toelichting A. Algemeen De Algemene wet bestuursrecht (Awb) is voor overheden (bestuursorganen) een belangrijke bron van regelgeving. De regels van de Awb hebben onder andere betrekking op de relatie tussen burger en openbaar bestuur (overheid). Met ingang van 1 januari 1998 is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aangevuld met regelgeving voor het verlenen van subsidie door overheden. Het doel van deze regelgeving is: a. duidelijkheid geven in de wederzijdse rechten en plichten van subsidiegever en subsidieontvanger; b. een stimulans geven om het subsidie-instrument bewuster te hanteren en subsidie-uitgaven beter te beheersen; c. het waarborgen van de rechtszekerheid van de subsidieaanvrager/subsidieontvanger. Wat is een subsidie De Awb geeft de volgende definitie van subsidie: Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten. Belangrijk is dat een subsidie géén betaling is voor het leveren van goederen of diensten. Voor het bepalen of de te verstrekken financiële middelen onder het Awb-begrip subsidie vallen is de benaming van deze middelen niet van belang. Zo is een bijdrage, vergoeding of financiële tegemoetkoming een subsidie wanneer voldaan is aan bovenstaande definitie. Subsidie is gebaseerd op een wettelijk voorschrift Als eenmaal is vastgesteld dat het om een subsidie gaat bepaalt de Awb dat een bestuursorgaan alleen subsidie mag verstrekken op basis van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Voor decentrale overheden, zoals een waterschap, is dit wettelijk voorschrift een door het algemeen bestuur vastgestelde verordening 1. De Awb geeft onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om van dit vereiste af te wijken. Zo kunnen subsidies die van incidentele aard zijn, verstrekt worden zonder onderliggend wettelijk voorschrift. Een subsidie is incidenteel wanneer het verstrekken van de subsidie niet gebaseerd is op een vaste bestuurspraktijk, het aantal subsidieontvangers beperkt is en de subsidie voor ten hoogste vier jaren verstrekt wordt. Subsidieverordening is een groeidocument De Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta is een groeidocument. Wanneer het waterschap in de toekomst besluit om ook voor andere doelen subsidie te verstrekken dan wordt in principe deze subsidie in hoofdstuk 2 van de Subsidieverordening opgenomen. Een door het algemeen bestuur vastgestelde wijziging van deze verordening is hiervoor vereist. Wanneer daar redenen voor zijn is het altijd mogelijk om voor een nieuwe subsidie een eigen subsidieverordening vast te stellen. Bij een incidentele subsidie bestaat er geen verplichting om de subsidie te baseren op een wettelijk voorschrift. Per geval kan het waterschap bepalen of een incidentele subsidie wel of niet in de Subsidieverordening wordt opgenomen. Een eigen subsidieverordening voor een incidentele subsidie is ook mogelijk. De bepalingen van de subsidieverordening zijn van toepassing op alle in hoofdstuk 2 genoemde subsidies. 1 Een beleidsregel is géén wettelijk voorschrift. Een beleidsregel geeft uitleg over een wettelijk voorschrift. Een beleidsregel kan ook aangeven hoe belangen worden afgewogen of feiten worden vastgesteld bij de toepassing van een wettelijk voorschrift. -4-

48 B. Artikelsgewijs Hoofdstuk 1 Artikel 1.2 lid1 Het is de bevoegdheid van het dagelijks bestuur 2 om subsidies te verlenen en subsidies vast te stellen. Wat wordt verstaan onder subsidie verlenen en subsidie vaststellen is bij artikel 4.2 toegelicht. lid 2 Met het verstrekken van subsidies is zowel bedoeld het verlenen van subsidies als het vaststellen van subsidies. Een gebruikelijke vorm van nadere regels is de beleidsregel. Een beleidsregel mag echter geen normstelling omvatten. Zo kunnen in een beleidsregel geen termijnen of subsidieverplichtingen worden opgenomen. Wel kunnen in een beleidsregel beoordelingscriteria worden vastgelegd. Aan de hand van deze criteria wordt bepaald of de subsidieaanvraag voldoet aan de omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie bedoeld is. Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere regels vast te stellen. Deze bevoegdheid kan niet worden gemandateerd. (zie artikel 1.2 lid 3) lid 3 Een aantal bevoegdheden die in deze subsidieverordening aan het dagelijks bestuur zijn toegekend kunnen door dit bestuur worden (onder)gemandateerd. Deze (onder)mandatering is gewenst om het proces van behandelen van subsidieaanvragen efficiënt te laten verlopen en tijdig besluiten te kunnen nemen. Het toepassen van de hardheidsclausule is niet gemandateerd en is dus een bevoegdheid die exclusief bij het dagelijks bestuur ligt. Doordat voor het toepassen van de hardheidsclausule het bestuur zelf een besluit moet nemen is een extra waarborg ingebouwd dat toepassen van de hardheidsclausule alleen in uitzonderlijke gevallen zal plaatsvinden. Artikel 1.3 lid1 Het subsidieplafond moet expliciet in de begroting worden opgenomen. Een subsidie wordt zonder nadere motivering geweigerd wanneer bij het verstrekken van de gevraagde subsidie het subsidieplafond wordt overschreden. Overschrijding van het subsidieplafond is dus een verplichte weigeringsgrond. De Awb vereist dat het subsidieplafond wordt bekendgemaakt vóór aanvang van het tijdvak waarop de subsidie betrekking heeft. Is het subsidieplafond niet als zodanig bekendgemaakt, dan kan een subsidieaanvraag niet ongemotiveerd worden geweigerd bij overschrijding van het subsidieplafond. Het publiceren van subsidieplafonds is dan ook ten zeerste aanbevolen. lid 2 Is het subsidieplafond opgenomen in de begroting dan is met de vaststelling van de begroting ook het subsidieplafond vastgesteld en tevens opengesteld voor de periode waarop de begroting betrekking heeft. Artikel 1.4 lid1 De Awb bepaalt dat de verdeling van het beschikbare subsidiebedrag een wettelijke grondslag moet hebben. In deze verordening is gekozen voor de meest eenvoudige vorm van verdeling: wie het eerst komt, het eerst maalt. Daarbij geldt dat een aanvraag alleen mee telt in het bepalen van de volgorde vanaf het moment dat de aanvraag volledig is. De aanvraag is volledig wanneer is voldaan aan de vereisten die de Awb stelt en de vereisten die in artikel 3.1 van deze Subsidieverordening zijn opgenomen. Onvolledige pro forma aanvragen tellen dus niet mee in het bepalen van de volgorde van ontvangst. Komen meerdere aanvragen op dezelfde dag binnen bij het waterschap en kunnen niet alle aanvragen gehonoreerd worden, omdat het subsidieplafond al eerder is bereikt dan is het toegestaan dat tussen deze aanvragen wordt geloot. 2 Wanneer bevoegdheden door het dagelijks bestuur zijn gemandateerd, dan is in deze toelichting met dagelijks bestuur tevens de gemandateerde bedoeld. -5-

49 lid 2 Om te voorkomen dat door één subsidieaanvraag het grootste deel van het voor subsidie beschikbare bedrag is gebruikt, geldt de regel dat maximaal 50 % van het subsidieplafond per te verstrekken subsidie kan worden toegekend. lid 3 In aanvulling op de in de leden 1 en 2 genoemde verdelingsregels kan het dagelijks bestuur nog andere regels stellen voor de verdeling van het maximaal beschikbare subsidiebedrag. Deze aanvullende regels kunnen worden opgenomen in een beleidsregel. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond moeten ook deze aanvullende regels worden bekendgemaakt en niet later. Artikel 1.5 In dit artikel is geregeld dat voor de bepaling van de hoogte van de subsidie de kosten die door de subsidieaanvrager zijn gemaakt als gevolg van verplichtingen die hij is aangegaan eerder dan de datum waarop de aanvraag om subsidie door het waterschap is ontvangen, niet worden meegenomen. Hoofdstuk 2 Zoals in de definitie van een subsidie is aangegeven wordt een subsidie verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten. In dit hoofdstuk is aangegeven voor welke activiteiten subsidie wordt verstrekt. Artikel 2.1 In het Waterbeheerplan van waterschap Brabantse Delta is aangegeven dat het noodzakelijk is emissies uit diffuse bronnen terug te dringen. Hoewel de term diffuse bronnen heel gebruikelijk is, is het beter te spreken van bronnen van diffuse verontreiniging. Een heldere uitleg over diffuse bronnen geeft STOWA 3 in de publicatie Gewoon Schoon van september 2003: Een diffuse verontreiniging is een verontreiniging die sluipend plaatsvindt, beetje bij beetje op veel plaatsen tegelijk. Een voorbeeld: schepen die kleine beetjes olie verliezen in het water. Of bestrijdingsmiddelen die de sloot in waaien. Het gebeurt vrijwel elke dag op veel plaatsen tegelijk. Vaak onmerkbaar. Maar de beetjes hopen zich ergens op. Bij elkaar genomen is het veel. De precieze weg die verontreinigingen afleggen, is soms ook moeilijk aan te tonen. Hoeveel zink in de bagger van de Amsterdamse grachten is te herleiden tot het gebruik van zinken dakgoten in de bouw? Geef daar maar eens antwoord op. De problemen met diffuse bronnen vergen vanwege hun aard een andere aanpak dan waterkwaliteitsbeheerders gewend waren. Het is vaak niet mogelijk naar één verantwoordelijke te stappen en diens lozing aan banden te leggen, zoals bij bedrijven wel mogelijk is. De verontreiniging is maar al te vaak een gevolg van een ingeburgerde praktijk. Een gewoonte, een vanzelfsprekendheid, waar mensen niet meer bij stil staan. De landelijke strategie is om meer via algemene regels te regelen en minder via vergunningverlening. Diffuse bronnen worden met de nieuwe algemene regels nauwelijks teruggedrongen. Stimulering, handhaving en communicatie zijn daarmee belangrijker geworden. Stimulering gebeurt onder anderen door inzet van het instrument subsidie. Met het verstrekken van subsidie voor de in dit artikel omschreven activiteiten wil het waterschap mensen, bedrijven en andere overheden extra stimuleren om de bronnen van diffuse verontreinigingen, die een negatief effect hebben op de kwaliteit van het oppervlaktewater, terug te dringen. De bronnen zijn meestal ontstaan door menselijk handelen, zoals slijtage van autobanden op de weg, het langzaam oplossen van zink in dakgoten (uitloging), of het verwaaien van bestrijdingsmiddelen. Deze verontreinigingen komen vaak via uit- en afspoeling van regenwater heel verspreid in het oppervlaktewater terecht. De subsidie is bedoeld als een extra stimulans en wordt dan ook alleen verstrekt voor activiteiten die niet al wettelijk verplicht zijn. Wetsvoorstellen en andere ontwerp regelgeving die bekend zijn gemaakt bij het publiek worden voor de toepassing van artikel 2.1 gelijk gesteld met een wettelijke verplichting. Beleidsregel Om te bepalen of een subsidieaanvraag voldoet aan de omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend stelt het dagelijks bestuur een beleidsregel vast. In deze beleidsregel, die samen met deze subsidieverordening bekend is gemaakt en in werking is getreden zijn de criteria opgenomen aan de hand waarvan een subsidieaanvraag wordt beoordeeld. 3 Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer -6-

50 Hoofdstuk 3 Artikel 3.1 lid 1 Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het dagelijks bestuur. De Awb bepaalt dat een aanvraag alleen elektronisch kan worden ingediend wanneer het bestuursorgaan dit kenbaar heeft gemaakt. Dit betekent dat zolang het dagelijks bestuur niet expliciet heeft bekend gemaakt dat subsidieaanvragen elektronisch kunnen worden aangevraagd de aanvraag alleen schriftelijk kan worden ingediend. lid 2 Een aanvraag om een subsidie moet worden ingediend minimaal acht weken voorafgaande aan de start van de activiteiten waarvoor de subsidie is gevraagd. Deze termijn van acht weken is een termijn van orde. Het dagelijks bestuur kan besluiten een aanvraag om subsidie niet in behandeling te nemen wanneer de aanvraag minder dan acht weken voorafgaande aan de start van de activiteiten is ingediend, maar is hier niet toe verplicht. Ingevolge artikel 4.1 beslist het dagelijks bestuur binnen zes weken op een subsidieaanvraag. Dit betekent dat in principe de subsidieaanvrager de subsidiebeschikking heeft ontvangen voordat met de uitvoering van de activiteiten is begonnen. lid 3 Ieder bestuursorgaan is verplicht bij de voorbereiding van een besluit (zoals een besluit op een subsidieaanvraag) de relevante feiten en nodige kennis te verzamelen en alle betrokken belangen af te wegen. Hiervoor kan het bestuursorgaan ook een beroep doen op de aanvrager van het besluit. In dit lid is aangegeven welke gegevens en bescheiden in ieder geval bij de aanvraag van een subsidie door de aanvrager moeten worden verstrekt. lid 4 Wanneer de op basis van het vorige lid verstrekte gegevens niet voldoende zijn voor de beoordeling van de subsidieaanvraag dan is het dagelijks bestuur bevoegd nog andere gegevens en bescheiden te vragen. Alleen die gegevens en bescheiden mogen gevraagd worden die noodzakelijk zijn voor de beslissing op de subsidieaanvraag en waarover de subsidieaanvrager in alle redelijkheid beschikt of de beschikking kan krijgen. Met bescheiden zijn bedoeld bepaalde documenten zoals een diploma, een foto of een tekening. lid 5 Wanneer door de subsidieaanvrager voor dezelfde activiteiten ook bij een ander bestuursorgaan (bijvoorbeeld gemeente of provincie) een subsidie is aangevraagd moet dit verplicht gemeld worden bij de aanvraag. Is de aanvraag om subsidie bij een ander bestuursorgaan gedaan na de indiening van de subsidieaanvraag bij het waterschap dan is de subsidieaanvrager verplicht zo spoedig mogelijk na de aanvraag bij het andere bestuursorgaan dit te melden bij het waterschap. Artikel 3.2 Het dagelijks bestuur is bevoegd om voor een daarbij aan te wijzen subsidie een andere termijn van indienen te hanteren dan de uiterste termijn van vier weken, voorafgaande aan de activiteiten, die vermeld staat in artikel 3.1 lid 2. Hoofdstuk 4 Artikel 4.1 Binnen zes weken na de subsidieaanvraag beslist het dagelijks bestuur op de subsidieaanvraag. Is de aanvraag niet compleet dan wordt de subsidieaanvrager verzocht de aanvraag aan te vullen. Vanaf de dag waarop dit verzoek is gedaan wordt de termijn van zes weken van rechtswege opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de termijn is verstreken gedurende welke de aanvullende gegevens of bescheiden aangeleverd moesten worden. Een subsidie kan in twee stappen worden verstrekt. Hierna bij artikel 4.2 is dit uitgelegd. Zowel het besluit betreffende de subsidieverlening als het besluit betreffende de subsidievaststelling moet binnen zes weken na de aanvraag zijn genomen. Kan de beslissing niet binnen de gestelde termijn van zes weken genomen worden, dan wordt de subsidieaanvrager hierover geïnformeerd en wordt hierbij een nieuwe ( zo kort mogelijke) termijn genoemd waarbinnen de beslissing kan worden tegemoet gezien. -7-

51 Artikel 4.2 leden 1 en 2 Met subsidieverlening is bedoeld de beschikking die voorafgaat aan de te subsidiëren activiteit. De subsidieverlening geeft de subsidieaanvrager een voorwaardelijk recht op een subsidie. Pas als de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de opgelegde voorschriften is voldaan kan de subsidie definitief worden vastgesteld. In de beschikking tot subsidieverlening is vermeld binnen welke termijn een aanvraag om de subsidievaststelling moet zijn ingediend. De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag vast van de subsidie en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag. Subsidie verstrekken kan ook zonder een beschikking tot subsidieverlening. In dat geval gaat het dagelijks bestuur direct over tot het vaststellen van de subsidie. Dit laatste gebeurt in ieder geval wanneer de te subsidiëren activiteit is afgelopen. In dat geval kan geen beschikking tot subsidieverlening meer worden vastgesteld, maar moet gelijk worden overgegaan tot subsidievaststelling. lid 3 Is binnen de termijn, zoals die gesteld is in de beschikking tot subsidieverlening, geen aanvraag om subsidievaststelling ontvangen door het dagelijks bestuur, dan kan de subsidie ook vastgesteld worden zonder deze aanvraag (de zogenaamde ambtshalve vaststelling). Het dagelijks bestuur mag hier alleen toe overgaan nadat aan de subsidieaanvrager een herinnering is gestuurd. Hoofdstuk 5 Artikel 5.1 lid 1 In de Awb (artikel 4:37) zijn een aantal standaardverplichtingen opgenomen die het bestuursorgaan kan opleggen aan de subsidieaanvrager. Voorbeelden van dergelijke verplichtingen zijn verplichtingen die betrekking hebben op de aard en omvang van de activiteiten waarvoor de subsidie verleend wordt en de verplichting om verantwoording af te leggen over de besteding van het subsidiebedrag. De lijst van standaardverplichtingen is niet limitatief. Naast deze standaardverplichtingen kan het dagelijks bestuur ook andere verplichtingen opleggen aan de subsidieaanvrager. Verplichtingen (standaard en aanvullende) moeten worden opgelegd in de beschikking tot subsidieverlening. lid 2 Wanneer het dagelijks bestuur aan de subsidieaanvrager andere verplichtingen oplegt dan die genoemd in de Awb dan kan dat alleen wanneer die andere verplichtingen in alle redelijkheid nodig zijn en geschikt zijn om het doel te bereiken waarvoor de subsidie is verleend. Artikel 5.2 In de subsidieverordening is aan de subsidieaanvrager de verplichting opgelegd om het dagelijks bestuur zo spoedig mogelijk te informeren als de activiteit waarvoor de subsidie verstrekt wordt niet of niet geheel zal worden uitgevoerd. Ook wanneer naar verwachting door de subsidieaanvrager niet voldaan kan worden aan opgelegde verplichtingen moet de aanvrager dit zo spoedig mogelijk melden bij het dagelijks bestuur. Hoofdstuk 6 Artikel 6.1 lid 1 In de Awb is bepaald dat het subsidiebedrag wordt betaald zoals in het besluit (de beschikking) tot subsidievaststelling is vastgelegd. Wanneer het besluit tot vaststelling van de subsidie geen termijn noemt waarbinnen de vastgestelde subsidie wordt betaald dan geldt een termijn van zes weken. lid 2 Vooruitlopend op de vaststelling van het subsidiebedrag kan het dagelijks bestuur een voorschot verlenen. Het voorschot kan verleend worden wanneer redelijkerwijs te verwachten is dat de subsidie wordt vastgesteld en er dus een betalingsverplichting ontstaat. De beslissing om een voorschot te verlenen is een beschikking in de zin van de Awb. Aan een beschikking tot verlening van een voorschot kunnen voorschriften worden verbonden. Hoofdstuk 7 Artikel

52 De hardheidsclausule maakt het mogelijk af te wijken van bepalingen uit deze verordeningen, uitgezonderd de bepalingen uit hoofdstuk 1. Het toepassen van de hardheidsclausule is een bevoegdheid die toegekend is aan het dagelijks bestuur en niet kan worden gemandateerd (zie artikel 1.2 lid 3). Gebruik maken van de hardheidsclausule moet beperkt blijven tot situaties waarbij toepassing van de in deze verordening opgenomen regels leidt tot een onvoorziene en niet bedoelde onbillijke situatie voor belanghebbende. Bij toepassing van de hardheidsclausule blijft het doel van de subsidie voorop staan. -9-

53 behorend bij agendapunt 3e Zaaknr. : Kenmerk : 10IT Barcode Memo : *10IT011012* Van : Suzanne Frings Via : Louis van der Kallen Aan : Algemeen Bestuur Onderwerp : Toelichting op aanvraag UVK aankooppplan Gat van den Ham behorend bij agendapunt 3e; AB 13 oktober 2010) Kopie : Arthur Meuleman Datum : 28 september 2010 Toelichting op toetsingslijst UVK voor project 223 Aankoopplan Gat van den Ham Door het algemeen bestuur is in de vergadering van 15 september jl. verzocht een toelichting te geven op de toetsingslijst bij de aanvraag voor het uitvoeringskrediet project 223 Aankoopplan Gat van den Ham (agendanummer 3e). Het project 223 is gestart om de grondtransacties die betrekking hebben op het aankoopplan Gat van den Ham inzichtelijk te houden en niet te vermengen met de transacties van project 6685 algemeen krediet strategische en anticiperende grondaankopen. Binnen het aankoopplan Gat van den Ham hebben nu feitelijk twee ruilingen plaatsgevonden waarbij het waterschap bijna 20 ha EVZ heeft verworven. Voor de tweede ruiling dient de notariële afhandeling nog plaats te vinden. De kosten voor deze gronden, zijnde circa ,-, zijn op termijn toe te kennen aan diverse individuele projecten. Daarnaast ligt er nog voor ongeveer ,- aan ruilgronden in het gebied, welke het Waterschap heeft toegezegd beschikbaar te stellen voor de laatste ruil, die het Kavelruilloket van de ZLTO op zich neemt. De investering voor project 223 bedraagt derhalve ,-. Gronden voor de kavelruil van de ZLTO ( ,-) Verwacht wordt dat de kavelruil van ZLTO in 2013 zal plaatsvinden. In de tussenliggende periode worden betreffende percelen met een totale grootte van circa 28 hectare verpacht. De verwachte jaarlijkse pachtopbrengst bedraagt derhalve circa ,-. Gronden voor projecten van het waterschap ( ,-) Deze percelen worden doorberekend aan de projecten omdat ze op de juiste plek liggen van de EVZs den Ham, Emilia Bandijk, Zwaluwse Haven, Zwaluws Getij en Mark-Zwaluwse Haven. Rentelasten In de toetsingslijst is bij de jaarlijkse lasten het bedrag van 900,- per jaar vermeld. Dit betreft de structurele last nadat de kavelruiling van ZLTO heeft plaatsgevonden en nog een bedrag van ,- van de investering resteert. Hierbij moet opgemerkt worden dat bij het overboeken naar de projecten de bijkomende kosten van de grondtransacties zoveel mogelijk aan de betreffende projecten worden toegerekend

54 Gerekend tegen een rentepercentage van 4,5% bedragen de rentelasten over het bedrag van ,- per jaar ,-. Gebaseerd op de notariële overdracht in 2010, de overboekingen naar de EVZ projecten in 2011 en de afronding van de kavelruil door de ZLTO in 2013 bedragen de rentelasten van het project 223, berekend door de afdeling financieel economische zaken, voor de komende jaren: 2010: ,- 2011: ,- 2012: ,- 2013: ,- Financiële gevolgen 2010 De beide kavelruilingen die in 2010 plaatsvinden moeten administratief nog verwerkt worden. Gezien de complexiteit hiervan zal dit in overleg met de accountant plaatsvinden. Bij de kavelruilingen worden de percelen hergewaardeerd. Afhankelijk van de toegestane verwerking is het mogelijk dat de gerealiseerde boekwinst in 2010 een extra opbrengst oplevert voor de exploitatie. In de Jaarrekening 2010 zal hierover worden gerapporteerd. Afstemming Investeringplan In het investeringplan is het project opgenomen voor een bedrag van ,-, voor het aankoop plan Gat van den Ham en het aankoopplan Oudland. De rol van het waterschap in het aankoopplan Oudland is komen te vervallen, omdat de komende jaren er voor dit gebied geen provinciale financiële middelen voor aankoop en inrichting ter beschikking komen. In het nieuwe Investeringsplan wordt derhalve het opgenomen bedrag verlaagd tot het nu aangevraagde uitvoeringskrediet van ,-. -2-

55 Agendapunt 4c Aan de leden van het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk: Barcode: Behandeld door: Doorkiesnummer: Datum: Verzenddatum: 10IT IT afdeling FEZ augustus oktober 2010 Onderwerp: managementletter Geacht bestuur, Bijgaand ontvangt u ter kennisname de 2 e managementletter over het dienstjaar In 2010 wordt driemaal een managementletter gepresenteerd. Op basis van de meest actuele inschattingen wordt een prognose gedaan met betrekking tot de inhoudelijke en financiële bedrijfsresultaten voor het volledige dienstjaar. Deze tweede managementletter heeft als peildatum 1 juli Inschatting bedrijfsresultaat De conclusie van deze managementletter ten aanzien van de exploitatiebegroting is dat het overgrote deel van de producten en diensten in 2010 worden uitgevoerd. Er ontstaat voor de exploitatie per saldo ten opzichte van de begroting een verwacht voordeel van circa 1,84 miljoen. Wij hopen u met deze managementletter voldoende te hebben geïnformeerd met betrekking tot de inhoudelijke en financiële voortgang van de activiteiten en projecten tot op heden. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

56

57 Managementletter Bestemd voor algemeen bestuur Datum 13 oktober 2010 Registratienummer: *10IT009687* Barcode : 10IT

58

59 I NHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Inleiding, doelstelling en algemene aandachtspunten Inleiding Doelstelling Aandachtspunten Hoofdstuk 2: Belangrijke ontwikkelingen per Programma Programma Planvorming Programma Aanleg en onderhoud keringen Programma Inrichting onderhoud watersystemen Programma Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken Programma Inrichting en oh vaarw/havens Programma Vergunningverlening Programma Handhaven keur Programma Beheersing van lozingen Programma Handhaving WVO Programma Heffing en invordering Programma Bestuur en communicatie Programma Dekkingsmiddelen en saldo Ondersteunend hoofdproduct Secretaris - Directeur Ondersteunend hoofdproduct Sector Middelen Ondersteunend hoofdproduct Sector Financiën/ICT Ondersteunend hoofdproduct Concernstaf Hoofdstuk 3: Bedrijfsresultaat Inschatting bedrijfsresultaat Hoofdstuk 4: Risicoparagraaf Risico's Hoofdstuk 5: Conclusie en bijlagen Conclusie Bijlagen 2

60

61 1. INLEIDING, DOELSTELLING EN ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN I NLEIDING Op basis van afspraken vanuit de Planning en Controlcyclus wordt er gedurende het kalenderjaar periodiek een managementletter opgesteld die door het DB wordt vastgesteld en ter kennisname aan het AB wordt aangeboden. Hierbij treft u de managementletter aan. D OELSTELLING De doelstelling van de managementletter is het bestuur op een beknopte en overzichtelijke manier te informeren over de inhoudelijke en financiële voortgang van de bedrijfsprocessen en projecten en daarmee over de inschatting van de bedrijfsresultaten voor het lopende jaar. Om beknopt en overzichtelijk te kunnen rapporteren zal zoveel mogelijk op basis van het principe van management by exception worden gerapporteerd. Concreet betekent dit dat ten aanzien van de reguliere bedrijfsactiviteiten alleen gerapporteerd wordt over zaken die (inhoudelijk of financieel) positief of negatief belangrijk afwijken van de prognoses in de begroting. Wel zal de status van bijzondere activiteiten, doelstellingen en risico's worden vermeld. Een volledig beeld van voorgenomen activiteiten treft u aan in de begroting. 3

62

63 A ANDACHTSPUNTEN Bedrijfsresultaat De jaarrekening 2009 sluit met een positief bedrijfsresultaat van 3,6 miljoen. In de kadernota 2010 is besloten dit resultaat niet te gebruiken voor tariefsegalisatie in de komende jaren, maar om het apart te zetten voor eventuele onvoorziene omstandigheden. De begroting 2010 is afgeleid van het bestuursprogramma 2009 waarin veel bezuinigingen zijn doorgevoerd. Voor 2010 wordt op basis van de bijgestelde prognoses een nadelig resultaat verwacht van ca Dit is een positief verschil van ten opzichte van het jaarplan. De verwachting is dat het overgrote deel van de producten en diensten 2010 wordt uitgevoerd. Switchtransactie Ten tijde van het opstellen van de begroting werd nog onderzoek gedaan hoe de switchtransacties van het waterschap en de SNB het beste financieel verwerkt konden worden. Op basis van berekeningen van een onafhankelijk bureau is besloten dat het waterschap per 31 december 2009 geen voorziening hoeft te vormen. De opbrengsten van de switchtransactie worden gepassiveerd. Deze methodiek is met terugwerkende kracht (2008) ingevoerd. De SNB heeft wel een voorziening moeten treffen, waaraan ons waterschap in 2009 voor 4,9 miljoen moet bijdragen. Deze bijdrage is in de jaarrekening 2009 verwerkt. Het risico op de portfolio wordt continue beoordeeld. Op basis van de huidige omstandigheden is het risicoprofiel in juli te kwalificeren als onveranderd met een licht positieve toekomstverwachting. In de risicoparagraaf wordt nader ingegaan op de switchtransacties. Accent op kerntaken Het waterschap spitst werkzaamheden en uitgaven meer toe op de kerntaken. Veilig en betrouwbaar. Het op orde brengen en houden van waterkeringen, waterlopen en afvalwaterzuiveringsinstallaties is van belang voor de veiligheid en de volksgezondheid. Het waterschap geeft de kerntaken daarom de hoogste prioriteit. Actief inspelen op klimaatverandering Het bestuur wil zich actief voorbereiden op de waarschijnlijke gevolgen voor het waterbeheer, zoals meer overtollig water en minder zoet water. Het waterschap wil oplossingen waar mogelijk (en betaalbaar) koppelen aan kansen voor recreatie, landbouw, natuur en beleving voor burgers. Kritisch tegenover bijkomende taken Het werkterrein van het waterschap is de laatste jaren verbreed met nieuwe activiteiten, zoals het stimuleren van recreatie. Dit zijn geen kerntaken en daarom weegt het bestuur deze activiteiten steeds kritisch af. Betaalbare ambitie Het waterschap heeft de afgelopen jaren nieuwe taken en wettelijke verplichtingen op zich af zien komen, zoals de implementatie van Kaderrichtlijn Water en het grondwaterbeheer. Beperkte lastenstijging In het bestuursprogramma heeft het waterschap gesteld dat de lastenstijging beperkt blijft tot gemiddeld 2% per jaar. Externe financieringsbronnen en samenwerking Besluiten over projecten laat het bestuur meer afhangen van bijdragen uit externe financieringsbronnen, zoals bijdragen of subsidies van de EU, het Rijk en de provincie. Actief in samenwerking Als onderdeel van Actie Storm houden de Brabantse waterschappen de onderlinge samenwerking tegen het licht. Zij onderzoeken op welke terreinen en op welke manieren intensievere samenwerking tot efficiencyvoordelen kan leiden. Implementatie nieuwe wet- en regelgeving Begin 2010 is er veel veranderd in de wet- en regelgeving: de nieuwe Waterwet en de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen zijn in werking getreden en medio 2010 wordt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht. Ook is in december 2009 de nieuwe keur in werking getreden. In 2010 stelt het Rijk een aantal nieuwe Algemene 4

64 maatregelen van bestuur vast, onder meer over kwaliteitsdoelstellingen voor oppervlaktewater. Het waterschap zal daarna de beleidsregel Toepassing Waterwet en keur moeten aanpassen. In 2010 gaat tevens de implementatie van de KRW de tweede fase in. Spoedwet Doelmatig waterbeheer Het Ministerie van Verkeer & Waterstaat heeft een spoedwet in procedure gebracht om de overdracht van de muskusrattenbestrijding en de financiële bijdrage van de waterschappen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma alsnog voor 1 januari 2011 te regelen. Indien de spoedwet tijdig wordt vastgesteld, levert dit extra lasten op voor de waterschapsbegroting Op dit moment wordt gewerkt aan scenario s voor de verwerking van deze lasten in de begroting 2011 en volgende jaren. Budgetbeheer en -prognose Naar aanleiding van het verschil tussen managementletter 3 van 2009 en de jaarrekening 2009 wordt het budgetbeheer in de organisatie tegen het licht gehouden en worden verbeteringen doorgevoerd. Op basis van interviews heeft de projectgroep budgetbeheer een aantal conclusies en aanbevelingen opgesteld die door het MT en DB zijn overgenomen. De negen belangrijkste aanbevelingen worden de komende maanden verder uitgewerkt en geïmplementeerd. Hierbij zal zoveel mogelijk aangehaakt worden bij het intensieve opleidings- en verandertraject dat in het najaar van 2010 start in het kader van het GAS-project. 5

65 2. Belangrijke ontwikkelingen per programmaplan Programma : Planvorming Programmabeheerder : Meuleman A. Doelstelling Doelstelling product Het waterschap draagt integraal zorg voor voldoende oppervlaktewaterkwaliteit en veiligheid tegen overstroming en het duurzaam en betrouwbaar zuiveren van afvalwater. Het programma Planvorming omvat alle beleids- en planvorming binnen het watersysteem en de waterketen, die daartoe noodzakelijk zijn. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Zoetwatervoorziening Komen tot een keuze voor een alternatieve zoetwatervoorziening voor West- Brabant. Waterberging Komen tot voorstellen om de gevolgen van waterberging in de delta te compenseren of mitigeren. Overstromingsrisico s Europese Richtlijn Overstromingsrisico s implementeren in de periode Overdracht grondwaterbeheer Klimaatstrategie Afvalwaterakkoorden Visie waterketen Watersysteem op orde Waterkeringen Regionale uitwerking waterthema s Als gevolg van de nieuwe Waterwet neemt het waterschap op het gebied van het grondwaterbeheer de taken (gedeeltelijk) over van de provincie. Klimaatstrategie opstellen met aandacht voor wateraanvoer, wateroverlast en droogte. Met alle gemeenten afvalwaterakkoorden afsluiten en de samenwerking met gemeenten intensiveren. Heldere visie opstellen over samenwerken in de keten en starten met de uitvoering ervan. De basis wordt gevormd door de afspraken tussen Unie en VNG over samenwerking in de keten. Normen en kaders formuleren voor de doelstelling Watersysteem op orde in 2015, en rapporteren over de voortgang in zowel stedelijk als het landelijk gebied. Normen en kaders formuleren voor het op orde hebben van de waterkeringen in De regionale uitwerking van waterthema's als KRW, Structuurvisie West Brabant, OAS studies, stedelijke wateropgave, waterberging, GGOR, EVZ s en natte natuurparels wordt voortgezet. 6

66 Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE) Zoetwatervoorziening Waterberging Waterketen en afvalwaterakkoorden Overdracht grondwaterbeheer Waterkeringen Klimaatstrategie Regionale uitwerking waterthemas Het waterschap participeert in de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta. Het vaststellen van het Uitvoeringsprogramma is uitgesteld tot medio Er wordt goede voortgang geboekt met betrekking tot de uitwerking van onze speerpunten: Alternatieve wateraanvoer: er wordt binnenkort beslist over het in de MER op te nemen voorkeursalternatief. De voorbereiding van een project voor de alternatieve zoetwateraanvoer volgens de SNIP3 aanpak is gestart en waarin ons waterschap participeert. Binnenkort wordt het uitvoeringskrediet aangevraagd. De MER gaat in 2011 de inspraak in. Opstellen van toekomstscenario s voor Binnenschelde en Markiezaatsmeer met partners Uitwerking Water uit de Wal en inzet effluent Bath. Bij dat laatste speerpunt blijkt inzet van effluent lastig vanwege geringe acceptatie. Het waterschap participeert in de Planstudie waterberging. Het waterschap heeft in 2009 gereageerd op de inspraaknota. Er wordt binnenkort beslist over het in de MER op te nemen voorkeursalternatief. Vervolgens wordt een project volgens de SNIP3 aanpak gestart waarin ons waterschap participeert. De MER gaat in 2011 de inspraak in. De consequenties van het Nationaal Bestuursakkoord Water en samenwerken in de waterketen worden uitgewerkt in een visie waterketen. Het gezamenlijk uitvoeren van OAS studies en het sluiten van afvalwaterakkoorden met de inliggende gemeenten wordt voortgezet. Het opstellen van de waterketenvisie ligt op schema en nadert zijn afronding. De tweede helft van 2010 zal in het teken staan van nadere uitwerking voor ons eigen beheergebied van de Stormafspraken tussen VNG en Unie. De OAS studies hebben geruime tijd stil gelegen vanwege onduidelijkheden over het verharde oppervlak. Inmiddels is hierop beleid vastgesteld en zijn de studies weer opgestart. Implementatie overdracht taken grondwaterbeheer in bedrijfsvoering waterschap. Het grondwaterbeheer is inmiddels overgedragen. Aanvullend beleid wordt gemaakt met betrekking tot beregening uit grondwater. De nulmeting moet nog uitgevoerd worden. De ZLTO wil zo zuinig mogelijk omgaan met grondwater; het waterschap draagt bij aan een vooronderzoek naar een digitaal hulpmiddel voor boeren om de beslissing of ze gaan beregenen te ondersteunen (high-tech beregenen op maat). Na vaststelling van normen van regionale keringen, zal vanaf 2010 een traject gestart worden voor aanpassing van de keringen waar nodig. Het is onzeker of het vaststellen van de Beleidsregel Hoogtecriteria inclusief inspraak in 2010 kan worden afgerond omdat de maatgevende hoogwaterstanden (mhw's) ook nodig zijn voor de beleidsregel en deze worden momenteel door de provincie en waterschappen berekend. Verwachting is dat deze na de zomer beschikbaar zijn. Het project klimaatstrategie zal in 2010 gestart worden, met name gericht op de aspecten veiligheid tegen overstroming en voldoende beschikbaarheid van water. Daarnaast zal geparticipeerd worden in diverse kennisinitiatieven (o.a. Adaptatieprogramma Ruimte en Klimaat (ARK), Kennis voor Klimaat (KvK). Dit project zal in het najaar van 2010 worden opgestart. Realisatie Blauwgroene Structuurvisie West-Brabant en actief relatiebeheer met gemeentelijke, regionale en landelijke partners ( ). 7

67 Verhouding Rijkwaterschappen Overstromingsrisicos De eerste maanden van 2010 is gewerkt aan evaluatie en het opzetten en houden van de nieuwe serie Bestuurlijke overleggen met gemeenten. Procesgang en rol en taak van de strategisch relatie manager zijn verduidelijkt, mede naar aanleiding van een thema MT en thema DB. Met andere waterschappen en de Unie wordt contact opgenomen om te leren van ervaringen elders. Opnieuw werven voor de tweede strategisch relatiemanager is gestart. Naar aanleiding van de actie Storm zijn er concept overeenkomsten met VNG en met Rijk gesloten. Vanuit planvorming wordt actief bijgedragen aan de inbreng van het waterschap. Na vaststelling van de Europese Richtlijn Overstromingsrisico s zal gestart worden met de implementatie. De wijze van implementatie is nog niet duidelijk. Hierover zijn nog gesprekken tussen Unie, IPO en Rijk. Geld Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Prognose marap 3 Totaal netto kosten Toelichting Geld De kapitaallasten zijn lager dan begroot door vertraagde oplevering van enkele OAS-projecten. Door herberekening van de afdelingskosten en overige doorberekeningen vallen deze lager uit dan de begroting. Conclusie Alle doelstellingen worden op dit moment opgepakt. De meeste activiteiten vinden plaats conform planning. De bestedingen blijven binnen de begroting. 8

68

69 Programmaplan Aanleg en onderhoud keringen Programmabeheerder: Meuleman A. Doelstelling Doelstelling product Het verwerven, aanleggen en op basis van de beheerinstrumenten inspecteren, monitoren en onderhouden, handhaven en bewaken van de primaire, regionale en overige waterkeringen, inclusief de kunstwerken, zodat de veiligheid van de laaggelegen delen van het beheergebied wordt gewaarborgd. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke normen, eisen en randvoorwaarden. Ook wordt invulling gegeven aan de door het waterschap gedefinieerde brede kijk. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Normering regionale waterkeringen Toetsing en beheer primaire keringen Waterberging Volkerak- Zoommeer Uitwerking toetsing en eventuele aanpassing van regionale keringen na vaststelling normering door bevoegd gezag. Uitvoering wettelijk verplichte 3 e ronde toetsing van de primaire keringen Optimalisatie beheer primaire keringen Voorkomen van negatieve effecten van waterberging in het Volkerak- Zoommeer voor het beheergebied van het waterschap. Vaststellen legger Het vaststellen van de legger behorende bij de dijkkring 34 categorie A. Overdracht keringen Rijkswaterstaat Dijkverbeteringen Realisatie overdracht van keringen van Rijkswaterstaat langs de diverse kanalen (Afwateringskanaal s Hertogenbosch-Drongelen, Wilhelminakanaal). Het doorvoeren van dijkverbeteringen daar waar dat noodzakelijk is. Het betreft onder meer Overdiepse Polder (Ruimte voor de rivier) en dijkring 35 Amer-Donge. Deze projecten worden gefinancierd door het Rijk. Beheerregister waterkeringen Data voldoen aan kwaliteitscriteria (gebiedsdekkend, compleet (minimale dataset) en actueel (jonger dan 10 jaar). Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE) Normering regionale waterkeringen Toetsing primaire keringen Waterberging Volkerak- Zoommeer Vaststellen legger Het in procedure (ter inspraak leggen) brengen van de werknormen. Het project zal in de 2 e helft van 2010 starten. Uitvoering wettelijk verplichte 3e ronde toetsing van de primaire keringen. Participatie in het landelijke project VNK. Dit project voert risico-analyses uit om te kunnen bepalen wat daadwerkelijke risico s zijn van overstromingen. Het concept veiligheidstoetsing (3e) is opgestuurd naar de Provincie. De bestuurlijke route is ingezet. Conform planning zal de definitieve rapportage in september aan de provincie worden aangeboden. Het inzichtelijk maken van de mogelijke gevolgen van waterberging in het Volkerak-Zoommeer voor het beheergebied en onderzoeken effectiviteit mitigerende maatregelen. De gevolgen van de waterberging (circa 2 meter stijging) zijn inzichtelijk gemaakt. De waterkering blijkt onvoldoende sterk (bekleding en stabiliteit) bij een dergelijke stijging. Er zijn dus maatregelen nodig om de waterberging alsnog mogelijk te maken. Het volgen van de vaststellingsprocedure en het ter inspraak leggen van de legger. 9

70 Overdracht keringen Rijkswaterstaat Dijkverbeteringen Beheerregister waterkeringen De productie van leggers loopt conform planning. Primaire keringen: de bestuursroute voor de leggers voor dijkring 34, categorie A is gestart en voor dijkring 34A categorie A start de bestuursroute derde kwartaal Beide worden dit jaar vastgesteld. De bestuursroute voor de laatste legger, voor dijkring 34 categorie C start waarschijnlijk in het vierde kwartaal De legger voor de compartimenteringkeringen en die voor voorliggende keringen worden in 2010 vastgesteld. Opstellen van de legger voor boezemkeringen gebeurt in 2010, vaststelling vindt plaats in Met het beheer van de leggers is een start gemaakt. Het proces van het beheer zal worden geborgd in het KAM-systeem van het waterschap. Vastgestelde leggers zullen vervolgens conform dat proces in beheer worden genomen. Vaststellen voorwaarden overdracht op basis van veldtoetsing en starten gesprekken overdracht. De overdracht van de keringen langs het Wilhelminakanaal is in voorbereiding. Als onderdeel van het programma Ruimte voor de Rivier dijkverbeteringen uitvoeren bij de Overdiepse polder en de Dijkkring 35 Amer-Donge. De uitvoering van genoemde projecten verloopt conform planning. Voor de Overdiepsepolder is inmiddels een onderhoudsplan opgesteld. Voor dijkring 35 Amer-Donge zal getracht worden voor 1 november een meerjaren onderhoudsprogramma aan de hand van het vastgestelde AOWW op te stellen voor de delen welke in onderhoud zijn bij het waterschap. Voor de overige delen welke niet in eigendom zijn van het waterschap geldt de huidige keur en beleid. Hier ligt een taak voor de afdelingen Beheer en Bediening en Vergunningverlening en Handhaving. Data voldoen aan kwaliteitscriteria (gebiedsdekkend, compleet en actueel) (compleet is minimale dataset) (actueel is jonger dan 10 jaar). De vervroegde aanschaf van de AHN2 met bijbehorende software is zeer effectief gebleken. Door dit innovatief werkproces is een grote besparing aan landmeetkundige metingen bewerkstelligd. Van alle keringen is om de 100 meter een profiel van de huidige situatie te raadplegen en waar nodig kan deze op elke willekeurige plek worden gegenereerd met hoge nauwkeurigheid. De werkzaamheden om de data op orde te krijgen verlopen naar verwachting. Geld Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Prognose marap 3 Totaal netto kosten Toelichting Geld Het overschot is ontstaan doordat de inbreng van afdelingen Kennis & Advies en Ontwerp & Realisatie met betrekking tot de legger geringer is dan oorspronkelijk verwacht. Conclusie Alle doelstellingen worden op dit moment opgepakt. Door een hogere inzet op achterstallig onderhoud waterkeringen (zie ook jaarrekening 2009) wordt er op enkele onderdelen een overschrijding verwacht. Dit wordt binnen het beleidsveld gecompenseerd, zodat op beleidsveldniveau geen overschrijding zal plaatsvinden. 10

71 Programma : Inrichting onderhoud watersystemen Programmabeheerder : Meuleman A. Doelstelling Doelstelling product Het tot stand brengen, aanpassen, vernieuwen, monitoren, inspecteren, peilen, onderhouden en het van derden overnemen van natte infrastructuur (inclusief bodem, taluds, oevers en kunstwerken). De uitvoering van deze taak zorgt ervoor dat water altijd zodanig aangevoerd en/of afgevoerd wordt dat het aan het doorstroomprofiel en bergingsvermogen van de waterlopen voldoet. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Duurzaam watersysteem Realisatie bestuurlijke afspraken 2 e Bestuursovereenkomst en KRW Muskusrattenbestrijding Grondwaterbeheer Een duurzaam watersysteem tot stand brengen door gedifferentieerde aanpak van beheer en onderhoud, waaronder ook baggeren ten behoeve van de afvoercapaciteit en de waterkwaliteit. Doelrealisatie wordt conform het bestuursprogramma uitgevoerd. Muskusrattenvangst inpassen in de activiteiten van het waterschap en hierover afspraken maken met de provincie en de Brabantse waterschappen. Grondwaterbeheer inpassen in de bedrijfsvoering van het waterschap en eventueel het grondwaterbeleid evalueren. Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE) Duurzaam watersysteem Waterbodembeheerplan inclusief meerjarenbaggerprogramma actualiseren. Peilbesluiten Bedieningsplan Peilbeheer Algemeen onderhoudsplan Het in 2005 opgestelde waterbodembeheerplan wordt herzien door de afdeling Bediening en Beheer. Gereed: 2e helft Met name zal ook aandacht worden besteed aan een gedegen planmatige opzet van baggerwerken in stedelijke gebieden. Door de afdeling onderhoud wordt momenteel op basis van reeds bestaande Investeringsplannen een uitvoeringsprogramma opgesteld voor baggerwerken aan vaarwegen en stedelijke/landelijke wateren. Diverse wateren zullen in het najaar van 2010 gebaggerd worden (o.a. s Gravenmoerse vaart). Nieuwe peilbesluiten opstellen en bestaande actualiseren. Het opstellen van de peilbesluiten ligt op schema. Die voor Oosterhout/Waalwijk en peilbesluit Etten-Leur/Breda zijn inmiddels vastgesteld. Peilbesluit Steenbergen is in inspraak, vaststelling is voorzien in juli De vaststelling van de drie concept peilbesluiten Moerdijk, Halderberge en Gat van de Ham is gestart, dit ligt op het kritisch pad en is voorzien in het AB van december In de Kadernota 2010 is geld gereserveerd (IP 99020) voor uitvoeringsmaatregelen; het uitvoeringskrediet wordt binnenkort aangevraagd. Met het opzetten van het beheerproces voor de peilbesluiten is gestart. De aanpak wordt geborgd in het KAM systeem van het waterschap. Bedieningsplan voor kunstwerken opstellen, om het waterbeheer op korte termijn beter voor te bereiden op veranderende omstandigheden en wateroverlast verder te beperken. Naar verwachting zal dit in het 4 e kwartaal plaatsvinden, afronding in het 1 e kwartaal van Een centrale bedieningskamer ontwerpen voor het dynamisch peilbeheer en inzetten op automatisering. De contouren van de verkeerstoren worden in 2010 duidelijk. Doelstelling is om via een centrale, geautomatiseerde aansturing van kunstwerken het waterbeheer verder te optimaliseren. Ambitie is om in 2011 een eerste versie te hebben. Algemeen onderhoudsplan Waterkeringen en Waterlopen uitvoeren, evalueren en indien noodzakelijk aanpassen (incl. meerjareninvesteringsplan onderhoud). 11

72 Bestrijden van exoten Grondwater Deltawaterlab en Aquon Het 3 jarig onderhoudbestek watergangen is geëvalueerd en zal op details worden bijgesteld. Voor groenelementen en vaarwegen wordt dit jaar een onderhoudsprogramma opgesteld. Strategie ontwikkelen voor het bestrijden van exoten. Er loopt een interregproject bestrijding exoten (WBD is specifiek betrokken bij casus grote waternavel) en in augustus is er een lezing bijgewoond over 'Biologische bestrijding van Invasieve Exoten. Watersysteem en grondgebruik op elkaar afstemmen, wateroverlast terugbrengen tot een acceptabel niveau en GGOR realiseren in zowel AHS als EHS. In de loop van 2010 zijn peilbesluiten opgesteld waarin de relatie grondwater oppervlaktewater verder wordt geoptimaliseerd. Samenwerking met en dienstverlening door Deltawaterlab (DWL) optimaliseren. Voorbereiden van de verdere opschaling van DWL met andere waterschapslaboratoria tot Aquon. De dienstverlening van DWL verloopt veel beter dan maanden geleden. De contacten zijn goed. Er is een dienstverleningsovereenkomst gesloten. Deze heeft tevens geleid tot verdere stroomlijning van processen binnen WBD. Uit de cijfers van DWL blijkt zich een forse overschrijding van de begroting a.g.v. een tegenvallende Europese aanbesteding hydrobiologisch werk. Specificatie hiervan volgt in ML3. De opschaling naar Aquon loopt. Coordinatoren van de 7 deelnemende waterschappen kunnen elkaar inmiddels goed vinden. Aangestuurd door de coordinatoren zijn klantenpanels georganiseerd waarin inhoudelijk deskundigen van de waterschappenhebben gekeken naar verschillende analyse diensten van het nieuwe Aquon: wat moet op welke manier en waarom. Er vinden goede discussies plaats over de verschillen in aanpak die zichtbaar zijn per waterschap. Aquon zal leiden tot meer standaardisatie. De werkprocessen van WBD moeten hier - in meer of minder mate - op aangepast worden. Aan deze standaardisatie zullen mensen vervolgens moeten wennen. Dat gaat nog de nodige tijd en energie vergen. Prestatie indicatoren Aantal verwerkte mutaties in de legger (aantal) Jaarplan 2010 Gerealiseerd t/m Marap 2 Prognose Marap Geld Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Prognose marap 3 Totaal netto kosten Toelichting Geld Afdeling onderhoud heeft op dit beleidsveld uren naar beneden bijgesteld op basis van onderbezetting van de afdeling onderhoud en beschikbaarheid van capaciteit op inzet onderhoud actieve kunstwerken vanuit de afdeling techniek en onderhoud. Het onderhoud wordt d.m.v. een onderhoudscontract uitgevoerd c.q. opgevangen. Op de kapitaallasten zit een voordelig verschil van ,-. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een lagere omslagrente ( ), het uitstellen van de afronding van het project 6273 baggerwerk regio West naar december 2010 ( ,-) en het doorschuiven van de investeringen uit het waterbodembeheersplan naar 2010 ( ,-). 12

73 Conclusie De nadruk in 2010 ligt op het realiseren van producten zoals het planmatig onderhoud van het watersysteem (o.a. baggeren, maaien), het uitvoeren van maatregelen ten behoeve van het peilbeheer en het actualiseren van beheernota s (o.a. waterbodembeheersplan, Algemeen Onderhoudsplan Waterlopen en Waterkeringen). Deze activiteiten zijn conform planning in het eerste kwartaal gestart en worden naar verwachting in 2010 afgerond. Alle doelstellingen worden op dit moment opgepakt. De bestedingen zullen binnen de begroting blijven. 13

74

75 Programmaplan 4000 Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken Programmabeheerder: Rijn van A. Doelstelling Doelstelling product Dit programma bevat de werkzaamheden die het waterschap verricht om het afvalwater aan te voeren (influent), te zuiveren en af te voeren (effluent), alsmede het bij het zuiveringsproces vrijgekomen slib ontwateren, bufferen, bewerken en geschikt maken voor afzet naar SNB. Eveneens behoren tot dit Programma de zogezeten WVO-heffing effluent, subsidies afhaakproblematiek en beheer en onderhoud van IBA-inrichtingen. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Voldoen aan de lozingseisen Voldoen aan wet- en regelgeving Invulling geven aan Zuiveren met ambitie De visie op de zuiveringstaak zoals verwoord in de nota Zuiveren met ambitie luidt: De zuiveringstaak wordt op een maatschappelijk verantwoorde manier uitgevoerd, waarbij duurzaamheid en betrouwbaarheid voorop staan bij het vervullen van de verplichtingen. En waar dit bevorderend is voor de effectiviteit en efficiëntie in samenwerking met de partners van het waterschap. Uitgangspunt bij het uitvoeren van de zuiveringstaak is dat de resultaten moeten voldoen aan interne en externe normen en het handelen moet voldoen aan wet- en regelgeving. Bij zuiveren met ambitie gaat het om kringloopsluiting, energiebesparing, innovatie en samenwerking. Ook in 2010 zal nader invulling worden gegeven de geschetste ambities. De voortgang zal worden bewaakt en periodiek gerapporteerd. Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE) Voldoen aan de lozingseisen Nalevingspercentage lozingseisen Voldoen aan de afnameverplichting Zuiveringsprestatie Energiebesparing Kringloopsluiting Het kengetal Voldoen aan de lozingseisen geeft aan of de rwzi s hebben voldaan aan de individuele lozingseisen. Indien een rwzi voor één parameter niet aan de voorschriften uit de WVO-vergunning voldoet, voldoet de rwzi het gehele jaar niet aan de lozingseisen. (Zie prestatie-indicator) Het nalevingspercentage geeft aan in welke mate wordt voldaan aan de lozingseisen uit het lozingsbesluit stedelijk afvalwater. In tegenstelling tot de absolute toets van het vorige kengetal gaat het hier om het aantal bemonsteringen met een overschrijding ten opzichte van het totale aantal bemonsteringen. (Zie prestatie-indicator) Het kengetal Voldoen aan de afnameverplichting geeft aan in hoeverre de transportcapaciteit van de gemalen is afgestemd op de met de gemeenten overeengekomen verplichting voor afname van afvalwater. (Zie prestatieindicator) De zuiveringsprestatie is een overall parameter voor het presteren van de rwzi s. Het is een combinatie van stikstofverwijdering, fosfaatverwijdering en CZV-verwijdering. (Zie prestatie-indicator) Met het ministerie van Economische zaken is een meerjarenafspraak m.b.t. energiebesparing gemaakt (MJA-3). Dit jaar wordt een eerste MJA-3 monitoring uitgevoerd over het jaar In 2010 wordt een nieuwe poging gedaan fosfaat terug te winnen middels het slibspoor dat via SNB en Thermfos loopt. Om technologische redenen kan er nog geen fosfaat via dit spoor teruggewonnen worden. 14

76 Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE) Innovatie en samenwerking SNB en Brabantse Delta doen samen een onderzoek inzake zuivering afvalwater SNB. Fuzzyfilter Nieuw Vossemeer: Op dit moment wordt de technische en economische haalbaarheid van het Fuzzy Filter onderzocht door de interne en externe partijen. De uitkomsten van het onderzoek zullen gebruikt worden om verdere KRW-maatregelen voor ons waterschap te gaan benoemen. Als de proefinstallatie op rwzi Nieuw-Vossemeer voldoende resultaten geeft, wordt deze medio 2010 omgebouwd naar een definitieve installatie. Het uitvoeren van benchmark activiteiten met bedrijfsleven geeft inzicht in activiteiten. Prestatie indicatoren Jaarplan 2010 Gerealiseerd t/m marap 2 Jaarprognose 2010 Voldoen aan de lozingseisen (WVO-vergunning) (%) 100,0% *88,7% *90,0% Nalevingspercentage lozingseisen (%)* 100,0% *98,4% *98,0% Voldoen aan de afnameverplichting (%) 90,3% **89,0% **90,3% Zuiveringsprestatie (%) 81,1% ***81,4% ***81,9% Stikstofverwijderings-rendement (%) 77,0% ***76,7% ***78,0% Fosfaatverwijderings-rendement (%) 76,2% ****77,9% ****76,2% CZV-verwijderingsrendement (%) 90,0% ****89,6% ****90,0% Toelichting Prestatie indicatoren De bovenstaande prestatie indicatoren laten op hoofdlijnen zien of aan interne en externe normen en aan weten regelgeving wordt voldaan. * Het streven is er om voor de volle 100% te voldoen aan wet en regelgeving. Door overschrijdingen op de rwzi Dongemond (fosfaat) en de rwzi Bath (mogelijk slibuitspoeling) moet de prognose worden bijgesteld naar 90%. ** Dit cijfer wordt -vanwege de complexiteit- maar 1 keer per jaar doorgerekend. Het geplande/geprognoticeerde cijfer is gebaseerd op de realisatie van de diverse (hydraulische) projecten op einde Het gerealiseerde cijfer van 89% is gebaseerd op peildatum en is rechtstreeks herleid uit het jaarverslag. *** Bij de realisatie gaat het om het cijfer van de eerste 6 maanden (niet voortschrijdend). Gezien de uitstekende resultaten op half-jaarbasis wordt de prognose naar boven bijgesteld. **** Op basis van realisatie eerste halfjaar. 15

77 Geld Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Prognose marap 3 Totaal netto kosten Toelichting Geld Totaal directe kosten: Als belangrijkste verschillen kunnen genoemd worden: Door toename van het aanbod vervuilingseenheden ten opzichte van marap 1, met betrekking tot Tilburg- Noord, nemen de kosten voor zuiveren door De Dommel per saldo nog maar af met ,-; Door overheveling van het passieve waterkwaliteitsbeheer, bij wet per , naar het watersysteembeheer wordt een nieuw verrekentarief voor het zuiveren van het afvalwater uit Tilburg-West vastgesteld. Hierdoor zal er een extra bijdrage aan De Dommel verschuldigd zijn over 2010 van in totaal De gemeenschappelijke regeling met de Dommel wordt aangepast. Hogere onderhoudskosten a.g.v. noodzakelijke reparaties, per saldo, Onder andere voor: harkrooster Halsteren ( ), ringleiding Bath ( ) en noodreparatie pomp AWP Roosendaal ( ). Op basis van de beschikbare informatie (slibproductie en tariefstelling SNB) wordt op de kosten aan SNB een overschot verwacht van , hierin is ook de gedeeltelijke verkoop in het 1 e kwartaal 2010 van het aandelen pakket opgenomen i.v.m. toetreding van de Zeeuwse waterschappen. Afname van de kosten voor chemicaliën, per saldo Daarnaast zijn hogere kosten te melden op de verontreinigingsheffing Rijk ( ), verbruik van brandstoffen ( ) en transport- en slibkosten slib ( ) Totaal indirecte kosten: Op de afdelingskosten zijn de (nog) niet ingevulde vacatures gecorrigeerd, hetgeen een voordeel van bijna oplevert, dit voordeel wordt teniet gedaan door doorberekeningen vanuit andere organisatieonderdelen. De kapitaallasten vallen lager uit. Dit verschil bestaat uit aan lagere omslagrente, aan niet gestarte projecten en aan overige oorzaken, waaronder een daling van de kapitaallasten als gevolg van verkoop aandelen. Conclusie In marap 1 kon nog een positief voordeel gemeld worden van bijna ,-. In marap 2 moet er voor dit beleidsveld een overschot gemeld worden van ,-. Het verschil tussen marap 1 en marap 2 wordt o.a. veroorzaakt door bijdrage aan De Dommel. In de begroting en marap 1 is nog uitgegaan dat het waterschap 85% van het Dommel tarief zou terugbetalen voor het zuiveren van het gedeelte Tilburg West. In marap 2 is vooruitlopend op de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling rekening gehouden terugbetaling van 100% van het Dommel tarief ( ). Tegenover deze uitgave staat een zuiveringsheffingsinkomst van Door uitstel van investeringen loopt de kwetsbaarheid en daarmee ook het risico op. Om het risico te beperken wordt een aantal noodzakelijke reparaties uitgevoerd die niet in de begroting waren voorzien, hetgeen in de onderhoudskosten tot uiting komt. 16

78

79 Programma : Inrichting en onderhoud vaarwegen/havens Programmabeheerder : Meuleman A. Doelstelling Doelstelling product Het verwerven, aanleggen en inspecteren, monitoren, onderhouden, handhaven en bewaken van de kaden in het beheergebied. Dit is inclusief de kunstwerken met een waterkwantiteitsfunctie ter voorkoming van wateroverlast en schade in het achterliggende gebied. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Centrale aansturing Baggeren Effect verruiming scheepvaartklasse Beheer en onderhoud havens Centrale aansturing van sluizen en bruggen. Voldoende baggeren om de scheepvaartfunctie mogelijk te maken en te houden. Optimalisatie meerjaren baggerprogramma Nagaan hoe oevers en kades zich ontwikkelen naar aanleiding van de gevolgen van de verruiming van de scheepvaartklasse Onderzoek naar beheer en onderhoud van de havens langs de Mark en de Vliet. Wijze waarop de effecten bereikt worden (HOE) Centrale aansturing Baggeren Effect verruiming scheepvaartklasse Beheer en onderhoud havens Centrale aansturing van sluizen en bruggen. Het opmaken van nieuwe eenduidige werkinstructies. Dit staat gepland voor de 2 e helft van Voldoende baggeren om de scheepvaartfunctie mogelijk te maken en te houden en optimalisatie meerjaren baggerprogramma. In het tweede kwartaal van 2010 worden de jaarlijkse inpeilingen uitgevoerd volgens het monitoringsprogramma, de gegevens zullen in juli beschikbaar zijn. De gegevens van de afgelopen jaren zullen worden verwerkt tot een meerjarenbaggerprogramma. Momenteel is het baggeren van de Roode Vaart in uitvoering. Nagaan hoe oevers en kades zich ontwikkelen naar aanleiding van de gevolgen van de verruiming van de scheepvaartklasse. De inventarisatie van het traject km tot km van de Mark en Dintel is medio februari afgerond en diende als pilot. Zodra de gegevens succesvol in GIS zijn ingevoerd, volgt de gehele inventarisatie. Onderzoek naar beheer en onderhoud van de havens langs de Mark en de Vliet. Inmiddels is een pilot opgestart voor een deel van het Mark-Vlietsysteem op basis waarvan een meerjaren onderhoudsplan wordt gemaakt. 17

80 Geld Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Prognose marap 3 Totaal netto kosten Toelichting Geld Door het doorschuiven van werkzaamheden zoals de reparatie oeververdediging Dintelsas en diverse andere veldwerkzaamheden van 2009 naar 2010 zijn de directe kosten hoger dan begroot.. De kapitaalslasten zijn lager doordat de investering in het baggerproject Mark-Vlietkanaal lager is uitgevallen dan begroot. Per saldo is de prognose lager dan de begroting. Conclusie Door winterse omstandigheden in 2009 en 2010 zijn werkzaamheden in tijd verschoven (o.a. baggeren Roode Vaart). Deze worden in 2010, samen met de voor 2010 overige geplande werkzaamheden, binnen de vastgestelde begroting uitgevoerd. De inhaalslag kan binnen de begroting worden uitgevoerd, omdat de kapitaallasten lager uitvallen dan begroot. 18

81 Programma : Vergunningverlening Programmabeheerder : Meuleman A. Doelstelling Doelstelling product Het door middel van eigen regelgeving en ontheffingverlening in stand houden van veilige waterkeringen, van de water aan -en afvoerfunctie van de oppervlaktewateren en het realiseren van een goed beheer daarvan. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Nieuwe waterwet Implementeren van de nieuwe waterwet en bijbehorende beleidsregels (o.a. watervergunning, grondwatervergunning). Digitale vergunningaanvragen Het implementeren van Landelijke Voorziening Omgevingsloket met als doel om digitale vergunningaanvragen mogelijk te maken. Voorkoming toepassen Wet dwangsom en beroep Het tijdig afgeven / weigeren van vergunningen zodat de Wet Dwangsom en Beroep bij niet tijdig beslissen niet toegepast gaat worden. Wijze waarop de effecten bereikt worden (HOE) Nieuwe Waterwet - opleiding Nieuwe Waterwet - Keur Nieuwe Waterwet - ICT Digitale vergunningaanvragen Voorkoming Wet dwangsom - snelheid Voorkoming Wet dwangsom - effect Het opleiden van de medewerkers zodat zij de nieuwe regelgeving op een juiste manier kunnen toepassen. Opleiding heeft plaatsgevonden (intern en werkende wijs). Aanpassen van de keur. Algemene regels uit de nieuwe wet zijn in de keur verwerkt. Partiële aanpassing Beleidsregel toepassing waterwet en vaststelling van de beleidsregel Hoogtecriteria liggen op schema. Aanpassing van de beleidsregel Waterlopen op orde wordt naar voren gehaald (2010 in plaats van 2011) vanwege de behoefte om afspraken met gemeenten over het onderhoud beter vast te leggen. De ICT systemen dusdanig aanpassen aan de Waterwet zodat toepassing daarvan mogelijk is. Dit traject start in de 2 e helft van Het aanpassen van de benodigde voorzieningen op het gebied van ICT, zodat het mogelijk wordt om digitaal vergunningen aan te vragen. Het is nog niet bekend wanneer het omgevingsloket online is. In de tussentijd draait waterschap Brabantse Delta mee in een landelijk traject voor een tussenoplossing om via een semi-digitaal loket -waarbij dan nog wel uiteindelijk schriftelijk aangevraagd moet worden- het aanvragen te vereenvoudigen. Het sneller tot een beslissing komen door de tijdswinst te benutten die ontstaan is door zowel deregulering als de reorganisatie. De ontstane tijdswinst is beperkt, omdat een melding toch beoordeeld moet worden en de vrijgekomen tijd ook wordt ingezet voor aangevraagde grondwateronttrekkingen. Het bijhouden van het percentage tijdig afgehandelde vergunningen en het effect van deregulering inventariseren om te voorkomen dat de Wet dwangsom en beroep toegepast dient te worden. Het percentage wordt bijgehouden middels de prestatieindicator aantal afgeronde reguleringen. Het effect wordt geïnventariseerd door het aantal afgeronde meldingen bij te houden. Deregulering werkt, want op basis van de nieuwe keur kunnen meer zaken via een melding afgehandeld worden. Tot op heden zijn in het kader van de wet dwangsom geen aanvragen binnengekomen. 19

82 Prestatie indicatoren Jaarplan 2010 Gerealiseerd t/m marap 2 Prognose marap 2 Aantal afgeronde reguleringen (aantal) % Afgeronde procedures * 100,00% 80,00% 90,00% binnen wettelijke termijn (%) Toelichting Prestatie indicatoren Afgeronde reguleringen/ procedures: Productie ligt lager door o.a. onervaren krachten en overschakeling naar Deltadigitaal. De verwachting is wel dat de productie door toename routine zal verhogen. Geld Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Prognose marap 3 Totaal netto kosten Toelichting Geld De afdelingskosten van Plantoetsing en Vergunningen vallen voor dit beleidsveld hoger uit. Door een hogere tijdsbesteding aan keurvergunningen vindt er een verschuiving plaats van 1300 uren van beleidsveld 6501 Beheersing van lozingen, waar de inzet lager is voor stimulering derden aanpak diffuse emissies. Conclusie Alle doelstellingen worden op dit moment opgepakt. Het beleidsveld zal conform jaarplan worden uitgevoerd. Door prioriteit te geven aan het tijdig verlenen van keurvergunningen vindt een lichte overschrijding plaats. De wet dwangsom is tot op heden nog niet toegepast. 20

83 Programma : Beheersing van lozingen Programmabeheerder : Meuleman A. Doelstelling Doelstelling product Het door middel van vergunningverlening, alsmede goedkeuring en stimulering van gemeentelijke rioleringsplannen beheersen van lozingen van afvalwater met het oog op het bereiken of behouden van een goede oppervlaktewaterkwaliteit en de doelmatige werking van zuiveringstechnische werken. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Implementeren WABO voor regulering indirecte lozingen Diffuse bronnen aanpakken Het implementeren van de WABO voor de regulering van indirecte lozingen Het effect van diffuse bronnen breder beperken. Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE) Aanpak diffuse bronnen Implementeren WABO regulering indirecte lozing Door middel van stimulering, educatie en communicatie de aanpak van diffuse emissies voortzetten. Aanvullend aan bestaande subsidieregelingen, wordt in 2010 en 2011 geparticipeerd in een breed opgezette stimuleringsregeling milieu investeringen veehouderijbedrijven om afspoeling van nutriënten van agrarische bedrijven (trekker ZLTO) verder te reduceren. Overige activiteiten hebben in de eerste helft van het jaar minder aandacht gekregen dan gepland. Dit zal in het tweede kwartaal worden opgepakt en ingehaald. Het maken van afspraken met nieuw bevoegd gezag (gemeenten en Provincie) met als doel een zo effectief mogelijk advies binnen gestelde termijnen, het ontzorgen van het betreffende bevoegd gezag en het optimaal benutten van de WABO instrumenten. Afspraken met gemeenten/provincie zijn gemaakt. Nu wordt gewerkt volgens ondertekend DVO of in de geest van het te ondertekenen DVO. Voor alle partijen is het geheel nog wennen. Geld Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Prognose marap 3 Totaal netto kosten Toelichting Geld De afdelingskosten van Plantoetsing en Vergunningen vallen lager uit dan begroot. Door een hogere tijdsbesteding aan keurvergunningen vindt een verschuiving plaats van 1300 uren naar beleidsveld 6001 Vergunningverlening. Conclusie Het Programma blijft binnen de begroting. De aanpak van diffuse bronnen zal meer aandacht krijgen. De implementatie van de WABO wordt doorgezet. 21

84

85 Programmaplan Handhaving Keur (6002) en WVO (6502) Programmabeheerder: Overveld van M.J. Doelstelling Doelstelling product Door middel van handhaving: - het in stand houden en beheren van waterkeringen. - het in stand houden van de water aan- en afvoerfunctie van oppervlaktewateren. - het beheersen van lozingen van afvalwater met als doel een goede oppervlaktewaterkwaliteit en een doelmatige werking van zuiveringstechnische werken. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Implementatie nieuwe wetgeving Invoering van de Waterwet en de Wabo. Het waterschap gaat de capaciteit en kennis m.b.t. toezicht en handhaving van de indirecte lozingen ter beschikking stellen aan gemeenten en provincie. Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE) Implementatie nieuwe wetgeving Waterwet In het kader van de Waterwet is een nieuwe keur opgesteld en wordt de legger geactualiseerd. Dit vormt het juridisch kader voor toezicht en handhaving. Verder wordt door de Waterwet het grondwaterbeheer overgenomen van de provincie. WABO De indirecte lozingen gaan over naar het Omgevingsrecht. Het waterschap gaat het Wabo-bevoegd gezag (gemeente en provincie) hierbij adviseren en ondersteunen in verband met borging van de oppervlaktewaterkwaliteit. De directe lozingen worden in de Waterwet ondergebracht. Projectmatige samenwerking met diverse instanties: bestrijdingsmiddelen (AID), infrastructurele werken A4 (RWS, provincie), luchtwassers agrarische bedrijven (provincie), inspectie op bedrijven die vallen onder het Besluit Risico s Zware Ongevallen (provincie, RWS, AI) en probleembedrijven (UVO). In het MT van 22 juni is de prioritering en professionalisering van handhaving behandeld. Dit zal leiden tot een herziene MT nota gevolgd door een DB en AB besluit. Gestart is met project Handhaving indirecte lozingen. Dit heeft geleid tot een actieprogramma voor De ondertekening van de dienstverleningsovereenkomsten door de gemeenten is merendeels afgerond. Toezichtplan grondwateronttrekkingen is door DB (23 mrt) en NBWB (1 april) vastgesteld. In 2010 wordt ingezet op voorlichting aan de doelgroep. Prestatie indicatoren Handhaven keur Aantal toezichtcontroles (aantal) Jaarplan 2010 Gerealiseerd t/m marap 2 Prognose marap Aantal beschikkingen (aantal) Aantal processen-verbaal (aantal) Aantal repressieve controles (aantal)

86 Toelichting Prestatie indicatoren Aantal toezichtcontroles waterkwantiteit (400 controles jaarplan 2010): Bijstelling prognose (750 controles) i.v.m. een aantal extra controles die bij recidivisten wordt uitgevoerd. Aantal toezichtcontroles waterkering (1.500 controles jaarplan 2010): Controles op de waterkering vinden in het najaar 2010 plaats. Aantal repressieve controles: Jaarprognose is bijgesteld naar meer realistisch niveau. Bij de oorspronkelijk geprognosticeerde aantal controles (1.000) is nog uitgegaan van 100 % schouwvoering. Geld 6002 Handhaven Keur Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Prognose marap 3 Totaal netto kosten Toelichting Geld De overschrijding wordt veroorzaakt door hogere afdelingskosten voor de afdeling handhaving ( ) en hogere kosten van het product interne faciliteiten ( ). Beide als gevolg van een gewijzigde doorbelasting na de verhuizing (fte s in plaats van m2), verder wat kleine posten. Prestatie indicatoren Handhaving WVO Jaarplan 2010 Gerealiseerd t/m marap 2 Prognose marap 2 Aantal toezichtcontroles (aantal) Aantal repressieve controles (aantal) Aantal beschikkingen (aantal) Aantal processen-verbaal (aantal) Toelichting Prestatie indicatoren Aantal aspect toezichtcontroles: Prognose aantal controles bijgesteld n.a.v. Jaarrapportage Geld 6502 Handhaving WVO Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Prognose marap 3 Totaal netto kosten Toelichting Geld De overschrijding wordt veroorzaakt door diverse kleinere verschillen. Conclusie Er wordt op basis van de huidige inzichten uitgegaan van een nadeel van ,-. Een groot deel hiervan wordt veroorzaakt door overschrijdingen op de overige doorberekeningen en de afdelingskosten en na doorberekening van de analysekosten van Delta Waterlab. 23

87 Programma : Heffing en invordering Programmabeheerder : Cantrijn C. Doelstelling Doelstelling product Het programma Heffing en Invordering heeft als doelstelling: het opleggen en invorderen van de waterschapsbelasting in het beheergebied. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Belastingsamenwerking Nieuw belastingsysteem Op dit moment is de Gemeenschappelijke Regeling tussen het waterschap en 5 inliggende gemeenten om te komen tot een gemeenschappelijke belastingorganisatie, met als doel het bevorderen van kwaliteit, efficiency en continuïteit formeel opgericht. In samenwerking met het waterschapshuis wordt een nieuw belastingsysteem ontwikkeld. Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE) Belastingsamenwerking Nieuw belastingsysteem Begin maart 2010 is de formele Gemeenschappelijke Regeling tussen het Waterschap en de gemeenten Oosterhout, Breda, Etten-Leur, Roosendaal en Bergen op Zoom opgericht. Momenteel wordt de organisatie van de GR Belastingsamenwerking West Brabant uitgewerkt. Naar verwachting zullen ook de gemeenten Woensdrecht en Halderberge deelnemer zijn in de GR per De eerdere datum voor de gezamenlijke aanslagoplegging wordt verschoven naar Er wordt afgezien van implementatie bij Waterschap Brabantse Delta. De implementatie van het nieuwe belastingsysteem wordt overgelaten aan de Belastingsamenwerking West-Brabant Prestatie indicatoren Jaarplan 2010 Gerealiseerd t/m marap Prognose Marap 2 Aantal bezwaarschriften Uitspraken op bezwaar- en beroepschriften binnen termijn WVOhuishuish./ingezetenen/ forf.bedrijven Uitspraken op bezwaar- en beroepschriften binnen termijn WVO-overige bedrijven Uitspraken op bezwaar- en beroepschriften binnen termijn gebouwd / ongebouwd 95% 95% 95% 95% 95% 95% 95% 95% 95% Toelichting Prestatie indicatoren Het tweede kohier combi-aanslagen is met dagtekening 28 juni uitgebracht. Over het eerste kohier werden tot op heden circa bezwaarschriften ontvangen. De overige reacties betreffen bezwaren van meet- en tabelbedrijven. Volgens de Wet dwangsom is de behandeltermijn van bezwaren verkort van 19 naar 12 weken. Desalniettemin wordt ingeschat dat het hoge percentage van 95% gerealiseerd gaat worden. 24

88 Geld Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Totaal netto kosten Prognose marap 3 Toelichting Geld De afdeling Belastingen kampt met een overschrijding op het inhuurbudget. Deze inhuur vindt plaats binnen de bestaande formatie en betreft contracten die gesloten zijn op basis van vacatures en die, in verband met de samenwerking, niet ingevuld worden. Door nu hogere kosten te accepteren wordt getracht een beperking van de toekomstige desintegratiekosten te realiseren. Het totaal verwacht tekort voor de rest van het jaar ten opzichte van de begroting wordt nu ingeschat op ,- De eigen vacatureruimte van de afdeling compenseert dit tekort met ,-. Het restant wordt opgevangen binnen het totale P-budget van de organisatie. Conclusie 2010 Staat in het teken van de belastingsamenwerking en het nieuwe belastingsysteem. De belastingsamenwerking verloopt voorspoedig. Helaas blijkt het niet mogelijk het nieuwe belastingsysteem in 2011 in gebruik te nemen. Tot slot betekent de huidige overschrijding nu, straks een vermindering van desintegratiekosten. Omdat de vacatures die nu ingevuld zijn met inhuurkrachten bij de belastingsamenwerking niet ingevuld worden ontstaan hier geen desintegratiekosten. 25

89 Programma : Bestuur en communicatie Programmabeheerder : Stokkom van H. Doelstelling Doelstelling product Bestuur: Het zodanig besturen van het waterschap, dat rechtmatig en integer, doelgericht, doelmatig en meetbaar invulling gegeven wordt aan de wettelijke taak c.q. de organisatiedoelstellingen. Bestuursondersteuning: Het optimaal ondersteunen van bestuurders en bestuursorganen, op grond waarvan bestuurlijke besluitvorming op efficiënte en effectieve wijze tot stand kan komen. Beheer niet reglementaire zaken: Het exploiteren van in principe afstootbare objecten, zaken en samenwerkingsvormen van het waterschap die geen functie (meer) vervullen voor de taken van het waterschap. Externe communicatie: De doelstelling van externe communicatie is substantieel bij te dragen aan het realiseren van de organisatiedoelstellingen door het leveren van specifieke communicatieve expertise. Adequate communicatie is in staat tot duurzame beïnvloeding van kennis, houding en gedrag. Het unieke vermogen van communicatie is van belang voor de relatie met belastingplichtigen en samenwerkingspartners. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Evalueren bestuurlijk functioneren Rekenkamerfunctie De spelregels AB evalueren en waar mogelijk verbeteren. De evaluatie spelregels AB is afgerond en bestuurlijk geagendeerd geweest voor het fractievoorzitterscollectief. De aandachtspunten die hier uit zijn voortgekomen, zijn verwerkt in nieuwe spelregels die inmiddels door het AB zijn besproken en vastgesteld. Uitvoeren onderzoek en waar nodig lering trekken uit de resultaten. Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek door DB De rekenkamercommissie is aan de slag met voorbereidingen, gesprekken etc. waarna zij hun programma voor 2010 (en evt. voor volgende jaren) zullen afronden en communiceren. Opstarten art. 109A onderzoek en op basis van resultaten leren en verbeteren De Uniehandreiking om dit verder invulling te geven is ontvangen. Na afstemming binnen het DB (september) zal dit onderwerp ook op de ABagenda worden geplaatst. Informatievoorziening bestuur Op basis van de behoefte het bestuur voorzien van juiste, tijdige en heldere informatie zodat zij haar rol optimaal kan vervullen Op dit moment wordt voorzien om in opmaat naar de jaarplannen/begroting 2011 zowel intern als bestuurlijk de informatiebehoefte te beoordelen en waar nodig aan te vullen met nieuwe prestatie indicatoren of overige gewenste informatie. Externe communicatie Vorm geven aan nieuwe communicatiestrategie en (pro)actief communiceren met media en omgeving inclusief invulling regionale binding, e-governement, en interactieve beleidsvorming Aan deze punten wordt (voortdurend) gewerkt. Met betrekking tot de communicatiestrategie is er inmiddels een bestuurlijke themasessie geweest als aanloop naar een nieuw communicatiebeleidsplan. Dit zit inmiddels in de bestuurlijk route. 26

90 Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE)aarop de effecten worden bereikt (HOE) Evalueren bestuurlijk functioneren Rekenkamerfunctie Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek door DB Externe communicatie In het bestuursprogramma is afgesproken het bestuurlijk functioneren jaarlijks te evalueren. Eind 2009 begin 2010 heeft dit voor deze bestuursperiode voor de eerste keer uitgevoerd en vervolgens gerapporteerd. In de AB-vergadering van december 2009 is hiervoor een verordening vastgesteld en zijn er afspraken gemaakt over de bemensing en het feitelijk opstarten van de rekenkamercommissie en daarmee rekenkameronderzoeken per Voorjaar 2010 is er in unieverband een handreiking beschikbaar gekomen voor de waterschappen waarmee de waterschappen invulling kunnen gaan geven aan dit in art. 109A van de waterschapswet voorgeschreven onderzoek. Na de zomervakantie wordt dit bestuurlijk geagendeerd. Er wordt een nieuw communicatiebeleidsplan voorbereid wat in het derde kwartaal 2010 bestuurlijk wordt geagendeerd. Na vaststelling zal dat de leidraad zijn voor de communicatiestrategie. Geld Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Totaal netto kosten Prognose marap 3 Toelichting Geldelichting Geld Bijdrage buitenlandbeleid is op basis van de realisatie afgeraamd met ,- De bovenformatieven zaten voor een heel jaar in de salarisbegroting. Deze kosten lopen echter gedeeltelijk af in 2010 en moeten maar tot 1 juni worden betaald. (voordeel: ,-) Door toegenomen huisvestingskosten (oorzaak: meer uren), is de doorbelasting van huisvesting op dit programma overschreden met ,- Resteert een aantal kleinere (voordelige) verschillen op diverse onderdelen. Conclusie Alle doelstellingen zijn of worden opgepakt. Voornamelijk als gevolg van het te hoog begroten van de bovenformatieve medewerkers ontstaat een overschot op de begroting. 27

91 Programma : Dekkingsmiddelen en saldo Programmabeheerder : Cantrijn C. Doelstelling Doelstelling product Dit programma betreft de planning en verantwoording van de dekkingsmiddelen, waaronder dividend, rente en belastingopbrengsten (inclusief kwijtschelding en oninbaarverklaring). 95% van de kosten van het waterschap wordt door belastingopbrengsten gedekt. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Niet van toepassing. Opbrengst Waterschapbelastingen 2010 Opbrengst omslag gebouwd Opbrengst omslag ongebouwd Opbrengst omslag ingezetenen Opbrengst omslag natuurterreinen Opbrengst verontreinigingsheffing Opbrengst zuiveringsheffing bedrijven Opbrengst zuiveringsheffing huishoudens Opbrengst zuiveringsheffing overig Totaal Jaarplan 2010 Mutaties kadernota Mutaties 2 e Marap Jaarprognose Geld Jaarplan 2010 Prognose marap1 Prognose marap 2 Prognose marap 3 Totaal netto kosten Toelichting Geld Totaal jaarplan Programma 9000 bestaat niet alleen uit belastingopbrengsten maar ook uit posten als onvoorzien, dividend e.d..hierdoor sluit de tabel geld niet aan op de tabel opbrengst waterschapsbelastingen. De prognose voor de belastingopbrengst is positief bijgesteld als gevolg van de meeropbrengst door meetbedrijven. Bij marap 2 is uitgegaan van ve n, ten opzichte van ve n bij de begroting en ve n bij de kadernota. Dit bedrag is volledig toe te schrijven aan de grotere lozing in 2010 van een bedrijf te Tilburg waarvan het afvalwater wordt gezuiverd door Waterschap de Dommel conform gemeenschappelijke regeling. Deze toename betreft vervuilingseenheden. Er is een claim op de post onvoorzien gedaan van ten behoeve van de opening van het Hof van Bouvigne. Hierdoor resteert er van de begrote voor onvoorziene uitgaven in Momenteel lopen er twee aanvragen voor beschikkingen op de post onvoorzien, te weten: - een beschikking van voor de kosten van het fusietraject tot de oprichting van laboratoriumorganisatie Aquon - een beschikking van ter dekking van de tijdelijke huisvestingskosten van de afdeling Belastingen aan de Druivenstraat. 28

92 Conclusie Tegenover de hogere belastingopbrengst staat ook een hogere bijdrage aan waterschap de Dommel conform de gemeenschappelijke regeling. Zie hiervoor programma

93 Programmaplan 200 Centraal Management Programmabeheerder: Stokkom van H. Doelstelling Doelstelling product De activiteiten die betrekking hebben op het op centraal niveau leiding geven aan het ambtelijk apparaat alsmede de (secretariële) ondersteuning daarvan. Tot dit product behoren: - activiteiten van management team/directie; - representatie management team/directie; - directe ondersteuning managementteam/directie; - voorbereiding, begeleiding en uitvoering van vergaderingen (management team/directie); Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) (WAT) Optimalisatie bedrijfsvoering Toekomstbestendige inrichting van de bedrijfsvoering en daaraan gekoppeld een passende organisatiestructuur. Dit is een doorlopend aandachtspunt waarbij in 2010 de meeste aandacht uit gaat naar de voorbereiding van de belastingsamenwerking (per ). Effectieve samenwerking met het nieuwe bestuur Het komen tot een effectieve samenwerking en wisselwerking tussen het nieuwe bestuur en de Secretaris-Directeur en het managementteam en de organisatie Dit wordt continue beoordeeld en bijgesteld waar nodig. Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE) Optimalisatie bedrijfsvoering Koppeling bestuur en ambtelijk apparaat Dit blijft een continue aandachtspunt. Indien de belastingsamenwerking met gemeenten definitief door gaat zal beoordeeld worden of en zo ja welk effect dat heeft op de huidige organisatiestructuur. Het besluit tot verdergaande belastingsamenwerking is inmiddels definitief. De belastingheffing gaat per samen maar uiteraard zijn is hiervoor in 2010 en 2011 een gedegen voorbereiding nodig. In 2010 zal ook verder worden beoordeeld wat de effecten voor de waterschapsorganisatie zijn. In het nieuwe bestuursmodel vanaf 2009 is er onder meer gekozen voor het werken met portefeuillehouders binnen het DB. De ondersteuning door de ambtelijke organisatie is daarop aangepast. Voor dit product (centraal management) heeft dit zeker invloed. De Secretaris-Directeur, het MT en de organisatie beoordelen tussentijds in samenspraak met het bestuur wat er nodig is om daarin optimaal te kunnen blijven ondersteunen. Na de aanloopperiode in 2009 heeft dit zich inmiddels goed gezet. Daar waar aandachtspunten zijn worden deze direct opgepakt en vinden waar nodig aanpassingen plaats in de afstemming en werkwijze. Geld Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Prognose marap 3 Totaal netto kosten Conclusie Doordat iets minder uren aan dit product worden doorberekend ontstaat er een klein voordeel t.o.v. het jaarplan Verder geen bijzonderheden in de uitvoering. 30

94

95 Programma 300 Ondersteunende producten sector Middelen Programmabeheerder: Overveld van M.J. Doelstelling Doelstelling product Dit programma is bedoeld om de primaire taken van de organisatie zo soepel en efficiënt mogelijk te kunnen realiseren. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Nieuwe huisvesting & verhuizing Delta Digitaal Implementatie Nationaal Uitvoeringsplan Betere Dienstverlening (andere overheid) Duurzaam inkopen Wat doen we niet (meer)? In voorjaar van 2010 zal het nieuwe kantoorpand betrokken kunnen worden. Dit vergt vanuit de verschillende ondersteunende afdelingen voorbereidingen zowel qua inrichting en beheer van het nieuwe pand alsmede de daadwerkelijke verhuizing naar het pand toe en alle bijkomende aspecten. Ten tijde van de verhuizing zal ook ongeveer het project Delta Digitaal afgerond worden en overgedragen aan de beheerorganisatie. Het daadwerkelijk digitaal werken vergt nog de nodige ondersteuning en aandacht in Burgers en bedrijven vragen om een overheid die snel, efficiënt en klantgericht werkt en niet steeds naar de bekende weg vraagt; dus betere dienstverlening met minder administratieve lasten. Waterschappen hebben zich hieraan gecommitteerd. In 2010 moeten de eerste resultaten zichtbaar zijn. We hebben ons bestuurlijk gecommitteerd om duurzamer te gaan inkopen. In 2010 dient dit duidelijk op de kaart te komen en vanzelfsprekend te worden. In het kader van het bestuursprogramma worden bezuinigingen doorgevoerd op het gebied van: het personeelsblad, activiteiten op het gebied van educatie, recreatie, de belastingcommunicatie, er komen minder open dagen. Personeel zal minder opleidingen kunnen volgen, er wordt kritisch gekeken naar verkoop van verlofuren en overwerk, vergaderingen, jubilea en andere bijeenkomsten (er kan minder). Er kan minder externe expertise en/of advies op de verschillende terreinen worden ingehuurd. Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE) Nieuwe huisvesting & verhuizing Delta Digitaal Implementatie Nationaal Uitvoeringsplan Betere Dienstverlening (andere overheid) Duurzaam inkopen Wat doen we niet (meer)? De verhuizing naar het Hof van Bouvigne is succesvol verlopen. Het pand is per 1 juni door de medewerkers in gebruik genomen. Het project is per 1 april opgeleverd (alle medewerkers getraind en over op de nieuwe digitale Corsa) en overgedragen aan de nieuwe beheersorganisatie (afdelingen DIV en ICT). Openstaande vacatures bij de verder ook nieuwe DIV organisatie en overgedragen activiteiten vergen naast het wennen aan de nieuwe digitale omgeving nog de nodige aandacht in Zonder een goed geoutilleerde beheerorganisatie kan een digitale omgeving niet werken. Er wordt een overkoepeld NUP actieplan, waarin alle activiteiten benoemd worden. Dit is een organisatiebreed project, wat ook organisatiebrede aandacht nodig heeft. Een organisatiebrede projectgroep duurzaam inkopen richt zich op kennis vergroten en verspreiden en borging van duurzaam inkopen in het inkoopproces. Dit doen zij middels het beschikbaar stellen van tools en concrete analyse van de inkooppakketten waarbij duurzaam inkopen snel kan worden ingebed. Parallel hieraan zal er beleid worden opgesteld. Daarnaast zal de afdeling inkoop bij alle aanbestedingen duurzaam inkopen inbrengen tijdens de bestekfase. Op verschillende bezuinigingsuitdagingen zijn inmiddels zaken gerealiseerd binnen de kaders van het bestuursprogramma. Het personeelsblad kent inmiddels een versoberde uitvoering, er is anders gekeken naar de belastingcommunicatie en op inhuur van derden wordt meer kritisch gekeken. Op alle terreinen wordt creativiteit aangeboord om zoveel mogelijk kwaliteitsverlies te beperken. 31

96 Prestatie indicatoren Sector Middelen % ziekteverzuim totaal (incl. zwangerschapsverlof) (%) Jaarplan 2010 Niet bepaald Gerealiseerd t/m marap 2 Prognose marap 2 4,0% 4,3% Geld Jaarplan 2010 Gewijzigd Jaarplan ) Prognose marap 1 Prognose marap 2 Totaal netto kosten Toelichting Geld 1) Er is een wijziging op de begroting doorgevoerd in verband met de muskusrattenbestrijders. Dit is te zien in de kolom gewijzigd jaarplan. De hiernavolgende verschillenanalyse betreft het verschil tussen de prognose en het gewijzigde jaarplan. 2) De besparing op de formatiekosten, verminderd met de kosten van inhuur van personeel, levert een positief resultaat op ten opzichte van de begroting van ca In de begroting is reeds rekening gehouden met de volgende tegenramingen: 6,57 fte blokkering ( ,-) en tijdelijk openstaande vacatures ( ,-). Onderdeel van het positieve resultaat is een voordeel van circa ,- op de pensioenpremies. Deze stijgen voor 2010 minder dan was aangenomen bij het opstellen van de begroting. 3) Er is een tekort op de huisvestingskosten in verband met de tijdelijke huisvesting van de belastingafdelingen van Het DB heeft inmiddels besloten dit te dekken uit de post onvoorzien. 4) De boekwinst in verband met de verkoop van het regiokantoor Ulvenhout van komt, conform het uitgangspunt van de kadernota, ten gunste van de programmaplannen 2000 en 3000 en is daarom niet meegnomen in bovenstaande prognose. De verkoop van regiokantoor s Gravenmoer (boekwinst ca ) is nog helemaal niet verwerkt in de cijfers en wordt meegenomen bij managementletter ) Tegenraming kapitaallasten: In de begroting wordt standaard 30% van nieuw opkomende kapitaallasten tegengeraamd in verband met gemiddeld genomen lagere investeringen en/of latere inbedrijfname van de investeringen in de praktijk. Voor de nieuwbouw Bouvigne wordt de tegenraming niet gerealiseerd, dit levert dit een nadeel van ,- op. 6) De kapitaallasten op de huisvesting zijn ca hoger dan begroot. Dit wordt met name verzaakt doordat in de begroting en marap 1 rekening is gehouden met een datum van ingebruikname voor het Hof van Bouvigne van 1 mei Het nieuwe kantoor is per 1 maart overgedragen aan het waterschap, wat tevens de financiële datum van ingebruikname is geworden. Dit brengt een hogere rente- en afschrijvingslast met zich mee. 7) De nieuwe manier van doorbelasten van de afdelingskosten (op basis van fte s in plaats van m 2 ) levert een nadeel op van ) Diverse kleinere verschillen: voordeel ca Conclusie Er wordt op basis van de huidige inzichten uitgegaan van een per saldo nadelig resultaat ten opzichte van het gewijzigde jaarplan van ,-. 32

97 Programmaplan : Sector Financiën/ICT + programmaplan 600 GEO Programmabeheerder : Cantrijn C Doelstelling Doelstelling product Dit programma is bedoeld om de primaire taken van de organisatie zo soepel en efficiënt mogelijk te kunnen realiseren. Het programma biedt de organisatie continue ondersteuning op het gebied van financiën, geografische informatie en ICT. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Optimalisatie financieel beheer Het bestuur wil de lastenstijging de komende jaren beperkt houden en heeft de ambities in het bestuursprogramma aangepast. Waar mogelijk worden externe financieringsbronnen aangeboord en zal meer samenwerking met externe partners worden gezocht. Een rechtvaardige verdeling van tarieven over de categorieën staat hoog in het vaandel. GAS-systeem De verwachting is dat de begroting 2011 in het nieuwe systeem wordt opgemaakt. Dit betekent dat met name het financiële deel van het systeem uiterlijk 1 mei 2010 gereed moet zijn. De overige onderdelen worden per in bedrijf genomen. Uitvoeren informatieplan In het huidige informatieplan zijn diverse ontwikkelingen voorzien die langzamerhand zich ontvouwen in de praktijk: steeds meer e-diensten op internet, samenwerking met andere overheden en het in Waterschapshuisverband ontwikkelen van informatiesystemen. GEO informatie Het verstrekken van duidelijke en volledig betrouwbare geografische informatie. Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE) Optimalisatie financieel beheer Het Algemeen Bestuur heeft de kadernota vastgesteld in de vergadering 12 juni Het grote verschil tussen de laatste managementsrapportage in 2009 en de jaarrapportage is aanleiding geweest om een werkgroep optimaliseren budgetbeheer in te stellen. Deze werkgroep zal in het 3-de kwartaal een Plan van Aanpak opstellen. Inmiddels zijn diverse inventariserende interviews met productbeheerders en afdelingshoofden gehouden. GAS-systeem De begrotingsmodule is niet per 1 mei 2010 opgeleverd. De begroting wordt daarom op de oude wijze in Excel opgemaakt en later dit jaar in GAS gebracht. Met behulp van het nieuwe systeem zal wel een schaduwbegroting worden opgesteld. De overige modules zijn naar verwachting per 1 januari 2011 operationeel. Vanwege verwachte overschrijding is een aanvullend krediet goedgekeurd in het AB van 21 juli Uitvoeren informatieplan Uitvoering van de diverse grote projecten verlopen als volgt: Belastingen: vertraagd, nu verwacht per Vergunningen/Handhaving: vertraagd, nu verwacht per Deltadigitaal: gereed per GAS: verwacht per Infrastructuur: verwacht per

98 Prestatie indicatoren Aantal geautomatiseerde werkplekken (aantal) Jaarplan 2010 Gerealiseerd t/m marap 2 Prognose marap Waarderingscijfer GEO info 7-7 Toelichting Prestatie indicatoren Toelichting aantal werkplekken: het flexwerkconcept heeft een besparing van 90 werkplekken opgeleverd. Toelichting waarderingscijfer GEO: dit wordt jaarlijks in november onderzocht. Geld Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Prognose Marap 3 Totaal netto kosten Toelichting Geld De prognose valt hoger uit dan begroot. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een hogere en andere doorbelasting van de huisvestingskosten. Conclusie Er zijn geen grote afwijkingen. 34

99 Programmaplan 500 Ondersteunende producten Concernstaf Programmabeheerder: Stokkom van H. Doelstelling Doelstelling product Onder de ondersteunende producten van de concernstaf vallen de producten: Kadernota, Concerncontrol, Concern-KAM (coördinatie Kwaliteit, Arbo en Milieu) en Management en bestuursrapportages. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) In-control zijn en blijven MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) Op basis van de in 2009 ontwikkelde visie, maatregelen nemen die nodig zijn om gezien de huidige organisatie en de (externe)ontwikkelingen in brede zin in control te zijn en te blijven. Vanaf eind 2009 is er extra aandacht en capaciteit op het gebied van juridische controlling en AO-IC waardoor hier extra aandacht naar uit gaat. Verder worden stappen gezet om beter zicht te krijgen op het in control zijn door verdere implementatie van een integraal kwalitetismanagementsysteem. Het op basis van het vastgestelde visie en masterplan MVO verder implementeren van het MVO-denken en doen binnen de organisatie. Inmiddels is de campagne MVO tussen 1000 oren afgerond en geëvalueerd. Ook worden een aantal vervolgthema s benoemd en uitgewerkt. Ook is er op dit moment een mobiliteitsonderzoek in uitvoering. Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE) In-control zijn en blijven MVO Om kwaliteitsmanagement beter te ondersteunen en een bredere invulling te kunnen geven aan proces- en risicomanagement is er een nieuw integraal kwaliteitsmanagement systeem geïmplementeerd. Daarbij wordt de AO/IC (adm. organisatie en interne controle) in een modern en transparant systeem vastgelegd en gevolgd. Daarmee wordt bijvoorbeeld ook het voldoen aan weten regelgeving (waaronder rechtmatigheid) en de invulling van juridische kwaliteitszorg (JKZ) en control beter vastgelegd en geborgd en wordt het uitvoeren van audits ondersteund. Op basis van de opgestelde visie worden prioriteiten/doelstellingen voor de komende jaren benoemd op het terrein van Planning en Control en KAM. Deze worden vanaf 2010 verder opgepakt. Door eerdere vaststelling van een overkoepelende visie en de vertaling naar een Masterplan MVO is de basis voor de komende jaren gelegd. Voor de komende periode ligt de aandacht vooral op het verder concretiseren van de doelstellingen en met name het bevorderen van het MVO-denken en doen binnen de totale organisatie. Geld Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Prognose marap 3 Totaal netto kosten Toelichting Geld Door een iets lager verwachte urenbesteding vanuit de sector watersystemen voor dit onderdeel vallen de afdelingskosten naar verwachting iets lager uit dan in het jaarplan Conclusie Er zijn geen grote afwijkingen. 35

100

101 Programma : Muskusrattenbestrijding Programmabeheerder : A. Meuleman Doelstelling Doelstelling product Het bestrijden van muskus- en beverratten met als doel te voorkomen dan wel minimaliseren van schade aan waterlopen en waterkeringen om zo een bijdrage te leveren aan de veiligheid. Specifieke doelstellingen/beoogde effecten voor de planperiode (WAT) Vangstaantallen Storm Landelijk onderzoek Doel is het voorkomen dan wel minimaliseren van schade aan met name waterkeringen. De Unie heeft richting rijksoverheid aangegeven dat de waterschappen onder voorwaarden bereid zijn de taak muskus-en beverratbestrijding op zich te nemen. Dit wordt uitgevoerd met als doel de bestrijding in kwalitatief opzicht verder te verbeteren (voorkomen dierenleed en bijvangsten) en om de doelmatigheid van de bestrijding verder te optimaliseren. Wijze waarop de effecten worden bereikt (HOE)aarop de effecten worden bereikt (HOE) Vangstaantallen Storm Landelijk onderzoek Gestreefd wordt naar een zo klein mogelijke populatie. Hoe lager de vangstaantallen, des te minder dieren in het veld en des te beter gestalte kan worden gegeven aan het doel van bestrijding. De vangstaantallen muskusratten in de afgelopen periode vallen hoger uit dan verwacht. Oorzaken zijn: - Het verplicht opnemen van zeer veel nog openstaand verlof in het late najaar van 2009; de lagere tijdsinvestering leidt vaak tot een toename van de populatie, hetgeen leidt tot hogere vangstaantallen in volgende perioden; - De moeilijke weersomstandigheden voor muskusrattenbestrijding begin De toename van natte natuurgebieden bemoeilijkt het speuren naar muskusratten. De (al jaren goede) bestrijdingstechnische situatie is evenwel nog steeds beheersbaar. Er zijn maatregelen genomen om de achterstand in te lopen. De afdeling is betrokken bij en heeft inbreng in de voortgang van deze aangelegenheid in betreffende Unie-werkgroep en in de ambtelijke Projectgroep Muskusrattenbestrijding (waarin vertegenwoordigers van Brabantse Delta, De Dommel, Aa en Maas en de provincie). Het Ministerie van Verkeer & Waterstaat heeft een spoedwet in procedure gebracht om de overdracht van de muskusrattenbestrijding en de financiële bijdrage van de waterschappen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma alsnog voor 1 januari 2011 te regelen. Indien de spoedwet tijdig wordt vastgesteld, levert dit extra lasten op voor de waterschapsbegroting Op dit moment wordt gewerkt aan scenario s voor de verwerking van deze lasten in de begroting 2011 en volgende jaren. De afdeling is betrokken bij en heeft inbreng in de voorbereiding en uitvoering van landelijk onderzoek via lidmaatschap van de ambtelijke Technische Commissie Muskusrattenbestrijding (waarin de afdelingshoofden van alle bestrijdingsorganisaties in Nederland). De voorbereiding tot offerteaanvraag voor het bijvangstenonderzoek is gestart. De geplande prijsvraag voor een alternatief voor de zogenaamde verdrinkval (met medewerking van de Ned. Orde van Uitvinders) loopt. Eventuele inzendingen worden later dit jaar beoordeeld en getest. Hier ligt een link naar de op handen zijnde EU-regelgeving. De Nederlandse bestrijding (ook via de Unie) oefent invloed uit op dit EU-proces. 36

102 Geld Jaarplan 2010 Prognose marap 1 Prognose marap 2 Prognose marap 3 Totaal netto kosten Toelichting Geld Door herberekening van de afdelingskosten vallen deze lager uit dan de begroting. Conclusie De implementatie is volledig doorgevoerd. Aandachtspunt hierbij is de wettelijke overdracht van deze taak en de effecten hiervan op de begroting Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat er sprake blijft van delegatie en een provinciale bijdrage in Er zijn maatregelen genomen om de populatie in voldoende mate te beheersen. 37

103 3. BEDRIJFSRESULTAAT 2010 Programma (bedragen * 1000) Jaarplan 2010 Prognose Marap 1 Prognose Marap 2 Afwijking t.o.v. jaarplan Planvorming Waterkeringen Watersystemen Zuiveringstechnische werken Vaarwegen en havens Vergunningverlening Handhaven keur Beheersing van lozingen Handhaving WVO Heffing en invordering Bestuur en communicatie Dekkingsmiddelen Totaal netto lasten Bijdrage provincie Opbrengst waterschapsbelastingen Omslag watersysteem gebouwd Omslag watersysteem ongebouwd Omslag watersysteem ingezetenen Omslag watersysteem natuurterrein Omslag zuivering bedrijven Omslag zuivering huishoudens Omslag Verontreiningsheffing -352,5-352,5-352,5 Totaal dekking Inschatting resultaat Niet in bovenstaande cijfers verwerkt: Afschrijving BTW compensatie Hof van Breda Inschattting resultaat Onttrekking(-)/toev. Egal. reserve BTW-compensatie Hof van Breda: Afkoop ineens van de voor verhuurder niet verrekenbare BTW over stichtingskosten. Indien huur tussentijds wordt beëindigd en er is een nieuwe huurder dan zal verhuurder de betaalde compensatie naar rato van de nog niet verstreken 10 jaarstermijn aan Brabantse Delta restitueren, zowel bij een wel als niet BTW-plichtige opvolgende huurder. In deze managementletter gaan we ervan uit dat het pand niet wordt verhuurd binnen de nog niet verstreken 10 jaarstermijn. 38

104

105 4. RISICOPARAGRAAF R ISICO' S Algemeen In producten als het bestuursprogramma/kadernota en de begroting en jaarrekening worden de belangrijkste risico's voor de bedrijfsvoering belicht. Ook hier zijn voor de beeldvorming de belangrijkste risico s opgenomen en waar van toepassing de actualiteit daarvan aangegeven. Impact kredietcrisis De gevolgen van de teruggang van de economische activiteit zijn o.a. faillissementen van bedrijven en een toename van de werkloosheid. Dit kan leiden tot een toename van het aantal kwijtscheldings-verzoeken dat het waterschap krijgt. Ook het feit dat bedrijven verdwijnen kan leiden tot minder inkomsten uit de waterschapsbelastingen. Het risico bestaat dat het voor het waterschap moeilijker zal worden haar doelen te realiseren, omdat de druk op de belastingtarieven zal toenemen. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is het vermogen dat het waterschap kan inzetten om financiële tegenvallers op te vangen. Uit een onderzoek dat begin dit jaar is uitgevoerd blijkt dat het weerstandsvermogen de komende jaren op een verantwoord niveau is. Wel blijkt uit recente berekeningen voor de kadernota 2010 dat, als gevolg van het voorgenomen beleid, het weerstandsvermogen kleiner wordt, maar blijft voldoen aan de landelijke norm. Grondverwerving Vaak heeft het waterschap grond nodig om maatregelen uit te voeren, bijvoorbeeld bredere watergangen,waterberging en ecologische verbindingszone. Grondverwerving kan lang duren en daarvoor veel vertraging veroorzaken. Het waterschap probeert meer vaart te krijgen in de grondverwerving. De benodigde grond kan via ruiling of directe aankoop beschikbaar komen. De provincie heeft voldoende ruilgrond om de verwerving via ruiling doorgang te laten vinden. De provinciale middelen voor grondverwerving lijken beperkt te worden. De provincie zoek hier een oplossing voor. Theoretische risico s betreffende de Cross Border Lease overeenkomsten Het belangrijkste (theoretische) risico met betrekking tot de overeenkomsten hangt samen met de vraag of alle in de deal opgenomen installaties gedurende de totale looptijd van de overeenkomsten (ca. 19 (HWB) en 21 (SNB) jaar) in bedrijf blijven. Wanneer dit niet het geval is dient de investeerder gecompenseerd te worden voor het door hem gemiste voordeel met betrekking tot de betreffende installatie(s). De omvang van deze compensatie is afhankelijk van welke installatie het betreft en het tijdstip waarop de overeenkomst wordt beëindigd. Enkele installaties zijn al op voorhand buiten de overeenkomst gehouden in verband met ouderdom of mogelijke andere toekomstplannen. Switchtransatie waterschap Brabantse Delta en SNB Het risico op de Switch transaction wordt continue beoordeeld door een onafhankelijk bureau. Het verwachte kredietverlies van middelen op 30 juni 2010 is berekend op ,-. Dit bedrag is lager dan de geraamde gepassiveerde premies per 31 december 2010 ad ,-. De verwachting is dus dat per 31 december 2010 geen voorziening hoeft te worden gevormd. De switchtransactie van de SNB wordt eveneens continue beoordeeld. Op basis van de tussentijdse rapportage van de SNB (juli 2010) kan worden geconcludeerd dat per juni 2010 de gepassiveerde premies hoger zijn dan de verwachte uitstroom van middelen. Indien deze situatie zich handhaaft, hoeft daar eveneens geen voorziening te worden gevormd. Delta Waterlab Delta Waterlab heeft in haar Marap aan het bestuur van de gemeenschappelijk regeling een nadeel gerapporteerd van ca o.a. door o.a. hogere uitbestedingskosten , voor het programma Hydrobiologie. Voor Waterschap Brabantse Delta zal dat een extra last betekenen op de post Hydrobiologie van ca ,-. Daarnaast is er voor extra personeelslasten een begrotingswijziging voorgesteld. Voor het overige tekort is de verwachting dat Delta Waterlab een afzonderlijk besluit vraagt van de deelnemers van de Gemeenschappelijke Regeling waarbij duidelijk de gevolgen per waterschap in beeld wordt gebracht. Bij de oprichting van Delta Waterlab is door de afzonderlijke besturen ingestemd met een regeling tot verevening van de voor en nadelen als gevolg van het samen gaan van de laboratoria. In het kort komt het er op neer dat de deelnemer op een evenredige wijze worden gecompenseerd of belastvoor extra nadelen of voordelen. Afgesproken was dat de verevening plaats zou vinden nadat de jaarrekeningen van de gemeenschappelijke regeling over 2008 en 2009 zijn vastgesteld. Hoewel tot de verevening nog definitief moet worden besloten door het dagelijks en algemeen bestuur van Delta Waterlab kan de verwachting 39

106 worden uitgesproken dat op basis van de eerste berekeningen Waterschap Brabantse Delta een bedrag moet betalen aan Hoogheemraadschap Delfland en waterschap Hollandse Delta van ca ,-. Deze bedragen zijn vooralsnog niet meegenomen in de cijfers van de Marap omdat deze nog niet definitief zijn. 5. CONCLUSIE EN BIJLAGEN C ONCLUSIE De conclusie van deze managementletter ten aanzien van de exploitatiebegroting is dat het overgrote deel van de producten en diensten 2010 wordt uitgevoerd. Er ontstaat voor de exploitatie ten opzichte van de begroting per saldo een (voorlopig) verwacht voordeel van ca. 1,84 miljoen. B IJLAGEN In bijlage 1 is het bedrijfsresultaat uitgesplitst over de taken. Voor de projecten geeft bijlage 2 inzicht in de verwachte investeringsuitgaven. In het Investeringplan is voor 2010 uitgegaan van 80 miljoen aan investeringsuitgaven. De prognose voor 2010 was voor marap 1 naar beneden bijgesteld tot 64 miljoen (realisatie van 80%). In marap 2 is de prognose weer naar beneden toe bijgesteld tot 58 miljoen. (realisatie 73%). In bijlage 3 zijn de ontwikkelingen binnen de grootste projecten weergegeven. Bijlage 4 betreft een overzicht van de tot nu toe in 2010 gevoteerde kredieten en verwachte subsidies. 40

107 Bijlage 1 ML : Prognose Bedrijfsresultaat 2010 naar taken BLV Omschrijving Begroting 2010 Prognose ML uitsplitsing prognose naar de taken bedragen x 1.000,- Watersystemen Zuivering Vaarwegen 1000 Planvorming Aanleg en onderhoud waterkeringen Inrichting en Onderhoud watersystemen Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken Inrichting en onderhoud vaarwegen/havens Vergunningverlening Handhaving keur Beheersing van lozingen Handhaving WVO Heffing en invordering Bestuur en communicatie Dekkingsmiddelen Totaal Bijdrage provincie vaarwegenbeheer Voorlopig resultaat 2010 (nadelig): Nog niet verwerkt in deze managementletter de extra afschrijving van de BTW-compensatie Hof van Breda (sleutel conform product 8110 Bestuur: 75% WS, 25% ZB). Voorlopig resultaat 2010 (nadelig):

108

109 Bijlage 2 ML : Overzicht doelstellingen en prognose investeringsuitgaven 2010 Prognoses zijn gebaseerd op voldoende beschikbaarheid van middelen voor grondverwerving. Echter, een aantal projecten zal niet of in mindere mate worden uitgevoerd, doordat de budgetten voor verwerving van EHS-gronden gelimiteerd zijn. Op dit moment wordt onderzicht wat dit betekent voor de doelrealisatie en investeringsuitgaven. Doelstellingen bestuursperiode t/m de Bestuursovereenkomst (t/m ) KRW (t/m ) WBP (t/m ) Waterberging landelijk gebied % * Hydrologisch herstel natte natuurparels % % 60-70% Realisatie beek- en kreekherstel 85-90% 90-95% 85-90% Oevers inrichten voor vissen (viswaterfunctie) 50-60% 50-60% Aanleggen ecologische verbindingszones % % % Inrichten viswateren, vispassages 100% % 85-90% De afgesproken prestaties worden gerealiseerd in de bestuursperiode. Het is twijfelachtig of de doelstelling in de planperiode volledig wordt gerealiseerd. De afspraken worden niet volledig gerealiseerd in de bestuursperiode. Er zijn geen afspraken gemaakt over deze doelen.

110 Bijlage 2 ML : Overzicht doelstellingen en prognose investeringsuitgaven 2010 Investeringen per beleidsveld x 1.000,- Beleidsvelden Ontwikkelingsinvesteringen Instandhoudingsinvesteringen Begroot 2010 Realisatie t/m Prognose realisatie in 2010 Begroot 2010 Realisatie t/m Prognose realisatie in 2010 Totaal investeringen Totaal begroot 2010 Prognose realisatie in Planvorming Aanleg en onderhoud keringen Inrichting onderhoud watersystemen Bouw en exploitatie zuivingstechnische werken Inrichting en onderhoud vaarwegen/havens Vergunningverlening Beheersing van lozingen Heffing en invordering Bestuur en communicatie Sector Middelen Sector Financien/ICT Concernstaf 0600 Ondersteunend Fin/ICT (GIS) Verv/aanp. materieel en werkplaatsen Totaal (EUR) Prognose % realisatie ML : 72,59% De bedragen vermeldt in de kolom begroot 2010 betreffen de ramingen uit het IP (Bestuursprogramma) en de uitgaven in de Staat van Actica begroting Prognose % realisatie ML : 80,33% Prognose realisatie ML : Toelichting per beleidsveld: 1000 Door de vertraging in de OAS studies zijn de kosten ook vooruitgeschoven Binnen het project Overdiepse polder is wat vertraging opgelopen. Hierdoor worden de kosten vooruit geschoven Om aan alle afgesproken doelen met verschillende instanties te kunnen voldoen wordt dit jaar getracht enkele projecten versneld uit te voeren Het verschil tussen begroting en prognose realisatie wordt onder meer veroorzaakt door: verschuiving van projecten t.g.v. OAS studies (7,5 mln), capaciteit afdeling (4 mln), vertraging slibverwerkingsprojecten Bath, Nieuwveer en Rijen (6 mln), een betere spreiding van de investeringen t.b.v. kadernota 2010 (2 mln) en overig (0,5 mln) Enkele projecten zijn doorgeschoven, vandaar dat de uitgaven een jaar later komen Het project Vervanging WVO-vergunning en handhavingssysteem heeft vertraging opgelopen doordat de aanbesteding vanwege te hoge implementatiekosten is ingetrokken. Hierdoor zijn de kosten van 2009 doorgeschoven naar Het project 'onderbouwen maatregelen waterkwaliteit' is gestart In het IP waren abusievelijk nog geen uitgaven opgenomen voor 2009 voor het belastingsysteem. Verwacht wordt dat de meeste in 2010 gedaan worden. 300 Afwijkingen zijn verklaarbaar door de vertraging van de projecten nieuwbouw Bouvigne en DeltaDigitaal. 600 Implementatie IRIS is in het investeringsplan abusievelijk opgenomen als ontwikkelingsproject i.p.v. instandhouding.

111 Bijlage 3 ML : Projecten - Overzicht voortgang ontwikkelingsinvesteringen Project Toelichting Doelen Geld Voortgang Halderberge In het kader van het project 'knelpunten wateroverlast' is een nadere modelstudie (watersysteemanalyse) uitgevoerd in het gebied Hoevense Beemden. Hieruit blijkt dat een aantal korte en lange termijn maatregelen noodzakelijk zijn om de wateroverlast te beperken. De lange termijn maatregelen bestaan veelal uit het aanleggen van waterbergingen binnen het gebied van de gemeente Halderberge. Om het totale gebied integraal aan te pakken wordt het project waterberging Hoevense Beemden vervroegd in uitvoering gebracht. Daarnaast spelen de ontwikkelingen met betrekking tot de geplande rondweg van Oudenbosch een grote rol Noordrand Midden In 2009 is op basis van de IGA een voorlopig ontwerp opgesteld. Voor het deelgebied Weimeren is een definitief ontwerp opgesteld. Het oostelijk deel is inmiddels uitgevoerd. In april 2010 is een aanvang gemaakt met het opstellen van een inrichtingsplan conform de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg), gecombineerd met een milieu effect rapportage (MER). Met enige vertraging start in juli een vrijwillige kavelruil om landbouwgronden uit de natte natuurparel te ruilen. Het waterschap heeft in dit geheel een coördinerende en regisserende rol. Bedoeling is om uiterlijk 2013 de natte natuurparels hersteld te hebben. In het kader van de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Etten-Leur m.b.t. de realisatie van EVZ's is gestart met de grondverwerving. Voor een deel van de EVZ langs de Kibbelvaart is een uitvoeringsplan in voorbereiding Brabantse Wal Jagersrust is inmiddels in 6 trajecten opgedeeld. Voor de financiering hiervan kunnen een deel van de toegekende synergiegelden worden gebruikt. Na pachtontbinding kan met de voorbereiding gestart worden. Uitvoering van het eerste traject is in 2011/2012. Uitvoering van het totale project Jagersrust zal niet voor 2015 afgerond zijn. In samenwerking met Evides, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten werkt het waterschap aan de verbetering van de hydrologie op de Brabantse Wal ten behoeve van de natuurontwikkeling. Deelplan 2 van Noordpolder is inmiddels afgerond. Problemen met grondverwerving verhinderen nog steeds de aanleg van deelplan Beekherstel Roosendaal Voor de EVZ Rissebeek wordt een inrichtingsplan opgesteld. De uitvoering is gepland voor Voor de EVZ Eldersche Turfvaart vind nog grondverwerving plaats. De inrichting is gepland voor 2011/2012. Molenbeek fase 2b zal dit jaar worden afgerond Oud Prinslandse Polder In het kader van het AFC werkt het waterschap aan plannen voor de inrichting van de EVZ Derriekreek. Momenteel wordt een visie opgesteld. Derriekreek loopt volgens planning. Analyse van de IGA Oude Prinslandse Polder leerde dat er op de korte termijn weinig mogelijkheden tot uitvoering van maatregelen liggen. Uitvoering wordt daarom uitgesteld tot na Tonnekreek/Keenehaven De activiteiten in dit gebied zijn opgedeeld in de Integrale aanpak Tonnekreek en Integrale aanpak Keenehaven. De eerste fase van Tonnekreek is afgerond. De beschikbare gronden zijn ingericht. De aanpak van de Keenehaven is in voorbereiding. Dit gebeurt in samenwerking met de gemeente Moerdijk. Voor de gronden die in bezit zijn wordt een inrchtingsplan gemaakt en parallel zal er een inspanning verricht worden om gronden te ruilen met Domeinen, om uiteindelijk aan de gestelde doelstelling te kunnen voldoen Merkske De IGA s Merkske en de Bremer zijn vertaald naar concrete uitvoeringsplannen ('Bremer', 'Merkske-oost', 'Castelré'). Deze plannen worden uiterlijk 2010 uitgevoerd. Voor de resterende beschikbare EHS-gronden wordt in 2010 een inrichtingsplan opgesteld; de uitvoering ervan is voorzien in 2011 (zogenaamd 'poetsbestek'). Met de gemeente Baarle-Nassau wordt in de 2de helft van 2010 bezien wat het ambitieniveau is m.b.t. het realiseren van de natte EVZ s Chaamsche Beken De inrichtingsplannen 'Chaamse beken 1', 'Chaamse beken 2' (inclusief de Chaamse boswachterij) en 'Ulicoten Noord' worden in 2010 uitgevoerd. Deze plannen zijn opgesteld op basis van de IGA. Als gevolg van een aankoopstop van EHS-gronden door de provincie zullen de resterende EHS-gronden vooralsnog in agrarisch gebruik blijven de Bergboezem Voor de Vierde Bergboezem is de laatste 300 m. kade eind 2009 verworven. Het project kan derhalve dit jaar worden afgerond i.p.v Kleine beek/aa of weerijs De waterbergingsgebieden in het ruilverkavelingsgebied van Zundert zijn gerealiseerd. Het herstel van de Natte natuurparel de Matjes ondervindt vertraging als gevolg van een beroepszaak over ongewenste vernatting. Via de landinrichting Zundert zijn over een traject van ruim 10 kilometer EVZ s ingericht. In 2011 worden 4 stuwen in de Kleine Beek vispasseerbaar gemaakt en wordt over een traject van ongeveer 5 km een EVZ gerealiseerd. Het waterschap participeert in de Bestuurscommissie Weerijs-zuid, die belast is met een wettelijke herverkaveling. Het inrichtingsplan en de nota van zienswijzen zijn door de Bestuurscommissie ter vaststelling aangeboden aan GS. De vaststelling door GS loopt enkele maanden vertraging op als gevolg van een discussie over de de provinciale financiële bijdrage aan de uitvoering.

112 Bijlage 3 ML : Projecten - Overzicht voortgang ontwikkelingsinvesteringen Project Toelichting Doelen Geld Voortgang Turfvaart/Bijloop De activiteiten in dit gebied omtrent Weerijs Noord en wettelijke herverkaveling Weerijs zijn beschreven bij 10. Aa of Weerijs. In het zuiden speelt het project Turfvaart-Bijloop Zuid. Gestart is met de inrichting van de eerste maatregel: ven herstel. Daarnaast zal in dit gebied, gezien de beperkingen vanuit de provincie voor de aankoop van EHS gronden, met name geïnventariseerd worden welke maatregelen nog haalbaar zijn en waar de prioriteiten moeten komen te liggen om een zo groot mogelijk deel van de doelrealisatie te kunnen uitvoeren. De doelstellingen betreffen herstel van de natte natuurparel, venherstel en beekherstel Bovenmark De IGA is vertaald naar een gebiedsdekkend inrichtingsplan op hoofdlijnen. De verdere uitwerking vindt plaats op deelgebiedsniveau. Voor de deelgebieden 'Mastbos' en de 'Lange Gooren/Krochten' heeft deze uitwerking inmiddels plaatsgevonden en is de uitvoering inmiddels afgerond. Het deelgebied 'de Balleman' wordt gefaseerd uitgevoerd; de 1e fase mogelijk eind De 2de fase is afhankelijk van het verloop van het proces in Weerijs-zuid. De integrale herinrichting van het Markdal valt voorlopig niet te verwachten als gevolg van een aankoopstop van de provincie van EHS-gronden Kreken Steenbergen Met de gemeente Steenbergen zijn in het kader van de 'Samenwerkingsovereenkomst EVZ' afspraken gemaakt over de gezamenlijke inrichting van de Cruijslandse kreken. Dit jaar wordt gestart met het opstellen van een visie en een inrichtingsplan. Uitvoering is gepland voor Voor het Oudland en het Laag is een voorlopig ontwerp voor het inrichtingsplan opgesteld. Een definitief ontwerp wordt in 2010 opgesteld. Afhankelijk van de grondverwerving kan een deel in 2011 of 2012 worden ingericht.samen met de gemeente Bergen op Zoom werkt het waterschap aan de inrichting van de West Brabantse Waterlinie. De start van de werkzaamheden is ernstig vertraagd door inspraakprocedures Rietkreek/Langewater De eerste fase van dit project is in 2009 afgerond. Grondverwerving voor de volgende fases verloopt zeer moeizaam, daarom is besloten dit project pas na 2012 weer op te pakken Overdiepse Polder In het kader van Ruimte voor de Rivier wordt de Overdiepse Polder heringericht om gemiddeld 1x per 25 jaar als meestromende berging te fungeren en daarmee de waterstanden bovenstrooms met ca 30 cm te verlagen. De planfase is uitgevoerd door de provincie en afgerond. In de zomer van 2009 heeft het Waterschap een realisatieovereenkomst getekend met de Programmadirectie Ruimte voor de Rivier van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Hierin is vastgelegd dat het Waterschap trekker zal zijn voor de realisatiefase en als opdrachtgever op zal treden voor de aannemer die het werk gaat uitvoeren. De contractvoorbereidingsfase is afgerond. Begin maart 2010 is de aanbesteding gestart. Verwacht wordt dat de gunning voor de bouwvakvakantie plaats kan vinden. Als de aanbestedingsprocedure volgens planning verloopt, zal in 2010 de eerste schop in de grond gezet worden. Het werk dient in 2015 gereed te zijn, waarna het project in 2016 afgerond zal worden Westelijke Langstraat Het project Westelijke Langstraat is een van de versnellingsprojecten. De provincie heeft het overall- projectleiderschap op zich genomen. Het Waterschap blijft verantwoordelijk voor de inrichting. Momenteel wordt een MER opgesteld. Daarnaast wordt het WILG traject opgestart. Het voorontwerp dat door het Waterschap is opgesteld wordt op basis van de resultaten van de MER aangepast en als maatregelenpakket ingebracht in de WILG. Grondaankopen gaan langzaam, maar er wordt nog steeds vooruitgang geboekt Donge In 2010 wordt een deel (4 km) van de natte EVZ gerealiseerd (EVZ Donge om Dongen). Voor het resterende deel is de grondverwerving in 2010 opgestart De Leijen De IGA Bovenloop Donge is afgerond. Aansluitend is voor de Oude Leij een voorlopig ontwerp gemaakt, dat als basis dient voor het op te stellen inrichtingsplan voor Ooievaarsnest, Regte heide ; uitvoering uiterlijk 2013, mits er voldoende provinciale inrichtingsmiddelen beschikbaar zijn. Ook wordt op basis van het voorlopig ontwerp input geleverd aan de gemeente Tilburg voor de Donge vallei in het te ontwikkelen gebied Koolhoven. Daarnaast worden de komende periode enkele EVZ-trajecten gerealiseerd: a) langs de Groote Leij, in combinatie met de realisatie van het bedrijventerrein Midden Brabant Poort, getrokken door gemeente Gilze en Rijen en b) eveneens langs de Groote Leij, in combinatie met de natuurcompensatie van en getrokken door het Ministerie van Defensie (vliegbasis).

113 Bijlage 3 ML : Projecten - Overzicht voortgang ontwikkelingsinvesteringen Project Toelichting Doelen Geld Voortgang Gat van den Ham In het gebied Gat van den Ham worden een aantal activiteiten afgerond: met het project het Zwaluws Getij is er weer sprake van getij in de kreek van Hooge Zwaluwe naar De Amer, maakt de Haven onderdeel uit van de EHS waarbij de Haven inricht is als EVZ en tevens is het noordelijke deel in het provinciaal waterhuishoudingsplan nog aangeduid als Natte Natuur Parel. De Haven is recentelijk feestelijk geopend, er resten nu nog enkele afrondende werkzaamheden. Ook de EVZ in de Spoorzone en de natte natuurparel Zonzeel zijn in de afrondende fasen. Samen met haar partners maakt het Waterschap zich hard voor de vrijwillige kavelruil. Dit levert betere kavels voor landbouw, maar ook mogelijkheden tot het inrichten van EHS en EVZ. Ruil 1 is gepasseerd en de tweede ruiling staat op het punt te passeren. Met deze twee ruilingen heeft het Waterschap circa 20 ha gronden verworven die direct kunnen worden ingezet voor projecten Mark-Vliet Fort Henricus is door het waterschap opgeleverd. Over de verdere afronding van het project moeten nog afspraken gemaakt worden tussen de gemeente en Natuurmonumenten. In het kader de Samenwerkingsovereenkomst EVZ pakken gemeente en waterschap gezamenlijk de aanleg van evz s langs de Steenbergse Vliet op. Dit jaar wordt gestart met de inrichting van ruim 8 ha langs de noordoever Lokale knelpunten watersysteme De projectvoortgang is vertraagd door noodzakelijk nader onderzoek en problemen tijdens het grondverwervingtraject. Het nader onderzoek is gereed en het project krijgt de komende periode extra aandacht Geb.inr.Kibbel-Brandsche vaart Het project zal na 2012 afgerond worden. De voortgang is afhankelijk van de grondverwerving Nieuwveer: influent en 1e trap Het project is in de nazorgfase. De oplevering is 5 maanden vertraagd t.g.v. tegenvallende aanbesteding, enkele genomen maatregelen tijdens de realisatie en een afstemming met de doorgaande procesvoering van rwzi Nieuwveer Bath: Vervanging beluchtingselementen De 1e fase van het project is gereed. Het project is administratief gesplitst en de 2e fase is ondergebracht in een nieuw projectnummer: Voorbereidingen staan gepland tot medio AWP: Revisie pompstation en persleiding nvt Stond niet meer op Bestuursprogramma. T.o.v. IP 2009 minder geld nodig ( ,-) i.v.m. meevallende kosten Bath: slibverwerking nvt Er is vanuit project 1521 een aanvulling verkregen ten gunste van project Vanwege onzekerheden in de uitvoering van het project, waarbij moet worden ingegrepen in een blijvend werkende slibfabriek, is een post onvoorzien gereserveerd. In volgende ML's zal gerapporteerd worden of deze voorziening alle onzekerheden in voldoende mate dekt. In de tussentijd wordt aandacht besteed aan de onzekerheden en aan mogelijke reductie en/of eliminatie van deze onzekerheden. Het project heeft vertraging ondervonden in de startfase van de uitvoering (detailengineering door de aannemers). De engineeringsfase is door verwevenheid van zaken complex. Dit vraagt veel afstemming met de aannemers. De coördinatie van de engineering berust bij de adviseur, die hieraan een stevige kluif heeft. De coördinatie van de uitvoering berust bij de civiele aannemer; deze rol krijgt met de start van de daadwerkelijke werkzaamheden buiten steeds meer inhoud. De verwachting is dat het project niet april 2011, maar medio september 2011 kan worden opgeleverd Roosendaal Vijzel De uitvoering is uitgesteld zodat combinatie met project 2039 mogelijk is AWP Boosterstation Hoeven De realisatie is anderhalf jaar uitgesteld (kadernota 2010). Het project is inmiddels gestart Nieuwveer: Slibverwerking T.o.v. planning Bestuursprogramma: 1 jaar vertraagd i.v.m. complexiteit ontwerpfase Dongemond: Mech. Slibindikking In bedrijf echter kwaliteit nog onvoldoende, verbetermaatregelen in uitvoering Nw Vossemeer RWZI 4e trap Wachten op onderzoeksuitkomsten. T.o.v. de aangepaste planning geen afwijking te rapporteren.

114 Bijlage 3 ML : Projecten - Overzicht voortgang ontwikkelingsinvesteringen Project Toelichting Doelen Geld Voortgang 6005 OAS Optimal.afvalwater studie Er zijn op dit moment elf studies (inclusief twee deelstudies) afgerond. De overige studies worden volgens planning in 2010 afgerond. Er zijn 2 afvalwaterakkoorden gesloten. De overige afvalwaterakkoorden zullen eind in 2010 en 2011 afgesloten worden. Op dit moment zijn er 3 akkoorden in de bestuursroute. Het waterschap heeft inmiddels de gemeenten de mogelijkheid gegeven om de resterende basisinspanning (OAS-resultaat) op kosteneffectievere wijze volgens NBW-actueel in te vullen. Hiervoor is negen maanden tijd gegeven. Daarmee zouden de afvalwaterakkoorden in 2011 afgesloten kunnen worden. AWA Zundert is met alternatieve NBW-actueel maatregelen overgesloten. Het blijft lastig om de planning in de hand te houden door de complexiteit zowel intern als extern. De planning van de studies is sinds marap3 uit 2009 een half jaar vertraagd. Er is vertraging ontstaan als gevolg van het opnieuw vaststellen van het beleid afnameverplichting. OAS Dongemond is gestopt. Eerst wordt een AWA gesloten. In 2011 wordt na herstructurering van het rioolstelsel een nieuwe OAS-studie uitgevoerd. De voorziene uitgaven vallen binnen het OAS-budget. Naast de afvalwaterakkoorden is een convenant met intenties voor samenwerken in de afvalwaterketen gesloten Baggeren systeem mark en vliet Het werk is inmiddels aanbesteed en klaar. De aanbesteding is hoger dan in eerste instantie begroot, maar valt binnen het vastgestelde krediet Breda Lage Vughtpolder watermaatregelen Het project wordt getrokken door DLG, het versnellingsproject door DLG/Provincie Uitvoeringsmaatregelen gemeentelijke wateropgave De 1e fase is momenteel in voorbereiding en betreft de voorbereiding van een aantal fysieke maatregelen in het veld in diverse gemeentes. Hierop zijn voor het merendeel (interne) projecturen, advieskosten en onderzoekskosten door adviesbureau's afgeschreven. Ook zijn volgens afspraak verschillende bijdrages aan diverse gemeenten geleverd. Voor wat betreft het beschikbare uitvoeringskrediet (1,5 miljoen) is reeds een bedrag van c.a ,- uitgegeven. Wanneer de voorbereidende werkzaamheden afgerond zijn en de maatregelen besteksgereed zijn, worden de werken aanbesteed Optimalisatie agarisch waterbeheer Het project loopt vertraging op door ondercapaciteit bij de afdeling bediening en beheer; hierdoor momenteel geen ondersteuning van de peilbeheerder voor de huiskamergesprekken. De planning voor de uitvoering schuift op naar Vermindering blauwalgen overlast 2e fase Dit project is een voortgang van de eerste fase Blauwalgen overlast. Wederom zijn een zevental locaties aangeduid als speerpunt voor het oplossen van blauwalgen. De locaties worden nu reeds gemonitord. In overleg met de diverse gemeenten moeten de activiteiten opgestart worden Innovatieve maatregelen blauwalgen Betreft samenwerking met andere Brabantse waterschappen (De Dommel en Aa en Maas), Wageningen Universiteit en STOWA. Project is gericht op kennisvergaring. Er is aangevraagd of de uitvoer een jaar verlengd kan worden, met dezelfde middelen, om een nog beter beeld te krijgen van effectieve maatregelen Waterplan Gem Bergen o Zoom SK Vooralsnog is alleen het baggeren uitgevoerd Drongelens Kanaal verbet.dijk Verbetering van de dijk blijft afhankelijk van de overdracht. Deze heeft nog niet plaats gevonden. Na eventuele overdracht zal dit project meer inhoud krijgen en geconcretiseerd worden Dijkverb Amer-Donge dijkr 35 Voorbereiding van de dijkverbetering is opgestart. Voor de uitvoeringsfase dient een realisatieovereenkomst met Rijkswaterstaat te worden gesloten Actuele leggers en beheerreg. De planning staat behoorlijk onder druk. Opleveringen van de deelproducten zijn al meerdere keren naar achteren verschoven. De eindleveringen komen vooralsnog niet in gevaar, echter ruimte om nog verder te verschuiven is er niet. De kwaliteit van de producten is conform de uitgangspunten. Financieel loopt het project goed, echter in de huidige fase van het project is het niet verstandig om nu al budget vrij te geven Definit.Huisvesting Kantoor Bouvigne Na de hoofdoplevering van het pand in maart zijn er verdere voorbereidingen getroffen om het pand vanaf 1 juni feitelijk te kunnen gaan gebruiken. Deze datum is conform de bijgestelde planning gerealiseerd. Naar verwachting worden alle restpunten voor de officiële opening (eind september) afgewikkeld. Daarna zal worden gestart met het opstellen van een projectevaluatie die eind 2010/begin2011 aan het bestuur kan worden aangeboden.

115 Bijlage 4 ML : Overzicht gevoteerde kredieten 2010 Invest. besluit Project nr. TOEGEKEND Omschrijving project Bruto krediet Inkomsten vergadering Nr Aanvullend krediet dijkverbetering Amer Donge AB f Nr Overdiepse Polder apparaatkosten AB e Nr Overdiepse Polder Bouwkosten AB e Nr Overdiepse Polder: opslag AB e Nr Renovatie energievoorziening RWZI Bath DB f Nr Inlaat Terheijden DB c Nr 5a 6241 Waterbodemsanering 's-gravenmoersevaart fase AB e Nr 5b 6241 Waterbodemsanering 's-gravenmoersevaart fase DB a Nr Gas AB b Nr Maatregelen peilbesluiten DB b Nr Rwzi Nieuwveer tussenbezinktank DB h Nr Conserveren Prinslandse Brug DB a DB AB Datum Agendapunt Totaal kredieten

116

117 Agendapunt 4d

118

119

120

121 Zaaknr. : 10.zk36902 Kenmerk : 10IT Barcode : *10IT011336* acties waterschap inzake opslag kernafval in België Mededeling voor het algemeen bestuur van 13 oktober 2010 Agendapunt 4e Aanleiding In België behoort het beheer van radioactief afval tot de bevoegdheid van de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS), de openbare instelling die daartoe werd opgericht in Deze instelling stelt beheeropties voor aan de federale regering die beslist welke opties moeten worden uitgevoerd. In september 2010 raakt bekend dat NIRAS voor de Belgische federale overheid besluitvorming voorbereidt over de opslag van hoog radioactief afval in de diepe ondergrond. Omdat het hier kan gaan om de grensstreek met Nederland kan dit ook de drinkwaterproductie en het diepe grondwaterbeheer in Nederland raken. In de vergadering van het algemeen bestuur van 15 september jl. is toegezegd de acties van het waterschap in beeld te brengen. Blijkbaar heeft de Belgische overheid in juni 2010 al de Minister van VROM geïnformeerd over deze plannen (zie bijlagen Brief Minister VROM 14 september 2010 en beantwoording kamervragen). De Minister van VROM heeft het niet nodig geoordeeld om de lagere overheden en drinkwaterbedrijven in Brabant op de hoogte te stellen. De Minister van VROM heeft het ook niet nodig geoordeeld om bij de Belgische overheid een zienswijze in te dienen. Toen het dagelijks bestuur op de hoogte kwam van deze Belgische plannen, was de termijn om een zienswijze in te dienen al verstreken. Acties dagelijks bestuur Bij het bekend worden van de Belgische plannen inzake besluitvorming over de opslag van hoog radioactief afval in de diepe ondergrond is informatie opgevraagd en is de kwestie besproken in de vergadering van het dagelijks bestuur van 7 september Besloten is dat het waterschap niet inhoudelijk zal reageren (dat kon immers niet meer) maar wel dat de berichtgeving uiterst actief zal worden gevolgd en dat contact zal worden gelegd met andere overheden. De kwestie is aangekaart bij de provincie. Op ons verzoek is een en ander geagendeerd voor de Provinciale Omgevingscommissie (POC) die op 30 september 2010 bijeenkwam en toen een ongevraagd advies heeft uitgebracht waarin de zorg wordt uitgesproken over het opslaan van kernafval in de grensstreek. De POC adviseert GS van Noord-Brabant dringend alles in het werk te stellen en hiertoe alle bestuurlijke overlegtafels te benutten, om de besluitvorming door de Belgische overheid voor de ondergrondse opslag van hoogradioactief afval in de diepe ondergrond in de grensstreek tussen Noord- Brabant en België een halt toe te roepen. De kwestie is op verzoek ook geagendeerd voor de vergadering van het bestuur van de NBWB op 30 september Ambtelijk zijn contacten gelegd met de provincie Antwerpen. Met Brabant Water is afgesproken dat zij ook voor ons dit dossier nadrukkelijk zal volgen. Vervolg Omdat het Belgische kabinet op dit moment nog een demissionaire status heeft en slechts lopende kwesties mag afhandelen, ligt de besluitvormingsprocedure in deze voorlopig stil totdat een nieuw kabinet aantreedt. Het dagelijks bestuur blijft de kwestie uiterst actief blijven volgen. Indien nodig zal het algemeen bestuur hierover worden geïnformeerd.

122

123 Ruimte en Milieu Ministerievan Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordering en Milieubeheer > Retouradres Postbus GX Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag Portef euille Milieu Directie Risicobeleid Rijnstraat 8 Postbus GX Den Haag Kenmerk RB/ Datum 14 September 2010 Betreft Opslag radioactief afval in Belgie op verzoek van het lid Koopmans (CDA) en beantwoording kamervragen van het lid Jansen (SP) (kenmerk 2010Z12529) Geachte Voorzitter, Tijdens de regeling van werkzaamheden van 9 September jl. is verzochtom een brief aan uw Kamer te sturen naaraanleiding van recente berichtgeving over opslag van radioactief afval in Belgie. Tevens zijn Kamervragen gesteld over hetzelfde onderwerp door het lid Jansen (SP). De beantwoording van deze vragen treft u als bijlage aan bij deze brief. In juni jl. heeft de Belgische overheid een concept afvalplan over het beheer van hoogradioactief afval in het kader van een strategische milieubeoordeling naar Nederland gestuurd. Dit afvalplan en de bijbehorende strategische milieueffectenbeoordeling (SEA) zijn bedoeld om de Belgische federale regering in staatte stellen een principebeslissing te nemen over het beheer van radioactief afval. Indien bij deze nog te nemen principebeslissing wordt besloten tot toekomstige opslag van radioactief afvai in de diepe ondergrond, zal dit in een later stadium worden gevolgd door meer concrete beslissingen, bijvoorbeeld over locatie of uitvoeringsvariant. Dit gegeven maakt dat deze SEAaanzienlijk verschilt van een klassieke milieueffectenbeoordeling. Omdater uberhaupt nog geen sprake is van een concrete locatie of project, is ergeen inschatting van radiologische effecten op locatieniveau en ook geen ruimtelijke afbakening van plan-of effectgebied. Overigens is sprake van een uitzonderlijk lange tijdshorizon. Mocht de principebeslissing leiden tot toekomstige ondergrondse opslag, dan wordt de milieueffectrapportage voor een locatiekeuze rond 2020 voorzien en de eigenlijke berging rond overwogen. Het gehele proces zal rond de honderd jaar gaan duren. Pagina 1 van 4

124 Er is geen zienswijze namens de Nederlandse overheid ingediend op deze SEA. Immers, het betreft hier de voorbereiding voor een principebeslissing over de keuze om al dan niet ondergronds op te gaan slaan in de toekomst. Hoewel de Nederlandse overheid geen zienswijze heeft ingediend, vindt intensief contact plaats op ambtelijk niveau met de Belgische overheid over de verdere gang van zaken en over de wijze waarop de betrokkenheid van Nederland (inclusief informatievoorziening aan en inspraak van andere overheden, burgers en bedrijven) plaatsvindt. Mocht naderhand de principebeslissing genomen worden tot toekomstige ondergrondse opslag van radioactief afval, dan zal dit leiden tot een meer concrete besluitvormingsfase over zaken als locatie, wijze waarop opslag plaatsvindt etc. Op het moment datzo'n meer concreet besluitvormingsproces zich voordoet, zal de Nederlandse overheid natuurlijk volop betrokken zijn en zo nodig ook zienswijzen indienen indien en voor zover Nederlandse belangen aan de orde zijn. Portef euille Milieu Directie Risicobeleid Datum 14 September 2010 Kenmerk RB/ Vanzelfsprekend staat, in elke fase van het proces, voor het kabinetde veiligheid voor mens en milieu voorop. Hoogachtend, de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.C. Huizinga-Heringa Pagina 2 van 4

125 Bijgevoegd de antwoorden op de vragen gesteld door het lid Jansen (SP) d.d. 9 September 2010 over de bedreiging van Brabants drinkwater doorondergrondse opslag van kemafval in Belgie' (kenmerk 2010Z12529). Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van de artikelen 'Brabants drinkwater in gevaar' 1 en 'Waterbedrijf: kernafval in klei onacceptabel'? 2 Zijn de beschreven feiten waar? portefeuiiie MNieu DirectieRisicobeieid Datum 14 September 2010 J*" f* RB/ Antwoord Ja. In Belgie wordt een beslissing voorbereid over hoe om te gaan met het beheer van radioactief afval. Belgie heeft veel onderzoek verricht om een strategische besluitvorming te ondersteunen. De vragen die hierbij aan de orde zijn: "Wat zijn de beheersopties voor het lange termijnbeheer van hoog radioactief afval'en mogelijk daaruit voortvloeiend: 'gaat Belgie in de toekomst inzetten op opslaan van radioactief afval in dediepe ondergrond?'. Besluitvorming over locatie en wijze waarop e.e.a. gaat plaatsvinden heeft niet plaatsgevonden, en zal - in geval besloten zou worden tot opslag van radioactief afval in de diepe ondergrond - niet eerderaan de orde zijn dan in Vraag 2 Is de Nederlandse regering gevnformeerd over de plannen voor de ondergrondse opslag van nucleair afval door Belgie nabij de Nederlandse grens? Is er namens de Nederlandse regering een zienswijze ingediend? Antwoord Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 ai aangaf, heeft de Belgische overheid geen concrete locatie aangewezen voor ondergrondse opslag van radioactief afval nabij de Nederlandse grens. Wei wil men tot een principebeslissing over eventuele eindberging van hoog radioactief afval in de diepe ondergrond komen. In deze fase heeft de Nederlandse overheid geen zienswijze ingediend. Wei vindt intensief contact plaats met de Belgische overheid op ambtelijk niveau. Vraag 3 Wat is de wettelijke procedure bij een besluit over ondergrondse nucleaire opslag in Belgie? Wat is de rechtspositie van overheden, burgers en bedrijven aan deze zijde van de grens? Antwoord De wet en regelgeving in Belgie voorziet op dit moment niet in ondergrondse opslag van hoog radioactief afval. Mocht daartoe besloten worden, zal wet- en regelgeving moeten worden aangepast. Belgie heeft aangegeven dat, mocht het komen tot een proces van besluitvorming over eindberging voor hoog radioactief afval, dit proces flexibel en stapsgewijs in te richten. Onder meer zullen verschillende milieueffectrapportages worden opgesteld. Deze worden gemaakt in achtereenvolgende stappen waarbij iedere opeenvolgende stap concreter zal zijn dan de voorgaande. En in iedere fase is opnieuw inspraak door burgers, bedrijven en overheden in Nederland mogelijk. : BN DeStem, 7 September BN DeStem, 8 September2010 Pagina 3 van 4

126 De Belgische autoriteiten betrekken hun overheden en burgers op een andere wijze in een mi I ieueffectrap portage ofvergunning procedure dan in Nederland geregeld is. Een voorgenomen activiteit of de mogelijkheid tot net geven van inspraak wordt in Belgie bijvoorbeeld niet openbaar kennisgegeven in dag-, weekof huis-aan-huis bladen. Omdat Belgie de Nederlandse burgers op gelijke voet behandelt als de Belgische ingezetenen houdt dit in dat Nederlandse burgers ook niet in kennis worden gesteld. Met de Belgische autoriteiten vindt momenteel overleg plaats omte komen tot werkafspraken over de betrokkenheid van Nederlandse overheden, burgers en bedrijven in gevallen als deze. PortefeuiiieMilieu Directie Risicobeieid Datum ^'~ Kenmerk RB/ Vraag 4 Hoe gaat de Nederlandse regering verzekeren dat de kwaliteit van het Brabantse grondwater adequaat beschermd wordt? Antwoord Mocht hetzover komen dat een besluit wordt genomen over ondergrondse opslag van radioactief afval, zal de Nederlandse regering intensief betrokken zijn bij het gehele proces, en zal de Nederlandse regering op elk moment waarop dit aan de orde en nodig is in het besluitvormingsproces actie ondernemen om onder meer de veiligheid van drinkwater te waarborgen. Daamaast heeft veilig beheer van radioactief afval een Internationale dimensie. Geletop het internationale verdrag overde veiligheid van beheer van radioactief afval (TK , ) zijn vend rags pa rtijen verplicht om periodiek overde wijze van beheer te rapporteren. Daarbij moet worden aangetoond dat in alle stadia van het afvalbeheer ieder lid van de bevolking, maar ook de bevolking als geheel alsmede toekomstige generaties in voldoende mate zijn beschermd tegen de effecten van blootstelling aan straling. Dit strektzich ook uit tot de kwaliteit van het grondwater en het daaruit te onttrekken drinkwater. Zowel Nederland als Belgie zijn partij bij dit verdrag. Pagina 4 van 4

127 Registratienummer 10IN Lauwerijssen, Janneke Agendapunt pagina 1 van 1 5b Onderwerp: FW: Schriftelijke vragen aan het Dagelijks Bestuur Oorspronkelijk bericht Van: Paul van den Berg [mailto:phmberg@xs4all.nl] Verzonden: donderdag 16 September :42 Aan: Vos, Joseph Onderwerp: Schriftelijke vragen aan het Dagelijks Bestuur Geachte voorzitter, In de bijlage treft u vragen aan van onze fractie betreffende het onderwerp parkeeroverlast door het waterschap. Ondanks de door u voorgestelde maatregelen, zijn wij zeer verontrust over het feit 1. dat het Dagelijks Bestuur tijdens de ABvergadering van 15 September jl. (eindelijk) heeft erkend dat er inderdaadsprake is van parkeeroverlast in het Mastbos door het waterschap en 2. dat het Dagelijks Bestuur aangeeft dat deze overlast door het waterschap in ieder geval nooit beeindigd zal kunnen worden. Wij verzoeken om antwoorden op alle voornoemde vragen, voor zover deze niet inmiddels ambtelijk zijn beantwoord. Wij stellen prijs op deze antwoorden, om ons zo een compleet beeld te kunnen vormen over de visie van het Dagelijks Bestuur op de huidige parkeeroverlast door het waterschap in het Mastbos. Wij danken u bij voorbaat en verblijven, Met vriendelijke groeten, Namens de fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg

128

129 Registratienummer 10IN Breda, 16 september 2010 Geachte voorzitter, Graag stelt onze fractie het DB de navolgende schriftelijke vragen. 3n en 5b verwijzen stukken van de agenda van de AB vergadering van 15 sept. jl. en 13 okt. a.s. 1 3n Aanleiding Het DB geeft aan dat zij de openbare ruimte zo min mogelijk wil belasten. Vraag: In hoeverre geeft het DB met het voorliggende voorstel om de openbare ruimte zo min mogelijk te belasten (er blijft dus blijkbaar sprake van belasten!) daadwerkelijk invulling aan ons verzoek om de parkeeroverlast op een adequate manier duurzaam op te lossen? Graag uw inhoudelijke reactie op de volgende stelling:hiermee mag vastgesteld worden dat het waterschap aangeeft dat de voorgestelde oplossing in ieder gendapunt geval 8a belastend zal zijn en blijven (en dus ook belastend zal zijn en blijven voor de beschermde natuur). Waarom lost het waterschap het belasten van de beschermde natuur niet zodanig adequaat en duurzaam op, met als resultaat dat het belasten van de beschermde natuur door het waterschap volledig beëindigd wordt? Wat weerhoudt het waterschap hiervan? Welke mogelijkheden en onmogelijkheden ziet het waterschap hier? Wij vragen u hoe en waarin de door u voorgestelde oplossing verder gaat (verder zou reiken) dan ons verzoek om de parkeeroverlast op een adequate manier duurzaam op te lossen? Context Wat waren de precieze redenen waarom het waterschap nadacht over een parkeergarage bij Bouvigne? Om welke redenen is er geen parkeergarage bij Bouvigne gekomen? Vindt het waterschap de openbare parkeergelegenheid langs de Bouvignedreef niet veel te gevaarlijk (verkeersveiligheid voor medewerkers, bezoekers en 1 Wij verzoeken het DB alle vragen, die u in het kader van de AB vergadering van 13 sept. jl. en 13 oktober a.s. niet ambtelijk heeft beantwoord, te beschouwen als schriftelijke vragen aan het DB.

130 2 overige weggebruikers) om als bruikbare en aanvaardbare parkeergelegenheid te bestempelen? Indien het waterschap dat niet vindt, waarom vindt het waterschap dat dan niet? Waarom vindt het waterschap het redelijk om deze openbare parkeergelegenheid op de Bouvignelaan als bruikbaar en reëel aan te duiden voor bezoekers en medewerkers van het waterschap? Indien het waterschap dat niet vindt, hoe kwalificeert het waterschap de veiligheid van de parkeerplaatsen op de Bouvignelaan wel? Alle vragen die wij stellen over de Bouvignedreef bij agendapunt 5b stellen wij ook bij 3n. Wij zien de antwoorden met interesse tegemoet. Beschikbare parkeerplaatsen De vragen die wij stellen over de parkeerplaatsen/parkeerterreinen bij agendapunt 5b stellen wij ook bij 3n. Wij zien de antwoorden met interesse tegemoet. Beeldvorming In de afgelopen maanden. te worden geparkeerd. Vragen: De vaststelling klopt dus dat door het waterschap er in ieder geval ook op de Bouvignedreef zal moeten worden geparkeerd? Indien deze vaststelling niet klopt, waarom klopt deze dan niet? De vaststelling klopt dus dat door het waterschap er in ieder geval de beschermde natuur ter plekke belast zal moeten worden? Indien deze vaststelling niet klopt, waarom klopt deze dan niet? Wat vindt het waterschap er van dat door te kiezen voor een kantoor op Bouvigne de beschermde natuur ter plekke onontkoombaar belast zal moeten worden? Indien u vindt dat de beschermde natuur niet belast wordt, hoe kwalificeert u het parkeren van auto s ten behoeve van een kantoorfunctie in de beschermde natuur dan wel? Sommige mensen uit de omgeving van het Mastbos ervaren auto s in het Mastbos als hinderlijk en zien het als verstoring van de omgeving. Vragen: Graag vernemen wij van u op welk onderzoek u baseert dat het om sommige mensen gaat? Hoe kunt u aantonen dat het om sommige mensen gaat? Hoe kwantificeert u sommige? Hoe toont u dat het bij deze door u veronderstelde sommige mensen gaat om (in het algemeen) auto s in het Mastbos en niet expliciet om auto s ten behoeve van de kantoorfunctie van het waterschap?

131 3 Enkele van hen zien het echt als parkeeroverlast. Vragen: Graag vernemen wij van u op welk onderzoek u baseert dat het om enkele van hen gaat? Hoe kunt u aantonen dat het om enkele van hen gaat? Hoe kwantificeert u enkele van hen? Dat was al het geval voordat het gefuseerde waterschap 2004 haar intrek in nam op Bouvigne. Vragen: Hiermee geeft u dus toe dat er inderdaad sprake was en nu weer is van overlast? Indien u dat hier niet toegeeft, wat beweert u in deze passage dan wel? Waarom vindt u dat de parkeeroverlast van voor 2004 een legitimatie is voor het voortzetten hiervan bij het nieuwe waterschapskantoor? Indien u dat niet vindt, wat beweert u hier dan wel? Vraag: Hoe kwalificeert het waterschap de keuze (in MVO-termen) voor een kantoorlocatie die per definitie per openbaar vervoer zeer matig te bereiken is, waar medewerkers en bezoekers per definitie meestal per auto naar toe zullen komen wegens de decentrale ligging en waar het waterschap met zekerheid over vaststelt dat de beschermde natuur ter plekke met zekerheid belast (in welke vorm dan ook) wordt door auto s van medewerkers en bezoekers? In het algemeen betreffen agendapunten 3n en 5b dezelfde vraagstukken. Vraag: Wij vragen u alle vragen zoals gesteld in 5b ook van toepassing op 3n te achten en deze ook te beantwoorden in het kader van 3n. Wij zien de antwoorden met interesse tegemoet. 5b In reactie op een WOB verzoek meldde de dijkgraaf in juni 2006 dat het waterschap eigen (beschikbare) 159 kantoorparkeerplaatsen beschikbaar had voor 313 medewerkers op Bergschot. Dat is ongeveer 0,50 parkeerplaats per medewerker. De rapportage Waterschap Brabantse Delta Locatiekeuze Definitieve Huisvesting van 24 mei 2004 eist bij eisen aan gebouw en omgeving dat de locatie over voldoende parkeergelegenheid moet beschikken. In het vraagprofiel in hetzelfde rapport wordt ook nog een benadrukt: Ruime parkeermogelijkheden. Dat is een heldere eis geweest, want een van de belangrijkste redenen om te vertrekken van de Bergschot was immers het knellende tekort aan (eigen) parkeerplaatsen. Nu in 2010 heeft het waterschap op Bouvigne echter maar 172 (118 zuidelijk en feitelijk 54 (ipv de gesuggereerde 70) noordelijk) eigen parkeerplaatsen

132 4 beschikbaar voor in het totaal minstens 413 medewerkers 2. Dat is op Bouvigne dus nog geen 0,42 parkeerplaats per medewerker. Feitelijk zijn er op Bouvigne bijna 20% minder eigen parkeerplaatsen beschikbaar zijn dan op de Bergschot. Vragen hierover: Waarom heeft het waterschap gekozen voor een nieuwbouwlocatie met aantoonbaar minder eigen parkeerplaatsen per medewerker dan op Bergschot? Als u meent dat bovenstaande berekeningen niet kloppen verzoeken wij u dit met uw berekeningen te weerleggen. Waarom heeft het waterschap de harde eis dat de nieuwe kantoorlocatie over voldoende parkeergelegenheid (los van de gemeentelijke parkeernorm) en ruime parkeergelegenheid moest beschikken hier aantoonbaar (volledig) genegeerd? Graag een toelichting op uw antwoord. Waarom vindt het waterschap het een vorm van verantwoord ondernemen dat de medewerkers en bezoekers, die vroeger hun auto veelvuldig moesten parkeren in de woonwijk Heusdenhout, nu worden geacht, door gebrek aan eigen parkeerplaatsen van het waterschap, hun auto maar te parkeren in de beschermde natuur van het Mastbos? Als u dat niet vindt, hoe kwalificeert u deze situatie dan wel? Waarom is het geen misser dat het bestuur er niet op toe heeft toegezien dat het de nieuwe locatie, niet zou leiden tot parkeren van kantoorauto s in de beschermde natuur? Was er niet voldoende aanleiding voor het algemeen bestuur om hier in de loop der tijd vragen over te stellen, omdat diverse externe partijen zowel het dagelijks bestuur als het algemeen bestuur van het waterschap meerdere malen, met berekeningen onderbouwd, gewezen hebben op het feit dat het nieuwbouwkantoor onherroepelijk zou leiden tot parkeren van kantoorauto s in de beschermde natuur van Breda Zuid? Waarom vond en vindt het dagelijks bestuur (en het algemeen bestuur) dit acceptabel? Was het dagelijks bestuur (en het algemeen bestuur) niet wel degelijk geïnformeerd? Waarom leidde deze informatie in geen geval tot verdieping in details door het dagelijks bestuur (en het algemeen bestuur)? Kwam dit wellicht doordat het algemeen bestuur elke keer opnieuw (zoals nu blijkt geheel ten onrechte!) werd gerust gesteld door het dagelijks bestuur, met de mededeling dat de eigen parkeerplaatsen echt wel afdoende waren en omdat er met geen woord werd gesproken over het feit dat er op werkdagen (tot 50) auto s van medewerkers en bezoekers van het waterschap in met Mastbos zouden moeten gaan parkeren? 2 Optelling uit brief d.d. 14 juni 2006 aan P.H.M. van den Berg, Breda: Bouvigne 6, Hoofdkantoor 313, regiokantoor Heerle 43, regiokantoor 22, regiokantoor s Gravenmoer 29 = totaal 413 (Dit is exclusief alle zuiveringen en werkplaatsen (totaal 91).

133 5 Op 16 mei 2006 werd aan de dijkgraaf in Vraag het Vos gevraagd: Hoeveel bezoekers verwacht u per dag in de toekomst op de Buitenplaats in geval het waterschap aldaar kantoor gaat houden? Het antwoord van de dijkgraaf was: Hierover zijn geen documenten beschikbaar. Vraag: Kan hieruit geconcludeerd worden dat de dijkgraaf geen enkele verwachting kon uitspreken, door het ontbreken van gegevens en/of documenten? Als u meent dat dit hier niet geconcludeerd kan worden, wat kan hier dan wel geconcludeerd worden? Op 8 mei 2008 beweert dezelfde dijkgraaf opeens iets heel anders, nota bene in een brief aan de adviescommissie bezwaarschriften van de gemeente Breda: Hier stelt de dijkgraaf dat er wel degelijk gegevens zijn bijgehouden van personen die het hoofdkantoor bezoeken, dit zelfs vanaf Op basis van deze gegevens stelt de dijkgraaf dat er aantoonbaar bezoek is van circa 20 personen verspreid over de verschillende dagen en tijdstippen van de week. Vragen: Waren er nu wel of geen documenten die een indicator konden zijn voor het aantal bezoekers op Bouvigne? Waarom kreeg de vragensteller in 2006 op zijn vraag over de verwachtingen van de dijkgraaf als antwoord Hierover zijn geen documenten beschikbaar. en waarom bleek de dijkgraaf in mei 2008 opeens wel over documenten te beschikken, die zeer beperkt bezoek op het hoofdkantoor moesten aantonen en sterker nog, waarom kon hij op dat moment opeens wel een verwachting uitspreken over hoeveel personen dat hij blijkbaar in de toekomst ging verwachten op het hoofdkantoor? Hoe verklaart u het enorme verschil in aantal wekelijkse bezoekers van het waterschapskantoor (20) zoals door de dijkgraaf voorspeld op 8 mei 2008 aan de adviescommissie voor bezwaarschriften van de gemeente Breda en het werkelijke aantal bezoekers aan het nieuwe hoofdkantoor tot nu toe (gemiddeld bijna 150 bezoekers per week)? Heeft de dijkgraaf de adviescommissie hier (los van het feit of er sprake is van een baliefunctie) (achteraf gezien) onjuist geïnformeerd over het te verwachten aantal bezoekers per week? Zo neen, graag uw toelichting waarom u meent dat de adviescommissie wel juist is geïnformeerd? Wat is uw verklaring voor dit enorme verschil van bijna 7,5 x meer bezoekers dan medegedeeld aan de adviescommissie? Waarom is in bijlage 10IT bovengenoemde schriftelijke uitspraak van 8 mei jl. van de dijkgraaf niet opgenomen? Medewerkers en bestuur van het waterschap (waaronder de dijkgraaf) hadden eind 2009 en begin 2010 zitting in de klankbordgroep Verkeerproblematiek Mastbos en omgeving. Onze fractie stelde dit aan de orde op de ABvergadering van 17 februari jl. Wij stelden dat buitengewoon zorgelijk is dat in

134 6 de concept visie van deze klankbordgroep stond: Het waterschapskantoor biedt 118 parkeerplaatsen. Er stond in de concept visie dat het waterschapskantoor 118 parkeerplaatsen biedt, terwijl iedereen in deze AB-vergadering wist dat het DB stelt over minimaal eigen 188 parkeerplaatsen op eigen terrein zou gaan beschikken: 118 parkeerplaatsen aan de zuidkant van de nieuwbouw en volgens het DB 70 parkeerplaatsen aan de Noordkant van de Buitenplaats. Vragen: Waarom heeft het waterschap hier niet ingegrepen en direct aan de gemeente Breda gemeld dat het waterschap beschikte over eigen 188 ipv eigen 118 eigen parkeerplaatsen? Waarom zag het waterschap geen reden om de tekst in de conceptvisie over het aantal parkeerplaatsen wat het waterschap biedt, te laten aanpassen? Graag uw inhoudelijke reactie op de volgende stelling: Het waterschap was er op dat moment bij gebaat dat het niet volledig duidelijk zou worden dat het waterschapskantoor naar eigen zeggen van het DB totaal minstens 188 eigen parkeerplaatsen biedt. Graag uw inhoudelijke reactie op de volgende stelling: Als volledig duidelijk was geweest dat er totaal al 188 eigen waterschapsparkeerplaatsen zijn, dan zou in de gemeentelijke concept visie nooit een voorstel gedaan zijn voor de aanleg van een parkeerterrein ter grote van bijna een volledig voetbalveld voor 112 extra parkeerplaatsen aan de Noordkant van Buitenplaats Bouvigne midden in het beschermde natuurgebied Het Markdal, een unieke Natte Natuurparel, de EHS? Waarom zag het waterschap geen reden om aan de gemeente te melden dat het waterschap geen voorstander is/was van een groot extra parkeerterrein midden in het Markdal, midden in de beschermde natuur? Waarom heeft de dijkgraaf zijn verantwoordelijkheid als lid van de klankbordgroep niet genomen en verschuilt het waterschap zich achter de mening van een klein deel van de klankbordgroep, dat vond dat het plan voor de 112 extra parkeerplaatsen acceptabel was? Als u vindt dat de dijkgraaf wel zijn verantwoordelijkheid heeft genomen, vernemen wij graag hoe en wanneer. Waarom heeft het waterschap hier haar maatschappelijke verantwoordelijkheid niet genomen en als het ene overheidsorgaan tegen het andere overheidsorgaan niet duidelijk aangegeven dat het waterschap geen voorstander is van het aanleggen van extra parkeerterreinen in de beschermde natuur? Als u vindt dat het waterschap wel zijn verantwoordelijkheid heeft genomen, vernemen wij graag hoe en wanneer. Mogen we, nu het waterschap hier niet heeft aangegeven dat ze tegenstander was van deze 112 parkeerplaatsen, dus concluderen dat het waterschap zich eigenlijk wel degelijk kon vinden in dit extra parkeerterrein in het Markdal? Als we dat niet mogen concluderen, wat mogen we hier dan wel concluderen?

135 7 Had dit plan dus gewoonweg de volledige steun en instemming van het DB? Indien niet, wat vond het waterschap dan wel precies van het eerste plan van de gemeente Breda daarover, wat onlangs is afgeblazen? Zou het waterschap het wenselijk vinden als er midden in het beschermde natuurgebied Het Markdal, een unieke Natte Natuurparel, de EHS 112 extra parkeerplaatsen komen? Indien u dit niet wenselijk vindt, graag aangeven waarom niet. Graag uw antwoorden op basis van het MVO gedachtegoed. Kunt u bevestigen dat de voornoemde 112 parkeerplaatsen (als onderdeel van het door u genoemde eerste plan van de gemeente ) door de gemeente bedoeld waren voor recreatieve doeleinden (recreatieve bestemming)? Indien u dat niet kunt bevestigen, dan graag aangeven welke doeleinden (welke bestemming) deze parkeerplaatsen dan wel zouden moeten dienen. Wat was dan in het kader van dit eerste plan van de gemeente precies de bijdrage, die het waterschap hier had willen leveren, als het gaat om de parkeerproblematiek in het Mastbos in relatie tot het huidige ontbreken van ruime parkeermogelijkheden voor medewerkers en bezoekers van het waterschap? Onze vraag is niet of er voldoende parkeerplaatsen zijn op de noordelijke parkeerplaats. Vragen: Onze vraag is wel: Kunt u met bewijzen aantonen dat de uitspraak van de dijkgraaf dat er op het noordelijke eigen parkeerterrein van het waterschap 70 autoparkeerplaatsen zijn? Hoe verklaart u dat diverse tellingen door derden bij volledige bezetting van dit eigen noordelijke parkeerterrein nooit verder zijn gekomen dan 54 auto s, wat bijna 25% minder is? Waarom acht het waterschap het niet nodig om de gevraagde 70 parkeerplaatsen in te tekenen in een tekening? Waarom zou dit een schijnwerkelijkheid opleveren, die afbreuk zou doen aan de bedoelingen en het karakter van dit open parkeerterrein? Het maken van een bewijsvoerende tekening (slechts 1 tekening) doet toch geen enkele afbreuk aan de werkelijke bedoelingen (doelstelling) en het karakter van dit open parkeerterrein? Het opleveren van deze tekening verandert toch niets aan de werkelijke situatie en het gebruik ter plekke? Wij vroegen u toch niet om enige aanpassing op het echte fysieke parkeerterrein? Kan het DB zich voorstellen dat onze fractie stelt dat, zolang u geen controleerbaar bewijs levert, wij met recht mogen vaststellen dat het voornoemde eigen parkeerterrein geen 70 parkeerplaatsen biedt en dat de dijkgraaf hierover het AB dus onjuist heeft geïnformeerd? Als u zich dat niet kunt voorstellen, hoe kwalificeert u uw weigering om controleerbare bewijzen te leveren aan onze fractie dan wel?

136 8 Hoe kunt u volhouden dat het noordelijke parkeerterrein voldoende parkeerplaatsen biedt om bij te dragen aan het ontlasten van de openbare ruimte, als vastgesteld is dat zowel medewerkers en bezoekers zich gedwongen zien te parkeren in de beschermde natuur van het Mastbos? Vragen: Hoe kunt u volhouden dat het waterschapskantoor beschikt over ruime parkeermogelijkheden als dagelijks medewerkers en bezoekers van het waterschap tevergeefs hun auto proberen te parkeren op de eigen parkeerterreinen van het waterschap? Erkent het DB dat haar gehanteerde norm (en de interpretatie van) afdoende parkeergelegenheid in de praktijk er toe leidt dat zowel medewerkers en bezoekers zich gedwongen zien te parkeren in de beschermde natuur van het Mastbos? Vindt het waterschap (los van het feit dat het wettelijk kan) wenselijk dat er op werkdagen dagelijks auto s ten behoeve van een kantoorfunctie in de beschermde natuur worden geparkeerd? Graag een toelichting op uw antwoord. Vindt het waterschap niet dat zij hierin een maatschappelijke voorbeeldfunctie zou moeten bekleden en dit niet zou moeten toelaten/niet zou moeten willen? Als u dit niet vindt, graag uw inhoudelijke toelichting waarom u dit wel wenselijk vindt en waarom u dit wel toelaat/dit wel wilt in termen van een voorbeeldfunctie door het waterschap. Hoe kwalificeert u het parkeren van kantoorauto s door het waterschap in de beschermde natuur in relatie tot het geven van een goed voorbeeld over hoe om te gaan met de beschermde natuur? In geval u dit parkeren van kantoorauto s wel een goed voorbeeld vindt, wat luidt dan uw advies (om uw goede voorbeeld te promoten, te etaleren) aan andere bedrijven/instanties over het parkeren van kantoorauto s in de beschermde natuur van het Mastbos precies? Hoe denkt het waterschap dat burgers oordelen over het feit dat een overheidsorgaan als een waterschap zijn medewerkers en bezoekers kantoorauto s dwingt te parkeren in de beschermde natuur, bij gebrek aan parkeerplaatsen op eigen terrein? Graag uw inhoudelijke reactie op de volgende stelling: De gemeentelijke parkeernorm (104 parkeerplaatsen voor Bouvigne) heeft niets te maken met de realiteit van het aantal praktisch benodigde parkeerplaatsen wat het waterschap zou moeten hebben om medewerkers en bezoekers te voorzien van ruime parkeermogelijkheden, zonder in de beschermde natuur te moeten hoeven parkeren. Vindt u het redelijk en billijk dat het DB stelt dat er ruime parkeermogelijkheden zijn op de eigen parkeerterreinen van Bouvigne, zich enkel beroepend op de

137 9 gemeentelijke parkeernorm en in de wetenschap dat dagelijks medewerkers en bezoekers van het waterschap tevergeefs hun auto proberen te parkeren op de eigen parkeerterreinen van het waterschap? Als u dit redelijk en billijk vindt, graag uw toelichting waarom u dit vindt. Wat vindt het DB ervan, dat door de keuze voor een kantoor op Bouvigne, zij bezoekers en medewerkers van het waterschap letterlijk dwingt om in de beschermde natuur te parkeren, bij gebrek aan parkeerplaatsen op eigen terrein? Als de parkeerbehoefte van medewerkers en bezoekers is dat zij wensen te kunnen parkeren op eigen parkeerterreinen van het waterschap en niet in de beschermde natuur, hoe verklaart u dan uw stelling dat het waterschap beschikt over voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein om aan de parkeerbehoefte van de medewerkers en bezoekers te voldoen, als u ziet dat een deel van de medewerkers en bezoekers gedwongen wordt te parkeren in de beschermde natuur van het Mastbos? Waarom vindt het DB het maatschappelijk verantwoord ondernemen om te kiezen voor een kantoorlocatie waar, als medewerkers en bezoekers niet kunnen parkeren op de eigen parkeerplaatsen, zij (als het niet eigen noordelijke parkeerterrein ook vol is) gedwongen worden in beschermde natuur van het Mastbos? Vindt het waterschap dat zij hiermee een goed voorbeeld geeft en een goed signaal afgeeft, als ook nog eens vastgesteld kan worden dat niemand het waterschap heeft verplicht om te kiezen voor een situatie (kantoor op Bouvigne) waarin bezoekers en medewerkers van het waterschap gedwongen worden te parkeren in een beschermd natuurgebied? Graag een toelichting op uw antwoord. Denkt het DB dat het enkele feit dat zij haar eigen parkeerterreinen beschikbaar stelt voor weekend- en avond recreanten MVO-wisselgeld is voor het feit dat het waterschap verantwoordelijk is voor het door de week parkeren door medewerkers en bezoekers van het waterschap in het Mastbos? Zo ja, waarom meent u dat? Zo neen, wat probeert u dan wel aan te geven als u stelt dat u uw parkeerterreinen open stelt? Op 12 mei 2008 meldt de dijkgraaf: Op deze wijze heeft het waterschap voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein gegarandeerd. zonder dat er een onevenredige parkeerdruk ontstaat op de omgeving. Vragen: Heeft het waterschap gegarandeerd dat er geen onevenredige parkeerdruk zou ontstaan op de omgeving?

138 10 Hoe kwalificeert u het parkeren door het waterschap ten behoeve van een kantoorfunctie in de beschermde natuur? Hoe verklaart u dat het parkeren ten behoeve van de kantoorfunctie van het waterschap in de beschermde natuur een wenselijke situatie is voor het waterschap? Is parkeren ten behoeve van een kantoorfunctie in beschermde natuur in het algemeen een wenselijke situatie naar het oordeel van het waterschap? Graag een toelichting op uw antwoord. Is de parkeerdruk die het parkeren ten behoeve van de kantoorfunctie van het waterschap in de beschermde natuur veroorzaakt, naar uw oordeel van de juiste maat? Graag een toelichting op hoe u uw antwoord zich verhoudt tot het huidige feitelijke parkeren in het Mastbos door medewerkers en bezoekers van het waterschap. Om deze gedragslijn goed tussen de oren te krijgen. en zijn immers niet strafbaar. Vragen: Op basis waarvan veronderstelt u dat het gros van de medewerkers zich zeker deze gedragslijn eigen zal maken, nu aangetoond is dat op werkdagen toch tientallen medewerkers van het waterschap nog steeds parkeren op de eerste 150 meter van de Bouvignedreef? Heeft het waterschap zelf representatieve tellingen uitgevoerd, die inzichtelijk maken om hoeveel auto s van medewerkers en bezoekers het dagelijks gaat, die gedwongen worden in het Mastbos te parkeren (waarbij ook gekeken wordt of op die momenten er nog parkeerplaatsen beschikbaar zijn op de noordelijke parkeerplaats en of de auto s pas na 150 meter op de Bouvignedreef geparkeerd worden)? Zo ja, kunnen we deze gegevens ontvangen en kunt u deze tellingen toelichten? Zo neen, waarom heeft het waterschap deze tellingen niet uitgevoerd, om zo aan het algemeen bestuur feitelijke inzichten te geven over het parkeren in het Mastbos? Zo neen, hoe kan het waterschap dan beweren dat het huidige parkeren door medewerkers en bezoekers van het waterschap in het Mastbos geen overlast bezorgd? Op welke controleerbare cijfers baseert het waterschap haar uitspraken over het belasten van het Mastbos door auto s van medewerkers en bezoekers van het waterschap? Hoe verklaart u dat u niet kunt uitsluiten dat medewerkers uit onwetendheid zich niet zouden houden aan de gedragslijn, als u de gedragslijn op gezette tijden communiceert? Dan mag toch verondersteld worden dat alle medewerkers van deze gedragslijn weten en hier ook naar handelen? Graag uw toelichting. Hoe verklaart u dat u niet kunt uitsluiten dat medewerkers uit vergeetachtigheid zich niet zouden houden aan de gedragslijn, als u de gedragslijn op gezette tijden communiceert? Dan mag toch verondersteld

139 11 worden dat alle medewerkers deze gedragslijn niet vergeten en hier ook naar handelen? Graag uw toelichting. Zou een andere reden waarom medewerkers zich niet houden aan de gedragslijn, gelegen kunnen zijn in het feit dat medewerkers het makkelijker (dichterbij) vinden om op de Bouvignedreef te parkeren dan op de noordelijke parkeerplaats? Graag een toelichting op uw antwoord. Zou een andere reden waarom medewerkers zich niet houden aan de gedragslijn,gelegen kunnen zijn in het feit dat zij het waterschap verantwoordelijk stellen voor het feit dat zij, indien zij niet kunnen parkeren op de zuidelijke en noordelijke parkeerplaats, noodgedwongen wel moeten parkeren in de beschermde natuur? Graag een toelichting op uw antwoord. Hoe ziet de praktische uitvoering van het hierover moeten worden gecommuniceerd met de medewerkers. er precies uit? Graag horen wij uw plan hierover. Waarom betitelt het waterschap het aanspreken van medewerkers die zich niet houden aan deze gedragslijn als een heksenjacht? Vindt u het niet terecht dat medewerkers, die ten aanzien van de gedragslijn een afwijkende mening hebben of medewerkers die ten aanzien van deze gedragslijn afwijkend gedrag ten toon spreiden (ondanks het feit dat dit niet wettelijk niet strafbaar is) door u hierop worden aangesproken? Graag een toelichting op uw antwoord. Hoe borgt u de communicatie van de gedragslijn aan directies van leveranciers/onderaannemers en gedetacheerde medewerkers, zodat deze directies hun medewerkers instrueren over deze gedragslijn? Vragen: Heeft het waterschap in het verleden aanbiedingen gehad voor de huur of koop van een kantoor op locaties, waar bij het parkeren in de openbare ruimte, niet gedwongen geparkeerd moest worden in de beschermde natuur en/of waarbij er ruimere eigen parkeermogelijkheden waren dan op Bouvigne? Hoe weet het waterschap dat ook de medewerkers en bezoekers van het waterschap vinden dat Bouvigne beschikt over ruime parkeermogelijkheden? Als dit niet is onderzocht, wilt u onderzoeken wat de medewerkers en bezoekers vinden van de parkeermogelijkheden? Kunt u tevens onderzoeken wat de medewerkers en bezoekers er van vinden dat zij gedwongen worden te parkeren in de beschermde natuur, als de zuidelijke en de noordelijke parkeerterreinen vol zijn? In antwoordbrief van DB aan P. van den Berg dd. 13 januari 2010 inzake reactie op gestelde vragen: We menen dat met de parkeergelegenheid aan de Zuidzijde van het nieuwe centrale kantoor (118 plaatsen) en die aan de Noordzijde (70 a 90 plaatsen) in voldoende parkeergelegenheid is voorzien.

140 12 De dijkgraaf zegt op 20 juli in BN De Stem: We constateren wel dat er op drukke dagen tot 50 auto s op de openbare weg staan in het Mastbos. Heel jammer. Onze fractie stelt vast dat uitgaande van eigen parkeerplaatsen (is totaal 208 parkeerplaatsen) versus 50 benodigde parkeerplaatsen in het Mastbos vastgesteld kan worden dat: tot 20% van alle auto s van medewerkers en bezoekers van het waterschap geparkeerd zouden moeten worden in de beschermde natuur van het Mastbos! Dat betekent dat 1 op de 5 auto s van het waterschap geparkeerd zou moeten worden in de beschermde natuur van het Mastbos! Vragen: Waarom heeft u het algemeen bestuur niet van te voren duidelijk aangegeven dat tot 20% van de medewerkers en de bezoekers van het waterschap hun auto zouden moeten gaan parkeren in het Mastbos, bij verhuizing van het waterschap naar Bouvigne? Denkt u dat het algemeen bestuur zou hebben ingestemd met de verhuizing als zijn van te voren duidelijk hadden geweten dat tot 20% de werknemers en bezoekers van het waterschap door het DB verondersteld zouden worden hun auto s te parkeren in de beschermde natuur van het Mastbos, er van uit gaande dat parkeren aan de Bouvignelaan veel te gevaarlijk is en dus ongewenst? Graag een toelichting op uw antwoord. Met dank en vriendelijke groeten, Namens fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg Totaal: 12 pagina s

141 Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Bieberglaan MK BREDA 4834MK28 Uw schrijven van : 16 september 2010 Uw kenmerk : Zaaknummer : 10.ZK21558 Ons kenmerk : 10UT Barcode : *10UT009846* Behandeld door : mevrouw A. Lauwerijssen Doorkiesnummer : Datum : 4 oktober 2010 Verzenddatum : 6 oktober 2010 Onderwerp: Uw schriftelijke vragen aan het dagelijks bestuur over parkeren Geachte heer Van den Berg, Op 12 september en op 16 september heeft u aan het dagelijks bestuur vragen gesteld over parkeren. De technische vragen zijn op de gebruikelijke wijze beantwoord en op extranet geplaatst. Daarnaast heeft u zeer veel gedetailleerde vragen gesteld over de notitie parkeren op en om Bouvigne en de eerdere correspondentie tussen u en het dagelijks bestuur van het waterschap inzake parkeren. U verzoekt om een reactie op deze vragen. De notitie parkeren op en om Bouvigne is in de vergadering van het algemeen bestuur op 15 september 2010 besproken. Het dagelijks bestuur heeft in die vergadering aangegeven welke acties zijn ondernomen en nog worden ondernomen om het autogebruik te verminderen en de openbare ruimte zoveel mogelijk te ontlasten. Het algemeen bestuur heeft besloten dat de notitie voldoende is besproken. Het dagelijks bestuur ziet dan ook geen toegevoegde waarde in het beantwoorden van uw overige vragen. In uw geeft u overigens ook aan dat u verontrust bent over het feit : 1. dat het dagelijks bestuur tijdens de AB-vergadering van 15 september jl. (eindelijk) heeft erkend dat er inderdaad sprake is van parkeeroverlast in het Mastbos door het waterschap en 2. dat het Dagelijks Bestuur aangeeft dat deze overlast door het waterschap in ieder geval nooit beëindigd zal kunnen worden. Graag wil het dagelijks bestuur aangeven dat zij het woord parkeeroverlast niet heeft gebruikt. Alleen anderen hebben deze term genoemd. Overeenkomstig het reglement van orde AB worden uw vragen en ons antwoord daarop geagendeerd als ingekomen stuk voor de vergadering van het algemeen bestuur van 13 oktober Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

142

143 Agendapunt 5k

144

145

146

147

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober Bepaling primus bij hoofdelijke stemming Zaaknr. : 10.ZK21558 Kenmerk : 10IT008031 Barcode : 10IT008031 Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober 2010 Aanvang : 19.30 uur Plaats :

Nadere informatie

agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober 2010 Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober 2010 Bepaling primus bij hoofdelijke stemming Zaaknr. : 10.ZK21558 Kenmerk : 10IT008031 Barcode : 10IT008031 agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober 2010 Aanvang : 19.30 uur Plaats :

Nadere informatie

Besluitenlijst dagelijks bestuur 15 maart 2016

Besluitenlijst dagelijks bestuur 15 maart 2016 ^ Waterschap 'Brabantse Delta Zaaknr. Kenmerk Barcode 16.zk05020 16IT013085 Aanwezig: C.A.A. Coppens (vice-voorzitter), J.J.M. van der Aa, H.B. Hieltjes, L.H. van der Kallen, Th. Schots, H.T.C. van Stokkom

Nadere informatie

: 11IT Barcode : aanvraag uitvoeringskrediet voor de projecten 557 en 559, revisie awppompen en elektrische aandrijvingen

: 11IT Barcode : aanvraag uitvoeringskrediet voor de projecten 557 en 559, revisie awppompen en elektrische aandrijvingen Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 11.ZK53487/11.B0431 Kenmerk : 11IT014361 Barcode : 11IT014361 Onderwerp : aanvraag uitvoeringskrediet voor de projecten 557 en 559, revisie awppompen en

Nadere informatie

Agendapunt vergadering Algemeen Bestuur WBA d.d. 7 april Mededelingen. - Uitoefenen van taken voor derden:

Agendapunt vergadering Algemeen Bestuur WBA d.d. 7 april Mededelingen. - Uitoefenen van taken voor derden: Agendapunt vergadering Algemeen Bestuur WBA d.d. 7 april 2017 Mededelingen - Uitoefenen van taken voor derden: Eind januari 2017 hebben de dagelijkse besturen van de gemeenschappelijke regelingen in het

Nadere informatie

Verkorte Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 23 november 2010 CONCEPT. 1. Opening, vaststelling agenda en loting primus.

Verkorte Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 23 november 2010 CONCEPT. 1. Opening, vaststelling agenda en loting primus. ONDERWERP 1. Opening, vaststelling agenda en loting primus. 2. Notulen vergaderingen. a. Notulen vergadering AB 22 september 2010. b. Verkorte besluitenlijst vergadering 22 september 2010. c. Adviezen

Nadere informatie

agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 14 september en 12 oktober 2011 Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 14 september en 12 oktober 2011 Bepaling primus bij hoofdelijke stemming Zaaknr. : 11.ZK51828 Kenmerk : 11IT011246 Barcode : 11IT011246 agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 14 september en 12 oktober 2011 Aanvang : 19.30 uur Plaats :

Nadere informatie

Graag reageren wij op een aantal brieven welke wij van uw bestuur mochten ontvangen.

Graag reageren wij op een aantal brieven welke wij van uw bestuur mochten ontvangen. Waterschap Brabantse Delta Het dagelijks bestuur t.a.v. de voorzitter, de heer J.A.M. Vos, dijkgraaf Ons kenmerk: pvdb/090602.01 Breda, 2 juni 2009 Geachte heer Vos, beste Joseph, Graag reageren wij op

Nadere informatie

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 10 november en 8 december 2010. Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 10 november en 8 december 2010. Bepaling primus bij hoofdelijke stemming Zaaknr. : 10.ZK36924 Kenmerk : 10IT011152 Barcode : 10IT011152 Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 10 november en 8 december 2010 Aanvang : 19.30 uur Plaats : Complex

Nadere informatie

Agendapunt Het Algemeen Bestuur van de BWB 5

Agendapunt Het Algemeen Bestuur van de BWB 5 Voorstel Aan Agendapunt Het Algemeen Bestuur van de BWB 5 Onderwerp Datum Voorstel tot vaststelling van de begroting BWB 2017 1 juli 2016 en meerjarenbegroting 2017 2020 Inleiding De Gemeenschappelijke

Nadere informatie

09 Voorstel. Kaderbrief Aan. Algemeen bestuur. Datum 5 december Doel. Besluitvormend. Initiatiefnemer. Strategisch beraad

09 Voorstel. Kaderbrief Aan. Algemeen bestuur. Datum 5 december Doel. Besluitvormend. Initiatiefnemer. Strategisch beraad 09 Voorstel Kaderbrief 2020 Aan Algemeen bestuur Datum 5 december 2018 Doel Initiatiefnemer Besluitvormend Strategisch beraad INLEIDING VOORSTEL De gezamenlijke gemeenten hebben voor de verbonden partijen

Nadere informatie

Interne memo. De nadruk ligt dus op de behandeling van de perspectiefnota.

Interne memo. De nadruk ligt dus op de behandeling van de perspectiefnota. Interne memo Aan : Presidium Van : Lenneke van der van der Meer Afdeling : Griffie Datum : Maart 2013 Onderwerp : Behandeling jaarrekening / scenario's voor de toekomst / perspectiefnota en begroting 1.

Nadere informatie

K. Vlieg (bestuursondersteuner) Afwezig met kennisgeving: R.F. Staijen. Besluiten en toezeggingen. Agendapunt Opening

K. Vlieg (bestuursondersteuner) Afwezig met kennisgeving: R.F. Staijen. Besluiten en toezeggingen. Agendapunt Opening BESLUITENLIJST van de vergadering van het Algemeen Bestuur van het waterschap Noorderzijlvest gehouden op 19 juli 2017, aanvang 19.30 uur in het waterschapshuis te Groningen, Stedumermaar 1. Aanwezig:

Nadere informatie

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 10

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 10 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 10 al m 1 'f" x z 5; Afdeling: Staf Beh.door: Port.houder: Team: Staf Bos, M.G. DB, Agendapunt 00 van de vergadering van het Dagelijks Bestuur van 5 december

Nadere informatie

agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 6 juli en 31 augustus 2011 Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 6 juli en 31 augustus 2011 Bepaling primus bij hoofdelijke stemming Zaaknr. : 11.ZK12387 Kenmerk : 11IT007609 Barcode : 11IT007609 agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 6 juli en 31 augustus 2011 Aanvang : 19.30 uur Plaats : Complex

Nadere informatie

Notitie uitwerking governance HWH 2.0

Notitie uitwerking governance HWH 2.0 Notitie uitwerking governance HWH 2.0 Opsteller Marianne van der Veen-Brouwer Aantal pagina s 6 Behandelend gremium Dagelijks bestuur Datum voorgelegd 11-06-2014 Agendapunt, Onderwerp 2.5a, Governance

Nadere informatie

Iwan Bean vertegenwoordiger DO H10 Ismael el Barzouhi (agendapunt 4 en 5) Ed Botticher (agendapunt 7)

Iwan Bean vertegenwoordiger DO H10 Ismael el Barzouhi (agendapunt 4 en 5) Ed Botticher (agendapunt 7) Verslag Onderwerp : GR Bestuur Datum : 10 september 2018 Aanwezigen : Inge Zweerts de Jong gemeente Wassenaar - namens de H5 Piet Vreugdenhil gemeente Westland namens H4 Kavita Parbhudayal gemeente Den

Nadere informatie

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen Vergadering algemeen bestuur van 31 oktober 2012 Agendapunt 3c Behandelend ambtenaar: M. Snoek Beleidsveldbeheerder: A. van Mieghem Portefeuillehouder: Th. Schots Zaaknr. : 12.ZK08677/12.B0327 Kenmerk

Nadere informatie

: Drs. D.P. Wiltenburg, directeur Bedrijfsvoering en secretaris van de commissie, W.A. Hardijzer, D. Bac, A. Aartsen, Chr.

: Drs. D.P. Wiltenburg, directeur Bedrijfsvoering en secretaris van de commissie, W.A. Hardijzer, D. Bac, A. Aartsen, Chr. V.V. 30 maart 2011 Agendapunt 8.8 Besluitenlijst commissie Algemene Zaken en Middelen Datum Aanwezig Afwezig m/k : 4 maart 2011, aanvang 14.00 uur : mr. J.H. Oosters, voorzitter P. Boesberg, afdelingshoofd

Nadere informatie

Financiële verordening gemeente Beesel Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Financiële verordening gemeente Beesel Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording Financiële verordening gemeente Beesel 2017 De raad van de gemeente Beesel gelet op artikel 212 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de Financiële verordening gemeente Beesel 2017 Hoofdstuk 1. Algemene

Nadere informatie

Besluitenlijst dagelijks bestuur 25 augustus 2015

Besluitenlijst dagelijks bestuur 25 augustus 2015 Waterschap ć'brabontsp Delta Zaaknr. Kenmerk Barcode 15.zk07578 15IT025141 lil Agendapunt Besluitenlijst dagelijks bestuur 25 augustus 2015 Actie door Opening Thema 2.a 09.00-10.00 uur kadernota Nota's

Nadere informatie

De raadsvergadering is openbaar en wordt gehouden in het raadhuis in Schaijk (Pastoor van Winkelstraat 5).

De raadsvergadering is openbaar en wordt gehouden in het raadhuis in Schaijk (Pastoor van Winkelstraat 5). Vergadering Gemeenteraad 24-05-2007 Plaats: Raadshuis van Landerd, Pastoor van Winkelstraat 5, Schaijk Tijd: 18:30 Voorzitter: De raadsvergadering is openbaar en wordt gehouden in het raadhuis in Schaijk

Nadere informatie

Commissie van Advies reglement

Commissie van Advies reglement Commissie van Advies reglement CvA-Reglement Commissie van Advies reglement Stichting Studenten Activiteiten Paragraaf 1 algemeen Art.1 Art.2 Art.3 Het Commissie van Advies reglement is het reglement van

Nadere informatie

K. Vlieg (bestuursondersteuner)

K. Vlieg (bestuursondersteuner) BESLUITENLIJST van de vergadering van het Algemeen Bestuur van het waterschap Noorderzijlvest gehouden op 19 december 2018, aanvang 19.30 uur in het waterschapshuis te Groningen, Stedumermaar 1. Aanwezig:

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Verslag. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Verslag. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. Verslag VERSLAG VAN BESPREKING OPGEMAAKT DOOR BESPREKING Algemeen Bestuur G.A. Posthumus-Hakvoort DEELNEMERS De heer Boersma, de heer Doorn, de heer Van Bergen, de heer Stegeman, de heer Brink, de heer

Nadere informatie

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 3.8 Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: 866092 In D&H: 18-11-2014 Steller: drs. M.J.W. Brederoo In Cie: BMZ 25-11-2014

Nadere informatie

Voorstel aan het AB * * Van Dagelijks Bestuur Corsanr. porten/ Onderwerp Werkbegroting 2015; 1e begrotingswijziging 2015

Voorstel aan het AB * * Van Dagelijks Bestuur Corsanr. porten/ Onderwerp Werkbegroting 2015; 1e begrotingswijziging 2015 FPC Algemeen Fout! Ongeldige bestandsnaam. Voorstel aan het AB Van Dagelijks Bestuur Corsanr. porten/2015.05769 Onderwerp Werkbegroting 2015; 1e begrotingswijziging 2015 Agendapuntnr. 11 AB-vergadering

Nadere informatie

Een goed opgesteld reglement biedt meerdere voordelen:

Een goed opgesteld reglement biedt meerdere voordelen: Inleiding Dit instrument is te gebruiken als een format voor het opstellen van een huishoudelijk reglement. In zo n reglement staan de werkafspraken over het besturen en het organiseren van de maatschap.

Nadere informatie

Aanbiedingsformulier voor AB

Aanbiedingsformulier voor AB Aanbiedingsformulier voor AB Bijlage bij agendapunt 4 Datum 11 februari 2019 Onderwerp Formatie 2019 Verseon: 2018194601 Vertrouwelijk Doel van agendering Toelichting door Ja Besluitvormend Marlies Krul-Seen

Nadere informatie

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Portefeuillehouder Zoetendal Datum collegebesluit 4 oktober 2016 Opsteller A. de Boer Registratie GF16.20071 Agendapunt 3/4 Voorstel 1. Vaststellen van

Nadere informatie

Voordracht aan Provinciale Staten. Van Subcommissie Bestuur en Middelen. Mei xxxx. Wijziging controleverordening.

Voordracht aan Provinciale Staten. Van Subcommissie Bestuur en Middelen. Mei xxxx. Wijziging controleverordening. Voordracht aan Provinciale Staten Van Subcommissie Bestuur en Middelen Vergadering Mei 2013 Onderwerp Wijziging controleverordening Nummer xxxx 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet

Nadere informatie

OPENBARE BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE DRECHTERLAND D.D. 22 MEI 2018

OPENBARE BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE DRECHTERLAND D.D. 22 MEI 2018 OPENBARE BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE DRECHTERLAND D.D. 22 MEI 2018 Aanwezig: Burgemeester: M. Pijl; wethouders: D. te, G. Besseling en J. ; secretaris:

Nadere informatie

Wij vertrouwen erop mede met deze kaderbrief een bijdrage te leveren aan een goede governance van Het Waterschapshuis.

Wij vertrouwen erop mede met deze kaderbrief een bijdrage te leveren aan een goede governance van Het Waterschapshuis. Algemene besturen van de waterschappen die deelnemen aan de Gr HWH en het Algemeen bestuur Gr HWH Behandeld door G Smits Aantal pagina s 6 Datum 2 maart 2017 Uw kenmerk Onderwerp Kaderbrief 2018 Ons kenmerk

Nadere informatie

Detacheringen & Jobcoaching Productie & Diensten Kwekerij & Groenvoorziening Jobhouse

Detacheringen & Jobcoaching Productie & Diensten Kwekerij & Groenvoorziening Jobhouse VERSLAG van de op 6 juli 2017 in Zoetermeer gehouden openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk en Omstreken Aanwezig de leden: de heer T.C. Kuiper, voorzitter,

Nadere informatie

Gemeente ^" Albrandsuuaard

Gemeente ^ Albrandsuuaard 25 Gemeente ^" RAADSBESLUIT Besluit nr.: 90701 Onderwerp: Ie gewijzigde Algemene subsidieverordening Albrandswaard 2010 De raad van de gemeente Albrandswaard; Gezien het voorstel van het college van de

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.15.0625 B.15.0625 Landgraaf, 1 april 2015 ONDERWERP: Zienswijze ontwerp begroting 2016 BsGW Raadsvoorstelnummer: 24 PROGRAMMA

Nadere informatie

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder( s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en -naam : 2e wijziging Gemeenschappelijke Regeling

Nadere informatie

Bijlage 4. WORDT WAS Verschillen. Financiële verordening Gemeente Ridderkerk 2014 Ridderkerk 2012. Financiële verordening

Bijlage 4. WORDT WAS Verschillen. Financiële verordening Gemeente Ridderkerk 2014 Ridderkerk 2012. Financiële verordening Hoofdstuk 1 inleidende bepalingen Artikel 1. Definities art. 1 Niet meer opgenomen: - afdeling - Administratieve organisatie - Financieel beheer Deze definities hebben betrekking op de GR-BAR en zijn daarom

Nadere informatie

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen Onderwerp: Begroting 2018 Nummer: Bestuursstukken\2466 Agendapunt: 6 DB: Ja 9-10-2017 BPP: Ja FAZ: Ja VVSW: Ja AB: Ja 15-11-2017 Opsteller: Jan Schiphuis, 0598-693886 Personeelszaken, Financiën en Bedrijfsvoering

Nadere informatie

Rm mziz/wlimburg. Begrotingswijziging Programmabegroting RUD Zuid-Limburg. Meerjarenraming

Rm mziz/wlimburg. Begrotingswijziging Programmabegroting RUD Zuid-Limburg. Meerjarenraming Rm mziz/wlimburg -o Begrotingswijziging Programmabegroting 2017 Meerjarenraming 2018-2021 RUD Zuid-Limburg R < mzh/v/limburg Inhoud A. inleiding 3 B. Beheer van de RUD Zuid-Limburg 3 C. Financieel 3 C.1

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Raadsvoorstel. Aan de raad, Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 765996 De heer H. ter Heegde, burgemeester Zienswijze indienen over de jaarstukken 2017 en de ontwerpbegroting 2019 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.17.0848 B.17.0848 Landgraaf, 4 mei 2017 ONDERWERP: Zienswijze raad op de ontwerpbegroting 2018 stadsregio Parkstad Limburg PROGRAMMA

Nadere informatie

Onderwerp: Zienswijze HWH 2.0 en reactiebrief evaluatierapport TAX-i Nummer: 625054

Onderwerp: Zienswijze HWH 2.0 en reactiebrief evaluatierapport TAX-i Nummer: 625054 COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ ALGEMEEN BESTUUR Onderwerp: Zienswijze HWH 2.0 en reactiebrief evaluatierapport TAX-i Nummer: 625054 In D&H: 05-03-2013 / 02-04-2013 Steller: drs. M.J.W.

Nadere informatie

Brsbontse Uelto. Besluitenlijst dagelijks bestuur 2O september 2016

Brsbontse Uelto. Besluitenlijst dagelijks bestuur 2O september 2016 Waterschap Brsbontse Uelto Zaaknr. : t6.2kt9939 Kenmerk : 16IT041591 Barcode' I llllll lill llllll llllll lll lllll lllll lllll llill lllll lll llll Besluitenlijst dagelijks bestuur 2O september 2016 Aanwezig:

Nadere informatie

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 7 en 21 juli 2010. Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 7 en 21 juli 2010. Bepaling primus bij hoofdelijke stemming Zaaknr. : 10.ZK19548 Kenmerk : 10IT005312 Barcode : 10IT005312 Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 7 en 21 juli 2010 Aanvang : 19.30 uur Plaats : Complex Bouvigne,

Nadere informatie

Concept verslag en besluitenlijst vergadering algemeen bestuur RUD Drenthe

Concept verslag en besluitenlijst vergadering algemeen bestuur RUD Drenthe Concept verslag en besluitenlijst vergadering algemeen bestuur RUD Drenthe d.d. 30 november 2015 Aanwezig: gedeputeerde H. Jumelet Provincie Drenthe Wethouder H. Heijerman Gemeente Aa en Hunze wethouder

Nadere informatie

RUD UTRECHT. De heer B. Wondergem De heer M. van Liere. De heer G. Spelt

RUD UTRECHT. De heer B. Wondergem De heer M. van Liere. De heer G. Spelt VERSLAG Vergadering: Algemeen Bestuur RUD Utrecht Vergaderdatum: 13 maart 2014 Deelnemers: Provincie Utrecht Gemeente Amersfoort De heer R. de Vries (voorzitter) De heer C. van Eijk Gemeente Baarn De heer

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de Raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de Raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : 31 mei 2016 Agendanummer : 14 Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : J. (Jasper) Nieuwenhuizen : Bestuurs- en managementondersteuning : M. (Mark) Prijs Voorstel

Nadere informatie

Advies. Begroting Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)

Advies. Begroting Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Advies Begroting 2017 Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Gemeente Nijmegen Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Peggy van Gemert RA/AA Rob Jilisen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

'Brabøntse. Besluitenlijst dagelijks bestuur 29 maaft. 3.b Vertrouwelijk. Waterschap Uelta. besluit. Opening

'Brabøntse. Besluitenlijst dagelijks bestuur 29 maaft. 3.b Vertrouwelijk. Waterschap Uelta. besluit. Opening 4 'Brabøntse Waterschap Uelta Taaknr. Kenmerk Barcode L6.2k05624 :16IT014919, ilililtilililililililililililtil]ililtililililtilil] Besluitenlijst dagelijks bestuur 29 maaft Aanwezig: C.A.A. Coppens (vice-voorzitter),

Nadere informatie

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010. Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010. A. Hiemstra (Algemene Waterschapspartij) Jaarrekening 1. Vraag: In 2009 is het aantal ingevulde fte s 314, in de begroting van

Nadere informatie

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda.

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda. Notulen van de besluitvormende raadsvergadering van de gemeenteraad van Noord-Beveland, gehouden op donderdag 5 juli 2018 in het gemeentehuis van Noord-Beveland. Aanvang: 19.30 uur Aanwezig: Mevr. J.H.J.B.

Nadere informatie

Advies jaarrekening 2011 van de commissie BMZ aan het algemeen bestuur HDSR Geachte leden van het algemeen bestuur, De commissie BMZ adviseert het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse

Nadere informatie

Oplegnotitie Begroting 2013, 2014 en meerjarenbegroting RUD Zuid Limburg Registratiekenmerk Gemeenteblad nr. 61

Oplegnotitie Begroting 2013, 2014 en meerjarenbegroting RUD Zuid Limburg Registratiekenmerk Gemeenteblad nr. 61 Oplegnotitie Begroting 2013, 2014 en meerjarenbegroting 2015-2017 RUD Zuid Limburg Registratiekenmerk 437126 Gemeenteblad nr. 61 Rol van de raad De raad krijgt dit raadsvoorstel voorgelegd omdat de raad

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005 VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005 Onderwerp: Voorzitter: Aanwezig zijn de leden: Griffie: Portefeuillehouders: Financieel meerjarenbeleid

Nadere informatie

Notulen vergadering Algemeen Bestuur RAD Hoeksche Waard, 12 december 2016

Notulen vergadering Algemeen Bestuur RAD Hoeksche Waard, 12 december 2016 Notulen vergadering Algemeen Bestuur RAD Hoeksche Waard, 12 december 2016 Aanwezig Meneer P. van Leenen, gemeente Oud-Beijerland Meneer B. Boelhouwers, gemeente Cromstrijen Meneer G. Janssen, gemeente

Nadere informatie

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? ' ř Gemeente fi Bergen op Zoom Voorlegger I Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en -naam

Nadere informatie

3. Tijdens de laatste CvA van het bestuursjaar zullen de voorzitters en de aspirant-voorzitters

3. Tijdens de laatste CvA van het bestuursjaar zullen de voorzitters en de aspirant-voorzitters Het Commissie van Advies reglement is het reglement van de Commissie van Advies, hierna te noemen CvA, van de Stichting Studenten Activiteiten, hierna te noemen SSA. Het doel van de CvA, binnen de stichting,

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 - PS2008MME13-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 6 mei 2008 Nummer PS : PS2008MME13 Afdeling : ECV Commissie : MME Registratienummer : 2008int221948 Portefeuillehouder : Ekkers Titel

Nadere informatie

BESLUITENLIJST voor de vergadering van het college van B&W Datum: 12 januari 2016

BESLUITENLIJST voor de vergadering van het college van B&W Datum: 12 januari 2016 BESLUITENLIJST voor de vergadering van het college van B&W Datum: 12 januari 2016 Aanwezig: Afwezig: burgemeester, wethouders Jansen, Varkevisser en Luca en de gemeentesecretaris wethouder Fluitman I.

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid Aanwezig: Voorzitter: dhr. J. Buzepol Locogriffier: mw. A. van Wees (locogriffier) Leden:

Nadere informatie

Akkoord / Niet akkoord / Anders nl.

Akkoord / Niet akkoord / Anders nl. 6 Begrotingswijziging 2018 inzake CTER 1 180706 AB 6 V Financiering CTER.docx Vergadering algemeen Bestuur Datum 6 juli 2018 Agendapunt 6 Onderwerp Begrotingswijziging voor financiering CTER Bijlage nr

Nadere informatie

Raadsvoorstel Onderwerp: Jaarstukken 2014 en zienswijze ontwerpbegroting 2016 GR Cocensus

Raadsvoorstel Onderwerp: Jaarstukken 2014 en zienswijze ontwerpbegroting 2016 GR Cocensus Agendapunt : 06. Voorstelnummer : 06-036 Raadsvergadering : 25 juni 2015 Naam opsteller : Dimitri Druiven Informatie op te vragen bij : Dimitri Druiven tst. 269 Portefeuillehouder(s) : R. Zeeman Zaaknummer

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel *Z01633AB306* documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel Onderwerp : Jaarrekening 2015 en begroting 2017 ODBN Datum college : 21 juni 2016 Portefeuillehouder : G.M.P. Stoffels Afdeling

Nadere informatie

Vergadering algemeen bestuur

Vergadering algemeen bestuur Zaaknr. : 12.zk12273 Kenmerk : 13IT003100 Barcode : *13IT003100* Vergadering algemeen bestuur Verslag van de vergadering van het Algemeen Bestuur van Waterschap Brabantse Delta d.d. 25 januari 2013 om

Nadere informatie

3. Beoogd resultaat Vaststellen van de concept begrotingen 2018 van Wedeka bedrijven en de EMCO-groep.

3. Beoogd resultaat Vaststellen van de concept begrotingen 2018 van Wedeka bedrijven en de EMCO-groep. *17.01409* VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Behandelend ambtenaar: J. Wolters Afdeling/cluster: / Telefoonnr.: 0591-535472 Portefeuillehouder: J.F.A. Alberts Registratienummer: 17.01409 Onderwerp: Jaarstukken

Nadere informatie

ODMH. Gemeente Gouda T.a.v. de leden van de gemeenteraad Postbus BB GOUDA. Reactie op zienswijzen Programmabegroting

ODMH. Gemeente Gouda T.a.v. de leden van de gemeenteraad Postbus BB GOUDA. Reactie op zienswijzen Programmabegroting ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland 00008888 Financiën Contact H. Douw T (088) 54 55 114 hdouw@odmh.nl Gemeente Gouda T.a.v. de leden van de gemeenteraad Postbus 1086 2800 BB GOUDA Postbus 45 2800 AA Gouda

Nadere informatie

BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS D.D. 9 JANUARI College Leesmap/uitnodigingen Voor kennisgeving aangenomen

BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS D.D. 9 JANUARI College Leesmap/uitnodigingen Voor kennisgeving aangenomen BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS D.D. 9 JANUARI 2018 Aanwezig: Afwezig: Burgemeester Baas, wethouders Luyckx en Struijlaart, secretaris Schadé en loco-secretaris Slagter

Nadere informatie

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 9 november en 7 december Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 9 november en 7 december Bepaling primus bij hoofdelijke stemming Zaaknr. Kenmerk Barcode : 11.ZK53917 : 11IT014804 : 11IT014804 Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 9 november en 7 december 2011 Aanvang : 19.30 uur Plaats : Complex

Nadere informatie

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 6 mei 2015

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 6 mei 2015 No.: Portefeuillehouder: G.J. Harmsen Afdeling: Openbaare Werken Behandelaar: M.L.F. de Bruijn De raad van de gemeente Tholen Tholen, 6 mei 2015 Onderwerp: Consultatie over ontwerpbesluit AB OLAZ met betrekking

Nadere informatie

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen Onderwerp: Begroting 2019 Nummer: Bestuursstukken\2727 Agendapunt: 5 DB: Ja 15-10-2018 BPP: Ja 31-10-2018 FAZ: Ja 31-10-2018 VVSW: Ja 31-10-2018 AB: Ja 14-11-2018 Opsteller: Jan Schiphuis, 0598-693886

Nadere informatie

Algemeen Bestuur SK Dagelijks Bestuur SK Betreft: Kadernota Begroting 2016 en Meerjarenraming Datum: 5 maart 2015

Algemeen Bestuur SK Dagelijks Bestuur SK Betreft: Kadernota Begroting 2016 en Meerjarenraming Datum: 5 maart 2015 Aan: Van: Algemeen Bestuur SK Dagelijks Bestuur SK Betreft: Kadernota Begroting 2016 en Meerjarenraming 2017-2019 Datum: 5 maart 2015 Inleiding Met deze nota worden de uitgangspunten van de begroting 2016

Nadere informatie

Notulen van Vergadering van eigenaars, gehouden dinsdag 11 maart 2014, aanvang 19:30 uur.

Notulen van Vergadering van eigenaars, gehouden dinsdag 11 maart 2014, aanvang 19:30 uur. Notulen 1. Opening en vaststelling aanwezige stemmen De voorzitter van de vergadering opent de vergadering en heet de aanwezigen van harte welkom. Vanavond zijn 30 van de 52 stemmen aanwezig dan wel per

Nadere informatie

Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, uur

Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, uur AGENDA Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, 19.30 20.30 uur Locatie: zaal A, MRDH Westersingel 12, Rotterdam Parkeren: kan op het parkeerterrein van de MRDH. Ingang via de poort naast

Nadere informatie

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 23 april 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen.

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 23 april 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen. Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 23 april in het gemeentehuis te Uithuizen. Aanwezig: Voorzitter Griffier mevrouw M. van Beek mevrouw H. Hoekstra

Nadere informatie

Overzicht reacties gemeenten op jaarrekening 2015 begroting 2017, versie 7 juli 2016

Overzicht reacties gemeenten op jaarrekening 2015 begroting 2017, versie 7 juli 2016 Overzicht reacties gemeenten op jaarrekening 2015 begroting 2017, versie 7 juli 2016 Nr. Gemeente Zienswijze Reactie Algemeen Bestuur VR MWB 1 Aalburg Gemeenteraad vergadert 21 juni. De raad gaat er vanuit

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 16-12-2008 Onderwerp: Administratieve organisatie zwembaden de Waterwijck en Vollenhove Conceptbesluit: Samenvatting: Bijlagen: 1.De

Nadere informatie

Subsidieverordening Waterbewustzijn

Subsidieverordening Waterbewustzijn Subsidieverordening Waterbewustzijn Het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe; op het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden d.d. 21 augustus 2017; gelet op het bepaalde in de Algemene

Nadere informatie

1. Voorstel aan ab In te stemmen met het voorstel om de algemene reserves te benutten voor de door het AB aangegeven doelen.

1. Voorstel aan ab In te stemmen met het voorstel om de algemene reserves te benutten voor de door het AB aangegeven doelen. Aan algemeen bestuur van 20 februari 2019 VOORSTEL Portefeuillehouder B.J. van Vreeswijk Documentnr. 1356927/1356951 Programma Bestuur en belasting Projectnummer Afdeling Bedrijfskundige ondersteuning

Nadere informatie

Verordening op het Auditcomité

Verordening op het Auditcomité Verordening op het Auditcomité Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Gennep Officiële naam regeling Verordening op het Auditcomité Citeertitel Verordening auditcomité

Nadere informatie

DB-vergadering 25-05-2009 Agendapunt 6

DB-vergadering 25-05-2009 Agendapunt 6 DB-vergadering 25-05-2009 Agendapunt 6 Onderwerp Evaluatie Uitvoeringsregels Inkoop en Aanbesteding Portefeuillehouder(s) R.L.M. Sleijpen Afdeling Middelen Bestuursprogramma / Waterbeheersplan Niet van

Nadere informatie

1.1. vaststellen van de programmabegroting 2016 VR BN 2.1. zienswijze kenbaar maken over de jaarrekening 2014 en de verdeling van het resultaat.

1.1. vaststellen van de programmabegroting 2016 VR BN 2.1. zienswijze kenbaar maken over de jaarrekening 2014 en de verdeling van het resultaat. Datum: Onderwerp Zienswijze van de raad op de programmabegroting 2016 en het jaarverslag 2014 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord (lees: VR BN) Status Oordeelvormend Voorstel

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting op de ASV 2006

Artikelsgewijze toelichting op de ASV 2006 Artikelsgewijze toelichting op de ASV 2006 Artikel 1 De meeste begrippen spreken voor zich. Het begrip algemeen verbindend voorschrift behoeft enige nadere toelichting. Temeer omdat er verband bestaat

Nadere informatie

Aanwezig: Voorzitter: M. Fränzel Secretaris: A. Baart Wethouders: A. van der Wijst, V. Huijgens en M. Groffen

Aanwezig: Voorzitter: M. Fränzel Secretaris: A. Baart Wethouders: A. van der Wijst, V. Huijgens en M. Groffen Besluitenlijst van de in de vergadering van burgemeester en wethouders van Woensdrecht van 28 september 2010 genomen besluiten (B-stukken) van 20 t/m 24 september 2010 door parafen genomen besluiten (A-stukken)

Nadere informatie

B en W Adviesnota ADVIES. capaciteit voor het jaar 2018 om te voldoen aan de extra capaciteitsvraag vanuit diverse projecten en opdrachten.

B en W Adviesnota ADVIES. capaciteit voor het jaar 2018 om te voldoen aan de extra capaciteitsvraag vanuit diverse projecten en opdrachten. Onderwerp Budget voor inhuur projectcapaciteit SDW Zaaknummer Teammanager Marco Van de Voort B & W datum 8 mei 2018 Team Civiel en Verkeer Naam steller Marco Van de Voort Portefeuillehouder Ike Busser

Nadere informatie

DB-vergadering 05-03-2013 Agendapunt 1 BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN HET DAGELIJKS BESTUUR VAN 19 FEBRUARI 2013

DB-vergadering 05-03-2013 Agendapunt 1 BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN HET DAGELIJKS BESTUUR VAN 19 FEBRUARI 2013 DB-vergadering 05-03-2013 Agendapunt 1 BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN HET DAGELIJKS BESTUUR VAN 19 FEBRUARI 2013 Aanwezig: de heren L.H. Dohmen, C.H.J.M. Lebens, J.H.J. van der Linden en R.L.M.

Nadere informatie

Onderwerp : Aanpassing GR Cocensus i.v.m. de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen

Onderwerp : Aanpassing GR Cocensus i.v.m. de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen Raadsvoorstel *Z0245757025* Aan de raad Documentnummer : INT-15-22789 Afdeling : Bedrijfsvoering Onderwerp : Aanpassing GR Cocensus i.v.m. de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen Inleiding

Nadere informatie

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Notulen van de openbare commissievergadering ABM NotulenvandeopenbarecommissievergaderingABM Datum: Aanvangstijd: Eindtijd: Locatie: donderdag21juni2018 20.00uur 20.40uur RaadzaalgemeentehuisvanHuizen Aanwezig Voorzitterencommissiegriffier J.W.Meijerman(voorzitter)

Nadere informatie

VERGADERING. de dato 10 FEBRUARI 2015. besluitenlijst

VERGADERING. de dato 10 FEBRUARI 2015. besluitenlijst VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS de dato 10 FEBRUARI 2015 besluitenlijst Portefeuillehouder: Burgemeester Organisatie-eenheid: SECR Besluitnummer: b2015.0135 Betreft: Jaarverslag Regio Alkmaar

Nadere informatie

Hollandse Delta. Datum: 28 november 2013 Agendapunt nr: 11. B1303727. Aan de Verenigde Vergadering

Hollandse Delta. Datum: 28 november 2013 Agendapunt nr: 11. B1303727. Aan de Verenigde Vergadering Datum: 28 november 2013 Agendapunt nr: 11. B1303727 waterschap Hollandse Delta Aan de Verenigde Vergadering Aanvraag projectinvesteringskrediet "Renovatie slibontwateringsinstallatie rwzi Hoogvliet". Aard

Nadere informatie

Risico A: De samenwerkingsdoelen worden niet / onvoldoende bereikt

Risico A: De samenwerkingsdoelen worden niet / onvoldoende bereikt Risico-inventarisatie Samenwerking Haarlem Zandvoort Deze risico-inventarisatie heeft betrekking op de voorgenomen ambtelijke samenwerking tussen de gemeenten Haarlem en Zandvoort vanaf 1 januari 2018.

Nadere informatie

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 22 september 2015 Vragen nr. 87 Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Registratienummer raad 1108973 Datum: Behandeld door: 3 December 2013 griffie Afdeling/Team: Griffie / Onderwerp: digitalisering raad Samenvatting:

Nadere informatie

Agendapunt het Algemeen Bestuur van de BWB 5. Vaststelling jaarverslag en jaarrekening 2015 BWB 15 april 2016

Agendapunt het Algemeen Bestuur van de BWB 5. Vaststelling jaarverslag en jaarrekening 2015 BWB 15 april 2016 Voorstel Aan Agendapunt het Algemeen Bestuur van de BWB 5 Onderwerp Datum Vaststelling jaarverslag en jaarrekening 2015 BWB 15 april 2016 Inleiding Bijgaand treft u het jaarverslag en de jaarrekening 2015

Nadere informatie

Datum raadsvergadering donderdag 4 juni 2015

Datum raadsvergadering donderdag 4 juni 2015 Raadsvoorstel Datum vaststelling voorstel door het college 11 mei 2015 Datum raadsvergadering donderdag 4 juni 2015 Nummer raadsvoorstel 2015-158 Bijbehorend veld van de programmabegroting Beheer openbare

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten

Besluit van Provinciale Staten Besluit van Provinciale Staten Vergaderdatum December 2015 Nummer 6856 Onderwerp Besluit controleverordening Provincie Zuid-Holland 2015 1 Besluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, overwegende dat -

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur 17 april 2019 Voorstel begroting 2020 Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 6 Behandelend gremium Algemeen bestuur Agendapunt, Onderwerp Voorstel begroting 2020 Datum voorgelegd 17 april 2019 Agendering

Nadere informatie

Toelichting: AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER. Raadsvergadering: 26 juni 2013. Registratienummer: TB 13.3745548. Agendapunt: 6

Toelichting: AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER. Raadsvergadering: 26 juni 2013. Registratienummer: TB 13.3745548. Agendapunt: 6 AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER Raadsvergadering: 26 juni 2013 Registratienummer: TB 13.3745548 Agendapunt: 6 Onderwerp: Contractering en tarieven huishoudelijke hulp 2014 Voorstel: 1. De volgende

Nadere informatie