agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober 2010 Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober 2010 Bepaling primus bij hoofdelijke stemming"

Transcriptie

1 Zaaknr. : 10.ZK21558 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober 2010 Aanvang : uur Plaats : Complex Bouvigne, kapel Voorzitter : J. Vos Portefeuillehouder Onderwerp Opmerkingen 1. Opening Mondeling Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming 2. Notulen* en besluitenlijst Notulen en besluitenlijst van de vergaderingen van het algemeen bestuur van 21 juli en 15 september 2010 Besluit: het algemeen bestuur stelt de notulen en de besluitenlijsten vast. 10IT en 10IT (notulen en besluitenlijst 15 september is nazending) 3. Nota s ter besluitvorming 3.a. Schots Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta Het waterschap verstrekt subsidies. In de Algemene wet bestuursrecht is voorgeschreven dat subsidies, die niet van incidentele aard zijn, gebaseerd moeten zijn op een wettelijk voorschrift, de zogenaamde subsidieverordening. In deze nota is voorgesteld een subsidieverordening vast te stellen voor door het waterschap te verstrekken subsidies. Vooralsnog betreft het subsidies voor de aanpak van emissies uit diffuse bronnen. Uitbreiding van de subsidieverordening in de toekomst met andere subsidies is mogelijk. Besluit: Het algemeen bestuur stelt de Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta (inclusief bijbehorende toelichting) vast. 10IT b. Schots Aanvraag uitvoeringskrediet slibindikking rwzi Rijen Op rwzi Rijen wordt het eigen slib en dat van een aantal omliggende kleine zuiveringen verwerkt op een sterk verouderde en storingsgevoelige installatie. Voortkomend uit het besluit om op de rwzi Nieuwveer een nieuwe slibverwerking te bouwen en de vervolgstudie naar de toekomst voor de slibverwerking op de rwzi Rijen, is besloten om het ingedikte slib van de rwzi Rijen op rwzi Nieuwveer te behandelen. Daarom zal de slibverwerking op de rwzi Rijen worden gerenoveerd en omgebouwd. De uitvoering zal plaatsvinden middels een innovatieve aanbestedingvorm (de bouworganisatie is design & construct). Middels deze adviesnota wordt uitvoeringskrediet aangevraagd voor de realisatie van deze ombouw. 10IT004639

2 Portefeuillehouder Onderwerp Besluit: Het AB stemt in met de realisatie van project slibindikking rwzi Rijen en stelt hiervoor uitvoeringskrediet ter beschikking ten bedrage van ,-. Het AB neemt ter kennisgeving aan dat dit project middels een geïntegreerde contractvorm (namelijk design & construct) wordt gerealiseerd. Opmerkingen 3.c. Schots Gemeenschappelijke Regeling waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta Nazending 3.d. Schots Begroting Het Waterschapshuis Nazending 3.e. 3.f. Kallen, van der Aanvraag uitvoeringskrediet aankoopplan Gat van den Ham Het waterschap heeft in het verleden de coördinerende rol opgenomen voor het aankoopplan Gat van den Ham. Het waterschap kon via coördinatie en voorfinanciering van kavelruil de noodzakelijke grondverwerving voor haar doelen grotendeels realiseren. Voor deze voorfinanciering is gebruik gemaakt van het krediet voor strategische en anticiperende grondaankopen. De voorfinanciering drukt dusdanig zwaar op het beschikbare krediet voor strategische en anticiperende grondaankopen, dat er thans vrijwel geen ruimte meer is voor grondaankoop ten behoeve van waterschapsdoelen elders in het waterschapsgebied. Om deze reden is in de kadernota van een investeringproject opgenomen ten behoeve van de aankoopplan Gat van den Ham. Door een administratieve verschuiving van de gronden en hieraan gekoppelde waarde naar het krediet aankoopplan Gat van den Ham, komt er weer ruimte voor strategische en anticiperende grondaankopen. Besluit: Het AB stelt een krediet van ,- beschikbaar voor het aankoopplan Gat van den Ham. Kallen, van der Aanvraag aanvullend uitvoeringskrediet Natte Natuurparel Zonzeel Tijdens de uitvoering van het bestek Herstel natte natuurparel Zonzeel zijn meerkosten ontstaan. De redenen voor het meerwerk zijn besteks- en scopewijzigingen. Voor de wijzigingen is geen schriftelijke opdracht verleend door het waterschap, waardoor een onrechtmatigheid is ontstaan. Gevraagd wordt aanvullend krediet te verlenen om de geconstateerde gebreken te kunnen herstellen. Besluit: Het AB stemt in met het beschikbaar stellen van ,-- aanvullend uitvoeringskrediet voor de afronding van het werk herstel natte natuurparel Zonzeel. 10IT IT g. Hieltjes Aanvraag uitvoeringskrediet Ecologische Verbindingszones 10IT Woensdrecht DLG heeft in opdracht van gemeente Woensdrecht in januari 2009 een visie geschreven voor de EVZ's binnen de gemeentegrens. De gemeente is nu voornemens de eerste 3,3 kilometer van deze Ecologische Verbindingszones te realiseren (Ecologische Verbindingszone Overberg en Ecologische Verbindingszone Eiland) en vraagt het waterschap om een financiële bijdrage. Geadviseerd wordt hiervoor een bruto uitvoeringskrediet van ,- beschikbaar te stellen conform de reguliere kostenverdeling (40/60%). Hiervan kan 50% als subsidie teruggevorderd worden via de tweede bestuursovereenkomst. Besluit: Het algemeen bestuur stemt in met de toekenning van een uitvoeringskrediet van ,- * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -2-

3 Portefeuillehouder Onderwerp als cofinanciering voor de realisatie van 3,3 kilometer Ecologische Verbindingszone binnen gemeente Woensdrecht. Opmerkingen 3.h. Hieltjes Aanvraag uitvoeringskrediet hydraulische maatregelen Brabantse Wal Op 10 november 2009 heeft het waterschap samen met provincie, Evides, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, gemeente Woensdrecht en ZLTO het convenant Brabantse Wal ondertekend. Het convenant heeft als doel de verdrogingbestrijding van het gehele Natura 2000 gebied de Brabantse Wal. Specifiek doel is het hydrologische en ecologisch herstel van de Groote en Kleine Meer. De bijlage van het convenant geeft het bijhorende maatregelenpakket. Belangrijkste maatregel is de reductie van de waterwinning door Evides maar ook het project Jagersrust dat getrokken wordt door het waterschap is hier een prominent onderdeel van. Daarnaast zijn er andere maatregelen waar het waterschap aan bijdraagt in de vorm van kennis en/of uitvoering van maatregelen. Het waterschap heeft toegezegd een inbreng te leveren aan de hiervoor benodigde planvoorbereiding. Dit betreft een inbreng van expertise en gebiedskennis over een periode van 2010 tot 2015 en het bijdragen aan de monitoring van het oppervlaktewater zoals het inrichten van 3 à 4 afvoer- en waterstandmeetpunten en het uitvoeren van aanvullende waterkwaliteitsmetingen. Daarnaast worden enkele (kleine) inrichtingsmaatregelen om water vast te houden uitgevoerd. Besluit: Het AB stemt in met het beschikbaar stellen van het uitvoeringskrediet van ,- voor genoemde maatregelen om uitvoering te geven aan het ondertekende convenant. 3.i. Coppens Aanvraag uitvoeringskrediet Spuisluis Vierlingh, revisie hydrauliek Spuisluis Vierlingh in de monding van de Mark en Dintel wordt hydraulisch bediend. De hydraulische onderdelen moeten gereviseerd worden om de bediening en bedrijfszekerheid in stand te houden. Omdat de omvang van de revisie groter is dan destijds voorzien, is AB besluitvorming noodzakelijk. Besluit: Het AB stemt in met: - uitvoering project 8467, revisiewerkzaamheden aan het hydraulische systeem van spuisluis Vierlingh - de scopewijziging van het project door revisie van het gehele hydraulische systeem in plaats van alleen de revisie van de hefcilinders; - beschikbaarstelling van een uitvoeringskrediet van ,-. 10IT IT j. Vos Verkoop Hoofdstraat 49 s-gavenmoer 10IT Naar aanleiding van de reorganisatie "Structuur volgt processen" heeft onder andere het regiokantoor aan de Hoofdstraat 49 te 's-gravenmoer geen functie meer binnen het waterschap en kan het kantoor worden afgestoten middels een openbare verkoop. De verkoop is middels een meervoudig onderhandse procedure aanbesteed aan Van de Water Bedrijfsmakelaars BV. Via hun bemiddeling is overeenstemming bereikt. Besluit: Het AB stemt in met de verkoop van het voormalig regiokantoor Oost, gelegen aan de Hoofdstraat 49 te s-gravenmoer (5109 AB) en kadastraal bekend gemeente s-gravenmoer, sectie B, nummers 2445 en * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -3-

4 Portefeuillehouder Onderwerp 2908, groot 52 are en 35 centiare, voor de totale koopsom van ,- k.k. en oplevering eind september Opmerkingen 3.k. Vos Vaststellen verordening schadevergoeding Op 22 december 2009 is de Waterwet van kracht geworden. De Waterwet bevat de enige juridische grondslag voor verzoeken om schadevergoeding (voorheen werd gesproken van nadeelcompensatie), waardoor onze huidige nadeelcompensatieverordeningen niet meer juist zijn. Wel biedt de Waterwet de mogelijkheid om een procedureverordening vast te stellen, op basis waarvan verzoeken om schadevergoeding worden behandeld. Daarom heeft het dagelijks bestuur op 6 april jl. het ontwerp Verordening schadevergoeding vastgesteld en ter inzage gelegd. Er zijn geen zienswijzen ingebracht. Wel is de ontwerp Verordening vanwege een formeel-juridische reden op één onderdeel aangepast. Tevens zijn enkele redactiefouten hersteld. De ontwerp Verordening is daarmee gereed om door het AB te worden vastgesteld. Besluit: Het algemeen bestuur stemt in met het vaststellen van de Verordening schadevergoeding conform bijgevoegd AB-besluit. 3.l. Vos Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta Het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta bevat deltabrede en deelgebiedspecifieke programma s gericht op waarborgen van een klimaatbestendig veilige, een economisch vitale en een ecologisch veerkrachtige delta. Het waterschap heeft actief bijgedragen aan de totstandkoming van het programma waardoor de eigen speerpunten er goed in zijn verwerkt. Advies is om als partner deel te nemen aan twee gebiedsprogramma s en het samenwerkingsprotocol voor uitvoering te ondertekenen. Besluit: Het AB stemt in met het doel en de opzet van het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta en gaat akkoord met het ondertekenen van de samenwerkingsbijeenkomst voor de bijdrage van het waterschap. 3.m. Vos Communicatievisie 2010 De vernieuwing van het staande communicatiebeleid richt zich op een stevige regie op de communicatie van het waterschap met zijn klanten en de verbetering van de profilering van het waterschap. De voorstellen voor verbeteracties resulteren in een gestructureerde aanpak en invulling van vijf geprioriteerde uitvoeringsvoorstellen. Wel dient er aandacht te zijn voor de haalbaarheid van de inzet van personeel, middelen en activiteiten op communicatie waarbij gewenste resultaten en de realiseerbaarheid uitgangspunten zijn. Besluit: Het AB stemt in met het voorstel om het strategisch communicatiebeleid bij te stellen conform het voorstel in de nota Communicatievisie 2010 Solide en betrouwbaar voortbouwen. 10IT IT IT n. Vos Parkeren op en om Bouvigne Nazending * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -4-

5 4. Mededelingen (te behandelen op 13 oktober 2010) 4.a. Coppens Afhandeling klacht maaien aardakker Molenplaat Bergen op Zoom 4.b. Schots Terugkoppeling projectgroep budgetbeheer Nazending Nazending Besluit: het AB neemt de mededelingen voor kennisgeving aan. 5. Ingekomen stukken (te behandelen op 13 oktober 2010) 5.a. Vos Correspondentie de heer P. van den Berg en antwoord dagelijks bestuur inzake Knipselkrant en niet opgenomen artikel 5.b. Vos Correspondentie de heer P. van den Berg en antwoord dagelijks bestuur inzake Parkeren Bouvigne 5.c. Vos Beantwoording vragen naar aanleiding van het ter kennisname gezonden reglement van orde en het onderzoeksprotocol van de rekenkamercommissie. Nazending Nazending Nazending 5.d. Schots Jaarrekening en jaarverslag 2009 Delta Waterlab Nazending 5.e. Vos Kamervragen + antwoorden kantoorkosten nieuwbouw waterschappen 5.f. Vos Algemene Waterschapspartij Parkeren kantoor waterschap Brabantse Delta en antwoord dagelijks bestuur 5.g. Vos Brief IVN Mark & Donge Natuurjubileumwandelprijsvraag en antwoord dagelijks bestuur Besluit: het AB neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan. Nazending Nazending Nazending 6. Stand van zaken Actie Storm 7. Rondvraag 8. Sluiting Breda, 31 augustus 2010 * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -5-

6

7 Agendapunt 2 Nummer : 10IT Barcode: 10IT Verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van Waterschap Brabantse Delta d.d. 21 juli 2010 om uur te Breda, Kapel, Bouvigne. Aanwezig: De voorzitter: J.A.M. Vos. De leden: J.J.M. van der Aa, P.A. Aertssen, P.H.M van den Berg, W.J.H. de Boer, R. Boertjes, R.J.M. van den Broek, C.A.A. Coppens, J.H.C. Dielissen, C.B.M.E. Franssen, A.G.J. Haagh, M.P. Hage, J.J.M. van der Heijden, H.B. Hieltjes, E.J.M. de Jong-Stabel, L.H. van der Kallen, F.C.J. van Noord, H.J.M. Poppelaars, A. Pijnenburg, J.A.J.P. van Riet, Th.J.J.M. Schots, C.G. Schreuders, J.A.M. Slenders, W. Spierings, A.J.C. Vanlaerhoven, B. van der Veer, A.A.F.M. Wijnen. Afwezig met kennisgeving: J.J. Kocx, L.C.A. Withagen, F. Jackson, A.S. Verdaasdonk De secretaris-directeur: H.T.C. van Stokkom Notulist: H. Mutsaerts van Het Notuleercentrum 1. Opening De voorzitter: Dames en heren, van harte welkom op deze vergadering van het AB. Er is een inspreker, de heer De Haan. De heer De Haan: Geacht AB, IVN Groene Zoom heeft kennisgenomen van het voorstel van het DB van het Waterschap Brabantse Delta voor beantwoording van de zienswijzen die met betrekking tot het peilbesluit Steenbergen Brabantse Wal zijn ingediend. Omdat dit besluit nogal wat vragen oproept, maak ik graag gebruik van het recht om in te spreken in uw vergadering. In de eerste plaats wil ik uw bestuur complimenteren met het feit dat volgens de kranten van vorige week uw waterschap landelijk gezien tot de waterschappen behoort met de laagste lasten voor de inwoners. Voorzover dit niet ten koste gaat van de te realiseren doelen door het waterschap, staan wij daar volledig achter. Als je echter naar de reactie van het DB op onze zienswijze kijkt, zie ik zelfs mogelijkheden om de kosten nog verder omlaag te brengen. De werkwijze van het waterschap om het waterpeil in natuurontwikkelingsgebieden pas aan te passen op het moment dat de laatste vierkante meter verworven is, leidt namelijk tot extra procedures en lasten voor zowel het waterschap, andere bestuursorganen, maatschappelijke organisaties en betrokken burgers. De overheid heeft de mond vol van het verminderen van de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijfsleven, maar door de rigide manier waarop bij uw waterschap met peilaanpassingen ten behoeve van de natuur wordt omgegaan, komt daar weinig van terecht. Dat zou anders en beter moeten kunnen. In de toelichting op het peilbesluit leid ik af dat het DB naar ik aanneem met uw weten en met instemming van het bestuur, werkt met praktijkpeilen die substantieel kunnen afwijken van de vastgestelde peilen. Zou het dan niet simpeler en goedkoper zijn om een situatie zoals bij de Noordpolder in Ossendrecht te creëren, waarvan iedereen het erover eens is dat de bestemming natuur moet worden en dat vrijwel voor honderd procent (100%) zeker is dat dit ook binnen afzienbare termijn gaat gebeuren. Om vast het hogere peil vast te stellen en de hele procedure van een nieuw peilbesluit op korte termijn te omzeilen door voorlopig te blijven werken met een op de landbouw afgestemd peil moet dat mijns inziens gemakkelijk realiseerbaar zijn en zal voor alle partijen tot besparing van tijd en kosten leiden. Ik heb deze tekst gisteren opgesteld en pas op weg hier naartoe het verslag van de opiniërende vergadering gelezen. Ik kwam erachter dat het waterschap voor de toekomst afziet van praktijkpeilen, dus waar ik praktijkpeilen heb genoemd, gaat het mij niet over de term praktijkpeil, maar dat er toch een soort voorlopig peil 1

8 wordt gehanteerd wat juridisch haalbaar is en wat afwijkt van het peil dat zou worden vastgesteld. Namens onze vereniging en medeondertekenaars, Benegora en de Brabantse Milieufederatie, verzoek ik u daarom nadrukkelijk te overwegen in deze situaties voor een dergelijke meer pragmatische oplossing te kiezen. Ik zei zo even al dat besparing van kosten prima is, mits het maar niet ten koste gaat van doelen die het waterschap en de provincie met elkaar hebben afgesproken. Met dit peilbesluit worden de natuurdoelen bij lange niet voor alle peilvakken bereikt. Zelfs de provincie kan op basis van de informatie uit het ontwerp peilbesluit niet opmaken waar de doelen wel of niet worden bereikt. Het DB vindt dat de provincie dat eerder had moeten opmerken en is niet meer van plan o het voorliggende besluit aan te passen of aan te vullen. Ik kan mij haast niet voorstellen dat uw bestuur op basis van de voorliggende informatie wel het inzicht heeft in waar de doelen nu wel of niet bereikt worden. Het is daarom zeer de vraag of uw bestuur, zonder adequate informatie, wel een verantwoord en goed onderbouwd besluit kan nemen dat ook in eventuele bezwaar- of beroepsprocedures stand kan houden. Op enkele punten geeft het DB overigens volmondig toe dat de natuurdoelen niet gehaald worden en dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Het blijft volstrekt onhelder wat die maatregelen zijn, wanneer ze genomen worden en hoe die gefinancierd worden. Een voorstel daartoe ontbreekt ons inziens ten onrechte. Het DB stelt ook dat in het concept peilbesluit een integrale belangenafweging heeft plaatsgevonden. Als de landbouw het peil omlaag wil en de natuur het peil omhoog, is de oplossing om maar niets te veranderen. Ik vind dat een erg simpele voorstelling van zaken en op die manier worden volgens mij geen belangen afgewogen, want de omvang van de verschillende belangen speelt daarbij kennelijk geen enkele rol. Ook de provincie heeft in haar reactie op dit soort situaties gevraagd om maatwerk, bijvoorbeeld door het splitsen van peilvakken. Ik vind het uiterst teleurstellend dat dergelijke waardevolle suggesties zonder meer terzijde geschoven worden. Gelet op het voorgaande zou het mijns inziens in de rede liggen om het DB te verzoeken een nieuw voorstel te maken waarin duidelijk is hoe en wanneer de overeengekomen doelen voor de natuur gerealiseerd worden. Wij hebben verder grote moeite met de conclusie van het DB onder 17.e, dat de variatie in maaiveldhoogte voor de Augustapolder een optimale situatie voor de gewenste natuurdoeltypen kennelijk niet mogelijk maakt. Ik ben persoonlijk intensief betrokken geweest bij de planvorming voor de Augustapolder, en daarbij hebben alle partijen er steeds naar gestreefd dat natuurdeel zo af te graven dat die optimale situatie wel zou ontstaan. Ik kan op basis van de redenatie die nu wordt opgehangen, niet tot een andere conclusie komen dan dat de combinatie van wonen en natuur in de Augustapolder kennelijk toch niet zo goed mogelijk is als in eerste instantie werd verondersteld. Zeker nu de natuurdoelen hier van geen kanten gehaald worden, is het ons inziens onverantwoord indien uw bestuur ten koste van de natuur zou anticiperen op deze nog zeer onzekere woonbestemming. Op onze vraag waarom in tegenstelling daartoe wel geanticipeerd wordt op deze onzekere woonbestemming en niet op de zo goed als zekere natuurontwikkeling elders, heb ik geen antwoord gekregen. Wij zijn blij dat het DB erkent dat er een voortoets met betrekking tot de nabijgelegen Natura2000 gebieden moet plaatsvinden en dat zij ook voornemens zijn die uit te voeren. De Natura2000-toets moet op grond van artikel 6 van de Habitatrichtlijn echter zijn uitgevoerd voordat u een peilbesluit neemt en vaststelt. De redenering dat hiermee nog niet kan worden begonnen, omdat nog niet was begonnen met beheerplannen, is misleidend en onjuist. Er hebben in Nederland talloze voortoetsen plaatsgevonden voordat er ook nog maar iets van beheerplannen op papier stond. Een concept aanwijzingsbesluit of zelfs een aanmeldingsbesluit van het Natura2000 gebied biedt daarvoor voldoende basis, omdat daarin doelen voor die gebieden zijn vastgelegd. Zeker dit laatste punt ontneemt naar mijn mening de juridische basis aan een goedkeuringsbesluit en ik doe dan ook een dringend beroep op u daar niet toe over te gaan voordat de voortoets heeft plaatsgevonden en de provincie daar als bevoegd gezag een oordeel over heeft gegeven. Ik dank u voor uw aandacht. De voorzitter: De heren Withagen, Kocx, Jackson en Verdaasdonk zijn afwezig. Primus hoofdelijke stemming: nummer 29, de heer Schots. 2. Notulen en besluitenlijst van 29 juni en 7 juli 2010 De heer Aertssen: 29 juni, daar staat dat ik aanwezig zou zijn geweest, maar dat is niet juist, want ik was afwezig vanwege vakantie. De heer Van den Berg: Op pagina 1 van de notulen zie ik misschien de wens van menig bestuurder, want mijn naam en die van mijn fractie zijn doorgestreept en dat kan niet de bedoeling zijn. Het gaat over de notulen van 29 juni. Ik zou graag vastgelegd willen hebben dat dat niet de bedoeling kan zijn. De voorzitter: Wij zullen de doorhaling terugdraaien. 2

9 De heer Van den Broek: Bij agendapunt 2 van de notulen van 7 juli, bij de tekst die ik heb uitgesproken, staat een vreemde zinsnede: daar geen volledig gevoel bij en dat moet zijn geen goed gevoel. De voorzitter: Dat zullen wij aanpassen. Wij stellen de notulen vast. 3.b. Aanvraag aanvullend UVK project GAS De heer Aertssen: In de vorige vergadering heeft mijn fractievoorzitter kritische noten gekraakt over dit voorstel en heeft zich afgevraagd of dit het einde was, het aanvullend krediet. Wij zullen schoorvoetend akkoord gaan met het voorstel, op voorwaarde dat wij niet op een later moment geconfronteerd zullen worden met opnieuw een aanvullend krediet. Ik kan u nu reeds zeggen dat wij dan onze steun niet zullen geven. De heer Van den Berg: Ik citeer de heer Cantrijn uit de vorige vergadering: In eerste instantie bij het kredietvoorstel was de gedachte om er intern een projectleider op te zetten, maar omdat die ook al actief was op het Taxi-project, hebben wij hier gekozen voor uitbesteding en hebben wij een projectleider ingehuurd. Welk bedrag was voor de interne projectleider gebudgetteerd? Als dit niet was gecalculeerd, welk bedrag zou het waterschap hiervoor dan moeten incalculeren? Wellicht zaten de kosten voor deze interne projectleider in andere budgetten en dan noem ik bijvoorbeeld de door uzelf genoemde interne implementatiekosten. Toch hoor ik graag welk bedrag het waterschap hier terugrekenend voor in gedachten heeft gehad. Als er nooit een bedrag voor deze interne projectleider gebudgetteerd is geweest, dan vraag ik waarom dat zo is geweest omdat deze kosten feitelijk wel degelijk begroot hadden moeten worden, want deze zijn een onlosmakelijk onderdeel van de volledige begroting van GAS. De externe inhuur van een projectleider blijkt in ieder geval tweehonderd twaalfduizend euro ( ) duurder uit te vallen dan de interne projectleider, omdat de interne projectleider volledig wordt uitbesteed aan Taxi. Hoe komt het dat de externe projectleider tweehonderd twaalfduizend euro ( ) duurder is dan de interne? Om een indicatie te krijgen van de echte bijkomende kosten, horen wij graag wat de kosten van de interne projectleider in het project Taxi zijn gedurende de looptijd van GAS. Naar onze mening zijn de totale kosten van de projectleiding GAS uiteindelijk de optelsom van de projectleider Taxi gedurende de looptijd GAS plus tweehonderd twaalfduizend euro ( ). Graag zien wij uw precieze berekeningen in deze. Vervolgens citeer ik de heer Schots: De drijfveer voor deze pakketimplementatie is primair informatieversnelling en kwaliteitsverbetering en minder een besparing in fte. Graag vernemen wij in feitelijke termen, bijvoorbeeld hoeveel sneller, de informatieversnelling gaat worden. Graag zien wij een nulmeting van de informatiesnelheid en de beoogde toekomstige snelheid van alle betrokken informatiestromen. Hetzelfde geldt voor de aspecten van kwaliteit. Wij zien graag de resultaten van de nulmeting en de beoogde toekomstige resultaten in alle aspecten van kwaliteit. Als dit van tevoren niet goed gedefinieerd zou zijn, dan is het hele project nooit meetbaar te maken geweest, dus boterzacht. Het is dan op voorhand al geslaagd, want het is immers niet te meten. Vervolgens zei de heer Schots dat de drijfveer voor deze pakketimplementatie minder de besparing in fte was. Minder is niet nul of nul procent. Graag hoor ik van u op welke besparing in fte wij dan wel kunnen rekenen. Zelfs als het primair zou gaan om informatieversnelling en kwaliteitsverbetering, dan betekent dit dat de informatieverwerking input, through put, output feitelijk versneld gaat worden. In minder tijd wordt meer informatie verwerkt, daar heb je dus minder effectief fte voor nodig. Er blijft dus ijdele werktijd over. Zo eenvoudig is het en zo liggen de feiten. Nogmaals vragen wij van u om een op feiten gebaseerde berekening van het aantal te besparen fte, in functies en in aantallen. Als u deze feiten niet weet te benoemen, dan twijfelen wij er ernstig aan of van tevoren alle processen en procedures wel goed genoeg geanalyseerd zijn geweest om te komen tot een ordentelijke aanbesteding. Die twijfel wordt nog eens versterkt door een blunder van negenhonderd vijftigduizend euro ( ). De heer Wijnen: Bij interruptie. Ik dacht dat wij een opiniërende en besluitvormende vergadering hadden en dat technische vragen schriftelijk werden ingediend. Ik weet niet of dit past in deze vergadering. U bent daar de man voor om hierop te reageren. De voorzitter: Ik was van plan de heer Van den Berg eerst uit te laten spreken en er dan op te reageren. De heer Van den Berg: Ik citeer vervolgens de heer Schots: Met alle kennis en kunde hebben wij het programma van eisen opgesteld en dat was behoorlijk uitgewerkt en gedetailleerd. De feiten laten zien dat dit programma van eisen niet voldoende gedetailleerd is geweest en niet naar behoren is uitgewerkt, anders hadden wij nooit met deze kredietaanvraag van negenhonderd vijftigduizend euro ( ) geconfronteerd hoeven worden. Vindt u achteraf gezien dat het 3

10 programma van eisen voldoende was uitgewerkt en gedetailleerd genoeg was en op welke feiten baseert u dit dan? Kunt u uitleggen op welke onderdelen het programma van eisen blijkbaar niet goed genoeg was uitgewerkt en niet gedetailleerd genoeg was? Hoe komt dat dan en hoe had dit voorkomen kunnen worden? Ik citeer opnieuw de heer Schots: Wij moeten alles in verhouding blijven zien. Bij de externe assistentie en bij de opstellingen van het programma van eisen en aanbesteding is enige nuancering aan te brengen, want er is toch enige hulp van buiten geweest, zelfs van het NIC dacht ik. Dat neemt niet weg dat je ondanks alle begeleiding, toch zelf moet opschrijven hoe bedrijfsprocessen verlopen en hoe die aan elkaar hangen en hoe het een het ander beïnvloedt. Is er nu wel of niet sprake geweest van externe begeleiding, welk bedrijf was dat, wat hebben zij precies gedaan en welke kosten zijn hiermee gemoeid? Wij zijn het niet eens met de heer Schots dat een extern bedrijf niet volledig in beeld kan brengen, uiteraard met medewerking van het waterschap, hoe bedrijfsprocessen verlopen. Daar zijn wel degelijk gespecialiseerde bedrijven voor. Sterker nog, door het inhuren van een externe specialist wordt voorkomen dat processen niet juist, niet volledig of niet in de juiste samenhang in kaart worden gebracht en deze gespecialiseerde bedrijven kunnen zonder meer een vertaling maken van deze complexe processen naar een software en hardware eisenpakket. De heer Schots meent ook nog dat het programma van eisen niet voor honderd procent (100%) te definiëren is geweest, omdat het waterschap in beweging was en zich ook nog in een reorganisatie bevond. Dat is wat ons betreft de wereld op zijn kop. Juist dan moeten eerst de processen helder worden geformuleerd om vervolgens tot een eisenpakket te komen. Dat heeft het waterschap niet gedaan, nu leidend tot een schadepost van negenhonderd vijftigduizend euro ( ). Ik heb zelf grote digitaliseringsprojecten begeleid bij diverse ministeries. Ik kan u vertellen dat dit echt specialistenwerk is en ook de aanbesteding hiervan is specialistenwerk. Het is niet gezegd dat dit waterschap, omdat zij vakinhoudelijk grote aanbestedingen doet die te maken hebben met bijvoorbeeld waterszuivering, daarom ook succesvol kan zijn in dit soort aanbestedingen. Het tegendeel is inmiddels bewezen. Uit eigen ervaring weet ik dat als bedrijven kiezen voor op het oog goedkopere aanbiedingen voor digitaliseringsprojecten, zij meestal later met enorme meerkosten worden geconfronteerd. De aanbiedende partijen weten op voorhand al lang en precies waar de zwaktes en leemtes in het programma van eisen zitten. Zij houden hun mond, want later kunnen zij de klanten zonder meer confronteren met enorme bedragen aan meerwerk, want er is toch geen weg terug. Daar zit voor deze bedrijven de echte winst in. Zij zagen de winst wel van tevoren, maar een op dit vlak volledig onervaren waterschap heeft dit uiteindelijk niet gezien. In plat Nederlands: het waterschap is er mooi in gestonken. Is er een hernieuwd aangepast programma van eisen en wensen geformuleerd in het kader van in- en extern meerwerk? Is aan de leverancier medegedeeld dat er geen nieuw meerwerk door het waterschap wordt getolereerd? Is het waterschap het ermee eens dat er geen meerwerk meer mag komen en dan denk ik aan uren en overige kosten? Daarnaast heb ik antwoorden op technische vragen van de heer De Boer gezien. Bij het tweede bullet point wordt gesproken over: daardoor worden externe implementatiekosten lager. Mijn vraag is hoeveel lager precies. Daarboven staat: daardoor kunnen de interne uren van de eerste categorie key users verminderd worden. Hoeveel precies verminderd? Kunt u dat specificeren? Daarnaast wordt gezegd dat in plaats van een nieuwe duurdere techniek, er klassieke koppelingen worden toegepast. Welke precieze effecten hebben deze keuzes voor klassieke koppelingen voor de beoogde informatieversnelling en beoogde kwaliteitsverbetering? Wat waren de beoogde resultaten en wat wordt precies waar anders? En hoeveel, dus ook graag gekwantificeerd. Onze fractie wil over dit onderwerp een stemverklaring afleggen. De heer Van den Broek: Collega Van den Berg, Algemeen bestuur, toezicht houden, transparantie, verantwoording afleggen door het DB. Zeer wezenlijke zaken. U stelt vele, vele vragen waarvan een deel technisch is. Als u met de voorbereiding van zo n dossier bezig bent, vraagt u zich dan af en dat is een gewetensvolle vraag - of alle vragen die u stelt, tot een betere kwaliteit van besturen leiden? Of zou dit averechts kunnen werken? Ik blijf u voortaan bij interruptie deze vraag stellen, want als elke bestuurder op deze wijze met dossiers om zou gaan, dan is besturen onmogelijk geworden. Die gewetensvolle vraag wil ik u bij deze stellen. De heer Van den Berg: Ik heb verantwoording af te leggen aan de mensen die een stem op onze fractie hebben uitgebracht. Voor zover ik weet is er vanaf die kant geen klacht ingediend. Ik heb alle begrip voor de opmerkingen van mijn collega, maar daar kan ik niet veel mee. Ik denk dat deze vragen uiteindelijk de vrucht zijn van de antwoorden die in de vorige vergadering aan mij zijn gegeven. Het feit dat de notulen, die ik nodig heb om een en ander te bestuderen, op hele late termijn ter beschikking worden gesteld, is de kans om schriftelijk technische vragen te stellen minimaal geworden, daarom zie ik als enige uitweg om ze hier te stellen. Deze vragen vind ik relevant en blijf deze dan ook stellen. Ik vind het heel schappelijk dat mijn collega hier ook vragen over stelt. Ik vind die weer niet op zijn plaats. 4

11 De voorzitter: Hetzelfde gevoel kwam bij mij op. Hoe productief is dit nu? Alle feitelijke vragen over cijfers en getallen kunnen door geen enkele bestuurder in deze vergadering beantwoord worden. Dat gaat weer bij u teleurstelling opleveren. Ik vraag u technische vragen zoveel mogelijk vooraf te stellen, hoe krap de tijd dan ook is, willen wij er iets bestuurlijks mee kunnen. Ik zie het non-verbale gedrag van uw collega AB-leden. Ik wil u meegeven, probeer uw statement meer politiek-bestuurlijk te maken, als u daar behoefte aan heeft, maar deze reeksen van technische vragen over feitelijkheden kan niemand beantwoorden denk ik en daarom zal het altijd voor iedereen onbevredigend aflopen. De heer Van den Berg: Ik ben het feitelijk niet met u eens. Het gaat er hier om dat, als je echt goed wilt begrijpen hoe zaken in elkaar zitten, je dan moet verdiepen in details. Dit bestuur heeft vaak verzuimd om zich te verdiepen in details. Wij zien nu wat de resultaten zijn als je kijkt naar de ellende met het parkeren. De voorzitter: Laten we dat even apart houden. De heer Van den Berg: Mag ik alstublieft uitspreken. De voorzitter: Ik ontneem u daarover nu het woord. Wij gaan dat nu niet allemaal met elkaar vermengen. Wilt u het bij dit onderwerp houden alstublieft. De heer Haagh: Bij interruptie. Ik denk dat de diskwalificerende opmerkingen die u nu maakt, ongepast zijn. Ik werp deze verre van mij en ik hoop dat u ze terug wilt nemen. De heer Van den Berg: Nee, die neem ik zeker niet terug, want ik zit hier om de vinger op de pijnlijke plaats te leggen. Wie de schoen past, trekke hem aan. De heer Haagh: Ik laat hier door u niet zeggen dat wij ons werk niet goed doen. Dat vind ik ongepast. Ik vind dat u dat moet terugnemen. De heer Van den Berg: Dat neem ik zeker niet terug. Ik heb niet in het algemeen gezegd, mijnheer Haagh, dat in het algemeen het bestuur zijn werk niet goed zou doen. Ik wilde juist een voorbeeld geven waar het fout is gegaan, maar dat mag ik niet doen. Er zijn momenten geweest waarop dit bestuur verkeerd is voorgelicht door het DB en dat kan per ongeluk zijn. De heer Van den Broek: U hebt gezegd dat het vorige bestuur fouten heeft gemaakt, maar dat wil ik hard gemaakt zien. Nu hebben wij een zaak. U moet uw beweringen hard maken. U hebt in uw relaas aangegeven dat het vorige bestuur fouten heeft gemaakt. Dat moet u maar eens een keer onderbouwen. Laten wij daar een zaak van maken. Dit is te gek voor woorden, want u maakt besturen onmogelijk. De heer Van den Berg: Ik ben het daar niet mee eens. Ik kan helaas uw vraag niet beantwoorden omdat ik het voorbeeld over het parkeren dat ik wilde aanhalen, niet verder kan uitwerken. Daar houdt het mee op. De heer Aertssen: Ik vond dat de discussie op het laatst echt de verkeerde kant opging, want er werden onderwerpen bijgehaald, waar het niet over ging. Ik ben het niet met alle uitspraken eens die hier rechts van mij gedaan worden, maar ik vind wel dat een AB-lid het recht heeft om in een besluitvormende vergadering die vragen te stellen die hij nodig heeft om tot een goed besluit te komen. Natuurlijk moet je proberen je daarop voor te bereiden en het zo constructief mogelijk te doen, dat bij begrijp ik heel goed. Kennelijk zit de heer Van den Berg goed in de materie en naar aanleiding van de vorige discussie is nog een aantal vragen opgekomen. Ik vind dat wij er respect voor moeten hebben, als hij daar aanvullende vragen over wil stellen. Hij moet misschien nog leren om dat op een andere manier in het vat te gieten, maar ik vind niet dat wij kunnen zeggen, mijnheer Van den Berg, hou nu je mond, want dat hebben wij al een keer gehoord. De voorzitter: Ik probeer aan te geven, probeer het betoog zo te houden dat we er iets mee kunnen. Ik heb hem gewoon proberen te helpen, zoals u dat ook doet. De heer Van den Berg: Het gaat mij erom dat ik een aantal vragen moet kunnen stellen die uiteindelijk mijn achterban inzicht geven in waar wij besluiten over nemen. U stelt mij niet teleur als u vanavond niet alle vragen kunt beantwoorden. Er zit een aantal moeilijke vragen tussen, maar dat ontneemt u als bestuur niet de plicht om naar deze vragen te kijken en deze alsnog te beantwoorden. 5

12 Mevrouw De Jong: Het gaat om een eenvoudige vraag voor een extra krediet van om en nabij negenhonderd vijftigduizend euro ( ). Dit stuk is besproken in de voorbereidingscommissie Financiële Jaarstukken, in de opiniërende vergadering, binnen onze fractie Water Natuurlijk. Hoe kan het gebeuren dat er een overschrijding van dergelijke proporties plaatsvindt? Wij hebben hierover in de diverse bijeenkomsten uitleg gekregen. Wij vinden dat wij dit project niet stil kunnen leggen, dus wij zijn akkoord met dit voorstel, maar dit is wel de limiet. Binnen dit krediet moet het gebeuren. Wij vinden het wel jammer dat voordat besluitvorming heeft plaatsgevonden, wij in Delta Contact al een heel verhaal lezen over hoe het GAS-project gaat lopen. Dat is enigszins prematuur en daarom vragen wij of u daar zorgvuldiger mee om kunt gaan. Als AB moeten wij op hoofdlijnen besturen. Ook wij als Water Natuurlijk kunnen vervelende vragen stellen, maar wij blijven altijd positief kritisch. Dat is de kunst van een AB om op hoofdlijnen te besturen en de controlerende taak uit te voeren. De heer Schots: Ik ga in chronologische volgorde. De vraag van de heer Aertssen of het met dit krediet gedaan is, heb ik in de vorige vergadering al beantwoord met de opmerking van het DB aan de ambtelijke dienst. Wij gaan ervan uit dat wij met dit substantiële extra krediet het GAS-systeem tot een goed einde brengen. Ik kan dat niet garanderen, want dat is bij geen enkel project mogelijk. Ik kan alleen zeggen dat de ambtelijke dienst meer dan een inspanningsverplichting heeft om met dit krediet gereed te komen met dit project. De voorzitter heeft al een reactie gegeven op de vragen van de heer Van den Berg over de relevantie voor de besluitvorming en de mate waarin die nog passen bij het houden van bestuurlijk toezicht op afstand, zoals de heer Van den Broek in zijn reactie heeft aangegeven. Ik sluit mij bij deze opmerkingen aan. Ik wil benadrukken dat ik afstand neem van de ondertoon van het betoog van de heer Van den Berg als zou het waterschap en meer in het bijzonder het vorige bestuur, de toenmalige en huidige ambtelijke organisatie er een potje van gemaakt hebben. Zo kwalificeer ik het, want dat bedoelt u te zeggen, ook al gebruikt u die woorden niet. Ik ben het er niet mee eens en het is ook niet zo. Ik kan dat onderschrijven, omdat ik zelf bij het hele traject betrokken ben geweest. Wij zullen als dagelijks bestuur bezien in hoeverre wij de vragen die u gesteld heeft, die in mijn perceptie merendeels om maar niet te zeggen helemaal van technische aard zijn, kunnen beantwoorden en op welke termijn we dat zullen doen. U hebt zelf al aangegeven dat u niet verwacht dat wij deze vragen zomaar in deze vergadering kunnen beantwoorden. Mevrouw De Jong toont zich wat verbaasd over de tekst in de laatste versie van Delta Digitaal over het GAS-project. Die opmerking kan ik niet goed plaatsen, want de organisatie is al een aantal jaren intensief met dit project bezig en daarvoor doen zeer veel mensen met een grote mate van betrokkenheid in speciale locaties die daarvoor zijn ingericht, hun werk. Het is buitengewoon goed om daar vanuit de communicatieve hoek aandacht aan te besteden. Wij laten ons als DB periodiek informeren over hoever het ermee staat en wat er allemaal gebeurt. Het lijkt mij goed dat anderen in de organisatie die minder direct zijn betrokken bij de implementatie van het project, bijvoorbeeld via Delta Digitaal of op andere manieren, horen hoe het ermee staat. Ik begrijp niet welk verband u wilt leggen met het ontijdige karakter hiervan ten opzichte van deze kredietaanvraag. De voorzitter: Het ging over het personeelsblad, Delta Contact. De heer Van den Berg: Ik ben blij dat een aantal antwoorden is gegeven. Ik wacht met interesse de overige antwoorden alsnog af. Ik heb er begrip voor dat dit later volgt, maar het is wel van essentieel belang voor onze beeldvorming. Ik heb niet gezegd dat dit bestuur van dit dossier een potje heeft gemaakt. Ik heb gezegd dat als je niet heel goed op de details let, dan zou het zo maar kunnen dat het niet goed gaat en dat er fouten worden gemaakt door het bestuur, zoals ook in het verleden fouten zijn gemaakt in een dossier dat ik hier vanavond niet kan en mag bespreken. Ik heb ook iets gevraagd in vervolg op technische vragen van de heer De Boer. Misschien kan hier iets over gezegd worden, want ik heb een vraag gesteld over het toepassen van klassieke koppelingen in plaats van een nieuwe duurdere techniek. Ik heb gevraagd welke effecten deze keuzes hebben voor de beoogde informatieversnelling en kwaliteitsverbetering. Dat is essentieel, want als je zoveel miljoen gaat uitgeven, dan moet je weten wat het effectief en precies oplevert. Om dit met een zin af te doen, dan vind ik dat dit bestuur hier feitelijk geen besluit over kan nemen als je niet feitelijk weet hoe het in elkaar zit. Dat wil ik het bestuur meegeven. De heer Van den Broek: Ik gebruik deze tweede ronde om wederom een vraag te stellen aan collega Van den Berg. Ik ga ervan uit dat wij dit dossier afsluiten nadat het in stemming is gebracht. Als het wordt aangenomen, vindt de heer Van den Berg dan dat de tientallen technische vragen alsnog beantwoord moeten worden? 6

13 De heer Van den Berg: Ja, die zouden moeten worden beantwoord, want die zorgen ook voor een beter inzicht voor het DB zelf en deze dwingen de organisatie om bedrijfsmatig met zaken om te gaan, zoals een nulmeting voor kwaliteit en snelheid. Als je niet weet wat de oude snelheid was, kun je later de snelheidsverbetering niet vaststellen. Dit is bedrijfsvoering. Los van het oordeel van het AB over dit dossier, is het heel gezond voor dit waterschap om over dit soort vragen na te denken. De voorzitter: Ik heb inderdaad overwogen om het AB te vragen of die vragen nog beantwoord zouden moeten worden nadat het besluit is genomen. Van de andere kant heeft de heer Van den Berg morgen het recht om deze vragen schriftelijk te stellen. Dan moeten ze ook beantwoord worden. De heer Van den Broek: Het gaat mij om een principieel juridische insteek en dat wil ik ook uitgezocht hebben. Ik wil juridisch onderzocht hebben of het mogelijk is dat als een besluit genomen is, alsnog technische vragen beantwoord moeten worden. Ik wil juridisch onderzocht hebben of dat zo is. De heer Van den Berg: Ik heb een vraag aan de heer Van den Broek. Vindt u dit soort onderzoeken de moeite waard en is dat niet een beetje zinloos? De heer Van den Broek: Nee. De heer Schots: De vraag die nog openstaat, gaat over de koppeling en dat is een technische vraag. Als u veel met ICT-projecten bezig bent geweest, wat u zelf zegt, dan weet u dat beter dan wie dan ook. De koppeling gaat dermate diep in de techniek, dat ik dat niet in deze context kan beantwoorden. Over nulmetingen voor kwaliteit en snelheid, ik begrijp uw vraag vanuit een theoretisch kader. Zo hoor je het te doen en zo doen vast ook alle IT-projecten het in Nederland en het hele bedrijfsleven, behalve bij waterschap Brabantse Delta. Hiermee wil ik u aangeven dat uw vraag theoretisch een hele terecht is, maar er zijn weinig of geen projecten van deze omvang waar dit in de praktijk gebeurt. Wij zullen dit punt meenemen bij de beantwoording van uw vragen. Een nulmeting is er of niet. Als deze er niet is, dan kan deze achteraf niet meer gemaakt worden. De heer Van den Berg: Mijn fractie stemt in met deze kredietaanvraag met de aantekening dat wij het gevoel hebben dat wij met de rug tegen de muur staan en dat er geen weg terug is. Besluit: Het AB stemt in met het aanvullende krediet van negenhonderd negenenveertig duizend vijfhonderd euro ( ,-) voor het project GAS. 3.c. Definitief peilbesluit Steenbergen-Brabantse Wal De heer Van Riet: Als Water Natuurlijk hebben wij goed geluisterd naar de inspreker. Het valt ons op dat iedere keer weer vanuit natuurorganisaties de vinger op de zere plek gelegd wordt en dat dit bestuur de eenzijdige afweging maakt bij peilenplannen ten aanzien van landbouwpercelen en geen inhoud geeft aan de doelen om natte natuurparels te realiseren. Daarbij wordt een aantal concrete gevallen genoemd en wordt er gewezen op de voortoets. Wij vragen ons af of het DB op grond van deze inspraak tot een andere opstelling komt. Ten aanzien van de inspraaknotitie hebben wij het gevoel dat deze nogal minachtend is ten aanzien van provincie en natuurorganisaties. Wij hebben technische vragen gesteld over de bestuurlijke opstellen en u zegt dat er geen DB-beleidsregel is om in het kader van peilenplannen geen bestuurlijke activiteit te ondernemen. Wij vragen ons af hoe dit zich verhoudt met de uitspraak in de vorige vergadering, dat als het om vernatting gaat, dit DB besloten heeft om in het kader van peilenplannen geen inspanning te plegen, ook niet als het om vastgestelde natuurdoelen gaat, zoals in natte natuurparels. Dat vinden wij heel vreemd. Het gaat niet om schade aan landbouwers of om ze weg te pesten. Als er schade is door een peil dat de natuur eindelijk dichterbij brengt, dan wordt dat vergoed. Wij vinden het antwoord op de technische vragen en de opmerking in het verslag van de vorige keer nogal verwarrend. Er wordt verwezen naar een handleiding. Deze is wel besproken in de regiocommissies, maar niet in het AB. Daarom willen wij graag alsnog inzage krijgen in de handleiding via de website of via het toesturen van een exemplaar. Al met al hebben wij de opvatting dat dit peilenplan onvoldoende is, omdat alle afwegingen gericht zijn op de landbouwbelangen en omdat er geen stappen worden ondernomen om afgesproken natuurdoelen dichterbij te brengen. De heer Hage: Ik ben blij met de beantwoording van de technische vragen. Ik heb nog een vraag over vraag 15. Ten aanzien van de retentie in Halsteren, het gebied Langewater, is de boezemfunctie verkleind met veertig (40) centimeter peil en is er een retentie aangelegd. Nu 7

14 spreken wij over een boezemgebied van tweeëntwintig (22) hectare waarbij veertig (40) centimeter minder boezemfunctie verkregen is. Dan praat je al gauw over achtduizend (8000) tot negenduizend (9000) kubieke meter water, wat er voorheen tijdelijk in weggezet kon worden zonder schade toe te brengen aan de landbouwgrond. Wij hebben daar een stukje retentie gedaan. Ik ken dat retentiegebiedje en dat is tien bij twintig meter en een meter diep, dan praten wij over tweehonderd (200) kubieke meter. Is dat nou serieus? Ik wil het DB vragen om in het vervolgtraject met de gemeente Halsteren serieus over een goede retentieruimte te spreken die in verhouding staat tot hetgeen wij kwijtgeraakt zijn. Ik denk dat je dan de zaak pas serieus aanpakt. Naar onze mening wordt de nachtvorstbestrijding goed aangepakt, maar dit zou wellicht beter vastgelegd kunnen zijn. Ik wil deze vraag aan collega Van der Aa doorgeven. De heer Van der Veer: Dit is een besluitvormende en niet zozeer een opiniërende vergadering, maar de inspraakreactie van de heer De Haan leidt ertoe enige vragen te stellen over de voortoets van het Natura2000-gebied. In uw inspraakreactie zegt u dat deze voortoets niet uitgevoerd kon worden, want de beheersplannen waren nog niet zo ver. Vervolgens zegt u dat er een eigen procedure voor bestaat en mocht het zo zijn dat blijkt dat er een natuurbeschermingsvergunning nodig is, dan zullen wij dat alsnog aan de provincie vragen en zullen wij dat peilbesluit niet uitvoeren. De inspreker merkt op dat dit een zeer afwijkend standpunt is, omdat het best kan om van tevoren die voortoets te plegen. Dat is een ander standpunt dan van het DB. Hoe kijkt u daar tegenaan? U introduceert daarbij een eigen procedure, maar hoe kijkt de provincie daar tegenaan? Gaat zij daarmee akkoord? De heer Vanlaerhoven: Naar aanleiding van de technische vragen heb ik wel vertrouwen in het hele gebeuren. Wij vragen wel aandacht voor de nachtvorstbestrijding zodat hier geen enkel probleem optreedt. De heer Aertssen: In de vorige vergadering heb ik op dit peilbesluit nogal kritisch gereageerd en er vragen over gesteld. Ik zal dit niet herhalen. Op de vorige vergadering hebt u zelf al antwoord gegeven op de kern van mijn kritiek, namelijk waarom u niet inspeelt op toekomstige situaties en waarom u nonchalant omgaat met suggesties van de provincie. U stelt dat u een eigen nota heeft, en zolang deze nota er is en het AB deze steunt het gaat dan met name over de verwerving van gronden dan speelt u pas in op de nieuwe situatie. Zolang het AB deze nota steunt, gaan wij door met dit beleid en spelen niet op nieuwe situaties, maar wij volgen het proces. Ik vind dat heel erg jammer, dat heb ik de vorige keer ook gezegd. De provincie doet ook een aantal suggesties om vast vooruit te kijken. Daarvan zegt u, daar hebben wij niet zo n behoefte aan, de provincie kan het inbrengen, maar zit niet in de positie om het af te dwingen. Ik vind dat een boute uitspraak. Ik verwacht van het waterschap dat zij zich kritiek of de inbreng van de provincie wel zou aantrekken. Jammer. Ten aanzien van de Augustapolder kon ik niet goed wijs uit wat er nou precies bedoeld werd in de inspraaknota. Ik heb net een verduidelijking gekregen van de inspreker. Ik kom tot de conclusie dat mijn fractie met dit peilbesluit, gezien de fundamentele kritiek over hoe je hiermee omgaat met name naar de toekomst toe, niet kan instemmen. De heer Van den Berg: In navolging van de heer Van der Veer kom ik terug op het gestelde en gevraagde van de inspreker. Inspreken is een wettelijk recht en wij als bestuurders worden geconfronteerd met alle vragen en opmerkingen. Ik ben heel benieuwd naar de antwoorden door de portefeuillehouder op deze vragen en naar de reactie op een aantal opmerkingen. De inspreker vraagt of het juridisch wel klopt wat het bestuur hier suggereert en voorstelt. Ik zou deze vragen graag beantwoord willen zien, voordat wij überhaupt tot besluitvorming kunnen komen. Vooralsnog staan wij negatief tegenover dit voorstel. De heer Van der Aa: Ik wil op een paar punten terugkomen in de beantwoording van de gestelde vragen in de vorige vergadering. In het antwoord op vraag 5 over de nachtvorstbestrijding wordt verwezen naar de behandeling door de voorzitter in de vorige vergadering. Toen is de suggestie gedaan om in het kader van de nachtvorstbestrijding, de overgang van het winter- naar het zomerpeil met twee weken te vervroegen, per 15 maart? Daar is niet op ingegaan. Ik noem dat speciaal om wat meer rechtszekerheid te bieden aan de fruittelers. Dat zou een mogelijkheid kunnen zijn. In uw antwoord vermeldt u dat u dat kunt regelen in het calamiteitenhandboek. In het besluit dat wij vandaag nemen, zijn uitzonderingen mogelijk. In artikel 5 staat dat van de peilen in bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken, zoals bij extreme klimatologische omstandigheden, calamiteiten. Waarom noemt u bij calamiteiten niet dat dreigende nachtvorstschade ook een calamiteit is? Ik geef dat als suggestie mee en door dit op te nemen, wordt onzekerheid voorkomen. De beantwoording van de vraag over het Langewater en het gescheiden watersysteem tussen natuur en landbouw, betreft zienswijze 17.g. In antwoord 7 geeft u aan dat het lastig is om daar een concreet bedrag voor te noemen, want dat moet doorgerekend 8

15 worden en het moet in het bestuursprogramma passen. In het slot wordt vermeld en dat triggert ons: In het algemeen is het mogelijk om nevengeulen aan te leggen die het landbouwwater afvangen. U geeft dus aan dat het mogelijk is. In het kader van de kaderrichtlijn en het realiseren van de natuurparels, wordt dit antwoord, niet de laatste zin, maar de zinnen ervoor, usance? Dit betekent dat wij geen nevengeulen gaan graven ondanks dat het goed zou zijn voor het realiseren van de doelstellingen. Even terzijde, wij hebben de beantwoording gekregen op vragen van Water Natuurlijk. U verwijst naar een DB-beleidsregel. Ik heb deel uitgemaakt van het vorige AB en toen hebben wij een hele handleiding gekregen over hoe EVZ s, beekherstel en natte natuurparels en waterberging worden gerealiseerd. Die wordt hier helemaal niet genoemd, maar die is wel in het AB aan de orde geweest. De voorzitter: Ik schors de vergadering. Ik heropen de vergadering. De heer Coppens: Ik zal vooraf wat vertellen over het peilenplan. De vorige keer kon ik tijdens de opiniërende vergadering niet aanwezig zijn, want ik was toen in Schotland waar zij geen peilenplannen kennen, want het is er verschrikkelijk ongelijk. Ik kon daar op dat moment goed afstand van nemen, maar ik schrok toch wel een beetje van alle vragen die dit peilenplan oproept. Als dit peilenplan straks wordt goedgekeurd en daar heb ik geen twijfel over, dan zijn wij halfweg en wij krijgen er nog drie. De vragen komen steeds op dezelfde thema s uit, dus het is een herhaling van zetten. Dat mag, maar ik zal tot en met peilenplan 6 dezelfde antwoorden blijven geven, want ik ben daar consistent in. Ook tijdens de informatieavonden die wij organiseren rondom de peilenplannen, komt aan de orde dat peilenplannen opgesteld worden om de dagelijkse gang van zaken rondom het peilbeheer vast te leggen en ons hier als waterschap aan te houden. Als de dreiging bestaat dat ervan af wordt geweken, nemen wij maatregelen om de peilen in stand te houden vanwege een aantal belangen dat in het gebied speelt. Als je de peilenplannen gaat verwarren met waterstanden die zich ooit een keer bij calamiteiten hebben voorgedaan, zoals bij voorbeeld in 1998, dan is een peilenplan daar niet voor bedoeld. Voor wateroverlast hebben wij andere maatregelen te nemen die in 2015 klaar moeten zijn. Dan gaat het niet over retentiegebieden. Dat zijn vaak kleine gebieden bij gemeenten voor afkoppeling van regenwater en om dat water tijdelijk op te kunnen vangen. Wij hebben het dan over serieuze waterbergingslocaties om grotere hoeveelheden hemelwater tijdelijk te kunnen parkeren. Dat zijn twee gescheiden processen. Vanavond moeten wij het hebben over de peilenplannen en niet over de maatregelen. Iedere keer komt de veronderstelde strijd terug die gevoerd wordt, waarbij gesteld wordt dat de landbouw wordt bevoordeeld ten opzichte van de natuur. Gezien de informatieavonden die ik heb meegemaakt en de bezwaren die zijn ingediend, kan ik zelf stellen dat hier sprake is van een redelijke balans, maar misschien ben ik zelf ook bevooroordeeld. Mijnheer Van Riet, ik heb er honderd procent (100%) vertrouwen in dat de medewerkers van het waterschap deze belangen serieus tegen elkaar afwegen en antwoorden geven in de zienswijzen. Er is zeker geen sprake van minachting in de wijze van beantwoording, want deze is heel correct. De heer Van Riet: Als interruptie. U verwees daarbij naar mij dat ik het zo gelezen zou hebben, maar u hebt vanavond gehoord dat er meerdere leden zijn die het zo gelezen hebben. De heer Coppens: Dat heb ik inderdaad ook gehoord. De heer Van den Berg vraagt of ik alle vragen van de inspreker wil beantwoorden. Daar ben ik mee bezig, maar dan in algemene zin, want in detail gaat mij niet lukken. Ik ben van mening en ik hoop ook de meerderheid van deze vergadering, dat deze belangen wel degelijk in balans worden afgewogen. Voor toekomstige ontwikkeling van natte natuurparels en natuurontwikkeling is er een DB-beleidsregel waarin staat dat zolang er in een gebied landbouw bedreven wordt, er ook gekeken wordt naar het landbouwbelang. Wij continueren de huidige peilen en als er een inrichtingsplan is en bijna alle landbouwgronden zijn verworven om over te gaan tot de realisatie van een inrichtingsplan, dan veranderen wij het peilenplan en dat kan heel snel. Niet eerder dan dat. Ik snap dat je daar moeite mee hebt als je een hart voor de natuur hebt, maar je kunt als waterschap mensen niet gaan dwingen om hun grond af te staan. Dat moet men ook in ogenschouw nemen, want dat kan geen werkwijze zijn van dit waterschap. Een aantal mensen zegt dat het waterschap niet uit de startblokken komt en helemaal niets doet en alles aan anderen overlaat. Het waterschap moet de gronden helpen verwerven. Dat doen wij ook als waterschap, maar het gaat dan over een bestuurslaag die daar niet toe gerechtigd is. Onteigeningsprocedures worden gevoerd door gemeenten en provincie. Wij zijn daar als waterschap geen partij in, maar wij zitten wel degelijk mee aan het stuur, maar niet in directe relatie met de grondgebruiker. Ik heb waardering en begrip voor het feit dat mensen hier anders in zitten, maar ik hoop dat er omgekeerd ook enig begrip is. De heer Van Riet heeft gezegd dat de beleidsregel voor peilenplannen wel in de regiocommissies is gebracht en niet in het AB. Dat klopt, want wij hebben destijds de regiocommissies ingesteld als een adviesorgaan voor het DB. Dat is de reden dat zij daarin gehoord zijn. Ik heb de heer Hage 9

16 ook beantwoord. De retentie van tweehonderd (200) kubieke meter is niet bedoeld om de veertig (40) centimeter op te vangen, maar is bedoeld om de afkoppeling mogelijk te maken van hemelwater op daken en niet zozeer de buien van 1998, want daar moeten wij andere instrumenten voor inzetten. Uw suggestie om in gesprek te gaan met gemeenten om waterbergingslocaties te realiseren, is een goede en die geef ik door aan mijn collega Huub Hieltjes, zodat hij dat in het eerstvolgende overleg kan meenemen. De heer Van der Veer over Natura2000 en waarom past het waterschap niet op voorhand het peilenplan aan. Dat is een lastige vraag. De beheersplannen worden op dit moment geschreven en de medewerkers van het waterschap hebben geoordeeld om in afwachting van de beheersplannen een rol te spelen in toekomstige plannen voor inrichtingsplannen en daarmee niet op de zaak vooruit te lopen. Wij zitten aan tafel bij nieuwe inrichtingsplannen om de doelstelling van Natura2000 te kunnen behalen en dan kunnen wij tot aanpassing overgaan. De heer Van der Veer: Ik heb het gehad over de voortoets in het kader van de natuurbeschermingswet. U zegt dat het niet hoeft en de inspreker zegt dat het wel moet. U hebt een voorstel gedaan in de inspraaknota om daar op een eigen manier invulling aan te geven. Bij de vergunningaanvraag leggen wij het voor aan de provincie. Mijn tweede vraag was hoe de provincie zich opstelt tegenover deze eigen procedure. De heer Coppens: Ik kan u daar geen concreet antwoord op geven, want ik ben niet voldoende op de hoogte, dus die vraag zullen wij schriftelijk beantwoorden. Tussen de provincie en het waterschap bestaan korte lijnen, dus de provincie is ervan op de hoogte over hoe wij erin zitten. Door een aantal mensen werd de opmerking gemaakt dat als dit peilenplan geaccordeerd is, het dan nog voorgelegd moet worden aan de provincie ter goedkeuring. Dat is niet zo. Het hoeft niet meer voorgelegd te worden aan de provincie, want u bent het hoogste gezag dat dit peilenplan vaststelt. Dat is een afwijking van het allereerste peilenplan dat wij hebben vastgesteld, want toen moest de provincie nog wel een toets uitvoeren. Ik ga naar de heer Vanlaerhoven, nachtvorstbestrijding. Alles is doorgerekend. Als onze hydrologen zeggen dat die extra schijf van twintig (20) centimeter voldoende is op alle plaatsen om aan de nachtvorstbestrijding tegemoet te komen, dan heb ik daar vertrouwen in en dan draag ik dat mede uit. Ik hoop dat u dat vertrouwen ook kunt krijgen. Er zijn gebieden waar de fruitteelt uitbreidt ondanks dat het in die sector wat minder loopt, maar fruittelers moeten dan ook beseffen dat als zij afhankelijk zijn van water voor de nachtvorstbestrijding, voordat zij de plannen gaan uitvoeren zij een keer met het waterschap contact moeten opnemen, want wij kunnen niet zomaar op alle plekken te allen tijde voldoende water beschikbaar stellen. Dat is een oproep van mijn kant. De heer Aertssen stemt niet in met het voorstel en hij is het niet eens met de beleidsregels die wij in het verleden hebben vastgesteld. Ik denk dat ik daar voldoende op heb geantwoord en dat geldt ook voor de vragen van de inspreker. De heer Van der Aa geeft een oplossing voor de nachtvorstbestrijding, het vervroegen van de overgang van het winter- naar het zomerpeil. Wij hebben een overgangssituatie voor het overgaan van winter- naar zomerpeil en eigenlijk geldt hetzelfde antwoord dat ik ook aan de heer Vanlaerhoven gegeven heb. Nu hebben wij voor degenen die erom vragen met de extra schijf van twintig (20) centimeter voldoende water. Het voorstel om nachtvorstbestrijding op te nemen in het calamiteitenhandboek wanneer niet klopt wat ik nu zeg, dat er adequaat gehandeld kan worden, lijkt mij een goede suggestie om mee te nemen. Dat zal ik aan de voorzitter vragen. Het wel of niet graven van nevengeulen bij een project. Dat behoort tot de mogelijkheden. Ik heb het zo gelezen dat het inrichtingsplan nog doorgerekend moet worden en dat het op dit moment lastig is om de kosten precies aan te geven. De voorzitter: Ten aanzien van de suggestie van de heer Van der Aa. Ik meende dat hij de tekst uit dit besluit aanhaalde en dat daar een aanvulling op zou moeten komen. De heer Van der Aa: Dat klopt, artikel 5, tweede bolletje. Daar staat calamiteiten, en hier dient toegevoegd te worden: dreigende nachtvorstschade. Niet in het handboek, maar in het besluit. De voorzitter: Zullen wij dat beschouwen als een formeel amendement? De heer Van der Aa: Dat mag u zo doen. De heer Van Riet: Nu is er ook weer een inspreker namens de Groene Zoom en de Brabantse Milieufederatie en de vorige keer waren er ook bezwaren van insprekers zoals de Langstraat, de Waerdman, Mark en Donge. Het is duidelijk dit het besluit over peilenplannen niet gedragen wordt door burgers en natuurorganisaties die de natuur een warm hart toedragen. Dat is slecht voor het imago van het waterschap. Als u zegt hiermee door te gaan, dan wil ik u oproepen om op de helft van de peilenplannen om te keren, want beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. U verwijst 10

17 naar het feit dat u geen verdrinking van percelen wilt. Dat is bezijden de waarheid, want het gaat om vernatting, wat de beleidsdoelen zijn in natte natuurparels en in het antiverdrogingsbeleid van dit waterschap en deze provincie. Het gaat erom dat het DB daarin een actieve opstelling kiest. Ik heb eerder de uitleg gehoord over de wijze waarop dit DB acteert, namelijk als wij zien dat een landbouwperceel op de verkeerde plek ligt gezien het toekomstperspectief, dan gaan wij daarmee praten over of het niet beter zou zijn om te verkopen of om een vergoeding voor de schade te ontvangen. Bij ons wil het er niet in dat een dergelijke actieve opstelling die je gezien de beleidsdoelen mag verwachten, beperkt wordt tot inrichtingsplannen en niet meer aan de orde zou zijn bij peilenplannen. Juist daar zou u winst kunnen boeken. Wij hebben via de technische vragen geprobeerd om duidelijkheid te krijgen over de beleidsregel die de vorige keer genoemd werd en dat het DB zich wel of niet actief opstelt. Toen werd gezegd van niet en in het antwoord op de technische vragen staat dat wij ons wel actief kunnen opstellen in de peilenplannen om de doelen van natte natuurparels en antiverdroging dichterbij te brengen. Dat is heel verwarrend. De voorzitter nodigde ons de vorige keer impliciet uit om dit nog een keer in het AB aan de orde te stellen, wat nu echt de opstelling van dit DB is of zou moeten zijn om de vernattingsdoelen dichterbij te brengen. Wij zullen ons hierover als Water Natuurlijk beraden. Gezien het feit dat elke keer alle afwegingen waar de natuur voordeel bij zou kunnen hebben, steeds ten nadele van de natuur uitvallen, alleen maar om de laatste landbouwpercelen droog te houden, is een onevenwichtige afweging, zeker gezien de doelstellingen van het waterschap en de provincie. Daarom zullen wij tegen dit peilenplan stemmen. De heer Hage: In de beantwoording door de heer Coppens over het feit dat peilenbesluiten en retentie twee zaken zijn die naast elkaar leven, kan ik enigszins inkomen. Wij spreken hier over een peilenbesluit waarbij aan de boezemfunctie ooit veertig (40) centimeter in mindering gebracht is. Ik kan niet zien hoe dit los van elkaar staat, want het een hangt met het andere samen. De retentie ligt nu in een landbouwgebied. Zo simpel is het. Ik ben blij dat er een flexibeler peilbeheer op dat gebied kan worden toegepast, waarbij een groot deel van de problemen opgelost kan worden. Het voorstel van de heer Van der Aa om met nevengeulen te werken, kan een goede oplossing zijn. Ik ondersteun dat ten zeerste. Ik juich het geweldig toe dat de rest van de retentie die er ooit kan komen, in handen van de heer Hieltjes ligt. Dat gaat helemaal goed komen. De heer Aertssen: Ik heb in eerste termijn al aangegeven waar onze fractie voor staat, dus eigenlijk hoef ik in tweede termijn niets meer te zeggen. Maar als de heer Coppens reageert en spreekt over balans van belangen, dan prikkelt hij mij en dat noopt tot een reactie. Volgens mij is er geen balans. De balans die er was, is ongeveer honderd jaar geleden verstoord geraakt en daar zitten wij nu mee. Daarop is het Nederlandse beleid gericht, ook dat van de provincie, om deze balans zoveel mogelijk te herstellen. U gaat daar naar mijn mening in onvoldoende mate in mee. U mist wat dat betreft durf, passie en lef om het beleid waar te maken. Dit beleid is wat mijn fractie betreft, absoluut niet in balans. Ik vraag van u dat u op een andere manier aan het werk gaat, op een innovatieve manier, zodat u ook naar andere middelen kijkt behalve onteigening. Er zijn diverse mogelijkheden die ingezet kunnen worden om de doelen te bereiken. De heer Coppens zegt dat hij daar niet op vooruit wil lopen. Dat is precies wat ik bedoel, u gaat er niet op vooruit lopen en u lapt zelfs Natura2000 aan uw laars. U zult begrijpen dat wij tegen dit voorstel blijven. De heer Van den Berg: Wij onderschrijven hetgeen is gezegd door Water Natuurlijk en de PvdA. Daarnaast heeft de heer Coppens een eerste poging gedaan om alle vragen en opmerkingen van de inspreker te beantwoorden. Er werd een aantal keren gesteld dat het waterschap nog een keer goed naar de juridische kaders moest kijken van bepaalde handelingen of besluiten. Ik stel voor dat dit alsnog gedaan wordt en dat met terugwerkende kracht wordt gekeken naar alle vragen van de inspreker en dat er alsnog op wordt gereageerd. Deze vraag stel ik aan de heer Coppens, want dit heeft wel degelijk zin, want het is voor deze gast goed om in de notulen terug te kunnen lezen wat de reacties zijn geweest op alles wat gesteld en gevraagd is. Voor ons ook ter lering en een beetje ter vermaak, maar zeker is het netjes naar de inspreker toe dat hij een volledige reactie kan teruglezen in de notulen zoals gesteld door de inspreker. Wij stemmen als fractie tegen het voorstel. De heer Van der Aa: Dank dat u de suggestie over calamiteiten aan de orde wilt stellen. Ten aanzien van de nevengeulen, dat speelt nu in het kader van dit peilbesluit, maar onze vraag was er vooral op gericht om in het kader van de nog in te richten natte natuurparels dat systeem serieus te overwegen, want dat kan zowel voor natuur als landbouw een goede balans geven in de verschillende belangen en wellicht een hoop zienswijzen in de toekomst voorkomen. Wij vinden het jammer dat dit hier nog niet toegepast is. 11

18 De voorzitter: Mijnheer Van Riet, u haalt mijn uitspraken aan uit de vorige vergadering. Ik begrijp dat het voor u verwarrend is, maar er zit geen licht tussen wat de heer Coppens heeft gezegd en wat ik de vorige keer geprobeerd heb duidelijk te maken. Dat is dat het waterschap bij de te ontwikkelen natte natuurparels en dat pakket wordt steeds smaller gezien de perikelen bij de provincie, maar het pakket te ontwikkelen natte natuurparels, daar faciliteren wij de provincie zoveel mogelijk en daarmee proberen wij onze eigen doelen maximaal te halen door overleg en onderhandelingen en het bedenken van constructies die acceptabel zijn voor grondeigenaren in dat gebied. Daar steken wij energie in met de randvoorwaarde zoals de heer Coppens aangeeft, dat wij niet zelf mogen onteigenen. Als het om peilen gaat, dan beoordelen wij de feitelijke functies van dit moment en lopen wij niet vooruit op mogelijke ontwikkelingen in een ander traject. Ik denk dat die twee antwoorden goed naast elkaar te leggen zijn, want in het kader van het peilbesluit is er ook overleg om de huidige functies zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Ik zie geen verschil van inzicht in die twee antwoorden. De heer Van Riet: Ik wil hier kort bij stilstaan in interruptie, want ik heb geen zin om die discussie gedetailleerd aan te gaan. De vorige keer hebt u gezegd dat er een DB-beleidsregel was om bij peilenplannen niet te proberen om de natuurdoelen dichterbij te halen. De voorzitter: Nee, dat heb ik niet gezegd. Wel dat wij in het kader van het peilenbesluittraject ervan uitgaan dat zolang de landbouw daar actief is, wij niet tot extra peilophoging komen. Daar is de beleidsregel voor die het DB heeft vastgesteld en daaraan refereerde ook de heer Coppens. De heer Van Riet: Vervolgens hebben wij in de technische vragen gevraagd wat deze beleidsregel was. Toen heb u gezegd dat er geen DB-beleidsregel is om in het kader van peilenplannen geen bestuurlijke activiteiten te ondernemen, dus u kunt u heel goed actief bestuurlijk opstellen in het kader van het uitvoeren van peilenplannen om het gewenste natuurlijke peil dichterbij te brengen. Het voert te ver om dit nu uit te discussiëren. De voorzitter: De beleidsregel zit er overigens gewoon bij. Mededeling 9.d. van de vergadering van 12 januari Die zat gewoon bij de stukken en daar hebben wij het dus over. De heer Coppens: De heer Van Riet komt op voor de natuur en dat waardeer ik. Er zit bij een aantal mensen een ondertoon in dat een aantal mensen in deze vergadering de natuur steunt en de rest wil het afbreken. Dit gevoelen als dat bestaat, wil ik bestrijden, want ook andere leden van het AB kunnen houden van de natuur. Dat is niet het alleenrecht van een aantal politieke partijen. Met bestuurlijk actief zijn meen ik dat dit bedoeld wordt in het kader van peilenplannen. Daarmee wordt niet bedoeld het niet actief zijn op het gebied van inrichtingsplannen, want dat zijn wij wel degelijk. Wij hebben een hele projectenorganisatie opgesteld. In de vorige periode hebben wij in het DB ontzettend veel in gang gezet, omdat er toen voldoende financiële middelen waren. Daarmee waren wij graag doorgegaan in deze periode. Dat is niet omdat wij nu in een keer antinatuur geworden zijn, maar omdat de financiële middelen anders zijn dan in de vorige bestuursperiode. U hoeft het niet met mij eens te zijn, maar ik had er behoefte aan om dit te zeggen. De heer Hage spreekt over retentie, maar u bedoelt eigenlijk waterberging. De heer Aertssen spreekt over de balans van belangen. Ik kan praten tot ik een ons weeg, maar dat gaat mij niet lukken. Als het gaat over het tonen van durf en passie en als dat bedoeld is als goede raad voor de toekomst, dan nemen wij die suggestie mee. De heer Van den Berg wil dat ik alle punten van de inspreker behandel. Ik heb waardering voor de inspreker, maar voor tachtig procent (80%) gaat het over dezelfde punten als in de zienswijze, dus daarop kunt u de reactie teruglezen. Ik beloof u dat ik de organisatie zal vragen om de resterende twintig procent (20%) alsnog schriftelijk te beantwoorden. De suggestie van de nevengeul. Laat er geen misverstand over bestaan, mijnheer Van der Aa, als wij de natuur en de landbouw kunnen dienen door het aanbrengen van nevengeulen en die zijn ook nog betaalbaar, dan zullen wij dat zeker doen. De heer Aertssen: Bij interruptie. Ik hoor de heer Coppens zeggen dat het niet meer is zoals in de vorige periode, namelijk dat er niet meer geld beschikbaar is, dus wij kunnen minder. Dat hebt u toch over uzelf afgeroepen? U hebt ons voorgesteld om met minder geld te proberen net zoveel te doen. Dat hebben wij zelf besloten, en nu gaat u klagen dat u minder geld heeft? De heer Coppens: U mag dat zo zien. Het is toch een gegeven dat wij in een bepaald tijdsgewricht zitten. Als je ziet wat de provincie doet bij het beschikbaar stellen van subsidies, ook voor EVZ en natte natuurparels, dan heb ik toch niets geks gezegd als ik opmerk dat wij nu over minder geld beschikken dan in de vorige bestuursperiode. Dat is toch gewoon zo. 12

19 De heer Van Riet: Bij interruptie. Wij praten hier niet over alle projecten die u doorgeschoven heeft naar de verre toekomst, maar over een concreet gebied waarvoor een waterpeil vastgesteld moet worden. Daarbinnen kunt u een actieve opstelling kiezen en kijken met welke middelen u de natuurdoelen dichterbij kunt brengen. De heer Coppens: Mijnheer Van Riet, ik probeer een onderscheid te maken tussen het peilenplan dat nu voorligt en de inrichtingsplannen. Ik ben niet degene die dat met elkaar verwart. Ik probeer hier alleen maar duidelijkheid in te verschaffen. De voorzitter: Ik begin met het amendement van de heer Van der Aa om artikel 5.a. op pagina 4 van het besluit, tweede bullet: calamiteiten, waaronder verstaan moet worden ook nachtvorst. Iedereen akkoord? Dat amendement is overgenomen. Dan het besluit zelf. Ik hoor de fractie Water Natuurlijk, de PvdA en de heer Van den Berg, Vrienden van het Markdal, zeggen dat zij tegen stemmen. De overige fracties stemmen voor, het voorstel is aangenomen. Besluit: Het AB stemt in met: het vaststellen van het peilbesluit Steenbergen-Brabantse Wal, inclusief de inspraaknota; het financieren van de maatregelen die zijn geraamd op tweehonderd vierendertig duizend euro ( ,-) uit de instandhoudingslijst van de kadernota 2010, project 6599-Waterhuishoudkundige aanpassingen. 3.f. Ecologische verbindingszone Donge om Dongen Mevrouw Pijnenburg: Dit is een voorbeeld van waar het buitengebied hard nodig is om een natuurplan te realiseren, want deze EVZ heeft een geschiedenis van twaalf of dertien jaar inmiddels. Deze heet nu EVZ Donge om Dongen, maar eerst was het Donge door Dongen, want deze zou door de kern gaan en de Donge voor een belangrijk deel volgen. Door het grote aantal bezwaren kon dat niet. Toen lag er een voorstel voor een EVZ bij Dongen, dus direct om de kern heen, maar ook daar was het not in my backyard -syndroom van toepassing, want mensen willen het zover mogelijk van zich af hebben. Nu ligt er een voorstel EVZ Donge om Dongen. Hij takt aan op de Donge, waar verder heeft het bijzonder weinig met de waterloop de Donge te maken. Dat voor wat betreft het historisch besef. In dit soort trajecten wordt die voor een deel weer gevonden en hebben ze de boeren toch weer nodig. Ik heb navraag gedaan in het gebied waar het om gaat. Ook hier worden weer de oude opmerkingen gemaakt over het omgaan met de grondverwerving. Ik kan deze niet op waarde schatten, want het zijn geluiden uit het gebied. Er komt een aankoper namens het waterschap en dan hoor je toch weer dezelfde geluiden, ze komen een keer, ze zeggen toe dat zij op korte termijn terugkomen en vervolgens horen wij weer niets. Dat zou mede de achtergrond zijn van het niet kunnen verwerven van de vierhonderd (400) meter zone en dat daar frictie ontstaat. Ook dat hoort bij maatschappelijk verantwoord werken en dat is zorgvuldig omgaan met de betrokken ingelanden. Bij de grondverwerving dient hier netjes en zorgvuldig mee omgegaan te worden, anders krijg je het als een boemerang terug. In fase 3 moet een huiskavel doorsneden worden om het te realiseren, dus dat is nog niet helder. Het is niet ondenkbeeldig dat fase 3 langs de Fazantenweg gelegd moet worden. Wij hebben de vorige keer goed begrepen dat de andere fracties dit voorstel zullen steunen, dus als de derde fase gekoppeld wordt aan de Fazantenweg, dan moet dat ook met fase 2 gebeuren. Dit is een hele drukke fietsroute voor de schooljeugd en die levert behoorlijk wat gevaar op. Als er een fietspad direct naast de Fazantenweg gerealiseerd kan worden, dan ontstaat meerwaarde en hoeft er minder schade te worden toegebracht aan met name huiskavels in fase 2. Wij begrijpen dat de EVZ zal doorgaan, maar deze inhoudelijke verbeterpunten willen wij graag hier inbrengen. Mevrouw Franssen: Ik wil nog een aanvullende vraag stellen buiten de vragen van mevrouw Pijnenburg. Hebben wij zicht op het goed aflopen van dit traject? Komt er een einde aan? Wij hebben ons nu proactief opgesteld en samengewerkt met de gemeente. Is er licht aan het eind van de tunnel? De heer Van der Kallen: Ik hoop dat er zicht is aan het eind van de tunnel en daar hebben wij als DB vertrouwen in. Wij gaan vier kilometer EVZ realiseren, maar er ontbreekt vijfhonderd zestig (560) meter en dat is veertien procent (14%). Als iets al twaalf (12) jaar duurt en een aantal varianten is gepasseerd, dan moet de doelstelling gerealiseerd gaan worden. Wij hebben afspraken met gemeenten en er zijn verwachtingen gewekt bij de gemeente en de omgeving. Drempels moeten geslecht worden en onderdeel daarvan is dat aan iedereen helder gemaakt wordt dat het een serieuze zaak is. Daarmee wordt geprobeerd om ook de twee laatste verkopers voor fase 1 en 2 over de drempel te trekken. Onze inschatting is dat dit binnen afzienbare tijd gaat lukken, maar ik kan nog geen datum noemen. Onderhandelingen over grond vormen een moeilijk proces. Het 13

20 gaat om grond die al heel lang door dezelfde families wordt bewerkt en dat doet zeer. Ik neem de opmerkingen van mevrouw Pijnenburg als serieus mee dat dat proces zorgvuldig moet geschieden. Het blijft een moeilijk proces, want enerzijds is de portemonnee van het waterschap en de andere subsidiënt voor de aankoop van gronden niet oneindig. Daar moet je evenwicht in houden, want iedere boer weet heel goed welk maximaal bedrag voor de laatste vierkante meter is betaald en dat is dan een etiket voor de volgende vierkante meters. Het moet netjes en vasthoudend. Het waterschap wil deze EVZ tot stand brengen. Als deze niet compleet kan worden aangelegd zoals je graag zou willen, dan kan dit met enig kwaliteitsverlies gepaard gaan, maar de stapstenen die wel gerealiseerd worden, zijn zodanig dat er een kwaliteitsimpuls in het gebied tot stand wordt gebracht. Het project is in goede samenwerking met de gemeente verlopen. Het is moeilijk om nog iets te veranderen aan het tracé in fase 2, want dat tracé is door een inspraakprocedure gegaan en er zijn bepaalde verwachtingen gewekt. Door de gemeente wordt gebruik gemaakt om ook andere maatschappelijke doelen te realiseren, zoals recreatieve ontwikkeling. Het is voor fase 3 in de beleving van het waterschap voorbarig om te veronderstellen dat een huiskavel doorbroken wordt. Als je een rechte lijn zou trekken, dan is dat het geval, maar wij benaderen fase 3 met grote flexibiliteit, die wij ook in het voortraject hebben ingebracht. Dat is een lang traject geweest van afwegingen en kijken wat mogelijk is. Fase 3 wordt misschien niet de meest optimale kortste verbinding, omdat wij rekening moeten houden met de belangen van de grondeigenaar. Ik kan mij het bezwaar tegen het doorbreken van een huiskavel meer dan voorstellen. Het waterschap denkt hierbij uitdrukkelijk mee, dus de kortste verbinding, de rechte lijn, is niet de absolute waarheid. Bij fase 3 proberen wij wederom om andere maatschappelijke belangen te combineren met dit belang van het realiseren van de EVZ. Wij willen wel tempo maken. Het combineren leidt tot kostenvoordelen voor de gemeente en het waterschap en het leidt tot meer draagvlak in het gebied, want dat is hard nodig. Met deze aanleg willen wij aantonen dat het mogelijk is zonder andere belangen te schaden. Wij hopen dat wij binnen nu en een redelijk overzienbare termijn het einde van de tunnel kunnen zien en de totale EVZ, fase 1, 2 en 3 tot stand brengen. In dit project kunnen het waterschap en de gemeente laten zien dat combineren mogelijk is en door deze combinaties kunnen wij ook met minder middelen EVZ s tot stand brengen. Mevrouw Pijnenburg: Toen ik het had over zorgvuldigheid bij aankoopprocedures sprak ik niet over de prijs. Het is ook een maatschappelijk belang om de prijs niet al te zeer op te drijven voor anderen in de markt, maar met name over het nakomen van afspraken bij aankoopprocedures. De heer Van der Kallen: Zonder het expliciet te noemen, u hebt een aantal dingen genoemd en daar hoort het nakomen van afspraken vanzelfsprekend bij. Dat verwachten wij ook van onze medewerkers en ingehuurde opkopers. Wij zullen dit in gesprekken met hen betrekken. Besluit: Het AB stemt in met de inspraaknota en stelt het inrichtingsplan EVZ Donge om Dongen vast. 4. Mededelingen 4.a. Calamiteiten Jaarverslag De heer Van Noord: Ik ben geschrokken van de roodgekleurde calamiteit in Bath. Ik zou het DB willen vragen dat wij als AB zodra alles afgehandeld is, een soort evaluatie of verslag krijgen over wat zich daar afgespeeld heeft en hoe erop gereageerd is. De heer Van Riet: Wij zijn positief over dit calamiteitenjaarverslag, want dat is belangrijk voor de transparantie over hoe dit waterschap functioneert. Datzelfde geldt voor het ContactCentrum waar een start mee gemaakt wordt. Hierdoor krijgen wij een beter beeld over het functioneren en het imago van het waterschap. In het calamiteitenverslag wordt ook de vissterfte in Waalwijk genoemd. Ik heb daar een verslag van ontvangen, dat summier is, zoals aangekondigd door de voorzitter. Ik stel voor om dit te behandelen in de commissie Watersystemen ter lering en om te kijken hoe wij dit met preventieve maatregelen kunnen voorkomen. Mochten andere AB-leden geïnteresseerd zijn in het verslag over de vissterfte in Waalwijk, dan wil ik dat wel mailen. De heer Van der Aa: Wij zijn ook tevreden met het jaarverslag over 2009, wat een bijzonder jaar was in verband met de reorganisatie. Dit onderwerp moet van de hele organisatie aandacht blijven houden. Wij zijn tevreden dat de organisatie omtrent de calamiteiten na de reorganisatie van een jaar geleden weer op volle sterkte is. De voorzitter: Dank u wel voor de complimenten. Mijnheer Van Noord, in de Marap hebben wij aandacht geschonken aan deze calamiteit, want het gaat ook gepaard met kosten. Uw vraag om het hele proces nog eens zichtbaar te maken, wil ik toezeggen, wellicht via een volgende Marap. Uiteraard willen wij u graag op de hoogte stellen van de afloop van de calamiteiten. Mijnheer Van 14

21 Riet, wij hebben u op uw verzoek het verslag van het WAT toegestuurd, en zo zien die verslagen eruit. U zegt dat het beheren van onze waterlopen in relatie tot de bescherming van vissen een mooi onderwerp zou zijn om in de commissie Watersystemen te behandelen. De voorzitter zit erbij, dus die kan het eventueel agenderen. 4.b. Ecologische verbindingszone Bleekloop Golfterrein Wouwse Plantage De heer Aertssen: Wij zijn al een tijdje bezig met dit project en deze mededeling is teleurstellend. U beschrijft het een en ander waarom het is vastgelopen, maar zijn er ook andere mogelijkheden onderzocht om dit proces tot een goed einde te brengen? Ik ben benieuwd naar de bezwaren van de andere grondeigenaren in de omgeving. U meldt daarvan dat zij ook problemen hebben met een EVZ. Het lijkt erop dat deze twee zaken elkaar versterken en dat dit ook een motief is om een en ander af te blazen. Hebt u gekeken naar mogelijkheden om de bezwaarmakers op een andere manier tegemoet te komen? Is dit echt het einde van de exercitie? De heer Van der Aa: De laatste zin van de mededeling triggert ons in het bijzonder: Zodra er weer signalen zijn dat het project weer kan gaan lopen, wordt er weer beoordeeld of ermee van start kan worden gegaan. Is deze mededeling dan te zien als dat het voorlopig in de koelkast ligt of gaan wij alternatieven onderzoeken? De heer Hieltjes: De teleurstelling van de heer Aertssen kan ik mij goed voorstellen en deel ik. In het voortraject is veel energie gestoken, en er is geld en tijd in een inrichtingsplan gestopt vanuit de verwachting dat er met het bestuur van het golfterrein volledige overeenstemming kon worden uitgewerkt en ook met de grondeigenaar, de Stichting Wouwse Plantage. Wat het hier complex maakt, is dat er een grondeigenaar Stichting Wouwse Plantage is en een bestuur van een golfvereniging die het in erfpacht heeft. Wij hebben hier vorig jaar over gesproken, hoe kun je als je iets inricht op grond van een ander, borgen dat je het blijvend en duurzaam inricht en dat niet een volgend bestuur van de golfvereniging de hole anders legt en weg is je investering. Wij hebben gekeken naar hoe kun je dat borgen door ofwel het erfpachtcontract over te nemen dan wel de grond te kopen. Er zijn drie partijen nodig om tot overeenstemming te komen. Af en toe leek het erop dat dit ging lukken, maar dan viel een van de partijen weer af. De omliggende grondeigenaren hadden niet zozeer bezwaar tegen inrichting van de strook van vijfhonderd meter, maar dat ook in het AB de vraag opkwam dat in een kort stuk werd geïnvesteerd en hoe zeker weet je dat het een doorlopende EVZ wordt. De grondeigenaren aan weerszijden van de vijfhonderd (500) meter zijn niet erg enthousiast om gronden te verkopen. Zo is die zin bedoeld. Hoe kun je met alle durf en passie die je hebt, proberen hier iets voor elkaar te krijgen? Het ligt nu in de ijskast, maar dat betekent niet dat wij er nooit meer naar om zullen kijken. Wij houden in de gaten of er ontwikkelingen zijn of dat er een ander bestuur komt. Ze weten dat wij een inrichtingsplan hebben. Als men bereid is om gronden in erfpacht over te dragen aan ons, dan willen wij daar creatief over meedenken. Er zijn gesprekken gevoerd over de mogelijkheden, maar daar is geen overeenstemming over bereikt. Het leek ons goed om u dat te melden, maar niet om het te vergeten. Het zou mooi zijn als er een moment van overeenstemming komt, maar daar kan ik u niets over beloven, want daarvoor hebben wij ook de twee andere partijen nodig. De heer Aertssen: Ik hoor nog geen einde verhaal. Het lijkt op de formatie van het kabinet Paars Plus. Dat is officieel niet gelukt, maar er is nog een kans dat het wel gaat lukken, zo heb ik begrepen. U zegt dat de grondeigenaren niet enthousiast zijn. Natuurlijk zijn de grondeigenaren niet enthousiast, want ze moeten misschien grond afstaan. Kunt u ze niet op de een of andere manier wel enthousiast maken door ze misschien compensatie of wat dan ook aan te bieden? Trek wat andere mogelijkheden open. Ik vroeg eigenlijk om daar wat meer inzet op te plegen. De heer Hieltjes: Er liggen veel kilometers in het gebied die aangewezen zijn voor de EVZ. Medewerkers kijken naar de mogelijkheden. Zoals bij het vorige agendapunt is aangegeven, je moet niet de markt verpesten door de beurs te trekken en te betalen wat iemand wil. Soms kun je dingen tot stand brengen door voorbeelden te laten zien of door het enthousiasme van het bestuur. Het gaat niet lukken om al die kilometers EVZ overal aan te leggen. Daar zouden wij ook het geld niet voor hebben en dat past niet binnen de tweede bestuursovereenkomst. Wij moeten wel een aantal kilometer realiseren en dan kijk je naar waar je het wel voor elkaar krijgt en waar het op dit moment niet lukt. 4.c. ContactCentrum (CC) - klachten en claims, stand van zaken en vooruitblik De heer Van der Aa: De mededeling op bladzijde 1 geeft aan dat in twintig procent (20%) van de binnengekomen meldingen contact werd opgenomen met de melder. Wat gebeurt er bij de andere tachtig procent (80%) of is dat daar niet nodig? Wij vinden het CC een belangrijk centrum en wij 15

22 hechten er sterk aan om als waterschap goed bereikbaar te zijn voor meldingen en klachten, zowel voor de ingelanden als de medewerkers. Daarom kunnen wij instemmen met de nieuwe naam. Er wordt gedacht aan een provinciale meldkamer. Dat is allemaal best, maar dat schept mogelijk wat afstand en dat is voor de herkenbaarheid en transparantie een zaak op afstand. Wij hechten er sterk aan vanwege de bereikbaarheid en dienstbaarheid aan ingelanden dat dit van groot belang is ook voor de betrokkenheid van medewerkers bij het ontvangen van meldingen en klachten. Dat moet passen binnen onze visie om dat blijvend goed op de kaart te zetten. De heer Spierings: Ik heb een vraag over bladzijde 2, het tweede gedachtestreepje. Het grote aantal meldingen over de waterkwaliteit valt op. Dit had vooral betrekking op dode vis, maar wat frustrerend is, is dat er veel afval in het water ligt. Ik refereer aan de positie in Waalwijk en hoe de samenwerking van de gemeente met het waterschap daar perfect verloopt en hoe het zwerfvuil wordt opgeruimd. Dat verloopt heel goed. Wat bedoelt u met een flexibel CC? Gaat ook dit effectief en efficiënt werken? De afstand naar het waterschap is al groot genoeg, dus hoe verloopt de communicatie? De verhouding tussen het aantal meldingen in 2009 ten opzichte van het eerste kwartaal 2010 is vertekend, omdat men vanaf 2010 consequent werkt. Wat is het verschil tussen registreren en consequent werken? Dat is mij niet helemaal duidelijk. Mevrouw Franssen: Wij willen aandacht vragen voor het CC, want wij denken dat de dienstverlening echt nog onder de maat is. Het is het visitekaartje voor de burgers, dus als wij dat niet goed doen, dan kunnen wij ook niet verwachten dat mensen ons een warm hart toedragen of dat wij draagvlak creëren. Het gaat ook om een stukje public relations om het waterschap positief te presenteren. Wij denken dat het beter kan. Wij vinden anderhalve dag voordat er een antwoord komt, heel lang. Mensen moeten op dezelfde dag antwoord kunnen krijgen. Ik zou de lat hoog willen leggen. Wij hopen dat als het nieuwe informatiesysteem er is, dat hier een klantvolgsysteem in zit. Als mensen in de bureaucratie verdwalen, dan kun je net zo goed ophouden. Dat is het ergste wat je kan overkomen. Samenwerking met andere instellingen juichen wij toe, want met samenwerking komen wij verder dan met het apart organiseren van allerlei dingen. Dat hebben wij de afgelopen tijd wel gezien. Graag veel aandacht voor het CC en het zo snel mogelijk in de juiste vorm proberen te krijgen. De heer Van den Broek: Bij de huidige wijze van afhandeling van meldingen staat vermeld dat klachten over het gedrag van bestuursleden en medewerkers doorgestuurd worden naar de klachtencoördinator. Dit wekt de suggestie dat bestuurlijke klachten niet bestuurlijk afgewikkeld worden. Ik ga ervan uit dat ambtelijke klachten door de ambtelijke organisatie afgewikkeld worden en bestuurlijke klachten door het DB. De voorzitter: Alle bejegeningsklachten ten opzichte van wie dan ook, worden in de vastgestelde procedure behandeld en houden in dat, zolang deze mij niet persoonlijk betreffen, ik een gesprek aanga met de klager en probeer om in een goed gesprek tot een vergelijk te komen, in de zin van het toepassen van hoor en wederhoor en het zonodig maken van excuses. Als dat allemaal niet lukt, dan staat de weg open naar de Ombudsman, maar wij proberen het zelf op te lossen in een goed traject. De brieven en telefoontjes komen ergens binnen en de coördinator zorgt ervoor dat het gesprek plaatsvindt. Dat is het enige wat hier gezegd wordt. Als de klacht over mijzelf gaat, dan bestaat de procedure dat een ander DB-lid dezelfde procedure doorloopt. De heer Coppens: Positieve geluiden over het CC. Eerst was het Klachtencontactcentrum en toen hebben wij er binnen de commissie Watersystemen over gesproken en toen werd het Klantencontactcentrum en nu heet het dan ContactCentrum. De heer Van der Aa vraagt wat er met de andere tachtig procent (80%) van de meldingen gebeurt, waar geen contact met de melder wordt opgenomen. Voor de overige tachtig procent (80%) van de klachten is het niet nodig om dit op te volgen, want dit gaat bijvoorbeeld over dode vissen. Deze klachten worden opgelost en met een telefoongesprek op korte termijn afgehandeld. De twintig procent (20%) heeft te maken met klachten waar een nader onderzoek vereist is en daar wordt een medewerker voor verantwoordelijk gesteld. De heer Spierings stelt een vraag over de verhouding tussen 2009 en Van tevoren kwamen opmerkingen, klachten en vragen bij diverse mensen terecht. Sinds de komst van het CC proberen wij dat te kanaliseren bij de afdeling Bediening en Beheer en wordt het verzameld en centraal worden zaken uitgezet om tot een oplossing te komen. Dat is een andere werkwijze dan voor die tijd gebruikelijk was. De heer Van der Aa en anderen hebben het een stormachtige ontwikkeling genoemd. Mevrouw Franssen vindt het een belangrijke dienstverlening vanuit het waterschap om vragen op een adequate manier te beantwoorden. Dat is positief en dat vinden wij ook als DB en daarom ondersteunen wij dit van harte. Om ons heen vinden allerlei ontwikkelingen plaats waardoor wij dit wellicht in de toekomst in gezamenlijkheid met andere partners doen. Als DB zeggen wij in ieder geval dat wij daarover praten en daar naartoe werken, 16

23 maar dat betekent niet dat wij achterover leunen en dat er niets gebeurt. Wij gaan door met het bedienen van mensen die contact zoeken met ons waterschap. Het is logisch dat wij dit in de toekomst in een groter verband gaan uitwerken. Dat wordt bedoeld met de stormachtige ontwikkeling. Per kwartaal zal deze informatie zowel aan het DB als AB worden gestuurd, zodat wij het verloop en de ontwikkelingen van het CC kunnen volgen. Bedankt voor uw steun voor het CC. De voorzitter: Volgens mij zit er een klantvolgsysteem in. De heer Van der Aa: Onze zorg wordt door de heer Coppens bewaarheid. Als je als waterschap wilt openstaan voor je burgers, dan is onze zorg dat een meldkamer op afstand de betrokkenheid vermindert voor het bestuur en de medewerkers voor het serieus nemen van de burgers. Hopelijk neemt u deze zorg mee bij de stormachtige ontwikkeling. De heer Spierings: Ik heb geen antwoord gehad op mijn vraag over een flexibel CC. De heer Van den Berg: Het tweede vetgedrukte kopje luidt De huidige wijze van afhandeling van meldingen. Daaronder wordt gestart met een klacht of een melding. Voor mijn beeldvorming, er zijn meldingen die uit een klacht of een melding kunnen bestaan? Dat is niet helemaal helder voor mij, hoewel ik wel begrijp wat er bedoeld wordt. Wellicht kan het kopje anders genoemd worden. Onderaan de pagina wordt geschreven dat de helft van de meldingen binnen een tot anderhalve dag werd afgehandeld, maar in wiens optiek is de klacht binnen anderhalve dag afgehandeld? Als je echt klantgericht wilt denken, dan moet de klant het ermee eens zijn dat hij vindt dat de klacht ook is afgehandeld. Wordt dit daadwerkelijk getoetst of is het de perceptie van het waterschap? In het laatste geval nodig ik het DB uit om er nog dieper op in te gaan, want het ultieme is dat de klant zich begrepen voelt of dat hij begrijpt wat er gebeurt. Ook bij de tachtig procent (80%) kun je als waterschap punten verdienen om ook in die gevallen de opvolging terug te melden. Daarmee kan veel verdiend worden met weinig inspanning. De heer Coppens: Ik snap, mijnheer Van der Aa, dat u bezorgd bent als ik spreek over een stormachtige ontwikkeling en samenwerking met andere partners. Het gaat erom dat iemand met een melding of klacht terughoort wat ermee gedaan is en dat deze naar tevredenheid is beantwoord. Ik verwacht dat het die kant opgaat, zoals via een gezamenlijk bureau. Ik vind het niet zo interessant hoe het gaat, wanneer de klant zo optimaal mogelijk geholpen wordt. Dat is de essentie van het verhaal. Het flexibele heeft te maken met de stormachtige ontwikkeling. Wij willen doorgaan met wat wij ingezet hebben, maar wij behouden ons de ruimte voor om bij de ontwikkelingen om ons heen aan te kunnen sluiten. Niet alles krampachtig voor onszelf vaststellen, maar ruimte laten voor andere partijen om er een rol in te spelen. De vraag van de heer Van den Berg over klachten en meldingen hoef ik eigenlijk niet te beantwoorden, maar een klacht is als iemand opbelt dat bij hem het maaisel uit de sloot is afgezet en dat had bij de buurman moeten zijn. Dat vind ik een klacht. Een melding kan zijn dat er twee dode vissen in het water drijven. Is dat bekend bij het waterschap? Als wij dit als waterschap dan oppakken, dan vraag ik mij af of het nodig is dat wij deze persoon dan weer gaan bellen met de mededeling dat de vissen verwijderd zijn. Als een terugkoppeling nodig is, dan gebeurt dat ook. De mensen die hiermee bezig zijn, weten heel goed waar zij mee bezig zijn. 4.d. Besprekingsverslag commissie Watersystemen 23 april 2010 (Vervallen) 4.e. Vispasseerbaar maken stuwen De heer Schreuders: Wij waren positief verrast door dit stuk, naar aanleiding van het verhaal eind vorig jaar. Mooi dat er door het DB over is gesproken. Wij hebben wel een tegenstrijdigheid in de tekst aangetroffen en wij verwachten gezien de positieve insteek, dat dit een omissie is. In de derde alinea staat dat het gaat om vispassages die vooruitlopend op de planning van het waterbeheerplan of in aanvulling op de routes, gerealiseerd kunnen worden. Wij vragen ons af of dit in tegenspraak is met de voorwaarden, eerste punt. Daar staat namelijk alleen het criterium genoemd dat het binnen de migratieroutes moet liggen, terwijl daarboven staat dat er ook daarbuiten gekeken wordt naar eventuele bijkomende zaken. Wij vroegen ons af of dit een omissie is in de tekst. De heer Coppens: Wij geven hiermee aan dat wij het AB wel degelijk serieus nemen bij hun wensen en om hier invulling aan te geven. Je kunt het ook zien als een rijtje met criteria waaraan voldaan moet worden voordat wij zaken vispasseerbaar maken. Het eerste is dat het op de routes moet liggen zoals in het waterbeheerplan is aangegeven. Het tweede zou kunnen zijn leidt tot verbeteringen van de visstand in termen van gezondheid, evenwicht, soort, rijk en duurzaam. Als je het zo leest, dan is het niet in tegenspraak met elkaar. 17

24 4.f. Samenvatting Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken 2009 Mevrouw Pijnenburg: Op de laatste pagina van het verslag wordt gesproken over onderhoud. Bij de financiële cijfers hebben wij eerder gesproken over de stand van het onderhoud van zuiveringstechnische werken, waardoor mogelijk problemen kunnen ontstaan. Ik vraag mij af wat er in de laatste zin staat Vastgesteld kan worden dat het technisch onderhoud zichzelf aan het ontwikkelen is. Dat is een knap technisch hoogstandje, maar wat staat daar nou? De heer Van der Aa: Een beknopt verslag waar veel in staat. Kunt u aangeven hoe ver het staat met het onderzoek naar het hergebruik van het effluent op Bath? De heer Schots: Het is inderdaad een technologisch hoogstandje dat het onderhoud zichzelf aan het ontwikkelen is. Wij bedoelen daarmee dat binnen de sector zuiveringsbeheer in toenemende mate gewerkt wordt aan het planmatig en preventief onderhoud en het opzetten van werkconcepten daarvoor en systemen die wij daarbij nodig hebben, om op die manier onderhoud meer planmatig uit te voeren en met een blik vooruit uit te voeren en minder achter de feiten aan te lopen. Hiervoor is stuk systeemontwikkeling gedaan waarin wij alle objecten die onderhouden moeten worden, geregistreerd hebben waar storingsmeldingen in bijgehouden worden. Dat wordt hier bedoeld met de ontwikkeling op onderhoudsgebied. Het onderzoek effluent Bath loopt nog en hier zijn diverse partijen bij betrokken. Er zijn nog geen definitieve conclusies en standpunten beschikbaar. De dienst is hiermee bezig. Zodra er informatie beschikbaar is, dan zullen wij hierover rapporteren. De heer Van den Berg: Ik hoor de heer Schots zeggen dat er op die manier minder achter de feiten wordt aangelopen. Wordt daarmee vastgesteld dat wij in sommige gevallen wel achter de feiten aanlopen? Is dat niet ernstig? Hoeveel feiten zijn het dan en kunt u dat toelichten? De heer Schots: In 2008 waren dat 23 feiten, in feiten en in 2010 tot nu toe 3 feiten. Met de opmerking dat wij achter de feiten aanlopen, bedoel ik niet dat wij onze zaken veronachtzamen of onzorgvuldig bezig zijn, maar dat wij in de toekomst proactief proberen om onderhoud op preventieve basis te doen en van tevoren in de gaten te krijgen wanneer dingen kapot gaan die van tevoren gerepareerd moeten worden. Het is duidelijk dat je niet alles kunt voorzien. 4.g. Besprekingsverslag van de Voorbereidingscommissie Financiële jaarstukken 4.h. Herinnering aan gemaal Hazen, Bergen op Zoom 4.i. Melding van besluiten als genoemd in Delegatiebesluit j. Werkwijze beantwoording motie emissiebeheer Besluit: de mededelingen worden door het algemeen bestuur voor kennisgeving aangenomen. 5. Ingekomen stukken 5.a. Brief IVN & Donge Combinatie van brug en meanderherstel Schoondonk-Klokkenberg en antwoord dagelijks bestuur + brief directeur Vitalis Landgoed De Klokkenberg. 5.b. Brief de heren Van Dorst en Bastiaansen Peilbesluit Etten-Leur korte procedure Peilvak MW-2 en antwoord dagelijks bestuur. De heer Van der Aa: In de beantwoording van het verzoek van de ingelanden in Etten-Leur wordt voorgesteld om een vergunning aan te vragen voor een afwijkend peil. Wij herinneren ons de opmerkingen in de vergadering van 12 mei waarin het peilbesluit werd toegelicht en ik citeer: voor minder ingrijpende wijzigingen kan een korte procedure worden gevolgd die uit mijn hoofd acht weken duurt (een lange procedure duurt ongeveer zes maanden). Nu wordt gezegd in de beantwoording dat er geen verkorte procedure bestaat. Wat is mogelijk om aan dit verzoek tegemoet te komen en zonder al te veel kosten? Het is een pingpongspelletje. De heer Coppens: De korte procedure kennen wij in de wandelgangen van het waterschap en die wordt gebruikt door de medewerkers van het waterschap. Hiermee wordt bedoeld een vergunningenprocedure die een korte termijn kent. De zes maanden heeft te maken met het vaststellen van het peilenplan. De vergunningprocedure is bedoeld voor mensen die op eigen grond een afwijkend peil willen ten opzichte van het vastgestelde peilenplan. Er wordt onderzocht of andere partijen hier geen nadelige gevolgen van ondervinden en als dat niet het geval is, dan kan dat met een vergunningenprocedure worden toegestaan. Het gaat om een spraakverwarring. 5.c. Brief rekenkamercommissie waterschap Brabantse Delta Reglement van orde en Onderzoeksprotocol Rekenkamercommissie 18

25 Mevrouw Franssen: Ik heb een vraag over het reglement van orde. Moet hierin niet de doelstelling van iets genoemd worden? Staat deze er expliciet genoeg in? Er wordt steeds derden vermeld in het reglement van orde. Moet dit niet anderen zijn? Onder het kopje Public Relations en communicatie staat dat de rekenkamer zelfstandig persberichten mag laten uitgaan. In hoeverre is dit geborgd door het waterschap? Wij hebben hier te maken met een rekenkamercommissie waar een onderdeel van het bestuur van het waterschap deel vanuit maakt. Dit moet allemaal zo goed mogelijk geformuleerd worden. De heer Poppelaars: De rekenkamercommissie is aan de slag gegaan en in de volgende vergadering worden de onderwerpen behandeld die onderzocht gaan worden. Wij vinden een keer per maand vergaderen erg frequent. Past dit binnen de financiële kaders die daarvoor gesteld zijn? De rekenkamer kan zelf onderzoeken gaan doen waaraan mensen uit het AB aan deel kunnen nemen en daar zou een aparte financiële regeling voor bestaan. Daar zou ik wat meer over willen weten. De heer Schots: Dit document is door de rekenkamercommissie aan u en ons als DB gestuurd. De inhoud van het stuk is de verantwoordelijkheid van de rekenkamercommissie zelf. De vragen zullen worden doorgeleid naar de rekenkamercommissie. De voorzitter: U heeft een verordening vastgesteld voor het instellen van de commissie. Daarin staan exact de doelstellingen geformuleerd en binnen dat kader werkt de commissie een reglement uit en dat geldt ook voor de financiën. Ik kijk er wat van op dat commissieleden zichzelf een vergoeding toekennen vanwege inhoudelijk onderzoek. Dat is misschien een vraag die wij moeten doorleiden, maar ik denk dat dit niet helemaal klopt met de verordening die u heeft vastgesteld. Laten wij eerst het antwoord vragen aan de commissie. Als het DB behoefte heeft om daar nog iets aan toe te voegen, dan ziet u dat. Besluit: de ingekomen stukken worden door het algemeen bestuur voor kennisgeving aangenomen. 6. Stand van zaken Actie Storm 6.a. Brief Unie van Waterschappen De kracht van functionele waterschappen De voorzitter: U weet dat wij hier uitvoerig over gesproken hebben in de aanvullende ABvergadering. U heeft mij toen een duidelijke richting meegegeven waarbinnen ik zou mogen opereren bij de ledenvergadering van de Unie. Dat heeft geleid tot de notitie die u heeft aangetroffen. Ik hoop dat u de conclusie kunt trekken dat het precies past binnen het mandaat dat u heeft meegegeven. Het is toegestuurd aan de twee informateurs, voor wat het waard is intussen. Het kopieerapparaat maakt het mogelijk om de nieuwe formateur(s) daarmee weer te benaderen. Ik heb daar verder op dit moment niet veel nieuws over te melden. 7. Rondvraag De heer Van Riet: Wij zijn benieuwd naar de stand van zaken bij het unanieme advies van de commissie Watersystemen om te kijken naar het negatieve imago van dit waterschap in de Volkerakdiscussie. Voor zover mij bekend is dat advies van een jaar terug en daar hebben wij nog geen reactie op gehad. Wat is de stand van zaken bij het wegmaaien van het zeldzame plantje Aardaker zoals wij in de knipselkrant lezen. Dit zou gebeurd zijn in een gebied bij Bergen op Zoom, dat in onderhoud zou zijn bij dit waterschap. Misschien is het goed om daar apart informatie over te geven en daarbij te kijken naar hoe het onderhoud zich verhoudt tot de handleiding over onderhoud in ecologische of natuurgebieden, die is opgesteld naar aanleiding van een eerder incident bij de Strijbeekse Beek. De heer Coppens: Het laatste feit heb ik vandaag gehoord en ik heb de organisatie gevraagd mij hierover informatie toe te sturen die ik met u allen zal delen. Wij hebben vastgesteld dat de voorbereidingscommissie Watersystemen gevraagd en ongevraagd advies mag geven aan het DB. Het verslag hiervan wordt zowel naar het AB als DB toegestuurd en op die manier dacht ik dat ik daaraan gevolg had gegeven. Het is de taak van ons allen om het imago van het waterschap positief uit te dragen. De voorzitter: Tijdens de eerste themavergadering in september zal Krammer-Volkerak aan de orde komen. Dan kunt u zien of er intussen iets is gebeurd met uw oproep. Dan willen wij u graag 19

26 in volle breedte voorleggen hoe het waterschap de afgelopen maanden geopereerd heeft binnen de dossiers die spelen bij het Krammer Volkerak. De heer Van Riet: Uw antwoord is procedureel en de commissie heeft advies uitgebracht om iets te doen aan de imagokwestie. U zegt dat u dat doet, maar u zegt niet wat er verteld wordt. De heer Van den Broek: Wij hebben via Extranet kennis kunnen nemen van de afstudeeropdracht van een van de medewerkers, Corné Machielsen met als titel Veranderingen in een politiek waterschap. Op bladzijde 5 staat een aantal aanbevelingen dat ik graag wil agenderen voor het fractievoorzittersoverleg. De voorzitter: Dat spreken wij af. De heer Van der Aa: Hoe staat het met de naleving van het beregeningsverbod? De voorzitter: Mij zijn geen signalen bekend dat het beregeningsverbod wordt overtreden. Wel in het begin en toen is de eerste dag waarschuwend opgetreden. Hier was begrip voor. Nadien heb ik geen signalen ontvangen dat het niet goed gaat. De heer Haagh: Ons zijn vragen gesteld over de Kenasluis, een sluis die ongeveerd tweehonderd (200) jaar oud is. De cultuurhistorische waarde is hoog. Het onderhoud is onbekend en de staat van onderhoud is zeer slecht. Dat heeft allemaal te maken met een inventarisatie die heeft plaatsgevonden en waarbij men toen dacht dat de gemeente Moerdijk eigenaar was en nu blijkt dat het waterschap eigenaar is. Wij vragen aandacht voor het behoud van de sluis in de toekomst. De heer Coppens: Ons zijn die vragen bekend. De eigendomssituatie is nogal ingewikkeld. Onder de dijk ligt de sluis. Van alles wat onder de weg ligt en ook wat onder de weg in de dijk ligt, is de gemeente Moerdijk eigenaar. Er zijn twee uiteinden buiten de weg waar het waterschap eigenaar van is. Als in zo n situatie een inventarisatie plaatsvindt, dan is het niet raar dat mensen denken dat het niet van ons is, maar dat het eigendom is van de gemeente. Daarom staat het niet op de inventarisatielijst van de eigendommen van het waterschap als objecten met een cultuurhistorische waarde. Er is actie genomen om deze wel op die lijst te plaatsen. Op de onveilige situatie is inmiddels actie genomen door het rondom plaatsen van bouwhekken. Wij zijn ons ervan bewust dat de hekken niet fraai zijn, dus wij kijken nu naar een mogelijkheid om de veiligheid op een andere manier te kunnen garanderen. U vraagt of wij dit cultuurhistorische object kunnen gaan restaureren. Op dit moment hebben wij daar de middelen niet voor, maar het ligt in de lijn der verwachting dat wij de komende tijd de kosten gaan bestuderen. Wij proberen een deel van de kosten weg te leggen bij de andere eigenaar. Als er ontwikkelingen zijn, dan stellen wij u daarvan op de hoogte. De heer Haagh: Ik verwacht dat wij dat bij de begroting zien. De heer Van der Heijden: Hoe staat het met de inlaat en de kwaliteit van het water in de peilbesluitgebieden? De voorzitter: Wij hebben tot voor kort nog goed kunnen inlaten in de peilgestuurde gebieden. De blauwalgontwikkeling neemt dramatisch toe de laatste paar dagen. Ik verwacht dat wij de komende week hier en daar op meerdere plaatsen de inlaat dicht moeten zetten om te voorkomen dat de blauwalg de polders ingaat als het niet substantieel gaat regenen. Hij staat al op een plaats dicht. Het beeld begint helaas te veranderen. 8. Sluiting De voorzitter: Ik sluit de openbare vergadering uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 15 september 2010, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom 20

27 Zaaknr: 10.ZK21558 Kenmerk: 10IT Barcode 10IT Actielijst algemeen bestuur 21 juli 2010 (U vindt deze ook terug op extranet) Uit vergadering Actie Tijdstip AB 3 juni 2009 AB 3 juni 2009 AB 14 oktober 2009 AB 17 februari 2010 Verkennend AB organiseren rond calculatieprocedures, nauwkeurigheidsmarge, post onvoorzien etc AB informeren over de systematiek inzake het verstrekte mandaat bij vervangingsinvesteringen Timing/behandeling van de managementletters nader bezien Informatiemoment organiseren voor het AB over de ontwikkelingen bij SNB. Handboek & evt. Infoavond Handboek wordt verzonden Week 28 Vervolg bespreken in Fractievoorzitterscollectief 8 sept 2010 Handboek & evt. Infoavond Handboek wordt verzonden Week 28 Vervolg bespreken in Fractievoorzitterscollectief 8 sept 2010 Bij nieuwe P&C cyclus Loopt Loopt AB 9 juni 2010 Bespreken aanpassing reglement van orde Via fractievoorzitterscollectief op 8 september 2010 AB 9 juni 2010 AB informeren over aanpak grondaankoop nu provincie zich terugtrekt AB September/oktober 2010 Loopt AB 9 juni 2010 Thema onderhoud primaire keringen agenderen voor verkennend AB Najaar 2010 AB 9 juni 2010 Ambtelijke technische toelichting aan AB-lid W. de Boer (en andere belangstellende AB-leden) over tabel 2 van Managementletter Juni/juli 2010 Loopt AB 21 juli 2010 Schriftelijk beantwoorden vragen dhr. Van den Berg Loopt over GAS AB 21 juli 2010 Schriftelijk beantwoorden vraag dhr. Van der Veer Loopt reactie provincie n.a.v. inspraaknota peilbesluit Steenbergen Brabantse Wal op procedure waterschap voortoets i.r.t. Natura AB 21 juli 2010 Aanpassen peilbesluit conform amendement Juli 2010 nachtvorstbestrijding AB 21 juli 2010 Beantwoorden vragen inspreker IVN over peilbesluit Loopt Steenbergen Brabantse Wal voor zover daar nog niet in de inspraaknota op is gereageerd AB 21 juli 2010 Verslag vissterfte Waalwijk bespreken in commissie Najaar 2010 watersystemen AB 21 juli 2010 Toesturen AB rapport calamiteit rwzi Bath. Zodra beschikbaar AB 21 juli 2010 Opmerkingen AB over RvO rekenkamercommissie Loopt toesturen aan de commissie. Reactie via DB aan AB terugmelden. AB 21 juli 2010 Informeren AB over maaien beschermde aardaker in September 2010 Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520, 4801 DZ Breda T F E info@brabantsedelta.nl l Bankrekening

28 AB 21 juli 2010 Bergen op Zoom i.r.t. bestaande handleiding. Agenderen aanbevelingen onderzoek C. Machielsen voor fractievoorzitterscollectief 8 September

29 Zaaknr. : 10.ZK21558 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Toezeggingenlijst (u vindt deze ook terug op extranet) AB 17 februari 2010 Toezenden verkeersplan Bouvigne aan het AB Zodra beschikbaar Loopt AB 14 april 2010 AB 9 juni 2010 AB 9 juni 2010 Motie Emissiebeheer van Water Natuurlijk Het DB neemt de motie over voor zover het DB hier uitvoering aan kan geven en voor zover het past binnen de kaders van het bestuursprogramma. Spelregels algemeen bestuur evalueren Communicatie tariefstijging ongebouwd bij facturatie 2011 Loopt: zal te zijner tijd aan het AB worden voorgelegd. Loopt: zomer 2011 Bij uitsturen facturen 2011 Loopt AB 9 juni 2010 Website extern laten toetsen Loopt: voorjaar juli 2010 In bestuurlijk overleg met de gemeente Bergen op Zoom aandacht vragen voor realisatie waterbergingslocaties bij Halsteren. Loopt: najaar 2010

30

31 Zaaknr. : 10.ZK21558 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Vergadering algemeen bestuur, agendapunt 2 Agendapunt AB Besluitenlijst 21 juli Opening Spreekrecht: de heer De Haan, IVN Groene Zoom Bepaling primus bij hoofdelijke stemming: de heer Schots 2. Notulen en besluitenlijst Notulen en besluitenlijsten van de vergaderingen van het algemeen bestuur van 29 juni en 7 juli Besloten: het algemeen bestuur stelt de notulen en de besluitenlijsten vast. 3. Nota s ter besluitvorming 3.a. Aanvraag aanvullend UVK project GAS Op basis van het in juni 2008 gevoteerde krediet van ,- is de realisatie van het systeem GAS opgepakt. Gebleken is dat de benodigde werkzaamheden intensiever en meer omvattend zijn dan destijds ingeschat. Een aanvullend krediet is nodig om het informatiesysteem per 1 januari 2011 succesvol op te leveren. Besloten: Het AB stemt in met het aanvullende krediet van ,- voor het project GAS. 3.b. Definitief peilbesluit Steenbergen-Brabantse Wal In de huidige situatie zijn in het peilbesluitgebied Steenbergen Brabantse Wal de peilbesluiten Land van Nassau, Driepolders, gemaal Hazen in de Augustapolder, Auvergnepolder, Nieuw Vossemeer, Westland en Korteind en Cruijsland van kracht. Omdat deze peilbesluiten ouder zijn dan 10 jaar moeten ze worden herzien. In de vergadering van het dagelijks bestuur van 15 december 2009 is het ontwerp peilbesluit vrijgegeven voor inspraak. Daarop heeft het van 21 januari 2010 tot 4 maart 2010 ter inzage gelegen. Hierop zijn 25 zienswijzen ingediend welke zijn verwerkt in een inspraaknotitie. Het peilbesluit is naar aanleiding hiervan op vijf punten aangepast. Na het vaststellen door het algemeen bestuur, worden maatregelen getroffen. In de kadernota is hiervoor een investering opgenomen. Besloten: Het AB stemt in met: het vaststellen van het (geamendeerde) peilbesluit Steenbergen-Brabantse Wal, inclusief de inspraaknota; het financieren van de maatregelen welke zijn geraamd op ,- uit de instandhoudingslijst van de kadernota 2010, project Waterhuishoudkundige aanpassingen. 3.c. Ecologische verbindingszone Donge om Dongen Het inrichtingsplan heeft ter visie gelegen. In dit plan is voor een traject van 4 km de natte ecologische verbindingszone op perceelsniveau uitgewerkt. Tevens is in het plan invulling gegeven aan waterberging en is op verzoek van de gemeente Dongen een recreatief fietspad opgenomen. De ingekomen zienswijzen zijn verwerkt in de Inspraaknota.

32 Agendapunt AB Besluitenlijst 21 juli 2010 Besloten: Het AB stemt in met de inspraaknota en stelt het inrichtingsplan EVZ Donge om Dongen vast. 4. Mededelingen 4.a. 4.b. 4.c. 4.e. Calamiteiten Jaarverslag Ecologische verbindingszone Bleekloop Golfterrein Wouwse Plantage ContactCentrum (CC) - klachten en claims, stand van zaken en vooruitblik Vispasseerbaar maken stuwen 4.f. Samenvatting Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken g. 4.h. Besprekingsverslag van de Voorbereidingscommissie Financiële jaarstukken Herinnering aan gemaal Hazen, Bergen op Zoom 4.i. Melding van besluiten als genoemd in Delegatiebesluit j. Werkwijze beantwoording motie emissiebeheer Besloten: de mededelingen worden door het algemeen bestuur voor kennisgeving aangenomen. 5. Ingekomen stukken 5.a. 5.b. 5.c. Brief IVN & Donge Combinatie van brug en meanderherstel Schoondonk-Klokkenberg en antwoord dagelijks bestuur + brief directeur Vitalis Landgoed De Klokkenberg. Brief de heren Van Dorst en Bastiaansen Peilbesluit Etten-Leur korte procedure Peilvak MW- 2 en antwoord dagelijks bestuur Brief rekenkamercommissie waterschap Brabantse Delta Reglement van orde en Onderzoeksprotocol Rekenkamer-commissie Besloten: de ingekomen stukken worden door het algemeen bestuur voor kennisgeving aangenomen. 6. Stand van zaken Actie Storm 6.a. Brief Unie van Waterschappen De kracht van functionele waterschappen 7. Rondvraag 8. Sluiting om uur -2-

33 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.ZK19781 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Onderwerp : subsidieverordening waterschap Brabantse Delta Sector en afdeling : middelen, afdeling juridische zaken Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3a Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : ontwerp Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta+toelichting Aan het algemeen bestuur Aanleiding De wijziging van de Waterschapswet en de inwerkingtreding van het nieuwe Waterschapsbesluit eind 2007 hebben onder andere geleid tot meer aandacht bij de waterschappen voor de rechtmatigheid van (financiële) handelingen. Het voorstel in deze nota om een subsidieverordening voor ons waterschap vast te stellen, is bedoeld om de rechtmatigheid van de door het waterschap te verstrekken subsidies nog beter te borgen. Op dit moment verstrekt ons waterschap alleen subsidie in het kader van het stimuleren van de aanpak van emissies uit diffuse bronnen. Aan deze subsidieverstrekking ligt echter geen formele regeling, zoals een verordening, ten grondslag. Wettelijk kader: Algemene wet bestuursrecht (Awb) De Algemene wet bestuursrecht (Awb), een belangrijke bron van regelgeving voor overheden, geeft de volgende definitie van subsidie. Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten. Een subsidie is dus géén betaling voor het leveren van goederen of diensten. Voor het bepalen of de te verstrekken financiële middelen onder het Awb-begrip subsidie vallen is de benaming van deze middelen niet van belang. Zo is een bijdrage, vergoeding of financiële tegemoetkoming een subsidie wanneer voldaan is aan bovenstaande definitie. De Awb bepaalt verder dat een bestuursorgaan alleen subsidie mag verstrekken op basis van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. (De Awb geeft onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om van dit vereiste af te wijken.) Voor decentrale overheden, zoals een waterschap, is dit wettelijk voorschrift een door het algemeen bestuur vastgestelde verordening. Om die reden is voorgesteld een subsidieverordening voor ons waterschap vast te stellen. Het verstrekken van een subsidie zonder dat hier een door het algemeen bestuur vastgestelde verordening aan ten grondslag ligt is volgens de Awb mogelijk wanneer er sprake is van een incidentele subsidie. Bij een incidentele subsidie is zowel het aantal subsidieontvangers als het tijdvak van subsidiëring beperkt. Vraagstelling Verzoek aan het AB om vast te stellen bijgevoegde ontwerp Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta (inclusief toelichting). AB-leden kunnen technische en inhoudelijke vragen tot 24 uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

34 Strategie Subsidies voor de aanpak van emissies uit diffuse bronnen zijn de afgelopen jaren door het waterschap als incidentele subsidie verstrekt zonder onderliggende verordening. Daarbij is de kans aanwezig dat dergelijke subsidies niet meer als incidenteel gezien kunnen worden, omdat ze over een langere periode verstrekt worden. De ontwerp Subsidieverordening is een groeidocument. Wanneer het waterschap in de toekomst besluit om ook voor andere doelen subsidie te verstrekken dan kan deze subsidie in hoofdstuk 2 van de Subsidieverordening worden opgenomen. Een door het algemeen bestuur vastgestelde wijziging van de Subsidieverordening is hiervoor vereist. Op dit moment is alleen de subsidie voor de aanpak van emissies uit diffuse bronnen in hoofdstuk 2 van de ontwerp Subsidieverordening opgenomen. Inhoud ontwerp Subsidieverordening In de Awb is uitgebreide regelgeving opgenomen met betrekking tot subsidies. De ontwerp Subsidieverordening is eenvoudig van opzet en omvat alleen die regelgeving die noodzakelijk is op grond van de Awb. Bestuurlijke besluitvorming Dagelijks bestuur 18 april 2006 In de vergadering van 18 april 2006 heeft het dagelijks bestuur ingestemd met: a. de (beoordelings)criteria voor verlening van een bijdrage aan derden voor de aanpak van emissies uit diffuse bronnen en b. het instellen van een ambtelijke beoordelingscommissie voor verlening van de onder a. bedoelde bijdragen. Beleidsregel De hiervoor onder a. bedoelde beoordelingscriteria worden na vaststelling van de ontwerp Subsidieverordening vastgelegd in een formele beleidsregel (DB-besluit) die gebaseerd is op de subsidieverordening. Hierover volgt nog een DB-nota. Inspraak Op grond van de inspraakverordening van ons waterschap kan inspraak voor de subsidieverordening achterwege blijven. Alvorens de ontwerp Subsidieverordening in werking treedt geldt wel de wettelijke verplichting om deze verordening bekend te maken en 12 weken ter inzage te leggen voor een ieder. Beoordeling Financiële gevolgen Ja, de financiële rechtmatigheid van het verstrekken van subsidies voor de aanpak van diffuse bronnen is nu (nog) beter geborgd. De begroting moet ieder jaar het subsidieplafond vermelden. Juridische gevolgen Ja, na vaststelling van de ontwerp Subsidieverordening moeten subsidies voor de aanpak van emissies uit diffuse bronnen gebaseerd zijn op deze ontwerp Subsidieverordening. Het verstrekken van deze subsidies kan dan alleen door middel van een formele vaststellingsbeschikking waartegen bezwaar kan worden gemaakt. Personele gevolgen niet van toepassing Overig niet van toepassing MVO Niet van toepassing. -2-

35 Communicatieparagraaf Intern Deze nota en bijbehorende ontwerp Subsidieverordening zijn afgestemd met de afdeling Beleid, afdeling Plantoetsing en Vergunningen en de Juridisch Controller (Concernstaf). Extern De vaststelling van de ontwerp Subsidieverordening wordt bekend gemaakt in de krant en ligt 12 weken ter inzage. In overleg met de afdeling Vergunningverlening en Plantoetsing en de afdeling Communicatie wordt bepaald welke externe partijen apart bericht worden over de vastgestelde Subsidieverordening. Advies Het algemeen bestuur stelt de Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta (inclusief bijbehorende toelichting) vast. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -3-

36

37 Bijlage bij AB-nota Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta Het algemeen bestuur van Waterschap Brabantse Delta, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van.., gelet op het bepaalde in Titel 4.2 (Subsidies) van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 59 en 78 van de Waterschapswet, B E S L U I T vast te stellen de navolgende Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. algemeen bestuur: het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; b. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta; c. de wet: de Algemene wet bestuursrecht; d. subsidie: subsidie zoals bedoeld in artikel 4:21 lid 1 Algemene wet bestuursrecht; e. waterschap: waterschap Brabantse Delta. Artikel 1.2 Bevoegdheden 1. Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het verlenen en vaststellen van subsidies als bedoeld in deze verordening. 2. Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere regels vast te stellen voor het verstrekken van subsidie(s) als bedoeld in deze verordening. 3. Het dagelijks bestuur kan (onder)mandaat verlenen voor de bevoegdheden die in deze verordening aan het dagelijks bestuur zijn toegekend in artikel 1.2 lid 1, artikel 3.1 lid 4, artikel 4.2 lid 3, artikel 5.1 lid 1, artikel 6.1. Artikel 1.3 Subsidieplafond 1. Het algemeen bestuur vermeldt jaarlijks op de begroting het bedrag dat beschikbaar is voor het verstrekken van subsidie(s) op basis van deze verordening. Dit bedrag is het subsidieplafond zoals bedoeld in afdeling van de wet. 2. De in hoofdstuk 2 genoemde subsidie(s) zijn opengesteld om te verstrekken wanneer het algemeen bestuur het betreffende subsidieplafond, zoals bedoeld in het voorgaande lid, heeft vastgesteld. Artikel 1.4 Verdeling van de beschikbare subsidiegelden 1. De verdeling van het beschikbare subsidiebedrag vindt plaats in de volgorde van ontvangst van de aanvragen. Alleen volledig ingediende subsidieaanvragen worden in de hiervoor genoemde volgorde opgenomen. 2. De te verstrekken subsidie bedraagt maximaal 50 % van het bedrag dat op grond van artikel 1.3 is begroot voor betreffende subsidie. 3. Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere regels te stellen voor de verdeling van het beschikbare subsidiebedrag.

38 Hoofdstuk 2 Subsidies Artikel 2.1 Subsidie voor aanpak van emissies uit diffuse bronnen Subsidie kan worden verstrekt voor bovenwettelijke activiteiten die een substantiële bijdrage leveren aan de vermindering van emissies uit diffuse bronnen naar oppervlaktewater dat geheel of voor het grootste deel gelegen is binnen het beheersgebied van het waterschap. Artikel 2.2 g e r e s e r v e e r d Artikel 2.3 g e r e s e r v e e r d Artikel 2.4 g e r e s e r v e e r d Hoofdstuk 3 De aanvraag Artikel 3.1 De aanvraag 1. Een aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het dagelijks bestuur. 2. Een aanvraag voor een subsidie wordt ingediend tenminste vier weken voordat met de uitvoering van de activiteiten een begin wordt gemaakt. Het dagelijks bestuur kan besluiten aanvragen die buiten deze termijn zijn ingediend niet te behandelen. 3. Bij de aanvraag om een subsidie worden in ieder geval de volgende gegevens verstrekt: - een beschrijving van de aard en omvang van de activiteiten en de daarmee te bereiken doelstellingen en resultaten; - het tijdstip waarop met de activiteiten wordt aangevangen; - een tijdschema volgens welke de activiteiten worden uitgevoerd; - een begroting van de inkomsten en uitgaven die aan de activiteiten zijn verbonden met een toelichting hierop. 4. Het dagelijks bestuur is bevoegd ook andere dan de in lid 3 genoemde gegevens en bescheiden te verlangen van de aanvrager. 5. Indien voor dezelfde activiteiten tevens bij een of meer andere bestuursorganen een subsidie is aangevraagd, deelt de aanvrager dit mee in zijn aanvraag of in ieder geval zo spoedig mogelijk nadat hij de aanvraag bij het andere bestuursorgaan heeft ingediend. Artikel 3.2 Aanvraagtermijn Het dagelijks bestuur kan, in afwijking van artikel 3.1 lid 2, termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies. Hoofdstuk 4 Beslissing op de aanvraag Artikel 4.1 Het dagelijks bestuur besluit op een aanvraag om subsidie binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag. Artikel Voorafgaande aan de subsidievaststelling kan een beschikking tot subsidieverlening worden gegeven. 2. In de beschikking tot subsidieverlening is vermeld binnen welke termijn een aanvraag om subsidievaststelling moet worden gedaan. 3. Indien een aanvraag om subsidievaststelling niet binnen de in de beschikking tot subsidieverlening gestelde termijn is ontvangen, kan het dagelijks bestuur na een eenmalig rappel overgaan tot ambtshalve vaststelling. -2-

39 Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger Artikel Het dagelijks bestuur kan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen opleggen dan die bedoeld in artikel 4:37 van de wet. 2. De in lid 1 bedoelde andere verplichtingen zijn gericht op de verwezenlijking van het doel waarvoor de subsidie is verstrekt. Artikel 5.2 De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het dagelijks bestuur, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verstrekt, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de verplichtingen kan worden voldaan die zijn opgelegd bij de subsidieverstrekking. Hoofdstuk 6 Betaling en voorschot Artikel De betaling van de subsidie vindt plaats binnen 6 weken na de subsidievaststelling, onder verrekening van de betaalde voorschotten. Het dagelijks bestuur is bevoegd in de vaststellingsbeschikking een andere termijn op te nemen. 2. Het dagelijks bestuur is bevoegd voorschotten te verlenen. Hoofdstuk 7 Overige bepalingen Artikel 7.1 Hardheidsclausule 1. In die gevallen waarin toepassing van deze verordening in overwegende mate leidt tot een onbillijke situatie voor de subsidieaanvrager, is het dagelijks bestuur bevoegd te besluiten om af te wijken van de bepalingen die in deze verordening zijn opgenomen. 2. De in lid 1 bedoelde bevoegdheid geldt niet voor de artikelen uit hoofdstuk 1. Artike 7.2 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari Artikel 7.3 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta op 13 oktober De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -3-

40

41 Toelichting A. Algemeen De Algemene wet bestuursrecht (Awb) is voor overheden (bestuursorganen) een belangrijke bron van regelgeving. De regels van de Awb hebben onder andere betrekking op de relatie tussen burger en openbaar bestuur (overheid). Met ingang van 1 januari 1998 is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aangevuld met regelgeving voor het verlenen van subsidie door overheden. Het doel van deze regelgeving is: a. duidelijkheid geven in de wederzijdse rechten en plichten van subsidiegever en subsidieontvanger; b. een stimulans geven om het subsidie-instrument bewuster te hanteren en subsidie-uitgaven beter te beheersen; c. het waarborgen van de rechtszekerheid van de subsidieaanvrager/subsidieontvanger. Wat is een subsidie De Awb geeft de volgende definitie van subsidie: Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten. Belangrijk is dat een subsidie géén betaling is voor het leveren van goederen of diensten. Voor het bepalen of de te verstrekken financiële middelen onder het Awb-begrip subsidie vallen is de benaming van deze middelen niet van belang. Zo is een bijdrage, vergoeding of financiële tegemoetkoming een subsidie wanneer voldaan is aan bovenstaande definitie. Subsidie is gebaseerd op een wettelijk voorschrift Als eenmaal is vastgesteld dat het om een subsidie gaat bepaalt de Awb dat een bestuursorgaan alleen subsidie mag verstrekken op basis van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Voor decentrale overheden, zoals een waterschap, is dit wettelijk voorschrift een door het algemeen bestuur vastgestelde verordening 1. De Awb geeft onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om van dit vereiste af te wijken. Zo kunnen subsidies die van incidentele aard zijn, verstrekt worden zonder onderliggend wettelijk voorschrift. Een subsidie is incidenteel wanneer het verstrekken van de subsidie niet gebaseerd is op een vaste bestuurspraktijk, het aantal subsidieontvangers beperkt is en de subsidie voor ten hoogste vier jaren verstrekt wordt. Subsidieverordening is een groeidocument De Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta is een groeidocument. Wanneer het waterschap in de toekomst besluit om ook voor andere doelen subsidie te verstrekken dan wordt in principe deze subsidie in hoofdstuk 2 van de Subsidieverordening opgenomen. Een door het algemeen bestuur vastgestelde wijziging van deze verordening is hiervoor vereist. Wanneer daar redenen voor zijn is het altijd mogelijk om voor een nieuwe subsidie een eigen subsidieverordening vast te stellen. Bij een incidentele subsidie bestaat er geen verplichting om de subsidie te baseren op een wettelijk voorschrift. Per geval kan het waterschap bepalen of een incidentele subsidie wel of niet in de Subsidieverordening wordt opgenomen. Een eigen subsidieverordening voor een incidentele subsidie is ook mogelijk. De bepalingen van de subsidieverordening zijn van toepassing op alle in hoofdstuk 2 genoemde subsidies. 1 Een beleidsregel is géén wettelijk voorschrift. Een beleidsregel geeft uitleg over een wettelijk voorschrift. Een beleidsregel kan ook aangeven hoe belangen worden afgewogen of feiten worden vastgesteld bij de toepassing van een wettelijk voorschrift. -4-

42 B. Artikelsgewijs Hoofdstuk 1 Artikel 1.2 lid1 Het is de bevoegdheid van het dagelijks bestuur 2 om subsidies te verlenen en subsidies vast te stellen. Wat wordt verstaan onder subsidie verlenen en subsidie vaststellen is bij artikel 4.2 toegelicht. lid 2 Met het verstrekken van subsidies is zowel bedoeld het verlenen van subsidies als het vaststellen van subsidies. Een gebruikelijke vorm van nadere regels is de beleidsregel. Een beleidsregel mag echter geen normstelling omvatten. Zo kunnen in een beleidsregel geen termijnen of subsidieverplichtingen worden opgenomen. Wel kunnen in een beleidsregel beoordelingscriteria worden vastgelegd. Aan de hand van deze criteria wordt bepaald of de subsidieaanvraag voldoet aan de omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie bedoeld is. Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere regels vast te stellen. Deze bevoegdheid kan niet worden gemandateerd. (zie artikel 1.2 lid 3) lid 3 Een aantal bevoegdheden die in deze subsidieverordening aan het dagelijks bestuur zijn toegekend kunnen door dit bestuur worden (onder)gemandateerd. Deze (onder)mandatering is gewenst om het proces van behandelen van subsidieaanvragen efficiënt te laten verlopen en tijdig besluiten te kunnen nemen. Het toepassen van de hardheidsclausule is niet gemandateerd en is dus een bevoegdheid die exclusief bij het dagelijks bestuur ligt. Doordat voor het toepassen van de hardheidsclausule het bestuur zelf een besluit moet nemen is een extra waarborg ingebouwd dat toepassen van de hardheidsclausule alleen in uitzonderlijke gevallen zal plaatsvinden. Artikel 1.3 lid1 Het subsidieplafond moet expliciet in de begroting worden opgenomen. Een subsidie wordt zonder nadere motivering geweigerd wanneer bij het verstrekken van de gevraagde subsidie het subsidieplafond wordt overschreden. Overschrijding van het subsidieplafond is dus een verplichte weigeringsgrond. De Awb vereist dat het subsidieplafond wordt bekendgemaakt vóór aanvang van het tijdvak waarop de subsidie betrekking heeft. Is het subsidieplafond niet als zodanig bekendgemaakt, dan kan een subsidieaanvraag niet ongemotiveerd worden geweigerd bij overschrijding van het subsidieplafond. Het publiceren van subsidieplafonds is dan ook ten zeerste aanbevolen. lid 2 Is het subsidieplafond opgenomen in de begroting dan is met de vaststelling van de begroting ook het subsidieplafond vastgesteld en tevens opengesteld voor de periode waarop de begroting betrekking heeft. Artikel 1.4 lid1 De Awb bepaalt dat de verdeling van het beschikbare subsidiebedrag een wettelijke grondslag moet hebben. In deze verordening is gekozen voor de meest eenvoudige vorm van verdeling: wie het eerst komt, het eerst maalt. Daarbij geldt dat een aanvraag alleen mee telt in het bepalen van de volgorde vanaf het moment dat de aanvraag volledig is. De aanvraag is volledig wanneer is voldaan aan de vereisten die de Awb stelt en de vereisten die in artikel 3.1 van deze Subsidieverordening zijn opgenomen. Onvolledige pro forma aanvragen tellen dus niet mee in het bepalen van de volgorde van ontvangst. Komen meerdere aanvragen op dezelfde dag binnen bij het waterschap en kunnen niet alle aanvragen gehonoreerd worden, omdat het subsidieplafond al eerder is bereikt dan is het toegestaan dat tussen deze aanvragen wordt geloot. 2 Wanneer bevoegdheden door het dagelijks bestuur zijn gemandateerd, dan is in deze toelichting met dagelijks bestuur tevens de gemandateerde bedoeld. -5-

43 lid 2 Om te voorkomen dat door één subsidieaanvraag het grootste deel van het voor subsidie beschikbare bedrag is gebruikt, geldt de regel dat maximaal 50 % van het subsidieplafond per te verstrekken subsidie kan worden toegekend. lid 3 In aanvulling op de in de leden 1 en 2 genoemde verdelingsregels kan het dagelijks bestuur nog andere regels stellen voor de verdeling van het maximaal beschikbare subsidiebedrag. Deze aanvullende regels kunnen worden opgenomen in een beleidsregel. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond moeten ook deze aanvullende regels worden bekendgemaakt en niet later. Hoofdstuk 2 Zoals in de definitie van een subsidie is aangegeven wordt een subsidie verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten. In dit hoofdstuk is aangegeven voor welke activiteiten subsidie wordt verstrekt. Artikel 2.1 In het Waterbeheerplan van waterschap Brabantse Delta is aangegeven dat het noodzakelijk is emissies uit diffuse bronnen terug te dringen. Hoewel de term diffuse bronnen heel gebruikelijk is, is het beter te spreken van bronnen van diffuse verontreiniging. Een heldere uitleg over diffuse bronnen geeft STOWA 3 in de publicatie Gewoon Schoon van september 2003: Een diffuse verontreiniging is een verontreiniging die sluipend plaatsvindt, beetje bij beetje op veel plaatsen tegelijk. Een voorbeeld: schepen die kleine beetjes olie verliezen in het water. Of bestrijdingsmiddelen die de sloot in waaien. Het gebeurt vrijwel elke dag op veel plaatsen tegelijk. Vaak onmerkbaar. Maar de beetjes hopen zich ergens op. Bij elkaar genomen is het veel. De precieze weg die verontreinigingen afleggen, is soms ook moeilijk aan te tonen. Hoeveel zink in de bagger van de Amsterdamse grachten is te herleiden tot het gebruik van zinken dakgoten in de bouw? Geef daar maar eens antwoord op. De problemen met diffuse bronnen vergen vanwege hun aard een andere aanpak dan waterkwaliteitsbeheerders gewend waren. Het is vaak niet mogelijk naar één verantwoordelijke te stappen en diens lozing aan banden te leggen, zoals bij bedrijven wel mogelijk is. De verontreiniging is maar al te vaak een gevolg van een ingeburgerde praktijk. Een gewoonte, een vanzelfsprekendheid, waar mensen niet meer bij stil staan. De landelijke strategie is om meer via algemene regels te regelen en minder via vergunningverlening. Diffuse bronnen worden met de nieuwe algemene regels nauwelijks teruggedrongen. Stimulering, handhaving en communicatie zijn daarmee belangrijker geworden. Stimulering gebeurt onder anderen door inzet van het instrument subsidie. Met het verstrekken van subsidie voor de in dit artikel omschreven activiteiten wil het waterschap mensen, bedrijven en andere overheden extra stimuleren om de bronnen van diffuse verontreinigingen, die een negatief effect hebben op de kwaliteit van het oppervlaktewater, terug te dringen. De bronnen zijn meestal ontstaan door menselijk handelen, zoals slijtage van autobanden op de weg, het langzaam oplossen van zink in dakgoten (uitloging), of het verwaaien van bestrijdingsmiddelen. Deze verontreinigingen komen vaak via uit- en afspoeling van regenwater heel verspreid in het oppervlaktewater terecht. De subsidie is bedoeld als een extra stimulans en wordt dan ook alleen verstrekt voor activiteiten die niet al wettelijk verplicht zijn. Wetsvoorstellen en andere ontwerp regelgeving die bekend zijn gemaakt bij het publiek worden voor de toepassing van artikel 2.1 gelijk gesteld met een wettelijke verplichting. Beleidsregel Om te bepalen of een subsidieaanvraag voldoet aan de omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend stelt het dagelijks bestuur een beleidsregel vast. In deze beleidsregel, die samen met deze subsidieverordening bekend is gemaakt en in werking is getreden zijn de criteria opgenomen aan de hand waarvan een subsidieaanvraag wordt beoordeeld. 3 Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer -6-

44 Hoofdstuk 3 Artikel 3.1 lid 1 Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het dagelijks bestuur. De Awb bepaalt dat een aanvraag alleen elektronisch kan worden ingediend wanneer het bestuursorgaan dit kenbaar heeft gemaakt. Dit betekent dat zolang het dagelijks bestuur niet expliciet heeft bekend gemaakt dat subsidieaanvragen elektronisch kunnen worden aangevraagd de aanvraag alleen schriftelijk kan worden ingediend. lid 2 Een aanvraag om een subsidie moet worden ingediend minimaal vier weken voorafgaande aan de start van de activiteiten waarvoor de subsidie is gevraagd. Deze termijn van vier weken is een termijn van orde. Het dagelijks bestuur kan een aanvraag om subsidie niet in behandeling nemen wanneer na deze termijn de aanvraag is ingediend, maar is hier niet toe verplicht. lid 3 Ieder bestuursorgaan is verplicht bij de voorbereiding van een besluit (zoals een besluit op een subsidieaanvraag) de relevante feiten en nodige kennis te verzamelen en alle betrokken belangen af te wegen. Hiervoor kan het bestuursorgaan ook een beroep doen op de aanvrager van het besluit. In dit lid is aangegeven welke gegevens en bescheiden in ieder geval bij de aanvraag van een subsidie door de aanvrager moeten worden verstrekt. lid 4 Wanneer de op basis van het vorige lid verstrekte gegevens niet voldoende zijn voor de beoordeling van de subsidieaanvraag dan is het dagelijks bestuur bevoegd nog andere gegevens en bescheiden te vragen. Alleen die gegevens en bescheiden mogen gevraagd worden die noodzakelijk zijn voor de beslissing op de subsidieaanvraag en waarover de subsidieaanvrager in alle redelijkheid beschikt of de beschikking kan krijgen. Met bescheiden zijn bedoeld bepaalde documenten zoals een diploma, een foto of een tekening. lid 5 Wanneer door de subsidieaanvrager voor dezelfde activiteiten ook bij een ander bestuursorgaan (bijvoorbeeld gemeente of provincie) een subsidie is aangevraagd moet dit verplicht gemeld worden bij de aanvraag. Is de aanvraag om subsidie bij een ander bestuursorgaan gedaan na de indiening van de subsidieaanvraag bij het waterschap dan is de subsidieaanvrager verplicht zo spoedig mogelijk na de aanvraag bij het andere bestuursorgaan dit te melden bij het waterschap. Artikel 3.2 Het dagelijks bestuur is bevoegd om voor een daarbij aan te wijzen subsidie een andere termijn van indienen te hanteren dan de uiterste termijn van vier weken, voorafgaande aan de activiteiten, die vermeld staat in artikel 3.1 lid 2. Hoofdstuk 4 Artikel 4.1 Binnen zes weken na de subsidieaanvraag beslist het dagelijks bestuur op de subsidieaanvraag. Is de aanvraag niet compleet dan wordt de subsidieaanvrager verzocht de aanvraag aan te vullen. Vanaf de dag waarop dit verzoek is gedaan wordt de termijn van zes weken van rechtswege opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de termijn is verstreken gedurende welke de aanvullende gegevens of bescheiden aangeleverd moesten worden. Kan de beslissing niet binnen de gestelde termijn van zes weken genomen worden, dan wordt de subsidieaanvrager hierover geïnformeerd en wordt hierbij een nieuwe ( zo kort mogelijke) termijn genoemd waarbinnen de beslissing kan worden tegemoet gezien. Artikel 4.2 leden 1 en 2 Met subsidieverlening is bedoeld de beschikking die voorafgaat aan de te subsidiëren activiteit. De subsidieverlening geeft de subsidieaanvrager een voorwaardelijk recht op een subsidie. Pas als de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de opgelegde voorschriften is voldaan kan de subsidie definitief worden vastgesteld. In de beschikking tot subsidieverlening is vermeld binnen welke termijn een aanvraag om de subsidievaststelling moet zijn ingediend. De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag vast van de subsidie en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag. -7-

45 Subsidie verstrekken kan ook zonder een beschikking tot subsidieverlening. In dat geval gaat het dagelijks bestuur direct over tot het vaststellen van de subsidie. Dit laatste gebeurt in ieder geval wanneer de te subsidiëren activiteit is afgelopen. In dat geval kan geen beschikking tot subsidieverlening meer worden vastgesteld, maar moet gelijk worden overgegaan tot subsidievaststelling. lid 3 Is binnen de termijn, zoals die gesteld is in de beschikking tot subsidieverlening, geen aanvraag om subsidievaststelling ontvangen door het dagelijks bestuur, dan kan de subsidie ook vastgesteld worden zonder deze aanvraag (de zogenaamde ambtshalve vaststelling). Het dagelijks bestuur mag hier alleen toe overgaan nadat aan de subsidieaanvrager een herinnering is gestuurd. Hoofdstuk 5 Artikel 5.1 lid 1 In de Awb (artikel 4:37) zijn een aantal standaardverplichtingen opgenomen die het bestuursorgaan kan opleggen aan de subsidieaanvrager. Voorbeelden van dergelijke verplichtingen zijn verplichtingen die betrekking hebben op de aard en omvang van de activiteiten waarvoor de subsidie verleend wordt en de verplichting om verantwoording af te leggen over de besteding van het subsidiebedrag. De lijst van standaardverplichtingen is niet limitatief. Naast deze standaardverplichtingen kan het dagelijks bestuur ook andere verplichtingen opleggen aan de subsidieaanvrager. Verplichtingen (standaard en aanvullende) moeten worden opgelegd in de beschikking tot subsidieverlening. lid 2 Wanneer het dagelijks bestuur aan de subsidieaanvrager andere verplichtingen oplegt dan die genoemd in de Awb dan kan dat alleen wanneer die andere verplichtingen in alle redelijkheid nodig zijn en geschikt zijn om het doel te bereiken waarvoor de subsidie is verleend. Artikel 5.2 In de subsidieverordening is aan de subsidieaanvrager de verplichting opgelegd om het dagelijks bestuur zo spoedig mogelijk te informeren als de activiteit waarvoor de subsidie verstrekt wordt niet of niet geheel zal worden uitgevoerd. Ook wanneer naar verwachting door de subsidieaanvrager niet voldaan kan worden aan opgelegde verplichtingen moet de aanvrager dit zo spoedig mogelijk melden bij het dagelijks bestuur. Hoofdstuk 6 Artikel 6.1 lid 1 In de Awb is bepaald dat het subsidiebedrag wordt betaald zoals in het besluit (de beschikking) tot subsidievaststelling is vastgelegd. Wanneer het besluit tot vaststelling van de subsidie geen termijn noemt waarbinnen de vastgestelde subsidie wordt betaald dan geldt een termijn van zes weken. lid 2 Vooruitlopend op de vaststelling van het subsidiebedrag kan het dagelijks bestuur een voorschot verlenen. Het voorschot kan verleend worden wanneer redelijkerwijs te verwachten is dat de subsidie wordt vastgesteld en er dus een betalingsverplichting ontstaat. De beslissing om een voorschot te verlenen is een beschikking in de zin van de Awb. Aan een beschikking tot verlening van een voorschot kunnen voorschriften worden verbonden. Hoofdstuk 7 Artikel 7.1 De hardheidsclausule maakt het mogelijk af te wijken van bepalingen uit deze verordeningen, uitgezonderd de bepalingen uit hoofdstuk 1. Het toepassen van de hardheidsclausule is een bevoegdheid die toegekend is aan het dagelijks bestuur en niet kan worden gemandateerd (zie artikel 1.2 lid 3). Gebruik maken van de hardheidsclausule moet beperkt blijven tot situaties waarbij toepassing van de in deze verordening opgenomen regels leidt tot een onvoorziene en niet bedoelde onbillijke situatie voor belanghebbende. Bij toepassing van de hardheidsclausule blijft het doel van de subsidie voorop staan. -8-

46

47 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.B0218 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Onderwerp : aanvraag uitvoeringskrediet project slibindikking rwzi Rijen Sector en afdeling : zuiveringsbeheer, afdeling bouwzaken Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3b Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : investeringsbesluit en toetsingslijst Aan het algemeen bestuur Aanleiding Bij het zuiveringsproces komt slib vrij dat op een zo efficiënt mogelijke wijze verwerkt en afgevoerd moet worden. Op de rwzi Rijen staat hiervoor een indikinstallatie en een verouderde installatie om het ingedikte slib verder te ontwateren zodat het slib zo geconcentreerd mogelijk kan worden afgevoerd. De slibverwerking op rwzi Rijen verwerkt naast het eigen slib ook het slib van de kleine rwzi s in Riel, Chaam en Baarle-Nassau. In 2004 is een slibstrategiestudie uitgevoerd die tot doel had binnen het gebied van waterschap Brabantse Delta een beleidsvisie te ontwikkelen voor de verwerking van zuiveringsslib. Aanvankelijk werd voorgesteld om de slibverwerking van rwzi Rijen uit te breiden met slibgisting. Een nadere (gedetailleerde) studie heeft uitgewezen dat de schaalgrootte van rwzi Rijen te gering is om hiermee echt voordeel te halen. Toen in 2007 besloten werd om de slibverwerking op de rwzi Nieuwveer (Zimpro) te vervangen door een nieuwe slibverwerkingsinstallatie met gisting, is onderzocht of het zinvol was om ook het slib van rwzi Rijen te vergisten en ontwateren op rwzi Nieuwveer. Op basis van investeringskosten, exploitatiekosten, emissies, water- en chemicaliëngebruik, energieverbruik en overlast zijn diverse varianten vergeleken. Als beste oplossing is toen naar voren gekomen dat het slib op rwzi Rijen mechanisch wordt ingedikt waarna het vervolgens per as naar Nieuwveer wordt getransporteerd voor verdere vergisting en ontwatering. Het ontwerp van de nieuwe slibverwerking op rwzi Nieuwveer is hier vervolgens op afgestemd. Ook het slib van de zuiveringen Riel, Chaam en Baarle-Nassau zal in de toekomst op rwzi Nieuwveer worden verwerkt en wordt dan rechtstreeks naar rwzi Nieuwveer getransporteerd. Context De verwerking van het slib dat uit het zuiveringsproces vrijkomt is een kerntaak van het waterschap die op een maatschappelijk verantwoorde manier moet worden uitgevoerd (referentie: ambitienota zuiveringstaak). Energiebesparing, betrouwbaarheid en duurzaamheid zijn hierin kernbegrippen. Voor het op rwzi Rijen geproduceerde slib betekent dit: - Door het slib te gaan verwerken op de nieuwe slibverwerking Nieuwveer zal het slib vergist worden waarmee groene energie kan worden opgewekt. - De huidige installatie is sterk verouderd en storingsgevoelig waardoor de onderhoudskosten hoog zijn en de betrouwbaarheid laag is. Met de nieuwe installatie zal de betrouwbaarheid weer op peil gebracht worden en kunnen de onderhoudskosten beter worden beheerst. - Met de bouw van de nieuwe installatie kunnen duurzaamheidaspecten worden ingepast. Daarnaast wordt de organisatie er steeds meer op ingericht om vanuit enkele centrale punten de zuiveringen te bedienen. Rwzi Rijen zal in de toekomst een onbemande zuivering worden waarbij besturing op afstand kan plaatsvinden. De nieuwe installatie is geschikt voor onbemande bedrijfsvoering waardoor een flinke stap genomen wordt naar een onbemande zuivering. Bestuurlijke besluitvorming Op 15 juli 2009 heeft het algemeen bestuur ingestemd met de vervanging van de slibverwerking op de rwzi Nieuwveer. In dit besluit is reeds opgenomen dat het slib van de rwzi Rijen in de toekomst op Nieuwveer vergist en ontwaterd wordt. Op 26 januari 2010 heeft het dagelijks bestuur ingestemd met aanbesteding van dit project op basis van een geïntegreerde contractvorm, waarin zowel ontwerp als realisatie van het project zijn opgenomen. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

48 Vraagstelling Kan het algemeen bestuur instemmen met de voorgestelde ombouw van de slibverwerking op rwzi Rijen naar een installatie om slib in te dikken en op te slaan, zodat dit kan worden afgevoerd naar rwzi Nieuwveer voor verdere verwerking? Het benodigde uitvoeringskrediet hiervoor bedraagt ,-. Strategie Voortkomend uit de bovengenoemde variantenkeuze zal de slibverwerking in Rijen nu omgebouwd moeten worden tot een installatie die het slib tot 6% droge stof indikt en vervolgens opslaat tot transport naar Nieuwveer plaatsvindt. Hierdoor kan tevens tegemoet gekomen worden aan de problemen die de verouderde mechanische en elektrische installatie van de slibverwerking op de rwzi Rijen nu met zich meebrengen (storingsgevoelig, moeilijk verkrijgbare vervangingscomponenten en werkomstandigheden die niet voldoen aan de huidige ARBO-eisen). Op basis van het programma van eisen dat voor dit project is bepaald wordt de uitvraag naar de markt opgesteld. Bedrijven kunnen hun belangstelling hierop kenbaar maken waarna selectie zal uitmaken welke gegadigden uitgenodigd worden voor het maken van een voorstel. Aan de inschrijver met het beste voorstel (er wordt op basis van aanneemsom èn kwaliteitscriteria gegund, samen de EMVI 1) criteria) wordt opdracht gegeven om zowel het ontwerp als de realisatie middels een geïntegreerde contractvorm uit te voeren. Deze aanpak is ook wel bekend onder de naam innovatief aanbesteden en design & construct. De keuze voor deze aanpak volgt uit een afweging op alle aspecten waaruit volgt dat design & construct de meeste kans geeft dat dit project met de hoogste doelmatigheid kan worden gerealiseerd. Met name op het aspect projectrisico biedt deze aanpak voordelen doordat: - met betrekking tot ontwerprisico s de aannemer integraal verantwoordelijk is voor het eindresultaat (kosten en kwaliteit); - de coördinatie met externe partijen (zoals gemeente en nutsbedrijven) en met andere aannemers (onderaannemers) in één hand komt te liggen (kosten en tijd); - de aannemer de meeste invloed heeft op de financiële risico s die ontstaan bij overschrijding van de oplevertermijn. Door de aannemer mede te laten dragen in deze financiële risico s ontstaat een betere beheersing van de planning (kosten en tijd). Daarbij heeft marktverkenning uitgewezen dat er voldoende capabele marktpartijen zijn die hun oplossing kunnen aanbieden. Hoewel het toepassen van deze aanpak betrekkelijk nieuw is heeft het waterschap voldoende kennis in huis om deze aanpak te volgen. Door bij de gunning kwaliteitsaspecten mee te wegen kan een kwalitatief goede eindoplossing afgedwongen worden waardoor de totale gebruikskosten laag blijven. Mogelijk zal meerjarig onderhoud in de opdracht worden opgenomen om de opdrachtnemer extra te stimuleren een goed totaalproduct te leveren. De kosten voor eventueel meerjarig onderhoud zijn niet in dit krediet opgenomen. Door de realisatie van dit project zal de slibverwerking op rwzi Rijen sterk vereenvoudigd worden. Civiel zal de bestaande installatie grotendeels worden hergebruikt en waar nodig opgeknapt. Onderdelen die geen functie krijgen na de ombouw zullen worden afgebroken. Dit zijn onder meer twee opslagsilo s en een pompenkelder. De nieuwe installatie bevat ook minder apparaten die grotendeels vernieuwd zullen worden. Door de verhoogde bedrijfszekerheid worden de onderhoudskosten beter beheersbaar. Voor rwzi Rijen wordt in de toekomst een lichte stijging verwacht in de slibproductie als gevolg van hogere aanvoer naar de zuivering en de mogelijke bouw van een nafiltratie. Deze aspecten zullen bij de ombouw worden meegenomen zodat een toekomstbestendige installatie wordt gerealiseerd. Door de vereenvoudiging en de verregaande automatisering is het mogelijk dat de installatie op afstand bediend kan worden en onbemand kan draaien. De huidige dagelijkse bediening kan dan worden teruggevoerd tot controlerondes van enkele malen per week. Doordat de Arbo knelpunten in de huidige installatie worden verholpen (zoals geuroverlast, krappe ruimtes, gladde vloer) zal de nieuwe installatie veiliger worden en prettiger zijn om te werken. Tijdens de ombouw zal de verwerking van het slib van Rijen worden verplaatst naar de andere zuiveringen (Dongemond, Nieuwveer) of middels een tijdelijke installatie op rwzi Rijen. Mogelijk zal hierdoor tijdelijk extra slibtransport plaatsvinden. Buiten dit aspect zal het project zich binnen het hekwerk van rwzi Rijen afspelen en is er geen overlast te verwachten naar de omgeving. 1) EMVI: Economisch Meest Voordelige Inschrijving -2-

49 De planning is erop gericht dat begin 2011 de gunning kan plaatsvinden, zodat eind eerste kwartaal 2012 de nieuwe installatie in bedrijf kan worden gesteld. Dit sluit aan op de planning van de bouw van de nieuwe slibverwerking op rwzi Nieuwveer. Beoordeling Financiële gevolgen Ja, namelijk: Voor de uitvoering van dit project zijn de kosten geraamd op ,-. Dit project is in het investeringsplan (IP) opgenomen, waarin een bedrag voorzien is van ,-. Juridische gevolgen Ja, namelijk: Mogelijk dient er een aanpassing van de Wm-vergunning te worden aangevraagd (nader onderzoek vindt nog plaats). Dit heeft met name betrekking op de geuremissie. Omdat in de nieuwe installatie geen ontwatering meer plaatsvindt zal de situatie er ten opzichte van de huidige situatie enkel op vooruit gaan en worden hier geen consequenties uit verwacht. Personele gevolgen Ja, namelijk: De huidige bemande slibverwerking op rwzi Rijen wordt geschikt gemaakt voor onbemand bedrijf. De afname in bedieningsuren zal leiden tot een herschikking van taken onder het bedieningspersoneel. Op termijn kan dit leiden tot afname van bedieningspersoneel voor de onbemande zuiveringen. MVO gevolgen Ja, namelijk: MVO aspect: De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap: In de keuze van de variant zijn de 3 P s nadrukkelijk meegewogen. De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit: - De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's: Door het toepassen van innovatieve aanbestedingsvormen zullen duurzaamheidscriteria meegenomen worden in de gunningscriteria. Voorbeelden zijn de mate van energiegebruik, hergebruik van bouwstoffen, polymeerverbruik etc. De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere 1 partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes: Het toepassen van innovatieve aanbestedingsvormen heeft veel belangstelling bij andere overheden die hierbij van elkaar willen leren. Totaalscore van de 4 aspecten 3 MVO score: * ** *** **** Score: Communicatieparagraaf Naast interne communicatie over de realisatie van dit project zijn er twee aspecten waarover buiten de organisatie communicatie dient plaats te vinden: - Via de communicatieafdeling zal de directe omgeving van Rijen op de hoogte gesteld worden over de bouwactiviteiten. Hoewel dit project nauwelijks invloed zal hebben op de directe omgeving is het voor de rwzi Rijen wel een relatief grote aanpassing. - Met betrekking tot het toepassen van innovatie aanbestedingsmethoden en geïntegreerde bouwcontracten bestaat met name bij andere overheden veel belangstelling. Met dit project als voorbeeld kunnen andere organisatie kennis opdoen over onze aanpak. Communicatie kan plaatsvinden via directe contacten en via organisaties die zich hierop richten (zoals Pianoo)

50 Advies Het AB stemt in met de realisatie van project slibindikking rwzi Rijen en stelt hiervoor uitvoeringskrediet ter beschikking ten bedrage van ,-. Het AB neemt ter kennisgeving aan dat dit project middels een geïntegreerde contractvorm (namelijk design & construct) wordt gerealiseerd. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -4-

51 TOETSINGSLIJST Nummer : *10IT004865* Barcode : *10IT004865* Projectnr.: 4043 Projectnaam: slibindikking rwzi Rijen Beheerproduct: 4310 bouw en verwerving slibverwerkingsinstallaties Projectleider: Soort investering: L. Vogels instandhoudingsinvestering Investeringsbesluit: Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: 100 % zuiveringsbeheer 4000 Bouw en exploitatie zuiveringtechnische werken 2011 en positief Nationale niet-openbare procedure conform ARW 2005 R. Lambregts Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (f tot en met i): k. effect op de heffing: % aandeel tarief 2012 zuiveringsheffing % stijging tarief 2012 zuiveringsheffing ,- elektr.instal 33% (20 jaar) Software 5% (5 jaar) civiel ztw 30% (40 jaar) Mechan. ztw 32% (15 jaar) 4,5% 20% realisatiefase , ,- ( int.transp.kn) ,- 0,0647% -/- 0,052% t.o.v. Kadernota 2010 l. te ramen netto lasten voor 2010: n.v.t. m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten: opgenomen in kadernota 2010

52 Afstemming op meerjarenraming/investeringsplan In het investeringsplan is voor dit project een bedrag van ,- opgenomen; datum gereed 1 april 2012; gemiddeld jaarlijkse last ,-. Besluitvorming Deze investering is opgenomen in het investeringsplan maar is niet opgenomen op de lijst van investeringen die aan dagelijks bestuur gemandateerd zijn. Omdat de datum van oplevering na 1 januari 2012 ligt. Goedkeuring door algemeen bestuur. -2-

53 INVESTERINGSBESLUIT Nummer : *10IT004997* Barcode : *10IT004997* Activiteitsnr.: 4043 Naam activiteit: slibindikking rwzi Rijen Ondersteunend beheerproduct: 4310 bouw en verwerving slibverwerkingsinstallaties BESLUITNUMMER: Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta; gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 27 juli 2010 gelet op de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Brabantse Delta (08I003208); B E S L U I T : te voteren een uitvoeringskrediet groot ,- ten behoeve van slibindikking rwzi Rijen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 13 oktober De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

54

55 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.B0283 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Onderwerp : aanvraag uitvoeringskrediet aankoopplan Gat van den Ham Sector en afdeling : watersystemen, ontwerp & realisatie Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3e Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : toetsingslijst en investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Aanleiding In overleg met de provincie Noord Brabant zijn tijdens de voorgaande bestuursperiode werkafspraken gemaakt tussen provincie en het waterschap Brabantse Delta met betrekking tot grondverwerving ten behoeve van onder meer reconstructie, agrarische grondverbetering en waterschap doelen. Binnen het beheergebied van Brabantse Delta betreft dit 6 aankoopplannen. Voor de meeste aankoopplannen voert de Provincie hiervoor de regie en het risico, doch voor het aankoopplan Gat van den Ham is bestuurlijk indertijd afgesproken dat het Waterschap de grondaankoop coördineert (08B001447) en dus de regie voert en het risico loopt. In het aankoopplan Gat van den Ham is uitgewerkt dat doelen gerealiseerd worden door middel van een vrijwillige kavelruil. Om de kavelruil mogelijk te maken zijn indertijd door het waterschap gronden aangekocht (voorfinanciering) in het gebied Gat van den Ham met als doel deze in te brengen in de kavelruil om uiteindelijk EVZ gronden te kunnen verkrijgen. In een later stadium zullen deze kosten terugvloeien vanuit de reguliere projectbegroting. Tot op heden zijn deze aankopen gefinancierd vanuit enkele IP-projecten en vanuit het algemene krediet voor strategische en anticiperende grondaankopen. Vanwege de omvang van het aankoopplan is dit krediet de afgelopen jaren onevenredig belast, zodat het waterschap slagkracht ontbreekt om elders in het beheergebied van het waterschapgronden aan te kopen ten behoeve van waterschapsdoelen. Om deze reden en om transparantie met betrekking de grondaankoop te vergroten is in de Kadernota voor de strategische aankoop van gronden voor het aankoopplan Gat van den Ham een investeringsproject opgenomen. Deze notitie heeft als doel een uitvoeringskrediet aan te vragen voor het aankoopplan Gat van den Ham. Context Voor het realiseren van de waterdoelen is sprake van grondbehoefte. In het IP zijn projecten opgenomen die invulling geven aan deze waterdoelen. Het beschikbare budget voor deze projecten is inclusief grondverwerving. Bij een aankoopplan wordt integraal gekeken naar EVZ, EHS, waterberging en landbouwdoelen. Op deze manier kunnen grotere doelen gehaald worden, maar deze kunnen niet per direct toegekend worden aan de individuele projecten. Daarnaast worden ruilgronden aangekocht, om de ruilingen mogelijk te maken. Uiteindelijk betaalt het Waterschap alleen gronden voor EVZ en waterbergingsdoeleinden, die op hun plaats liggen. Deze worden bekostigd uit de toegekende individuele projecten. De resterende gronden worden weer verkocht en de gedane investeringen in de grondaankoop vloeien terug naar het krediet van de strategische en anticiperende grondaankopen. De verwachting is echter dat dit nog meerdere jaren zal duren. Het verzoek om een apart krediet te genereren voor het aankoopplan Gat van den Ham is een administratieve handeling om het algemeen krediet voor strategische en anticiperende gronden te ontlasten en zo transparantie te brengen in de grondverwerving. Bestuurlijke besluitvorming In het IP van is een investering opgenomen voor het proactief en strategisch kunnen kopen van gronden (algemeen krediet strategische en anticiperende grondaankopen). In het AB van 24 februari 2005 (04I000150) en in het AB van 4 april 2007 (07I000559) is hiervoor krediet aangevraagd van in het totaal ,-. Zodra de gronden benut worden in een project vindt terugvloeiing van krediet plaats vanuit het betreffende project. Momenteel drukken zo n twintigtal projecten op dit budget. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

56 Met het aangaan van het aankoopplan Gat van den Ham is dit budget volledig belast en is het dus vrijwel niet meer mogelijk nieuwe strategische en anticiperende aankopen te doen. De voortgang van ontwikkelingsprojecten uit het IP komt hiermee in het geding. Vraagstelling Kan het AB instemmen met het beschikbaar stellen van een krediet van ,- voor het aankoopplan Gat van den Ham? Strategie Voor het behalen van de doelrealisatie van het waterschap en haar partners is grondaankoop cruciaal. Ten behoeve van het aankoopplan Gat van den Ham is indertijd anticiperend grond aangekocht door het Waterschap (ruilgronden) om samen met haar partners de vrijwillige kavelruil te kunnen starten. Tijdens dit proces heeft DLG zich teruggetrokken en heeft het Waterschap de coördinerende rol op zich genomen (maart 2008), om haar doelen, voor met name EVZ gronden in dit gebied te kunnen realiseren. Het Waterschap gaat hierbij uit van het plan van aanpak dat op 30 mei 2007 is goed gekeurd door de Gebiedscommissie De Wijde Biesbosch, waarbij de planmatige aanpak is vervangen door het uitwerken van deelruilingen. Er hebben nu twee ruilingen plaatsgevonden waarbij het Waterschap bijna 20ha EVZ heeft verworven. De kosten voor deze gronden, zijnde circa ,-, zijn op termijn toe te kennen aan diverse individuele projecten. Daarnaast ligt er nog voor ,- aan ruilgronden in het gebied. Deze gronden zijn niet noodzakelijk voor waterschapsdoelen, maar zijn een gevolg van de regie rol die het Waterschap op zich heeft genomen bij dit aankoopplan, zoals uitgelegd in de aanleiding. De huidige investering van het aankoopplan Gat van den Ham, die drukken op het algemeen krediet strategische en anticiperende grondaankopen, bedraagt derhalve ,-. Aangezien de inschatting is dat bij de derde en laatste ruil met name agrarische doelen verbeterd worden, heeft de coördinerende rol overgedragen aan het Kavelruil loket van de ZLTO. Het Waterschap heeft wel toegezegd haar grondpositie beschikbaar te stellen voor deze laatste ruil met als doel, waar mogelijk, resterende EVZ gronden te verwerven en verder zo veel mogelijk gronden voor verkoop in te brengen. Deze laatste ruil wordt door de ZLTO breder opgezet en zal naar verwachting nog circa drie jaar vergen. Tot die tijd drukken de grondaankopen van het aankoopplan Gat van den Ham onevenredig zwaar op het algemene krediet voor strategische en anticiperende grondaankopen. Door het beschikbaar stellen van het gevraagde krediet kan met een administratieve handeling de ruilgronden voor het Gat van den Ham en de hieraan gekoppelde waarde uit het krediet voor strategische en anticiperende grondaankopen worden gelicht, waardoor weer nieuwe strategische aankopen voor andere waterschapsdoelen en IP-projecten kunnen worden gedaan en er transparantie is ontstaan in de grondaankopen voor aankoopplan Gat van den Ham. Beoordeling Financiële gevolgen Ja, namelijk zie toetsingslijst. De bijdrage van ander projecten bestaat ook uit de inkomsten van verkoop van de ruilgronden na de 3 e kavelruil. Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen niet van toepassing Overig niet van toepassing Communicatieparagraaf In de werkgroep kavelruil Gat van den Ham zijn naast het Waterschap, de provincie, de ZLTO en de gemeente Drimmelen, waarmee het waterschap een samenwerkingsovereenkomst heeft, vertegenwoordigd. Het Waterschap draagt haar coördinerende rol in deze werkgroep over aan het Kavelruil loket van de ZLTO en zal als deelnemer participeren in de laatste ruiling. Advies Het AB stelt een krediet van ,- beschikbaar voor het aankoopplan Gat van den Ham. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -2-

57 TOETSINGSLIJST Nummer : *10IT004707* Barcode : *10IT004707* Projectnr.: 223 Projectnaam: Aankopen gronden Gat van den Ham Beheerproduct: 3210 Aanleg en verwerving waterlopen Projectleider: Soort investering: S. Frings ontwikkelingsinvestering Investeringsbesluit: Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. investeringsbedrag: b. bijdragen van andere projecten*) c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. rentelasten: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (f t/m i): k. effect op de heffing: % aandeel tarief 2013 % daling/stijging tarief t.o.v. begroting 2010 en MJR % watersysteembeheer 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen januari 2013 n.v.t. conform aanbestedingsbeleid A. Meuleman 2.000, ,- gronden terreinen (0 jaar) 4,5 % Voorbereidingsfase (20-30%) 900,- n.v.t. n.v.t. n.v.t. 900,- watersysteembeheer < 0,01% watersysteembeheer < 0,01% l. te ramen netto lasten voor 2010: n.v.t. m. wijze van dekking van de jaarlijkse begroting 2013 lasten: Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Dit project is opgenomen in het investeringsplan voor een bedrag van ,-; bijdragen van andere projecten: ,-; jaarlijkse rentelasten 1.350,-. *) Bijdragen van andere projecten In de loop van de jaren worden de gronden van project 223 overgeboekt naar de projecten, waarvoor de betreffende perceel bestemd is. Het resterende bedrag van ,- betreft kosten die met de aankoop/grondruil samenhangen. Besluitvorming Deze investering betreft een ontwikkelingsinvestering: goedkeuring door het algemeen bestuur is daarom vereist.

58

59 INVESTERINGSBESLUIT Nummer : *10IT004701* Barcode : *10IT004701* Projectnr.: 223 Projectnaam: Aankoop gronden Gat van den Ham Beheerproduct: Aanleg en verwerving waterlopen BESLUITNUMMER: Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 27 juli 2010 (10IT005941); gelet op de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Brabantse Delta (08I ); B E S L U I T : te voteren een uitvoeringskrediet groot ,- ten behoeve van strategische grondaankopen Gat van den Ham. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 13 oktober De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

60

61 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.B0297 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Onderwerp : aanvraag aanvullend uitvoeringskrediet Natte Natuurparel Zonzeel Sector en afdeling : watersystemen, ontwerp & realisatie Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3f Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : 1. Locatie natte natuurparel Zonzeel 2. Toetsingslijst 3. Investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Aanleiding Vanaf april 2010 is door de afdeling ontwerp en realisatie geconstateerd dat op onrechtmatige wijze opdrachten zijn verleend tijdens de uitvoering van het werk Herstel natte natuurparel Zonzeel. Voor het corrigeren van deze onrechtmatigheden is aanvullend uitvoeringskrediet noodzakelijk. De voorbereiding en uitvoering van het project vindt in nauw overleg met Staatsbosbeheer plaats. Staatsbosbeheer is eigenaar van het terrein en daarmee een belangrijke projectpartner voor het herstel van de natte natuurparel Zonzeel. Op 4 november 2008 is het uitvoeringsbestek Inrichting natuurparel Zonzeel openbaar aanbesteed. Een aannemer heeft als laagste inschrijver het werk uitgevoerd onder begeleiding van een ingehuurde directie en een ingehuurde toezichthouder. Tot mei 2010 is een projectleider van een ingenieursbureau ingehuurd geweest als projectleider voor dit project. Voor de uitvoering van het werk was een ontheffing in het kader de Flora- en Faunawet nodig. De ontheffing werd door het waterschap niet tijdig verkregen, waardoor het werk niet gestart kon worden conform de data die in het bestek opgenomen waren. Het werk werd hierdoor 5 maanden uitgesteld. Het gevolg van het uitstel was dat de aannemer met bestekswijzigingen en kostenverhogende omstandigheden geconfronteerd werd. Door het uitstel van het werk en de scopewijzigingen heeft ook de ingehuurde directie extra begeleidingsuren moeten besteden aan dit werk. Samengevat bestaan de meerkosten uit kosten die ontstaan zijn door: a) stagnatie van de uitvoering door ontbreken van de ontheffing Flora- en faunawet; b) het inrichten van een tijdelijk depot; c) het niet tijdig af kunnen zetten van uit het werk vrijkomende grond; d) stortkosten voor niet verspreidbare baggerspecie; e) stortkosten voor vervuilde grond; f) extra begeleidingsuren voor de ingehuurde directie. Het totaal aan meerkosten is afgerond ,--. De meerkosten zijn onder te verdelen naar 3 oorzaken, namelijk: a) meerkosten door een uitbreiding van de opdracht (scopewijziging); Het betreft hier de stortkosten voor niet verspreidbare baggerspecie. Het afvoeren van het slib was niet opgenomen in de begroting bij de kredietaanvraag van 2008 (vaststellen definitief inrichtingsplan). Tijdens de uitvoering is gebleken dat met het in de watergang laten zitten van het slib de doelstellingen van het project niet behaald zouden worden. Met instemming van de ingehuurde directie en de ingehuurde projectleider van het waterschap zijn de watergangen gebaggerd (=scopewijziging). In tegenstelling tot gangbare procedures is hiervoor geen toestemming gevraagd aan het bestuur van het waterschap. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

62 b) overschrijding van kostenposten zoals opgenomen in de raming voor het reeds verleende uitvoeringskrediet; Doordat vervuilde grond (niet herbruikbaar) is aangetroffen naar aanleiding van het verkennend bodemonderzoek zijn de kosten voor het afvoeren van de grond hoger uitgevallen. c) meerwerk door een onvolledige voorbereiding; Door een te krappe planning was geen ruimte meer voor het beantwoorden van vragen die door het ministerie van LNV gesteld zijn. De start van het werk moest dan ook uitgesteld worden. Door het beter plannen van de werkzaamheden had dit voorkomen kunnen worden en zou geen stagnatie voor de aannemer zijn ontstaan. Tevens zouden de kosten voor het inrichten van een tijdelijk depot niet zijn ontstaan en had de af te voeren grond tijdig afgezet kunnen worden. Door gebrekkige en onvoldoende interne communicatie en controle zijn er geen afgewogen en rechtmatige besluiten genomen over de meerwerken. Context Het project valt niet onder de 2 e Bestuursovereenkomst tussen provincie en waterschap. Het project wordt onder andere gefinancierd op basis van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied (ILG). In aanvulling op deze eerste subsidie beschikking van 2008 is recent een aanvullende subsidieaanvraag ingediend voor het afvoeren van het verontreinigde slib onder het programma Water en Bodemkwaliteit. Besluitvorming over deze aanvullende aanvraag vindt plaats medio november Indien er geen aanvullende subsidie toegekend wordt zullen de kosten volledig voor rekening van het waterschap komen. In overleg met Staatsbosbeheer wordt ook naar aanvullende financiering gezocht. Hetzij vanuit Staatsbosbeheer zelf, hetzij vanuit een subsidie die via Staatsbosbeheer verkregen kan worden. Bestuurlijke besluitvorming Op 1 oktober 2008 is door het algemeen bestuur (AB) van het waterschap het definitief inrichtingsplan voor het herstel van de natte natuurparel Zonzeel vastgesteld. Hierbij is tevens een uitvoeringskrediet van in totaal ,-- beschikbaar gesteld. Met het beschikbaar stellen van ,-- aanvullend uitvoeringskrediet kunnen de meerkosten verrekend worden met de aannemer en kan het werk naar tevredenheid van Staatsbosbeheer en de gemeente Drimmelen afgerond worden. Vraagstelling Kan het AB instemmen met het beschikbaar stellen van ,-- aanvullend uitvoeringskrediet voor de afronding van het werk herstel natte natuurparel Zonzeel? Gevolgde procedure Door de onder Aanleiding beschreven handelwijze is niet rechtmatig opdracht verleend aan de aannemer. Daarbij zijn er werkzaamheden uitgevoerd waarvoor geen uitvoeringskrediet beschikbaar is. De meerkosten zijn door de aannemer al gemaakt en de aannemer wil deze vergoed krijgen. Er zijn voor het meerwerk geen schriftelijke verplichtingen aangegaan tussen het waterschap en de aannemer. Daardoor is niet tijdig geconstateerd dat er onvoldoende krediet is om het meerwerk uit te kunnen voeren. Door het niet hanteren van de gulden regel eerst opdracht dan pas uitvoeren is de situatie ontstaan dat het werk nagenoeg gereed is, maar dat niet aan de financiële verplichtingen richting de aannemer kan worden voldaan. Na een feitenonderzoek is juridisch advies ingewonnen. De conclusie daaruit is dat de aannemer recht heeft om aanspraak te maken op meerwerken. Het waterschap kan de ingehuurde projectleider evenmin aansprakelijk stellen (zie verder juridische gevolgen). Strategie De mondeling gemaakte afspraken tussen de ingehuurde projectleider van het waterschap, de ingehuurde directie en de aannemer zullen achteraf schriftelijk bevestigd worden door middel van een opdrachtbrief vanuit het waterschap aan de aannemer. Het DB van het waterschap is middels een melding van deze aanbesteding via het inkoop- en aanbestedingsbeleid op de hoogte gebracht van de ontstane situatie in relatie tot de opdrachtverstrekking. Met de melding aan het DB en het achteraf opdracht verlenen aan de aannemer wordt de opdrachtverlening rechtmatig. Na een rechtmatige opdrachtverlening kunnen de door aannemer ingediende meerwerkopgaven betaalbaar gesteld worden en moeten de door hem ingediende rekeningen voldaan worden. Zolang dat niet gedaan wordt heeft de aannemer recht op vergoeding van de wettelijke rente (8% per 1 januari 2010) verhoogd met de U.A.V. (Uniform Administratieve Voorwaarden) boeterente van 2%. Er is nog niet tot betaling overgegaan. -2-

63 Beoordeling Financiële gevolgen Ja, namelijk aanvullend krediet van ,--. Daarmee komen de totale projectkosten op ,--. Bij de aanvraag van het krediet in 2008 is nog uitgegaan van een eigen bijdrage van ,--. Met deze aanvraag voor extra uitvoeringskrediet wordt uitgegaan van een totale eigen bijdrage door het waterschap die ligt tussen en ,--. Dit laatst genoemde bedrag is het verschil tussen het totaal gevraagde krediet en de reeds toegezegde subsidie ( ,-- minus ,--). Voor dit project is op 28 oktober 2008 door provincie Noord-Brabant een subsidie verleend voor een bedrag van ,--. Indien aanvullende subsidie wordt verkregen voor de afvoer van het slib, zal de eigen bijdrage lager uitvallen. Juridische gevolgen Ja, de aannemer heeft het recht om aanspraak te maken op meerwerken. Door het reeds betalen van een deel van de meerwerkposten in eerdere termijnen is door het waterschap ingestemd met deze werkwijze. Wat betreft de nog te verrekenen meerwerkposten kan alleen nog met de aannemer gesproken worden over de hoogte van het bedrag. Daar zal de afdeling Ontwerp en Realisatie dan ook zeer kritisch naar kijken. Het waterschap kan de ingehuurde projectleider niet aansprakelijk stellen, omdat hier sprake is van inhuur op urenbasis. Personele gevolgen Ja, namelijk: a) betrokken ingehuurde projectleider is vanaf 1 mei 2010 niet meer actief voor het waterschap; b) lopende inhuurcontracten zullen na afloop niet meer op dezelfde basis worden verlengd. In nieuwe contracten zullen passages opgenomen worden over aansprakelijkheid indien niet aan het geldende waterschapsbeleid wordt voldaan; c) het instrueren van (ingehuurd) personeel over het toepassen van het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Nieuwe medewerkers volgen de introductie van de afdeling Inkoop over de werkwijze van de afdeling Inkoop, het toepassen van het inkoop- en aanbestedingsbeleid en het inkoopbestelsysteem Datastream. Leermomenten Ja, namelijk: a) voortaan wordt standaard in de bestekken opgenomen dat het doorvoeren van bestekswijzigingen slechts voorbehouden is aan de opdrachtgever (het waterschap) en dat de bestekswijzigingen pas worden doorgevoerd na schriftelijke opdrachtverlening door het waterschap; b) op dit moment loopt er een pilot om projectleiders en managers in verschillende rollen binnen het project op te laten treden. In het geval van een uitvoeringsbestek kan bijvoorbeeld een projectleider in vaste dienst zelf de rol van directievoerder oppakken. We zijn dan als waterschap niet meer afhankelijk van inhuur van diensten voor directievoering en/of het dagelijks toezicht. Er is op dat moment geen onduidelijkheid meer over de mandatering en het inkoop- en aanbestedingsbeleid bij de projectleider en/of directievoerder; c) Door ervaringen die opgedaan worden met het project Overdiepse Polder heeft het waterschap meer inzicht gekregen in andere contractvormen dan een standaard RAW-bestek. Vanaf nu zal een duidelijke afweging plaats moeten vinden of een werk zich leent voor een geïntegreerde contractvorm. Los van het soort contract wordt geïnvesteerd in het verbeteren van de inhoud van het contracten. Scherper en beter zal er geformuleerd moeten worden en het standaard RAW bestek van de afdeling Ontwerp en Realisatie wordt op punten aangepast, zodat situaties zoals in dit project zich hebben voorgedaan uitgesloten worden; d) Door het toepassen van andere contractvormen kunnen risico s mogelijk afgedekt worden. Vóór de keuze van de contractvorm zal dan ook voortaan een risicoafweging plaatsvinden. Gekeken moet worden wat de risico s in het project zijn en of die tegen vergoeding overdraagbaar zijn; e) In het najaar van 2010 wordt in samenwerking met de afdeling Inkoop de verbetering van de offerteaanvragen voor onder andere het leveren van ingenieursdiensten verder opgepakt. Leringen vanuit dit project worden daarin meegenomen. f) In de projectbeheersing worden meer go of no go momenten ingebouwd. Op het moment dat de benodigde vergunningen nog niet verleend zijn wordt bijvoorbeeld niet meer gestart met de aanbesteding van het werk. -3-

64 Communicatieparagraaf Als projectpartner is Staatsbosbeheer betrokken bij dit project. Staatsbosbeheer heeft geen formele rol of taak gehad in het begeleiden van de uitvoering van het contract tussen de aannemer en het waterschap. Op aandringen van Staatsbosbeheer zijn wel wijzigingen doorgevoerd in de uitvoering van het contract. De interventie van Staatsbosbeheer geeft echter geen aanleiding om daardoor als waterschap af te wijken van het Inkoop- en aanbestedingsbeleid. In overleg met Staatsbosbeheer wordt nog wel naar aanvullende financiering gezocht. Hetzij vanuit Staatsbosbeheer zelf, hetzij vanuit een subsidie die via Staatsbosbeheer verkregen kan worden. Advies Het AB stemt in met het beschikbaar stellen van ,-- aanvullend uitvoeringskrediet voor de afronding van het werk herstel natte natuurparel Zonzeel. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -4-

65 Bijlage 1 Locatie natte natuurparel Zonzeel -5-

66

67 TOETSINGSLIJST Nummer : *10IT007598* Barcode : *10IT007598* Projectnr.: 170 Projectnaam: Natte natuurparel Zonzeel (aanvullend krediet) Beheerproduct: 3210 Aanleg en verwerving waterlopen Projectleider: Soort investering: M. Treffers ontwikkelingsinvestering Investeringsbesluit: Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: 100 % watersysteembeheer 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen januari 2011 positief effect conform aanbestedingsbeleid A. Meuleman ,- 30 jaar 4,5 % Realisatiefase (5% à 10%) Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (f t/m i): k. effect op de heffing: % aandeel tarief 2011 % daling/stijging tarief t.o.v. Kadernota ,- n.v.t. n.v.t. n.v.t ,- watersysteembeheer 0,03% watersysteembeheer +/+ 0,03% l. te ramen netto lasten voor 2010: n.v.t. m. wijze van dekking van de jaarlijkse Opnemen in de begroting lasten: Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Het betreft een aanvullend krediet. Voor het project is reeds ,- beschikbaar gesteld. De totale investering komt hiermee op ,- met een verwachte subsidie van ,-. Besluitvorming Deze investering betreft een ontwikkelingsinvestering: goedkeuring door het algemeen bestuur is daarom vereist.

68

69 INVESTERINGSBESLUIT Nummer : *10IT007597* Barcode : *10IT007597* Projectnr.: 170 Projectnaam: Natte Natuurparel Zonzeel Beheerproduct: Aanleg en verwerving waterlopen BESLUITNUMMER: Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta; gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 27 juli 2010 (10IT006475); gelet op de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Brabantse Delta (08I ); B E S L U I T : te voteren een aanvullend uitvoeringskrediet groot ,- ten behoeve van de afronding van het project herstel natte natuurparel Zonzeel. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 13 oktober De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

70

71 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.B0181 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Onderwerp : aanvraag uitvoeringskrediet Ecologische Verbindingszones Woensdrecht (IP 225) Sector en afdeling : watersystemen, ontwerp en realisatie Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3g Ter inzage bij de concernstaf : inrichtingsvisie EVZ Dienst Landelijk Gebied (10IN016484) Bijlage(n) : investeringsbesluit en toetsingslijst Aan het algemeen bestuur Aanleiding In het gebiedsplan Brabantse Delta beschrijft de gebiedscommissie haar doelen om de kwaliteit en leefbaarheid van West Brabant te verbeteren. In het gebiedsplan zijn op het grondgebied van de gemeente Woensdrecht diverse ecologische verbindingszones (EVZ s) aangewezen. De gemeente draagt zorg voor de inrichting van de EVZ s met een gemiddelde breedte van 25 meter. Voor de natte EVZ s gebeurt dit samen met het waterschap, waarbij het waterschap verantwoordelijk is voor gemiddeld 10 meter en de gemeente voor gemiddeld 15 meter. Met de gemeente Woensdrecht is afgesproken dat de gemeente optreedt als projectleider voor deze projecten. Dienst Landelijk Gebied heeft een visie opgesteld voor het realiseren van ecologische verbindingszones binnen de gemeentegrens (Dienst Landelijk Gebied, januari 2009). Het gaat in totaal om 15 kilometer. Deze visie is voorgelegd aan de provinciale adviescommissie Ecologische Verbindingszones die hierover positief heeft geadviseerd. De gemeente is inmiddels aangevangen met de planvoorbereiding van 3,3 kilometer (natte) verbindingszones. Het betreft: 1,9 kilometer Ecologische Verbindingszone Overberg; 1,4 kilometer Ecologische Verbindingszone Eiland. EVZ Overberg ligt aan de Overbergse Wal en heeft als basiselement de Blikloop. De EVZ verbindt de Wouwse Plantage met de Kooiheide. EVZ Eiland ligt in een laagte in open agrarisch gebied, omgeven door beboste duinen op de Wal en heeft eveneens als basis de Blikloop. Ten zuiden van Eiland zijn al verschillende inrichtingsmaatregelen genomen (Kortenhoeff). De EVZ Eiland verbindt de Kooiheide met Kortenhoeff. Doelstelling bij inrichting is het creëren van leefgebied en verbinding tussen leefgebieden voor de enkele doelsoorten (o.a. Kamsalamander, Heikikker, Nachtzwaluw, Gladde slang en Struweelvogels). Ook wordt binnen beide EVZ s waterberging gerealiseerd. De gemeente Woensdrecht vraagt het waterschap om een financiële bijdrage. Het gaat om een bijdrage voor realisatie van 40% van de oppervlakte van de Ecologische Verbindingszone, met een maximum van 1 ha/kilometer. Dit is de 10-meterstrook waarvoor het waterschap de verplichting op zich heeft genomen in de 2 e Bestuursovereenkomst met de provincie Noord-Brabant. Er wordt een bijdrage gevraagd voor grondaankoop (alleen bij Ecologische Verbindingszone Eiland) en inrichting (bij zowel Ecologische Verbindingszone Overberg als Ecologische Verbindingszone Eiland). Bij Ecologische Verbindingszone Overberg is geen grondaankoop noodzakelijk omdat hier particulier natuurbeheer wordt toegepast. Met de grondeigenaar wordt een privaatrechtelijke overeenkomst aangegaan voor het juiste onderhoud en beheer. De bestemming van de grond wordt omgezet naar natuur, waarna de eigenaar de waardedaling van de grond (deels) krijgt uitbetaald. De gevraagde bijdrage voor de inrichting van beide EVZ s ligt ongeveer 25% lager dan het gehanteerde normbedrag uit de 2 e Bestuursovereenkomst. De gevraagde bijdrage voor de grondverwerving bij EVZ Eiland ligt op het normbedrag. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

72 Context Het project draagt bij aan de doelen in de tweede bestuursovereenkomst met de provincie Noord-Brabant. Voor het gemeentelijk deel van de ecologische verbindingszones is door de gemeente een subsidie van 100% aangevraagd bij de provincie Noord-Brabant. Deze aanvraag is nog ingediend voor de sluitingstermijn van deze regeling in april Bestuurlijke besluitvorming Bij het opstellen van het bestuursprogramma in 2009 was voor deze ecologische verbindingszones geen financiële ruimte beschikbaar. Uit bestuurlijk overleg met de gemeente Woensdrecht na vaststelling van het bestuursprogramma bleek echter, dat de gemeente reeds ver gevorderd was met de voorbereidingen. De gemeente had reeds subsidie bij de provincie aangevraagd voor de realisatie van deze EVZ. Bij het opstellen van de kadernota is conform de afspraken uit het bestuurlijk overleg vervolgens onderzocht of het binnen de financiële kaders van het bestuursprogramma mogelijk was om alsnog tot realisatie van deze ecologische verbindingszones over te gaan. Dit bleek mogelijk (IP project 225). Vraagstelling Uw bestuur wordt gevraagd een uitvoeringskrediet beschikbaar te stellen van ,- voor de realisatie van 3,3 kilometer Ecologische Verbindingszone in Woensdrecht. Dit betreft 40% van de grondaankoop van Ecologische Verbindingszone Eiland en 40% van de geraamde inrichtingskosten van Ecologische Verbindingszone Eiland en Ecologische Verbindingszone Overberg. De kosten worden vergoed conform een nog op te stellen cofinancieringsovereenkomst. Strategie Met de financiële bijdragen bereikt het waterschap doelen van het waterschap die door derden worden gerealiseerd. Dit is voor het waterschap aantrekkelijk aangezien vrijwel geen interne kosten worden gemaakt. De projectorganisatie wordt geleid vanuit de gemeente. Het waterschap neemt met 1 vertegenwoordiger deel in de projectgroep. De EVZ Overberg zal bovendien worden beheerd en onderhouden door particulieren (via Groen/Blauwe diensten), hetgeen past binnen de ambities van het bestuursprogramma op dit punt. Voor onderhoud en beheer van EVZ Eiland worden later afspraken gemaakt, na het opstellen van het inrichtingsplan. -2-

73 Beoordeling Financiële gevolgen Ja, namelijk reserveren uitvoeringskrediet ,- waarvan 50% subsidiabel conform de 2 e BO. Het project is opgenomen in de Kadernota Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen niet van toepassing Overig niet van toepassing Communicatieparagraaf De trekker van dit project is gemeente Woensdrecht. Zij coördineren de communicatie. In de cofinancierieringsovereenkomst zal worden opgenomen dat bij alle communicatie over dit project het waterschap als cofinancier wordt vermeld. Advies Het algemeen bestuur stemt in met de toekenning van een uitvoeringskrediet van ,- als cofinanciering voor de realisatie van 3,3 kilometer Ecologische Verbindingszone binnen gemeente Woensdrecht. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -3-

74

75 TOETSINGSLIJST Nummer : *10IT006108* Barcode : *10IT006108* Projectnr.: 225 Projectnaam: EVZ s Woensdrecht Beheerproduct: 3210 Aanleg en verwerving waterlopen Projectleider: Soort investering: L. van Rijthoven ontwikkelingsinvestering Investeringsbesluit: Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: 100 % watersysteembeheer 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen januari 2012 positief effect conform aanbestedingsbeleid A. Meuleman , ,- 30 jaar 4,5 % Voorbereidingsfase (20-30%) Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (f t/m i): k. effect op de heffing: % aandeel tarief 2012 % daling/stijging tarief t.o.v. Kadernota ,- n.v.t. n.v.t. n.v.t ,- watersysteembeheer 0,02% watersysteembeheer -/- 0,03% l. te ramen netto lasten voor 2010: n.v.t. m. wijze van dekking van de jaarlijkse Zijn opgenomen in de meerjarenraming. lasten: Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Dit project is opgenomen in het investeringsplan voor ,-; datum gereed 1 januari 2012; afschrijvingstermijn 30 jaar. Besluitvorming Deze investering betreft een ontwikkelingsinvestering: goedkeuring door het algemeen bestuur is daarom vereist.

76

77 INVESTERINGSBESLUIT Nummer : *10IT006110* Barcode : *10IT006110* Projectnr.: 225 Projectnaam: EVZ Woensdrecht Beheerproduct: Aanleg en verwerving waterlopen BESLUITNUMMER: Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta; gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 27 juli 2010 (10IT005486); gelet op de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Brabantse Delta (08I ); B E S L U I T : te voteren een uitvoeringskrediet groot ,- ten behoeve van de realisatie van de aanleg van EVZ s binnen de gemeente Woensdrecht. Hierbij wordt een bijdrage van derden van ,- verwacht. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 13 oktober De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

78

79 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.B0258 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Onderwerp : aanvraag uitvoeringskrediet hydrologische maatregelen Brabantse Wal Sector en afdeling : financiën en ict, financieel economische zaken Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3h Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : - convenant Brabantse Wal + maatregelen tabel - toetsingslijst - investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Aanleiding November 2009 is door het waterschap en andere partners het convenant Brabantse Wal getekend om, in aanvulling op het terugbrengen van de waterwinning door Evides, maatregelen te nemen om waterkwantiteit en kwaliteit te verbeteren. Context 10 november 2009 heeft het waterschap samen met provincie, Evides, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, gemeente Woensdrecht en ZLTO het convenant Brabantse Wal ondertekend. Het convenant heeft als doel de verdrogingbestrijding van het gehele Natura 2000 gebied de Brabantse Wal. Specifiek doel het hydrologische en ecologisch herstel van de Groote en Kleine Meer. De bijlage van het convenant geeft het bijhorende maatregelenpakket. Het project Jagersrust dat getrokken wordt door het waterschap is hier een prominent onderdeel van. Belangrijkste maatregel is de reductie van de waterwinning door Evides. Daarnaast zijn er andere maatregelen waar het waterschap aan bijdraagt in de vorm van kennis en/of uitvoering van maatregelen. Het waterschap heeft toegezegd een inbreng te leveren aan de hiervoor benodigde planvoorbereiding. Dit betreft een inbreng van expertise en gebiedskennis over een periode van 2010 tot 2015 en het bijdragen aan de monitoring van het oppervlaktewater zoals het inrichten van 3 à 4 afvoer- en waterstandmeetpunten en het uitvoeren van aanvullende waterkwaliteitsmetingen. Voor verschillende maatregelen zoals in de bijlage bij het convenant genoemd, levert het waterschap een bijdrage. Voor het onderdeel omkeerbare maatregelen dat door Evides wordt getrokken wordt enkel inhoudelijke expertise geleverd. De investeringskosten worden gedragen door Evides. Bestuurlijke besluitvorming 10 november 2009 is het convenant getekend door de portefeuillehouder, daartoe gemachtigd door het dagelijks bestuur. Over de verschillende inrichtingsmaatregelen, zoals Jagersrust maar ook de precieze uitvoering van de maatregelen heeft nog geen afzonderlijke bestuurlijke besluitvorming in het algemeen bestuur plaatsgevonden. Vraagstelling Het algemeen bestuur wordt gevraagd een uitvoeringskrediet ter beschikking te stellen voor het uitvoeren van dit project. Het gaat om een bedrag van ,-. Dit project is opgenomen in de Kadernota ,- is voor het opstellen van het monitoringsplan en bijhorende metingen. Daarnaast wordt ,- per jaar voor 6 jaar beschikbaar gesteld in de vorm van mensuren en expertise. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

80 Strategie Met inzet van specialisten van het waterschap en bijdrage aan verschillende maatregelen geeft het waterschap uitvoering aan de verbetering van de waterkwaliteit en de verhoging van de grondwaterstanden. Hiermee wordt de verdroging van de Brabantse Wal verminderd. Hiermee draagt dit project bij aan de doelrealisatie herstel natte natuurparels. Het waterschap draagt bij aan het monitoringsplan om waterkwaliteit en kwantiteit van het oppervlaktewater te meten in het kader van het opstellen van het Natura-2000-beheerplan voor het sense-of-urgency-gebied Brabantse Wal. De monitoring is van belang om in beeld te brengen of de te treffen maatregelen voldoende bijdragen aan het realiseren van de instandhoudingdoelen. Hiertoe worden bestaande en nieuwe meetpunten gebruikt. Daarnaast nemen we actief deel aan verschillende werkgroepen om de te nemen maatregelen uit te werken en voeren we concreet 2 maatregelen uit om de waterstanden in de omgeving van De Groote Meer te verhogen, namelijk het verondiepen van 2 bermsloten. Beoordeling Financiële gevolgen Ja, namelijk het inzetten van de in de kadernota 2010 gereserveerde gelden voor project á ,- Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen Ja, namelijk inzet van Kennis en Advies en projectleider van O&R Overig niet van toepassing Communicatieparagraaf Door deelname aan de projectgroep worden de gemeente Woensdrecht, natuurmonumenten, Evides provincie en waterschap op de hoogte gehouden van de voorstellen en de ontwikkelingen. Voordat tot uitvoering van maatregelen wordt overgegaan worden de betrokkenen in het gebied door de trekker van dat onderdeel geïnformeerd door een informatiebijeenkomst, gesprekken of nieuwsbrief, afhankelijk van het soort maatregel. Advies Het AB stemt in met het beschikbaar stellen van het uitvoeringskrediet van ,- voor genoemde maatregelen om uitvoering te geven aan het ondertekende convenant. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -2-

81 I 09IN Brabantlaan 1 Postbus MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Waterschap Brabantse Delta H.B. Hieltjes Postbus DZ BREDA Bank ING INGEKOMEN.16N0V. An* Onderwerp Convenant Brabantse Wal Datum 13 november 2009 Ons kenmerk Geachte heer, Uw kenmerk Contactpersoon Hierbij sturen wij u een gescande versie van het convenant "Aanpak verdroging en verbeteren van de waterkwaliteit Brabantse Wal". Met vriendelijke groet, Andrea Almasi A. Almasi Directie Ecologie Telefoon (073) Fax (073) Bijlage(n) 1 AAImasi@brabant.nl Het provinciehuis is vanaf het centraal station bereikbaar met stadsbus, lijn 61 en 64, halte Provinciehuis of met de treintaxi.

82

83 CONVENANT Aanpak verdroging en verbetering van de waterkwaliteit Brabantse Wal <Jt/ ides waterbedrijf s^^il^nsdrecht Provincte Noord-Brabant "^ Natuurmonumenten ^ Wjltricbjp Brabantse Delta

84 Convenant "Aanpak verdroging en verbetering van de waterkwaliteit Brabantse Wal" Ondergetekenden, 1. De provincie Noord-Brabant, rechtsgeldig vertegenwoordigd door gedeputeerde O. Hoes gemachtigd door de commissaris van de Koningin 14 oktober 2009 handelende ter uitvoering van het besluit van gedeputeerde staten d.d. 13 oktober 2009 verder te noemen: 'de Provincie'; 2. Evides N.V., gevestigd te Rotterdam, Schaardijk 150, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur P. Vermaat verder te noemen: Evides; 3. Vereniging Natuurmonumenten, gevestigd te Eindhoven, Nachtegaallaan 5, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar regiodirecteur C.A.M. Rijnen verder te noemen: Natuurmonumenten; 4. Staatsbosbeheer, gevestigd te Tilburg, Spoorlaan 444, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar districtshoofd West-Brabant B.C.S. Seegers, verder te noemen: Staatsbosbeheer; 5. ZLTO, gevestigd te Tilburg, Spoorlaan 350, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door het bestuurslid ZLTO C.A.A. Coppens, verder te noemen: ZLTO; 6. Gemeente Woensdrecht, gevestigd te Hoogerheide, Huijbergseweg 3, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder P.A.M. Meeuwisse, verder te noemen: de gemeente; 7. Waterschap Brabantse Delta, gevestigd te Breda, Bergschot 69-1, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door het lid van het dagelijks bestuur H.B. Hieltjes, verder te noemen: het waterschap Hierna tezamen te noemen: de partijen Preambule De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft op grond van artikel 10 a Natuurbeschermingswet 1998 (Nbwet 1998) de Brabantse Wal in ontwerp aangewezen als Natura-2000 gebied; De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft bij de aanwijzing van het Natura-2000 gebied de Brabantse Wal instandhoudingsdoelstellingen geformuleerd;

85 De Brabantse Wal is vanwege de waterkwaliteit en verdrogingsproblematiek ook aangemerkt als een "sense of urgency" gebied 1 ; Partijen zijn in 2008 gestart met het gebiedsproces Brabantse Wal 2 (verder: "het gebiedsproces") om zo invulling te geven aan de wettelijke verplichting om een beheerplan voor het Natura-2000 gebied op te stellen; Partijen erkennen dat er sprake is van een waterkwaliteits- en verdrogingsproblematiek in de Brabantse Wal. Evides zal in het najaar van 2009 beginnen met het reduceren van de grondwaterwinning om zo direct een positieve bijdrage te leveren aan de "sense of urgency" die voor de Brabantse Wal geldt en daarmee eveneens tegemoet komt aan de waterkwaliteits- en verdrogingsproblematiek in de Brabantse Wal; Voor het reduceren van de grondwaterwinning van Evides is een afzonderlijk convenant gesloten tussen de provincie Noord-Brabant en Evides. Voornoemd convenant is geen onderdeel van dit convenant; Partijen hebben de wil geuit om zich in te spannen om de maatregelen uit bijlage 1 te realiseren. De wens is om deze inspanningsverplichtingen middels dit convenant vast te leggen; Dit convenant brengt geen verandering aan in en is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke vereisten, bevoegdheden, taken, rechten en plichten voortvloeiende uit de Natuurbeschermingswet 1998; Dit convenant is een privaatrechtelijke overeenkomst welke beheerst wordt door het Burgerlijk Wetboek. Bij dit convenant behoort een bijlage: "Maatregelenpakket Natura 2000 Brabantse Wal" (verder: bijlage 1). Overwegende dat er in het gebiedsproces een ambitie is geformuleerd, inhoudende dat de partijen uit het gebiedsproces zich zullen inspannen om de maatregelen uit bijlage 1 te realiseren, partijen de navolgende uitgangspunten hebben geformuleerd bij de uitvoering van de maatregelen uit bijlage 1 (verder: "de maatregelen"): o Partijen hebben als doel de verdrogingsbestrijding van het gehele Natura2000- gebied de Brabantse Wal, o het is een gezamenlijke opgave van alle partijen om gezamenlijk maatregelen nemen, o alle partijen uit het gebiedsproces worden bij de maatregelen betrokken, o met de uitvoering van de maatregelen kunnen partijen bouwen aan vertrouwen, o partijen de kwantiteit en kwaliteit als belangrijk ervaren; beiden worden meegenomen bij de uitvoering van de maatregelen, o partijen in het najaar 2009 een start willen maken met de uitvoering van de maatregelen en de monitoring, o er een parallelle aanpak met de gefaseerde reductie van Evides is, o partijen de in artikel 3 genoemde randvoorwaarden respecteren bij de uitvoering van technische maatregelen, o de provincie Noord-Brabant de regisseur is voor de uitvoering van de niet technische maatregelen. op basis van de best beschikbare ecologische kennis de navolgende uitgangspunten gelden voor de geo-hydrologische situatie van De Groote Meer: o De veelvuldige droogval en de langdurige droogval vormen een bedreiging voor de benoemde habitats en de doelen voor drijvende waterweegbree en de geoorde fuut 1 Het begrip sense of urgency is door de minister van LNV geintroduceerd voor het stellen van prioriteiten in het kader van afspraken tussen Rijk en provincies rond de afstemming van KRW, GGOR, Natura en ILG. De afspraken moeten voorkomen dat er een onherstelbare situatie ontstaat. 2 In het gebiedsproces zitten alle belanghebbende partijen aan tafel om gezamenlijk een probleem of vraagstuk te verkennen en tot oplossingsrichtingen te komen. Daamaast worden gezamenlijke afspraken gemaakt over de uitvoering en de financiering van het Natura-2000 gebied de Brabantse Wal.

86 o en dodaars. Ook de kenmerkende soorten van het gewenste, zeer zwak gebufferde ven kunnen deze mate van droogstand niet tolereren; Het venpeil staat onder invloed van verschillende factoren: neerslag en verdamping spelen hierbij een belangrijke rol. Bij de monitoring wordt daarom gekeken naar een venpeil waarbij neerslag en verdamping worden gecorrigeerd. het met de best beschikbare hydrologische kennis niet exact in te schatten is in welke mate welk gebruik bijdraagt aan het waterpeil van De Groote Meer; door middel van monitoring tijdens en voorafgaand aan de eerste beheerplanperiode het mogelijk is om duidelijker in kaart te brengen welk bestaand gebruik van alle grondwateronttrekkers wat voor een effect heeft op De Groote Meer; de verwachting is dat door het reduceren van de winning van Evides in combinatie met het uitvoeren van de maatregelen uit bijlage 1 het waterpeil in De Groote Meer voor het einde van het jaar 2015 zal zijn verhoogd met 25 centimeter ten opzichte van de jaren '80 en dit in beginsel voldoende is om tegemoet te komen aan de "sense of urgency"; de verwachting is dat door het uitvoeren van de maatregelen uit bijlage 1 er sprake is van een inperking van de aanvoer van voedingsstoffen en slib en dit is in beginsel voldoende is om tegemoet te komen aan de "sense of urgency", bijlage 1 een overzicht is van de te nemen maatregelen en er daarbij een onderscheid gemaakt kan worden tussen twee hoofdmaatregelen zijnde de omvorming landbouwgronden naar natuur (Jagersrust en Steertse Heide) alsmede de reductie van de waterwinning van Evides en de aanvullende lokale maatregelen, waaronder de tijdelijke technische, partijen met inachtneming van voorstaande de intentie uitspreken om de maatregelen uit bijlage 1 met inachtneming van het bepaalde in dit convenant uit te gaan voeren, bij partijen de wil bestaat om in ieder geval de maatregelen Jagersrust en Steertse Heide uit bijlage 1 op duurzame wijze tot stand te brengen. Komen het volgende overeen: Artikel 1 Doe/en en doelstellingen a. De partijen hebben het doel om in 2015 ten minste de 'sense of urgency'-opgave voor 'De Groote Meer' te behalen. Daarom verbinden partijen zich aan de volgende resultaten: i. Het realiseren van een peilverhoging van 25 cm ten opzichte van de jaren '80, om hiermee een halvering te krijgen van de kans op volledige droogval. ii. Het inperken van de aanvoer van voedingsstoffen en slib. iii. De uiteindelijke ambitie ten aanzien van kwaliteit is om te voldoen aan de omschrijving in de Arts, et al.2001 van een zwak gebufferd ven. 3 b. De partijen hebben daarnaast het streven om tot een verdere verbetering te komen. Daarom zullen partijen zich inspannen om de volgende doelstellingen te behalen: i. Het verminderen van de volledige droogval (voor half juli) tot 1 keer per 10 jaar. Dit vraagt om een peilverhoging van 45 tot 50 cm in De Groote Meer ten opzichte van de jaren '80, gebaseerd op een gemiddeld klimatologische periode. ii. De uiteindelijke ambitie ten aanzien van kwaliteit is om te voldoen aan de omschrijving in de Arts, et al.2001 van een zeer zwak gebufferd ven. Artikel 2 Maatregelen uit bijlage 1 a) Een voldoende resultaat ten aanzien van de in artikel 1 genoemde doelen en doelstellingen, kan alleen worden bereikt als de winningreductie van Evides wordt gecombineerd met de maatregelen uit bijlage 1. Deze kwalitatieve en kwantitatieve maatregelen hebben als uiteindelijk doel het realiseren van de Natura 2000 instandhoudingsdoelstellingen door bij voorkeur zoveel mogelijk het natuurlijk watersysteem op de Brabantse Wal te herstellen. Partijen zullen zich maximaal inspannen om de maatregelen uit bijlage 1 te realiseren. 3 Aits, G.H.P. (2001). Natuuriijke levensgemeenschappen van de Nederlandse binnenwateren deel 13, vennen. Achtergronddocument bij het Handboek Natuurdoeltypen in Nederiand. Alterra, Wageningen.

87 b) De Provincie stelt zich op als regisseur voor het uitvoeren van de niet technische maatregelen uit bijlage 1 en zal zich tot het uiterste inspannen om de noodzakelijke gebiedspartners tot medewerking te bewegen om de maatregelen voorspoedig uit te voeren. c) Evides neemt de inspanningsverplichting op zich om de lokale, tijdelijke, technische maatregelen uit bijlage 1, onder de randvoorwaarden van artikel 3, tot stand te brengen. d) Het is de intentie van de provincie Noord-Brabant om de maatregelen uit bijlage 1 op te nemen in het (ontwerp)-beheerplan met als doel om de maatregelen op te nemen in het definitieve beheerplan van het natura-2000 gebied de Brabantse Wal. e) Indien monitoring laat zien dat de resultaten uit artikel 1 niet bereikt worden en er significant negatieve effecten optreden ten aanzien van De Groote Meer, zullen de partijen in het gebiedsproces komen tot aanvullende maatregelen. f) Partijen zullen zich inspannen om duurzame maatregelen voor Jagersrust en de Steertse Heide te realiseren. Artikel 3 Randvoorwaarden voor de uitvoering van de technische maatregelen a) Alleen technische maatregelen met een tijdelijk karakter zijn geoorloofd. Deze technische maatregelen worden beeindigd, tenzij aan het einde van de eerste beheerplanperiode geen passende duurzame alternatieven aanwezig zijn. b) De technische maatregelen mogen niet als alternatief voor duurzame maatregelen fungeren. c) Er mag geen sprake zijn van afwenteling naar andere gebieden. d) De aanvoer van gebiedsvreemd water is alleen toegestaan indien kwaliteit voldoet voor het behalen van de in het (concept) aanwijsbesluit geformuleerde instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura-2000 gebied de Brabantse Wal. Artikel 4 Geschilbeslechting Alle geschillen in verband met dit convenant of met afspraken die daarmee samenhangen worden in het gebiedsproces besproken. Geschillen tussen partijen zullen binnen een maand besproken worden tijdens een bijzonder gezamenlijk overleg na schriftelijk kenbaar te zijn gemaakt naar de andere partijen. Indien dit geen uitkomst biedt dan bestaat er de mogelijkheid om een advies te vragen van drie onafhankelijke door partijen aangewezen personen. Artikel 5 Toetreding partijen Dit convenant staat open voor toetreding door derden die in een gelijke positie verkeren als partijen. Dit geldt in het bijzonder voor de BZW (Brabants-Zeeuwse Christelijke Werkgeversvereniging), gevestigd te Tilburg, Reitseplein 5, nu zij zich ten tijde van de afsluiting van het convenant positief heeft uitgelaten over dit convenant alsmede Grenspark de Zoom - Kalmhoutse heide, gevestigd te Kalmthout, Putsesteenweg 129. Artikel 6 Tussentijdse opzegging partijen Partijen spreken de intentie uit om gedurende de looptijd van dit convenant, medewerking aan het convenant te verlenen en deze niet te beeindigen, tenzij de omstandigheden (bijvoorbeeld op basis van publiekrechtelijke verplichtingen voortvloeiende uit de Natuurbeschermingswet 1998) zodanig. gewijzigd zijn dat de gehoudenheid aan de medewerking naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet verwacht kan worden.

88 Artikel 7 Duur convenant Het convenant is gesloten voor bepaalde duur. Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag van ondertekening en eindigt van rechtswege na vaststelling - wettelijke termijn uit de Nbwet 1998 van drie jaar na aanwijzing door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - van het eerste beheerplan. Voor de afloop van het convenant dienen partijen te hebben vastgesteld of verlenging ervan (al of niet met aanpassing) wenselijk of nodig is. Bij beeindiging van het convenant zullen partijen in elk geval afspraken hebben gemaakt ten aanzien van het al of niet voortzetten van de maatregelen uit bijlage 1. Artikel 8 Opzegging, wijziging en geschillen a) Wijziging van dit convenant kan uitsluitend geschieden indien partijen daartoe unaniem besluiten. Wijzigingen in dit convenant, daaronder de bijlagen begrepen, kunnen slechts schriftelijk worden overeengekomen. b) Tussentijdse eenzijdige opzegging door een der partijen kan slechts schriftelijk geschieden door mededeling aan de overige partijen en zal de werking van het convenant tussen de overige partijen in geen enkel opzicht aantasten. c) Partijen zullen zich inspannen om te voorkomen dat er geschillen ontstaan ter zake de totstandkoming, uitleg of uitvoering van dit convenant. Artikel 9 Evaluatie a) Partijen zullen de uitvoering en werking van dit convenant evalueren. b) De provincie stelt hiervoor partijen als de grondeigenaren van de Brabantse Wal gelijkelijk in de gelegenheid om hun standpunt over de uitvoering en werking van dit convenant uiteen te zetten. c) De evaluatie van dit convenant zal in de periode van het eerste beheerplan worden verricht en een verslag daarvan zal worden opgemaakt door de provincie. d) De provincie biedt dit verslag voor de evaluatie van het eerste beheerplan aan het gebiedsproces aan, zodat het kan worden meegenomen bij de evaluatie van de eerste beheerplanperiode. Artikel 10 Monitoring a) De monitoring van de maatregelen uit bijlage 1 zal in het (ontwerp-)beheerplan worden omschreven. b) De exacte invulling van de monitoring zal in overleg met de partijen in het gebiedsproces tot stand komen c) De provincie zal de monitoring van de maatregelen uit het (ontwerp-)beheerplan aan een onafhankelijke derde uitbesteden. Het te gebruiken hydrologisch model is het Grensparkmodel. Er zal ook rekening worden gehouden met de omstandigheid dat de effecten van diepe reductie zich pas na een sterke vertraging in het freatisch vlak openbaren. d) Elke zes maanden zal er aan alle partijen in het gebiedsproces verslag worden gedaan van de monitoringsresultaten. e) De monitoringsresultaten van het (ontwerp-)beheerplan zullen in het gebiedsproces worden geevalueerd en zullen in de evaluatie van dit convenant, zoals verwoord in artikel 9, worden meegenomen. Artikel 11 Financiering Uit dit convenant vloeien geen financiele verplichtingen voort. Het betreft hier slechts een inspanningsverplichting om na dagtekening te starten met de maatregelen uit bijlage 1. In bijlage 1 zijn eerder gemaakte afspraken opgenomen. Bijlage 1 geeft daarnaast ook een indicatie van de kosten en de dekking van de maatregelen. Het is de intentie van partijen om in ieder geval voor het einde van 2009 verdere afspraken te maken over de financiering van de Steertse Heide.

89 Artikel 12 Afdwingbaarheid Partijen zijn het erover eens dat zij zich tot het uiterste zullen inspannen om de in dit convenant vermelde doelen te realiseren maar dat met dit convenant niet wordt beoogd in rechte afdwingbare rechten en verplichtingen in het leven te roepen. Artikel 13 Slotbepaling: Het convenant bestaat uit 6 pagina's en bijlage 1 Het convenant gaat in op de dag van ondertekening. Aldus opgemaakt te De Groote Meer op 10 november 2009 Namens de Provincie-Noord-Brabant, Namens ZLTO, * (.*, s#s gedeputeerde O. Hoes Nameqs de Evides N.V., bestuurslid ZLTO C.A.A. Coppe ns Gemeente Woensdrecht, yjk> U directeur P. Vermaat Namens Natuurmonumenten wi elfiouder P.A.M. M eeuwisse Waterschap Brabantse Delta, regiodirecteur C.A.M. Rijnen estuur H.B. Hieltjes Namens Staatsbosbeheer, districtshoofd West-Brabant B.C.S. Seegers

90

91 Maatregelenpakket Natura 2000, Brabantse Wal, Bijlage 1 FASE Maatregel Trekker Wat al gedaan? Planning? Kosten in Euro's Gedekt? Financieri Opmerkingen ngswijze 0-1 R : REDUCTIE WATERWINNINGEN NL Reductie waterwinning 1,5 miljoen m3/jaar tov vergunning reeds 1,5 miljoen m3/jaar tov vergunning reeds gerealiseerd; 0 (uitv) R EVIDES gerealiseerd; n.v.t. Reductie waterwinning 2 miljoen m3/jaar najaar 2009 naar 12,5 miljoen m3 0 (uitv) R EVIDES 2009 ja convenant gebruik ; afspraken convenant Provincie Evides Reductie waterwinning 2 miljoen m3/jaar najaar 2011 naar 10,5 miljoen/m3 0 (uitv) R EVIDES 2011 ja convenant gebruik,afspraken convenant Provincie Evides Reductie waterwinning eventueel najaar miljoen m3/jaar naar 8,5 1 (uitv) R EVIDES nee LNV miljoen/m3 gebruik. Financiering wordt als onderdeel Natura 2000 beheerplan voorgelegd aan LNV Het verplaatsen van beregeningsputten op ZLTO Monitoring n.v.t. provincie monitoren resultaten gronden die aangekocht worden voor EHS, naar buiten een straal van 5 km van het 0 M Groote Meer 0 M ontrekking industrie straal 5 km BZW M door provincie n.v.t. provincie monitoren België Reductie waterwinning Essen 3,5 milj tov 3,5 miljoen m3/jaar tov vergunning reeds gerealiseerd; 0 (uitv) R {Vlaanderen] PIPDA vergunning ja PIPDA gefinancieerd door PIPDA Reductie waterwinning Essen Afhankelijk van uitkomsten MER rapportage financiering 1(uitv) R {Vlaanderen] PIPDA -1,5 á 2 milj m3 ja PIPDA P.M. 1(uitv) R waterwinning Capelle -Putte PIPDA n.v.t. L : LOKALE MAATREGELEN (KWANTITATIEF EFFECT) 0 (onderz) L 1 L 0-1 (aank) L 0-1 (aank) L 0 (inr) L 0 (onderz) L Camping bij Akkerenven a waterloop tussen kortenhoef en familyland SBB nee ILG? b in beeld brengen waterlopen met onnodig diepe insnijding SBB met WBD nee ILG? Jagersrust a Jagersrust-noord: grondverwerving + WBD/PNB aanvraag loopt ja ontpachting b Jagersrust-zuid: grondverwerving + ontpachting EVIDES/DLG/PNBaanvraag loopt c Jagersrust-zuid (herstel Heiloop - herstel Moerven) WBD inrichtingsplan gereed d Jagersrust - gebruik water Heiloop tbv Groote Meer WBD Bosomvorming in vanggebied a Bosomvorming in vanggebied NM, SBB boskap start in 2011 start in 2011 eind 2009/ begin 2010 pm ja ja nee o.a. Synergie, ILG, BO2 o.a. Synergie, ILG, BO2 o.a. Synergie, ILG, BO2 nee reguliere subsidieaanvraag reguliere subsidieaanvraag versnellingsproject Gedekt: Jagersrust ruim 9 miljoen De Groote Meer aanvang uiterlijk 2010 (V&W KRW subsidie, aankoop EHS (ILG) project, Jagersrust (ILG BO2, waterschap etc) Project Jagersrust Project Jagersrust 2010 voor enkele jaren grotendeels al kleinschalige aanpak circa 0,1 (uitv) L uitgevoerd (onderz) L b Bosomvorming in vanggebied PNB afgerond ja provincie gerealiseerd 1 (beheer) (L), N c Heidecorridors rond Groote Meer NM 2009 ja Grenspark a Steertse Heide: samenhang met Groote Meer Grenspark coordinatie overleg P.M> nee P.M. in overleg mogelijk onder Project Jagersrust nee nee Standaardbeheerssubsidie terreinbeheerende organisatie SBB. Het grensoverschrijdende deel bosomvorming/stuifzand uitgevoerd met LIFE-subsidie van 2 miljoen euro. Afgesproken in BO van 29 september 2009: overleg ANB, NMM, en Evides Intentie voor 2010 regelen. De Provincie neemt hierbij de rol van regisseur op. 0 (onderz) L bemalingsputten oude en nieuwe EV/ANB nee P.M. overleg 0 (onderz) L leidingstraat Steertse heide Klein Meer a Kleine Meer, onderzoek aanpak zakputten NM/Waterschap nee P.M. overleg reguliere subsidieaanvraag 0 (onderz) L en herstel overflow b Kleine Meer, afdichten zakputten en NM/Waterschap tot nee P.M. overleg reguliere subsidieaanvraag 0-1 (uitv) L eventuele andere onnatuurlijke "gaten" Overig 1 (inr) L Dempen afvoer richting Putsebaan NM + WBD onderzoek nee onderzoek reguliere subsidieaanvraag afwateringsloten langs wegen, inclusief GW/WBD nee onderzoek P.m. in overleg nieuwe Randweg (verval 6 m over 1,5 km) 0 (onderz) L L Calvensche Bosloop WBD na 2012 ja ja reguliere subsidieaanvraag K : LOKALE MAATREGELEN (VERBETERING WATERKWALITEIT) e Jagersrust-noord: aanpak instroom WBD ja ja Valt onder project Jagersrust (o. zoek)- 1 (in K Leemputten a Steertse Heide Noord [Vlaanderen] ANB nee nee zie L8 en K (aank) K 0-1 (aank) K b Steertse Heide Zuid [Vlaanderen] ANB nee nee a Steertse Heide -voorzuivering (onderzoek) GP gereed sept ja PM na september (onderz) K 1 (inr) K b Steertse Heide -voorzuivering (uitvoering) NM/ANB nee P.M. 1-2 K Atmosferische depositie LNV n.v.t. n.v.t. Strategische grondverwerving / korte termijn nee nee Afgesproken in BO van 29 september 2009: overleg ANB, NMM, en Evides Intentie voor 2010 regelen. De Provincie 1(aank) K Grenspark neemt hierbij de rol van regisseur op. N: NATUUR- EN VENHERSTEL; INTERNE MAATREGELEN 0 N Terugdringen bos rond en langs venrand NM ja ja Reeds in uitvoering, o.a. Groote Meer Groote Meer - Achtermeer -opschonen NM/WBD tot nee nee reguliere subsidieaanvraag na N c Kleine Meer: schonen van delen van ven NM/EV tot nee nee reguliere subsidieaanvraag 1 N c begrazing kapvlakten NM/SBB per jaar nee nee reguliere subsidieaanvraag 1 N TECHNISCHE MAATREGELEN (uitvoering op basis van randvoorwaarden en uitgangspunten uit het convenant Zuidhoef - inzet van water naar Groote Evides 130 nee P.M. P.M. Evides zorgt voor (deel) financiering, mogelijk in Meer combinatie met andere partijen. Provincie en waterschap dragen niet bij. Waterschap wil bijdragen aan de planvoorbereiding. Uitvoering in nauw overleg met L gebiedspartijen. Kortenhoeff - Evides nee P.M. P.M. Evides zorgt voor (deel) financiering, mogelijk in combinatie met andere partijen. Provincie en waterschap dragen niet bij. Waterschap wil bijdragen aan de planvoorbereiding. Uitvoering in nauw overleg met L gebiedspartijen. Weversbeek Evides P.M. nee P.M. P.M. Evides zorgt voor (deel) financiering, mogelijk in combinatie met andere partijen. Provincie en waterschap dragen niet bij. Waterschap wil bijdragen aan de planvoorbereiding. Uitvoering in nauw overleg met L gebiedspartijen. Groene Dries Evides nee P.M. P.M. Evides zorgt voor (deel) financiering, mogelijk in combinatie met andere partijen. Provincie en waterschap dragen niet bij. Waterschap wil bijdragen aan de planvoorbereiding. Uitvoering in nauw overleg met L gebiedspartijen. Bleekloop Evides nee P.M. P.M. Evides zorgt voor (deel) financiering, mogelijk in combinatie met andere partijen. Provincie en waterschap dragen niet bij. Waterschap wil bijdragen aan de planvoorbereiding. Uitvoering in nauw overleg met L gebiedspartijen. Oude Moervaart e.o. Evides nee P.M. P.M. Evides zorgt voor (deel) financiering, mogelijk in combinatie met andere partijen. Provincie en waterschap dragen niet bij. Waterschap wil bijdragen aan de planvoorbereiding. Uitvoering in nauw overleg met L gebiedspartijen. M = MONITORING 0 M monitoringsplan opstellen en uitvoern PNB opdracht in sept ja provincie Provincie financiert tot vasttellen beheerplan monitoringsplan opstellen en uitvoeren na nee Financiering voorleggen aan LNV TOTAAL Fase 0: tot definitief vaststellen beheerplan (uiterlijk zomer 2013) Fase 1: eerste beheerplanperiode N2000 Trekkers/betrokkenen Fase 2: na eerste beheerplanperiode LNV Min. Landb. Natuur en Voedselkwaliteit inr = inrichting, uitv = uitvoering, enz PNB Provincie Noord Brabant ZLTO Landbouworganisatie maatregelen uitvoeren SBB Staatsbosbeheer onderzoek BSW Industriële onttrekkers EV Evides PIDPA PIDPA GP Grenspark NM Natuurmonumenten ANB WBD GW Agenschap Natuur en Bos Waterschap Brabantse Delta Gemeente Woensdrecht

92

93 TOETSINGSLIJST Nummer : *10IT006000* Barcode : *10IT006000* Projectnr.: 224 Projectnaam: Hydrologische maatregelen Brabantse Wal Beheerproduct: 3210 Aanleg en verwerving waterlopen Projectleider: Soort investering: H. Blaas ontwikkelingsinvestering Investeringsbesluit: (Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: 100 % watersysteembeheer 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen januari 2014 positief effect conform aanbestedingsbeleid A. Meuleman ,- 30 jaar 4,5 % Voorbereidingsfase (20-30%) Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (f t/m i): k. effect op de heffing: % aandeel tarief 2014 % daling/stijging tarief t.o.v. Kadernota ,- n.v.t. n.v.t. n.v.t ,- watersysteembeheer 0,02% watersysteembeheer < 0,01% l. te ramen netto lasten voor 2010: n.v.t. m. wijze van dekking van de jaarlijkse Opnemen in begroting 2014 lasten: Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Dit project is opgenomen in het investeringsplan voor ,-; datum gereed ; afschrijvingstermijn 30 jaar. Besluitvorming Deze investering betreft een ontwikkelingsinvestering: goedkeuring door het algemeen bestuur is daarom vereist.

94

95 INVESTERINGSBESLUIT Nummer : *10IT006014* Barcode : *10IT006014* Projectnr.: 224 Projectnaam: Hydrologische maatregelen Brabantse Wal Beheerproduct: Aanleg en verwerving waterlopen BESLUITNUMMER: Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta; gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 27 juli 2010 (10IT005697); gelet op de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Brabantse Delta (08I ); B E S L U I T : te voteren een uitvoeringskrediet groot ,- ten behoeve van het uitvoeren van de hydrologische maatregelen voortvloeiend uit het convenant Brabantse Wal. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 13 oktober De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

96

97 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.B0277 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Onderwerp : aanvraag uitvoeringskrediet project 8467, Spuisluis Vierlingh, revisie hydrauliek Sector en afdeling : zuiveringsbeheer, bouwzaken Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3i Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : toetsingslijst en investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Aanleiding Aan de monding van de rivier Mark en Dintel ligt het sluizencomplex Dintelsas. Het sluizencomplex bestaat uit een schutsluis Mandersluis en de spuisluis Vierlingh. De spuisluis (bouwjaar 1976) bestaat uit 4 spuikokers met per spuikoker een tweetal schuiven, die geopend kunnen worden om overtollig boezemwater te spuien. Daarnaast vormt de spuisluis een essentieel onderdeel van dijkkring 34, die het binnendijkse gebied beschermd tegen hoge waterstanden op het Volkerak-Zoommeer. In 2008 was er een olielekkage in één van de hefcilinders. Project 8467, sinds 2009 opgenomen in het vigerende IP, beoogt de revisie van 7 hefcilinders. De hefcilinders worden dan sinds de oprichting van de spuisluis voor de 2 e maal gereviseerd. Context Werkzaamheden aan de spuisluis vallen onder categorie 5000: inrichting en onderhoud vaarwegen en havens. De kosten daarvan worden voor 50% door de provincie gedragen en 50% door het waterschap (combinatie van vaarwegentaak en waterkwantiteitstaak, conform de financiële regeling inzake het vaarwegenbeheer, bij besluit van het dagelijks bestuur op 12 januari 2010 kenmerk 10UT002736) Bestuurlijke besluitvorming Het werk betreft een vervangingsinvestering. Zowel in 2009 als 2010 is het algemeen bestuur akkoord gegaan met het IP met daarin onder andere project 8467 voor een bedrag van ,- en heeft dit aan het DB gemandateerd. Omdat de omvang en de kosten van het project hoger zijn dan gemeld in het investeringsplan is besluitvorming van het algemeen bestuur gewenst. Vraagstelling In het IP is voor project 8467 een bedrag opgenomen van ,-. Hiervoor zouden alleen de hefcilinders gereviseerd worden. Aan het AB wordt gevraagd akkoord te gaan met een algehele revisie van het hydraulische systeem en daarvoor een aanvullend krediet van ,- tot een totaal krediet van ,- beschikbaar te stellen. Strategie De hefcilinders van de spuisluis zijn circa 15 jaar geleden voor de eerste maal gereviseerd. Bij de daadwerkelijke voorbereidingen van dit project bleek dat niet alleen de hefcilinders gereviseerd moeten worden, maar ook het overige hydraulische systeem aangepakt moet worden (nog nooit gereviseerd). Ten opzichte van het projectstartdocument in het IP is dit een scopewijziging. Door het gehele systeem te reviseren wordt de bedrijfszekerheid voor de komende 15 jaar gewaarborgd. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

98 Beoordeling Financiële gevolgen Ja, namelijk het aangevraagde krediet is bijna 100% meer dan de reservering op het IP. De provincie draagt voor 50% bij in de werkelijk gemaakte kosten. In de toetsingslijst is het effect van de totale investering op de heffing weergegeven. Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen niet van toepassing MVO niet van toepassing Communicatieparagraaf Niet van toepassing (onderhoud). Advies Het AB stemt in met: - uitvoering project 8467, revisiewerkzaamheden aan het hydraulische systeem van spuisluis Vierlingh - de scopewijziging van het project door revisie van het gehele hydraulische systeem in plaats van alleen de revisie van de hefcilinders; - beschikbaarstelling van een uitvoeringskrediet van ,-. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -2-

99 TOETSINGSLIJST Nummer : 10IT Barcode: 10ITY Projectnr.: 8467 Projectnaam: Spuisluis Vierlingh, revisie hydrauliek Beheerproduct: 5250 Inrichting en onderhoud vaarwegen Projectleider: Soort investering: T. Slob instandhoudinginvestering Investeringsbesluit: Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (f t/m i): k. effect op de heffing: % aandeel tarief % watersysteembeheer 50 % vaarwegenbeheer 5000 Inrichting en onderhoud vaarwegen en havens medio oktober 2011 n.v.t. conform aanbestedingsbeleid J. Rombouts ,- 15 jaar 4,5 % Realisatiefase 0%-10% ,- n.v.t. n.v.t. n.v.t ,- watersysteembeheer + 0,06% % daling/stijging tarief t.o.v. begro- watersysteembeheer + 0,04% ting 2010 en MJR l. te ramen netto lasten voor 2010: n.v.t. m. wijze van dekking van de jaarlijkse begroting 2011 lasten: Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Dit krediet is in de begroting 2010 en het IP opgenomen met een investeringsbedrag van ,-, de datum ingebruikname 1 juni Besluitvorming Deze investering betreft een instandhoudinginvestering: omdat het krediet wat aangevraagd wordt hoger dan in het IP opgenomen, is goedkeuring door het algemeen bestuur vereist.

100

101 INVESTERINGSBESLUIT Nummer : *10IT004988* Barcode : 10IT Activiteitsnr.: 8467 Naam activiteit: Spuisluis Vierlingh, revisie hydrauliek Ondersteunend beheerproduct: 5250 Inrichting en onderhoud vaarwegen BESLUITNUMMER: Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta; gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 27 juli 2010 gelet op de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Brabantse Delta (08I003208); B E S L U I T : te voteren een uitvoeringskrediet groot ,- ten behoeve van Spuisluis Vierlingh, revisie hydrauliek Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 13 oktober De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

102

103 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.B0326 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Onderwerp : verkoop Hoofdstraat 49 's-gravenmoer Sector en afdeling : middelen, afdeling juridische zaken & vastgoed Datum behandeling : 15 september 2010 Agendapunt : 3j Ter inzage bij de concernstaf : 09B waardebepaling en offerte Van de Water Bedrijfsmakelaars 10IN bouwkundig rapport (incl. kosten asbestinventarisatie) 10IN asbestinventarisatie 10IN energielabel 10IN WOZ-aanslag (78227) Bijlage(n) : besluit Aan het algemeen bestuur Aanleiding Per 1 juli 2009 is de reorganisatie Structuur volgt processen voltooid. Één van de veranderingen als gevolg van deze reorganisatie is dat de regiokantoren na de reorganisatie geen functie meer hebben binnen het waterschap en afgestoten kunnen worden middels verkoop. Na aanbesteding is de verkoop in november 2009 opgestart en momenteel zitten wij in de afrondende fase van onderhandeling en is overeenstemming bereikt over de verkoop. Context Verkopen van onroerende zaken tot een bedrag van maximaal ,- per geval zijn gemandateerd aan het sectorhoofd watersystemen. Aangezien deze verkoop dit bedrag overschrijdt dient het besluit te worden voorgelegd aan het algemeen bestuur. Bestuurlijke besluitvorming Voor de reorganisatie Structuur volgt processen is een definitieve fijnstructuur Brabantse Delta op 9 maart 2009 opgesteld en op 8 april 2009 is het Generiek Sociaal Statuut vastgesteld. In de fijnstructuur Brabantse Delta reorganisatie Structuur volgt processen is benoemd dat de regiokantoren komen te vervallen. Naar aanleiding van het vaststellen van het Generiek Sociaal Statuut is het algemeen bestuur op 15 juli 2009 middels een mededeling geïnformeerd over de verkoop van de regiokantoren. Dit beleid is eveneens in (de meest recente) kadernota vastgelegd. Vraagstelling Kan het algemeen bestuur, tijdens de opiniërende vergadering van 15 september 2010, instemmen met de verkoop van het voormalige regiokantoor Oost aan de Hoofdstraat 49 te s-gravenmoer, kadastraal bekend gemeente s-gravenmoer, sectie B, nummers 2445 en 2908, groot 52 are en 35 centiare, voor de totale koopsom van ,- k.k. en oplevering eind september 2010? Deze spoedige leveringsdatum, op verzoek van de kopende partij, noodzaakt dit ongebruikelijke verzoek. Strategie De verkoop van onder andere regiokantoor Oost is middels een meervoudig onderhandse procedure aanbesteed aan Van de Water Bedrijfsmakelaars BV. Zij hebben op basis van de huidige economische situatie een vraagprijs van ,- k.k. geadviseerd. In overleg is de verkoop gestart met een verkoopprijs van ,- k.k.. De onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik (taxatiewaarde) is door Van de Water bedrijfsmakelaars gewaardeerd op ,- k.k., waarbij geen rekening is gehouden met eventueel achterstalling onderhoud of negatieve milieukundige aspecten. Voor de goede orde, de WOZ-waarde 2010 bedraagt ,- (peildatum 1 januari 2009) AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

104 Ten behoeve van de verkoop is in opdracht van het waterschap een energielabel afgegeven. Hierop is aangegeven dat het gebouw een energielabel G (EI = 2,57) heeft. Dit staat voor een zeer onzuinig gebouw. Daarnaast is in opdracht van het waterschap een asbestinventarisatie uitgevoerd en een bouwkundig rapport (incl. kosten asbestinventarisatie) opgesteld, waaruit is gebleken dat er een kostenpost is van ca ,- aan achterstalling onderhoud en het verwijderen van asbesthoudend materiaal. Op basis van de getaxeerde waarde en rekening houdend met een kostenpost van ca ,- is een opbrengst van rond ,- reëel. Aangezien de leegstand van het gebouw een risico vormde in verband met eventuele in gebruik name door krakers is in opdracht van het waterschap antikraak bewoning geregeld. Via bemiddeling van Van de Water Bedrijfsmakelaars BV is in principe overeenstemming bereikt met de heer Leenaars voor de totale koopsom van ,- k.k. en oplevering eind september Deze spoedige oplevering is op verzoek van de koper overeengekomen, onder voorbehoud van goedkeuring door het algemeen bestuur en onder voorbehoud van het, door de koper, verkrijgen van een vergunning van de gemeente Dongen voor het verbouwen en bewonen van het gebouw. Naar verwachting zal de gemeente de vergunning verstrekken. Hier zal uiterlijk 15 september 2010 uitsluitsel over worden gegeven. Beoordeling Financiële gevolgen Ja, namelijk de boekwaarde van het regiokantoor bedraagt per 1 september ,-. De opbrengst bij verkoop bedraagt ,-. De boekwinst (excl. kosten voor de verkoop) zal, in afwijking van het gangbare beleid (niet-reglementaire zaken), maar wel conform de Kadernota, geheel ten gunste van Watersystemen worden gerekend. Aangezien in het bestuursprogramma ervan uit is gegaan dat de verkoop van de regiokantoren in 2010 zal plaatsvinden is vanaf 2011 rekening gehouden met het voordeel. De besparing op de jaarlijkse kapitaal- en exploitatielasten bedraagt voor de komende jaren ca ,-. Het voordeel van het wegvallen van de kapitaal- en exploitatielasten komt geheel ten gunste van watersystemen. Juridische gevolgen Ja, namelijk door de verkoop van het regiokantoor aan de Hoofdstraat 49 te 's-gravenmoer wordt het juridisch eigendom overgedragen aan de kopende partij. Personele gevolgen niet van toepassing Overig niet van toepassing Communicatieparagraaf Op 22 augustus 2009 heeft er een artikel in BN/deStem gestaan waarin werd aangegeven dat het waterschap voornemens is de regiokantoren te verkopen. Na aanbesteding van de makelaarsdiensten heeft op de internetpagina van het waterschap het bericht gestaan over de verkoop van de regiokantoren, waarbij voor verdere informatie is doorverwezen naar de desbetreffende makelaar. Op 14 oktober 2009 heeft een artikel in BN/de Stem gestaan over het voormalige regiokantoor Oost Villa Schoonzicht. Bij de voormalige regiokantoren zijn projectborden geplaatst met informatie over de verkoop. Na afronding van de verkoop wordt hierop een verkochtbord geplaatst. Advies Het AB stemt in met de verkoop van het voormalig regiokantoor Oost, gelegen aan de Hoofdstraat 49 te s- Gravenmoer (5109 AB) en kadastraal bekend gemeente s-gravenmoer, sectie B, nummers 2445 en 2908, groot 52 are en 35 centiare, voor de totale koopsom van ,- k.k. en oplevering eind september Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -2-

105 Zaaknr. : 10.B0326 Kenmerk : 10IT Barcode : *10IT008960* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gezien het advies van het dagelijks bestuur over verkoop van het voormalige regiokantoor Oost aan de Hoofdstraat 49 te 's-gravenmoer van 7 september 2010, nummer 10IT008855; gelet op artikel 77 van de Waterschapswet; B E S L U I T : te verkopen en in volle en onbezwaarde eigendom over te dragen aan: de heer Karel Levinus Leenaars en mevrouw Wilhelmina Adriana Maria Leenaars - Trommelen, wonende te 2600 Berchem België aan de Kardinaal Mercierlei 36, het voormalig regiokantoor Oost aan de Hoofdstraat 49 te 's-gravenmoer (5109 AB), kadastraal bekend gemeente 's-gravenmoer, sectie B, nummers 2445 en 2908, groot 52 are en 35 centiare, voor de totale koopsom van ,- k.k. en oplevering eind september 2010, Onder de bij koop en verkoop gebruikelijke bepalingen en bedingen en voorts onder die, welke nuttig of noodzakelijk blijken te zijn. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 15 september 2010, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

106

107 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.B0248 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Onderwerp : vaststellen Verordening schadevergoeding Sector en afdeling : middelen, juridische zaken Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3k Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : ontwerp Verordening schadevergoeding en AB-besluit Aan het algemeen bestuur Aanleiding Op 22 december jl. is de Waterwet van kracht geworden. Daardoor zijn onze huidige Verordeningen die gaan over nadeelcompensatie niet meer juist. Er moet een nieuwe Verordening komen die wel in overeenstemming is met de Waterwet. Het dagelijks bestuur heeft op 6 april jl. het ontwerp Verordening schadevergoeding vastgesteld en ter inzage gelegd. Context De Waterwet bevat de enige juridische grondslag voor verzoeken om schadevergoeding (nadeelcompensatie). Gevolg daarvan is dat onze (algemene) Verordening nadeelcompensatie en onze (bijzondere) Verordening nadeelcompensatie bergingsgebieden niet meer juist zijn. Wel biedt de Waterwet uitdrukkelijk de mogelijkheid om een verordening vast te stellen die procedurevoorschriften bevat over de behandeling van verzoeken - en over inschakeling van een onafhankelijke adviescommissie. Hieraan is invulling gegeven in bijgaand ontwerp. Totdat de nieuwe Verordening zal gelden, kunnen de bestaande verordeningen nog wel toegepast worden voor de afhandeling van verzoeken. Bestuurlijke besluitvorming Het ontwerp is het resultaat van de samenwerking van de Brabantse waterschappen. In het NBWB van september 2009 en maart 2010 is de intentie van gezamenlijkheid onderschreven. Bovendien heeft het NBWB in juni 2010 de ontwerp Verordening schadevergoeding onderschreven. Op 6 april jl. heeft het dagelijks bestuur besloten de ontwerp Verordening schadevergoeding in de inspraak te brengen. Vraagstelling Kan het algemeen bestuur instemmen met het vaststellen van de Verordening schadevergoeding? Strategie Gezamenlijk optrekken met de Brabantse waterschappen De waterschappen De Dommel, Aa en Maas en Brabantse Delta hebben de intentie om voortaan met één verordening voor vergoeding van schade te werken. Bovendien zal één Brabantbrede onafhankelijke commissie samengesteld worden die - indien nodig - over alle verzoeken om schadevergoeding advies uitbrengt. Dit zal de slagvaardigheid en eenduidigheid van de behandeling van verzoeken ten goede komen. Zeker omdat de verzoeken tot nu toe behandeld worden door inschakeling van adviescommissies op ad-hocbasis waterbergingschade-zaken uitgezonderd. De intentie van gezamenlijkheid is onderschreven in het NBWB van september 2009 en maart Bovendien heeft het NBWB in juni 2010 de ontwerp Verordening schadevergoeding onderschreven. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

108 Ontwerp Verordening schadevergoeding Het ontwerp van de Verordening schadevergoeding is afgestemd op de schaderegeling van de Waterwet. Dit betekent onder meer dat de naam nadeelcompensatie is vervangen door schadevergoeding. In het oorspronkelijke wetsvoorstel Waterwet was nog sprake van nadeelcompensatie. Deze term werd blijkens diverse reacties op het wetsvoorstel vooral geassocieerd met een vorm van schadevergoeding waarbij geleden schade per definitie slechts ten dele voor vergoeding in aanmerking komt. Terwijl volledige schadevergoeding onder omstandigheden zeker mogelijk kan zijn. Vandaar dat de term schadevergoeding is opgenomen in de Waterwet - en dus ook in onze Verordening. Voor alle duidelijkheid wijzen wij erop dat schadevergoeding als bedoeld in deze ontwerp-verordening niets te maken heeft schadevergoeding als gevolg van onrechtmatige daad. In dat laatste geval zou het waterschap zijn werk slecht gedaan hebben, terwijl schadevergoeding uit deze ontwerp-verordening gaat over schade als gevolg van een rechtmatige overheidsdaad- ofwel: het waterschap doet zijn werk prima, maar iemand leidt onevenredig nadeel/schade van dat op zich correcte werk. Ongelukkigerwijs is besloten om in de Waterwet dezelfde term te gebruiken. Voorliggende ontwerp Verordening is Waterwet-proof. Dat wil zeggen dat ze geen grondslag bevat voor het recht om verzoeken om schadevergoeding in te dienen daarvoor geldt immers de Waterwet. Wél schrijft ze voor op welke manieren het waterschap een verzoek om schadevergoeding het beste kan behandelen. Als het waterschap een verzoek om schadevergoeding binnen krijgt moet het bedenken op welke manier het daarop een zorgvuldig besluit kan nemen. Er zijn de volgende mogelijkheden: een onafhankelijke commissie wordt gevraagd advies uit te brengen; een onafhankelijke deskundige wordt gevraagd advies uit te brengen; het waterschap besluit zonder extern advies. De ontwerp verordening maakt al deze vormen mogelijk. De verordening bevat bijzondere procedureregels die gelden als een adviescommissie/onafhankelijk deskundige wordt ingeschakeld. Eén Brabantbrede adviescommissie De ontwerp Verordening schadevergoeding bepaalt dat het dagelijks bestuur de (leden van de) adviescommissie en de onafhankelijk deskundige benoemt. Ons waterschap kent momenteel geen vaste adviescommissie. Wel bestaat sinds enige jaren de Brabantbrede schadecommissie Waterberging die adviseert over verzoeken om schadevergoeding (voorheen dus: nadeelcompensatie) in verband met waterberging. Tot op heden heeft de commissie nog geen advies uit hoeven brengen. Brabantbreed is nu de intentie om één onafhankelijke adviescommissie in te stellen die in principe advies kan uitbrengen over alle soorten verzoeken. Daartoe zou de Brabantbrede schadecommissie Waterberging aangevuld moeten worden met enkele extra deskundigen. Daardoor zou er een adviescommissie ontstaan die toegerust is om advies uit te brengen over alle soorten verzoeken om schadevergoeding, zoals schade als gevolg van waterberging, peilverhoging en dijkverlegging. Het is verder zaak dat er uit de leden van de commissie een voorzitter en een plaatsvervanger benoemd wordt. Tenslotte is de gedachte om één of meer van deze commissieleden te benoemen tot onafhankelijke deskundige als bedoeld in de ontwerp Verordening. In het NBWB van 17 juni jl. is gesproken over de Brabantbrede adviescommissie. Afgesproken is dat een notitie verschijnt waarin de gewenste disciplines in de nieuwe Brabantbrede commissie in beeld worden gebracht en waarin de aanleiding voor de instelling van een nieuwe commissie nader wordt toegelicht. De heer Vos neemt contact op met de voorzitter van de huidige commissie, de heer Van Wijmen, om zijn bereidheid te polsen de waterschappen voorlopig nog enige tijd te blijven adviseren en hem te vragen naar zijn ideeën bij de samenstelling (aanwezige disciplines) in de commissie; NBWB heeft nog geen keuze gemaakt of de voordracht van één lid door ZLTO ook in de nieuwe (bredere) commissie wordt gehandhaafd; In de vergadering NBWB/ZLTO op 24 juni 2010 wordt deze ontwikkelingen nader toe. Besluitvorming over de adviescommissie/onafhankelijke deskundige - alsmede over bijvoorbeeld de bezoldiging van de leden zal plaatsvinden door het dagelijks bestuur. Tevens moet een secretaris aan de adviescommissie worden toegevoegd. Een voorstel daartoe zal verschijnen nadat het AB besloten heeft over de Verordening schadevergoeding Verloop van de inspraak De ontwerp Verordening schadevergoeding heeft met ingang van 10 mei jl. zes weken ter inzage gelegen. Gedurende die periode konden zienswijzen ingediend worden. Er zijn geen zienswijzen binnengekomen. -2-

109 Wel wordt voorgesteld artikel 9 ( vergoeding van wettelijke rente ) zoals opgenomen in het ontwerp dat ter inzage heeft gelegen, niet over te nemen in de definitieve Verordening schadevergoeding. Nadere beschouwing van de Algemene wet bestuursrecht heeft uitgewezen dat het onderwerp van artikel 9 uitputtend in de nieuwe afdeling van die wet is geregeld. Vernummering van de artikelen 9, 10, 11 en 12 vindt plaats. Tenslotte zijn enkele redactiefouten hersteld. Beoordeling Financiële gevolgen niet van toepassing Juridische gevolgen Ja, namelijk de Verordening moet bekendgemaakt worden. Beroep is niet mogelijk. Personele gevolgen niet van toepassing Overig niet van toepassing Communicatieparagraaf De Verordening moet bekendgemaakt worden. Advies Het algemeen bestuur stemt in met het vaststellen van de Verordening schadevergoeding conform bijgevoegd AB-besluit. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -3-

110

111 Verordening schadevergoeding waterschap Brabantse Delta Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. adviescommissie: de adviescommissie als bedoeld in artikel 4 van deze Verordening; b. bestuur: het dagelijks bestuur van Waterschap Brabantse Delta; c. onafhankelijke deskundige: onafhankelijke deskundige als bedoeld in artikel 4 van deze Verordening; d. schade: schade als bedoeld in artikel 7.14 of artikel 7.15 van de Waterwet; e. verzoeker: degene die een verzoek als bedoeld in artikel 2 van deze Verordening indient. Hoofdstuk 2 Het verzoek Artikel 2 Het verzoek om schadevergoeding 1. Een verzoek om vergoeding van schade wordt schriftelijk ingediend bij het bestuur. 2. Het verzoek wordt ondertekend en bevat tenminste: a. de naam en het adres van de verzoeker; b. de dagtekening; c. een ondertekening van de verzoeker; d. een aanduiding van het besluit of het handelen door of namens het waterschap dat de schade naar het oordeel van verzoeker heeft veroorzaakt; e. voor zover redelijkerwijs mogelijk een opgave van de aard, omvang en onderbouwing van de schade alsmede een specificatie van het schadebedrag; f. een kaart die voldoende nauwkeurig de ligging van de getroffen percelen in het gebied aangeeft, waarop de schade geleden is en waarop het verzoek om toekenning van schadevergoeding op grond van deze verordening betrekking heeft. 3. De verzoeker verschaft tevens de gegevens en bescheiden die voor het nemen van een beschikking op zijn verzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. 4. Het bestuur bevestigt de ontvangst van het verzoek uiterlijk binnen twee weken en stelt de verzoeker in kennis van de op grond van deze Verordening te volgen procedure. 5. Indien naar het oordeel van het bestuur niet of onvoldoende is voldaan aan het bepaalde in het tweede of het derde lid stelt het bestuur de verzoeker in de gelegenheid het verzuim te herstellen binnen zes weken na de datum van kennisgeving van het verzuim. Artikel 3 Afhandeling van het verzoek 1. Het bestuur neemt het verzoek niet in behandeling indien het niet overeenkomstig artikel 2 is ingediend. 2. Het bestuur zendt het besluit als bedoeld in het vorige lid aan de verzoeker toe binnen vier weken na ontvangst van de ingevolge artikel 2, lid 5 ingezonden ontbrekende gegevens, of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. 3. Het bestuur wijst het verzoek zonder nader onderzoek af indien het naar het oordeel van het bestuur kennelijk ongegrond is. 4. Het bestuur zendt het besluit als bedoeld in het vorige lid aan de verzoeker toe binnen acht weken na ontvangst van het verzoek. 5. Het bestuur kan de in het vorige lid genoemde termijn met ten hoogste acht weken verlengen. Het bestuur stelt de verzoeker daarvan schriftelijk in kennis. 6. Het bestuur kan het verzoek om advies voorleggen aan de adviescommissie of aan de onafhankelijke deskundige. 7. Het bestuur kan het verzoek afhandelen zonder inschakeling van de adviescommissie of de onafhankelijke deskundige.

112 Hoofdstuk 3 Adviescommissie en onafhankelijke deskundige Artikel 4 Benoeming en samenstelling 1. Het bestuur stelt een adviescommissie in die het bestuur adviseert over de beslissing op verzoeken om schadevergoeding. De adviescommissie bestaat uit minimaal drie onafhankelijke adviseurs, die door het bestuur worden benoemd. Het bestuur wijst uit hun midden een voorzitter aan. 2. De adviescommissie wordt ondersteund door een secretaris die wordt benoemd door het bestuur. 3. De leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door het bestuur. De leden kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een van de bestuursorganen van het waterschap. 4. De leden van de adviescommissie en de secretaris hebben een geheimhoudingsplicht. 5. Het bestuur kan nadere regels stellen betreffende de commissie. 6. Het bestuur stelt een onafhankelijke deskundige aan. De bepalingen over de adviescommissie in deze verordening zijn zoveel mogelijk van toepassing op de onafhankelijke deskundige. Artikel 5 De taken en bevoegdheden van de adviescommissie 1. De adviescommissie stelt een onderzoek in naar en brengt advies uit over: a. de aard en omvang van de schade; b. het causaal verband tussen schade en schadeoorzaak; c. de vraag of de schade niet of niet geheel ten laste van de verzoeker behoort te blijven; d. de vraag of de schade niet of niet voldoende anderszins is gewaarborgd; e. de vraag of en in hoeverre er aanleiding bestaat deskundigenkosten te vergoeden; f. de hoogte van de door het bestuur te verlenen schadevergoeding. 2. De adviescommissie brengt in de vorm van een gemotiveerd rapport advies uit over haar bevindingen. Wanneer zij daartoe aanleiding ziet, adviseert de adviescommissie over voorstellen voor maatregelen en voorzieningen, waardoor de schadevergoeding anders dan door een compensatie in geld kan worden beperkt of ongedaan gemaakt. 3. De adviescommissie is bevoegd inlichtingen en adviezen bij derden, waaronder ambtenaren in dienst van het waterschap, in te winnen alsmede een plaatsopneming te houden. Indien met het verstrekken van inlichtingen of het verlenen van adviezen door derden kosten gemoeid zijn, oefent de adviescommissie deze bevoegdheid eerst uit na instemming van het bestuur. Hoofdstuk 4 De procedure bij de Adviescommissie Artikel 6 Procedurevoorschriften 1. Als het verzoek wordt voorgelegd aan de adviescommissie brengt het bestuur verzoeker hiervan op de hoogte. Deze kennisgeving bevat de namen van de adviseurs, hun beroep en/of expertise en de plaats waar zij hun werkzaamheden plegen te verrichten. 2. Het bestuur en de verzoeker stellen de adviescommissie de gegevens en bescheiden ter beschikking die nodig zijn voor een goede vervulling van zijn taak. 3. De adviescommissie stelt de verzoeker en andere belanghebbenden binnen zes weken na ontvangst van het verzoek in de gelegenheid hun standpunt mondeling toe te lichten. De adviescommissie verzendt de uitnodiging voor het geven van een mondelinge toelichting tenminste twee weken voor de dag waarop de toelichting wordt gegeven. 4. De verzoeker kan zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door een gemachtigde of een deskundige. 5. Van de mondelinge toelichting wordt een verslag gemaakt. De adviescommissie zendt het verslag naar de verzoeker en het bestuur. 6. De adviescommissie stelt binnen twaalf weken na de dag waarop de mondelinge toelichting werd gegeven een conceptadvies op dat wordt toegezonden aan de verzoeker en het bestuur. De adviescommissiekan deze termijn met ten hoogste zes weken verdagen. Van de verdaging wordt onder opgaaf van redenen schriftelijk mededeling gedaan aan de verzoeker en het bestuur. 7. De verzoeker en het bestuur worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen naar aanleiding van het conceptadvies binnen zes weken na de dag van verzending van het conceptadvies schriftelijk bij de adviescommissie naar voren te brengen. 8. De adviescommissie stelt het definitieve advies met inachtneming van de naar voren gebrachte zienswijzen vast binnen zes weken nadat de in het vorige lid genoemde termijn is verstreken. De

113 adviescommissie zendt het definitieve advies met inbegrip van het verslag en de zienswijzen toe aan de verzoeker en het bestuur. De adviescommissie kan deze termijn met ten hoogste zes weken verdagen. Van de verdaging wordt onder opgaaf van redenen schriftelijk mededeling gedaan aan de verzoeker en het bestuur. 9. Verder uitstel van de vaststelling van het definitieve advies is mogelijk voor zover de verzoeker en het bestuur daarmee instemmen. Hoofdstuk 5 De beslissing op verzoek Artikel 7 Beslistermijn Het bestuur beslist uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van het definitieve advies van de commissie, op het verzoek. De beslissing wordt de verzoeker binnen twee weken na de beslissing toegezonden. Artikel 8: Betaling 1. Als het besluit als bedoeld in artikel 7 schadevergoeding in de vorm van betaling van een geldsom betreft, is titel 4.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing. 2. Als het besluit als bedoeld in artikel 7 schadevergoeding in een andere vorm dan betaling van een geldsom betreft, wordt daarmee een aanvang gemaakt binnen een redelijke termijn na het onherroepelijk worden van de in artikel 7 bedoelde beslissing Artikel 9 Onverschuldigde betaling 1. Het bestuur kan de beslissing op het verzoek om een schadevergoeding intrekken of ten nadele van de verzoeker wijzigen, indien: a. op grond van feiten of omstandigheden, waarvan het bestuur ten tijde van het nemen van de beslissing op het verzoek redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn, de schadevergoeding niet of lager zou zijn vastgesteld; b. de verzoeker onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing op het verzoek zou hebben geleid; c. de hoogte van de schadevergoeding anderszins onjuist was en de verzoeker dit wist of behoorde te weten. 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de schadevergoeding is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald. 3. De beslissing op het verzoek kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd, indien vijf jaren zijn verstreken sinds de dag waarop de beslissing op het verzoek is bekendgemaakt. Hoofdstuk 6 Slotbepalingen Artikel 10 Overgangsbepaling De Verordening Nadeelcompensatie waterschap Brabantse Delta, artikel 4, leden 1 en 2 van die Verordening uitgezonderd, en de Verordening nadeelcompensatie bergingsgebieden waterschap Brabantse Delta, die golden voor de inwerkingtreding van deze Verordening blijven van toepassing op de voorbereiding en vaststelling van een besluit op een voor die datum van inwerkingtreding gedaan verzoek om schadevergoeding.

114 Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van haar bekendmaking. Op dat moment worden de Verordening Nadeelcompensatie waterschap Brabantse Delta en de Verordening nadeelcompensatie bergingsgebieden waterschap Brabantse Delta ingetrokken, onverminderd het bepaalde in artikel Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening schadevergoeding waterschap Brabantse Delta. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta van 13 oktober De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

115 Toelichting Algemene toelichting Inleiding Artikel 7.14 van de Waterwet bevat een algemene regeling die voorziet in de vergoeding van schade als gevolg van de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid van het waterschap. Wie dus schade lijdt kan zich op dit artikel beroepen. Uit artikel 7.14 Waterwet volgt een aantal criteria waaraan voldaan moet zijn, voordat schadevergoeding wordt toegekend. Op deze criteria wordt achtereenvolgens ingegaan: 1. er moet sprake zijn van rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid van het waterschap; 2. de schade moet het gevolg zijn van deze uitoefening van een taak of bevoegdheid; 3. de schade behoort niet of niet geheel tot de lasten van de gedupeerde te blijven; 4. de vergoeding van schade wordt niet of niet anderszins verzekerd. Ad 1 er moet sprake zijn van rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid van het waterschap Er moet sprake zijn van rechtmatig overheidshandelen door het waterschap. Een voorwaarde voor een verzoek om schadevergoeding op grond van rechtmatige overheidsdaad is dat indien de schadeoorzaak is gelegen in een besluit het schadeveroorzakende besluit onherroepelijk is geworden. Voorbeelden van schade die mogelijk voor vergoeding in aanmerking komen zijn: schade (aan gebouwen) door peilwijzigingen, door baggerwerkzaamheden, door de toepassing van gedoogplichten zoals in gebruikneming van waterbergingsgebieden of de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk. Ad 2 de schade moet het gevolg zijn van deze uitoefening van een taak of bevoegdheid De schade moet aantoonbaar het gevolg zijn van de uitoefening van de taak of bevoegdheid van het waterbeheer. Dit betekent dat artikel 7.14 niet alleen betrekking heeft op schade die uit de toepassing van de Waterwet voortvloeit, maar ook op de uitoefening van taken op grond van de Waterschapswet en de keur. Ad 3. de schade behoort niet of niet geheel tot de lasten van de gedupeerde te blijven Bij dit criterium is aansluiting gezocht bij het égalité-beginsel. De lasten van een besluit dat binnen het kader van het algemeen belang wordt genomen mogen niet op één enkele burger/ondernemer of groep van burgers/ondernemers rusten. Deze lasten dienen door de overheid gelijkelijk over de samenleving te worden verdeeld. Op grond van het égalité-beginsel wordt enkel de onevenredige schade, in vergelijking met andere burgers/ondernemers vergoed. Of schade onevenredig is, wordt bepaald aan de hand van drie criteria: a. algemeen belang; b. speciale last; en c. abnormale last. Ad a. Algemeen belang Elke handeling met een publieke grondslag wordt geacht genomen of gedaan te zijn in het algemeen belang. Ad b. Speciale last De schade moet op een beperkte groep burgers of instellingen drukken. Ad c. Abnormale last De schade moet uitstijgen boven het normaal maatschappelijk risico. Dit risico wordt ingevuld aan de hand van alle van belang zijnde omstandigheden van het geval. Hierbij moet men met name denken aan enerzijds de aard van de overheidshandeling en het gewicht van het daarmee gediende belang alsmede in hoeverre die handeling en de gevolgen daarvan voorzienbaar zijn voor de derde die als gevolg daarvan schade lijdt, en anderzijds de aard en de omvang van de schade. Onder de term maatschappelijk (of ondernemers-)risico wordt verstaan: algemene maatschappelijke ontwikkelingen en nadelen waarmee men rekening kan houden, ook al is nog niet bekend welke vorm en omvang een ontwikkeling zal hebben, waar en wanneer zij zal plaatsvinden of wat de aard en omvang van de nadelen die daaruit voortvloeien zullen zijn. Voorbeelden van ontwikkelingen die

116 binnen het normaal risico vallen zijn onder andere het aanscherpen van vergunningvoorschriften naar aanleiding van de verscherping van het milieubeleid, maar ook de aanleg en onderhoud van waterstaatswerken en het versterken van waterkeringen. Bij de beoordeling of iets daadwerkelijk tot het normaal maatschappelijk risico behoort, wordt rekening gehouden met de volgende omstandigheden: - de aard van de schadeveroorzakende gebeurtenis (is het normale uitoefening van een overheidstaak?); - het bestaan van gerechtvaardigde verwachtingen (had de belanghebbende gerechtvaardigd mogen verwachten dat de overheid niet over zou gaan tot uitoefening van de taak of bevoegdheid?); - de ernst en omvang van de schade (is een bedrijf zonder al te kostbare ingrepen nog levensvatbaar?); - de aard van het getroffen belang (onderscheid tussen particulieren en ondernemers; deze laatsten hebben ook nog te maken met het normale bedrijfsrisico); - de voorzienbaarheid van de handeling (in hoeverre was de handeling te voorzien? Hierbij wordt onder andere gekeken naar de aard van de schadeveroorzakende maatregelen, het tijdstip en de plaats van de maatregel, enz); - de eventuele voordelige positie waarin betrokkene als gevolg van overheidshandelen of nalaten (heeft de handeling ook positieve gevolgen voor de betrokkene opgeleverd?); - de mogelijkheid om het nadeel door te berekenen (heeft de gedupeerde de mogelijkheid om de schade door te berekenen aan derden?). Verder kan de burger/ondernemer in een procedure worden tegengeworpen dat hij niet aan zijn schadebeperkingsplicht heeft voldaan. Van belang is verder het begrip risicoaanvaarding. Bij actieve risicoaanvaarding geldt als criterium dat sprake is van aanvaarding indien, bezien vanuit de positie van een redelijk denkend en handelend burger, aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat er een ongunstig besluit zou worden genomen. Hiernaast bestaat ook de passieve risicoaanvaarding. Hiervan is sprake indien de betrokkene stilgezeten, heeft en daarmee een gunstig regime van voorschriften of beleid voorbij heeft laten gaan zonder dat hij daar gebruik van heeft gemaakt. Hij dient alert te zijn op ontwikkelingen in het beleid van de overheid, normale maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in zijn directe ontwikkelingen die mogelijk nadelige gevolgen voor hen kunnen opleveren. Ad 4. de vergoeding van schade wordt niet of niet anderszins verzekerd. Met anderszins verzekerd wordt bedoeld dat de schade op ander wijze dan via schadevergoeding wordt vergoed, bijvoorbeeld via aankoop of onteigening. Procedure verzoek om schadevergoeding. Een verzoek om schadevergoeding moet volgens artikel 7.14 lid 2 Waterwet bevatten: - een motivering en een onderbouwing van de hoogte van de gevraagde schadevergoeding; - nadere regels omtrent de inhoud, het indienen en de motivering van een verzoek om schadevergoeding kunnen worden gesteld bij algemene maatregels van bestuur of bij waterschapskeur. Dit is in onderhavige Verordening schadevergoeding gebeurd door opname van artikel 2. Het waterschap neemt een besluit over de vergoeding van de schade in een afzonderlijke beschikking. In artikel 7.14 lid 3 Waterwet is een verjaringstermijn van vijf jaar opgenomen. Indien een verzoek wordt ingediend na meer dan vijf jaar nadat de schade zich heeft geopenbaard, dan wel nadat de betrokkene redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn van de schadeveroorzakende gebeurtenis, kan het waterschap dit verzoek afwijzen. De mogelijkheid om een schadevergoedingsverzoek in te dienen verjaart in ieder geval na verloop van twintig jaren na de schadeveroorzakende gebeurtenis. Bijzonder is dat de eerste verjaringstermijn (vijf jaren) pas begint te lopen op het moment dat de schade zich openbaart. De schadeveroorzakende gebeurtenis zelf is de start van de absolute' verjaringstermijn van twintig jaar. Artikel 7.15 Waterwet is een specifieke schadevergoedingsregeling voor schade bij waterberging. Het artikel geeft geen zelfstandige grondslag voor vergoeding van schade in verband met wateroverlast en overstroming maar is een nadere uitwerking van artikel 7.14 Waterwet. In artikel 7.15 Waterwet is uitdrukkelijk geregeld dat ook schade door wateroverlast of overstroming in aanmerking komt

117 voor vergoeding krachtens artikel 7.14 Waterwet. Dit betekent niet dat elke vorm van wateroverlast recht geeft op vergoeding van schade. Uit de samenhang tussen de artikelen 7.14 Waterwet en 7.15 Waterwet volgt dat de wateroverlast of overstroming het gevolg moet zijn van overheidshandelen. Naast de schadevergoedingsregeling van artikel 7.14 kent de Waterwet enkele specifieke schaderegelingen nl een regeling voor schade toegebracht aan waterstaatswerken (artikelen 7.21 e.v. Waterwet) en een schadevergoedingsregeling in verband met grondwateronttrekkingen (artikel 7.18 e.v Waterwet). De schadevergoedingsregelingen in de wet zijn bedoeld als uitputtende regelingen zodat aanvullende regeling van het recht op schadevergoeding bij verordening zoals een keur of een provinciale verordening niet mogelijk is. Artikel 7.16 van de Waterwet bepaalt dat afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening buiten toepassing blijft, voor zover een belanghebbende met betrekking tot de schade een beroep doet of kan doen op een schadevergoeding als bedoeld in artikel 7.14, eerste lid Waterwet. Dit betekent dat ook verzoeken om planschade onder deze regeling vallen. Beleidsregels Het waterschap is bevoegd om voor de verschillende schadesoorten beleidsregels op te stellen waarin het begrip schade wordt geconcretiseerd. Het waterschap kent de Beleidsnota waterberging en schade en het juridisch instrumentarium voor natte natuurparels. Daarnaast hanteert het waterschap een regeling voor gewassenschadevergoeding. Artikelsgewijze toelichting Artikel 2 het verzoek om schadevergoeding In dit artikel worden regels gegeven voor het indienen van een verzoek om schadevergoeding. De regeling sluit aan bij de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht, handelend over het aanvragen van een beschikking. Indien er redelijkerwijs van kan worden uitgegaan dat het verzoek om schadevergoeding zal worden toegekend, kan een voorschot verleend worden. Artikel 4:95 e.v. Algemene wet bestuursrecht is van toepassing. Leden 2 en 3 Deze artikelleden bepalen aan welke eisen een aanvraag moet voldoen. Het noemt een aantal formele en materiële eisen. Bij de materiële eisen gaat het om gegevens die naar het oordeel van de aanvrager de aanvraag met argumenten onderbouwen en om gegevens die het waterschap nodig heeft om zich een beeld van de betrokken belangen te vormen. Uit artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht vloeit voort dat op het bestuursorgaan de verplichting rust de nodige gegevens te verzamelen, maar het bestuursorgaan kan binnen redelijke grenzen daarvoor een beroep doen op de aanvrager. Welke gegevens nodig zijn voor een verantwoorde beslissing hangt af van het concrete geval. Lid 5 In dit lid wordt bepaald wat de gevolgen zijn van het in strijd met de voorschriften van deze regeling indienen van een verzoek tot schadevergoeding. Het bevoegd gezag is verplicht de verzoeker in de gelegenheid te stellen zijn gebrekkige verzoek te herstellen binnen een termijn van zes weken na kennisgeving van het verzuim. Artikel 3 behandeling van het verzoek In dit artikel worden verschillende afhandelscenario s van verzoeken genoemd. Leden 1 en 2 In de leden 1 en 2 wordt bepaald dat een verzoek niet zal worden behandeld indien het niet is ingediend overeenkomstig het bepaalde in artikel 2. Het artikel sluit aan bij artikel 4:5 van de Awb. Het ontbreken van gegevens of bescheiden kan alleen leiden tot het niet in behandeling nemen van de aanvraag, indien het niet mogelijk is zonder die gegevens of bescheiden op de aanvraag te beslissen. Indien direct of bij een inhoudelijke beoordeling blijkt dat de aanvraag niet voor inwilliging vatbaar is komt de bepaling niet voor toepassing in aanmerking; er behoort dan een inhoudelijke beslissing tot afwijzing te volgen.

118 De Algemene wet bestuursrecht voorziet niet in de mogelijkheid een verzoek niet-ontvankelijk te verklaren. Wanneer de verzoeker bv geen belanghebbende is dient een afwijzing te volgen. Deze afwijzende beslissing levert geen besluit op en is dus niet vatbaar voor bezwaar en beroep. De afwijzende beslissing op een verzoek van een niet-belanghebbende is geen afwijzing van een aanvraag. Het besluit van het bevoegd gezag om een verzoek niet in behandeling te nemen is een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen het besluit staat bezwaar en beroep open. Tegen het besluit van het bestuursorgaan om aanvulling van gegevens te vragen staat bezwaar en beroep niet open. De aanvrager kan weigeren de aanvullende gegevens te verschaffen en tegen de daarop volgende beslissing om de aanvraag niet te behandelen of de inhoudelijke beslissing bezwaar te maken. Lid 6 Het bestuur kan het verzoek om schadevergoeding voor advies voorleggen aan de adviescommissie, die een gemotiveerd rapport advies uitbrengt over haar onderzoek naar het verzoek. De commissie zal bemenst moeten zijn met adviseurs die deskundig zijn op het gebied waarop het verzoek betrekking heeft. In bepaalde gevallen kan een verzoek voor advies voorgelegd worden aan de onafhankelijke deskundige. Het gaat dan met name om verzoeken die het waterschap: - enerzijds vanwege het ontbreken van een beleid in beginsel niet zonder extern advies afhandelt, maar die - anderzijds niet dusdanig complex zijn dat advies van een multidisciplinair vastgestelde adviescommissie nodig is. De onafhankelijke deskundige brengt een gemotiveerd advies uit over zijn onderzoek naar de gegrondheid van het verzoek. De bepalingen in deze Verordening omtrent de adviescommissie zijn zoveel mogelijk van toepassing op de onafhankelijke deskundige. Lid 7 Lid 7 bepaalt dat het waterschap zonder advies van de adviescommissie of de onafhankelijke deskundige een besluit kan nemen. Bijvoorbeeld als voor de te vergoeden schade beleid is geformuleerd, zoals bij gewassenschade en schade aan waterbergingsgebieden. In dat geval is er wel onderzoek nodig, maar ligt de zaak zo duidelijk dat extern advies achterwege kan blijven. Artikel 4 benoeming en samenstelling Leden 1, 2 en 3 Het bestuur benoemt een adviescommissie die het bestuur adviseert over verzoeken om schadevergoeding. De adviescommissie bestaat uit tenminste drie leden die onafhankelijk zijn d.w.z. niet onder het gezag van het bestuursorgaan staan. Ook mag er geen sprake zijn van belangenverstrengeling. Wanneer de onafhankelijkheid niet gewaarborgd is, kan het bestuur het betreffende lid ontheffen van zijn taak. Indien een lid in een concrete zaak niet onafhankelijk is, zal hij zich onthouden van stemming. Lid 5 De regels die het bestuur kan stellen kunnen betrekking hebben bv op de werkwijze van de adviescommissie of de honorering. Artikel 5 De taken en bevoegdheden van de adviescommissie Lid 1 De adviescommissie adviseert het bevoegd gezag over het verzoek om schadevergoeding en stelt daartoe een onderzoek in. Het onderzoek zal in het algemeen betrekking hebben op: het causaal verband, de omvang van de schade en de hoogte van de schadevergoeding. Kosten inschakeling deskundige door de verzoeker Indien de verzoeker een deskundige heeft ingeschakeld en daarvoor kosten maakt, adviseert de adviescommissie hierover. De gemaakte deskundigenkosten worden niet vergoed, tenzij het redelijk is dat een deskundige wordt ingeschakeld en voor zover de gemaakte kosten redelijk zijn; het dubbele redelijkheidscriterium uit de rechtspraak. In het geval een adviescommissie adviseert zal voor vergoeding van deskundigenkosten alleen bij hoge uitzondering reden zijn omdat de adviescommissie onafhankelijk is en dus objectief adviseert.

119 Lid 2 Wanneer de situatie daartoe aanleiding geeft kan de adviescommissie maatregelen in natura voorstellen die geschikt zijn om het nadeel te beperken of ongedaan te maken. Artikel 8: Betaling Lid 2 Met schadevergoeding in een andere vorm dan betaling van een geldsom betreft wordt bijvoorbeeld gedoeld op maatregelen in natura voorstellen die geschikt zijn om het nadeel te beperken of ongedaan te maken. Artikel 10 Onverschuldigde betaling In artikel 10 worden de gevallen genoemd waarin het waterschap een schadevergoeding of een voorschot zal terugvorderen. Gedacht moet dan worden aan de situatie dat ten tijde van het besluit tot toekenning niet alle feiten bekend waren, dat verzoeker onjuiste gegevens heeft verstrekt dan wel dat de hoogte onjuist was en de verzoeker dit wist of behoorde te weten. Teveel betaalde bedragen moeten ingevolge artikel 4:87 Awb worden terugbetaald zes weken nadat de terugvorderingsbeschikking is bekendgemaakt.

120

121 Zaaknr. : 10.B0248 Kenmerk : 10IT Barcode : *10IT005837* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 27 juli 2010, nummer 10IT005611; gelet op artikel 7.14 ev. van de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht, in het bijzonder hoofdstuk 4, titel 4.4; B E S L U I T : I. in te trekken: - de Verordening Nadeelcompensatie waterschap Brabantse Delta en - de Verordening nadeelcompensatie bergingsgebieden waterschap Brabantse Delta; II. vast te stellen de Verordening schadevergoeding waterschap Brabantse Delta ; III. dat dit besluit in werking treedt met ingang van de achtste dag na die van haar bekendmaking. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 13 oktober De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

122

123 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.B0280 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Onderwerp : uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta Sector en afdeling : watersystemen, beleid Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3l Ter inzage bij de concernstaf : uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta (10IN012449) Bijlage(n) : brief aan stuurgroep Zuidwestelijke Delta (10UT004147) Aan het algemeen bestuur Aanleiding In 2003 heeft de toenmalige Deltaraad de integrale visie op de deltawateren Delta in Zicht vastgesteld. De visie is vervolgens uitgewerkt in het Deltamemorandum, de beleidagenda Kracht van de Delta en provinciale structuurvisies. In 2009 en 2010 heeft de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta (de opvolger van de Deltaraad) de eerdere afspraken vertaald naar activiteiten, deltabrede thema s en gebiedsgerichte deelprogramma s. Deze zijn beschreven in het Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta , dat informeel ter inzage heeft gelegen van 1 april tot 1 juli In opdracht van de stuurgroep zijn de zienswijzen verwerkt in het definitieve Uitvoeringsprogramma dat in de stuurgroepvergadering van 28 oktober 2010 zal worden vastgesteld. Voor de uitvoering zal een samenwerkingsprotocol worden ondertekend door alle deelnemende partners (lees: intentieverklaring voor uitvoering). Aan de leden van de stuurgroep is gevraagd om het uitvoeringsprogramma en het samenwerkingsprotocol ter goedkeuring voor te leggen aan de bestuurlijke achterban. Context De Stuurgroep Zuidwestelijke Delta werkt aan projecten en activiteiten die voor de periode 2010 tot eind 2015 noodzakelijk worden geacht om te voldoen aan de doelstellingen uit het Nationaal Water Plan. De projecten en activiteiten zijn uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta in de vorm van deltabrede thema s en specifieke gebiedsprogramma s. Doel van het uitvoeringsprogramma is het waarborgen van een klimaatbestendige en veilige, economisch vitale en ecologisch veerkrachtige delta. Het uitvoeringsprogramma kan worden beschouwd als eerste stap van het Nationaal Deltaprogramma (= uitwerking van de adviezen van de Commissie Veerman uit 2008) voor het deelgebied zuidwestelijke delta. Het Nationaal Deltaprogramma zich richt op de lange termijn (van 2050 tot 2100). Acties en maatregelen uit het uitvoeringsprogramma zijn gericht op de korte termijn (tot 2015) en mogen niet strijdig zijn met de lange termijn doelstellingen (lees: geen spijt of altijd goed maatregelen). Hiervoor zal een zogeheten robuustheidtoets worden uitgevoerd. De stuurgroep heeft een programmabureau de opdracht gegeven om uitvoering van het uitvoeringsprogramma te coördineren en de onderlinge samenhang van deltabrede en gebiedsgerichte projecten en activiteiten te waarborgen. Tevens werkt het programmabureau aan activiteiten voor invulling van de lange termijn van het Nationaal deltaprogramma. Rijk en regio zijn samen verantwoordelijk voor een tijdige en adequate uitvoering en financiering van de korte termijn acties. Hiervoor zal een samenwerkingsprotocol worden ondertekend door alle partners van de stuurgroep. Het waterschap is een van de partners in de stuurgroep. Naast de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta neemt het waterschap ook deel aan de Stuurgroep Delta Maas. Binnen die stuurgroep gaat de aandacht vooral uit naar veiligheidsvraagstukken in relatie tot het rivierdeel van de Maas. Het zwaartepunt van de inzet van het waterschap concentreert zich op de zuidwestelijke delta, omdat de meeste speerpunten van het waterschap betrekking hebben dit deelgebied. Zo maakt het Volkerak-Zoommeer hier onderdeel van uit. Omdat het Nationaal Deltaprogramma verschillende deelgebieden betreft en een aantal thema s (bijvoorbeeld zoetwatervoorziening) van belang is voor meerdere deelgebieden, is het belangrijk dat het waterschap de landelijke ontwikkelingen op de voet volgt. De dijkgraaf maakt daarom deel uit van het Bestuurlijk Kernteam Deltaprogramma van de Unie van Waterschappen. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

124 Bestuurlijke besluitvorming In het najaar van 2008 heeft de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta, in aanwezigheid van de Staatssecretaris Water, het plan van aanpak vastgesteld voor opstellen van een uitvoeringsprogramma. Daarnaast heeft het Rijk de stuurgroep opdracht gegeven voor het opstellen van een advies over een alternatieve zoetwatervoorziening in relatie tot het plan om het Volkerak-Zoommeer te verzilten. Dit advies (Zoet water Zuidwestelijke Delta. Een voorstel voor regionale zoetwatervoorziening.) is verschenen in juni 2009 (en te downloaden op Het dagelijks bestuur heeft de zienswijze van het waterschap op het Ontwerp-MER Planstudie Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer geformuleerd op 23 maart 2010 (adviesnota 10IT003259). Belangrijke speerpunten en aandachtspunten zijn kenbaar gemaakt aan Rijkswaterstaat Zeeland in het kader van de informele consultatieronde (brief 10IT ). De formele inspraakprocedure volgt naar verwachting in 2011 zodra de definitieve MER samen met het Ontwerp-Besluit zal worden gepubliceerd. Op 18 mei 2010 heeft het dagelijks bestuur het Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta besproken en de zienswijze geformuleerd in het kader van de informele consultatieronde (bijlage 1; brief 10UT004147). Het dagelijks bestuur onderschrijft de doelstelling en opzet van het Uitvoeringsprogramma en wil als partner, vanuit haar kerntaken, een actieve bijdrage leveren aan de realisatie. Het Ontwerp-uitvoeringsprogramma is te downloaden op In de vergadering van 28 oktober 2010 bespreekt de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta het definitieve uitvoeringsprogramma met het doel deze vast te stellen en afspraken voor de uitvoering bestuurlijk te verankeren in een samenwerkingsprotocol. Voor het ondertekenen van het protocol is instemming van het algemeen bestuur nodig. Vraagstelling Kan het algemeen bestuur instemmen met het doel en de opzet van het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta en de bijdrage van het waterschap aan de uitvoering ervan? De bijdrage van het waterschap (en andere partners) zal worden verankerd in een samenwerkingsprotocol. Het Uitvoeringsprogramma richt zich op het uitvoeren van activiteiten en projecten voor het realiseren en waarborgen van een klimaatbestendige en veilige, economisch vitale en ecologisch veerkrachtige delta. Dat betekent: Veilig: voldoende beschermd tegen overstromingen, ook wanneer de verwachte klimaatverandering meer water brengt en meer droogtes veroorzaakt. Veerkrachtig: een gezond watermilieu en ruimte voor de belangrijkste schoonheid van de delta, de overgangen tussen zoet en zout en tussen nat en droog. Vitaal: gebieden met goede voorzieningen en een eigen, herkenbare identiteit, die samen de basis vormen voor een aantrekkelijke leefomgeving en sterk regionale economie. Het betreft een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Rijk en regio. Het programma bevat deltabrede en gebiedsgerichte programma s. Strategie Het waterschap heeft actief bijgedragen aan het opstellen van het uitvoeringsprogramma. Hierbij zijn de speerpunten van het waterschap continu onder de aandacht gebracht. De speerpunten/inzet kunnen als volgt worden samengevat: 1. Als het voor een structurele verbetering van watersysteemkwaliteit noodzakelijk wordt geacht om een watersysteem te verzilten (bijvoorbeeld Volkerak-Zoommeer), dan zullen eerst een alternatieve zoetwatervoorziening en anti-verziltingsmaatregelen moeten worden gegarandeerd. Het waterschap levert beschikbare expertise voor besluitvormingsvoorbereidende (varianten)studies. Aanvoer van extra zoetwater van buiten het beheergebied (Hollandsch Diep en/of buitenpand Wilhelminakanaal) mag geen afbreuk doen aan het realiseren van de Kaderrichtlijn Water doelstellingen (waterkwaliteit, ecologie, vismigratie) van de waterlichamen binnen het beheergebied en mag het risico op verspreiden van de bruinrotbacterie niet vergroten. 2. Voor Markiezaatsmeer en Binnenschelde zet het waterschap (in samenwerking met andere partners) in op een gefaseerd, structureel herstel van de watersysteemkwaliteit volgens de spelregels van de Kaderrichtlijn Water. Deze spelregels zijn: tenminste geen verslechtering van de kwaliteit tot eind 2015 en doelbereik (Goed Ecologisch Potentieel) uiterlijk in 2027 (waar mogelijk eerder). Een structureel herstel van beide systemen vraagt om ingrijpende maatregelen waarvan de kosten niet alleen door het waterschap te dragen zijn. De maatregelen die nodig zijn, zijn voor een belangrijk deel het gevolg van negatieve bijwerkingen van de aanleg van de deltawerken. Voor het Markiezaat vormen de watercondities voor de Natura 2000 doelstellingen een belangrijk onderdeel van de opgave. Een deel van de Binnenschelde valt onder de Europese Zwemwaterrichtlijn. -2-

125 3. Het waterschap zet zich samen met andere partijen in op duurzaam en efficiënt gebruik van beschikbaar zoetwater. Zo kan water uit de Brabantse Wal beter worden benut voor kwalitatief hoogwaardig gebruik. Ook wordt verkend hoe effluentwater van rioolwaterzuiveringsinstallaties (met name rwzi Bath) kan worden benut voor hergebruik. 4. Inzet van het Volkerak-Zoommeer voor waterberging in extreme afvoersituaties mag geen negatieve gevolgen hebben voor de veiligheid tegen overstromingen en de wateroverlast in het beheergebied van het waterschap. 5. Om te kunnen anticiperen op klimaatverandering zet het waterschap waar mogelijk in op multifunctioneel gebruik van de krekenstelsels (de watermachine gedachte ). Onderzocht wordt of, en zo ja, waar en hoe ecologisch herstel, waterberging en watervoorziening (voor bijvoorbeeld droge periodes) kan worden gecombineerd. 6. Het waterschap pleit voor het kostenefficiënt inrichten van overlegstructuren. Waar mogelijk benutten van bestaande structuren in plaats van het oprichten van nieuwe structuren. In de deltabrede programma s ligt de nadruk sterk op de samenhang tussen de rijkswateren. Het waterschap volgt de ontwikkelingen binnen deze programma s nauwgezet voor wat betreft de relaties met de regionale watersystemen. De inzet van het waterschap concentreert zich vooral op twee gebiedsprogramma s die van direct belang zijn voor het realiseren van de speerpunten, namelijk Volkerak, West-Brabant en Oost Flakkee enerzijds en Bergen op Zoom aan Zee anderzijds (zie Tabel 1). Tabel 1: Voor het waterschap relevante gebiedsprogramma s van het uitvoeringsprogramma Gebiedsprogramma Volkerak, West Brabant en Oost Flakkee Veilig: Volkerak-Zoommeer inzetten voor waterberging. Verbeteren opvang en afvoer van water in krekengebied. Veerkrachtig: Toelaten zout water en beperkt getij in Volkerak-Zoommeer. Vitaal: Alternatieven voor zoetwatervoorziening realiseren. Ontwikkelingsplan voor gebruiksfuncties bij een zout Volkerak-Zoommeer. Volkerak en Grevelingen verbinden. Verbeteren opvang en afvoer van water in krekengebied en waar mogelijk ecologisch herstel. Gebiedsprogramma Bergen op Zoom aan Zee Veilig: Volkerak-Zoommeer inzetten voor waterberging. Veerkrachtig: Toelaten zout water en beperkt getij in Volkerak-Zoommeer. Aansluiten Binnenschelde op Zoommeer en/of Oosterschelde. Herstel waterkwaliteit en ecologie Markiezaatsmeer en Binnenschelde. Vitaal: Benutten van ontwikkelingsruimte zout Volkerak-Zoommeer als aanjager voor dit gebiedsprogramma. Gebruik zoet water uit de Brabantse Wal. Let op: Het Uitvoeringsprogramma gaat uit van het verzilten van het Volkerak-Zoommeer. Het besluit hiervoor is nog niet genomen (gepland voor 2012). Als niet wordt besloten tot verzilting, ontstaat er een nieuwe uitgangssituatie en zal de inhoud van de gebiedsprogramma s opnieuw worden bekeken. Gebiedsprogramma Volkerak, West-Brabant en Oost-Flakkee De provincie Noord-Brabant is trekker van dit programma. Rijkswaterstaat Zeeland (initiatiefnemer van planstudie waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer) en de provincie financieren de variantenstudie voor een alternatieve zoetwatervoorziening. Het waterschap voert deze uit. Binnen het gebiedsprogramma is het waterschap trekker van een verkenning voor multifunctioneel gebruik van de krekenstelsel in West Brabant. Het gaat hierbij om verbeteren van de opvang en afvoer van water in het krekengebied, waar mogelijk in combinatie met ecologisch herstel. Tenslotte levert het waterschap expertise voor het in beeld brengen van gevolgen van en verkennen van mitigerende maatregelen voor noodberging op het Volkerak-Zoommeer. Gebiedsprogramma Bergen op Zoom aan Zee De gemeente Bergen op Zoom is trekker van dit gebiedsprogramma. In de huidige situatie is het waterbeheer van de Binnenschelde direct gekoppeld aan dat van het Volkerak-Zoommeer. Jaarlijks wordt water vanuit het Zoommeer ingelaten om de Binnenschelde in de zomermaanden op peil te houden. De kwaliteit van de Binnenschelde is ontoereikend tot slecht. Indien door het Rijk besloten wordt het Volkerak- Zoommeer te verzilten, kan niet langer zoet water worden ingelaten. Het inlaten van zout water, mits voldoende nutriëntenarm, en in combinatie met voldoende doorstroming en verversing kan ook voor de Binnenschelde een structurele impuls geven aan verbetering van de waterkwaliteit. Hier liggen meekoppel kansen voor de gemeente Bergen op Zoom (wonen, werken en recreëren aan het water). In dit gebiedsprogramma worden kansen en risico s voor aansluiting van de Binnenschelde op een zout Volkerak- Zoommeer nader verkend. -3-

126 Voor het Markiezaatmeer is er geen directe koppeling met het Volkerak-Zoommeer. Voor dit waterlichaam zullen kansen en risico s van aansluiten op een zout Volkerak-Zoommeer onderzocht. Dit is een van de acties uit het ontwerp-beheerplan Natura 2000, waarvoor de provincie Noord-Brabant bevoegd gezag is. Naast zoutwater opties worden zoetwater opties verkend. Het waterschap levert expertise voor de verkenningen. Het waterschap levert ook expertise voor verkenning van mogelijkheden voor een kostenefficiënt gebruik van zoet water uit de Brabantse Wal en hergebruik van mogelijkheden voor benutting van effluent van de rwzi Bath. Andere deelnemers aan het gebiedsprogramma zijn: gemeente Bergen op Zoom, provincie Noord- Brabant, Rijkswaterstaat Zeeland, provincie Zeeland en Stichting t Brabants Landschap. Het waterschap stelt de volgende randvoorwaarden voor deelname aan de twee gebiedsprogramma s (als onderdeel van het samenwerkingsprotocol): Het waterschap is partner (geen trekker) en levert bijdragen vanuit de kerntaken (veiligheid, watervoorziening, waterkwaliteit). Het waterschap kan wel trekker zijn van onderdelen binnen de gebiedsprogramma s. Voor Binnenschelde en Markiezaatsmeer worden zowel kansrijk geachte zoete als zoute varianten nader verkend met het oog op een structurele verbetering van de watersysteemkwaliteit. De beoogde verbetering van de watersysteemkwaliteit is gericht op het gefaseerd realiseren van de KRW en Natura 2000 doelen (waar mogelijk in 2015, uiterlijk in 2027). De bijdragen van het waterschap betreffen het samen met andere partners verkennen van mogelijke oplossingsrichtingen. Over financiering van eventuele maatregelen die eruit voort kunnen vloeien zullen nieuwe afspraken moeten worden gemaakt met de deelnemende partners. Voorgestelde maatregelen zullen haalbaar en betaalbaar en robuust moeten zijn voor wat betreft veiligheid, waterkwaliteit en watervoorziening. Beoordeling Financiële gevolgen De financiële en personele bijdragen van het waterschap aan het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta maken onderdeel uit van de bestaande meerjarenbegroting. Zo is voor 2011 en ,- per jaar opgenomen voor de bijdrage van het waterschap aan de werkingskosten van het Programmabureau Zuidwestelijke Delta. Ook de waterschappen Hollandse Delta en Scheldestromen i.o. leveren deze jaarlijkse bijdrage. Voorts is er een bestaand investeringsproject (IP 6311) gericht op een variantenstudie en maatregelen voor de Binnenschelde. Vanuit dit project kan ook een bijdrage worden geleverd aan de variantenstudie voor het Markiezaatsmeer. De kosten van de variantenstudies voor een alternatieve zoetwatervoorziening (in het kader van de planstudie waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer) worden grotendeels gedragen door Rijkswaterstaat Zeeland en de provincie Noord-Brabant. Rijkswaterstaat Zeeland neemt het leeuwendeel van de kosten voor studies naar noodberging voor zij rekening. Voor de Stuurgroep Delta Maas zal vanaf 2011 een jaarlijkse bijdrage voor de werkingskosten worden gevraagd. De hoogte van de bijdrage is nog niet bekend, maar zal naar verwachting passen binnen de meerjarenbegroting. Financiering van eventuele toekomstige maatregelen die uit de verkenningen als wenselijk, haalbaar en betaalbaar naar voren zullen komen, is nog niet voorzien in de bestaande meerjarenbegroting. Voorstellen hiervoor zullen t.z.t. aan het bestuur worden voorgelegd. Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen Het waterschap (net als collega waterschappen) levert 0,6 fte per jaar voor activiteiten van het programmabureau (inhoud, strategie en communicatie). Dit is exclusief de inzet voor de twee gebiedsprogramma s. Voor de beide gebiedsprogramma s wordt respectievelijk 0,5 fte per jaar ingezet. De inzet wordt volledig gepleegd vanuit de bestaande formatie. In additionele inzet van personeel in het kader van studies en verkenningen voor het Nationaal Deltaprogramma is niet voorzien binnen de huidige formatie. Zodra de plannen van het Rijk hiervoor concreter worden ingevuld zal worden beoordeeld in hoeverre hiervoor extra inzet van het waterschap noodzakelijk wordt geacht. Eventuele voorstellen hiervoor zullen aan het bestuur worden voorgelegd. Overig niet van toepassing -4-

127 * MVO gevolgen MVO aspect: Score: De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap: 0 De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit: Door de samenhangende aanpak van veilig, veerkrachtig en vitaal kan het waterschap door een proactieve inzet voor het uitvoeringsprogramma bijdragen aan duurzame ontwikkeling, beheer en gebruik van de delta. De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's: Het daadwerkelijk over de eigen beheersgrenzen samenwerken in gebiedsallianties mag als vernieuwend worden aangemerkt. De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes: Aanpak door middel van gebiedsallianties verdient navolging MVO score: * ** *** **** Totaalscore van de 4 aspecten 4 Communicatieparagraaf Het proces rondom het uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta is complex met diverse regionale en landelijke spelers. De Stuurgroep Zuidwestelijke Delta heeft daarom een communicatie- en participatiestrategie ontwikkeld waarbij ruimte is ingebouwd voor periodieke gesprekken met verschillende maatschappelijke sectoren. Daarnaast verzorgt het programmabureau op verzoek presentaties voor bijvoorbeeld waterschapsbesturen. Het waterschap neemt deel aan de werkgroep die het communicatie- en participatietraject begeleid. Gemeenten zijn vertegenwoordigd in de Adviesgroep (met maatschappelijke sectoren en natuur- en milieuorganisaties) waarvan de voorzitter deelneemt aan de stuurgroepvergaderingen. Advies Het AB stemt in met het doel en de opzet van het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta en gaat akkoord met het ondertekenen van de samenwerkingsbijeenkomst voor de bijdrage van het waterschap. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -5-

128

129 Waterschap Brabantse Delta Bezoekadres: Bergschot 69-1, 4817 PA Breda Correspondentieadres: Postbus 5521, 4801 DZ Breda T (076) F (076) Ebelastingen@brabantsedelta.nl lwww.brabantsedelta.nl Rankrpkpnino fi (ihanl nmnwahnfi^tsi Rqfi Ihirl nwahnlpr INf, hankrpkpninp ^TfinSOfi fihanl Nl 77 INfiR nnn37fin«nfi Ihirl IMfiRNI 7A Waterschap & Brabantse ARCHIEF Water het leven / - V s '. ' h-( WT r (f':\ 'L \ < & Stuurgroep Zuidwestelijke Delta Postbus KA MIDDELBURG Uw schrijven van Uw Kenmerk Zaaknummer Ons Kenmerk Barcode Behandeld door Doorkiesnummer Datum Verzenddatum 10UT de heer L. Santbergen juni juni JUNI 2010 Onderwerp: ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta Geachte stuurgroepleden, In het kader van de informele consultatieronde over het Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta heeft het programmabureau 6 vragen voorgelegd aan de stuurgroepleden. Het dagelijks bestuur van het waterschap heeft op 18 mei 2010 gesproken over deze vragen. Tevens is gesproken over de concept begroting voor de periode 2011 t/m Door middel van deze brief willen wij u graag informeren over de zienswijze van het waterschap. Onder vraag 5 gaan wij tevens in op de concept begroting. 1. Sluiten de doelen en acties aan op uw eigen doelen en projecten? De doelen en acties sluiten in beginsel goed aan op de doelen en projecten van het waterschap. De speerpunten van het waterschap zijn goed opgenomen in twee gebiedsprogramma's, Volkerak, West-Brabant en Oost-Flakkee enerzijds en Bergen op Zoom aan Zee anderzijds. 2. Welke mogelijkheden ziet u voor verbinding en samenwerking? In het Bestuurlijk Overleg Krammer-Volkerak (7 april 2010) heeft de provincie Noord-Brabant het aanbod gedaan om gesprekken te initieren voor het op gang brengen van alliantievorming random de twee voornoemde gebiedsprogramma's. Wij ondersteunen dit initiatief van harte. Het waterschap is bereid als samenwerkingspartner een actieve bijdrage te leveren aan nadere verkenningen binnen de twee gebiedsprogramma's, gerelateerd aan de kerntaken en speerpunten van de organisatie. 3. Hoe zou het Uitvoeringsprogramma door u ondersteund kunnen worden? Binnen het gebiedsprogramma Volkerak, West-Brabant en Oost-Flakkee levert het waterschap expertise voor de studies naar maatregelen in het kader van (nood) berging van water in het Volkerak-Zoommeer. Daarnaast beraadt het waterschap zich op de mogelijke inzet voor het verkennen van (on-)mogelijkheden voor inzetten van krekenstelsels in de Brabantse Delta voor waterberging, watervoorziening in samenhang met ecologisch herstel (onder andere Kaderrichtlijn Water doelstellingen). Binnen het gebiedsprogramma Bergen op Zoom aan Zee kan het waterschap kennis en expertise leveren voor het samen met de andere partners verder verkennen en uitwerken van varianten ter verbetering van de watersysteemkwaliteit van Binnenschelde en Markiezaatsmeer. Hierbij is ons inziens een fasering mogelijk. Gezien de directe link tussen het waterbeheer van de Binnenschelde en het Zoommeer pleit het waterschap ervoor om, anticiperend op de besluitvorming random het Volkerak-Zoommeer, nog in 2010 een nadere variantenstudie in gang te zetten. De in 2008 uitgevoerde quick-scan voor de Binnenschelde (door Witteveen+Bos in opdracht van het waterschap en de gemeente Bergen op zoom) kan, naast de resultaten

130 van de water en ruimte ateliers (december 2009), als vertrekpunt dienen. Voor het Markiezaat is er geen directe link. Als het Volkerak-Zoommeer zout wordt, dan is er nog steeds een keuze mogelijk voor een zoet of een zout meer. Dat geeft meer tijd om in de periode tot eind 2015 de autonome ontwikkelingen nauwgezet te volgen en tegelijkertijd verkenningen uit te voeren naar structurele maatregelen. De effecten van het (mogelijk) koppelen van het Markiezaat aan een zout Volkerak-Zoommeer en/of de Binnenschelde kunnen dan zorgvuldig worden bestudeerd (evenals zoetwatervarianten) alvorens een besluit te nemen. De inzet van het waterschap in het kader van het uitvoeringsprogramma is fors en concentreert zich op financiele en personele inzet voor de projectorganisatie, de liaisonfunctie, bijdragen (personeel en financieel) aan de planstudies waterkwaliteit en noodberging Volkerak-Zoommeer, verkenning van mogelijkheden voor de gebiedseigen bijdrage aan meer duurzaam watergebruik en beheer (vergroten van zelfvoorzienendheid), inzet op efficient gebruik van water uit de Brabantse Wal en hergebruik van effluentwater, en verkenningen in het kader van het gebiedsprogramma Bergen op Zoom aan Zee (watercondities Binnenschelde en Markiezaatsmeer in het bijzonder). In onze meerjarenbegroting is een maximale bijdrage aan de totale werkingskosten van het programmabureau opgenomen van ,- per jaar. Dit is ook het maximum bedrag voor 2011 en Hoe kan de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta u ondersteunen? De stuurgroep kan het waterschap ondersteunen door het voeren van een heldere regie en bewaking van de samenhang tussen en voortgang van deltabrede thema's en gebiedsprogramma's. Een evenwichtige inbreng van rijkspartners en regionale partijen en een 'slanke en slimme', kostenefficiente programmaorganisatie is daarbij van belang. Daarnaast is het van belang dat relevante ontwikkelingen vanuit de andere deelprogramma's van het deltaprogramma tijdig worden gesignaleerd en afgestemd. 5. Hoe kunt u hiermee verder? Het is belangrijk dat de stuurgroep trekkers aanduidt die vervolgens het initiatief nemen om in overleg met de beoogde partners een planning en procesafspraken maken voor opname in het definitieve uitvoeringsprogramma. Het is belangrijk dat daarbij een goede verbinding wordt gelegd met de verkenningen uit het plan van aanpak voor het Nationaal Deltaprogramma. Voor de alliantievorming rondom Bergen op Zoom aan Zee zou bijvoorbeeld het waterplatform van de gemeente Bergen op Zoom een nuttige rol kunnen vervullen. Hierin zijn alle beoogde partners vertegenwoordigd. Een onderverdeling van het trekkerschap voor Binnenschelde en Markiezaat behoort tot de mogelijkheden. Waar de gemeente Bergen op Zoom een natuurlijke trekker lijkt voor de Binnenschelde, zou de provincie Noord-Brabant (vanuit de Natura 2000 en KRW opgave) die rol kunnen vervullen voor het Markiezaat. Voor het gebiedsprogramma Volkerak, West- Brabant en Oost-Flakkee is thans nog niet duidelijk wie het trekkerschap op zich neemt. Het is belangrijk dat hiervoor op korte termijn duidelijkheid komt. 6. Wat mist u in het Uitvoeringsprogramma om tot actie over te gaan? Ons inziens ontbreken in het ontwerp concrete afspraken over trekkerschap, planning en inzet van financiele middelen voor de gebiedsprogramma's. Wij hopen u op deze manier voldoende te hebben ge'i'nformeerd en kijken uit naar de uitnodiging om de allianties rondom de gebiedsprogramma's nader in te vullen. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaa De secretaris-directeur ir. H.T.C. van Stokkom -2-

131 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.B0278 Kenmerk : 10IT Barcode : 10IT Onderwerp : communicatievisie 2010 Sector en afdeling : middelen, afdeling communicatie Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3m Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : nota communicatievisie 2010 (10IT006398) Aan het algemeen bestuur Aanleiding In het Bestuursprogramma Solide, betrouwbaar en betaalbaar wordt aangegeven dat het communicatiebeleid een belangrijk beleidsinstrument is voor het bereiken van de strategische doelen van het waterschapsbestuur. Het herijken van de inzet van het beleidsinstrument communicatie is expliciet als speerpunt genoemd. Context Het waterschap beschikt over een gedegen communicatiebeleid. Dit staande communicatiebeleid is langs de lat van het nieuwe bestuursprogramma gelegd en aangepast. De communicatiestrategie is herzien op basis van de ambities van het bestuur. En de aanpassingen richten zich met name op de prioriteiten. Bestuurlijke besluitvorming De visie op het nieuwe voorgenomen communicatiebeleid is besproken in zowel het dagelijks bestuur als het algemeen bestuur. De strategische keuzes voor het communicatiebeleid zijn door het dagelijks bestuur getoetst in het algemeen bestuur. Vraagstelling Het dagelijks bestuur wenst a. een stevige regie op de communicatie van het waterschap met zijn inwoners (burgers en bedrijven in het werkgebied) en b. een verbetering van de profilering van het waterschap. Het bestuur vindt het van belang om communicatie als strategisch beleidsinstrument in te zetten. Strategie Met heldere ambities en de keuze voor een overkoepelend kader voor zijn communicatieactiviteiten kan het waterschap richting geven aan een vernieuwde aanpak van de communicatie. De vernieuwing richt zich op een versterking en verbetering van de aanpak van de communicatiestrategie, de profilering, het mediabeleid, de inzet van communicatiemiddelen, en de aanpak van evaluatieonderzoek. Er dient een samenhang te zijn van de externe met de interne communicatie. De basis van het staande communicatiebeleid voldoet en vormt een prima uitgangspunt voor de gewenste aanpassingen en prioritering. Daarvan uitgaande focussen we binnen de huidige communicatie-inspanningen op de nieuwe speerpunten en leggen andere accenten. De implementatie van de vernieuwde aanpak is al in gang gezet. Belangrijke acties voor de accentverschuivingen worden al aangepakt. De vijf speerpunten voor de vernieuwde aanpak zijn: a. Aanpak versterking communicatiestrategie Om aansluiting te vinden bij de burger focust het waterschap in de communicatie tot nu toe op het waterschapswerk, op de kerntaken en niet op het instituut waterschap, via onderwerpen en thema s die burgers aanspreken. De zichtbaarheid wordt vergroot door het waterschapswerk te laten zien, proactief vanuit de uitvoeringsprojecten. Daarnaast wordt de betrokkenheid vergroot door situaties te laten zien die de persoonlijke sfeer beïnvloeden: het werk van het waterschap dat in de achtertuin van de burger plaatsvindt. Om aan te haken bij de meerderheid van de burgers is een aanpak en insteek nodig die aansluit bij de informatiebehoefte over veiligheid en gezondheid en de gevolgen van klimaatverandering voor de burger zelf. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

132 Het waterschap kiest er voor de verliesframing gericht in te zetten: alleen bij de nodige gedrags- en houdingsverandering wordt gekozen voor de stevige insteek verliesframing. Voor alle andere vormen gaat het waterschap uit van positieve berichtgeving. b. Aanpak verbetering profilering Vanuit de huidige strategie wordt vooral gericht gecommuniceerd rondom (project)activiteiten van het waterschap ter plekke en op het juiste moment. Voor profilering is het nodig om deze aanpak te verbreden. Daarvoor is een proactieve positionering van het waterschap Brabantse Delta in zijn werkgebied nodig. Dit vraagt om andere manieren van communiceren op basis van de strategie. Het projectmatig aanpakken van de profilering van het waterschap vraagt om investeringen in communicatieonderzoek, -planvorming en - uitvoering. c. Aanpak actief mediabeleid De media spelen in het publieke debat een steeds belangrijker rol. Het medialandschap is zodanig gewijzigd dat er vele kanalen zijn waar mensen hun informatie vandaan halen. De vraag om informatie vanuit de samenleving vraagt om een actieve opstelling van bestuur en directie van het waterschap. Het medialandschap dat zich nu ontrolt - met internet, blogs, Twitter etc. - in juist het geval van calamiteiten en actualiteiten maakt dat het waterschap en dus met name de afdeling communicatie zich hierop moet voorbereiden. Het waterschap staat midden in de samenleving, midden in de belangstelling - ook al weten weinig burgers wat het waterschap precies doet. Verzoeken om informatie van de media worden dan ook positief behandeld: het inzetten van de dijkgraaf als boegbeeld en woordvoerder maakt dat het beeld van het waterschap als waterautoriteit wordt versterkt. Met free publicity heeft het waterschap een onafhankelijk derde als boodschapper. Er wordt ingezet op een proactief mediabeleid waarbij ingespeeld wordt op informatiebehoeften van de pers en feitelijk onjuiste informatie direct wordt gecorrigeerd. De woordvoering wordt verbeterd door de opzet en uitvoering van een actief mediabeleid. d. Aanpak gestructureerde inzet communicatiemiddelen De boodschap (missie) van het waterschap samen met de communicatiestrategie dient in alle communicatiemiddelen de leidraad te zijn voor berichtgeving en communicatie over de inhoud. Door een planmatige regie op de middelen (zowel schriftelijk, digitaal als mondeling) te zetten wordt de berichtgeving over het waterschap eenduidiger en versterkt. Met het proactief inzetten van informatiemiddelen op kleine schaal rondom projecten, actualiteiten en calamiteiten ook ter ondersteuning van media-aandacht wordt het waterschapswerk bij de burgers meer in de schijnwerpers geplaatst. Het waterschap kiest voor de inzet van traditionele en moderne communicatiemiddelen. De digitalisering van de informatiemaatschappij neemt een grote vlucht. Het waterschap zal dan ook in deze digitale communicatiemiddelen moeten investeren zodat ook met name de jongere generaties die selectief lezen en selectief informatie tot zich nemen bereikt kunnen worden. Het versterken van de digitale communicatie krijgt voorrang. e. Aanpak stelselmatige evaluatie en communicatieonderzoek Bij voortduring heeft er intern evaluatie van het communicatieplan plaatsgevonden. Elk jaar worden op onderdelen de communicatiestrategie en inzet van communicatiemiddelen geëvalueerd zoals in 2009 de inzet van projectcommunicatie, de inzet van de belastingkrant en het personeelsblad. Stelselmatig onderzoek en evaluatie verbetert de inzet van het beleidsinstrument. Dit wordt op deze wijze intensiever voortgezet. Implementatie De implementatie van de vernieuwde opdracht voor communicatie levert zowel inhoudelijke bijstellingen op voor de in te zetten middelen en activiteiten voor externe communicatie als een gerichtere inzet van mensen. De implementatie is al in gang gezet. Voor de implementatie van de communicatievisie is het budget dat is vastgelegd in de kadernota voor de komende jaren de randvoorwaarde voor de uitvoering. Voorstel De vernieuwing van het staande communicatiebeleid richt zich op een stevige regie op de communicatie van het waterschap en de verbetering van de profilering van het waterschap. De voorstellen voor verbeteracties resulteren in een gestructureerde aanpak en invulling van vijf geprioriteerde uitvoeringsvoorstellen. Wel dient er aandacht te zijn voor de haalbaarheid van de inzet van personeel, middelen en activiteiten op communicatie waarbij gewenste resultaten en de realiseerbaarheid uitgangspunten zijn. -2-

133 Beoordeling Financiële gevolgen Budget volgens de begroting. Juridische gevolgen Niet van toepassing Personele gevolgen Neen Overig Neen MVO gevolgen Geen Communicatieparagraaf Het DB wordt periodiek geïnformeerd over de voortgang. Advies Het AB stemt in met het voorstel om het strategisch communicatiebeleid bij te stellen conform het voorstel in de nota Communicatievisie 2010 Solide en betrouwbaar voortbouwen. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -3-

134

135 Communicatievisie 2010 Solide en betrouwbaar voortbouwen Sector Middelen, Afdeling Communicatie I. Beemster, Afdelingshoofd Communicatie Juni

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober Bepaling primus bij hoofdelijke stemming Zaaknr. : 10.ZK21558 Kenmerk : 10IT008031 Barcode : 10IT008031 Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober 2010 Aanvang : 19.30 uur Plaats :

Nadere informatie

Besluitenlijst dagelijks bestuur 15 maart 2016

Besluitenlijst dagelijks bestuur 15 maart 2016 ^ Waterschap 'Brabantse Delta Zaaknr. Kenmerk Barcode 16.zk05020 16IT013085 Aanwezig: C.A.A. Coppens (vice-voorzitter), J.J.M. van der Aa, H.B. Hieltjes, L.H. van der Kallen, Th. Schots, H.T.C. van Stokkom

Nadere informatie

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober Bepaling primus bij hoofdelijke stemming Zaaknr. : 10.ZK21558 Kenmerk : 10IT008031 Barcode : 10IT008031 Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober 2010 Aanvang : 19.30 uur Plaats :

Nadere informatie

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017 Oplegvel 1. Onderwerp Plan van aanpak OV-visie Holland Rijnland Midden Holland en wijze van uitvoering 2. Rol van het Platformtaak volgens gemeente samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang

Nadere informatie

Graag reageren wij op een aantal brieven welke wij van uw bestuur mochten ontvangen.

Graag reageren wij op een aantal brieven welke wij van uw bestuur mochten ontvangen. Waterschap Brabantse Delta Het dagelijks bestuur t.a.v. de voorzitter, de heer J.A.M. Vos, dijkgraaf Ons kenmerk: pvdb/090602.01 Breda, 2 juni 2009 Geachte heer Vos, beste Joseph, Graag reageren wij op

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: AVGCL37. Onderwerp Kavelruil 2012

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: AVGCL37. Onderwerp Kavelruil 2012 Zaaknummer: AVGCL37 Collegevoorstel Inleiding Kortheidshalve wordt naar het raadsvoorstel verwezen voor verdere informatie Feitelijke informatie Afweging Inzet van Middelen Voorgenomen besluit Wij stellen

Nadere informatie

Zienswijzen Jaarstukken 2016 Avri

Zienswijzen Jaarstukken 2016 Avri Zienswijzen Jaarstukken 2016 Avri Inleiding: De Jaarstukken 2016 van de Gemeenschappelijke Regeling Avri (Avri) is op 13 april 2017 aangeboden aan de raden van de deelnemende gemeenten. De gemeenten hebben

Nadere informatie

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 10 november en 8 december 2010. Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 10 november en 8 december 2010. Bepaling primus bij hoofdelijke stemming Zaaknr. : 10.ZK36924 Kenmerk : 10IT011152 Barcode : 10IT011152 Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 10 november en 8 december 2010 Aanvang : 19.30 uur Plaats : Complex

Nadere informatie

gelezen het voorstel van de portefeuillehouder Bestuurlijke zaken, calamiteiten, handhaving en externe contacten;

gelezen het voorstel van de portefeuillehouder Bestuurlijke zaken, calamiteiten, handhaving en externe contacten; VERGADERING 16 ĴUİİ 2013 AGENDAPUNTNUMMER KENMERK B1302434 BESLUIT D&H: INSPRAAKVERORDENING WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA 2013 HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN VAN WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA; gelezen

Nadere informatie

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt :

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Aan de Raad Made, 23 december 2008 Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Raadsvergadering: 29 januari 2009 Nummer raadsnota: 8 Onderwerp: Beheer natte ecologische verbindingszones / Uitvoeringsproject

Nadere informatie

Agendapunt Het Algemeen Bestuur van de BWB 5

Agendapunt Het Algemeen Bestuur van de BWB 5 Voorstel Aan Agendapunt Het Algemeen Bestuur van de BWB 5 Onderwerp Datum Voorstel tot vaststelling van de begroting BWB 2017 1 juli 2016 en meerjarenbegroting 2017 2020 Inleiding De Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Voorzitter Secretaris Lid Lid Lid Lid Wethouder Accountant Financiën Hoofd Financiën Rekenkamercommissie

Voorzitter Secretaris Lid Lid Lid Lid Wethouder Accountant Financiën Hoofd Financiën Rekenkamercommissie Raadsnummer 2014-432 Nieuwegein Auditcom missie Vergaderdatum Maandag 27 oktober 2014 Begin- en eindtijd 18.30-20.00 uur Aantal bijlagen verslag Voorzitter G. Bamberg Notulist Y. Mes Aanwezi Afwezig (m.k.)

Nadere informatie

agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 14 september en 12 oktober 2011 Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 14 september en 12 oktober 2011 Bepaling primus bij hoofdelijke stemming Zaaknr. : 11.ZK51828 Kenmerk : 11IT011246 Barcode : 11IT011246 agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 14 september en 12 oktober 2011 Aanvang : 19.30 uur Plaats :

Nadere informatie

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl. Bijlage B, Nota van beantwoording zienswijzen van de heren Liebregts, van Dommelen, van Mierlo en ZLTO afdeling Kempen Zuidoost. Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301 Rapport Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301 2 Klacht Verzoeker klaagt er namens de Buurtvereniging Bieberglaan over dat de gemeente Breda niet of niet adequaat heeft gereageerd op door de buurtvereniging

Nadere informatie

Verslag Algemene Ledenvergadering 17 juni 2008

Verslag Algemene Ledenvergadering 17 juni 2008 Albertdonk 4 4707 XZ Roosendaal Tel. 0165-55 59 15 Fax. 0165-52 77 34 Postbus 1378 4700 BJ Roosendaal Verslag Algemene Ledenvergadering 17 juni 2008 Van: Farida Ouahssain Datum: 17 juni 2008 Aan: Algemene

Nadere informatie

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard gemeente Valkenswaard Team Ruimtelijke ontwikkeling en economie 25-09-2013 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Definitie 3 3. Vergelijking veegplannen en postzegelbestemmingsplannen

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend dat de Commissie van Beroep op 11 november 2013 heeft ontvangen.

1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend dat de Commissie van Beroep op 11 november 2013 heeft ontvangen. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-007 d.d. 31 januari 2014 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG, prof. mr. F.R. Salomons, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium Inleiding In het presidium van 31 maart 2016 is afgesproken dat de voorstellen m.b.t.: Reglement

Nadere informatie

2017). Datum: Informerend. Datum: Adviserend

2017). Datum: Informerend. Datum: Adviserend Oplegvel 1. Onderwerp Regionale Bedrijventerreinenstrategie 2. Rol van het Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang Naar aanleiding van de eindrapportage

Nadere informatie

DB-vergadering 25-05-2009 Agendapunt 6

DB-vergadering 25-05-2009 Agendapunt 6 DB-vergadering 25-05-2009 Agendapunt 6 Onderwerp Evaluatie Uitvoeringsregels Inkoop en Aanbesteding Portefeuillehouder(s) R.L.M. Sleijpen Afdeling Middelen Bestuursprogramma / Waterbeheersplan Niet van

Nadere informatie

Basistaak Efficiencytaak Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur X Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang. Datum: Informerend

Basistaak Efficiencytaak Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur X Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang. Datum: Informerend Oplegvel 1. Onderwerp Bezwaarschrift Rivierduinen subsidieverlening inloop GGZ 1 e helft 2016 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Basistaak Efficiencytaak Platformtaak volgens Dagelijks

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005 VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005 Onderwerp: Voorzitter: Aanwezig zijn de leden: Griffie: Portefeuillehouders: Financieel meerjarenbeleid

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Portefeuillehouder : G. Bruijniks Datum collegebesluit : 27 januari 2015 Corr. nr.:

Portefeuillehouder : G. Bruijniks Datum collegebesluit : 27 januari 2015 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : G. Bruijniks Datum collegebesluit : 27 januari 2015 Corr. nr.: 2015.01082 Onderwerp : Voorstel tot vaststelling van de structuurvisie Loon op Zand 2030: De recreatieve kamer

Nadere informatie

K. Vlieg (bestuursondersteuner) Afwezig met kennisgeving: R.F. Staijen. Besluiten en toezeggingen. Agendapunt Opening

K. Vlieg (bestuursondersteuner) Afwezig met kennisgeving: R.F. Staijen. Besluiten en toezeggingen. Agendapunt Opening BESLUITENLIJST van de vergadering van het Algemeen Bestuur van het waterschap Noorderzijlvest gehouden op 19 juli 2017, aanvang 19.30 uur in het waterschapshuis te Groningen, Stedumermaar 1. Aanwezig:

Nadere informatie

Agenda. tweede openbare bijeenkomst formatieproces. 3. Uitleg De Lokale Partij tav benoeming formateurs Ab Krook en Arjan Dros

Agenda. tweede openbare bijeenkomst formatieproces. 3. Uitleg De Lokale Partij tav benoeming formateurs Ab Krook en Arjan Dros Agenda tweede openbare bijeenkomst formatieproces Datum: 3 april 2018 Aanvang: 20.00 uur Locatie: raadzaal Voorzitters: Arjan Dros en Ab Krook 1. Opening 2. Vaststelling agenda 3. Uitleg De Lokale Partij

Nadere informatie

College voor geschillen medezeggenschap defensie

College voor geschillen medezeggenschap defensie ADVIES Dossiernr: Advies van het College voor geschillen medezeggenschap defensie aan de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten naar aanleiding van een verzoek om advies inzake een tussen: de Commandant Maritieme

Nadere informatie

Concept Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gebiedscommissies van de gemeente Rotterdam

Concept Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gebiedscommissies van de gemeente Rotterdam Concept Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gebiedscommissies van de gemeente Rotterdam Gelet op artikel 14 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014 Artikel 1

Nadere informatie

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER. 19 november november 2014 Bedrijfsbureau/Heffen S.Stiphout/M.Vliegenthart

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER. 19 november november 2014 Bedrijfsbureau/Heffen S.Stiphout/M.Vliegenthart Algemeen bestuur VERGADERDATUM AFDELING NAAM STELLER Bedrijfsbureau/Heffen S.Stiphout/M.Vliegenthart AGENDAPUNT ONDERWERP 6 Voorstel wijziging Reglement van orde voor de vergadering van het algemeen bestuur

Nadere informatie

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB13.00729 RV2013-062

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB13.00729 RV2013-062 Raadsvergadering d.d. Casenummer Raadsvoorstelnummer Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB13.00729 RV2013-062 Gemeente Bussum Besluit nemen over advies effectmeting Inkoop en inhuur van de rekenkamercommissie

Nadere informatie

De Raad van Toezicht Utrecht van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Utrecht van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Voordeel verminderde overdrachtsbelasting bij opvolgende transacties. Onjuiste informatie aan koper. Wijziging in concept-akte niet aan koper gemeld. Niet passende wijze van communiceren. Klager koopt

Nadere informatie

Gemotiveerde reactie op zienswijzen jaarrekening 2017

Gemotiveerde reactie op zienswijzen jaarrekening 2017 DB-Besluit Aan: Datum vergadering: Auteur: Onderwerp: Agendapunt: Het Algemeen Bestuur 11 juli 2018 Ed Langereis (directiesecretaris) Gemotiveerde reactie op zienswijzen jaarrekening 2017 8 (Nazending)

Nadere informatie

Commissie Financiën en Algemene Zaken

Commissie Financiën en Algemene Zaken Commissie Financiën en Algemene Zaken Concept verslag commissievergadering Financiën en Algemene Zaken van 18 februari 2015 Aanwezig: de heren Hofstra (voorzitter), Bartelds (portefeuillehouder), Poelman,

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer Dossiernummer 32-2009 OORDEEL Verzoeker de heer E. namens mevrouw O. te Almelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

Nadere informatie

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 1 Algemeen Op grond van de Kaderverordening Subsidieverstrekking van de gemeente Alkmaar kunnen subsidies worden verstrekt.

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR47847_1. Richtlijnen aanbesteding

CVDR. Nr. CVDR47847_1. Richtlijnen aanbesteding CVDR Officiële uitgave van Ameland. Nr. CVDR47847_1 31 oktober 2017 Richtlijnen aanbesteding De Raad van de gemeente Ameland; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Ameland,

Nadere informatie

Datum Behandeld door Cass Kamp Ons kenmerk Datum uw brief Pagina 1 van 3 Uw kenmerk

Datum Behandeld door Cass Kamp Ons kenmerk Datum uw brief Pagina 1 van 3 Uw kenmerk Bestuur Stichting Beheer Tennispark T.C. Rodhe t.a.v. [naam] [adres] Maatschappelijke ondersteuning Raadhuisstraat 1 Postbus 500, 5800 AM Venray Telefoon (0478) 52 33 33 Telefax (0478) 52 32 22 E-mail

Nadere informatie

K. Vlieg (bestuursondersteuner)

K. Vlieg (bestuursondersteuner) BESLUITENLIJST van de vergadering van het Algemeen Bestuur van het waterschap Noorderzijlvest gehouden op 19 december 2018, aanvang 19.30 uur in het waterschapshuis te Groningen, Stedumermaar 1. Aanwezig:

Nadere informatie

Commissie Veiligheid, Voldoende en Schoon Water

Commissie Veiligheid, Voldoende en Schoon Water Commissie Veiligheid, Voldoende en Schoon Water Concept verslag commissievergadering Veiligheid, Voldoende en Schoon Water van 10 juni 2015 Aanwezig: mevrouw Heeringa en de heren Doeven (voorzitter), Douwstra,

Nadere informatie

Algemene stukken. Rondvraag. Burgemeester en wethouders

Algemene stukken. Rondvraag. Burgemeester en wethouders Openbare besluitenlijst vergadering van College van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013. Algemene stukken 1. Besluitenlijst 2. Openbare besluitenlijst 3. Akkoord stukken Besluitenlijst van de

Nadere informatie

Verslag. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Verslag. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. Verslag VERSLAG VAN BESPREKING OPGEMAAKT DOOR BESPREKING Algemeen Bestuur G.A. Posthumus-Hakvoort DEELNEMERS De heer Boersma, de heer Doorn, de heer Van Bergen, de heer Stegeman, de heer Brink, de heer

Nadere informatie

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 7 en 21 juli 2010. Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 7 en 21 juli 2010. Bepaling primus bij hoofdelijke stemming Zaaknr. : 10.ZK19548 Kenmerk : 10IT005312 Barcode : 10IT005312 Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 7 en 21 juli 2010 Aanvang : 19.30 uur Plaats : Complex Bouvigne,

Nadere informatie

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Notulen van de openbare commissievergadering ABM NotulenvandeopenbarecommissievergaderingABM Datum: Aanvangstijd: Eindtijd: Locatie: donderdag21juni2018 20.00uur 20.40uur RaadzaalgemeentehuisvanHuizen Aanwezig Voorzitterencommissiegriffier J.W.Meijerman(voorzitter)

Nadere informatie

Advies De voorzitter opent de vergadering. Er worden enkele mededelingen gedaan.

Advies De voorzitter opent de vergadering. Er worden enkele mededelingen gedaan. Aanwezig: Voorzitter Mevr. drs. J.W.E. Spies Wethouders De heer J.W. Verkroost De heer P.F. de Groene De heer E.R.M. Balemans De heer V. van der Horst De heer H. Van Rhee De heer F. Živković-Laurenta Wnd.

Nadere informatie

Raadsvoorstel Zaak :

Raadsvoorstel Zaak : Zaak : 00509545 Onderwerp Portefeuillehouder Mevrouw drs. M. Mulder Datum raadsvergadering 27 juni 2017 Samenvatting Het Dagelijks Bestuur (DB) van Baanbrekers heeft de geactualiseerde begroting 2017,

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid Aanwezig: Voorzitter: dhr. J. Buzepol Locogriffier: mw. A. van Wees (locogriffier) Leden:

Nadere informatie

Rapport. Zeggen wat je doet en doen wat je zegt

Rapport. Zeggen wat je doet en doen wat je zegt Rapport Zeggen wat je doet en doen wat je zegt Een onderzoek naar de informatieverstrekking door het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer bij de uitbreidingen van een speelveld. Oordeel

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR273160_2. Peilbesluit Alm en Biesbosch

CVDR. Nr. CVDR273160_2. Peilbesluit Alm en Biesbosch CVDR Officiële uitgave van Waterschap Rivierenland. Nr. CVDR273160_2 9 februari 2016 Peilbesluit Alm en Biesbosch De vergadering van hoofdingelanden van het waterschap Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch;

Nadere informatie

Ons kenmerk : l/jwoo Behandeld door : J. Klijn Bijlagen -

Ons kenmerk : l/jwoo Behandeld door : J. Klijn Bijlagen - Stichting Herindeling NEE Burgercomité Goedereede Postbus 224 3253 ZK Ouddorp Aan Provincie Zuid Holland T.a.v. mevrouw I. van Mulligen Commissiegriffier Bestuur en Middelen Postbus 90602 2509 LP Den Haag

Nadere informatie

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater)

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater) 18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater) Bijdrage 1 e termijn Voorzitter, Hoe staat de DOP tegenover het project dierenpark / centrum / theater? Wij zouden er

Nadere informatie

Laat ik voorop stellen dat ook de SP van mening dat er iets moet gebeuren aan het centrum van Kerkrade.

Laat ik voorop stellen dat ook de SP van mening dat er iets moet gebeuren aan het centrum van Kerkrade. Onderwerp: financiële kaders Centrumplan Bijdrage aan het debat van SP Fractievoorzitter Marianne Laumann in eerste termijn. Kerkrade-centrum staat aan de vooravond van de grootste herstructurering in

Nadere informatie

Vragen van mevrouw W. Koning-Hoeve (CDA) over maatregelen calamiteitenberging De Ronde Hoep

Vragen van mevrouw W. Koning-Hoeve (CDA) over maatregelen calamiteitenberging De Ronde Hoep Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 23 februari 2016 Vragen nr. 16 Vragen van mevrouw W. Koning-Hoeve (CDA) over maatregelen calamiteitenberging De Ronde Hoep De voorzitter van

Nadere informatie

OPENBARE BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE STEDE BROEC D.D. 16 MEI 2017

OPENBARE BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE STEDE BROEC D.D. 16 MEI 2017 OPENBARE BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE STEDE BROEC D.D. 16 MEI 2017 Aanwezig: Afwezig: W. van Beek, burgemeester, N. Slagter, B. Nootebos, J. Munnik en

Nadere informatie

OPENBARE BESLUITENLIJST COLLEGE 14 JANUARI 2014

OPENBARE BESLUITENLIJST COLLEGE 14 JANUARI 2014 OPENBARE BESLUITENLIJST COLLEGE 14 JANUARI 2014 : 140101 Staf Corsanummer : 2013.00047 : Besluitenlijst met notulen van de collegevergadering van 6 januari 2014. Samenvatting : : De besluitenlijst met

Nadere informatie

12 Stiens, 28 juli 2014

12 Stiens, 28 juli 2014 12 Stiens, 28 juli 2014 Raadsvergadering: 4 september 2014 Voorstelnummer: 2014/49 Portefeuillehouder: C. Vos Behandelend ambtenaar: Jitske Bosch E-mail: j.bosch@leeuwarderadeel.nl Telefoonnr. : 058-2576668

Nadere informatie

2. Waarom laat het college zich alleen informeel informeren door TAQA?

2. Waarom laat het college zich alleen informeel informeren door TAQA? Gemeentebelangen BES Hans Haring Meidoornweg 141 1871 SM SCHOORL beantwoording schriftelijke vragen fractie GBB inzake waterinjectie Bergemee uitgaand Afdeling : Bedrijfsvoering en Control Ons kenmerk

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 - PS2008MME13-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 6 mei 2008 Nummer PS : PS2008MME13 Afdeling : ECV Commissie : MME Registratienummer : 2008int221948 Portefeuillehouder : Ekkers Titel

Nadere informatie

Doetinchem, 2 juli 2008 ALDUS VASTSTELD 10 JULI 2008. Visie op dienstverlening

Doetinchem, 2 juli 2008 ALDUS VASTSTELD 10 JULI 2008. Visie op dienstverlening Aan de raad AGENDAPUNT 7k ALDUS VASTSTELD 10 JULI 2008 Visie op dienstverlening Voorstel: 1. Vaststellen visie op dienstverlening voor de periode 2008-2015: Wij als organisatie spelen constant in op een

Nadere informatie

Voorstel. Agendapunt. Het Algemeen Bestuur van de BWB. Projectplan Transitie naar waarderen op gebruiksoppervlak 9 november 2018

Voorstel. Agendapunt. Het Algemeen Bestuur van de BWB. Projectplan Transitie naar waarderen op gebruiksoppervlak 9 november 2018 Voorstel Aan Het Algemeen Bestuur van de BWB Agendapunt 6b Onderwerp Datum Projectplan Transitie naar waarderen op gebruiksoppervlak 9 november 2018 Inleiding De deelnemers Bergen op Zoom, Dongen, Etten-Leur,

Nadere informatie

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017 Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017 Geachte commissie, Stichting Bescherming Leefomgeving Ridderkerk Zuid-Oost wil u graag opmerkzaam maken op het volgende. Sympathisanten

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 Rapport Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer 80-2008.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer 80-2008. Dossiernummer 80-2008 OORDEEL Verzoeker De heer en mevrouw B. te Almelo Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer

Nadere informatie

Als stemcijfer wordt getrokken nr. 2, de heer Mark Timmermans.

Als stemcijfer wordt getrokken nr. 2, de heer Mark Timmermans. Agenda Gemeenteraad Besluitvormende raadsvergadering Uitnodiging voor de vergadering op dinsdag 26 april 2016 20:00-23:00 uur, locatie Raadszaal Voorzitter : Ruud Severijns 1 Opening De voorzitter opent

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten Raadsvoorstel Vergadering: : 28 april 2008 Agendanummer : 7 Opiniërende vergadering : 14 april 2008 Portefeuillehouder : L.C.J. Lijmbach Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten Aan de raad,

Nadere informatie

EVALUATIE FUNCTIONEREN COMMISSIE SAMENLEVING 14 formulieren retour AGENDA. 1. Zijn de agenda's en stukken tijdig ontvangen?

EVALUATIE FUNCTIONEREN COMMISSIE SAMENLEVING 14 formulieren retour AGENDA. 1. Zijn de agenda's en stukken tijdig ontvangen? EVALUATIE FUNCTIONEREN COMMISSIE SAMENLEVING 14 formulieren retour Rol Griffie AGENDA 1. Zijn de agenda's en stukken tijdig ontvangen? Ja en neen 13 1 agenda's wel, stukken niet altijd. 2. Zijn de agenda's

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Sector/stafafdeling: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie Samenleving d.d. 3 april 2019 de Raad d.d. 26 maart 2019

Sector/stafafdeling: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie Samenleving d.d. 3 april 2019 de Raad d.d. 26 maart 2019 Gt:MH NHJ ïl I. Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Wethouder Van der Kooi Ter behandeling in de vergadering van: de commissie Samenleving d.d. 3 april 2019 de Raad d.d. 26 maart 2019 Onderwerp: Uitvoeringsnotitie

Nadere informatie

Reglement van orde Rekenkamercommissie Stichtse Vecht

Reglement van orde Rekenkamercommissie Stichtse Vecht REKENKAMERCOMMISSIE De rekenkamercommissie Stichtse Vecht, gelet op artikel 8 van de van de Verordening Rekenkamercommissie gemeente Stichtse Vecht; BESLUIT: vast te stellen het navolgende Reglement van

Nadere informatie

Aanwezig: de heren Ten Brink (voorzitter), Küpers (secretaris-directeur), Batelaan, Douwstra en Sinnema en de dames Heeringa en Hidding (verslag).

Aanwezig: de heren Ten Brink (voorzitter), Küpers (secretaris-directeur), Batelaan, Douwstra en Sinnema en de dames Heeringa en Hidding (verslag). «~~ Besluitenlijst vergadering dagelijks bestuur op 4 juni 2018 Aanwezig: de heren Ten Brink (voorzitter), Küpers (secretaris-directeur), Batelaan, Douwstra en Sinnema en de dames Heeringa en Hidding (verslag).

Nadere informatie

R.T.G. Onderwerp: Jaarrekening 2007, begrotingswijziging , begroting 2009 en beleidsplan KOMPAS

R.T.G. Onderwerp: Jaarrekening 2007, begrotingswijziging , begroting 2009 en beleidsplan KOMPAS Pagina 1 van 5 GEMEENTE NUTH Raad: 27 mei 2008 Agendapunt: 4 Reg.nr: WEBU/2008/4371 R.T.G. AAN DE RAAD Onderwerp: Jaarrekening 2007, begrotingswijziging 2008-1, begroting 2009 en beleidsplan 2008-2009

Nadere informatie

BESLUITENLIJST voor de vergadering van het college van B&W Datum: 12 januari 2016

BESLUITENLIJST voor de vergadering van het college van B&W Datum: 12 januari 2016 BESLUITENLIJST voor de vergadering van het college van B&W Datum: 12 januari 2016 Aanwezig: Afwezig: burgemeester, wethouders Jansen, Varkevisser en Luca en de gemeentesecretaris wethouder Fluitman I.

Nadere informatie

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Persoonsgebondenbudget Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Mevrouw Bergkamp (D66): Voorzitter. Eigen regie en keuzevrijheid voor de zorg en ondersteuning die je nodig hebt, zijn

Nadere informatie

Agendapunt het Algemeen Bestuur van de BWB 5. Vaststelling jaarverslag en jaarrekening 2015 BWB 15 april 2016

Agendapunt het Algemeen Bestuur van de BWB 5. Vaststelling jaarverslag en jaarrekening 2015 BWB 15 april 2016 Voorstel Aan Agendapunt het Algemeen Bestuur van de BWB 5 Onderwerp Datum Vaststelling jaarverslag en jaarrekening 2015 BWB 15 april 2016 Inleiding Bijgaand treft u het jaarverslag en de jaarrekening 2015

Nadere informatie

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 13 februari 2012 Agenda nr: Onderwerp: Vaststellen intergemeentelijke structuurvisie. Aan de gemeenteraad,

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 13 februari 2012 Agenda nr: Onderwerp: Vaststellen intergemeentelijke structuurvisie. Aan de gemeenteraad, Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 13 februari 2012 Agenda nr: Onderwerp: Vaststellen intergemeentelijke structuurvisie Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel Zoals u

Nadere informatie

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 11 december 2006 Agenda nr: Onderwerp: Vaststellen Kaderverordening Subsidieverstrekking Welzijn

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 11 december 2006 Agenda nr: Onderwerp: Vaststellen Kaderverordening Subsidieverstrekking Welzijn Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 11 december 2006 Agenda nr: Onderwerp: Vaststellen Kaderverordening Subsidieverstrekking Welzijn Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Vaststellen vervolgtraject project herinrichting Loswal fase 1

Raadsvoorstel. Onderwerp Vaststellen vervolgtraject project herinrichting Loswal fase 1 Raadsvoorstel Onderwerp Vaststellen vervolgtraject project herinrichting Loswal fase 1 Raadsvergadering 17 december 2009 Agendapunt Portefeuillehouder G.J. Bos Afdeling Ambtenaar Ruimte en Wonen C. Rijnen

Nadere informatie

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 10 november 2015

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 10 november 2015 Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 10 november 2015 1 Onderwerp: Economische kustontwikkeling Flevoland - Lelystad Rijsberman, M. & Lodders, J. 1. De

Nadere informatie

: *14IT026339* Aanvraag uitvoeringskrediet maatregelen in het Markdal

: *14IT026339* Aanvraag uitvoeringskrediet maatregelen in het Markdal Behandelend ambtenaar: P.A.M. Janssen Beleidsveldbeheerder: A. Meuleman Portefeuillehouder: J. van der Aa Ambtenaar aanwezig bij het DT: Ja Zaaknr. : 14.ZK08934/14.B0287 Kenmerk : 14IT026339 Barcode :

Nadere informatie

Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds

Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds Advies over het verschil van mening tussen Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds en FNV (Zorg en Welzijn) en CNV (Zorg & Welzijn) anderzijds, hierna gezamenlijk

Nadere informatie

Voorstel Beschikbaar stellen van een krediet van ,-- ten behoeve van een eenmalige bijdrage in de aanloopkosten van de ICT samenwerking.

Voorstel Beschikbaar stellen van een krediet van ,-- ten behoeve van een eenmalige bijdrage in de aanloopkosten van de ICT samenwerking. Voorbereidende raadsvergadering: 11 oktober 2011 Besluitvormende raadsvergadering: 1 november 2011 Portefeuillehouder: E. Damen AAN DE GEMEENTERAAD Nummer : 2011/46 Datum : 23 september 2011 Onderwerp

Nadere informatie

BELEIDSREGEL DEMPEN SLOTEN WATERSCHAP HUNZE EN AA S

BELEIDSREGEL DEMPEN SLOTEN WATERSCHAP HUNZE EN AA S BELEIDSREGEL DEMPEN SLOTEN WATERSCHAP HUNZE EN AA S Algemeen Bestuur: 17 september 2003 Beleidsregels in de zin van de Algemene wet bestuursrecht De Algemene wet bestuursrecht geeft aan wat onder beleidsregels

Nadere informatie

: 11IT Barcode : aanvraag uitvoeringskrediet voor de projecten 557 en 559, revisie awppompen en elektrische aandrijvingen

: 11IT Barcode : aanvraag uitvoeringskrediet voor de projecten 557 en 559, revisie awppompen en elektrische aandrijvingen Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 11.ZK53487/11.B0431 Kenmerk : 11IT014361 Barcode : 11IT014361 Onderwerp : aanvraag uitvoeringskrediet voor de projecten 557 en 559, revisie awppompen en

Nadere informatie

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST 2: vergaderen Als je lid bent van een studentenraad, vergader je vaak. Je hebt vergaderen met de studentenraad, maar ook vergaderingen met het College van Bestuur en de Ondernemingsraad (OR). Gemiddeld

Nadere informatie

Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming Agenda besluitvormend algemeen bestuur Op 8 april 2009, aanvang 19.30 uur Plaats: bedrijfsrestaurant, Hof van Breda Nummer : *09I000588* Barcode : *09I000588* Agenda agendapunt Portefeuillehouder Onderwerp

Nadere informatie

Langdurig geschil over de renovatie van panden gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum

Langdurig geschil over de renovatie van panden gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum Rapport Gemeentelijke Ombudsman Langdurig geschil over de renovatie van panden gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum 2 augustus 2007 RA0612790 Samenvatting Een huizenbezitter heeft al jarenlang een geschil

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-058 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 15 oktober 2017 Ingediend door :

Nadere informatie

Interne memo. De nadruk ligt dus op de behandeling van de perspectiefnota.

Interne memo. De nadruk ligt dus op de behandeling van de perspectiefnota. Interne memo Aan : Presidium Van : Lenneke van der van der Meer Afdeling : Griffie Datum : Maart 2013 Onderwerp : Behandeling jaarrekening / scenario's voor de toekomst / perspectiefnota en begroting 1.

Nadere informatie

Besluitenlijst college B&W Grave

Besluitenlijst college B&W Grave Vergadering: 2. ADV/G/18/02708 Z/G/17/50225 Bedrijfsvoering Vaststellen besluitenlijst B&W-vergadering van dinsdag 22 mei 2018. De besluitenlijst van de laatst gehouden B&W- vergadering wordt in de eerstvolgende

Nadere informatie

5 november december december 2013

5 november december december 2013 Onderwerp Peilbesluit Purmerend Registratienummer Voorstel In te stemmen met de reactie op de ingebrachte zienswijze zoals beschreven in het Nota beantwoording zienswijzen. Infocentrum Ja Aan het CHI voor

Nadere informatie

Reactienota Voorstel Resultaatbestemming Jaarrekening 2016 Metropoolregio Eindhoven, versie 25 oktober 2017

Reactienota Voorstel Resultaatbestemming Jaarrekening 2016 Metropoolregio Eindhoven, versie 25 oktober 2017 Reactienota Voorstel Resultaatbestemming Jaarrekening 2016 Metropoolregio Eindhoven, versie 25 oktober 2017 De gemeenteraden is gevraagd voor 1 oktober 2017 een reactie te geven. Alle gemeenteraden hebben

Nadere informatie

3 februari Geachte heer, mevrouw,

3 februari Geachte heer, mevrouw, 3 februari 2015 Geachte heer, mevrouw, Hierbij willen wij u onder de aandacht brengen dat in de procedure rondom de besluitvorming van het voltijds hoogbegaafdheidsonderwijs niet juist is gehandeld. Sterker

Nadere informatie

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 3.8 Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: 866092 In D&H: 18-11-2014 Steller: drs. M.J.W. Brederoo In Cie: BMZ 25-11-2014

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-384 d.d. 23 oktober 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. J.W.M. Lenting en mr. E.M. Dil-Stork, leden en mr. E.C. Aarts, secretaris)

Nadere informatie

Rapport. Datum: 6 november Rapportnummer: 2013/159

Rapport. Datum: 6 november Rapportnummer: 2013/159 Rapport Rapport betreffende een klacht over de bereidheid van het Waterschap Brabantse Delta te Breda om in samenspraak met verzoeker te komen tot een oplossing voor de door hem gemelde problemen met de

Nadere informatie

DB-vergadering 27-07-2009 Agendapunt 7. Onderwerp Aanwijzing accountant ten behoeve van controlewerkzaamheden dienstjaar 2009

DB-vergadering 27-07-2009 Agendapunt 7. Onderwerp Aanwijzing accountant ten behoeve van controlewerkzaamheden dienstjaar 2009 DB-vergadering 27-07-2009 Agendapunt 7 Onderwerp Aanwijzing accountant ten behoeve van controlewerkzaamheden dienstjaar 2009 Portefeuillehouder(s) R.L.M. Sleijpen Afdeling Middelen Bestuursprogramma /

Nadere informatie

Ja, zonder beperkingen Innovatieve en excellente stad. DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten 17-04-2012

Ja, zonder beperkingen Innovatieve en excellente stad. DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten 17-04-2012 zaak_id bericht_nummer Collegevoorstel ECONOMIE, CULTUUR EN ARBEID Reg.nr. B&W d.d. 17-04-2012 Openbaar Programma Ja, zonder beperkingen Innovatieve en excellente stad DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d.

Nadere informatie

Tenders Flexibele subsidies 2015: Nieuwe Vrijwilligersorganisaties

Tenders Flexibele subsidies 2015: Nieuwe Vrijwilligersorganisaties Tenders Flexibele subsidies 2015: Tender 4 Flexibele subsidies 2015 - Tender 4 U bent een nieuwe stichting of vereniging die (nog) geen beroep gedaan heeft op, of nog niet in aanmerking kan komen voor,

Nadere informatie

Nr Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016

Nr Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016 1 Nr. 5.16 Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016 Aanwezig: De heer J.B. Wassink, voorzitter raad Mevrouw J. Hofman, griffier Mevrouw C. Oosterbaan, PvdA De heer

Nadere informatie