Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 9 november en 7 december Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

Transcriptie

1 Zaaknr. Kenmerk Barcode : 11.ZK53917 : 11IT : 11IT Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 9 november en 7 december 2011 Aanvang : uur Plaats : Complex Bouvigne, kapel Voorzitter : J. Vos Portefeuillehouder Onderwerp Opmerkingen 1. Opening Mondeling Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming 2. Notulen* en besluitenlijst Notulen en besluitenlijst (inclusief actielijst) van de vergadering van het algemeen bestuur van 12 oktober Besluit: het algemeen bestuur stelt vast de notulen en besluitenlijst (inclusief actie- en toezeggingenlijst) van 12 oktober IT015058, 11IT en 11IT Nota s ter besluitvorming 3a. Schots Dit agendapunt wordt behandeld tijdens het extra opiniërende AB op 16 november 2011 (zie uitnodigingsbrief) 3b. Schots Dit agendapunt wordt behandeld tijdens het extra opiniërende AB op 16 november 2011 (zie uitnodigingsbrief) 3c. Hieltjes Ecologische Verbindingszone Vossenbergsevaart Het projectplan Inrichting Vossenbergsevaart is opgesteld in samenspraak met de gemeente Etten-Leur in het kader van de samenwerkingsovereenkomst Realisatie Natte Ecologische Verbindingszones gemeente Etten-Leur. Het projectplan richt zich op de realisatie van 1,3 kilometer (3,25 hectare) ecologische verbindingszone (EVZ) in combinatie met de inrichting van een waterbergingsgebied van 4,8 ha langs de Vossenbergsevaart. Met de waterberging wordt de wateroverlast bij aangrenzende landbouwgebieden en op benedenstrooms van het plangebied gelegen landbouwgronden verminderd. Besluit: Het algemeen bestuur stemt in met het projectplan "Inrichting Vossenbergsevaart, Definitief Ontwerp, februari IT008236, 11IT en 11IT d. Hieltjes Ecologische Verbindingszone Kibbelvaart Het projectplan "Inrichting Kibbelvaart" is opgesteld in samenspraak met de gemeente Etten-Leur in het kader van de samenwerkingsovereenkomst Realisatie Natte Ecologische Verbindingszones gemeente Etten-Leur. Het projectplan richt zich op de realisatie van 1,6 kilometer Ecologische Verbindingszone (EVZ) langs de Kibbelvaart in Etten-Leur, overeenkomend met een areaal van 3,6 hectare. Daarnaast 11IT008219, 11IT en 11IT015598

2 Portefeuillehouder Onderwerp wordt de EVZ-strook zodanig ingericht dat deze ook ingezet wordt voor waterberging. Tot slot wordt met dit plan ook de kade langs de Kibbelvaart hersteld. Dit is zowel vanuit landschappelijk en cultuurhistorisch oogpunt als vanuit het bestrijden van wateroverlast gewenst. Besluit: Het algemeen bestuur stemt in met het projectplan Inrichting EVZ Kibbelvaart, Definitief Ontwerp, januari Opmerkingen 3e. Hieltjes Verhoging uitvoeringskrediet project Jagersrust Ossendrecht (7985) Sinds 2006 is het waterschap trekker van het project Jagersrust. Dit project behoort tot de kerntaken van het waterschap met betrekking tot waterkwaliteit en -kwantiteit. Daarnaast is dit project onderdeel van het convenant water Brabantse Wal en de tweede bestuursovereenkomst. Het algemeen bestuur heeft een uitvoeringskrediet van ,- beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het deel Heiloop/Moseven. Het gehele project Jagersrust is groter dan het deel Heiloop/Moseven en kan nu met een lagere netto investering uitgevoerd worden doordat voor grondverwerving en het inrichten van de Calvense Bosloop subsidies zijn verstrekt. De verwachtte netto investering voor het waterschap is ongeveer ,-. Om verder te kunnen met het totaalproject Jagersrust is het hogere bruto uitvoeringskrediet nodig. Besluit: Het algemeen bestuur stemt in met een scopewijziging met betrekking tot doelrealisatie en met het verhogen van het, in de kadernota opgenomen, bruto uitvoeringskrediet tot ,-. De reeds toegezegde subsidies bedragen in totaal 3,8 miljoen. 3f. Kallen, Van der Definitief projectplan Ecologische Verbindingszone Gat van den Ham Het ontwerpplan Ecologische Verbindingszone Gat van den Ham dat is goedgekeurd door het dagelijks bestuur van 31 mei 2011 en vrijgegeven voor de inspraak. Hierop zijn drie inspraak reacties gekomen die zijn verwerkt in de inspraaknotitie (zie bijlage 11IT012348). Op basis van deze inspraak ligt er nu voor u een definitief projectplan voor de inrichting van een aantal percelen ten behoeve van de Ecologische Verbindingszones in het gebied Gat van den Ham. Het betreft hier 16,6 ha waarvan 14,5 ha volledig kan worden in gericht. Voor 2,1 ha mist de gemeentelijke bijdrage. Het algemeen bestuur wordt verzocht het definitief projectplan goed te keuren en het benodigde uitvoeringskrediet voor de verwezenlijking van 14,5 ha Ecologische Verbindingszone beschikbaar te stellen. Daarnaast wordt het algemeen bestuur geïnformeerd over de status van de overige 2,1 ha. Besluit: Het algemeen bestuur stemt in met het definitief projectplan van de Ecologische Verbindingszone Gat van den Ham, inclusief de inspraaknota (11IT012348) en besluit tot het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van ,- voor het realiseren van 14,5 ha EVZ. Een krediet van ,- is reeds gevoteerd door het algemeen bestuur in juli IT007647, 11IT012534, 11IT en 11IT IT012350, 11IT012937, 11IT012348, 11IT012504, 11IT en 11IT * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -2-

3 Portefeuille- Onderwerp houder 3g. Schots 2e wijziging Gemeenschappelijke Regeling belastingsamenwerking West-Brabant Het dagelijks bestuur verzoekt het algemeen bestuur om toestemming met betrekking tot de tweede wijziging van de GR BWB. Deze wijziging omvat: de toetreding van de gemeente Alphen Chaam tot de gemeenschappelijke regeling; een verruiming van de periode waarin de deelnemers kunnen reageren op de ontwerp-begroting; een bevoegdheidsbepaling met betrekking tot het vaststellen van een regeling klachtbehandeling. Besluit: Het algemeen bestuur verleent de toestemming, als bedoeld in artikel 1, tweede juncto derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, in verband met de tweede wijziging van de GR BWB. 3h. Schots Waterketenvisie waterschap Brabantse Delta In 2010 is er door waterschap Brabantse Delta in samenwerking met de belangrijkste stakeholders (gemeenten, provincie, Brabant Water, buurwaterschappen, SNB/bedrijfsleven) een waterketenvisie opgesteld. Begin 2011 is deze visie aangescherpt in sessies met het bedrijfsleven en de ZLTO. De visie wordt middels deze nota ter vaststelling aan het algemeen bestuur voorgelegd. In het vervolgtraject dient de visie (na vaststelling) zowel extern als intern te worden gecommuniceerd en gebruikt. Besluit: Het algemeen bestuur stemt in met de waterketenvisie waterschap Brabantse Delta en neemt kennis van het vervolgtraject. 3i. Schots Projectbeheersing binnen het waterschap Binnen de vier sectoren van het waterschap zijn 143 lopende projecten met een totaal kredietvolume van ruim 200 miljoen bezien op mogelijke risico s. Daarbij is de GOKIT systematiek gehanteerd, welke beschreven staat in de onlangs vastgestelde Handreiking Projectmatig Werken. Met name bij de sectoren zuiveringsbeheer en watersystemen is een groot aantal projecten in voorbereiding en uitvoering. Uit de analyse blijkt dat er in totaal 15 projecten zijn waarbij een corrigerende actie vereist is. Het omvat dan veelal administratief/financiële aanpassingen, maar er is in een incidentele situatie sprake zijn van een scopewijziging van het project of geringe kredietoverschrijding welke voorgelegd zal worden aan het AB. Besluit: Het algemeen bestuur stemt in met de bevindingen van deze organisatiebrede analyse op projectbeheersing. Daarnaast stemt het algemeen bestuur in met de voorgestelde verbetermaatregelen binnen de organisatie. 3j. Vos Benoeming leden en plaatsvervangende leden AB-commissies Besluit: Het algemeen bestuur stemt in met de benoeming van leden en plaatsvervangend leden voor de voorbereidingscommissies financiële jaarstukken en watersystemen en met de intrekking van het besluit van 16 maart Opmerkingen 11IT IT en 11IT IT en 11IT IT IT * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -3-

4 Portefeuille- Onderwerp houder 3k. Vos Terugkoppeling MVO campagne en aanscherping MVO-missie De campagne "MVO tussen 1000 oren" is afgesloten. Conclusie is dat MVO nu beter is ingebed in het handelen van de organisatie. Op het verzoek van het dagelijks bestuur is de MVO paragraaf in adviesnota's geëvalueerd. Deze zal worden vervangen door een open paragraaf MVO/Duurzaamheid in combinatie met uitwerking van MVO/Duurzaamheidsdoelstellingen en een bijbehorend actieplan. Tevens wordt een advies gedaan voor aanscherping van de MVO-missie. Besluit: 1. Het algemeen bestuur neemt kennis van de resultaten van de uitgevoerde MVO campagne en de op het verzoek van het dagelijks bestuur uitgevoerde evaluatie van de MVO paragraaf in adviesnota s. 2. Het algemeen bestuur stemt in met de nieuw geformuleerde missie voor MVO zijnde: Het waterschap heeft de ambitie om de principes van maatschappelijk verantwoord ondernemen toe te passen in zijn bedrijfsvoering en wil tevens bijdragen aan de doelstellingen uit het klimaatakkoord. Dat betekent dat het waterschap evenwichtig aandacht geeft aan de belangen van de samenleving (people), het milieu (planet) en de economie (profit). Het bestuur kiest voor vernieuwende oplossingen die zo mogelijk budgetneutraal zijn en binnen zijn kerntaken blijven. Dit vindt plaats door een zorgvuldige afweging van maatschappelijke kosten en baten op de lange termijn. Zo gaan duurzaamheid, innovatie, samenwerking en kostenbeheersing hand in hand. Opmerkingen 11IT Mededelingen (te behandelen op 7 december 2011) 4a. Schots Managementletter Nazending 4b. Schots Besprekingsverslag van de Voorbereidingscommissie Financiële jaarstukken Nazending 4c. Schots Stand van zaken informatieplan Nazending 4d. Vos Bestuursagenda en P&C-cyclus IT015783, 11IT en 11IT e. Vos Achtergrondnotitie Waterberging Volkerak-Zoommeer 11IT f. Dielissen Landgoed Leijkant in relatie tot waterdoelstellingen 11IT g. Schots Analyse kosten centraal versus decentraal zuiveren Nazending 4h. Coppens Kosten aanpassingen sluiscomplexen Nazending * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -4-

5 Portefeuille- Onderwerp houder 5. Ingekomen stukken (te behandelen op 7 december 2011) Opmerkingen 6. Stand van zaken Brand Chemie Pack Moerdijk 7. Rondvraag 8. Sluiting Breda, 27 oktober 2011 * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -5-

6

7 Zaaknr. : 11.zk51828 Kenmerk : 11IT Barcode : *11IT015058* Vergadering algemeen bestuur op 9 november 2011; agendapunt 2 Verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van Waterschap Brabantse Delta d.d. 12 oktober 2011 om uur te Breda, Kapel, Bouvigne. Aanwezig: De voorzitter: J.A.M. Vos De leden: J.J.M. van der Aa, P.A. Aertssen, P.H.M van den Berg, W.J.H. de Boer, R. Boertjes, R.J.M. van den Broek, C.A.A. Coppens, J.H.C. Dielissen, C.B.M.E. Franssen, A.G.J. Haagh, M.P. Hage, J.J.M. van der Heijden, H.B. Hieltjes, E.J.M. de Jong-Stabel, F. Jackson, L.H. van der Kallen, J.J. Kocx, F.C.J. van Noord, H.J.M. Poppelaars, A. Pijnenburg, J.A.J.P. van Riet, Th.J.J.M. Schots, C.G. Schreuders, J.A.M. Slenders, W. Spierings, A.J.C. Vanlaerhoven, B. van der Veer, A.A.F.M. Wijnen, L.C.A. Withagen Afwezig met kennisgeving: A.S. Verdaasdonk De secretaris-directeur: H.T.C. van Stokkom Notulist: H. Mutsaerts van Het Notuleercentrum 1. Opening De voorzitter: Ik open de vergadering en heet u van harte welkom. De heer Verdaasdonk is verhinderd en de heer Hieltjes komt wel, maar zit op zijn minst een uur vast in het treinverkeer. Met dank aan de NS, zo schrijft hij. Mevrouw De Jong komt wat later. Mevrouw Dielissen dat is de held van de dag voor mij - neemt deel aan een calamiteitenoefening in Tilburg, GRIP IV. Omdat ik te ver van huis was, heeft zij die rol van mij overgenomen en is daar nog mee doende. Wij zien wel wanneer zij weer terug is. Wij hebben behoorlijk wat te doen vanavond en verder moet het gebeuren zoals het gebeurt natuurlijk. Wij hebben behoorlijk wat zaken af te wikkelen en wij moeten elkaar daarbij zien te helpen. Spreekrecht: Er heeft zich niemand aangemeld voor het spreekrecht. Primus: Nummer 30, de heer Van der Veer. 2.a. Notulen en besluitenlijst (inclusief actie- en toezeggingenlijst) van de vergadering van het AB van 14 september, 20 september openbaar en besloten 2011 De voorzitter: Er is een wijzigingsvoorstel van de heer Van Riet voor de notulen van 14 september om op bladzijde 20 het volgende aan te vullen waar hij aan het woord is. De zin op de 6 e regel aan te vullen met: Dat vindt hij een wijze opstelling en daarin zal deze fractie u steunen. Ik stel voor deze wijziging over te nemen. Op pagina 3 van de notulen van 20 september stelt de heer Hieltjes voor om, waar hij spreekt over de heer Van den Berg, dit te veranderen in mevrouw Tinka van den Berg De heer Haagh: Voorzitter. Ik denk dat het verstandig is om op bladzijde 6 bij de archiefdienst een opmerking te maken over hetgeen u toezegt, dat het mogelijk is om een overzicht te maken van een contract of deelname en de financiële consequenties. Ik heb een iets uitgebreidere explicietere toezegging ervaren en zou die graag daarbij opgenomen willen zien. Mijn vervolgvraag is of dit dan ook in de actielijst wordt opgenomen. De voorzitter: U geeft aan dat op pagina 6, waar antwoord komt, er ruimhartiger toegezegd zou zijn dat er een overzicht komt van de betrokkenheid en verplichtingen in relatie tot de archiefdiensten. Dan zullen wij die tekst toevoegen en deze toezegging zullen wij toevoegen aan de actie- en toezeggingenlijst.

8 Besloten: Het AB stelt de notulen van 14 en 20 september 2011 met deze wijzigingen vast, evenals de notulen van de besloten vergadering van 20 september 2011 en de besluitenlijst (inclusief actie- en toezeggingenlijst). 3. Nota s ter besluitvorming 3.a. Aquon Verkoop (laboratorium) pand Korte Huifakkerstraat 6 te Breda aan de Gemeenschappelijke Regeling Besloten in de AB-vergadering van 14 september b. Aanvragen uitvoeringskrediet voor Delta Digitaal II De heer Van den Berg: Voorzitter. In de vorige vergadering vergeleek de voorzitter de digitalisering van het waterschap met de ontwikkeling van de stoomtrein. Onze fractie vergelijkt DD-I weliswaar met het risico dat gezegd zal worden: de beste stuurlui staan aan wal - met een stoomschip, om nog specifieker te zijn, met de Titanic met aan het roer Kapitein Vos. Kapitein Vos die blijft volhouden dat het heel goed gaat met zijn schip. Het gaat goed met het digitaliseringsschip, maar Kapitein Vos en zijn DB-officieren vragen wel tonnen extra om het schip bestuurbaar te houden, dat wel, en over een tijdje wordt met zekerheid opnieuw gevraagd om een enorme bijdrage van bijna een miljoen euro ( ) voor de archivering van al hetgeen Kapitein Vos en zijn bemanning op zijn schip beleven. Als wordt gevraagd of het allemaal zo zou moeten gaan, dan antwoordt Kapitein Vos slechts dat dit nou eenmaal de consequenties zijn van de eerdere beslissing om met dit enorme digitaliseringsslagschip van meer dan honderdvijftig meter (150 m) lang door het Markdal te gaan varen. Wij moesten wel gaan digitaliseren, anders pasten wij niet allemaal op het schip, roept Kapitein Vos enthousiast vanuit zijn stuurhut. Als wij Kapitein Vos vragen naar de risico s en de kosten van deze operatie, dan blijven de antwoorden echter heel vaag. Zo wordt door Kapitein Vos opgemerkt dat al varende pas duidelijk is geworden wat de bemanning nu echt nodig had om goed te kunnen werken. Daarnaast meldt Kapitein Vos dat zijn digitaliseringsschip zo vernieuwend is, dat er geen referentieprojecten waren. Maar was dat ook niet zo bij de Titanic? Knap link, denken wij dus. Om uiteindelijk door te kunnen varen vraagt Kapitein Vos opnieuw heel veel geld en zonder dat uitgelegd kan worden of en hoe snel de investering kan en zal worden terugverdiend. Kapitein Vos heeft ook een hele eigen opvatting over rechtmatigheid. Zo beweert hij dat dossiers door DD I rechtmatiger zijn geworden. Dit wordt toch wel heel interessant. In de optiek van onze kapitein zijn er dus gradaties in wat recht is. Er zijn dus volgens het waterschap variaties te maken in rechtheid. Recht kan in de optiek van het waterschap soms ook minder recht zijn, misschien zelfs een beetje krom. Als Kapitein Vos met dit inzicht over recht en krom zijn koers aan het uitzetten is, dan zijn wij heel erg benieuwd naar waar dit schip uiteindelijk terecht zal komen. Hoe het met de Titanic uiteindelijk is afgelopen, weten wij allemaal. Tot het laatst bleven de bouwers en de kapitein volhouden dat de miljoeneninvestering volledig verantwoord was, want de Titanic klopte nu eenmaal van A tot Z. Toch is de Titanic met man en muis vergaan. Het grote verschil tussen de Titanic en dit digitaliseringsslagschip van het waterschap is dat de Titanic niet op volle zee ook nog eens via SOS-signalen vroeg om nog meer geld en dat ook nog eens zonder goed aan te tonen aan de aandeelhouders hoe en wanneer dat zou worden terugverdiend. Het digitaliseringsschip van het waterschap vraagt op volle zee wel om extra geld en dat is echt meer dan zorgelijk. Onze fractie vindt dat onze Kapitein Vos en zijn DBofficieren veel preciezer moeten maken welke besparingen deze digitaliseringsvaartocht door het Markdal nu echt gaat opleveren, omgerekend in keiharde euro s. Totdat dit voor honderd procent (100%) helder is gemaakt, vindt onze fractie dat hulp beperkt moet blijven tot het boven water houden van dit schip, zodat de bemanning deze barre tocht in ieder geval kan overleven. Misschien zijn, gezien de visie van Kapitein Vos op wat recht en krom is, voldoende reddingsboten geen overbodige luxe. Vragen voor dit moment die bij onze fractie leven en die stellen wij vanaf de wal met reddingsboeien in de aanslag, zijn: klopt het dat naast de huidige kredietaanvraag voor DD-II er nog een kredietaanvraag gaat komen voor het zaaksysteem en nog een kredietaanvraag voor de archivering? Zo ja, om welke bedragen gaat het dan bij benadering? Zitten de kosten van de invoering van de digitale handtekening nu in de komende of huidige aanvraag voor DD-1 of DD-II? Zo nee, waar zijn die kosten dan begroot? Ik dacht dat hier een bedrag van om en nabij de honderdvijfenzeventig duizend euro ( ) was gesteld. De heer Jackson: Ik zal het niet zo prozaïsch aanpakken als de heer Van den Berg, maar ik volg hem in grote lijnen wel enigszins. Ook voor onze fractie is inzicht in de kosten eigenlijk onvoldoende. Duidelijk is dat er veel geld nodig is en ook duidelijk is dat wij nog niet weten of het bij dit geld gaat blijven. Ook de garantie dat het project succesvol zal zijn, ontbreekt op dit moment. Normaal gesproken zou je zeggen, hier gaan wij niet mee akkoord, maar er zit al veel geld in en uiteindelijk is de projectdefinitie erg sympathiek en wettelijk gezien enigszins voorgeschreven. Dus als wij nu stoppen, dan zijn wij dat geld kwijt en hebben wij het probleem nog steeds op tafel liggen. Dus wij gaan met kromme tenen akkoord. -2-

9 De voorzitter: Mijnheer van den Berg, u probeert het nu op deze mooie manier. De vorige keer hebben wij er ook al over gesproken. In het weekend hebt u nog een aantal vragen gesteld en die hebben wij naar beste weten beantwoord, maar kennelijk kunnen wij u niet overtuigen en dat vind ik jammer, maar op enig moment moeten wij dat dan maar constateren. Ik heb een absoluut positief beeld bij DD-1 en ik heb helemaal geen beeld van de Titanic. Integendeel. Ik vind het een logische vervolgstap, die wij nu zetten. Uiteraard staat de wereld niet stil en er zullen nog andere stappen gezet moeten worden in de toekomst. Ik denk dat het ijdele hoop is om u in dit traject te overtuigen. Uw concrete vraag van vanavond, de ZTC en de archivering zitten nu niet in het voorstel en ik neem aan dat daar nieuwe voorstellen voor komen met nieuwe daarbij behorende kredieten. Ik kan niet vooruitlopen op de omvang, want het zijn eigenstandige besluiten, die het AB op dat moment kan nemen. De digitale handtekening zit wel in het voorstel, maar het zaaksysteem zit er niet in. De heer Van Stokkom: De ZaakTypeCatalogus dat de basis is voor een zaaksysteem, zit er wel in. Dat kunt u ook zien in de tabel op pagina 5. Daaronder staat dat er tweehonderd duizend euro ( ) geschat wordt voor het te zijner tijd, in 2013, aanschaffen van het zaaksysteem. De archivering van een komma een (1,1) zit er niet in. Tweede termijn De heer Van den Berg: Voorzitter. Het waterschap heeft een hoop vragen beantwoord, waarvoor overigens nog dank. Onze fractie is op één punt zeker niet overtuigd en dat komt omdat het waterschap volhardt in het niet maken van een echte business case. In het bedrijfsleven wordt bij een investering een voorspelling gedaan over hoe men dat gaat terugverdienen en wat het opbrengt. In euro s heeft dit waterschap dat gewoon niet gedaan. Ik begrijp dat dat er ook niet inzit bij dit waterschap, want u zegt, wij hebben naar alle eer en geweten antwoord gegeven. Onder protest moet ik mij daarbij neerleggen. Ik vind het niet meer dan normaal dat bij dit soort enorme bedragen - waarbij u ook nog aan het AB aangeeft dat er in de toekomst nog enorme verzoeken om geld zullen bijkomen en dan gaat het over het zaaksysteem en archivering en dat zijn zeker bedragen boven de een miljoen euro ( ) - wij samen de balans op dit moment zouden moeten opmaken. Door de beperktheid van de antwoorden van het waterschap kan ik op dit moment niet overzien wat nou de echte winst is en dan heb ik het over euro s. Wat gaan wij nou verdienen? Ik heb ergens gelezen dat er 4 fte die bovenformatief zijn, bespaard worden, maar zelfs dat is in euro s niet aangeduid en dat had ik wel gewild. Ik maak daar namens mijn fractie ernstig bezwaar tegen. Ik begrijp ook dat dit een schip op stoom is en dat wij door moeten gaan, maar ik kan mij er niet bij neerleggen om hier zomaar in een keer mee akkoord te gaan. Ik maak mij wel degelijk grote zorgen. Het schip zal niet meteen zinken, denk ik, maar ik vind dat het DB zich hier te gemakkelijk vanaf maakt. Ik verzoek nogmaals om een echte financiële onderbouwing van wat wij hier aan het doen zijn. Wat is nou de besparing voor de belastingbetaler? Daar gaat het uiteindelijk om. En dat u daarnaast nog een aantal effectieve voordelen kunt opnoemen, zoals sneller werken, effectiever en rechtmatiger werken, dat zal allemaal wel, maar ik zou het ook wel eens in harde euro s willen horen. Mevrouw Pijnenburg: Voorzitter. Ik moet eerlijk zeggen dat bij ons de kennis onvoldoende aanwezig is om hier inhoudelijk goed naar te kijken. Wij missen voor een stukje ook wel het financiële inzicht. Wij denken dat het een stap is die nu gezet moet worden, maar wel met de oproep om er kort op te zitten in de zin van de zaak goed volgen, gezien de missers die eerder gemaakt zijn en in de management rapportage naar voren komen, evenals op Unie-niveau, dat in het besloten deel nog aan de orde komt. Daar zitten toch een paar overeenkomsten, dus zit er kort op en probeer het zo goed mogelijk in de vingers te houden om de sturing erop te houden. Ons ontbreekt voldoende kennis en inzicht om het goed te kunnen beoordelen. Mevrouw Franssen: Voorzitter. Ik sluit mij even aan bij wat de heer Van den Berg zegt. Ik wil graag onderstrepen dat wij een versmarting vragen van de manier waarop u dit soort vragen presenteert. Dat zou voor ons goed werken eerlijk gezegd. Wij worstelen met het feit dat er een behoorlijk bedrag gevraagd wordt, want zeven ton ( ) is niet niks. Het wordt ook nog eens intern gebruikt en u moet dan aan kunnen tonen wat ons dat gaat opleveren als waterschap. Hoe verdienen wij het terug en dan graag met tijden en rugnummers erbij, zoals ze dat tegenwoordig zeggen. U formuleert op pagina 3 de vraagstelling en op die vraag zou ik graag een antwoord willen hebben. U vraagt: Hoe kan de projectscope zodanig worden gewijzigd dat de kwaliteitsverbeteringsslag in digitaal en zaaksgewijs werken en archiveren gerealiseerd wordt en er tevens fundamentele stappen worden gezet om de dienstverlening naar burgers en bedrijven te verbeteren. Dat is een hele goede vraag en daar willen wij graag een antwoord op hebben met daaraan gekoppeld het effect voor deze organisatie. Wij digitaliseren volgens mij om de organisatie zo optimaal mogelijk te laten functioneren, zodat er meer mogelijkheden zijn om samen te werken en om de dienstverlening naar burgers zo goed mogelijk te laten zijn. Als dat het doel is en u kunt dat aantonen, dan denk ik dat wij weinig problemen hebben met uw aanvraag. -3-

10 De heer Van Riet: Voorzitter. De vorige keer heeft deze fractie Gezond Water al nadrukkelijk gevraagd of wij zelf het wiel aan het uitvinden zijn. Het antwoord daarop was ja, dat is zo, want wij zijn koploper in de waterschapswereld en daarom moeten wij dat doen. Ik moet dat antwoord accepteren. Deze fractie blijft benadrukken dat u goed om u heen moet blijven kijken, want hoe complex het hier ook lijkt, onderwerpen van digitale archivering en elektronische handtekeningen en ZaakTypeCatalogus zijn natuurlijk niet onderwerpen, die alleen in de digitale waterschapswereld opduiken. Bij elke overheid die met administratie te maken heeft, worstelt men met dezelfde problemen. Fractie Gezond Water blijft benadrukken dat u goed om u heen moet blijven kijken, waar u kunt leren zonder zelf het wiel te hoeven uitvinden. In het kader van een betere dienstverlening hebben wij gevraagd om goed te kijken naar de manier, waarop op dit moment de agendaonderwerpen op de website gepresenteerd worden. Dat is een enorme brij, waarin de gewone burger zijn weg niet kan vinden. Gelukkig hebben wij gezien dat in de vorige vergadering besloten is om dat op te pakken als actiepunt en daar zou op 12 oktober een antwoord op komen. Daar zijn wij erg benieuwd naar. Dit gezegd hebbende, steunen wij dit voorstel en gaan wij ervan uit dat wij kunnen vertrouwen op de opmerkingen, die gemaakt zijn door het DB. De heer Van Noord: Voorzitter. Ik moet eerlijk zeggen dat ik thuis niet veel verder gekomen ben dan Roodkapje, dus misschien wil de heer Van den Berg zijn talenten in een bredere kring gebruiken. Onze fractie vindt het een hoop geld, maar wij zijn ervan overtuigd dat verdergaande digitalisering voor het waterschap zeer noodzakelijk is. Wij zien het als een soort hamer bij een timmerman. Natuurlijk is van belang om uitgaven en het goed toepassen goed in de gaten te houden, maar wij zijn ervan overtuigd dat het DB dat gaat doen. Onze fractie wil dit voorstel dan ook steunen. De voorzitter: Mijnheer Van Riet, de toezegging dat die vraag vanavond al beantwoord zou worden, dat zal wel beschreven staan, maar ik heb geen antwoord, dus in die zin moeten wij kijken wat er dan gebeurd is. Ik neem meteen aan dat het ergens staat. De heer Van Riet: Actielijst bestuur, versie 14 en 20 september: AB informeren over mogelijkheden gebruikersgemak bestuursstukken op internet. AB 12 oktober U hebt het opgeschreven. De voorzitter: Ongetwijfeld! Ik heb even geen antwoord. Ten aanzien van uw betoog rondom de koploperspositie, heb ik de vorige keer aangegeven dat wij wel in de kop willen zitten, maar niet per se koploper willen zijn. Daarom willen wij ook een aantal dingen niet eerder aanschaffen dan wanneer wij daar vertrouwen in hebben. Wij stellen het zaaksysteem nu uit om te bereiken dat wij wel meegaan, maar niet altijd per se de eerste willen zijn. Mevrouw Franssen, u verrast mij met uw redelijk fundamentele vragen na twee vergaderingen, vier ronden en twee schriftelijke vragenronden. Wij hebben geprobeerd om de vraag die u citeert, in de nota zelf te beantwoorden. Als u dat de volgende keer scherper wilt, dan is dat goed begrepen. Wij proberen aan te geven dat het enerzijds de vier formatieplaatsen betreft en anderzijds een stuk klantgerichtheid, gebruikersvriendelijkheid, snelheid en rechtmatigheid. Mevrouw Franssen: Mag ik daar nog even op reageren? Dat is ook een prima aanzet, dat probeer ik aan te geven. Het zou verstandig zijn om dat in de toekomst wat concreter te maken. Er worden heel veel woorden gebruikt om de zaak te omschrijven, terwijl ik de heren Van den Berg en Jackson hoor vragen om concreet in cijfers aan te geven hoeveel het gaat opleveren. Ik begrijp ook wel dat dat niet altijd kan, maar wij realiseren ons als fractie wel dat wij met heel veel geld van de mensen die dat moeten opbrengen, zitten te functioneren en dat willen wij zo optimaal mogelijk ingezet hebben. Ik denk dat het de taak is van het DB om ons zo goed mogelijk te informeren. Het is een hele lastige zaak. De voorzitter: Waar ik last van heb is dat u na twee vergaderingen dit betoog helemaal op het laatst houdt. Mevrouw Franssen: Ik begrijp het, maar ik merk dat er in deze vergadering nog steeds onbegrip is en dat het nog niet duidelijk is waar het geld precies voor dient en wat u ermee gaat doen. Ik denk dat wij het daarover toch met elkaar eens moeten zijn. De voorzitter: Mijnheer Van den Berg, in eerste instantie heb ik u beantwoord. Ik heb niet veel mogelijkheden om er nog iets aan toe te voegen. Ik wil het voorstel in stemming brengen. Wie is tegen het voorstel? Iedereen stemt voor. De goed begrepen boodschap is meegenomen. Besloten: Het AB stemt in met het ter beschikking stellen van het uitvoeringskrediet van Delta Digitaal II en de ZaakTypeCatalogus ten bedrage van totaal zevenhonderd vijftigduizend euro ( ), teneinde een doorontwikkeling te kunnen maken in digitaal en zaaksgewijs werken en archiveren. Met dit besluit stemt het AB tevens in met de scopewijziging van de oorspronkelijke projectonderdelen, die in de kadernota zijn vastgesteld. 3.c. Aanpassing Belastingstelsel waterschappen -4-

11 Besloten in de AB-vergadering van 14 september d. Investeringsvoorstel AWZI bij SNB De heer De Boer: Voorzitter. Ik val gelijk met het slechte nieuws op de mat, want onze fractie kan dit voorstel niet steunen. Het is jammer dat wij dat moeten constateren, want maatschappelijk gezien is het gewoon een heel goed voorstel. Er valt veel milieuwinst te behalen en het is toekomstgericht. Wat bij ons de balans naar de andere kant doet doorslaan, is het financiële nadeel voor ons waterschap. Wij constateren dat alle deelnemende waterschappen er financieel voordeel bij hebben en dat het alleen voor ons waterschap een financieel nadeel oplevert en wel structureel. In de nota staat het aandeel aangegeven als circa tweehonderd duizend euro per jaar ( ). In de management letter III wordt over andere cijfers gesproken, want daar staat een inkomensderving vermeld van driehonderd zesendertigduizend euro ( ) tot vierhonderd tachtigduizend euro ( ). Die getallen sporen dus niet met elkaar en wij vragen u apart in te gaan op wat nou precies het nadeel is. Vanuit het solidariteitsbeginsel vinden wij dat wij van de andere waterschappen een bijdrage mogen verlangen in onze frictiekosten en die zit er nu niet in. Wij zien dit niet als dat wij het DB af willen vallen, maar als een soort steun in de rug om toch opnieuw aan de onderhandelingstafel te gaan met de andere waterschappen, om te proberen een deel van de frictiekosten terug te halen. Hierdoor wordt hun voordeel iets kleiner en ons nadeel vermindert evenredig. Dan vinden wij het meer in balans met elkaar. In de voorliggende vorm kunnen wij het niet steunen. Mevrouw Franssen: Voorzitter. Wij worstelen eerlijk gezegd ook met dit voorstel. Wij zitten ook met de manier van kostentoedeling aan de verschillende waterschappen en wij zijn ook kritisch over SNB an sich, want wij denken dat er verder nagedacht moet worden over hoe wij het slib dat daar aangevoerd wordt, eigenlijk moeten verwerken. Wij vragen ons af of slibverbranding tot in de toekomst ook wel een methode blijft, die houdbaar en duurzaam is. Aan de andere kant weten wij dat waterzuivering een kerntaak is van dit waterschap. Wij zitten dus in een spagaat, zoals dat dan heet. Wij willen vooralsnog het voorstel wel steunen, maar met de aantekening dat wij uitermate kritisch staan tegenover de financiële verdeling en de gehele financiële onderbouwing van het geheel. De heer Withagen: Voorzitter. Wij erkennen de meerwaarde voor de keten van deze slibverbrandingsinstallatie. Wij denken dat an sich zowel voor de keten als totaal, als de meerwaarde voor SNB en zijn partners te verdedigen valt. Objectief gezien een goede investering, vanuit technisch en maatschappelijk standpunt. Maar hoe kunnen wij dit verkopen naar de achterban in ons werkgebied? Onze fractie heeft erover gedubd en wij zijn tot de conclusie gekomen dat het nabije verleden, maar ook de nabije toekomst van alle waterschappen vraagt dat wanneer zij meer en meer gedwongen worden tot steeds meer samenwerking en onze visie is dat wij steeds meer gedwongen zullen worden om samen te werken een van de kreten daarbij om dat goed te laten verlopen, solidariteit zal dienen te zijn. Als wij denken aan het HWBP en de gelden die daarmee gemoeid zijn, actie Storm, als wij kijken naar wat er rond de muskusrattenbestrijding is gebeurd, dan zullen allerlei waterschappen met elkaar moeten gaan samenwerken en wij denken dat een goede interne compensatieregeling respectievelijk frictiekostenregeling daarbij noodzakelijk zijn om werkelijk naar elkaar toe solidair te kunnen zijn. Als wij vooruit willen op technisch gebied en in de relatie met de centrale overheid en bij alles waartoe wij verplicht worden, dan zullen waterschappen de solidariteit hoog in het vaandel moeten schrijven. Daarom zouden wij u als fractie willen verzoeken en wij hebben dat al doorg d aan onze partners - om dit voorstel vandaag niet in stemming te brengen, maar opnieuw een poging te wagen om bij de partners waar het om gaat, tot een compensatieregeling of frictiekostenregeling te komen, waarvan wij als AB de uitslag kunnen afwachten en hierover eventueel in december kunnen besluiten. Ik moet niet zeggen het DB, want een aantal DB-leden zit in het bestuur van die organisatie, maar om alsnog te proberen om een compensatie- of frictiekostenregeling in de wacht te slepen. De heer Kocx: Voorzitter. Grotendeels kan onze fractie zich aansluiten bij wat de vorige fracties gezegd hebben. Ook wij hebben in die spagaat gezeten. Aan de ene kant is het maatschappelijk gezien een goed project, maar financieel gezien voor ons waterschap een uitermate slecht project. Er wordt gezegd, tweehonderd ( ) tot tweehonderd vijftigduizend euro ( ) per jaar nadeel, maar dat zou best nog iets meer kunnen zijn. De installatie gaat tien jaar mee, dus het kost in tien jaar tussen de twee ( ) en tweeëneenhalf miljoen euro ( ). Bovendien wordt in het stuk geschreven dat indien de investering alsnog hoger uitvalt, aanvullende besluitvorming nodig is. De kans dat het meer gaat kosten, is dus aanwezig en dat zou betekenen dat ons nadeel nog groter wordt. Los daarvan is zo n zinsnede niet handig, want het zou betekenen dat wij nu een akkoord geven en misschien over een jaar of anderhalf jaar aanvullende besluitvorming moeten hebben om alsnog meer te investeren, waarbij wij op dat moment al niet meer terug kunnen. Ik zou zeggen, mocht het alsnog doorgaan, dan zul je dat zeker eerst moeten afstemmen. Dat je geen ja roept, voordat je zeker weet hoeveel je gaat uitgeven. Dat alles meenemende in die spagaat, adviseert onze fractie om te kijken naar een frictiekostenregeling. Wij hebben hier in het -5-

12 verleden met allerlei partijen regelingen gehad en daar zat bijna altijd een frictiekostenregeling in. Wij droegen daar bijna altijd aan bij. Nu vinden wij dat wij dat zelf een keer moeten hebben en nu geven de andere partners niet thuis. Helaas zullen wij het voorstel zoals het er nu ligt, niet steunen. Mevrouw De Jong: Voorzitter, ik had in eerste instantie mijn hand niet opgestoken, maar ik verbaas mij over wat hier nu allemaal gebeurt. Wij als Water Natuurlijk hebben zeer intensief naar dit voorstel gekeken, al in de vorige vergadering, en wat ons in dit voorstel enorm aansprak en het is de eerste keer dat wij dit meemaken, is dat er een voorstel is, waarbij de maatschappelijke kosten hoger zijn dan in eerste instantie. Op pagina 2 in de 3 e alinea staat duidelijk beschreven dat SNB en Waterschap Brabantse Delta gezamenlijk tot de conclusie zijn gekomen dat de variant biologische stikstofverwijdering, et cetera, een prima situatie is in deze maatschappij en dat wij door deze andere manier van werken en de manier waarop wij op dit moment in de maatschappij staan, het begrip duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan. Als dit voorstel naar het AB komt, dan kunnen wij als Water Natuurlijk niet anders dan dit voorstel steunen. Op pagina 3 staat het netto nadeel en dat is inderdaad een nadeel. Het verbaast mij dat ik van het CDA hier te horen krijg ik noem het nu expliciet, maar het is niet mijn manier van werken en manier van doen dat wederom gesteld wordt dat dit binnen de coalitie al besproken is en dat zij het er niet mee eens is. De heer Withagen: Bij interruptie, voorzitter, ik heb niet gesproken met coalitiepartners. Dat woord heb ik ook niet gebruikt. Mevrouw De Jong: Jawel, u hebt gezegd, binnen de coalitie hebben wij een mail rondgestuurd. De heer Withagen: Nou, dat is toch niet bespreken? Mevrouw De Jong: Als het over het taalkundige aspect gaat, dan kunnen wij nog wel even verder gaan en dat geldt ook voor belerend. Ik vind het zeer jammer dat wij op deze manier met elkaar van gedachten moeten wisselen over bepaalde voorstellen. Wij als Water Natuurlijk en dat zal misschien heel vreemd zijn - staan achter dit voorstel. De heer Van Riet: Voorzitter. Ik begrijp dat wij een uitgebreide eerst ronde krijgen, want ik had mijn hand in eerste instantie ook niet opgestoken, maar ik wil graag even reageren op wat hier in eerste termijn gezegd is. De voorzitter: Dat is een rare opmerking die u maakt, want wij hebben de afspraak dat wij dat niet zouden doen, maar omdat u zo nadrukkelijk uw hand opstak, heb ik u het woord gegeven en dan moet u dat niet terug gaan kaatsen. De heer Van Riet: Oké. Ik wil graag de kans grijpen om even te reageren op wat hier in eerste termijn gezegd is. Met name Ons Water West-Brabant breed heeft heel duidelijk alle maatschappelijke voordelen hiervan uitgemeten en het CDA heeft dat ondersteund. Waar je verwacht dat zij dit voorstel zouden steunen in het kader van de doelen van het waterschap, komt aan de orde dat wij tweehonderd duizend euro ( ) gaan missen. Waarom? Dat waren boetes op vervuiling. Dit waterschap staat ervoor om schoon en gezond water te krijgen. Hier wordt een vervuilingsbron opgeheven, dus dan zou dit waterschap en dus ook de coalitie, de meerderheid, er trots op moeten zijn dat wij daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Of zijn wij zover dat wij verslaafd geworden zijn aan boetes en daarom een maatschappelijk verantwoord voorstel voor technische innovatie, schoner water, niet meer durven te steunen? Deze fractie vindt het in ieder geval een goed voorstel en zal dat steunen. Ik begrijp dat ook het DB in een spagaat zit, want met zo n coalitie heb je geen oppositie meer nodig. De heer Aertssen: Voorzitter, ook ik had mijn hand niet opgestoken, omdat het voor mij vrij helder was dat wij dit voorstel zonder meer konden steunen en ik hier alleen in tweede termijn iets over wilde zeggen, aanvullend even. Ik constateer dat er een merkwaardig spel wordt gespeeld vanavond en dat noopt mij ertoe om toch in eerste termijn het woord te vragen. Op de eerste plaats hoor ik net en men moet dat maar bevestigen dat er mails zijn rondgegaan om dit voorstel niet te behandelen of in stemming te brengen, maar wij hebben hier als fractie van de PvdA niets van vernomen. Voorts constateer ik dat als de heer Withagen een voorstel doet, hij eigenlijk een ordevoorstel inbrengt en ik denk dat wij daar eerst over moeten stemmen. Het is een voorstel van orde om vanavond niet over te gaan tot besluitvorming over dit voorstel. Ik wil daar graag helderheid over. Wij kunnen verder discussiëren, maar als voorgesteld wordt om het van de agenda te halen, dan moeten wij daar eerst over stemmen. De voorzitter: Daar hebt u op zich gelijk in, maar ik heb het niet als een ordevoorstel verstaan, maar als onderdeel van zijn debatinbreng. Ik stel voor dat het DB nu reageert. Ik heb geen ordevoorstel gehoord. De heer Aertssen: Laat de heer Withagen zeggen wat hij bedoelt. -6-

13 De voorzitter: Als voorzitter interpreteer ik het en ik heb het gezien als bijdrage in het debat en niet als een ordevoorstel. Ik heb er geen behoefte aan om de heer Withagen daarom te vragen. Als hij dat niet in tweede instantie doet, dan gaat het gewoon door. De heer Schots: Voorzitter. Dames en heren, ik zal proberen om ondanks uw tamelijk eensgezind lijkende houding ten aanzien van dit voorstel - hoewel niet unaniem - toch nog eens de argumenten van het DB van de vorige vergadering te herhalen, waarom wij toen en ook nu nog steeds achter dit voorstel staan, zoals wij dat bij u op tafel gelegd hebben, want dat hebben wij ook niet zomaar even tussen neus en lippen door gedaan. Als je naar dit voorstel kijkt, dan kun je dat op een aantal aspecten beoordelen en tegen het licht houden. Al die aspecten moet je in je eindafweging betrekken om uiteindelijk een conclusie te trekken van hoe wij tegen die investering aankijken. Ik begin met het voorstel op zichzelf als technisch voorstel. Daarvan hebt u allemaal aangegeven dat u daar hartgrondig achterstaat, omdat wij op het gebied van milieu- en maatschappelijke kosten een buitengewoon interessant project bij de kop hebben. Daar is voor zover ik het heb kunnen beluisteren, nauwelijks verschil van mening over en daar ben ik in elk geval blij mee. Voor de SNB betekent dit voorstel en dus voor ons als aandeelhouder in SNB, dat wij een substantiële bijdrage leveren aan duurzaamheid en SNB in de gelegenheid stellen om op haar lokale milieugebied in de fabriek in Moerdijk en omstreken een paar buitengewoon serieuze stappen vooruit te maken om knelpunten op te lossen, die zich manifesteren in de huidige situatie en die wij als vergunningverlenende autoriteit op basis van een tijdelijke verruiming van de vergunning gelegaliseerd hebben. Het voorstel brengt een geweldig milieurendement met zich mee en dat vindt u financieel afgewogen terug in de maatschappelijke kostenbesparing, die in het document van SNB uitvoerig is toegelicht. Als wij bedrijfseconomisch naar het voorstel kijken, dan is het voor SNB een voldoende rendabele investering en het voldoet aan de criteria, die aan dit soort projecten gesteld worden in termen van terugverdientijd en rentabiliteit en ik denk ook dat vanuit die optiek het voorstel de bedrijfseconomische toets der kritiek kan doorstaan. Als wij kijken vanuit onze optiek naar de bedrijfseconomische kant, dan komen wij op het gevoelige punt, waar u bijna allemaal in meer of mindere mate over struikelt. In de vorige vergadering heb ik dit punt omstandig uit de doeken gedaan en daar zijn wij als DB niet zomaar lichtvoetig overheen gestapt. Bij de voorbereiding van het project ben ik zelf betrokken geweest - samen met de verantwoordelijke procestechnologen van dit waterschap en het hoofd van de sector Zuiveringsbeheer - en toen hebben wij ook over de bedrijfseconomische merites van het verhaal met SNB - u mag aannemen dat ik op dat gebied wat zwaarder ingebracht heb dan op het gebied van de technologie, ik zou niet durven - buitengewoon serieus gesproken. Dat is niet zomaar de laatste vijf minuten van de laatste bespreking geweest, voordat dit voorstel op tafel kwam, maar dat heeft een serieuze hoeveelheid tijd gekost, waarbij met de diverse gremia van SNB tot en met de president-commissaris toe dit punt van Waterschap Brabantse Delta is besproken en onderkend. Zoals ik u de vorige keer al gezegd heb, heeft dat helaas het is niet anders, ik heb er mijn uiterste best voor gedaan - niet geleid tot bereidwilligheid bij de andere aandeelhouders van SNB om in deze situatie een compensatie aan Brabantse Delta toe te staan. Daar zijn ook een aantal argumenten voor aangedragen, die deels hun oorsprong hebben in het verleden, waar in vergelijkbare situaties ook andere aandeelhouders geen compensatie gekregen hebben. Die discussie is op een gegeven moment beëindigd met de conclusie helaas zeg ik erbij - dat hetgeen wij voor ons waterschap beoogden op dat punt, niet hebben kunnen binnenhalen. Het derde punt waar je naar moet kijken, is het strategische belang van deze investering, maar dan gezien in een bredere context van ons samenwerkingsverband in de slibverwerking Noord-Brabant, samen met een inmiddels al weer toegenomen aantal aandeelhouders. Die samenwerking is van strategische betekenis. Mevrouw Franssen heeft in haar eerste termijn aangegeven dat haar fractie wat vragen heeft bij SNB as such, los van deze investering, waar moet het met SNB naar toe? Ik breng u in herinnering dat twee jaar geleden een strategienota van SNB ook op onze tafels gelegen heeft, waarin de aandeelhouders van SNB nadrukkelijk de strategie die de directie van SNB toen heeft voorgesteld, geaccordeerd hebben. Dat betekent dat SNB zich richt op slibverwerking, maar ook kijkt naar andere valorisaties en optimalisaties binnen de slibverwerking. Dat heeft inmiddels ook een vervolg gehad in de zin dat wij met dit voorstel komen. Dit voorstel is een onderdeel daarvan. Wij hebben in ander verband in deze vergadering al eens gewezen op de gehele fosfaatterugwinning, dat een project is waar SNB op dit moment naar kijkt en dat gezien de toenemende schaarste van fosfaat als primair product in de wereld, onze reststoffen een steeds hogere waarde geeft en investeringen om de fosfaten daaruit terug te winnen, steeds rendabeler maakt. Ook daar kijkt SNB op dit moment naar. De aandeelhouders hebben inmiddels een overleg op ambtelijk bestuurlijk niveau met elkaar, dat wij het Strategisch Slibketenoverleg noemen, waar wij met elkaar kijken naar waar het met de slibverwerking en slibvalorisatie en het optimaliseren van andere reststoffen in de toekomst naar toe moet en welke rol SNB en de waterschappen daarin spelen en in welke mate wij het elkaar gemakkelijk of moeilijk maken, want in de ketensamenwerking kom je geheid punten tegen die voor de een gunstiger zijn en voor de ander wat minder gunstig. De keer erop is het weer anders. De ketensamenwerking is iets wat een langjarig perspectief heeft. Dat geldt niet alleen voor de slibketen, maar ik meld ook maar even dat wij soortgelijke dingen in samenwerking met gemeenten hebben, als het over het waterketenbeheer gaat. De hele Actie Storm die tot verdere samenwerking van waterschappen en andere overheden geleid heeft of nog gaat leiden, vertoont trekken van dezelfde aard. Ik zeg dat, omdat ketensamenwerking tussen partners - en -7-

14 als ik even terugga naar SNB, tussen de huidige aandeelhouders van SNB en potentiële toetreders - van kardinaal belang is om dat tot een succes te maken. Dat gaat niet werken als een van de partijen toevallig een grotere partij zoals wij op een onderdeel, zoals dat vandaag toevallig langskomt, afhaakt, omdat een investeringsvoorstel dat op een essentieel criterium voor dit waterschap en dat onderschrijf ik ook helaas niet aan onze wensen voldoet, afgewezen zou moeten worden. Samenvattend is het standpunt van het DB dat, als wij alle aspecten afwegen, de milieutechnische en maatschappelijke voordelen en het strategische belang van samenwerking met SNB en de partners in SNB in een groeiend perspectief - want er zullen zeker meer partners bij komen - tegen het nadeel dat er onmiskenbaar voor dit waterschap zit (dat wil ik ook niet wegpoetsen en wij hebben er ons uiterste best voor gedaan om dat weggepoetst te krijgen, maar dat is niet gelukt), wij het niet verstandig achten de strategische samenwerking van Brabantse Delta met de andere partners in SNB in de waagschaal te stellen. Ik verzoek u dit nadrukkelijk in uw overwegingen mee te nemen, voor zover dat nog niet gebeurd is, want ik denk dat de samenwerking in SNB op een buitengewoon kritisch en moeilijk punt naar de toekomst aankomt, als het gaat over dit investeringsvoorstel. Ik denk nogmaals dat wij dit strategische belang zwaar moeten laten wegen in de totale weging. Het DB wil dit voorstel graag handhaven. De heer De Boer: Voorzitter, voordat u aan de tweede termijn begint, de heer Schots heeft mijn vraag niet beantwoord en die vind ik wel heel belangrijk. Dat is namelijk vaststellen hoe groot het jaarlijks netto nadeel is. Er circuleren verschillende cijfers. In deze nota staat een bedrag genoemd van netto tweehonderd duizend euro ( ), maar ik wijs op bijlage 6 van de management letter, want daar staan hele andere getallen. Ik denk dat het belangrijk is om in deze vergadering het vertrekpunt goed vast te stellen. Daar staan veel hogere getallen. Op de laatste pagina van de management letter staan bedragen van driehonderd zesendertigduizend ( ) tot vierhonderd tachtigduizend euro ( ) als inkomstenderving. De heer Kocx: Voorzitter, mijn vraag is ook niet beantwoord. Ik heb gesteld dat in het stuk staat dat mocht het duurder worden, er aanvullende besluitvorming nodig is. Mijn vraag was, hoe zeker is dat wat wij nu uitgeven, alles is of als er nog meer bijkomt, ons nadeel dan groter wordt. Of kunnen wij dan alsnog terug? De voorzitter: Ik schors de vergadering voor een paar minuten. Ik heropen de vergadering en ik vraag de portefeuillehouder de twee vragen concreet te beantwoorden, zodat wij aan de tweede termijn kunnen beginnen. De heer Schots: Voorzitter. De vraag van de heer De Boer. Datgene dat in de management letter staat genoteerd, is de bruto opbrengstenderving, die het waterschap oploopt als gevolg van het verminderde aantal VE s, dat daar genoemd staat. Dit investeringsvoorstel betekent daarnaast dat de operationele kosten van SNB lager worden en dat ons deel in de kosten van de slibverwerking ook lager wordt. In het investeringsvoorstel en in de nadelenparagraaf, is het netto nadeel voor Brabantse Delta vermeld, dus dat is het bruto stuk van de VE s, dat u in de management letter hebt gevonden tegenover het operationele voordeel dat Brabantse Delta heeft, omdat dit investeringsvoorstel de operationele kosten bij SNB naar beneden brengt. In antwoord op vragen van de heer Kocx, in de nota is een range voor het investeringsbedrag aangegeven, afhankelijk van de mate waarin de technologie doet wat zij moet doen of dat wij terug moeten vallen naar een wat duurdere variant. Dat is de investeringsmarge, die sowieso in het voorstel zit en die is ook aangegeven in het document. Natuurlijk is het zo en dat geldt ook voor investeringen in dit waterschap, dat wanneer je een krediet- of investeringsvoorstel goedkeurt in SNBomgeving, je dan zegt: dit is het investeringskrediet. Zeg nooit nooit, dat er nog eens een keer iets gebeurt waardoor het meer wordt. Het uitgangspunt is niet dat wij nu op voorhand al een meerinvestering accorderen, maar natuurlijk is nooit te zeggen dat het nooit of te nimmer door wat voor omstandigheden dan ook, meer zal worden. Wij zullen uiteraard in onze reactie naar SNB op dit punt nog eens extra de vinger leggen, maar ik denk niet dat wij aan de directie van SNB kunnen vragen om te garanderen dat het geen euro meer wordt dan het bedrag wat hier staat. Ook niet dat het een euro minder wordt. Ik denk dat dat de normale manier is van omgaan met investeringen en du moment dat er door welke omstandigheden dan ook, sprake zou zijn van een meerinvestering die niet voorzien is, dan is daar extra besluitvorming voor nodig. Het is niet anders en op voorhand is niet uit te sluiten dat dat gaat gebeuren. Ik denk dat in het voorstel het risico van welke mate van technologie geïmplementeerd kan worden, voldoende is aangeduid. Tweede termijn De heer De Boer: Voorzitter. De portefeuillehouder heeft uitgebreid antwoord gegeven. Hij heeft gesteld dat er geen compensatieregeling tot stand is gekomen, omdat de andere aandeelhouders vanuit de situatie in het verleden daarmee niet akkoord konden gaan. Hij wees erop dat er sprake was van vergelijkbare situaties, waarbij ook sprake is geweest van enig nadeel voor andere waterschappen. Dat vind ik een essentieel punt en ik vind het een enorm gemis dat dat niet transparant in het afwegingskader bij deze nota is terechtgekomen. Ik vind dat dat erin had gemoeten, want je had kunnen verwachten dat als je met een voorstel komt, waarvan alle waterschappen voordeel hebben en wij nadeel, dat in het afwegingskader -8-

15 meegenomen had moeten worden en nu blijft het in de lucht hangen. Nou krijg je vragen over hoe groot dat nadeel dan is geweest voor de andere waterschappen. Wij veronderstellen dat het kleine bedragen zijn geweest en hier praten wij over een structureel nadeel van minstens tweehonderd duizend euro ( ). In de management letter staan andere getallen en de portefeuillehouder heeft gezegd dat het bruto inkomstendervingen zijn. Ik vind het eigenlijk ook een omissie dat er verschillende bedragen in circulatie zijn. Dat moet gewoon op elkaar afgestemd zijn. In ieder geval is het een behoorlijk bedrag, structureel. De heer Kocx heeft aangegeven dat het in de orde van grootte is van op zijn minst tweeëneenhalf miljoen euro ( ). Dan praat je niet over een klein financieel nadeel voor ons waterschap. Als je dat af wilt wegen, dan moet je inzicht hebben in de situatie van de andere waterschappen. Is dat met elkaar in balans? Wij hebben sterk het gevoel dat sprake is van een onbalans. Wij willen u oproepen om met de andere aandeelhouders proberen te onderhandelen vanuit het gevoelen dat in het AB leeft, en opnieuw met de aandeelhouders in gesprek te gaan. Als u met een ander voorstel komt, dan zullen wij dat heel graag steunen. Wij onderkennen met zijn allen dat dit maatschappelijk een enorm goed voorstel is, maar er is nu sprake van een onbalans en dat vraagt om een reactie zoals die nu gegeven is: ga opnieuw aan de onderhandelingstafel en probeer met een ander voorstel te komen. De heer Withagen: Voorzitter. Ik ben blij met hetgeen de heer Schots naar voren heeft gebracht. Zijn pleidooi zat sound in elkaar en in het gehoor kregen wij meer mee dan in de adviesnota. In de opiniërende vergadering is het CDA al kritisch geweest over de bedragen. Wij hebben daar toen om gevraagd en in onze tweede fractievergadering hebben wij uitdrukkelijk gesteld dat wij daarmee niet door de bocht konden. Een argument uit hetgeen de heer Schots heeft gezegd, werd door hem gebruikt als onderbouwing van de strategische visie, waardoor het DB een bepaalde opvatting huldigt. Bij ons werkt dat in het tegendeel. Wij gaan bij deze samenwerkende organisatie nog vele technologische vernieuwingen en veranderingen meemaken. De manier waarop slib wordt behandeld, zal de komende jaren stormachtig technologisch veranderen en dat betekent dat wij aan het begin staan van een reeks van gezamenlijke investeringen en situaties, waarbij dan het ene en dan het andere waterschap kosten derft. Er schijnen in het verleden dingen gebeurd te zijn, waarvan ik absoluut niet op de hoogte ben en ik hoef het ook niet te zijn, maar dat wordt als argument aangevoerd waarom geen sprake is van een frictiekostenregeling. In het verleden is er een keer iets geweest, waar dat ook niet heeft plaatsgevonden. Daar kunnen wij mee bezig blijven, want dit is er ook weer een. Dat betekent dat er bij SNB nooit meer een frictieregeling kan komen. Ik vind het een verkeerde stijl als wij op die manier gaan werken, want dat betekent dat bij allerlei andere samenwerkingsconstructies wij wel compensatie- en frictiekostenregelingen kunnen organiseren en dat wij alleen bij SNB vanwege de vroegere situatie niet meer tot een nieuwe regeling kunnen komen. Temeer daar wij nog veel veranderingen tegemoet gaan. Mijn fractie beseft dat u ons pleiten via een ordevoorstel in tweede termijn om te komen tot uitstel, niet ziet zitten, want u hebt er al uitgebreid binnen directie- en afgevaardigdenniveau over gesproken. Het betekent dat wij maar één weg zien en dat is tegen het voorstel stemmen, omdat wij als fractie onze eigen verantwoordelijkheid nemen. Dan moeten wij maar kijken wat de partners van zo n tegenstem vinden. De heer Kocx: Voorzitter. In aansluiting op de twee vorige sprekers. Dank aan de portefeuillehouder voor de duidelijke uitleg. Voor mij is nog niet duidelijk hoe het nou met de mogelijk extra investering zit. Mijn vraag was, als er meer investeringen nodig zijn, of wij dan nog uit het gehele project kunnen stappen. Mijn angst is namelijk dat als wij nu ja zeggen, men begint met bouwen. Halverwege blijkt dat de kosten twee miljoen euro ( ) hoger zijn en dan moeten wij noodgedwongen ja zeggen tegen een extra investering, omdat de bouw al lang gestart is en het anders weggegooid geld is geweest. Dat is mijn angst. Daaraan gekoppeld, als dat zo zou zijn, dan is ons nadeel nog groter dan twee of tweeënhalf miljoen euro ( ) over tien jaar. Zeker in de situatie waarin wij nu als waterschap zitten, waarin er allerlei kosten op ons af zijn gekomen, dat wij nog een Chemie-Pack hebben te doen en straks hebben wij nog een ander automatiseringstraject op de agenda staan, dus wij moeten heel kritisch zijn op onze centen op dit moment. Wij vinden als fractie dat wij absoluut moeten kijken naar een frictiekostenregeling. SNB geeft aan dat zij dat nooit gedaan heeft, maar als ik kijk naar andere projecten die wij hier op tafel hebben gekregen, dan waren daar wel iedere keer frictiekostenregelingen afgesloten. Omdat wij bijna altijd hebben bijbetaald als waterschap, vind ik dat de andere waterschappen nu een keer aan de lat staan, zeker in het kader van Winnend Samenwerken tussen de waterschappen in Brabant. Maar winnend samenwerken betekent wel dat er drie winnen en niet dat er twee waterschappen erg veel winnen en een derde heel veel verlies moet nemen. Onze fractie handhaaft het standpunt om het voorstel niet te steunen. De heer Van Riet: Onze fractie wil de opmerking van de VVD steunen. Ik merk op dat het een van de weinige coalitiefracties is, die het DB in dit voorstel steunt. Het was een zeer wijze opmerking dat wij in een eindbeeld van de verbranding van slib door SNB af moeten en dat kan ook, want er zijn al waterschappen die het vergisten en daar winst op maken. Voor de rest blijven wij dit voorstel steunen. De heer Aertssen: Voorzitter. Ik zei het al, er wordt een wat merkwaardig spel gespeeld vanavond in mijn beeldvorming. De coalitie lijkt in verwarring, want er wordt gevraagd om een nieuw voorstel en twee andere -9-

16 partners zijn zelfs tegen. Ik vraag mij af hoe de heer Schots zich hier straks uit zal kunnen redden. Ik vind dat de heer Schots uitstekend heeft toegelicht hoe het voorstel tot stand is gekomen, zowel in de vorige vergadering als ook vanavond weer. Ik vind het eigenlijk van de zotte dat iemand die zo zijn best heeft gedaan om met dit voorstel te komen, de woorden in de mond neemt dat hij, als dit niet gesteund wordt, straks in zijn hemd staat, althans woorden van gelijke strekking. Vooral voor mijn fractie is duidelijk dat dat het geval is en wij gunnen hem dat niet en vinden het niet nodig, omdat er hier een goed voorstel ligt en wij zullen dat voorstel ook steunen. Wij begrijpen niet wat bijvoorbeeld het CDA bezielt. Die hebben mooie woorden over solidariteit en hebben dit hoog in het vaandel staan. Het verbaast mij steeds weer niet alleen in deze zaal, maar ook om andere plekken - als het gaat om de centen, dan kiezen zij voor het geld en laten zij het milieu links liggen. Het milieu komt er niet aan te pas. Het geld gaat voor en dus zijn zij tegen. De heer Schots: Ik heb niet veel nieuwe elementen gevonden. Wat mij wel verbaast, is dat de bestuursleden die in tweede termijn gereageerd hebben, mijn argument dat ik toch redelijk stevig heb neergezet, namelijk het strategische belang van de positie van Waterschap Brabantse Delta in het samenwerkingspatroon in SNB, van niemand meer terug hoor. U blijft op de frictiekostenregeling hameren. Daarvan heb ik al een aantal keren gezegd wat daar de stand van zaken is. Dat kan ik nog een keer herhalen, maar dat heeft niet zoveel zin meer. Het zou mij buitengewoon spijten als u in uw eindoordeel niet het gewicht wilt geven aan het strategische belang van Brabantse Delta en haar samenwerking met partners, die het volgens mij verdient en die wij ook in andere samenwerkingsverbanden weer veelvuldig tegenkomen. De heer Kocx: Bij interruptie, ik heb geen antwoord op mijn vraag gekregen. De heer De Boer: Ik ook niet. De voorzitter: Zo kunnen wij natuurlijk heel lang doorgaan. Op de vraag van de heer De Boer heb ik een concreet antwoord gehoord, over de twee ton ( ) versus de viereneenhalve ton ( ). De heer De Boer: Ik heb gevraagd hoe het zit met het voordeel dat andere waterschappen in andere vergelijkbare situaties hebben gehad. Ligt dat in dezelfde orde van grootte? Daar is de portefeuillehouder totaal niet op ingegaan. De voorzitter: Dan gaan wij die vraag nog stellen en uw vraag gaat over de investering. Die kunt u overigens gewoon op pagina 3 lezen. Het maximale risico dat wij lopen met een extra investering, is vijftigduizend euro ( ) per jaar. Dat staat hier gewoon te lezen. De heer Kocx: Nee, mijn vraag is, stel dat er extra investeringen nodig zijn, weten wij dat dan op voorhand, nog voordat er begonnen wordt met investeren, zodat wij ons helemaal kunnen terugtrekken en dat het ons niets kost of is het dan zo dat wij dit wat wij nu investeren, al kwijt zijn? De heer Schots: Eerst op de laatste vraag ingaand. Gezien de investeringsbewaking en cost control, zoals die in SNB plaatsvinden, denk ik dat wij daar gewoon op tijd over geïnformeerd worden. Ik vertel u niets nieuws als ik zeg dat je op een gegeven moment in een investeringsproject tegen meer investeringen kunt aanlopen in een fase, wanneer het point of no return bereikt is. Dat is niet specifiek voor dit project, want dat kom je in allerlei omgevingen helaas maar al te vaak tegen. Wij kunnen proberen om daar met adequate rapportage van SNB zo dicht mogelijk bovenop te zitten, maar op het moment dat die situatie zich zou voordoen, dan zul je naar bevind van zaken op dat moment moeten handelen. Op voorhand kun je niet zo maar zeggen, jongens, wij hebben het merendeel er niet voor over en wij trekken ons nu terug. Dat hangt helemaal af van de omstandigheden van dat moment en de afwegingen, die je op dat moment maakt. De vraag van de heer De Boer over de precedentwerking van de casus uit het verleden. Ik heb hiervan niet alle details ter beschikking op dit moment, maar het is wel zo dat die casus in dit onderhavige voorstel tot het standpunt geleid heeft van, in principe doen wij dat dus niet. Ondanks alle argumenten die wij daar tegenin hebben kunnen brengen om ons eigen belang alsnog ingevuld te krijgen, is dat gewoon niet gelukt. Het spijt mij ook, maar ik kan er ook niets anders van maken. Het is gewoon zo. De heer Aertssen: Ik wil graag hoofdelijke stemming. De voorzitter: Wij gaan over tot besluitvorming. U wenst hoofdelijke stemming? Ik hoorde het de portefeuillehouder helder zeggen, maar voor de duidelijkheid, het DB zal achter haar standpunt blijven staan. Mevrouw Dielissen onthoudt zich van stemming, omdat zij commissaris is bij SNB en daarmee in een belangenverstrengeling kan komen als zij meestemt. Ik denk dat dat correct is. Het voorstel van het DB is aan de orde. Als u voorstemt, bent u voor het voorstel van het DB. De heer Van Stokkom: De heer Van der Veer: voor, de heer Van der Aa: tegen, de heer Haagh: tegen, de heer Withagen: tegen, mevrouw De Jong-Stabel: voor, de heer Schreuders: voor, de heer De Boer: tegen, -10-

17 de heer Slenders: tegen, de heer Poppelaars: tegen, de heer Spierings: tegen, de heer Wijnen: tegen, mevrouw Franssen: voor, de heer Hage: voor, de heer Aertssen: voor, de heer Jackson: voor, de heer Van den Broek: tegen, de heer Van Riet: voor, de heer Van den Berg: voor, de heer Van der Heijden: voor, mevrouw Pijnenburg: voor, de heer Vanlaerhoven: voor, de heer Boertjes: tegen, de heer Kocx: tegen, de heer Van Noord: tegen, de heer Coppens: voor, de heer Schots: voor, de heer Van der Kallen: voor, de heer Hieltjes: voor. Dan is het voorstel aangenomen met de verhouding 16 stemmen voor en 12 tegen. Besloten: Het AB besluit: - in te stemmen met het investeringsvoorstel voor de bouw van de afvalwaterzuiveringsinstallatie; - tot storting van agio op de aandelen in de N.V. Slibverwerking Noord-Brabant tot een bedrag van maximaal zevenhonderd tienduizend vijfhonderd euro ( ) ten behoeve van NV Slibverwerking Noord-Brabant ter realisering van de bouw van de afvalwaterzuiveringsinstallatie; - de aandeelhoudersvertegenwoordiger mandaat te verlenen om namens Waterschap Brabantse Delta in te stemmen met deze investering in de aandeelhoudersvergadering van 21 november 2011 en te zijner tijd terugmelding te doen aan het AB van het waterschap over het definitieve investeringsbedrag en daarmede het te storten agio. 3.e. Aanvraag aanvullend uitvoeringskrediet project renovatie slibverwerking Besloten in de AB-vergadering van 14 september f. Woensdrecht Besloten in de AB-vergadering van 14 september g. Toetreden van de gemeente Rucphen tot Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Archief West- Brabant Besloten in de AB-vergadering van 14 september h. Inzicht in de kosten en aanvraag aanvullend UVK voor de maatregelen peilbesluiten Besloten in de AB-vergadering van 14 september i. Ecologische verbindingszone Groote Leij/Compensatieplan vliegbasis Besloten in de AB-vergadering van 14 september j. Onderzoeksrapport Intercollegiale toets brand Moerdijk De heer Boertjes: Voorzitter. De Fractie Bedrijven vindt het een goede zaak dat het waterschap een intercollegiale toets heeft laten uitvoeren door een ander waterschap, dat ervaring heeft opgedaan met een grootschalige calamiteit. Het is in een moderne organisatie van belang transparant te zijn en verantwoording af te leggen en te willen leren van fouten. Wij zijn trots op de medewerkers van ons waterschap, omdat zij onder zeer moeilijke en stressvolle omstandigheden adequaat hebben gehandeld en verdere maatschappelijke schade hebben kunnen voorkomen en alle aandacht hebben gegeven aan het redden van het watersysteem. Natuurlijk zijn er lessen te leren, met name - en dat is ook duidelijk aangegeven - ten aanzien van het gedoe met de metingen, zo noem ik het maar even, en dat het zo lang heeft moeten duren. Dat zijn lessen die wij daaruit moeten leren en natuurlijk gaan er bij de organisatie van zo n ramp dingen niet zoals ze zouden moeten gaan. Er worden in de toets diverse aanbevelingen gedaan en daar kunnen wij ons in grote lijnen in vinden. Wij verzoeken van het DB te vernemen hoe de aanbevelingen en wellicht nog aanvullende verbeteringen worden geïmplementeerd. U geeft zelf in het stuk al aan dat u het aantal voorstellen in de conclusies en aanbevelingen wilt overnemen, dus wat dat betreft is dat al helder, ook voor ons als fractie. Wij hopen in ieder geval dat wij later nog een keer een evaluatie krijgen van de implementatie van datgene, wat hier wordt voorgesteld. Mevrouw De Jong: Voorzitter. Een gedegen rapport, keurig opgesteld met een aantal aanbevelingen en conclusies. Ik neem aan dat die verder uitgewerkt worden. Een vraag, onder bestuurlijke besluitvorming stelt u dat naar aanleiding van het onderzoek en de daaruit voortvloeiende conclusies en aanbevelingen, het calamiteitenplan mogelijk moet worden gewijzigd. Verderop staat opnieuw bestuurlijk moeten worden vastgesteld door het DB. Als ik dit lees dan moet naar mijn idee het calamiteitenplan gewoon gewijzigd worden, dus onze vraag is: hoe moeten wij dit lezen? -11-

18 De heer Aertssen: Voorzitter. Ik heb het rapport goed gelezen en heb er toch een paar vragen over. Op de eerste plaats mijn complimenten voor de opdracht die het DB in eerste instantie gegeven heeft aan de collega s van een ander waterschap en goed dat u aangeeft de conclusies te delen en dat u een aantal verbeteracties aankondigt. Mijn fractie constateert wel dat op het gebied van de communicatie een aantal dingen is misgelopen en vooral in het overleg in het GBT en RBT is een aantal zaken misgegaan. Voorts heb ik gelezen - en dat gaat dan over de cultuur zoals ik het maar even noem, binnen het waterschap - dat een aantal dingen beter zou kunnen. Ik wil op de eerste plaats over de communicatie vragen stellen. Kunt u mij aangeven wat voor afspraken er nu al zijn gemaakt evenals voor de toekomst, om de communicatie via het GBT en RBT te verbeteren? Dat is denk ik een cruciaal verhaal. Er staat in het rapport ook dat u onder embargo een persbericht hebt verzonden naar de NOS, maar dat is genegeerd. Waarom hebt u dat toen onder embargo aan de NOS gezonden en waarom hebt u niet gewacht tot er overeenstemming was binnen het GBT of RBT? Dan nog een vraag over de interne communicatie. Op bladzijde 23 staat: Door hun primaire focus op milieuaspecten en beperkte kennis van gezondheidsaspecten, waren de betrokken medewerkers van het waterschap zich onvoldoende van de spoedeisendheid bewust. Dat is natuurlijk een belangrijk verhaal. Gaat u daar ook intern wat aan verbeteren, zodat de alertheid verbetert? De heer Van Riet: Voorzitter. De fractie Gezond Water heeft inderdaad veel waardering voor het feit dat u het initiatief genomen hebt tot het laten uitvoeren van een intercollegiale toets en het feit dat u de aanbevelingen onverbloemd overneemt. Wij hebben hier een paar vragen bij. Op de eerste plaats komt naar voren dat het gezondheidsaspect onderbelicht was in de calamiteitenorganisatie. Op zich is het toenemende belang van gezondheid al een trend van de laatste tien jaar. Wij zien ook dat de GGD steeds belangrijker wordt, zoals bij de Q-koorts, want dat heeft tot wijzigingen in het landelijk beleid geleid. Mijn vraag is, hebt u inmiddels verbeterde contacten en uitwisseling met het bestuur van de GGD opgesteld om beter van elkaar te weten wat men voor elkaar kan betekenen? Het andere punt is - en dat mondt later uit in slechte communicatie - is dat u geen contact kreeg met de burgemeester van Moerdijk. De vraag is hoe dat kwam en of u niet hard genoeg op de deur hebt gebonkt of werd die deur zo dicht gehouden, dat u daar als waterschap niet binnen kon komen? De kritiek uit het rapport is dat er toch een beetje sprake was van solitair bestuurlijk optreden van dit waterschap en dat met name de DB-leden niet ingeschakeld werden, althans zo lees ik het en dat daar natuurlijk wel veel capaciteit aanwezig is. Is dat standaard of hebt u daar inmiddels al maatregelen voor genomen dat ook de DB-leden, die uiteraard ook verantwoordelijk zijn voor de calamiteitenorganisatie, daar een rol in gaan spelen? Ik zag dat mevrouw Dielissen wat later binnenkwam en misschien is dat het antwoord op mijn vraag. Dan wordt vervolgens de calamiteitenorganisatie verbeterd en dat is heel goed, maar wij moeten niet vergeten en daar hebt u eerder al toezeggingen over gedaan, dat natuurlijk de bron van alle kwaad is geweest dat een kleine gemeente veel te veel verantwoordelijkheid had en ondanks dat zij veel inkomsten hadden uit het industrieterrein Moerdijk, dit niet vertaald hebben in nauwgezette regelgeving, inspectie en handhaving. Wij steunen u bij uw poging om in de toekomst verbetering in de bestuurlijke organisatie te krijgen. De voorzitter: Nogmaals dank voor de complimenten. Natuurlijk want anders hoef je zo n rapport niet te laten maken - verwacht je dat er dingen in terugkomen, die voor verbetering vatbaar zijn. Wees gerust, het DB en de gehele organisatie en ik als dijkgraaf als eindverantwoordelijke in de calamiteitenstructuur willen deze aanbevelingen benutten om ons werk te verbeteren. De heer Van den Berg heeft een aantal vragen gesteld bij dit agendapunt en die zijn uitvoerig beantwoord en heel veel van uw vragen zitten daarin, dus ik zou daarnaar willen verwijzen. Het beeld wat je daaruit ziet, is dat eigenlijk alles al actief is opgepakt, al dan niet samen met de Veiligheidsregio, al dan niet samen met bijvoorbeeld het laboratorium en andere partners, die wij bij calamiteiten nodig hebben. Ik wil daar even naar verwijzen in plaats van elke vraag een voor een te behandelen. Mevrouw De Jong, laat duidelijk zijn, wij zitten er ruimhartig in. Als er aanbevelingen zijn die leiden tot wijziging van het calamiteitenplan, dan zullen wij u dat voorleggen. Dat is evident en daar hebben wij geen problemen mee. U bent volksvertegenwoordiger en het zou vreemd zijn als u daar de vinger niet op legt. Er zijn natuurlijk een paar dingen misgegaan, met name binnen de communicatie en bij de interpretatie die wij hebben gegeven aan de analyses en dat wij te weinig aandacht hebben gehad voor de volksgezondheidsaspecten, die daarbij aan de orde waren. Dat wordt gesignaleerd en dat wordt door ons onderkend. Daarom is ondertussen met het laboratorium afgesproken dat analyses veel nadrukkelijker langs de voordeur worden binnengebracht, zodat ze meteen aandacht zullen krijgen. De gehele organisatie wordt in het trainings- en oefenprogramma meegenomen om voldoende alert te zijn op zaken, die kunnen spelen in relatie tot volksgezondheid en om deze onmiddellijk bij de bevoegde instanties aan te melden. Ik heb een praktijkvoorbeeld daarbij, de persleidingbreuk bij Bath in mei. Toen hebben wij meteen zowel Rijkswaterstaat als de gemeente Reimerswaal erop gewezen dat er risico s konden zijn voor de volksgezondheid en hen verzocht daar aandacht voor te hebben. Het lastige daar was dat zij dat weer klein hielden, maar ik heb dus concreet bewijs dat onze organisatie daar heel snel in heeft bewogen. Mijnheer Van Riet, het is denk ik niet dat wij contacten moeten leggen met de GGD, want dan ga je allemaal weer bypasses maken. Het is de coördinerend burgemeester dan wel de lokale burgemeester, die in deze situatie de lead heeft en daar rapporteren wij aan. Het is aan hem of haar om de GGD daarvoor in te schakelen, anders gaan er op andere -12-

19 plekken dingen niet goed. In de calamiteitenstructuur en rampenbestrijding hebben wij geen één op één relatie met de GGD. De heer Van Riet: Voorzitter, ter verduidelijking. Mijn vraag was niet om de burgemeester van de rampenorganisatie te passeren, maar of u uitwisseling met de GGD gehad heeft om beter te weten wat je van elkaar kunt verwachten. De voorzitter: Dat hebben wij gedaan in bredere zin. De calamiteit is geëvalueerd en de algemene kolom burgemeester naar de GGD toe en onze relatie daarmee is wel geëvalueerd, maar niet één op één met de GGD. Het is, denk ik, ook niet handig om dat te cultiveren, want dan gaan er dingen niet goed. U weet hoe het gelopen is in Moerdijk. Ik vind het wat pijnlijk om nu uiteen te gaan zetten waar het precies gezeten heeft op die twee dagen. Ik denk dat u daar wel uw eigen beeld bij zult hebben. Ten aanzien van het inschakelen van DB-leden een paar dingen. In ieder geval en dat bewijst deze dag ook - proberen wij DBleden en zeker de eerste en tweede loco, absoluut geoefend en getraind te houden in het kader van de mogelijke rol bij calamiteiten. Ten tweede en dat staat ook als compliment in het rapport, ik heb wel het DB en het AB tijdig geïnformeerd over de stappen die gezet zijn. Ik ben wel van de school dat in de crisissituatie zelf er een eenhoofdige leiding is om de leiding en de verantwoordelijkheid te nemen. Maar natuurlijk, zo snel mogelijk terugkoppelen en als je hulp nodig hebt en dat is wel de les die erin staat, dingen uitwerken en spreiden binnen het regionaal beleidsteam versus waterschapbeleidsteam en om daar DB-leden bij te betrekken. Leerpunten: communicatie beter en sneller en interpreteren volksgezondheid. Dat met de NOS. Er was grote druk en wij hadden als waterschap geen behoefte om dingen onder de pet te houden. Wij waren genegen om gewoon open te zijn. De afspraak was dat Moerdijk daar de volksgezondheidsinterpretatie aan toe zou voegen, maar dat duurde en dat duurde en onder hoge druk is dat bericht op enig moment onder embargo verstuurd. U kunt zeggen, dat had u niet moeten doen en dan ben ik dat met u eens. Het is gebeurd en tegelijkertijd is het te verklaren. De heer Aertssen: Voorzitter, nog even een aanvullende vraag. U zegt net heel netjes, wij hebben tegen het laboratorium gezegd dat zij voortaan alles via de voordeur moeten binnenbrengen. Daar bedoelt u waarschijnlijk mee dat het voor iedereen helder is hoe het nou bedoeld wordt en ook hoe je de zaak moet interpreteren. Dat zei u net? Via de voordeur. De voorzitter: Ik bedoel iets anders. U kunt lezen dat per mail ergens naar de avond toe rond vijf uur, half zes. De heer Aertssen: U bedoelt letterlijk via de voordeur? De voorzitter: U weet uit het rapport dat de analyses aan het eind van de middag rond vijf uur hier per mail naartoe zijn gestuurd. Deze zijn in de mailbox gekomen van een medewerker, die absoluut overbelast was en al tientallen uren in de weer was. Die heeft de andere ochtend die mail geopend. De afspraak is nu dat wanneer de analyses er zijn, het laboratorium per telefoon bij de verantwoordelijken aanklopt, zodat wij zo n mail niet meer kunnen missen en voorkomen dat de analyses in een mailbox blijven zitten, zonder dat wij daar iets mee doen. De interpretatie hebben wij binnen de calamiteitenorganisatie samen met de regio beter afgestemd, zodat die analyses meteen naar de regionale en algemene kolom gaan, zodat die de volksgezondheidsinterpretatie kunnen doen, want dat moeten wij niet eigenstandig doen en dat kan ook het lab niet. De heer Aertssen: Met andere woorden, die interpretatie die ik net citeerde, dat dus eigenlijk verwacht zou worden van de medewerkers van het waterschap dat zij een interpretatie geven van de gezondheidsrisico s, daar gaat u niet aan werken, u stuurt het door aan een ander die dat wel kan. Begrijp ik dat goed? Oké. De voorzitter: Ja. Behoefte aan een tweede termijn? Tweede termijn De heer Aertssen: Voorzitter. Ik had gevraagd of er al concrete afspraken zijn gemaakt over de samenwerking binnen de GBT en RBT. Wij zijn nu een half jaar verder. In het stuk staat ook dat er verbeteracties zijn geweest en dat er overleg is geweest enzovoorts, maar kunt u concreet aangeven wat er nu al verbeterd is? Daar ben ik wel benieuwd naar. De voorzitter: Als u de antwoorden leest op de schriftelijke vragen van de heer Van den Berg, dan krijgt u daar antwoord op. Om tijdswille heb ik dat hier niet allemaal herhaald. De heer De Boer: Voorzitter. Ik heb gewacht met een punt tot de tweede termijn, omdat ik vond dat het hier thuishoorde. Het is de volgende suggestie en dat heeft te maken met de al in gang gezette verbeteracties. -13-

20 Op pagina 2 staat dat er met het lab een nieuwe dienstverleningsovereenkomst zal worden overeengekomen, waarin een vierentwintiguurs wachtdienstregeling voor zeven dagen per week wordt geregeld. Heel begrijpelijk en dat is natuurlijk ook een punt, dat geregeld moet worden en dat onderschrijf ik ook volledig, maar ik vraag mij af of dat de meest kosteneffectieve maatregel is. Ik kan mij voorstellen dat er grotere regio s zijn, bijvoorbeeld Rijnmond, waar dat soort laboratoria misschien al vierentwintig uur per dag een wachtdienstregeling hebben en het zou misschien kosteneffectiever kunnen zijn om daar aansluiting bij te zoeken. Ik zou u willen uitnodigen om dat eens te onderzoeken. Misschien heb ik het helemaal mis, maar misschien is het kosteneffectiever dan wat hier wordt voorgesteld. De heer Withagen: Voorzitter. Ik heb ook gewacht tot de tweede termijn. Ik heb een vraag over de presentatie van het rapport. Wij kregen het thuisgestuurd en ik heb dat als AB-lid braaf gelezen en de andere morgen zag ik het nieuws daarover en die twee dingen kon ik niet met elkaar rijmen. Als dat rapport wordt gepresenteerd, zit er dan een persdienst bij? De berichtgeving over het rapport bevatte één punt, namelijk precies het negatieve punt en alle andere dingen die goed gegaan waren, werden niet vermeld. Daarom werd alleen de negatieve klank gehoord. Ik vraag mij af of hier een presentatie over gehouden wordt, waarbij het DB een verantwoorde, door deskundigen geleide presentatie kent. De heer Van den Berg: Voorzitter, drie punten. Complimenten voor de wijze waarop u de aanbevelingen opvolgt, die uit het rapport voortkomen. Twee, ik vind communicatie een blijvend punt van aandacht. Ik kan mij herinneren dat de voorzitter in het verleden ook al eens een uitlating heeft gedaan in de trant van, ja, toen werden wij verrast door de journaliste. Ik denk nou juist dat de afdeling Communicatie daar bedreven in moet zijn of moet worden om daar op de juiste manier mee om te gaan. In dit geval denk ik ook aan het voorval bij de NOS en nu begrijp ik dat het later wat gebagatelliseerd wordt met het is toch allemaal goed gekomen. Dat is vaak zo dat het uiteindelijk allemaal goed komt, maar bij herhaling zien wij op het gebied van communicatie dat zaken niet zo goed lopen als je zou mogen verwachten van een professionele organisatie. Het derde punt gaat ook over communicatie, maar dan intern in deze vergadering. Terecht geeft u aan dat u een aantal vragen van mij keurig hebt laten beantwoorden, dank daarvoor, maar het blijkt toch net als in de vorige vergadering, dat een heleboel AB-leden om welke reden dan ook die vragen en antwoorden niet hebben gezien, voordat deze vergadering begon. Ik heb gisteren even gevolgd op welk moment de antwoorden daadwerkelijk op Extranet verschenen en dat was om en nabij de klok van zes uur gisteravond. Het blijkt dat dat toch rijkelijk laat is, want in verband met de efficiency van deze vergadering zou het goed geweest zijn als alle betrokkenen alle vragen en antwoorden wel hadden kunnen inzien. Het betrof niet alleen vragen van onze fractie, maar er waren ook hele slimme en interessante vragen van de CDA-fractie bij. Ik zou u willen vragen om nog eens na te denken over hoe wij dat qua communicatie beter kunnen doen. De heer Haagh: Voorzitter, als ik daar bij interruptie even op mag aansluiten. In het begin van onze periode en dat is al best lang geleden hebben wij met elkaar afgesproken dat aan het begin van de vergadering alle technische vragen en antwoorden hier op tafel zouden liggen. Daar heb ik paar keer meer aan gerefereerd en dat is nadien niet gebeurd. Misschien is het een goed moment om dat opnieuw op te pakken. De voorzitter: Oké. De vraag van de heer Aertssen had ik al meteen spontaan beantwoord, dus ik ga naar de heer De Boer. U weet dat wij met negen waterschappen een laboratorium kennen en dat is een groot laboratorium met heel veel kennis en capaciteit en dat werkt voor geheel West- en Zuid-Nederland. Ik durf de uitdaging aan dat dit kan concurreren met het door u genoemde laboratorium. Daar zit nog een ander aspect aan, namelijk dat wij als lid van de gemeenschappelijke regeling gedwongen winkelnering hebben en als wij onze producten elders gaan neerzetten, dan doen wij ons tekort, want dan gaat dit product alleen maar duurder worden. De kwaliteit is goed, ze kunnen het, maar er is ook een financieel belang om dit bij Aquon te bundelen. Het zijn negen waterschappen die allemaal calamiteiten kunnen hebben. De heer De Boer: Voorzitter, hadden zij al een dergelijke vierentwintiguurs wachtdienstregeling of moet die opnieuw ingesteld worden? De voorzitter: Nee, op zich zijn zij zeven dagen vierentwintig uur beschikbaar. Inderdaad, de rekening is in het weekend hoger dan door de week. Mijnheer Withagen, wij hebben het open willen doen, maar ook niet groot willen maken. Op het moment dat u de rapportages toegestuurd kreeg, hebben wij een persbericht gemaakt dat wij onder de Brabantse media verspreid hebben. Er is een telefonisch interview geweest met BN De Stem en het resultaat hebt u kunnen lezen. Zo hebben wij het willen doen, op onze website gezet, een persbericht gemaakt en een journalist heeft gebeld en die heeft er één punt uitgelicht en daar een artikel over geschreven. Mijnheer Van den Berg, dank voor uw complimenten. Het punt is om steeds te blijven werken aan verbetering van zowel de techniek als de middelen rondom communicatie. De aanbeveling van de heer Haagh. Wij zullen er nog eens naar kijken. Op maandagochtend treffen wij de schriftelijke vragen aan. Die worden dan uitgezet en komen dan dinsdag centraal terug. Die worden gebundeld en voor je het weet is het dinsdag eind van de middag. U weet allen dat de dinsdag voor de AB-vergadering een -14-

21 interessant moment is om op Extranet te kijken, want dan staan er vaak antwoorden op schriftelijke vragen op. Ik wil de suggestie van de heer Haagh meenemen, zeker als het een afspraak is om ze uitgeprint hier op de bureaus te hebben Mededelingen (te behandelen op 12 oktober 2011) 4.a. MV O 4.b. Mededeling ontwerp begroting Regionaal Archief West-Brabant 2012 De heer Kocx: Voorzitter. In het vervolg op de vorige vergadering, toen het archief ook op de agenda stond, willen wij zeggen dat wij in beginsel kennis nemen van deze mededeling. Toch heb ik een paar aanvullende vragen. Er staat dat de zienswijze op de begroting gemandateerd is aan het sectorhoofd Middelen. Dit lijkt mij in de governancestructuur een vreemde constellatie, omdat in het bestuur van het archief West-Brabant een van de DB-leden zit, die daar al met de begroting akkoord is gegaan. Dan zou het sectorhoofd Middelen een zienswijze moeten geven over een begroting, die een DB-lid al geaccordeerd heeft. Ik denk dat dat een vreemde gang van zaken is. Het tweede punt is dat er staat dat dan het sectorhoofd Middelen in de eerstvolgende vergadering een mededeling doet aan het DB en AB en dan lees ik verderop dat de begroting al aan het begin van dit jaar is vastgesteld. Dan lijkt het mij niet dat het de eerstvolgende vergadering is, maar dat er een lange tijd tussen zit. De laatste vraag gaat over de begroting zelf die er niet bij zit, maar wel op Extranet staat. In de aanbiedingsnota van het bestuur van het Regionaal Archief staat dat er een nieuwe kostenverdeling is gemaakt en dat het bestuur van het Regionaal Archief die verdeling heeft vastgelegd. In mijn beleving hebben wij een gemeenschappelijke regeling, waarin ook de financiële zaken worden beschreven en die is nog niet gewijzigd. Het lijkt mij dat dan de deelnemers aan de regeling een nieuwe verdeling moeten accorderen en niet dat het bestuur van het Regionaal Archief dat zelfstandig kan doen. Daaropvolgend, omdat de kostendeling veranderd is er wordt gezegd dat die meer in lijn is gebracht met het aantal meters archief zou die voor de deelnemers anders worden, maar voor Waterschap Brabantse Delta blijft die schijnbaar gelijk, terwijl de gemeenten daar allemaal nieuwe archieven naartoe brengen en wij niet, want het oude archief van ons staat daar en dijt niet verder uit, zo heb ik de vorige keer begrepen. In dat kader zou je denken dat ons aandeel percentsgewijs gezien zou dalen. De heer Haagh: Ik heb nog een vraag, namelijk wanneer denkt u dat wij het overzicht kunnen ontvangen en dit in de actielijst kunnen labelen De voorzitter: Ik kijk naar de heer Van der Kallen voor de beantwoording, maar als dat uitgebreid moet en mogelijk nog omgeven met vragen, dan kan ik mij ook voorstellen dat wij het schriftelijk af gaan doen, om tijdswille. Ik laat het even aan u over. De heer Van der Kallen: Ik denk dat het voor een deel schriftelijk kan, met name omtrent dat gelijk, want het is wat ons betreft een stationair archief. Het is een restant van een voorloper van het waterschap en wij voegen daar geen zaken aan toe. Over de verdeling van het aantal strekkende meters voor de gemeenten en het waterschap is ooit afgesproken deze in relatie tot het aantal hectaren te doen, waar het over ging. Dat heeft dus betrekking op de voorloper. De ontwerpbegroting van 2012 is weliswaar eerder in het DB van de gemeenschappelijke regeling afgesproken, maar is op 11 mei naar het waterschap toegestuurd en daarna gaat het de cyclus in en de vergadering in september was de eerste vergadering, waarin deze mededeling is geagendeerd. In uw constateringen en redenatie met betrekking tot de mandatering kan ik mij wel vinden. Anderzijds is dit een relatief klein element in de begroting en wordt gezien als een uitvoeringselement. Op uw vraag wanneer het overzicht komt, moet ik het antwoord schuldig blijven. Daar heb ik op dit moment geen inzicht in. De voorzitter: Wij zullen als DB kijken of wij iets met die mandatering dienen te doen en wij laten ook weten wanneer de rapportage komt. 4.c. Managementletter Mevrouw De Jong: Voorzitter. Bij management letter 2 gingen wij er nog vanuit dat wij een kleiner beroep zouden hoeven te doen op de egalisatiereserves. Op dit moment komen wij met het negatieve resultaat 1 Naschrift: Bij de schriftelijke evaluatie van de AB-spelregels in 2010 was er veel kritiek op het uitprinten van de technische vragen met antwoorden en deze op woensdagavond klaarleggen op de bureaus: men zou geen tijd hebben ze nog te lezen. De AB-spelregels zijn toen door het AB aangescherpt. Technische vragen kunnen tot maandagochtend 9.00 uur worden ingediend. De vragen worden ook medegedeeld aan de andere AB-leden. Dinsdagavond 17.00uur worden de antwoorden via extranet bekendgemaakt. In de regel lukt dat ook altijd, al kan het door een drukke server soms wel eens iets later gepubliceerd worden dan uur (op 11 oktober jl. om uur aan de server aangeboden en om uur gepubliceerd.) -15-

22 eigenlijk heel dicht bij het negatieve resultaat van de begroting De oorzaak hiervan is duidelijk beschreven. Er zijn drie belangrijke punten voor mij: de kapitaalslasten, de calamiteit Bath en het verhaal van de salarissen. Voor de calamiteit in Bath zoekt u een dekking en dat geeft u ook aan, dus dat heeft geen effect op onze begroting. Het schetst mijn verbazing dat de afschrijvingstermijn van de kapitaalslasten veranderd is. Zeker als erbij staat dat een aantal zaken eigenlijk vergeten is in het kader van de fusie van 2004 en daarnaast hebben wij die andere zaken. Hoe heeft dit zo kunnen komen? Want wij zijn al zeven jaar verder. Is het nooit ergens opgevallen? De wet is in 2009 veranderd, dus dat is anderhalf jaar. Het volgende is het nadeel van het inhuren van externen en daarbij geeft u aan dat twee zaken tegen elkaar wegvallen: het voordeel van de salarissen en daarnaast het nadeel van de inhuur externen. U zegt dat u het bedrag van vijfenzeventigduizend euro ( ) binnen de organisatie gaat opvangen. De vraag is dan, wij vangen de niet ingevulde vacatures al op door het inhuren van externen, maar nu gaat u het nog een keer opvangen binnen de bestaande fte s. Daarover graag een antwoord. Dan over de risico s, waar u spreekt over het inbrengen van de gronden in het kader van de vierde bergboezem. Daarvan zegt u dat dat eind 2011 duidelijk moet zijn wij hebben het hier over een miljoen tweehonderd duizend euro ( ) als ik het goed heb -, maar is daar al iets naders over bekend? Dan over het percentage realisatie van de investeringsuitgaven, dat wij steeds verder naar beneden zien zakken. Wij zijn met honderd procent (100%) begonnen en ondertussen zitten wij op drieënzestig procent (63%). Dat baart ons toch wel enigszins zorgen, maar daar hebben wij bij iedere management letter iets over gezegd. Verder was het stuk helder beschreven, over hoe en wat en waar wij nu staan. De heer Van Riet: Onze fractie heeft een paar vragen bij de openstaande vacatures en het opvullen met tijdelijke inhuur. Om hoeveel fte gaat het hier en zijn er misschien structurele oorzaken aan te geven? Betreft het hoog, midden of lager kader of vallen de vacatures open in een bepaalde hoek? De andere vraag is wat breder, maar misschien is die accurater bij de midterm evaluatie. Waarom kan een zekere leegstand niet opgevangen worden binnen dit waterschap? Wij hebben de ambities fors verlaagd, vijftig miljoen euro ( ) is geschrapt. Wij hebben hetzelfde niveau aan personeelsbestand gehouden. Een gewone burger zou zeggen, met minder ambitie kun je met minder mensen toe. Blijkbaar is dat niet het geval en dan is de vraag waar al die menskracht op in wordt gezet. Deze fractie hoopt met name niet dat dat gebeurt door elkaar nog meer te controleren of dat er teveel uitgegeven wordt. De vraag is of een klein aantal openstaande vacatures bij een normaal bedrijf niet opgevangen kan worden, zeker als de ambitie zo fors is verlaagd. Dan een vraag over project 0016, Westelijke Langstraat, die heeft drie rode stoplichten. De vraag is of hier nog een keer verandering in komt. De heer Van den Broek: Voorzitter, vanwege de tijd heb ik slechts een vraag. Op bladzijde 24, afhaken contract. Graag een toelichting waarom het bedrag opgehoogd is van tweehonderd zesenzeventigduizend euro ( ) naar vierhonderd eenendertigduizend euro ( )? Mevrouw Pijnenburg: Voorzitter. Goed dat wij door de management letter tussentijds een goed beeld krijgen van de stand van zaken van de verschillende onderdelen en het werk. Het is jammer dat het een forse teruggang is. Het meest positieve wat ik zag, was de onverwacht hogere belastingopbrengst. Als je kijkt naar de verschillende onderdelen, dan blijkt dat wij zowel technisch als financieel bij de operationele zaken op een aantal punten toch flink achterblijven en dan lijkt het wel goed - en dat staat ook in de begeleidende brief - dat wij toch meer zicht krijgen op hoe dat dat nou komt. De calamiteiten zijn een belangrijk punt, er staat er hier een beschreven. Even in aanvulling op wat mevrouw De Jong vraagt, punten 1 en 3 van de begeleidende brief zijn wel zaken die wij hier eerder aan de orde gehad hebben. Die zouden in beeld zijn en opgepakt worden. De club die aan de slag zou gaan met eventuele fouten. Onze vraag is of dit nu de laatste is als het gaat om het veranderen van de afschrijvingstermijnen. Dat is een verschuiving van financiële middelen. Het is niet dat je daarmee structureel in de min gaat, maar het is wel iets wat niet gezien is. Wij zouden juist gaan bezuinigen op de inhuur van externe krachten en dan schieten wij hier weer uit de bocht. Graag een toelichting op hoe dat kan. De heer Jackson: Voorzitter. U ging bij het vorige agendapunt zo ongelooflijk snel dat ik hem helemaal miste, de MVO, maar ik dacht, dit staat ook in de management letter en dus kan ik er via een omweg toch nog even stiekem naar vragen. Wat op zich opmerkelijk is, is dat de management letter dateert van 5 juli en ik lees hier een behoorlijk ambitieniveau. Ik kan niet helemaal volgen dat dan in november/december de nota komt. Misschien kunt u daar nog wat licht op werpen. Dan had ik een kleine vraag over het handhaven van de keur op bladzijde 13. Dat is eerder aan de orde geweest, wij doen maar een kwart van de toezichtcontroles, maar wij lopen volgens mij inmiddels wel heel erg achter bij ons ambitieniveau. Ik vraag of u dat ook wat kunt toelichten. Tenslotte en dat is misschien een belangrijke vraag, onlangs is de Dexia Bank omgevallen en diverse overheden hebben daar grote bedragen gestald. In het kader van de Switchtransactie, bladzijde 24 en de risico s, kon ik niet nalaten om daarnaar te vragen. Hebben wij de Dexia Bank in de transactie zitten en hebben wij überhaupt geld bij de Dexia Bank gestald? -16-

23 De heer Van den Berg: Voorzitter, in de eerste plaats complimenten voor een goed leesbaar stuk dat is aangeboden. Ook dank voor de beantwoording van de vragen, die ik net voor een deel hier weer herhaald hoor, dus nog een keer aandacht voor het voorstel van collega Haagh, wat ik een goed voorstel vind. Aandachtspunten voor onze fractie zijn de risicoparagraaf. Het laatste onderdeel gaat over de brand bij Chemie-Pack, maar daar kom ik graag bij een later agendapunt op terug. Tevens wil ik nog een keer benadrukken dat ik de opmerking van de heer Van Riet van Gezond Water volledig onderschrijf. Je ziet hier een waterschap dat zijn ambities continu bijstelt en dat gaat met hele grote stappen. Als ik nu kijk naar bijvoorbeeld de gemeente waar dit waterschap zijn kantoor heeft, de gemeente Breda, dan lees je in de krant niet anders dan dat de gemeente Breda een aantal fte laat verdwijnen en dat doen zij zoveel mogelijk door middel van natuurlijk verloop en/of ongedwongen ontslagen. Ik heb er al veel vaker bij uw DB op gehamerd, dat het niet zo kan zijn dat alles minder wordt bij dit waterschap, maar dat wij even vrolijk met hetzelfde aantal mensen of zelfs met meer mensen het werk blijven doen. Als wij daar ook nog eens DD-I en DD-II tegenaan leggen, dan denk ik dat het nu de hoogste tijd wordt om echt maatregelen te nemen. Onze fractie vindt dat het op een nette manier moet gebeuren en dat er met natuurlijk verloop en ongedwongen ontslagen heel wat te doen moet zijn. Wij vragen hierop om een reactie van u. De heer Withagen: Voorzitter, wij constateren dat in de management letter, die toch een voorschot geeft op de rekening, het verhaal van Chemie-Pack door ons in ieder geval gemist wordt. Wij hadden graag Chemie- Pack in de stand van zaken van de cijfers van nu verwerkt gezien, want dat betekent dat wij een completer beeld gehad zouden hebben. Wij hebben het namelijk ook al in de gewijzigde begroting weergegeven, dus naar onze mening hadden wij het ook in de management letter kunnen meenemen. Het is geen vreugdevolle management letter, wij noemen Bath en Chemie-Pack. Verder vallen twee zaken redelijk op en dat is de boekhoudkundige herziening vanwege de gecorrigeerde afschrijvingstermijnen en op de tweede plaats de extra kosten inhuur personeel. Betreffende de boekhoudkundige herziening. De financiële budgettaire consequenties op termijn zijn klein, omdat hetgeen wij nu sneller af moeten lossen in de eerstkomende twee jaren, naderhand weer wordt goedgemaakt door minder aflossingen. Dus de totale budgettaire last maakt niet zoveel uit, misschien wat percentages getallen ten opzichte van de rentelast. Reëel is wel dat hiermee een ander feit boven komt drijven en langzamerhand een cumulatief effect aan het vertonen is en dat is dat wij af en toe wat nerveus worden over het hart van de beslissingsbevoegdheden van het AB. Dat heeft te maken met het budgetrecht, rekening en begrotingen en wat nog meer afgeleid is. Wij vragen ons af of onze administratie en allerlei andere facetten inderdaad met een grote mate van zekerheid zo volledig betrouwbaar os, dat wij blindelings kunnen afgaan op de cijfers? Dat is toch de essentie van onze beslissingsbevoegdheid. Ik weet dat er dagelijks veel mensen hard werken om dat allemaal zo juist mogelijk op papier te krijgen, maar het zijn langzamerhand toch een serie van momenten geweest, waarop op zijn minst een deuk is ontstaan in het vertrouwen. Mijn fractie vindt dat niet vanwege de budgettaire consequenties, maar vanwege dit cumulatieve aanvoelen niet helemaal prettig. Op de tweede plaats de extra kosten inhuur personeel. Wij hebben ook technische vragen gesteld over de inhuur kosten extra personeel, en hoewel die hele serie vragen keurig beantwoord is, zijn die vragen naar onze mening niet goed beantwoord. Liever gezegd, mijn fractie snapt het niet meer. Wat is er nou exact aan de hand? Is er sprake van dat er teveel ingehuurd is ten opzichte van de vacatureruimte die er was? Er wordt gezegd, dat gaan wij opvangen binnen de rest van de personeelssituatie en in de technisch beantwoorde vragen gaan wij nog een stapje verder. Daar wordt mee bedoeld dat er geen sprake is van overschrijding van het personeelskostenbudget in totaliteit. Wat betekent dat precies? Gezien het taakstellende karakter van en gelet op de omvang van de verschuivingen tussen salarislasten en kosten van inhuur, is deze post niettemin vermeld. Hier wordt gedaan alsof dit ter meerdere eer en glorie wordt vermeld, terwijl wij toch in de tekst lezen dat hier sprake is van dat er meer inhuur is gepleegd dan dat er aan vacatureruimte vrijviel. Bij veel organisaties zijn er regels voor de inhuur van vacatureruimte en die zouden toch een beetje op elkaar moeten liggen. Wij vragen het DB wat hier nou precies de exacte tekst van is. Dan worden een hele hoop vragen doorgestreept en dan kom ik bij een paar korte informatievragen. In de risicoparagraaf is de informatie over Chemie-Pack danig verouderd, bladzijde 24. Dat is een tekst van een wat oudere versie van informatie. Dan heb ik een volgende vraag over bijlage 3. Onder project 7 staat dat als er voldoende ruimte is eind 2011, er een inrichtingsplan gemaakt wordt voor het Merkse. Is die ruimte er inderdaad? De voorlaatste vraag gaat over 6.43, optimalisatie agrarisch waterbeheer. Geen wijziging ten opzichte van management letter II en dat verbaast ons een beetje. Wij vragen ons af of er na management letter 2 geen inventarisaties meer zijn binnengekomen, want dat zou betekenen dat er sinds mei 2011 geen meer binnengekomen zijn. Mei 2011 en nu hebben wij management letter 3. Onze vraag is of het AB hierover nog nader wordt geïnformeerd dit jaar. En dan als laatste punt, het Drongelens Kanaal, Betekent intensiever overleg met Rijkswaterstaat dat dit binnenkort doorgaat? Dat waren onze aanvullende vragen op het technische gedeelte. De voorzitter: Ik ben even in verwarring, want op de laatste vragen die u stelt, hebben wij al antwoord gegeven via de technische vragen. Ik zou willen vragen daarnaar te kijken. -17-

24 De heer Withagen: Dat pleit er alleen maar voor dat wij inderdaad de suggestie van de heer Haagh volgen, want dan kan ik mijn administratie nog beter bijhouden. De heer Kocx: Voorzitter. Ik heb mijn administratie ook goed bijgehouden, want de vragen die ik had, zijn volgens mij bijna allemaal al gesteld. Dat heb je als je als een van de laatsten aan de bak mag. Twee dingen nog. In het vervolg op wat de vorige spreker net zei over de zevenhonderd vijftigduizend euro ( ) extra inhuur. Ik begreep het ook niet helemaal, maar dat ligt misschien aan mij. Er staat dat dit opgevangen wordt binnen de exploitatie. Dan interpreteer ik het dus dat wij dat ergens in de cijfers opvangen en dat het geen kosten zijn. Dan vind ik het vreemd dat het hier staat, maar daar kan dan misschien direct een uitspraak over gedaan worden. Als het wel opgevangen kan worden, dan vind ik het überhaupt vreemd, want dat zou betekenen dat wij zevenhonderd vijftigduizend euro ( ) teveel begroot hebben en dat zou nog veel erger zijn als wij die ruimte in de begroting zouden hebben. Graag daar een verduidelijking over. Het laatste punt betreft pagina 17, programma 9000, dekkingsmiddelen en saldo. Daar staat: Verder is het aantal kwijtscheldingen en oninbaar ten opzichte van management letter naar boven bijgesteld in verband met een opschoonactie in de aanloop naar de belastingsamenwerking. Graag zouden wij gezien hebben dat het gekapitaliseerd was. Wij willen ervoor pleiten en de suggestie doen om in elke management letter binnen dit programma op te nemen wat wij daadwerkelijk kwijt zijn aan kwijtscheldingen en wat wij daadwerkelijk kwijt zijn aan oninbaar, zodat wij daar het verloop van kunnen zien. De heer De Boer: Voorzitter. Onze fractie heeft gemengde gevoelens bij deze management letter. Als wij kijken naar het bedrijfsresultaat en wat daarover vermeld is in management letter 2, dan wordt aangegeven dat er een voordelig resultaat wordt verwacht van ruim twee miljoen tweehonderd duizend euro ( ). Dan denk je, dat ziet er goed uit en dan hebben wij ook eens een keer een meevaller ten opzichte van de begroting te melden. Enkele maanden later bij management letter 3 wordt opeens een negatief verschil ten opzichte van de begroting gemeld van zeventigduizend euro ( ). Dat zijn enorm forse verschillen. Je zou kunnen zeggen dat het een soort jojo-effecten zijn, die je eigenlijk in een management letter niet mag verwachten. Meestal is dat een indicatie dat zaken niet helemaal op orde zijn. Er staan overal wel verklaringen bij, zodat de verschillen duidelijk worden, maar het baart denk ik toch wat zorgen. Hebben wij het wel in de klauwen met zijn allen? Het andere punt is het investeringsniveau. Door andere sprekers is ook al gezegd dat dit successievelijk steeds minder wordt. Wij zitten nu op drieënzestig procent (63%). Ik vind het logisch dat dit toch ook zijn effecten moet hebben op de bedrijfsvoering en ik merk daar niets of nauwelijks iets van. Wij zitten nog steeds met de oorspronkelijke formatie en daar wordt bijna niks op ingeleverd. Als je kijkt naar de bedragen die er staan bij de inhuur van externen, dan zijn die toch redelijk fors. Ik werk bij het Rijk en daar wordt enorm gesnoeid en dat geldt ook voor provincies en gemeenten, maar van het waterschap horen wij niets. Er komt geen enkele visie op hoe wij hiermee omgaan. Ik vraag mij af hoe dat zit, samen met andere sprekers. Dat is eigenlijk de kern van ons verhaal over de management letter. Nog een kleine vraag over pagina 6, waar wordt gesproken over de kapitaalslasten, die hoger uitvallen met een bedrag van vijfentachtig duizend euro ( ), doordat een begrote subsidie voor het project Drongelens Kanaal voor 2011 is vervallen. Misschien heb ik het gemist, maar wat is de reden voor het vervallen van die subsidie De voorzitter: Ik heb een probleem. Het is half tien en wij hebben nog twee heel belangrijke zaken te bespreken in de besloten vergadering. Ik heb twee oplossingsrichtingen. Een is dat wij schriftelijk gaan reageren op uw vragen en opmerkingen over de management letter en alle overige ingekomen stukken en mededelingen doen wij in een klap schriftelijk af, dan wel komen wij er vrijdagmiddag voor terug. Ik wil hier eigenlijk niet teveel debat over, want anders gaat dat weer een kwartier duren. Mijn concrete voorstel is of u ermee kunt leven als wij de vragen en opmerkingen over de management letter schriftelijk beantwoorden. Ja? Kunt u ermee leven dat als u vragen heeft over de overige agendapunten, dat u die schriftelijk stelt? Het zijn tenslotte mededelingen dan wel ingekomen stukken. Dan hebben wij deze keer geen rondvraag. Dan wil ik de vergadering een paar minuten schorsen en overgaan tot het besloten deel. Zullen wij het zo doen? Dan komen wij daarvoor vrijdagmiddag niet meer bij elkaar. Afgesproken. De heer Van den Berg: Voorzitter, bij interruptie. Kunnen wij ook schriftelijk reageren op het onderdeel Chemie-Pack? De voorzitter: Een deel komt terug in het besloten deel, want de besloten vergadering gaat over Chemie- Pack. De heer Van den Berg: Excuus, dank u wel. 4.d. Kosteneffectiviteit defosfatering rwzi Dongemond 4.e. Voortgang landschap van allure 4.f. Resultaten onderzoek dienstverlening waterschap 4.g. Proces Afvalwaterakkoorden -18-

25 4.h. Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuurbeleid 4.i. Stand van zaken Winnend Samenwerken 4.j. Verslag World congres Yangzhou september 2011 Besloten: Het AB neemt de mededelingen voor kennisgeving aan. 5. Ingekomen stukken (te behandelen op 12 oktober 2011) 5.a. 5.b. 5.c. 5.d. Brief de heer Wijnen Regelmatige wateroverlast in het centrum van Hoeven en antwoord DB Brief de heer Wijnen Besluitvorming aanpak Goudbloemsedijk te Hoeven en antwoord DB Technische vragen WD Statenfractie over schaliegas en antwoord DB Brief Algemene Waterschapspartij Kosten Brand Chemie-Pack en politieke contacten met antwoord van het DB Besloten: Het AB neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan. 6. Stand van zaken Brand Chemie Pack Moerdijk Dit punt is besproken in de AB-vergadering van 20 september 2011 en een deel komt terug in de besloten vergadering. 7. Rondvraag Er is geen rondvraag. 8. Sluiting openbare vergadering De voorzitter: Ik sluit hiermee de openbare vergadering om uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 9 november De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -19-

26

27 Zaaknr. : 11.zk51828 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Actielijst algemeen bestuur versie 12 oktober 2011 Uit vergadering Actie Tijdstip AB 21 juli 2010 Toesturen AB rapport calamiteit rwzi Bath. AB 8 december 2010 Notitie inbrengen over peilbesluit in relatie tot verwerving van laatste hectare landbouwgrond in natuurgebied op vrijwillige basis en spiegelend peilbesluit in relatie tot verwerving laatste hectare natuur in een landbouwgebied. Mededeling AB december 2011 AB januari/februari 2012 AB 8 december 2010 AB 19 januari 2011 AB 16 februari 2011 AB 16 maart 2011 AB 13 april 2011 AB 13 april 2011 AB 6 juli 2011 AB informeren over voortgang grondtransacties met betrekking tot EVZ Zwarte sloot. AB-lid Jackson informeren over nazorg waterschapskring Made Ieder AB korte stand van zaken over afwikkeling calamiteit Moerdijk. Toesturen analyse kosten centraal versus decentraal zuiveren Nagaan of het mogelijk is de kosten aanpassingen sluiscomplexen bij optie 1 inzichtelijk te maken wanneer dit niet wordt aanbesteed. In DB bespreken of bestrijding muskusratten onderwerp kan zijn voor een thema-ab Aan AB scan lopende projecten ontwerp en realisatie m.b.t. verwachte doelrealisatie in relatie tot. beschikbare uitvoeringskredieten toesturen Eerste kwartaal 2012 Zo spoedig mogelijk Elk AB Mededeling AB december 2012 Mededeling AB december 2012 Thema AB in eerste kwartaal 2012 November/december 2011 AB 31 augustus 2011 Bespreken hoe de bestaande informatie-instrumenten (o.a.. kadernota, jaarrekening, management rapportages) beter benut kunnen worden. Eerstkomende fractievoorzittersoverleg AB 31 augustus 2011 Mandaatregeling tegen het licht houden en bespreken of deze nog een keer in het AB geagendeerd moet worden. Eerstkomende fractievoorzittersoverleg. AB 31 augustus 2011 AB 14 september 2011 Samenstelling en tijdsbeslag rekenkamercommissie bespreken. Mevr. De Jong-Stabel wordt hiervoor ook uitgenodigd. Eerstkomende fractievoorzittersoverleg Thema AB rondom het Informatieplan organiseren Thema AB 23 november 2011 AB 14 september 2011 AB 14 september 2011 AB informeren over mogelijkheden gebruikersgemak bestuursstukken op internet Grafische weergave van de tariefverschuivingen over de laatste 10 jaar toezenden Mededeling AB december 2012 Is aan vragensteller toegezonden.

28 AB 20 september 2011 Ten behoeve van de thema bijeenkomst d.d. 26 oktober 2011 toezenden notitie samenwerking DB en AB Vóór 26 oktober 2011 AB 20 september 2011 AB 12 oktober 2011 Overzicht toezenden van de archieven inclusief verplichtingen en financiële consequenties van Brabantse Delta Nagaan afspraak uitdelen antwoorden op technische vragen voorafgaand aan de vergadering Mededeling AB december 2011 In de spelregels uit 2010 is afgesproken deze alleen op extranet te plaatsen. AB 12 oktober 2011 AB 12 oktober 2011 Nagaan mandatering inbrengen zienswijzen begroting Regionaal Archief West-Brabant in relatie tot bestuurlijke rol Beantwoorden openstaande vragen managementletter en niet behandelde mededelingen en overige agendapunten AB december 2011 voor AB 7 november 2011 via extranet -- 2

29 Zaaknr. : 11.ZK51828 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Agendapunt Besluitenlijst openbare vergadering algemeen bestuur 12 oktober Opening Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming: de heer Van der Veer 2.a. Notulen en besluitenlijst Notulen en besluitenlijst (inclusief actie- en toezeggingenlijst) van de vergadering van het algemeen bestuur van 14 en 20 september Besloten: het algemeen bestuur stelt de gewijzigde notulen en besluitenlijst (inclusief actie- en toezeggingenlijst) van 14 en 20 september 2011 en de notulen van de besloten vergadering van 20 september 2011 vast. 3. Nota s ter besluitvorming 3.b. Aanvragen uitvoeringskrediet voor Deltadigitaal 2 Met de verhuizing naar Bouvigne en het introduceren van flexwerken werd plaats- en tijdonafhankelijk digitaal werken noodzakelijk. De basis hiervoor is gelegd met project Delta Digitaal I. Na afronding van het project Delta Digtaal was het al duidelijk dat er een aantal vervolgstappen gezet moesten worden. Na ruim een jaar ervaring is er voldoende inzicht ontstaan om deze vervolgstappen te kunnen zetten. Het gaat hier om het verbeteren van het gebruikersgemak, het afnemen van de administratieve last en een volledig goedgekeurd digitaal archief, zodat we met de fysieke archivering kunnen stoppen. Na vooronderzoek blijkt deze doorontwikkeling alleen mogelijk is met herziening van de oorspronkelijke projectscope en integratie van het project ZTC. Hier wordt een voorstel toe gedaan. Besloten: Het algemeen bestuur stemt in met het ter beschikking stellen van het uitvoeringskrediet van Delta Digitaal II en de ZaakTypeCatalogus ten bedrage van totaal ,- teneinde een doorontwikkeling te kunnen maken in digitaal en zaaksgewijs werken en archiveren. Met dit besluit stemt het algemeen bestuur tevens in met de scopewijziging van de oorspronkelijke projectonderdelen die in de kadernota zijn vastgesteld. 3.d. Investeringsvoorstel AWZI bij SNB Bij het drogen van slib bij SNB komt een stikstofrijke afvalwaterstroom vrij. Het verwerkingsproces is niet duurzaam en bovendien ontstaat er gevaarlijk afval. Om deze reden is er door SNB gezocht naar biologische alternatieven. Een onderzoek van SNB en waterschap Brabantse Delta heeft geresulteerd in een maatschappelijk optimale oplossing, namelijk de bouw van een afvalwaterzuiverings-installatie (AWZI) bij SNB. De Directie van SNB vraagt de aandeelhouders akkoord te gaan met een investering in een AWZI. De maximale omvang van de investering bedraagt ,- inclusief BTW. Besloten: Het algemeen bestuur besluit: - in te stemmen met het investeringsvoorstel voor de bouw van de afvalwaterzuiveringsinstallatie; - tot storting van agio op de aandelen in de N.V. Slibverwerking Noord-Brabant tot een bedrag van maximaal ,- ten behoeve van de door de NV. Slibverwerking Noord-Brabant ter realisering van de bouw van de afvalwaterzuiveringsinstallatie; - de aandeelhoudersvertegenwoordiger mandaat te verlenen om namens waterschap Brabantse Delta in te stemmen met deze investering in de AvA van 21 november 2011 en te zijner tijd terugmelding te doen aan het algemeen bestuur van het waterschap over het definitieve investeringsbedrag en daarmede het te storten agio.

30 Agendapunt 3.j. Besluitenlijst openbare vergadering algemeen bestuur 12 oktober 2011 Onderzoeksrapport intercollegiale toets brand Moerdijk Bij de brand op 5 januari 2011 in Moerdijk zijn zaken zowel goed als fout gegaan. Belangrijk is de ervaringen te delen en ervan te leren. Het waterschap wil professioneel samenwerken met de partners en vindt het belangrijk transparant te opereren. Daarom hebben de dijkgraaf en de secretaris-directeur aan hun collega s van waterschap Regge en Dinkel gevraagd een intercollegiale toets uit te voren van het bestuurlijk handelen van het waterschap na de brand. De intercollegiale toets geeft helder aan wat er in het verloop van de calamiteit is gebeurd en bevestigt het beeld dat er adequaat gereageerd. De toets reikt ook verbeterpunten aan. Het voorstel is om de aangereikte verbeterpunten te implementeren. Besloten: Het algemeen bestuur neemt het rapport Onderzoek intercollegiale toets brand Moerdijk voor kennisgeving aan, stemt in met de conclusies en neemt de aanbevelingen integraal over. Het algemeen bestuur geeft opdracht om de aanbevelingen op te pakken, te implementeren en te borgen in de organisatie en waar mogelijk vast te leggen in het calamiteitenplan van het waterschap en in de crisisplannen van de partners. 4. Mededelingen 4.b. Mededeling ontwerp begroting Regionaal Archief West-Brabant 2012 Besloten: het algemeen bestuur neemt de mededeling voor kennisgeving aan. 4.c. Managementletter d. 4.e. 4.f. 4.g. 4.h. 4.i. Kosteneffectiviteit defosfatering rwzi Dongemond Voortgang Landschap van Allure Resultaten onderzoek dienstverlening waterschap Proces Afvalwaterakkoorden Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuurbeleid Stand van zaken Winnend Samenwerken 4.j. Verslag world congres Yangzhou september 2011 Besloten: het algemeen bestuur doet de mededelingen schriftelijk af. 5. Ingekomen stukken 5.a. 5.b. 5.c. 5.d. Brief de heer Wijnen Regelmatige wateroverlast in het centrum van Hoeven en antwoord dagelijks bestuur Brief de heer Wijnen Besluitvorming aanpak Goudbloemsedijk te Hoeven en antwoord dagelijks bestuur Technische vragen WD Statenfractie over schaliegas en antwoord dagelijks bestuur Brief Algemene Waterschapspartij Kosten brand Chemie-Pack en politieke contacten met antwoord van het dagelijks bestuur Besloten: het algemeen bestuur doet de stukken schriftelijk af. 6. Stand van zaken Brand Chemie Pack Moerdijk 7. Rondvraag 8. Sluiting openbare vergadering. -2-

31 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 11.B0213/11.ZK12491 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Onderwerp : ecologische verbindingszone en waterberging Vossenbergsevaart Sector en afdeling : watersystemen, afdeling ontwerp & realisatie Datum behandeling : 9 november / 7 december 2011 Agendapunt : 3c Ter inzage bij de concernstaf : - projectplan "Inrichting Vossenbergsevaart", (11IN006088) - beheer en Onderhoudsplan Vossenbergsevaart (11IN020775) Bijlage(n) : - kaart (11IT008491) - besluit (11IT015600) Aan het algemeen bestuur Aanleiding Het waterschap Brabantse Delta en de gemeente Etten-Leur staan voor de opgave om voor 2018 de natte Ecologische Verbindingszones (EVZ s) op het grondgebied van de gemeente te realiseren. Hiertoe is in 2008 gezamenlijk een visie opgesteld, waarin een nadere uitwerking heeft plaatsgevonden van de EVZ s, zoals die in het provinciale beleid zijn weergegeven. Deze visie vormde de basis voor een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en het waterschap die is aangegaan in De EVZ moet gaan functioneren als onderdeel van de verbinding tussen enkele grote natuurgebieden - Pannenhoef en Vloeiweide - richting Liesbosch en vervolgens via de Groene Schakel naar de beemden (Noordrand Midden) langs de Mark. Langs de Vossenbergsevaart zijn nog vóór ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst door het waterschap enkele strategische gelegen ruilgronden verworven (zie vergadering algemeen bestuur van 4 april 2007, 07I000462). Deze gronden zijn met succes- deels ingezet om langs de Vossenbergsevaart een grondpositie te verkrijgen, waarmee zowel de EVZ-taakstelling ingevuld kan worden als ook ten behoeve van de aanleg van waterberging. De planvoorbereiding is gelijktijdig opgestart met de planvoorbereiding voor een EVZ-traject langs de Kibbelvaart (11IT008219). Het plangebied ligt zuidelijk van Etten-Leur, tussen de Rijsbergseweg en de Zundertseweg. In het kader van de Integrale gebiedsanalyse Kibbelvaart-Brandschevaart (IGA) zijn de gebieden waar regelmatig sprake is van wateroverlast in beeld gebracht en zijn voorstellen uitgewerkt om deze overlast te beperken. Eén van de voorgestelde maatregelen is het aanleggen van een waterbergingsgebied langs de Vossenbergsevaart. Tevens is als kansrijke maatregel voorgesteld om de inrichting van de EVZ s ook te benutten voor waterberging. Op de aanliggende landbouwpercelen en benedenstrooms van de Vossenbergsevaart treedt bij hoge afvoer wateroverlast op mede als gevolg van inundatie vanuit de Vossenbergsevaart. Dit plan voorziet in een inrichting van de EVZ, gecombineerd met de aanleg van een waterbergingsgebied. Daarmee ontstaat de mogelijkheid van gestuurde waterberging, waarbij ook de EVZ-gronden ingezet worden. Het projectplan is opgesteld samen met de gemeente en de partners Staatsbosbeheer (SBB) en Brabants Landschap. Een ingestelde klankbordgroep (waarin vertegenwoordigers van ZLTO, de Vereniging Glastuinbouw, IVN en Heemkundekring) heeft met het ontwerp ingestemd. Het ontwerp is bilateraal besproken met de aanliggende grondeigenaren. Hun wensen zijn zoveel mogelijk meegenomen in het ontwerp, zoals dat uitgewerkt is in het projectplan. In het kader van de Algemene wet bestuursrecht heeft het plan in mei 2011 ter inzage gelegen. Ook heeft op 28 april 2011 een informatieavond plaatsgevonden in Etten-Leur. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

32 Tijdens deze informatieavond is door een grondeigenaar opgemerkt dat de plangrens op de ontwerptekening van het projectplan verkeerd was ingetekend. Het gaat om de grens van het plangebied aan de noordwestkant van het projectplan, die abusievelijk deels over niet aangekochte grond was ingetekend. Dit is in de definitieve versie van het projectplan hersteld. Het betreft hier geen substantiële aanpassing, maar het herstellen van een fout in de ontwerptekening. Er zijn geen schriftelijke zienswijzen op het plan binnengekomen. Context Het beleidskader voor de EVZ s is vastgelegd in diverse plannen. Onder andere in het provinciale Waterplan, het Gebiedsplan Brabantse Delta, de gemeentelijke Structuurvisie Plus 2020 en het Waterbeheerplan van het waterschap. Een inhoudelijke visie op de EVZ s binnen de gemeente Etten-Leur is uitgewerkt in het document Groene linten langs vaarten van het bruine goud (mei 2008) dat als basis gediend heeft voor de in 2009 aangegane samenwerkingsovereenkomst. -2-

33 Bestuurlijke besluitvorming Het algemeen bestuur heeft in december 2008 (08I004093) een deel van het benodigde krediet beschikbaar gesteld voor de te realiseren waterschapsdoelstellingen in het gebied Kibbelvaart-Brandsevaart, IP-nummer 202. Daarbij gaat het in dit gebied om het realiseren van EVZ s en het realiseren van waterberging. In de vergadering van het algemeen bestuur van juli 2009 (09I001897) is ingestemd met een herverdeling van gevoteerde kredieten voor de looptijd van de huidige bestuursprogramma van het waterschap. Daarmee is voor project miljoen beschikbaar gesteld. Dit krediet is een deel van het investeringsbedrag dat nodig is om alle doelen te realiseren. In de Kadernota 2011 is het project 202 opgenomen met een investeringsbedrag van 3,5 miljoen voor 10 km EVZ s en 15 hectare waterberging. De totale EVZ-opgave in het gebied is 18,4 km. De exacte waterbergingsopgave dient nog nader in beeld gebracht te worden op basis van de watersysteemtoets in Bij de herverdeling van kredieten in 2009 is aangegeven dat na 2012 een aanvullend krediet aangevraagd dient te worden voor volledige doelrealisatie. De grondaankoop, planvoorbereiding en realisatie van het deelproject inrichting Vossenbergsevaart, totaal , wordt gefinancierd met gebruikmaking van het beschikbare krediet van project 202; zie ook Beoordeling/Financiële gevolgen. Het DB heeft in september 2009 ingestemd met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Etten-Leur (09I002732). Het DB heeft in april 2011 (11IT000095) ingestemd met het projectplan en het plan vrijgegeven voor de inspraak. Er zijn geen zienswijzen ingediend; derhalve is er geen inspraaknota opgesteld. Ten behoeve van de realisatie van de EVZ s wordt door de gemeente een bestemmingsplanprocedure opgestart. De planning is dat de gemeenteraad het aangepaste bestemmingsplan in december 2011 vaststelt. Het College van B&W heeft inmiddels ingestemd met het projectplan. Vraagstelling Kan het AB instemmen met het projectplan "Inrichting Vossenbergsevaart" (definitief ontwerp, februari 2011). Strategie In het kader van de samenwerkingsovereenkomst heeft het waterschap een trekkende rol op zich genomen bij zowel de grondverwering, planvoorbereiding als de uitvoering. Vanaf 2010 is actief ingezet op de grondverwerving. Daarvóór heeft het waterschap al een cruciale aankoop kunnen doen van strategisch gelegen ruilgrond nabij de Vossenbergsevaart; het AB heeft met deze aankoop ingestemd in de vergadering van 4 april De inzet van deze ruilgrond heeft inmiddels geleid tot een goede grondpositie langs de Vossenbergsevaart. Daarom is in 2010 gestart met de planvoorbereiding. Binnen het plangebied ligt een toegangsweg naar een landbouwperceel, dat grenst aan de zuidkant van het projectgebied. Deze toegangsweg, een perceel van 750 m 2, is in eigendom bij een particulier. Deze particulier wil de grond niet verkopen. Het plan is hierop aangepast. Het pad blijft gehandhaafd en wordt onderduikerd. De bergingsgebieden aan beide zijden van de toegangsweg zullen daardoor als één geheel functioneren. De kade om de waterberging dient zodanig aangelegd te worden dat de particulier over de kade het achterliggende perceel kan bereiken. Er is een overeenkomst ondertekend tussen waterschap en de particulier. Hierin zijn afspraken vastgelegd over een door het waterschap te betalen schadevergoeding voor de waardedaling van de grond. In deze overeenkomst is tevens vastgelegd dat de particulier zich akkoord verklaard met het projectplan. Met dit projectplan wordt integraal invulling gegeven aan de taakstelling op het gebied van EVZ s én waterberging. Er wordt 1,3 km EVZ, met een totaal areaal van 3,25 ha gerealiseerd én 4,25 ha waterberging. De EVZ-strook zal ook deels ingezet en benut worden ten behoeve van de waterberging, zonder dat dat afbreuk doet aan de EVZ-taakstelling. Met het realiseren van de waterberging wordt de wateroverlast van aanliggende landbouwgronden en benedenstrooms gelegen landbouwgronden verminderd. -3-

34 Op grond van de samenwerkingsovereenkomst betaalt de gemeente 60% van de kosten die betrekking hebben op de EVZ; 40% komt ten laste van het waterschap. De kosten die betrekking hebben op waterberging zijn voor rekening van het waterschap. De kosten van het waterschapsdeel van de EVZ, alsmede de kosten van de waterberging, worden gesubsidieerd door de Tweede Bestuursovereenkomst. De gemeente heeft voor zowel grondverwerving als de inrichting van het gemeentelijk deel van de EVZ een provinciale subsidiebeschikking ontvangen. De planning is er op gericht om begin 2012 te starten met de realisatie. Voor dit plan wordt door de gemeente het bestemmingsplan aangepast. De vaststelling ervan is voorzien in december Voor het projectgebied is in samenspraak met de gemeente ook een beheer- en onderhoudsplan opgesteld. Conform de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente vormt dit onderhoudsplan de basis voor een nog af te sluiten onderhoudsovereenkomst tussen beide partijen. Daartoe zijn in het beheer- en onderhoudsplan ook de onderhoudskosten in beeld gebracht. De overeenkomst wordt voor de realisatie afgesloten. Het uitgangspunt is dat het feitelijk onderhoud door of in opdracht van het waterschap geschiedt en dat er een verrekening plaatsvindt met de gemeente voor het deel waarvoor de gemeente verantwoordelijk is en met SBB, voor de gronden die in eigendom zijn bij SBB. Het onderhoud van de waterberging is geheel voor rekening van het waterschap. Indien het AB instemt met het projectplan EVZ Vossenbergsevaart en de EVZ Kibbelvaart, zullen beide projecten in verband met verwachte aanbestedingsvoordelen op de markt gezet. Beoordeling Financiële gevolgen Nee. Zoals eerder aangegeven wordt dit project bekostigd met een krediet dat in 2008 door het AB is gevoteerd (zie Bestuurlijke besluitvorming ). Dit krediet is beschikbaar gesteld onder IP-nummer 202. In 2008 is tevens aangegeven dat voor totale doelrealisatie een investeringsbedrag van 6,8 miljoen noodzakelijk is. Met de herschikkingsnota van de AB-vergadering van december 2010 zijn het investeringsbedrag en de te realiseren doelen voor de lopende bestuursperiode naar beneden toe bijgesteld. In de Kadernota 2011 is het project (IP-nummer 202) opgenomen met een investeringsbedrag van miljoen voor het realiseren van 10 km EVZ s en 15 ha waterberging. Het huidige investeringsbedrag voorziet in het realiseren van een deel van de werkelijke opgave in het projectgebied; het AB is daarover eerder geïnformeerd (o.a. in het kader van de herschikkingsnota van december 2010). Op basis van de huidige inzichten, opgedaan op basis van dit projectplan en het projectplan EVZwaterberging Vossenbergsevaart, kan geconstateerd worden dat het huidige investeringsbedrag toereikend is om deze doelen te kunnen realiseren, mits voor waterberging geen grondverwerving noodzakelijk is. Dit laatste past binnen het waterschapsbeleid met betrekking tot grondverwerving en waterberging. Hiervoor id wel een aanvullende aanvraag voor een uitvoeringskrediet nodig. Bij de totstandkoming van de kadernota 2012 komt de vraag aan de orde of het investeringsbedrag aangepast moet worden aan de resterende doelstellingen, waarin de huidige Kadernota niet in voorziet. Daarbij zal op basis van kengetallen (ervaringscijfers) het investeringsbedrag geactualiseerd worden. Met de vaststelling van het projectplan Inrichting Vossenbergsevaart wordt een deel van het gevoteerde krediet van project 202 ingezet t.b.v. dit projectplan. Het gaat daarbij om een totaalbedrag van , waarvan in het kader van de planvoorbereiding en grondaankoop een deel reeds is uitgegeven. In onderstaande tabel is weergegeven wat de consequenties zijn van vaststelling voor het resterende budget en de resterende doelstellingen: Investeri ngsbedrag Gevoteerd doelen Kadernota 2011 krediet EVZ waterberging 202 vóór uitvoering km 15 ha Vossenbergsevaart 217 Vossenbergse-vaart ,3 km 4,8 ha Resteert op ,7 km 10,2 ha -4-

35 Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen niet van toepassing Overig niet van toepassing Communicatieparagraaf Het voorliggend projectplan is opgesteld in samenspraak met de partners gemeente Etten-Leur, SBB, en Brabants Landschap. Daarnaast is een klankbordgroep geformeerd, die ook ingestemd heeft met het ontwerp. In de klankbordgroep hebben zitting: ZLTO, Glastuinbouwvereniging, IVN en Heemkundekring. Direct na aanvang van de inspraakperiode is een informatieavond georganiseerd (28 april 2011). De start van de werkzaamheden zal eveneens worden aangekondigd. Advies Het algemeen bestuur stemt in met het projectplan "Inrichting Vossenbergsevaart, Definitief Ontwerp, februari Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -5-

36

37

38

39 Zaaknr. : 11.B0213 / 11.ZK12491 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur over het projectplan Inrichting Vossenbergsevaart, Definitief Ontwerp, februari 2011, nummer 11IT008236; gelet op artikel 5.4 afdeling 3:4 Algemene wet bestuursrecht; B E S L U I T : 1. Vast te stellen het projectplan Inrichting Vossenbergsevaart, Definitief Ontwerp, februari 2011 ; 2. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking. Aldus vastgesteld in de vergadering van 7 december De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

40

41 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 11.B0212/11.ZK12478 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Onderwerp : Ecologische Verbindingszone en waterberging Kibbelvaart Sector en afdeling : watersystemen, afdeling ontwerp & realisatie Datum behandeling : 9 november / 7 december 2011 Agendapunt : 3d Ter inzage bij de concernstaf : - projectplan Inrichting Kibbelvaart, Definitief Ontwerp, (11IN002053) - beheer en Onderhoudsplan (11IN020772) Bijlage(n) : - kaart (11IT019246) - besluit (11IT015598) Aan het algemeen bestuur Aanleiding Het waterschap Brabantse Delta en de gemeente Etten-Leur staan voor de opgave om voor 2018 de natte ecologische verbindingszones (EVZ s) op het grondgebied van de gemeente te realiseren. Hiertoe is in 2008 gezamenlijk een visie opgesteld, waarin een nadere uitwerking heeft plaatsgevonden van de EVZ s, zoals die in het provinciale beleid zijn weergegeven. Deze visie vormde de basis voor een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en het waterschap die is aangegaan in De EVZ moet gaan functioneren als onderdeel van de verbindingszones tussen de Rucphense bossen en de beemden langs de Mark. Inmiddels is er zicht op een grondpositie langs de Kibbelvaart, aan de noordkant van de Hoevenseweg op de grens met de gemeente Halderberge. Over een lengte van 1,6 km is een strook beschikbaar met een breedte variërend tussen de 20 en 25 meter. Hiermee kan 3,6 ha EVZ worden gerealiseerd, die mede ingezet zal worden voor waterbergingsdoeleinden. In het kader van de Integrale gebiedsanalyse Noordrand Midden (IGA) zijn de gebieden waar regelmatig sprake is van wateroverlast in beeld gebracht en zijn voorstellen uitgewerkt om deze overlast te beperken. Als kansrijke maatregel is in de IGA voorgesteld om de inrichting van de EVZ s ook te benutten voor waterberging. Het bergen van water in een EVZ doet géén afbreuk aan het functioneren van de EVZ. Op de aanliggende landbouwpercelen vindt in extreme situaties wateroverlast plaats. Inundatie vindt in de huidige situatie ongestuurd plaats vanuit de Kibbelvaart. Dit plan combineert de inrichting van de EVZ met het herstel van een stuk kade langs de Kibbelvaart en mogelijkheden tot gestuurde waterberging binnen de EVZ. Het plan is opgesteld samen met de gemeente en de partners Staatsbosbeheer (SBB) en Brabants Landschap. Een ingestelde klankbordgroep (waarin vertegenwoordigers van ZLTO, IVN en Heemkundekring) heeft met het ontwerp ingestemd. Het ontwerp is bilateraal besproken met de aanliggende grondeigenaren. Hun wensen zijn zoveel mogelijk meegenomen in het ontwerp. In het kader van de Algemene wet bestuursrecht heeft het plan in mei 2011 ter inzage gelegen. Ook heeft op 28 april 2011 een informatieavond plaatsgevonden in Etten-Leur. Er zijn geen zienswijzen op het plan binnengekomen. Context Het beleidskader voor de EVZ s is vastgelegd in diverse plannen. Onder andere in het provinciale Waterplan, het Gebiedsplan Brabantse Delta, de gemeentelijke Structuurvisie Plus 2020 en het Waterbeheerplan van het waterschap. Een inhoudelijke visie op de EVZ s binnen de gemeente Etten-Leur is uitgewerkt in het document Groene linten langs vaarten van het bruine goud (mei 2008) dat als basis heeft gediend voor de in 2009 aangegane samenwerkingsovereenkomst. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

42 Bestuurlijke besluitvorming In oktober 2006 (06I001800) heeft het AB een uitvoeringskrediet (UVK) beschikbaar gesteld voor de te realiseren waterschapsdoelstellingen in het projectgebied Noordrand Midden (IP-nummer 174). In de adviesnota is toen aangegeven dat dit UVK betrekking had op de 1 e uitvoeringsfase (periode 2006 t/m 2008). In de adviesnota is tevens aangekondigd dat ná deze 1 e uitvoeringsfase aanvullend krediet aangevraagd zou worden voor de maatregelen die later uitgevoerd zouden worden. De uitvoering van de 1 e fase is sterk vertraagd door moeizame grondverwerving. Thans is de grondpositie dusdanig, dat een deel van de EVZ langs de Kibbelvaart aangelegd kan worden. -2-

43 In de Kadernota 2011, vastgesteld door het AB, is project 174 opgenomen met een investeringsbedrag van voor het realiseren van 666 ha natte natuurparels, 8 ha waterberging, 5 km EVZ en het herstel van 4 wielen. Van dit investeringsbedrag is eerder door het AB gevoteerd. Het DB heeft in september 2009 ingestemd met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Etten-Leur (09I002732). Het DB heeft in februari 2011 (11IT000079) ingestemd met het projectplan en heeft het plan toen vrijgegeven voor de inspraak. Er zijn géén zienswijzen ingediend; derhalve is er geen inspraaknota opgesteld. Ten behoeve van de realisatie van de EVZ is door de gemeente een bestemmingsplanprocedure opgestart. De planning is dat de gemeenteraad het aangepaste bestemmingsplan in december 2011 vaststelt. Het college van B&W heeft inmiddels ingestemd met het projectplan. Vraagstelling Kan het AB instemmen met het projectplan Ecologische Verbindingszone Kibbelvaart en deze vaststellen? Strategie In het kader van de samenwerkingsovereenkomst heeft het waterschap een trekkende rol op zich genomen bij zowel de grondverwerving, planvoorbereiding als de uitvoering. Vanaf 2010 is actief ingezet op de grondverwerving. Daarvóór heeft het waterschap al enkele aankopen kunnen doen langs de Kibbelvaart. De aankoop en vervolgens het inzetten van een strategisch gelegen ruilperceel, heeft het verkrijgen van een goede grondpositie ten behoeve van de EVZ in een stroomversnelling gebracht. Binnen het plangebied had het waterschap te maken met 3 grondeigenaren, met wie het waterschap tot een definitief akkoord diende te komen om de EVZ te kunnen realiseren: 2 particulieren en SBB. Met één particulier is een ruilovereenkomst gesloten. Het waterschap zet daarbij een strategisch gelegen ruilperceel en een bijbehorende toegangsweg in, die in 2006 door het waterschap aangekocht zijn. Na sanering van de toegangsweg, bestaande uit een puinverharding, en het opvullen met goede teelaarde, zal de daadwerkelijke ruiling plaatsvinden. De particulier heeft vanwege zijn agrarische bedrijfsvoering- het waterschap verzocht om de EVZ zo snel mogelijk te realiseren. SBB heeft enkele kleine percelen in eigendom binnen het plangebied. Het betreft kleine landschapselementen langs de Kibbelvaart, die in het kader van een ruilverkaveling aangelegd zijn. De landschapselementen worden in overleg met SBB- geïntegreerd in de EVZ. Onlangs (juli 2011) is met de eigenaar van het meest zuidelijke perceel overeenstemming bereikt over de aankoop van zijn perceel. Het betreft een perceel, dat met een lengte van 350 meter langs de Kibbelvaart ligt. Eerder had deze eigenaar al ingestemd met het uitwerken van het onderhavige projectplan en het in procedure brengen ervan, vooruitlopend op definitieve verkoop. Gebleken is dat de oostelijke kade op dit perceel niet op de goede hoogte is. Hoewel het niet tot de doelstelling van het project behoort, wordt deze kade zodanig hersteld dat deze voldoet aan de legger (werk met werk maken). Bovendien is rekening gehouden met een zekere overhoogte die mogelijk in de toekomst nodig is als er waterberging gaat plaatsvinden op het Volkerak Zoommeer. De kade voldoet ook aan de concept Beleidsregel Hoogtecriteria waterkeringen 2011, waarmee het dagelijks bestuur op 12 juli jl. ingestemd heeft ten behoeve van de inspraakprocedure. De hoogte van de te herstellen kade sluit daarmee aan op de bestaande kade aan de noordkant. Herstel is ook zinvol om de lokale wateroverlast op de aanliggende landbouwpercelen te verminderen en is ook cultuurhistorisch gewenst. Als de kade op hoogte is, zal de Kibbelvaart minder snel buiten zijn oevers treden en zal er ook minder wateroverlast zijn. Omdat de EVZ ook deels als waterberging dienst zal doen is in de kade een inlaatconstructie voorzien. Met deze constructie kan water uit de Kibbelvaart gecontroleerd worden ingelaten als daar bovenstrooms aanleiding toe mocht zijn. Daarmee wordt de wateroverlast bovenstrooms (zuidelijk van de Hoevenseweg) verminderd. Ook draagt het bij aan een vermindering van de wateroverlast op de landbouwpercelen noordelijk van de Hoevenseweg, grenzend aan het projectgebied. Op grond van de samenwerkingsovereenkomst betaalt de gemeente 60% van de kosten die betrekking hebben op de EVZ; 40% komt ten laste van het waterschap. De kosten die betrekking hebben op waterberging (bijvoorbeeld in- en uitlaatvoorzieningen) zijn voor rekening van het waterschap. Het waterschapsdeel van de EVZ, alsmede het waterbergingsonderdeel van dit projectplan, kunnen ten laste gebracht worden van de Tweede Bestuursovereenkomst. De gemeente heeft voor zowel grondverwerving als de inrichting van het gemeentelijk deel van de EVZ een provinciale subsidiebeschikking ontvangen. -3-

44 Naastgelegen gemeente Halderberge is tijdens het voorbereidingstraject wel betrokken, maar geen partner omdat de inrichting niet op Halderbergs grondgebied plaats vindt. De grondaankoop, planvoorbereiding en realisatie van de EVZ (totaal ,-) wordt gefinancierd met gebruikmaking van het eerder door het AB gevoteerde krediet. Van de totale kostenbegroting van het projectplan komt 86% ten laste van de EVZ en 14% ten laste van de waterberging. De planning is er op gericht om in de zomer van 2012 te starten met de realisatie. Dit omdat de vaststelling van het bestemmingsplan in december 2011 is voorzien, de winterperiode geen goede periode van uitvoering is en er dan pas na het broedseizoen van 2012 gestart kan worden. Indien het AB instemt met het projectplannen EVZ Vossenbergsevaart en de EVZ Kibbelvaart, zullen beide projecten in verband met verwachte aanbestedingsvoordelen gelijktijdig op de markt gezet worden. Voor het projectgebied is in samenspraak met de gemeente ook een beheer- en onderhoudsplan opgesteld. Conform de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente vormt dit onderhoudsplan de basis voor een nog af te sluiten onderhoudsovereenkomst tussen beide partijen. Daartoe zijn in het beheer- en onderhoudsplan ook de kosten in beeld gebracht. De overeenkomst wordt vóór de realisatie afgesloten. Het uitgangspunt is dat het feitelijk onderhoud door of in opdracht van het waterschap geschiedt en dat er een verrekening plaatsvindt met de gemeente Etten-Leur, voor het deel waarvoor de gemeente verantwoordelijk is en met SBB, voor de gronden die in eigendom zijn bij SBB. Beoordeling Financiële gevolgen Nee. Zoals eerder aangegeven wordt dit project bekostigd met een krediet dat in 2006 door het AB is gevoteerd (zie Bestuurlijke besluitvorming ). Dit krediet is beschikbaar gesteld onder IP-nummer 174. Met de herschikkingsnota (AB-vergadering van december 2010) zijn het investeringsbedrag en de te realiseren doelen voor de lopende bestuursperiode naar beneden toe bijgesteld. De resterende doelen worden na 2012 opgepakt. In de Kadernota 2011 is het project (IP-nummer 174) opgenomen met een investeringsbedrag van voor het realiseren van 5 km EVZ s, 8 ha waterberging, herstel van 666 ha natte natuurparel en herstel 4 wielen. Uitgaande van normbedragen en ervaringsgegevens zou bij de geschetste doelrealisatie een Investeringsbedrag van circa 4,4 miljoen noodzakelijk zijn. Bij de totstandkoming van de kadernota 2012 komt de vraag aan de orde of het investeringsbedrag aangepast moet worden aan de resterende doelstellingen (na 2012), waarin de huidige Kadernota niet voorziet. Daarbij zal op basis van kengetallen (ervaringscijfers) het investeringsbedrag geactualiseerd worden. In deze actualisatie wordt meegenomen de verwachting dat het versnellingsproject Noordrand Midden (herstel 666 ha natte natuurparels) niet in zijn oorspronkelijk opzet uitgevoerd zal worden als gevolg van de discussie tussen provincie en rijksoverheid over de herijking van de EHS. Met de vaststelling van het projectplan Inrichting Kibbelvaart wordt een deel van het gevoteerde krediet van project 174 ingezet t.b.v. dit projectplan. De totale projectkosten bedragen , waarvan in het kader van de voorbereiding en grondaankoop reeds een deel is uitgegeven. In onderstaande tabel is weergegeven wat de consequenties zijn van vaststelling voor het resterende budget en de resterende doelstellingen: Investeri ngs- Gevoteerd Doelen Natte bedrag krediet EVZ waterber ging Wielen Kadernota natuur vóór uitvoering ha 5 km 8 ha 4 stuks EVZ Kibbelvaart 219 EVZ ha 1,6 km 3 ha 0 Kibbelvaart Resteert op ,4 5 ha 4 stuks -4-

45 Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen niet van toepassing Overig niet van toepassing Communicatieparagraaf Het voorliggend projectplan is opgesteld in samenspraak met de partners gemeente Etten-leur, SBB en Brabants Landschap. Daarnaast is een klankbordgroep geformeerd die hebben ingestemd met het ontwerp. In de klankbordgroep hebben zitting: ZLTO, IVN en Heemkundekring. Direct na aanvang van de inspraakperiode is een informatieavond georganiseerd (28 april 2011). De start van de werkzaamheden zal eveneens breed worden aangekondigd. Advies Het algemeen bestuur stemt in met het projectplan Inrichting EVZ Kibbelvaart, Definitief Ontwerp, januari Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -5-

46

47

48

49 Zaaknr. : 11.B0212 / 11.ZK12478 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur over het projectplan Inrichting EVZ Kibbelvaart, Definitief Ontwerp, januari 2011, nummer 11IT008219; gelet op artikel 5.4 afdeling 3:4 Algemene wet bestuursrecht; B E S L U I T : 1. Vast te stellen het projectplan Inrichting EVZ Kibbelvaart, Definitief Ontwerp, januari 2011 ; 2. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking. Aldus vastgesteld in de vergadering van 7 december 2011, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

50

51 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 11.B0239/11.ZK12410 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Onderwerp : verhoging uitvoeringskrediet project Jagersrust Ossendrecht Sector en afdeling : watersystemen, afdeling ontwerp & realisatie Datum behandeling : 7 december 2011 Agendapunt : 3e Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : omschrijving totaal project (11IT012534) toetsingslijst (11IT009359) en investeringsbesluit (11IT007648) Aan het algemeen bestuur Aanleiding Sinds 2006 trekt Waterschap Brabantse Delta de uitvoering van het project Jagersrust, onderdeel Moseven/Heiloop (op onderstaande kaart traject 1 en 2). Het totale project Jagersrust is groter en bevat ook het project Calvense Bosloop. Door ondertekening van het convenant water Brabantse Wal in 2010 heeft het waterschap de procesverantwoordelijkheid voor het totaalproject op zich genomen. Voor de financiering van het totaalproject is in 2009 synergiesubsidie aangevraagd en verkregen. Deze synergie subsidie is door de provincie namens het rijk verstrekt. De subsidie heeft als doelstelling het realiseren van de KRW-doelen die samen met de gemeente Woensdrecht en andere partners gerealiseerd worden. In 2010 is in het kader van inrichting EHS en de tweede bestuursovereenkomst aanvullend subsidie toegezegd door de provincie. Deze subsidies zijn noodzakelijk om de aanvullende inrichtingmaatregelen en de benodigde grondverwerving uit te voeren, die niet in de oorspronkelijke (deel)projectopzet voorzien waren. Van onderstaande kaart zouden oorspronkelijk alleen de trajecten 1 en 2 uitgevoerd worden. Nu komen trajecten 3 en 6 daarbij. Dit vormt het totaalproject Jagersrust. Voor traject 3 zijn de benodigde gronden door de dienst landelijk gebied verworven. Deze gronden zijn vanaf januari 2012 beschikbaar voor inrichting. De projectplannen (per traject 1, 2 3 en 6) voor inrichting worden ter inzage gelegd en ter vaststelling aan het AB voorgelegd. Na vaststelling worden de trajecten ingericht. Context Het waterschap heeft zich na het ondertekenen van het convenant Brabantse Wal, op verzoek van de partners, gecommitteerd aan het uitvoeren van het totaalproject Jagersrust. Dit commitment komt deels tot uiting door financiële bijdrage, maar vooral door het beschikbaar stellen van een projectleider die het totaalproject realiseert en de financiële bijdragen verantwoord benut. In onderstaande tabel staan de oorspronkelijke doelstellingen genoemd en de doelstellingen zoals deze door verhoging van het bruto uitvoeringskrediet mogelijk worden. Daaronder staan de begroting en de (verkregen) subsidies. Doelstellingen Oorspronkel ijk Kadernota 2011 Aanvraag aanvraag verhoging uitvoeringskrediet uitvoeringskrediet Venherstel 1 st. 2 st. Beek en 1 km 2 km kreekherstel Natte Natuurparel 130 ha 130 ha Waterberging 10 ha 10 ha Ingerichte EHS 45 ha 85 ha Aangekochte grond 0 ha 21 ha (buiten EHS) Begroting , , ,- subsidies , , ,- Netto investering waterschap , , ,- AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

52 In de kadernota 2011 was een eerste raming opgenomen voor het aan te passen investeringsbedrag. Bij verdere detaillering blijkt een hoger investeringsbedrag noodzakelijk en wordt meer subsidie verworven dan aangeven in de kadernota Hierdoor is de bruto bijdrage in de kadernota lager aangegeven dan uiteindelijk nodig. De in de kadernota aangegeven netto bijdrage is dan ook niet het correcte bedrag. In de kadernota 2011 is het project opgenomen voor een bedrag van ,- met een subsidie van ,-: de netto investering zou dan ,- bedragen. Ten opzichte van de kadernota 2011 hebben de verhoging van uitgaven een extra netto investering van ,- tot gevolg. In vergelijking met de kadernota 2011 bedragen de extra kapitaallasten op basis van annuïteit ,- per jaar. De verhoging van het uitvoeringskrediet betreft een scopewijziging, waarbij enerzijds meer doelen worden gerealiseerd en anderzijds de netto kosten voor het waterschap worden verlaagd ten opzichte van de oorspronkelijke uitvoeringskrediet. Voor het waterschap is dit herstel van 2 vennen in plaats van 1. 2 km beek- en kreekherstel in plaats van 1 km. Daarnaast geldt een betere bijdrage aan de vernatting en de waterkwaliteit van het Groote Meer aangezien meer landbouwgrond wordt ingericht als natuur. Deze bijdrage is moeilijk te kwantificeren. De benodigde verhoging van het uitvoeringkrediet met 1,5 miljoen tot circa 4,3 miljoen wordt meer dan gedekt door beschikte subsidies. Bestuurlijke besluitvorming In december 2006 is het uitvoeringskrediet voor het onderdeel Heiloop-Moseven aangevraagd (trajecten 1 en 2). November 2010 heeft het waterschap met partners het convenant Brabantse Wal getekend. In 2010 en 2011 heeft de provincie Noord-Brabant, in nauw overleg met de partners verklaard dat Jagersrust een prioritair project is. Een eerste raming voor verhoging van het bruto uitvoeringskrediet is in de kadernota van 2011 meegenomen. Vraagstelling Stemt het algemeen bestuur in met de verhoging van het bruto uitvoeringskrediet voor project Jagersrust naar in totaal ,- rekening houdend met de reeds toegezegde subsidies van bijna ,-, waarbij de lasten voor het waterschap ten opzichte van het oorspronkelijke krediet afnemen? Strategie Door het integraal uitvoeren van het totale project worden, samen met de partners, de doelstellingen efficiënt gerealiseerd. Door het totaal project in te richten wordt financieel voordeel behaald en de doelrealisatie vergroot waarbij met name de KRW-doelen (beek en kreekherstel) worden bereikt. Daarnaast draagt de significante verbetering (kwaliteit en kwantiteit) bij aan het Natura 2000 gebied de Brabantse wal en de doelstellingen voor het Groote Meer. Ook levert de trekkersrol van het waterschap een positieve bijdrage aan het imago waardoor ook andere projecten in de omgeving mogelijk gemaakt worden. Denk hierbij aan de rol van het waterschap in het project Landschap van Allure Brabantse Wal. Tevens is het mogelijk de totaalvisie bij het aanpassen van het bestemmingsplan buitengebied mee te nemen. Deze aanpassing van het bestemmingsplan is nodig als basis voor een eventuele onteigening. De wijziging van het bestemmingsplan en de aankoop van gronden is de verantwoordelijkheid van respectievelijk de gemeente Woensdrecht en de provincie Noord-Brabant, die hiervoor ook de financiering verzorgen. De provincie heeft deze zomer ,- ter beschikking gesteld voor de verwerving van EHS-gronden binnen het project Jagersrust. Dit is niet opgenomen in de hiervoor genoemde subsidies. Door het waterschap worden alleen gronden aangekocht buiten de EHS. Vanwege de synergievoordelen voor zowel doelrealisatie, financiën en imago is deze kredietverhoging en verdere uitvoering positief. Het project geeft het waterschap gelegenheid om meer waterschapsdoelen te realiseren tegen lagere kosten. Daarnaast is het waterschap als ontvanger van de Synergiesubsidie verantwoordelijk voor het tijdig opleveren van de trajecten en daarom is het waterschap ook trekker van het project. Per traject worden afspraken over beheer en onderhoud vastgelegd in een beheer- en onderhoudsplan. In het algemeen gesproken zullen de natuurgronden door Natuurmonumenten onderhouden gaan worden. De van belang zijnde waterhuishoudkundige werken worden door het waterschap onderhouden. -2-

53 Beoordeling Financiële gevolgen Ja, zie toetsingslijst Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen niet van toepassing Overig Met deze kans kan het waterschap aanzienlijk meer doelen realiseren met de verwachte verlaging van de netto lasten. Communicatieparagraaf Niet van toepassing Advies Het algemeen bestuur stemt in met een scopewijziging met betrekking tot doelrealisatie en met het verhogen van het, in de kadernota opgenomen, bruto uitvoeringskrediet tot ,-. De reeds toegezegde subsidies bedragen in totaal 3,8 miljoen. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -3-

54

55 Zaaknr. : 11.ZK12410 / 11.B0239 Kenmerk : 11IT Barcode : *11IT012534* Omschrijving totaal project Jagersrust Ossendrecht Bijlage bij 11IT Verhoging uitvoeringskrediet project Jagersrust Ossendrecht (7985) 1. Omschrijving Jagersrust is een landbouwenclave gelegen tussen de natuurgebieden van het Grenspark Kalmthout-de Zoom. Het huidige agrarische gebruik heeft een ongewenste invloed op de waterhuishouding van het Groot meer, dat is aangewezen als Natte Natuurparel en in Natura 2000 gebied ligt. Het gebied is verdroogd en de waterkwaliteit moet worden verbeterd. November 2009 is er een convenant gesloten met verschillende partijen op de Brabantse Wal om de verdroging op de Brabantse Wal terug te dringen en de waterkwaliteit te verbeteren. De aankoop en inrichting van Jagersrust maakt onderdeel uit van de afgesproken maatregelenpakket. De doelstellingen in het grenspark en het Natura2000 gebied gaan uit van een variabel (deels cultuurhistorisch) landschap dat vooral bestaat uit lage, vochtige vegetaties met hagen, struwelen en bosperceeltjes met bijhorende bosranden. Evides en Waterschap Brabantse Delta hebben samen met de provincie Noord Brabant het initiatief genomen deze inrichting te realiseren. Vereniging Natuurmonumenten is gevraagd na inrichting het beheer op zich te nemen en is daarom ook nauw betrokken is bij de realisatie. Het project Jagersrust bestaat uit de inrichting en aankoop van gronden buiten en binnen de EHS. Deels dienen deze gronden nog aangekocht te worden. Door het verwerven, inrichten en beheren van het gebied wordt de verdroging teruggedrongen, de waterkwaliteit verbeterd en ontstaat er een samenhangend natuurgebied met een corridor van open lage vegetatie, afgewisseld met landschapselementen en ruigten, omringd door natuurbos. De corridor verbindt twee natte natuurparels De Grote Meer en de Noordpolder. 2. Visie 2.1. Inrichtingsvisie De projectpartners van Jagersrust, Evides, Waterschap Brabantse Delta, Gemeente Woensdrecht, Provincie Noord Brabant, Natuurmonumenten en Grenspark de Zoom-Kalmthoutse Heide hebben in 2006 een inrichtingsvisie opgesteld. Doel is de landbouwenclave om te vormen naar natuur. Hiermee wordt de verdroging van de Natte Natuurparel Groote Meer teruggedrongen, de waterkwaliteit verbeterd en natuurgebieden aaneengesloten. De visie is gericht op een overgang van cultuurhistorie naar natuur om op deze manier waterberging, landschapselementen en recreatie te realiseren en verdroging te verminderen. Het meewerken van de in het gebied gevestigde agrariërs is van groot belang voor het succes van het project. De visie is dan ook geschreven als uitleg van de doelstellingen zonder teveel in detail te treden over de precieze begrenzing en maatregelen. Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520, 4801 DZ Breda T F E info@brabantsedelta.nl l Bankrekening

56 De visie is de basis voor alle activiteiten die tot nu toe hebben plaatsgevonden. 3. Jagersrust in 2011 en daarna Dit hoofdstuk geeft de uitgangspunten voor het inrichtingstraject Jagersrust weer. Dit is een aanvulling op de inrichtingsvisie die in 2006 is vastgesteld. Deze inrichtingsvisie was een globale omschrijving van de doelstellingen met een inschatting van de benodigde kosten. Dit hoofdstuk geeft een precieze beschrijving van het projectgebied, verdeelt het in logische trajecten en geeft de (natuur) doelstellingen kwalitatief en kwantitatief weer. Met deze uitgangspunten is op basis van de bestaande normen een begroting opgesteld met financiële dekking. Door het afsluiten van het water convenant zijn de doelstellingen nog meer gericht op het opheffen van de verdroging en de waterkwaliteit Projectomvang Zoals hierboven beschreven gaf de inrichtingsvisie geen precieze projectbegrenzing aan. Bij de eerste uitwerking van de inrichtingsplannen (door Evides/Waterschap voor gronden van Evides en door Natuurmonumenten voor de gronden die zeker bij haar in beheer zouden komen) is voor die deelgebieden gekeken in hoeverre ze pasten binnen de inrichtingsvisie. Maar een concrete afspraak over welke percelen binnen de inrichtingsvisie vallen is tot nu toe niet gemaakt. In 2009 hebben Provincie, Evides, Waterschap Brabantse Delta, Natuurmonumenten en Gemeente Woensdrecht het gebied bekeken en een projectbegrenzing afgesproken. In deze projectbegrenzing zijn de inrichtingsplannen van de gronden van Evides (traject 1) en Natuurmonumenten (traject 2) de basis geweest. Voor een optimale invulling van de doelstellingen uit het waterconvenant en de waterkwaliteit in de natte natuurparels en het betrekken van de nog niet aangekochte EHS percelen is het totaalgebied nu veel groter dan oorspronkelijk in de twee deeltrajecten. De totaalbegrenzing zoals deze is afgesproken tussen de partners vindt u op onderstaande kaart. -2-

57 -3-

58 De gele lijn is de kadastrale begrenzing van de inrichtingsplannen. De trajecten zijn de verdeling in logische eenheden voor grondverwerving en inrichting, die noodzakelijk zijn voor een optimale invulling van de doelstellingen. De totaalbegrenzing is aanzienlijk groter dan de inrichtingsvisie van Ook de Groote- en Kleine Meer zijn nu meegenomen in de begrenzing, omdat alle inrichtingsmaatregelen direct invloed hebben op deze belangrijke Natte Natuurparel. Ook levert het vergroten van de waterberging in Groote- en Kleine Meer direct een positieve bijdrage aan de doelstellingen zoals afgesproken in het waterconvenant Trajectindeling De totaalbegrenzing van het gebied maakte duidelijk dat het in één keer verwerven en inrichten van de benodigde gronden in de tijd niet haalbaar was. Dit heeft geleid tot een indeling in trajecten waarbinnen de percelen als één geheel kunnen worden verworven en ingericht, zonder dat er een directe overlap met inrichtingsmaatregelen bestaat met een ander traject. De trajectnummering vertegenwoordigd geen chronologische volgorde, waarin het project in fases ingericht moet worden. De volgorde is afhankelijk van de grondverwerving. In theorie is het mogelijk dat traject 6 verworven en ingericht is/wordt voor traject 2. Hieronder vindt u een korte omschrijving van de trajecten met de oppervlakte en een indicatie of het wel of geen EHS is. Zoals al in hoofdstuk 2 is aangegeven is voor het totale projectgebied begrenzing als EHS aangevraagd, maar voor de begroting is de status van de gronden in 2009 aangehouden. Traject 1 (23,4 ha) Traject 1 betreft de gronden van Evides die verpacht worden aan twee agrariërs: De Weert en Bevelander. Beide pachters hebben aangegeven interesse te hebben voor ontbinding van de pachtovereenkomst. De Weert heeft de overeenkomst in december 2009 ondertekend. Met hem worden afspraken gemaakt hoe hij de percelen van traject 1, na inrichting, kan beheren door inzet van de paarden als begrazers. Bevelander zal zijn bedrijf in geheel verplaatsen naar een locatie buiten het projectgebied. Traject 2 (32,6 ha) Traject 2 is een traject dat al deels in eigendom is van Natuurmonumenten en nog door verschillende agrariërs beheerd wordt. Het verwerven van deze gronden is noodzakelijk voor een goede inrichting, die vooral gericht wordt op verschraling en de overgang van cultuurlandschap naar natuur. Het verwerven en inrichten van de gronden is essentieel voor de doelstellingen van het totale project, vanwege de centrale ligging en het maakt onderdeel uit van de EHS. Uit de onderhandelingen tot nu toe is gebleken dat de verwerving van deze gronden misschien niet op vrijwillige basis kan plaatsvinden. Het realiseren van dit traject hangt dan ook nauw samen met het doorlopen van een mogelijke onteigeningsprocedure. Deze mogelijke onteigeningsprocedure is ook van toepassing op de gronden ten noord-oosten van het projectgebied die in eigendom zijn van dezelfde eigenaar. Vandaar dat deze gronden gearceerd zijn weergegeven in bijlage 1. Traject 3 (19 ha) Traject 3 bestaat uit percelen die in eigendom zijn van de Volksabdij al dan niet gepacht of eigendom zijn een agrarisch bedrijf. De overeenkomst voor verwerving van deze gronden is rond. De aktepassering is afhankelijk van de nieuwvestiging van het agrarische bedrijf elders. Op deze nieuwe locatie lopen nog verschillende vergunningsprocedures voor nieuwbouw en bedrijfsvestiging. Traject 4 (9,6 ha) Traject 4 is in eigendom van verschillende eigenaren, pas wanneer met al deze eigenaren overeenstemming is bereikt voor verwering is een effectieve inrichting mogelijk. Traject 5 (5 ha, momenteel geen EHS) Traject 5 is eigendom van 2 agrariërs met een intensieve varkenshouderij. De huiskavels (1,4 ha) zijn buiten de projectomgrenzing gehouden omdat ze niet ingericht gaan worden. Het verwerven van deze kavels is wel van groot belang voor de doelrealisatie van het het eindresultaat. De intensieve varkensstallen, met de hieruit voorkomende uitstoot van de voor de waterkwaliteit nadelige stoffen, bevinden zich op deze kavels. Omdat het verbeteren van de waterkwaliteit van groot belang is voor het realiseren van de Natte Natuurparel, is in de begroting het uitkopen van deze huiskavels optioneel meegenomen. Traject 6 (3 ha) Traject 6 zijn enkele kleine percelen in het zuiden van het projectgebied die in agrarisch gebruik zijn. Het huidige agrarische gebruik heeft een verstorende invloed op de gewenste waterkwaliteit en waterhuishouding Doelstellingen -4-

59 De doelstellingen van het totale plan zijn divers. Zo wordt invulling gegeven aan het waterconvenant (verdroging verminderen), de waterberging verhoogd, de waterkwaliteit verbeterd, recreatie versterkt, beeken kreekherstel tbv TOP uitgevoerd, Natte Natuurparels versterkt en de EHS ingericht. Bij de inrichting wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de doelstellingen en inrichting van het Grenspark de Zoom-Kalmthout en bij de doelen van de EHS. Namelijk (vochtige) heide met cultuurelementen en een geleidelijke overgang van hoge naar lage vegetaties. Ook worden de oude vennen zoveel mogelijk in ere hersteld. -5-

60 -6-

61 TOETSINGSLIJST Nummer : *11IT009359* Barcode : *11IT009359* Projectnr.: 7985 Projectnaam: Jagerrust Ossendrecht (aanvullend uitvoeringskrediet) Beheerproduct: 3210 Aanleg en verwerving waterlopen Projectleider: Soort investering: H. Blaas Ontwikkelingsinvestering Investeringsbesluit: Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - b eleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (f t/m i): k. effect op de heffing: % aandeel tarief 2015 % daling/stijging tarief t.o.v. kadernota % watersysteembeheer 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen januari 2015 positief effect op natuurlijke systemen en verbetering van de waterkwaliteit. nationaal en/of meervoudig onderhands A. Meuleman ,- (benodigd krediet) ,- (reeds gevoteerd) ,- (aanvullend krediet) ,- (totaal toegezegd) 30% investering: gebiedsinrichting 30 jaar 4,25 % 10-20% voorbereidingsfase ,- n.v.t. n.v.t. n.v.t ,- Watersysteembeheer: 0,05% watersysteembeheer; stijging: 0,03% l. te ramen netto lasten voor 2011: n.v.t. m. wijze van dekking van de jaarlijkse De extra lasten moeten in de kadernota 2012 worden lasten: opgenomen.

62 Tabel 1 Berekening aanvullend krediet Benodigd krediet Reeds gevoteerd Te voteren aanvullend krediet Uitgaven , , ,- Subsidies -/ , , ,- Netto investering , , ,- -/- Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan In de kadernota 2011 is het project opgenomen voor een bedrag van ,- met een subsidie van ,-: de netto investering bedraagt ,- Ten opzichte van de kadernota 2011 hebben de verhoging van uitgaven een extra netto investering van ,- tot gevolg. In vergelijking met de kadernota 2011 bedragen de extra kapitaallasten op basis van annuïteit ,- per jaar. Besluitvorming Aangezien het een ontwikkelingsinvestering en een aanvullend krediet betreft is goedkeuring van het algemeen bestuur nodig. -2-

63 Zaaknr. : 11.B0239/11.ZK12410 Kenmerk : 11IT Barcode : *11IT007648* Activiteitsnr.: 7985 Naam activiteit: Jagerrust Ossendrecht (aanvullend krediet) Beheerproduct: 3210 Aanleg en verwerving waterlopen BESLUITNUMMER: Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur over Besluit verhoging uitvoeringskrediet Jagersrust van 4 oktober 2011, nummer 11IT007647; gelet op de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Brabantse Delta (08I ); B E S L U I T : te voteren een aanvullend uitvoeringskrediet van ,- voor de uitvoering het project Jagerrust Ossendrecht. Het totaal beschikbare uitvoeringskrediet komt daarmee op ,-. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 7 december 2011, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

64

65 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 11.B0284/11.ZK52216 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Onderwerp : definitief projectplan Ecologische Verbindingszone Gat van den Ham Sector en afdeling : watersystemen, afdeling ontwerp & realisatie Datum behandeling : 7 december 2011 Agendapunt : 3f Ter inzage bij de concernstaf : definitief projectplan Gat van den Ham (11IT013198) beheerkosten raming (11IT013624) Bijlage(n) : overzichtskaart in te richten gronden (11IT012937) inspraak nota projectplan Ecologische verbindingszone Gat van den Ham (11IT012348) toetsingslijst (11IT012504) investeringsbesluit (11IT012505) Aan het algemeen bestuur Aanleiding Met de kavelruil Gat van den Ham (fase 1 en fase 2) is er ruim 13 hectare Ecologische Verbindingszone (EVZ) gronden toebedeeld aan het waterschap. Naast de gronden die beschikbaar zijn gekomen via de kavelruil zijn er ook een aantal gronden reeds in bezit in hetzelfde gebied. In het totaal gaat het om 16,6 hectare, waarvan de gronden op de juiste plaats liggen, in te richten als EVZ. Eind mei heeft het dagelijks bestuur het ontwerp projectplan goedgekeurd en vrijgegeven voor de inspraak. Van 29 juni tot 23 augustus 2011 heeft het plan ter inzage gelegen. Hierop hebben drie personen gereageerd. Hun reacties zijn verwerkt in de bijgevoegde inspraak notitie (11IT012348). Het projectplan is op basis hiervan aangepast. Context In de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente zijn de gezamenlijke doelstellingen betreffende de EVZ inrichting in het gebied vastgelegd. In totaal gaat het om bijna 38 kilometer EVZ waarvan een deel binnen de Ecologische Hoofdstructuur ligt (ruim 7 kilometer) en een deel al is ingericht (Spoorzone ruim 10 kilometer en enkele losse percelen (samen ruim 3 kilometer). Van de nog in te richten 17 kilometer EVZ kan er middels dit voorstel aanvullend 5,8 kilometer gerealiseerd worden. Bestuurlijke besluitvorming Een uitvoeringskrediet van ,- is beschikbaar gesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 15 juli Het ontwerp projectplan (11IT003818) is vrijgegeven voor de inspraak op 31 mei Middels deze nota wordt het definitief projectplan voorgelegd aan het algemeen bestuur ter goedkeuring en wordt het uitvoeringskrediet, geraamd op basis van dit plan, aangevraagd. In het Investeringsprogramma (Kadernota 2011) is ,- voor dit project opgenomen. Dit krediet was gericht op een realisatie van ruim 13 ha die beschikbaar zou komen vanuit de kavelruil gat van den Ham. Vraagstelling Kan het algemeen bestuur het definitief projectplan van de EVZ Gat van den Ham, inclusief de inspraaknota (11IT012348) goedkeuren en besluiten tot het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van voor de realisering van 14,5 ha EVZ? AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

66 Strategie Met de afronding van de tweede kavelruil is er in het gebied Gat van den Ham een behoorlijk areaal aan gronden ten behoeve van EVZ beschikbaar. Daarnaast is er nog een groot aantal ruilgronden in bezit. Afgesproken is dat deze ruilgronden beschikbaar zullen worden gesteld voor de duur van drie jaar van het Kavelruilloket ZLTO dat in een bredere opzet verder gaat met kavelruilen in een bredere context (11UT006029). Waar mogelijk worden deze ruilgronden alsnog ingezet om een groter areaal aan EVZ gronden te verwerven, maar aangezien dit een lange termijn planning betreft en de kans hierop klein geacht wordt, wordt het niet verstandig geacht om de uitvoering van reeds beschikbare gronden hierop te laten wachten. Daarbij is er eind 2010 voor 5,8 km EVZ (14,5 ha) door de provincie een beschikking is afgegeven voor 100% subsidie voor het gemeentelijk deel (grond+inrichting voor 8.7 ha), mits zo snel mogelijk gestart wordt met het uitvoeren van de inrichting. Met de uitvoering van dit project kunnen de stapstenen gerealiseerd worden. Voor de beoogde doelsoorten (Waterspitsmuis, Rietzanger, Kleine karekiet, Blauwborst en Rugstreeppad) zijn dichte vegetaties bij het water of moeras van belang, evenals het voorkomen van riet en bomen en struweel (wilg, vlier, berk). Een goede afwisseling tussen bos en struweel (>10%) en riet (>10%) in een open landschap zorgt voor de ontwikkeling van de juiste biotoopeisen. Op bijgevoegde kaart (11it012937) is te zien welke gronden langs de vastgestelde EVZ in ons bezit zijn, maar nog niet ingericht. Nu al deze gronden in ons bezit zijn is het zinvol deze in te richten als EVZ samen met de gemeente Drimmelen. De samenwerkingsovereenkomst vormt hiervoor de basis. Hierin is ook het beheer en onderhoud geregeld. De gemeente zal, net als al gedaan is voor de EVZ Spoorzone, hiervoor gelden vrijmaken. Hiervoor is reeds een kostenraming gemaakt, die als basis dient voor de bestuurlijke procedure binnen de gemeente. Deze procedure loopt parallel aan de eigen bestuurlijke procedure van het waterschap. Zoals op de kaart aangegeven liggen alle stroken en percelen langs de indicatieve EVZ. De percelen waarvoor een gemeentelijke deel beschikt is (14,5 ha) zijn gekleurd aangegeven (scenario A) Het waterschap heeft echter nog meer percelen in dit gebeid beschikbaar die tegelijkertijd ingericht zouden kunnen worden, dit zijn de grijs gekleurde percelen (scenario B). Hiervoor is voor het gemeentelijk deel (1,3 ha) geen beschikking op korte termijn te verwachten. Deze percelen zijn wel meegenomen in het project plan. Vanuit synergie oogpunt is het wenselijk om alle mogelijke percelen, op de juiste plek in een keer in te richten. Dit is efficiënter, goedkoper, en eenduidiger in communicatie naar de streek. Echter, dit betekent ook dat het waterschap voor 2,1 ha ook het gemeentelijk deel (1,3 ha) zal inrichten en hiermee zijn extra kosten gemoeid. In onderstaande tabel zijn de gevolgen hiervoor in beeld gebracht. scenario A scenario B eenheden 14,5 16,6 ha voorbereidingskosten , ,00 grondkosten , ,00 inrichtingskosten , , ,00 totaal project kosten , ,00 subsidie gemeentelijk deel 100% , ,00 subsidie waterschaps deel 50% , ,00 totaal subsidie beschikbaar , ,00 netto investering , ,00 jaarlijkse kapitaallasten , ,00 stijging tarief watersystemen 2013 tov Kadernota ,01% 0,03% De grondkosten zijn gebaseerd op de daadwerkelijke kosten voor het project, de inrichtingskosten zijn gebaseerd op een normbedrag, gerelateerd aan de normbedragen die de subsidieverlener hanteert. In de berekening van de subsidie is alleen de subsidie meegenomen die beschikt is. Het algemeen bestuur wordt gevraagd in te stemmen met het uitvoeren van de aanleg van 14,5 ha EVZ (scenario A). Daarnaast wordt het algemeen bestuur geïnformeerd dat er additioneel 2,1 ha grond op de juiste plek ligt, maar dat daarvoor, de gemeentelijke bijdrage ontbreekt (scenario B). Het betreft een drietal stroken langs de Emilia Bandijk, die al geruime tijd in het bezit van het waterschap, en momenteel worden verpacht. Aan de zuidzijde gaat het om een deel van een ruilperceel, verworven tijdens de kavelruil, maar indertijd niet als EVZ grond geoormerkt. Hier zou er voor gekozen kunnen worden om slechts 10 m in te richten en de rest in te zetten als ruilgrond. -2-

67 De inspraak procedure heeft een drietal reacties opgeleverd, die zijn verwerkt in de bijgevoegde inspraak nota (11IT012348). De wijzigingen ten opzichte van het ontwerpplan zijn enkel een verdere detaillering van het plan: - De notariële afspraken uit de kavelruil worden in de uitwerking van het bestek meegenomen en besproken met de betrokkenen. - De begrenzingen van de in te richten percelen worden volgens de kadastrale gegevens aangepast. Voor het beheer en onderhoudsplan is op basis van het ontwerp projectplan reeds een beheerkosten raming gemaakt (11IT013624). Zodra van het projectplan een bestek is gemaakt kan de verdere uitwerking naar het uiteindelijke beheer en onderhoudsplan worden gedaan. De afdeling Bediening en Beheer is hier nauw bij betrokken. Beoordeling Financiële gevolgen Ja, namelijk, zie toetsingslijst en bovenstaande tabel. Voor het gemeentelijk deel van minimaal 14,5 hectare hebben wij een beschikking van de provincie ontvangen van ,-. Voor het waterschapsdeel is er binnen de 2 e bestuursoverkomst met de provincie een bijdrage beschikbaar voor de realisatie van de Ecologische Verbindingszone Gat van den Ham/Emilia Bandijk (50%). Daarnaast wordt nog de mogelijkheid voor een Plattelandontwikkelingsprogramma 2 subsidie (75%) onderzocht. Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen niet van toepassing Overig niet van toepassing Communicatieparagraaf Met de gemeente Drimmelen is intensief overleg. Er is een informatieavond geweest tijdens de inspraak periode en alle belanghebbenden (omwonenden, ZLTO, hengelsportverengingen etc.) zullen worden geïnformeerd via nieuwsbrieven, waar nodig persoonlijk en door middel van borden over de voortgang. Advies Het algemeen bestuur stemt in met het definitief projectplan van de Ecologische Verbindingszone Gat van den Ham, inclusief de inspraaknota (11IT012348) en besluit tot het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van ,- voor het realiseren van 14,5 ha EVZ. Een krediet van ,- is reeds gevoteerd door het algemeen bestuur in juli Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -3-

68

69 !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! ZLW00I3798 1,47ha.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! MDE01T2635 0,65ha.!!!!!!!!!!! MDE01T2614 0,83ha.!!!!!!!!!!!! MDE01T2605 0,67ha. MDE01T2603 0,82ha.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! In te richten EVZ in gebied Gat van de Ham EVZ Gat van de Ham EVZ Gat van de Ham EVZ Mark Zwaluwse Haven EVZ Emilia Bandijk Gronden ook in bezit Waterschap (geen subsidie gemeentelijk deel)!! Ecologische verbindingszone!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! MDE01T2607 0,68ha.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! ZLW00I3582 1,43ha. ZLW00I3583 0,33ha.!!!!!!! ZLW00I3760 1,36ha. ZLW00I3250 1,78ha. MDE01T124 0,31ha. ZLW00I39 0,81ha. ZLW00I3755 0,58ha.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! MDE01T2609 0,06ha km ZLW00L703 2,43ha. ZLW00I3802 0,33ha. ZLW00L850 0,55ha. ZLW00I2433 0,22ha. ZLW00I ,02ha.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! ZLW00L703 0,44ha.!!!!!!!!!!!!!!!! ZLW00I2887 2,67ha.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! ZLW00I3752 0,3ha.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! PROJECTOMSCHRIJVING EVZ Gat van de Ham OPDRACHTGEVER S. Frings OPDRACHTNEMER K. Jochems AFDELING Geo-Informatie VERSIE FORMAAT A3 VOLGNUMMER SCHAAL 1: DATUM g:\sbo-geoinformatie\ \01\15\10.zkalgemeneintake ontwerp en realisatie\gis\maps\ _gat van de ham\evz gat van de ham percelen.mxd

70

71 Inspraaknotitie Projectplan EVZ Gat van den Ham Nummer : *11IT012348* Barcode : *11IT012348* Inspraaknota: Projectplan EVZ Gat van den Ham Inspraakprocedure AwB, van 29 juni 2011 tot en met 23 augustus 2011 Nr Reacti e van: Reactie Beoordeling 1 J.C.J.M. Romme Als landbouwer in dit gebied wordt onze mening onvoldoende verhoord, omdat er eigenlijk niemand aanwezig was bij de infoavond. Het zou beter zijn geweest dat men de eigenaren persoonlijk informeert en duidelijk uitlegt wat de situatie ter plekke inhoud. Aangezien de omvang van het project grote uitstraling ken en eigenlijk nauwelijks is onderzocht wat de invloed is voor de landbouwkundige waarde. De consequenties wil ik weten voor de akkerbouw en veeteelt tak, zodat er financieel mogelijkheden open blijven. 2 J.C.J.M. Romme Als landbouwer hoop ik geen last te krijgen met bruinrot en de beperkingen er rond om heen. Kunnen ik en mijn collega s garantie krijgen dat wij niet meer te maken krijgen met beperkingen rondom bruinrot? Voor de inspraak op het projectplan is de standaard procedure gevolgd die juridisch doorlopen dient te worden. Het projectplan heeft 6 weken ter inzage gelegen. Echter alle aangrenzende eigenaren van de in te richten gronden zullen op de hoogte worden gehouden van de geplande activiteiten middels een nieuwsbrief. Deze zal eens in het kwartaal worden verspreid. Er wordt naar gestreefd de uitstraling van de inrichting van de gronden zo veel als mogelijk te minimaliseren. Bruinrot is een bacterie die kan voorkomen in oppervlaktewater, door te beregenen met oppervlaktewater kunnen aardappelplanten aangetast worden door deze bacterie. Echter het aanleggen van een ecologische verbindingszone zal niet leiden tot een groter risico op bruinrot in de gewassen. 3 J.C.J.M. Romme Aan de Ecologische verbindingszone heb ik meerder percelen in beheer. Er zijn percelen ingetekend als bloemrijk grasland en /of worden meegenomen als stapsteen, terwijl ik niet persoonlijk ben geïnformeerd en niet gecompenseerd wordt. 4 J.C.J.M. Romme De bestemming van het gebied verandert van agrarisch gebied met landschappelijke waarden naar natuur. 5 J.C.J.M. Romme In de loop van de jaren is mijn grond al gedeeltelijk afgebrokkeld. Waar kan ik deze schade verhalen? Het zou goed zijn beschoeiing te plaatsen vooraf op de kadastrale grenzen. Ten alle tijden wil ik geen bomen en struiken als beschoeiing, omdat deze niet bij worden gehouden. Er is geen regeling bekend voor achterstallig onderhoud deze zal er wel moeten komen. 6 J.C.J.M. Romme Indien de dijken de waterkering niet garanderen. Waar kan ik terecht voor schaderegeling? Er moet een goede schaderegeling komen, zodat de economische schade wordt vergoed. De laatste jaren zijn er verschillende problemen geweest met de waterafvoer. Wordt de waterafvoer door dit project bij hoge waterstanden ook verbeterd in gevallen van spring tij? De Voor zover bij het waterschap bekend, grenzen de eigendommen van de inspreker inderdaad aan de indicatieve trace van de EVZ (de groene bollen), maar niet aan de in dit projectplan in te richten percelen. Alleen percelen in het bezit van het Waterschap zelf zullen worden ingericht. Er zal dus geen sprake zijn van compensatie. Enkel de bestemming van de percelen, die ingericht gaan worden zullen van bestemming veranderen. De aanpassing van het bestemmingsplan is een procedure die via de gemeente Drimmelen verloopt. Deze reactie heeft geen betrekking op de in te richten gronden binnen het voorgelegde projectplan. Deze klacht zal worden doorgeven aan het Contactcentrum voor verdere afhandeling. De inrichtingsmaatregelen zullen geen verslechterend effect hebben op de waterafvoer door de betreffende waterlopen. Op sommige plaatsen worden flauwe taluds aangelegd waardoor de waterberging in het oppervlaktewater verruimd word. Deze klacht zal worden doorgeven aan het Contactcentrum voor verdere afhandeling. Pagina 1 van 3

72 Inspraaknotitie Projectplan EVZ Gat van den Ham Nr Reacti e van: Reactie Beoordeling waterafvoer is nu in de huidige situatie al verschillende malen onvoldoende gebleken. 7 J.C.J.M. Romme Er is onvoldoende onderzocht wat de kwaliteit is van het instromende water met betrekking tot verontreiniging en zou gehalte in de Zwaluwse Haven, Gat van de Ham en Vloedspui. 8 H.J.A. Machielse Ik kan niet instemmen met het realiseren van het concept zoals het er nu ligt omdat er aan een aantal door mij gestelde voorwaarden tijdens de kavelruil niet is voldaan. Deze zijn ook notarieel bevestigd en inmiddels bij enkelen van u ook bekend. Ik zal een kopie bijvoegen. Hierop staat ook dat ik een stuk langjarige pachtgrond heb afgestaan en bij het waterschap langjarige reguliere pacht terug zou krijgen dit betreft kadastraal nr. T en nr. T 2614 dat ik terug zou pachten. Dit is in het concept ingetekend, maar ik neem aan dat bij eventuele inrichting de kadastrale grenzen worden gehanteerd. 9 H.J.A. Machielse Als de rand gerealiseerd zou gaan worden loop ik nog aan tegen het volgende. Alle randen kunnen via een weg of een pad aangelegd worden wat handig is voor materiaal en grondafvoer. Bij mij echter moet er over mijn grond gereden worden om bij de rand te komen. Nu vraag ik mij af of er in het bestek rekening is gehouden met het leggen van een rijplatebaan. Dit om grond waar ik op teel niet voor jaren te beschadigen zodat er niet meer groeit. Dit graag vooraf met mij overleggen. 10 H.J.A. Machielse Ook zullen er afspraken gemaakt moeten worden over het onderhoud van de nog te maken grenssloot. 11 H.J.A. Machielse Welke activiteiten worden bedoeld met betrekking tot de beschermingszone van 50 meter rondom natte natuurparels die moeten zorgen dat er geen verslechtering van de situatie in het natuurgebied plaatsvindt. (blz. 10 van het concept plan). Als dit consequenties heeft voor het normaal telen van mijn gewassen op aanliggende gronden, ben ik het daar absoluut niet mee eens. 12 H.J.A. Machielse Zo ook de regel op blz. 23: het terugdringen van eutrofiering vanuit de landbouw door het aanleggen van bufferzone s. Is de bufferzone de natuur zelf of krijg ik beperkingen op mijn eigen gronden? Zo ja, dan kan ik er absoluut nooit mee instemmen. Deze reactie heeft geen betrekking op de in te richten gronden binnen het voorgelegde projectplan van Gat van den Ham. Het waterschap is op de hoogte van uw situatie. Het Waterschap respecteert alle eigendomsgrenzen en afspraken met eigenaren, zoals zijn overeengekomen tijdens de Ruilverkavelingwerken en zijn opgenomen in de notariële akte. Deze overeenkomsten zullen, in overleg met de betrokkenen, worden verwerkt in het uitvoeringsbestek. De schetsen zullen worden aangepast zodat zij binnen de kadastrale grenzen valt. In overleg met de heer Machielse zal er een rijplatenbaan aangelegd worden om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Uitvoering van de werken dient zodanig plaats te vinden dat geen structuurschade optreedt. Dit zal worden opgenomen in het uitvoeringsbestek. Nadere afspraken ter detaillering zullen worden weergegeven in beheer- en onderhoudsplan. In algemene zin worden hiermee activiteiten bedoeld die het verdrogen van de natte natuurparel als gevolg hebben, zoals het treffen van extra drainerende maatregelen. Echter het betreft hier uitsluitend de aanleg van ecologische verbindingszones. Genoemde beschermingszone is hier, derhalve, niet van toepassing. Er zullen geen beperkende maatregelen aangelegd worden op de gronden van aan de natuur grenzende eigenaren. Wel kan op vrijwillige basis worden deelgenomen aan stimuleringsprojecten zoals bijvoorbeeld randenbeheer. 13 H.J.A. Machielse Als er een maal per jaar gemaaid moet gaan worden op de evz zal dit vooraf goed besproken moeten worden. Dit omdat de rand alleen bereikbaar is door over mijn perceel te rijden. Beheer en onderhoud wat over de percelen van aangrenzende eigenaren plaats moet vinden zal vooraf in goed overleg gebeuren. Uitgangspunt daarbij is dat vanwege de aanleg van de ecologische verbindingszone het onderhoud naar aangrenzende eigenaren niet mag verzwaren. Dit zal worden opgenomen inhet beheer en onderhoudsplan. Pagina 2 van 3

73 Inspraaknotitie Projectplan EVZ Gat van den Ham Nr Reacti e van: Reactie Beoordeling 14 Dhr. Smit van Ooijen Een telefonische reactie dat de inrichtingsschets over de eigendomsgrens is getekend. Ook verzoekt men om eerste betrokkenheid bij inscharen van vee voor beheer en onderhoud, zoals overeengekomen in de overeenkomst. Het waterschap is op de hoogte van de situatie. Het is correct dat er bij het schetsen hier en daar over de kadastrale grenzen is gegaan. In het definitief projectplan zal dit worden aangepast. Het waterschap respecteert alle eigendomsgrenzen en afspraken met eigenaren, zoals zijn overeengekomen tijdens de Ruilverkavelingwerken en zijn opgenomen in de notariële akte. Deze overeenkomsten verwerken we, in overleg met de betrokkenen, in het uitvoeringsbestek. Pagina 3 van 3

74

75 TOETSINGSLIJST Nummer : 11IT Barcode :11IT Projectnr.: 169 Projectnaam: EVZ Gat van den Ham Beheerproduct: 3210 Aanleg en verwerving waterlopen Projectleider: Soort investering: S. Frings Ontwikkelingsinvestering Investeringsbesluit: Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - b eleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (f t/m i): k. effect op de heffing: % aandeel tarief 2015 % daling/stijging tarief t.o.v. kadernota % watersysteembeheer 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen december 2012 toename doelsoorten door ontwikkeling van de juiste biotoopeisen. openbaar A. Meuleman ,- benodigd krediet ,- reeds verstrekt in kredietverschuiving ,- te voteren krediet ,- 100% gebiedsinrichting 30 jaar 4,25 % 30-40% ontwerpfase ,- (gerekend over totale investering) n.v.t. n.v.t. n.v.t ,- Watersysteembeheer: 0,05% watersysteembeheer; stijging: 0,01% l. te ramen netto lasten voor 2011: n.v.t. m. wijze van dekking van de jaarlijkse Wordt opgenomen in kadernota 2012 lasten:

76 Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan In de kadernota 2011 is het project opgenomen voor een bedrag van ,- waarvan ,- gevoteerd in de kredietverschuiving uit Subsidie was geraamd op ,-, waardoor de netto investering in de kadernota ,- bedraagt. Besluitvorming Aangezien het een ontwikkelingsinvestering betreft is goedkeuring van het algemeen bestuur nodig. -2-

77 Zaaknr. : 11.ZK52216 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Activiteitsnr.: 169 Naam activiteit: EVZ Gat van den Ham Beheerproduct: 3210 Aanleg en verwerving waterlopen BESLUITNUMMER: Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur over het definitief projectplan EVZ Gat van den Ham, nummer 11IT012350; gelet op de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Brabantse Delta (08I ); B E S L U I T : te voteren een uitvoeringskrediet van ,- voor de uitvoering het project EVZ Gat van den Ham. Voor dit project is in de kredietverschuiving 2009 een uitvoeringskrediet verstrekt van ,- waardoor het totale uitvoeringskrediet uit komt op ,-. Op dit project wordt een subsidie verwacht van ,-. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 7 december 2011, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

78

79 Zaaknr. : 11.ZK52216 Kenmerk : 11IT Barcode : ** Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur over het definitief projectplan EVZ Gat van den Ham, nummer 11IT012350; gelezen de inspraaknota; gelet op artikel 5.4 afdeling 3:4 Algemene wet bestuursrecht; B E S L U I T : 1. vast te stellen het projectplan EVZ Gat van den Ham; 2. vast te stellen de inspraaknota Projectplan EVZ Gat van den Ham. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 7 december 2011, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

80

81 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer Kenmerk Barcode Onderwerp : 11.B0310/11.ZK52764 : 11IT : 11IT Sector en afdeling Datum behandeling : 7 december 2011 Agendapunt : 3g. : 2e wijziging Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West- Brabant : Concernstaf Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : tekst tweede wijziging GR BWB (11IT013533) Aan het algemeen bestuur, Aanleiding Bij brief van 13 juli 2011 heeft het DB van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West- Brabant (verder te noemen GR BWB) het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta gevraagd om als deelnemer in de GR BWB in te stemmen met de toetreding van de gemeente Alphen Chaam tot deze gemeenschappelijke regeling. Deze toetreding vergt een wijziging van de gemeenschappelijke regeling. Het betreft de tweede wijziging van de GR BWB. Naast de toetreding van de gemeente Alphen Chaam worden in deze tweede wijziging ook twee andere aanpassingen in de GR BWB voorgesteld, te weten een verruiming van de periode waarin de deelnemers kunnen reageren op de ontwerp-begroting en een bevoegdheidsbepaling met betrekking tot het vaststellen van een regeling klachtbehandeling. De tekst van deze tweede wijziging is ter kennisneming bijgevoegd. Context Op grond van artikel 1, tweede juncto derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen (verder: WGR) dient voor wijzigingen van een gemeenschappelijke regeling, voor zover deze bevoegdheden van het dagelijks bestuur/college van B&W betreft, de toestemming van het algemeen bestuur/de gemeenteraad te worden verkregen. Ook de toetreding van een nieuwe deelnemer dient op grond van de WGR te worden beschouwd als een wijziging van de gemeenschappelijke regeling. Om deze reden wordt u thans voorgesteld om deze toestemming te verlenen in verband met de tweede wijziging van de GR BWB. Bestuurlijke besluitvorming De GR BWB kent op dit moment naast het waterschap nog een zevental gemeentelijke deelnemers. Het betreft de gemeenten Bergen op Zoom, Breda, Etten-Leur, Halderberge, Oosterhout, Roosendaal en Woensdrecht. De wijziging van de GR BWB is een feit als tweederde van de deelnemers ofwel zes deelnemers - daartoe heeft besloten. Vraagstelling Geeft uw algemeen bestuur toestemming aan het dagelijks bestuur in verband met de tweede wijziging van de GR BWB? Strategie 1). Toetreding Alphen Chaam Vanaf het begin van de plannen met betrekking tot de belastingsamenwerking is gestreefd naar een zo groot mogelijke deelname van West-Brabantse gemeenten aan de gemeenschappelijke Regeling om de synergievoordelen van de samenwerking met het waterschap te optimaliseren. Het besluit van de gemeente Alphen Chaam om te willen toetreden tot de GR BWB past dan ook volledig in deze strategie. Ook overigens doen zich geen belemmerende omstandigheden voor. Het lopende proces waarmee op 1 januari 2012 feitelijk gestart gaat worden met de gezamenlijke belastingoplegging voor de acht huidige deelnemers, wordt niet verstoord door de toetreding van Alphen Chaam. Deze gemeente heeft geen eigen belastingpersoneel dat over moet gaan naar de BWB. Omdat de WOZ waarderingen en de OZB nog tot in 2012 door de gemeente Tilburg worden verzorgd, gaan deze werkzaamheden pas in de loop van 2012 feitelijk over naar de BWB. Als alle uitvoerende taken op het gebied van de WOZ en het heffen en innen door AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

82 BWB worden uitgevoerd, is daarvoor gelet op de beperkte omvang daarvan geen extra personeel nodig. 2) Verruiming termijn voor indiening zienswijzen door deelnemers op de ontwerp-begroting van de BWB Thans kent de GR BWB een reactietermijn van acht weken. In het afgelopen jaar is gebleken dat deze termijn krap is en verschillende deelnemers hebben gevraagd om verlenging van deze termijn. Binnen de wettelijke mogelijkheden van de WGR wordt nu voorgesteld om deze termijn met zes weken te verlengen. De ontwerp-begroting zal daartoe door het AB van de BWB worden vastgesteld op 15 maart van enig jaar en de zienswijze-termijn voor de deelnemers eindigt op 1 juli van enig jaar. 3) Bevoegdheid vaststellen klachtenregeling In de Algemene Wet Bestuursrecht is een klachtenregeling opgenomen met betrekking tot gedragingen van een bestuursorgaan. De klachtenafhandeling kan plaatsvinden door het bestuursorgaan zelf ofwel door een ombudsman/ombudscommissie. Bij de BWB is gekozen voor het tweede en de voorgestelde wijziging in de GR BWB legt de bevoegdheid vast tot het vaststellen van een dergelijke regeling door het AB van de BWB. De BWB zal voor de afhandeling van de klachten aansluiten bij de bestaande Ombudscommissie van de gemeente Oosterhout. Beoordeling Financiële gevolgen Ja, namelijk: de deelname van de gemeente Alphen Chaam in de GR BWB levert structureel (vanaf 2013) ca ,- aan inkomsten op, die ten goede komen aan alle deelnemers. Juridische gevolgen Ja, namelijk: de GR BWB zal vanaf 1 januari 2012 bestaan uit 9 formele deelnemers. Personele gevolgen Niet van toepassing Overig Niet van toepassing MVO gevolgen Niet van toepassing Communicatieparagraaf De GR BWB zal zorgdragen voor de verplichte openbare bekendmakingen en de kennisgeving aan de provincie. Advies Het algemeen bestuur verleent de toestemming, als bedoeld in artikel 1, tweede juncto derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, in verband met de tweede wijziging van de GR BWB. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -2-

83 Tweede wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West/Brabant (verder GR BWB) Het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bergen op Zoom, Breda, Etten-Leur, Halderberge, Oosterhout, Roosendaal en Woensdrecht, overwegende dat de gemeente Alphen-Chaam bij brief van 22 juni 2011 heeft verzocht om te mogen toetreden tot de GR BWB per 1 januari 2012; en dat bij de voorbereiding van de start van de nieuwe organisatie inmiddels is gebleken dat een tweetal onderwerpen nadere regeling behoeft in de tekst van de GR BWB, te weten: 1. procedure vaststelling begroting ( meer tijd voor de zienswijze van de deelnemers) 2. gebruik maken van een ombudscommissie voor de klachtbehandeling; gelet op de artikelen 1 en 61, derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de artikelen 36 en 38 van de GR BWB; besluiten, zulks met toestemming van het algemeen bestuur van het waterschap respectievelijk de raden van hun gemeenten, tot vaststelling van de tweede wijziging van de GR BWB, luidende: a. Per 1 januari 2012 treedt de gemeente Alphen- Chaam toe tot de GR BWB. b. Artikel 30, eerste en tweede lid, van de GR BWB wordt als volgt gewijzigd: 1. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks vóór 1 juli voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt de begroting vast. 2. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerp begroting uiterlijk op 15 maart toe aan het algemeen bestuur van het waterschap en de raden van de gemeenten. De begroting wordt gelijktijdig toegezonden aan de leden van het algemeen bestuur. c. Er wordt een nieuw artikel 42 ingevoegd in Hoofdstuk 13: Overige bepalingen, luidend: Artikel 42 regeling Klachtbehandeling Het algemeen bestuur stelt in overeenstemming met de Wet algemene bepalingen bestuursrecht en Titel 2, hoofdstuk IV c van de gemeentewet een regeling klachtbehandeling vast, waarbij een ieder het recht heeft een ombudsman of ombudscommissie schriftelijk te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen. d. De artikelen 42 tot en met 46 worden vernummerd tot de artikelen 43 tot en met 47. Aldus besloten na verkregen toestemming als bedoeld in artikel 1, tweede juncto derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen door : Het dagelijks bestuur van het Waterschap Brabantse Delta in de vergadering van.. Namens het bestuur: De dijkgraaf, J.A.M. Vos

84 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom in de vergadering.. Namens het college: De portefeuillehouder Middelen, A.J.M. Coppens Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda in de vergadering van Namens het college: De portefeuillehouder Financiën, Mevrouw S.M. Boelema Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur in de vergadering van Namens het college: De wethouder Financiën, J.P. van Hal Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge in de vergadering van. Namens het college: De wethouder Financiën, P.J. Bons Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout in de vergadering van. Namens het college: De portefeuillehouder Middelen, J.W.M. Peters Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal in de vergadering van.. Namens het college: De wethouder Financiën, A.A.B. Theunis Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht in de vergadering van. Namens het college: De wethouder Financiën, M.P. Groffen

85 Zaaknr. : 11.B0310 Kenmerk : 11IT Barcode : *11IT014357* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur met betrekking tot de tweede wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant (GR BWB) van 7 december 2011, nummer 11IT013066; gelet op artikel 1, tweede juncto derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen; B E S L U I T : het DB toestemming te verlenen tot het besluiten omtrent de tweede wijziging van de GR BWB. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 7 december 2011, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

86

87 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 11.B0344 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Onderwerp : waterketenvisie waterschap Brabantse Delta Sector en afdeling : watersystemen, afdeling beleid Datum behandeling : 7 december 2011 Agendapunt : 3h Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : waterketenvisie (11IT003645) Aan het algemeen bestuur Aanleiding Het landelijke beleid op het vlak van emissies en de waterketen is op dit moment in roerige wateren. Ook op organisatiegebied vindt er een verschuiving plaats richting verdergaande samenwerking tussen de ketenpartners, zoals gemeenten, drinkwaterbedrijven en industrie. Om op de ontwikkelingen te kunnen anticiperen en om richting te hebben voor nieuw beleid bijvoorbeeld wat betreft innovatie, is er bij waterschap Brabantse Delta behoefte aan een waterketenvisie. Een visie geeft een gewenst lange termijn perspectief, een beeld van hoe de gewenste toekomst is. Een visie geeft richting omdat het duidelijk is welke acties kunnen leiden tot het bereiken van dit perspectief. De strategische beslissingen volgen vervolgens uit de visie. Voor de uitwerking van de visie heeft het dagelijks bestuur de volgende randvoorwaarden meegegeven: - Gebruik zoveel mogelijk wat er al is; vind niet opnieuw het wiel uit. - Kijk in de context van de hele waterketen, maar focus de visie op wat des waterschaps is. Context In 2010 is er door medewerkers van waterschap Brabantse Delta in samenwerking met een aantal belanghebbenden (gemeenten, provincie, Brabant Water, buurwaterschappen, SNB/bedrijfsleven) een waterketenvisie opgesteld. Hierbij is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van beschikbare (landelijke) beelden en visies zoals: - rwzi 2030 (toekomstvisie UvW voor de afvalwaterzuivering in 2030); - verbindend water (toekomstvisie UvW, VNG, VROM, IPO en VEWIN op de waterketen in 2050). In verschillende werksessies is met de ketenpartners bepaald waar belangrijke technologische en maatschappelijke veranderingen zijn te verwachten en heeft iedereen input kunnen leveren over het door hun gewenste toekomstbeeld. Uit deze sessies zijn vijf kernthema s gehaald die moesten terugkomen in de visie. 1. NEWater fabriek; 2. meten en monitoren; 3. communicatie; 4. in- en outsourcen; 5. afstemming met andere waterketenpartners. In feite vormen punt 1 en 5 de hoofdpunten van de visie. De overige punten zijn operationeler van aard. Gezien het proces is er wel voor gekozen alle vijf de punten in de visie op te nemen. Begin 2011 is de resulterende visie nog aangescherpt in werksessies met het bedrijfsleven en de ZLTO. Op dit moment ligt er een (kale) conceptvisie, nog zonder omschrijvende teksten en lay-out. Deze waterketenvisie is opgenomen als bijlage. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

88 Bestuurlijke besluitvorming Er zijn nog geen bestuurlijke beslissingen, behoudens de opdracht de waterketenvisie op te stellen. Tijdens de vergadering van het algemeen bestuur op 18 mei 2011 bleek dat er onvoldoende context was gegeven en dat het algemeen bestuur te weinig bij het proces was betrokken. Op 28 september 2011 is er daarom tijdens een thema sessie van het algemeen bestuur ingegaan op de waterketenvisie. Hierbij is extra uitleg gegeven over de context en het nut en noodzaak van de visie. Vraagstelling Kan het algemeen bestuur instemmen met de concept waterketenvisie en het vervolgtraject? Strategie De waterketenvisie van het waterschap is bijgevoegd in bijlage I. De visie kan en zal zowel intern als extern worden gebruikt. Na vaststellen zal een versie worden gemaakt die geschikt is voor verspreiding, inclusief een aantrekkelijke opmaak en een kop en een staart. Intern Een visie wordt gebruikt om strategische keuzes en vervolgens beleid uit af te leiden. Zoals gesteld draait de hoofdlijn van de visie om de NEWaterfabriek en de afstemming met de andere waterketenpartners. Voor deze twee thema s een doorkijk hoe de visie gebruikt zal worden; NEWater Het NEWater concept zal met name impact hebben op de beleidskeuzes binnen de sector Zuiveringsbeheer. Realisatie van het NEWater concept in onmogelijk zonder nieuwe technologie/techniek. De nutriëntenfabriek vraagt, in samenwerking met SNB, verdere ontwikkeling en realisatie van fosfaathergebruik. De energiefabriek behelst met name een cluster van projecten op de rwzi Nieuwveer. Deze projecten betreffen zowel toepassing van bewezen technologieën als ontwikkeling van innovatieve technologieën. Daarnaast zijn nog steeds de MJA-energiebesparingsmaatregelen relevant. De waterfabriek bestaat vooralsnog uit het gerealiseerde project Kaatsheuvel/Efteling, maar kansen zullen actief onderzocht blijven worden. De visie is van grote invloed op de te maken keuzes ten aanzien van innovatie, en daarom zal na vaststelling van de Waterketenvisie de Innovatieagenda ZB aan het bestuur worden voorgelegd. Het reeds bestaande sectorbeleid, waaronder de nota Zuiveren met Ambitie, past grotendeels in de lijn van de nieuwe Waterketenvisie, maar kan worden aangescherpt tot een samenhangend NEWater-beleid. Dit zal na vaststelling van de Waterketenvisie en de Innovatieagenda ZB gebeuren. De afstemming met de ketenpartners. Op dit moment wordt er onderzocht in wat voor samenwerkingsverband waterschap Brabantse Delta het best kan samenwerken met gemeenten. De afspraak is dat de vorm de inhoud volgt, dit is conform de visie. Noodzakelijk voor de samenwerking is onderling vertrouwen. Voor dit vertrouwen is samenhangend ketenbeleid gewenst. Onder ketenbeleid vallen ondermeer: basisinspanning, waterkwaliteitsspoor, meten en monitoren in de keten, ontwikkeling instrumentarium voor bepaling ketendoelmatigheid, rioleringsbeleid, hemelwaterbeleid en afvalwaterakkoorden. Al het reeds bestaande beleid past in de lijn van de nieuwe waterketenvisie, maar er is behoefte aan een slag om het beleid samen te vatten in een bondig integraal beleid. Dit zal direct na vaststellen van de waterketenvisie gebeuren. Bovenstaande schetst een beeld van hoe de visie zal worden gebruikt. Uiteraard bepaalt het bestuur uiteindelijk per nota of een project/beleid wordt uitgevoerd/vastgesteld. Extern Extern kan de visie worden gebruikt als basis voor nadere gesprekken met onze partners (zowel de andere waterschappen in winnend samenwerken als de gemeenten in de nog vast te stellen clusters). Een gezamenlijke visie is uiteindelijk zeer gewenst voor een effectieve samenwerking op langere termijn. Beoordeling Financiële gevolgen niet van toepassing Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen niet van toepassing Overig niet van toepassing -2-

89 Communicatieparagraaf Omdat een visie alleen effectief is als de doelgroepen ermee bekend zijn zullen de volgende communicatiestappen worden gezet: Intern - in een medewerkersbijeenkomst wordt de visie intern toegelicht; - op waterweb wordt de waterketenvisie gepresenteerd; - regelmatig zal er in verschillende afdelingsoverleggen op worden teruggekomen. Extern - alle partners die hebben meegewerkt aan het proces om te komen tot de waterketenvisie worden op de hoogte gesteld van het eindresultaat; - in een bijeenkomst van Samenwerking Water West-Brabant zal er een presentatie voor de gemeenten worden gegeven; - de waterketenvisie zal worden ingebracht in de ambtelijke coördinatiegroep van de samenwerking in de afvalwaterketen om de ontwikkelingen op het gebied van samenwerking af te zetten tegen de mogelijke gevolgen van de waterketenvisie; - als er op korte termijn geen zicht is op een gezamenlijke visie van de Brabantse waterschappen of in Samenwerking Water West-Brabant (samen met de gemeenten) wordt er een samenvattende nieuwsbrief opgesteld en onder de aandacht gebracht intern en extern via mail en website. Advies Het algemeen bestuur stemt in met de waterketenvisie waterschap Brabantse Delta en neemt kennis van het vervolgtraject. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -3-

90

91 Zaaknr. : 11.B0079 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Waterketenvisie waterschap Brabantse Delta Bijlage: concept waterketenvisie Waterschap Brabantse Delta wil de waterautoriteit zijn die integraal zorgt voor voldoende oppervlaktewater van goede kwaliteit en veiligheid tegen overstroming. In het realiseren van deze missie spelen mensen een centrale rol. (website Waterschap Brabantse Delta) De waterketenvisie beschrijft de belangrijkste aspecten van (het omgaan met) de afvalwaterketen in Zo worden duidelijke keuzes gemaakt in onderwerpen als: de assets (bedrijfsmiddelen) van het waterschap, de omgang met andere waterketenpartners en de ruimtelijke ordening. Deze visie betreft het deel van de afvalwaterketen waar het waterschap voor verantwoordelijk is, maar wel beschouwd binnen het breder kader van de andere schakels in de waterketen (drinkwater en riolering), en de interacties met het watersysteem, hemelwater en grondwater. Het waterschap kijkt daarmee over haar eigen grenzen heen! NEWater-fabriek De rwzi s fungeren volgens het principe NEWaterfabriek (STOWA: Op weg naar de rwzi van 2030): afval bestaat niet. Daarmee is elke rwzi op zichzelf een fabriek die producten levert in de vorm van Nutriënten, Energie en/of Water. De keuzes die daarin gemaakt worden zijn mede afhankelijk van de omvang van de rwzi (efficiëntie) en de omgeving van de rwzi (mogelijkheid van afzet en eventueel aanleveren van de producten bij (agrarische) bedrijven). Deze aspecten worden ook betrokken bij keuzes met betrekking tot centralisatie/decentralisatie en de afvalwaterbehandeling voor nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen. Het NEWaterfabriek concept impliceert verder dat ook de wijze van slibverwerking in de integrale afweging moet worden meegenomen en de slibverwerking dus niet volledig buiten de deur kan worden geplaatst. Innovatie in de afvalwaterketen wordt zo veel mogelijk gestimuleerd, bijvoorbeeld door bij nieuwbouw op wijkniveau na te gaan wat de mogelijkheden zijn voor decentrale inname en zuivering. Meten en monitoring Goede informatie over de staat van de assets, over hun functioneren en over de effecten daarvan op de omgeving (m.n. waterkwaliteit, waterkwantiteit / -overlast) blijft essentieel om de juiste keuzes te kunnen maken bij beheer, onderhoud en nieuwe investeringen. Er wordt dus gemeten en niet alleen in het afvalwatersysteem, maar ook in het ontvangende watersysteem. Dit is ook van belang om verantwoording af te kunnen leggen aan de bestuurders en aan de (onafhankelijke) partij die toetst of aan eisen met betrekking tot onder meer waterkwaliteit en -kwantiteit wordt voldaan. De levering van Nutriënten, Energie en Water vraagt natuurlijk ook om meten en monitoren.

92 Communicatie Goede communicatie met en naar de burger is noodzakelijk om maatschappelijk verantwoorde keuzes te kunnen maken. Het gaat bij communicatie zowel om het creëren van bewustwording bij de burger als over het informeren van burgers rond risico s. Risico s kunnen nou eenmaal niet volledig worden weggenomen. Het steeds verder verkleinen van risico s leidt op een gegeven moment tot onacceptabel hoge kosten. Dat geldt zowel voor risico s met betrekking tot de waterkwaliteit als voor waterkwantiteit. De burger bewuster maken met het watersysteem kan bijvoorbeeld door middel van educatieprogramma s. Communicatie dient zo meerdere doelen: acceptatie bij de burger dat niet alle risico s kunnen worden uitgesloten en daarmee het voorkomen van het ontstaan van een claimcultuur draagvlak voor de kosten die gemaakt moeten worden om risico s tot een acceptabel niveau te reduceren zelfredzame burgers die maatregelen treffen om de kans op en de gevolgen van calamiteiten te beperken betrouwbaarheid: de burger weet wat hij/zij kan verwachten transparantie en bewustwording In- en outsourcen Waterschap Brabantse Delta is een procesgerichte organisatie. Deze organisatie doet niet alles zelf, maar besteedt ook activiteiten uit. Bij de keuze hiervoor zijn 4 K s van belang: Kosten (is uitbesteden goedkoper?) Kwaliteit (kan een ander het beter?) Kwetsbaarheid (hoe het risico beperken dat er iets mis gaat?) Kennis. Bij deze laatste K gaat het niet alleen om Wie heeft de meeste kennis van de betreffende activiteit?. Ook is belangrijk dat de organisatie voldoende kennis in huis houdt voor goed opdrachtgeverschap, het invullen van de regierol en de afstemming met anderen. Goed kennismanagement leidt tot kennisbehoud en continuïteit ook in een procesorganisatie. Afstemming met andere waterketenpartners Partijen binnen de afvalwaterketen hebben een gezamenlijk doel in het bereiken van schoon en gezond water. Dit doel is alleen maar haalbaar door samenwerking. Waterschap Brabantse Delta is van mening dat organisatievorm en structuur het proces moeten volgen. De afspraken die gemaakt zijn tussen de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen op 8 april 2010 zijn hiervoor een goede aanzet. Het doel van de gezamenlijke aanpak van VNG en UvW is het bundelen van kennis en capaciteit en het verder professionaliseren van het beheer van de afvalwaterketen door de gemeenten en de waterschappen in Nederland. De gezamenlijke aanpak is gebaseerd op werkprocessen in het dagelijks beheer en is een aanzet om op lokaal niveau te komen tot een intensieve samenwerking op de aan de werkprocessen gerelateerde optimale schaal. Intensivering van de samenwerking in de afvalwaterketen, en eventueel op termijn integratie, lijken op basis van inhoudelijke argumenten gewenst. Afhankelijk van de technische en politieke ontwikkelingen kan het zijn dat dit beeld in de loop der jaren moet worden aangepast. Een gewenst eindbeeld voor 2025 is dan ook niet te geven noch relevant. Waterschap Brabantse Delta ziet in het bereiken van het NEWater-concept grote meerwaarde in een goede samenwerking met externe partners, zowel binnen de keten als daarbuiten. Onderdeel daarvan is een proactieve houding richting deze partners. De insteek is om samen met de partners (gemeenten, bedrijven, agrariërs) te zoeken naar mogelijkheden tot samenwerken. Van belang hiervoor is dat de relatie met deze partners verder gaat dan alleen de relatie als vergunningverlener die nu in vele gevallen de norm is. -2-

93 De afvalwaterketenorganisatie (in welke vorm dan ook) kan niet geïsoleerd van de omgeving functioneren: Innovatie: De juiste keuzes blijven maken vraagt er ook om dat de afvalwaterketenorganisatie voorop blijft lopen wat betreft innovatie in de afvalwaterketen. Dat kan men niet alleen en er is dus intensief contact nodig met andere partijen. Aan- en afhaken van bedrijven en/of wijken: Bij aanhaak- of afhaakwensen aan de afvalwaterketen (afvalwater aanbieden of zelf zuiveren) zullen nuchtere afwegingen worden gemaakt, die de doelmatigheid en efficiëntie van de afvalwaterketen vergroten. Elke keer is maatwerk nodig bij het maken van afspraken voor de kortere en langere termijn. Drinkwater: Naar de toekomst is het een reële optie om verdere op te schalen vanuit de afvalwaterketenorganisatie naar een waterketenbedrijf waarbij het drinkwaterbedrijf ook partner is. Er is winst te boeken bij onder meer het samenwerken aan vergelijkbare infrastructuur, innovatie, en facturering (gekoppeld aan watergebruik?) RO: Het spanningsveld rond de timing van werkzaamheden in de omgeving is afwezig door intensieve afstemming tussen watersysteembeheerder, gemeente en afvalwaterketenorganisatie. Alles staat of valt met goede afstemming. Afstemming die start met de afweging waar de laagste maatschappelijke kosten behaald worden -3-

94

95 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 11.B0343 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Onderwerp : projectbeheersing binnen het waterschap Sector en afdeling : watersystemen, afdeling ontwerp & realisatie Datum behandeling : 7 december 2011 Agendapunt : 3i Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : -- Aan het algemeen bestuur Aanleiding Het dagelijks bestuur heeft op 14 juni 2011 naar aanleiding van de behandeling van het dossier Kleine Beek voor Vis de opdracht gegeven om de projectbeheersing binnen de sector watersystemen inzichtelijk te maken. Bij de behandeling van voornoemd dossier in de AB vergadering van 6 juli 2011 zijn veel vragen gesteld op het vlak van projectbewaking, risicobeheersing en communicatie vanuit de projectorganisatie naar de verantwoordelijke portefeuillehouder en het dagelijks bestuur. Toegezegd is in deze vergadering dat de afdeling o & r (ontwerp en realisatie) van de sector watersystemen al haar ontwikkelprojecten tegen het licht zal houden en daar het AB over zal informeren. Medio juli 2011 heeft het DB besloten deze projectenscreening uit te breiden naar alle sectoren van het waterschap waar sprake is van voorbereiding en realisatie van ontwikkelprojecten en instandhoudingsprojecten. Middels deze nota wordt het AB geïnformeerd over de analyse van lopende projecten binnen het waterschap alsmede de genomen ontwikkelingen binnen de sectoren ter bevordering van het in control zijn. Context Het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur hechten een groot belang aan een transparante en inzichtelijke verantwoording van besteding van middelen in relatie tot de gewenste opbrengsten. Daarvoor heeft de organisatie een verbetering van het budgetbeheer in gang gezet alsmede een verbetering van de werkwijze in projecten. Bestuurlijke besluitvorming Het AB stelt jaarlijks de Kadernota vast, waarin de nieuwe projectinitiatieven en de daaraan geprognosticeerde financiële middelen alsmede de lopende projectprogramma s zijn opgenomen. Daarnaast wordt het AB tussentijds geïnformeerd via de Managementletters. Hierin zit een projectenoverzicht waarbij de belangrijkste projecten periodiek en op een gestandaardiseerde wijze worden gerapporteerd. Vraagstelling Het AB wordt verzocht om kennis te nemen van deze analyse en in te stemmen met de genomen verbetermaatregelen. Strategie Het AB heeft op 6 juli 2011 haar bezorgdheid geuit over de mate van projectbeheersing en de kans op herhaling van dergelijke tegenvallers met grote financiële consequenties dan wel een verminderde doelrealisatie. Ten behoeve van verbetering van de projecten is in 2011 een nieuwe Handreiking Projectmatig Werken ingevoerd. Bij de afdeling ontwerp & realisatie is tevens het werken in IPM teams ingevoerd (Integraal Project Management-teams). AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

96 In de periode juli t/m september 2011 zijn binnen de vier sectoren van het waterschap 144 lopende projecten met een totaal kredietvolume van ruim 200 miljoen euro bezien op mogelijke risico s. Daarbij is de GOKIT systematiek gehanteerd, welke beschreven staat in de onlangs vastgestelde Handreiking Projectmatig Werken: Geld, Organisatie, Kwaliteit, Informatie en Tijd. Met name bij de sectoren zuiveringsbeheer en watersystemen is een groot aantal projecten in voorbereiding en uitvoering. Uit de analyse blijkt dat er in totaal 13 projecten zijn waarbij een corrigerende actie vereist is. Het omvat dan veelal administratief /financiële aanpassingen met betrekking tot het voorbereidingskrediet (binnen het geldende mandaat), maar er is ook in een incidentele situatie sprake zijn van een scopewijziging van het project of geringe kredietoverschrijding welke voorgelegd zal worden aan het AB. Deze analyse is in lijn met eerdere evaluaties van projecten, zoals deze aan het algemeen bestuur zijn gerapporteerd. Uit deze voorgaande evaluaties bleek dat het merendeel van de projecten qua financiën en doelrealisatie positief zijn afgerond en er slechts incidenteel afwijkingen worden geconstateerd. In onderstaande tabel wordt op hoofdlijnen per sector de afwijkingen gepresenteerd. Het betreft hoofdzakelijk financieel /administratieve zaken. sector beschrijving Doelrealisatie tijd geld WS Zwaluws getij UVK wordt overschreden, doch binnen gestelde x kaders WS OAS UVK wordt overschreden, doch binnen gestelde kaders x WS Baggerprojecten Bergen op Zoom (Melanen) zit tegen mbt kans x x op herverontreininging door lozing hemelwater WS EVZ Steenbergse Vliet, lopende fasen op orde, laatste fase X X onzeker ikv grondpositie / beschikbare middelen. WS Lage Vughtpolder Waterakkers : interne kosten moeten nog x geregeld worden (intern) WS Cruijslandse kreken : UVK zit vast in ruilgronden, x WS Rissebeek: UVK zit vast in ruilgronden x ZB Persstation Roosendaal en Bergen op Zoom; VBK is overschreden x ZB Persstation Bergen op Zoom : door stagnatie zijn kosten x doorgelopen ZB Renovatie rioolgemaal Waalwijk, naar voren gehaald en daarmee x exploitatie belast. ZB Nazorgfase (AWP) Moerdijk-Bergen op Zoom UVK 0.5 % x overschreden ZB Nazorgfase ontvangstwerken Nieuwveer UVK overschreden met x 3% ZB Nazorgfase van beluchting Nieuwveer het verwachte overschot is iets minder geworden door extra kosten x middelen Geen afwijkingen Fin / ict Geen afwijkingen Onderstaand wordt per sector aangegeven waar (eventuele) acties vereist zijn en wat de aard van de risicoanalyse omvat (GOKIT). Sector watersystemen Binnen de sector watersystemen lopen 95 projecten. Binnen de afdeling beleid zijn 4 beleidsprojecten gescreend die betrekking hebben op het watersysteem en de waterketen. Dit betreft de OAS studies (Optimalisatiestudie Afvalwater Systemen), het project waterkwaliteitsspoor, het project NBW actueel en het opstellen van de waterketenvisie. De ontwikkelingsprojecten die de afdeling ontwerp & realisatie uitvoert in het kader van de bestuursovereenkomst met de provincie, kenmerken zich door een integrale aanpak. Binnen één project worden vaak diverse doelen gerealiseerd (onder andere waterberging, EVZ (Ecologische Verbindings Zone)), veelal met substantiële subsidies van derden en met vele betrokken partijen/partners. De raming van deze projecten geschiedt op basis van kengetallen. De ervaring leert dat deze kengetallen redelijk hanteerbaar zijn, maar zijn opgesteld voor gemiddelde doelstellingen ofwel voor sommige projecten of situaties zijn deze kengetallen te globaal. Het beheergebied van het waterschap is ingedeeld in een 20-tal projectgebieden met 80 projecten. Naast deze ontwikkelingsprojecten voert de afdeling o & r ook 11 instandhoudingsprojecten uit (onder andere baggerwerkzaamheden, aanpassing waterhuishouding (stuwen, duikers). -2-

97 Op hoofdlijnen zijn voor de sector watersystemen de volgende bevindingen geconstateerd: Er zijn 2 projecten die zich in de afrondingsfase bevinden waarbij het UVK is overschreden met maximaal 8%. Alle aandacht gaat uit om de kosten beperkt te houden en het project af te ronden binnen de toegestane maximale marges (maximaal 110% van het UVK bij een ontwikkelingsinvestering). Bij het project Zwaluws Getij ligt de oorzaak mede in het feit dat achterstallig onderhoud aan kades is weggewerkt terwijl die niet in de oorspronkelijke begroting was meegenomen. Tevens is de looptijd langer dan verwacht, waardoor de rentelasten zijn toegenomen. Bij het project OAS spelen verschuivende uitgangspunten (bestuurlijk geaccordeerd), aanvullende berekeningen en langere looptijd (rentelasten, interne kosten) een rol. Het budget van het project Kleine Melanen, Grote Melanen en Ganzenvijvers staat onder druk, omdat de te verwijderen hoeveelheid bagger en slib groter is dan oorspronkelijk begroot (waterschapstaak) en tevens omdat nalevering van de omgeving naar deze wateren nog niet is voorkomen (gemeentelijke taak). Op dit moment is circa 50% van het uitvoeringskrediet besteed. Overleg met de gemeente wordt opgestart over de wijze waarop het project kan worden voortgezet. Bij het project EVZ Steenbergse Viet zijn aanvullende activiteiten met toestemming van het bestuur in uitvoering. Hiervoor is een Interreg subsidie aangevraagd en verkregen. Er is echter nog geen aanvullend uitvoeringskrediet aangevraagd ter grootte van de Interreg subsidie. Daartoe zal het AB toestemming gevraagd worden. De uiteindelijke waterschapslasten zullen door de verkregen extra subsidie naar verwachting lager uitvallen dan oorspronkelijk aangevraagd. Het project Lage Vught Polders/Waterakkers wordt uitgevoerd door derden, waarbij bestuurlijk een toezegging gedaan is voor een waterschapsbijdrage ter grootte van het uitvoeringskrediet. Kosten voor voorbereiding het traject en begeleiding zijn niet in het uitvoeringskrediet meegenomen. Voor deze interne kosten zal een aanvullend krediet worden aangevraagd. Er zijn 2 projecten waarbij het UVK onevenredig zwaar belast is met aangekochte ruilgronden, waardoor er een tekort dreigt voor de realisatiefase. Er zal een keuze gemaakt moeten worden om gronden of te verkopen of een tijdelijk aanvullend UVK te verstrekken. Daartoe zullen voorstellen voorbereid worden ter goedkeuring aan het AB. Het betreft de projecten Cruijslandse Kreken en EVZ Rissebeek. Een ander risico doet zich voor bij de financierbaarheid van de EHS (Ecologische Hoofd Structuur) opgave. Steeds duidelijker wordt dat rekening gehouden moet worden met lagere ambities van provincie en het Rijk. Voorbeelden zijn de Westelijke Langstraat, Turfvaart Bijloop en Noordrand Midden. Ten behoeve van de voorbereiding zijn echter wel onderzoeken, studies en aankopen verricht, gebaseerd op de oorspronkelijke opgave. De afrekening zal plaatsvinden op gerealiseerde hoeveelheid doelstellingen, waardoor de hoge voorbereidingskosten niet dekkend blijken. Hoe groot dit risico is, kan pas inzichtelijk gemaakt worden nadat de herschikking van de EHS is afgerond (medio april 2012). Projectafsplitsingen leveren de mogelijkheid om een deelproject af te bakenen, maar de restopgave moet uiteindelijk gerealiseerd worden met resterend budget! Doordat de restopgaven veelal jaren later opgepakt worden is het oorspronkelijke budget soms te mager omdat er geen inflatiecorrectie wordt doorgevoerd. Rentelasten en interne kosten lopen wel door en belasten tevens het budget. Dit aspect van financieel risicomanagement wordt door deze analyse inzichtelijk en vraagt om sturing en maatregelen. Sector zuiveringsbeheer De scope van afdeling bouwzaken betreft projecten van technische aard voor de sectoren zuiveringsbeheer en watersystemen. Bij de afdeling bouwzaken worden thans 42 projecten uitgevoerd, waarvan 34 projecten ten behoeve van het Zuiveringsbeheer (nieuwbouw & renovatie van zuiveringsinstallaties, persgemalen en leidingen; instandhouding en ontwikkeling) en 8 projecten voor het Watersysteem (nieuwbouw en renovatie van technische objecten: gemalen, sluiscomplexen, stuwen en regiosteunpunten). Bij de realisatie van deze projecten worden enkele leidende principes gehanteerd, te weten: 1. een project kenmerkt zich door een herkenbaar begin en einde en door een beperktere doorlooptijd, waardoor het aantal lopende projecten beperkt blijft; 2. soortgelijke projecten worden indien mogelijk samengevoegd tot één groter project; 3. bij de uitvoering van de projecten wordt gebruikt gemaakt van (externe) ondersteuning door ingenieursbureaus; hiervoor loopt thans een aanbesteding voor raamovereenkomsten; 4. de projecten worden bij voorkeur begeleid door een beknopt, toegewijd projectteam waarin ook toekomstige gebruikers een plaats hebben; 5. technische projecten hebben als kenmerk dat de gedurende de realisatiefase onderdelen in gebruik genomen worden en blijven; de realisatie van eventuele restpunten vraagt dan om extra inspanning en afstemming vanwege het blijvend in gebruik zijn. -3-

98 Uit de screening komt naar voren dat bij 3 projecten er een overschrijding heeft plaatsgevonden van het voorbereidingskrediet. Dit krediet is bedoeld om het project dusdanig in beeld te brengen en voor te bereiden dat er uitvoeringskrediet kan worden aangevraagd. - Voor slijtonderdelen van de afvalwaterpersstations Roosendaal en Bergen op Zoom zijn in de voorbereidingsfase inspecties uitgevoerd; de voorbereidingskosten zijn daardoor geworden, terwijl het voorbereidingskrediet bedraagt. - Het project geurbehandeling bij persstation Bergen op Zoom heeft enkele jaren op hold gestaan in afwachting van contouren van omliggende bebouwing; tijdens deze periode zijn wel interne uren gemaakt; het tekort bedraagt Renovatie rioolgemaal en persleidingen richting rwzi Waalwijk is gepland voor Enkele maatregelen met hoge urgentie zijn vanuit exploitatie uitgevoerd, terwijl de interne uren (ten bedrage van ) op het toekomstige projecten werden geboekt. Voor deze projecten worden thans aanvragen voor uitvoeringskrediet voorbereid. Bij 3 andere projecten is een beperkte overschrijding van de nazorgfase geconstateerd, doordat de interne kosten doorlopen tijdens de overdracht van objecten naar de exploitatie: - De civiele revisie van de afvalwaterpersleiding (AWP) Moerdijk-Bergen op Zoom ( 6,1 mln.) is een overschrijding van 0,5% ontstaan ten opzichte van het toegekende uitvoeringskrediet. - Op het project renovatie ontvangwerken rwzi Nieuwveer ( 3,025 mln.) is een overschrijding van 2,9% ontstaan ten opzichte van het toegekende uitvoeringskrediet. - Het project optimalisatie beluchting eerste zuiveringstrap rwzi Nieuwveer ( 1,35 mln.) is eerder gerapporteerd met een overschot van ,-, met een reservering voor enkele kostenposten. De kosten in de nazorgfase zijn enigszins hoger uitgevallen, zodat ruim ,- overschot resteert. Op een vijftal projecten was een verlies zichtbaar, maar deze blijken niet terecht. De reserveringen moesten boekhoudkundig namelijk nog naar beneden worden bijgesteld. Na deze bijstellingen zijn er geen verliezen. Er zijn geen overige afwijkingen geconstateerd. De bovengenoemde constateringen zijn reeds doorgesproken met de portefeuillehouder zuiveringsbeheer en financiën. Sector middelen Deze sector kent relatief weinig projecten. Thans loopt het vervolg op het Deltadigitaal (startfase) en herstel van cultuurhistorisch waardevolle objecten (IP project 30; afrondende fase). Hier zijn geen afwijkingen geconstateerd. Sector financiën en ict Met name bij de afdelingen ict en geo-informatie wordt aan projecten gewerkt. IP 7525 Taxi: het AB is hierover separaat geïnformeerd en het standpunt van Brabantse Delta is kenbaar gemaakt aan het Waterschapshuis. IP 7565 GAS: De huidige planning ligt op schema, de voorbereiding voor de implementatie ligt op schema en de beoogde startdatum van 1 januari 2012 is haalbaar. Project wordt naar verwachting binnen het beschikbaar gestelde krediet gerealiseerd. IP 7560 Infrastructuurplan: Bestedingen en opbrengsten van dit project liggen op koers, planning is op onderdelen aangepast door herprioritering en vanwege de uitloop van GAS. Het AB zal middels een projectevaluatie in 2012 geïnformeerd worden. IP 9412 Opstellen van leggers en beheerregisters ten behoeve van het watersysteem: Dit project wordt dit jaar opgeleverd ruim binnen de gestelde begroting. Het AB zal middels een projectevaluatie in 2012 geïnformeerd worden. IP 9627 Iris: ligt op schema, de nazorgfase duurt langer dan gepland maar het project wordt wel gerealiseerd binnen het beschikbare budget. Verwacht wordt dat er ongeveer over blijft. In de bestuurlijke evaluatie zal duidelijk gemaakt worden waarom de nazorgfase meer tijd in beslag heeft genomen. Het AB zal middels een projectevaluatie in 2012 geïnformeerd worden. Conclusie en maatregelen Binnen de vier sectoren van het waterschap zijn 144 lopende projecten met een totaal kredietvolume van ruim 200 miljoen euro bezien op mogelijke risico s. Uit de analyse blijkt dat er in totaal 13 projecten zijn waarbij een corrigerende actie vereist is. Het omvat dan veelal administratieve of financiële aanpassingen (aanpassing voorbereidingskrediet binnen mandaat), maar er is ook in een incidentele situatie sprake zijn van een scopewijziging van het project of geringe overschrijding van het uitvoeringskrediet welke voorgelegd zal worden aan het AB. Deze analyse is in lijn met eerdere evaluaties van projecten, zoals deze aan het algemeen bestuur zijn gerapporteerd. Uit deze evaluaties bleek dat het merendeel van de projecten qua financiën en doelrealisatie positief zijn afgerond en er slechts incidenteel afwijkingen worden geconstateerd. -4-

99 De volgende algemene verbetermaatregelen worden genomen: 1. Bij de implementatie van de Handreiking Projectmatig Werken wordt speciale aandacht besteed aan het afgrenzen van de fase van voorbereiding en realisatie, zodat overschrijding van het voorbereidingskrediet wordt voorkomen. Tevens zal de overdracht van een object van de nazorgfase van een project naar de exploitatie eveneens beter worden begrensd. 2. De IPM structuur wordt voor projecten geïmplementeerd ten behoeve van een betere projectbeheersing. Het IPM model is een projectaansturingsmodel wat Rijkswaterstaat hanteert voor complexe projecten. Het waterschap hanteert dit model reeds voor de projecten Overdiepse Polder en Amer Dongen. In het voorjaar is het project Bluswaterverwerking Moerdijk ook op deze systematiek georganiseerd, naast enkele pilots op de afdeling o & r. Binnen het IPM team is sprake van vijf aandachtgebieden (ofwel vijf rollen). Het betreft het algemeen projectmanagement, technisch management, omgevingsmanagement, manager projectbeheersing en contractmanagement. Deze vijf rollen hebben absoluut raakvlakken en de centrale agenda is risicobeheersing. Nagenoeg alle projecten binnen de afdeling ontwerp & realisatie zijn sinds september 2011 geordend naar IPM teams. Hiertoe zijn projecten geclusterd naar samenhang in gebiedsindeling. Bij de afdeling bouwzaken wordt thans ook het IPM model geïmplementeerd. 3. Het informeren van portefeuillehouders, dagelijks bestuur en algemeen bestuur wordt verbeterd. Ter voorbereiding van de managementletters zal met de verantwoordelijke portefeuillehouder, sectorhoofd (als opdrachtgever) en afdelingshoofd de projecten nagelopen worden. De conclusies van dit overleg worden opgenomen in de managementletter. 4. Looptijd van projecten wordt waar mogelijk beperkt door afsplitsing van concrete projectactiviteiten. 5. Er is overleg geweest met de waterschapsbrede werkgroep budgetbeheer. Voor de maanden oktober en november 2011 zijn specifieke themasessies gepland met als onderwerp budgetbeheer binnen projecten. Deze sessies lopen parallel met de implementatiebijeenkomsten van GAS (= geïntegreerd applicatie systeem). Daarnaast zullen voor enkele projecten specifieke maatregelen worden genomen, die ter goedkeuring worden voorgelegd aan het bestuur. Het betreft de wijze van omgaan met de grondpositie (ruilgronden), aanvraag aanvullend krediet en scopewijziging (onder andere ten gevolge van herijking EHS). Beoordeling Financiële gevolgen Ja, daar waar sprake is van bijstelling van kredieten, zal het AB middels separate nota s geïnformeerd worden. Juridische gevolgen Niet van toepassing Personele gevolgen niet van toepassing Overig. De financierbaarheid van de EHS opgave staat onder druk, verwacht wordt medio april 2012 daar meer zicht op te hebben. Naast financiële consequenties kan er ook sprake zijn van juridische en personele gevolgen. Communicatieparagraaf Het AB wordt via de reguliere werkwijze geïnformeerd over de voortgang van projecten middels de managementletter. Het AB heeft aangegeven dat zij sneller geïnformeerd wenst te worden indien daar aanleiding toe is. Door aankondigingen middels een mededeling aan het AB, of middels een korte memo/ feitenrelaas, zal het AB eerder in het traject geïnformeerd worden. Advies Het algemeen bestuur stemt in met de bevindingen van deze organisatiebrede analyse op projectbeheersing. Daarnaast stemt het algemeen bestuur in met de voorgestelde verbetermaatregelen binnen de organisatie. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -5-

100

101 Agendapunt 3j. Zaaknr. : 11.B0345/11.ZK53915 Kenmerk : 11IT Barcode : *11IT014799* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; Gehoord de voordracht van de diverse fracties op 12 november 2011: gelet op artikel 3 van het Reglement voor de commissies uit het algemeen bestuur van Waterschap Brabantse Delta; B E S L U I T : 1. te benoemen tot lid en plaatsvervangend lid van de voorbereidingscommissie Financiële Jaarstukken: De heer L.C.A. Withagen (plv. de heer A. Haagh) De heer P.H.M. van den Berg De heer F. Jackson (plv. de heer ph. Aertssen) De heer W.J.H. de Boer (plv. de heer B. Poppelaars) De heer J.J. Kocx Mevrouw A. Pijnenburg Mevrouw C.B.M.E. Franssen Mevrouw E.J.M. de Jong-Stabel (plv. de heer A.S. Verdaasdonk) De heer J.A.J.P. van Riet, voorbereidingscommissie Watersystemen: De heer J.J.M. van der Aa (plv. de heer L. Withagen) De heer P.H.M. van den Berg De heer P.A. Aertssen (plv. de heer F. Jackson) De heer F.C.J. van Noord De heer A.A.F.M. Wijnen (plv. de heer W. Spierings) De heer A.J.C. Vanlaerhoven De heer M.P. Hage De heer B. van der Veer De heer J.A.J.P. van Riet de heer C.G. Schreuders (plv. de heer A.S. Verdaasdonk), 2. in te trekken het besluit van 16 maart Dit besluit wordt op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 7 december 2011, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

102

103 Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 11.B0312/10.ZK42872 Kenmerk : 11IT Barcode : 11IT Onderwerp : terugkoppeling MVO campagne en aanscherping MVO-missie Sector en afdeling : concernstaf/afdeling beleid Datum behandeling : 7 december 2011 Agendapunt : 3k. Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : -- Aan het algemeen bestuur Aanleiding In het dagelijks bestuur van 12 juli 2011 is verslag gedaan van de resultaten van de uitgevoerde MVO campagne en de op verzoek van het DB uitgevoerde evaluatie van de MVO paragraaf in adviesnota s. De resultaten van de MVO campagne en de uitgevoerde evaluatie vormden de basis voor een advies ten aanzien van vervolgstappen. Het DB heeft ingestemd met: het uitwerken/nader concretiseren van beleid op het gebied van MVO en klimaat met een uitdagend karakter; het laten vervallen van de MVO paragraaf en deze te vervangen door een open beoordeling "bijdrage aan doelen MVO of klimaatakkoord"; het opstellen van deze AB-nota, waarin verslag wordt gedaan van de resultaten van de uitgevoerde MVO campagne en een voorstel wordt gedaan voor een aangepaste missie (gebaseerd op het huidige bestuursprogramma) inzake het opvatten van de kerntaken en het bijdragen aan de doelen van het klimaatakkoord. In deze nota wordt een advies gedaan voor een scherper geformuleerde missie voor MVO, aangezien de huidige MVO missie niet goed past binnen het bestuursprogramma. Hierbij gaat het vooral om de focus op kerntaken. Context Eind 2007 heeft het algemeen bestuur de ambitienota Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) vastgesteld. De MVO ambitie is daarin als volgt verwoord. Waterschap Brabantse Delta heeft de ambitie om in zijn bedrijfsvoering de principes toe te passen van maatschappelijk verantwoord ondernemen en maakt dit tot onderdeel van zijn missie. Dat houdt in dat de organisatie verantwoordelijkheid neemt voor de lange termijn consequenties van haar handelen op sociaal, ecologisch en economisch gebied in de hele keten, daar verantwoording over aflegt en de dialoog aangaat met de belanghebbenden. Het waterschap is hierin vernieuwend en vat zijn kerntaken ruim op, passend bij het versterken van het strategisch vermogen van de organisatie. Dit vindt plaats door een zorgvuldige afweging van maatschappelijke kosten en baten op de lange termijn. De visie is vervolgens uitgewerkt in een Masterplan MVO dat eveneens eind 2007 door het dagelijks bestuur is goedgekeurd en vervolgens is uitgevoerd. De acties die in deze nota worden geëvalueerd komen uit dat masterplan. In het klimaatakkoord van april 2010 zijn afspraken gemaakt tussen Rijk en Unie welke zijn vertaald naar het bestuursprogramma zodanig dat wordt bijgedragen van de doelstellingen uit het klimaatakkoord. De thema s uit het klimaatakkoord vertonen een sterke overlap met MVO. Vandaar dat deze in het vervolg worden gecombineerd. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

104

105 Bestuurlijke besluitvorming Speerpunten in het Masterplan MVO waren de Campagne MVO tussen 1000 oren en Meetlat MVO gehalte van adviezen. Eind 2010 heeft het dagelijks bestuur gevraagd om een evaluatie van de MVO paragraaf. In deze notitie staan daarvan de resultaten en wordt geconstateerd dat dit waterschap op veel aan MVO en duurzaamheid gerelateerde terreinen beleid heeft dan wel actie onderneemt. Ook wordt ingegaan op de wenselijkheid om te komen tot een overkoepelend MVO/Duurzaamheidsbeleid dat o.a. kan dienen als kapstok voor al bestaand beleid dan wel richting kan geven aan nog te ontwikkelen beleid. Vraagstelling Wil het algemeen bestuur de resultaten van de uitgevoerde MVO campagne en de op het verzoek van het dagelijks bestuur uitgevoerde evaluatie van de MVO paragraaf in adviesnota s voor kennisgeving aannemen? Kan het algemeen bestuur instemmen met de aangescherpte MVO-missie? Strategie 1a. Resultaten campagne MVO tussen 1000 oren Het doel van de campagne was het bereiken van een duurzame gedragsverandering bij de medewerkers als middel om het MVO beleid van het waterschap te verankeren. Is dit doel behaald? Om die vraag te kunnen beantwoorden zijn de resultaten van een enquête voorafgaand aan de campagne vergeleken met die van een enquête na afloop. De resultaten van die vergelijking: Medewerkers maken meer duurzame keuzes. MVO leeft in de organisatie. Regelmatig komt het onderwerp ter sprake. - Het wordt belangrijk gevonden dat MVO nu wordt doorgetrokken naar de kernactiviteiten van de organisatie. - Er is behoefte aan overkoepelend MVO beleid. Conclusie De campagne heeft een versnelling teweeg gebracht in de aandacht die er binnen de organisatie is voor MVO. Het is zaak die vast te houden. Dat moet nu gebeuren in het reguliere werk. Om daaraan sturing te kunnen geven is het wenselijk te kunnen beschikken over een algemeen MVO beleid. Er is draagvlak binnen het waterschap om een dergelijk breed kapstokbeleid te ontwikkelen. De toegevoegde waarde ervan wordt ingezien. Een beleidsvoorstel zal eind 2011 aan het dagelijks bestuur worden voorgelegd. 1b. Resultaten evaluatie MVO paragraaf in adviesnota s Waar komt de MVO paragraaf vandaan? Het dagelijks bestuur wilde in 2007 kunnen beschikken over inzicht in het MVO gehalte van voorstellen en plannen en daarmee tevens over een simpel en effectief instrument dat hulp biedt bij het maken van de afweging kosten baten. Daarom is de MVO meetlat in de vorm van de MVO paragraaf opgenomen in de adviesnota s. De gedachte daarbij was dat er van de MVO paragraaf een prikkel zou uitgaan om voorstellen te voorzien van een hoger MVO gehalte. Conclusies MVO paragraaf in adviesnota s De evaluatie had tot doel antwoord te geven op de vraag of bovengenoemde doelen worden bereikt met dit middel. De volgende conclusies kunnen worden getrokken: 1. De huidige MVO paragraaf in adviesnota s voldoet onvoldoende aan het beoogde doel. 2. In 2007 was MVO voor het waterschap nieuw. Uit de evaluatie van de campagne MVO tussen 1000 oren blijkt dat het MVO-denken en handelen sinds 2007 een flinke impuls heeft gekregen. De MVO paragraaf voegt daar weinig meer aan toe. 3. Het afwegen van maatschappelijke kosten en baten op lange termijn, zoals vermeld in de MVO ambitie, maakt in principe al onderdeel uit van voorstellen en plannen. Indien het bestuur behoefte heeft aan een expliciet instrument op dit vlak is een simpele MVO paragraaf daartoe ontoereikend. 4. Medewerkers missen een MVO/duurzaamheidsbeleid/-doelstellingen waarop ze zich kunnen baseren bij het doen van voorstellen die soms verder gaan dan de kerntaken van het waterschap. De MVO-paragraaf in de huidige vorm vervalt, omdat het de organisatie eerder hindert dan dat het sturing geeft. Als alternatief wordt voorgesteld om deze te vervangen door een open beoordeling zoals gebruikelijk is voor de financiële, juridische en personele gevolgen. De MVO paragraaf zou dan vervangen kunnen worden door de volgende beoordeling: bijdrage aan doelen voor MVO en het klimaatakkoord. Een bijbehorende instructie voor deze beoordeling dient nog te worden opgesteld evenals de doelstellingen voor de komende jaren waaraan verderop in deze nota nog wordt gerefereerd. -2-

106 2. Scherper geformuleerde missie voor MVO In 2009 is het nieuwe bestuursprogramma vastgesteld met daarin nieuwe ambities voor duurzaamheid en MVO. De huidige MVO missie past daarmee niet goed binnen het nieuwe bestuursprogramma, waarbij het vooral gaat om de focus op kerntaken. In het klimaatakkoord van april 2010 zijn afspraken gemaakt tussen Rijk en Unie welke zijn vertaald naar het bestuursprogramma zodanig dat wordt bijgedragen van de doelstellingen uit het klimaatakkoord. De missie voor MVO kan op basis van dit huidige bestuursprogramma en de afspraken uit het klimaatakkoord scherper worden geformuleerd: Missie voor MVO: Het waterschap heeft de ambitie om de principes van maatschappelijk verantwoord ondernemen toe te passen in zijn bedrijfsvoering en wil tevens bijdragen aan de doelstellingen uit het klimaatakkoord. Dat betekent dat het waterschap evenwichtig aandacht geeft aan de belangen van de samenleving (people), het milieu (planet) en de economie (profit). Het bestuur kiest voor vernieuwende oplossingen die zo mogelijk budgetneutraal zijn en binnen zijn kerntaken blijven. Dit vindt plaats door een zorgvuldige afweging van maatschappelijke kosten en baten op de lange termijn. Zo gaan duurzaamheid, innovatie, samenwerking en kostenbeheersing hand in hand. Beoordeling Financiële gevolgen niet van toepassing Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen niet van toepassing Overig niet van toepassing Communicatieparagraaf Met een centrale projectgroep zullen voorstellen worden uitgewerkt om tot meer MVO specifieke doelstellingen te komen. Bij deze doelstellingen wordt tevens een actieprogramma voor de komende 4 jaar opgenomen. Een communicatieaanpak wordt onderdeel van dit actieprogramma. Eind 2011 zal een en ander uitgewerkt zijn en ter vaststelling aan het bestuur worden aangeboden. Advies 1. Het algemeen bestuur neemt kennis van de resultaten van de uitgevoerde MVO campagne en de op het verzoek van het dagelijks uitgevoerde evaluatie van de MVO paragraaf in adviesnota s. 2. Het algemeen bestuur stemt in met de nieuw geformuleerde missie voor MVO zijnde: Het waterschap heeft de ambitie om de principes van maatschappelijk verantwoord ondernemen toe te passen in zijn bedrijfsvoering en wil tevens bijdragen aan de doelstellingen uit het klimaatakkoord. Dat betekent dat het waterschap evenwichtig aandacht geeft aan de belangen van de samenleving (people), het milieu (planet) en de economie (profit). Het bestuur kiest voor vernieuwende oplossingen die zo mogelijk budgetneutraal zijn en binnen zijn kerntaken blijven. Dit vindt plaats door een zorgvuldige afweging van maatschappelijke kosten en baten op de lange termijn. Zo gaan duurzaamheid, innovatie, samenwerking en kostenbeheersing hand in hand. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -3-

107 Zaaknr. : 11.ZK54356 Kenmerk : 11IT Barcode : 11it bestuursagenda en Planning & Controlcyclus 2012 Mededeling voor het algemeen bestuur van 7 december 2011; agendapunt 4d Jaarlijks wordt er een bestuursagenda en een P&C-cyclus opgesteld zodat bestuur en organisatie tijdig kennis kunnen nemen van de relevante data voor de planning voor het komende jaar. Deze zijn inmiddels door het dagelijks bestuur vastgesteld en worden hierbij ter kennis gebracht van het algemeen bestuur. Zowel de bestuursagenda als de P&C-cyclus zijn/worden op extranet geplaatst. De bestuursagenda en P&C-cyclus zijn zo goed mogelijk op elkaar afgestemd en houden zoveel als mogelijk rekening met vakantieperiodes. In beide producten zijn de bestuurlijke routes af te lezen. Hieronder nog enkele aandachtspunten met betrekking tot de producten/planning van de P&C-cyclus. Verder zal bij de start van de individuele P&C-producten uitdrukkelijk worden stilgestaan bij verdere aandachtspunten voor het te doorlopen traject. 1. Jaarrekening 2011 De jaarrekening wordt, mede gebaseerd op de bestuurlijke wens, geagendeerd voor de besluitvormingsroute naar de besluitvormende AB van juni De jaarrekening kan dan in dezelfde route worden besproken als de kadernota. Alle overige producten die betrekking hebben op het vorige dienstjaar zoals jaarverslagen, verantwoordingen etc. lopen zoveel mogelijk mee in de bestuurlijke route van de jaarrekening. 2. Projectevaluaties Conform afspraak worden eenmaal per jaar projectevaluaties aangeboden met betrekking tot afgeronde projecten. Deze lopen mee in dezelfde route als de jaarrekening (juni AB). 3. Kadernota 2012 De voorbereiding van de kadernota start ongeveer op 1 december De jaarrekening wordt in de juni-ab behandeld waardoor aangesloten kan worden bij de definitieve resultaten over 2011 en de consequenties daarvan voor de kadernota inclusief de egalisatiereserves. 4. Managementletters 2012 Er wordt op 4 momenten in het jaar een managementletter vastgesteld door het dagelijks bestuur en ter kennisname geagendeerd voor het algemeen bestuur. Gezien de periode waarin ML tot stand moet worden gebracht (jaarrekening en kadernota lopen dan) en de bijbehorende peildatum gaat het vooral om eventuele grote verwachte afwijkingen ten opzichte van de enige maanden eerder opgestelde begroting. Door nieuwe ontwikkelingen, aangepaste prijzen etc. kan het zijn dat er al (substantiële) afwijkingen worden verwacht ten opzichte van de begroting. Ten behoeve van de gewenste actualiteit en het feit dat ze door het dagelijks bestuur worden vastgesteld en voor het algemeen bestuur ter kennisname zijn blijven ze direct ingebracht worden in de besluitvormende vergadering van het algemeen bestuur. 5. Waterschapspeil 2012 Deze landelijke bedrijfsvergelijking tussen de waterschappen wordt jaarlijks onder regie van de Unie van waterschappen uitgebracht. Aanlevering van informatie vindt in het voorjaar plaats terwijl het rapport in het najaar wordt uitgebracht. Vervolgens vindt er een nadere interne analyse plaats en worden verbeterpunten benoemd en afgestemd. Afhankelijk van de datum van uitkomen van het rapport kunnen de uitkomsten, conclusies en aanbevelingen dan aan het eind van het jaar of uiterlijk begin van het nieuwe jaar (bestuurlijk) worden besproken. 6. Begroting 2013 Volgens de voorschriften dient de begroting voor 1 december te worden toegestuurd aan de provincie. In de planning 2012 is hiervoor voorzien door een besluitvormende AB eind november.

108

109 Bestuursagenda 2012 (registratienummer 11IT014330) NOV/DEC JAN FEB MRT APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC DB 13 10, 24 7, 21 6, 20 3, 17 1, 15, 29 12, , 28 11, 25 9, 23 6, 20 4, 18 OP AB BSL AB Thema AB Feestdagen Belangrijke P&C momenten 1 januari Nieuwjaarsdag Kadernota besluitvormend AB van 13 juni februari t/m 21 februari Carnaval Jaarrekening besluitvormend AB van 13 juni april Pasen Begroting 2012 besluitvormend AB van 28 november mei Bevrijdingsdag 17 mei Hemelvaartsdag mei Pinksteren december Kerstmis Vakanties 18 t/m 26 februari Voorjaarsvakantie 28 april t/m 6 mei Meivakantie 30 juni t/m 19 augustus Zomervakantie 13 t/m 21 oktober Herfstvakantie 22 december t/m 6 januari Kerstvakantie algemeen bestuur Het algemeen bestuur vergadert iedere maand. In totaal zijn er 6 opiniërende vergaderingen en 6 besluitvormende vergaderingen. Deze wisselen elkaar ieder maand af. Bij de opiniërende vergadering zal de voorzitter na behandeling van iedere nota aan de vergadering vragen of tot besluitvorming kan worden overgegaan. De vergaderingen van het algemeen bestuur (zowel opiniërend als besluitvormend) zijn openbaar. De vergaderingen vinden plaats op woensdagavond van uur tot uur in de kapel van het Hof van Bouvigne, Bouvignelaan 5 te Breda. Naast de openbare vergaderingen vinden ook 4 besloten themabijeenkomsten plaats. dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur vergadert één keer in de twee weken. De vergaderingen zijn besloten en vinden plaats op dinsdagochtend van tot uur in de Blauwe Zaal van het Hof van Bouvigne. Er zijn geen aparte thema-vergaderingen. Tijdens iedere DB-vergadering is er ruimte voor één thema (maximaal 1 uur). Een aangemeld thema wordt behandeld van tot uur.

110

111 Reg.nr. 11IT P&C Cyclus ) Jaarrekening ) Projectevaluaties ) kadernota ) Managementletter ) Managementletter ) Managementletter ) Managementletter ) Waterschapspeil 5) Begroting 2013 Nov. December Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December #### : FEZ: voorbereiding Aandachtspunten : Beheerproductbeheerder / Afdelingshoofd 1 Vakantieperiodes op basis van voorlopige kalender regio Zuid : Beleidsveldbeheerder / Sectorhoofd / Bedrijfsbureau 2 Zomervakantie regio Midden is 1 week later dan Zuid : FEZ: afronden ML 3 Jaarrekening moet definitief zijn voor 15 juli : MT 4 Begroting moet definitief zijn voor 1 december. : DB 5 Planning waterschapspeil nog niet bekend : AB : Diverse actoren : Accountantscontrole : Basisschoolvakantie regio Zuid. Wijkt af van landelijke schema's.

112

113 Zaaknr. : 11.B0301/11.ZK52452 Kenmerk : 11IT Barcode : *11IT012727* achtergrondnotitie Planstudie Waterberging VZM Mededeling voor het algemeen bestuur van 7 december 2011; agendapunt 4e Doel van deze notitie Op dit moment loopt de Planstudie Waterberging Volkerak-Zoommeer. Het proces, de gevolgen van waterberging op het Volkerak-Zoommeer, de relatie met andere dossiers en de bestuurlijke aspecten zijn complex. Deze notitie is bedoeld om, los van de besluitvorming, u het overzicht te geven. Indien gewenst kan deze notitie ook worden ingebracht bij het algemeen bestuur met de mogelijkheid van een begeleidende presentatie. Achtergrond Het project Waterberging Volkerak-Zoommeer maakt onderdeel uit van de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor Rivier. Deze is door het Kabinet vastgesteld in Behalve het project waterberging Volkerak-Zoommeer omvatte deze PKB nog 38 projecten, onder andere de Overdiepse polder, die bijna allemaal zijn uitgevoerd. Slechts enkele van de 39 oorspronkelijke projecten zijn afgevallen. Waterberging op het Volkerak-Zoommeer heeft als doel een bepaalde verlaging van de Maatgevende Hoog Waterstand (MHW) in Rijnmond/Drechtsteden te bereiken. Voor de omgeving van Dordrecht moet op de riviertakken van Oude Maas en Beneden Merwede een MHW-verlaging van minstens 3 cm worden gerealiseerd. In de omgeving van Middelharnis moet langs het Haringvliet de MHW-verlaging minstens 10 cm bedragen. Om deze MHW-verlaging in Rijnmond/Drechtsteden te bereiken wordt het Volkerak-Zoommeer ingezet voor waterberging. Dit leidt overigens ook tot verlaging van de MHW langs het Hollands Diep. Inzet van het Volkerak-Zoommeer voor waterberging gebeurt als op het Hollands Diep bij Willemstad een toetspeil van 2,60m voorspeld wordt én de stormvloedkeringen bij Hoek van Holland en het Haringvliet gesloten zijn. Bij waterberging op het Volkerak-Zoommeer zullen de waterstanden op dit meer oplopen tot 2,30 m + NAP. De frequentie van inzet van het Volkerak-Zoommeer ten behoeve van de waterberging wordt momenteel ingeschat als kans van eenmaal per jaar. Deze zal als het beleid niet wordt gewijzigd en de klimaatverandering verloopt zoals voorspeld oplopen tot eenmaal per 550 jaar in Als het Volkerak- Zoommeer wordt ingezet, stijgt het water in 1 dag met gemiddeld 2 meter. Daarna duurt het ongeveer 2 dagen voor het Volkerak-Zoommeer weer zijn normale winterpeil bereikt. Effecten in West-Brabant In de eerste plaats vraagt waterberging op het Volkerak-Zoommeer om versterking van de primaire keringen langs het Volkerak-Zoommeer en van daarin gelegen keersluizen. In de tweede plaats zal de lozing van Mark en Vliet en Zoom gestremd worden. Dit leidt tot hogere waterstanden op de Mark en Vliet waardoor een deel van de regionale keringen opgehoogd moet worden. In het landelijk gebied zullen voor een groot aantal gemalen, om maalstops door gestremde lozing te voorkomen, noodpompen moeten worden ingezet. Dit is een referentiemaatregel; wellicht dat bij daadwerkelijke uitvoering voor robuustere alternatieven wordt gekozen. Bij inlaatpunten kunnen extra afdichtingen nodig zijn en in stedelijk gebied kunnen afsluiters van riooloverstorten nodig zijn om instroom van water via het riool en vervolgens water op straat, te voorkomen. Bij zijbeken kunnen de hoge waterstanden op de Mark en Vliet doorwerken tot ver in het achterland waardoor tijdelijke afsluitingen én noodpompen om toch de afvoer door te laten gaan, noodzakelijk zijn. Tenslotte zal er extra wateroverlast optreden in de buitendijkse gebieden langs Mark en Vliet (en zijwateren ervan). Regioconsultaties door Ruimte voor Rivier Vanaf eind 2010 tot medio 2011 zijn door de Programmadirectie Ruimte voor Rivier regioconsultaties gehouden in de beheergebieden van de waterschappen Scheldestromen, Hollandse Delta en Brabantse Delta. In ons beheergebied zijn daarbij de effecten en de noodzakelijke compenserende maatregelen in beeld gebracht. In een aantal gevallen, als schade alleen met buitenproportionele maatregelen voorkómen kan worden, is gekozen voor een schaderegeling. Dit speelt vooral bij buitendijkse bebouwing. Tijdens de consultatieronde zijn voor elke gemeente waarin effecten optreden op initiatief van het waterschap meerdere werkateliers gehouden waarbij gemeente, Rijk en waterschap aanwezig waren. In deze werkateliers zijn de

114 effecten en noodzakelijke maatregelen in beeld gebracht. Met een regionaal bestuurlijk overleg gehouden op 20 juni 2011 bij het waterschap is dit proces afgesloten waarbij geconstateerd is dat Rijk en regio (gemeenten en waterschap) het in grote lijnen eens waren over het compensatiepakket. Het compensatiepakket bestaat uit: 1. Aanpassing van de primaire keringen langs het Volkerak-Zoommeer daar waar nodig, inclusief de erin gelegen kunstwerken. Opwaardering van deze kering van categorie C naar categorie A kering. 2. Aanpassing van de regionale keringen langs Mark en Vliet daar waar nodig. 3. Tijdelijke afsluitingen van 7 zijbeken van de Mark en Vliet om te voorkomen dat waterstandsverhogingen zich door deze wateren voortplanten tot diep in het Mark-Vliet stroomgebied. Ook noodpompen zodat deze gebieden wél kunnen blijven lozen op de Mark en de Vliet. 4. Noodpompen bij alle gemalen die bij noodberging op het Volkerak-Zoommeer door de hoge waterstanden op de Mark en Vliet niet meer kunnen lozen. 5. Ten behoeve van gemeenten: afsluiters als bij riooloverstorten instroom van water naar de achtergelegen gebieden mogelijk was. 6. In buitendijkse gebieden het inzetten van een schaderegeling van het Rijk voor de schade die kan optreden bij waterberging. Bij het in beeld brengen van de effecten (en dus van de benodigde compensatiemaatregelen) voor de bovengenoemde punten 2 t/m 6 is uitgegaan van een gebeurtenis die 1/2.000 jaar kan optreden, namelijk een combinatie van de T=10 afvoer op de Mark en Vliet én waterberging op het Volkerak-Zoommeer. Dit (1/2.000) sluit aan bij het beschermingsniveau dat onze primaire keringen bieden. Vier punten bleven nog open, zo is op het bestuurlijk overleg van 20 juni geconstateerd. De gemeenten Steenbergen en Halderberge hadden de wens om de havens van Steenbergen, Dinteloord en Oudenbosch bij noodberging op het Volkerak-Zoommeer tijdelijk afsluitbaar te maken. Ook is aandacht gevraagd voor de buitendijkse bedrijventerreinen bij Stampersgat en Zwartenberg. Dit heeft nadien nog tot extra werkateliers hiervoor geleid en tot twee bestuurlijke overleggen tussen de gemeenten Steenbergen en Halderberge, het Rijk en het waterschap. Medio september rapporteert de Programmadirectie het resultaat van de consultatieronde aan de staatssecretaris. Daarbij wordt het tijdelijk afsluitbaar maken van deze havens niet meegenomen. Wel wordt de staatssecretaris erop gewezen dat de betrokken gemeenten dit heel anders zien. Relatie met nieuwe normen voor regionale keringen In 2010 zijn voor de regionale keringen nieuwe normen vastgesteld voor de bescherming tegen wateroverlast: 1/100 in plaats van voorheen 1/50 jaar. Vervolgens zijn in 2011 toetspeilen vastgesteld en opslagen ( hydraulische randvoorwaarden ) om rekening te houden met effecten als opwaaiing en golfoploop. Ook is de Beleidsregel Hoogtecriteria opgesteld. Deze wordt binnenkort als concept aangeboden aan het Dagelijks Bestuur ter vaststelling voor de inspraak. Ook de nieuwe normen leiden er al toe dat de regionale keringen langs de Mark en Vliet moeten worden opgehoogd. Hier bovenop komt dus nog de verhoging die noodzakelijk wordt vanwege de noodberging op het Volkerak-Zoommeer. In 2012 zullen de regionale keringen worden getoetst aan de nieuwe te verwachten waterstanden. Daarna is duidelijk wáár en hoeveel regionale keringen moeten worden versterkt. Doordat de noodberging op het Volkerak-Zoommeer in principe ingaat per 1 januari 2016, moeten deze verbeterwerken onder grote tijdsdruk worden uitgevoerd. Onderstaande figuren geven een eerste impressie waar de regionale keringen moeten worden verbeterd tengevolge van de nieuwe normen (boven) én vanwege het gecombineerde effect van noodberging en nieuwe normen (onder). -2-

115 Figuur. De verwachting van te verbeteren trajecten van de regionale keringen vanwege nieuwe toetspeilen op basis van een indicatieve toetsing Figuur. De verwachting van te verbeteren trajecten van de regionale keringen vanwege nieuwe toetspeilen én noodberging op het Volkerak-Zoommeer. Uitgangspunt is een gebeurtenis die 1/2.000 jaar kan optreden, namelijk een combinatie van de T=10 afvoer op de Mark en Vliet én waterberging op het Volkerak- Zoommeer. Inspraak Nadat de staatssecretaris op de hoogte is gesteld van de resultaten van het consultatieproces, zal deze besluiten tot het starten van de inspraak. De verwachting is dat dit tweede helft oktober, begin november zal starten. Voor de PKB maatregel Waterberging Volkerak-Zoommeer is de Rijkscoördinatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening van toepassing. Dit betekent dat het Rijk (de minister) een rijksinpassingsplan (RIP) opstelt en dat het RIP samen met alle voor het project benodigde ontwerp-besluiten, de MER, de Passende Beoordeling en de Uitvoeringsbesluiten ter inzage worden gelegd en in procedure gaan. Ieder, ook het waterschap, kan een zienswijze indienen. Na de inspraakprocedure wordt het RIP definitief vastgesteld. Het RIP en de bijbehorende besluiten valt onder de Crisis- en Herstelwet. Het waterschap kan dus géén beroep instellen tegen het vastgestelde RIP en de bijbehorende besluiten. Bij de beoordeling van het RIP, de MER en de bijbehorende besluiten zullen twee aspecten centraal staan: 1. Zijn de compensatiemaatregelen afdoende? 2. Zijn de afspraken rondom noodberging (over inzet van het Volkerak-Zoommeer, over onderlinge communicatie, etc.) voldoende geborgd? -3-

116 Omvangrijke verbetermaatregelen nodig Aanpassing primaire keringen, erin gelegen kunstwerken en buitendijkse objecten ten behoeve van de Planstudie. De kosten (voor rekening Rijk) zijn nog niet bekend maar zullen naar verwachting enkele miljoenen s bedragen. Uitvoering: in principe door Rijk. Verbetering primaire keringen naar aanleiding van de 3 e Toetsing. De kosten zijn nog niet bekend maar zullen naar verwachting enkele miljoenen s bedragen. Uitvoering: ons waterschap. Verbetering regionale waterkeringen 12,5 miljoen naar aanleiding van de Planstudie (kosten Rijk) + 18 miljoen ten behoeve van de nieuwe normering (kosten waterschap). Uitvoering van het deel ten behoeve van de Planstudie in principe door Rijk. Afdammen van vrij uitwaterende waterlopen en de noodpompen/mobiele pompen hiervoor en bij gemalen naar aanleiding van de Planstudie. De kosten bedragen 4,5 à 5,5 miljoen en zijn voor rekening Rijk. Uitvoering: in principe door Rijk. (Maatregelen ten behoeve van gemeenten naar aanleiding van de Planstudie. De kosten bedragen ordegrootte 2,5 miljoen en zijn voor rekening Rijk. Uitvoering: in principe door Rijk. In totaal gaat het dus om een nieuwbouwprogramma van ordegrootte 40 miljoen, waarbij de kosten van de (compensatie)maatregelen ten behoeve van de Planstudie Waterberging door het Rijk zullen worden gedragen. Daarnaast zijn er nog reserveringen van circa 3,5 miljoen voor toetsingen van primaire en regionale keringen en voor daartoe benodigd grondonderzoek. In de loop van 2011 en 2012 zullen de Plannen van Aanpak worden opgesteld en de benodigde kredieten worden aangevraagd. Dit zal leiden tot het naar voren halen van het verbeterprogramma voor de regionale keringen, wat gevolgen zal hebben voor het lastenverloop. Uitvoeringsovereenkomsten Zoals uit het bovenstaande al blijkt, is er een samenhang tussen de werken die moeten worden uitgevoerd vanwege de noodberging op het Volkerak-Zoommeer en de eigen werken (vanwege nieuwe normen voor de regionale keringen en vanwege de 3 e toetsing van de primaire keringen). Het is gewenst deze werken in één keer uit te voeren in plaats van bijvoorbeeld tweemaal achtereen, één keer vanwege de nieuwe normen en één keer vanwege de noodberging, een zelfde stuk kering te verbeteren. Als het waterschap de werken uitvoert voor compensatie voor de noodberging op het Volkerak-Zoommeer kunnen nóg twee voordelen worden behaald: kostenvoordelen vanwege de samenhang van de afzonderlijke maatregelen én de mogelijkheid om als waterschap de ervaring op het gebied van waterkeringen uit te bouwen en de professionaliteit van de uitvoeringsorganisatie op dit punt te versterken. Het is het voornemen van het Rijk om binnenkort te starten met de onderhandelingen over de uitvoeringsovereenkomsten. Vanzelfsprekend kunnen deze alleen worden gesloten als waterschap en Rijk het volledig eens zijn over de te nemen compensatiemaatregelen en zullen de uitvoeringsovereenkomsten ook aan het bestuur van het waterschap worden voorgelegd. Het verdere proces Medio 2012 wordt een besluit van het Rijk/de staatssecretaris verwacht. Vanaf nu start de (voorbereiding op) de inspraak en voorbereiding van de uitvoering van de werken. -4-

117 Zaaknr. : 11.B0320/11.ZK12532 Kenmerk : 11IT Barcode : *11IT013424* landgoed Leijkant in relatie tot waterdoelstellingen Mededeling voor het algemeen bestuur van 7 december 2011; agendapunt 4f Doel mededeling: Doel van deze mededeling is het bestuur van het waterschap aan het begin van het traject te informeren over een particulier initiatief met betrekking tot een landgoed. Omdat het waterschap niet eerder meegelift heeft met een particulier initiatief in deze vorm, hecht het DB eraan om het AB in een vroegtijdig stadium daarover te informeren. In dit landgoedinitiatief worden de waterschapdoelstellingen en overige publieke doelen geïntegreerd. Dit particulier initiatief biedt de overheid en dus ook het waterschap de mogelijkheid om op een efficiënte wijze haar doelstellingen te verwezenlijken. Aanleiding: Een particulier (familie van Eijck) heeft in 2010 het initiatief genomen om een landgoed te ontwikkelen op de grens van de gemeenten Tilburg en Goirle, pal ten zuiden van de A58. Daarvoor wordt 26 ha grond ingezet. Hiervan ligt 16,5 ha in de gemeente Tilburg en 9,5 ha in de gemeente Goirle. In onderstaand figuur is het projectgebied weergegeven. Beide gemeenten én waterschap hebben taakstellingen liggen in het gebied. figuur 1. Zwart omlijnd het projectgebied Landgoed Leijkant. Op de gemeente grens Tilburg-Goirle ligt de Oude Leij, met daarop de Ecologische Verbindingszone functie en de functie verweven.