Bachelor in de pedagogie van het jonge kind: Opvoeding en coaching

Transcriptie

1 Stagegids Bachelor in de pedagogie van het jonge kind: Opvoeding en coaching CONTACTGEGEVENS: Stagebegeleider: Stagiair: Stagebureau: Liesbeth Kersjes, J. Gerardstraat 18, 9040 Sint- Amandsberg, tel 09/ , MEER INFORMATIE OVER DE STAGES: Verantwoordelijke stage: Evelyne Eneman, J.Gerardstraat 18, 9040 Sint-Amandsberg, tel 09/ , Opleidingscoördinator: Wendy De Weyer, J. Gerardstraat 18, 9040 Sint Amandsberg, tel 09/ , Via de website: Arteveldehogeschool 1

2 Inhoudstafel 1. COMPETENTIEPROFIEL OPLEIDINGSPROGRAMMA Reguliere stagetraject Switch stagetraject STAGECONCEPT PJK Visie op stage Aard stageplaatsen Engagement Stageplaats Hogeschool Student Stagetoewijzing Doelstellingen en inhoud Focus en verwachtingen Gedragsindicatoren Regulier- en Switch stagetraject S/Werkstage Overzicht van de gedragsindicatoren Observatie Stagemap Opbouw en organisatie Regulier stagetraject Concept Lintstage Blokstage Switch stagetraject Concept S/Stage S/Werkstage STAGEKALENDER Arteveldehogeschool 2

3 4.1. Stagekalender regulier stagetraject Lintstages PJK PJK Blokstages Stage Stage Afstudeerstage Traject najaar Traject jaar Stagekalender Switch stagetraject S/Stage S/Werkstage BEGELEIDEN EN BEOORDELEN Begeleiding Verschillende betrokkenen en hun rol Vanuit de hogeschool Vanuit de stageorganisatie S/Werkstage Beoordeling Algemeen Beoordelingsonderdelen Voorwaarden voor slagen en tweede examenkans (S/)Stage S/Werkstage (S/)Stage S/Werkstage (S/)Afstudeerstage (Najaar) S/Werk- en afstudeerstage Communicatie van de stagebeoordeling Overzicht van begeleidings- en beoordelingsvormen Vragen en/of moeilijkheden De student De betrokkenen van de stageorganisatie Arteveldehogeschool 3

4 6. COMMUNICATIE EN AFSPRAKEN Communicatie vanuit de opleiding Afspraken voor studenten uit het reguliere- en Switch stagetraject Verwachtingen van de opleiding Eerste contact met de stageorganisatie Voorbereiden van de stage Omgaan met stagetijd Tijdens de stagedagen zelf Voorbereidings- en verwerkingstijd Contact tussen student en betrokkenen van de stageorganisatie Deontologische code Afspraken voor studenten S/Werkstage Afspraken omtrent afwezigheid en inhalen van stage Mogelijke redenen voor het missen van stage Wat bij afwezigheid Inhalen gemiste stagedagen S/Werkstage FREQUENTLY ASKED QUESTIONS (FAQ) STAGEDOCUMENTEN Opstart stage Feedback en beoordeling (S/)Stage (S/)Stage (S/)Afstudeerstage S/Werkstage Arteveldehogeschool 4

5 Woord vooraf Deze stagegids geeft toelichting bij de plaats van stage in de opleiding en reikt een afsprakenkader aan voor alle stagebetrokkenen. Deze gids functioneert als onmisbaar document, voor zowel de student, de mentoren van de stageorganisatie, als de praktijkbegeleider/stagebegeleider 1 van de hogeschool. Elke student heeft in de stagemap zijn eigen stagegids bij ter inzage van de stagebetrokkenen. Na afloop van de stage kan de student zijn gids weer meenemen. Van de student wordt verwacht dat hij deze gids volledig doorleest en voorlegt aan zijn stagementor (en co-mentor). Deze gids is niet het enige communicatiekanaal. Stageorganisaties kunnen de begeleider uit de hogeschool in eerste instantie contacteren als er verdere toelichting nodig is. Daarnaast organiseren we ook trefdagen voor mentoren (op dinsdag 24 oktober 2017 (namiddag) en donderdag 8 februari 2018) en versturen we maandelijks nieuwsbrieven. Algemene informatie over de opleiding vind je ook terug op > Opleidingen > Pedagogie van het jonge kind: Opvoeding en coaching. Informatie met betrekking tot de stage vind je terug op We hopen alvast op die manier de samenwerking degelijk met informatie te ondersteunen. Heel graag willen we, in naam van het opleidingsteam PJK, alle betrokkenen in stageorganisaties danken voor hun medewerking en bijdrage die ze tot de opleiding van studenten leveren. Ze is van onschatbare waarde. We zijn bij voorbaat dankbaar voor het engagement van de organisaties in dit proces. Aan studenten wensen we een rijk en boeiend leerproces toe! Wendy De Weyer Opleidingscoördinator Bachelor in de Pedagogie van het Jonge kind: Opvoeding en coaching Caroline Detavernier Opleidingsdirecteur Bachelor in de Pedagogie van het Jonge kind: Opvoeding en coaching 1 We spreken van praktijkbegeleider in (S/)Stage 1 en van stagebegeleider in (S/)Stage 2 en (S/)Afstudeerstage Arteveldehogeschool 5

6 1. Competentieprofiel Een student kan de opleiding Bachelor in de Pedagogie van het jonge kind: Opvoeding en coaching in een regulier traject volgen alsook in een Switch stagetraject. Een student uit de Switch opleiding kiest veelal voor een combinatie van werken en/of gezin met studeren. Studenten worden opgeleid om verantwoordelijkheid te nemen tegenover vier doelgroepen: kinderen en jongeren; gezinnen van de kinderen en jongeren (dit omvat de brede waaier aan gezinsmodellen en gezinsvervangende contexten); professionals; externe partners en de brede samenleving. Tijdens de opleiding verwerft de bachelor 10 leerresultaten (LR). Aan elke doelgroep zijn twee leerresultaten gekoppeld. Daarnaast zijn er nog twee algemeen ondersteunende leerresultaten. Verantwoordelijkheid t.a.v. kinderen en jongeren - Werken met kinderen en jongeren LR 1: OPVOEDEN De bachelor creëert een positief, gezond, gestructureerd en uitdagend leefklimaat met zorg en aandacht voor alle kinderen en jongeren. Hij ondersteunt elk kind en elke jongere vanuit een sensitief-responsieve houding en als actor in de samenleving. LR 2: ONTWIKKELING ONDERSTEUNEN De bachelor ondersteunt de totale ontwikkeling van elk kind en elke jongere door middel van een stimulerende en inspirerende interactie in een uitdagende omgeving en het begeleiden van een aanbod op basis van observatie van hun leefwereld en ontwikkelingsbehoeften. Verantwoordelijkheid t.a.v. de gezinnen 2 - Werken met gezinnen LR 3: AFSTEMMEN MET GEZINNEN De bachelor waarborgt de continuïteit tussen thuismilieu en dienstverlening maximaal door met de medewerkers het aanbod, ondersteund vanuit visie, zo vorm te geven dat kinderen, jongeren en ouders er zich in herkennen. LR 4: GEZINNEN ONDERSTEUNEN De bachelor bouwt vanuit een positieve basishouding, in het belang van het kind/de jongere, een vertrouwensrelatie op met de ouder en verbindt zijn eigen professionaliteit aan de deskundigheid van de ouder. 2 Onder gezin wordt steeds de brede waaier aan gezinsmodellen begrepen, evenals de gezinsvervangende context waarin sommige kinderen/jongeren opgroeien Arteveldehogeschool 6

7 Verantwoordelijkheid t.a.v. medewerkers en de dienstverlening Werken met professionals LR 5: PROFESSIONALISERING ONDERSTEUNEN De bachelor stimuleert en motiveert medewerkers tot professionele ontwikkeling vanuit een open en waarderende houding, en door het creëren van een gunstige professionaliseringscontext, op maat van teams en individuen. LR 6: AANBOD EN BELEID VANUIT BETROKKENHEID VORM GEVEN De bachelor draagt verantwoordelijkheid voor het aanbod en beleid van een organisatie vanuit betrokkenheid met professionals en divers samengestelde teams. Verantwoordelijkheid t.a.v. externe partners en de samenleving Werken in de samenleving LR 7: EXTERNE PARTNERS BETREKKEN De bachelor werkt proactief in de lokale maatschappelijke context en neemt daarvoor initiatief tot samenwerking met externe partners. LR 8: MAATSCHAPPELIJKE ORIENTATIE De bachelor volgt als wereldburger actief de relevante ontwikkelingen in de samenleving, het overheidsbeleid, het vak/expertisedomein en in de internationale context om zo het eigen handelen te sturen op basis van de maatschappelijke relevantie ervan. Ter ondersteuning van alle verantwoordelijkheden Professionaliseren LR 9: REFLECTEREN EN INNOVEREN De bachelor bouwt pedagogische kennis op en integreert deze in de dienstverlening; samen met medewerkers en andere actoren verzamelt, analyseert en interpreteert hij relevante complexe situaties in de beroepspraktijk, benut resultaten van onderzoek en neemt initiatief en verantwoordelijkheid om over zichzelf en de bestaande pedagogische praktijk te reflecteren, te innoveren en te documenteren. LR 10: OMGAAN MET DIVERSITEIT De bachelor handelt vanuit bewustzijn van het eigen referentiekader en met respect voor de bestaande diversiteit. Vanuit een waarderende houding en inclusieve aanpak maakt hij deze diversiteit tot een meerwaarde en inspireert hij anderen om dit mee te realiseren Arteveldehogeschool 7

8 2. Opleidingsprogramma 2.1. Reguliere stagetraject Hieronder vind je het studieprogramma (met 2 semesters van 15 weken) en de opleidingsonderdelen van het reguliere stagetraject. week deeltraject 1 deeltraject 2 deeltraject Opgroeien in een gezin 1 (4) STAGE 1 (6) Werken in team (6) Krachtig kijken naar kinderen en jongeren (4) Verkennen van de samenleving (6) Kinderen en jongeren in ontwikkeling (4) Onderzoeken & innoveren 1 (6) Coaching en professionalisering (6) STAGE 2 (12) Samen ontwikkeling ondersteunen (6) Opgroeien in een gezin 2 (6) Onderzoeken & innoveren 2 (6) Gezinsbeleid (5) Religie, zingeving en levensbeschouwing (3) Afstudeerstage (24) Bachelorproef (6) Profilering als ondernemer (10) Profilering als gezinsondersteuner (10) Profilering als leidinggevende (10) Werken ineen organisatie (6) Profilering als inclusiebegeleider (10) Bouwen aan een organisatie (6) Opvoeden in interactie en exploratie (6) Werken met teams (4) STAGE 1 Samen opvoeden 1 (4) Positief leefklimaat creëren (6) Het brede landschap van opvoeden (4) Onderzoeken & innoveren 1 Samen opvoeden 2 (6) Diversiteit en inclusie (6) STAGE 2 Opvoeding en beleid in internationaal perspectief (6) Onderzoeken & innoveren 2 Afstudeerstage Bachelorproef Afstandsolod Arteveldehogeschool 8

9 2.2. Switch stagetraject Hieronder vind je het studieprogramma en de opleidingsonderdelen van het 5- jarig Switch stagetraject. Afhankelijk van vrijstellingen op basis van eerder verworven competenties (EVC) of eerder verworven kennis (EVK), kan het traject ingekort worden tot een tot 4, 3 of 2-jarig traject. Dit wordt individueel per student bepaald. deeltraject 1 LIJN NAJAAR SP LIJN VOORJAAR Opgroeien in een gezin 1 L1 4 Opvoeden in interactie en exploratie Krachtig kijken naar kinderen en jongeren Samen opvoeden 1 S 4 Kinderen en jongeren in ontwikkeling LIJN NAJAAR SP LIJN VOORJAAR SP XL 6 L2 4 Werken met teams M 4 D 4 Onderzoeken en innoveren 1 - A 3 Positief leefklimaat creëren L1 6 Verkennen van de samenleving M 6 29 SP deeltraject 2 Samen ontwikkeling ondersteunen L2 6 Werken in team XL 6 Het brede landschap van opvoeden D 4 Onderzoeken en innoveren 1 - B 3 deeltraject 3 deeltraject 4 Stage 1 6 LIJN NAJAAR SP LIJN VOORJAAR Samen Opvoeden 2 Werken in een organisatie D 6 L1 6 Coaching en professionalisering XL 6 Onderzoeken en innoveren 2 6 Stage 2 12 LIJN NAJAAR SP LIJN VOORJAAR Opgroeien in een gezin 2 L1 6 Verdieping Diversiteit en inclusie L2 6 Opvoeding en beleid in internationaal perspectief Religie, zingeving en levensbeschouwing M XL 37 SP 6 42 SP 10 S 3 Bouwen aan een organisatie D 6 Gezinsbeleid S 5 deeltraject 5 36 LIJN NAJAAR SP LIJN VOORJAAR SP Bachelorproef 6 Onderzoeken en innoveren 3 6 Afstudeerstage 24 Programmalijnen WERKEN MET KINDEREN EN JONGEREN WERKEN MET GEZINNEN WERKEN MET PROFESSIONALS WERKEN IN DE SAMENLEVING PROFESSIONALISEREN Aantal contactmomenten D = Distance : max. 2 uur S = Small : max. 4 uur M = Medium : max. 9 uur L1 = Large : max. 15 uur L2: Large : max. 15 uur XL = Extra Large : max. 24 uur Arteveldehogeschool 9

10 3. Stageconcept PJK 3.1. Visie op stage De opleiding engageert zich samen met de stageorganisaties om de stage vorm te geven in duurzaam partnerschap. De verwachtingen en visie zijn onderling afgestemd en ze ondersteunen elkaar bij het uitdragen van het profiel van de afgestudeerde in het werkveld. We hechten grote waarde aan het leren van studenten in reële beroepssituaties. Geregelde uitwisseling en overleg tussen de actieve partners namelijk: de stagiair, de stagementor uit de stageorganisatie en de praktijk- of stagebegeleideruit de opleiding is hierbij een grote meerwaarde. Uitwisseling en overleg Uitwisseling en overleg gebeurt onder meer over: Doelstellingen en verwachtingen van de opleiding en de stage Groeiproces van de stagiair Inhoud van stage-opdrachten Begeleiding van stage Actuele trends in praktijk of vanuit opleiding/onderzoek Arteveldehogeschool 10

11 3.2. Aard stageplaatsen Stage 1 Stage 2 Afstudeerstage Kinderdagverblijven (KDV) Kinderdagverblijven (KDV) Settings voor kinderopvang (KDV, IBO & DVO) Peutertuinen Peutertuinen Settings voor gezins- en opvoedingsondersteuning (CKG, CIG, opvoedingswinkel, inloopteams ) Initiatieven voor buitenschoolse opvang (IBO) Initiatieven voor buitenschoolse opvang (IBO) Diensten voor onthaalouders (DVO) CKG s en MFC s of andere stageplaatsen waar rechtstreeks gewerkt wordt met kinderen/jongeren. Pedagogische begeleidingsdiensten en vormingsorganisaties Settings voor bijzondere jeugdbijstand of personen met een handicap (thuisbegeleiding, multi-functionele centra, residentiële voorzieningen ) Jeugd(wel)zijnswerk en vrije tijd (spelotheken, initiatieven voor maatschappelijk kwetsbare jongeren, speelpleinwerkingen, vakantiekampen ) Beleidsondersteunende initiatieven, koepelorganisaties (VVSG, Vlaams Welzijnsverbond, EXPOO,.) 3.3. Engagement Stageplaats Stageplaatsen kunnen zich engageren als stagepartner van onze opleiding indien ze aan onderstaande voorwaarden voldoen: Je als stageplaats engageren om de student gedurende de ganse stagetijd (1 academiejaar), zoals vermeld in het stagecontract te begeleiden (zie ook 3.4). De stage zien als een actief partnerschap tussen stagiair, stageorganisatie en opleiding (zie 3.1) Arteveldehogeschool 11

12 Aanstellen van een stagementor die over een A1- of bachelordiploma beschikt en de verantwoordelijkheid draagt voor de begeleiding van de stagiair. De stagementor en co-mentor is geen student uit de Switch opleiding Bachelor pedagogie van het jonge kind: Opvoeding en coaching in de Arteveldehogeschool. Voor eerstejaarsstudenten kan de begeleiding op de werkvloer deels aan een co-mentor toevertrouwd worden die niet op bachelorniveau is opgeleid. Deze heeft liefst minimum 2 jaar werkervaring. De stagementor en co-mentor zijn regelmatig aanwezig gedurende de stagetijd van de student. De stageorganisatie biedt een rijke leercontext voor studenten. Bereid zijn tot het geven van constructieve feedback aan de stagiair. Geen betalende opdrachten (bijvoorbeeld vakantiejob) laten uitvoeren door studenten alvorens de eindbeoordeling van de stage heeft plaats gevonden. Stageplaatsen in de sector kinderopvang beschikken liefst over een capaciteit van minstens 20 kindplaatsen. Studenten kunnen geen stage lopen indien bloedverwanten (tot en met de vierde graad), (aanstaande) echtgenoten of schoonouders te werk gesteld zijn in de organisatie. Daarnaast vragen we eveneens het engagement van de stagementor en/ of zijn collega s om deel te nemen aan onze trefdagen voor mentoren. Twee maal per academiejaar organiseert de opleiding trefdagen voor mentoren met als doel af te stemmen tussen opleiding en organisatie. Daarnaast wordt op deze dagen ook vorming aangbeboden. De voorwaarden voor stageplaatsen die een student uit het Switch stagetraject begeleiden zijn dezelfde zoals hierboven opgesomd. Binnen S/Werkstage betreft de enige uitzondering de verplichte aanwezigheid van een stagementor en een co-mentor. Binnen dit opleidingsonderdeel wordt geen stagementor aangesteld omdat dit voor rolverwarring kan zorgen op de eigen werkplek. We raden de stagiair in de werkstage wel aan om een peter of meter aan te stellen (een collega uit zijn werkplek) die kan dienen als coach of klankbord bij het uitvoeren van taken en het uitwerken van het werkstageportfolio Hogeschool De hogeschool engageert zich om als partner bij de stages van de studenten: De eindverantwoordelijkheid op zich te nemen voor de beoordeling van de student Arteveldehogeschool 12

13 Transparant te zijn over de beoordeling stage van de student naar zowel naar de student zelf als naar de stagementor (zie 5.2) Gericht te communiceren met de betrokkenen van de stageplaats (zie 6.1) Jaarlijks 2 trefdagen voor mentoren aan te bieden met als doel de begeleiding van de student verder af te stemmen en uitwisseling tussen het werkveld en de opleiding te stimuleren Gericht te communiceren met studenten via het digitaal leerplatform, het lijnboek stage en via info- of praktijksessies Zich te houden aan de afspraken conform de stagegids Bachelor in de pedagogie van het jonge kind: Opvoeding en coaching en de ECTS fiche (raadpleegbaar via Vanuit een waarderende en talentgerichte visie het stagebegeleidingsproces te faciliteren naar alle betrokkenen bij de stage Student De student engageert zich om zich tijdens de duur van de volledige stageperiode (1 academiejaar) te houden aan de afspraken conform de stagegids Bachelor in de pedagogie van het jonge kind: Opvoeding en coaching en het lijnboek van het desbetreffende stageonderdeel. Verder wordt verwacht dat de student voldoende initiatief neemt om te communiceren met de betrokkenen bij zijn stageleerproces Stagetoewijzing De stagetoewijzing gebeurt voor alle studenten (behalve voor de Switch studenten die een opleidingsonderdeel S/Werkstage volgen) door het stagebureau van de hogeschool. Deze probeert rekening te houden met haalbare verplaatsingen en waar mogelijk ook met de voorkeur van de student. De toewijzing van de studenten gebeurt voor studenten die een stage 1 of 2 volgen in het regulier of Switch stagetraject in de periode na de 2de examentijd (eind september-begin oktober). Studenten die de Afstudeerstage of Afstudeerstage najaar volgen (regulier traject) of het opleidingsonderdeel S/Werk- en afstudeerstage of S/Afstudeerstage (Switch stagetraject) worden toegewezen in de eerste helft van de maand juli. Stageplaatsen worden per ingelicht over de student die aan hen wordt toegewezen. Alle studenten worden voor 1 academiejaar aan dezelfde stageplaats gekoppeld. Op die manier heeft de student de tijd om zijn leerproces te verdiepen. Er zijn echter mogelijke redenen om: in de loop van het traject van stageorganisatie en/of begeleiding vanuit de hogeschool te wisselen of; Arteveldehogeschool 13

14 om de stage voor het einde van de stagetijd stop te zetten. Een wissel of stopzetting van de stage gebeurt op verantwoordelijkheid van de hogeschool (stagebegeleider in overleg met stageverantwoordelijke en/of opleidingsdirecteur) en steeds na contact met alle betrokkenen. De studenten krijgen doorgaans en in de mate van het mogelijke per stageopleidingsonderdeel een andere docent uit de opleiding toegewezen die de rol van praktijk- of stagebegeleider opneemt. Studenten die de opleidingsonderdelen (S/) stage 1, (S/)stage 2 en (S/) afstudeerstage opnemen worden normaal gezien ook per opleidingsonderdeel aan een andere stageplaats toegewezen. Hiervan kan uitzonderlijk afgeweken worden op basis van grondige redenen en steeds in overleg met de student, de betrokkenen uit de stagecontext en de opdrachthouder stage Doelstellingen en inhoud Om de praktijkgerichtheid van de opleiding te bevorderen ligt bij de stages de klemtoon op het creëren van een wisselwerking tussen theorie en praktijk. Enerzijds levert de reële praktijk waardevolle input voor het leerproces. Anderzijds bieden stages de mogelijkheid om de kennis, vaardigheden en attitudes verbonden aan de leerresultaten in een realistische context te oefenen en te beoordelen. Tijdens de stages integreert de student de verschillende verantwoordelijkheden van de pedagogische coach. De complexiteit van de doelstellingen samen met de integratie van verantwoordelijkheden neemt doorheen de stagejaren geleidelijk aan toe (zie 3.5.3). De student neemt verschillende rollen actief op: eerst voornamelijk ten aanzien van kinderen/jongeren, dan steeds meer ten aanzien van gezinnen, professionals, externe partners en de bredere samenleving. Deze verbreding in verantwoordelijkheden is ook zichtbaar in de stagesettings die voor Stage 2 en Afstudeerstage mogelijk zijn (zie 3.2) Focus en verwachtingen In de opleidingsonderdelen van Stage 1 (respectievelijk: Stage 1, S/Stage 1 en S/Werkstage 1) ligt een sterke inhoudelijke focus op het leren werken met kinderen/jongeren en gezinnen binnen het leefgroepgebeuren. De student draait hoofdzakelijk mee in de leefgroep (75%) en proeft voor +/- 25% van leefgroepoverschrijdende taken. Hij maakt zich het werken in de leefgroepwerking eigen en toont een warme en gepaste houding ten opzichte van elk kind en elke jongere en elke situatie Arteveldehogeschool 14

15 De student begeleidt spelactiviteiten op basis interesses en ontwikkelingsbehoeften van kinderen/jongeren en op basis van eigen muzische attitude. Hij gaat vanuit eigen initiatief vlot in gesprek met gezinnen. Hij spreekt vanuit eigen initiatief positieve feedback uit tegen medewerkers. Hij past zijn professioneel handelen aan rekening houdende met de ontvangen feedback. In de opleidingsonderdelen van Stage 2 (respectievelijk: Stage 2, S/Stage 2 en S/Werkstage 2) ligt een sterke inhoudelijke focus op het leren werken met kinderen/jongeren, gezinnen en professionals zowel binnen als buiten het leefgroepgebeuren. De student werkt voor +/- 60% aan leefgroepoverschrijdende taken en voor +/- 40% draait hij mee in de leefgroep. De student neemt initiatief om een pedagogisch project samen met het team uit te werken, hij creëert draagvlak voor zijn project in het team en initieert verandering. De student interesseert zich voor het beleid van de organisatie en denkt hierover kritisch na. De student is een inspirator in het leefgroepgebeuren, zeker op vlak van het aanbieden van activiteiten en stimuleren van spel. De student gaat in gesprek met gezinnen en ondersteunt hen vanuit een positieve basishouding. In de opleidingsonderdelen van de afstudeerstage (respectievelijk: Afstudeerstage, Afstudeerstage najaar, S/Afstudeerstage en S/Werkafstudeerstage) ligt een sterke inhoudelijke focus op het leren werken met gezinnen, professionals en externe partners vanuit een beleidsmatig en coachend perspectief. De student brengt het perspectief van gezinnen binnen in het beleid van de organisatie. Studenten worden verwacht om spontaan veel projectmatig initiatef te nemen. Ze werken projecten uit in het werken met (waar mogelijk) kinderen/jongeren, in het werken met gezinnen, het team en de externe partners/samenleving. De student toont zich als een waarderende en talentgerichte teamcoach en als een individuele coach in gesprek met betrokkenen uit de stageplaats. De student vertaalt de inclusiegedachte binnen zijn projecten en handelingen Gedragsindicatoren Tijdens de stage dient de student (onderdelen van) de leerresultaten uit het competentieprofiel van de Bachelor in de pedagogie van het jonge kind: Opvoeding en coaching aan te tonen (zie 1) Arteveldehogeschool 15

16 Vanuit deze leerresultaten is het niet evident om een beeld te vormen van wat een student concreet in de praktijk moet kunnen. Daarom werken we met gedragsindicatoren, die het leerresultaat concreet maken en ervoor zorgen dat de student en de stagementor een duidelijker beeld krijgen van welke handelingen de student tijdens de stage moet uitvoeren of welk gedrag hij in praktijk moet stellen. Het werken met deze gedragsindicatoren heeft als voordeel dat de student en de stagementor ook via concrete voorbeelden kunnen aantonen hoe er aan de leerresultaten is gewerkt. Er zijn daarnaast ook gedragsindicatoren gekoppeld aan de schriftelijk uit te werken stageopdrachten. In de opleidingsonderdelen (S/)Stage 1 en S/Werkstage 1 dient de student naast de gedragsindicatoren zich ook een aantal beroepsattitudes eigen te maken. De gedragsindicatoren die de studenten tijdens de stages moeten aantonen, kennen een geleidelijke opbouw per leerresultaat. Daarnaast is er voor studenten (via het digitaal leerplatform) en voor stagementoren (via de stagewebsite) ook een fiche per stageopleidingsonderdeel beschikbaar waarin de minimumverwachtingen voor observatie kunnen geraadpleegd worden Regulier- en Switch stagetraject De studenten tonen in het beoordelingsonderdeel observatie van de stage en het beoordelingsonderdeel stagemap aan of ze de vooropgestelde beroepsattitudes (enkel voor (S/)Stage 1) en/of gedragsindicatoren, zich hebben eigen gemaakt. Met observatie wordt de geobserveerde praktijk van de student bedoeld: dit zijn de concrete handelingen en gedragingen die de student stelt in praktijk. Het behalen van de gedragsindicatoren wordt telkens nagegaan in gesprek. Voor (S/)Stage 1 gebeurt dit via een competentiegericht interview. Voor (S/)Stage 2 en (S/)Afstudeerstage gebeurt dit via een eindgesprek tussen student, stagementor en stagebegeleider. Met stagemap wordt verwezen naar een verzameling van opdrachten die de student in het kader van zijn stage uitvoert en waarvan hij de weerslag samenbrengt. Met behulp van beoordelingskaders (terug te vinden in de stagebeoordelingsfiche) gaat de praktijk- of stagebegeleider na of de student de bijhorende gedragsindicatoren aangetoond heeft S/Werkstage De studenten S/Werkstage tonen de beroepsattitudes (enkel voor S/Werkstage 1) en/of gedragsindicatoren aan via het competentiegericht interview en de stagemap. Observatie zoals bij de reguliere studenten is in deze stages niet van toepassing, aangezien er niet gewerkt wordt met stageuren Arteveldehogeschool 16

17 Tijdens het competentiegericht interview licht de student het werkstageportfolio toe. De expliciete verwachtingen omtrent dit werkstageportfolio kunnen nagelezen worden in het lijnboek van de werkstage. Met de stagemap wordt verwezen naar een verzameling van opdrachten die de student in het kader van zijn stage uitvoert en waarvan hij de weerslag samenbrengt Overzicht van de gedragsindicatoren Onderstaande attitudes en gedragsindicatoren dienen behaald te worden door alle studenten die stage volgen. Studenten uit de S/Werkstage tonen de gedragsindicatoren uit het onderdeel Observatie aan via het werkstageportfolio. Voor concrete details per stage opleidingsonderdeel raden we ook aan om de ECTS-fiches te raadplegen via: Observatie Beroepattitudes (S/)Stage 1 en S/Werkstage 1 - Respect - Open communicatie - Professionele houding - Positieve ingesteldheid - Initiatief nemen en ondernemend zijn - Verbinding maken (S/)Stage 2 en S/Werkstage 2 (S/)Afstudeerstage, Afstudeerstage najaar en S/Werk- en afstudeerstage Leerresultaten Leerresultaat 1: opvoeden Leerresultaat 2: ontwikkeling ondersteunen -De student reageert warm en ondersteunend, afgestemd op het kind/jongere, de groep en op de situatie. -De student begeleidt spelactiviteiten voor kinderen en jongeren op basis van hun interesses en ontwikkelingsbehoeften en vanuit eigen muzische attitude. -De student neemt zelfstandig initiatief om een positief, gestructureerd en uitdagend leefklimaat te faciliteren. -De student faciliteert de betrokkenheid van een groep kinderen en jongeren door een flexibel en creatief spelaanbod in een uitdagende omgeving Arteveldehogeschool 17

18 Leerresultaat 3: afstemmen met gezinnen Leerresultaat 4: gezinnen ondersteunen -De student voert vanuit een positieve houding dagelijkse gesprekken met diverse ouders. - De student toont aan dat hij met diverse ouders informatie kan uitwisselen over zorg en opvoeding. -De student betrekt ouders bij de werking van de organisatie via een eigen initiatief of project. -De student ondersteunt gezinnen met oog voor de deskundigheid van ouders. -De student stimuleert ouderbetrokkenheid. -De student behartigt het perspectief van ouders in beleidsvoering. -De student ondersteunt gezinnen vanuit een positieve basishouding. Leerresultaat 5: professionalisering ondersteunen Leerresultaat 6: aanbod en beleid vanuit betrokkenheid vorm geven -De student spreekt positieve feedback uit voor medewerkers. -De student zet krachten en talenten van medewerkers in. -De student ontlokt en verrijkt professionele ontwikkeling van medewerkers door het dagelijks werk te benutten als onderwerp van gesprek. -De student geeft informatie correct schriftelijk weer. -De student leidt een vergadering. -De student is creatief in het stimuleren van teamleden tot medewerking aan zijn project. -De student heeft een positieve impact op het pedagogisch werk in de organisatie. -De student coacht (een team) medewerkers. -De student inspireert teamleden via meerdere projecten die aansluiten bij het aanbod en beleid van de organisatie. Leerresultaat 7: externe partners betrekken -De student draagt constructief bij aan formeel en informeel overleg met externe partners. -De student neemt een actieve en verbindende rol op in een samenwerkingsverband Arteveldehogeschool 18

19 Leerresultaat 8: maatschappelijke oriëntatie Leerresultaat 9: reflecteren en innoveren Leerresultaat 10: omgaan met diversiteit -De student past zijn professioneel handelen steeds verder aan rekening houdende met ontvangen feedback. -De student zet reflectie in om een veranderingsproces bij te sturen. - De student handelt vanuit inclusieve waarden en met respect voor ieders identiteit. -De student handelt als wereldburger. -De student analyseert samen met medewerkers betekenisvolle situaties in de stagecontext en bouwt zo samen nieuwe kennis en inzichten op. - De student toont inspirerende acties van inclusief werken Stagemap Leerresultaat Leerresultaat 5: professionalisering ondersteunen Leerresultaat 6: aanbod en beleid vanuit betrokkenheid vorm geven (S/)Stage 1 en S/Werkstage 1 -De student beschrijft het aanbod en beleid van de organisatie en staaft dit met voorbeelden vanuit de dagelijkse praktijk. (S/)Stage 2 en S/Werkstage 2 -De student realiseert zijn project op basis van samenwerking tussen de verschillende betrokkenen. -De student analyseert het pedagogisch beleid van de organisatie. (S/)Afstudeerstage, Afstudeerstage najaar en S/Werk- en afstudeerstage -De student stuurt via reflectie zijn coachingsvaardigheden bij. -De student formuleert diverse en inspirerende innovaties die aansluiten bij het aanbod en beleid van de organisatie. Leerresultaat 9: Reflecteren en innoveren -De student reflecteert over de eigen rol en handelingen in het gocartproject. -De student beargumenteert waarom een eigen aangestuurd veranderingsproces tot innovatie leidt Arteveldehogeschool 19

20 3.6. Opbouw en organisatie Stage neemt een groot aandeel in binnen de opleiding, zowel in studiepunten (van 6 SP in stage 1, naar 12 SP in stage 2 en 24 SP in de afstudeerstage), als het aantal te lopen stageweken voor het regulier traject of in stagedagen voor het Switch stagetraject. Al bij de aanvang van de opleiding, althans in het regulier traject, gaat de student op stage waardoor de verwevenheid van theorie en praktijk vanaf het begin gerealiseerd wordt. In de Switchopleiding wordt niet in elk opleidingsjaar Stage als opleidingsonderdeel georganiseerd. Vaak hebben deze studenten via tewerkstelling in de sector dagelijks contact met het werkveld. Anderen dienen ze praktijkverkenningsdagen te volgen Regulier stagetraject Concept Voor de reguliere opleiding wordt via het concept van lint- en blokstages gewerkt. Dit concept ondersteunt de wisselwerking tussen theorie en praktijk. De blokstages, die behoren tot de opleidingsonderdelen Stage, omvatten een aaneengesloten periode waarin de student (bijna) voltijds meewerkt in de professionele context. De wekelijkse lintstage -dag is via opdrachten gekoppeld aan het opleidingsonderdeel waarin studenten zich in die periode bevinden Lintstage De lintstage voor studenten die opleidingsonderdelen volgen in PJK 1 of PJK 2 start op na de eerste blokstage en loopt (als een lint) doorheen het ganse academiejaar. De praktijkervaringen zijn voeding voor de verschillende opleidingsonderdelen. Vanuit deze opleidingsonderdelen worden diverse opdrachten geformuleerd die tijdens de lintstage door de student worden uitgevoerd. Het zijn de docenten, verantwoordelijk voor het betrokken opleidingsonderdeel, die de uitgewerkte opdrachten beoordelen. De lintstage gaat op volgende momenten door: Voor studenten die de opleidingsonderdelen volgen uit PJK 1: op woensdagen Voor studenten die opleidingsonderdelen volgen uit PJK 2: in regel op donderdagen Opmerking: Studenten kunnen in afstemming met de stagementor de lintstage-uren gekoppeld aan een module ook opnemen op andere momenten dan op donderdag indien dit 20

21 zinvol is voor hun leerproces en buiten andere geplande lesmomenten valt. Het is wel zo dat de studenten de lintstage-uren verbonden aan een bepaald opleidingsonderdeel ook moet volbrengen binnen de periode van dat opleidingsonderdeel, dit wil zeggen, ten laatste de dag voor het evaluatiemoment van het desbetreffende opleidingsonderdeel. Voor studenten die in PJK 3 Afstudeerstage volgen is er in tegenstelling tot de andere opleidingsjaren geen wekelijkse lintstage verbonden aan verschillende opleidingsonderdelen. Studenten echter die de afstudeerstage gelijktijdig opnemen met de bachelorproef doen 5 dagen lintstage gekoppeld aan de bachelorproef. Deze lintstagedagen gaan door voorafgaand de blokstage (in de periode december) en hebben als doel dat de student de stagecontext beter kan leren kennen. Eveneeens kan hij/zij samen met de betrokkenen van de stageplaats gedurende die periode de onderzoekswens (-vraag) in functie van zijn bachelorproef verder bepalen en uitwerken Blokstage De blokstage vindt plaats in elk opleidingsjaar en neemt in omvang toe naarmate de opleiding vordert. De student integreert wat hij doorheen de opleiding heeft geleerd en realiseert dit in de stagecontext. De student dient tijdens zijn stage doelstellingen te bereiken en gedragsindicatoren aan te tonen. Deze doelstellingen worden geëvalueerd door de praktijkof stagebegeleider in samenspraak met de student en de stageorganisatie. Blokstage: Stage 1: Twee weken, opstart rond de herfstperiode Twee weken, opstart na de paasperiode Stage 2: Drie weken, opstart rond de herfstperiode Drie weken, opstart na de paasperiode Afstudeerstage: 15 weken - 4 dagen per week Afhankelijk van het traject dat de student volgt: stage in het najaar of gewone Afstudeerstage 21

22 Switch stagetraject Concept Switch studenten die werk en studie combineren, hebben de mogelijkheid indien ze werkzaam zijn in de sector, om stage 1, en/of stage 2, en/of de afstudeerstage in zijn geheel of deels uit te voeren op de eigen werkplek. Werkzaam staat in deze gelijk met meer dan 1 jaar 100% tewerkgesteld of meer dan 2 jaar 50% tewerkgesteld zijn in de sector. We spreken dan van S/Werkstage. Switch studenten die hier niet voor in aanmerking komen, starten met S/Stage. De verschillen tussen stage binnen het reguliere stagetraject, S/Werkstage en S/Stage zal in deze gids duidelijk worden. Niet werkzaam in de sector Werkzaam in de sector S/Stage S/Werkstage S/Stage 1 S/Werkstage 1 S/stage 2 S/Werkstage 2 S/Afstudeerstage S/Werk- & afstudeerstage S/Stage In S/Stage is er, in tegenstelling tot het reguliere stagetraject, niet dezelfde opsplitsing tussen lintstage en blokstage. De studenten zullen hun stage uitvoeren met een spreiding over verscheidene weken (aantal stagedagen en de stageperiode afhankelijk van het opleidingsonderdeel: S/Stage 1: 18 stagedagen S/Stage 2: 28 stagedagen S/Afstudeerstage: 40 stagedagen S/Werkstage Binnen S/Werkstage zijn studenten niet gebonden aan stage-uren. Dit betekent concreet dat de student aan de hand van taken en een portfolio aantoont dat de vooropgestelde gedragsindicatoren zijn bereikt. Er is evenwel ook een start- en einddatum van de stage 22

23 voorzien zodoende de begeleiding van de stage vanuit de hogeschool voldoende vorm te kunnen geven. Voor de afstudeerstage zal er deels de mogelijkheid zijn om dit binnen de eigen werkplek te doen, met uitzondering van 15 dagen stage in een andere organisatie. Voor de duidelijkheid worden de periodes, waarin de student opdrachten zal uitvoeren in functie van zijn werkstage, in de stagekalender verder gedefinieerd. 4. Stagekalender 4.1. Stagekalender regulier stagetraject Hieronder vind je de planning van de lintstagedagen en de blokstagedagen terug. Mochten er zich nog wijzigingen voordoen doorheen het academiejaar, dan worden alle stagebetrokkenen hiervan op de hoogte gebracht per of via het digitaal leerplatform Lintstages PJK 1 De lintstages vinden plaats op woensdagen gedurende het hele academiejaar en maken deel uit van de verschillende opleidingsonderdelen: Semester Opleidingsonderdeel Data lintstagedagen 1 Werken in team 22/11 29/11 6/12 Verkennen van de samenleving 20/12 10/1 17/1 2 Opgroeien in interactie en exploratie 14/2-21/2 28/2 Werken met teams / Samen opvoeden 1 21/3 18/4 / 14/3 28/3 Positief leefklimaat creëren 23/5 30/5 6/6 13/ PJK 2 De lintstages vinden in regel plaats op donderdagen. Enkel en alleen voor de module coaching en professionalisering (PJK 2 periode september- oktober) wordt geen lintstage ingericht. Voor de module opvoeding en beleid in internationaal perspectief (PJK 2, periode mei-juni) wordt 40u community service learning voorzien (meer info wordt voorzien vanuit de module zelf). 23

24 Semester Opleidingsonderdeel Data lintstagedagen 1 Samen ontwikkeling ondersteunen 23/11 30/11 7/12 Opgroeien in een gezin 2 21/12 11/1 18/1 2 Samen opvoeden 2 15/2 22/2 1/3 Diversiteit en inclusie 15/3 22/3 29/3 Studenten die een persoonlijke deeltraject volgen (niet alle opleidingsonderdelen opnemen uit éénzelfde opleidingsjaar of opleidingsonderdelen combineren uit verschillende opleidingsjaren) kunnen in de periodes waarin ze geen les hebben wekelijks 1 dag op vervangende lintstage gaan in overleg en met goedkeuring van de verantwoordelijke van de stageplaats Blokstages Stage 1 De eerste blokstage start op 6 november en eindigt op 17 november Als de stageplaats 11/11 (zaterdag) als collectieve vrije dag programmeert tijdens de blokstagedagen van de student, dan hoeft de student deze stagedag niet in te halen. Voor studenten die stage lopen in een initiatief voor buitenschoolse kinderopvang (IBO), kan ook de herfstperiode van 30 oktober tot en met 3 november benut worden als stageperiode. Dit dient steeds in onderling overleg tussen stagiair, stageorganisatie en stagebegeleider afgesproken te worden. De stage-uren moeten namelijk evenredig gespreid worden in de daarvoor voorziene weken blokstage. De tweede blokstage start op op 2 mei en eindigt op 14 mei Studenten doen stage op 30/4. Indien de stageplaats dan een brugdag organiseert, dan moet de student deze stagedag tijdens de paasvakantie inhalen. Studenten moeten de mogelijke brugdag op 11/5 niet inhalen. Voor studenten die stage lopen in een initiatief voor buitenschoolse kinderopvang (IBO), kan ook de paasperiode van 2 april tot 15 april benut worden als stageperiode. Dit dient steeds in onderling overleg tussen stagiair, stageorganisatie en stagebegeleider afgesproken te worden. Ook hier moeten de stage-uren evenredig gespreid worden in de daarvoor voorziene weken blokstage. De studenten lopen in totaal 135 uur blokstage (7u30 stage per dag exclusief middagpauzes). 24

25 Stage 2 De eerste blokstage start op 23 oktober en eindigt op 17 november Als de stageplaats 11/11 (zaterdag) als collectieve vrije dag programmeert tijdens de blokstagedagen van de student, dan hoeft de student deze stagedag niet in te halen. Voor studenten die stage lopen in een initiatief voor buitenschoolse kinderopvang (IBO), kan ook de herfstperiode van 30 oktober tot en met 3 november benut worden als stageperiode. Dit dient steeds in onderling overleg tussen stagiair, stageorganisatie en stagebegeleider afgesproken te worden. De stage-uren moeten namelijk evenredig gespreid worden in de daarvoor voorziene weken blokstage. De tweede blokstage start op 23 april en eindigt op 14 mei Studenten doen stage op 30/4. Indien de stageplaats dan een brugdag organiseert, dan moet de student deze stagedag tijdens de paasvakantie inhalen. Studenten moeten de mogelijke brugdag op 11/5 niet inhalen. Voor studenten die stage lopen in een initiatief voor buitenschoolse kinderopvang (IBO), kan ook de paasperiode van 2 april tot 15 april benut worden als stageperiode. Dit dient steeds in onderling overleg tussen stagiair, stageorganisatie en stagebegeleider afgesproken te worden. Ook hier moeten de stage-uren evenredig gespreid worden in de daarvoor voorziene weken blokstage. De studenten lopen in totaal 210 uur blokstage (7u30 stage per dag exclusief middagpauzes) Afstudeerstage Traject najaar Studenten die de afstudeerstage in het najaar opnemen gaan op stage van 19 september 2017 tot en met 12 januari Als de stageplaats 11/11 (zaterdag) als collectieve vrije dag programmeert tijdens de blokstagedagen van de student, dan hoeft de student deze stagedag niet in te halen. Ze gaan wekelijks 4 dagen op stage, uitgezonderd op maandag. Studenten die stage lopen in settings waar specifieke pedagogische activiteiten doorgaan tijdens vakantieperiodes, kunnen na overleg met de stagebegeleider ook tijdens de vakanties stage doen. Deze studenten doen ook stage tijdens de herfstvakantie. De stage-uren moeten namelijk evenredig gespreid worden in de daarvoor voorziene weken blokstage. De studenten lopen in totaal 450 u blokstage (7u30 stage per dag exclusief middagpauzes). 25

26 Traject jaar Studenten die de afstudeerstage volgen, gaan op stage van 13 februari 2017 tot en met 8 juni Ze gaan wekelijks 4 dagen op stage, uitgezonderd op maandag. Studenten die stage lopen in settings waar specifieke pedagogische activiteiten doorgaan tijdens vakantieperiodes, kunnen na overleg met de stagebegeleider ook tijdens de vakanties stage doen. De studenten uit dit traject doen ook nog een inloopweek/-dagen op volgende data: 11 tot en met 15 december De stage-uren moeten namelijk evenredig gespreid worden in de daarvoor voorziene weken blokstage. Studenten lopen in totaal 450 uur blokstage (7u30 stage per dag exclusief middagpauzes). De linstage-uren worden meegerekend in het totale aantal stage-uren Stagekalender Switch stagetraject S/Stage De stagedag is bij voorkeur vrijdag, tenzij student en stageplaats overeenkomen om een andere vaste stagedag te kiezen. In de lesvrije weken, zal de donderdag ook benut worden als stagedag. Traject Periode Data S/Stage 1 (135uur) 18 dagen S/Stage 2 (210 uur) 28 dagen S/Afstudeerstage (300 uur) 40 dagen Periode 1 27/10, 10/11, 17/11, 24/11, 1/12, 8/12, 13/2, 22/12 Periode 2 16/2, 23/2, 2/3, 9/3, 16/3, 23/3, 30/3, 20/4, 27/04, 4/5 Periode 1 29/9, 6/10, 13/10, 20/10, 27/10, 10/11, 17/11, 24/11, 1/12, 8/12, 13/2, 22/12 Periode 2 12/1, 19/1, 26/1, 16/2, 23/2, 2/3, 9/3, 16/3, 23/3, 30/3, 20/4, 27/04, 4/5, 18/5, 25/5, 1/6 Periode 1 Afhankelijk van de roostering* Periode 2 Afhankelijk van de roostering* * vrij te bepalen in overleg met stageplaats en in functie van hun vakantieregeling S/Stage1: 4 verplichte praktijksessies met de praktijkbegeleider (data worden gecommuniceerd via Chamilo) S/Werkstage Er is geen stagekalender voor studenten die de werkstage volgen gezien ze niet op een zelfde wijze gebonden zijn aan stage-uren. We definiëren wel de periode waarin de studenten opdrachten kunnen maken. - S/Werkstage 1: 6/10/17-27/04/18 - S/Werkstage 2: 6/10/17-27/04/18 26

27 S/Werkstage 1: 4 verplichte praktijksessies met de praktijkbegeleider (data worden gecommuniceerd via Chamilo) 5. Begeleiden en beoordelen In 5.3 vind je een gedetailleerd overzicht van alle begeleidings- en evaluatievormen van de stages Begeleiding De individuele begeleiding van studenten op stage is gericht op toenemende zelfsturing die de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student beoogt Verschillende betrokkenen en hun rol Vanuit de hogeschool De student wordt in het kader van de stage stagiair genoemd. Als stagiair is de student te gast in een stageorganisatie die hem leerkansen- en begeleiding biedt. Tijdens de stage dient de student zich te houden aan de interne afspraken van de stageplaats en wordt hij vanuit de hogeschool gestimuleerd om steeds open en transparant met de stageplaats te communiceren. De praktijkbegeleider is een docent van de hogeschool die de student voor het opleidingsonderdeel (S/)Stage 1 of S/Werkstage 1 begeleidt. De rol van de praktijkbegeleider ligt in het begeleiden van de student in zijn stageproces tijdens praktijksessies op de hogeschool. De praktijkbegeleider onderhoudt verder de contacten met de stageplaats om het leerproces van de student te ondersteunen door minimaal een te sturen en een telefonisch gesprek te voeren. Op de trefdagen voor mentoren is de praktijkbegeleider beschikbaar voor stagementoren en/of co-mentoren van de student (S/)Stage 1 (of S/Werkstage 1) om uit te wisselen over het leerproces van de student. De praktijkbegeleider is op de campus of per het aanspreekpunt voor de student (S/) Stage 1 of S/Werkstage 1. De stagebegeleider is één van de docenten die de student voor het opleidingsonderdeel (S/)Stage 2, S/Werkstage 2, (S/)Afstudeerstage (najaar) of S/Werk- en afstudeerstage 27

28 begeleidt. Aan de stageplaatsen worden in de mate van het mogelijke vaste stagebegeleiders gekoppeld. Dit vergemakkelijkt het opbouwen van een samenwerkingsband en communicatie, en bevordert het wederzijds leren tussen hogeschool en werkplek. De rol van de stagebegeleider ligt in het faciliteren van de onderlinge afstemming tussen de verwachtingen van de stageplaats, de verwachtingen van de student en de verwachtingen van de hogeschool. Dit alles met als doel het leerproces van de student op de stageplaats te bevorderen. Op de trefdagen voor mentoren is de stagebegeleider beschikbaar voor stagementoren en/of co-mentoren van de student Stage 2, en Afstudeerstage om uit te wisselen over het leerproces van de student. De stagebegeleider is het aanspreekpunt voor de student Stage 2 en Afstudeerstage en ondersteunt de student in zijn stageproces minstens via een kennismakingsgesprek en twee feedbackgesprekken. Hiervoor komt de stagebegeleider twee keer per academiejaar op stagebezoek. Stagebureau: volgt de communicatie op met de verschillende stageplaatsen en zorgt voor administratieve ondersteuning Vanuit de stageorganisatie De stagementor is diegene die vanuit de organisatie verantwoordelijk is voor het organiseren, opvolgen en superviseren van het stagetraject. De verantwoordelijke van de stageplaats bepaalt wie de stagementor zal zijn. In veel gevallen zal hij zelf deze rol opnemen. In grotere organisaties waar men werkt met pedagogisch ondersteuners/pedagogisch coaches, is het ook mogelijk dat de verantwoordelijke de rol van stagementor aan hen toebedeelt. De stagementor is de coach en het persoonlijk klankbord van de student. Hij probeert de student in zijn leerproces te stimuleren en bij te sturen. Evenzeer probeert hij zicht te krijgen op de talenten en krachten van de student en geeft van hieruit schriftelijke en mondelinge feedback. Deze feedback vormt ook input voor de begeleiding en/of evaluatie door de praktijk- of stagebegeleider. De verantwoordelijke in sectoren voor kinderopvang duidt voor studenten uit Stage 1 ook een comentor (ervaren kindbegeleider) aan. Hij houdt hierbij rekening met het profiel co-mentor, vooropgesteld door hogeschool en sector. 28

29 S/Werkstage De betrokkenen bij S/Werkstage 1 en 2 zijn, op de stagementor en co-mentor na dezelfde als deze in de reguliere en S/Stage (zie en ) 3. De inhoudelijke rol voor de praktijkbegeleider- of stagebegeleider is gedeeltelijk verschillend van de rol bij de begeleiding van stagestudenten in het reguliere stagetraject of in de opleidingsonderdelen van de S/Stage. De student S/Werkstage 1 en 2 heeft geen co-mentor of stagementor. Hij gaat zelf op zoek naar een meter/peter (collega op de werkplek) die wil fungeren als coach, klankbord en steun bij het uitwerken van zijn stageopdrachten. De meter/peter hebben geen formele rol bij het geven van feedback. De praktijkbegeleider (S/Werkstage 1) en de stagebegeleider (S/Werkstage 2 en S/Werk- en afstudeerstage) behouden bijna alle functies van hun rol zoals vermeld in o Bij studenten S/Werkstage 2 houdt de stagebegeleider minimum 1 formeel feedbackgesprek met betrekking tot het werkstageportfolio op de campus en daarnaast begeleidt hij ook een terugkomsessie van het gocartproject. o Bij studenten S/Werk- en afstudeerstage houdt de stagebegeleider ook minimum 2 formele feedbackgesprekken met betrekking tot het werkstageportfolio. Daarnaast begeleidt hij de externe stage van de student (buiten de werkomgeving van de student om) onder meer door middel van een opstartgesprek met student en stagementor in de stagecontext Beoordeling De praktijk- of stagebegeleider draagt de eindverantwoordelijkheid van de quotering in alle opleidingsonderdelen stage. De quotering van stage komt tot stand conform de bepalingen in de ECTS-fiche (zie 5.2.3). Deze is via de website van de Arteveldehogeschool raadpleegbaar Algemeen Via het beoordelingsonderdeel observatie 4 worden de gedragsindicatoren beoordeeld die verbonden zijn aan handelingen die de student stelt in de stagecontext. De student moet tijdens elk 3 Bij S/Werk- en afstudeerstage realiseert de student enkele gedragsindicatoren in een stagecontext buiten zijn eigen werkomgeving om. In deze context is ook een stagementor aanwezig die dezelfde functie opneemt zoals vermeld in In de opleidingsonderdelen (S/)Stage 1 en S/Werkstage spreekt men over het onderdeel competentiegericht interview ipv observatie : zie ECTS fiches. 29