STAGEGIDS BACHELOR IN DE PEDAGOGIE VAN HET JONGE KIND

Transcriptie

1 STAGEGIDS BACHELOR IN DE PEDAGOGIE VAN HET JONGE KIND Auteur(s): Opleidingsteam PJK BACHELOR IN DE PEDAGOGIE VAN HET JONGE KIND MONDIALE AFSTUDEERSTAGE (SEMESTER 5 + SEMESTER 6) STAGE 1 (SEMESTER 1 + SEMESTER 2) S/WERK & AFSTUDEERSTAGE (SEMESTER 9 + SEMESTER 10) AFSTUDEERSTAGE (SEMESTER 5 + SEMESTER 6) S/AFSTUDEERSTAGE (SEMESTER 9 + SEMESTER 10) STAGE 2 (SEMESTER 3 + SEMESTER 4) S/STAGE 1 (SEMESTER 3 + SEMESTER 4) S/STAGE 2 (SEMESTER 5 + SEMESTER 6) ACADEMIEJAAR: AHS/PBAPJK/9588/1/

2 STAGEGIDS BACHELOR IN DE PEDAGOGIE VAN HET JONGE KIND Auteur(s): Opleidingsteam PJK BACHELOR IN DE PEDAGOGIE VAN HET JONGE KIND MONDIALE AFSTUDEERSTAGE (SEMESTER 5 + SEMESTER 6) STAGE 1 (SEMESTER 1 + SEMESTER 2) S/WERK & AFSTUDEERSTAGE (SEMESTER 9 + SEMESTER 10) AFSTUDEERSTAGE (SEMESTER 5 + SEMESTER 6) S/AFSTUDEERSTAGE (SEMESTER 9 + SEMESTER 10) STAGE 2 (SEMESTER 3 + SEMESTER 4) S/STAGE 1 (SEMESTER 3 + SEMESTER 4) S/STAGE 2 (SEMESTER 5 + SEMESTER 6) AHS/PBAPJK/9588/1/ ACADEMIEJAAR: UITGEVER: ARTEVELDEHOGESCHOOL Deze cursus is gedrukt op gerecycleerd papier: 100% postconsumptie gerecycleerde vezels! Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets van deze uitgave, zelfs gedeeltelijk worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van de auteur en van de uitgever.

3 Stagegids Bachelor in de pedagogie van het jonge kind CONTACTGEGEVENS: Stagebegeleider: Stagiair: Stagebureau: Liesbeth Kersjes, J. Gerardstraat 18, 9040 Sint- Amandsberg, tel 09/ , MEER INFORMATIE OVER DE STAGES: Verantwoordelijke stage: Evelyne Eneman, J.Gerardstraat 18, 9040 Sint-Amandsberg, tel 09/ , Opleidingscoördinator: Lore Dereymaeker, J. Gerardstraat 18, 9040 Sint Amandsberg, tel 09/ , Via de website: Arteveldehogeschool 1

4 Inhoudstafel: 1. COMPETENTIEPROFIEL VAN DE BACHELOR IN DE PEDAGOGIE VAN HET JONGE KIND OPLEIDINGSPROGRAMMA Programma van het reguliere traject Bachelor in de Pedagogie van het jonge kind Programma van het Switch traject Bachelor in de Pedagogie van het jonge kind STAGECONCEPT PJK Visie op stage Aard stageplaatsen Engagement stageplaats Stagetoewijzing Doelstellingen en inhoud van stage Focus van de stage per stage-opleidingsonderdeel Leerresultaten en beoordelingscriteria Opbouw van beoordelingscriteriin PJK Aantonen van leerresultaten en beoordelingscriteria in het reguliere stage-traject en S/stage Aantonen van leerresultaten en beoordelingscriteria in S/Werkstage Overzicht van de beoordelingscriteria Onderdeel Observatie Onderdeel Stagemap Opbouw en organisatie van de stage Opbouw en organisatie van de stage in PJK (reguliere opleiding) Concept lint-en blokstages Lintstage Blokstage Opbouw en organisatie van de stage in S/PJK (Switch opleiding) Concept S/stage en werkstage S/Stage S/Werkstage STAGEKALENDER Stagekalender regulier traject Lintstages Lintstages PJK 1 tijdens academiejaar Arteveldehogeschool 2

5 Lintstages PJK 2 tijdens academiejaar Blokstages Blokstages Stage Blokstages Stage Blokstage afstudeerstage Traject najaar Gewoon traject Mondiale afstudeerstage Stagekalender Switch traject Stagekalender S/Stage Stagekalender S/werkstage STAGE BEGELEIDEN EN BEOORDELEN Stage begeleiden Verschillende betrokkenen bij de stage (regulier en S/Stage) en hun rol De betrokkenen vanuit de hogeschool en hun rol De betrokkenen vanuit de stagevoorziening en hun rol De verschillende betrokkenen bij de S/Werkstage en hun rol Beoordeling van de stage Betrokkenen en hun rol bij beoordeling / algemene omschrijving werkwijze beoordeling (regulier traject en S/Stage) Betrokkenen en hun rol bij beoordeling/ algemene omschrijving werkwijze beoordeling (S/werkstage) Concrete werkwijze bij beoordeling van (S)/ stage: Concrete werkwijze bij beoordelen van de S/werkstage: Voorwaarden voor slagen per stage-opleidingsonderdeel en mogelijkheden inzake tweede examenkans (S)/Stage S/Werkstage (S)/Stage S/Werkstage Afstudeerstage Mondiale afstudeerstage Waar terecht bij vragen en/of moeilijkheden: De student De stagebetrokkenen van de stagevoorziening Arteveldehogeschool 3

6 6. COMMUNICATIE EN AFSPRAKEN Communicatie vanuit de opleiding Afspraken met de stagiair voor stage in het reguliere traject en S/stage Verwachtingen van de opleiding is dat de stagiair Eerste contact met de stagevoorziening Hoe moet een student zich op de stage voorbereiden? Omgaan met stagetijd Tijdens de stagedagen zelf Voorbereidings- en verwerkingstijd Op welke manier neemt een stagiair het best contact met de betrokkenen van de stagevoorziening? Aan welke deontologische code dient een stagiair zich te houden? Waarin verschillen de afspraken met de stagiair in de S/werkstage? Afspraken omtrent afwezigheid en inhalen van stage Welke zijn mogelijke redenen voor het missen van stage? Wie moet de student verwittigen bij afwezigheid? Moeten gemiste stagedagen ingehaald worden? Procedure voor inhaalstage Waarin verschilt de afspraken omtrent afwezigheid en inhalen stage voor de S/werkstage STAGEDOCUMENTEN Documenten voor alle studenten PJK (opstart stage) Documenten (S)/Stage 1 (feedback en beoordeling) Documenten (S)/Stage 2 (feedback en beoordeling) Documenten Afstudeerstage (feedback en beoordeling) Documenten S/werkstage (feedback en beoordeling) Arteveldehogeschool 4

7 Woord vooraf Deze stagegids geeft toelichting bij de plaats van stage in de opleiding en reikt een afsprakenkader aan voor alle stagebetrokkenen. Deze gids functioneert als onmisbaar document, voor zowel de student, de mentoren van de stagevoorziening, als zijn stagebegeleider van de hogeschool. Elke student heeft in de stagemap zijn eigen stagegids bij ter inzage van de stagebetrokkenen. Na afloop van de stage neemt hij zijn gids weer mee. Deze gids is echter niet het enige communicatiekanaal. Stagevoorzieningen kunnen de stagebegeleider in eerste instantie aanspreken als verdere toelichting nodig is. Daarnaast organiseren we ook mentorentrefdagen (op dinsdag 6 oktober 2015 en op dinsdag 2 februari 2016) en versturen we maandelijks nieuwsbrieven. Algemene informatie over de opleiding vind je ook terug op Informatie met betrekking tot de stage vind je terug op We hopen alvast op die manier de samenwerking degelijk met informatie te ondersteunen. Heel graag willen we, in naam van het opleidingsteam PJK, alle betrokkenen in stagevoorzieningen danken voor hun medewerking en bijdrage die ze tot de opleiding van studenten leveren. Ze is van onschatbare waarde. We zijn bij voorbaat dankbaar voor het engagement van de voorzieningen in dit proces. Aan studenten wensen we een rijk en boeiend leerproces toe. Lore Dereymaeker Opleidingscoördinator Bachelor in de Pedagogie van het Jonge kind Caroline Detavernier Opleidingsdirecteur Bachelor in de Pedagogie van het Jonge kind Arteveldehogeschool 5

8 1. Competentieprofiel van de Bachelor in de Pedagogie van het jonge kind Een student kan de opleiding Bachelor in de Pedagogie van het jonge kind in een regulier traject volgen alsook in een Switch traject. Een student uit de Switch opleiding kiest veelal voor een combinatie van werken en/of gezin met studeren. Studenten Bachelor in de pedagogie van het jonge kind (zowel in het regulier traject als in het Switch traject) worden opgeleid om verantwoordelijkheid te nemen tegenover vier doelgroepen: kinderen; gezinnen van de kinderen (dit omvat de brede waaier aan gezinsmodellen en gezinsvervangende contexten); professionals; externe partners en de brede samenleving. Tijdens de opleiding verwerft de bachelor 10 leerresultaten (LR). Aan elke doelgroep zijn twee leerresultaten gekoppeld. Daarnaast zijn er nog twee algemeen ondersteunende leerresultaten. Verantwoordelijkheid t.a.v. kinderen - Werken met kinderen LR 1: OPVOEDEN De Bachelor creëert een positief, veilig, gezond en gestructureerd leefklimaat met zorg voor elk kind. Hij bevordert het basisvertrouwen van elk kind vanuit een sensitief-responsieve houding en initieert het kind als actor in de samenleving. LR 2: ONTWIKKELING ONDERSTEUNEN De Bachelor ondersteunt de totale ontwikkeling van elk kind door middel van een stimulerende interactie in een rijke omgeving en het begeleiden van een aanbod op basis van observatie van hun leefwereld en ontwikkelingsbehoeften. Verantwoordelijkheid t.a.v. de gezinnen 1 - Werken met gezinnen LR 3: AFSTEMMEN MET OUDERS De Bachelor waarborgt voor kinderen de continuïteit tussen thuismilieu en dienstverlening maximaal door met de medewerkers het aanbod, ondersteund vanuit visie, zo vorm te geven dat ouders er zich in herkennen. LR 4: GEZINNEN ONDERSTEUNEN De Bachelor bouwt in het belang van het kind een vertrouwensrelatie op met de ouder en verbindt zijn eigen professionele deskundigheid aan de deskundigheid van de ouder. 1 Onder gezin wordt steeds de brede waaier aan gezinsmodellen begrepen, evenals de gezinsvervangende context waarin sommige kinderen opgroeien Arteveldehogeschool 6

9 Verantwoordelijkheid t.a.v. medewerkers en de dienstverlening Werken met professionals LR 5: PROFESSIONALISERING ONDERSTEUNEN De Bachelor stimuleert en motiveert divers geschoolde medewerkers tot professionele ontwikkeling vanuit een open en waarderende houding, en door het creëren van een gunstige professionaliseringscontext. LR 6: SOCIAAL PEDAGOGISCH PROJECT SAMEN VORMGEVEN De Bachelor draagt samen met een team van divers geschoolde collega s verantwoordelijkheid voor het gemeenschappelijk sociaal-pedagogisch project en creëert daarvoor actief de randvoorwaarden. Verantwoordelijkheid t.a.v. externe partners en de samenleving Werken in de samenleving LR 7: EXTERNE PARTNERS BETREKKEN De Bachelor werkt proactief in de lokale maatschappelijke context en neemt daartoe initiatief tot samenwerking met externe partners. LR 8: MAATSCHAPPELIJKE ORIENTATIE De Bachelor volgt actief de relevante ontwikkelingen in de samenleving, het overheidsbeleid, het vak/expertisedomein en in de internationale context om zodoende de maatschappelijke relevantie van het eigen professioneel handelen te duiden. Ter ondersteuning van alle verantwoordelijkheden Professionaliseren LR 9: REFLECTEREN EN INNOVEREN De Bachelor bouwt pedagogische kennis op en integreert deze in de dienstverlening; samen met medewerkers en andere actoren verzamelt, analyseert en interpreteert hij relevante complexe situaties in de beroepspraktijk, benut resultaten van onderzoek en neemt initiatief en verantwoordelijkheid om over zichzelf en de bestaande pedagogische praktijk te reflecteren, te innoveren en te documenteren. LR 10: OMGAAN MET DIVERSITEIT De Bachelor handelt vanuit bewustzijn van het eigen referentiekader en met respect voor de bestaande diversiteit. Vanuit een waarderende en inclusieve aanpak maakt hij deze diversiteit tot een meerwaarde. Zo ondersteunt hij de identiteitsontwikkeling van de kinderen en andere actoren en hun respect voor anderen Arteveldehogeschool 7

10 Profilering als ondernemer Profilering als leidinggevende Profilering als gezinsonderste uner 2. Opleidingsprogramma 2.1. Programma van het reguliere traject Bachelor in de Pedagogie van het jonge kind. Hieronder vind je het studieprogramma (met 2 semesters van 15 weken) en de opleidingsonderdelen van het reguliere traject Kijken naar kinderen in ontwikkeling STAGE 1 Kinderopvang als rijke omgeving Communicatie en samenwerking in team Onderzoeken en innoveren 1 Samen opvoeden 2 STAGE 2 Ontwikkeling ondersteunen Landschap van welzijn en kinderopvang Opgroeien in een gezin 2 Het kind en zijn vele talen Opgroeien in een gezin 1 STAGE 1 Samen opvoeden 1 Positief leefklimaat creëren Onderzoeken en innoveren 1 EVALUATIE Coaching en professionalisering Diversiteit en inclusie STAGE 2 Opvoeding en beleid in internationaal perspectief EVALUATIE Onderzoeken en innoveren 2 Onderzoeken en innoveren 2 Ouder- en kindbeleid Organisatie- en personeelsbeleid Afstudeerstage Religie, zingeving en levensbeschouwing Bachelorproef Bachelorproef Onderzoeken en innoveren 3 Onderzoeken en innoveren Arteveldehogeschool 8

11 2.2. Programma van het Switch traject Bachelor in de Pedagogie van het jonge kind Hieronder vind je het studieprogramma en de opleidingsonderdelen van het 5- jarig Switch traject. Afhankelijk van vrijstellingen op basis van eerder verworven competenties (EVC) of eerder verworven kennis (EVK), kan het traject ingekort worden tot een tot 4, 3 of 2-jarig traject. Dit wordt individueel per student bepaald. LIJN NAJAAR SOORT SP LIJN VOORJAAR SOORT SP deeltraject 1 Opgroeien in een gezin 1 B1 5 Het kind en zijn vele talen A 7 Kinderopvang als rijke omgeving B2 5 Landschap van welzijn en kinderopvang C 6 Kijken naar kinderen in ontwikkeling E 5 LIJN NAJAAR SOORT SP LIJN VOORJAAR SOORT SP 28 Positief leefklimaat creëren B1 7 Communicatie en samenwerking in team A 6 deeltraject 2 Samen opvoeden 1 D 5 Religie, zingeving en levensbeschouwing E 3 Onderzoeken en innoveren 1 AA 6 Stage LIJN NAJAAR SOORT SP LIJN VOORJAAR SOORT SP deeltraject 3 Samen opvoeden 2 Ontwikkeling ondersteunen B2 7 B1 7 Coaching en professionalisering A 7 Opvoeding en beleid in internationaal perspectief Onderzoeken en innoveren 2 AA 6 C 7 Stage LIJN NAJAAR SOORT SP LIJN VOORJAAR SOORT SP deeltraject 4 Opgroeien in een gezin 2 B1 7 Diversiteit en inclusie B2 7 Profilering als ondernemer Profilering als gezinsondersteuner Profilering als leidinggevende A 10 Ouder- en kindbeleid D 5 Organisatie- en personeelsbeleid E 6 35 LIJN NAJAAR SOORT SP LIJN VOORJAAR SOORT SP deeltraject 5 Bachelorproef C 6 Onderzoeken en innoveren 3 AA 6 Afstudeerstage WERKEN MET KINDEREN 2 WERKEN MET GEZINNEN 3 WERKEN MET PROFESSIONALS 4 WERKEN IN DE SAMENLEVING 5 PROFESSIONALISEREN Arteveldehogeschool 9

12 3. Stageconcept PJK 3.1. Visie op stage De opleiding engageert zich samen met de stagevoorzieningen om de stage vorm te geven in duurzaam partnerschap. De verwachtingen en visie zijn onderling afgestemd en ze ondersteunen elkaar bij het uitdragen van het profiel van de afgestudeerde in het werkveld. We hechten grote waarde aan het leren van studenten in reële beroepssituaties. Geregelde uitwisseling en overleg tussen de actieve partners namelijk: de stagiair, de stagementor uit de stagevoorziening en de stagebegeleider uit de opleiding is hierbij een grote meerwaarde. Uitwisseling en overleg Uitwisseling en overleg gebeurt onder meer over: Doelstellingen en verwachtingen van de opleiding en de stage Groeiproces van de stagiair Inhoud van stage-opdrachten Begeleiding van stage Actuele trends in praktijk of vanuit opleiding/onderzoek Arteveldehogeschool 10

13 3.2. Aard stageplaatsen Stage 1 Stage 2 Afstudeerstage Kinderdagverblijven (KDV) Kinderdagverblijven (KDV) Settings voor kinderopvang (KDV, IBO & DVO) Peutertuinen Peutertuinen Settings voor gezins- en opvoedingsondersteuning (CKG, CIG, opvoedingswinkel, inloopteams ) Initiatieven voor buitenschoolse opvang (IBO) Initiatieven voor buitenschoolse opvang (IBO) Diensten voor onthaalouders (DVO) Pedagogische begeleidingsdiensten en vormingsorganisaties Settings voor bijzondere jeugdbijstand of personen met een handicap (thuisbegeleiding, multi-functionele centra, residentiële voorzieningen ) Jeugd(wel)zijnswerk en vrije tijd (spelotheken, initiatieven voor maatschappelijk kwetsbare jongeren, speelpleinwerkingen, vakantiekampen ) Beleidsondersteunende initiatieven, koepelorganisaties (VVSG, Vlaams Welzijnsverbond.) 3.3. Engagement stageplaats Stageplaatsen kunnen zich engageren als stagepartner van onze opleiding indien ze aan onderstaande voorwaarden voldoen: De stage zien als een actief partnerschap tussen stagiair, stagevoorziening en opleiding (zie 3.1); Een stagementor aanstellen die over een A1- of bachelordiploma beschikt en de verantwoordelijkheid draagt voor de begeleiding van de stagiair; Voor eerstejaarsstudenten kan de begeleiding op de werkvloer deels aan een comentor toevertrouwd worden die niet op bachelorniveau is opgeleid. Deze heeft minimum 2 jaar werkervaring; De stagevoorziening biedt een rijke leercontext voor studenten Stageplaatsen in de sector kinderopvang beschikken over een capaciteit van minstens 20 kindplaatsen Arteveldehogeschool 11

14 Studenten kunnen geen stage lopen indien bloedverwanten (tot en met de vierde graad), (aanstaande) echtgenoten of schoonouders te werk gesteld zijn op de stageplaats. Bereid zijn tot het geven van constructieve feedback aan de stagiair Daarnaast vragen we eveneens als engagementsvoorwaarde de bereidwilligheid te hebben om deel te nemen aan onze mentorentrefdagen. Twee maal per academiejaar organiseert de opleiding mentorentrefdagen met als doel de praktijkgerichtheid van de onderwijspraktijk af te toetsen en vorming voor mentoren te organiseren. Tijdens mentorentrefdagen stemmen stagebegeleiders en -mentoren referentiekaders af tijdens om de begeleiding van studenten te optimaliseren, o.a. omtrent de waarderende en talentgerichte benadering. De voorwaarden voor stageplaatsen die een student uit het Switch traject begeleiden zijn dezelfde zoals hierboven opgesomd. Binnen S/werkstage betreft de enige uitzondering de verplichte aanwezigheid van een co-mentor. Deze is niet vereist. Ook de aanwezigheid van een mentor is niet verplicht, doch sterk aan te raden. Een mentor op de werkvloer kan een nuttig klankbord betekenen bij het uitvoeren van taken en het uitwerken van het S/werkstageportfolio Stagetoewijzing De stagetoewijzing gebeurt door het stagebureau van de hogeschool. Deze probeert rekening te houden met haalbare verplaatsingen. De toewijzing van de studenten gebeurt in de periode na de 2de examentijd (eind september-begin oktober). Stageplaatsen worden per ingelicht over de student die aan hen wordt toegewezen. Switch studenten die niet werkzaam zijn in de sector, krijgen zoals voor de reguliere studenten een stageplaats toegewezen door de hogeschool. Alle studenten worden voor 1 academiejaar aan dezelfde stageplaats gekoppeld. Op die manier heeft de student de tijd om zijn leerproces te verdiepen. Er zijn echter mogelijke redenen waarom in de loop van het traject toch van stagevoorziening en/of stagebegeleider dient gewisseld te worden. Dit gebeurt steeds na grondig overleg met alle betrokkenen en met de stageverantwoordelijke Doelstellingen en inhoud van stage Om de praktijkgerichtheid van de opleiding te bevorderen ligt bij de stages de klemtoon op het creëren van een wisselwerking tussen theorie en praktijk. Enerzijds levert de reële praktijk waardevolle input voor het leerproces. Anderzijds bieden stages de mogelijkheid om de kennis, vaardigheden en attitudes verbonden aan de leerresultaten op integratieniveau in een realistische context te oefenen en te beoordelen. Tijdens stages integreert de student de verschillende verantwoordelijkheden van de Pedagogisch professional. De complexiteit van de doelstellingen samen met de integratie van verantwoordelijkheden neemt geleidelijk toe (zie 3.5.3). De student neemt verschillende rollen actief op: eerst voornamelijk ten aanzien van kinderen, dan steeds meer ten aanzien van gezinnen, professionals, externe partners en de bredere samenleving. Deze verbreding in verantwoordelijkheden is ook zichtbaar in de stagesettings die voor Stage 2 en Afstudeerstage mogelijk zijn (zie 3.2) Arteveldehogeschool 12

15 Focus van de stage per stage-opleidingsonderdeel In de opleidingsonderdelen van Stage 1 (respectievelijk: Stage 1, S/Stage 1 en S/Werkstage 1) ligt een sterke inhoudelijke focus op het leren werken met kinderen en ouders binnen het leefgroepgebeuren. In de opleidingsonderdelen van Stage 2 (respectievelijk: Stage 2, S/Stage 2 en S/Werkstage 2) ligt een sterke inhoudelijke focus op het leren werken met kinderen, ouders en professionals zowel binnen als buiten het leefgroepgebeuren. In de opleidingsonderdelen van de afstudeerstage (respectievelijk: Afstudeerstage, Afstudeerstage najaar, Mondiale afstudeerstage, S/Afstudeerstage en S/Werkafstudeerstage) ligt een sterke inhoudelijke focus op het leren werken met ouders, professionals, externe partners vanuit een beleidsmatig en coachend perspectief Leerresultaten en beoordelingscriteria Tijdens de stage dient de student (onderdelen van) de leerresultaten uit het competentieprofiel van de Bachelor in de pedagogie van het jonge kind aan te tonen (zie 1). Vanuit deze leerresultaten is het niet evident om een beeld te vormen van wat een student concreet in de praktijk moet kunnen. Daarom werken we met beoordelingscriteria, die gelinkt zijn aan de leerresultaten. Het criterium maakt het leerresultaat concreet en zorgt ervoor dat de student en de stagementor een duidelijker beeld krijgen van welke handelingen de student tijdens de stage moet uitvoeren of welk gedrag hij in praktijk moet stellen. Het werken met deze criteria heeft als voordeel dat de student en de stagementor via voorbeelden kunnen aantonen hoe er aan de leerresultaten is gewerkt Opbouw van beoordelingscriteria PJK De beoordelingscriteria die studenten tijdens de stages moeten aantonen kennen een geleidelijke opbouw (zie schema in 3.5.3) Aantonen van leerresultaten en beoordelingscriteria in het reguliere stagetraject en S/stage De studenten tonen in het onderdeel Observatie van de stage en het onderdeel Stagemap aan welke van de vooropgestelde criteria of leerresultaten ze zich hebben eigen gemaakt. Met Observatie wordt de geobserveerde praktijk van de student bedoeld (dit zijn de concrete handelingen en gedragingen die hij stelt in praktijksituaties op de stageplaats). Het grootste deel van de beoordelingscriteria die verbonden zijn aan het opleidingsonderdeel Stage dienen in de Observatie aangetoond te worden. Met de Stagemap wordt verwezen naar een verzameling van opdrachten die de student in het kader van zijn stage uitvoert en waarvan hij de weerslag samenbrengt in één werkstuk Aantonen van leerresultaten en beoordelingscriteria in S/Werkstage De studenten kunnen hun leerresultaten en beoordelingscriteria aantonen in het onderdeel Stagemap en het onderdeel Werkstageportfolio. Observatie zoals bij de reguliere studenten is hier Arteveldehogeschool 13

16 niet van toepassing, aangezien er niet gewerkt wordt met stage-uren. Met de Stagemap wordt verwezen naar een verzameling van opdrachten die de student in het kader van zijn stage uitvoert en waarvan hij de weerslag samenbrengt. Het Werkstageportfolio toont de groei in het bereiken van de competenties. De student dient 2-wekelijks hierover te rapporteren aan zijn stagebegeleider via verschillende documentatietechnieken. Daarnaast zal de student in overleg gaan met medestudenten over zijn leerproces in de Werkstage (meer info via het lijnboek Werkstage) Overzicht van de beoordelingscriteria Onderstaande beoordelingscriteria dienen behaald te worden door alle studenten die stage volgen. Studenten uit de S/Werkstage tonen de beoordelingscriteria uit het onderdeel Observatie aan via het Werkstageportfolio of tijdens een intervisiemoment. Voor studenten Afstudeerstage najaar is er ook een kleine afwijking op de hieronder beschreven criteria binnen het onderdeel stagemap. Voor concrete details per stage opleidingsonderdeel raden we ook aan om de ECTS-fiches te raadplegen via: Onderdeel Observatie Leerresultaat (S)/Stage 1 en S/Werkstage 1 (S)/Stage 2 en S/Werkstage 2 Leerresultaat 1: opvoeden - De student reageert sensitiefresponsief op elk kind. - De student geeft positieve aandacht aan elk kind. - De student is duidelijk en voorspelbaar in communicatie met kinderen. - De student neemt verantwoordelijkheid voor de fysieke veiligheid en fysieke gezondheid (slaap, voeding, frisse lucht, beweging) van elk kind. - De student kan de verzorging van kinderen (verluieren, wondzorg, handhygiëne, ) zelfstandig uitvoeren. - De student kent de dagstructuur, regels en afspraken van de leefgroep. - De student kan het dagritme van elk kind respecteren en afstemmen op het ritme van de groep. - De student biedt zelfstandig structuur aan de kinderen. - De student neemt verschillende initiatieven om verbinding tussen kinderen te bevorderen. - De student grijpt op gepaste wijze in wanneer regels en afspraken niet gerespecteerd worden. Afstudeerstage, Afstudeerstage najaar en Mondiale afstudeerstage Arteveldehogeschool 14

17 Leerresultaat 2: - De student communiceert speels - De student ondersteunt de ontwikkeling en boeiend op maat van elk kind autonomie van kinderen. onderseunen (verbaal en non-verbaal). - De student gaat stimulerende - De student benut ervaringen uit interacties (gericht op de leefwereld van kinderen om vrij ontwikkeling en interesses van spel en leren te ontlokken en kinderen) aan en verrijkt zo verrijken. het spel en leren van kinderen. - De student doet een gevarieerd - De student kan door een spelaanbod (met betrekking tot flexibel en creatief spelaanbod verschillende de betrokkenheid van ontwikkelingsdomeinen) kinderen vergroten. aangepast aan het ontwikkelingsniveau. Leerresultaat 3: - De student benadert het kind - De student bevordert -De student behartigt het afstemmen met met respect voor zijn ouderbetrokkenheid via een perspectief van gezinnen ouders gezinscontext. eigen uitgevoerd project of bij het beleid van de - De student verzamelt dagelijks initiatief. voorziening de nodige informatie met - De student onderzoekt de - De student bevordert de betrekking tot het kind om de behoeften/wensen met toegankelijkheid van de zorg/aanbod voor het kind hierop betrekking tot het voorziening voor alle af te stemmen. opvangaanbod van alle (diverse) gezinnen - De student informeert de ouder gezinnen die gebruik maken respectvol over de observaties van de voorziening. opgedaan tijdens het verblijf in de - De student stemt schriftelijke voorziening. en mondelinge communicatie - De student bespreekt met de over het aanbod van de verantwoordelijke (suggesties voorziening af op de (diverse) over) hoe thuisgewoontes van het gezinnen die gebruik maken kind gecontinueerd (kunnen) van de voorziening. worden binnen de opvang. - De student bevordert de continuïteit tussen de opvang en de school met oog op een soepele overdracht/overgang voor de gezinnen. Leerresultaat 4: - De student waardeert de ouder - De student bouwt aan een -De student stimuleert gezinnen als eerste opvoeder van het kind vertrouwensrelatie met verbinding/ontmoeting ondersteunen in het communiceren met en over diverse ouders. tussen ouders onderling. ouders/gezinnen. - De student beluistert het -De student adviseert - De student respecteert de verhaal van ouders vanuit een ouders vanuit een niet- deontologische code met positieve basishouding. expert positie. betrekking tot privacy van - De student benoemt -De student speelt gezinnen. krachten en mogelijkheden actiegericht in op de noden - De student is toegankelijk voor van ouders in gesprek met die van ouders, rekening alle ouders. ouder. houdend met hun sterktes en mogelijkheden Arteveldehogeschool 15

18 - De student gaat vanuit - De student voert een formeel observaties van het kind in gesprek met ouders met gesprek met de ouder om zo de respect voor hun unieke eigenheid van het kind ervaringsdeskundigheid (inzet, verder te ontdekken. emotionele betrokkenheid, ). Leerresultaat 5: - De student benoemt sterktes van - De student communiceert -De student ontlokt en professionalisering (een) medewerker(s) met medewerkers over hun verrijkt professionele ondersteunen functioneren. ontwikkeling van - De student benut de medewerkers door het krachten en mogelijkheden dagelijks werk te benutten van medewerkers in het go- als onderwerp van gesprek. cart project. -De student coacht - De student geeft constructief medewerkers. feedback aan medewerkers. Leerresultaat 6: -De student zet communicatie in - De student kan informatie - De student kan een het sociaal- om verbinding en afspraken te correct schriftelijk weergeven vergadering voorbereiden pedagogisch maken met medewerkers. en verspreiden naar en leiden. project samen belanghebbenden. - De student realiseert vormgeven - De student kan constructief acties en innovaties die bijdragen aan formeel en aansluiten bij het sociaal- informeel overleg. pedagogisch project van de - De student is creatief in het voorziening. stimuleren van teamleden tot - De student creëert medewerking aan zijn project. draagvlak in het team voor zijn projecten. - De student inspireert teamleden via zijn projecten. - Leerresultaat 7: - De student neemt deel aan - De student neemt een externe partners relevante activiteiten in actieve rol in de betrekken functie van netwerking van de samenwerking met een voorziening. bestaande of nieuwe partner van de stagevoorziening Arteveldehogeschool 16

19 Leerresultaat 8: - De student handelt volgens de - De student vertaalt maatschappelijke geldende richtlijnen en afspraken relevante ontwikkelingen oriëntatie van de voorziening. (uit de samenleving, het overheidsbeleid, het vak/expertisedomein en internationaal) op laagdrempelige wijze naar de context van de stagevoorziening. Leerresultaat 9: -De student staat open voor - De student onderzoekt - De student stelt eigen reflecteren en feedback. samen met het team een functioneren en evoluties innoveren -De student vraagt feedback over ontwikkelwens voor de in vraag en gaat hierover in zijn professioneel handelen. voorziening. dialoog met betrokkenen -De student houdt rekening met - De student bouwt samen relevant voor de gekregen feedback door zijn met de teamleden nieuwe stagecontext. professioneel handelen steeds kennis op via het zoek- en verder aan te passen. veranderingsproces. -De student onderzoekt de - De student bespreekt zijn dagelijkse beroepspraktijk: hij stelt leerdoelstellingen, leerproces vragen over veiligheid, hygiëne, en actiepunten met relevante het kind als deel van het gezin, het betrokkenen uit de beleid stagecontext. Leerresultaat 10: - De student is nieuwsgierig naar - De student toont dat hij -De student initieert omgaan met de diversiteit die zich door alle rekening houdt met de verbinding tussen mensen diversiteit betrokkenen in de voorziening verschillende perspectieven aandient. van betrokkenen in de - De student neemt initiatief om voorziening. contexten waar diversiteit en - De student grijpt de verscheidenheid aan bod komen verschillen tussen eigen op te zoeken. waarden en normen en die - De student toont zich van anderen aan als toegankelijk naar iedereen en onderwerp van gesprek. waardeert de perspectieven van verschillende betrokkenen Arteveldehogeschool 17

20 Onderdeel Stagemap Leerresultaat (S/)Stage 1 en S/Werkstage 1 (S/)Stage 2 en S/Werkstage 2 Afstudeerstage, Afstudeerstage najaar, Mondiale afstudeerstage Leerresultaat 5: - De student analyseert welke -De student formuleert professionalisering factoren een innovaties voor het ondersteunen veranderingsproces in de professionaliseringsbeleid op voorziening beïnvloeden. maat van de voorziening en bespreekt dit met de verantwoordelijke. -De student leert via reflectie zijn coachingsvaardigheden verfijnen. Leerresultaat 6: het - De student beschrijft het -De student kadert het go- - De student formuleert sociaal-pedagogisch sociaal pedagogisch cart project in het sociaal voorstellen om de project samen project van de voorziening pedagogisch project van de randvoorwaarden voor de vormgeven en staaft dit met voorziening realisatie van het sociaal- voorbeelden vanuit de - De student expliciteert de pedagogisch project mogelijk te dagelijkse praktijk. congruentie tussen de maken. dagelijkse praktijk en het sociaal pedagogisch project van de voorziening Leerresultaat 7: -De student beschrijft hoe -De student beschrijft de - De student formuleert externe partners samenwerking met de meerwaarde van voorstellen omtrent de betrekken buurt(organisaties) via samenwerking met bepaalde samenwerking met relevante spelaanbod voor kinderen partners partners gerealiseerd kan worden Leerresultaat 8: -De student kadert het maatschappelijke dagelijks professioneel oriëntatie handelen binnen de lokale, Vlaamse en federale context/beleid. Leerresultaat 9: - De student reflecteert over reflecteren en de eigen rol en handelingen innoveren in het go-cart proces - De student onderbouwt het zoek- en veranderingsproces van de voorziening Leerresultaat 10: - De student formuleert omgaan met diversiteit voorstellen om het aanbod van de voorziening af te stemmen op de diversiteit die zich aandient Arteveldehogeschool 18

21 3.6. Opbouw en organisatie van de stage Stage neemt een groot aandeel in binnen de opleiding, zowel in studiepunten (van 8 SP in stage 1, naar 12 SP in stage 2 en 24 SP in stage 3), als het aantal te lopen stageweken voor het regulier traject of in stagedagen voor het Switch traject. Al bij de aanvang van de opleiding, althans in het regulier traject, gaat de student op stage waardoor de verwevenheid van theorie en praktijk vanaf het begin gerealiseerd wordt. In de Switch-variant wordt niet in elk opleidingsjaar Stage als opleidingsonderdeel georganiseerd. Vaak hebben deze studenten via tewerkstelling in de sector dagelijks contact met het werkveld. Anderen dienen zes praktijkverkenningsdagen te volgen Opbouw en organisatie van de stage in PJK (reguliere opleiding) Concept lint-en blokstages Voor de reguliere opleiding wordt via het concept van lint- en blokstages gewerkt. Dit concept ondersteunt de wisselwerking tussen theorie en praktijk. De blokstages, die behoren tot de opleidingsonderdelen Stage, omvatten een aaneengesloten periode waarin de student (bijna) voltijds meewerkt in de professionele context. De wekelijkse lintstage -dag is via opdrachten gekoppeld aan het opleidingsonderdeel waarin studenten zich in die periode bevinden Lintstage De lintstage voor studenten die opleidingsonderdelen volgen in PJK 1 of PJK 2 start op na de eerste blokstage en loopt (als een lint) doorheen het ganse academiejaar. De praktijkervaringen zijn voeding voor de verschillende opleidingsonderdelen. Vanuit deze opleidingsonderdelen worden diverse opdrachten geformuleerd die tijdens de lintstage door de student worden uitgevoerd. Het zijn de docenten, verantwoordelijk voor het betrokken opleidingsonderdeel, die de uitgewerkte opdrachten beoordelen. De lintstage gaat op volgende momenten door: Voor studenten die de opleidingsonderdelen volgen uit PJK 1: op woensdagen Voor studenten die opleidingsonderdelen volgen uit PJK 2: op donderdagen Voor studenten die in PJK 3 Afstudeerstage volgen is er geen lintstage verbonden aan een ander opleidingsonderdeel. Er is wel een verkennende inloopweek voorafgaand aan de blokstage Blokstage De blokstage vindt plaats in elk opleidingsjaar en neemt in omvang toe naarmate de opleiding vordert. De student integreert wat hij doorheen de opleiding heeft geleerd en realiseert dit in de stagecontext. De student dient tijdens zijn stage doelstellingen te bereiken en leerresultaten aan te tonen. Deze doelstellingen worden geëvalueerd door de stagebegeleider in samenspraak met de stagevoorziening Arteveldehogeschool 19

22 Blokstage: - Stage 1: Twee weken, opstart rond de herfstperiode Twee weken, opstart na de paasperiode - Stage 2: Drie weken, opstart rond de herfstperiode Drie weken, opstart na de paasperiode - Afstudeerstage: 15 weken- 4 dagen per week Afhankelijk van het traject dat de student volgt: stage in het najaar, gewone Afstudeerstage of Mondiale afstudeerstage Opbouw en organisatie van de stage in S/PJK (Switch opleiding) Concept S/stage en werkstage Switch studenten die werk en studie combineren, hebben de mogelijkheid indien ze werkzaam zijn in de sector, om stage 1, en/of stage 2, en/of de afstudeerstage in zijn geheel of deels uit te voeren op de eigen werkplek. Werkzaam staat in deze gelijk met meer dan 1 jaar 100% tewerkgesteld of meer dan 2 jaar 50% tewerkgesteld zijn in de sector. We spreken dan van S/Werkstage. Switch studenten die hier niet voor in aanmerking komen starten met S/Stage. De verschillen tussen stage binnen het reguliere traject, S/Werkstage en S/stage zal in deze gids duidelijk worden. Niet werkzaam in de sector Werkzaam in de sector S/stage S/Werkstage S/stage 1 S/Werkstage 1 S/stage 2 S/Werkstage 2 S/Afstudeerstage S/Werk- & afstudeerstage S/Stage In S/stage 1 en S/stage 2 is er, in tegenstelling tot het reguliere stagetraject, niet dezelfde opsplitsing tussen lintstage en blokstage. De studenten zullen hun stage uitvoeren met een spreiding over verscheidene weken (aantal afhankelijk van S/stage1 of 2), met 1 stagedag per week in de lesweken en 2 stagedagen in de lesvrije weken, om de Arteveldehogeschool 20

23 combinatie van werken en studeren haalbaar te maken. In het laatste jaar, komt er meer tijd vrij, omdat de student minder belast wordt met praktijklessen, waardoor er kan gewerkt worden met meer stagedagen in de week. - S/Stage 1: 19 stagedagen - S/Stage 2: 29 stagedagen - S/Afstudeerstage: 10 lesvrije weken: 2 stagedagen/week + aanvullend 15 dagen gespreid over het academiejaar S/Werkstage Binnen S/Werkstage zijn studenten niet gebonden aan dezelfde stage-uren. Dit betekent concreet dat de student aan de hand van taken en een portfolio aantoont dat vooropgestelde leerresultaten zijn bereikt. Er is evenwel ook een start- en einddatum, omdat een 2-wekelijkse opvolging met de stagebegeleider gebeurt. Voor de afstudeerstage zal er deels mogelijkheid zijn om dit binnen de eigen werkplek te doen, met uitzondering van 3 weken stage in een andere organisatie. Voor de duidelijkheid worden de periodes, waarin de student opdrachten zal uitvoeren in functie van zijn werkstage, hieronder gedefinieerd. - S/Werkstage 1: 12 weken S/Werkstage 2: 15 weken - S/Werk & afstudeerstage : 20 weken + aanvullend 15 dagen gespreid over het academiejaar op een stageplaats voorzien door Arteveldehogeschool 4. Stagekalender 4.1. Stagekalender regulier traject Lintstages Lintstages PJK 1 tijdens academiejaar De lintstages vinden plaats op woensdagen gedurende het hele academiejaar en maken deel uit van de verschillende opleidingsonderdelen: Semester Opleidingsonderdeel Data lintstagedagen 1 Communicatie en samenwerking in team 18/11-25/11-2/12 Landschap van welzijn en kinderopvang 16/12-06/01-13/01 2 Kind en zijn vele talen 10/02-17/02-24/02 Opgroeien in een gezin 1- Samen opvoeden 1 09/03-16/03-23/03-13/04 Positief leefklimaat creëren 18/05-25/05-01/06-08/ Arteveldehogeschool 21

24 Lintstages PJK 2 tijdens academiejaar De lintstages vinden plaats op donderdagen gedurende het hele academiejaar en maken deel uit van de verschillende opleidingsonderdelen: Semester Opleidingsonderdeel Data lintstagedagen 1 Ontwikkeling ondersteunen 29/10-26/11-3/12 Samen opvoeden 2 17/12-07/01-14/01 2 Coaching en professionalisering 11/02-18/02-25/02 Diversiteit en inclusie 10/03-17/03-24/03 Opvoeding en beleid in internationaal perspectief 19/05-26/05-02/06-09/ Blokstages Blokstages Stage 1 De eerste blokstage start op 26 oktober en eindigt op 13 november Op 11 november dienen de studenten geen stage te lopen. Deze stagedag dient ook niet ingehaald te worden. Voor studenten die stage lopen in een initiatief voor buitenschoolse kinderopvang (IBO), kan ook de herfsterperiode van 2 tot en met 5 november benut worden als stageperiode. Dit dient steeds in onderling overleg tussen stagiair, stagevoorziening en stagebegeleider afgesproken te worden. De tweede blokstage start op 25 april en eindigt op 10 mei Voor studenten die stage lopen in een initiatief voor buitenschoolse kinderopvang (IBO), kan ook de paasperiode van 6 april tot 17 april benut worden als stageperiode. Dit dient steeds in onderling overleg tussen stagiair, stagevoorziening en stagebegeleider afgesproken te worden. De studenten lopen in totaal 144 uur blokstage Blokstages Stage 2 De eerste blokstage start op 19 oktober en eindigt op 13 november Op 11 november dienen de studenten geen stage te lopen. Deze stagedag dient ook niet ingehaald te worden. Voor studenten die stage lopen in een initiatief voor buitenschoolse kinderopvang (IBO), kan ook de herfsterperiode van 2 tot en met 5 november benut worden als stageperiode. Dit dient steeds in onderling overleg tussen stagiair, stagevoorziening en stagebegeleider afgesproken te worden. De tweede blokstage start op 18 april en eindigt op 10 mei Voor studenten die stage lopen in een initiatief voor buitenschoolse kinderopvang (IBO), kan ook de paaserperiode benut worden als stageperiode. Dit dient steeds in onderling overleg tussen stagiair, stagevoorziening en stagebegeleider afgesproken te worden. De studenten lopen in totaal 224 uur blokstage Blokstage afstudeerstage Traject najaar Studenten die de afstudeerstage in het najaar opnemen gaan op stage van 15 september 2015 tot en met 8 januari Ze gaan wekelijks 4 dagen op stage, uitgezonderd op maandag. Studenten die stage lopen in settings waar specifieke pedagogische activiteiten doorgaan tijdens vakantieperiodes, kunnen na overleg met de stagebegeleider ook tijdens de vakanties stage doen. Deze studenten doen ook stage tijdens de herfstvakantie! De studenten lopen in totaal 480 u blokstage Arteveldehogeschool 22

25 Gewoon traject Studenten die de afstudeerstage volgen gaan op stage van 9 februari 2016 tot en met 8 juni Ze gaan wekelijks 4 dagen op stage, uitgezonderd op maandag. Studenten die stage lopen in settings waar specifieke pedagogische activiteiten doorgaan tijdens vakantieperiodes, kunnen na overleg met de stagebegeleider ook tijdens de vakanties stage doen. De studenten uit dit traject doen ook nog een inloopweek/-dagen op volgende data: 2 tot en met 9 december 2015 en op donderdag 17/12/2015 en 07/01/16. Studenten lopen in totaal 536 uur stage Mondiale afstudeerstage Studenten die een studieomvangsverminderingstraject volgen kunnen hun afstudeerstage in het Zuiden volgen. Zij lopen blokstage vanaf ongeveer eind januari tot (afhankelijk van de regelingen in het zuiden). Zij lopen in totaal 536 uur blokstage Stagekalender Switch traject Stagekalender S/Stage De stagedag is bij voorkeur vrijdag, tenzij student en stageplaats overeenkomen om een andere vaste stagedag te kiezen. In de lesvrije weken, zal de donderdag ook benut worden als stagedag. Traject Periode Data S/stage1 (144 uur) Periode 1 29/10, 30/10, 5/11, 6/11, 12/11, 13/11, 20/11, 27/11 Periode 2 12/02, 19/02, 26/02, 04/03, 11/03, 18/03, 25/03, 21/04, 22/04, 29/04 en 12/05 S/stage2 (224 uur) Periode 1 15/10, 22/10, 23/10, 29/10, 30/10, 5/11, 6/11, 12/11, 13/11, 20/11, 27/11, 4/12, 11/12 Periode 2 12/02, 19/02, 26/02, 4/03, 11/03, 18/03, 25/03, 31/03, 01/04, 07/04, 08/04, 15/04, 22/04, 29/04 en 12/05 S/Afstudeerstage Periode 1 Afhankelijk van de roostering, in AJ 1516 nog geen studenten met die roostering Periode 2 Afhankelijk van de roostering, in AJ 1516 nog geen studenten met die roostering * * vrij te bepalen in overleg met stageplaats en in functie van hun vakantieregeling Stagekalender S/werkstage Er is geen stagekalender voor studenten die de werkstage volgen gezien ze niet op een zelfde wijze gebonden zijn aan stage-uren. We definiëren wel de periode waarin de studenten opdrachten kunnen maken. - S/Werkstage 1: 19/10/15-14/04/16 - S/Werkstage 2: 19/10/15-14/04/ Arteveldehogeschool 23

26 5. Stage begeleiden en beoordelen 5.1. Stage begeleiden De individuele begeleiding van studenten op stage is gericht op toenemende zelfsturing die de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student beoogt Verschillende betrokkenen bij de stage (regulier en S/Stage) en hun rol De betrokkenen vanuit de hogeschool en hun rol De student wordt in het kader van de stage stagiair genoemd. Als stagiair is de student te gast in een stagevoorziening die hem leerkansen- en begeleiding biedt. Tijdens de stage dient de student zich te houden aan de interne afspraken van de stageplaats en wordt hij vanuit de hogeschool gestimuleerd om steeds open en transparant met de stageplaats te communiceren. Stagebegeleider: de stagebegeleider is één van de docenten die de student voor het opleidingsonderdeel Stage begeleidt. Aan de stageplaatsen worden vaste stagebegeleiders gekoppeld. Dit vergemakkelijkt het opbouwen van een samenwerkingsband en communicatie, en bevordert het wederzijds leren tussen hogeschool en werkplek. De rol van de stagebegeleider ligt in het voeren van een gesprek bij de aanvang van de begeleiding waarin verwachtingen getoetst worden. Met de stageplaats creëert de stagebegeleider een rijke leercontext en bespreekt het mandaat van de stagiair. Daarnaast staat hij in om in onderlinge afstemming met de stageplaats en de student het leerproces van de student te begeleiden en te faciliteren. Een stagebegeleider van de opleiding ondersteunt de student in zijn stageproces minstens via twee feedbackgesprekken. Hiervoor komt de stagebegeleider twee keer per academiejaar op stagebezoek. Daarnaast wordt de begeleiding onder andere gecontinueerd op de campus en via . Stagebureau: volgt de communicatie op met de verschillende stageplaatsen en zorgt voor administratieve ondersteuning De betrokkenen vanuit de stagevoorziening en hun rol De stagementor is diegene die vanuit de voorziening verantwoordelijk is voor het organiseren, opvolgen en superviseren van het stagetraject. De verantwoordelijke van de stageplaats bepaalt wie de stagementor zal zijn. In veel gevallen zal hij zelf deze rol opnemen. In grotere voorzieningen waar men werkt met pedagogisch ondersteuners/ pedagogisch coaches, is het ook mogelijk dat de verantwoordelijke de rol van stagementor aan hen toebedeelt. De stagementor is de coach en het persoonlijk klankbord van de student. Hij probeert de student in zijn leerproces te stimuleren en bij te sturen. Evenzeer probeert hij zicht te krijgen op de talenten en krachten van de student en geeft van hieruit schriftelijke en mondelinge feedback. Deze feedback vormt input voor de stagebezoeken van de stagebegeleider Arteveldehogeschool 24

27 De verantwoordelijke in sectoren voor kinderopvang duidt voor studenten uit Stage 1 ook een co-mentor (ervaren kindbegeleider) aan. Hij houdt hierbij rekening met het profiel comentor, vooropgesteld door hogeschool en sector. (zie ook 4.2.1) De co-mentor heeft twee jaar anciënniteit, min. 75% tewerkstelling (50% voor begeleiders in de buitenschoolse opvang), vaste groep, enthousiasme om studenten in het werkveld te introduceren) De verschillende betrokkenen bij de S/Werkstage en hun rol De betrokkenen bij de werkstage zijn dezelfde als deze in de reguliere en S/Stage (zie en ). Bijkomend ligt de rol van de stagebegeleider in het voeren van een individueel intakegesprek bij de aanvang van de begeleiding waarin verwachtingen getoetst worden. In afstemming met de stageplaats bespreekt de stagebegeleider het mandaat van de stagiair en voorwaarden van een rijke leercontext. Bij S/Werkstage, zoals eerder vermeld, is een co-mentor voor studenten uit Stage 1 niet verplicht. Het kiezen van een geschikte mentor is aangewezen. Deze mentor zal dienen als coach, klankbord en steun bij het uitwerken van opdrachten Beoordeling van de stage Betrokkenen en hun rol bij beoordeling / algemene omschrijving werkwijze beoordeling (regulier traject en S/Stage) De stagebegeleider neemt de rol op in de beoordeling van de stagiair in samenspraak met de stagementor. De stagebegeleider draagt de eindverantwoordelijkheid van de quotering. Het beoordelen van de stage gebeurt op basis van het observeren van het handelen van de student en het voeren van gesprekken met de student en de verschillende betrokkenen van de stageplaats met betrekking tot: de attitudes van de student en zijn reeds verworven competenties m.b.t. de rol ten aanzien van de kinderen, gezinnen, professionals en externe partners, het verloop van het leerproces van de student (LR 9) en de competenties van de student in de omgang met diversiteit (LR 10) Betrokkenen en hun rol bij beoordeling/ algemene omschrijving werkwijze beoordeling (S/Werkstage) Het beoordelen van een S/Werkstage gebeurt uitsluitend door de stagebegeleider van de Arteveldehogeschool. De evaluatie gebeurt door middel van een intervisie tussen werkstagestudenten en de beoordeling van schriftelijke taken gemaakt door de student. Deze zijn gebundeld in de Stagemap en het Werkstageportfolio. Dit Werkstageportfolio wordt door de student toegelicht tijdens een competentiegericht interview met zijn stagebegeleider en een co-evaluator (= een andere stagebegeleider uit de opleiding). Hierin zal nagegaan worden hoe het leerproces van de student is verlopen en of deze student de leerresultaten heeft behaald. Een stagebezoek zal plaatsvinden maar biedt vooral ondersteuning voor het goede verloop van de stage Arteveldehogeschool 25