8 uitgangspunten. Leerbedrijf BAVA => BaVa Leerwerktraject => LWT Leerwerkhuis => LWH De Vip groep => VIP. 1 doelgroepomschrijvingen

Transcriptie

1 8 uitgangspunten De deelnemende scholen willen uitgaan van dezelfde uitgangspunten. Helaas is het nog niet mogelijk om al die punten te verwezenlijken. De verschillende scholen geven aan hoever de zaken er wat betreft de uitgangspunten nu bij staan. Leerbedrijf BAVA => BaVa Leerwerktraject => LWT Leerwerkhuis => LWH De Vip groep => VIP 1 doelgroepomschrijvingen

2 De persoonlijke ontwikkeling, gericht op de loopbaan van de student in maatschappij en beroep, staat centraal. De vragen van de student, de maatschappij en het (werk)veld geven in sterke mate richting aan ons onderwijs. Met elke student wordt een POP gemaakt met concrete leerdoelen gekoppeld aan de competenties. Deze POP kan gedurende het schooljaar worden aangepast. Uitstroommogelijkheden zijn naar werk of vervolgopleiding. Op dit moment wordt vooral naar bedrijfsvaardigheden gekeken in de stage. De andere competenties worden niet of nauwelijks getoetst. Onze leerlingen zijn de zwakste leerlingen van het VMBO. Wij denken door ze heel veel structuur te geven dat zij later in staat zijn om goed te functioneren in een assistentenrol. De leerling formuleert samen met ouders en school een haalbaar algemeen leerdoel dat richting geeft aan de inhoud van het te doorlopen onderwijstraject. Dit leerdoel wordt vastgelegd in een contract. Daarnaast is gemotiveerd om binnen een of twee jaar uit te stromen naar opleiding (MBC leerwerktrajecten, het leerwerkhuis, andere reguliere opleidingen of ROC niveau 1/2) en/of werk (een plek binnen de maatschappij). 2 doelgroepomschrijvingen

3 2. Iedere student wordt toegerust om een leven lang te kunnen leren. Het bevorderen van het vermogen tot zelfsturing en zelfstandig leren is dan ook ons didactisch uitgangspunt. Elke student werkt aan een portfolio met bewijsstukken en waarderingen van de competenties. Het schooljaar is opgebouwd uit vier periodes met aan het einde van elke periode een reflectiegesprek. Samen met de mentor wordt een POP (Persoonlijk Ontwikkel Plan) opgesteld. Om de zoveel tijd wordt besproken aan welke competenties gewerkt gaat worden. In verband met tijdsdruk en roosters is het soms lastig individueel voldoende te coachen. Tot en met de derde klas nemen wij de leerlingen mee aan de hand. Na het geven van genoeg vaardigheden laten we ze langzaam los in de vierde klas zodat ze in staat zijn om zelfstandig de geleerde zaken later toe te passen. We zijn gestart met het door een Triple-T werkgroep gemaakte portfolio uit te werken voor onze groepen. In de VIP groep wordt gebruik gemaakt van verschillende methodieken, deze zijn verder uitgewerkt in paragraaf 4. 3 doelgroepomschrijvingen

4 3. Competenties zijn leidend bij het leerproces. De kernopgaven en kerntaken zijn de kapstok bij het bouwen van de opleidingen. Er wordt gewerkt met leeractiviteiten in de praktijkwerkplaatsen op school en tijdens de stage. Nog niet. In de derde klas worden gedurende vier lesuren competenties zonodig aangeleerd. Via spelmomenten, rollenspelen worden situaties nagebootst. Tijdens de handel/administratie lessen (10 lesuren) en de stage (een half dagdeel) wordt gekeken of de competenties ook in de praktijk zich ontwikkelen. Met name in leerjaar drie zijn we veel bezig met de competenties. Met name de burgerschapscompetenties nemen een belangrijk deel in van de VIP groep. We hebben vijf competenties verder uitgewerkt in leerlingentaal, zodat ze zelf weten waar ze aan kunnen werken. De vijf zijn: samenwerken, organiseren, zelfstandig werken en leren, presenteren en verantwoordelijkheid dragen. (Zie bijlage 3) In onze manier van lesgeven!!! Hebben we dit ook ingebouwd. We zijn geen lesgever, maar meer coachend en begeleidend bezig met de leerlingen. Iedere lesgever is daar ook mee bezig, niet alleen de mentor van de leerling. 4 doelgroepomschrijvingen

5 4. Het leerproces vindt plaats in een sociale en praktijkgerichte context. Er is een effectieve wisselwerking tussen leren op school en leren in de praktijk. De actieve rol van het (werk)veld bij de ontwikkeling van de student en dus bij het onderwijs is essentieel. Vanaf periode 2 gaan de studenten op stage op een werkplek die aansluit bij de interesses en mogelijkheden van de leerling. Op dit moment is er te weinig wisselwerking tussen de stageplek en school. In zoverre dat er te weinig getoetst of afgevinkt wordt op de stageplek. Alle punten voor praktijk komen van school. In het Leerwerkhuis wordt zoveel mogelijk de werkelijkheid nagebootst. In de verschillende hoeken worden echte materialen gebruikt. Verder staan we op verschillende manieren in dienst van de school waar we realistische opdrachten uitvoeren. Ook de stage wordt teruggekoppeld naar de schoolse situaties. We proberen een stageplaats te regelen die bij de sector- of beroepswens ligt van de leerling. Daardoor ontstaat er vaak een extra motivatie voor de leerling om weer bezig te gaan met school en leren. Op school zijn we in de VIP groep veel met de burgerschapscompetenties bezig zodat ze deze weer toe te kunnen passen binnen de stage. Vragen vanuit het stageadres proberen we binnen de school te realiseren om een duidelijke lijn voor de leerling te krijgen. 5 doelgroepomschrijvingen

6 5. We bieden een uitdagende, stimulerende en relevante leeromgeving. Leeractiviteiten worden aangeboden op verschillende werkplaatsen in school. De leeractiviteiten zijn concreet en kunnen aansluiten bij de interesses en behoeften van de student. De resultaten van de leeractiviteiten worden verwerkt in het portfolio. Via 2 soms 3 dagen stage wordt de leerling in een actuele praktijksituatie geplaatst. Daar leert hij een groot gedeelte van zijn bedrijfscompetenties en sociale competenties. Door leerlingen op stage te sturen in een richting die ze later uit willen, proberen we de belangstelling voor de beroepsrichting te bevorderen De drie dagen stage zijn voor alle leerlingen een uitdaging, stimulans en een ervaring met veel leermomenten. Daarnaast bieden we op school ons onderwijs aan in een ruimte met werkplekken (zie bijlage 4). Waarbinnen de leerlingen thematisch, op hun eigen niveau en tempo, aan zelf gekozen taken aan de slag gaan. De leerling heeft een eigen keuze, wat stimuleert. 6 doelgroepomschrijvingen

7 6. Alle opleidingen zijn flexibel. Er zijn verschillende instroommomenten. Elke student heeft een individueel rooster dat per periode van 9 weken kan worden aangepast naar de leerfase van de student. Ook de stagedagen zijn flexibel te plannen en in te vullen. Leerlingen kunnen tussentijds (dwz in de loop van het schooljaar) instromen, als blijkt dat een regulier programma niet haalbaar is. Ondanks het feit dat we grotendeels afhankelijk zijn van het eindexamenprogramma, proberen we toch zoveel mogelijk breed aan te bieden. Voeding en onderhoud horen niet tot het examenprogramma, ook groene modules zijn gemaakt om leerlingen met interesse daar van dienst te zijn. De avo-vakken worden zoveel als mogelijk op eigen niveau aangeboden. De VIP groep kan een traject zijn variërend van een half,- tot twee jaar. Iemand kan als hij/zij er klaar voor is een overstap doen naar vervolgonderwijs of werk. In leerjaar drie zijn we erg flexibel en proberen we zoveel mogelijk kansen te bieden aan de leerling en als we daarvoor iets anders moeten doen (dan ons programma), dan proberen we dat te doen. Dit geldt zowel voor de taken als voor de stagedagen. In leerjaar vier is dit net zo flexibel als in leerjaar drie, alleen voor die leerlingen die het LWT handel verkoop volgen zijn we gebonden aan het eindexamenprogramma (meer informatie hierover in paragraaf 5). 7 doelgroepomschrijvingen

8 7. Er is een ROC-breed beoordelingsmodel dat gebaseerd is op het beoordelen van aanwezige competenties. Het betreft hier dus geïntegreerde beoordeling van kennis, inzicht, houding en vaardigheden. De beoordeling van de stage is 50% van het eindcijfer. Bovendien wordt het portfolio gebruikt om het leerproces op de verschillende punten aan te geven en duidelijk te maken. Het ROC beoordelingsmodel wordt nog niet gebruikt. Dit onderdeel is er niet. Dit moet zeker nog ontwikkeld worden. In eerste instantie denken we dan aan dit model voor leerlingen die uitvallen in het huidige systeem. Dit onderdeel hebben we niet 8 doelgroepomschrijvingen

9 8. We werken met verschillende rollen van opleiders om optimaal antwoord te geven op de vraag van de student. Elke student heeft een eigen coach. Op de werkplaatsen wordt gewerkt met trainers. Op de stage heeft de student te maken met een praktijkbegeleider. Op school zijn regelmatig workshops over verschillende thema s. Deze worden gegeven door objectieve deskundigen. Nog niet. Er is wel een mentor die extra uren voor de begeleiding krijgt. Omdat we werken met alleen maar LWOO-leerlingen vraagt het welzijn van de leerling met zijn vele verschillende hulpvragen zeer veel rollen van de opleiders. Docent, mentor, vader/moeder, opvoeder, verzorger, etc. We proberen het kernteam Leerwerkhuis zo klein mogelijk te houden. De VIP leerling kent maar zes lesgevers, die elke week alle leerlingen bespreken en op een zelfde manier proberen de leerling te benaderen. De leerling kan dus in principe elke leerkracht aanspreken met zijn/haar vraag of probleem. De leerling heeft wel één schoolbegeleider en één stagebegeleider die elk een aparte taak hebben, m.b.t. deze leerling, en contact onderhouden met de leerling en ouders. In de VIP ruimte is elke lesgever van alle taken op de hoogte en kan deze ook uitleggen aan de leerling wanneer dit nodig is. Maar de belangrijkste taak is het coachend en begeleidend bezig zijn (competentiegericht). 9 doelgroepomschrijvingen