Raadsvoorstel. Gemeente Mook en Middelaar. Samenvatting. Voorstel om te besluiten

Transcriptie

1 Agenda puntnummer Documentnummer Raadsvergadering d.d. : 14 december 2017 Raadscommissie : Commissie Samenleving Commissie d.d. : 28 november 2017 Programma : Sociale en maatschappelijke Dienstverlening Onderwerp : Vangnetuitkering Participatiewet 2017 Portefeuillehouder : Wethouder C.G.P.M. Peters Bijlagen Samenvatting De Participatiewet biedt de mogelijkheid om bij een tekort op het budget, een aanvraag in te dienen voor een Vangnetuitkering (VNU). Er is alleen recht als het tekort meer is dan 5% van de uitkering die wij van het Rijk ontvangen. Om in aanmerking te komen voor een uitkering gelden formele en inhoudelijke eisen die onder andere inhouden dat wij een verklaring geven over de maatregelen die wij hebben getroffen tot reductie van het tekort en dat uw raad daarmee instemt. Met dit voorstel brengen wij uw raad op de hoogte van de ontwikkeling van het budget en de maatregelen die wij hebben getroffen. Daar baseren wij onze verklaring op, mocht een aanvraag aan de orde zijn. Voorstel om te besluiten Kennis te nemen van het feit dat het onzeker is of het budget UPW 2017 met meer dan 5% zal worden overschreden; Kennis te nemen van de maatregelen die wij als college hebben getroffen en nog zullen nemen om de uitgaven terug te brengen; Er mee in te stemmen dat wij u in het vervolg bij de behandeling van de reguliere P&C documenten over dit onderwerp informeren. Pagina 1 van 11

2 Geachte leden van de raad, Inleiding / Aanleiding Wij ontvangen jaarlijks een uitkering van het Rijk op grond van artikel 69 van de Participatiewet. Deze Uitkering Participatiewet (UPW) wordt verleend om de kosten van uitkeringen op grond van de Participatiewetl, de IOAW en de 10AZ2 en de kosten van loonkostensubsidies te bestrijden. Bij overschrijding van het door het Rijk vastgestelde budget bestaat de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen op grond van artikel 74 Participatiewet. Dan dienen wij als gemeente aan de volgende voorwaarden3 te voldoen: Tekorteis: De in aanmerking te nemen netto lasten (betaalde uitkering minus baten) over 2017 zijn meer dan 5% hoger dan de uitkering die wij van het Rijk ontvangen Referte-eis: Het gecumuleerde tekort over 2016 en 2017 samen bedraagt meer van 5% van de definitief over 2017 toegekende uitkering op grond van artikel 69 Participatiewet Wij moeten uiterlijk op 15 augustus 2018 op voorgeschreven wijze digitaal een aanvraag indienen bij de Toetsingscommissie vangnet Participatiewet met behulp van het model aanvraagformulier Wij moeten bij de aanvraag, met instemming van uw raad, een verklaring afgeven dat wij maatregelen hebben getroffen om het tekort terug te brengen. In dit raadsvoorstel gaan wij op deze voorwaarden in en geven wij bij ieder onderdeel een toelichting. Probleemstelling / centrale vraag (wat willen we bereiken) Met dit raadsvoorstel informeren wij u over de ontwikkeling van het budget Participatiewet, bieden wij u een globale analyse van het bestand en geven wij u informatie over de maatregelen die wij hebben getroffen om tot tekortreductie te komen. Oplossingsrichtingen Uitgaven In onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de uitgaven en baten van de afgelopen jaren en van de ro nose voor Jaar Uitgaven Baten Resultaat (lasten minus baten) Rijksbudget Tekort Aanvulling VNU Toelichting bij tabel: De cijfers over 2017 zijn gebaseerd op een prognose, met uitzondering van het rijksbudget. 1 Inclusief algemene bijstand aan startende zelfstandigen 2 IOAW: wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers IOAZ: wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. 3 Artikel 10 en 10a Besluit Participatiewet Pagina 2 van 11

3 ,%sis,"""t(y 4 po Aanvraag 2015 en 2016 De aanvraag 2015 om een VNU is (ook na bezwaar) afgewezen. Bij toekenning zou de uitkering zijn geweest. Voor het jaar 2016 hebben wij een aanvraag om een vangnetuitkering ingediend bij de Toetsingscommissie vangnet Participatiewet (TvP). Inmiddels heeft de TvP een positief advies uitgebracht aan de Minister om aan onze gemeente een bedrag van uit te keren. Eigen risico Een tekort van 5% of minder wordt niet gecompenseerd en dit blijft volledig voor rekening van onze gemeente. Voor zover het tekort meer bedraagt dan 5% maar minder dan 12,5% wordt een compensatie gegeven van 50%. De andere 50% blijft dus ook voor rekening van onze gemeente. Voor zover het tekort 12,5% of meer bedraagt wordt een volledige compensatie gegeven. Tekort-eis Om een indicatie te geven over de tekort-eis hebben we een prognose gemaakt op basis van boekingen tot en met periode 9 (inclusief vakantie-uitkering). Dat komt uit op Op deze uitgaven dienen wij de baten in mindering te brengen. Deze zijn geraamd op Per saldo komt dit op (Resultaat). Het verschil tussen de resultaatprognose en het definitieve rijksbudget á is Dat is minder dan 5% van het budget en daarmee zou niet worden voldaan een de tekort-eis. Maar zoals gezegd, het betreft een prognose. De precieze berekening van het tekort kan pas na afloop van het jaar worden gemaakt. Uiteraard wordt de aanvraag gebaseerd op werkelijke (realisatie) cijfers zoals die worden opgenomen in de bijlage voor specifieke uitkeringen (Sisa-bijlage) bij de jaarrekening. Referte-eis Het gecumuleerde tekort over 2016 en 2017 moet meer bedragen dan 5% van het rijksbudget over Het tekort over 2016 is en het tekort over 2017 is volgens prognose 9.031, dus bij elkaar een bedrag van Het budget voor 2017 is Daarvan 5% geeft een bedrag van Het geprognosticeerde cumulatief tekort over 2016 en 2017 is hoger dan 5% van het rijksbudget voor Daarmee zouden wij aan deze referte-eis voldoen. Hoogte Op basis van het voorgaande zouden wij niet in aanmerking kunnen komen voor een vangnetuitkering over 2017, maar zoals gezegd, de werkelijke berekening wordt gebaseerd op de definitieve jaarcijfers. Pagina 3 van 11

4 - / ios, 0"11ts-- 4 p4 Globale analyse mogelijke oorzaak en omvang van het tekort Landelijk Uit gegevens van het CBS blijkt dat de totale werkloosheid is gedaald. Die daling is mede af te lezen aan het aantal uitkeringen. Uit de gegevens van het CBS blijkt dat het aantal WW-uitkeringen de afgelopen maanden inderdaad is gedaald. Maar dat het aantal bijstandsuitkeringen en het aantal IOAW/Z uitkeringen in diezelfde periode aanvankelijk is toegenomen. Pas vanaf mei zet een lichte daling in en dat alleen bij bijstand. De verbetering van de arbeidsmarkt komt met enige vertraging ten goede van de populatie bijstand en IOAW/Z. En dat merken wij in ons uitkeringsbestand. WW Bijstand IOAW IOAZ Totaal Bijstand c. a januari 418,7 401,2 23,6 1,8 426, februari 415,8 403,3 23,9 1,9 429, maart 414,8 404,8 24,1 1,9 430, april 401,5 406,0 24,4 1,9 432, mei 385,6 405,0 24,2 1,9 431, juni 372,2 404,0 24,4 1,9 430,3 Aantal x 1000 Bron: website CBS, Sociale zekerheid; kerncijfers, uitkeringen naar uitkeringssoort Wij verwachten in de loop van de komende jaren een blijvende instroom als gevolg van na-effecten van de economische crisis, toename van loonkostensubsidies als gevolg van de nieuwe doelgroep die onder de Participatiewet valt (personen die voor een Wajonguitkering zouden krijgen), de taakstelling voor de huisvesting van statushouders en het feit dat WW-rechten korter zijn en eerder bijstand zal worden gevraagd. Verder zal een groep oudere werklozen de maximale termijn van de WW bereiken. Deze personen komen daarna veelal in aanmerking voor een uitkering IOAW. Naast de verhoogde instroom speelt ook het opschuiven van de pensioengerechtigde leeftijd een rol. Als gevolg daarvan krijgen personen later hun pensioen en zijn zij langer op bijstand/uitkering aangewezen. Uitkeringsbestand Het tekort hangt samen met de samenstelling van ons uitkeringsbestand. Wij hebben een globale analyse uitgevoerd op ons uitkeringsbestand per 1 juli 2017 op basis van leeftijd, in- en uitstroom en verblijfsduur. Pagina 4 van 11

5 Leeftijd Leeftijd Aantal 2017 % 2017 <27 jaar 12 9,30% jaar 10 7,75% jaar 24 18,60% jaar 28 21,71% jaar 35 27,13% >60 jaar 20 15,50% Uit de analyse op basis van leeftijd komt naar voren dat een relatief kleine groep van 9,30% jonger is dan 27 jaar. Veel van deze jongeren hebben gedurende een korte periode een uitkering. Ook de groep tot 30 jaar is nog relatief klein met in totaal 17,05%. Voor beide groepen geldt dat zij relatief snel werk kunnen vinden of na een paar maanden weer gaan studeren. Daar tegenover staat een relatief grote groep personen van 50 jaar en ouder. Ondanks dat de economie aantrekt, zijn hun kansen op werk alleen al vanwege hun leeftijd geringer. Het gaat in totaal om een groep van 55 personen (42,63%). In- en uitstroom tot Omschrijving Instroom Uitstroom Saldo loaw/z Bbz startend levensonderhoud Bbz gevestigde levensonderhoud Basis personen 21 pensioen Basis personen < Saldo Het blijkt dat wij per saldo over het eerste halfjaar 2017 een afname hebben van 3 personen. Het grootste aantal mutaties is te zien bij de groep van 21 jaar tot pensioenleeftijd. Verder valt de afname IOAW/Z op met een saldo van -2; dit in tegenstelling tot de landelijke ontwikkeling die een stijging laat zien. Bij IOAW/Z betreft het in alle gevallen oudere werkzoekenden die alleen al vanwege hun leeftijd een geringe kans op arbeid hebben. De kans dat zij lange tijd een uitkering gaan ontvangen is daardoor groot. Mutaties worden gewoonlijk vooral veroorzaakt door verhuizing, bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of overlijden, maar in de eerste maanden hebben toch enkele IOAW-ers werk aanvaard. Pagina 5 van 11

6 Verblijfsduur < k 60 maanden maanden maanden maanden maanden maanden De verblijfsduur in uitkering heeft invloed op de kans op werk en visa versa. Mensen met een recent actief CV zijn kansrijker op de arbeidsmarkt dan mensen die lange tijd uitkering hebben ontvangen. De analyse laat zien dat wij een bestand kennen met mensen die al lange tijd een uitkering ontvangen. 104 personen hebben een lange afstand (12 maanden of langer) tot de arbeidsmarkt. Daarvan ontvangen 63 personen langer dan 3 jaar een uitkering. Dat is ruim de helft van de populatie. Overige aspecten Om aan de voorwaarden te voldoen volstaat een globale analyse. Om het beeld voor u iets completer te maken vermelden wij hierna nog enkele kenmerken van ons uitkeringsbestand. 30 personen hebben om uiteenlopende redenen een ontheffing van de arbeidsverplichtingen, onder andere vanwege fysieke beperkingen of psychische problemen; 49 personen zijn van niet westers allochtone afkomst. Een persoon die een van de kenmerken vertoont, heeft al een lagere kans op arbeidsinschakeling. Een combinatie van kenmerken is extra ongunstig voor de kans op arbeidsinschakeling. Verwachting voor 2018 en verder Wij zijn niet optimistisch over de ontwikkeling van ons uitkeringsbestand in de komende jaren. Wij moeten, ondanks de maatregelen die wij treffen, voor 2018 en 2019 rekening houden met een tekort op het Budget UPW. Het is de vraag of dat tekort hoger zal zijn dan 5% omdat wij enige compensatie ontvangen voor de statushouders, maar dat betekent wel dat wij ieder jaar (een deel van) het eigen risico voor onze rekening moeten nemen. Welke maatregelen zijn getroffen? Ons college dient aan te tonen dat er in- en externe maatregelen zijn getroffen om de instroom te beperken en de uitstroom te bevorderen. Pagina 6 van 11

7 Instroombeperking Wij treffen al sinds jaren maatregelen om de instroom in de bijstand /uitkering te beperken. Deze beschrijven wij hierna in het kort. Wij voeren deze activiteiten al uit en zetten deze activiteiten uiteraard voort om instroom te beperken. Melding, intake en onderzoek Een kandidaat die zich meldt voor een uitkering, wordt direct aangemeld bij het WerkBedrijf om zijn kans op werk te bepalen. Het WerkBedrijf start dan met bemiddeling naar werk. Dat houdt in dat het WerkBedrijf bemiddelt naar algemeen geaccepteerde arbeid, dus niet alleen naar arbeid in het wensberoep. Als blijkt dat de aanvrager geen of een laag inkomen heeft, dan volgt een uitkeringsintake en daarna een onderzoek. Daarbij wordt allereerst onderzocht of de kandidaat überhaupt wel recht op bijstand/uitkering heeft. In ieder geval wordt gekeken naar voorliggende voorzieningen, inkomen en vermogen. Verder wordt onderzoek gedaan naar woonplaats, woonsituatie en gezinssamenstelling. Bij dit onderzoek hanteren wij de beginselen van hoogwaardige handhaving (voorlichting, onderzoek en controle, vroegtijdige detectie, terugvordering, sanctioneren) waarbij we regelmatig de sociale recherche inschakelen. In dat verband hebben wij ook twee ambtenaren aangewezen als toezichthouder. Daarmee krijgen zij meer bevoegdheden om onderzoek te doen en daarmee de handhaving te versterken. Het blijkt dat deze onderzoeken correct worden uitgevoerd. Uit Interne Controle en accountantscontrole zijn de laatste jaren geen onrechtmatigheden ( te veel of ten onrechte verstrekte uitkering) gebleken. Jongeren tot 27 jaar Jongeren moeten op grond van de Participatiewet actief op zoek naar werk of opleiding. In de eerste vier weken na de melding (zoekperiode) mag de jongere geen uitkering aanvragen. Jongeren die geen onderwijs volgen, hebben in principe geen recht op bijstand. Zij moeten zo snel mogelijke (weer) met een opleiding of onderwijs starten zodat zij recht hebben op studiefinanciering. Dat geldt vooral voor jongeren die geen startkwalificatie hebben (startkwalificatie is minimaal mbo-niveau 2 opleiding of en havodiploma). Van jongeren die al wel een startkwalificatie hebben behaald, wordt verwacht dat ze gaan werken of via een opleiding de kans op werk vergroten. Jongeren worden geholpen door het Jongerenteam, een gespecialiseerd team van het WerkBedrijf. Uit de kwartaalverslagen van het WerkBedrijf blijkt dat het Jongerenteam goede resultaten bereikt en veel instroom tegen houdt. Uit het tweede kwartaalrapport 2017 blijkt dat over het eerste halfjaar 2017 voor de gehele regio 238 jongeren geplaatst zijn op een dienstverband met betaald werk. Verminderen doorstroom VVW naar bijstand UVVV en WerkBedrijf hebben afspraken om de doorstroom vanuit de WW naar de bijstand te verlagen. Voor de groep die dreigt door te stromen naar de bijstand hebben WerkBedrijf en UVVV een nieuwe aanpak opgezet. De groep personen die nog 3-4 maanden WW ontvangen wordt uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst. Afdeling Inkomen van de gemeenten in onze regio, UVVV en WerkBedrijf verzorgen deze bijeenkomsten gezamenlijk. Zij informeren de deelnemers over de toetredingseisen voor bijstand (inkomen- én vermogenstoets), de verplichtingen in de bijstand (o.a. accepteren alle algemeen aanvaarde arbeid) en de deelnemers worden nog eens gewezen op de mogelijkheden om in de laatste maanden uit te stromen. Pagina 7 van 11

8 Uitstroom bevorderen Net als bij het beperken van instroom, treffen wij al jaren maatregelen om de uitstroom te bevorderen. Deze beschrijven wij hierna in het kort. Wij zetten deze activiteiten uiteraard voort. Daarnaast zijn er maatregelen die wij in 2017 hebben getroffen. Ook die beschrijven wij hierna. WerkBedrijf Alle cliënten die in staat zijn om te werken hebben wij aangemeld bij het WerkBedrijf. Het WerkBedrijf begeleidt en ondersteunt de kandidaten op weg naar werk. Is een kandidaat niet (geheel) werkfit, dan biedt het WerkBedrijf extra ondersteuning of de kandidaat gaat een opleiding of training volgen. De resultaten van het WerkBedrijf over 2017 zijn goed en boven taakstelling. Uit de 2e kwartaalrapportage blijkt dat het WerkBedrijf totaal 812 (vol- en deeltijd) plaatsingen heeft gerealiseerd. Dat heeft voor 587 personen geleid tot volledige uitstroom uit de bijstand. Voor onze gemeente waren dat tot en met het 2e kwartaal 14 personen. Beleidsregel inkomstenvrijlating Wij hebben in april 2016 de beleidsregel inkomstenvrijlating vastgesteld. Het hebben van arbeid en een eigen inkomen is van zeer groot belang voor de maatschappelijke participatie. Daarbij is het tijdelijk gedeeltelijk vrijlaten van inkomen een goede prikkel om cliënten te stimuleren (in deeltijd) te gaan werken en dat verhoogt de kans op uitstroom door arbeidsinschakeling. Maatwerkbudget Het aanwenden van het maatwerkbudget houdt verband met de beleidsregel inkomstenvrijlating en met de komst van statushouders in onze gemeente. Voor 2017 hebben wij met het WerkBedrijf een overeenkomst gesloten om het maatwerkbudget in te zetten voor de volgende projecten: P-I N K Werkpunt Trajecten statushouders P-INK Bij het P-INK (Parttime inkomsten) project worden kandidaten extra ondersteund om hun deeltijd arbeid uit te breiden. Tevens wordt de werkgever benaderd om mee te werken aan uitbreiding van uren. Een hoger inkomen geeft direct al een lagere uitkering. Nog beter is het als het inkomen hoger wordt dan het bedrag van de bijstandsnorm / uitkeringsgrondslag, want dan kan de uitkering worden beëindigd en dat is uiteindelijk de bedoeling. Statushouders Wij hebben in 2016 een groot aantal statushouders gehuisvest; meer dan de taakstelling. De kosten worden (deels) gecompenseerd door een hoger budget UPW in De verhoogde toestroom van vluchtelingen heeft uiteraard gevolgen voor ons uitkeringsbestand. Naast het huisvesten van deze mensen hebben wij de taak er voor te zorgen dat zij mee gaan doen aan onze maatschappij, de taal leren, onze cultuur leren kennen en gaan werken. De Stichting Vluchtelingenhulp Mook (VHM) biedt hulp en ondersteuning aan de statushouders om de integratie en participatie mogelijk te maken. Binnen de VHM is een coördinator participatie aangewezen die zich speciaal bezig houdt met het vinden van stageplaatsen of leerwerkplekken voor mensen die nog niet werkfit zijn en die nog geen traject kunnen volgen bij het WerkBedrijf. Pagina 8 van 11

9 i\-rn Raadsvoorstel /NI,A,1400/ t/ i ' ) Daarnaast maken wij gebruik een gespecialiseerde re-integratieconsulent, in aanvulling op de diensten van het WerkBedrijf en VHM, om de re-integratie en (arbeids)participatie van statushouders te realiseren. Bij het WerkBedrijf is een afzonderlijk team actief dat zich toelegt op de toeleiding van statushouders naar de arbeidsmarkt. Eind 2e kwartaal 2017 hebben wij 10 statushouders in traject geplaatst bij het WerkBedrijf. Verder werken wij samen in de regio Rijk van Nijmegen. Daartoe is het Regionaal overleg statushouders ingesteld en er is een projectleider aangewezen om de activiteiten gericht op scholing, participatie en re-integratie te stimuleren, te coördineren, maar vooral te versnellen. Al deze maatregelen moeten leiden tot een snellere integratie en participatie van de statushouders. Werkpunt Het Werkpunt is een samenwerkingsproject van onze gemeente met de gemeente Heumen, waarbij een specifieke groepsgerichte methode wordt toegepast. Het Werkpunt richt zich op nieuwe instroom en op werkzoekenden die al een bijstandsuitkering hebben. Kandidaten werken in Werkpunt samen in een groep van 12 tot 15 kandidaten. Onder begeleiding van consulenten van WerkBedrijf gaat de deelnemer binnen de groep actief werk zoeken. Het traject duurt maximaal twaalf weken. Van de deelnemers tot nu toe vond 40% betaald werk (hierin zijn de kandidaten die tussentijds uitvielen meegenomen). Redenen voor tussentijdse uitval zijn bijvoorbeeld: psychische problemen, zwangerschap, of statushouders die de taal onvoldoende beheersen. Deelnemers die na dit traject nog geen werk hadden gevonden zijn overgedragen aan het WerkBedrijf voor een vervolgtraject binnen de basisdienstverlening. Gezien de goede resultaten willen we dit project in 2018 voortzetten. Effect maatregelen Er zijn diverse redenen waarom een uitkering wordt beëindigd. Eerder noemden we al verhuizing, overlijden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Uiteraard vormt ook werkaanvaarding een reden, naast het hervatten van studie. Het precieze effect van de getroffen maatregelen op deze beëindigingen is moeilijk te meten. De gemiddelde uitkeringslast voor een alleenstaande is en voor gehuwden is dat bruto per jaar. Voor een prognose nemen we aan dat 5 alleenstaanden uit zullen stromen en 2 paren gehuwden. Als we dan aannemen dat de besparingsperiode 8 maanden is, dan komen we op een prognose van een gemiddelde reductie op de uitkeringslasten van ± per jaar. Echter gezien ons geringe bestand, kunnen enkele afwijkingen al tot een heel andere bedrag leiden, zowel in ons voor- als in ons nadeel. Externe maatregelen De eisen om voor een vangnetruitkering in aanmerking te komen nemen toe als over meerdere jaren om een uitkering wordt gevraagd. Het treffen van interne maatregelen volstaat dan niet meer. Wij moeten ook externe maatregelen treffen. De samenwerking met andere gemeenten in de MGR i.c. het WerkBedrijf wordt niet zondermeer als een externe maatregel aangemerkt; althans daarover bestond in onze regio twijfel. Wij hebben daarom samen met de gemeente Nijmegen het initiatief genomen om in onze regio een Kenniskring Participatiewet Inkomen regio Nijmegen (KPWIN) op te zetten. Binnen deze kenniskring wisselen gemeenten kennis en ervaringen uit over maatregelen die zij treffen om de bijstandsuitgaven te reduceren. In oktober vond een eerste bijeenkomst van de KPWIN plaats en dit krijgt een vervolg eind 2017 en loopt door in Eerste aanbevelingen hebben betrekking op het vergroten van inzicht in Pagina 9 van 11

10 /% ",,/"." de samenstelling van het bestand en inzet van sociale recherche bij intakegesprekken. In volgende bijeenkomsten worden deze aanbevelingen uitgewerkt om tot concrete maatregelen te komen. Rol gemeenteraad Het is onze taak om de aanvraag te doen. Deze dient echter gepaard te gaan met de instemming van uw raad. De verklaring van uw raad heeft uitsluitend betrekking op de juistheid van de verklaring die wij als college geven bij het indienen van de aanvraag. Uw instemming heeft dus geen betrekking op het inhoudelijk oordeel dat uw raad eventueel over de getroffen maatregel heeft uitgesproken. Het aanvraagformulier biedt overigens wel ruimte om de opvatting van uw raad of raadscommissie op te nemen. Indien wij tot de conclusie komen dat een aanvraag aan de orde is, dan zullen wij uw raad daar uiteraard tijdig bij betrekken. Afweging en conclusie (wat gaan we daarvoor doen) Het is nog maar de vraag of het tekort op de UPW over 2017 meer dan 5% zal zijn van de uitkering die wij van het Rijk ontvangen. Wij houden dit uiteraard nauwlettend in de gaten en wij zullen u daarover uiteraard informeren. Mocht dat inderdaad zo zijn, dan zorgen wij ervoor dat wij uiterlijk op 15 augustus 2018 op voorgeschreven wijze digitaal een aanvraag indienen bij de Toetsingscommissie vangnet Participatiewet. Gezien het voorgaande concluderen wij dat wij aan alle eisen voor een vangnetuitkering (kunnen) voldoen. Juridische aspecten Artikel 69 PW bevat de bepalingen over het verstrekken van een uitkering door het Rijk aan ons college. De Toetsingscommissie vangnet participatie is ingesteld op grond van artikel 73 PW. De basis voor het aanvragen van een vangnetuitkering ligt in artikel 74 PW. Daarin zijn ook enkele procedurele regels vervat, de mogelijkheid voorwaarden aan de vangnetuitkering te stellen, de bevoegdheid van de minister om een vangnetuitkering te verminderen, in te trekking of te weigeren, en enkele delegatiebepalingen. Daarnaast is paragraaf 3 van het Besluit Participatiewet van belang. Dit besluit bevat o.a. bepalingen over de samenstelling van de Toetsingscommissie, toekenningsvoorwaarden, de hoogte van de vangnetuitkering, het eigen risico, beoordelingsaspecten toetsingscommissie, grond tot afwijzing bij ministeriele aanwijzing en overgangsrecht. De artikelen 5 en 15 van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ bevatten bepalingen over de betaling, de aanvraagtermijn, over te leggen documenten, de wijze van indiening van een aanvraag en de adviestermijn van de toetsingscommissie. Juridische toets leidt tot de conclusie dat wij aan alle voorwaarden (kunnen) voldoen en dat er geen juridische belemmeringen zijn om voor een uitkering in aanmerking te komen. Pagina 10 van 11

11 Uitvoering / Planning / Communicatie Uw besluit en/of uw reactie zullen wij gebruiken bij het indienen van een eventuele aanvraag om een vangnetuitkering over het jaar Daarvoor is ook de Sisa-bijlage bij de jaarrekening 2017 nodig. Wij kunnen pas een aanvraag indienen als deze Sisa-bijlage samen met de jaarrekening door uw raad is vastgesteld. Na deze vaststelling zullen wij er voor zorgen dat wij de aanvraag tijdig en op de juiste wijze indienen en uw raad daarbij betrekken. Wij hebben u nu met een afzonderlijk raadsvoorstel geïnformeerd over de Vangnetuitkering Participatiewet. Wij menen dat dit voor de komende jaren niet wenselijk of noodzakelijk is en dat wij u dit beter in een breder perspectief kunnen presenteren. Daarom stellen wij voor dit te verwerken in de documenten van de reguliere P&C cyclus. Wij menen dat wij u daarmee tijdig, volledig en juist op de hoogte kunnen stellen van de ontwikkelingen rondom dit onderwerp. Mook, 14 november 2017 Het college van burgemester en wethouders van Mook en iddelaar, e secretaris, Smits - de Kinkelder e bur mr. drs. ster, Gradisen Pagina 11 van 11

12