Nalatenschap 2004 /2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nalatenschap 2004 /2013"

Transcriptie

1 Nalatenschap 2004 /2013

2

3 Nalatenschap uit negen jaar advisering Ervaringen, observaties, visie, toegevoegde waarde, gemiste kansen

4 Situatie: 19 april Minister Karla Peijs installeert de Commissie Tunnelveiligheid. Van links naar rechts: Karolijn van Ginneken, Rob Houben, Frans Greven, Inge van Berkel, Wim Janssen, Karla Peijs, Arie-Jan Arbouw, Pieter van der Torn, Jan Bart Mandos, Hans Broekhuizen, Pien Balk de Wit, Jan Stuifmeel, Henk Oud en Arie Bras.

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Samenvatting 5 Voorwoord 7 1 Totstandkoming van de WARVW en de CTV in Aanleiding voor WARVW Aanleiding aandacht voor spoortunnels (heavy rail) Aanleiding aandacht voor metro- en tramtunnels (light rail) Wet- en regelgeving en overig beleid Ambitie veiligheidsniveau WARVW Oprichting Commissie Tunnelveiligheid 11 2 Profiel CTV 2.1 Wettelijke taken Taakopvatting Bemensing Adviezenstatistieken 15 3 Observaties, ervaringen en visie CTV tijdens bestaansperiode 3.1 Kwaliteit wet- en regelgeving en instrumentarium wegtunnels Autonome ontwikkelingen wegtunnels Voortschrijdend inzicht Verhouding tussen veiligheid en kosten Europese en Nederlandse eisen specifiek spoortunnelveiligheid 32 (heavy rail) 3.6 Wet- en regelgeving specifiek metro en tram Ontwikkelingen railtunnelveiligheid (heavy en light rail) 35 4 Terugblik op bestaansperiode CTV 4.1 Toegevoegde waarde CTV Beoordeling door anderen Gemiste kansen volgens CTV 41 5 Totstandkoming wijziging WARVW en opheffing CTV 5.1 Problemen tunnelprojecten Evaluatie WARVW 44 6 Visie CTV op toekomstige periode met gewijzigde WARVW 6.1 Vergelijking gewijzigde WARVW met WARVW uit Landelijke TunnelStandaard voor rijkstunnels Beperktere rol scenarioanalyse Opheffing CTV Overige kwesties 55

6 Situatie: De Commissie tijdens een heidag, 2 november Staand van links naar rechts: Jan Stuifmeel, Frans Greven, Jan van Belzen, Brigitte Schulte Cats, Pien Balk de Wit, Karolijn van Ginneken, Rob Houben, Arie-Jan Arbouw, Wim Janssen, Inge van Berkel en Pieter van der Torn. Zittend van links naar rechts: Arie Bras, Hans Broekhuizen en Henk Oud.

7 Samenvatting Op grond van de Wet Aanvullende Regels Veiligheid Wegtunnels (WARVW) van 2006 heeft de Commissie Tunnelveiligheid 62 adviezen gegeven over de bouw en verbouw van wegtunnels met een lengte van meer dan 250 meter en metro/tramtunnels en spoortunnels. Tunnelbeheerders waren verplicht advies te vragen voor het ruimtelijk besluit en de omgevingsvergunning. De Commissie is opgericht tegen een achtergrond van veel voorkomende tegenstellingen tussen tunnelbouwers en omgevingspartijen. Het doel was het waarborgen van tijdige betrokkenheid van alle belangen en tegengaan van een polarisatie van standpunten. Dit zou gebeuren door de bundeling en ter beschikking stelling van onafhankelijke deskundigheid en bestaande kennis. In de advisering golden als beoordelingscriteria de wet- en regelgeving en de onderliggende beleidsuitgangspunten. Aanvullend gebruikte de Commissie ook de expertise van haar leden voor het geven van adviezen. De scheidslijn tussen harde criteria en adviezen was niet op alle punten even scherp te leggen. Op basis van nationale en internationale ontwikkelingen hanteerde de Commissie tenslotte het beginsel van een beheerste vooruitgang. De kwaliteit van de wet- en regelgeving en het bijbehorende instrumentarium heeft tijdens de bestaansperiode van de Commissie zowel grote pluspunten als zware minpunten laten zien. Tijdens het bestaan van de Commissie hebben zich vele ontwikkelingen voorgedaan, zoals steeds complexere tunnelsystemen, nieuwe contractvormen, files in tunnels en automatische blussystemen. De respons van het veld op deze ontwikkelingen laat op punten zeer te wensen over. In onder andere het veiligheidstoezicht, de handhaving, het leren van incidenten, de volledigheid van tunnelveiligheidsdossiers en de aannamen over menselijk gedrag door ontwerpers heeft de Commissie ernstige gebreken geconstateerd. Vanuit haar observaties stelt de Commissie dat het tunnelveiligheidsniveau in de werkelijkheid niet zo hoog is als dat het op papier geregeld lijkt te zijn. In de veiligheidsdialogen van de Commissie met de projecten en soms ook de hulpdiensten zijn allerlei verbeteringen tot stand gebracht, in de ontwerpen, de veiligheidsvoorzieningen, de documentatie en de vervoersbelasting. De Commissie heeft de indruk dat zij vooral voor de gemeentelijke en provinciale tunnelprojecten een toegevoegde waarde heeft gehad. Uit een evaluatie-onderzoek in opdracht van de Commissie naar haar eigen functioneren is een gedifferentieerd beeld naar voren gekomen van bijvoorbeeld een onbetwiste deskundigheid tot te ruim interpreteerbare adviezen. Als grootste gemiste kans beschouwt de Commissie zelf het te weinig opbouwen van een centrale positie in het veld. De komst van de nieuwe wet heeft bepaalde problemen opgelost en andere niet. Bovendien zijn er nieuwe problemen gecreëerd. In elk geval heeft de Commissie Tunnelveiligheid opgehouden te bestaan. Daarmee is een einde gekomen aan een periode van negen jaar advisering. 5

8 Situatie: De Commissie tijdens een heidag, 26 april Staand van links naar rechts: Jan Stuifmeel, Arie Bras, Rob Houben (achtergrond), Pien Balk - de Wit (voorgrond), Frans Greven (achtergrond), Brigitte Schulte Cats (voorgrond), Pieter van der Torn (achtergrond), Inge van Berkel (voorgrond), Wim Janssen, Jan van Belzen, Karla Peijs en Hans Broekhuizen. Knielend van links naar rechts: Arthur Tameling, Arie-Jan Arbouw en Henk Oud. 6

9 Voorwoord De Commissie Tunnelveiligheid heeft sinds 2004, waarvan de eerste twee jaar als Expertmeeting, ruim 60 adviezen verstrekt over meer dan 30 weg- en spoortunnels en de metrosystemen van Amsterdam en Rotterdam. In dit document geeft de Commissie een overzicht van haar bevindingen. De synthese van deze bevindingen vormde de basis voor het exit-gesprek met de Minister van Infrastructuur en Milieu op 12 september Verder wil de Commissie via dit document haar kennis en ervaring delen met alle partijen die bij tunnelveiligheid betrokken zijn. Citeren uit dit document, mits met bronvermelding, is toegestaan en wordt aangemoedigd. 7

10 Situatie: De Commissie op de trappen van het centraal station in Antwerpen tijdens een heidag, 2 april Van links naar rechts: Wim Janssen, Arie Bras (achtergrond), Frans Greven (voorgrond), een gids, Pien Balk de Wit (achtergrond), Pieter van der Torn (voorgrond), Mark Wijnands (geheel achtergrond), Henk Oud (midden-achtergrond), Brigitte Schulte Cats (voorgrond), Inge van Berkel, Rob Houben, Hans Broekhuizen (achtergrond), Jan van Belzen (voorgrond) en Arthur Tameling (achtergrond). 8

11 1 Totstandkoming van de WARVW en de CTV in Aanleiding voor WARVW Volgens de Beleidsnota Tunnelveiligheid, deel A: Proceseisen uit 2003 is de aandacht voor tunnelveiligheid in het afgelopen decennium op de hieronder genoemde ontwikkelingen terug te voeren Dichtere bebouwing in Nederland Door de steeds dichtere bebouwing in Nederland werden ingewikkeldere overkappingen en steeds langere tunnels gebouwd. De bestaande veiligheidsrichtlijnen en procedures voldeden niet meer en het bereiken van een voor alle partijen aanvaardbaar veiligheidsniveau werd steeds lastiger. Om dit probleem op te lossen is de Rijksoverheid in 1999 gestart met het project Maatschappelijk aanvaardbaar veiligheidsniveau voor infrastructuur en transport (MAVIT), met als eerste toepassingsgebied de tunnels. Dit project heeft zich vooral gericht op verbetering van de inbreng van veiligheid in de besluitvorming en realisatie van een eenduidig afwegingskader voor maatregelen Algemene aanscherping Nederlands veiligheidsbeleid De Vuurwerkramp in Enschede en de Nieuwjaarsbrand in Volendam hebben geleid tot een roep om betere regelgeving, betere handhaving en toezicht en expliciete(re) vastlegging van rollen en verantwoordelijkheden. De Rijksoverheid wilde een samenhangend maatregelenpakket voor het voorkomen van ongevallen en voor het operationeel optreden bij calamiteiten. Het zwaartepunt van de aandacht kwam te liggen bij de gevolgen van een ongeval en minder bij de kans op die gebeurtenis Ernstige ongevallen in Europese tunnels; Europese richtlijn Rond de eeuwwisseling hebben branden in Alpentunnels ernstige ongevallen veroorzaakt. In maart 1999 ontaardde een brand in de laadbak van een vrachtauto tot een drama in de Fréjus-tunnel onder de Mont Blanc op de grens tussen Frankrijk en Italië. Met name door verstikking kwamen 39 mensen om het leven. Een van de conclusies was dat de Franse en Italiaanse beheerders niet goed met elkaar konden communiceren, onder andere door de taalbarrière. Amper twee maanden later, in mei, vond een frontale botsing met een vrachtauto plaats in de Tauerntunnel in Oostenrijk. Daarbij waren twaalf dodelijke slachtoffers te betreuren, waarvan acht direct als gevolg van de aanrijding. De tunnel was op het moment van het incident in onderhoud. In oktober 2001 was er in de Gotthardtunnel in Zwitserland een frontale botsing tussen twee vrachtauto s. Elf mensen kwamen om het leven. (Al deze tunnels waren tunnels met tweerichtingsverkeer). Bij deze tunnels zijn, na de incidenten, diverse veiligheidmaatregelen doorgevoerd, zoals een minimale afstand tussen voertuigen door dosering van vrachtverkeer en diverse vlucht- en communicatievoorzieningen. 9

12 Vanuit de gedachte dat een incident met brand in elke tunnel tot een ramp kan leiden, roerde ook Brussel zich. Voor lidstaten van de Europese unie werden afspraken gemaakt over een minimaal veiligheidsniveau in wegtunnels die tot het trans-europese wegennet ( TEN ) behoren. De afspraken werden vastgelegd in de EU Richtlijn 2004/54/EG. De regelgeving bevat organisatorische en technische maatregelen en is vanaf 2004 van kracht. 1.2 Aanleiding aandacht voor spoortunnels (heavy rail) Aanvullend op de hierboven beschreven aanleidingen voor invoering van de WARVW waren er aanleidingen specifiek voor de veiligheid van spoortunnels Ernstige ongevallen in Europese tunnels inclusief Kaprun De aandacht voor railtunnelveiligheid is, net als voor de wegtunnels, gebaseerd op de maatschappelijke ongerustheid die na de Alpentunnelbranden ontstaan is. Daartoe behoorde ook het incident met de kabeltrein in Kaprun in 2000, een skilift in de vorm van een treintje, waarbij 155 slachtoffers vielen HSL-Zuid en Betuweroute Tegen de achtergrond van de Europese calamiteiten ging er ook in Nederland veel aandacht naar de tunnelveiligheid bij de twee grote infrastructurele spoorprojecten van dat moment, de HSL-Zuid en de Betuweroute. Beide spoorlijnen hebben meerdere tunnels. Tegengestelde belangen tussen bouwer en diverse omgevingspartijen kwamen aan de oppervlakte. Landelijk werd in 2004 op initiatief van de acht betrokken regionale brandweercommandanten het Project Railplan gelanceerd. Dit project strekte tot doel de hulpverleningsdiensten voor te bereiden op de ingebruikname van de HSL-Zuid en de Betuweroute. Het project leverde afspraken met de toenmalige Minister van Verkeer en Waterstaat en ProRail op. Het gedachtengoed van Railplan is overgegaan in het Platform Transportveiligheid, dat ervaringen van samenwerkende gemeenten en veiligheidsregio's bundelt en uitdraagt. In juli 2009 kreeg spoortunnelveiligheid opnieuw veel aandacht, toen in de Schipholtunnel brand uitbrak. Er volgden kritische rapporten van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid en de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) met aanbevelingen over organisatie, procedures en incidentafhandeling. Een van de belangrijke aandachtspunten daarbij is de zelfredzaamheid van de treinreiziger. 1.3 Aanleiding aandacht voor metro- en tramtunnels (light rail) Voor metro s en trams is geen Europese wetgeving beschikbaar. In Nederland bestaan regelingen voor metro en tram, waarbij het Metroreglement (1966) enkele basisregels op het gebied van tunnelveiligheid bevat. Daarnaast is er via het Bouwbesluit en vroeger ook via het Gebruiksbesluit wetgeving die ook voor metro- en tramtunnels (inclusief stations) geldt. In het verlengde van de aanscherping van de veiligheidseisen voor weg- en spoortunnels heeft het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat in 2005 onderzoek laten uitvoeren naar de consequentie van brand in metrostations. Dit leidde in 2006 tot het zogenaamde BOM-rapport (BrandOnderzoek Metro) en een beleidsbrief van de 10

13 toenmalige Minister aan de betrokken gemeenten. In het rapport werd geconcludeerd dat er extra voorzieningen nodig waren om metrogebruikers een kans op overleven te geven. Concreet werd voorgesteld rook- en warmteafvoer (RWA) in combinatie met rookschermen aan te leggen, aangevuld met maatwerk per station. In Amsterdam en Rotterdam lopen programma s voor de inbouw van deze voorzieningen. De Commissie heeft hierbij een adviserende rol gespeeld. Daarnaast zijn in 2006 aanvullende veiligheidseisen voor metrotunnels (VEMT) opgesteld, met als doel deze in de wet- en regelgeving op te nemen. Het VEMT is echter nooit inhoudelijk afgerond en is tot op heden niet in de wet- en regelgeving opgenomen. Het VEMT heeft overigens ook betrekking op de tramtunnels in de gemeenten Den Haag en Amsterdam. 1.4 Wet- en regelgeving en overig beleid De Commissie Tunnelveiligheid is ingesteld op grond van de Wet Aanvullende Regels Veiligheid Wegtunnels (WARVW) van Daarop wordt hier kort ingegaan. De overige wettelijke en beleidskaders voor tunnelveiligheid zijn beschreven in het jaarverslag van de Commissie. 1.5 Ambitie veiligheidsniveau WARVW Met de WARVW had de wetgever de volgende ambitie voor het veiligheidsniveau: in vergelijking tot de Europese Richtlijn: behoud van een aantal Nederlandse verworvenheden zoals éénrichtingsverkeer per tunnelbuis (bron: Memorie van Toelichting bij de WARVW van 2006); in vergelijking tot de heersende praktijk in Nederland: aansluiting bij de praktijksituatie van tunnels uit de periode na 1999 en vóór de sprinklers (bron: Beleidsnota Tunnelveiligheid, deel B: Veiligheidseisen, 2005). 1.6 Oprichting Commissie Tunnelveiligheid Informeel bestond de Commissie al vanaf 2004 onder de naam Expertmeeting. De WARVW heeft de Commissie een formele wettelijke status gegeven. Op grond van de WARVW heeft de Commissie geadviseerd over de bouw en verbouw van wegtunnels met een lengte van meer dan 250 meter. Daarnaast heeft de Commissie op grond van de WARVW geadviseerd over de bouw en verbouw van metro/tramtunnels en spoortunnels. De Commissie kon alleen desgevraagd adviseren, maar tunnelbeheerders waren verplicht om advies aan te vragen voor het ruimtelijk besluit en de omgevingsvergunning (destijds: bouwvergunning). Een belangrijke aanleiding voor de oprichting van de Commissie Tunnelveiligheid vormden de tegenstellingen tussen de bouwers van de tunnels in de HSL-Zuid en Betuweroute enerzijds en de omgevingspartijen anderzijds. De Commissie is opgericht om tijdige betrokkenheid van alle belangen te waarborgen en een polarisatie van standpunten tegen te gaan, door de bundeling en ter beschikking stelling van onafhankelijke deskundigheid en bestaande kennis. 11

14 Situatie: De Commissie tijdens een heidag, 5 november Van links naar rechts: Pieter van der Torn, Rob Houben, Jan van Belzen, Hans Broekhuizen, Arie Bras, Inge van Berkel, Arthur Tameling, Jan Stuifmeel (geheel achtergrond), Henk Oud (midden-achtergrond), Brigitte Schulte Cats (voorgrond), Mark Wijnands, Pien Balk de Wit, Jan Jonker en Frans Greven. 12

15 2 Profiel CTV 2.1 Wettelijke taken De wettelijke taken van de Commissie Tunnelveiligheid zijn beschreven in de jaarverslagen van de Commissie. 2.2 Taakopvatting De opdracht van de Commissie was het geven van een second opinion over de veiligheid van tunnels. De criteria hiervoor werden allereerst bepaald door de wet- en regelgeving en de onderliggende beleidsuitgangspunten. Aanvullend gebruikte de Commissie ook de expertise van de bij een advies betrokken Commissieleden. In haar adviezen heeft de Commissie een onderscheid gemaakt tussen de formele (harde) veiligheidseisen enerzijds en overwegingen, suggesties en adviezen anderzijds. De scheidslijn tussen wettelijke eisen en overige adviezen was echter niet op alle punten even scherp te leggen. In verband daarmee hanteerde de Commissie het beginsel van een beheerste vooruitgang op basis van nationale en internationale ontwikkelingen. 13

16 2.3 Bemensing De Commissie heeft uit twee voorzitters en negen leden bestaan. Deze leden hadden als expertise: brandweer (twee leden), geneeskundige hulpverlening (twee leden), wegtunnels (drie leden) en railtunnels (twee leden). De Commissie werd ondersteund door twee secretarissen en een managementassistente. Per advies werd een team van een voorzitter, een secretaris en vier leden samengesteld. Een voorzitter of commissielid die/dat op enigerlei wijze bij een bepaald tunnelproject betrokken was, werd van deelname aan het adviesteam uitgesloten. Door de jaren heen zijn de volgende personen bij de Commissie betrokken geweest: Simone Abel, management-assistente; Arie-Jan Arbouw, heeft aan de wieg van de Commissie gestaan; Pien Balk de Wit, lid brandweer; Jan van Belzen, voorzitter; Inge van Berkel, secretaris; Arie Bras, lid wegtunnels; Hans Broekhuizen, lid brandweer; Karolijn van Ginneken, secretaris; Frans Greven, lid geneeskundige hulpverlening; Rob Houben, lid rail- en wegtunnels; Wim Janssen, lid wegtunnels; Jan Lonink, voorzitter; Jan Jonker, lid rail- en wegtunnels; Jan Bart Mandos, voorzitter; Henk Oud, lid wegtunnels; Karla Peijs, voorzitter; heeft als Minister aan de wieg van de Commissie gestaan; Brigitte Schulte, management-assistente; Jan Stuifmeel, lid rail- en wegtunnels; Arthur Tameling, secretaris; Pieter van der Torn, lid geneeskundige hulpverlening; Mark Wijnands, secretaris. 14

17 2.4 Adviezenstatistieken Vanaf 2004 heeft de Commissie 62 adviezen gegeven. Over de jaren zijn deze als volgt verdeeld. Figuur 1: Aantal Commissie-adviezen per jaar tijdens haar bestaansperiode vanaf 2004 De verdeling over de categorieën weg, metro en spoor (zware rail) is als volgt geweest. (Door de adviezen over combitunnels is de som van de percentages groter dan 100%.) Figuur 2: Verdeling van het aantal Commissie-adviezen over de categorieën weg, metro en spoor 15

18 Situatie: De Commissie tijdens een heidag, 1 april Van links naar rechts: Brigitte Schulte Cats, Henk Oud, Rob Houben, Mark Wijnands, Hans Broekhuizen, Arthur Tameling, Frans Greven, Pien Balk de Wit, Arie Bras, Jan van Belzen, Jan Jonker, Jan Stuifmeel, Pieter van der Torn en Jan Lonink. 16

19 3 Observaties, ervaringen en visie CTV tijdens bestaansperiode 3.1 Kwaliteit wet- en regelgeving en instrumentarium wegtunnels Veiligheid is een maatschappelijke behoefte, die gevoelig is voor de publieke en politieke prioriteitenconjunctuur. In tunnelveiligheid komen verschillende culturen bij elkaar: de ontwerpers, met traditioneel de nadruk op probabilistisch ontwerpen en dito risicoanalyse, en de hulpdiensten, met een deterministische wijze van het kijken naar veiligheid. In tunnelveiligheid spelen verschillende niveaus van bestuurlijke besluitvorming. En tenslotte is tunnelveiligheid een complex en moeilijk vakgebied, waarin ongevallen slechts weinig voorkomen en er daardoor maar weinig betrouwbare gegevens beschikbaar zijn. Toch kunnen ongevallen vele levens eisen, de maatschappij schokken en infrastructuur voor lange tijd uitschakelen. Specifieke wetgeving voor tunnelveiligheid is en blijft om diverse redenen hard nodig. 1 Tunnels vormen zeer dure infrastructuur; ze heten niet voor niets kunstwerken. Van die kosten maakt veiligheid een substantieel deel uit. Veiligheid is echter conjunctuurgevoelig, kwetsbaar voor schommelingen in de economie. Omdat tunnels een eeuw of langer mee moeten en grote veiligheidsverschillen tussen wegdelen ongewenst zijn, wil de samenleving dat de veiligheid van tunnels een constant niveau heeft. Voor het realiseren hiervan is specifieke regelgeving nodig, aan de hand waarvan bepaald kan worden wanneer de veiligheid van een tunnel voldoende is. Het meten van de veiligheid van tunnels is echter lastig, want er ligt in Nederland slechts ongeveer 100 km tunnel. Aan concrete incidentgegevens levert dat veel te weinig statistiek op. Dit geeft tunnelveiligheid het karakter van een kleine-kansen-maar-grote-gevolgenrisico, waarbij de gevolgen veelal zwaarder worden gewogen dan de kansen. Bij dit type risico zijn voor het krijgen van een betrouwbaar beeld van het veiligheidsniveau meer meetmethoden naast elkaar nodig. 2 De specifieke wet en regelgeving voor tunnels is daarnaast ook nodig voor het structureren van de procesgang van de bestuurlijke besluitvorming en het tot elkaar te brengen van de betrokken partijen vanuit de bouw, de infrabeheerder, het bevoegd gezag en de openbare hulpdiensten. Doordat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en de beschikbaarheid van de meeste tunnels over meer besturen en bestuurslagen verdeeld is, is deze procesgang complex. De verantwoordelijkheden zijn bovendien nauw verweven en niet goed van elkaar te scheiden. Het verkeerskundig ontwerp, bij rijkstunnels de verantwoordelijkheid van het Rijk, is bijvoorbeeld mede bepalend voor het hulpverleningsconcept, dat onder de verantwoordelijkheid van de gemeente/veiligheidsregio valt. In de wet- en regelgeving heeft de Commissie positieve ontwikkelingen en tekortkomingen geïdentificeerd. Deze zijn hieronder in subparagrafen beschreven. 17

20 3.1.1 Resterende risico s explicieter Door de invoering van de scenarioanalyse in de WARVW van 2006 zijn de resterende risico s (de na alle maatregelen overblijvende en te aanvaarden risico s) explicieter geworden. Dit maakt het veiligheidsniveau beter inzichtelijk en daardoor weet het lokale bevoegd gezag beter voor welk veiligheidsniveau het tekent Meer aandacht voor incidentrespons en inpassing Een ander gevolg van de invoering van de scenarioanalyse via de WARVW van 2006 is een toename van de aandacht voor de respons op incidenten op de aspecten van verkeersafwikkeling, incidentbeheersing, zelfredding en hulpverlening. Dit heeft tevens geleid tot meer aandacht voor de inpassing van tunnels in de omgeving, voor het evacuatieconcept en voor de onderlinge afstemming en samenwerking tussen de verkeerscentrales en de hulpdiensten Meer aandacht voor documentatiekwaliteit Door de WARVW van 2006 is er meer aandacht ontstaan voor het aantonen van veiligheid en het vastleggen van veiligheidsinformatie. De relevante informatie moet op grond van de wet worden vastgelegd in de veiligheidsdocumentatie, maar dit blijkt een weerbarstige materie te zijn. De Commissie heeft over de jaren een zekere verbetering in de kwaliteit van veiligheidsdocumentatie voor nieuwe tunnels gezien, maar heeft tegelijk de stellige indruk dat deze nog lang niet voor alle bestaande tunnels op orde is. Daarnaast geldt voor zowel nieuwe als bestaande tunnels dat het benodigde detailniveau van informatie over tunnel technische installaties en de besturing als geïntegreerd onderdeel van het tunnelontwerp zelden wordt gerealiseerd. Het is bijvoorbeeld niet overal even duidelijk wat er onder de calamiteitenknop zit Discussies over consequenties scenario-analyse De WARVW 2006 schreef doelvoorschriften voor. Aanvullend is als beleidsuitgangspunt meegegeven om aan te sluiten op het voorzieningenniveau van moderne tunnels van rond 2000 (Beleidsnota tunnelveiligheid, deel A van 2003). Doelvoorschriften blijven per definitie globaal, om ruimte te laten voor een eigen invulling en te zorgen dat men blijft nadenken. Tegelijkertijd laat dit ook ruimte voor verschillende interpretaties en daaruit volgende discussie. Discussie is er met name geweest over welke consequenties men uit de scenarioanalyse moest trekken. Deze discussie heeft de Commissie vooral met Rijkswaterstaat gevoerd. Rijkswaterstaat hanteerde daarbij het volgende standpunt: als een tunnel op grond van een berekening met het QRA model aan de groepsrisiconorm voldoet, mogen uit de scenarioanalyse geen extra voorzieningen volgen. HOE DE COMMISSIE ERMEE OMGEGAAN IS In de advisering heeft de Commissie zich gebaseerd op een beleidsuitspraak van de toenmalige Ministers van Verkeer en Waterstaat, VROM en Binnenlandse Zaken (Beleidsnota deel A, p. 26): de kwantitatieve risicoanalyse (QRA) en de scenarioanalyse zijn elkaar aanvullende methodieken om de veiligheid in kaart te brengen. De Commissie was dan ook van mening dat een tunnelsysteem in beginsel aan de scenariodoelen voor verkeersafwikkeling, incidentbeheersing, zelfredding en hulpverlening diende te voldoen. Uit de scenariodoelen konden dan ook extra voorzieningen volgen. 18

21 Er waren twee soorten doelvoorschriften: risiconormen en scenariodoelen. De risiconormen gaven concrete getalswaarden en er waren vaste rekenregels beschikbaar (QRA-model, versie 1.5), terwijl voor de scenariodoelen alleen globale eisen zonder vaste rekenregels beschikbaar waren. Tegelijkertijd werd in de risiconorm alleen rekening gehouden met de onderwerpen die in de QRA waren opgenomen en alleen op de wijze zoals in de QRA opgenomen, terwijl in de scenarioanalyse met alle onderwerpen in alle nuances rekening kon worden gehouden. Daar komt bij dat tunnelveiligheid het eerste onderwerp was waarvoor op beleidsniveau scenariodoelen werden verankerd. Daarom kon dit indertijd alleen in algemene termen gebeuren en niet als nauw omschreven prestatie-eisen (eerste-orde-benadering). Een nadere verfijning is inmiddels prima mogelijk, maar is ondanks initiatieven daartoe nooit van de grond gekomen. De Commissie is van mening dat voor het naast elkaar gebruiken van een kwantitatieve risicoanalyse en een scenarioanalyse zeer goede argumenten bestaan Vermijding van discussies, met beroep op QRA De Commissie heeft geconstateerd dat de resultaten van de QRA-modelberekening werden aangegrepen voor het vermijden van discussies over het veiligheids- en voorzieningenniveau. Het QRA-model is volgens de Commissie een te tolerant rekenmodel. Dit wordt geïllustreerd door het feit dat zelfs de oudste tunnel van Nederland, de Maastunnel, ontworpen in 1935 (!), volgens QRA-modelberekeningen van Rijkswaterstaat aan de norm blijkt te voldoen. Uitgaande van het beleidsuitgangspunt van de wetgever om het voorzieningenniveau van moderne tunnels van rond het jaar 2000 als referentieniveau te hanteren, zou dat een onmogelijke uitkomst dienen te zijn Kwaliteit QRA-model onvoldoende voor beslissende rol De Commissie heeft het QRA-model doorgelicht, onder andere via deelname aan een werkgroep voor de verdere ontwikkeling van het model (versie 2.0). Daarbij heeft de Commissie belangrijke tekortkomingen geconstateerd die een beslissende rol bij de besluitvorming over tunnelveiligheid in de weg staan: Het model blijft beperkt tot de omsloten constructie. De inpassing in de omgeving en de consequenties voor die omgeving zijn als gevolg daarvan buiten de regulering gebleven. Het model gaat uit van een eenvoudige tunnelgeometrie en is ongeschikt voor de complexe tunnelvormen die steeds meer gerealiseerd worden. Het model blijft beperkt tot interne veiligheid. De risiconormen voor externe veiligheid worden niet getoetst. Meervoudig ruimtegebruik is als gevolg daarvan buiten de regulering gebleven. Het model mist cruciale submodellen zoals bijvoorbeeld een verkeersmodel en een gedragsmodel bij vluchten. De belangrijkste determinanten van veiligheid komen als gevolg daarvan niet of niet goed in het risiconiveau tot uitdrukking. In het model zijn te optimistische aannamen over het vluchtvermogen van de mens ingebouwd, terwijl dat vermogen één van de meest bepalende factoren voor het risiconiveau is. 19

22 Het model mist diverse voorzieningen zoals die voor de hulpdiensten, terwijl hulpverlening wel een breed maatschappelijk gedragen waarde is. Tegelijkertijd zijn in het model installaties opgenomen en op waarde geschat die nog niet aan de praktijk getoetst zijn. Het model is slechts voor enkele factoren gevoelig, met name voor de filekans en de vluchtdeurafstand. Het vervoer van gevaarlijke stoffen heeft daarentegen nauwelijks invloed op de uitkomsten. De aanwezigheid van mechanische ventilatie, volgens alle beschikbare kennis een cruciale veiligheidsvoorziening en één van de pijlers van het gebruikelijke veiligheidsconcept voor wegtunnels, is voor een positief rekenresultaat uit het QRA-model niet noodzakelijk. Het model is gevoelig voor manipulatie. De gebruiker moet en kan dermate veel keuzen maken, dat het relatief eenvoudig is om desgewenst beneden de risiconorm uit te komen, bijvoorbeeld door een lagere filekans in te voeren. Naar de mening van de Commissie zijn de uitkomsten van het QRA-model prima geschikt als een eerste indicatie van het veiligheidsniveau. Voor een rol als doorslaggevend instrument bij beslissingen over de veiligheid van een tunnel, een rol waarin het model conform de WARVW van 2006 en de in 2013 gewijzigde wet daadwerkelijk gebruikt werd en wordt, is het instrument echter volstrekt ongeschikt Definitie, begrenzing en werkingsgebied tunnel onduidelijk Door de vele varianten van tunnels en tunnelachtige constructies is tijdens de bestaansperiode van de Commissie steeds onduidelijker geworden wat de definitie is van het begrip tunnel waarop de wet van toepassing is. Ook is er regelmatig discussie geweest over de begrenzing van de tunnel. Met name werd het begrip tunnelsysteem node gemist; verkeersregelinstallaties, calamiteitendoorsteken en omleidingsroutes liggen bijvoorbeeld buiten de tunnel, maar horen wel bij het tunnelsysteem. Een ander voorbeeld zijn de initiatieven om landtunnels met openingen erin te maken om onder de regelgeving uit te komen. De Commissie heeft zich daar steeds tegen verzet, met als argument dat dergelijke openingen een onrustig verkeersbeeld veroorzaken (overgangen licht-donker en nat-droog) en ook de omgeving belasten (geluid, luchtverontreiniging, rook bij brand). Initiatieven met tunnelachtige maar niet volledig overdekte constructies, of bijvoorbeeld geluidschermen in het verlengde van tunnels, zijn buiten de werking van de wet en buiten het zicht van de Commissie gebleven. Tenslotte heeft de Commissie discussie gezien over de mate waarin bebouwing op en om de tunnel onder de wetgeving valt. Het gaat daarbij om wegen op het tunneldak, ondergrondse stations die in verbinding met tunnelbuizen staan, stations of perrons op het tunneldak of bij de tunnelmond, bebouwing op het tunneldak of bij de tunnelmond die al dan niet aan de fundering van de tunnel gekoppeld is en parkeergarages die met de tunnel in verbinding staan. 20

23 Ter oplossing van het probleem van bovenstaande onduidelijkheden heeft de Commissie het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat een gedetailleerd advies verstrekt, met daarin onder andere de volgende definitie: Een tunnel, zoals bedoeld in de wet, is een geheel of gedeeltelijk omsloten constructie, uitsluitend dan wel mede bestemd voor motorrijtuigen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994 of bestemd voor verkeer over spoorstaven of geleiderails, die door haar gehele of gedeeltelijke omslotenheid in geval van calamiteiten direct of indirect bijzondere risico's en/of bijzondere problemen voor gebruikers en/of hulpverleners in de constructie zelf of in de bijbehorende interactiegebieden veroorzaakt Gebruikswijziging niet gedefinieerd Eén van de aanleidingen voor beheerders voor het wettelijk verplicht aanvragen van advies bij de Commissie was een wijziging van het gebruik van de tunnel. Deze eis was in de wet- en regelgeving echter niet in heldere criteria vertaald. Een gesprek tussen de Commissie, het Bureau Veiligheidsbeambte van Rijkswaterstaat en het Steunpunt Tunnelveiligheid van Rijkswaterstaat heeft tot een lijst van criteria geleid. Samen met enkele zelf toegevoegde criteria heeft de Commissie deze aan het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat geadviseerd. Voor de verzameling criteria hanteerde de Commissie daarbij het begrip veiligheidsgebruiksruimte Risico s: alleen slachtoffers, geen maatschappelijke schade In de wet- en regelgeving van 2006 zijn alleen veiligheidseisen gesteld en geen beschikbaarheidseisen. HOE DE COMMISSIE ERMEE OMGEGAAN IS In haar adviezen heeft de Commissie gewezen op de maatschappelijke schade als gevolg van een langdurige tunnelsluiting na een zwaar ongeval. Vrijwel alle tunnels liggen immers op vitale verkeersroutes. De Commissie heeft het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat geadviseerd tunnelveiligheid niet alleen te definiëren als het voorkomen van dodelijke slachtoffers maar ook als het voorkomen van maatschappelijke schade. 21

24 3.2 Autonome ontwikkelingen wegtunnels Van onderwatertunnels naar landtunnels In vroeger tijden werden tunnels vooral aangelegd als oplossing voor een verkeersprobleem. Dit resulteerde in onderwatertunnels zoals de Maastunnel, de Beneluxtunnel, de Drechttunnel, de Kiltunnel, de IJtunnel en de Westerscheldetunnel. Een latere trend was het bouwen van tunnels voor het oplossen van problemen met de ruimtelijke ordening of het milieu. Voorbeelden daarvan zijn landtunnels zoals de Gaasperdammertunnel en de tunnels of overkappingen in de A2 Leidsche Rijn, de A2 Maastricht en de A4 Delft- Schiedam. HOE DE COMMISSIE ERMEE OMGEGAAN IS Landtunnels bieden mogelijkheden die onderwatertunnels niet hebben, bijvoorbeeld vluchtvoorzieningen in dwarsrichting direct naar de buitenlucht. Dit is een (in beginsel goedkoper) alternatief voor het klassieke middentunnelkanaal, dat in onderwatertunnels de enige mogelijkheid is. In haar adviezen heeft de Commissie gepleit voor het benutten van dit soort alternatieve mogelijkheden, vooral in lange tunnels. Met name in lange tunnels kunnen zich in een middentunnelkanaal namelijk opstoppingen voordoen en kan de loopafstand voor verminderd zelfredzamen te lang zijn. In de WARVW van 2006 waren alleen doelvoorschriften opgenomen. Dat liet de ruimte voor alternatieve oplossingen, al stonden lang niet alle partijen daarvoor open. Inmiddels is er wel steeds meer aandacht voor alternatieve oplossingen ontstaan, maar verbiedt de Landelijke TunnelStandaard de toepassing daarvan voor rijkstunnels. De Commissie onderschrijft volmondig de noodzaak tot standaardisatie, maar is van mening dat maatwerk een even hoog goed is en dat er een evenwichtige beoordeling op grond van beide beginselen nodig is Tunnelsystemen steeds complexer Een neveneffect van de hierboven gesignaleerde trend van landtunnels is dat tunnels steeds complexer zijn geworden. De typische tunnel van vroeger was een rechttoe-rechtaan tunnel met twee buizen en een middentunnelkanaal ertussen. In haar bestaansperiode heeft de Commissie geleidelijk aan steeds complexere dwarsprofielen voorgelegd gekregen. Voorbeelden zijn: Koningstunnel: een Y-splitsing in de tunnel; Combitunnel Nijverdal: een gecombineerde weg- en spoortunnel; de diverse plannen voor de Zuidas: een dubbeldeks combitunnel; A2 Maastricht: twee buizen boven en twee buizen beneden; Gaasperdammertunnel: bovengronds kruispunt halverwege (kamelenvariant) en een tidal-flow-buis (wisselbuis); Spaarndammertunnel: tevens functie als waterkering en bovendien onderwerp van discussie met de gemeente over files in de tunnel; Abdijtunnel: tweerichtingsbusverkeer, met rookluiken zonder mechanische ventilatie en vluchttrappen zonder overdruk; 22

25 Stadsbaantunnel Utrecht: een tunnel parallel aan de grote overkapping van de A2 Leidsche Rijn, met bovenop het tunneldak een spoorlijn en in de toekomst mogelijk bebouwing en met in de tunnel een middentunnelkanaal over slechts een deel van de tunnellengte en eveneens in de tunnel een afslag naar de expeditiehof van een nieuw winkelcentrum. Op deze trend van toenemende complexiteit heeft de Commissie allereerst praktisch gereageerd door aan adviezen meer tijd te besteden, zoals bijvoorbeeld aan de trend van toenemende adviesomvang af te lezen is; zie onderstaande figuur. In sommige gevallen (Tweede Coentunnel, Abdijtunnel, Spaarndammertunnel) heeft de Commissie bovendien extra overleg met de adviesvrager en, waar mogelijk, met het bevoegd gezag gehouden. In de adviezen heeft de Commissie zich niet beperkt tot de letter van de wet- en regelgeving, maar ook gekeken naar de bedoeling van de wetgever en vanuit veiligheid in haar algemeenheid. Figuur 3: Ontwikkeling van de omvang van de Commissie-adviezen in de tijd De toenemende complexiteit benadrukt de visie van de Commissie zoals verwoord in de paragraaf Van onderwatertunnels naar landtunnels Nieuwe contractvormen In vroeger tijden stelde de tunnelbeheerder een definitief ontwerp op. Dit was een gedetailleerde technische specificatie. De aannemer hoefde alleen nog de technische specificaties in een bestek in te vullen en op basis daarvan de tunnel te bouwen. Op een gegeven moment zijn opdrachtgevers overgegaan op functioneel specificeren. De ontwerptaak verhuisde naar de opdrachtnemer. De bijbehorende contractvorm was Design & Construct (D&C). Later zijn ook andere taken naar de opdrachtnemer verhuisd en is bijvoorbeeld het DBFM-contract ontstaan: Design, Build, Finance and Maintain. 23

26 Deze ontwikkeling heeft consequenties gehad voor de veiligheidsbeoordeling door de Commissie Tunnelveiligheid. De Commissie adviseerde voorafgaand aan het planologisch besluit en voorafgaand aan de omgevingsvergunningaanvraag door de opdrachtgever. Met de inperking van de opdrachtgeversrol tot functionele specificatie namen de mogelijkheden voor een definitief veiligheidsoordeel door de Commissie echter af. Anders geformuleerd: bij contractvormen die op functioneel specificeren gebaseerd zijn, passen de bouwtechnische fasering en de bestuurlijke fasering niet bij elkaar; beoordelende partijen, zoals een Commissie Tunnelveiligheid maar ook het bevoegd gezag, zien zich geconfronteerd met de wettelijke verplichting tot het uitspreken van een veiligheidsoordeel, terwijl de veiligheidsrelevante informatie over het object zich nog niet in een definitieve vorm bevindt. Het bevoegd gezag heeft (in tegenstelling tot de Commissie) nog een derde toetsmoment ter beschikking: de openstellingsvergunning. HOE DE COMMISSIE ERMEE OMGEGAAN IS Representatief voor het hierboven geschetste fundamentele probleem voor de Commissie was het advies Tweede Coentunnel in april Daarin heeft de Commissie genoteerd dat in een Bouwplan vastgelegd is wat er gebouwd gaat worden en dat de Leidraad veiligheidsdocumentatie voor wegtunnels de inhoud van dit plan specificeert en in dit verband over een 'definitief ontwerp' spreekt. De bedoeling hiervan is dat het bevoegd gezag zijn beslissing over het al dan niet verlenen van de vergunning voor de bouw op basis van een definitief ontwerp kan nemen. Het Bouwplan voor de Tweede Coentunnel bevatte voor de verkeers- en tunneltechnische installaties (VTTI) echter geen definitieve ontwerpen maar slechts beschrijvingen en randvoorwaarden. In haar advies heeft de Commissie dan ook als voorwaarde opgenomen dat het definitieve installatie-ontwerp aan de Commissie zou worden voorgelegd; pas dan zou een definitief veiligheidsoordeel mogelijk zijn. Het bevoegd gezag ervoer hetzelfde probleem als de Commissie, maar kwam in een juridisch steekspel met de tunnelbeheerder terecht en een getrapte vergunningverlening bleek niet af te dwingen te zijn. Tijdens de advisering over het Bouwplan van de A4 Delft-Schiedam in 2012 is de Commissie met eenzelfde situatie geconfronteerd. Gezien de onmogelijkheid tot afdwingen van een definitieve toetsing van het installatie-ontwerp in het Tweede Coentunneladvies heeft de Commissie zich in haar advies beperkt tot opnemen van de voorwaarde van voldoende waarborging van de veiligheid bij de uitdetaillering van de installaties. De boven beschreven situatie vormt naar de mening van de Commissie een lek in de wet- en regelgeving; de bedoeling van de wetgever wordt door de letter van de wet niet afgedekt. In 2009 heeft de Commissie het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat geadviseerd de wet- en regelgeving aan de nieuwe contractvormen aan te passen, door splitsing van de toetsing (advisering) door de Commissie in dat soort gevallen in twee delen: eerst toetst de Commissie het door de initiatiefnemer of opdrachtgever opgestelde programma van eisen voorafgaand aan de gunning; vervolgens, na de keuze van een aannemer en het beschikbaar komen van het definitieve ontwerp, toetst de Commissie het Tunnelveiligheidsplan of Bouwplan. Het Ministerie heeft dit advies niet opgevolgd. 24

27 3.2.4 Meer drukte, meer files; pleidooi voor filebestendige tunnel Het bestaande veiligheidsconcept voor wegtunnels in Nederland is op drie principes gebaseerd: één rijrichting per tunnelbuis, langsventilatie in de rijrichting en geen file in de tunnel. De ventilatie houdt de rook en hitte weg van de auto s vóór (bovenstrooms van) een stilstaand, brandend voertuig. De auto s voorbij (benedenstrooms van) de brand worden in eerste instantie door de ventilatie in de rook gezet, maar kunnen de tunnel uitrijden. Ter handhaving van dit veiligheidsconcept dienen overheden in tunnels filevermijdende maatregelen toe te passen. Dit stelt eisen aan en legt beperkingen op aan hun verkeersmanagement. Bovendien verplaatst het slechts de files naar het om- en onderliggende wegennet, hetgeen lang niet altijd maatschappelijk aanvaardbaar is. Door ruimtegebrek rond de tunnel is filevermijding bovendien niet overal toepasbaar, met name niet in een stedelijke omgeving. Tenslotte is filevermijding niet fail safe en is het steeds vooral de vraag of zij voldoende snel is voor het voorkomen van fileterugslag tot in de tunnel. Als er in een tunnel toch een file staat, dreigt het volgende scenario. In de staart van de file gebeurt een aanrijding, die een zich snel ontwikkelende grote brand veroorzaakt. De voertuigen voorbij de brand staan in de file vast en kunnen niet wegrijden. Er bouwt zich een levensgevaarlijke concentratie van rook en/of hitte op. Diverse tunnelgebruikers beseffen te laat dat ze moeten vluchten en overlijden, zo blijkt uit de praktijk en uit onderzoek, waaronder door TNO. HOE DE COMMISSIE ERMEE OMGEGAAN IS In verschillende adviezen heeft de Commissie deze problematiek aangekaart. In enkele gevallen heeft de Commissie ook een externe verkeerskundige ingeschakeld, op grond waarvan de haalbaarheid, de maatschappelijke aanvaardbaarheid en de duurzaamheid van een filevrije tunnel in twijfel getrokken zijn. In diverse gevallen heeft de Commissie geadviseerd in de civiele constructie ruimte te houden voor een eventuele toekomstige inbouw van een vast brandonderdrukkend systeem, internationaal afgekort als FFFS (fixed fire-fighting system). Het concept van filevrije wegtunnels is prima voor onderwatertunnels op doorgaande wegen in landelijk gebied, maar is voor tunnels in een drukke stedelijke omgeving onhoudbaar. De Commissie pleit voor de ontwikkeling van een nieuw veiligheidsconcept voor wegtunnels in stedelijke omgevingen, met als resultaat dat tunnels filebestendig zijn. Dat wil zeggen dat er in tunnels op drukke trajecten files kunnen staan, met behoud van het veiligheidsniveau Overtredingen vervoer gevaarlijke stoffen door tunnels In tunnels gelden beperkingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Met name zijn in vrijwel alle tunnels stoffen verboden die explosiegevaar veroorzaken, zoals LPG, omdat tunnels daar niet tegen bestand zijn en onderwatertunnels dan verloren kunnen gaan. De Commissie heeft geconstateerd dat in diverse tunnels de beperkingen op het vervoer van gevaarlijke stoffen met voeten getreden worden. De handhaving ligt bij het Openbaar Ministerie en niet bij de wegbeheerder. Overtredingen worden uitgelokt doordat chauffeurs, als ze niet door een bepaalde tunnel mogen rijden, soms ver en door bewoond gebied moeten omrijden. Ook de groeiende filedruk speelt hierin mee. 25

28 HOE DE COMMISSIE ERMEE OMGEGAAN IS In haar adviezen heeft de Commissie gepleit voor een afweging in een breder kader en voor handhaving. Naar de mening van de Commissie heeft het verbieden van het vervoer van bepaalde stofcategorieën alleen zin als er realistische alternatieven beschikbaar zijn. Zo niet, dan kan men, althans bij nieuwe tunnels, beter compenserende maatregelen in de tunnel treffen. Explosiebestendige tunnels zijn niet mogelijk, maar wel bestaan er maatregelen voor het beperken van het schadegebied. In onderwatertunnels kan de drainagecapaciteit worden vergroot om plasvorming door lekkages van gevaarlijke stoffen tegen te gaan. In landtunnels is daarnaast compartimentering van de betonnen constructie mogelijk, door gebruik te maken van flexibele voegen tussen de tunneldelen Ontwikkelingen in het buitenland; innovatie De meest in het oog springende ontwikkeling in het buitenland is die van het FFFS, het fixed fire-fighting system. Dit is een in de tunnel ingebouwd systeem dat een eventuele brand afdekt, zodat deze zich niet kan ontwikkelen. In het buitenland worden dergelijke systemen reeds in tunnels toegepast, met name in private tunnels omdat schadeverzekeraars dit eisen. De systemen dienen vooral voor het beperken van brandschade en het behouden van de tunnelconstructie. Ook hebben dergelijke systemen bij tunnelincidenten al levens gered, maar de effectiviteit voor levensredding meer in het algemeen is nog niet onomstotelijk aangetoond. HOE DE COMMISSIE ERMEE OMGEGAAN IS Zoals ook elders in dit document beschreven is, heeft de Commissie in diverse adviezen geadviseerd in de civiele constructie ruimte te houden voor de eventuele toekomstige inbouw van een FFFS. Het principiële voordeel van een FFFS boven ventilatie is dat een FFFS een vorm van bronaanpak is en in beginsel een filebestendige tunnel mogelijk maakt. In Nederland spreken we meestal over een ABS ( automatisch blussysteem ). Formeel en meer precies wordt het ABBS genoemd: automatisch brandbeheersingsysteem. De Commissie pleit voor beheerste vooruitgang: nieuwe ontwikkelingen volgen, de potenties ervan onderkennen, systemen zorgvuldig beproeven en uiteindelijk waar nodig en mogelijk toepassen. Dit is geenszins een pleidooi voor het stapelen van veiligheid op veiligheid; nieuwe systemen kunnen andere systemen vervangen. 26

29 3.3 Voortschrijdend inzicht Veiligheidstoezicht schiet tekort De Commissie Tunnelveiligheid heeft geadviseerd over het ruimtelijk besluit en de omgevingsvergunning, maar niet over de openstellingsvergunning. Dat laatste is aan de veiligheidsbeambte. Ook is het aan de veiligheidsbeambte om in de gebruiksfase het behoud van veiligheid op reguliere basis te bewaken. Dit doet de veiligheidsbeambte onder meer aan de hand van de onderhoudsplannen, in het werkoverleg met de operators en in de jaarverslagen voor tunnelbeheerders en het bevoegd gezag. Het toezicht vanuit het bevoegd gezag is beperkt tot een inspectie door Bouw- en WoningToezicht eens in de (minimaal) zes jaar. Deze constructie blijkt in de praktijk niet goed te werken. Bouw- en WoningToezicht staat onvoldoende dichtbij om adequaat te kunnen inspecteren. De veiligheidsbeambten staan te dicht bij de uitvoeringspraktijk (gemeentetunnels) of juist te ver af (Rijkswaterstaat) om een vuist te kunnen maken; zij hebben geen doorzettingsmacht voor het borgen van het onderhoud. Bij rijkstunnels heeft dit enige jaren geleden tot een achterstallig onderhoud ter grootte van een half miljard euro geleid. HOE DE COMMISSIE ERMEE OMGEGAAN IS Toezicht op de veiligheid is een onderdeel van het veiligheidsbeheerplan, dat op het moment van de openstellingsvergunning getoetst wordt. Doordat de WARVW bij de besluitvorming daarover niet in een Commissie-advies voorzag, heeft de Commissie in haar adviezen nauwelijks aandacht aan veiligheidstoezicht kunnen schenken. Tunnelinstallaties blijven alleen adequaat functioneren als deze goed onderhouden worden. Een onderhoudsachterstand veroorzaakt een daling van het veiligheidsniveau. De Commissie is van mening dat het toezicht dan ook goed geregeld dient te worden Handhaving schiet tekort De rol van wetshandhaving ligt bij het bevoegd gezag; het gezag dient ten minste eens per zes jaar te toetsen op het voldoen aan wetgeving. De stellige indruk van de Commissie is dat deze rol door de gemeenten bij gebrek aan kennis onvoldoende wordt opgepakt. Dat blijkt onder meer uit het feit dat incidentenregistratie en de daarbij behorende evaluatie tot nu toe nog niet (veel) wordt toegepast. Een andere vorm van handhaving met relevantie voor tunnelveiligheid is de handhaving van de maximumsnelheid. Diverse tunnelbeheerders hebben aan de Commissie aangegeven systemen voor snelheidshandhaving te willen implementeren, maar stuiten bij het Openbaar Ministerie op een gebrek aan prioriteit en medewerking. Als op veiligheidsrelevante grootheden niet gehandhaafd wordt, ligt het werkelijke veiligheidsniveau lager dan het bedoelde niveau. Dit is uiteraard ongewenst. Op het vlak van handhaving is winst te behalen, mits alle partijen van goede wil zijn. In de Westerscheldetunnel is bijvoorbeeld een permanent systeem voor het meten van snelheid over een traject aangebracht. De ervaringen van de beheerder daarmee zijn positief. De Commissie is een wam voorstander van navolging van dit praktijkvoorbeeld. 27

30 3.3.3 Leren van incidenten is over de breedte nog niet volwassen In heeft de Commissie een veldonderzoek verricht naar de mate waarin tunnelbeheerders een systeem voor het leren van incidenten hebben en gebruiken. Diverse beheerders van niet-rijkswegtunnels hebben aan dit onderzoek meegewerkt. Sommigen van hen hadden nog geen incidentenregistratie operationeel of waren bezig met het opzetten daarvan. Anderen hebben de Commissie voorbeelden uit hun incidentenregistratie gestuurd. Met enkele beheerders heeft de Commissie interviews gehouden. Uit de ontvangen incidentenregistraties is gebleken dat iedere beheerder zijn eigen systeem heeft en dat er tussen de afzonderlijke systemen grote verschillen bestaan: sommige beheerders registreren incidenten in telegramstijl in een soort logboek tussen ook nietincidentgebeurtenissen, terwijl anderen veel meer gegevens vastleggen. Tijdens een vergadering van het platform voor niet-rijkstunnels is aan de Commissie gemeld dat beheerders en veiligheidsbeambten wel behoefte hebben aan een goed systeem voor leren van incidenten. Ook staan zij open voor het opzetten van een uitwisseling van incidenteninformatie tussen beheerders en veiligheidsbeambten van verschillende tunnels, zodat men een vergelijkingsbasis heeft (bench mark) en van elkaar kan leren. Tenslotte was er discussie over de mate waarin de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verschillende betrokken functionarissen in lijn zijn met effectief leren van incidenten. Bijna- en kleine incidenten bieden een goede gelegenheid voor het opsporen van fouten in het ontwerp, de voorzieningen, de logistiek en het beheer, voordat er grote ongelukken gebeuren. Daarom acht de Commissie leren van incidenten een onlosmakelijk onderdeel van de veiligheidszorg voor tunnels. Uit de bevindingen heeft de Commissie geconcludeerd dat leren van incidenten, in elk geval bij de niet-rijkstunnels, zich nog niet over de volle breedte op een volwassen niveau bevindt. Met enige centrale ondersteuning zijn quick wins te boeken. De bevindingen en aanbevelingen heeft de Commissie aan het platform voor nietrijkstunnels verstrekt Gevaarlijke situaties door ontbreken ontwerpkennis in tunnelveiligheidsdossiers Conform de WARVW van 2006 dient het tunnelveiligheidsdossier alle veiligheidsrelevante informatie over de desbetreffende tunnel te bevatten. Daartoe behoren naar de mening van de Commissie onder andere de veiligheidstechnische motivering van ontwerpkeuzen, de bouwtekeningen (as built), de bouwverslagen en de historie van aanpassingen aan de tunnel. De Commissie heeft geconstateerd dat aan tunnels werkzaamheden plaatsvonden of gepland werden die een directe bedreiging voor het veiligheidsniveau of de complete constructie vormden. Dit kan alleen verklaard worden vanuit onvolledigheid van de tunnelveiligheidsdossiers of het niet raadplegen ervan. De Commissie heeft geconstateerd dat de details van het ontwerp en debouw en de wijzigingen door verbouwingen, aanpassingen, aanvullingen en vernieuwingen onvoldoende uit de dossiers naar voren komen. Het gevolg is dat beheerders de veiligheidstechnische of constructieve consequenties van bepaalde werkzaamheden of handelingen niet kennen. Dit kan zeer grote schade of gevaren tot gevolg hebben, tot en met het volledig verloren gaan van een tunnel. 28

Beleidsnota Tunnelveiligheid

Beleidsnota Tunnelveiligheid Beleidsnota Tunnelveiligheid Deel B: Veiligheidseisen Ministeries van Verkeer en Waterstaat Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Den Haag, juli

Nadere informatie

Voor een volledig overzicht van de uitspraken van mijn ambtsvoorganger verwijs ik naar bijlage 1.

Voor een volledig overzicht van de uitspraken van mijn ambtsvoorganger verwijs ik naar bijlage 1. a 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 29 296 Tunnelveiligheid Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Tijd 13.00 uur 17.00 uur Ons kenmerk Zeepkist4/9_N_11_46915

Tijd 13.00 uur 17.00 uur Ons kenmerk Zeepkist4/9_N_11_46915 Verslag 1 e bijeenkomst startup Veiligheid tunnels ProjectOmschrijving Datum 29 maart 2011 Plaats CURNET/COB, Gouda Tijd 13.00 uur 17.00 uur Ons kenmerk Zeepkist4/9_N_11_46915 Op het gebied van de veiligheid

Nadere informatie

Eén standaard, altijd vlot en veilig. Standaard TTI biedt uniforme richtlijn voor tunnelveiligheid

Eén standaard, altijd vlot en veilig. Standaard TTI biedt uniforme richtlijn voor tunnelveiligheid Eén standaard, altijd vlot en veilig Standaard TTI biedt uniforme richtlijn voor tunnelveiligheid Eén standaard, altijd vlot en veilig We willen vlot en veilig doorrijden, onze leefomgeving beschermen

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. wetsvoorstel Warvw concept wijzigingsregeling Rarvw - Suzanne Borneman

Wet- en regelgeving. wetsvoorstel Warvw concept wijzigingsregeling Rarvw - Suzanne Borneman Wet- en regelgeving wetsvoorstel Warvw concept wijzigingsregeling Rarvw - Suzanne Borneman Woord vooraf Voor hetgeen deze presentatie informatie bevat over de inhoud van het wetsvoorstel, geldt dat die

Nadere informatie

Rol Veiligheidsbeambte wegtunnels. Een fascinerende uitdaging en opgave

Rol Veiligheidsbeambte wegtunnels. Een fascinerende uitdaging en opgave Rol Veiligheidsbeambte wegtunnels Een fascinerende uitdaging en opgave Han Admiraal Onafhankelijk adviseur ondergronds ruimtegebruik Voorzitter ITA Committee on Underground Space ITACUS Veiligheidsbeamte

Nadere informatie

Watermist als veiligheidsmaatregel. Ir. E.W. Worm

Watermist als veiligheidsmaatregel. Ir. E.W. Worm Watermist als veiligheidsmaatregel Ir. E.W. Worm Opbouw verhaal Inleiding Definities Tunnelveiligheid Europees/Nederlands tunnelveiligheidsbeleid Brand Watermist in het totale veiligheidsconcept Interessante

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord van de voorzitters 7. Inleiding 9. Profiel van de Commissie tunnelveiligheid 10. Werkwijze van de Commissie 12

Inhoudsopgave. Voorwoord van de voorzitters 7. Inleiding 9. Profiel van de Commissie tunnelveiligheid 10. Werkwijze van de Commissie 12 Jaarverslag 2013 Jaarverslag 2013 Inhoudsopgave Voorwoord van oud-voorzitter Karla Peijs 5 Voorwoord van de voorzitters 7 Inleiding 9 Profiel van de Commissie tunnelveiligheid 10 Werkwijze van de Commissie

Nadere informatie

Beheer en renovatie MAASTUNNEL

Beheer en renovatie MAASTUNNEL Henk van der Maas Beheerorganisatie Maastunnel Stadsbeheer Rotterdam 3 juni 2014 Beheer en renovatie MAASTUNNEL KIVI- TTOW-Lezing Bouw 1937-1942 Historie Bouwperiode: 1937-1942; Intussen 72 jaar oud. Eerste

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 29 296 Tunnelveiligheid Nr. 29 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

MEMO. Gemeenteraad van Delft, Raadscommissies Leefbaarheid en Duurzaamheid Kernteam werkgroep Integrale Veiligheid Spoorzone Delft

MEMO. Gemeenteraad van Delft, Raadscommissies Leefbaarheid en Duurzaamheid Kernteam werkgroep Integrale Veiligheid Spoorzone Delft MEMO AAN: VAN: Gemeenteraad van Delft, Raadscommissies Leefbaarheid en Duurzaamheid Kernteam werkgroep Integrale Veiligheid Spoorzone Delft ONDERWERP: Overzicht consequenties transport gevaarlijke stoffen

Nadere informatie

Tunneldoseren Leidsche Rijntunnel A2

Tunneldoseren Leidsche Rijntunnel A2 Tunneldoseren Leidsche Rijntunnel A2 11 december 2014 Alfred Kersaan operationeel verkeerskundige adviseur RWS Verkeer en Watermanagement Midden Nederland mijn achtergrond betrokken bij vanaf 2001 betrokken

Nadere informatie

Filevorming en Ventilatie

Filevorming en Ventilatie KPT december 2014 Kennissessie Files in Tunnels Filevorming en Ventilatie ir. J.W.Huijben ing. E. Thesing Vraagstelling Veel tunnels in Nederland zijn of worden voorzien van langsventilatie In tunnels

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Rijkswaterstaat, vallend onder de minister van Infrastructuur en Milieu uit Den Haag.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Rijkswaterstaat, vallend onder de minister van Infrastructuur en Milieu uit Den Haag. Rapport Rapport betreffende een klacht over Rijkswaterstaat, vallend onder de minister van Infrastructuur en Milieu uit Den Haag. Datum: 10 september 2011 Rapportnummer: 2011/271 2 Klacht Verzoekster klaagt

Nadere informatie

Praktijkervaring Leidsche Rijntunnel A2

Praktijkervaring Leidsche Rijntunnel A2 Instituut Fysieke Veiligheid Praktijkervaring Leidsche Rijntunnel A2 Reinier Boeree projectmanager veilige infrastructuur IFV 150.000 voertuigen per etmaal dit is ca 50 miljoen voertuigen per jaar

Nadere informatie

Amsterdam Centraal Station Michiel de Ruijtertunnel

Amsterdam Centraal Station Michiel de Ruijtertunnel Amsterdam Centraal Station Michiel de Ruijtertunnel Brussel, 7 januari 2015 Erik Boldingh, E.Boldingh@Amsterdam.nl Ron Beij, R.Beij@BrandweerAA.nl Inhoud presentatie Tunnels in Amsterdam Wettelijk kader

Nadere informatie

Historie tunnelveiligheid. Evert Worm

Historie tunnelveiligheid. Evert Worm Historie tunnelveiligheid Evert Worm De grote stappen Praktisch inzicht Probabilistische ontwikkelingen (jaren 70) Scenario analyse ( jaren 90) Tunnel regelgeving (vanaf 2004) 2 De grote stappen Praktisch

Nadere informatie

Let wel: deze nota betreft alleen de toetsing en het toezicht aan het Bouwbesluit.

Let wel: deze nota betreft alleen de toetsing en het toezicht aan het Bouwbesluit. BenW-nota dienst Directie RO en afdelingen (k000) afdeling Bouw- en woningtoezicht (k200) telefoon 0182-588280 collegenummer 751515 gouda 17 juni 2012 steller Netten, M. (bwt961) onderwerp Toets- en Toezichtsniveau

Nadere informatie

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. 1. Nota van antwoord Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. Daarnaast zijn enkele petities/handtekeningenacties gevoerd: Petitie Voordorp 975 handtekeningen Petitie NMU meer dan 19.000

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning? 1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat deel met een korte bespreking wat een omgevingsvergunning is en wat vergunningsvrij bouwen is. De achtergrond en doelstellingen van de belangrijkste regelingen (de Wet algemene

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord van de voorzitter 5. Inleiding 7. Profiel van de Commissie tunnelveiligheid 8. Werkwijze van de Commissie 11

Inhoudsopgave. Voorwoord van de voorzitter 5. Inleiding 7. Profiel van de Commissie tunnelveiligheid 8. Werkwijze van de Commissie 11 Jaarverslag 2009 Jaarverslag 2009 Inhoudsopgave Voorwoord van de voorzitter 5 Inleiding 7 Profiel van de Commissie tunnelveiligheid 8 Werkwijze van de Commissie 11 Beoordelingscriteria van de Commissie

Nadere informatie

RWS Landelijke Tunnelstandaard

RWS Landelijke Tunnelstandaard RWS Landelijke Tunnelstandaard Implementatie in nieuwe en bestaande tunnels Ronald Gram 1 september 2012 Waarom een landelijke TTI standaard? Moeizaam lopende projecten (A73 Roermond, A2 Leidsche Rijn)

Nadere informatie

Actieplan Wegtunnels

Actieplan Wegtunnels Actieplan Wegtunnels 3 Actieplan Wegtunnels Inhoud 1 Inleiding 6 1.1 Brief Aanpak Wegtunnels 6 1.2 Actieplan 6 1.3 Leeswijzer 6 2 Korte termijn 7 2.1 Quick scan 7 2.2 Onderzoek Ale en Vrouwenvelder 12

Nadere informatie

Tunnelveiligheid. een introductie

Tunnelveiligheid. een introductie Tunnelveiligheid een introductie Introductie Roel Scholten Coördinator Tunnels & Veiligheid Centrum Ondergronds Bouwen en ruimtegebruik Coördinator Kennisplatform Tunnelveiligheid Directeur NedMobiel Adviseur

Nadere informatie

Integrale veiligheidsbenadering in het kader van duurzame ontwikkeling

Integrale veiligheidsbenadering in het kader van duurzame ontwikkeling Integrale veiligheidsbenadering in het kader van duurzame ontwikkeling Veiligheid aan de voorkant van het ontwikkel- en bouwproces ing. Alphonse Hanlo Algemeen directeur Onderwerpen 1. Veiligheid RO/milieuveiligheid

Nadere informatie

Spoorzone Delft Aanpak integrale veiligheid in de gebruiksfase en samenwerking met OHD

Spoorzone Delft Aanpak integrale veiligheid in de gebruiksfase en samenwerking met OHD Spoorzone Delft Aanpak integrale veiligheid in de gebruiksfase en samenwerking met OHD Presentatie voor het platform veiligheid en veiligheidsbeleving door Alain Kooiman 18 maart 2014 1 2 Inhoud Even voorstellen

Nadere informatie

Datum 20 november 2009 Betreft Voortgang dossier zandwinputtenvoortgang dossier zandwinputten. Geachte Voorzitter,

Datum 20 november 2009 Betreft Voortgang dossier zandwinputtenvoortgang dossier zandwinputten. Geachte Voorzitter, > Retouradres Postbus 30945 2500 GX Den HaagPostbus 30945 2500 GX Den Haag De Voorzitter van de Tweede KamerDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaalder Staten-Generaal Postbus 20018Postbus

Nadere informatie

Themasessie Verificatie & Validatie, `Testen in de praktijk. Hotel v.d. Valk Nieuwerkerk, Parallelweg Zuid 185, 2914 LE Nieuwerkerk aan den IJssel

Themasessie Verificatie & Validatie, `Testen in de praktijk. Hotel v.d. Valk Nieuwerkerk, Parallelweg Zuid 185, 2914 LE Nieuwerkerk aan den IJssel Verslag: Themasessie Verificatie & Validatie, `Testen in de praktijk Datum: 21 juni 2017 Locatie: Aanwezig: Hotel v.d. Valk Nieuwerkerk, Parallelweg Zuid 185, 2914 LE Nieuwerkerk aan den IJssel Zie bijgaande

Nadere informatie

WERKBOEK CTB1120 INLEIDING CIVIELE TECHNIEK

WERKBOEK CTB1120 INLEIDING CIVIELE TECHNIEK WERKBOEK CTB1120 INLEIDING CIVIELE TECHNIEK Het onderstaande geeft een beeld van de inhoud van het werkboek dat gemaakt moet worden ten behoeve van het vak CTB1120 Inleiding Civiele Techniek. Dit is geen

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg

Nadere informatie

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven Aanleiding Op 2 september heeft het college het volgende verzocht: Maak een voorstel betreffende de wijze waarop omwonenden worden geïnformeerd of betrokken

Nadere informatie

Reflectie VB op tunnel incident

Reflectie VB op tunnel incident Reflectie VB op tunnel incident Ongeval Heinenoordtunnel 21 mei 2014 Prof. Ir. Johan W. Bosch Veiligheidsbeambte Intermezzo (reflectie is ook context) Tunnel generaties (wat hebben we aan ontwikkelingen)

Nadere informatie

Evaluatie wetgeving tunnelveiligheid

Evaluatie wetgeving tunnelveiligheid Evaluatie wetgeving tunnelveiligheid Utrecht, 31 januari 2011 Maliebaan 16 postbus 85198 3508 AD Utrecht telefoon 030 236 3030 telefax 030 236 3070 kvk 30096560 mail@aef.nl p 2 Inhoud 1 Inleiding 5 1.1

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Veiligheidsbeambte wegtunnels Rijkswaterstaat

Veiligheidsbeambte wegtunnels Rijkswaterstaat Processchema s veiligheidsbeambte -2014-080, 2 juni 2014, versie 1.0 Proces afhandeling Probleem Doel afhandeling Vastleggen van het van de veiligheidsbeambte. Behandeling in B overleg aanvraag Ja aanvraag??

Nadere informatie

Landelijk Expertisecentrum Transportveiligheid. Hans Spobeck Hoofd Programmabureau Platform Transportveiligheid

Landelijk Expertisecentrum Transportveiligheid. Hans Spobeck Hoofd Programmabureau Platform Transportveiligheid Landelijk Expertisecentrum Transportveiligheid Hans Spobeck Hoofd Programmabureau Platform Transportveiligheid Van Railplan tot Platform Transportveiligheid 1997 start constructie Betuweroute / 2000 start

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Datum 15 maart 2011 Betreft wetgeving tunnelveiligheid

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Datum 15 maart 2011 Betreft wetgeving tunnelveiligheid > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070

Nadere informatie

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer 14 februari 2011 A.M. Hol, Universiteit Utrecht 1 Vraagstelling: Heeft overschrijding

Nadere informatie

Regelgeving brandwerendheid wegtunnels

Regelgeving brandwerendheid wegtunnels Regelgeving brandwerendheid wegtunnels 16 november 2017 Rutger Veldhuijsen Inhoud Omgevingsdienst NZKG, mandaat tunnels Verandermomenten in de tunnelregelgeving Regelgeving brandwerendheid Consequenties

Nadere informatie

Platform Bevoegd Gezag Tunnels 18 juni jaarlijkse inspectie

Platform Bevoegd Gezag Tunnels 18 juni jaarlijkse inspectie Platform Bevoegd Gezag Tunnels 18 juni 2015 6-jaarlijkse inspectie Agenda 13.00u Ontvangst met koffie/thee 13.15u Opening / inleiding Terugkoppeling bijeenkomst 15 januari 2015. Actie vorige keer; overzicht

Nadere informatie

VEILIGE LEEFOMGEVING

VEILIGE LEEFOMGEVING Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Samen werken aan een VEILIGE LEEFOMGEVING Continuïteit van de samenleving Veilige leefomgeving Zelfredzame samenleving Veilige bouwwerken Effectieve hulpverlening Beschermen

Nadere informatie

Wet- en regelgeving voor veiligheid in spoortunnels. Ing. R.J. Houben MSc, 26 november 2009. 1. Inleiding

Wet- en regelgeving voor veiligheid in spoortunnels. Ing. R.J. Houben MSc, 26 november 2009. 1. Inleiding 1 Wet- en regelgeving voor veiligheid in spoortunnels Ing. R.J. Houben MSc, 26 november 2009. 1. Inleiding Dit document geeft een overzicht van de wet- en regelgeving voor de veiligheid in spoortunnels.

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG a 1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 16 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting

Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting Aart de Koning, april 2010 De aanleiding: de concurrentiepositie van de haven van Rotterdam staat onder druk De haven van Rotterdam is altijd sterk verankerd geweest

Nadere informatie

MODEL. veiligheid door samenwerking

MODEL. veiligheid door samenwerking MODEL Integrale Brandveiligheid Bouwwerken veiligheid door samenwerking Brandveiligheid Rookmelders, sprinklersystemen en brandtrappen; brandveiligheidsmaatregelen vullen elkaar aan en zijn vaak onlosmakelijk

Nadere informatie

Verkeersonderzoek. Kenmerken advies: www.meldpunt veiligverkeer.nl

Verkeersonderzoek. Kenmerken advies: www.meldpunt veiligverkeer.nl Verkeersonderzoek www.meldpunt veiligverkeer.nl Kenmerken advies: Naam dossier: >Hier komt de naam van dossier zoals in Meldpunt en wordt ingevoegd door meldpuntmedewerker< Locatie: Eenderparkweg in Ermelo

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID MEMO Dossier : BC5930-102-105 Project : bestemmingsplan Cruiquiusgebied Amsterdam Betreft : quickscan externe veiligheid Ons kenmerk : MD-AF20131715/ISEE Datum : 13 december 2013 Status : definitief Classificatie

Nadere informatie

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Steunpunt externe veiligheid Groningen Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Opdrachtgever: Gemeente Bedum Dhr. S. Bergsma Opgesteld door: P. van Lennep Steunpunt externe veiligheid

Nadere informatie

Samen een tunnel bouwen

Samen een tunnel bouwen Samen een tunnel bouwen Benny Nieswaag - Rijkswaterstaat Bernadette Paping - ProRail COB congres 2013 Programma Het project Combiplan Nijverdal Bouwproces van de tunnel Samenwerking ProRail en Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Vaststellen van Brandveiligheidskwaliteit

Vaststellen van Brandveiligheidskwaliteit Vaststellen van Brandveiligheidskwaliteit VBE seminar 6 oktober 2010 Rudolf van Mierlo - Efectis Nederland 1 Inhoud Kwaliteit van brandveiligheid Praktijk van inspecties Beschikbare instrumenten 2 Kwaliteit

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten

Besluit van Provinciale Staten Besluit van Provinciale Staten Vergaderdatum Maart 2015 Nummer 6773 Onderwerp Beleidsregel groepsrisicoverantwoording in inpassingsplannen 1 Besluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel

Nadere informatie

Renovatie Velsertunnel gezien vanuit het perspectief van de Tunnelbeheerder

Renovatie Velsertunnel gezien vanuit het perspectief van de Tunnelbeheerder Renovatie Velsertunnel gezien vanuit het perspectief van de Tunnelbeheerder Ron van den Ende 3 juni 2014 1 Onderwerpen Eerst even voorstellen Waarom deze renovatie De tunnel in het wegenstelsel Omvang

Nadere informatie

Omgevingswet en de raad

Omgevingswet en de raad Omgevingswet en de raad Inhoud Waarom de Omgevingswet? Wat is de omgevingswet? Wat verandert er door de omgevingswet Wat vraagt dit van u als raad. Samen met de samenleving Budget reserveren Vrije (beleids)ruimte

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

Een aantrekkelijk alternatief voor lange (stads)tunnels ir. P. Jovanovic, ir. M. Holthuis

Een aantrekkelijk alternatief voor lange (stads)tunnels ir. P. Jovanovic, ir. M. Holthuis Een aantrekkelijk alternatief voor lange (stads)tunnels ir. P. Jovanovic, ir. M. Holthuis Samenvatting uit presentatie i.h.k.v. Tunnelveiligheid in Nederland, Amsterdam, 13-09-2012 Overzicht Onderwerpen

Nadere informatie

Standaardisatie VTTI Verkeer- en Tunnel Technische Installaties

Standaardisatie VTTI Verkeer- en Tunnel Technische Installaties Standaardisatie VTTI Verkeer- en Tunnel Technische Installaties Agenda Welkom Het KPT Geluiden uit ons netwerk Open dialoog Conclusie en afspraken Sluiting KPT: Wie zijn dat dan? Simone Abel Abel Office

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 305 Mobiliteitsbeleid Nr. 262 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Auditstatuut. Systeemtoezicht Wegvervoer

Auditstatuut. Systeemtoezicht Wegvervoer Auditstatuut Systeemtoezicht Wegvervoer Datum: 17 januari 2013 Status: vastgesteld versie 1.0 Pagina 1 van 9 Inhoud 1 Voorwoord 3 2 Audits 4 2.1 Systeemcriteria 4 3 Traject audit 5 3.1 Self-assessment

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 185/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1136 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 betreffende de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie

Nadere informatie

1. Wenselijkheid van het afzien van een akoestisch onderzoek

1. Wenselijkheid van het afzien van een akoestisch onderzoek abcdefgh Datum 20 februari 2007 Nummer HDJZ/I&O/2007-171 HOOFDDIRECTIE JURIDISCHE ZAKEN Onderwerp Nader rapport inzake de nota van wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving. Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving

Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving. Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving Datum: 22 maart 2019 Versie: definitief, 2.0, vastgesteld door PMT (07-03-2019) Toelichting/context: Waterschappen gaan uit van de

Nadere informatie

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan.

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. Veiligheidszorg geeft invulling aan de HOE-vraag en is

Nadere informatie

Beantwoording vragen van de raad

Beantwoording vragen van de raad Beantwoording vragen van de raad Datum collegevergadering 19-5-2015 Registratienummer Rs15.00477 Naam raadslid Beryl Dreijer Fractie Beryl Dreijer Portefeuillehouder(s) R. Vennik F.M. Weerwind Onderwerp:

Nadere informatie

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Datum : 24 januari 2018 Aan Van : Frederik Stouten : Marcel Scherrenburg Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Inleiding Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken

Nadere informatie

Integrale brandveiligheid o Integraal: voltallig, geheel => allesomvattend o Allesomvattende brandveiligheid BIO: bouwkundig, installatietechnisch, or

Integrale brandveiligheid o Integraal: voltallig, geheel => allesomvattend o Allesomvattende brandveiligheid BIO: bouwkundig, installatietechnisch, or Integrale brandveiligheid vanuit een risicogerichte benadering Rudolf van Mierlo Efectis Nederland www.efectis.nl 1 Inhoud o Integrale brandveiligheid o o Ervaringen o De toekomst o Stellingen www.efectis.nl

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet

Nadere informatie

PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN

PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN Concept PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN BELEIDSNOTITIE VAN GEDEPUTEERDE STATEN DECEMBER 2004 1. Doel en Aanleiding In haar brief van 11 november 2003 aan de Tweede Kamer heeft de Minister van

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw

Nadere informatie

De kracht van pps in lightrail

De kracht van pps in lightrail De kracht van pps in lightrail Over de groeiende noodzaak van lightrail in stedelijke gebieden, de voordelen van publiek-private samenwerking en de gebundelde krachten van Strukton. Strukton pleit voor

Nadere informatie

III BIllIII IHhI N II IllI INI 1111 II. w gemeente Burgemeester en wethouders. 17U1T09566/memo augustus 2017

III BIllIII IHhI N II IllI INI 1111 II. w  gemeente Burgemeester en wethouders. 17U1T09566/memo augustus 2017 $i gemeente Burgemeester en wethouders \-/ Postbus 1501 3100 EA SCHIEDAM Stadskantoor Stadserf 1 31 12 DZ SCHIEDAM Aan de gemeenteraad van Schiedam T 14 010 f010473 7021 w www.schiedam.nl Uw KENMERK ONS

Nadere informatie

Oplossingsvrij specificeren

Oplossingsvrij specificeren Oplossingsvrij specificeren ir. J.P. Eelants, projectmanager Infrabouwproces CROW Samenvatting De methodiek van oplossingsvrij specificeren richt zich niet alleen op het formuleren van functionele eisen.

Nadere informatie

Anton Ruiter Projectmanager Tunnelbeheer Gemeente Rotterdam Stadsbeheer

Anton Ruiter Projectmanager Tunnelbeheer Gemeente Rotterdam Stadsbeheer Presentatie Maastunnel Anton Ruiter Projectmanager Tunnelbeheer Gemeente Rotterdam Stadsbeheer Presentatie Maastunnel - Geschiedenis Maastunnel en technische specs - Renovatie/ restauratie algemeen - Maatregelen

Nadere informatie

Bestuurlijke integriteit

Bestuurlijke integriteit Bestuurlijke integriteit Onderzoek Bestuurlijke Integriteit Onderzoeksopzet Rekenkamercommissie De Wolden Maart 2014 Status: definitief Versie: 4 Rekenkamercommissie De Wolden 1 A. Wat willen wij bereiken?

Nadere informatie

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium Dit document is een onderdeel uit het advies Drie routes naar een valide examenproduct van mei 2016. De uitwerking van het advies vindt plaats vanaf augustus 2016 door de hiervoor aangestelde kwartiermaker

Nadere informatie

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening BESLUIT VAN PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 28 JANUARI 2014, PZH-2014-485413763, HOUDENDE EEN BELEIDSREGEL OVER DE WIJZE VAN INVULLING VAN DE GROEPSRISICOVERANTWOORDING IN EXTERNE VEILIGHEID WETGEVING

Nadere informatie

GHOR en risicobeheersing in de gebouwde omgeving

GHOR en risicobeheersing in de gebouwde omgeving GHOR en risicobeheersing in de gebouwde omgeving Dr.ir. Nils Rosmuller Lector Transportveiligheid GHOR-NL Inhoud Risicobeheersing Enkele ervaringen Enkele tools Mijn visie voor de GHOR Risicobeheersing

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie Manifeste lokale woningbehoefte Vraag zoekt locatie 10-3-2015 Inleiding In de gemeentelijke Visie op Wonen en Leefbaarheid (2012) is uitgesproken dat de gemeente in principe in alle kernen ruimte wil zoeken

Nadere informatie

Centrum Ondergronds Bouwen

Centrum Ondergronds Bouwen Metro en Tram Centrum Ondergronds Bouwen Tunnels en ondergrondse stations in de Wet Lokaal Spoor Hugo de Jong en Harm Akse CEB/OVG/04498 Lokaal spoor tot halverwege 20 e eeuw 2 Stadstram Interlokale tramlijntjes

Nadere informatie

Welkom. Kennissessie. Vervoer van gevaarlijke stoffen: Externe Veiligheid

Welkom. Kennissessie. Vervoer van gevaarlijke stoffen: Externe Veiligheid Welkom Kennissessie Vervoer van gevaarlijke stoffen: Externe Veiligheid Project: PHS Meteren - Boxtel Eigenaar: Rolf Wiemer 19 mei 2016 Status: Definitief Inhoud Wat is externe veiligheid? Begrippen externe

Nadere informatie

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is.

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is. 1 Managementsamenvatting De managementsamenvatting is geschreven in het Nederlands en het Papiamentu. De Rekenkamer wil hiermee bereiken dat meer mensen kennis kunnen nemen van de inhoud van het rapport.

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Inhoud presentatie 1. Impact Wabo o o o Doelstellingen Verplichtingen Kansen 2. Inzicht in de inhoud o o o o Inhoud en reikwijdte Procedures Aandachtspunten Inwerkingtreding

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Aantoonbaar brandveilig bouwen: hoe doe je dat?

Aantoonbaar brandveilig bouwen: hoe doe je dat? Aantoonbaar brandveilig bouwen: hoe doe je dat? Mw. Ing. Susan Eggink - Eilander Adviesburo Nieman B.V. 11 maart 2010 VvBA leden Vragen aan de zaal Ontwerpers / installateurs: Voldoet uw ontwerp aantoonbaar

Nadere informatie

De verkeersvriendelijke tunnel

De verkeersvriendelijke tunnel De verkeersvriendelijke tunnel Een RAMS-benadering om zowel veiligheid als beschikbaarheid te borgen NVRB, 22 januari 2013 Ronald Mante, Hoofd Steunpunt Tunnelveiligheid 22 januari 2013 De verkeersvriendelijke

Nadere informatie

Dynamisch Verkeersmanagement kan niet langer zonder een onafhankelijke coördinator

Dynamisch Verkeersmanagement kan niet langer zonder een onafhankelijke coördinator Dynamisch Verkeersmanagement kan niet langer zonder een onafhankelijke coördinator Frank Ottenhof Samenvatting Reizigers gaan steeds meer gebruik maken van apps en moderne in-car apparatuur om slim van

Nadere informatie

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas provincie :: Utrecht Plan van aanpak Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas In samenwerking tussen Veenendaal: 23 oktober 2017 Versie: 0.1 Opgesteld door: Maurice Kassing Gemeente

Nadere informatie

Het onderwerp van de presentatie is Private Kwaliteitsborging Bouwtoezicht. Een wetswijziging of stelselwijziging voor de bouwsector die in 2016 in

Het onderwerp van de presentatie is Private Kwaliteitsborging Bouwtoezicht. Een wetswijziging of stelselwijziging voor de bouwsector die in 2016 in 1 Het onderwerp van de presentatie is Private Kwaliteitsborging Bouwtoezicht. Een wetswijziging of stelselwijziging voor de bouwsector die in 2016 in werking zal treden. Daarbij is onderzocht wat de consequenties

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 323478. Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 323478. Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2 RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 323478 Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2 Onderwerp: Achterstanden met betrekking tot de afgifte van gebruiksvergunningen en -meldingen Verantwoordelijk

Nadere informatie

Regionale afstemming en verkeersmodellen

Regionale afstemming en verkeersmodellen Regionale afstemming en verkeersmodellen Robert Cellissen Rijkswaterstaat Noord-Brabant robert.cellissen@rws.nl Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 25 en 26 november 2010, Roermond

Nadere informatie

PROVINCIALE COMMISSIE LEEFOMGEVING (PCL) UTRECHT

PROVINCIALE COMMISSIE LEEFOMGEVING (PCL) UTRECHT 1 PROVINCIALE COMMISSIE LEEFOMGEVING (PCL) UTRECHT Aan: Gedeputeerde Staten van Utrecht en Provinciale Staten van Utrecht Pythagoraslaan 101 3508 TH Utrecht Datum: 1 oktober 2009 Ons kenmerk: PCL 2009/05

Nadere informatie

BEPERKTE VERANTWOORDING gasleidingen, GOS en transport gevaarlijke stoffen.

BEPERKTE VERANTWOORDING gasleidingen, GOS en transport gevaarlijke stoffen. BEPERKTE VERANTWOORDING gasleidingen, GOS en transport gevaarlijke stoffen. Gasleidingen (W-500-01 en W-500-23) De beperkte verantwoording voor beide gasleidingen (W-500-01 en W-500-23) betreft de volgende

Nadere informatie

2. Actuele wet- en regelgeving

2. Actuele wet- en regelgeving 2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, per 1 oktober 2010) regelt de omgevingsvergunning voor het bouwen (voorheen de bouwvergunning) en de omgevingsvergunning/gebruiksmelding

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Besluiten: Vast te stellen de Verordening uitsluitend recht weg- en tunnelbeheer N434

PROVINCIAAL BLAD. Besluiten: Vast te stellen de Verordening uitsluitend recht weg- en tunnelbeheer N434 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Zuid-Holland Nr. 8916 3 december 2018 Verordening van Provinciale Staten van Zuid-Holland van 14 november 2018, PZH-2018-646944240 (DOS-2010-0019784)

Nadere informatie

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 009 00 9 893 Veiligheid van het railvervoer Nr. 0 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie