EINDRAPPORT 'NEVENTRAJECTEXPERIMENT' JANUARI DECEMBER 2002

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EINDRAPPORT 'NEVENTRAJECTEXPERIMENT' JANUARI DECEMBER 2002"

Transcriptie

1 Steunpunt Nederlands als Tweede Taal EINDRAPPORT 'NEVENTRAJECTEXPERIMENT' JANUARI DECEMBER 2002 Voorgelegd aan Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegelid Guy Vanhengel, Onderwijs, Beroepsopleiding en Begroting Collegelid Jos Chabert, Welzijn, Gezondheid, Patrimonium Gerealiseerd met Middelen van het SIF. Uitvoering van actieplan Onderzoek en begeleiding Wim De Groof, Centrum voor Taal en Migratie, Katholieke Universiteit Leuven met begeleiding van Philippe Vangeneugden In samenwerking met Overleg Opleidings- en Tewerkstellingsprojecten Brussel (OOTB)

2 Inhoudstafel 1. Het neventraject p In een ruimer kader p Wat houdt het neventraject in? p Doelgroep van het neventraject p Het experiment p Laboratorium p Onderzoeksvraag p Concretisering p. 7 a. uitgangspunt: opleiding in het Nederlands p. 7 b. plaats van andere talen p. 8 c. groepssamenstelling p. 9 d. taalbad p. 10 e. geïntegreerde lessen p. 11 f. samenwerking taallesgever instructeur p. 11 g. einddoelen p. 12 h. didactiek p. 13 i. contacttaal p Het neventraject in de praktijk p. 16 a. uitgangspunt: opleiding in het Nederlands p. 16 b. plaats van andere talen p. 16 c. groepssamenstelling p. 17 d. taalbad p. 18 e. geïntegreerde lessen p. 19 f. samenwerking taallesgever instructeur p. 20 g. einddoelen p. 21 h. didactiek p. 27 i. contacttaal p Het neventraject editie twee p. 29 A. Nederlands als opleidingstaal p. 29

3 B. Belang van de techniek p. 29 C. Tijdsinvestering van taallesgever en instructeur p. 29 D. Cursisten zonder voorkennis Nederlands p. 31 E. Taalverwerving van cursisten p. 31 F. Technische opbouw p. 31 G. Ondersteuning van de taallesgever op de opleidingsvloer p. 31 H. Taakgerichte didactiek p Evaluatie, aanbevelingen en voorwaarden voor een neventraject p Positieve bevindingen p Kritische bemerkingen met aanbevelingen p Voorwaarden voor een neventraject p Neventraject binnen een opleiding p Neventraject binnen een werkervaring p Exemplarisch lesmateriaal met lesreflecties p. 47 Activiteit 1: Kar op orde! p. 47 Activiteit 2: Gebruik de juiste kleur! p. 58 Activiteit 3: Poetsen p. 63 Activiteit 4: Broodjes maken in de snackbar p. 66 Activiteit 5: Wie slim is, sorteert p. 71 Activiteit 6: Poetsen van een toilet p. 74 Activiteit 7: Tafel dekken p. 88 Activiteit 8: Broodjes maken in snackbar Ararat p. 92 Activiteit 9: Doet ze het goed? p. 96 Activiteit 10: Servetten plooien p. 100 Activiteit 11: De mop is kapot p. 104 Activiteit 12: Materialen leren kennen en gebruiken p. 107 Activiteit 13: Bolognaisesaus en groentelasagna p. 111 Activiteit 14: Welk product moet ik gebruiken? p. 115 Activiteit 15: Alles gepoetst? p. 122 Activiteit 16: Spirelli met broccoli en zalm p. 124 Activiteit 17: Pas op voor je rug p. 129

4 Activiteit 18: Bedden opmaken p. 140 Activiteit 19: Kennismaking met het personeel van hotel Eurotel p. 156 Activiteit 20: Inventaris opmaken p. 161 Activiteit 21: Hoe maak je het? p Bibliografie p. 168 Bijlagen bijlage I: einddoelenlijst opleiding hotel- en keukenhulp Jeugd en Stad bijlage II: tijdsindeling in het neventrajectexperiment hotel- en keukenhulp Jeugd en Stad bijlage III: geïntegreerd opleidingsschema hotel- en keukenhulp bijlage IV: tijdsindeling in de tweede editie van het neventrajectexperiment

5 1. Het neventraject 1.1 In een ruimer kader In samenwerking met de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en het Overleg Opleidings- en Tewerkstellingsinitiatieven Brussel (OOTB) werkt het Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2 sinds 2000 aan de kwaliteitsbevordering van NT2 binnen Nederlandstalige Brusselse inschakelingsacties. Een eerste aanzet was het Videocoachingproject 1 waarin een aantal instructeurs werd begeleid om hun instructietaal te optimaliseren. Het Videocoachingproject bevestigde het vermoeden dat de NT2-problematiek in de Nederlandstalige inschakelingsacties niet eenzijdig benaderd kan worden. Optimalisering van NT2 betekent acties op niveau van cursisten en instructeurs, maar ook op organisatie- en beleidsniveau. De Handvatten voor Taalbeleid 2 brachten in kaart welke voorwaarden en acties er nodig zijn voor een goed taalbeleid op niveau van de inschakelingsactie. In de Handvatten worden de onderwerpen aangekaart waarover een inschakelingsactie een beslissing moet nemen als ze een taalbeleid wil vormgeven. De plaats die het Nederlands moet krijgen binnen een opleiding staat in rechtstreeks verband met de einddoelen die een inschakelingsactie wenst na streven met zijn doelpubliek. Het Einddoelenonderzoek 3, wil projecten mogelijke einddoelen aanreiken. Op basis van die einddoelen kunnen inschakelingsacties het Nederlands een weloverwogen realistische plaats geven en concrete acties ondernemen m.b.t. taalbeleid op projectniveau. Het onderzoek situeerde zich met het formuleren van einddoelen op het niveau van cursisten, maar ook op organisatieniveau krijgen inschakelingsacties een referentiekader voor een taalbeleid. In 2001 werd er naast het einddoelenonderzoek exemplarisch lesmateriaal uitgewerkt voor een voortraject Nederlands naar een basisniveau. De resultaten hiervan kan u lezen in het 1 L. Bielen, Eindrapport Video-coaching-project Op de vloer. Oktober 2000 Maart 2001, Centrum voor Taal en Migratie, Leuven, J. Drijkoningen, Eindrapport Handvatten voor taalbeleid. April 2001 September 2001, Centrum voor Taal en Migratie, Leuven, W. De Groof, Eindrapport Einddoelen voor Brusselse Nederlandstalige Inschakelingsacties. Mei 2001 december 2001, Centrum voor Taal en Migratie, Leuven,

6 eindrapport Optimalisering van taaltrajecten Nederlands. Een geïntegreerd voortraject van een bouwopleiding. 4 In 2002 bouwde het Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2 verder op de resultaten van de voorafgaande projecten. Enerzijds werd een experiment uitgevoerd dat de haalbaarheid, mogelijkheden en gevolgen van een neventraject onderzoekt. Dit rapport is de neerslag van dat experiment. Anderzijds werd een zestal inschakelingsacties begeleid bij het vormgeven van een taalbeleid en het opstellen van een taalbeleidsplan. 5 Daarnaast ontwikkelde het Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2 een bronnenboek voor pc-opleidingen, een volledig pakket NT2 dat onmiddellijk inzetbaar is in de desbetreffende opleidingen. 6 Het neventrajectexperiment bouwt verder op de Handvatten voor taalbeleid, waarin het neventrajectmodel als een mogelijk traject voorgesteld wordt voor bepaalde inschakelingsacties. Het experiment sluit ook aan bij het einddoelenonderzoek waarin de einddoelen voor het neventraject worden beschreven. Met het experiment wou het Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2 nagaan of het neventrajectmodel kan uitgevoerd worden in de praktijk en welke voorwaarden dan vervuld moeten worden. 1.2 Wat houdt het neventraject in? In het rapport Handvatten voor taalbeleid 7 wordt het neventraject voorgesteld als een mogelijk taaltraject voor van bepaalde inschakelingsacties. Joke Drijkoningen omschrijft het op pagina 30 tot 33 als volgt: Een neventraject vormt een andere mogelijkheid voor projecten die enerzijds vrezen hun drempel te verhogen door een voortraject te eisen én die anderzijds niet zo'n hoge einddoelen Nederlands wensen te bereiken. Schematisch ziet het neventraject zoals het nu bestaat, er als volgt uit: 4 K. Vander Meeren, Eindrapport optimalisering van taaltrajecten Nederlands. Een geïntegreerd voortraject voor een bouwopleiding. Mei 2001 December 2001, Centrum voor Taal en Migratie, Leuven, J. Drijkoningen, Eindrapport Taalbeleid concreet, zes inschakelingsacties maken hun taalbeleid. Januari December 2002, Centrum voor Taal en Migratie, Leuven, S. Choua, W. De Groof en K. Vander Meeren, Bronnenboek voor Informatica-opleidingen, Centrum voor Taal en Migratie, Leuven, J. Drijkoningen, o.c. 2

7 T N Cursisten moeten geen enkele kennis Nederlands hebben, willen E E ze een opleiding volgen. De technische opleiding (instructies) C D gebeurt in een tussentaal. 8 Daarnaast worden er enkele uren per H E week Nederlandse taallessen gegeven. Die lessen staan niet N. R volledig los van de opleiding, in die zin dat woorden of zinnen als L "Goedemorgen. Hoe gaat het? Tot morgen." in de opleiding aan O A bod komen. Ook enkele vaktechnische termen kunnen aangereikt P N worden. L. D S Fig. 1 Wil men tot een functioneringsniveau van het Nederlands komen aan het einde van de opleiding (d.w.z. rond het basisniveau), moet er naar een andere vorm van neventraject gezocht worden. Als men werkt met een neventraject zoals beschreven in figuur 1, kan men dit niet verwachten van de cursisten. (...) Fig. 3 T E C H N. L E S N O D P L. L. Techn. opl. Wanneer men er als opleiding voor kiest om op vlak van Nederlands met de cursisten te streven naar ongeveer het basisniveau, lijkt figuur 3 ons de meest ideale oplossing. Het geven van instructies in het Nederlands lijkt ons een zeer sterk middel om tot een zeker basisniveau Nederlands te komen. Wanneer cursisten nog geen eerste stappen hebben gezet in de Nederlandse taal, is dit echter niet haalbaar voor de instructeur. Men begint dus met een hele korte periode intensief Nederlands binnen het project zodat instructeurs hun instructies vanaf het begin in het Nederlands kunnen geven. De Brusselse context schept, nog meer dan de Vlaamse, de behoefte om ook de instructies in het Nederlands aan te reiken. De opleiding is in Brussel, waar 8 Met tussentaal bedoelen wij de contacttaal of de communicatietaal waar de instructeur en de cursist op terugvallen wanneer een cursist het Nederlands niet of onvoldoende beheerst. 3

8 hoofdzakelijk Frans gesproken wordt op straat, vaak de enige plaats waar cursisten veel in contact kunnen komen met het Nederlands. Om tot een functionele Nederlandse taalvaardigheid te komen, moet de opleiding daarvoor een taalrijke omgeving bieden. Gedurende het hele traject zullen instructeur en taallesgever nauw met elkaar moeten overleggen zodat het Nederlands dat gegeven wordt in de taalles getransponeerd wordt naar de opleidingsvloer en zodat de informatie die gegeven wordt op de opleidingsvloer opgenomen wordt in de taallessen. De Nederlandse taallessen vormen zo een plaats voor ondersteuning van en reflectie op het Nederlands dat al doende op de vloer wordt geleerd. De taallesgever kan de instructeur ook mee begeleiden op de opleidingsvloer zodat hij onmiddellijk kan inspelen op de talige behoeften van cursisten, bepaalde dingen extra kan verduidelijken en extra aandacht kan geven aan taalzwakke cursisten. Naarmate de opleiding vordert, zal het aandeel Nederlandse lessen afnemen. In welke mate dit gebeurt, hangt af van de einddoelstellingen die de organisatie vooropstelt op het vlak van taal. Bij deze vorm van neventraject kan men nog de bedenking maken dat de duur van de periode intensief Nederlands en het moment waarop de instructeur begint met de technische instructies, moeilijk te bepalen is. Dit zal afhankelijk zijn van motivatie, bereidheid van instructeurs, capaciteiten van cursisten, Bovendien stelt dit model hoge eisen aan de technisch instructeurs. Het neventrajectconcept zoals dat in de Handvatten werd voorgesteld en verder werd uitgewerkt, heeft de volgende kenmerken: de technische opleiding verloopt vanaf het begin zo veel mogelijk in het Nederlands. De plaats van andere talen is duidelijk afgebakend. het aandeel lessen Nederlands is aanvankelijk zeer groot en neemt af naarmate de opleiding vordert. De cursisten volgen een korte intensieve periode Nederlands (twee weken), voor de eigenlijke start van de technische opleiding. Na deze periode wint de techniek meer en meer aan belang. Het aantal lessen Nederlands neemt af, maar verdwijnt niet helemaal. instructeur en taallesgever werken heel nauw samen op de opleidingsvloer en in de taalles. De taallessen zijn inhoudelijk afgestemd op de techniek. Tijdens technische lessen wordt aandacht besteed aan taal. cursisten met een nulniveau Nederlands kunnen instromen in het neventraject. de einddoelen van het neventraject liggen in de buurt van het basisniveau Het neventraject zoals dat weergegeven is in figuur 3 is een optimalisering van een bestaand neventraject (figuur 1). In dat bestaand neventraject volgden de cursisten de opleiding in het Frans en werd er Nederlandse les gegeven gedurende drie uur per week. Als we in dit rapport over het neventraject spreken, bedoelen we het traject in zijn nieuwe, geoptimaliseerde vorm. Er werd al een aantal keer verwezen naar het basisniveau Nederlands. Een basisniveau Nederlands is een taalvaardigheidsniveau dat werd bepaald door de Vlaamse Onderwijsraad en per decreet 4

9 vastgelegd. 9 Het basisniveau is het absolute minimum om te functioneren in een anderstalige omgeving en stemt overeen met niveau A1 Breakthrough van het Europese Referentiekader. 10 De taalgebruiker kan in een anderstalige samenleving met zeer beperkte talige middelen communiceren om tegemoet te komen aan concrete behoeften uit zijn onmiddellijke omgeving. Wat cursisten die het basisniveau bereiken, kunnen met het Nederlands is nog heel beperkt. Cursisten kunnen taalaanbod begrijpen dat kort en eenvoudig gestructureerd is, traag en duidelijk wordt uitgesproken en aansluit bij voor hen goed bekende en concrete contexten. Ze maken evenwel nog veel fouten. Spreken is veel minder ontwikkeld dan luisteren en geproduceerde taal zal heel kort en concreet zijn met veel standaardformuleringen en fouten. Cursisten hebben niet zelden te kampen met spreekangst in een niet-vertrouwde omgeving en zullen begripsproblemen dan ook niet vaak signaleren. Voor lezen en schrijven gelden dezelfde kenmerken. 1.3 Doelgroep van het neventraject De inschakelingsacties die baat kunnen hebben bij een neventraject zijn de inschakelingsacties die in het Einddoelenonderzoek 11 ingedeeld zijn in Groep 1. Groep 1 omvat inschakelingsacties binnen de Brusselse secundaire en horecasector waar, volgens het onderzoek, het vereiste taalniveau niet hoger ligt dan een beroepsgericht basisniveau. Beroepsgericht basisniveau betekent dat de einddoelen die je nodig hebt om dat beroep uit te oefenen in de buurt liggen van het basisniveau. Kenmerkend voor deze inschakelingsacties is dat ze laagdrempelig willen zijn om hun doelgroep, vaak zeer laaggeschoolde anderstalige cursisten, toegang te verlenen tot de opleiding of werkervaring. Deze inschakelingsacties vrezen dat een voortraject Nederlands, voorafgaand aan de opleiding, doelgroepcursisten zou kunnen afschrikken. De interesse voor een neventraject bij deze inschakelingsacties is bijgevolg groot. Als blijkt dat het mogelijk is om een opleiding of werkervaring vanaf het begin aan in het Nederlands te laten verlopen en de einddoelen binnen bereik liggen, is het neventraject een valabel traject voor deze laagdrempelige inschakelingsacties. 9 Basisniveau Nederlands Tweede Taal. Visietekst en einddoelen. Vlaamse Onderwijsraad en Dienst voor Onderwijsontwikkeling, Brussel, Common European Framework of Reference for Languages, Council of Europe, Straatsburg, W. De Groof, o.c. 5

10 2. Het experiment Het neventraject zoals beschreven is een theoretisch model dat in Brussel of Vlaanderen niet bestaat. Om het als een valabel alternatief te kunnen uitwerken moest bijgevolg nagegaan worden of zo n traject werkt in de praktijk, wat de voorwaarden zijn, welke gevolgen het heeft voor instructeur, taallesgever en cursisten, en of de beoogde doelstellingen behaald kunnen worden. In dit deel beschrijven we hoe het neventrajectmodel vanuit een concrete opleidingscontext is geconceptualiseerd. 2.1 Laboratorium Om het neventraject in praktijk uit te testen gingen we op zoek naar een opleiding die geschikt was als laboratorium en bereid was om mee te werken. Niet elke opleiding kwam in aanmerking. We waren immers op zoek naar een omgeving waar het experiment in zo optimaal mogelijke omstandigheden kon verlopen. Deze zo ideaal mogelijke situatie moest voldoen aan de volgende voorwaarden: de einddoelen van de opleiding moeten in de buurt liggen van de einddoelen voor Groep 1 uit het Einddoelenonderzoek, d.w.z. vergelijkbaar met het basisniveau maar dan beroepsgericht. de cursistengroep moet voldoende groot zijn en er moeten voldoende cursisten instromen die niet over een voorkennis Nederlands beschikken de cursistengroep stroomt op eenzelfde moment in praktische voorwaarden: - de opleiding start voorjaar 2002; - een instructeur en een taallesgever moeten beschikbaar en bereid zijn om in te stappen in het experiment; - er moet een leslokaal zijn in de nabijheid van de opleidingsvloer. De opleiding keuken- en hotelhulp van Jeugd en Stad vzw in Sint-Jans-Molenbeek voldeed aan deze voorwaarden en was bereid om de laboratoriumfunctie op te nemen. Keuken- en hotelhulp is een viermaandendurende kwalificerende opleiding. Het neventraject duurt twaalf weken. Na twaalf weken eindigt de feitelijke opleiding en gaan de cursisten twee weken op stage en volgen nog twee weken sollicitatietraining. 6

11 Jeugd en Stad vzw wil Nederlands een plaats geven in haar opleidingen. De inschakelingsactie erkent Nederlands als extra troef op de Brusselse arbeidsmarkt en merkt ook bij cursisten voldoende motivatie om Nederlands te leren. Men vindt Nederlands belangrijk, maar men wil anderzijds de laagdrempeligheid niet verliezen door cursisten eerst Nederlands te laten volgen. 12 Binnen de opleiding werden al een aantal intitiatieven genomen om het Nederlands op een laagdrempelige manier in te bedden. Gedurende een wekelijks drieuurdurend lesmoment volgden de cursisten van hotel en keuken Nederlands samen met de cursisten van de schilderopleiding. Ook de instructeur had zelf al initiatieven genomen zoals een half uurtje Nederlands per dag of kleine dingen in het Nederlands aanbieden. Het Einddoelenonderzoek 13 bevestigt het belang van beroepsgericht Nederlands in de horecasector en de schoonmaak. Met de coördinatie van de hotel- en keukenopleiding werd de einddoelenlijst overlopen. Afgezien van een aantal kleine aanpassingen verklaarde de opleiding zich akkoord met de einddoelen Nederlands die uit het onderzoek naar voor zijn gekomen. De hotel- en keukenopleiding was dan ook bereid mee te werken aan een opleidingstraject waarin het Nederlands was ingebed, maar waarin de laagdrempeligheid naar doelgroepcursisten niet zou verhogen. 2.2 Onderzoeksvraag De onderzoeksvraag waarop we een antwoord willen krijgen is tweevoudig: a. Is het mogelijk dat cursisten met een nulniveau Nederlands een opleiding volgen waarin Nederlands van begin af aan de voertaal is? b. Welk niveau Nederlands behalen deze cursisten aan het einde van het neventraject? Kunnen ze met een neventraject in de buurt komen van de einddoelen van Groep 1 secundair en horeca uit het Einddoelenonderzoek? 12 Deze informatie komt uit een interview dat Joke Drijkoningen had met de organisatie in het onderzoek naar de Handvatten voor Taalbeleid. 13 W. De Groof, o.c. 7

12 2.3 Concretisering a. uitgangspunt: opleiding in het Nederlands De opzet van het neventrajectmodel is dat de technische opleiding van anderstaligen vanaf het begin in het Nederlands verloopt. De omgangs- en instructietaal is Nederlands, zonder evenwel andere talen te bannen. Andere talen kunnen aan bod komen in afgebakende, welomschreven contexten. De verwachting is dat cursisten, doordat ze de technische opleiding in het Nederlands volgen, veel gelegenheid hebben om taal te verwerven. Hun motivatie om technische inhouden en vaardigheden te verwerven moet hen bovendien ontvankelijk maken voor de taal waarin de techniek aangebracht wordt, het Nederlands. De lessen Nederlands hebben als voornaamste functie het taalaanbod tijdens de technische lessen te ondersteunen, voor te bereiden of te herhalen. De technische lessen, de grootste brok in de opleiding, bieden het meeste leerpotentieel: cursisten zullen het meeste Nederlands opsteken in de technische lessen. De opleidingsvloer biedt immers veel contextuele ondersteuning voor beginnende taalleerders. Het spreekt voor zich dat cursisten in een neventraject voldoende gemotiveerd moeten zijn om de opleiding in het Nederlands te volgen en Nederlands te willen leren. De intake van cursisten is wat dit betreft van groot belang. De taallesgever, instructeur en de externe begeleider van het Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2 twijfelden aanvankelijk of de opleiding van niet-nederlandstaligen in het Nederlands zou kunnen verlopen. Om cursisten voor te bereiden op het Nederlands in de technische lessen werd een korte periode voorzien van twee weken Nederlands, een zogenaamd taalbad. Meer hierover leest u onder d. taalbad bij aanvang van het traject. b. plaats van andere talen Tijdens de uitwerking van het neventraject rees de vraag hoe er omgaan moest worden met andere talen en of deze geen bedreiging zouden vormen voor de positie van het Nederlands. De grote meerderheid van de cursisten van Jeugd en Stad vzw spreekt immers Frans. Ook het instructiepersoneel heeft een basiskennis Frans. De vrees was dat cursisten en instructeur zouden overschakelen naar het Frans telkens er moeilijkheden zouden opduiken. Als dit systematisch gebeurt, zullen veel kansen om Nederlands te verwerven verloren gaan. Toch moeten andere talen een plaats krijgen binnen de opleiding. De einddoelen Nederlands voor de opleiding omschrijven immers slechts een beroepsgericht basisniveau. Het heeft bijgevolg weinig zin om talige taken die een stuk boven het 8

13 basisniveau liggen in het Nederlands aan te pakken. Praten over persoonlijke dingen en ervaringen, een conflictsituatie, abstractere technische inhouden, een gesprek over kopen op afbetaling of een evaluatiegesprek vereisen een taalniveau dat de einddoelen hotel- en keukenhulp overstijgt. Het moet daarom mogelijk zijn om dit soort zaken in het Frans of een andere taal te bespreken. Zeker omdat instructeur en trajectbegeleider benadrukken dat keuken- en hotelhulp een socio-professionele opleiding is waarin welbevinden en persoonsontwikkeling even belangrijk zijn als taal of techniek. Op basis van de einddoelenlijst hotel- en keukenhulp (bijlage I) is de scheidingslijn tussen Nederlands en andere talen vrij duidelijk af te bakenen. Nederlands moet op de voorgrond komen in concrete, beroepsgerichte opleidingssituaties wanneer instructies moeten worden begrepen of gegeven, een technisch probleem moet geformuleerd worden, een dienstmedeling gelezen moet worden enzovoort. Nederlands als beroepstaal met andere woorden. Taalgebruik dat niet in de einddoelen omschreven is, hoeft geen Nederlands te zijn. Cruciaal punt was de vraag of cursisten, en ook de instructeur, deze scheidingslijn zouden kunnen aanvoelen en respecteren. De vrees was dat cursisten, wetende dat er soms Frans gesproken kan worden, de omschakeling naar Nederlands niet zouden maken wanneer ze voor moeilijkheden komen te staan in de technische opleiding en dat terwijl talige problemen krachtige leermomenten zijn om Nederlands te leren. Vanuit die bezorgdheid probeerden we de situaties en momenten waarin een andere taal dan Nederlands gesproken kan worden duidelijk af te bakenen. Op die manier wilden we een herkenningseffect creëren bij cursisten. Aan het begin van elke week bijvoorbeeld houden cursisten, instructeur en taallesgever een zogenaamd kringgesprek. In dat gesprek kan het gaan over het weekend, de weekplanning, moeilijkheden in de opleiding en privé enzovoort. Voertaal in de kringgesprekken is Frans. Moeilijker is het om de anekdotes die de instructeur vaak gebruikt in opleidingssituaties af te bakenen. Omwille van hun daar-en-toen karakter is het voor cursisten moeilijk om een anekdote in het Nederlands te vatten. Er werd afgesproken om voor anekdotes de overgang naar het Frans verbaal aan te geven, zodat het voor de cursisten duidelijk is dat het Frans in de opleidingssituatie uitzonderlijk is. Dezelfde werkwijze kan gebruikt worden wanneer abstracte technische inhouden (bv. bedrijfshygiëne of milieubescherming) aan de orde zijn. Wel vroegen we de instructeur om anekdotes en abstractere inhouden enkel mee te delen als ze werkelijk van belang zouden zijn voor de technische opleiding. De instructeur vreesde echter dat door het wegvallen van een aantal anekdotes er minder persoonlijk contact tussen haar en de cursisten zou zijn. c. groepssamenstelling 9

14 Bij het samenstellen van een groep cursisten was het belangrijk dat een voldoende aantal cursisten, de zogenaamde testgroep, geen voorkennis Nederlands had. Er waren acht opleidingsplaatsen voorzien. De cursisten zouden geselecteerd worden na een screening op motivatie voor de opleiding én het Nederlands. Als de cursisten bij instroom een verschillende taalvaardigheid Nederlands hebben, zouden we kunnen nagaan of dit kon opgevangen worden in het neventraject. Hiermee botsen we op de vraag hoe groot de heterogeniteit van taalniveau kan zijn bij aanvang van het neventraject. Volgens taalwetenschapper Gass 14 leert een taalleerder het meest in een leeromgeving waar hij wordt geconfronteerd met talige taken die net iets te moeilijk zijn. Wanneer het taalaanbod veel te moeilijk of te gemakkelijk is, leert hij minder of niet. In de praktijk betekent dit dat de instructeur en taallesgever in een heterogene groep elke cursist een opdracht moeten aanbieden op zijn niveau. Als een cursist bijvoorbeeld uitleg moet geven aan een medecursist of bepaalde vragen van de instructeur beantwoordt, oefent hij zijn (mondelinge) taalvaardigheid op een hoger niveau dan beginnende medecursisten die enkel uitleg en vragen moeten begrijpen. In de voorbereiding van het experiment werd met de instructeur en de taallesgever bekeken hoe ze hun opdrachten en taalgebruik kunnen aanpassen aan het niveau van individuele cursisten. d. taalbad bij aanvang van het traject Cursisten met een nulniveau Nederlands aan een opleiding laten beginnen heeft gevolgen voor de cursisten en de instructeur. De instructeur had de opleiding steeds in het Frans gegeven en had bedenkingen bij een opleiding in het Nederlands. Om voor cursisten en instructeur de aanpassing aan het Nederlands minder zwaar te maken zou er, zoals reeds aangehaald, aan de technische opleiding een taalbad vooraf gaan van twee weken intensief Nederlands. Intensief betekent dat de cursisten 15 uur per week les Nederlands krijgen, een maximum dat werd overeengekomen met CBE Brusselleer. In de opleidingstijd die overblijft, geeft de technische instructeur, met ondersteuning van de taallesgever, al technische les in het Nederlands. De instructeur verwacht echter niet dat de technische doelen van deze lessen behaald worden en dat cursisten de technische vaardigheden na afloop beheersen. Na de periode intensief Nederlands neemt het aandeel lessen Nederlands geleidelijk aan af en vergroot het aandeel technische lessen. Er blijft evenwel tot het einde van de opleiding een minimum aan lessen Nederlands. De precieze verhouding tussen lessen Nederlands en technische lessen verandert dus naarmate de opleiding vordert. Er is ook 10

15 voorzien dat de taallesgever ondersteuning geeft tijdens technische lessen op de opleidingsvloer. Hoe lessen Nederlands en technische lessen (al dan niet met ondersteuning van de taallesgever) precies werden gepland, kan u nagaan in bijlage II. e. geïntegreerde lessen In het kader van het neventrajectexperiment maakte het Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2 i.s.m. CBE Brusselleer voor ongeveer 60 uur (20 dagdelen ) exemplarisch taakgericht en geïntegreerd lesmateriaal Nederlands. De lessen zijn zo veel mogelijk afgestemd op de technische opleiding. Technische inhouden als poetstechnieken, materialen, recepten, gerechten, hygiëne, tafeldekken of bedden opmaken zijn de contexten waarbinnen aan de einddoelen Nederlands wordt gewerkt. 15 De meeste lessen Nederlands vinden plaats op de opleidingsvloer. Cursisten zullen vaak nauwelijks het verschil merken tussen een technische les en een les Nederlands. We verwachtten dat dit de motivatie van cursisten voor het Nederlands ten goede zal komen. Er werd afgesproken dat in de lessen Nederlands de technische doelen (bv. goede correcte uitvoering, tempo,...) ondergeschikt zouden zijn aan de einddoelen Nederlands zodat cursisten op een veilige manier kunnen kennismaken met Nederlands en het taalaanbod in technische lessen kunnen voorbereiden/verwerken. Het nieuwe lesmateriaal kan getransfereerd worden naar andere opleidingen en techniciteiten. Omwille van de beschikbare tijd werd niet voor alle lesmomenten nieuw lesmateriaal gemaakt. De taallesgever voorziet voldoende bestaand kwalitatief materiaal dat aansluit bij de opleiding ( + 30 uur of 10 dagdelen). Anderzijds wordt er tijdens de technische lessen ook aandacht besteed aan talige aspecten. De taallesgever is aanwezig tijdens een aantal technische lessen om de cursisten en de instructeur te ondersteunen (optimaliseren van het taalaanbod en instructietaal). De omvang van die ondersteuning van de taallesgever bedraagt 24 dagdelen (zie bijlage II). Over het hoe en waarom van goede instructietaal in de omgang met anderstalige cursisten leert de instructeur veel van de taallesgever onder andere wanneer ze lessen Nederlands bijwoont. 16 Omgekeerd steekt de taallesgever nuttige zaken op over koken en poetsen die ze kan gebruiken in de (voorbereiding van) lessen Nederlands. f. samenwerking taallesgever instructeur 14 S. Gass, en E. Varonis, Input, interaction and second language production. In: Studies in Second Language Acquisition, vol. 16, nr. 4, Het exemplarisch lesmateriaal met lesreflecties vindt u in deel 6. 11

16 Het spreekt voor zich dat een zodanige integratie van Nederlands en techniek een doorgedreven samenwerking tussen de taallesgever en de technische instructeur vereist. Deze nauwe samenwerking begint al bij de voorbereiding van het neventraject tijdens een reeks overlegmomenten (een twintigtal in de voorbereiding van het experiment). De taallesgever doet ideeën op i.v.m. de technische invulling van de lessen en vraagt om feedback. De instructeur van zijn kant verwerft inzicht in taalverwerving, NT2-didactiek, verwoordt bedenkingen en kritiek. Instructeur, externe begeleider van het Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2 en taallesgever stellen ook gezamenlijk een planning van de opleiding op. In zo n geïntegreerd opleidingsschema worden de lessen en doelen Nederlands afgestemd op de technische lessen en doelen zodat de opleiding een opbouw heeft die aangepast is aan cursisten die starten met een nulniveau Nederlands. Dat betekent dat een aantal technische inhouden, voor zover mogelijk, achteruitgeschoven werd omwille van het taalniveau dat ermee gepaard gaat. Bedrijfs-, voedingsmiddelen- en persoonlijke hygiëne bijvoorbeeld, is omwille van het abstracter taalgebruik, van vooraan in de opleiding verschoven naar de laatste weken. Verder is ervoor gezorgd dat de lessen Nederlands zo veel mogelijk aansluiten bij de technische lessen. D.w.z. dat wanneer het in een technische les zal gaan over de kleurcode bij het poetsen, de les Nederlands (die voorafgaat of volgt) als onderwerp ook de kleurcode heeft. Tijdens de opleiding wordt ook wekelijks een overlegmoment voorzien waarop de externe begeleider, de taallesgever en de instructeur het verloop van het neventraject bespreken, evalueren en eventueel bijsturen. Een open, constructieve relatie tussen instructeur en taallesgever is een voorwaarde voor een geslaagd neventraject. Hoe de lessen op elkaar afgestemd en getimed werden, kan u nagaan in het geïntegreerd opleidingsschema (bijlage III). g. einddoelen Het neventrajectmodel zou een geschikt model moeten zijn voor inschakelingsacties die qua einddoelen Nederlands streven naar een beroepsgericht basisniveau. Met Jeugd en Stad vzw werd nagegaan of de einddoelen zoals beschreven in het einddoelenonderzoek inderdaad de einddoelen voor de hotel- en keukenhulpopleiding zijn. Afgezien van een paar uitzonderingen werd de einddoelenlijst aanvaard als doelenlijst voor de opleiding. De definitieve einddoelenlijst hotel- en keukenhulp vindt u in bijlage I. We mogen einddoelen niet beschouwen als een set vaardigheden die elke cursist afzonderlijk moet verwerven. Ze zijn eerder de richting waarnaar een traject uitgezet 16 Over goede instructietaal leest u meer onder h. didactiek. 12

17 wordt en vormen ijkpunten voor lesmateriaal en lespraktijk. Afhankelijk van individuele leerderskenmerken en de kwaliteit van de opleiding slagen cursisten erin om de einddoelen al dan niet te behalen of in de buurt te komen. Het gevaar bestaat om individuele cursisten af te rekenen op hun beheersing van de einddoelen aan het einde van de opleiding. Als laagdrempelige organisatie is Jeugd en Stad vzw hiervoor op zijn hoede. In het kader van het experiment was het uiteraard van belang om een zicht te krijgen op de taalverwerving van de testgroep. Er moest immers een antwoord komen op de vraag: zijn absolute beginners in staat om de einddoelen te behalen in een neventraject? Het antwoord op deze vraag geven, ligt evenwel niet voor de hand. De resultaten van één testgroep zijn immers onvoldoende om definitieve conclusies te trekken. Bovendien is het niet vanzelfsprekend om het taalniveau van de cursisten in de testgroep te meten. Er is immers geen geschikte test zodat we moeten afgaan op de inschatting en ervaring van deskundigen. h. didactiek Doelgroep en concept van het neventraject vragen een verantwoorde didactische aanpak zowel in het lesmateriaal als in de lespraktijk van taallesgever en instructeur. Een didactiek die gericht is op laagtaalvaardige en moeilijklerende cursisten is een voorwaarde om dit soort neventrajecten in te richten. De opleiding keuken- en hotelhulp is omwille van de aard van het werk zeer praktisch en concreet zodat het mogelijk is zeer laagdrempelig te werken. Voor opleidingen die vanuit zichzelf meer abstract zijn, is dit soort neventraject moeilijker te realiseren. Het nieuw ontwikkelde lesmateriaal is taakgericht. Taakgericht wil zeggen dat het uitgangspunt van de activiteiten realistische taken zijn, taken die cursisten ook in de opleiding of werksituatie moeten aanpakken. Een bed opmaken, spaghettisaus bereiden, kamers poetsen of een poetskar inladen bijvoorbeeld, zijn herkenbare taken voor een keukenhulp of kamermeisje en werden gebruikt in het lesmateriaal. Cursisten moeten onmiddellijk functioneren als-in-het-echt. Ze leren al doende, met vallen en opstaan en door fouten te maken. De motivatie om een taak tot een goed einde te brengen, maakt cursisten ontvankelijk voor de taal die ermee gepaard gaat. Taal is geen doel op zich, maar een middel. Bij het uitvoeren van de taken stuiten leerders steeds op een kloof tussen wat ze kunnen en wat de taak aan taalvaardigheid vraagt. Dankzij de veilige omgeving van de opleiding en de gepaste ondersteuning van taallesgever en/of instructeur 13

18 is die kloof niet onoverkomelijk. Ze mag echter niet te groot zijn om de taalleerder niet af te schrikken. De leerder leert door zelf de kloof te overbruggen. Taallesgever en instructeur moeten in hun lespraktijk de laagtaalvaardige, laaggeschoolde cursisten optimaal ondersteunen. Een goede instructietaal is daarbij uitermate belangrijk want ze is de voedingsbodem voor de taalverwerving van cursisten. Leerders verwerven taal wanneer ze te maken krijgen met begrijpelijk of iets te moeilijk taalaanbod. 17 Het is bijgevolg cruciaal dat het taalgebruik van de instructeur begrijpelijk is voor de cursisten, d.w.z. aangepast is aan hun niveau. Taallesgever en instructeur moeten dus zeker zijn dat cursisten hen voldoende begrepen hebben. Begrip kan gecontroleerd worden door goede controlevragen te stellen. Indien de cursist goed antwoordt of handelt, is hij mee. Een instructeur zou zo vaak mogelijk gesprekjes met cursisten moeten opzetten over het werk (vraag-antwoorddidactiek). In een gesprek controleren de partners voortdurend of ze mee zijn. Het taalgebruik is bijgevolg afgestemd op het niveau van de minst taalvaardige gesprekpartner, de cursist die bijleert. Cursisten die een nulniveau hebben, gaan aanvankelijk enkel af op het visuele. Instructeur en taallesgever moeten zo veel mogelijk duidelijk maken door demonstratie en hun taalgebruik daaraan vastknopen. Een instructeur moet proberen zo veel mogelijk aantoonbaar te maken en tegelijkertijd te zeggen wat hij doet. Taalverwerving verloopt traag zodat geduld en voortdurende herhaling nodig zijn. Het is belangrijk dat de instructeur een goede spreektaal produceert. Zijn taal mag niet onnatuurlijk of ongrammaticaal zijn (foreigner talk) of enkel bestaan uit losse woorden. Instructeurs moeten gebruik maken van de voorkennis die cursisten kunnen hebben, niet-evidente verbanden expliciteren, schooltaal of abstracte definities vermijden, positief feedback geven door een foute taaluiting juist te herhalen of te parafraseren enzovoort. Ook vroegen we de instructeur om cursisten bij voorkeur zelf dingen te laten ontdekken en om oefeningen pas achteraf klassikaal te bespreken. De instructeur formuleerde op dit punt enkele bedenkingen: zouden de cursisten niet afgeschrikt worden door te uitdagende opdrachten en zouden ze geen verkeerde vaardigheden aanleren? Taallesgever, instructeur en externe begeleider bespraken bovenstaande punten in de voorbereiding en tijdens het neventraject. De instructeur was vanuit de eigen praktijkervaring met laaggeschoolden al een aantal do s and don ts op het spoor gekomen en krijgt in het experiment de kans om veel te leren over goede instructietaal. 17 S. Gass, o.c. 14

19 i. contacttaal In het neventrajectconcept moeten cursisten geen Nederlands kennen om in de opleiding te starten. Vraag is of het neventraject ook geschikt is voor cursisten die geen Frans of een andere contacttaal beheersen, Russischsprekenden bijvoorbeeld. De grote meerderheid van de anderstalige cursisten in Brussel begrijpt en spreekt evenwel Frans of pikt snel een basiskennis op. Wanneer een cursist het Frans (of een andere contactaal) niet voldoende beheerst, kan dat gevolgen hebben voor zijn socio-professionele opleiding. De momenten waarop het Frans gebruikt wordt om abstractere technische inhouden en maatschappelijke, persoonlijke of prive-zaken te bespreken omdat het taalgebruik het basisniveau overstijgt (zie 2.3 b. plaats van andere talen), zullen cursisten die onvoldoende Frans kennen het moeilijk krijgen. We kunnen ons de vraag stellen of de socio-professionele bekwaamheid 18 van deze cursisten aan het einde van de opleiding hierdoor in het gedrang komt. Feit is wel dat de kennis van Frans noodzakelijk is op de Brusselse arbeidsmarkt. We moeten ons dus afvragen in hoeverre Nederlandstalige inschakelingsacties een voldoende beheersing van het Frans van hun cursisten moeten nastreven of vragen bij instroom. 18 Jeugd en Stad vzw wil cursisten de kans te geven om zich als persoon te ontplooien. De opleiding biedt daarom plaats aan thema s waar cursisten belang aan hechten, maar die niet onmiddellijk met de technische opleiding te maken hebben. 15

20 3. Het neventraject in de praktijk In dit deel beschrijven we hoe het neventrajectconcept, dat we in het tweede deel van dit eindrapport uitvoerig, maar theoretisch hebben besproken, in de praktijk van de opleiding hotel- en keukenhulp heeft gewerkt. We houden daarbij de structuur aan van 2.3 Concretisering. a. uitgangspunt: opleiding in het Nederlands Het bleek dat Nederlands zonder veel problemen de gangbare taal was in de opleiding en dat er slechts sporadisch Frans gebruikt werd, bv. als het onderwerp minder concreet was (milieu, hygiëne, algemene thema s), tussen cursisten onderling of in een kringgesprek. Instructeur en taallesgever merkten dat het mogelijk was om met een goede didactiek en de nodige creativiteit het Frans in de opleiding tot een minimum te beperken. De geïntegreerde aanpak van Nederlands en techniek met veel visuele ondersteuning en herhaling sloeg aan bij cursisten, taallesgever en instructeur. Ook in de lessen techniek lukte het om vanaf de eerste week Nederlands te hanteren als opleidingstaal. Cursisten ervoeren de noodzaak om het Nederlands te begrijpen en waren doorgaans heel gemotiveerd om Nederlands te gebruiken, zo goed en zo kwaad als mogelijk. De aanvankelijke koudwatervrees van instructeur, taallesgever en externe begeleider voor het Nederlands bleek grotendeels ongegrond. Nederlands praten met cursisten bleek voor de instructeur minder onwennig dan ze eerst gedacht (gevreesd) had. Wel had de instructeur behoefte aan de ondersteuning van de taallesgever tijdens technische lessen, net zoals de aanwezigheid van de instructeur tijdens bepaalde lessen Nederlands nodig was. b. plaats van andere talen Nederlands werd met succes geïntroduceerd als opleidingstaal. Cursisten aanvaardden dat de communicatie met de instructeur en de taallesgever hoofdzakelijk in het Nederlands verliep. Natuurlijk waren de taalproblemen talrijk, maar de cursisten hielden niet krampachtig vast aan het Frans. De cursisten, die aanvankelijk mochten antwoorden in het Frans, werden na een aantal weken verzocht om in het Nederlands te antwoorden tijdens de technische lessen en de lessen Nederlands. De meeste cursisten, ook de beginners, deden hiervoor hun best. Eén cursist leek geremder in de communicatie dan de anderen terwijl ze in het Frans taalvaardig genoeg was en graag sprak. De vrees dat cursisten bij communicatieproblemen en wetende dat er soms Frans gesproken kon worden, snel zouden overschakelen bleek dus niet gegrond. De taal waarin instructeur of 16

21 taallesgever cursisten aanspreken, is blijkbaar bepalend en het strikt afbakenen van Nederlands en Frans minder nodig dan verwacht. Het was voor de cursisten duidelijk dat Nederlands dé voertaal is in de opleiding, maar dat er op andere momenten Frans kon gepraat worden (pauzes, kringgesprekken, op uitstap,...). De motivatie van cursisten om Nederlands te leren is wellicht het belangrijkste element dat hier speelt. Maar ook het motiverende karakter van de lessen Nederlands en de veilige experimenteeromgeving op de opleidingsvloer hebben ertoe bijgedragen. Instructeur en taallesgever moesten in opleidingssituaties steeds opnieuw afwegen wanneer Nederlands dan wel Frans het meest voor de hand lag. Criterium daarvoor was de einddoelenlijst van hotel- en keukenhulp (bijlage I). Wanneer het om die einddoelen gaat, is Nederlands de aangewezen taal. De instructeur slaagde er bovendien in het aantal anekdotes te beperken tot hetgeen strikt noodzakelijk was voor een goed begrip van de technische materie. Verhaaltjes die niet onmiddellijk relevant zijn voor de techniek werden weggelaten. De vrees dat de band met cursisten hier onder zou lijden, beschouwde de instructeur achteraf als ongegrond. c. groepssamenstelling De cursistengroep bestond uit acht cursisten, zeven vrouwen en een man. Bij de intake werd nagegaan welk niveau de cursisten hadden qua Nederlands. Daaruit bleek dat er vier cursisten waren die al wat Nederlands kenden en dat vier cursisten volledige beginners waren. Tijdens de opleiding werd duidelijk dat er slechts drie cursisten over geen enkele voorkennis Nederlands beschikten. Het bleek immers al snel dat één van de beginners al ergens wat Nederlands had opgestoken. Tussen de cursisten met voorkennis waren de niveauverschillen groot: twee cursisten hadden al een behoorlijk niveau Nederlands 19, één cursist had ongeveer een basisniveau en één cursist had al lessen Nederlands gevolgd, maar was desondanks te vergelijken met de absolute beginners. De testgroep met cursisten die nog nergens een voorkennis Nederlands hadden opgedaan bestond dus uit drie cursisten. In de loop van het experiment bleek dat er ook qua leermogelijkheden en motivatie verschillen waren tussen leerders onderling. Uit het experiment blijkt dat het voor instructeur en taallesgever niet altijd mogelijk is om rekening te houden met het taalniveau van elke individuele cursist. Soms moest een meer taalvaardige cursist wat worden afgeremd. Of taalvaardige cursisten genoeg gemotiveerd zijn, hangt in grote mate af van hun bereidheid om de opleiding te volgen met zeer laagtaalvaardige cursisten. Tijdens intakegesprekken moet een trajectbegeleider daarom 19 Hun niveau situeerde zich op wat men bij CBE Brusselleer niveau 3 noemt, het op één na hoogste niveau binnen de basiseducatie. 17

22 nagaan of ze voldoende gemotiveerd zijn om in een neventrajectopleiding te stappen. Misschien is een andere opleiding (bv. bij de VDAB) beter afgestemd op de taalleerbehoeften van deze cursisten. Taal is natuurlijk maar één overweging bij de intake en oriëntatie van cursisten binnen een socio-professionele inschakelingsactie als Jeugd en Stad vzw. In een heterogene groep bestaat het gevaar dat de sterksten het gezicht van de groep uitmaken. Omdat ze mondiger zijn, lijkt het soms of de groep iets heeft begrepen, terwijl dat voor de zwakkere cursisten niet noodzakelijk zo is. Het moet de voortdurende bekommernis van een instructeur en taallesgever zijn om zich hierdoor niet te laten misleiden en goed te controleren of alle cursisten, in de eerste plaats de minst taalvaardigen, mee zijn. Afrondend kunnen we stellen dat hoe heterogener de groep is, hoe groter de uitdaging voor taallesgever en instructeur om elke cursist goed taalaanbod op maat te geven. Een te grote heterogeniteit leidt echter tot frustratie bij instructie-personeel en cursisten. Zo is het niet aan te raden om Nederlandstalige cursisten en Nederlandsonkundige cursisten samen te laten instromen. Het neventraject hotel- en keukenhulp is met andere woorden niet afgestemd op Nederlandstalige cursisten, tenzij die bijzonder gemotiveerd zijn om de opleiding te volgen. d. taalbad Zoals al aangehaald was het voor de cursisten ook die met een nulniveau mogelijk om de lessen Nederlands, maar ook de technische lessen in het Nederlands te volgen. In het taalbad, een tweewekendurende intensieve periode Nederlands (15 u per week), was het onderscheid tussen de lessen Nederlands en de technische momenten 20 voor de cursisten niet meteen duidelijk. Alle lessen speelden zich af op de opleidingsvloer, hadden techniek als onderwerp en verliepen in het Nederlands. Het was voor de cursisten niet onoverkomelijk zwaar om de hele week met het Nederlands geconfronteerd te worden. Een maximum van 15 uur Nederlands per week is misschien eerder van toepassing in een traditionelere, klassikale vorm van taalonderwijs. Technische aspecten als correcte uitvoering en op tempo werken werden weggecijferd om een voldoende comfortabele en veilige omgeving te creëren voor het Nederlands. Het gevolg van deze aanpak van techniek in het taalbad was echter dat cursisten (maar ook de instructeur en taallesgever) onbewust ook in de rest van de opleiding de techniek op 20 De bedoeling was om in het taalbad zo veel mogelijk taalaanbod Nederlands te voorzien. Met CBE Brusselleer werd een maximum aantal uur les Nederlands bepaald op 15 uur per week. De resterende 18

23 een lager pitje gezet hebben. Bovendien blijkt uit het experiment dat cursisten zonder voorkennis technische lessen in het Nederlands al vanaf het begin aankunnen, op voorwaarde dat deze lessen didactisch verantwoord opgevat worden. De vrees dat de cursisten technische lessen tijdens de eerste dagen niet zouden aankunnen, werd op basis van het experiment niet bevestigd. De zinvolheid van een taalbad Nederlands kan op basis van het experiment dan ook betwijfeld worden. Als de implementatie van het Nederlands in een opleiding met zich meebrengt dat cursisten technisch minder onderlegd zijn, legt dit immers een ernstige hypotheek op de bruikbaarheid van een geïntegreerd traject. Vandaar dat we er op basis van het experiment voor pleiten om vanaf de eerste week voldoende belang te hechten aan techniek (tempo en uitvoering). Het geïntegreerd lesmateriaal dat voor het experiment ontwikkeld werd, kan gebruikt worden om aan Nederlands én techniek te werken omdat het een beroep op technische relevante taken. Taal en techniek hoeven mekaar niet uit te sluiten: als een taak technisch correct uitgevoerd moet worden, is het voor de cursisten motiverend om het Nederlands in de les te verwerken. We pleiten er dus voor om de lessen Nederlands die uitgewerkt werden voor het experiment in volgende neventrajectopleidingen volledig te integreren met de techniek. e. geïntegreerde lessen De externe begeleider observeerde de meeste lessen Nederlands waarin het nieuwe lesmateriaal uitgetest werd. De lessen werden doorgaans positief geëvalueerd mits een aantal noodzakelijke aanpassingen. Het geïntegreerd lessenpakket (+ 60 uur) kan worden uitgebreid in een eventueel vervolg op het neventraject. Het lesmateriaal kan bovendien getransfereerd worden naar andere techniciteiten en opleidingen binnen Groep 1 van het Einddoelenonderzoek. 21 De met techniek geïntegreerde taallessen waren motiverend voor alle cursisten. Cursisten waren over het algemeen opgetogen over de niet-schoolse aanpak. Toch rees bij enkele cursisten soms de vraag naar een meer klassikale, traditionelere aanpak. Ook de taallesgever vindt lessen beroepsgericht Nederlands op de opleidingsvloer erg motiverend. De opleidingsvloer en de realistische taken in de les Nederlands bieden een rijke context om met laaggeschoolde, anderstalige cursisten aan de slag te gaan, meende ze. Desalniettemin pleitte ook zij voor een aantal klassikalere, tradionele lesmomenten. opleidingstijd werd ingevuld met technische lessen, evenwel zonder dat het behalen van technische doelstellingen en kwaliteit van uitvoering voorop stond. 21 Wim De Groof, o.c. 19

24 Het onderscheid tussen een les Nederlands en een les techniek was soms minimaal. Het verschil was dat er in de taalles bewust veel aandacht ging naar een rijk taalaanbod en naar gesprekjes met cursisten. De technische invulling was daar aan ondergeschikt en fungeerde in de taallessen slechts als een motiverend kader. In de technische lessen daarentegen kon niet altijd evenveel tijd worden besteed aan de talige omgang met cursisten omdat techniek en tempo belangrijk waren. De instructeur merkte echter op dat de groep te traag was en dat ook de technische uitvoering onvoldoende was in de technische lessen. Volgens haar was het veilige klimaat dat tijdens de lessen Nederlands gecreëerd werd vanaf het taalbad hiervan de oorzaak. Ze meende dat de werkattitude van de cursisten negatief beïnvloed werd door de ongedwongen aanpak van de techniek in het taalbad en tijdens de lessen Nederlands. Vandaar wat we op basis van het experiment pleiten voor een volledige integratie van techniek en Nederlands in de opleiding. Taal en techniek hoeven mekaar niet uit te sluiten: als een taak technisch correct uitgevoerd moet worden, is het voor cursisten motiverend om het Nederlands te leren dat ermee gepaard gaat. Het geïntegreerd lesmateriaal dat voor het experiment ontwikkeld werd, kan gebruikt worden om aan Nederlands én techniek te werken omdat het een beroep doet op technische relevante taken. De taallesgever had de indruk dat haar ondersteuning tijdens bepaalde lessen techniek niet honderd procent rendeerde. Het kan bijvoorbeeld niet de bedoeling zijn dat een taallesgever veel met cursisten praat als cursisten tempo moeten maken. We pleiten er dan ook voor om gerichter te ondersteunen. Een taallesgever overlegt best met de instructeur welke technische lessen veel of moeilijk taalgebruik met zich meebrengen en kiest deze momenten uit om te ondersteunen. Naarmate een instructeur vaardiger wordt met Nederlands als instructietaal neemt de behoefte aan deze ondersteuning af. Daarnaast is het zinvol om tijdens technische lessen praktijkopdrachten op te zetten. Een praktijkopdracht is een talige opdracht die cursisten moeten uitvoeren tijdens een les techniek (bv. vragen stellen aan de instructeur, notities nemen, teksten verzamelen,...). Tijdens een praktijkopdracht kan de taallesgever de cursisten op maat ondersteunen. Dit type praktijkopdrachten werd in het kader van het neventrajectexperiment niet uitgewerkt, maar zijn zeker een optie voor dit soort trajecten. De instructeur heeft door deel te nemen aan lessen Nederlands bijgeleerd over een goede talige en didactische omgang met cursisten. De taakgerichte lessen Nederlands gaven haar inspiratie voor technische lessen. Zo liet ze bijvoorbeeld vaker het initiatief aan de cursisten in plaats van een oefening vooraf uitvoerig voor te stellen en te bespreken. 20

TAALBELEIDSPLAN OPLEIDING POLYVALENT VERZORGENDE

TAALBELEIDSPLAN OPLEIDING POLYVALENT VERZORGENDE TAALBELEIDSPLAN OPLEIDING POLYVALENT VERZORGENDE Voor de periode van 2011 tot 2014 1. Voorstelling van de opleiding begeleider in de kinderopvang en polyvalent verzorgende Het CVO biedt volwassenen met

Nadere informatie

Gerealiseerd met de steun van de Vlaamse Overheid, Departement Inburgering in het kader van Managers van diversiteit. Taalgericht naar werk Inhoud I

Gerealiseerd met de steun van de Vlaamse Overheid, Departement Inburgering in het kader van Managers van diversiteit. Taalgericht naar werk Inhoud I taalgericht naar werk Over het belang van geïntegreerd vakonder wijs voor beroepsgerichte opleidingen Publicatie ontwikkeld door Linguapolis, Instituut voor Taal en Communicatie Universiteit Antwerpen

Nadere informatie

TAALCOACHING OP Z'N BRUSSELS CENTRUM BASISEDUCATIE BRUSSELLEER

TAALCOACHING OP Z'N BRUSSELS CENTRUM BASISEDUCATIE BRUSSELLEER -1- TAALCOACHING OP Z'N BRUSSELS CENTRUM BASISEDUCATIE BRUSSELLEER -2- INHOUDSTAFEL WAT IS TAALCOACHING OP Z'N BRUSSELS? p.3 ~ HOE IS TAALCOACHING ONTSTAAN? p.4 ~ HOE START EEN TAALCOACHING? p.6 ~ WAT

Nadere informatie

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1 STERKE SCHAKELS Samen werken aan functionele taalvaardigheid Probleemstelling Jongeren in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) en het beroepssecundair onderwijs (BSO) stromen vaak uit zonder

Nadere informatie

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Praktijklessen als kansrijke leeromgevingen voor vak én taal: een aanzet tot geïntegreerde scholing Goedele Vandommele Heidi De Niel

Nadere informatie

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands Brussel, 5 februari 2004 020504_Advies_Huizen_van_het_Nederlands Advies over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands 1. Inleiding Op 26 januari 2004 heeft de raad van de Vlaams

Nadere informatie

H u i s w e r k b e l e i d

H u i s w e r k b e l e i d H u i s w e r k b e l e i d Voor maken. sommige een Voor kinderen aantal anderen kinderen een is complexe het levert huiswerk huiswerk taak echter waarbij geen een zij problemen bron een beroep van op,

Nadere informatie

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? De externe omgeving wordt voor meer en meer organisaties een onzekere factor. Het is een complexe oefening voor directieteams om

Nadere informatie

Eindrapport OPTIMALISERING VAN TAALTRAJECTEN NEDERLANDS. Een geïntegreerd VOORTRAJECT VOOR EEN BOUWOPLEIDING.

Eindrapport OPTIMALISERING VAN TAALTRAJECTEN NEDERLANDS. Een geïntegreerd VOORTRAJECT VOOR EEN BOUWOPLEIDING. Centrum voor Taal en Migratie Steunpunt Nederlands als Tweede Taal Eindrapport OPTIMALISERING VAN TAALTRAJECTEN NEDERLANDS. Een geïntegreerd VOORTRAJECT VOOR EEN BOUWOPLEIDING. ACTIVITEITEN Voorgelegd

Nadere informatie

EINDRAPPORT HANDVATTEN VOOR TAALBELEID APRIL 2001 SEPTEMBER 2001

EINDRAPPORT HANDVATTEN VOOR TAALBELEID APRIL 2001 SEPTEMBER 2001 Steunpunt Nederlands als Tweede Taal EINDRAPPORT HANDVATTEN VOOR TAALBELEID APRIL 2001 SEPTEMBER 2001 Voorgelegd aan Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegelid Guy Vanhengel Onderwijs, Beroepsopleiding en

Nadere informatie

NEDERLANDS LEREN EN OEFENEN

NEDERLANDS LEREN EN OEFENEN 2 32 Oriëntatiegids NEDERLANDS LEREN EN OEFENEN In Brussel leer je op verschillende plaatsen Nederlands. In dit hoofdstuk informeren we je over waar je Nederlands kan leren en oefenen. We leggen in paragraaf

Nadere informatie

TAALBELEID ZAVENTEM. Waarom een taalbeleid? Taalvisie (SC 8/2/2016) Infobundel voor het personeel oktober 2017

TAALBELEID ZAVENTEM. Waarom een taalbeleid? Taalvisie (SC 8/2/2016) Infobundel voor het personeel oktober 2017 TAALBELEID ZAVENTEM Infobundel voor het personeel oktober 2017 Waarom een taalbeleid? - De diensten van de gemeente Zaventem worden dagdagelijks geconfronteerd met mensen die de Nederlandse taal onvoldoende

Nadere informatie

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Leidraad bij het stappenplan Sinds 1 september 2012 is elke school verplicht een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid te voeren. Dit

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Respecteer de stille periode van kinderen. Geef kinderen die het nodig hebben, meer tijd om een luisteropdracht

Nadere informatie

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL Type 1: De Docent Ik weet perfect waar ik mee bezig ben. Met mijn strakke planning zien we alle vooropgestelde leerstof, met tijd voor een herhalingsles voor elke grote toets. Er zijn duidelijke afspraken

Nadere informatie

Project Taalcoaches. 1 januari 2009 31 december 2011. Locatie Moerdijk. Vluchtelingenwerk Brabant-West. Projectvoorstel taalcoaches.

Project Taalcoaches. 1 januari 2009 31 december 2011. Locatie Moerdijk. Vluchtelingenwerk Brabant-West. Projectvoorstel taalcoaches. Locatie Moerdijk VluchtelingenWerk Brabant-West Postbus 173 4250 DD Werkendam Telefoon (0183) 50 90 16 Fax (0183) 50 90 17 afdeling@vluchtelingenwerk.org Project Taalcoaches 1 januari 2009 31 december

Nadere informatie

Professionele taalvaardigheid Nederlands in het meertalige Brussel: een onderzoek naar einddoelen.

Professionele taalvaardigheid Nederlands in het meertalige Brussel: een onderzoek naar einddoelen. 132 Professionele taalvaardigheid Nederlands in het meertalige Brussel: een onderzoek naar einddoelen. Wim De Groof Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2, Katholieke Universiteit Leuven, Blijde Inkomststraat

Nadere informatie

Advies over de modulaire opleiding NT2 alfa R1, traject 1.2 voor de basiseducatie

Advies over de modulaire opleiding NT2 alfa R1, traject 1.2 voor de basiseducatie 4 ADVIES Raad Levenslang en Levensbreed Leren 21 maart 2006 RLLL/PCA/ADV/007 Advies over de modulaire opleiding NT2 alfa R1, traject 1.2 voor de basiseducatie VLAAMSE ONDERWIJSRAAD, LEUVENSEPLEIN 4, 1000

Nadere informatie

Ons huiswerkbeleid. Wij vinden huiswerk belangrijk, omdat het

Ons huiswerkbeleid. Wij vinden huiswerk belangrijk, omdat het Ons huiswerkbeleid De leerlingen zijn een groot deel van de dag actief op school; met huiswerk willen we de ouders op de hoogte houden van datgene waarmee de kinderen in de klas bezig zijn. Huiswerk vormt

Nadere informatie

VISIETEKST TAALSCREENING TAALTRAJECT - TAALBAD BASISONDERWIJS TAALONTWIKKELING IN BEELD BRENGEN EN ONDERSTEUNEN IN FUNCTIE VAN SCHOOLSUCCES JUNI 2014

VISIETEKST TAALSCREENING TAALTRAJECT - TAALBAD BASISONDERWIJS TAALONTWIKKELING IN BEELD BRENGEN EN ONDERSTEUNEN IN FUNCTIE VAN SCHOOLSUCCES JUNI 2014 JUNI 2014 context Een goede kennis van de onderwijstaal Nederlands 1 is voor leerlingen essentieel om kansrijk deel te nemen aan onderwijs. Vele scholen besteden daar nu reeds extra aandacht aan. De overheid

Nadere informatie

EINDRAPPORT "TAALBELEID CONCREET" ZES INSCHAKELINGSACTIES MAKEN HUN TAALBELEID JANUARI DECEMBER 2002

EINDRAPPORT TAALBELEID CONCREET ZES INSCHAKELINGSACTIES MAKEN HUN TAALBELEID JANUARI DECEMBER 2002 Centrum voor Taal en Migratie Steunpunt Nederlands als Tweede Taal EINDRAPPORT "TAALBELEID CONCREET" ZES INSCHAKELINGSACTIES MAKEN HUN TAALBELEID JANUARI DECEMBER 2002 Voorgelegd aan Vlaamse Gemeenschapscommissie

Nadere informatie

Checklist duidelijk geschreven taal

Checklist duidelijk geschreven taal Checklist duidelijk geschreven taal Woorden Korte woorden gebruikt of samengestelde woorden gesplitst? o OK Enkel alledaagse en internationale woorden gebruikt? o OK Gewone en geen moeilijke woorden gebruikt?

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

VIRBO Directies GO Garderen, 13 maart Magda Deckers

VIRBO Directies GO Garderen, 13 maart Magda Deckers VIRBO Directies GO Garderen, 13 maart 2013 Magda Deckers TAALVAARDIGHEIDSONDERWIJS: Eenzelfde begrippenkader: - vaststellingen die leidden tot TVO - conclusies voor het onderwijs - TVO: conceptueel kader

Nadere informatie

POP Martin van der Kevie

POP Martin van der Kevie Naam student: Martin van der Kevie Studentnr.: s1030766 Studiefase: leerjaar 1 Datum: 18 okt 2009 Interpersoonlijk competent Overzicht wat leerlingen bezig houdt dit kun je gebruiken tijdens de les. Verder

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten

Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten Enkele tips 1. Goed begonnen is half gewonnen! Zorg van bij het begin voor een zo open en positief mogelijke klassfeer

Nadere informatie

NT2-docent, man/vrouw met missie

NT2-docent, man/vrouw met missie NT2docent, man/vrouw met missie Resultaten van de bevraging bij NT2docenten Door Lies Houben, CTOmedewerker Brede evaluatie, differentiatie, behoeftegericht werken, De NT2docent wordt geconfronteerd met

Nadere informatie

VDAB aanbod NT2 NT2 SCHAKKETTEN. VDAB Aanbod NT2. 1) NT2 + Mijn Loopbaanatelier 2) Sectorspecifiek Nederlands 3) Sector-overschrijdend Nederlands

VDAB aanbod NT2 NT2 SCHAKKETTEN. VDAB Aanbod NT2. 1) NT2 + Mijn Loopbaanatelier 2) Sectorspecifiek Nederlands 3) Sector-overschrijdend Nederlands 1 VDAB aanbod Turnhout, 12/12/2018 VDAB Aanbod 2 1) + Mijn Loopbaanatelier 2) Sectorspecifiek Nederlands 3) Sector-overschrijdend Nederlands 1 VDAB Aanbod 3 1) + MIJN LOOPBAAN@TELIER Mijnloopbaan@telier

Nadere informatie

ONDERSTEUNING BIJ HET LEZEN

ONDERSTEUNING BIJ HET LEZEN ONDERSTEUNING BIJ HET LEZEN De meeste leerlingen hebben geen moeite met lezen op zich. Maar vanaf het moment dat ze langere teksten moeten lezen en globale vragen beantwoorden of als ze impliciete informatie

Nadere informatie

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, 16+ (begeleid) werk, inburgering

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, 16+ (begeleid) werk, inburgering Schets van het onderwijsprogramma, inburgering De leerlingen in route 1 uitstroomprofiel (begeleid) werk, inburgering stromen door naar (begeleid) werk. Dat betekent dat er in het onderwijsprogramma aan

Nadere informatie

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, jaar praktijkschool vso

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, jaar praktijkschool vso Schets van het onderwijsprogramma Route 1, 12 16 jaar praktijkschool vso De leerlingen in Route 1 Uitstroomprofiel praktijkonderwijs, vso bereiden zich voor op instroom in het praktijkonderwijs (en soms

Nadere informatie

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. Leerlijn ICT DERDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch 1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken

Nadere informatie

Hoe kan je omgaan met niveauverschillen?

Hoe kan je omgaan met niveauverschillen? Hoe kan je omgaan met niveauverschillen? Inleiding Een taallesgever zal in een oudergroep in mindere of meerdere mate geconfronteerd worden met niveauverschillen. Hoe groter de heterogeniteit, hoe moeilijker

Nadere informatie

EEN SCHOOLEIGEN HUISWERKBELEID

EEN SCHOOLEIGEN HUISWERKBELEID Stationstraat 22, 8700 Tielt 051/406263 051/409943 hetspoor@kbo-tielt.be www.kbo-tielt.be/hetspoor EEN SCHOOLEIGEN HUISWERKBELEID (geïnspireerd op Huiswerk in de basisschool, van Ameye en Vanspauwen) Vooraf

Nadere informatie

Hoe kan je breed en permanent evalueren?

Hoe kan je breed en permanent evalueren? Ronde 2 Martien Berben & Marleen Colpin Centrum voor Taal en Onderwijs - K.U.Leuven Contact: Martien.berben@arts.kuleuven.be Marleen.colpin@arts.kuleuven.be Hoe kan je breed en permanent evalueren? De

Nadere informatie

Dienstenbeschrijving communicatieve vaardigheden

Dienstenbeschrijving communicatieve vaardigheden Dienstenbeschrijving communicatieve vaardigheden Training-1 Training-2 Training-3 : Basistraining communicatieve vaardigheden : Communicatieve vaardigheden voor professionals : Hoe voer ik een intakegesprek

Nadere informatie

Ons huiswerkbeleid. Wij vinden huiswerk belangrijk, omdat het:

Ons huiswerkbeleid. Wij vinden huiswerk belangrijk, omdat het: Groenveldstraat 46, 3001 Heverlee Tel. 016/ 20 80 26 Fax 016/23 60 46 basisschool@donboscoheverlee.be - www.donboscoheverlee.be Ons huiswerkbeleid De leerlingen zijn een groot deel van de dag actief op

Nadere informatie

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

Taaltrainingen voor professionals. Engels Frans Spaans Duits Nederlands Italiaans Portugees

Taaltrainingen voor professionals. Engels Frans Spaans Duits Nederlands Italiaans Portugees Taaltrainingen voor professionals Engels Frans Spaans Duits Nederlands Italiaans Portugees European Language Centre > Professionele werkwijze met een persoonlijke aanpak Een ieder die een taal wil leren

Nadere informatie

kijkwijzer hoger onderwijs de les de docent taalontwikkelend lesgeven

kijkwijzer hoger onderwijs de les de docent taalontwikkelend lesgeven kijkwijzer hoger onderwijs taalontwikkelend lesgeven de docent 1. Is het taalaanbod van de docent rijk, verzorgd en afgestemd op de studenten? Zijn de formuleringen op het niveau van studenten? Drukt de

Nadere informatie

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen COMMUNICATIE training effectief communiceren met iedereen Een training van COMMUNICERENENZO Mensen zijn belangrijk. Resultaten ook Mensen zijn belangrijk en waardevol. Resultaten worden behaald dankzij

Nadere informatie

BIJLAGE. Bijlage nr. 1. Fiches SD 3 OD 5. Titel initiatief : Opleiding en tewerkstelling schoolinterventieteam

BIJLAGE. Bijlage nr. 1. Fiches SD 3 OD 5. Titel initiatief : Opleiding en tewerkstelling schoolinterventieteam BIJLAGE Bijlage nr. 1 Fiches SD 3 OD 5 Titel initiatief : Opleiding en tewerkstelling schoolinterventieteam Initiatiefnemer: vzw Schoolinterventieteam Projectomschrijving De specifieke bijdrage van de

Nadere informatie

aanstekelijk onderwijs

aanstekelijk onderwijs aanstekelijk onderwijs Als coöperatieve school werken leerlingen, hun ouders en het schoolteam democratisch samen. We geven leerlingen inspraak over hun leertraject en betrekken hen bij het hele schoolproject.

Nadere informatie

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Integratie van AN in secundair onderwijs Tom Verheyen Filip Paelman Overzicht Omzendbrief Tasan Vervolgonderzoek Referentiekader Een

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

12 scenario s. van warme overdracht

12 scenario s. van warme overdracht 12 scenario s van warme overdracht Scenario s van warme overdracht tussen centra voor volwassenenonderwijs CVO - centra voor basiseducatie CB Voor mensen met minder geletterdheidsvaardigheden is het niet

Nadere informatie

Taal in de blender. Succesrecepten. Mariet Schiepers_CTO_KU Leuven

Taal in de blender. Succesrecepten. Mariet Schiepers_CTO_KU Leuven Taal in de blender Succesrecepten Mariet Schiepers_CTO_KU Leuven Digitale (onderwijs)revolutie (?) In welke mate kunnen online taken het taalleerproces van anderstalige werknemers versterken? Welke functionele,

Nadere informatie

Warme overdracht tussen leren en werken en de VDAB: visietekst

Warme overdracht tussen leren en werken en de VDAB: visietekst Raad Secundair Onderwijs 2 april 2015 RSO-RSO-END-1415-001 Warme overdracht tussen leren en werken en de VDAB: visietekst Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219 42 99 F +32

Nadere informatie

Scriptie over Personal Branding en Netwerking

Scriptie over Personal Branding en Netwerking Scriptie over Personal Branding en Netwerking 1e versie - 16 november 2012 Jana Vandromme Promotor: Hannelore Van Den Abeele 1. Inhoudstafel 1. Inhoudstafel 2. Onderzoeksvragen 2.1 Onderzoeksvraag 1 2.2

Nadere informatie

EINDRAPPORT "BEGELEIDING VAN LESGEVERS NT2 IN BRUSSELSE NEDERLANDSTALIGE INSCHAKELINGSACTIES' JANUARI - JUNI 2003

EINDRAPPORT BEGELEIDING VAN LESGEVERS NT2 IN BRUSSELSE NEDERLANDSTALIGE INSCHAKELINGSACTIES' JANUARI - JUNI 2003 Steunpunt Nederlands als Tweede Taal EINDRAPPORT "BEGELEIDING VAN LESGEVERS NT2 IN BRUSSELSE NEDERLANDSTALIGE INSCHAKELINGSACTIES' JANUARI - JUNI 2003 Voor2e1e2d aan Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegelid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk.

Tevredenheidsonderzoek. Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk. Tevredenheidsonderzoek Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk. Stichting Buitengewoon leren & werken Prins Heerlijk Juni 2013 Stichting Buitengewoon

Nadere informatie

BIJLAGE V: Leidraad voor de interview met de jobcoaches. Interview jobcoach

BIJLAGE V: Leidraad voor de interview met de jobcoaches. Interview jobcoach BIJLAGE V: Leidraad voor de interview met de jobcoaches Inleiding Interview jobcoach Ik ben Maarten Vanherle en ik zit in mijn laatste jaar Sociaal-Agogisch-Werk. Binnenkort hoop ik afgestudeerd te zijn

Nadere informatie

De G-coach. Geïntegreerde geletterdheidstraining in beroepsopleidingen. Brussel, 23 oktober 2009. dept. WSE

De G-coach. Geïntegreerde geletterdheidstraining in beroepsopleidingen. Brussel, 23 oktober 2009. dept. WSE De Geïntegreerde geletterdheidstraining in beroepsopleidingen Brussel, 23 oktober 2009 dept. WSE Onderzoek i.o. MVG, Dept. WSE en ikv. Plan Geletterdheid Verhogen Literatuur- en praktijkonderzoek Didactisch

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen

Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen 1 2 3 4 1. Wat is beleidsvoerend vermogen? De scholen die een succesvol beleid voeren, gebruiken hun beleidsruimte maximaal zodat de onderwijskwaliteit

Nadere informatie

ONTBIJT OP SCHOOL. Voorbereiding van het ontbijt. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

ONTBIJT OP SCHOOL. Voorbereiding van het ontbijt. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS ONTBIJT OP SCHOOL De jongeren organiseren zelf een ontbijt op school. Ze bepalen hoe het ontbijt er zal uitzien en staan ook in voor de praktische organisatie. Hiervoor moeten ze een heel aantal zaken

Nadere informatie

werkbladen, telefoons en opnametoestel

werkbladen, telefoons en opnametoestel DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

SMART trainen. Naar een hoger niveau van de mini-volleybal training. Bert Brinkman, 2001 Terug naar de Volleybal pagina

SMART trainen. Naar een hoger niveau van de mini-volleybal training. Bert Brinkman, 2001 Terug naar de Volleybal pagina SMART trainen Naar een hoger niveau van de mini-volleybal training Bert Brinkman, 2001 Terug naar de Volleybal pagina Structuur Structuur in de training Structuur in het seizoen Doelen stellen Hoger op

Nadere informatie

LEG HET UIT! EEN AGENDA DIE JE HELPT OM INSTRUCTIES TE GEVEN VOOR ROUTINEMATIGE TAKEN.

LEG HET UIT! EEN AGENDA DIE JE HELPT OM INSTRUCTIES TE GEVEN VOOR ROUTINEMATIGE TAKEN. VOEDT U DE TALENTEN VAN UW PERSONEEL VOLDOENDE? JONAC NV LEG HET UIT! EEN AGENDA DIE JE HELPT OM INSTRUCTIES TE GEVEN VOOR ROUTINEMATIGE TAKEN. Dit project loopt met de steun van het Europees Sociaal Fonds

Nadere informatie

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN? Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN

Nadere informatie

Inhoudstafel INLEIDING...2

Inhoudstafel INLEIDING...2 ontwerp ruimtelijk structuurplan Turnhout Inhoudstabel Inhoudstafel INLEIDING...2 DEEL 1 INFORMATIEF GEDEELTE...8 INLEIDING: ANALYSE VAN DE RUIMTELIJKE CONTEXT...11 HOOFDSTUK I: SITUERING & GESCHIEDENIS...12

Nadere informatie

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden -

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden - Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden - 1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover

Nadere informatie

Leuvenseplein 4 Dinsdag, 13 mei Brussel RVOL/PCA/ADV/006

Leuvenseplein 4 Dinsdag, 13 mei Brussel RVOL/PCA/ADV/006 Vlaamse Onderwijsraad Raad Volwassenenonderwijs Leuvenseplein 4 Dinsdag, 13 mei 2003 1000 Brussel RVOL/PCA/ADV/006 Advies over de modulaire opleidingsprofielen basiseducatie voor de opleidingen Nederlands

Nadere informatie

Klare taal rendeert. Over het belang van een taalbeleid voor bedrijven en organisaties

Klare taal rendeert. Over het belang van een taalbeleid voor bedrijven en organisaties Klare taal rendeert Over het belang van een taalbeleid voor bedrijven en organisaties Taalbeleid: geen overbodige luxe Duidelijk en transparant taalgebruik vermijdt misverstanden, verbetert de samenwerking

Nadere informatie

VAK EN TAAL, EEN GEÏNTEGREERD VERHAAL. Met steun van het Europees Integratiefonds

VAK EN TAAL, EEN GEÏNTEGREERD VERHAAL. Met steun van het Europees Integratiefonds VAK EN TAAL, EEN GEÏNTEGREERD VERHAAL INTRODUCTIE TAALBELEID OPBOUW 1.Introductie 2.Resultaten taalomgevingsanalyse 3.Tweedetaalverwerving 4.Introductie taalontwikkelend lesgeven / taalbeleid 5.Taalacties

Nadere informatie

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

GROEIDOSSIER Praktijk SOV GROEIDOSSIER Praktijk SOV 2017 2018 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

EEN BEETJE NEUROWETENSCHAP. 19/03/2015 UDL-inspiratiedag 1

EEN BEETJE NEUROWETENSCHAP. 19/03/2015 UDL-inspiratiedag 1 EEN BEETJE NEUROWETENSCHAP 19/03/2015 UDL-inspiratiedag 1 3 GEINTEGREERDE NETWERKEN Het affectieve netwerk Het herkenningsnetwerk Het strategisch netwerk 19/03/2015 UDL-inspiratiedag 2 DE UDL-RICHTLIJNEN:

Nadere informatie

Kinderen met een handicap op de schoolbanken

Kinderen met een handicap op de schoolbanken Kinderen met een handicap op de schoolbanken Ouders van een kind met een handicap moeten vaak een moeilijke weg bewandelen met veel hindernissen en omwegen om voor hun kind de geschikte onderwijsvorm of

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Nederlands voor anderstaligen

Nederlands voor anderstaligen anderstaligen Sterrenkundelaan 14, Bergensesteenweg 1440, 1070 Brussel anderstaligen Voor wie zijn de opleidingen Nederlands? Je bent een anderstalige werkzoekende en je hebt al wat basiskennis Nederlands,

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Doel. Vertrekpunt: Santé! De beste gesprekken voer je... op café

Doel. Vertrekpunt: Santé! De beste gesprekken voer je... op café Doel Geanimeerde gesprekken voeren over belangrijke vragen of thema s in verschillende rondes. Elke deelnemer komt aan het woord. Een worldcafé kan je gebruiken om informatie te verzamelen binnen één thema

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken?

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken? Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken? Vorm groepjes en verdeel de volgende rollen: groepsleider, verslaggever en tijdbewaker. 1. Eindtermen Nederlands: een verkenning

Nadere informatie

infobrochure methodeonderwijs De Lotus

infobrochure methodeonderwijs De Lotus infobrochure methodeonderwijs De Lotus Mosselerlaan 62 3600 GENK 089 35 16 21 directie.middenschool@gocampusgenk.be Inhoudsopgave Inleiding Zelfgestuurd leren Kernteam Kringgesprek Coöperatieve werkvormen

Nadere informatie

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Zin in lezen! Krachtige leeromgevingen voor begrijpend lezen in het eerste leerjaar? Saskia Timmermans. Uit het leven gegrepen

Zin in lezen! Krachtige leeromgevingen voor begrijpend lezen in het eerste leerjaar? Saskia Timmermans. Uit het leven gegrepen 3 Zin in lezen! Krachtige leeromgevingen voor begrijpend lezen in het eerste leerjaar? Saskia Timmermans Uit het leven gegrepen TOM (7jaar): MAMA: TOM: Mama, ik heb het lesje uit mijn boek helemaal gelezen!

Nadere informatie

BEDRIJFSBEHEER. Nieuw! Bedrijfsbeheer voor anderstaligen. www.syntrabrussel.be

BEDRIJFSBEHEER. Nieuw! Bedrijfsbeheer voor anderstaligen. www.syntrabrussel.be BEDRIJFSBEHEER Nieuw! voor anderstaligen www.syntrabrussel.be 02 03 Een eigen zaak starten? De opleiding is de ideale start voor je ondernemersplannen. In deze brochure kom je meer te weten over de verschillende

Nadere informatie

Samenwerken met re-integratiebedrijven

Samenwerken met re-integratiebedrijven Samenwerken met re-integratiebedrijven Samenwerken met re-integratiebedrijven Inhoudsopgave Inleiding 2 Aanleiding 2 De Workshop 2 Het verslag 2 Terminologie: Gebruikte termen in het verslag 3 Algemene

Nadere informatie

Introductie 1. Waarvoor hebben de studenten een mentor nodig? 2. Wie kan mentor worden? Iemand die:

Introductie 1. Waarvoor hebben de studenten een mentor nodig? 2. Wie kan mentor worden? Iemand die: Mentor informatie Introductie Het Mentoringprogramma is voor studenten die een begeleidingsvraag hebben. Deze begeleidingsvraag kan zeer divers van aard zijn en heeft te maken met schoolse-, persoonlijke

Nadere informatie

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal. Taal: vakspecifieke toelichting en tips Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders

Nadere informatie

BIJLAGE VII: Leidraad voor de interview met de cursisten. Interview cursisten

BIJLAGE VII: Leidraad voor de interview met de cursisten. Interview cursisten BIJLAGE VII: Leidraad voor de interview met de cursisten Inleiding Interview cursisten Ik ben Maarten Vanherle en ik zit in mijn laatste jaar Sociaal-Agogisch-Werk. Binnenkort hoop ik afgestudeerd te zijn

Nadere informatie

Jeroen Dusseldorp 17-12-2013

Jeroen Dusseldorp 17-12-2013 Groeidocument trainingen blok 2 Jeroen Dusseldorp 17-12-2013 Inleiding Voor u ligt mijn groeidocument van de trainingen die zijn gegeven in blok 2 van de minor Consultancy. Om een succesvolle consultant

Nadere informatie

Taalstages: STAP voor STAP

Taalstages: STAP voor STAP Taalstages: STAP voor STAP Praktijkdag Werkplekleren - donderdag 26/10/2017 door Stefany Tan (teamcoach GTB) & Karen Vanuytrecht (NT2-instructeur VDAB) 1 Wat vooraf ging: STAP 1 & STAP 2 STAP 1? Experiment

Nadere informatie

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET LEREN LEREN EN GOK Voet@2010 leren leren en thema s gelijke onderwijskansen Socio-emotionele ontwikkeling (1ste graad)

Nadere informatie

Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap

Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap in de reflectie zie je de bron Effectief Leiderschap.. een persoonlijke audit U geeft leiding aan een team, een project of een afdeling. U hebt veel kennis, u

Nadere informatie

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Bij het begeleiden van leeractiviteiten kun je twee aspecten aan het gedrag van leerkrachten onderscheiden, namelijk het pedagogisch handelen en het didactisch handelen.

Nadere informatie

HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING

HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING In het schooljaar2013-2014 staat onder andere een beleidsplan over huiswerk centraal. Met dit nieuwe beleidsplan krijgen de leerkrachten een afgewogen werkinstrument ter beschikking.

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL Wat ben ik? Wat staat bovenaan m n verlanglijst? Het programma: van pingpongen

Nadere informatie

muzische vorming in kleuterschool

muzische vorming in kleuterschool muzische vorming in kleuterschool Inleiding: muzisch werken met kleuters Daar waar vroeger enkel leerkrachten uit de lagere school konden inschrijven voor de navorming komen we nu ook tegemoet aan de noden

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

een functioneringsgesprek verschilt naar aard en doel van een evaluatie of beoordelingsgesprek

een functioneringsgesprek verschilt naar aard en doel van een evaluatie of beoordelingsgesprek Het functioneringsgesprek Wat Een functioneringsgesprek is een periodiek gesprek tussen de medewerker en de direct leidinggevende over het werk (inhoud en uitvoering van het werk, werksfeer en werkomstandigheden)

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

6 Coaching van de cliënt

6 Coaching van de cliënt 6.1 6 Coaching van de cliënt De begeleiding of coaching op de werkvloer is afhankelijk van de noden van de cliënt, collega s en werkgever. Samen starten op de stage/ tewerkstelling Als coach kan je samen

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe

Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe Akkoord leidsters april 2012 Vastgesteld door OWG juni 2012 Geëvalueerd juli 2014 Aangepast april 2015 Wenbeleid dagopvang en buitenschoolse opvang Het wenbeleid

Nadere informatie