REDUCTIE VAN CHROOMHOUDENDE AFVALSTROMEN DOOR INVOERING VAN SCHONE TECHNOLOGIE IN DE LEERINDUSTRIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "REDUCTIE VAN CHROOMHOUDENDE AFVALSTROMEN DOOR INVOERING VAN SCHONE TECHNOLOGIE IN DE LEERINDUSTRIE"

Transcriptie

1 REDUCTIE VAN CHROOMHOUDENDE AFVALSTROMEN DOOR INVOERING VAN SCHONE TECHNOLOGIE IN DE LEERINDUSTRIE werkdocument 96.95X auteur(s) ir. H.A.J. Senhorst datum juni 1994

2 Inhoudsopgave Bladzijde 1. Inleiding 3 2. Methode 3 3. Opties voor schone technologie 5 4. Resultaten 7 5. Opties voor verdere reducties 8 6. Konklusies 1 Referenties 1 Bijlage 11 Het bepalen van kentallen zoals opgenomen in de WVO-vergunningen 12 Vergelijking van kentallen uit WVO-vergunningen met modelwaarden 13 Bepaling kentallen schone technologie 15 2

3 1: INLEIDING Dit rapport beoogt een inzicht te geven in de reductiepercentages die mogelijk zijn t.a.v. de met chroom verontreinigde stromen die uit de Nederlandse leerindustrie afkomstig zijn. Hiertoe zal het effekt van een aantal (combinaties van) schone technieken berekend worden. Berekeningen vinden plaats aan de hand van een model dat de situatie van de Nederlandse lederindustrie rond het jaar 1988 weergeeft. In dit model vindt uitsplitsing plaats naar type bedrijf en de aard van de fysisch-chemische zuivering. Reductiepercentages worden berekend voor twee vormen van schone technologie. Andere mogelijkheden om reductie van de chroomuitstoot te bereiken zullen genoemd worden, maar de effekten hiervan zijn niet goed te kwantificeren op dit moment. Voor elk van de twee opties voor schone technologie zal berekend worden wat de grootte is van de stroom chroom die naar het riool gaat, de vracht af te voeren chroomhoudend slib, de vracht chroom in dit slib en de stroom chroomhoudend leerafval. In dit rapport zullen de afvalstromen o.a. uitgedrukt worden in de vorm van een kengetal, d.w.z. als vervuiling per eenheid van produktie. Als eenheid van produktie is genomen 1 ton ruwe huiden die het looiproces ingaan. Omdat niet alle bedrijven uitgaan van ruwe huiden maar soms het halfprodukt 'wet blue' inzetten, is in dit geval een omrekeningsfactor nodig. Omdat 1 ton ruwe huid grofweg,5 ton geschaafde wet blue oplevert [PEL84, SPI92], is bewerking van 1 ton wet blue gelijkgesteld aan bewerking van 2 ton ruwe huid. Dit rapport richt zich alleen op de milieuproblemen van de leerindustrie voor zover zij betrekking hebben op de stof chroom. Zo moet waar 'zuivering' staat 'chroomzuivering' gelezen worden. 2: METHODE Om de effekten van de twee opties te berekenen is gebruik gemaakt van een model dat de leerfabrikage in zowel het hoofdlooi- als het nalooiproces beschrijft. Dit model is gebaseerd op de WVO-vergunningen zoals die voorjaar '92 bestonden voor chroomverwerkende lederbedrijven. Deze vergunningen zijn in de periode afgegeven. Er wordt vanuit gegaan dat ze op moment van afgifte een goede beschrijving van de bedrijfssituatie gaven. Het model maakt onderscheid tussen de diverse stappen in het looiproces (hoofd-, nalooifase) en de verschillende vormen van zuivering (deel-, eindstroomzuivering). Het is in afbeelding 1 weergegeven. Het hoofdlooiproces is opgedeeld in twee gedeelten. Het eerste gedeelte omvat alle handelingen waarvan de afvalstromen geen chroom bevatten; wassen tot en met het beitsen, terwijl het tweede gedeelte de bewerkingen pikkelen, looien, (wassen) en persen omvat. Deze indeling is gemaakt om het effekt van deelstroomzuivering (alleen de chroomhoudende afvalwaterstroom wordt gezuiverd) te laten zien. Het schema van afbeelding 1 hoeft niet in zijn geheel doorlopen te worden. De Nederlandse leerindustrie bestaat namelijk uit drie type bedrijven die elk een deel of het geheel van de leerfabrikage omvatten: hoofdlooiers, nalooiers en totaallooiers. De produktieomvang (uitgedrukt in equivalenten van ruwe huid) is het grootst voor de hoofdlooiers (33. ton ruwe huid), terwijl de ander twee groepen nog een aardig aandeel leveren (16.7 resp ton equivalent ruwe huid voor totaallooiers resp. nalooiers). Alle bedrijven beschikken over een fysisch-chemische zuivering. 3

4 Afbeelding 1: Schematische weergave van het model van het looiproces en de vrijkomende afvalstromen. De getallen betreffen de kengetallen zoals die in dit rapport aangehouden worden, en zijn uitgedrukt als vervuiling per verwerkte ton ruwe huid. Tussen haakjes staan de kengetallen in geval dat hooguitputtende looistoffen worden gebruikt. De waarden voor de diverse afvalstromen in afbeelding 1 vormen een zodanige kombinatie dat een zo goed mogelijke overeenkomst met literatuurgegevens [PEL84] en de waarden zoals vermeld in de WVO-vergunningen [STE92] wordt verkregen. Ze zijn als hieronder vermeld bepaald. waterverbruik Deze waarden zijn afkomstig uit de WVO-vergunningen ([STE92], tabel 2.1) waar een gemiddeld waterverbruik van 17,5 m 3 resp. 1,9 m 3 per ton huid gevonden wordt voor hoofdlooiers, resp. nalooiers. Vanwege hun herkomst moeten deze waarden ze als relatief betrouwbaar beschouwd worden. Het waterverbruik over de twee gedeelten van het hoofdlooien is zodanig verdeeld dat de vracht van chroom naar het riool goed beschreven wordt. Het waterverbruik bepaalt direkt hoeveel chroom er via de bedrijfszuivering naar het riool gaat, omdat de fysisch-chemische zuiveringen zoals die nu gebruikt worden een vaste eindconcentratie van 1 mg Cr/l oplevert in het effluent. Deze concentratie kent in de praktijk weinig variatie. Het effluentdebiet bepaald dan de chroomvracht naar het riool via: chroomvracht naar riool (in kg) = debiet zuivering (in m 3 ) *.1 (1) 4

5 CZV-vracht, Cr-vracht De waarden voor deze vrachten zijn afkomstig van PEL84, die deze waarden in één praktijkgeval gemeten heeft. De chroomvracht die uit het hoofdlooiproces afkomstig is komt bij een chroominzet van 1 kg/ton huid overeen met een uitputtingsgraad van 6 %, hetgeen enigzins aan de lage kant lijkt. In afbeelding 1 zijn tussen haakjes de waarden voor de chroomvracht aangegeven ingeval hooguitputtende looistoffen gebruikt worden. Deze worden verondersteld een uitputtingsgraad van 9 % te hebben. Welsiwaar wordt door leveranciers een uitputtingsgraad van 98 % geclaimd, maar dit lijkt in de praktijk door alle variaties in de procesparameters moeilijk haalbaar. slib-vracht Uit de gegevens van de CZV-vracht en de chroomvracht is grofweg te bepalen wat de hoeveelheid slib is die in de fysisch-chemisch zuivering geproduceerd wordt als bekend is hoeveel slib er per eenheid CZV ontstaat. Hier zijn weinig gegevens over te vinden. Wel is bekend dat zo'n 3 tot 7% van het CZV verwijderd wordt in de zuivering [PEL84], maar hoeveel slib dit oplevert is niet bekend. De verhouding tussen CZV-vracht en slibproduktie is in het model zodanig gesteld dat een redelijke overeenkomst gevonden werd met de waarden van slibproduktie zoals bekend uit de WVO-vergunningen [STE92]. De waarde van de verhouding CZV/slib bedraagt dan 2. Omdat ook nog de vracht chroom die in het slib gaat zitten (als Cr(OH)3, molekulair gewicht tweemaal dat van chroom) meegenomen moet worden is uiteindelijk de volgende formule gebruikt: slibvracht (droge stof) = 2*CZV-vracht + 2*Cr-vracht (2) De overeenkomst tussen de waarden uit het model en de overeenkomstige waarden uit [STE92] is vrij goed (zie bijlage 1). Alleen de situatie bij totaallooiers die eindzuivering toepassen wordt niet goed beschreven wat betreft de slibvorming. De gevolgen die deze afwijking kan hebben, wordt verderop behandeld. 3: OPTIES VOOR SCHONE TECHNOLOGIE Er zijn diverse mogelijkheden voor schone technologie in de leerindustrie; zie [STE92]. Hiermee zijn diverse combinaties mogelijk. Van een tweetal kombinaties is aan de hand van beschikbare gegevens het effekt op de chroomhoudende afvalstromen te berekenen. Deze combinaties zijn: OPTIE 1: deelstroomzuivering gekoppeld aan het gebruik van hooguitputtende looistoffen Deze optie kan relatief eenvoudig uitgevoerd worden; hooguitputtende looistoffen worden reeds (op beperkte schaal) gebruikt, terwijl het aanpassen van de bedrijfsriolering (evt. aangevuld met een extra zuivering voor chroomvrije afvalstromen) volstaat om deelstroomzuivering door te voeren. Door verdere invoering van deelstroomzuivering wordt niet meer van de afvalwaterstroom 5

6 gezuiverd dan nodig is, namelijk alleen de chroomhoudende stroom. Dit zal voornamelijk een effekt hebben op de chroomvracht naar het riool, de vracht chroomhoudend slib en de chroomvracht in het slib. De chroomvracht naar het riool wordt kleiner voorzover bij hoofdlooiers en totaallooiers nog geen deelstroomzuivering wordt toegepast. Dit betreft slechts een klein gedeelte van de Nederlandse produktie. De slibvracht wordt op dezelfde manier beinvloed, maar omdat de slibvracht tengevolge van de bewerkingen vóór het looien zo groot is zal de resulterende slibvracht in deze optie wel aanzienlijk kleiner worden. Het effect van het inzetten van hooguitputtende looistoffen zal met name zijn dat de vracht chroom naar het milieu vermindert. Zo zal de chroomvracht die in het slib zit zal door het gebruik van hooguitputtende looistoffen tot een kwart afnemen. Een aandachtspunt bij de toepassing van deelstroomzuivering is de vraag wat er met de afvalwaterstroom met schoon CZV gedaan moet worden. In principe kan zuivering op een rioolwaterzuivering plaatsvinden, maar vanwege de hoge kosten die hiermee verbonden zijn lijkt een aparte bedrijfszuivering aantrekkelijker. Of hiermee de totale kosten voor zuivering (in vergelijking met de huidige situatie) omhoog zullen gaan, is onduidelijk. OPTIE 2: invoering van 'wet white' procédé's in het hoofdlooiproces, gevolgd door hooguitputtend chroomlooien in het nalooiproces. In wet-white procédé's wordt in de hoofdlooi-fase geen chroom als looistof ingezet, maar een alternatief looimiddel. De functie van de hoofdlooiïng, namelijk het beschikbaar maken van de huid voor verdere bewerkingen in de nalooifase (m.n. schaven), blijft daarmee intact. Het invoeren van wet-white procédé's zal moeilijker zijn omdat daarmee de (internationale) keten hoofdlooien-nalooien beïnvloed wordt. Voor totaallooiers moet het in principe geen probleem opleveren om in de hoofdlooifase geen chroom in te zetten, maar hoofdlooiers zullen een ander produkt aan gaan bieden aan hun (buitenlandse) afnemers, terwijl nalooiers een ander produkt van hun, veelal buitenlandse, leveranciers zouden moeten gaan eisen. Als een soort van tussenoplossing zou alleen in Nederland geen chroom meer ingezet kunnen worden in de hoofdlooifase. Dit wordt echter niet verder uitgewerkt in dit rapport. In optie 2 wordt geen chroom meer ingezet in het hoofdlooiproces, maar wordt een chroomvrije hoofdlooing toegepast waarna geschaafd (en eventueel gesplit) wordt. In De nalooing wordt vervolgens met hooguitputtende looistoffen gedaan. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de in de nalooifase in te zetten hoeveelheid chroom niet toeneemt. Optie 2 zal effekt hebben op de chroomvracht naar het riool (alleen de afvalwaterstroom uit de nalooifase hoeft gezuiverd te worden), de vracht chroomhoudend slib (er wordt minder gezuiverd), de chroomvracht in het slib (er wordt in totaal minder chroom op een nuttigere manier ingezet) en de omvang van het chroomhoudend leerafval (het leerafval bevat in het geheel geen chroom meer). Toepassing van optie 2 heeft alleen echt zin als de vervangende looistoffen voor het hoofdlooien van dien aard zijn dat er geen aparte zuivering op de stroom looivocht toegepast hoeft te worden, of de vrijkomende vaste afvallen aanzienlijk beter verwerkt kunnen worden. Zo niet, dan wordt het probleem alleen maar verschoven van de hoofdlooifase naar de nalooifase. 6

7 4: RESULTATEN Met de kengetalllen uit het model (afbeelding 1) zijn voor de diverse categorieën looierijen voor de verschillende situaties wat betreft zuivering van afvalwater nieuwe kengetallen samengesteld voor de twee te onderzoeken opties van schone technologie (zie voor een overzicht hiervan de tabellen in bijlage 3). Vermenigvuldigd met de produktieomvang leveren deze kengetallen de vrachten van de verschillende stromen, uitgesplitst naar de diverse delen van de industrie: vracht = sommatie type zuivering (sommatie type looiing (kengetal type zuivering,looiing )) De gesommeerde vrachten zoals die, uitgaande van de huidige produktieverdeling en - omvang, door de Nederlandse industrie onder de twee opties van uitgestoten zouden worden zijn weergegeven in tabel 1. Ter vergelijking van de huidige situatie zoals die in het model aangehouden wordt zijn ook de resultaten van STE92 vermeld. De reductiepercentages zoals in de tabel aangegeven zijn, zijn betrokken op de waarden die het model voor de huidige situatie aangeeft. VERGUN- NINGEN WVO huidige situatie RESULTAAT MODELBEREKENINGEN huidige situatie OPTIE 1 OPTIE 2 Cr-vracht naar riool kg Cr/j (33%) 344 (51%) vracht Cr-houdend slib ton d.s./j (79%) 518 (88%) Cr-vracht in slib ton Cr/j (75%) 31 (85%) Cr-houdend leerafval ton/j ( %) (1%) TABEL 1: Resultaten van de modelberekeningen voor de chroomhoudende afvalstromen afkomstig van de Nederlandse leerindustrie, uitgaande van de huidige produktieverdeling en - omvang. Tussen haakjes zijn reductiepercentages t.o.v. de huidige situatie in het model gegeven. De tabel laat zien dat t.a.v. de vaste afvallen aanzienlijke reducties te behalen zijn. De chroomstroom naar het riool echter wordt op z'n best tot de helft gereduceerd, namelijk met optie 2. De reden voor deze (relatief) beperkte reductie is vooral gelegen in het feit dat de nalooifase door het grote waterverbruik een relatief belangrijk aandeel aan deze chroomvracht heeft, terwijl de hoofdlooifase op dit moment al voor een groot deel deelstroomzuivering kent. Een verdergaande reductie van de chroomvracht naar het riool kan dan alleen bereikt worden door middel van waterbesparing en/of het gebruik van looistoffen anders dan chroom in het nalooien. Dit wordt in de volgende paragraaf behandeld. Als de te bereiken reducties naar categorie looiers wordt uitgesplitst (zie bijlage) valt op dat de reducties bij nalooierijen zeer beperkt zijn. De chroomvracht naar het riool kan helemaal niet beperkt worden, terwijl de slibvracht met slechts 1% afneemt. De reden hiervoor is dat nu eenmaal alle afvalstromen in de nalooifase chroom bevatten. Alleen het 7

8 toepassen van hooguitputtende looistoffen leidt tot een iets kleinere slibvracht, meer reductie is niet mogelijk binnen de twee opties. Omdat de nalooifase een relatief belangrijk deel van de vrachten chroom en slib bepaalt, verdient het aanbeveling toch te kijken naar verdergaande reductie-opties. De betrouwbaarheid van de gevonden reductiepercentages varieert. Zo zijn de waarden voor de chroomvracht naar het riool vanwege de goede overeenstemming met de waarden uit de WVO-vergunning van het waterverbruik van goede kwaliteit. De waarden van de slibvracht geven meer problemen. Vanwege de grote afwijking tussen modelwaarde en de waarde uit STE92 zoals die optreedt bij de totaallooierijen met eindstroomzuivering kan er in de gevonden reductiepercentages een grote fout zitten. Als de waarde uit STE92, die aanzienlijk kleiner is dan de modelwaarde, de juiste is betekent dit dat de haalbare reductiepercentages voor de slibvracht kleiner zijn; zo'n 6-8% reductie i.p.v. 8-9%. De chroomvracht die in het slib aanwezig is, is in absolute waarde weliswaar niet geheel betrouwbaar, maar dit heeft geen invloed op de gevonden reductiepercentages. Deze percentages worden alleen bepaald door de relatieve verbetering die hooguitputtende chroomlooistoffen bieden t.o.v. de huidige situatie. Doordat de uitputtingsgraad van 6% naar 9% stijgt, neemt de chroomvracht met 75% af, ongeacht de aanvankelijke absolute waarde ervan. In de berekeningen die tot tabel 1 hebben geleid zijn alleen de chroomverwerkende bedrijven uit de leerindustrie meegenomen. Daarbuiten ontstaat ook een zekere chroomuitstoot, bijvoorbeeld doordat tijdens plantaardig naloooien van wet blue chroom met het vocht uit de huid verdwijnt. De omvang van deze chroomvracht is echter dermate klein dat ze geen grote invloed heeft op de geldigheid van de reductiepercentages voor de gehele Nederlandse leerindustrie. 5: OPTIES VOOR VERDERE REDUCTIES Vanwege het feit dat de te bereiken reductie in de chroomvracht naar het riool relatief beperkt is (optie 2 voldoet weliswaar aan de 5% eis van Hoogheemraadschap W-Brabant voor 1995, maar niet aan die van 2: tot 9%) zal in deze paragraaf besproken worden in hoeverre met name deze vracht verder te reduceren valt. Omdat deze verdergaande mogelijkheden nog niet in de leerindustrie ingevoerd of onderzocht zijn, zullen ze hier alleen kwalitatief behandeld worden. vermindering waterverbruik Vanwege de koppeling tussen het effluentdebiet van de zuivering en de chroomvracht naar het riool kan het beperken van het debiet door vermindering van het waterverbruik in de fase waarin chroom vrijkomt een interessante optie zijn. Dit geldt zeker ten aanzien van de nalooifase met zijn relatief grote aandeel in de chrommhoudende afvalwaterstromen. Uitgaande van een situatie van volledige deelstroomzuivering moet gekeken worden naar het waterverbruik vanaf de eerste looistap. Voor zover waterverbuik veroorzaakt wordt door wassen/spoelen kan wellicht een reductie bereikt worden door optimalisatie van het wassen. Zo kan het persen van de huiden vóó_dat ze gewassen worden besparen op waswater doordat het te verwijderen vocht reeds voor een groot deel uit de huid verdwenen is. Verder kan het überhaupt nuttig zijn om het wasproces nader te bestuderen. Het effekt van dunnere huiden (die in een zo vroeg mogelijk stadium gesplit zijn) of de mogelijkheid van hergebruik van 8

9 waswater zijn belangrijke parameters in dit verband. Ook kan gedacht worden aan aanpassing van de vaten waarin de huiden bewerkt worden. Ook het waterverbruik in de nalooifase verdient aandacht, vanwege de relatief grote bijdrage aan de chroomvracht naar het riool. Vanwege de diversiteit aan gevoerde processen lijkt hier niet aan te geven welke mogelijkheden er bestaan. andere zuiveringstechnieken Reeds vele jaren worden chemisch/fysische zuiveringen toegepast in de leerindustrie. Doordat deze installaties typisch een eindconcentratie van 1 mg Cr/l halen, en daarmee 99,9 % van het chroom uit het afvalwater halen kunnen ze zuiveringstechnisch als een succes beschouwd worden. Echter, door de omvangrijke hoeveelheden slib die op deze manier gevormd worden (voornamelijk ten gevolge van de organische stoffen in het afvalwater) leiden ze tot een nieuw milieuprobleem. Hier komt bij dat de fysisch-chemische zuivering in het geheel niet bedoeld is om de organische fractie te verwijderen. Verder is het in het licht van de technische ontwikkelingen van de laatste jaren interessant te kijken of er geen zuiveringstechnieken zijn die beter voldoen en bijvoorbeeld ook lagere eindconcentraties geven. Hierbij moet hergebruik van chroom of andere stoffen voorop staan. Een belangrijke vraag hierbij is in welke vorm (moleculair opgelost, colloidaal, zwevend stof) de diverse stoffen in het afvalwater voorkomen. Hier is op dit moment zeer weinig over bekend. Het afvalwater van looierijen is niet erg nauwkeurig bekend maar bestaat behalve uit chroom in ieder geval ook uit zouten (chloriden en sulfaten), vezels, vetten en eiwitten. Deze samenstelling stelt bijzondere eisen aan de zuiveringstechniek. Doordat het chroom aan het eiwit gekomplexeerd kan, zijn moet een techniek gezocht worden die hier ongevoelig voor is. Dit is geen eenvoudige taak. Zo kunnen ionenwisselaars en het elektrolytisch afscheiden van chroom wel gedeeltelijk deze beperkingen aan, maar lijkt het toch noodzakelijk om de afvalwaterstroom een voorbehandeling te laten ondergaan (vetafscheiding, voorbezinking, zandfiltratie, evt. de bestaande fysisch/chemische zuivering) alvorens deze technieken optimaal ingezet kunnen worden. Wat betreft de te verwachten eindconcentratie chroom kan op dit moment geen enkele uitspraak gedaan worden. Er zijn op zijn minst praktijkproeven nodig met afvalwater uit leerlooierijen alvorens iets over de haalbaarheid van dergelijke technieken gezegd kan worden. chroomvrij looien Chroomvrij looien als vervanging van chroomlooien is geen populair begrip in de leerindustrie, omdat daarmee niet verwacht wordt dezelfde kwaliteit leer te kunnen bereiken die met chroomlooien bereikt kan worden. Desondanks blijkt uit onderzoek dat er looitechnieken zijn die een vrij vergelijkbaar soort leer opleveren [BRU91], bijvoorbeeld het mimosaaluminium proces. Hoewel het wellicht geen volledige vervanging van chroomlooien kan zijn, verdient het toch aanbeveling te kijken naar de mogelijkheden om dergelijke technieken in te zetten. Met name de chroomuitstoot uit de nalooifase kan dan afnemen. Overigens dient van vervangende processen eerst hun milieutechnische voordeel te blijken uit een volledige milieubalans, dit om verschuiving van milieuproblemen te voorkomen. Dit geldt ook ten aanzien van het inzetten van wet-white-procédé's. Tot nu toe is in dit rapport alleen de problematiek rond chroom behandeld. De leerindustrie zorgt echter ook voor een uitstoot van organische vervuiling, zout, sulfaten, sulfides, biociden 9

10 en HKW's. Ook ten aanzien van deze verontreinigingen zijn er oplossingen mogelijk, bijvoorbeeld het zoutarm conserveren van huiden, haarsparend ontharen en het omzetten van sulfides in elementair zwavel. Het verdient aanbeveling een integrale afweging te maken van de mogelijkheden van de diverse schone tecnhieken, zowel die t.a.v. chroom als die op de andere stoffen betrekking hebben alvorens tot invoering ervan in de leerindustrie over te gaan. 6: KONKLUSIES Het invoeren van de op dit moment bestaande mogelijkheden van schone technieken voor de Nederlandse leerindustrie levert behoorlijke reducties op in de chroomhoudende afvalstromen. Zo kan door invoering van deelstroomzuivering, hooguitputtende looistoffen en wet white-procédé's een vermindering van de chroomvracht naar het riool van 3 tot 5 % bereikt worden. De reducties in de vracht van chroomhoudend slib zijn groter, en bedragen 8 tot 9 %. De produktie van vaste leerafvallen kan volledig worden vermeden. Deelstroomzuivering en hooguitputtende looistoffen kunnen vrij eenvoudig ingevoerd worden, wet white-procédé's echter zullen meer problemen kennen bij de implementatie. Ten aanzien van de mogelijkheden om met andere schone technieken de chroomvracht naar het riool verder te beperken kan op dit moment weinig gezegd worden. Er zijn wel mogelijkheden, maar deze kunnen op dit moment niet gekwantificeerd worden. De invloed die waterbesparing, nieuwe zuiveringstechnieken en chroomvrij looien kunnen hebben kunnen alleen bepaald worden met behulp van praktijkproeven. REFERENTIES BRU91 J. van Brussel, 'Mogelijkheden tot chroomvrij looien', stageverslag RIZA Lelystad, november PEL84 H.H.A. Pelckmans, 'Milieu en de lederindustrie', TNO/ILS-rapport SPI92 SPIN-beschrijving nr. 127, 'Lederfabrikage', RIZA notanr. 923/27. STE92 M. van Stekelenburg, 'Chroomuitstoot door de Nederlandse leerindustrie', stageverslag RIZA Lelystad, juli

11 BIJLAGE 1: Het bepalen van kengetallen uit de gegevens zoals opgenomen in de WVO-vergunningen 2: Vergelijking van de kengetallen uit de WVO-vergunning met de modelwaarden 3: Bepaling kengetallen schone technologie 11

12 HET BEPALEN VAN KENGETALLEN UIT DE GEGEVENS ZOALS OPGENOMEN IN DE WVO-VERGUNNINGEN Hiertoe zijn de gegevens uit de tabellen in de bijlage van STE92 geordend naar categorie looierij en naar de situatie ten aanzien van de zuivering van afvalwater. Hierbij zijn de volgende aannamen gemaakt: - 1 ton slib is gelijkgesteld aan 1 m 3 slib - indien geen deelstroomzuivering vermeld werd is eindstroomzuivering aangenomen. Verder is ter vergelijking van de kengetallen van hoofdlooiers en nalooiers de verwerking van 1 ton wet blue gelijkgesteld aan de verwerking van 2 ton ruwe huid. TYPE LOOIERIJ ZUIVERING produktie omvang [ton/j] waterverbruik [m 3 /j] Cr-inzet [ton/j] Cr-rioolvracht [kg/j] KENGETAL spec. Cr-rioolvracht [g/ton huid 1) ] slibvracht [ton/j] droge stof slibvracht [ton/j] KENGETAL spec. slibvracht [kg/ton huid 1) ] KENGETAL spec. droge stof slibvracht [kg/ton huid 1) ] hoofdlooiers deelstroom 27.32(huid) eindstroom 5.7(huid) , totaallooiers deelstroom 6.84(huid) , eindstroom 5.22(huid) 2.32(wet blue) nalooiers eindstroom 733(wet blue) , ) ter vergelijking van hoofdlooiers en naloooiers is de verwerking van 1 ton wet blue gelijkgesteld aan de verwerking van 2 ton ruwe huid. TABEL B1: Een overzicht van diverse parameters van de Nederlandse leerindustrie, zoals bepaald uit WVO-vergunningen en gegeven in STE92. De kengetallen hebben betrekking op de vervuiling per eenheid van produktie (genomen als 1 ton ruwe huid). 12

13 VERGELIJKING KENGETALLEN UIT WVO-VERGUNNINGEN MET MODEL- WAARDEN Als we de kengetallen van de specifieke slib- en rioolvracht uit tabel B1 vergelijken met de waarden volgens het model (afbeelding 1), dan blijkt het volgende: specifieke Cr-vracht naar het riool specifieke slibvracht TYPE LOOIERIJ vergun ningen g Cr/ton model g Cr/ton vergun ningen kg d.s./ ton model kg d.s./ton hoofdlooiers deelstroomzuivering idem, hooguitp. looistoffen eindstroomzuivering totaallooiers deelstroomzuivering eindstroomzuivering 35,6 8,3 16,4 17,5 13,5 28,5 nalooiers eindstroomzuivering 1, 1, TABEL B2: Vergelijking van de kengetallen uit tabel B2 met die zoals gebruikt in het model ter bepaling van reductiepercentages T.a.v. de specifieke chroomvracht naar het riool blijken de waarden uit de vergunningen goed overeen te komen met de waarden uit het model. Weliswaar zijn de vergunningwaarden een maximum waaraan de lozingen moeten voldoen, maar dit maximum ligt (blijkbaar) vrij dicht bij de standaardsituatie. De specifieke slibvracht valt echter op doordat voor het geval van hoofdlooiers met deelstroomzuivering de slibvracht in de vergunningen groter uitvalt dan in het model. Reden hiervoor kan zijn de aanwezigheid van vezels die de spec. slibvracht doen toenemen, maar die niet in het model meegenomen zijn. Door de kleine absolute waarde van de slibvracht heeft dit echter slechts een kleine invloed op de totale slibvracht. De situatie bij totaallooiers met eindstroomzuivering is meer van belang. Doordat de modelwaarde voor de slibvracht zoveel groter is dan de waarde uit de vergunningen kunnen de berekende reductiepercentages te hoog uitvallen. De achtergrond van het verschil in waarden is weliswaar opvallend maar lijkt niet te achterhalen. 13

14 BEPALING KENGETALLEN SCHONE TECHNOLOGIE De kengetallen voor de chroomvracht naar het riool en de vracht chroomhoudend slib uit de zuivering zijn voor de diverse categorieën leerlooierijen bepaald door kombinatie van de kengetallen uit het model. Het kengetal voor de chroomvracht naar het riool wordt bepaald uit het waterverbruik via formule (1) uit het rapport, terwijl het kengetal van de slibvracht bepaald wordt uit formule (2). Het resultaat is weergegeven in tabel B3. De effekten van de twee opties zijn globaal als volgt: - de vracht chroom naar het riool wordt in optie 1 kleiner door het overschakelen van eindstroomzuivering op deelstroomzuivering, terwijl het effekt van optie 2 is dat alleen de nalooifase nog maar gezuiverd hoeft te worden. - de slibvracht wordt in optie 1 zeer sterk gereduceerd doordat door de overschakeling op deelstroomzuivering de grote vrachten organisch materiaal uit de fase vóór het looien niet meer behandeld worden, terwijl het effekt van optie 2 is dat de omvang van het slib iets kleiner wordt doordat het minder chroom bevat. 14

15 VRACHT CHROOM NAAR HET RIOOL VRACHT CHROOMHOUDEND SLIB UIT ZUIVERING KENGETAL [g Cr/ton ] VRACHTEN [kg Cr/j] KENGETAL [kg d.s./ton] VRACHTEN [ton d.s. /j] HUIDIG OPTIE OPTIE HUI- OPTIE OPTIE HUIDIG OPTIE OPTIE NU OPTIE OPTIE TYPE LOOIERIJ 1 2 DIG hoofdlooiers deelstroomzuivering idem, hooguitp. looistoffen eindstroomzuivering 17, totaallooiers deelstroomzuivering 13,5 13,5 1, ,5 16, eindstroomzuivering 28,5 13,5 1, ,5 16, nalooiers eindstroomzuivering 1,9 1,9 1, ,5 16, TOTAAL INDUSTRIE TABEL B3: De kengetallen zoals bepaald uit het model voor de twee opties voor schone technieken, en de overeenkomstige vrachten zoals bepaald uit vermenigvuldiging van de kengetallen met de overeenkomstige produktieomvang. Hierbij moet de verwerking van 1 ton wet blue gelijkgesteld worden aan de verwerking van 2 ton ruwe huid. 15

Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen.

Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen. Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen. Aan: Van: Bibliotheek S.v.p.../.. keer kopieeren (^KELZIJDIG^Dt^ELZIJPTG VpQrkant/achterkant orfdlkz (W> papier daai-ria^nde-te^)/

Nadere informatie

Lozingen vanuit tandartspraktijken

Lozingen vanuit tandartspraktijken Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Lozingen vanuit tandartspraktijken Versie mei 2016 De gepresenteerde methode voor emissieberekening van de genoemde emissieoorzaken in deze factsheet

Nadere informatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie Richtlijn 91/271/EEG: Situatierapport ex artikel 16 Nederland, situatie op 31 december 1998 Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland Bij allerlei activiteiten in huis en bedrijf

Nadere informatie

Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg

Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg Notitie Delft, maart 2011 Opgesteld door: M.N. (Maartje) Sevenster M.E. (Marieke) Head 2 Maart 2011 2.403.1 Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg 1 Inleiding Binnen de prestatieladder

Nadere informatie

Wijzigingsvoorstel (RfC) op het Uitwisselmodel Aquo Foutherstel attribuut Chemische Stof

Wijzigingsvoorstel (RfC) op het Uitwisselmodel Aquo Foutherstel attribuut Chemische Stof Wijzigingsvoorstel (RfC) op het Uitwisselmodel Aquo Foutherstel attribuut Chemische Stof Auteur: IDsW Kenmerk: W 0810-0022 Documentbeheer Wijzigingshistorie Datum Versie Auteur Wijziging 13 okt. 2008 0.4

Nadere informatie

i\an: Repro Van: Bibliotheek S.v.p. -A. keer kopieeren ENKELZIJDIG T^BUBBELZIJ IG Voorkant/achterkant op (pik,^ WIT / papier daarna NfETJ^/ INBINDEN

i\an: Repro Van: Bibliotheek S.v.p. -A. keer kopieeren ENKELZIJDIG T^BUBBELZIJ IG Voorkant/achterkant op (pik,^ WIT / papier daarna NfETJ^/ INBINDEN ministerie van verkeer en waterstaat rijkswaterstaat Mogelijkheden voor zilverterugwinning bij ziekenhuizen Beleid en implementatie riza rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer en afvalwaterbehandeling

Nadere informatie

Werkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x]

Werkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x] Ministerie van Verkeer en WalersUai Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling RIZA doorkiesnummer 0320 298498 Werkdocument Kd-waarden van

Nadere informatie

Kengetallen. E-12 Inseminatiewaarde en Gebruikswaarde

Kengetallen. E-12 Inseminatiewaarde en Gebruikswaarde Kengetallen E-12 Inseminatiewaarde en Gebruikswaarde Inleiding Jaarlijks wordt circa 30% van de melkveestapel afgevoerd en vervangen door hoogdrachtige vaarzen. De afvoer van een koe kan gedwongen zijn

Nadere informatie

DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING

DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING INLEIDING Landustrie Sneek BV bezit een ruime hoeveelheid kennis en ervaring in het transporteren en behandelen van riool-

Nadere informatie

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde I

Eindexamen vwo scheikunde I Waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 1 O 6 + 4 H O 4 H + CH COO + HCO + 4 H + molverhouding CH COO : HCO = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor H + gelijk aan de som van de coëfficiënten

Nadere informatie

sectorplan 27 Industrieel afvalwater

sectorplan 27 Industrieel afvalwater sectorplan Industrieel afvalwater 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Industriële afvalwaterstromen (niet reinigbaar in biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties) 2. Belangrijkste bronnen

Nadere informatie

Eigen -/ Keteninitiatief CO2 footprint Innovatie Kennis Centrum

Eigen -/ Keteninitiatief CO2 footprint Innovatie Kennis Centrum Eigen -/ Keteninitiatief CO2 footprint Innovatie Kennis Centrum Versie: 0.0 Datum: 21-4-2015 Auteur: Vrijgave: M.J.A. Rijpert T. Crum 1 IKN (Innovatie Kenniscentrum Nederland) Copier is de initiatiefnemer

Nadere informatie

Totale verwerking van mest en/of digestaat

Totale verwerking van mest en/of digestaat Totale verwerking van mest en/of digestaat Verwerking van slib, mest en/of digestaat is geen eenvoudige zaak. Zeker niet wanneer het doel is deze te verwerken tot loosbaar water en fracties die een toegevoegde

Nadere informatie

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN 1. CONTEXT Infofiche Energie DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de productie van groene stroom afkomstig van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 14 Chemische processen bladzijde 1 Opgave 1 Wat denk je, zijn de volgende processen continuprocessen of batch-processen? a productie van verschillende soorten medicijnen b productie van verschillende

Nadere informatie

Ketenanalyse Afval in project "Nobelweg te Amsterdam"

Ketenanalyse Afval in project Nobelweg te Amsterdam Ketenanalyse Afval in project "Nobelweg te Amsterdam" 4.A.1_2 Ketenanalyse afval in project "Nobelweg te Amsterdam" 1/16 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Wat is een ketenanalyse 3 1.2. Activiteiten Van

Nadere informatie

Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1)

Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1) Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1) Directie: K.J. de Jong Handtekening: KAM-Coördinator: D.T. de Jong Handtekening: Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het CO 2 -reductiebeleid van

Nadere informatie

Maatregelen ter verbetering van Bijlagen bij Inventarisatie van de externe veiligheid EV-risico s bij het vervoer van gevaarlijke stoffen

Maatregelen ter verbetering van Bijlagen bij Inventarisatie van de externe veiligheid EV-risico s bij het vervoer van gevaarlijke stoffen Maatregelen Bijlagen bij Inventarisatie ter verbetering van EV-risico s de bij externe het vervoer veiligheid van gevaarlijke stoffen hier in het klein de titel van de uitgave 2 3 Bijlage 5 bij Inventarisatie

Nadere informatie

Discussiedocument Lozingsnormen: concentraties of vrachten?

Discussiedocument Lozingsnormen: concentraties of vrachten? Discussiedocument Lozingsnormen: concentraties of vrachten? IMS/N9111/DH/07-004 1) Inleiding Bedrijven die afvalwater lozen, moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden die via de milieuvergunning worden

Nadere informatie

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE M.E.R.-BEOORDELING...2 2.1

Nadere informatie

4.A.1 Ketenanalyse Groenafval

4.A.1 Ketenanalyse Groenafval 4.A.1 Ketenanalyse Groenafval Prop Beplantingswerken v.o.f. Autorisatie Nummer/versie Datum Opsteller Goedgekeurd directie 01 22-01-2015 Naam: F. van Doorn Naam: A. Prop Datum: 22 januari 2015 Datum: 22

Nadere informatie

Watervergunning. Inhoudsopgave

Watervergunning. Inhoudsopgave Watervergunning Datum: Veendam, 25 oktober 2018 Nummer: HAS2018_Z11430 Onderwerp: Coöperatie AVEBE U.A., locatie Ter Apelkanaal; wijziging van de vergunning op grond van de Waterwet voor het brengen van

Nadere informatie

Resultaat Toetsing TNO Lean and Green Awards

Resultaat Toetsing TNO Lean and Green Awards ID Naam Koploper Datum toetsing 174 M. Van Happen Transport BV 2-4-2012 Toetsingscriteria 1. Inhoud en breedte besparingen 2. Nulmeting en meetmethode 3. Haalbaarheid minimaal 20% CO2-besparing na 5 jaar

Nadere informatie

Onderbouwing Scope 3 Analyse Gelders Staalstraal- en Schildersbedrijf

Onderbouwing Scope 3 Analyse Gelders Staalstraal- en Schildersbedrijf Onderbouwing Scope 3 Analyse Gelders Staalstraal- en Schildersbedrijf Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Scope 3 analyse... 4 Stap 1: Het op hoofdlijnen in kaart brengen van de waardeketen... 4 Stap 2:

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het aanbod gefinancierde rechtsbijstand

Ontwikkelingen in het aanbod gefinancierde rechtsbijstand Ontwikkelingen in het aanbod gefinancierde rechtsbijstand Een overzicht van 1997 22 Drs. ing. Norbert Broenink Drs. Esmy Kromontono Maart 23 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Deelname aan het stelsel 7 2.1 Aantal

Nadere informatie

1 Configuratie : 1.1 Algemene opties:

1 Configuratie : 1.1 Algemene opties: Inhoud Brijvoeders 1 Configuratie :... 2 1.1 Algemene opties:... 2 1.2 Specificatie... 3 1.3 Algemene parameters in Libra 5 (opties -> Categorie Sessie)... 4 1.3.1 Referentienutriënt... 4 1.3.2 Sessie

Nadere informatie

Handhaving Oplosmiddelenbesluit

Handhaving Oplosmiddelenbesluit Handhaving Oplosmiddelenbesluit Schakeldagen voorjaar 2009 Erwin Theelen In opdracht van Inhoudsopgave Specifieke wensen? 1. Inleiding Oplosmiddelenbesluit (10 min) 2. Praktijkblad Handhaving Oplosmiddelenbesluit

Nadere informatie

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties PCB-bevattende apparaten en PCB-houdende olie 2. Belangrijkste bronnen Elektriciteitsbedrijven en industrie

Nadere informatie

Technische berekening van het tarief en de rioolheffing

Technische berekening van het tarief en de rioolheffing Technische berekening van het en de rioolheffing Inleiding De lasten voor het beheer en onderhoud van riolering en water worden via rioolheffing betaald door burgers en bedrijven. De termen die hier in

Nadere informatie

Wageningen UR Livestock Research

Wageningen UR Livestock Research Wageningen UR Livestock Research Partner in livestock innovations Mestverwerking met Evodossysteem Oktober 2009 Colofon O Opdrachtgever/financier / financier: Evodos BV Uitgever Wageningen UR Livestock

Nadere informatie

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te H orst a/d M aas 2 december 2016 Ja Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te ARCHIEF *2016-004-220937* i.a.a. PaVH/PACA/2016-004-220937 Zaaknummer:

Nadere informatie

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4.1 Inleiding Deze bijlage geeft een toelichting bij de productie en verwerking van het Nederlands afval sinds 1985 plus een inschatting hiervan tijdens de komende planperiode.

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave INLEIDING... 3 BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL... 5 TRANSPORT

Nadere informatie

Organische vracht continue on-line bewaken. Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein

Organische vracht continue on-line bewaken. Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein Organische vracht continue on-line bewaken Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein Waardeketen Organische stoffen TOC/CZV correlatie Inhoud Afvalwater karakteristiek zuivel-industrie Redenen om

Nadere informatie

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter Versie juni 2017 WAC/III/D/002 1 TOEPASSINGSGEBIED Deze

Nadere informatie

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B. 5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2015 t/m december 2015 Revisie 1.0 Datum

Nadere informatie

Energiezorgplan Van Dorp Installaties bv 2011 2015. Versie 2.0 (summary)

Energiezorgplan Van Dorp Installaties bv 2011 2015. Versie 2.0 (summary) Energiezorgplan Van Dorp Installaties bv 2011 2015 Versie 2.0 (summary) Auteurs: Van Dorp Dienstencentrum Datum: Februari 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Energiebeleid... 3 2.1 Continue verbetering...

Nadere informatie

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B. 5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 + H2 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2016 t/m december 2016 Revisie 1.0 Datum

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 3. GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL...

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Jellice Pioneer Europe te Kapitein Antiferstraat 31 te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN

Nadere informatie

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding Vlaanderen is milieu Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding Eindrapport VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be V Management samenvatting Deze studie geeft een overzicht van de effectieve

Nadere informatie

Corrosie waterleidingen kantoorgebouwen

Corrosie waterleidingen kantoorgebouwen Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Corrosie waterleidingen kantoorgebouwen Versie mei 2015 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT - WVL Uitgevoerd door DELTARES in samenwerking met TNO Corrosie

Nadere informatie

transport grondstoffen verpakking water energie MANAGEMENT SUMMARY

transport grondstoffen verpakking water energie MANAGEMENT SUMMARY MANAGEMENT SUMMARY Aanleiding: De keuze voor het werken met disposable en versus de wasbare microvezel doeken in de professionele schoonmaak wordt vaak op basis van meerdere factoren gemaakt. Een van de

Nadere informatie

Scope 1 doelstelling Scope 2 doelstelling Scope 1 en 2 gecombineerd 5% CO 2- reductie. 30% CO 2- reductie in 2016 6% CO 2 -reductie in 2016 ten

Scope 1 doelstelling Scope 2 doelstelling Scope 1 en 2 gecombineerd 5% CO 2- reductie. 30% CO 2- reductie in 2016 6% CO 2 -reductie in 2016 ten B. Kwantitatieve doelstellingen & beleid 1 INLEIDING Verhoef wil concreet en aantoonbaar maken dat we ons inspannen om CO 2 te reduceren. Daarvoor hebben wij dit reductiebeleid opgesteld. 2 HET CO 2 REDUCTIE

Nadere informatie

Energiebesparing koffieverpakkingen

Energiebesparing koffieverpakkingen Op CE Delft CE lossingen Delft voor Oplossingen milieu, econom voor ie milieu, en technolog economie ie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150

Nadere informatie

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. www.oranje-bv.nl. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum : 10-11-2015

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. www.oranje-bv.nl. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum : 10-11-2015 Ketenanalyse project Kluyverweg Oranje BV Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0 Versie : Versie 1.0 Datum : 10-11-2015 Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager Autorisatiedatum: 3-12-2015 Naam

Nadere informatie

djksdienst voor de ijsselmeerpolders

djksdienst voor de ijsselmeerpolders ,-- L,.a-.* mlnlsterle van verkeer en waterstaat ".Is djksdienst voor de ijsselmeerpolders 8161..10T i.-etu R1JKYDlt:t3 i V

Nadere informatie

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2 5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2016 t/m juni 2016 Revisie 1.0 Datum 14 juli

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Emissiekentallen elektriciteit Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Notitie: Delft, januari 2015 Opgesteld door: M.B.J. (Matthijs) Otten M.R. (Maarten) Afman 2 Januari

Nadere informatie

Ketenanalyse Huisvestingsadvies aan bankfiliaal

Ketenanalyse Huisvestingsadvies aan bankfiliaal Ketenanalyse Huisvestingsadvies aan bankfiliaal Uitgevoerd door Search Consultancy Versie 3, 0ktober 2013 Akkoord MVO-coördinator: Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1. Doelstelling van het onderzoek...

Nadere informatie

Ketenanalyse groenafval G. Rijndorp Holding. Autorisatiedatum: Versie: 1.0. Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager:

Ketenanalyse groenafval G. Rijndorp Holding. Autorisatiedatum: Versie: 1.0. Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager: Ketenanalyse groenafval G. Rijndorp Holding Auteur: Luuk Daemen Autorisatiedatum: 19-01-2017 Versie: 1.0 Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager: Inhoud 1. Inleiding... 3 2. De keten... 4 3.

Nadere informatie

De begrippen calculeren, begroten en ramen en de toepassingsgebieden

De begrippen calculeren, begroten en ramen en de toepassingsgebieden De begrippen calculeren, begroten en G1020 1 De begrippen calculeren, begroten en ramen en de toepassingsgebieden 1. Inleiding G1020 3 2. Calculeren G1020 3 3. Begroten G1020 3 4. Ramen G1020 4 5. Toepassingsgebieden

Nadere informatie

Vezels als grondstof voor biobased producten. Ir. Maurice Henssen (Bioclear b.v.)

Vezels als grondstof voor biobased producten. Ir. Maurice Henssen (Bioclear b.v.) Vezels als grondstof voor biobased producten Ir. Maurice Henssen (Bioclear b.v.) Opdrachtverlening STOWA Grondstoffenfabriek Inhoud presentatie Inventarisatie hoogwaardige afzetmogelijkheden zeefgoed Technische,

Nadere informatie

MIP WAToR: herwinnen van grondstoffen uit zure afvalwaterstromen. Wim De Schepper Aquarama TNAV workshop

MIP WAToR: herwinnen van grondstoffen uit zure afvalwaterstromen. Wim De Schepper Aquarama TNAV workshop MIP WAToR: herwinnen van grondstoffen uit zure afvalwaterstromen Wim De Schepper Aquarama TNAV workshop 26-10-17 OVERZICHT» WAToR: het concept» Overzicht projectresultaten» Aperam case: cijfers en haalbaarheid»

Nadere informatie

Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen

Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen Bijlage Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen mei 2009 Pagina 1 van 7 Samenvatting In deze bijlage wordt inzicht gegeven in de mate waarin als gevolg van

Nadere informatie

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Bouw nabezinktank rwzi Wijk bij Duurstede Nummer: 369179. Voorstel. Stelt het college u voor om

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Bouw nabezinktank rwzi Wijk bij Duurstede Nummer: 369179. Voorstel. Stelt het college u voor om VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 6 Onderwerp: Bouw nabezinktank rwzi Wijk bij Duurstede Nummer: 369179 In D&H: 15-03-2011 Steller: Tonny Oosterhoff In Cie: BMZ 12-04-2011 Telefoonnummer: (030)

Nadere informatie

Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW)

Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW) Energiebesparingspotentieel door isolatie Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW) Het is bekend dat de CO 2 uitstoot tegen 2020 fors naar omlaag moet. In Duitsland zijn

Nadere informatie

RATIONEEL WATERBEHEER IN DE INDUSTRIE: TWEE CASE STUDIES ROND BRONGERICHTE AANPAK

RATIONEEL WATERBEHEER IN DE INDUSTRIE: TWEE CASE STUDIES ROND BRONGERICHTE AANPAK RATIONEEL WATERBEHEER IN DE INDUSTRIE: TWEE CASE STUDIES ROND BRONGERICHTE AANPAK AQUARAMA 25 OKTOBER 2018 Sara Vander Beken Sr. Consultant Water Sweco Belgium SWECO Divisions in Belgium Grootste studie-

Nadere informatie

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275 Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4

Nadere informatie

CARBON FOOTPRINT CO 2 PRESTATIELADDER VOORTGANGSRAPPORTAGE KETENANALYSE

CARBON FOOTPRINT CO 2 PRESTATIELADDER VOORTGANGSRAPPORTAGE KETENANALYSE PRESTATIELADDER VOORTGANGSRAPPORTAGE KETENANALYSE RAPPORTAGE SCOPE 3 2016-H1 DOCUMENTNAAM AUTEUR: VERSIE: DATUM: STATUS: Voortgangsrapportage ketenanalyse KAM A 31-10-2016 DEFINITIEF AUTORISATIE OPGESTELD

Nadere informatie

CARBON FOOTPRINT CO 2 PRESTATIELADDER VOORTGANGSRAPPORTAGE KETENANALYSE RAPPORTAGE SCOPE

CARBON FOOTPRINT CO 2 PRESTATIELADDER VOORTGANGSRAPPORTAGE KETENANALYSE RAPPORTAGE SCOPE PRESTATIELADDER VOORTGANGSRAPPORTAGE KETENANALYSE RAPPORTAGE SCOPE 3 DOCUMENTNAAM AUTEUR: VERSIE: DATUM: STATUS: Voortgangsrapportage ketenanalyse KAM Definitief 01-06-2016 CONCEPT AUTORISATIE OPGESTELD

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan 2015 CO 2 -Prestatieladder

Energiemanagement Actieplan 2015 CO 2 -Prestatieladder Bijlage E Energiemanagement Actieplan CO2- Prestatieladder Energiemanagement Actieplan 2015 CO 2 -Prestatieladder Sarens Nederland Pagina 28 van 40 E.1 Inleiding Uit CO2 uitstoot berekeningen over 2013

Nadere informatie

(Besluiten waarvan de bublikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 8 maart 1984

(Besluiten waarvan de bublikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 8 maart 1984 17. 3. 84 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 74/49 II (Besluiten waarvan de bublikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD van 8 maart 1984 betreffende grenswaarden

Nadere informatie

Decentrale productie drinkwater

Decentrale productie drinkwater Decentrale productie drinkwater Relevante wet- en regelgeving Wim Heiko Houtsma Projectleider Drinkwater voor later (IenM) Opbouw Decentraal? Prioriteiten drinkwatervoorziening: I. Drinkwater moet gegarandeerd

Nadere informatie

Monitoring gevaarlijk afval in Zeeland: 2002-2004

Monitoring gevaarlijk afval in Zeeland: 2002-2004 Monitoring gevaarlijk afval in Zeeland: 2002-2004 Dit rapport is door Meurs Milieu B.V. opgesteld, in opdracht van de provincie Zeeland, Directie Ruimte, Milieu en Water, afdeling Milieuhygiëne. Auteurs:

Nadere informatie

RADIOACTIEF VERVAL. Vervalsnelheid

RADIOACTIEF VERVAL. Vervalsnelheid /stralingsbeschermingsdienst 8385-I dictaat september 2000 RADIOACTIEF VERVAL Voor een beperkt aantal van nature voorkomende kernsoorten en voor de meeste kunstmatig gevormde nucliden wijkt de neutron/proton

Nadere informatie

Rekentool Veiligheidsklassen werken met verontreinigde grond (versie 4.x, Conform CROW Publicatie 132, 4e druk)

Rekentool Veiligheidsklassen werken met verontreinigde grond (versie 4.x, Conform CROW Publicatie 132, 4e druk) Rekentool Veiligheidsklassen werken met verontreinigde grond (versie 4.x, Conform CROW Publicatie 132, 4e druk) Inleiding Vaststellen van de veiligheidsklasse Maatregelen voor het werken in en met verontreinigde

Nadere informatie

Wijzigingsvoorstel (RfC) op Aquo-lex Wijzigen diverse definities

Wijzigingsvoorstel (RfC) op Aquo-lex Wijzigen diverse definities Wijzigingsvoorstel (RfC) op Aquo-lex Wijzigen diverse definities Auteur: IDsW> Kenmerk: W 0908-0026> Documentbeheer Wijzigingshistorie Datum Versie Auteur Wijziging 18 aug 2009 0.9 Hinne Reitsma Initieel

Nadere informatie

Hieronder de vergelijking tussen de annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek.

Hieronder de vergelijking tussen de annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek. Hieronder de vergelijking tussen de annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek. Inleiding: De genoemde vormen zijn voor starters de enige vormen die sinds 01-01-2013 leiden tot renteaftrek. Andere vormen,

Nadere informatie

KOELTORENS: BEHANDELING SUPPLETIEWATER DOET WERKINGSKOSTEN DALEN

KOELTORENS: BEHANDELING SUPPLETIEWATER DOET WERKINGSKOSTEN DALEN Nieuwsbrief MilieuTechnologie, februari 2008 (Kluwer, jaargang 15, nummer 2) Jan Gruwez & Stefaan Deboosere, Trevi nv jgruwez@trevi-env.com www.trevi-env.com KOELTORENS: BEHANDELING SUPPLETIEWATER DOET

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. In opdracht van Gemeente Nuenen c.a. Opgesteld door Auteur Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Keizer Karel V Singel 8 Postbus 8035

Nadere informatie

drukhouders Sectorplan 70: CFK s, HCFK s, HFK s en halonen Beleidskader

drukhouders Sectorplan 70: CFK s, HCFK s, HFK s en halonen Beleidskader TEKST SECTORPLAN 45 (onderdeel LAP) Sectorplan 45 Brandblussers I Afbakening Dit sectorplan heeft betrekking op de verwerking van brandblussers. Onderstaand - niet limitatief bedoeld - overzicht bevat

Nadere informatie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie KOSTEN EFFECTIVITEIT VOS MAATREGELEN 2010 Achtergronddocument Benzinestations Jochem Jantzen Henk van der Woerd 5 september 2003 Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie (TME) Hogeveenseweg 24 2631 PH

Nadere informatie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie KOSTEN EFFECTIVITEIT VOS MAATREGELEN 2010 Achtergronddocument Op- en overslag Jochem Jantzen Henk van der Woerd 3 oktober 2003 Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie (TME) Hogeveenseweg 24 2631 PH NOOTDORP

Nadere informatie

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter september 2011 Pagina 1 van 5 WAC/III/D/002 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR

Nadere informatie

Sectorplan 64: PCB-houdende afvalstoffen Sectorplan 82: Kwikhoudend afval

Sectorplan 64: PCB-houdende afvalstoffen Sectorplan 82: Kwikhoudend afval TEKST SECTORPLAN 63 (onderdeel LAP) Sectorplan 63 Overig oliehoudend afval I Afbakening Overig oliehoudend afval bestaat in hoofdzaak uit vast, pasteus en overig oliehoudend afval dat niet valt onder een

Nadere informatie

12.1 Indeling volgens NEN-EN 1008

12.1 Indeling volgens NEN-EN 1008 12 Aanmaakwater 12 Aanmaakwater is een essentiële grondstof voor beton; zonder water geen hydratatie. Het is daarom belangrijk dat het aanmaakwater geen verontreinigingen bevat die: het hydratatieproces

Nadere informatie

Effluenten RWZI s (gemeten stoffen)

Effluenten RWZI s (gemeten stoffen) Industriële en communale bronnen Emissieregistratie Effluenten RWZI s (gemeten stoffen) Versie mei 2015 RIJKSWATERSTAAT Water, Verkeer en Leefomgeving (WVL) in samenwerking met CENTRAAL BUREAU VOOR DE

Nadere informatie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Prof. ir. Hans van Dijk 1 Afdeling Watermanagement Sectie Gezondheidstechniek Inhoud hydrologische kringloop kwalitatief 1. regenwater 2. afstromend/oppervlaktewater. infiltratie

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse fa. Brandsma te Hilversum

Kwantitatieve risicoanalyse fa. Brandsma te Hilversum externe veiligheid, risicoanalyses en risico[informatie + voorlichting] AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Kwantitatieve risicoanalyse fa. Brandsma te Hilversum Datum : 13 februari 2012 Project :

Nadere informatie

(100 T ) / 75 (1) T = (CZV- BZVoneindig) / CZV x 100 % (2)

(100 T ) / 75 (1) T = (CZV- BZVoneindig) / CZV x 100 % (2) Indien de CZV-waarde voor ten minste 25% afkomstig is van biologisch niet of nagenoeg niet afbreekbare stoffen in het afvalwater, wordt op die waarde een correctie toegepast door deze te vermenigvuldigen

Nadere informatie

6 Modellen in de scheikunde

6 Modellen in de scheikunde In dit hoofdstuk komen modellen aan de orde die de vorming of verspreiding van chemische stoffen beschrijven. In "reactievergelijkingen" wordt een model opgesteld voor de vorming van stoffen bij een gegeven

Nadere informatie

Bepaling van de droogrest

Bepaling van de droogrest Bepaling van de droogrest september 2009 Pagina 1 van 5 WAC/III/A/001 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR EN MATERIAAL... 4 4.1 APPARATUUR... 4 4.2 MATERIAAL...

Nadere informatie

Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden. H.A.E. de Werd

Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden. H.A.E. de Werd Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden H.A.E. de Werd Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 3261074007_3 december 2007 2007 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Figuur 1 Reductie van de massa te storten specie als functie van het uitgangszandgehalte en resterend zandgehalte.

Figuur 1 Reductie van de massa te storten specie als functie van het uitgangszandgehalte en resterend zandgehalte. Rubriek: Onderzoek Zandscheiding als middel voor depotvolumebesparing Het is duidelijk moeilijker om nieuwe depotruimte te realiseren voor de opslag van baggerspecie. Dit door gebrek aan publieke steun.

Nadere informatie

CARBON FOOTPRINT CO 2 PRESTATIELADDER VOORTGANGSRAPPORTAGE KETENANALYSE RAPPORTAGE SCOPE

CARBON FOOTPRINT CO 2 PRESTATIELADDER VOORTGANGSRAPPORTAGE KETENANALYSE RAPPORTAGE SCOPE PRESTATIELADDER VOORTGANGSRAPPORTAGE KETENANALYSE RAPPORTAGE SCOPE 3 DOCUMENTNAAM AUTEUR: VERSIE: DATUM: STATUS: Voortgangsrapportage ketenanalyse KAM 22 03-08-2015 CONCEPT AUTORISATIE OPGESTELD DOOR:

Nadere informatie

CONSTANT ONDERHANDEN WERK ZORGT VOOR STABIELE DOORLOOPTIJDEN

CONSTANT ONDERHANDEN WERK ZORGT VOOR STABIELE DOORLOOPTIJDEN CONSTANT ONDERHANDEN WERK ZORGT VOOR STABIELE DOORLOOPTIJDEN Klanten verwachten tegenwoordig een grotere leverbetrouwbaarheid, tegen lagere kosten, met betere kwaliteit en dat allemaal tegelijk. Diegenen

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Bepaling van de elektrische geleidbaarheid

Bepaling van de elektrische geleidbaarheid Bepaling van de elektrische geleidbaarheid april 2006 Pagina 1 van 8 WAC/III/A/004 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 DEFINITIES... 3 2.1 SPECIFIEKE GELEIDBAARHEID, ELEKTRISCHE GELEIDBAARHEID (γ)... 3 2.2

Nadere informatie

Ketenanalyse HKS-Van Mechelen-Eindverwerkers. Versie Inleiding

Ketenanalyse HKS-Van Mechelen-Eindverwerkers. Versie Inleiding Ketenanalyse HKS-Van Mechelen-Eindverwerkers Versie 31-12-2015 Inleiding Van Mechelen recycling b.v. verwerkt een groot deel van de bij Liander n.v. door HKS ingezamelde grondkabel. Na verwerking ontstaan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Om te kunnen overleven moeten micro-organismen voedingsstoffen opnemen uit hun omgeving en afvalstoffen uitscheiden. Het inwendige van een cel is gescheiden

Nadere informatie

CO2 reductiedoelstellingen. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2

CO2 reductiedoelstellingen. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2 CO2 reductiedoelstellingen Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Doelstellingen 3 2 Subdoelstellingen 4 2.1. Subdoelstelling kantoren 4 2.2. Subdoelstelling brandstofverbruik

Nadere informatie

CARBON FOOTPRINT CO 2 PRESTATIELADDER VOORTGANGSRAPPORTAGE KETENANALYSE RAPPORTAGE SCOPE

CARBON FOOTPRINT CO 2 PRESTATIELADDER VOORTGANGSRAPPORTAGE KETENANALYSE RAPPORTAGE SCOPE PRESTATIELADDER VOORTGANGSRAPPORTAGE KETENANALYSE RAPPORTAGE SCOPE 3 2016 DOCUMENTNAAM AUTEUR: VERSIE: DATUM: STATUS: Voortgangsrapportage 2016 ketenanalyses Stalen KAM B 13-03-2017 Definitief damwanden

Nadere informatie

College 3. Opgaven. Opgave 2

College 3. Opgaven. Opgave 2 College 3 Opgaven Opgave 2 Tabel bij opgave 2 Schepen Marg. kosten Totale kosten Tot. opbr. Marg. opbr. Netto opbr. 3 200 600 900 900 300 4 200 800 1600 700 800 5 200 1000 2000 300 1000 6 200 1200 2100

Nadere informatie

Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers

Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers Inleiding Deze rapportage beschrijft de resultaten en conclusies van de uitgevoerde inspecties van de elektrotechnische installatie bij een groep

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 3.0 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 5 september 2017 Versie: 2.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Reductiedoelstellingen...

Nadere informatie