RADIOACTIEF VERVAL. Vervalsnelheid
|
|
- Nathalie Willems
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 /stralingsbeschermingsdienst 8385-I dictaat september 2000 RADIOACTIEF VERVAL Voor een beperkt aantal van nature voorkomende kernsoorten en voor de meeste kunstmatig gevormde nucliden wijkt de neutron/proton verhouding af van de stabiele verhouding. De kernen van deze nucliden zijn niet stabiel en kunnen spontaan een kernverandering ondergaan. Dit verschijnsel staat bekend als radioactief verval of desintegratie. In dergelijke gevallen worden als het ware één of meer kerndeeltjes uitgestoten en de resterende nucleonen vormen met elkaar een nieuwe atoomkern van een andere soort. De uitgestoten deeltjes kennen we als (kern)straling en het verschijnsel waarbij kernstraling wordt uitgezonden kennen we als radioactiviteit, hetgeen letterlijk stralingsactiviteit betekent. De betreffende nucliden worden dan ook radioactieve nucliden ofwel radionucliden genoemd. De oorspronkelijke radioactieve kern wordt de moederkern genoemd en de na desintegratie gevormde kern heet de dochterkern. Vervalsnelheid Omdat radioactieve stoffen voortdurend door radioactief verval verdwijnen neemt de stralingsactiviteit in de loop van de tijd steeds verder af. Immers, hoe meer kernen er al vervallen zijn, hoe minder er beschikbaar zijn om nog te vervallen. De snelheid waarmee een bepaalde radioactieve kernsoort (radionuclide) vervalt is kenmerkend voor de betreffende nuclide en is op geen enkele wijze te beïnvloeden. De vervalsnelheid wordt gekenmerkt door de vervalconstante: dit is de kans per eenheid van tijd dat een bepaalde radioactieve kern vervalt, meestal uitgedrukt in kans per seconde. In gelijke tijdsintervallen vervalt steeds dezelfde fractie of hetzelfde percentage van de aanwezige hoeveelheid radioactieve kernen. Radioactief verval is dus een statistisch proces, we weten van tevoren niet welke atoomkernen in een bepaald tijdsbestek zullen vervallen. We weten alleen hoe groot de kans is dat een bepaalde atoomkern zal vervallen. Ook weten we welke fractie (of percentage) van het aantal beschikbare kernen na een bepaalde tijd vervallen zal zijn. Het begrip "kans" kan toegelicht worden aan de hand van het gooien met een dobbelsteen. De kans dat we een zes gooien is gelijk aan 1/6. Wanneer we een aantal malen achter elkaar gooien weten we niet wanneer we een zes zullen gooien. Wel weten we dat het totaal aantal zessen ongeveer gelijk zal zijn aan 1/6 maal het aantal worpen (bij 100 worpen zitten ongeveer 17 zessen, mits er niet met de dobbelsteen geknoeid is). Wanneer de vervalconstante groot is, is de fractie van het aantal aanwezige kernen dat per tijdseenheid vervalt groot. Het aantal radioactieve kernen neemt dus snel af. Wanneer de vervalconstante klein is, is de fractie die per tijdseenheid vervalt klein. Het aantal radioactieve kernen neemt dus maar langzaam af. Samengevat: een kleine vervalconstante betekent langzaam verval en een grote vervalconstante betekent snel verval. Activiteit Als we een hoeveelheid radioactieve stof beschouwen waarin N radioactieve kernen van een bepaald type radionuclide aanwezig zijn, dan zal per seconde een bepaald aantal radioactieve kernen verdwijnen door radioactief verval. Het aantal radioactieve kerntransformaties dat per seconde plaats vindt, wordt de activiteit van de hoeveelheid stof genoemd. Tussen de vervalconstante, het aantal aanwezige radioactieve kernen en de activiteit (het aantal kerntransformaties per seconde) bestaat het volgende verband:
2 8385-I RADIOACTIEF VERVAL De vervalconstante is dus gelijk aan de fractie van het totaal aantal beschikbare kernen dat per seconde vervalt. De activiteit van een bepaalde hoeveelheid radioactieve stof is dus afhankelijk van het aantal aanwezige radioactieve kernen. Omdat dit aantal kernen voortdurend verandert is de activiteit niet constant, maar de activiteit vermindert ook voortdurend, evenredig met het afnemende aantal radioactieve kernen. Wanneer het aantal actieve atoomkernen N 0 op het begintijdstip (t=0) bekend is, dan kan het aantal N(t) dat resteert na een tijdsverloop t kan worden berekend met behulp van een "e-macht" (vandaar de benaming: exponentieel verband). Deze e-macht e -&t wordt de restfractie genoemd.: Deze exponentiële afname van het aantal radioactieve atoomkernen wordt gekarakteriseerd door een constante halveringstijd. Halveringstijd De snelheid van radioactief verval kan behalve met de vervalconstante ook met de halveringstijd T gekenmerkt worden. De halveringstijd van een radionuclide is de tijd waarin het aantal kernen (en dus ook de activiteit) afneemt tot de helft van de oorspronkelijke waarde. Na twee halveringstijden is er nog maar een restfractie van ½ x ½ = ¼ deel van het oorspronkelijke aantal kernen over. Na vijf halveringstijden resteert dan nog maar een restfractie van ½ x ½ x ½ x ½ x ½ = 1 / 32. Wanneer de vervalconstante groot is, is zoals we hierboven al gezien hebben, de vervalsnelheid groot. Het duurt dus niet lang voordat het oorspronkelijke aantal kernen is afgenomen tot de helft. Een grote vervalconstante betekent een korte halveringstijd. Andersom betekent een kleine vervalconstante een grote halveringstijd. Tussen halveringstijd T en vervalconstante & blijkt het volgende verband te bestaan: Het blijkt dat de getalwaarde voor de restfractie eenvoudig kan worden berekend wanner het aantal verstreken halveringtijden t/t bekend is : Als de vervalconstante is uitgedrukt in de eenheid per seconde dan is de halveringstijd volgens deze relatie uitgedrukt in seconde. In de praktijk worden langere halveringstijden meestal uitgedrukt in minuten, dagen en zelfs jaren. In de grote verscheidenheid van radioactieve kernsoorten vinden we uiteenlopende halveringstijden variërend van nanoseconden tot miljarden jaren. Omdat per definitie geldt A = &N, geldt ook voor de activiteit een exponentieel verband als functie van de tijd. In formule:
3 8385-I RADIOACTIEF VERVAL ofwel: de activiteit A(t) op tijdstip t, is gelijk aan de oorspronkelijke activiteit A 0 (op tijdstip t=0) vermenigvuldigd met de restfractie. De afname van de activiteit in de loop van de tijd gaat dus net zo snel als de afname van het aantal beschikbare kernen /8 3/4 5/8 1/ /8 1/4 1/ Figure 1 restfractie als functie van de tijd Becquerel De grootheid activiteit wordt in het internationale SI-eenhedenstelsel uitgedrukt in de eenheid becquerel (afkorting: Bq). Een activiteit van 1 Bq komt overeen met een hoeveelheid van een radioactieve stof waarin één desintegratie per seconde plaatsvindt. In de praktijk is 1 becquerel een extreem kleine maat, daarom worden veelvouden van de eenheid becquerel gebruikt, zoals de kilobecquerel (kbq), megabecquerel (MBq), gigabecquerel (GBq). Vroeger werd de curie (afkorting: Ci) als eenheid voor activiteit gebruikt. In de historische definitie kwam een activiteit van 1 curie overeen met de vervalsnelheid van 1 gram radium. Later werd dit formeel gelijk gesteld aan 3,7(10 10 desintegraties per seconde.
4 8385-I RADIOACTIEF VERVAL Het rekenkundige verband tussen de oude en de nieuwe activiteitseenheid is : 1 curie = 37 gigabecquerel = megabecquerel = kilobecquerel = 37(10 9 becquerel 1 millicurie = 37 megabecquerel = kilobecquerel = 37(10 6 becquerel 1 microcurie = 37 kilobecquerel = becquerel = 37(10 3 becquerel 1 nanocurie = 37 becquerel ofwel: 1 becquerel = 27 picocurie = 0,027 nanocurie = 27(10-12 curie 1 kilobecquerel = 27 nanocurie = 0,027 picocurie = 27(10-9 curie 1 megabecquerel = 27 microcurie = 0,027 millicurie = 27(10-6 curie 1 gigabecquerel = 27 millicurie = 0,027 curie = 27(10-3 curie Hoeveelheid radioactieve stof Een wijd verbreide misvatting is het idee dat de activiteit van een radioactieve stof identiek is aan de hoeveelheid van die stof. De activiteit is weliswaar een maat voor de hoeveelheid maar om de hoeveelheid stof te kunnen berekenen moeten we ook weten hoe groot de vervalconstante of de halveringstijd is. Het aantal radioactieve kernen is dan: Wanneer het aantal radioactieve kernen N bekend is, is ook de massa m te berekenen: In deze uitdrukking is N A het getal van Avogadro (= ) en M het molecuulgewicht in atomaire massa-eenheden (a.m.u.). M is numeriek gelijk aan het massagetal. De massa van N A atomen van een stof wordt ook wel 1 grammolecuul van die stof genoemd. De massa van 1 grammolecuul van een stof is numeriek gelijk aan M gram. Na enig rekenen volgt dan een uitdrukking voor de massa van een hoeveelheid zuivere radioactieve stof met een activiteit A: In deze formule is A de activiteit in becquerel, T de halveringstijd in seconden en M het molecuulgewicht in a.m.u. De massa van 1 gigabecquerel jodium-123 (halveringstijd 13.2 uur) wordt dan als volgt berekend: T = 13.2 uur = seconde A = becquerel M = 123 a.m.u. m = = gram ( 0,01 microgram)
5 8385-I RADIOACTIEF VERVAL De massa van 1 gigabecquerel uraan-238 (halveringstijd jaar) bedraagt: T = jaar = seconde A = Becquerel M = 238 a.m.u. m = = gram ( 81 kg) Uit deze voorbeelden zal duidelijk zijn dat het begrip "activiteit" alléén nog niets zegt over de massa van de stof. Men moet ook weten om welke stof (radionuclide) het gaat. In onderstaande tabel is de massa (gewicht) in microgram (µg) van aan de zuivere radioactieve stof die correspondeert met een beginactiviteit van 1 megabecquerel van verschillende belangrijke radionucliden gegeven. Nuclide Halveringstijd microgram per megabecquerel I-123 I-131 Cs-134 Cs-137 Co-60 Mo-99 Tc-99m Ra-226 Pu-239 Pu-240 U-natuurlijk a Th-natuurlijk b 13.2 uur 8.04 dagen 2.06 jaar 30 jaar 5.27 jaar 66 uur 6.02 uur 1600 jaar jaar 6537 jaar diverse diverse a b Uranium in het natuurlijk voorkomen. 1 Bq natuurlijk uranium bevat Bq U-238, Bq U-234 en Bq U-235 Thorium in het natuurlijk voorkomen. 1Bq natuurlijk thorium bevat 0.5 Bq Th-232 en 0.5 Bq Th-228. De activiteit per eenheid van massa van de zuivere radioactieve stof wordt specifieke activiteit genoemd. De specifieke activiteit kan als volgt worden berekend: met T de halveringstijd in seconden en M het molecuulgewicht in atomaire massa eenheden (a.m.u.).
6 8385-I RADIOACTIEF VERVAL De levensduur van radioactieve stoffen Van een radioactieve stof vervalt per halveringstijd steeds de helft van de aanvankelijk aanwezige kernen. Dit is de reden dat het verval in principe nooit beëindigd is; er resteert altijd nog een kleine fractie radioactieve kernen. In de praktijk gaan we er van uit, dat na meer dan 10 halveringstijden een radioactieve stof nagenoeg vervallen is. Na 10 halveringstijden is er immers nog maar (½) 10 = 1 / 1024 deel van het oorspronkelijk aantal aanwezige kernen over en dat is ongeveer 0,1%. Het aantal vervalprocessen dat na verval heeft plaatsgevonden is vanzelfsprekend gelijk aan het oorspronkelijk aanwezige aantal kernen. Wanneer de beginactiviteit bekend is, is het totaal aantal vervalprocessen over de gehele levensduur van de radioactieve stof als volgt te berekenen: Aan de bovenstaande formule is te zien dat bij gelijke beginactiviteit van verschillende radioactieve stoffen het totale aantal vervalprocessen over de gehele levensduur van de betreffende stof varieert al naar gelang de halveringstijd. Zo levert een radioactieve stof met een beginactiviteit van 1 Bq en een halveringstijd van 10 seconden in totaal 1.44 x 1 x 10 = 14 vervalprocessen op. Een radioactieve stof met een beginactiviteit van 1 Bq en een halveringstijd van seconden geeft in totaal 1.44 x 1 x = vervalprocessen. In de onderstaande tabel is het totale aantal vervalprocessen gedurende de totale levensduur weergegeven voor radioactieve stoffen met verschillende halveringstijden, steeds uitgaande van een beginactiviteit van 1 becquerel. Totaal aantal vervalprocessen bij een beginactiviteit van 1 Bq en verschillende halveringstijden Halveringstijd (T) 1 minuut 1 uur 1 dag 1 week 1 maand 1 jaar aantal (N)
Radioactiviteit werd ontdekt in 1898 door de Franse natuurkundige Henri Becquerel.
H7: Radioactiviteit Als een bepaalde kern van een element te veel of te weinig neutronen heeft is het onstabiel. Daardoor gaan ze na een zekere tijd uit elkaar vallen, op die manier bereiken ze een stabiele
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Kernfysica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),
Nadere informatieHoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.4 Activiteit en halveringstijd Activiteit = Het aantal vervalreacties per seconde 1 A t = A 0 Met 2 A(t) de activiteit na t seconden
Nadere informatieHoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. ) Zwakker als ze verder
Nadere informatieInleiding stralingsfysica
Inleiding stralingsfysica Historie 1896: Henri Becquerel ontdekt het verschijnsel radioactiviteit 1895: Wilhelm Conrad Röntgen ontdekt Röntgenstraling RadioNucliden: Inleiding Stralingsfysica 1 Wat maakt
Nadere informatieHoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. 2) Zwakker als ze verder
Nadere informatieTechnische Universiteit
SBD 9756a 98-0-28, niv 5 A/B REKENTECHNIEKEN Technische Universiteit Eindhoven Centrum Stralingsbescherming en Dosimetrie Stralingsbeschermingsdienst Inleiding Voor het uitvoeren van berekeningen in het
Nadere informatieBestaand (les)materiaal. Loran de Vries
Bestaand (les)materiaal Loran de Vries Database www.adrive.com Email: ldevries@amsterdams.com ww: Natuurkunde4life NiNa lesmateriaal Leerlingenboekje in Word Docentenhandleiding Antwoorden op de opgaven
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Kernfysica 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding Dit
Nadere informatie1 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw
1 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj 2018 Mieke Blaauw 2 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj 2018 1-3 Atoombouw en verval 4,5 Wisselwerking van straling met materie en afscherming 6-9 Röntgentoestellen,
Nadere informatie21/05/2014. 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 3.1. 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels. (blijft onveranderd)
3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels 3.2 Halveringstijd Detectiemethoden voor radioactieve straling 3.4 Oefeningen 3.1 Soorten radioactieve
Nadere informatieOpgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.
Uitwerkingen 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is evenveel negatief
Nadere informatieFysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum
Fysische grondslagen radioprotectie deel 1 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie H1: INLEIDING H2: STRALING - RADIOACTIVITEIT
Nadere informatieHoofdstuk 9: Radioactiviteit
Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige
Nadere informatieNaam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A)
Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A) Aan het einde van de repetitie vind je de lijst met elementen en twee tabellen met weegfactoren voor het berekenen van de equivalente en effectieve
Nadere informatieFysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum
Fysische grondslagen radioprotectie deel 1 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie Wat is straling? Radioactiviteit?
Nadere informatieOpgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Opgave 3 Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is
Nadere informatieArnout Devos 5WeWi nr.3. Radioactief verval
Doel Radioactief verval We willen meer te weten komen over het radioactief verval van een radioactieve stof. Met ons onderzoek zullen we de halfwaardetijd van onze stof bepalen en hiermee kunnen we de
Nadere informatieStraling. Onderdeel van het college Kernenergie
Straling Onderdeel van het college Kernenergie Tjeerd Ketel, 4 mei 2010 In 1946 ontworpen door Cyrill Orly van Berkeley (Radiation Lab) Nevelkamer met radioactiviteit, in dit geval geladen deeltjes vanuit
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Ioniserende straling
Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting door een scholier 1947 woorden 26 augustus 2006 6,5 102 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting Natuurkunde VWO
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan
Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Inhoudsopgave 1 Atoommodel... 1 Moleculen... 1 De ontwikkeling van het atoommodel... 1 Atoommodel van Bohr... 2 Indicatoren van atomen... 3 2 Periodiek
Nadere informatie5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde
Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli 2006 5,5 66 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde samenvatting hoofdstuk 3 ioniserende straling 3. 1 de bouw van de atoomkernen. * Atoom: - bestaat
Nadere informatieHoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme
Hoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme 2 Geschiedenis -500 vcr.: ατοµοσ ( atomos ) bij de Grieken (Democritos) 1803: verhandeling van Dalton over atomen 1869: voorstelling van 92
Nadere informatieExact Periode 7 Radioactiviteit Druk
Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 2 Natuurlijke radioactiviteit Met natuurlijke radioactiviteit wordt bedoeld: radioactiviteit die niet kunstmatig
Nadere informatieStabiliteit van atoomkernen
Stabiliteit van atoomkernen Wanneer is een atoomkern stabiel? Wat is een radioactieve stof? Wat doet een radioactieve stof? 1 Soorten ioniserende straling Alfa-straling of α-straling Bèta-straling of β-straling
Nadere informatieAr(C) = 12,0 u / 1 u = 12,0 Voor berekeningen ronden we de atoommassa s meestal eerst af tot op 1 decimaal. Voorbeelden. H 1,0 u 1,0.
5. Chemisch rekenen 1. Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa-eenheid die we voor atomen gebruiken is u (unit). 1 27 1 u 1,66 10 kg m 6 C-nuclide m(h) = 1,0 u m(o) = 16,0 u m(c)
Nadere informatieSamenvatting H5 straling Natuurkunde
Samenvatting H5 straling Natuurkunde Deze samenvatting bevat: Een begrippenlijst van dikgedrukte woorden uit de tekst Belangrijke getallen en/of eenheden (Alle) Formules van het hoofdstuk (Handige) tabellen
Nadere informatieNationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen. informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING
Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING NIRAS Brussel, 01-01-2001 1. Radioactiviteit en ioniserende straling Alles rondom ons
Nadere informatieIoniserende straling - samenvatting
Ioniserende straling - samenvatting Maak eerst zélf een samenvatting van de theorie over ioniserende straling. Zorg dat je samenvatting de volgende elementen bevat: Over straling: o een definitie van het
Nadere informatieDefinitie. In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden.
Definitie In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden. Massa In je tabellenboek vindt je dat de SI eenheid van massa
Nadere informatienatuurkunde havo 2017-I
Molybdeen-99 In Petten staat een kerncentrale waar isotopen voor medische toepassingen worden geproduceerd. Eén van de belangrijkste producten is molybdeen-99 (Mo-99). Mo-99 wordt geproduceerd door een
Nadere informatie1 Bouw van atomen. Theorie Radioactiviteit, Bouw van atomen, www.roelhendriks.eu
Radioactiviteit 1 Bouw van atomen 2 Chemische reacties en kernreacties 3 Alfa-, bèta- en gammaverval 4 Halveringstijd van radioactieve stoffen 5 Activiteit van een radioactieve bron 6 Kernstraling: doordringend
Nadere informatieDosisbegrippen stralingsbescherming. /stralingsbeschermingsdienst SBD-TU/e
13 Dosisbegrippen stralingsbescherming 1 13 Ioniserende straling ontvanger stralingsbron stralingsbundel zendt straling uit absorptie van energie dosis mogelijke biologische effecten 2 13 Ioniserende straling
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 16 november 2004 van 14:00 17:00 uur
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen Stralingsfysica (3D) d.d. 6 november 4 van 4: 7: uur Vul de presentiekaart in blokletters in en onderteken deze. Gebruik van boek, aantekeningen of notebook is
Nadere informatieAlfastraling bestaat uit positieve heliumkernen (2 protonen en 2 neutronen) met veel energie. Wordt gestopt door een blad papier.
Alfa -, bèta - en gammastraling Al in 1899 onderscheidde Ernest Rutherford bij de uraniumstraling "minstens twee" soorten: één die makkelijk wordt geabsorbeerd, voor het gemak de 'alfastraling' genoemd,
Nadere informatiea Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic dringen dan de β s van
Toets v-08 Radioactiviteit 1 / 5 1 Protactinium 238 U vervalt in veel stappen tot 206 Pb. a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic
Nadere informatieH9 Exponentiële verbanden
H9 Exponentiële verbanden Havo 5 wiskunde A Getal & Ruimte deel 3 PTA 1 Oefenmateriaal examens 2 Voorkennis Rekenen met procenten Formule van procentuele verandering Vermenigvuldigingsfactor Procent op
Nadere informatieH7+8 kort les.notebook June 05, 2018
H78 kort les.notebook June 05, 2018 Hoofdstuk 7 en Materie We gaan eens goed naar die stoffen kijken. We gaan steeds een niveau dieper. Stoffen bijv. limonade (mengsel) Hoofdstuk 8 Straling Moleculen water
Nadere informatieexponentiële en logaritmische functies
CAMPUS BRUSSEL Opfriscursus Wiskunde exponentiële en logaritmische functies Exponentiële en logaritmische functies Machten van getallen 000 euro wordt belegd aan een samengestelde interest van % per jaar
Nadere informatie10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.
1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand
Nadere informatieBasiskennis inzake radioactiviteit en basisprincipes van de stralingsbescherming
Basiskennis inzake radioactiviteit en basisprincipes van de stralingsbescherming Nucleair?? Radioactiviteit?? Ioniserende straling!! Wat is dat? Basisprincipes Waar komen we radioactiviteit/ioniserende
Nadere informatieEindexamen natuurkunde havo I
Opgave 1 Lord of the Flies Lees eerst de tekst in het kader. Er bestaan twee soorten brillenglazen: - bolle (met een positieve sterkte) en - holle (met een negatieve sterkte). In de figuren hiernaast is
Nadere informatie- U zou geslaagd zijn als u voor het oefenexamen totaal 66 punten of meer behaalt (dus u moet minimaal 33 vragen juist beantwoorden).
Technische Universiteit Delft Faculteit Technische Natuur Wetenschappen Reactor Instituut Delft Nationaal Centrum voor Stralingsveiligheid Afdeling Opleidingen Delft Oefenexamen 1, Stralingshygiëne deskundigheidsniveau
Nadere informatieVrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur
EINDEXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1977 Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit
Nadere informatienatuurkunde oud programma havo 2015-I
Opgave Train Whistle maximumscore v Een lage toon heeft een lage frequentie. Volgens λ = vt = hoort bij een f lage frequentie een grote golflengte. De klankkast met de grootste lengte, zal dus de laagste
Nadere informatieChemie 4: Atoommodellen
Chemie 4: Atoommodellen Van de oude Grieken tot het kwantummodel Het woord atoom komt va, het Griekse woord atomos dat ondeelbaar betekent. Voor de Griekse geleerde Democritos die leefde in het jaar 400
Nadere informatie12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op.
12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op. Stap 1: Bepaal de richtingscoëfficiënt van l:y = ax + b : y yb ya 123 9 a 3 x x x 8 5 3 Hieruit
Nadere informatieUitwerkingen Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 13 december 2010
Embargo 3 december 00 Uitwerkingen Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 3 december 00 - - Embargo 3 december 00 Vraagstuk 37 Cs in wilde zwijnen Vraag 750 Bq na 5 dagen Volgens
Nadere informatieOpgave 1 Millenniumbrug
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt:
Nadere informatie6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 6 6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie Opgave 1 a Zie figuur 6.1. Figuur 6.1 Als je met het vliegtuig gaat, ontvang je de meeste straling, omdat je je op een
Nadere informatieOpgave: Eigenschappen van straling a) Gammastraling, röntgenstraling, bètastraling, alfastraling.
Deeltjesstraling Opgave: Eigenschappen van straling a) Gammastraling, röntgenstraling, bètastraling, alfastraling. In het algemeen geldt: Alfastraling kan worden afgeschermd door een velletje papier. In
Nadere informatie1,12 = 1,06. De quotiënten zijn niet bij benadering gelijk, dus geen exponentiële groei. 1,28 1,20
Groei 2 a, 4 =,4, 5,,8 8,2, 4 5, =,6 5, De quotiënten zijn niet bij benadering gelijk, dus geen exponentiële groei. 8,2 38 5, 5,22 4, 4,28 8 7, 6,2 5, 5, 8 4,,23 4 Ook het aantal woningen groeit niet exponentieel.
Nadere informatieGroep 1 + 2 (klas 5), deel 1 Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5
Groep 1 + 2 (klas 5), deel 1 Meerkeuzevragen + bijbehorende antwoorden aansluitend op hoofdstuk 2 paragraaf 1 t/m 3, Kromlijnige bewegingen (Systematische Natuurkunde) Vraag 1 Bij een horizontale worp
Nadere informatieBegripsvragen: Radioactiviteit
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.6 Radioactiviteit Begripsvragen: Radioactiviteit 1 Meerkeuzevragen Ioniserende straling 1 [H/V] Op welke
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur
natuurkunde 1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 17. In dit deel staan de vragen waarbij de computer
Nadere informatienatuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex
Examen HAVO 2009 tijdvak 1 donderdag 28 mei totale examentijd 3 uur tevens oud programma natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 14 In dit deel van het examen staan vragen waarbij
Nadere informatieRadioactiviteit. Een paar gegevens:
Radioactiviteit Een paar gegevens: 1 MeV = 1,6 10 13 J. In de stralingshygiëne kent men aan -straling een weegfactor 20 toe; aan - en -straling een weegfactor 1. Plutonium-238 zendt -stralen uit. De halveringstijd
Nadere informatieHoofdstuk 9 - exponentiele verbanden. [KC] exponentiële verbanden
Hoofdstuk 9 - exponentiele verbanden [KC] exponentiële verbanden 0. voorkennis Procenten en vermenigvuldigingsfactoren Procentuele toename met p%: g = 1 + p 100 p = ( g 1) 100 Procentuele afname met p%:
Nadere informatieH8 straling les.notebook. June 11, 2014. Straling? Straling: Wordt doorgelaten of wordt geabsorbeerd. Stralingsbron en straling
Stralingsbron en straling Straling? Bron Soorten straling: Licht Zichtbaarlicht (Kleuren violet tot rood) Infrarood (warmte straling) Ultraviolet (maakt je bruin/rood) Elektromagnetische straling Magnetron
Nadere informatieKernenergie. FEW cursus: Uitdagingen. Jo van den Brand 6 december 2010
Kernenergie FEW cursus: Uitdagingen Jo van den Brand 6 december 2010 Inhoud Jo van den Brand jo@nikhef.nl www.nikhef.nl/~jo Boek Giancoli Physics for Scientists and Engineers Week 1 Week 2 Werkcollege
Nadere informatieCursus Stralingsveiligheid Niveau M.A. Hofstee
Cursus Stralingsveiligheid Niveau 3 2015-2016 M.A. Hofstee N 2 (0) = A 2 (0)/λ 2 = 24*2250/0.0115 = 4680k 100000 10000 1000 100 Decays in 1 hour fit one fit two total 0 50 100 150 200 days A(t) = λn(0)exp(-λt)
Nadere informatienatuurkunde havo 2016-I
natuurkunde havo 06-I Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Radiumbad maximumscore voorbeeld van een antwoord: Radium-6 vervalt volgens: 6 4 6 Ra Rn + He + γ of Ra Rn
Nadere informatieCONCEPT. Productiewijzen voor radionucliden voor medische toepassingen met een onderzoeks-kernreactor en alternatieve technologieën.
Datum 12 februari 2009 Ons kenmerk 016-DIV/2009 Contactpersoon Dr.ir. P.Bode Telefoon +31 (0)15 27 83530 Onderwerp Concept productiewijzen Mekelweg 15 2629 JB Delft www.rid.tudelft.nl/ CONCEPT Productiewijzen
Nadere informatieHulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 en 7 Tijdsduur: Versie: 90 minuten A Vragen: 20 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let
Nadere informatieRadioactiviteit en Kernfysica. Inhoud:
Radioactiviteit en Kernfysica Inhoud:. Atoommodel Rutherford Bohr. Bouw van atoomkernen A. Samenstelling B. Standaardmodel C. LHC D. Isotopen E. Binding F. Energieniveaus 3. Energie en massa A. Bindingsenergie
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2006-II
Opgave 1 Vallen op de maan In 1971 landde de Apollo 15 op de maan. Astronaut David Scott deed er de valproef van Galilei. Hij liet een zware hamer en een ganzenveer tegelijkertijd van dezelfde hoogte vallen.
Nadere informatie1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.
Domein F: Moderne fysica Subdomein: Atoomfysica 1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm. Bereken de energie van het foton in ev. E = h c/λ (1) E = (6,63 10-34 3 10 8 )/(589
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-I
Eindexamen natuurkunde -2 havo 200-I 4 Antwoordmodel Opgave Rolweerstand Maximumscore 5 voorbeeld van een juiste grafiek: F rol (N) 40 20 00 80 60 40 20 0 0 200 400 600 800 000 200 m (kg) de schaalverdeling
Nadere informatietoelatingsexamen-geneeskunde.be
Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op
Nadere informatieUITWERKINGEN. Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3. Embargo 7 mei 2012
Embargo 7 mei 202 UITWERKINGEN Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 Nuclear Research and onsultancy Group Technische Universiteit Delft Boerhaave Nascholing/LUM Rijksuniversiteit
Nadere informatieEerste- en derdegraadsfunctie
Eerste- en derdegraadsfunctie e functies f en g zijn gegeven door f( x) ( x )( x ) en gx ( ) x. e grafieken van f en g snijden beide de y-as in het punt (0, ) en de x-as in het punt (, 0). e grafiek van
Nadere informatieRadioactiviteit enkele begrippen
044 1 Radioactiviteit enkele begrippen Na het ongeval in de kerncentrale in Tsjernobyl (USSR) op 26 april 1986 is gebleken dat er behoefte bestaat de kennis omtrent radioactiviteit voor een breder publiek
Nadere informatiep na = p n,na + p p,na p n,na = m n v 3
Kernreactoren Opgave: Moderatorkeuze in een kernsplijtingscentrale a) Er is geen relevante externe resulterende kracht. Dat betekent dat er geen relevante stoot wordt uitgeoefend en de impuls van het systeem
Nadere informatieDeze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit eindexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.
I V- 14 EINDEXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1977 Woensdag II mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het
Nadere informatiePositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica
PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica Wat zie je? PositronEmissieTomografie (PET) Nucleaire geneeskunde: basisprincipe Toepassing van nucleaire geneeskunde Vakgebieden
Nadere informatieLater heeft men ook nog een ongeladen deeltje met praktisch dezelfde massa als een proton ontdekt (1932). Dit deeltje heeft de naam neutron gekregen.
Atoombouw 1.1 onderwerpen: Elektrische structuur van de materie Atoommodel van Rutherford Elementaire deeltjes Massagetal en atoomnummer Ionen Lading Twee (met een metalen laagje bedekte) balletjes,, die
Nadere informatieWarmteproductie in de Aarde?
Warmteproductie in de Aarde? keuzeopdracht natuurkunde voor vwo 6 Een verrijkende opdracht over warmte, de aarde en radioactiviteit Voorkennis: Warmte; soortelijke warmte; vermogen; straling, stroming
Nadere informatieJ De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:
Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)
Nadere informatieExamen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.
Examen VWO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 12 In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij dit examen
Nadere informatieUITWERKINGEN. Examen Stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van coördinerend deskundige
UITWERKINGEN Examen Stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van coördinerend deskundige Nuclear Research and consultancy Group Technische Universiteit Delft Boerhaave Nascholing/LUMC Rijksuniversiteit
Nadere informatieToetsopgaven vwo A/B deel 2 hoofdstuk 7
Toetsopgaven vwo A/B deel hoofdstuk 7 Opgave In 98 werd de cd-speler in Nederland geïntroduceerd. Daarvoor werd muziek afgespeeld op platenspelers. Op januari 983 waren er 35000 cd-spelers in de Nederlandse
Nadere informatieAntwoorden Wiskunde Hoofdstuk 4
Antwoorden Wiskunde Hoofdstuk 4 Antwoorden door een scholier 1784 woorden 25 juni 2004 3,4 117 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Opgave I-1 Zorg er eerst voor dat je goed begrijpt dat
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-I
Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I Opgave Binnenverlichting Maximumscore 4 uitkomst: R tot = 4 Ω voorbeelden van een berekening: methode Het totale vermogen van de twee lampjes is gelijk aan 25,0 =
Nadere informatieEnergie-omzetting: omzetting van de ene energiesoort in de andere. Energie-overdracht: overdracht van energie van het ene voorwerp aan het andere.
Energie Behoudswetten Natuurkundewet waarin wordt geformuleerd dat de totale waarde van een bepaalde grootheid (behouden grootheid) in een geïsoleerd systeem niet verandert. Energie-omzetting: omzetting
Nadere informatieOpgave 1 Millenniumbrug
Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt: λ = vt met λ = 44 m en T = 0,90 s. De golfsnelheid in het λ 44 wegdek
Nadere informatieHerkansing tentamen: Kernenergie voor natuurkundigen
Herkansing tentamen: Kernenergie voor natuurkundigen Docenten: J. F. J. van den Brand en R. Aaij Telefoon: 0620 539 484 Datum: 8 juli 2013 Zaal: WN-KC137 Tijd: 12:00-14:45 uur Maak elke opgave op een apart
Nadere informatie( ) Opgave 27.1 a. b. Na drie keer bètaverval verandert. Na drie keer bètaverval verandert
Opgave 7. 5 40 94 9U+ 0n 55Cs+ 7Rb + 0n 40 40 Na drie keer bètaverval verandert 55 Cs in 58 Ce. 94 94 Na drie keer bètaverval verandert 7 Rb in 40 Zr. Bij elke kernsplijting komt energie vrij. Bij elke
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2001-I
Eindexamen natuurkunde havo 00-I 4 Antwoordmodel Opgave Hartfoto s 43 43 0 antwoord: K Ca + e (+ γ) 9 0 elektron rechts van de pijl Ca als vervalproduct aantal nucleonen links en rechts kloppend - en Als
Nadere informatieWillem van Ravenstein 2007
Inhoud van ruimtelijke figuren Inhoud van omwentelingslichamen Lengte van een kromme Differentiaalvergelijkingen Richtingsvelden Standaardtypen differentiaalvergelijkingen Losse eindjes, tips & truuks
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 19 juni uur
Eamen VWO 0 tijdvak woensdag 9 juni.0-6.0 uur wiskunde B (pilot) Dit eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed
Nadere informatieExponentiële formules
Exponentiële formules Groeifactor Bij exponentiële formules is het heel belangrijk dat je een groeifactor kan uitrekenen. De groeifactor is een getal dat aangeeft hoeveel keer zo groot iets wordt. Je berekent
Nadere informatieEindexamen natuurkunde havo I
Beoordelingsmodel Opgave Eliica maximumscore uitkomst: De actieradius is 3, 0 km. de energie van de accu's De actieradius is gelijk aan. het energieverbruik per km 55 Hieruit volgt dat de actieradius 3,
Nadere informatieintroductie fysische achtergronden ioniserende straling Sytze Brandenburg sb/radsaf2003/1
introductie fysische achtergronden ioniserende straling Sytze Brandenburg sb/radsaf2003/1 ioniserende straling wat is het atoomfysica elementaire deeltjes fysica waar komt het vandaan atoomfysica kernfysica
Nadere informatieDe correcte bewering aankruisen: WAAR FOUT
Warmte en straling De correcte bewering aankruisen: WAAR FOUT - Lichtgolven noemt men ook wel elektromagnetische golven. - Het zichtbaar lichtspectrum is een klein onderdeel van het E.M -spectrum - Rood
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 vwo I
Eindexamen natuurkunde - vwo 009 - I Beoordelingsmodel Opgave Mondharmonica maximumscore 3 In figuur 3 zijn minder trillingen te zien dan in figuur De frequentie in figuur 3 is dus lager Het lipje bij
Nadere informatieHoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief
Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief Hellinggrafieken a. Maak instap opgaven I-a en I-b (zonder de formules van instap opgave I- te gebruiken). snelheid (m/s) tijd (seconden) b. Hoe kun je met de
Nadere informatienatuurkunde havo 2018-I
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Scheepsradar maximumscore uitkomst: s =,9 0 4 m Elektromagnetische golven bewegen met de lichtsnelheid. De afstand die 8 4 het signaal
Nadere informatie