Technische berekening van het tarief en de rioolheffing

Transcriptie

1 Technische berekening van het en de rioolheffing Inleiding De lasten voor het beheer en onderhoud van riolering en water worden via rioolheffing betaald door burgers en bedrijven. De termen die hier in de belastingwetgeving voor worden gebruikt zijn woning en niet-woning. Op dit moment wordt binnen de heffing onderscheid gemaakt tussen woningen en niet-woningen (bedrijven) in de heffingsmaatstaf. Zo wordt voor woningen een berekend per woning en voor niet-woningen een per medewerker. De heffingsmaatstaf voor niet-woningen is erg discutabel en nauwelijks controleerbaar op volledigheid. Controle op het aantal medewerkers dat bedrijven in dienst hebben is er arbeidsintensief. Proces Bij het opstellen van de begroting 9 is besloten de gehanteerde heffingsmaatstaf tegen het licht te houden, in verband met de veranderingen in de Waterwet en de hierboven gesignaleerde risico s met de heffingsmaatstaf medewerkers. In 9 werd in Oosterhout een onderzoek verricht naar mogelijke heffingsmaatstaven en uitgangspunten die hierbij zouden kunnen gelden. Op basis van dit onderzoek werd besloten over te gaan op de heffingsmaatstaf water (m ). De verdere uitwerking van deze heffingsmaatstaf zou plaats vinden in en zijn effect krijgen in de begroting. Gezien de complexiteit van de uitwerking en het ongelukkige moment van invoeren is bij het opstellen van de begroting besloten invoering van de nieuwe heffingsmaatstaf uit te stellen tot de begroting. Waarom water? Er zijn verschillende heffingsmaatstaven mogelijk. Zo is het bijvoorbeeld ook mogelijk om de Wozwaarde als heffingsmaatstaf te hanteren. De gemeente Oosterhout vindt het echter van belang dat er een relatie tussen en heffing bestaat. Het water is onder gemeenten een veel gebruikte heffingsmaatstaf. Vastgestelde uitgangspunten In eerdere door u genomen besluiten is er een aantal uitgangspunten vastgesteld voor de heffingsmaatstaf. De heffingsmaatstaf moet toekomstbestendig zijn. Het is niet toegestaan jaarlijks de heffingsmaatstaf te wijzigen. De heffingsmaatstaf moet zorgen voor een transparante opbouw van de heffing. De perceptiekosten (kosten van administratie en inning) zo laag mogelijk houden. De kostenveroorzaker of profijthebber betaalt. De rioolheffing is ter bekostiging van de instandhouding en vernieuwing van het riool- en waterstelsel. De rioolheffing is niet bedoeld als beleidsinstrument, voor bijvoorbeeld het realiseren van milieubeleid. pagina

2 Tarief type: degressief, vlak of progressief Om de rioolheffing te berekening kan gebruik worden gemaakt van verschillende soorten tarieven. Elk van deze soorten heeft zijn eigen kenmerken en voor- en nadelen. Degressief Het degressief neemt af als het water hoger wordt. Het gevolg hiervan is grooters relatief minder betalen per m dan kleiners. Dit soort gaat er vanuit dat de kosten niet rechtevenredig toenemen met het. Anders gezegd betekent meer niet direct ook meer (variabele) kosten. Vlak Het vlak is voor elke te m water gelijk. Hier wordt geen onderscheid gemaakt tussen klein- en grooters. Er wordt bij dit soort geen rekening gehouden met relatie tussen en (variabele) kosten. Er is ook geen sprake van een (bewuste) financiële prikkel om beleid te realiseren. Progressief Het neemt toe als het water hoger wordt. Het gevolg hiervan is dat grooters relatief meer betalen per m dan kleiners. Hierdoor is dit vooral een soort dat gebruikt kan worden om het water te verminderen door inzet van een financiële prikkel. Dit kan prima gebruikt worden als de (variabele) kosten extra toenemen bij een hoger water. Wij stellen voor gebruik te maken van een degressief. Het degressief doet het meeste recht aan de uitgangspunten zoals gesteld. Daarbij is dit het meest rechtvaardig omdat er geen rechtlijnige relatie tussen extra en extra (variabele) kosten is. Maximum Voor zowel het berekenen van het als voor het heffen van de rioolheffing is het van belang om te weten of er een maximum van toepassing is of niet. Het is een keuze om wel of geen begrenzing aan te brengen door middel van een maximum. in. m in heffing w el of niet in heffing? kleiner middeler grooter pagina

3 Het gevolg van het niet instellen van een maximum is dat alle te m in de berekening betrokken worden, hierdoor zal het iets dalen. De totale kosten worden dan door meer m gedeeld. De grooters zullen hierdoor aanzienlijk duurder uit zijn. Waarbij dan zeker de vraag aan de orde is of zij wel in redelijke mate extra profijt hebben van het riool. Het wel instellen van een maximum heeft tot gevolg dat het iets hoger zal zijn, dit geldt voor alle gebruikers. De totale kosten worden dan door minder m gedeeld. Hiermee worden de lasten iets evenwichtiger verdeeld op basis van werkelijk profijt. Objectieve berekening van een grens, waarbij eigenlijk geen extra profijt meer optreedt, is niet mogelijk. Dit terwijl in de werkelijkheid na een bepaalde hoeveelheid m er geen extra kosten meer veroorzaakt worden. Begrenzing door middel van een maximum is dan ook rechtvaardig en zeker wenselijk. Dit sluit ook aan bij de wens vanuit recreatieve bedrijven. Wij stellen voor het maximum voor de berekening van het en het heffen van de rioolheffing vast te stellen op. m. Verbruiksklassen Om het voorgestelde degressieve te kunnen berekenen en heffen moet er gebruik gemaakt gaan worden van sklassen. Door het indelen van alle ers in sklassen kan onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende ers voor de berekening van de tarieven en het heffen. De sklassen zijn naar vrijheid in te delen. Op basis van de Oosterhoutse situatie stellen wij voor om gebruik te maken van sklassen. Zoals eerder voorgesteld is uitgegaan van een maximum van. m. De indeling van sklassen met een aantal gegevens is in de onderstaande tabel gepresenteerd. klasse Aantal Werkelijk m Gemiddeld 99 * > Totaal * In deze categorie zijn. woningen opgenomen en.8 niet-woningen (bedrijven) pagina

4 Gewichten per sklasse Degressieve tarieven per sklasse kunnen alleen tot stand komen door onderscheid te maken tussen de sklassen. Voor het maken van het onderscheid wordt gebruik gemaakt van gewichten. Één sklasse krijgt het gewicht toegekend, waarna het gewicht van lagere sklassen toeneemt en van hogere sklassen afneemt. Aangezien voor het maken van onderscheid de sklasse met het gewicht het middelpunt vormt, stellen wij voor de klasse waarbinnen het gemiddelde valt dit gewicht toe te kennen. In de jaren 6, 8 en 9 bleek het gemiddelde steeds te liggen binnen de sklasse.-.. In de verdere uitwerking is deze sklasse dan ook het gewicht toegekend. De stappen waarin het toe- of afneemt ten opzichte van de vorige sklasse bepaalt de mate van degressiviteit, feitelijk herverdeling. Door hele kleine stappen te maken ligt het degressieve dicht tegen een vlak. Het heeft daardoor nauwelijks het beoogde effect. Hele grote stappen maximeren het beoogde effect, echter hierbij ontstaat direct het gevaar van een te zware verschuiving van de lasten naar kleinere ers. Beide opties zijn weergegeven in de onderstaande grafiek. Tarief in,,,,,,,, voorstel % Vlak Degressief stap,% Degressief stap % >... sklasse (m) Wij stellen voor om de stappen waarmee het per sklasse toe- en afneemt vast te stellen op %. Hiermee verwordt het degressieve geen verkapt vlak en vindt er geen extreme verschuiving van lasten naar kleinere ers plaats. Heffing individueel of per sklasse Voor het berekenen van het en het heffen van de rioolheffing kan gewerkt worden op basis van de echte aantal te m per gebruiker of op basis van een vast bedrag per sklasse. Het werken met werkelijke m leidt tot een prijs die per m per sklasse betaald moet worden. Hierdoor is er een grote mate van herkenbaarheid. Wel verhoogt het de kosten die gemoeid zijn met het berekenen en heffen van de rioolheffing. Ook vergroot dit de instabiliteit van de tarieven en inkomsten. Het zijn namelijk alleen verschuivingen tussen sklassen die effect hebben. pagina

5 Door te werken met een vast bedrag per sklasse is de berekening en heffing van de rioolheffing eenvoudiger en goedkoper. De tarieven en inkomsten zullen stabieler zijn. Wel kan binnen sklasse verschil ontstaan, iemand die onder in de sklasse valt is per m duurder uit dan iemand die boven in. Voorbeeld Een vast bedrag voor de sklasse -. van. leidt voor een onderneming met een van m tot een prijs van,98 per m (. / m ) en met een van 999 tot een prijs van, per m. Om te komen tot vaste bedragen per scategorie is het van belang uit te gaan van een standaard per sklasse. Dit standaard is het aantal m waarvoor iedere onderneming binnen de sklasse betaald. Daarom stellen wij voor dit standaard te stellen op het midden van de betreffende sklasse met het maximum van. m. klasse Aantal Werkelijk m Gemiddeld Standaard m voor klasse Standaard m totaal voor klasse Gewicht , , , , , , , ,7 > ,6 Totaal Enkelvoudige of samengestelde heffing Het is mogelijk het vaste bedrag per sklasse te berekenen op basis van een dat voor het totale aantal standaard m geldt. Hiermee ontstaat een enkelvoudige heffing, een onderneming in de sklasse.-. betaalt een vast bedrag gebaseerd op 7. m vermenigvuldigd met een voor deze sklasse. De onderneming krijgt daardoor alle m die berekend worden tegen een lager dan de voorgaande sklasse. De mogelijkheid bestaat ook om een samengesteld vast bedrag per sklasse te berekenen. Hierdoor betaald elke onderneming die in of boven de sklasse.-. vallen het zelfde voor de eerste.7 m. Het vaste bedrag per sklasse wordt dus samengesteld door het vaste bedragen van de voorgaande sklasse steeds op te tellen en te verhogen met een nieuw vast bedrag. pagina