Annoteren van een rechterlijke uitspraak :

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Annoteren van een rechterlijke uitspraak :"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Annoteren van een rechterlijke uitspraak : Rb. Antwerpen 10 maart 2006, Rec.gén.enr.not. 2006, nr , 271. De problematiek van giften binnen de drie jaar vóór het overlijden in samenhang met de heffing van successierechten (artikel 7 W.Succ.) en het belang van het wettelijk vermoeden van artikel 108 W.Succ.. Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Elien Hombrouckx Burgerlijk recht en strafrecht Promotor: Prof. dr. J. Bael Commissaris: S. Devos

2 Dankwoord Allereerst wil ik professor dr. Bael bedanken dat hij mij de kans geboden heeft om een masterproef te schrijven over een heel interessant onderwerp dat zowel betrekking heeft op het familiaal vermogensrecht als het fiscaal recht. Vervolgens wil ik graag de heer Devos bedanken voor zijn hulp bij het voltooien van deze masterproef. Zijn opmerkingen en verbeteringen waren onontbeerlijk om dit werk tot een goed einde te brengen. Tot slot wil ik mijn vriend, mijn familie en mijn vrienden bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun.

3 Inhoudsopgave Inleiding... 1 Hoofdstuk 1: Bespreking... 3 Afdeling 1: Feiten... 3 Afdeling 2: Beoordeling door de rechtbank van eerste aanleg ) Betreffende het tegenbewijs van artikel 108 W.Succ ) Betreffende de toepassing van artikel 7 W.Succ ) Betreffende de toepassing van artikel 70, tweede lid W.Succ ) Betreffende de boete... 5 Afdeling 3: Stelling van de appellanten... 5 Afdeling 4: Beoordeling van het hof van beroep... 7 Hoofdstuk 2: Analyse van het arrest... 8 Afdeling 1: Het wettelijk vermoeden van artikel 108 W.Succ ) Algemeen ) Ratio ) Vermoeden ) Akten van eigendom ) Datum van akte van eigendom ) De goederen waarop artikel 108 W.Succ. van toepassing is ) Tegenbewijs ) De toepassing van artikel 108 W.Succ. door de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen op 10 maart Afdeling 2: Artikel 7 W.Succ. betreffende de schenkingen gedaan binnen de drie jaar vóór het overlijden ) Algemeen ) Ratio ) Bewijslast ) Toepassingsvoorwaarden a) Het betreft een schenking b) De schenking mag niet aan het evenredig schenkingsrecht dat in België verschuldigd is, onderworpen zijn geweest c) De schenking moet betrekking hebben op een roerend goed d) De schenking moet gebeurd zijn minder dan 3 jaar vóór het overlijden van de schenker e) De begiftigde moet langer leven dan de schenker f) Er mag geen andere fictiebepaling van toepassing zijn ) Uitzonderingsgevallen ) Belastbare waarde ) Belastbare grondslag ) Ontbinding of vernietiging van de schenking ) Schenkingen voor een buitenlands notaris verleden ) Successieplanning ) De regel van het progressievoorbehoud... 48

4 12) De toepassing van artikel 7 W.Succ. en artikel 70, tweede lid W.Succ. door de rechtbank van eerste aanleg en het hof van beroep te Antwerpen Afdeling 3: Verband tussen artikel 7 en 108 W.Succ Afdeling 4: Artikel 128 W.Succ. en 131 W.Succ Besluit...55 BIBLIOGRAFIE...57 Wetgeving: Rechtspraak: Rechtsleer: Onlinebronnen:... 64

5 Inleiding Wanneer iemand sterft, zullen er successierechten betaald moeten worden. Artikel 15 W.Succ. bepaalt immers dat het successierecht verschuldigd is op de algemeenheid van de aan de overledene toebehorende goederen, waar ze zich ook bevinden, na aftrekking der schulden en behoudens toepassing van artikel 16 en 17 W.Succ.. Met het begrip toebehorende goederen bedoelt men alle zaken die de erflater zich heeft toegeëigend en die in geld waardeerbaar zijn 1. Artikel 15 W.Succ. mag men echter niet los zien van artikel 1 en 2 W.Succ. met als gevolg dat niet alle goederen die de overledene bezit op ogenblik van zijn overlijden aan successierechten onderworpen zijn maar enkel de goederen die door het overlijden overgaan op de erfopvolgers ingevolge de wettelijke devolutie, een testament of een contractuele erfstelling. 2 De rechten van successie worden verevend op zicht van een aangifte van nalatenschap (art. 35 W.Succ.). Bij een overlijden zal er bijgevolg aangifte gedaan moeten worden van de nalatenschap (art. 36 W.Succ.) tenzij, oordeelt de administratie, er geen successierechten verschuldigd zijn, de nalatenschap geen onroerende goederen omvat en op voorwaarde dat dit ter kennis wordt gebracht van de administratie. 3 De gegevens die in de aangifte moeten worden opgenomen, staan vermeld in de artikelen 42 tot en met 46 W.Succ.. Zo zal onder meer in de aangifte moeten worden vermeld of de overledene binnen de drie jaar vóór zijn overlijden schenkingen onder levenden heeft gedaan die werden geregistreerd of dienden te worden geregistreerd. Indien dit het geval is, moet zowel de begunstigde als het bedrag van de schenking worden aangegeven. Deze schenkingen zullen bij het belastbaar actief worden bijgeteld op grond van artikel 66bis W.Succ. en zullen zo een invloed hebben op het tarief van de successierechten. 4 Bovendien zal in de aangifte het volledige actief en passief moeten worden opgenomen. Onder het actief verstaat men alle roerende en onroerende goederen waarvan de overledene eigenaar was op 1 J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, 277; D. DE GROOT, M. GHYSELEN en T. WUSTENBERGHS, Handboek registratie en successierechten in Fiscale handboeken, Antwerpen, Intersentia, 2006, D. DE GROOT, M. GHYSELEN en T. WUSTENBERGHS, Handboek registratie en successierechten in Fiscale handboeken, Antwerpen, Intersentia, 2006, D. DE GROOT, M. GHYSELEN en T. WUSTENBERGHS, Handboek registratie en successierechten in Fiscale handboeken, Antwerpen, Intersentia, 2006, 291; M. GHYSELEN, Handboek registratie en successierechten in Fiscale handboeken, Antwerpen, Intersentia, 2001, 245; A. MEYUS en B. GRAULICH, Erfenis, schenking, testament en fiscus in Fiscale wenken, Diegem, Ced. Samsom, 1999,

6 de dag van zijn overlijden ongeacht de plaats waar deze goederen zich bevinden. 5 Men zal echter niet alleen successierechten moeten betalen op datgene wat in de nalatenschap aanwezig is maar ook op de goederen die op grond van een aantal fictiebepalingen, zoals onder meer artikel 7 W.Succ., fictief aan de nalatenschap worden toegevoegd. Deze goederen behoren bijgevolg tot het belastbaar actief en moeten eveneens worden aangegeven. 6 De aangifte in de successierechten wordt voor juist aangenomen, behoudens tegenbewijs. Men zal successierechten moeten betalen op hetgeen men heeft aangegeven. Indien echter de administratie van mening is dat er bepaalde elementen niet zijn aangegeven of dat de aangifte onjuistheden bevat, dan zal ze dit moeten bewijzen. Hiervoor zal ze onder meer beroep kunnen doen op artikel 108 W.Succ. met als gevolg dat de fiscus mag uitgaan van een wettelijk vermoeden van eigendom als er akten van eigendom zijn. Voor roerende goederen geldt dit vermoeden alleen als de akte van eigendom niet ouder is dan 3 jaar te rekenen vanaf het overlijden. 7 Artikel 7 W.Succ. en artikel 108 W.Succ. zijn bijgevolg belangrijke artikelen die in dit werk zullen worden geanalyseerd vertrekkend van een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen van 10 maart Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld. Het hof van beroep te Antwerpen heeft op 18 december 2007 het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen van 10 maart 2006 bevestigd. 9 In dit werk zal er worden nagegaan wat deze artikelen juist inhouden, wat de consequenties zijn en het nut is van deze artikelen en bovendien wat het onderling verband is. Daarbij wordt rechtspraak aangehaald die verband houdt met deze artikelen en waaruit men kan afleiden wat het standpunt is van de rechters over deze bepalingen. Bovendien worden er voorbeelden weergegeven om de hele problematiek te schetsen. Verder volgt er nog een korte bespreking van de artikelen 66bis, 70, 128 en van artikel 131 W.Succ.. 5 A. MEYUS en B. GRAULICH, Erfenis, schenking, testament en fiscus in Fiscale wenken, Diegem, Ced. Samsom, 1999, D. DE GROOT, M. GHYSELEN en T. WUSTENBERGHS, Handboek registratie en successierechten in Fiscale handboeken, Antwerpen, Intersentia, 2006, 291; M. GHYSELEN, Handboek registratie en successierechten in Fiscale handboeken, Antwerpen, Intersentia, 2001, 245; A. MEYUS en B. GRAULICH, Erfenis, schenking, testament en fiscus in Fiscale wenken, Diegem, Ced. Samsom, 1999, A. MEYUS en B. GRAULICH, Erfenis, schenking, testament en fiscus in Fiscale wenken, Diegem, Ced. Samsom, 1999, Rb. Antwerpen 10 maart 2006, Rec.gén.enr.not. 2006, nr , Antwerpen 18 december 2007, Rec.gén.enr.not. 2008, nr ,

7 Hoofdstuk 1: Bespreking Afdeling 1: Feiten De heer R.V.B. overleed op 8 maart Hij had geen reservataire erfgenamen. Op 24 oktober 2003 dicteerde hij zijn testament en in dit testament werd mevrouw J.V. als enige algemene legataris aangesteld. Er werd aangifte gedaan van de nalatenschap door mevrouw J.V. op 15 juli Het netto-actief bedroeg ,49 euro en hierop werden ,41 euro successierechten betaald. Op 5 februari 2003 was echter de moeder van de heer R.V.B. overleden. De heer R.V.B. had uit haar nalatenschap de helft van een appartement gekregen. Vervolgens had hij dit door middel van een notariële akte van 17 oktober 2003 afgestaan aan zijn broer, de heer V.P., voor ,00 euro. Op 9 augustus 2004 oordeelde de administratie dat artikel 108 W.Succ. toepasselijk is op dit bedrag van ,00 euro en bovendien dat artikel 7 W.Succ. van toepassing is op de broer van de heer R.V.B., de heer V.P., indien deze niet kan bewijzen dat hij de afstandsprijs heeft betaald. Mevrouw J.V. deed daarom een bijkomende aangifte van nalatenschap op 13 augustus 2004 van 40,000 euro, verkregen uit de afstand van het voornoemd appartement. De overige euro was reeds opgenomen in de oorspronkelijk aangifte. Daarbij stelde ze dat dit bedrag van euro door middel van een bankcheque op 28 oktober 2003 was overgemaakt aan haar broer de heer F.V., als aflossing van onderhandse leningen. Ze vroeg om kwijtschelding van boeten en teruggave van de teveel betaalde successierechten indien het bestaan van deze schulden bewezen kan worden. Volgens de administratie is mevrouw J.V. als algemene legataris bijkomende successierechten verschuldigd van 1.314,23 euro omwille van de globalisering van de erfenisrechten en bovendien is ze op basis van artikel 128 W.Succ. aansprakelijk voor een boete van 3.590,00 euro wegens verzuim van artikel 7 W.Succ.. De heer F.V. is volgens de administratie successierechten verschuldigd van ,77 euro waarvoor mevrouw J.V. eveneens zou kunnen aangesproken worden krachtens artikel 70, tweede lid W.Succ.. De raadsman van mevrouw J.V. betwistte op 23 augustus 2004 de toepassing van artikel 7 W.Succ. en dus ook de verschuldigdheid van de successierechten van ,00 euro en de boete van euro. Hij beschikte immers over een schriftelijke verklaring van 12 augustus 2004 van de heer F.V. waarin deze verklaarde op 28 oktober euro te hebben ontvangen van de heer R.V.B. als aflossing van enkele onderhandse leningen met als gevolg dat volgens hem artikel 7 W.Succ. geen toepassing 3

8 kon krijgen. Bovendien verzocht de raadsman van mevrouw J.V. om minstens de boete kwijt te schelden gelet op de goede trouw. De administratie besliste echter op 2 september 2004 dat de rechten verschuldigd blijven bij toepassing van artikel 108 en 7 W.Succ. en dat de boete niet kon worden kwijtgescholden. Afdeling 2: Beoordeling door de rechtbank van eerste aanleg In deze zaak zijn er twee eisers namelijk mevrouw J.V. (eerste eiseres op hoofdvordering) en de heer F.V. (tweede eiser op hoofdvordering). 1) Betreffende het tegenbewijs van artikel 108 W.Succ. Artikel 108 W.Succ. houdt een wettelijke vermoeden in dat de som van ,00 euro, die de heer R.V.B. op 17 oktober 2003 heeft ontvangen voor de afstand van de helft van het appartement en die hij dus bezat tijdens de drie jaren vóór zijn overlijden, op de dag van zijn overlijden nog steeds tot zijn vermogen behoorde. Dit vermoeden kan worden weerlegd door de eisers en dit door middel van alle middelen van het gemene recht. Dit bewijs moet echter wel geleverd worden aan de hand van positieve en controleerbare gegevens. Uit de bankrekeninguittreksels van de heer R.V.B. blijkt dat, kort na ontvangst van het bedrag van euro, euro van zijn bankrekening is gegaan door uitgifte van een cheque aan order aan de heer F.V.. Bijgevolg is het bewezen dat op de dag van het overlijden van de heer R.V.B. de som van ,00 euro niet meer tot zijn vermogen behoorde. De overige euro is tot op de dag van het overlijden op zijn rekening blijven staan en werd reeds opgenomen in de oorspronkelijke aangifte van nalatenschap. Dit alles heeft tot gevolg dat het vermoeden is weerlegd. 2) Betreffende de toepassing van artikel 7 W.Succ. De schriftelijke verklaring van 12 augustus 2004 van de heer F.V. dat hij ,00 euro heeft ontvangen van de heer R.V.B. als aflossing van enkele onderhandse leningen en de schriftelijke verklaring van 22 juni 2005 van de heer V.P. dat zijn broer, de heer R.V.B., geld had geleend van de heer F.V. zijn loutere beweringen, die ongeloofwaardig zijn en door geen enkel objectief element 4

9 worden bevestigd. Uit de afwezigheid van een bewijs van leningen kan men een feitelijk vermoeden afleiden dat de betaling van ,00 euro door de heer R.V.B. aan de heer F.V. een schenking is zodat artikel 7 W.Succ. van toepassing is. De heer F.V. is op deze schenking van ,00 euro successierechten verschuldigd (17.965,77 euro) en mevrouw J.V. is als algemene legataris bijvoeglijke successierechten verschuldigd ten belope van 1.314,23 euro omwille van de globalisering van de erfenisrechten. 3) Betreffende de toepassing van artikel 70, tweede lid W.Succ. Krachtens dit artikel is de eerste eiseres, mevrouw J.V., medeaansprakelijk voor de successierechten van ,77 euro die verschuldigd zijn door de tweede eiser op hoofdvordering, de heer F.V.. 4) Betreffende de boete Het gebrek aan tijdige aangifte van de schenking heeft tot gevolg dat er een boete moet worden betaald door de eerste eiseres op hoofdvordering, mevouw J.V., en dit op grond van artikel 128 W.Succ.. Deze boete werd door de administratie bepaald en bedraagt 3.590,00 euro. De rechtbank oordeelt dat deze boete in redelijke verhouding staat met de gepleegde inbreuk en met de ernst van de feiten. De eerste eiseres op hoofdvordering, mevrouw J.V., kan niet bewijzen dat ze geen fout heeft begaan en er is met andere woorden geen reden om de boete kwijt te schelden of te verminderen. Afdeling 3: Stelling van de appellanten De appellanten zijn mevrouw J.V. en de heer F.V.. De appellanten oordelen in hun akte van hoger beroep en in hun conclusie dat de rechter van de rechtbank van eerste aanleg terecht tot het besluit is gekomen dat het bedrag van euro niet meer tot het patrimonium van de overledene behoorde op de dag van zijn overlijden. Het bedrag van euro is tot op de dag van het overlijden op de bankrekening blijven staan en werd opgenomen in de eerste aangifte van de nalatenschap. Het bestreden vonnis moet op dit punt dan ook bevestigd worden. De appellanten oordelen echter dat artikel 7 W.Succ. niet kan worden toegepast op het bedrag van euro. Artikel 7 W.Succ. kan enkel worden toegepast als er een schenking is. Bovendien moet het gaan om een schenking binnen de drie jaar vóór het overlijden en de schenking mag niet onderworpen zijn geweest aan registratierechten. Volgens het burgerlijk recht kan er maar sprake zijn van een schenking als er een verarming is van de schenker, een verrijking van de begiftigde en animus 5

10 donandi. Dit laatste kan niet worden vermoed. De appellanten stellen dat de overdracht van euro gebeurde ter aflossing van onderhandse schulden en bovendien stellen ze dat de overledene zelf over weinig financiële middelen beschikte en dat mevrouw J.V. als algemene legataris werd aangesteld. Hieruit leiden ze dan af dat er geen sprake kan zijn van animus donandi. Verder oordelen de appellanten dat de verweerder zich onterecht beroept op de onderlinge samenhang tussen artikel 108 W.Succ. en artikel 7 W.Succ. Het is volgens hen enkel wanneer de erfgenamen zich beroepen op een schenking van de gelden om het tegenbewijs van artikel 108 W.Succ. te leveren dat artikel 7 W.Succ. toepassing kan vinden. De appellanten hebben nooit beweerd dat de geldsommen aan de heer F.V. zijn geschonken. Vervolgens oordelen de appellanten dat de boete die werd opgelegd, onterecht was aangezien mevrouw J.V. te goeder trouw was en een juiste aangifte wou indienen. Wanneer de administratie de eerste aangifte vroeger, voor het verstrijken van de aangiftetermijn, had bekeken en mevrouw J.V. vroeger had gewaarschuwd dat een bijvoeglijke aangifte nodig was, dan zou er geen boete opgelegd geweest zijn. Het is voor mevrouw J.V. onmogelijk om op de hoogte geweest te zijn van alle financiële verrichtingen en transacties van de overledene. De appellanten dachten dat het bedrag van euro niet moest aangegeven worden en bovendien waren ze te goeder trouw en bijgevolg oordelen ze dat de boete moet worden kwijtgescholden. Wanneer dit onmogelijk is, stellen ze dat er moet worden overgegaan tot vermindering van de boete zodat deze in verhouding is met de ernst van de overtreding. De administratie volgt de redenering van het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg en zegt bovendien dat de vrijstelling van boete enkel mogelijk is wanneer de overtreder kan bewijzen dat hij niet schuldig is (artikel 131 W.Succ.). De schuld wordt vermoed en het is van geen belang of de overtreder te goeder trouw is of niet. Verder stelt de administratie dat de partijen slechts onschuldig zijn indien ze kunnen bewijzen dat het verzuim te wijten is aan overmacht of een onoverkomelijke dwaling. In deze zaak is er geen sprake van overmacht of onoverkomelijke dwaling en bijgevolg oordeelt de administratie dat het hoger beroep ongegrond is. 6

11 Afdeling 4: Beoordeling van het hof van beroep Het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg wordt met betrekking tot de toepassing van artikel 108 W.Succ. niet aangevochten en dit heeft tot gevolg dat het vonnis met betrekking tot dat punt in kracht van gewijsde is getreden tussen de partijen. Het hof oordeelt dat het een zeker en vaststaand feit is dat een bedrag van euro kort na ontvangst van de verkoopsopbrengst van het appartement ( euro) van de rekening van de heer R.V.B. was gehaald en op de rekening van de heer F.V. werd gestort. Het hof oordeelt dat uit de wijze van overhandiging van die euro, zonder mededeling of kwijting, kan worden vermoed dat we te maken hebben met een schenking. Dit heeft tot gevolg dat de belastingplichtige het tegenbewijs van dit vermoeden moet leveren. De door de appellanten aangevoerde verklaringen zijn louter beweringen en deze zijn bijgevolg niet voldoende om het vermoeden te weerleggen. De administratie mag zich bijgevolg terecht beroepen op artikel 7 W.Succ.. Met betrekking tot artikel 131 W.Succ. oordeelt het hof dat de belastingplichtige pas onschuldig is als deze kan bewijzen dat het verzuim te wijten is aan overmacht of een onoverkomelijke dwaling. Het hof stelt dat het onvoldoende is dat de belastingplichtige, namelijk mevrouw J.V., bewijst dat zij te goeder trouw was en oordeelt bovendien dat haar nalatigheid of gebrek aan informatie niet verschoonbaar was. Zij had immers de informatie met enige moeite kunnen vinden. Het hof stelt dat de bijvoeglijke aangifte niet spontaan maar als gevolg van het gevoerde fiscaal onderzoek vanwege de administratie werd ingediend. De appellanten kunnen bijgevolg hun onschuld niet bewijzen. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg. 7

12 Hoofdstuk 2: Analyse van het arrest Afdeling 1: Het wettelijk vermoeden van artikel 108 W.Succ. 1) Algemeen Artikel 108 W.Succ.: De eis tot betaling van de rechten van successie en van overgang bij overlijden, alsmede van de boeten wegens gebrek aan aangifte of wegens niet- aangifte van enig roerend of onroerend goed, is, tot levering van het tegenbewijs, voldoende vastgesteld bij de door de afgestorvene te zijnen bate of op zijn verzoek verleden akten van eigendom. Edoch, ten opzichte der roerende goederen waarop artikel 2279 van het Burgerlijk Wetboek betrekking heeft, bestaat het door vorige alinea gevestigd wettelijk vermoeden slechts op voorwaarde dat de akten niet reeds sedert meer dan drie jaar vóór het overlijden bestaan; in het tegenovergesteld geval, kan het bestaan van bedoelde akten door het bestuur enkel ingeroepen worden als een element van vermoeden, overeenkomstig artikel 105. Uit de tekst van het artikel blijkt duidelijk dat dit artikel van toepassing is zowel met betrekking tot een nalatenschap van een rijksinwoner als met betrekking tot een nalatenschap van een nietrijksinwoner aangezien in dit artikel wordt gesproken over zowel rechten van successie als rechten van overgang. Bovendien kan men uit het artikel afleiden dat het eveneens van toepassing is wanneer er geen aangifte is ingediend en niet alleen ingeval van een aangifte aangezien men eveneens spreekt over boeten wegens niet aangifte en niet alleen over boeten wegens het niet aangeven van enig roerend of onroerend goed. 10 2) Ratio De aangifte in de successierechten wordt voor juist aangenomen, behoudens tegenbewijs. Men zal successierechten moeten betalen op hetgeen men heeft aangegeven. Indien echter de administratie van mening is dat er bepaalde elementen niet zijn aangegeven of dat de aangifte onjuistheden bevat, dan zal ze dit moeten bewijzen. 11 De administratie heeft immers een controletaak. 12 Ze moet nagaan of de gegevens opgenomen in de aangifte correct zijn. Door bepaalde gegevens niet op te nemen in de 10 O. VAN ACOLEYEN, Het wettelijk vermoeden van artikel 108 van het wetboek der successierechten, TFR 1978, nr. 13, (2) A. MEYUS en B. GRAULICH, Erfenis, schenking, testament en fiscus in Fiscale wenken, Diegem, Ced. Samsom, 1999, J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl.,

13 aangifte of door onjuiste gegevens op te nemen, is de belastingplichtige immers in staat om te ontsnappen aan successierechten. Wanneer de administratie van oordeel is dat bepaalde goederen ten onrechte niet zijn opgenomen in de aangifte, dan zal zij moeten bewijzen dat de overledene eigenaar was van deze goederen op het ogenblik van zijn overlijden. Dit is echter moeilijk te bewijzen. 13 De administratie kan beroep doen op bewijsmiddelen van het gemeen recht en op bijzondere bewijsmiddelen. Met bewijsmiddelen van het gemeen recht bedoelt men onder meer het geschrift, zoals notariële akten, onderhandse akten of facturen, vermoedens en getuigenissen. Ambtenaren kunnen eveneens allerlei controles uitvoeren, inlichtingen inwinnen. Zij stellen hiervan een proces-verbaal op dat geldt als bewijs tot iemand een tegenbewijs kan leveren. 14 De belangrijkste bijzondere bewijsmiddelen waarover de administratie beschikt zijn de bijzondere vermoedens. Deze vermoedens vindt men terug in de artikelen 108, 109, 110 W.Succ.. 15 Artikel 108 W.Succ. is bijgevolg ingevoerd om de administratie in staat te stellen gemakkelijker aan te tonen dat de overledene eigenaar was van een goed op het ogenblik van zijn overlijden dat niet is aangegeven en bijgevolg de heffing van successierechten op dat goed te verzekeren. Het is dan aan de erfgenamen om het tegenbewijs te leveren. 3) Vermoeden Artikel 108 W.Succ. houdt een vermoeden in dat tot gevolg heeft dat bepaalde goederen geacht worden zich in het patrimonium van de overledene te bevinden. Dit vermoeden is gebaseerd op het bestaan van akten van eigendom. Het is een wettelijk vermoeden. Artikel 1352 BW : Het wettelijk vermoeden ontslaat degene in wiens voordeel het bestaat, van ieder bewijs. Geen bewijs wordt tegen het wettelijk vermoeden toegelaten, wanneer de wet op grond van dit vermoeden, bepaalde handelingen nietig verklaart of de rechtsvordering ontzegt, tenzij de wet het tegenbewijs heeft vrijgelaten, en onverminderd hetgeen omtrent de gerechtelijke eed en de gerechtelijke bekentenis zal worden bepaald. De administratie moet met andere woorden niet bewijzen dat de goederen zich werkelijk in het patrimonium bevinden. De goederen worden wettelijk geacht in de nalatenschap van de overledene 13 J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., Artikel 105 W.Succ.; E. SPRUYT, Successieplanning. De onmisbare gids voor elke vooruitziende burger., Antwerpen, Uitgeversbedrijf Tijd, 2004, 215; A. MEYUS en B. GRAULICH, Erfenis, schenking, testament en fiscus in Fiscale wenken, Diegem, Ced. Samsom, 1999, E. SPRUYT, Successieplanning. De onmisbare gids voor elke vooruitziende burger., Antwerpen, Uitgeversbedrijf Tijd, 2004,

14 aanwezig te zijn. 16 Er is sprake van omkering van bewijslast. Het is bijgevolg een vermoeden in het voordeel van de administratie. Artikel 108 W.Succ. laat toe dat een tegenbewijs geleverd kan worden bijgevolg hebben we te maken met een vermoeden juris tantum. 17 4) Akten van eigendom Artikel 108, eerste lid W.Succ. : De eis tot betaling van de rechten van successie en van overgang bij overlijden, alsmede van de boeten wegens gebrek aan aangifte of wegens niet- aangifte van enig roerend of onroerend goed, is, tot levering van het tegenbewijs, voldoende vastgesteld bij de door de afgestorvene te zijnen bate of op zijn verzoek verleden akten van eigendom. Om na te gaan wie op een bepaald ogenblik eigenaar is geweest van één of ander goed of welke goederen zich bevinden in de nalatenschap van een overleden persoon kan men beroep doen op akten van eigendom. 18 De administratie zal het bestaan van dergelijke akte moeten bewijzen en kan hiervoor gebruik maken van alle middelen van het gemeen recht met uitzondering van de eed en van processen-verbaal opgesteld door ambtenaren van de administratie (artikel 105 W.Succ.) aangezien het bestaan van een akte bewijzen overeenstemt met het bewijzen van een louter materieel feit. 19 De administratie moet echter niet de akte of het geschrift kunnen voorleggen. Ze moet enkel kunnen bewijzen dat dergelijk geschrift bestaat. 20 In een arrest van 27 januari 1916 van het hof van beroep te Gent staat immers over artikel 18 van de Wet van 17 december 1851 het volgende : ni le texte ni l esprit de cet article n autorisent à décider que l exhibition du titre lui-même est nécessaire 21. Artikel 108 W.Succ. is gebaseerd op dit artikel. 22 Op grond van artikel 100 W.Succ. heeft de administratie een recht tot onderzoek om akten en geschriften op te sporen, maar kan echter de afgifte van deze stukken niet vragen. Indien bijgevolg 16 f J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., 340; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, 1186; M. DONNAY, Commentaar op het wetboek der successierechten, II dln., Brussel, Van Buggenhoudt, , 879; E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, en P. DONS, Praktijkgids successierecht en -planning, Kapelle-op-den Bos, Toth, 2003, J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, 1186; M. DONNAY en B. GOFFAUX, Droits de succession et de mutation par décès. Taxe compensatoire des droits de succession, XV/II, Brussel, Larcier, 1999, losbl., Gent 27 januari 1916, Rec.gén.enr.not , nr , O. VAN ACOLEYEN, Het wettelijk vermoeden van artikel 108 van het wetboek der successierechten, TFR 1978, nr. 13, (2) 4. 10

15 voor de toepassing van artikel 108 W.Succ. vereist zou zijn dat de administratie de akten voorlegt, dan zou dit artikel geen enkel nut hebben. De erfgenamen kunnen echter wel aan de rechter de voorlegging van de stukken door diegenen die de akten in hun bezit hebben, vragen. 23 Als eigendomsakte wordt verstaan: elke akte die uitgaat hetzij van de overledene zelf, hetzij van een derde die voor rekening van de overledene of in diens belang optreedt en waaruit op een onomstootbare wijze blijkt dat bepaalde goederen aan de overledene toebehoorden op een welbepaalde datum 24. De term akte moet men interpreteren in de zin van geschrift. 25 Artikel 108 W.Succ. is bijgevolg van toepassing op akten die uitgaan van de overledene zelf, eveneens op akten waarbij zijn wettelijke of conventionele vertegenwoordiger is opgetreden. Het artikel is vervolgens ook van toepassing op akten die uitgaan van de rechtsvoorganger van de overledene aangezien ieder wordt geacht niet alleen voor zichzelf maar tevens voor zijn erfgenamen en rechtverkrijgenden te hebben bedongen (art BW). 26 Akten van rechtsvoorgangers kunnen bijgevolg gelijk gesteld worden met akten van de overledene. 27 Ten slotte is het artikel ook van toepassing op akten die uitgaan van derden waaruit het eigendomsrecht van de overledene blijkt wanneer deze zijn opgemaakt in het belang van en ten bate van de overledene. 28 Een vermoeden van eigendom is niet voldoende. Uit de akte moet het eigendomsrecht blijken. 29 Indien dit niet het geval is, kan de akte wel een vermoeden opleveren in de zin van artikel 105 W.Succ.. 30 Dit is bijvoorbeeld het geval met een fiscale aangifte J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, 1186; M. DONNAY, Commentaar op het wetboek der successierechten, II dln., Brussel, Van Buggenhoudt, , 879; M. DONNAY en B. GOFFAUX, Droits de succession et de mutation par décès. Taxe compensatoire des droits de succession, XV/II, Brussel, Larcier, 1999, losbl., Luik 15 januari 1932, Réc.gén.enr.not. 1932, nr , 428; J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., 338; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, O. VAN ACOLEYEN, Het wettelijk vermoeden van artikel 108 van het wetboek der successierechten, TFR 1978, nr. 13, (2) 7; O. VAN ACOLEYEN, Successierecht, III dln., Brussel, Fiscale hogeschool, 1976, M. DONNAY, Commentaar op het wetboek der successierechten, II dln., Brussel, Van Buggenhoudt, , J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, ; M. DONNAY en B. GOFFAUX, Droits de succession et de mutation par décès. Taxe compensatoire des droits de succession, XV/II, Brussel, Larcier, 1999, losbl., Rb. Kortrijk 9 februari 1979, Rec.gén.enr.not. 1979, nr , J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., 338; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, 1183; M. DONNAY en B. GOFFAUX, Droits de succession et de mutation par décès. Taxe compensatoire des droits de succession, XV/II, Brussel, Larcier, 1999, losbl., ; f J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, 1183; E. SPRUYT, Successieplanning. De onmisbare gids voor elke vooruitziende burger., Antwerpen, Uitgeversbedrijf Tijd, 2004, 11

16 De akten van eigendom kunnen opgedeeld worden in twee groepen. Je hebt akten die in hoofde van de overledene het bewijs van eigendom van de goederen zelf vaststellen en je hebt akten die het eigendomsrecht van de overledene bevestigen of stilzwijgend inhouden. 32 De akten die in hoofde van de overledene het bewijs van eigendom van de goederen zelf vaststellen, zijn onder meer: -aankoopakte van een goed 33 -verkoopakte van een goed met betrekking tot de incassering van de prijs door de overledene 34 Dit vindt men terug in een arrest van het Hof van Cassatie van 13 oktober In 1972 sterft mevrouw F.T.. Zij had in 1970 een onroerend goed verkocht en bijgevolg oordeelde de ontvanger dat de verkoopprijs vermoed wordt deel uit te maken van de nalatenschap tenzij het tegendeel wordt bewezen en dit op basis van artikel 108 W.Succ.. Men heeft hier immers te maken met roerende goederen en de geschriften die binnen de drie jaar vóór het overlijden zijn opgesteld, tonen aan dat deze eigendom zijn van de overledene. 35 Een ander voorbeeld is het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van Brugge waarin de rechtbank oordeelde dat de som die door de erflaatster als prijs ontvangen werd wegens de openbare verkoping van een onroerend goed, minder dan drie jaar vóór haar overlijden, bij toepassing van artikel 108 W.Succ., tot het bewijs van het tegendeel, geacht wordt in haar nalatenschap voorhanden te zijn. 36 -akte waarbij een derde zich schuldenaar verklaart van een bepaalde som tegenover de 216; E. SPRUYT, J. RUYSSEVELDT, en P. DONS, Praktijkgids successierecht en -planning, Kapelle-op-den Bos, Toth, 2003, J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, ; M. DONNAY, Commentaar op het wetboek der successierechten, II dln., Brussel, Van Buggenhoudt, , M. COENE, W. PINTENS en A. VASTERSAVENDTS, Erfenissen, schenkingen en testamenten : commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1988, losbl., 275; J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., 338; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, 1182; M. DONNAY, Commentaar op het wetboek der successierechten, II dln., Brussel, Van Buggenhoudt, , Rb. Brugge 10 december 1990, Rec.gén.enr.not. 1992, nr , 132; M. COENE, W. PINTENS en A. VASTERSAVENDTS, Erfenissen, schenkingen en testamenten : commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1988, losbl., 275; R. DEBLAUWE, Bankrekening is bewijs van eigendom, Nieuwsbrief Successierechten 1998, afl. 8, (3) 4; J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., 338; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, 1182; M. DONNAY, Commentaar op het wetboek der successierechten, II dln., Brussel, Van Buggenhoudt, , Cass. 13 oktober 1994, R.Cass. 1995, 71; J. DEFOORT, Onvolledige aangifte van nalatenschap: geen fout, geen boete., R.Cass. 1995, Rb. Brugge 10 april 1973, Rec.gén.enr.not. 1973, nr ,

17 overledene 37 - rekeninguittreksel van de bank dat een bepaald tegoed vermeldt. 38 DEBLAUWE stelt vast dat een rekening inderdaad een akte van eigendom is aangezien men onder het begrip akte het bewijs van een rechtshandeling verstaat en bankuittreksels het bewijs van rechtshandelingen, bewaargevingen of terugbetalingen zijn. Wanneer dit niet het geval zou zijn dan zou het bankonderzoek zoals voorzien in artikel 100 W.Succ. geen enkel nut hebben. 39 De akten die het eigendomsrecht van de overledene bevestigen of stilzwijgend inhouden zijn onder meer: - akte van inpandgeving van effecten 40 - het in hypotheek geven van een onroerend goed 41 -verzekeringscontract waarbij de overledene bepaalde goederen verzekert in zijn hoedanigheid van eigenaar 42 -een door de overledene ingediende aangifte van nalatenschap van zijn rechtsvoorganger waarin vastgesteld wordt dat hij goederen heeft verkregen J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, 1182; M. DONNAY, Commentaar op het wetboek der successierechten, II dln., Brussel, Van Buggenhoudt, , Rb. Gent 13 september 2005, Rec.gén.enr.not. 2006, nr , 268; Gent 1 september 1997, FJF 1997, 511; M. COENE, W. PINTENS en A. VASTERSAVENDTS, Erfenissen, schenkingen en testamenten : commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1988, losbl., 275; J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., 338; M. DONNAY, Commentaar op het wetboek der successierechten, II dln., Brussel, Van Buggenhoudt, , R. DEBLAUWE, Bankrekening is bewijs van eigendom, Nieuwsbrief Successierechten 1998, afl. 8, (3) M. COENE, W. PINTENS en A. VASTERSAVENDTS, Erfenissen, schenkingen en testamenten : commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1988, losbl., 275; J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., 338; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, 1183; M. DONNAY, Commentaar op het wetboek der successierechten, II dln., Brussel, Van Buggenhoudt, , J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., 338; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, Rb. Antwerpen 16 januari 1976, Rec.gén.enr.not. 1977, nr , 168; Rb. Nijvel 6 februari 1989, Rec.gén.enr.not. 1989, nr , 347; M. COENE, W. PINTENS en A. VASTERSAVENDTS, Erfenissen, schenkingen en testamenten : commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1988, losbl., 275; J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., 338; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008,

18 -testament door hetwelk aan de overledene een bepaald goed gelegateerd werd 44 -verzetsakten 45 5) Datum van akte van eigendom De datum van de akte heeft in principe geen belang. Stel dat een overledene een onroerend goed heeft aangekocht, dan zal artikel 108 W.Succ. van toepassing zijn ongeacht de tijd die verlopen is tussen de aankoopakte en het overlijden. 46 De akte mag met andere woorden zelfs 150 jaar oud zijn. Zoals SPRUYT het verwoordt: de fiscus zit dus in een zeer comfortabele zetel 47. Er bestaat echter wel één uitzondering als de akten betrekking hebben op goederen waarop artikel 2279 BW van toepassing is. Artikel 108, tweede lid W.Succ. : Edoch, ten opzichte der roerende goederen waarop artikel 2279 van het Burgerlijk Wetboek betrekking heeft, bestaat het door vorige alinea gevestigd wettelijk vermoeden slechts op voorwaarde dat de akten niet reeds sedert meer dan drie jaar vóór het overlijden bestaan; in het tegenovergesteld geval, kan het bestaan van bedoelde akten door het bestuur enkel ingeroepen worden als een element van vermoeden, overeenkomstig artikel 105. Met de goederen waarop 2279 BW van toepassing is, bedoelt men onder meer lichamelijke roerende goederen (meubels, sieraden,..), gereed geld en effecten aan toonder. In dit geval geldt het vermoeden slechts indien de akte niet dagtekent van meer dan drie jaar vóór het overlijden. Indien de verrichting meer dan drie jaar vóór het overlijden heeft plaatsgevonden, dan kan deze akte wel nog worden ingeroepen als element van vermoeden op grond van artikel 105 W.Succ.. 48 Hoe ouder de verrichting, hoe moeilijker het is voor de erfgenamen om te bewijzen dat de goederen op het ogenblik van het overlijden niet meer in de nalatenschap aanwezig zijn en om die reden is artikel 108, tweede lid W.Succ. tot stand gekomen. 49 Wanneer een akte van eigendom geen vaste datum heeft of wanneer uit een akte met vaste 44 Gent 2 juni 1880, Rec.gén.enr.not. 1880, nr , 425; R. DEBLAUWE, Bankrekening is bewijs van eigendom, Nieuwsbrief Successierechten 1998, afl. 8, (3) Rb. Hasselt 2 november 2005, Rec.gén.enr.not. 2006, nr , O. VAN ACOLEYEN, Successierecht, III dln., Brussel, Fiscale hogeschool, 1976, E. SPRUYT, Successieplanning. De onmisbare gids voor elke vooruitziende burger., Antwerpen, Uitgeversbedrijf Tijd, 2004, J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., 339; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, 1188; M. DONNAY en B. GOFFAUX, Droits de succession et de mutation par décès. Taxe compensatoire des droits de succession, XV/II, Brussel, Larcier, 1999, losbl., 1160; E. SPRUYT, Successieplanning. De onmisbare gids voor elke vooruitziende burger., Antwerpen, Uitgeversbedrijf Tijd, 2004, J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008,

19 datum volgt dat bepaalde goederen waarop artikel 2279 BW van toepassing is, tevoren in het bezit van de overledene zijn gekomen, dan moet de administratie bewijzen dat de verrichting niet meer dan drie jaar vóór het overlijden heeft plaatsgevonden. Ze kan daarvoor beroep doen op alle middelen van het gemeen recht. 50 Voorbeeld: Volgens een aankoopborderel teruggevonden in zijn bankkoffer had de overledene 10 aandelen aan toonder van de N.V. A.B.C. gekocht. Indien het aankoopborderel niet dagtekent van meer dan drie jaar vóór zijn overlijden, worden de 10 aandelen geacht in zijn nalatenschap aanwezig te zijn. De erfopvolgers moeten het successierecht betalen over deze waarden behoudens indien ze bewijzen dat de overledene ze niet meer bezat. Indien het aankoopborderel dagtekent van meer dan drie jaar vóór zijn overlijden, maakt het geen akte uit die, op zichzelf, aan de Administratie toelaat te beschouwen dat de overledene deze aandelen nog bezat bij zijn overlijden. Het dokument vormt slechts een gewoon vermoeden, of een element van vermoeden dat door andere feiten moet worden aangevuld. Ter zake moet de Administratie bewijzen dat de overledene deze aandelen nog bezat bij zijn overlijden; ze kan bijvoorbeeld de recente incassering van de koupons inroepen. 51 Voorbeeld: de overledene verhuurde, kocht...jaren geleden een huis. De administratie levert het bewijs van het bestaan van de akte die de huurovereenkomst, koopovereenkomst...bevat. Op basis hiervan wordt vermoed dat dit huis nog eigendom is van de overledene bij zijn overlijden en is het successierecht verschuldigd. De erfgenamen zullen moeten bewijzen dat de overledene het goed niet meer bezat op het moment van zijn overlijden. Wel opletten: indien de erfgenamen door middel van een akte die minder dan drie jaar oud is, bewijzen dat de overledene het goed verkocht heeft voor een bepaalde prijs, dan geldt deze akte op zijn beurt als vermoeden dat de prijs zich nog in het vermogen van de overledene bevond op moment van diens overlijden O. VAN ACOLEYEN, Successierecht, III dln., Brussel, Fiscale hogeschool, 1976, J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., 339; f D. DE GROOT, M. GHYSELEN en T. WUSTENBERGHS, Handboek registratie en successierechten in Fiscale handboeken, Antwerpen, Intersentia, 2006,

20 6) De goederen waarop artikel 108 W.Succ. van toepassing is Dit artikel is van toepassing op alle soorten van goederen zowel roerende als onroerende goederen, schuldvorderingen, geldsommen, De goederen moeten niet individueel bepaald kunnen worden 54. 7) Tegenbewijs Zoals hierboven reeds is vermeld, houdt artikel 108 W.Succ. een vermoeden juris tantum in met als gevolg dat het toegelaten is een tegenbewijs te leveren. De erfgenamen mogen bewijzen dat de goederen die op grond van artikel 108 W.Succ. geacht worden zich in de nalatenschap van de overledene te bevinden, op het ogenblik van het overlijden toch niet meer tot het patrimonium van de overledene behoren. 55 De wetgever heeft het belang van de staat hoger geplaatst dan het belang van de erfgenamen. Indien de erfgenamen het tegenbewijs niet kunnen leveren, moeten ze successierechten betalen op de goederen die op grond van artikel 108 W.Succ. geacht worden in de nalatenschap van de overledene aanwezig te zijn. 56 In het Wetboek der Successierechten wordt echter niet weergegeven hoe het tegenbewijs geleverd moet worden en bijgevolg moet men teruggrijpen naar het gemeen recht. De wijze waarop het tegenbewijs moet geleverd worden zal verschillen naargelang men een tegenbewijs moet leveren boven de inhoud van een akte die titel vormt van een overeenkomst of van loutere feiten. Het tegenbewijs zal bovendien verschillen naargelang de aard van de goederen waarvoor het wettelijk vermoeden van artikel 108 W.Succ. wordt ingeroepen. 57 In het algemeen kan men stellen wanneer erfgenamen het bestaan van een rechtsfeit moeten bewijzen om het vermoeden te weerleggen of wanneer ze beroep doen op een rechtshandeling, dat ze in het bezit moeten zijn van een geschrift. Dit zal het geval zijn bij goederen op naam zoals een onroerend goed, een schuldvordering, een aandeel,... Baseren de erfgenamen zich echter op een materieel feit, een oneigenlijk contract, een misdrijf, oneigenlijk misdrijf... om het vermoeden te weerleggen, dan mogen ze gebruik maken van alle middelen van het recht met uitzondering van de eed. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer ze moeten bewijzen dat bepaalde goederen die door loutere afgifte kunnen worden overgedragen, niet 53 J. DECUYPER, Cursus successierechten, Brussel, Ministerie van financiën. Administratie van BTW, registratie en domeinen., 1994, losbl., J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008, 1187; M. DONNAY en B. GOFFAUX, Droits de succession et de mutation par décès. Taxe compensatoire des droits de succession, XV/II, Brussel, Larcier, 1999, losbl., B. CARDOEN, Over hoofdelijke schulden en (nogmaals) over het tegenbewijs in kader van artikel 108 W.Succ., Nieuwsbrief Successierechten , afl. 3, (1) O. VAN ACOLEYEN, Successierecht, III dln., Brussel, Fiscale hogeschool, 1976, J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008,

21 meer in de nalatenschap aanwezig zijn. Dit zijn de goederen die vallen onder 2279 BW. 58 Het tegenbewijs kan niet geleverd worden door middel van een tegenbrief. (artikel 106 W.Succ.) 59 Een tegenbrief is een geheime akte die vaststelt dat de toestand zoals deze weergeven is in een openlijke akte geveinsd is. Er is veinzing, wanneer de partijen een openlijke overeenkomst aangaan, waarvan de gevolgen gewijzigd of vernietigd worden door een andere overeenkomst die tegelijkertijd wordt afgesloten als de eerste en die bestemd is om geheim te blijven. Deze geheime akte is de tegenbrief. 60 Een voorbeeld om dit te verduidelijken: Stel dat de verkoopprijs naar uitdrukkelijke termen van de akte werd betaald, dan kunnen de aangevers het vermoeden van verzuim van artikel 108 W.Succ. niet weerleggen door te bewijzen dat er van een betaalde prijs in werkelijkheid geen sprake is omdat de verkoop werd gesloten onder last voor de koper een hypothecaire schuld van de verkoper te dezer ontlasting te betalen en voor het overige het huis door de verkoper kosteloos te laten bewonen en na zijn overlijden door een derde. Het vermoeden van artikel 108 W.Succ. vindt dan toepassing op de verkoopprijs, onder aftrek van het bedrag dat voor de afbetaling van de hypothecaire schuld heeft gediend. 61 Enkele praktische toepassingsgevallen om het geheel te verduidelijken: - Stel dat de administratie oordeelt dat het wettelijk vermoeden van toepassing is met betrekking tot een onroerend goed dan zullen de erfgenamen om te ontsnappen aan de toepassing van artikel 108 W.Succ. moeten bewijzen dat het onroerend goed zich niet meer in de nalatenschap bevond op het ogenblik van het overlijden. Indien de erfgenamen van oordeel zijn dat het onroerend goed vóór het overlijden werd vervreemd dan zullen ze een schriftelijk bewijs moeten kunnen voorleggen. Ze zullen met andere woorden een akte of geschrift moeten voorleggen dat vaste dagtekening heeft gekregen vóór het overlijden of ten laatste bij het overlijden. 62 VAN ACOLEYEN oordeelt echter dat het geschrift niet noodzakelijk vóór of door het feit van het overlijden vaste dagtekening moet hebben 58 Rb. Kortrijk 9 februari 1979, Rec.gén.enr.not. 1979, nr , 316; A. CULOT, Manuel des droits de succession in Cahiers de fiscalité pratique, Brussel, Larcier, 2008, 129; M. COENE, W. PINTENS en A. VASTERSAVENDTS, Erfenissen, schenkingen en testamenten : commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1988, losbl., 276; M. DONNAY, Commentaar op het wetboek der successierechten, II dln., Brussel, Van Buggenhoudt, , 880; M. DONNAY en B. GOFFAUX, Droits de succession et de mutation par décès. Taxe compensatoire des droits de succession, XV/II, Brussel, Larcier, 1999, losbl., 1171; O. VAN ACOLEYEN, Het wettelijk vermoeden van artikel 108 van het wetboek der successierechten, TFR 1978, nr. 13, (2) 9; f M. GHYSELEN, Handboek registratie en successierechten in Fiscale handboeken, Antwerpen, Intersentia, 2001, 289; O. VAN ACOLEYEN, Successierecht, III dln., Brussel, Fiscale hogeschool, 1976, f O. VAN ACOLEYEN, Successierecht, III dln., Brussel, Fiscale hogeschool, 1976, J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2008,

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Antwerpen Onderwerp Artikel 7 en 108 W.Succ. Geen onschuld boete verzuim van de schenking (art. 131 W.Succ) Datum 18 december 2007 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van

Nadere informatie

DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN...

DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN... Successierechten 1. INLEIDING...2 A. OMSCHRIJVING...2 B. ONDERSCHEID...2 1 Het eigenlijk successierechten...2 2 Het recht van overgang bij overlijden...2 3 Oneigenlijke gewestelijke belasting...2 4 Ontstaan

Nadere informatie

1. (Een gewone) hand- en/of bankgift

1. (Een gewone) hand- en/of bankgift 1. (Een gewone) hand- en/of bankgift 1.1. WAT HOUDT ZO N HAND- OF BANKGIFT PRECIES IN? 1.1.1. Schenken zonder schenkingsrechten! Schenking is in principe notarieel. Dat is in ieder geval het basisprincipe

Nadere informatie

ART. 108 W.SUCC.: ANALYSE EN SYNTHESE VAN DE RECENTE

ART. 108 W.SUCC.: ANALYSE EN SYNTHESE VAN DE RECENTE ART. 108 W.SUCC.: ANALYSE EN SYNTHESE VAN DE RECENTE RECHTSPRAAK Masterproef van de opleiding Master in Notariaat Michiel Vander Beken (studentennr. 20040067) Promotor: Prof. dr. N. Geelhand de Merxem

Nadere informatie

Successierechten. Maandelijkse nieuwsbrief verschijnt niet in juli

Successierechten. Maandelijkse nieuwsbrief verschijnt niet in juli Successierechten Nr. 8 1 september 2016 Maandelijkse nieuwsbrief verschijnt niet in juli Afgiftekantoor Brussel X P 2A9331 Inhoud p. Rechtspraak Schuld uit keuzebeding onder last bij het tweede overlijden

Nadere informatie

VR DOC.0453/2BIS

VR DOC.0453/2BIS VR 2018 0405 DOC.0453/2BIS Ontwerp van decreet tot modernisering van de erf- en schenkbelasting, aangepast aan het nieuwe erfrecht DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting,

Nadere informatie

HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN

HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN Fiscale Handboeken HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN Dirk DE GROOT intersentia Antwerpen - Cambridge INHOUD I. Inleiding: kenmerken en toepassingsgebied 1 1. Kenmerken 1 1.1. Indirecte belasting 1 1.2. Belasting

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2011 C.10.0175.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0175.F G. V., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. B.. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

berekening en tarieven

berekening en tarieven Page 1 of 6 Leven - Schenken en Erven Schenkingsrechten in Vlaanderen: tarieven Net zoals bij successies worden de heffingen op schenkingen, de belastbare basis en de eventuele vrijstellingen door elk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 SEPTEMBER 2015 F.14.0133.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0133.N VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering in de persoon van de Vlaamse Minister en Begroting, Financiën

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Rechtbank van Eerste Aanleg te Hasselt Onderwerp Art. 64,2de lid W.Succ.. Duo-legaat Datum 19 september 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten

Nadere informatie

DE VERPLICHTING TOT REGISTRATIE...

DE VERPLICHTING TOT REGISTRATIE... Registratierechten 1. INLEIDING...2 A. OMSCHRIJVING...2 B. DRIE SOORTEN REGISTRATIERECHTEN...2 1 Het algemeen vast recht ( 25)...2 2 Specifieke vaste rechten...2 3 Evenredige rechten...2 2. DE VERPLICHTING

Nadere informatie

De meerwaarden. Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten).

De meerwaarden. Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten). De meerwaarden Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten). Als het onroerend goed voor beroepsactiviteiten wordt

Nadere informatie

INHOUD. I. Inleiding: kenmerken en toepassingsgebied... 1

INHOUD. I. Inleiding: kenmerken en toepassingsgebied... 1 INHOUD I. Inleiding: kenmerken en toepassingsgebied............................ 1 1. Kenmerken..................................................... 1 1.1. Indirecte belasting.........................................

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

www.mentorinstituut.be Een goed plan draagt inzicht en perspectief

www.mentorinstituut.be Een goed plan draagt inzicht en perspectief www.mentorinstituut.be Een goed plan draagt inzicht en perspectief vastgoed Brussel, 16 november 2013 J. Ruysseveldt 2 Agenda Problematiek bij overdracht Via klassieke technieken: schenking, verkoop, inbreng,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen Onderwerp Passief van de nalatenschap - Schulden van de overledene - Schuld wegens overbedeling van huwgemeenschap - Schulderkenning Schenkingen Datum 10

Nadere informatie

Inhoudstafel. DEEL 1 Inleiding... 1

Inhoudstafel. DEEL 1 Inleiding... 1 Inhoudstafel Inhoudstafel WAARSCHUWING................................................ HANDLEIDING.................................................. vii ix DEEL 1 Inleiding....................................................

Nadere informatie

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK WETTELIJKE SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK BOEK III TITEL Vbis WETTELIJKE SAMENWONING Artikel 1475 Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 JANUARI 2010 C.09.0093.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0093.F D. L., Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. D., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

DE INTERACTIE TUSSEN DE SCHENKINGS- EN DE SUCCESSIERECHTEN

DE INTERACTIE TUSSEN DE SCHENKINGS- EN DE SUCCESSIERECHTEN Faculteit Rechtsgeleerdheid MASTERPROEF DE INTERACTIE TUSSEN DE SCHENKINGS- EN DE SUCCESSIERECHTEN Prof. dr. N. Geelhand Promotor Master Notariaat Academiejaar 2009-2010 Sofie Mestdagh Stamnummer 20024362

Nadere informatie

Deel 1. Registratierechten

Deel 1. Registratierechten Deel 1. Registratierechten Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten - Vlaams Gewest....... 3 Titel I. Registratierecht............... 3 Hoofdstuk I. Formaliteit Der Registratie En Vestiging

Nadere informatie

Deel 1. Registratierechten

Deel 1. Registratierechten Deel 1. Registratierechten Griffierechten Vlaams gewest... 3 Titel I. Registratierecht.............. 3 Hoofdstuk I. Formaliteit der registratie en vestiging van de belasting............ 3 Hoofdstuk II.

Nadere informatie

Voorwoord 19 DEEL I SUCCESSIERECHTEN 21. HOOFDSTUK 1 Gewestelijk karakter Toestand vóór 1 januari

Voorwoord 19 DEEL I SUCCESSIERECHTEN 21. HOOFDSTUK 1 Gewestelijk karakter Toestand vóór 1 januari VGLSUCR_DO_1201.fm Page 3 Friday, September 14, 2012 9:53 AM INHOUDSTAFEL Voorwoord 19 DEEL I SUCCESSIERECHTEN 21 HOOFDSTUK 1 Gewestelijk karakter 23 1. Toestand vóór 1 januari 2002 23 2. Het Lambermont

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Henri Derycke Advocaat Derycke advocatenkantoor & C Onderwerp Artikel 9 W. Succ. Datum september 2000 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen

Nadere informatie

Verhelderende administratieve standpunten over procedure erfbelasting

Verhelderende administratieve standpunten over procedure erfbelasting Verhelderende administratieve standpunten over procedure erfbelasting Auteur: Rik Deblauwe Publicatiedatum: 22 juli 2015 Deze tekst werd eerder gepubliceerd op www.lexfin.be en is een aanvulling op de

Nadere informatie

HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN

HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN Fiscale Handboeken HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN Dirk De Groot Tweede editie Antwerpen Cambridge Handboek successierechten. Tweede editie Dirk De Groot 2014 Antwerpen Cambridge www.intersentia.be

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

Hoe beveilig ik mijn partner?

Hoe beveilig ik mijn partner? Hoe beveilig ik mijn partner? Brussel, 22 oktober 2011 2 Agenda Planning tussen partners Samenwonenden Echtgenoten Civiel- en fiscaal statuut Instrumenten Van testament tot contract 3 Wettelijke bescherming

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp Bewijs van eigendomsrecht op basis van dertigjarige verjaring wegens dertig jaar deugdelijk bezit. Bewijslast (artikel 1315 BW en artikel 870 Ger. W.). Dubbelzinnig

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 SEPTEMBER 2008 C.07.0207.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0207.F MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER VAN BRUSSEL, Mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. X. I.

Nadere informatie

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen dd. 16 december 2005

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen dd. 16 december 2005 Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen dd. 16 december 2005 Rol nr 02-6031-A-02-6439-A - Aanslagjaar 1998 Des frais professionnels effectués en vue de réduire le montant des impôts ne

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden. Uitspraak 10 oktober 2014 Nr. 13/04777 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2013, nr. 12/00472,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 DECEMBER 2015 F.14.0020.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0020.N UVEDA nv, met zetel te 2140 Antwerpen (Borgerhout), Eliaertsstraat 25, eiseres, met als raadsman mr. Dirk Coudijzer, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 FEBRUARI 2006 C.04.0454.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0454.F M. M., Mr. Isabelle Heenen, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T. M. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMENWONEN = verbintenis tussen 2 ongehuwde personen van verschillend of hetzelfde geslacht die een

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK

INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS... v FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK Walter PINTENS...1 I. Inleiding...3 II. Huwelijksvoordelen...4 1. Artikel

Nadere informatie

De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest 1 De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest Deel 6 3.1.8 Korting (abattement) op de heffingsgrondslag in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest A Algemeen Voor aankopen van onroerende

Nadere informatie

Nieuwe beslissingen VLABEL over erfbelasting

Nieuwe beslissingen VLABEL over erfbelasting Nieuwe beslissingen VLABEL over erfbelasting Het artikel van Cazimir Advocaten dd. 23/01/2017 over de update inzake erfbelasting kunnen wij u niet onthouden. Beding van aanwas en terugvalling (Standpunt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Fiscale Handboeken HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN. Dirk De Groot. Derde editie. Antwerpen Cambridge

Fiscale Handboeken HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN. Dirk De Groot. Derde editie. Antwerpen Cambridge Fiscale Handboeken HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN Dirk De Groot Derde editie Antwerpen Cambridge Handboek successierechten. Derde editie Dirk De Groot 2016 Antwerpen Cambridge www.intersentia.be ISBN 978-94-000-0725-3

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4. De reserve

HOOFDSTUK 4. De reserve HOOFDSTUK 4 De reserve 35. Grondbeginsel De wet (BW, art. 913 en volgende) legt een reserve vast ten gunste van sommige wettelijke erfgenamen (de wettige bloedverwanten in opgaande lijn, de bloedverwanten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 SEPTEMBER 2007 C.06.0094.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0094.F M. G., Mr. Lucien Simont, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G. J. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 FEBRUARI 2015 F.14.0061.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0061.F BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 60bis 1. In afwijking van de artikelen 48 en 48², worden het successierecht en het recht van overgang

Nadere informatie

DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TARIEVEN

DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TARIEVEN DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TRIEVEN De successie- en schenkingsrechten verschillen per gewest.. DE SUCCESSIERECHTEN EN DE SCHENKINGSRECHTEN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1. SUCCESSIERECHTEN

Nadere informatie

FAQ Schenkingen en Legaten

FAQ Schenkingen en Legaten FAQ Schenkingen en Legaten SCHENKINGEN EN LEGATEN AAN DOMINIEK SAVIO Waarom kiezen voor Dominiek Savio voor een schenking of (duo)legaat? Dominiek Savio wil voor kinderen, jongeren en volwassenen met een

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MAART 2015 F.14.0021.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0021.N RENT AND VENDING nv, met zetel te 9930 Zomergem, Oude Staatsbaan 10/A, eiseres, met als raadsman mr. Bart Coopman, advocaat

Nadere informatie

WEBINAR Hoge Raad Rechtspraak Personen-, familie- en erfrecht. 11 februari 2015 Prof. Mr. T.J. Mellema-Kranenburg

WEBINAR Hoge Raad Rechtspraak Personen-, familie- en erfrecht. 11 februari 2015 Prof. Mr. T.J. Mellema-Kranenburg WEBINAR Hoge Raad Rechtspraak Personen-, familie- en erfrecht 11 februari 2015 Prof. Mr. T.J. Mellema-Kranenburg Onderwerpen 3 uitspraken: 1. samenwoners en natuurlijke verbintenis, HR 10 oktober 2014,

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR PLENAIRE VERGADERING Zitting 2005-2006 5 juli 2006 ONTWERP VAN DECREET houdende vrijstelling van successierechten ten voordele van de langstlevende partner voor de nettowaarde van de gezinswoning TEKST AANGENOMEN DOOR PLENAIRE

Nadere informatie

Rijksinwoner of niet in het successierecht, analyse van het criterium

Rijksinwoner of niet in het successierecht, analyse van het criterium Universiteit Gent: Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2009-2010 Rijksinwoner of niet in het successierecht, analyse van het criterium Masterproef van de opleiding Master in het notariaat Ingediend

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 DECEMBER 2010 F.08.0102.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.08.0102.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2 HOOFDSTUK 1 DE WISSELWERKING TUSSEN SCHENKINGEN EN UITERSTE WILSBESCHIKKINGEN Annelies Wylleman Hoofddocent Vakgroep Burgerlijk Recht Universiteit Gent Notaris Lise Voet Assistent Vakgroep Burgerlijk Recht

Nadere informatie

Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I. Mr. Martin Denys & Mr. John Toury

Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I. Mr. Martin Denys & Mr. John Toury Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I Mr. Martin Denys & Mr. John Toury Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 DECEMBER 2007 C.07.0161.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0161.N M.J., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000

Nadere informatie

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1 Deel I. Privaatrechtelijke aspecten..... 1 Hoofdstuk 1. Wettelijk kader van het samenwonen.... 3 1. Wet inwerkingtreding......... 5 2. Civielrechtelijk begrip wettelijke samenwoning..... 5 3. Verklaring

Nadere informatie

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 p. Inhoud... V Titel 1. Juridische aspecten.... 1 Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 Hoofdstuk 2. Algemene beschouwingen over de schenking onder de levenden... 2 Afdeling 1. Definitie...... 2 Afdeling 2. Grondvereisten

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/8 De boekhoudkundige verwerking van de inbreng in eigendom in een Belgische burgerlijke maatschap die niet de rechtsvorm heeft aangenomen van een handelsvennootschap

Nadere informatie

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 29 MEI 2000 C.96.0188.N/1 Nr. C.96.0188.N.- VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein, 19,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2010 C.09.0630.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0630.F M., Mr. Michèle Grégoire, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T., Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Gesplitste aankoop met voorafgaande schenking: een stand van zaken

Gesplitste aankoop met voorafgaande schenking: een stand van zaken Gesplitste aankoop met voorafgaande schenking: een stand van zaken De laatste weken is er heel wat inkt gevloeid omtrent de nieuwe circulaire waarin de Administratie de vernieuwde lijsten publiceerde met

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën Onderwerp Circulaire nr. 16/2006. Levensverzekeringen - Echtgenoten gehuwd onder een stelsel van gemeenschap van goederen. Datum 31 juli 2006 Copyright and

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 APRIL 2013 F.11.0142.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0142.F N. D., Mr. Marc Levaux, advocaat bij de balie te Luik, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2015 C.13.0615.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0615.N Ch. V., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof 27 OKTOBER 2000 C.98.0554.N/1 C.98.0554.N O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen door het Hof van Beroep te Gent, vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Erfrecht. Wie erft wat?

Erfrecht. Wie erft wat? Erfrecht. Wie erft wat? Alle vragen rond erfenis en testament, kort en begrijpelijk uitgelegd. Iven De Hoon Wie erft wat? Alle vragen rond erfenis en testament, kort en begrijpelijk uitgelegd. Lees nu

Nadere informatie

DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN. GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN

DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN. GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN A) Verminderd registratierecht (bescheiden woning klein beschrijf ) Dit betekent

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 september 2003 C.02.0292.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.02.0292.F.- QUALIVIE NV., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. J.-C. I. Bestreden beslissing Het cassatieberoep

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid" SCSZG/16/250 BERAADSLAGING NR. 16/114 VAN 20 DECEMBER MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE

Nadere informatie

DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW

DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW Kris Heyrman TITEL VAN DE CONFERENTIE Advocaat-vennoot Dubois, Verlinden, Wauman Berkenlaan 45, 2610 Antwerpen Voornaam & Naam van de spreker tel:03.287.06.66

Nadere informatie

HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW

HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW Fiscale Handboeken HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW 2013 Prof. Dr. Luk Vandenberghe (Universiteit Antwerpen) Antwerpen Cambridge Handboek fiscale procedure btw Luk Vandenberghe

Nadere informatie

Inhoud INLEIDING... 1 HOOFDSTUK 1. VERKOOPRECHTEN... 17

Inhoud INLEIDING... 1 HOOFDSTUK 1. VERKOOPRECHTEN... 17 Inhoud INLEIDING.................................................................... 1 HOOFDSTUK 1. VERKOOPRECHTEN.......................................................... 17 1. Wat is een verkoop?......................................................

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 MAART 2014 F.12.0090.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0090.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 14, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 OKTOBER 2009 C.08.0316.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0316.N E.H., eiser, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 9051 Gent,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2012 C.10.0323.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0323.F 1. BELGIAN MINERALS AND MATERIALS ENGINEERING COMPANY nv, 2. O. C., 3. P. W., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het

Nadere informatie

Gesplitste aankoop vruchtgebruik blote eigendom Tegenbewijs voor gesplitste aankopen

Gesplitste aankoop vruchtgebruik blote eigendom Tegenbewijs voor gesplitste aankopen FBELASTING Belastingheffing ov van de onherroepelijkheid van de aangifte dat VLABEL in andere standpunten voorop stelt (cf. standpunt nr. 15005 van 19.01.2015 en standpunt nr. 15009 van 02.02.2015). Dit

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Successierechten Dwaling in de aangifte Datum 13 september 2002 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. houdende vrijstelling van successierechten ten voordele van de langstlevende partner voor de nettowaarde van de gezinswoning

ONTWERP VAN DECREET. houdende vrijstelling van successierechten ten voordele van de langstlevende partner voor de nettowaarde van de gezinswoning Stuk 865 (2005-2006) Nr. 1 Zitting 2005-2006 31 mei 2006 ONTWERP VAN DECREET houdende vrijstelling van successierechten ten voordele van de langstlevende partner voor de nettowaarde van de gezinswoning

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. houdende invoering van een bijzonder vast recht voor minnelijke ontbinding of vernietiging van koopovereenkomsten

ONTWERP VAN DECREET. houdende invoering van een bijzonder vast recht voor minnelijke ontbinding of vernietiging van koopovereenkomsten Stuk 1344 (2007-2008) Nr. 1 Zitting 2007-2008 10 oktober 2007 ONTWERP VAN DECREET houdende invoering van een bijzonder vast recht voor minnelijke ontbinding of vernietiging van koopovereenkomsten 3370

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JUNI 2015 F.14.0043.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0043.N A.E. & T. nv, met zetel te 9255 Buggenhout, Mandekensstraat 25, eiseres, met als raadsman mr. Ruffin Coppens, advocaat bij

Nadere informatie

Gesplitste aankoop van onroerend goed (vruchtgebruik/blote eigendom) als techniek van successieplanning

Gesplitste aankoop van onroerend goed (vruchtgebruik/blote eigendom) als techniek van successieplanning Isabelle Cobbaut Master Notariaat 2008 2009 Masterproef Notariaat Successierechten Prof. Geelhand de Merxem Gesplitste aankoop van onroerend goed (vruchtgebruik/blote eigendom) als techniek van successieplanning

Nadere informatie

INHOUDSTABEL... 2 INLEIDING... 4

INHOUDSTABEL... 2 INLEIDING... 4 KAN DE FISCALE ADMINISTRATIE IN HET KADER VAN DE REGISTRATIERECHTEN EN SUCCESSIERECHTEN DE NIETIGHEID ENKEL INROEPEN WANNEER HET OM EEN ABSOLUTE NIETIGHEID GAAT? Leen De Langhe 2 de Master Rechten 20034550

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2012 P.12.0423.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0423.N I D P O R, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom Van Bockstaele, advocaat bij de balie te Oudenaarde, tegen Y B, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2012 F.11.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0067.N E.V.T., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Central

Nadere informatie

INHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...

INHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... INHOUD VOORWOORD... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... 3 I. Algemeen... 3 II. Verplichting

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MAART 2018 C.17.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0067.N E.A. eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JANUARI 2007 C.05.0406.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0406.F H. J.-J., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen H. A. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar. Beslissing BTW nr. E.T.119.318 dd. 28.10.2010 Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari 2011. Eerste commentaar. 1. Inleiding Ingevolge de wijzigingen van het Btw-Wetboek

Nadere informatie

nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Overdracht familiebedrijf - Schenkingsrechten

nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Overdracht familiebedrijf - Schenkingsrechten SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Overdracht familiebedrijf

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE

ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE Blad 1 INHOUD Art. 1. Art. 2. Art. 3. Art. 4. Art. 5. Art. 6. Art. 7. Art. 8. Art. 9. Art. 10. Art. 11. Art. 12. Art. 13. Art.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 SEPTEMBER 2007 F.06.0035.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.06.0035.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen GROUPE SUCRIER,

Nadere informatie

SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde

SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde 16 OKTOBER 2000 S.00.0101.N/1 Nr. S.00.0101.N.- SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde Natieslaan 1, eiseres tot cassatie

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Feitelijke scheiding. Vermoeden van toerekenbaarheid. Omkering Datum 22 december 2008 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

==================================================================== : Landsverordening overdrachtsbelasting

==================================================================== : Landsverordening overdrachtsbelasting AB 1989 no. GT 73 Intitulé : Landsverordening overdrachtsbelasting Citeertitel : Landsverordening overdrachtsbelasting Vindplaats : AB 1989 no. GT 73 Wijzigingen : AB 1997 nos. 33, 34; AB 2004 no. 11 (inwtr.

Nadere informatie

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Analyse arrest HvB Gent 26 september 2013 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 DECEMBER 2014 C.14.0121.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0121.N I. G., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 DECEMBER 2008 C.07.0018.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0018.F 1. B. J., 2. N. L., Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Lucien Simont, advocaat

Nadere informatie

Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008

Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008 Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008 Verkoopvoorwaarden bloot eigendom: Vastgesteld door burgemeester en wethouders van s-gravenhage

Nadere informatie