Multipele endocriene neoplasie type 1: recente ontwikkelingen en richtlijnen
|
|
- Janne Molenaar
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Capita selecta Multipele endocriene neoplasie type 1: recente ontwikkelingen en richtlijnen voor DNA-diagnostiek en periodiek klinisch onderzoek k.m.a.dreijerink, j.f.m.roijers, r.b.van der luijt, j.w.m.höppener en c.j.m.lips Multipele endocriene neoplasie type 1 (MEN-1) is een autosomaal dominant overervende aandoening. MEN-1 wordt gekenmerkt door het voorkomen van multipele tumoren in verschillende endocriene organen, vaak reeds op jonge leeftijd. De aandoening is relatief zeldzaam; de geboortefrequentie in Nederland bedraagt ongeveer 2-3 per Na de identificatie van het MEN1-gen in 1997, is het onderzoek op het gebied van MEN-1 in een stroomversnelling geraakt. 12 In dit artikel bespreken wij de recente ontwikkelingen en de consequenties hiervan voor de kliniek. Tevens presenteren wij richtlijnen met betrekking tot DNA-diagnostiek en periodiek klinisch onderzoek. Deze zijn gebaseerd op internationale consensusbijeenkomsten en literatuurgegevens. 3 Het doel van dit artikel is het bevorderen van de vroegtijdige opsporing en behandeling van MEN-1-patiënten in Nederland. klinisch beeld Multipele endocriene neoplasie is een algemene benaming voor een aantal aandoeningen waarbij tumoren in twee of meer endocriene organen ontstaan. De eerste beschrijving van een MEN-1-patiënt dateert uit De Duitse patholoog Erdheim maakte melding van een patiënt met vergrote bijschildklieren, een hypofyseadenoom en acromegalie. 4 In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd het familiaire karakter van MEN-1 ontdekt door Moldawer en Wermer. 56 Bij MEN-1-patiënten ontstaan vaak tumoren in de bijschildklieren (met als gevolg hyperparathyreoïdie), het endocriene pancreas en het duodenum, de hypofysevoorkwab en de bijnierschors. Soms worden neuroendocriene carcinoïdtumoren gezien in de maag, de longen en/of de thymus. Naast endocriene afwijkingen komen bij MEN-1-angiofibromen in het gelaat, collagenomen en lipomen voor. Elders in dit tijdschrift worden de klinische aspecten van MEN-1 nader beschreven. 7 Klachten kunnen ontstaan ten gevolge van stoornissen in de hormoonproductie en de groei van de tumoren. De meeste met MEN-1 samenhangende tumoren Universitair Medisch Centrum, Postbus , 3508 GA Utrecht. Divisie Inwendige Geneeskunde en Dermatologie, afd. Endocrinologie: K.M.A.Dreijerink, medisch drs.; mw.drs.j.f.m.roijers, researchanalist (tevens: divisie Laboratoria, afd. Pathologie); dr.j.w.m.höppener, moleculair bioloog (tevens: divisie Laboratoria, afd. Pathologie); prof.dr.c.j.m.lips, internist-endocrinoloog. Divisie Medische Genetica: dr.r.b.van der Luijt, moleculair geneticus. Correspondentieadres: prof.dr.c.j.m.lips (c.j.m.lips@azu.nl). Zie ook het artikel op bl samenvatting Multipele endocriene neoplasie type 1 (MEN-1) is een autosomaal dominant overervend syndroom waarbij tumoren voorkomen in de bijschildklieren, de pancreaseilandjes, de hypofyse, de bijnieren, alsmede neuro-endocriene carcinoïdtumoren. Sedert de identificatie van het verantwoordelijke gen in 1997 kan de diagnose eenvoudig, en zelfs voordat symptomen zijn ontstaan, worden gesteld met behulp van DNA-onderzoek. Een vroege diagnose is van belang omdat met periodiek klinisch onderzoek van dragers van een MEN1-genkiembaanmutatie tumoren vroegtijdig kunnen worden opgespoord en behandeld. Voor DNA-diagnostiek komen, behalve MEN-1-patiënten en hun familieleden, ook patiënten in aanmerking met schijnbaar sporadische met MEN-1 samenhangende tumoren bij wie op klinische gronden dragerschap van een MEN1-genkiembaanmutatie wordt vermoed. Voor periodiek klinisch onderzoek komen vermoedelijke en bewezen dragers van een MEN1-genkiembaanmutatie vanaf de leeftijd van 5 jaar in aanmerking. zijn benigne, maar kunnen maligne ontaarden. In het verleden overleed een aanzienlijk gedeelte van de MEN-1-patiënten ten gevolge van de ziekte. 8 9 Met periodiek klinisch onderzoek kunnen tumoren tegenwoordig in een presymptomatisch stadium worden opgespoord en behandeld. Hierdoor kunnen de kwaliteit van het leven en de levensverwachting van MEN-1-patiënten worden verbeterd. moleculair-biologische achtergrond Het MEN1-gen is gelegen op de lange arm van chromosoom 11 (11q13), en bevat 10 exonen. 1 2 Het normale product van het MEN1-gen is een eiwit van 610 aminozuren, menine genaamd. 1 Dragers van een kiembaanmutatie in het MEN1-gen hebben aanleg voor het ontwikkelen van met MEN-1 samenhangende tumoren. Een kiembaanmutatie is ofwel geërfd van de aangedane ouder ofwel vroeg-embryonaal in de patiënt zelf ontstaan. Het MEN1-gen is een tumorsuppressorgen en remt onder normale omstandigheden de celproliferatie. In overeenstemming met de two hit -theorie over tumorvorming van Knudson moeten beide allelen van het MEN1-gen in een cel geïnactiveerd zijn voordat een tumorcel kan ontstaan. 12 Bij dragers van een MEN1-genkiembaanmutatie is in alle cellen van het lichaam reeds Ned Tijdschr Geneeskd december;144(51) 2445
2 één gemuteerd MEN1-allel aanwezig (eerste stap). Een somatische mutatie in, of verlies van, het gezonde MEN1-allel (tweede stap) kan vervolgens leiden tot tumorgenese. MEN-1 heeft een hoge penetrantie; alle dragers van een MEN1-genkiembaanmutatie krijgen in de loop van het leven met MEN-1 samenhangende tumoren. 13 Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen dat de aard en de plaats van een kiembaanmutatie (het genotype) een voorspellende waarde hebben met betrekking tot de wijze en de leeftijd waarop de ziekte zich zal manifesteren (het fenotype). Zelfs bij familieleden met dezelfde MEN1-genkiembaanmutatie kan de expressie van de ziekte sterk verschillen. Waarschijnlijk spelen bij deze variabele expressie ook mutaties in andere genen een rol. Met DNA-onderzoek zijn verschillende soorten inactiverende kiembaanmutaties verspreid over het gehele MEN1-gen gevonden. Ongeveer 85% van de gevonden kiembaanmutaties in het MEN1-gen leidt tot een verkort menine-eiwit, al dan niet met een veranderde aminozuursamenstelling (deleties, inserties, nonsense -mutaties en splice-site -mutaties). Slechts 15% leidt tot een menine-eiwit met slechts één veranderd aminozuur ( missense -mutaties). 14 Het MEN1-gen komt tot expressie in elk tot nu toe onderzocht celtype in het lichaam. Het menine-eiwit bevindt zich voornamelijk in de celkern. 15 Menine bindt aan de transcriptiefactor JunD en onderdrukt de door JunD geactiveerde transcriptie (figuur 1). 16 Transcriptie is de overdracht van genetische informatie van DNA naar messenger-rna (mrna). Aan het mrna vindt eiwitsynthese (translatie) plaats. Transcriptie wordt gereguleerd door eiwitten genaamd transcriptiefactoren. Mogelijk onderdrukt menine tumorvorming door middel van transcriptieregulatie. De door menine veroorzaakte onderdrukking van door JunD geactiveerde transcriptie komt waarschijnlijk mede tot stand door modificatie van histoneiwitten, de eiwitten waaromheen het DNA is gewikkeld. 17 Modificatie van deze eiwitten kan invloed hebben op de toegankelijkheid van het DNA voor transcriptiefactoren en daardoor op de expressie van bepaalde genen. richtlijnen voor diagnostiek Richtlijnen voor de diagnostiek van MEN-1 worden samengevat in figuur 2. De klinische diagnose MEN-1 staat vast indien een patiënt tenminste 3 van de 5 kenmerkendste afwijkingen (hyperparathyreoïdie, pancreatische endocriene tumor, hypofysevoorkwabtumor, bijnierschorstumor en neuro-endocriene carcinoïdtumor) heeft. Een MEN-1-familie bestaat uit tenminste 1 patiënt transcriptiefactor JunD menine Jun/Fos begin van exon 1 DNA a regulatoir gedeelte van een door menine gereguleerd gen gemuteerd, niet-functioneel menine JunD-Jun/Fosdimeervorming DNA b transcriptie figuur 1. Moleculair werkingsmechanisme van menine. Schematische voorstelling van de wijze waarop menine de expressie van genen reguleert via interactie met de transcriptiefactor JunD. De transcriptiefactor JunD moet een dimeer vormen met een andere Jun- of Fos-transcriptiefactor (JunB, c-jun, c-fos, FosB, Fra1 of Fra2) om aan het DNA te kunnen binden. Menine bindt aan de transcriptiefactor JunD en onderdrukt zodoende de door JunD geactiveerde transcriptie (a). Van verschillende MEN1-genmutaties is aangetoond dat ze de binding van menine aan JunD verhinderen, zodat de door JunD geactiveerde transcriptie dan niet meer onderdrukt wordt (b) Ned Tijdschr Geneeskd december;144(51)
3 patiënten met klinisch bewezen MEN-1 patiënten die voldoen aan de criteria voor vermoeden van MEN-1 patiënten met een met MEN-1 samenhangende tumor, en afkomstig uit een MEN-1- familie eerstegraadsfamilieleden van dragers van een MEN1- genkiembaanmutatie, maar die zelf geen met MEN-1 samenhangende tumoren hebben eerstegraadsfamilieleden van patiënten met klinisch bewezen MEN-1 bij wie geen kiembaanmutatie bekend is ter bevestiging van diagnose; kan aangevraagd worden door de behandelend specialist alleen aan te vragen door een klinisch geneticus DNA-diagnostiek kiembaanmutatie gevonden kiembaanmutatie niet gevonden diagnose MEN-1 definitief vermoeden MEN-1 blijft MEN-1 uitgesloten periodiek klinisch onderzoek geen periodiek klinisch onderzoek figuur 2. Stroomdiagram voor het beleid bij een patiënt die mogelijk het MEN-1-syndroom heeft. met klinisch gediagnosticeerde MEN-1 met tenminste 1 eerstegraadsfamilielid (ouders, broers of zussen, kinderen) met tenminste 1 van de 5 met MEN-1 samenhangende tumoren. Bij MEN-1-patiënten en patiënten uit MEN-1-families dient DNA-diagnostiek ter bevestiging van de klinische diagnose. In onlangs gepubliceerd onderzoek werd bij al deze patiënten een kiembaanmutatie in het MEN1-gen aangetoond. 18 Het MEN1-gen speelt tevens een rol bij de oncogenese van de met MEN-1 samenhangende tumoren bij patiënten die niet aan de genoemde klinische criteria voor MEN-1 voldoen en die geen familieleden met MEN-1 hebben. Bij dergelijke patiënten met schijnbaar sporadische met MEN-1 samenhangende tumoren worden in de tumor vaak mutaties in het MEN1-gen gevonden. 14 Het betreft voornamelijk somatische (niet-erfelijke) mutaties. Slechts ongeveer 5% van alle patiënten met schijnbaar sporadische met MEN-1 samenhangende tumoren blijkt drager te zijn van een MEN1-genkiembaanmutatie Met het oog op vroegtijdige diagnostiek en behandeling dienen dragers van een MEN1-genkiembaanmutatie te worden opgespoord. DNA-onderzoek bij alle patiënten met schijnbaar sporadische met MEN-1 samenhangende tumoren, betekent een zware psychologische belasting voor patiënt en familie. Tevens zijn de kosten van DNA-diagnostiek hoog, terwijl de trefkans laag is. Om bij het DNA-onderzoek de psychologische belasting te verminderen en het rendement te verbeteren met behoud van de sensitiviteit moesten aanvullende klinische selectiecriteria worden geformuleerd. De groep met een sterk verhoogd risico betreft ons inziens jeugdige patiënten (< 35 jaar), patiënten met multipele MEN-1-gerelateerde haarden in één orgaan, of patiënten bij wie twee verschillende organen zijn aangedaan. In onlangs gepubliceerd onderzoek werd zo bij 60% van de patiënten die aan deze criteria voldeden een kiembaanmutatie in het MEN1-gen gevonden en kon zodoende de aanleg voor MEN-1 worden vastgesteld. 18 De categorieën patiënten die aldus voor DNA-diagnostiek in aanmerking komen, staan vermeld in tabel 1. TABEL 1. Categorieën patiënten die in aanmerking komen voor DNA-diagnostiek patiënten met een klinisch aangetoond MEN-1-syndroom, dat wil zeggen met tenminste 3 van de 5 genoemde met MEN-1 samenhangende tumoren patiënten uit MEN-1-families (families met tenminste 1 MEN-1-patiënt en 1 eerstegraadsfamilielid met een met MEN-1 samenhangende afwijking) eerstegraadsfamilieleden van dragers van een MEN1-genkiembaanmutatie eerstegraadsfamilieleden van patiënten met klinisch bewezen MEN-1 bij wie geen MEN1-genkiembaanmutatie is gevonden patiënten met schijnbaar sporadische met MEN-1 samenhangende tumoren die vermoedelijk MEN-1 hebben op grond van aanvullende criteria* *Patiënten met 1 van de 5 met MEN-1 samenhangende tumoren op jonge leeftijd (< 35 jaar), of met meerdere met MEN-1 samenhangende tumoren binnen één orgaan, of met twee aangedane organen. Ned Tijdschr Geneeskd december;144(51) 2447
4 procedure voor dna-diagnostiek DNA-diagnostiek voor MEN-1 vindt in Nederland plaats in het Universitair Medisch Centrum Utrecht bij de divisie Medische Genetica. Het mutatieonderzoek wordt verricht met behulp van een zogenaamde directe DNA-sequentieanalyse. Hierbij wordt gebruikgemaakt van DNA dat wordt verkregen uit witte bloedcellen. DNA-diagnostiek kan plaatsvinden nadat de patiënt uitgebreid is geïnformeerd en toestemming heeft gegeven voor het onderzoek ( informed consent ). Een aanvraagformulier met de klinische gegevens, een familiestamboom en 2 buizen met 10 ml EDTA-bloed zijn noodzakelijk. DNA-onderzoek bij familieleden zonder symptomen van een MEN-1 patiënt kan uitsluitend worden aangevraagd door een klinisch geneticus. Een aanvraag voor DNA-diagnostiek bij vermoedelijke MEN-1- patiënten kan door de behandelend specialist worden gedaan. Overleg tussen de klinisch geneticus en de behandelend specialist is van belang voor een correcte interpretatie van de genetische diagnose en met het oog op de consequenties van de uitslag voor zowel de patiënt als de familie. De uitslag kan naast medische gevolgen vérstrekkende psychosociale en maatschappelijke consequenties hebben. 21 Aangezien met MEN-1 samenhangende tumoren op jonge leeftijd kunnen ontstaan, zou DNA-onderzoek kunnen plaatsvinden vanaf een leeftijd van 5 jaar. DNA-diagnostiek bij minderjarigen verloopt altijd via een klinisch geneticus. TABEL 2. Aanbevolen klinisch onderzoek bij patiënten met multipele endocriene neoplasie type 1 leeftijd; frequentie vanaf 5 jaar; elk half jaar vanaf 15 jaar; elke 2 jaar anamnese lichamelijk onderzoek bloedonderzoek* MRI-scan van de bovenbuik MRI-scan van de hypofyse met gadopentetinezuur (gadolinium) als contrastmiddel *Bestaat uit: bepaling van geïoniseerd calcium, chloride, fosfaat, bijschildklierhormoon, insuline, C-peptide, glucagon, gastrine en prolactine en zo mogelijk plasmachromogranine en/of pancreaspolypeptide. richtlijnen voor periodiek klinisch onderzoek Voor periodiek klinisch onderzoek komen in aanmerking: (a) dragers van een MEN1-genkiembaanmutatie; (b) klinisch bewezen MEN-1-patiënten; (c) patiënten met een met MEN-1 samenhangende tumor afkomstig uit een MEN-1-familie bij wie nog geen MEN1-genkiembaanmutatie is gevonden of die geen DNA-diagnostiek wenst. Het gaat hierbij zowel om eerstegraads- (ouders, broers en zussen, kinderen) als tweedegraadsfamilieleden (grootouders, ooms en tantes, kleinkinderen, en oom- en tantezeggers); (d) patiënten die vermoedelijk drager zijn van een MEN1-genkiembaanmutatie (vermoeden van MEN-1) en hun (eerste- en tweedegraads)familieleden bij wie nog geen MEN1-genkiembaanmutatie is gevonden of die geen DNA-diagnostiek wensen. Het aanbevolen periodiek klinisch onderzoek staat vermeld in tabel 2. Indien aanwijzingen worden gevonden voor de aanwezigheid van een tumor wordt gericht aanvullend bloed-/urineonderzoek en beeldvormend onderzoek verricht. Patiënten die volgens de klinische criteria niet in aanmerking komen voor DNA-diagnostiek kunnen voor de zekerheid in beperkte mate periodiek worden onderzocht. Goede voorlichting kan bijdragen aan het verminderen van risico op langere termijn. Met het oog op de mogelijkheid van vroegtijdige diagnostiek en behandeling is het van belang om (vermoedelijke) dragers van een MEN1-genkiembaanmutatie op te sporen. De familie van een drager van een MEN1-genkiembaanmutatie behoort dus te worden voorgelicht over de ziekte en de erfelijke aspecten ervan. Als de kiembaanmutatie in een familie bekend is, kan bij eerstegraadsfamilieleden, die 50% kans hebben om dezelfde mutatie te hebben, dragerschap eenvoudig worden aangetoond of uitgesloten. Dragers zonder symptomen kunnen uit preventief oogpunt periodiek klinisch worden onderzocht. Indien dragerschap wordt uitgesloten, kan verder onderzoek achterwege blijven. Omdat het wettelijk niet is toegestaan om familieleden van MEN-1-patiënten hiervoor direct te benaderen kan het contact met de familie uitsluitend via de patiënt verlopen. Met een voorlichtingsbrochure kunnen patiënten hun familieleden desgewenst zelf informeren en wijzen op de mogelijkheid en het belang van DNA-diagnostiek en periodiek klinisch onderzoek. MEN-1-patiënten en andere belangstellenden kunnen zich voor informatie en voorlichting wenden tot de Belangenvereniging MEN. Dr.F.J.Hes, arts-onderzoeker, deed suggesties en gaf commentaar op het manuscript. abstract Multiple endocrine neoplasia type 1 (MEN-1): recent developments and guidelines for DNA-diagnosis and periodic clinical monitoring Multiple endocrine neoplasia type 1 (MEN-1) is an autosomal dominantly inherited disorder, characterised by the occurrence of multiple tumours, particularly in the parathyroid glands, the pancreatic islets, the pituitary gland, the adrenal glands, as well as neuroendocrine carcinoid tumours. Since the identification of the responsible gene in 1997, the diagnosis MEN-1 can be assessed easily, and even presymptomatically, by DNA analysis. An early diagnosis is of importance because through periodic clinical monitoring of (putative) MEN1 gene germline mutation carriers, tumour development can be detected and treated at an early stage. Eligible for DNA analysis are MEN-1 patients and their family members, as well as patients with seemingly sporadic MEN-1 related tumours in whom on clinical grounds carriership of a MEN1 gene germline mutation is suspected. Eligible for periodic clinical monitoring are putative and confirmed carriers of a MEN1 germline mutation from the age of Ned Tijdschr Geneeskd december;144(51)
5 literatuur 1 Chandrasekharappa SC, Guru SC, Manickam P, Olufemi SE, Collins FS, Emmert-Buck MR, et al. Positional cloning of the gene for multiple endocrine neoplasia-type 1. Science 1997;276: Lemmens I, Ven WJ van de, Kas K, Zhang CX, Giraud S, Wautot V, et al. Identification of the multiple endocrine neoplasia type 1 (MEN 1) gene. The European Consortium on MEN1. Hum Mol Genet 1997;6: Lips CJM. Clinical management of the multiple endocrine neoplasia syndrome: results of a computerized opinion poll at the Sixth International Workshop on multiple endocrine neoplasia syndromes and von Hippel-Lindau disease. J Intern Med 1998;234: Erdheim J. Zur normalen und pathologischen Histologie der Glandula thyroidea, parathyroidea, und Hypophysis. Beitr Z Path Anat 1903;33: Moldawer MP, Nardi GL, Raker JW. Concomitance of multiple adenomas of the parathyroids and pancreatic islet cells with tumor of the pituitary; a syndrome with familial incidence. Am J Med Sci 1954;228: Wermer P. Genetic aspects of adenomatosis of endocrine glands. Am J Med 1954;16: Dreijerink KMA, Roijers JFM, Jansen-Schillhorn van Veen JM, Neijt JP, Vroonhoven ThJMV van, Lips CJM. Pluriforme expressie van multipele endocriene neoplasie type 1. Ned Tijdschr Geneeskd 2000;144: Wilkinson S, Teh BT, Davey KR, McArdle JP, Young M, Shepherd JJ. Cause of death in multiple endocrine neoplasia type 1. Arch Surg 1993;128: Doherty GM, Olson JA, Frisella MM, Lairmore TC, Wells jr SA, Norton JA. Lethality of multiple endocrine neoplasia type 1. World J Surg 1998;22: Trump D, Farren B, Wooding C, Pang JT, Besser GM, Buchanan KD, et al. Clinical studies of multiple endocrine neoplasia type 1 (MEN1). QJM 1996;89: Skogseid B, Eriksson B, Lundqvist G, Lorelius LE, Rastad J, Wide L, et al. Multiple endocrine neoplasia type 1: a 10-year prospective screening study in four kindreds. J Clin Endocrinol Metab 1991; 73: Knudson jr AG. Mutation and cancer: statistical study of retinoblastoma. Proc Natl Acad Sci U S A 1971;68: Bassett JH, Forbes SA, Pannett AAJ, Lloyd SE, Christie PT, Wooding C, et al. Characterization of mutations in patients with multiple endocrine neoplasia type 1. Am J Hum Genet 1998;62: Pannett AAJ, Thakker RV. Multiple endocrine neoplasia type 1. Endocr Relat Cancer 1999;6: Guru SC, Goldsmith PK, Burns AL, Marx SJ, Spiegel AM, Collins FS, et al. Menin, the product of the MEN1 gene, is a nuclear protein. Proc Natl Acad Sci U S A 1998;95: Agarwal SK, Guru SC, Heppner C, Erdos MR, Collins RM, Park SY, et al. Menin interacts with the AP1 transcription factor JunD and represses JunD-activated transcription. Cell 1999;96: Gobl AE, Berg M, Lopez-Egido JR, Oberg K, Skogseid B, Westin G. Menin represses JunD-activated transcription by a histone deacetylase-dependent mechanism. Biochim Biophys Acta 1999;1447: Roijers JFM, Wit MJ de, Luijt RB van der, Ploos van Amstel HK, Höppener JWM, Lips CJM. MEN 1 case-finding: criteria for mutation analysis in MEN 1-suspected patients. Eur J Clin Invest 2000; 30: Miedlich S, Ackermann F, Krohn Y, Lamesch P, Muller A, Paschke R. Somatic MEN 1-mutations and clonality in parathyroid tumors of patients with primary and refractory secondary hyperparathyroidism. Seventh international workshop on multiple endocrine neoplasia, Gubbio. Abstract Book. Florence: Brandi ML; p Spada A, Corbetta S, Peracchi M. MEN 1 pituitary tumors. Seventh international workshop on multiple endocrine neoplasia, Gubbio. Abstract Book. Florence: Brandi ML; p Cupisti K, Höppner W, Dotzenrath C, Simon D, Berndt I, Röher HD, et al. Is a MEN 1 screening useful in sporadic insulinomas? Seventh international workshop on multiple endocrine neoplasia, Gubbio. Abstract Book. Florence: Brandi ML; p Lips CJM, Vroom ThM, Beemer FA, Höppener JWM, Kroode HFJ ten, Dingelstad JAM. De ontdekking van genen verantwoordelijk voor erfelijke tumorsyndromen; klinische en maatschappelijke gevolgen. Ned Tijdschr Geneeskd 1994;138:60-3. Aanvaard op 14 augustus 2000 Voor de praktijk Klinisch denken en beslissen in de praktijk. Een 7-jarige jongen met snelle groei en pubisbeharing m.y.berents-oosterhof, c.noordam en b.j.otten ziektegeschiedenis Patiënt A, een jongen van 7 jaar en 7 maanden, werd met uitgroei van de penis en beginnende groei van schaamhaar gezien door de perifeer werkzame kinderarts. Verder had patiënt geen klachten. Hij was fors voor zijn leeftijd; 141 cm (standaarddeviatiescore (SDS) > 2). Bij oriënterend lichamelijk onderzoek werden geen afwijkingen gevonden. Wel werd licht pubisdons gezien. Er werd een röntgenfoto van het sellagebied gemaakt; deze liet geen afwijkingen zien. De botleeftijd was op dat moment conform de kalenderleeftijd. Besloten werd af te wachten. Op de leeftijd van 8 jaar vond de kinderarts de pu- Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen. Afd. Kindergeneeskunde: mw.m.y.berents-oosterhof, assistent-geneeskundige. Afd. Kinderendocrinologie: C.Noordam en dr.b.j.otten, kinderartsenendocrinologen. Correspondentieadres: mw.m.y.berents-oosterhof. Opzet van dit artikel. De ziektegeschiedenis wordt beschreven zoals die zich in de praktijk heeft voorgedaan. Ook het commentaar dat aan een ervaren clinicus (die niet bij de patiënt was betrokken) werd gevraagd, is onveranderd weergegeven. Het gaat om de didactische waarde van de praktijksituatie. berteitsverschijnselen dusdanig toegenomen, dat hij de patiënt doorstuurde naar het academisch ziekenhuis. Vooraf maakte hij een CT-scan van de hersenen en de bijnieren. Hierbij liet de CT-scan van het cerebrum licht verwijde ventrikels zien en werd rechts een vergrote bijnier gezien; links was deze normaal. vragen 1. Waar moet aan gedacht worden? Ned Tijdschr Geneeskd december;144(51) 2449
21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1)
21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1) Expert opinion Diagnostische criteria Vaststelling van een mutatie in het MEN1-gen Combinatie van hyperplasie of adenomen van de bijschildklieren, neuroendocriene
Nadere informatieMultipele endocriene neoplasie type 1
Multipele endocriene neoplasie type 1 Auteurs Trefwoorden K.M.A. Dreijerink en C.J.M. Lips multipele endocriene neoplasie type 1; MEN1; menine. Samenvatting Multipele endocriene neoplasie type 1 (MEN1)
Nadere informatie22. Multipele Endocriene Neoplasie Type 2 (MEN2)
22. Multipele Endocriene Neoplasie Type 2 (MEN2) Expert opinion Diagnostische criteria Vaststelling van een mutatie in het RET-proto-oncogen Er zijn drie subtypen beschreven: MEN2A, MEN2B en Familiair
Nadere informatieKlinisch denken en beslissen in de praktijk. Een 7-jarige jongen met snelle groei en pubisbeharing. Voor de praktijk
literatuur 1 Chandrasekharappa SC, Guru SC, Manickam P, Olufemi SE, Collins FS, Emmert-Buck MR, et al. Positional cloning of the gene for multiple endocrine neoplasia-type 1. Science 1997;276:404-7. 2
Nadere informatieDe rol van de pathologie en genetica bij de herkenning van Lynch syndroom
De rol van de pathologie en genetica bij de herkenning van Lynch syndroom Marjolijn Ligtenberg Laboratorium specialist klinische genetica Klinisch moleculair bioloog in de Pathologie VAP dag 28-3-2017
Nadere informatiePALB2 en het risico op borstkanker
PALB2 en het risico op borstkanker Deze informatie is tot stand gekomen met hulp van de werkgroep Oncogenetica (WKO) van de Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN) Maart 2018 Inleiding Met betrekking
Nadere informatieEind goed, al goed? Of ook nog erfelijkheidsonderzoek? Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMCU
Eind goed, al goed? Of ook nog erfelijkheidsonderzoek? Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMCU Darmkanker in de familie? familie anamnese negatief: 85% -sporadische vorm- familie anamnese positief:
Nadere informatieZorgpad MEN1 syndroom. Informatie voor patiënten
Zorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten Dit Zorgpad MEN1 syndroom, informatie voor patiënten, is tot stand gekomen met medewerking van: Belangengroep M.E.N. drs. C.R.C. Pieterman, M. Aarts bestuur
Nadere informatie5.2.1.3 Restrisico na laboratoriumtesten (tekst 2008, update in 2014)
53 54 55 56 57 58 59 530 53 53 533 534 535 536 537 538 539 540 54 54 543 544 545 546 547 548 549 550 55 55 553 554 555 556 557 558 559 560 56 56 563 564 565 566 567 568 569 570 57 57 573 574 575 5...3
Nadere informatiePluriforme expressie van multipele endocriene neoplasie type 1
Klinische lessen Pluriforme expressie van multipele endocriene neoplasie type 1 k.m.a.dreijerink, j.f.m.roijers, j.m.jansen-schillhorn van veen, j.p.neijt, th.j.m.v.van vroonhoven en c.j.m.lips Dames en
Nadere informatieErfelijkheid & Borstkanker
Erfelijkheid & Borstkanker Borstkanker komt veel voor en heeft meestal geen erfelijke oorzaak. Bij 5 tot 10% is een erfelijke aanleg de oorzaak van de ziekte. Deze aanleg wordt door de vader of moeder
Nadere informatieGenetic Counseling en Kanker
Genetic Counseling en Kanker (erfelijke en familiaire kanker in de praktijk) dr Rolf Sijmons, klinisch geneticus afdeling Genetica UMC Groningen (Theoretische en) Practische aspecten Erfelijke Kanker Counseling
Nadere informatieErfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing
Erfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing Exoomsequencing is een nieuwe techniek voor erfelijkheidsonderzoek. In deze folder vindt u informatie over dit onderzoek. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Nadere informatieChirurgie / mammacare
1/6 Chirurgie / mammacare Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Indicaties voor erfelijke aanleg 2 Hoe ontstaat erfelijke aanleg 3 BRCA 5 Chek2-gen 5 Erfelijkheidsonderzoek 6 Erfelijke aanleg en gevolgen 6
Nadere informatieWanneer NET aan MEN doet denken
Wanneer NET aan MEN doet denken Prof. Dr. Bruno Lapauw Dienst Endocrinologie UZ Gent NET & MEN Infodag, 29 november 2015 Gent 1 Inhoud Wat is MEN? Wanneer aan MEN denken? Andere genetische syndromen bij
Nadere informatieDe ziekte van Von Hippel-Lindau: protocol voor diagnostiek en periodiek klinisch onderzoek
14 Berg SGM van den, Heijden GJMG van der, Windt DAWM van der, Bouter LM. Ultrageluid bij aandoeningen van het bewegingsapparaat: de mening over de effectiviteit en de toepassing in de eerste lijn. Nederlands
Nadere informatieZorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten
Zorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten Inhoudsopgaven Hoofdstuk 1: Inleiding blz. 3 Hoofdstuk 2: Wat is het MEN1 syndroom? blz. 4 Hoofdstuk 3: Diagnostiek naar het MEN1 syndroom blz. 4 Hoofdstuk
Nadere informatiePatiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing
2 Patiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing Algemene informatie Exoom Sequencing is een nieuwe techniek voor erfelijkheidsonderzoek. In deze folder vindt u informatie over
Nadere informatieAlgemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?
Erfelijke nierziekten: algemene aspecten van erfelijkheid, overerving en erfelijkheidsadvies Nine Knoers Klinisch Geneticus Commissie Erfelijke Nierziekten NVN 4 november 2006 HUMAN GENETICS NIJMEGEN Inhoud
Nadere informatieFamiliair Melanoom. Genetische predispositie melanoom: wanneer indicatie voor erfelijkheidsonderzoek en consequenties voor de behandeling en follow up
Familiair Melanoom Genetische predispositie melanoom: wanneer indicatie voor erfelijkheidsonderzoek en consequenties voor de behandeling en follow up Remco van Doorn Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieHet TCF20 syndroom. Kinderneurologie.eu.
Het TCF20 syndroom Wat is het TCF20 syndroom? Het TCF20 syndroom is een syndroom waarbij kinderen een vorm van autisme hebben al dan niet in combinatie met problemen met leren. Hoe wordt het TCF20 syndroom
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Dikkedarmkanker is na longkanker de meest voorkomende doodsoorzaak ten gevolge van kanker in de westerse wereld. Dikkedarmkanker manifesteert zich na een accumulatie van verscheidene genetische veranderingen.
Nadere informatieRobert Hofstra Afdeling Genetica, UMCG. Erfelijkheidsonderzoek bij Lynch syndroom: wat zijn de klinische consequenties?
Robert Hofstra Afdeling Genetica, UMCG Erfelijkheidsonderzoek bij Lynch syndroom: wat zijn de klinische consequenties? Lynch syndroom of Hereditair Non-Polyposis Colorectaal Carcinoom (HNPCC) Bewezen Lynch
Nadere informatieSamenvatting. Chapter 7.2
Samenvatting Chapter 7.2 Samenvatting In mijn proefschrift geef ik een overzicht van het Li-Fraumeni syndroom in Nederland, zowel klinisch als moleculair. Het belangrijkste doel van mijn studie was om
Nadere informatieErfelijkheidsonderzoek anno 2015. Lizet van der Kolk klinisch geneticus 11-06-2015
Erfelijkheidsonderzoek anno 2015 Lizet van der Kolk klinisch geneticus 11-06-2015 Erfelijkheidsonderzoek Bij wie, hoe en waarom? Consequenties en belang voor patiënt(e) en familieleden Nieuwe ontwikkelingen
Nadere informatieGenetische testen. Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project.
Genetische testen Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project. Inzicht krijgen in genetische testen en testresultaten Inhoud Wat is genetisch testen? Klinische toepassingen
Nadere informatieNRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts
www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende
Nadere informatieGenetica van hemochromatose
Genetica van hemochromatose 28-11-2015 Prof.Dr. M.H. Breuning, klinisch geneticus M.H.Breuning@lumc.nl Wat is ijzer? Twee oxidatietoestanden: Fe 2+ Fe 3+ (divalent) (trivalent) IJzer is noodzakelijk voor
Nadere informatieHet bi-allelisch Lynch syndroom
Het bi-allelisch Lynch syndroom Wat is het bi-allelisch Lynch syndroom? Het biallelisch Lynch syndroom is een erfelijke ziekte veroorzaakt door twee foutjes in het erfelijk materiaal waardoor kinderen
Nadere informatieCARDIOGENETICA. Marja van Brug, Verpleegkundig Specialist CNE Hartfalen 29 oktober 2013
CARDIOGENETICA Marja van Brug, Verpleegkundig Specialist CNE Hartfalen 29 oktober 2013 Inhoud Polikliniek Cardiogenetica DNA en mutaties Erfelijkheid en gedilateerde cardiomyopathie Taken Verpleegkundig
Nadere informatieKanker in de familie.
Inhoud workshop Kanker in de familie. Dr. Margreet Ausems klinisch geneticus UMCU Introductie Verwachtingen deelnemers Achtergrondinformatie (cijfers!) Hoe ontstaat kanker? Erfelijke kanker en erfelijkheidsonderzoek
Nadere informatieWorkshop Patiënten dag 18 mei 2019 Bewegingsstoornissen en erfelijkheid
Genetics 1 Workshop Patiënten dag 18 mei 2019 Bewegingsstoornissen en erfelijkheid Fleur Vansenne/Corien Verschuuren Klinisch genetici UMCG Erfelijkheid 2 Waar denk je aan? Genetics Wat is genetisch onderzoek?
Nadere informatieErfelijke spastische paraparese
Erfelijke spastische paraparese He althy Ageing: moving to the next generation WAT IS EEN ERFELIJKE SPASTISCHE PARAPARESE? Erfelijke spastische paraparese is feitelijk een groep aandoeningen. Deze aandoeningen
Nadere informatieErfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing bij erfelijke slechthorendheid
Erfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing bij erfelijke slechthorendheid Exoomsequencing is een techniek voor erfelijkheidsonderzoek, die kan worden gebruikt om de oorzaak van erfelijke slechthorendheid
Nadere informatieErfelijkheid. Chirurgie / mammacare. Inhoudsopgave Pagina. Inleiding 2. Indicaties voor erfelijke aanleg 2. Hoe ontstaat erfelijke aanleg 3 BRCA 5
1/6 Chirurgie / mammacare Erfelijkheid Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Indicaties voor erfelijke aanleg 2 Hoe ontstaat erfelijke aanleg 3 BRCA 5 Chek2-gen 5 Erfelijkheidsonderzoek 6 Erfelijke aanleg en
Nadere informatieZiekte van von Hippel-Lindau Neurologische richtlijn hemangioblastoom Algemene informatie von Hippel-Lindau
Disclaimer 1 januari 2015 De Richtlijnen van de afdeling Neurologie Erasmus MC zijn met zorg samengesteld op basis van de stand van de wetenschap ten tijde van het vaststellen van de Richtlijn. Deze Richtlijnen
Nadere informatieGENETISCHE COUNSELING SYLVIA DE NOBELE, GENETISCH COUNSELOR CENTRUM MEDISCHE GENETICA, UZGENT (CMGG) FAPA 19/11/2016
GENETISCHE COUNSELING SYLVIA DE NOBELE, GENETISCH COUNSELOR CENTRUM MEDISCHE GENETICA, UZGENT (CMGG) FAPA 19/11/2016 INHOUD 1. Erfelijke dikkedarmkanker 2. Betrokken genen en overerving 3. DNA, chromosomen
Nadere informatieHoe informeer ik mijn familie bij erfelijke of familiaire aanleg voor kanker?
Hoe informeer ik mijn familie bij erfelijke of familiaire aanleg voor kanker? Brochure voor patiënten en familieleden Inhoud 1. Inleiding 2. Erfelijke en familiaire kanker 3. Waarom familie informeren?
Nadere informatieHoofdstuk 1, doelstellingen en algemene inleiding Ziektebeeld
Hoofdstuk 1, doelstellingen en algemene inleiding Dit hoofdstuk bevat de inleiding van dit proefschrift en beschrijft de doelstelling en methoden van het onderzoek. Tevens komen hierin de geschiedenis
Nadere informatieNederlandse samenvatting
136 Melanoom van de huid is kanker die uitgaat van de pigmentcellen in de huid. Melanoom bij twee of meer eerstegraads verwanten of drie tweedegraads verwanten noemen we erfelijk. Als deze vorm van kanker
Nadere informatieZiekte van von Hippel Lindau
Ziekte van von Hippel Lindau Kenmerken De ziekte van von Hippel Lindau (VHL) is een zeldzame erfelijke aandoening die wordt gekenmerkt door goed- of kwaadaardige gezwellen (tumoren) op verschillende plaatsen
Nadere informatieFAP (Familiale adenomateuse polyposis)
FAP (Familiale adenomateuse polyposis) Kenmerken Familiale Adenomateuse Polyposis (FAP) wordt gekenmerkt door het vóórkomen van honderden tot duizenden poliepen in de dikke darm (colon en rectum). De eerste
Nadere informatieHemochromatose (ijzerstapeling) in de familie
Hemochromatose (ijzerstapeling) in de familie Deze brochure is bedoeld als aanvulling op de gesprekken op bij de genetisch consulent en kan hier dus niet voor in de plaats komen. Algemene informatie wordt
Nadere informatieVan gen tot genoom en daarbuiten: recente revoluties in genetisch onderzoek
Van gen tot genoom en daarbuiten: recente revoluties in genetisch onderzoek Anne Herkert, klinisch geneticus Jan Jongbloed, moleculair geneticus Landelijke dag erfelijke hartziekten 29 oktober 2016 Erfelijkheid
Nadere informatieErfelijkheid & kanker. Titia Brouwer Maatschappelijk werker Afdeling Genetica 11 april 2016
Erfelijkheid & kanker Titia Brouwer Maatschappelijk werker Afdeling Genetica 11 april 2016 Erfelijkheidsonderzoek wegwijzer voor de praktijk Historie van de genetica Mendel 1822-1884 DNA, Watson & Crick,
Nadere informatieWanneer is dementie erfelijk? Dr. Harro Seelaar Neuroloog-in-opleiding & arts onderzoeker Alzheimercentrum Erasmus MC 14 april 2018
Wanneer is dementie erfelijk? Dr. Harro Seelaar Neuroloog-in-opleiding & arts onderzoeker Alzheimercentrum Erasmus MC 14 april 2018 Opbouw presentatie Wat is dementie Wat is DNA Wat is erfelijkheid Erfelijkheid
Nadere informatieKanker en genetisch testen
Kanker en genetisch testen Dirk Jan Boerwinkel Freudenthal Instituut voor didactiek van wiskunde en natuurwetenschappen Nascholing Reizende DNA labs als voorbereiding voor het examen 4 november 2011 Definitie
Nadere informatieMammacarcinoom en erfelijkheid. Dr. Marleen Kets, klinisch geneticus Afdeling genetica UMC St Radboud
Mammacarcinoom en erfelijkheid Dr. Marleen Kets, klinisch geneticus Afdeling genetica UMC St Radboud Mammacarcinoom Life time risk 12-13% Meest voorkomende kanker bij vrouwen Circa 20% hiervan heeft een
Nadere informatieDominante Overerving. Informatie voor patiënten en hun familie. Illustraties: Rebecca J Kent www.rebeccajkent.com rebecca@rebeccajkent.
12 Dominante Overerving Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital en Londen Genetic Knowledge Park, aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door
Nadere informatieZit t nou in de familie of in de genen?
Zit t nou in de familie of in de genen? klinisch genetische introductie 3 e congres werkgroep erfelijke borst- en eierstokkanker BVN Nieuwegein,18 april 2009 Dr. Jan C. Oosterwijk klinisch geneticus, UMCGroningen
Nadere informatieInformatie over Exoom sequencing
Informatie over Exoom sequencing Exoom sequencing is een nieuwe techniek voor erfelijkheidsonderzoek. In deze folder vindt u informatie over dit onderzoek. De volgende onderwerpen komen aan bod: Om de
Nadere informatiePromotor: Prof. dr. E.J. Kuipers Prof. dr. E.W. Steyerberg. Co-promotors: Dr. W.N.M. Dinjes Dr. M.E. van Leerdam Dr. A. Wagner
Samenvatting van het proefschrift Celine H.M. Leenen Diagnostic strategies for early Lynch syndrome detection Promotiedatum: 28 januari 2015 Universiteit: Erasmus Universiteit Rotterdam Promotor: Prof.
Nadere informatieOnderzoeksgroep Neurodegeneratieve Hersenziekten
WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE ROL VAN GENETICA IN JONGDEMENTIE: FAMILIES, MUTATIES EN GENETISCHE TESTEN. Christine Van Broeckhoven Neurodegeneratieve Hersenziekten Groep, Department Moleculaire Genetica,
Nadere informatieFamily cancer syndroms and cancer risk. Martine Folsche, verpleegkundig specialist Erasmus MC Kanker Instituut
Family cancer syndroms and cancer risk Martine Folsche, verpleegkundig specialist Erasmus MC Kanker Instituut Disclosure belangen Potentiele belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relatie
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING INTRODUCTIE
Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING INTRODUCTIE Dementie komt veel voor, met name op oudere leeftijd. Dementie is een term die wordt gebruikt wanneer hersenfuncties zodanig zijn aangetast
Nadere informatie(MAP) Informatie over het ziektebeeld
MUTYH-geassocieerde polyposis (MAP) Informatie over het ziektebeeld Wat is MAP? Polyposis coli is een erfelijke aandoening die wordt D gekenmerkt door de ontwikkeling van poliepen in de dikke darm. De
Nadere informatieRecessieve Overerving
12 Recessieve Overerving Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital en Londen Genetic Knowledge Park, aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door
Nadere informatieChapter 10. Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Hereditair Nonpolyposis Colorectaal Carcinoom, afgekort als (HNPCC), ook wel Lynch syndroom genoemd, is een autosomaal dominante erfelijke aandoening met een hoge penetrantie (80-85%),
Nadere informatieSamenvatting van dr. J.J. Koornstra (maag-darm-leverarts) en prof. dr. R.M.W.Hofstra
Medische Publieksacademie UMCG Thema: Dikkedarmkanker Samenvatting van dr. J.J. Koornstra (maag-darm-leverarts) en prof. dr. R.M.W.Hofstra (moleculair geneticus). Dikkedarmkanker is één van de meest voorkomende
Nadere informatieHartziekten door PLN mutatie Wat is de rol van de cardioloog
Hartziekten door PLN mutatie Wat is de rol van de cardioloog Patiëntendag PLN vereniging Paul van Haelst, cardioloog Antonius Ziekenhuis Sneek Erfelijke hartziekten Welke hartziekten kunnen erfelijk zijn?
Nadere informatieM.J.A. Alleman, MDL arts 22 december 2009
M.J.A. Alleman, MDL arts 22 december 2009 1 3 1 4 5 2 Risico ColoRectaalCarcinoom 6 7 3 Terminologie Syndroom van Lynch (HNPCC) Vermoedelijk syndroom van Lynch Familiaire darmkanker Sporadische darmkanker
Nadere informatieKanker en Erfelijkheid
Kanker en Erfelijkheid Em. Prof. dr. Joep Geraedts Gezondheidsuniversiteit Maastricht 3 december 2014 Borstkanker Kans op borstkanker afhankelijk van leeftijd waarop puberteit begint Jaarlijks bij ongeveer
Nadere informatieSnelle mutatiescreening bij borstkanker. Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht
Snelle mutatiescreening bij borstkanker Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht Erfelijke borstkanker Tenminste 5% van de patiënten met mammacarcinoom Dominante overerving Oorzaak:
Nadere informatieX-gebonden Overerving
12 http://www.nki.nl/ Afdeling Genetica van het Universitair Medisch Centrum Groningen http://www.umcgenetica.nl/ X-gebonden Overerving Afdeling Klinische Genetica van het Leids Universitair Medisch Centrum
Nadere informatieKenmerken Overervingspatroon: Autosomaal dominant, penetrantie vrijwel 100%
6. PTEN Hamartoom Tumor Syndroom (PHTS) Voorheen Cowden syndroom en Bannayan-Riley-Ruvalcaba syndroom (BRRS) Richtlijn 2015 Diagnostische criteria Vaststelling van een mutatie in het PTEN-gen Daarnaast
Nadere informatieBRCA dragerschap bij mannen
BRCA dragerschap bij mannen Nieuwegein 10 april 2010 Senno Verhoef Polikliniek Familiare T umoren NKI-AVL Vandaag Introductie, BRCA1 en BRCA2 Gezondheidsaspecten Psychologische aspecten (Dani ela Hahn)
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Dilaterende Cardiomyopathie Een dilaterende cardiomyopathie (DCM) is een aandoening waarbij de hartspier is verwijd. Dit gaat doorgaans gepaard met het dunner worden van de hartspier. DCM kan veel verschillende
Nadere informatieNLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts
www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NLRP12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NLRP12 gerelateerde terugkerende koorts
Nadere informatieIs een bipolaire stoornis erfelijk?
Kenniscentrum Bipolaire Stoornissen p/a Dimence Postbus 398 7600 AJ Almelo www.kenbis.nl Vragen over erfelijkheid bij de bipolaire stoornis Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat een combinatie van erfelijke
Nadere informatieFTD lotgenotendag 10 januari Congres Vancouver oktober 2014 Vervolg
FTD lotgenotendag 10 januari 2015 Congres Vancouver 23-25 oktober 2014 Vervolg Overzicht presentatie Even voorstellen Korte achtergrond FTD FTD congres Biomarkers Achtergrond overerving Behandelingen Ander
Nadere informatieFamiliaire Adenomateuze Polyposis (FAP) Informatie over het ziektebeeld
Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP) Informatie over het ziektebeeld Wat is FAP? Familiaire adenomateuze polyposis (FAP) is een erfelijke ziekte die zich kenmerkt door het ontstaan van honderden poliepen
Nadere informatieErfelijkheid en Dystonie
Erfelijkheid en Dystonie Nederlandse Vereniging van Dystoniepatiënten Deze folder werd mede mogelijk gemaakt door: Wat is genetica? Genetica is de leer van de overdracht van erfelijke informatie op het
Nadere informatieLaboratoria Nieuwsbrief December 2015 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium
Laboratoria Nieuwsbrief December 2015 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium In dit nummer: - Laboratorium aanvraagformulier huisartsen - Mededeling referentiewaarden
Nadere informatieTumoren en erfelijkheid. prof. dr. Bruce Poppe. Centrum voor Medische GeneIca Diensthoofd Prof. dr. A. De Paepe Universitair Ziekenhuis Gent
oncologisch congres AZ Sint Jan Verpleegkundigen in de oncologie: hou jezelf up to date! Tumoren en erfelijkheid prof. dr. Bruce Poppe Centrum voor Medische GeneIca Diensthoofd Prof. dr. A. De Paepe Universitair
Nadere informatieWetenschappelijk onderzoek Lewy body dementie
Wetenschappelijk onderzoek Lewy body dementie Wetenschappelijke artikelen 600 500 400 300 200 216 198 232 265 270 257 301 346 341 333 326 362 422 437 429 487 504 100 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Nadere informatieWat is een genetische test?
12 Wat is een genetische test? Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital en Londen Genetic Knowledge Park, aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald
Nadere informatieMitochondriële ziekten
Mitochondriële ziekten Erfelijkheid NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de mitochondriële
Nadere informatieKinderwens spreekuur Volendam
Kinderwens spreekuur Volendam Voor wie is deze folder? Deze folder is voor mensen afkomstig uit Volendam met kinderwens. Wat is het kinderwens spreekuur? Het spreekuur is een samenwerking tussen de afdelingen
Nadere informatieKinderneurologie.eu. Het Li-Fraumeni syndroom.
Het Li-Fraumeni syndroom Wat is het Li-Fraumeni syndroom? Het Li-Fraumeni syndroom is een erfelijke aangeboren aandoening waardoor kinderen en volwassen een verhoogde kans hebben om verschillende vormen
Nadere informatieIdiopathisch ventrikelfibrilleren
Idiopathisch ventrikelfibrilleren Ventrikelfibrilleren (VF) is een ernstige hartritmestoornis waarbij de hartkamers onsamenhangend samentrekken. Hierdoor wordt geen bloed meer door het lichaam gepompt,
Nadere informatieDuchenne/Becker spierdystrofie in de familie, zijn. vrouwen getest met behulp van DNA onderzoek?
Duchenne/Becker spierdystrofie in de familie, zijn vrouwen getest met behulp van DNA onderzoek? Paula Helderman-van den Enden, klinisch geneticus, Leiden en Maastricht Inleiding: In het kader van mijn
Nadere informatieSTICHTING OPSPORING FAMILIAIRE HYPERCHOLESTEROLEMIE (StOEH) BEVOLKINGSONDERZOEK ERFELIJK VERHOOGD CHOLESTEROLGEHALTE IN FAMILIES
STICHTING OPSPORING FAMILIAIRE HYPERCHOLESTEROLEMIE (StOEH) BEVOLKINGSONDERZOEK ERFELIJK VERHOOGD CHOLESTEROLGEHALTE IN FAMILIES De StOEH heeft ten doel personen met deze Familiaire Hypercholesterolemie
Nadere informatieInformatiebrief voor de patiënt
Informatiebrief voor de patiënt Informatiebrief over de studie naar Geachte mevrouw / mijnheer, Uw arts vermoedt dat u de ziekte sinustrombose heeft. Op dit moment wordt er wetenschappelijk onderzoek gedaan
Nadere informatieKenmerken Overervingspatroon: Autosomaal dominant, penetrantie vrijwel 100% Prevalentie: 1% van alle gevallen van colorectaal carcinoom (CRC)
10. Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP) APC-geassocieerde Adenomateuze Polyposis Richtlijn 2015 Diagnostische criteria Vaststelling van een mutatie in het APC-gen Op klinische gronden kunnen twee typen
Nadere informatieFamiliaire Adenomateuze Polyposis (FAP) Informatie over het ziektebeeld
Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP) Informatie over het ziektebeeld Wat is FAP? Familiaire adenomateuze polyposis (FAP) is een erfelijke ziekte die zich kenmerkt door het ontstaan van honderden poliepen
Nadere informatiete onderscheiden valt van FSHD (FSHD2). Omdat deze patiënten echter meer dan 10 D4Z4 repeats hebben kon eerder de diagnose van FSHD in een DNA test
SAMENVATTING Facioscapulohumerale spierdystrofie (FSHD) is een erfelijke spierziekte die wordt gekenmerkt door verzwakking van de aangezichtspieren (facio), de spieren rond de schouderbladen (scapulo)
Nadere informatie5.2Diagnostiek Laboratoriumonderzoek Diagnostische tests Diagnostische tests (tekst 2008, update in 2014)
1219 1220 1221 1222 1223 1224 1225 1226 1227 1228 1229 1230 1231 1232 1233 1234 1235 1236 1237 1238 1239 1240 1241 1242 1243 1244 1245 1246 1247 1248 1249 1250 1251 1252 1253 1254 1255 1256 1257 1258 1259
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Hypertrofische Cardiomyopathie Een hypertrofische cardiomyopathie (HCM) is een erfelijke aandoening waarbij de hartspier, met name het tussenschot tussen de hartkamers, is verdikt. Een verdikking van de
Nadere informatieVoorkomende nierziekte waarbij een deel van patiënten een erfelijke vorm hebben: - nefrotisch syndroom
Diagnostiek en advies inzake erfelijkheid bij erfelijke nierziekte Elena Levtchenko kinderarts-nefroloog 4 November 2006 Mogelijke situaties Voorkomende nierziekte waarbij een deel van patiënten een erfelijke
Nadere informatieMARKEN, verhoogd risico op borstkanker
MARKEN, verhoogd risico op borstkanker Uitwerking van de voorlichtingsavond dd 5-10-2011 in de Patmoskerk, Marken Mw R. Kaas oud-screeningsarts en genealoog, Mw I Kluijt klinisch geneticus Bij de inwoners
Nadere informatieKlinische Genetica. Autosomaal dominante overerving
Klinische Genetica Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica U bent (of uw kind is) doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de eerste afspraak legt een klinisch geneticus
Nadere informatieEen familieanamnese afnemen. Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project.
Een familieanamnese afnemen Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project. This project has been co-funded by the European Union under the Erasmus+ programme. The material in
Nadere informatieSamenvatting 95 SAMENVATTING
Samenvatting Samenvatting 95 SAMENVATTING Tijdens de ontwikkeling en groei van een solide tumor, staan de tumorcellen bloot aan een gebrek aan zuurstof (hypoxie). Dit is het gevolg van de snelle groei
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Non-compactie Cardiomyopathie Een non-compactie cardiomyopathie (NCCM) is een aandoening waarbij er diepe groeven in de hartspier zitten. NCCM kan het enige verschijnsel zijn, maar kan ook worden gevonden
Nadere informatieBorstkanker en Erfelijkheid
Borstkanker en Erfelijkheid Algemeen In Nederland wordt per ar bij ongeveer 10.000 vrouwen borstkanker vastgesteld. Het is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen: in Nederland krijgt 1 op de
Nadere informatieInformatiebrief D-dimer and AP-FXIII in CVT studie, versie 1.2 3 november 2011. D-dimer en AP-FXIII in de diagnostiek van sinustrombose
Informatiebrief voor de patiënt in tweede instantie Informatiebrief over de studie naar Geachte mevrouw / mijnheer, Op het moment dat u deze brief leest bent u herstellende van klachten waarvoor u werd
Nadere informatie2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington
2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen
Nadere informatieFiguur 1: schematische weergave van een cel
Inleiding De titel van het proefschrift is Preventing the transmission of mitochondrial diseases. Dat wil zeggen: het tegengaan dat mitochondriële ziekten worden doorgegeven aan het nageslacht. Mitochondriën
Nadere informatieKlinische Genetica. Erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting
Klinische Genetica Erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting Klinische Genetica Inhoud Inleiding 3 Een verzoek om erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting 3 Wachten op de uitslag 3 Kosten 4 Het doel van
Nadere informatieSamenvatting van de richtlijn erfelijke darmkanker, revisie
Samenvatting van de richtlijn erfelijke darmkanker, revisie WKO 3 sept Uitgangspunt richtlijn Welke aanbevelingen over genetische counseling en diagnostiek, preventie, surveillance, behandeling voor mensen
Nadere informatie