Kennis en Innovatie Foto 2014 Derde voortgangsrapportage over de Kennis en Innovatie Agenda

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kennis en Innovatie Foto 2014 Derde voortgangsrapportage over de Kennis en Innovatie Agenda 2011-2020"

Transcriptie

1 Kennis en Innovatie Foto 2014 Derde voortgangsrapportage over de Kennis en Innovatie Agenda 2011-

2 Colofon KIA-bestuur Wiebe Draijer (voorzitter) Rein Willems Hans Clevers Freddy Weima Walter Dresscher KIA-secretariaat Patrick Banis (projectleider) Seth Hielema Opmaak: Twigt GrafiMedia Drukwerk: CAOP Februari 2014, Den Haag

3 Kennis en Innovatie Foto Kia-partners L A K S landelijk aktie komitee scholieren

4 4 Kennis en Innovatie Foto 2014 Indicatoren overzicht 2014 Onderwijs 1 Publieke onderwijsinvesteringen 2 Private onderwijsinvesteringen 3 Instroom universitaire lerarenopleiding 4 Instroom eerstegraads hbo lerarenopleiding 5 Aandeel afgestudeerde leraren dat in onderwijs werkt 6 Inschrijving lerarenregister 7 Deskundigheidsbevordering 8 Bevoegdheid 9 Openstaande en moeilijk vervulbare vacatures 10 Deelname VVE 11 Prestatie van basisschoolleerlingen 12 Zeer zwakke basisscholen 13 Prestatie middelbare scholieren 14 Uitstroom met bètaprofiel 15 Zeer zwakke scholen 16 Schoolverlaters zonder startkwalificatie 17 Doorstroom mbo-hbo 18 Snelheid waarmee mbo-afgestudeerden een baan vinden 19 Snelheid waarmee hbo-afgestudeerden een baan vinden 20 Aantal studenten per docent hbo 21 Aantal studenten per docent wo 22 Deelname aan excellentieprogramma s 23 Buitenlandstudie Nederlandse studenten 24 Buitenlandse studenten in Nederland 25 Hoger opgeleiden in de beroepsbevolking 26 Training of onderwijs 27 Cursussen, privélessen en workshops Onderzoek 28 Publieke onderzoeksinvesteringen 29 Wetenschappelijke productie per onderzoeker 30 Impactscore van wetenschappelijke artikelen 31 Universiteiten in Leiden ranking 32 Universiteiten in Shanghai ranking 33 Universiteiten in THES ranking 34 Focus en massa in wetenschappelijk onderzoek 35 Private R&D door buitenlandse bedrijven 36 Privaat gefinancierd publiek onderzoek 37 Publieke-private co-publicaties 38 Publiek-private bijdrage samenwerkingsprogramma s 39 Tweede geldstroom onderzoek met cofinanciering 40 Private middelen voor onderzoek hogescholen 41 Europese octrooien 42 Wereldwijde octrooien op koers aandacht vereist niet op koers Innovatief ondernemen 43 Private onderzoeksinvesteringen 44 Afgestuurde bètatechnici op hbo en universiteit 45 Aantal onderzoekers 46 Aantal kenniswerkers 47 Toegang tot breedband internet 48 ICT specialisten binnen bedrijven 49 Samenwerking mkb met kennisinstellingen 50 Samenwerking mkb met leveranciers 51 Samenwerking mkb met klanten 52 Samenwerking mkb met concurrenten 53 Bereik SIA/RAAK 54 Houding t.o.v. ondernemerschap 55 Startende ondernemers 56 Starters met nieuwe technologiën 57 Snelle groeiers 58 Technologische innovatie in industrie en diensten 59 Marketing en organisatie innovatie in industrie en diensten 60 Nieuwe handelsmerken

5 Kennis en Innovatie Foto Samenvatting Kennis en Innovatie Foto 2014 Voor u ligt de Kennis en Innovatie Foto Deze is de derde voortgangsrapportage van de in juni 2010 verschenen Kennis en Innovatie Agenda (KIA). De KIA geeft aan wat de komende jaren nodig is om Nederland weer in de top van kennissamenlevingen te krijgen. Deze agenda is ambitieus, maar haalbaar en breed gedragen: zij kan bogen op de steun van een brede coalitie van bijna dertig organisaties uit de kenniswereld en het bedrijfsleven. Gezamenlijk hebben die organisaties doelen gesteld op het terrein van onderwijs, onderzoek en innovatief ondernemen. Deze is een momentopname van de Nederlandse kennissamenleving en meet in hoeverre Nederland op koers ligt bij de uitvoering van de KIA. Dit gebeurt door aan zestig indicatoren een kleur toe te kennen: rood waar we de in de KIA gestelde doelen dreigen te missen, oranje waar extra inzet noodzakelijk is om het doel te halen en groen waar we goed op koers liggen. Onderwijs In het onderwijs wordt het fundament gelegd voor een sterke kennissamenleving. Een topprestatie op het gebied van kennis en innovatie begint met goed onderwijs. De KIA-coalitie heeft dit belang bij het opstellen van de agenda onderkend en bijna de helft van de indicatoren (27 van de zestig) hebben betrekking op onderwijs. De uitkomsten laten zien dat, net als in de vorige, tien indicatoren een groene kleur krijgen. Dit betekent geen voortuitgang ten opzichte van 2012 en nog veel ontwikkelingsmogelijkheden op verschillende terreinen. Ten opzichte van de vorige laten de onderwijsinvesteringen wel vooruitgang zien. Zowel de publieke uitgaven als de private uitgaven zijn verbeterd. Dit geldt echter ook voor andere landen en internationaal vergeleken zit Nederland voor de publieke uitgaven zo rond het EUgemiddelde. Voor de private uitgaven zit Nederland daar ruim boven. De indicatoren laten zien dat de beschikbaarheid van onderwijspersoneel op dit moment voldoet aan de vraag van de schoolbesturen, want het aantal openstaande vacatures is laag. Daarentegen worden in het primair en secundair onderwijs de klassen weer groter en daarnaast worden nog steeds veel lessen gegeven door onbevoegde docenten. Wanneer de komende jaren de economie weer aantrekt en tegelijkertijd de uitstroom door de vergrijzing toeneemt, is de kans groot dat er nieuwe tekorten aan docenten ontstaan en het aantal vacatures weer toeneemt. Positief is dat de kwaliteit van het onderwijspersoneel wel steeds meer aandacht krijgt en de indicatoren verbeteringen laten zien, bijvoorbeeld in een toename van na- en bijscholing en het informele leren van docenten. Na eerdere prestatieafspraken tussen kabinet en werkgeversorganisaties in het onderwijs is in het onlangs gesloten Nationaal Onderwijsakkoord afgesproken dat docenten zich vanaf 2017 verplicht moeten hebben geregistreerd. Daarnaast mogen alleen nog vanwege lesuitval onbevoegde docenten tijdelijk worden ingezet. Extra maatregelen om de kwaliteit verder te verbeteren.

6 6 Kennis en Innovatie Foto 2014 In het funderend onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs stemmen met name de daling in het aantal voortijdig schoolverlaters en de daling in het aantal zeer zwakke scholen positief. Daar staat tegenover dat ook het aantal excellente scholen aan het dalen is en dat vanuit het mbo de doorstroom naar het hbo verminderd. Eenzelfde beeld komt voor uit de leerlingenprestaties, met weinig zwakke leerlingen maar ook weinig excellente leerlingen. De ambitie is dat de prestaties van Nederlandse leerlingen op de vakken leesvaardigheid, wiskunde en natuurkunde bij de top 5 gaan behoren. Het afgelopen jaar zijn er nieuwe resultaten uitgekomen voor het primair en voortgezet onderwijs en voor beide sectoren geldt dat de scores ongeveer gelijk zijn aan een aantal jaren terug. Voor beide sectoren geldt daarnaast dat de verschillen tussen zwakke en sterke leerlingen in Nederland klein zijn en dat de zwakke leerlingen internationaal goed scoren, maar dat de sterke leerlingen internationaal slecht scoren. Verschil tussen het primair onderwijs en voortgezet onderwijs is er in de positie op de internationale ranglijsten. In het voortgezet onderwijs is deze positie ongeveer gelijk gebleven (behoud subtop), maar in het primair onderwijs is de positie verder verslechterd (uit de top 10). Andere landen hebben in het primair onderwijs de afgelopen jaren vaak wel de scores kunnen verbeteren, waardoor Nederland gedaald is op de ranglijst. Het kabinet heeft met vrijwel alle hogescholen en universiteiten prestatieafspraken gemaakt. Naast een onderzoekgedeelte hebben deze prestatieafspraken ook betrekking op de kwaliteit en de profilering van het onderwijs en richten ze zich onder andere op het aantal studenten per docent en het aantal excellentietrajecten. Ook de internationalisering komt aan bod. Nadat in de vorige leek dat het aantal studenten per docent weer aan het stijgen was, laten recente cijfers toch weer een daling zien. Een mooi resultaat gezien de economisch moeilijke tijden waarin Nederland zich bevindt. Ook het aantal excellentietrajecten lijkt te zijn verbeterd ten opzichte van de vorige en de ambities voor meer excellentietrajecten de komende jaren stemmen positief. Dat geldt overigens nog niet voor het aantal Nederlandse studenten dat een gedeelte van de opleiding in het buitenland volgt, waar we nog ver van de KIA-doelstelling verwijderd zijn. De deelname aan postinitiële scholing wordt steeds belangrijker vanwege globalisering en technologische ontwikkeling en ook vanwege de demografische ontwikkelingen. Het op peil houden van kennis en vaardigheden is van groot belang voor de kennissamenleving, maar de uitkomsten van de internationale vergelijking laten zien dat het aantal volwassenen dat participeert in onderwijs en training in Nederland al een aantal jaren geen groei meer laat zien. We zitten internationaal vergelijken nog steeds op een hoog niveau, wat ook maar weer blijkt uit de erg positieve resultaten van het PIAAC-onderzoek naar kernvaardigheden van volwassenen, maar dit hoge niveau staat wel onder druk. Concurrerende landen hebben namelijk de afgelopen jaren wel een groei laten zien. Onderzoek Nederlands wetenschappelijk onderzoek behoort tot de wereldtop en moet daar blijven. Dat trekt talentvolle buitenlandse wetenschappers, is nodig voor goed hoger onderwijs en creëert een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor innoverende bedrijven. Net als in de vorige zijn de resultaten voor de onderzoeksector ook in deze goed. Internationaal gezien zijn Nederlandse onderzoekers zeer productief en hebben hun publicaties een grote impact. Qua productie staat Nederland op een tweede plaats vergeleken met zeventien referentielanden en qua impact moet Nederland alleen Zwitserland en Denemarken voor zich dulden. Ook op de internationale universitaire rankings doen de Nederlandse universiteiten het goed. Wat opvalt, is dat Nederland het met name erg goed doet in de breedte met volgens de Times Higher Education Ranking inmiddels zelfs acht universiteiten in de top 100, maar geen universiteit in de top 50. Nederland is voor het buitenland aantrekkelijk om onderzoek te doen en het aandeel private R&D door buitenlandse bedrijven is weer verder gestegen.

7 Kennis en Innovatie Foto Uitstekende resultaten, maar er zijn ook terreinen waarop het niet goed gaat of waarop Nederland stilstand vertoont en gemiddeld scoort. In de eerste plaats liggen de Nederlandse publieke onderzoeksinvesteringen, ondanks een stijging, rond het Europees gemiddelde. Daarnaast zijn prioriteiten in het onderzoeksbeleid, namelijk meer focus en meer publiek-private samenwerking nog niet terug te zien in de internationaal vergelijkbare cijfers (deze cijfers vergelijken tot het jaar 2012). Met betrekking tot meer focus in onderzoek laat de output van wetenschappelijk onderzoek alleen voor de topsectoren Energie, Water en Chemie een stijging zien en voor de andere topsectoren zelfs een (sterke) daling. Ook het percentage publiekprivate co-publicaties is afgenomen en het aandeel privaat gefinancieerd publiek onderzoek blijft op eenzelfde niveau. Verder is het op dit moment allesbehalve zeker dat de afname van FES-middelen voor publiek-private samenwerkingsprogramma s wordt gecompenseerd door een toename van middelen uit andere bronnen. Een belangrijke indicator voor het meten van innovatie-output is het aantal patenten dat een land aanvraagt. Als we kijken naar de ontwikkeling van de octrooien in een periode van 2001 tot 2010 dan kent Nederland een lichte daling (van 250 naar ongeveer 200 per miljoen van de bevolking), terwijl binnen de EU de landen die hoger scoren dan Nederland over het algemeen wel een groei laten zien. Innovatief ondernemen Uiteindelijk is het in de toepassing van kennis in aantrekkelijke producten en diensten dat wij er iets van merken. Daarbij kan het zowel gaan om technologische vernieuwingen, nieuwe distributiewijzen en diensten als om sociale innovatie, nieuwe werkvormen en veranderingen in de organisatie. De KIA kijkt naar ondernemerschap, voldoende innovatoren, de omzet uit innovatieve producten en de daarvoor benodigde private investeringen in R&D. Goed nieuws is dat deze private investeringen toenemen. We zijn nog ver verwijderd van de doelstelling voor, maar er lijkt wel sprake van een positieve trendbreuk. Het onderdeel dat er voor Nederland verder positief uitspringt, is het ondernemerschap. Ten opzichte van vorig jaar is er weer vooruitgang geboekt en alle onderliggende indicatoren zijn groen gekleurd. Nederlanders hebben een positieve houding ten opzichte van ondernemers en het percentage startende ondernemers is verder gestegen naar het inmiddels internationaal vergeleken hoge percentage van meer dan 10% van de beroepsbevolking. Overigens is het percentage Nederlanders dat het liefst voor zichzelf werkt in dezelfde periode gedaald en het lijkt er dus op dat vanwege de crisis ook meer werknemers uit noodzaak een eigen onderneming starten. Daarnaast wordt de groei in het aantal starters met name veroorzaakt door een toename in het aantal zzp ers, wat ook wel blijkt uit de groeiverwachtingen van deze starters, die lager is dan het Europees gemiddelde. Voldoende ondernemerschap en ook een toename in het aantal innovatoren. Zo zijn de aantallen bètatechnici en onderzoekers verder toegenomen. Overigens zitten we internationaal vergeleken voor beide op een nog erg laag aantal. Dat geldt niet voor het aantal kenniswerkers in de Nederlandse economie, waar we nog een subtoppositie innemen, die we dreigen kwijt te raken. Meer R&D-middelen, meer innovatoren en meer ondernemerschap, maar de omzet uit innovatieve producten en diensten valt tegen. Het zijn juist deze indicatoren waarop goed presterende landen als Duitsland en Finland hoog scoren. Het omzetaandeel uit technologische nieuwe en sterk verbeterde producten in de industriesector bedroeg voor Nederland in 2010 slechts 15% (een zeventiende plaats in Europa) terwijl Duitsland een omzetaandeel had van meer dan 25%. Voor de dienstensector neemt Nederland een iets betere positie in met een tiende plaats, een gemiddelde score in Europa. Hetzelfde gemiddelde niveau geldt voor de niet-technologische innovatie.

8 8 Kennis en Innovatie Foto 2014 Aan de slag voor alle seinen op groen Vergeleken met de vorige laat de KIA 2014 een vergelijkbaar beeld zien. Waar de vorige een aantal stappen in de goede richting liet zien, heeft Nederland die ontwikkeling niet kunnen doorzetten richting de ambitie van een toppositie in. In het kort komt dat hier op neer: de prestaties zijn goed, maar de ambitie ligt hoger en de voortgang is zichtbaar, maar de concurrentie staat niet stil. Als gevolg hiervan zijn veel indicatoren op hetzelfde niveau gebleven. Nederland blijft goed scoren in de breedte: minder zwakke leerlingen, goede scholen en universiteiten. Aan de andere kant kent ons land te weinig prestaties van hoge kwaliteit. De onderwijsinvesteringen en de onderzoeksinvesteringen zijn wel toegenomen. Om in alle 60 seinen op groen te hebben, is nog een weg te gaan. Toch heeft Nederland veel goed werk verzet om naar de hoge ambitie te streven. De voortgang is weerbarstig en op sommige terreinen zijn breuklijnen ontstaan, zoals op het gebied van de kwaliteit, die de aandacht vragen. Internationale ontwikkelingen staan niet stil en in de globale open economie moet Nederland eenvoudigweg harder aanpakken om de concurrentie bij te houden en het doel van de KIA van een top 5 positie te kunnen realiseren. Het is voor de lange termijn voor ons land nog steeds een cruciale ambitie. Tot slot wil de KIA coalitie zelf ook reflecteren op de effectieve vorm van meten en doelen bepalen. De coalitiepartijen hechten waarde aan hun samenwerking en zullen zich bezinnen op de vorm waarin deze in de komende jaren vormgegeven kan worden.

9 Kennis en Innovatie Foto Inhoudsopgave Samenvatting 5 1. Inleiding Kennis en Innovatie Agenda KIA Leeswijzer De toegelicht Overzicht kleuren indicatoren Onderwijs Onderzoek Innovatief ondernemen Kennis in context De internationale context Relevante ontwikkelingen in Nederland Onderwijs Onderzoek Innovatief ondernemen 34 Bijlagen 37 indicatoren overzicht 39 Indicatorenoverzicht 41 Literatuur 81 Deelnemers KIA- bijeenkomsten 82

10 10 Kennis en Innovatie Foto 2014

11 Kennis en Innovatie Foto Inleiding Voor u ligt de KIA Deze is de derde voortgangsrapportage van de in juni 2010 verschenen Kennis en Innovatie Agenda (KIA). Zij geeft niet alleen inzicht in sterke en zwakke kanten van Nederland als kennissamenleving, maar laat ook zien waar extra inzet van KIA-partijen en overheid nodig is opdat in alle verkeerslichten op groen kunnen staan. Pas wanneer al die seinen op groen staan, behoort Nederland weer tot de top van landen op het terrein van kennis en innovatie de beste waarborg voor het behoud van ons hoge peil van welvaart en welzijn. 1.1 Kennis en Innovatie Agenda De in 2010 verschenen KIA geeft aan wat nodig is om Nederland in de top van kennissamenlevingen te krijgen. Deze agenda is ambitieus, maar haalbaar en breed gedragen: zij kan bogen op de steun van een brede coalitie van bijna dertig organisaties uit de kenniswereld en het bedrijfsleven. Gezamenlijk hebben die organisaties doelen gesteld op het terrein van onderwijs, onderzoek en innovatief ondernemen. Ook hebben zij de maatregelen benoemd die nodig zijn om deze doelen te bereiken. Daarbij gaat het zowel om overheidsmaatregelen als om acties die de KIA-partijen zelf ondernemen. Behalve indicaties van wat nodig is om het Nederlandse kennisinvesteringsniveau op gelijke hoogte te brengen met dat van de best presterende kennis- en innovatielanden, geeft de agenda ook inzicht in de benodigde hervormingen. De KIA-coalitie is gegroeid rond de in 2006 door het eerste Innovatieplatform gelanceerde Kennisinvesteringsagenda ; Nederland het land van talenten! (KIA-IP 2006). Om die uitdagende en wervende agenda heeft zich een brede coalitie gevormd van werkgevers tot en met scholieren die om tafel zitten om de weg naar de toekomst uit te stippelen en gezamenlijk de vinger aan de pols te houden. Met de verkiezingen van 2010 deed zich de gelegenheid voor om de versnelling in te zetten die wij als KIA-coalitie al eerder bepleitten. In dit licht hebben wij de nieuwe tienjarenagenda, de Kennis en Innovatie Agenda 2011-, (KIA 2010) opgesteld. Hierin geeft de KIA-coalitie concreet invulling aan het streven om tot de top van kennissamenlevingen te behoren. In de KIA zijn nieuwe doelen gesteld voor. Uitgangspunt waren en zijn ambitieuze maar haalbare doelen. Waar internationale vergelijking mogelijk was, is gekeken of de top vijf haalbaar was. In enkele gevallen was dit niet mogelijk en is gekozen voor de top tien. Waar alleen Europese vergelijking mogelijk was, is gekeken of de top drie haalbaar was. Op financieel vlak spiegelt de KIA-coalitie Nederland zich aan vijf landen die in de Global Competitiveness Index tot de top behoren: Zwitserland, Singapore, Finland, Duitsland en de VS. 1.2 KIA De KIA is een momentopname van de Nederlandse kennissamenleving en meet in hoeverre Nederland op koers ligt bij de uitvoering van de KIA. De geeft zodoende een beeld van sterke en zwakke kanten van de Nederlandse kennissamenleving. Dit gebeurt door aan zeventien cruciale gebieden van de Nederlandse kennissamenleving een kleur toe te kennen: rood waar we de in de KIA gestelde doelen dreigen te missen, oranje waar extra inzet noodzakelijk is om het doel te halen en groen waar we goed op koers liggen. Deze inkleuring van de is gebaseerd op zestig indicatoren op de terreinen onderwijs,

12 12 Kennis en Innovatie Foto 2014 onderzoek en innovatief ondernemen. Daarbij is steeds op de eerste plaats gekeken hoe de indicatoren zich ontwikkelen. Daarna is telkens de vraag gesteld of er ontwikkelingen zijn die een positiever of negatiever oordeel rechtvaardigen. Een compleet overzicht van de overwegingen bij het toekennen van de kleuren vindt u in bijlage I. De is bedoeld als spiegel voor alle bij de kennissamenleving betrokken partijen. Waar de rood of oranje kleurt, is extra inzet nodig van KIA-partijen en overheid. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 licht de eigenlijke toe. Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van de uitkomsten van de zeventien hoofdindicatoren en het totale beeld ten opzichte van de vorige. Hoofdstuk 3 schetst de belangrijkste ontwikkelingen in binnen- en buitenland die van invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van de indicatoren. Aandacht is er onder andere voor het kabinetsbeleid en de plannen van de KIA-partners. In bijlage I worden de overwegingen bij het toekennen van de kleuren toegelicht. In bijlage II staan de uitkomsten voor de zestig indicatoren op een rij.

13 Kennis en Innovatie Foto De toegelicht 2.1 Overzicht kleuren indicatoren De inkleuring van de KIA- is gebaseerd op zestig indicatoren op de terreinen onderwijs, onderzoek en innovatief ondernemen. Wanneer we kijken naar de kleuren van deze indicatoren, laat de KIA met dit jaar 25 groene indicatoren ongeveer eenzelfde beeld zien als de vorige. Het aantal oranje en rode indicatoren is wel gestegen, maar het verschil is te verklaren doordat deze indicatoren in de vorige geen kleur kregen vanwege verouderde cijfers. Dit neemt niet weg dat er meerdere indicatoren van kleur zijn veranderd, soms positief en soms negatief. Het totaalbeeld is niet verslechterd, maar de Nederlandse kennissamenleving is nog ver verwijderd van de doelstelling voor om alle seinen op groen te hebben. Er zijn nog veel terreinen met mogelijkheden om door te ontwikkelen. Tabel 1: Overzicht kleurstelling indicatoren Kleur indicator KIA 2012 KIA Geen kleur 7 2 De kleuren van de verschillende indicatoren worden bij elkaar opgeteld wat leidt tot een kleur voor de hoofdindicator. Tabel 2 laat zien dat in een aantal gevallen de kleur van de hoofdindicator ook is veranderd ten opzichte van de vorige KIA-. Over de kleurstelling van de financiële indicator Onderwijsinvesteringen is lang gedebatteerd, met name omdat de doelstelling voor, het gemiddelde van de top 5 van kennislanden, niet te berekenen was. Uiteindelijk is gekozen voor een verbetering van rood naar oranje, aangezien de publieke onderwijsinvesteringen ten opzichte van het bbp sterk zijn gestegen in de betreffende periode. Extra aandacht blijft geboden aangezien concurrerende landen in dezelfde periode ook een stijging laten zien. De hoofdindicator Kwaliteit hoger onderwijs verandert ook, van oranje naar groen. Positieve veranderingen in het aantal studenten per docent en de deelname aan excellentieprogramma s hebben voor de kleurverandering gezorgd. De hoofdindicator Duurzame publiek-private samenwerking gaat van groen naar oranje, wat met name veroorzaakt wordt door een daling van privaat gefinancierd onderzoek bij de publieke onderzoeksinstituten en de daling in de middelen voor publiek-private samenwerkingsprogramma s. Positief is dat de private onderzoeksinvesteringen voor het eerst een oranje kleur krijgen. Op basis van nieuwe cijfers over de uitgaven aan R&D door het bedrijfsleven kan gesteld worden dat ook de financiering van R&D is gestegen. In deze krijgt de hoofdindicator Samenwerking mkb, net als in de vorige, geen kleur, omdat de meest recente cijfers te gedateerd zijn. De meest recente cijfers hebben nu wel met terugwerkende kracht voor inkleuring van de vorige gezorgd en deze cijfers zijn niet goed. De cijfers die betrekking hebben op de samenwerking van het mkb met kennisinstellingen, leveranciers, klanten en concurrenten leiden tot een rode kleur voor de hoofdindicator.

14 14 Kennis en Innovatie Foto 2014 Tabel 2: Overzicht hoofdindicatoren Onderwijs Foto 2011 Foto 2012 Foto 2014 Onderwijsinvesteringen Kwaliteit en beschikbaarheid onderwijspersoneel Kwaliteit en bereikbaarheid VVE en primair onderwijs Kwaliteit voortgezet onderwijs Kwaliteit middelbaar beroepsonderwijs Kwaliteit en bereikbaarheid hoger onderwijs Deelname postinitiële scholing Onderzoek Publieke onderzoeksinvesteringen Kwaliteit en doelmatigheid onderzoek Internationale zichtbaarheid kennistoppen Duurzame publiek-private samenwerking Nieuwe toepasbare kennis Innovatief ondernemen Private onderzoeksinvesteringen Kwaliteit omgeving voor innovatie Samenwerking mkb Ondernemerschap Innovativiteit De top vijf in de kenniswereld? In veel van de indicatoren wordt Nederland vergeleken met de top vijf van de wereld. De ambitie om weer mondiaal tot de top vijf van kennissamenlevingen te gaan behoren, is ook door het kabinet en de Tweede Kamer overgenomen. Het is echter niet altijd even duidelijk welke top vijf men precies bedoelt. Er zijn verschillende internationale vergelijkingsranglijsten en Nederland staat op dit moment meestal in de subtop. De KIA heeft destijds gekozen voor de top van de Global Competitiveness Index (GCI) van het World Economic Forum. Op dit moment staat Zwitserland bovenaan in deze lijst, gevolgd door Singapore, Finland, Duitsland en de Verenigde Staten (World Economic Forum 2013). In 2000 stond Nederland in de GCI nog op de derde plaats. Na te zijn afgezakt naar de tiende plaats stond Nederland in de ranglijst over 2012 weer op plaats 5. Inmiddels is Nederland weer afgezakt naar plaats 8. De GCI is een zeer brede index die is samengesteld uit indicatoren die betrekking hebben op kennis en innovatie maar ook op de arbeidsmarkt, transport en gezondheidszorg. De terugval naar plaats 8 in 2013 komt met name door de ontwikkelingen op de financiële markten (van plaats 20 naar plaats 30) en de zorgen over de stabiliteit van de Nederlandse banken. Ook een minder efficiënte arbeidsmarkt (van plaats 17 naar 21) en een iets mindere score op investeringen in innovatie (van plaats 9 naar 10) dragen hieraan bij. Nederland scoort wel goed op de zorg en het primair onderwijs (stijgt zelfs van plaats 5 naar 4 overigens is de hoge score met name te danken aan het lage aantal malariabesmettingen), op het hoger onderwijs (blijft op plaats 6) en op het toepassen van nieuwe technologieën in het bedrijfsleven (van plaats 9 naar 8). Bovendien is de infrastructuur een van de beste in de wereld (met name via de zee en de lucht; eerste en vierde plaats). Enkele indicatoren van de GCI komen ook in de KIA- terug, zoals het internetgebruik en de private uitgaven aan R&D, maar er zijn ook indicatoren in de GCI die ver afstaan van die in de KIA-, zoals georganiseerde misdaad en het aantal malariabesmettingen. Belangrijk

15 Kennis en Innovatie Foto om aan te geven is ook dat de indicatoren van de GCI met name betrekking hebben op de beschikbaarheid (van bijvoorbeeld voldoende leveranciers of technologieën), terwijl de indicatoren van de KIA- vaker betrekking hebben op output. Naast de GCI zijn er andere, meer specifiek op kennis en innovatie gerichte internationale vergelijkingsmaatstaven. De EU hanteert de Innovation Union Scoreboard (IUS). In de laatste editie van 2013 wordt Nederland met tien andere landen gerekend tot de innovation followers. De kopgroep van innovation leaders bevat vier landen: Zweden, Denemarken, Duitsland en Finland. Goed nieuws is dat Nederland wel een sterkere stijging laat zien in de scores dan de meeste andere landen. De acht hoofdindicatoren van de IUS vertonen veel overlap met die in de KIA-, maar met name het aantal indicatoren op het terrein onderwijs is beperkter dan in de KIA-. Nederland scoort in de IUS hoog op de indicator open, excellent and attractive research systems (eerste plaats), maar slecht op firm investments (zestiende plaats) en innovators (elfde plaats) (Europese Commissie 2013). 2.2 Onderwijs In het onderwijs wordt het fundament gelegd voor een sterke kennissamenleving. Iedereen moet via goed onderwijs in staat zijn de eigen talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Scholieren mogen niet teleurgesteld, zonder startkwalificatie, uitvallen. Getalenteerde studenten moeten worden uitgedaagd. Een topprestatie op het gebied van kennis en innovatie begint met onderwijs van hoog niveau. Uit de onderwijsindicatoren blijkt dat het onderwijs wisselend scoort met een aantal zwakke onderdelen maar ook onderdelen waarbij de doelstellingen voor nu al zijn gehaald. Onderwijsinvesteringen De Kennis en Innovatie Agenda geeft aan dat voor het realiseren van de ambitie om weer tot de top van kennis- en innovatielanden te behoren, naast hervormingen, extra onderwijsinvesteringen nodig zijn. De twee indicatoren die de ontwikkeling meten in de onderwijsinvesteringen maken onderscheid in publieke en private investeringen en vergelijken de Nederlandse onderwijsinvesteringen met de top vijf van de GCI. Het meest recente jaar waarvoor een internationale vergelijking kan worden gemaakt, is De indicatoren geven een percentage weer ten opzichte van het bruto binnenlands product. Het percentage voor de publieke uitgaven aan onderwijsinstellingen laat voor 2010 een stijging zien van 4,8% naar 5,4%, goed nieuws dus. Vergeleken met het gemiddelde van de top 5 van de GCI-index is de doelstelling binnen bereik en een groene kleur zou op zijn plaats zijn. Helaas zijn van Duitsland en Singapore de gemiddelden niet bekend, waardoor het gemiddelde van de top 5 misschien vertekend is. Het is dan ook goed om naar andere gemiddelden te kijken, zoals het EU-gemiddelde (5,5%) en het OECD-gemiddelde (5,4%). Geconcludeerd kan worden dat de uitgaven van Nederland zijn gestegen, maar dat we vergeleken met andere landen gemiddeld scoren. Recente CBS-cijfers over de jaren 2011 en 2012 wijzen voor Nederland ook niet op een verdere stijging van het percentage. Verschillen in onderwijsuitgaven aanduiden tussen de onderwijssectoren is lastig, omdat de grootte van de sectoren erg verschilt tussen landen. De meest accurate indicator om de onderwijssectoren toch internationaal te vergelijken, is te kijken naar de uitgaven per student gerelateerd aan het bbp per capita. Nederland scoort in 2010 dan vergeleken met andere landen onder het OECD gemiddelde op het primair onderwijs, boven het OECD-gemiddelde op het secundair onderwijs en gemiddeld op het tertiair onderwijs. Veranderingen over de jaren laten voor Nederland een beeld zien dat ongeveer gelijk is aan het OECD-gemiddelde.

16 16 Kennis en Innovatie Foto 2014 Positief is dat Nederland vergeleken met de EU-landen hoog scoort wanneer het gaat om de private onderwijsuitgaven. Een kanttekening hierbij is dat in de berekening van het percentage voor Nederland ook de gelden zijn opgenomen die bedrijven besteden aan de begeleiding van stagiairs die leren en werken combineren. Daarmee is de internationale vergelijkbaarheid lastig, omdat maar een beperkte groep andere landen dit ook doet. Daarnaast hoeft een toename in de private investeringen niet direct een verbetering te zijn voor de onderwijssector, bijvoorbeeld doordat er een steeds hogere bijdrage van studenten aan het onderwijs wordt verwacht. Een verdere verhoging van de eigen bijdrage, bijvoorbeeld door de afschaffing van de basisbeurs of ov-studentenkaart kan de toegankelijkheid van het hoger onderwijs verder verslechteren. Kwaliteit en beschikbaarheid onderwijspersoneel Voor de kwaliteit van het onderwijs is de beschikbaarheid van voldoende goed gekwalificeerde docenten een belangrijke factor. Vanwege de vergrijzing valt er in het onderwijs de komende jaren een grote uittocht te verwachten van met name eerstegraads docenten. Om deze uitstroom op te vangen, zal de instroom in de eerstegraads lerarenopleidingen verder moeten stijgen. De indicatoren laten zien dat het met de beschikbaarheid van voldoende onderwijspersoneel op dit moment wel goed zit, want het aantal openstaande vacatures is laag. Ook is het aandeel moeilijk vervulbare vacatures in het primair en voortgezet onderwijs inmiddels afgenomen, terwijl de vorige nog hoge percentages liet zien. De arbeidsmarkt in het onderwijs is de afgelopen jaren ruimer geworden. Overigens moeten we hier wel in ogenschouw nemen dat een deel van de vacatures vervuld wordt door onbevoegde docenten. Een belangrijke verklaring voor het feit dat er op dit moment voldoende onderwijspersoneel beschikbaar is, is de laagconjunctuur waarin onze economie zich bevindt. De onderwijssector is conjunctuurgevoelig, met relatief weinig uitstroom en relatief veel instroom tijdens laagconjunctuur. Wanneer de komende jaren de economie weer aantrekt en tegelijkertijd de uitstroom door de vergrijzing toeneemt, is de kans groot dat er nieuwe tekorten gaan ontstaan en het aantal vacatures weer gaat toenemen. Met het oog daarop zal de instroom op de lerarenopleidingen moeten stijgen. De voorlopige cijfers laten zien dat de instroom de afgelopen jaren op ongeveer hetzelfde niveau is gebleven en dat de KIA-doelstellingen voor zonder extra inzet waarschijnlijk niet worden gehaald. Voor het primair onderwijs geldt verder dat door de leerlingendaling en de negatieve financiële ontwikkeling het aantal docenten wordt teruggebracht. De werkgelegenheid is de afgelopen jaren met meer dan fte teruggebracht. Behalve naar de kwantiteit kijken we naar de kwaliteit van het onderwijspersoneel. De tijd die leraren besteden aan deskundigheidsbevordering (het betreft hier formele na- en bijscholing) blijft met ongeveer 3% van de arbeidstijd ver verwijderd van het, ook in cao s vastgelegde, doel van 10%. Positief is wel dat het percentage de afgelopen jaren is gestegen. Dat geldt ook voor het informele leren. Voor leraren gelden sinds een aantal jaren bekwaamheidseisen; de school moet aantonen dat de leraren daadwerkelijk bekwaam zijn en in staat worden gesteld hun bekwaamheid te onderhouden. Er is inmiddels al een ruime meerderheid van het onderwijspersoneel met wie één of meer functionerings- of beoordelingsgesprekken is gevoerd. In bijna al die gesprekken worden vormen van bekwaamheidsonderhoud besproken. Het komt echter niet altijd tot concrete afspraken tussen werkgever en werknemer op dit punt. De na- en bijscholing blijven achter, maar cijfers over het aandeel leraren dat op dit moment een opleiding volgt zijn, mede vanwege de Lerarenbeurs, positiever. In het primair onderwijs gaat het hierbij vaak om de master Special Educational Needs, in het voortgezet onderwijs betreft het meestal een tweede- of eerstegraads lerarenopleiding. De verwachting is dat de afspraken gemaakt in het Nationaal Onderwijsakkoord daar de komende jaren, via het lerarenregister een extra stimulans aan gaan geven.

17 Kennis en Innovatie Foto Kwaliteit en bereikbaarheid VVE en primair onderwijs Behalve naar de doorslaggevende inputfactor van de docent kijken we ook naar de kwaliteit van de verschillende onderwijssectoren. Voor het primair onderwijs zijn het afgelopen jaar internationaal vergelijkbare gegevens beschikbaar gesteld over de prestaties van scholieren. Deze internationale vergelijkingen verschijnen eens in de vijf jaar. De resultaten laten een verslechterd beeld zien voor Nederland. Met name voor rekenen en begrijpend lezen is Nederland gedaald op de internationale ranglijsten. Stond Nederland voor het lezen tien jaar geleden nog op een tweede plaats, inmiddels zijn we teruggezakt naar plaats 13 (er doen nu overigens wel meer landen mee aan de meting). Een analyse van de resultaten laat zien dat de dalende scores tot staan lijkt gebracht en dat de zwakkere leerlingen erg goed scoren in Nederland, maar dat met name de best presterende leerlingen vergeleken met andere landen onderpresteren. Het aantal zeer zwakke scholen is weer verder gedaald. Het aantal zeer zwakke scholen daalt sinds 2010 sterk. Op 1 januari 2010 waren er 96 zeer zwakke scholen, op 1 september 2012 waren dat er nog maar 17, ongeveer een vijfde van de stand in Er is dus sprake van een duidelijke verbetering. Niet alleen het aantal zeer zwakke scholen is gedaald, ook het aantal zwakke scholen neemt af. De daling ligt ten eerste aan het feit dat de sector zelf veel aandacht besteedt aan het voorkomen van zwakke scholen. Daarnaast hanteert de inspectie een meer intensieve wijze van toezicht houden. De inspectie voert na een jaar een tussentijds kwaliteitsonderzoek uit, dat tot bijstelling van het toezichtarrangement kan leiden. Zeer zwakke scholen kunnen dan het arrangement zwak krijgen als daar aanleiding toe is. Er is ook in meerdere regio s met relatief veel zwakke scholen actie ondernomen door provincie en gemeente, vaak gecombineerd met landelijke ondersteuning, om tot kwaliteitsverbetering te komen. De daling is goed nieuws, maar tegenover de daling van het aantal zwakke scholen meet de inspectie ook een daling in het aantal excellente scholen. Kwaliteit voortgezet onderwijs De kwaliteit van het voortgezet onderwijs krijgt, net als in de vorige, een groene kleur, omdat de uitstroom met bètaprofiel verder gestegen is en omdat het aantal zeer zwakke scholen laag is. Dit aantal lijkt overigens de afgelopen jaren niet verder te dalen. Belangrijk voor het bepalen van de kwaliteit van het voortgezet onderwijs zijn natuurlijk ook de uitkomsten van het PISA onderzoek naar leerlingprestaties. Deze uitkomsten vallen niet tegen. De ambitieuze doelstelling om tot de top 5 van de OESO-lidstaten te behoren is voor het vak wiskunde inmiddels bereikt: Nederland bezet nu een vierde plek. Voor natuurwetenschappen geldt dat Nederland nog steeds op de achtste plaats staat en bij leesvaardigheid is Nederland van de zevende naar de tiende plaats gezakt ten opzichte van het vorige PISA-onderzoek. Er is nog extra inzet nodig om de top 5 te bereiken, maar de scores zijn zeker niet slechter geworden. Wanneer de drie lijsten bij elkaar worden genomen, kan geconcludeerd worden dat Nederland niet ver achter de top 5 zit. Landen als Japan, Korea, Finland, Canada en opvallend genoeg Estland en Polen scoren beter. Naast taal- en rekenprestaties zijn ook algemene vorming, burgerschap en aandacht voor praktische vaardigheden van belang om in de samenleving en op de arbeidsmarkt te kunnen participeren. Daarover zijn momenteel echter geen harde gegevens beschikbaar, zodat die niet in de KIA kunnen worden meegenomen. Dit pleit ervoor om indicatoren te ontwikkelen voor de opbrengsten van brede vakken, maar ook voor burgerschapsvorming en aandacht voor vakoverstijgende advanced skills, zoals probleem oplossen, samenwerken, communiceren en ICT-geletterdheid. Goed nieuws is verder dat het aantal voortijdig schoolverlaters in het voortgezet onderwijs verder gedaald is tot 8462 in Dat is in zes jaar bijna een halvering.

18 18 Kennis en Innovatie Foto 2014 Kwaliteit middelbaar beroepsonderwijs Een belangrijke indicator voor de kwaliteit van het middelbaar beroepsonderwijs is het aantal vroegtijdige schoolverlaters. In het mbo is dit aantal dit jaar weer gedaald tot inmiddels terwijl er in 2006 nog meer dan voortijdig schoolverlaters waren. Goed nieuws dus. Voor de kwaliteit van het middelbaar beroepsonderwijs kijken we ook naar de snelheid waarmee afgestudeerden een baan vinden en naar de doorstroom van mbo naar hbo. De doorstroomcijfers laten een verslechterd beeld zien. Het aantal doorstromers blijft ongeveer gelijk over de jaren (rond de ), terwijl het totaal aantal mbo-gediplomeerden elk jaar toeneemt. Hierdoor daalt het percentage en raken we verder verwijderd van de doelstelling. Een aantal voorgenomen beleidsmaatregelen, zoals de verscherping van het toelatingsrecht en het leenstelsel, kunnen tot gevolg hebben dat het percentage nog verder gaat dalen. Een kans om de doorstroming te verbeteren is de invoering van de Associate Degree, een tweejarige opleiding op niveau 5, met de kans om daarna door te stromen naar een volledige hbo-opleiding. De indicator die kijkt naar hoe lang jongeren na hun mbo-opleiding moeten zoeken naar een baan, is nog steeds positief. Het aantal maanden zit nog steeds ver onder de doelstelling voor, maar lijkt wel toe te nemen. Wat overigens niet zo vreemd is gezien de stijging in de werkloosheid in de afgelopen jaren. Ook voor jongeren met een hbo-diploma is het aantal maanden zoeken naar een baan inmiddels aan het toenemen. Risico is het gegeven dat nog steeds veel studenten een mbo-opleiding volgen met weinig arbeidsmarktperspectief. Terwijl er aan de andere kant sectoren zijn waar mensen zitten te springen om nieuwe instroom. Goede voorlichting aan aankomende studenten is essentieel, maar ook betere afspraken tussen het onderwijs en georganiseerde bedrijfsleven over een doelmatig aanbod. De plannen voor het invoeren van een verplichte bijsluiter in het mbo en het Wetsvoorstel macrodoelmatigheid mbo kunnen dit verbeteren. Ook afspraken in het Techniekpact en de ontwikkeling van de Centra voor Innovatief Vakmanschap kunnen hier een bijdrage aan leveren. Kwaliteit en bereikbaarheid hoger onderwijs Deze hoofdindicator krijgt een groene kleur, maar dat betekent niet dat op alle terreinen goed gescoord wordt. De groene kleur is de uitkomst van de optelsom van drie groene indicatoren, drie oranje indicatoren en één rode indicator. Positief is dat de deelname aan het hoger onderwijs blijft groeien tot meer dan 40% in 2012 voor de 25- tot 44-jarigen. Waar het hoger onderwijs in de jaren zestig 5% van de jongeren opleidde, neemt nu bijna de helft van alle jongeren deel aan het hoger onderwijs. De stijging over de afgelopen twee jaar is overigens wel minimaal. Probleem is de daling in de deelname aan deeltijd hoger onderwijs door werkenden. Steeds meer deeltijdopleidingen in het hoger onderwijs worden stopgezet. De toegang tot hoger onderwijs voor 30-plussers in Nederland blijft achter bij landen als Denemarken, Zweden, de VS en het VK. Dit verschil valt niet te verklaren uit het opleidingsniveau in de verschillende landen. In de landen waar de deelname hoger is, is ook het aandeel hoger opgeleiden in de bevolking hoger dan in Nederland. Naast de toegankelijkheid is ook de kwaliteit van het hoger onderwijs van belang. Positief is dat er nu ook prestatieafspraken zijn gemaakt ter bevordering van excellentie. Uit een nieuwe meting blijkt dat het percentage studenten dat een excellentieprogramma volgt inmiddels ongeveer 6% bedraagt. Om beter maatwerk te kunnen leveren moet in het hoger onderwijs ook het aantal studenten per docent omlaag. Nadat in de vorige leek dat het aantal studenten

19 Kennis en Innovatie Foto per docent in het hbo en wo weer aan het stijgen was, laat 2012 toch weer een daling zien in beide onderwijssectoren. Een mooi resultaat gezien de economisch moeilijke tijden waarin Nederland zich bevindt. De andere onderwijssectoren po, vo en mbo laten wel al een aantal jaren een stijging zien in het aantal leerlingen per docent. De daling is overigens nog niet voldoende en de indicator vraagt nog zeker aandacht willen we de doelstelling voor halen. De kwaliteit van het hoger onderwijs is ook af te lezen aan de internationale mobiliteit van de Nederlandse studenten en de aantrekkingskracht van het Nederlandse hoger onderwijs op buitenlandse studenten. Deze laatste neemt toe, want steeds meer buitenlandse studenten weten het Nederlandse hoger onderwijs te vinden. Het percentage Nederlandse afgestudeerden dat een gedeelte van de opleiding in het buitenland heeft gevolgd, blijft sinds meerdere jaren op ongeveer hetzelfde niveau en ver verwijderd van de doelstelling voor. Deze indicator krijgt dan ook een rode kleur. Deelname post initiële scholing Globalisering en technologische ontwikkelingen hebben een verschuiving veroorzaakt in de productie- en werkgelegenheidsstructuur binnen Nederland. In Nederland zijn meer banen in de zakelijke dienstverlening en zorg gecreëerd. Deze verschuiving brengt ook verschuivingen in functies met zich mee en doet een beroep op het aanpassingsvermogen van mensen. Hiervoor is bij-, op- en omscholing steeds belangrijker. Naast het verwerven van (nieuwe) kennis worden sociale en communicatieve vaardigheden ook steeds belangrijker. En doordat de arbeidsmarkt steeds internationaler gericht is en er meer concurrentie is, is het op peil houden van kennis en vaardigheden van essentieel belang. Dit zorgt uiteindelijk tot kennisintensivering, wat inhoudt dat het gevraagde opleidingsniveau voor een functie verder zal toenemen (upgrading). Door upgrading zullen werkenden meer dan voorheen scholing nodig hebben om hun functie goed te kunnen blijven uitoefenen. Dit geldt ook voor werkzoekenden om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Daarnaast spelen demografische ontwikkelingen een rol. De beroepsbevolking veroudert en mensen moeten steeds langer doorwerken. De scholingsdeelname laat zien dat maar weinig ouderen bij- of nascholing volgen. Het aandeel ouderen in de beroepsbevolking neemt toe en zij blijven ook langer doorwerken, waardoor postinitieel onderwijs voor deze groep extra aandacht nodig heeft. Ook is er een toename van flexibelere arbeid. Ondernemingen moeten snel kunnen reageren en zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden en dat vraagt ook een flexibelere inzet van werknemers. De scholingsdeelname laat echter zien dat, net zoals bij ouderen, minder flexwerkers en zzp ers deelnemen aan postinitieel onderwijs. Aangezien flexibilisering van arbeid meer zal toenemen, verdient ook scholing van deze groep aandacht. Bovenstaande redenen geven aan dat het voor iedereen noodzakelijk om zich te blijven bijscholen. Ook de Europese beleidsmakers zien de noodzaak hiervan in. Inmiddels is één van de doelstellingen dat in in heel Europa 15% van de bevolking van 25 tot 65 jaar deelneemt aan enige vorm van opleiding of cursus. De Nederlandse overheid streeft, net als de KIA, naar een hoger aandeel: 20%. Om de Nederlandse prestaties op dit terrein te beoordelen kijken we naar de European Labour Force Survey (ELFS) en de Adult Education Survey (AES). Beide indicatoren hebben echter hun beperkingen. Nadeel van de ELFS is dat deze alleen kijkt naar de training of het onderwijs dat is genoten in de vier weken voor de enquête. Nadeel van de AES is dat deze survey maar eens in de vijf jaar verschijnt.

20 20 Kennis en Innovatie Foto 2014 De AES kijkt naar onderwijs en trainingen gevolgd in de afgelopen twaalf maanden. Het gaat over deelname aan een uiteenlopend spectrum van onderwijs- en leeractiviteiten: van lange reguliere opleidingen tot eendaagse cursussen en informeel leren op de werkplek. Bijna 60% van de respondenten in de AES gaf aan in de afgelopen twaalf maanden onderwijs of training (formeel en informeel) te hebben gevolgd. Nederland staat hiermee op een derde plaats in de EU, na Zweden en Luxemburg. De AES toont positieve cijfers, maar de ELFS laat geen vooruitgang zien ten opzichte van voorgaande jaren. Nederland laat de afgelopen tien jaar ongeveer hetzelfde percentage zien tussen de 16 en 17%. De KIA-doelstelling voor wordt zo niet gehaald. De deelname in Nederland ligt ruim hoger dan die in een aantal belangrijke handelspartners, zoals België, Duitsland en Frankrijk. Daarentegen ligt de deelname duidelijk lager dan in een aantal Noord- Europese landen (Denemarken 31,6%, Noorwegen 29,9%, Finland 26,7%). Deze landen laten ook een veel grotere groei dan Nederland zien over de afgelopen tien jaar. Bij deze cijfers en de kleur van de indicator is wel de nodige nuance te plaatsen. Zo is de Nederlandse afspraak om op termijn 20% te komen een afspraak van voor de crisis. Bovendien geldt in Nederland een langere leerplicht wat de cijfers behoorlijk beïnvloedt. Ook moet rekening worden gehouden met sectorale verschillen, zo is bij het onderwijspersoneel het aantal scholingsdagen in 2012 toegenomen. Aan de andere kant zijn er ook tienduizenden faillissementen en netto honderdduizend meer mensen met een ww-uitkering. Vooral in sectoren met veel post-initiële scholing, zoals bouw en techniek op laag- en middelbaar niveau. Ook is het mkb onvoldoende in de cijfers meegenomen, terwijl daar juist vaak veel post-initiële scholing is. Het leven lang leren verdient dan ook zeker de nodige aandacht, maar de ontwikkeling op dit moment is dat de overheid zich juist meer terugtrekt en aangeeft dat het vooral aan sociale partners is om leven lang leren te stimuleren en te organiseren. Een positieve ontwikkeling is dat de maatregelen rond het sociaal akkoord er toe hebben geleid dat er in de sectorplannen veel sectorale scholingsinitiatieven zijn voorgesteld. Overigens laat het Program for the International Assessment of Adult Competencies (PIAAC) zien dat het niveau en het gebruik van kernvaardigheden van de bevolking van 16- tot 65-jarigen in Nederland erg goed is. Nederland presteert zeer goed in vergelijking met de andere aan het onderzoek deelnemende landen. Wat betreft taalvaardigheden heeft Nederland de op twee na beste gemiddelde score. Alleen Japan en Finland scoren beter. Voor rekenvaardigheden nemen we de gedeelde tweede plek in (samen met Finland, Vlaanderen, Zweden en Noorwegen; hier scoort alleen Japan beter). In alle gevallen zijn de gemiddelde scores voor ons land significant hoger dan het OECD-gemiddelde. De OECD concludeert dat Nederland samen met Japan, Finland, Noorwegen en Zweden een koppositie inneemt. Uit dit onderzoek blijkt echter ook dat in de afgelopen zeventien jaar het percentage laaggeletterden in Nederland is gestegen van 9,4 naar 12% (OECD 2013). 2.3 Onderzoek De Nederlandse onderzoeksector doet het goed. Op kwaliteit en doelmatigheid scoort Nederland uitstekend. Internationaal gezien zijn Nederlandse onderzoekers zeer productief en hebben hun publicaties een grote impact. Met veel universiteiten in de top 100 scoort Nederland in de breedte ook uitstekend. Daarnaast is het aantal octrooien (publiek en privaat) hoog in vergelijking met andere landen, hoewel er inmiddels wel sprake lijkt van een lichte daling. Ook met betrekking tot de bijdrage van het bedrijfsleven aan de Nederlandse onderzoeksector scoort Nederland goed, hoewel het aantal publiek-private co-publicaties tegenvalt en al jaren

21 Kennis en Innovatie Foto geen stijging laat zien. Al met al uitstekende cijfers, maar de ontwikkelingen in een aantal indicatoren laten zien dat waakzaamheid is geboden en de publieke onderzoeksinvesteringen krijgen, net als in de vorige, nog steeds een rode kleur. Op onderdelen is sprake van bezuinigingen, waarbij zeker die op het toegepaste onderzoek (TO2-instellingen) stevig zijn. Publieke onderzoeksinvesteringen Deze indicator heeft betrekking op het eerder omarmde, Europees vastgestelde (Lissabon) streven om 1% van het bbp aan publiek onderzoek te besteden. In de financiering van R&D door de overheid zijn de fiscale faciliteiten, zoals de WBSO, en de middelen voor onderzoek vanuit de EU niet meegeteld; in OESO-verband is afgesproken dat fiscale faciliteiten niet worden meegerekend als financiering door de overheid. Het aandeel van de publieke financiering van R&D in het bbp is in 2011 weliswaar hoger dan dat in 2009, maar de doelstelling (besteding van 1% van het bbp aan R&D door de overheid) is nog verre van bereikt, de hoogte is namelijk 0,72%. Dit is wel een substantiële stijging ten opzichte van de vorige KIA (0,64%), maar omdat de 1% nog niet in zicht is blijft de indicator rood gekleurd. Overigens heeft dit kabinet de doelstelling om 1% van het bbp te besteden aan publieke R&D losgelaten. Er is alleen nog een doelstelling van 2,5% voor de totale R&D-uitgaven in Nederland. Goed nieuws is dat de voorlopige cijfers voor 2012 een verdere stijging in de totale R&D-uitgaven in Nederland laten zien. Dit zal er ook toe leiden dat de percentages voor de financiering van R&D gaan toenemen, met name bij de private investeringen. Plaatsen we de indicator Publieke onderzoeksinvesteringen in internationaal perspectief, dan blijkt het aandeel van de publieke financiering van R&D in het bbp iets lager te zijn dan het gemiddelde van de OESO-landen, maar iets boven het EU-gemiddelde. Kwaliteit en doelmatigheid onderzoek De kwaliteit en doelmatigheid van het Nederlandse wetenschappelijke onderzoek brengen wij in beeld door te kijken naar respectievelijk de internationale positie van de gemiddelde impactscore van de Nederlandse wetenschappelijke artikelen en de gemiddelde productie van wetenschappelijke artikelen per onderzoeker. Voor beide indicatoren scoort Nederland hoog en zit Nederland ruim binnen de KIA-doelstelling voor om mondiaal tot de top vijf te behoren. Internationaal gezien zijn Nederlandse onderzoekers zeer productief en hebben hun publicaties een grote impact. Qua productie staat Nederland op een tweede plaats vergeleken met zeventien referentielanden, na Zwitserland, en qua impact moet Nederland alleen Zwitserland en Denemarken voor zich dulden. Internationale zichtbaarheid kennistoppen Om sterk te blijven in de globaliserende kenniseconomie is het noodzakelijk dat zowel de kwaliteit als de focus van bedrijven en kenniswerkers optimaal is. Daarom kijken we naar de positie van de Nederlandse kennisinstellingen op verschillende internationale universitaire rankings: de Leiden Ranking, de Shanghai Ranking en de Times Higher Education Ranking. De verschillende rankings laten dit jaar een verbetering zien ten opzichte van de uitkomsten in de vorige. Wat opvalt, is dat Nederland het met name erg goed doet in de breedte, met volgens de Times Higher Education Ranking inmiddels zelfs acht universiteiten in de top 100. Veel Nederlandse universiteiten staan van oudsher in de subtop, met vaak Utrecht op de hoogste plaats. Ze horen wel bijna allemaal bij de eerste tweehonderd van de wereld, maar geen enkele Nederlandse universiteit neemt een echte toppositie in. We kijken ook naar de massa van wetenschappelijk output in de topsectoren. Met betrekking tot meer focus in onderzoek laat de output alleen voor de topsectoren Energie, Water en Che-

Kennis en Innovatie Foto 2012 1. Kennis en Innovatie Foto 2012 Tweede voortgangsrapportage over de Kennis en Innovatie Agenda 2011-2020

Kennis en Innovatie Foto 2012 1. Kennis en Innovatie Foto 2012 Tweede voortgangsrapportage over de Kennis en Innovatie Agenda 2011-2020 Kennis en Innovatie Foto 2012 1 Kennis en Innovatie Foto 2012 Tweede voortgangsrapportage over de Kennis en Innovatie Agenda 2011- Colofon KIA-bestuur Alexander Rinnooy Kan (voorzitter) Gerard Kleisterlee

Nadere informatie

Kennis en Innovatie Foto 2012 1. Kennis en Innovatie Foto 2012 Tweede voortgangsrapportage over de Kennis en Innovatie Agenda 2011-2020

Kennis en Innovatie Foto 2012 1. Kennis en Innovatie Foto 2012 Tweede voortgangsrapportage over de Kennis en Innovatie Agenda 2011-2020 1 Tweede voortgangsrapportage over de Kennis en Innovatie Agenda 2011- 2 Colofon KIA-bestuur Alexander Rinnooy Kan (voorzitter) Gerard Kleisterlee Kees Tetteroo Robbert Dijkgraaf Sijbolt Noorda KIA-secretariaat

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012 Nr. 229 BRIEF

Nadere informatie

Datum 09 september 2014 Betreft Aanbieding OESO-rapport Education at a Glance 2014 Onze referentie 659029

Datum 09 september 2014 Betreft Aanbieding OESO-rapport Education at a Glance 2014 Onze referentie 659029 >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Kennis IPC 5200 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. FEZ/IR/2001/24182 van Rijn 13 juni 2001

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. FEZ/IR/2001/24182 van Rijn 13 juni 2001 OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 AE 's-gravenhage Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon

Nadere informatie

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut. ONDERZOEKSRAPPORT Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut. Introductie In het Human Capital 2015 report dat het World

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2014 Nr. 120 BRIEF

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

Jaarcongres KIVI NIRIA Presentatie Alexander Rinnooy Kan Lid Innovatieplatform

Jaarcongres KIVI NIRIA Presentatie Alexander Rinnooy Kan Lid Innovatieplatform Jaarcongres KIVI NIRIA 2009 Presentatie Alexander Rinnooy Kan Lid Innovatieplatform Vandaag Vrienden Van Wetenschap Positie van Nederland in de wereld Kennisinvesteringsagenda Sleutelgebieden Wat kunnen

Nadere informatie

Excellence for productivity?

Excellence for productivity? Seminar, directie Kennis, Aanleiding Belang human capital voor productiviteit is onomstreden Maar hoe werkt het: via brede basis van goed opgeleide werknemers of juist door toppers? Recente economische

Nadere informatie

R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied

R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied In Nederland werd in 2014 in totaal 13,3 miljard uitgegeven aan R&D: wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling (de voorlopige cijfers 2015 laten een groei

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2013 Nr. 154 BRIEF

Nadere informatie

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Nederland scoort relatief hoog op economische groei en het aanpakken van ongelijkheid, maar de ongelijkheid

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

De arbeidsmarkt klimt uit het dal Trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en onderwijs De arbeidsmarkt klimt uit het dal Het gaat weer beter met de arbeidsmarkt in, ofschoon de werkgelegenheid wederom flink daalde. De werkloosheid ligt nog

Nadere informatie

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27 Inhoud Ontwikkeling aantal orders 2 Verwachting aantal orders 3 Verwachting aantal exportorders 4 Verwachting inkopen bij leveranciers 5 Oordeel orderpositie 6 Oordeel orderpositie buitenland 7 Oordeel

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA.DEN HAAG Kennis Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Kennis IPC 5200 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

MONITOR 2017 BRAINPORT NETWORK

MONITOR 2017 BRAINPORT NETWORK MONITOR 2017 BRAINPORT NETWORK In deze monitor wordt een overzicht gegeven van de economische groei van de zes triple helix regio s in Zuidoost- Nederland. Op de thema s arbeidsmarkt en kapitaal en EU

Nadere informatie

Een Werkende Arbeidsmarkt

Een Werkende Arbeidsmarkt Een Werkende Arbeidsmarkt Bas ter Weel 16 mei2014 Duurzame inzetbaarheid Doel Langer werken in goede gezondheid Beleid gericht op Binden: Gezondheid als voorwaarde voor deelname Ontbinden: Mobiliteit als

Nadere informatie

PIAAC: Kernvaardigheden voor Werk en Leven Resultaten van de Nederlandse survey Willem Houtkoop

PIAAC: Kernvaardigheden voor Werk en Leven Resultaten van de Nederlandse survey Willem Houtkoop PIAAC: Kernvaardigheden voor Werk en Leven Resultaten van de Nederlandse survey 2012 Willem Houtkoop Opzet Achtergrond bij PIAAC Prestaties van NL internationaal vergeleken Laaggeletterdheid in Nederland

Nadere informatie

Ecbo-donderdagmiddaglezing. Rekenniveaus op het mbo. Marieke Buisman

Ecbo-donderdagmiddaglezing. Rekenniveaus op het mbo. Marieke Buisman Ecbo-donderdagmiddaglezing Rekenniveaus op het mbo Marieke Buisman Veel te doen om rekenen op het mbo Zorgen over: Hoge eisen Laag instroomniveau Tegenvallende prestaties op pilotexamens Internationaal

Nadere informatie

Topsectoren. Hoe & Waarom

Topsectoren. Hoe & Waarom Topsectoren Hoe & Waarom 1 Index Waarom de topsectorenaanpak? 3 Wat is het internationale belang? 4 Hoe werken de topsectoren samen? 5 Wat is de rol voor het MKB in de topsectoren? 6 Wat is de rol van

Nadere informatie

Crisismonitor. SSC / Onderzoek en Informatie. uitgave juni Wat is in Breda veranderd ten opzichte van crisismonitor van april?

Crisismonitor. SSC / Onderzoek en Informatie. uitgave juni Wat is in Breda veranderd ten opzichte van crisismonitor van april? SSC / Onderzoek en Informatie Crisismonitor uitgave juni Wat is in Breda veranderd ten opzichte van crisismonitor van april? stijgingstempo werkloosheid neemt toe, meer jongeren werkloos fors minder hypotheken

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA.DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA.DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA. HAAG Kennis Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers AgriFood Capital Monitor 2018 Belangrijkste feiten en cijfers Inleiding AgriFood Capital Monitor In dit boekje presenteren wij de feiten en cijfers van de AgriFood Capital Monitor 2018*. De Monitor geeft

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Stand van zaken leven lang leren in Nederland en afspraken over/ aanbevelingen aan O&O-fondsen

Stand van zaken leven lang leren in Nederland en afspraken over/ aanbevelingen aan O&O-fondsen Stand van zaken leven lang leren in Nederland en afspraken over/ aanbevelingen aan O&O-fondsen Stand van zaken leven lang leren in Nederland Om goed mee te kunnen is scholing cruciaal. De snel veranderende

Nadere informatie

Onderwijs in Rusland. Jan Limbeek

Onderwijs in Rusland. Jan Limbeek Onderwijs in Rusland Een van de terreinen waar de Sovjet-Unie in uitblonk was onderwijs. Het onderwijs was toegankelijk, goed en gratis. Vergeleken met de Sovjet-Unie is de algemene indruk dat de situatie

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

BRAINPORT MONITOR SAMENVATTING - 9 E EDITIE BRAINPORT BLIJVEND SUCCES

BRAINPORT MONITOR SAMENVATTING - 9 E EDITIE BRAINPORT BLIJVEND SUCCES BRAINPORT MONITOR 2016 - SAMENVATTING - 9 E EDITIE BRAINPORT BLIJVEND SUCCES BRAINPORT NEXT GENERATION Meedoen MEER MENSEN DIE MEE DOEN Concurreren DIE SAMEN MEER CREËREN Verdienen EN SAMEN MEER VERDIENEN!

Nadere informatie

World Economic Forum publiceert Global Information Technology Report 2010-2011

World Economic Forum publiceert Global Information Technology Report 2010-2011 PERSBERICHT World Economic Forum publiceert Global Information Technology Report 20-2011 Nederland zakt naar de 11e plaats op ranglijst van WEF Global Information Technology Report, en de opkomende economieën

Nadere informatie

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 Sectorrapport Scheepsbouw Ruud van der Aa Jenny Verheijen 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste uitkomsten 4 1. Samenstelling werkgelegenheid 5 2. Verwachte

Nadere informatie

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour In deze bijlage zijn feiten en cijfers opgenomen over het hoger onderwijs die illustratief kunnen zijn voor de discussies in de

Nadere informatie

Regiobericht 1.0 Noord

Regiobericht 1.0 Noord Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

Voor vakmensen voor de toekomst

Voor vakmensen voor de toekomst Voor vakmensen voor de toekomst D66 Gelderland wil een klimaatneutrale en toekomstbestendige provincie zijn. Dat betekent windmolens plaatsen, zonneweides aanleggen en elk huis in Gelderland energieneutraal

Nadere informatie

Laaggeletterdheid en werk Resultaten van het PIAAC onderzoek

Laaggeletterdheid en werk Resultaten van het PIAAC onderzoek Laaggeletterdheid en werk Resultaten van het PIAAC onderzoek Bijeenkomst O&O Platform Naar een aanpak van laaggeletterdheid op de werkvloer 14 oktober 2013 Willem Houtkoop (willem.houtkoop@ecbo.nl) KENMERKEN

Nadere informatie

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk M201210 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk Arjan Ruis Zoetermeer, september 2012 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk De leeftijd van de ondernemer blijkt

Nadere informatie

Education at a Glance 2010: OECD Indicators. Education at a Glance 2010: OESO indicatoren. Summary in Dutch. Samenvatting in het Nederlands

Education at a Glance 2010: OECD Indicators. Education at a Glance 2010: OESO indicatoren. Summary in Dutch. Samenvatting in het Nederlands Education at a Glance 2010: OECD Indicators Summary in Dutch Education at a Glance 2010: OESO indicatoren Samenvatting in het Nederlands Binnen de OESO landen zijn overheden op zoek naar beleid om onderwijs

Nadere informatie

Gezondheid en welzijn; Onderwijs; Beroepsbevolking en werk; Een stimulerende omgeving om human capital te laten renderen.

Gezondheid en welzijn; Onderwijs; Beroepsbevolking en werk; Een stimulerende omgeving om human capital te laten renderen. ONDERZOEKSRAPPORT Nederlandse beroepsbevolking behoort tot de wereldtop 1) Zwitserland, Finland en Singapore hebben de slimste beroepsbevolking In het eerste Human Capital Report van het World Economic

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

PIAAC IN FOCUS 3: VOLWASSENEN MET ZWAK ONTWIKKELDE VAARDIGHEDEN: ONTWIKKELINGEN SINDS 1996

PIAAC IN FOCUS 3: VOLWASSENEN MET ZWAK ONTWIKKELDE VAARDIGHEDEN: ONTWIKKELINGEN SINDS 1996 PIAAC IN FOCUS 3: VOLWASSENEN MET ZWAK ONTWIKKELDE VAARDIGHEDEN: ONTWIKKELINGEN SINDS 1996 Samenvatting - Na het IALS onderzoek van 1996 (International Adult Literacy Survey) naar de vaardigheden van volwassenen

Nadere informatie

Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo

Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo 1. Inleiding In de afgelopen jaren is het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs (vo) gegroeid van 902.000 leerlingen in 2009

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Kennis en Innovatie Agenda 2011 2020

Kennis en Innovatie Agenda 2011 2020 Algemene Onderwijsbond Interstedelijk Studenten Overleg CNV CNV Onderwijs FNV HBO-Raad ICTRegie MBO- Raad Platform Bèta Techniek Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen Vereniging van Samenwerkende

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen Jaarverslag 2016 Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Techniekpact Twente klinkt steeds meer mensen bekend in de oren. Maar wat is het ook alweer? Techniekpact Twente is een uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor oktober 211 (cijfers t/m september 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs

MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs M201114 MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs MKB-ondernemers over ondernemen in het reguliere onderwijs drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, november 2011 MKB ziet wel brood in

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor. Metropoolregio Amsterdam. Oktober amsterdam economic board

Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor. Metropoolregio Amsterdam. Oktober amsterdam economic board Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor Metropoolregio Amsterdam Oktober 2016 amsterdam economic board Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor Metropoolregio Amsterdam (MRA) Oktober 2016

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling nieuwe WW-uitkeringen (index: 2010 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling nieuwe WW-uitkeringen (index: 2010 = 100) Wanneer onderwijspersoneel geheel of gedeeltelijk werkloos wordt, kunnen zij, onder bepaalde voorwaarden, een werkloosheidsuitkering (WW-uitkering) aanvragen. Het aantal nieuwe WWuitkeringen in het onderwijs

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1 Conjunctuurenquête Nederland Tweede kwartaal 11 Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1 3-5-11 :36 Economisch herstel zet door Horeca en detailhandel haken aan Na een lichte afzwakking in het eerste kwartaal

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode - Drentse Onderwijsmonitor Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

Hoe staan we er nu voor?

Hoe staan we er nu voor? Presentatie voor het debat Iedereen ZZP-er: Over winners' en 'losers' op de arbeidsmarkt, Groninger Forum, 26 maart 2015 Prof.dr. Jouke van Dijk Hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Navigatie techniekpact

Navigatie techniekpact Navigatie techniekpact Beleidsthema s en - doelen Beleid in cijfers Beleidsinstrumentarium EZ 1 Versie oktober 2015 Beleidsthema s en doelen techniekpact Zorgen voor voldoende gekwalificeerde technici

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil, onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil Onderzoek naar de positie van mkb-ondernemers MKB-Nederland

Nadere informatie

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010 Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010 Oktober 2010 Opsteller: Jiska Krikke Contactpersoon: Gerrit Marskamp Regio Noord-Veluwe, t:0341-474 436 Regio Noord-Veluwe wil in het kader van arbeidsmarktbeleid,

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Midden--DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10

Nadere informatie

Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda

Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda Inleiding Nederland werkt, net als de andere Europese landen aan de Lissabon-doelstellingen van de EU om te komen tot een dynamische en concurrerende

Nadere informatie

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten Tweede meting werkgevers en werknemers 2 Inleiding In deze brochure vindt u de belangrijkste resultaten van de benchmark Opleiden en Ontwikkelen. De benchmark

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

Onderzoeksflits.

Onderzoeksflits. Onderzoeksflits www.utrecht.nl/onderzoek De positie van de regio Utrecht in de Regional competitiveness index 2013 1 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Midden- Kerncijfers uit de periode - Feitenblad Midden- Leerlingen op de basisscholen in de gemeente Midden- De gemeente Midden heeft basisscholen. In waren er nog

Nadere informatie

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Organisation for Economic Coöperation and Development (2002), Education at a Glance. OECD Indicators 2002, OECD Publications, Paris, 382 p. Onderwijs speelt een

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kerncijfers uit de periode 2008-2013 Drentse Onderwijsmonitor 2013 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 8ste editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 550 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2017 Nr. 148 BRIEF

Nadere informatie

Polsslag Ondernemend Limburg januari 2017

Polsslag Ondernemend Limburg januari 2017 Polsslag Ondernemend Limburg januari 2017 VKW Limburg en UNIZO Limburg houden de vinger aan de pols van de Limburgse economie POL Themabevraging januari 2017 Outlook 2017 1 Evaluatie 2016 volgens sector

Nadere informatie

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Zzp ers in de provincie Utrecht 2013 Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Ester Hilhorst Economic Board Utrecht Februari 2014 Inhoud Samenvatting Samenvatting Crisis kost meer banen in 2013 Banenverlies

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aantal vooraanmeldingen voor 2 e graads opleiding stijgt, 1 e graads daalt en pabo blijft gelijk juni 2010 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

De hbo er aan het werk

De hbo er aan het werk De hbo er aan het werk Hogescholen leiden op voor de arbeidsmarkt. Dat doen zij met succes. Het overgrote deel van de studenten vindt binnen 3 maanden een baan op minimaal hbo-niveau. Beroepen en functies

Nadere informatie

Intentieverklaring Versie:

Intentieverklaring Versie: Intentieverklaring Versie: 27-03-2018 1) Het regionale actieplan De vraag naar personeel in zorg en welzijn stijgt. De instroom is op dit moment onvoldoende om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen.

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kerncijfers uit de periode 2009-2014 Drentse Onderwijsmonitor 2014 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 9 de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Het creëren van een innovatieklimaat

Het creëren van een innovatieklimaat Het creëren van een innovatieklimaat Bertholt Leeftink Directeur- Generaal Bedrijfsleven & Innovatie Inhoud 1. Waarom bedrijven- en topsectorenbeleid? 2. Verdienvermogen en oplossingen voor maatschappelijke

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Amsterdamse haven en innovatie

Amsterdamse haven en innovatie Amsterdamse haven en innovatie 26 september 2011, Hoge School van Amsterdam Haven Amsterdam is een bedrijf van de gemeente Amsterdam Oostelijke handelskade (huidige situatie) Oostelijke handelskade (oude

Nadere informatie

Brainport Monitor 2010 Samenvatting. Van crisis naar kracht

Brainport Monitor 2010 Samenvatting. Van crisis naar kracht Brainport Monitor 2010 Samenvatting Van crisis naar kracht People De effecten van de crisis laten zien dat de arbeidsmarkt in Brainport conjunctuurgevoelig is. Technology Brainport blijft goed presteren

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Instroom en inschrijvingen

Instroom en inschrijvingen Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...

Nadere informatie

Wat beweegt kennismigranten?

Wat beweegt kennismigranten? Wat beweegt kennismigranten? seminar arbeidsmigratie NIDI-NVD 30 maart 2011 Ernest Berkhout www.seo.nl e.berkhout@seo.nl - +31 20 525 1630 Wat beweegt kennismigranten EZ: Hoe concurrerend is NL bij het

Nadere informatie

Onderzoeksrapport: zorgelijke terugloop leerwerkplekken mbo

Onderzoeksrapport: zorgelijke terugloop leerwerkplekken mbo Onderzoeksrapport: zorgelijke terugloop leerwerkplekken mbo - Algemene daling in aantal mbo-studenten. Deze daling wordt grotendeels veroorzaakt door de afname van het aantal leerwerkplekken. - Vooral

Nadere informatie

MKB investeert in kennis, juist nu!

MKB investeert in kennis, juist nu! M201016 MKB investeert in kennis, juist nu! drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, september 2010 MKB investeert in kennis, juist nu! MKB-ondernemers blijven investeren in bedrijfsopleidingen,

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Emmen-DEF.indd 1 18-05-16 11:15 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de

Nadere informatie

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Inleiding In 2014 heeft de AHK deelgenomen aan het jaarlijkse landelijke onderzoek onder recent afgestudeerden: de Kunsten-Monitor. Alle bachelor en master afgestudeerden

Nadere informatie