Schoolgebouw te huur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Schoolgebouw te huur"

Transcriptie

1 Servicecentrum Scholenbouw Schoolgebouw te huur Handreiking voor nieuwe rolverdeling in onderwijshuisvesting C Jan Schraven en Marc van Leent 6 oktober 2009

2 Voorwoord 2

3 Inhoud 1 Inleiding Waarom deze publicatie Leeswijzer Het spel: de rolverdeling Wettelijke rolverdeling Wettelijke basis voor alternatieve verhoudingen Doordecentralisatie als budgetovereenkomst Een evenwichtige rolverdeling: 2 basisvarianten De fasering van het besluitvormingsproces en selectie van partijen De knikkers: bepalen van kostprijsdekkende huur Afbakening en doelstelling Zo rekenen we aan maatschappelijk vastgoed Stappenplan Bijlage 1 Begrippenlijst en definities Bijlage 2 Toelichting rekenmodel

4 1 Inleiding 1.1 Waarom deze publicatie Deze publicatie biedt een handreiking voor gemeenten, scholen en investeerders in maatschappelijk vastgoed. Daarbij wordt vooral ingegaan op de financiële en juridische aspecten van een samenwerking tussen deze partijen. Uitgangspunt daarbij is dat partijen komen tot een transparante en zakelijke afweging. De keuze voor een samenwerking met een woningbouwcorporatie of private ontwikkelaar zal in de praktijk vaak ook zijn ingegeven door bestuurlijk politieke overwegingen of door samenvallende belangen bij de herontwikkeling van locaties. Deze handreiking stuurt aan op een zakelijke afweging van belangen, waarbij de gemaakte keuzes worden vertaald in een goed onderbouwde kostenopzet of huursom met bijbehorende evenwichtige contractsvoorwaarden. Het Servicecentrum Scholenbouw (SCS) heeft het initiatief genomen voor deze publicatie vanuit haar taak innovatieve contracten en financieringsvormen in de scholenbouw te bevorderen. Innovatieve of geïntegreerde aanbestedings en contractsvormen kenmerken zich door: ketenintegratie: het optimaliseren van de samenwerking tussen de bij het ontwerp, de realisatie en het beheer betrokken uitvoerende partijen. life cycle benadering: investeringskosten dienen te worden afgewogen over de levenscyclus van een gebouw, waardoor een duurzame exploitatie wordt bereikt. In een huurrelatie kan ook een geïntegreerde contractsvorm worden herkend. De eigenaar/ verhuurder zal immers bij de bepaling van de huursom ook uitgaan van de kosten over de levensduur van het gebouw en de huurder zal veelal ook een aantal diensten op het vlak van onderhoud en beheer afnemen. De huidige trends in het zogenaamd maatschappelijk vastgoed, waarbij onderwijsvoorzieningen worden ontwikkeld, gebouwd en beheerd op basis van een huurrelatie, stimuleert dan ook de oriëntatie op geïntegreerde contracten. Het SCS ondersteunt gemeenten en schoolbesturen daarbij met behulp van algemene standaarden en modellen. Deze worden ontwikkeld aan hand van concrete praktijkcases, zodat ze zijn getoetst op hun praktische bruikbaarheid en toegankelijkheid voor de gebruikers. Het SCS heeft daartoe een Community of Practice ingericht. Een aantal projecten, verdeeld over de onderwijssoorten, regio s en stedelijke en plattelandse omgeving, wordt daarbij als pilot gevolgd en ondersteund door een groep deskundigen. De bij de projecten betrokken personen gemeenteambtenaren, schoolbestuurders, medewerkers bij corporaties delen daarbij ervaringen en documenten. Verder wordt gestreefd naar een breed draagvlak voor deze modellen door verschillende brancheorganisaties bij de ontwikkeling te betrekken. Zo hebben aan deze publicatie meegewerkt de VNG, de PO Raad, de VO Raad, Aedes en de Raad Onroerende Zaken (ROZ). 1.2 Leeswijzer De publicatie geeft achtergrondinformatie en toelichting bij de standaarden en de modellen, die zijn ontwikkeld. De modellen zijn als download beschikbaar op de website van het SCS ( De modellen waar de Community of Practice zich over heeft gebogen, zijn: een rekenmodel voor de bepaling van een kostendekkende huursom. Het gaat hier om een rekentool, die door gebruikers zelf kan worden ingevuld aan de hand van door hen zelf gedefinieerde projectkenmerken. Deze geeft inzicht in de kosten voor investeringen en voor exploitatie over de levensduur van een gebouw en biedt daarmee een advies aan partijen voor de bepaling van de huurlasten. een contractsmodel voor de huur van onderwijsvoorzieningen. Dit model houdt rekening met de onderwijsregelgeving, die uitgaat van een gedeelde verantwoordelijkheid van gemeente 4

5 en school en bijzondere bepalingen kent voor de eigendom van schoolgebouwen. Aangesloten wordt bij de in de huursector gangbare modellen van de ROZ, waarbij aandacht is besteed aan de kwetsbare positie van het onderwijs. De modellen worden verder ontwikkeld aan de hand van de ervaring die worden opgedaan bij de pilots. Eventuele aanpassingen of vernieuwde versies, zullen voor een ieder toegankelijk worden gemaakt via de website van het SCS. Ook zullen de resultaten van de pilots worden gepubliceerd; de praktijk zal ongetwijfeld behoefte hebben aan maatwerk. Deze kunnen als good practices echter zeker zo informatief zijn als de standaard In het eerstvolgende hoofdstuk, hoofdstuk twee, komt de rolverdeling tussen partijen aan de orde, waarbij duidelijk wordt dat taken, verantwoordelijkheden en risico s op verschillende wijze kunnen worden verdeeld, afhankelijk van ieders voorkeuren en ambities. De gekozen rolverdeling legt de basis voor de contractuele verhoudingen: het spel. Hoofdstuk drie beschrijft de uitgangspunten van het rekenmodel voor de bepaling van een kostendekkende huursom: de knikkers. 2 Het spel: de rolverdeling 2.1 Wettelijke rolverdeling De onderwijswetgeving geeft op zich een heldere en evenwichtige rolverdeling tussen gemeente en schoolbestuur als het gaat om de bouw en het beheer van schoolgebouwen. De gemeente stelt op aanvraag van het bestuur middelen beschikbaar en wijst een locatie aan. Het bestuur treedt op als opdrachtgever/bouwheer naar de uitvoerende partijen en verkrijgt de eigendom van terrein en gebouwen. Om al te lichtzinnig gedrag van besturen tegen te gaan legt de wetgeving flinke beperkingen aan op de eigendomsrechten. Zo kan het bestuur zijn gebouwen en terreinen niet vervreemden, met een zakelijk recht belasten of verhuren aan derden zonder voorafgaande toestemming van B&W van de gemeente. Dergelijke transacties worden zelfs met nietigheid bedreigt. De gemeente heeft verder een vorderingsrecht op leegstaande onderwijsruimten, indien zij deze wil inzetten voor een andere school of voor andere maatschappelijke of recreatieve doeleinden. Als de onderwijsbestemming aan het gebouw of terrein wordt ontrokken en daarvoor is overeenstemming tussen B&W en bestuur nodig vervalt de eigendom aan de gemeente. Deze beperkingen op het eigendomsrecht van het bestuur worden wel aangeduid met het economisch claimrecht van de gemeente. De waarde van de onroerende zaak komt met andere woorden niet toe aan het bestuur en deze staat dan ook niet op de balans in zijn jaarverslag. Gemeente en schoolbestuur kunnen met wederzijds goedvinden afwijken van deze rolverdeling. Zo kan de gemeente de rol van bouwheer of die van eigenaar op zich nemen. Dit is vaak het geval bij de bouw van een zogenaamde brede school of multifunctionele accommodatie, waarbij een schoolbestuur slechts een deel van het te bouwen pand zal gaan bewonen. 2.2 Wettelijke basis voor alternatieve verhoudingen De behoefte om van dit wettelijke regime af te wijken zal vooral aan de orde komen als ook derden, private investeerders, participeren in een multifunctionele voorziening. De onderwijswetgeving laat toe dat partijen met wederzijds goedvinden voor een andere rolverdeling kiezen. Partijen zullen deze echter wel zelf moeten uitonderhandelen en vanzelfsprekend ook contractueel en waar nodig notarieel dienen vast te leggen. 5

6 De huidige wetgeving biedt weliswaar geen basis, laat staan blauwdruk voor alternatieve eigendomsverhoudingen, maar één artikel biedt expliciet de mogelijkheid om bij overeenkomst af te wijken van de in de wet beschreven verhoudingen. Het gaat dan om de zogenaamde mogelijkheid van doordecentralisatie. Het schoolbestuur en B&W der gemeente kunnen een overeenkomst sluiten waarbij een jaarlijkse vergoeding voor huisvestingslasten wordt afgesproken. De gemeente kan daarbij voorwaarden stellen en partijen kunnen de bepalingen in de onderwijswetgeving geheel of gedeeltelijke buiten toepassing verklaren. De wet biedt geen enkele richtsnoer over de wijze waarop deze vergoeding zou kunnen worden bepaald. Gemeenten en schoolbesturen proberen veelal aan te sluiten bij de omvang van de uitkering die de gemeente van het Rijk ontvangt. Afgesproken wordt dat deze middelen naar eigen inzicht kunnen worden besteed, maar het bestuur doet daartegenover afstand van het recht op gemeentelijke bekostiging van de in de wet omschreven huisvestingsvoorzieningen, zoals vervangende nieuwbouw of uitbreiding. Deze vorm van doordecentralisatie werpt een aantal problemen op. Zo kan de uitkering van het rijk aan de gemeente alleen met de nodige aannames worden bepaald, omdat deze als nietgeoormerkte component is verpakt in de algehele uitkering van het gemeentefonds. De omvang ervan is ook niet gebaseerd op de investeringsbehoefte van het scholenbestand in een individuele gemeente. Verder dient een gemeente er zich van bewust te zijn dat zij met het sluiten van een dergelijke overeenkomst niet ontslagen wordt van haar wettelijke eindverantwoordelijkheid in de huisvesting. Zij blijft betrokken als partij in de overeenkomst en zal er dan ook rekening mee moeten houden dat bij wijziging van omstandigheden de onderlinge afspraken eventueel via rechterlijke tussenkomst worden aangepast of zelfs ontbonden. 2.3 Doordecentralisatie als budgetovereenkomst De doordecentralisatie kan ook echter ook als maatwerk worden toegepast. Zij fungeert dan als instrument ter uitvoering van een van te voren in onderling overleg vastgesteld investeringsplan. De jaarlijkse vergoedingen aan het bestuur wordt ook op dit plan geënt en niet op de rijksuitkering aan de gemeente. Het bestuur ontvangt dan bijvoorbeeld van de gemeente een reeks budgetten die zijn ontleend aan de investeringsbedragen, zoals die zijn beschreven in een meerjarig huisvestings of masterplan. De bedragen kunnen ook worden toegekend in de vorm van een kapitaalslastenvergoeding. Het bestuur kan dan zelf in overleg treden met geldverstrekkers voor het aangaan van een lening. De bedragen kunnen echter ook worden ingezet ter dekking van de kosten van een huurrelatie, die het bestuur aangaat met een investeerder. Omdat de gemeentelijke vergoedingen in deze variant van doordecentralisatie niet bestedingsvrij zijn, maar juist prestatiegebonden, kan beter worden gesproken van een budgetovereenkomst. Voordeel van deze variant ten opzicht van wettelijke systematiek is op de eerste plaats dat deze een wettelijke basis biedt voor het aangaan van meerjarige verplichtingen. De geldende bekostigingsvoorschriften voorzien in een tamelijk rigide aanvraag en beoordelingssystematiek, waarbij de gemeente in een jaarlijks programma investeringsvergoedingen vaststelt en a fonds perdu uitkeert. Deze systematiek sluit niet goed op de bestuurlijke praktijk om in overleg te komen tot meerjarige huisvestingsplannen, waarbij de schoolbesturen zekerheid verwachten rond de toekenning van middelen over de volledige planperiode. Het plan en daarin opgenomen prioriteitsvolgorde is het resultaat van onderhandelingen tussen gemeente en elkaar vaak concurrerende schoolbesturen. De compromissen die daarbij worden gesloten behoeve een wettelijke basis, waarbij partijen zich committeren voor een langere periode. Op de tweede plaats biedt de budgetovereenkomst de mogelijkheid om schoolbesturen rechtstreeks, als partij, te betrekken in een financieringsarrangement met private investeerders. In de meeste gevallen sluiten ontwikkelaars of corporaties overeenkomsten met de gemeente als het gaat om de realisatie, de financiering en het beheer van zgn. maatschappelijk vastgoed. De gemeente geeft vervolgens het betreffende gebouw of gebouwdeel in gebruik aan het schoolbestuur. De relatie 6

7 tussen het schoolbestuur als gebruiker en de eigenaar van het pand is dan vaak niet of heel gebrekkig geregeld, terwijl deze verhouding in de dagelijkse praktijk de meeste vragen en problemen zal oproepen. Ook blijft vaak nog ongewis of en zo ja in hoeverre het in de onderwijswetgeving opgenomen regime ten aanzien van onderwijsgebouwen nog van toepassing is. Met de budgetovereenkomst kunnen alle betrokken partijen een voor bepaald project gewenste rechtsverhouding en rolverdeling daarvoor in de plaats stellen. 2.4 Een evenwichtige rolverdeling: 2 basisvarianten Welke rolverdeling partijen kiezen zal afhankelijk zijn van lokale omstandigheden, zoals hun ambities en deskundigheid of de complexiteit van het project. In de praktijk worden verschillende keuzes gemaakt en vaak kiezen partijen pas meer definitief hun rol in de loop van het proces. In hiernavolgend schema zijn de verschillende taken en verantwoordelijkheden bij de bouw en het beheer in een overzicht geplaatst. De toedeling van een taak verondersteld ook een toedeling van risico s. Onderscheid wordt gemaakt in de rol van ontwikkelaar, van eigenaar, die van technisch beheerder en die van operationeel beheerder. Zoals de functie van ontwikkelaar niet gecombineerd hoeft te worden met die van eigenaar/verhuurder, zo kunnen de functies op het vlak van beheer en exploitatie door de eigenaar/verhuurder geheel of gedeeltelijk worden neergelegd bij de huurder of een derde serviceverlener. Partijen zijn vrij in hun keuze, maar de rol en risicoverdeling zou bij voorkeur moeten leiden tot een optimale samenwerking en een efficiënte inzet van middelen. Zoals in paragraaf 2.1 reeds geschetst zou de rolverdeling moeten uitdagen tot ketenintegratie en life cycle benadering. Dit zou het best kunnen worden gewaarborgd door de een concentratie van taken bij de corporatie/belegger. Deze zal dan de rol van eigenaar vervullen en uit dien hoofde een huurrelatie aangaan met de andere partijen, de gemeente, het schoolbestuur en eventuele andere gebruikers van het gebouw. Deze concentratie van taken en bevoegdheden moet wel zijn evenwicht vinden in een heldere contractuele vastlegging van rechten en plichten over en weer. In navolgende zijn twee basisvarianten nader uitgewerkt. Uitgangspunt daarbij is een brede taakopvatting van de corporatie/belegger: deze treedt op als ontwikkelaar, eigenaar, technisch en operationeel beheerder. In de eerste variant verhuurt de corporatie/belegger het gebouw of delen daarvan aan de gemeente, die op haar beurt het bouwdeel dat voor het onderwijs is bestemd aan het schoolbestuur in gebruik geeft aan een schoolbestuur. In de tweede variant verhuurt de corporatie/belegger rechtstreeks aan het schoolbestuur, waarbij de gemeente aan het schoolbestuur een vergoeding beschikbaar stelt op basis van een budgetovereenkomst. 7

8 Schematisch kunnen de onderlinge relaties als volgt worden geregeld (zie illustraties). Corporatie of Belegger Huurovereenkomst Gemeente Schoolbestuur Illustratie 1 Corporatie/belegger is eigenaar en verhuurt aan gemeente. Gemeente geeft gebouwdeel bestemd voor onderwijs in gebruik aan school. School neemt beheerstaken af van verhuurder Toelichting op variant 1 De corporatie/belegger sluit als eigenaar een huurovereenkomst met de gemeente. Zij maken daarbij afspraken over de huursom, de kwaliteit en de omvang van het gehuurde en over de duur van het contract, waarbij de risico s voor leegstand worden ingeschat. Zo kan een deel van het gebouw voor een lange periode (bijv. 30 jaar) worden afgenomen, terwijl een ander deel voor een korte periode (bijv. 1 tot 5 jaar) beschikbaar is afhankelijk van de groei en krimp van het aantal leerlingen. De gemeente kan het buitenonderhoud, waarvoor het een wettelijke verantwoordelijkheid draagt ter uitvoering neerleggen bij de eigenaar. In de bepaling van de huursom kan een bedrag daarvoor worden opgenomen. De gemeente geeft vervolgens het gebouwdeel dat voor onderwijs is bestemd in gebruik aan het betreffende schoolbestuur. Deze ingebruikgeving geschiedt om niet en in de contractsvoorwaarden kunnen nadere voorwaarden ten aanzien van gebruik, duur, etcetera worden opgenomen. Als het schoolbestuur van de eigenaar/verhuurder beheerstaken van wil afnemen (bijv. energie, schoonmaak, onderhoud, conciërgetaken), kan het een afzonderlijk servicecontract afsluiten. Naast een school zal bij een multifunctionele accommodatie ook nog vaak sprake zijn van andere gebruikers. Afhankelijk van de aard van het gebruik (onderwijsgerelateerd of niet) en van de wijze waarop deze is gefinancierd (commercieel of niet) zal een keuze worden gemaakt voor een rechtstreeks huurrelatie met de eigenaar dan wel voor een onderhuur met de gemeente. Illustratie 2 Corporatie/belegger is eigenaar en verhuurt aan school. Gemeente verleent bijdrage aan in de huurlasten aan schoolbestuur. 8

9 Toelichting op variant 2 De gemeente sluit met het schoolbestuur een zogenaamde budgetovereenkomst. Daarin is bepaald wat de omvang is van de gemeentelijke investeringsbijdrage en hoe deze is vertaald in een jaarlijkse vergoeding voor kapitaalslasten. De gemeente kan daarbij de verplichting opleggen dat het bestuur een project zal realiseren, dat is beschreven in het integrale gemeentelijke onderwijshuisvestingsplan. Deze prestatieverplichting kan heel concreet zijn beschreven in een uitgewerkt document (ontwerp en begroting), maar partijen kunnen ook volstaan met een meer abstract geformuleerde omschrijving (bijv.: geschikte huisvesting ten behoeve van 300 leerlingen, eventueel voor een bepaalde periode). Bij deze contractsvoorwaarde kunnen de bepalingen uit de onderwijswetgeving buiten toepassing worden verklaard. Zo kan ten aanzien van het te bouwen object worden afgesproken dat de beperkingen voor (onder)verhuur en het toestemmingsvereiste van de gemeente voor verhuur niet geldt of dat het vorderingsrecht niet of beperkt van toepassing is. Ten aanzien van het te realiseren pand kunnen partijen een bepaalde eigendomsverhouding kiezen, bijvoorbeeld eigendom of erfpacht ten behoeve van een private partij. Ook kunnen afspraken worden vastgelegd ten aanzien van de herbestemming van een te verlaten gebouw of terrein. De gemeente kan instemmen met de verkoop daarvan onder voorwaarde dat de opbrengst wordt aangewend ter dekking van de investeringskosten van het nieuw te realiseren pand. Belangrijk aspect bij de financiering is meestal ook de bijdrage van het bestuur in de nieuwbouw. Hoewel de gemeente wettelijk verantwoordelijk is voor de bekostiging van de stichtingskosten, zal van het bestuur ook vaak een bedrage worden verlangd. Dit is daar vaak wel toe bereid als dit leidt tot een betere kwaliteit, of wanneer deze bijdrage zich terugverdient in lagere exploitatielasten. Het bestuur dient deze kosten immers zelf te bestrijden uit de lumpsum vergoeding die het van het ministerie van OCW ontvangt. Het schoolbestuur sluit op zijn beurt een realisatieovereenkomst met een private partij. Daarbij worden afspraken die het met de gemeente heeft gemaakt vertaald in een ontwikkel c.q. bouwopdracht en vervolgens in een huurovereenkomst. De huursom kan deels worden gedekt uit de vergoeding die de gemeente verstrekt en deels uit de exploitatievergoeding die het bestuur van het ministerie ontvangt. Het bestuur kan rechtstreeks met de private partij contracteren over eventuele service die in dit verband wordt afgenomen. Deze kan zich beperken tot onderhoudsactiviteiten of energiebeheer, maar naar keuze kan deze ook betrekking hebben op overige beheerstaken (schoonmaak, conciërgetaken, etcetera). Over de omvang en het niveau van de geboden diensten kunnen bestuur en verhuurder regelmatig nieuwe afspraken maken in de loop van de contractsperiode. Als daarvoor de basis is gelegd in de budgetovereenkomst kunnen bestuur en private partij nog nadere afspraken maken over de overdracht van de eigendom van af te stoten panden of terreinen. Hoewel in dit schema twee afzonderlijke contractuele relaties worden onderscheiden, zal in de praktijk het moment van contracteren wel samenvallen, gezien de onderlinge samenhang en afhankelijkheid van beide relaties. Ook kunnen andere gebruikers/huurders, zoals een ondernemer in de buitenschoolse opvang, op datzelfde moment inhaken. In het algemeen zal dit schema echter goed aansluiten bij de bestuurlijke taakopvatting van elk der partijen. De gemeente ambieert enerzijds de rol van regisseur, maar heeft anderzijds meestal niet de behoefte en mogelijkheden om als partij te functioneren in de uitvoering van het bouwproject, zeker als het gaat om het uiteindelijke beheer en de exploitatie van een accommodatie. Met de budgetovereenkomst beschikt de gemeente over een flexibel instrument om partijen aan te sturen en haar eigen rol en risico s nader te definiëren. Het schoolbestuur heeft in de praktijk veelal een initiatiefrol. Het is nu eenmaal de zogenaamde probleemeigenaar als bewoner van een onderwijsvoorziening en zal vanuit die positie op zoek gaan naar partijen die een oplossing kunnen bieden voor de huisvestingsbehoefte. Het schoolbestuur is 9

10 ook de meest gerede partij om over deze behoefte in onderhandeling te treden op basis van outputspecificaties met private partijen. Veel innovatieve oplossingen kunnen daarbij het best worden bereikt door investeren en exploiteren in één opdracht te combineren. De budgetovereenkomst biedt een geschikte basis om vergoedingsstromen voor de bouw en de exploitatie te bundelen. 2.5 De fasering van het besluitvormingsproces en selectie van partijen In het bestuurlijk overleg tussen publieke partijen over de planvorming rond maatschappelijke vastgoed is het streven naar consensus steeds voorondersteld. Bij dit poldermodel is de focus dan ook vooral gericht op het wederzijds voordeel van partijen in een gezamenlijk te bouwen en beheren vastgoedobject. In deze win win discussies is vaak te weinig aandacht voor het maken van meer zakelijke juridisch bindende afspraken rond de verdeling van taken en risico s bij de uitvoering. Deze komen meestal pas aan de orde in een laat stadium, voor een niet onbelangrijk deel vaak zelfs na de feestelijke ingebruikname van het nieuwe pand, terwijl het voor de hand ligt om de taakverdeling bij aanvang van het project met elkaar vast te leggen. Partijen ondertekenen in de praktijk vaak wel een intentieverklaring of een convenant op basis van een in consensus vastgesteld masterplan of ambitiedocument. Dit lijkt ook het juiste moment om de keuzes ten aanzien van de onderlinge rollen en taken nader vast te leggen Om het besluitvormingsproces de nodige transparantie te verlenen, is het aan te raden een aantal beslismomenten te markeren. In een verkennende fase zal behoefte bestaan om een haalbaarheidsstudie te verrichten, de kring van betrokken partijen te bepalen en een eerste rol en taakverdeling in deze initiatieffase onderling te verdelen. In de praktijk wordt dan vaak gekozen voor een intentieverklaring. Deze heeft een meer politiek bestuurlijk karakter; een aantal doelen en intenties worden gedeeld en voor zover al sprake is van een taakverdeling zal deze niet verder reiken dan een inspanningsverplichting. Illustratie 3 Weergave besluitvormingsproces Beschrijving van besluitvormingsproces Wanneer uit de haalbaarheidsstudie is gebleken dat het project in beginsel realiseerbaar is wat betreft locatie en budget en partijen consensus hebben bereikt over het inhoudelijke programma kunnen meer definitieve afspraken worden gemaakt ten aanzien de wijze van uitvoering van de plannen en de rolverdeling tussen partijen. Deze worden in het algemeen vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. In de praktijk wordt niet altijd een scherp onderscheid gemaakt tussen een intentieverklaring en een samenwerkingsovereenkomst. Hier wordt als kenmerkend onderscheid gehanteerd de mate waarin sprake is van concreet omschreven, bindende afspraken. Waar de intentieverklaring zich richt op een gezamenlijke inspanning tot het verrichten van onderzoeken en verkenningen, heeft de samenwerkingsovereenkomst het karakter van een partijen over en weer verplichtende reeks concrete prestaties op het vlak van procesinrichting, financiering, eigendom en beheer. Hierbij kunnen wel een reeks voorbehouden worden geformuleerd, zoals een kredietbesluit van de gemeenteraad of de goedkeuring van een bestemmingsplanwijziging, maar deze zijn in de samenwerkingsovereenkomst nader aangeduid 1. 1 Zie ook: Spoorboekje voor maatschappelijke voorzieningen, hoofdstuk 6, blz 81 e.v. VNG, september

11 Sluitstuk van de besluitvorming is dan een realisatieovereenkomst. Daarin worden de uitvoerende partijen aangeduid en zijn alle te leveren prestaties in detail beschreven. Deze overeenkomst bevat niet alleen afspraken ten aanzien van de bouw, maar ook over het beheer en de exploitatie. Zo zal de na de oplevering geldende huurovereenkomst, met afspraken over duur, onderhoud en beheer tevens onderdeel vormen van een dergelijke overeenkomst. Bij de samenwerkingsovereenkomst worden ook de taken en risico s van partijen bepaald. De hiervoor in het schema genoemde rollen van eigenaar, ontwikkelaar, opdrachtgever en beheerder worden op basis van de overeenkomst toebedeeld. Aandachtspunt hierbij is de selectie van uitvoerende partijen in verband met de in acht te nemen aanbestedingsverplichtingen. Vanwege het feit dat de bouw en het beheer van schoolgebouwen voor het overgrote deel uit overheidsmiddelen worden gefinancierd zal een opdracht moeten worden verleend met in achtneming van een openbare en eventueel vanaf de daarvoor geldende drempelbedragen een Europese aanbestedingsprocedure. Ook in het geval de opdracht wordt verleend door een woningbouwcorporatie/belegger zullen deze aanbestedingsvoorschriften in acht moeten worden gehouden. De vraag die zich in dit verband nog opdringt, is of de woningbouwcorporatie niet zelf als uitvoerende partij moet worden beschouwd. Zo zullen in de samenwerkingsovereenkomst een reeks van uitvoerende taken bij de corporatie zijn belegd en zal deze derhalve als opdrachtnemer fungeren ten opzichte van de andere partijen bij de overeenkomst. Daarmee zou de samenwerkingsovereenkomst als zodanig niet dan na een openbare aanbestedingsprocedure tot stand kunnen komen. Een definitief antwoord op deze vraag kan worden gegeven, wanneer meer duidelijkheid ontstaat over de status en het taakgebied van de woningbouwcorporatie. Als de corporatie zelf als aanbestedende overheidsdienst moet worden aangemerkt, kan eerder worden volgehouden dat een samenwerkingsovereenkomst met een gemeente en schoolbestuur zonder voorafgaande openbare aanbesteding kan worden aangegaan. Het ministerie van VROM WWI verwacht binnenkort meer duidelijkheid daarover te kunnen bieden. Het SCS zal daarop een nader advies uitbrengen. 11

12 3 De knikkers: bepalen van kostprijsdekkende huur 3.1 Afbakening en doelstelling In dit hoofdstuk wordt een gestandaardiseerde benadering gepresenteerd voor de bepaling van de kostprijsdekkende huur van schoolgebouwen. De benadering is zowel geschikt voor nieuwbouw als voor bestaande bouw. Met deze benadering streeft het SCS twee doelen na: 1. Partijen in staat stellen om tijdens de initiatieffase van projecten principeafspraken te maken over de huurprijs van vastgoed voor onderwijsdoelen. 2. Partijen gedurende de planvorming te stimuleren om de prijs kwaliteitverhouding van de investering te optimaliseren. Het eerste doel heeft betrekking op het maken van (principe)afspraken over de verhuur en huurprijs van het vastgoed. Dit vraagt onderling vertrouwen en dus een benadering die gebaseerd is op eenvoud en transparantie. Daarom zijn in dat licht tal van denkbare uitweidingen en verdiepingen in deze publicatie weggelaten. Centrale begrip in de voorgestane benadering is de kostprijsdekkende huur. Daaronder wordt de minimale aanvangshuur verstaan waarmee, uitgaande van een bepaalde indexering en rendementseis, alle investerings en exploitatiekosten over een bepaalde exploitatieduur gedekt kunnen worden, rekening houdend met de risicoverdeling die partijen onderling overeen komen. In dit hoofdstuk wordt stapsgewijs aangegeven hoe deze kostprijsdekkende huur bepaald kan worden. In de bijlage van deze publicatie is een uitgewerkt rekenmodel opgenomen dat als illustratie gezien kan worden van de hier gepresenteerde benadering. Dit rekenmodel is ontwikkeld door Fakton en RO Groep. Het SCS hoopt en verwacht dat ook andere partijen rekenmodellen zullen ontwikkelen die gebaseerd zijn op de benadering die hierna wordt gepresenteerd. De systematiek gaat uit van een huur verhuurrelatie en richt zich dus primair op de partijen die de rollen van verhuurder en huurder op zich gaan nemen. Als verhuurder kunnen opereren: woningcorporaties, gemeentelijke vastgoeddiensten, institutionele beleggers of andere (markt)partijen. Voor de rol van huurder komen maar twee partijen in aanmerking: de gemeente of het schoolbestuur Uitgangspunt bij de hier gekozen benadering is dat de aard van de partijen in beginsel geen effect mag hebben op de wijze waarop de kostprijsdekkende huur wordt berekend. Kostprijs is kostprijs. Uiteraard kan het wel gebeuren dat de ene verhuurder kosten en risico s anders inschat dan de andere verhuurder. Maar het is zeer gewenst dat de wijze waarop deze huur berekend wordt, wel vergelijkbaar is. Anders is geen reële vergelijking tussen partijen mogelijk. 3.2 Zo rekenen we aan maatschappelijk vastgoed De hierna gepresenteerde benadering sluit direct aan op de publicatie Zo rekenen we aan maatschappelijk vastgoed, september Deze publicatie is op initiatief van de Kopgroep Maatschappelijk Vastgoed opgesteld door een commissie onder leiding van Aart Hordijk (ROZ, Nijenrode). Deze handreiking bevat een methode voor het rekenen aan maatschappelijk vastgoed in het algemeen. In dit hoofdstuk wordt een verdere vertaalslag gemaakt voor met name het primair onderwijs. 12

13 In genoemde publicatie worden twee rekenmethodes behandeld. Eén voor incourant vastgoed en één voor courant vastgoed. Het onderwijs heeft karakteristieken van beide. Aan de ene kant appelleert onderwijs aan een specifiek proces dat wezenlijk afwijkt van andere typen gebruik. Maar aan de andere kant worden accommodaties steeds multifunctioneler en daarom meer courant. Daarom is bij deze vertaalslag geput uit beide methodes; zonder overigens concessies te doen aan de methodische consistentie van de benadering. Kern van deze benadering is de kasstromenanalyse. Van welke feitelijke kosten en opbrengsten is vanuit het perspectief van de verhuurder sprake. Hieronder zijn de relevante kasstromen schematisch in beeld gebracht. Er is geabstraheerd van begrippen rente en afschrijving ; dit is de wijze waarop investeringen verantwoord worden in de boeken. Het zijn geen feitelijke kasstromen. huuropbrengst restwaarde t = exploitatieduur exploitatiekosten aanvangsinvestering Illustratie 4 relevante overzicht kasstromen 3.3 Stappenplan Om een kostprijsdekkende huur te kunnen bepalen, worden de volgende stappen onderscheiden: 1. Karakteriseren van de opgave; grip krijgen op gebouw en gebruik resulterend in een onderverdeling van (beoogd) gebouw naar afzonderlijk door te rekenen gebouwdelen. Denk hierbij ook aan het verdelen van algemene ruimten, gangen, sanitair, installatieruimten etc. 2. Berekening kostprijsdekkende huur; berekenen van dekkende huur per gebouwdeel op basis van uitgangspunten voor: a. Aanvangsinvestering b. Exploitatieperiode en restwaarde c. Exploitatiekosten d. Discontovoet en overige parameters 3. Inventarisatie dekkingsbronnen; inventariseren en sommeren van de dekkingsbronnen per gebouwdeel: a. vanuit primair proces b. door nevengebruik c. op basis van omgevingswaarde 4. Optimalisatie resultaat; simuleren met uitgangspunten gericht op verbetering van prijskwaliteitverhouding door het draaien aan knoppen als: a. oppervlaktegebruik b. nevengebruik wel/niet mogelijk 13

14 c. risicoverdeling tussen huurder en verhuurder d. beheerefficiency e. flexibiliteit en toekomstwaarde f. intensief grondgebruik Stap 1: karakteriseren van opgave o.b.v. - gebouw (kwantiteit en kwaliteit) - gebruik (duur, nevengebruik, fiscaal e.d.) resulterend in onderverdeling gebouwdelen Stap 2: berekenen kostprijshuur o.b.v. - aanvangsinvestering - exploitatieperiode en restwaarde - exploitatiekosten - discontovoet en overige parameters Stap 3: inventariseren dekkingsbronnen - vanuit primair gebruik - door nevengebruik - op basis van omgevingswaarde Stap 4: optimaliseren resultaat door draaien aan knoppen als - oppervlak - nevengebruik - flexibiliteit - beheer - risicoverdeling - grondgebruik Illustratie 5 stappenplan Stap 1: karakteriseren van opgave Eerste stap is het karakteriseren van de opgave. Tijdens de initiatieffase is natuurlijk nog weinig bekend van het gebouw. Niettemin is de behoefte om verwachtingen uit te spreken over de huurprijs en de te hanteren uitgangspunten daarvoor groot. Beantwoord vragen ten aan zien van: gebouw: o grove indicatie van bruto vloeroppervlakte in m2 o sober en doelmatig of gebouw als visitekaartje? o bijzondere eisen aan duurzaamheid of wettelijke (minimum)normen? Let op demarcatie van eigenaar en gebruiker o maatkostuum of meer universele en multifunctionele oplossingen? gebruik: o 100% eigen gebruik of ook nevengebruik door derden mogelijk? o langdurig gebruik of mogelijkheid om huur na 5 of 10 jaar op te zeggen? o zijn partijen BTW plichtig of niet wat is hun financiële continuïteit en slagkracht in het algemeen Hieronder een heel beknopt voorbeeld van hoe de output van de eerste stap, een gekarakteriseerde opgave, er uit zou kunnen zien. 14

15 school deel 1 school deel 2 kinder opvang sport Oppervlak m2 BVO 2000 m2 750 m2 500 m2 500 m2 Huurder(s) schoolbest. schoolbest. KO dienst Sport Fiscaal geen BTW geen BTW geen BTW BTW Duur huurcontract 40 jaar 5 jaar 5 jaar 20 jaar Aard huurcontract incl. service incl. service incl. service kaal Nevengebruik wel wel niet wel Illustratie 6 voorbeeld output stap 1 Stap 2: berekening kostprijsdekkende huur Kern van stap 2 is: bereken per gebouwdeel de kostprijsdekkende huur aan de hand van de volgende gegevens: Aanvangsinvestering Exploitatieperiode en restwaarde Exploitatiekosten Discontovoet en overige parameters De meest relevante vraag voorafgaand aan het vaststellen van deze gegevens is de keuze tussen een generiek (courant) gebouw dat verschillende gebruikers na elkaar kan huisvesten en waar gelet op generieke karakter altijd een markt voor zal zijn. specifiek (incourant) gebouw dat gemaakt is/wordt voor een één gebruiker en waar gelet op dit specifieke karakter geen markt voor zal zijn. Deze twee opties vormen de uitersten op een as waarop nog tal van tussenposities mogelijk zijn. Brede scholen nemen gelet op de ambitie om daar multifunctioneel mee om te gaan, vooralsnog een middenpositie in. Ze zijn niet courant verhandelbaar op de markt, maar ze zijn ook niet waardeloos als de huidige gebruiker vertrekt. In bijgaand schema worden de twee uiterste posities, courant en niet courant, gerelateerd aan de te kiezen parameters. Deze parameters worden hierna toegelicht parameters specifiek / incourant generiek / courant aanvangsinvestering nieuwbouw stichtingskosten grond en gebouw stichtingskosten grond en gebouw aanvangsinvestering bestaande gecorrigeerde marktwaarde bouw vervangingswaarde exploitatieperiode beoogde minimale gebruiksduur, bijvoorbeeld 40 jaar minimaal de lengte van huurcontract, bijvoorbeeld 20 jaar restwaarde grondwaarde minus sloopkosten huuropbrengst gedeeld door aanvangsrendement met verouderingstoeslag exploitatiekosten voor vastgoed en eventueel facilities voor vastgoed en eventueel facilities discontovoet financieringsrente managementkosten faillissementstoeslag financieringsrente managementkosten marktrisico opslag 15

16 Aanvangsinvestering De aanvangsinvestering betreft de waarde van de investering bij aanvang van de exploitatieperiode. De aanvang van de exploitatieperiode kan zowel direct na oplevering zijn voor nieuwbouw, als ook een bestaand gebouw dat eerst een andere of dezelfde functie vervulde. Bij nieuwbouw gaat het om de totale investering die met de bouw samenhangt; ook wel stichtingskosten (zie bijlage 1.). Het gaat hierbij om de kosten voor grond (ook verwervingskosten), bouw, inrichting en bijkomende kosten (architect, adviseurs, rente tijdens bouw e.d) Eventuele eenmalige bijdragen (van derden) worden bij voorkeur níet in mindering gebracht op deze aanvangsinvestering. Anders wordt de kostprijsdekkende huur een gesubsidieerde huur, en dat vermindert de vergelijkbaarheid van het eindresultaat. Eventuele bijdragen worden meegenomen bij de dekkingsbronnen van stap 3. BTW vormt bij nieuwbouw een punt van nadere aandacht. Er zijn in beginsel twee regimes: 1. De nieuwbouw is bestemd voor een organisatie waarbij sprake is van onbelaste verhuur. Het gaat hierbij om onderwijsinstellingen maar ook om kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, zorginstellingen en begraafplaatsen. Hierbij dient uit te worden gegaan van de nieuwbouwkosten inclusief btw (bouw en grondkosten) vermeerderd met een prognose voor het jaarlijks onderhoud inclusief BTW voor de huurprijsvaststelling, waarbij de huur vervolgens niet wordt verhoogd met de BTW. Hierbij geldt er normaliter een toeslag voor de huur of wordt dit direct bij de vastgoedexploitatie meegenomen, hierdoor ontstaat een huurprijs die hoger ligt dan in de twee andere situaties. De hoogte van de toeslag is mede afhankelijk van de periode waarover de BTW in de exploitatie wordt meegenomen. 2. De nieuwbouw is bestemd voor een met BTW belaste verhuur, zoals bibliotheken, musea en sportaccommodaties (onder bepaalde voorwaarden). Hierbij dient uit te worden gegaan van de nieuwbouwkosten exclusief BTW voor de huurprijsvaststelling. De huur wordt vervolgens verhoogd met de BTW, die voor de huurder verrekenbaar is. Bij bestaand vastgoed kan de aanvangsinvestering worden gewaardeerd op basis van de onderstaande methodiek (in volgorde van voorkeur). De indeling is gebaseerd op de richtlijnen voor de Wet Waardering Onroerende Zaken: 1. Marktwaarde van het object gebaseerd op beleggingstransacties van vergelijkbare gebouwen op basis van marktreferenties. 2. Indien er geen vergelijkbare objecten worden verkocht kan gebruik worden gemaakt van de huurwaardekapitalisatie waarbij de markthuurwaarde per ruimte wordt vastgesteld. Op basis van de huurwaarde wordt een kapitalisatie factor toegepast herleid van andere (o.a. beleggings) transacties van vergelijkbaar vastgoed. 3. Indien er geen huurdersmarkt en geen kopersmarkt van voldoende omvang bestaat, dient het vastgoed op basis van de gecorrigeerde vervangingswaarde te worden gewaardeerd. Deze gecorrigeerde vervangingswaarde is gebaseerd op de herbouwkosten van het object minus een correctie voor de technische en functionele veroudering en daarbij opgeteld de waarde van de grond. Exploitatieperiode en restwaarde De exploitatieperiode is voor incourant vastgoed afhankelijk van de economische en technische veroudering van het betreffende object. Of in andere woorden: hoe lang gaat het gebouw minimaal mee. In de praktijk van het maatschappelijk vastgoed wordt vaak een exploitatieperiode van 40 jaar aangehouden. Dan is het gebouw afgeschreven. Voor de restwaarde van de opstallen dient dan een waarde van 0 aangehouden te worden. Voor de grond dient rekening gehouden te worden met de 16

17 reguliere waardestijging van de grondprijs en de sloopkosten die straks nodig zijn om de grond bouwrijp te kunnen verkopen. Indien reeds bij aanvang rekening wordt gehouden met een mogelijke herbestemming van het gebouw, bijvoorbeeld het omzetten van schoollokalen in woningen, dat dient rekening te worden gehouden met de verwachte verkoopopbrengst van deze woningen minus de kosten voor de noodzakelijke aanpassingen voor de herbestemming. Voor courant vastgoed is de exploitatieperiode veel minder van belang, omdat na de gekozen periode weer een nieuwe exploitatieperiode start waaruit eveneens inkomsten worden verkregen. De exploitatieperiode is eigenlijk arbitrair. Er kan gekozen worden voor een kortere exploitatieperiode, bijvoorbeeld 20 jaar, waarbij dan een relatief hoge restwaarde hoort, maar er kan ook gekozen worden voor een langere exploitatieperiode, bijvoorbeeld 40 jaar, met een relatief lagere restwaarde. Twee aanbevelingen: Kies per gebouwdeel in ieder geval voor een exploitatieperiode die tenminste gelijk is aan de beoogde duur van het huurcontract. kies voor de gebouwdelen die bouwkundig een eenheid vormen eenzelfde exploitatieperiode; anders kan gemakkelijk verwarring ontstaan. Bij courant vastgoed moet er dus een aanname worden gedaan over de verkoopwaarde van het vastgoed aan het eind van de gekozen exploitatieperiode. Daar zijn twee parameters van belang bij: ontwikkeling van de huur gedurende de exploitatieperiode; hiervoor wordt vaak de verwachte inflatie (CBS factor) aangehouden; het door derden geëiste aanvangsrendement waarmee de toekomstige huur vertaald kan worden in een verkoopwaarde. Om dit in de toekomstige aanvangsrendement te kunnen bepalen, wordt het aanvangsrendement dat thans bij nieuwe, courante gebouwen wordt gehanteerd verhoogd met een verouderingstoeslag. Uit onderzoek (zie o.a. Rust, Hordijk en Teuben 2 ) blijkt dat bij kantoren een veroudering van circa 0,1% per jaar optreedt. Rekenvoorbeeld: In het geval van een twintigjarige exploitatieperiode dient een toeslag van 2,0% (20 jaar x 0,1%) aan te worden gehouden. Dit betekent dat een aanvangsrendement van 6,5% aan het begin in 20 jaar stijgt naar 8,5%. Om de restwaarde te bepalen moet de huur van dat moment door 8,5% gedeeld worden. Indien verondersteld wordt dat de grondwaarde dan hoger is dan de restwaarde op basis van aanvangshuur, dan dient deze grondwaarde als restwaarde aangehouden te worden. De (rest)waarde wordt in beginsel bepaald door de meest optimale aanwending van het vastgoed, sloop en nieuwbouw hoort daar als optie ook bij. Behalve een economische benadering is ook een fiscale benadering van exploitatieperiode en restwaarde denkbaar. De restwaarde wordt dan bepaald op basis van de afschrijvingsnormen die voor de beoogde eigenaar gelden. Deze fiscale benadering wordt hier om drie redenen niet gevolgd: de afschrijvingsregels kunnen sterk afwijken van de veronderstelde werkelijkheid; investeringen gericht op toekomstwaarde worden bij de fiscale benadering niet zichtbaar omdat ze geen invloed (mogen) hebben op exploitatieduur en restwaardeverloop. de afschrijvingsregels voor gemeente, corporaties, beleggers en (andere) ondernemingen wijken sterk van elkaar af; dit bemoeilijkt de onderlinge vergelijking (en competitie). 2 Hordijk, A.C., en Teuben, A.J.J., Risico van operationele leases met vastgoed als onderpand, De gevolgen van de invoering van Basel II, presentatie tijdens VOGON bijeenkomst op 13 maart 2007,

18 Exploitatiekosten De exploitatiekosten kunnen worden verdeeld in de volgende categorieën 3 : Vaste kosten; Beheer en verhuurkosten; Onderhoudskosten; Overige objectgebonden kosten; Gebruikersgebonden exploitatiekosten De eerste vier categorieën worden verrekend via de (kale) huur; de gebruikerskosten worden verrekend als servicekosten. Samen vormen ze de all in huur. De vaste kosten zijn kosten die betrekking hebben op het in eigendom of in gebruik hebben van een object en jaarlijks terugkeren. Het betreft hier kosten voor belastingen en andere heffingen, rente en afschrijving, erfpachtcanon (mits van toepassing) en verzekeringen. Het betreft hier uitsluitend de kosten die voor rekening zijn van de eigenaar en niet het gebruikersdeel. Deze dienen elders opgenomen te worden. In het onderwijs bedragen de vaste lasten circa 4,0 per m² bruto vloer oppervlak (BVO) 4 De beheer en verhuurkosten zijn de kosten die direct toe te rekenen zijn aan het beheer van de gebouwen. De activiteiten voor het objectbeheer bestaan onder andere uit de werkzaamheden: incassering van de huurinkomsten; financiële administratie op objectniveau (o.a. afrekening servicekosten); bewaken en opstellen van budgetten (o.a. onderhoud); klachtenafhandeling; mutatieopnamen; aansturing van het onderhoud; sleutelbeheer; zorg dragen voor de servicekosten. Binnen de ROZ/IPD vastgoedindex wordt gemiddeld 3,1 per m² aan beheerkosten uitgegeven en daarnaast nog 1,1 per m² aan verhuurkosten. De totale kosten voor het beheer en verhuurkosten voor gemeenten bedragen 3, tot 5, per m² op basis van cijfers uit de benchmark voor gemeentelijk vastgoed (Benchmark gemeentelijk vastgoed 2007). Onder de onderhoudskosten worden normaal gesproken de kosten bedoeld voor het technisch in stand houden of in verhuurbare staat houden van het vastgoed gedurende de exploitatieperiode. Hieronder vallen de kosten die uitsluitend voor rekening zijn van de eigenaar. Indien de huurder meer of minder onderhoud uitvoert dan in standaard huurcontracten overeen gekomen wordt, dient hiermee rekening te worden gehouden. De onderhoudskosten variëren sterk per gebouw en zijn afhankelijk van het afwerkingniveau van het gebouw, het gewenste en huidige onderhoudsniveau van het gebouw en de ouderdom. Voor de inschatting van de onderhoudskosten dient met bovenstaande rekening te worden gehouden. Onderhoudskosten kunnen worden onderscheiden in onderhoudskosten voor installaties, bouwkundig onderhoud en terreinonderhoud. 3 Deze indeling is ontleend aan de indeling voor de ROZ/IPD vastgoedindex (beleggingsvastgoed sinds 1995), aedex/ipd corporatie-index (sinds 2000) en ROZ Benchmark Gemeentelijk Vastgoed (sinds 2005). 4 ROZ Benchmark voor gemeentelijk vastgoed

19 Indien sprake is van het verbeteren van de economische staat spreken we niet van onderhoud maar van investeringen. Groot onderhoud inclusief het vervangen van installaties wordt bijvoorbeeld ook vaak als investering gekenmerkt en als zodanig geactiveerd op de balans Als criterium om bedragen te beschouwen als investeringen geldt dat dit de economische levensduur moet verlengen dan wel de (markt)huur kan verhogen. De benchmarks van de ROZ geven de volgende referenties voor onderhoudskosten: Bijeenkomstgebouwen: per m2 BVO (Benchmark gemeentelijk vastgoed 2007) Sportgebouwen: per m2 BVO (ROZ Benchmark gemeentelijk vastgoed 2007) Kantoren: 7 10 per m2 BVO (ROZ/IPD benchmark 2007) De overige objectgebonden kosten bestaan uit diverse kosten die direct betrekking hebben op individuele gebouwen. De kosten bestaan bijvoorbeeld uit de kosten van niet verhaalbare service kosten, niet verrekenbare BTW, oninbare huren en juridische kosten. Het meenemen van de gebruikersgebonden exploitatiekosten, is afhankelijk van afspraken die huurder en verhuurder daarover maken. Voordeel om deze mee te calculeren is de mogelijkheid om integraal de kosten van investering, exploitatie en gebruik te kunnen afwegen. Op die manier kan bijvoorbeeld beoordeeld worden of investeringen in energie en beheerefficiency via besparing van de gebruikskosten terugverdiend kunnen worden. Voor de rubricering is gebruik gemaakt van NTA 8101:2005 5, een Nederlands Technische Afspraak die is afgeleid van NEN 2748 (Termen voor facilitaire voorzieningen Rubricering en definiëring, specifiek voor kantoorhoudende organisaties). Gebruiksgebonden kosten die kunnen worden onderscheiden zijn: Huisvesting: gebruikersgebonden huisvestingsgebonden als klein onderhoud, groenonderhoud en kosten voor energie en water Diensten en middelen: kosten voor bijvoorbeeld schoonmaak, catering, inrichting, beveiliging, etc. ICT: kosten voor informatie en communicatietechnologie (hardware en software) Externe voorzieningen: kosten voor verblijf extern, denk aan tijdgebonden huur van ruimten in andere gebouwdelen Facility Management: kosten voor uitvoeren van het bedrijfsbureau, milieu, arbo, kwaliteit e.d. Discontovoet en overige parameters Discontovoet is de factor waarmee alle toekomstige opbrengsten en kosten contant, en derhalve vergelijkbaar, worden gemaakt. In feite is de discontovoet een vergoeding voor de investering vermeerderd met de daaraan verbonden managementkosten en risico s. De discontovoet mag ook rekenrente worden genoemd. Beleggers spreken vaak van geëist rendement. De discontovoet is samengesteld uit de volgende componenten: financieringsrente. Dit is de lange termijn kapitaalmarktrente inclusief opslagen die financiële instellingen hanteren. Bij woningcorporaties speelt de zogenaamde WSW borging een belangrijke rol. opslag i.v.m. managementkosten. Dit zijn de kosten van de verhuurder die niet direct toegerekend kunnen worden aan het object. Let op eventuele dubbeling met beheerkosten 5 NTA 8101:2005: Termen voor facilitaire voorzieningen toegespitst op het onderwijs Definiëring en Rubricering, uitgave van het NEN in

20 welke al als exploitatiekosten zijn opgenomen. Ter referentie: institutionele beleggers hanteren hiervoor een opslag van gemiddeld 0,5%. opslag i.v.m. exploitatierisico s. In het geval van een lang huurcontract met een restwaarde van nul zijn de exploitatierisico s beperkt tot het faillissement van de huurder. De exploitatierisico opslag kan in het geval van scholen, wanneer gaan die failliet, zeer beperkt zijn; denk aan een opslag van 0,25%. Bij kortere huurcontracten waarbij de verhuurder een evident marktrisico loopt, dan dient de risico opslag hoger te zijn. Specifieke omstandigheden, denk onder meer aan locatie, alternatieve aanwendbaarheid en (vastgoed)markt, zijn dan van grote invloed op de hoogte van deze opslag. 6 De eerder behandelde exploitatiegegevens drukken alle kosten en opbrengsten uit in prijzen van nu. Exploitatiekosten en opbrengsten zullen echter stijgen. Maar hoeveel? De huurstijging wordt normaal gesproken gebaseerd op de Consumentenprijsindex van het CBS gebruikt. Het is echter mogelijk om hiervan af te wijken of zelfs een huurverlaging toe te passen. Dit dient bij de afsluiting van het huurcontract goed geregeld te worden, omdat dit gevolgen heeft voor de totale exploitatieperiode die van toepassing is voor het betreffende vastgoed. Zeker gezien het afsluiten van huurcontracten voor een lange periode kan dit aanzienlijke gevolgen hebben. Consensus Economics geeft verwachtingen voor de toekomstige inflatieverwachting. De ROZ publiceert de cijfers met een half jaarvertraging op haar website ( De laatste inflatiescenario s liggen voor de langere termijn op iets meer dan 2 procent per jaar. Deze dateren overigens nog van voor de kredietcrisis. De stijging van exploitatiekosten kan afwijken van het te hanteren percentage voor de huurverhoging. Met name de stijging van de onderhoudskosten zal een boveninflatoire ontwikkeling kennen omdat voldaan dient worden aan nieuwe kwaliteitseisen die gedurende de exploitatieperiode van kracht (kunnen) worden. Het CBS publiceert onder andere een bouwkostenindex waarin historische cijfers over de stijging van de bouwkosten is opgenomen ( Berekening kostprijsdekkende huur Als alle invoergegevens bepaald zijn, dient de finale huurprijsberekening nog plaats te vinden. Op de feitelijke berekening wordt hier niet verder ingegaan. De daarvoor benodigde formules zijn opgenomen in het bijgevoegde rekenmodel, en bovendien in elk willekeurig spreadsheetprogramma. Concrete stappen in deze rekengang zijn: invoeren van aanvangsinvestering, restwaarde en exploitatiekosten per gebouwdeel indexeren van exploitatiekosten en restwaarde over gehele exploitatieperiode aan de hand stijgingsfactoren contant maken van restwaarde en exploitatiekosten aan de hand van discontovoet vaststellen van te dekken exploitatietekort door aanvangsinvestering te vermeerderen met contante exploitatiekosten en te verminderen met contant gemaakte restwaarde vaststellen (via doelzoeken ) met welke kostprijsdekkende aanvangshuur het te dekken exploitatietekort op nul gebracht kan worden. Stap 3: inventarisatie dekkingsbronnen 6 Voor meer informatie over de discontovoet, zie de publicatie Zo rekenen we aan maatschappelijk vastgoed, pagina 12 tot en met 16 20

< Schoolgebouw te huur

< Schoolgebouw te huur < Schoolgebouw te huur Inhoud Schoolgebouw te huur > Voorwoord s < Schoolgebouw te huur t Community of Practice directeur SCS Schoolgebouw te huur > 1 Inleiding 1.1 Over deze publicatie Innovatief lifecycle

Nadere informatie

Schoolgebouw te huur SERVICECENTRUM SCHOLENBOUW. Handreiking voor een nieuwe rolverdeling. in onderwijshuisvesting. Jan Schraven en Marc van Leent

Schoolgebouw te huur SERVICECENTRUM SCHOLENBOUW. Handreiking voor een nieuwe rolverdeling. in onderwijshuisvesting. Jan Schraven en Marc van Leent SERVICECENTRUM SCHOLENBOUW Schoolgebouw te huur Handreiking voor een nieuwe rolverdeling in onderwijshuisvesting Jan Schraven en Marc van Leent Januari 2010 Schoolgebouw te huur > < Schoolgebouw te huur

Nadere informatie

Nota huurprijzen voor gemeentelijk vastgoedaccommodaties

Nota huurprijzen voor gemeentelijk vastgoedaccommodaties Nota huurprijzen voor gemeentelijk vastgoedaccommodaties Gemeente Velsen Directie Beheer & Ontwikkeling Afdeling Gebiedsontwikkeling Datum Vastgesteld door de gemeenteraad op Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding...

Nadere informatie

* % = + - / Zo rekenen we aan maatschappelijk vastgoed. HANDREIKING voor het ... vaststellen van de huurprijs. van maatschappelijk vastgoed

* % = + - / Zo rekenen we aan maatschappelijk vastgoed. HANDREIKING voor het ... vaststellen van de huurprijs. van maatschappelijk vastgoed * % = + - / Zo rekenen we aan maatschappelijk vastgoed... HANDREIKING voor het Deze Handreiking is opgesteld door de commissie Zo rekenen we aan maatschappelijk vastgoed op initiatief van de Kopgroep Maatschappelijke

Nadere informatie

Notitie huurprijzen gemeentelijk vastgoed

Notitie huurprijzen gemeentelijk vastgoed Notitie huurprijzen gemeentelijk vastgoed Gemeente Stichtse Vecht 1. Aanleiding Op 12 maart 2013 heeft het College van B&W de Vastgoedvisie Betaalbare Leefbaarheid vastgesteld. De gehanteerde uitgangspunten

Nadere informatie

*A * Memo. onderwerp Impliciete subsidies grond en vastgoed. kenmerk A datum 12/08/

*A * Memo. onderwerp Impliciete subsidies grond en vastgoed. kenmerk A datum 12/08/ Memo ** onderwerp afzender M. Langerak datum 12/08/2015 afdeling Ruimte kenmerk e-mail m.langerak@zuidplas.nl 1. Inleiding Impliciete of verkapte subsidieverlening komt onder meer tot stand als de gemeente

Nadere informatie

Bijlage F Voorwaarden en tarieven gebruik van schoolgebouwen door derden

Bijlage F Voorwaarden en tarieven gebruik van schoolgebouwen door derden Bijlage F Voorwaarden en tarieven gebruik van schoolgebouwen door derden 1. Wettelijk kader In de meeste gevallen is het schoolbestuur eigenaar van het schoolgebouw en het omliggende terrein. Het schoolbestuur

Nadere informatie

MFC Heerewaarden Investering en exploitatiekosten Datum: 27 mei 2014 Opdrachtgever: Gemeente Maasdriel Auteur: Wendie Hardeman en Edwin van de Voort

MFC Heerewaarden Investering en exploitatiekosten Datum: 27 mei 2014 Opdrachtgever: Gemeente Maasdriel Auteur: Wendie Hardeman en Edwin van de Voort MFC Heerewaarden Investering en exploitatiekosten Datum: Opdrachtgever: Auteur: 27 mei 2014 Gemeente Maasdriel Wendie Hardeman en Edwin van de Voort Inleiding In de periode februari mei 2014 is door en

Nadere informatie

Kadernota Vastgoed 2015

Kadernota Vastgoed 2015 Kadernota Vastgoed 2015 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belang voor Vastgoed in Deventer 3 Gemeentelijke doelstellingen 3 Programma s 3 Vastgoedportefeuille 3 Strategisch 3 Niet-strategisch 4 Concernhuisvesting

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Verhuur en exploitatie multifunctionele sporthal Duinwijck BBV nummer: 2013/520442

Raadsstuk. Onderwerp: Verhuur en exploitatie multifunctionele sporthal Duinwijck BBV nummer: 2013/520442 Raadsstuk Onderwerp: Verhuur en exploitatie multifunctionele sporthal Duinwijck BBV nummer: 2013/520442 1. Inleiding De gemeenteraad heeft middelen gereserveerd voor de bouw van een multifunctionele badmintonhal

Nadere informatie

Verordening huisvestingsvoorzieningen primair onderwijs Amsterdam

Verordening huisvestingsvoorzieningen primair onderwijs Amsterdam Bijlage IV Financiële normering De financiële normering valt uiteen in drie delen: deel A: vergoeding op basis van normbedragen; deel B: vergoeding op basis van feitelijke kosten; deel C: bepaling medegebruiktarief.

Nadere informatie

FINANCIËLE BIJLAGE VOORSTEL MFC. Inleiding

FINANCIËLE BIJLAGE VOORSTEL MFC. Inleiding FINANCIËLE BIJLAGE VOORSTEL MFC Inleiding Om een solide financiële basis onder het Multifunctioneel Centrum (hierna: MFC) te realiseren is gezocht naar aanvullende partners. Inmiddels zijn de deelnemende

Nadere informatie

Vastgoed. Plan van Aanpak. Versie: Definitief Bestandsnaam: Datum opgesteld: 20-06-2014 Voor akkoord: Plan van aanpak: Vastgoed.

Vastgoed. Plan van Aanpak. Versie: Definitief Bestandsnaam: Datum opgesteld: 20-06-2014 Voor akkoord: Plan van aanpak: Vastgoed. Vastgoed Plan van Aanpak Plan van aanpak: Vastgoed Bestuurlijk L. van Rekom opdrachtgever L. Mourik opdrachtgever Naam projectleider L. van Hassel Versie: Definitief Bestandsnaam: Datum opgesteld: 20-06-

Nadere informatie

Houd zelf de regie bij vastgoed

Houd zelf de regie bij vastgoed NIEUW DISTRIBUTIECENTRUM - VASTGOEDPROCES Breda, 11 december 2018 De in dit rapport genoemde conclusies, aanbevelingen en adviezen zijn gebaseerd op door de opdrachtgever verstrekte informatie en gegevens.

Nadere informatie

verhuur van ruimte in schoolgebouwen

verhuur van ruimte in schoolgebouwen verhuur van ruimte in schoolgebouwen 20 juni 2012 Jeroen Bos (j.bos@dordrecht.nl) Inhoud Situatie in Dordrecht Dilemma s Besluitvormingsproces Beleidsregels voor verhuur Huurprijzen Ervaringen en nieuwe

Nadere informatie

ROZ Benchmark Gemeentelijk Vastgoed

ROZ Benchmark Gemeentelijk Vastgoed ROZ Benchmark Gemeentelijk Vastgoed Door de centralisering van het gemeentelijk vastgoed neemt de behoefte aan transparantie en professionalisering sterk toe. Een van de concrete initiatieven om de transparantie

Nadere informatie

Gemeente Coevorden Brede School SOM Poppenhare-Lootuinen VERGELIJKING EIGENDOM EN HUUR INVESTEERDER: DOMESTA. 12 februari 2013

Gemeente Coevorden Brede School SOM Poppenhare-Lootuinen VERGELIJKING EIGENDOM EN HUUR INVESTEERDER: DOMESTA. 12 februari 2013 Gemeente Coevorden Brede School SOM Poppenhare-Lootuinen VERGELIJKING EIGENDOM EN HUUR INVESTEERDER: DOMESTA 12 februari 2013 Inhoudsopgave Inleiding 3 Vergelijking en conclusie 4 1. Exploitatie 5 2. Leegstandsrisico

Nadere informatie

Mogelijke onderwerpen voor het netwerk Vastgoedeconomen, fiscalisten en planeconomen

Mogelijke onderwerpen voor het netwerk Vastgoedeconomen, fiscalisten en planeconomen Mogelijke onderwerpen voor het netwerk Vastgoedeconomen, fiscalisten en planeconomen BBV en afschrijvingen Het BBV kent verschillende onderwerpen. Eén van de onderwerpen heeft betrekking op de waardering

Nadere informatie

Uitgangspunten Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs gemeente Meppel

Uitgangspunten Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs gemeente Meppel Uitgangspunten Integraal Huisvestingsplan 2018-2033 Primair Onderwijs gemeente Meppel Inleiding Voor u ligt een document wat de uitgangspunten bevat voor het op te stellen Integraal Huisvestingsplan 2018-2033

Nadere informatie

Gemeente Apeldoorn. huurbeleid voor. schoolgebouwen

Gemeente Apeldoorn. huurbeleid voor. schoolgebouwen Netwerkbijeenkomst Huurafspraken voor kinderopvang in onderwijsgebouwen datum: 26 maart 2013 1 Gemeente Apeldoorn huurbeleid voor schoolgebouwen voor gebruik van delen van schoolgebouwen voor andere doeleinden

Nadere informatie

Risico van operationele leases met vastgoed als onderpand

Risico van operationele leases met vastgoed als onderpand Risico van operationele leases met vastgoed als onderpand (de gevolgen van de invoering van Basel II) 13 maart 2007 Aart Hordijk / Bert Teuben ROZ vastgoedindex Basel II: Kredietrisico Kans op wanbetaling

Nadere informatie

Huurwaardebepaling gemeente Tilburg. 9 april 2015 Marion Bakker

Huurwaardebepaling gemeente Tilburg. 9 april 2015 Marion Bakker Huurwaardebepaling gemeente Tilburg 9 april 2015 Marion Bakker Portefeuille team Gebouwen Ca. 186 permanente gebouwen Ca. 400.000 m² bruto vloeroppervlak Ca. 30 miljoen huurinkomsten per jaar Ca. 437 miljoen

Nadere informatie

Financieer de realisatie van nieuwe distributie footprint

Financieer de realisatie van nieuwe distributie footprint Financieer de realisatie van nieuwe distributie footprint INNOVATION SESSION GROENEWOUT - JUNE 27 TH 2017 Breda June 27th, 2017 Dries Castelein DC&I Development De in dit rapport genoemde conclusies, aanbevelingen

Nadere informatie

Notitie harmonisatie huurtarieven gemeentelijke buurthuizen 2017

Notitie harmonisatie huurtarieven gemeentelijke buurthuizen 2017 Notitie harmonisatie huurtarieven gemeentelijke buurthuizen 2017 Inleiding Bij de vaststelling van de uniforme subsidieregeling voor sociaal-culturele voorzieningen in 2015 is aangegeven dat bij de evaluatie

Nadere informatie

Menukaart kostprijsdekkende huur 3 december 2015

Menukaart kostprijsdekkende huur 3 december 2015 Menukaart kostprijsdekkende huur 3 december 2015 Henk Philippens (Almere) Harmen Meerbeek (Bergen op Zoom) Arthur van Loon (Utrecht) Wouter van den Wildenberg en Erik Vlaming (Fakton) Inhoud Het netwerk

Nadere informatie

Financiele verkenning primair onderwijs. Servicecentrum Scholenbouw. ISM: Fakton en Ro Groep

Financiele verkenning primair onderwijs. Servicecentrum Scholenbouw. ISM: Fakton en Ro Groep Financiele verkenning Nieuwbouw Primair onderwijs In samenwerking met: MFA project Testschool 1 Algemene gegevens Datum 25 1 2010 Model steller Renske Schoenmaker Opdrachtgever Jan Schraven Bedrijf Telefoon

Nadere informatie

De invloed van de Wet Markt en Overheid op het huurprijzenbeleid van overheden

De invloed van de Wet Markt en Overheid op het huurprijzenbeleid van overheden Whitepaper De invloed van de Wet Markt en Overheid op het huurprijzenbeleid van overheden bbn adviseurs 2014 bbn adviseurs www.bbn.nl info@bbn.nl Wet Markt en Overheid Per 1 juli 2014 gaat de wet Markt

Nadere informatie

Bijlage IV Financiële normering

Bijlage IV Financiële normering Financiële normering In onderstaande normbedragen voor (vervangende) nieuwbouw en uitbreiding (paragrafen 1.1, 1.2, 2.1, 2.2 en 3.1) is tevens een vergoeding voor bouwvoorbereiding opgenomen. Deze vergoeding

Nadere informatie

Raadsvoorstel 86L. Gemeenteraad. Vergadering 6 november 2014. Onderwerp : Grondprijzen woningen en bedrijventerreinen Helmond 2015

Raadsvoorstel 86L. Gemeenteraad. Vergadering 6 november 2014. Onderwerp : Grondprijzen woningen en bedrijventerreinen Helmond 2015 Raadsvoorstel 86L Vergadering 6 november 2014 Gemeenteraad Onderwerp : Grondprijzen woningen en bedrijventerreinen Helmond 2015 B&W vergadering : 16 september 2014 Dienst / afdeling : FC.BLV Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

gemeente Eindhoven - Adviesnota Beheersmodel spilcentrum Tafelbergplein en overige (nog te realiseren) spilcentra. (vastgesteld college 9 aug.

gemeente Eindhoven - Adviesnota Beheersmodel spilcentrum Tafelbergplein en overige (nog te realiseren) spilcentra. (vastgesteld college 9 aug. gemeente Eindhoven - Adviesnota Beheersmodel spilcentrum Tafelbergplein en overige (nog te realiseren) spilcentra. (vastgesteld college 9 aug. 2005) - Vaststellingsovereenkomst. - Huurovereenkomst. - Dienstverleningsovereenkomst

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Vergaderdatum: 23 februari 2010 Registratienummer: 2010/22 Agendapunt nummer: 17

Raadsvoorstel. Vergaderdatum: 23 februari 2010 Registratienummer: 2010/22 Agendapunt nummer: 17 Raadsvoorstel Bevoegdheid Raad Vergadering Gemeenteraad Oirschot Vergaderdatum: 23 februari 2010 Registratienummer: 2010/22 Agendapunt nummer: 17 Onderwerp Samenwerking SKOBOS-Korein in de Antoniusschool

Nadere informatie

VASTGOEDSTURING OP COMPLEXNIVEAU

VASTGOEDSTURING OP COMPLEXNIVEAU VASTGOEDSTURING OP COMPLEXNIVEAU INLEIDING In onze voorgaande blog hebben we verschillende gangbare waarderingsmethoden toegelicht: de historische kostprijs, de bedrijfswaarde en de marktwaarde. Dit deden

Nadere informatie

Vastgoed & Financiering. Bouwen zonder geld, kansen voor gemeenten en schoolbesturen

Vastgoed & Financiering. Bouwen zonder geld, kansen voor gemeenten en schoolbesturen Vastgoed & Financiering Bouwen zonder geld, kansen voor gemeenten en schoolbesturen Bouwen zonder geld Veel maatschappelijke organisaties hebben te maken met verouderde huisvesting en te hoge exploitatiekosten.

Nadere informatie

Bijlage bij Adviesnota Beleidsregels medegebruik en verhuur huisvesting basisonderwijs gemeente Venray Toelichting tarieven voor verhuur.

Bijlage bij Adviesnota Beleidsregels medegebruik en verhuur huisvesting basisonderwijs gemeente Venray Toelichting tarieven voor verhuur. Bijlage bij Adviesnota Beleidsregels medegebruik en verhuur huisvesting basisonderwijs gemeente Venray 2011. Toelichting tarieven voor verhuur. Inleiding De afgelopen jaren is in Venray, net als in andere

Nadere informatie

NOTITIE 1. AANLEIDING EN DOEL VAN DE NOTITIE

NOTITIE 1. AANLEIDING EN DOEL VAN DE NOTITIE NOTITIE Project: Advies huurprijs Opdrachtgever: Gemeente Nuth Ter attentie van: de heer J. Sluijsmans Datum: 14 maart 2017 Kenmerk: 20170314 Notitie huurprijs Parallelstraat 41 Nuth Opgesteld door: ir.

Nadere informatie

contractvorming in de onderwijshuisvesting Louk Heijnders Congres PIANOo 26 mei 2011

contractvorming in de onderwijshuisvesting Louk Heijnders Congres PIANOo 26 mei 2011 Innovatieve contractvorming in de onderwijshuisvesting Louk Heijnders Congres PIANOo 26 mei 2011 Servicecentrum Scholenbouw Opdrachtgevers OCW VNG VO raad PO raad Ketenpartners Steunpunt Seu brede scholen

Nadere informatie

Organisatie en Huisvesting. Organisatie en Ontwikkeling. Vastgoed en Financiering. Huurbeleid voor scholen. Inhoud. Inleiding

Organisatie en Huisvesting. Organisatie en Ontwikkeling. Vastgoed en Financiering. Huurbeleid voor scholen. Inhoud. Inleiding Huurbeleid voor scholen 29 maart 2012 Karin Soldaat Inhoud Inleiding Huur en medegebruik door kinderopvang Wettelijk kader verhuur en medegebruik Hoogte huurtarief Belangrijke aspecten huurbeleid 2 Wie

Nadere informatie

Een nadere toelichting terug te vinden in de paragraaf grondbeleid van de begroting 2014.

Een nadere toelichting terug te vinden in de paragraaf grondbeleid van de begroting 2014. Raadsvoorstel 101K Vergadering 7 november 2013 Gemeenteraad Onderwerp : Grondprijzen voor Woningen en Bedrijventerreinen Helmond 2014 B&W vergadering : 3 september 2013 Dienst / afdeling : FC.BLV Aan de

Nadere informatie

Doordecentralisatie. Inleiding

Doordecentralisatie. Inleiding Doordecentralisatie Inleiding In overleg met het college van bestuur van het Dockingacollege en de J.J. Boumanschool is het idee ontstaan om te gaan doordecentraliseren. Bij doordecentralisatie worden

Nadere informatie

Vastgoedfinanciering in de cure-sector

Vastgoedfinanciering in de cure-sector Vastgoedfinanciering in de cure-sector Een onderzoek naar de potentie van financieringsconstructies voor investeringen in ziekenhuisvastgoed P4 Presentatie Simone Campman 4 oktober 2013 Inhoudsopgave Onderzoeksopzet

Nadere informatie

Bijlage 1 Concept intentieverklaring WOC Campus Nieuwleusen

Bijlage 1 Concept intentieverklaring WOC Campus Nieuwleusen Bijlage 1 Concept intentieverklaring WOC Campus Nieuwleusen Intentieverklaring project WOC Campus Nieuwleusen De Partijen: In het project WOC Campus Nieuwleusen participeren de volgende partijen: Landstede

Nadere informatie

Vraag en antwoord subsidieregeling huisvestingsvoorziening

Vraag en antwoord subsidieregeling huisvestingsvoorziening Vraag en antwoord subsidieregeling huisvestingsvoorziening Huisvestingsvoorziening en taakstelling 1 Wij willen in onze gemeente de regeling huisvestingsvoorziening gebruiken om 50 vergunninghouders te

Nadere informatie

Zelf je schoolgebouwen onderhouden

Zelf je schoolgebouwen onderhouden Denk nú al na en overleg met gemeente en collega-besturen Zelf je schoolgebouwen onderhouden 14 Lusten en lasten Een aantal besturen vindt het een probleem dat het onderhoud op één datum wordt overgeheveld,

Nadere informatie

Doordecentralisatie onderwijshuisvesting (on)mogelijkheden en consequenties bedrijfsvoering

Doordecentralisatie onderwijshuisvesting (on)mogelijkheden en consequenties bedrijfsvoering Doordecentralisatie onderwijshuisvesting (on)mogelijkheden en consequenties bedrijfsvoering Jos de Kleijne (AK+) 06-53962650 Mireille Uhlenbusch (HEVO) 06-10019338 Agenda 14.45-16.30 uur Even voorstellen

Nadere informatie

Ontwikkelgroep 'Renovatie versus vervangende nieuwbouw bijeenkomst 2. Op weg naar betere onderwijshuisvesting

Ontwikkelgroep 'Renovatie versus vervangende nieuwbouw bijeenkomst 2. Op weg naar betere onderwijshuisvesting Ontwikkelgroep 'Renovatie versus vervangende nieuwbouw bijeenkomst 2 Op weg naar betere onderwijshuisvesting Programma van vandaag Keuze tussen Renovatie of vervangende nieuwbouw? Wie zitten er vandaag

Nadere informatie

Raadsvoorstel ISE - Intentieovereenkomst

Raadsvoorstel ISE - Intentieovereenkomst gemeente Eindhoven 16R6733 Raadsnummer Inboeknummer 16bst00378 Beslisdatum B&W 22 maart 2016 Dossiernummer 16.12.252 Raadsvoorstel ISE - Intentieovereenkomst Inleiding In 2005 heeft uw gemeenteraad ingestemd

Nadere informatie

Participantenovereenkomst Breede School Zuurland te Brielle

Participantenovereenkomst Breede School Zuurland te Brielle CONCEPT Participantenovereenkomst Breede School Zuurland te Brielle Partijen, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brielle, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester,

Nadere informatie

HET RENDEMENT. De aankoopprijs en huurinkomsten geven een Bruto Aanvangsrendement (BAR = huuropbrengst/totale aankoopprijs) van 5.42%.

HET RENDEMENT. De aankoopprijs en huurinkomsten geven een Bruto Aanvangsrendement (BAR = huuropbrengst/totale aankoopprijs) van 5.42%. HET RENDEMENT 23-5-2015 www.hetrendement.be Bart@hetrendement.be 0476/941477 BTW-BE 0598.805.645 IBAN BE77 1430 9238 6642 Ezelstraat 71, 8000 Brugge De woning staat te koop voor 630.000 bij vastgoed Acasa,

Nadere informatie

Zorgorganisatie en corporatie of belegger werken samen 5 processtappen naar een haalbare businesscase

Zorgorganisatie en corporatie of belegger werken samen 5 processtappen naar een haalbare businesscase Zorgorganisatie en corporatie of belegger werken samen 5 processtappen naar een haalbare businesscase Congres Zorgvisie 18 September 2012 Een Babylonische spraakverwarring Sjans! Verblijf Tegelijkertijd

Nadere informatie

HAALBAARHEIDSSTUDIE Nieuwbouw basisschool St. Jan te Leenderstrijp. Opdrachtgever Gemeente Heeze-Leende Jan Deckersstraat 2 5590 GA HEEZE

HAALBAARHEIDSSTUDIE Nieuwbouw basisschool St. Jan te Leenderstrijp. Opdrachtgever Gemeente Heeze-Leende Jan Deckersstraat 2 5590 GA HEEZE HAALBAARHEIDSSTUDIE Nieuwbouw basisschool St. Jan te Leenderstrijp Opdrachtgever Gemeente Heeze-Leende Jan Deckersstraat 2 5590 GA HEEZE Huisvestingsconsultancy Laride, Hart voor huisvesting Bastion 58

Nadere informatie

Raadsvoorstel 91L. Gemeenteraad. Vergadering 5 november Onderwerp : Grondprijzen voor Woningen en Bedrijventerreinen Helmond 2016

Raadsvoorstel 91L. Gemeenteraad. Vergadering 5 november Onderwerp : Grondprijzen voor Woningen en Bedrijventerreinen Helmond 2016 Raadsvoorstel 91L Vergadering 5 november 2015 Gemeenteraad Onderwerp : Grondprijzen voor Woningen en Bedrijventerreinen Helmond 2016 B&W vergadering : 22 september 2015 Dienst / afdeling : FC.BLV Aan de

Nadere informatie

Onderwerp Keuze voor nieuwbouw n.a.v. onderzoek uitbreiding huisvesting Recreatie Noord-Holland NV

Onderwerp Keuze voor nieuwbouw n.a.v. onderzoek uitbreiding huisvesting Recreatie Noord-Holland NV Adviescommissie 28 oktober 2009 Dagelijks bestuur 4 november 2009 Algemeen bestuur 25 november 2009 Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 14 Onderwerp Keuze voor nieuwbouw n.a.v. onderzoek uitbreiding huisvesting

Nadere informatie

Rapportage eind Fase 2 Kulturhus Trefkoele+ Bijlage 11a: Memo ICSadviseurs

Rapportage eind Fase 2 Kulturhus Trefkoele+ Bijlage 11a: Memo ICSadviseurs Rapportage eind Fase 2 Kulturhus Trefkoele+ Bijlage 11a: Memo ICSadviseurs 14-5-2013 Memo Aan Plaats, datum Zwolle, 13 mei 2013 Onderwerp Exploitatiemodel De Trefkoele+ Ons kenmerk Behandeld door Martijn

Nadere informatie

CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING

CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Onroerende zaken in exploitatie, bestemd voor verkoop Bij het bepalen van de bedrijfswaarde van voor verkoop bestemde huurwoningen verwijst de richtlijn voor woningcorporaties (RJ 645) naar de richtlijn

Nadere informatie

Afschrijving, waardering en overdracht

Afschrijving, waardering en overdracht Afschrijving, waardering en overdracht In het bestuursvoorstel 40969 en de Overeenstemming op Hoofdlijnen Doordecentralisatie Onderwijshuisvesting PO/SO, zijn passages (zie de cursieve teksten) opgenomen,

Nadere informatie

Kostprijsdekkende huur Gemeentelijk vastgoed 20/10/2012 1

Kostprijsdekkende huur Gemeentelijk vastgoed 20/10/2012 1 Kostprijsdekkende huur Gemeentelijk vastgoed 1 WELKOM Opening Utrecht: Arthur van Loon: adviseur vastgoedfinanciën portefeuillemanagement 2 Huur definities en begrippen Huurprijs: Wikipedia: De vergoeding

Nadere informatie

Bijlage 1: Beschrijving berekening beleidwaarde

Bijlage 1: Beschrijving berekening beleidwaarde Bijlage 1: Beschrijving berekening beleidwaarde De beleidswaarde wordt bepaald door op vier aspecten aanpassingen door te voeren in de uitgangspunten van de DCF berekening van de marktwaarde. De (lagere)

Nadere informatie

Informatiedocument De Erfpachter BV

Informatiedocument De Erfpachter BV Informatiedocument De Erfpachter BV U staat op het punt om een woning te kopen. De Erfpachter BV. wil u via dit Informatieboek informeren over De Erfpachter BV. Hieronder zetten we graag voor u uiteen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus Den Haag. 6 maart 2009 KO/

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus Den Haag. 6 maart 2009 KO/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 Den Haag Den Haag 6 maart 2009 Betreft: Motie Van Gent over ruimte bij nieuwbouw voor voor- tussen en naschoolse opvang. Ons kenmerk

Nadere informatie

TE HUUR. Roermondseweg Onzelievevrouwestraat Weert. Stationsstraat 8A, 6026 CV Maarheeze T +31(0) F +31(0)

TE HUUR. Roermondseweg Onzelievevrouwestraat Weert. Stationsstraat 8A, 6026 CV Maarheeze T +31(0) F +31(0) TE HUUR Roermondseweg Onzelievevrouwestraat Weert 1 Object : Oppervlakte : Het te huur aangeboden object betreft een multifunctionele commerciële ruimte, gelegen op een markante en herkenbare locatie in

Nadere informatie

organisatie. wethouder Schreurs Van: M. Fransen Tel,nr,: 8833 Nummer: 14A.00414 Datum: 19 mei 2014

organisatie. wethouder Schreurs Van: M. Fransen Tel,nr,: 8833 Nummer: 14A.00414 Datum: 19 mei 2014 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Van: M. Fransen Tel,nr,: 8833 Nummer: 14A.00414 Datum: 19 mei 2014 Team: Vastgoed Tekenstukken: Ja Persoverleg: Nee Bijlagen: 2 Afschrift aan: N.a.v. (evt. briefnrs.):

Nadere informatie

Huisvestingskosten en facility management 1

Huisvestingskosten en facility management 1 Huisvestingskosten en facility management 1 Huisvestingskosten en facility management Wat kost mijn kantoorruimte? Wat betalen met ons vergelijkbare organisaties voor hun huisvesting? Wat valt daaronder

Nadere informatie

HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE (FLEXIBEL) en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW

HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE (FLEXIBEL) en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE (FLEXIBEL) en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW Model door de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) op 30 juli 2003 vastgesteld. Verwijzing naar dit model

Nadere informatie

2015D22099 LIJST VAN VRAGEN

2015D22099 LIJST VAN VRAGEN 2015D22099 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Wonen en Rijksdienst heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst over Erfpacht Waddeneilanden Staatsbosbeheer en Rijksvastgoedbedrijf

Nadere informatie

Bijlage 1: Aanvullende informatie

Bijlage 1: Aanvullende informatie STUURGROEP MFA EEN St. Dorpshuis De Boswal ODBS De Lindehof CJBS De Regenboog Peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang SV Een Onderzoeksgroep MFA Een Gemeente Noordenveld Secretariaat: Jan Bolt, voorzitter

Nadere informatie

Huiseigenaren Vereniging Meerzicht Bergwijk

Huiseigenaren Vereniging Meerzicht Bergwijk Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Toetsingscriteria... 2 A. Redelijk... 2 B. Consistent... 2 C. Eenvoud... 2 3. Verdeelsleutels... 2 Verdeelsleutel 1: Huidig... 3 Verdeelsleutel 2: 50/50... 3 Verdeelsleutel

Nadere informatie

Bijlage IV Financiële normering

Bijlage IV Financiële normering Financiële normering De financiële normering valt uiteen in drie delen: - deel A: vergoeding op basis van normbedragen; - deel B: vergoeding op basis van feitelijke kosten; - deel C: bepaling medegebruiktarief.

Nadere informatie

B Samenvatting voorstel

B Samenvatting voorstel B.3. 1. Samenvatting voorstel De brandweerkazerne Leimuiden voldoet niet meer aan de wettelijke ARBO-eisen en de functionele huisvestingswensen van de Brandweer. Er is een substantiële investering ( 0.5

Nadere informatie

Onderwijshuisvesting wettelijke regeling en vraagstukken

Onderwijshuisvesting wettelijke regeling en vraagstukken Onderwijshuisvesting wettelijke regeling en vraagstukken Voorjaarssymposium VARO en NVOR 18 april 2013 Cees de Zeeuw Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn N.V. Te bespreken huidige regeling economisch claimrecht

Nadere informatie

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN Ex. artikel 43 Reglement van orde van de raad 2011

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN Ex. artikel 43 Reglement van orde van de raad 2011 Gemeente Amersfoort BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN Ex. artikel 43 Reglement van orde van de raad 2011 DOCS.nr. 4331986 Nummer 2013-22 Vragen van de VVD-fractie inzake investering 3.095.000, in huisvestingsplan

Nadere informatie

BBV en Vastgoedmanagement. Bijeenkomst Vastgoedprofessionals te s-hertogenbosch, 14 oktober 2011 H. Philippens

BBV en Vastgoedmanagement. Bijeenkomst Vastgoedprofessionals te s-hertogenbosch, 14 oktober 2011 H. Philippens BBV en Vastgoedmanagement Bijeenkomst Vastgoedprofessionals te s-hertogenbosch, 14 oktober 2011 H. Philippens Besluit Begroting en Verantwoording Gemeentewet (art 186) bepaalt dat begroting, meerjarenraming

Nadere informatie

Nota Medegebruik en verhuur van onderwijsgebouwen

Nota Medegebruik en verhuur van onderwijsgebouwen Nota Medegebruik en verhuur van onderwijsgebouwen Vastgesteld door Burgemeester en Wethouders 23 maart 2010 Gemeente Alkmaar Sector Realisatie, Afdeling Vastgoedmanagement Sector Samenleving, Afdeling

Nadere informatie

Onderzoek huisvesting Veiligheidsregio Groningen. informatiebijeenkomst. 4 juli 2014

Onderzoek huisvesting Veiligheidsregio Groningen. informatiebijeenkomst. 4 juli 2014 Onderzoek huisvesting Veiligheidsregio Groningen informatiebijeenkomst 4 juli 2014 Huisvesting Grote differentiatie, complex Gebouwen 10 jaar: BTW-consequenties Geen overtuigende argumenten 40 kazernes

Nadere informatie

MODEL HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7: 230a BW

MODEL HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7: 230a BW MODEL HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7: 230a BW door de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) op 30-1-2015 vastgesteld en tevens gepubliceerd op de website www.roz.nl.

Nadere informatie

Projectinformatie. Hoofdweg 667. Hoofddorp

Projectinformatie. Hoofdweg 667. Hoofddorp Projectinformatie Hoofdweg 667 Hoofddorp VRIJBLIJVENDE PROJECTINFORMATIE Object Te huur, diverse recent vernieuwde kantoorunits gelegen aan de Hoofdweg 667 te Hoofddorp. Locatie Het object ligt aan de

Nadere informatie

Bestuur CVO NO Friesland

Bestuur CVO NO Friesland Van: Bestuur CVO NO Friesland Aan: Ledenvergadering van de Vereniging CVO NO Friesland Datum: 23 februari 2016 Betreft: voorgenomen besluit nieuwbouw Ferwert (verzoek om goedkeuring) Geplaatst op website

Nadere informatie

Bijlage IV Financiële normering onderwijshuisvesting Oostzaan Vergoeding op basis van normbedragen. 1. school voor basisonderwijs

Bijlage IV Financiële normering onderwijshuisvesting Oostzaan Vergoeding op basis van normbedragen. 1. school voor basisonderwijs Bijlage IV Financiële normering onderwijshuisvesting Oostzaan 2013 Deel A Vergoeding op basis van normbedragen 1. school voor basisonderwijs 1.1. Nieuwbouw (permanente bouwaard).. pag. 2 1.2. Uitbreiding

Nadere informatie

Vastgoedwaarde voor ondernemers in Rotterdam oktober 2012 1

Vastgoedwaarde voor ondernemers in Rotterdam oktober 2012 1 Vastgoedwaarde voor ondernemers in Rotterdam oktober 2012 1 Opdrachtgever: Dhr. F. de Jager Elsmarieke Mensink Gemeente Rotterdam Stadsontwikkeling Sector Economie Het team Ir. Joost Okkema senior adviseur

Nadere informatie

e. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel BTW-constructies'.

e. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel BTW-constructies'. Bijlage 16 bij circulaire PTYN/masr/III/04/GGZ-04c/GHZ-07c BTW-constructies 1. ALGEMEEN a. Deze beleidsregel is van toepassing op organen voor gezondheidszorg, als vermeld in artikel 1, onder A, nummers

Nadere informatie

Huur winkelpand op Markt 23 te Culemborg per jaar

Huur winkelpand op Markt 23 te Culemborg per jaar Huur winkelpand op 40000 per jaar Aanbiedende partij: Leck Makelaardij B.V. Email: info@leck.nl Telefoon: 0345-470670 Website: http://www.leck.nl Omschrijving Winkelruimte met verdieping/bovenwoning in

Nadere informatie

NOTITIE GRONDPRIJZEN BAARLE-NASSAU Notitie Grondprijzen Gemeente Baarle-Nassau

NOTITIE GRONDPRIJZEN BAARLE-NASSAU Notitie Grondprijzen Gemeente Baarle-Nassau NOTITIE GRONDPRIJZEN BAARLE-NASSAU 2019 Notitie Grondprijzen 2019 1 Gemeente Baarle-Nassau INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 3 2. BEGRIPSBEPALING 4 3. GRONDPRIJZEN WONINGBOUW 5 3.1 Huurwoningen 5 3.1.1 Bereikbare

Nadere informatie

9. Financiele aspecten

9. Financiele aspecten 9. Financiele aspecten ANNEXUM 9.1 Rendement Het beleid van het Fonds en de Beheerder is gericht op het behalen van een optimale opbrengst uit de verhuur en de verkoop van de vastgoedportefeuille. De kansen

Nadere informatie

TE HUUR. Bedrijfsruimte met een bedrijfsvloeroppervlakte van ca. 100 m² op een goed bereikbare locatie. Industrieweg te Hoogeveen

TE HUUR. Bedrijfsruimte met een bedrijfsvloeroppervlakte van ca. 100 m² op een goed bereikbare locatie. Industrieweg te Hoogeveen TE HUUR Bedrijfsruimte met een bedrijfsvloeroppervlakte van ca. 100 m² op een goed bereikbare locatie Industrieweg te Hoogeveen Bedrijfsruimte aan de Industrieweg te Hoogeveen Deze bedrijfsruimte is gelegen

Nadere informatie

Sint Augustinusstichting

Sint Augustinusstichting Jaarverslag 2017 Beleidsplan 2018-2022 Sint Augustinusstichting Landgoed Beukenrode, Doorn 1 INHOUD Jaarverslag 2017 Blz. Bestuursverslag - verslag van de penningmeester 3 Beleidsplan 2018-2022 4 Jaarrekening

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. raadsvergadering: 10 december 2014 Financiering Trappenberg op Monnikenberg. datum: gemeenteblad I nr.: agenda nr.:

RAADSVOORSTEL. raadsvergadering: 10 december 2014 Financiering Trappenberg op Monnikenberg. datum: gemeenteblad I nr.: agenda nr.: raadsvergadering: 10 december 2014 onderwerp: Financiering Trappenberg op Monnikenberg bijlage: ontwerp-besluit datum: gemeenteblad I nr.: agenda nr.: Aan de gemeenteraad, RAADSVOORSTEL 1. Inleiding Op

Nadere informatie

Weekblad Facilitair & gebouwbeheer Onderhoud zonnepanelen onderbelicht

Weekblad Facilitair & gebouwbeheer Onderhoud zonnepanelen onderbelicht Plaatsen zonnepanelen op schoolgebouwen Weekblad Facilitair & gebouwbeheer Onderhoud zonnepanelen onderbelicht De voorbije jaren zijn volop zonnepanelen geplaatst op de daken van veel gebouwen. Daarbij

Nadere informatie

De toekomstige organisatie van Stichting Wijksport

De toekomstige organisatie van Stichting Wijksport Stichting 01 okt 2015 De toekomstige organisatie van Stichting Hierna volgt een puntsgewijze weergave van een nieuwe organisatiestructuur ( governance ) van stichting. Het voorstel is opgesteld door een

Nadere informatie

Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden. --2 december 2014--

Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden. --2 december 2014-- Beheer van schoolgebouwen en huisvesting door derden --2 december 2014-- Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. De rol van de gemeente bij onderwijshuisvesting 3. Beheer- en exploitatie van schoolgebouwen 4. Huisvesting

Nadere informatie

KENNISNEMEN VAN De stand van zaken van het project Eemplein/Eemhuis en de daaruit voortvloeiende actualisatie van de risico s en kostenramingen.

KENNISNEMEN VAN De stand van zaken van het project Eemplein/Eemhuis en de daaruit voortvloeiende actualisatie van de risico s en kostenramingen. RAADSINFORMATIEBRIEF Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : 4405978 Aan : Gemeenteraad Datum : 18 juni 2013 : Wethouder P. van den Berg Portefeuillehouder TITEL Stand van zaken Eemplein/Eemhuis KENNISNEMEN

Nadere informatie

Asset management Business case: Ipse de Bruggen Roeland Brouns Ipse de Bruggen Bastiaan Roon - Fakton. 22 maart 2012

Asset management Business case: Ipse de Bruggen Roeland Brouns Ipse de Bruggen Bastiaan Roon - Fakton. 22 maart 2012 Asset management Business case: Ipse de Bruggen Roeland Brouns Ipse de Bruggen Bastiaan Roon - Fakton 22 maart 2012 Inhoud Inleiding Ipse de Bruggen en Fakton De noodzaak van professioneel assetmanagement

Nadere informatie

Huurovereenkomst Sporthal de Drostenhal

Huurovereenkomst Sporthal de Drostenhal Huurovereenkomst Sporthal de Drostenhal Partijen: 1. De gemeente Coevorden, gevestigd te Coevorden, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet en het algemeen mandaatbesluit Coevorden 2016, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Presentatie beheermodellen voor verenigingen. Sportparken

Presentatie beheermodellen voor verenigingen. Sportparken Presentatie beheermodellen voor verenigingen Sportparken Inhoud Dagvoorzitter Opening, welkom, doel, agenda SO Vastgoed Het waarom van de invoering kostendekkende huur. - Hoe is de kostendekkende huur

Nadere informatie

STICHTING KULTURHUS WARNSVELD. Begroting 2015

STICHTING KULTURHUS WARNSVELD. Begroting 2015 STICHTING KULTURHUS WARNSVELD Begroting 2015 oktober 2014 Versienummer: 2.0p - vastgesteld in de bestuursvergadering d.d. 3 november 2014 STICHTING KULTURHUS WARNSVELD TOELICHTING OP DE FINANCIËLE BEGROTING

Nadere informatie

TE HUUR. Nijmeegseweg 2B en 2C Venlo

TE HUUR. Nijmeegseweg 2B en 2C Venlo TE HUUR Nijmeegseweg 2B en 2C Venlo 1 Object : Winkelboulevard Trefcenter is een winkelcentrum van circa 62.000 m² met meer dan 50 winkels binnen handbereik. De consument terecht kan voor alles op het

Nadere informatie

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK Naar de rechtmatigheid van de investering in het integraal kindcentrum door de Stichting Rooms Katholiek Onderwijs Huizen te Huizen (74426) Utrecht, oktober 2017 Documentnummer:

Nadere informatie

Voorbeeldstraat 1 17-12-2014

Voorbeeldstraat 1 17-12-2014 Voorbeeldstraat 1 17-12-2014 Pagina 1/11 Inhoudsopgave 1. Huidige situatie 2. Rendementsverloop 3. Toelichting Box 3 heffing 3.1 Oude methode: Box 3 heffing 3.2 Nieuwe methode: Box 3 heffing 4. Uw huidige

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 376480 Datum : 8 november 2016 Programma : Onderwijs, sport en cultuur Blad : 1 van 5 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Praktijkkosten 2013. Praktijkkosten normpraktijk 11,4% 28,6% 60% Wat is uw huisvestingsbudget? Huisvesting

Praktijkkosten 2013. Praktijkkosten normpraktijk 11,4% 28,6% 60% Wat is uw huisvestingsbudget? Huisvesting Praktijkkosten normpraktijk Praktijkkosten 2013 wat is uw huisvestingsbudget? Wat is uw huisvestingsbudget? Huisvesting 20.678 per normpraktijk per jaar (incl. servicekosten) 11,4% 28,6% 60% Personeelskosten

Nadere informatie

FINANCIELE HAALBAARHEID ZWEMBAD GEMEENTE ALBRANDSWAARD

FINANCIELE HAALBAARHEID ZWEMBAD GEMEENTE ALBRANDSWAARD FINANCIELE HAALBAARHEID ZWEMBAD GEMEENTE ALBRANDSWAARD Analyse Datum: 20 januari 2010 Avec Da Vinci BV Auteursrecht voorbehouden Kenmerk: 2009.008/BM/0.1-0.3 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING.....3 2. OUD VERSUS

Nadere informatie

Huur bedrijfsruimte op Rijsbosch 5 te Beusichem 54 per m2, per jaar

Huur bedrijfsruimte op Rijsbosch 5 te Beusichem 54 per m2, per jaar Huur bedrijfsruimte op Rijsbosch 5 te Beusichem 54 per m2, per jaar Aanbiedende partij: Leck Makelaardij B.V. Email: info@leck.nl Telefoon: 0345470670 Website: http://www.leck.nl Omschrijving Moderne showroom

Nadere informatie