Kwelderherstel Terschelling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwelderherstel Terschelling"

Transcriptie

1 Kwelderherstel Terschelling

2 Definitief ontwerp Kwelderherstel Terschelling M. Teunis, M. Dorenbosch, B. Doedens Rapportnummer Ontwerper B. Doedens SLeM (i.o.v. Sense of Place) Frederik Hendrikstraat 9a 1052 HG Amsterdam Rapportage M.Teunis, M. Dorenbosch Bureau Waardenburg Postbus AJ Culemborg Telefoon Naam en adres opdrachtgever Programma naar een Rijke Waddenzee Zuidersingel 3, 8911 AV Leeuwarden Graag citeren als Teunis, M., M. Dorenbosch & B. Doedens, Kwelderherstel Terschelling. Definitief ontwerp. Rapport Bureau Waardenburg , Bureau Waardenburg - Culemborg / Stichting Landschapstheater en Meer SLeM,- Amsterdam Bureau Waardenburg bv en Stichting Landschapstheater en Meer SLeM, zijn niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv, dan wel van SLeM. Opdrachtgever hierboven aangegeven vrijwaart SLeM en Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Stichting Landschapstheater en Meer SLeM / Bureau Waardenburg bv / Programma Rijke Waddenzee/ Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, digitale kopie of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en SLeM en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Schildering voorblad door Frans Schot (Sehael 1970)

3 definitief ontwerp Kwelderherstel Terschelling Ontwerper Bruno Doedens SLeM Technische ondersteuning Martijn Dorenbosch Bureau Waardenburg Malenthe Teunis Bureau Waardenburg Luitze Perk WaterProof bv

4 Inhoud 1 Kwelderherstel Terschelling Inleiding Probleemstelling Omschrijving en naamgeving projectgebied Doelstellingen Overzicht doorlopen ontwerpproces Leeswijzer 14 2 Probleemschets huidige situatie Huidige natuurwaarden projectgebied Degeneratie kwelderareaal in het projectgebied Verwachting autonome ontwikkeling natuurwaarden 21 3 Hydromorfologische aandachtspunten Advies Advies Advies Advies Advies Advies Advies Achtergronden van kwelderprocessen Successie stadia in kwelderontwikkeling Randvoorwaarden kwelderontwikkeling Het belang van een kwelder 28 5 Aanvullende ontwerpeisen Cultuurhistorische aspecten Dijkveiligheid Toepassen van open structuur elementen Toepassen van natuurlijke materialen 32 6 Definitief ontwerp Het definitieve ontwerp Constructies van rijshouten kwelderelementen Constructies van stortsteen Doorkijk naar de toekomst 36 4

5 7 Na aanleg Monitoring innovatie Eigendom, Beheer en Onderhoud kwelder Scheepvaartveiligheid 40 8 Kosten Kwelderherstel Terschelling Aanlegkosten Onderhoudskosten Monitoringskosten 43 9 Conclusies Referenties 46 Bijlagen 1 Innovatiekansen kwelderontwikkeling 48 BESE-elements 48 Blue Carbon 49 Koolstofmarkt 50 Blue Carbon in Nederland 50 Casus nieuwe kwelder op Terschelling als CO 2 klimaatbuffer 51 2 Procesverslag Kweldervorming Terschelling juni - Klankbordgroep Sessie augustus - Projectgroepsessie december - Projectgroep 60 3 Constructietekeningen 64 rijkewaddenzee 5

6 1 Kwelderherstel Terschelling 1.1 Inleiding De samenwerkende partijen Rijkswaterstaat, Gemeente Terschelling, Provincie Friesland, Wetterskip Fryslân, Staatsbosbeheer en Sense of Place zijn voornemens aan de zuidkant van Terschelling het kwelderlandschap te herstellen. Het Programmabureau Rijke Waddenzee (PRW) ondersteunt hen hierbij. Het voorontwerp is in 2015 opgesteld door landschapsarchitect Bruno Doedens. Dit was een ontwerp met open structuren en een hoge belevingswaarde, geïnspireerd op het schilderij Pier en Oceaan van Mondriaan. Op basis van dit eerste ontwerp is een intensief projectproces doorlopen met de projectpartners, bewoners en stakeholders. In dit proces zijn uitvoerige hydrologische, morfologische en ecologische analyses uitgevoerd. Dit alles heeft geresulteerd in een definitief ontwerp voor Kwelderherstel Terschelling dat in deze notitie wordt besproken in meters

7 1.1.1 Achtergrond Langs de Waddenkust van het eiland Terschelling komen van oudsher altijd al kwelders voor. Het areaal kwelders langs de Terschellinger Waddenkust neemt de laatste decennia in omvang af. De kwelders ter hoogte van Striep en het Sehael illustreren dit beeld en zijn onderhevig aan stelselmatige afslag waardoor de ecologische kwaliteit en maatschappelijke beleving sterk zijn achteruitgegaan. In het landschapsontwikkelingsplan voor Terschelling (2008) is de ontwikkeling en herstel van kwelders als wens opgenomen en ook vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW) is herstel en toename van de oppervlakte kwelder in de Waddenzee een nadrukkelijk doel. Het gaat daarbij niet om kwelders die ontstaan bij klassieke landaanwinning (inpolderen), maar om kwelders met kenmerkende dynamische natuur en landschapsvorming. Gecoördineerd vanuit PRW, werken bij het gebied betrokken partijen samen aan de ontwikkeling van nieuwe open kwelderstructuren op Terschelling. De planvorming voor de kwelders geschiedt in nauwe samenspraak met de bewoners van Terschelling, vertegenwoordigd in de klankbordgroep. Daarnaast wordt het project begeleid door een projectgroep waarin instanties vertegenwoordigd zijn die raakvlak hebben met/of bestuurlijke verantwoordelijkheid dragen voor de kwelders en de beoogde kwelderlocatie op Terschelling. Definitef ontwerp kwelderherstel Terschelling rijkewaddenzee 7

8 De ideeën voor kwelderontwikkeling die zijn vormgegeven in het schetsontwerp zijn uitgewerkt in een voorontwerp en nu vertaald in een definitief ontwerp, waarbij technische, financiële, hydrologisch, ecologische en procedurele aspecten zijn meegenomen. 1.2 Probleemstelling Centraal in het project staat het behouden en herstellen van de bestaande kwelderrestanten in het projectgebied. Immers zonder actie zouden de huidige kwelderrestanten verder degenereren en uiteindelijk verdwijnen. Hoewel er sprake is van een degenererende kwelder, heeft het projectgebied nog steeds een zeer waardevolle ecologische functie, onder meer voor bepaalde stadia kweldervegetaties en als (voor) hoogwatervluchtplaats (HVP) voor wadvogels. Bovendien leveren kwelders waardevolle ecosysteemdiensten. Mede hierdoor heeft Rijkswaterstaat zich tot doel gesteld om 88 hectare aan kwelder te herstellen en te ontwikkelen rondom Terschelling (in het kader van KRW-maatregelen). Het herstellen van de oorspronkelijk aanwezige kwelders ter hoogte van Striep is deel van deze doelstelling. 1.3 Omschrijving en naamgeving projectgebied In het projectgebied zijn verschillende deelgebieden aan te wijzen (figuur 1.1). Aan de westzijde van het gebied ligt de Strieperkwelder en het Sehaal, in de oostzijde ligt de Keag en de Ans. Het westelijke en oostelijke deel van het gebied wordt gescheiden door de Keagdam, een dam van stortsteen die duidelijk herkenbaar boven de wadplaat uitsteekt. De belangrijkste nog aanwezige kwelderrestanten worden gevormd door de Strieperkwelder en het Sehaal. De Strieperkwelder ligt aan de uiterste westzijde van het gebied en bevat nog relatief veel kweldervegetaties en herbergt verschillende ontwikkelingsstadia van een kwelder. Bij de Strieperkwelder liggen diverse kleine stroomgeultjes/-kreekjes en zijn kenmerken erosiewandjes zichtbaar. Ten oosten van de Strieperkwelder ligt het Sehaal, een gedegenereerde kwelder die overgaat in een slibrijke wadplaat. Direct ten oosten van de Keagdam ter hoogte van de Keag ligt nog een relatief ondiepe, grotendeels onbegroeide zone dicht tegen de dijk. Naar het oosten gaat dit gebied over naar een dieper gelegen zone, de Ans. Bij de Ans liggen een aantal kenmerkende stortsteendammen die deels begroeid zijn met mossel- en oesterbanken. De Ans wordt ook gebruikt als aanmeerkade en haven voor kleine vaartuigen (vooral in het zomerseizoen). Hoogwatervluchtplaats wadvogels Wadvogels foerageren bij laagwater op de wadplaten voor het projectgebied. Bij hoogwater migreren de wadvogels met de hoogwaterlijn mee richting de dijk, waar zich een hoogwatervluchtplaats bevindt (HVP). Ook migreren de wadvogels tot achter de dijk bij hoogwater. 8

9 kwelderrestant (voor)hvp kweldervegetaties (voor)hvp bestaande dammen mossel- en oesterbanken Keagdam foerageergebied wadvogels (laag water) Figuur Naamgeving deelgebieden en natuurwaarden in het projectgebied. (voor) HVP: (voor) hoogwatervluchtplaats. 1.4 Doelstellingen De doelstellingen van het project Kwelderherstel Terschelling zijn: Doelstelling 1 Behoud en herstel van kweldernatuur en landschap langs de Waddenkust van Terschelling Het herstelproject heeft als voornaamste doel het ombuigen van de trend van kweldererosie naar kwelderaanwas langs de Waddenkust van Terschelling ter hoogte van de Strieperkwelder. Hiermee kan een deel van de bestaande kwelderrestanten hersteld worden naar het originele formaat zoals dat aanwezig was in de tweede helft van de 20 e eeuw. Dit is een opgave uit het Landschapsontwikkelingsplan van de gemeente Terschelling. Het project is daarnaast gekoppeld aan de KRW doelstelling voor kwelderherstel in de Waddenzee van Rijkswaterstaat. Ter hoogte van het projectgebied betreft deze KRW opgave het herstel/ontwikkelen van 88 ha kwelder. Twee locaties staan hierbij centraal in het kwelderherstelproject: Het beschermen van de Strieperkwelder als kwelderhabitat inclusief cultuurhistorisch waardevolle landschapselementen; en de functie als (voor)hoogwatervluchtplaats. Zonder bescherming zal de kwelder door erosie verdwijnen. De Keag ten oosten van de Keagdam is een belangrijke locatie waar de kansen op het herstellen en ontwikkelen van een nieuwe kwelder groot zijn. Hier is sprake van kwelderrestanten en een relatief ondiepe zone waar de kans op ontwikkeling van een hoogwaardige kwelder groot is. Hierbij is het een randvoorwaarde dat rekening wordt gehouden met de aanwezige wadvogels in het gebied. Wadvogels foerageren bij laag water in grote aantallen op de platen voor de Strieperkwelder en het Sehaal. Bij hoog water gebruiken de wadvogels de hoger gelegen kwelderrestanten als (voor) hoogwatervluchtplaatsen (HVP). Deze wadvogels zijn belangrijke doelsoorten in het Natura2000 gebied de Waddenzee. Het kwelderherstelproject houdt rijkewaddenzee 9

10 rekening met de huidige functie van het gebied voor wadvogels. Op de platen voor de Strieperkwelder en het Sehaal die als foerageergebied voor wadvogels fungeren, worden daarom geen kwelderschermen geplaatst. Het herstelproject zal leiden tot opslibbing van de platen waardoor foerageerkansen behouden blijven en/of vergroot worden; en daarnaast bevordert kwelderontwikkeling het areaal beschikbare (voor) HVP. Het kwelderherstel project heeft op deze wijze geen negatief effect op de habitats en kwalificerende doelsoorten van het Natura 2000 gebied Waddenzee. Doelstelling 2 Kennisontwikkeling over kwelderbehoud en -ontwikkeling door middel van innovatie van kwelderwerken. Centraal in het project staat de innovatie van een oude historische techniek voor kustbeheer die kenmerkend is voor het Waddengebied. Hierbij worden oude, traditionele kwelderschermen, zoals die gebruikt werden voor vroegere landaanwinning, in een nieuwe vorm gebruik voor de ontwikkeling van een dynamisch, open kwelderlandschap. Deze innovatieve techniek is daarmee gericht op de ontwikkeling van kwelders met een blijvende dynamiek, een hoge biodiversiteit én een grote beleefwaarde. De innovatieve kwelder leidt tot een heterogener en divers kwelderlandschap met een hogere biodiversiteit in vergelijking met een homogene, eenvormige kwelder die zou ontstaan op basis van traditionele kwelderwerken. In het projectgebied op Terschelling wordt de innovatieve kweldervormingstechniek op twee pilotlocaties toegepast (Strieperkwelder en de Keag ten oosten van de Keagdam) waar de effectiviteit na aanleg vervolgens wordt gemonitord. Het toepassen van de innovatieve kweldervormingstechniek op basis van open structuurelementen heeft een duidelijke innovatie en pilot-functie. Het project heeft daarmee een voorbeeldfunctie voor de toekomstige inrichting van kustzones in het Waddengebied en mogelijk andere kustgebieden. Doelstelling 3 Realisatie van culturele landschapsontwikkeling en beleving Het project visualiseert het toepassen van traditionele, historische landschapselementen (kwelderschermen) in een nieuwe innovatieve vorm. Vroeger diende traditionele kwelderschermen voor landaanwinning, door deze kwelderschermen op een innovatieve wijze te herconfigureren, ontstaat een dynamisch, nieuw kwelderlandschap van kenmerkende Waddennatuur. Het project koppelt de sturende processen van landschapsontwikkeling aan directe beleving van het gebied: de verschillende stadia van kweldervorming zijn letterlijk zichtbaar vanaf de dijk. Het project zet bescheiden in op recreatieve ontwikkeling en sluit aan bij bestaande structuren: op de dijk worden zitbanken met kijkers geplaatst en de Ans geldt als recreatieve toegangspoort. Het project is gekoppeld aan de agenda van Leeuwarden Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa in

11 1.5 Overzicht doorlopen ontwerpproces Bij het creëren van het definitief ontwerp zijn verschillende fases doorlopen waarbij in intensieve samenwerking met klankbordgroep, projectgroep en experts diverse (voor) schetsontwerpen zijn opgesteld en aangepast. Dit proces heeft uiteindelijk geleid tot een definitief ontwerp waarbij zoveel mogelijk recht is gedaan aan de belangen en visies van de voor het gebied relevante partners en stakeholders. Dit ontwerpproces heeft geleid tot een definitief ontwerp dat past bij de aard, schaal en belangen van het gebied. In onderstaande tekst wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste fases /schetsvarianten in het ontwerpproces. 1. Eerste schetsontwerp kwelders Terschelling, 2014 Op Terschelling hebben de bewoners zich uitgesproken voor behoud en ontwikkeling van kwelders aan de zuidzijde van het eiland, enerzijds omdat hier van oudsher kwelder lagen anderzijds omdat kwelderrestanten) hier een belangrijke functie vervullen voor wadvogels. In het kader van de KRW-maatregelen heeft RWS de opgave 88 hectare kwelders te realiseren op Terschelling. Na onderzoek door DLG wat hiervoor de meest geschikte locaties zijn, is er in 2014 door SLeM, namens Oerol/Sense of Place, in samenwerking met Imares en de klankbordgroep een schetsontwerp gemaakt voor het gebied tussen de restanten van de Strieperkwelder en de Keag met een open-dammen-structuur (figuur 1.2). Deze open structuur zorgt voor meer blijvende dynamiek ten opzichte van de traditionele kweldervormingsdammen. Dit omdat het bij kweldervorming niet meer gaat om landaanwinning maar om optimale variatie in ecologische condities. De open-dammenstructuur is geïnspireerd op het schilderij Pier en Oceaan van Piet Mondriaan. Figuur Schetsontwerp voorjaar rijkewaddenzee 11

12 0, Aanpassing schetsontwerp, Na enige tijd is in overleg met de klankbordgroep in 2015 het zwaartepunt van deze kwelderontwikkeling geleidelijk verschoven in oostelijke richting (het gebied tussen de Keag en de Ans). Dit met als argumenten dat het bij nader inzien voor zowel de vogels als voor de bewoners van de Striep beter is, d.w.z. de bewoners willen geen overlast van mogelijke kwelder-toeristen en voor de vogels kennen we onvoldoende de eventuele negatieve effecten van kwelderontwikkeling op o.a. het foerageren. Dit resulteerde in juni 2016 tot een ontwerp, door SLeM namens Sense of Place in samenwerking met Bureau Waardenburg opgesteld, met een open-dammen-structuur kwelderveld tussen de Keag en de Ans en een smallere dammenzone ter bescherming van de restanten van de Strieperkwelder ten zuiden van de restanten van de oude Nautakwelder (figuur 1.3). 0,50 0,50 0,00 0,25 0,00 0,25 0,25 0,00-0,25-0,50-0,25-0,50-0,50-0,50-0,75-1,00-1, in meters -1,25 <NAP -1,25 Figuur Voorontwerp zomer Aanpassingen schetsontwerp op basis van hydro-morfologie, 2016 In de zomer van 2016 is het ontwerp opnieuw tegen het licht gehouden. Mede doordat het reëel beschikbare budget, door de onzekerheid van de verwachte steun van o.a. het Waddenfonds in ieder geval voorlopig beperkt blijft tot de bijdrage van RWS in het kader van KRW-gelden ( ,- incl. btw), moet het aantal dammen verminderd worden t.o.v. het ontwerp van juni Daarnaast wil Rijkswaterstaat meer zekerheid over de kans van slagen van kwelderontwikkeling van met name de dieper gelegen oostzijde (tussen Keag en Ans). Om uit te zoeken hoe optimale sedimentatie bereikt kan worden heeft WaterProof Marine Consultancy & Services BV (WaterProof) in de zomer 2016 een opdracht gekregen voor een hydro-morfologische kansenanalyse van het projectgebied met betrekking tot kwelderherstel en vorming. Uit het onderzoek van WaterProof (metingen, deskundigen, modellen) blijkt dat ontwikkeling aan de oostzijde van de Keag dieper dan 0,5 m beneden NAP weinig succesvol zal zijn. Tevens blijkt dat de grootste kans van slagen voor kwelderontwikkeling de hoger gelegen zone direct langs de dijk is, met een breedte van 200 tot 300 meter, vanaf de restanten van de Strieperkwelder tot en met de oostzijde van de Keagdam. Kweldervorming in deze zone heeft tevens als voordeel dat de dammen in deze zone dichter bij de dijk minder hoog hoeven te worden en dus ook goedkoper zijn in aanleg én onderhoud. De analyse liet tevens zien dat 12

13 Figuur Definitief ontwerp kwelderherstel Terschelling, winter 2016/2017. voor het Sehaal een stromingsgeul ligt die vrij dient te blijven van kwelderelementen om vrije stroming van het water te behouden. Omdat hier tevens grote belangen van foeragerende wadvogels liggen, is gekozen om de zone ter hoogte van het Sehaal ten westen van de Keagdam vrij te houden van kwelderelementen. In het definitief ontwerp (figuur 1.4) is uiteindelijk gekozen om kwelderherstel op twee plaatsen uit te gaan voeren: 1) ter hoogte van de Strieperkwelder waar het grootste kwel restant ligt en (2) ter hoogte van de hoog gelegen zone direct ten oosten van de Keagdam. 4. Andere landschapsbeleving in het definitief ontwerp In het definitief ontwerp is sprake van twee zones waar kwelderherstel wordt uitgevoerd, relatief dicht bij dijk. Het definitieve ontwerp heeft hierdoor een andere landschapsbeleving dan eerdere ontwerpen. Het totaalbeeld van bovenaf is nu minder herkenbaar als beeld geïnspireerd op het schilderij Pier en Oceaan van Mondriaan. Doordat het echter dichter langs de dijk ligt wordt de beleving voor de fietser veel interessanter, zeker over enkele jaren als de kwelder zich gaat ontwikkelen. 5. Aard van de kwelderelementen Voor de open-kwelderelementen-structuur wordt uitgegaan van rijshoutdammen, twee rijen palen met een afstand van 30 cm tussen de beide rijen, opgevuld met wiepen van dennentakken. De hard op hard afstand van de palen in de rij is ca. 60 cm. en de palen hebben een dikte van 17 cm. Als uitgangspunt voor de hoogte van de bovenzijde van de kwelderelementen wordt 30 cm boven de gemiddelde hoogwaterlijn aangehouden, 1,0m+ NAP. Dat betekent dat de kwelderelementen langs de dijkzone aan de westzijde van de Keag voor het overgrote deel onder de cm boven bestaand maaiveld uitkomen. In de zone direct tegen de dijk (de beschermingszone van meter breed) worden geen palen geplaatst i.v.m. de bescherming van de dijkvoet. In deze beschermingszone mogen geen onomkeerbare maatregelen genomen worden. Voor de aansluiting van de kwelderelementen op de dijkvoet binnen de 25 meter beschermingszone van de dijk worden stortstenen gebruikt, los gestort zodat tevens de toegankelijkheid van de kwelderelementen niet wordt gestimuleerd (figuur 1.5). Door deze stortsteenzone wordt voorkomen dat er stroomgeulen tussen de kwelderelementen en de dijkvoet kunnen ontstaan (zie figuur 1.5). rijkewaddenzee 13

14 Figuur Voorbeeld van overgangszone in stortsteen tussen dijkvoet en kwelderscherm om geulvorming te voorkomen (foto Bertus de Jong). 6. Uitsluiten begrazing Om de beoogde kwelders goed te laten ontwikkelen is het uitsluiten van betreding en begrazing van schapen noodzakelijk. Hiervoor wordt aan de zuidzijde van het pad (dat door fietsers wordt gebruikt) voor de periode dat de schapen worden geweid vanaf het moment dat de kwelders hoog genoeg zijn voor vegetatiegroei, een eenvoudige afrastering aangebracht. Dit is in 2015 opgestart en in 2016 heeft het eerste weideseizoen plaatsgevonden. De eerste resultaten lijken positief; voorjaar 2017 wordt dit nader bekeken en geëvalueerd. 1.6 Leeswijzer Het document bestaat uit: Probleemschets huidige situatie (hoofdstuk 2); Hydromorfologische aandachtspunten (hoofdstuk 3); Achtergrond van kwelderprocessen (hoofdstuk 4); Aanvullende ontwerpeisen (hoofdstuk 5); Definitief ontwerp (hoofdstuk 6); Na aanleg (hoofdstuk 7); Kosten Kwelderherstel Terschelling (hoofdstuk 8); Conclusies (hoofdstuk 9). Voor het achtergronddocument hydrologie wordt verwezen naar het rapport van WaterProof (januari 2017). Voor de constructietekeningen wordt verwezen naar bijlage 3. Keagerkwelder- kweldergroei in de tijd 14

15 rijkewaddenzee 15

16 16

17 Strieperkwelder - kweldergroei in de tijd 2 Probleemschets huidige situatie 2.1 Huidige natuurwaarden projectgebied Kweldervegetaties Strieperkwelder Aan de westzijde van het projectgebied ligt de Strieperkwelder. Hoewel er sprake is van een restant van de oorspronkelijke kwelder kenmerkt de kwelder zich nog steeds door bijzondere kweldervegetatie gemeenschappen uit de lage kwelderzone (gekenmerkt door gewoon kweldergras en zoutmelde) en de pionierszone (gekenmerkt door Engels slijkgras en zeekraal). Foto van de pionierszone van de Strieperkwelder met o.a. zeekraal (rechts) Wadplaten met foerageerfunctie wadvogels Voor de Strieperkwelder en het Sehaal bevindt zich een wadplaat met een relatief hoog slibgehalte. Deze plaat wordt bij laagwater door grote aantallen wadvogels gebruikt om te foerageren. Bij opkomend water migreren deze vogels deels naar de Strieperkwelder en kwelderrestanten van het Sehaal die fungeren als (voor) hoogwater vluchtplaats (HVP). Uit lokale tellingen blijkt dat de aantallen foeragerende wadvogels tijdens de trektijd op de betreffende wadplaat zeer hoog zijn (o.a. rosse grutto en kanoetstrandloper). Scheldierbanken bij de Ans Aan de oostkant van het projectgebied ligt de Ans. Hier bevinden zich stortsteen dijkelementen op het wad waar schelpdierbanken zijn ontstaan van gewone mossel en Japanse oesters. Schelpdierbanken bieden een belangrijk habitat voor diverse geassocieerde levensgemeenschappen en/of een voedselfunctie vervullen voor garnalen, krabben en verschillende duikende, schelpdier-etende vogels zoals eidereend, toppereend en rijkewaddenzee 17

18 Foto van foeragerende wadvogels op de wadplaat voor het Sehaal, op de voorgrond het restant van de oude palenrijen van de vroegere Nauta kwelder. zwarte zee-eend. Deze dieren voeden zich hetzij met de schelpdieren zelf, hetzij met de geassocieerde soorten. Daarnaast vervullen schelpdierbanken een functie in de nutriëntencyclus van het ecosysteem (waterfiltering en het voorzien van de bodem met hoog organisch slib). Schelpdierbanken en daarmee hardsubstraat is daartoe ook vanuit Natura 2000 beschermd onder het algemene habitattype H1110A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied). Overige natuurwaarden projectgebied Het projectgebied is op dit moment ook geschikt voor de visserij. Voor de huidige kwelder bij Striep wordt met name (diklip)harder gevangen. Bij de Ans wordt vaak gevist op zeebaars. Foto van een schelpdierbank (links en rechtsonder) op de stortsteendammen bij de Ans (rechtsboven). 18

19 2.2 Degeneratie kwelderareaal in het projectgebied Beleving van de eilanders In het projectgebied blijkt sprake te zijn van steeds verdergaande degeneratie van bestaande kwelderrestanten. Eilanders die het gebied jarenlang kennen, voor sommige van generatie op generatie, geven aan dat in de laatste twee decennia sprake is van achteruitgang van de bestaande kwelders, vooral bij de Strieperkwelder en het Sehaal. Verdwijnen van de oude Nauta kwelder De kwelderdegeneratie is waarschijnlijk al lang geleden in gang gezet bij het verdwijnen van de oorspronkelijke kwelderwerken zoals die bestonden in de vorm van de oude Nauta kwelder. Citaat uit Zumkehr, P.J. et al., 2010 Ronde van Midsland. Pag 73: Na de definitieve bedijking van de Stryperpolder in 1858 werden nog wel pogingen gedaan de afslag van kwelders te keren en te laten omslaan in aangroei. Daartoe werden in de scherpe bocht van de dijk ten oosten van de Stryperpolder landaanwinningswerken van palendammen en rijshout aangelegd door ene heer Nauta (). Deze rijshoutendammen zorgden toentertijd voor een groei in kwelderareaal. Restanten van deze palenrijen zijn nog steeds zichtbaar op het wad. Met het verdwijnen van de oude kwelderwerken vanaf het midden van de 20 e eeuw is de erosie van de kwelder sterk toegenomen. Luchtfoto van de RAF uit 1942 (screenshot Meijer, 2012) van de Strieperkwelder waarop de oude kwelderwerken zichtbaar zijn. rijkewaddenzee 19

20 Strieperkwelder, restant van de oude kwelderwerken in De degeneratie van de kwelderrestanten kan ook duidelijk in beeld worden gebracht door veranderingen in de kweldervegetaties tussen 1995 en 2012 (Perk, 2016, afkomstig van Imares). In figuur 2.1 is het areaal kweldervegetatie in 1995 weergegeven, in figuur 2.2 areaal in Figuur Kweldervegetatie in 1995, bron Imares Figuur Kweldervegetatie in 2012, bron Imares 20

21 Figuur Erosie en sedimentatie patroon van slib in het projectgebied in de huidige situatie, blauw geeft erosie weer, rood opslibbing (Perk, 2016). Op basis van de veranderingen in arealen kweldervegetaties kan een duidelijke achteruitgang worden vastgesteld van het areaal aan kweldervegetatie. De erosie van de bestaande kwelderrestanten komt ook naar voren uit de hydromorfologische analyse van Perk (2016). In figuur 2.3 is weergegeven dat grote delen van het projectgebied onderhevig zijn aan jaarlijkse erosie. De verwachting is dat dit degeneratieproces de komende jaren verder zal gaan (zoals ook verwacht door Perk, 2016) waardoor de Strieperkwelder, het Sehaal en de voorliggende slibrijke wadplaat verder verslechteren/eroderen. 2.3 Verwachting autonome ontwikkeling natuurwaarden Op basis van de historische gegevens, de huidige situatie en de hydromorfologische analyse kan gesteld worden dat er inderdaad sprake is van degeneratie/erosie van de bestaande kwelderrestanten in het projectgebied. Verwachting is dat dit proces zich de komende jaren zal doorzetten. Op termijn zal het areaal aan bestaande kwelderrestanten dus minder worden, de unieke kweldervegetatiegemeenschappen zoals die nu nog aanwezig zijn bij de Strieperkwelder (lage kwelder en pionierkwelder) zullen op termijn waarschijnlijk verdwijnen. Ook de (voor)hvp functie van de bestaande kwelderrestanten voor foeragerende wadvogels zal daarmee mogelijk verloren gaan. Het gestelde erosiepatroon is ook van toepassing op de slibrijke wadplaat voor het Sehaal en de Strieperkwelder. Erosie van de plaat zal leiden tot verlaging van het slibgehalte van de wadbodem waardoor de biomassa benthos waarschijnlijk afneemt. Dit is een ongunstige ontwikkeling voor de op de plaat foeragerende wadvogels die juist hoge biomassa s benthos prefereren. Op termijn wordt daarmee in de autonome ontwikkeling van het gebied een verslechtering verwacht van de ecologische waarden van de kwelderrestanten en voorliggende wadplaten van de Strieperkwelder en het Sehaal. rijkewaddenzee 21

22 3 Hydromorfologische aandachtspunten Perk (2016) heeft aanbevelingen opgesteld om kweldervorming in eerdere ontwerpversies te optimaliseren. Deze zijn in onderstaande adviezen samengevat. 3.1 Advies 1 Verschuif de kwelderelementen bij de Strieperkwelder meer naar het noorden, dichter tegen de bestaande kwelder aan. In het voorontwerp stonden kwelderelementen 400 tot 500 m ver van de kustlijn af in vrij diep water (NAP -0,25 m). Hierdoor hebben de kwelderelementen enkel een golfreducerende functie. Door de grote afstand tot de Strieperkwelder zal deze niet optimaal beschermd worden tegen de hydrodynamische krachten en waarschijnlijk blijvend eroderen (Perk, 2016). In het huidige ontwerp is er daardoor gekozen om de kwelderelementen dichter bij de Strieperkwelder te plaatsen Hierdoor wordt het kwelderrestant optimaal beschermd en heeft tegelijkertijd de mogelijkheid heeft om aan te groeien. 3.2 Advies 2 Verplaats de kwelderelementen naar ondieper water zodat kweldervorming eerder kan optreden. In het voorontwerp werden tussen Keag en Ans kwelderelementen tot 500 m buiten de dijk geplaatst. De bodemhoogte in dat gebied is zeer laag (NAP tot -0,75), waardoor de vorming van een kwelder veel langer duurt (>20 jaar) en kweldervorming binnen afzienbare tijd niet realistisch is. In het huidige ontwerp is daarom gekozen om de kwelderelementen dichter langs de dijk te plaatsen en niet door te laten lopen tot de Ans. De maximale diepte is hierdoor maximaal NAP -0,50, kweldervorming binnen afzienbare tijd (< 20 jaar) is hierbij realistisch. 3.3 Advies 3 Verplaats de kwelderelementen naar ondieper water of zorg dat ze golven zeer beperkt reflecteren zodat negatieve golfreflectie effecten voorkomen worden. Kwelderelementen in relatief ondiep water (NAP 0 NAP +0,25 m) hebben als voordeel dat de golfhoogte die de kwelderelementen kan bereiken relatief beperkt is en golfreflectie relatief klein is. Wanneer de golfreflectie namelijk groter wordt kan er erosie optreden voor de dijk. Daartoe zijn in het huidige ontwerp alle kwelderelementen langs de dijk geplaats. Het grootste gedeelte ligt daardoor tussen NAP 0 tot +0,25 m. 22

23 3.4 Advies 4 Verwijder kwelderelementen uit bestaande stroomgeulen. In figuur 3.1 is de voornaamste stroomgeul rood omcirkeld. Wanneer kwelderelementen in deze geul staan voorkomen ze de instroom van water en daarmee sediment in het gebied. Bovendien zijn stroomsnelheden in dit gebied hoger waardoor de kwelderelementen waarschijnlijk uitgegraven worden. Door de kwelderelementen in de huidige situatie dicht langs de dijk te plaatsen en ten westen van de Keagdam open ruimte te behouden, blijft de voornaamste stroomgeul behouden en daarmee het natuurlijke in- en uitstroom karakter van het gebied. 3.5 Advies 5 Zorg dat de kwelderelementen op elkaar aansluiten om compartimenten te vormen en maak de openingen naar buiten toe smal om golven zoveel mogelijk buiten te houden. Het ontwerp heeft een gunstig effect op de reductie van stroming en golfkrachten in grote delen van het gebied. Echter, het architectonische patroon van de kwelderelementen is vanuit hydromorfologisch perspectief niet optimaal. Het zou beter zijn de kwelderelementen haakser op elkaar te laten aansluiten en om zoveel mogelijk compartimenten te vormen. In het huidige ontwerp zijn de kwelderelementen daardoor haakser op elkaar geplaatst, met compartimenten. Figuur Stromingskaart waarop de voornaamste stroomgeul in het gebied zichtbaar is (rood omcirkeld) rijkewaddenzee 23

24 3.6 Advies 6 Verruim te afstand tussen de kwelderelementen tot circa 200 m. De afstand tussen de kwelderelementen varieert in het huidige ontwerp tussen de 100 en 150 m. Ervaringen uit kwelderbouw langs de Groninger en Friese kust heeft geleerd dat een afstand van 200 m tussen de rijshouten kwelderelementen afdoende is om de golven voldoende te dempen. In het huidige ontwerp zijn de afstanden tussen de kwelderelementen kleiner. Dit creëert ten eerste meer rust en zorgt in de diepere zones dat water lang genoeg vastgehouden wordt om slib te laten bezinken. Ten tweede is het vanuit landschappelijk oogpunt wenselijk om de kwelderelementen dicht opelkaar te plaatsen. Zo wordt het ontwerp namelijk goed beleefbaar langs de dijk. 3.7 Advies 7 Optimaliseer het type kwelderelement dat wordt toegepast. Rijshouten kwelderelementen zijn zowel vanuit cultuurhistorisch-, economisch- en effectiviteit perspectief een goede oplossing. In het huidige ontwerp worden daarom voornamelijk rijshouten dammen toegepast. Enkel bij verbindingen met de huidige dijk wordt binnen de dijkbeschermingszone van 25 meter uit de dijk stortsteen toegepast. Hierdoor wordt geulvorming langs de dijkvoet voorkomen. Dit is tevens een veiligheidseis gesteld vanuit de dijkbeheerder Wetterskip Fryslan. 24

25 4 Achtergronden van kwelderprocessen 4.1 Successie stadia in kwelderontwikkeling Het creëren van kwelders is in essentie het faciliteren van sedimentatie van slib en zand. Wanneer een kwelder immers voldoende opgeslibd is kan vegetatie groeien en wordt de kwelder vormgegeven. Kwelders vormen daardoor vaak in luwe zones waar de bodem voldoende hoog is, zodat sediment (slib) kan bezinken. Wanneer de bodem voldoende is opgeslibd kan kweldervegetatie gaan groeien (circa NAP +0.4 m). De opkomende vegetatie bestaat uit zouttolerante (pioniers)planten, die de opslibbing van het gebied nog eens versnellen. De planten vangen het sediment in op hun bladeren, stengels en wortels. Ook zorgen de wortels voor stabilisering van de bodem en daarmee vermindert het de erosie (Friedrichs en Perry, 2001). Het op en afgaand water zoekt de weg van de minste weerstand en vormt daartoe geulen tussen de kweldervegetatie door (Temmerman et al., 2007). De geulen en kreken in een kwelders zijn essentieel voor ontwatering, maar ook van groot belang in de aanvoer van sediment. Bij het opslibben is het belangrijk dat een zonering aanwezig is in de kwelder van laag naar hoog. Door variatie in de hoogteligging en overstromingsduur ontstaan namelijk verschillende deelhabitats en vegetatietypen. Welke gezamenlijk zorgen voor een hoge diversiteit aan flora en fauna en daarbij bijdraagt aan de KRW-doelstelling. De verschillende zones, bepaald door hoogteligging en overstromingsfrequentie zijn weergegeven in tabel 4.1 en afgeleid uit Van Duin en Dijkema, In de huidige situatie ligt 90% van het gebied in de wadzone (slikzone) (figuur 4.1; tabel 4.1; Perk 2016) en is geen volledige zonering aanwezig. De pionierszone ontstaat als door verticale ophoging (accretie) van de sedimentplaat die net onder het gemiddelde hoge waterpunt ligt (GHW). Hierdoor wordt het gebied ongeveer een keer per dag overspoeld en ligt het de rest van de tijd droog. In de pionierszone komen soorten voor die het best zijn aangepast aan de extreme omstandigheden van langdurige overstroming met zout water en slechte bodemdoorluchting (Bakker et al. 2014). Op de Nederlandse kwelders zijn dit zeekraal en Engels slijkgras (Spartina anglica). Hoger op de kwelder vormt concurrentie om licht een belangrijke factor en leggen laagblijvende soorten het veelal af tegen de hoger opgaande planten zoals gewone zoutmelde (Atriplex portulacoides) op de lage kwelder, zeekweek (Elytrigia atherica) op de hoge kwelder 1 (figuur 4.1; figuur 4.2) rijkewaddenzee 25

26 Figuur Kwelderzonering, schor en kwelder zijn een en hetzelfde (Tekening: R. van de Haterd). Tabel Zonering in kwelders en in het huidig projectgebied Zone Van (cm + NAP) Tot (cm + NAP) Overstromings-frequentie Projectgebied (%) Wad zone Gem. Laag water < Dagelijks 90 Pionier zone < x per jaar 5-10 Lage kwelder < x per jaar 0 Midden kwelder Circa 150 < x per jaar 0 Hoge kwelder > 150 < 5 x per jaar 0 Naast zonering speelt successie ook een grote rol bij het optreden van verschillende plantengemeenschappen. Hierbij worden jonge kwelderstadia met een hoge soortendiversiteit vaak opgevolgd door oudere, soortenarmere gemeenschappen mede doordat: Regelmatige overstroming ervoor zorgen dat marien sediment op de kwelder wordt afgezet (accretie), waardoor het maaiveld geleidelijk hoger komt te liggen. Net als bij de zonering zal dit proces van ophoging in de loop der tijd leiden tot opeenvolging van soorten van o.a. zeekraal naar gewone zoutmelde of zeekweek. Een toenemende beschikbaarheid van nutriënten (met name stikstof) uit het mariene sediment bij overstroming wordt afgezet. De hoger opgaande soorten zoals zeekweek en gewone zoutmelde zullen hiervan het meest profiteren ten koste van laagblijvende soorten als lamsoor. De successie verloopt het snelst op de lage kwelder. Aangezien dit gebied dagelijks overstroomt en de vegetatie, met name gewoon kweldergras (Puccinellia maritima) hoog genoeg is om een aanzienlijke hoeveelheid sediment in te vangen. Naarmate een kwelder ouder wordt en daardoor hoger, neemt de mate en kans op erosie toe. Dit komt door klifvorming aan de wadkant van de kwelder. Een klif schrijdt geleidelijk terug 26

27 Figuur Gradiënt aan kwelderlandschappen van jonge lage kwelder (boven) naar oudere hogere kwelders (onder) door golfwerking tijdens stormvloeden, net zolang tot het wad voor de kwelder hoog en stabiel genoeg is om vestiging van nieuwe pioniersvegetatie te stimuleren (Yapp et al., 1917; Bouma et al., 2016). Terwijl een klif afslaat kan de sedimentatie op het achterliggende kwelderoppervlak doorgaan. De afgeslagen delen kwelder komen in suspensie en worden deels ingevangen in de bestaande kwelder. Hierdoor neemt de kwelder weer toe in hoogte en oppervlak. Erosie van een kwelder kan dus op lange termijn ook weer leiden tot uitbreiding van de kwelder. 4.2 Randvoorwaarden kwelderontwikkeling Het rapport Randvoorwaarden voor kwelderontwikkeling in de Waddenzee (en aanzet voor een kwelderkansenkaart) (Van Duin & Dijkema in 2012) geeft verschillende randvoorwaarden voor succesvol kweldergroei weer, waaronder de drie hoofpunten: De stroomsnelheid mag maximaal 1,2 m/s bedragen; De sliblast van het water dient minimaal 5% te zijn; De diepte van de kwelder bevindt zich rond Midden Laag Water Stand (MLWS). Wanneer aan al deze voorwaarden is voldaan kan zich vrij eenvoudig een kwelder vormen. Wanneer aan één of meerdere van deze voorwaarden niet kan worden voldaan, kan kweldergroei een grotere inspanning vergen en zullen er additionele maatregelen genomen moeten worden om kweldergroei tot stand te brengen. Op basis van deze randvoorwaarden is een kwelderkansenkaart opgesteld, gebaseerd op grove gebiedsgegevens (Loon-Steensma et al. 2012). Zichtbaar is dat bij deze kaart het gedeelte bij Terschelling waar het kwelderproject onder valt met een kleine inspanning is aangeduid (Figuur 4.3). Bij kweldervorming is vervolgens van belang om een groot areaal aan te leggen, waardoor een hoge biodiversiteit en structuurdiversiteit kan ontstaan. Een aaneengesloten grote kwelder geniet ecologisch de voorkeur ten opzichte van kleine arealen versnipperde kwelders (van Duin & Dijkema, 2002). rijkewaddenzee 27

28 Figuur Kwelderkansenkaart (Loon-Steensma et al. 2012). Bij langgerekte en grote kwelders kan sedimentrijk water echter niet altijd de achterste gebieden bereiken (Esselink et al., 1998; Kornman, 2000). Het is bij kwelderbouw daarom aan te raden het gebied door meerdere lokale geulsystemen te laten irrigeren. Ook dient de stroming niet dwars op het areaal te staan, aangezien dit kan zorgen voor versnelde erosie (van Duin & Dijkema 2012). Daarnaast zijn twee belangrijke elementen voor de structuurkwaliteit van het bodemareaal: 1. Gelaagdheid en organisch materiaal; speelt belangrijke rol in drainage en biodiversiteit. 2. Een afwisseling tussen klei en zand; is optimaal voor vestigingsmogelijkheden van verschillende soorten pioniersvegetatie. Wanneer met de bovenstaande elementen rekening gehouden wordt komt vegetatie vanzelf op gang; zaden komen vaak vanzelf op als er een kwelder in de buurt is (De Strieperkwelder), inzaaien is vaak niet nodig (Duin en Dijkema, 2012). 4.3 Het belang van een kwelder Het is niet voor niks dat de uitbreiding van het kwelder areaal een KRW-doelstelling is. Kwelders dragen namelijk niet alleen bij aan een verhoogde biodiversiteit lokaal, maar hebben ook een belangrijke functie in het waddensysteem. Ze vormen een broedgebied, foerageergebied en hoogwatervluchtplaats voor verscheidenen vogelsoorten (Esselink et al., 2009). Ook fungeren ze als kraamkamers voor verschillende vissoorten en vormen een bron van nutriënten voor de kustzone, bijvoorbeeld silica nodig voor diatomeeën (primaire productie; Mitsch, 1994; Dausse et al., 2005). Ook leggen kwelders slib, wat zweeft in de waterkolom, vast in de bodem. Daarmee dragen kwelders waarschijnlijk bij aan het verminderen van de vertroebeling in de Waddenzee. In de Eems Dollard is onder andere als strategie opgenomen om voor 2050 het kwelderareaal te vergroten en zo de vertroebeling te beperken. 28

29 5 Aanvullende ontwerpeisen Op basis van contacten met partners en stakeholders tijdens het ontwerpproces zijn een aantal randvoorwaarden en eisen gedefinieerd die buiten de reeds besproken hydromorfologische en ecologische randvoorwaarden een rol hebben gespeeld bij het tot stand komen van het definitief ontwerp. 5.1 Cultuurhistorische aspecten Bij het ontwerp dient rekening te worden gehouden met bestaande cultuurhistorische en/of archeologische waarden in het gebied. De volgende zaken zijn hierbij van belang: Mede uit het onderzoek van Steunpunt Monumentzorg Fryslân (Mennens- van Zeist, 2016) blijkt dat het projectgebied een lange geschiedenis van landwinningswerken kent. De overblijfselen, van onder andere de Nauta kwelder (1858), zijn nog steeds zichtbaar. De huidige kwelderelementen volgen deels dit oud cultuurhistorisch patroon van de Nauta kwelder. De stortsteendammen bij de Ans zijn nog steeds aanwezig. Deze dammen zijn in 1920 op luchtfoto s vastgelegd. Binnen deze dammen groeide toentertijd een aanzienlijke kwelder. De dammen hebben daarmee een cultuurhistorische waarde. In het gebied was voorheen een scheepswrak aanwezig tussen de Keag en de Ans (Mennensvan Zeist, 2016). Volgens gegevens uit een wrakkendatabase van de LWAOW Regio-Noord gaat het om de Deo-Juvente. Dit zou volgens de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) een houten schip zijn, die omsloeg tijdens een storm met orkaankracht. De resten van het wrak zijn reeds geborgen. Daarnaast is er nog een vliegtuigwrak aanwezig net buiten het projectgebied (Mennens- van Zeist, 2016). Een Wellington is in de Tweede Wereldoorlog daar neergestort. De resten hiervan zijn hoogstwaarschijnlijk al grotendeels geborgen. Cultuurhistorische waarden waar verder rekening mee gehouden wordt zijn (Mennens- van Zeist, 2016): Losse archeologische vondsten uit de steentijd die al dan niet aangespoeld zijn; Restanten van rijshoutendammen binnen het vroegere landaanwinningscomplex ten oosten van de Strieperpolder; Restanten van oude zeedijken uit de 13 e eeuw die in zee zijn verdwenen; restanten van oudere rijsdammen en paalzettingen rondom De Keag en De Ans. 5.2 Dijkveiligheid Vanuit het Wetterskip zijn bepaalde eisen aan het ontwerp gesteld om de veiligheid van de dijk te waarborgen. Zo mogen er geen structuren in de dijk geplaatst worden en dient geulvorming in de beschermingszone van de dijk te worden voorkomen. rijkewaddenzee 29

30 Figuur Golfaanval op verschillende damstructuren. Zichtbaar is dat op een meer traditionelere voor van kwelderschermen (links) de golfsterkte homogeen verdeeld is, terwijl dit bij de innovatieve vorm veel dynamischer blijft. In het ontwerp wordt daarom binnen de beschermingszone van de dijk (+/- 25 m uit de dijk) niet uitgegaan van rijshoutendammen, maar stortstenen dammen. Rijshoutendammen moeten namelijk met houten palen in de grond geplaatst worden, wat binnen de beschermingszone niet toegestaan is. Ook wordt geulvorming tussen de kwelder en de dijk voorkomen door op meerdere plekken stortstenendammen te plaatsen, haaks op de dijk. Hierdoor komt de kwelder in verbinding met de dijk. Om het risico op geulvorming volledig te beperken wordt in de geomorfologische monitoring specifiek aandacht besteed aan de hydromorfologie, zodat wanneer geulvorming op lijkt te treden vroegtijdig kan worden ingegrepen. 5.3 Toepassen van open structuur elementen Het definitief ontwerp is geheel opgebouwd uit losse kwelderelementen. Deze open structuur waarborgt de in- en uitstroom van water, zodat o.a. slib het gebied binnen kan dringen met opkomend tij. In een grote kwelder zoals het beoogde gebied is het van belang dat de gehele kwelder verbonden is via stroomgeultjes zodat slibrijk water het gehele kwelderareaal kan bereiken. Bovendien biedt deze open structuur de mogelijkheid het kweldergebied dynamisch te houden en eenvormige kwelderontwikkeling te voorkomen. De open structuur zorgt voor een continu heterogeen gradiënt aan waterstromingen (in tegenstelling tot aaneengesloten lange dichte dijkelementen) in het gebied waardoor een scala aan lage en hoge kwelderhabitats zal ontwikkelen over de gehele lengte van de kwelder. In een visualisatie door Perk (2016) is een traditionele damstructuur voor kwelderherstel, vergeleken met de huidige open structuur. Meteen wordt zichtbaar dat de golfsterkte binnen de traditionele structuur zeer homogeen verdeeld is. Wat als gevolg heeft dat het gebied homogeen opslibt. Bij de innovatieve damstructuren is de golfsterkte veel diverser. Waardoor gebieden binnen de damstructuren variëren van hoog- tot laag dynamisch en een heterogeen landschap tot ontwikkeling brengen (figuur 5.1). Een nadeel bij de innovatieve damstructuren is dat wind een groter effect heeft en waarschijnlijk de opslibbing kan beperken op open locaties. 30

31 Figuur Luchtopname van harde (stortsteen) aaneengesloten oeververdedigingen met beperkte in- en uitstroomopeningen waardoor een (ecologisch ongunstige) scherpe overgang is ontstaan tussen hoge kwelder en dynamisch wad evenwijdig aan de kustlijn van Terschelling ter hoogte van de Wierschuur - Oosterend. De open structuur is innovatief ten opzichte van traditionele verdedigingswerken waarbij lange aaneengesloten dichte verdedigingselementen worden toegepast om eroderende kwelders te beschermen. Streven naar een heterogeen gevarieerd kwelderlandschap Er zijn diverse voorbeelden bekend waarbij harde aaneengesloten oeververdedigingen (van stortsteen of betonblokken), weliswaar hebben geleid tot behoud van de bestaande kwelders, maar uiteindelijke resulteerde in een geringe (of geen) mate van opslibbing. Voornamelijk door te weinig instroom van slibrijk water. In deze voorbeelden ging tegelijkertijd op het voorliggende wad het natuurlijke erosieproces verder waardoor het gewenste gradiënt van vegetatieve zones uit bleef. Een voorbeeld hiervan ligt ten oosten van de Wierschuur nabij Oosterend Terschelling (figuur 5.2). Het eindresultaat bij deze kwelders is ten eerste een onnatuurlijk harde (en steile) grens tussen kwelder en wad, vergelijkbaar met inpolderen. Daarnaast ontbreekt de gehele pionierszone en daarmee de natuurlijke geleidelijke zonering van kwelder naar wad (van Duin & Dijkema 2002; Dijkema et al 1986). Deze harde overgang kenmerkt zich ook door een gebrek aan (visuele) openingen waardoor een barrière aanwezig is voor foeragerende wadvogels om het gebied al foeragerende binnen te treden met een opkomend tij. Bij natuurlijke kweldervorming is diversiteit in dynamiek essentieel om de variëteit in habitattypen te waarborgen en zo geleidelijke overgangen te bewerkstelligen (figuur 5.3). De open structuur faciliteert een hogere mate aan diversiteit aan dynamiek en daardoor een diverser landschap. Figuur Luchtfoto van de kwelder van Schiermonnikoog met een natuurlijke overgang van wad naar kwelder. rijkewaddenzee 31

32 5.4 Toepassen van natuurlijke materialen In het definitieve kwelderontwerp is ervoor gekozen om natuurlijke materialen te gebruiken. Aangezien het plangebied redelijk ondiep is, is het kansrijk om hiervoor rijshoutendammen te gebruiken. Enkel wanneer de dam contact maakt met de dijk, wordt er gebruik gemaakt van stortsteen (tot 25 meter uit de dijk). Door de combinatie van wilgentakken en palen wordt het grootste deel van de golfenergie en stroming uit het water gehaald en kan fijn slib neerslaan. Palenrijen bijvoorbeeld, zijn minder geschikt om fijn sediment in te vangen dan rijshouten dammen. Ze zijn beter geschikt om een luwtegebied te creëren waar wat grover materiaal kan bezinken als bijvoorbeeld fijn zand. Zand biedt daarentegen niet de optimale vestigingscondities voor kweldervegetatie. Slib is koolstof rijk en is mede daardoor een geschiktere voedingsbodem voor vegetatie. De rijshoutendammen creëren dus een optimaal vestigingsklimaat voor kweldervegetatie. Een nadeel van rijshoutendammen is dat deze onderhoudsintensief zijn. De wiepen zullen jaarlijks aangevuld moeten worden en de dam is gevoelig voor ijsgang. Het effect van ijsgang is wel beperkt, uit huidige gegevens blijkt dat van 120 km rijshoutendam, circa 1 km bij ijsgang (1x in de 10 jaar) hersteld moet worden. De stortstenendammen worden enkel gebruikt voor verbindingen met de dijk, palen mogen immers niet in de dijk of de beschermingszone geslagen worden. Stortsteen is duur qua aanleg, en zorgt voor een hoge mate aan terugslag van golven en dus erosie voor de dam. Achter de dam creëert het een luwte, maar doordat stortsteen weinig slib doorlatend is, is de opslibbing beperkt vergeleken met rijshoutendammen. Voordelen aan stortstenendammen zijn het duurzame karakter en het vraagt weinig onderhoud (Tabel 5.1). Tabel Voor- en nadelen damstructuren en totale lengte dammen in DO Damstructuur Totale hoeveelheid DO (m) Voordeel Nadeel Rijshoutendam 5219 Natuurlijk materiaal, houdt slib lange tijd vast Stortstenendam 328 Duurzaam, weinig onderhoud en sterk golfbrekend Onderhoudsintensief Onnatuurlijk materiaal, grote terugslagkracht van golven, niet waterdoorlatend minder slibtoevoer, hoge kosten 32

33 6 Definitief ontwerp 6.1 Het definitieve ontwerp In figuur 6.1 is het definitieve ontwerp weergegeven. Met het ontwerp wordt/worden: - De bestaande Stryperkwelder beschermd en versterkt; - De Keag ten oosten van de Keagdam hersteld; - Ingezet op de locaties waar kwelderaangroei te verwachten is; - 30 ha nieuw kwelderareaal gerealiseerd; - Bij uitvoer van het project: eerste de Keagkwelder, daarna de Stryperkwelder; - Innovatieve constructies gerealiseerd die ontworpen zijn voor maximale sediment invang en biodiversiteit; - De wadplaten en de Sehaal als foerageergebied van de wadvogels wordt ontzien; - Een kwelderlandschap gerealiseerd dat goed beleefbaar is vanaf de dijk. Figuur Het definitieve ontwerp, winter 2016/ rijkewaddenzee 33

34 Met dit ontwerp zal de sedimentatie in het projectgebied toenemen. In onderstaande figuur is een vergelijking gemaakt na 1 jaar tussen handhaven huidige situatie en realisatie van de kwelderschermen. Daaruit blijkt dat de sedimentatie duidelijk toeneemt t.o.v. de huidige situatie. Verwacht wordt dat de bodemverhoging ook na het eerste jaar dezelfde orde van grootte zal bedragen. Na 10 jaar kan er verwacht worden dat de bodem 2 4 cm (Strieperkwelder) en 4 8 cm (De Keag) omhoog is gekomen. Figuur Sedimentatie/erosie in de huidige situatie (boven) en bij definitief ontwerp (onder); rood = sedimentatie; blauw = erosie. 34

35 6.2 Constructies van rijshouten kwelderelementen De rijshouten dam is het traditionele kwelderelement dat veelvuldig in Friesland en Groningen wordt toegepast. De dam wordt toegepast om de kwelders tegen golven en stroming te beschermen en dusdanig rustig water te creëren dat fijne slibdeeltjes neer kunnen slaan. Dit type kwelderelement rijshouten dammen wordt ook toegepast in het definitief ontwerp van het projectgebied. Aan de Friese en Groninger kust staan de dammen veelal niet dieper dan GHW -0,6 m. Op de projectlocatie worden de dammen niet dieper dan circa NAP -0,5 m geplaatst. De schermen bestaan uit twee rijen van vurenhouten palen die langs de dam circa 60 cm uit elkaar staan en onderling circa 30 cm naast elkaar. De palen worden gevuld met wilgentenen (rijshout). Momenteel wordt ook veel sparrenhout toegepast van bijvoorbeeld Douglas of de Grove Den. De soort vulling is dus afhankelijk van wat voorhanden is. De vulling wordt middels een draad over de vulling en krammen op de palen vastgezet. De hoogte van de dammen is circa GHW + 0,3 m NAP. Bij een hogere dam gaan de paalkoppen en vulling redelijk snel rotten, bij een lagere dam is deze minder effectief (Perk, 2016). 6.3 Constructies van stortsteen Stortstenen dammen zijn zeer solide en robuuste constructies. Deze constructie kunnen, wanneer ze haaks op de overheersende golfrichting worden geplaatst, worden toegepast om het achterliggende gebied tegen golven te beschermen (luwteschermen). Daarnaast kunnen ze ook haaks op het dijklichaam worden geplaats met als functie om de stroming langs de dijk te verminderen en eventuele migrerende geulen uit de dijk te houden (Perk, 2016). Op dit moment zijn in het projectgebied al verschillende stortstenendammen aanwezig (figuur 6.3). Figuur Stortstenendam in het projectgebied (Perk, 2016). rijkewaddenzee 35

36 De keuze voor stortsteen op deze locaties is gebaseerd op: Een dichte verbinding met de huidige dijk kan moeilijk gemaakt worden van palenrijen. Immers een paal in de stenen aankleding van de dijk slaan is niet waarschijnlijk. Stortstenen aan de voet van de dijk plaatsen wel. Geulvorming voor de dijk dient te worden voorkomen, door op geplaatste punten het ontwerp te verbinden aan de dijk wordt het risico voor een stroomgeul tussen de dijk en de kwelder geminimaliseerd. Constructie stortsteendam De kruin van de dam dient iets boven de gemiddeld hoogwaterlijn te liggen (GHW + 0,3 m). Bij die hoogte zal, bij toepassing als luwtedam, de golf reducerende werking voldoende zijn om juist achter de dammen sediment de kans te geven neer te slaan. Om golfreflectie tegen te gaan wordt de dam niet te stijl te gemaakt en een talud van circa 1:3 toegepast (Perk, 2016). De benodigde stortsteensortering is afhankelijk van de heersende golfcondities. De hoogste golfkrachten treden op bij waterstanden die van de orde grootte zijn van de dam hoogte. Bij hogere waterstanden (en inkomende golven) neemt de golfkracht af omdat de golven dan over de dam kunnen lopen en gedeeltelijk breken. De benodigde stortsteen sortering is bepaald voor een significante golfhoogte van 0,5 m, een damhoogte van 1,0 m en een waterdiepte van 1,0 m. De nominale steendiameter ligt dan rond de 0,15 tot 0,20 m waarbij een steensortering van kg zal voldoet (Perk, 2016). 6.5 Doorkijk naar de toekomst Het project Kwelderherstel Terschelling is een innovatief project om natuurherstel en beleving in het Waddengebied te realiseren. Dit project wordt voor een periode van 4 jaar intensief gemonitord op ecologie, morfologie en beleving. Indien de ontwikkelingen positief zijn, kan de innovatieve kwelderstructuur ook op andere locaties worden ingezet. 36

37 7 Na aanleg 7.1 Monitoring innovatie Behalve onderhoud en inspectie van dammen en waterafvoer, worden ontwikkelingen in de kwelders ook gevolgd middels een monitoringsprogramma. Daarvoor zijn op regelmatige afstanden, verspreid over de kwelderwerken, meetvakken bepaald, aangegeven op de overzichtskaart. Ter plaatse van deze meetvakken wordt jaarlijks de vegetatie opgenomen. Eéns per 3 jaar wordt in de meetvakken de terreinhoogtes (NAP) bepaald. Niet alleen worden de kwelderarealen op een betrouwbare wijze getoetst aan de gestelde functie-eisen (middels het uitvoeren van vegetatie- en hoogte-berekeningen), maar daarnaast worden de gegevens uit de monitoring eveneens gebruikt om lange termijnontwikkelingen te signaleren, zodat tijdig ingegrepen kan worden indien nodig. Dit is bijvoorbeeld van belang voor het Waterschap. Het Wetterskip Fryslân, dat als dijkbeheerder verantwoordelijk is voor de veiligheid tegen overstromingen, zal de ontwikkeling beoordelen en tijdig aangeven of er risico voor schade aan de dijk dreigt en welke maatregelen gewenst zijn, om die schade te voorkomen. Een belangrijke eis van het Waterschap is dat binnen de beschermingszone geen geulvorming mag optreden. Daarnaast worden de aantalsontwikkelingen van de verschillende vogelsoorten gevolgd. De vogeltellingen vinden reeds plaats, extra is de analyse van effecten. Hiermee wordt duidelijk gemaakt welke negatieve dan wel positieve gevolgen de aanleg van de kwelder heeft op de nu al aanwezige en toekomstige avifauna. Het veldwerk, de vegetatieopnamen, de hoogtemetingen en de vogeltellingen, wordt uitbesteed. Het Waterschap zal aanvullende monitoring uitvoeren waar nodig. In de praktijk zal zoveel als mogelijk de aansluiting worden gezocht met landelijke/waddenbrede monitoring. De kosten voor monitoring voor de komende 3 jaar zijn geraamd op ,- per jaar (ex BTW). Daarnaast wordt een nulmonitoring uitgevoerd (1 jaar) voor hetzelfde bedrag. De onderbouwing van deze kosten is opgenomen in hoofdstuk Eigendom, Beheer en Onderhoud kwelder In deze paragraaf worden de (bekende) uitgangspunten voor eigendom, beheer en onderhoud voor de kwelder toegelicht. rijkewaddenzee 37

38 7.2.1 Eigendom Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) heeft een groot deel (± 2/3) van de toekomstige kwelder in eigendom. RWS is beheerder van deze gronden en beoogd uitvoerder en beheerder van de kwelderwerken. Uitvoering van de kwelderwerken valt binnen het beheermandaat van RWS. De overige gronden zijn in eigendom en beheer van Wetterskip Fryslân (± 1/3). De kweldergronden zijn opgenomen in het DO. Het Wetterskip is bereid de gronden beschikbaar te stellen voor de uitvoering van het project, als daar voor het Wetterskip geen kosten aan verbonden zijn en mits dit geen gevolgen heeft voor het beheer van de dijk. De eigendommen van Wetterskip Fryslân zoals in het blauw weergegeven in onderstaande kaart worden voor beheer en onderhoud in gebruik gegeven aan RWS (figuur 6.1). Het betreft het grondgebied gelegen vóór de waterkering en niet de waterkering zelf. Het kweldergebied zal dus in eigendom blijven bij de huidige eigenaren: Wetterskip Fryslân en RVB. Het beheer en onderhoud komen bij RWS. Hiertoe wordt een overeenkomst opgesteld en ondertekend door beide partijen. Deze overeenkomst regelt naast het gebruik van het eigendom van het Wetterskip ook de gevolgen van de wijzigingen van de inrichting en het beheer van het wad voor het beheer van de dijk. Figuur Eigendom Plangebied, blauw van Wetterskip Fryslân, overig van Rijkswaterstaat Waterwet De werkzaamheden worden naar verwachting door of in opdracht van Rijkswaterstaat uitgevoerd. Rijkswaterstaat is immers ook de beheerder van het water, waar de werkzaamheden plaatsvinden. Rijkswaterstaat zal een projectplan (laten) opstellen en dat in procedure brengen. In het projectplan moet aangetoond worden dat het plan past in het Waterbeleid, en ook anderszins uitvoerbaar is. Het projectplan wordt daarmee in procedure gebracht als duidelijk is dat ook de andere vergunningen kunnen worden verleend. In het projectplan vindt ook de afstemming met het bevoegd gezag voor de waterkering plaats. In aanvulling op het projectplan zal voor dit werk bij Wetterskip Fryslân een watervergunning 38

39 aangevraagd worden omdat zij bepalingen in de keur hebben vastgelegd voor het waterwerk, beschermingszone en buitenbeschermingszone. Inhoudelijk zien de vergunningverleners van Rijkswaterstaat geen beletselen in het kader van het projectplan, mits de afweging van alle belangen zorgvuldig wordt beschreven. Het Wetterskip heeft aangegeven dat monitoring van de ontwikkeling van de kwelder van belang is. Het waterschap wil eventuele ontwikkeling van geulen, die de dijk kunnen beïnvloeden, tijdig gesignaleerd hebben en wil de zekerheid, dat aanwijzingen die gegeven worden voor aanpassing van de inrichting om schade aan de dijk te voorkomen snel worden opgevolgd. Met die randvoorwaarde is het waterschap inhoudelijk akkoord met de plannen. Wel dienen er ook nog afspraken gemaakt te worden over de gevolgen van de werken voor het beheer van de dijk en over het beschikbaar stellen van de eigendommen van het waterschap. Dit wordt in een afzonderlijke privaatrechtelijke overeenkomst geregeld Beheer en Onderhoud Voor het toekomstig beheer en onderhoud maakt de beoogd beheerder (RWS) binnen de kaders zoals vastgelegd in het DO (doelen, begrenzing etc.) aanspraak op het interne beheerbudget van RWS. Onderstaand beheer en onderhoud is nodig voor blijvende effectiviteit van het kwelderproject. Voor de berekening van de kosten voor beheer en onderhoud zijn de onderstaande percentages van de aanlegkosten als uitgangspunt voor de beheer en onderhoudskosten aangehouden (voor de aanlegkosten zie de SSK-raming). De genoemde percentages zijn in een expert meeting met SBB en RWS bepaald. Stortstenendammen Het onderhoud aan de stortstenendammen betreft het aanvullen van lage plekken. Elke 10 jaar dient het te worden onderhouden (10% van de aanlegkosten). Rijshoutendammen Tussen de palenrijen worden takken van sparrenhout toegepast. Takken van sparrenhout in bundels van 30 cm gaan maximaal 15 jaar mee. Als gevolg van zakking zal er de eerste drie jaar jaarlijks moeten worden aangevuld (10 % van de aanlegkosten per jaar). Daarna eens per drie jaar (10 % van de aanlegkosten per drie jaar). Voor de rijshoutendammen is ook uitgangspunt dat voor de palenrijen vuurhouten palen worden gebruikt. De vuurhouten palen gaan maximaal 30 jaar mee. Voor het onderhoudt is gerekend met een periode van 15 jaar, waardoor alles eens in de 15 jaar moet worden vervangen (100 % van de aanlegkosten herstellen eens in de 15 jaar). Overige elementen Het beheer wordt vastgelegd in een privaatrechtelijke overeenkomst. De te nemen maatregelen, frequentie en kosten worden in deze overeenkomst uitgewerkt en vastgelegd. In de overeenkomst worden afspraken op hoofdlijnen gemaakt met ruimte voor aanpassingen indien dit voor het beheer en ontwikkeling van de kwelder gewenst is. Hierbij wordt er van uitgegaan dat de verschillende beheerders de beheeropgave centraal stellen en flexibel omgaan met verantwoordelijkheden en in te zetten middelen. rijkewaddenzee 39

40 Vooralsnog wordt uitgegaan van onderstaande zaken. Herstel na calamiteiten De herstelkosten in geval van ijsgang zijn aanzienlijk. Aangenomen is dat er eens in de 25 jaar 70% van de kwelderwerken moet worden vervangen (70 % van totale aanlegkosten herstellen eens in 25 jaar) Als gevolg van stormschade is rekening gehouden met 15 % van de aanlegkosten van de vulling van de rijshoutendammen (sparhouten takken) eens in 7 jaar. Plaatsen van afrastering, maaibeheer Het plaatsen van een afrastering om begrazing door schapen tegen te gaan is aan de orde zodra de hoogte van gronden direct langs de dijk zo hoog is dat er vegetatie begint te ontstaan. De termijn waarop er vegetatie ontstaat volgt uit de modelmatige berekening. Als gevolg van het ontstaan van vegetatie is rekening gehouden met de aanlegkosten van aanschaf (eens in 10 jaar) en het jaarlijks plaatsen en verwijderen van de afrastering (10 % van de aanlegkosten per jaar). Opruimen van drijfvuil, etc. De kwelderontwikkeling kan leiden tot extra aanslibsel en de verspreiding van plantenresten etc. op de dijk. Er is rekening gehouden met tweemaal per jaar schoonmaken als er begroeiing plaats vindt op de kwelder. 7.3 Scheepvaartveiligheid De vaargeul Oosterom ligt vrij ver af van het kwelderwerk. Bij De Ans meren lokale scheepjes af. Een route hierheen wordt niet door RWS onderhouden. In het begin van het seizoen steken lokale afmeerders hier takken ter markering van de route. Het Nautisch Loket van RWS heeft in haar van 24 augustus 2016 laten weten dat het niet nodig is om de buitenste palenrij van de kwelderwerken van radarreflectoren te voorzien omdat er geen vaargeul vlak bij loopt en het ter plaatse door kweldervorming steeds ondieper zal worden. Hiermee wordt dezelfde lijn aangehouden als bij de vastelandskwelder waar ook geen reflectoren worden aangebracht. Zodra het werk van start gaat zal RWS deze kwelders opnemen in de nautische kaart. 40

41 8 Kosten Kwelderherstel Terschelling Het definitief ontwerp is doorgerekend door Eelerwoude (Figuur 8.1). Figuur Afstanden van damstructuren en de zones waarin deze geplaatst worden. 8.1 Aanlegkosten De directe en indirecte kosten van het realiseren van het kwelderherstelproject, inclusief monitoring (4 jaar) en beheer en onderhoud (3 jaar), wordt geraamd op ,- excl. BTW). Totale kosten bedragen ,- incl. BTW. Tabel Overzicht totale kosten project Kwelderherstel Terschelling, inclusief beheer en onderhoud de eerste drie jaar na aanleg en monitoring innovatie (4 jaar) Onderdelen Kosten 1. Realisatie. Plaatsen van de kwelderwerken Monitoring en evaluatie (3 jaar) en nulmonitoring (1 jaar) Beheer en aanpassing (eerste 3 jaar) Subtotaal Engineeringskosten (voorbereiden, begeleiden uitvoering) Bijzondere gebeurtenissen en 5% onvoorzien aanleg Totaal (excl btw) BTW (21%) Totale kosten (incl btw) rijkewaddenzee 41

42 In tabel 8.2 is een overzicht gegeven van de investeringen in de tijd. Tabel Overzicht verloop investeringen in de tijd Kwelderherstel Terschelling, periode Onderdelen Totaal 1. Uitvoering Monitoring Onderhoud Engineering Bijzondere gebeurtenissen en onvoorzien aanleg 6. Risico storm- en ijsschade gedurende onderhoudsperiode PM PM PM Totalen (excl btw) Totaal (incl btw) Onderhoudskosten Om de kwelder voor de komende 100 jaar te onderhouden zijn onder ander de volgende acties vereist: Vrijhouden van Drijfvuil; Schade herstellen na ijsgang; Stormschade herstellen; Afrastering; Rijshoutendammen en stortstenen dammen onderhouden; Aanpassen bij onvoorziene ontwikkelingen. De kosten van het onderhoud staan weergeven in tabel 7.4 en komen naar op circa ,- per jaar voor een onderhoudsperiode van 100 jaar. 42

43 Tabel Onderhoudskosten kwelder (100 jaar) Onderhoud Kosten (100 jaar) Rijshoutendammen Stortstenendammen Drijfvuil ,- Ijsgang Stormschade Aanpassen bij onvoorziene ontwikkelingen Totaal (100 jaar, incl. BTW) Monitoringskosten De ecologische monitoring van de kwelderprocessen dient tenminste de volgende onderdelen te bevatten: Nulmeting; Vegetatiekarteringen van alle kwelderzones; Monitoring vogels in broedperiode en tijdens najaarstrek; Benthos-bemonsteringen van lage kwelderzones; Analyse van trends en verspreidingspatronen; Rapportage en communicatie. Het ecologische onderzoek dient uitgevoerd te worden door een consortium van gespecialiseerde ecologen. In de eerste 3 jaar wordt deze vorm van monitoring jaarlijks uitgevoerd. Globale jaarlijkse kosten van een ecologische monitoring zijn geraamd op ,- (ex btw). De hydromorfologische monitoring van de kwelderprocessen dient tenminste de volgende onderdelen te bevatten: Meetcampagne in het veld waarbij de belangrijkste kweldervormingsprocessen gekwantificeerd worden (stromingspatronen, erosie- en opslibbingsprocessen); Lab analyse van bodem- en watermonsters; Analyse van hydromorfologische trends; Inspectie van mogelijke beschadigingen van structuren en benodigde reparaties; Rapportage en communicatie. Het hydromorfologische onderzoek dient uitgevoerd te worden door een gespecialiseerde hydromorfoloog. In de eerste 3 jaar wordt deze vorm van monitoring jaarlijks uitgevoerd. Globale jaarlijkse kosten van een hydromorfologische monitoring zijn geraamd op ,- (ex btw). rijkewaddenzee 43

44 9 Conclusies Op basis van het ontwerpproces kunnen de volgende conclusies worden getrokken: De autonome achteruitgang. De autonome ontwikkeling van de bestaande kwelderrestanten is verdere degeneratie in areaal en kwaliteit. De kwelders zullen naar verwachting zonder ingrijpen steeds verder achteruitgaan. Kweldererosie. De hydromorfologische oorzaken die ten grondslag liggen aan de kwelderdegeneratie zijn grotendeels geïdentificeerd. Deze zijn te relateren aan het verdwijnen van de oude Nauta kwelderelementen in combinatie met zeespiegelstijging. Hierdoor treedt kweldererosie op. Belang gebied voor wadvogels. De wadplaat en de restanten van de kwelders zijn belangrijk als foerageergebied en (voor)hoogwatervluchtplaats (HVP) voor de wadvogels. De wadvogels migreren tussen de wadplaat en de HVP s. Dit gebruik door wadvogels is in het ontwerp geborgd door op die locatie geen kwelderschermen te plaatsen. Mogelijkheden kwelderaangroei en landschapsherstel. De hydromorfologische omstandigheden zijn geschikt om kwelderdegeneratie te stoppen en nieuwe kweldervorming mogelijk te maken. De sliblading van het water is matig maar voldoende. Modelberekeningen laten zien dat erosie gestopt kan worden en aangroei verwacht kan worden als kwelderschermen op de juiste plaatsen worden gepositioneerd op relatief geringe diepte. De kansen voor kweldervormig zijn het grootst bij: De ondiepe zone tussen de Striep en de Keag, De ondiepte direct ten oosten van de Keagdam. De kansen voor kweldervorming ter hoogte van de Ans zijn klein. Opslibbing hier is weliswaar realistisch maar het water is te diep om kweldervorming op korte termijn te verwachten. De innovatieve kwelderstructuur. De verwachting is dat de open kwelderstructuur leidt tot een gevarieerd, dynamisch kwelderlandschap. De configuratie van open elementen leidt tot opslibbing en een relatief hoge biodiversiteit omdat de kwelder zijn dynamische karakter behoud. De elementen dienen relatief dicht bij de dijk gepositioneerd te worden waar het water ondiep is. Bestaande stroomgeulen moeten vrijgelaten worden. Biodiversiteit. Het te verwachten kwelderlandschap heeft een grote waarde voor biodiversiteit zowel wat betreft flora als fauna, waaronder KRW doelsoorten. Het heterogene kwelderlandschap dat verwacht wordt op basis van de open structuurelementen, heeft een meerwaarde ten opzichte van een eenvormig kwelderlandschap dat op basis van traditionele elementen ontstaat. 44

45 Nieuw kwelderareaal. De verwachting is dat 30 ha nieuw, hoogwaardig kwelderareaal kan worden gerealiseerd. Belevingswaarde. Het ontwerp geeft invulling aan het beleefbaar maken van natuurlijke processen en is goed beleefbaar vanaf de dijk. Randvoorwaarden uit het gebied. Het ontwerp houdt rekening met de randvoorwaarden uit het gebied: beperken recreatie, rust aan de westzijde van het gebied (Striep Sehael), behoudt van de open wadplaat voor foeragerende wadvogels voor het Sehael en geen aantasting van de veiligheid van de dijk of de beschermingszone van de dijk. Monitoring innovatie. De innovatieve kwelderstructuur wordt gemonitord op diverse onderdelen voor een periode van 4 jaar en draagt daarmee bij aan de kennisontwikkeling voor het toekomstige beheer van de Waddenzee. Investering. De voorziene investering voor het innovatieve pilot project (voorbereiding, uitvoering, beheer eerste 3 jaar en 4 jarig monitoringsprogramma) worden geraamd op 1,38 Mln. EUR (inclusief BTW). rijkewaddenzee 45

46 10 Referenties Chmura, G.L.,Anisfeld, S.C., Cahoon, D.R., Lynch, J.C. (2003) Global carbon sequestration in tidal, saline wetland soils. Global Biochemical cycles, VOL. 17, NO. 4, Darby F.A. & Turner, R.E. (2008) Below-and aboveground Spartina alterniflora production in a louisiana salt marsh. Estuaries and Coasts, 31, Dausse, A., Merot, P., Bouzile, J.B., Bonis, A., Lefeuvre, J.C., (2005). Variability of nutrients and particulate matter fluxes between the sea and a polder after partial tidal restoration, Northwestern France. Estuarine Coastal and Shelf Science, 64 (2-3): Den Heijer, F., Noort, J., Peters, H., de Grave, P., Oost, A. Verlaan, M., Allerheiligenvloed Achtergrondverslag van de stormvloed van 1 november Rapprt Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ. 70 p. De Jong, D.J., Dijkema, K.S., Bossinade, J.H. & Janssen, J.A.M., SALT97, een classificatieprogramma voor kweldervegetaties. Rijkswaterstaat (RIKZ, Directie Noord Nederland, Meetkundige Dienst) & IBN-DLO (Texel), 26 p. Deltares, 2012a. Huidige veiligheidsopgave Waddengebied. Deltares memo ZKS A.J. Smale. Maart Dijkema, K.S., Changes in salt-marsh area in the Netherlands Wadden Sea after In: Huiskes, A., Blom, C.W.P.M. & Rozema, J. (eds). Vegetation between land and sea. Dr. W. Junk Publishers, Dordrecht/Boston/Lancaster, pp Dijkema, K.S., Nicolai, A., de Vlas, J., Smit, C.J., Jongerius H. & Nauta, H., Van landaanwinning naar kwelderwerken. Leeuwarden, Rijkswaterstaat dir Noord-Nederland en Texel, Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte. 68 p. Dijkema, K.S., van Duin, W.E., Dijkman, E.M. & van Leeuwen, P.W., Monitoring van kwelders in de Waddenzee: rapport in het kader van het WOT programma Informatievoorziening Natuur i.o. (WOT IN). Wageningen, Alterra. Doedens, B. & M. Dorenbosch Kwelders Terschelling. Voorlopig ontwerp. Stichting Landschapstheater en Meer / Bureau Waardenburg, Amsterdam / Culemborg. Duarte, C.M., Middelburg, J.J. & N. Caraco. (2005). Major role of marine vegetation on the oceanic carbon cycle. Biogeosciences,, 2005, 2: 1-8. Elschot, K., Bouma T.J., Temmerman S., Bakker, J.P. (2013). Effects of long term grazing on sediment deposition and salt marsh accretion rates. Estuarine, Coastal and Shelf Science Volume 133, 20 November 2013, Pages Emmer I., Needelman B., Stephen Emmett-Mattox S., Stephen Crooks S., Megonigal P, Myers D., Oreska M., McGlathery K., Shoch D., (2015) Methodology for tidal wetlands and seagrass restoration. VCS Methodology ( Erchinger, H.F., Wellenauflauf an Seedeichen. Naturmessungen an der Ostfriesischen Ku ste. Mitteilungen Leichtweiss-Institut fu r Wasserbau der Technischen Universität Braunschweig, Heft 41: Erchinger, H.F., Intaktes Deichvorland fu r Ku stenschutz unverzichtbar (Möglichkeiten einer naturnahen Entwicklung werden aufgezeigt). Wasser und Boden 47: Fourqurean, J., Willsie, A., Rose, C. & Rutten, l. (2001) Spatial and temporal pattern in seagrass community composition and productivity in south Florida. Marine Biology, 138, Friedrichs, C.T., Perry, J.E., (2001). Tidal salt marsh morphodynamics: a synthesis. Journal of Coastal research, SI, 27:

47 Howard, J., Hoyt, S., Isensee, K., Pidgeon, E., Telszewski, M. (eds.) (2014). Coastal Blue Carbon: Methods for assessing carbon stocks and emissions factors in mangroves, tidal salt marshes, and seagrass meadows. Conservation International, Intergovernmental Oceanographic Commission of UNESCO, International Union for Conservation of Nature. Arlington, Virginia, USA. Imares, de Groot, A. Brinkman, B., Fey, F., van Sluis, C., Dijkman, E., Scholl, M., (2014). Biobouwers als onderdeel van een kansrijke waterveiligheidsstrategie voor Deltaprogramma Waddengebied. Iov Ministerie van Economische Zaken. Mcleod E, Chmura GL, Bouillon S. et al (2011) A blueprint for blue carbon: toward an improved understanding of the role of vegetated coastal habitats in sequestering CO2. Front Ecol Environ 9: doi: / l Mennens-van Zeist, A. (2016). Quickscan archeologie en cultuurhistorie kwelders Terschelling. Gemeente Terschelling en Steunpunt Monumentenzorg Fryslân. Meijer, J. (2012). Verkenning van kwelderontwikkeling bij Stryp en de Ans op Terschelling. DLG Fryslân. Mitsch, W.J., (1994). Global Wetlands: old world and new. Elsevier, Amsterdam Perk, L. (2016). Hydromorfologische advisering Kwelderontwikkeling Terschelling. WaterProof Marine Consultancy & Services B.V..Kenmerk , AGV-nr Nellemann, C., Corcoran, E., Duarte, C. M., Valdés, L., De Young, C., Fonseca, L., Grimsditch, G. (Eds). (2009). Blue Carbon. A Rapid Response Assessment. United Nations Environment Programme, GRID-Arendal. Temmerman, S., Bouma, T.J., Van de Koppel, J., Van der Wal, D.D., De Vries, M.B., Herman, P.M.J., (2007). Vegetation causes channel erosion in tidal landscape. Geology, 35 (7): Van Loon-Steensma, J.M. van, A.V. de Groot, W.E. van Duin, B.K. van Wesenbeeck en A.J. Smale, (2012). Zoekkaart Kwelders en Waterveiligheid Waddengebied; een verkenning naar locaties in het Waddengebied waar bestaande kwelders of kwelderontwikkeling mogelijk kunnen bijdragen aan waterveiligheid. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport Van Loon-Steensma, J.M., Slim, P.A., Vroom, J., Stapel, J. & Oost, A.P., (2012). Een dijk van een kwelder: een verkenning naar de golfreducerende werking van kwelders. Wageningen, Alterra. Van Duin, W.E. & Dijkema, K.S., Randvoorwaarden voor kwelderontwikkeling in de Waddenzee (en aanzet voor een kwelderkansenkaart). IMARES rapport C076/12. Verified Carbon Standard (VCS) goedgekeurde methodologie die kan worden gebruikt voor Blue Carbon projecten: Yapp, R.H., Johns, D., Jones, O.T., (1917). The salt marsh of the Dovery estuary. Part II. The salt marshes. Journal of Ecology, 5: rijkewaddenzee 47

48 Bijlage 1 - Innovatiekansen kwelderontwikkeling Naast de huidige elementen van het ontwerp, biedt de kwelder ook vele kansen, naast natuurherstel/behoud, waaronder het plaatsen van innovatieve structuren en een vorm van klimaatmitigatie (Blue Carbon). BESE-elements BESE- elements ( kratjes ) zijn driedimensionale biologisch afbreekbare structuren gemaakt van aardappelzetmeel. De structuren vormen aanhechtingssubstraat voor mosselbroed en beschermen jonge mosselen tegen predatie, hierdoor wordt de vorming van mosselbanken sterk gefaciliteerd. Mosselbroed hecht zich in de eerste jaren snel aan de harde structuren van de elementen, na meerdere jaren breken de BESE-elements af en blijft een levende mosselbank over. Naast mosselbank herstel kunnen de kratjes ook vegetatiegroei ondersteunen en sediment invangen. De kratjes zorgen namelijk voor luwe zones waar vegetatie tot ontwikkeling kan komen. Figuur 2 - Barrières van biologisch afbreekbare kratstructuren tussen houten palen op Ameland waarbij mosselen op de kratstructuren vestigen. 48

49 De BESE elements zijn losse sheets opgebouwd uit aardappelzetmeel. Deze sheets kunnen op elkaar gestapeld worden en zo een krat vormen, waar flora en fauna bescherming en houvast kan vinden (figuur 2, 3). Figuur 3 - BESE elements (onbegroeid, rechts; begroeid met mosselen, links) Blue Carbon Wat is Blue Carbon? Jaarlijks leggen verschillende ecosystemen CO 2, in de vorm van koolstof, boven- en ondergronds vast. Voor mariene ecosystemen ligt deze hoeveelheid aan CO 2 opslag vele malen hoger als voor terrestrische ecosystemen (figuur 1). Voornamelijk omdat mariene ecosystemen niet enkel CO 2 vastleggen in hun biomassa (wortel/scheut) maar ook sedimentatie van organisch materiaal (algen) faciliteren in anoxische (zuurstofloze) omstandigheden waar koolstof voor miljoenen jaren vastgelegd wordt in de bodem. De koolstof die in mariene ecosystemen opgeslagen is wordt Blue Carbon genoemd. Voor terrestrische koolstof is Green Carbon een gebruikelijke term. Figuur 1 - Het verschil in CO2 opslag in mariene en terrestrische ecosystemen. Zo leggen mariene ecosystemen4-7x zoveel CO2 vast (Howard et al., 2014; Emmer et al. 2014; Mcleod et al., 2011). rijkewaddenzee 49

50 Koolstofmarkt Het Blue Carbon concept richt zich op het valoriseren van klimaatmitigatie die deze gebieden teweegbrengen, door het opslaan van CO 2. Dit betekend dat er een economische waarde wordt toegekend aan de behaalde CO 2 -reducties door het herstellen of behouden van Blue Carbon gebieden. Door waarde toe te kennen aan klimaat mitigerende activiteiten zoals CO₂-reductie, kunnen deze verhandeld of verkocht worden binnen een gespecialiseerde markt. De valuta die wordt gebruikt voor de CO₂-reductie heten carbon credits. Een carbon credit staat garant voor 1 ton CO₂-reductie (bespaarde CO₂-uitstoot). Dit principe van verhandelen van CO₂ credits is niet nieuw en wordt al veelvuldig toegepast in bosaanplanting-projecten (onder de naam REDD +) (Nelleman et al 2009). De marktwerking voor deze CO₂ credits wordt gestuurd vanuit het Clean Development Mechanism (CDM) opgezet toen het Kyoto Protocol in werking trad in Deze markt is speciaal opgericht om duurzame projecten te faciliteren en het verhandelen van de CO₂ credits mogelijk te maken. In Duitsland worden o.a. veengebieden op deze vrijwillige koolstofmarkt aangeboden. De kosten voor 1 credit lopen daarbij uiteen tussen 30 en 60 euro afhankelijk van het project (Moorfutures). Blue Carbon in Nederland In Nederland zijn de kwelders (of schorren) het meest voorkomende Blue Carbon ecosysteem. Door het remmen van de stroomsnelheid zorgen de kwelders voor luwtes waar organische materiaal kan neerslaan (figuur 2). Figuur 2 - Het Blue Carbon principe, waarbij niet alleen koolstof wordt opgeslagen in de biomassa, maar ook grote hoeveelheden in de bodem terechtkomen door sedimentatie van o.a. algen (Darby et al., 2008; Duarte et al., 2005). Onderzoek heeft uitgewezen dat er tussen de verschillende kwelders een groot verschil zit in accumulatie snelheid van koolstof. Zo hebben land- en estuariene kwelders (Friesland, Groningen en Westerschelde) vaak een hoge sedimentatie snelheid waardoor de kwelders meer koolstof accumuleren in de bodem. Voor strandwal kwelders (op de Waddeneilanden) ligt de sedimentatie snelheid een stuk lager en daarmee de koolstof accumulatie. In tabel 1 is voor de verschillende soorten kwelders de koolstof accumulatie per jaar weergeven. 50

51 Bovendien genereren jonge kwelders (t/m 15 jaar) ook een hogere koolstof accumulatie snelheid, Mede door de hoge sedimentatie snelheid en groei van plantenmateriaal (tabel 1 en 2). Tabel 1 - Verschil in accumulatiesnelheid tussen verschillende kwelders (Chmura et al., 2003). Type kwelder Locatie Accumulatiesnelheid (t CO 2/ha/jr) Strandwal Waddeneilanden 4,0 Estuariene Westerschelde in Zeeland en Dollard in Groningen 8,0 Vasteland Friese en Groningse Waddenzeekust +/- 8,0 Tabel 2 - Opslag capaciteit van een jonge en oude kwelder (Kwelder van Schiermonnikoog (gebaseerd op gegeven uit Elschot et al. 2015) Leeftijd kwelder Accumulatie snelheid (t CO 2/ha/jr) 15 4,6 30 3, ,5 55 2, ,099 Casus nieuwe kwelder op Terschelling als CO 2 klimaatbuffer In het huidige ontwerp wordt 30 ha hectare nieuwe kwelder ontwikkeld op Terschelling. In de eerste 15 jaar wordt hier ca. 4,6 ton CO 2 /hectare/ jaar vastgelegd. Dit is ongeveer 138 ton CO 2 per jaar voor het gehele gebied. Gebaseerd op de carbon credit prijzen in de vrijwillige koolstof markt in Duitsland (tussen de 30 en 60 euro), komt de potentiële jaarlijkse opbrengst uit de verkoop van carbon credits van de nieuwe kwelder neer uit tussen de en euro. Dit zou kunnen bijdragen aan de investeringen voor onderhoud en monitoring. Daarnaast wordt in de beoogde kwelder in een periode van 15 jaar ca ton CO 2 vastgelegd. Dit komt overeen met het compenseren van de CO2 uitstoot die vrijkomt bij het verbranden van ca. 0,6 miljoen liter diesel. rijkewaddenzee 51

52 Bijlage 2 - Procesverslag Kweldervorming Terschelling Om tot een breed gedragen definitief ontwerp van kweldervorming langs de Waddendijk op Terschelling te komen zijn verschillen stappen gezet waarbij belanghebbende partijen op diversen bijeenkomsten zijn geraadpleegd (tabel 1). In de onderstaande paragraven worden de gespreksverslagen weergeven. Tabel 1 - Contact momenten met belanghebbende partijen 1.1 Projectgroep 28 juni 1e Risicosessie West Terschelling 1.1 Klankbordgroep 28 juni Ontwerpbijeenkomsten (in drie groepen) West Terschelling 1.2 Projectgroep 25 augustus Concept DO / 2e Risicosessie Harlingen 1.3 Projectgroep 1 december DO bespreking Leeuwarden 1.4 Projectgroep 31 januari 2017 DO bespreking Harlingen juni - Klankbordgroep Sessie Opgesteld door Martijn Dorenbosch (Bureau Waardenburg) Locatie: gemeentehuis West-Terschelling Twee groepssessies: eerste 16:00 u, tweede 20:00 u. Algemeen (eerste en tweede groepssessie) Opening en welkom door Bruno Doedens (SLeM), Bruno geeft een korte inleiding en toelichting over de stand van zake van het kwelderproject en de activiteiten en werkwijze tot nu toe. De aanwezige klankbordleden worden uitgenodigd om opmerkingen, ideeën en verdere verbeteringen tijdens de bijeenkomst in te brengen. Agendapunt: op 6 september 2016 is de volgende bijeenkomst van de klankbordgroep waarbij het definitieve ontwerp (DO) op tafel ligt. Er volgt een 20 min. presentatie door Bruno, aangevuld door Martijn Dorenbosch (Bureau Waardenburg). In de presentatie wordt de stand van zake van het kwelderproject vorm gegeven met o.a. randvoorwaarden en doelstellingen, werkwijze, bevindingen van de veldwerksessie op 15 juni 2016, hoe van voorlopig ontwerp (VO) naar DO wordt gegaan, representatieve foto s van de kwelder en wad in de huidige situatie, toelichting op het geplaatste veeraster om grazers van kwelders te weren, aanvullingen op het project op basis van advies van hydrologische expertise, animatievideo van huidige waterstromen in het gebied en ingeschatte stromingen na het plaatsen van de beoogde kwelderwerken en een beknopte 3d visualisatie van de kwelderwerken. In de presentatie wordt een toelichting gegeven hoe het VO is aangepast naar de conceptversie van het DO op 27 juni Hierbij komen o.a. schetsen van de constructies en toe te passen materialen naar voren en een bovenaanzicht van de kwelderwerken. In het 52

53 huidige concept DO bestaat de voorkeur voor het toepassen van houten palenrijen als voorste golfbreker i.p.v. stortsteen dijken. De presentatie eindigt met conclusies, adviezen en kansen, o.a. m.b.t. kostenraming, de noodzaak voor een nauwkeurige hydrologische modelanalyse, de mogelijke kansen voor het economiseren van de kwelder als CO2 opslag ( CO2 valorisatie ), slibsuppletie en monitoringseisen. René Alma (RVO) geeft een toelichting over natuurwetgeving in relatie tot het kwelderproject. Er zijn inmiddels gegevens verzameld uit verschillende bronnen, o.a. de NDFF en uit telgebieden van de vogelwacht. Dit heeft geresulteerd in een databestand met 7000 records uit zowel buiten- als binnendijkse gebieden ter hoogte van het projectgebied. De hoogste concentraties waarnemingen liggen in de Strieperpolder, de Strieperkwelder en het Sehael. Er zijn geen soorten in het gebied aanwezig die onder tabel 2 en 3 van de Floraen faunawet (FFwet) vallen. Wat betreft vergunningverlening m.b.t. de FFwet vallen weinig problemen te verwachten, er mogen i.i.g. geen broedende vogels verstoord worden tijdens de werkzaamheden. Er zijn veel foeragerende en overtijende wadvogels aanwezig die van het gebied gebruik maken, deze waarden dienen in een Natuurbeschermingswet (NBwet) ontheffing gewaarborgd te worden. De aanwezige aantallen vogels in het projectgebied worden hierbij afgewogen t.o.v. de gehele Waddenzee. Daarnaast speelt de natuurwaarde van de nieuwe kwelder op lange termijn en verstoring tijdens werkzaamheden bij de aanleg in relatie tot mitigatie een grote rol. Op basis van het huidige concept DO lijkt het project kansrijk om een NBwet ontheffing te krijgen. Onder de autonome ontwikkeling verslechtert het gebied op de lange termijn, de nieuwe ontwikkeling verbetert het gebied juist op lange termijn; er kan gewerkt worden in periodes dat verstoring van broedende vogels en trekkende vogels gering is (weliswaar in een smal tijdsvenster); in het concept DO worden de Strieperkwelder en het Sehael ontzien zodat deze hoge waarde voor (wad)vogels als foerageergebied en (voor)hvp behouden kan blijven. De daadwerkelijke effecten van het project m.b.t. de NBwet worden pas duidelijk als er een definitief DO ligt. Opmerkingen, adviezen en vragen van groepssessie 16:00 u Aanwezig: Roeland Schoor, Hein Klarenbeek, Ronald van Zandwijk, Pieter de Haan, Jaaps Smit, Piet Zumkehr, Martijn Dorenbosch (Bureau Waardenburg), Pieter Stadt (RVO), René Alma (RVO), Bruno Doedens (SLeM). Afgelopen jaar was er vrijwel uitsluitend storm uit zuidelijke richting, dit resulteerde in duidelijke afslag van de Strieperkwelder. Is het huidige ontwerp voldoende om dit proces te stoppen? Het doel van de voorste kwelderwerken / golfbrekers is het breken van de krachten van (storm)golven. Het ontwerp is er op gebaseerd om dit te bewerkstelligen. Een nauwkeurige hydromorfologische modellering kan dit in meer detail berekenen. Er wordt gevraagd of er met grote machines gewerkt wordt. Welke machines worden toegepast hangt af van het toe te passen materiaal (houten palenrijen of stortsteen), er worden machines via land of over het water aangevoerd. Hierbij kan gewerkt worden op rijplaten of met andere drukverlagende voorzieningen, of vanaf een werkschip of (drijvend) ponton. Wat is de herkomst van het toe te passen materiaal, kan hout van Terschelling gebruikt worden? In principe kan hout van het eiland worden gebruikt (bijv. dennentakken). Het is echter de vraag of dit voldoende voorhanden is in de tijd dat het de kwelderwerken worden aangelegd. Waarschijnlijk wordt hout van elders aangevoerd. rijkewaddenzee 53

54 54 De losse breukstenen die nu onder aan de dijk liggen kunnen niet (her)gebruikt worden voor het realiseren van stortsteendammen. Ze hebben een waterkerende functie en vormen onderdeel van de dijk. Zijn de beheerskosten begroot? Er wordt in de SSK raming een post gemaakt waarbij beheer en onderhoud wordt voorzien. Dit wordt voor een klein deel meegenomen in de projectbegroting, daarna moeten andere middelen gezocht worden. Mogelijk dat CO2 valorisatie een financieringsbron van beheer en onderhoud kan zijn. Stelt de provincie eisen aan monitoring? In het Natura2000 beheerplan is een monitoringshoofdstuk opgenomen, hierin zijn duidelijk protocol eisen opgenomen. Binnen het project wordt in ieder geval ook ecologische en hydromorfologische monitoring uitgevoerd om tijdig te kunnen sturen en om op termijn een goede evaluatie te kunnen maken. Er bestaat de gedachte dat PRW geen belang hecht aan hoge kweldervegetatie? In het Natura2000 beheerplan is nadrukkelijk ruimte voor dynamische ontwikkeling, inclusief verschillende ontwikkelingsstadia van kwelders. Hoge kwelderzones zijn dus een essentieel onderdeel van een typische kwelder en horen bij de doelhabitats voor de Waddenzee. Er zijn tenminste twee oversteekplekken voorzien voor (jonge) vogels van polder naar wad in het project vis en vogels. Het is verstandig om deze in het DO mee te nemen (1 bij Striep, 1 bij de Keag). Er wordt geopperd om de kwelderwerken nog meer ten westen van de Keag te concentreren, geen kwelderwerken direct ten westen van de bestaande dam. In het huidige DO zijn geen kwelderschermen meer voorzien ten westen van de bestaande dam. De kwelderwerken aan het einde van de bestaande dam hebben waarschijnlijk een belangrijke hydrologische functie. Er wordt nog in detail gekeken wat de precieze locatie zal worden, het huidige ontwerp is echter wel het uitgangspunt. Er worden nu weinig kansen benut om de Ans verder te ontwikkelen, bijvoorbeeld het suppleren van slib of zand of het verhogen van de bestaande dijken. Dit zijn inderdaad kansen, deze zijn echter kostbaar. Slib suppleren kan niet zomaar uitgevoerd worden, het blijft niet zomaar liggen op de plek waar het gedeponeerd wordt, daarnaast moet het gecontroleerd worden op vervuiling (kostbaar). Het aanvoeren van zand is erg kostbaar. Er wordt een voorkeur uitgesproken voor een minimale smalle palenrij ter hoogte van de Strieperkwelder. Dit brengt echter hydrologische risico s met zich mee, meerdere rijen palen in verschillende hoeken zijn sterker en breken golven uit verschillende richtingen. De kwaliteit van de toe te passen palen is van groot belang. Er dient voldoende sterk hout gebruik te worden, bijv. inheems hardhout (Robinia), dennenhout is aanzienlijk zwakker, het is verstandig om hier op te investeren i.p.v. te bezuinigen. De naam Mondriaankwelder moet niet meer gebruikt worden. Gebruik van de naam wekt weerstand en emoties op onder de Terschellinger bevolking. De focus van het project is kwelderherstel, er moet geen aandacht op het project als kunstwerk gericht worden. Het Mondriaanschilderij is alleen een inspiratie van het design. De projectgroep maakt geen gebruik meer van de naam Mondriaankwelder. Hoe de pers dit communiceert is echter niet eenvoudig te beheersen, het Mondriaanschilderij krijgt al snel aandacht van journalisten. Er wordt geopperd of oesterschelpen toegepast kunnen worden ter versteviging van de golfbrekers. In principe kunnen dode oesterschelpen toegepast worden, het wordt onderzocht of dit kostentechnisch haalbaar is. Levende oesterschelpen mogen i.v.m. exotenwetgeving niet zomaar verplaatst worden. De klankbordgroep ziet graag een andere uitwerking van de hydrologische analyse om het resultaat van het huidige DO beter inzichtelijk te krijgen en risico s duidelijker te kunnen beheersen.

55 Er wordt gevraagd of het verhoogde uitzichtpunt nog onderdeel is van het DO. Dit is nu niet het geval, er is geen uitkijktoren constructie meer voorzien. Of dit in de toekomst niet alsnog gaat komen is echter niet uit te sluiten. Over het algemeen is de klankbordgroep met de ontwikkelingen in het ontwerp tevereden, het huidige concept DO is een duidelijke verbetering t.o.v. vorige versies. Opmerkingen, adviezen en vragen van groepsessie 20:00 u Aanwezig: Nienke Hamstra, Herman Steeman, Frans Schot, Iemke van Zwol, Sijbrand Muijskens, Jodi Kuipers, Martijn Dorenbosch (Bureau Waardenburg), Pieter Stadt (RVO), René Alma (RVO), Bruno Doedens (SLeM). De begrazingsproef langs het dijkvak t.h.v. de Strieperkwelder en het Sehael wordt kort besproken. Hier is omstreeks april een raster geplaatst (paaltjes geboord in de steenbekleding van de dijk) op de dijk tussen het fietspad en het wad. De resultaten zijn goed, schapen komen niet langer meer op de kwelder, de vegetatie reageert meteen, er is minder erosie, verschillende planten nemen onmiddellijk in bedekking toe (zeekraal etc.). Ook mensen lijken minder over het raster heen te stappen, de druk op het wad wordt dus minder. De overlast van schapen op het fietspad lijkt mee te vallen, het raster lijkt zich tot nu toe ook goed te houden. De proef lijkt dus succesvol. In het DO is het verstandig om de voorziene oversteekplaatsen voor vogels uit het project vis en vogels mee te nemen. Bruno zal de locaties achterhalen en in het DO meenemen (op 3 locaties worden de grote stortstenen vervangen door aangepast, vlakker substraat). Er wordt gevraagd of in het DO nu nog veeroosters moeten worden opgenomen? Nee, dit is op basis van de huidige begrazingsproef niet meer nodig. Per 1 januari gaat de NBwet veranderen, heeft dit nog gevolgen voor het project? De wijzigingen zijn niet heel drastisch, het is echter nog niet inzichtelijk of dit ook het toetsingskader beïnvloedt. Er wordt gevraagd of er nog aanvullende vergunningen nodig zijn, bijv. verstoring van de bodem? Er wordt een heel vergunningentraject doorlopen, o.a. omgevingsvergunning, waterwet, FFwet, NBwet. Verstoring van de bodem wordt meegenomen in de NBwet aanvraag. Binnen de beoogde NBwet ontheffing is het werkvenster waarin gewerkt mag worden op het wad waarschijnlijk smal (om verstoring van wadvogels te minimaliseren). Kan dit het project nog vertragen? Er wordt nu ingeschat in welk tijdsbestek de werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden, waarschijnlijk gaat dit relatief snel en is het haalbaar binnen een beperkt tijdskader. Wordt het project Europees aanbesteed? Dit is nu nog onduidelijk, o.a. afhankelijk wie de aanbesteding gaat trekken. De uitvoering is echter specialistisch werk, waarschijnlijk zullen vooral regionale uitvoerders aanbieden. Waar is de huidige vorm van de dam t.h.v. de Strieperkwelder op gebaseerd? Dit is nu gebaseerd op de bodemhoogte en hydrologische stromingen. De dam heeft een open structuur in verschillende hoeken zodat golfkrachten uit verschillende richtingen kunnen worden opgevangen. Er wordt geopperd of smalle lijnvormige elementen niet gunstiger zijn voor vogels dan brede elementen? Hier zijn geen duidelijke gegevens van, specialisten geven aan dat vogels relatief plastisch zijn en vooral op de aanwezigheid van voedsel letten en snel wennen aan obstakels. Dit is echter nooit gericht onderzocht. De brede vormgeving van de dam verstoord ook menselijke zichtlijnen op het wad, wordt de openheid niet aangetast? Er zal inderdaad iets gaan veranderen m.b.t. de beleving van het wad, de kwelderwerken zullen echter variëren in hoogte. Vlakbij de dijk is de hoogte beperkt, rijkewaddenzee 55

56 ver op het wad is de hoogte groter. Hierdoor wordt openheid van het landschap minder aangetast dan bij uniform hoge elementen. Ook in deze sessie wordt sterk geadviseerd om niet langer de naam Mondriaankwelder te gebruiken. De bescherming van de aanwezige kwelder kan rekenen op draagvlak onder de Terschellinger bevolking, maar niet in de vorm van een kunstproject. Van de naam Mondriaankwelder wordt dus ook afgestapt. Het is niet voorspelbaar hoe de pers hiermee om gaat. Er wordt geopperd om eventueel een prijsvraag uit te schrijven over een passende naam. De kwelders hebben echter al een naam, Ans, Keag, Sehael en Striep. De zorgen over de openheid van het waddenlandschap worden nogmaals toegelicht. Eilanders leven 365 dagen per jaar op Terschelling, toeristen maar een paar dagen per jaar. Er wordt aangegeven dat een nadere hydrologische uitwerking van het DO en toe te passen materialen en constructies op prijs wordt gesteld. Hierdoor wordt het te verwachten resultaat concreter en kunnen risico s beter worden ingeschat. Bruno gaat zich hier voor inzetten. Het aanwezige poldergemaal wordt nu buiten de kwelderplannen gehouden, er wordt geen gebruik gemaakt van eventueel extra sediment dat hierdoor kan worden aangevoerd i.v.m. de vrije afloopfunctie van het gemaal. Er wordt wederom toegelicht dat in de huidige plannen geen ruimte is voor een uitkijktoren. Hoe zich dit in de toekomst ontwikkeld is nu niet inzichtelijk. Het plaatsen van rasters langs het gehele traject kan ook menselijk bezoek aan het wad ontmoedigen. De klankbordgroep is over het algemeen tevreden over de ontwikkeling van het plan, het wordt steeds beter augustus - Projectgroepsessie Verslag Projectgroep Kwelderherstel Terschelling Aanwezig: Sies Krap (SBB), Jan-Theo IJnsen (RWS), Peter Lieverdink (Wetterskip Fryslân), Bruno Doedens (Sense of Place), Klaas Hernamdt (Sense of Place), Martijn Dorenbosch (Bureau Waardenburg), Rob Heldens (PRW/ RVO), Pieter Stadt (PRW/RVO) Afwezig: Rick Timmerman (PRW), Jan Meijer (Provincie Friesland), Joeri Lamers ( Staatsbosbeheer), Gea van Essen (Gemeente Terschelling) Opening Rob opent de vergadering en heet iedereen welkom. Verslag van de vorige vergadering van 28 juni 2016 Er zijn geen opmerkingen. Het verslag wordt goedgekeurd en vastgesteld. Verslag van de bijeenkomsten van de Klankbordgroep Er zijn geen opmerkingen. Voortgangsrapportage Jan-Theo geeft aan dat hij behoefte heeft aan een totaal planningsoverzicht. Zie agendapunt 5 n.a.v. de toelichting van Rob op de stand van zaken en te maken keuzes. 56

57 Definitief Ontwerp Bruno licht het DO toe aan de hand van een PowerPoint. Vooruitlopend op het gesprek met het Waddenfonds op 30 augustus a.s. presenteert hij 3 varianten gebaseerd op het beschikbare budget. Uitgangspunt voor de 3 varianten, waarin het schetsontwerp wordt verdund teneinde de aanlegkosten te beperken, is dat WaterProof aantoont dat er kweldervorming mogelijk is. Jan-Theo merkt op dat de kansen voor kweldervorming in Striep groter zijn dan tussen De Keag / De Ans. De mate van draagvlak is tot nu toe bepalend geweest voor de verschuiving van west naar oost. Martijn nuanceert dit beeld met de opmerking dat overal kweldervorming mogelijk is en het verschil zit in de duur die hiermee gemoeid is. Rob vult aan dat de verschuiving van het ontwerp van west naar oost ook bepaald is door het voorkomen van verstoring van wadvogels op de HVP te Striep en hiermee te voldoen aan de instandhoudingsdoelen van de NB-wet. Jan-Theo wil alle overwegingen en gedachten in beeld houden bij de varianten. Hij stelt voor om een scoretabel met criteria op te nemen in het DO zodat helder wordt welke afweging is gemaakt om te komen tot een voorkeursalternatief. De criteria betreffen: dynamiek (natuurlijke processen), vogels, kosten, draagvlak, beheer, landschap, cultuurhistorie (actie Waardenburg). Om het afwegingsproces volledig in beeld te brengen dienen ook het schetsontwerp en het ontwerp voor Striep in de scoretabel te worden opgenomen. Sies vult aan om hierbij ook de variant mee te nemen waarin de kwelderwerken beperkt worden tot alleen de binnendammen in een strook langs de waterkering. De vergadering stemt hiermee in (actie Waardenburg). Afgesproken wordt dat deskundigen van RWS nauw worden betroken bij de verdere uitwerking (actie PRW). Sies stelt voor om niet te spreken van hoge kwelder maar van hoogteligging na bepaalde tijd omdat een hoge kwelder volgens hem niet op natuurlijke wijze zal ontstaan. De vergadering stemt ermee in om de aanduiding hoge kwelder te nuanceren (actie Waardenburg). Jan-Theo stelt dat met het doel van een hoge kwelder op het resultaat wordt gestuurd. Relevant is volgens hem om aan te geven hoe met het natuurlijk proces wordt omgegaan. Wat voor type kwelder ontstaat is niet zozeer van belang als wel dat het slibvormingsproces op gang wordt gebracht. In het verlengde hiervan plaatst het menselijk ingrijpen in De Keag De Ans, a.g.v. de bodemdiepte, twijfels bij de mate waarin nog sprake is van een natuurlijk proces. Jan-Theo geeft aan dat als WaterProof aantoont dat het slibvormingsproces onvoldoende op gang komt in De Keag De Ans dit de doorslag kan geven om hier geen kwelderwerken te realiseren. N.a.v. de toelichting van Rob Rob licht de stand van zaken en te maken keuzes toe aan de hand van een PowerPoint. Jan-Theo stelt vast dat de planning ambitieus is en vraagt waarom hierin de grenzen worden opgezocht. Rob antwoordt dat de planning is afgestemd op de openstelling van een subsidie van het Waddenfonds medio september. De reeds geplande Stuurgroep vergadering op 29/09 a.s. was zo gepland in de verwachting dat het Waddenfonds rond deze tijd een subsidie zou openstellen. Klaas vult aan dat er is terug gepland vanaf Leeuwarden 2018 waarvoor in het najaar van 2016 tot besluitvorming moet worden gekomen. Klaas moet terug naar zijn stakeholders zodra hiervan wordt afgeweken. Jan-Theo brengt in dat RWS zes weken rekent rijkewaddenzee 57

58 voor de Voortoets en twee jaar rekent voor de (voorbereiding van de) uitvoering vanaf het moment dat het MIRT3-besluit is genomen. Daarbij komt dat er nu nog onduidelijke variabelen voorkomen in het project, zoals de mate van draagvlak voor het aangepaste DO en de consequentie voor deelname van Sense of Place indien het project vertraagt. Rob bevestigt dat de planning inderdaad ambitieus maar gezien het bovenstaande een betere optie is dan het project vertragen. Met het oog op het tijdig indienen (voor 7 oktober a.s.) van een aanvraag bij het Waddenfonds, heeft dit alleen zin als de bestuurlijke besluitvorming lukt. De vraag is dus of de afzonderlijke partijen in de Stuurgroep in staat zijn om binnen 1 week na de Stuurgroepvergadering van 29/09 in hun eigen organisatie tot een besluit te komen. Peter voorziet geen probleem met het Waterschap omdat de betreffende portefeuillehouder het DO niet hoeft voor te leggen aan het Dagelijks Bestuur. De gemeente Terschelling heeft per laten weten dat de directie heeft toegezegd haar best te gaan doen om zo snel mogelijk instemming te krijgen na ontvangst van het DO. Jan-Theo zegt toe zich in te zullen spannen voor een tijdige besluitvorming binnen RWS. Hij stelt daarbij als voorwaarden dat er 29/09 in de Stuurgroep een compleet DO ligt en dat deskundigen van RWS nauw worden betrokken bij de totstandkoming hiervan (voorbespreken Voortoets met de afd. PvP en een uitnodiging voor de expert meeting op 15/09 over de uitkomsten van de modelstudie). Ook vraagt Jan-Theo om een schema waarin overzichtelijk wordt weergegeven wat er voor bestuurlijke besluitvorming per partij wordt gevraagd (actie PRW). Naar verwachting kan er in de loop van 2017 door Sense of Place een Interreg subsidieaanvraag worden ingediend voor het belevings- en communicatiedeel van het project. Sies geeft aan dat op Ameland de kosten voor monitoring zijn meegenomen in de Waddenfondsaanvraag. De vergadering betwijfelt of aan het Waterschap om instemming met de aanleg van de kwelderwerken moet worden gevraagd. Aandachtspunten t.b.v. het gesprek met het Waddenfonds op 30/08: -is het mogelijk om een pro forma-aanvraag in te dienen? -in welke vorm dient de aanvraag te worden ingediend? Bijvoorbeeld onderscheid maken in een deel voor aanleg en een additioneel deel voor communicatie / beleving zodat expliciet gemaakt wordt waarvoor de Waddenfondsaanvraag is bedoeld. De Stuurgroep wordt in het gesprek met het Waddenfonds vertegenwoordigd door Tamara Bok. Vraag aan de Provincie is of zij bereid is tot cofinanciering indien het Waddenfonds niet subsidieert? (actie PRW) M.b.t. beheer & onderhoud streeft RWS naar lage beheerkosten. Bezien wordt of de kosten voor monitoring in het KRW-budget kunnen worden gevonden. Jan-Theo gaat dit intern na zodra de kosten voor monitoring bekend zijn (actie RWS en PRW). Rob geeft het Projectteam in overweging om begin september een extra bijeenkomst van de Stuurgroep te organiseren. De vergadering geeft de voorkeur aan alleen de geplande vergadering op 29/09 omdat er niet eerder een compleet DO kan worden voorgelegd. Afgesproken wordt dat de leden van het Projectteam zelf hun bestuurder informeren over de 58

59 stand van zaken (actie Projectteam). Hiertoe zullen de verslagen van Projectteamoverleg en overleg met het Waddenfonds z.s.m. worden toegezonden (actie PRW). Communicatie en beleving Klaas meldt dat de brainstorm met communicatiemedewerkers heeft plaatsgevonden en dat dit voldoende ideeën heeft opgeleverd over hoe de beleving geoptimaliseerd kan worden. Hij werkt de resultaten vooralsnog niet verder uit totdat er duidelijkheid is van het Waddenfonds wat zij hieraan willen bijdragen. Organisatie uitvoering en beheer In juli jl. is in een gesprek tussen Tamara Bok en Jan-Theo duidelijk geworden dat RWS overblijft als partij die de uitvoering en het beheer voor haar rekening wil nemen. Financiering Zie agendapunt 5. Rob schetst drie financieringsvarianten volgens onderstaande tabel: variant 1 Waddenfonds 2016 variant 2 Waddenfonds investeringskader variant 3 Rijkswaterstaat Nodig , , ,00 RWS , , ,00 Waddenfonds , ,00 Provincie , ,00 Interreg ,00 Gemeente , , , , ,00 Tekort/ te bezuinigen , , ,00 Planning Zie agendapunt 5. Rondvraag Peter geeft aan dat de aanvoer van materiaal, monitoringskosten, afrastering en geen geulvorming een duidelijke plek moeten krijgen in het DO (actie Waardenburg). Sluiting De volgende vergadering van het Projectteam is op 22 september a.s. om uur te Harlingen. Peter geeft aan dat hij dan niet aanwezig kan zijn. Afgesproken wordt om vooraf telefonisch contact te hebben (actie Peter / PRW). Met Gea zal worden afgestemd om de vergadering naar Leeuwarden te verplaatsen (actie PRW). Rob bedankt de aanwezigen en sluit de vergadering. rijkewaddenzee 59

60 1.3 1 december - Projectgroep Aanwezig: Ernst Lofvers, Aante Nicolai, Hessel Jongerius, Jan Meijer, Sies Krap, Luitze Perk, Martijn Dorenbosch, Jeroen van Herk, Pieter Stadt Afwezig: Jan Roelof Witting, Gerard Janssen, Peter Lieverdink Het doel van de bijeenkomst is om gezamenlijk te komen tot een ontwerp dat ieders vertrouwen heeft om verder uit te werken. Luitze licht de resultaten van zijn modelstudie toe waarna de aanwezigen met elkaar in gesprek gaan over de consequenties voor het ontwerp. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste besproken punten en de gemaakte afspraken over het ontwerp. Bevindingen Waterproof De analyse van Waterproof in de rapportage en de presentatie wordt door de aanwezigen ervaren als gedegen. Allen zijn het erover eens dat de rapportage zich prima leent om vanuit hydromorfologie te komen tot een optimaal ontwerp. Aangepast ontwerp Op basis van de bevindingen in dit expert gesprek wordt een aangepast ontwerp gemaakt. Is het projectgebied de juiste locatie voor kweldervorming? Allen vinden dat binnen het projectgebied de juiste locatie voor kweldervorming kan worden gevonden. Sies vult aan dat kweldervorming binnen het hele projectgebied lang gaat duren en dat dit in de communicatie naar betrokkenen vooraf duidelijk moet worden gemaakt. Luitze nuanceert het tijdbeslag; hij is het met Sies eens dat kweldervorming hier langzaam gaat maar geeft aan dat initieel wel verwacht kan worden dat door aanleg van de schermen de hoogte waarop begroeiing gaat optreden eenmalig 10 tot 20 cm lager komt te liggen (als gevolg van afname van hydrodynamische krachten). Snel na aanleg van de rijshouten dammen zal daarmee een toename van de begroeiing zichtbaar zijn. Opgave Er is instemming over de opgave van het project irt kwelders (er zijn ook nog andere opgaven maar dit is even beperkt tot de kwelders). Dit betreft: Het beschermen van bestaande kwelders tegen erosie. Het gaat er om de autonome ontwikkeling van kwelderverlies van de afgelopen decennia te stoppen; Het realiseren van kwelderaangroei door de plaatsing van kwelderschermen. De taakstelling om 88 ha nieuwe kwelder te realiseren wordt losgelaten en er wordt meer gekeken welke areaal er op een goede manier realiseerbaar is. Projectgebied Het ontwerp dient te worden beperkt van de Striep tot en met het gebied direct ten oosten van De Keag. De kwelder direct ten oosten van de dam (zanderig gebied) bij De Keag wordt dus nog wel meegenomen in het Definitief Ontwerp (DO). Het gebied verder ten oosten van De Keag, richting De Ans, wordt niet meegenomen omdat de verwachting is dat de kwelderontwikkeling hier lang tot zeer lang gaat duren ( jaar). Wel wordt dit gebied als doorkijk naar de toekomst meegenomen. 60

61 Het probleem Het probleem moet sterker worden gecommuniceerd (o.a. in DO). De afgelopen decennia is al veel kwelderareaal geërodeerd. Gebeurt er niets, dan zullen ook de nu nog bestaande kwelders verdwijnen. In het kader van de Nieuwe Natuurwet dient goed onderbouwd te worden dat niets doen tot kwelderverlies leidt. De realisatie van het ontwerp leidt op korte termijn mogelijk tot het verlies van foerageergebied bij t Sehael door mogelijke bedreiging van slechtvalken. Op lange termijn is de verwachting dat het foerageergebied wordt uitgebreid. Innovatieve kwelderschermen Allen vinden het helder dat de innovatieve, open kwelderschermen functioneel zijn voor het invangen van sediment en ontwikkelen van kwelders; en van toegevoegde waarde zijn voor het vergroten van de natuurwaarden van het gebied (meer biodiversiteit per m2 dan bij reguliere kwelderschermen). Striep Iedereen is het erover eens dat deze kwelder behouden moet blijven en dat het tevens de meest kansrijke plek is om een bestaande kwelder uit te breiden. De kwelderschermen dienen niet in de bestaande kwelder te worden geplaatst naar tot aan de rand. Daarnaast geven de aanwezigen aan dat betreding door bezoekers niet gewenst is. t Sehael Luitze verwacht geen of slechts beperkte stroming langs de waterkering (dient nog wel middels analyse te worden onderbouwd). Deze verwachting wordt door allen gedeeld. Dus zijn de maatregelen (dammen van breuksteen loodrecht op de waterkering) om deze stroming te verhinderen waarschijnlijk niet noodzakelijk. De vergadering besluit om deze maatregel uit het ontwerp te schrappen indien inderdaad mogelijk; en de kwelderschermen zo ver als nodig en mogelijk door te trekken richting de dijk. Dit sluit ook goed aan bij het uitgangspunt van een flexibel ontwerp wat eventueel later in de tijd kan worden aangepast. Met monitoring wordt vinger aan de pols gehouden hoe het ontwerp zonder dammen loodrecht op de waterkering zich ontwikkeld op het punt van stroming parallel aan de waterkering. Iedereen is het erover eens dat zonder maatregelen de voorverzamelplaats op korte termijn verdwijnt door voortschrijdende erosie. De aanwezigen geven aan dat de diepere geulen vrij moeten worden gehouden van kwelderschermen ter voorkoming van verplaatsing van de geulen. In het gebied zijn wadvogels aanwezig die de platen benutten om te foerageren en de hogere kwelders als hoogwatervluchtplaats. De kwelders eroderen en leiden tot een verlies van het habitat voor de wadvogels. Het project gaat dit verlies tegen. Daarnaast zorgen de kwelderschermen mogelijk ook voor verstoring van de wadvogels omdat zichtlijnen worden kleiner waardoor ze minder zicht op mogelijke predatoren houden. Een meer open structuur van de kwelderschermen zou het risico hierop mogelijk wat beperken maar dit is moeilijk te combineren met het maximaal invangen van slib, waarvoor meer gesloten structuren nodig zijn. rijkewaddenzee 61

62 De Keag Direct ten westen van de Keag wordt voorgesteld géén kwelderschermen te plaatsen, omdat: Er geen kwelderontwikkeling wordt verwacht; Het de ebstroom van de geul beperkt; Het negatief werkt op de wadvogels. Wellicht zijn er landschappelijke redenen om hier wel iets te plaatsten, bijvoorbeeld realiseren van één eenheid. Dit moet dan worden aangegeven. De aanwezigen vinden de ingetekende schermen over de bestaande stortstenen dam niet uitvoerbaar gezien de stenen ondergrond. Deze schermen moeten worden aangepast in het ontwerp en goed aansluiten op de bestaande dam. De kwelder (zandige locatie) direct ten oosten van de bestaande dam dient te worden behouden en uitgebreid door hiervoor kwelderschermen te plaatsen. 62

63 rijkewaddenzee 63

64 64 Bijlage 3 - Constructietekeningen

65 rijkewaddenzee 65

66

67

68 Zuidersingel AV Leeuwarden RijkeWaddenzee

Kwelderherstel langs de Terschellinger Waddendijk

Kwelderherstel langs de Terschellinger Waddendijk Kwelderherstel langs de Terschellinger Waddendijk Jantsje M. van Loon-Steensma; Earth System Sciences Climate Change Group 15 februari 2012 Symposium Een ruimere jas voor natuurontwikkeling in het Waddengebied

Nadere informatie

kwelders terschelling

kwelders terschelling kwelders terschelling voorlopig ontwerp 11 januari 2016 Dit rapport is in opdracht van het Programma naar een Rijke Waddenzee uitgevoerd door Stichting Landschapstheater en Meer (SLeM) en door Bureau Waardenburg.

Nadere informatie

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen. Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders

Nadere informatie

De natuurlijke kwelder als referentie voor onze half-natuurlijke kwelders. Peter Esselink

De natuurlijke kwelder als referentie voor onze half-natuurlijke kwelders. Peter Esselink De natuurlijke kwelder als referentie voor onze half-natuurlijke kwelders Peter Esselink workshop vastelandkwelders 28 okt 2015 Stap 1 Terminologie De natuurlijke kwelder als referentie voor onze half-natuurlijke

Nadere informatie

Waddenwerken Afsluitdijk >>>

Waddenwerken Afsluitdijk >>> Waddenwerken Afsluitdijk >>> Waddenwerken Afsluitdijk project Marktverkenning Afsluitdijk locatie Afsluitdijk ontwerpers Jonas Strous Peter de Ruyter Hilke Floris Remco Rolvink Jorrit Noordhuizen partners

Nadere informatie

Morfologie kwelders en. platen Balgzand

Morfologie kwelders en. platen Balgzand Morfologie kwelders en platen Balgzand Autonome ontwikkeling Hoogwatervluchtplaatsen Werkdocument RIKZ/AB - 99.607x ir. B.B. van Marion December 1999 Samenvatting In het kader van het project GRADIËNTEN

Nadere informatie

MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee

MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee EUCC, The Coastal Union Wageningen IMARES Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-CEME) Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ)

Nadere informatie

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN Samenvatting INTRODUCTIE Een groot deel van het landoppervlak op aarde is bedekt met graslanden en deze worden doorgaans door zowel inheemse diersoorten als door vee begraasd. Dit leidt vaak tot een zeer

Nadere informatie

Verjonging van eilandstaarten. Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck

Verjonging van eilandstaarten. Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck Verjonging van eilandstaarten Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck Aanleiding Probleem: Ecologische veroudering, m.n. vergrassing van

Nadere informatie

Tussenresultaten De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud

Tussenresultaten De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud Tussenresultaten 2011-2015 De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud De Zandmotor In 2011 is voor de kust van Ter Heijde en Kijkduin De Zandmotor aangelegd: een grote kunstmatige zandbank in

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling........................................................................................ H. Mulder, RIKZ, juni

Nadere informatie

Natuurherstel in Duinvalleien

Natuurherstel in Duinvalleien Natuurherstel in Duinvalleien Kan het natuurlijker? A.P.Grootjans@rug.nl 1 Universiteit Groningen, IVEM 2 Radboud Universiteit Nijmegen Opbouw lezing Hydrologisch systeem van een duinvallei Relatie hydrologie,

Nadere informatie

Kennis inventarisatie Natuurlijke Klimaatbuffer Zuidwest Ameland

Kennis inventarisatie Natuurlijke Klimaatbuffer Zuidwest Ameland Kennis inventarisatie Natuurlijke Klimaatbuffer Zuidwest Ameland Januari 2014 Contacten Sies Krap, projectleider uitvoering, s.krap@dlg.nl, t. 06 5256 3742 Gertjan Elzinga, proces en communicatie, elzinga@eopm.nl,

Nadere informatie

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde EXCURSIEPUNT DE SCHELDEVALLEI Hoogte = Ter hoogte van het voormalige jachtpaviljoen, De Notelaar, gelegen aan de Schelde te Hingene (fig. 1 en 2), treffen we een vrij groot slikke- en schorregebied aan,

Nadere informatie

PvA Verbetering beheer Waddenzee

PvA Verbetering beheer Waddenzee PvA Verbetering beheer Waddenzee Coalitie Wadden Natuurlijk maart 2014 De agenda (2014 2018) we gaan zoeken naar meer samenhang we werken alsof we één beheerder zijn we gaan aan de slag met concrete stappen

Nadere informatie

MOSSELWAD ( ) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee

MOSSELWAD ( ) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee MOSSELWAD (2009 2014) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee EUCC, The Coastal Union Wageningen IMARES Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-CEME) Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek

Nadere informatie

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002 Zandhonger Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde 19 september 2002 Zandhonger, Gaat de Oosterschelde kopje onder? De Deltawerken veranderden de

Nadere informatie

Kennis inventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Zeegrasherstel Waddenzee

Kennis inventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Zeegrasherstel Waddenzee Kennis inventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Zeegrasherstel Waddenzee Januari 2014 Contacten Josje Fens, Fens@waddenvereniging.nl, t. 0517 493 663 Luca van Duren, Luca.vanDuren@deltares.nl, t. 088 3358

Nadere informatie

Ecologische doelstelling

Ecologische doelstelling Nevengeulen langs de grote rivieren Leren van de praktijk Margriet Schoor Oost Nederland Platform beek- en rivierherstel Vreugderijkerwaard, oktober 2009 14 december 2011 Waarom nevengeulen? Hoofdgeul

Nadere informatie

Morfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland

Morfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland Morfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland Zheng Bing Wang, Wim Eysink, Johan Krol, 9 december 2011, Ameland Onderzochte aspecten Noordzeekust Friesche Zeegat en De Hon Waddenzee

Nadere informatie

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater Rapportage van onderzoek In opdracht van Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland

Nadere informatie

Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia en andere zoutminnende soorten (H1310) Verkorte naam: Zilte pionierbegroeiingen

Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia en andere zoutminnende soorten (H1310) Verkorte naam: Zilte pionierbegroeiingen Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia en andere zoutminnende soorten (H1310) Verkorte naam: Zilte pionierbegroeiingen 1. Status Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding

Nadere informatie

Bodems in een veranderend(natuur) landschap

Bodems in een veranderend(natuur) landschap Bodems in een veranderend(natuur) landschap door de ogenvan eengeograaf Erik Meijles Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen& Kenniscentrum Landschap e.w.meijles@rug.nl Foto: Koopman

Nadere informatie

PMR monitoring: H1110 (permanent overstroomde zandbanken)

PMR monitoring: H1110 (permanent overstroomde zandbanken) PMR monitoring: H1110 (permanent overstroomde zandbanken) 1 oktober Vlissingen Ingrid Tulp, Johan Craeymeersch, Vincent Escaravage (NIOZ), Nicola Tien, Cindy van Damme H1110: benthos en vis Verwachting:

Nadere informatie

wetenschappelijke naam vegetatietype

wetenschappelijke naam vegetatietype Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Schorren met slijkgrasvegetaties

Nadere informatie

GROETSJES ÚT DE KROMME HORNE - WIERUM

GROETSJES ÚT DE KROMME HORNE - WIERUM GROETSJES ÚT DE KROMME HORNE - WIERUM WIERUM IS LICHT VANGEN WIERUM IS GETIJDE VANGEN WIERUM IS RUIMTE VANGEN Het project de Kromme Horne is een landschappelijk element bestaande uit een 550 meter lange

Nadere informatie

IMARES Wageningen UR. Buitendijkse ontwikkeling Striep, Terschelling: Ecologisch perspectief. Alma V. de Groot, Martin J. Baptist Rapport C037/14

IMARES Wageningen UR. Buitendijkse ontwikkeling Striep, Terschelling: Ecologisch perspectief. Alma V. de Groot, Martin J. Baptist Rapport C037/14 Buitendijkse ontwikkeling Striep, Terschelling: Ecologisch perspectief Alma V. de Groot, Martin J. Baptist Rapport C037/14 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

Nadere informatie

Meten in de Waddenzee

Meten in de Waddenzee Meten in de Waddenzee Bestand tegen superstorm De waterkeringen langs de Waddenzee moeten bestand zijn tegen een superstorm die gemiddeld eens in de 4000 jaar kan optreden. Om de sterkte van de waterkering

Nadere informatie

Dynamisch kustbeheer. Erna Krommendijk. Milieufederatie Noord-Holland. Versneller van duurzaamheid

Dynamisch kustbeheer. Erna Krommendijk. Milieufederatie Noord-Holland. Versneller van duurzaamheid Dynamisch kustbeheer Erna Krommendijk Milieufederatie Noord-Holland Programma veldbezoek 15 november 2013 Welkom / introductie Veldbezoek met diverse toelichtingen Lunch Wensen en kansen in deelgebieden:

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer. Mike van der Linden. wat komt aan de orde

Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer. Mike van der Linden. wat komt aan de orde wat komt aan de orde Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer Symposium Diepe plassen Amersfoort, 11 september 2008 Mike van der Linden enkele inleidende opmerkingen diepe

Nadere informatie

Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer

Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer Sturende dynamische processen Stroming van zoet en zout oppervlakte-

Nadere informatie

Wandelende Rottums Het veranderende uiterlijk

Wandelende Rottums Het veranderende uiterlijk Wandelende Rottums Het veranderende uiterlijk Natuur van de Kust 2015 Ernst Lofvers Noord-Nederland 27 augustus 2015 I.s.m. DELTARES Huidige situatie (2014) Borkum ROTTUMERPLAAT ROTTUMEROOG Simonszand

Nadere informatie

Informatieavond Buffer Noord 23 juni 2015

Informatieavond Buffer Noord 23 juni 2015 Informatieavond Buffer Noord 23 juni 2015 Programma vanavond - Doel - Toelichting over het proces - Onderzoeken - Randvoorwaarden - Toelichting Voorkeursalternatief - Vragen en aanvullende suggesties in

Nadere informatie

Aspect Omschrijving Vindplaats

Aspect Omschrijving Vindplaats Inleiding Voor de ontwikkeling van Brouwerseiland in de Middelplaathaven aan de Brouwersdam vindt een ontgronding waterbodem en de landbodem plaats. Met betrekking tot de ontgronding van land- en waterbodem

Nadere informatie

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist Eilanden en biotische veranderingen in zee Dr. ir. M.J. Baptist Megasuppletie Zandmotor Megasuppleties kunnen in de vorm van een eiland of schiereiland worden uitgevoerd. Eerste ontwerp ( Kustboekje,

Nadere informatie

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R-11199 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 7 juli 2011 075609261:A - Definitief C03011.000173.0100 Samenvatting In 2013 vindt

Nadere informatie

Schetsschuit Zuidwest Ameland. Veiligheid en natuur hand in hand

Schetsschuit Zuidwest Ameland. Veiligheid en natuur hand in hand Schetsschuit Zuidwest Ameland Veiligheid en natuur hand in hand Schetsschuit Zuidwest Ameland Is het mogelijk Zuidwest Ameland in te richten als natuurlijke klimaatbuffer? Deze vraag staat centraal tijdens

Nadere informatie

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg NOTITIE Bosch & Van Rijn A. Schipper Groenmarkstraat 56 3521 AV Utrecht DATUM: 8 mei 2017 ONS KENMERK: 17.02976/RogVe UW KENMERK: gunning per email dd 6 februari 2017 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE:

Nadere informatie

Bijlage 1.6 Kwelders. J. de Vlas, RIKZ, juni 2004

Bijlage 1.6 Kwelders. J. de Vlas, RIKZ, juni 2004 Bijlage 1.6 Kwelders........................................................................................ J. de Vlas, RIKZ, juni 2004 Zowel de omvang van de kwelders in het Nederlandse waddengebied

Nadere informatie

Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden

Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden Victor N. de Jonge, november 2013 Het Eems estuarium vormt ecologisch gezien één groot geheel, maar dat

Nadere informatie

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016)

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid Westelijk van de veerdam is 2,3 km betonblokkenbekleding in de teen van de dijk afgetoetst

Nadere informatie

RSG DE BORGEN. Anders varen. Informatie voor de leerlingen. Inhoud. 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling

RSG DE BORGEN. Anders varen. Informatie voor de leerlingen. Inhoud. 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling RSG DE BORGEN Anders varen Informatie voor de leerlingen Inhoud 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling [1] RSG de BORGEN Anders varen [Technasium] mei 2017 1 DE OPDRACHT

Nadere informatie

Verkenning van kwelderontwikkeling bij Stryp en de Ans op Terschelling

Verkenning van kwelderontwikkeling bij Stryp en de Ans op Terschelling 1 september 2012 Verkenning van kwelderontwikkeling bij Stryp en de Ans op Terschelling Het land wordt hier door een hoogen dijk beschermd en de buitendijkse aanslibbingen staan in rijken bloei. Uit: Onkruid,

Nadere informatie

Biobouwers als kustbeschermers: groene fantasie of fantastisch groen? Luca van Duren

Biobouwers als kustbeschermers: groene fantasie of fantastisch groen? Luca van Duren Biobouwers als kustbeschermers: groene fantasie of fantastisch groen? Luca van Duren 23 maart 2011 Wat zijn biobouwers? Organismen die direct of indirect hun omgeving zo veranderen dat ze hiermee het habitat

Nadere informatie

Toestandsevaluatie Natuur 2015 (T2015)

Toestandsevaluatie Natuur 2015 (T2015) Toestandsevaluatie Natuur 2015 (T2015) Belangrijkste toestand en trend resultaten thema s waterkwaliteit, leefomgeving, fauna en flora Opzet Evaluatie natuurlijkheid hoofdlijnen Thema waterkwaliteit Thema

Nadere informatie

Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen

Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen Tom Ysebaert, Marijn Tangelder, John Janssen, Arno Nolte, Brenda Walles, Jeroen Wijsman Kennisdag Grevelingen en Volkerak, 14 juni 2018 Doel studie Het doel

Nadere informatie

Waterbodemsanering Biesbosch

Waterbodemsanering Biesbosch Waterbodemsanering Biesbosch Ligging van beverburchten en beverholen winter 2008/2009 Ir. V. Dijkstra Datum: 17 maart 2009 Rapport: 2009.06 van Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van: Rijkswaterstaat Zuid-Holland

Nadere informatie

Meten om te weten: 2,5 jaar Zandmotor

Meten om te weten: 2,5 jaar Zandmotor : 2,5 jaar Carola van Gelder-Maas Projectmanager WVL Rijkswaterstaat 31 maart 2014 Hoe zat het ook alweer? Eroderende kustlijn NL kust 12 Mm³ zandsuppleties per jaar Zeespiegelstijging Zwakke schakels

Nadere informatie

Slib van Afbraakprodukt tot Grondstof en van Voedingsstof tot Brandstof. Piet Hoekstra Geowetenschappen Waddenacademie

Slib van Afbraakprodukt tot Grondstof en van Voedingsstof tot Brandstof. Piet Hoekstra Geowetenschappen Waddenacademie MUDWELL Slib van Afbraakprodukt tot Grondstof en van Voedingsstof tot Brandstof Piet Hoekstra Geowetenschappen Waddenacademie Oerol College 19 juni 2019 - Aanvang 13.30 u. MUDWELL - Teresa van Dongen Leeuwarden,

Nadere informatie

Maatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013

Maatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013 Maatregelverkenning Economie en Ecologie in balans Petra Dankers 08 november 2013 Kader Eerste bijeenkomst Programma Rijke Waddenzee in juni veel maatregelen geidentificeerd Royal HaskoningDHV heeft in

Nadere informatie

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes Werkgroep Flexibel Storten Rijkswaterstaat Zee en Delta Poelendaelesingel 18 4335 JA Middelburg Postadres: Postbus 556 3000 AN Rotterdam T (0118) 62 20 00 F 0118-62 2464 Contactpersoon ir. M. Schrijver

Nadere informatie

Bij eb droogvallende slikwadden en zandplaten (H1140) Verkorte naam: Slik- en zandplaten. 1. Status. 2. Kenschets

Bij eb droogvallende slikwadden en zandplaten (H1140) Verkorte naam: Slik- en zandplaten. 1. Status. 2. Kenschets Bij eb droogvallende slikwadden en zandplaten (H1140) Verkorte naam: Slik- en zandplaten 1. Status Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1994). 2. Kenschets Beschrijving: Dit habitat betreft ondiepe

Nadere informatie

Het streefbeeld voor 2030

Het streefbeeld voor 2030 STREEFBEELD 2030 Het streefbeeld voor 2030 In dit hoofdstuk schetsen we wat we in het Programma Naar een rijke Waddenzee als streefbeeld willen hanteren. Oftewel, wat wordt bedoeld wanneer we proberen

Nadere informatie

Kwelder. Woordenboekspel. Spel. VO onderbouw

Kwelder. Woordenboekspel. Spel. VO onderbouw Spel Doel: Materialen: Leerlingen kennen na afloop de betekenis van de volgende termen: getijdebeweging, kwelder, springvloed, brak water, slenk, halofyten, schor, opslibbing. Per groepje van 4 leerlingen:

Nadere informatie

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen

Nadere informatie

Wageningen IMARES. Overzicht bestaande werkzaamheden. Bert Brinkman

Wageningen IMARES. Overzicht bestaande werkzaamheden. Bert Brinkman Overzicht bestaande werkzaamheden Bert Brinkman Lopende projecten (1) NWO-ZKO: Draagkracht Waddenzee en Noordzee-kustzone (IMARES / NIOZ / NIOO / SOVON / RUG /...) BO-project: Draagkracht en vogels (LNV;

Nadere informatie

Programma 2: Kwelders en Parelsnoer

Programma 2: Kwelders en Parelsnoer Programma 2: Kwelders en Parelsnoer Kwelders vormen een onmisbare schakel tussen de zoute Waddenzee en het zoete binnenland. Er groeien zeldzame zoutminnende planten, en tal van wadvogels strijken er neer

Nadere informatie

Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout

Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout Verslag excursie Subgroep Realisatie, 24 september 2009. Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout We waren deze keer met een relatief kleine groep. We werden begeleid door Jeroen

Nadere informatie

HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE:

HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE: HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE: (ON)VERZOENBAAR? Is een verdere scheldeverdieping mogelijk, gewenst, noodzakelijk? Jean Jacques Peters Raadgevend Ingenieur Leader Port of Antwerp International Expert Team Jean

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II

Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II Notitie met aanvullingen op een eerder mitigatieplan 2011, Vilmar Dijkstra Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Waterschap Groot Salland

Nadere informatie

De zoute inval. Het Groene Strand Herstel zilte invloed

De zoute inval. Het Groene Strand Herstel zilte invloed 01 De zoute inval Het Groene Strand Herstel zilte invloed Het Groene Strand is een langgerekte vallei tussen twee zeerepen aan de westkant van Terschelling. In het midden van de vallei loopt een geul die

Nadere informatie

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water Nieuwkoopse Plassen Op weg naar water van topkwaliteit De Nieuwkoopse Plassen en het aangrenzende gebied vormen een prachtig natuurgebied. We werken samen met anderen aan verbetering van de waterkwaliteit

Nadere informatie

De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee. Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ

De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee. Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ Een blik over de dijk Wat zijn grote trends in ecologie IJsselmeergebied? Wat drijft deze trends? Hoe

Nadere informatie

Overzicht projecten Programma De Nieuwe Afsluitdijk

Overzicht projecten Programma De Nieuwe Afsluitdijk Overzicht projecten Programma De Nieuwe Afsluitdijk Exclusief de projecten die meegenomen worden in het Rijkscontract (deze zijn apart hiervan uitgebreider toegelicht) Volgnum Mobiliteit 1 Verruiming sluis

Nadere informatie

TOELICHTING OP ONTWERP SCHORHERSTELPLAN BALGZAND

TOELICHTING OP ONTWERP SCHORHERSTELPLAN BALGZAND TOELICHTING OP ONTWERP SCHORHERSTELPLAN BALGZAND STICHTING LANDSCHAP NOORD-HOLLAND 14 september 2007 110403/HN7/0K2/100137/001/mwo 073730101 0.5 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Problemen en doelstelling 6 3 Omgevingscondities

Nadere informatie

Monitoring bodemdaling Ameland. Grote rapportage 2011

Monitoring bodemdaling Ameland. Grote rapportage 2011 Monitoring bodemdaling Ameland Grote rapportage 2011 Voorspellingen Geomorfologie, Wad, Kwelders en Duinen Geschiedenis vanaf 1986 Luchtfoto van centrum bodemdalingsgebied Prognoses Bodemdaling Prediction

Nadere informatie

Advies. Aan: Waddenfonds Van: Waddenacademie Datum: April 2015 Betreft: Garnalenvisserij. Inleiding

Advies. Aan: Waddenfonds Van: Waddenacademie Datum: April 2015 Betreft: Garnalenvisserij. Inleiding Advies Aan: Waddenfonds Van: Waddenacademie Datum: April 2015 Betreft: Garnalenvisserij Inleiding Het Waddenfonds heeft de Waddenacademie gevraagd advies uit te brengen ten aanzien van het thema garnalenvisserij.

Nadere informatie

Enkele aspecten van de situatie rond Engelsmanplaat en Rif 2009; recreatie, geomorfologie, natuur, logistiek, beleidsaanbevelingen

Enkele aspecten van de situatie rond Engelsmanplaat en Rif 2009; recreatie, geomorfologie, natuur, logistiek, beleidsaanbevelingen Enkele aspecten van de situatie rond Engelsmanplaat en Rif 2009; recreatie, geomorfologie, natuur, logistiek, beleidsaanbevelingen Telgroep Engelsmanplaat, mei 2009 Vogelwachtershuisje Engelsmanplaat mei

Nadere informatie

Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012

Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012 Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012 R.J.S. Terlouw. bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2012-10. Ouderkerk aan den IJssel, 30 december 2012 Versie : Definitief. Auteur

Nadere informatie

Assetmanagement van nevengeulen

Assetmanagement van nevengeulen Assetmanagement van nevengeulen Kennisdag Platform Beek- en Rivierherstel 15 november 2016 Luc Jans Oost-Nederland Assets; wat zijn dat? Bezittingen, eigendommen, onderdelen, objecten In de wegeninfrastructuur

Nadere informatie

Inhoud. Bestaande situatie en trends Veldonderzoek Griesberg Opzet modellen en eerste simulaties Voorstel alternatieven

Inhoud. Bestaande situatie en trends Veldonderzoek Griesberg Opzet modellen en eerste simulaties Voorstel alternatieven Conclusies Historische kaarten 1812-1949: grootschalige morfologische veranderingen door natuurlijke aanpassingen, landaanwinning Dollard en baggerwerk Oost Friesche Gaatje (tijdschaal 100 jaar) Afgelopen

Nadere informatie

Juist Klimaatverandering en kustlandschappen

Juist Klimaatverandering en kustlandschappen Juist Klimaatverandering en kustlandschappen ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR SEPTEMBER 2014 klimaatverandering en kustlandschappen De aardkundige geschiedenis leert dat klimaat verandering altijd gepaard gaat

Nadere informatie

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha Kavelpaspoort Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk Pilot Natuurlijk Ondernemen 2,952 ha Geografie en ligging Het gebied van Son en Breugel ligt in het stroomgebied van De Dommel. Tussen de

Nadere informatie

Kernteam overleg. Jouke Velstra en Sieger Burger A PRIL 2016

Kernteam overleg. Jouke Velstra en Sieger Burger A PRIL 2016 Kernteam overleg Jouke Velstra en Sieger Burger A PRIL 2016 1 Hoe zat het ook al weer met de neerslaglens Duinen Een grondwaterstand van 1m boven drainageniveau resulteert in 42m zoete bel eronder. Perceel

Nadere informatie

Kwelders en schorren, circa

Kwelders en schorren, circa Indicator 10 juli 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Door waterstaatkundige ingrepen

Nadere informatie

Het aanleggen van een moeras in het Markermeer

Het aanleggen van een moeras in het Markermeer Het aanleggen van een moeras in het Markermeer Wat hebben we geleerd Petra Dankers 04 april 2014/ update 6 augustus 2014 2 Aanleg - randen Kenmerken Randen opgebouwd uit Geocontainers (7 breed, 1,50 hoog)

Nadere informatie

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2009

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2009 onderzoek en advies mariene ecologie, visserij en schepldierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel./fax: 0111-671584 GSM: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl RAPPORT 2009.79 - CONCEPT Inventarisatie

Nadere informatie

Kennisinventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Friese IJsselmeerkust

Kennisinventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Friese IJsselmeerkust Kennisinventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Friese IJsselmeerkust december 2013 Contacten Chris Bakker, c.bakker@itfryskegea.nl, t. 0512-30 58 60 Bronnen -Projectplan de groeiende IJsselmeerkust van

Nadere informatie

DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER

DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER FEBRUARI 2010 PILOTPROJECT ZANDMOTOR Het klimaat verandert en de druk van de zee op de Nederlandse kust neemt toe. Daarnaast is in de Zuidvleugel van de Randstad grote behoefte

Nadere informatie

Memo. Beschouwingen omtrent de mogelijkheid van een rijk strand bij Wemeldinge en Yerseke. 1 Inleiding en doelstelling

Memo. Beschouwingen omtrent de mogelijkheid van een rijk strand bij Wemeldinge en Yerseke. 1 Inleiding en doelstelling Memo Aan RWS Zeeland, t.a.v. Yvo Provoost, Eric van Zanten Datum Van Hans de Vroeg Kenmerk Doorkiesnummer (088) 33 58 238 Aantal pagina's 8 E-mail hans.devroeg @deltares.nl Onderwerp Rijke strand van Wemeldinge

Nadere informatie

De Muy, De Slufter en Eierland

De Muy, De Slufter en Eierland Staatsbosbeheer T 030 6926111 www.staatsbosbeheer.nl Wandelen Fietsen Paardrijden De Muy, De Slufter en Eierland Duinen van Texel, door zeestromen, wind en mensen ontstaan Duinen van Texel Het noordelijke

Nadere informatie

Oppervlaktewater in Nederland

Oppervlaktewater in Nederland Indicator 20 januari 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Nederland heeft een grote verscheidenheid

Nadere informatie

Werkblad - Les 2 - Waterbouw en ecologie

Werkblad - Les 2 - Waterbouw en ecologie BOUWEN MET DE NATUUR In Nederland proberen we de natuur te herstellen, maar de natuur kan zelf ook een handje helpen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij de aanleg van de Marker Wadden, een eilandengroep in het

Nadere informatie

VARIANTENSTUDIE ROGGENPLAAT SUPPLETIE FASE II

VARIANTENSTUDIE ROGGENPLAAT SUPPLETIE FASE II VARIANTENSTUDIE ROGGENPLAAT SUPPLETIE FASE II P R E S E N T A T I E S T A K E H O L D E R S B I J E E N K O M S T R O G G E N P L A A T, 8 N O V. 2 0 1 6, K R A B B E N D I J K E Joost Stronkhorst (HZ/Deltares),

Nadere informatie

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status

Nadere informatie

Morfologische veranderingen van de Westelijke Waddenzee. Een systeem onder invloed van menselijk ingrijpen.

Morfologische veranderingen van de Westelijke Waddenzee. Een systeem onder invloed van menselijk ingrijpen. Morfologische veranderingen van de Westelijke Waddenzee. Een systeem onder invloed van menselijk ingrijpen. Edwin Elias Ad van der Spek Zheng Bing Wang John de Ronde Albert Oost Ankie Bruens Kees den Heier

Nadere informatie

Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008

Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008 Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008 R.M. Koelman Juli 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging

Nadere informatie

Natuurvriendelijke oevers langs de Lek

Natuurvriendelijke oevers langs de Lek Natuurvriendelijke oevers langs de Lek Evaluatie van 6 jaar monitoring SAMENVATTING W.M. Liefveld A. Bak In opdracht van Rijkswaterstaat Samenvatting Momenteel stellen de waterbeheerders hun maatregelenprogramma

Nadere informatie

Natuurcompensatie Voordelta

Natuurcompensatie Voordelta Natuurcompensatie Voordelta Ervaringen met gebiedsbescherming in een ondiepe kustzone Mennobart van Eerden Job van den Berg Aanleiding De natuurcompensatie in de Voordelta als gevolg van de aanleg en aanwezigheid

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 7 november 2014 ONS KENMERK: 14-577/1405584/LieAn UW KENMERK: VPL 213937 PROJECTLEIDER: INVENTARISATIE: G.

Nadere informatie

PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R-11208 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 26 juli 2011 075616050:A.1 - Definitief C03011.000173.0100

Nadere informatie

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Texel Landschappelijke ontwikkelingen Texel Landschappelijke ontwikkelingen Een LIA-presentatie LIA staat voor: Landschappen ontdekken In een Aantrekkelijke vorm. Lia is ook de geograaf die zich gespecialiseerd heeft in de veranderende Noord-Hollandse

Nadere informatie

Kerkpad aan de Tweehuizerweg 6 te Spijk (gem. Delfzijl) Een Cultuurhistorisch Bureauonderzoek

Kerkpad aan de Tweehuizerweg 6 te Spijk (gem. Delfzijl) Een Cultuurhistorisch Bureauonderzoek Kerkpad aan de Tweehuizerweg 6 te Spijk (gem. Delfzijl) Een Cultuurhistorisch Bureauonderzoek Planvoornemen In opdracht van de gemeente Delfzijl, vertegenwoordigd door mevr. E. van Joolen, is een cultuurhistorisch

Nadere informatie

Dijkverbetering. beleef het mee! Eemshaven-Delfzijl. Combinatie Ommelanderdiek bestaat uit Boskalis Nederland BV en KWS Infra BV

Dijkverbetering. beleef het mee! Eemshaven-Delfzijl. Combinatie Ommelanderdiek bestaat uit Boskalis Nederland BV en KWS Infra BV Dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl beleef het mee! Combinatie Ommelanderdiek bestaat uit Boskalis Nederland BV en KWS Infra BV De zeedijk tussen Eemshaven en Delfzijl Tussen Eemshaven en Delfzijl ligt

Nadere informatie

Ecobeach. Een duurzaam strand door drainage. Brouwersdam, 3-10-2014. Bas Reedijk. Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult

Ecobeach. Een duurzaam strand door drainage. Brouwersdam, 3-10-2014. Bas Reedijk. Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult Ecobeach Een duurzaam strand door drainage Brouwersdam, 3-10-2014 Bas Reedijk Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult Inhoud Wat is Ecobeach De ervaring met Ecobeach bij Egmond Toepassing van Ecobeach

Nadere informatie

Kenmerk ZKS Doorkiesnummer +31 (0) (0)

Kenmerk ZKS Doorkiesnummer +31 (0) (0) Memo Aan Jasper Fiselier (DHV) Datum Van Pieter Koen Tonnon Jan Mulder Kenmerk Doorkiesnummer +31 (0)88 33 58 464 +31 (0)88 33 58 446 Aantal pagina's 9 E-mail pieterkoen.tonnon @deltares.nl jan.mulder@deltares.nl

Nadere informatie

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005 Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005 Johan Krol Oktober 2005 Inhoudsopgave. Conclusies 3 Inleiding

Nadere informatie