Projectplan. Substitutie cardiologie van 2 e naar 1 e lijn. IJsselmeer EX ZWIJNDRECHT t f e

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Projectplan. Substitutie cardiologie van 2 e naar 1 e lijn. IJsselmeer EX ZWIJNDRECHT t f e"

Transcriptie

1 Projectplan Substitutie cardiologie van 2 e naar 1 e lijn IJsselmeer EX ZWIJNDRECHT t f e wvandop@stichtingkoel.nl

2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding en achtergrond Ontwikkeling tot heden Toekomstige ontwikkeling Leeuwendeel zorgkosten tweede lijn Winst door overheveling eerste lijn Hoge werklast eerste lijn door patiënten met hartproblemen Projectinhoud Daadwerkelijke verandering Projectdoelen Projectresultaat Afbakening Aanpak Financiële analyse Omvang doelgroep Kosten Bekostiging Opbrengsten Methode 1: businesscase KPMG Plexus Methode 2: aandeel diagnostiek in zorgkosten Methode 3: wetenschappelijk onderzoek Methode 4: zachtere opbrengsten Overzicht Totaaloverzicht kosten vs. opbrengsten Conclusie BIJLAGE 1 Kosten van zorg hartvaatstelsel BIJLAGE 2 Ziekenhuisopnamen en verpleegduur hartvaatstelsel BIJLAGE 3 Reductiepotentieel DBC s bij verstering eerstelijn... 29

3 MANAGEMENT-SAMENVATTING Hart- en vaatziekten vormen een groeiend probleem in Nederland. In 2007 werd er 6,9 miljard euro uitgegeven aan ziekten van het hartvaatstelsel, en zonder verder ingrijpen zullen deze uitgaven in 2017 uitkomen op 12,2 miljard tot 13,0 miljard. Het overgrote deel van de kosten wordt in de tweede lijn gegenereerd. Van de genoemde 6,9 miljard komt 349 miljoen ten laste van de eerste lijn en miljoen bij ziekenhuiszorg en medisch-specialistische zorg. Daarnaast zorgen hart- en vaatziekten voor een forse druk op de zorgcapaciteit. Hart- en vaatziekten staan ruim aan top op het gebied van klinische ziekenhuisopnamen en klinische verpleegdagen. Ook komen hartpatiënten in vergelijking met andere patiënten ongeveer drie tot vier keer zo vaak bij de huisarts, legt de huisarts gemiddeld 20 tot 24 keer zo vaak een huisbezoek af bij hartpatiënten en worden zij tien keer zo vaak doorverwezen worden naar de cardioloog. Door het versterken van de rol van huisarts als poortwachter voor de tweede lijn, is het mogelijk om de druk op eerste en tweede lijn te verminderen, wordt zorg overgeheveld van de tweede naar de eerst lijn, wordt de zorg ontdubbeld, en worden de totale zorgkosten verminderd. Met dit project wil Stichting KOEL voor de periode september 2013 tot en met augustus 2015 bij 35 huisartsen de cardiologische diagnostiek versterken en een cardioloog inzetten die de huisartsen ondersteunt. Met 35 huisartsen worden in totaal tenminste 840 patiënten per jaar bereikt. De verschillende doelen en resultaten die met dit project bereikt worden bieden de inzichten en kennis om te bepalen in welke mate de eerste lijn ook in de toekomst verder versterkt dient te blijven worden op het gebied van cardiologische diagnostiek. Daarnaast zijn patiënten meer tevreden, ervaren huisartsen minder werkdruk, werkt de specialist mee aan minder wachtlijst en lagere zorgkosten, en is voor de zorgverzekeraar de zorg goedkoper. De kosten voor het project worden geraamd op per jaar. De opbrengsten worden geraamd op Gezien de aantoonbare problematiek in de regio, de wens om zorg te substitueren en te ontdubbelen, de wens van de minster om de eerste lijn te versterken, het verminderen van de werklast van de huisartsen, en de genoemde financiële uitgangspunten, kan de inzet van cardiologen in de eerste lijn als een gezonde investering gezien worden.

4 1 INLEIDING EN ACHTERGROND Hart- en vaatziekten vormen een groeiend probleem in Nederland. In 2007 werd er 6,9 miljard euro uitgegeven aan ziekten aan het hartvaatstelsel. 1, 2 In 2010 was dit bedrag al opgelopen naar 8,0 miljard. 3 Als we verder inzoomen op de uitgaven in 2007, zien we dat coronaire hartziekten 4 verreweg die hoogste kosten met zich meenemen, namelijk 1,8 miljard. Ook relatief gezien zijn de kosten voor coronaire hartziekten hoog: in de top 10 van diagnosegroepen uit kostenoogpunt staan deze ziekten op nummer 3 bij de mannen en nummer 6 bij vrouwen. 5 Daarnaast zorgen hart- en vaatziekten voor een forse druk op de ziekenhuizen. In 2010 waren er klinische ziekenhuisopnamen met hart- en vaatziekten als hoofdontslagdiagnose; de gemiddelde opnameduur in 2010 was 6,3 dagen. Daarnaast waren er in totaal dagopnamen voor de behandeling van hart- en vaatziekten. 6 Kijkende naar het totale ziekenhuisopnamen, zien we dat hart- en vaatziekten ruim aan top staat op het gebied van klinische ziekenhuisopnamen en klinische verpleegdagen. 7 De nummer twee is slechts 3/4 e hiervan. 1.1 Ontwikkeling tot heden De afgelopen jaren heeft de zorg voor hart- en vaatziekten zich enorm ontwikkeld. Zo is in de periode tussen 1994 en 2010 de gemiddelde opnameduur voor hart- en vaatziekten bijna gehalveerd. Voor mannen daalde de gemiddelde opnameduur met ruim 40% en voor vrouwen met bijna 50%. Het aantal klinische opnamen voor hart- en vaatziekten is sinds 2004 voor mannen gedaald met ruim 10% en voor vrouwen heel licht gedaald. Het aantal dagopnamen voor hart- en vaatziekten is in de periode toegenomen met bijna een factor vier. 6 1 Slobbe, Smit, Groen, Poos en Kommer (i.o.v. RIVM), Kosten van ziekten in Nederland Trends in de Nederlandse zorguitgaven , Van de 6,9 miljard is 3,6 miljard hartziekten en 3,3 miljard vaatziekten. Zie bijlage 1 3 Idem, voorlopige cijfers. 4 Coronaire hartziekten zijn aandoeningen die worden veroorzaakt door afwijkingen in de kransslagaders (coronairarterieën). De twee bekendste diagnosen zijn het acuut hartinfarct en angina pectoris. (Nationaal Kompas Volksgezondheid) 5 Slobbe et al., Nationaal Kompas Volksgezondheid > Gezondheid en ziekte > Ziekten en aandoeningen > Hartvaatstelsel > Hoeveel zorg gebruiken mensen met hart- en vaatziekten en wat zijn de kosten? Zie 7 Nationaal Kompas Volksgezondheid > Zorg > Ziekenhuiszorg > Ziekenhuiszorg: Voor welke ziekten en aandoeningen wordt ziekenhuiszorg veel gebruikt? Zie Pagina 1 van 29

5 Ook zijn de relatieve én absolute kosten de afgelopen jaren fors gestegen. In 2003 bedroegen de kosten voor hart- en vaatziekten nog 8,37% van de totale zorguitgaven van dat jaar, in 2010 was dit opgelopen naar 9,22%. De totale zorguitgaven zijn in die tijd gestegen van 63,4 miljard in 2003 naar 87,6 miljard in Toekomstige ontwikkeling Vrijwel ongeacht het te volgen Rijksbeleid blijven de zorgkosten de komende jaren fors doorstijgen. Het CPB heeft voor drie scenario s de impact berekend tussen nu en Zelfs in het meest positieve scenario de zorgkosten groeien minder hard dan in het verleden stijgen de zorgkosten naar 19% van het nationaal inkomen, 8 tegen 13% nu. Hoewel vergrijzing vaak als de oorzaak van de stijgende zorguitgaven wordt genoemd, kan het nog geen kwart van de totale stijging van de zorguitgaven verklaren. Stijging van de welvaart (inclusief nieuwe technologie, veranderingen in de maatschappij en epidemiologie) en de productiviteitskloof verklaren de rest van de stijging. 9 Gezien de grote variatie in de ontwikkeling van zorgkosten, is het lastig om een gerichte schatting te geven op het specifieke domein van hart- en vaatziekten. Echter, uitgaande van 8 Ministerie van VWS, De zorg: hoeveel extra is het ons waard?, Idem. Pagina 2 van 29

6 het gegeven dat 94% van de zorgkosten van hart- en vaatziekten gemaakt worden na het 45 e levensjaar, 10 is het wel mogelijk een indicatie hiervan te geven. Ten eerste is de rijksbegroting van 2013 opgenomen dat de kosten voor medischspecialistische zorg tussen 2013 en 2017 niet verder groeit. 11 Daar staat tegenover dat de jaarlijkse groei van de uitgaven aan de zorgverzekeringswet tussen 2013 en 2013 door het CPB wordt geraamd op 6,3% op jaarbasis. 12 Ten derde is de jaarlijkse uitgave aan hart- en vaatziekten gestegen van 5,3 miljard in 2003 naar 8,0 miljard 13 in 2010: een jaarlijkse groei van 6,2%. Tenslotte loopt de vergrijzing de komende jaren sterk op: tussen 2012 en 2017 groeit het aantal 65-plussers met 16,5%, terwijl het aantal mensen tussen de 20 en de 65 daalt met 0,5%. Geconcludeerd kan worden gesteld dat zonder ingrijpen de kosten voor hart- en vaatziekten in 2017 uitkomen op 12,2 miljard 14 tot 13,0 miljard Leeuwendeel zorgkosten tweede lijn Als we kijken naar de uitgaven in 2007 aan hart- en vaatziekten, blijkt dat het overgrote deel in de tweede lijn terecht komt. Van de 6,9 miljard komt 349 miljoen in de eerste lijn terecht, en miljoen bij ziekenhuiszorg en medisch-specialistische zorg Slobbe et al., Rijksbegroting 2013, onderdeel 3. Uitgaven Budgettair Kader Zorg. Home > 2013 > Voorbereiding > Begroting > XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport > Vaststelling begroting Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar Zie 12 CPB, Juniraming De Nederlandse economie tot en met 2017, inclusief Begrotingsakkoord 2013, Laatst bekende cijfers. Aangezien de gedetailleerde uitwerking waar in dit hoofdstuk mee gewerkt alleen beschikbaar is van 2007 (6,9 miljard), wordt in vrijwel alle voorbeelden dit bedrag aangehouden 14 8,0 miljard in 2010 geïndexeerd met 6,2% naar ,0 miljard in 2010 geïndexeerd met (6,2% plus 16,5%) naar Slobbe et al., 2011 Pagina 3 van 29

7 Er zijn twee belangrijke redenen te geven voor het feit dat het zwaartepunt bij de tweede lijn ligt, en minder in de eerste lijn. Ten eerste komt dit door de aard van de ziekte. Een opname van gemiddeld 6,3 dagen en de behandelingen die de patiënt ontvangt zijn simpelweg niet mogelijk in de eerste lijn. Deze opname is kostenintensief. Een tweede reden is daarentegen een snelle doorverwijzing. Cardiologie is één van de moeilijkere specialismen, waarvan de zichtbaarheid uitermate groot is. Het gaat immers om een mens hart! Veel huisartsen zijn huiverig voor een verkeerde diagnose, en sturen ieder twijfelgeval door naar de tweede lijn. 17 Dit wordt onderbouwd door de cijfers van het NIVEL: zie paragraaf Van veel patiënten wordt in de tweede lijn geconstateerd dat zij geen cardiologisch probleem hebben. Daarnaast heeft onderzoek aangetoond dat in 40% van de doorverwijzingen de hoofdreden diagnostische onzekerheid is. 18 Overduidelijk is dat hiermee de druk in de tweede lijn fors toe neemt: ook de diagnostiek vindt immers daar plaats Winst door overheveling eerste lijn Door het versterken van de rol van huisarts als poortwachter voor de tweede lijn, is het mogelijk om de druk op tweede lijn te verminderen en de totale zorgkosten te verminderen. Met andere woorden, (een gedeelte van de) zorg wordt overgeheveld van de tweede naar de eerste lijn: substitutie. Potentiële kostenverschuivingen als gevolg van deze vormen van substitutie zijn: - Daling van het aantal behandelingen in de tweede lijn door betere preventie in de eerste lijn. Verwijzing naar de tweede lijn kan hiermee worden voorkomen of uitgesteld. 17 Zaat en Van Eijk General Practitioners' Uncertainty, Risk Preference, and Use of Laboratory Tests, Vlek, Vierhout, Knottnerus, Schmitz, Winter, Wesselingh-Megens en Crebolder, A randomised controlled trial of joint consultations with general practitioners and cardiologists in primary care, 2003 Pagina 4 van 29

8 - Daling aantal behandelingen in de tweede lijn die op grond van hun minder complexe aard ook in de eerste lijn uitgevoerd kan worden. - Daling van het aantal behandelingen in de tweede lijn door betere behandeling, stijging van kwaliteit, in de eerste lijn. 19 Verder blijkt uit onderzoek dat huisartsen die de mogelijkheid hebben om inhoudelijk te overleggen, minder vaak voorverwijzen naar de tweede lijn. 20 De overheid ondersteunt de overheveling van diagnostiek van de tweede naar de eerste lijn. De minister ziet meerdere winstpunten: minder doorverwijzingen, meer comfort voor de patiënt en er wordt minder snel gemedicaliseerd. Gebleken is namelijk dat een generalistische hulpverlener anders kijkt naar een patiënt dan de specialistische hulpverlener. De generalist gaat over het algemeen uit van een gezonde patiënt, tenzij het tegendeel is bewezen. De specialist gaat uit van een zieke patiënt, tenzij het tegendeel is bewezen. 21 Verder toont onderzoek van KPMG aan dat een diagnose vanuit de eerstelijn voorkomt dat er onnodig wordt gemedicaliseerd en/of onnodig wordt doorverwezen naar de tweedelijns gespecialiseerde zorg in een ziekenhuis. 22 Ook blijkt uit ditzelfde onderzoek dat, bij versterking van de diagnostiek in de eerste lijn, het aantal DBC s in de tweede lijn kan met verminderen met gemiddeld 34% (conservatief) tot 58% (progressief). Zie hiervoor ook bijlage NZa, Visiedocument functionele bekostiging vier chronische zorgvormen, Wijkel, Van der Zee en De Bakker, Ziekenfondsverwijscijfers van samenwerkende huisartsen: een replicatieonderzoek, Ministerie van VWS, Voorhangbrief functie eerstelijnsdiagnostiek, 12 maart KPMG Plexus, Business Case Eerstelijns diagnostiek, 2010 Pagina 5 van 29

9 Tenslotte is uit onderzoek gebleken dat, in een setting waarbij een dermatoloog de eerste lijn kwam versterken, een vermindering van ruim 20% van het aantal doorverwijzingen mogelijk is. 23 Uit een ander onderzoek waarbij cardiologen en huisartsen (één cardioloog op drie tot vijf huisartsen) maandelijks casusbesprekingen hadden bleek dat het aantal doorverwijzingen 10 procent gedaald was Hoge werklast eerste lijn door patiënten met hartproblemen Gebaseerd op cijfers van het NIVEL is ook de relatieve werklast van de eerste lijn door harten vaatziekten te bepalen. Onderstaand wordt ingezoomd op harthalen (één specifieke hartziekte), aangezien daar het meeste over bekend is. Per patiënten van een huisartsenpraktijk in 2010 zijn er 176 patiënten met een zorgvraag op het gebied van hart- en vaatziekten. 25 Van deze 176 hebben 7 patiënten een zorgvraag op het gebied van hartfalen. Aantal consulten Gemiddeld hebben patiënten met hartfalen 15,2 keer een consult of visite bij de huisarts of praktijkondersteuner, waarvan er 2,5 gerelateerd zijn aan hartfalen. 26 Van de 15,2 contacten, zijn er 4,8 visites. Als de groep breder getrokken wordt naar coronaire aandoeningen of hartfalen, zien we dat het aantal consulten stijgt naar 17,9. Hiervan zijn er 4 visites. 27 In totaal hebben alle patiënten daarentegen gemiddeld 4,3 contacten met de huisarts, waarvan 0,2 visites. 28 Nieuwe ziektegevallen Naast het aantal doorverwijzingen staat het aantal nieuwe episoden in de huisartsenpraktijk. Een episode is de tijdsspanne die het geheel van (deel)contacten beschrijft in relatie tot één- 23 Eminović, De Keizer, Wyatt, Ter Riet, Peek, Van Weert, Bruijnzeel-Koomen en Bindels, Teledermatologic consultation and reduction in referrals to dermatologists: a cluster randomized controlled trial, Vlek et al., A randomised controlled trial of joint consultations with general practitioners and cardiologists in primary care, CBS Statline, Personen naar door de huisarts geregistreerde diagnose. 26 NIVEL, Hartfalen: contacten met de huisartsenpraktijk in Zie 27 NIVEL, Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. Hoofdstuk 2. Huisartsenzorg: wat doet de poortwachter?, NIVEL, Alle contacten met de huisartspraktijk (vaste patiënten & passanten) in Zie Pagina 6 van 29

10 en dezelfde zorgvraag. Deze cijfers geven aan hoeveel incidentele gevallen er binnen de huisartsenpraktijk per jaar worden geregistreerd. Per ingeschreven patiënten waren er in 2010 in totaal 2,3 nieuwe episoden van angina pectoris, 3,2 van hartritmestoornissen (waaronder boezemfibrilleren) en 1,9 van hartfalen NIVEL, Incidentie- en prevalentiecijfers in de huisartsenpraktijk. Zie Pagina 7 van 29

11 Doorverwijzingen Per patiënten werd 64 keer verwezen naar de medisch specialist in 2010 (6,4%). 30 Van deze 64 zijn er 10 naar de cardioloog. Van deze doorverwijzingen is 11,4% ten behoeve van angina pectoris, en 7,3% boezemfibrilleren. Patiënten met hartfalen worden relatief vaak doorverwezen. Per patiënten met hartfalen werd 475 keer verwezen naar de medisch specialist in 2010 (47,5%). 31 Van deze 475 waren er 98 naar de cardioloog. Voorlopige conclusie Op basis van deze cijfers kan als belangrijkste conclusies getrokken worden dat in vergelijking met andere patiënten (1) patiënten met hartproblemen ongeveer drie tot vier keer zo vaak bij de huisarts komen, 32 (2) dat de huisarts gemiddeld 20 tot 24 keer zo vaak een huisbezoek aflegt bij deze patiënten, 33 en (3) dat zij tien keer zo vaak doorverwezen worden naar de cardioloog. 34 Wat opvalt is dat niet alle nieuwe episoden doorverwezen worden naar de cardioloog; 35 de huisartsen zijn dus momenteel reeds in staat om een gedeelte van de nieuwe patiënten in de eerste lijn te behandelen en/of te begeleiden. 1.4 Projectinhoud Het doel is om de eerste lijn te versterken met betrekking tot cardiologische diagnostiek en behandeling. De versterking bestaat uit uitbreiding van de faciliteiten van het (huisartsen)functielaboratorium en de (consultatieve) ondersteuning van een cardioloog om samen met de huisarts de (voorlopige) diagnose en behandelplan te stellen. Deze aanpak is in het kader van dit project primair gericht op patiënten met (het vermoeden van) angina pectoris, boezemfibrilleren en hartfalen. Het project is beoogd voor een periode van twee jaar, lopend van september 2013 tot en met augustus In deze periode zal een cardioloog worden ingezet bij minimaal 35 huisartsen in het werkgebied van Stichting KOEL. Het streven is om deze huisartsen zoveel mogelijk te selecteren op werkgebied van één ziekenhuis, zodat er verwezen wordt naar één maatschap. 30 NIVEL, Trends in aantal nieuwe verwijzingen. Zie 31 NIVEL, Hartfalen: verwijzingen van de huisarts naar medisch specialist Zie ,2 tot 17,9 contacten ten opzichte van 4, tot 4,8 visites ten opzichte van 0, doorverwijzingen per patiënten ten opzichte van 98 per patiënten met hartfalen 35 2,3 nieuwe gevallen is hoger dan 11,4% van 10 doorverwezen patiënten naar de cardioloog. Pagina 8 van 29

12 Het verschuiven van de aanpak van cardiologische diagnostiek naar de eerste lijn kent verschillende doelstellingen: 1. Het geeft een antwoord op aantoonbare problematiek/knelpunten welke speelt in de regio (zoals blijkt uit de ROS Wijkscan); 2. Het sluit aan bij het streven naar substitueren van zorg; 3. Het kan onnodige zorguitgaven voorkomen door het ontdubbelen van zorg en het verminderen van doorverwijzingen; 4. Het kan (fors) bijdragen aan het verminderen van zorgkosten op langere termijn; 5. Het sluit aan bij de wensen van de minister van VWS Het vermindert de werklast van huisartsen door planmatigere zorg (minder visites) en gemakkelijker te behandelen patiënten door toegenomen kennis en vaardigheid Het bevordert een geprotocolleerde wijze van werken door huisarts en cardioloog Daadwerkelijke verandering De daadwerkelijke verandering laat zich het best illustreren door een weergave van de huidige en de gewenste toekomstige situatie. Huidige situatie Momenteel komen mensen met hartklachten bij de huisarts. Op het moment dat de huisarts het vermoeden van de patiënt deelt dat wil zeggen, indien de huisarts niet kan uitsluiten dat het hartklachten zijn wordt de patiënt vaak verwezen naar de tweedelijn. In de tweede lijn wordt verder onderzoek gedaan en doorgaans ook behandeling ingezet. De patiënt blijft doorgaans ook vervolgd worden in de tweedelijn, ook als er geen klachten meer zijn. Gewenste toekomstige situatie Mensen komen met hartklachten bij de huisarts. Indien de huisarts op basis van het eerste consult het vermoeden heeft dat de klachten inderdaad cardiologisch van aard zijn, wordt er in het functielaboratorium aanvullende onderzoeken gedaan. Deze onderzoeken worden samen met de cardioloog beoordeeld. Bij bevestiging van de klachten wordt de patiënt afhankelijk van de diagnose behandeld en vervolgd in de eerstelijn of op indicatie (volgens protocol) alsnog naar de tweede lijn doorverwezen. Patiënten in de tweedelijn worden indien mogelijk weer terugverwezen naar de eerstelijn. 36 Ministerie van VWS, Voorhangbrief functie eerstelijnsdiagnostiek, 12 maart Schulpen, Vlek, Vierhout, Wesselingh-Megens en Crebolder, Het win-winconsult, Medisch Contact, 2002 Pagina 9 van 29

13 Verschil en winstpunten Het belangrijkste verschil zit in de overheveling van diagnostiek naar de eerste lijn: er wordt meer en intensiever onderzoek gedaan in de eerste lijn, waardoor de druk op de tweedelijn afneemt. Maar ook kunnen hierdoor meer patiënten in de eerstelijn blijven zonder (dure) verwijzing. Bovendien zijn de kosten in de eerste lijn substantieel (een factor 10!) lager. Om dit te realiseren is het nodig dat de huisartslaboratoria een uitbreiding krijgen van de faciliteiten en de benodigde kennis en dat een cardioloog beschikbaar is om de huisartsen inhoudelijk en consultatief te ondersteunen. Daarnaast zullen de huisartsen in eerste instantie meer tijd kwijt zijn aan deze patiënten, maar vindt wel een verschuiving plaats van visites naar (geplande) consulten. Uit onderzoek is gebleken dat het beperken van visites voor huisartsen een goede methode is om de werkbelasting te beteugelen. 38 Figuur 1 Schematische weergave huidige en gewenste toekomstige situatie Huidige situatie Patiënt met hartklachten Gewenste toekomstige situatie Patiënt met hartklachten Huisarts Huisarts Bevestiging vermoeden Bevestiging vermoeden Functielaboratorium Huisarts, ondersteund door cardioloog Tweede lijn Tweede lijn 38 Van den Berg, Kolthof, De Bakker en Van der Zee (i.o.v. NIVEL), Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. De werkbelasting van huisartsen., 2004 Pagina 10 van 29

14 2 PROJECTDOELEN De projectdoelen beschrijven de situatie die Stichting KOEL wil bereiken. De projectdoelen die binnen dit project bereikt worden, zijn de volgende: 1. Bij minimaal 35 huisartsen is in 2013/14 een cardioloog ingezet ter ondersteuning. Deze cardioloog ondersteunt de huisartsen voor tweeënhalve dag per week ten behoeve van consultatie, onderzoek en begeleiding van patiënten met enkelvoudige en lichtcomplexe cardiologische problemen in de eerste lijn. Deze grootte is gekozen vanwege de combinatie van span of control en impact. Met 35 huisartsen is het project zowel financieel als operationeel goed en gecontroleerd neer te zetten, waarbij toch een meetbare impact mogelijk is. 2. Aan het eind van het project zijn er 20% minder doorverwijzingen van de eerste naar de tweede lijn dan aan het begin van het project. Momenteel wordt per patiënten 64 keer verwezen naar de medisch specialist, waarvan 10 naar de cardioloog. Uitgaande van een normpraktijk met ingeschreven patiënten, verwijst iedere praktijk jaarlijks 24 patiënten naar de cardioloog. Uitgaande van (minimaal) 35 huisartsen, worden er binnen het project jaarlijks (minimaal) 840 patiënten verwezen. Het aantal doorverwijzingen wordt geregistreerd in het elektronisch patiëntendossier. Door middel van een (anonieme) extractie uit het systeem is eenvoudig een nul- en een éénmeting te doen. 3. Aan het eind van het project hebben patiënten met coronaire aandoeningen of hartfalen 10% minder consulten en 10% minder visites dan aan het begin van het project. Gemiddeld hebben patiënten met coronaire aandoeningen of hartfalen 17,9 keer een consult of visite bij de huisarts of praktijkondersteuner. Hiervan zijn 4 visites. Het aantal doorverwijzingen wordt geregistreerd in het elektronisch patiëntendossier. Door middel van een (anonieme) extractie uit het systeem is een nul- en een éénmeting te doen. 4a. Aan het einde van de project geeft minimaal 75% van de patiënten aan tevreden te zijn over de versterkte rol van de huisarts. 4b. Aan het einde van het project geeft minimaal 75% van de patiënten aan de versterkte rol van de huisarts te zien als een aanvulling te zien op het huidige zorgaanbod. Pagina 11 van 29

15 De patiënttevredenheid is een zeer belangrijk element in dit project. Aangenomen kan immers worden dat een hogere tevredenheid leidt tot betere resultaten. De patiënttevredenheid wordt gemeten door middel van een gevalideerde vragenlijst. 39, Voogdt-Pruis, Gorgels, Van Ree, Van Hoef en Beusmans, Hoe ervaren hoogrisicopatiënten CVRM door een praktijkondersteuner?, Tijdschrift voor praktijkondersteuning, De Kluiver, Ottervanger, Meyboom - de Jong, Zijlstra, Remkes en Casparie, Vrije toegang van de huisarts tot inspanningselektrocardiografie; een gecontroleerd onderzoek, 2003 Pagina 12 van 29

16 5. Aan het eind van het project is het aantal patiënten waarbij na doorverwijzing door de huisarts wel een cardiale aandoening geconstateerd wordt 50% hoger dan bij een reguliere doorverwijzing. Met andere woorden, het ziekenhuis heeft een hogere trefzekerheid; de specificiteit van de diagnose neemt toe. Momenteel wordt bij zo n 74% van de patiënten 41 die van de huisarts doorverwezen worden naar cardioloog geen cardiale aandoening geconstateerd. 42 De ambitie is dat door de inzet van een cardioloog dit percentage halveert naar 20-40%. De trefzekerheid wordt na afloop van het project gemeten door op patiëntniveau te beoordelen in hoeverre er al dan niet een cardiale aandoening geconstateerd is in het ziekenhuis. Hiervoor dienen in het proces alle patiënten bijgehouden te worden die na consultering door de cardioloog in de eerste lijn alsnog doorverwezen zijn. 41 Patiënten met atypische klachten van pijn op de borst, mogelijk coronairlijden en een vermoeden van stabiele angina pectoris waarvoor de huisarts verwijzing naar de cardioloog noodzakelijk achtte. 42 De Kluiver et al. Vrije toegang van de huisarts tot inspanningselektrocardiografie; een gecontroleerd onderzoek, 2003 Pagina 13 van 29

17 3 PROJECTRESULTAAT De resultaten binnen het project dragen bij aan de gestelde projectdoelen, en dienen dus in dat perspectief gesteld te worden. De resultaten die met het project behaald worden zijn: 1. Met de samenwerkingspartners zijn afspraken gemaakt voor de duur van het project over de levering van cardioloog, zijn/haar taak, functie, mandaten en verantwoordelijkheden, werkafspraken en de regievoering. Door het maken van afspraken met huisartsen, ziekenhuis en de maatschap cardiologie wordt scherper gedefinieerd wat eenieder verwacht van het takenpakket, de mandaten en de verantwoordelijkheden, hoe de cardioloog zijn/haar functie in zal vullen en wie de regievoering op zich neemt. 2. Bij de start van het project september 2013 zijn er proces- en uitkomst-indicatoren beschreven over de scholing van huisartsen, de instroom en uitstroom van patiënten, begeleiding, behandeling, advisering, doorverwijzing, netwerkopbouw, patiëntentevredenheid en klachten. Om de toegevoegde waarde van de versterkte rol van de huisarts zo scherp mogelijk inzichtelijk te maken, is het van belang om verschillende zaken vooraf te beschrijven met de samenwerkingspartners. Vanuit KOEL is hiervoor een inhoudelijk projectleider beschikbaar in de persoon van Mw. J. Caljouw, kaderhuisarts hart -en vaatziekten Daarnaast wordt op dezelfde wijze de ervaringen en tevredenheid van de patiënt met de cardioloog getoetst. Hieruit zullen onderdelen als wachttijd, kwaliteit en kwantiteit van informatieverschaffing, diagnosetijd, informatie-uitwisseling tussen eerste en tweede lijn, toegevoegde waarde en algemene tevredenheid gemeten worden. Hierbij kan gesteund worden op onderzoeken die reeds zijn uitgevoerd Taak en functiebeschrijving van de cardioloog en huisarts als werkdocument / protocol is uiterlijk november 2013 klaar. Gebaseerd op onder meer de kennis en ervaring van de samenwerkingspartners, de ervaringen vanuit het verleden met vergelijkbare initiatieven wordt in november 2013 een protocol met beschrijving van de taak en functie van zowel de cardioloog als de huisarts opgeleverd. 43 De Kluiver et al. Vrije toegang van de huisarts tot inspanningselektrocardiografie; een gecontroleerd onderzoek, 2003 Pagina 14 van 29

18 4. Concept voorstel bekostigingssystematiek is augustus 2015 klaar, en is bruikbaar voor mogelijk landelijke inzet. In overleg met de zorgverzekeraar(s) zal indien gewenst een voorstel worden gedaan over de financieringsystematiek voor na Pagina 15 van 29

19 3.1 Afbakening Buiten de scope van het project vallen de volgende onderdelen: 1. Het inhoudelijk opleiden van de aan te stellen cardioloog; 2. Het huisvesten en faciliteren van de cardioloog. 3. Het aanschaffen c.q. laten ontwikkelen van softwarepakketten ten behoeve van de samenwerking. 4. Het aanschaffen van de benodigde apparatuur voor de functieonderzoeken. Pagina 16 van 29

20 4 AANPAK Teneinde op 35 verschillende huisartspraktijken de rol van de huisarts bij de cardiologische diagnostiek te versterken, moeten er verschillende stappen gezet worden. Werkgroep en klankbordgroep Allereerst wordt er een werkgroep ingesteld, bestaande uit één deelnemer c.q. afgevaardigde van de verschillende samenwerkingspartners, te weten in ieder geval de huisartsen, het ziekenhuis, de maatschap cardiologie en Stichting KOEL. De personen in de werkgroep hebben beslissingsbevoegdheid, en kunnen besluiten indien mogelijk direct nemen. De werkgroep komt in de opstartfase één keer per drie weken bij elkaar. Nadat de cardioloog is benoemd en het project loopt, zal de frequentie afnemen. De werkgroep wordt voorgezeten door Stichting KOEL. De projectleider verzorgt niet alleen de uitvoering van het project, maar ook de communicatie naar huisartsen en overige stakeholders. Indien benodigd zullen er op onderdelen aparte werkgroepen ingesteld worden. De insteek van deze werkgroepen is dat zij voor een (zeer) kort tijdsbestek ingesteld worden. Naast de werkgroep staat een klankbordgroep. Deze klankbordgroep heeft geen formele beslissingsbevoegdheid, maar kan gevraagd en ongevraagd advies geven. Primair fungeert deze groep zoals de naam aangeeft als klankbord van de stuurgroep. In de klankbordgroep hebben de plaatselijke patiëntenvereniging, een vertegenwoordiging van huisartsen, van (cardio)fysiotherapeuten en een vertegenwoordiging van de thuiszorg zitting. Projectleider De projectleider wordt formeel aangesteld door de Stichting KOEL, en zal op pragmatische wijze het project invulling gaan geven. Belangrijke stappen, die momenteel ter verkenning al genomen zijn, is het enthousiasmeren van huisartsen en het selecteren van de cardioloog. Allereerst zal het (voorlopige) functieprofiel van de cardioloog worden vastgesteld door de projectleider. Dit is belangrijk, omdat de rol van de cardioloog in de eerste lijn aanzienlijk anders dan in de tweede lijn: waar een cardioloog in de tweede lijn gewend is aan veel direct patiëntcontact, zal dit in de eerste lijn veel meer op afstand zijn en een consulterende c.q. beoordelende rol inhouden. De projectleider zal vaststellen en voorleggen aan de stuurgroep wat wel en wat niet tot de taken van de cardioloog behoort. Hiertoe behoort ook de mandaten en de verantwoordelijkheden van de cardioloog. Pagina 17 van 29

21 Met betrekking tot de huisartsen, zal de projectleider de benodigde huisartsen betrekken bij het project, voorlichten en enthousiasmeren. Ook fungeert de projectleider als vraagbaak, en doet voorstellen de inzet van de cardioloog door de huisarts te vergemakkelijken. Bijscholing Een belangrijk onderdeel van de versterking van de cardiologische diagnostiek is de kennis van de huisartsen. Hiervoor krijgen de huisartsen nascholing/bijscholing op het gebied van (vroegdiagnostiek van) hartklachten in de eerste lijn. Om de samenwerking tussen de huisartsen en de cardiologen te stimuleren zal een cardioloog een inhoudelijk deel van de nascholing verzorgen. Deze nascholing zal vanuit Stichting KOEL geaccrediteerd worden zodat de huisartsen er nascholingspunten voor krijgen. KPI s In relatie tot het totale project, stelt de projectleider in samenspraak met de zorgverzekeraar de KPI s vast. Het is van belang dit in een vroeg stadium op te pakken, zodat een nulmeting uit te voeren is. Deze KPI s geven de houvast om een gerichte evaluatie uit te voeren na afloop van het project. Twee belangrijke KPI s zijn naar alle waarschijnlijkheid de patiënttevredenheid en de kosten; beide zullen vanaf het allereerste moment voorop komen te staan in de onderzoeken en managementinformatie. Medisch inhoudelijke behandelprotocol Onderdeel van het project is het opstellen van een behandelprotocol. Deze worden opgesteld door de projectleider, kaderhuisarts, in nauwe samenspraak met de werkgroep. Met dit protocol wordt de zorgverleners ondersteund bij het uitvoeren van de diagnose en/of behandeling. Het protocol geeft stap voor stap aan hoe de zorg verleend dient te worden, en is een middel om tot kwalitatief goede en verantwoorde zorg te komen. Aanstelling en vergoeding Voor de duur van het project zal de cardioloog gedetacheerd worden vanuit de tweede lijn, en wordt de huisarts vergoed op basis van een nog vast te stellen M&I module (innovatietarief). Tijd, Geld, Kwaliteit, Informatie en Organisatie De projectleider is verantwoordelijk voor de verschillende beheersaspecten. Tijd, kwaliteit en informatie hebben in dezen (waarschijnlijk) de hoogste prioriteit. Het project moet tijdig Pagina 18 van 29

22 starten om voldoende impact te krijgen binnen de projectduur, het moet de benodigde kwaliteit bieden om de patiënten én huisartsen vooruit te helpen en het dient de juiste informatie te genereren om een afgewogen besluit te kunnen over de periode na Pagina 19 van 29

23 5 FINANCIËLE ANALYSE Allereerst wordt in paragraaf 5.1 de grootte van de potentiële doelgroep bepaald. Vervolgens wordt in 5.2 gekeken naar de kosten van het project. Daarna worden de opbrengsten in beeld gebracht. Hiervoor wordt in paragraaf 5.3 op verschillende wijzen bepaald hoe groot de besparing is. Paragraaf 5.4 geeft een kort overzicht van de kosten en opbrengsten. In paragraaf 5.5 wordt tenslotte een conclusie getrokken. 5.1 Omvang doelgroep Gebaseerd op cijfers van het NIVEL, valt te stellen dat in 2010 per patiënten 64 keer verwezen werd naar de medisch specialist, waarvan 10 keer naar de cardioloog. 44 Aangezien één normpraktijk ingeschreven patiënten heeft, is eenvoudig te stellen dat één normpraktijk 24 patiënten per jaar doorverwijst naar de cardioloog. Uitgaande van 35 huisartsen die verwijzen naar drie cardiologen, komt het totaal uit op 840 bereikte patiënten per jaar. 5.2 Kosten De kosten van het project zijn weergegeven in onderstaande tabel. Te zien is dat gros van de kosten bestemd voor het reguliere project, en een beperkt gedeelte ( , ofwel een kwart van het totaal) specifiek voor de opstart. Kosten per fte/eenheid Kosten Kosten per jaar Cardioloog 0,4 FTE per fte Kosten per test via HA lab ECG 25 per ECG Echocardiogram 65 per echo Ergometrie 93 per test Holter 100 per test Extra consulten HA Consult 20 minuten 17,43 per consult Projectleiding 0,5 FTE per fte NIVEL, Trends in aantal nieuwe verwijzingen. Zie 45 PWC en SAN, SAN Medische diagnostische centra zijn cruciaal voor nabije, zinnige en zuinige zorg in de eerste lijn, Uitgaande van 840 patiënten, die gemiddeld per patiënten twee van de vier genoemde testen ontvangt 47 Uitgaande van 840 consulten van 20 minuten Pagina 20 van 29

24 Managementkosten 100 uur 110 per uur ICT, extracties Overhead TOTAAL Nb. Met de investering voor de apparatuur om de functieonderzoeken mee uit te voeren is rekening gehouden, in die zin dat aangenomen wordt dat alle life cycle costs zijn verweven in de kosten per test. Pagina 21 van 29

25 5.2.1 Bekostiging Voor de bekostiging van het project zijn twee primaire mogelijkheden. Ten eerste kan de volledige bekostiging via Stichting KOEL lopen. Anderzijds is een construct mogelijk waarbij het merendeel van de bekostiging via Stichting KOEL blijft lopen, maar waarbij de kosten voor de verschillende testen en de consulten voor de huisarts worden bekostigd worden uit de reguliere zorgverzekeringswet. De inzet van deelnemende huisartsen kan met een module M&I verrichtingen of eventueel via de module secundaire preventie Hart-en vaatziekten bekostigd worden. Hiervoor dienen voor de projectduur aanvullende afspraken gemaakt te worden tussen huisarts (zorggroep of Kring) en zorgverzekeraar. 5.3 Opbrengsten De financiering van ziekenhuizen vindt plaats op basis van DBC s: diagnose behandel combinaties. Hierbij krijgt het ziekenhuis één bedrag voor het gehele zorgtraject, van binnenkomst van de patiënt tot diens ontslag. Zoals ook de term DBC impliceert, is in dit bedrag dus zowel de diagnose als de behandeling opgenomen. De financiering van huisartsen vindt daarentegen op een gedetailleerder niveau plaats, waarbij vrijwel alle losse handelingen van de huisarts gefinancierd worden. Er zijn geen onderzoeken bekend naar de kosteneffectiviteit van het versterken de eerstelijn. Deze verschillende systematieken en het ontbreken van gedegen wetenschappelijk onderzoek maken het moeilijk om direct de opbrengsten van de cardioloog in de eerste lijn weer te geven. Echter, door op verschillende wijzen naar de situatie te kijken, is het wel degelijk mogelijk een gerichte inschatting te maken. Een onbetwistbaar projectdoelstelling is dat aan het einde van het project zichtbaar is welke kostenverschuivingen optreden Methode 1: businesscase KPMG Plexus De eerste methode is de businesscase van KPMG Plexus. 48 Op verzoek van de minister van VWS is in 2010 een onderzoek gedaan naar de mogelijke besparing door de overheveling van diagnostiek naar de eerste lijn. In onderstaande tabel zijn de verschillende onderdelen weergegeven waaruit de mogelijke winst van een meer bedrijfsmatig en vraaggerichte vormgeving van de diagnostische sector is opgebouwd. 48 KPMG Plexus, Business Case Eerstelijns diagnostiek, 2010 Pagina 22 van 29

26 Effect op besparing Potentiële winst door substitutie van diagnostiek naar de eerstelijn Miljoe n euro Vervallen van initiële DBCs als gevolg van minder verwijzingen naar medisch specialistische zorg + Conservatieve poliklinische DBCs Praktijkvariatie gevoelige DBCs met interventie Kosten diagnostiek dat uit DBCs gaat (die niet vervallen) Extra kosten diagnostiek in de eerstelijn obv kostprijs tweedelijn Winst door verschil in kostprijs tussen tweedelijn en eerstelijn 30 Potentiële winst parallelle en vervolg DBCs door minder doorverwijzingen naar de tweedelijn + Vervallen van parallelle DBCs volgend op Vervallen initiële DBCs 50 + Vervallen van vervolg DBCs volgend op vervallen initiële DBCs 75 Potentiële winst door concentratie + Potentiële winst door concentratie lab 75 + Potentiële winst door concentratie beeldvormende diagnostiek 25 TOTAAL 917 Uit deze tabel blijkt dat bij een andere inrichting van de diagnostiek in Nederland een potentiële besparing van 917 miljoen mogelijk is. Ruwweg 10% is toe te schrijven aan cardiologische diagnostiek en behandeling. In Nederland wordt momenteel zo n 760 miljoen euro uitgegeven aan diagnostiek in de eerste lijn. 49 Met andere woorden, het bedrag dat bespaard kan worden door substitutie (917 miljoen) is zo n 20% hoger dan wat er nu totaal wordt uitgegeven aan diagnostiek in de eerstelijn (760 miljoen). Van die 760 miljoen wordt 34,6 miljoen uitgegeven aan ECG s, ergometrische onderzoeken en holters. Per huisarts komt dit neer op Als we aannemen dat dit bedrag bij substitutie van tweede naar eerstelijn 20% omhoog gaat dan zullen deze kosten is uitkomen op per huisarts wat een voorzichtige aanname is, aangezien het gros van de hartpatiënten in de huidige context direct doorverwezen wordt en geen ECG, ergometrische onderzoek of holter krijgt in de eerste lijn. Omgekeerd betekent dit dat een kleine toename van de kosten voor aanvullende diagnostiek en behandeling in de eerstelijn leidt tot een veel grotere besparing in de tweedelijn door veel minder verwijzingen. Uitgaande van 35 huisartsen is er minimaal te besparen door dit project. (Landelijk 10% van ) 49 PWC en SAN, SAN Medische diagnostische centra zijn cruciaal voor nabije, zinnige en zuinige zorg in de eerste lijn, 2010 Pagina 23 van 29

27 5.3.2 Methode 2: aandeel diagnostiek in zorgkosten Uit onderzoek blijkt dat in Nederland zo n 19,1 miljard 50 wordt uitgegeven aan ziekenhuiskosten. Hiervan was 2,35 miljard voor diagnostiek, 51 ofwel 12,3%. De kosten voor hart- en vaatziekten in de tweede lijn bedroegen in miljoen. Hiervan is grofweg 51,6% ten behoeve van hartziekten, 52 ofwel miljoen. Als we aannemen dat ook hiervan 12,3% ten behoeve van diagnostiek is, dan zijn de totale diagnostische kosten voor hart- en vaatziekten 202,0 miljoen. Omgeslagen naar fte huisarts, representeert iedere fte huisarts diagnostische kosten in de tweede lijn voor hart- en vaatziekten. De 35 huisartsen in het project representeren in dat geval ruim Als we aannemen dat zoals KPMG Plexus berekend heeft, zie paragraaf dat 34% tot 58% hiervan bespaard kan worden, komt de totale besparing uit op tot (gemiddeld ). Tussen 2003 en 2010 is de gemiddelde groei in uitgaven 6,2% geweest zie paragraaf 1.2. Uitgaande van dit gegeven, komt de besparing prijspeil 2013 uit op tot (gemiddeld ) Methode 3: wetenschappelijk onderzoek Zoals eerder aangegeven is door Vlek et al. wetenschappelijk onderzoek verricht naar de mogelijkheden van eerstelijns cardiologie. 53 In dit onderzoek wordt het volgende gesteld: De kosten om patiënten door de huisarts te laten behandelen zijn een kwart van de kosten die gemaakt worden als zij bij cardioloog behandeld zouden worden. Zoals eerder aangegeven bedragen de zorgkosten in 2007 voor hartziekten in de tweede lijn miljoen. Omgeslagen naar fte huisartsen bedragen deze uitgaven per fte huisarts. De 35 huisartsen in het project representeren dan ook bijna 8,1 miljoen aan zorgkosten voor hart- en vaatziekten in de tweede lijn. Als we aannemen dat 10% van alle 50 Slobbe et al., Kosten van ziekten in Nederland Trends in de Nederlandse zorguitgaven , KPMG Plexus, Business Case Eerstelijns diagnostiek, Zie bijlage 1 53 Vlek et al., A randomised controlled trial of joint consultations with general practitioners and cardiologists in primary care, 2003 Pagina 24 van 29

28 patiënten door de huisarts behandeld kan worden, en als we daar vervolgens het citaat van Vlek et al. naast leggen, zou bij een besparing van mogelijk zijn. 54 Ook hierbij geldt dat we deze besparing kunnen indexeren naar heden. Met een stijging van 6,2% vanaf 2007, komt de totale besparing uit op Methode 4: zachtere opbrengsten De zachtere opbrengsten zijn te behalen op drie aspecten, namelijk voor de patiënten, de huisartsen en de specialist of het ziekenhuis. Het kan verwacht worden dat de patiënten meer tevreden zijn door meer diagnostiek in de eerste lijn. Uit onderzoek blijkt dat 89% van de patiënten aangeeft dat, met een cardiologisch consult in de eerste lijn, hun klacht of probleem passend ( adequate ) is opgepakt, en 19% van de patiënten ziet een gematigde ( moderate ) aanpak. 55 In een reguliere situatie waarbij patiënten direct worden doorverwezen, zijn deze percentages respectievelijk 39% en 61%. Met andere woorden: bij diagnostiek in de eerste lijn is een groter aantal mensen tevreden. Het participeren in het project kost de huisartsen in eerste instantie extra tijd. In plaats van de patiënten direct door te verwijzen, houden zij de patiënt langer in de eerste lijn. Uit onderzoek naar een gezamenlijk consult van huisarts en cardioloog in de eerste lijn blijkt echter dat huisartsen die aan de onderzoeksfase hebben deelgenomen, door de toegenomen kennis en vaardigheid patiënten met soortgelijke problematiek makkelijker (lees: in minder tijd) zijn te behandelen. Kortom, gezamenlijke consulten leiden uiteindelijk voor de huisarts waarschijnlijk niet tot meer werklast. 56 Voor de specialist geldt: als door het gezamenlijk consult het aantal verwijzingen naar de polikliniek afneemt, wordt de tijdsinvestering in gezamenlijke consulten terugverdiend met de tijd die vrijkomt op de polikliniek. Vanwege de patiëntendruk op de polikliniek zal een specialist dit niet merken; het gezamenlijk consult zal hoogstens leiden tot kortere wachttijden op de polikliniek Overzicht 54 8,1 miljoen x 10% van het aantal patiënten x 75% besparing 55 Vlek et al., A randomised controlled trial of joint consultations with general practitioners and cardiologists in primary care, Schulpen, Vlek, Vierhout, Wesselingh-Megens en Crebolder, Het win-winconsult, Medisch Contact, Schulpen et al., Het win-winconsult, Medisch Contact, 2002 Pagina 25 van 29

29 Met bovenstaande berekening is de bandbreedte gegeven van de besparing voor 35 geïncludeerde huisartsen. Deze loopt van via tot Als we letterlijk aannemen dat de waarheid in het midden ligt, komt de besparing uit op per jaar Totaaloverzicht kosten vs. opbrengsten De kosten voor het project worden geraamd op per jaar. De directe opbrengsten worden geraamd op Daarnaast zijn patiënten meer tevreden, ervaren huisartsen minder werkdruk en werkt de specialist mee aan minder wachtlijst en lagere zorgkosten. 5.5 Conclusie Gezien de aantoonbare problematiek in de regio, de wens om zorg te substitueren en te ontdubbelen, de wens van de minster om de eerste lijn te versterken, het verminderen van de werklast van de huisartsen, en de genoemde financiële uitgangspunten, kan de inzet van cardiologen in de eerste lijn als een gezonde investering gezien worden. 58 Gemiddelde van , en Pagina 26 van 29

30 BIJLAGE 1 KOSTEN VAN ZORG HARTVAATSTELSEL Hartvaatstelsel Mannen Vrouwen Totaal (bedragen prijspeil 2007, in miljoen euro) Hypertensie Coronaire hartziekten Hartfalen Overige aandoeningen hart, inclusief longcirculatie Beroerte Perifeer arterieel vaatlijden, inclusief aneurisma aorta Overige aandoeningen vaatstelsel TOTAAL TOTAAL hartziekten Bron: Slobbe, Smit, Groen, Poos en Kommer (i.o.v. RIVM), Kosten van ziekten in Nederland Trends in de Nederlandse zorguitgaven , 2011 Pagina 27 van 29

31 BIJLAGE 2 ZIEKENHUISOPNAMEN EN VERPLEEGDUUR HARTVAATSTELSEL Hartvaatstelsel (cijfers 2005) Dagopnamen Klinische opnamen Klinische verpleegdagen Gemiddelde opnameduur Hypertensie ,3 Coronaire hartziekten ,4 Hartfalen ,9 Overige aandoeningen hart, inclusief longcirculatie ,2 Beroerte ,4 Perifeer arterieel vaatlijden, inclusief aneurisma aorta ,0 Overige aandoeningen vaatstelsel ,1 Bron: Nationaal Kompas Volksgezondheid > Zorg > Ziekenhuiszorg > Ziekenhuiszorg: Ziekenhuisopnamen, verpleegdagen, verpleegduur en kosten naar ziekten en aandoeningen. Zie Pagina 28 van 29

32 BIJLAGE 3 REDUCTIEPOTENTIEEL DBC S BIJ VERSTERING EERSTELIJN In onderstaande tabel is het reductiepotentieel van het aantal DBC s in de tweedelijn bij versterking van de diagnostiek in de eerstelijn weergegeven. Het gaat om zorg waarin de poortwachterfunctie centraal staat, waar het gaat om diagnostiek, om monitoring en om geruststelling. Met betrekking tot (onderstaande) cardiologische aandoeningen verschillen experts van mening in hoeverre de huisarts, al dan niet additioneel opgeleid, deze rol kan vervullen. De consensus is afhankelijk van het type aandoening: consensus over follow-up na myocardinfarct, verschil van mening bij atriumfibrilleren. Omschrijving Conservatief Progressief Stabiele angnina pectoris 50% 71% Hartfalen 30% 58% Atriumfibrilleren 15% 30% Acuut coronair syndroom 10% 20% Follow-up na myocardinfart 50% 75% CVRM 50% 95% Bron: KPMG Plexus, Business Case Eerstelijns diagnostiek, 2010 Pagina 29 van 29

1 e lijns cardiologie

1 e lijns cardiologie 1 e lijns cardiologie Dag van de praktijkhouder voor huisartsen Doelmatige cardiologische zorg in de 1 e lijn 2 juni 2015 ROS KOEL CZ VGZ Kwaliteit en ondersteuning Regio ZHZ 840.000 inwoners Subsidie

Nadere informatie

Hoe maak je verwijzingen naar de 2 de lijn effectiever? Een opmaat naar geintegreerde specialistische zorg in de 1 ste lijn.

Hoe maak je verwijzingen naar de 2 de lijn effectiever? Een opmaat naar geintegreerde specialistische zorg in de 1 ste lijn. Hoe maak je verwijzingen naar de 2 de lijn effectiever? Een opmaat naar geintegreerde specialistische zorg in de 1 ste lijn. Eerst het https://kostenvanziektentool.volksgezondheidenzorg.info CBS, statline

Nadere informatie

Hoe maak je verwijzingen naar de 2 de lijn effectiever? PNWM Breuls

Hoe maak je verwijzingen naar de 2 de lijn effectiever? PNWM Breuls Hoe maak je verwijzingen naar de 2 de lijn effectiever? https://kostenvanziektentool.volksgezondheidenzorg.info CBS, statline Uitgaven curatieve zorg volgens 2007 Een reden.. Maar in de basis: Het ZIEKENHUIS

Nadere informatie

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014 Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Magnée, T., Beurs, D.P. de, Verhaak. P.F.M. Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek.

Nadere informatie

Zorg voor geest kost nog steeds het meest

Zorg voor geest kost nog steeds het meest Zorg voor geest kost nog steeds het meest Publicatiedatum: 28-11-2013 In is 19,6 miljard euro uitgegeven voor de behandeling van psychische stoornissen, 22% van de totale uitgaven voor zorg en welzijn

Nadere informatie

DE CARDIOLOOG NAAST DE HUISARTS IN DE 1 ste LIJN

DE CARDIOLOOG NAAST DE HUISARTS IN DE 1 ste LIJN DE CARDIOLOOG NAAST DE HUISARTS IN DE 1 ste LIJN Effecten op cardiologische verwijzingen naar de 2 de lijn, patiënttevredenheid en doelmatigheid voor de huisarts. 1 Inhoud Achtergrond... 3 1. Algemeen...

Nadere informatie

Inhoud. Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot

Inhoud. Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot Onderzoek naar potentiële besparingen van innovatieve complexe wondzorg September 2014 Transform to the power of digital Inhoud Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot

Nadere informatie

Project meekijk consult oogheelkunde

Project meekijk consult oogheelkunde Project meekijk consult oogheelkunde Naam: Stefanie Mouwen Versie: definitief Datum: Januari 2017 1 Oogzorg Inleiding Huisartsen zien het aantal patiënten met oogaandoeningen al jaren fors stijgen. Parallel

Nadere informatie

Binnen 2 uur hartonderzoek & behandelplan. Nieuw Cardicare

Binnen 2 uur hartonderzoek & behandelplan. Nieuw Cardicare Binnen 2 uur hartonderzoek & behandelplan Nieuw Cardicare St. Antonius Cardicare Gooi en Vechtstreek St. Antonius Cardicare, locatie Gooi & Vechtstreek is een nieuwe kliniek op het gebied van hart- en

Nadere informatie

Substitutie van ziekenhuiszorg naar de eerste lijn: roeien tegen de stroom in

Substitutie van ziekenhuiszorg naar de eerste lijn: roeien tegen de stroom in Substitutie van ziekenhuiszorg naar de eerste lijn: roeien tegen de stroom in Het lijkt zo n goed idee: relatief eenvoudige zorg verplaatsen van het ziekenhuis naar de eerste lijn. In de praktijk komt

Nadere informatie

Handreiking Substitutie van zorg. samenwerking tussen huisarts en medisch specialist. drs. B.W.H. (Belinda) van de Lagemaat Senior Adviseur

Handreiking Substitutie van zorg. samenwerking tussen huisarts en medisch specialist. drs. B.W.H. (Belinda) van de Lagemaat Senior Adviseur Handreiking Substitutie van zorg samenwerking tussen huisarts en medisch specialist. drs. B.W.H. (Belinda) van de Lagemaat Senior Adviseur Handreiking substitutie het begin Diagnostiek Behandeling: Overig

Nadere informatie

Scenariostudie kanker in de eerstelijnszorg. De vraag naar zorg in 2010 en 2020

Scenariostudie kanker in de eerstelijnszorg. De vraag naar zorg in 2010 en 2020 BIJLAGE E Scenariostudie kanker in de eerstelijnszorg. De vraag naar zorg in 2010 en 2020 Achtergrondrapportage behorend bij hoofdstuk 7 van het signaleringsrapport NAZORG BIJ KANKER: DE ROL VAN DE EERSTE

Nadere informatie

Informatie bijeenkomst

Informatie bijeenkomst Informatie bijeenkomst De zorg geborgd in Noord en Oost Groningen 9 september 2013 Agenda informatiebijeenkomst 9 september 1) Opening 2) Terugkijken werkconferentie 26 april 3) Impressie data-analyse

Nadere informatie

Uw huisarts uit de regio Berlicum, Rosmalen, Empel en Den Bosch

Uw huisarts uit de regio Berlicum, Rosmalen, Empel en Den Bosch Het aantal patiënten met chronische zorg zoals diabetes, COPD en andere chronische ziektebeelden neemt toe. Dit vraagt om een beter gestructureerde organisatie van de gezondheidszorg. Uw huisarts uit de

Nadere informatie

Cijfers over dementie

Cijfers over dementie Cijfers over dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie

Nadere informatie

Nieuwe huisartsenbekostiging, perspectief van de zorgverzekeraars. Martien Bouwmans Zorgverzekeraars Nederland Mei 2014

Nieuwe huisartsenbekostiging, perspectief van de zorgverzekeraars. Martien Bouwmans Zorgverzekeraars Nederland Mei 2014 Nieuwe huisartsenbekostiging, perspectief van de zorgverzekeraars Martien Bouwmans Zorgverzekeraars Nederland Mei 2014 Van volume/productie naar resultaten en kwaliteitsverschillen Huisartsenbekostiging

Nadere informatie

Binnen 2 uur hartonderzoek & behandelplan. Nieuw Cardicare

Binnen 2 uur hartonderzoek & behandelplan. Nieuw Cardicare Binnen 2 uur hartonderzoek & behandelplan Nieuw Cardicare St. Antonius Cardicare Gooi en Vechtstreek St. Antonius Cardicare, locatie Gooi en Vechtstreek is een nieuwe kliniek op het gebied van hart- en

Nadere informatie

Facts & Figures Dementie

Facts & Figures Dementie Facts & Figures Dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie

Nadere informatie

Gezondheidszorg in 2020

Gezondheidszorg in 2020 Gezondheidszorg in 2020 Een transitieproces Ida Spelt huisarts in Wassenaar kwaliteitsfunctionaris bij ELZHA Leerdoelen Inzicht in de zorgkosten tussen nu en 2020 Inzicht in organisatie van zorg in het

Nadere informatie

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Beurs, D. de, Magnée, T., Bakker, D. de, Verhaak, P. De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk

Nadere informatie

Uitwerking NHG-Standpunt. Zorg voor patiënten met diabetes mellitus type 2

Uitwerking NHG-Standpunt. Zorg voor patiënten met diabetes mellitus type 2 Dit standpunt is vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 12 mei 2005. Uitwerking NHG-Standpunt Zorg voor patiënten met een veelvoorkomende chronische aandoening in de eerste lijn voor de Zorg voor

Nadere informatie

Congres ziekenhuispsychiatrie

Congres ziekenhuispsychiatrie Congres ziekenhuispsychiatrie Het belang van integrale zorg psychiatrie & somatiek belicht vanuit de visie van de zorgverzekeraar 7 november 2013 Anouk Mateijsen Regio manager, Achmea Divisie Zorg & Gezondheid

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Rekenmodel voor integrale bekostiging

Rekenmodel voor integrale bekostiging Rekenmodel voor integrale bekostiging Spreker: Marjolein Dijns-van der Hoek 10 november 2009 Leerhotel het Klooster, Amersfoort Financiering 2010 -Integrale bekostiging -Ketenfinanciering/ DBC s -Kostprijsberekeningmodel

Nadere informatie

KINDEREN EN VOLWASSENEN MET ADHD BINNEN DE HUISARTSENPRAKTIJK: TRENDS IN JAARPREVALENTIES EN VERWIJZINGEN. Marijn Prins, Liset van Dijk

KINDEREN EN VOLWASSENEN MET ADHD BINNEN DE HUISARTSENPRAKTIJK: TRENDS IN JAARPREVALENTIES EN VERWIJZINGEN. Marijn Prins, Liset van Dijk Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Marijn Prins, Liset van Dijk. Kinderen en volwassenen met ADHD binnen de huisartsenpraktijk: trends in jaarprevalenties

Nadere informatie

huisarts+punt voor specialistisch

huisarts+punt voor specialistisch Informatie voor specialisten huisarts+punt voor specialistisch advies Bij huisarts+punt komen patiënten eenmalig bij een medisch specialist op consult. Dit consult vindt plaats op verzoek van de huisarts.

Nadere informatie

Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 29689 Herziening Zorgstelsel 31016 Ziekenhuiszorg Nr. 623 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 juni 2015 Hierbij

Nadere informatie

Chronisch Atriumfibrilleren

Chronisch Atriumfibrilleren Chronisch Atriumfibrilleren Wanneer terugverwijzen naar de huisarts? Dr. C.J.H.J. Kirchhof, cardioloog Alrijne Zorggroep, Leiderdorp Disclosure potential conflicts of interest Geen Atriumfibrilleren 165

Nadere informatie

3 e schil. Kerncoalitie. 2 e schil. 1 e schil. Stuurgroep

3 e schil. Kerncoalitie. 2 e schil. 1 e schil. Stuurgroep VWS proeftuin Kerncoalitie 3 e schil 2 e schil 1 e schil Stuurgroep Partners 3 e schil 2 e schil 1 e schil Stuurgroep Netwerk Voor elkaar in Parkstad Coöperatie WeHelpen Samenwerking met kennisorganisaties:

Nadere informatie

het antwoord op de Basis GGZ

het antwoord op de Basis GGZ het antwoord op de Basis GGZ mentale ondersteuning direct en dichtbij Inhoudsopgave Indigo Wat is de Basis GGZ? Verwijscriteria Wat kan Indigo mij bieden? 1. POH-GGZ 2. Generalistische Basis GGZ Mirro:

Nadere informatie

FACTSHEET. Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013

FACTSHEET. Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013 FACTSHEET Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013 De spoedeisende hulp (SEH) staat volop in de belangstelling van het beleid. Het aantal SEH-locaties,

Nadere informatie

WERKWIJZE. Medisch Centrum Aan de Berg Nuenen 2017

WERKWIJZE. Medisch Centrum Aan de Berg Nuenen 2017 WERKWIJZE Nuenen 2017,, HA Zorg Het praktiseren van reguliere generalistische huisartsgeneeskundige zorg dichtbij huis. 90% zelf behandelen Meestal behandelen wij die zelf. Anders verwijzen wij u gericht

Nadere informatie

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Derek de Beurs Annemarie Prins Mark

Nadere informatie

Werken met het ketenprogramma CVRM

Werken met het ketenprogramma CVRM Werken met het ketenprogramma CVRM Praktijkinformatie Zorgprogramma CVRM voor huisartsen en praktijkondersteuners www.rohamsterdam.nl Inhoud 1. AAN DE SLAG MET CVRM!... 3 2. KETENPARTNERS... 3 3. WAT DOET

Nadere informatie

Anderhalvelijns zorg Hoe maak je het succesvol?

Anderhalvelijns zorg Hoe maak je het succesvol? Anderhalvelijns zorg Hoe maak je het succesvol? Anderhalvelijnszorg Combinatie generieke eerstelijnszorg en specialistische tweedelijnszorg - Generalistische invalshoek : uitbreiding geïntegreerde eerstelijns

Nadere informatie

Zorgautoriteit. Nederlandse. gereguleerde segment. Voor het overige deel, het vrije segment,

Zorgautoriteit. Nederlandse. gereguleerde segment. Voor het overige deel, het vrije segment, 770? /. Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Minister mr. drs. B.J. Bruins Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030

Nadere informatie

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Derek de Beurs Annemarie Prins Mark

Nadere informatie

Factsheet 1: Hulpvraag - aanbod vanwege psychische en sociale problematiek in de huisartspraktijk

Factsheet 1: Hulpvraag - aanbod vanwege psychische en sociale problematiek in de huisartspraktijk Factsheet 1: Hulpvraag - aanbod vanwege psychische en sociale problematiek in de huisartspraktijk 2011 2016 P.F.M. Verhaak M. Nielen D. de Beurs Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen

Nadere informatie

Bijlage 6b Contractuele bepalingen Segment 3

Bijlage 6b Contractuele bepalingen Segment 3 Bijlage 6b Contractuele bepalingen Segment 3 Algemeen Voor 2018 en 2019 continueert Zorg en Zekerheid de afspraken in segment 3 voor de huisartsenzorg zonder grote wijzigingen. Wanneer er gedurende de

Nadere informatie

Bijeenkomst Zorggroepen Inkoopkader Lucie Martijn & Bart Verhulst 8 juni 2015

Bijeenkomst Zorggroepen Inkoopkader Lucie Martijn & Bart Verhulst 8 juni 2015 Bijeenkomst Zorggroepen Inkoopkader 2016 Lucie Martijn & Bart Verhulst 8 juni 2015 Agenda 1. Visie, Ontwikkelingen & Actualiteit 2. Denktank & Klankbord 3. Kerntaken & Brede rol 4. Inkoop Ketenzorg 2016

Nadere informatie

Analyse van de inzet van de POH-GGZ in de huisartsenpraktijk over de periode

Analyse van de inzet van de POH-GGZ in de huisartsenpraktijk over de periode Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Beurs, D. de, Magnée, T., Bakker, D. de, Verhaak, P. Analyse van de inzet van de POH-GGZ in de huisartsenpraktijk over

Nadere informatie

Verbetering van zorg voor patiënten met stabiele angina pectoris vanuit de 1 e lijn

Verbetering van zorg voor patiënten met stabiele angina pectoris vanuit de 1 e lijn Verbetering van zorg voor patiënten met stabiele angina pectoris vanuit de 1 e lijn Dr. Tobias Bonten huisarts i.o. en epidemioloog PUBLIC HEALTH & EERSTELIJNS GENEESKUNDE LUMC Regionale zorg voor de patiënt

Nadere informatie

Herziening zorgstelsel. Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Herziening zorgstelsel. Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 29 689 Herziening zorgstelsel Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld ------------------ In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte

Nadere informatie

Ruimte voor substitutie? Verschuivingen van tweedelijns naar eerstelijnszorg

Ruimte voor substitutie? Verschuivingen van tweedelijns naar eerstelijnszorg Ruimte voor substitutie? Verschuivingen van tweedelijns naar eerstelijnszorg CE van Dijk, JC Korevaar, JD de Jong, B Koopmans, M van Dijk, DH de Bakker Presentatie, 20 maart 2014. Dr. JC Korevaar, programmaleider

Nadere informatie

cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011

cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011 cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 211 Sterfte bij vrouwen en mannen Hart- en vaatziekten zijn een belangrijke oorzaak van overlijden

Nadere informatie

Gevolgen invoering Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie

Gevolgen invoering Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie Gevolgen invoering Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie Project: 0468 In opdracht van: Zorgverzekeraars Nederland Auteur: Philip Mokveld/Marieke Smit Datum: 23 mei 2007 Vektis BV Sparrenheuvel 18 3708

Nadere informatie

huisarts+punt voor specialistisch

huisarts+punt voor specialistisch Informatie voor huisartsen huisarts+punt voor specialistisch advies Bij huisarts+punt komen patiënten eenmalig bij een medisch specialist op consult. Dit consult vindt plaats op verzoek van de huisarts.

Nadere informatie

Inhoud Plan van aanpak werkgroep Horizontale Verwijzingen... 2 Specifieke verrichtingen (kleine ingrepen)... 2 Probleem... 2 Doel... 2 Doelgroep...

Inhoud Plan van aanpak werkgroep Horizontale Verwijzingen... 2 Specifieke verrichtingen (kleine ingrepen)... 2 Probleem... 2 Doel... 2 Doelgroep... Inhoud Plan van aanpak werkgroep Horizontale Verwijzingen... 2 Specifieke verrichtingen (kleine ingrepen)... 2... 2... 2 groep... 2 stelling/resultaat... 2... 2 Betrokken partijen... 3... 3 Opzetten van

Nadere informatie

Kernpunten Voorhangbrief POH-GGZ en Generalistische Basis GGZ 17 mei 2013

Kernpunten Voorhangbrief POH-GGZ en Generalistische Basis GGZ 17 mei 2013 Kernpunten Voorhangbrief POH-GGZ en Generalistische Basis GGZ 17 mei 2013 Brief van Minister Edith Schippers (VWS) aan de Tweede Kamer met voorstel voor een fundamentele verandering van de organisatie

Nadere informatie

Voorbeeld adviesrapport MedValue

Voorbeeld adviesrapport MedValue Voorbeeld adviesrapport MedValue (de werkelijke naam van de innovatie en het ziektebeeld zijn verwijderd omdat anders bedrijfsgevoelige informatie van de klant openbaar wordt) Dit onafhankelijke advies

Nadere informatie

Geert Oerlemans Huisarts Medisch Centrum Beek en Donk. 19e Grande Conférence Verona 2013

Geert Oerlemans Huisarts Medisch Centrum Beek en Donk. 19e Grande Conférence Verona 2013 Geert Oerlemans Huisarts Medisch Centrum Beek en Donk 19e Grande Conférence Verona 2013 Huisarts onder druk! kans of bedreiging? Omvang huisartsenzorg fors toegenomen Consulten met 7.3% per jaar gestegen

Nadere informatie

Dit wil overigens niet zeggen dat dit project volledig en definitief van tafel is. Met de ICF¹ in gedachten kan het nu eenmaal niet anders dat er een

Dit wil overigens niet zeggen dat dit project volledig en definitief van tafel is. Met de ICF¹ in gedachten kan het nu eenmaal niet anders dat er een Waarom CLIQ Mail Ron Legerstee Ik ga er vooralsnog vanuit dat de behoefte aan een classificatie van hulpmiddelen bestaat. Of CLIQ daarop hét antwoord is en zal blijven weet ik niet. Wel denk ik dat enige

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Uitkomsten enquête POH-GGZ voor jeugd. Inleiding

Uitkomsten enquête POH-GGZ voor jeugd. Inleiding Uitkomsten enquête POH-GGZ voor jeugd Inleiding Vanaf 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor een groot deel van de zorg voor jeugd tot 18 jaar. Tegelijk bieden huisartsenpraktijken ook zorg aan jeugdigen.

Nadere informatie

Visie op zorg: marktwerking anno nu

Visie op zorg: marktwerking anno nu Visie op zorg: marktwerking anno nu 5 juni 2014 Stelling: Zonder samenwerking geen verandering in de zorg Agenda Visie op ziekenhuiszorg Aanpak transitie Toekomst: innovatie en preventie 2 Visie op ziekenhuiszorg

Nadere informatie

Kennis en ervaringen met e-health van mensen met een chronische longziekte

Kennis en ervaringen met e-health van mensen met een chronische longziekte Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Kennis en ervaringen met e-health van mensen met een chronische longziekte, J. Hofstede & M. Heijmans, NIVEL, november

Nadere informatie

No show in de zorg. Voorstel om verspilling in de gezondheidszorg aan te pakken. Pia Dijkstra Tweede Kamerlid D66.

No show in de zorg. Voorstel om verspilling in de gezondheidszorg aan te pakken. Pia Dijkstra Tweede Kamerlid D66. No show in de zorg Voorstel om verspilling in de gezondheidszorg aan te pakken. Notitie Juli 2012 Pia Dijkstra Tweede Kamerlid D66 Inleiding De kosten van de gezondheidzorg stijgen hard. Dat komt voornamelijk

Nadere informatie

De huisarts: uw regisseur van de zorg! Esther van Engelshoven, algemeen directeur Hozl Wiro Gruisen, manager Regioregie CZ

De huisarts: uw regisseur van de zorg! Esther van Engelshoven, algemeen directeur Hozl Wiro Gruisen, manager Regioregie CZ De huisarts: uw regisseur van de zorg! Esther van Engelshoven, algemeen directeur Hozl Wiro Gruisen, manager Regioregie CZ Conferentie Duurzame Zorg, Kasteel Vaeshartelt 20 november 2012 Traditie van samen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 897 Burgerinitiatief «Ziekte van Lyme» Nr. 9 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 september 2017 De vaste commissie voor Volksgezondheid,

Nadere informatie

Zó werkt de huisartsenzorg. Inkijkexemplaar. Kees Wessels en Kees Kraaijeveld

Zó werkt de huisartsenzorg. Inkijkexemplaar. Kees Wessels en Kees Kraaijeveld ZO WERKT DE ZORG Zó werkt de huisartsenzorg Kees Wessels en Kees Kraaijeveld Introductie 4 Voorwoord 8 Waarom dit boek? Hoofdstuk 1 De huisarts 13 Wat is de rol van de huisarts? 16 Welke rol heeft de huisarts

Nadere informatie

Naam project :Ontslag matrix Zorgeenheid : VCCH Namen indiener(s) : Mirjam Al en Simone Kok Hoofd zorgeenheid : Hilda Ket

Naam project :Ontslag matrix Zorgeenheid : VCCH Namen indiener(s) : Mirjam Al en Simone Kok Hoofd zorgeenheid : Hilda Ket verpleegkunde prijs 2014 VU medisch centrum Naam project :Ontslag matrix Zorgeenheid : VCCH Namen indiener(s) : Mirjam Al en Simone Kok Hoofd zorgeenheid : Hilda Ket Mailadres contactpersoon : m.al@vumc.nl

Nadere informatie

uw antwoord op de Basis GGZ

uw antwoord op de Basis GGZ uw antwoord op de Basis GGZ mentale ondersteuning direct en dichtbij 2 Inhoudsopgave Indigo Wat is de Basis GGZ? Verwijscriteria Wat kan Indigo mij bieden? 1. POH-GGZ 2. Generalistische Basis GGZ Mirro:

Nadere informatie

Werkdocument prestatie Gestructureerde complexe ouderenzorg

Werkdocument prestatie Gestructureerde complexe ouderenzorg Werkdocument prestatie Gestructureerde complexe ouderenzorg Beschrijving van de prestatie De module gestructureerde complexe ouderenzorg richt zich op de zorg aan ouderen van 75 jaar en ouder in de eerste

Nadere informatie

Van hartinfarct tot nazorg op de poli

Van hartinfarct tot nazorg op de poli Van hartinfarct tot nazorg op de poli Implementatie zorgpad Acuut Coronair Syndroom Dr. Adriaan Kraaijeveld, UMC Utrecht 23-5-2018 Wat valt je op? Doel van proces Efficiënter zorgproces implementeren,

Nadere informatie

Pilot nieuwe functie: Het concept ziekenhuisarts Het belang van generalisten in het ziekenhuis. Abe Meininger UMCG

Pilot nieuwe functie: Het concept ziekenhuisarts Het belang van generalisten in het ziekenhuis. Abe Meininger UMCG Pilot nieuwe functie: Het concept ziekenhuisarts Het belang van generalisten in het ziekenhuis Abe Meininger UMCG Vergrijzing, multimorbiditeit en chronische zorg Zorgcomplexiteit neemt toe Te hoge kosten,

Nadere informatie

Bijlage 1 zorginkoopbeleid Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg. Versie 1 september 2016

Bijlage 1 zorginkoopbeleid Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg. Versie 1 september 2016 Bijlage 1 zorginkoopbeleid Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 1 Bijlage 1 POH-GGZ 2017 Inleiding Menzis vindt het van belang om ook voor 2017 afspraken over de inzet van de POH-GGZ te maken. Hiermee

Nadere informatie

Samen Beter. Op weg naar 2020

Samen Beter. Op weg naar 2020 Samen Beter Op weg naar 2020 Ambitie BovenIJ ziekenhuis 2020 Op weg naar 2020 wil het BovenIJ ziekenhuis met en voor alle bewoners van Amsterdam-Noord e.o. bijdragen aan een betere gezondheid en een betere

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting. Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),

Nadere informatie

Partners. Kerncoalitie: Huis voor de Zorg Zuyderland CZ Huisartsen OZL. 3 e schil. 2 e schil. 1 e schil. Stuurgroep

Partners. Kerncoalitie: Huis voor de Zorg Zuyderland CZ Huisartsen OZL. 3 e schil. 2 e schil. 1 e schil. Stuurgroep VWS proeftuin Werkgebied MijnZorg Partners 3 e schil 2 e schil 1 e schil Kerncoalitie: Huis voor de Zorg Zuyderland CZ Huisartsen OZL Stuurgroep Netwerk Voor elkaar in Parkstad Coöperatie WeHelpen Samenwerking

Nadere informatie

Epidemiologie van de populatie. Auke Vlonk 15 mei 2014

Epidemiologie van de populatie. Auke Vlonk 15 mei 2014 Epidemiologie van de populatie Auke Vlonk 15 mei 2014 Inhoud Inzicht in de populatie Beschikbare data In de praktijk: Wijkscan: Friesland Wijk- en praktijkscan: Feijenoord, Rotterdam Preventie en substitutie:

Nadere informatie

U BENT AAN HET VINKEN

U BENT AAN HET VINKEN Vinken en/of vonken Prof. Dr. Dinny de Bakker RCH sandwich-nascholing, Tilburg 18/27 november 2013 Protocol aflopen Meetwaarden noteren Gedoe met KIS en ICT Gedoe met declaraties Mensen doorzagen over

Nadere informatie

14 maart onderdeel van

14 maart onderdeel van 14 maart 2019 onderdeel van Wie zijn wij? Jan Hoogeveen Manager New Business en Verkoop, Zorggroep Solis Karen Janssen operationeel manager Transmuraal Logistiek Bureau Deventer Ziekenhuis, Netwerkcoördinator

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Een wenkend perspectief Voorbeeld Diabetes Mellitus II model voor transmurale samenwerking in de chronische zorg

Een wenkend perspectief Voorbeeld Diabetes Mellitus II model voor transmurale samenwerking in de chronische zorg Een wenkend perspectief Voorbeeld Diabetes Mellitus II model voor transmurale samenwerking in de chronische zorg Louis Lieverse en Arnold Romeijnders 25 september 2014 Wat is het probleem Problemen o.a.

Nadere informatie

Veranderende zorgvraag - de visie van VWS

Veranderende zorgvraag - de visie van VWS 1 Veranderende zorgvraag - de visie van VWS Congres DiabeteszorgBeter 3 oktober 2008, Zeist Fred Krapels Hoofd Eerstelijns- en Ketenzorg, tvs plv. Directeur Curatieve Zorg Ministerie van VWS Toename chronische

Nadere informatie

Voor substitutie komt binnenkort een ander aanvraagformulier beschikbaar. Voor wijkgerichte zorg is het budget voor 2016 & 2017 reeds gealloceerd.

Voor substitutie komt binnenkort een ander aanvraagformulier beschikbaar. Voor wijkgerichte zorg is het budget voor 2016 & 2017 reeds gealloceerd. PROJECTAANVRAAG REGIOTAFEL ONDERDEEL: ZORGVERNIEUWING 1 INLEIDING - Deadline voor het indienen van uw projectvoorstel is 24 juni 2016 - Voor 1 oktober 2016 krijgt u bericht over toekenning of afwijzing

Nadere informatie

Transmurale zorgbrug

Transmurale zorgbrug Transmurale zorgbrug 13 februari 2014 Geriatriedagen 2014 Renate Agterhof, verpleegkundig specialist Spaarne Ziekenhuis Marina Tol, onderzoekscoördinator AMC Programma Aanleiding, ontwikkeling en stand

Nadere informatie

Kankerzorg, investeren in goede uitkomsten

Kankerzorg, investeren in goede uitkomsten Kankerzorg, investeren in goede uitkomsten dr. Ronald Spanjers, raad van bestuur, IKNL ir. Steven Lugard, CEO, Performation Dorien de Groot - van de Kreeke MSc MBA, Novivena 1 waarom 2 kanker 3 D(n)OT

Nadere informatie

Minder diëtistische behandeling door grotendeels schrappen van dieetadvisering uit de basisverzekering

Minder diëtistische behandeling door grotendeels schrappen van dieetadvisering uit de basisverzekering Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (J.Tol, I.C.S. Swinkels, C.J. Leemrijse, C. Veenhof, Minder diëtistische behandeling door grotendeels schrappen diëtetiek

Nadere informatie

ehealth & innovatie in de Geboortezorg. Mireille Bekker, associate professor, gynaecoloog UMCU

ehealth & innovatie in de Geboortezorg. Mireille Bekker, associate professor, gynaecoloog UMCU SAFE@HOME ehealth & innovatie in de Geboortezorg Mireille Bekker, associate professor, gynaecoloog UMCU Disclosure SAFE@HOME studie: gefinancierd door het programma e-health van het Citrienfonds ZonMW

Nadere informatie

Schaal- en synergie-effecten bij de spoedeisende hulp

Schaal- en synergie-effecten bij de spoedeisende hulp Schaal- en synergie-effecten bij de spoedeisende hulp Een literatuur- en empirisch onderzoek naar de kostenstructuur van de spoedeisende hulp Centrum voor Innovaties en Publieke Sector Efficiëntie Studies,

Nadere informatie

Towards an evidence-based Workforce Planning in Health Care?

Towards an evidence-based Workforce Planning in Health Care? Symposium Towards an evidence-based Workforce Planning in Health Care? Sodehotel La Woluwe 25/04, 09u-13u. Symposium - Towards an evidence-based Workforce Planning in Healthcare. Hoe is het dreigende huisartsentekort

Nadere informatie

Hét Landelijk Online. Diagnostisch Centrum. voor cliënten met een. vermoeden van een. psychische aandoening. Informatie voor Verwijzers

Hét Landelijk Online. Diagnostisch Centrum. voor cliënten met een. vermoeden van een. psychische aandoening. Informatie voor Verwijzers Hét Landelijk Online Diagnostisch Centrum voor cliënten met een vermoeden van een psychische aandoening. Informatie voor Verwijzers GGZ Wijzer: - is hét landelijk online diagnostisch centrum voor cliënten

Nadere informatie

2.3 Ontwikkelingen mbt financiering, wet- en regelgeving

2.3 Ontwikkelingen mbt financiering, wet- en regelgeving Kennis over Ketenzorg Externe analyse, financiering 2.3 Ontwikkelingen mbt financiering, wet- en regelgeving In dit hoofdstuk verkennen we de externe omgeving die van invloed is op de vraag of het voor

Nadere informatie

Deze pagina bevat links binnen de CVRM keten voor de zorgverleners.

Deze pagina bevat links binnen de CVRM keten voor de zorgverleners. Ketenzorg CVRM Programma Website Dokterscoop.nl Inclusie- en exclusie criteria CVRM Controlefrequentie CVRM Labformulier nieuw Registratie deelname Ketenzorg Standaarden en protocollen Vragen? Volgende

Nadere informatie

het antwoord op de Basis GGZ

het antwoord op de Basis GGZ het antwoord op de Basis GGZ mentale ondersteuning direct en dichtbij 2 Inhoudsopgave Indigo Wat is de Basis GGZ? Verwijscriteria Wat kan Indigo mij bieden? 1. POH-GGZ 2. Generalistische Basis GGZ 3. mirro:

Nadere informatie

het antwoord op de Basis GGZ

het antwoord op de Basis GGZ het antwoord op de Basis GGZ mentale ondersteuning direct en dichtbij Inhoudsopgave Indigo Wat is de Basis GGZ? Verwijscriteria Wat kan Indigo mij bieden? 1. POH-GGZ 2. Generalistische Basis GGZ 3. mirro:

Nadere informatie

CVRM in N.Kennemerland

CVRM in N.Kennemerland CVRM in N.Kennemerland Goof Zonneveld Jacco Rempe Huisartsenzorg Noord-Kennemerland Zorgprogramma CVRM Preventie Preventie van HVZ traditioneel altijd aandacht voor hypertensie, onvoldoende aandacht voor

Nadere informatie

Ketenzorg inleiding. Ph.E. de Roos

Ketenzorg inleiding. Ph.E. de Roos Ketenzorg inleiding Ph.E. de Roos Waarom ketenzorg Vormen van financiering KOP tarief, hoe en wat Aanpak ketenzorg CVRM en HF Spelers in CVRM en HF keten Workshop VRM en HF Discussie en vragen Agenda Waarom

Nadere informatie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij hart- en vaatziekten! Optimale zorg bij hart- en vaatziekten door samenwerkende zorgverleners

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij hart- en vaatziekten! Optimale zorg bij hart- en vaatziekten door samenwerkende zorgverleners Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij hart- en vaatziekten! Optimale zorg bij hart- en vaatziekten door samenwerkende zorgverleners 1 op de 3 mensen in Nederland overlijdt aan een hart- of vaatziekte.

Nadere informatie

De invloed van Lean interventies over meerdere jaren op laboratorium performance

De invloed van Lean interventies over meerdere jaren op laboratorium performance Date 1-11-2013 1 Lang Lean, Perfecte Performance? De invloed van Lean interventies over meerdere jaren op laboratorium performance COPE 2013 Oskar Roemeling University of Groningen o.p.roemeling@rug.nl

Nadere informatie

Substitutie perspectief vanuit Menzis. Martine Poulussen Tom Schoen 8 juni 2017

Substitutie perspectief vanuit Menzis. Martine Poulussen Tom Schoen 8 juni 2017 Substitutie perspectief vanuit Menzis Martine Poulussen Tom Schoen 8 juni 2017 1 Regio aanpak = integrale aanpak Regioteams (regiomanagers) MSZ, 1 e lijn, GGZ, Wijkverpleging Betaalbare zorg dmv samenhang

Nadere informatie

workshop tweedaagse Goed georganiseerd rondom de huisarts.

workshop tweedaagse Goed georganiseerd rondom de huisarts. workshop tweedaagse Goed georganiseerd rondom de huisarts. De huisarts centraal in de organisatie 18 september 2014 3 verhalen uit de praktijk Opdracht Willem Groenevelt: Dokterszorg Friesland Yvonne Guldemond:

Nadere informatie

Stroke Risk Analysis

Stroke Risk Analysis Stroke Risk Analysis Alere Health Services introduceert een doorbraak in de non-invasieve diagnostiek van (paroxysmaal) atrium fibrilleren, de Stroke Risk Analysis. Omvang van het probleem Per jaar krijgen

Nadere informatie

Zorg en Zekerheid beleid POH GGZ Versie 1 april 2017

Zorg en Zekerheid beleid POH GGZ Versie 1 april 2017 Zorg en Zekerheid beleid POH GGZ Versie 1 april 2017 Visie Zorg en Zekerheid investeert in een sterke eerste lijn. Onder meer met de vorming van de BasisGGZ heeft de huisarts een prominente rol als poortwachter

Nadere informatie

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Inleiding Ziekte gerelateerde ondervoeding is nog steeds een groot probleem binnen de Nederlandse

Nadere informatie

Generalistisch werkende artsen palliatieve geneeskunde in en vanuit het ziekenhuis. Jan Lavrijsen Maaike Veldhuizen Marlie Spijkers

Generalistisch werkende artsen palliatieve geneeskunde in en vanuit het ziekenhuis. Jan Lavrijsen Maaike Veldhuizen Marlie Spijkers Generalistisch werkende artsen palliatieve geneeskunde in en vanuit het ziekenhuis Jan Lavrijsen Maaike Veldhuizen Marlie Spijkers Disclosure belangen sprekers (potentiële) belangenverstrengeling Voor

Nadere informatie

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL De gegevens mogen met bronvermelding (Margit K Kooijman, Ilse CS Swinkels, Chantal J Leemrijse. Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing.

Nadere informatie

Evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en 2013

Evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en 2013 Rapportage Evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en 2013 - Betalingsregelingen eigen risico Zvw - Sturing met eigen risico 13 mei 2014 Rapport evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en

Nadere informatie

Inkoopbeleid huisartsen en multidisciplinaire zorg

Inkoopbeleid huisartsen en multidisciplinaire zorg Aanvulling op inkoopbeleid Huisartsenzorg en Multidisciplinaire zorg 2015-2016 Ingangsdatum 1 januari 2016 Inkoopbeleid huisartsen en multidisciplinaire zorg De afgelopen jaren is de zorgvraag in Nederland

Nadere informatie