Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. deelrapport Nautiek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. deelrapport Nautiek"

Transcriptie

1 Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis deelrapport Nautiek

2

3 Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis deelrapport Nautiek Datum oktober 2013 Status definitief

4 Ontwerp-Tracébesluit 3e kolk Prinses Beatrixsluis - deelrapport nautiek oktober definitief Pagina 4 van 41

5 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding derde kolk Doelstelling planstudie OTB/MER Doelstelling deelrapport nautiek Leeswijzer 8 2 Projectgebied en raakvlakken Introductie sluis en omgeving Het plangebied OTB/MER Studiegebied nautiek Raakvlakken 13 3 Referentiesituatie en voorkeursalternatief Referentiesituatie Het voorkeursalternatief Ontwikkeling scheepvaart 21 4 Wettelijk en beleidskader Wettelijk kader Beleidskader Richtlijnen 24 5 Beoordelingskader Overzicht beoordelingskader Voldoen aan de RVW Vlotheid Interne veiligheid Aansluiting met de Lek en het ontwerp van het verbrede Lekkanaal Wachtplaatsen voor kegelschepen Reservecapaciteit wachtplaatsen overige schepen 27 6 Huidige situatie en autonome ontwikkeling Huidige situatie Autonome ontwikkeling 31 7 Effecten van het voorkeursalternatief Voldoen aan de RVW Vlotheid Interne veiligheid Aansluiting met de Lek en het Lekkanaal Wachtplaatsen voor kegelschepen Reservecapaciteit wachtplaatsen overige schepen Samenvatting effectbeoordeling 36 8 Mitigatie en compensatie 38 9 Leemten in kennis en evaluatie 39 Pagina 5 van 41

6 9.1 Leemten in kennis en informatie Aanzet tot monitoring en evaluatie Verklarende woordenlijst Literatuurlijst 41 Pagina 6 van 41

7 1 Inleiding 1.1 Aanleiding derde kolk Het Lekkanaal verbindt het Amsterdam-Rijnkanaal (ARK) met de Lek. Het Lekkanaal is een belangrijke schakel in de vaarroute tussen Amsterdam/Noord-Nederland en Rotterdam/Antwerpen. Het Prinses Beatrixsluiscomplex is het enige sluiscomplex op de kortste vaarroute tussen Amsterdam en Rotterdam. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) wordt ingezet op vergroting van de capaciteit van de vaarwegen. Daarbij is een ambitie geformuleerd voor het realiseren van betrouwbare reistijden voor de binnenvaart op de hoofdverbindingsassen. Aan deze ambitie is een wachttijdcriterium gekoppeld voor de gemiddelde wachttijd bij sluizen op de hoofdvaarwegen. Deze wachttijd mag maximaal 30 minuten bedragen in de drukste maand van het jaar. De verwachte groei van het scheepvaartverkeer zorgt ervoor dat, afhankelijk van het groeiscenario, in de periode de gemiddelde wachttijden bij de Beatrixsluis het wachttijdcriterium overschrijden. Wanneer geen maatregelen worden getroffen lopen de wachttijden na 2020 sterk op. De huidige capaciteit van het Prinses Beatrixsluiscomplex vormt daarmee in de toekomst een knelpunt voor een vlotte en veilige verkeersafwikkeling. In 1999 is reeds gestart met een verkenning van alternatieven voor capaciteitsuitbreiding van de Beatrixsluis. Op basis van diverse onderzoeken heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu in februari 2012 een voorkeursbesluit genomen voor realisatie van een derde kolk aan de oostzijde van het complex. 1.2 Doelstelling planstudie OTB/MER Het (O)TB/MER (ontwerp-tracébesluit/milieueffectrapport) is het resultaat van de gecombineerde tracéwet- en m.e.r.-procedure (milieueffectrapportage), die wordt doorlopen voor realisatie van de 3e kolk Prinses Beatrixsluis. Het (O)TB geeft de ruimtelijke uitwerking van het voorkeursbesluit en legt het ruimtebeslag (planologisch) vast. Het MER beschrijft de milieueffecten van de voorgenomen ingreep en de bijbehorende mitigerende en compenserende maatregelen. De realisatie van de derde kolk bij de Beatrixsluis wordt in de uitvoering gecombineerd met een verbreding van het Lekkanaal. Het doel van dit gecombineerde project is het structureel oplossen van het doorstromingsprobleem bij de Beatrixsluis door aanleg van een derde Sluiskolk, het creëren van voldoende en veilige overnachtingsplaatsen door verbreding van het Lekkanaal en het oplossen van de hinderlijke waterbeweging in het Lekkanaal door passerende schepen op het ARK. De planuitwerking voor de verbreding van het Lekkanaal is in een apart traject uitgevoerd en is geen onderdeel van het (O)TB/MER 3e kolk Prinses Beatrixsluis. De projecten worden in de aanbesteding en uitvoering gecombineerd. Pagina 7 van 41

8 1.3 Doelstelling deelrapport nautiek Voorliggend deelrapport nautiek is onderdeel van de planuitwerking (O)TB/MER 3e kolk Prinses Beatrixsluis. Dit deelrapport levert input voor het (O)TB en het MER. De belangrijkste uitgangspunten, resultaten en conclusies zijn in deze twee hoofdrapporten opgenomen. Voor het thema nautiek worden de nautische effecten onderzocht van het voorkeursalternatief voor de derde kolk van het Beatrixsluiscomplex. Het reeds vastgestelde voorkeursalternatief is het enige alternatief dat in de (O)TB/MER onderzocht wordt. Het voorkeursalternatief wordt vergeleken met de referentiesituatie (huidige situatie plus autonome ontwikkeling). De tijdshorizon die hiervoor gehanteerd wordt is het jaar De nautische effecten die onderzocht worden, vallen twee hoofdaspecten: nautische veiligheid en vlotheid. 1.4 Leeswijzer Dit rapport is als volgt ingedeeld: hoofdstuk 2 Projectgebied en raakvlakken: een toelichting op de bestaande Beatrixsluis, het project- en studiegebied en raakvlakprojecten; hoofdstuk 3 Beschrijving alternatieven: beschrijving van de referentiesituatie voor de effectenstudie, de voorgenomen ingreep (realisatie derde kolk) en de vervoersprognoses; hoofdstuk 4 Wettelijk en beleidskader: beschrijving van de kaders die van toepassing zijn voor de effectenstudie; hoofdstuk 5 Beoordelingskader: toelichting op het beoordelingskader en de methodiek die zijn gehanteerd in de effectenstudie; hoofdstuk 6 Huidige situatie en autonome ontwikkeling: beschrijving van de huidige situatie voor het nautiek en de autonome ontwikkelingen tot het jaar 2030; hoofdstuk 7 Effecten van het voorkeursalternatief: toelichting op de effecten bij realisatie van een derde kolk en vergelijking van de effecten in relatie tot de referentiesituatie; hoofdstuk 8 Mitigatie en compensatie: beschrijving van benodigde maatregelen ter mitigatie en compensatie van effecten bij realisatie van een derde kolk; hoofdstuk 9 Leemten in kennis en evaluatie: toelichting op leemten in kennis en informatie in de studie en voorstellen voor monitoring en evaluatie; hoofdstuk 10 en 11: verklarende woordenlijst en literatuurlijst. Pagina 8 van 41

9 2 Projectgebied en raakvlakken Afbeelding 2.1 Luchtfoto Prinses Beatrixsluis in het Lekkanaal 2.1 Introductie sluis en omgeving Het complex Het huidige complex heeft twee kolken met identieke afmetingen: een zogenaamde tweelingsluis. De dubbele sluis bestaat uit twee betonnen sluisbakken met een afmeting van 225 m lengte bij 18 m breedte en een drempelniveau van NAP - 4,6 m. De maximale toegestane diepgang voor de scheepvaart is 3,5 m en de maximale scheepsklasse is CEMT klasse Vb 1. De sluizen zijn uitgevoerd met hefdeuren in een zuidelijk en noordelijk portaal. De portalen bestaan elk uit drie heftorens met daaroverheen een verbindingsbrug, waarin de hefconstructies zijn ondergebracht. Het sluizencomplex (de tweelingsluis met de kenmerkende portalen) is aangewezen als Rijksmonument. Het Lekkanaal Het Lekkanaal verbindt het Amsterdam-Rijnkanaal (ARK) met de Lek (zie afbeelding 2.2). Het Lekkanaal heeft een lengte van 3,5 km en is een belangrijke schakel in de vaarroute tussen Amsterdam/Noord-Nederland en Rotterdam/Antwerpen. De Beatrixsluis is het enige sluiscomplex op de kortste vaarroute tussen Amsterdam en Rotterdam. 1 In praktijk maken ook schepen behorend tot de categorie CEMT VIa gebruik van de sluis (tot een diepgang van 3,5 m) Pagina 9 van 41

10 Het sluiscomplex deelt het Lekkanaal in twee delen. Het deel ten noorden van de sluizen is 85 m breed en bestaat uit een bakprofiel met stalen damwanden. Het bodemniveau is in dit deel NAP - 5,7 m. De waterstand aan de noordzijde wordt (zoveel mogelijk) constant gehouden op NAP - 0,4 m. Het deel van het Lekkanaal ten zuiden van het complex heeft tussen de remmingwerken een breedte van 100 m. De oevers zijn glooiend in dit deel en bekleed met stortsteen. Het bodemniveau ligt op NAP - 5,0 m. De waterstand volgt de waterstand op de Lek en is daarmee afhankelijk van getijdenwerking en rivierafvoer. De gemiddelde hoogwaterstand is NAP + 1,62 m en de gemiddelde laagwaterstand NAP + 0,63 m. De dijken aan de oost- en westzijde van het Lekkanaal, ten zuiden van het sluiscomplex zijn onderdeel van de primaire waterkering (dijkring 44). De waterkering loopt door over het sluiscomplex heen en het sluiscomplex is daarmee onderdeel van de primaire waterkering. Afbeelding 2.2 Ligging Beatrixsluiscomplex in het Lekkanaal De omgeving Afbeelding 2.3 geeft een overzicht van het sluiscomplex en haar omgeving in de huidige situatie. Aan de oostzijde grenst het complex aan het bedrijventerrein Het Klooster. Dit bedrijventerrein is nog in ontwikkeling (2013). De grond is bouwrijp Pagina 10 van 41

11 gemaakt, maar grotendeels onbebouwd. Tussen het bedrijventerrein en het sluiscomplex loopt een ecologische zone. Aan de westzijde grenst het complex aan de bebouwde kom van Nieuwegein, met van noord naar zuid bedrijventerrein Plettenburg, bedrijventerrein de Wiers en de wijk Vreeswijk (Nieuwegein). Ook bevindt zich aan de westzijde van het kanaal, ten noorden van de sluis, een waterinlaat van Waternet. Hier wordt water ingenomen voor de drinkwatervoorziening van een groot deel van Noord-Holland. Het water wordt getransporteerd van het Lekkanaal via een pijpleiding naar de waterleidingduinen bij Haarlem, waar het wordt gefilterd. Afbeelding 2.3 Overzicht omgeving Pagina 11 van 41

12 Langs het Lekkanaal liggen verschillende objecten die deel uitmaken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW). Een deel van deze objecten heeft de status van Rijksmonument. Bij de aansluiting op de Lek bevinden zich de kazematten Vreeswijk-West en Vreeswijk-Oost. Ten noorden van het sluiscomplex bevinden zich aan de oostzijde van het kanaal de kazematten Schalkwijksche Wetering en Houtensche Wetering, het sluisje in de Schalkwijksche Wetering, een uitlaatduiker en de Plofsluis (bij aansluiting op het ARK). 2.2 Het plangebied OTB/MER Het plangebied voor dit OTB/MER loopt van de aansluiting van het Lekkanaal op de Lek tot en met de aansluiting van de Schalwijksche Wetering op het Lekkanaal (zie afbeelding 2.4 met de grens van het OTB). Afbeelding 2.4 Het plangebied OTB Pagina 12 van 41

13 2.3 Studiegebied nautiek Het studiegebied voor de nautische effecten betreft de noordelijke- en zuidelijke voorhaven van het Prinses Beatrixsluiscomplex en wordt ten zuiden begrensd door de aansluiting met de Lek en ten noorden door de Schalwijksche Wetering. Voor de bepaling van de reservecapaciteit wachtplaatsen worden ook de ligplaatsen op het noordelijke deel van het Lekkanaal meegenomen (buiten het plangebied). 2.4 Raakvlakken Met projecten in de omgeving Voor het thema nautiek zijn de raakvlakken met de volgende projecten van belang: aansluiting van de noordelijke voorhaven op het ontwerp van de verbreding Lekkanaal; aansluiting van de zuidelijke voorhaven op de Lek Met andere deelstudies De deelstudie nautiek heeft een duidelijk raakvlak met het ontwerp van de derde sluiskolk, de voorhavens en de remming- en geleidewerken. Het ontwerp van de derde sluiskolk is input voor de effectbeoordeling op het thema nautiek. Pagina 13 van 41

14 3 Referentiesituatie en voorkeursalternatief In het MER wordt de toekomstige situatie met een derde kolk (de projectsituatie met het voorkeursalternatief) vergeleken met de situatie zonder realisatie van het project (de referentiesituatie). De referentiesituatie wordt beschreven in paragraaf 3.1. Voor het voorkeursalternatief is een referentieontwerp opgesteld. Dit ontwerp en de vertaling hiervan richting de uitvoering worden toegelicht in paragraaf 3.2. De laatste paragraaf van dit hoofdstuk gaat in op de scheepvaartprognoses voor zowel de referentie- als de projectsituatie. 3.1 Referentiesituatie De referentiesituatie beschrijft de situatie die in het jaar 2030 ontstaat wanneer geen derde kolk wordt gerealiseerd. Dit is een combinatie van de huidige situatie met autonome ontwikkelingen (economisch en ruimtelijk). De referentiesituatie is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: verloop van de economische ontwikkeling volgens het groeiscenario Transatlantic Markets (TM, WLO-scenario voor gematigde groei). Voor de effecten van het project wordt waar relevant een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd voor kleinere groei (volgens Strong Europe, SE) en grotere groei (volgens Global Economy, GE); planjaar 2030: de referentiesituatie en de projectsituatie worden beschreven en vergeleken voor het toekomstjaar 2030 (ongeveer 10 jaar na realisatie). De economische ontwikkeling uit zich in groei van de scheepvaartintensiteiten op het Lekkanaal. De prognoses voor zowel de referentie- als de projectsituatie worden beschreven in paragraaf 3.3. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de autonome, ruimtelijke ontwikkelingen met relevantie voor realisatie van de 3e kolk Prinses Beatrixsluis. Deze tabel geeft een overzicht van de belangrijkste autonome ontwikkelingen 2. Tabel 3.1 Autonome ruimtelijke ontwikkeling naam toelichting ontwikkeling relevantie voor OTB/MER Beatrixsluis Verbreding noordzijde Lekkanaal (Rijkswaterstaat Utrecht) Het Lekkanaal wordt verbreed ten noorden van de Beatrixsluis om de onveilige situatie op het kanaal op te lossen, ruimte te creëren voor ligplaatsen en om de hinderlijke waterbewegingen door schepen op het ARK weg te nemen. De verbreding is vastgelegd in het bestemmingsplan Het Klooster van de gemeente Nieuwegein. Het ontwerp voor de derde kolk en de verlegde waterkering dient aan te sluiten op het ontwerp voor verbreding van het Lekkanaal. Daarnaast moet rekening worden gehouden met cumulatieve effecten. De twee projecten worden samen aanbesteed. Bedrijventerrein Het Klooster Gronduitgifte op bedrijventerrein Het Klooster is gestart eind In totaal wordt 75 Het bedrijventerrein Het Klooster grenst direct aan het 2 Onder autonome ontwikkelingen worden die ontwikkelingen verstaan die plaatsvinden op basis van al genomen besluiten en vastgesteld beleid. Pagina 14 van 41

15 naam toelichting ontwikkeling relevantie voor OTB/MER Beatrixsluis (Gemeente Nieuwegein) hectare grond uitgegeven. In de huidige situatie zijn enkele bedrijven gevestigd op het terrein (distributiecentrum V&D en Mavaro B.V.). Het Klooster is een duurzaam bedrijventerrein, gericht op groen ondernemen. plangebied voor realisatie van de derde kolk. Bestuurlijk is een demarcatielijn overeengekomen. Realisatie van de derde kolk en verlegging van de primaire waterkering dient binnen deze demarcatie plaats te vinden. De landschaps- en ecologische zone bevinden zich aan beide zijden van de demarcatielijn en dienen in overleg te worden ingevuld. Ruimte voor de Lek (Rijkswaterstaat) Doelen van dit project zijn een waterstanddaling van 8 cm (veiligheid) en verbetering van ruimtelijke kwaliteit (natuur en kleinschalige recreatie). Hiervoor worden in vijf uiterwaarden oevergeulen gerealiseerd. Het provinciaal Inpassingsplan is juli 2012 vastgesteld. Er is één bezwaar ingediend dat eerste helft 2013 door de Raad van State wordt behandeld. Realisatie is gepland voor 2014 en Het inpassingsplan voor Ruimte voor de Lek sluit direct aan op het plangebied voor de 3e kolk Beatrixsluis en verbreding Lekkanaal. Met het ontwerp dient hierop de worden aangesloten. Interessant zijn mogelijke koppelingen voor de thema s ecologie en water. Fietsbrug Plofsluis (Gemeente Nieuwegein) De gemeente Nieuwegein wil fietsen in de regio aantrekkelijker maken. Een van de projecten daarvoor is het herstellen van de oorspronkelijke regionale Oost-west fietsroute van Nieuwegein naar Houten (en verder). Een belangrijke schakel in deze route is de nieuwe De recreatieve fietsroute aan de oostzijde van het sluiscomplex, langs de Nieuwe Hollandse Waterlinie, dient aan te sluiten op de fietsbrug bij de Plofsluis. fietsbrug over het Amsterdam Rijnkanaal bij de Plofsluis. Het bestemmingsplan voor de fietsbrug is definitief en naar verwachting wordt de fietsbrug in 2014 aangelegd. Recreatief Streektransferium Linieland (Gemeente Houten, gemeente Maart 2013 is het bestemmingsplan voor realisatie van het streektransferium Linieland vastgesteld. Het streektransferium wordt gerealiseerd bij de aansluiting van Nieuwegein De recreatieve voorzieningen langs het Beatrixsluiscomplex moeten worden aangesloten op het streektransferium. Nieuwegein) aan de A27 als de toegangspoort voor toeristen naar het Eiland van Schalkwijk en de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Realisatie is naar verwachting in Windpark Nieuwegein (Gemeente Nieuwegein) Nieuwegein wil in 2040 een klimaatneutrale, duurzame stad zijn. Eén van de initiatieven om dat te bereiken is Windpark Nieuwegein: 5 windturbines tussen bedrijvenpark Het Klooster en Rijksweg A27. In maart 2013 zijn het ontwerpbestemmingsplan en de ontwerpomgevingsvergunning ter inzage Realisatie van het windpark kan effect hebben op ruimtelijke kwaliteit en geluidsbelasting rond het Beatrixsluiscomplex (cumulatieve effecten). Pagina 15 van 41

16 naam toelichting ontwikkeling relevantie voor OTB/MER Beatrixsluis gelegd. Binnenhaven t Klooster (Provincie Utrecht) De provincie Utrecht heeft in haar Provinciale Structuurvisie bedrijvenpark Het Klooster als een mogelijk locatie voor een binnenhaven aangewezen. Samen met de Uitgangspunt voor het OTB/MER is realisatie van de binnenhaven aan het Amsterdam-Rijnkanaal. gemeente is een onderzoek naar haalbaarheid en locatie uitgevoerd. Hierbij zijn locaties aan het Lekkanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal onderzocht. Op basis van het onderzoek is besloten tot een locatie aan het Amsterdam- Rijnkanaal. UNESCO Werelderfgoed nominatie Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) Het Rijk heeft de NHW voor de voorlopige lijst Werelderfgoed aangemeld. Een plaats op de Voorlopige Lijst betekent dat het Rijk samen met de provincie Utrecht en de andere betrokken overheden, eigenaren en beheerders start met de voorbereiding om de NHW de komende vijftien jaar opgenomen te krijgen op de Werelderfgoedlijst. UNESCO besluit over toekenning van de werelderfgoed status. Realisatie van de derde kolk en verbreding van het Lekkanaal leidt tot ingrepen in de NHW. De uitvoeringswijze kan effect hebben op de bijzondere, unieke waarden van de linie en daarmee op de kans van de eventuele Werelderfgoed nominatie. A27: uitbreiding traject Houten - Hooipolder (Rijkswaterstaat) De A27 staat al een aantal jaren in de file top 10. Rijkswaterstaat onderzoekt welke oplossing het meest duurzaam is en de doorstroming verbetert op de A27 tussen Houten en knooppunt Hooipolder. In 2011 is in de Tweede Kamer een motie aangenomen dat knooppunt Hooipolder moet worden aangepakt. Najaar 2013 wordt besloten over de verder uitwerking tot een projectbesluit. De voorlopige planning is start van de werkzaamheden in Dit project leidt tot een verbreding van de A27 ter hoogte van Nieuwegein. Dit kan effect hebben op de aansluiting op de A27 bij Het Klooster en de Prinses Beatrixsluis en op de verkeersintensiteiten op het onderliggend wegennet. 3.2 Het voorkeursalternatief Voor de wijze waarop in het MER wordt omgegaan met het voorkeursalternatief is het van belang een doorkijk te maken naar de uitvoering van het project. De uitvoering van de derde kolk wordt geregeld via een aanbesteding met een zogenaamd DBFM contact. Dit is een contract, waarbij de aannemer verantwoordelijk is voor het definitieve ontwerp, de bouw/aanleg en een lange periode van onderhoud. Rijkswaterstaat hanteert deze wijze van aanbesteding in de verwachting, dat dit de meest efficiënte invulling geeft van de vraagstelling, omdat inschrijvende aannemers binnen de gegeven eisen een oplossing kiezen die zij het beste en goedkoopste kunnen bouwen en onderhouden. Uiteindelijk kiest Rijkswaterstaat de aannemer met de beste oplossing op basis van zowel prijs als kwaliteit. Dit houdt in, dat het OTB ruimte moet bieden aan meerdere ontwerpoplossingen en het MER hiervan effecten inzichtelijk moet maken. Pagina 16 van 41

17 In dit MER is dit ingevuld, door te kiezen voor het beschrijven van effecten van een referentieontwerp voor het voorkeursalternatief en vervolgens, waar relevant, een indicatie te geven van de gevolgen van eventuele andere ontwerpoplossingen. Locatie en vormgeving Het voorkeursalternatief bestaat uit de realisatie van een derde sluiskolk ten oosten van de bestaande kolken. De nieuwe sluis maakt deel uit van de primaire waterkering. Deze waterkering loopt via de dijk ten zuidoosten van het complex over de noordelijke sluishoofden naar de dijk ten zuidwesten. Afbeelding 3.1 geeft een overzicht het referentieontwerp voor het voorkeursalternatief in het landschapsplan. Qua vormgeving is de derde kolk ontworpen als snede in het landschap, zodat deze onopvallend is naast de bestaande kolken. De huidige tweelingsluis met zijn karakteristieke heftorens blijft beeldbepalend. De derde kolk is in het referentieontwerp uitgevoerd met dubbele puntdeuren (zie afbeelding 3.1). Er wordt gebruik gemaakt van het bestaande bedieningsgebouw op het middeneiland van de tweelingsluis. De noordelijk in- en uitvaart van de derde kolk wordt gerealiseerd binnen de beschikbare ruimte onder de bestaande brug over het sluiscomplex. De derde sluiskolk is geschikt voor alle schepen tot en met CEMT-klasse Vb. Tevens is de kolk geschikt voor CEMT-klasse VIa motorvrachtschepen en twee-baks brede duwstellen en brede koppelverbanden. De kolk heeft een nuttige kolkafmeting van 270 m bij 25 m (beschikbare ruimte binnen de stopstrepen van de sluiskolk). De derde kolk is 45 m langer en 7 m breder dan de huidige twee kolken. De totale lengte van de derde kolk inclusief de sluishoofden bedraagt 362 m en de sluishoofden hebben een breedte van 45 m (bij toepassing van dubbele puntdeuren). Het drempelniveau (bij invaren) voor de derde kolk wordt gerealiseerd op NAP - 5,8 m. De kolk is daarmee 1,2 m dieper dan de bestaande kolken. Het niveau van het sluisplateau ligt op NAP + 7,80, uitgezonderd het buitenhoofd dat op NAP + 8,9 m wordt gerealiseerd. Dit is een meter hoger dan de sluishoofden van de bestaande kolken. Voor de achtergrond van de niveaus van de sluishoofden en de geleidewerken van de derde kolk wordt verwezen naar het rapport constructief ontwerp sluishoofden. Uit het doorlopen ontwerpproces blijkt, dat de ontwerpruimte voor de aannemer het grootst is bij de keuze van het type sluis. In het referentieontwerp is uitgegaan van puntdeuren, omdat deze leiden tot het grootste ruimtebeslag in de lengte (meest kritisch voor de technische oplossing). De aannemer kan echter bijvoorbeeld ook kiezen voor roldeuren of waaierdeuren. Alleen het gebruik van hefdeuren wordt uitgesloten, omdat deze afbreuk doen aan het ontwerp als snede in het landschap. De randvoorwaarden waarbinnen de Lekdijk (beperkte ruimte, technisch eisen) en Liniedijk (complexe belangenafweging) moeten worden gerealiseerd, resulteren in beperkte ontwerpvrijheid. Pagina 17 van 41

18 Samenvattend bestaat de ontwerpruimte op hoofdlijnen uit: tracé van de waterkering: verschuiving mogelijk van +/- 10 m in oost-west richting binnen de grenzen van het OTB; deurtype voor de sluis: vrije keuze, alleen hefdeuren zijn uitgesloten. Het deurtype heeft invloed op de sluisafmetingen zo leiden puntdeuren tot een langere, smallere kolk (langere sluishoofden en roldeuren tot een bredere, kortere sluis (sluishoofden met brede deurkas); locatie derde kolk: verschuiving mogelijk in oost-west richting +/- 15 m, noord richting +/- 5 m, zuid richting +/- 50 m (schuifruimte afhankelijk van sluisafmeting en deurtype); ligging wegen: beperkte vrijheid tracés, binnen de ontwerpvrijheid voor de waterkering en de derde kolk. Afbeelding 3.1 Uitsnede landschapsplan 3e kolk Prinses Beatrixsluis Pagina 18 van 41

19 Dijken Voor de realisatie van de derde kolk wordt de primaire waterkering ten zuiden van het complex over een afstand van ongeveer 120 m oostwaarts verplaatst. De nieuwe primaire waterkering krijgt eenzelfde vormgeving als de bestaande dijk met grasbekleding en de weg op de kruin van de dijk. Wel wordt de nieuwe dijk aanzienlijk breder dan de huidige dijk op basis van de geldende stabiliteitseisen. Aan de noordzijde van het complex wordt de liniedijk over een afstand van ongeveer 100 m oostwaarts verplaatst. Ter hoogte van de Schalwijksche wetering wordt aangesloten op het ontwerp voor de verbreding van het Lekkanaal. De liniedijk wordt vormgegeven in lijn met de situatie in het jaar 1930 met een maximale hoogte van NAP + 2,45 m en kruinbreedte van 6 m. Op de kruin van de Liniedijk wordt een informeel (halfverhard) wandelpad gerealiseerd. Aan de teen van de dijk (oostzijde) wordt een bomenrij aangeplant. Wegen Over de derde kolk wordt een nieuwe brug gerealiseerd voor lokaal weg- en fietsverkeer. Deze brug wordt direct ten zuiden van de Beatrixbrug aangelegd en sluit aan op de brug over de bestaande twee kolken. Daarnaast krijgt deze brug een aansluiting op het eiland dat ontstaat tussen de bestaande kolken en de nieuwe kolk. Aan de oostzijde wordt de brug aangesloten op het Sluispad Zuid en op het fietspad langs de Waterliniedok. De weg over de primaire waterkering (Lekdijk Oost - Achterweg) wordt met de waterkering mee naar het oosten verplaatst en loopt samen met de derde kolk onder de nieuwe brug (over de derde kolk) en onder de bestaande Beatrixbrug door naar de noordzijde van het complex. Hier gaat de weg verder als Sluispad Noord. De ontsluiting van de brug over de derde kolk verloopt via het Sluispad Zuid dat ten zuiden van de brug aansluit op de Achterweg. De hoofdontsluiting van het sluiscomplex voor autoverkeer vanaf de oostzijde wordt gewijzigd. Deze ontsluiting loopt in de toekomst vanaf de kruising Waterliniedok - Defensiedok over het bedrijventerrein Het Klooster naar de Achterweg. Vanaf de Achterweg kan het verkeer in zuidelijke richting de Lekdijk oprijden of in noordelijke richting naar het sluiscomplex. Voor het fietsverkeer tenslotte worden ten noorden van het sluiscomplex twee nieuwe fietsverbindingen gerealiseerd: langs de Schalwijksche Wetering en langs de Houtensche Wetering (buiten het plangebied). De fietsverbinding in noord-zuid richting loopt in de toekomstige situatie langs de dijk over het verlegde Sluispad. Voorhavens Om zoveel mogelijk ruimte voor de opstel- en wachtplaatsen te realiseren in de zuidelijke voorhaven wordt de derde sluiskolk zo ver mogelijk naar het noorden aangelegd. De lengte van de opstel- en wachtplaatsen aan de oostzijde van de zuidelijke voorhaven bedraagt 547 m waarvan 250 m voor kegelschepen. Aan de westzijde van de zuidelijke voorhaven bedraagt de totale lengte van opstel-/ wachtplaatsen 690 m. Ten behoeve van de bereikbaarheid voor hulpdiensten worden er walverbindingen aangebracht. Aan de oostzijde van de voorhaven worden zeven walverbindingen aangebracht en aan de westzijde acht walverbindingen. Op basis van de RVW2011 wordt er per 3 meerpalen een walverbinding en een ladder Pagina 19 van 41

20 op de meerpaal aangebracht. De ladder reikt tot 1,0 m onder de maatgevende waterstand. Aan de oostzijde van de voorhaven worden 7 walverbindingen aangebracht. Ter plaatse van de kegelligplaats worden iets meer walverbindingen aangebracht (1 walverbinding per 2 meerpalen) zodat er per schip altijd 2 vluchtwegen zijn. Tussen de kolk 2 en de nieuwe derde kolk worden ten noorden en ten zuiden van het sluizencomplex nieuwe opstelplaatsen aangelegd. De lengte van de opstelruimte voor kolk 2 bedraagt 248 m aan elke zijde. De meerpalen voor deze nieuwe opstelruimte kunnen aan twee zijden gebruikt worden waardoor reserve opstelplaatsen beschikbaar zijn voor de derde kolk. De opstelplaatsen voor kolk 2 en de reserve opstelplaatsen voor de derde kolk zijn geschikt voor schepen tot maximaal 17 m breedte. Aan de zuidzijde van de derde kolk is er reserve opstelruimte voor 1 schip met afmetingen tot 135 m lengte en 17 m breedte (Rijnmax schip). Aan de noordzijde van de derde kolk is de reserve opstelruimte 297 m lang en ook geschikt voor schepen tot 17 m breedte. Het referentieontwerp van de noordelijke voorhaven sluit aan bij het ontwerp van de verbreding van het Lekkanaal. De damwand aan de westzijde van de noordelijke voorhaven wordt gehandhaafd. Aan de oostzijde van de noordelijke voorhaven wordt een nieuwe damwand geplaatst om ruimte te maken voor de invaart van de derde kolk. Landschap Voor de landschappelijke inpassing is in deze fase de beeldkwaliteit gedefinieerd in een landschapsplan. Dit plan moet in de uitvoeringsvoorbereiding worden geconcretiseerd tot een uitvoeringsontwerp. De uitgangspunten voor de beeldkwaliteit zijn hieronder beschreven als referentie voor de effectbeschrijving. Het bestaande sluiscomplex vormt een markant oriëntatiepunt in het landschap. Om deze reden is de derde kolk ontworpen als snede in het landschap. Het sluiscomplex een grote mate van symmetrie. Het beeld voor de derde kolk is sober en doelmatig. Qua beeldkwaliteit loopt het landschap (gras) zo ver mogelijk door tot de sluiswand, objecten zijn tot een minimum beperkt en het kleurgebruik is rustig. De dijk kent ten noorden en zuiden van het complex een ander profiel. Ten zuiden kenmerkt zich de brede en hoge Lekdijk met een klinker verharding op de kruin. Ten noorden ligt de liniedijk welke een stuk lager en minder breed is met een ontsluiting naast de dijk van asfalt. Deze noordelijk dijk wordt geflankeerd door een rij populieren. Ten oosten van deze dijken is een landschapszone gesitueerd (gemiddeld ongeveer 50 m breed). In deze zone komen landschap, ecologie, cultuurhistorie (NHW) en waterberging samen. Belangrijk voor deze zone is eenheid en continuïteit ten behoeve van samenhang. In de zone komen de objecten van de NHW als objet trouvé in het landschap te liggen. De objecten van de NHW worden als het ware weggeworpen in het nieuwe landschap. Pagina 20 van 41

21 De zone wordt doorkruist door enkele verbindingen voor fietsers en voetgangers die het Klooster met de dijk verbinden of die de objet trouvés bereikbaar maken. Uitvoering Het uitvoeringsplan bestaat op hoofdlijnen uit zeven fasen in de periode van 2015 tot 2020: fase 0: huidige situatie; fase 1: verleggen kabels en leidingen, aanleg tijdelijke verbindingsweg, realisatie compenserende en mitigerende maatregelen ecologie en objecten NHW; fase 2: aanbrengen nieuwe dijk en nieuwe brug over het sluiscomplex, verbreding van het Lekkanaal; fase 3: aansluiten van de nieuwe dijk op de bestaande dijken en aanbrengen van de sluishoofden voor de derde kolk; fase 4: realisatie derde sluiskolk; fase 5: realisatie wegen en testen technische installaties; fase 6: verwijderen bestaande dijk, aanbrengen voorhaven, verwijderen tijdelijke verbindingsweg en inrichting sluiseiland; fase 7: eindsituatie, ingebruikname derde kolk. 3.3 Ontwikkeling scheepvaart Tabel 3.2 presenteert de scheepvaartprognoses voor de Beatrixsluis 3. De tabel presenteert prognoses voor het vervoerd gewicht en voor het aantal passages van de Beatrixsluis. Tussen 2015 en 2030 neemt het aantal passages bij de sluizen met ongeveer 20% toe en het vervoerd gewicht met ruim 30%. Het vervoerd gewicht neemt sterker toe dan het aantal passages doordat er sprake is van een schaalvergroting in de binnenvaart. De prognoses voor het vervoerd gewicht zijn tot het jaar 2040 gelijk voor de situatie met en zonder derde kolk. Realisatie van een derde kolk heeft geen effect op de totale vervoersvraag, doordat de totale netwerkcapaciteit tot 2040 voldoende is in het groeiscenario TM. Realisatie van een derde kolk leidt wel tot een verandering in het aantal passages ten opzichte van de referentiesituatie. De derde kolk heeft grotere afmetingen dan de huidige kolken en maakt daardoor passage van grotere schepen mogelijk. Hierdoor vindt versnelde schaalvergroting in de vloot plaats. Doordat met een derde kolk grotere schepen kunnen worden ingezet, is er een kleine afname in het aantal passages ten opzichte van de referentiesituatie. Tabel 3.2 Scheepvaartprognoses Beatrixsluis - TM scenario (DVS, 2012) vervoerd gewicht (mln ton) 41,2 46,0 54,2 62,5 passages referentie (zonder derde kolk) x ,9 51,3 60,7 66,8 passages project (met derde kolk) x ,9 51,3 58,3 65,4 Tabel 3.3 toont resultaten van een gevoeligheidsanalyse voor ontwikkeling van de scheepvaart in een lager groeiscenario (SE, Strong Europe) en een hoger groeiscenario (GE, Global Economy). Deze analyse laat in het lage groeiscenario een beperkte groei zien, waarbij tot 2030 geen sprake is van een capaciteitsknelpunt bij de Beatrixsluis. In het grote groeiscenario ontstaat na 2020 een knelpunt en is vanaf 2030 de volledige capaciteit van het sluizencomplex bereikt. Bij een groot 3 Scheepvaartprognoses zijn opgesteld door Rijkswaterstaat DVS op basis van de WLO scenario s (economische groeiscenario s) Pagina 21 van 41

22 groeiscenario is na 2030 geen verdere groei mogelijk zonder derde kolk. Dit uit zich in de prognoses voor de passages en het vervoerd gewicht; na 2030 nemen de aantallen alleen met een derde kolk verder toe. Tabel 3.3 Gevoeligheidsanalyse prognose scheepvaart Beatrixsluis vervoerd gewicht referentie (mln ton) vervoerd gewicht project (mln ton) passages referentie (zonder derde kolk) x passages project (met derde kolk) x I/C factor 4 in maatgevende periode (zonder derde kolk) I/C factor in maatgevende periode (met derde kolk) prognoses WLO, met als basis prognoses WLO, met als basis Strong Europe Global Economy ,1 41,3 46,7 52,6 43,8 50,2 65,8 65,8 38,1 41,3 46,7 52,6 43,8 50,2 65,8 81,4 45,2 46,1 52,3 56,2 52,0 56,0 73,8 73,8 45,2 46,1 50,2 55,0 52,0 56,0 70,8 85,1 0,5 0,6 0,6 0,7 0,6 0,7 0,9 1 0,3 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,5 0,6 4 De I/C factor is de verhouding tussen de scheepvaartintensiteit en de beschikbare capaciteit. Wanneer deze verhouding groter dan 0,6 wordt, nemen de wachttijden sterk toe en ontstaat een knelpunt. Pagina 22 van 41

23 4 Wettelijk en beleidskader Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de kaders die van belang zijn voor het thema nautiek. In paragraaf 4.1 wordt ingegaan op het wettelijk kader en in paragraaf 4.2 op het beleidskader. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar (inter)nationaal beleid, regionaal en provinciaal beleid en lokaal beleid. 4.1 Wettelijk kader Tabel 4.1 geeft een overzicht van de wet- en regelgeving die van toepassing is voor het thema nautiek. Bij elk kader is de relevantie voor de realisatie 3e kolk Prinses Beatrixsluis benoemd. Tabel 4.1 Overzicht wettelijk kader wet-/regelgeving omschrijving relevantie voor Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis Rijnvaartpolitieregelement (RPR) Het Rijnvaartpolitieregelement is van toepassing op de Lek. Het RPR wordt toegepast voor de vaarregels die van toepassing zijn op de Lek, waaronder het voorkomen van hinderlijke waterbewegingen en het varen op de radar bij slecht zicht. Dit is van belang bij de aansluiting van de zuidelijke voorhaven en de Lek. Er wordt beoordeeld in hoeverre het ontwerp een goede naleving van de RPR mogelijk maakt. Binnenvaartpolitieregelement (BPR), Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 1984 Het Binnenvaartpolitieregelement is van toepassing op het Lekkanaal. Het BPR wordt toegepast voor de vaarregels die gelden op het Lekkanaal waaronder het in- en uitvaren van sluizen, het ligplaats nemen, het oplopen en ontmoeten. Er wordt beoordeeld in hoeverre het ontwerp een goede naleving van de BPR mogelijk maakt. ADN Europese overeenkomst betreffende vervoer gevaarlijke stoffen. Conform het ADN (en het BPR) moeten schepen met gevaarlijke stoffen, de zogenaamde kegelschepen, aparte opstel-, en wachtplaatsen krijgen. 4.2 Beleidskader (Inter)nationaal beleid Tabel 4.2 geeft een overzicht van het (inter)nationaal beleid dat van toepassing is voor het thema nautiek. Hierbij is de relevantie voor de realisatie 3e kolk Prinses Beatrixsluis benoemd. Pagina 23 van 41

24 Tabel 4.2 Overzicht (inter)nationaal beleid beleidsdocument omschrijving relevantie voor Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis trechteringsnotitie 3e kolk Prinses Beatrixsluis, Rijkswaterstaat de beslissing van de minister voor het voorkeursalternatief is gebaseerd op deze trechteringsnotitie deze notitie bevat de informatie voor de beargumentatie van de voorkeursbeslissing Provinciaal en regionaal beleid Tabel 4.3 geeft een overzicht van het provinciaal en regionaal beleid dat van toepassing is voor het thema nautiek. Hierbij is de relevantie voor de realisatie 3e kolk Prinses Beatrixsluis benoemd. Tabel 4.3 Overzicht provinciaal en regionaal beleid beleidsdocument omschrijving relevantie voor Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis ligplaatsen beleidsplan van Rijkswaterstaat Dienst Utrecht ligplaatsenbeleid van RWS Dienst Utrecht dit document wordt gebruikt om de locatie van de ligplaatsen te toetsen aan beide zijden van het sluizencomplex Lokaal beleid Op het moment van opstellen van dit deelrapport (2013) is er voor het thema nautiek geen relevant lokaal beleid bekend. 4.3 Richtlijnen Tabel 4.4 presenteert de richtlijnen die van toepassing zijn op het thema nautiek. Hierbij geeft de tabel een korte omschrijving van de inhoud en de relevantie voor het project Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis. Tabel 4.4 Richtlijnen nautiek richtlijnwerkwijze omschrijving relevantie voor Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis richtlijnen Vaarwegen 2011 (RVW 2011), Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart richtlijnen voor ontwerp en inrichting van vaarwegen, havens, bruggen en sluizen de richtlijnen geven nautische eisen en richtlijnen van RWS voor vaarwegen en sluizen Richtlijnen Scheepvaarttekens (RST 2008) richtlijnen gericht op eenduidige verkeerstekens, zowel verkeersborden als seinlichten, vaste en drijvende markering voor de vlotte en veilige passage van het aangepaste sluizencomplex is het van belang dat er straks na realisatie een eenduidige plaatsing en toepassing van scheepvaarttekens is 5 5 De definitie van scheepvaartverkeerstekens voor het aangepaste sluizencomplex is voor een OTB te veel detailniveau. Om deze reden worden scheepvaartverkeerstekens niet meegenomen in de effectbeoordeling nautiek. Pagina 24 van 41

25 5 Beoordelingskader Dit hoofdstuk beschrijft het beoordelingskader dat in de effectenstudie voor het thema nautiek is gehanteerd. In paragraaf 5.1 wordt een compleet overzicht gegeven van het beoordelingskader. Vervolgens wordt in de andere paragrafen ingegaan op de gehanteerde criteria en methode per beoordelingsaspect. 5.1 Overzicht beoordelingskader Tabel 5.1 geeft een compleet overzicht van het beoordelingskader voor het thema nautiek. De tabel laat zien welke aspecten zijn onderzocht, welke criteria hierbij zijn gehanteerd en volgens welke methode de criteria zijn beschreven. De volgende paragrafen geven per aspect een verdere toelichting op de criteria en methodiek. Tabel 5.1 Beoordelingskader thema nautiek aspect criterium methode voldoen aan de RVW2011 criteria uit RVW2011 vergelijking met richtlijnen, rekening houden met de overeengekomen afwijkingen en gebruikmakend van de resultaten van de simulatiestudie (door RWS) vlotheid ligging van opstel- kwalitatief op basis van wachtplaatsen ten opzichte van de kolken tijdshinder voor de overige vaart; expert oordeel en de resultaten van het simulatieonderzoek (STC, 2013) overzichtelijkheid ruimte in de voorhaven interne veiligheid interacties scheepvaart in kwalitatief op basis van voorhavens expert oordeel en de resultaten van het simulatieonderzoek (STC, 2013) aansluiting met de Lek en het vloeiende vaarlijnen kwalitatief op basis van ontwerp van het verbrede manoeuvreerruimte expert oordeel Lekkanaal wachtplaatsen voor veilige locatie veilige locatie: kwalitatief op kegelschepen voldoende capaciteit basis van expert oordeel en de resultaten van het simulatieonderzoek (STC, 2013) capaciteit: kwantitatief: aantal wachtplaatsen reservecapaciteit lengte van de ligplaatsen die kwantitatief: aantal meters wachtplaatsen overige schepen ingezet kunnen worden als wachtplaatsen als dit nodig is vanwege de hoge scheepvaartintensiteit lengte van de wachtplaatsen Pagina 25 van 41

26 Voor de beoordeling van het aspect reduceren hinderlijke waterbeweging in het Lekkanaal door passerende schepen op het ARK wordt verwezen naar het deelrapport hydraulica en morfologie. Voor alle bovenstaande criteria die kwalitatief worden beoordeeld wordt de maatlat toegepast zoals weergegeven in tabel 5.2. Tabel 5.2 Maatlat voor kwalitatieve beoordeling ten opzichte van de referentiesituatie score maatlat -- sterk negatief - negatief 0 neutraal + positief ++ sterk positief De capaciteit voor wachtplaatsen voor kegelschepen wordt kwantitatief beoordeeld met behulp van de maatlat zoals weergegeven in tabel 5.3. Tabel 5.3 Maatlat beoordeling capaciteit wachtplaatsen kegelschepen ten opzichte van de referentiesituatie score maatlat oordeel -- > 1 minder sterk negatief - 1 minder negatief 0 gelijk neutraal + 1 extra positief ++ > 1 extra sterk positief De reservecapaciteit voor wachtplaatsen voor overige schepen wordt kwantitatief beoordeeld met behulp van de maatlat zoals weergegeven in tabel 5.4. Tabel 5.4 Maatlat beoordeling reservecapaciteit wachtplaatsen ten opzichte van de referentiesituatie score maatlat oordeel -- > 500 m minder sterk negatief m minder negatief 0 gelijk neutraal m extra positief ++ > 500 m extra sterk positief 5.2 Voldoen aan de RVW2011 De huidige situatie inclusief autonome ontwikkeling (referentiesituatie) en het voorkeursalternatief worden getoetst aan de RVW2011. Hierbij worden de volgende aspecten beschouwd met betrekking tot de inrichting van de voorhavens: opstelruimte: groter of gelijk aan 1,1 maal de nuttige schutkolklengte; is er voldoende veiligheidsafstand tussen de gemeerde schepen en de passerende schepen; de vormgeving van de fuik; de uitlooplengte tussen de kop van de voorhaven en het eerste remmingwerk. Het uitgangspunt voor het ontwerp van de derde kolk is dat er geen capaciteit is voor recreatievaart in deze kolk. Het beleid is om beroeps- en recreatievaart zoveel mogelijk te scheiden. Om deze reden wordt de recreatievaart verwezen naar de bestaande sluiskolken. Pagina 26 van 41

27 5.3 Vlotheid Met vlotheid wordt een vlotte passage in de voorhaven bedoeld en niet de vlotheid van de passage van de sluiskolk. Het gaat hier om de aspecten: goed bereikbare opstel- en wachtruimtes en hun ligging ten opzicht van de kolken; tijdshinder voor de overige vaart; overzichtelijkheid voor de schipper en sluismeester; ruimte in de voorhaven. 5.4 Interne veiligheid Onder interne veiligheid wordt de veiligheid verstaan van de mensen die direct betrokken zijn bij scheepvaart, zoals de schipper en de bemanning. Het streven hierbij is om het risico op aanvaringen zoveel mogelijk te beperken, mede gelet op de aanwezigheid van kegelschepen in de voorhavens. Aandachtspunten hierbij zijn de interactie tussen de beroepsvaart onderling en met de recreatievaart en beschikbaarheid van verkeersbegeleiding. 5.5 Aansluiting met de Lek en het ontwerp van het verbrede Lekkanaal Door het ontwerp van de zuidelijke voorhaven kan de aansluiting op de Lek anders zijn dan in de referentiesituatie. Voor dit aspect wordt met name gekeken naar de bochtstraal waarmee de schepen de voorhaven in en uit kunnen varen. Aandachtspunt hierbij is dat de RVW2011 alleen van toepassing is op vaarwegen waar geen of beperkte stroming (tot 0,5 m/s) is. Het gaat hier met name om het inen uitvaren van de voorhaven vanaf/naar de Lek, dus de zuidelijke voorhaven. Voor de aansluiting van zowel de noordelijke (Lekkanaal) als de zuidelijke voorhaven (Lek) met de aansluitende vaarweg wordt geanalyseerd of vloeiende vaarbanen mogelijk zijn en of er voldoende manoeuvreerruimte is. 5.6 Wachtplaatsen voor kegelschepen Voor de wachtplaatsen voor kegelschepen wordt beschouwd of het een voldoende veilige locatie betreft. Hierbij wordt vooral gelet op de ligging ten opzichte van de vaarbanen van de schepen die passeren en afstand ten opzichte van de overige schepen in de wachtplaats. Tevens wordt de capaciteit beschouwd. Dit wil zeggen het aantal wachtplaatsen voor kegelschepen. Voor het aantal wachtplaatsen wordt gebruik gemaakt van de resultaten van de SIVAK simulatie uitgevoerd in 2001 (RWS, 2001). 5.7 Reservecapaciteit wachtplaatsen overige schepen De verwachting is dat rond 2020 er geen reservecapaciteit meer is voor wachtplaatsen voor bijvoorbeeld overnachters en overliggers. Er is een klanteis geformuleerd die luidt: Het ontwerp moet waarborgen dat het tekort aan ligplaatsen in het Lekkanaal wordt opgelost door de aanleg van m ligplaatsen (11 Ligplaatsen) ten noorden van de sluizen. Als er voorzien wordt in extra ligplaatslengte ten opzichte van voormelde m ten noorden van de sluizen, wordt dit in de effectenstudie positief gewaardeerd conform tabel 5.4. Pagina 27 van 41

28 6 Huidige situatie en autonome ontwikkeling In dit hoofdstuk worden de huidige situatie en de autonome ontwikkeling voor het thema nautiek beschreven aan de hand van de criteria uit het beoordelingskader (zie ook hoofdstuk 5). De focus ligt met name op de aspecten die gerelateerd zijn aan het ruimtebeslag en die verschillen opleveren tussen de referentiesituatie en het voorkeursalternatief. 6.1 Huidige situatie Voldoen aan de RVW2011 Het Prinses Beatrixsluiscomplex is geschikt voor schepen van CEMT-klasse Vb zoals vermeld in de Rijkswaterstaat publicatie Vaarwegen in Nederland. Conform het binnenvaartpolitieregelement (BPR) zijn de maximaal toegestane scheepsafmetingen 200 m lengte x 17,7 m breedte x 3,5 m diepgang. Conform de RVW2011 moet de opstelruimte minimaal 1,1 maal de kolklengte bedragen. Dit betekent dat de opstellengte minimaal 248 m (1,1 x 225 m) dient te zijn. Aan weerszijden van het sluizencomplex is voor beide kolken voldoende opstelruimte beschikbaar, met uitzondering van de noordoostzijde (kolk 2) waar onvoldoende lengte (i.e. 240 m) voor de opstelruimte beschikbaar is. Dit is echter maar een klein verschil met de minimaal benodigde opstelruimte. De maatgevende schepen die afmeren ter plaatse van de opstelruimten liggen direct naast de lijn van de doorgetrokken sluiswand. Dit betekent dat er geen veiligheidsstrook aanwezig is zoals beschreven in de RVW2011. Voor CEMT klasse Vb bedraagt heeft de minimaal vereiste veiligheidsstrook een breedte van 7 m. Het gevolg van afwezigheid van de veiligheidsstrook is dat er tussen de gemeerde schepen ter plaatse van de opstel- en wachtplaatsen en de passerende schepen weinig ruimte is. Omdat het sluiseiland tussen kolk 1 en 2 ook relatief smal is, circa 10 m, betekent dit ook dat er weinig ruimte is tussen de schepen die de kolken inen uitvaren. Dit is ongunstig voor de nautische veiligheid. De vormgeving van de fuikconstructies aan weerszijden van het sluizencomplex is redelijk symmetrisch. De fuiken staan onder een hoek van 1:6. De fuikconstructies voldoen daarmee aan de RVW2011. De fuik is verbonden met de remmingwerken. De uitlooplengte loopt van de kop van de voorhaven tot het eerste remmingwerk en biedt het schip gelegenheid vaart te minderen als het vanaf de vaarweg de voorhaven inloopt. De benodigde uitlooplengte is afhankelijk van plaatselijke omstandigheden. In het algemeen moet tenminste een lengte van 2,5 maal de lengte van het maatgevende schip beschikbaar zijn. Voor CEMT-klasse Vb schepen betekent dit een uitlooplengte van 2,5 * 190 m = 475 m. In de huidige situatie bedraagt de uitlooplengte tussen de kop van de zuidelijke voorhaven en de drijvende steiger aan de westoever 300 m. Op dit punt bestaat dus een afwijking van de RVW2011. Echter In de praktijk en in het simulatiestudie van de zuidelijke voorhaven (STC, 2013) blijkt de kortere uitlooplengte geen problemen op te leveren voor de scheepvaart. Pagina 28 van 41

29 Als de ingang van het Lekkanaal beschouwd wordt als de kop van de noordelijke voorhaven, dan is er aan de Lekkanaalzijde circa m uitlooplengte in de noordelijke voorhaven. Dit is de afstand tussen de ingang van het Lekkanaal en de eerste wachtplaats aan de westoever. De uitlooplengte in de noordelijke voorhaven voldoet daarmee aan de RVW Vlotheid De voorhavens zijn overzichtelijk voor zowel de schipper als het sluisbedienend personeel. De opstel- en wachtruimtes zijn goed bereikbaar en liggen op een logische plaats aan de buitenkanten van de voorhavens. De opstelruimtes liggen dichtbij de sluiskolken waardoor de invaarttijden kort zijn. De fuikconstructies zijn allen verbonden met het remmingwerk van de opstelplaatsen. Dit bevordert ook een vlotte invaart van de sluiskolken. De breedte van de voorhavens is klein. Er is minder dan een scheepsbreedte tussen invarende en uitvarende schepen. Ook is er minder dan een halve scheepsbreedte tussen de kolk uitvarende en afgemeerde schepen, in zowel zuidelijke als noordelijke voorhaven. Dit heeft een ongunstig effect op de vlotte afhandeling van het scheepvaartverkeer met name bij grote drukte Interne veiligheid Tweebaksduwvaart in brede formatie koppelt om naar een lange formatie om het sluizencomplex te passeren. Dit beïnvloedt de nautische veiligheid en de vlotheid nadelig, omdat de overzichtelijkheid van het verkeersbeeld vermindert. Dit komt echter maar heel beperkt voor zoals blijkt uit de basisjaren ( ) van de verkeersprognoses voor de Prinses Beatrixsluis. Het aandeel 2 baks- of 2 scheepsbrede formaties van respectievelijk duwstellen en koppelverbanden is minder dan 1% van de vloot die de Prinses Beatrixsluis passeren. Omdat de schepen aan de buitenkanten van de voorhavens kunnen opstellen is er geen kruisende scheepvaart. Dit is gunstig voor de interne veiligheid. Doorgaans wordt gestreefd naar het scheiden van de beroeps- en de recreatievaart. Ongunstig is dat in de huidige situatie de recreatievaart ook met de grootste schepen geschut wordt Aansluiting met de Lek en het Lekkanaal De zuidelijke voorhaven sluit aan op de Lek. Door de verbreding van de zuidelijke voorhaven wordt de bochtstraal vergroot van circa 500 naar circa 700 m gemeten in de as van de vaarweg. Deze aansluiting is gelijk aan de situatie in het voorkeursalternatief. Hiermee wordt een straal van 3,7 L gerealiseerd, waarbij de ontmoeting tussen een lange 2 baksduwstel met een CEMT-klasse Va schip onder maatgevende omstandigheden veilig is te noemen. Voor ontmoetingen van een brede 2 baksduwstel met eenzelfde duwstel of een lange 2 baksduwstel of een Va motorvrachtschip zal de bochtstraal niet voldoen. De bochtstraal kan echter door geometrische beperkingen van de locatie niet verder worden verruimd. Deze situatie zal moeten worden voorkomen middels zelfregulering. Pagina 29 van 41

30 De aansluiting van de noordelijke voorhaven op het Lekkanaal ten noorden van het sluizencomplex is recht Wachtplaatsen voor kegelschepen In de huidige situatie is er ten noorden van het sluizencomplex een kegelligplaats voor schepen met een kegel ter plaatse van het Betonnen Blok ter hoogte van km De ligplaatslengte bedraagt 200 m. In de zuidelijke voorhaven is een kegelplaats van 180 m ligplaatslengte aanwezig tussen km De ligplaats wordt gevormd door zeven meerpalen met een tussenafstand van 30 m. De ligplaatslengte bedraagt 180 m. In totaal is er 380 m ligplaatslengte voor kegelschepen met een kegel aanwezig. De kegelligplaats ter hoogte van het Betonnen Blok ligt op een veilige locatie in een inkassing buiten het vaarprofiel van het Lekkanaal en ver weg van de overige schepen. De kegelligplaats in de zuidelijke voorhaven ligt meer exposed voor met name de voorhaven naderende scheepvaart vanaf de Lek. De ligplaats ligt wel voldoende ver van de overige schepen af. De minimale afstand voor schepen die een kegel dragen conform RVW2011 bedraagt 10 m Reservecapaciteit wachtplaatsen overige schepen De verwachting is dat rond 2020 de I/C verhouding (intensiteit/capaciteit) van de Prinses Beatrixsluis 0,6 bedraagt (zie tabel 3.3). Uit de praktijk blijkt dat bij een I/C verhouding van meer dan 0,5 tot 0,6 de wachttijd exponentieel toeneemt. Om deze reden is de verwachting dat rond 2020 er onvoldoende wachtplaatscapaciteit is voor bijvoorbeeld overnachters en overliggers. Om deze reden wordt de verandering in de capaciteit van de ligplaatsen beoordeeld. In deze beoordeling wordt de capaciteit van de opstelplaatsen niet meegenomen. De opstelplaatsen bieden plaats aan de schepen die met de eerstvolgende schutting mee kunnen. De ligplaatsen zijn in principe bedoeld voor schippers die rusten/overnachten, maar bij grote drukte kan een deel van deze plaatsen ook als wachtplaats dienen. Om deze reden is reservecapaciteit voor wachtplaatsen met name van belang rond het jaar 2020 en verder. De ligplaatscapaciteit in de huidige situatie is weergegeven in tabel 6.1. De ligplaatscapaciteit omvat niet de capaciteit van de opstelplaatsen. Omdat schepen meerdere rijen (tot 2 of 3) dik kunnen liggen is de effectieve ligplaatslengte groter dan de kadelengte. In het algemeen wordt voor de ligplaatslengte uitgegaan van 160% van de kadelengte. Dit geldt niet voor de kegelligplaatsen, omdat voor schepen met 1 kegel geldt dat er minimaal 10 m afstand tot andere schepen aanwezig moet zijn. De totale ligplaatslengte in de huidige situatie bedraagt afgerond m. Dat is onvoldoende in de huidige situatie. Door de autonome ontwikkeling wordt m ligplaatscapaciteit toegevoegd aan de noordzijde van het sluizencomplex. De eis van 1200 m extra ligplaatscapaciteit wordt ook daarmee net niet gehaald. In het voorkeursalternatief wordt wel aan deze eis voldaan (zie paragraaf 7.6). Pagina 30 van 41

31 Tabel 6.1 Capaciteit ligplaatsen huidige situatie (bron: locatie ten noorden ven de Prinses Beatrixsluis betonnen blok, kegelligplaats (schepen met 1 kegel) km Lekkanaal westoever km Lekkanaal westoever km Lekkanaal oostoever km breedte van de ligplaats ligplaatslengte kegelschepen kadelengte 25 m 200 m 25 m 600 m 20 m 370 m 20 m 260 m zuidelijke voorhaven van de Prinses Beatrixsluis drijvende steiger westoever km m 280 m kegelwachtplaats (schepen met 1 kegel) km m 180 m totaal 380 m 1510 m totale ligplaatslengte 380 m 2416 m (=1,6*1510 m) 6.2 Autonome ontwikkeling Voor nautiek is de verbreding van het Lekkanaal een relevante autonome ontwikkeling. Het Lekkanaal wordt verbreed ten noorden van de Beatrixsluis om de onveilige situatie op het kanaal op te lossen, ruimte te creëren voor ligplaatsen en om de hinderlijke waterbewegingen veroorzaakt door schepen op het ARK weg te nemen (zie afbeelding 6.1). Aan de oostzijde van het Lekkanaal, ten noorden van het sluizencomplex, wordt het Lekkanaal verbreed van 87 m naar 127 tot 150 m. Nabij de Schalkwijksche Wetering is de nieuwe breedte het grootst. De nieuwe ligplaatsen (zie gele strook in afbeelding 6.1) liggen in een inkassing parallel aan het Lekkanaal. De groene stroken vertegenwoordigen de bestaande wachtplaatsen. Afbeelding 6.1 Aanvullende wachtplaatsen verbreding Lekkanaal Pagina 31 van 41

32 De verbreding van het Lekkanaal heeft geen invloed op de voorhavens binnen het plangebied (zie afbeelding 2.4). Alleen de aansluiting tussen de noordelijke voorhaven en het verbrede Lekkanaal en de ligplaatscapaciteit veranderen. Om deze reden worden alleen de betreffende criteria hieronder beschreven voor de autonome ontwikkeling. Aansluiting met het verbrede Lekkanaal De in afbeelding 6.1 weergegeven verbreding heeft de vorm van een langshaven. Het valt op dat de er een vrij abrupte overgang is van het Lekkanaal naar het verbrede deel, met name aan de zuidkant van de verbreding. Hierdoor kan hinderlijke waterbeweging optreden die de bestuurbaarheid van schepen nadelig beïnvloedt. De vormgeving is niet in lijn met de RVW2011 waarin aanbevolen wordt om de teruggelegde oever geleidelijk te laten verlopen naar het oorspronkelijke vaarwegprofiel (flauwer dan 1:2). Reservecapaciteit wachtplaatsen overige schepen De kadelengte van de nieuwe ligplaatsen bedraagt m. Deze kadelengte van 1060 m (in de autonome ontwikkeling) is extra ten opzichte van de huidige situatie. De kadelengte van 1060 m is weergegeven in het ontwerp, zie afbeelding 6.1. De nieuwe ligplaatsen zijn 24 m breed waardoor smallere schepen 2 à 3 dik kunnen liggen. De ligplaatslengte in dit soort situaties is daardoor doorgaans groter, i.e. 160 % van de kadelengte. In dit geval is dat circa m. Echter, in het kader van de verbreding worden ook de bestaande ligplaatsen aan de westoever, tussen km en km , versmald van respectievelijk 25 m en 20 m breedte naar 11,4 m breedte. Dit betekent een verlies van ligplaatslengte van circa 580 m (0,6 * (600 m m)). De reden hiervoor is dat er niet meer in meerdere rijen afgemeerd kan worden. Door de autonome ontwikkeling wordt dus m (1.700 m 580 m) ligplaatscapaciteit toegevoegd aan de noordzijde van het sluizencomplex. Deze ligplaats capaciteit kan ingezet worden als wachtplaats. De reservecapaciteit wachtplaatsen neemt dus door de autonome ontwikkeling verbreding van het Lekkanaal toe van m naar m. Pagina 32 van 41

33 7 Effecten van het voorkeursalternatief In dit hoofdstuk worden de effecten van het voorkeursalternatief voor het thema nautiek beschreven aan de hand van de criteria uit het beoordelingskader (zie ook hoofdstuk 5). De focus ligt met name op de aspecten die gerelateerd zijn aan het ruimtebeslag en die verschillen opleveren tussen de referentiesituatie en het voorkeursalternatief. 7.1 Voldoen aan de RVW2011 De derde sluiskolk is geschikt voor schepen tot en met CEMT klasse VIa en heeft nuttige kolkafmetingen van 270 m bij 25 m. Om kruisend verkeer te voorkomen na het realiseren van de derde sluiskolk is het van belang dat er na de aanleg van de derde kolk ook een opstelplaats voor kolk 2 is net als in de huidige situatie. Dit wordt gerealiseerd door meerpalen aan te brengen tussen kolk 2 en 3. Conform de RVW2011 moet de opstelruimte minimaal 1,1 maal de kolklengte bedragen. Dit betekent dat de opstellengte voor de derde kolk minimaal 297 m (1,1 x 270 m) dient te zijn. De opstellengte in het ontwerp van de derde kolk bedraagt 297 m en daarmee wordt aan deze minimumeis voldaan. De opstellengte voor kolk 2 in het ontwerp voldoet precies aan de minimumeis van 248 m (1,1 maal 225 m). Naast de maatgevende schepen die afmeren ter plaatse van de opstelruimten is een voldoende grote veiligheidsstrook aanwezig conform RVW2011. Dit garandeert een veilige passage van schepen die de derde kolk uitvaren langs de afgemeerde schepen in de voorhaven. De ruimte tussen de ligplaatsen nabij de mond van de zuidelijke/noordelijke voorhaven bedraagt circa 170 m. In de referentiesituatie is deze ruimte circa 70 m. Doordat de voorhaven in het voorkeursalternatief groter is zal, met name bij een toenemend aantal scheepspassages de scheepvaart op een veiligere manier afgewikkeld kunnen worden in vergelijking met de referentiesituatie. De vormgeving van de fuikconstructies aan weerszijden van de derde kolk is volledig symmetrisch en de constructies zijn gekromd. De afstand van de opstelplaatsen is bepaald op basis van een hoek van 1:4. De lijn van de gekromde fuik sluit qua richting aan op dat punt. Als versoberingsmaatregel is de fuik niet doorgetrokken naar het remmingwerk van de opstelplaats dat bestaat uit meerpalen. Tijdens een simulatieonderzoek van de zuidelijke voorhaven met de derde kolk (STC, 2013), is door schippers opgemerkt dat zij voorkeur hebben voor een gekromde fuikconstructie onder een flauwe hoek. Tevens is opgemerkt dat het merendeel van de schippers het niet prettig vindt dat de fuik niet doorgetrokken is naar de opstelplaats. Dit kan problemen geven voor schepen zonder boegschroef tijdens harde wind. Opgemerkt wordt dat het aantal schepen zonder boegschroef beperkt is en dat de combinatie van dit soort schepen tezamen met een windkracht > 5 Bft zeldzaam is. Pagina 33 van 41

34 Aan de noordzijde van de derde kolk is er wel een doorgetrokken fuik aan de oostoever vanwege de doorgaande damwandconstructie. Tussen kolk 2 en 3 is een korte fuikpoot aanwezig net als in de zuidelijke voorhaven. De uitlooplengte in de zuidelijke en noordelijke voorhaven is gelijk aan de referentiesituatie. Op het aspect voldoen aan de RVW2011 scoort het VKA samengevat positief (+) ten opzichte van de referentiesituatie. 7.2 Vlotheid De ruime voorhavens in het VKA zijn overzichtelijk voor zowel de schipper als het sluisbedienend personeel. De opstel- en wachtruimtes zijn goed bereikbaar. De opstelruimte voor kolk 2 ligt tussen kolk 2 en kolk 3. Tijdens het simulatieonderzoek is door diverse schippers aangegeven dat zij niet graag op deze plaats (zonder meerpalen) opstellen (door zich gaande te houden), omdat aan beide zijden uitvarende schepen passeren. In het VKA zijn meerpalen opgenomen voor de opstelruimte voor kolk 2. Omdat deze meerpalen aan twee zijden te gebruiken zijn, kunnen ook schepen voor kolk 3 afmeren tegen deze meerpalen als zij gebruik maken van de reserve opstelplaatsen voor kolk 3. De opstelruimtes liggen, net als in de referentiesituatie, dicht bij de sluiskolken waardoor de invaarttijden kort zijn. De fuikconstructies zijn niet doorgetrokken tot het remmingwerk van de opstelplaatsen. Dit kan voor sommige schepen (zonder boegschroef en tijdens harde wind) de invaart bemoeilijken waardoor dit meer tijd kost. De breedte van de voorhavens is groter dan in de referentiesituatie terwijl de scheepsafmetingen gelijk blijven. Er is een voldoende grote veiligheidsstrook naast de afgemeerde schepen. Dit heeft een gunstig effect op de vlotte afhandeling van het scheepvaartverkeer met name bij grote drukte. Gezien de toenemende drukte van het scheepvaartverkeer en de ruimere voorhaven scoort het VKA positief (+) ten opzichte van de referentiesituatie. 7.3 Interne veiligheid Tijdens het simulatieonderzoek (STC, 2013) zijn 9 runs voor het voorkeursalternatief uitgevoerd. In het onderzoek is gekeken naar de vaarbanen van de schepen. Alle uitgevoerde vaarbanen met een korte fuikconstructie zijn als veilig te benoemen. Gebleken is ook dat de passeerafstanden tot andere schepen acceptabel zijn. Het varen in de voorhaven wordt door de 9 deelnemers overwegend als acceptabel beschouwd ongeacht of er een schip tegemoet komt vanuit een van de andere sluiskolken. De voorhaven binnenvaren langs de kegelwachtplaats wordt acceptabel geacht. Pagina 34 van 41

35 Afbeelding 7.1 Een van de runs uit het simulatieonderzoek (bron: STC2013) Tweebaksduwvaart in brede formatie hoeft, na de aanleg van de derde kolk, niet meer om te koppelen naar een lange formatie om het sluizencomplex te passeren. Dit komt de nautische veiligheid en de vlotheid ten goede. Door de aanwezigheid van een specifieke opstelruimte voor kolk 2 is er geen kruisende scheepvaart in de voorhavens. Het scheiden van de beroeps- en de recreatievaart is in het VKA beter mogelijk dan in de referentiesituatie door de recreatievaart alleen gebruik te laten maken van de bestaande kolken. Daardoor hoeft de recreatievaart niet samen te schutten met de grootste schepen. De grootste schepen kunnen door de derde kolk worden geschut. Vanwege de positieve resultaten met betrekking tot de veiligheid uit het simulatieonderzoek, het niet meer hoeven omkoppelen van de tweebaksduwstellen brede formatie en de betere scheiding van de grootste schepen en de recreatievaart scoort het VKA positief (+) ten opzichte van de referentiesituatie. 7.4 Aansluiting met de Lek en het Lekkanaal De aansluiting van de zuidelijke voorhaven op de Lek is gelijk aan de referentiesituatie. Door de verbreding van de voorhaven wordt de bochtstraal vergroot van circa 500 m naar 700 m. Eenmaal in de zuidelijke voorhaven ingevaren, dient men een duidelijkere stuurboordwal koers te varen om de derde kolk in te kunnen varen. Schepen die de derde kolk uitvaren, dienen in de voorhaven een grotere oversteek te maken, om uiteindelijk veilig de Lek op te kunnen varen. In simulatiestudie (STC2013) is duidelijk geconcludeerd dat de visuele oriëntatie van de schepen, bij het varen in de voorhaven, op zowel de sluis als de remmingen goed is. De aansluiting van de noordelijke voorhaven op het Lekkanaal ten noorden van het sluizencomplex wordt verbreed zodat de noordelijke voorhaven aansluit op het Pagina 35 van 41

Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. deelrapport Luchtkwaliteit

Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. deelrapport Luchtkwaliteit Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis deelrapport Luchtkwaliteit Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis deelrapport Luchtkwaliteit Datum oktober 2013 Status definitief Pagina 4

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. deelrapport Landschap, Cultuurhistorie en Ruimtegebruik

Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. deelrapport Landschap, Cultuurhistorie en Ruimtegebruik Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis deelrapport Landschap, Cultuurhistorie en Ruimtegebruik Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis deelrapport Landschap, cultuurhistorie en ruimtegebruik

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. deelrapport Geluid en Trillingen

Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. deelrapport Geluid en Trillingen Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis deelrapport Geluid en Trillingen Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis deelrapport Geluid en trillingen Datum oktober 2013 Status Pagina 4

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. deelrapport Hydrodynamica en Morfologie

Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. deelrapport Hydrodynamica en Morfologie Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis deelrapport Hydrodynamica en Morfologie Ontwerp-tracébesluit 3e kolk Prinses Beatrixsluis deelrapport Hydrodynamica morfologie Datum oktober 2013 Status

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. deelrapport Water

Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. deelrapport Water Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis deelrapport Water Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis deelrapport Waterkwantiteit en waterkwaliteit Datum oktober 2013 Status definitief

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. Milieueffectrapport

Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. Milieueffectrapport Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis Milieueffectrapport Ontwerp-Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis Milieueffectrapport Datum oktober 2013 Status definitief Ontwerp-Tracébesluit derde

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit 3 e Kolk Prinses Beatrixsluis

Ontwerp-Tracébesluit 3 e Kolk Prinses Beatrixsluis Ontwerp-Tracébesluit 3 e Kolk Prinses Beatrixsluis Besluit en Toelichting Datum oktober 2013 Status definitief Pagina 4 van 120 Inhoud I Ontwerp Besluit 9 Zienswijzen 18 II Tracékaart 19 III Toelichting

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Midden-Nederland. Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis. voortoets Natuurbeschermingswet 1998

Rijkswaterstaat Midden-Nederland. Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis. voortoets Natuurbeschermingswet 1998 Rijkswaterstaat Midden-Nederland Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis voortoets Natuurbeschermingswet INHOUDSOPGAVE blz. 1. INLEIDING 1 1.1. Leeswijzer 3 2. NATUURBESCHERMINGSWET 5 2.1. Natura 2000-gebieden

Nadere informatie

(Ontwerp-)Tracébesluit. Inhoud. Voorkeursvariant Ontwerptracébesluit Doelstelling Milieueffecten Vervolgstappen

(Ontwerp-)Tracébesluit. Inhoud. Voorkeursvariant Ontwerptracébesluit Doelstelling Milieueffecten Vervolgstappen (Ontwerp-)Tracébesluit Inhoud Voorkeursvariant Ontwerptracébesluit Doelstelling Milieueffecten Vervolgstappen Voorkeursvariant Voorkeursvariant Ontwerpkeuze (I) Oriëntatie sluis Breedte buitenhaven Havenmondverbreding

Nadere informatie

Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. Besluit en Toelichting

Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis. Besluit en Toelichting Tracébesluit 3e Kolk Prinses Beatrixsluis Besluit en Toelichting Tracébeslu it 3e Kolk Prinses Beatrixsluis Besluit en Toelichting Datum augustus 2014 Status definitief vastgesteld op:. Schultz van Haegen

Nadere informatie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. externe veiligheid

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. externe veiligheid Projectteam Overnachtingshaven Lobith Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith externe veiligheid INHOUDSOPGAVE blz. 1. KADERS 1 1.1. Wettelijk kader 1 1.2. Beleidskader

Nadere informatie

Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis

Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis Bijlage 2 Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis Bijlage 2 : Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis Locatieafweging tweede Sluis Eefde Uitgangspunten en werkwijze Een extra sluiskolk kan op verschillende

Nadere informatie

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Deze samenvatting bevat de hoofdlijn van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) van de MIRT Verkenning

Nadere informatie

Aanleg 3e kolk Prinses Beatrixsluis

Aanleg 3e kolk Prinses Beatrixsluis Aanleg 3e kolk Prinses Beatrixsluis Samenva ing Ontwerp-Tracébesluit en Milieueffectrapport Inhoud Samenva ing Ontwerp-Tracébesluit en Milieueffectrapport Gevolgen voor de omgeving Reageren op de plannen

Nadere informatie

Milieueffectrapportage

Milieueffectrapportage Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER Rijkswaterstaat Noord-Holland juli 2012 Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER dossier : BA1469-101-100 registratienummer : LW-AF20121545

Nadere informatie

Deelrapport verkeer en vervoer Aanvulling

Deelrapport verkeer en vervoer Aanvulling Deelrapport verkeer en vervoer Aanvulling Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie Postbus 299-4600 AG Bergen op Zoom + 31 (0)164 212 800 nieuwesluisterneuzen@vnsc.eu www.nieuwesluisterneuzen.eu Rapport Vlaams

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit 3 e kolk Prinses Beatrixsluizen. Landschapsplan. Datum november 2013 Status definitief

Ontwerp-Tracébesluit 3 e kolk Prinses Beatrixsluizen. Landschapsplan. Datum november 2013 Status definitief Ontwerp-Tracébesluit 3 e kolk Prinses Beatrixsluizen Landschapsplan Datum november 2013 Status definitief Ontwerp-Tracébesluit 3 e kolk Prinses Beatrixsluizen Landschapsplan Datum november 2013 Status

Nadere informatie

Nieuwsbrief Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis

Nieuwsbrief Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis Nieuwsbrief Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis December 2013 In deze nieuwsbrief vindt u meer informatie over de voorbereidingen en de uiteindelijke aanleg van de 3 e kolk Beatrixsluis en de verbreding van

Nadere informatie

Notitie. : Vechtbrug in de N-236 te Weesp

Notitie. : Vechtbrug in de N-236 te Weesp Aan Onderwerp Bouw Brugbouw in de N-236 over de Vecht te Weeso Bijlagen :1 1.Bordenplan (BPR) Nautisch advies Contactpersoon G. Kroon Doorkiesnummer Locatie : Vechtbrug in de N-236 te Weesp Nautisch vaarwegbeheerder:

Nadere informatie

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda Tussenresultaten Inhoud Waar staan we nu, vervolgstappen en planning? NRD januari 2018 en zienswijzen Drie alternatieven A20 Resultaten van het onderzoek:

Nadere informatie

NOTITIE. 1 Inleiding. Onderwerp : Bepaling ligplaatslengte Referentie : VNZT N 050 5 Datum : 20 maart 2015 : W. van den Bos/F.

NOTITIE. 1 Inleiding. Onderwerp : Bepaling ligplaatslengte Referentie : VNZT N 050 5 Datum : 20 maart 2015 : W. van den Bos/F. NOTITIE Project : VNZT Onderwerp : Bepaling ligplaatslengte Referentie : VNZT N 050 5 Datum : 20 maart 2015 Auteur : W. van den Bos/F. Westebring Aan: Kees Schefferlie (KeesSchefferlie@vnsc.eu) Onno Miete

Nadere informatie

Nieuwe grote zeesluis IJmuiden

Nieuwe grote zeesluis IJmuiden Nieuwe grote zeesluis IJmuiden Fasering binnen het project Convenant 2009 beslismoment Fase 0 Verkenning Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Realisatie MER/PIP DBFM Planstudie Planstudie Realisatie Beheerfase

Nadere informatie

Bijlage 1 Begrippenlijst

Bijlage 1 Begrippenlijst Bijlage 1 Begrippenlijst aanlegdiepte Zie Figuur 0-1 aanlegfase alternatief autonome ontwikkeling basculebrug bellenscherm binnenhaven binnenhoofd bouwkuip bouwput buitenhaven buitenhoofd caissonmethode

Nadere informatie

Objectbeschrijving sluiscomplex Heumen (Pepijn van Aubel, november 2016)

Objectbeschrijving sluiscomplex Heumen (Pepijn van Aubel, november 2016) Objectbeschrijving sluiscomplex Heumen (Pepijn van Aubel, november 2016) Het sluiscomplex Heumen (km. 1,4) bestaat uit de volgende onderdelen met bijbehorende kentallen: 1) De oude sluis (west) met 3 puntdeuren

Nadere informatie

Beleidsregels voor nautische. vergunningen. Datum 30 september Ons kenmerk /BBV

Beleidsregels voor nautische. vergunningen. Datum 30 september Ons kenmerk /BBV Datum 30 september Beleidsregels voor nautische Ons kenmerk 16.089057/BBV16.0425 Versie vastgesteld door het Dagelijks Bestuur op 27 september vergunningen Inhoud 1. Inleiding 5 1.1 Binnenvaartpolitiereglement

Nadere informatie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. ruimtelijke aspecten

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. ruimtelijke aspecten Projectteam Overnachtingshaven Lobith Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith ruimtelijke aspecten INHOUDSOPGAVE blz. 1. KADERS 1 1.1. Wettelijk kader 1 1.2. Beleidskader

Nadere informatie

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk

Nadere informatie

1 Inleiding. Notitie / Memo

1 Inleiding. Notitie / Memo Notitie / Memo HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp: Landschappelijke onderbouwing plaatsing geluidschermen A1 Apeldoorn Datum: 9 mei 2017 Ons kenmerk: T&PBD2624N002F0.1 Classificatie:

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

Planuitwerkingsfase Grote Zeesluis kanaal Gent-Terneuzen

Planuitwerkingsfase Grote Zeesluis kanaal Gent-Terneuzen Planuitwerkingsfase Grote Zeesluis kanaal Gent-Terneuzen Jan Willem Slager Opdrachtleider MER lid omgevingsteam Middensluis (1910) o lengte: 140 m o breedte: 18 m o diepte: 6,50 m o tonnage: 10.000 dwt

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Planstudie Paddepoelsterbrug Steller Jeanet Halsema De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon 050-3678865 Bijlage(n) 0 Ons kenmerk 6261150 Datum Uw brief van Uw kenmerk

Nadere informatie

Startbeslissing. Verbreding A4 Vlietland N14. Datum 12 september 2013. De Minister van Infrastructuur en Milieu, mw. drs. Schultz van Haegen.

Startbeslissing. Verbreding A4 Vlietland N14. Datum 12 september 2013. De Minister van Infrastructuur en Milieu, mw. drs. Schultz van Haegen. Startbeslissing Verbreding A4 Vlietland N14 Datum 12 september 2013 Status Eindversie De Minister van Infrastructuur en Milieu, mw. drs. Schultz van Haegen. Inhoud 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Afbakening

Nadere informatie

Tracébesluit 3 e kolk Prinses Beatrixsluis. Landschapsplan. Datum augustus 2014 Status definitief

Tracébesluit 3 e kolk Prinses Beatrixsluis. Landschapsplan. Datum augustus 2014 Status definitief Tracébesluit 3 e kolk Prinses Beatrixsluis Landschapsplan Datum augustus 2014 Status definitief Tracébesluit 3 e kolk Prinses Beatrixsluis Landschapsplan Datum augustus 2014 Status definitief 4 Inhoud

Nadere informatie

Project Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis: Interactieve kaart van het plangebied

Project Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis: Interactieve kaart van het plangebied Fort Vreeswijk De kazemat VreeswijkOost wordt verplaatst en als objet trouvé teruggelegd in het landschap. Lek kan kazemat Vreeswijk-Oost Er komt een nieuwe brug over de 3e kolk voor weg- en etsverkeer.

Nadere informatie

Herinrichting Neherkade Den Haag

Herinrichting Neherkade Den Haag Herinrichting Neherkade Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 mei 2013 / rapportnummer 2486 66 1. Oordeel over het milieueffectrapport MER De gemeente Den Haag heeft het voornemen de

Nadere informatie

Leiden Ringweg Oost. Bouwfasering Sumatrabrug. Movares Nederland B.V. ing. R. van der Vlies Kenmerk TW-VDV-120009934 - Versie 1.0

Leiden Ringweg Oost. Bouwfasering Sumatrabrug. Movares Nederland B.V. ing. R. van der Vlies Kenmerk TW-VDV-120009934 - Versie 1.0 Leiden Ringweg Oost Bouwfasering Sumatrabrug Opdrachtgever Gemeente Leiden Ondertekenaar Movares Nederland B.V. ing. R. van der Vlies Kenmerk TW-VDV-120009934 - Versie 1.0 Utrecht, 10 mei 2012 Definitief

Nadere informatie

Het Dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Besluit: De concept-beleidsregels voor nautische vergunningen vast te stellen;

Het Dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Besluit: De concept-beleidsregels voor nautische vergunningen vast te stellen; CVDR Officiële uitgave van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Nr. CVDR418890_1 12 september 2017 Beleidsregels voor nautische vergunningen Het Dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en

Nadere informatie

Klaar voor de toekomst!

Klaar voor de toekomst! Klaar voor de toekomst! Den Haag Rotterdam Dordrecht Moerdijk Zierikzee Voorwoord Breda Middelburg Vlissingen Goes Bergen op Zoom Roosendaal De politiek heeft na een uitgebreide verkenning besloten om

Nadere informatie

STUDIE NAAR DE TOEKOMST VAN HET KANAAL BOSSUIT-KORTRIJK. Uitgangspunten en onderzoeksvragen in de studie Deel Zwevegem - Leie

STUDIE NAAR DE TOEKOMST VAN HET KANAAL BOSSUIT-KORTRIJK. Uitgangspunten en onderzoeksvragen in de studie Deel Zwevegem - Leie STUDIE NAAR DE TOEKOMST VAN HET KANAAL BOSSUIT-KORTRIJK Uitgangspunten en onderzoeksvragen in de studie Deel Zwevegem - Leie ! Uitgangspunten vertrekken vanuit de hoofddoelstelling van het onderzoek: het

Nadere informatie

1. Aanleiding NOTITIE VARIANTEN FIETSPAD BERKELSEDIJKJE

1. Aanleiding NOTITIE VARIANTEN FIETSPAD BERKELSEDIJKJE NOTITIE VARIANTEN FIETSPAD BERKELSEDIJKJE 1. Aanleiding Op 31 maart 2016 heeft de gemeenteraad op basis van de herziening van het Mobiliteitsplan besloten om een nadere studie te doen naar de positie van

Nadere informatie

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast).

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast). Proces en procedure Wat ging vooraf? Na de publicatie van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) in december 2017 zijn: Wegontwerpen gemaakt van de alternatieven Smart Mobility-maatregelen vertaald

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338

Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338 S. js.io Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338 Ri jkswater s t aat, Dienst Verkeerskunde, Hoofdafdeling Scheepvaart. Dordrecht, 2 juni 1975. NOTITIE

Nadere informatie

TERNEUZEN Bestemmingsplan Nieuwe Sluis Terneuzen

TERNEUZEN Bestemmingsplan Nieuwe Sluis Terneuzen TERNEUZEN Bestemmingsplan Nieuwe Sluis Terneuzen Antwoordnota zienswijzen en ambtshalve aanpassingen Versie 20072017 INHOUD BLZ 1. Inleiding 3 1.1. Procedure 3 1.2. Leeswijzer 4 2. Zienswijzen 5 2.1. Overzicht

Nadere informatie

Onderhoud Beatrixsluis

Onderhoud Beatrixsluis Onderhoud Beatrixsluis Even voorstellen Pieter van der Galiën RWS Paul Zanen Sas van Vreeswijk Programma 15:00 ontvangst 15:15 start rondleiding 16:45 17:15 presentatie RWS en Sas van Vreeswijk over onderhoud

Nadere informatie

Verdubbeling N33 Zuidbroek Appingedam

Verdubbeling N33 Zuidbroek Appingedam Verdubbeling N33 Zuidbroek ppingedam voorgenomen voorkeursalternatief N33 Midden. Meer weg, meer waarde Verdubbeling N33 Zuidbroek ppingedam Het Rijk en de provincie Groningen willen de N33 tussen Zuidbroek

Nadere informatie

Nieuwsbrief Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis Juni 2014

Nieuwsbrief Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis Juni 2014 Nieuwsbrief Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis Juni 2014 In deze nieuwsbrief vindt u meer informatie over de voorbereidingen en de uiteindelijke aanleg van de 3 e kolk Beatrixsluis en de verbreding van het

Nadere informatie

Groene Verbinding. 12 mei 2016

Groene Verbinding. 12 mei 2016 Groene Verbinding 12 mei 2016 Doel van de Groene Verbinding Verbeteren relatie stad - Amelisweerd Recreatie, ecologie, cultuurhistorie, ruimtelijke kwaliteit Rijkswaterstaat 2 RWS BEDRIJFSINFORMATIE Groene

Nadere informatie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. stikstofdepositie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. stikstofdepositie Projectteam Overnachtingshaven Lobith Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith stikstofdepositie INHOUDSOPGAVE blz. 1. KADERS 1 1.1. Wettelijk kader 1 1.2. Beleidskader 1

Nadere informatie

14 NEt Pdjkswaterstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Gemeente Gouda Afdeling Gebiedsontwikkeling Postbus BB Gouda 2~ouda

14 NEt Pdjkswaterstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Gemeente Gouda Afdeling Gebiedsontwikkeling Postbus BB Gouda 2~ouda Pdjkswaterstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat > Retouradres Postbus 555 3430 AN Nieuwegein Gemeente Gouda Afdeling Gebiedsontwikkeling Postbus 1086 2800 BB Gouda 2~ouda Ingekomen Afd~eting!Nr.,~

Nadere informatie

Nieuwsbrief Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis

Nieuwsbrief Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis Nieuwsbrief Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis September 2014 In deze nieuwsbrief vindt u meer informatie over de voorbereidingen en de uiteindelijke aanleg van de 3 e kolk Beatrixsluis en de verbreding van

Nadere informatie

Tracébesluit A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting

Tracébesluit A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting Tracébesluit A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting Datum Maart 2015 Status Tracébesluit Pagina 2 van 7 Aanpassingen A1 Apeldoorn-Zuid Beekbergen Voor u ligt de samenvatting van het Tracébesluit A1

Nadere informatie

Nieuwe Hollandse Waterlinie

Nieuwe Hollandse Waterlinie Nota Ruimte budget 35 miljoen euro Planoppervlak 300 hectare Trekker Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Nieuwe Hollandse Waterlinie Stevige nieuwe ruggengraat voor de Linie De Nieuwe Hollandse

Nadere informatie

Nieuwe aanpak voor planstudie Hoevelaken

Nieuwe aanpak voor planstudie Hoevelaken Nieuwe aanpak voor planstudie Hoevelaken Vervroegd betrekken van de markt December 2011 Nieuwe aanpak voor planstudie Hoevelaken Aanleiding Knooppunt Hoevelaken heeft een vaste plaats in de file top-25.

Nadere informatie

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie Postbus 299-4600 AG Bergen op Zoom + 31 (0)164 212 800 nieuwesluisterneuzen@vnsc.eu www.nieuwesluisterneuzen.eu Rapport Vlaams

Nadere informatie

Tracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011

Tracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011 Tracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011 Programma opening en welkom door wethouder Van der Zanden toelichting door projectleider van Duren pauze en gelegenheid voor vragen beantwoording

Nadere informatie

FAQ Fietspad Helmond-Eindhoven: Nr. Categorie Vraag Antwoord

FAQ Fietspad Helmond-Eindhoven: Nr. Categorie Vraag Antwoord FAQ Fietspad Helmond-Eindhoven: Nr. Categorie Vraag Antwoord De fiets is voor velen het ideale vervoermiddel op kortere afstanden. Op dit moment is er geen directe, snelle en kwalitatief hoogwaardige fietsverbinding

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;

gelet op het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer; Ontwerp-Verkeersbesluit Oude IJssel Tekst van de regeling Overwegingen Het college van dijkgraaf en heemraden van het Waterschap Rijn en IJssel; gezien het voorstel d.d. dd mm jjjj, kenmerk Nr. xxxxxxxxx

Nadere informatie

Objectbeschrijving sluiscomplex Weurt (Pepijn van Aubel, november 2016)

Objectbeschrijving sluiscomplex Weurt (Pepijn van Aubel, november 2016) Objectbeschrijving sluiscomplex Weurt (Pepijn van Aubel, november 2016) Het sluiscomplex Weurt (km. 11,8) bestaat uit de volgende onderdelen met bijbehorende kentallen: 1) De oude sluis (oost) met 3 roldeuren

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Nieuwsbrief Lekkanaal/3 e kolk Beatrixsluis Juni 2016

Nieuwsbrief Lekkanaal/3 e kolk Beatrixsluis Juni 2016 Nieuwsbrief Lekkanaal/3 e kolk Beatrixsluis Juni 2016 In deze nieuwsbrief vindt u meer informatie over de voorbereidingen en de uiteindelijke aanleg van de 3 e kolk Beatrixsluis en de verbreding van het

Nadere informatie

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie Postbus 299-4600 AG Bergen op Zoom + 31 (0)164 212 800 nieuwesluisterneuzen@vnsc.eu www.nieuwesluisterneuzen.eu Rapport Vlaams

Nadere informatie

Afrit 38. Maatregel 1.1. Stand van zaken november Dwarsdoorsneden

Afrit 38. Maatregel 1.1. Stand van zaken november Dwarsdoorsneden Maatregel. Afrit De gemeente Overbetuwe past momenteel de vormgeving van afrit aan. Deze aanpassing is afgestemd op de nieuwe situatie van de verbrede A5. In het Tracébesluit is deze nieuwe vormgeving

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten kiezen voor voorkeursalternatief Bundeling Noord

Gedeputeerde Staten kiezen voor voorkeursalternatief Bundeling Noord Juli 2016 Dagelijks ervaart het verkeer problemen met de doorstroming op de N629 tussen Oosterhout en Dongen. Ook de leefbaarheid en veiligheid op en rond de N629 en Westerlaan vragen aandacht. De provincie

Nadere informatie

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda Informatiebijeenkomst Inhoud De MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk a/d IJssel - Gouda Drie alternatieven Voorlopig voorkeursalternatief Resultaten onderzoek

Nadere informatie

Systems Engineering bij een sluisontwerp. Jacques Montijn, Movares Zuid West, Rotterdam, 19 januari 2012

Systems Engineering bij een sluisontwerp. Jacques Montijn, Movares Zuid West, Rotterdam, 19 januari 2012 Systems Engineering bij een sluisontwerp Jacques Montijn, Movares Zuid West, Rotterdam, 19 januari 2012 Inhoud presentatie Doelstelling De sluis Rol Movares in het ontwerp Ontwikkeling van eisen Omgeving

Nadere informatie

Milieueffectrapportage A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting

Milieueffectrapportage A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting Milieueffectrapportage A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting Datum Mei 214 Versie Definitief Pagina 2 van 9 Samenvatting Milieueffectrapport A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Mei 214 Samenvatting Voor

Nadere informatie

CLASSIFICATIE C1: Public Information DATUM 26 april 2019 REFERENTIE VAN

CLASSIFICATIE C1: Public Information DATUM 26 april 2019 REFERENTIE VAN NOTITIE AAN Projectteam 150 kvverkabeling Geertruidenberg CLASSIFICATIE C1: Public Information VAN Wouter van Doeland ONDERWERP Effectbeoordeling techniek en kosten 150 kv-verbinding Geertruidenberg 1.

Nadere informatie

Zeetoegang IJmond. Deelrapport Verkeer & Vervoer. Rijkswaterstaat West-Nederland Noord. Januari 2014 Definitief

Zeetoegang IJmond. Deelrapport Verkeer & Vervoer. Rijkswaterstaat West-Nederland Noord. Januari 2014 Definitief Zeetoegang IJmond Deelrapport Verkeer & Vervoer Rijkswaterstaat West-Nederland Noord Januari 2014 Definitief Zeetoegang IJmond Deelrapport Verkeer & Vervoer dossier : BB3986 registratienummer : MD-AF20140066/PO

Nadere informatie

sluiscomplex eefde cultuurhistorische verkenning

sluiscomplex eefde cultuurhistorische verkenning sluiscomplex eefde cultuurhistorische verkenning BiermanHenketarchitecten juli 2012 COLOFON Opdrachtgever totale project: Opdrachtgever projectnota-fase: Architect: Rijkswaterstaat Grontmij Bierman Henket

Nadere informatie

Inleiding. Figuur 1 UNESCO Werelderfgoed

Inleiding. Figuur 1 UNESCO Werelderfgoed ONDERWERP Afweging en risico-inschatting extra stationslocaties t.a.v. het Werelderfgoed Stelling van Amsterdam ONZE REFERENTIE DATUM 05 maart 2018 VAN Gertjan Jobse, Eline Amsing, Floor van Gils Inleiding

Nadere informatie

Nieuwsbrief Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis

Nieuwsbrief Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis Nieuwsbrief Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis Juni 2013 In deze nieuwsbrief vindt u meer informatie over de voorbereidingen en de uiteindelijke aanleg van de 3 e kolk Beatrixsluis en de verbreding van het

Nadere informatie

Bijlage 8 Notitie M.E.R.-toetsing N235 bestemmingsplan Spitsbusbaan

Bijlage 8 Notitie M.E.R.-toetsing N235 bestemmingsplan Spitsbusbaan Bijlage 8 Notitie M.E.R.-toetsing N235 bestemmingsplan Spitsbusbaan 146 Spitsbusbaan N235-2016 NOTITIE nummer 004 project Doorstromingsmaatregelen N247/N235 en Groot Onderhoud werkpakket RV04 projectnr.

Nadere informatie

Nieuwsbrief Lekkanaal/3 e kolk Beatrixsluis Juli 2016

Nieuwsbrief Lekkanaal/3 e kolk Beatrixsluis Juli 2016 Nieuwsbrief Lekkanaal/3 e kolk Beatrixsluis Juli 2016 In deze nieuwsbrief vindt u meer informatie over de voorbereidingen en de uiteindelijke aanleg van de 3 e kolk Beatrixsluis en de verbreding van het

Nadere informatie

Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie

Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie Inhoud Deel I Achtergronden... 3 Waarom deze m.e.r.-studie?... 3 Wat zijn de knelpunten op de Sloeweg?... 3 Welke stappen zijn

Nadere informatie

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Landschapsplan. Datum 3 april 2014

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Landschapsplan. Datum 3 april 2014 Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord Landschapsplan Datum 3 april 2014 Status definitief Colofon Referentienummer RW1929-28/14-007.031 Uitgegeven door Rijkswaterstaat Midden-Nederland Informatie Telefoon Fax

Nadere informatie

VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL

VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL PROVINCIE NOORD-BRABANT 4 juni 2012 076445727:0.8 - Definitief B01055.000582.0100 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Overzicht reacties... 3 2 s in

Nadere informatie

Opwaardering Twentekanalen. Economische stimulans Oost-Nederland

Opwaardering Twentekanalen. Economische stimulans Oost-Nederland Opwaardering Twentekanalen Economische stimulans Oost-Nederland 21 oktober 2014 Onderwerpen Wat doet? en de Twentekanalen Sluis Eefde Verruiming Twentekanalen Wat doet? Organisatie doel Eén RWS, Samen

Nadere informatie

Nieuwe Zeesluis IJmuiden

Nieuwe Zeesluis IJmuiden Nieuwe Zeesluis IJmuiden OV IJmond 5 november 2015 Jan Rienstra, RWS omgevingsmanager Rob Gordijn, OpenIJ omgevingsmanager De nieuwe Zeesluis IJmuiden Waarom? Wat is gevraagd? Wat zijn de uitgangspunten?

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

Bestuur Regio Utrecht (BRU) Erratum MER A12SALTO. Datum 17 december TMU054/Brg/0731. Kenmerk Eerste versie

Bestuur Regio Utrecht (BRU) Erratum MER A12SALTO. Datum 17 december TMU054/Brg/0731. Kenmerk Eerste versie Bestuur Regio Utrecht (BRU) Erratum MER A12SALTO Datum 17 december 2007 TMU054/Brg/0731 Kenmerk Eerste versie Erratum I bij de Samenvatting en Bestuurlijke samenvatting op pagina 36 van beide rapporten:

Nadere informatie

Ontwerp besluit hogere waarden wegverkeerslawaai voor woningbouwproject Duinvallei fase 10, Katwijk aan Zee (v /K2V 11765)

Ontwerp besluit hogere waarden wegverkeerslawaai voor woningbouwproject Duinvallei fase 10, Katwijk aan Zee (v /K2V 11765) Duinvallei fase 10, Katwijk aan Zee (v 1204415/K2V 11765) Aanleiding In de woonwijk Zanderij te Katwijk aan Zee heeft de gemeente Katwijk het plan om het bouwproject Duinvallei fase 10 te realiseren. Het

Nadere informatie

PHS Meteren-Boxtel tracédeel Boog Meteren

PHS Meteren-Boxtel tracédeel Boog Meteren Project Meteren-Boxtel Goederentreinen tussen Rotterdam en Venlo gaan via de tot Meteren rijden. Vanaf Meteren rijden de goederentreinen verder via s-hertogenbosch en Boxtel. Zij zullen dus niet meer over

Nadere informatie

Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017

Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017 Reactienota zienswijzen Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord 2016 11 mei 2017 1. INLEIDING Voor het gebied Ammerzoden Noord, 2 e fase is een woningbouwplan in voorbereiding. In het woningbouwplan worden

Nadere informatie

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: 14-4-2009 Huidige situatie De locatie maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied Heerenveen Noordoost; een langgerekt gebied tussen grofweg de

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b. Vastgesteld op 27 september 2011

BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b. Vastgesteld op 27 september 2011 BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b Vastgesteld op 27 september 2011 1. INLEIDING Op 28 april 2010 is er een overeenkomst gesloten waarin onder andere is overeengekomen, dat het stadsdeel middels een daarvoor

Nadere informatie

Memo. Verhouding auto-fiets 2015

Memo. Verhouding auto-fiets 2015 Uit de verkeerstellingen van de gemeente blijkt dat op deel twee op een werkdag gemiddeld 1.400 1 motorvoertuigen rijden waarvan 4% a 5% vrachtverkeer betreft. Op deel drie rijden gemiddeld per werkdag

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit A9 Badhoevedorp

Ontwerp-Tracébesluit A9 Badhoevedorp Tracébesluit omleggingomlegging Ontwerp-Tracébesluit A9 Badhoevedorp Toelichting IV 3837890 RE138 voorpl Bijlage K.indd 1 RWS-voorkant-nieuw.indd 5 30-05-2011 12:25:39 13-04-12 15:01 Tracébesluit omlegging

Nadere informatie

Diverse kavels. Groenstrook Zeemanskade Parallel gelegen aan de N482 te Sliedrecht

Diverse kavels. Groenstrook Zeemanskade Parallel gelegen aan de N482 te Sliedrecht blad 2 Inhoud 1. Algemene informatie... 3 1.1. Algemene omschrijving... 3 1.2. Adresgegevens... 3 1.3. Kadastrale gegevens... 3 1.4. Kenmerken... 3 1.5. Ligging... 4 1.6. Loopbrug... 4 1.7. Ontsluiting...

Nadere informatie

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.).

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.). Hoe vindt de trechtering van groot concept zoekgebied naar voorkeursalternatief plaats? Om tot een voorkeurslocatie voor het station en voorkeurslocatie voor de kabelcircuits te komen worden een aantal

Nadere informatie

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Achtergrond De Marathonweg in Vlaardingen vormt de verbinding tussen de A20, afslag 8 Vlaardingen West, en de zuidkant van Vlaardingen (industriegebied Rivierzone)

Nadere informatie

N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen

N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen Datum 2 november 2017 Status definitief 1 Inleiding In deze bijlage vindt u een beschrijving van de gehanteerde uitgangspunten bij het maken

Nadere informatie

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13496 16 maart 2016 Verkeersbesluit voor het instellen van een vaarverbod in het werkgebied en het plaatsen van bebording

Nadere informatie

Gedurende het project wordt dit document regelmatig herzien. Dit op basis van de laatste inzichten en vragen die aan de gemeente zijn gesteld.

Gedurende het project wordt dit document regelmatig herzien. Dit op basis van de laatste inzichten en vragen die aan de gemeente zijn gesteld. Veelgestelde vragen over Fietspad F446.00 Roodemolenpolder Versie 3: 5 maart 2014 De plannen voor de aanleg van een nieuwe Fietsverbinding tussen Voorhout en Sassenheim door de Roodemolenpolder leiden

Nadere informatie

LEESWIJZER t.b.v. de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht A27/A12 mei 2011

LEESWIJZER t.b.v. de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht A27/A12 mei 2011 LEESWIJZER t.b.v. de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht A27/A12 mei 2011 Voorafgaand Opbouw van dit document Deze leeswijzer hoort bij de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht / onderdeel A27/A12 (vastgesteld

Nadere informatie

In de samenwerkingsovereenkomst (SOK) wordt de bestuurlijke voorkeur voor het Heemskerkalternatief uitgesproken.

In de samenwerkingsovereenkomst (SOK) wordt de bestuurlijke voorkeur voor het Heemskerkalternatief uitgesproken. nummer : onderwerp : Indienen zienswijze over de verbinding A8-A9. Aan de raad, Inleiding De provincie Noord-Holland heeft het eindrapport Plan MER Verbinding A8-A9 van 9 juni jongstleden en bijbehorende

Nadere informatie

HOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016

HOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016 De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016 BESTUURLIJKE SAMENVATTING De komst van een Factory Outlet Centre (Holland Outlet Mall) naar Zoetermeer heeft grote gevolgen voor de bereikbaarheid

Nadere informatie

Kwalitatieve beoordeling van de ligplaatsen langs het Amsterdam-Rijnkanaal

Kwalitatieve beoordeling van de ligplaatsen langs het Amsterdam-Rijnkanaal Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Kwalitatieve beoordeling van de ligplaatsen langs het Amsterdam-Rijnkanaal februari 2006 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Kwalitatieve beoordeling van de

Nadere informatie

Rondje Plofsluis. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Rondje Plofsluis. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Fietsroute Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Rondje Plofsluis Ontdek de sluizen, dijken en kanalen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie ten zuiden van Utrecht. Deze fietsroute voert langs historische

Nadere informatie