RAPPORT. SPECIFIEK ONDERZOEK VERKLARING OMTRENT GEDRAG BOEKJAAR 2013 bij ROC TOP

Transcriptie

1 RAPPORT SPECIFIEK ONDERZOEK VERKLARING OMTRENT GEDRAG BOEKJAAR 2013 bij ROC TOP Plaats: Utrecht Bestuursnummer: Onderzoeksnummer: Onderzoeksperiode: Voorjaar 2015 Datum vaststelling: 11 augustus 2015

2

3 Inhoud Voorwoord 4 1 Opdracht en werkwijze 5 2 Bevindingen 6 3 Conclusies 7 Pagina 3 van 7

4 Voorwoord De Inspectie van het Onderwijs (inspectie) heeft in het voorjaar van 2015 onderzoek verricht naar de ontbrekende Verklaringen Omtrent het Gedrag (hierna: VOG) bij ROC TOP (hierna: ROC) te Amsterdam. Dit rapport bevat de resultaten van het specifieke onderzoek. De inspectie heeft het conceptrapport op 29 juni 2015 verzonden naar het bestuur van de ROC voor hoor en wederhoor. Het bestuur heeft hier geen gebruik van gemaakt. Het definitieve rapport met nummer is vastgesteld door Frank Willemsen, directie Rekenschap en Juridische Zaken, te Utrecht op 11 augustus 2015 en zal in de vijfde week na vaststelling openbaar worden gemaakt via SPECIFIEK ONDERZOEK Het toezicht op het onderwijs is op grond van artikel 3 van de Wet op het onderwijstoezicht (WOT) opgedragen aan de inspectie. Op grond van artikel 3, tweede lid, onderdeel b, van de WOT omvat het toezicht naast een aantal in dat artikel genoemde talen tevens het beoordelen en bevorderen van de naleving van de bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften. Onder deze categorie valt het toezicht op de naleving van de VOG. Naast regulier onderzoek op grond van artikel 11 van de WOT kan de inspectie als onderdeel van haar taken, bedoeld in artikel 3 van de WOT, uit eigen beweging dan wel op aanwijzing van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap specifiek onderzoek verrichten op grond van artikel 15 van de WOT. Hieronder worden alle niet-reguliere vormen van onderzoek verstaan. Voor dit specifiek onderzoek worden een of meer onderzoeksvragen geformuleerd die samenhangen met de aard en het onderwerp van het onderzoek. Ook de onderzoeksopzet en uitvoering zijn maatwerk. De bevindingen naar aanleiding van een specifiek onderzoek worden vastgelegd in een openbaar rapport, tenzij de aard van het onderzoek of de omvang daarvan zich daartegen verzet. Pagina 4 van 7

5 1 Opdracht en werkwijze 1.1 Aanleiding en object van onderzoek De inspectie neemt jaarlijks kennis van de uitzonderingsrapportages die instellingsaccountants verstrekken naar aanleiding van de controle van de jaarstukken over het boekjaar. In dat kader heeft de inspectie kennisgenomen van de uitzonderingsrapportage van het ROC. Uit de uitzonderingsrapportage bleek dat het ROC tijdens de controle voor 50 personeelsleden geen geldige VOG kon overleggen. Op het einde van de accountantscontrole bleek dit nog steeds voor 13 personeelsleden onmogelijk. In het voorjaar van 2015 heeft de inspectie onderzoek gedaan naar deze bevinding. 1.2 Onderzoeksvraag De onderzoeksvraag voor dit onderzoek luidt: Heeft het bevoegd gezag van de ROC in relatie tot de VOG voor het personeel gehandeld in overeenstemming met de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: web)? De onderzoeksvraag valt uiteen in de volgende deelvragen: Is/zijn er door het bevoegd gezag docenten in 2013 benoemd of tewerkgesteld zonder dat deze in het bezit is/zijn van een VOG die op het tijdstip van overlegging aan het bevoegd gezag niet ouder is dan 6 maanden? (artikel web) Is sprake van 1 of meer personen die in 2013 onderwijsondersteunende werkzaamheden verrichte(n) die niet in het bezit is/zijn van een VOG die op het tijdstip van overlegging aan het bevoegd gezag niet ouder is dan 6 maanden? (artikel web) Is sprake van een benoeming van ander personeel dan docenten of onderwijsondersteuners zonder dat deze in het bezit is/zijn van een VOG die op het tijdstip van overlegging aan het bevoegd gezag niet ouder is dan 6 maanden? (artikel 4.2a.1. web) 1.3 Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek. Hoofdstuk 3 bevat de conclusies. Pagina 5 van 7

6 2 Bevindingen De accountant stelde ten tijde van de controle over het boekjaar 2013 het volgende vast: Personeelscategorie Aantal ontbrekende VOG s in boekjaar 2013 Onderwijsgevend 32 6 personeel Onderwijsondersteunend 12 6 Stagiaires (overige 6 1 personeelsleden) Totaal Resterend aantal ontbrekende VOG s ten einde van de accountantscontrole De inspectie heeft op basis van dit signaal contact opgenomen met het ROC om vast te stellen of deze personeelsleden inmiddels over een VOG beschikken, kortom, of de bevinding is opgevolgd. Uit het telefoongesprek is gebleken dat er vanwege andere prioriteiten binnen het ROC geen opvolging is gegeven aan de bevinding. De controller geeft aan dat de accountant ook over het boekjaar 2014 een opmerking over de ontbrekende VOG s zal maken in de uitzonderingsrapportage. De controller heeft aanvullende documentatie aangeleverd waaruit blijkt dat van de dertien ontbrekende VOG s het bevoegd gezag inmiddels één VOG heeft ontvangen. De overige twaalf VOG s ontbreken nog steeds. Het gaat daarbij om VOG s voor onderwijsgevenden, onderwijsondersteuners en overige personeelsleden. De inspectie stelt op grond hiervan vast dat alle drie de deelvragen, zoals opgenomen in hoofdstuk 1.2, bevestigend beantwoord kunnen worden en dat er sprake is van overtreding van de artikelen 4.2.1, en 4.2a.1. van de Web. Het bevoegd gezag heeft immers onderwijsgevenden, onderwijsondersteuners en overige personeelsleden benoemd of tewerkgesteld dan wel als personeel in dienst zonder dat is gebleken dat deze in het bezit zijn van een VOG. De controller van de ROC geeft aan dat inmiddels de procedures omtrent het verkrijgen van de VOG s zijn aangescherpt en zegt toe dat aan het begin van komend schooljaar geïnventariseerd zal worden welke medewerkers sinds de oprichting van het ROC (1 januari 2013) geen VOG hebben overlegd. Medewerkers die nog in dienst zijn en geen VOG hebben overlegd zullen alsnog een nieuwe VOG moeten overleggen. Pagina 6 van 7

7 3 Conclusies De inspectie concludeert in haar verificatie van de bevindingen van de accountantscontrole van het boekjaar 2013 dat het bevoegd gezag van het ROC geen VOG kan overleggen van 12 docenten, onderwijsondersteuners en ander personeel. Deze personeelsleden zijn benoemd of tewerkgesteld of verrichten onderwijsondersteunende werkzaamheden zonder in het bezit te zijn van een VOG. Het ROC heeft onvoldoende opvolging gegeven aan de bevinding van de accountant om de ontbrekende VOG s te bemachtigen. Het is aan de hoofdinspecteur eventuele (financiële) gevolgen te verbinden aan de bevindingen en conclusies in dit rapport. Pagina 7 van 7