RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ROC EINDHOVEN. Opleiding Assistent Mobiliteitsbranche

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ROC EINDHOVEN Opleiding Assistent Mobiliteitsbranche Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op: Eindhoven 25MB juni juli september 2011 Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgesteld , /8 pagina 1/9

2 pagina 2/9

3 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 7 juni 2011 een onderzoek uitgevoerd op ROC Eindhoven naar de kwaliteit van het onderwijs bij de opleiding Assistent Mobiliteitsbranche, niveau 1. De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. De opleiding is getrokken in een aselecte steekproef van mbo-opleidingen voor het zogeheten stelselonderzoek. Het stelselonderzoek heeft als doel een representatief beeld krijgen van de kwaliteit van mbo-opleidingen ten behoeve van ons jaarlijks verslag over de staat van het onderwijs (het Onderwijsverslag). Daarnaast biedt het stelselonderzoek de gelegenheid om de risicoanalyse van de inspectie te valideren. In dit kader is de volgende opleiding onderzocht: crebocode 93740, Assistent Mobiliteitsbranche, niveau 1. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de instelling/school/ opleiding(en) die bij de inspectie aanwezig zijn. Onderzoek op locatie, waarbij schooldocumenten zijn bestudeerd; de onderwijspraktijk is geobserveerd; gesprekken met de directie, medewerker kwaliteitszorg, docenten onder wie studieloopbaanbegeleider en deelnemers zijn gehouden. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar met de erbij behorende onderstaande normen. Niveau 1: jaarresultaat 60,7 en diplomaresultaat 45,1 procent. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2009 en de Aanvulling voor 2010 op het Toezichtkader bve Deze zijn te vinden op Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de ontwikkeling van de opleiding in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. pagina 3/9

4 pagina 4/9

5 2. BEVINDINGEN 2.1 Bevindingen opleiding Assistent Mobiliteitsbranche Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie tot welke bevindingen per opleiding het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate het betreffende criterium gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Scores van de opleiding: crebocode 93740, Assistent Mobiliteitsbranche, niveau Naleving Wettelijke vereisten Naleving Wettelijke vereisten 2.1 Opbrengsten van opleidingen /2.1.2 jaarresultaat en diplomaresultaat 3.1 Programma Samenhang Maatwerk Programmatijd Voorzieningen 3.2 Leerproces Leertijd Didactisch handelen Begeleiding in de instelling Beroepspraktijkvorming 3.3 Trajectbegeleiding Intake Studieloopbaanbegeleiding Zorg deelnemers specifieke behoeften Samenwerking 3.4 Omgang en veiligheid Bejegening/omgang Veiligheid 4.1 Kwaliteitszorg Systematische Kwaliteitszorg Beoordeling pagina 5/9

6 2.1.2 Beschouwing Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs bij de opleiding Assistent Mobiliteitsbranche wordt als voldoende beoordeeld, zowel de opbrengsten als het onderwijsproces zijn van voldoende kwaliteit. Het team is tot veel bereid om de specifieke doelgroep aan de eindstreep te brengen en zoveel mogelijk te laten doorstromen naar niveau 2. Deelnemers geven aan goed te worden begeleid en vooral als volwassen personen benaderd te worden. Dit zorgt voor een goede sfeer waarin ruimte is voor vakmanschap en deelnemers die iets willen bereiken. De opleiding wordt gekenmerkt door maatwerk en de beroepspraktijkvorming vormt een geheel met het theoretisch programma. Er zijn wel tekortkomingen in de naleving van de wettelijke vereisten vastgesteld. Hieronder licht de inspectie de belangrijkste bevindingen toe. Wettelijke vereisten Voor zover de inspectie de onderwijsovereenkomst heeft beoordeeld geldt dat deze niet voldoet aan de in de wet gestelde eisen omdat er geen ondertekeningsdatum is ingevuld, c.q. niet aanwezig is. Voor de praktijkovereenkomst geldt dat deze niet aan de in de wet gestelde eisen voldoet omdat de ondertekening structureel te laat plaatsvindt. Wat betreft de zorg- en informatieplicht, erkenning leerbedrijven, gebruik crebonaam en onderwijstijd, voldoen deze aan de in de wet gestelde eisen. Opbrengsten De opbrengsten zijn voldoende. Het jaarresultaat bedraagt 69 procent en het diplomaresultaat 65 procent. Daarmee bevinden zowel het jaarrendement als het diplomarendement zich boven de landelijke norm. Programma Het programma is aan de hand van het kwalificatiedossier opgebouwd en de structuur van het programma is bij de verschillende onderdelen hetzelfde waardoor er voldoende samenhang wordt ervaren. Er is voldoende samenhang tussen de beroepspraktijkvorming en het programma dat op school wordt aangeboden. Voor de talen wordt een integrale leerlijn ontwikkeld en krijgen de vaak taalarme deelnemers extra taallessen. De opleiding kenmerkt zich door maatwerk. De deelnemers kunnen in eigen tempo de opleiding volgen, maar krijgen wel de nodige sturing waar dat vereist is. De studielast wordt als evenredig verdeeld ervaren. Lesuitval komt nauwelijks voor omdat uitgevallen lessen altijd worden ingehaald. De voorzieningen zijn van een voldoende niveau om de opleiding succesvol af te ronden. Leerproces De onderwijstijd wordt voldoende benut. Absentie wordt systematisch bijgehouden en deelnemers worden ook aangesproken op hun afwezigheid. Het didactisch pagina 6/9

7 handelen is over het algemeen voldoende. Docenten geven uitleg en feedback op gemaakte opdrachten en bieden een goede mix van zelfstandigheid en reflectie. De begeleiding in de instelling is voldoende. De vorderingen worden goed bijgehouden en waar nodig bijgestuurd in het onderwijsleerproces. De beroepspraktijkvorming is voldoende en vormt een goede aanvulling op het programma op school. Trajectbegeleiding De uitgebreide intake staat garant om tot een verantwoorde plaatsing te komen. Op grond van de verzamelde gegevens wordt de deelnemer in de opleiding geplaatst en wordt naderhand nagegaan of die ook passend blijkt te zijn. De studieloopbaanbegeleiding is goed georganiseerd en wordt ook zorgvuldig uitgevoerd. Veel deelnemers stromen door naar niveau 2 en worden bij de doorstroom goed begeleid. Er zijn prima voorzieningen om in voorkomende gevallen passende zorg te geven aan deelnemers die dat nodig hebben. De samenwerking met andere ketenpartners in de zorgstructuur is geborgd. Omgang en veiligheid Zowel deelnemers als medewerkers geven aan dat ze zich veilig voelen en dat er sprake is van een respectvolle omgang met elkaar. Kwaliteitszorg Het team hanteert teamdoelen die binnen de organisatorisch brede doelstellingen van ROC Eindhoven vallen. De kwaliteitszorgcyclus wordt geheel doorlopen. Het team maakt gebruik van tevredenheidsenquêtes bij de deelnemers. Op basis daarvan krijgt het team inzicht in te verbeteren zaken. Het team pakt die ook op en stelt daarna vast of de verbeteringen het gewenste effect hebben. De beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs door onafhankelijke deskundigen vindt plaats en is eveneens als voldoende beoordeeld. pagina 7/9

8 pagina 8/9

9 3. TOEZICHTARRANGEMENT De Inspectie van het Onderwijs kent aan de volgende opleiding het basisarrangement toe: crebocode 93740, Assistent Mobiliteitsbranche, niveau 1 Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag of themaonderzoeken. In de naleving van wettelijke voorschriften zijn echter tekortkomingen geconstateerd namelijk het ontbreken van een ondertekeningsdatum op de onderwijsovereenkomst en het structureel te laat ondertekenen van de praktijkovereenkomst. Om deze reden zijn de volgende afspraken gemaakt met het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dient de geconstateerde tekortkoming in de naleving van wettelijke voorschriften op te heffen. Over vier maanden voert de inspectie een onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. pagina 9/9