Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Transcriptie

1 STATENBRIEF Onderwerp: Vervolgvoorstel Voorjaarsnota 2013 Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te besluiten conform het ontwerpbesluit Over de inhoud van deze brief te overleggen De inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht) HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) Dit vervolgvoorstel hoort bij de Voorjaarsnota De Voorjaarsnota 2013 en bijbehorende stukken zijn op woensdag 12 juni 2013 in de Commissies behandeld. Uit de Commissies zijn nog enkele vragen/punten naar voren gekomen die een nadere toelichting behoeven. Het gaat om de volgende onderwerpen: Kunsttoepassingen wegen (1% regeling), Trendbureau, Lastenstijging programma Cultuur & Erfgoed, Omissie Cultuur & Erfgoed, Busverbinding Doetinchem- Emmerich-Kleve, Dorpensingel, N225 i.v.m. route gevaarlijke stoffen, Ontbrekende infobladen MIA Mobiliteit m.b.t. Situatie Nunspeet en Spoortunnel Tricht. In voorliggend vervolgvoorstel wordt hierop ingegaan. Wij geven u in overweging te besluiten overeenkomstig het ongewijzigde, oorspronkelijke ontwerpbesluit. 2 Aanleiding Zie bovenstaand 3 Bestaand beleid c.q. kader Niet van toepassing 4 Argumenten/afwegingen Niet van toepassing 5 Financiële consequenties Niet van toepassing Inlichtingen bij dhr. R.B. Verhoeff, tel. (026) adres: post@gelderland.nl

2 6 Proces en evaluatie Behandeling van de Voorjaarsnota 2013 is voorzien in uw vergadering van 26 juni 2013 Arnhem, 25 juni zaaknummer Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris Bijlagen: Ontwerpbesluit Begrotingswijziging Notitie Vervolgvoorstel Voorjaarsnota 2013 Tekst 2

3 Bijlage bij Statenbrief - zaaknummer Vervolgvoorstel behorende bij de Voorjaarsnota 2013 Incl. eerste keuzenotitie Mid Term Review Provincie Gelderland

4 Inleiding Dit vervolgvoorstel bij de Voorjaarsnota 2013 doen wij u toekomen naar aanleiding van de behandeling van de Voorjaarsnota 2013 in de commissies van 12 juni Uit de Commissies zijn nog enkele vragen/punten voortgekomen die wij onderstaand nader zullen toelichten. Nadere toelichting naar aanleiding van de commissie AFW 1. Kunsttoepassingen wegen (1% regeling) Bij behandeling van de Voorjaarsnota in de commissie AFW is door de VVD de vraag gesteld We hebben aangenomen dat de 1% Kunstregeling is afgeschaft. Waarom gaat dit geld dan niet naar de Algemene Reserve. In de Voorjaarsnota wordt op motie 82 door GS een reactie gegeven, daarmee is al ingegaan op de vraag waarom het geld niet naar de Algemene Reserve gaat. De reactie in de Voorjaarsnota heeft de volgende strekking: Wij trekken de percentageregeling kunst en infra in. De reeds lopende opdrachten worden voltooid en voor het resterende bedrag in de reserves doen wij u een voorstel toekomen voor de besteding. Concreet betekent dit dat het lopende programma afgewikkeld wordt. Het restant aan vrije middelen zal meegenomen worden in de integrale afwegingen die bij Beleidsbegroting en Voorjaarsnota gemaakt worden. Nadere toelichting naar aanleiding van de commissie AFW/ROW 2. Trendbureau In de AFW en ROW commissie vergadering van 12 juni jl. is bij behandeling van de Voorjaarsnota 2013 onder meer gesproken over het Trendbureau. Voor een goede besluitvorming over de Voorjaarsnota willen wij graag een nadere toelichting geven op de voorgenomen samenwerking met het Trendbureau. In de toelichting zetten wij de missie, de partners, de producten en de organisatie van het Trendbureau uiteen. Daarna geven wij onze overwegingen voor de samenwerking en welke meerwaarde wij zien voor samenwerking met het Trendbureau. Missie Trendbureau Het Trendbureau levert via het verkennen van trends een inhoudelijke bijdrage aan het debat over relevante beleidsonderwerpen tussen maatschappelijke partners in de provincie. Dit kan op provinciaal, regionaal of gemeentelijk niveau zijn. De keuze van de onderwerpen komt tot stand in samenwerking met gemeenten, kennisinstellingen en andere instanties. De verantwoordelijkheid voor de uiteindelijke keuze ligt bij de onafhankelijke Programmaraad 1. Partners Om de kwaliteit van de trendverkenningen te waarborgen worden er afspraken gemaakt met de kennisinstellingen en andere deskundigen. De partners wisselen per toekomstverkenning. De afspraken gaan over: methode en werkwijze; gebruik van beschikbare bronnen en kennis in de regio en indien noodzakelijk daarbuiten; vertaling van landelijke/internationale studies naar situatie in de provincie, regio of gemeente; documentatie en onderbouwing dan wel plausibel maken van uitkomsten; 1 Wolter Lemstra (vml. Lid Eerste Kamer), Winnie Sorgdrager (vml. Minister), Eddy Veenstra (woningcorporatie) en Ed Brinksma (rector magnificus UT). Er wordt binnenkort ook een Gelderse kandidaat voorgedragen (onder voorbehoud van uw besluitvorming over de Voorjaarsnota 2013). 2

5 betrekken van en samenwerking met partners. Producten Het Trendbureau maakt bij de presentatie gebruik van interactieve vormen, waarbij naast cijfers en grafieken ook de vorm een belangrijke rol krijgt. Het gaat niet (alleen) om het statische en traditionele rapporten, maar eerst en vooral om de dialoog en het gezamenlijk zoeken naar de kansen van de toekomst. Daarbij wordt ook gewerkt met video s, kunstwerken en excursies. Er zijn verkenningen gedaan voor demografie, lokale energiewinning, economie, dorpen, landbouw, vergrijzing, democratie, de netwerksamenleving en diversiteit. Organisatie Het Trendbureau is een netwerkorganisatie. Er wordt gewerkt met steeds wisselende projectgroepen waar afhankelijk van het onderwerp provincie, gemeenten, bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en ook burgers zitting hebben. Op die manier wordt gewerkt aan een gezamenlijk zoeken naar, en vormgeven van, de toekomst. Het effect hiervan is dat op deze wijze het Trendbureau al in een vroeg stadium signalen heeft gegenereerd over demografische ontwikkelingen als krimp en vergrijzing, een mogelijke tweedeling in economische ontwikkeling en over de situatie in de binnensteden. Er is binnen Overijssel slechts sprake van 1 fte en eenzelfde inspanning zou in Gelderland nodig zijn vanuit de bestaande bezetting. Het gaat dus in belangrijk mate om het bij elkaar brengen van bestaande kennis en het bestaande strategische vermogen, waarbij gezamenlijk de toekomst wordt verkend. Overwegingen voor samenwerking met het Trendbureau Het verkennen van trends hoort bij een moderne en meer horizontaal georiënteerde rol van het midden bestuur. Voor de invulling zien wij een belangrijke rol weggelegd voor het Trendbureau. Wij willen flexibel zijn en snel kunnen reageren op de veranderende maatschappelijke opgaven. Het Trendbureau kan daarbij het inzicht vergroten in een goede aanpak en de juiste investeringen, ook richting een volgende bestuursperiode. Het Trendbureau is uniek in haar werkwijze. Andere bureaus of commissies (bijvoorbeeld de Provinciale Raad voor Omgevingsbeleid )werken niet op deze manier. Deze wijze wordt gewaardeerd door gemeenten en andere partners blijkens de ervaringen in Overijssel. Het Trendbureau kijkt vooruit in tegenstelling tot de Rekenkamer die evalueert. De belangrijkste gebruikers zijn de gemeenten (raad, B&W of ambtelijk niveau). Dat verwachten wij ook in Gelderland. Wij zien dit als een faciliteit die wij aanbieden aan partners. Gemeenten en zeker kleinere hebben dergelijke expertise niet afdoende in huis. Daarnaast wordt het Trendbureau ingeschakeld door uiteraard de provincie, maatschappelijke organisaties en ook in enkele gevallen door het bedrijfsleven. In Gelderland verwachten wij ook dat de Regionale Adviescommissies gebruik zullen maken van de kennis en expertise van het Trendbureau. Dit bespaart de kosten voor separate onderzoeken en verkenningen vanuit de regio. Wij zien in het Trendbureau een mooie kans om ook zichtbaar de samenwerking met Overijssel gestalte te geven. De samenwerking wordt vastgelegd in een overeenkomst waarin onder meer de beoogde prestaties, middelen en verantwoordelijkheid voor de aansturing worden vastgelegd. Een evaluatieonderzoek door de Universiteit Twente concludeerde dat de persoonlijke benadering gekoppeld aan betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige verkenningen een krachtig 3

6 instrument is om besluitvormers en beleidsmakers te laten reflecteren op mogelijke toekomstige ontwikkelingen. 2 Landelijke planbureaus (CPB, SCP of PBL) komen met nationale en macrocijfers over tal van ontwikkelingen. Wij missen hier de doorvertaling en interpretatie van naar onze provincie of regio. Hier zien wij de toegevoegde waarde van het Trendbureau, hetgeen ook blijkt uit eerder genoemde evaluatie. De Omgevingsvisie is geen tienjarenplan. Het Trendbureau voedt de verdere co creatie met partners voor de uitvoering van de Omgevingsvisie en de bijbehorende Omgevingsagenda. Samenwerking met de provincie Overijssel is efficiënt. We hoeven de kennis niet apart in te kopen (vaak duurder) of een Trendbureau op te richten. Het Trendbureau is een rijdende trein sinds We verwachten dan ook snel resultaten te kunnen boeken. Het Trendbureau is klein en vraagt ons 1 fte die vanuit de bestaande begroting wordt gedekt via de post Mens- en Middelen. Het is dus geen extra personeel. Het gaat verder om een relatief beperkt werkbudget tot en met De samenwerking met en input van de partners zorgen voor het resultaat en het effect. Daarmee is het lean and mean. Slot Gezien deze overwegingen zien wij meerwaarde in de samenwerking met het Trendbureau en stellen wij u bij Voorjaarsnota voor om overeenkomstig te besluiten. Wij evalueren de samenwerking en bijdrage in Nadere toelichting naar aanleiding van de commissie LCJ 3. Lastenstijging Programma Cultuur & Erfgoed Bij de presentatie van het programma Cultuur & Erfgoed en de daarbij behorende behandeling van de Voorjaarsnota is door de SP en PvdA de vraag gesteld waar de stijging van Lasten in de begroting van het programma Cultuur en Erfgoed op blz. 52 van groot euro uit bestaat? In de Voorjaarsnota is op blz 52/53 een opsomming gegeven van deze mutaties. Voor de volledigheid presenteren wij deze hieronder nogmaals, bedragen x Museumpark Oriëntalis 165 Bij PS-besluit is 0,165 mln. toegekend aan Museumpark Oriëntalis om de directie van het park de kans te geven cultureel ondernemerschap verder te ontwikkelen en volledige financiële zelfstandigheid te krijgen. Deze mutatie betreft het ter begroting brengen van de toegekende middelen. Cultuurparticipatie 294 Deze mutatie betreft het restant van de in de decentralisatie-uitkering Cultuurparticipatie aanwezige middelen. Bevrijdingsevenement Wageningen 4-5 mei 100 Bij behandeling van de begroting 2013 (PS ) is amendement 32(middelen bevrijdingsevenement Wageningen) aangenomen. Met deze mutatie worden de middelen op de begroting gezet. Meerjarige subsidie verplichtingen De mutatie betreft een aanpassing in het ritme van de lastneming van de meerjarige subsidies. 2 Evaluatie Trendbureau Overijssel, Wie geen vraag heeft, zoekt geen antwoord, UT, 2010, p. 1 4

7 WO II Museum De mutatie betreft een onderdeel van de bijstelling van het begrotingssaldo. Zie ook onderdeel A2 van deze voorjaarsnota Modekern/KCG/Indexatie Cultuur & Erfgoed 673 De mutatie betreft een onderdeel van de bijstelling van het begrotingssaldo. Zie ook onderdeel A2 van deze voorjaarsnota Overig - Investeringsstrategie Bibliotheekwerk in kleine kernen 36 - Overige kleine posten 150 Totaal lasten Omissie Cultuur & Erfgoed Bij de behandeling van de Voorjaarsnota in de commissie LCJ is de vraag gesteld waar de voorgestelde reparatie van de omissie Cultuur en Erfgoed vandaan komt, zoals genoemd op blz 16 van de Voorjaarsnota onder punt 30? In onderstaande tabel zijn de betreffende instellingen weergegeven met de te repareren bedragen. Het betreft indexatie waar de instellingen dat jaar nog recht op hadden en dat niet was begroot. Instelling Introdans Oostpool Generale Oost Kwatta Ereprijs Wintertuin Keesen&Co Kamer Operahuis 193 Productiehuis Oost Nederland Biblioservice Gelderland Bibliotheek wetenschappelijk bibliotheek Stichting Monumentenwacht Stg. Gelderse kasteelen Stg. Gelderse kerken Stg Museum het Valkhof Hist.ver. Tweestromenland 71 Erfgoedcentrum Achterhoek Werkgroep Kadastrale Atlas 193 Vereniging Gelre 122 Gelders Archief KCG Gelders Erfgoed Edu-art Totaal indexatieverschil Cultuur en erfgoed

8 Nadere toelichting naar aanleiding van de commissie MIE 5. Busverbinding Doetinchem, Emmerich, Kleve Door D66 is bij behandeling van de Voorjaarsnota in de commissie MIE de volgende vraag gesteld. Wat gaan GS doen als de financiering van de bus tussen Kleve en Doetinchem alsnog rondkomt? Het financiële gat is namelijk nog maar De fractie bepleit doortrekking van deze bus naar Nijmegen zodat er in de Achterhoek een goed alternatief ontstaat voor studenten aan de Radbouduniversiteit; Momenteel wordt een marktonderzoek (noodzakelijk voor de besluitvorming door de Duitse partijen) uitgevoerd op initiatief van de gemeente Oude IJsselstreek en de Hochschule Rhein- Waal. De bijdrage vanuit Duitsland zal overigens vele malen groter zijn dan de in het krantenartikel genoemde 1 ton. Wij wachten eerst de resultaten van dit onderzoek en de bereidheid tot financiering van het Duitse deel af. Tot die tijd zetten wij het project on hold in het MIAM. 6. Dorpensingel Naar aanleiding van de fasering van de verbetering van de Dorpensingel vraagt de fractie van D 66 naar de volgorde in het proces. Moet er eerst een bestemmingsplanwijziging komen aan de kant van de gemeente voordat de provincie middelen alloceert? De gemeente lijkt namelijk op de provincie te wachten; De gemeenten Nijmegen en Lingewaard werken gezamenlijk aan de realisering van de Dorpensingel-oost. De Dorpensingel-oost dient volgens de planning van de woningbouwplannen in de Waalsprong uiterlijk 2016 te zijn gerealiseerd. Om die planning te kunnen halen geven BenW van Nijmegen in een brief aan de Raad aan dat medio deze zomer een start gemaakt zou moeten worden met het opstellen van het bestemmingsplan. Verder willen beide gemeenten een samenwerkingsovereenkomst afsluiten gericht op de realisering van de Dorpensingel-oost. Daarbij willen beide partijen ook financiële afspraken met elkaar maken. In dat kader zou er ook duidelijkheid moeten zijn over een eventuele bijdrage van de Provincie. In het bestuurlijk overleg met Nijmegen en Lingewaard, eind 2012 heeft de Gedeputeerde aangegeven dat er binnen deze statenperiode in het vigerende programma geen financiële ruimte meer zit. Beide gemeenten vragen per brief (door ons op 13 juni jl. ontvangen), aan de Provincie om een bijdrage van 1,7 mln. voor 2015 /2016 te reserveren. In principe kunnen beide gemeenten een start maken met het opstellen van het bestemmingsplan. Voor het bestemmingsplan kan worden vastgesteld dient er wel duidelijk te zijn over de financiële haalbaarheid van het plan. Gezien de financiële positie van de gemeente Lingewaard valt te verwachten, dat zonder financiële bijdrage van de provincie, de realisering niet haalbaar is. Wij zullen het verzoek van beide gemeenten in het volgende MIAM verwerken en eventueel met een voorstel voor bijdrage aan de Dorpensingel komen. 7. N225, route gevaarlijke stoffen Bij behandeling van de Voorjaarsnota in de commissie MIE is door de D66 fractie onderstaande vraag gesteld over de N225. Kan de route voor gevaarlijke stoffen, die nu via de N225 loopt, worden omgelegd? De N225 zorgt in Wageningen voor veel sluipverkeer en de gemeente kan daar nu niets aan doen. De provinciale wegen zijn ervoor bedoeld om verkeer te laten doorstromen. Afsluiten van provinciale wegen voor sluipverkeer of vrachtverkeer (de winkels in de gemeente moeten ook bevoorraad worden) is niet mogelijk. 6

9 Omleidingsroutes (in geval van calamiteiten en voor alle verkeer) worden niet door ons bepaald, maar door de Rijksoverheid. Omleiding zal altijd via provinciale wegen plaatsvinden, is het niet de N225, dan wel een andere provinciale weg. Voor wat betreft het transport van schadelijke stoffen, wordt verwezen naar de beantwoording van de schriftelijke vragen (PS ) van de PvdA over transport van gevaarlijke stoffen. Ontbrekende infobladen MIA Mobiliteit De SGP heeft bij behandeling van de Voorjaarsnota en de MIA Mobiliteit een tweetal vragen gesteld over ontbrekende infobladen. Dit betreft actiepunt 93 van de (concept)actielijst. Hieronder gaan wij daar op in. 8. Situatie Nunspeet Wij hebben de rondweg Nunspeet in eerste instantie beschouwd als een gemeentelijk initiatief. Gezien de fase waarin het project verkeert en omdat nog een aantal aspecten niet helemaal zijn verkend, hebben wij op dit moment nog geen infoblad gemaakt. Gezien het karakter van de maatregel en de ligging tussen twee provinciale wegen zullen wij deze maatregel in het volgende MIAM opnemen en een infoblad Rondweg Nunspeet Oost toevoegen. 9. Spoortunnel Tricht November 2011 heeft de commissie gediscussieerd over de bereikbaarheid van Tricht in het kader van de aanleg van de vrij liggende spoorboog Dordrecht-Geldermalsen. De conclusie was destijds dat het initiatief bij de gemeente ligt. Vooralsnog was geen actie door de provincie vereist. In het volgende MIAM zullen wij ook voor dit project een infoblad opnemen met de laatste stand van zaken. 7