Vierde meting monitor leefbaarheid Oranje

Transcriptie

1 Vierde meting monitor leefbaarheid Oranje B. Bieleman R. Mennes M. Sijtstra J. Snippe

2

3 VIERDE METING MONITOR LEEFBAARHEID ORANJE November 2 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

4

5 1. Inleiding In oktober 21 is aangekondigd dat het bungalowpark Recreatiepark Oranje verhuurd wordt aan het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), zodat er vluchtelingen kunnen worden opgevangen. De inwoners van Oranje hebben hun zorgen geuit over de aanwezigheid van grote aantallen vluchtelingen in hun dorp. Zij vrezen mogelijke invloed hiervan op de leefbaarheid in het dorp. Er is een regiegroep ingesteld waarin verschillende belangengroepen zijn vertegenwoordigd. Deze belangengroepen gaan periodiek met elkaar in overleg onder leiding van een onafhankelijke voorzitter en secretaris. De regiegroep wil laten onderzoeken op welke wijze de leefbaarheid van het dorp Oranje en haar inwoners kan worden gewaarborgd en waar mogelijk bevorderd in relatie tot het verblijf van vluchtelingen op het Recreatiepark Oranje. Zij heeft hiertoe een verzoek bij de gemeente ingediend. Onderzoeks- en adviesbureau INTRAVAL voert dit onderzoek naar de leefbaarheid in Oranje uit en monitort de ontwikkelingen hierin. In deze rapportage doen we verslag van de belangrijkste resultaten van de vierde meting. Onderzoeksvraag Bij de leefbaarheidsmonitor staat de volgende onderzoeksvraag centraal: Op welke wijze kan de leefbaarheid van het dorp Oranje en haar inwoners worden gewaarborgd en waar mogelijk bevorderd in relatie tot het verblijf van vluchtelingen op het Recreatiepark Oranje? Onderzoeksopzet Om de onderzoeksvraag te beantwoorden zijn tijdens de afgelopen vier metingen diverse onderzoeksactiviteiten in Oranje uitgevoerd. Bij de vier metingen zijn respectievelijk 7, 76, 7 en 6 interviews met de inwoners van Oranje gehouden en op verschillende locaties in het dorp zijn bij alle drie metingen 72 observaties uitgevoerd. 1 In mei 21 is de eerste meting uitgevoerd, terwijl in september 21, mei 2 en september 2 respectievelijk de tweede, derde en vierde meting zijn verricht. Tijdens de eerste meting verblijven er vluchtelingen in Oranje, terwijl er in de tweede, derde en vierde meting 7 worden gehuisvest. 2. Oranje en haar inwoners In deze paragraaf gaan we in op wat inwoners van Oranje zeggen over het wonen in Oranje. Daarbij richten we ons ook specifiek op het verblijf van vluchtelingen op het Recreatiepark Oranje. Rapportcijfer Het gemiddelde rapportcijfer dat inwoners geven voor het wonen in Oranje is in de vierde meting - net als in de eerste en de tweede - een 7,. Het rapportcijfer dat zij bij de derde meting geven bedraagt een 7,2. Daarmee is het rapportcijfer over de vier metingen nagenoeg niet veranderd. 1 In de vierde meting is met 2 (91%) van de 12 inwoners contact geweest over deelname aan het onderzoek. Van deze 2 zeggen 9 (%) niet te willen meewerken, waarvan (8%) als reden aangeven dat het al de vierde meting is (meetmoeheid). Vierde Meting Monitor Leefbaarheid Oranje 1

6 Rust De ontwikkeling die zich in de derde meting voordoet, namelijk dat minder inwoners aangeven dat het voldoende rustig is in het dorp, zet zich in de vierde meting door (figuur 2.1). Ten opzichte van de derde meting geven minder inwoners aan het (helemaal) eens te zijn met de stelling die hierover gaat, terwijl het aantal dat het er (helemaal) mee oneens is gestegen is in vergelijking met de eerste en tweede meting. Er zijn volgens de inwoners meer mensen in het dorp aanwezig, waardoor het minder rustig in het dorp is dan voorheen. Figuur Aantal inwoners dat het (helemaal) oneens of (helemaal) eens is met de stelling dat het voldoende rustig is in Oranje per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N= 6) 2 29 ab (Helemaal) mee oneens Niet mee eens en niet mee oneens (Helemaal) mee eens 6 1 a a 9 abc a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). c Significant verschil met derde meting (p <,). Buurtbus Of er voldoende plek in de buurtbus blijkt in de vierde meting nagenoeg geen rol meer te spelen. Het aantal inwoners dat zegt niet te weten of er voldoende plek in de buurtbus is, is gestegen ten opzichte van de voorgaande drie metingen (figuur 2.2). Deze daling in vergelijking met alle drie voorgaande metingen doet zich ook voor in het aantal inwoners dat het (helemaal) oneens is met de stelling dat er voldoende plek in de buurtbus is. Daarmee zetten de ontwikkelingen uit de derde meting zich voort, hetgeen het idee ondersteunt dat inwoners in de eerste en tweede meting vooral van horen zeggen hebben dat er onvoldoende plek is in de buurtbus. Zij hebben hierover bij de derde en vierde meting niets gehoord en geven daarom waarschijnlijk weet niet als antwoord. Er is ook een gedeelte van de inwoners dat geen gebruik maakt van de buurtbus en het daarom niet weet. Figuur Aantal inwoners dat het (helemaal) oneens of (helemaal) eens is met de stelling dat er voldoende plek in de buurtbus is in Oranje per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) 2 ab 1 abc (Helemaal) mee oneens a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). c Significant verschil met derde meting (p <,). Niet mee eens en niet mee oneens 8 (Helemaal) mee eens 81 abc 66 ab Weet niet 2 INTRAVAL

7 Meest positieve aan Oranje Het aantal inwoners dat de rustige omgeving als meest positieve aspect aan Oranje noemt is in de vierde meting weer gestegen na een aanvankelijke daling in de derde meting (figuur 2.). Het percentage dat aangeeft de vrijheid om te doen wat je wilt als meest positieve aspecten aan het dorp te zien is, net als in de derde meting, lager dan de vorige twee metingen. Dit laatste lijkt er mee te maken te hebben dat de gehuisveste vluchtelingen (in de zomermaanden) vaker en langer in de openbare ruimte aanwezig zijn, waardoor sommige inwoners zich in hun vrijheid beperkt voelen. Uit onze observaties blijkt echter niet dat het aantal voetgangers is toegenomen. Wel is er sprake van een stijging van het gemiddeld aantal fietsers in de vierde meting (,9) ten opzichte van de eerste meting (2,1). Figuur 2. Aspecten die door inwoners spontaan worden genoemd als zijnde het meest positieve aan Oranje per meting (meerdere antwoorden mogelijk)per meting, in % De rustige omgeving De vrijheid om te doen wat je wilt De natuurrijke omgeving De saamhorigheid / gezelligheid in het dorp 22 ab 26 ab 29 b c 9 De komst van het asielzoekerscentrum Weet niet Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). c Significant verschil met derde meting (p <,) Meest negatieve aan Oranje In de vierde meting noemen de meeste inwoners de komst van het asielzoekerscentrum als meest negatieve aspect aan Oranje (figuur 2.). Dit is in de andere drie metingen ook het geval. Daarnaast is er sprake van een stijging in de vierde meting vergeleken met de derde meting in het aantal inwoners dat de verdeeldheid onder de bewoners noemt als meest negatieve aspect. De inwoners geven aan dat door de komst van het asielzoekerscentrum groepen voor en tegen het asielzoekerscentrum zijn ontstaan. Dit beïnvloedt de sfeer in het dorp op een negatieve manier. Het aantal inwoners dat geen negatief aspect kan noemen is in de vierde meting weer gedaald ten opzichte van de eerste en derde meting. De positieve ontwikkeling uit de derde meting zet zich niet door. Vierde Meting Monitor Leefbaarheid Oranje

8 Figuur 2. Aspecten die door inwoners spontaan worden genoemd als zijnde het meest negatieve aan Oranje (meerdere antwoorden mogelijk) per meting, in % De komst van het asielzoekerscentrum 29 9 a Afstand tot voorzieningen 9 a 7 a 6 a 19 Verdeeldheid onder bewoners Verkeersoverlast c Geluidsoverlast Traag internet Kan geen negatief aspect noemen a 1 b b 9 a ac 2 b Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). c Significant verschil met derde meting (p <,) Invloed verblijf vluchtelingen op leefbaarheid Evenals in de eerste (6%), de tweede (7%) en de derde meting (6%) zijn de meeste inwoners in de vierde meting (6%) van mening dat het verblijf van vluchtelingen in het dorp een negatieve invloed heeft op de leefbaarheid. De meeste inwoners geven aan dat het door de komst van het asielzoekerscentrum drukker is geworden in het dorp en dat zij dit als negatief ervaren (figuur 2.). Ook in de drie voorgaande metingen was het percentage inwoners dat de toenemende drukte als een negatieve ontwikkeling ziet het hoogst. Ten opzichte van de derde meting is er sprake van een stijging in het aantal inwoners dat zegt dat de negatieve invloed zich met name uit in meer lawaai. Als voorbeelden hiervan noemen de inwoners hard praten en schreeuwen, maar ook het afspelen van muziek met smartphones. Uit de door ons uitgevoerde observaties blijkt echter niet dat deze vormen van overlast vaker voorkomen in de openbare ruimte. In de vierde meting hebben we in respectievelijk % en 6% van de observaties hard praten/schreeuwen en het afspelen van harde muziek waargenomen, hetgeen nagenoeg gelijk is aan de voorgaande drie metingen. In de vierde meting geven net als in de derde meting meer inwoners aan dat het verblijf van vluchtelingen in Oranje een negatieve sociale impact heeft (gehad) op het dorp. Daarbij doelen de inwoners enerzijds op groepen voor en tegen het asielzoekerscentrum die onder de inwoners zijn ontstaan en anderzijds op negatieve media aandacht die het dorp heeft gekregen. INTRAVAL

9 Figuur 2. Door inwoners spontaan genoemde negatieve invloeden van het verblijf van vluchtelingen op het Recreatiepark Oranje op de leefbaarheid van Oranje (meerdere antwoorden mogelijk), in % Drukker in het dorp / minder rust 2 22 ab 8 ab Straatbeeld is veranderd 6 a 1 21 Ontstaan onveilige situaties 1 1 Meer gevoelens van onveiligheid Meer lawaai c Minder privacy Sociale impact 1 a 8 1 a 2 ab Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). c Significant verschil met derde meting (p <,) Toekomst Recreatiepark Oranje Uitsluitend in de vierde meting is aan inwoners gevraagd wat zij vinden dat er na 1 oktober 217 zou moeten gebeuren met het Recreatiepark Oranje als het contract met het COA afloopt. Uit figuur 2.6 blijkt dat twee vijfde van de inwoners vindt dat het huidige asielzoekerscentrum (weer) een recreatiebestemming moet krijgen. Het maakt de meeste van deze inwoners niet uit of het Recreatiepark wordt teruggebracht in de oude staat of dat er een andere recreatiebestemming op de locatie van het huidige asielzoekerscentrum wordt gevestigd. Slechts enkelen hebben een voorkeur voor één van beide varianten. Figuur 2.6 Door inwoners spontaan genoemde antwoorden op de vraag wat er na 1 oktober 217 moet gebeuren met het Recreatiepark Oranje (meerdere antwoorden mogelijk), in % (Weer) recreatiebestemming van maken Natuurgebied van maken Asielzoekerscentrum mag blijven Woningen realiseren 8 Bedrijventerrein van maken Weet niet 2 Vierde meting (N=6) Vierde Meting Monitor Leefbaarheid Oranje

10 Ongeveer een derde van de geïnterviewde inwoners zou graag zien dat er een natuurgebied wordt gerealiseerd op de huidige locatie van het Recreatiepark Oranje. Het merendeel van deze inwoners geeft daarbij de voorkeur aan het slopen van de gebouwen en de bungalows en het volledig teruggeven aan de natuur, maar enkele van hen geven aan dat het recreatiepark ook deel zou kunnen gaan uitmaken van een dergelijk natuurgebied bijvoorbeeld als informatiecentrum of ontvangstruimte. Bijna een derde vindt dat het asielzoekerscentrum, ook na het aflopen va het contract met het COA, op de huidige locatie gevestigd zou mogen blijven. Zij ervaren nagenoeg geen overlast van het asielzoekerscentrum en vinden dat de situatie met de beveiligers in het dorp goed werkt.. Veiligheid In deze paragraaf gaan we in op de veiligheid in Oranje. Daarbij besteden we achtereenvolgens aandacht aan hetgeen inwoners zeggen over overlastvormen en aan de opgevraagde en geanalyseerde politiecijfers. Waar mogelijk maken we de vergelijking met onze observaties. Veiligheidsgevoelens In de onveiligheidsgevoelens van de inwoners is over de vier metingen gezien nauwelijks iets veranderd. Voor alle metingen geldt dat een meerderheid van de inwoners zich nooit onveilig voelt. Het gaat in de opeenvolgende metingen om respectievelijk 79%, 72%, 81% en 79% van de inwoners. Overlast De top vijf van meest voorkomende vormen van overlast is ongewijzigd ten opzichte van de drie voorgaande metingen. Het gaat nog steeds om: te hard rijden; rommel op straat; hard praten en/of schreeuwen; rondhangende personen; en harde muziek (figuur.1). Voor vrijwel alle overlastvormen geldt dat in de vierde meting een hoger percentage van de geïnterviewde inwoners aangeeft dat het in Oranje voorkomt. De meest voorkomende vorm van overlast in Oranje is te hard rijden. Dit percentage is in de vierde meting weer gestegen nadat het in de derde meting aanvankelijk was gedaald (figuur.1). We kunnen op basis van onze observaties niet bevestigen dat er meer auto s te hard door het dorp rijden. In de derde meting nemen we 87 auto s waar die de snelheidslimiet overschrijden, terwijl dat er in vierde meting 78 zijn. Deze aantallen verschillen niet significant van elkaar. De inwoners geven in de vierde meting aan dat er vaker dan in de tweede en derde meting rommel op straat ligt. Tijdens de observaties is nagenoeg nooit waargenomen dat iemand rommel op straat gooit, maar uit de door de onderzoekers opgesteld veldwerkverslagen blijkt dat er bij de vierde meting opvallend veel zwerfvuil ligt in de berm langs het kanaal. Mogelijk doelen de inwoners hierop wanneer zij zeggen dat deze vorm van overlast in hun dorp voorkomt. In de vierde meting geven meer inwoners aan dat er dronken mensen op straat lopen en dat er drugsgebruik- of drugshandel zou plaatsvinden. De meeste van deze inwoners zeggen dat het bewoners van het asielzoekerscentrum zijn die deze overlast veroorzaken. Over het lopen van dronken mensen op straat zegt het merendeel van deze inwoners dat ze dit zelf hebben gezien, terwijl over drugsgebruik en drugshandel ze aangeven dat ze dit vaak van anderen hebben gehoord dat dit plaatsvindt en het zelf niet hebben gezien. De onderzoekers hebben in geen enkele meting dronken mensen op straat waargenomen tijdens de observaties. 6 INTRAVAL

11 Figuur.1 Aantal inwoners per meting dat zegt dat bepaalde vormen van overlast in de afgelopen drie maanden zijn voorgekomen in Oranje (meerdere antwoorden mogelijk), in % Te hard rijden 8 77 a c Rommel op straat abc Hard praten / schreeuwen 6 a 68 ac Rondhangende personen 1 7 a 7 ab Harde muziek abc Overige vormen van geluidsoverlast a 1 17 b 1 b Dronken mensen op straat 9 abc Mensen die op straat worden lastiggevallen Drugsgebruik of drugshandel, bijvoorbeeld op straat Agressief gedrag in het verkeer c a 9 2 a 22 ac 29 ab Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). c Significant verschil met derde meting (p <,). Politiecijfers Bij de politie zijn cijfers opgevraagd over de geregistreerde incidenten en misdrijven in Oranje en de directe omgeving in de periode januari 21 tot en met augustus 2. De politie maakt onderscheid tussen incidenten en misdrijven. Hieronder verstaat zij het volgende: Incidenten: Meldingen van burgers waaraan de politie opvolging heeft gegeven. 2, Misdrijven: Gedragingen die als misdrijf staan omschreven in het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht of in andere - meer bijzondere - wetten, zoals onder andere de Wegenverkeerswet 199, de Opiumwet, de Wet wapens en munitie en de Wet op de economische delicten. Aantallen incidenten en misdrijven Uit de analyse van de politiecijfers blijkt dat het maandelijks aantal geregistreerde incidenten stabiel is tot de tweede meting (figuur.2). Na de tweede meting nemen we in september 21 2 Restcategorieën zoals overige meldingen en assistentie zijn niet meegenomen in de analyses. Dat een incident is geregistreerd hoeft niet te betekenen dat de inzet van politie daadwerkelijk vereist was. Vierde Meting Monitor Leefbaarheid Oranje 7

12 en december 21 twee pieken waar die we daarvoor niet zien. Het aantal geregistreerde incidenten van februari 2 tot en met april 2 lijkt hoger te liggen dan in de periode voor de tweede meting, maar neemt na het einde van die periode wel weer wat af. In de periode tussen de derde en de vierde meting is sprake van een piek in juli 2. Het maandelijks aantal bij de politie geregistreerde misdrijven in Oranje en omgeving is in de loop der tijd nagenoeg hetzelfde gebleven. Figuur.2 Aantal bij de politie geregistreerde incidenten en misdrijven van januari 21 tot en met september 2 2 Incidenten 2 Misdrijven 1 1 Jan 21 Feb 21 Mrt 21 Apr 21 Mei 21 Jun 21 Jul 21 Aug 21 Sep 21 Okt 21 Nov 21 Dec 21 Jan 21 Feb 21 Mrt 21 Apr 21 Mei 21 Jun 21 Jul 21 Aug 21 Sep 21 Okt 21 Nov 21 Dec 21 Jan 2 Feb 2 Mrt 2 Apr 2 Mei 2 Jun 2 Jul 2 Aug 2 Sep 2 Binnen en buiten het asielzoekerscentrum De cijfers over de periode van januari 21 tot en met september 2 zijn door een politieanalist uitgesplitst naar binnen het asielzoekerscentrum en buiten het asielzoekerscentrum en worden in figuur. weergegeven. Voor het aantal geregistreerde incidenten geldt dat er in de periode van februari 21 tot en met april 21 meer incidenten buiten het asielzoekerscentrum worden geregistreerd dan binnen, terwijl er in de periode september 21 tot en met november 21 meer binnen dan buiten het asielzoekerscentrum worden geregistreerd. De cijfers laten over de hele periode wel min of meer dezelfde golfbeweging zien. Er wordt maandelijks nagenoeg hetzelfde aantal misdrijven binnen en buiten het asielzoekerscentrum geregistreerd (figuur.). Er zijn hierin geen opmerkelijke ontwikkelingen te constateren. Figuur Aantal bij de politie geregistreerde incidenten van januari 21 tot en met september 2 binnen en buiten het asielzoekerscentrum Incidenten binnen azc Incidenten buiten azc Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep De cijfers over 21 zijn niet uitgesplitst en buiten beschouwing gelaten. De cijfers over 21 komen niet overeen met de eerder door ons opgevraagde gegevens, omdat er continu met terugwerkende kracht incidenten en misdrijven worden geregistreerd in de politiesystemen. Hierdoor kunnen de uitgesplitste cijfers niet betrouwbaar worden vergeleken met de andere gegevens. 8 INTRAVAL

13 Figuur Aantal bij de politie geregistreerde misdrijven van januari 21 tot en met september 2 binnen en buiten het asielzoekerscentrum Misdrijven binnen azc Misdrijven buiten azc Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Vertrouwen In deze paragraaf gaan we in op het vertrouwen van de inwoners van Oranje in de gemeente, de politie en het COA. Vertrouwen in de gemeente De verbetering in het vertrouwen van de inwoners in de gemeente, waarvan sprake was in de derde meting, handhaaft zich in de vierde meting (figuur.1). Het aantal inwoners dat aangeeft (zeer) veel vertrouwen te hebben in de gemeente is in de vierde meting hoger dan in de eerste en de tweede meting, terwijl het percentage dat aangeeft (zeer) weinig vertrouwen in de gemeente te hebben ten opzichte van de eerste twee meting is gedaald. Figuur.1 Vertrouwen van inwoners van Oranje in de gemeente per meting, in % 1 Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) a 7 2 a 2 27 ab ab 7 ab (Zeer) weinig vertrouwen a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). Niet veel vertrouwen en niet weinig vertrouwen (Zeer) veel vertrouwen Vertrouwen in de politie Het vertrouwen in de politie is in de vierde meting toegenomen ten opzichte van de derde meting (figuur.2). Het aantal inwoners dat zegt (zeer) veel vertrouwen in de politie te hebben is hoger dan in de drie voorgaande metingen, terwijl het aantal dat zegt (zeer) weinig vertrouwen in de politie te hebben lager is dan tijdens de eerste en derde meting. Net als in de derde meting geven inwoners aan dat de politie vaker in het dorp aanwezig is en dat zij - door wat ze zien - er op vertrouwen dat de politie haar werk goed doet. Vierde Meting Monitor Leefbaarheid Oranje 9

14 Figuur.2 Vertrouwen van inwoners van Oranje in de politie, in % 1 Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) ab b a 19 1 ac (Zeer) weinig vertrouwen Niet veel vertrouwen en niet weinig vertrouwen (Zeer) veel vertrouwen a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). Vertrouwen in het COA Het vertrouwen van de inwoners in het COA is in de vierde meting nagenoeg gelijk gebleven. Van de inwoners heeft 6% (zeer) weinig vertrouwen in het COA, terwijl 22% (zeer) veel vertrouwen in deze instantie heeft.. Conclusies en aanbevelingen Zowel uit de opgevraagde en geanalyseerde politiecijfers als uit onze observaties blijkt niet dat er meer potentieel overlastgevend gedrag plaatsvindt in Oranje. Daarentegen geldt voor vrijwel alle vormen van overlast dat in de vierde meting een hoger percentage van de inwoners aangeeft dat deze in het dorp voorkomen. De inwoners hebben een andere perceptie van de situatie dan op basis van andere informatiebronnen zou worden verwacht. Om vast te stellen hoe inwoners de leefbaarheid in hun dorp ervaren kan dus niet alleen worden volstaan met politiecijfers en observaties, maar dienen zij ook zelf te worden geraadpleegd. Meer dan in eerdere metingen komt de negatieve sociale impact van de komst van het asielzoekerscentrum naar voren. Er zijn groepen ontstaan voor en tegen het asielzoekerscentrum en inwoners geven aan dat dit een negatief effect heeft op de sfeer in het dorp en hoe de inwoners met elkaar omgaan. De gemeente en de buurtvereniging kunnen een bemiddelende rol spelen in het opheffen van deze tegenstellingen en het verbeteren van de situatie. De inwoners die aan de vierde meting hebben deelgenomen zijn grofweg in drie groepen te verdelen als het gaat om de invulling van het Recreatiepark Oranje. De eerste en grootste groep (%) zou het liefst zien dat er op de huidige locatie van het asielzoekerscentrum weer een recreatiebestemming komt. De tweede groep geeft de voorkeur aan het realiseren van een natuurgebied (%). Zij vormen tezamen zo n drie kwart van de inwoners. De derde groep vindt dat het asielzoekerscentrum mag blijven (%). Om ervoor te zorgen dat de verdeeldheid in het dorp waarvan momenteel sprake lijkt niet verder toeneemt maar juist afneemt, is het wenselijk om de inwoners goed te informeren over de toekomst van het Recreatiepark Oranje. Het is aan te bevelen dat de gemeente zowel de weg hier naar toe als het proces na 1 oktober 217 in goed overleg met de buurtvereniging en de inwoners vormgeeft en uitvoert. 1 INTRAVAL

15 BIJLAGE RESULTATEN VIERDE METING 1. Onderzoeksopzet en respons Onderzoeksactiviteiten Tabel 1.1 Onderzoeksactiviteiten en aantal vluchtelingen per meting Periode Meting Onderzoeksactiviteiten (aantal) Aantal vluchtelingen Mei 21 Eerste meting - Interviews met inwoners (7) - Observaties en tellingen (72) - Politiecijfers September 21 Tweede meting - Interviews met inwoners (76) - Observaties en tellingen (72) 7 - Politiecijfers Mei 2 Derde meting - Interviews met inwoners (7) - Observaties en tellingen (72) 7 - Politiecijfers September 2 Vierde meting - Interviews met inwoners (6) - Observaties en tellingen (72) - Politiecijfers 7 Interviews Tabel 1.2 Responsoverzicht interviews per meting, in absolute aantallen en % Inwoners van Oranje van 1 jaar of ouder Technische non-respons: op meerdere momenten niet thuis Huishoudens in Oranje Eerste Tweede Derde Vierde Eerste Tweede Derde Vierde Meting meting meting meting meting meting meting meting meting N (N=12) (N=12) (N=12) (N=12) (N=9) (N=9) (N=6) (N=6) 2 (%) 9 (7%) 12 (1%) (9%) 7 (12%) 2 (%) (7%) (7%) Totaal contact gehad 1 (8%) 1 (9%) (9%) 2 (91%) 2 (88%) 7 (97%) 6 (9%) 6 (9%) Non-respons 29 (28%) (%) (8%) 9 (%) 9 (17%) 1 (2%) (29%) 17 (%) Vragenlijst onvolledig 1 (1%) Weigering / Geen interesse 17 (%) 8 (%) (8%) 6 (2%) 7 (1%) 12 (21%) (27%) 1 (2%) Zou bellen, maar heeft dit niet gedaan (%) (%) Gezondheidsproblemen - 1 (1%) - 1 (1%) - 1 (2%) - - Woont er korter dan drie maanden - 1 (1%) (2%) - - Er wordt niets met de uitkom (6%) (%) sten gedaan Meetmoeheid (%) (1%) Vragenlijst volledig afgenomen 7 (72%) 76 (6%) 7 (62%) 6 (6%) (8%) (7%) (71%) 9 (7%) Totaal 12 (1%) 12 1%) 12 (1%) 12 (1%) 9 (1%) 9 (1%) 6 (1%) 6 (1%) Vierde Meting Monitor Leefbaarheid Oranje

16 Observaties Tabel 1. Uitgevoerde observaties per gebied per meting, in absolute aantallen Eerste meting (N=72) Tweede meting (N=72) Derde meting (N=72) Vierde meting (N=72) Gebied 1 Ingang dorp oostzijde Gebied 2 Ingang Recreatiepark Gebied Bushalte Gebied Ingang dorp westzijde Oranje en haar inwoners Geslacht Figuur 2.1 Inwoners van Oranje naar geslacht per meting, in % 1 Leeftijd Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) Man Geen significante verschillen (p,). Vrouw Figuur 2.2 Inwoners van Oranje naar leeftijdsverdeling per meting, in % 1 Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) jaar en ouder Geen significante verschillen (p,). Opleidingsniveau Figuur 2. Inwoners van Oranje naar categorieën van opleidingsniveau per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) ab Laag Midden Hoog a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). 9 b INTRAVAL

17 Woonduur Figuur 2. Inwoners van Oranje naar categorieën van woonduur per meting, in % 1 Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) 8 6 ab c bc jaar t/m 2 jaar 21 t/m jaar 1 t/m jaar 1 t/m jaar > jaar a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). c Significant verschil met derde meting (p <,). Dagbesteding Figuur 2. Dagbesteding van inwoners van Oranje per meting, in % Werkende met betaald werk / zelfstandige Gepensioneerd of met de VUT Huisman / Huisvrouw Scholier of student Arbeidsongeschikt Werkloos Vrijwilliger Geen van deze Geen significante verschillen (p,) Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) Gezinssamenstelling Figuur 2.6 Inwoners van Oranje naar gezinssamenstelling per meting, in % Samenwonend met partner Samenwonend met partner en kinderen Alleenstaand Alleenstaand met kinderen Anders Geen significante verschillen (p,) Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) Vierde Meting Monitor Leefbaarheid Oranje 1

18 Sociale cohesie Figuur 2.7 Aantal inwoners dat het (helemaal) eens is met stellingen over andere inwoners van Oranje per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N= 6) De inwoners van Oranje kennen elkaar nauwelijks De inwoners van Oranje gaan op een prettige manier met elkaar om Ik woon in een gezellig dorp waar de inwoners elkaar helpen en dingen samen doen Ik voel me thuis bij de inwoners van Oranje Ik heb veel contact met andere inwoners van Oranje Ik ben tevreden over de bevolkingssamenstelling van de inwoners van Oranje Geen significante verschillen (p,). Inzetten voor buurtzaken Figuur Frequentie waarmee inwoners van Oranje in de afgelopen drie maanden hebben samengewerkt om iets voor het dorp te organiseren per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) Niet samengewerkt Eens in de drie maanden Eens in de twee maanden Maandelijks of vaker Geen significante verschillen (p,). Groen Figuur Aantal inwoners dat het (helemaal) oneens of (helemaal) eens is met de stelling dat er voldoende groen is in Oranje per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) (Helemaal) mee oneens Niet mee eens en niet mee oneens (Helemaal) mee eens Geen significante verschillen (p,) INTRAVAL

19 Rust Figuur Aantal inwoners dat het (helemaal) oneens of (helemaal) eens is met de stelling dat het voldoende rustig is in Oranje per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N= 6) 2 29 ab 21 (Helemaal) mee oneens Niet mee eens en niet mee oneens (Helemaal) mee eens a a 9 abc a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). c Significant verschil met derde meting (p <,). Dorps karakter Figuur Aantal inwoners dat het (helemaal) oneens of (helemaal) eens is met de stelling dat Oranje een voldoende dorps karakter heeft per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=61) (Helemaal) mee oneens Niet mee eens en niet mee oneens (Helemaal) mee eens Geen significante verschillen (p,). Buurtbus Figuur Aantal inwoners dat het (helemaal) oneens of (helemaal) eens is met de stelling dat er voldoende plek in de buurtbus is in Oranje per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) 2 ab 1 abc (Helemaal) mee oneens a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). c Significant verschil met derde meting (p <,). Niet mee eens en niet mee oneens 8 (Helemaal) mee eens 66 ab Weet niet 81 abc Vierde Meting Monitor Leefbaarheid Oranje 1

20 Internet Figuur Aantal inwoners dat het bij de tweede meting (helemaal) oneens of (helemaal) eens is met de stelling dat de internettoegang en snelheid voldoende is in Oranje, in % 88 b b Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) b 29 b 1 2 (Helemaal) mee oneens b Significant verschil met tweede meting (p <,). 1 8 Niet mee eens en niet mee oneens (Helemaal) mee eens Weet niet Toezicht op kinderen bewoners asielzoekerscentrum Figuur Aantal inwoners dat het tijdens de tweede meting (helemaal) oneens of (helemaal) eens is met de stelling dat er voldoende toezicht is op kinderen van de bewoners van het AZC die in het kanaal zwemmen, in % Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) b b 7 b b 2 (Helemaal) mee oneens Niet mee eens en niet mee oneens (Helemaal) mee eens Weet niet b Significant verschil met tweede meting (p <,). Rapportcijfer wonen in Oranje Figuur Rapportcijfer (1 tot en met 1) dat inwoners van Oranje geven voor het wonen in hun dorp per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N= 6) Geen significante verschillen (p,). INTRAVAL

21 Meest positieve aan Oranje Figuur 2. Aspecten die door inwoners spontaan worden genoemd als zijnde het meest positieve aan Oranje per meting (meerdere antwoorden mogelijk)per meting, in % De rustige omgeving 26 ab c De vrijheid om te doen wat je wilt b 9 De natuurrijke omgeving De saamhorigheid / gezelligheid in het dorp De komst van het asielzoekerscentrum Weet niet Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). c Significant verschil met derde meting (p <,). Meest negatieve aan Oranje Figuur 2.17 Aspecten die door inwoners spontaan worden genoemd als zijnde het meest negatieve aan Oranje (meerdere antwoorden mogelijk) per meting, in % De komst van het asielzoekerscentrum Afstand tot voorzieningen Verdeeldheid onder bewoners Verkeersoverlast Geluidsoverlast Traag internet Kan geen negatief aspect noemen a 1 b b 9 7 a 6 a a 9 a ac b 29 9 a 2 c Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). c Significant verschil met derde meting (p <,) Vierde Meting Monitor Leefbaarheid Oranje 17

22 Invloed verblijf vluchtelingen op de leefbaarheid Figuur 2.18 Inwoners die aangegeven dat het verblijf van vluchtelingen op het Recreatiepark Oranje geen, een negatieve, zowel een negatieve als een positieve of een positieve invloed heeft op de leefbaarheid van het dorp per meting, in % 1 Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) a 2 a 1 a Geen invloed Negatieve invloed Zowel negatieve als positieve invloed a Significant verschil met eerste meting (p <,). Negatieve invloeden 6 a Positieve invloed Figuur 2.19 Door inwoners spontaan genoemde negatieve invloeden van het verblijf van vluchtelingen op het Recreatiepark Oranje op de leefbaarheid van Oranje (meerdere antwoorden mogelijk), in % Drukker in het dorp / minder rust 2 22 ab 8 ab Straatbeeld is veranderd Ontstaan onveilige situaties Meer gevoelens van onveiligheid Meer lawaai Minder privacy Sociale impact c 1 8 a 1 a 6 a ab Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). c Significant verschil met derde meting (p <,) INTRAVAL

23 Toekomst Recreatiepark Oranje Figuur 2.2 Door inwoners spontaan genoemde antwoorden op de vraag wat er na 1 oktober 217 moet gebeuren met het Recreatiepark Oranje (meerdere antwoorden mogelijk), in % (Weer) recreatiebestemming van maken Natuurgebied van maken Asielzoekerscentrum mag blijven Woningen realiseren 8 Bedrijventerrein van maken Weet niet 2 Vierde meting (N=6) Veiligheid Overlast Figuur.1 Aantal inwoners per meting dat zegt dat bepaalde vormen van overlast in de afgelopen drie maanden zijn voorgekomen in Oranje (meerdere antwoorden mogelijk), in % Te hard rijden Rommel op straat Hard praten / schreeuwen Rondhangende personen Harde muziek Overige vormen van geluidsoverlast Dronken mensen op straat Mensen die op straat worden lastiggevallen Drugsgebruik of drugshandel, bijvoorbeeld op straat Agressief gedrag in het verkeer a b b c a 9 2 a 22 ac 29 ab abc abc a 7 ab a 68 ac a 91 c 78 abc Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). c Significant verschil met derde meting (p <,). Vierde Meting Monitor Leefbaarheid Oranje 19

24 (On)veiligheid Figuur Aantal inwoners van Oranje dat zich onveilig heeft gevoeld in de afgelopen drie maanden per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) Nooit Zelden Soms Vaak Geen significante verschillen (p,). Rapportcijfer veiligheid Figuur Rapportcijfer (1 tot en met 1) dat inwoners van Oranje geven voor de veiligheid in hun dorp per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) Weet niet Geen significante verschillen (p,). Politiecijfers Figuur. Aantal bij de politie geregistreerde incidenten en misdrijven van januari 21 tot en met september 2 2 Incidenten 2 Misdrijven 1 1 Jan 21 Feb 21 Mrt 21 Apr 21 Mei 21 Jun 21 Jul 21 Aug 21 Sep 21 Okt 21 Nov 21 Dec 21 Jan 21 Feb 21 Mrt 21 Apr 21 Mei 21 Jun 21 Jul 21 Aug 21 Sep 21 Okt 21 Nov 21 Dec 21 Jan 2 Feb 2 Mrt 2 Apr 2 Mei 2 Jun 2 Jul 2 Aug 2 Sep 2 2 INTRAVAL

25 Figuur Aantal bij de politie geregistreerde incidenten van januari 21 tot en met september 2 binnen en buiten het asielzoekerscentrum Incidenten binnen azc Incidenten buiten azc Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Figuur Aantal bij de politie geregistreerde misdrijven van januari 21 tot en met augustus 2 binnen en buiten het asielzoekerscentrum Misdrijven binnen azc Misdrijven buiten azc Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Vertrouwen Inwoners van Oranje Figuur.1 Vertrouwen van inwoners van Oranje in andere inwoners per meting, in % 1 8 Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) (Zeer) weinig vertrouwen Geen significante verschillen (p,) Niet veel vertrouwen en niet weinig vertrouwen (Zeer) veel vertrouwen Vierde Meting Monitor Leefbaarheid Oranje 21

26 Bewoners van het asielzoekerscentrum Figuur.2 Vertrouwen van inwoners van Oranje in bewoners van het asielzoekerscentrum per meting, in % 1 Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) a (Zeer) weinig vertrouwen a Significant verschil met eerste meting (p <,). Niet veel vertrouwen en niet weinig vertrouwen (Zeer) veel vertrouwen Vertrouwen in gemeente Figuur. Vertrouwen van inwoners van Oranje in de gemeente per meting, in % 1 Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) a 7 2 a 2 27 ab ab 7 ab (Zeer) weinig vertrouwen a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). Niet veel vertrouwen en niet weinig vertrouwen (Zeer) veel vertrouwen Tevredenheid over functioneren gemeente Figuur. 1 8 Tevredenheid van de inwoners van Oranje over het totale functioneren van de gemeente in Oranje waar het gaat om de aanpak van leefbaarheid en veiligheid per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) a ab 21 b 7 ab 7 (Zeer) ontevreden Niet ontevreden en niet tevreden (Zeer) tevreden a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). 22 INTRAVAL

27 Vertrouwen in politie Figuur. Vertrouwen van inwoners van Oranje in de politie, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) 27 2 b a 19 1 ac (Zeer) weinig vertrouwen a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). Niet veel vertrouwen en niet weinig vertrouwen ab (Zeer) veel vertrouwen Tevredenheid over functioneren politie Figuur Tevredenheid van de inwoners van Oranje over het totale functioneren van de politie in Oranje waar het gaat om de aanpak van leefbaarheid en veiligheid per meting, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) 21 8 a 1 21b (Zeer) ontevreden a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). Niet ontevreden en niet tevreden 1 b b 6 a 8a (Zeer) tevreden 1 17 b Weet niet 19 b Vertrouwen in COA Figuur.7 Vertrouwen van inwoners van Oranje in het COA, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Vierde meting (N=6) (Zeer) weinig vertrouwen 19 b Significant verschil met tweede meting (p <,). 29 Niet veel vertrouwen en niet weinig vertrouwen 2 17 b (Zeer) veel vertrouwen 1 9 weet niet a Vierde Meting Monitor Leefbaarheid Oranje 2

28 Tevredenheid over functioneren COA Figuur Tevredenheid van de inwoners van Oranje over het totale functioneren van het COA in Oranje waar het gaat om de aanpak van leefbaarheid en veiligheid, in % Eerste meting (N=7) Tweede meting (N=76) Derde meting (N=7) Viede meting (N=6) b 9 a 2 26 a b (Zeer) ontevreden Niet ontevreden en niet tevreden a Significant verschil met eerste meting (p <,). b Significant verschil met tweede meting (p <,). 6 (Zeer) tevreden 1 9 Weet niet 2 INTRAVAL

29

30 COLOFON St. Intraval Postadres Postbus BT Groningen Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat 2C Goudsesingel 68 Telefoon Telefoon Fax Fax November 2 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. TEKST OPDRACHTGEVER OPMAAK OMSLAG DRUK B. Bieleman, R. Mennes, M. Sijtstra, J. Snippe Regiegroep Oranje M. Haaijer E. Cusiel Copy-Copy Groningen ISBN