Monitor Laaggeletterdheid 2011 van de G52 inclusief Vlissingen en Middelburg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitor Laaggeletterdheid 2011 van de G52 inclusief Vlissingen en Middelburg"

Transcriptie

1 Monitor Laaggeletterdheid 2011 van de G52 inclusief Vlissingen en Middelburg Stand van zaken bij de aanpak van laaggeletterdheid in de G52 gemeenten CINOP, s Hertogenbosch Anna Geertsma en Maarten Ooms

2 Colofon Titel: Monitor Laaggeletterdheid 2011 van de G52 inclusief Vlissingen en Middelburg Stand van zaken bij de aanpak van laaggeletterdheid in de G52 gemeenten Auteurs: Anna Geertsma en Maarten Ooms Ontwerp omslag: Theo van Leeuwen BNO Vormgeving: Evert van de Biezen Bestelnummer: A00660 Uitgave: CINOP, s-hertogenbosch Oktober 2011 CINOP 2011 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN Postbus BP s-hertogenbosch Tel: EvdB-A00660_v1/111028

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Landelijk Aanvalsplan Laaggeletterdheid Laaggeletterdheid bij de 50 grootste gemeenten en Vlissingen en Middelburg Vraagstellingen Begripsdefinities Methode en respons Leeswijzer 6 2 De G52 gemeenten Actieve gemeenten in de aanpak van laaggeletterdheid Voornemens voor beleids- en aanvalsplannen Niet-actieve gemeenten Vooronderzoek Convenant Bekendheid gemeenten met aantal cursisten lezen en schrijven Afspraken met het roc Overige actieve organisaties 18 3 De toekomst van Educatie Plek van Educatie in gemeentelijke organisatie Gevolgen van bezuinigingen op het participatiebudget 22

4

5 4 Activiteiten van actieve gemeenten Ambitie 1: Laaggeletterdheid bespreekbaar maken Ambitie 2: Vergroten van de toegankelijkheid van informatie Ambitie 3: Leesbevordering Ambitie 4: Het aanpakken van taalachterstanden bij kinderen, jongeren en hun ouders Ambitie 5: Het aanpakken van laaggeletterden zonder werk Ambitie 6: Het aanpakken van werkende laaggeletterden 30 5 Conclusies en discussie Conclusies Discussie 36 Bijlagen 39 1 Bevraagde gemeenten en functie respondent 39 2 Gemeentelijke activiteiten 41

6

7 Inleiding Landelijk Aanvalsplan Laaggeletterdheid Begin 2006 is het Aanvalplan laaggeletterdheid : van A tot Z betrokken van start gegaan 1. Nederland kent ongeveer 1,5 miljoen mensen die moeite hebben met lezen, schrijven of rekenen. Zij hebben hierdoor moeilijkheden in het dagelijks functioneren of in werksituaties. Bijvoorbeeld bij het boodschappen doen, het werken met een computer of bij het voorlezen aan (klein)kinderen. Ongeveer tweederde van de laaggeletterden is van autochtone afkomst. Eén derde is allochtoon. Andere recente inzichten en ontwikkelingen op het gebied van laaggeletterdheid zijn te vinden in Opbrengsten in beeld; rapportage Aanvalsplan Laaggeletterdheid , CINOP, Steehouder, P. & Tijssen, M. (2011). 1 Het vertrekpunt van het Aanvalsplan Laaggeletterdheid is een brede visie op het belang van geletterdheid. Het voorkomen én verminderen van laaggeletterdheid kan ervoor zorgen dat minder jongeren zonder diploma de school verlaten, dat minder mensen werkloos zijn of worden, dat mensen beter mee kunnen doen in de samenleving en dat mensen gezonder leven. Het aanvalsplan zet in op de zogenoemde ketenaanpak: de bestrijding van laaggeletterdheid zal op langere termijn echt effect hebben als we beginnen bij jonge kinderen (en hun ouders), taal centraal stellen in het onderwijs en werkgevers en werknemers stimuleren om respectievelijk lees- en schrijfcursussen aan te bieden en deze cursussen te volgen. Daarbij is het belangrijk dat de aanpak met name op lokaal en regionaal niveau gestalte krijgt: gemeenten werken samen 1 Dit Aanvalsplan is uitgevoerd onder regie van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen en is in 2010 voor één jaar verlengd tot eind 2011.

8 met scholen, werkgevers, bibliotheken, maatschappelijke organisaties en andere betrokken partijen. Alle gemeenten in Nederland worden sinds de start van het Aanvalsplan gestimuleerd om laaggeletterdheid aan te pakken. Bij de start van het Aanvalsplan in 2006 waren er geen gemeenten bekend die beleid hadden ontwikkeld dat specifiek op de aanpak van laaggeletterdheid was toegespitst. Wel werden, en worden nog steeds, educatietrajecten door gemeenten ingekocht bij roc s. 1.2 Laaggeletterdheid bij de 50 grootste gemeenten en Vlissingen en Middelburg 2 Om zicht te krijgen op de activiteiten die gemeenten ondernemen op het gebied van laaggeletterdheid is in opdracht van het ministerie van OCW de Monitor Laaggeletterdheid G52 in 2009 opgezet en voor de eerste keer uitgevoerd. Met deze monitor wordt in beeld gebracht hoe de grootste 50 gemeenten van Nederland, aangevuld met de gemeenten Vlissingen en Middelburg, de aanpak van laaggeletterdheid hebben vorm gegeven. Deze laatste twee gemeenten zijn in de monitor opgenomen zodat ook de provincie Zeeland vertegenwoordigd is. In 2009 is de 0-meting van de monitor afgenomen. Uit deze eerste meting, waar in totaal 47 gemeenten aan deelnamen, kwam naar voren dat er 40 gemeenten planmatig actief zijn (geweest) in het aanpakken van laaggeletterdheid tot en met Deze 40 actieve gemeenten vertegenwoordigen in totaal ongeveer 37% van alle inwoners in Nederland en zo n 48% van alle laaggeletterden in Nederland. 1.3 Vraagstellingen In de monitor is nagegaan welke activiteiten door gemeenten worden ondernomen om laaggeletterdheid te voorkomen en te bestrijden. De voorliggende rapportage is gericht op het in kaart brengen van de activiteiten van gemeenten in 2011: 1 de huidige activiteiten binnen de G52 op het gebied van laaggeletterdheid; 2 de plannen die binnen de G52 op gebied van laaggeletterdheid in ontwikkeling zijn;

9 3 een toekomstbeeld van de aanpak van laaggeletterdheid vanuit de optiek en het perspectief van Educatie, als publiek bekostigde voorziening voor de aanpak van laaggeletterdheid. Bij de beantwoording van de bovenstaande onderzoeksvragen worden de resultaten van de 0-meting (eind 2009) gebruikt om een beeld te kunnen schetsen van hoe de gemeentelijke aanpak van laaggeletterdheid zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. 1.4 Begripsdefinities Actieve gemeenten Onder actieve gemeenten worden gemeenten verstaan die aanvals- of beleidsplannen in ontwikkeling of in uitvoering hebben. Logischerwijs staat de aanpak van laaggeletterdheid in deze plannen centraal. Niet-actieve gemeenten zijn gemeenten die niet aan deze criteria voldoen of niet de benodigde bewijslast (een beleids- en/of aanvalsplan) kunnen leveren. 3 LEA De Lokale Educatieve Agenda (LEA) is in 2006 geïntroduceerd als een middel om het lokaal onderwijsbeleid vorm en inhoud te geven. Het is een instrument voor gemeenten, schoolbesturen en overige partners om in nieuwe verhoudingen (meer gelijkwaardige verhoudingen) tot gezamenlijke afspraken te komen over het onderwijs- en jeugdbeleid. Formeel gezien kan vanuit de gemeente het overleg over taalbeleid zich beperken tot taal binnen VVE en schakelklassen. Dat zijn immers de onderwerpen waarvoor de gemeente rijksmiddelen krijgt en waarover afstemming met scholen en kinderopvang voor de hand ligt. Met het wetsvoorstel OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) krijgt de gemeente vanaf eind 2010 meer ruimte om vanuit eigen doelstellingen en ambities ook andere onderwerpen te agenderen.

10 WEB-gelden Dit zijn de gelden die jaarlijks vanuit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) door het ministerie van OCW worden verstrekt aan gemeenten. Uit de WEB-gelden kunnen opleidingstrajecten binnen de volwasseneneducatie, waaronder ook lees- en schrijfonderwijs, worden bekostigd. Sinds de komst van het participatiebudget zijn gemeenten tot 2015 (einde van deze kabinetsperiode) verplicht om deze financiële middelen bij het roc te besteden (gedwongen winkelnering). De meest recente informatie over het participatiebudget is te vinden op de website van het Gemeenteloket van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (gemeenteloket.minszw.nl). 4 Participatiebudget Per 1 januari 2009 werden drie geldstromen richting gemeenten gebundeld. Het WWB-werkdeel, de budgetten voor inburgeringvoorzieningen (de WI-gelden) en de middelen voor volwasseneneducatie (de WEB-gelden) zijn samengekomen in het zogenaamde Participatiebudget. Deze gemeentelijke geldstromen zijn daarmee ontschot. Er geldt alleen voor de gelden uit de WEB nog een overgangsbepaling: Tot 2015 moeten de gelden uit het WEB-deel nog volgens oude regels bij het roc worden besteed. Vanaf 2015 is er voor gemeenten geen bestedingsverplichting meer bij het roc en is het gehele Participatiebudget naar eigen inzicht te besteden. De hoogte van het Participatiebudget zal vanaf 2013 gedeeltelijk afhangen (+/- 25%) van de werkelijk uitgevoerde activiteiten. Voor gemeenten tellen de werkelijk ingekochte educatietrajecten als een van de outputverdeelmaatstaven. Hiervoor dienen gemeenten deze gegevens vanaf 2011 te registreren. Deze gegevens worden gebruikt om de hoogte van het Participatiebudget twee jaar later (t+2) vast te stellen.

11 1.5 Methode en respons De monitor beperkt zich tot het bevragen van de 50 grotere gemeenten, aangevuld met twee grote gemeenten uit Zeeland. Het bevragen van de grotere gemeenten is een bewuste keuze. Het zijn namelijk vaak de grotere gemeenten die uitgebreidere mogelijkheden hebben om beleid te ontwikkelen om planmatig het probleem van laaggeletterdheid aan te pakken. Zij hebben een grotere financiële reikwijdte dan kleine gemeenten en zijn als centrumgemeente toonaangevend voor de overige gemeenten in de regio. Daarnaast is het probleem van laaggeletterdheid in de grotere gemeenten groter dan gemiddeld. Landelijk is het percentage laaggeletterden rond 13% van alle 15 tot 75 jarigen (International Adult Literacy Survey, 1994). In de grote vier gemeenten (Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam) varieert dit percentage tussen 15 en 21% (Laaggeletterdheid in de gemeenten Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam, CINOP, 2008). Uit gegevens van het CBS en vooronderzoeken van CINOP blijkt dat de G52 gemeenten ongeveer 44% van de totale Nederlandse bevolking vertegenwoordigen en naar schatting 56% van alle laaggeletterden van Nederland. Door deze gemeenten in het onderzoek te betrekken wordt beoogd een representatief beeld te verkrijgen van de activiteiten die gemeenten in het land op het gebied van laaggeletterdheid verrichten. Het totaal van de onderzochte gemeenten wordt in deze monitorrapportage de G52 genoemd. 5 Met de voorliggende 1-meting van de monitor wordt voor de tweede keer gepeild hoeveel gemeenten actief zijn in de aanpak van laaggeletterdheid en worden opvallende veranderingen in de aanpak in vergelijking met 2009 gesignaleerd en beschreven. De 1-meting is uitgevoerd tussen april en juni Van de G52 gemeenten zijn de wethouders en contactpersonen die van de 0-meting bekend zijn (meestal beleidsambtenaren Educatie) per brief benaderd met de aankondiging van de monitor en het verzoek om deel te nemen. De contactpersonen werden per benaderd met een online vragenlijst. In totaal heeft 60% van de gemeenten (31 gemeenten in totaal) aan de 1-meting meegewerkt. Twee van deze 31 gemeenten zijn in een dusdanig vroeg stadium gestopt met het invullen van de vragenlijst dat hiervan geen data verzameld kunnen worden. De respons is aanzienlijk lager in vergelijking met de respons op de 0-meting eind Toen was de responsrate 90% (47 gemeenten in totaal).

12 De vergelijking van de resultaten die uit de twee metingen naar voren komen moeten dan ook geplaatst worden tegen de achtergrond van deze responsverschillen. In het resultatenhoofdstuk van dit rapport wordt daar waar mogelijk aangegeven welke consequenties de lagere respons op de 1-meting met zich meebrengt. 6 Tien gemeenten hebben informatie over hun beleid en activiteiten gestuurd. Het gaat hier om informatie in de vorm van beleidsnota s en plannen gericht op participatie (waarin laaggeletterdheid voorkomt) en productovereenkomsten die zijn afgesloten met het roc. Op basis van deze ingestuurde informatie is een inventarisatie uitgevoerd naar de specifieke activiteiten die door deze gemeenten op het gebied van laaggeletterdheid werden ondernomen. Hierbij werd de indeling naar de zes resultaatgebieden gehanteerd waarop gemeenten laaggeletterdheid kunnen aanpakken. Deze resultaatgebieden zijn te vinden op Leeswijzer De indeling van dit rapport ziet er als volgt uit. Het doel, de vraagstelling, respons en de achtergrond van dit onderzoek worden in hoofdstuk 1 beschreven. In hoofdstuk 2 wordt uiteengezet in hoeverre de G52 gemeenten actief zijn op het gebied van laaggeletterdheid. In hoofdstuk 3 wordt de toekomst van het beleidsterrein Educatie geschetst, gezien door de ogen van de bevraagde gemeenten. Hoofdstuk 4 focust op de activiteiten die de actieve gemeenten ondernemen op de zes ambities die in het landelijke Aanvalsplan Laaggeletterdheid zijn benoemd. De conclusies en discussie komen in hoofdstuk 5 aan bod. In de bijlagen worden de actieve gemeenten vermeld.

13 De G52 gemeenten 2 In dit hoofdstuk wordt in kaart gebracht in hoeverre de G52 gemeenten actief zijn op het gebied van laaggeletterdheid. Er wordt onderscheid gemaakt tussen actieve en niet-actieve gemeenten. Gemeenten die actief zijn hebben een aanvalsplan opgesteld en/of beleid ontwikkeld waarin de aanpak van laaggeletterdheid specifiek wordt beschreven. Voor elke actieve gemeente wordt aangegeven of het aanvals-/beleidsplan is goedgekeurd door de gemeenteraad, wat de status van het plan is en welke afdelingen bij het plan betrokken zijn. Vervolgens wordt voor alle gemeenten uiteengezet of er in het kader van laaggeletterdheid een vooronderzoek is uitgevoerd en of zij een convenant hebben ondertekend. Tevens wordt een overzicht gegeven van de gemaakte prestatieafspraken met roc s. Het hoofdstuk sluit af met een overzicht van de organisaties die naast de gemeenten betrokken zijn bij de aanpak van laaggeletterdheid Actieve gemeenten in de aanpak van laaggeletterdheid De gemeenten die aan het onderzoek hebben deelgenomen zijn gevraagd of ze over een lopend lokaal/gemeentelijk Aanvalsplan beschikken waarin acties in het kader van de bestrijding van laaggeletterdheid zijn opgenomen. Hiermee worden andere activiteiten bedoeld dan die in het contract met het roc voor de besteding van de WEB middelen zijn overeengekomen. In 2009 was 85% van de deelnemende gemeenten actief bezig met de aanpak van laaggeletterdheid. Deze 40 gemeenten beschikten over een aanvals- en/of beleidsplan gericht op de aanpak van laaggeletterdheid. In 2011 bedraagt het percentage actieve gemeenten 61%, overeenkomend met 19 van de in totaal 31 gemeenten die aan de 1-meting hebben deelgenomen. Het percentage actieve G52 gemeenten in 2011 is met 24% afgenomen ten opzichte van Deze afname wordt waarschijnlijk

14 veroorzaakt doordat de looptijd van diverse gemeentelijke aanvalsplannen in 2011 is verstreken. In de bijlagen staan alle gemeenten genoemd die aan deze monitor hebben meegewerkt. 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 85% 61% Ja, wel actief 15% 39% Nee, niet actief Figuur 2.1 Overzicht van actieve en niet-actieve gemeenten in 2011 Zo n 43% van de deelnemende gemeenten heeft in 2010 en 2011 beleid ontwikkeld waarin de bestrijding van laaggeletterdheid is opgenomen, te zien in figuur 2.2. Dit is een opvallende score aangezien 73% van de gemeenten in 2009 heeft aangegeven voornemens te hebben om beleid gericht op de aanpak van laaggeletterdheid te gaan ontwikkelen. Een aanzienlijk deel van deze groep gemeenten heeft dit voornemen dus niet ingelost.

15 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 43% Ja, wel beleid ontwikkeld in 2010 en % Nee, geen beleid ontwikkeld in 2010 en 2011 Figuur 2.2 Overzicht van deelnemende gemeenten die wel en geen beleid gericht op aanpak laaggeletterdheid hebben ontwikkeld Betrokken afdelingen en beleidsgebieden De actieve gemeenten betrekken verschillende (combinaties van) beleidsterreinen bij de aanpak van laaggeletterdheid. Er werken verschillende gemeentelijke afdelingen samen in de aanpak en in ieder geval bij de totstandkoming van het aanvals- of beleidsplan. Voor alle actieve gemeenten geldt dat de aanpak van laaggeletterdheid gestalte krijgt door inzet vanuit de onderstaande beleidsterreinen: Educatie Participatie Zorg en Welzijn Sociale Zaken 9 De hieronder opgesomde afdelingen zijn betrokken bij de aanpak van laaggeletterdheid: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Onderwijs Cultuur Educatie Jeugd en Onderwijs Zorg en Welzijn Werk, Inkomen en Zorg Sociale Zaken en Werkgelegenheid (w.o. Inburgering)

16 Publieks/burgerzaken en facilitaire zaken Afdeling Economie en Werk (beleidsmatig) Afdeling Subsidies en contracten roc (financieel) In alle actieve gemeente werken verschillende combinaties van afdelingen samen aan laaggeletterdheid. 10 Activiteiten van de verschillende afdelingen Contracten afsluiten met roc s: inkopen van cursussen lezen en schrijven Gesprekken voeren met bedrijven en voorlichting geven Vergroten van het bewustzijn over laaggeletterdheid Bij intake van cliënten/klanten laaggeletterdheid signaleren Laaggeletterden begeleiden naar alfabetiseringscursussen Deelnemers registreren en traject volgen Project Verbetering Cliëntgerichte Communicatie Formulierenbrigade Toegankelijk maken van de bewegwijzering en loketten In paragraaf 2.8 wordt ingegaan op de organisaties die buiten de gemeente om betrokken zijn bij de aanpak van laaggeletterdheid. 2.2 Voornemens voor beleids- en aanvalsplannen Van de 16 gemeenten die geen beleid hebben ontwikkeld gericht op de aanpak van laaggeletterdheid in 2010 en 2011, heeft iets meer dan de helft (56%) het voornemen om dat te gaan doen. In 2009 was dit percentage nog 73%. Dit is te zien in figuur 2.3. Bijna de helft van de gemeenten heeft het voornemen om dit op korte termijn te doen en de andere helft op lange termijn. Zo n 44% van de gemeenten, ten opzichte van 27% in 2009, kiest ervoor om geen beleid te ontwikkelen dat specifiek op laaggeletterdheid is gericht.

17 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 38% 25% Ja, we hebben dit voornemen op korte termijn (1 tot 6 maanden) 35% 31% Ja, we hebben dit voornemen op lange termijn (>6 maanden) 27% 44% Nee, we hebben dit voornemen niet Figuur 2.3 Overzicht gemeentelijke voornemens om beleid gericht op aanpak laaggeletterdheid te ontwikkelen In figuur 2.4 is af te lezen dat ongeveer tweederde van de gemeenten zonder lopend aanvalsplan het voornemen heeft om een aanvalsplan op te stellen (62%), waarvan de helft van de gemeenten het voornemen heeft om dit op korte termijn te doen. Zo n 38% van de gemeenten is niet voornemens een aanvalsplan op te stellen. In vergelijking met 2009 heeft in 2011 een ongeveer gelijk percentage gemeenten zonder aanvalsplan het voornemen om een aanvalsplan op te stellen. 11

18 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 44% 31% 31% 44% 38% % 5% 12% 0% Ja, we hebben dit Ja, we hebben dit voornemen op voornemen op kort termijn (1 tot lange termijn (>6 6 maanden) maanden) Nee, we hebben dit voornemen niet 12 Figuur 2.4 Overzicht gemeentelijke voornemens om een aanvalsplan te ontwikkelen, waarin acties in het kader van de bestrijding van laaggeletterdheid zijn opgenomen De gemeenten die niet beschikken over een aanvalsplan en/of beleid gericht op de aanpak van laaggeletterdheid in 2011 geven daarvoor verschillende redenen op. Hieronder worden deze redenen opgesomd. Het aantal laaggeletterden is in de gemeente dusdanig laag dat men daar geen specifiek beleid voor wil maken. Laaggeletterdheid krijgt in vergelijking met een aantal jaren geleden minder prioriteit, door andere interne ontwikkelingen (reorganisatie, gemeentelijke herdeling) die meer aandacht behoeven. Sommige gemeenten voeren wel activiteiten uit om laaggeletterdheid te verminderen en/of te voorkomen, maar hebben niet altijd een aanvalsplan opgesteld waarin deze acties formeel worden benoemd. De acties om laaggeletterdheid terug te dringen maken vaak onderdeel uit van andere beleidskaders, zoals het roc dat cursussen lezen en schrijven aanbiedt aan laaggeletterden. Andere activiteiten die niet (meer) planmatig worden georganiseerd zijn: voorleesdagen in de bibliotheek, activiteiten in het kader van voor- en vroegschoolse

19 educatie, formulierenbrigade, gemeentelijke deelname aan de week van de alfabetisering, het informeren van baliemedewerkers over het herkennen van laaggeletterdheid. De belangrijkste reden voor gemeenten om wel een aanvalsplan te willen maken is dat men vindt dat er een gestructureerde aanpak nodig is voor effectieve bestrijding en voorkoming van het probleem. Soms werken gemeenten in regionaal verband samen om laaggeletterdheid aan te pakken. Dit vergroot de behoefte om het vraagstuk van laaggeletterdheid planmatig uit te werken. 2.3 Niet-actieve gemeenten In paragraaf 2.1 is aangegeven dat van de 31 deelnemende gemeenten, zo n 61% actief is op het gebied van laaggeletterdheid. Dit betekent dat de overige deelnemende gemeenten kunnen worden beschouwd als niet (meer) actief in de aanpak van laaggeletterdheid. Dit wil niet zeggen dat in deze gemeenten per definitie niets gebeurt op het gebied van laaggeletterdheid. In sommige gevallen zijn activiteiten op het gebied van laaggeletterdheid overgedragen aan het roc en andere organisaties waarmee gemeenten samenwerken. Een derde van de niet-actieve gemeenten is in het verleden wel actief geweest. Het doorslaggevende criterium voor het label (niet-)actief is de aan- of afwezigheid van een lopend beleids- en/of een aanvalsplan waarmee de gemeente laaggeletterdheid wil tegengaan (zie ook paragrafen 1.4 en 1.5). Gemeenten met een lopend beleids- en/of aanvalsplan, zijn actief, gemeenten zonder lopend beleids- en/of aanvalsplan zijn niet-actief. 13 De niet-actieve gemeenten beschikken (vooralsnog) niet over een beleids- of aanvalsplan. Voor een enkele gemeente heeft het schrijven van een beleids- of aanvalsplan geen prioriteit, omdat de aanpak van laaggeletterdheid is ingebed in bestaande activiteiten. Sinds 2011 geven nietactieve gemeenten aan geen prioriteit (meer) te leggen bij de planmatige aanpak van laaggeletterdheid omdat zij bezig zijn met interne reorganisaties en te maken hebben met verminderde budgetten.

20 2.4 Vooronderzoek Een aantal gemeenten maakt gebruik van vooronderzoek om een beeld te krijgen van de aard en omvang van laaggeletterdheid. Een vooronderzoek kan gebruikt worden voor de activering en bewustmaking van de politieke partijen. Het kan helpen laaggeletterdheid op de politieke agenda te plaatsen. Een gemeente (of een regionaal samenwerkingsverband van gemeenten) kan een vooronderzoek laten uitvoeren dat specifiek toegesneden is op de gemeentelijke of regionale bevolkingskenmerken. In zo n onderzoek wordt een schatting gemaakt van het aantal laaggeletterden op basis van het aantal ouderen, werklozen, niet-werkenden, allochtonen en laagopgeleiden in de gemeente of regio. Deze factoren zijn namelijk in grote mate bepalend voor het aantal laaggeletterden. 14 Van de 28 gemeenten die deze vraag hebben beantwoord blijken er 26 (93%) interesse te hebben in actuele gegevens over aard en omvang van laaggeletterdheid in hun gemeente. 2.5 Convenant In het kader van de bestrijding van laaggeletterdheid is een landelijk convenant afgesloten tussen werkgevers, werknemers (verenigd in de Stichting van de Arbeid) en de ministeries van OCW, SZW en VWS (Stichting van de Arbeid, 2007). Het doel van dit convenant is om laaggeletterden te stimuleren scholing op te pakken. Het komt regelmatig voor dat verschillende partijen, in navolging van het landelijke convenant, een soortgelijk regionaal of gemeentelijk convenant afsluiten. De convenanten worden over het algemeen door verschillende partijen ondertekend die een rol van betekenis kunnen hebben in de aanpak van het probleem. Veelal zijn het gemeenten, overige lokale (semi-)overheidsinstellingen, werkgevers(organisaties) en scholingsinstellingen die in een convenant de intentie uitspreken om iets aan laaggeletterdheid te doen. In figuur 2.5 kan worden afgelezen dat 8 gemeenten in 2010 of 2011 een convenant hebben ondertekend waarin de ambitie wordt uitgesproken om laaggeletterdheid aan te pakken. Dit

21 komt overeen met 29% van de gemeenten die deze vraag hebben beantwoord. In vergelijking met 2009 (40%) zijn er in 2011 (29%) minder gemeenten die een convenant hebben afgesloten met andere partijen om samen laaggeletterdheid aan te pakken. De reden om een convenant op te stellen en te ondertekenen is om de samenwerking met andere partijen in de aanpak van laaggeletterdheid te onderstrepen en uit te dragen. Het afsluiten van een convenant zou volgens gemeenten meer stabiliteit aan het beleid bieden. De afgesloten convenanten zijn mede ondertekend door: Gemeenten in de regio Onderwijsinstellingen (roc s) Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid 80% 70% 60% 15 50% 40% 30% 60% 71% % 10% 40% 29% 0% Gemeenten met convenant Gemeenten zonder convenant Figuur 2.5 Overzicht van de percentages gemeenten met en zonder een convenant

22 2.6 Bekendheid gemeenten met aantal cursisten lezen en schrijven 16 In de monitor is aan de actieve gemeenten binnen de G52 gevraagd hoeveel deelnemers de gemeenten in trajecten lezen en schrijven hebben in het kader van de WEB. Onder deze (NT-1) trajecten vallen de cursussen Nederlands (beginners en gevorderden), lezen en schrijven, toegepast lezen/schrijven/rekenen, Mailen in goed Nederlands, Nederlandse Taal voor Werk en Opleiding en Nederlands op de werkvloer. Voor de leesbaarheid wordt er in het vervolg in deze rapportage gesproken over trajecten lezen en schrijven. Het gaat om de aantallen cursisten die, volgens de gemeenten zelf, in 2010 ingeschreven stonden bij de roc s. Gegevens van andere scholingsaanbieders naast het roc die mogelijkerwijs trajecten lezen en schrijven verzorgen, zijn niet in dit onderzoek meegenomen omdat de gedwongen winkelnering op de WEB-gelden nog steeds van kracht is. Naast deze trajecten lezen en schrijven, zijn binnen de WEB-gelden nog diverse andere trajecten gericht op Educatie mogelijk, onder andere alfabetisering NT2 (als voorbereiding op Inburgering), sociale redzaamheid, Engels enzovoort. Bekendheid gemeenten met aantallen deelnemers Uit de verzamelde gegevens blijkt dat bijna alle gemeenten (90%) binnen de G52 kunnen aangeven hoeveel personen in 2010 daadwerkelijk hebben deelgenomen aan trajecten lezen en schrijven die binnen het WEB-budget zijn uitgevoerd door de roc s. Drie gemeenten hadden geen gegevens beschikbaar over het jaar 2010 of hebben deze vraag niet beantwoord. In vergelijking met 2009 hebben in 2011 meer gemeenten (12% meer dan in 2009) gegevens over het aantal personen in alfabetiseringstrajecten paraat. In figuur 2.6 staat het bovenstaande schematisch weergegeven.

23 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 78% 90% % 20% 10% 0% 22% 10% Geen gegevens Gegevens Figuur 2.6 Beschikbaarheid gegevens over deelnemersaantallen aan trajecten lezen en schrijven Afspraken met het roc Gemeenten sluiten jaarlijks een zogenaamde productovereenkomst met het roc voor de besteding van het WEB-deel van het participatiebudget. In deze overeenkomst staan afspraken over de inkoop van Educatietrajecten bij het roc, waaronder ook de trajecten lezen en schrijven vallen. In de productovereenkomst kunnen gemeenten prestatieafspraken opnemen die zij met het roc maken over wervingsactiviteiten gericht op het binnenhalen van nieuwe cursisten, over de aantallen deelnemers, slagingspercentages, lesuitval en lesverzuim door deelnemers en de inhoud en duur van cursussen. De hoogte van het participatiebudget dat gemeenten vanaf 2013 ontvangen hangt gedeeltelijk af van de werkelijk uitgevoerde Educatietrajecten. Dit maakt het dus interessant voor gemeenten om dergelijke prestatieafspraken met het roc vast te leggen. Gemeenten dienen deze gegevens vanaf 2011 te registreren. In het kader van het monitoronderzoek is de gemeenten gevraagd de afspraken te noemen die zij met het roc hebben gemaakt. In figuur 2.7 is te zien dat 65% van de deelnemende gemeenten geen prestatieafspraken met het roc heeft gemaakt over de trajecten lezen en schrijven voor Ruim een kwart van de

24 deelnemende gemeenten heeft dit wel gedaan. De overige gemeenten weten niet of er dergelijke afspraken zijn gemaakt (3%) of hebben geen gegevens verstrekt (6%). Opvallend is dat in 2009 aanzienlijk meer gemeenten prestatieafspraken met de roc s maakten (49% in 2009 versus 26% in 2011). 70% 60% 50% 49% 51% 65% 40% 30% 20% 26% % 0% Ja, wel prestatie afspraken Nee, geen prestatie afspraken 6% 3% 0% 0% Weet niet Onbekend Figuur 2.7 Percentage gemeenten met wel/geen prestatieafspraken De gemeenten die prestatieafspraken zijn overeengekomen hebben deze vooral gericht op het aantal in te kopen trajecten. De gemaakte afspraken wisselen sterk per gemeente, vooral wanneer het gaat om de meetbaarheid (te realiseren aantallen of percentages), de inhoud en duur van de ingekochte educatietrajecten. Dit werd in 2009 ook geconstateerd. 2.8 Overige actieve organisaties Laaggeletterdheid is een thema waar niet alleen gemeenten iets aan (kunnen) doen. Er zijn diverse organisaties die een bijdrage kunnen leveren aan de aanpak. In tabel 2.1 staan de organisaties die participeren in de aanpak van laaggeletterdheid in de deelnemende gemeenten.

25 Bedrijven Bibliotheek Welzijnswerk (Brede) School Thuiszorg Consultatiebureau Juridisch Loket Roc Brancheorganisatie Leerwerkloket UWV Werkbedrijf Reïntegratie bureau Anders Nee, geen andere organisaties Alkmaar X X Amersfoort X X X X X X Amstelveen X Amsterdam X X X X X X X Arnhem X X X X Bergen op Zoom X X Breda X X X X X Delft X X X X X X X Deventer X X X X X X X X Ede X X X Eindhoven X X X X Emmen X X X X X X X Enschede X X X X X X X X Groningen X X X X Hengelo X X X X X Hilversum X X Maastricht X X X X Middelburg X X X X X Nijmegen X X X X Roosendaal X X X X X s-gravenhage X X X X X X Sittard Geleen X X X X X X X X X Spijkenisse X X X Utrecht X X X X X Velsen Vlaardingen X X X X X Vlissingen X X X X X Zoetermeer X X X X

26 Uit bovenstaande tabel blijkt dat in alle gemeenten of clusters van gemeenten vooral de roc s (24) bibliotheken (23), het welzijnswerk (14), UWV Werkbedrijf (14) en bedrijven (13) een belangrijke rol spelen in de aanpak van laaggeletterdheid. Naast de hier genoemde organisaties zijn er nog andere organisaties actief op het gebied van laaggeletterdheid. Het gaat hier om inburgerings bureaus, woningcorporaties en instellingen voor gezondheidszorg. In vergelijking met 2009 zijn er, relatief gezien, geen grote veranderingen waarneembaar in de door gemeenten gekozen samenwerkingspartners. 20

27 De toekomst van Educatie 3 Sinds 1 januari 2009 is de Wet Participatiebudget van kracht. Deze wet is een gemeentelijke financiële kaderwet. Alle financiële middelen van de wetten Werk en Bijstand (werk-deel), Educatie en Beroepsonderwijs en Inburgering worden samen in het participatiebudget aan de gemeente uitgekeerd. Dit zou gemeenten ondermeer ruimere mogelijkheden voor maatwerk moeten bieden. Sinds de introductie heeft het Rijk een aantal aanzienlijk bezuinigingen moeten doorvoeren op het participatiebudget. De geldstromen vanuit alle drie de materiewetten worden (en zijn reeds) gekort, onder andere door de uitname van 50 miljoen ten behoeve van taal en rekenonderwijs in het mbo. In 2009 spraken gemeenten hier hun zorg over uit. Het zou voor hen betekenen dat er scherpere keuzes noodzakelijk zullen zijn als het gaat om het inkopen van Educatietrajecten. De meerderheid van de gemeenten gaf overigens aan laaggeletterden in het participatiebeleid te willen benoemen tot prioritaire doelgroep. Hoe zijn gemeenten hiermee omgegaan? Plek van Educatie in gemeentelijke organisatie In 2009 bleek dat ongeveer een derde van de gemeenten het beleidsterrein van Educatie als gevolg van de invoering van het participatiebudget heeft veranderd. In figuur 3.1. is te zien binnen welke gemeentelijke afdeling Educatie is gepositioneerd. Binnen 43% van de bevraagde gemeenten maakt Educatie onderdeel uit van de afdeling Onderwijs. Ruim een derde (36%) van de gemeenten heeft Educatie gepositioneerd binnen de afdeling Sociale Zaken. De overige gemeenten (21%) hebben Educatie op andere wijze ondergebracht in de organisatie, bijvoorbeeld binnen een meerjarig programma of een cluster van afdelingen (bijvoorbeeld sociale zekerheid, inburgering en onderwijs of een cluster welzijn en onderwijs). In vergelijking met 2009 is de plaats van Educatie in de gemeentelijke organisatie enigszins verschoven. Daar

28 waar in 2009 nog 57% van de gemeente Educatie onderbracht bij de afdeling Onderwijs is dat in 2011 nog 43%. Het percentage gemeenten dat Educatie bij de afdeling sociale zaken onderbrengt is juist gegroeid, van 20% in 2009 naar 36% in De grotere beleidsvrijheid die gemeenten met de komst van het participatiebudget hebben gekregen, lijkt dus in toenemende mate door gemeenten te worden benut. 60% 57% 50% 43% 40% 30% 20% 20% 36% 20% 20% % 0% Educatie is onderdeel van Sociale Zaken Educatie is onderdeel van Onderwijs 4% 0% Educatie is onderdeel van Inburgering Anders Figuur 3.1 Plaats van Educatie in de gemeentelijke organisatie 3.2 Gevolgen van bezuinigingen op het participatiebudget In 2010 en 2011 is er op het participatiebudget bezuinigd. Dit kan verschillende gevolgen hebben voor gemeentelijk beleid op het gebied van laaggeletterdheid. In de 1-meting van de monitor zijn gemeenten dan ook gevraagd om de gevolgen van de bezuinigingen in beeld te brengen. De bezuinigingen op het participatiebudget heeft bij tweederde van de gemeenten geleid tot het stellen van prioriteiten als het gaat om de doelgroepen die ze vanuit het budget bedienen. De laaggeletterden blijven voor deze gemeenten een prioritaire doelgroep. Geen enkele gemeente heeft ervoor gekozen om als gevolg van de bezuinigingen niet meer in de doelgroep

29 laaggeletterden te investeren. De bezuinigingen hebben bijna de helft (48%) van de gemeenten doen besluiten om het Educatieaanbod te beperken. Aanzienlijk minder gemeenten (10%) hebben het aanbod voor laaggeletterden uitgebreid of gehandhaafd (20%). De overige 22% van de gemeenten heeft deze vraag niet beantwoord. Beperking van Educatieaanbod De gemeenten die hebben besloten om het aanbod te beperken laten dat tot uiting komen in: Een algehele verlaging van het aantal cursusplaatsen/trajecten dat wordt ingekocht bij het roc; Het schrappen van trajecten lezen en schrijven met relatief weinig deelnemers; Het niet langer of beduidend minder inkopen van andere cursussen dan lezen en schrijven, zoals Engels, Kijk op de wereld, digitale vaardigheden, sociale redzaamheid, VAVO-cursussen, cursussen voor werknemers uit de sociale werkvoorziening; Het stellen van randvoorwaarden aan de roc s die de trajecten lezen en schrijven uitvoeren. Hierbij valt te denken aan een minimum aantal deelnemers alvorens cursussen te mogen starten en een verbeterde intake en verzuimaanpak. Sommige gemeenten verwachten dat ook de kans dat iemand werk kan vinden (of naar werk toegeleid kan worden) een toelatingscriterium wordt. Basisvaardigheden worden in dat geval onderdeel gemaakt van re integratietrajecten. 23 Handhaving of uitbreiding van Educatieaanbod De financiering van de Educatietrajecten (w.o. de trajecten lezen en schrijven) van deze gemeenten komt voor een belangrijk deel voort uit (regionaal aangevraagde) ESF-gelden en uit reserves die in het verleden zijn opgebouwd. Een enkele gemeente is op zoek naar andere aanbieders die educatieve- of combinatietrajecten (re-integratietrajecten met een taalcomponent) goedkoper kunnen uitvoeren. Opvallend is dat 41% van de gemeenten, meer dan in het verleden, de samenwerking zoekt met andere partijen die een rol kunnen vervullen in de aanpak van laaggeletterdheid. Ook kopen gemeenten vaker dan voorheen (2009) trajecten gericht op toeleiding naar werk in waarvan taal en andere basisvaardigheden onderdeel uitmaken. Dit geldt voor 34% van de gemeenten.

30 Tabel 3.1 Overzicht gevolgen bezuinigingen voor aanpak laaggeletterdheid Antwoordmogelijkheid Aantal Percentage We zijn prioriteiten gaan stellen: laaggeletterden behoren tot één van de doelgroepen die we vanuit het participatiebeleid bedienen Het aanbod voor de doelgroep laaggeletterden is beperkter geworden dan voorheen We zoeken (meer dan voorheen) samenwerking met partijen die een rol hebben in de aanpak van laaggeletterdheid Taal- en basisvaardigheden zijn vaker dan voorheen deel uit gaan maken van (combi-)trajecten gericht op toeleiding naar werk 19 66% 14 48% 12 41% 10 34% Het aanbod voor de doelgroep laaggeletterden is hetzelfde gebleven 6 20% 24 Het aanbod voor de doelgroep laaggeletterden is uitgebreider geworden dan voorheen 3 10% Anders, namelijk 2 7% We zijn prioriteiten gaan stellen: laaggeletterden behoren NIET (meer) tot één van de doelgroepen die we vanuit het participatiebeleid bedienen 0 0% Weet niet 0 0% Combineren van geldstromen om een combinatietraject te realiseren Bijna de helft van de gemeenten (48%) geeft aan de geldstromen van de re-integratie, educatie en inburgering binnen het participatiebudget te combineren om combinatietrajecten in te kopen (zie figuur 3.2). Zo n 22% van de gemeenten doet dit niet en nog eens 22% moet het antwoord op deze vraag schuldig blijven. In vergelijking met de 0-meting in 2009 combineren beduidend minder gemeenten de geldstromen om een combitraject te realiseren. In 2009 werd dit door 91% van de gemeenten gedaan. Sommige gemeenten geven aan dat het combineren van de drie geldstromen vanwege de bezuinigingen niet of nauwelijks meer mogelijk is. Dit kan mogelijk veroorzaakt worden doordat op termijn het budget voor de Wet Inburgering wegvalt en er nu en de komende jaren kortingen op het Werk-deel van de Wet Werk en Bijstand plaatsvinden.

31 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 91% 48% Ja, combinatie van geldstromen 9% Nee, geen combinatie van geldstromen 22% 22% 0% 0% Weet niet 7% Anders Figuur 3.2 Combineren van geldstromen t.b.v. realisatie van combinatietrajecten 25 De gemeenten die combinatietrajecten (laten) uitvoeren en daarbij meerdere geldstromen combineren, kiezen voor trajecten gericht op: Sociale activering (traject dat is gericht op het verhogen van de participatie in de maatschappij). Duale inburgering (traject dat is gericht op leren van taal i.c.m. werk en school). Re-integratietraject met component taal (traject dat is gericht op toeleiding naar werk waarin aandacht is voor taal). Educatietraject als voortraject voor een beroepsopleiding (traject dat is gericht op het mogelijk maken van instroom in een reguliere middelbare beroepsopleiding).

32 26

33 Activiteiten van actieve gemeenten 4 In dit hoofdstuk worden de plannen samengevat van de actieve gemeenten die informatie hebben verstrekt. Het gaat hier om de gemeenten Arnhem, Breda, Deventer, Ede, Emmen, Roosendaal/Bergen op Zoom, Sittard-Geleen, Utrecht, Vlaardingen. In het landelijk Aanvalsplan Laaggeletterdheid van A tot Z betrokken zijn er voor gemeenten zes ambities benoemd waarop activiteiten ondernomen kunnen worden bij het voorkomen en bestrijden van laaggeletterdheid laaggeletterdheid bespreekbaar maken 2 vergroten van de toegankelijkheid van informatie 3 leesbevordering 4 het aanpakken van taalachterstanden bij kinderen, jongeren en hun ouders 5 het aanpakken van laaggeletterden zonder werk 6 het aanpakken van werkende laaggeletterden Per ambitie wordt inzichtelijk gemaakt welke activiteiten in de gemeentelijke plannen zijn opgenomen. U treft hier van elke ambitie voorbeelden van activiteiten aan, die door de actieve gemeenten worden uitgevoerd of in elk geval in de plannen zijn opgenomen. Op basis van de documenten die de gemeenten hebben gestuurd is te zien dat ze op elk van de ambities actief zijn. De activiteiten van de actieve gemeenten in 2011 komen in grote lijnen overeen met de activiteiten van de actieve gemeenten in 2009.

34 4.1 Ambitie 1: Laaggeletterdheid bespreekbaar maken 28 Promotiecampagnes (reclames op bussen, kabelkranten, artikelen in lokale kranten, posters in openbare gebouwen) Wervingscampagne door roc gericht op potentiële cursisten Bijeenkomsten gericht op laaggeletterden zelf Organiseren van (wijkgerichte) informatiebijeenkomsten voor toeleiders, instanties, intermediairs en bedrijven zodat deze laaggeletterden leren herkennen en hen kunnen doorverwijzen (naar traject), bijvoorbeeld d.m.v. herkenningswijzer Opleiden en begeleiden van ambassadeurs laaggeletterdheid Meer bekendheid met laaggeletterdheid binnen de gemeentelijke organisatie (intranet en personeelsblad) Week van de Alfabetisering en Week van het Leren Organiseren expertmeeting om beleid op het gebied van laaggeletterdheid af te stemmen 4.2 Ambitie 2: Vergroten van de toegankelijkheid van informatie Schrijvers van teksten voor groot publiek zijn alert op de toegankelijkheid van informatie Nieuwe (beleids)medewerkers van de gemeente nemen deel aan cursus Toegankelijk schrijven Schrijfwijzer met uitleg en regels voor uniform en helder taalgebruik in gemeentelijke brieven Groep mensen die schriftelijke uitingen zoals folders en formulieren beoordeelt en suggesties geeft om de teksten te herschrijven in duidelijke taal Standaardbrieven van de teams Werk en Inkomen worden op taalniveau A2 geformuleerd Spraakfunctie op de website van de gemeente en teksten zijn geformuleerd op A2-taalniveau In publicaties gebruik maken van afdelingen (pictogrammen) en foto s om, naast tekst, informatie over te dragen Vrijwilligers/formulierenbrigade die helpen bij het invullen van formulieren, doorverwijzen naar instanties en informeren over de actuele sociale kaart

35 Persoonlijk contact met burgers (telefonisch of spreekuur) i.p.v. schriftelijke informatie Workshop Beter communiceren voor consulenten Virtueel Inburgeringsloket 4.3 Ambitie 3: Leesbevordering Leesbevordering als dienstverlening van de bibliotheek, in samenwerking met basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs Diverse taalbevorderingsprojecten en voorleesprojecten Bevorderen dat consultatiebureaus werken met het pakket Taalkracht voor consultatiebureaus Inrichten van Makkelijk Lezen Plein voor kinderen (samenwerking tussen bibliotheek en roc) en Lees en Schrijf Plein voor Volwassenen Aanpak ketenregie leesbevordering Taalpc s Kantinebibliotheek of bibliotheek via peuterspeelzaal of basisschool Bevordering van mediawijsheid Ambitie 4: Het aanpakken van taalachterstanden bij kinderen, jongeren en hun ouders Onderwijsachterstandenbeleid Voor- en vroegschoolse educatie (Internationale) schakelklassen waarin leerlingen met een grote taalachterstand intensief taalonderwijs krijgen om de taalachterstand weg te werken of in te lopen Brede scholen Voorzieningen en projecten voor ouders Inburgeringscursussen Basiseducatiecursussen

36 In het overleg met scholen komen de volgende onderwerpen structureel op de agenda (vooren vroegschoolse educatie, leerplicht, voortijdig schoolverlaten, schakelklassen en taalbeleid) Herplaatsing van voortijdig schoolverlaters naar onderwijs of werk of combinatie van onderwijs/werk Dyslexieprotocol Cursus opvoedingsondersteuning voor ouders van kinderen die deelnemen aan VVE programma s Leidsters peuterspeelzalen en leerkrachten basisscholen krijgen een workshop herkennen en door verwijzen van laaggeletterden 4.5 Ambitie 5: Het aanpakken van laaggeletterden zonder werk 30 Re-integratietraject in combinatie met taaltraject Verspreiding informatiemateriaal van de campagne Leer lezen en schrijven op plaatsen waar niet-werkende laaggeletterden komen (sociale dienst en CWI) Voorlichting en scholing voor intermediairs over het herkennen en doorverwijzen van laaggeletterden Bij intake bij reïntegratietrajecten wordt het niveau van lezen en schrijven vastgesteld 4.6 Ambitie 6: Het aanpakken van werkende laaggeletterden Werknemers wijzen op de mogelijkheden van de cursussen volwasseneneducatie. Voorlichtingsbijeenkomsten en verspreiding informatiemateriaal van de campagne Leer lezen en schrijven Bij bedrijven en uitzendbureaus waar vaker dan gemiddeld laaggeletterde mensen werken wordt samen gekeken of mensen gemotiveerd kunnen worden om een cursus te volgen om hun lees- en schrijfvaardigheid te vergroten

37 Onderzoek naar laaggeletterdheid onder personeelsleden van de gemeente en eigen personeel voorlichten over de mogelijkheid van scholing 31

38 32

39 Conclusies en discussie 5 In de eerste paragraaf van dit vijfde hoofdstuk worden de conclusies van het monitoronderzoek uiteengezet. Daarbij gaat primair aandacht uit naar de conclusies over de resultaten van de 1-meting. Daar waar relevant worden deze conclusies afgezet tegen de conclusies uit de 0-meting. De aanbevelingen en kanttekeningen van dit monitoronderzoek staan in de tweede paragraaf beschreven. 5.1 Conclusies 33 Aandacht voor laaggeletterdheid neemt af De start van het Aanvalsplan Laaggeletterdheid Van A tot Z betrokken in 2006, markeerde het moment waarop het begrip laaggeletterdheid in Nederland werd geïntroduceerd. In de loop van de tijd is met de uitvoering van het Aanvalsplan een toenemend aantal gemeenten in beweging gekomen om laaggeletterdheid aan te pakken, met meer activiteiten dan alleen de inkoop van trajecten lezen en schrijven bij het roc. Deze groeiende trend van gemeenten die laaggeletterdheid actief te lijf gaan heeft zich tot en met 2009 doorgezet. Dit kwam tot uitdrukking in de resultaten van de 0-meting van deze monitor, toen er maar liefst 47 gemeenten aan de monitor deelnamen, waarvan er 40 (= 85%) laaggeletterdheid actief aanpakten. De gemeentelijke aanpak van laaggeletterdheid lijkt in 2011 te zijn afgenomen. Van de 31 gemeenten die aan de 1-meting van deze monitor deelnamen, gaan er 19 (= 61%) laaggeletterdheid actief te lijf. Een daling van 24% dus. Het lagere aantal actieve gemeenten heeft tot gevolg dat de omvang van de groep laaggeletterden die vanuit gemeenten wordt bereikt aanzienlijk is afgenomen. In 2009 vertegenwoordigden de 40 actieve gemeenten in totaal bijna

40 de helft (48%) van alle laaggeletterden in Nederland. In 2011 is dit nog ongeveer een kwart (24%) van de laaggeletterden. Wat verder in de 1-meting opvalt is de relatief lage respons op het onderzoek. Ten opzichte van 2009 is de responsrate met 30% afgenomen. Een eenduidige verklaring voor de lagere respons op de 1-meting is op basis van de verzamelde data lastig te geven. Het is mogelijk dat de gemeentelijke prioriteiten op het meetmoment elders lagen, wetende dat er op dat moment veranderingen op het terrein van de sociale zekerheid werden aangekondigd zoals de invoering van de Wet Werken naar Vermogen. 34 Verschillende aanpakken In 2009 stelden bijna alle gemeenten een plan op dat specifiek is gericht op de aanpak van laaggeletterdheid. De tendens is dat het aantal gemeenten dat specifieke aandacht geeft aan laaggeletterdheid afneemt. Sommige gemeenten geven aan de afspraken met het roc over het inkopen van Educatietrajecten of trajecten lezen en schrijven voldoende te vinden. Andere gemeenten willen geen prioriteit meer geven aan laaggeletterdheid vanwege andere prioriteiten en de al eerdergenoemde bezuinigingen op het participatiebudget. Een klein deel van de gemeenten die in het verleden wel, maar nu niet over een aanvalsplan beschikken, geeft aan dat hun activiteiten geen planmatige aansturing meer behoeft. Het gaat dan bijvoorbeeld om voorleesdagen in de bibliotheek, activiteiten in het kader van voor- en vroegschoolse educatie en het informeren van baliemedewerkers over het herkennen en doorverwijzen van laaggeletterde klanten. Voor deze gemeenten geldt dat de aanpak van laaggeletterdheid tot op zekere hoogte een vast onderdeel is geworden van hun bestaande werkprocessen. Deze borging of verduurzaming van de aanpak van laaggeletterdheid is op zich een goed resultaat te noemen. Het gaat immers nog een stap verder dan de doelstelling van het landelijke Aanvalsplan Laaggeletterdheid om zoveel mogelijk gemeenten bewust te maken en te activeren om laaggeletterdheid aan te pakken. Helaas gaat deze conclusie slechts op voor een handjevol gemeenten dat deelnam aan de 1-meting. En het is onduidelijk in hoeverre de aanpak van laaggeletterdheid ook in de werkprocessen van de 21 gemeenten is geborgd die niet aan de 1-meting hebben deelgenomen. De gemeenten die in 2011 wel over een aanvalsplan beschikken zeggen dat de veelheid aan activiteiten op het gebied van laaggeletterdheid en verschillende betrokken ambtenaren van

41 verschillende beleidsterreinen en overige samenwerkingspartners van buiten de gemeente, het nuttig maken om de aanpak op gestructureerde wijze vast te leggen. Een aanvalsplan biedt daarvoor uitkomst. Het opstellen van een aanvalsplan draagt daarnaast bij aan het hebben van een duidelijk overzicht van de activiteiten. Het plan vormt daarmee de basis om effectief aan laaggeletterdheid te werken. De aanvalsplannen van de meeste gemeenten zijn breed opgezet. De gemeenten zijn op verschillende, van de zes, resultaatgebieden/ambities (te lezen in hoofdstuk 4) actief. Zowel in 2009 als in 2011 ontplooien de actieve gemeenten op twee van deze zes resultaatgebieden relatief gezien beduidend meer activiteiten dan op de overige ambities. Het gaat om het bespreekbaar maken van laaggeletterdheid (ambitie 1) en het toegankelijker maken van gemeentelijke informatie (ambitie 2). Gemeenten hechten veel waarde aan het op gang brengen van het bewustmakingsproces rondom laaggeletterdheid in de eigen organisatie en onder burgers. Wie doet wat? Geletterdheid, of voldoende basisvaardig zijn, is voorwaardelijk om mee te kunnen doen in de samenleving. In de uitvoering van de plannen spelen daarom ook vaak meerdere gemeentelijke beleidsterreinen een rol van betekenis. Laaggeletterdheid is een thema dat samenhangt met de beleidsterreinen van onderwijs & educatie, participatie en zorg en welzijn. Laaggeletterdheid wordt in de gemeentelijke organisatie veelal gepositioneerd binnen de afdeling Educatie. Opmerkelijk is dat, sinds 2011, laaggeletterdheid ook vaker binnen de afdeling Sociale Zaken en Werk & Inkomen wordt gepositioneerd. Dit suggereert dat de beleidsvrijheid die door de invoering van het participatiebudget is toegenomen meer wordt benut. De partijen waarmee de gemeenten samenwerken in de aanpak van laaggeletterdheid zijn het roc, de bibliotheek, welzijnswerk, gezondheidsinstellingen en het UWV (Werkplein). 35 Inkoopbeleid op het gebied van Educatie Het gros van de ambtenaren die aan deze monitor hebben meegewerkt is op de hoogte van het aantal ingekochte educatietrajecten dat voor 2011 bij het roc is ingekocht. Opvallend is dat bijna alle gemeenten (90%) weten hoeveel cursisten in 2010 deelnamen aan de educatiecursussen die bij het roc werden aangeboden. In 2009 wist ongeveer driekwart van de gemeenten deze cijfers te produceren. Aangenomen mag worden dat de outputfinancierings

42 36 regeling die in 2009 met de komst van het participatiebudget is geïntroduceerd hier in grote mate aan heeft bijgedragen. Dit kan een positief resultaat genoemd worden, aangezien meer en meer gemeenten scherper in beeld hebben waaraan en hoe de educatiegelden worden besteed. Een effectievere besteding van de gelden, kan de doelgroep laaggeletterden ten goede komen (er vanuit gaande dat gemeenten de doelgroep blijven bedienen). De bezuinigingen op het participatiebudget hebben ertoe geleid dat de helft van de gemeenten in vergelijking met 2009 het aanbod voor de doelgroep laaggeletterden hebben beperkt. Gemeenten zijn kritischer gaan kijken naar de inkoop van educatietrajecten bij het roc en stellen meer randvoorwaarden dan in het verleden. Trajecten lezen en schrijven met relatief weinig deelnemers worden gestopt, de intake en verzuimaanpak van roc s moet worden verbeterd en overige educatietrajecten (voor andere doelgroepen dan de laaggeletterden) worden niet langer of beduidend minder ingekocht. In sommige gevallen wordt ook toeleiding naar werk een toelatingscriterium. Basisvaardigheden worden in dat geval onderdeel gemaakt van re-integratietrajecten. Gemeenten zijn dus door de regels van het participatiebudget en de bezuinigingen van de afgelopen jaren, educatietrajecten meer resultaatgericht gaan inkopen. Vooralsnog blijft het bedienen van de doelgroep laaggeletterden daarbij prioriteit houden. 5.2 Discussie De conclusies in paragraaf 5.1 geven aanleiding tot discussie. Hieronder komt een aantal punten aan de orde die met het oog op het voortzetten van de aanpak van laaggeletterdheid in de toekomst relevant zijn voor gemeentelijk beleidsambtenaren en medewerkers bij ketenpartners die zich bezig houden met participatieverhoging van mensen. Duurzaam aanpakken van laaggeletterdheid Het is lastig vast te stellen in hoeverre de inspanningen van de afgelopen 6 jaar Aanvalsplan Laaggeletterdheid hebben bijgedragen aan het daadwerkelijk verankeren van de aanpak van de problematiek in de G52. In elk geval laat de monitor zien dat bijna alle deelnemende gemeenten nu of in het recente verleden laaggeletterdheid hebben aangepakt. Daar komt bij dat de invoering van het participatiebudget in 2009 bij veel gemeenten geleid heeft tot het opstellen

43 van een nieuwe integrale beleidsvisie op participatie, waarin laaggeletterden als prioritaire doelgroep zijn opgenomen. Een resultaat dat zeker niet los kan worden gezien van alle inspanningen die vanuit het Aanvalsplan gericht zijn geweest op bewustmaking en activering van gemeenten op het vlak van laaggeletterdheid. Echter, waaruit kan nu worden opgemaakt in hoeverre de aanpak van laaggeletterdheid is verankerd? Het inkopen van educatietrajecten gericht op lezen en schrijven bij het roc volstaat in elk geval niet. Een verankerde aanpak gaat verder en houdt in dat de aanpak van laaggeletterdheid is opgenomen in bestaande werkprocessen. Pas dan kan er gesproken worden van een aanpak die blijvend van aard is. Uit de monitorresultaten blijft dat het risico reëel aanwezig is dat gemeenten bewust dan wel onbewust hun activiteiten niet zullen borgen. Het is dus van belang om vast te stellen hoe gemeenten geholpen kunnen worden om hun huidige of recent ondernomen activiteiten op het gebied van laaggeletterdheid te verduurzamen. Belang van aansluiten bij werkprocessen en actuele ontwikkelingen De aanpak van laaggeletterdheid is tot op heden overwegend aanbodgericht vormgegeven, door middel van activiteiten gericht op de doelgroep. Probleemeigenaren zijn vooral gemeenten, die veelal via roc s educatieve trajecten aanbieden, gericht op lezen en schrijven. De kern van het antwoord op de vraag hoe de aanpak van laaggeletterdheid geborgd kan worden, ligt in het zoeken van aansluiting bij de vraagstukken die rondom de sociale zekerheid op dit moment bij gemeenten en ketenpartners spelen (de vraagkant). De nieuwe regeling gericht op de onderkant van de arbeidsmarkt is zo n actuele ontwikkeling. De regeling heeft ondermeer betrekking op de invoering van de Wet Werken naar Vermogen, de herpositionering van UWV WERKbedrijf en Werkpleinen en de decentralisatie van taken naar gemeenten. Deze veranderingen, vergroten de noodzaak voor het efficiënter uitvoeren van de sociale zekerheid. 37 Bezuinigingen bij gemeenten en UWV WERKbedrijf Door de bezuinigingen verandert ook de taak van het UWV WERKbedrijf en wordt hun dienstverleningsproces vrijwel volledig gedigitaliseerd. Hierdoor ontstaat het risico dat laaggeletterdheid niet (meer) tijdig wordt ontdekt en aangepakt. Dit probleem wordt nog vergroot doordat de re-integratiebudgetten voor WW ers vervallen. Mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt zullen vrijwel zonder begeleiding of scholing in hun eerste WW-periode aan

44 de slag moeten zien te komen. Na 12 maanden eindigt de bemoeienis vanuit het WERKbedrijf voor deze mensen. Gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid voor de Wet Werken naar vermogen, waarin de regelingen voor Wajong ers, WSW ers en bijstandsgerechtigden worden gebundeld. Kortom, de verantwoordelijkheid van gemeenten voor de arbeidsparticipatie van moeilijk plaatsbaren neemt toe, maar door de gelijktijdige bezuiniging op de budgetten gaat dit gepaard met een verhoogd risico van een forse financiële schadelast. 38 Een oplossingsrichting Een (deel van) de oplossing voor de hierboven geschetste problematiek ligt in het laaggeletterdheid-proof maken van de werkprocessen die te maken hebben met de in-, dooren uitstroom van mensen op de arbeidsmarkt. Het ontwikkelen van werkwijzen en methoden om laaggeletterden in deze werkprocessen te herkennen en ze te ondersteunen bij het vinden of behouden van werk en/of het volgen van scholing zou gemeenten en ketenpartners, zoals het leerwerkloket, het UWV WERKbedrijf en het roc, kunnen helpen bij de uitvoering van hun taakstelling. Gelijktijdig krijgt de aanpak van laaggeletterdheid hiermee een meer duurzaam karakter.

45 Bijlagen 6 Bijlage 1: Bevraagde gemeenten en functie respondent Gemeente Alkmaar Almere Amersfoort Amstelveen Amsterdam Arnhem Bergen op Zoom Breda Delft Deventer Ede Eindhoven Emmen Enschede Groningen Hengelo Hilversum Leeuwarden Maastricht Middelburg Functie Senior Beleidsmedewerker Jeugd & Onderwijs Beleidsadviseur Projectleider laaggeletterdheid Beleidsmedewerker Inburgering & Onderwijs Beleidsadviseur Educatie en Inburgering Beleidsadviseur Beleidsadviseur Beleidsmedewerker Onderwijs Beleidsadviseur Projectleider Beleidsmedewerker Beleidsontwikkelaar/Adviseur Onderwijs & Jeugd Beleidsadviseur Adviseur Beleidsmedewerker Beleidsmedewerker Jeugd en Onderwijs Senior Beleidsadviseur Beleidsmedewerker Jeugd en Onderwijs Beleidsmedewerker Beleidsmedewerker 39

Monitor Laaggeletterdheid G52

Monitor Laaggeletterdheid G52 Monitor Laaggeletterdheid G52 Stand van zaken bij de aanpak van laaggeletterdheid in de G52 gemeenten CINOP, s Hertogenbosch Anna Geertsma met medewerking van Maarten Ooms, Ieteke Bos en Jan Jongeneelen

Nadere informatie

Aanpak Laaggeletterdheid Provincie Utrecht 2010

Aanpak Laaggeletterdheid Provincie Utrecht 2010 Aanpak Laaggeletterdheid Provincie Utrecht 2010 Colofon Titel Aanpak laaggeletterdheid Provincie Utrecht 2010 Auteur Robbie van Kippersluis, Jan Jongeneelen en Ieteke Bos Versie 3 Datum 17 november 2010

Nadere informatie

Aanvalsplan laaggeletterdheid en de toekomst van de volwasseneneducatie

Aanvalsplan laaggeletterdheid en de toekomst van de volwasseneneducatie Aanvalsplan laaggeletterdheid en de toekomst van de volwasseneneducatie Ina den Hollander Weert, 19 mei 2011 Kenniscirkel Leven Lang Leren Brabantse en Limburgse bibliotheken Wat is laaggeletterdheid?

Nadere informatie

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D6 (PA 17 april 2013) Beleidsontwikkeling. Datum uw brief

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D6 (PA 17 april 2013) Beleidsontwikkeling. Datum uw brief Ingekomen stuk D6 (PA 17 april 2013) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@ nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500

Nadere informatie

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG - CONCLUSIES Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Datum uw brief n.v.t.

Datum uw brief n.v.t. Ingekomen stuk D29 (PA 28 januari 2009) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024) 329 29 81 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus

Nadere informatie

Communicatieplan. Communicatieplan implementatie voorbereidingstraject participatiebudget PAGINA ONDERWERP

Communicatieplan. Communicatieplan implementatie voorbereidingstraject participatiebudget PAGINA ONDERWERP Communicatieplan 1 1 Aan- en inleiding Om mensen gemakkelijker aan een baan te helpen en maatschappelijke deelname (participatie) te bevorderen, heeft het kabinet besloten de gemeentelijke middelen voor

Nadere informatie

Werving tbv Educatieve Trajecten. 19 juni 2013. Drenthe College

Werving tbv Educatieve Trajecten. 19 juni 2013. Drenthe College Werving tbv Educatieve Trajecten 19 juni 2013 Drenthe College Drenthe College - Middelgroot ROC met werkgebied: provincie Drenthe - Ca 650 medewerkers en 8300 studenten - 3 sectoren voor beroepsonderwijs

Nadere informatie

Schriftelijke vragen ex artikel 37 Reglement van orde voor de raadsvergaderingen (RvO)

Schriftelijke vragen ex artikel 37 Reglement van orde voor de raadsvergaderingen (RvO) Gemeente Heerhugowaard R Schriftelijke vragen ex artikel 37 Reglement van orde voor de raadsvergaderingen (RvO) Datum indiening 13 september 2016 Volgnummer Registratienummer Bij16-439 Onderwerp laaggeletterdheid

Nadere informatie

Bondgenootschap voor. Geletterdheid Drenthe. Convenant 2019

Bondgenootschap voor. Geletterdheid Drenthe. Convenant 2019 Bondgenootschap voor Geletterdheid Drenthe Convenant 2019 Inleiding Laaggeletterdheid Er zijn nog te veel mensen die onvoldoende kunnen lezen en schrijven. Landelijk gezien gaat het om 11% van de bevolking.

Nadere informatie

Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering

Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering In iedere FAQ-lijst vindt u eerst de lijst met vragen, zodat u de voor u interessante vragen en antwoorden op de pagina s hierna makkelijk terug kunt

Nadere informatie

Verankering laaggeletterdheid in gemeentelijk beleid. Soler Berk Stichting Lezen & Schrijven

Verankering laaggeletterdheid in gemeentelijk beleid. Soler Berk Stichting Lezen & Schrijven Verankering laaggeletterdheid in gemeentelijk beleid Soler Berk Stichting Lezen & Schrijven Dinsdag 30 oktober 2012 Stichting Lezen & Schrijven Stichting Lezen & Schrijven initiatief van H.K.H. Prinses

Nadere informatie

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap T.a.v. mevrouw J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Postbus 16375 2500 BJ 'S-GRAVENHAGE (070) 373 8681

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap T.a.v. mevrouw J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Postbus 16375 2500 BJ 'S-GRAVENHAGE (070) 373 8681 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap T.a.v. mevrouw J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Postbus 16375 2500 BJ 'S-GRAVENHAGE doorkiesnummer (070) 373 8681 uw kenmerk bijlage(n) betreft Reactie

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Beleid Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) 2013 en 2014 Portefeuille J. Nieuwenburg Auteur Mevr. J. van der Meer Telefoon 5115091 E-mail: jmeer@haarlem.nl SZ/JOS Reg.nr.2012/486546

Nadere informatie

31322 Kinderopvang Aanpak onderwijsachterstanden. Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

31322 Kinderopvang Aanpak onderwijsachterstanden. Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 31322 Kinderopvang 27020 Aanpak onderwijsachterstanden Nr. 327 Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 21

Nadere informatie

IN EERSTE HALFJAAR 2002. Paula van der Brug en Robert Selten. April 2005. Het aantal gestarte trajecten in het eerste halfjaar van 2002.

IN EERSTE HALFJAAR 2002. Paula van der Brug en Robert Selten. April 2005. Het aantal gestarte trajecten in het eerste halfjaar van 2002. Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek UITSTROOM UIT DE UITKERING NA START REÏNTEGRATIETRAJECT IN EERSTE HALFJAAR 2002 Paula van der Brug en Robert Selten April 2005 Op 1 januari

Nadere informatie

Platformtaak volgens gemeente

Platformtaak volgens gemeente Oplegvel 1. Onderwerp Subsidieaanvraag en cofinanciering Taalakkoord 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang Regionale partners en de gemeenten

Nadere informatie

Regionaal Programma volwassenen Educatie 2018

Regionaal Programma volwassenen Educatie 2018 Regionaal Programma volwassenen Educatie 2018 Augustus 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Laaggeletterdheid en educatie 2.1 Afbakening Wet educatie en beroepsonderwijs 2.2 Doelgroep 2.3 Formeel en non-formeel

Nadere informatie

Hierbij delen wij u mee dat op donderdag 13 februari het Bondgenootschap Laaggeletterdheid regio Nijmegen is opgericht.

Hierbij delen wij u mee dat op donderdag 13 februari het Bondgenootschap Laaggeletterdheid regio Nijmegen is opgericht. Maatschappelijke Ingekomen stuk D1 (PA 12 maart 2014) Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail

Nadere informatie

1. Onderwerp Regionaal educatieprogramma 2015 en aanpak Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland

1. Onderwerp Regionaal educatieprogramma 2015 en aanpak Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 322 Kinderopvang 27 020 Aanpak onderwijsachterstanden Nr. 327 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Primair Onderwijs Onze referentie Bijlagen Resultaten

Primair Onderwijs Onze referentie Bijlagen Resultaten >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Datum. 8 november Onderwerp. Ons kenmerk. Taaleis BSW/ RIS294999

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Datum. 8 november Onderwerp. Ons kenmerk. Taaleis BSW/ RIS294999 Datum 8 november 2016 BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN Onderwerp Taaleis RIS294999 De raadsleden mevrouw Van der Gaag en de heer Kapteijns hebben op 9 september 2016 een brief met daarin dertien vragen

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

BESLUITNOTA. Sluitende aanpak jongeren naar startkwalificatie en werk. Regio Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren

BESLUITNOTA. Sluitende aanpak jongeren naar startkwalificatie en werk. Regio Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren BESLUITNOTA Sluitende aanpak jongeren naar startkwalificatie en werk Regio Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren Aan : Bestuurlijk overleg: gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren provincie

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Wet Participatiebudget en de gevolgen voor samenwerkingsverbanden en ISD en. 27 mei 2009, Utrecht

Wet Participatiebudget en de gevolgen voor samenwerkingsverbanden en ISD en. 27 mei 2009, Utrecht Wet Participatiebudget en de gevolgen voor samenwerkingsverbanden en ISD en 27 mei 2009, Utrecht 1 Agenda 1. Hoofdlijnen Wet Participatiebudget in 3 sheets.. 2. Wat betekent samenwerking op het terrein

Nadere informatie

De gemeente Huizen blijft in de rol van centrumgemeente van de gemeenschappelijke regeling de contractvoorbereiding doen.

De gemeente Huizen blijft in de rol van centrumgemeente van de gemeenschappelijke regeling de contractvoorbereiding doen. TOELICHTING OP DE PRESTATIE-OVEREENKOMST 2014 Registratienr: 13.0008128 1. Inleiding Als bijlage treft u de prestatieovereenkomst educatie voor het jaar 2014 aan. Omdat het gemeenschappelijke orgaan educatie

Nadere informatie

Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering

Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering In iedere FAQ-lijst vindt u eerst de lijst met vragen, zodat u de voor u interessante vragen en antwoorden op de pagina s hierna makkelijk terug kunt

Nadere informatie

en leerlingenvervoer

en leerlingenvervoer Wat willen we bereiken? Omschrijving/Definitie: Hier wordt onder verstaan: 1. zorgdragen voor vervoer van leerlingen met een beperking; 2. bevorderen onderwijs voor leerlingen met beperkingen; 3. bevorderen

Nadere informatie

Uitkomsten BOP-enquête basisvaardigheden Zuid-Holland

Uitkomsten BOP-enquête basisvaardigheden Zuid-Holland Uitkomsten BOP-enquête basisvaardigheden Zuid-Holland 2017-2018 Aan de landelijke BOP-enquête basisvaardigheden 18 + van de KB hebben in totaal 126 (=86%) (basis)bibliotheken deelgenomen; er waren 147

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

Raamovereenkomst Educatie Gemeente Den Haag ROC Mondriaan

Raamovereenkomst Educatie Gemeente Den Haag ROC Mondriaan Raamovereenkomst Educatie Gemeente Den Haag ROC Mondriaan De gemeente Den Haag, Spui 70, Den Haag, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer drs. S. Dekker, wethouder van Onderwijs, Jeugdzaken

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

Dienst / Sector: Samenleving en Economie Hengelo, 4 januari 2007 Registratienummer: Raadsvergadering d.d. 9 januari 2007 D.4.

Dienst / Sector: Samenleving en Economie Hengelo, 4 januari 2007 Registratienummer: Raadsvergadering d.d. 9 januari 2007 D.4. Dienst / Sector: Samenleving en Economie Hengelo, 4 januari 2007 Registratienummer: 132353 Raadsvergadering d.d. 9 januari 2007 Onderwerp: Volwasseneneducatie en het GSB-BDU-SIV Agendanummer: Portefeuillehouder:

Nadere informatie

MBO-instellingen en gemeenten

MBO-instellingen en gemeenten MBO-instellingen en gemeenten Hoe verloopt de samenwerking? Een tabellenrapport MBO-instellingen en gemeenten Hoe verloopt de samenwerking? Een tabellenrapport Opdrachtgever: Ministerie van OCW Utrecht,

Nadere informatie

Invoering. Wet participatiebudget

Invoering. Wet participatiebudget Invoering Wet participatiebudget Wat verandert er door de invoering van de Wet participatiebudget? Op 1 januari 2009 is de Wet participatiebudget in werking getreden. Deze wet houdt in dat de ministeries

Nadere informatie

RIS144488B_14-MRT Bestedingsplan Volwasseneneducatie 2007

RIS144488B_14-MRT Bestedingsplan Volwasseneneducatie 2007 RIS144488B_14-MRT-2007 Bestedingsplan Volwasseneneducatie 2007 Inhoudsopgave bestedingsplan Volwasseneneducatie 2007 blz. Inleiding.2 1. Beleidsontwikkelingen...2 1.1 Het Grote Stedenbeleid (GSB) en Brede

Nadere informatie

Memo. Aan u wordt gevraagd:

Memo. Aan u wordt gevraagd: Memo Aan : PHO Economie en Werkgelegenheid FoodValley Van : ambtelijke werkgroep volwasseneneducatie Datum : 24 november 2014 Onderwerp : Regionale inzet Volwasseneneducatie 2015 Aanleiding Rond de zomer

Nadere informatie

Deze afspraken zijn concreet uitgewerkt in het uitvoeringsplan aanpak laaggeletterdheid

Deze afspraken zijn concreet uitgewerkt in het uitvoeringsplan aanpak laaggeletterdheid Tussenrapportage cofinanciering Projecten Taalhuizen 2017-2019 Inleiding Begin 2017 heeft het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland cofinanciering toegekend aan de vijf taalhuizen in de regio. In bijlage

Nadere informatie

Telling contracten rijksbijdrage educatie 2012

Telling contracten rijksbijdrage educatie 2012 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie DUO/ICO Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie vo 079-3232.444 bvh 079-3232.666 Telling contracten rijksbijdrage educatie 2012 Bestemd

Nadere informatie

tieve En Ect Educa traj

tieve En Ect Educa traj Educatieve trajecten Educatieve trajecten In opdracht van gemeentes verzorgt het ROC Kop van Noord- Holland opleidingen voor volwassenen om participatie in de samenleving of op het werk te vergroten: de

Nadere informatie

Stichting Lezen & Schrijven

Stichting Lezen & Schrijven Laaggeletterden herkennen en dan? Clarine van Ommeren Apeldoorn 18 september 2014 Initiatief van H.K.H. Prinses Laurentien Doel: het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid op zowel korte als lange

Nadere informatie

met het participatiebudget

met het participatiebudget met het participatiebudget meer maatwerk bieden Nieuwsbrief 4, participatiebudget, bijeenkomst Utrecht. Makkelijker gezegd dan gedaan Het participatiebudget brengt de verschillende budgetten voor reïntegratie,

Nadere informatie

Schets van de Educatieve Agenda

Schets van de Educatieve Agenda Schets van de Educatieve Agenda 1. Inleiding In augustus 2006 is de tweede periode Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (GOA) beeindigd. Vanaf augustus 2006 is een nieuw inhoudelijk kader van toepassing

Nadere informatie

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35% Laaggeletterdheid in Nederland FACTS & Ongeveer 1 op de 9 Nederlanders tussen de 16 en 65 jaar is laaggeletterd. In totaal zijn dat 1,3 miljoen mensen. Van deze groep is 65% autochtoon. Het aantal laaggeletterden

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG. laaggeletterdheid. Geachte mevrouw Arib,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG. laaggeletterdheid. Geachte mevrouw Arib, De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 342 43 44 E voorlichting@rekenkamer.nl W www.rekenkamer.nl D A T U M 20

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Inzet educatiemiddelen 2017.

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Inzet educatiemiddelen 2017. Openbaar Onderwerp Inzet educatiemiddelen 2017 Programma Onderwijs Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting De gemeente Nijmegen maakt, op grond van de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB), afspraken

Nadere informatie

WEB Regionaal Programma Volwassenen Educatie

WEB Regionaal Programma Volwassenen Educatie WEB Regionaal Programma Volwassenen Educatie Regio Noord- Limburg Ten behoeve van periode 2018-2019 De 7 samenwerkende gemeenten in de regio Noord-Limburg, juli 2017 RPE Noord-Limburg 2018-2019 versie

Nadere informatie

B&W Vergadering. B&W Vergadering 19 september 2017

B&W Vergadering. B&W Vergadering 19 september 2017 2.2.6 Volwasseneneducatie 2018 2020 1 Dossier 2190 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 2190 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 19 september 2017 Agendapunt 2.2.6 Omschrijving Volwasseneneducatie 2018

Nadere informatie

Wetgeving rond participatiesamenleving biedt kansen. voor bibliotheken

Wetgeving rond participatiesamenleving biedt kansen. voor bibliotheken Wetgeving rond participatiesamenleving biedt kansen voor bibliotheken Breng vraag en aanbod bij elkaar en help laaggeletterden vooruit Nederland telt 1,3 miljoen laaggeletterde volwassenen (16-65 jaar).

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

Naar een duurzame regionale infrastructuur voor scholing van laaggeletterden en laagopgeleiden. Festival van het Leren 2015

Naar een duurzame regionale infrastructuur voor scholing van laaggeletterden en laagopgeleiden. Festival van het Leren 2015 Naar een duurzame regionale infrastructuur voor scholing van laaggeletterden en laagopgeleiden Festival van het Leren 2015 Europese agenda Adult Learning Waarom een Europese agenda voor Adult Learning

Nadere informatie

[Typ hier] Regionaal Programma volwassenen Educatie 2019

[Typ hier] Regionaal Programma volwassenen Educatie 2019 Regionaal Programma volwassenen Educatie 2019 Augustus 2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Laaggeletterdheid en educatie 2.1 Afbakening Wet educatie en beroepsonderwijs 2.2 Doelgroep 2.3 Formeel en non-formeel

Nadere informatie

Telling contracten rijksbijdrage educatie 2010

Telling contracten rijksbijdrage educatie 2010 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666 Telling contracten rijksbijdrage educatie 2010 Bestemd voor gemeenten.

Nadere informatie

Illllllllllllllilllllllllllllllllllll

Illllllllllllllilllllllllllllllllllll Illllllllllllllilllllllllllllllllllll 09.0004909 Vereniging van Hedertandse Semeenten Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft Ledenbrief inburgering

Nadere informatie

PRAAT MET DE RAAD kort verslag

PRAAT MET DE RAAD kort verslag PRAAT MET DE RAAD kort verslag Datum: 19 mei 2015 Spreker: Corine Laurant, namens Stichting Kinderen en Ouders Onderwerp: Stichting Kinderen en Ouders als gesubsidieerde instelling voor peuterspeelzalen

Nadere informatie

Meer (voor)lezen, beter in taal. De Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar

Meer (voor)lezen, beter in taal. De Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar Meer (voor)lezen, beter in taal De Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar Adriaan Langendonk Miniconferentie Flevoland 23 september 2015 de Bibliotheek en basisvaardigheden 1 Inhoud

Nadere informatie

Het Participatiebudget

Het Participatiebudget Het Participatiebudget Communicatieplan Het Participatiebudget: communiceren doen we zo! Gemeente Leeuwarden April 2009 Annette Geurden, invoering budget 1 INHOUDSOPGAVE 1. Aanleiding 3 2. Waarom een communicatieplan?

Nadere informatie

Meer participatie door taal in Den Haag

Meer participatie door taal in Den Haag Initiatiefvoorstel Meer participatie door taal in Den Haag VVD-fractie Catharina Abels 1 Aanleiding De VVD vindt laaggeletterdheid een belangrijk maatschappelijk probleem. Het ontbreken van basisvaardigheden

Nadere informatie

Notitie Taal en Toekomst

Notitie Taal en Toekomst Notitie Taal en Toekomst Inhoudsopgave Inleiding... 2 Landelijk beleid 2 Regionaal beleid.... 2 Conclusies beleid en realisatie tot nu toe.... 2 Resultaten 2017... 3 Beleidsambities voor 2018 3 Taal en

Nadere informatie

Opdrachtverstrekking volwasseneneducatie

Opdrachtverstrekking volwasseneneducatie Collegevoorstel Inleiding: De gemeente ontvangt van het Rijk middelen voor volwasseneneducatie. Deze middelen moeten ingezet worden bij het regionaal opleidingscentrum (roc). Onze gemeente zet deze middelen

Nadere informatie

1. Onderwerp Inzet en aanpak Volwasseneneducatie 2013

1. Onderwerp Inzet en aanpak Volwasseneneducatie 2013 In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten

Nadere informatie

Datum 6 november 2015 Bekostigingssystematiek gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid

Datum 6 november 2015 Bekostigingssystematiek gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014 monitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, 29 december 2014 1 Introductie In de periode 1 september 31

Nadere informatie

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014 ONDERWERP Beleidskadernota Participatiewet 2015 SAMENVATTING Op 20 februari 2014 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Participatiewet aangenomen. Het voorstel ligt nu bij de Eerste Kamer en als deze

Nadere informatie

de Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar

de Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar de Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar Jos Debeij Gerlien van Dalen Adriaan Langendonk VNG regionale conferenties 15 en 16 april 2015 de Bibliotheek en basisvaardigheden 1 Inhoud

Nadere informatie

Voorlopige uitkomsten Sluitende Aanpak 2003

Voorlopige uitkomsten Sluitende Aanpak 2003 Voorlopige uitkomsten Sluitende Aanpak 2003 De lidstaten van de Europese Unie hebben in 1997 de intentie uitgesproken om alle werkzoekenden "een nieuwe start te bieden voordat zij twaalf maanden werkloos

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 582 Besluit van 28 november 2011 tot wijziging van het Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2011 2014 in

Nadere informatie

Steeds minder startersleningen beschikbaar

Steeds minder startersleningen beschikbaar RAPPORT Starterslening in Nederland Steeds minder startersleningen beschikbaar Uitgevoerd in opdracht van www.starteasy.nl INHOUD Starterslening in Nederland Steeds minder startersleningen beschikbaar

Nadere informatie

Telling contracten rijksbijdrage educatie 2011

Telling contracten rijksbijdrage educatie 2011 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie DUO/ICO Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666 Telling contracten rijksbijdrage educatie 2011 Bestemd voor Gemeenten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8942 14 juni 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 juni 2010, nr. R&P/RA/2010/11430,

Nadere informatie

Regionaal programma volwasseneneducatie 2015

Regionaal programma volwasseneneducatie 2015 Regionaal programma volwasseneneducatie 2015 Arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam April 2015 Inleiding De gemeenten in de arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam hebben de voor het jaar 2015 geplande educatieve

Nadere informatie

De gemeenteraad heeft op 9 juni 2016 de motie Laaggeletterdheid en Taalonderwijs aangenomen. Deze motie luidt als volgt:

De gemeenteraad heeft op 9 juni 2016 de motie Laaggeletterdheid en Taalonderwijs aangenomen. Deze motie luidt als volgt: 060 Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Aan: de Gemeenteraad Datum 23 mei 2017 rm- RIS294448 Contactpersoon Albert Wagener Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Afdeling Productgroep Onderwijsbeleid

Nadere informatie

Commissie Samenleving Harderwijk 12 mei 2016

Commissie Samenleving Harderwijk 12 mei 2016 Commissie Samenleving Harderwijk 12 mei 2016 Agenda 1. Welkom 2. Ontwikkelingen 3. Strategienota 4. Digitale vaardigheden 5. Taalvaardigheden (inleiding door Chérif Ait Abderrahman (Stichting Lezen en

Nadere informatie

Stand van zaken uitvoering regionaal Educatieplan en budget volwassenen educatie 2017

Stand van zaken uitvoering regionaal Educatieplan en budget volwassenen educatie 2017 Bijlage 5-3 POHO 21 september 2017 Stand van zaken uitvoering regionaal Educatieplan en budget volwassenen educatie 2017 POHO: Huib van Olden Opdrachtgever RSA: Leida Rasing Van: Asya van Wamel (gemeente

Nadere informatie

De afbouw van de verplichte winkelnering bij de roc s verloopt stapsgewijs met 25 procent per jaar:

De afbouw van de verplichte winkelnering bij de roc s verloopt stapsgewijs met 25 procent per jaar: Bijlage 1 Notitie Volwasseneneducatie: Besteding WEB middelen 2016 Inleiding Bij de bespreking van het Uitvoeringsplan Educatie 2016 in het Portefeuillehoudersoverleg Maatschappij op 25 mei 2016 heeft

Nadere informatie

SAMEN DIGITAAL : de opgave

SAMEN DIGITAAL : de opgave SAMEN DIGITAAL : de opgave -> Bibliotheek Utrecht, Mariken van Meer Internetvaardigheden Utrechtse situatie De Utrechtse aanpak / Leven en Leren -> Stichting Digisterker, Piet Boekhoudt CBS typen internetvaardigheden

Nadere informatie

Datum: Adviserend. Datum: Informerend

Datum: Adviserend. Datum: Informerend Oplegvel 1. Onderwerp Voortzetting bondgenootschap Geletterdheid 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Basistaak Efficiencytaak Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

In de Notitie nieuwe Wet inburgering voor de gemeente Oldenzaal staat:

In de Notitie nieuwe Wet inburgering voor de gemeente Oldenzaal staat: Bijlage behorende bij de Verordening inburgering 2007 (Vastgesteld bij besluit van de raad van 4 april 2007, nr. 86) Informerende rol van de gemeente In de inburgeringswet staat: Artikel 8 De gemeenteraad

Nadere informatie

Collegevoorstel SAMEN LEVEN EN WERKEN. zaak_zaaknummer. Ja, namelijk uitgesteld (één week) Stad van actieve mensen. Samen leven en Werken

Collegevoorstel SAMEN LEVEN EN WERKEN. zaak_zaaknummer. Ja, namelijk uitgesteld (één week) Stad van actieve mensen. Samen leven en Werken kjezaak_id bericht_nummer bericht_id Collegevoorstel zaak_zaaknummer SAMEN LEVEN EN WERKEN Reg.nr. B&W d.d. 29-04-2014 Openbaar Programma Ja, namelijk uitgesteld (één week) Stad van actieve mensen DT d.d.

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Leiderdorp

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Leiderdorp RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Leiderdorp Plaats : Leiderdorp Gemeentenummer : 0547 Onderzoeksnummer : 279088 Datum onderzoek : 24 november

Nadere informatie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Quick scan re-integratiebeleid Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Doetinchem, 16 december 2011 1 1. Inleiding De gemeenteraad van Doetinchem heeft op 18 december 2008 het beleidsplan

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Januari 2015 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Opzet... 5 1.2 Leeswijzer... 6 2. Inventarisatie medewerkers arbeidsbeperking...

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

1. Investeer in goed onderwijs in de basisvaardigheden in het funderend onderwijs

1. Investeer in goed onderwijs in de basisvaardigheden in het funderend onderwijs Tweede Kamer Leden van de Vaste Kamercommissie OCW Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Woerden, 7 juni 2019 Ons kenmerk: 2018-1380575259-1086 Doorkiesnummer: 0348-75 35 96 Onderwerp: algemeen overleg vervolgaanpak

Nadere informatie

Het non-formele bibliotheekaanbod voor volwassenen

Het non-formele bibliotheekaanbod voor volwassenen Het non-formele bibliotheekaanbod voor volwassenen Programma s laagdrempelig Voor veel laaggeletterden is leren en het volgen van formeel of non-formeel onderwijs allerminst een vanzelfsprekend. Zaken

Nadere informatie

Van school naar werk. Jongeren met een arbeidsbeperking aan het werk

Van school naar werk. Jongeren met een arbeidsbeperking aan het werk Van school naar werk Jongeren met een arbeidsbeperking aan het werk 1 Achtergronden Rolwijziging van UWV naar gemeente VSO/PrO van oudsher leverancier Wajongers Wie zijn deze VSO/PrO/Entree leerlingen?

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013 Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, 2 december 2013 1 Introductie In deze beknopte samenvatting

Nadere informatie

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030 Amersfoort HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model

Nadere informatie

Wijziging Uitvoeringsregeling inkoop arbeidsvoorziening door gemeenten

Wijziging Uitvoeringsregeling inkoop arbeidsvoorziening door gemeenten Wijziging Uitvoeringsregeling inkoop arbeidsvoorziening door gemeenten SZW 2 december 1998/nr. AM/ARV/98/35644 Directie Arbeidsmarkt Werkgelegenheid Gelet op artikel 137a, tweede lid, van de Algemene bijstandswet,

Nadere informatie

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030 Rotterdam HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model

Nadere informatie

Geen leerling zonder diploma van school: educatie

Geen leerling zonder diploma van school: educatie Geen leerling zonder diploma van school: educatie In het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma Grote Steden Beleid 2005-2009 is als doelstelling voor de besteding van de middelen uit de Web geformuleerd; de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 695 Voortijdig school verlaten Nr. 60 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Taal en rekenen. in de volwasseneneducatie ABC. Standaarden en eindtermen ve 30% en rekenen

Taal en rekenen. in de volwasseneneducatie ABC. Standaarden en eindtermen ve 30% en rekenen 2F Taal en rekenen abc ABC taal 1FHandreiking Standaarden en eindtermen ve in de volwasseneneducatie 30% en rekenen 75 Taal en rekenen in de volwasseneneducatie In opdracht van het ministerie van OCW heeft

Nadere informatie

VIME NT1 Werkveld NT1: begrippen en verantwoording

VIME NT1 Werkveld NT1: begrippen en verantwoording VIME NT1 Werkveld NT1: begrippen en verantwoording december 2018 Werkveld NT1: verantwoording en begrippen Vooraf Als we willen bepalen hoe vrijwilligers ingezet kunnen worden in volwasseneneducatie voor

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College Bestuursagenda

Alleen ter besluitvorming door het College Bestuursagenda Openbaar Onderwerp Subsidie informele taalondersteuning 2014 Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051/ Werk & Inkomen/ 1061 B. Frings/ T. Tankir Samenvatting Met dit voorstel verlenen wij een

Nadere informatie