Newsletter. Sociale actualiteit van December. SAP solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van December. SAP solutions for Human Resources.

Transcriptie

1 2010 SAP solutions for Human Resources. Newsletter PERSOLIS Résidence de la Lyre, Wavre Tel : +32 (0) «De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met Groep S sociaal secretariaat». 1

2 <<De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met Groep S sociaal secretariaat. Groep S, HRM partner voor zelfstandigen en werkgevers, stelt zijn documentatie ter beschikking van bedrijven die op de hoogte willen blijven van de sociale wetgeving. Meer informatie kan u terugvinden op Door een beroep te doen op de informatie van Groep S, kan Persolis haar klanten betrouwbare informatie over de sociale wetgeving aanbieden.>> Loonaanpassingen op 1 Januari Barema's bedrijfsvoorheffing vanaf 2011 : Geen Vlaamse jobkorting meer!... 5 Bedrijfsvoorheffing - Bijlage III en sleutelformule voor Bijlage III... 5 Sleutelformule... 5 op maaltijdcheques... 6 Aanpassing van de Het concurrentiebeding Arbeiders en bedienden Handelsvertegenwoordigers... 7 Aanpassing van de (2) Maximumduur van de proefperiode voor bedienden Het scheidsrechterlijk beding voor bedienden De opzeggingstermijnen voor de bedienden Vaststelling van de opzeggingstermijnen voor bedienden Vaststelling van de opzeggingstermijn te respecteren door de bediende die zelf zijn opzeg geeft... 8 Aanpassing van de (3) Vaststelling van de tegenopzegging voor bedienden Vaststelling van de afwezigheidsduur om gedurende de opzeggingstermijn een andere dienstbetrekking te zoeken... 9 Aanpassing van de (4) Beslag en overdracht :

3 Wat is het voor beslag/overdracht vatbaar gedeelte van de inkomsten uit arbeid? Wat is het voor beslag/overdracht vatbaar gedeelte van de sociale uitkeringen? Worden deze loongrenzen verhoogd als de werknemer kinderen ten laste heeft? Januari Enkele

4 Loonaanpassingen op 1 Januari 2011 Loonaanpassingen op 1 Aanpassing van de Beslag en overdracht : Het indexcijfer der consumptieprijzen op basis van het jaar 2004 dient als referentie voor de indexaanpassingen van het basisloon, gebruikt voor de berekening van de formule Claeys. Het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex is de referentieindex van de lonen en de sociale prestaties. De conventionele verhogingen staan in vetjes. Voor de maanden waarin indexaanpassingen en conventionele verhogingen samenvallen, dienen deze te worden toegepast in dezelfde volgorde als die weergegeven in het overzicht. Verbruikersprijzen Omrekeningscoëfficiënt van basis 2004 naar basis 1996 : vermenigvuldigen met 1, Gezondheidsindex Omrekeningscoëfficiënt van basis 2004 naar basis 1996 : vermenigvuldigen met 1,

5 Loonaanpassingen op 1 Aanpassing van de Beslag en overdracht : Barema's bedrijfsvoorheffing vanaf 2011 : Geen Vlaamse jobkorting meer! In het Belgisch Staatsblad van 10 december 2010 verschenen de barema's bedrijfsvoorheffing van toepassing op de bezoldigingen betaald of toegekend in In vergelijking met vorig jaar bleef de inhoud van de berekeningsregels nagenoeg ongewijzigd. Enkel de bedragen werden geïndexeerd. Nieuw voor 2011 is dat de bepalingen in verband met de vermindering van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing wegens de Vlaamse jobkorting werden weggelaten. De Vlaamse Regering heeft namelijk beslist om de Vlaamse jobkorting volledig stop te zetten. De Vlaamse jobkorting was een forfaitaire vermindering van de personenbelasting voor de belastingplichtigen die hun woonplaats hebben in het Vlaamse Gewest. Deze vermindering werd doorgetrokken naar de bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de maandelijke bezoldigingen betaald aan werknemers en bedrijfsleiders die op 1 januari van het inkomstenjaar hun woonplaats hebben in het Vlaamse Gewest. De Vlaamse Regering had vragen bij de efficiëntie van de huidige jobkorting als maatregel om de werkloosheidsval te dichten. Bovendien maakte de Europese Commissie bezwaren bij de huidige regeling. In de pers werd ook bericht dat de federale jobkorting oftwel een vermindering van de bedrijfsvoorheffing wegens beroepskosten (die totnutoe één maal per jaar werd toegepast in de maand mei) vanaf 2011 gespreid wordt over elke maand van het jaar. Dit is correct : de bewuste korting is namelijk al in de schalen verrekend en is dus geen aparte vermindering zoals een vermindering voor gezinslasten, overuren,... Bedrijfsvoorheffing - Bijlage III en sleutelformule voor 2011 De bedrijven die de lonen uitbetalen, waren erop aan het wachten; welnu, hun geduld is beloond. Het Belgisch Staatsblad publiceerde zopas de bijgewerkte versie van de bijlage III (1). Ook de belastingadministratie stelt de bijgewerkte versie van haar sleutelformule ter beschikking. Deze regels gelden voor de inkomsten die worden toegekend of betaald. Bijlage III Het gaat om de derde bijlage bij het koninklijk uitvoeringsbesluit van het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 1992 (afgekort KB/WIB 92). Bijlage III wordt ten minste één keer per jaar aangepast om te zorgen dat de bedragen die erin staan blijven overeenstemmen met de kosten van levensonderhoud. Deze reglemententekst is onderverdeeld in twee delen. In het eerste deel staan alle regels over de bepaling van de bedrijfsvoorheffing. In het tweede deel staan de forfaitaire bedrijfsvoorheffingsbarema's die van toepassing zijn op de maandelijks toegekende lonen. Sleutelformule De sleutelformule (2) wordt gebruikt bij de automatische verwerking van de berekening van de bedrijfsvoorheffing op de lonen, brugpensioenen of pensioenen die maandelijks worden betaald of toegekend. (1) Koninklijk besluit van 1 december 2010, Belgisch Staatsblad van 10 december 2010, 1ste editie. (2) Dit document is gratis beschikbaar op zaken/publicaties/fiscale Zaken/Bedrijfsvoorheffing-Berekenen/2011/Sleutelformule. 5

6 op maaltijdcheques Loonaanpassingen op 1 Aanpassing van de Beslag en overdracht : In zijn onderrichtingen bij het 4e kwartaal 2010 preciseert de RSZ dat de opleidingen, die een werknemer volgt in het kader van educatief verlof, ook recht geven op de toekenning van maaltijdcheques, zonder rekening te houden met het feit of die opleidingen al dan niet verband houden met het werk van de werknemer. Men mag niet vergeten dat één van de vrijstellingsvoorwaarden van maaltijdcheques is dat het aantal maaltijdcheques gelijk moet zijn aan het aantal dagen dat de werknemer daadwerkelijk een normale arbeidsprestatie geleverd heeft. De werkelijk normaal gepresteerde arbeidsdagen worden geïnterpreteerd als dagen waarop de werknemer lichamelijk aanwezig is op het werk of op een andere plaats omwille van zijn werk. Hieruit volgt dat sommige dagen, zelfs al worden ze bezoldigd door de werkgever, geen recht geven op een maaltijdcheque (bijvoorbeeld: jaarlijkse vakantie, feestdagen, ziektedagen, klein verlet, enz.). Wanneer het volgen van een opleiding wordt opgedragen door de werkgever, gaat men er gewoonlijk van uit dat die opleidingsdagen effectief en normaal gewerkte dagen zijn en bijgevolg ook recht geven op een maaltijdcheque. Deze vraag bleef evenwel onbeantwoord voor de dagen van educatief verlof. De RSZ heeft nu een officieel standpunt ingenomen en wijst er nogmaals op dat de reglementering van het educatief verlof stelt dat de uren waarop de werknemer afwezig is op het werk op grond van die bepalingen, gelijkgesteld worden met effectief gewerkte uren voor de toepassing van de sociale zekerheid (artikel 115 van de herstelwet houdende sociale bepalingen van 22 januari 1985). De dagen van educatief verlof geven in de zin van deze reglementering dus recht op een maaltijdcheque die niet als loon zal worden beschouwd. Om het aantal toe te kennen maaltijdcheques te bepalen, wordt geen rekening gehouden met dagen waarop de werknemer zijn opleiding volgt maar wel met dagen waarop hij van het werk afwezig is (als hij slechts een deel van de dag afwezig is en het andere deel normaal presteert, moet slechts één enkele maaltijdcheque worden toegekend). Opmerking: de RSZ heeft de sociale secretariaten al laten weten dat ze geen retroactieve toepassing van deze interpretatie zal eisen, dit om praktische problemen te vermijden. Het moet dus rekening houden met deze nieuwe interpretatie. 6

7 Loonaanpassingen op 1 Aanpassing van de Beslag en overdracht : Aanpassing van de op 1 januari 2011 In het Belgisch Staatsblad van 12 november 2010 verscheen een bericht waarin de loonbedragen bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de worden aangepast met ingang van 1 januari De 3 jaarloongrenzen waarvan sprake in de wet van 3 juli 1978 worden als volgt vastgesteld: a) EUR ; b) EUR ; c) EUR. Het jaarloon bevat niet alleen de brutomaandbezoldiging, maar eveneens de voordelen verworven krachtens overeenkomst (bijvoorbeeld: eindejaarspremie, dubbel vakantiegeld). Wij geven U hierna een overzicht van de materies waarvoor deze jaarloongrenzen van belang zijn. 1. Het concurrentiebeding Onder concurrentiebeding wordt verstaan het beding waarbij de werknemer de verbintenis aangaat bij zijn vertrek uit de onderneming geen soortgelijke activiteiten uit te oefenen, hetzij door zelf een onderneming uit te baten, hetzij door in dienst te treden bij een concurrerende werkgever, waardoor hij de mogelijkheid heeft de onderneming die hij verlaten heeft, nadeel te berokkenen door zijn verworven kennis aan te wenden. De geldigheidsvoorwaarden van een concurrentiebeding verschillen naargelang men te doen heeft met een werknemer die het statuut heeft van arbeider of bediende enerzijds of handelsvertegenwoordiger anderzijds (artikel 65, 86 en 104 van de wet van 3 juli 1978). Om te weten of een concurrentiebeding geldig werd ingeschreven in een arbeidsovereenkomst, moet men eerst nagaan welk jaarloon de werknemer heeft. Het beding moet bovendien nog een aantal gegevens vermelden, waarop we in dit snelbericht niet verder ingaan Arbeiders en bedienden Het concurrentiebeding wordt als niet-bestaand beschouwd wanneer het jaarloon EUR niet overschrijdt. Wanneer het jaarloon tussen EUR en EUR ligt, mag het beding enkel worden toegepast op categorieën van functies of op functies die bij een in paritair comité of paritair subcomité gesloten collectieve arbeidsovereenkomst zijn bepaald. Bij ontstentenis van dergelijke overeenkomst mogen de categorieën van functies of de functies worden aangeduid op ondernemingsniveau en op initiatief van de meest gerede partij bij akkoord tussen de werkgever en de representatieve werknemersorganisaties. Wanneer het jaarloon EUR overschrijdt, kan het concurrentiebeding rechtsgeldig in de arbeidsovereenkomst worden ingeschreven, behalve voor de categorieën van functies of voor de functies die bij een in paritair comité of paritair subcomité gesloten collectieve arbeidsovereenkomst zijn uitgesloten, en bij ontstentenis op ondernemingsvlak bij akkoord tussen de werkgever en de representatieve werknemersorganisaties Handelsvertegenwoordigers Het concurrentiebeding wordt als niet-bestaand beschouwd wanneer het jaarloon EUR niet overschrijdt. Het concurrentiebeding kan geldig ingeschreven worden wanneer het jaarloon EUR wel overschrijdt. 7

8 Loonaanpassingen op 1 Aanpassing van de Beslag en overdracht : Aanpassing van de op 1 januari 2011 (2) 2. Maximumduur van de proefperiode voor bedienden De maximumduur van de proefperiode voor bedienden bedraagt 6 maanden voor de bedienden van wie het jaarloon EUR niet overschrijdt. De maximumduur van de proefperiode voor bedienden bedraagt 12 maanden voor de bedienden van wie het jaarloon EUR wel overschrijdt. 3. Het scheidsrechterlijk beding voor bedienden Artikel 13 van de wet van 3 juli 1978 bepaalt dat de werknemers en hun werkgevers zich niet vooraf mogen verbinden geschillen die uit de overeenkomst kunnen ontstaan, aan scheidsrechters voor te leggen. Het scheidsrechterlijk beding (d.i. het beding waarin partijen zich vooraleer een geschil ontstaan is, ertoe verbinden dit geschil aan een scheidsrechter voor te leggen) kan echter wel geldig voorzien worden voor de bediende waarvan het jaarloon hoger is dan EUR en die met het dagelijks beheer van de onderneming belast is of in een afdeling of bedrijfseenheid van de onderneming beheersverantwoordelijkheid heeft die kan worden vergeleken met die voor de gehele onderneming (artikel 69 - wet van 3 juli 1978). 4. De opzeggingstermijnen voor de bedienden 4.1. Vaststelling van de opzeggingstermijnen voor bedienden De opzeggingstermijnen voor bedienden worden vastgesteld in functie van het jaarloon. Tot een jaarloon van EUR zijn de opzeggingstermijnen forfaitair vastgesteld door de wet: de werkgever moet een opzeggingstermijn in acht nemen van tenminste 3 maanden voor een anciënniteit van minder dan 5 jaar. Deze termijn wordt vermeerderd met drie maanden bij de aanvang van elke nieuwe periode van vijf jaar dienst bij dezelfde werkgever. Wanneer het jaarloon EUR overschrijdt wordt de door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijn vastgesteld, hetzij bij overeenkomst, gesloten ten vroegste op het ogenblik waarop de opzegging wordt gegeven, hetzij door de rechter. Wanneer het jaarloon op het ogenblik van de indiensttreding EUR overschrijdt, mogen de door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijnen vastgesteld worden bij overeenkomst gesloten ten laatste op het ogenblik van de indiensttreding Vaststelling van de opzeggingstermijn te respecteren door de bediende die zelf zijn opzeg geeft De opzeggingstermijn die een bediende moet respecteren die zelf zijn opzeg geeft wordt eveneens vastgesteld in functie van het jaarloon van de bediende (artikel 82 wet van 3 juli 1978). Tot een jaarloon van EUR wordt de door de bediende na te leven opzeggingstermijn teruggebracht tot de helft van de opzeggingstermijn te respecteren door de werkgever, zonder dat deze drie maanden mag te boven gaan. Wanneer het jaarloon EUR overschrijdt, wordt de door de bediende in acht te nemen opzeggingstermijn vastgesteld, hetzij bij overeenkomst, gesloten ten vroegste op het ogenblik waarop de opzegging wordt gegeven, hetzij door de rechter. Er werden echter maximumopzeggingstermijnen voorzien: voor een jaarloon dat hoger is dan EUR zonder EUR te overschrijden, mag de door de bediende in acht te nemen opzeggingstermijn niet langer zijn dan vier en een halve maand; voor een jaarloon dat EUR overschrijdt, mag de door de bediende in acht te nemen opzeggingstermijn niet langer zijn dan zes maanden. 8

9 Loonaanpassingen op 1 Aanpassing van de Beslag en overdracht : Aanpassing van de op 1 januari 2011 (3) 4.3. Vaststelling van de tegenopzegging voor bedienden Wanneer de bediende, die door zijn werkgever opgezegd is, een nieuwe dienstbetrekking heeft gevonden, kan hij aan de overeenkomst een einde maken mits het geven van een verkorte opzeggingstermijn. De grenzen van de in acht te nemen jaarlonen om de duur van deze tegenopzegging te bepalen worden ook verhoogd: voor een jaarloon dat EUR niet overschrijdt, bedraagt deze tegenopzegging 1 maand; voor een jaarloon dat hoger is dan EUR zonder EUR te overschrijden, bedraagt deze tegenopzegging 2 maanden; voor een jaarloon dat hoger is dan EUR wordt deze tegenopzegging bepaald bij overeenkomst gesloten vanaf het ogenblik waarop de opzegging wordt gegeven, of door de rechter in geval van geding, zonder 4 maanden te mogen overschrijden Vaststelling van de afwezigheidsduur om gedurende de opzeggingstermijn een andere dienstbetrekking te zoeken De bediende wiens jaarloon EUR niet overschrijdt, mag van het recht om van het werk afwezig te zijn één of tweemaal per week gebruik maken mits de duur van deze afwezigheid in totaal niet meer dan een arbeidsdag per week bedraagt. De bediende wiens jaarloon EUR overschrijdt mag dit recht binnen dezelfde perken gebruiken gedurende de laatste zes maanden van de opzeggingstermijn, terwijl hij tijdens de voorafgaande periode slechts één halve dag per week afwezig mag zijn. 9

10 Aanpassing van de op 1 januari 2011 (4) Loonaanpassingen op 1 Aanpassing van de Beslag en overdracht : 10

11 Beslag en overdracht : Loonaanpassingen op 1 Aanpassing van de Beslag en overdracht : Vanaf 1 januari 2011 moeten de werkgevers rekening houden met sommige wijzigingen inzake beslag op en overdracht van het loon. Ten opzichte van het jaar 2010 worden de bedragen van de verschillende loonschijven die vatbaar zijn voor beslag/overdracht geïndexeerd. Wat is het voor beslag/overdracht vatbaar gedeelte van de inkomsten uit arbeid? Vanaf 1 januari 2011 wordt het deel van de inkomsten uit arbeid (d.w.z. de sommen die uitgekeerd worden in uitvoering van een arbeidsovereenkomst, een leerovereenkomst, een wettelijk of reglementair statuut, een abonnement, alsook de sommen uitgekeerd aan personen die tegen loon onder het gezag van een andere persoon arbeid verrichten buiten het kader van een arbeidsovereenkomst ) dat in aanmerking komt voor beslag of overdracht, bepaald aan de hand van de volgende loonschijven en -grenzen: Een werknemer met een hoger nettomaandloon dan EUR zal dus in geval van beslag of overdracht alleszins een som van 1.207,10 EUR mogen behouden: alles boven dit bedrag komt in aanmerking voor beslag of overdracht. Wanneer de werknemer naast zijn maandloon nog bedragen ontvangt die als «sociale uitkeringen» worden bestempeld, dan worden die samengevoegd met het loon en op dit samengevoegd bedrag worden de bovenstaande loonschijven en - grenzen toegepast. Sociale uitkeringen zijn bijvoorbeeld: werkloosheidsuitkeringen of uitkeringen uitbetaald door een fonds voor bestaanszekerheid, vergoeding voor arbeidsongeschiktheid,. Wat is het voor beslag/overdracht vatbaar gedeelte van de sociale uitkeringen? Indien de werknemer daarentegen bij zijn werkgever slechts inkomsten betrekt die als «sociale uitkeringen» worden bestempeld, zal het deel van die inkomsten dat in aanmerking komt voor beslag of overdracht, bepaald worden in functie van de volgende loonschijven en -grenzen: Indien het nettobedrag van dit vervangingsinkomen dus EUR overtreft, zal de werknemer die het voorwerp is van beslag of overdracht alleszins 1.196,00 EUR ontvangen : m.a.w. minder dan in geval van een "gewoon" inkomen uit arbeid. Worden deze loongrenzen verhoogd als de werknemer kinderen ten laste heeft? Vanaf 1 januari 2011 kunnen deze bedragen met 62 per kind ten laste verhoogd worden. 11

12 Loonaanpassingen op 1 Aanpassing van de Beslag en overdracht : opnemen van voltijds In haar instructies voor de werkgevers voor het vierde kwartaal van 2010 stelt de RSZ dat op het vetrekvakantiegeld dat wordt betaald aan de bediende als hij de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst schorst wegens het nemen van een voltijds thematisch verlof, sociale zekerheidsbijdragen moeten betaald worden. Is dit nieuw? Het Koninklijk Besluit van 30 maart 1967 bepaalt dat er vertrekvakantiegeld moet worden betaald in volgende situaties: bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst (ontslag, pensioen); als de bediende onder de wapens wordt geroepen; bij de aanvang van een beroepsloopbaanonderbreking zoals bepaald in artikel 100 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen; bij de aanvang van een periode van tijdskrediet zoals bepaald in cao nr. 77bis. Onder een beroepsloopbaan in de zin van artikel 100 van de herstelwet zijn volgende vormen van onderbreking begrepen: de normale beroepsloopbaanonderbreking met volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst (= tijdskrediet); het palliatief verlof met volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst; het stelsel van ouderschapsverlof; de volledige loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid. Conclusie: Bij het thematisch verlof moet het vertrekvakantiegeld worden uitbetaald en op dit vertrekvakantiegeld moeten de gebruikelijke sociale zekerheidsbijdragen betaald worden. 12

13 Januari Enkele Loonaanpassingen op 1 Aanpassing van de Beslag en overdracht : 1 Januari 2011 : Nieuwjaar is een feestdag! De feestdagen zijn aan een specifieke reglementering onderworpen. 5 Januari 2011: Heeft u in het trimester dat voorafgaat aan het vorige trimester meer dan 6.197,34 aan socialezekerheidsbijdragen betaald? Dan bent u ertoe gehouden voorschotten op de bijdragen van dit kwartaal te betalen. Dit bedrag moet, indien u klant bent van het Sociaal Secretariaat, uiterlijk op 5 Januari op de rekening van het Sociaal Secretariaat staan en als u geen klant bent, op de rekening van de RSZ. 14 Januari 2011 : Dit is de uiterste datum voor de maandelijkse storting van de bedrijfsvoorheffing en de aangifte Januari 2011 : De laatste dag om uw BTW-aangifte via het systeem INTERVAT in te dienen en te betalen. 31 Januari 2011: Ten laatste op deze datum moet de RSZ uw aangifte van het vierde trimester en het saldo van uw socialezekerheidsbijdragen ontvangen hebben. 13