Verkaveling Herzele Kouterstraat. Bestemming

Transcriptie

1 Verkaveling Herzele Kouterstraat Bestemming De verkaveling voorziet de bouw van eengezinswoningen en appartementsgebouwen (met maximum vier bouwlagen en één penthouse) en is onderverdeeld in 11 bouwblokken (= groep van gekoppelde woningen met een soortgelijke typologie), aangeduid op het verkavelingsplan (N1 t.e.m. N5 en Z1 t.e.m. Z6) De verkaveling valt uiteen in twee delen, zijnde de verkaveling aan de noordkant (Tuinwijkstraat) en de verkaveling aan de zuidkant (Trotstraat). Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting bij de gebruikte woorden en criteria: Vloerpeil: hoogte bovenkant dorpel van de voordeur (voor Z2 bovenkant dorpel van de voordeur van de laagste ééngezinswoning). Kroonlijsthoogte: wordt gemeten tussen het vloerpeil, zoals aangeduid op het verkavelingsplan, en de bovenzijde van de kroonlijst. Indien een deel van de gevel inspringt geldt als kroonlijsthoogte die van het verst naar buiten liggende geveldeel. Nokhoogte: is bepaald door de toegelaten dakhelling en de kroonlijsthoogte. In het bijzonder wordt bij lessenaarsdaken de nokhoogte niet aanzien als een kroonlijsthoogte en is de toegelaten kroonlijsthoogte enkel van toepassing voor de aanzet van het lessenaarsdak. Aanbouwen: mogelijke uitbreidingen (die niet op het verkavelingsplan grafisch aangeduid zijn) van het hoofdvolume Autobergplaatsen: er zijn vier types van autobergplaatsen voorzien. 1. Garages: voorzien in het hoofdvolume (Z1, N1, N5). De aanduiding op het verkavelingsplan van de garages binnen het hoofdvolume zijn facultatief. 2. Carport: al dan niet voorzien met geïntegreerde berging (N2, N4, Z2, Z3, Z4, Z5). Zowel de plaats van de carport als de eventuele geïntegreerde berging zijn aangeduid op het verkavelingsplan. Bij de aanduiding van een carport mag de constructie maximum twee volledig gesloten verticale wanden hebben, behalve voor Z4 waar drie gesloten verticale wanden toegelaten zijn. Indien voor N2 geopteerd wordt om met staanplaatsten te werken (door de overbouw van het verdiep; zie punt 3 infra), wordt de mogelijkheid van een carport gesupprimeerd. 3. Autostaanplaatsen: open staanplaats voorzien onder het bovenvolume (verdieping) (Z6 en mogelijks N2). 4. Half-ondergrondse garages voor appartementen (N3) onder en uitspringend uit het hoofdvolume. 1

2 A. Algemene stedenbouwkundige bepalingen. De gekoppelde woningen worden beschouwd als één architecturaal geheel en worden aldus ingediend als één bouwaanvraag. Eengezinswoningen 1. Voor de inplanting van het hoofdvolume wordt steeds verwezen naar het verkavelingsplan. Voor het gabariet en het maximum bouwvolume van wat binnen de bouwzones gebouwd mag worden wordt verwezen naar de specifieke voorschriften per bouwblok en de grafisch aangegeven bouwzone op het verkavelingsplan. 2. De maximum dakoversteken en luifels mogen maximum 60 cm uitsteken buiten het gevelvlak, behalve voor N4 waar de dakoversteken tot maximum 2 meter mogen uitsteken buiten het hoofdvolume. 3. De vloerpeilen zijn aangeduid op het verkavelingsplan. 4. De voorgevel, het gabariet en alle vaste constructies in de voortuinstrook van individuele huizen die deel uitmaken van een huizengroep die in één keer opgetrokken is en die door symmetrie en/of herhaling en materiaalgebruik een eenheid vormt, mogen nadien niet worden gewijzigd. D.w.z. dat raam-en deuropeningen en alle andere delen van de voorgevel, evenals de aard van de daarin gebruikte materialen (inclusief de aard van het schrijnwerkmateriaal), niet gewijzigd mogen worden, evenmin als het materiaalgebruik, de helling, de kroonlijsten en/of goten van alle dakvlakken. 5. Als algemene regel geldt dat de minimum afstand van de voorbouwlijn tot de rooilijn van het hoofdvolume 0 meter (voorbouwlijn = rooilijn) of minimum 5 meter bedraagt, behalve voor N2 waar de afstand van de voorbouwlijn tot de rooilijn 1 meter bedraagt en N4 (= onregelmatige rooilijn waardoor de afstand van de voorbouwlijn tot de rooilijn varieert tussen 3 en 4 meter). De zijdelingse bouwlijn van een hoekperceel wordt niet beschouwd als een voorbouwlijn en heeft een minimum afstand van 3 meter tot de rooilijn. Enkel bij lot 161 (N2) is de afstand tussen de zijdelingse bouwlijn en de rooilijn variërend tussen 1 en 3 meter. 6. Als algemene regel geldt dat de afstand van de zijdelingse bouwlijn van de half-open bebouwingen tot de zijdelingse perceelsgrens minimum 3 meter bedraagt. 7. Als algemene regel geldt dat de achterste bouwlijn minimum 8 meter verwijderd blijft van de achterste perceelsgrens, gemeten ter hoogte van de gemene muren, uitgezonderd de woningen dwars op straat van Z5 (lot 67, 70, 74, 78, 82, 86, 90 en 94) waar de afstand van de achterste bouwlijn tot de achterste perceelsgrens minimum 6 meter is. 2

3 8. Aanbouwen en veranda s zijn tot buiten de bouwzones toegelaten voor zover zij voldoen aan de volgende voorwaarden: Zij blijven minimum 3 meter verwijderd van de rooilijnen Zij blijven buiten de voortuinstrook Zij blijven minimum 8 meter verwijderd van de achterste perceelsgrens Zij steken maximaal 4 meter uit buiten de grenzen van de bouwzone Dakhelling tussen 0 en 25 Kroonlijsthoogte tussen 2.50 en 3.50 meter. 9. Losstaande tuinbergingen zijn buiten de bouwzones toegelaten (behalve voor N3, N4, N5, Z4) voor zover zij voldoen aan volgende voorwaarden: Zij hebben een maximale oppervlakte van 9 m² Alle gevels zijn afgewerkt in hout en/of metselwerk. Zij worden ingeplant hetzij op 1 meter van de perceelsgrenzen, hetzij, indien zo voorzien op het verkavelingsplan, op de perceelsgrens Dakhelling: 0 (plat dak) Kroonlijsthoogte: tussen de 2.30 tot 3.30 meter. 10. De percelen worden afgebakend op de perceelsgrenzen met draad en lichte paaltjes en/of levende hagen (maximum hoogte 2 meter), behalve voor Z4 waar een tuinmuur gemeenschappelijk is met de autobergplaats van de aanpalende gebuur. 11. Er zijn scheidingsmuurtjes in het verlengde van de gemeenschappelijke muur toegestaan tot een diepte van 3 meter en een maximum hoogte van 2 meter, behalve voor Z6 waar geen scheidingsmuurtjes zijn toegestaan. Houten vlechtwerk is niet toegestaan. 12. In de bouwvrije zijstroken zijn terrassen toegelaten tot op 2 meter van de perceelsgrens, behalve voor N4 waar een zone voor terrassen is aangeduid op het verkavelingsplan tot op de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen. 13. Erkers buiten de bouwzone: moeten minimum 40 cm boven het vloerpeil van de benedenverdieping verheven blijven, mogen niet boven de kroonlijst uitsteken, mogen maximum 60 cm uitsteken buiten de grens van de bouwzone en moeten minimum 6 meter verwijderd blijven van de tegenoverliggende gevel van het aanpalende gebouw en mogen de rooilijn niet overschrijden. 14. Dakkapellen, boven het dakvlak uitstekende puntgevels en andere dakuitbouwen zijn niet toegelaten. Voor Z2 zijn lichtkoepels toegelaten (zie specifieke voorschriften). 15. Brievenbussen beslaan maximaal een grondoppervlakte van 0.50 m² 16. Voor de autobergplaatsen wordt verwezen naar de specifieke voorschriften per bouwblok. 3

4 17. Voor de inplanting van de carport wordt steeds verwezen naar het verkavelingsplan. De voorbouwlijn van de carports is per koppel of per reeks gelijk te nemen. Binnen de aangeduide zone voor carports mogen afzonderlijke bergplaatsen als gesloten volume in hout of metselwerk voorzien worden, enkel waar aangeduid op het verkavelingsplan. 18. De veharding van opritten en toegangspaden worden als volgt voorzien: Oprit naar autobergplaats: maximum 3 meter breedte Toegangspad naar de voordeur: maximum 1.50 meter breedte. Toegangspad (in voortuin en zijdelingse bouwvrije strook indien van toepassing) naar berging onder de carport of naar tuinhuis: maximum 1.50 meter breedte (enkel van toepassing voor N1, N4, Z1, Z2, Z3 en Z6) 19. De materialen van de opritten en toegangspaden worden als volgt voorzien: Arduinklinkers (al dan niet in stroken die eventueel gecombineerd zijn met steenslag): verplicht te voorzien voor de opritten naar de garages, de opritten naar de autostaanplaatsen (evenals de verharding zelf van de autostaanplaatsen) en de toegangspaden naar de voordeur. Dolomiet of steenslag: verplicht te voorzien voor de opritten naar de carports (evenals de verharding onder de carports zelf). Arduinklinkers, dolomiet of steenslag: vrij te kiezen voor de toegangspaden naar de berging onder de carport of naar de tuinberging. 20. Er mag in de achtertuin, naast de tuinberging, een maximale verharding van maximum 40 m² voorzien worden voor terras en toegangspaden. 21. In de voortuinstrook mogen behalve de hierboven beschreven afsluitingen, opritten, toegangspaden, brievenbussen en autobergplaatsen (zoals aangeduid op het verkavelingsplan), geen andere constructies worden opgericht, met uitzondering van een trap in de voortuinstrook voor Z2 en de mogelijkheid van het overbouwen van de voortuinstrook bij Z6 (zie infra: specifieke voorschriften). 22. Voor alle constructies worden alleen duurzame materialen gebruikt. De materialen zijn gelijk te nemen per gekoppelde eengezinswoningen (gevelsteen of gevelbekleding, schrijnwerk, dakbedekking, goten en regenwaterafvoer, uitvoering carport), behalve voor Z5 waar het schrijnwerk en de gevelsteen binnen de bouwblok kan variëren maar waarbij per twee met de straat parallelle woningen het schrijnwerk en de gevelsteen gelijk blijven. 4

5 Appartementsgebouwen In de noordelijke verkaveling zijn vier appartementsgebouwen voorzien met vier bouwlagen en één penthouse (N3). De autobergplaatsen zijn half-ondergronds voorzien. Voor het gabariet van wat binnen de bouwzones mag gebouwd worden, wordt verwezen naar de specifieke voorschriften per bouwblok. Op de perceelsgrenzen zijn groene draad met paaltjes en/of levende hagen toegelaten met een maximum hoogte van 2 meter. Er zijn geen constructies in de voortuin en de zijtuinstrook toegelaten behalve de oprit naar de half-ondergrondse garages met een maximum breedte van 6 meter (inclusief keermuren) en het toegangspad naar de voordeur met maximum breedte van 3 meter. De aanduiding van de oprit op het verkavelingsplan is facultatief. Het materiaal van de oprit en het toegangspad is vrij te kiezen. 5

6 B. Specifieke voorschriften per bouwblok Bouwblok N1 (lot 119 t.e.m. 150) en Z1 (lot 1 t.e.m. 34) 66 eengezinswoningen Zie verkavelingsplan. Voorbouwlijn vanaf rooilijn: minimum 5 meter Gevelbreedte: minimum 8 meter Bouwdiepte: maximum 10 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 5.00 meter en de 6.50 meter Dakhelling: 0 en/of tussen de 10 en de 45. Dakvorm: lessenaarsdak, noordbooms dak, (eventueel assymetrisch) zadeldak en/of plat dak. Garages: In het hoofdvolume voorzien. Er zijn tuinbergingen toegelaten volgens de algemene stedenbouwkundige bepalingen. a) Kroonlijsthoogte en dakrandafwerking. De groep van gekoppelde woningen die in dezelfde rij (reeks in dezelfde richting) staan en op dezelfde manier georiënteerd zijn (10 groepen) hebben enerzijds vooraan dezelfde kroonlijsthoogte (tov het vloerpeil van iedere individuele woning) en dakrandafwerking en anderzijds achteraan (die kan verschillen van de kroonlijsthoogte en dakrandafwerking vooraan voor gans de rij) dezelfde kroonlijsthoogte (tov het vloerpeil van iedere individuele woning) en dakrandafwerking. b) Dakvorm en dakhelling. Vrij te kiezen per groep van gekoppelde woningen in dezelfde rij binnen de grenzen van de hierboven beschreven dakvorm en dakhelling, met als gevolg dat de dakvorm en dakhelling per groep van gekoppelde woningen gelijk is, met uitzondering van de variante met plaatselijk plat dak. De daken tussen de gekoppelde woningen onderling zullen m.a.w. exact hetzelfde profiel hebben, met uitzondering en enkel in combinatie met een plat dak. 6

7 Bouwblok N2 (lot 151 t.e.m. 172) 22 eengezinswoningen Zie verkavelingsplan. Voorbouwlijn gelijkvloers vanaf rooilijn: 1 meter (rooilijn = bouwlijn) Gevelbreedte gelijkvloers: maximum 9.10 meter Bouwdiepte gelijkvloers: maximum 9.10 meter Maximum oppervlakte verdiep: 70 m2 De verdieping wordt gebouwd binnen de de grenzen van de gelijkvloerse bouwzone vermeerderd met enerzijds 60 cm vooraan en met 150 cm achteraan en anderzijds met de zone van de carport. Kroonlijsthoogte gelijkvloers: tussen de 2.50 meter en de 3.50 meter. Kroonlijsthoogte verdiep: tussen de 5.00 meter en de 6.50 meter. Dakvorm: plat dak (0 ) en/of lessenaarsdak (maximum 40 ). Carport: zijdelings van de woning (zie verkavelingsplan) Voorbouwlijn vanaf rooilijn: minimum 4.2 meter Maximale bouwdiepte: 6.50 meter Maximale breedte: 3.50 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 2.50 meter en de 3.50 meter. Dakvorm: plat dak (0 ) of lessenaarsdak (maximum 20 ). Er mogen geen gesloten volumes voorzien worden binnen de zone voor carports. Indien geopteerd wordt om met staanplaatsten te werken (door de overbouw van het verdiep), wordt de mogelijkheid van een carport gesupprimeerd. Er zijn enkel gekoppelde tuinbergingen toegelaten op de plaats voorzien volgens plan en dit volgens de algemene stedenbouwkundige bepalingen. a) Kroonlijsthoogte en dakrandafwerking. Voor de volledige bouwblok wordt dezelfde kroonlijsthoogte (tov iedere individuele woning) en dakrandafwerking aangehouden. b) Dakvorm en dakhelling. De dakvorm is per gekoppeld hoofdvolume ofwel plat dak (0 ) ofwel een lessenaarsdak (maximum 40 ). 7

8 Bouwblok N3 (lot 173 en 174) 36 appartementen verdeeld over 4 appartementsgebouwen van 9 appartementen. Zie verkavelingsplan. Voorbouwlijn vanaf rooilijn: minimum 10 meter. Maximum bouwbreedte: 16 meter Maximum bouwdiepte: meter Kroonlijsthoogte: Tussen de 14 meter en de 16 meter Dakvorm: plat dak (0 ) en/of lessenaarsdak (maximum 15 ) De penthouse heeft een maximum oppervlakte van 2/3 van het effectief gebouwde hoofdvolume. De rest (1/3 van het effectieve hoofdvolume) wordt ingericht als terras (zie infra). Autobergplaatsen: Half-ondergronds/half-bovengronds Maximum breedte: 15 meter (onder het hoofdvolume) Maximum diepte: 20 meter (= maximum 2.50 meter uitspringend buiten het hoofdvolume). Terrassen: a) Gelijkvloers: (= niveau vloerpeil) op het uitspringende gedeelte (t.o.v. het hoofdvolume) van de garages. Er worden terrassen voorzien op het uitspringende gedeelte van de garages (uitspringend t.o.v. het hoofdvolume) met ballustrades of gemetste borstwering van maximum 1.40 meter hoogte. b) Op de verdiepingen (verdieping 1 t.e.m. 3): Maximum 2.50 meter buiten de bouwzone en minimum 2.50 meter (onderkant terras) boven het vloerpeil, behalve voor de achtergevel waar geen uitspringende terrassen buiten de bouwzone zijn toegelaten. c) Op het niveau van de penthouse (verdieping 4): Op het niveau van de penthouse wordt minimum 1/3 van het effectieve hoofdvolume ingericht als terras met ballustrades of gemetste borstwering van maximum 1.40 meter hoogte. Er zijn geen tuinbergingen toegelaten. 8

9 Bouwblok N4 (lot 175, 176 en 177) 3 eengezinswoningen type paalwoningen Zie verkavelingsplan (zijdelingse en achterste perceelsgrens = rooilijn) Voorbouwlijn: variërend tussen de 3 en de 4 meter volgens verkavelingsplan (onregelmatige rooilijn). Gevelbreedte: maximum 10 meter Bouwdiepte: maximum 13 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 3.50 meter en de 4.50 meter Dakhelling: tussen de 10 en de 40 Dakvorm: vrij, met uitzondering van mansardedak. Er zijn dakoversteken toegelaten tot 2 meter buiten de bouwzone van het hoofdvolume. Carport: Drie voorzien (inplanting: zie verkavelingsplan) Voorbouwlijn: variërend volgens verkavelingsplan (onregelmatige rooilijn). Maximale breedte per carport: 5 meter Maximale bouwdiepte: 6 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 2.50 meter en de 3.50 meter. Dakhelling: plat dak of hellend dak tussen de 10 en de 40 Binnen de aangeduide zone voor carport mag een afzonderlijke bergplaats als gesloten volume voorzien worden, enkel waar aangeduid op plan. Terrassen: Er zijn terrassen toegelaten volgens aanduiding op het verkavelingsplan. Er zijn geen tuinbergingen toegelaten. 9

10 Bouwblok N5 (lot 178 t.e.m. 183) 6 eengezinswoningen type bel-etage Zie verkavelingsplan. Voorbouwlijn vanaf rooilijn: 5 meter Gevelbreedte: minimum 6 meter Maximum bouwdiepte: 13 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 8.00 meter en de 9.50 meter Dakvorm: plat dak (0 ) en/of lessenaarsdak (max 15 ) Garages: In het hoofdvolume. Trappen: Er is een trap in de achtertuin toegelaten. Terrassen: Er is een terras toegelaten op de eerste verdieping over de volledige lengte van de achtergevel met een maximum van 3 meter diepte. Er zijn geen tuinbergingen toegelaten. a) Kroonlijsthoogte en dakrandafwerking. Voor de volledige bouwblok wordt dezelfde kroonlijsthoogte en dakrandafwerking aangehouden. b) Dakvorm en dakhelling. De dakhelling is per eengezinswoning ofwel plat dak (0 ) ofwel een lessenaarsdak (maximum 40 ) 10

11 Bouwblok Z2 (lot 35 t.e.m. 42) 16 eengezinswoningen per twee gestapeld in vier woninggroepen = stapelwoningen. Zie verkavelingsplan. De woninggroep van vier eengezinswoningen bestaat uit twee gekoppelde half-open bebouwingen met elk twee eengezinswoningen. Voorbouwlijn vanaf rooilijn: minimum 6 meter Gevelbreedte: minimum 6 meter Minimum zijbouwstrook: 10 meter Maximum bouwdiepte: 13 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 8.00 meter en de 9.50 meter Dakvorm: plat dak (0 ) en/of (eventueel gecombineerd) lessenaarsdak (maximum 40 ) Carport: Vier per woninggroep voorzien (inplanting: zie verkavelingsplan) Voorbouwlijn: variërend volgens verkavelingsplan (onregelmatige rooilijn). Maximale bouwdiepte: 6 meter Maximale breedte: 8 meter per twee gekoppelde carports Kroonlijsthoogte: tussen de 2.50 meter en de 3.50 meter. Dakhelling: plat dak (0 ) of lessenaarsdak (maximum 40 ) Binnen de aangeduide zone voor carports mogen afzonderlijke bergplaatsen als gesloten volumes voorzien worden, enkel waar aangeduid op plan. Trappen: Er is een trap in de voortuin en achtertuin toegelaten per half-open bebouwing. Terrassen: Er is een terras toegelaten op de eerste verdieping over de volledige lengte van de achtergevel met een maximum van 3 meter diepte. Er zijn enkel gekoppelde tuinbergingen toegelaten op de plaats voorzien volgens plan en dit volgens de algemene stedenbouwkundige bepalingen. Per woninggroep (vier eengezinswoningen) zijn twee lichtkoepels (één per half-open bebouwing) op het dak toegelaten. De vorm van de koepels zijn vrij te kiezen. 11

12 Bouwblok Z3 (lot 43 t.e.m. 66) 24 eengezinswoningen verdeeld over 6 woninggroepen van vier eengezinswoningen. Zie verkavelingsplan. De woninggroep bestaat uit twee eengezinswoningen die vooraan dwars op de straat staan en twee eengezinswoningen die daar achter gekoppeld zijn evenwijdig met de straat. Voorbouwlijn vanaf rooilijn van de twee eengezinswoningen vooraan dwars op de straat: 0 meter (rooilijn = bouwlijn) Voorbouwlijn van de twee achterliggende eengezinswoningen: minimum meter Minimum zijbouwstrook: 8 meter Gevelbreedte: minimum 5 meter Bouwdiepte: maximum 18 meter voor de totale woninggroep. Kroonlijsthoogte: tussen de 5.00 meter en de 6.50 meter Dakvorm: plat dak en lessenaarsdak (maximum 40 ) Carport: Vier gekoppelde carports per woningroep voorzien (inplanting: zie verkavelingsplan) Voorbouwlijn vanaf rooilijn: minimum 2.50 meter Maximale bouwdiepte: 5.50 meter Maximale breedte: 3.50 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 2.50 meter en de 3.50 meter. Dakhelling: plat dak of lessenaarsdak (maximum 40 ) Er mogen geen gesloten volumes voorzien worden binnen de zone voor carports. Er zijn enkel gekoppelde tuinbergingen toegelaten op de plaats voorzien volgens plan en dit volgens de algemene stedenbouwkundige bepalingen. De woninggroepen hebben binnen de bouwblok hetzelfde profiel (kroonlijsthoogte vooraan en achteraan, dakhelling vooraan en achteraan, dakrandafwerking). a) Kroonlijsthoogte Vrij te kiezen binnen de grenzen van de vooropgestelde kroonlijsthoogte (zie supra), vanwege verschillende vloerpeilen binnen de woninggroep. b) Dakvorm en dakhelling. Per woninggroep zijn de twee eengezinswoningen vooraan met plat dak (0 ) en de twee achterliggende eengezinswoningen met lessenaarsdak (maximum 40 ) met de nok evenwijdig met de straat en met de nok boven de voorgevel. 12

13 Bouwblok Z4 (lot 95 t.e.m. 104) Bestemming : 10 eengezinswoningen verdeeld over 5 koppels dwars op de straat. Zie verkavelingsplan. Voorbouwlijn vanaf rooilijn: 0 meter (rooilijn = bouwlijn) Gevelbreedte: = 6 meter Bouwdiepte: = 12 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 5.00 meter en de 6.50 meter Dakvorm: plat dak of lessenaarsdak (maximum 40 ) of (eventueel assymetrisch) zadeldak (helling tussen de 15 en de 60 ) Carport: zie verkavelingsplan Voorbouwlijn vanaf rooilijn: 3 meter Maximum breedte: 3,10 meter (inclusief gemeenschappelijke muur: zie infra) Maximum bouwdiepte: 9 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 2.50 meter en de 3.50 meter. Dakhelling: plat dak (0 ) Binnen de aangeduide zone voor carport mag een afzonderlijke bergplaats als gesloten volume voorzien worden, enkel waar aangeduid op plan. Er zijn drie verticale gesloten wanden toegelaten. Er is tuinmuur toegelaten op de perceelsgrens die gemeenschappelijk is met de autobergplaats van de aanpalende gebuur. Er zijn geen tuinbergingen toegelaten. a) Kroonlijsthoogte en dakrandafwerking. Voor de volledige bouwblok wordt dezelfde kroonlijsthoogte en dakrandafwerking aangehouden. b) Dakvorm en dakhelling. De dakhelling is per gekoppeld hoofdvolume ofwel plat dak (0 ) ofwel lessenaarsdak (maximum 40 ) ofwel (eventueel assymetrisch) zadeldak (helling tussen de 15 en de 40 ). 13

14 Bouwblok Z5 (lot 67 t.e.m. 94) 22 eengezinswoningen Zie verkavelingsplan. Voorbouwlijn vanaf rooilijn: 8 meter Gevelbreedte: minimum 6 meter Bouwdiepte: maximum meter voor de totale woninggroep. Afstand van de achterste bouwlijn tot de achterste perceelsgrens voor de woningen dwars op de straat (lot 67, 70, 74, 78, 82, 86, 90 en 94): minimum 6 meter Kroonlijsthoogte: tussen de 5.00 meter en de 6.50 meter Dakvorm: plat dak (0 ) Carport: 22 voorzien (= één per eengezinswoning) (inplanting: zie verkavelingsplan). Voorbouwlijn vanaf rooilijn: 0 meter (rooilijn = bouwlijn) Maximale bouwdiepte: 5 meter Maximale breedte: 15 meter per gekoppelde reeks carports. Kroonlijsthoogte: tussen de 2.50 meter en de 3.50 meter. Dakhelling: plat dak (0 ) of lessenaarsdak (maximum 40 ) Binnen de aangeduide zone voor carports mogen afzonderlijke bergplaatsen als gesloten volumes voorzien worden, enkel waar aangeduid op plan. Er zijn enkel gekoppelde tuinbergingen toegelaten op de plaats voorzien volgens plan en dit volgens de algemene stedenbouwkundige bepalingen. Voor de volledige bouwblok wordt dezelfde kroonlijsthoogte (t.o.v het vloerpeil van iedere individuele woning) en dakrandafwerking aangehouden. 14

15 Bouwblok Z6 (lot 105 t.e.m. 118) 14 eengezinswoningen Zie verkavelingsplan. Voorbouwlijn gelijkvloers vanaf rooilijn: 5 meter Maximale bouwdiepte gelijkvloers: meter Gevelbreedte gelijkvloers: minimum 5.00 meter. Bouwvrije zijdelingse strook op gelijkvloers: minimum 4.50 meter. De afwerking van de dragende muur ter hoogte van de perceelsgrens mag voorbij de bouwzone komen met een maximum van 15 cm. Maximum bouwdiepte verdieping (grafisch met arcering aangeduid op het verkavelingsplan), te meten vanaf voorbouwlijn gelijkvloers: 6.00 meter. Ofwel wordt de voortuinstrook overbouwd (waarbij enkel kolommen de verdieping ondersteunen) ofwel wordt de zijtuinstrook overbouwd (waarbij volle muren ter hoogte van de perceelsgrens de verdieping ondersteunen) met daaronder een open autostaanplaats. Kroonlijsthoogte gelijkvloers: tussen de 2.50 meter en de 4.50 meter Kroonlijsthoogte verdieping: tussen de 5.00 meter en de 6.50 meter Dakvorm: plat dak (maximum 0 ) en/of lessenaarsdak (maximum 15 ). Autobergplaats: Onder het overbouwde gedeelte van de verdieping. Er zijn enkel gekoppelde tuinbergingen toegelaten op de plaats voorzien volgens plan en dit volgens de algemene stedenbouwkundige bepalingen. Voor de volledige bouwblok varieert de kroonlijsthoogte (binnen de toegelaten grenzen zoals supra beschreven), afhankelijk van het variërende vloerpeil, met als doel de helling van de dakrand bij platte dak of bij lessenaarsdaken gelijk te houden voor de volledige bouwblok. De dakrandafwerking is gelijk voor gans de bouwblok. 15