VERKAVELINGSVERGUNNING - STEDELIJK WOONGEBIED DREEF

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERKAVELINGSVERGUNNING - STEDELIJK WOONGEBIED DREEF"

Transcriptie

1 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN TYPE 3 1. Bouwzone type 3 kavels 1 t/m 31 Behoudens de verplichte toegangen / opritten tot de kavels zijn geen andere rechtstreekse toegangen voor autoverkeer naar de openbare weg toegelaten. Dit betekent concreet dat het niet mogelijk is om op deze kavels (vnl. 4, 5, 15, 20 en 21) vrijstaande autobergplaatsen of parkings te voorzien in de (achter)tuinstrook, die een rechtstreekse toegang hebben tot de openbare weg. 1.1 Bestemming De globale visie van de verkaveling is een mix te voorzien van ééngezinswoningen met vrijstaande woningen, rijwoningen koppelwoningen en bescheiden woningen. De zone voor woningbouw, zoals aangegeven op het verkavelingsplan, is bestemd voor de oprichting van grondgebonden eengezinswoningen in gesloten of halfopen bebouwingsvorm. Geïntegreerde zorgwoningen (zie VCRO) zijn aanvaardbaar. In deze zone ligt het accent op gekoppelde woningen met geïntegreeerde autobergplaats (carport). Het betreft hier kleinere woningen met voldoende ruimte achter de woningen om privacy te waarborgen. Nevenbestemmingen zijn niet toegelaten gelet op de beperkte kaveloppervlakte. Nevenbestemmingen zijn niet toegelaten. Samenvoegen van kavels is niet toegelaten. Per woongelegenheid zijn op eigen terrein - minstens één carport en één autostelplaats in open lucht verplicht. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 1 van 24

2 1.2 Inplanting De inplantingszone voor de woningen is aangeduid op het verkavelingsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten. De woningen moeten ingeplant worden binnen de grenzen van de zone voor woningbouw, zoals deze aangeduid is op het verkavelingsplan. Deze maximaal bebouwbare oppervlakte per kavel omvat elke vorm van bebouwing of vaste constructie, incl. afdak, tuinberging en/of carport. Verhardingen, oprit, terras en eventuele zwembaden worden niet meegeteld. De maximaal bebouwbare oppervlakte voor de woning en eventuele bijgebouwen bedraagt 66 % van de perceelsoppervlakte. 1.3 Profiel van de woningen De inplanting van de woning dient te gebeuren in overeenstemming met alle voorwaarden inzake terreinbezetting en maximale inplantingszone (zie plan). De woningen moeten gebouwd worden met eenheid van architectuur. De woningen dienen harmonieus op elkaar aan te sluiten en per gebouwengroep als één concept te worden ontwikkeld. Beperkte uitbouwen kunnen een afwijkend gabarit vertonen. Het bouwvolume van de op te richten woningen bedraagt maximaal 2 bouwlagen plat dak verpicht. Maximum 1/3 van de bebouwde oppervlakte mag een beperkt gabarit hebben (1 bouwlaag plat dak). De (kroonlijst)hoogte bedraagt maximaal 6,50 m. Het vloerpas bevindt zich op min. 0,20m en max. 0,30m boven het peil van de nieuw aan te leggen weg. Dakkapellen en dakuitbouwen tot max. de halve gevelbreedte zijn toegelaten. In geval van individuele dakkapellen bedraagt de minimale afstand tot de zijkavelgrens. 1,50m. In geval van grotere dakuitbouwen is een koppeling met de aanpalende woning ter hoogte van de perceelsgrens verplicht. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 2 van 24

3 1.4 Materialen Er wordt in het concept erg veel belang gehecht aan het kader waarbinnen de woningen tot stand kunnen komen. Dat betekent dat initiatief tot het creëren van architectuur de drijfveer zal zijn om deze verkaveling tot een kwalitatieve woonomgeving te laten worden. Het concept van de verkaveling is dusdanig dat binnen een minimum aan grenzen een maximum aan architecturale vrijheid wordt voorzien. Het residentieel karakter van de loten zal hoe dan ook door materiaalgebruik onderstreept worden. Het materiaalgebruik van alle gevels moet constructief en esthetisch verantwoord zijn. De aard en de kleur van de gevel- en dakmaterialen moeten harmonisch zijn met het bestaande straatbeeld. Gevelbekleding: kleinschalige materialen. Dakbedekking: pannen en leien. Voor de gevels wordt geopteerd voor kleinschalige materialen. Het gebruik van bepleistering, hout of metaal is in principe toegelaten; het gebruik van prefab-betonelementen bv. niet. Het plaatsen van dakvlakramen of zonnepanelen wordt niet aanzien als een afwijking t.o.v. de voorschriften inzake materiaalgebruik. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 3 van 24

4 2. Onbebouwde ruimte - tuin 2.1 Bestemming, verhardingen en afsluitingen De tuinstroken zijn enkel bestemd voor tuinaanleg en de noodzakelijke verhardingen, opritten of paadjes in functie van de bebouwing. Het is de bedoeling het groene karakter van de verkaveling te bewaren en te bevorderen. Daartoe worden de voortuinstroken open gehouden. Zone bestemd voor tuinaanleg, aanleg oprit of parkeerzone en toegang tot de woning. Het maximaal verhardingspercentage van de niet-bebouwde stroken bedraagt 33% Op de perceelsgrenzen in de achteruitbouwstrook en op de rooilijn zijn enkel haagafsluitingen toegelaten met een hoogte van max. 1 m. Op de rooilijn en in de voortuinstrook kunnen enkel groenblijvende afsluitingen met een beperkte hoogte geplaatst worden. Op de overige perceelsgrenzen zijn enkel afsluitingen met levende hagen of groenblijvende, houtige lianen, eventueel gecombineerd met een groene draadafsluiting toeglaten tot een hoogte van 2.00 m. 2.2 Voortuinstroken De voortuinstrook en zijdelingse stroken moeten het karakter hebben van een onbebouwde ruimte om de openheid van de verkaveling te bewaren. Het plaatsen van gebouwen, carports of andere constructies in deze zones is dan ook niet toegelaten. De oprichting van gebouwen, carports of constructies is niet toegelaten in de voortuinstrook of de zijtuinstroken, behoudens in de zone voor carports (CP). 2.3 Bijgebouwen in de tuinstrook Op bepaalde kavels wordt een specifieke zone (CP) voorzien waar een lichte constructie kan aangebouwd worden tot tegen de perceelsgrens voor het stallen van auto s. Binnen de zone aangeduid op het verkavelingsplan (CP) kan een open carportconstructie worden aangebouwd aan de woning voor zover rekening gehouden wordt met volgende randvoorwaarden: o De oppervlakte bedraagt max. 18m² voor zover de maximaal bebouwbare oppervlakte per Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 4 van 24

5 perceel niet overschreden wordt. o De carportconstructie wordt afgewerkt met een plat dak met een maximale hoogte van 3m. o Indien reeds een carport werd opgetrokken op het andere perceel dient de aansluiting harmonieus te gebeuren, waarbij de voorbouwlijn en hoogte gelijk zijn. In de achtertuinstrook kunnen wel beperkte bijgebouwen worden geplaatst. De maximale oppervlakte voor bijgebouwen in de achtertuinstrook wordt gelet op de oppervlakte van de kavels - bewust laag gehouden (30 m²) om te vermijden dat deze zone wordt volgebouwd met tal van constructies. De carportconstructie dient geplaatst te worden tot tegen de perceelsgrens waarbij dakuitbouw, waterafvoer en afwatering op het eigen terrein gebeurt. Op de perceelsgrens kan een houten wand of een gevoegde scheidingsmuur in volle baksteen of gevelmetselwerk worden opgericht met een hoogte van max. 2,00m. Voor het overige blijft de carport een volledig open constructie in hout of metaal. In de zone voor achtertuin kan verder één woningbijgebouw (tuinberging, serre, ) tot 30 m² worden opgericht voor zover rekening gehouden wordt met volgende randvoorwaarden: o de maximaal bebouwbare oppervlakte per perceel wordt niet overschreden. o de kroonlijsthoogte bedraagt max. 3m nokhoogte max. 4,50m. o de minimale afstand tot de perceelsgrenzen bedraagt 1m. Het materiaalgebruik van alle gevels moet aansluiten bij de materialen van het hoofdgebouw of in hout. De aard en de kleur van de gevel- en dakmaterialen moeten harmonisch zijn met het bestaande straatbeeld. Mits wederzijds akkoord kunnen deze bijgebouwen op de perceelsgrens gekoppeld worden en dit onder de volgende voorwaarden: o het gebruik van hetzelfde gevel- en dakmateriaal is verplicht. o Eventuele niet-afgewerkte zijgeveldelen dienen afgewerkt te worden met paramentafwerking. In deze zone zijn ook beperkte private zwembaden (max. 40 m²) toegelaten, voor zover een afstand van min. 2m wordt gerespecteerd tot de perceelsgrenzen. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 5 van 24

6 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN TYPE 4 kavels 32 t/m 83 kavels 112 t/m Bouwzone type 4 Behoudens de verplichte toegangen / opritten tot de kavels is het niet mogelijk om vrijstaande autobergplaatsen of parkings te voorzien in de (achter)tuinstrook, die een rechtstreekse toegang hebben tot de openbare weg. 1.1 Bestemming De globale visie van de verkaveling is een mix te voorzien van ééngezinswoningen met vrijstaande woningen, rijwoningen koppelwoningen en bescheiden woningen. De zone voor woningbouw, zoals aangegeven op het verkavelingsplan, is bestemd voor de oprichting van grondgebonden rijwoningen. Geïntegreerde zorgwoningen (zie VCRO) zijn aanvaardbaar. In deze zone ligt het accent op kleine en bescheiden woningen, die geen garage of carport hebben in de woning, maar wel beschikken over een private parkeerplaats of carport op korte afstand van de woning. Nevenbestemmingen zijn niet toegelaten gelet op de beperkte kaveloppervlakte. Nevenfuncties zijn niet toegelaten. Samenvoegen van kavels is niet toegelaten. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 6 van 24

7 1.2 Inplanting en profiel van de woningen De inplantingszone voor de woningen is aangeduid op het verkavelingsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten behoudens in de zone voor carports (CP) zie verder. De woningen moeten ingeplant worden binnen de grenzen van de zone voor woningbouw, zoals deze aangeduid is op het verkavelingsplan. De woningen dienen harmonieus op elkaar aan te sluiten en als één concept te worden ontwikkeld, zowel wat betreft voorbouwlijn, kroonlijst, nok en dakvlak. Beperkte uitbouwen (met plat dak) kunnen een afwijkend gabarit vertonen. De woningen dienen per gebouwengroep het voorwerp uit te maken van één globale aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Het bouwvolume van de op te richten woningen dienen begrepen te zijn binnen een maximaal gabarit van twee bouwlagen + dakverdieping (dakvorm vrij). In het dakvolume kan een bewoonbare bouwlaag aangebracht worden. De kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 6,50 m. De nokhoogte blijft beperkt tot 11,00 m. De dakverdieping kan worden voorzien onder een hellend dak of onder een plat dak met teruggetrokken bouwlijn. Ter aanvulling van de kleinere bouwzone wordt op enkele loten toegestaan om op 3 bouwlagen te bouwen, waardoor deze woningen tot een type stadswoning kunnen worden uitgebouwd. In afwijking bedraagt het gabarit voor de kavels 46 t/m 59 maximaal 3 bouwlagen + dakverdieping. Bij hellende daken is de dakhelling tussen 25 en 45. De dakhellingen kunnen asymmetrisch zijn zonder hierbij evenwel de harmonische aansluiting met de aanpalende woning(en) te verbreken. Het vloerpas bevindt zich op min. 0,20m en max. 0,30m boven het peil van de nieuw aan te leggen weg. Dakkapellen en dakuitbouwen tot max. de halve gevelbreedte zijn toegelaten. In geval van individuele dakkapellen bedraagt de minimale afstand tot de zijkavelgrens. 1,50m. In geval van grotere dakuitbouwen is een koppeling met de aanpalende woning ter hoogte van de perceelsgrens verplicht. 1.3 Materialen Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 7 van 24

8 Er wordt in het concept erg veel belang gehecht aan het kader waarbinnen de woningen tot stand kunnen komen. Dat betekent dat initiatief tot het creëren van architectuur de drijfveer zal zijn om deze verkaveling tot een kwalitatieve woonomgeving te laten worden. Het concept van de verkaveling is dusdanig dat binnen een minimum aan grenzen een maximum aan architecturale vrijheid wordt voorzien. Het residentieel karakter van de loten zal hoe dan ook door materiaalgebruik onderstreept worden. Het materiaalgebruik van alle gevels moet constructief en esthetisch verantwoord zijn. De aard en de kleur van de gevel- en dakmaterialen moeten harmonisch zijn met het bestaande straatbeeld. Gevelbekleding: kleinschalige materialen. Dakbedekking: pannen en leien. Voor de gevels wordt geopteerd voor kleinschalige materialen. Het gebruik van bepleistering, hout of metaal is in principe toegelaten; het gebruik van prefab-betonelementen bv. niet. Het plaatsen van dakvlakramen of zonnepanelen wordt niet aanzien als een afwijking t.o.v. de voorschriften inzake materiaalgebruik. 2. Onbebouwde ruimte - tuin 2.1 Bestemming, verhardingen en afsluitingen De tuinstroken zijn enkel bestemd voor tuinaanleg en de toegangen in functie van de bebouwing. Zone bestemd voor tuinaanleg en de toegang tot de woning. Het maximaal verhardingspercentage van de niet-bebouwde stroken bedraagt 33% De verhardingen in de voortuinstrook zijn identiek aan de materialen van het voorliggend openbaar domein. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 8 van 24

9 Op de perceelsgrenzen in de voortuinstrook en op de rooilijn zijn geen afsluitingen toegelaten. Op de overige perceelsgrenzen zijn enkel afsluitingen met levende hagen of groenblijvende, houtige lianen, eventueel gecombineerd met een groene draadafsluiting toeglaten tot een hoogte van 2.00 m. 2.2 Voortuinstroken en zijdelingse stroken beperkte mogelijkheid tot carportconstructies (CP) De voortuinstrook en zijdelingse stroken moeten het karakter hebben van een onbebouwde ruimte om de openheid van de De oprichting van gebouwen, carports of constructies is niet toegelaten in de voortuinstrook of de zijtuinstroken, behoudens in de zone voor carports (CP). verkaveling te bewaren. Het plaatsen van gebouwen, carports of andere constructies in deze zones is dan ook niet toegelaten. Binnen de zone aangeduid op het verkavelingsplan (CP) kan een open carportconstructie worden aangebouwd aan de woning voor zover rekening gehouden wordt met volgende randvoorwaarden: o De oppervlakte bedraagt max. 18m² voor zover de maximaal bebouwbare oppervlakte per perceel niet overschreden wordt. o De carportconstructie wordt afgewerkt met een plat dak met een maximale hoogte van 3m. Op bepaalde kavels wordt een specifieke zone (CP) voorzien waar een lichte constructie kan aangebouwd worden tot tegen de perceelsgrens voor het stallen van auto s. o Indien reeds een carport werd opgetrokken op het andere perceel dient de aansluiting harmonieus te gebeuren, waarbij de voorbouwlijn en hoogte gelijk zijn. Dergelijke constructies verstoren door hun open structuur en beperkt gabarit het open karakter van de verkaveling niet en zorgen voor een efficiënte benutting van de ruimte. Deze constructies moeten ter hoogte van de perceelsgrens wel harmonieus op elkaar aansluiten en kunnen geen gesloten karakter verkrijgen. De carportconstructie dient geplaatst te worden tot tegen de perceelsgrens waarbij dakuitbouw, waterafvoer en afwatering op het eigen terrein gebeurt. Op de perceelsgrens kan een houten wand of een gevoegde scheidingsmuur in volle baksteen of gevelmetselwerk worden opgericht met een hoogte van max. 2,00m. Voor het overige blijft de carport een volledig open constructie in hout of metaal. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 9 van 24

10 2.3 Bijgebouwen in de achtertuinstrook In de achtertuinstrook kunnen wel beperkte bijgebouwen worden geplaatst. De maximale oppervlakte voor bijgebouwen in de achtertuinstrook wordt gelet op de oppervlakte van de kavels - bewust laag gehouden (12 m²) om te vermijden dat deze zone wordt volgebouwd met tal van constructies. In de zone voor achtertuin kan één woningbijgebouw (tuinberging, serre, ) tot 12 m² worden opgericht voor zover rekening gehouden wordt met volgende randvoorwaarden: o de maximaal bebouwbare oppervlakte per perceel wordt niet overschreden. o de kroonlijsthoogte bedraagt max. 3m nokhoogte max. 4,50m. o de minimale afstand tot de perceelsgrenzen bedraagt 1m. Het materiaalgebruik van alle gevels moet aansluiten bij de materialen van het hoofdgebouw of in hout. De aard en de kleur van de gevel- en dakmaterialen moeten harmonisch zijn met het bestaande straatbeeld. Mits wederzijds akkoord kunnen deze bijgebouwen op de perceelsgrens gekoppeld worden en dit onder de volgende voorwaarden: o het gebruik van hetzelfde gevel- en dakmateriaal is verplicht. o Eventuele niet-afgewerkte zijgeveldelen dienen afgewerkt te worden met paramentafwerking. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 10 van 24

11 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN TYPE 2 1. Bouwzone type 2 kavels 84 t/m 107 Behoudens de verplichte toegangen / opritten tot de kavels zijn geen andere rechtstreekse toegangen voor autoverkeer naar de openbare weg toegelaten. Dit betekent concreet dat het niet mogelijk is om op deze kavels (vnl. 95, 96 en 99 t/m 107) vrijstaande autobergplaatsen of parkings te voorzien in de (achter)tuinstrook, die een rechtstreekse toegang hebben tot de openbare weg. 1.1 Bestemming De globale visie van de verkaveling is een mix te voorzien van ééngezinswoningen met vrijstaande woningen, rijwoningen koppelwoningen en bescheiden woningen. De zone voor woningbouw, zoals aangegeven op het verkavelingsplan, is bestemd voor de oprichting van grondgebonden eengezinswoningen in vrijstaande of gekoppelde bebouwingsvorm met mogelijkheid tot koppeling van carportconstructies. Geïntegreerde zorgwoningen (zie VCRO) zijn aanvaardbaar. In deze zone ligt het accent op vrijstaande of gekoppelde woningen op relatief grote kavels. Nevenbestemmingen zijn toegelaten voor zover het accent van de verkaveling ligt op 'wonen'. Bij een woning is een vrij beroep, kantoor- of dienstenfunctie mogelijk als complementaire nevenfunctie voor zover: deze op de gelijkvloerse verdieping wordt ingericht, de complementaire functie max. 50% van de bebouwde oppervlakte beslaat en de woonfunctie in totaliteit een grotere oppervlakte beslaat dan de complementaire functie. Samenvoegen van kavels is niet toegelaten. Per woongelegenheid zijn op eigen terrein - minstens één (bovengrondse) autobergplaats (geïntegreerde garage of carport) en twee autostelplaatsen in open lucht verplicht. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 11 van 24

12 In geval van beperkte nevenfuncties moeten voldoende bezoekersparkings aangelegd worden op eigen terrein, rekening houdende met de maximale verhardingsgraad van de kavels. 1.2 Inplanting De inplantingszone voor de woningen is aangeduid op het verkavelingsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten behoudens in de zone voor carports (CP) zie verder. De woningen moeten ingeplant worden binnen de grenzen van de zone voor woningbouw, zoals deze aangeduid is op het verkavelingsplan. In deze zone van de verkaveling wordt gekozen voor voldoende ruimte aan de voorzijde, zijkant en achter de woningen om de privacy te waarborgen. Deze maximaal bebouwbare oppervlakte per kavel omvat elke vorm van bebouwing of vaste constructie, incl. afdak, tuinberging en/of carport. Verhardingen, oprit, terras en eventuele zwembaden worden niet meegeteld. De maximaal bebouwbare oppervlakte voor de woning en eventuele bijgebouwen bedraagt 50 % van de perceelsoppervlakte. 1.3 Profiel van de woningen Het bouwvolume van de op te richten woningen dienen begrepen te zijn binnen het maximaal gabarit van 2 bouwlagen en dakverdiep.: - op de kavels 84 t/m 99 dient verplicht gebouwd te worden met twee bouwlagen + eventuele dakverdieping zadeldak verplicht; - op de kavels 100 t/m 107 gelden grotere vrijheidsgraden en kan gebouwd worden met maximaal 2 bouwlagen + eventuele dakverdieping; de dakvorm is vrij te bepalen. De kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 6,50 m. De nokhoogte blijft beperkt tot 11,00 m. Bij hellende daken is de dakhelling tussen 25 en 45. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 12 van 24

13 Bij gekoppelde bebouwing dienen de woningen harmonieus op elkaar aan te sluiten en als één concept te worden ontwikkeld, zowel wat betreft voorbouwlijn, kroonlijst, nok en dakvlak. Beperkte uitbouwen (met plat dak) kunnen een afwijkend gabarit vertonen. De dakhellingen kunnen asymmetrisch zijn zonder hierbij evenwel de harmonische aansluiting met de aanpalende woning(en) te verbreken. Het vloerpas bevindt zich op min. 0,20m en max. 0,30m boven het peil van de nieuw aan te leggen weg. Dakkapellen en dakuitbouwen tot max. de halve gevelbreedte zijn toegelaten. In geval van individuele dakkapellen bedraagt de minimale afstand tot de zijkavelgrens. 1,50m. In geval van grotere dakuitbouwen is een koppeling met de aanpalende woning ter hoogte van de perceelsgrens verplicht. 1.4 Materialen Er wordt in het concept erg veel belang gehecht aan het kader waarbinnen de woningen tot stand kunnen komen. Dat betekent dat initiatief tot het creëren van architectuur de drijfveer zal zijn om deze verkaveling tot een kwalitatieve woonomgeving te laten worden. Het concept van de verkaveling is dusdanig dat binnen een minimum aan grenzen een maximum aan architecturale vrijheid wordt voorzien. Het residentieel karakter van de loten zal hoe dan ook door materiaalgebruik onderstreept worden. Het materiaalgebruik van alle gevels moet constructief en esthetisch verantwoord zijn. De aard en de kleur van de gevel- en dakmaterialen moeten harmonisch zijn met het bestaande straatbeeld. Gevelbekleding: kleinschalige materialen. Dakbedekking: pannen en leien. Voor de gevels wordt geopteerd voor kleinschalige materialen. Het gebruik van bepleistering, hout of metaal is in principe toegelaten; het gebruik van prefab-betonelementen bv. niet. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 13 van 24

14 Het plaatsen van dakvlakramen of zonnepanelen wordt niet aanzien als een afwijking t.o.v. de voorschriften inzake materiaalgebruik. 2. Onbebouwde ruimte - tuin 2.1 Bestemming, verhardingen en afsluitingen De tuinstroken zijn enkel bestemd voor tuinaanleg en de noodzakelijke verhardingen, opritten of paadjes in functie van de bebouwing. Zone bestemd voor tuinaanleg, aanleg oprit of parkeerzone en toegang tot de woning. Het maximaal verhardingspercentage van de niet-bebouwde stroken bedraagt 33% Het is de bedoeling het groene karakter van de verkaveling te bewaren en te bevorderen. In functie van de beeldkwaliteit worden de voortuinstroken open gehouden en op uniforme wijze aangelegd. De voortuinstrook moet verplicht aangelegd worden op volgende wijze: - een dubbele oprit / parkeerplaats in kleinschalige en waterdoorlatende materiaelen of grasdallen, gekoppeld ter hoogte van zijkavelgrens (zoals aangeduid op het verkavelingsplan), - groene voortuin met één hoogstamboom ( Prunus Umineko, Hoogstam (witte bloei/herfstkleur) Op de rooilijn en in de voortuinstrook kunnen enkel groenblijvende afsluitingen met een beperkte hoogte geplaatst worden. Op de perceelsgrenzen in de achteruitbouwstrook en op de rooilijn zijn enkel haagafsluitingen toegelaten met een hoogte van max. 1 m. Op de overige perceelsgrenzen zijn enkel afsluitingen met levende hagen of groenblijvende, houtige lianen, eventueel gecombineerd met een groene draadafsluiting toeglaten tot een hoogte van 2.00 m. 2.2 Voortuinstroken en zijdelingse stroken beperkte mogelijkheid tot carportconstructies (CP) Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 14 van 24

15 De voortuinstrook en zijdelingse stroken moeten het karakter hebben van een onbebouwde ruimte om de openheid van de verkaveling te bewaren. Het plaatsen van gebouwen, carports of andere constructies in deze zones is dan ook niet toegelaten. Op bepaalde kavels wordt een specifieke zone (CP) voorzien waar een lichte constructie kan aangebouwd worden tot tegen de perceelsgrens voor het stallen van auto s. Dergelijke constructies verstoren door hun open structuur en beperkt gabarit het open karakter van de verkaveling niet en zorgen voor een efficiënte benutting van de ruimte. Deze constructies moeten ter hoogte van de perceelsgrens wel harmonieus op elkaar aansluiten en kunnen geen gesloten karakter verkrijgen. De oprichting van gebouwen, carports of constructies is niet toegelaten in de voortuinstrook of de zijtuinstroken, behoudens in de zone voor carports (CP). Binnen de zone aangeduid op het verkavelingsplan (CP) kan een open carportconstructie worden aangebouwd aan de woning voor zover rekening gehouden wordt met volgende randvoorwaarden: o De oppervlakte bedraagt max. 18m² voor zover de maximaal bebouwbare oppervlakte per perceel niet overschreden wordt. o De carportconstructie wordt afgewerkt met een plat dak met een maximale hoogte van 3m. o Indien reeds een carport werd opgetrokken op het andere perceel dient de aansluiting harmonieus te gebeuren, waarbij de voorbouwlijn en hoogte gelijk zijn. De carportconstructie dient geplaatst te worden tot tegen de perceelsgrens waarbij dakuitbouw, waterafvoer en afwatering op het eigen terrein gebeurt. Op de perceelsgrens kan een houten wand of gevoegde scheidingsmuur in volle baksteen of gevelmetselwerk worden opgericht met een hoogte van max. 2,00m. Voor het overige blijft de carport een volledig open constructie. 2.3 Bijgebouwen in de achtertuinstrook In de achtertuinstrook kunnen wel beperkte bijgebouwen worden geplaatst. De maximale oppervlakte voor bijgebouwen in de achtertuinstrook wordt gelet op de oppervlakte van de kavels - bewust laag gehouden (30 m²) om te vermijden dat deze zone wordt volgebouwd met tal van constructies. In de zone voor achtertuin kan één woningbijgebouw (autobergplaats, carports, tuinberging, serre, ) tot 30 m² worden opgericht voor zover rekening gehouden wordt met volgende randvoorwaarden: o de maximaal bebouwbare oppervlakte per perceel wordt niet overschreden. o de kroonlijsthoogte bedraagt max. 3m nokhoogte max. 4,50m. o de minimale afstand tot de perceelsgrenzen bedraagt 1m. Het materiaalgebruik van alle gevels moet aansluiten bij de materialen van het hoofdgebouw of in hout. De aard en de kleur van de gevel- en dakmaterialen moeten harmonisch zijn met het bestaande Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 15 van 24

16 straatbeeld. Mits wederzijds akkoord kunnen deze bijgebouwen op de perceelsgrens gekoppeld worden en dit onder de volgende voorwaarden: o het gebruik van hetzelfde gevel- en dakmateriaal is verplicht. o Eventuele niet-afgewerkte zijgeveldelen dienen afgewerkt te worden met paramentafwerking. In deze zone zijn ook beperkte private zwembaden (max. 40 m²) toegelaten, voor zover een afstand van min. 2m wordt gerespecteerd tot de perceelsgrenzen. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 16 van 24

17 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN TYPE 1 1. Bouwzone type 1 kavels 108 t/m Bestemming De globale visie van de verkaveling is een mix te voorzien van ééngezinswoningen met vrijstaande woningen, rijwoningen koppelwoningen en bescheiden woningen. In deze zone ligt het accent op vrijstaande woningen op grotere kavels. Nevenbestemmingen zijn toegelaten voor zover het accent van de verkaveling ligt op 'wonen'. De zone voor woningbouw, zoals aangegeven op het verkavelingsplan, is bestemd voor de oprichting van vrijstaande, grondgebonden eengezinswoningen. Geïntegreerde zorgwoningen (zie VCRO) zijn aanvaardbaar. Bij een woning is een vrij beroep, kantoor- of dienstenfunctie mogelijk als complementaire nevenfunctie voor zover: deze op de gelijkvloerse verdieping wordt ingericht, de complementaire functie max. 50% van de bebouwde oppervlakte beslaat en de woonfunctie in totaliteit een grotere oppervlakte beslaat dan de complementaire functie. Samenvoegen van kavels is niet toegelaten. Per woongelegenheid zijn op eigen terrein - minstens één (bovengrondse) autobergplaats (geïntegreerde garage of carport) en twee autostelplaatsen in open lucht verplicht. In geval van beperkte nevenfuncties moeten voldoende bezoekersparkings aangelegd worden op eigen terrein, rekening houdende met de maximale verhardingsgraad van de kavels. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 17 van 24

18 1.2 Inplanting De maximale inplantingszone voor de woningen is aangeduid op het verkavelingsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten. De woningen moeten ingeplant worden binnen de grenzen van de zone voor woningbouw, zoals deze aangeduid is op het verkavelingsplan. In deze zone van de verkaveling wordt gekozen voor voldoende ruimte aan de voorzijde, zijkant en achter de woningen om de privacy te waarborgen. Deze maximaal bebouwbare oppervlakte per kavel omvat elke vorm van bebouwing of vaste constructie, incl. afdak, tuinberging en/of carport. Verhardingen, oprit, terras en eventuele zwembaden worden niet meegeteld. De maximaal bebouwbare oppervlakte voor de woning en eventuele bijgebouwen bedraagt 33 % van de perceelsoppervlakte. 1.3 Profiel van de woningen Het bouwvolume van de op te richten woningen dienen begrepen te zijn binnen het maximaal gabarit van twee bouwlagen en dakverdiep. De kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 6,5 m. De nokhoogte blijft beperkt tot 11,00 m. De dakvorm is vrij te bepalen. Bij hellende daken is de dakhelling tussen 25 en 45. De dakhellingen kunnen asymmetrisch zijn zonder hierbij evenwel de harmonische aansluiting met de aanpalende woning(en) te verbreken. Het vloerpas bevindt zich op min. 0,20m en max. 0,30m boven het peil van de nieuw aan te leggen weg. Dakkapellen en dakuitbouwen tot max. de halve gevelbreedte zijn toegelaten. In geval van individuele dakkapellen bedraagt de minimale afstand tot de zijkavelgrens. 1,50m. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 18 van 24

19 1.4 Materialen Het concept van de verkaveling is dusdanig dat binnen een minimum aan grenzen een maximum aan architecturale vrijheid wordt voorzien. Het residentieel karakter van de loten zal hoe dan ook door materiaalgebruik onderstreept worden. Voor de gevels wordt geopteerd voor kleinschalige materialen. Het gebruik van bepleistering, hout of metaal is in principe toegelaten; het gebruik van prefab-betonelementen bv. niet. Het materiaalgebruik van alle gevels moet constructief en esthetisch verantwoord zijn. De aard en de kleur van de gevel- en dakmaterialen moeten harmonisch zijn met het bestaande straatbeeld. Gevelbekleding: kleinschalige materialen. Dakbedekking: pannen en leien. Het plaatsen van dakvlakramen of zonnepanelen wordt niet aanzien als een afwijking t.o.v. de voorschriften inzake materiaalgebruik. 2. Onbebouwde ruimte - tuin 2.1 Bestemming, verhardingen en afsluitingen De tuinstroken zijn enkel bestemd voor tuinaanleg en de noodzakelijke verhardingen, opritten of paadjes in functie van de bebouwing. Het is de bedoeling het groene karakter van de verkaveling te bewaren en te bevorderen. De voortuinstrook en zijdelingse stroken moeten het karakter hebben van een onbebouwde ruimte om de openheid van de verkaveling te bewaren. Het plaatsen Zone bestemd voor tuinaanleg, aanleg oprit of parkeerzone en toegang tot de woning. Het maximaal verhardingspercentage van de niet-bebouwde stroken bedraagt 33% De verharding in de voortuinstrook bestaat uit kleinschalige en waterdoorlatende materiaelen of grasdallen. De oprichting van gebouwen, carports of constructies is niet toegelaten in de voortuinstrook of de zijtuinstroken. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 19 van 24

20 van gebouwen, carports of andere constructies in deze zones is dan ook niet toegelaten. Op de rooilijn en in de voortuinstrook kunnen enkel groenblijvende afsluitingen met een beperkte hoogte geplaatst worden. Op de perceelsgrenzen in de achteruitbouwstrook en op de rooilijn zijn enkel haagafsluitingen toegelaten met een hoogte van max. 1 m. Op de overige perceelsgrenzen zijn enkel afsluitingen met levende hagen of groenblijvende, houtige lianen, eventueel gecombineerd met een groene draadafsluiting toeglaten tot een hoogte van 2.00 m. 2.2 Bijgebouwen in de achtertuinstrook In de achtertuinstrook kunnen wel beperkte bijgebouwen worden geplaatst. De maximale oppervlakte voor bijgebouwen in de achtertuinstrook wordt bewust laag gehouden (40 m²) om te vermijden dat deze zone wordt volgebouwd met tal van constructies. In de zone voor achtertuin kan één woningbijgebouw (autobergplaats, carports, tuinberging, serre, ) tot 40 m² worden opgericht voor zover rekening gehouden wordt met volgende randvoorwaarden: o de maximaal bebouwbare oppervlakte per perceel wordt niet overschreden. o de kroonlijsthoogte bedraagt max. 3m nokhoogte max. 4,50m. o de minimale afstand tot de perceelsgrenzen bedraagt 1m. Het materiaalgebruik van alle gevels moet aansluiten bij de materialen van het hoofdgebouw of in hout. De aard en de kleur van de gevel- en dakmaterialen moeten harmonisch zijn met het bestaande straatbeeld. Mits wederzijds akkoord kunnen deze bijgebouwen op de perceelsgrens gekoppeld worden en dit onder de volgende voorwaarden: o het gebruik van hetzelfde gevel- en dakmateriaal is verplicht. o Eventuele niet-afgewerkte zijgeveldelen dienen afgewerkt te worden met paramentafwerking. In deze zone zijn ook beperkte private zwembaden (max. 40 m²) toegelaten, voor zover een afstand van min. 2m wordt gerespecteerd tot de perceelsgrenzen. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 20 van 24

21 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Zone voor meergezinswoningen / gestapeld wonen lot A 1.1 Bestemming De globale visie van de verkaveling is een mix te voorzien van ééngezinswoningen met vrijstaande woningen, rijwoningen koppelwoningen en bescheiden woningen. Omwille van de strategische ligging van dit terrein op de grens tussen het stedelijk gebied en de open ruimte, worden hier ruime mogelijkheden gegeven voor de oprichting van meergezinswoningen of gestapeld wonen, zonder de draagkracht te overstijgen. Binnen deze zone kunnen enkel meergezinswoningen of stapelwoningen opgericht worden binnen de bouwzone, zoals grafisch bepaald op het plan. Binnen de zone dienen minstens 45 en maximaal 75 woongelegenheden te worden voorzien. Op de gelijkvloerse verdieping kunnen beperkte ondersteunende functies (horeca, winkels, diensten en kantoren) voorzien worden; tank- en servicestations zijn uitgesloten. Per woongelegenheid is minstens één parkeergelegenheid of autobergplaats verplicht. De parkeerbehoefte dient collectief te worden opgevangen binnen de gebouwvolumes of (semi-) ondergronds. In geval van ondersteunende functies moeten voldoende bezoekersparkings aangelegd worden op eigen terrein, rekening houdende met de maximale verhardingsgraad van de kavels en de inrichtingsprincipes voor de open ruimte. 1.2 Inplanting en volumes Binnen deze zone is enkel vrijstaande bebouwing toegelaten. Nieuwbouwvolumes dienen gerealiseerd te worden in 2 à 3 grotere, compacte gehelen binnen de bouwzone, zoals grafisch aangeduid op het plan. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 21 van 24

22 De maximale terreinbezetting omvat elke vorm van bebouwing en verhardingen. De maximale terreinbezetting in deze deelzone bedraagt 80%. De maximale bouwhoogte van de gebouwen bedraagt 4 bouwlagen plat dak verplicht. Bijkomende ondergrondse bouwlagen zijn toegelaten. Bij wijze van architecturaal accent kan een beperkte afwijking tot 5 bouwlagen (met plat dak) voorzien worden over maximaal 1/3 van de totale bebouwde grondoppervlakte. Een bouwlaag bedraagt max. 3,50m in geval van ondersteunende functies op het gelijkvloers, kan de gelijkvloerse bouwlaag een max. hoogte hebben van 4,50m. Elk gebouw dient de nodige aandacht te besteden aan de architecturale kwaliteit van het geheel. De gebouwen dienen op goede wijze geïntegreerd te worden in de ruimere omgeving. Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning zal o.m. worden beoordeeld aan de hand van volgende criteria: zorgvuldig ruimtegebruik; een kwaliteitsvolle aanleg van het perceel en afwerking van de gebouwen. 2. Onbebouwde ruimte Bij de bouwaanvraag dient een globaal inrichtingsplan van de totale zone gevoegd te worden waarbij de niet-bebouwde ruimte, de parkeerproblematiek, de ontsluiting en gebouwvolumes worden toegelicht. De onbebouwde ruimte dient maximaal groen ingericht te worden als semi-publieke ruimte. De aanleg van verharde paden of toegangen is toegelaten, voor zover minstens 20% van de zone als groene ruimte wordt ingericht. De plaatsing van vrijstaande bijgebouwen of constructies is niet toegelaten. Perceelsafsluitingen dienen te bestaan uit lage hagen, al dan niet versterkt met een groene draadafsluiting (max 2.00 m). Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 22 van 24

23 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Zone voor collectieve carports Lot 36c tem 39c; 41c tem 56c, 62 tem 78c Binnen deze zone wordt de parkeerbehoefte van de woningen in de onmiddellijke omgeving op collectieve wijze opgevangen. Binnen deze zone moeten collectieve autobergplaatsen (carports) opgetrokken worden in een totaalconcept, rekening houdende met volgende randvoorwaarden: o terreinbezetting 100% o maximaal één bouwlaag plat dak verplicht (maximale hoogte 3m). Op de perceelsgrenzen kan een gevoegde scheidingsmuur in hout, volle baksteen of gevelmetselwerk worden opgericht met een hoogte van max. 2,00m; voor het overige blijft de carport een volledig open constructie in hout of metaal. Aansluitend bij de autobergplaats kan een afgesloten berging (max. 6m²) voorzien worden. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Zone voor collectieve parkeerplaatsen Lot 32p tem 35p; 57p tem 59p, 40p, 60p, 61p, 112p tem 116p Binnen deze zone wordt de parkeerbehoefte van de woningen in de onmiddellijke omgeving op collectieve wijze opgevangen. Om de uniformiteit met het openbaar domein te bewaren, zullen de privatieve autostaanplaatsen, in dezelfde materialen moeten Binnen deze zijn collectieve autostaanplaatsen voorzien in een totaalconcept, rekening houdende met volgende randvoorwaarden: De aanleg gebeurd op uniforme wijze met de omgevende openbare parkeerplaatsen dwz met zelfde materialen. Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 23 van 24

24 worden aangelegd. Het onderscheid tussen openbare parkeerplaatsen en privatieve parkeerplaatsen wordt gemaakt door het plaatsen van een uniforme beugel. De eerst geplaatste beugel is bepalend voor de rest. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Zone voor electriciteitscabine Deze zone is exclusief voorbehouden voor de oprichting van een nutsgebouw voor de distributie van elektriciteit en/of gasdistributie, rekening houdende met volgende randvoorwaarden: o terreinbezetting 100% o maximaal één bouwlaag met plat dak of zadeldak o de gevels dienen afgewerkt te worden met kleinschalige materialen (gevelmetselwerk, crépibepleistering of steenstrips). Lot EC Verkaveling Stedelijk woongebied Dreef Pagina 24 van 24