BPA NR.31 SCHOONBROEKSTRAAT EN OMGEVING

Transcriptie

1 BPA NR.31 SCHOONBROEKSTRAAT EN OMGEVING Pagina 1 van 5

2 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ART. 1.- ZONE VOOR HOOFDGEBOUWEN eengezinshuizen met 1 verdieping 1. Hoogte: 6.10m gemeten tussen voetpad en bovenrand kroonlijst in de as van de voorgevel; 2. Zijgevels: vrijblijvende zijgevels mogen niet blind zijn; 3. Uitsprongen: a b voor- en zijgevels: max. 0.30m; - verboden: loggia s. achtergevels: een glazen afdak van max. 1.25m uitsprong op het gevelvlak is toegelaten; 4. Publiciteit: verboden. Voor-, zij- en achtergevels a b c lichtrode ruwe steen als parement; alle plinten en dorpels en eventuele raam- en deuromlijstingen: blauwe of witte natuurhardsteen of witte kunstmatige steen; arrière-corps: voorgevels van huizen die geen architecturaal geheel vormen, moeten onderling gescheiden zijn door een terugsprong op het gevelvlak (arrière-corps), uit te voeren in gevelsteen; breedte: 1 gevelsteen. D. Dak : 1. Vorm: zadeldak; 2. Helling: minimum 45, maximum 60 ; 3. Dakbedekking: dakpannen van het type: verbeterde Vlaamse halfronde dakpan. Langs de vrijblijvende zijgevels moet het dakvlak beëindigd worden met gevelpannen; 4. Schoorstenen: a Moeten door de nok opgetrokken worden tenzij ze niet zichtbaar zijn vanaf de straat; b Het parement van de vrijblijvende gedeelten der schoorstenen boven het dak, zal met dezelfde materialen worden uitgevoerd als het parement van de voorgevel; c Buisjes uit grès of terra-cotta van maximum 0.20m hoogte zijn toegelaten E. Schildering : 1. Moet op de plan gevoegd bij de bouwaanvraag, aangeduid worden; 2. Ijzerwerken: wit; 3. Houtwerk: wit of gevernist. Pagina 2 van 5

3 ART. 2.- ZONE VOOR BIJGEBOUWEN keuken, bergplaats of garage 1. Dak: plat; 2. Hoogte: 3.00m 3. Indien geen bijgebouw opgericht wordt, moet op de bouwlijn een muur van 3m hoogte met dubbele poort gebouwd worden. Op de erfscheiding mag een muurtje gebouwd worden van maximum 0.30m hoogte, afgedekt met een blauwe natuurhardsteen van 0.50m dikte. De vrijblijvende muren van de bijgebouwen moeten gemaakt worden uit dezelfde materialen als deze van de gevels. ART. 3.- ZONE VOOR BERGPLAATSEN bergplaats 1. Dak: plat; 2. Hoogte 2.50m De vrijblijvende muren van de bergplaatsen: rode ruwe gevelsteen; of schildering in lichte kleur is toegelaten wanneer de zone ligt tussen de openbare weg en de openbare groenzone. ART. 4.- ZONE VAN NIET BOUWEN voortuin Pagina 3 van 5

4 B. Aanleg : 1. Langs de rooilijn en op de zijdelingse erfscheidingen moet de voortuin worden afgebakend met boordstenen van 0.10m x 0.40m uit getrild beton. Deze boordstenen zullen 0.10m boven het grond- of voetpadpeil uitsteken. Hagen zijn verboden. 2. Afsluitingsmuren van de hoekpercelen: 2.20m hoogte. Dezelfde materialen als de gevels en afgedekt met een blauwe natuur-hardsteen van 0.05m dik. 3. Beplantingen: hoogstammige beplantingen zijn verboden C. Leidingen : De eigenaars zullen moeten gedogen dat in deze zone hoofdleidingen worden aangelegd van water, gas en elektriciteit, telefoon en dgl. ART. 5.- ZONE VOOR OPEN PLAATSEN EN TUINEN terras en tuinen B. Aanleg : 1. De terrassen moeten op de grensscheiding worden afgesloten door muren van 3m hoogte en 2.10m lengte; 2. De tuinen moeten op de erfscheiding afgesloten worden met hagen, te planten tegen een rasterwerk bestaande uit T-ijzers van 1m hoogte met een gaasbespanning van 0.50m hoogte. Maximumhoogte van de hagen: 1.80m. Wanneer de tuin grenst aan een voetpad, mag de haag vervangen worden door een hofmuur van 2.20m hoogte. ART. 6.- ZONE VOOR GEBOUWEN MET OPENBARE BESTEMMING kapel met pastorie ART. 7.- BIJZONDERE BEPALINGEN 1. Aan de bepalingen van vorige artikelen en aan de grafische voorschriften van het plan kunnen afwijkingen worden toegestaan voor openbare gebouwen en voor gebouwen van openbaar nut, op voorwaarde dat zij uit technisch en sociaal oogpunt noodzakelijk zijn. Pagina 4 van 5

5 2. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen kunnen, wat betreft de hoogte, de breedte en de diepte van de gebouwen, afwijkingen aan bovenstaande voorschriften worden toegestaan door de minister van openbare werken of zijn afgevaardigde. ART. 8.- ALGEMENE BEPALINGEN 1. De gemeentelijke bouwverordening blijft van kracht voor zover zij niet in strijd is met onderhavig plan en voorschriften. 2. In geval van strijdigheid tussen onderhavige voorschriften en de aanduidingen op het plan, hebben deze laatste voorrang. 3. Alle constructies moeten esthetisch verantwoord zijn. Pagina 5 van 5