1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Transcriptie

1 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VERKAVELING APPELTERRE 1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING 1.1. BESTEMMING HOOFDGEBOUW 1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW Verkeersgenererende activiteiten zijn hier ongewenst, en de percelen zijn te klein om meergezinswoningen mogelijk te maken. Daarom wordt geopteerd voor eengezinswoningen. Voorzieningen voor een inwonende hulpbehoevenden zijn toegelaten voor zover ze niet afsplitsbaar zijn van de woning. Voor de definitie van zorgwoningen wordt verwezen naar de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. - wonen (type ééngezinswoning) 1.1.B. NEVENBESTEMMING HOOFDGEBOUW Woningsplitsing is niet toegelaten, evenals neven-bestemmingen vreemd aan de woonfunctie zelf. Slechts een beperkt gedeelte van de woning kan ingericht worden als nevenbestemming. Het accent van de verkaveling ligt immers op 'wonen'. - vrije beroepen, diensten en kantoren - beperkt tot maximum 1/3 van de bebouwde oppervlakte op het gelijkvloers - moet één geheel vormen met de woongelegenheid 1.2. BESTEMMING VOORTUINSTROOK 1.2.A. HOOFDBESTEMMING VOORTUINSTROOK Er wordt bewust geopteerd om het residentiële karakter van de verkaveling te waarborgen. - voortuinstrook met bouwverbod - het stapelen van materialen en het plaatsen van caravans is verboden - een uithangbord met een maximum oppervlakte van 0,5m² met aankondiging van het ter plaatse uitgeoefend vrij beroep of handelsactiviteit is toegelaten

2 1.2.B. NEVENBESTEMMING VOORTUINSTROOK Om de parkeerdruk te beperken wordt bij open en halfopen bebouwing een extra parkeerplaats op de oprit verplicht. - een verharde toegang tot de voordeur en/of een verharde oprit tot de garage en/of carport is toegestaan : o in totaal min 3m en max 4m breed bij gesloten bebouwing (1 parkeerplaats verplicht) o in totaal min 5m en max 6m breed bij open en halfopen bebouwing (2 parkeerplaatsen verplicht) (uitzondering lot 31 waar de oprit plaatselijk beperkt is tot 4m, een 2 de parkeerplaats is wel verplicht) - de oprit/parkeerplaats op het perceel moet uitgevoerd worden met kleinschalige materialen (grind, klinkers,...) 1.3. BESTEMMING TUINZONE 1.3.A. HOOFDBESTEMMING TUINZONE Het is de bedoeling het groene karakter van de verkaveling te bewaren. - terrassen en hof - bovengrondse mazouttanks, duiventillen, antennemasten zijn verboden - de totale oppervlakte van terrassen en voetpaden moet beperkt blijven tot maximum 35% van de tuinoppervlakte 1.3.B. NEVENBESTEMMING TUINZONE De vele kotjes kenmerkend voor de Vlaamse tuinen in het verleden worden geweerd. - per perceel is er één bergplaats/tuinhuis toegelaten

3 2. VOORSCHRIFTEN GEBOUWEN 2.1. VOORSCHRIFTEN HOOFDGEBOUW 2.1.A. TYPOLOGIE HOOFDGEBOUW Open bebouwing : alle 4 de gevels zijn vrijstaand Halfopen bebouwing : 3 vrijstaande gevels Gesloten bebouwing : 2 vrijstaande gevels - de loten 31 en 32 zijn voorzien voor vrijstaande woningen (open bebouwing). - de loten 1 tem 12, 19 en 23 tem 30 zijn voorzien voor gekoppelde woningen (halfopen bebouwing). - de loten 13, 15, 16, 18, 20 en 22 zijn voorzien voor gegroepeerde woningen (halfopen bebouwing) - de loten 14 en 17 zijn voorzien voor gegroepeerde woningen (gesloten bebouwing). 2.1.B. INPLANTING HOOFDGEBOUW Met 6m is er ruim voldoende plaats om de wagen te parkeren op de oprit zonder de vrije doorgang van het voetpad te verhinderen. Er wordt bewust geopteerd voor voldoende privacy en openheid. - de voorbouwlijn wordt verplicht vastgelegd volgens het verkavelingsplan (op exact 6m van de rooilijn) o met uitzondering van loten 9 tem 12 : zie plan (min 6m) o met uitzondering van lot 31 : geen verplichte voorbouwlijn, de voorgevel is de zijde 12m - afstand tussen de zijbouwlijn en de zijkavelgrens : min 4m o met uitzondering van loten 9 tem 12 : min 3m tav o met uitzondering tussen loten 31 en 32 : min 3m - afstand tussen de achterbouwlijn en de achterkavelgrens : minimum 10m - hierbinnen zijn dakoversteken van max 0,5 m toegelaten

4 2.1.C. BOUWVOLUME HOOFDGEBOUW Bouwbreedte: - vrijstaande woningen : max12m breed - halfopen bebouwing : min 8,20m breed met uitzondering van loten 9 tem 12 : min 8m breed - gesloten bebouwing : 8m breed Zodanig heeft een kandidaat koper van een gekoppelde woning zekerheid over het aantal bouwlagen op het moment dat hij koopt. Gegroepeerde bebouwing is dus bestemd voor projectbouw Kroonlijsthoogte : hoogte gemeten tussen peil inkom dorpel van het hoofdgebouw tot de onderkant van de kroonlijst) Bouwdiepte: - op het gelijkvloers : min 8m en max 12m of 15m (zie plan) o uitzondering lot 31 : max 20m diep o uitzondering loten 27 tem 30 : max 11m diep - op de verdieping : max 12m Aantal bouwlagen : Voor alle gekoppelde woningen wordt het aantal bouwlagen vastgelegd : 1 bouwlaag + dak : loten 1, 2, 23 tem 30 2 bouwlagen (+ eventueel dak) : loten 3 tem 12 Uitzondering : lot 19 heeft de vrije keuze Voor de gegroepeerde en vrijstaande woningen : maximum 2 bouwlagen + dak, waarbij een gezamenlijke bouwaanvraag verplicht is per blok gegroepeerde woningen Bouwhoogte : Bij gekoppelde woningen : 1 bouwlaag kroonlijsthoogte vooraan tussen de 2,80 en 3,40 2 bouwlagen kroonlijsthoogte vooraan tussen de 5,60 en 6,20 De loten 1 tem 8 en 23 tem 26 hebben binnen deze vork verplicht dezelfde kroonlijsthoogte waarbij de eerst ingediende bouwaanvraag bepalend is. Bij de andere loten mag (wegens het hellend terrein) de kroonlijst verspringen. Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt niet hoger dan 0,35m boven het peil van de as van de voorliggende openbare weg Voor de gegroepeerde en vrijstaande woningen : kroonlijsthoogte maximum 6,20m De nokhoogte van lot 31 wordt beperkt tot max 10m Uitzondering : Indien twee gekoppelde halfopen bebouwingen via een gezamenlijke (of gelijktijdig in overleg) bouwaanvraag worden ingediend, kan men afwijken van : 1 naar 2 bouwlagen, 2 naar 1 bouwlaag en de minimum kroonlijsthoogte 2.1.D. MATERIALEN HOOFDGEBOUW Het residentieel karakter van de verkaveling zal door materiaalgebruik onderstreept worden. - alle klassieke bouwmaterialen zijn toegelaten - geen felle en helle kleuren

5 2.1.E. DAKVORM HOOFDGEBOUW De dakvorm wordt vrij gelaten (binnen enkele minimale grenzen) om aan architecturale vrijheid te voorzien. - Gegroepeerde en vrijstaande woningen : dakvorm vrij o hellend dak (met verplichte helling 45 ) o plat dak o gebogen dakvorm : de ingeschreven binnenvlakken vormen een hoek met de waterpaslijn van maximum 50 - Gekoppelde woningen met 1 bouwlaag + dak : dakvorm verplicht hellend dak (met verplichte helling 45 ) - Gekoppelde woningen met 2 bouwlagen (+ eventueel dak): hellend (met verplichte helling 45 ) of plat dak: dit wordt wel vastgelegd door de eerst ingediende bouwaanvraag - het integreren van zonnepanelen is toegelaten (geen maximum oppervlakte) - dakvlakramen zijn toegelaten : de breedte ervan wordt beperkt tot 1/2 van de gevelbreedte 2.1.F. STANDVENSTERS HOOFDGEBOUW Bij een bouwvolume van 1 bouwlaag + dak zijn standvensters belangrijk voor de woonkwaliteit. - breedte : maximaal 1/3 van de voorgevel - onderlinge afstand tussen de verschillende standvensters : minimum 1m - afstand tot de zijgevel : minimum 0,6m - afstand tot het voor- of achtergevelvlak : minimum 0,6m - hoogte ten opzichte van het dakvlak: maximum 2,1m 2.1.G. GARAGE De verplichting van garage en/of carport zal de parkeerdruk tot ene minimum beperken. - er is minimum 1 garage of carport verplicht per lot - een garage is verplicht te voorzien in het hoofdgebouw - garage en carport is toegelaten - een garage op een hoeklot moet uitgeven aan de rooilijnzijde 6m - ondergrondse garages zijn verboden 2.2. VOORSCHRIFTEN CARPORTS 2.3.A. VERSCHIJNINGSVORM Om het open karakter van de verkaveling te garanderen. - een carport is toegestaan, die één architecturaal geheel vormt met de woning - uitzondering : bij lot 8 is een carport niet toegelaten - verplicht 3 zijden open constructie

6 2.2.B. INPLANTING Zo kunnen er twee wagens voor de carport geplaatst worden - de voorbouwlijn dient te starten op minimum 5m achter de voorbouwlijn van het hoofdgebouw - de achterbouwlijn mag niet verder reiken dan de achterbouwlijn van het hoofdgebouw - de carport dient tegen een zijgevel worden aangebouwd en plaatsing tot op minimum 1m van de perceelsgrens - indien twee carports die samen één architecturaal gekoppeld geheel vormen is een breedte van 4m toegelaten 2.2.C. BOUWVOLUME Een uitbreiding van de woning boven de carport is verboden. - maximum oppervlakte 21 m² (breedte 3m) of 28 m² (breedte 4m) - maximum hoogte 3 m 2.3. VOORSCHRIFTEN AFZONDERLIJKE BERGPLAATS/TUINHUIS 2.3.A. VERSCHIJNINGSVORM Het residentieel karakter van de verkaveling zal door materiaalgebruik onderstreept worden. - materialen : metselwerk of hout - dak : plat of hellend (maximum 30 ) 2.3.B. INPLANTING Door de bereikbaarheid wordt het onderhoud gegarandeerd. - inplanting : op 1m van de perceelsgrenzen - mits wederzijds akkoord kan er op de perceelsgrens gekoppeld worden waarbij het gebruik van hetzelfde gevelmateriaal en dakmateriaal verplichtend is 2.3.C. BOUWVOLUME De omvang wordt beperkt, zodat de hoofdgebouwen beeldbepalend zullen zijn voor de verkaveling. - maximale oppervlakte van 12m² - maximum hoogte tot deksteen of kroonlijst van 3m

7 3. NIET-BEBOUWD GEDEELTE 3.1 AFSLUITINGEN 3.1.A. IN TUIN Het residentieel karakter van de verkaveling zal door materiaalgebruik onderstreept worden. - levende hagen en/of paaltjes en draad, max hoogte 2m - bij gekoppelde en gegroepeerde bebouwing mogen in het verlengde van de gemeenschappelijke zijgevel scheidingsmuurtjes worden opgericht tot een diepte van 3m en met een hoogte van 2m - betonplaten onderaan de afsluiting zijn toegelaten voor zover zij niet meer dan 0,50m zichtbaar zijn - afsluitingen op de perceelsgrenzen palend aan het openbaar domein : zie 3.1.B. 3.1.B. IN VOORTUINSTROOK Door het creëren van een uniforme haag op de rooilijn wordt het residentiële en vooral groene karakter van de verkaveling gewaarborgd. Het betreft hier een specifieke verplichte aanplanting, onderhoud en in stand houden van een haag thv de rooilijn onder strikte voorwaarden : o de haag dient aangeplant te worden op 0,5m ten opzichte van de rooilijn en over de volledige lengte, met uitzondering ter hoogte van de perceeltoegangen o de plantsoortkeuze is beperkt tot Carpinus betulus (haagbeuk); de minimale plantafstand is 4st/m; de haag mag aangevuld worden met een haagversterking of een draadafsluiting; deze dient maximaal ingepast te worden in het totaalbeeld van de haag o de minimale hoogte van de haag is 0,8m; de maximale hoogte van de haag is 1m in de voortuinstrook en 2m op de zijdelingse perceelsgrens; o de haag dient aangeplant te worden binnen het jaar van ingebruikname van de woning o het onderhoud en de instandhouding dienen te gebeuren door de aangelanden

8 3.2 NIVELLERINGEN Grote ophogingen kunnen een ongunstig effect hebben op de waterhuishouding van de aanpalende percelen en moeten beperkt blijven. Bijvoorbeeld bij de loten 19 en 23 tem 26. Bijgevoegde terreinprofielen geven aan hoe de woningen ingeplant worden tov de weg en de aanpalende percelen. Tov deze toestand zijn enkel de noodzakelijke ophogingen toegelaten. Bij een aantal woningen zullen hierdoor vermoedelijk de niveauverschillen moeten opgevangen worden in de woning. 3.3 INFILTRATIE Dit is al opgenomen is in de collectieve infiltratievoorziening op openbaar domein. Dit is een extra bijdrage aan de principes van de watertoets en hemelwaterverordening. Voor iedere kavel apart moet er GEEN infiltratie- en/of buffervoorziening worden voorzien. Een regenwaterput (minimum 5000 liter) met hergebruik is wel nog verplicht. De verhardingen en hun fundering moeten waterdoorlatend zijn of moeten het regenwater afvoeren naar het maaiveld waar het ter plaatse kan infiltreren. Enkel indien het niet anders kan mag er een slikker of aquadrain geplaatst worden.