PROGRAMMA RISICOBEHEERSING BRANDWEER GELDERLAND-ZUID Per 1 januari 2017

Transcriptie

1 PROGRAMMA RISICOBEHEERSING BRANDWEER GELDERLAND-ZUID Per 1 januari 2017 Opdrachtgever: BMT Bestandsnaam: Programma Risicobeheersing Brandweer.docx Project: Brandweerzorgplan Versie: 0.9 Auteur: Hans de Harder Datum:

2 1 Index 1 Index Inleiding Algemeen Aanleiding en achtergrond programma risicobeheersing Het programma Thema Brandveilig Leven Inleiding Het programma objectgerichte werkzaamheden Het programma doelgroepenbeleid Het programma Projecten Thema Veilig Bouwen Inleiding Het programma Omgevingsvergunningen bouw Het programma Omgevingsvergunningen en meldingen brandveilig gebruik Het programma Overige werkzaamheden Thema Toezicht & Handhaving Inleiding Het programma toezicht op bouwwerken Het programma toezicht op evenementen Het programma toezicht op basis van klachten en meldingen Het programma STOOM Het programma Onvoorzien en projecten Thema Omgevingsveiligheid Inleiding Het programma Advisering op ruimtelijke ordening Het programma Advisering op evenementen Het programma Advies, toezicht en handhaving bij de BRZO-bedrijven Het programma Advisering op bedrijven met gevaarlijke stoffen Het programma Advisering op vuurwerk en ontplofbare stoffen Het programma Overige activiteiten

3 2 Inleiding 2.1 Algemeen Sinds 1 januari 2016 is de Brandweer Gelderland-Zuid ingericht in themateams. Deze teams leveren inhoudelijk aan elkaar verbonden producten voor de hele regio. Het domein risicobeheersing is in vier thema s vormgegeven: Brandveilig leven Activiteiten die sterk gericht zijn op voorlichting. Het doel is om het kennisniveau van burgers, bedrijven en instellingen ter verhogen zodat zijzelf aan de slag gaan met de brandveiligheid. Veilig Bouwen Brandveiligheidsadviezen op omgevingsvergunningen bouwen en gebruik, adviezen op programma s van eisen of uitgangspunten documenten en het houden van toezicht tijdens de bouw. Toezicht & Handhaving Het houden van toezicht op de daadwerkelijk staat en het gebruik van bouwwerken. Waar nodig: adviseren en ondersteunen bij de handhaving of uitvoering geven daaraan. Omgevingsveiligheid Adviezen op ruimtelijke plannen, adviezen en deels toezicht op evenementen, hoog risico bedrijven (BRZO en Bevi), opslag gevaarlijke stoffen en adviezen op vuurwerk en ontplofbare stoffen. Dit programma beschrijft samenhangend de geplande werkzaamheden van de vier teams in het domein risicobeheersing per 1 januari Aanleiding en achtergrond programma risicobeheersing Het domein risicobeheersing van de Brandweer Gelderland-Zuid beweegt zich voor een groot deel op het gebied van vergunningverlening toezicht en handhaving (VTH-taken). Daar zijn meerdere overheidspartijen actief: de gemeenten als primair beleidsverantwoordelijken, de omgevingsdiensten voor (gedeeltelijke) uitvoering van het gemeentelijke beleid en de brandweer als onderdeel van de veiligheidsregio met zowel een beleids- als uitvoeringstaak. Dat betekent dat afstemming van beleid en taken essentieel is. In het kader van het project Brandweerzorgplan heeft de Brandweer Gelderland-Zuid het initiatief daartoe genomen. Er is gekozen om te starten met het creëren van een gelijk beeld van de risico s in de regio. In eerste instantie is daaraan gewerkt in een pilot met de Omgevingsdienst Regio Nijmegen en gemeente Nijmegen. Dat leidde tot een eerste aanzet voor een integrale risicoanalyse. Deze analyse is vervolgens gevalideerd en uitgebreid in samenwerking met de Omgevingsdienst Rivierenland en later weer vastgesteld in overleg met de Omgevingsdienst Regio Nijmegen. 2.3 Het programma De vastgestelde visie op de brandweerzorg, de uitkomsten van de integrale risicoanalyse en het brand- en hulpverleningsrisicoprofiel van zijn vertaald naar een concreet programma per themateam van de Brandweer Gelderland-Zuid. In deze notitie is dat programma per team beschreven. 3

4 3 Thema Brandveilig Leven 3.1 Inleiding De werkzaamheden van het thema Brandveilig Leven richten zich primair op activiteiten die sterk gericht zijn op voorlichting. Het doel is om het kennisniveau van burgers, bedrijven en instellingen ter verhogen zodat zijzelf aan de slag gaan met de brandveiligheid Voor het programma risicobeheersing is onderscheid gemaakt in drie hoofdgroepen van de werkzaamheden: Objectgerichte werkzaamheden Hierbij gaat het om voorlichtingsactiviteiten die worden ondernomen om gesignaleerde risico s in de integrale risicoanalyse zoveel als mogelijk te reduceren. Het programma van deze werkzaamheden is gericht op de gebouwcategorieën uit het brand- en hulpverleningsrisicoprofiel van de Brandweer Gelderland-Zuid. Doelgroepenbeleid Hierbij gaat het om voorlichting aan kwetsbare doelgroepen. Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij landelijke speerpunten van Brandweer Nederland, regionale speerpunten van de Brandweer Gelderland-Zuid en lokale speerpunten van de gemeenten. Voorbeelden van doelgroepen zijn zelfstandig thuiswonende ouderen en studenten. Projecten Bij projecten gaat het om activiteiten die niet gericht zijn op één duidelijke doelgroep of worden gericht op het risico van een object. Hierbij valt te denken aan activiteiten rondom de brandpreventieweken, algemene voorlichtingsactiviteiten op jaarmarkten en braderieën en contacten met brancheverenigingen. 3.2 Het programma objectgerichte werkzaamheden Klinieken en ziekenhuizen (dag- en nachtbehandeling)* Eens per twee jaar bezoek aan de klinieken en ziekenhuizen met het doel om de organisatie en patiënten bewust te maken van de specifieke risico s in het eigen pand. Verpleegtehuizen* Jaarlijks bezoek aan verpleegtehuizen met het doel om de organisatie en bewoners bewust te maken van de specifieke risico s in het eigen pand. Klinieken en ziekenhuizen (alleen dagbehandeling)* Jaarlijks bezoek aan de klinieken en ziekenhuizen met het doel om de organisatie en patiënten bewust te maken van de specifieke risico s in het eigen pand. Woongebouwen met 24-uurs zorg* In een cyclus van vijf jaar, vier keer op bezoek komen voor gerichte voorlichting aan de zorgverleners en bewoners. Overdekte winkelcentra* Eén op de tien winkelcentra beoordelen en beadviseren op basis van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) op basis van reeds bestaande trajecten. Woongebouwen met zorg, zonder 24-uurs zorg Jaarlijks gerichte voorlichting aan de zorgverleners en bewoners. Buurthuis, ontmoetingscentrum, wijkcentrum* De multifunctioneel gebruikte centra (bijvoorbeeld combinatie van buurthuis, kinderdagopvang en ggd-consultaties) eens per twee jaar bezoeken voor gerichte voorlichting. De overige gebouwen eens per vijf jaar bezoeken voor gerichte voorlichting. Multifunctioneel gebruikte gebouwen met een bijeenkomstfunctie* Eens per twee jaar bezoeken voor gerichte voorlichting. Dagverblijven voor gehandicapten Eens per drie jaar bezoeken voor gericht voorlichting aan de begeleiders. Stationsgebouwen met commerciële functies in het gebouw Eens per vier jaar gerichte voorlichting aan de uitbaters van de commerciële functies. Gebouwen met een celfunctie en gevangenis* Eens per 10 jaar een gerichte voorlichting aan de verantwoordelijke organisatie. Gebedshuis* Eens per 10 jaar een gerichte voorlichting aan de hoofdgebruiker van het gebedshuis. 4

5 Kantines en eetzalen* Eens per tien jaar bezoeken voor gerichte voorlichting. Zwembaden Eens per tien jaar gerichte voorlichting. Buitenschoolse opvang Eens per tien jaar gerichte voorlichting. De objecten voorzien van een * krijgen daarnaast ook aandacht vanuit het thema Toezicht & Handhaving. 3.3 Het programma doelgroepenbeleid Doelgroep zelfstandig thuiswonende ouderen De doelgroep zelfstandig thuiswonende ouderen wordt in eerste instantie benaderd vanuit de objecten woongebouwen met zorg, zonder 24-uurs zorg. Daarvoor zijn naast de objectbezoeken nog 250 uren bestemd. Verder zijn er 500 uren gereserveerd voor het uitvoeren van woningchecks en het netwerken met externe partners. Die uren worden voor een groot deel ook gericht op deze doelgroep. Doelgroep basisschoolleerlingen* Aan de hand van het programma Brandveilig leven leer je nu worden basisschoolleerlingen voorgelicht over de risico s van brand en wat zij zelf kunnen doen om die risico s te verlagen. Dat wordt in eerste instantie gericht op de leerlingen van groep 6. De verwachting is dat 4 op de 5 basisscholen hieraan zal meewerken. De overige scholen zal worden bezocht door toezichthouders vanuit het thema Toezicht & Handhaving. Doelgroep middelbare schoolleerlingen Bij de leerlingen van de middelbare school zal worden gemeten hoeveel invloed de voorlichting tijdens de basisschooltijd heeft gehad. Dit wordt gecombineerd met een nieuwe voorlichting voor deze doelgroep. Doelgroep seizoenarbeiders* De huisvesting van seizoenarbeiders in gebouwen die daarvoor niet zijn bedoeld levert specifieke brandveiligheidsrisico s op. Deze huisvesting (logies in bijzondere gebouwen) scoort op alle sorteringen in het brandrisicoprofiel het hoogste risico. Waar mogelijk en bekend zullen voorlichtingen worden gegeven over de risico s aan de huisvesters en/of de seizoenarbeiders. Doelgroep campings/ bungalowparken* In meerdere gemeenten liepen en lopen projecten ter verbetering van de brandveiligheid op campings en bungalowparken. De voorlichting aan de exploitanten en bewoners vormt de basis om brandveilige campings en parken te creëren. Doelgroep niet-thuiswonende-studenten Studentenkamers en woningen zijn vooral in de gemeente Nijmegen een belangrijke doelgroep. Gerichte voorlichtingen voor de studenten moeten zorgen voor beter brandveiligheidssituatie in de woningen en kamers. Doelgroep agrarische sector De laatste jaren zijn er steeds meer brandveiligheidsmaatregelen getroffen voor voornamelijk de veehouderij. Voorlichtingen aan de agrarische sector moeten de boeren bewust maken van de risico s, de regels en de mogelijke risico s om zo zelf hun verantwoordelijkheid voor de brandveiligheid van het bedrijf te kunnen nemen. Doelgroep burgers die in aanraking zijn geweest met brand Met het programma Voorlichting na brand worden buurtbewoners voorgelicht over een woningbrand in hun directe omgeving, de risico s in het algemeen en mogelijk maatregelen in de eigen woning. Dergelijke voorlichtingen zijn vaak effectief vanwege de impact van de brand op de rest van de omwonenden. Voor de doelgroepen met een * is er naast aandacht voor de doelgroep vanuit het thema Toezicht en Handhaving ook inzet op de objecten. 3.4 Het programma Projecten In het programma projecten is voor 2017 het volgende geprogrammeerd: Contact met branchevereniging voor logiesfuncties Om de risico s in Bed and Breakfasts en hotels te verlagen wordt een samenwerkingsverband met de branchevereniging(en) nagestreefd. In 2017 is ruim 300 uur gereserveerd om dat contact op te starten. 5

6 Samenwerkingsverband met de GGD Voor de kinderopvang is de GGD aangewezen als toezichthouder voor de kwaliteit in deze branche. Het streven is om de toezichthouders basis brandveiligheidskennis mee te geven. Tijdens het toezicht kunnen zij objecten dan op een aantal kritieke punten beoordelen en eventueel ook voorbereid voorlichtingsmateriaal verstrekken. Hiervoor is in 2017 ruim 100 uur gereserveerd. Organiseren van table top oefeningen voor bedrijven en instellingen Om het risicobewustzijn van bedrijven en instellingen te verhogen en hen handvatten te geven om die risico s te beheersen, worden table top oefeningen gepland in Hiervoor is 250 uur gereserveerd. Brandpreventieweken Elk najaar wordt tijdens de brandpreventieweken landelijk aandacht gevraagd voor een specifiek onderwerp. Daaraan wordt in de regio Gelderland-Zuid extra aandacht besteed op basis van dat onderwerp. Voor 2017 is hiervoor ongeveer 300 uur begroot. Interne kwaliteitsversterking Voor goede voorlichting zijn betrouwbare data, onderzoeken en goede voorlichters noodzakelijk. Om dit intern te organiseren is 300 uur gereserveerd. Onvoorzien Om enigszins flexibel in te kunnen springen op politiek bestuurlijke prioriteiten die niet waren voorzien is in uur aan onvoorziene werkzaamheden begroot. 6

7 4 Thema Veilig Bouwen 4.1 Inleiding Het thema Veilig Bouwen richt zich primair op adviezen brandveiligheid bij de verlening van omgevingsvergunningen bouw en brandveilig gebruik. Daarbij wordt er tijdens de bouw ook toezicht gehouden vanuit het thema Veilig Bouwen. Daarnaast worden meldingen brandveilig gebruik beoordeeld. Afhankelijk van het verleende mandaat door gemeente worden de onderdelen gebruik van een advies voorzien of volledig afgehandeld. De programmering van het thema is lastig, omdat de hoeveelheid vergunningaanvragen volledig wordt bepaald door de marktomstandigheden. De laatste jaren neemt het aantal vergunningaanvragen toe. De programmering voor 2017 is afgeleid van het aantal adviesaanvragen van de afgelopen anderhalf jaar. Vanaf 2018 is het de bedoeling de programmering volledig af te stemmen op de kengetallen van de Omgevingsdienst Rivierenland en de Omgevingsdienst Regio Nijmegen. 4.2 Het programma Omgevingsvergunningen bouw Voor 2017 wordt rekening gehouden met ongeveer 1400 adviesaanvragen vanuit omgevingsdiensten en gemeenten. Een deel van deze aanvragen (ongeveer 300) valt voor de brandweer echter te classificeren als klein. Dat betekent dat er weinig tot geen specifieke brandweerkennis noodzakelijk is voor de beoordeling van de brandveiligheid bij deze aanvragen. Deze aanvragen worden in beginsel niet meer uitgebreid getoetst, maar voorzien van een standaard advies. Voor 2017 worden daarom 1100 adviezen op omgevingsvergunningen bouw geprogrammeerd. Verder worden 550 controles tijdens de bouw geprogrammeerd. Los van deze aantallen wordt er rekening gehouden met complexe adviestrajecten die veel tijd in beslag nemen. Daarbij valt te denken aan continue verbouwprocessen van de ziekenhuizen of de bouw of verbouw van grote hotels in de regio. Hiervoor is op basis van ervaringscijfers de inzet van 1 Fte begroot. 4.3 Het programma Omgevingsvergunningen en meldingen brandveilig gebruik Voor 2017 worden 65 omgevingsvergunningen brandveilig gebruik geprogrammeerd. Deze worden allemaal van een advies door de brandweer voorzien. In die gevallen dat er sprake is van een bestaand bouwwerk kan daarbij ook een inspectie van het bouwwerk worden uitgevoerd om de vergunningstekeningen goed te kunnen beoordelen. Verder worden 500 meldingen brandveilig gebruik voor advisering geprogrammeerd. Ook daarbij kan het voorkomen dat een bezoek ter plaatse noodzakelijk is voor de beoordeling van de melding. 4.4 Het programma Overige werkzaamheden Extern gericht Om flexibel in te kunnen springen op veranderende marktomstandigheden, projecten van gemeenten en omgevingsdiensten en voor ondersteuning van de andere thema s bij complexe zaken is 1,5 Fte begroot. Deze raming is gebaseerd op de ervaringen van de afgelopen jaren. Intern gericht Het thema Veilig Bouwen is kennisintensief en wordt geconfronteerd met de gevolgen van de stelselwijziging in het omgevingsrecht. Daarom is capaciteit geraamd voor een permanente interne kwaliteitstoets. Hiervoor is ongeveer 400 uur geraamd. 7

8 5 Thema Toezicht & Handhaving 5.1 Inleiding De activiteiten van het thema Toezicht & Handhaving richten zich primair op het houden van toezicht na de oplevering van bouwwerken en tijdens evenementen. Het doel is om het brandveiligheidsniveau van deze bouwwerken en evenementen in beeld te houden en waar nodig een minimaal niveau af te dwingen via handhaving. De reikwijdte en diepgang van de inspecties richten zich op het volledige BIO-pakket : bouwkundige, installatietechnische en organisatorische aspecten. Dat gebeurt in nauwe samenwerkingen met de twee omgevingsdiensten en 16 gemeenten. Voor het overgrote deel wordt dit geprogrammeerd (op basis van ingeplande bezoeken) en voor een kleiner deel op basis van klachten en meldingen van burgers, bedrijven en instellingen. Verder houdt het thema zich bezig met het uitvoeren van het STOOM-beleid dat als doel heeft om het aantal loze meldingen van automatische brandmeldinstallaties tot een minimum te beperken. 5.2 Het programma toezicht op bouwwerken Dit programma volgt rechtstreeks vanuit de integrale risicoanalyse. Klinieken en ziekenhuizen (dag- en nachtbehandeling)* Eens per twee jaar toezicht. Verpleegtehuizen* De verpleegtehuizen die niet meewerken aan de voorlichting vanuit het thema Brandveilig Leven óf waar voorlichting niet effectief is, jaarlijks toezicht. Klinieken en ziekenhuizen (alleen dagbehandeling)* De klinieken en ziekenhuizen die niet meewerken aan de voorlichting vanuit het thema Brandveilig Leven óf waar voorlichting niet effectief is, jaarlijks toezicht. Woongebouwen met 24-uurs zorg* In een cyclus van vijf jaar, één keer op bezoek komen voor toezicht. Cafés en discotheken 20% Van de objecten jaarlijks selecteren voor integraal toezicht met meerdere betrokken diensten, waaronder ook een financiële controle. De overige objecten eens per twee jaar toezicht. Logies in bijzondere gebouwen (seizoensgebonden arbeiders)* Jaarlijks toezicht op de bij de brandweer bekende objecten. Campings, bungalowparken en jachthavens* Jaarlijks toezicht. Logies personen* Eens per vier jaar toezicht. Overdekte winkelcentra* De winkelcentra die niet deelnemen aan KVO trajecten voorzien van toezicht. Daarbij het volgende onderscheid: o Winkelcentra met gestapelde functies (bijvoorbeeld parkeren, winkelen en wonen boven elkaar): jaarlijks toezicht o Winkelcentra zonder gestapelde functies: eens per drie jaar toezicht. Parkeergarages/ parkeerkelders/ parkeerdekken Eens per vijf jaar toezicht. Fabrieken en industrie Steekproefsgewijs toezicht: eens per tien jaar. Kinderdagopvang >10 personen Eens per twee jaar toezicht. Buurthuis, ontmoetingscentrum, wijkcentrum* De multifunctioneel gebruikte centra (bijvoorbeeld combinatie van buurthuis, kinderdagopvang en ggd-consultaties) eens per twee jaar toezicht. Multifunctioneel gebruikte gebouwen met een bijeenkomstfunctie* Eens per twee jaar toezicht. Dagverblijf gehandicapten >10 personen Eens per drie jaar toezicht. Peuterspeelzaal >10 personen Steekproefsgewijs toezicht: eens per tien jaar. 8

9 Speciale onderwijsfunctie (specifiek voor Radboud universiteit) Handhaven van de bestaande aanpak met een toezichthouder die accounthouder is en jaarlijks het toezicht in overleg met ODRN plant. Stadion Jaarlijks toezicht binnen het proces van het verplichte veiligheidsplan voor de KNVB. Theaters Eens per vijf jaar toezicht. Gebouwen met een celfunctie en gevangenis* Steekproefsgewijs toezicht: eens per tien jaar. Gebedshuis* Steekproefsgewijs toezicht: eens per tien jaar. Basisscholen* Scholen die niet deelnemen aan het programma Brandveilig leven leer je nu : jaarlijks toezicht. Winkelgebouwen personen Jaarlijks toezicht op de grote objecten. Kantines en eetzalen* Steekproefsgewijs toezicht: eens per tien jaar. Tentoonstellingsgebouwen Steekproefsgewijs toezicht: eens per tien jaar. Musea en bibliotheken Steekproefsgewijs toezicht: eens per vijf jaar. Logies >50 personen* Een per vier jaar toezicht. De objecten voorzien van een * krijgen daarnaast ook aandacht vanuit het thema Brandveilig Leven 5.3 Het programma toezicht op evenementen Dit programma sluit aan bij de risicoclassificering van evenementen zoals opgenomen in het evenementenbeleid van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Daarbij zijn de hoog risico evenementen geclassificeerd als C-evenement, de midden categorie als B-evenement en de laag risico evenementen als A-evenement. C-evenementen Voor 2017 wordt rekening gehouden met 37 C-evenementen in de regio Gelderland-Zuid. Deze worden allemaal geprogrammeerd voor toezicht tijdens het evenement. B-evenementen Voor 2017 wordt rekening gehouden met 473 B-evenementen in de regio Gelderland-Zuid. Afhankelijk van de specifieke kenmerken van deze evenementen wordt afgewogen of toezicht noodzakelijk is. Uitgangspunt is dat in 70% van de gevallen toezicht op de B-evenementen wordt gehouden. In het programma is daarom rekening gehouden met ongeveer 330 B-evenementen. A-evenementen Voor 2017 wordt rekening gehouden met ruim 400 A-evenementen in de regio Gelderland-Zuid waarop een adviesaanvraag wordt gedaan bij de brandweer. In beginsel wordt er geen toezicht gehouden op deze evenementen, tenzij er zeer specifieke risicofactoren zijn die daar wel aanleiding toe geven. In de programmering is rekening gehouden met ongeveer 40 A- evenementen waarop toezicht moet worden gehouden. 5.4 Het programma toezicht op basis van klachten en meldingen Dit programma wordt volledig gestuurd door het aantal klachten en meldingen dat binnenkomt en door toezichthouders van de brandweer moet worden opgevolgd. In het programma is, op basis van ervaringscijfers, rekening gehouden met ruim 360 klachten en meldingen. Ongeveer 30 % van deze meldingen doen zich buiten kantooruren voor. Om hier adequaat op te kunnen reageren is voor een deel van de regio Gelderland-Zuid een piketregeling ingesteld. 5.5 Het programma STOOM Het regionale STOOM-beleid wordt herzien en is op dit moment in procedure gebracht voor besluitvorming. In het programma voor 2017 zijn nu 600 uren begroot voor uitvoering van het repressief uitvoeren van het STOOM-beleid. Afhankelijk van besluitvorming over nieuw beleid worden hier nog wijzigingen in aangebracht. 9

10 5.6 Het programma Onvoorzien en projecten In dit programma wordt ruimte gereserveerd voor interne projecten, voor onvoorzien toezicht en voor projecten van gemeenten en omgevingsdiensten. Onvoorzien Om flexibel te kunnen zijn bij toezicht waarvan de noodzaak gedurende het jaar pas duidelijk wordt is 1 Fte gereserveerd. Deze uren zijn nadrukkelijk bedoeld voor het kunnen honoreren van verzoeken van gemeenten en omgevingsdiensten. Projecten extern Om een bijdrage te kunnen leveren aan projecten van gemeenten en omgevingsdiensten en om zelf projectmatig toezicht in gang te kunnen zetten, is ongeveer 1,5 Fte gereserveerd. Overigens geldt voor deze reservering dat een deel van de uren wordt toegekend aan geprogrammeerd toezicht. Bijvoorbeeld het multidisciplinaire toezicht bij cafés en discotheken en het toezicht bij het ziekenhuis en de universiteit worden hierin begroot. Voor beide bovenstaande posten geldt dat hier geen sprake is van personeel dat volledig voor deze taken is vrijgesteld. Elk jaar wordt gestart met het geprogrammeerde toezicht. De ervaring heeft geleerd dat gedurende het jaar ongeveer deze hoeveelheid niet geprogrammeerd werk moet worden uitgevoerd. Als dat minder uren vraagt, kan reeds toezicht worden uitgevoerd bij objecten die in het begin van het volgende jaar zijn geprogrammeerd. Intern project: nulmeting en uniformering De vorming van themateams is mede bedoeld om uniformiteit van werken in de hele regio Gelderland-Zuid te bewerkstelligen. Binnen het thema Toezicht & Handhaving wordt daarom een nulmeting uitgevoerd om een generiek beeld van de brandveiligheidsstaat van de objecten te verkrijgen en van daaruit te werken aan uniformering van het toezicht. Hiervoor is 1 Fte gereserveerd. De uitkomst van deze nulmeting kan effect hebben op de hierboven beschreven programmering voor wat betreft de prioriteitstelling en kentallen voor formatie. 10

11 6 Thema Omgevingsveiligheid 6.1 Inleiding De werkzaamheden van het thema Omgevingsveiligheid richten zich primair op activiteiten die niet direct aan een object te koppelen zijn of waarvan de risico s een uitstraling op de omgeving kunnen hebben. In hoofdlijnen gaat het om de volgende producten: Advisering op ruimtelijke ordening Advisering op evenementen Advies, toezicht en handhaving bij de BRZO-bedrijven Advisering op bedrijven met gevaarlijke stoffen Advisering op vuurwerk en ontplofbare stoffen Overige activiteiten Daarnaast wordt ook advies gegeven bij het instellen of herzien van routering van gevaarlijke stoffen. Dit is echter maar voor één gemeente in de regio relevant: Nijmegen. 6.2 Het programma Advisering op ruimtelijke ordening De advisering op ruimtelijke ordening (zoals structuurplannen en bestemmingsplannen) richt zich in beginsel op de wettelijke adviesrol van de Veiligheidsregio in het kader van externe veiligheid. Alle gemeenten die een verzoek om advies doen in dat kader krijgen binnen 4 weken een inhoudelijke reactie. Deze adviesrol is echter beperkt tot een zeer specifiek kader en is alleen geborgd bij externe veiligheidsvraagstukken. In samenwerking met gemeenten en provincie is daarom het Instrument Ruimtelijke Veiligheid ontwikkeld en voor een groot deel geïmplementeerd. Dat instrument heeft als doel om gemeenten en provincie te voorzien van alle handvatten die er zijn om vroegtijdig de veiligheid van een ruimtelijk plan te beïnvloeden. Het advies richt zich daarbij op een diversiteit van veiligheidsonderwerpen. Voor deze advisering is ruim 2 Fte beschikbaar. Deze capaciteit wordt deels geleverd door andere diensten van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. 6.3 Het programma Advisering op evenementen Dit programma sluit aan bij de risicoclassificering van evenementen zoals opgenomen in het evenementenbeleid van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Daarbij zijn de hoog risico evenementen geclassificeerd als C-evenement, de midden categorie als B-evenement en de laag risico evenementen als A-evenement. C-evenementen Voor 2017 wordt rekening gehouden met 37 C-evenementen in de regio Gelderland-Zuid. Deze worden allemaal geprogrammeerd voor advisering en een controle tijdens de opbouw. B-evenementen Voor 2017 wordt rekening gehouden met 473 B-evenementen in de regio Gelderland-Zuid. Afhankelijk van de specifieke kenmerken van deze evenementen wordt afgewogen of een advies noodzakelijk is. Uitgangspunt is dat in 70% van de gevallen een advies op de B-evenementen wordt gegeven. In het programma is daarom rekening gehouden met ongeveer 330 B- evenementen. A-evenementen Voor 2017 wordt rekening gehouden met ruim 400 A-evenementen in de regio Gelderland-Zuid waarop een adviesaanvraag wordt gedaan bij de brandweer. In beginsel wordt er geen advies meer gegeven op deze evenementen, tenzij er zeer specifieke risicofactoren zijn die daar wel aanleiding toe geven. In de programmering is rekening gehouden met ongeveer 40 A- evenementen waarop een advies moet worden uitgebracht. Voor de overige A-evenementen worden handreikingen ontwikkeld. 6.4 Het programma Advies, toezicht en handhaving bij de BRZO-bedrijven De BRZO-bedrijven zijn milieu-inrichtingen die vanwege de hoeveelheid gevaarlijke stoffen vallen onder het Besluit Risico s en Zware Ongevallen. Voor deze bedrijven geldt een zwaarder veiligheidsregime. De advisering, het toezicht en de handhaving gebeurt in nauwe samenwerking met twee andere overheidsinstellingen die belast zijn met deze taken: 11

12 De Omgevingsdienst Regio Nijmegen: verantwoordelijk voor de vergunningverlening en het toezicht en de handhaving op deze vergunning. De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid: verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving vanuit de Arbo-wetgeving. De specialisten en organisaties die uitvoering geven aan de BRZO-taken moeten voldoen aan kwaliteitscriteria. De veiligheidsregio s werken in regio overstijgende gebieden om deze kwaliteit te waarborgen. De regio Gelderland-Zuid werkt hiervoor samen in het verband van Oost-5 : de regio s Gelderland-Midden, Noord- en Oost-Gelderland, Twente, IJsselland en Gelderland-Zuid. Het programma gaat uit van de capaciteit die nodig is voor advies, toezicht en handhaving op de bedrijven in de eigen regio. Inspecties vinden in het samenwerkingsverband echter over de eigen regiogrenzen heen plaats. Onder dit programma valt ook de aanwijzing van, het toezicht en de handhaving op bedrijfsbrandweren plaats. Dit is een directe wettelijke taak voor de veiligheidsregio vanuit de Wet veiligheidsregio s. In totaal is voor deze activiteiten 2 Fte begroot. 6.5 Het programma Advisering op bedrijven met gevaarlijke stoffen In de regio Gelderland-Zuid zijn veel bedrijven met gevaarlijke stoffen die niet onder het Besluit Risico s en Zware Ongevallen vallen. Deze bedrijven kunnen vanwege hun opslag desalniettemin een risico vormen voor de omgeving. In dit programma is ruimte gemaakt voor advisering ter beperking van deze risico s. Daarbij is rekening gehouden met ongeveer 80 adviezen. Niet alle binnenkomende aanvragen worden dan van een advies voorzien. Hierbij wordt vooraf een risico inschatting gemaakt om de noodzaak tot een advies te bepalen. 6.6 Het programma Advisering op vuurwerk en ontplofbare stoffen Advisering op bedrijven en evenementen met vuurwerk behoort tot de wettelijke taak van de veiligheidsregio. In het programma is rekening gehouden met: 15 adviezen over bedrijven met opslag van vuurwerk en ontplofbare stoffen; 35 adviezen over evenementen met ontbranding van vuurwerk. 6.7 Het programma Overige activiteiten In het thema Omgevingsveiligheid komen veel werkzaamheden met een hoge mate van specialisatie samen. Dat maakt dit thema zeer kennisintensief. Om die reden is ruimte gereserveerd voor het ophalen en uitdragen van die kennis en het voorbereiden op invoering van nieuwe wetgeving. De komst van het nieuwe stelsel voor het omgevingsrecht zal bijvoorbeeld een grote impact hebben op dit thema. Om die reden is voor deze werkzaamheden ruim 1,5 Fte begroot. 12