Dienst Muskusrattenbestrijding. Zuid-Holland

Transcriptie

1 Bijlage 3 Dienst Muskusrattenbestrijding Zuid-Holland Dienstwerkplan 2011 versie 27 januari 2011

2 Inhoudsopgave 1. Voorwoord directeur Algemeen Samenvatting Inleiding Doel dienstwerkplan Missie Strategie Organogram Reguliere taken Service en/of ondersteuning Bedrijfsvoering Financiën Budgetbeheer Specificatie belangrijkste investeringen Factuurafhandeling Personeel Formatie- en loon/personeelskosten Herplaatsingkandidaten en bovenformatieven Taakstellingen Inhuur externen Verzuim en meldingsfrequentie Jaargesprekken Opleidingen en sfeerbevorderende maatregelen (VTO) Inzet van stagiaires Juridische kwaliteit Juridische risico s Bezwaar en beroep Rechtmatigheid Procedures aanbesteding Administratieve organisatie en interne controle Inkoop- en aanbestedingsbeleid Dienstspecifieke bedrijfsvoering

3 1. Voorwoord directeur Met 0,16 vangst per velduur is de dienst er wederom in geslaagd qua resultaat heel dicht in de buurt van het verwachte resultaat voor de muskusrattenbestrijding te komen (0,15 vangst per velduur). In de beverrattenbestrijding is het doel van 0,05 vangst per velduur ruimschoots gehaald (0,01 vangst per velduur). Groot is de waardering voor de medewerkers van de dienst. Zij hebben deze resultaten gehaald ondanks een grote mate van onzekerheid over de toekomstige bestuurlijke organisatie van de muskus- en beverrattenbestrijding. 2. Algemeen 2.1 Samenvatting In 2010 is veel tijd en energie gestoken in het nadenken over de toekomst van de muskus- en beverrattenbestrijding in Zuid-Holland. Dat heeft geresulteerd in de notitie "Uitwerking visie op de bestrijding van muskus- en beverratten voor de periode 2012 tot en met 2017" Hoofdconclusies uit deze notities zijn: a. de in 2007 geformuleerde visie is nog steeds actueel; b. het aantal velduren kan dalen van afgerond in 2009 naar in 2017, terwijl c. het aantal vangsten kan blijven dalen (0,21 vangst per velduur in 2009 naar 0,10 in 2017 voor de muskusrattenbestrijding en voor de beverrattenbestrijding beneden de 0,05 vangst per velduur. De Bestuurscommissie Muskusrattenbestrijding heeft kennisgenomen van deze uitwerking. Zij vindt die zodanig waardevol dat ze de notitie aan de toekomstige bestrijdingsorganisaties in Zuid-Holland zal voorleggen. 2.2 Inleiding Het werkplan van de dienst Muskusrattenbestrijding Zuid-Holland vormt een onderdeel van het werkplan van de Directie Omgevingsdiensten van de provincie. Het plan is opgesteld door de staf van de dienst. Het plan zal ter kennis van het Managementteam en de Medezeggenschapscommissie van de dienst worden gebracht. In verband met de komende overgang zal het ook ter kennis worden gebracht van de deelnemende waterschappen. 2.3 Doel dienstwerkplan Doel van het dienstwerkplan is aan te geven wat voor de dienst in 2011 belangrijk is, hoe de dienst denkt dit te bereiken en met welke middelen de toegewezen taken worden uitgevoerd 2.4 Missie De missie van de dienst is "bijdragen aan een veilig Zuid-Holland". Dat doet de dienst door muskus- en beverratten te bestrijden. 3

4 2.5 Strategie De dienst bereikt deze missie: a. door te zorgen dat aan het eind van 2011 het aantal vangsten per velduur voor de muskusrattenbestrijding is gedaald tot 0,12 (is 0.25 vangsten per km) en nagenoeg 0 vangsten per velduur voor de beverrattenbestrijding vanaf 2010 (0,05); Onderstaande tabel is ontleend aan genoemde uitwerkingsnotitie. De cijfers voor 2010 zijn de werkelijke cijfers. Voor de overige jaren gaat het om inschattingen. Dat het verwachte aantal velduren in 2011 hoger wordt geraamd dan in 2010 heeft te maken met de winterse omstandigheden in januari en december 2010, waardoor minder velduren zijn gemaakt dan verwacht. Ook zal de bestrijdingssituatie in de Krimpenerwaard tot een iets hoger aantal velduren leiden. In dat rayon zijn in 2010 te weinig velduren gemaakt om de bestrijdingssituatie definitief onder de knie te krijgen. Dat wordt in 2011 ingehaald. Na de voorjaarstrek van 2011 kan met meer zekerheid een inschatting worden gemaakt over het aantal velduren dat extern moet worden ingehuurd. Muskus- en beverrattenbestrijding Jaar Beverratten Vangsten Muskusratten Vangsten Totaal aantal velduren Waarvan externe. inhuur Vangsten per uur Totaal aantal Velduren per km. Totaal aantal vangsten per km ,16 2,10 0, ,12 2,13 0, ,10 2,06 0, ,08 1,99 0, ,07 1,94 0, ,06 1,90 0, ,05 1,86 0, ,05 1,78 0,08 In het overzicht zijn de doelen voor de jaren tot en met 2017 weergegeven. Uiteindelijk kan dat er toe leiden dat de huidige formatie muskusrattenbestrijding zal dalen van 82,5 (2011) naar ongeveer 65 (2017). b. door (ook) in 2011 aandacht te besteden aan de gezondheid van de medewerkers (o.a. gelegenheid bieden deel te nemen aan gezondheidstrainingen en het verplicht laten volgen van zogenaamde riskcursussen); c. door het op peil houden van technische infrastructuur (materieel en materialen). 4

5 2.6 Organogram Directeur : J.J.H. Hofstede Staf : 4,5 fte (medewerkers leggen direct verantwoording af aan de directeur) Rayons : Rayonambtenaren: fte s medew.: 01 - Rijnland-West A.M. van Veen 7 fte 02 - Rijnland-Oost D. van Dam 13 fte 03 - Krimpenerwaard J.L.A. Verburg 16 fte 04 - Schie- en Delfland G. Schut 8.5 fte 05 - Voorne-Putten, Rozenburg en Goeree-Overflakkee J. Baar 11 fte 06 - Hoeksche Waard en IJsselmonde J.A. Leeuwis 8 fte 07 - Alblasserwaard-West en het Eiland van Dordrecht T. de Koning 9 fte 08 - Alblasserwaard-Oost en de Vijfheerenlanden A. Deelen 10 fte fte 82,5 fte 3. Reguliere taken Toelichting 2011 Q1 Q2 Q3 Q4 1) De uitvoering van de bestrijding zal in 2011 nog door de dienst worden Dit proces vraagt voortdurende aandacht. Het uitgevoerd. Gedurende het jaar zal met alle proces zal volgens betrokken partners worden samen-gewerkt om op zorgvuldige wijze de transitie van de muskusrattenbestrijding naar de nieuwe organisatie(s) te verzorgen. De overgang van de bestrijdingstaak is echter geen taak van de dienst, maar is ondergebracht in een daartoe specifiek ingerichte projectstructuur. 2a) Het vangen van muskusratten: 0,12 vangst per velduur (v/u) 2b) Het vangen van beverratten: 0,05 vangst per velduur (v/u). planning op 1 januari 2012 moeten zijn voltooid. X X X X Reguliere taak 1: De uitvoering van de bestrijding zal in 2011 nog door de dienst worden uitgevoerd. Gedurende het jaar zal met alle betrokken partners worden samengewerkt om op zorgvuldige wijze de transitie van de muskusrattenbestrijding naar de nieuwe organisatie(s) te verzorgen. Korte omschrijving taak: De dienst zal ook in 2011 de bestrijding van muskus- en beverratten in de hele provincie blijven uitvoeren. Dat is als zodanig uitgesproken door zowel de Bestuurscommissie Muskusrattenbestrijding Z-H als de bij de overgang betrokken Zuid-Hollandse waterschappen. Conform het plan van aanpak zullen de komende 5

6 periode werkzaamheden worden uitgevoerd om de overdracht naar de waterschappen in goede banen te leiden. Voor een uitgebreide toelichting wordt naar dit plan van aanpak verwezen. Doelstelling 2011: De overgang van de bestrijdingstaak is geen taak van de dienst zelf, maar is ondergebracht in een daartoe specifiek ingerichte projectstructuur bij de Directie Omgevingsdiensten van de provincie. (Mogelijke) risico's: De risico's die met deze overgang samenhangen zijn beschreven in een ter zake opgesteld plan van aanpak. Reguliere taak 2: het bestrijden van muskus- en beverratten door speuren, vangmateriaal plaatsen en vangmateriaal verwijderen Doelstelling 2011: a. muskusrattenbestrijding: gemiddeld minder dan 0,12 vangst per velduur in de hele provincie; b. beverrattenbestrijding: gemiddeld minder dan 0,05 vangst per velduur in de hele provincie. Mogelijke) risico's: Op onderstaand kaartje zijn voor de muskusrattenbestrijding de vangsten per km. oeverlengte ultimo 2010 weergegeven. Daaruit kan worden afgeleid dat met de bestrijdingsituatie in het oosten van de provincie en dan met name in de Krimpenerwaard achterblijft bij de rest in de provincie. Eind 2010 zijn de volgende maatregelen genomen om de bestrijdingssituatie eind 2011 weer helemaal op orde te krijgen: a. de ingehuurde medewerkers die enkele jaren in de bestrijding werkzaam zijn, worden in de Krimpenerwaard ingezet; b. aan het rayon wordt nog een medewerker van een ander rayon tijdelijk toegevoegd; c. elk rayon zal een groep van 4 à 5 ervaren muskusrattenbestrijders samenstellen die in de winterperiode minimaal 5 werkdagen met de betreffende bestrijder een vanggebied gaat bewerken; d. een aantal medewerkers van het rayon zullen de komende tijd worden gecoacht. Het winterweer is de oorzaak dat deze maatregelen pas in begin 2011 kunnen worden uitgevoerd. Het niet uitvoeren van deze maatregelen kan er toe leiden dat op termijn er in het betreffende gebied populaties weer groeien, c.q. nieuwe ontstaan. 6

7 4. Service en/of ondersteuning De dienst staat min of meer los van de provinciale organisatie (tak van dienst met een eigen algemeen bestuur). Het aanhaken aan de provinciale organisatie loopt via de directeur van Directie Omgevingsdiensten van de provincie. In de Verordening op het bestuur en beheer van de dienst Muskusrattenbestrijding Zuid-Holland is bepaald dat de (interne) regels van de provincie zoveel mogelijk op de dienst van toepassing zijn. Bij de start van de dienst zijn afspraken gemaakt over de service/ondersteuning vanuit concernzaken (daarbij moet gedacht worden aan de boekhouding, de salarisadministratie, bedrijfsarts, huisvesting etc.) De vergoeding vanuit de dienst voor deze ondersteuning bedraagt jaarlijks een vast bedrag ad Dat bedrag is en wordt verwerkt in de dienstbegroting en -jaarrekening. Verder zijn in 2008 afspraken gemaakt tussen de directeuren van Directie Omgevingsdiensten van de provincie en de dienst Muskusrattenbestrijding Zuid-Holland over de onderlinge verantwoordelijkheden ten aanzien van het provinciale besluitvormingsproces. Kort samengevat komen die er op neer dat de dienst verantwoordelijk is voor het interne (bestuurlijke) besluitvormingsproces en dat de Directie Bestuur en Maatschappij (afdeling Groen en Water) met uitzondering van de onderdelen uitvoering PNS, middeleninzet en het overgangsproces naar de waterschappen verantwoordelijk is voor het reguliere provinciale besluitvormingsproces. Voor genoemde onderdelen is Directie Omgevingsdiensten van de provincie verantwoordelijk. De hiermee verband houdende ondersteuning wordt door de betrokken directies georganiseerd. Daar waar verder nodig koopt de dienst ondersteuning/service ten laste van het eigen budget in. 7

8 5. Bedrijfsvoering 5.1 Financiën Budgetbeheer Exploitatie programma 1, kostenplaats 058 (staf MRB) De budgetten 2011 op hoofdlijnen (worden alle verantwoord op deze kostenplaats): Verdeeld over: Totaal dienst Lasten Materiële lasten Kapitaallasten Personele lasten Totaal directe lasten dienst MRB In provinciale begroting toegerekende indirecte personele lasten Totale provinciale lasten dienst MRB Budget begroting 2011 dienst MRB De indirecte personele lasten worden standaard niet meegenomen in de dienstbegroting MRB omdat de dienst zelf overhead in huis heeft en een vaste bijdrage geeft van voor verdere concernondersteuning. Bij de provinciale kostenverdeling wordt de dienst als kostenplaats wel meegenomen in de omslag van alle provinciale overhead. Voor de gehele muskus- en beverratbestrijding wordt gewerkt met één deelproduct: Bestrijding. Alle budgetten worden geraamd op kostenplaats 058. Er is één budgethouder: de directeur. Uit hoofde van de inzichtelijkheid wordt een aantal uitgaven op andere kostenplaatsen verantwoord. Dit betreft het budget voor aankoop van materieel (i.v.m. de vervuiling door de post met de uitgaven voor leaseauto s) en enkele materiële budgetten waarvan de uitgaven per rayon worden verantwoord. In 1998 is met de Vereniging van Zuid-Hollandse Waterschappen (destijds nog de Zuid-Hollandse Waterschapsbond) een nieuw convenant gesloten waarbij de kosten van de dienst, na aftrek van de toegerekende bijdrage uit het provinciefonds (= de oude rijksbijdrage) en de bijdragen van derden, gelijkelijk over de beide participanten worden verdeeld. Ook is overeengekomen dat eenzijdige ingrepen of maatregelen, die de financiën van de dienst beïnvloeden achterwege zullen blijven. Voor de overgang van de dienst naar de waterschappen zijn nog geen transitie- of frictiekosten bekend Specificatie belangrijkste investeringen De dienst heeft voor 2011 geen investeringen gepland. De duurzame productiemiddelen worden via de exploitatierekening aangeschaft Factuurafhandeling De norm in 2011 voor factuurafhandeling is 75% van de facturen betaald binnen 30 dagen. 8

9 5.2 Personeel Formatie- en loon/personeelskosten De toegestane formatie van de dienst ia als volgt opbebouwd: Formatie Totaal Directie + staf 5.5 Rayonambtenaren 8.0 Bestrijders 82.5 Totaal: 96.0 Van de 96,0 fte s zijn op dit moment 91,9 arbeidsplaatsen bezet. De 4,1 vacatures zijn als volgt over de diverse onderdelen van de dienst verdeeld: Afdeling Formatie Bezetting verschil 057 en Directeur en staf Rijnland-West Rijnland-Oost Krimpenerwaard Schie- en Delfland Voorne-Putten, Rozenburg en Goeree-Overflakkee Hoeksche Waard en IJsselmonde Alblasserwaard-West en het Eiland van Dordrecht Alblasserwaard-Oost en de Vijfheerenlanden Totaal: Overigens wordt voor het bepalen van de formatie die in de toekomst nodig is voor de bestrijding niet gewerkt met fte s maar met inzetbare uren (zie overzicht op blz. 3), omdat menig bestrijder (en steeds meer) in verband met arbeidsrechtelijke regelingen niet 100% inzetbaar is. De dienst krijgt voor dit verlies geen compensatie. Per volledig beschikbare fte wordt rekening gehouden met velduren. Ter compensatie van de vacatures wordt niet 1 op 1 bij de betreffende rayons inhuur ingezet. Zie hiervoor onderdeel Inhuur externen. Loonkostenbeheersing Voor wat betreft de loonkostenbeheersing stuurt de dienst op formatie, op de noodzaak voor inzet en niet op beschikbaar budget. In de visienota uit 2007 is aangegeven (en in de meerjarenraming van de dienst verwerkt) dat de formatie na 2012 zal worden verlaagd als de norm van 0,10 vangst per velduur is gestabiliseerd. De bezetting van de dienst zal zich in 2011 binnen de toegestane formatie van fte bewegen. Een belangrijk nevendoel voor het sturen op formatie is het bepalen van de vacatureruimte, nodig om het budget voor Inhuur aan te vullen (zie hiervoor het onderdeel Inhuur externen ). Hiertoe wordt continu een excelbestand bijgehouden waarin de ruimte binnen de toegestane formatie nauwgezet wordt gevolgd. Het gehele proces rondom de dienstformatie en de inhuur beschreven in het proces Inhuur personeel. 9

10 Het loonkostenbudget is in de begroting voor 2011 geraamd op ,-. Hierin zijn de gevolgen van in 2010 afgesloten cao nog niet verwerkt. Dit vergt nog een aanpassing van de provinciale begroting en zal bij Voorjaarsnota aan de Staten worden voorgelegd Herplaatsingkandidaten en bovenformatieven De dienst heeft geen bovenformatieven of herplaatsingkandidaten Taakstellingen De dienst heeft geen taakstellingen Inhuur externen Eenheid Raming 2010 Prognose 2010 raming 2011 Dienst MRB , , ,- Toelichting Het Directieteamheeft op 22 oktober 2010 besloten dat het totaal bedrag van de inhuur van extern personeel het plafond op 22% van de loonkosten niet mag overschrijden. De voorlopige loonkosten van de dienst bedragen ,-. Het plafond komt daarmee uit op ,-. De prognose 2010 en de raming voor 2011 liggen ruim onder het plafond. Voor inhuur is primitief een bedrag van ongeveer beschikbaar. Wegens de in de visienota verwerkte uitgangspunten worden vacatures zoveel als mogelijk niet door vaste formatie opgevuld. Aangezien de formatieve vermindering pas definitief zijn beslag zal kunnen krijgen als de gewenste vangst per velduur van 0,10 zal zijn bereikt èn gestabiliseerd (naar verwachting 2012/2013) kunnen deze vacatures niet worden gemist. Mede op basis van de notitie "Uitwerking visie op de bestrijding van muskus- en beverratten voor de periode 2012 tot en met 2017" zal nog in 2011 een besluit worden genomen over de wijze waarop in de formatie zal/kan worden voorzien. De afgelopen jaren is gebleken dat het budget (inclusief Leeftijdsbewust personeelsbeleid) voor Inhuur onvoldoende is zodat ook vacatureruimte moet worden benut om het beschikbare budget voor Inhuur aan te passen. Afhankelijk van de gebleken behoefte zal bij de Voorjaarsnota 2011 (een deel van) deze vacatureruimte worden omgezet naar het budget voor Inhuur. Op basis van de huidige vacatureruimte zal dit naar verwachting een bedrag van zijn. Het definitieve bedrag zal bij de eerste begrotingswijziging 2011 worden bepaald. Voor de bepaling van de hoogte van het budget wordt ook rekening gehouden met een bedrag voor ondersteuning van de dienst bij het proces van de overgang naar de waterschappen. Het budget wordt niet op voorhand verdeeld over de rayons. Het wordt daar ingezet waar de noodzaak blijkt. In het Excel-bestand Budget en realisatie Inhuur wordt het beschikbare budget en de realisatie per rayon nauwgezet bijgehouden. Zie voorts het onderdeel 5.5 Inkoop- en aanbestedingsbeleid met betrekking tot dit onderwerp Verzuim en meldingsfrequentie Eenheden VP 2010 Norm 2011 MF 2010 Norm 2011 Dienst MRB 1,95% 3,80 1,02 1,30 Voor 2011 is voorgeschreven dat de normen niet hoger mogen zijn dan de voortschrijdende cijfers van de dienst tot en met het derde kwartaal. Dit is voor de dienst niet reëel. De cijfers zijn voor 2010 laag. De 10

11 dienst is daar natuurlijk zeer blij mee maar gezien de resultaten in het verleden kan er niet van worden uitgegaan dat deze lage cijfers structureel zijn. Op basis van het gemiddelde tot en met 2009 (over de laatste 8 jaar: 3,79 en 1.29) wordt daarom afgeweken van de cijfers over Verder is het werk van de bestrijders lichamelijk relatief zwaar hoewel het Leeftijdsbewust personeelsbeleid duidelijk een positieve bijdrage levert aan het gezond houden van de medewerkers. Tenslotte kan niet worden uitgesloten dat de komende overgang naar de waterschappen invloed heeft op de gezondheid van medewerkers. Het PVR-beleid zal niet bij de dienst worden ingevoerd. De bedrijfsarts heeft laten weten dat, gelet op de verzuimpercentages en de handelwijze van de dienst t.a.v. het ziekteverzuim, het doorvoeren van het vastgestelde PVR-beleid niet nodig is. Hij stelt dit in de projectorganisatie aan de orde Jaargesprekken Organisatie % beoordeling 2010 en startgesprekken 2011 vóór 1 maart 2011 Dienst MRB 90 Ten aanzien van de voortgangsgesprekken is binnen de dienst afgesproken dat: a. de voortgang van de werkzaamheden aan de orde komt tijdens de werkoverleggen ("Wat heb je gedaan, met welk resultaat en wat ga je doen?"); b. voortgangsgesprekken worden gevoerd indien daarover afspraken zijn gemaakt tijdens het startgesprek en c. als leidinggevende of medewerker daar aanleiding toe zien. Het management streeft ernaar om alle jaargesprekken voor de peildatum te voeren en af te handelen. Dit door ruim van te voren de gesprekken met de betrokken medewerkers te plannen Opleidingen en sfeerbevorderende maatregelen (VTO) Voor het VTO is voor 2011 een bedrag van ,- beschikbaar. Er is voor 2011 geen opleidingsplan. De afgelopen jaren hebben vrijwel alle medewerkers de voor hun werk noodzakelijke opleidingen gevolgd. Het budget wordt nu aangehouden om de kennis van de medewerkers op niveau te houden en voor aanvullende trainingen voor zover de noodzaak zich daarvoor voordoet. Voor de rayonambtenaren cq. het MT wordt blijvende aandacht besteed aan teamontwikkeling. Ook het verbeteren van communicatievaardigheden blijft van belang. Een medewerker volgt de module Bedrijfsadministratie. De medewerkers die nog geen vaarbewijs hebben zullen in staat worden gesteld dit bewijs te halen en wordt voor (en ten laste van het budget voor de) ARBO de Riskcursussen gegeven. Ook zullen dit jaar weer medewerkers door ervaren collega s worden gecoacht. Tenslotte heeft het Directieteam er mee ingestemd dat medewerkers van de dienst niet hoeven deel te nemen aan de opleidingen/trainingen, die in het kader van het E-learningtraject in 2011 worden gegeven. 11

12 5.2.8 Inzet van stagiaires In het DT is besloten dat iedere afdeling/dienst op jaarbasis twee stageplaatsen moet aanbieden - zo mogelijk structureel. Eén stageplaats voor de groep Mbo niveau 2 of 3 en één stageplaats voor Mbo 4 tot en met universitair. De dienst voldoet hier gezien haar specifieke werkzaamheden op haar eigen wijze aan en organiseert regelmatig snuffelstages in het veld voor leerlingen van ROC s. Verder leent de staf zich qua samenstelling en vestigingsplaatsen niet echt voor de inzet van stagiaires (kleinschalig en verspreid) maar als de mogelijkheid zich voordoet kan aan de staf incidenteel (op projectbasis) een stagiaire op Mbo-niveau worden toegevoegd. 5.3 Juridische kwaliteit De dienst zelf heeft geen juridische medewerker(s). Als zich juridische kwesties voordoen (civiel, bestuursrechtelijk of ambtenaarrechtelijk) wordt met de betreffende afdelingen/bureaus contact opgenomen Juridische risico s Van de dienst zijn er geen juridische risico s opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen van de begroting 2011 of productenraming Bezwaar en beroep Op dit moment spelen bij de dienst geen bezwaar- en beroepszaken Rechtmatigheid De mandaatrapportage van geeft voor de dienst Muskusrattenbestrijding geen aanleiding tot belangrijke aandachtspunten voor 2011 ten aanzien van rechtmatigheid Procedures aanbesteding Geen risico s. Het beleid van de dienst is de voorgeschreven procedures zoveel als mogelijk te volgen (zie ook onderdeel: 5.5 Inkoop- en aanbestedingsbeleid). 5.4 Administratieve organisatie en interne controle Met ingang van het 2e kwartaal 2010 zijn de verantwoordelijkheden met betrekking tot procesfouten expliciet neergelegd bij de betrokken proceseigenaar, terwijl het managementteam van de dienst verantwoordelijk is voor de geconstateerde productiefouten. Daarnaast zijn beiden verantwoordelijk voor een tijdige, juiste en volledige opvolging van de bij hun bevindingen behorende aanbevelingen (Conform DT-nota Routing bevindingen interne controle vastgesteld op 9 juli 2010). De eerste terugkoppeling van bevindingen volgens genoemde nieuwe routing wordt verwacht in november Uit de AO/IC over het eerste kwartaal zijn geen bevindingen gedaan voor onderdelen van de dienst Muskusratten. Er zijn nu geen specifieke processen die op korte termijn beschrijving vereisen. 12

13 5.5 Inkoop- en aanbestedingsbeleid Het verwachte budget voor Inhuur derden van is hoger dan de norm voor Europese aanbesteding. Omdat het inhuur van 2B-diensten betreft, waarbij de opdrachtgever zelf over de uitvoering van het werk beslist, kan worden volstaan met de verkorte procedure (openbare nationale aanbesteding), waarbij GS kunnen besluiten hiervan ontheffing te verlenen. In overleg met de afdeling BIR is besloten niet deel te nemen aan de provinciale aanbestedingsprocedure. Ten eerste omdat de dienst per 1 januari 2012 geen deel meer uitmaakt van de provinciale organisatie en waarschijnlijk als dienst ophoudt te bestaan. Ten tweede omdat hier sprake is van gespecialiseerd personeel (bestrijder van de ''laatste rat''), welk personeel niet voorhanden is bij de door de provincie geselecteerde uitzendbureaus. Personeel wordt ingehuurd op basis van de overeenkomst uit 2003 met de AB ten behoeve van de uitvoering van de Krimpenerwaardactie waarbij de dienst het lidmaatschap van deze organisatie (verplicht) is aangegaan. De Bestuurscommissie heeft in haar vergadering van maart 2009 ingestemd met deze uitzonderingspositie voor 2009 en Omdat inmiddels de dienst een jaar langer onderdeel van de provinciale organisatie zal uitmaken moet ook voor 2011 een besluit voor verlenging van deze uitzonderingpositie aan Bestuurscie/GS (rapporteurs) worden voorgelegd. De Bestuurscie heeft inmiddels ingestemd met dit besluit, dat nu aan de Vereniging van Waterschappen is voorgelegd. In vervolg op de aanbestedingsprocedure van de quads in 2010 is voor de aanschaf van 12 quads in 2011 in afwijking van de normale procedure voor de jaarlijkse financiële stukken reeds in 2010 toestemming gevraagd aan de Bestuurscie om direct in januari een Europese aanbesteding te kunnen starten. Voor wat betreft de dienstkleding blijft de dienst buiten de provinciale Europese aanbesteding, mede omdat het ongewenst is voor de korte periode, dat de dienst nog onderdeel uitmaakt van de provinciale organisatie, onrust onder het personeel te veroorzaken. Op dit moment mogen de medewerkers zelf bepalen waar en wat zij kopen (bij aangewezen leveranciers en binnen een vast budget). 13

14 6. Dienstspecifieke bedrijfsvoering Doelstelling van de dienst is (besluit Bestuurscommissie Muskusrattenbestrijding Zuid-Holland d.d. 27 april 2000, onderschreven door de Statencommissie Groen, Water en Milieu op 15 november 2000): a: het -in principe- uitroeien van de muskusrat en b: het uitroeien van de beverrat. De feitelijke ontwikkeling van de bestrijdingssituatie ten aanzien van muskus- en beverratten heeft in 2005 en 2008 geleid tot aanpassing van de aanvankelijk geformuleerde doelen. In onderstaande tabel en grafiek zijn de doelstellingen voor de periode tot 2012 weergegeven. Vangsten per velduur: Muskus- Beverrat rat ,50 0, ,66 0, ,96 0, ,30 0, ,35 0, ,38 0, ,88 0, ,48 0, ,38 0, ,26 0, ,21 0, ,16 0, , ,10 0, t/m 2010: werkelijke cijfers Voor de rayons betekent dit voor de muskusrattenbestrijding: Aantal v/u in 2010 Aantal v/u in 2011 (raming) Rijnland-West 0,01 0,01 Rijnland-Oost 0,20 0,16 Krimpenerwaard 0,38 0,21 Schie- en Delfland 0,06 0,04 Voorne-Putten, Rozenburg en Goeree-Overflakkee 0,16 0,18 Hoeksche Waard en IJsselmonde 0,07 0,08 Alblasserwaard-West en het Eiland van Dordrecht 0,06 0,06 Alblasserwaard/Oost en de Vijfheerenlanden 0,12 0,11 14