Gemeenteraadsvergadering 30 juni 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeenteraadsvergadering 30 juni 2015"

Transcriptie

1 Gemeenteraadsvergadering 30 juni 2015 Orgaan: Locatie: Datum: Aanvang: Gemeenteraad Raadzaal gemeentehuis, Marktstraat 1, Borculo dinsdag 30 juni :30 uur 1. Opening 2. Spreekgelegenheid voor het publiek *) 3. Vaststellen agenda 4. Ingekomen stukken / mededelingen / toezeggingen / stand van zaken aangenomen en overgenomen moties Stukken Ingekomen stukken Ingekomen stukken - Stand van zaken aangenomen en overgenomen moties 5. Voorbereiding en rapportage vanuit de gemeenschappelijke regelingen - BESPREEKSTUKKEN 6. Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek Stukken Voorstel en besluit - Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek Bijlage 1 - BenW Advies -Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek Bijlage 2 - Concept Kadernota - Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek Bijlage 3 - NvU - Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek Bijlage 4 - Amendement A Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek 7. Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland Stukken Voorstel en besluit - Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland

2 Bijlage 1 - BenW advies - Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland Bijlage 2 - Raadsvoorblad "Onderzoeksrapport uitvoering Participatiewet' - Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland Bijlage 3 - Rapport 'Onderzoek uitvoering Participatiewet' Sociale Dienst Oost Achterhoek - Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland Bijlage 4 - Memo n.a.v. commissievergadering - Opheffing gemeenschappelijke regelilng Hameland Bijlage 5 - Overzicht aan raad ivm Participatiewet-Hameland-SDOA periode Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland Bijlage 6 - Motie M Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland 8. Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland Stukken Voorstel en besluit - Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland Bijlage 1 - BenW advies - Toekomstgericht promair onderwijs Berkelland Bijlage 2 - Hoofdscenarios-ta-achterhoek - Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland Bijlage 3 - Opbrengst 1e verkenning Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland Bijlage 4 - Stappenplan Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland Bijlage 5 - Visiedocument - Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland 9. Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland Stukken Voorstel en besluit - Jaarrekening 2014 gemeente Berkelland Bijlage 1 - BenW advies - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland Bijlage 2 - De jaarrekening 2014 Gemeente Berkelland Bijlage 3 - Controleverklaring van de onafhankelijke accountant - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland

3 Bijlage 4 - Gewaarmerkte jaarrekening 2014 en controleverklaring - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland Bijlage 5 - Accountantsverslag Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland Bijlage 6 - Gemeente Berkelland 2014 raadskrant - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland Bijlage 7 - Amendement A Ozb - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland Bijlage 8 - Motie M Beleid overschotten - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland 10. Motie vreemd aan de agenda 11. Rondvraag 12. Sluiting

4 Ingekomen stukken (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####7ee54b90-3db deb-dc81819c4a48#

5 Raadsvergadering : 30 juni 2015 Agendapunt : 4 Onderwerp : Ingekomen stukken / mededelingen / toezeggingen Meer informatie bij : Griffie Telefoon : De volgende aan de raad gerichte stukken zijn ontvangen: A. Ingekomen stukken. 1. Afdoeningsvoorstel: voor kennisgeving aannemen 1. Open brief van de FNV over het afschaffen van de huishoudelijke verzorging; 2. Brief van Mr. K. Wevers, FNV over de risico s die kleven aan het onjuist uitvoeren van de Wmo 2015; 3. van M.J. Schotman, Neede over de reconstructie van de N315 in relatie met de afgetreden wethouder L.J.H. Scharenborg; 4. Brief van Bouwend Nederland Achterhoek / Liemers over het geven van een visie op de Woonagenda Achterhoek; 5. Notitie van LOC zeggenschap in Zorg e.a. over medezeggenschap van kinderen en jongeren en de nieuwe Jeugdwet; 6. Brief van de Sociale Alliantie over de mogelijkheden die gemeenten hebben om de armoede onder hun inwoners te bestrijden; 7. Brief van de Ondernemingsraad Hameland over het transitieplan Hameland; 8. Brief van het Algemeen Bestuur Hameland over toezending brief, gericht aan de Ondernemingsraad Hameland, over de ontmanteling van Hameland; 9. Motie van de gemeente Voorst over de bekostiging van de VNOG; 10. van BMC advies over het eindrapport Sterk Bestuur Gelderland; 11. Voortgangsbericht van de provincie Gelderland over Glasvezel Achterhoek; 12. Vergaderstukken Algemeen Bestuur Regio Achterhoek van 4 juni 2015; 13. Motie van de gemeente Boxtel over Nee tegen winning van schaliegas in Nederland; 14. Brief van Lynn Hobbenschot met de vraag of er een rugbyteam in Borculo kan komen.

6 2. Correspondentie van het college van BenW / afdoeningsvoorstel: voor kennisgeving aannemen 1. Besluit over vergadering Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam Crematoria Twente van 22 april 2015; 2. Besluit over vergadering Algemeen Bestuur Regio Achterhoek van 22 april 2015; 3. Besluit over vergadering Algemeen Bestuur van de GGD van 23 april 2015; 4. Besluit over verslag vergadering Algemeen Bestuur GGD van 23 april 2015; 5. Besluit over vergadering Algemeen Bestuur van Hameland van 1 mei 2015; 6. Besluit over Parapluplan Participatiewet; 7. Besluit over weekmarkt in Neede; 8. Besluit over einde rijksbijdrage aan startersleningen op 1 mei 2015; 9. Besluit over het voornemen tot verkoop van het gebouwencomplex van het ontmoetingscentrum Het Hof met nevenruimte en bijbehorend erf, gelegen aan de Hoflaan 3 en 5 in Borculo; 10. Brief, aan Sportwijzer B.V., over antwoorden op vragen over onteigening Op de Bleek; 11. Brief van Zoo Consultants over beëindiging ontwikkeling project Butterfly World Borculo ; 12. Memo over de delegatiebesluiten; 13. Memo over aanbieding magazine Raadslid in de doe-democratie; 14. Nota Transformatie Sociaal Domein Achterhoek 2015 en verder ; 15. Besluit over de Vereniging van Nederlandse Gemeenteb. 3. Afdoeningsvoorstel: afhandeling door raad / commissie / griffie - 4. Afdoeningsvoorstel: voor advies in handen stellen van het college - 5. Afdoeningsvoorstel: ter afdoening in handen stellen van het college 1. Uitspraak van de Raad van State in het geding tussen I.M.A. Hilderink, Rekken en de raad van de gemeente Berkelland; 2. Brief van J.G. Bats-Vruggink, Borculo over indienen bezwaarschrift tegen het antwoord op de bevindingen naar aanleiding van het keukentafelgesprek; 3. Brief van Sportwijzer, Eibergen over het plan Op de Bleek in relatie tot Sportwijzer BV; 4. Brief van CNV en FNV over de plannen met betrekking tot de sociale werkvoorziening Hameland; 5. van T. Jeurissen-Gieling, Haarlo over herinrichting Scholtenweg; 6. van T. Groot Zevert, Beltrum over toezendingen overwegingen van de Groep Grolseweg Beltrum in verband met het ontbreken van de afgifte van de Verklaring van geen bedenkingen aangaande Grolseweg 19 in Beltrum; 7. Brief van Groep Grolseweg,Beltrum over de Verklaring van geen bedenkingen Grolseweg 19; 8. van P. Boverhof, WIK Adviesgroep over het zoeken van een oplossing voor

7 Grolseweg 19 in Beltrum 9. van B. Spekschoor, Beltrum over het samen met de buurt te praten over de verdere plannen voor Grolseweg 19 in Beltrum; 10. Open brief van M. Brittijn, Borculo over de wachtgeldregeling voor de heer L.J.H. Scharenborg; 11. Brief van E.H. Mensink, Goor over een verzoek tot het nader bezien van een verbeurde dwangsom; B. Mededelingen. Top op heden zijn er geen mededelingen te doen. C. Toezeggingen raad (t/m ) Nr. Omschrijving toezegging Datum toezegging 1. Bij de eerstvolgende actualisatie van de 2012 wegenlegger wordt bezien welke wegen in aanmerking komen om een naam te krijgen en welke wegen in aanmerking komen om aan de openbaarheid te worden onttrokken. 2. Uitwerking mantelzorg compliment 3. Inwonerpanels nabij Voormekaarteams organiseren 4. De raad bijpraten over de ontwikkelingen bij Hameland 5. Verslag projecten betaald met extra geld voor aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt 6. Houden Technisch Beraad over strategisch personeels-beleid 8. Burgerinitiatieven: op de hoogte houden van ingekomen initiatieven en de voortgang 9.. Inzicht in bouwleges op productniveau (totaalbeeld in tabelvorm) 10. Informeren over voortgang / uitspraak Grolseweg 19, Beltrum Evaluatievragen van raadsfracties meenemen bij de volgende AGEMevaluatie Publiekswinkel Afdeling Streefdatum gereed Gemeente-werken Eind 2015 Mens en samenleving Mens en samenleving Mens en samenleving Mens en samenleving/sdoa Maart 2015 Juni 2015 Voorjaar 2015 Begin 2015 Intern advies April 2015 Ruimtelijke ontwikkeling Ruimtelijke Ontwikkeling Ruimtelijke ontwikkeling Eind 2015 Eind 2017 Juni 2015 Datum gereed D. Overzicht aangenomen en overgenomen moties

8 Zie de bijlage.

9 Einde bijlage: Ingekomen stukken Terug naar het agendapunt

10 Ingekomen stukken - Stand van zaken aangenomen en overgenomen moties (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####de724abc-2c4c-48ef-b fe #

11 D. Overzicht aangenomen en overgenomen moties Openstaande moties vorige raadsperiode Alle aangenomen/overgenomen moties 2014 ev Stand van zaken mei Moties 2013 Datum Nummer Partijen Onderwerp Aan Afd Stand van zaken motie Over M D66 OBL PvdA GB GL Bezoldiging bestuurder RGV Holding B.V. A RO April 2014: Aan motie kan pas uitvoering worden gegeven als Berkelland zelf aandeelhouder is geworden van RGV. Na opheffing RAL. September 2014: Situatie op dit moment nog ongewijzigd. Januari 2015: Idem. Mei 2015: Idem M CDA VVD GB OBL M VVD D66 CDA OBL N.a.v. Natura 2000 gebied Stelkampsveld in overleg treden met gemeente Lochem, Waterschap RenIJ, Staatsbosbeheer en provincie Gelderland over o.a. beheerplan in samenspraak net bewoners, evt uitplaatsing van bedrijven, hydrologische maatregelen in beeld krijgen Impuls Breedband in het buitengebied. Rol van de raad t.a.v. PS. O RO April 2014: Beheerplan zal volgens planning in augustus 2014 door EZ worden vastgesteld. Gesprekken zijn nog gaande. Daarna publicatie en communicatie. Aan de Landbouwagenda wordt nog gewerkt. September 2014: Besluitvorming door EZ weer uitgesteld. Gaat ook pas verder na uitspraak RvS. Bijeenkomst over Landbouwagenda wordt een dezer dagen gehouden. Januari 2015: Vanaf 10 januari 2015 ligt PAS en Beheersplan ter inzage. Zijn door EZ ook al infoavonden gepland. Nog geen uitspraak RvS. Mei 2015: Uitspraak RvS half april binnengekomen. Alle bezwaren ongegrond. Daarmee is Stelkampsveld nu definitief aangewezen als Natura 2000 gebied. Zodra nieuwe wethouder RO benoemd is wordt bestuurlijk overleg gepland. A GW April 2014: De start van het project stond gepland per 1 mei De verschillende gemeenten

12 GB PvdA zouden de regie moeten voeren over de uitrol van breedband in hun gemeenten. Door onduidelijkheid over de uitrol van de provincie in het totale project kan er nog niet worden gestart M GB PvdA GL M D66 VVD GL GB OBL PvdA M VVD D66 OBL CDA In kader van Hart Veilig Wonen een eenmalige bijdrage verstrekken uit de algemene reserve; in april 2014 een evaluatie + projectvoorstel Onderzoek naar investeringsmogelijkheden om renteverlies schatbank bankieren te beperken / daarbij kijken naar duurzame energie Te bevorderen dat een apart hoofdstuk in de woonvisie wordt opgenomen voor kleinschalige woonvormen voor zwaardere zorg (ZZP5 en ZZP7) / op kerniveau bezien / overgangsbeleid September 2014: PS heeft inmiddels besloten de gevraagde gelden ter beschikking te stellen. Januari 2015: - Mei 2015: PS heeft besloten om 35 miljoen ter beschikking te stellen. In de raad van 3 maart 2015 is besloten om vanuit Berkelland een lening van maximaal 6 miljoen te verstrekken aan de oprichting van glasvezelmaatschappij Achterhoek BV. O MS April 2014: Bijdrage is betaald. Voorstel over hoe nu verder is in voorbereiding. September 2014: De werkgroep ontstaan uit de contactpersonen van alle AEDwerkgroepen gaat eind oktober het eindvoorstel aan alle werkgroepen voorleggen. Daarna komt er een voorstel richting gemeente. Januari 2015: - Mei 2015: O IA April 2014: Loopt September 2014: Er staat in november 2014 een strategisch overleg van college gepland over dit onderwerp. Januari 2015: - Mei 2015: April 2014: Wordt voorbereid. September 2014: In commissie Ruimte van 3 september 2014 is de volgende toezegging gedaan: de komende maanden zullen vervolggesprekken

13 overwegen. plaatsvinden over het onderzoek van wonen + zorg projecten (motie Teselink). De resultaten zullen worden meegenomen in de Woonvisie, via een apart hoofdstuk. Hierdoor kan de planning niet worden gehaald en deze zal worden opgeschoven naar de 1 e helft van Januari 2015: Idem. Mei 2015: Zie raadsbesluit 19 mei Onderzoek wonen/zorg dit half jaar uitvoeren. Moties 2014 Datum Nummer motie Partijen Onderwerp Aan Over M GL Meedoen naar Vermogen GB mét een PGB (visienota PvdA aanpassen; notitie aan raad voorleggen) Afd Stand van zaken A MS April 2014: Wordt voorbereid. September 2014: In oktober 2014 in commissie. Januari 2015: - Mei 2015: Dit punt is afgehandeld. De visienota is in april vastgesteld. In het 3D Beleidskader dat in oktober 2014 is vastgesteld heeft de raad ook input kunnen leveren voor het onderdeel PGB M PvdA GB CDA D66 OBL GL VVD Geen Noordtak Betuwelijn door de Achterhoek O RO September 2014: Traject ingezet door provincie Gelderland en Overijssel en Havenbedrijf Rotterdam is beëindigd. Staatssecretaris heeft de Noordtak in het algemeen op de lange baan geschoven. Januari 2015: De stand is nog zoals in september 2014 geschetst. Wel zal binnenkort (waarschijnlijk 1 april 2015) een delegatie uit de Achterhoek een werkbezoek aan Rotterdam brengen en spreken met een aantal Tweede Kamer leden om het Achterhoekse geluid nogmaals te benadrukken. Mei 2015:

14 28-10 M CDA D66 GB OBL M D66 CDA GB GL VVD PvdA OBL M D66 CDA GB VVD GL PvdA OBL VVD PvdA M GB CDA D M GB CDA D M D66 CDA GB GL Budget mantelzorgcompliment gebruiken voor mantelzorger en mantelzorgondersteuning; raad informeren over mantelzorgondersteuning bij WMO rapportage; waardering en ondersteuning uitwerken in regeling Instellen mediator bij drie decentralisaties; klachtenafhandeling betrekken bij klanttevredenheidsonderzoek en in rapportages naar gemeenteraad Monitoring decentralisaties (1 x per kwartaal raad monitorrapportage aanbieden; de minimaal te monitoren punten staan in de motie; begin 2015 opzet monitor voorleggen aan presidium; eerste monitor bij voorjaarsnota aan raad presenteren Reserveren van budget voor te ontstane probleemsituaties bij stopzetting HH1 ( per jaar voor komende twee jaar) Evaluatie en evt bijsturen in september 2015 van: Beleidskader Voormekaar in Berkelland, Beleidsplan Participatiewet, Verordeningen maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Regeling (financieel) maatwerk huishoudelijke hulp voorleggen aan raad vóórdat college besluit neemt Werkbezoek geweest. Aantal Tweede Kamerleden zullen al vervolg daarop binnenkort worden uitgenodigd voor bezoek aan de Achterhoek om te spreken over o.a. de Noordtak. Daarnaast is regionaal afgesproken dat de zaak Noordtak blijvend gemonitord zal worden. A MS Mei 2015: Het advies over het mantelzorgcompliment komt op 2 juni in het college. Tijdens het overleg met de fractievoorzitters op 2 juni en het technisch beraad op 17 juni wordt de raad geïnformeerd over mantelzorgondersteuning en de uitwerking van het mantelzorgcompliment. A MS Mei 2015: Op dit moment is hier nog niet wat aangedaan. A MS Mei 2015: In maart is de motie met de raad besproken tijdens een technisch beraad. Inmiddels is er een concreter 3D monitoringsplan gemaakt. Deze wordt op 2 juni voorgelegd aan de fractievoorzitters. Op 17 juni wordt dit plan besproken tijdens een technisch beraad. Er zal vervolgens per kwartaal een monitoringsrapportage worden uitgebracht. A MS Mei 2015: Dit budget is gereserveerd. De regeling voor de bijzondere bijstand is ook uitgewerkt. A MS Mei 2015: Komt in september. A MS Mei 2015: De regeling is in januari 2015 voorgelegd aan de raad voordat het college een besluit had genomen.

15 28-10 M GB CDA D66 VVD PvdA GL OBL M D66 VVD PvdA GL OBL M D66 PvdA OBL M VVD PvdA GL OBL M PvdA D66 VVD GL CDA GB MOED / Brandweer gemeente Berkelland (blus en hulpverleningscapaciteit op niveau houden; niet instemmen met voorliggend plan; aandringen bij de veiligheidsregio op correcte behandeling van het project MOED) Extra subsidie aan natuurbad Rekken van 5000 per jaar in 2015 en 2016; Gesprek met bestuur aangaan; raad jaarlijks op de hoogte houden In notitie Werken met de Wro na 1 juli 2013 scenario s delegatie en geen delegatie uitwerken Studie/analyse laten verrichten naar leer- en verbeterpunten rolinvulling raad en college op basis van Bestemmingsplan Buitengebied 2012, met als doel het functioneren van raad i.s.m. college verder te optimaliseren. Steunen motie PS voor gespreide betaling eigen bijdrage 500 voor aanleg glasvezel. A MS Mei 2015: Op 20 november 2015 heeft het AB van de VNOG ingestemd met MOED. Over het nieuwe verdeelmodel binnen de VNOG is (nog steeds) geen besluit genomen. De burgemeester heeft zich ingezet voor behoud van de hulpverleningscapaciteit. A MS Mei 2015: Het bestuur van de het zwembad is over de motie via de subsidiebeschikking voor 2015 geïnformeerd. In deze beschikking is als voorwaarde opgenomen dat ze ons informeren over de resultaten van hun pogingen om meer eigen inkomsten te verwerven. Bovendien is hun ondersteuning aangeboden. Binnenkort wordt een afspraak gemaakt met het bestuur om een en ander ook mondeling toe te lichten. A RO Mei 2015: Zal dit jaar worden uitgevoerd. A Gr Mei 2015: Uitwerking in raadsconferentie najaar 2015 A GW Mei 2015: Het project is even on hold vanwege de antwoorden van de Europese commissie. Deze moeten eerst uitgewerkt worden alvorens de vraagbundeling kan starten en dus ook de uitwerking van de wijze van betaling van de 500, M VVD D66 CDA PvdA OBL GL GB Opstellen korte notitie naar de positie van de Gemeente Berkelland in de Regio Achterhoek t.b.v. de discussie in de raad. Voorlopig niet meewerken als het gaat om het verleggen van beslisbevoegdheid aan de Regio Achterhoek. A IA HT, mei 2015

16

17 Einde bijlage: Ingekomen stukken - Stand van zaken aangenomen en overgenomen moties Terug naar het agendapunt

18 Voorstel en besluit - Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####fd0f25c4-5bd1-40dd-92a a0d7934#

19 Zaaknummer : Raadsvergaderin : 30 juni 2015 agendapunt : g Commissie : Ruimte Onderwerp : Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek Collegevergadering : 26 mei 2015 agendapunt : 12. Portefeuillehouder : J.A. Pot-Klumper Meer informatie bij : J. Wikkerink tel: : Te nemen besluit:: Instemmen met Nota van Uitgangspunten voor de Basismobiliteit Achterhoek Waarom dit voorstel? Gemeenten hebben door de decentralisaties binnen het sociaal domein meer taken op het gebied van het (doelgroepen)vervoer gekregen. De provincie stopt per 1 januari 2017 met de uitvoering van de Regiotaxi. De gemeenten moeten in regioverband deze taak zelf verzorgen (laten uitvoeren). Hiervoor heeft de provincie samenwerkingsovereenkomsten gesloten met de regio s. Dit najaar moeten de gemeenten weten hoe ze dit in regioverband gaan organiseren. Op 22 april 2015 is er voor raadsleden in de Regio Achterhoek een informatieavond geweest over de Basismobiliteit. Doel is het vaststellen van de regionale Kadernota in uw raad op 15 september Wat is het effect? Voor een besluit na het zomerreces over de Kadernota Basismobiliteit Achterhoek krijgen de raden nu in een tussenstap een Nota van Uitgangspunten (NvU) voorgelegd. Argumentatie/onderbouwing: De informatieavond heeft ertoe geleid dat de raden van de zeven deelnemende gemeenten zich nog voor de zomer kunnen beraden over de uitgangspunten voor een kadernota, om na het zomerreces een besluit te nemen. Kanttekeningen/risicoparagraaf Dit voorstel gaat over een extra stap in het besluitvormingsproces, die de stuurgroep in de krappe planning nog voor de zomer met de zeven raden wil zetten. Doel: alle zeven gemeenteraden staan achter de Kadernota Basismobiliteit. In te vullen door Griffie: Raadsvergadering 0 zonder hoofdelijke stemming Commissievergadering 0 met algemene stemmen Afhandelingsvoorstel voor raad: 0 stemmen voor, stemmen tegen 0 hamerstuk 0 aangenomen 0 bespreekstuk 0 verworpen 0 anders, nl 0

20 Financiële paragraaf & Informatie en communicatie (in-en extern) & Inspraak en participatie & Planning en evaluatie Zie de in regionaal verband opgestelde Nota van Uitgangspunten. Een tweede en extra bijlage is de het concept v1 4 van de Kadernota Basismobiliteit. Burgemeester en wethouders van Berkelland, de secretaris, de burgemeester, J.A. Wildeman. drs. J.H.A. van Oostrum. 2

21 Raadsvergadering : 30 juni 2015 Agendanummer : De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015; b e s l u i t : in te stemmen met de Nota van Uitgangspunten voor de Basismobiliteit Achterhoek. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 30 juni 2015 de griffier, de voorzitter, 3

22 Toelichting raadsvoorstel Onderwerp : Uitgangspunten Basismobiliteit Voor de onderlinge afstemming tussen de zeven gemeenten is naast deze tussenstap met een extra document (de NvU) ook een klankbordgroep van twee raadsleden per gemeente ingesteld. 4

23 Einde bijlage: Voorstel en besluit - Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek Terug naar het agendapunt

24 Bijlage 1 - BenW Advies -Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####045bdbf b8f8-f40df9ed9001#

25 Zaaknummer : x Afd.hfd. Collegevergadering : 26 mei 2015 agendapunt : (+ presidium op 26 mei) Onderwerp : Nota van Uitgangspunten (NvU) voor Kadernota Basismobiliteit Portefeuillehouder : J.A. Pot-Klumper Meer informatie bij : H.J. Wikkerink tel: : Openbaar : ja Afgestemd met : de zes partnergemeenten via hun leden in de regionale projectgroep, die elk hun eigen lokale achterban hebben mee te nemen Te nemen besluit: 1. De Nota van Uitgangspunten voor de Kadernota Basismobiliteit voorleggen aan de gemeenteraad van 30 juni. 2. Alle reacties verzamelen en met portefeuillehouder meegeven naar het poho Mobiliteit/ de stuurgroep. Toelichting voor college bij raadsvoorstel De Kadernota geeft richting aan de beheersorganisatie, de uitvoeringsorganisatie en de oplossingsrichtingen, die gaandeweg via een regionale stuurgroep namens de zeven colleges van b&w worden gerealiseerd. Met de ondertekening eind maart van de Samenwerkingsovereenkomst Basismobiliteit door Bronckhorst namens de regio (met een kleine r) is de transitiefase afgerond, zonder overdracht van bevoegdheden. Wij werken nu met de zes andere gemeenten aan een bovenlokale organisatievorm, die het wettelijk te regelen vervoer per gaat beheren en uitvoeren. De tijdslimiet voor deze transformatie legt een behoorlijke druk op het tijdpad en de te zetten stappen. Rol raad/ raden De zeven raden dienen de kaders (vast) te stellen, waarbinnen de uitvoering kan plaatsvinden. Op 21 april bent u geïnformeerd over de presentatie van de stuurgroep aan de raden op 22 april in de sessie van de Regio Achterhoek te Lievelde. Het besluit van de raad van Berkelland over de kadernota staat voor 15 september op de rol. Volgens tijdschema moet de kadernota hier dan op 28 juli 2015 vóór uur op het bestuurssecretariaat zijn, met een advies aan de raad. Gezien Secretaris J.A. Wildeman Burgemeester drs. J.H.A. van Oostrum Wethouder J.B. Boer Wethouder J.A. Pot-Klumper Wethouder R.P. Hoytink-Roubos Akkoord Bespreken Besluit

26 Aan de orde is nu de Nota van Uitgangspunten (NvU) voor de kadernota, waarbij uw opmerkingen en die van de raad kunnen meegaan in het proces van besluitvorming. Voor een gedragen besluit van de zeven raden zijn twee sporen uitgezet: 1. twee gesprekrondes over de NvU op 3 juni en 9 juli met een regionale klankbordgroep waarin twee raadsleden per gemeente zitten en 2. het laten bespreken van de NvU door elke raad afzonderlijk nog voor de zomer, hier dus in de cyclus van de raad van 30 juni. Beleidsrichting Uitgangspunt is het voortzetten van de Regiotaxi en het leerlingenvervoer op de huidige manier. Het toekennen van vervoer (pasjes) aan inwoners is en blijft een taak voor de gemeente, bij de inwoner thuis aan de keukentafel. Het is zaak uit te gaan van: o de eigen oplossingen van inwoners, o de mogelijkheden van vervoer door vrijwilligers en o het Openbaar Vervoer (OV). Met het OV als drager willen wij op een flexibele en dynamische manier ruimte geven aan de capaciteiten en initiatieven van inwoners, instanties, instellingen en bedrijven. De provincie verwacht het OV in dunbevolkte streken beter en slimmer en tegen lagere kosten te kunnen uitvoeren met vrijwilligers in buurtbusachtige oplossingen. Wij willen dat initiatieven zichzelf ontwikkelen en de gemeente zogezegd op de handen blijft zitten. Wij hebben ook de ambitie op lokale schaal te blijven doen wat regionaal niet slimmer, beter of goedkoper kan. Om het toegekende professionele (taxi)vervoer in de markt te zetten is een beheerorganisatie nodig, die nauw betrokken zal worden bij het opzetten van de regiecentrale. De beheerorganisatie en de regiecentrale gaan samen het vervoer aanbesteden. Het aansturen (laten rijden) van vrijwilligerssystemen door de regiecentrale kan op termijn tot de mogelijkheden behoren. Privaat of publiek Waarschijnlijk zal één van de zeven gemeenten het beheerbureau onder haar hoede nemen. De rechtsvorm kan privaat of publiek zijn, uw juridisch adviseur heeft de voorkeur voor de laatste, omdat dit de koninklijke weg is en de WGR voorziet bij geschillen. Ook voor de regiecentrale is nog geen keuze gemaakt tussen privaat of publiek. Harmonisatie systeemkenmerken 1 Dit is voor de kadernota niet aan de orde. Bij de uitwerking gaat de aandacht uit naar de (bestaande en nieuwe) stuurknoppen, waarmee inwoners krijgen wat ze nodig hebben binnen de beschikbare budgetten. Het eigene van stuurknoppen is dat ze zowel linksom als rechtsom kunnen. Het is de vraag of iedereen dezelfde draai moet geven 2. Overbruggingskrediet Tot en met 31 december 2016 blijft de zaken lopen zoals ze lopen. Vanaf 1 januari 2017 moet de nieuwe organisatie het doen met en binnen de bestaande budgetten. Voor de periode tussen nu en 1 januari 2017 is er extra geld 3 nodig voor de beheersorganisatie, het opzetten/ aanbesteden van een regiecentrale en de aanbesteding van vervoer. Dit geld kan vanaf 2017 worden terugverdiend. Het door de raad te nemen besluit in september wordt in juli geformuleerd. 1 Dit zijn het regionale telefoonnummer, de aanmeldtijd, de omrijdtijd, het tarief en dergelijke, ofwel alle zaken die voor de reiziger/ gebruiker in de regio hetzelfde moeten zijn, of juist niet. 2 Onze oplossing om Wmo-ers elk jaar weer te laten kiezen voor een pasje is doelgericht en effectief. 3 In de orde van grootte van ,- per gemeente. 2 2

27 Einde bijlage: Bijlage 1 - BenW Advies -Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek Terug naar het agendapunt

28 Bijlage 2 - Concept Kadernota - Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####0dc e7-40d2-a9c3-b1d48df56379#

29 Basismobiliteit in de regio Achterhoek Concept-Kadernota Projectgroep Basismobiliteit Achterhoek 22 mei 2015

30 INHOUD Inhoud Samenvatting Inleiding Aanleiding Basismobiliteit Uitgangspunten Ontwikkelingen Landelijk Provinciaal Regionaal Lokaal Analyse Onderzoek Cissonius Groep Vervoeromvang Conclusie Scope van Basismobiliteit Sturen op de vraag naar vervoer Inzetten op locatie van voorzieningen Inzetten op versterken eigen kracht Maatwerk verbreden Sturen op het aanbod van vervoer Sturen op inkoop en beheer Procesmodel Organisatieopzet Gemeenten Provincie Gelderland Beheerorganisatie Ontwikkelteam Regiecentrale Vervoerders Hervormen van de onderkant van het openbaar vervoer OV Visie provincie Gelderland Kansrijke oplossingen Financiën en risico s Kosten Bijdrage van de provincie Bijdragen van de gemeenten Risico s Planning Communicatie Bijlage 1 Relevante bestaande vervoerprojecten Bijlage 2 Basismobiliteit in de coalitieprogramma s Bijlage 3 Samenwerkingsovereenkomst met de provincie Gelderland Bijlage 4 Lopende vervoercontracten Bijlage 5 Kenmerken rechtsvormen beheerorganisatie Bijlage 6 Vergelijking rechtsvormen beheerorganisatie Bijlage 7 Vergelijking rechtsvormen regiecentrale Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 1 van 36

31 1 SAMENVATTING AANLEIDING De Achterhoekse gemeenten: Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk werken samen om invulling te geven aan Basismobiliteit. Basismobiliteit is een bereikbaarheidsproject van de Uitvoeringsagenda 2020 van de Regio Achterhoek. Basismobiliteit wordt daarbij beschreven als een (vervoer-)voorziening voor de regio Achterhoek waarbij iedereen zich zelfstandig tegen een redelijk tarief kan verplaatsen. De aanleiding voor Basismobiliteit is: De gemeenten zijn vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle vormen van doelgroepenvervoer (leerlingen, jeugd-ggz, Wmo (sociaal recreatief vervoer, ziekenhuisvervoer en vervoer naar dagbesteding) De provincie legt de uitvoering van Regiotaxi vanaf 2017 terug bij de regio(-gemeenten) en heeft hiervoor een samenwerkingsovereenkomst met de regio(-gemeenten) gesloten De provincie wil ook enkele openbaar vervoertaken naar de regio(-gemeenten) mandateren De budgetten voor de uitvoering van het vervoer staan onder druk DOEL Met het organiseren van Basismobiliteit per 2017 beogen wij dat alle onze inwoners in de regio Achterhoek zich zelfstandig en tegen een redelijk tarief kunnen verplaatsen. Basismobiliteit heeft tot doel het doelgroepenvervoer en de onderkant van het openbaar vervoer te integreren en het vervoer efficiënter te organiseren. Om toekomstige exploitatietekorten te voorkomen, zetten we volledig in op alle vier de kansrijke oplossingsrichtingen: Sturen op vraag naar vervoer (locatie van voorzieningen, vrijwilligersvervoer en eigen kracht) Sturen op aanbod van vervoer (maatwerk, bundeling stromen) Sturen op inkoop en beheer (gezamenlijke regie, inkoop en beheer) Hervormen van de onderkant van het openbaar vervoer (flexnet) Het project Basismobiliteit moet resulteren in een nieuw vervoersysteem dat per 2017 operationeel is en dat continu blijft werken aan de kansrijke oplossingsrichtingen. STUREN OP DE VRAAG NAAR VERVOER Door kritisch te kijken naar de locatie van voorzieningen en in te zetten op het versterken van eigen kracht kan de vraag naar doelgroepenvervoer afnemen. Dit vraagt veel maatwerk en het zoeken naar innovatieve oplossingen. Hierbij kunnen we veel leren van ervaringen binnen en buiten onze regio. Om deze kennis toegankelijk te maken, werken we aan een opzet waarbij ervaringen gedeeld kunnen worden zodat succesvolle projecten ook elders toegepast kunnen worden. HERVORMEN VAN DE ONDERKANT VAN HET OPENBAAR VERVOER Meerdere kernen in de regio Achterhoek zijn nu niet ontsloten met het regulier openbaar vervoer. Op basis van de OV-visie van de provincie Gelderland zal het aantal kernen zonder regulier openbaar vervoer in de toekomst toenemen. Het ontwikkelen van nieuwe vervoerconcepten, het uitvoeren van pilots en het stimuleren van vrijwilligersvervoer zijn hierdoor kansrijk. Daarom besteden we in de opzet van de beheerorganisatie en regiecentrale expliciet aandacht aan de ontwikkel- en adviesfunctie met betrekking tot het flexnet openbaar vervoer. Daarnaast starten we nu al diverse pilots (waaronder dorpsauto Oude IJsselstreek, volgtijdelijke combinatie van vervoer van verschillende doelgroepen in Bronckhorst, Noaberbus in Berkelland). Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 2 van 36

32 STUREN OP HET AANBOD VAN VERVOER Basismobiliteit leidt tot een (nieuw) aanvullend vervoersysteem op het openbaar vervoer in de Achterhoek voor iedereen die dat nodig heeft. Het vervoersysteem begint met Regiotaxi en het huidige Leerlingenvervoer en een centrale voor ritboekingen en voor informatieverstrekking over (openbaar) vervoer. Het systeem is zo opgezet dat andere vormen van (doelgroepen-)vervoer waarvoor de gemeenten opdrachtgever zijn, geïntegreerd kunnen worden. De gemeente kan bepalen of een reiziger recht heeft op een gereduceerd vervoertarief. De beheerorganisatie streeft continu naar optimalisatie van het vervoersysteem en kan dan ook gevraagd en ongevraagd advies geven aan gemeentebesturen, de provincie, maatschappelijke organisaties en (vervoer-)bedrijven teneinde het vervoersysteem te optimaliseren. Beslispunten sturen op het aanbod van vervoer: Om te kunnen sturen op het vervoeraanbod en op de inkoop en het beheer van vervoer integreren we zoveel mogelijk vervoervormen in één systeem. Hiervoor is het noodzakelijk dat alle vragen naar vervoer op één punt binnen komen; Het vervoersysteem moet op 1 januari 2017 klaar zijn voor integratie van alle vormen van vervoer. Op dat moment nemen we het vervoer van Regiotaxi Gelderland over. In augustus 2017 integreren we het leerlingenvervoer. Andere vormen van vervoer integreren we op natuurlijke momenten (bijvoorbeeld als contracten aflopen); Beslispunten procesmodel: We kiezen voor de regiecentrale als uitgangspunt voor het proces, omdat dit model het beste aansluit bij onze wens verschillende vormen van doelgroepenvervoer en openbaar vervoer integraal te plannen en hierdoor efficiënter uit te voeren; dit model de meeste kansen voor MKB en lokale ondernemers biedt; door binnen dit model te kiezen voor meerdere vervoerders, de risico s worden gespreid; het in dit model mogelijk is tussentijds bij te sturen door uitgangspunten en systeemkenmerken aan te passen. Beslispunten taken en verantwoordelijkheden gemeenten: De gemeenteraden blijven verantwoordelijk voor het beleid (vervoer en indicatie) en de financiering; De gemeenteraden streven naar harmonisatie waar gewenst en mogelijk. Datgene wat nu al geharmoniseerd is, wordt behouden. De gemeenteraden beslissen op basis van een uitgewerkt voorstel over verdere harmonisatie; De gemeenteraden bepalen wie onder welke voorwaarden toegang heeft tot het system (indicering en tariefstelling). De systeemkenmerken van het vervoer (aanmeldtijd, omrijfactor, stiptheid e.d.) worden/blijven voor alle gemeenten gelijk. Beslispunten taken en organisatievorm beheerorganisatie: De Beheerorganisatie is verantwoordelijk voor: het opdrachtgeverschap voor regiecentrale en vervoer; de samenwerkingsovereenkomst met de provincie; de tactische regie op het vervoer. Als organisatievorm voor de Beheerorganisatie werken we de mogelijkheden van het onderbrengen van de taken bij één gemeente of in een bedrijfsvoeringsorganisatie, zoals bedoeld in de nieuwe Wgr verder uit. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 3 van 36

33 Beslispunten taken en organisatievorm regiecentrale: De Regiecentrale is verantwoordelijk voor: de operationele regie op het vervoer; de communicatie met reizigers; de klachtenafhandeling; monitoring en data-analyse; pro-actieve advisering aan de Beheerorganisatie.. Beslispunten taken vervoerders: De vervoerders zijn verantwoordelijk voor: de uitvoering van de ritten; de communicatie met de centrale; De vervoerders worden door middel van een aanbesteding geselecteerd. FINANCIËN COMMUNICATIE Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 4 van 36

34 2 INLEIDING 2.1 AANLEIDING BASISMOBILITEIT WAAROM DEZE KADERNOTA? Voor u ligt de concept kadernota Basismobiliteit Achterhoek van de Achterhoekse gemeenten: Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk. Deze kadernota is gezamenlijk door deze zeven gemeenten ontwikkeld. Deze kadernota beschrijft wat de gemeentelijke taak ten aanzien van Basismobiliteit is en hoe deze door de Achterhoekse gemeenten wordt vormgegeven. Basismobiliteit wordt daarbij beschreven als een (vervoer-)voorziening voor de regio Achterhoek waarbij iedereen zich zelfstandig tegen een redelijk tarief kan verplaatsen. Deze kadernota moet beschouwd worden als een eerste concept en heeft daarmee een opiniërend karakter. De komende maanden zal op basis van beleidsparticipatie met gemeenteraden, Wmo-raden en andere betrokkenen tot nadere invulling worden gekomen. Dit resulteert in een definitieve kadernota, die wij voor de zomer 2015 ter besluitvorming aanbieden. WAT IS HET PROBLEEM? De directe aanleiding voor deze kadernota is dat gemeenten door de decentralisaties binnen het sociaal domein meer taken op het gebied van (doelgroepen)vervoer gekregen hebben. Met de Wmo 2015 en de Jeugdwet hebben gemeenten per 2015 een grotere verantwoordelijkheid gekregen. Gelijktijdig met de uitbreiding van de gemeentelijke verantwoordelijkheden worden gemeenten de komende jaren geconfronteerd met teruglopende budgetten als gevolg van rijksbezuinigingen. Daarnaast heeft de provincie Gelderland heeft haar visie op het openbaar vervoer aangepast, omdat zonder herijking het openbaar vervoer financieel onhoudbaar is. Zij stelt zich zelf verantwoordelijk voor de belangrijkste OV-verbindingen tussen de stedelijke knooppunten in de provincie. Dit komt neer op de belangrijkste buslijnen en regionale spoorlijnen en wordt ook wel het kernnet genoemd. Al het overige openbaar vervoer moet als aanvullend worden beschouwd en wordt overgelaten aan de vijf regio s in de provincie ( flexnet ). Wij zien dat provincie en gemeenten door rijksbezuinigingen andere manieren moeten vinden om te voorkomen dat onze inwoners van elke vorm van openbaar vervoer verstoken blijven. We beseffen terdege dat we als gemeenten niet alles bij het oude kunnen laten. Financieel is dat door de opgelegde rijkskortingen onmogelijk. De provincie is met de zeven gemeenten in de regio Achterhoek in gesprek om gezamenlijk invulling te geven aan basismobiliteit. WAAROM BASISMOBILITEIT - WAT WILLEN WE BEREIKEN? Basismobiliteit is een bereikbaarheidsproject van de Uitvoeringsagenda 2020 van de Regio Achterhoek. Met het organiseren van Basismobiliteit per 2017 beogen wij dat alle inwoners van de Achterhoek zich zelfstandig en tegen een redelijk tarief kunnen verplaatsen. We willen voorkomen dat met het verdwijnen van het reguliere vervoer uit de kernen dit voor grote groepen inwoners onmogelijk wordt. Daarom werken we continu aan het efficiënter inrichten van regionale vervoersstromen, maatwerkvervoer en aanvullend openbaar vervoer. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 5 van 36

35 2.2 UITGANGSPUNTEN Naar aanleiding van twee bijeenkomsten met de portefeuillehouders Mobiliteit en Sociaal van de gemeenten in maart 2015 hebben we de volgende uitgangspunten voor Basismobiliteit opgesteld: Vervoer is grensoverschrijdend. Door op regionale schaal samen te werken ontstaat er een goede mix tussen een efficiënte invulling en regionale verankering. Een robuust (toekomstvast) vervoersysteem voor inwoners regio Achterhoek. Bij de huidige demografische ontwikkelingen (krimpende en vergrijzende bevolking) en ruimtelijke ontwikkelingen (verdwijnen voorzieningen uit kleine kernen) zijn goed bereikbare voorzieningen essentieel voor de leefbaarheid in de Achterhoek. Een vervoersysteem in een landelijk gebied is verantwoord en voldoet aan de duurzaamheidseisen (milieutechnisch: gebruikte materialen, brandstof e.d.). Beheersen van kosten en kwaliteit: mogelijkheid om te sturen in indicering en productformules/spelregels. Bijsturen op kosten en kwaliteit is altijd mogelijk om het vervoersysteem betaalbaar en actueel te houden Het vervoersysteem moet kunnen meebewegen met ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Uitbreidingen, aanpassingen en optimalisaties zijn snel door te voeren. Regionale verankering en dus regionale kennis is essentieel voor bewaking van de kwaliteit en de kosten. Gemeentes willen daar zelf grip op houden. Het vervoersysteem draagt bij aan lokale werkgelegenheid en biedt alle kansen voor lokale (taxi)bedrijven. Het regionale vervoersysteem is er vooral voor de inwoners die het echt nodig hebben en draagt bij aan de kanteling en het versterken van eigen kracht. Het regionale vervoersysteem is aanvullend aan andere lokale vervoerinitiatieven. Daar waar bestaande of nieuwe (particuliere) vervoerinitiatieven bestaan zullen deze de voorliggende voorzieningen zijn. SAMENGEVAT De Achterhoekse gemeenten: Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk werken samen om invulling te geven aan Basismobiliteit.Basismobiliteit is een bereikbaarheidsproject van de Uitvoeringsagenda 2020 van de Regio Achterhoek. De aanleiding voor Basismobiliteit is: De gemeenten zijn vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle vormen van doelgroepenvervoer (leerlingen, jeugd-ggz, Wmo (sociaal recreatief vervoer, ziekenhuisvervoer en vervoer naar dagbesteding) De provincie legt de uitvoering van Regiotaxi vanaf 2017 terug bij de regio(-gemeenten) en heeft hiervoor een samenwerkingsovereenkomst met de regio(-gemeenten) gesloten De provincie wil ook enkele openbaar vervoertaken naar de regio(-gemeenten) mandateren De budgetten voor de uitvoering van het vervoer staan onder druk Met het organiseren van Basismobiliteit per 2017 beogen wij dat alle onze inwoners in de regio Achterhoek zich zelfstandig en tegen een redelijk tarief kunnen verplaatsen. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 6 van 36

36 3 ONTWIKKELINGEN Dit hoofdstuk zal in de definitieve versie verder uitgewerkt zijn 3.1 LANDELIJK Trends en ontwikkelingen Wmo begeleiding (dagbesteding): creatieve/innovatieve oplossingen zorgaanbieders Passend onderwijs: afname aantal leerlingen (moeilijker combineren); stijging gemiddelde reisafstand; Eigen kracht; afname wmo vervoer en llv Bezuinigingen: afname vervoer door strenger indiceren; stimuleren eigen kracht Verschraling onderkant OV/flexnet: Toekomst Valys: Het vervoer van Valys is nu door het ministerie van VWS gegund aan Transvision. De looptijd van het contract eindigt medio 2017 Extramuralisering: afbouw zorgzwaartepakketten heeft relatie met het AWBZ-vervoer, positief effect op volume; Versterking zelfredzaamheid Budgetten onder druk Verbetering toegankelijkheid openbaar vervoer Wet Sociale Werkvoorziening in Participatiewet Lokale initiatieven door vrijwilligers 3.2 PROVINCIAAL De wijze waarop de regiogemeenten samenwerken met de provincie is vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst Basismobiliteit die door alle gemeenten is vastgesteld en door de gemeente Bronckhorst namens de 7 gemeenten is ondertekend. De hoofdpunten van de samenwerking zijn: De provincie behoudt de verantwoordelijkheid en de regie over het kernnet van het openbaar vervoer. Het kernnet betreft de hoofdstromen van het openbaar vervoer; De gemeenten van de Achterhoek bundelen hun kracht op het gebied van doelgroepenvervoer en het aanvullende openbaar vervoer. De verantwoordelijkheid en de regie van het aanvullend openbaar vervoer en het doelgroepenvervoer ligt bij de gemeenten van de Achterhoek. De provincie faciliteert voor het aanvullend openbaar vervoer met kennis en geld; Het oprichten van een centrale voor het doelgroepenvervoer en het aanvullend openbaar vervoer in de regio Achterhoek. 3.3 REGIONAAL Demografie (vergrijzing, krimp): stijging vraag naar vervoer wmo, afname llv Uitvoeringsagenda Achterhoek gemeenten werken samen aan Basismobiliteit; het is altijd mogelijk dat andere gemeenten hierbij aansluiten 3.4 LOKAAL Gemeenten staan voor forse taakstellingen en in de collegeprogramma s is in zes van de zeven gemeenten (uitgezonderd in Aalten) al rekening gehouden met de bundeling van vervoersstromen. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 7 van 36

37 4 ANALYSE 4.1 ONDERZOEK CISSONIUS GROEP In november 2013 heeft de Cissonius Groep in opdracht van de Regio Achterhoek en de provincie Gelderland een onderzoek afgerond naar Basismobiliteit in de Achterhoek. Dit onderzoek is het vertrekpunt voor het verder uitwerken van de Basismobiliteit. De Cissonius Groep trekt op basis van de resultaten van het onderzoek de volgende conclusies: Verdergaande samenwerking en bundeling van vervoer is wenselijk om het doelgroepenvervoer en de onderkant van het openbaar vervoer te integreren en het vervoer efficiënter te organiseren. De verwachte toekomstige budgetten zijn onvoldoende om de kosten van het vraagafhankelijk openbaar vervoer en doelgroepenvervoer te dekken. Een volledige inzet van alle vier de kansrijke oplossingsrichtingen zijn noodzakelijk om toekomstige exploitatietekorten te voorkomen. De kansrijke oplossingsrichtingen zijn: Sturen op locatie van voorzieningen Inzetten op versterking van eigen kracht Bundeling en samenwerking Hervormen van onderkant OV Rekening houdend met de decentralisatie van het AWBZ-vervoer per 2015 en de mogelijke opheffing van projectbureau Regiotaxi zijn maatregelen nodig om een regionale regiecentrum op te zetten en voorbereidingen te treffen voor de aanbesteding van het vervoer (in meerdere percelen) en een callcenter. Op basis van de looptijden van de huidige contracten is gefaseerde invoering van diverse vormen van doelgroepenvervoer wenselijk. Door te sturen op locaties van voorzieningen o.a. gemeentelijke faciliteiten, locaties dagbesteding en speciaal onderwijs) en het inzetten van versteken van eigen kracht worden lange dure ritten beperkt en zelfredzaamheid bevorderd. Dit leidt tot een daling van de vraag naar doelgroepenvervoer. De kwaliteit van het openbaar vervoer is van belang om het doelgroepenvervoer te beperken. Door bezuinigingen zal met name de onderkant van het openbaar vervoer worden getroffen. De provincie stelt voor de gemeenten een grotere rol hierin te laten spelen. Het ontwikkelen van nieuwe vervoerconcepten en het uitvoeren van pilots (zoals een servicelijn, dorpsauto, buurtbus etc.) en het stimuleren van vrijwilligersvervoer zijn hierbij kansrijk mede gezien het feit dat mogelijk de verantwoordelijkheid en regie over de onderkant van het openbaar vervoer vanaf 2020 naar de regio wordt gedecentraliseerd. 4.2 VERVOEROMVANG In definitieve versie van de Kadernota zal dit hoofdstuk uitgewerkt en onderbouwd zijn. Aantal gereisde Wmo-zones en Wmo-ritten per jaar in de Regiotaxi in 2014 Gemiddeld aantal leerlingen per jaar in leerlingenvervoer in 2014 Gemiddeld aantal cliënten Wmo groepsondersteuning met vervoer in 2014 en 2015 Kosten Regiotaxi voor gemeente en provincie in 2014 Kosten Leerlingenvervoer in 2014 Kosten vervoer Wedeo en Hameland in 2014 Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 8 van 36

38 4.3 CONCLUSIE Ondanks dat de onderzoeksresultaten van de Cissonius Groep al van 2013 dateren, gelden deze nog steeds. Na 2013 zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: de dagbesteding en het bijbehorende vervoer is van de AWBZ overgegaan naar de Wmo en daarmee een gemeentelijke verantwoordelijkheid geworden; de zeven gemeenten hebben besloten regionaal samen te werken aan Basismobiliteit; de samenwerkingsovereenkomst met de provincie is inmiddels ondertekend; diverse ontwikkelingen zijn al in gang gezet om de vervoerkosten te beperken, zo zijn bij het aangaan van de nieuwe contracten met de zorgaanbieders voor dagbesteding al afspraken gemaakt over de vervoerkosten. SAMENGEVAT Basismobiliteit heeft tot doel het doelgroepenvervoer en de onderkant van het openbaar vervoer te integreren en het vervoer efficiënter te organiseren; Om toekomstige exploitatietekorten te voorkomen, zetten we volledige in op alle vier de kansrijke oplossingsrichtingen: Sturen op vraag naar vervoer (locatie van voorzieningen, vrijwilligersvervoer en eigen kracht) Sturen op aanbod van vervoer (maatwerk, bundeling stromen) Sturen op inkoop en beheer (gezamenlijke regie, inkoop en beheer) Hervormen van de onderkant van het openbaar vervoer (flexnet) Het project Basismobiliteit moet resulteren in een nieuw vervoersysteem dat op 1 januari 2017 operationeel is en dat continu blijft werken aan de kansrijke oplossingsrichtingen. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 9 van 36

39 5 SCOPE VAN BASISMOBILITEIT Basismobiliteit is de mogelijkheid voor inwoners zich zelfstandig en tegen een redelijk tarief te verplaatsen: dat wil zeggen het aanvullende vervoeraanbod waar te weinig vraag is voor het exploiteren van een reguliere lijndienst of waar het bestaande vervoeraanbod niet passend is. Basismobiliteit vormt daarmee als het ware de onderkant van het openbaar vervoer (het flexnet ). Basismobiliteit leidt tot een aanvullend vervoersysteem op het openbaar vervoer in de Achterhoek voor iedereen die dat nodig heeft. Het vervoersysteem begint met Regiotaxi en het huidige Leerlingenvervoer en een centrale voor ritboekingen en informatieverstrekking over (openbaar) vervoer. Het vervoersysteem is zo opgezet dat andere vormen van (doelgroepen-)vervoer waarvoor de gemeenten opdrachtgever zijn, geïntegreerd kunnen worden. De gemeente kan bepalen of een reiziger recht heeft op een gereduceerd vervoertarief. De beheerorganisatie streeft continu naar optimalisatie van het vervoersysteem door: Sturen op vraag naar vervoer (locatie van voorzieningen en eigen kracht) Sturen op aanbod van vervoer (maatwerk, bundeling stromen) Sturen op inkoop en beheer (gezamenlijke regie, inkoop en beheer) Hervormen van de onderkant van het openbaar vervoer (flexnet) De beheerorganisatie kan dan ook gevraagd en ongevraagd advies geven aan gemeentebesturen, de provincie, maatschappelijke organisaties en (vervoer-)bedrijven teneinde het vervoersysteem te optimaliseren. Hoewel het opzetten van het vervoersysteem prioriteit heeft, zullen we contacten leggen met andere (Gelderse) regio s waar dat voordelen biedt en niet vertragend of belemmerend werkt. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 10 van 36

40 6 STUREN OP DE VRAAG NAAR VERVOER 6.1 INZETTEN OP LOCATIE VAN VOORZIENINGEN De Cissonius groep concludeert in haar rapport (november 2013) dat door te sturen op locaties van voorzieningen (o.a. gemeentelijke faciliteiten, locaties dagbesteding en speciaal onderwijs) en door het versterken van eigen kracht lange dure ritten beperkt worden. Dit leidt tot een daling van de vraag naar doelgroepenvervoer. In het rapport zijn kansrijke oplossingsrichtingen aangegeven: (gemeentelijke) faciliteiten beter benutten: meer wijkgericht werken en gemeentelijke faciliteiten benutten voor het bieden van zorg en voorzieningen in de eigenkern/gemeente; de dagbesteding dichterbij organiseren: door analyse van zorgaanbod en zorgdoelgroepen kan gekeken worden of dagbesteding dichter in de buurt gecreëerd kan worden; de afstand tussen woning en passend onderwijs verkleinen bijvoorbeeld door in één gebouw meerdere vormen van speciaal onderwijs aan te bieden; Bovengenoemde kansrijke oplossingen hebben in algemene zin gevolgen voor het personeel van de betreffende instanties (evt. andere werktijden), de betrokken familieleden, de hulpverleners thuis (bijv. eerder vertrek van kinderen naar school heeft invloed op werktijden ouders). Beoogd effect op de mobiliteit van het sturen op locatie voorzieningen : het terug dringen van de verplaatsingsbehoefte betekent minder kilometers en dus minder kosten de kwaliteit verbeteren, kortere snellere ritten, minder kosten efficiënter werken, bundelen vervoer, minder kosten lokale voorzieningen ( tegen de trend in) in stand houden 6.2 INZETTEN OP VERSTERKEN EIGEN KRACHT De overheid heeft verwachtingen van de inwoners en hun leefomgeving (familie, buren en professionele verzorgers). De gemeente blijft het aanspreekpunt voor de inwoners. Inwoners en inwonersgroepen zijn de basisspelers in dit werkveld. De consulenten (sociale wijkteams) denken aan de keukentafel mee met de inwoner. Als deze het niet alleen kan, dan wordt geregeld wat nodig is. Om daarin te voorzien, moet de vraag helder zijn. Als de vraag niet helder is, dan moet die dat worden gemaakt met en door de inwoners zelf. Niet door ambtenaren of vakspecialisten; hooguit met hulp van. Daarom kan geen lijst met professionele acties vanuit de branche of overheid gepresenteerd worden, maar wel een aanzet voor een denkrichting en grondhouding: De meeste inwoners kunnen heel lang hun eigen zaken zelf regelen Veel inwoners willen zich vrijwillig inzetten voor anderen Een kleine groep inwoners heeft meer steun nodig dan de omgeving kan leveren. Daar waar de eigen kracht steun nodig heeft, zijn de gemeenten in beeld, die op regionale schaal samen oppakken wat op lokale schaal niet efficiënt is. Vervoer van, voor en door inwoners dat zelfstandig plaatsvindt, gebeurt buiten het zicht van de gemeente. Dat kan, mag en zal in de toekomst zo blijven. In dit verband hanteren we onderstaande uitgangspunten: Kantelen is ook samen de vroeger vanzelfsprekende naoberhulp (weer) tussen de oren zien te krijgen. Niet van boven projecten opzetten, maar inspelen op wat van onderop ontstaat en groeikansen heeft. Maatregelen voor het ontwikkelen van eigen kracht projecten kunnen alleen slagen als de noodzaak voor een andere werkwijze zich laat voelen. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 11 van 36

41 Pas als de overheid stopt met een voorziening, gaan inwoners hun eigen creativiteit aanspreken en benutten. Gemeenten, zorginstellingen en andere instanties en partners blijven financieel verantwoordelijk voor hun eigen inbreng en projecten. 6.3 MAATWERK VERBREDEN Het sturen op de vraag naar vervoer vraagt veel maatwerk en het zoeken naar innovatieve oplossingen. Het leveren van maatwerk vraagt ook om een flexibel (vervoer-)systeem. Hierbij kunnen we veel leren van ervaringen binnen en buiten de regio. Om deze kennis toegankelijk te maken, werken we aan een opzet waarbij ervaringen gedeeld kunnen worden en succesvolle projecten ook elders toegepast kunnen worden. SAMENGEVAT Door kritisch te kijken naar de locatie van voorzieningen en in te zetten op het versterken van eigen kracht kan de vraag naar doelgroepenvervoer afnemen. Dit vraagt veel maatwerk en innovatieve oplossingen. Hierbij kunnen we veel leren van ervaringen binnen en buiten onze regio. Om deze kennis toegankelijk te maken, werken we aan een opzet waarbij ervaringen gedeeld kunnen worden zodat succesvolle projecten ook elders toegepast kunnen worden. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 12 van 36

42 7 STUREN OP HET AANBOD VAN VERVOER De gemeenten zijn opdrachtgever voor of financier van verschillende vormen van personenvervoer. Door afstemming en integratie van verschillende vormen van vervoer kan het vervoerproces efficiënter uitgevoerd worden. Voor een optimale afstemming en integratie is het noodzakelijk dat vervoervragen op één centraal punt binnenkomen (en dus niet zoals nu voor elke vervoerstroom apart). Bron: Forseti Het integreren van de verschillende vervoervormen moet zorgvuldig uitgevoerd worden, om de continuïteit en kwaliteit van het vervoer te kunnen blijven waarborgen. Een geleidelijke uitbreiding van het systeem ligt daarom voor de hand. Voor verschillende vormen van vervoer zijn contracten afgesloten. Elk contact met zijn eigen looptijd en voorwaarden. Om geen onnodige kosten te maken, wordt steeds gezocht naar een natuurlijk moment voor integratie van elke vorm van vervoer in het systeem. BESLISPUNTEN STUREN OP AANBOD: Om te kunnen sturen op het vervoeraanbod en op de inkoop en het beheer van vervoer integreren we zoveel mogelijk vervoervormen in één systeem. Hiervoor is het noodzakelijk dat alle vragen naar vervoer op één punt binnen komen; Het vervoersysteem moet op 1 januari 2017 klaar zijn voor integratie van alle vormen van vervoer. Op dat moment nemen we het vervoer van Regiotaxi Gelderland over. In augustus 2017 integreren we het leerlingenvervoer. Andere vormen van vervoer integreren we op natuurlijke momenten (bijvoorbeeld als contracten aflopen). Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 13 van 36

43 8 STUREN OP INKOOP EN BEHEER Voor inkoop, beheer en planning van vervoer wordt een nieuw vervoersysteem opgezet. Het vervoersysteem begint met Regiotaxi en het Leerlingenvervoer en een regiecentrale voor de aansturing van dit vervoer en informatieverstrekking over (openbaar) vervoer. Het vervoersysteem is zo opgezet dat andere vormen van (taxi-)vervoer waarvoor de gemeenten opdrachtgever zijn, geïntegreerd kunnen worden. 8.1 PROCESMODEL De operationele uitvoering van het vervoer bestaat feitelijk uit 3 onderdelen: Ritaanvraag (aanvraag via callcenter of internet en toetsing ritaanvraag aan regulier OV of overige particuliere initiatieven); Planning (via ICT systemen, software algoritmes en vervoerplanners); Uitvoering (feitelijk rijden van de rit). De onderdelen kunnen apart of gezamenlijk georganiseerd worden. In onderstaand schema zijn de 3 hoofdmodellen voor de organisatie van het vervoersysteem weergegeven: 1. All-inmodel 2. Call-centermodel 3. Regiecentralemodel Bij het All-inmodel is er sprake van één contract voor ritaanname, planning en uitvoering. Het leerlingenvervoer is momenteel op deze wijze georganiseerd. Het is mogelijk het totale vervoergebied in delen aan te besteden. Voor leerlingenvervoer zijn er nu ook twee contracten elk voor een deel van de Achterhoek. Voordelen zijn: de werkwijze is bekend en overzichtelijk; de opdrachtgever wordt geheel ontzorgd en doet zaken met één partij. Nadelen zijn Bron: Forseti het toevoegen van extra vervoervormen tijdens de contractperiode is niet goed mogelijk; het verstrekken van vervoeradviezen zal niet onpartijdig gebeuren; slechts een beperkt aantal grote bedrijven kan op dit (omvangrijke) contract inschrijven en lokale bedrijven kunnen mogelijk slechts als onderaannemer aan het werk; de opdrachtnemer een relatief grote invloed heeft op de opdrachtgever omdat de opdrachtgever afhankelijk is van de uitvoering van het vervoer door die opdrachtnemer; de bij de aanbesteding gedefinieerde systeemkenmerken kunnen tussentijds nauwelijks aangepast worden. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 14 van 36

44 Bij het call-centermodel is er sprake van twee contracten; één voor het call-center dat de ritaanname verzorgd en één voor de planning en uitvoering. Regiotaxi Gelderland werkt op deze manier. Hierbij is er één call-center en zijn meerdere vervoerders gecontracteerd (regionaal afgebakend). Voordelen zijn: ritten kunnen op één plek aangevraagd worden voor het hele gebied; er kan een onpartijdig advies worden gegeven voor andere vormen van vervoer (OV of vrijwilligerssystemen); Nadelen zijn: de planning vindt per vervoerder plaats, waardoor geen optimale overall-planning kan worden gemaakt; doordat de ritten voor leerlingenvervoer en dagbesteding een vast patroon kennen, voegt het losknippen van de ritaanname niet veel toe voor de efficiency van het vervoer ten opzichte van het All-inmodel; de bij de aanbesteding gedefinieerde systeemkenmerken kunnen tussentijds nauwelijks aangepast worden. Het regiecentralemodel kent ook twee contracten; een voor call-center en planning en één voor vervoer. Hierdoor is de totale regie niet meer gebonden aan een vervoerder. De regiecentrale plant de ritten en draagt de uitvoering op aan de gecontracteerde vervoerders. In Denemarken en Zweden werken veel regio s volgens dit model. Nadelen zijn: het model is nieuw voor Nederland en kent daardoor nog onzekerheden. Voordelen zijn, naast de voordelen van het call-centermodel: doordat alle vervoervragen op één punt binnenkomen en integraal gepland worden, kan het vervoer efficiënt uitgevoerd worden; meerdere (grotere en kleinere) vervoerders kunnen gecontracteerd worden; goed inzicht in de mogelijkheden de efficiency van het vervoer te verhogen en de winst hiervan ook ten gunste te laten komen van de opdrachtgever (gemeenten). BESLISPUNTEN PROCESMODEL: We kiezen voor de regiecentrale als uitgangspunt voor het proces, omdat dit model het beste aansluit bij onze wens verschillende vormen van doelgroepenvervoer en openbaar vervoer integraal te plannen en hierdoor efficiënter uit te voeren; dit model de meeste kansen voor MKB en lokale ondernemers biedt; door binnen dit model te kiezen voor meerdere vervoerders, de risico s worden gespreid; het in dit model mogelijk is tussentijds bij te sturen door uitgangspunten en systeemkenmerken aan te passen. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 15 van 36

45 8.2 ORGANISATIEOPZET Binnen de organisatie van het vervoersysteem kunnen verschillende onderdelen onderscheiden worden. In onderstaand schema zijn deze onderdelen, gepositioneerd ten opzichte van elkaar weergegeven. In de volgende paragrafen worden de taken en organisatiewijzen van de verschillende onderdelen nader uitgewerkt. Aalten (strategisch beleid en indicering) Bronckhorst (strategisch beleid en indicering) Oost-Gelre (strategisch beleid en indicering) Winterswijk (strategisch beleid en indicering) Berkelland (strategisch beleid en indicering) Doetinchem (strategisch beleid en indicering) Oude IJsselstreek (strategisch beleid en indicering) Beheerorganisatie (opdrachtgever en tactische regie) Provincie (SWO) Ontwikkelteam Regiecentrale (operationele regie) Vervoerders Vervoerders Vervoerders Vervoerders GEMEENTEN TAKEN Met betrekking tot Basismobiliteit heeft elke gemeente de volgende (autonome) taken: Beleidsontwikkeling (inclusief vaststellen tarieven reiziger) Indicatie, toekennen mobiliteitsprofiel toekennen Afhandeling bezwaren indicering Financiering ORGANISATIE De taken van de gemeenten liggen nu ook bij de gemeenten en worden met name binnen het Sociaal Domein uitgevoerd. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 16 van 36

46 De afzonderlijke gemeenteraden stellen voor hun gemeente de betreffende verordeningen voor het vervoer vast. Hierbij wordt gestreefd naar harmonisatie van verordeningen binnen de regio waar dat gewenst en mogelijk is. De colleges kunnen hiervoor, gevoed door de beheerorganisatie, gevraagd en ongevraagd adviezen geven aan de gemeenteraden. De afzonderlijke gemeenteraden stellen ook de budgetten voor de verschillende vormen van vervoer vast. BESLISPUNTEN TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN GEMEENTEN: De gemeenteraden blijven verantwoordelijk voor het beleid (vervoer en indicatie) en de financiering; De gemeenteraden streven naar harmonisatie waar gewenst en mogelijk. Datgene wat nu al geharmoniseerd is, wordt behouden. De gemeenteraden beslissen op basis van een uitgewerkt voorstel over verdere harmonisatie; De gemeenteraden bepalen wie onder welke voorwaarden toegang heeft tot het system (indicering en tariefstelling). De systeemkenmerken van het vervoer (aanmeldtijd, omrijfactor, stiptheid e.d.) worden/blijven voor alle gemeenten gelijk PROVINCIE GELDERLAND De rol van de provincie Gelderland met betrekking tot Basismobiliteit is dat de provincie concessieverlener/opdrachtgever is voor het openbaar vervoer binnen de provincie. De provincie heeft in de Samenwerkingsovereenkomst Basismobiliteit met de regio afspraken gemaakt over het uitvoeren van openbaarvervoertaken door de regio. Tevens is in deze overeenkomst vastgelegd dat de provincie en regio samenwerken binnen een Ontwikkelteam (zie paragraaf 8.2.4). De provincie levert ook een financiële bijdrage in het systeem zowel voor het sociaal recreatieve vervoer, het beheer en de OV functie BEHEERORGANISATIE TAKEN Opdrachtgeverschap o Uitvoerder samenwerkingsovereenkomst provincie o Inkoop en aanbesteding van regiecentrale en vervoer o Contractbeheer en budget bewaking regiecentrale en vervoer Tactische regie o Opstellen klachtenprocedure en -reglement o Klachtaanname en toezicht op afhandeling door verantwoordelijke partij o Eigenaar van de productformule/telefoonnummer/website o Ontwikkeling productformule / ontwikkelfunctie o Advisering aan gemeenten en provincie o Facturering naar gemeenten o Contacten met vertegenwoordiging van reizigers Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 17 van 36

47 JURIDISCHE VORM De beheerorganisatie is een samenwerkingsverband van de deelnemende Achterhoekse gemeenten en is contractpartner voor de samenwerkingsovereenkomst met de provincie. Voor de rechtsvorm van de beheerorganisatie is dan ook gekeken naar rechtsvormen die passen bij een gemeentelijk samenwerkingsverband: Openbaar lichaam, zoals bedoeld in de Wgr Als extra taak binnen het bestaande openbaar lichaam regio Achterhoek Bedrijfsvoeringsorganisatie, zoals sinds 1 januari 2015 opgenomen in de Wgr Als taak binnen een gemeente 1 op basis van een gemeenschappelijke regeling (publiekrecht) Als taak binnen een gemeente 1 op basis van een dienstverleningsovereenkomst (privaatrecht) Overheidsbedrijf (BV/NV) In de bijlage 5 zijn de belangrijkste relevante kenmerken van deze rechtsvormen aangegeven. In bijlage 6 is een tabel opgenomen waarin de rechtsvormen op relevante aspecten met elkaar vergeleken worden. Op basis van de vergelijking van de voor- en nadelen kan geconcludeerd worden dat oprichting van een openbaar lichaam, zoals bedoeld in de Wgr, een te zware organisatievorm is voor de beheerorganisatie. Dat geldt ook voor de bestaande Regio Achterhoek. Oprichten van een overheidsbedrijf is voor dit doel relatief complex. Daarnaast is het de vraag of een privaatrechtelijke organisatie de geëigende vorm is voor de uitvoering van deze publieke taken. De andere vormen kennen deze nadelen niet Aangezien de beheerorganisatie voor alle gemeenten nieuwe taken omvat en een vrij directe aansturing vanuit alle gemeenten gewenst is, ligt het onderbrengen van de taken bij één gemeente of in een bedrijfsvoeringsorganisatie, zoals bedoeld in de nieuwe Wgr voor de hand. Gezien de relatief geringe omvang van de beheerorganisatie (in fte en taken)wordt voorgesteld hiervoor geen nieuwe entiteit op te richten maar deze taken onder te brengen bij één van de deelnemende gemeenten. BESLISPUNTEN TAKEN EN ORGANISATIEVORM BEHEERORGANISATIE: De Beheerorganisatie is verantwoordelijk voor: het opdrachtgeverschap voor regiecentrale en vervoer; de samenwerkingsovereenkomst met de provincie; de tactische regie op het vervoer. Als organisatievorm voor de Beheerorganisatie werken we de mogelijkheden van het onderbrengen van de taken bij één gemeente verder uit ONTWIKKELTEAM Het ontwikkelteam is een werkgroep van de provincie en de Beheerorganisatie. Het ontwikkelteam adviseert gemeenten en provincie over ontwikkelingen rond Openbaar Vervoer en Basismobiliteit. Het gaat hierbij om de afstemming tussen openbaar vervoer en het Achterhoekse vervoersysteem, alternatieve vormen van vervoer (ook voor bestaande vormen van vervoer), aanpassing van systeemkenmerken. Via de beheerorganisatie wordt ook de Regiecentrale actief betrokken bij het Ontwikkelteam. 1 Deze vorm wordt ook wel aangeduid als çentrumgemeente. De taken van de beheerorganisatie kunnen bij één van de deelnemende gemeenten worden ondergebracht. De gemeenten bepalen onderling bij welke gemeente de taken het beste kunnen worden ondergebracht. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 18 van 36

48 8.2.5 REGIECENTRALE TAKEN Operationele regie: Aanvraag/boeking ritten: o Administratie reizigersgegevens o Aanmaken vervoerpassen o Aanname ritaanvragen o Verstrekken vervoeradvies o Ritboeking, terugkoppeling naar reiziger, vastleggen in systeem o Informatieverstrekking Ritplanning o Inzicht in beschikbaarheid voertuigen o Planning ritten (structureel en vraagafhankelijk) o Informatie naar reizigers (zo nodig) o Beheer en ontwikkeling planningssoftware Rittoedeling o Toedelen van ritten aan voertuigen o Inzicht in status en locatie voertuigen Uitvoering o Afhandeling transactie reiskosten (machtiging, chipkaart) o Informatie naar reizigers (terugbelservice, afwijkingen) o Controle uitvoering vervoer Financieel-/administratieve afhandeling o Factuurafhandeling uitvoeringskosten o Verdeling kosten over gemeenten/soort vervoer o Rapportage Secundaire taken: Opzet en beheer van online reizigersportaal Verstrekken informatie aan reiziger t.b.v. jaaropgave belastingen Verzorgen van algemene communicatie aan reizigers en algemene reizigersvragen Klachtafhandeling Monitoring kwaliteit en klanttevredenheid Data-analyse Proactieve advisering aan beheerorganisatie JURIDISCHE VORM De regiecentrale voert uitvoerende taken uit. Deze taken kunnen door de overheid uitgevoerd worden of kunnen worden ingekocht. Voor de regiecentrale zijn 4 rechtsvormen nader verkend: Gemeentelijke dienst Overheidsbedrijf (NV of BV) Publiek Private Samenwerking (PPS) Uitbesteding aan een marktpartij Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 19 van 36

49 In bijlage 7 is een vergelijking opgenomen van de voor- en nadelen van de rechtsvormen. Op basis van die vergelijking is nog geen eensluidende voorkeur voor de organisatievorm afgeleid. In de definitieve versie van de Kadernota zal verder uitgewerkt worden of dit een publieke of private organisatie zou moeten zijn. WIJZE VAN INKOPEN P.M. BESLISPUNTEN TAKEN EN ORGANISATIEVORM REGIECENTRALE: De Regiecentrale is verantwoordelijk voor: de operationele regie op het vervoer; de communicatie met reizigers; de klachtenafhandeling; monitoring en data-analyse; pro-actieve advisering aan de Beheerorganisatie VERVOERDERS TAKEN In afwijking van hoe het vervoer van regiotaxi en leerlingenvervoer nu georganiseerd is, wordt het takenpakket van de vervoerders beperkt tot uitvoerende taken: Uitvoering ritten Transactie reiskosten (contant, chipkaart) Communicatie met centrale Klachtafhandeling (reactie) WIJZE VAN INKOPEN Voor het inkopen van het vervoer zal een Europees aanbestedingstraject worden opgezet. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan het splitsen van het totale vervoer in verschillende percelen, om het risico te spreiden en om kansen te creëren voor lokale ondernemers. Aandachtspunten voor de aanbesteding zijn: Percelen met verschillende looptijd Een minimum en/of maximum aantal vervoerders/voertuigen per perceel Onderscheid tussen gegarandeerde afname en extra afname van vervoer Spreiding van vervoerders over het totale vervoergebied De wijze waarop het vervoer onder de vervoerders wordt verdeeld (efficiency) SAMENVATTING TAKEN VERVOERDERS: De vervoerders zijn verantwoordelijk voor: de uitvoering van de ritten; de communicatie met de centrale; De vervoerders worden door middel van een aanbesteding geselecteerd. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 20 van 36

50 9 HERVORMEN VAN DE ONDERKANT VAN HET OPENBAAR VERVOER 9.1 OV VISIE PROVINCIE GELDERLAND De provincie stelt in haar OV-visie dat openbaar vervoer met bussen en treinen en een vaste dienstregeling over twintig jaar beperkt is tot de grotere steden (stadsnet)- en tussen knooppunten en steden (vastnet). Verder zet de provincie in op flexnet. Flexnet is er voor iedereen die vooral efficiënt wil reizen. Met flexnet stelt de reiziger zelf zijn reis samen in een slimme mix van alle beschikbare vervoer. Fiets of E-bike, gewone of autonome auto, gedeelde of individuele taxi, grote of kleine bus, snelle of extra snelle trein. Via een handige app waarmee je kunt reserveren, bestellen en afrekenen. Het verder ontwikkelen van flexnet vraagt vooral meer organisatie en samenwerking. De provincie wil helpen bestaande vormen van eigen lokale en regionale mobiliteit voor alle inwoners beschikbaar te stellen. Dat is de basis voor flexnet. Zo n mobiliteitsdienst komt beter tegemoet aan de wensen van individuele reizigers dan een vaste bus. Meerdere kernen in de Achterhoek zijn nu al niet ontsloten met het regulier openbaar vervoer. Op basis van de OV-visie van de provincie Gelderland zal het aantal kernen zonder regulier openbaar vervoer verder groeien. 9.2 KANSRIJKE OPLOSSINGEN In het onderzoek van Cissonius Groep (november 2013) zijn onderstaande kansrijke oplossingen voor het hervormen van de onderkant van het OV aangegeven: Meer buurtbussen/ stimulering vrijwilligersvervoer Het reguliere openbaar vervoer wordt aangevuld met openbaar vervoer op maat Opzetten van feeder lijnen naar OV knooppunten Introductie Achterhoekse servicelijn(en) Binnen de regiecentrale kan de bundeling van vervoer en de integratie van het doelgroepenvervoer en de onderkant van het openbaar vervoer plaatsvinden. De regiecentrale zal ook inwoners advies geven of de gewenste reis ook met het openbaar vervoer gemaakt kan worden. De kwaliteit van het openbaar vervoer is van belang om het doelgroepenvervoer te beperken. Door bezuinigingen zal met name de onderkant van het OV worden getroffen. Het ontwikkelen van nieuwe vervoerconcepten, het uitvoeren van pilots (zoals een servicelijn, dorpsauto, buurtbus) en het stimuleren van vrijwilligersvervoer zijn hierbij kansrijk. Het uitvoeren van pilots in de regio Achterhoek leidt tot een daling van de vraag naar het huidige doelgroepenvervoer. Voor het komende half jaar ondernemen we de volgende stappen: We zoeken afstemming met andere stakeholders als scholen, grote instellingen, zorgkantoren, samenwerkingsverbanden, belangengroeperingen en vervoerders; We starten diverse pilots (waaronder dorpsauto Oude IJsselstreek, volgtijdelijke combinatie van vervoer van verschillende doelgroepen in Bronckhorst, Noaberbus in Berkelland); In de opzet van de beheerorganisatie en regiecentrale expliciet aandacht besteden aan de ontwikkelen adviesfunctie met betrekking tot het flexnet openbaar vervoer. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 21 van 36

51 SAMENGEVAT Meerdere kernen in de regio Achterhoek zijn nu al niet ontsloten met het regulier openbaar vervoer. Op basis van de OV-visie van de provincie Gelderland zal het aantal kernen zonder regulier openbaar vervoer in de toekomst toenemen. Het ontwikkelen van nieuwe vervoerconcepten, het uitvoeren van pilots en het stimuleren van vrijwilligersvervoer zijn hierbij kansrijk. Daarom besteden we in de opzet van de beheerorganisatie en regiecentrale expliciet aandacht aan de ontwikkel- en adviesfunctie met betrekking tot het flexnet openbaar vervoer. Daarnaast starten we nu al diverse pilots (waaronder dorpsauto Oude IJsselstreek, volgtijdelijke combinatie van vervoer van verschillende doelgroepen in Bronckhorst, Noaberbus in Berkelland). Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 22 van 36

52 10 FINANCIËN EN RISICO S In definitieve versie van de Kadernota zal dit hoofdstuk uitgewerkt en onderbouwd zijn KOSTEN Het financieel vertrekpunt is dat Basismobiliteit niet duurder mag zijn dan het huidige aanbod van vervoer. Het streven is naar een kostenreductie op termijn. Op dit moment maken we de huidige kosten van de vervoersystemen inzichtelijk. In de definitieve versie van de kadernota is een inschatting gemaakt van de kosten voor beheer, regievoering en uitvoering van het vervoer vanaf Ook de kosten voor de aanbesteding en opstart van het systeem voor 1 januari 2017 zullen verder uitgewerkt zijn. De kosten van de beheerorganisatie omvat met name personeels- en bedrijfsvoeringskosten (huisvesting, personeelszaken, ICT etc.). Gemeentelijke taken op het gebied contractmanagement van de huidige vervoercontracten, de coördinerende taken die nu uitgevoerd worden voor Regiotaxi, met name door Bronckhorst en Winterswijk, en taken van het beheerbureau Regiotaxi gaan over naar de nieuwe beheerorganisatie BIJDRAGE VAN DE PROVINCIE De provincie Gelderland levert op grond van samenwerkingsovereenkomst een financiële bijdrage aan Basismobiliteit voor een deel van de planning en uitvoering van Regiotaxi en openbaar vervoer BIJDRAGEN VAN DE GEMEENTEN De vrijheid per individuele gemeente (dus politieke besluitvorming) met betrekking tot indicering/ kosten Wmo-pas/ reiskosten per zone kunnen leiden tot hogere of lagere kosten per individuele gemeente; 10.4 RISICO S Besluitvorming kadernota vertraagd Beheerorganisatie niet tijdig gereed Regiecentrale niet tijdig gereed Onvoldoende inschrijvingen vervoer Budget onvoldoende Gekozen organisatie- en aansturingsmodel werkt niet De omvang van het vervoer verandert ingrijpend Nieuwe ontwikkelingen in de vervoersmarkt maken systeem Basismobiliteit vrijwel overbodig en daardoor heel kostbaar (Uber, etc.); Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 23 van 36

53 11 PLANNING Concept kadernota Radenbijeenkomst Definitieve kadernota Oprichten beheerorganisatie Bestek regiecentrale Aanbesteding regiecentrale Bestek vervoer J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D Aanbesteding vervoer Implementatie Start Vervoersysteem Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 24 van 36

54 12 COMMUNICATIE In definitieve versie van de Kadernota zal dit hoofdstuk uitgewerkt zijn. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 25 van 36

55 BIJLAGE 1 RELEVANTE BESTAANDE VERVOERPROJECTEN Vlearmoesbus (Neede) Noaberbus (Berkelland) Vervoerdienst SWW Winterswijk Combitaxi (Taxi Walhof Winterswijk) Nachtvlinder (Arriva Zutphen) Servicebus Doetinchem (Arriva Doetinchem) Fatima sociaal vervoer (Doetinchem) Stichting CARE Travel (Gendringen) Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 26 van 36

56 BIJLAGE 2 BASISMOBILITEIT IN DE COALITIEPROGRAMMA S Gemeente en coalitieprogramma Aalten coalitieprogramma Iedereen Berkelland coalitieprogramma Veranderende samenleving, vernieuwd bestuur Bronckhorst coalitieprogramma Bronckhorst dichtbij Doetinchem coalitieprogramma Agenda voor de toekomst Oost Gelre coalitieprogramma Op eigen kracht Oude IJsselstreek werkakkoord Winterswijk coalitieprogramma Samen verder Ambities over Basismobiliteit geen speerpunt Verdergaande samenwerking en bundeling van vervoer is wenselijk om het doelgroepenvervoer en de onderkant van het openbaar vervoer te integreren en het vervoer efficiënter te organiseren. Regionaal vervoersplan voor alle mensen/gebruikers (iedereen doet mee) inzetten op (innovatieve) vervoersvoorzieningen voor alle gebruikers in de verschillende kernen in Bronckhorst. Samen met de regio en de provincie streven we naar een vorm van fijnmazige mobiliteit waardoor de voorziening (waar de spreiding ook weer regionaal bekeken wordt) voor een ieder bereikbaar blijven. Nieuwe vormen van het aanbieden van vervoer gaan we niet uit de weg. Er zijn slimme verbindingen nodig waarbij de verschillende vormen van vervoer zoals leerlingenvervoer, regiotaxi en buurtbussen kunnen combineren. Voor openbaar vervoer wordt het idee van de dorpsauto uitgewerkt (een soort buurtbus maar dan per dorp). De budgetten voor leerlingenvervoer en regiotaxi kunnen anders worden ingezet. Zoveel mogelijk bundelen van vervoersstromen (AWBZ, Wmo, leerlingenvervoer en WSW) en afstemmen van schooltijden en dagbestedingstijden. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 27 van 36

57 BIJLAGE 3 SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MET DE PROVINCIE GELDERLAND Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 28 van 36

58 BIJLAGE 4 LOPENDE VERVOERCONTRACTEN Regiotaxi Alle gemeenten en de provincie hebben een lopend vervoercontract tot en met juni Een aansluitend vervoercontract is gegund door de provincie voor de periode van juli 2015 tot en met december Gedurende looptijd van de vervoercontracten blijft de beheerorganisatie en het call center van Regiotaxi Gelderland actief. Leerlingenvervoer De gemeenten hebben het leerlingenvervoer in 2 percelen gecontracteerd tot en met augustus 2016, dat daarna nog 1 jaar verlengd kan worden. Alle gemeenten hebben een overeenkomst voor contractmanagement voor leerlingenvervoer met Forseti gedurende het vervoercontract. Vervoer groepsondersteuning Alle gemeenten hebben voor 2015 een jaarcontract met de zorgaanbieders, met de optie om een jaar te verlengen. Alleen Doetinchem heeft dit contract afgesloten voor 3 jaar ( ). In dat contract is het vervoer van en naar de locatie opgenomen. De vergoeding bedraagt 7,50 per persoon ( 15,00 voor een persoon in een rolstoel) per dag aan de zorgaanbieder. WSW-vervoer Binnen de gemeenten zijn 3 WSW-bedrijven actief: Delta, Wedeo en Hameland. Delta is in de Achterhoekse gemeenten alleen actief in Bronckhorst. Deze activiteiten worden echter overgedragen aan Wedeo. Deze bedrijven regelen zo nodig zelf het vervoer voor hun werknemers. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 29 van 36

59 BIJLAGE 5 KENMERKEN RECHTSVORMEN BEHEERORGANISATIE Rechtsvormen Beheerorganisatie Wgr: openbaar lichaam Wgr: bij één gemeente Bij één gemeente (op basis van een DVO) Wgr: Bedrijfsvoeringsorganisatie Overheidsbedrijf (NV/BV) Wettelijke grondslag Art 8:1 Wgr Art 8:3 Wgr Art 8:4 Wgr Privaatrechte overeenkomst Burgerlijk Wetboek Boek 2 Nieuwe rechtspersoon? Er wordt een rechtspersoon opgericht die de taken uitvoert Een of meerdere gemeenten voeren taken voor andere gemeenten uit Er wordt een rechtspersoon opgericht die de taken uitvoert Rol deelnemende gemeenten Voor deelnemers geldt zowel een opdrachtgeversrelatie als ook een rol als eigenaar; in die laatste rol speelt ook governance een belangrijke rol Voor gastgemeenten alleen sturing via opdrachtgeversrol, geen governance-aspecten Voor gemeenten geldt zowel een opdrachtgeversrelatie als ook een rol als eigenaar; in die laatste rol speelt ook governance een belangrijke rol Bestuurlijke druk Algemeen Bestuur: vertegenwoordigers van de deelnemers Dagelijks Bestuur: voorzitter en twee of meer andere leden, aangewezen door en uit het algemeen bestuur Leden van het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie worden door en uit de deelnemende colleges van burgemeester en wethouders aangewezen Geen extra bestuursorganen. Optie is instellen (bestuurlijke) stuurgroep NB Voor de gastgemeenten ontstaat afhankelijkheid van de uitvoerende gemeente Geen extra bestuursorganen. Optie is instellen (bestuurlijke) stuurgroep Geen extra bestuursorganen. Optie is instellen (bestuurlijke) stuurgroep of raad van commissarissen. Voorzitter aangewezen door en uit het algemeen bestuur Deelnemers Raden, colleges en/of burgemeesters Uitsluitend colleges van burgemeesters en wethouders Deelnemende gemeenten brengen taken onder bij de uitvoerende gemeente, die in opdracht van de andere gemeenten deze taken uitvoert. Daartoe verlenen de deel- In deze privaatrechtelijke overeenkomst spreken gemeenten af dat de ene gemeente taken uitvoert voor de andere gemeenten. Deelnemende gemeenten brengen taken en bevoegdheden onder bij een hiervoor opgericht bedrijf. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 30 van 36

60 nemende gemeenten mandaat aan de uitvoerende gemeente. Rechtspersoonlijkheid Het openbaar lichaam is een rechtspersoon De bedrijfsvoeringsorganisatie is een rechtspersoon De uitvoerende gemeente is een (bestaande) rechtspersoon De uitvoerende gemeente is een (bestaande) rechtspersoon De BV of NV is een rechtspersoon. Taak Gemeenten kunnen taken en bevoegdheden delegeren aan het openbaar lichaam. Vrijwel alle taken kunnen worden overgedragen, zowel raadstaken als collegetaken. Voor uitvoerende taken is het openbaar lichaam vaak een relatief zware vorm. Regeling wordt uitsluitend getroffen ter behartiging van de sturing en beheersing van ondersteunende processen en van uitvoeringstaken van de deelnemers die een collegebevoegdheid zijn. Dit is vooral een passende samenwerkingsvorm als een gemeente voor een bepaalde taak de werkprocessen goed op orde heeft. Ook geschikt om schaalvoordelen te realiseren en de kwetsbaarheid van de ambtelijke organisatie te beperken. Artikel 160 lid 2 Gemeentewet aan dat een BV of NV alleen mag worden opgericht indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. BTW compensatie NB Nog nagaan of er verschillen zijn m.b.t. BTW-compensatie. Voordelen Daadwerkelijke overdracht van taken en bevoegdheden aan een gezamenlijk orgaan, waarin alle gemeenten zijn vertegenwoordigd. Slagvaardigheid ontstaat wanneer ook middelen worden overgedragen en de organisatie niet afhankelijk is van het per besluit uitoefenen van het budgetrecht door iedere Daadwerkelijke overdracht van taken en bevoegdheden aan een gezamenlijk orgaan, waarin alle gemeenten zijn vertegenwoordigd. Slagvaardigheid ontstaat wanneer ook middelen worden overgedragen en de organisatie niet afhankelijk is van het per besluit uitoefenen van het budgetrecht door iedere Over de gewenste kwaliteit waarmee de overgedragen taken worden uitgevoerd, worden vooraf afspraken gemaakt in overeenkomsten. Dat kan ook voor de wijze waarop met elke gemeente wordt afgerekend. Hierdoor kunnen schaalvoordelen worden benut en is de uitvoerende gemeente niet afhankelijk van het budgetrecht van iedere deelnemende gemeente voor ieder afzonderlijk besluit, terwijl de financiële prikkel voor elke gemeente wel behouden blijft. Er wordt geen nieuwe bestuurlijke eenheid gecreëerd. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 31 van 36

61 deelnemende gemeente. deelnemende gemeente. Minder bestuurlijke drukte door enkelvoudig bestuur. Nadelen Opzetten is tijdrovend. Gemeenteraden staan op relatief grote afstand en hebben gevoel dat hun invloed beperkt is. In de beleving van de deelnemende gemeenten is de uitvoerende gemeente snel dominant. Deze vorm kan leiden tot een afstandelijke opdrachtgever opdrachtnemer relatie, waarin niet het gezamenlijk realiseren voorop staat, maar het controleren van afspraken. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 32 van 36

62 BIJLAGE 6 VERGELIJKING RECHTSVORMEN BEHEERORGANISATIE Wgr: openbaar lichaam In bestaande Regio Achterhoek Wgr: bij één gemeente Bij één gemeente (DVO) Wgr: Bedrijfsvoeringsorganisatie Overheidsbedrijf (NV/BV) Eenvoud van oprichting -- Opstellen van een relatief grote gemeenschappelijke regeling. Kost relatief veel tijd. - Oprichten relatief eenvoudig (Regio bestaat al). Mobiliteit is nu echter niet bij de Regio belegd. Ook moet verdeling taken, bevoegdheden en mandaten vastgelegd worden. - Opstellen van een gemeenschappelijke regeling + Opstellen van een gemeenschappelijke regeling + Opstellen mandaatovereenkomst. -- Oprichten van een nieuw bedrijf. Goedkeuring van provincie is nodig. Invloed van gemeenten/ colleges -- Alle gemeenten zowel opdrachtgever als eigenaar. Er is invloed op werkwijze/ bestuur. Door relatief grote afstand is (gevoel dat) lokale invloed beperkt (is). + Alle gemeenten zowel opdrachtgever als eigenaar. Door mandatering van taken naar de bestuurscommissie ook invloed op werkwijze. Via Regiobestuur ook invloed op bestuur (maar wat meer op afstand) + Alle gemeenten zowel opdrachtgever als eigenaar. Ook invloed op werkwijze/ bestuur. - Gemeenten zijn opdrachtgever aan uitvoerende gemeente. Kwaliteit uitvoering wordt vooraf vastgelegd in de regeling. Weinig/ Geen invloed op werkwijze/ bestuur. Uitvoerende gemeente kan snel dominant lijken. Dit kan leiden tot afstand tot opdrachtgever en opdrachtnemer, waarbij niet het gezamenlijk realiseren voorop staat, maar het controleren van afspraken. - Gemeenten zijn opdrachtgever aan uitvoerende gemeente. Kwaliteit uitvoering wordt vooraf vastgelegd in de overeenkomst. Weinig/Geen invloed op werkwijze/ bestuur. Uitvoerende gemeente kan snel dominant lijken. Dit kan leiden tot afstand tot opdrachtgever en opdrachtnemer, waarbij niet het gezamenlijk realiseren voorop staat, maar het controleren van afspraken. + Alle gemeenten zowel opdrachtgever als eigenaar. Ook beperkt invloed op werkwijze/ bestuur. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 33 van 36

63 Wgr: openbaar lichaam In bestaande Regio Achterhoek Wgr: bij één gemeente Bij één gemeente (DVO) Wgr: Bedrijfsvoeringsorganisatie Overheidsbedrijf (NV/BV) Bestuurlijke druk -- Door Algemeen en Dagelijks Bestuur veel bestuurlijke druk en relatief grote afstand ten opzichte van de colleges. + Gebruik maken van bestaande structuren; uitvoering mandateren naar bestuurscommissie ++ Door enkelvoudig bestuur minder bestuurlijke drukte. ++ Geen nieuwe bestuurlijke eenheid. ++ Geen nieuwe bestuurlijke eenheid. ++ Weinig bestuurlijke druk. Wethouders in raad van bestuur. Publiek of Privaat ++ Publiek ++ Publiek ++ Publiek ++ Publiek -- Privaat -- Privaat Past bij de aard van de werkzaamheden -- Organisatievorm is relatief zwaar voor deze uitvoerende taken. Taken en bevoegdheden worden daadwerkelijk overgedragen aan een gezamenlijk orgaan, waarin alle gemeenten zijn vertegenwoordigd. + Als binnen de bestaande organisatie een werkwijze gevonden wordt die past bij de uitvoeringstaken van de beheerorganis atie. Taken en bevoegdheden worden daadwerkelijk overgedragen aan een gezamenlijk orgaan, waarin alle gemeenten zijn vertegenwoordigd. + Organisatievorm is bij uitstek geschikt omdat beheerorganisatie uitvoeringstaken onder verantwoordelijkheid van het college omvat. Taken en bevoegdheden worden daadwerkelijk overgedragen aan een gezamenlijk orgaan, waarin alle gemeenten zijn vertegenwoordigd. - Beheerorganisatie is een uitvoerende organisatie. Deze taken kunnen worden overgedragen aan een andere gemeente. N.B. Er is nu geen gemeente die deze taken goed op orde heeft en dus bij uitstek een geschikte uitvoerende gemeente zou zijn. - Beheerorganisatie is een uitvoerende organisatie. Deze taken kunnen worden overgedragen aan een andere gemeente. N.B. Er is nu geen gemeente die deze taken goed op orde heeft en dus bij uitstek een geschikte uitvoerende gemeente zou zijn. - Beheerorganisatie is een uitvoerende organisatie. Deze taken kunnen worden uitgevoerd door een overheidsbedrijf. N.B. Omdat het publieke taken zijn ligt het echter (op grond van de Gemeentewet) meer voor de hand te kiezen voor een publieke samenwerkingsvorm. Efficiency/ Kosten -- Organisatievorm brengt relatief veel administratieve last en overleggen met zich mee. - Er kan gebruik gemaakt worden van de bestaande overleggen en faciliteiten van de Regio - Er komt een nieuwe organisatie. Dat leidt tot extra administratie en ondersteuning. + Er kan gebruik gemaakt worden van de back office en ondersteuning van een bestaande gemeente. + Er kan gebruik gemaakt worden van de back office en ondersteuning van een bestaande gemeente. - Er komt een nieuwe organisatie. Dat leidt tot extra administratie en ondersteuning. Financiële gevolgen N.B. BTW? Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 34 van 36

64 BIJLAGE 7 VERGELIJKING RECHTSVORMEN REGIECENTRALE Rechtsvormen Regiecentrale Gemeentelijke dienst Overheidsbedrijf (NV/BV) Publiek Private Samenwerking Marktpartij Optimalisatie vervoerproces -- Er ontbreken financiële prikkels om het proces te optimaliseren. + In een DVO kunnen prikkels worden ingebouwd om het vervoerproces te optimaliseren. + In een DVO kunnen prikkels worden ingebouwd om het vervoerproces te optimaliseren. ++ Door financiële prikkels in het contract worden optimalisaties in het proces gezocht. Invloed gemeente (-bestuur) + Door de directe relatie tussen gemeente(- bestuur) en centrale kan sturing op kwaliteit vrij direct zijn. (processturing) - Door de eigendomsrelatie is sturing op kwaliteit beperkt mogelijk. (sturing op proces en resultaat) - Door de eigendomsrelatie is sturing op kwaliteit beperkt mogelijk. (sturing op proces en resultaat) -- De directe invloed vanuit het gemeente (-bestuur) is beperkt door het bestek/contract. (resultaatsturing) N.B. Hierdoor is er wel een risico voor de continuïteit van de kwaliteitssturing door mogelijk wisselende politieke wensen. Borging kennis en continuïteit ++ Lokale kennis en ervaring blijft ter beschikking van de regiogemeenten. ++ Lokale kennis en ervaring blijft ter beschikking van de regiogemeenten. ++ Lokale kennis en ervaring blijft ter beschikking van de regiogemeenten. -- Door periodieke aanbesteding kan een groot deel van de opgebouwde lokale kennis en ervaring verloren gaan. Productontwikkeling/ vernieuwing -- De scope van de centrale beperkt zich tot de Achterhoek. Productontwikkelingen elders worden niet automatisch meegenomen. - Doordat de centrale in de toekomst mogelijk ook actief kan worden in andere regio s kunnen inzichten en ontwikkelingen van elders worden meegenomen. + Doordat de private partij ook actief kan zijn in andere regio s kunnen inzichten en ontwikkelingen van elders worden meegenomen. ++ Periodieke aanbesteding zorgt ervoor opdrachtgever en marktpartij (periodiek) oog hebben voor productontwikkeling. De marktpartij kan tijdens de contractperiode ervaringen van elders meenemen. Transparantie in productiekolom ++ Er is een duidelijke scheiding tussen de centrale en de vervoerders. ++ Er is een duidelijke scheiding tussen de centrale en de vervoerders. + Er is een scheiding tussen centrale en vervoerders. De private partner kan relaties hebben met vervoerders. - Er kan belangenverstrengeling optreden tussen de centrale en (één van) de vervoerders. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 35 van 36

65 Rechtsvormen Regiecentrale Gemeentelijke dienst Overheidsbedrijf (NV/BV) Publiek Private Samenwerking Marktpartij Rol van de overheid -- Het past niet bij de visie van de regisserende overheid om uitvoerende taken vanuit de markt naar de overheid te halen. - Hoewel op afstand in een NV/BV, haalt de overheid hiermee uitvoerende taken uit de markt naar de overheid. + De PPS maakt het mogelijk kennis van marktpartijen te combineren met meer directe regie vanuit de overheid. ++ Past binnen de trend van terugtredende overheid. Schaalvoordelen en ontwikkelkosten -- De werkzaamheden zijn nieuw voor de overheid. De organisatie moet opgezet en bemenst worden en kennis en software moet worden ingekocht. Deze kosten ten laste van de regiogemeenten. - De werkzaamheden zijn nieuw voor de overheid. De organisatie moet opgezet en bemenst worden, en kennis en software moet worden ingekocht. Deze kosten ten laste van de regiogemeenten, maar kunnen op termijn mogelijk ook deels terugverdiend worden door inzet van de centrale in andere regio s. + De private partner neemt kennis en ervaring mee. Ontwikkelde kennis en software kan ook elders ingezet (en terugverdiend) worden. ++ Marktpartijen hebben ervaring en kennis op dit gebied. Kosten en afschrijving kunnen over meerdere locaties/ projecten verdeeld worden, waardoor er grotere innovatiekracht is. Risico s - Deze taak wordt nu niet door de gemeente uitgeoefend. Is het mogelijk deze ontwikkeling tijdig en op het juiste kwaliteitsniveau gereed te krijgen. Kan en zal de gemeentelijke dienst voldoende blijven innoveren? - Deze taak wordt nu niet door de gemeente uitgeoefend. Is het mogelijk deze ontwikkeling tijdig en op het juiste kwaliteitsniveau gereed te krijgen. Kan en zal het overheidsbedrijf voldoende blijven innoveren? -- Deze vorm van PPS bestaat nog nergens. Juridische aspecten moeten nog uitgewerkt worden. Mogelijk belangentegenstelling tussen de partijen. - Afhankelijk van een partij die andere belangen kan laten prevaleren boven belangen van de Achterhoek. Bestek moet bij aanbesteding volledig zijn. Concept-Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek 22 mei 2015 Pagina 36 van 36

66 Einde bijlage: Bijlage 2 - Concept Kadernota - Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek Terug naar het agendapunt

67 Bijlage 3 - NvU - Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####dd1f0845-bfe4-4b2a-8e17-1a30cc7bd06b#

68 Nota van Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek Van: Stuurgroep Basismobiliteit Achterhoek Aan: Colleges en gemeenteraden van Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk Datum: 19 mei Inleiding Op 22 april jl. is er een informatieavond geweest voor raadsleden waarbij het thema Basismobiliteit in de Achterhoek is toegelicht. Tijdens deze informatieavond zijn de belangrijkste aspecten met betrekking tot basismobiliteit met raadsleden besproken. Om basismobiliteit per 1 januari 2017 in de Achterhoek te realiseren, zullen de gemeenteraden van de betrokken zeven gemeenten direct na de zomer de Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek vast moeten stellen. Naar aanleiding van de informatieavond van 22 april jl. is besloten om nog voor het zomerreces een Nota van Uitgangspunten aan de gemeenteraden aan te bieden. De Nota van Uitgangspunten maakt de belangrijkste beleidskeuzes inzichtelijk en dient ter voorbereiding op vaststelling van de Kadernota. 2. Aanleiding Basismobiliteit Directe aanleiding dat gemeenten in de Achterhoek met basismobiliteit aan de slag moeten is dat: 1. De provincie per stopt met de uitvoering van de huidige Regiotaxi. Dat betekent dat vanaf deze datum gemeenten zelf weer invulling moeten geven aan hun taak voor een adequate vervoervoorziening in kader van WMO vervoer. 2. De provincie maakt in haar OV-visie onderscheid tussen een kernnet, vastnet en een flexnet OV. De provincie wil de onderkant van het OV (Flexnet) integreren in een regionale vervoervoorsysteem en heeft hiervoor een samenwerkingsovereenkomst met de regio(-gemeenten) gesloten. 3. De gemeenten hebben door de decentralisaties binnen het sociaal domein meer taken op het gebied van (doelgroepen)vervoer gekregen. Hierdoor zijn gemeenten inmiddels verantwoordelijk voor bijna alle vormen van doelgroepenvervoer. Als gevolg van rijksbezuinigingen staan de budgetten onder druk. Gemeenten moeten andere manieren vinden om inwoners een basisaanbod van (openbaar) vervoer te kunnen blijven bieden. 3. Doelstelling Basismobiliteit Met het organiseren van basismobiliteit per 2017 wordt beoogd dat alle inwoners in de regio Achterhoek zich zelfstandig en tegen een redelijk tarief kunnen verplaatsen. Basismobiliteit heeft tot doel het doelgroepenvervoer en de onderkant van het openbaar vervoer te integreren en het vervoer zo efficiënt mogelijk te organiseren. Om toekomstige exploitatietekorten te voorkomen, zetten we volledig in op de vier kansrijke oplossingsrichtingen: Sturen op vraag naar vervoer (locatie van voorzieningen, vrijwilligersvervoer en eigen kracht); Sturen op aanbod van vervoer (maatwerk, bundeling stromen); Sturen op inkoop en beheer (gezamenlijke regie, inkoop en beheer); Hervormen van de onderkant van het openbaar vervoer (flexnet). 4. Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek Onderstaande uitgangspunten worden gehanteerd bij de opzet voor de basismobiliteit: Een robuust (toekomstvast) vervoersysteem voor inwoners regio Achterhoek. Bij de huidige demografische ontwikkelingen (krimpende en vergrijzende bevolking) en ruimtelijke ontwikkelingen (verdwijnen voorzieningen uit kleine kernen) zijn goed bereikbare voorzieningen essentieel voor de leefbaarheid in de Achterhoek.

69 Gemeenten 1 in de Achterhoek werken samen aan basismobiliteit in de Achterhoek, één van de bereikbaarheidsprojecten van de Uitvoeringsagenda 2020 van de Regio Achterhoek. Vervoer is grensoverschrijdend. Door op regionale schaal samen te werken ontstaat er een goede mix tussen een efficiënte invulling en regionale verankering. Een vervoersysteem in een landelijk gebied is verantwoord en voldoet aan de duurzaamheidseisen (milieutechnisch: gebruikte materialen, brandstof e.d.). Beheersen van kosten en kwaliteit: mogelijkheid om te sturen in indicering en productformules/spelregels. Bijsturen op kosten en kwaliteit is altijd mogelijk om het vervoersysteem betaalbaar en actueel te houden Het vervoersysteem moet kunnen meebewegen met ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Uitbreidingen, aanpassingen en optimalisaties zijn snel door te voeren. Regionale verankering en dus regionale kennis is essentieel voor bewaking van de kwaliteit en de kosten. Gemeenten willen daar zelf grip op houden. Het vervoersysteem draagt bij aan lokale werkgelegenheid en biedt alle kansen voor lokale (taxi)bedrijven. Het regionale vervoersysteem is er vooral voor de inwoners die het echt nodig hebben en draagt bij aan de kanteling en het versterken van eigen kracht. Het regionale vervoersysteem werkt nauw samen met bestaande en nieuwe lokale vervoerinitiatieven. 5. Financiële uitgangspunten Als basisuitgangspunt geldt dat Basismobiliteit niet duurder mag zijn dan het huidige aanbod van vervoer (budgetneutraliteit). Het doel is naar een kostenreductie op termijn. Op dit moment worden de huidige kosten van de vervoersystemen inzichtelijk gemaakt. Daarnaast wordt een inschatting gemaakt van de kosten voor beheer, regievoering en uitvoering van het vervoer vanaf In de kadernota, die later dit jaar ter vaststelling wordt aangeboden, zijn de kosten nader uitgewerkt. Ook de kosten voor de aanbesteding en de startfase van het systeem voor 1 januari 2017 zullen in de kadernota verder uitgewerkt worden. Met betrekking tot de financiering is geldt dat dat de provincie Gelderland op grond van de reeds getekende samenwerkingsovereenkomst ook een structurele financiële bijdrage aan Basismobiliteit levert voor een deel van de planning en voor de uitvoering van Regiotaxi en openbaar vervoer. 6. Uitgangspunten sturen op vraag naar vervoer Door kritisch te kijken naar de locatie van voorzieningen en in te zetten op het versterken van eigen kracht is de verwachting dat de vraag naar doelgroepenvervoer op termijn kan afnemen. Dit vraagt van gemeenten veel maatwerk en het zoeken naar innovatieve oplossingen. Hierbij kunnen we veel leren van ervaringen binnen en buiten onze regio. Om deze kennis toegankelijk te maken, werken we aan een opzet waarbij ervaringen gedeeld kunnen worden zodat succesvolle projecten ook elders toegepast kunnen worden. Daar waar de eigen kracht steun nodig heeft, zijn de gemeenten in beeld, die op regionale schaal samen oppakken wat op lokale schaal niet efficiënt is. Vervoer van, voor en door inwoners dat zelfstandig plaatsvindt, gebeurt buiten het zicht van de gemeenten. Dat kan, mag en zal in de toekomst zo blijven. In dit verband hanteren we onderstaande uitgangspunten: Kantelen is ook samen de vroeger vanzelfsprekende naoberhulp (weer) tussen de oren zien te krijgen. Niet van boven projecten opzetten, maar inspelen op wat van onderop ontstaat en groeikansen heeft. Maatregelen voor het ontwikkelen van eigen kracht projecten kunnen alleen slagen als de noodzaak voor een andere werkwijze zich laat voelen. Pas als de overheid stopt met het aanbieden van een voorziening, gaan inwoners hun eigen creativiteit/mogelijkheden aanspreken en benutten. Gemeenten, zorginstellingen en andere instanties en partners blijven financieel verantwoordelijk voor hun eigen inbreng en projecten. 1 Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk

70 7. Uitgangspunten sturen op aanbod van vervoer Voor verschillende vormen van doelgroepenvervoer en openbaar vervoer bestaan momenteel aparte regelingen en budgetten. Tussen deze vervoervormen (en bijbehorende budgetten) zitten schotten. Hierdoor worden voertuigen en chauffeurs niet optimaal benut. Dit kan efficiënter door: Combinatiegraad van vervoer omhoog: benutten lege capaciteit in voertuig; Stilstand voertuigen minimaliseren: meer ritten achter elkaar plannen; Lege kilometers verminderen: benutten lege kilometers retourritten. Voor een efficiënte invulling van het regionale vervoersysteem worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Alle vraag naar vervoer komt op één centraal punt binnen en wordt daar gebundeld (regiecentrale). Vanuit dit centrale punt vindt ook de planning van het vervoer plaats (efficiënt toe delen van ritten aan voertuigen). Alle beschikbare voertuigen kunnen voor alle vormen van doelgroepen vervoer en het flexnet OV worden ingezet. Op 1 januari 2017 wordt het vervoer van de Regiotaxi Gelderland in de Achterhoek door de samenwerkende gemeenten in de Achterhoek in het kader van basismobiliteit vormgegeven. Andere vormen van vervoer worden op natuurlijke momenten geïntegreerd (bijvoorbeeld bij aflopen contracten). Bij integratie van doelgroepen in het voertuig blijven de specifieke behoeften en eisen van de klanten bepalend voor de integratiemogelijkheden. Het centrale punt waar alle vraag en planning van vervoer samenkomt (regiecentrale) heeft actuele informatie over alle overige (particuliere) vervoersalternatieven en het openbaar vervoeraanbod. 8. Uitgangspunten sturen op inkoop en beheer De operationele uitvoering van het vervoer bestaat feitelijk uit drie onderdelen: Ritaanvraag (aanvraag via callcenter of internet en toetsing ritaanvraag aan regulier OV of overige particuliere initiatieven); Planning (via ICT systemen, software algoritmes en vervoerplanners); Uitvoering (feitelijk rijden van de rit). De onderdelen kunnen apart of gezamenlijk georganiseerd worden. In de regio Achterhoek wordt de ritaanvraag en -planning apart van de feitelijke uitvoering van het vervoer georganiseerd in een regiecentrale omdat: Dit het beste aansluit bij de wens verschillende vormen van doelgroepenvervoer en openbaar vervoer integraal te plannen en hierdoor efficiënter uit te voeren. Dit de meeste kansen voor het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) en lokale ondernemers biedt. Door te kiezen voor meerdere vervoerders, de risico s worden gespreid. Het mogelijk is om tussentijds bij te sturen door uitgangspunten en systeemkenmerken aan te passen. Onderstaand is schematisch de organisatie van het regionale vervoer weergegeven. Daarbij zijn ook de primaire taken opgenomen. In het schema is een beheersorganisatie opgenomen. Dit is een publiek orgaan waarin gemeenten samenwerken in gezamenlijk beheer van het regionale vervoersysteem.

71 Onderstaande uitgangspunten worden gehanteerd: Met betrekking tot gemeenten: o Gemeenten werken samen bij het beheer van het vervoersysteem. o Elke gemeente afzonderlijk blijft verantwoordelijk voor het beleid (vervoer en indicatie) en de financiering. o Elke gemeente streeftnaar harmonisatie waar gewenst en mogelijk. Datgene wat nu al geharmoniseerd is, wordt behouden. Het is aan elke gemeente afzonderlijk om op basis van nadere voorstellen een besluit te nemen over een verdere harmonisatie van beleid. Elke gemeente bepaalt wie onder welke voorwaarden toegang heeft tot het systeem (indicering en tariefstelling). o De systeemkenmerken van het vervoer (aanmeldtijd, omrijdfactor, stiptheid e.d.) worden/blijven voor alle gemeenten gelijk. Met betrekking tot de beheerorganisatie: o De Beheerorganisatie is verantwoordelijk voor: het opdrachtgeverschap (inkoop en contractbeheer) voor regiecentrale en vervoer; de samenwerkingsovereenkomst met de provincie; de tactische regie op het vervoer (doorontwikkeling produktformule, innovatie, verdere integratie, bench-marking, etc); doorontwikkeling van vervoersysteem. o De organisatievorm voor de Beheerorganisatie wordt verder uitgewerkt. Sterke voorkeur heeft plaatsing van de organisatie bij één van de zeven gemeenten.

72 Met betrekking tot de Regiecentrale: o De Regiecentrale is verantwoordelijk voor: de operationele regie (ritaanname en planning) op het vervoer; de communicatie met reizigers; de klachtenafhandeling; monitoring en data-analyse; proactieve advisering aan de Beheerorganisatie. o Voor de organisatievorm van de Regiecentrale wordt nog verder uitgewerkt of dit een publieke of private organisatie zou moeten zijn. Met betrekking tot de Vervoerders: o Door middel van een aanbesteding worden meerdere vervoerders gecontracteerd. 9. Uitgangspunten hervormen van de onderkant van het openbaar vervoer Meerdere kernen in de Achterhoek zijn nu niet ontsloten met het regulier openbaar vervoer. Het aantal kernen zonder regulier openbaar vervoer zal nog verder toenemen. Voor de inwoners van deze kernen en het buitengebied vervult basismobiliteit een vangnetfunctie. Het ontwikkelen van nieuwe vervoerconcepten, het uitvoeren van pilots en het stimuleren van vrijwilligersvervoer zijn hierdoor kansrijk. Daarom besteden we in de opzet van de beheerorganisatie en regiecentrale expliciet aandacht aan de ontwikkel- en adviesfunctie met betrekking tot het flexnet openbaar vervoer. Daarnaast starten we nu al diverse pilots (waaronder dorpsauto Oude IJsselstreek, volgtijdelijke combinatie van vervoer van verschillende doelgroepen in Bronckhorst en Noaberbus in Berkelland). 10. Kadernota en verdere uitwerking De concept- Kadernota Basismobiliteit in de Achterhoek is als bijlage bijgevoegd. De komende periode wordt gebruikt om de Kadernota definitief te maken en in september a.s. aan te bieden ter vaststelling aan de gemeenteraden. Reactie op deze Nota van uitgangspunten worden verwerkt in de definitieve Kadernota. In het traject tot vaststelling wordt ook gewerkt met een klankbordgroep van raadsleden. Per gemeenteraad hebben enkele raadsleden zitting in de klankbordgroep. Hier worden geen formele standpunten ingenomen maar worden overwegingen voorgelegd en bediscussieerd. Klankbordgroepleden kunnen ook eventueel aspecten benoemen die zij verder uitgelicht willen hebben. In de huidige fase gaat het om het vaststellen van de kaders voor het opzetten van een regionaal vervoersysteem. Concrete uitwerkingen van de uitgangspunten en vertaling naar operationele variabelen (tarieven, aanmeldtijden, omrijdtijden, voertuigeisen, etc.) kunnen dan in het vervolgtraject plaatsvinden. De belangrijkste mijlpalen in het traject zijn Vaststellen Nota van Uitgangspunten (juni/juli 2015; Vaststelling definitieve kadernota basismobiliteit (september 2015); Aanbesteden en opzetten regiecentrale(september- december 2015); Aanbesteden vervoer (februari 2016); Start vervoersysteem deel voormalige Regiotaxi (1 januari 2017); Integrereren leerlingenvervoer (augustus 2017) Verdere integratie (vanaf 1 januari 2018).

73 Einde bijlage: Bijlage 3 - NvU - Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek Terug naar het agendapunt

74 Bijlage 4 - Amendement A Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####9fc8852c-98a0-4b76-bba8-72eef21a69ef#

75

76

77 Einde bijlage: Bijlage 4 - Amendement A Uitgangspunten Basismobiliteit Achterhoek Terug naar het agendapunt

78 Voorstel en besluit - Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####0339f e7f-81ac-ddefae9b8c79#

79 Zaaknummer : Raadsvergaderin : 30 juni 2015 agendapunt : g Commissie : Sociaal Onderwerp : Opheffing Gemeenschappelijke regeling Hameland Collegevergadering : 26 mei 2015 agendapunt : 4. Portefeuillehouder : J.B. Boer Meer informatie bij : Eric Gussekloo tel: : Te nemen besluit:: 1. Instemmen met de opheffing van de gemeenschappelijke regeling Hameland 2. Instellen van een voorziening Transitie Hameland onttrekken aan de Algemene Reserve en toevoegen aan de voorziening Transitie Hameland. Waarom dit voorstel? Op 1 mei 2015 heeft het algemeen bestuur van Hameland besloten om een Transitieplan Hameland vast te stellen. Het belangrijkste gevolg van dit plan is, dat de Gemeenschappelijke Regeling Hameland in een aantal stappen wordt ontmanteld en uiteindelijk wordt geliquideerd. Dit besluit komt overeen met wat we in het Beleidskader 3D en Beleidsplan Participatiewet hebben aangegeven. Voor de opheffing van de Gemeenschappelijke Regeling Hameland is wel toestemming van de raad nodig. De raad kan deze toestemming alleen onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Daarnaast zijn met de ontmanteling van Hameland kosten verbonden. Dit voorliggend raadsvoorstel en besluit is er om een voorziening voor die kosten te vormen. Wat is het effect? Het proces om de Gemeenschappelijke Regeling Hameland te ontmantelen kan in gang worden gezet. Argumentatie/onderbouwing: 1.1. Artikel 1 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen bepaalt dat het college een gemeenschappelijke regeling alleen kan opheffen na toestemming van de gemeenteraad. Toestemming kan alleen worden onthouden als er strijd is met het recht of het algemeen belang Het opheffen van de gemeenschappelijke regeling Hameland past binnen het Beleidskader 3D en het Beleidsplan Participatiewet. Er vind geen instroom meer plaats in de Wsw. Iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt willen we begeleiden via de Sociale Dienst Oost Achterhoek. Hierdoor is er nog maar een instantie die mensen begeleid naar werk. Dit staat ook in het Beleidskader 3D en het Beleidsplan participatiewet Het opheffen van de gemeenschappelijke regeling Hameland bespaart op termijn In te vullen door Griffie: Raadsvergadering 0 zonder hoofdelijke stemming Commissievergadering 0 met algemene stemmen Afhandelingsvoorstel voor raad: 0 stemmen voor, stemmen tegen 0 hamerstuk 0 aangenomen 0 bespreekstuk 0 verworpen 0 anders, nl 0

80 ook geld Doordat een aantal functies bij Hameland bestaan kunnen vervallen in de nieuwe organisatievormen kunnen we op termijn geld besparen. 2. In de voorgestelde voorziening nemen we de door ons te betalen transitiekosten voor Hameland op. Het opheffen van Hameland kost geld. Zo zijn er mogelijk afvloeiingskosten, maar ook kosten voor juridisch advies en de afkoop van verlof- en vakantieuren. Deze kosten zullen waarschijnlijk worden gemaakt en moeten we daarom voorzien. Om de kosten inzichtelijk te houden vormen we een voorziening. 3. De geschatte kosten voor Berkelland voor de transitie bedragen Dit bedrag is berekend op basis van onze deelname in de gemeenschappelijke regeling. Kanttekeningen/risicoparagraaf 1. Niet van toepassing 2. Niet van toepassing De kosten kunnen lager uitvallen als de gemeenten meer mensen in dienst nemen dan nu gedacht Als we de gemeenschappelijke regeling Hameland niet opheffen zal het ons ook structureel geld blijven kosten. Financiële paragraaf De verwachte bijdrage van Berkelland aan de opheffing van Hameland zijn Dit bedrag onttrekken we aan de algemene reserve en voegen we toe aan de voorziening Transitie Hameland. Pas als Hameland kosten heeft gemaakt voor de transitie zullen we deze vergoeden uit de voorziening. Informatie en communicatie (in-en extern) De informatie en communicatie over het proces ligt in principe bij Hameland. Inspraak en participatie Niet van toepassing. Planning en evaluatie Niet van toepassing. Burgemeester en wethouders van Berkelland, de secretaris, de burgemeester, J.A. Wildeman. drs. J.H.A. van Oostrum. 2

81 Raadsvergadering : 30 juni 2015 Agendanummer : De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015; b e s l u i t : 1. in te stemmen met de opheffing van de gemeenschappelijke regeling Hameland; 2. een voorziening Transitie Hameland in te stellen; te onttrekken aan de Algemene Reserve en toe te voegen aan de voorziening Transitie Hameland. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 30 juni 2015 de griffier, de voorzitter, 3

82 Einde bijlage: Voorstel en besluit - Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland Terug naar het agendapunt

83 Bijlage 1 - BenW advies - Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####ade1b4a1-7d2d dc9a10b#

84 Zaaknummer : Afd.hfd. Collegevergadering : agendapunt : Onderwerp : Opheffen Gemeenschappelijke regeling Hameland Portefeuillehouder : J.B. Boer Meer informatie bij : Eric Gussekloo tel: : Openbaar : ja Afgestemd met : x Te nemen besluit:: 1. De Raad voorstellen: 1.1. Instemmen met de opheffing van de gemeenschappelijke regeling Hameland 1.2. Instellen van een voorziening Transitie Hameland onttrekken aan de Algemene Reserve en toevoegen aan de voorziening Transitie Hameland. Toelichting voor college bij raadsvoorstel Het college heeft al eerder ingestemd met de opheffing van de gemeenschappelijke regeling Hameland. De raad moet hier nog wel toestemming voor geven. Ook moet de raad instemmen met het vormen van een voorziening voor de transitiekosten voor de opheffing van Hameland. Gezien Secretaris J.A. Wildeman Burgemeester drs. J.H.A. van Oostrum Wethouder J.B. Boer Wethouder J.A. Pot-Klumper Wethouder R.P. Hoytink-Roubos Akkoord Bespreken Besluit

85 Einde bijlage: Bijlage 1 - BenW advies - Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland Terug naar het agendapunt

86 Bijlage 2 - Raadsvoorblad "Onderzoeksrapport uitvoering Participatiewet' - Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####5033bae8-14fc-4652-baf7-8edf0e8c8df2#

87 Zaaknummer : Raadsvergadering : agendapunt : Ingekomen stukken Onderwerp : Onderzoeksrapport uitvoering participatiewet Collegevergadering : agendapunt : Portefeuillehouder : Wethouder J.B. Boer Meer informatie bij : M.C. van der Meer tel : Ter kennisname Waarom deze informatie? Het bestuur van SDOA heeft in december 2014 de opdracht aan Radar gegeven om te onderzoeken wat de Sociale Dienst nodig heeft om de participatiewet breed uit te voeren. Dit rapport wordt in juni in de informerende commissie gepresenteerd. Dit rapport hangt samen met de stukken over de Hameland en de invoering van de participatiewet op 1 januari 2015.

88 Einde bijlage: Bijlage 2 - Raadsvoorblad "Onderzoeksrapport uitvoering Participatiewet' - Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland Terug naar het agendapunt

89 Bijlage 3 - Rapport 'Onderzoek uitvoering Participatiewet' Sociale Dienst Oost Achterhoek - Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####aea17fab-f c-9d8e-2ab65fa06446#

90 Onderzoek uitvoering Participatiewet in de gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk door de Sociale Dienst Oost Achterhoek Amsterdam, 12 mei 2015 Colofon RadarAdvies Anton Revenboer, Jan Carel van den Burg en Merle Verdegaal Veemarkt DB AMSTERDAM Telefoon

91 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Opdrachtformulering Aanpak onderzoek en leeswijzer 5 2 Context en aandachtspunten Participatiewet breed Aandachtspunten 9 3 Missie en visie Sociale Dienst Oost Achterhoek Inleiding De onderdelen die de basis van de visie vormen Brede intake Loopbaanplein. Samenwerking met ander spelers Competenties ontwikkelen en product-markt-combinaties (PMC s) Passend onderwijs Testen Participatieladder Vrijwilligerswerk, Beschut werk en dagbesteding in eigen kern Verplichte samenwerkingspartner in de werkgeversdienstverlening: het (net)werkbedrijf Achterhoek Werkgeversbenadering en ontzorging Publieke arbeidsbemiddeling Jobcoaching Omloopsnelheid detacheringen Aansluiten op de voorzieningen die binnen de gemeenten bestaan Aanvullende opmerkingen bij de uitvoering van de missie 15 4 Huidige situatie Sociale Dienst Organogram en huidige formatie Sociale Dienst Huidige (hoofd)takenpakket Sociale Dienst Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 1

92 5 Toekomstige situatie Sociale Dienst Toekomstige taken binnen de Sociale Dienst Intake, diagnose en ontwikkeling Jobhunting en matching Aantallen Toename fte/sw-medewerkers binnen de Sociale Dienst Huidige situatie Hameland en ontwikkelingen 33 6 Risico s Bestuurlijke risico s Risico s m.b.t. primaire proces Risico s met betrekking tot ondersteunende processen Risico s ten aanzien van project-aanpak 37 7 Conclusie en aanbevelingen Goede uitvoering Participatiewet breed en wat is daar voor nodig Taken en functies Zorgvuldige integratie 40 Bijlage 1: Bestuurlijke/organisatorische kaart Werk & Inkomen 43 Bijlage 2: Betrokken actoren 44 Bijlage 3: Bestudeerde documenten 45 Bijlage 4: Definities 46 Bijlage 5: Taken Werkbedrijf Achterhoek 49 Bijlage 6: Samenwerkingsroutes regio Achterhoek 50 Bijlage 7: Kwantitatieve analyse van de formatie 51 Bijlage 8: Uitwerking werkgeversdienstverlening Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 2

93 Bijlage 9: Matrix taken en functies Hameland 57 Bijlage 10: Afkortingenlijst Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 3

94 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Sinds 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de WWB (Wet Werk en Bijstand), Wsw (Wet sociale werkvoorziening) en delen van de Wajong. Er vindt geen instroom meer plaats in de Wsw. Daarnaast staat de Wajong alleen nog open voor jonggehandicapten die volledig en blijvend arbeidsongeschikt zijn. Hoewel er in het kader van de verschillende decentralisaties ongeveer 10,5 miljard budget overgaat van Rijk naar gemeenten, zullen gemeenten meer moeten doen met minder geld. De uitvoering zal daarom effectief en efficiënt geregeld moeten worden. Dat geldt ook voor de Participatiewet die de gemeente verantwoordelijk maakt voor nieuwe doelgroepen. De komende tijd moeten gemeenten aan de slag met hoe zij dit het beste kunnen gaan doen. 1.2 Opdrachtformulering In 2010 hebben de gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk de gemeenschappelijke regeling (GR) Sociale Dienst Oost Achterhoek (hierna de Sociale Dienst) opgericht van waaruit zij de WWB uitvoerden. Door het in werking treden van de Participatiewet moet de Sociale Dienst zich nu ook bezig houden met het beleid en de uitvoering van deze wet. Het bestuur van de Sociale Dienst bestaat uit de wethouders van Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk. Deze wethouders zijn, naast de wethouders van de gemeenten Aalten en Haaksbergen ook bestuurslid van de GR Hameland (hierna Hameland). Wethouder Boer van de gemeente Berkelland is van beide GR s voorzitter. De gemeente Berkelland voert de ondersteunende (PICOFA-)taken (zie het organogram in paragraaf 4.1) uit voor de Sociale Dienst op basis van een dienstverleningsovereenkomst. De algemeen directeur van de gemeente Berkelland is eveneens secretaris van de Sociale Dienst. De gemeenten Aalten, Berkelland, Haaksbergen, Oost Gelre en Winterswijk hebben in het verleden de uitvoering van de sociale werkvoorziening in Hameland ondergebracht. De afbouw van Hameland en het onderzoek naar nieuwe taken en functies voor de Sociale Dienst, vinden naast elkaar plaats. Een te nadrukkelijke verweving moet voorkomen worden; dit maakt de lijnen diffuus. Bij de ontmanteling van Hameland gaan alle taken van Hameland terug naar de gemeenten en bepalen de gemeenten op hun beurt welke taken zij ergens anders willen onderbrengen. De arbeidsmarktregio Achterhoek waarvan Doetinchem de centrumgemeente is,wil voor de werkgeversdienstverlening werken vanuit twee subregionale uitvalsbases: het Werkgeversservicepunt in Doetinchem en het Loopbaanplein Oost Achterhoek. De gemeente Haaksbergen ligt in de arbeidsmarktregio Twente, de andere Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 4

95 gemeenten van Hameland liggen in de arbeidsmarktregio Achterhoek (zie bijlage 1 voor de schematische weergave). Het is waarschijnlijk dat de gemeente Aalten zich voor de uitvoering van de Participatiewet op een nog nader te bepalen wijze gaat aansluiten bij de Sociale Dienst. Bestaande taken en functies kunnen zodoende veranderen om de Participatiewet zo effectief en efficiënt mogelijk uit te voeren. De in de Sociale Dienst samenwerkende gemeenten hebben aangegeven dat zij de Participatiewet breed (zie hoofdstuk 2: Context ) door deze Dienst willen laten uitvoeren. Tegen dit licht stelde het DB van de Dienst aan het management de opdracht tot beantwoording van de vraag: Wat heeft de Sociale Dienst Oost Achterhoek nodig om de Participatiewet breed goed te kunnen uitvoeren? De opdracht is gericht op analyse, onderbouwing en advisering ten aanzien van taken en functies die de Sociale Dienst hiervoor nodig heeft. Om dit te bepalen is ten eerste duidelijk inzicht nodig in de nieuwe taken die op de Sociale Dienst afkomen (kwaliteit) en ten tweede in de aantallen die via die nieuwe taken moeten worden bediend (kwantiteit). De Sociale Dienst heeft RadarAdvies gevraagd om deze benodigdheden voor het invoeren van de Participatiewet uit te werken. De opdracht is doorvertaald naar de volgende deelvragen: Wat is een goede uitvoering van de Participatiewet breed door de Sociale Dienst? Wat is daarvoor nodig? Welke taken en functies zijn nu al aanwezig binnen de Sociale Dienst om dat goed uit te voeren? Welke taken en functies moeten bij de Sociale Dienst worden uitgebreid of worden ingekrompen? Op welke wijze kunnen taken en functies zorgvuldig worden geïntegreerd? 1.3 Aanpak onderzoek en leeswijzer Onze aanpak bestaat uit de volgende stappen: Deskresearch; Overleggen met de projectgroep over de voortgang; Bespreking bevindingen met opdrachtgever; Bespreking conceptrapportage met projectgroep. Interviews met leidinggevenden Hameland In hoofdstuk 2 beschrijven we de context die onderliggend is aan de implementatie van de Participatiewet bij de Sociale Dienst. Daarnaast bespreken we een aantal algemene en specifieke aandachtspunten waar de Sociale Dienst voor een goede uitvoering van de Participatiewet breed rekening mee moet houden. Hoofdstuk 3 geeft de missie en visie weer die door de Sociale Dienst gehanteerd wordt. In hoofdstuk 4 beschrijven we de huidige situatie binnen de Dienst en welke taken nu voor haar weg zijn gelegd. Hoofdstuk 5 gaat dieper in op de toekomstsituatie en welke nieuwe taken daarmee gepaard gaan. Tevens wordt er omschreven welke functionaliteiten de Dienst nodig heeft voor de uitvoering van de Participatiewet, waarbij dit mogelijk van Hameland over kan worden genomen. In hoofdstuk 6 gaan Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 5

96 we in op de risico s die voor de Sociale Dienst kunnen ontstaan met de uitvoering van de Participatiewet breed. Tot slot worden in hoofdstuk 7 de belangrijkste conclusies en aanbevelingen gepresenteerd. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de mensen met wie wij in het kader van de analyse hebben gesproken. In bijlage 3 vindt u de door ons bestudeerde documenten. In bijlage 4 is een lijst met definities te vinden Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 6

97 2 Context en aandachtspunten 2.1 Participatiewet breed Per 1 januari 2015 zijn de WWB en de Wsw samengevoegd tot de Participatiewet. De Sociale Dienst is door de deelnemende gemeenten belast met de uitvoering van alle taken die voortvloeien uit deze Participatiewet. Dit gaat samen met een aantal belangrijke veranderingen, waaronder de uitbreiding van de doelgroep met mensen die eerder instroomden in de sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wajong. De instroom in de Wsw is stopgezet en de toegang tot de Wajong beperkt tot volledig en langdurig arbeidsongeschikten. Mensen die op 31 december 2014 een Wajong uitkering hadden, houden die uitkering en worden ondersteund door het UWV in het verkrijgen van werk. Onder de Wet sociale werkvoorziening kregen werkzoekenden die door lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen alleen in staat waren onder aangepaste omstandigheden arbeid te verrichten, een indicatie voor een op hun individuele mogelijkheden aangepaste werkplek in de sociale werkvoorziening. Waar mogelijk gericht op een zo regulier mogelijke plaatsing buiten het Sw-bedrijf. Werknemers van het Sw-bedrijf die (nog) niet geschikt zijn om naar buiten te worden geplaatst, blijven in het zogenaamde werkbedrijf Hameland. In dit rapport wordt deze doelgroep gedefinieerd als werken binnen. De gemeenten willen de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening bij de Sociale Dienst onderbrengen, met uitzondering van het onderdeel werken binnen. N.B. Ook gedetacheerden die terugkomen van een opdracht en waarvoor (tijdelijk) geen werk is worden nu in werken binnen geplaatst. Deze groep moet echter wel worden gerekend tot het ontwikkelbedrijf Budgettair kader Hèt uitgangspunt voor de gemeenten bij de uitvoering van zowel de Participatiewet als de Wsw oud is het budget dat het Rijk hiervoor beschikbaar heeft gesteld. De uitvoering moet budgettair neutraal worden vormgegeven. Een verzwarende factor is daarbij dat de wetgever heeft bepaald dat de cao Wsw blijft bestaan voor de Wsw populatie die op 31 december 2014 in Wsw verband vast werkte. Het subsidiebedrag per Standaard Eenheid (het voormalige subsidiebedrag per Wsw werknemer gekoppeld aan de mate van arbeidshandicap en de omvang van het dienstverband) wordt afgebouwd van in 2012 naar in Voor de gemeenten betekent dit dat zij beide wetten moeten gaan uitvoeren op een efficiënte en effectieve wijze. Willen de gemeenten hun taakstelling halen dan moeten de kosten zo laag mogelijk blijven, maar moeten wel zo veel mogelijk mensen aan werk worden geholpen. Daarnaast wordt er gekort op het re-integratiebudget en komt er voor het inkomensdeel een nieuw verdeelmodel Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 7

98 2.1.2 Sociaal akkoord Sociale partners en rijk hebben een sociaal akkoord gesloten waarin afgesproken is dat de komende jaren extra banen worden gecreëerd voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit is de zogenoemde Banenafspraak. Binnen de Banenafspraak hebben werkzoekenden die op 31 december 2014 een Wajonguitkering hadden en werkzoekenden met een Sw-indicatie die op die datum op de wachtlijst stonden voor werk in de sociale werkvoorziening, voorrang. Gedurende twee jaren komen zij als eerste in aanmerking voor de extra banen. De gemeenten die participeren in de Sociale Dienst hebben als uitgangspunt de sluitende aanpak van schoolverlaters van speciaal - en praktijkonderwijs die door een beperking niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen. Deze schoolverlaters vormen het grootste deel van de nieuwe doelgroep voor gemeenten. De Sociale Dienst beschouwt hen naast de twee in de Banenafspraak genoemden (zie cursief gedrukte hierboven), als derde doelgroep die voorrang heeft op de extra banen. Om tot een goed werkende regionale arbeidsmarkt te komen, hebben de VNG en de Stichting van de Arbeid het initiatief genomen tot de oprichting van de Werkkamer. In de Werkkamer maken VNG en de Stichting van de Arbeid afspraken over samenwerking tussen gemeenten en sociale partners in de 35 arbeidsmarktregio s. De Achterhoek vormt één van deze 35 arbeidsmarktregio s Beschut werken Onder de Participatiewet kan de gemeente een voorziening beschut werken inrichten. Deze voorziening is bestemd voor werkzoekenden die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding en aanpassing van de werkplek nodig hebben, dat niet van een reguliere werkgever mag worden verwacht dat hij deze mensen in dienst neemt. Met de voorziening beschut werk kan de gemeente deze mensen toch nog in een dienstverband laten werken. Onder de Wet sociale werkvoorziening kregen werkzoekenden die door lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen alleen in staat waren onder aangepaste omstandigheden arbeid te verrichten, een indicatie voor beperkt werk. Een op hun individuele mogelijkheden aangepaste werkplek in de sociale werkvoorziening. Waar mogelijk gericht op een zo regulier mogelijke plaatsing buiten het Sw-bedrijf. Werknemers van het Sw-bedrijf die (nog) niet geschikt zijn om naar buiten te worden geplaatst, blijven in het zogenaamde Werkbedrijf Hameland. In dit rapport wordt deze doelgroep gedefinieerd als werken binnen. De gemeenten willen de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening bij de Sociale Dienst onderbrengen, met uitzondering van het onderdeel werken binnen Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 8

99 2.2 Aandachtspunten In deze paragraaf gaan we in op een aantal specifieke aandachtspunten voor de Sociale Dienst voor een goede uitvoering van de Participatiewet breed. Extra aandacht voor werkgeversbenadering Binnen de regio is hier al een en ander voor in gang gezet. Zo is er gekozen voor een gezamenlijke werkgeversbenadering en is er een convenant (convenant Loopbaanplein Oost Achterhoek) afgesloten met diverse werkgevers in de regio. De Sociale Dienst zal hier extra in moeten blijven investeren, juist ook door hier extra menskracht op in te zetten. Budgetneutraliteit vraagt zeer adequate sturing op financiële resultaten Vanuit de gemeenten die deelnemen in de Sociale Dienst is de ambitie neergelegd om de Participatiewet over enkele jaren budgetneutraal uit te voeren. Dat is een uitdagende doelstelling, met het oog op de afnemende subsidiebedragen en de daardoor verslechterende subsidieresultaten. Zeer adequate sturing op de financiële resultaten per bedrijfsonderdeel en per PMC is dan ook noodzakelijk. Hameland heeft de afgelopen periode geïnvesteerd in het beter inzichtelijk krijgen van de resultaten per onderdeel. De Sociale Dienst zal hier verder in moeten investeren om de noodzakelijke resultaatsturing op basis van adequate inzichten mogelijk te maken. Grote omloopsnelheid in detachering mede gegeven economische structuur van de regio Uit de verkregen informatie blijkt dat Hameland in 2014 in haar detacheringen relatief veel mutaties ( omwentelingen ) heeft gehad. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de economie in de regio vooral drijft op MKB-bedrijven en dat die bedrijven relatief hard geraakt zijn door de economische crisis. Daardoor heeft Hameland relatief veel Sw-ers terugontvangen uit detacheringen. Uiteraard doet dat een extra beroep op de capaciteit die ingezet moet worden voor nieuwe plaatsingen, opvang/begeleiding et cetera. Overgang werkgeverschap naar gemeenten en effecten op concerntaken Uitgangspunt is dat het werkgeverschap van de Sw-ers over gaat naar de gemeenten waaruit de Sw-ers afkomstig zijn. Daarmee moeten de gemeenten ook concerntaken voor de Sw-ers gaan uitvoeren. Een aandachtspunt is dat het opsplitsen van de concerntaken inefficiënties tot gevolg kunnen hebben, ofwel schaalnadelen. Dit aangezien een deel van de werkzaamheden (bijvoorbeeld salarisbetalingen) per batch uitgevoerd wordt. Bij opsplitsen zou dat bijvoorbeeld tot 5 batches leiden in plaats van 1 batch Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 9

100 3 Missie en visie Sociale Dienst Oost Achterhoek 3.1 Inleiding Het management van de Sociale Dienst heeft in het DB van 13 december 2014 de opdracht gekregen om te onderzoeken welke taken en functies de Dienst nodig heeft om de Participatiewet breed te kunnen uitvoeren. Met breed wordt bedoeld om op termijn ook de Wsw taken over te nemen, met uitzondering van beschut binnen. RadarAdvies is gevraagd om een onderzoeksrapport op te stellen. 3.2 De onderdelen die de basis van de visie vormen Bij de start van het implementatietraject is de missie vastgesteld Iedereen doet mee, niemand aan de kant. In dit hoofdstuk wordt de achterliggende visie benadrukt. Deze is in feite in diverse notities vanuit de Dienst in verschillende onderdelen beschreven, maar nog niet als geheel opgezet. In het kort komt de visie neer op: 1 gezin 1 plan; iedereen doet mee; inclusieve maatschappij; levensgeluk voor iedereen; voor inwoners met een beperkte verdiencapaciteit zorgen voor zoveel mogelijk lokale plaatsingen; zorgen dat een plaatsing een positieve uitstraling voor de werkgever betekent; budget inzetten voor lokale werkgevers en organisaties; extra handen leveren; maatschappelijk verantwoord ondernemen; het bieden van maatwerk in de begeleiding op de werkvloer waar en indien nodig en ontlasten werkgevers waar mogelijk. Ten slotte moet de Dienst uitkomen met de budgetten die de gemeenten voor deze doelen van het Rijk ontvangen. 3.3 Brede intake Inwoners die zich melden bij de Sociale Dienst komen in eerste instantie voor werk, voor scholing of voor participatie. Als dat niet direct mogelijk is dan kan een uitkering levensonderhoud op grond van de Participatiewet worden toegekend. Met alle inwoners die zich voor de eerste keer melden op het Loopbaanplein wordt een brede intake gehouden waarbij alle onderdelen van het sociaal domein aan bod komen. Uiteraard staan hier de eigen omgeving en kracht van de burger centraal. Aan de voorkant wordt dan gewerkt met generalisten. Waar nodig vindt na de brede intake via een warme overdracht doorgeleiding plaats naar de lokale structuren, zoals De Post, Voormekaar teams of Zorgloketten Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 10

101 De dienstverlening van de Sociale Dienst bestaat grofweg uit 2 stromen, te weten de basis dienstverlening en de ondersteuning bij het vinden en behouden van werk. Tot de basis dienstverlening behoort inkomensondersteuning, schulddienstverlening, handhaving en preventie. Tot ondersteuning bij het vinden en behouden van werk behoren: jobcoaching, werkgeversdienstverlening, werknemersdienstverlening, marktbewerking en uitvoering arbeidsondersteunende subsidies. 3.4 Loopbaanplein. Samenwerking met ander spelers De Sociale Dienst beseft zich dat de lokale overheid slechts één van de spelers op het terrein van re-integratie is. De effectiviteit van beleid wordt voor een groot gedeelte bepaald door anderen binnen het speelveld. Anderen binnen de werelden van overheid, ondernemers en onderwijs. Anderen binnen de Sociale Dienst gemeenten en daarbuiten. Anderen binnen en buiten de Achterhoek. Juist daarom heeft de Sociale Dienst het Loopbaanplein Oost Achterhoek ingericht. Met samenwerkende partners op dit plein is een convenant getekend. Deze partners zijn Graafschap College, Sociale Dienst Oost Achterhoek, Rouwmaat Groep, Bohero, Siza Werk, MEE Oost Gelderland, Maxx Onderwijs, Regionaal Orgaan Zelfstandigen Achterhoek, Anton Tijdinkschool, Jong & Hout, Randstad en Industrie Kring Groenlo Lichtenvoorde. Het convenant is getekend in een context van enerzijds de lokale arbeidsmarktregio en anderzijds heel dicht bij de samenwerking TUSSEN onderwijs en arbeidsmarkt. Hierbij is het passend onderwijs weer de basis. Met de ondertekening van het convenant Loopbaanplein Oost Achterhoek geven de instanties/ bedrijven aan dat zij: actief het Loopbaanplein Oost Achterhoek steunen; actief participeren in het netwerk; de ambities van het convenant onderschrijven en actief meewerken aan het concretiseren van deze ambities. 3.5 Competenties ontwikkelen en product-markt-combinaties (PMC s) Op grond van het onder het Loopbaanplein genoemde convenant is gekozen voor een gezamenlijke werkgeversbenadering. Hierop zal extra geïnvesteerd moeten blijven worden. Waar nodig moet ook geïnvesteerd worden in de ontwikkeling van competenties van de doelgroep. Daarbij is het van belang om inzicht te hebben in de effecten van verschillende product-markt-combinaties (PMC s). Dat inzicht brengt met zich mee dat de Dienst kan inzetten op PMC s die goede resultaten opleveren en dat datgene wordt afgebouwd waar minder resultaten op worden behaald. 3.6 Passend onderwijs Op het onderdeel schoolverlaters werkt de Sociale Dienst nauw samen met de scholen VSO / ZMLK en Maxx. Leerlingen die van deze scholen komen mogen niet na het verlaten van de school zonder werk thuis komen te zitten. Desnoods blijven Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 11

102 zij langer op school om bezig te blijven. Zij behoeven ook geen uitgebreide testen en training meer te ondergaan, want daarvoor hebben de scholen al gezorgd. De Sociale Dienst zal de resultaten van de scholen gebruiken om voor hen geschikte plekken te vinden en alleen testen als dat strikt noodzakelijk is. 3.7 Testen Voor sommige instromende doelgroepen (zoals mensen met niet aangeboren hersenletsel) koopt de Sociale Dienst aanvullende diagnostieken in. Voor de verschillende groepen wordt getracht zoveel mogelijk gebruik te maken van training op de werkplek; de Sociale Dienst wil voor de werkgever maatwerk leveren. Daarbij gaat het niet om te bepalen wat iemand niet kan, maar om handelingsgericht te kijken wat iemand wel kan. Kortom, welke begeleiding een werkzoekende in dat bedrijf op die plek nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen. Ontwikkelen wordt hierin breed gezien; verhogen van de loonwaarde, maar ook ontwikkelen als persoon. 3.8 Participatieladder De Participatieladder is een instrument dat de Sociale Dienst gebruikt voor het verdelen van haar inzet ten behoeve van de inwoners die een beroep doen op de Participatiewet. Deze ladder kent de volgende treden: 1. Geïsoleerd levend, 2. Sociale contacten buitenshuis, 3. Deelname aan georganiseerde activiteiten, 4. Onbetaald werk, 5. Betaald werk met ondersteuning en 6. Betaald werk. Op de treden 1 en 2 staan vooral inwoners die een beroep behoren te doen op zorg en dagbesteding. Zij zijn daarmee in minder mate een doelgroep voor de Sociale Dienst. De treden 3 en 4 bevatten de inwoners die veelal behoefte zullen hebben aan ondersteuning bij het vinden van werk en soms zelfs aan langdurige ondersteuning bij het behouden van werk. Vooral in deze groepen zitten inwoners die bijzondere aandacht behoeven. Op trede 5 staan inwoners die kortdurende ondersteuning nodig hebben als steun in de rug. Voor deze groep kan kortdurende loonkostensubsidie worden ingezet, no-risk polissen of een op de omstandigheden afgestemde ondersteuning voor zowel de werknemers als de werkgever. Van de inwoners die tot trede 6 behoren, wordt verwacht dat zij op eigen kracht weer een inkomen gaan verwerven dat hen in staat stelt zelfstandig in hun levensonderhoud te voorzien. 3.9 Vrijwilligerswerk, Beschut werk en dagbesteding in eigen kern De Dienst streeft na in de eigen woon- en leefomgeving van mensen vormen van beschut werken, daginvulling/-besteding en vrijwilligerswerk te koppelen aan Wmodiensten en mantelzorgondersteuning. Zo komen vrijwilligers en inwoners die ondersteuning nodig hebben in hun eigen kern bij elkaar. De kracht van het lokale staat hierin centraal Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 12

103 Beschut werk kan echter ook het ontwikkelperspectief beperken. Als een indicatie voor beschut werken is afgegeven blijft die vaak jaren bestaan en belet het het gebruik van andere mogelijkheden. Tegen die achtergrond wil de Dienst zo min mogelijk deze indicaties aanvragen Verplichte samenwerkingspartner in de werkgeversdienstverlening: het (net)werkbedrijf Achterhoek De implementatie van de Participatiewet betekent voor de arbeidsmarktregio Achterhoek een aantal dingen. Dit zijn o.a. de inrichting van een regionaal (net)werkbedrijf, het maken van een arbeidsmarktanalyse, het opzetten van één werkgeverservicepunt in de arbeidsmarktregio Achterhoek en het gezamenlijk vormgeven van de regionale marktbewerking. De 35 regionale Werkbedrijven (één per arbeidsmarktregio) zijn bestuurlijke tafels. Hierin moeten overheid en sociale partners zorg dragen voor een goede uitvoering van de afspraken. Het Werkbedrijf Achterhoek, zoals omschreven in het Convenant Werkbedrijf Achterhoek van 3 december 2014, is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten in de Achterhoek, het UWV Werkbedrijf, werkgevers- en werknemersorganisaties. Het heeft geen rechtspersoonlijkheid, maar wordt gevormd door een set van afspraken. Ook is er geen sprake van overdragen van bevoegdheden (delegatie) van de individuele partijen of het verlenen van mandaat aan het Werkbedrijf. Taken van het Werkbedrijf zijn o.a. het bevorderen van de inclusieve arbeidsmarkt binnen de regio Achterhoek, het zorgen voor een effectieve uitvoering van de landelijke banenafspraak Quotumwet en het opstellen van een marktbewerkingsplan (zie bijlage 5 voor de volledige lijst). Het Werkbedrijf speelt een coördinerende rol in de dienstverlening aan alle doelgroepen van gemeenten en UWV, die hulp nodig hebben bij het vinden en behouden van een baan. Dit kan al dan niet samengaan met een loonkostensubsidie en begeleidingsbijdrage van de gemeente. De hoogte van de subsidie is gerelateerd aan de loonwaarde van de werknemer. Die loonwaarde moet worden bepaald op de werkplek, via een landelijk gevalideerd meetsysteem. In de arbeidsmarktregio Achterhoek is afgesproken dat gekozen wordt voor één systeem waaraan alle partijen zich conformeren Werkgeversbenadering en ontzorging De visie die ten grondslag ligt aan werkgeversbenadering is gebaseerd op een drietal pijlers: Zelfredzaamheid van inwoners: Waar mogelijk zal de regie in handen van de werknemers en werkgevers worden gehouden. Wel ligt er de publieke taak voor de Sociale Dienst om werkzoekenden te ondersteunen wanneer zij niet in staat zijn op eigen kracht een baan te vinden. Dan kan een andere wijze van participeren worden gezocht. Aansluiten bij de behoeften en wensen van de werkgever: De publieke arbeidsbemiddeling moet goed ingevoerd worden in het netwerk van Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 13

104 werkgevers, met als doel de juiste signalen op te pikken en als betrouwbare partner te worden herkend en erkend. Duurzame aanpak: De vraag van de werkgever staat centraal om te komen tot een duurzame invulling van zijn capaciteitenvraagstuk Publieke arbeidsbemiddeling Alle werkgevers zijn belangrijk; zonder hen kan de uitvoering van de Participatiewet geen vorm krijgen. Dit betekent dat de Sociale Dienst met inzet van bestuur en ambtelijke organisatie de boer op gaat. Zij moet anderen verleiden om zich in te zetten voor een effectieve re-integratie van mensen die niet geheel op eigen kracht een plek op de arbeidsmarkt kunnen verkrijgen. Dit kan zij doen door haar instrumenten af te stemmen op vraag en aanbod vanuit werkgevers, onderwijs en werkzoekenden. Maar dat kan zij ook doen door overtuigingskracht, helderheid en bindend vermogen. En zeker niet in de laatste plaats door het goede voorbeeld te geven; zij is tenslotte ook werkgever en opdrachtgever op een veelheid aan terreinen. De taak van de Sociale Dienst is om de werkgevers te ontzorgen om hen zodoende te bewegen een bijdrage te leveren aan de participatie mogelijkheden van haar doelgroep. Jobcoaching is daarin belangrijk. De opdracht voor de publieke arbeidsbemiddeling is ondersteuning te bieden aan werkzoekenden die zelf niet of moeilijk een plek op de arbeidsmarkt weten te verwerven. De missie van de Dienst is: Iedereen doet mee, niemand aan de kant. De publieke arbeidsbemiddeling streeft dan ook na; een invloedrijke speler [te zijn] en de natuurlijke partner voor werkgevers in onze regio voor het oplossen van hun personeelsvraagstukken met de inzet van werkzoekenden uit onze doelgroepen (Werkgeversdienstverlening Achterhoek, 2014, p.7). Deze missie kan ongewijzigd op de uitvoering van de Participatiewet worden toegepast. Sterker nog; de wet vereist dat aan alle groepen werkzoekenden aandacht wordt besteed Jobcoaching Begeleiding is belangrijk voor zowel de werkgever als de werknemer. Gelet op de beschikbare budgetten wordt het op een andere manier ingevuld. Een deel van de begeleiding bestaat ook uit het je veilig voelen, vragen kunnen stellen en dagelijks kort de gang van zaken kunnen bespreken. Dat hoeft niet met een jobcoach of klantmanager te zijn, maar kan ook met een werkmaat of werkbuddy zijn. Dat kunnen vrijwilligers of inwoners uit het eigen bestand zijn. Iedere jobcoach of klantmanager kan een aantal van dit soort groepen aansturen om voor hen weer de functie van klankbord te vervullen. Gezien de grootte van de groep dient de Dienst naar dergelijke participatieconstructies te gaan, wil zij de werkgevers en de werkzoekenden rechtdoen Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 14

105 3.14 Omloopsnelheid detacheringen Bij de ontwikkeling van personeel behoort ook dat detacheringen niet meer voor het leven zijn. Onder de huidige economische omstandigheden vinden bij detacheringen relatief veel mutaties ofwel omwentelingen plaats, omdat werk vervalt. Dit vraagt extra inzet op herplaatsingen, opvang en begeleiding. Deze groep behoeft bij voorrang aandacht Aansluiten op de voorzieningen die binnen de gemeenten bestaan Bij de uitvoering van de Participatiewet wordt er zoveel mogelijk aangesloten op voorzieningen die er al zijn. De Sociale Dienst richt zich op samenwerking met de beleidsterreinen onderwijs, jeugd en Wmo binnen de gemeenten waarvoor zij werkt in de GR. In de uitvoering werkt zij op de wijze die door de betreffende gemeente is gekozen voor het Sociale Domein. Dat is in Berkelland vooral via de voor mekaar teams en de gemeente winkel. In Oost Gelre samen met het Zorgloket en in Winterswijk via De post Aanvullende opmerkingen bij de uitvoering van de missie Hieronder worden enkele aanvullende opmerkingen bij de uitvoering van de missie gemaakt: Bij 3.4. Loopbaanplein: Samenwerking met andere partners Vanaf het Loopbaanplein Oost Achterhoek wordt de marktbewerking vorm gegeven door een viertal jobhunters die zich richten op de reguliere markt en twee anderen die zich specifiek richten op het realiseren van werkervaringsplaatsen in de nonprofit sector. Per gemeente is er een vaste jobhunter die niet alleen zelfstandig werkgevers bezoekt, maar ook samen met de portefeuillehouder Werk en Inkomen en de gemeentelijke bedrijvencontactfunctionaris contacten legt met lokale werkgevers. Eén van de jobhunters richt zich alleen op plaatsingen via uitzendorganisaties en in mei 2015 wordt als proef nog een extra jobhunter aangetrokken voor het bewerken van de Duitse arbeidsmarkt. Voor een effectief regionaal arbeidsmarktbeleid is de inzet van vele partners vereist (zie bijlage 6 voor mogelijke samenwerkingsroutes). Gezamenlijke inzet op regionale schaal kan worden ondersteund door een lokale aanpak en vice versa. De Sociale Dienst en de gemeenten leveren hieraan een bijdrage via onder meer de uitvoering van het gemeentelijk re-integratiebeleid. De afdelingen economische zaken zijn hierbij betrokken door de samenwerking tussen jobhunters van de Sociale Dienst en bedrijvencontactfunctionarissen van de gemeenten. Op 13 november 2014 is door het DB van de Sociale Dienst een notitie geaccordeerd waarin de Berkellandse aanpak van werkgeverbenadering werd bestendigd en ook in Oost Gelre en Winterswijk werd uitgerold: een gezamenlijk optrekken van portefeuillehouder, bedrijvencontactfunctionaris en jobhunter in met individuele werkgevers georganiseerde bijeenkomsten. Het is de bedoeling deze werkwijze ook te continueren zodra het regionale werkgeverservicepunt een feit is Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 15

106 Bij Eén regionaal werkgeverservicepunt. Het inrichten van een regionaal Werkgeversservicepunt zal voor de wijze van marktbewerking van de Sociale Dienst gevolgen hebben. De coördinatie van medewerkers zal mogelijk centraal plaatsvinden, maar de lokale inzet van medewerkers blijft gewaarborgd. Het aanbod van personeel aan werkgevers wordt veel groter en gevarieerder door het samenbrengen van werkzoekendenbestanden (WW, Wajong, P-wet, Wsw-oud). De jobhunter krijgt de mogelijkheid arrangementen van werknemers aan te bieden, variërend van werkzoekenden met een arbeidsbeperking en/of een afstand tot de arbeidsmarkt, tot werkzoekenden die nog maar kort werkloos zijn en volledig aan de vacature-eisen voldoen. Bovendien kan een scala aan instrumenten worden ingezet, zoals (groeps)detacheringen, jobcoaching, loonkostensubsidie, proefplaatsing en no-risk polissen. Bij Werkgeversbenadering met nadruk op Werkgeverservice De werkgeverbenadering in de Achterhoek vindt naast private en onderwijspartijen die werkgevers opzoeken plaats door meerdere publieke organisaties: Werkgeversservicepunt Achterhoek West, Loopbaanplein Oost Achterhoek, ISWI Ulft, de Sw-bedrijven Wedeo, Hameland en Delta en het UWV Werkbedrijf. Het Rijk legt partijen in de arbeidsmarktregio de verplichting op één gezamenlijk werkgeversservicepunt in te richten en te zorgen voor een op elkaar afgestemde marktbewerking. Ook vanuit de werkgevers komt de dringende vraag één gecoördineerde werkgeversdienstverlening voor de arbeidsmarktregio te hanteren. Om deze integrale dienstverlening te realiseren is het van belang dat gemeenten, UWV en SW-bedrijven hun krachten bundelen voor complementaire samenwerking waarin de werkgever als klant centraal staat, duurzame arbeidsparticipatie verhoogd wordt en werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt geplaatst worden (zie het werkdocument Werkgeversdienstverlening Achterhoek, 2014, p. 4-5). Doel van één werkgeversdienstverlening is om werkgevers op een eenduidige en gerichte manier te benaderen, goed bereikbaar te zijn voor vragen van werkgevers en op een professionele wijze diensten verlenen Beleidskader Sociale Dienst Aansluitend bij de missie Iedereen doet mee, niemand aan de kant vangt de Sociale Dienst zodoende ook de uitbreiding van de doelgroep op. Met meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt maar minder geld moet de Sociale Dienst de weg naar werk zo kort mogelijk proberen te maken. Hieronder wordt een aantal beleidsuitgangspunten, zoals omschreven in het document Klaar voor de Toekomt (2013), aangehaald waarmee wordt aangegeven hoe mensen weer naar werk worden toegeleid. De Sociale Dienst faciliteert voor de inwoners van de drie bij de Sociale Dienst aangesloten gemeenten de basisdienstverlening. Dit is een pakket met wettelijke uitvoeringstaken welke wordt ingezet voor het volledige bestand. Voor Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk voert de Sociale Dienst de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ uit. Dit is inclusief bezwaar, beroep, handhaving en preventie. Ook het accountmanagement voor werkgevers en klantmanagement voor werkzoekenden neemt de Sociale Dienst voor rekening (Klaar voor de Toekomst, 2013, p. 14). Daarnaast bereidt de Dienst beleid voor dat voortvloeit uit: Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 16

107 De genoemde wetten (inclusief bijzondere bijstand, minima beleid en huisvesting statushouders); De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (waarvan de uitvoering bij de Stadsbank Oost Nederland ligt); De Wet sociale werkvoorziening (de uitvoering ligt tot op heden bij Hameland). Vanuit het Loopbaanplein wordt een werkplan opgesteld voor iedereen die een uitkering heeft of aanvraagt (Klaar voor de Toekomst, 2013, p. 18). Hierin wordt omschreven welke acties er vanuit het Loopbaanplein en welke er vanuit de klant zelf gestart moeten worden. Deze acties richten zich o.a. op het vinden van werk, een opleiding of een plek om te participeren en zijn afhankelijk van de mogelijkheden van de klant. Daarnaast is besloten dat alle initiatieven die zijn gericht om mensen weer aan het werk en/of scholing te krijgen, moeten en kunnen worden gestuurd op financieel rendement (Klaar voor de Toekomst, 2013, p. 16). Zo wordt getracht om met beperkte middelen het meest optimale resultaat te bereiken. Dit heeft als consequentie dat tot 2015 de re-integratiemiddelen gericht moeten worden ingezet voor kansrijken. Zodoende ontvangt een deel van de klanten tot 2015 alleen de basisdienstverlening. Voor participatie zijn zij aangewezen op werken met behoud van de uitkering of het leveren van een tegenprestatie voor die uitkering. Ook in de re-integratie wil de Sociale Dienst namens de deelnemende gemeenten voor een deel een bijdrage leveren (Klaar voor de Toekomst, 2013, p. 19). De reintegratie van de doelgroep van de huidige Wwb wordt ingericht conform de lijn zoals voorgesteld in de nota Klant en werk in beeld. Hierin worden private en publieke uitvoering en samenwerking gecombineerd. Voor de marktbewerking heeft de Sociale Dienst nu de beschikking over: Drie jobhunters (een per gemeente); Een jobhunter voor uitzendorganisaties; Twee jobhunters voor werkervaringsplaatsen; Een jobhunter voor de Duitse arbeidsmarkt (per mei 2015) Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 17

108 4 Huidige situatie Sociale Dienst In 2012 deden zich, naast de ontwikkelingen die in het Businessplan zijn omschreven, nog een aantal ontwikkelingen voor waarop ingespeeld moest worden. Omdat de focus werd gelegd op de meest kansrijke doelgroep, kregen bijstandsgerechtigden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt minder begeleiding. Door stijging van de werkloosheid (landelijk beeld) nam ook het aantal bijstandsgerechtigden toe. Naar verwachting zal dit ook de komende jaren nog zo zijn. Als laatste was de implementatie van de Participatiewet een belangrijke taak waarop ingespeeld moest worden. Door de vorming van grotere regionale werkpleinen vertrok het UWV in 2012 uit het Werkplein Oost Achterhoek en verhuisde naar Doetinchem. Het vertrek van het UWV leidde tot nieuwe kansen. Zo heeft de Sociale Dienst het Loopbaanplein Oost Achterhoek ingericht. Met samenwerkende partners in dit plein werd het convenant Loopbaanplein Oost Achterhoek getekend. Tevens is met Hameland een gezamenlijke visie gepresenteerd; beide partijen bedienen dezelfde doelgroep, waardoor integratie voor de hand lag. Eind 2012 hebben de Sociale Dienst en Hameland gezamenlijk een Masterplan gepresenteerd met een visie om te komen tot een (regionale) uitvoeringsorganisatie voor werk en re-integratie (Klaar voor de toekomst, 2013, p.5). 4.1 Organogram en huidige formatie Sociale Dienst De totale formatie van de Sociale Dienst bedraagt 86,33 fte. Hierbinnen is een scheiding gemaakt tussen Inkomen & Administratie en Werk & Activering. In Inkomen & Administratie worden voornamelijk Back-Office taken uitgevoerd en door Werk & Activering meer Front Office taken. Bij Inkomen & Administratie zit 27,23 fte, Werk & Activering heeft 52,60 fte. Ondersteunende diensten heeft 5,5 fte. In Team Werk & Activering zijn voor het uitvoeren van de Participatiewet vooral de klantmanagers, inkomensconsulenten, medewerkers preventie en handhaving-, beleidsmedewerkers- en medewerkers van Team Marktbewerking van belang. Hierin zijn de klantmanagers met 24,0 fte het best vertegenwoordigd, gevolgd door de inkomensconsulenten met 14,2 fte. Klantmanagers begeleiden vooral inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt, inkomensconsulenten benadrukken meer de uitkeringskant en rechtmatigheid. Het Team Marktbewerking omvat 4,7 fte. Dit team houdt zich bezig met het vinden van banen en de matching van vraag en aanbod Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 18

109 Organogram Sociale Dienst per Algemeen bestuur Dagelijks bestuur Manager 1,0 fte Ondersteunende diensten (5,5 fte) P&O/psa 1,3 ftecommunicatie 0,3 fte Control /Sisa 1 fte Financiën 1,4 fte Systeembeheer/ I&A cons. 1,5 fte Team Inkomen & Administratie (27,23 fte) Teamleider Inkomen & administratie 1,0 fte Beleid 1,5 fte Kwaliteit 4,0 fte bezwaar & beroep + secretariaat (B&B) 1,28 fte Terugvordering & Verhaal 2,6 fte Uitkeringsadministratie 8,45 fte Archief, post, telefoon, balie 4,4 fte Applicatiebeheer 2,0 fte Secretariaat / MO 1,0 fte Huismeester 1,0 fte Team Werk & Activering (52,6 fte) Teamleider Werk & activering 1,0 fte Senioren 1,0 fte Beleid (reïntegratiebeleid en Wsw) 2,2 fte Klantmanagers 24,0 fte Inkomensconsulenten 14,2 fte Team Marktbewerking 4,7 fte Preventie & Handhaving en Wet boeten 3,0 fte Administratieve ondersteuning 1,5 fte Jobcoach 1,0 fte 4.2 Huidige (hoofd)takenpakket Sociale Dienst Uit de beschikbaar gestelde documenten en gesprekken is een voorlopige inventarisatie gemaakt van de huidige hoofdtaken van de Sociale Dienst. In paragraaf 5 zal worden ingegaan op de taken die door de implementatie van de Participatiewet moeten worden toegevoegd Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 19

110 De Sociale Dienst Huidige hoofdtaken Uitvoeren van re-integratie Uitvoeren van de inkomensvoorziening Klantmanagement voor werkzoekenden Klantmanagers voeren gesprekken met bijstandscliënten waarin begeleiding, coaching, training en regie tot uitdrukking komen. Met als belangrijkste doel mensen naar regulier werk te brengen. Opzoek gaan naar vacatures (jobhunting 1 ) Dit behelst het accountmanagement voor werkgevers en speelt dus in op de aanbodzijde van de markt. Hier vindt matching tussen vraag en aanbod plaats. Voorzien in participatie voor bijstandsklanten met een uitkering voor levensonderhoud Dit wordt gedaan in nauwe samenwerking met de gemeente/wmo. Voor nietbijstandsgerechtigden is dit een gemeentelijke taak. Toekennen en verstrekken van uitkeringen Het Rijk bepaalt de normen voor de hoogte van de uitkeringen; zij gaat namelijk over het inkomensbeleid binnen de Wwb ( sinds 2015 een onderdeel van de Participatiewet) 2. Dit betekent dat gemeenten hierin vrijwel geen beleidsruimte hebben en naar de gestelde normen moeten handelen (met uitzondering van de uitkeringstoeslagen en verlagingen). Uitvoering van bijzondere bijstand en Minimabeleid Gemeenten hebben ten aanzien van de uitvoering van bijzondere bijstand en minimabeleid ruime beleidsvrijheid, waardoor beleidsbeslissingen voorbehouden zijn aan iedere afzonderlijke gemeente. Uitvoeren van beleid dat samenhangt met de basisdienstverlening Het beleid dat samenhangt met de basisdienstverlening wordt door de Dienst voorbereid en door de afzonderlijke colleges van B&W vastgesteld. Handhaven van verplichtingen en rechtmatigheid De Participatiewet (ofwel de oude Wwb) brengt een aantal verplichtingen met zich mee voor de gebruiker. Gebruikers hebben o.a. arbeidsplicht, re-integratieplicht en dienen informatie te verschaffen waarmee de rechtmatigheid van de uitkering beoordeeld kan worden. De focus binnen de handhaving en rechtmatigheid ligt op een strak uitgevoerd proces 3 : Preventief verstrekken van informatie over rechten en plichten. Geen onnodige gegevens uitvraag. Voortdurend aanscherpen en op peil houden van fraudealertheid van medewerkers. Verkrijgen van signalen uit uitvoering en bestandsvergelijk. Gericht onderzoeken van die signalen. Snel inzetten van passende maatregelen. Communicatie over de resultaten van het handhavingsbeleid. Behandeling bezwaar -, beroep en hoger beroep 1 Er moet worden nagegaan of hier ook de matching tussen vraag en aanbod plaatsvindt. 2 Klaar voor de toekomst, 2013, p Klaar voor de toekomst, 2013, p Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 20

111 Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 21

112 5 Toekomstige situatie Sociale Dienst In dit hoofdstuk beschrijven we de situatie waar de Sociale Dienst naartoe wil vanuit het uitgangspunt dat de Sociale Dienst voor de gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk de Participatiewet breed uitvoert. Daarmee wordt bedoeld dat alle taken uit de nieuwe Participatiewet en de oude Wsw (met uitzondering van werken binnen) door de Sociale Dienst worden uitgevoerd. We beschrijven hierin de volgende onderwerpen: wat zijn de toekomstige taken van de Sociale Dienst, wat zijn de aantallen Wsw-ers (verdeeld naar deelnemende gemeenten) die de Sociale Dienst erbij krijgt en wat betekent dat voor binnen de Sociale Dienst additioneel benodigde medewerkers. Tot slot wordt aangegeven wat dit betekent voor Hameland. De lijn is dat de in Hameland deelnemende gemeenten de uitvoering die destijds bij Hameland is belegd, terug halen en zelf gaan organiseren. Daarbij is het onderscheid te maken in het werkbedrijf, ontwikkelbedrijf en concern. Alle Swmedewerkers komen in dienst van de gemeenten. 5.1 Toekomstige taken binnen de Sociale Dienst Het huidige taken pakket (zie paragraaf 4.2) van de Dienst blijft in de nieuwe situatie bestaan en wordt aangevuld met een aantal nieuwe taken: De Sociale Dienst Nieuwe hoofdtaken Het compleet maken van het Instrumentarium Dit behelst o.a. de uitvoering van de loonwaardebepaling, de no-risk polis (deels uitgevoerd door het UWV), de jobcoaching, de werkbegeleiding, het vervoer, de langdurige loonkostensubsidie Participatiewet, de detacheringen en de aanpassingen voor de werkplekken. Het uitvoeren van een diagnose (intake) Binnen de arbeidsdiagnose worden de persoonlijke kwaliteiten en het ontwikkelpotentieel van het individu in kaart gebracht 4. Hierin wordt niet alleen gefocust op het op adequate wijze bemiddelen van de medewerker naar passend werk, maar ook op de duurzame inzetbaarheid. Op basis van dit onderzoek wordt er een advies gegeven; de uit het onderzoek voortkomende bouwstenen kunnen ervoor zorgen dat de medewerker zich op het gebied van werk kan gaan ontwikkelen. De diagnose voorziet in informatie die gebruikt kan worden om een Individueel Ontwikkelplan (IOP) op te stellen. Een diagnose is ongeveer 3 jaar geldig. Arbeidsontwikkeling Op basis van het IOP kan een specifiek ontwikkeltraject worden ingezet, wat een verbijzondering van één van de bouwstenen is. Arbeidsmarkttoeleiding (het matchen van kandidaat en vacature) Hierin worden de kwaliteiten van de werkzoekende gekoppeld aan passend werk 5. Binnen de arbeidstoeleiding wordt zowel vanuit de vraag als de aanbodzijde gewerkt. Arbeidsmarktbegeleiding (werkbegeleiding) 4 Ontmanteling Ontwikkelbedrijf Hameland, 2014, p.6 5 Ontmanteling Ontwikkelbedrijf Hameland, 2014, p Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 22

113 Hierin worden medewerkers bij hun IOP ondersteund en gecoacht. N.B. Een belangrijk aandachtspunt wordt de samenwerking tussen de Dienst en de taakvelden Wmo en Jeugdzorg. Voor deze nieuwe taken is specifieke expertise nodig. Voor zover niet aanwezig zal deze moeten worden aangeleerd aan huidige medewerkers dan wel worden aangevuld door nieuwe medewerkers. Bij dit onderdeel past ook een besluit of de Dienst zelf werkzaamheden uitvoert of inkoopt. Als concrete voorbeelden denken we aan: Bepalen van de loonwaarde Test en training Detacheringen Jobcoaching Jobhunting voor de nieuwe doelgroepen 5.2 Intake, diagnose en ontwikkeling Om een beter beeld te krijgen van de werkprocessen, wordt hier ingegaan op de intake. Werkproces intake Sociale Dienst: de intake binnen de Sociale Dienst verloopt volgens de volgende stappen: De klantmanager voert een werkintake dan wel een brede intake (aandeel brede intake groeit) uit. Dan wordt ook bekeken of de klant een werkklant is of onder de basisdienstverlening valt. De Sociale Dienst matcht op cv s en indruk van klantmanager. De klantmanager maakt een eerste selectie in KIB (Klant in Beeld) op basis van o.a. aspecten uit het cv zoals uitgevoerde functies en opleiding. Daarnaast kan ook worden geselecteerd op beroepen waarvan ingeschat wordt dat deze kansrijk zijn voor de betrokkene. Het zoekprofiel van de klant wordt vastgelegd in Klant In Beeld. Daarbij vindt vastlegging van competenties plaats (maar minder uitgebreid dan dat Hameland doet in Competensys). De klant wordt opgenomen in de caseload van een klantmanager. Vervolgens voert de klantmanager voor de klant afhankelijk van de situatie van de klant verschillende taken uit zoals bijvoorbeeld: o Coaching en begeleiding van de werkzoekende bij eigen activiteiten o Zoeken van een werkervaringsplek o Geven van (groeps)begeleiding o Verzorgen van opleidingen o Fungeren als vragenloket Binnen de Sociale Dienst kan participatiebudget worden ingezet als "smeermiddel" om een plaatsing toch te kunnen realiseren (bijv. voor een reiskostenvergoeding). Werkproces intake Hameland: de intake binnen Hameland verloopt volgens de volgende stappen: Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 23

114 De O&O functionaris voert de diagnose/intake uit. Daarbij wordt de medewerker 4 dagdelen in verschillende werksituaties in het diagnosecentrum geobserveerd. Daarnaast worden vragenlijsten gebruikt (bijvoorbeeld om het zelfbeeld van de kandidaat in beeld te brengen). In de diagnose/intake wordt de medewerker gescoord op 29 competenties. Daarnaast wordt in beeld gebracht welke triggers een medewerker heeft voor bijvoorbeeld sfeer, cultuur et cetera. De scores worden vastgelegd in het systeem Competencys. Dat systeem genereert ook een cv gebaseerd op de competenties. Bij vacatures kan snel een match worden gemaakt via Competencys. Bij het beëindigen van een plaatsing of uiterlijk na 3 jaar krijgt de medewerker opnieuw een diagnose. Deze is bedoeld om vast te stellen op welke competenties de medewerker zich heeft ontwikkeld. Deze diagnose is korter dan de eerste diagnose bij intake. De O&O functionaris geeft ook adviezen over de ontwikkeling van de medewerkers en biedt trainingen aan. Na plaatsing krijgt de medewerker binnen Hameland een werkcoach toegewezen. Deze volgt de ontwikkeling van de medewerker (IOP) en vervult de werkgeverstaken op HRM-gebied (vragenloket bij vragen over arbeidsvoorwaarden, ziekteverzuimbegeleiding et cetera). De werkcoach is ongeveer 75% van zijn tijd bezig met HRM-taken. Hameland heeft gegeven haar omvang en karakteristiek (ziekteverzuim is binnen een Sw-bedrijf behoorlijk hoog, namelijk > 10%) een eigen bedrijfsarts/bedrijfsverpleegkundige. Dit is goedkoper dan deze dienst inhuren. Hameland heeft een eigen arbeidsdeskundige die tijdens een matching moet beoordelen of voor de werknemer sprake is van passende arbeid. Deze moet de arbeidsomstandigheden ook beoordelen als de werknemer tijdens een plaatsing dreigt uit te vallen. Voor de groepsdetacheringen heeft Hameland werkbegeleiders. Het Ontwikkelhuys werkt in opdracht van verschillende onderdelen van Hameland en heeft in het verleden ook voor de Sociale Dienst opdrachten uitgevoerd. Hét grote verschil tussen de Sociale Dienst en Hameland bij dit onderwerp is dat de Sociale Dienst met werkzoekenden te maken heeft (die bijvoorbeeld een korting op de uitkering kunnen krijgen als ze zich aantoonbaar onvoldoende inzetten om aan een betaalde baan te komen) en Hameland met werknemers te maken heeft. Werknemers die werkzaam zijn vanuit de cao voor de Wsw en waardoor er ook werkgeverstaken zijn die vaak complexer zijn in verband met de kenmerken van de doelgroep. Sommige werkzoekenden en Sw-medewerkers zijn vergelijkbaar qua arbeidsbeperking dan wel afstand tot de arbeidsmarkt en de kans op de arbeidsmarkt voor een reguliere baan. 5.3 Jobhunting en matching In deze paragraaf gaan we in op de verschillen en overeenkomsten tussen de Sociale Dienst en Hameland op het gebied van jobhunting en matching en dergelijke Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 24

115 Overeenkomsten in werkwijzen jobhunting en matching Bij beide organisaties is de jobhunter degene die "op de vacatures jaagt". Bij beide organisaties zijn de jobhunters toebedeeld aan een geografische regio (gemeente of gebied). Aangegeven wordt dat dat het beste werkt omdat bij bijvoorbeeld een indeling naar branche grote werkgebieden met veel reistijden ontstaan. Daarnaast zijn veel ondernemersbijeenkomsten per regio en daar moet de jobhunter aansluiting bij hebben. Uitzondering is de jobhunter voor uitzendbureaus binnen de Sociale Dienst en die voor Zorg binnen Hameland. Daarnaast richten twee jobhunters binnen de Sociale Dienst zich specifiek op werkervaringsplekken. Bij beide organisaties vindt bij een plaatsing een warme overdracht plaats bij de klant (bij Hameland aan werkcoach en bij de Sociale Dienst aan klantmanager). Verschillen in werkwijzen jobhunting en matching: De Sociale Dienst gebruikt Klant In Beeld (KIB) als basisinformatiesysteem, Hameland gebruikt Competencys (gebaseerd op o.a. de Melba systematiek voor competenties en begeleidingskaarten). Hameland legt competenties zeer gestructureerd vast en matcht ook op die competenties. de Sociale Dienst doet dat meer op basis van de brede indruk en cv s aangevuld met persoonlijke indrukken van de klantmanagers. Zij maakt een eerste selectie in KIB op basis van o.a. aspecten uit het cv zoals uitgevoerde functies en opleiding. Daarnaast kan zij ook selecteren op beroepen waarvan ze inschat dat deze kansrijk zijn voor betrokkene. Na deze selectie is er overleg met de klantmanager over de namen die geselecteerd zijn en worden ook persoonlijke indrukken besproken etc. Beide organisaties zijn daarmee wel bekend met en werken op basis van de in beeld gebrachte competenties van de cliënten/sw-medewerker en matchen daarmee ook met de vacatures. Aansluitend op het vorige punt. Binnen Hameland wordt de matching uitgevoerd door twee medewerkers die alleen matching doen. Zij kunnen via Competensys snel een lijst met geschikte kandidaten opmaken. Omdat de matchingfunctionarissen binnen Hameland veel kandidaten kennen, kunnen ze in overleg met de jobhunter snel tot een shortlist komen. Binnen de Sociale Dienst doet de jobhunter de matching in samenspraak met de klantmanager. Dit vraagt om nadere detaillering. De jobhunters binnen Hameland hebben een individueel commercieel plan. Bij de Sociale Dienst wordt vooral gewerkt met een gezamenlijk plan (wel met individuele doelen). Het beeld is dat binnen Hameland gestuurd wordt op de resultaten per medewerker terwijl binnen de Sociale Dienst meer gestuurd wordt op de voortgang van de plannen van het team. Bij Hameland gaat de jobhunter meestal met de kandidaat mee op gesprek. Bij de Sociale Dienst is dat meer een uitzondering. Dit betekent dat de werkprocessen in de kern gelijk zijn maar dat de Sociale Dienst en Hameland andere systemen gebruiken. Welk systeem voor het huidige vraagstuk het beste past, zal nog moeten worden afgewogen (ook in bredere context van de arbeidsmarktregio). Wel is het zo dat Hameland het proces wat steviger invult, mogelijk omdat de doelgroep anders is. Tegelijkertijd zou het proces naar ons idee wat anders, slanker, uitgewerkt kunnen worden Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 25

116 5.4 Aantallen Het klantenbestand van de Sociale Dienst zal de komende jaren toenemen vanuit 2 kanalen. Enerzijds vanuit de huidige doelgroep met een Wsw-indicatie die nu binnen het ontwikkelbedrijf van Hameland vallen. Anderzijds vanuit de nieuwe doelgroep die gepaard gaat met de inwerkingtreding van de Participatiewet op 1 januari 2015, de stop van de instroom in de Wsw en de aanscherping van de toelating tot de Wajong. De nieuwe instroom die er door implementatie van de Participatiewet per jaar bij gaat komen, bedraagt 60 tot 80 personen. Hoofdzakelijk schoolverlaters van het speciaal en praktijkonderwijs die niet het wettelijke minimumloon kunnen verdienen. Met de scholen in de Achterhoek zijn/worden nadere afspraken gemaakt om een sluitende aanpak, liefst preventief, dus zonder dat aanspraak op een uitkering ontstaat te bewerkstelligen. Deze warme overdracht is positief voor de doelgroep: geen dubbele intakes en trajecten die door kunnen lopen of naadloos op elkaar aansluiten. Als de sluitende aanpak voor deze doelgroep wordt gerealiseerd, beperkt dit de instroom in de uitkering sec. Er zal echter wel sprake zijn van toename van werkzaamheden. Een groot deel zal een beroep doen op langdurige loonkostensubsidie en daarmee langdurig beslag leggen op het inkomensbudget. Onderstaande tabel geeft inzicht in de mate waarin het klantenbestand van de Sociale Dienst toe gaat nemen door overdracht vanuit het ontwikkelbedrijf van Hameland wanneer de stand van zaken per 1 april 2015 als uitgangspunt wordt genomen. (Op verzoek van de klankbordgroep hebben wij de meest recente cijfers opgenomen die Hameland kon aanleveren tijdens dit project.) Ter herinnering: hiermee worden alle mensen bedoeld die onder de Wsw vallen, met uitzondering van het onderdeel werken binnen. Hiermee worden dus ook de gedetacheerden bedoeld die wel kunnen werken maar waar tijdelijk geen werk voor is waardoor ze in werken binnen worden geplaatst Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 26

117 De verdeling van de totale populatie binnen het ontwikkelbedrijf in fte en personen per TOTAAL ONTWIKKELBEDRIJF fte Aandeel in totaal fte Personen Aandeel in totaal personen Per betalende gemeente Wsw Wsw BW Totaal fte Wsw Wsw BW Totaal Wsw Wsw BW Totaal Wsw Wsw Totaal personen BW Berkelland 201,79 9,56 211,35 24,3% 23,8% 24,3% ,5% 22,9% 24,4% Oost Gelre 178,47 6,02 184,50 21,5% 15,0% 21,2% ,7% 18,8% 21,5% Winterswijk 170,56 8,35 178,91 20,6% 20,8% 20,6% ,6% 18,8% 20,5% Subtotaal 550,83 23,93 574,75 66,4% 59,6% 66,1% ,7% 60,4% 66,4% Aalten 190,74 6,37 197,11 23,0% 15,9% 22,7% ,1% 16,7% 22,8% Subtotaal incl. Aalten 741,57 30,30 771,87 89,4% 75,5% 88,8% ,8% 77,1% 89,2% Haaksbergen 61,70 8,96 70,66 7,4% 22,3% 8,1% ,2% 20,8% 7,8% Subtotaal incl. Haaksbergen 803,27 39,25 842,52 96,9% 97,8% 96,9% ,0% 97,9% 97,0% Overig 26,01 0,90 26,91 3,1% 2,2% 3,1% ,0% 2,1% 3,0% Totaal 829,28 40,15 869,43 100,0% 100,0% 100,0% ,0% 100,0% 100,0% Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 27

118 Het totaal aantal Sw-medewerkers (zowel in dienst bij Hameland als wel in dienst via begeleid werken bij andere werkgevers) dat vanuit Hameland bij het huidige klantenbestand van de Sociale Dienst zou komen kan op twee verschillende manieren worden berekend, namelijk met en zonder Aalten. Wanneer de Sociale Dienst wordt gezien als de uitvoeringsorganisatie van de gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk, neemt het klantenbestand toe met 574,75 fte Sw-medewerkers, ofwel 66,1% van het totale bestand van het ontwikkelbedrijf. Wanneer Aalten hier ook bij gerekend wordt, neemt het klantenbestand toe met 771,87 fte Sw-medewerkers, ofwel 88,8% van het totale bestand van het ontwikkelbedrijf. Voor de jobhunters en werkbegeleiders heeft het aantal fte dat onder Wsw Begeleid Werken slechts heel beperkt invloed. Bij ontslag herleven oude rechten en zal nieuw werk moeten worden gezocht. Daarom wordt uitgegaan van een populatie van 550,83 fte voor de Sociale Dienst zonder Aalten en 741,57 fte voor de Sociale Dienst inclusief Aalten. Bij de berekening inclusief Aalten zal alleen worden ingegaan op de betekenis voor de taken van de werkorganisatie van Hameland. De Sociale Dienst zal nog een nadere inschatting maken wat de inclusie van Aalten voor consequenties heeft voor haar inkomenstaken. 5.5 Toename fte/sw-medewerkers binnen de Sociale Dienst Op dit moment hanteert Hameland een tweetal normeringen in het berekenen van haar caseload: Per 120 Sw-medewerkers die buiten werken moet er 1 fte werkcoach ingezet worden. Per 25 Sw-medewerkers, die niet zonder vergelijkbare begeleiding als bij beschut binnen buiten kunnen werken, moet er 1 fte werkbegeleider ingezet worden. Op de 100 Sw-medewerkers die onder Werken Buiten vallen en begeleid worden conform beschut binnen moet er dus 4 fte werkbegeleider in worden gezet. De Sociale Dienst gaat uit van een caseload van 60 fte per 1 fte waarbij rekening is gehouden met de arbeidshandicaps van de doelgroep. De caseload voor bijstandscliënten is dan ook anders. De caseload van 1 op 60 is de basis voor het berekenen van het aantal additioneel benodigde fte. Gerelateerd aan bestaande functies en competenties binnen Hameland ontstaat het volgende beeld: Ontwikkelbedrijf Functionaris O&O De Sociale Dienst wil de expertise O&O (Opleiding en Ontwikkeling: intake en diagnose: 4,67 fte, zie bijlage 7), zoals deze in de huidige hoedanigheid bij Hameland wordt ingevuld, in principe niet (allemaal) een op een overnemen. Van de expertise die deze functionarissen bezitten wil de Sociale Dienst echter wel Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 28

119 gebruikmaken, maar dan zo veel mogelijk in de vorm van de functie werkcoach die zich deze expertise eigen maakt of de expertise verder ontwikkelt. Werkcoaches. Wanneer de Sociale Dienst wordt bezien als Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk, heeft de Sociale Dienst 9,0 fte werkcoaches nodig om de toename van het klantenbestand op te kunnen vangen. Voor de Sociale Dienst inclusief Aalten komt dit neer op 12,5 fte. Hierbij moet echter wel rekening worden gehouden met hiervoor genoemde expertise voor O&O, die hier ook in verdisconteerd zit en met de expertise voor Matching die binnen Hameland in een aparte functie is belegd. In welke verhouding de functies O&O, matching en werkcoach uiteindelijk deel uit gaan maken van het aantal fte waarmee de functie werkcoach bij de Sociale Dienst toe gaat nemen, moet nog nader worden bezien. Daarbij speelt een rol dat de werkcoaches veel taken als werkgever (zo n 75%) vervullen, zoals de uitvoering van de Wet Poortwachter. Hameland heeft ook bezien of zij op korte termijn additioneel zicht kon krijgen op de fte s die binnen het Werkbedrijf zitten, maar feitelijk tot de doelgroep van het Ontwikkelbedrijf berekend moeten worden. Een inschatting daarvan leidt tot 180 personen ( fte) die nog niet meegeteld zijn in de hierboven weergegeven aantallen fte. Volgens de caseloadnorm zou daarvoor 2,5 fte werkcoach extra nodig zijn. Afhankelijk van het aantal fte dat uit deze groep overkomt van het Werkbedrijf heeft de Sociale Dienst tussen 0 en 2,5 fte werkcoach extra nodig (per 60 fte 1 fte werkcoach). Werkbegeleiders Vooralsnog kent de Sociale Dienst geen functie werkbegeleider. Het is aannemelijk dat de Sociale Dienst deze functies en taken nodig heeft. In de transitieperiode zal bezien worden hoe de expertise van de werkbegeleiders uiteindelijk wordt meegenomen in de formatie van de Sociale Dienst. Jobhunter Voor elke afzonderlijke gemeente heeft de Sociale Dienst nu 1 jobhunter ter beschikking. Daarnaast zijn er 2 medewerkers voor de werkervaringsplaatsen en 1 medewerker voor de uitzendbureaus. Voor de huidige Sociale Dienst (met het huidige klantenbestand) zijn er zodoende 6 personen in dienst, die bij elkaar 5 fte vervullen. In mei 2015 start een jobhunter die zich zal richten op de Duitse arbeidsmarkt. Naast de 2,89 fte jobhunter die moet worden ingezet voor de gesubsidieerde plaatsen vanuit het ontwikkelbedrijf komt hier met het oog op de inclusie van Aalten nog 1 extra fte bij. Naar het zich nu laat aanzien, zal het loonwaardebepalingsysteem en de uitvoering ervan worden ingekocht. Hierover wordt op regionaal niveau een besluit genomen. Vooralsnog doen de jobhunters binnen de Sociale Dienst zelf de matching maar bezien moet worden of dat met de nieuwe doelgroep vanuit Hameland goed werkt Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 29

120 O&O, matching en werkbegeleider Het is niet zeker of de synergie van het samenvoegen van expertise van O&O, werkbegeleider en werkcoach in de nieuwe functie werkcoach volledig volgens de nieuwe caseload van de Sociale Dienst gerealiseerd kan worden. Daarnaast moet nog bezien worden of de Sociale Dienst geen verbijzonderde matchingfunctie nodig heeft. Daarom wordt vooralsnog rekening gehouden met een extra formatie van 2 fte die eventueel ingezet kan worden voor specifieke functies op het gebied van O&O, matching of werkbegeleiding. Concern Wat betreft concern is het verschil van belang ten aanzien van de werkgeversrol voor Sw-medewerkers en de overige taken die op concern niveau worden uitgevoerd. Omdat de Sw-medewerkers in principe overgaan naar de gemeenten, zijn de bijbehorende taken ook van belang voor de gemeenten. Het gaat dan bijvoorbeeld om de salarisbetalingen van de Sw-medewerkers, de mutaties m.b.t. personeelsbeheer en ICT. Taken als planning & control en officemanagement hangen niet één op één samen met de Sw-medewerkers maar hebben veel meer te maken met de organisatie Hameland zelf. De hoofdtaken die betrekking hebben op de Sw-medewerkers en dus ook relevant zijn voor het werkbedrijf worden hieronder uitgewerkt: Salarisadministratie De salarisadministratie verwerkt onder andere de mutaties op personeelsgebied, geeft de uitbetalingsopdracht voor het personeel en verzorgt de afdracht van de werknemerspremies. De betaling van de salarissen van Sw-medewerkers wordt volledig voorbereid en klaar gezet zodat financiën de betalingen kan uitvoeren. Het gaat om 1,83 fte totaal. HRM Binnen HRM worden onder andere de taken advisering over verzuim, opleidingen en trainingen en de advisering richting het kader omtrent cao, sanctiebeleid en regelingen uitgevoerd. Deze taken worden zowel voor het werkbedrijf als voor het ontwikkelbedrijf uitgevoerd. Het gaat om 1,0 fte. Vakgroep De taken van de vakgroep betreffen onder andere het opstellen van de verzuimoverzichten, het Sociaal Medisch Team ondersteunen, advisering omtrent arbo en verzuim en bewaakt de Wet verbetering poortwachter. Daarnaast vraagt de vakgroep hulpmiddelen aan, beoordeelt en koopt in. Het gaat om 0,53 fte medewerker personeelsbeheer arbo en 0,89 fte bedrijfsverpleegkundige. Personeelsbeheer De taken binnen personeelsbeheer betreffen onder andere het opstellen en bijhouden van de personeels- en cliëntendossiers. Ook worden hier de detacheringscontracten opgesteld, inleenvergoedingen bepaald en worden facturen verstuurd. Tevens worden arbo checklists geregistreerd voor zowel medewerker als bedrijven. Het gaat om 3,84 fte medewerker personeelsbeheer. De andere taken, zoals applicatiebeheer hebben ook te maken met het werkgeverschap maar zijn minder specifiek. Wel moet daarbij rekening worden Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 30

121 gehouden met mogelijke schaalnadelen als deze taken overgaan naar de desbetreffende gemeente. Effecten in fte en kosten van de overgang van taken naar de Sociale Dienst Het totaal aantal fte dat er naar verwachting voor de Sociale Dienst bij zal komen zal tussen de 14,89 en de 21,89 fte zijn: Functie Aantal fte zonder Aalten Aantal fte inclusief Aalten Werkcoach 9,0 12,5 O&O/matching/werkbegeleider 2,0 2,0 Bandbreedte werkcoaches 0-2,5 0-2,5 Jobhunter 2,89 3,89 Applicatiebeheerder 1,0 1,0 Totaal 14,89-17,39 19,39-21,89 Het aantal fte werkcoaches is inhoudelijk een samenstelling van fte s werkcoach, intake & diagnose (O&O) en werkbegeleider. In welke samenstelling dit zich uiteindelijk zal verhouden moet zoals eerder genoemd nog nader worden bepaald. Omdat niet zeker is of de synergie van het samenvoegen van deze functies in de nieuwe functie werkcoach volledig volgens de nieuwe caseload van de Sociale Dienst gerealiseerd kan worden en omdat niet zeker is dat de Sociale Dienst geen verbijzonderde matchingfunctie nodig heeft, wordt vooralsnog rekening gehouden met een extra formatie van 2 fte die eventueel ingezet kan worden voor specifieke functies op het gebied van O&O, matching of werkbegeleiding. Daarnaast is rekening gehouden met een bandbreedte van 0-2,5 fte extra werkcoaches die nodig zijn afhankelijk van het aantal fte dat nu nog geplaatst is binnen het werkbedrijf, maar alsnog overkomt naar de Sociale Dienst. In onderstaande tabel is weergegeven wat de bezetting voor niet gesubsidieerd personeel binnen Ontwikkelen en Detacheren is per Formatie niet gesubsidieerd (NG) binnen Ontwikkelen & detacheren Formatie NG per Bezetting NG per Manager 1,00 1,00 Hoofden 2,00 2,00 Teamleider 2,00 2,00 Officemanager 1,00 1,00 Functionaris O&O (*) 6,00 4,67 Arbeidsdeskundige (*) 1,00 1,00 Werkbegeleider 5,00 4,89 Jobhunter 3,00 2,89 Matchingsfunctionaris 1,50 1,34 Werkcoach (*) 13,00 12,46 Totaal 35,50 33,25 (*) werken tevens voor 'werken binnen' Aangegeven werd dat van de werkcoaches 3,56 fte werkzaam is voor het Werkbedrijf. Per saldo is de bezetting voor Ontwikkelen en Detacheren per dus 29,69 fte. Voor een vergelijking van dit aantal met de fte s die er bij de Sociale Dienst bijkomen (14,89 21,89 fte; zie tabel hiervoor) is het volgende relevant: Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 31

122 De post bandbreedte werkcoaches voor de Sociale Dienst (0-2,5 fte) heeft betrekking op werkcoaches die extra moeten worden toegevoegd als additioneel mensen vanuit het Werkbedrijf van Hameland overkomen naar de Sociale Dienst. De werkcoaches die deze mensen nu binnen Hameland begeleiden zitten niet in de formatie van Ontwikkelen en Detacheren. De applicatiebeheerder zit nu binnen Hameland in de formatie van het Concern (dus niet in de formatie van Ontwikkelen en Detacheren). Voor een zuivere vergelijking van de voor de Sociale Dienst voorziene extra formatie met de formatie binnen Ontwikkelen en Detacheren moeten we voor de Sociale Dienst rekenen met 13,89 fte extra voor de situatie zonder Aalten en 18,39 fte extra voor de situatie inclusief Aalten. Om een indruk te geven van de financiële effecten heeft Hameland inzicht gegeven in de gemiddelde kosten per functiegroep in de huidige situatie. De kosten hebben betrekking op de werkgeverslasten per fte. De gemiddelde kosten per functiegroep zijn de volgende: Functie Werkgeverslasten per fte Bemiddelen (jobhunters en matchingsfunctionarissen) Werkcoaches (binnen en buiten) Werkbegeleiders (binnen en buiten) Teamleiders (binnen en buiten) Diagnose (arbeidsdeskundige en functionarissen O&O) Concern (alle functies tezamen) Onder concern valt zowel administratie als ook controller, adviseur HRM, ICT et cetera. Tussen dergelijke functies zit redelijk wat verschil, dus deze kosten moeten als een globaal inzicht in de gemiddelde kosten worden beschouwd. Bij de definitieve invulling van het aantal over te nemen fte is het dus ook raadzaam om naast expertise en competenties ook te kijken naar de kosteneffecten van bepaalde functiegroepen die hiermee samenhangen. Voor de verdere analyse gaan we uit van gemiddelde kosten van EUR per fte. Totale effect in fte en kosten In de huidige situatie werkt binnen Ontwikkelen en Detacheren 29,69 fte direct voor de doelgroepen die overkomen naar de Sociale Dienst. Berkelland, Oost-Gelre en Winterswijk hadden op 1 april 2015 gezamenlijk 66,4% van het aantal personen in de WsW dat Ontwikkelen en Detacheren bedient. Gesteld kan worden dat daarmee 66,4 % van 29,69 fte binnen Ontwikkelen en Detacheren werkzaam is voor die drie gemeenten. Dat is 19,71 fte. Het aantal fte dat de Sociale Dienst extra nodig heeft om de Participatiewet voor Berkelland, Oost-Gelre en Winterswijk uit te kunnen voeren bedraagt 13,89. Een verschil van 5,82 fte. De besparing in fte zit vooral in een vermindering van management (doordat meegelift kan worden op de managementstructuur binnen de Sociale Dienst en er niet meer in twee organisaties management nodig is) en deels in synergievoordelen in de overige functies Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 32

123 Rekening houdend met gemiddelde werkgeverslasten van EUR per fte bedraagt de vermindering in kosten jaarlijks EUR voor Berkelland, Oost- Gelre en Winterswijk samen. Berkelland, Oost-Gelre, Winterswijk en Aalten hadden op 1 april 2015 met z n vieren 89,2% van het aantal personen in de WsW dat Ontwikkelen en Detacheren bedient. Voor die vier gemeenten werkt 89,2% van de 29,69 fte binnen Ontwikkelen en Detacheren. Dat is 26,48 fte. Het aantal fte dat de Sociale Dienst extra nodig heeft om de Participatiewet voor Berkelland, Oost-Gelre en Winterswijk uit te kunnen voeren bedraagt 18,39. Een verschil van 8,09 fte. Rekening houdend met gemiddelde werkgeverslasten van EUR per fte bedraagt de vermindering in kosten jaarlijks EUR voor de vier gemeenten samen. 5.6 Huidige situatie Hameland en ontwikkelingen Zoals aangegeven is de lijn dat de in Hameland deelnemende gemeenten de uitvoering die destijds bij Hameland is belegd, terug halen en zelf gaan organiseren. Zoals vermeld in het besluitvoorstel Ontwikkelingsrichting Hameland (p. 1-3), bestaat Hameland uit het ontwikkelbedrijf, het werkbedrijf en het concern. Het ontwikkelbedrijf behelst de taken omtrent Werken Buiten, te weten detachering, begeleid werken en de joint ventures. Oftewel het werken bij een reguliere werkgever (p. 1). Dit past bij het streven van gemeenten om een publieke uitvoering van het bemiddelen en begeleiden van de doelgroep van de Participatiewet te organiseren (p. 2). Het werkbedrijf richt zich op het Werken Binnen. De inrichting van Beschut nieuw (landelijk ) pakken de gemeenten zelf op. De overige, ondersteunende taken vallen onder het concern. Per 1 januari 2016 zal het ontwikkelbedrijf uit Hameland worden gehaald ; de functies en taken gaan terug naar de in Hameland deelnemende gemeenten. Het werkgeverschap voor alle Sw-medewerkers komt bij de gemeenten te liggen. Zij dragen zorg voor de betaling van salarissen en ontvangen als werkgever de voor Wsw-oud in het Participatiebudget opgenomen subsidie. Het subsidieresultaat blijft voor rekening van de gemeenten. Dit houdt in, dat de individuele gemeenten alleen de kosten van hun eigen inwoners dragen (zie ook conclusies en aanbevelingen). Enkele van deze gemeenten (namelijk Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk) brengen uitvoerende taken onder bij de Sociale Dienst (zoals omschreven in paragraaf 5.4). De Sociale Dienst wordt door de gemeenten belast met het realiseren van werkplekken voor Sw-medewerkers en het realiseren van inverdieneffecten (marktconforme inleenvergoeding) om de uitvoeringskosten te dekken en eventueel tekorten bij de gemeenten terug te dringen Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 33

124 De bestaande joint ventures van Hameland worden naar de markt gebracht Vooralsnog biedt het concern ondersteuning aan zowel het niet-gesubsidieerde personeel (+/- 65 fte) als het gesubsidieerde personeel (1.367 fte: stand per ) wat betreft personeelszaken (p.3). Naar verwachting zal het voornaamste deel van het concern overgaan naar de aangesloten gemeenten. Een klein deel zal mogelijk overgaan naar de Sociale Dienst. Het werkbedrijf blijft vooralsnog onderdeel van Hameland; het richt zich op alle Sw - medewerkers die niet bij externe werkgevers kunnen worden geplaatst via detachering of begeleid werken. Wat betreft werken binnen blijft Hameland dus bestaan. Naar verwachting wordt het werkbedrijf binnen twee jaar ontmanteld. Bezien zal worden hoe de ondersteunende concerntaken tot die tijd worden vormgegeven Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 34

125 6 Risico s In dit hoofdstuk worden de risico s benoemd die voor de Sociale Dienst kunnen ontstaan met de uitvoering van de Participatiewet breed. We geven een indeling naar bestuurlijke risico s, risico s met betrekking tot het primaire proces, risico s ten aanzien van de ondersteunende processen en risico s ten aanzien van het verandertraject als project. 6.1 Bestuurlijke risico s Een bestuurlijk risico is dat de besluitvorming binnen het bestuur van de Sociale Dienst een ander tempo heeft dan de besluitvorming bij Hameland en de gemeenten. Het effect kan zijn dat de gemeenteraden of colleges van B&W uiteindelijk niet akkoord gaan met één van de voorstellen. Bijvoorbeeld omdat in een ander traject nog geen duidelijkheid is over de consequenties. Hameland heeft op maandag 30 maart haar transitieplan voltooid. De gemeentesecretaris van Berkelland heeft recent het concept Parapluplan opgesteld waarin de consequenties voor de gemeenten, Sociale Dienst en Hameland zijn aangegeven. In dit Parapluplan staat o.a. wat de knoppen zijn om aan te draaien zodat de Participatiewet op termijn- budgettair neutraal uitgevoerd kan worden. De gemeentesecretaris van Berkelland heeft aangegeven dat plan en traject voor de Sociale Dienst en het plan en traject voor Hameland binnen Berkelland qua tijdsplanning en inhoud gelijk op lopen. Ook voor de andere gemeenten is het zaak om deze besluitvormingstrajecten zo snel mogelijk gelijk te trekken. Een ander bestuurlijk risico heeft betrekking op de vraag waar de gemeenten Aalten en Haaksbergen de uitvoering van de taken van het ontwikkelbedrijf gaan beleggen. Ook het moment waarop dit gebeurd is een risico. Het gevolg kan zijn dat er ofwel een vertraging komt in de uitvoering van de taken voor de gemeenten Berkelland, Oost-Gelre en Winterswijk en/of dat de complexiteit te veel toeneemt (als halverwege wordt aangesloten) waardoor het amper bestuurbaar is. Om dit risico te voorkomen of te beheersen dient getracht te worden snel duidelijkheid te verkrijgen zodat het traject direct duidelijk is. Ook het borgen van de besluitvorming over de afname van diensten voor de Participatiewet door Aalten en Haaksbergen voor de datum waarop besluitvorming over de overname van medewerkers door de Sociale Dienst gepland staat, is een beheersmaatregel. Als laatste is de Sociale Dienst afhankelijk van de nadere invulling van de regionale afspraken in het kader van de samenwerkingsovereenkomst in de arbeidsmarktregio. Dit kan consequenties hebben voor de werkwijze van de Sociale Dienst. Zo kan de keuze voor bijvoorbeeld 1 regionaal loopbaansysteem ervoor zorgen dat de Sociale Dienst haar eigen systeem hieraan aan moet passen Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 35

126 6.2 Risico s m.b.t. primaire proces Het proces van plaatsing en matching levert vertraging op door te veel aandacht voor de interne kant. Dit kunnen de gemeenten, de Sociale Dienst en Hameland zich niet veroorloven gelet op belang van de doelgroep en financieel belang van schadelastbeperking. Dit vraagt om het zo snel mogelijk geven van duidelijkheid en adequate communicatie hierover. Het transitieplan van Hameland kan duidelijkheid geven over de te nemen route. Een risico is dat werkgevers signalen opvangen dat er veranderingen komen en door deze onzekerheid hun detacheringscontracten niet willen verlengen of willen aanpassen. Of dat afnemers van werk hun contract ter discussie stellen of niet meer willen verlengen omdat de continuïteit in gevaar lijkt te komen. Om dit te voorkomen dient er specifieke communicatie naar de werkgevers toe opgepakt te worden. Ook snel duidelijkheid geven, geeft rust bij afnemers en klanten van Hameland. Een laatste risico m.b.t. het primaire proces is de omgang met de joint ventures van Hameland. Hameland heeft met Hacron Groen en Hacron Schoon twee joint ventures waar een deel van de detacheringen vanuit het ontwikkelbedrijf plaatsvindt. De afspraken die daarbij gemaakt worden hebben effect op het resultaat van het ontwikkelbedrijf. Voor de overgang van het ontwikkelbedrijf naar de Sociale Dienst moet duidelijk worden hoe omgegaan wordt met de joint ventures. Er moet zicht zijn op de (contractuele) afspraken met de joint ventures en voorkomen worden dat in de komende periode zonder betrokkenheid van de Sociale Dienst nieuwe afspraken worden gemaakt die effecten hebben op de resultaten van de Sociale Dienst. Het risico is namelijk dat de Sociale Dienst de gedetacheerde mensen weer terugkrijgt. Het huidige inzicht is dat er contracten tot en met 2017 zijn, waarbij een omzetgarantie is afgegeven op basis van het volume van Daarna is er nog sprake van een minimale omzetgarantie van 50 detacheringen per jaar. 6.3 Risico s met betrekking tot ondersteunende processen Eén van de risico s is het vertrek van kennis en deskundigheid omdat het proces te lang duurt. Door deze onzekerheid gaan mensen elders hun heil zoeken. Dat geldt zowel binnen het ontwikkelbedrijf als t.a.v. functies binnen het concern. Door snel mijlpalen aan te geven, duidelijk te zijn over het te lopen traject en het tempo hoog te houden, kan dit voorkomen worden. Ook dat vraagt adequate communicatie. Er kunnen financiële tegenvallers ontstaan doordat detacheringsvergoedingen niet kostendekkend dan wel niet hoog genoeg zijn. Hameland is sinds 1 januari 2015 gestart met een andere administratie die gericht is op activiteiten (product-marktcombinaties). Dit is ons inzien een goede zaak en kan nieuwe belangrijke informatie opleveren Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 36

127 Het gedeelde werkgeverschap is een risico. De gemeenten geven er de voorkeur aan om het werkgeverschap van de gehele Wsw-populatie weer te gaan verzorgen, om duidelijk te maken welke risico s bij de gemeenten thuis horen en om de risico s per gemeente inzichtelijk te maken. Dit hoeft nog niet te betekenen dat de gemeenten de salarisbetaling ook feitelijk zelf uitvoeren. Wij adviseren om op korte termijn een analyse uit te voeren van de inkomsten en uitgaven, een beoordeling te maken van het detacheringsportfolio (waar zitten risico s op korte termijn van terugkeer van Sw-medewerkers?) en het in beeld brengen van consequenties. Ook adviseren wij een nulmeting ten aanzien van het aantal sw-medewerkers op basis van NAW-gegevens zodat er geen misverstand kan ontstaan over het aantal waarmee de Sociale Dienst start. 6.4 Risico s ten aanzien van project-aanpak Er is een grote overdracht tussen de Sociale Dienst, de gemeenten en Hameland. Ze zijn afhankelijk van elkaar bijvoorbeeld ten aanzien van het ontwikkelbedrijf. Stappen in het project ontmanteling bij Hameland kunnen bijvoorbeeld te snel gaan of te lang op zich laten wachten. Bijvoorbeeld het geven van duidelijkheid richting personeel. Dat betekent dat deze afhankelijkheden in beeld gebracht dienen worden. Tevens dient het opdrachtgeverschap en opdrachtnemerschap van de projecten helder belegd te zijn waarbij ook de afhankelijkheden tussen de Sociale Dienst, gemeenten en Hameland tot uitdrukking komen. Anders lopen de bestuurders risico bij de uitvoering van de desbetreffende projecten. Dit vraagt om een heldere opdracht en project-governance richting de directeuren en gemeentesecretarissen met recht en verantwoordelijkheid voor ieders rol. Tot slot is van belang vast te stellen dat de aanpak uitgaat van het feit dat bij het inrichten van de taken voor de P-wet binnen de Sociale Dienst geen sprake is van overgang van onderneming. Zou wel sprake zijn van overgang van onderneming, dan zou een andere aanpak moeten worden gevolgd. Het is belangrijk hierover met de stakeholders eenduidig af te stemmen en hierover richting het personeel eenduidig te communiceren Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 37

128 7 Conclusie en aanbevelingen Het voor u liggende analyse en advies is gestart met de vraag Wat heeft de Sociale Dienst Oost Achterhoek nodig om de Participatiewet breed goed te kunnen uitvoeren? Daarbij is de opdracht door vertaald naar de volgende deelvragen: Wat is een goede uitvoering van de Participatiewet breed door de Sociale Dienst? Wat is daar voor nodig? Welke taken en functies zijn nu al aanwezig binnen de Sociale Dienst om dat goed uit te voeren? Welke taken en functies moeten bij de Sociale Dienst worden uitgebreid of worden ingekrompen? Op welke wijze kunnen taken en functies zorgvuldig worden geïntegreerd? In dit hoofdstuk geven we antwoord op deze vragen en doen we concrete aanbevelingen. 7.1 Goede uitvoering Participatiewet breed en wat is daar voor nodig Een goede uitvoering van de Participatiewet breed vraagt om een duidelijke missie en visie op de uitvoering van de Participatiewet. Deze is in hoofdstuk 3 geformuleerd. Vanuit deze missie en visie wordt gevraagd om een excellente uitvoering van de dienstverlening. Dat vraagt om goed uitgedachte en uitgewerkte werkprocessen en om kennis en kunde bij de medewerkers om deze dienstverlening uit te voeren. Ook ondersteunende processen zoals ICT en financiën horen daar bij. De taken die er bij komen kunnen er niet zo maar even bijgedaan worden. De Wswdoelgroep vraagt om specifieke kennis en kunde. Allereerst om de beperkingen die doelgroep kenmerkt. De Sociale Dienst krijgt hoe dan ook te maken met deze beperkingen gelet op de nieuwe doelgroep in het kader van de Participatiewet. Daarnaast betekent het dat er zorg moet worden gedragen voor rendabele detacheringscontracten. De contacten met de werkgevers zijn er al maar detachering vraagt om een andere insteek dan tot nu toe. Verder speelt mee het werkgeverschap. Overigens zou dat bij de desbetreffende gemeenten belegd kunnen worden hoewel dat schaalnadelen zal geven. Tevens zullen de (ambtelijke) medewerkers van de Sociale Dienst met werkgeversvraagstukken geconfronteerd worden zoals nu ook de werkcoaches bij Hameland dat ervaren. Daarbij moet o.a. gedacht worden aan de Wet Poortwachter en de specifieke implicaties vanuit een doelgroep die vanwege haar beperkingen meer met verzuim te maken heeft. Omdat het punt van het werkgeverschap nog niet nader is uitgewerkt kan daarover in dit rapport niet verder op in worden gegaan Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 38

129 Het vraagt daarbij extra aandacht met betrekking tot de mogelijkheid dat de gemeenten Aalten en Haaksbergen de taken die nu onder het ontwikkelbedrijf vallen door de Sociale Dienst willen laten uitvoeren. Daarmee komen wij tot de volgende aanbevelingen: Werk nader uit wat de gevraagde kennis en kunde en benodigde capaciteit is Werk nader de ondersteunende processen uit Stuur aan op een besluit door de gemeenten over het beleggen van het werkgeverschap Stuur aan op besluitvorming bij Haaksbergen en Aalten, mochten zij de uitvoering van de taken die nu onder het ontwikkelbedrijf vallen bij de Sociale Dienst willen beleggen. 7.2 Taken en functies De uitvoering van de Participatiewet breed kent een aantal hoofdtaken zoals de uitkeringsverstrekking, het aan het zo regulier mogelijk- werk helpen van werkzoekenden en het verzorgen van detacheringen. De taken en functies op het gebied van uitkeringsverstrekking veranderen niet bij de Sociale Dienst. Een aantal taken en functies die benodigd zijn om re-integratie en detachering uit te voeren, zijn grotendeels al aanwezig bij de Sociale Dienst. Daarbij vraagt het in sommige gevallen om extra capaciteit en in sommige gevallen kan aanvullende expertise worden ingezet. Vooral ten aanzien van arbeidsdiagnose en trainingen zal voor de Sw-doelgroep aanvullende expertise moeten worden ingezet. Die kan vanuit de Sociale Dienst worden uitgevoerd maar kan ook ingekocht worden. Het vraagt om een nadere specifieke uitwerking van wat daarin de voorkeur heeft. Op basis van de noodzakelijke functies en taken zal de Sociale Dienst bezien wat moet worden toegevoegd aan het functiehuis. Dit kan o.a. worden gerealiseerd in een werkgroep Personeel & Financiën, zoals voorgesteld in paragraaf Daarnaast kan er ook synergie worden bereikt omdat werkgevers nog maar één aanspreekpunt krijgen in plaats van twee (de Sociale Dienst en Hameland) zoals nu in enkele situaties het geval is. Tevens kan de werkgever een integraal aanbod krijgen met een geharmoniseerd instrumentarium. Zowel werkervaringsplaatsen als wel een (gemengde) groepsdetachering behoort nu veel eenvoudiger tot de mogelijkheden. Dit kan op korte termijn goed worden opgepakt. Onder andere door gezamenlijke projecten. Zoals de Pilot werkgeversbenadering. Deze moeten dan wel binnen een goede structuur worden uitgevoerd. De nieuwe taken betreffen taken en functies op het gebied van het werkgeverschap. Sommige taken vallen nu onder het concern van Hameland (zoals salarisadministratie, personeelsbeheer en verzuimbeheer ( vakgroep ) en sommige taken vallen binnen het ontwikkelbedrijf (zoals arbeidsmarktbegeleiding (bijvoorbeeld uitvoering van de Wet Poortwachter)). Er zal een keuze moeten worden gemaakt ten aanzien van het terughalen van de Sw-medewerkers: gaan de desbetreffende gemeenten dat zelf doen (met schaalnadelen) of gaan zij dat gezamenlijk (laten) uitvoeren? Dat is van invloed op de wijze waarop de Sociale Dienst haar taken moet gaan vormgeven op dit gebied Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 39

130 7.3 Zorgvuldige integratie Omdat het een traject is waarbij taken overkomen vanuit Hameland en (zeer waarschijnlijk) ook medewerkers moet er ook oog zijn voor de transformatie en een zorgvuldige integratie. Feitelijk wordt er een veranderingstraject ingegaan. Dat vraagt onder andere om heldere projectstructuur. Tevens betekent dit dat er o.a. gewerkt moet worden aan een gemeenschappelijke cultuur. Uit de gesprekken die zijn gevoerd kwam onder andere de poging van twee jaar geleden naar voren om de marktbewerking gezamenlijk op te pakken. Medewerkers zien nut en noodzaak maar geven ook aan dat er behoefte is aan een dergelijke projectstructuur en dat er gewerkt wordt aan een gezamenlijke cultuur. Dit vraagt tevens om het goed beleggen van de beheersmaatregelen op de in hoofdstuk 6 genoemde risico s en het volgen van de uitvoering van de beheersmaatregelen Projectgovernance Dat betekent een heldere projectgovernance waarin helder is wie bestuurlijk opdrachtgever is en wie ambtelijk opdrachtnemer is. Daarbij zal de ambtelijke opdrachtnemer een aantal deelprojecten definiëren waarin verschillende onderdelen nader worden uitgewerkt. Het gaat dan o.a. om het uitwerken van de nieuwe/aangepaste primaire processen en wat daar voor nodig is aan kennis, kunde en middelen om dat goed uit te voeren. Hiervoor is het ook het opstellen van uitvoeringsplan noodzakelijk. Daarbij moet rekening worden gehouden dat hiervoor tijd en budget beschikbaar moet worden gesteld. Wij bevelen dan ook aan om een helder projectgovernance op te zetten met duidelijke rollen en bevoegdheden. Hieronder is de projectstructuur weergegeven: Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 40

131 De projectstructuur laat een viertal werkgroepen zien. In de werkgroepen zitten medewerkers van de Sociale Dienst en Hameland. In bovenstaand figuur geven wij de twee primaire hoofdprocessen aan ( werkgeversdienstverlening en intake en ontwikkeling ) en de in deze fase- belangrijke ondersteunende processen personeel en financiën. Tevens hebben we een werkgroep communicatie opgenomen die zich op zowel de externe communicatie (naar werkgevers, burgers) als wel de interne communicatie (sw-medewerkers en personeel) richt. De werkgroepen vallen onder de verantwoordelijkheid van de manager van de Sociale Dienst, wie immers de opdrachtgever is. Belangrijk is om op nauwe wijze de voortgang te blijven afstemmen met de gemeentesecretaris van Berkelland (en indien gewenst de andere gemeentesecretarissen ivm het werkgeverschap van de sw-medewerkers door de gemeenten) en de directeur van Hameland, aangezien het ook moet passen bij het transitieplan van Hameland en bij de overgang naar de gemeente(n). Beide actoren fungeren dan ook als klankbordgroep. Deze figuur moet ook in relatie tot de mogelijke betrokkenheid van Aalten bij de Sociale Dienst worden bezien. Gezamenlijk moeten zij het uitvoeringsplan nader vorm en inhoud geven zodat een vloeiende overgang mogelijk is. Daar hoort ook een voorloopfase bij waarbij al volgens de nieuwe werkwijze wordt gewerkt. Daardoor kan ook in de uitvoering indien nodig verder worden gefinetuned Nulmeting Voordat de Sociale Dienst een goede start kan maken met het uitvoeren van de Participatiewet is van belang een adequate nulmeting uit te voeren ten aanzien van taken en medewerkers die overkomen vanuit Hameland. Ten aanzien van de medewerkers is bijvoorbeeld van belang op persoonsniveau inzicht te hebben in gegevens als: aantal se, aantal fte, naw-gegevens, financiële gegevens (zoals salaris, detacheringsvergoeding) et cetera. Dit kan eventueel in de hiervoor genoemde werkgroepen belegd worden Pilots / voorbereidingsfase Een prima werkwijze is om in de voorbereiding van de nieuwe taken één of meerdere pilots op te zetten. De pilot werkgeversdienstverlening is daar een voorbeeld van. In zo n voorbereidingsfase kan in de praktijk de samenwerking worden opgezet en nieuwe werkwijze worden beproefd. Tevens wordt in kaart gebracht waar nog behoefte aan is in termen van kennis, kunde, capaciteit, ondersteuning en cultuurontwikkeling. Goede communicatie is in dit traject essentieel. Daarbij onderscheiden wij de volgende indeling waar communicatie op gericht dient te zijn: Werkgevers; er moet geen of zo min mogelijk onrust ontstaan bij de werkgevers om te voorkomen dat detacheringen beëindigd worden of dat opdrachten voor werk niet worden gesloten. Dit vraagt om specifieke informatie, mogelijk ook op een persoonlijke wijze Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 41

132 Personeel; uiteraard moet het personeel betrokken worden bij de veranderingen, zowel bij de ontvangende partij (gemeenten en de Sociale Dienst) als de latende partij (Hameland). o De Sociale Dienst; specifiek aandacht voor de onzekerheid die ook bij bijvoorbeeld tijdelijke medewerkers kan spelen. o Hameland - niet Wsw; specifieke aandacht voor het proces en momentum van overdracht van taken o Hameland - Wsw; specifiek aandacht voor deze doelgroep die gelet op de beperkingen eerder op onzekerheid zal reageren o Gemeenten; specifieke aandacht voor de werkgeversrol en de betekenis daarvan voor de huidige taken. Wij bevelen dan ook aan om een communicatieplan op te stellen en daar uitvoering aan te geven. Ook bevelen we aan in de communicatie met stakeholders goed af te stemmen over de aanpak waarbij niet wordt uitgegaan van overgang van onderneming Cultuur & fair process Verder zal er van begin af aan aandacht moeten zijn voor de cultuur. Met de nieuwe doelgroep en nieuwe taken, vraagt dat ook een organisatie waar medewerkers zich thuis voelen en het beste uit zichzelf willen halen. In de eerste fase zullen we er vooral rekening mee moeten houden dat de medewerkers in een bepaalde mate van onzekerheid verkeren. Juist in dat geval is het geven van duidelijkheid voor zover mogelijk- belangrijk. Het principe van fair process waarin van begin af aan zo goed mogelijk helderheid en duidelijkheid wordt geschapen, is daarbij een prima aanpak. Ook een goede structuur van het verandertraject, zoals aangegeven bij projectgovernance, is van groot belang. Wij bevelen daarom aan om van begin af aan oog te hebben voor een nieuwe cultuur en om het principe van fair process te hanteren in het verandertraject. Het parapluplan kan hier voor een deel in voorzien, daarnaast zal er een uitvoeringsplan opgesteld moeten worden waarin de stappen uitgewerkt worden Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 42

133 Bijlage 1: Bestuurlijke/organisatorische kaart Werk & Inkomen Sociale Dienst Oost Achterhoek (rood) Hameland (oranje) Arbeidsmarktregio Achterhoek (blauw) Arbeidsmarktregio Twente (groen) Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 43

134 Bijlage 2: Betrokken actoren Aan dit rapport hebben de volgende personen een bijdrage geleverd: Bestuurlijk: H. Boer Sociale Dienst Oost Achterhoek: A. Gildhuis H. Walhof G. Jonker A. Cuppers A.M. Thus S. Klein Wolterink Hameland: B. Gerrits M. Nijstad G. Reezigt L. Visser R. van t Slot T. Hemelman N. Hofland J. Wopereis Gemeente Berkelland: J. Harmsen Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 44

135 Bijlage 3: Bestudeerde documenten We hebben de volgende documenten bestudeerd ten behoeve van de scenarioanalyse: Besluitvoorstel ontwikkelingsrichting Hameland. Ontmanteling werkbedrijf Hameland: Voorstel werken binnen Ontmanteling ontwikkeling bedrijf Hameland: Voorstel ontwikkelen Jaarverslag Hameland 2013 Advies eerste Berap Bestuursopdracht manager de Sociale Dienst Klaar voor de Toekomst 2013 Hameland verrekening naar gemeenten 2013 (2x) Convenant Werkbedrijf Achterhoek Werkgeversdienstverlening Achterhoek Marktbewerkingsplan Achterhoek Business plan de Sociale Dienst Visiedocument de Sociale Dienst Organogram met fte s de Sociale Dienst Organogram met functies/taken Hameland en fte's Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 45

136 Bijlage 4: Definities Banenafspraak o Sociale partners en rijk hebben een sociaal akkoord gesloten waarin overeen gekomen is dat de komende jaren extra banen worden gecreëerd voor mensen met een arbeidsbeperking. Het verdient aanbeveling consequent te spreken over Banenafspraak in plaats van over garantiebanen. o Binnen de Banenafspraak nemen werkzoekenden die op 31 december 2014 een Wajonguitkering hadden en werkzoekenden met een Sw-indicatie die op die datum op de wachtlijst stonden voor werk in de sociale werkvoorziening, een prioritaire plaats in. Gedurende twee jaren komen zij als eerste in aanmerking voor de extra banen. o De Sociale Dienst-gemeenten hebben als uitgangspunt de sluitende aanpak van schoolverlaters van speciaal - en praktijkonderwijs die door een beperking niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen. Deze schoolverlaters vormen het merendeel van de nieuwe doelgroep voor gemeenten. De Sociale Dienst beschouwt hen als derde prioritaire doelgroep in het kader van de Banenafspraak. Beschut werken o o o Onder de Participatiewet kan de gemeente een voorziening beschut werken inrichten. Deze voorziening is bestemd voor werkzoekenden die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding en aanpassingen van de werkplek nodig hebben, dat niet van een reguliere werkgever mag worden verwacht dat hij deze mensen in dienst neemt. Met de voorziening beschut werk kan de gemeente deze mensen toch nog in een dienstbetrekking laten werken. Onder de Wet Sociale Werkvoorziening kregen werkzoekenden die door lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen uitsluitend in staat waren onder aangepaste omstandigheden arbeid te verrichten, een indicatie voor beschut werk. Een op hun individuele mogelijkheden aangepaste werkplek in de sociale werkvoorziening. Waar mogelijk gericht op een zo regulier mogelijke plaatsing buiten het Sw-bedrijf. Werknemers van het Sw-bedrijf die (nog) niet geschikt zijn om naar buiten te worden geplaatst, blijven in het zogenaamde Werkbedrijf Hameland. In deze notitie wordt deze doelgroep gedefinieerd als werken binnen. Direct bemiddelbaar o De doelgroep Sw-medewerkers van wie is vastgesteld dat zij dusdanig zijn ontwikkeld dat plaatsing in individuele dan wel groepsdetachering mogelijk wordt geacht (215 personen in het Ontwikkelhuys) Jobcoaching o Jobcoaching is de begeleiding op de werkvloer van een nieuwe werknemer én zijn werkgever (eventueel ook zijn collega s) door een bedrijfsexterne coach. De begeleiding is gericht op plaatsing op en verduurzaming van de werkplek.(215 personen in het Ontwikkelhuys) Garantiebaan o Een garantiebaan is voor inwoners met een arbeidsbeperking die arbeidsvermogen hebben, maar (nog) niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 46

137 Loonkostensubsidie en Loonwaardebepaling o De Participatiewet biedt de mogelijkheid tot het langdurig verstrekken van een subsidie op de loonkosten. De hoogte van de subsidie is gerelateerd aan de loonwaarde van de werknemer. Die loonwaarde moet worden bepaald op de werkplek, via een landelijk gevalideerd meetsysteem. In de arbeidsmarktregio Achterhoek is afgesproken dat gekozen wordt voor één systeem waaraan alle partijen zich conformeren. Ontwikkelbedrijf o Het onderdeel van de Gemeenschappelijke Regeling Hameland dat zorg draagt voor ontwikkeling en plaatsing van Wsw-werknemers buiten de sociale werkvoorziening: individuele - en groepsdetachering en ook begeleid werken bij een reguliere werkgever Participatiebaan o In een participatiebaan worden additionele werkzaamheden verricht. Niet de te verrichten werkzaamheden staan centraal maar het leren werken of het (opnieuw) wennen aan werken. Aspecten als omgaan met gezag, op tijd komen, werkritme en samenwerking met collega s zijn allemaal zaken waaraan in een participatiebaan gewerkt kan worden. Ook kan hiermee worden beoordeeld of het werkterrein past bij de capaciteiten van de uitkeringsgerechtigde, zodat een persoon bijvoorbeeld een opleiding op het betreffende terrein kan gaan volgen en daarmee voor zichzelf een duurzaam perspectief op arbeid kan realiseren. Participatiewet breed o De Sociale Dienst Oost Achterhoek is door de deelnemende gemeenten belast met de uitvoering van alle taken die voortvloeien uit de Participatiewet. De Participatiewet kent o.a. een doelgroep met dezelfde kenmerken als mensen die voorheen instroomden in de sociale werkvoorziening. De gemeenten willen daarom de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening ook bij de Sociale Dienst Oost Achterhoek onderbrengen, met uitzondering van het onderdeel werken binnen. Potentieel bemiddelbaar o De doelgroep Sw-medewerkers die is ondergebracht bij Werken binnen van wie nog niet is vastgesteld dat beschut werken binnen het maximaal haalbare is (ruim 300 personen). Regionaal Werkbedrijf Achterhoek o Nederland is opgedeeld in 35 arbeidsmarktregio s. Elke arbeidsmarktregio moet een regionaal werkbedrijf inrichten. Dit is een bestuurlijk samenwerkingsverband tussen gemeenten, werkgevers en werknemersorganisaties en UWV. Het convenant Werkbedrijf Achterhoek is door alle partijen ondertekend. Doelstelling: Bij elkaar brengen van vraag naar en aanbod van werkzoekenden in een arbeidsmarktregio (in eerste instantie voor de doelgroep Banenafspraak). Inzichtelijk maken van de regionale arbeidsmarktontwikkelingen en - plannen. Realiseren van eenduidige ondersteuning bij arbeidsmarkt- en personeelsvraagstukken. Standaard eenheid (SE) o Het subsidiebedrag per Wsw werknemer gekoppeld aan de mate van arbeidshandicap Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 47

138 UWV WERKbedrijf o De divisie WERKbedrijf van het UWV is belast met arbeidsbemiddeling en re-integratie. Het WERKbedrijf richt zich primair op werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en op werkgevers die deze werkzoekenden willen aannemen Werkbedrijf Hameland o Dat onderdeel van de uitvoeringsorganisatie Hameland waarbinnen mensen met een Sw-dienstverband werken die (nog) niet geschikt zijn om naar buiten te worden geplaatst. Werkgeversservicepunt o Samen met UWV bouwen de gemeenten in de arbeidsmarktregio Achterhoek aan één publiek aanspreekpunt voor werkgevers. Het Werkgeverservicepunt Achterhoek. Hier vinden werkgevers één loket voor informatie, advies en specialistische expertise. Het Werkgeverservicepunt heeft twee decentrale vestigingen van waaruit de lokale werkgeverbenadering plaatsvindt. Voor de Sociale Dienst-gemeenten is dit het Loopbaanplein Oost Achterhoek. Werkkamer o Om tot een goed functionerende regionale arbeidsmarkt te komen, hebben de VNG en de Stichting van de Arbeid het initiatief genomen tot de oprichting van de Werkkamer. In de Werkkamer maken VNG en de Stichting van de Arbeid afspraken over samenwerking tussen gemeenten en sociale partners in de 35 arbeidsmarktregio s Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 48

139 Bijlage 5: Taken Werkbedrijf Achterhoek Taken van het Werkbedrijf, afkomstig uit het Convenant Werkbedrijf Achterhoek van 3 december Het Werkbedrijf heeft in ieder geval de volgende taken: Het bevorderen van een inclusieve arbeidsmarkt binnen de regio Achterhoek. Het ondersteunen en stimuleren dat alle doelgroepen van UWV en gemeenten participeren op de arbeidsmarkt. Het zorg dragen voor een effectieve uitvoering van de landelijke baanafspraken voor mensen met een arbeidsbeperking binnen de arbeidsmarktregio Achterhoek. Het jaarlijks opstellen van een marktbewerkingsplan. Hierin is beschreven hoe de uitvoering van dit plan via het werkgeversservicepunt geregeld is. In dit markbewerkingsplan is ook een kwalitatieve en kwantitatieve beschrijving opgenomen van de personen die behoren tot de doelgroepen van UWV en gemeenten en is een analyse opgenomen van de arbeidsmarkt en de verwachte ontwikkelingen daarin. Het vastleggen van afspraken over de wijze van aanlevering en bemiddeling van de doelgroepen. Het afstemmen van de van toepassing zijnde (lokale) regels op het gebied van re-integratie, werkgeversdienstverlening en marktbewerking. Voor een optimale samenwerking is het van belang dat de per gemeente afzonderlijk van toepassing zijnde verordeningen, beleidsregels en overige uitvoeringsbepalingen uniform aan elkaar zijn. Dit is binnen de Achterhoek grotendeels al gerealiseerd. Het Werkbedrijf zet zich in om die uniformiteit te verkrijgen en te handhaven. Het vaststellen van een basispakket met (re-integratie) instrumenten geldend voor de gehele regio. Daarbij worden afspraken vastgelegd met het UWV hoe de verhouding is tussen de gemeentelijke instrumenten volgens de Participatiewet en de instrumenten van het UWV. Het zorg dragen voor één regiobreed toegepast systeem van registratie van vacatures en (competenties van) werkzoekenden. Hierbij wordt zo veel als mogelijk gebruik gemaakt van de systemen WBS en Sonar. Het vaststellen van de eisen waaraan een methode ter vaststelling van de loonwaarde moet voldoen. Het voorkomen dat de toepassing van de re-integratie instrumenten leidt tot onverantwoorde verstoring van de concurrentieverhoudingen en verdringing op de arbeidsmarkt. Het vaststellen van een Communicatie-, PR- en Marketingplan dat de uitvoering van dit convenant ondersteunt Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 49

140 Bijlage 6: Samenwerkingsroutes regio Achterhoek Vanuit het regionale marktbewerkingsplan kunnen partijen werken aan de gestelde doelen. Deze samenwerking verloopt via een drietal routes. Route 1: Bestendiging en uitbreiding van de huidige vormen van samenwerking Deze route richt zich grotendeels op de eenduidige werkgeversbenadering en is in paragraaf 1.2 al grotendeels besproken. Vanuit de gedachten één aanspreekpunt voor werkgevers wordt er tot slot een website voor werkgevers ontwikkeld voor alle onderwerpen aangaande werkgeversdienstverlening Werk en Inkomen. Route 2: Regionaal werkgeversnetwerk De kern van dit werkgeversnetwerk wordt gevormd door het stijgende bewustzijn van bedrijven om maatschappelijk verantwoord en duurzaam te ondernemen. Het netwerk faciliteert werkgevers om met gelijkgestemde organisaties, in een prettige ambiance, elkaar en elkaars praktijk te leren kennen en geïnspireerd te raken. Deze werkgevers kunnen zodoende gaan functioneren als ambassadeurs van de regionale sociale economie. Route 3: Nieuwe vormen van samenwerken Nieuwe vormen van samenwerken moeten worden verkend en geïmplementeerd en bestaande successen worden uitgebreid en geoptimaliseerd. Een relevant deel vindt direct plaats bij de werkgever. Hieronder valt ook een set aan basisafspraken en een constructieve overlegstructuur Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 50

141 Bijlage 7: Kwantitatieve analyse van de formatie In deze paragraaf wordt ingegaan op een aantal aandachtspunten vanuit een eerste kwantitatieve analyse van de formatie. Deze eerste analyse is opgebouwd vanuit drie invalshoeken: 1. Eerste kwantitatieve analyse van de populatie van de sociale werkvoorziening; 2. Eerste kwantitatieve analyse van de niet gesubsidieerde formatie binnen Ontwikkelbedrijf van Hameland; 3. Eerste kwantitatieve analyse van de formatie van Concern binnen Hameland. Eerste kwantitatieve analyse populatie SW In de ontvangen informatie is een overzicht opgenomen van de populatie SW per gemeente die door Hameland bediend wordt. We hebben die informatie verder bewerkt zodat inzicht ontstaat in de cijfers, zowel in absolute aantallen als in relatieve aandelen, voor de verschillende gemeenten die in Hameland participeren. De verdeling van de totale populatie binnen het ontwikkelbedrijf in fte en personen per TOTAAL ONTWIKKELBEDRIJF Fte Aandeel in totaal fte Per betalende gemeente Wsw Wsw BW Totaal fte Wsw Wsw BW Totaal Berkelland 201,79 9,56 211,35 24,3% 23,8% 24,3% Oost Gelre 178,47 6,02 184,50 21,5% 15,0% 21,2% Winterswijk 170,56 8,35 178,91 20,6% 20,8% 20,6% Subtotaal 550,83 23,93 574,75 66,4% 59,6% 66,1% Aalten 190,74 6,37 197,11 23,0% 15,9% 22,7% Subtotaal incl. Aalten 741,57 30,30 771,87 89,4% 75,5% 88,8% Haaksbergen 61,70 8,96 70,66 7,4% 22,3% 8,1% Subtotaal incl. Haaksbergen 803,27 39,25 842,52 96,9% 97,8% 96,9% Overig 26,01 0,90 26,91 3,1% 2,2% 3,1% Totaal 829,28 40,15 869,43 100,0% 100,0% 100,0% In het overzicht wordt duidelijk dat de gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk samen een aandeel hebben van 66,4% van de werkzame fte Wsw die Hameland bedient en 59,6% van de werkzame fte Wsw BW die Hameland bedient. In totaal hebben zij een aandeel van 66,1% in alle fte die via het Ontwikkelbedrijf van Hameland werkzaam zijn. Bij de verdere analyse van het overnemen van taken door de Sociale Dienst is in eerste instantie uitgangspunt dat mensen in de Wsw terug gaan naar de gemeenten. Voor Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk gaat het daarbij om taken voor 66,1% van de populatie die Hameland Ontwikkelbedrijf nu begeleidt. Stel dat de Sociale Dienst alle taken die het Ontwikkelbedrijf uitvoert één op één overneemt, gaat het dus om 66,1% van de werklast van het Ontwikkelbedrijf. Stel dat de Sociale Dienst ook de daarmee samenhangende niet gesubsidieerde fte s overneemt (wat nader geanalyseerd wordt), gaat het rekenkundig dus om maximaal 66,1% van de niet gesubsidieerde fte s binnen Ontwikkelbedrijf Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 51

142 Ook de aantallen en aandelen van de gemeenten Aalten en Haaksbergen zijn in het overzicht weergegeven. De aantallen en aandelen van alle overige gemeenten zijn tot slot samengevoegd in de regel Overig. Of de Sociale Dienst ook taken uit gaat voeren voor een of meerdere van deze gemeenten moet nader besloten worden. Eerste kwantitatieve analyse van formatie niet-gesubsidieerd binnen Ontwikkelbedrijf Voordat we inzoomen op de analyse van de verschillende onderdelen binnen Hameland en de Sociale Dienst is het goed e.e.a. in perspectief te zetten van de functies en bezetting binnen Hameland en de Sociale Dienst als totaal. In de tabel hierna voor zijn de functies en bezetting van Hameland per 1 januari 2015 opgenomen. Daarbij zijn de functies en bezetting voor de niet-gesubsidieerde (NG) formatie en SW apart gepresenteerd. Functies en bezetting Hameland niet-gesubsidieerd en SW per Functies en bezetting Hameland NG Bezetting in fte per Functies en bezetting Hameland SW Bezetting in fte per Functies Functies Concern Concern Adviseur ICT 1,00 Applicatiebeheerder 1,00 Assistent controller 1,00 Controller 1,00 Medewerker interne controle 1,00 Medewerker financiën 1,00 Medewerker financiën 3,00 Salarisadministrateur 1,83 Arbo Functionaris 0,97 Medewerker personeelsbeheer 3,84 Medewerker personeelsbeheer arbo 0,53 Adviseur HRM 1,00 Bedrijfsverpleegkundige 0,89 Medewerker receptie en post 0,63 Medewerker receptie en post 0,89 Administratief medewerker serviceorganisatie 0,00 Subtotaal concern 15,69 Subtotaal concern 3,89 Ontwikkelen & detacheren Ontwikkelen & detacheren Manager 1,00 Hoofden 2,00 Teamleider 2,00 Officemanager 1,00 Functionaris O&O (*) 4,67 Arbeidsdeskundige (*) 1,00 Werkbegeleider 4,89 Werkbegeleider 6,00 Jobhunter 2,89 Matchingsfunctionaris 1,34 Werkcoach (*) 12,46 Subtotaal Ontwikkelen & detacheren 33,25 Subtotaal Ontwikkelen & detacheren 6,00 Werken binnen Werken binnen Manager 1,00 Officemanager 1,00 Teamleider 2,00 Werkbegeleider 7,00 Werkbegeleider 7,66 Medewerker verkoop 1,00 Planner 1,00 Medewerker bedrijfsbureau 1,00 Subtotaal Werken binnen 13,00 Subtotaal Werken binnen 8,66 Totaal 61,94 18, Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 52

143 In de tabel hierna zijn de functies en de bezetting binnen de Sociale Dienst weergegeven. Functies en bezetting Sociale Dienst per Functies en bezetting SDOA Bezetting in fte Functies per Concern Manager 1,00 Systeembeheerder / I&A cons. 1,92 Control / Sisa 0,65 Financien 0,79 P&O / psa 0,64 Diversen en communicatie 0,37 Subtotaal concern 5,37 Team Werk & Activering Teamleider 1,00 Beleid (Reintegratiebeleid en WSW) 2,17 Inkomensconsulenten 9,28 Klantmanagers 16,85 Team marktbewerking 4,69 Preventie & Handhaving en Wet boeten 2,50 Subtotaal team Werk & Activering 36,49 Team Inkomen & Administratie Teamleider Inkomen & Administratie 1,00 Beleid 1,50 Kwaliteit 3,39 Bezwaar & Beroep + Secretariaat 1,00 Terugvordering & Verhaal 2,56 Uitkeringsadministratie 7,39 Archief, post, telefoon, balie 4,00 Applicatiebeheer 1,94 Secretariaat / MO 1,00 Huismeester 1,00 Subtotaal team Inkomen & Administratie 24,78 66,64 Op basis van de ontvangen informatie is de formatie en de bezetting nietgesubsidieerd (NG) van Ontwikkelen en detacheren in fte zoals weergegeven in onderstaande tabel (de peildatum hiervoor is 1 januari 2015). Formatie en bezetting niet gesubsidieerd (NG) binnen Ontwikkelen en Detacheren per Formatie niet gesubsidieerd (NG) binnen Ontwikkelen & detacheren Formatie NG per Bezetting NG per Manager 1,00 1,00 Hoofden 2,00 2,00 Teamleider 2,00 2,00 Officemanager 1,00 1,00 Functionaris O&O (*) 6,00 4,67 Arbeidsdeskundige (*) 1,00 1,00 Werkbegeleider 5,00 4,89 Jobhunter 3,00 2,89 Matchingsfunctionaris 1,50 1,34 Werkcoach (*) 13,00 12,46 Totaal 35,50 33,25 (*) werken tevens voor 'werken binnen' Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 53

144 Een eerste analyse geeft aan dat van de bezetting 6 fte het karakter van staf heeft en 27,25 fte direct uitvoerend lijkt te zijn in het primaire proces. Een deel van deze fte, waaronder in ieder geval 3,56 fte werkcoach, wordt ingezet voor werken binnen en hangt dus niet samen met werkzaamheden die de Sociale Dienst gaat uitvoeren. De analyse spitst zich verder toe op de vraag welke typen functies additioneel wenselijk zijn binnen de Sociale Dienst en in welke hoeveelheden. Die analyse kan per type functie anders uitpakken, maar voor de hand ligt dat de behoefte van de Sociale Dienst (of Berkelland voor zover het ondersteunende taken betreft die Berkelland voor de Sociale Dienst uitvoert) aan additionele staffunctionarissen kleiner is dan de behoefte aan additionele functionarissen in het primaire proces. Los daarvan is van belang dat de Sociale Dienst, gegeven de populatie Wsw die de drie samenwerkende gemeenten inbrengen, zelfs als alle taken en daarmee samenhangende bezetting één op één overgenomen worden maximaal 69,4% van de huidige bezetting nodig zal hebben. Eerste kwantitatieve analyse van de formatie van Concern binnen Hameland Onderstaand is een overzicht weergegeven van de formatie en bezetting in fte van de Concernstaf binnen Hameland. Formatie niet gesubsidieerd (NG) binnen Concern Hameland Formatie NG per Bezetting NG per Adviseur ICT 1,00 1,00 Applicatiebeheerder 1,00 1,00 Assistent controller 1,00 1,00 Controller 1,00 1,00 Medewerker interne controle 1,00 1,00 Medewerker financiën 1,00 1,00 Salarisadministrateur 2,00 1,83 Arbo Functionaris 1,00 0,97 Medewerker personeelsbeheer 4,00 3,84 Medewerker personeelsbeheer arbo 0,50 0,53 Adviseur HRM 2,00 1,00 Bedrijfsverpleegkundige 1,00 0,89 Medewerker receptie en post 0,50 0,63 Administratief medewerker serviceorg. 0,50 0,00 Totaal 17,50 15,69 Van de bezetting op de concernstaf werken de medewerkers personeelsbeheer specifiek ter ondersteuning van het ontwikkelbedrijf (2,17 fte) en werken binnen (1,67 fte). De overige bezetting werkt ter ondersteuning van Hameland als geheel. Een nadere analyse moet uitwijzen welke additionele behoefte aan stafpersoneel eventueel binnen de Sociale Dienst (of Berkelland die mogelijk (een deel van) de ondersteunende taken voor de Sociale Dienst uitvoert) ontstaat. Het is op voorhand echter niet de verwachting dat de Sociale Dienst en Berkelland een groot deel van de fte werkzaam binnen Concern van Hameland nodig hebben om de nieuwe taken uit te kunnen voeren. Hierbij speelt tevens de vraag hoe de ondersteuning van het Werkbedrijf van Hameland wordt ingevuld nadat het ontwikkelbedrijf ontmanteld is. De ondersteuning wordt mogelijk erg inefficiënt als die niet wordt geïntegreerd met andere ondersteuning, bijvoorbeeld via de Sociale Dienst of Berkelland Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 54

145 Gevraagd besluit: Op welke wijze wordt de ondersteuning van de Sociale Dienst in de eindsituatie ingevuld (door Berkelland, door de Sociale Dienst zelf of een mengvorm) Naast het gevraagde besluit aan het bestuur van de Sociale Dienst, ligt er nog een vraag over de wijze waarop de ondersteuning van het overblijvende deel van Hameland op het moment dat de taken van het ontwikkelbedrijf voor Berkelland, Oost-Gelre en Winterswijk naar de Sociale Dienst zijn overgeheveld. Het overblijvende deel van Hameland bestaat dan uit het werkbedrijf, de taken van het ontwikkelbedrijf voor Aalten en Haaksbergen en de ondersteuning ervan op concern niveau Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 55

146 Bijlage 8: Uitwerking werkgeversdienstverlening Op de onderdelen Organisatie en Personeel, Processen, ICT en Marketing en Communicatie moet per 1 januari 2016 resultaat geboekt worden. Organisatie en personeel Nog niet alle betrokken partijen hebben zich gecommitteerd aan een eenduidige regionale dienstverlening. Ook onderhoudt men veelal zijn eigen relaties met werkgevers. Een nadere samenwerking met het UWV en de Sociale Dienst/Hameland moet dan ook worden uitgewerkt. Processen Voor een organisatie met meerdere locaties moet er een duidelijke uniforme werkwijze gehanteerd worden om te komen tot een hogere mate van efficiëntie en effectiviteit. Er is immers minder direct face-to-face contact. Op dit moment bevinden de werkprocessen zich op de niveaus werkzoekenden, werkgevers en matching. Zodoende moet worden vastgesteld welke interne processen centraal staan en moeten deze zo efficiënt, transparant en resultaatgericht mogelijk worden gemaakt (Werkgeversdienstverlening Achterhoek, 2014, p. 11). ICT ICT kan inhoudelijke processen (zoals bovengenoemde) ondersteunen, is noodzakelijk voor goede bereikbaarheid en geeft inzicht in resultaten (p.12). Omdat elke partij met een ander systeem werkt, is het van belang om op zoek te gaan naar een efficiënte, effectieve en zo veel mogelijk geïntegreerde oplossing. Cliëntvolgsystemen, CRM en matchingsystemen moeten hierin in elk geval worden ondergebracht. Marketing en communicatie Het Werkgeverservicepunt Groot Amsterdam heeft aangeboden hun plan, website en uitgewerkte campagne ter beschikking te stellen. Ook willen zij ondersteunen bij het omschrijven naar de situatie in de Achterhoek. Zodoende is gekozen voor de naam WerkgeverServicepunt Achterhoek, daar het aansluit bij de landelijke campagnes. Het harmoniseren van de instrumenten is hierbij van belang, daar er in de hele regio dezelfde instrumenten op een eenduidige wijze bij dezelfde doelgroep in moet worden gezet. De re-integratie-instrumenten zijn al regionaal afgestemd. Over de instrumenten van het UWV, die niet te harmoniseren zijn met de regionale afstemming van de diverse gemeenten, zal nog worden nagedacht Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 56

147 Bijlage 9: Matrix taken en functies Hameland Matrix taken en functies Hameland WB = werken binnen O&D = ontwikkelen & detacheren CC = concern Afdeling en taken Taken worden uitgevoerd door Taken worden uitgevoerd voor Bijzonderheden / toelichting WB O&D CC Salarisadministratie Salaris uitkeren Salarisadministrateur x x x Ongeveer Jaaropgaven Salarisadministrateur x x x Mutaties WAO, WIA, etc. verwerken Salarisadministrateur x x x Dossiers schuldhulpverlening Salarisadministrateur x x x Ongeveer 300 Werkkostenregeling Salarisadministrateur x x x Mutaties doorgeven Salarisadministrateur x x x Mutaties verwerken Salarisadministrateur x x x Uitbetalingsopdracht Salarisadministrateur x x x Controle op salarislijst Salarisadministrateur x x x Uitbetaling Salarisadministrateur x x x Verzending salarisstrook Salarisadministrateur x x x Verzending jaaropgave Salarisadministrateur x x x Fiscaal (afdracht LB en premies) Salarisadministrateur x x x Verantwoordelijk pensioenregeling HTC Salarisadministrateur x x x Afdracht premies werknemersverzekeringen Salarisadministrateur x x x Journaalposten Salarisadministrateur x x x Control Salarisadministrateur x x x Functioneel applicatiebeheer Exact Salarisadministrateur x x x management rapportages en overzichten Salarisadministrateur x x x Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 57

148 Financiële administratie Uren boeken, wekelijkse urenbriefjes Medewerker financiën x x x op jaarbasis Rekeningen uitbetalen Medewerker financiën x x x Incasseren vorderingen (1e lijn) Medewerker financiën x x x Verkoopfacturatie Medewerker financiën x x x Ongeveer facturen Kas en bank betalingen Medewerker financiën x x x BTW-aangifte Medewerker financiën x x x Planning & Control Managementinformatie ontwikkelen Controller / assistent controller x x x Begroting Controller / assistent controller x x x Jaarrekening Controller / assistent controller x x x Accountantscontroles Controller / assistent controller x x x Sisa verantwoording Controller x x x Ondersteuning directeur en managers Controller / assistent controller x x x Activabeheer Controller x x x Gebouwenbeheer Controller / medewerker sales x x x Verzekeringen en belastingen Assistent Controller x x x Contractbeheer Controller x x x Hypotheken Assistent Controller x x x CBS - verplichte opgaves Controller x x x Ondersteuning directie Controller x x x Certificering en vergunningen Medewerker interne controle x x x Veiligheidsrondgangen Medewerker interne controle x x x Interne auditering Medewerker interne controle x x x Archivering / contractbeheer Medewerker interne controle x x x Interne controle / AO Medewerker interne controle x x x Functioneel applicatiebeheer Exact Controller x x x ICT Technisch applicatiebeheer alle software Applicatiebeheerder / ICT-adviseur x x x Advies en beheer hardware Applicatiebeheerder / ICT-adviseur x x x Advies en beheer telefonie Applicatiebeheerder / ICT-adviseur x x x Helpdeskfunctie Applicatiebeheerder / ICT-adviseur x x x HRM Verzuimoverzichten HRM adviseur x x x Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 58

149 Inkoop opleiding en training kader HRM adviseur x x x Beheer budget opleidingen en trainingen kader HRM adviseur x x x Toepassen rechtspositie HRM adviseur x x x Adviseren kader inzake Cao, regelingen e.d. HRM adviseur x x x Adviseren kader inzake sanctiebeleid HRM adviseur x x x Opstellen beleid en regelingen HRM adviseur x x x Vakgroep Verzuimoverzichten Medewerker p-beheer arbo x x x SMT-overleggen ondersteunen Medewerker p-beheer arbo x x x Agendabeheer bedrijfsverpleegkundige, arboarts Medewerker p-beheer arbo x x x Advisering Arbo en verzuim Medewerker p-beheer arbo x x x Hulpmiddelen: aanvragen, beoordelen, inkopen Medewerker p-beheer arbo x x x Kantoormeubilair: aanvragen, beoordelen, inkopen Medewerker p-beheer arbo x x x Persoonlijke Beschermingsmiddelen Medewerker p-beheer arbo x x x Indicaties vervoer op maat Medewerker p-beheer arbo x x x Bewaking Wet verbetering poortwachter Medewerker p-beheer arbo x x x Ziekteverzuimbegeleiding en advisering kaderpersoneel Bedrijfsverpleegkundige x x x Personeelsbeheer Personeelsmutaties verwerken Medewerker p-beheer x x x Herindicatie signalering Medewerker p-beheer x x x Trajectadministratie Medewerker p-beheer x x x UWV, WWB Mutaties (ver)plaatsingen Medewerker p-beheer x x x Personeelsdossiers Medewerker p-beheer x x x Ongeveer Cliëntendossiers Medewerker p-beheer x x x Registratie arbo checklist medewerker Medewerker p-beheer x x x Gedetacheerde mdw, circa 800 Registratie arbo checklist bedrijven Medewerker p-beheer x x x Ongeveer 190 Opstellen detacheringscontracten Medewerker p-beheer x x x Ongeveer per jaar Indienstgesprekken Medewerker p-beheer x x x Jubilea Medewerker p-beheer x x x Receptie Telefooncentrale medewerker receptie en post x x x Ontvangen klanten / medewerkers medewerker receptie en post x x Registreren in- en uitgaande post medewerker receptie en post x x x Verlofregistratie kaderpersoneel medewerker receptie en post x x x Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 59

150 Toegang en sluiting gebouwen medewerker receptie en post x x Verzorgen mailingen medewerker receptie en post x x x Vergaderfaciliteiten medewerker receptie en post x x x Inkoop en beheer kantoorartikelen medewerker receptie en post x x x Ondersteuning vakgroep medewerker receptie en post x x Ondersteuning salarisadministratie medewerker receptie en post x x Ondersteuning p-beheer medewerker receptie en post x x Administratie aanbod passende werkplek medewerker receptie en post x x Officemanagement Agendabeheer directeur en managers Officemanager x x Notuleren vergaderingen Officemanager x x Sleutelbeheer Officemanager x x Parkeerbeheer Officemanager x x Uitvoering intranet en internet Officemanager x x Kerstpakketten Officemanager x x Medewerkersbijeenkomsten organiseren Officemanager x x Secretariaat geschillencommissie Officemanager x x Secretariaat klachtencommissie Officemanager x x Aansturing receptie Officemanager x x Arbeidsdiagnose Uitvoeren diagnose Functionaris O&O x x (competentieprofiel, BSK*) Uitvoeren loonwaardeonderzoek Functionaris O&O x x Opdracht geven voor trainingen ontwikkelhuys Functionaris O&O x x Intake- en adviesgesprekken Functionaris O&O x x Workshops geven Functionaris O&O x x Advisering, ontwikkelen en training van methodieken Functionaris O&O x x Coaching in- en extern Functionaris O&O x x Advisering kaderpersoneel t.b.v. doelgroep Functionaris O&O x x Advisering inleners t.b.v. doelgroep Functionaris O&O x x Ondersteuning bij opstellen profiel t.b.v. capaciteitsvraag Functionaris O&O x x Arbeidsdeskundig advies / beoordeling Arbeidsdeskundige x x FML omzetten in arbeidsdeskundig rapport Arbeidsdeskundige x x Re-integratieadvies (tweede spoor) Arbeidsdeskundige x x Functioneel applicatiebeheer CompetenSYS Arbeidsdeskundige x x (inclusief Loonbalans) Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 60

151 Ontwikkelhuys Trainingen arbeidsgewenning Werkbegeleider x Trainingen werkvloercompetenties Werkbegeleider x Trainingen gedragscompetenties Werkbegeleider x Solliciatietrainingen Werkbegeleider x Trajecten sociale activering Werkbegeleider x WWB- en UWV-trajecten Werkbegeleider x Re-integratietrajecten Werkbegeleider x Input geven voor begeleidings- en signaleringskaarten Werkbegeleider x Begeleiding uitvoering werkpakketten Werkbegeleider x Begeleiding uitvoering corvee/groenonderhoud rondom gebouwen Werkbegeleider x Arbeidsmarkttoeleiding Contacten leggen met werkgevers Jobhunter x Werkgeversbijeenkomsten organiseren en bezoeken Jobhunter x Capaciteitsvragen opstellen n.a.v. bezoeken inleners Jobhunter x Afstemming jobhunting, matching en werkcoaches over kandidaten Jobhunter x Publiceren vacatures t.b.v. medewerkers Matchingsfunctionaris x Uitvoeren 1e (digitaal) en 2e match vacature vs kandidaat Matchingsfunctionaris x Voorgesprek werkcoach en kandidaat-medewerker Jobhunter x Aanleveren actueel CV kandidaat-medewerker Jobhunter x Begeleiden sollicitatiegesprek en terugkoppeling Jobhunter x Onderzoek debiteurenstatus inlener Jobhunter x Uitbrengen en bespreken offerte (medewerker en uurtarief) Jobhunter x Regie voeren op omzetten offerte in contract Jobhunter x Monitoren contractafspraken Jobhunter x Afstemming over contract met werkcoach en evt. werkbegeleider Jobhunter x Evaluatie / bespreken voortgang met inlener Jobhunter x Incasseren vorderingen (2e lijn) Jobhunter x Arbobeleid inleners beoordelen en adviseren i.h.k.v. arbocklist Jobhunter x Adviseren rondom functiecreatie Jobhunter x Arbeidsmarktbegeleiding Aanbod passende arbeid Werkcoach x x Beoordelen passende arbeid Werkcoach x x Ziekmelden registreren Werkcoach x Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 61

152 Ziekteverzuimbegeleiding (poortwachter) Werkcoach x x Ziekteverzuimbegeleiding (poortwachter, vanaf 6 weken) Werkcoach Herindicatieproces begeleiden Werkcoach x x Uitstroomproces medewerker Werkcoach x x Signaleren en bewaken van de IOP cyclus Werkcoach x x Voeren van IOP-gesprekken Werkcoach x x Opstellen verslag IOP Werkcoach x x Bespreking wensen opleiding i.h.k.v. IOP Werkcoach x x Monitoren en regievoeren verlofafbouw Werkcoach x x Controle RI&E en invullen Arbo checklist Werkcoach x Vraagbaak voor medewerkers voor Cao en regelingen Werkcoach x x Regievoeren op functioneren en sanctioneren Werkcoach x x Werkbegeleiders bij groepsdetacheringen Begeleiden en coachen medewerkers Werkbegeleider x Aansturen productieproces inlener Werkbegeleider x Verantwoordelijk voor kwaliteit en resultaat productieproces Werkbegeleider x Afstemmen met werkcoach over IOP Werkbegeleider x Afstemmen met jobhunter over inlener Werkbegeleider x Beheer en begeleiding werkervaringsplekken Werkbegeleider x Ziekmeldingen registreren Werkbegeleider x Wet Poortwachter 1e 6 weken Werkbegeleider x * BSK = Begeleidings- en signaleringskaart Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 62

153 Bijlage 10: Afkortingenlijst B&W CAO DB ESF GR HRM IOAW IOAZ IOP ISWI KIB MKB O&O PICOFA PMC's P-wet SE SW UWV VNG VSO Wajong WML Wmo WRR Wsw WW WWB (Z)MLK Burgemeester en Wethouders Collectieve ArbeidsOvereenkomst Dagelijks Bestuur Europees Sociaal Fonds Gemeenschappelijke Regeling Human Resource Management Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Individueel Ontwikkel Plan Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen Klant in Beeld Midden- en Kleinbedrijf Opleiding en Ontwikkeling Personeel, Inkoop, Communicatie, Organisatie, Financien, Automatisering Product-Markt-Combinaties Participatiewet Standaard Eenheid Sociale Werkvoorziening Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen Vereniging Nederlandse Gemeenten Voortgezet Speciaal Onderwijs Wet werk en arbeidsondersteuning jong gehandicapten Wettelijk Minimum Loon Wet maatschappelijke ondersteuning Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid Wet sociale werkvoorziening Werkloosheids Wet Wet Werk en Bijstand (Zeer) Moeilijk Lerende Kinderen Onderzoek uitvoering Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek 63

154 Einde bijlage: Bijlage 3 - Rapport 'Onderzoek uitvoering Participatiewet' Sociale Dienst Oost Achterhoek - Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland Terug naar het agendapunt

155 Bijlage 4 - Memo n.a.v. commissievergadering - Opheffing gemeenschappelijke regelilng Hameland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####85d736c b8e2-2cf8b80b0922#

156 MEMO Aan : Raad Van : E.C.P. Gussekloo Datum : 16 juni 2015 Onderwerp : Historisch overzicht financiën Hameland Zaaknummer : Toezegging Een overzicht van de bedragen die betaald zijn aan Hameland tegenover de opbrengsten die dit met zicht mee heeft gebracht. Vooraf Een overzicht van betaalde bedragen levert geen probleem op. Dit blijkt uit de administratie. Een overzicht van opbrengsten is lastiger. Echte opbrengsten zijn er immers niet. Hameland heeft de laatste jaren immers geen winst gemaakt. De opbrengsten bestaan vooral uit de daling van de kosten van Hameland en daardoor lagere bijdragen van de gemeenten. Betaalde bedragen aan Hameland Vanaf 2009 zijn er twee geldstromen naar Hameland gegaan. Geldstroom 1 is de bijdrage in het tekort van Hameland. Geldstroom 2 is de bijdrage in reorganisatiekosten. Jaar Bijdrage in het tekort Bijdrage in reorganisatiekosten Totaal Totaal Toelichting op de cijfers In 2009 is een bedrag van voorzien voor de reorganisatie Hameland fundamenteel anders. In 2010 is de reorganisatie uitgevoerd en bleek dat de totale kosten voor ons te zijn. Daarom kon in 2010 een bedrag van vrijvallen. In 2012 en 2013 hebben we ieder jaar ons deel in de reorganisatiekosten Hameland in transitie. Opbrengsten

157 Zoals aangegeven zijn er geen directe opbrengsten in de zin van inkomsten die tegenover de reorganisatiekosten staan. De opbrengsten bestaan uit de lagere kosten voor Hameland. Hierna is een inschatting gemaakt van de bijdrage van Berkelland in het tekort van Hameland zonder reorganisaties. Deze is afgezet tegen de werkelijke bijdrage in het tekort. Jaar Bijdrage in het tekort zonder reorganisaties Bijdrage in tekort met reorganisatie Verschil Totaal Bijdrage ontmanteling Wat levert de bijdrage die we nu doen voor de ontmanteling nog op? Dat is een lastige vraag want dat hangt af van de oplossingen die we straks kiezen. De ontmanteling is een onderdeel dat kan bijdragen aan het uiteindelijk budgettair neutraal maken van de participatiewet. Om de budgettaire neutraliteit van de participatiewet te bereiken hebben we in het parapluplan een aantal mogelijkheden aangegeven. Van de mogelijkheden zijn er drie die alleen gerealiseerd kunnen worden als Hameland wordt ontmanteld. Dit zijn de integrale werkgeversbenadering, het genereren van meer detacheringen en de reductie van overheadkosten. Voor Berkelland gaat het dan om een geschatte besparing van per jaar. Keuzes die we maken over het anders organiseren van bijvoorbeeld het beschut werken hebben we hier in financiële zin nog niet meegenomen en zullen richting 2017 vorm moeten krijgen.

158 Einde bijlage: Bijlage 4 - Memo n.a.v. commissievergadering - Opheffing gemeenschappelijke regelilng Hameland Terug naar het agendapunt

159 Bijlage 5 - Overzicht aan raad ivm Participatiewet-Hameland-SDOA periode Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####4e0e56e0-c f-b0da-9a9a5810c9a6#

160 Overzicht aan raad i.v.m Participatiewet / Hameland / SDOA periode Met deze notitie geven wij u een overzicht van besluiten (College en Raad) over: a. de uitvoering van de Participatiewet b. de ontmanteling van de gemeenschappelijke regeling Hameland. Samenvatting De invoering van de Participatiewet en de daarmee samenhangende 3 decentralisaties Jeugdzorg en WMO (en ook Passend Onderwijs en Entree Onderwijs) is sinds 1 januari 2015 een feit. Mensen die voorheen een Wajong-uitkering kregen of een dienstverband in de sociale werkvoorziening, zijn nu een doelgroep voor de gemeenten. De Wajong staat sindsdien alleen nog open voor mensen die volledig en blijvend ongeschikt zijn om aan het werk te gaan. Nieuwe instroom in de sociale werkvoorziening is niet meer mogelijk. Berkelland heeft gekozen voor een integrale benadering van de doelgroep, een integrale benadering van de 3 transities en een uitvoering zoveel mogelijk lokaal en op maat. Alle 5 Hameland gemeenten hebben een vergelijkbare keuze gemaakt. Vanuit dat oogpunt is er geen draagvlak meer voor een Gemeenschappelijke Regeling voor de Sociale Werkvoorziening. De deskundigheid wordt zo veel mogelijk behouden bij de taakoverdracht naar de gemeenten. Informatie aan de raad 26 april 2013 aangeboden aan colleges: Hameland in transitie: een nieuwe horizon 26 juni 2013 conceptbegroting begrotingsbrief bij de ingekomen stukken van de raad 1 juli 2014 uitgangspunten beleidsplan 3 Decentralisaties 28 oktober D Beleidskader Voormekaar in Berkelland Beleidsplan Participatiewet Herstructureren taken van Hameland DB Hameland 20 februari 2015: Op basis van de besluitvorming door de gemeenteraden van de vijf deelnemende gemeenten over de uitvoering van de Participatiewet én het (voorgenomen) besluit van het AB Hameland van 3 november 2014 zijn drie punten duidelijk geworden: 1. de uitvoering van de Participatiewet ligt bij de gemeenten zelf; 2. de gemeenten willen naar een nieuwe uitvoering; 3. alle vijf de gemeenten zijn het hierover eens. Wij willen behouden wat goed is maar de taken slimmer en efficiënter regelen. Dit geldt zowel voor de taak detacheren als het werkbedrijf. Voor Berkelland betekent dit De participatiewet heeft als doel om 1 regeling te zijn voor de mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Net als de andere 2 transities: 1 gezin - 1 plan, 1 werkgeverdienstverlening, zelfredzaamheid bevorderen, brede intake en (waar nodig) warme overdracht naar Voormekaar. Detacheren (ontwikkelbedrijf). We zien een meerwaarde om detacheren (SW) en re-integreren in (WWB) samen te smelten. Zoals is beschreven in het parapluplan kan er efficiënter gewerkt worden op het vlak van de integrale werkgeversdienstverlening. Het genereren van extra inkomsten door meer detacheringen en het genereren van extra inkomsten door hogere opbrengsten van detacheringen. Voor het werkbedrijf willen we onderzoeken hoe dit beter en anders kan. Belangrijk om te zoeken naar vormen van samenwerking voor de onderkant. Dit past heel goed in het 3D/Participatiewet gedachtegoed. De uitdaging is om gemeentebreed en sector overstijgend te kijken. Kant en klare

161 oplossingen zijn er niet. We willen met verschillende partijen spreken, waaronder u als raad, om tot de beste oplossingen te komen. In de praktijk: integratie van de werkzaamheden omtrent detachering en re-integratie; werkzoekenden met beperkte verdien capaciteit zoveel mogelijk lokaal plaatsen; participatieladder als instrument aansluiting lokaal vrijwilligerswerk/dagopvang; preventieve insteek op nieuwe doelgroep VSO en PRO; samenwerking binnen het loopbaanplein. Raadsbesluit 30 juni 2015 Het raadsbesluit bestaat uit de onderdelen: 1. Parapluplan, 2. Transitieplan Hameland 3. Radar rapport Participatiewet breed In het Parapluplan schetsen we een beeld van wat de participatiewet inhoudt, wat de geschatte consequenties zijn van de participatiewet en welke oplossingsrichtingen er zijn. In het Transitieplan Hameland wordt beschreven hoe het verder gaat met de Hameland nadat u instemt met het opheffen van de gemeenschappelijke regeling Hameland. Het gezamenlijke vertrekpunt van de vijf deelnemende gemeenten betekent dat begonnen kan worden met de voorbereiding op de ontmanteling van de GR Hameland. Het concept transitieplan beschrijft de stappen die gezet dienen te worden (activiteiten en planning) om te komen tot een ontmanteling en uiteindelijk de liquidatie van de GR Hameland. Ook wordt er inzicht verschaft in het benodigde budget. Het werkgeverschap van de SW-medewerkers woonachtig in Berkelland komt per over naar Berkelland. Dit houdt in dat wij direct zorgen voor de salaris uitbetaling etc. De gemeenten Haaksbergen, Oost Gelre, Winterswijk en Berkelland richten werkgroepen op om te onderzoeken hoe dit werkgeverschap zo goed mogelijk vorm moet krijgen. De werkgroepen zijn : P&O, Financiën, Communicatie en Participatie. In het Radar rapport Participatiewet breed staat de opdracht aan het bestuur van SDOA weergegeven. Deze gaf in december 2014 de opdracht aan Radar om te onderzoeken wat de Sociale Dienst nodig heeft om de participatiewet breed uit te voeren. Deze opdracht kwam voort uit de wens van de gemeenten om een deel van de detacheringtaken van het Ontwikkelbedrijf van Hameland in te kopen bij de SDOA,. Toekomst van de uitvoering Participatiewet Berkelland 1. Het werkgeverschap van de SW per naar gemeente. 2. De taken van het ontwikkelbedrijf (detachering) overgedragen naar gemeente. Gemeente koopt deel van de taken in bij SDOA De eerder genoemde werkgroepen en SDOA onderzoeken hoe de detachering en ontwikkeling van de SW-medewerkers het beste vorm gegeven kan worden. Streef datum is Maar zorgvuldigheid is belangrijk net als het goed informeren van de doelgroep. 3. Het werkbedrijf van Hameland (beschut werken) blijft in zijn huidige hoedanigheid bestaan tot Berkelland gaat wat de beste oplossing is. Hier zijn nog geen beslissingen over genomen. 4. Aanpassingen in de GR van de SDOA voor verschillende redenen onder andere verouderde teksten, wettelijke wijzigingen, uitbreiding taken.

162 Bijlage Datum Raadsvoorstel Onderwerp Opgenomen tekst: 26 juni 2013 Ingekomen stukken Begrotingsbrief Punt 3 Hameland in transitie een nieuwe horizon. april 2013 Hameland in transitie, een nieuwe horizon Medio April 2013 heeft het Dagelijks Bestuur van Hameland de notitie Hameland in transitie, een nieuwe horizon in concept vastgesteld. Deze notitie is vervolgens besproken en onderschreven door het Algemeen Bestuur, waarna de Colleges van B&W en de gemeente raden hun zienswijze konden geven. Het DB heeft in de vergadering van 20 september 2013 de notitie Hameland in transitie, een nieuwe horizon vastgesteld. 1 juli 2014 Uitgangspunten beleidsplan Uitgangspunten beleidsplan 3 decentralisaties Participatiewet punt 7: Hameland wordt ontmanteld. Waarbij de insteek is de expertise van Hameland te behouden 28 oktober 2014 Beleidskader en verordeningen 3D Beleidskader Voormekaar in Berkelland Blz 24: Dit heeft ook gevolgen voor Hameland. Hameland is het arbeidsontwikkelbedrijf voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt voor de Oost-Achterhoek. Hameland detacheert sw-medewerkers bij externe opdrachtgevers en biedt de mogelijkheid van een beschutte werkplek. Om Hameland geschikt te maken voor de participatiewet, wordt Hameland positief ontmanteld. De bestaande kennis en kunde wordt in nieuwe oplossingen vorm gegeven. Zodat ook in de oude WSW de inwoners, zijn talent en netwerk centraal staat en optimaal wordt benut om te werken en mee te doen in de samenleving. Vanaf 1 januari 2015 kunnen wij naast de bestaande beschutte werkplekken in de Wsw zelf beschutte werkplekken creëren. Het UWV bepaalt of iemand in aanmerking komt voor een beschutte werkplek. Ons uitgangspunt is dat deze inwoners zoveel mogelijk in hun eigen kern aan passend werk worden geholpen, zodat ze weer deel gaan uitmaken van de gemeenschap. 28 oktober 2014 beleidskader en verordeningen Beleidsplan Participatiewet Blz 74: Uitvoering Wsw Ten derde de uitvoering van de Wsw. Hier zijn grote bedragen mee gemoeid. Een risico is dat de rijksbezuinigingen op de Wsw niet tijdig worden gerealiseerd door het sw-bedrijf. Een tweede risico is de beheersbaarheid van de bedrijfsvoering van het sw-bedrijf. Met de komst van de

163 Participatiewet is besloten het sw-bedrijf te ontmantelen. De in de Gemeenschappelijke regeling Hameland samenwerkende gemeenten maken ieder hun eigen keuzes in de uitvoering van de Participatiewet. Dit heeft tot gevolg dat de Gemeenschappelijke Regeling niet langer de optimale vorm is voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. Het is belangrijk om de bij het sw-bedrijf aanwezige expertise te behouden. Onderdelen van het bedrijf zullen naar andere partijen overgaan of bij andere organisaties worden ondergebracht. Deze risico s zullen de aankomende periode veel aandacht vergen en krijgen.

164 Einde bijlage: Bijlage 5 - Overzicht aan raad ivm Participatiewet-Hameland-SDOA periode Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland Terug naar het agendapunt

165 Bijlage 6 - Motie M Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####dc5db0f5-ef37-4fd badf7160fa8e#

166

167

168 Einde bijlage: Bijlage 6 - Motie M Opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland Terug naar het agendapunt

169 Voorstel en besluit - Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####73d f-92ae-1e90a8b001c7#

170 Zaaknummer : Raadsvergaderin : 30 juni 2015 agendapunt : g Commissie : Bestuur Onderwerp : Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland Collegevergadering : 19 mei 2015 Agendapunt : 4. Portefeuillehouder : J.B. Boer Meer informatie bij : R. Nijboer tel: : Te nemen besluit: 1. Instemmen met de uitgangspunten en beoogde effecten in het visiedocument Toekomstgericht primair onderwijs Berkeland ; 2. Kennisnemen van de opbrengsten van de 1 e verkenning toekomst primair onderwijs en het stappenplan aanpak toekomstgericht primair onderwijs Berkelland en 3. Voor vervolgonderzoek (scenariomodellen e.d.) voor beschikbaar stellen uit de reserve Onderwijshuisvesting. Waarom dit voorstel? Op 15 december 2014 is het hoofdrapport Transitieatlas primair onderwijs Achterhoek van 10 oktober 2014 officieel uitgereikt aan de nieuwe Directeur Generaal Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs mevr. mr. A. Oppers. De uitkomsten van het rapport vormen de basis voor de lokale aanpak van de krimp van het Primair onderwijs. Ook is voor vervolgonderzoek om te komen tot een Integraal Huisvestingsplan Berkelland financiële middelen nodig. Wat is het effect? Vanuit de geformuleerde visie streven wij de volgende effecten na: 1. Het voor korte- en lange termijn waarborgen van de kwaliteit en bereikbaarheid van onderwijs en andere functionaliteiten voor alle inwoners van de gemeente Berkelland; 2. Gerichte (financiële-) investeringen vanuit integrale beleidsbenadering in plaats van doelgroepenbeleid; 3. Binnen de gemeente Berkelland is een pluriform onderwijsaanbod aanwezig. Bij het realiseren van toekomstige onderwijsvoorzieningen wordt standaard de aanvullende mogelijkheden voor de 2 tot 4 jarigen onderzocht. Argumentatie/onderbouwing: 1. De leerlingendaling heeft gevolgen voor de kwaliteit, spreiding en betaalbaarheid van het onderwijs, het aantal arbeidsplaatsen in het onderwijs en de gebouwensituatie ( vastgoed). 2. De gevolgen van deze krimp zijn niet alleen voelbaar in het onderwijs, ook voor- en naschoolse opvang en de verenigingen in sport en cultuur zullen met de gevolgen geconfronteerd worden. Daarmee komt de vitaliteit en leefbaarheid onder druk te staan. 3. Uit de transitieatlas en de kernenfoto blijkt dat de grootste uitdaging voor de Achterhoek en de gemeente o.a. ligt op demografie, voorzieningen en vastgoed. In te vullen door Griffie: Raadsvergadering 0 zonder hoofdelijke stemming Commissievergadering 0 met algemene stemmen Afhandelingsvoorstel voor raad: 0 stemmen voor, stemmen tegen 0 hamerstuk 0 aangenomen 0 bespreekstuk 0 verworpen 0 anders, nl 0

171 Kanttekeningen/risicoparagraaf De aanpak richt zich niet alleen op huisvesting maar ook op kwaliteit, bereikbaarheid en brede samenwerking. Het is geen vrijbrief voor een ongelimiteerde wensenlijst voor investeringen. Financiële paragraaf Door herschikking van gebouwen zal op termijn leegstand ontstaan. De boekwaarde hiervan zal op termijn afgewaardeerd moeten worden. De hoogte en totale omvang zijn afhankelijk van nog te nemen bestuurlijke besluiten. De kosten van de regionale procesbegeleider werden tot nu toe bekostigd vanuit het Regiocontract. Per 1 mei worden deze kosten vergoed met subsidiegelden vanuit OCW die in samenwerking tussen gemeenten en schoolbesturen is aangevraagd. Voor het vervolgproces is een verdiepingsslag nodig met o.a. de dialoog met de samenleving en het uitwerken van scenariomodellen (gevolgen leerlingenstroom en -volume). Hiervoor zijn aanvullende financiële middelen nodig die wij ramen op Dit budget kunnen wij dekken uit de reserve Onderwijshuisvesting. Inspraak en participatie Met de schoolbesturen van het primair onderwijs hebben wij de visie vormgegeven. De volgende fase in het proces is in dialoog te gaan met de samenleving en de samenwerkingspartners over hun behoeften, beelden, rollen, ideeën en oplossingen voor een toekomstgericht primair onderwijs Berkelland. Planning en evaluatie In 2015 willen wij bestuurlijke besluitvorming voor een Integraal Huisvestingsplan Eibergen voorbereiden. In 2015 en 2016 gaan wij voor de overige kernen zoeken naar een oplossing die is afgestemd op de mogelijkheden die elke afzonderlijke kern biedt. Op basis van de ingebrachte ideeën en voorstellen zullen wij medio 2016 Integraal Huisvestingsplan Berkelland voorbereiden. Tussentijds zullen wij u invoeren over de stand van zaken. Burgemeester en wethouders van Berkelland, de secretaris, de burgemeester, J.A. Wildeman. drs. J.H.A. van Oostrum. 2

172 Raadsvergadering : 30 juni 2015 Agendanummer : De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 mei 2015; b e s l u i t : 1. in te stemmen met de uitgangspunten en beoogde effecten in het visiedocument Toekomstgericht primair onderwijs Berkeland, hetgeen onderdeel uitmaakt van dit besluit; 2. kennis te nemen van de opbrengsten van de 1 e verkenning toekomst primair onderwijs Berkelland en het stappenplan aanpak toekomstgericht primair onderwijs Berkelland en beschikbaar te stellen voor vervolgonderzoek te dekken uit de reserve Onderwijshuisvesting. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 30 juni 2015, de griffier, de voorzitter, 3

173 Toelichting raadsvoorstel Onderwerp : Aanpak toekomstgericht primair onderwijs Berkelland De gemeente Berkelland heeft te maken met een ingrijpende demografische transitie. In de periode daalt het aantal basisschoolleerlingen in de gemeente van naar ongeveer (- ruim 37%). Van de 27 basisscholen zijn er 10 die minder dan 100 leerlingen hebben. De leerlingendaling heeft gevolgen voor de kwaliteit, spreiding en betaalbaarheid van het onderwijs. Zo krimpt de behoefte aan bruto vloeroppervlak in vijftien jaar tijd met ca m2 (= 77 lokalen). De gevolgen van deze krimp zullen ook zichtbaar worden in de leefbaarheid van de dorpen en kernen, de werkgelegenheid, de gebouwensituatie en de bereikbaarheid van de verschillende voorzieningen. De exploitatie van deze voorzieningen komt onder grote druk te staan en de gevolgen voor de financiële huishouding voor de besturen en de gemeente zullen ingrijpend zijn. De schoolbesturen en gemeente staan voor een stevige opgave met een sterke leerlingendaling, een lage bevolkingsdichtheid en kleine scholen. Een opgave die grote gevolgen kan hebben voor de basisscholen en voor het voortbestaan van een aantal daarvan. Het sluiten, concentreren, verbreden en herbestemmen van schoolgebouwen zijn ontwikkelingen waarmee nu maar vooral in de toekomst rekening moet worden gehouden. Daarmee komt ook de sociale cohesie en leefbaarheid in (kleine) kernen onder druk te staan. De relatie tussen de aanwezigheid van een school en leefbaarheid van een dorp zit in het feit dat kinderen hun klasgenoten volgen in de verenigingen waar ze bij gaan e.d. Als een school uit een kern verdwijnt, krijgen ook verenigingen het moeilijk. De relatie tussen een school en andere voorzieningen is daarmee sterk. Sociale cohesie en leefbaarheid in (kleine) kernen is daarmee een punt van aandacht. Bijlagen: 1. Visiedocument toekomstgericht primair onderwijs Berkelland van 1 mei Opbrengst 1 e verkenning toekomst primair onderwijs Berkelland van 1 mei Stappenplan aanpak toekomstgericht primair onderwijs Berkelland van 1 mei Transitieatlas primair onderwijs Achterhoek van 10 oktober

174 Einde bijlage: Voorstel en besluit - Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland Terug naar het agendapunt

175 Bijlage 1 - BenW advies - Toekomstgericht promair onderwijs Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####b18f26c9-3fc0-42fd-b4ae-d6ee20c83e10#

176 Zaaknummer : Afd.hfd. Collegevergadering : agendapunt : Onderwerp : Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland Portefeuillehouder : J.B. Boer Meer informatie bij : R.H.M. Nijboer tel: : Openbaar : uitgesteld openbaar Afgestemd met : Geert te Brummelstroete (IA) Te nemen besluit: De gemeenteraad voorstellen: 1. in te stemmen met de uitgangspunten en beoogde effecten in het visiedocument Toekomstgericht primair onderwijs Berkeland ; 2. kennis te nemen van de opbrengsten van de 1 e verkenning toekomst primair onderwijs en het stappenplan aanpak toekomstgericht primair onderwijs Berkelland en 3. voor vervolgonderzoek (scenariomodellen e.d.) in beschikbaar te stellen uit de reserve Onderwijshuisvesting. Toelichting voor college bij raadsvoorstel Zie raadsvoorstel en -besluit Gezien Secretaris J.A. Wildeman Burgemeester drs. J.H.A. van Oostrum Wethouder J.B. Boer Wethouder J.A. Pot-Klumper Wethouder R.P. Hoytink-Roubos Akkoord Bespreken Besluit

177 Einde bijlage: Bijlage 1 - BenW advies - Toekomstgericht promair onderwijs Berkelland Terug naar het agendapunt

178 Bijlage 2 - Hoofdscenarios-ta-achterhoek - Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####caf903ce-8b65-456c-85c0-5b3cbba3250d#

179 Transitieatlas primair onderwijs Achterhoek Hoofdrapport Versie: 10 oktober 2014 In opdracht van regio Achterhoek en het ministerie van BZK Public Result B.V. Postbus AP Den Haag Tel: Opdrachtnummer: SACHT13 Copyright Public Result Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

180 1. INLEIDING De Achterhoek heeft te maken met een ingrijpende bevolkingstransitie. Een gevolg van de demografische transitie is dat er verschillende mismatches ontstaan tussen de vraag naar en het aanbod van woningen, bedrijventerreinen en voorzieningen. Op het gebied van onderwijs ontstaat er een mismatch door een dalend aantal leerlingen. In de periode daalt het aantal basisschoolleerlingen in de Achterhoek van van met naar ongeveer (- 21%). Van de 162 basisscholen zijn er nu al 47 die minder dan 100 leerlingen hebben. De leerlingendaling in het primair onderwijs kent enkele jaren later ook zijn doorwerking in het voortgezet onderwijs. De leerlingendaling heeft gevolgen voor de kwaliteit en betaalbaarheid van het onderwijs, het aantal arbeidsplaatsen in het onderwijs en het vastgoed. Zo krimpt de behoefte aan bruto vloeroppervlak in de Achterhoek in vijftien jaar tijd met ca m 2 (dat zijn 16 voetbalvelden) en zal het aantal benodigde fte (zowel onderwijsgevend als onderwijsondersteunend personeel) flink dalen. De schoolbesturen en gemeenten in de Achterhoek staan dus voor een stevige opgave. De Transitieatlas De transitieatlas is een inhoudelijk hulpmiddel om criteria te ontwikkelen waarmee mismatches, zoals bovenstaande, kunnen worden aangepakt. Het instrument kan daarnaast ook dienen als communicatie- en agenderingsinstrument voor de verschillende partijen in de regio. Tijdens interactieve sessies in de regio worden de normen, waarden en criteria geïnventariseerd via een stemmodule (waarmee aanwezigen kunnen stemmen op vragen; de uitslag wordt direct getoond) en dialoog. De regio staat niet stil, de afgelopen jaren hebben al veertien scholen hun deuren gesloten en zijn samengegaan met andere scholen. Daarnaast werken scholen en gemeentebesturen samen aan vlekkenplannen, waarin de uitgangspunten voor spreiding en huisvesting per gemeente worden benoemd en de eerste consequenties daarvan worden verkend. Ook is sinds 1 januari 2013 een procesbegeleider krimp basisonderwijs aangesteld in de Achterhoek. De procesbegeleider heeft als taak de onderwijsbesturen en gemeenten te ondersteunen bij het ontwikkelen van beleid, instrumenten en kwaliteit van het onderwijs in het licht van de demografische ontwikkelingen. Tot slot wordt in de regio gewerkt aan kernenfoto s voor 21 Achterhoekse kernen. In dit project wordt de woningvoorraad (en behoefte) onder de loep genomen, samen met aanverwante terreinen als voorzieningen en leefbaarheid. Dit gebeurt door het bundelen van feiten en cijfers gebundeld aangevuld met kennis en inzichten van inwoners van de kernen. Uiteindelijk zijn de kernenfoto s bedoeld als bouwstenen voor de Woonagenda Vanaf de start van het traject is het nadrukkelijk de bedoeling geweest om met de transitieatlas in te spelen op deze ontwikkelingen en ze waar mogelijk te ondersteunen en te versnellen. Om die reden worden in de transitieatlas geen beslissingen die al genomen zijn (bijvoorbeeld in de vlekkenplannen) ter discussie gesteld. Met de opbrengsten van de transitieatlas kunnen de procesbegeleider krimp, 1

181 onderwijsbesturen en gemeenten samen aan de slag om te komen tot een wenselijk spreidingsbeeld van het primair onderwijs in de regio en is de transitieatlas een van de bronnen die benut wordt door het project kernenfoto s. Tijdens het interactief traject hebben zeven bijeenkomsten plaatsgevonden (zes gemeentelijke sessies en één regionale startbijeenkomst) waar in totaal 209 stemmende deelnemers hebben geparticipeerd. Tijdens de bijeenkomst is telkens gevraagd wie de deelnemers vertegenwoordigen, in onderstaande tabel is hier een overzicht van gemaakt. In de tabel zijn de gemeentelijke sessies in alfabetische volgorde weergegeven, de regionale startbijeenkomst in Doetinchem is weergegeven als regio. Sessie Primair (G)MR Gemeente Gemeenteraad Regio Provinc Rijk Anders Totaal onderwijs ie Aalten Berkelland Montferland Oost Gelre Oude IJsselstreek Winterswijk Regio Totaal De grootste groep die aan de interactieve bijeenkomsten heeft deelgenomen zijn de vertegenwoordigers van het primair onderwijs, 74 van de 209 deelnemers hebben aangegeven het primair onderwijs te vertegenwoordigen. Deze groep bestaat uit bestuurders van onderwijsstichtingen en locatiedirecteuren van scholen. Gemeenteraadsleden zijn de op een na best vertegenwoordigde groep met 38 stemmende deelnemers. 33 deelnemers hebben aangegeven de (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad te vertegenwoordigen, deze groep bestaat uit ouders en leerkrachten. Per bijeenkomst was er nog een aantal deelnemers die Anders hebben gestemd, in totaal 28. Navraag tijdens de sessie leerde dat dit o.a. vertegenwoordigers uit het voortgezet onderwijs en vertegenwoordigers van kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang waren. Tot slot hebben vertegenwoordigers vanuit de gemeenten (wethouders en ambtenaren), de regio Achterhoek, de provincie Gelderland en het Rijk deelgenomen aan de bijeenkomsten. De zeven bijeenkomsten hebben mede door hun interactieve karakter geleid tot een sterke bewustwording van de problematiek in de regio bij de aanwezigen; hebben tot creatieve nieuwe oplossingen geleid om met de leerlingendaling om te gaan en voor draagvlak gezorgd om gezamenlijk de problematiek aan te pakken in de regio. De normen, waarden en criteria die tijdens de verschillende sessies zijn opgehaald 2

182 (zowel door de stemresultaten als door de dialoog die aan de hand van de vragen, resultaten en kaartbeelden gevoerd is), worden in voorliggende rapportage gepresenteerd evenals de scenario s met kaartbeelden die aan de hand hiervan zijn opgesteld. Leeswijzer Dat tijdens het traject in de Achterhoek veel is opgehaald, maakt dat deze rapportage een spiegel is voor de regio. Dat is ook de manier waarop het stuk is opgebouwd. In paragraaf 2 van deze rapportage zal dieper in worden gegaan op de regionale context in de Achterhoek. Er zal een beeld worden gegeven van de leerlingendaling tot nu toe, de maatregelen die genomen zijn in de regio en de visies en plannen die er voor de toekomst liggen. Vervolgens zal in paragraaf 3 uiteen worden gezet wat er zou gebeuren wanneer er niets wordt gedaan in de regio. Paragraaf 4 is een weergave van de discussies die gevoerd zijn tijdens de interactieve bijeenkomsten in de Achterhoek. Deze discussie is per gemeente beschreven en wordt afgesloten met een overkoepelend beeld. Met het overkoepelend beeld wordt een afwegingskader aan de regio teruggeven waarmee keuzes kunnen worden gemaakt. Aan de hand hiervan wordt in paragraaf 5 een aantal hoofdscenario s gepresenteerd. Deze scenario s zijn niet bedoeld als blauwdrukken, maar dienen als startpunt voor een verdere uitwerking van plannen in de regio. Het zijn voorbeelden die inzichtelijk maken welke consequenties aan bepaalde keuzes verbonden zijn. Deze rapportage wordt afgesloten met een paragraaf over de bedrijfsvoering, dit betreft zowel de bedrijfsvoering van gemeenten (gevolgen voor vastgoed, kosten en opbrengsten) als die van schoolbesturen (gevolgen voor personeel, kosten en opbrengsten). 3

183 2. REGIONALE CONTEXT De Achterhoek heeft te maken met een forse leerlingendaling. Van daling van het aantal leerlingen is al sprake sinds 2009: in deze afgelopen vier jaar is het aantal leerlingen reeds met afgenomen (daling van 10,5%). Het aantal scholen neemt ook af: in dezelfde periode is het aantal scholen (netto) met 14 afgenomen van 176 in 2009 tot 162 in het schooljaar 2013/2014. In dezelfde periode nam het totaal aantal leerlingen in heel Nederland af, net als het aantal scholen. De daling is in de Achterhoek (zowel leerlingen als scholen) echter een stuk sterker dan het Nederlands gemiddelde. Onderstaande grafiek geeft die verhoudingen aan. Het aantal leerlingen in de Achterhoek daalt in de volledige periode met ca 33%. Dat betekent dat er in 2025 naar verwachting bijna minder basisschoolleerlingen zijn. In de twee meer stedelijke gemeenten Doetinchem en Winterswijk is de verwachte daling het laagst met ca 22%; in de gemeenten Bronckhorst en Montferland ligt de daling met bijna 50% een stuk hoger. Niet alleen de leerlingendaling verschilt per gemeente, ook het aantal leerlingen per vierkante meter. Dit resulteert in verschillende lokale opheffingsnormen en dat is waarschijnlijk ook de oorzaak van een veel lagere gemiddelde schoolgrootte in bijvoorbeeld Bronckhorst ten opzichte van Doetinchem. Gemeente Aantal scholen Aantal leerlingen Gemiddeld aantal ll. per school Lokale opheffingsnorm Aantal ll. per km 2 Ontwikkeling aantal ll Aalten ,9% Berkelland ,8% Bronckhorst ,7% Doetinchem ,2% Montferland ,4% Oost Gelre ,4% Oude IJsselstreek ,7% Winterswijk ,5% 4

184 Totaal Achterhoek ,5% Ter vergelijking, het totaal voor Nederland: Nederland ,4% Het huidige scholenaanbod voor het primair onderwijs in de Achterhoek ziet er als volgt uit: 5

185 Vlekkenplannen Schoolbesturen en gemeenten in de regio zijn zich uiteraard bewust van de leerlingendaling die al enkele jaren in gang is. Zij zitten dan ook niet stil. In een aantal gemeenten in de Achterhoek zijn zogenaamde vlekkenplannen (die de basis vormen voor integrale huisvestingsplannen voor PO) opgesteld waarin reeds afwegingen worden gemaakt over spreiding en huisvesting van scholen. Daaruit zijn op hoofdlijnen voor enkele scholen een viertal conclusies te extraheren. Er wordt aangegeven: of een afzonderlijke school toekomstbestendig is of twee (of meer) scholen zullen fuseren, of een school zal sluiten of duidelijk is dat er binnen een gebied (met 2, 3 of 4 scholen) íets gedaan moet worden, maar dat de precieze uitwerking (welke school open, welke dicht) nog onbekend is. De vlekkenplannen voor de gemeenten Bronckhorst, Doetinchem en Oude IJsselstreek zijn verwerkt in deze opdracht. Op onderstaand kaartbeeld zijn deze plannen weergegeven: 6

186 Indien de vlekkenplannen worden uitgevoerd zoals aangegeven, zullen er uiteindelijk 14 scholen zijn die gaan fuseren of samen met één of meerdere scholen een gebouw betrekken. Het zal betekenen dat er 9 scholen minder zijn. Eén school gaat sluiten (Pius X in Varsselder, gemeente Oude IJsselstreek). 7

187 3. WAT GEBEURT ER ALS WE NIETS DOEN In deze paragraaf wordt uiteengezet wat er zou kunnen gebeuren wanneer er niets wordt gedaan. Dat wil zeggen: wanneer niet gekozen wordt voor een gezamenlijke aanpak, de regio de leerlingendaling zijn werk laat doen en schoolbesturen en gemeenten individueel met de gevolgen ervan aan de slag gaan. Het moge duidelijk zijn dat een gezamenlijke aanpak er niet toe leidt dat de leerlingendaling minder wordt, maar wel kan er voor gezorgd worden dat deze in goede banen geleid wordt en dat het aantal scholen in de regio op gecontroleerde wijze wordt afgebouwd. Dat het komt tot sluiting van meer schoolgebouwen in de Achterhoek lijkt onvermijdelijk. Een kleine school is nu eenmaal duurder in de exploitatie dan een school van gemiddelde omvang (momenteel is dat 217 leerlingen in Nederland), omdat een kleine school gemiddeld meer FTE per kind in dienst heeft en ook de gebouwelijke lasten gemiddeld hoger liggen. Daar tegenover staat dat de inkomsten afnemen, omdat de bekostiging van het onderwijs grotendeels afhankelijk is van het leerlingenaantal. Dit wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de kleinescholentoeslag voor scholen die minder dan 145 leerlingen hebben, maar dat laat onverlet dat veel schoolbesturen met kleine scholen zich in een precaire financiële situatie bevinden en dat zij de afgelopen jaren hun reserves hebben moeten aanwenden om de exploitatie rond te krijgen. Als het gaat over kleine scholen, dan speelt naast de financiële situatie van de schoolbesturen ook nog de discussie over kwaliteit van het onderwijs. Het staat niet onomstotelijk vast dat kleine scholen minder goed presteren dan scholen van gemiddelde of grote omvang en er zijn voldoende voorbeelden van kleine scholen die zeer goed onderwijs bieden. Wel zijn veel mensen het erover eens dat kleine scholen kwetsbaarder zijn. De kans dat de kwaliteit van het onderwijs minder goed is, is groter op een kleine school, blijkt bijvoorbeeld ook uit rapportages van de onderwijsinspectie. Dit geldt met name voor scholen die geconfronteerd worden met een constante krimp van het aantal leerlingen. Ieder jaar worden groepen kleiner tot ze op een gegeven moment samengevoegd moeten worden, het team wordt steeds kleiner (met alle gevolgen van dien voor de continuïteit) en leerkrachten krijgen er telkens meer taken en verantwoordelijkheden bij. Tot slot is er de onzekerheid over het voortbestaan van de school die leerkrachten, maar ook ouders en kinderen, parten speelt. Vragen als: heb ik volgend jaar nog een baan? Of: staat juf X of meester Y volgend jaar nog voor de groep? dragen niet bij aan een klimaat waarin optimaal aandacht kan worden besteed aan het geven van goed onderwijs. Daar staat tegenover dat op veel scholen in Nederland gewerkt wordt aan- en met nieuwe onderwijsconcepten, waarin leerlingen bijvoorbeeld niet langer worden ingedeeld aan de hand van hun leeftijd in jaargroepen. Bij dergelijke methoden is ook vaak een rol weggelegd voor oudere kinderen, die de leerkracht voor een deel ontlasten door jongere kinderen uitleg te geven waar mogelijk. Dergelijke concepten zouden er voor kunnen zorgen dat ook op een kleine school de kwaliteit gewaarborgd wordt, maar hier zijn wel geschikte leerkrachten voor nodig. 8

188 Uiteindelijk wordt door de verantwoordelijke schoolbesturen de afweging gemaakt een school open te houden of niet. Wanneer dit gebeurt zonder een achterliggende gezamenlijke aanpak, kan dit betekenen dat scholen lukraak zullen sluiten. Schoolbesturen houden hun scholen zolang mogelijk open en raken verwikkeld in een concurrentiestrijd. Gevolg hiervan kan zijn dat een dorp waar nu nog twee kleine scholen staan over een paar jaar geen school meer heeft, omdat ze zijn blijven concurreren in plaats van de samenwerking te hebben gezocht. Sommigen zien dat als onwenselijk vanuit het oogpunt van spreiding van onderwijsvoorzieningen, anderen zullen dit zien als een natuurlijk onderdeel van marktwerking. Ook kan de kwaliteit van het onderwijs lijden onder deze concurrentie aldus sommigen. De concurrentiestrijd leidt tot een uitputtingsslag en brengt de nodige onzekerheid met zich mee (voor leraren, ouders en kinderen). Wanneer schoolbesturen en gemeenten samen optrekken om een plan voor spreiding en huisvesting te ontwikkelen, kunnen daarin keuzes worden gemaakt voor het behoud van bepaalde scholen door een gezamenlijke inspanning van de betrokken partijen. Onderstaand staan twee kaartbeelden die weergeven wat er zou kunnen gebeuren wanneer er niets wordt gedaan. Hierbij dient aangetekend te worden dat geen rekening gehouden is met de financiële positie van schoolbesturen en dat puur gekeken is naar leerlingenaantallen. Het kaartbeeld links geeft een scenario weer waarbij de absolute ondergrens van 23 leerlingen in 2020 is gehanteerd als minimum. Het kaartbeeld rechts geeft een scenario weer waarbij de lokale opheffingsnorm (die wordt vastgesteld per gemeente) 1 als minimum is gehanteerd in De lokale opheffingsnorm wordt door OCW per gemeente vastgesteld en is afhankelijk van het aantal leerlingen per km2. Scholen die minder leerlingen hebben dan de lokale opheffingsnorm krijgen 3 jaar de tijd om weer boven de opheffingsnorm uit te komen. Gebeurt dit niet dan wordt de financiering stopgezet, tenzij een van de uitzonderingsbepalingen van toepassing is. 9

189 Gele stippen op de kaartbeelden zijn scholen waar niets aan verandert, rode stippen zijn locaties die zouden sluiten in het scenario en blauwe stippen zijn scholen waar leerlingen van gesloten locaties bij zouden komen. Absolute ondergrens (2020) Voor het scenario waarbij de absolute ondergrens van 23 wordt gehanteerd heeft dat de volgende gevolgen (tabel op de volgende pagina): Gemeente Aantal Aantal Gemiddeld aantal Verschil t.o.v Extra ll. scholen leerlingen ll. per school Scholen Leerlingen vervoer 2 Aalten Berkelland Bronckhorst Doetinchem Montferland Oost Gelre Oude IJsselstreek Winterswijk Totaal Achterhoek In dit scenario zouden 9 van de huidige 162 scholen hun deuren sluiten en samen moeten gaan met andere scholen. 3 van de 11 scholen bevinden zich in de gemeente Bronckhorst en in Berkelland en Montferland zou het aantal scholen met 2 afnemen. Het gemiddeld aantal leerlingen per school zou zakken tot 137, terwijl dit nu 164 is in de Achterhoek. Dit zegt iets over de betaalbaarheid van het onderwijs, omdat het ministerie van OCW voor de bekostiging uitgaat van een schoolgrootte van ongeveer van de 153 scholen zouden in dit scenario nog in aanmerking komen voor kleinescholentoeslag, ca. 59% van de scholen zou in 2020 dus minder dan 145 leerlingen hebben. 2 In de scenario s wordt telkens uitgegaan van leerlingenvervoer over afstanden van 6 km of meer. Gemeenten zijn niet verplicht het leerlingenvervoer boven deze afstand te bekostigen, maar dit wordt wel aangeraden door de VNG. De meeste gemeenten doen dit dan ook. 10

190 Lokale opheffingsnorm (2020) Het scenario waarbij de lokale opheffingsnorm wordt gehanteerd heeft de volgende gevolgen: Gemeente Aantal Aantal Gemiddeld aantal Verschil t.o.v Extra ll. scholen leerlingen ll. per school Scholen Leerlingen vervoer Aalten Berkelland Bronckhorst Doetinchem Montferland Oost Gelre Oude IJsselstreek Winterswijk Totaal Achterhoek In dit scenario zouden 40 van de huidige 162 scholen hun deuren sluiten en samen moeten gaan met andere scholen. In Bronckhorst en de Oude IJsselstreek zakken de meeste scholen onder de lokale opheffingsnorm, namelijk 7. In Berkelland zou het aantal scholen met 6 en in Montferland met 5 afnemen. De gemiddelde schoolgrootte zou in dit scenario met 172 iets hoger komen te liggen dan de huidige gemiddelde schoolgrootte van 164. Op het niveau van de gemeenten is er wel sprake van een verschil tussen nu en 2020 (in het scenario). 55 van de 122 scholen zouden in dit scenario nog in aanmerking komen voor kleinescholentoeslag, dat is ca. 45% en dat is iets lager dan het huidige percentage (momenteel ontvangen 77 van de 162 scholen kleinescholentoeslag, 47,5%). Aangezien de uitkomsten van dit scenario een klein verschil betekenen ten opzichte van de huidige situatie (de gemiddelde schoolgrootte en het aandeel scholen dat in aanmerking komt voor kleinescholentoeslag) is aannemelijk dat dit scenario een minimale verbetering betekent voor de financiële situatie van de schoolbesturen. Voor velen zijn dit redenen om te zeggen dat niets doen geen optie is. Vanuit deze basis en het gevoel van urgentie is in de Achterhoek discussie gevoerd, tijdens zeven interactieve bijeenkomsten, over de toekomst van het primair onderwijs in de regio. 11

191 4. INTERACTIEVE BIJEENKOMSTEN Hieronder volgt een verslag van het interactief traject in de Achterhoek. Per bijeenkomst worden de belangrijkste discussiepunten aangegeven en ingekleurd met de couleur locale zoals die naar voren is gekomen. Het gaat om zes gemeentelijke bijeenkomsten in Aalten, Berkelland, Oude IJsselstreek, Oost Gelre, Montferland en Winterswijk. Tijdens deze bijeenkomsten is naast het regionale beeld ook ingezoomd op de specifieke problematiek in de gemeenten. In Doetinchem heeft alleen een regionale sessie plaatsgevonden. Er is voor gekozen geen bijeenkomst alleen voor de gemeente Doetinchem te organiseren omdat de plannen die er in Doetinchem zijn grotendeels sporen met de opgaven die uit de transitieatlas naar voren komen. Een dergelijke bijeenkomst zou daarom weinig toegevoegde waarde hebben. Uiteraard is de gemeente Bronckhorst ook benaderd voor een sessie. Gegeven de planvorming heeft de gemeente de wens uitgesproken hier aparte afspraken over te maken. Dit deel van de rapportage wordt afgesloten met een overkoepelend beeld voor de regio Achterhoek. 4.1 Aalten De sessie in Aalten vond plaats op 24 april Ondanks het relatief kleine gezelschap (18 deelnemers) was er een levendige discussie, met name tussen bestuurders van gemeenten en van onderwijsinstellingen. Andere aanwezigen waren leden van de (G)MR, schoolleiders, raadsleden, en een ambtelijke vertegenwoordiging. Aalten leerlingen op 15 scholen (1 oktober 2013) 27 leerlingen per km 2, dat is boven het Achterhoeks gemiddelde van 21 per km2 2 Tussen 2010 en 2025 neemt het aantal leerlingen volgens de prognoses met 29,9% af. Dat percentage ligt iets onder het Achterhoeks gemiddelde van 33,5% leerlingendaling. Bereikbaarheid van het onderwijs In de discussie over bereikbaarheid van het onderwijs is in Aalten onderscheid gemaakt tussen ouders die hun kinderen met de auto naar school brengen) en kinderen die zelf naar school fietsen. Logischerwijs is wanneer zij per auto worden gebracht 10 kilometer van huis naar school wel te doen voor basisschoolleerlingen, maar wanneer zij moeten fietsen zou 4 kilometer (al dan niet onder begeleiding) nog net acceptabel zijn volgens een deelnemer. Fietsen heeft de voorkeur omdat kinderen dan ook nog een verkeersopvoeding krijgen. Een school in het dorp is wenselijk volgens de aanwezigen, maar niet noodzakelijk. Een school in een buurdorp voldoet. Het kan uiteraard invloed hebben op de leefbaarheid, maar dat is niet cruciaal, omdat nabuurschap in Aalten zo sterk is dat deze ook zonder school overleeft. de buurtschappen in onze gemeente liggen maximaal vier kilometer uit elkaar dus dat is binnen de door ons gekozen maximale reisafstand voor POonderwijs. 12

192 Kwaliteit van het onderwijs Kwaliteit is niet direct te relateren aan een leerlingenaantal, maar kleine scholen brengen risico s met zich mee, werd in Aalten geconstateerd. Het combineren van klassen levert een zwaardere belasting op voor docenten. Om toch de kwaliteit te waarborgen op kleinere scholen zijn andere onderwijskundige concepten nodig, waar niet iedere docent voor geschikt is, zo pleit een andere deelnemer. Dit pleidooi past ook in de keuze die aanwezigen maken bij de vraag hoe kwaliteit te borgen: door ruimte voor scholen te bieden om zich te kunnen specialiseren en onderscheiden. Dat kan met een ander concept. Kleine scholen zullen onderling ook samenwerking moeten zoeken, zoals teamleren en samenwerkend leren tussen docenten onderling (intervisie) om kwaliteit docenten te verbeteren. Op grotere scholen gebeurt dit binnen 1 team, maar kleine scholen kunnen elkaar hiervoor opzoeken. Tot slot was men het niet eens over of het combineren van leerjaren in een groep nu goed is voor de sociale ontwikkeling van kinderen of juist niet. Een pré is het omgaan met kinderen van verschillende leeftijden, anderzijds heeft een kind juist behoefte aan een groep leeftijdsgenoten. Bedrijfsvoering Kleine scholen vormen een financieel risico gezien de ontwikkelingen rond de kleinescholentoeslag, die nu aan 6 van de 15 scholen in Aalten toe komt. Hoewel kwaliteit wordt gezien als het belangrijkste argument om een ondergrens te bepalen, geeft wel een deelnemer aan dat financiële gezondheid van een onderwijsinstelling ook van belang is. Het gaat uiteindelijk om de balans tussen kwaliteit, personeel, financiën en innovatie. Een schoolbestuur geeft aan dat zij dat kwadrant gebruikt bij het nemen van beslissingen. Ik denk dat we creatief moeten gaan denken en creatief met geld moeten omgaan. Zo denk ik aan scholen die meebetalen of helemaal verantwoordelijk zijn voor het leerlingenvervoer. Een schoolbestuurder Over de huidige bestuurlijke indeling wordt gezegd dat een aantal eenpitters over de Achterhoek verspreid is en samen een eenpittersoverleg vormen. De vrijheid van onderwijs maakt dat eenpitters kunnen bestaan en dit draagt bij aan de diversiteit. 13

193 4.2 Berkelland Op 17 april in Borculo kwam een twintigtal deelnemers bij elkaar in het gemeentehuis van Berkelland. De groep bestond uit schoolbesturen, (G)MR s, schoolleiders, raadsleden, ambtelijke vertegenwoordiging en leden van dorpsbelang. De flinke opgave die er ligt in Berkelland, met een sterke leerlingendaling, een lage bevolkingsdichtheid en kleine scholen, leidde tot een hevige discussie over de scenario s. Berkelland leerlingen op 29 scholen (1 oktober 2013) 14 leerlingen per km 2, dat is ver onder het Achterhoeks gemiddelde van 21 per km2 2 Tussen 2010 en 2025 neemt het aantal leerlingen volgens de prognoses met 35,8% af. Dat is een sterkere leerlingendaling dan gemiddeld in de Achterhoek. Bereikbaarheid van het onderwijs De relatie tussen de aanwezigheid van een school en leefbaarheid van een dorp zit ook in het feit dat kinderen hun klasgenoten volgen in de verenigingen waar ze bij gaan e.d. Als een school dan uit een kern verdwijnt, krijgen ook verenigingen het moeilijk. De relatie tussen een school en andere voorzieningen is daarmee sterk. Kwaliteit van het onderwijs Een schoolbestuurder geeft aan dat onderzoek onder ouders van de leerlingen aangaf dat ouders eerder op basis van nabijheid en kwaliteit een school kiezen dan op basis van pedagogische of onderwijskundige identiteit. Als er meer onderscheidende scholen in de regio zouden zijn, dan kan dit wellicht meer een rol (gaan) spelen. Kinderen zoeken hun vriendjes op die dicht bij school wonen en gaan daar ook bij verenigingen. Daardoor ontstaat een uitstroom in de eigen kern en wordt het verenigingsleven bedreigd, wat ten koste gaat van de leefbaarheid Schooldirecteur Bedrijfsvoering Leegstand in het vastgoed lijkt in Berkelland moeilijk te herbestemmen of te verkopen. Dat geldt niet alleen voor eventuele leegstaand onderwijsvastgoed, maar bijvoorbeeld ook voor detailhandel. Voor wat betreft het personeel wordt aangegeven door enkele besturen en scholen dat van een overschot aan personeel bij hen geen sprake is. Dat komt o.a. dat zij de verminderde vraag al zagen aankomen en er al op is geanticipeerd. Ik doe een oproep aan de gemeente en de wethouder om schoolbesturen bijeen te brengen in een gezamenlijk overleg. De scenario s die we vandaag gepresenteerd zien, kunnen daarbij helpen om de discussie te starten Schoolbestuurder 14

194 Tot slot ging een deel van de discussie in Berkelland over samenwerking. Besturen in de gemeente staan niet op 0: ze zijn al begonnen met het anticiperen op de leerlingendaling. In eerste instantie binnen de eigen organisatie. Nu is het moment aangebroken in overleg te treden met andere besturen en met gemeenten. 4.3 Montferland De bijeenkomst in Montferland vond plaats op 21 mei in s Heerenberg. Onder de 37 deelnemers waren schoolbesturen, (G)MR s, schoolleiders, raadsleden, twee wethouders, ambtelijke vertegenwoordigers en vertegenwoordigers van dorpsbelang. De discussie over de toekomst van het PO leeft al een tijd in de gemeente en gaat met name om de relatie tussen leefbaarheid in kleine kernen en de aanwezigheid van een basisschool. Montferland leerlingen op 16 scholen (1 oktober 2013) 27 leerlingen per km 2, dat is boven het Achterhoeks gemiddelde van 21 per km2 2 Tussen 2010 en 2025 neemt het aantal leerlingen volgens de prognoses met 47,4% af. Dat is na Bronckhorst de relatief grootste leerlingendaling in de Achterhoek Bereikbaarheid van het onderwijs De aanwezige dorpsraden bij deze bijeenkomst gaven aan dat de leefbaarheid wordt aangetast wanneer uit een kern de school verdwijnt. Het sluiten van een school in een kern waar de dichtstbijzijnde school op grote afstand ligt, zal relatief meer problemen opleveren. Het is veel ingrijpender voor leerlingen om van een dorpsschool naar een school in de stad te moeten dan van een dorpsschool naar een andere dorpsschool. De voorgestelde optie om kleine locaties dependances te laten zijn van grote scholen zal, volgens de aanwezige schoolbesturen, de problematiek op gebied van financiën en bedrijfsvoering nauwelijks oplossen. Er is wel een verschil in noodzakelijkheid en wenselijkheid van de aanwezigheid van een school in een kern. Het is volgens veel aanwezigen niet noodzakelijk voor de leefbaarheid, maar wel wenselijk, ook omdat een school de basis is voor veel andere activiteiten waardoor mensen elkaar ontmoeten. Natuurlijk is een school in een kern wenselijk, heel wenselijk zelfs. Maar die wens moet je naast kwaliteit leggen. Als je onder de ondergrens komt, is het de vraag of je de juiste kwaliteit nog kunt aanbieden De relatie met andere voorzieningen in een dorp wordt ook gezocht: wanneer een school verdwijnt zullen er minder mensen willen wonen, er minder woningen worden verkocht, en zal er minder draagvlak zijn voor overige voorzieningen. Het heeft dus een 15

195 doorwerking. Voor het (over)aanbod aan maatschappelijk vastgoed in een kern kan dat grote gevolgen hebben. Kwaliteit van het onderwijs Verder praatten de aanwezigen in Montferland o.a. over de verschillende elementen die bij het begrip kwaliteit komen kijken: het gaat er bijvoorbeeld om dat leerlingen genoeg leeftijdsgenoten hebben om mee te spelen, maar heeft ook te maken met exploitatie, personeel en financiën. Kwaliteit van het onderwijs is ook dat kinderen met elkaar kunnen spelen en delen. Bedrijfsvoering Waar het gaat om bedrijfsvoering werd geconstateerd door een genodigde dat het niet uitmaakt of de lusten en lasten evenredig zijn verdeeld tussen de gemeente en schoolbesturen. De opgave ligt er en die komt op een bepaalde manier linksom of rechtsom - bij de maatschappij terecht. Tijdens de bijeenkomst bleek ook dat binnen de gemeente er verschillen aanwezig zijn: met name in de zuidoosthoek van Montferland liggen problemen, die verder reiken dan alleen een dalend aantal leerlingen. Ook rond samenwerking kan daar nog het nodige bereikt worden, bijvoorbeeld met de scholen aan de rand van de gemeente Oude IJsselstreek. Tot slot geeft een deelnemer nog aan dat aspecten als economische voor- of tegenspoed nog invloed kunnen uitoefenen in de toekomst: dit is niet in een model te vatten. Wel laat het model goed zien op regionaal niveau dat de opgaven niet alleen bij bepaalde gemeenten of bepaalde kernen liggen: iedereen krijgt er rechts- of linksom mee te maken. 16

196 4.4 Oost Gelre Op 10 april kwamen 28 schoolbestuurders, GMR s, schoolleiders, raadsleden, ambtenaren, leden van dorpsbelang en vertegenwoordigers van kinderdagverblijven bij elkaar in Lichtenvoorde. Oost Gelre volgens de prognoses met 34,4% af. De Bereikbaarheid van het onderwijs leerlingendaling is dus net iets sterker dan gemiddeld Een locatiedirecteur merkt op dat bereikbaarheid, in de Achterhoek. in elk geval in termen van nabijheid, voor ouders steeds minder belangrijk wordt. Hij merkt dat aan het feit dat op de open dagen van scholen ouders van steeds grotere afstand komen kijken. Toch is volgens de meeste aanwezigen het organiseren van vervoer nodig indien leerlingen naar een naburige kern zullen moeten voor hun basisschool. Vanaf groep 8 zouden ze wel verder kunnen fietsen. Een aanwezige oppert de vraag of het mogelijk is juist in de grotere kernen onderwijslocaties te saneren, zodat deze in de kleinere kernen behouden kunnen blijven. Kwaliteit van het onderwijs Een opmerking van een aanwezige over het behoud van kwaliteit door specialisatie, wordt door een andere deelnemer gekeerd: gebieden waar het aanbod aan basisonderwijs niet onder druk staat kan specialisatie gewenst zijn, maar in een regio als de Achterhoek wordt het onrealistisch geacht. Het zou eerder leiden tot een vergroting van de gemiddelde afstand tot het onderwijs naar keuze leerlingen op 17 scholen (1 oktober 2013) Aanwezigen die overtuigd zijn dat grotere scholen een hogere kwaliteit onderwijs opleveren, geven aan dat het moeilijk is een keuze te maken tussen wat het beste is voor het kind en wat het beste is voor het dorp. Vanuit het kind geredeneerd zou volgens hen een kwalitatief goede (dus grotere) school belangrijk zijn, terwijl het niet goed is voor een dorp als de school verdwijnt. Bedrijfsvoering IKC s waarbij alle kinderen 5 dagen per week van half negen s ochtends tot zes uur s avonds naartoe worden gebracht, passen volgens de aanwezigen niet in de Achterhoekse cultuur. Toch wordt het nut van een eventuele IKC wel degelijk erkend, zonder dat het een dumpplaats voor kinderen wordt. 25 leerlingen per km 2, dat is boven het Achterhoeks gemiddelde van 21 per km2 2 Tussen 2010 en 2025 neemt het aantal leerlingen Je kan ook zeggen dat in die kernen waar meerdere scholen gevestigd zijn er een keuze moet zijn voor ouders en kinderen. Dat wil zeggen dat als er twee scholen zijn, dat zij verschillen in denominatie of onderwijskundige identiteit 17

197 Besturen die bestaan uit slechts één vestiging (éénpitters) kennen volgens een aanwezige het risico dat wanneer personeel uitvalt, dit veel moeilijker is op te vangen. Wellicht verklaart dat ook het feit dat er in Oost Gelre geen éénpitters zijn gevestigd. De verdeling van de lusten en lasten tussen schoolbesturen en gemeenten liggen nu andersom dan enkele jaren geleden: de schoolbesturen dragen meer de lusten en de gemeenten de lasten. Ondanks de suggestie van de gemeente, lijken schoolbesturen op dit moment niet geneigd een deel van de gemeentelijke lasten voor hun rekening te nemen, omdat gemeenten de schoolbesturen nauwelijks financieel hebben ondersteund toen de situatie omgekeerd was. De kosten en baten moeten beter verdeeld worden. De schoolbesturen hebben daarbinnen een verantwoordelijkheid om het voortouw te nemen Naast het vergrijsde personeelsbestand, de leerlingendaling en de verhoging van de pensioenleeftijd is er een ander aspect waardoor het moeilijk is jonge leraren vast te houden: bijna de helft van de jonge leraren wil stoppen met hun werk, zo is onlangs uit onderzoek gebleken. 3 3 Onderzoek uitgevoerd door CNV Onderwijs in samenwerking met het Algemeen Dagblad onder ruim 600 leraren tot en met 35 jaar. 18

198 4.5 Oude IJsselstreek De Openbare basisschool Op Koers in Varsseveld was op 7 april 2014 het podium voor de sessie Transitieatlas primair onderwijs in de gemeente Oude IJsselstreek. Onder de 46 deelnemers waren schoolbesturen, (G)MR s, schoolleiders, raadsleden, wethouders, ambtenaren, leden van het dorpsbelang, medewerkers van kinderdagverblijven / BSO en vertegenwoordigers van het voortgezet onderwijs. Oude IJsselstreek leerlingen op 21 scholen 25 leerlingen per km 2, dat is boven het Achterhoeks gemiddelde van 21 per km2 2 Tussen 2010 en 2025 neemt het aantal leerlingen volgens de prognoses met 29,7 % af. De leerlingendaling is daarmee minder groot dan in de totale Achterhoek Bereikbaarheid van het onderwijs Vanuit de deelnemers wordt aangegeven dat in een kern gevestigde ouders, eerder geneigd zijn te verhuizen wanneer de school verdwijnt. Het verdwijnen van een school zou volgens hen echter geen invloed hebben op het aantal mensen dat zich vestigt in een kern. Hiermee verschillen deze deelnemers van mening met enkele andere aanwezigen en met de aanwezigen tijdens andere sessies. Kwaliteit van het onderwijs De kwaliteit van het onderwijs hangt niet per se direct samen met het aantal leerlingen: de beste school in de Achterhoek is een zeer kleine school, zo geeft een aanwezige aan. Deelnemers in Varsseveld zagen specialisatie als de belangrijkste mogelijkheid om kwaliteit van scholen te waarborgen. De kwaliteit van het onderwijs stijgt volgens hen door specialisatie. Deze specialisatie kan ook betekenen diversiteit in schoolgrootte. Over het algemeen stijgt de kwaliteit door specialisatie, dus kan door specialisatie de onderwijskwaliteit worden gestimuleerd. Een schoolbestuurder geeft het voorbeeld van een gemeente waar er voor is gekozen verschillende onderwijsconcepten te hanteren (om de diversiteit te bevorderen) wanneer twee scholen dichtbij elkaar liggen. Bedrijfsvoering Leegstaande gebouwen hebben volgens de aanwezigen geen mogelijkheden om te herbestemmen, omdat er al veel leegstaat in de gemeente. Op basis van wat normatief benodigd zou zijn voor de scholen werd in de sessie duidelijk dat in de Oude IJsselstreek nu al een overschot is van ruim m 2 vastgoed. 19

199 Tot slot werd vermeld dat in de samenwerking tussen gemeenten en schoolbesturen soms meespeelt dat gemeenten een moeilijke onderhandelingspositie hebben vanwege hun financiële situatie. 4.6 Winterswijk De laatste bijeenkomst vond op 28 mei plaats in Winterswijk, waar 36 deelnemers bestaande uit schoolbesturen, (G)MR, schoolleiders, een wethouder, raadsleden, leerkrachten, een rector voortgezet onderwijs, leden van dorpsraden, een welzijnsstichting en een enkele ouder samenkwamen in het gemeentehuis. Winterswijk In Winterswijk gaan leerlingen op 16 scholen naar school. 19 leerlingen per km 2, dat is onder het Achterhoeks gemiddelde van 21 per km2 2 Tussen 2010 en 2025 neemt het aantal leerlingen volgens de prognoses met 23,5 % af. Dat is na Doetinchem de relatief kleinste leerlingendaling in de Achterhoek Bereikbaarheid van het onderwijs De relatie tussen leefbaarheid en de aanwezigheid van een basisschool werd door de vertegenwoordigers van PO (MR en besturen) gezien als sterk: een school is een noodzakelijk element voor de leefbaarheid in een dorp, omdat dit het naoberschap versterkt. Dat de leerlingendaling een regionale opgave is, is duidelijk. Ook voor Winterswijk geldt echter dat een lokale uitwerking onontbeerlijk is. Leerlingenstromen tussen kernen liggen in het buitengebied van Winterswijk niet altijd zoals men in eerste instantie zou denken. In de discussie is duidelijk naar voren gekomen dat op bepaalde plekken wordt verwacht dat leerlingen eerder binnen de gemeente Winterswijk naar school zouden (blijven) gaan dan naar een (dichterbij gelegen) school in een buurgemeente zoals Aalten. Kwaliteit van het onderwijs Opvallend in Winterswijk was verder dat de diversiteit van het onderwijs van vrij groot belang werd geacht en dan met name de pedagogische identeit. In Winterswijk bevindt zich dan ook één van de twee vrije scholen in de regio. Op de vraag wat het maximum aan gecombineerde leerjaren per groep zou moeten zijn, stemden de vele aanwezige gemeenteraadsleden weliswaar voor maximaal 2, maar gaven ook aan dat vooral vanuit het onderwijs moet komen wat zij nodig hebben om een goede kwaliteit onderwijs te bieden. In Winterswijk wordt de vorming van een IKC onafhankelijk van het aantal kinderen wat er naartoe kan - door een aantal mensen gezien als een kwaliteitsimpuls. Voorzieningen worden Je kunt als gemeenteraad wel wensen hebben, maar het onderwijs moet aangeven wat kwaliteit geeft. Daar moet de gemeenteraad naar luisteren. Raadslid 20

200 gebundeld en kunnen daardoor meer samenwerken, maar ook ouderbetrokkenheid zou gestimuleerd worden door de vorming van IKC s. Kinderen zijn gebaat bij een grote ouderbetrokkenheid. Vanuit welk oogpunt ook naar een IKC gekeken wordt: volgens een aanwezige is het positief als een kind een groot deel van de dag op dezelfde plek kan blijven. De peuterspeelzalen zoeken in Winterswijk dan ook samenwerking met de scholen. In Winterswijk kwam ook het onderwerp passend onderwijs aan bod. In de zaal bestonden verschillende visies op de samenhang met leerlingendaling. Het zou twee dingen kunnen betekenen: ouders kiezen eerder een grote school omdat die alles wat er bij passend onderwijs komt kijken kan aanbieden óf ouders kiezen eerder voor een kleine school waar persoonlijker aandacht is. Bedrijfsvoering Hoewel veel schoolbesturen in de Achterhoek bovengemeentelijk werken, zou een enkele aanwezige het wenselijk vinden indien alle scholen voor primair onderwijs in Winterswijk onder één bestuur zouden vallen. Tot slot werd vermeld dat nieuwe aanwas van onderwijsgevend personeel er wel is in de regio, maar dat het door de leerlingendaling lastig is hen een kans te geven. Per buurtschap is het verschillend of er behoefte is aan extra buurthuizen. Herbestemming van vastgoed is dus maatwerk. 21

201 4.7 Keuzes maken: bereikbaarheid, kwaliteit en bedrijfsvoering De discussie per gemeente geeft goed weer wat in paragraaf 3 van dit rapport ook al werd gesteld, dat niets doen voor velen geen optie is. Tijdens de interactieve bijeenkomsten is veel gesproken over wat er dan wél gedaan zou moeten worden. Niet over elk issue bestaat consensus, maar uit de afzonderlijke discussies is wel een regionaal beeld te destilleren dat richtinggevend is. Het overkoepelende beeld over hoe om te gaan met leerlingendaling wordt op dezelfde wijze gestructureerd als het beeld per gemeente, naar bereikbaarheid van het onderwijs, kwaliteit van het onderwijs en financiën. Aan het einde wordt nog ingegaan op een aantal opvallende accentverschillen per gemeente. Voor iedere school, gemeente, kern en regio zal het ideaalplaatje zijn: een school die kwalitatief goed onderwijs biedt, die financieel gezond is en op loopafstand is voor ouder en kind. In dunbevolkte gebieden zal, zeker wanneer er sprake is van een sterke leerlingendaling, het niet altijd mogelijk zijn aan dit ideaalplaatje te voldoen. De vraag is daarom wat het leidende uitgangspunt of wat de leidende uitgangspunten zouden moeten zijn bij de herstructurering van het onderwijsaanbod gegeven de leerlingendaling in de Achterhoek. Bereikbaarheid van het onderwijs Zoals duidelijk blijkt uit de verslagen per gemeente kent de discussie over bereikbaarheid van het onderwijs vele dimensies. Het gaat over de leefbaarheid van een dorp, kern of wijk, over maximaal af te leggen afstanden, de tijd die dit kost en over het veilig af kunnen leggen van deze afstanden. Uit de stemresultaten en uit de discussies komt het beeld naar voren dat de meeste mensen het liefst een school in het eigen dorp hebben, maar uiteindelijk geeft een kleine meerderheid (53,6%) aan dat een school niet noodzakelijk is voor de leefbaarheid. Scholen staan ook niet op zichzelf, in de relatie met de leefbaarheid in een kern zal ook naar de samenhang met andere voorzieningen gekeken moeten worden. Aanwezigen hebben gestemd op de vraag waarmee het primair onderwijs als eerste afgestemd zou moeten worden. 29% gaf hierbij de voorkeur aan het voortgezet onderwijs en 24% aan 22

202 ontmoetingsvoorzieningen. Tijdens de bijeenkomsten is deze samenhang getoond, waarbij in sommige scenario s scholen sluiten waar nog andere voorzieningen blijven staan. Ook het tegenovergestelde kan voorkomen, dat in een scenario een school behouden blijft terwijl er voornemens zijn de sportzaal te sluiten. Door een aantal deelnemers is dan ook aangegeven dat deze samenhang nader zou moeten worden onderzocht met de transitieatlas. Als het aan zou komen op de keuze tussen kwaliteit en bereikbaarheid dan mag een kwalitatief betere school ook wel in het buurdorp staan volgens de meeste deelnemers. Als het aankomt op de keuze tussen kwaliteit en de bereikbaarheid dan mag een kwalitatief betere school eventueel ook wel in het buurdorp staan. Wel bestaat er discussie over wat dan nog een acceptabele afstand is naar de dichtstbijzijnde school: 2 tot 4 km is volgens 42% van de deelnemers een aanvaardbare afstand tot een basisschool, terwijl 36% van de deelnemers 4 tot 6 km heeft gestemd. De resterende 22% heeft gekozen voor een afstand die lager dan wel hoger is dan de bandbreedte van 2 tot 6 km. Over de vraag hoe de afstand het beste overbrugd kan worden zijn de aanwezigen duidelijk: dat kan vooral door (veilig) fietsen te stimuleren. Uit de dialoog bleek dat deelnemers dit vooral zien als taak van de ouders. Gecombineerd met het antwoord dat vervolgens het vaakst gekozen is (ouders blijven zelf verantwoordelijk) betekent dit dat 78% hierin een belangrijke taak voor de ouders ziet. Geconcludeerd kan worden dat hoewel bereikbaarheid belangrijk is in de discussie over de spreiding en huisvesting van het onderwijs, maar door de meeste deelnemers aan de interactieve bijeenkomsten wordt het niet als leidend uitgangspunt beschouwd. 23

203 Kwaliteit van het onderwijs Tijdens de interactieve bijeenkomsten is specifiek gevraagd wat het meest doorslaggevend zou moeten zijn bij het bepalen van een ondergrens voor een basisschool. Een grote meerderheid heeft hierbij voor kwaliteit gekozen (69,4%, 145 van de 209 deelnemers). Slechts 11 deelnemers kozen voor een gezonde financiële exploitatie. Maximale kwaliteit bieden heeft gevolgen voor de financiën. Hoogwaardige leerkrachten en veel individuele aandacht voor leerlingen betekenen hogere personeelskosten of meer fte. Vervolgens is de vraag gesteld hoe de kwaliteit van scholen het best geborgd kan worden. 44% vindt dat scholen zich moeten kunnen specialiseren en onderscheiden (bijvoorbeeld in identiteit en onderwijsmethoden), 23% denkt dat dit kan door alleen maar hooggeschoolde docenten (waarbij deelnemers regelmatig aangaven dat zij met hooggeschoold vooral vakmanschap bedoelen) en 13% ziet het instellen van een minimum schaalgrootte als oplossing. In de discussie die volgde werd meestal geconcludeerd dat het bieden en borgen van kwalitatief hoogwaardig onderwijs altijd een combinatie is van meerdere aspecten. Financiën Ondanks dat niet veel deelnemers kozen voor een gezonde bedrijfsvoering als doorslaggevend voor het bepalen van een ondergrens, wordt wel door iedereen erkend dat de financiën van belang zijn. Uit de discussies komt sterk het beeld naar voren dat financiën nooit leidend zouden moeten zijn bij een afweging over het open houden van een school, maar dat het in samenhang moet worden bezien met vooral de kwaliteit. De reden dat de voorkeur niet uitgaat naar financiën als leidend uitgangspunt is dat voor een gezonde bedrijfsvoering een bepaalde massa aan leerlingen nodig is. Dit zou opschaling betekenen en dat heeft consequenties voor de bereikbaarheid (afstanden worden groter) en ook beargumenteren sommigen dat door schaalvergroting de kwaliteit van scholen juist achteruit gaat en dat leerlingen daar niet meer zijn dan een nummer. Daar wordt tegenin gebracht dat wanneer scholen gemiddeld meer leerlingen hebben, dit juist meer mogelijkheden geeft om maatwerk te bieden voor verschillende typen leerlingen. Zeker in het kader van de invoering van passend onderwijs is dit 24

204 voor de kwaliteit van het onderwijs in de toekomst erg belangrijk. Een ander voordeel van een wat grotere school is volgens sommigen dat door een groter aantal leerlingen mogelijk draagvlak voor andere voorzieningen in de omgeving wordt vergroot. Dit maakt multifunctioneel gebruik van een accommodatie en wellicht de vorming van integrale kindcentra kansrijk. Omdat integrale kindcentra vaak als oplossing worden aangedragen in gebieden die met leerlingendaling geconfronteerd worden, zijn hier twee vragen over gesteld tijdens de interactieve bijeenkomsten. De eerste vraag had betrekking op de minimale omvang van een IKC. De meeste deelnemers kozen hierbij voor 150 kinderen (26%), maar 225 en 300 kinderen kregen een bijna even groot aandeel van de stemmen (ieder 22%). Hieruit kan worden opgemaakt dat in ieder geval een meerderheid voorstander is van het vormen van IKC s. De wijze waarop deze voorzieningen vormgegeven worden is echter nog een vraagteken. Bij een omvang van 150 kinderen is het namelijk zo dat een zeer sobere variant van een IKC mogelijk is, maar dat dan nog de exploitatie zeer lastig zal worden. Een dergelijke sobere variant komt ook niet overeen met de resultaten uit de tweede vraag die over IKC s gesteld is, namelijk welke functies hierin ondergebracht zouden moeten worden. Een kleine meerderheid (51%) geeft de voorkeur aan een zo breed mogelijk IKC en nog eens 29% spreekt zich uit voor een breed IKC zonder inlooppunt voor het centrum voor jeugd en gezin. Voor de bedrijfsvoering van gemeenten is het van belang wat er gebeurt met de schoolgebouwen die leeg komen te staan, mocht het onverhoopt komen tot de sluiting van een school. Aan de aanwezigen is gevraagd wat de meest kansrijke optie voor herbestemming is. 48% van hen kiest voor een bestemming als dorpshuis of multifunctioneel centrum. Deze keuze is veelal gemaakt vanuit de gedachte dat een basisschool de laatste voorziening met ontmoetingsfunctie in een dorp is. In de dialoog over de antwoorden werd dit beeld vervolgens wel genuanceerd: van locatie tot locatie moet 25

205 bekeken worden wat de meest kansrijke manier is om een gebouw te herbestemmen. Als er inderdaad niets anders in een kern is, dan kan het een dorpshuis worden. Met een monumentaal pand zijn weer andere opties denkbaar. Hoewel uit de stemresultaten niet blijkt dat aanwezigen bij de sessies op voorhand voor sloop van gebouwen zijn, is telkens wel aangegeven tijdens de discussie dat er de komende jaren zo veel maatschappelijk vastgoed leeg komt te staan dat teruggeven aan de natuur uiteindelijk voor veel gebouwen de enige optie is. Accentverschillen per gemeente Wanneer deze resultaten op het regioniveau nader worden bekeken dan valt op dat de resultaten in grote lijnen overeenkomen met de resultaten van de individuele sessies. Toch is ook een aantal accentverschillen per gemeente te ontwaren, vooral bij vragen die raken aan de bereikbaarheid en kwaliteit. Op de vraag welke afstand tot een basisschool nog acceptabel is, wijken de deelnemers aan de sessies in de gemeenten Aalten en Oude IJsselstreek het meest af. Het antwoord 2-4 kilometer is in bijna alle gemeenten het vaakst gegeven, gevolgd door 4-6 kilometer. In de Oude IJsselstreek is dat precies andersom. Het antwoord dat daarna het vaakst gegeven wordt (1-2 kilometer) is in de gemeente Aalten helemaal niet gekozen. Over de noodzaak van een school voor de leefbaarheid in een kern zijn de meningen verdeeld. Tijdens de sessies in Berkelland, Montferland en Winterswijk heeft een meerderheid van de aanwezig voor ja gekozen, in de andere vier sessies koos de meerderheid voor nee. 26

206 In bijna alle gemeentelijke bijeenkomsten is door aanwezigen het vaakst geantwoord dat scholen zich moeten kunnen specialiseren en onderscheiden op de vraag hoe de kwaliteit het best kan worden geborgd. Opvallend is wel dat in de Oude IJsselstreek en de regionale bijeenkomst in Doetinchem relatief meer deelnemers kozen voor hoogopgeleide docenten, in Aalten, Oost- Gelre en Winterswijk was het aantal aanwezigen dat op anders stemde juist relatief hoog. Bij iedere sessie was wel iemand aanwezig die koos voor het instellen van een minimum schaalgrootte. Tijdens de regiobijeenkomst waren dat er relatief meer en in Montferland juist minder. Op de vraag wat een acceptabele opheffingsnorm zou zijn, werd het vaakst leerlingen geantwoord, opvallend is dat in Winterswijk relatief veel is gestemd op leerlingen. Een andere manier om een dergelijke ondergrens te bepalen is door te vragen naar de gewenste maximum hoeveelheid gecombineerde groepen (of leerjaren) per klas. In alle sessies koos een meerderheid voor 2, dat zou inhouden een 4- klassige basisschool als minimum en dat vergt ongeveer een minimale schoolomvang van 80 leerlingen. Bij maximaal drie groepen gecombineerd in een klas is een omvang van 50 benodigd, dus het beeld is vrij consistent dat onder de aanwezigen bij de sessies er vrij veel draagvlak is voor een minimumomvang van tussen de 50 en 80 leerlingen. Wanneer we het regionale beeld en de accentverschillen per gemeente overzien, volgt dat de keuze tussen bereikbaarheid, kwaliteit en bedrijfsvoering nooit zo zwart-wit zijn als hier wordt voorgesteld. Volledig gaan voor het een of voor het ander zal in sommige gevallen voorbijgaan aan de specifieke couleur locale. Het is uiteraard mogelijk per situatie een andere keuze te maken. Daarbij kan gedacht 27

207 worden aan situaties waarin afstanden erg groot worden of routes erg gevaarlijk voor kinderen. Schoolbesturen in de regio kunnen (het liefst in gezamenlijkheid) er dan voor kiezen om bepaalde scholen open te houden die niet een bepaalde schaalgrootte hebben. Dit is kortom lokaal maatwerk en het zal bij de uiteindelijke uitwerking van een regionaal spreidingsplan van school tot school (of van kern tot kern) bekeken moeten worden, ook in samenhang met overige voorzieningen. Met het regionale beeld zoals dat hiervoor uiteengezet is, zal in het vervolg van de rapportage een voorkeursscenario worden uitgewerkt. 28

208 5. HOOFDSCENARIO S Het doel van de transitieatlas is om aan de hand van scenario s inzicht te geven in de consequenties van bepaalde keuzen of het hanteren van bepaalde uitgangspunten voor de optimalisering van het onderwijsaanbod in de Achterhoek. In deze paragraaf worden drie hoofdscenario s gepresenteerd. Het is belangrijk te vermelden dat de scenario s geen blauwdruk of beleidsopties voor de toekomst zijn, maar de scenario s geven een bandbreedte weer waarbinnen de discussie over de spreiding en huisvesting van het onderwijs gevoerd kan worden. Er spelen altijd lokale factoren mee die bij het hanteren van objectieve normen en regels niet kunnen worden meegewogen. De uiteindelijke keuze voor de wijze waarop met de onderwijsvoorzieningen in de regio wordt omgegaan is aan de onderwijsbesturen in samenspraak met belanghebbenden zoals ouders, medezeggenschapsraden en gemeenten. Uitwerking van de keuzes die samen gemaakt worden, blijft altijd lokaal maatwerk. Het adviesbureau dat verantwoordelijk is voor uitvoering van de transitieatlas heeft dan ook geen voorkeur voor een van de scenario s. Aan de hand van de uitgangspunten zoals die in de vorige paragraaf benoemd zijn, is een drietal scenario s opgesteld. De uitgangspunten van de scenario s en de scenario s zelf zijn getoetst tijdens de zeven interactieve bijeenkomsten die in de regio Achterhoek gehouden zijn. De uitkomsten van de dialoog en de stemresultaten over bereikbaarheids-, kwaliteits- en bekostigingscriteria zijn gebruikt om een voorkeursscenario te bepalen. Naast het voorkeursscenario zijn twee scenario s opgenomen die als optimalisaties van het voorkeursscenario gezien kunnen worden. Er wordt een vingeroefening gedaan waarbij in twee stappen de minimumschaalgrootte van scholen in de Achterhoek wordt verhoogd, dit is scenario 2. In het derde scenario wordt onderscheid gemaakt tussen scholen in kernen met meer en minder dan inwoners, voor de kleinere kernen wordt een lagere ondergrens gehanteerd dan voor de grotere kernen. Per scenario worden onderstaand de uitgangspunten weergegeven in een tekstvak, ook wordt aangegeven welke relevante stemresultaten uit de bijeenkomsten zijn meegenomen in de uitgangspunten per scenario. Vervolgens wordt het kaartbeeld getoond dat bij het scenario hoort en worden de consequenties beschreven. Tot slot volgt een tabel met een cijfermatige uitwerking per gemeente. 29

209 SCENARIO 1: VOORKEURSSCENARIO Het voorkeursscenario is bepaald door de stemresultaten van alle sessies bij elkaar op te tellen en criteria op het gebied van afstand en schaalgrootte te nemen waar de meeste deelnemers voor hebben gekozen. Vervolgens is het beeld dat hieruit voortkomt, een minimale schaalgrootte van 75 leerlingen in het jaar 2020, getoetst aan de dialoog die per sessie gevoerd is. Alles bij elkaar genomen zou dit een herkenbaar scenario moeten zijn voor de deelnemers aan de verschillende interactieve bijeenkomsten. Afstand 88 van de 209 stemmende deelnemers (42,1%) kozen voor 2 4 km als een afstand die nog aanvaardbaar is tot een basisschool. Uitgangspunten scenario Minimaal 75 leerlingen in het jaar 2020 Afstand: dichtstbijzijnde school + een straal van 10% Denominatie als eerste prioriteit, daarna cito 129 van de 209 stemmende deelnemers (61,7%) vinden dat een basisschool niet per se in het eigen dorp moet blijven; het mag ook in het buurdorp. Schaalgrootte 36,4% van de stemmende deelnemers (76 van de 209) vindt een opheffingsnorm van tussen de 50 en 80 leerlingen acceptabel. Dat aantal spoort ook met het maximum aantal gecombineerde groepen (leerjaren) per klas dat het merendeel van de stemmende deelnemers (135 van de 202, 66,8%) wenselijk vindt, namelijk 2 (8 groepen / 2 * 20 leerlingen per klas is 80 leerlingen). 30

210 Consequenties In dit scenario zouden 50 van de 162 scholen tussen nu en 2020 moeten samengaan met een andere school. De meeste van deze scholen staan in de gemeenten Berkelland en Bronckhorst. Dit zijn de gemeenten waar het gemiddelde aantal leerlingen per vierkante kilometer het laagst is en waar op dit moment ook al gemiddeld het minst aantal leerlingen per school is. Afstanden zullen vooral groot worden voor leerlingen: In het gebied tussen kernen Baak, Wichmond, Toldijk en Bekveld in Bronckhorst. In de kleinere kernen in de gemeente Winterswijk In het gebied tussen Zelhem (Bronckhorst) en Ruurlo (Berkelland) In de buurt van Netterden en in de buurt van Westendorp (beiden Oude IJsselstreek) Onderstaand zijn de consequenties per gemeente weergegeven 31

211 Gemeente Aantal Aantal Gemiddeld aantal Verschil t.o.v Extra ll. scholen leerlingen ll. per school Scholen Leerlingen vervoer Aalten Berkelland Bronckhorst Doetinchem Montferland Oost Gelre Oude IJsselstreek Winterswijk Totaal Achterhoek Relevant om te vermelden bij het voorkeursscenario is dat met de vlekkenplannen die zijn opgesteld in een aantal gemeenten een belangrijke eerste stap gezet wordt richting optimalisatie van het onderwijsaanbod. Voor de scholen die in de plannen zijn opgenomen komt het voorkeursscenario op hoofdlijnen overeen. Voor een aantal scholen gaat het voorkeursscenario verder, daar waar in de vlekkenplannen nog een nadere afweging gemaakt dient te worden. 32

212 SCENARIO 2: OPTIMALISERING: VAN 75 (2020) NAAR 110 (2025) Bij wijze van vingeroefening is tijdens de interactieve bijeenkomsten een scenario getoond waarbij de output van een scenario met 80 leerlingen als ondergrens in 2020 is gebruikt om vervolgens op te schalen naar 150 leerlingen in Het idee van dit scenario is dat een dergelijke stap naar een ondergrens van 150 niet in de periode tot en met 2020 te realiseren. Daarnaast kan met een dergelijke tweetrapsraket inzichtelijk worden gemaakt welke locaties robuust zijn in het licht van een verdere leerlingendaling. Tijdens de interactieve bijeenkomsten is gebleken dat opschalen naar een minimumschaalgrootte van 150 leerlingen niet realistisch is voor een regio met veel relatief dunbevolkte gemeenten. Omdat de leerlingendaling verder doorzet in de Achterhoek en omdat een grotere omvang van scholen wel een aantal voordelen kent, is in deze rapportage een scenario opgenomen waarin tussen 2020 en 2025 wordt opgeschaald van een minimum van 75 naar een minimum van 110. Dit aantal is gekozen vanwege de bezwaren die gemaakt werden tijdens de interactieve bijeenkomsten op het scenario waarin naar 150 opgeschaald werd. Door samenvoegingen zou in dit scenario de gemiddelde schoolgrootte in de Achterhoek in 2020 uitkomen op 218 leerlingen, dat is ongeveer gelijk aan het huidige landelijke gemiddelde van 217 leerlingen per school. Dit is interessant, omdat in de normbekostiging van het Rijk uitgegaan wordt van scholen met een omvang van 225 leerlingen. Afstand Uitgangspunten scenario 75 van de 209 stemmende Minimaal 110 leerlingen in het jaar 2025 deelnemers (35,9%) kozen voor 4 Afstand: dichtstbijzijnde school + een straal van 10% 6 km als een afstand die nog Denominatie als eerste prioriteit, daarna cito aanvaardbaar is tot een basisschool. Nog eens 18 deelnemers kozen voor een afstand van 6 10 km, en 2 aanwezigen vonden zelfs dat meer dan 10 km acceptabel is. Tezamen vormt de groep deelnemers die op de wat langere afstanden gestemd heeft net geen meerderheid (45,5%), maar het geeft wel aan dat een aanzienlijk deel van de aanwezigen bereid is een grotere afstand af te leggen naar een basisschool of het in ieder geval acceptabel vindt dat het nodig is. 33

213 Schaalgrootte De gekozen schaalgrootte in dit scenario is eigenlijk iets te hoog voor de Achterhoek. Slechts 11 deelnemers kozen voor een acceptabele opheffingsnorm van tussen de 100 en 225 leerlingen, 2 deelnemers kozen voor 225 of meer. Wel bleek telkens tijdens de discussies aan de hand van de vragen en scenario s dat een zekere omvang wel wenselijk is, maar dat dit uitgangspunt niet mag prevaleren boven alles. Consequenties In dit scenario zouden 27 van de 116 scholen tussen 2020 en 2025 moeten samengaan met een andere school. In 2025 zouden dan nog 89 in de Achterhoek open zijn. De meeste resterende scholen staan in de gemeente Doetinchem, dit komt omdat de lokale opheffingsnorm hier hoger ligt dan de 110 leerlingen per school die als minimum is ingesteld. Daardoor staan er in de gemeente al veel relatief grote scholen en is het effect van het scenario minder drastisch dan in andere gemeenten. Ten 34

214 opzichte van het scenario met 75 leerlingen als ondergrens in 2020 verandert er het meest in Berkelland, Bronckhorst en Oude IJsselstreek. In deze gemeenten zullen respectievelijk nog 6, 5 en 5 scholen samengaan met een andere school in dit scenario. Dit is voor de gemeente Berkelland te verklaren omdat de leerlingendaling daar nog het hardst door lijkt te gaan. In Bronckhorst en Oude IJsselstreek zou het zo kunnen zijn dat na het instellen van de minimumnorm op 75 er nog relatief veel scholen waren die daar net boven zaten. In de volgende stap van de optimalisatie, naar een schaalgrootte van 110, worden deze scholen alsnog samengevoegd met een ander. In de gemeente Winterswijk zijn de minste veranderingen zichtbaar, opvallend is dat in deze gemeente (als enige in de Achterhoek) ook een lichte groei van het aantal leerlingen te zien is ten opzichte van In het voorkeursscenario waren de gemiddelde afstanden al groter geworden voor ouders en leerlingen, logischerwijs vooral in het landelijke gebied. De gemiddelde afstanden nemen in dit scenario verder toe, waarbij de situatie vooral precair wordt: Aan de grens met Duitsland in vrijwel de gehele regio. Aan de rand van de gemeenten Montferland en Doetinchem In het midden van de regio waar Bronckhorst, Berkelland, Oost Gelre en Oude IJsselstreek aan elkaar grenzen. Voor de kleine kernen in Winterswijk. Onderstaand zijn de consequenties van het scenario per gemeente weergegeven: Gemeente Aantal Aantal Gemiddeld aantal Verschil t.o.v Extra ll. scholen leerlingen ll. per school Scholen Leerlingen vervoer Aalten Berkelland Bronckhorst Doetinchem Montferland Oost Gelre Oude IJsselstreek Winterswijk Totaal Achterhoek

215 SCENARIO 3: ONDERSCHEID STAD EN LANDELIJK GEBIED In een aantal bijeenkomsten vermeldden aanwezigen dat het onmogelijk zou zijn met één norm voor de hele regio te werken. De in de scenario s gehanteerde normen kunnen voor het buitengebied veel zwaardere consequenties hebben dan voor de grotere kernen. Daarom is een scenario opgenomen waarin voor de scholen in kleinere kernen een lagere norm wordt gehanteerd dan voor scholen in de grotere kernen en steden. Input: normen, waarden en criteria (stemresultaten) Afstand 88 van de 209 stemmende deelnemers Uitgangspunten scenario (42,1%) kozen voor 2 4 km als een afstand die nog aanvaardbaar is tot een basisschool. In kernen van inwoners of meer hebben de scholen minimaal 150 leerlingen In kleinere kernen minimaal 75 leerlingen 129 van de 209 stemmende deelnemers (61,7%) vinden dat een basisschool niet per se in het eigen dorp moet blijven; het mag ook in het buurdorp. 76 scholen zijn gevestigd in kleine kernen; 86 scholen in de grote kernen Afstand: dichtstbijzijnde school + een straal van 10% Denominatie als eerste prioriteit, daarna cito Schaalgrootte 36,4% van de stemmende deelnemers (76 van de 209) vindt een opheffingsnorm van tussen de 50 en 80 leerlingen acceptabel. 36

216 Consequenties In dit scenario zouden 67 van de 162 scholen tussen nu en 2020 moeten samengaan met een andere school. Het betekent dat er in dit scenario 95 scholen zullen blijven bestaan. 52 daarvan staan in kernen > inwoners (-40%) en 43 daarvan in kernen met minder dan inwoners (-43%). Van de 67 scholen die zullen moeten samengaan met een andere school staan er 14 in Berkelland (waarvan 11 in grote kernen), 11 in de gemeente Bronckhorst en elk 8 in de gemeenten Oude IJsselstreek, Oost Gelre en Montferland. Afstanden zullen vooral groot worden voor leerlingen: In het gebied tussen kernen Baak, Wichmond, Toldijk en Bekveld in Bronckhorst. In de kleinere kernen in de gemeente Winterswijk In het gebied tussen Zelhem (Bronckhorst) en Ruurlo (Berkelland) Tussen Ulft, Varsseveld en Dinxperlo (Oude IJsselstreek en Aalten) 37

217 Onderstaand zijn de consequenties per gemeente weergegeven voor dit scenario (2020): Gemeente Aantal Aantal Gemiddeld Verschil t.o.v Extra ll. scholen leerlingen aantal ll. per school Scholen Leerlingen vervoer Aalten Berkelland Bronckhorst Doetinchem Montferland Oost Gelre Oude IJsselstreek Winterswijk Totaal Achterhoek

218 6. BEDRIJFSVOERING Uiteraard hebben de scenario s niet alleen consequenties voor het spreidingsbeeld van de scholen in de regio Achterhoek, maar ook voor de bedrijfsvoering van schoolbesturen en de regiogemeenten. Onderstaand zal eerst kort iets worden geschreven over de verantwoordelijkheden en financiering van schoolbesturen en gemeenten. Vervolgens zullen de resultaten per scenario worden samengevat. Wet- en regelgeving Schoolbesturen en gemeenten hebben beiden een rol in de spreiding en huisvesting van het onderwijs. Schoolbesturen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het verzorgen van het onderwijs en borgen de kwaliteit. De besturen betalen het personeel op de scholen, evenals het lesmateriaal en het binnenonderhoud van de schoolgebouwen. Momenteel is het nog zo dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het buitenonderhoud van de gebouwen, maar dat zal per 1 januari 2015 veranderen. Gemeenten blijven, zoals ze nu ook zijn, verantwoordelijk voor nieuwbouw en verbouw van schoolgebouwen. De rol van de gemeente zit dus met name aan de vastgoedkant. Zowel gemeenten als schoolbesturen zijn in belangrijke mate voor hun financiering afhankelijk van het Rijk. Gemeenten ontvangen geld voor de schoolgebouwen als onderdeel van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dit betekent in principe dat gemeenten zelf mogen bepalen waar ze dit geld aan uitgeven. Dit deel uit het gemeentefonds zal worden overgeheveld naar de schoolbesturen als onderdeel van de lumpsumbekostiging die schoolbesturen nu ontvangen. Deze bestaat uit personele bekostiging en materiële instandhouding en is gebaseerd op normkosten die passen bij het aantal leerlingen dat een school heeft. 4 De personele bekostiging wordt per schooljaar uitgekeerd, de materiële instandhouding per kalenderjaar. Financiële gevolgen scenario s Uit normberekeningen blijkt dat momenteel ca. 127 mln. wordt uitgegeven aan het primair onderwijs in de Achterhoek ( per leerling). Wanneer er niets wordt gedaan, en daarbij de lokale opheffingsnorm wordt gehanteerd in de transitieatlas, zullen de totale kosten voor het primair onderwijs dalen tot ruim 99 mln. ( per leerling). In het voorkeursscenario voor 2020 zou dit bedrag nog verder afnemen naar 97,5 mln. ( per leerling). Dankzij de kleinescholentoeslag worden de hogere gemiddelde lasten per leerling op kleine scholen gecompenseerd, dus de besparing die het voorkeursscenario oplevert ten opzichte van niets doen, vloeit terug naar het ministerie van OCW. Echter, dankzij de recente maatregel die door staatssecretaris Dekker genomen is om samenwerking te belonen (scholen die per 1 augustus 2014 zijn gefuseerd behouden zes jaar lang de kleinescholentoeslag als zij die ontvingen), profiteren ook de schoolbesturen van de optimalisering van de voorzieningenstructuur. Ten opzichte van niets doen, kan dit de schoolbesturen cumulatief tot en met ,5 mln. opleveren. Daarmee zou het gezamenlijke normtekort van de schoolbesturen met 4 Naast het leerlingenaantal speelt ook nog de verdeling tussen onder- en bovenbouwleerlingen en de hoeveelheid gewichtenleerlingen een rol in de bekostiging. 39

219 ongeveer 50% afnemen ten opzichte van niets doen. In scenario 2, de optimalisering van 75 in 2020 naar 110 in 2025, zou additioneel nog 4 mln. bespaard kunnen worden tussen 2020 en Cumulatief gaat het tussen 2013 en 2025 dus om een bedrag van ca. 9,5 mln. In scenario 3, waarbij een gedifferentieerde norm is gehanteerd voor stedelijk en landelijk gebied, zou de afname van het normtekort ca. 60% zijn. Om gevoel te krijgen voor de bandbreedte van de afname van het normtekort bij optimalisering zijn nog twee scenario s weergegeven: een scenario met 23 leerlingen en een scenario met 150 leerlingen als ondergrens. Hiervoor is gekozen omdat dit respectievelijk de absolute ondergrens voor het ministerie is en omdat er bij scholen met minimaal 150 leerlingen geen scholen meer zouden zijn die in aanmerking komen voor kleinescholentoeslag. Bij het hanteren van de absolute ondergrens zou het normtekort toenemen, cumulatief met ca. 9 mln. volgens de normberekening. In het scenario met minimaal 150 leerlingen zou het normtekort van de schoolbesturen met meer dan 100% af kunnen nemen. Bij alle scenario s dient in acht genomen te worden dat de berekeningen puur gebaseerd zijn op de normkosten en uitgaven en dat deze in werkelijkheid anders kunnen liggen voor de schoolbesturen. In onderstaande tabel is per scenario opgenomen wat de cumulatieve opbrengst (over de periode ) zou zijn ten opzichte van niets doen (hiervoor is het scenario lokale opheffingsnorm gehanteerd): Scenario opbrengst t.o.v. niets doen ( ) Scenario 1: Voorkeursscenario Scenario 2: Optimalisering van 75 (2020) naar 110 (2025) Scenario 3: Onderscheid stad en landelijk gebied Absolute ondergrens (minimaal 23 leerlingen) Minimaal 150 leerlingen Het gaat dus om aanzienlijke bedragen die ten goede kunnen komen aan de kwaliteit van het onderwijs. Tevens wordt uit bovenstaand overzicht duidelijk dat het voor schoolbesturen financieel aantrekkelijk is om te werken met een hoge minimumnorm als het gaat om het aantal leerlingen, maar het moge duidelijk zijn dat dit nooit het leidende motief is voor een schoolbestuur om scholen te sluiten. Wanneer we kijken naar de bedrijfsvoering aan de kant van de gemeenten zien we eigenlijk het tegenovergestelde. Naarmate de ondergrens hoger wordt gelegd, wordt dit financieel minder aantrekkelijk voor de gemeenten in de regio. Dit komt doordat het samenvoegen van scholen leidt tot 5 Voor dit scenario cumulatief tot en met 2025, tot en met 2020 is gelijk aan het voorkeursscenario omdat het een optimalisering van dit scenario betreft. 40

220 een grotere huisvestingsbehoefte op locaties waar een concentratie van leerlingen ontstaat. Om al die leerlingen op te vangen is het nodig scholen nieuw te bouwen of (al dan niet tijdelijk) uit te breiden. Daarnaast zijn er nog sloopkosten voor de oude schoolgebouwen (wanneer een schoolgebouw verkocht kan worden, leidt dit uiteraard tot een gunstiger resultaat) en zal de behoefte aan leerlingenvervoer 6 toenemen omdat de te overbruggen afstanden groter worden. Aan de andere kant bespaart de gemeente uiteindelijk wel op onderhoudslasten wanneer er minder schoolgebouwen zijn. Zoals te zien is in onderstaande tabel gaan de kosten wel voor de baat uit, gegeven de benodigde initiële investeringen. Dat leidt er toe dat er in de periode tot en met 2020 nog geen sprake is van een positief saldo voor de verschillende scenario s. Door de structurele inverdieneffecten zou er in 2030 wel sprake zijn van een positief saldo in de scenario s. Scenario Cumulatief saldo t/m 2020 Cumulatief saldo t/m 2030 Scenario 1: Voorkeursscenario - 8,6 mln. 5,5 mln. Scenario 2: Optimalisering van 75 (2020) naar 110 (2025) Scenario 3: Onderscheid stad en landelijk gebied 7 (Omdat dit een getrapt scenario betreft, is het niet mogelijk de vergelijking met de andere scenario s te maken op deze onderdelen.) Min: - 21,6 mln. Max: - 20,8 mln. Min: 4,6 mln. Max: 4,7 mln. Absolute ondergrens (minimaal 23 leerlingen) - 0,2 mln. - mln. Minimaal 150 leerlingen - 33,2 mln. 3,9 mln. (bron: PAS b.v. in opdracht van het ministerie van BZK in samenwerking met de regio) Belangrijk om te vermelden is dat bij deze aantallen geen rekening is gehouden met de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen, omdat op moment van schrijven nog onvoldoende bekend is over de precieze financiële uitwerking van de maatregel. De mogelijke besparing zou dus voor een groot deel niet bij de gemeenten terechtkomen. Vooralsnog is daar in deze berekening geen rekening mee gehouden. Gevolgen voor benodigd personeel en vierkante meters vastgoed Leerlingendaling en de optimalisering van de onderwijsvoorzieningen in de regio hebben naast financiële consequenties ook gevolgen voor de benodigde hoeveelheid leraren en vloeroppervlak. De behoefte hieraan neemt sowieso af doordat het aantal leerlingen minder wordt, maar door een ondergrens voor het aantal leerlingen in te stellen verandert de normbehoefte ook. Een school van 6 In de kostenberekening wordt uitgegaan van leerlingenvervoer over afstanden van 6 km of meer. Gemeenten zijn niet verplicht het leerlingenvervoer boven deze afstand te bekostigen, maar dit wordt wel aangeraden door de VNG. De meeste gemeenten doen dit dan ook. 7 Wegens het hanteren van een gedifferentieerde norm is in dit scenario sprake van een bandbreedte. 41

221 gemiddelde omvang heeft minder FTE onderwijsgevend personeel per leerling nodig en ook het aantal m 2 kan efficiënter benut worden. De personeelskant wordt niet alleen beïnvloed door de leerlingendaling, maar ook door de vergrijzing. Het onderwijs is, in vergelijking met andere sectoren, een vergrijsde sector en de verwachting is dat de komende jaren veel personeel uitstroomt. Een lerarentekort ligt dus op de loer. In een regio als de Achterhoek is het dus de vraag of leerlingendaling en vergrijzing elkaar uitbalanceren of dat er sprake zal zijn van een overschot of een tekort. Momenteel hebben de scholen in de Achterhoek gezamenlijk ca FTE onderwijsgevend personeel in dienst. Daarmee ligt het aantal ongeveer op het landelijk gemiddelde wanneer gekeken wordt naar het aantal leerlingen per FTE, dat is momenteel ca. 19. Als we dit gemiddelde als norm aanhouden ten opzichte van de ontwikkeling van het aantal leerlingen dan betekent dat, dat in 2025 nog ca FTE onderwijsgevend personeel nodig is in de regio. De rode lijn in de grafiek hiernaast geeft het natuurlijk verloop weer. Op dit moment is ca. 25% van de leraren 55 jaar of ouder. Voor de berekening van het natuurlijk verloop is uitgegaan van een geleidelijke uitstroom van deze groep over een periode van 12 jaar, dit is dus gebaseerd op een pensioengerechtigde leeftijd van 67 jaar. Uit de grafiek wordt duidelijk dat leerlingendaling en vergrijzing elkaar dus pas in 2025 opheffen. Uiteraard spelen onderwijsbesturen reeds op deze ontwikkelingen in met hun personeelsbeleid en worden beleidsmaatregelen getroffen door het Rijk waardoor er alsnog mogelijkheden blijven, zij het beperkt, om jonge leerkrachten aan te nemen. Kijken we naar de verschillende FTE onderwijsgevend personeel scenario s dan is het zo dat bij het hanteren van de 23 leerlingen als ondergrens voor een school dat er in 2020 een behoefte is aan FTE onderwijsgevend personeel. In het voorkeursscenario is dat FTE en in het scenario waarbij een gedifferentieerde norm 0 is aangehouden voor grotere kernen en platteland is dat FTE. Normatief benodigd Natuurlijk verloop 42

222 Voor het onderwijsvastgoed geldt dat er veelal reeds sprake is van een overschot aan vierkante meters ten opzichte van wat er normatief benodigd is. Er is dus sprake van leegstaande lokalen. Deze leegstand kan in sommige gevallen worden opgevuld met medegebruik door andere partijen of door het combineren van voorzieningen. Echter is het door wet- en regelgeving niet altijd eenvoudig om hier oplossingen voor te vinden. De 162 basisscholen in de Achterhoek zijn samen goed voor ongeveer m2 onderwijsvastgoed. Volgens de normberekening hebben zij echter maar ca m2 nodig op dit moment. Naarmate er meer opgeschaald wordt in een scenario, neemt de normatief benodigde hoeveelheid m2 verder af in de regio, zoals te zien is onderstaande grafiek. Bij een scenario van minimaal 110 leerlingen als ondergrens in 2025 zou dit neerkomen op zo n m2, dat is bijna de helft van de nu aanwezige vierkante meters Werkelijk aantal m2 normatief benodigd aantal m2 Aalten Berkelland Bronckhorst Doetinchem Montferland Oost Gelre Oude IJsselstreek Winterswijk 43

223 Einde bijlage: Bijlage 2 - Hoofdscenarios-ta-achterhoek - Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland Terug naar het agendapunt

224 Bijlage 3 - Opbrengst 1e verkenning Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####415dec14-1d7d-435c-9052-f345946ecca2#

225 Opbrengst 1 e verkenning toekomstgericht primair onderwijs Berkelland (= nadere uitwerking van de houtskoolschets 2012) (Versie 1 mei 2015) INLEIDING De gemeente Berkelland heeft te maken met een ingrijpende bevolkingstransitie. Een gevolg van de demografische transitie is dat er verschillende mismatches ontstaan tussen de vraag naar en het aanbod van woningen, bedrijventerreinen en voorzieningen. Op het gebied van onderwijs ontstaat er een mismatch door een dalend aantal leerlingen. In de periode daalt het aantal basisschoolleerlingen in de gemeente van naar ongeveer (- ruim 37%). Van de 27 basisscholen zijn er 10 die minder dan 100 leerlingen (rapport onderwijsraad 2013: Grenzen aan kleine scholen ) hebben. De leerlingendaling in het primair onderwijs kent enkele jaren later ook zijn doorwerking in het voortgezet onderwijs. De leerlingendaling heeft gevolgen voor de kwaliteit, spreiding en betaalbaarheid van het onderwijs, het aantal arbeidsplaatsen in het onderwijs en het vastgoed. Zo krimpt de behoefte aan bruto vloeroppervlak in vijftien jaar tijd met ca m2 (= 77 lokalen) en zal het aantal benodigde fte (onderwijs gevend en - ondersteunend personeel) flink dalen. De schoolbesturen en gemeente staan voor een stevige opgave met een sterke leerlingendaling, een lage bevolkingsdichtheid en kleine scholen. Een opgave die grote gevolgen kan hebben voor de basisscholen en voor het voortbestaan van een aantal daarvan. Bekeken moet worden hoe scholen fysiek in staat blijven om goed onderwijs te bieden. Daarbij zal ook moeten worden gekeken naar de huisvesting. Het sluiten, concentreren, verbreden en herbestemmen van schoolgebouwen zijn ontwikkelingen waarmee nu maar vooral in de toekomst rekening moet worden gehouden. Daarmee komt ook de sociale cohesie en leefbaarheid in (kleine) kernen onder druk te staan. De relatie tussen de aanwezigheid van een school en leefbaarheid van een dorp zit in het feit dat kinderen hun klasgenoten volgen in de verenigingen waar ze bij gaan e.d. Als een school uit een kern verdwijnt, krijgen ook verenigingen het moeilijk. De relatie tussen een school en andere voorzieningen is daarmee sterk. Schoolbesturen van het P.O. zijn zich uiteraard bewust van de leerlingendaling die al enkele jaren aan de gang is. Zij hebben hierop geanticipeerd door in eerste instantie oplossingen te zoeken binnen hun eigen organisatie. De laatste jaren is binnen de besturen P.O. het besef en de wens ontstaan tot het ontwikkelen van een gezamenlijke visie over de toekomst van het primair onderwijs in samenhang met andere functies en voorzieningen zoals kinderopvang, sport en cultuur. Steeds meer ontstaat namelijk de behoefte om in of nabij de school een groot aantal activiteiten bij elkaar te brengen die rechtstreeks invloed hebben op de ontwikkelingskansen van de kinderen. Van maatschappelijk belang is daarbij dat een school goede voorzieningen voor kind en gezin biedt. Veel ouders combineren tegenwoordig arbeid en zorg. Dat vergt een betere afstemming van onderwijs, kinderopvang en vrijetijdsactiviteiten waarin de school een belangrijke rol kan en wil spelen. Het instellen van een continurooster en/of het aanbieden van dag arrangementen speelt in op de veranderende leefstijl en het dagritme van ouders en kinderen. Daarnaast moet worden vastgesteld dat het gebruik van schoolgebouwen voor alleen onderwijs erg ondoelmatig is. De gezamenlijke doelstelling van de schoolbesturen en de gemeente is het schetsen van een toekomstbeeld voor het primair onderwijs en de samenwerking daarbij met andere partners. In de afgelopen periode zijn daarom in verschillende samenstelling gesprekken gevoerd tussen de schoolbesturen en de gemeente Berkelland. Dat heeft geleid tot het vaststellen van een stramien waarbij binnen de vastgestelde uitgangspunten vorm kan 1

226 worden gegeven aan een samenhang van voorzieningen en functies in en om de basisscholen. Hieronder volgt op hoofdlijnen per kern of groep van kleine kernen de conclusies om de in het visiedocument beoogde effecten te realiseren. CONCLUSIES Kern Ruurlo 1. De begin dit jaar gerealiseerde nieuwbouw van de Willibrordusschool (schoolbestuur SKBG) aan de Nieuwe Weg in Ruurlo sluit aan bij de in het visiedocument beoogde effecten. 2. Voor de schoolbesturen van Wonderwijs (voormalige Rehoboth) en de Kerst Zwart school zijn twee realistische scenario s bespreekbaar: a. Kerst Zwart naar nieuwe locatie Willibrordusschool en Wonderwijs naar het Kulturhus en b. Kerst Zwart vernieuwen en opwaarderen tot een Integraal Kind Centrum en Wonderwijs naar het Kulturhus 3. De scenariomodellen 2a en 2b vergen nader onderzoek op haalbaarheid. Kern Borculo 1. De schoolbesturen van de Sint Jorisschool en OPONOA hebben de bereidheid om op termijn te komen tot samenwerking. 2. De wijze waarop en hoe moet nader vorm krijgen in het vervolgproces. Voorwaarde voor dit proces is voldoende draagvlak in de wijk / samenleving. 3. Het bestuur van OPONOA zal nadere analyse doen naar de leerlingen-mutaties om zicht te krijgen op haar doelgroep, de leerlingenstromen en mogelijk het tijdstip van samenvoeging van scholen. 4. Het bestuur van Gelre Veste is tevreden met de huidige huisvesting en heeft geen behoefte aan andere keuzes op dit vlak of brede samenwerking. Kern Eibergen 1. Voor een integrale gezamenlijke aanpak in Eibergen is bestuurlijk binnen de schoolbesturen van Delta, VCO en OPONOA draagvlak. 2. Men heeft de ambitie drie onderwijsvoorzieningen (Integrale Kind Centra) met een eigen identiteit te realiseren die evenwichtig verdeeld zijn. 3. Om een beeld te krijgen van leerlingenvolume en stroom is op 10 april 2015 een maatwerksessie transitieatlas Eibergen gehouden. 4. Conclusies schoolbesturen op deze sessie: 1. 1 locatie voor Eibergen (locatie Assink) voor 2-12 jarigen acht men niet realistisch vanwege effecten van mobiliteit en infrastructuur; 2. Er is een sterke voorkeur voor 3 onderwijsvoorzieningen voor 2-12 jarigen. 5. Bij keuze voor en instemming met 4.2 wordt Sterrenpallet (locatie Klaashofweg) opgewaardeerd tot een Integraal Kind Centrum. 6. Voor het vervolgproces is de volgende stap het opstellen van scenario s die zicht geven op de leerlingenstroom en volumes, de daaraan gekoppelde ruimtebehoeften en de consequenties voor de omgevingsruimte. Kern Neede 1. De schoolbesturen van Stichting Keender, VCO Oost-Nederland en OPONOA zien als stip op de horizon 2 ontwikkelmodellen voor de kern Neede: a. 2 samenwerkingsscholen (geografisch): 1 in Oost en 1 in West en b. 2 samenwerkingsscholen (denominatie): 1 RK school (samengaan Daltonschool Dr. Ariens en Alferink) + De Marke en een samenwerkingsschool Kisveld en de Hofmaat 2

227 2. Stichting Keender ziet op termijn mogelijkheden om Alferink te koppelen aan Villa Bonbini met eventueel later met instroom Daltonschool Dr. Ariens tot één Integraal Kind Centrum. 3. Gezien het complexe vraagpunt en de fundamentele keuze van aanvliegroute (per denominatie of niet?) is een haalbaarheidsonderzoek naar scenariomodellen en een dialoog met andere stakeholders in Neede nodig. Kleine kernen 1. Mede in relatie met de leefbaarheid / vitaliteit van kleine kernen houden de schoolbesturen van OPONOA en Stichting Keender basisscholen in stand. Met het vormen van onderwijsteams / clusters houdt men de scholen in kleine kernen kwalitatief en financieel in stand. 2. Sluiting is pas een optie als de ondergrens van leerlingenvolume wordt bereikt, de kwaliteit niet is gewaarborgd en er geen witte vlek ontstaat (witte vlek = geen basisschool binnen een afstand van 5 kilometer over de weg). 3. Waar mogelijk wordt een gebiedsgerichte aanpak gehanteerd (driehoek Geesteren, Gelselaar en Nettelhorst) en voor onderhuisvesting in kleine kernen breed wordt vanuit exploitatieoogpunt het bestaande voorzieningenniveau verkend om tot een effectief gebruik van de voorzieningen binnen een kern te kunnen komen. ALGEMEEN Uit de gesprekken met de schoolbesturen is gebleken dat het moeilijk is om één (onderwijs-)visie te ontwikkelen die zonder meer toepasbaar is op alle kernen van de gemeente Berkelland. Vaak zijn ook meerdere oplossingen mogelijk. De benaming onderwijsvisie blijkt ook te eng gekozen. Het gaat om het ontwikkelen van een visie voor de noodzakelijke invulling van samenhangende voorzieningen voor 0-12 jarigen op het gebied van onderwijs, opvang en vrijetijdsbesteding. De gesprekken met de schoolbesturen zijn een eerste aanzet tot een nadere uitwerking van deze visie omdat het onderwijs leading is in het proces. In een vervolgstadium zal verbreding van de gesprekken plaatsvinden met andere partners die zich met opvang en vrijetijdsinvulling bezig houden. Er zal per kern maatwerk worden geleverd waarbij in hoofdlijnen dezelfde uitgangspunten worden gehanteerd. De uitdaging is om wensen en uitgangspunten in een realistische en realiseerbare gemeenschappelijke visie te vertalen. Daarbij moet in ieder geval aandacht worden besteed aan de volgende punten: 1. Een goede afstemming bij de uitvoering van dagarrangementen (samenwerking tussen scholen, instellingen voor opvang en verenigingen in de wijk) is zonder meer noodzakelijk. 2. Daar waar dagarrangementen tot stand komen moeten stevige afspraken worden gemaakt op de punten van beheer en exploitatie. AANBEVELINGEN Om tot een goede invulling van een visie per kern te komen is het goed om, gelet op alle disciplines die daarbij zijn betrokken, per kern een multifunctionele werkgroep in het leven te roepen. De werkgroep zal tot taak krijgen om te zoeken naar een oplossing die is afgestemd op de mogelijkheden die elke afzonderlijk kern biedt. Deze werkgroep zal per kern van samenstelling verschillen afhankelijk van de betrokken instellingen die in die kern actief zijn. Ook van ambtelijke zijde zal de betrokkenheid moeten worden verbreed naar andere disciplines die bij dit proces betrokken zijn. 3

228 TOELICHTING Hieronder worden per kern of groep van kernen de basisgegevens van de scholen genoemd en een samenvatting gegeven van de gesprekken die met de besturen zijn gevoerd over de gewenste toekomstige ontwikkelingen. De kern Ruurlo De situatie in de kern Ruurlo is redelijk overzichtelijk. De kern heeft drie basisscholen. In het buitengebied is ook nog één basisschool. Het gaat om de volgende basisscholen: School Richting Aantal leerlingen op 1 oktober Kerst Zwart Driesprong Willibrordus CBS Wonderwijs Veldhoek O O RK PC PC TOTAAL Bronvermelding leerlingenaantallen: 2009 en 2014 bron DUO (cijfers teldatum 1 oktober) 2020 en 2024 prognose Scenariomodel april 2014 De nieuwbouw van de Willibrordusschool is eind 2014 af. Het gebouw is met ingang van 2015 in gebruik worden genomen. In de nieuwe school is ook een ruimte voor kinderopvang. Het gebouw wordt gehuurd voor een periode van 20 jaar. De plaats voor de nieuwe school is ideaal in verband met de bereikbaarheid op korte afstand van voorzieningen op het gebied van sport en cultuur. Bij de bouwvoorbereidingen voor de nieuwe school hebben de besturen van Gelre Veste en OPONOA aangegeven ook graag mee te verhuizen naar deze locatie. Op die locatie zouden de basisscholen en andere betrokken instellingen in elkaars omgeving voor kinderen van 2 tot 12 jaar een totaal aanbod van educatie, zorg en vrijetijdsbesteding kunnen aanbieden van 07:00 tot 19:00 uur. Op de locatie aan de Nieuwe Weg is ruimtelijk rekening gehouden met de toekomstige vestiging van twee andere scholen. Zover is het mede om financiële redenen niet gekomen noch van een mogelijk gefaseerde verplaatsing op termijn. In de gesprekken met de schoolbesturen kwam naar voren dat men dat als een gemiste kans heeft ervaren. Het bestuur van Gelre Veste spreekt de voorkeur uit te blijven zitten waar men nu zit. Men heeft geen interesse (meer) in het samengaan met de Willibrordusschool. Een verplaatsing naar het Kulturhus is en blijft wel een bespreekbare variant. Het bestuur van OPONOA ziet twee realistische scenario s voor de Kerst Zwart school: 1) een verplaatsing van de school als IKC naar de Nieuwe Weg of 2) het vernieuwen en opwaarderen van de bestaande school tot IKC. Nadere studie op haalbaarheid van de twee scenariomodellen is nodig. Buitengebied Ruurlo De christelijke basisschool Veldhoek in het buitengebied van Ruurlo is met ingang van 1 augustus 2013 opgeheven. Samen met drie andere scholen in de gemeente Bronckhorst is deze school gefuseerd tot de basisschool Sccsschl 3.0. (= successchool 3.0) in Wolfersveen. Deze fusieschool bestrijkt over de gemeentegrenzen heen een gezamenlijk voedingsgebied. Door samen te werken hopen de schoolbesturen het voorzieningenniveau binnen dat gebied op peil te houden. De enige nu nog bestaande basisschool in het buitengebied van Ruurlo is de openbare basisschool de Driesprong. Het schoolbestuur van OPONOA kiest ervoor deze school zo lang mogelijk zelfstandig te laten blijven. Mocht dat op enig moment niet meer lukken, dan zal de school zich richten op scholen in de kern Ruurlo. Het merendeel van de 4

229 schoolbevolking is ook op deze kern gericht. De gegevens van deze school zijn daarom ook verwerkt in het overzicht van de kern Ruurlo. De kern Borculo In de kern Borculo zijn vijf basisscholen. Het gaat om de volgende basisscholen: School Richting Aantal leerlingen op 1 oktober Noord Kiezel en Kei Heuvelschool Sint Jorisschool De Wereldboom O O O RK PC TOTAAL Bronvermelding leerlingenaantallen: 2009 en 2014 bron DUO (cijfers teldatum 1 oktober) 2020 en 2024 prognose Scenariomodel april 2014 De schoolbesturen van de Sint Jorisschool en OPONOA hebben als stip op de horizon een samenwerking van de scholen. De wijze waarop en hoe deze samenwerking vorm moet krijgen moet worden onderzocht in het vervolgproces. Aan de hand van de ervaringen met de combinatiefunctie (sport en bewegen op school en in de wijk) blijkt dat het voorwaardelijk is dat er voldoende draagvlak in de wijk / samenleving aanwezig is om dit tot een succes te maken. Aan deze voorwaarde zal concreet gewerkt moeten gaan worden. Het bestuur van OPONOA zal nog nadere analyse doen naar de leerlingen-mutaties om zicht te krijgen op haar doelgroep, de leerlingenstromen en mogelijk het tijdstip van samenvoeging van scholen. Het schoolbestuur van de Sint Jorisschool onderzoekt samen met eenpitters uit de regio of en welke vormen van samenwerking er mogelijk zijn. Het bestuur van Gelre Veste is tevreden met de huidige huisvesting en heeft geen behoefte aan andere keuzes op dit vlak of brede samenwerking. Men richt zich qua onderwijs volledig op de implementatie van het recent geïntroduceerde onderwijsconcept. De Kern Eibergen In de kern Eibergen zijn op 1 oktober 2015 in totaal 4 basisscholen. Daarvoor was dat aantal 8. De gegevens van die basisscholen zijn als volgt: School Richting Aantal leerlingen op 1 oktober Op d n Esch Menno ter Braak De Driesprong Willem Sluiter Het Sterrenpallet De Regenboog Eibergen West O O PC PC PC RK De Steege De Schakel Julianaschool Eibergen Oost O RK PC TOTAAL kern

230 Bronvermelding leerlingenaantallen: 2009 en 2014 bron DUO (cijfers teldatum 1 oktober) 2020 en 2024 prognose Scenariomodel april 2014 De kern Eibergen wordt geografisch gezien in tweeën gedeeld door de rijksweg N18 1. Dat maakt dat de wijk het Simmelink in het oosten van de kern wordt afgescheiden van de rest van de kern Eibergen. In deze wijk staan bij elkaar 2 basisscholen (RK en PC) en een gymnastieklokaal. Ongeveer 1/3 deel van het aantal leerlingen in Eibergen bezoekt één van de deze basisscholen. Hieronder is in het kort aangegeven hoe de besturen de toekomst van onderwijs in combinatie met de ontwikkeling van IKC s zien en welke uitsluitingen daarbij worden gemaakt. VCO VCO vormt het bestuur van de drie christelijke scholen in Eibergen. Het schoolbestuur wil graag dat de nu nog op drie plekken in Eibergen verspreide scholen op één plek gehuisvest worden. Er ontstaat dan een school van circa 190 leerlingen. De nieuwe school zou onderdeel moeten zijn van een IKC waar kinderen van 2 tot 12 jaar van 7:00 tot 19:00 uur zorg en onderwijs en eventueel vrijetijdsbesteding wordt geboden. Concentratie van voorzieningen is voor alle betrokkenen een goede zaak. Verdeeld over de kern zou per richting een IKC kunnen worden opgericht. Op 1 augustus 2014 is door het bestuur al gedeeltelijk invulling gegeven aan de wens tot de bundeling van de VCO-scholen. De basisschool Willem Sluiter en de basisschool De Driesprong zijn toen gefuseerd. De naam van de fusieschool veranderde in het Sterrenpallet. Het bestuur heeft een huisvestingsaanvraag ingediend voor vervangende nieuwbouw om de leerlingen in de toekomst te kunnen huisvesten in een nieuw gebouw. Het is de bedoeling dat de Julianaschool zich terugtrekt uit het Simmelink en dat de leerlingen ook worden gehuisvest in het Sterrenpallet. Het schoolbestuur denkt dat op deze manier een goede invulling te kunnen geven aan de gedachte van bundeling van onderwijs en andere voorzieningen op een werkbare schaal. Het christelijk onderwijs telt in 2024 nog 167 leerlingen. Nader volumeonderzoek is nodig om te beoordelen of de aanvraag voldoet aan het aan het streefbeeld. OPONOA OPONOA zou graag zien dat de onder het bestuur vallende openbare basisscholen onderdeel worden van een IKC. Dit kan in een school zelf of schoolnabij worden ingevuld. Het bundelen van alle openbare scholen op één plek is daarbij nu geen optie. In de wijk het Simmelink heeft het bestuur met ingang van 1 augustus 2014 geen basisschool meer. Het is dan logisch dat gestreefd wordt naar een bundeling van voorzieningen in de rest van Eibergen. De openbare scholen tellen in 2024 nog 332 leerlingen. OPONOA gaat in gesprek met organisaties van de kinderopvang over afstemming van de vroeg en voorschoolse aanpak. Delta Delta kiest als bestuur van de katholieke basisscholen in beginsel voor behoud van een school die onder het bestuur van Delta valt. Deze school zou onderdeel moeten zijn van een IKC met een eigen identiteit en gepositioneerd zijn op t Simmelinkplein. Dit is de huidige locatie van RK De Schakel. Op termijn zullen hier ook de leerlingen van RK De Regenboog worden ondergebracht. De katholieke scholen tellen in 2024 nog 191 leerlingen. 1 Met de realisatie van de nieuwe rondweg N18 in 2018/2019 is de fysieke barrière weggenomen. 6

231 Uit de visies van de schoolbesturen blijkt zij voorstander zijn van de ontwikkeling van 3 IKC s met een eigen identiteit die evenwichtig verdeeld zijn. Om een beeld te krijgen van leerlingenvolume en stroom is op 10 april 2015 een maatwerksessie transitieatlas Eibergen gehouden. Op basis van deze resultaten hebben de schoolbesturen aangegeven: 1. dat men 1 locatie voor Eibergen (locatie Assink) voor 2-12 jarigen niet realistisch acht vanwege effecten van mobiliteit en infrastructuur; 2. een sterke voorkeur te hebben voor 3 onderwijsvoorzieningen voor 2-12 jarigen. Indien de bestuurlijk politieke besluitvorming instemt met de 2 e optie dan wordt Sterrenpallet (locatie Klaashofweg) opgewaardeerd tot Integraal Kind Centrum. Dit kan rekenen op de instemming van de andere schoolbesturen omdat deze ontwikkeling past binnen de totaalvisie voor het onderwijs in Eibergen. Voor het vervolgproces worden alle samenwerkingspartners en stakeholders samenleving betrokken. De Kern Neede In de kern Neede zijn de volgende basisscholen: School Richting Aantal leerlingen op 1 oktober De Marke Hofmaat Dr. Ariens school Kard. Alferinkschool Kisveldschool O O RK RK PC TOTAAL Bronvermelding leerlingenaantallen: 2009 en 2014 bron DUO (cijfers teldatum 1 oktober) 2020 en 2024 prognose Scenariomodel april 2014 De kern wordt grof weg in tweeën gedeeld door de hoofdas, die gemarkeerd wordt door de Oudestraat en de Rapenburg. Ten westen daarvan staan de basisscholen De Hofmaat, de Daltonschool Dr. Ariens en de Kisveldschool. Deze drie basisscholen werken op dit moment al samen met de instelling voor de buitenschoolse opvang, de voetbal- en tennisclub. Hierdoor kan een dag arrangement worden aangeboden waarbij iedere instelling/vereniging zijn eigen inbreng heeft. Verbreding van deze samenwerking wordt nagestreefd. Aan de oostzijde van deze kern staan de basisscholen Kardinaal Alfrink en De Marke. De kinderopvang en peuteropvang vinden plaats aan de oostkant van de kern (Meijersweg 27). Op deze locatie wordt ook de buitenschoolse opvang aangeboden. In Neede is SKE op dit moment de enige partner voor alle soorten opvang. Over de toekomstige invulling van de samenwerking tussen basisonderwijs met instellingen en voorzieningen voor zorg en vrijetijdsbesteding zullen afspraken moeten worden gemaakt. De schoolbesturen zijn het eens dat er een discussie moet plaatsvinden over opvatting of en hoe er clustering moet plaatsvinden om een IKC te kunnen realiseren. Concentratie van basisscholen in één gebouw al dan niet op basis van richting kan optie zijn. Gelet op de al bestaande situatie lijkt het voor de hand liggend om een richting doorbrekende samenwerking te realiseren in de twee gebieden waarin de kern Neede verdeeld kan worden. Een samenwerkingsschool van alle richting, waarbij de richtingen herkenbaar zijn, zou een mogelijkheid kunnen zijn om dit doel te bereiken. 7

232 De besturen zijn het eens over de gedachte dat er 2 ontwikkelmodellen nader onderzoek vergen: a. 2 samenwerkingsscholen (geografisch): 1 in Oost en 1 in West en b. 2 samenwerkingsscholen (denominatie): 1 RK school (samengaan Daltonschool Dr. Ariens en Alferink) + De Marke en een samenwerkingsschool Kisveld en de Hofmaat c. Stichting Keender ziet op termijn mogelijkheden om Alferink te koppelen aan Villa Bonbini met eventueel later met instroom de Daltonschool Dr. Ariens tot één Integraal Kind Centrum. Gezien het complexe vraagpunt en de fundamentele keuze van aanvliegroute (per denominatie of niet?) is een haalbaarheidsonderzoek naar scenariomodellen en een dialoog met andere stakeholders in Neede nodig. Basisscholen in de kleine kernen De situatie in de kleine kernen in Berkelland verschilt van kern tot kern sterk. Er zijn kernen waar al vormen van vergaande samenwerking en soms ook integratie bestaan of in ontwikkeling zijn tussen de school en instellingen en voorzieningen kinder- en/of peuteropvang. De mogelijkheden voor een goede en blijvende invulling van voorzieningen voor 0-12 jarigen in elke kern blijft uitgangspunt voor de betrokken schoolbesturen. Het behoud van de enige basisschool en, alleen als dat niet mogelijk is, het behoud van een lespunt voor in ieder geval de onderbouw, is een daarvan afgeleid doel. Het behoud van de bibliotheekfunctie is in veel van de kleine kernen al gerealiseerd. Dit alles moet bedragen tot behoud van de vitaliteit in de kleine kernen. Met de schoolbesturen van basisscholen in de kleine kernen hebben wij afzonderlijke gesprekken gevoerd. Dit hebben wij gedaan omdat in de kernen sprake is van één basisschool van één richting en schoolbesturen veelal oplossingen zoeken binnen hun eigen organisatie. Zo houdt men door het formeren van onderwijsteams / clusters de scholen kwalitatief en financieel in stand. Het voortbestaan van een aantal scholen met onvoldoende leerlingenvolume is niet direct aan de orde. Wel anticipeert het bestuur van OPONOA op de effecten van krimp door een gebiedsgerichte aanpak te verkennen en vanuit exploitatieoogpunt ook naar het bestaande voorzieningenniveau (clustering en samenwerking) te kijken. 1. Stichting Keender Stichting Keender is bestuurder van de katholieke scholen in de kernen Beltrum, Neede en Rietmolen. De gegevens van de basisscholen in de kleine kernen Beltrum en Rietmolen zijn de volgende: KERN School aantal leerlingen op 1 oktober Rietmole Sint Jozefschool n Beltrum Het Tweespan Beltrum De Sterrenboog Totaal Bronvermelding leerlingenaantallen: 2009 en 2014 bron DUO (cijfers teldatum 1 oktober) 2020 en 2024 prognose Scenariomodel april 2014 De kern Beltrum 8

233 Met ingang van 1 augustus 2011 heeft de kern Beltrum nog maar één basisschool. De twee basisscholen Het Tweespan en Ludger zijn toen samengevoegd tot de basisschool met de nieuwe naam De Sterrenboog. Een particuliere organisatie onder de naam t Belhameltje verzorgt in Beltrum de kinderdag-, de buitenschoolse en de tussen schoolse opvang. Sinds april 2011 wordt de buitenschoolse opvang ook verzorgd in de school. De kinderopvang heeft in Beltrum een bovenlokale functie. Ook kinderen die niet in Beltrum wonen, maken daar gebruik van. Met ingang van het schooljaar 2011/2012 is ook de peuteropvang ondergebracht in de school. De samenhang tussen het onderwijs en de verschillende soorten van opvang blijkt in Beltrum goed te zijn georganiseerd. De situatie is met ingang van dit jaar nog verder geoptimaliseerd door de realisatie van het Kulturhus nabij de school. Hierdoor is/wordt de samenwerking op het terrein van sociaal maatschappelijke functies en activiteiten nog verder versterkt en wordt ook gezamenlijk gebruik gemaakt van elkaars voorzieningen. De dorpsbibliotheek is een voorbeeld hoe de betrokkenheid van de school bijdraagt aan het op peil houden van de voorziening in deze kern. Op termijn kunnen school en Kulturhus mogelijk samen een oplossing vinden voor huisvestingsvraagstukken van de school. De kern Rietmolen Het leerlingenaantal van de enige basisschool Sint Jozef in Rietmolen daalt naar 82 in Aan de school is een kinderopvang / peuterspeelzaal verbonden. 2. Stichting OPONOA De stichting OPONOA vormt het bestuur van 14 openbare basisscholen in de gemeente Berkelland. Vijf van deze basisscholen staan in een kleine kern. De school in het buitengebied van Ruurlo is daarbij niet meegerekend om de reden die hiervoor onder de kern Ruurlo is genoemd. De gegevens van de vijf basisscholen in de kleine kernen zijn als volgt: Kern School aantal leerlingen op 1oktober Haarlo De Voshaar Geesteren De Keikamp Noordijk B. Tormijnschool Gelselaar G.A. v/d Lugt Rekken De Berkel Totaal Bronvermelding leerlingenaantallen: 2009 en 2014 bron DUO (cijfers teldatum 1 oktober) 2020 en 2024 prognose Scenariomodel april 2014 Hieronder volgt een nadere beschrijving van de basisschool en de schoolnabije functies en voorzieningen. De kern Rekken De kern Rekken kent een ideale uitgangssituatie. Kinderdagopvang, peuteropvang en basisschool zijn in één gebouw gehuisvest. De bibliotheekfunctie heeft met medewerking van de school invulling gekregen. De kern Geesteren De situatie in Geesteren is vergelijkbaar met die in Rekken. Het dorpshuis De Zunnekamp en de basisschool De Keikamp liggen hier naast elkaar. Beide instellingen groeien steeds meer naar elkaar toe. Ook hier heeft de bibliotheekfunctie met 9

234 medewerking van de school invulling gekregen. De kinderopvang en de peuteropvang zijn gehuisvest in het naast de school gelegen dorpshuis. Beide instelling profiteren van elkaars nabijheid. De kernen Haarlo, Noordijk en Gelselaar Deze kernen bevinden zich in een gelijke positie. Het zijn basisscholen die in tot 56 leerlingen hebben. Deze kernen kennen een goede dorpshuisvoorziening. De kernen Haarlo en Noordijk liggen relatief dicht bij een grote kern. Het beleid van OPONOA is gericht op de instandhouding van deze scholen. Wel wordt de pedagogische kwaliteit en een haalbare financiële exploitatie van de scholen in de gaten gehouden. Om de kwaliteit te waarborgen heeft nu onderwijsteams / clusters ingevoerd. Per kern afzonderlijk merken wij nog het volgende op. De kern Haarlo Het aantal leerlingen basschool in Haarlo daalt geleidelijk naar 49 in De kinder-, de peuter- en de buitenschoolse opvang zijn gehuisvest in het dorpshuis t Stieltjen dat op zeer korte afstand van de school ligt. De kern Gelselaar In de kern Gelselaar is op dit moment geen dorpshuis zoals men dat op andere plaatsen in de gemeente kent. De dorpshuisvoorziening is nu verdeeld over verschillende instellingen en plaatsen in de kern ondergebracht. Er worden wel inspanningen verricht om een dorpshuis tot stand te brengen. In de G.A. van de Lugtschool is een lokaal de kinderopvang en buitenschoolse opvang. De kern Noordijk De basisschool B. Tormijn heeft nog steeds te kampen met een ruimtetekort. Dat is al zo sinds de stichting van de school in Daarom maakt de school (mede-)gebruik van het gemeenschapshuis t Haarhoes en daarvoor van de Oale Schole. Hiervoor wordt een vergoeding betaald. In Noordijk kunnen de peuters elkaar ontmoeten in een peuterclub die is gehuisvest in het Haarhoes dat dit jaar een grondige uitbreiding heeft ondergaan. Onderwijsontwikkelingen in de kern Neede zullen mogelijk op termijn effect kunnen hebben op de het leerlingenvolume. In welke omvang is nu niet in te schatten. 10

235 Voorzieningen/functies in elkaars nabijheid Basisschool Kern primair buiten- kinder- Kerst Zwartschool De Driesprong CBS Wonderwijs Willibrordus Noord Kiezel en Kei H.W. Heuvelschool De Wereldboom Sint Jorisschool De Keikamp RUURLO RUURLO RUURLO RUURLO BORCULO BORCULO BORCULO BORCULO BORCULO GEESTEREN G.A. van der Lugt GELSELAAR De Voshaar Op d'n Esch Menno ter Braak Het Sterrenpallet Het Sterrenpallet Julianaschool De Schakel De Regenboog De Berkel De Sterrenboog De Marke Tormijnschool De Hofmaat Kisveld HAARLO EIBERGEN EIBERGEN EIBERGEN EIBERGEN EIBERGEN EIBERGEN EIBERGEN REKKEN BELTRUM NEEDE NEEDE NEEDE NEEDE Daltonschool Dr. Ariens NEEDE Kard. Alfrinkschool Sint Jozefschool NEEDE RIETMOLEN onderwi js schools e gymnastie k- dorpshuis/ Opvang / peuterspeelza al accommoontmoeting s- opvang datie centrum Functies in de school Functies school nabij 11

236 Gegevens scholen per kern KERN School Richting aantal leerlingen op 1 oktober RUURLO Kerst Zwart O Willibrordus RK Wonderwijs PC Totaal kern Ruurlo BORCULO Noord O Kiezel en Kei O Heuvelschool O Sint Jorisschool RK De Wereldboom PC Totaal kern Borculo EIBERGEN Op d n Esch O Menno ter Braak O Het Sterrenpallet PC De Regenboog RK Totaal kerngebied ten westen rijksweg N De Schakel RK Julianaschool PC Totaal wijk Simmelink ten oosten rijksweg N Totaal kern Eibergen NEEDE De Marke O Hofmaatschool O Daltonschool Dr. Ariens RK Kard. Alfrinkschool RK Kisveldschool PC Totaal kern Neede RUURLO De Driesprong O Totaal buitengebied Ruurlo RIETMOLEN Sint Jozefschool RK BELTRUM De Sterrenboog RK Totaal scholen kleine kernen Keender HAARLO De Voshaar O GEESTERE N De Keikamp O NOORDIJK B. Tormijnschool O GELSELAA R G.A. v/d Lugt O REKKEN De Berkel O Totaal scholen kleine kernen OPONOA Totaal basisonderwijs Bronvermelding leerlingenaantallen: 2009 en 2014 bron DUO (cijfers teldatum 1 oktober) 2020 en 2024 prognose Scenariomodel april

237 Einde bijlage: Bijlage 3 - Opbrengst 1e verkenning Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland Terug naar het agendapunt

238 Bijlage 4 - Stappenplan Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####95c73efa-e817-4acf-82e2-12d53aaa78dd#

239 Stappenplan aanpak toekomstgericht primair onderwijs Berkelland (P.O) Met de opbrengst van de 1 e verkenning met de schoolbesturen P.O. zijn / worden de contouren van een toekomstbestendige onderwijsvisie Berkelland per kern zichtbaar. Om per kern te komen tot een nadere invulling van samenhangende voorzieningen op de school en in de wijk voor 2-12 jarigen is vervolgoverleg nodig met potentiele samenwerkingspartners op het gebied van onderwijs, opvang en vrijetijdsbesteding. Aan de hand van de meest recente prognoses, de beschikbare huisvestingsgegevens, vanuit de gemeente Berkelland en overzichtskaart zoals deze eerder door de gemeente Berkelland is opgesteld, hebben de besturen zich met behulp van bovenstaande uitgangspunten gebogen over de toekomstbestendigheid van de scholen binnen de gemeente. In de gesprekken met de bestuurders is de zogenaamde houtkoolschets als onderlegger gebruikt voor het definitieve document Opbrengst 1e verkenning toekomst primair onderwijs Berkelland van 1 mei Acties algemeen Verzamelen kwalitatieve en kwantitatieve informatie Wat staat tot onze beschikking in het gebied wat gebruikt kan worden ten behoeve van IKC doelen? Verzamelen feitelijke informatie huidige gebouwen Locatieverkenningen per kern versus leegstand en herbestemming Infrastructuur, bereikbaarheid en veiligheid Financiële informatie en verkenning financieringsvormen. Bovenstaande gegevens vormen de onderlegger voor bestuurlijke besluitvorming over het Integraal Huisvestingsplan (IHP) van de gemeente Berkelland. Hierin worden ook voorzieningen betrokken voor 2 4 jarigen. Het geheel moet opleveren dat voor de gemeente Berkelland tot in middellange termijn kwalitatief goede onderwijsvoorzieningen beschikbaar zijn die voldoen aan de genoemde kwaliteitscriteria. In de overleggen met de schoolbesturen van het P.O. is aangegeven te kiezen voor een gefaseerde aanpak die aansluit op natuurlijke momenten. Voor de kern Eibergen speelt dat momenteel met de Huisvestingsaanvraag van het VCO en de leegstand van diverse panden waar onder Het Assink aan de Prins Bernhardstraat. Dit betekent dat de eerste focus is gericht is op de kern Eibergen. Acties specifiek per kern Per kern een multifunctionele werkgroep instellen die tot taak krijgt om te zoeken naar een oplossing die is afgestemd op de mogelijkheden die elke afzonderlijk kern biedt. De samenstelling van de werkgroep per kern afstemmen op de betrokken instellingen die in die kern actief zijn. Samenstelling ambtelijke werkgroep nader invullen Kern Eibergen Planning Regie Uitwerken scenariomodellen en voorbereiden bestuurlijke Besluitvorming Integraal Huisvestingsplan Eibergen 2015 Gemeente Kern Ruurlo: Haalbaarheidsonderzoek naar 2 scenariomodellen 2016 Gemeente Kern Borculo 1. Draagvlak in de wijk / samenleving 2015 Gemeente 2. Onderzoek naar vormen van samenwerking met andere zgn. éénpitters in de regio door Sint Jorisschool 2015 Schoolbestuur 3. Nadere analyse OPONOA naar de leerlingen-mutaties 2015 Schoolbestuur

240 Kern Neede Antwoord op het complexe vraagpunt en de fundamentele keuze van aanvliegroute (per denominatie of niet?) Haalbaarheidsonderzoek naar scenariomodellen in Neede 2015 Gemeente Kleine kernen Gebiedsgerichte oriëntatie op driehoek Geesteren, Gelselaar en Nettelhorst. Verkenning bestaande voorzieningenniveau om tot een effectief gebruik van de voorzieningen binnen een kern te kunnen komen Gemeente Tot slot wordt op 12 juni 2015 een kennismiddag over Integrale Kind Centra georganiseerd in het gemeentehuis van Berkelland. Algemene communicatie Voorstel: Per kern wordt een dialoogavond georganiseerd waarin onder leiding van de procesbegeleider krimp de eerste contouren van de plannen met vertegenwoordigers / stakeholders vanuit de betreffende kern worden besproken. Stakeholders krijgen de gelegenheid om hierop te reageren, met name vanuit het perspectief van leefbaarheid en mede verantwoordelijkheid van de samenleving voor de vitaliteit van de betreffende kern.

241 Einde bijlage: Bijlage 4 - Stappenplan Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland Terug naar het agendapunt

242 Bijlage 5 - Visiedocument - Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####0cfeec8e-e7ad-4001-a9ff-04f84622ed85#

243 Visiedocument Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland (versie 1 mei 2015) 1. Achtergrond en visie 1a. Achtergrond Een groot deel van het Nederlandse onderwijs krijgt de komende jaren te maken met een dalend aantal leerlingen. Dit geldt ook in de gemeente Berkelland, waar het leerlingenaantal in het primair onderwijs van in de periode daalt van naar ongeveer Met deze cijfers is sprake van een krimp van ruim 37% in 14 jaar. Ten aanzien van deze cijfers zijn twee opmerkingen op zijn plaats: - Naarmate de prognose verder af staat van de feitelijke situatie, neemt de afwijkingsfactor toe; - Mutaties van leerlingen tussen scholen zullen altijd leiden tot afwijkingen in de cijfers, maar hebben geen invloed op het totaal. De gevolgen van deze krimp zijn niet alleen voelbaar in het onderwijs, ook welzijnsinstelling (denk aan voor-en naschoolse opvang en de verenigingen in sport en cultuur) zullen met de gevolgen geconfronteerd worden. Gekoppeld aan het doorvoeren van door de Rijksoverheid opgelegde bezuinigingen aan gemeenten zullen de gevolgen van deze krimp zichtbaar worden in de leefbaarheid van de dorpen en kernen, de werkgelegenheid, de gebouwensituatie en de bereikbaarheid van de verschillende voorzieningen. De exploitatie van deze voorzieningen komt onder grote druk te staan en de gevolgen voor de financiële huishouding voor de besturen en de gemeente zullen ingrijpend zijn. Onderwijsinhoudelijk zullen leerkrachten geconfronteerd worden met situaties waarmee men tot nu toe geen ervaring heeft opgedaan. Een voorbeeld daarvan is het werken in een drie combinatieklas, waarvan uit onderzoek blijkt dat de kwaliteit van de opbrengsten van het onderwijs dat wordt gegeven onder druk komt te staan (Bron: Marzano Wat werkt op school ). Daarnaast neemt op kleine scholen de werkdruk onevenredig toe. Als reactie daarop zien we nu dat er modellen in opkomst zijn, waarbij samenwerking en netwerkconstructies er toe bijdragen dat kleinere scholen gezond kunnen voortbestaan. Voorbeelden daarvan zijn clusterscholen (groot ondersteunt klein), clusterteams en cluster Intern-Begeleiders. De leerlingendaling in het primair onderwijs zet zich de komende jaren ook door naar het voortgezet onderwijs. Deze terugloop loopt parallel met een stapsgewijze verandering in het keuzepatroon onder leerlingen. Er wordt minder gekozen voor een beroeps-oriënterende opleiding en meer voor algemeen vormend onderwijs. Dit zet naar verwachting vooral het vmbo de komende jaren onder druk. Zowel onderwijskundig als bedrijfsmatig. Er ontstaat leegstand en opleidingen dreigen uit de regio te verdwijnen. Onderwijs ontwikkelingen vragen om een andere leeromgeving, waar de huidige deels verouderde gebouwen niet voor zijn toegerust. 1

244 1b. Visie De gemeente Berkelland heeft in het licht van de demografische krimp en in samenspraak met de besturen in het Primair- en Voortgezet Onderwijs, de volgende uitgangspunten geformuleerd (visie): - Krimp is een feit. Het opvangen van de gevolgen van de krimp moet worden gerealiseerd middels een integrale aanpak (met de andere maatschappelijke partners), waarbij de aanpak per kern kan verschillen. Bij de aanpak van de krimp richt men zich men zich in eerste instantie op de leeftijdsgroep van 2 tot 12 jaar, omdat in die leeftijdsgroep de krimp zich al nadrukkelijk manifesteert. Daar waar zich mogelijkheden voordoen om die leeftijdsgrens verantwoord op te rekken, zal dat worden onderzocht. Deze visie moet door zowel de gemeente als de maatschappelijke partners worden door vertaald in de benodigde beleidswijzigingen en plannen voor de langere termijn. Onderwijs en verenigingen die actief zijn in de sport en cultuur zullen samen moeten werken aan duurzame oplossingen. - Het behoud van de kwaliteit van de (onderwijs) voorzieningen staat voorop. - Daar waar mogelijk en verantwoord wordt samenwerking in diversiteit en pluriformiteit als ook opschaling nagestreefd. 1c. Effecten van de geformuleerde visie Vanuit deze visie moeten de volgende effecten worden nagestreefd: - Het voor korte- en lange termijn waarborgen van de bereikbaarheid van onderwijs en andere functionaliteiten voor alle burgers in de gemeente Berkelland; - Gerichte (financiële-) investeringen vanuit integrale beleidsbenadering in plaats van doelgroepenbeleid - Binnen de gemeente Berkelland is een pluriform onderwijsaanbod aanwezig - Bij het realiseren van toekomstige onderwijsvoorziening wordt standaard de aanvullende mogelijkheden onderzocht voor de 2 tot 4 jarigen 1d. Veiligheid en bereikbaarheid Bij de uitwerking van de visie en de beoogde effecten daarvan moet specifiek aandacht worden gegeven aan de veiligheid van de schoolroutes die kinderen en ouders moeten afleggen om de meest nabij gelegen school te bereiken. Een straal van 3 kilometer rond de school wordt gehanteerd als voldoende bereikbaar voor ouders en kinderen (zie rapport Onderwijsraad Grenzen aan kleine scholen pag. 21 e.v. en de uitkomsten van de interactieve avonden die zijn gehouden in de Achterhoekse gemeenten middels de Transitieatlas). Nog nadrukkelijker moet deze schoolroute beoordeeld worden op kind veiligheid. Indien het noodzakelijk is om voor het realiseren van een veilige schoolroute de provincie erbij te betrekken, trekken gemeente en schoolbesturen gezamenlijk op. 2. Werkwijze In het najaar van 2014 hebben werkbijeenkomsten plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de gemeente en de schoolbesturen PO. De bijeenkomsten zijn georganiseerd met vertegenwoordigers van het onderwijs per kern. Deze werkbijeenkomsten komen voort uit de speciale OOGO vergadering die op 15 oktober 2014 is belegd over het thema krimp. Vanuit deze vergadering is de ambitie geformuleerd om op kernenniveau de gevolgen van de krimp aan te pakken in nauwe samenwerking tussen gemeente en schoolbesturen met in achtneming van de onderscheidende verantwoordelijkheden. Het doel is om kwalitatief goed, pluriform en bereikbaar 2

245 basisonderwijs bereikbaar te houden voor kinderen en hun ouders. Een specifiek aandachtspunt vormt de consequentie voor de huisvesting. Ervaringen in de aanpak van de krimpproblematiek in delen van ons land die hier al in een eerder stadium mee zijn geconfronteerd hebben opgeleverd dat oplossingen daar uitsluitend middels een integrale aanpak te realiseren zijn. Concurrentie tussen scholen en instellingen leidt slechts tot kapitaalsvernietiging van middelen en energie, zonder duurzaam resultaat. Samenwerking en Kwaliteit vormen de kernwoorden van de beoogde aanpak, zo ook in de gemeente Berkelland. 3. Tijdpad De resultaten van het overleg tussen de schoolbesturen en de gemeente moet leiden tot het vaststellen van een breed gedragen beleidsdocument voor 1 mei Dit document moet worden gezien als een nadere uitwerking van het bijgestelde document Notitie ter voorbereiding van een onderwijsvisie voor het basisonderwijs in de gemeente Berkelland dat op 12 november 2014 in een gezamenlijke bijeenkomst van gemeente en schoolbesturen is geactualiseerd. 4. Voor welke opdrachten weet het basisonderwijs zich gesteld? Opdracht voor het onderwijs Invoering Passend Onderwijs/Inclusief Onderwijs: De regiegroep Passend Onderwijs hanteert de volgende definitie: Passend Onderwijs is een organisatorische en/of onderwijskundige setting (lokaal/regionaal), waarbij gezamenlijke schoolbesturen hun onderwijsbeleid zo hebben ingericht dat er voor alle leerlingen in die lokale/regionale situatie een passend onderwijsarrangement is. Scholen krijgen de wettelijke verantwoordelijkheid voor de 2 12 jarigen. Ambities Bestuursakkoord met uitwerking in Scholen aan Zet: Onderwijskwaliteit Voorkomen dat zwakke scholen ontstaan Opbrengstgericht werken met nadruk op de vakken taal en rekenen; in 2015 werkt 60% van de basisscholen opbrengstgericht Alle schoolbesturen voor basisonderwijs formuleren in 2015 meetbare doelen voor het beoordelen van leerprestaties In 2015 heeft 90% van de basisscholen een uitdagend aanbod voor cognitief talentvolle en hoogbegaafde leerlingen In 2015 betrekt 60% van de scholen ouders actief bij de ontwikkeling en leerprestaties van hun kinderen Vroegschoolse educatie Alle scholen die extra geld krijgen om onderwijsachterstanden weg te werken (gewichtenscholen), brengen in 2015 opbrengsten vroegschoolse educatie in beeld. 3

246 OCW brengt scholen en schoolbesturen in positie door het stimuleren van experimenten gericht op startgroepen voor peuters in het onderwijs. (ps. het ministerie noemt het pilots) De PO raad stimuleert scholen om: - Voldoende aanbod vroegschoolse educatie met gecertificeerde leraren te realiseren - Te werken aan de verbeterpunten uit de bestandsopname VVE van de Inspectie van het Onderwijs - In overleg met de gemeenten samen te werken aan de bestrijding van onderwijsachterstanden De PO-Raad is van mening dat kinderen het recht hebben om al hun talent te ontwikkelen. Bij goed onderwijs voor elk kind hoort ook een goede start voor elk kind. Eén basisvoorziening voor alle kinderen van 2,5 tot 4 jaar zorgt ervoor dat er een basis wordt gelegd voor de verdere ontwikkeling van kinderen. Al geruime tijd werken onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en gemeenten op lokaal niveau samen om dit te realiseren. Ook de Onderwijsraad geeft in haar advies Een onderwijsstelsel met veerkracht aan dat voor de ontwikkelkansen van vooral jonge kinderen verdergaande integratie van onderwijs, opvang en zorg noodzakelijk is. Rapport Onderwijsraad De raad vindt dat de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd moet zijn, ook in dunbevolkte gebieden. Alle kinderen hebben immers recht op goed onderwijs. Een toename van het aantal kleine scholen als gevolg van de dalende leerlingenaantallen zet druk op de kwaliteit en de kosten van het onderwijs. Op termijn is dat onhoudbaar. Kleine scholen zijn vaker zwak en kunnen moeilijker de rol van sociale ontmoetingsplaats voor leeftijdsgenoten waarmaken. Daarom adviseert de raad om het aantal kleine scholen te beperken. Ook met minder scholen is de keuzevrijheid voor ouders en leerlingen in Nederland te garanderen. Op redelijke afstand moeten ouders en leerlingen ten minste uit een openbare en een bijzondere school kunnen kiezen. Initiatief Sander Dekker: Onderwijs 2032 Een kind dat in 2015 voor het eerst naar school gaat, zal rond 2032 op eigen benen staan. Leert dit kind nú op school wat het dan nodig heeft om een goede start te maken? Dekker: Wanneer we het over onderwijs hebben gaat het vaak over randvoorwaarden: groepsgrootte, kwaliteit van de leraren, tegen gaan van pesten. Belangrijke zaken. Maar we hebben het veel minder vaak over de inhoud: wat zouden kinderen moeten leren op de basisschool en middelbare school? En als we het over de inhoud hebben is het vaak erg hapsnap. Het ene moment wordt geroepen dat het onderwijs voor alle kinderen zwemles moet verzorgen, het volgende moment zouden alle kinderen EHBO moeten leren. Bij scholen ontstaat zo een gevoel van overladenheid. Het is daarom de hoogste tijd om het totaal van de onderwijsinhoud tegen het licht te houden. Een nieuwe tijd vraagt om nieuwe vaardigheden (21st Century Skills) 4

247 Technologie heeft de manier waarop we samen werken en leven enorm veranderd. Nieuwe functies ontstaan en vragen om andere of nieuwe competenties, de zogenoemde 21st century skills. Naast taal en rekenen en de kernvakken, zijn de competenties samenwerken, creativiteit, ICTgeletterdheid, communiceren, probleemoplossend vermogen, kritisch denken en sociale en culturele vaardigheden van belang. Ook een betrokken, ondernemende en nieuwsgierige houding komen van pas in de 21ste eeuw. Bovenstaande aspecten zijn samengevat in het volgende kwadrant: Onderwijs Inspectie Passend Onderwijs Schoolgrootte Betaalbaarheid Personeel Materieel Bereikbaarheid Kwaliteit van onderwijs Personeel Leeftijdsopbouw Competenties/kwaliteiten Teamgrootte Innovatie Investeren in kwaliteit MFA s/ikc s Onderwijsontwikkeling Om bovenstaande kwaliteit te kunnen leveren, is een school met 4 gecombineerde groepen een minimale basis (zie rapport Onderwijs ons goed RPCZ in opdracht van PPOZ d.d ). Scholen die aan dit criterium niet voldoen moeten door extra inspanning in staat gesteld worden om aan de vier kwaliteitscriteria te kunnen voldoen. Als antwoord op het hier boven genoemde organisatievraagstuk ontwikkelen zich initiatieven die werken vanuit een heel andere visie op leren. Essentieel zijn de nieuwe wijze waarop het leren wordt georganiseerd, een variëteit aan leerbronnen en een actieve opstelling van de leerling. Leerlingen gaan zelf op zoek naar antwoorden op vragen die zij belangrijk vinden. Het eigenaarschap van het leren zit bij het kind en de leerkracht neemt de rol in van coach. Voorbeeld daarvan is het zgn. Wittering concept. 5. De Kwalitatieve uitgangspunten De krimp zal onherroepelijk leiden tot het beoordelen van de levensvatbaarheid van de scholen op middellange termijn. Bij deze beoordeling gelden de volgende kwalitatieve uitgangspunten: Kwaliteit (van het onderwijs), bereikbaarheid, 5

248 identiteit, kleinschaligheid kernwoorden. Vanuit een lange termijn: Financieel beleid. Uitgewerkt zien de uitgangspunten er als volgt uit: I. Kwaliteit: School- bestuursnorm evenals inspectienormen. - Diversiteit in onderwijsconcepten is wenselijk - Diversiteit in ondersteuning van onderwijsbehoeften van leerling is gewenst II. Bereikbaarheid: o.a. bereikbaarheid voor kinderen-ouders. - Een straal van 3 km rond de school wordt gehanteerd als voldoende bereikbaar voor ouders en kinderen. Dit gekoppeld aan de huidige of te ontwikkelen infrastructuur (zie rapport Onderwijsraad Grenzen aan kleine scholen en Eindrapport Transitieatlas Primair Onderwijs Achterhoek). III. Levensbeschouwelijke identiteit: Voor de kwaliteit van de leefbaarheid is het van belang dat er diversiteit blijft in de levensbeschouwelijke kleur van het onderwijsaanbod IV. Kleinschaligheid: Een getalsmatige ondergrens voor de instandhouding is niet absoluut. Veel belangrijker is vraag in hoeverre een school ook op middellange termijn in staat is om de gewenste onderwijskwaliteit te leveren binnen een positief economisch perspectief. V. Financieel beleid: Afstemming tussen middelen gemeente en onderwijsbesturen kan leiden tot het effectief inzetten van de beschikbare middelen. Het inzetten van een derde geldstroom kan worden onderzocht door besturen en gemeente. Er zijn mogelijk lange termijn investeerders zoals pensioenfondsen die interesse hebben om te participeren. 6. Uitwerking Aan de hand van de meest recente prognoses, de beschikbare huisvestingsgegevens vanuit de gemeente Berkelland en overzichtskaart zoals deze eerder door de gemeente Berkelland is opgesteld, hebben de besturen zich met behulp van bovenstaande uitgangspunten gebogen over de toekomstbestendigheid van de scholen binnen de gemeente. In de gesprekken met de bestuurders is de zogenaamde houtkoolschets als onderlegger gebruikt voor het definitieve document Opbrengst 1 e verkenning toekomst primair onderwijs Berkelland van 1 mei Bovenstaande gegevens vormen de basis voor de toekomstige aanpassing van het Integraal Huisvestingsplan (IHP) van de gemeente Berkelland. Hierin worden ook voorzieningen betrokken voor 2 4 jarigen. Het geheel moet opleveren dat voor de gemeente Berkelland tot in middellange termijn kwalitatief goede onderwijsvoorzieningen beschikbaar zijn die voldoen aan de genoemde kwaliteitscriteria. Borculo, juli 2015 Namens de gemeente Berkelland, wethouder H. Boer Namens het bestuur van VCO Oost-Nederland, 6

249 de heer J. Wierstra Namens het bestuur van OPONOA, de heer J. Siemerink Namens het bestuur van Delta, de heer R. Beekhuizen Namens het bestuur van Stichting Keender, de heer P.J. Buhler Namens het bestuur van Gelre Veste, de heer F. Remerie Namens het bestuur van Jorisschool, mevrouw A. Wensink Namens het bestuur van SKBG, de heer P. Appel 7

250 Einde bijlage: Bijlage 5 - Visiedocument - Toekomstgericht primair onderwijs Berkelland Terug naar het agendapunt

251 Voorstel en besluit - Jaarrekening 2014 gemeente Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE##### c69-48c8-9c c428695#

252 Zaaknummer : Raadsvergaderin : 23 juni 2015 agendapunt : 20. g Commissie : Bestuur Onderwerp : Jaarstukken 2014 Collegevergadering : 26 mei 2015 agendapunt : 10. Portefeuillehouder : J.B. Boer Meer informatie bij : E. Gussekloo tel: : Te nemen besluit:: 1. De jaarstukken 2014 vaststellen 2. Het positieve resultaat van de jaarrekening van voor: voor personeelsbudget/vertrekregeling 60-plussers voor het veranderproces van de organisatie voor monumentensubsidies voor de kosten van het bestemmingsplan buitengebied voor landschapsbeheer overhevelen naar 2015 door het nu in de algemene reserve te storten en deze bedragen in 2015 te onttrekken aan de algemene reserve toe te voegen aan de reserve nadelen decentralisaties 4. 10% van de Ozb opbrengst ( ) teruggeven aan de belastingbetaler in toevoegen aan de reserve herstructurering toevoegen aan de reserve infrastructurele werken toevoegen aan de reserve onderhoud wegen toevoegen aan de reserve onderwijshuisvesting toevoegen aan de algemene reserve Waarom dit voorstel? In de gemeentewet staat dat de gemeenteraad jaarlijks de jaarstukken vaststelt. Wat is het effect? Een toename van de reserves en het kunnen uitvoeren van activiteiten die in 2014 nog niet zijn afgerond. Argumentatie/onderbouwing: 1. Het is een wettelijke verplichting dat de Raad de jaarstukken vaststelt. Dit staat in de gemeentewet In het college van 3 februari 2015 is ingestemd met de instelling van een vertrekregeling voor 60-plussers. Om deze regeling te kunnen bekostigen is geld nodig. We gebruiken daarvoor het jaarlijkse overschot op loonkosten (raming minus werkelijk) We zijn bezig met een versnelling van het veranderproces in de organisatie. Om de medewerkers goed bij het proces te betrekken kan het noodzakelijk zijn tijdelijk personeel in te huren voor dagelijkse werkzaamheden. Ook kan het nodig zijn In te vullen door Griffie: Raadsvergadering 0 zonder hoofdelijke stemming Commissievergadering 0 met algemene stemmen Afhandelingsvoorstel voor raad: 0 stemmen voor, stemmen tegen 0 hamerstuk 0 aangenomen 0 bespreekstuk 0 verworpen 0 anders, nl 0

253 speciale expertise in te huren Toegekende subsidies voor monumentenonderhoud zijn nog niet allemaal uitgekeerd omdat het onderhoud nog niet (volledig) is uitgevoerd. Omdat we geen voorziening meer mogen vormen hevelen we het budget voor de toegekende subsidies nu over naar Voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan buitengebied is in de najaarsnota beschikbaar gesteld. Hiervan is nog niets uitgeven. Omdat het bestemmingsplan wel gerealiseerd moet worden hevelen we dit bedrag over Een deel van de opdracht voor het snoeien / kappen van bomen kon niet meer in 2014 worden weggezet / uitgevoerd. Om toch het volledige snoeiprogramma deze winter te kunnen uitvoeren, stellen we voor het restant van over te hevelen naar Dit gedeelte van het voordelig resultaat wordt veroorzaakt door decentralisatie gerelateerde budgetten. Het gaat om overschotten op de gebundelde doeluitkering, de Wsw en de Wmo. We vinden willen deze budgetten gebruiken om de verwachte nadelen die door de decentralisaties ontstaan te kunnen dekken De Ozb is het sluitstuk van onze begroting. We vinden dat als we geld overhouden aan het einde van het jaar de Ozb betalers een gedeelte van de betaalde belasting terug kunnen geven Het jaarrekeningresultaat is een eenmalig voordeel. Het structureel verlagen van de Ozb kan daardoor niet De meest praktische manier is om de teruggave te verrekenen met een belastingaanslag. De belastingaanslag 2015 is al verstuurd. Daarom kiezen we voor een teruggave op de belastingaanslag Wij beoordelen ons eigen vermogen op dit moment als uitstekend. Onze accountant geeft aan dat onze solvabilteit met 45% hoger is dan het in het bedrijfsleven gebruikelijke percentage 30%. Als we het overschot niet teruggeven aan de belastingbetaler voegen we het geld toe aan onze reserves. Dat is op dit moment niet volledig nodig. 5. Het beleid is dat we 25% van het positieve jaarrekeningresultaat toevoegen aan de reserve herstructurering. 6. Het beleid is dat we 12,5% van het positieve jaarrekeningresultaat toevoegen aan de reserve infrastructurele werken. 7. Het beleid is dat we 12,5% van het positieve jaarrekeningresultaat toevoegen aan de reserve onderhoud wegen. 8. Het beleid is dat we 12,5% van het positieve jaarrekeningresultaat toevoegen aan de reserve onderwijshuisvesting. 9. Het resterende deel van het jaarrekeningresultaat voegen we toe aan de algemene reserve. Kanttekeningen/risicoparagraaf 1. Niet van toepassing; 2. Niet van toepassing; 3. We kunnen er ook voor kiezen dit gedeelte van het resultaat op een ander wijze te bestemmen Een positief jaarrekening resultaat hoort ten gunste te komen van alle inwoners van Berkelland. Dit bereik je alleen door het geld toe te voegen aan reserves en daarmee uiteindelijk dingen te realiseren voor de inwoners In plaats van het in een keer uitkeren van 10% kunnen we ook vier jaar lang 2,5% teruggeven. 2

254 4.3. Het is ook mogelijk om de alle belastingbetalers 2014 de belasting terug te geven via een aparte aktie. Dit kost wel extra werk. Bijvoorbeeld het terugvinden van mensen die verhuisd zijn, en het verifiëren van rekeningnummers De provincie Gelderland vindt dat dat ons eigen vermogen in verhouding tot ons totale vermogen nog matig is. Zij hanteert een solvabiliteitsnorm van 50%. Een solvabiliteit tussen de 30 en 50 procent wordt beoordeeld als matig. Onze solvabiliteit is 45%. 5.tot en met 9. We kunnen ook kiezen voor een andere verdeling van het rekeningresultaat. Financiële paragraaf We voegen in totaal toe aan de reserves. Daarvan halen we er in 2015 weer uit de reserve. Uiteindelijk voegen we dus toe aan de reserves. Informatie en communicatie (in-en extern) Door een persbericht bij het aanbieden van de jaarstukken aan de Raad. Inspraak en participatie Niet van toepassing Planning en evaluatie Na vaststelling van de jaarrekening wordt uitvoering gegeven aan het besluit. Deze uitvoering wordt geëvalueerd door de accountant bij de jaarrekening Burgemeester en wethouders van Berkelland, de secretaris, de burgemeester, J.A. Wildeman. drs. J.H.A. van Oostrum. 3

255 Raadsvergadering : 23 juni 2015 Agendanummer : 20. De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015; b e s l u i t : 1. de jaarstukken 2014 vast te stellen; 2. het positieve resultaat van de jaarrekening van voor: voor personeelsbudget/vertrekregeling 60-plussers voor het veranderproces van de organisatie voor monumentensubsidies voor de kosten van het bestemmingsplan buitengebied voor landschapsbeheer over te hevelen naar 2015 door het nu in de algemene reserve te storten en deze bedragen in 2015 te onttrekken aan de algemene reserve; toe te voegen aan de reserve nadelen decentralisaties; 4. 10% van de Ozb opbrengst ( ) teruggeven aan de belastingbetaler in 2016; toe te voegen aan de reserve herstructurering; toe te voegen aan de reserve infrastructurele werken; toe te voegen aan de reserve onderhoud wegen; toe te voegen aan de reserve onderwijshuisvesting; toe te voegen aan de algemene reserve. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 23 juni 2015 de griffier, de voorzitter, 4

256 Toelichting raadsvoorstel Onderwerp : Jaarstukken Het positieve resultaat van de jaarrekening 2014 is Dit voordeel bestaat uit een resultaat op de bedrijfsvoering van En een resultaat op de grondexploitaties van -/ Totaal rekeningresultaat Naar aanleiding van ons streven zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te begroten doet de accountant de volgende constateringen: Men constateert dat "de resultaten in 2014 grotendeels incidenteel van aard zijn". Daarnaast constateert men dat "meer dan de helft van de resultaten buiten de directe invloedssfeer van de gemeente liggen". Zo wordt het resultaat voor ruim 1,3 miljoen beïnvloedt door gemeenschappelijke regelingen zoals de SDOA, Hameland en de VNOG. Ook de algemene uitkering blijkt nog een half miljoen euro hoger uitgevallen te zijn dan verwacht. Daarbij komt nog dat er meer BTW teruggevraagd kon worden dan gedacht en dat de obligatieportefeuille zich gunstig heeft ontwikkeld. Daarnaast constateert men dat Incidentele baten veelal blijken in een laat stadium van het boekjaar. Daardoor kunnen die niet meer meegenomen worden in de bijgestelde begroting. Voor deze baten geldt het voorzichtigheidsbeginsel. Baten mogen pas genomen worden als deze zijn gerealiseerd. Een voorbeeld hiervan betreft de Algemene Uitkeringen. De definitieve bijdrage vanuit uit Rijk wordt pas in december van het boekjaar bekend gemaakt. Wij blijven streven zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te begroten. De belangrijkste oorzaken van het resultaat zijn hieronder kort toegelicht. We beginnen met de nadelen die zich hebben voorgedaan. 1. Grondexploitaties -/ Het verlies is vooral veroorzaakt door een bijstelling van het uitgiftetempo en de opbrengstverwachting van plannen. Hierdoor loopt de rentelast fors op zodat bij enkele plannen sprake is van een verwacht toekomstig verlies. Daarvoor zijn voorzieningen getroffen. In de paragraaf grondbeleid is de achtergrond van dit incidentele verlies uitgebreid toegelicht. 2. ODA -/ In onze begroting hebben wij rekening gehouden met een bijdrage aan de ODA op basis van de oude bijdrage. Wij waren het niet eens met de verhoging die de ODA wenste. Uiteindelijk is de begroting met de bijbehorende hogere bijdrage wel door het AB van de ODA vastgesteld. Dit is niet aangepast in onze begroting. 3. Openbare verlichting(exclusief kapitaallasten) -/ De voorschotten die we betalen zijn aan de (te) hoge kant. Dit wordt in 2015 verrekend. Daarnaast is in de begroting rekening gehouden met een hogere provinciale bijdrage dan we uiteindelijk kregen. Tegenover deze nadelen staan ook voordelen 4. Algemene baten en lasten Het voordeel is voor het grootste gedeelte incidenteel en wordt voornamelijk 5

257 veroorzaakt door de stelpost I&A investeringen die niet is aangesproken ( ). Een gedeelte van dit voordeel ( ) kan als structureel beschouwd worden. 5. Dit voordeel is verwerkt in de voorjaarsnota. Daarnaast is ook de post onvoorzien ( ) niet aangesproken en hebben we door acties om te kijken naar de BTW die we terug konden krijgen meer BTW terugontvangen ( ) dan gedacht. Een klein gedeelte kan als structureel bestempeld worden omdat we meer BTW terug kunnen vragen van gemeenschappelijke regelingen dan we begroten. Dit is al enkele jaren zo. Maar hiervoor zijn we afhankelijk van wat de gemeenschappelijke regelingen uitgeven aan BTW plichtige activiteiten. 6. Gebundelde doeluitkering Vanuit de gebundelde doeluitkering wordt de algemene bijstand, het levensonderhoud van startende ondernemers en de uitkeringen IOAW en IOAZ betaald. In de najaarsnota 2014 gaven we al aan dat de verwachting bestond dat we een deel van onze eigen risico op de inkomensvoorziening niet hoefden in te zetten. We hebben in het tweede halfjaar 2014 te maken gehad met een grotere toename van uitkeringsgerechtigden, maar omdat deze mensen maar een klein deel van 2014 een beroep moesten doen op een uitkering zijn de extra lasten beperkt gebleven. Daarnaast is de definitieve rijksbijdrage inkomensvoorziening hoger dan de voorlopige rijksbijdrage. 7. Wsw Hameland heeft het beter gedaan dan zij verwacht had. Daardoor hoeven de gemeenten minder bij te dragen in het verlies. Het bedrag dat wij begroot hadden was gebaseerd op de begroting van Hameland. 8. Algemene Uitkering Het voordeel is deels incidenteel, deels structureel. Het incidentele gedeelte wordt verklaard door een verschuiving van de rijksuitgaven naar Het structurele deel heeft te maken met de betere economische verwachtingen en daarmee op termijn stijgende rijksuitgaven. 9. Intrinsieke waarde fondsen BNG De verwachting was dat het rendement in 2014 van de fondsen BNG Vermogensbeheer door rentestijging, maar beperkt zou zijn. Doordat rentestijging achterwege bleef, is het rendement aanzienlijk hoger. Dit rendement is deels uitbetaald in de vorm van dividend. Het restant verhoogt de intrinsieke waarde van het fonds. 10. Lonen personeel Met name door het niet invullen van enkele vacatures (conform opdracht coalitie) is er op de post salarissen personeel geld overgebleven. 11. Lagere inhuur derden c.q. detachering medewerkers Door terughoudend beleid is er op de post voor inhuur van derden voor piekbelasting en vervanging bij ziekte of zwangerschap budget overgebleven. Daarnaast zijn diverse gemeentemedewerkers gedetacheerd bij andere organisaties. Deze vergoedingen waren slechts voor een gedeelte geraamd. 12. Ruimtelijke ordening De leges voor omgevingsvergunningen en inzien van bestemmingsplannen heeft meer opgebracht dan geraamd. Daarnaast is nog geen uitvoering gegeven aan het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. De daarvoor geraamde bedragen zijn dus ook niet aangewend. 13. WMO Het budget dat beschikbaar was voor vrijwilligersinitiatieven in het kader van Voormekaar is niet gebruikt. De prioriteit bij het starten van de Voormekaar teams heeft eerst bij andere zaken gelegen. Daarnaast is er een voordeel op de bijdrage GGD door het rekeningresultaat 2013 en er resteert een voordeel op het project WMO Pilot. 14. Bouwvergunningen In 2014 zijn meer aanvragen behandeld en afgehandeld dan begroot. Daarnaast 6

258 waren er een behoorlijk aantal grote plannen bij (Pro wonen met een aantal grote plannen, kasteel Ruurlo maar ook de agrariërs). 15. Monumenten subsidies We mogen geen voorziening verleende subsidies meer aanhouden na opmerkingen van de accountant over de rekening Het saldo uit de voorziening is daardoor vrijgevallen. Daarnaast is er sprake van een niet geraamde subsidie van Provincie Gelderland. 16. WMO voorzieningen Er zijn in brede zin minder voorzieningen verstrekt dan begroot. Dat geld voor PGB's, kosten vervoer en voor uitgaven voor huishoudelijke hulp. 17. Bijdrage cluster BWAO Dit betreft de teruggave van het rekeningsaldo Monumenten verkoop De Kamp Dit is een incidentele (niet geraamde) verkoopopbrengst. 7

259 Einde bijlage: Voorstel en besluit - Jaarrekening 2014 gemeente Berkelland Terug naar het agendapunt

260 Bijlage 1 - BenW advies - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####d4be93fc e4-b ae698c5#

261

262

263

264

265 Einde bijlage: Bijlage 1 - BenW advies - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland Terug naar het agendapunt

266 Bijlage 2 - De jaarrekening 2014 Gemeente Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####bc5467ca-0d81-428c-ac76-bc9a96a5e4db#

267 2014 Jaarverslag en jaarrekening Gemeente Berkelland

268 Gemeente Berkelland Postbus HA Borculo Twitter: Gem_Berkelland

269 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Ontwikkelprogramma Demografische ontwikkelingen... 4 Ontwikkelprogramma Plattelandsontwikkeling... 6 Ontwikkelprogramma decentralisaties en transities (awbz en jeugdzorg) Programmalijn 1.1. Cultuur Programmalijn 1.2. Sport Programmalijn 1.3. Overig doorgaand sociaal beleid Programmalijn 2.1. Werkgelegenheid Programmalijn 2.2. Recreatie & Toerisme Programmalijn 2.3. Overig doorgaand economisch beleid Programmalijn 3.1. Wonen Programmalijn 3.2. Leefomgeving Programmalijn 3.3. Overig doorgaand ruimtelijk beleid Programmalijn 4.1. Besturen met Betrokkenheid Programmalijn 4.2. Integrale veiligheid Programmalijn 4.3. Overig doorgaand bestuurlijk beleid Programmalijn: Overzicht dekkingsmiddelen en onvoorzien Bedrijfsvoering Paragraaf: Grondbeleid Paragraaf: Lokale heffingen Paragraaf: Weerstandsvermogen Paragraaf: Financiering Paragraaf: Verbonden partijen Paragraaf: Onderhoud kapitaalgoederen Paragraaf: Reserves Paragraaf: Horizontaal toezicht Jaarrekening Balans per 31 december (Bedragen X 1000) Overzicht van Baten en Lasten Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Activa Passiva Niet uit de balans blijkende verplichtingen Toelichting op het Rekeningsresultaat Sisa bijlage

270

271 Samenvatting Samenvatting In deze samenvatting gaan we kort in op de financiële gegevens zoals deze ook zijn opgenomen in de jaarrekening Resultaat 2014 De jaarrekening 2014 heeft een positief resultaat van Dit resultaat is inclusief het resultaat op de grondexploitaties. Het resultaat uit de normale bedrijfsvoering is Het resultaat van de grondexploitaties is -/ Voorstel bestemming resultaat 2014 We stellen voor het positieve resultaat van van de jaarrekening 2014 als volgt te bestemmen: De volgende bedragen overhevelen naar 2015 om de projecten alsnog uit te voeren voor personeelsbudget/vertrekregeling 60-plussers voor het veranderproces van de organisatie voor monumentensubsidies voor landschapsbeheer toe te voegen aan de reserve nadelen decentralisaties 3. 10% van de Ozb opbrengst ( ) teruggeven aan de belastingbetaler in toevoegen aan de reserve herstructurering toevoegen aan de reserve infrastructurele werken toevoegen aan de reserve onderhoud wegen toevoegen aan de reserve onderwijshuisvesting toevoegen aan de algemene reserve Het negatieve resultaat voor de bouwgrondexploitaties verrekenen we met het resultaat uit de gewone bedrijfsvoering omdat de reserve bouwgrondexploitaties na verrekening van het resultaat onvoldoende zou zijn om de toekomstige risico s op te vangen. Aanzuivering uit de algemene reserve zou dan noodzakelijk zijn. 3

272 Ontwikkelprogramma Demografische ontwikkelingen Ontwikkelprogramma Demografische ontwikkelingen Leefbare en vitale dorpen in Berkelland 4

273 Ontwikkelprogramma Demografische ontwikkelingen Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? Speerpunt 1 Per thema is er bewustwording van de demografische ontwikkeling en wat dit betekent voor de samenleving De bewustwording van de demografische ontwikkeling is in volle gang. In het rapport grenzen aan de krimp wordt zelfs gesteld dat de bewustwordingsfase in de Achterhoek is afgesloten. Wij blijven uitdragen dat we te maken hebben en krijgen met een dalende en vergrijzende bevolking. In december hebben we de laatste prognoses van het CBS verwerkt in de voortgangsrapportage demografie. Daarnaast is in 2014 op de volgende thema s afstemming gezocht over de effecten van de demografische ontwikkelingen: Riolering, Onderwijs, Wonen, Mobiliteit, Economie, Zorg en Bestemmingsplannen. Speerpunt 2 Kansen rondom de demografische ontwikkeling worden benut door de samenleving met ondersteuning van de gemeente In 2014 zijn de volgende initiatieven samen met organisaties of inwoners uit de samenleving opgepakt. Het onderwijsplein in Neede, de woonmonitor, de basismobiliteit en de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt. 5

274 Ontwikkelprogramma Plattelandsontwikkeling Ontwikkelprogramma Plattelandsontwikkeling Een vitaal platteland in Berkelland Een vitaal platteland in Berkelland 6

275 Ontwikkelprogramma Plattelandsontwikkeling Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? Speerpunt 1 Het platteland blijft economisch vitaal Bewustwording Uit het Alterra-onderzoek in 2013 kwam als conclusie dat we met de drie belangrijkste grondgebruikers: Landbouw-Landschap en Recreatie een samenspel moeten starten. Waar is nog gebiedsontwikkeling mogelijk en hoe betrekken we onze inwoners bij hun omgeving en houden we de sociale cohesie in stand? Hierbij is ook duidelijk een relatie met het LEADER proces dat in 2015 start hebben we gebruikt voor beeldvorming en bewustwording in regionale en lokale netwerken zoals Plattelandsoverleg (PLATO) en met LTO. Als uitvloeisel gaan we in overleg met de agrarische ondernemers, en andere betrokkenen in 2015 in Berkelland een bijeenkomst organiseren waarbij we benoemen wat de knelpunten zijn en wat ieder aan de oplossing kan bijdragen. Bestemmingsplannen Op 26 juni 2013 stelde de gemeenteraad het Buitengebied Berkelland 2012 vast. Dit bestemmingsplan werd op 27 augustus 2014 vernietigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit betekent dat voor het buitengebied een nieuw bestemmingsplan moet worden gemaakt. Tot aan het in werking treden van het nieuw te maken bestemmingsplan zijn de bestemmingsplannen van de vier voormalige gemeenten weer van toepassing in het buitengebied. N 18 Met de agrarische ondernemers en de kleine kernen inventariseren we wat de wensen zijn na doorsnijding van hun gebied door de N18. Kavelruilcommissies ondersteunen bij het maken van ruilvoorstellen. Ruimtelijk ook faciliteren indien nodig met procedures. Het proces staat aan het begin. Het doel is ruiling van gronden waardoor de agrarische structuur verbeterd, en effecten van doorsnijding teniet worden gedaan, huiskavels vergroot en vermindering van veldkavels. Meer mogelijkheden voor binnendoor fiets- en wandelpaden creëren. Combi mogelijk met Marke Mallum, fietsknooppuntensysteem en wandelnetwerk. Subdoel is het opdoen van ervaringen met gebiedspartners zodat van dit proces geleerd kan worden. P 10 Dossier Landbouw De P10 worden geregeld benaderd door ministeries en VNG om bijdragen te leveren en de stem van plattelandsgemeenten te horen. Op diverse beleidsterreinen leveren wij onze inhoudelijke bijdrage en bezoeken we ambtelijk de vergaderingen van de P10. Bestuurlijk trekt de wethouder het dossier Landbouw, ambtelijk trekken wij het dossier Omgevingswet. Met de gemeenten Opsterland en Bronckhorst, Westerveld en Borger Odoorn is gesproken over de verschillen per P10-gemeente op het gebied van landbouw: functies buitengebied infrastructuur overleg met provincie overleg met LTO collectief groen verevening POP3 problematiek Omgevingsdienst De werkgroep zoekt verder uit wat de P10 kan betekenen richting rijk en VNG. De problematiek in de landbouw kent veel aspecten, die bovendien ook nog per gemeente c.q. regio kan verschillen. Kennis uitwisselen is zinvol gebleken. We bekijken of we ons als P10, en zo ja hoe, kunnen voorbereiden op de gevolgen hiervan. Op 11 februari 2015 heeft de VNG een agrarische middag georganiseerd in het gemeentehuis van Apeldoorn voor wethouders. Namens de P10 gemeenten heeft wethouder Leo Scharenborg van de gemeente Berkelland in een deelsessie een presentatie gehouden over ontwikkelingen in de landbouw, dit mede in relatie tot de toekomstige regelgeving in de Omgevingswet. 7

276 Ontwikkelprogramma Plattelandsontwikkeling Dossier Omgevingswet In het voortraject bij de totstandkoming van de Omgevingswet hebben de steden via de G32 een duidelijk geluid laten horen. De P10 is ook benaderd om mee te denken en dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Op divers wetgevingstrajecten brengen wij onze expertise in of zorgen wij er voor dat één van de andere P10partners hun expertise leveren. Het is daarom van groot belang dat we als P10 aandacht blijven vragen voor de verschillen tussen steden en platteland en de problematiek die eigen is aan het platteland. De uitvoeringsregelingen onder de Omgevingswet zullen bestaan uit vier Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB). Ter voorbereiding van AMvB1 (Omgevingsbesluit) worden per deelonderwerp beslisnotities opgesteld door het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M), als uitgangspunt voor het schrijven van de regels van het Omgevingsbesluit. I&M consulteert de VNG over deze beslisnotities; de VNG benadert vervolgens de P10. In dat kader wonen wij bijvoorbeeld bijeenkomsten bij over de implementatie, de invloed van de omgevingswet op gemeentelijke werkprocessen, de verschillende AMVB s of geven wij reacties op ontwerpteksten. Groene energie Het platteland is een producent van groene energie. Energie halen we uit zon en biomassa (mest en hout). Zo wordt in Beltrum het stortgas van vuilstort t Bellegoor en het biogas van Groot Zevert Vergisting omgezet in elektriciteit. Deze groene elektriciteit levert AGEM aan Bronkhorst High Tech in Ruurlo en aan onze inwoners. Green deals Op het gebied van Green deals is geen voortgang te melden Speerpunt 2 Het landschap blijft herkenbaar. Levend landschap De Levend Landschap projecten in Noordijk, Gelselaar en Geesteren zijn opgestart in De vele tientallen projecten welke vanuit de samenleving zijn ingebracht zijn ten dele uitgevoerd in 2013 en Het blijkt toch lastig voor de projecttrekkers uit de dorpsorganisaties om de projecten voort te trekken. De gedachte was juist dat het initiatief meer vanuit de bewoners zelf moest komen in plaats van de gemeente. Om deze projecten nu beter voort te trekken gaat Stichting Landschapsbeheer Gelderland deze drie dorpsorganisaties helpen deze projecten op de rails te zetten in nauwe samenwerking met de contactfunctionarissen. Subsidie landschap Het landschap is onderdeel van ons erfgoed. Landschapsbeleving is van groot belang voor de vrijetijdssector, en bij het aantrekken van ondernemerschap, toerisme en recreatie. En ook voor een goed woon-, werk-, en vestigingsklimaat. Aandacht voor het landschap als geheel en voor de ruimtelijke kwaliteit is essentieel. Het in stand houden en herstel van de diversiteit aan landschappen, cultuurhistorische elementen, toeristische routes, natuur en educatie in Gelderland is dus niet alleen een provinciale taak, maar een gezamenlijke. Het bevorderen van burgerparticipatie en betrokkenheid bij het beheer en in stand houden van het integrale landschap hebben prioriteit. Via de regeling Regels Subsidieverstrekking Landschap Gelderland kunnen we een groot aantal doelen verwezenlijken uit onze Markewerkboeken (LOP), dorpsvisies en levend landschap projecten. Zo kunnen we onze plattelandsontwikkeling de komende vier jaar blijven faciliteren en stimuleren. We hebben een subsidieverzoek ingediend bij de Provincie Gelderland en verwachten half februari 2015 de beschikking. In zijn totaliteit is dan ,-- beschikbaar voor de komende 4 jaar. Energie toepassingen uit vrijkomende biomassa Agrarische ondernemers in Haarlose Veld/Olden Eibergen hebben te maken met een slechte bodemstructuur. Met als gevolg dat de landbouwgrond een slechte opbrengst heeft, het grondwater van mindere kwaliteit is en de grond geen waterbergend vermogen heeft. Door het toepassen van lokaal laagwaardige biomassa uit berm- en slootmaaisel wordt het organisch stof in de bodem hoger wat goed is voor de bodemvruchtbaarheid. 8

277 Ontwikkelprogramma Plattelandsontwikkeling De gemeente Berkelland voert jaarlijks onderhoud uit aan bermen. Het bermmaaisel gaan wij, onder voorwaarden, aanbieden aan de stichting HOE Duurzaam om te zorgen voor een betere bodemvruchtbaarheid. Ook Vitens, Rijkswaterstaat en Waterschap Rijn en IJssel hebben hun deelname aan dit project toegezegd. Bescherming landschapswaarden 1. Er zijn 6 cultuurhistorisch landschapselement veilig gesteld /verbeterd (vanuit PMJP thema landschap 2014) 2. Er is handhavend opgetreden na het vernielen of verwijderen van (cultuurhistorisch) waardevolle landschapselementen: houtwal (Haarlo-controle op herplant en uitvoering loopt nog), knot-elzen (Gelselaar - herplant in 2015) wilg (spec), 2 zomereiken en 5 hakhoutstoven van zwarte elzen met meerdere stobben (Stokkersweg), compensatie van 700m2 -uitvoering loopt nog Schade aan gemeentelijke Amerikaanse eiken langs Benninkdijk; schadebedrag betaald. Er is nieuwe natuur aangelegd: 1. 4,5 ha Koeweidengebied, 6,4 ha Elsmansdijk, 3 ha Benninkdijk, 2 ha bos Hupselse Dwarsweg, 1 ha als bypass langs Berkel (Hoge Brugweg), 5 hectare (Oude Nettelhorsterweg). 2. Er is illegale kap van bos geconstateerd: m2 bos (voor illegale kap Groenloseweg), compensatie in m2 bos en herstel ven (voor illegale kap Brökersweg); compensatie in m2 bos op drie locaties in Eibergen aan de Posse, Hoonesweg en Munsterdijk; handhaving wordt opgestart m2 bos; deze wordt binnenkort overgedragen aan de Provincie Gelderland. Verkenning financiële instrumenten zoals sloopfonds en bovenplanse verevening Er is een proces gestart van lobby bij Provincie en Rijk voor bijdragen om de sloopopgave die particuliere eigenaren van leegstaande (bedrijfs)panden hebben uit te kunnen voeren. We verkennen deze opgave regionaal. We verbinden de sloop opgave met projecten die bijdragen aan het realiseren van deze doelstelling. Zoals: Asbesttrein. Saneren kan adequater wanneer particulieren en boeren in een gebied gezamenlijk hun daken laten saneren. Op die manier realiseer je kostprijsvoordeel. Een coördinatieteam regelt afspraken, vergunningen, subsidies en kortingen bij leveranciers. Kostenverlaging bij de uitvoerders is mogelijk door een hoger volume. Vervolg sloopregeling PMJP. Bij aanleg van geluidwerende voorzieningen en bv vispassages is puin nodig. Ook bij wegen met halfverharding is puin te gebruiken. Gemeentelijk deze aanleg combineren met het sloopproject. Verplaatsen van landschapselementen In 2014 is één oude Amerikaanse eiken rij in Eibergen gekapt en hiervoor is compensatie geregeld c.q. verplaatsing. Volgen van aanwijzing Natura 2000 gebieden In 2014 is de kavelruil Stelkampsveld opgestart en zijn voorbereidingen getroffen voor de voorlichtingsavond in Speerpunt 3 Het platteland blijft sociaal vitaal. Verantwoordelijkheid voor leefomgeving en voorzieningen De dorpsorganisaties zijn actief en zorgen ervoor dat er in de kernen projecten van de grond komen, voorzieningen in tact blijven. Hierbij kan gedacht worden aan het kerkplein in Beltrum, het Kulturhus in Beltrum, het behoud van de peuterspeelzaal in Rietmolen, de dorpsbokes (in 2014 ook in Rietmolen geopend) enzovoorts. Dorpsorganisaties zijn gesprekspartners voor de gemeente als er belangrijke zaken in de kern staan te gebeuren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verzoek van Het COA om een asielzoekerscentrum in Rekken te mogen vestigen, of de N18/N315 in Neede. 9

278 Ontwikkelprogramma Plattelandsontwikkeling Dorpsorganisaties Iedere kleine kern heeft in de gemeente Berkelland een actieve dorpsorganisatie. De Dorpsorganisaties onderhouden de contacten met de gemeente namens de kern maar hebben ook hun eigen dorpsplan en uitvoeringsprogramma. In 2014 werd het nieuwe dorpsplan van Rekken gepresenteerd. In Gelselaar is men gestart met een nieuw dorpsplan die in 2015 gereed moet komen. Vanuit de gemeente is er veelvuldig contact met de dorpsorganisaties. De contactfuctionarissen bezoeken regelmatig de vergaderingen van de organisaties en zorgen voor de beantwoording van de vragen die de organisaties voor de gemeente hebben en informeren de organisaties over gemeentelijke activiteiten die in de kernen gaan plaats vinden. Met de dorpsorganisaties zijn convenanten afgesloten, deze worden in 2015 vernieuwd. 10

279 Ontwikkelprogramma Plattelandsontwikkeling Wat heeft het gekost? Bedragen x Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo Het realiseren van de projecten in het kader van plattelandsvernieuwing loopt achter bij de verwachting. Hierdoor is minder uitgegeven dan verwacht. Voor komt dit door de nog niet uitgevoerde investering Parels en rivieren. Voor gaat het om andere projecten. Dit laatste bedrag is volgens het besluit bij de najaarsnota 2014 toegevoegd aan de algemene reserve. In 2014 hebben we bijdragen ontvangen voor een aantal projecten. Deze inkomsten waren niet begroot. De bijdrage van de provincie is afhankelijk van het jaar van realisatie van het project. 11

280 Ontwikkelprogramma decentralisaties en transities Ontwikkelprogramma decentralisaties en transities (awbz en jeugdzorg) Inwoners doen naar vermogen en vanuit hun eigen kracht mee in de samenleving 12

281 Ontwikkelprogramma decentralisaties en transities Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? Speerpunt 1 Kern/wijkgerichte integrale aanpak van de drie decentralisaties. De hoofdlijnenkeuzes door de rijksoverheid over de naar de gemeente over te hevelen taken werden pas medio 2014 concreet gemaakt. Het ontbreken van duidelijkheid en beschikbare tijd voor voorbereiding op de uitvoering van de nieuwe taken leverde de nodige (tijds)druk op. In het najaar werden op gemeentelijk niveau beleidskeuzes gemaakt. Spil van de vastgestelde Berkellandse aanpak vormen de per kern gevormde VoorMekaar teams. Deze is verbeeld in onderstaande tekening. Speerpunt 2 Optimaal benutten van de beschikbare middelen in de zorg Vanaf het begin wordt ingezet vanuit het uitgangspunt dat de te ontvangen budgetten van het rijk ons structurele financiële kader vormen. De in de budgetten door het rijk doorgevoerde bezuinigingen maken het niet eenvoudig daaraan vanaf dag één te voldoen. Onvolkomenheden in de overdracht van concrete gegevens over bestaande gebruik van maatschappelijke ondersteuning en/of jeugdzorg en het wettelijk vastleggen van overgangsrechten maken dat nog complexer. Het zal de komende tijd moeten blijken in hoeverre de gemaakte keuzes, waaronder het naar de markt brengen van eenvoudig schoonmaakwerk in combinatie met het vorm geven aan nieuwe ondersteuningsarrangementen de gestelde doelen ook financieel haalbaar zullen blijken. Speerpunt 3 Alle kinderen groeien gezond en veilig op in hun eigen omgeving Jeugdzorg In de overdracht van taken rond jeugdzorg is sprake van uitgebreid overgangsrecht. Voor de bestaande situaties waarin jeugdzorg verstrekt wordt zal dan ook pas in de loop van 2015 of uiterlijk in 2016 daadwerkelijk invulling gegeven kunnen worden aan nieuwe vormen. Hiaten in 13

282 Ontwikkelprogramma decentralisaties en transities de gegevensoverdracht zelfs tot na 1 januari 2015 maken dat het nog enige tijd zal vergen voordat het inzicht op dit terrein volledig is. Peuter- en kinderopvang. In 2014 was een gemeentelijke innovatiebijdrage beschikbaar voor het realiseren van een vorm van kinderopvang in elke (kleine) kern. Dit laatste is gelukt. In 2014: is zo n soort voorziening in alle kernen gerealiseerd. Daarbij is het nodige maatwerk toegepast. Vanaf 2015 is geen innovatiebijdrage meer beschikbaar. Centrum voor jeugd en gezin. Besloten is de functie van het Centrum voor Jeugd en Gezin te integreren in de activiteiten van de VoorMekaar organisatie. Via de website van VoorMekaar is een link te openen naar informatie over opvoeden en opgroeien. De website CJG Berkelland wordt medio 2015 opgeheven. Wat heeft het gekost? Bedragen x Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo Het voordeel op deze programmalijn ontstaat met name door voordelige resultaten op de WMO voorzieningen. De vervoersvoorzieningen, de rolstoelvoorziening, de PGB s en de Huishoudelijke hulp kostten gezamenlijk minder. Voornamelijk door een minder gebruik van de voorzieningen. Daarnaast zijn de kosten voor mantelzorg, GGD en de WMO pilots lager. Hiertegenover staan ook lagere inkomsten als gevolg van lagere eigen bijdragen. 14

283 Ontwikkelprogramma decentralisaties en transities 15

284 Programmalijn 1.1. Cultuur Programmalijn 1.1. Cultuur Alle inwoners kunnen cultuur beleven 16

285 Programmalijn 1.1. Cultuur Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? Speerpunt 1Alle kinderen maken kennis met en beleven cultuur De Stichting Kunst- en Muziekwijs verzorgt de extra algemene muzikale vorming op de basisscholen. Ook is met de inzet van de combinatiefunctionarissen gewerkt aan het inbrengen van culturele elementen in nieuwe dagarrangementen. Speerpunt 2 Inwoners blijven culturele initiatieven ontwikkelen In 2014 is door de acht Achterhoekse gemeenten samen het projectplan Cultuur en Erfgoedpact Achterhoek gesloten. Hierin staan projecten op het gebied van cultuur (en cultureel erfgoed) die we tussen gezamenlijk willen uitvoeren. In de projecten wordt aansluiting gezocht bij initiatieven vanuit inwoners en ondernemers in het culturele veld. De uitvoering van de eerste projecten is eind 2014 gestart. Wat heeft het gekost? Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo Er hebben zich geen noemenswaardige afwijkingen voorgedaan. 17

286 Programmalijn 1.2. Sport Programmalijn 1.2. Sport Een leven lang met plezier en verantwoord sporten en bewegen 18

287 Programmalijn 1.2. Sport Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? Speerpunt 1 Er is een actieve leefstijl onder de jeugd tot 18 jaar. In 2014 hebben we aan sportverenigingen subsidies verleend voor jeugdleden. Uit de meest recente gegevens blijkt dat 84% van onze jeugd voldoet aan de landelijke beweegnorm dat jongeren per dag tenminste 60 minuten matig intensief bewegen. Speerpunt 2 Sportinclusief denken: samenwerking tussen sport, onderwijs en cultuur is versterkt We hebben in 2014 de inzet van 9,7 formatie eenheden vanuit de Brede impuls combinatiefunctie gefaciliteerd. Daarmee is ingezet op uitbreiding van structurele activiteitenprogramma s, dagarrangementen en ondersteuning van maatschappelijke stages. Met de sportfederatie Berkelland voerden we drie keer overleg. Onderwerpen en thema s die in die in die overleggen aan de orde kwamen waren onder meer combinatiefuncties, sportbuurtcoaches, Club Vooruit, Jeugdsportfonds, verzelfstandiging binnen- en buitensport, programmalijn en Gelderland Sport/Achterhoek in Beweging. Speerpunt 3 Gemeentelijke sportaccommodaties zijn verzelfstandigd. De verzelfstandiging van de buitensportaccommodaties is in 2014 nagenoeg afgerond. Dat wil zeggen dat de projecten ter goedkeuring bij de Belastingdienst liggen. De teller staat op veertien succesvol afgeronde projecten; drie projecten bevinden zich nog in de afrondende fase. Ook de aanleg van de sportvelden en verzelfstandiging van de FC Eibergen werd in 2014 afgerond. Voor de herontwikkeling van sportpark De Bijenkamp hebben wij twee subsidieaanvragen ingediend bij de provincie. De aanvragen voor atletiek en wielrennen zijn begin 2015 gehonoreerd. De verdere revitalisering en verzelfstandiging (2 sportverenigingen) rond en om sportpark De Bijenkamp zal samen met de verenigingen in 2015 worden afgerond. Wat heeft het gekost? Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Baten-Lasten Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo Tussen begroting en realisatie hebben zich in deze programmalijn geen noemenswaardige afwijkingen voorgedaan. Het verschil tussen de primitieve begroting en de uiteindelijke begroting ontstaat door de privatisering van verschillende sportaccommodaties. 19

288 Programmalijn 1.3. Overig doorgaand sociaal beleid Programmalijn 1.3. Overig doorgaand sociaal beleid Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? Onderwijs De bevolkingskrimp is merkbaar geworden in Berkelland. De gevolgen van de bevolkingskrimp voor het basisonderwijs door ontgroening is te zien in het onderstaande overzicht. Het laat het aantal leerlingen per 1 oktober zien en de daling in procenten Aantal leerlingen Daling in % ten opzichte van ,72 5,09 8,98 Tot en met 2010 was de schoolbevolking bijna stabiel, daarna trad een geleidelijke daling in die tot aan de dag van vandaag voortduurt. Hierdoor is het aantal leerlingen vanaf 2010 afgenomen met 9%. De leerlingendaling heeft geleid tot de sluiting van twee basisscholen (Het Tweespan in Beltrum en basisschool Veldhoek in Ruurlo). Met de besturen van het basisonderwijs blijven we in gesprek om de gevolgen van de daling van het aantal leerlingen te regisseren. Daarbij gaat het om leegstand en sluiting van scholen. Dit proces is moeilijk te sturen. In haar regierol kan de gemeente partijen bij elkaar brengen, afspraken maken, plannen maken en ondersteunen. Maar het blijven uiteindelijk de ouders die de schoolkeuze voor hun kinderen maken. Dat kan leiden tot onbedoelde en niet te plannen effecten op de herverdeling van de scholen. Als alles naar wens verloopt, kan de basisschool Willibrordus in Ruurlo met ingang van het komende schooljaar een nieuw schoolgebouw betrekken in het centrum van Ruurlo. Het besluit daarvoor is in het najaar van 2007 genomen. Daarmee is er vervangende huisvesting voor het huidige schoolgebouw uit Dat is te klein en verouderd. De gevolgen van de leerlingenkrimp worden met een vertraging van acht jaar ook in het voortgezet onderwijs merkbaar. In de komende jaren stijgt het leerlingenaantal in het voortgezet onderwijs nog licht. In 2013 werd besloten tot de vorming van een Onderwijsplein in Neede. Daarmee wordt de basis gelegd voor een concentratie van de beroepsgerichte opleidingen binnen het voortgezet onderwijs in Berkelland. Aan het Onderwijsplein Neede nemen het Assink Lyceum en de praktijkschool MaxX deel. Verwacht wordt dat door dit initiatief de toekomst van het vmbo wordt verstevigd en gezekerd. Hierdoor kan het hoofd worden geboden aan de verwachte leerlingendaling door de leerlingenkrimp en afnemende belangstelling voor de beroepsgerichte vakken. 20

289 Programmalijn 1.3. Overig doorgaand sociaal beleid Wat heeft het gekost? Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo Door het nog niet volledig realiseren van alle investeringen in onderwijshuisvesting ontstaat op dit programma een voordeel van

290 Programmalijn 2.1. Werkgelegenheid Programmalijn 2.1. Werkgelegenheid Het welvaarts- en welzijnsniveau van de bevolking blijft op peil 22

291 Programmalijn 2.1. Werkgelegenheid Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? Speerpunt 1 Zoveel mogelijk sociaal zwakkeren werkzaam op de reguliere arbeidsmarkt De Berkellandse werkgeversbenadering Het benaderen en betrekken van werkgevers bij de taken en doelstellingen van de Sociale Dienst Oost Achterhoek is belangrijk voor alle partijen. Steeds meer werkgevers zien de voordelen van een samenwerking met de Sociale Dienst. Niet alleen voor het invullen van vacatures, maar ook als partner die meedenkt in personeelsvraagstukken in de breedste zin van het woord. De Sociale Dienst biedt, met inschakeling van haar ketenpartners en netwerk, een dienstverlening met expertise op loopbaan-, personeels- en juridische vraagstukken. Het belang van de Sociale Dienst is de uitstroom van haar werkzoekenden. De financiële lasten van de gemeenten worden door zowel volledige, als door gedeeltelijke uitstroom minder. Maar is ook een belang voor de werkzoekenden. Werken biedt met de komst van de Participatiewet een hoger besteedbaar inkomen. Waarvan de regionale economie profiteert; meer besteedbaar inkomen zorgt voor hogere omzetten. In het Team Marktbewerking van de Sociale Dienst Oost Achterhoek zitten de volgende medewerkers: twee jobhunters die zich richten op onbetaalde arbeid via voornamelijk werkervaring plekken. Deze plekken stellen de werkzoekenden in staat om ervaring en ritme op te doen en bieden een hogere kans op doorstroom naar betaald werk. een jobhunter die zich regionaal richt op bemiddeling naar uitzendbureaus een jobhunter die zich richt op alle bedrijven in de gemeente De jobhunters zijn een aanspreekpunt voor werkgevers. En ze krijgen meer zichtbaarheid en bekendheid. Dit komt doordat de jobhunter regelmatig op bezoek gaat bij de werkgever. Belangrijk ook is dat werkgevers hun positieve ervaringen delen met andere werkgevers. In Berkelland worden de positiever ervaringen versterkt door wekelijkse bijeenkomsten met de wethouder, de bedrijfscontactfunctionaris en de jobhunter. Deze bijeenkomsten geven toegevoegde waarde voor het werkgeverscontact en de profilering van de gemeente en het Team Marktbewerking van de SDOA. Het doel van deze bijeenkomsten is meer inzicht krijgen vanuit de werkgever in wie de doelgroep is, wat de mogelijkheden zijn. De werkgever komt zo op informele wijze in contact met de gemeente. Allerlei punten kunnen worden besproken. En indien er zaken spelen, anders dan vacatures, kan de bedrijfscontactfunctionaris hieraan snel en efficiënt een vervolg geven. De voor- en nabespreking geeft de mogelijkheid voor de jobhunter en bedrijfscontactfunctionaris om ontwikkelingen op de gemeentelijke arbeidsmarkt door te nemen. Beiden zitten ook buiten de bijeenkomsten veelvuldig om tafel met werkgevers en kunnen elkaar daar versterken en betrekken bij lopende ontwikkelingen. Een ander aspect is om aan de hand van profielen en Cv s van werkzoekenden te bespreken in welke branches en bij welke lokale werkgevers kansen liggen op werk. Waarmee gericht werkgevers benadert worden. In Berkelland zijn de bevindingen en resultaten van deze werkwijze voor de gemeente, de Sociale Dienst en de werkgevers positief. Daarom is de pilot gestopt en zien we dit nu als een werkwijze. Het Dagelijks Bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek heeft inmiddels besloten om ook in Winterswijk en Oost Gelre op de beschreven wijze te werk te gaan. Ook de wethouders van deze twee gemeenten gaan nu structureel en regelmatig in gesprek met werkgevers. Resultaten 23

292 Programmalijn 2.1. Werkgelegenheid Voor Berkelland geldt dat alle 62 bedrijfsbezoeken een directe link hebben met de wekelijkse bijeenkomsten. De bezoeken zijn gepland vanuit de bijeenkomsten, tijdens de bijeenkomsten besproken of hebben een lead opgeleverd voor de bijeenkomsten. Ten opzichte van 2013 zijn er 55% meer plaatsingen gedaan op regulier werk in de hele regio van de Sociale Dienst Oost Achterhoek, in Berkelland was dit percentage zelfs 68% meer. De aanpak van onderlinge samenwerking, met daarbij een wezenlijke bijdrage van de wethouders, werpt duidelijk zijn vruchten af. Speerpunt 2 Afstemming onderwijs en arbeidsmarkt is verbeterd Analyse arbeidsmarkt 2014: 1. De ontwikkeling van de werkloosheid algemeen in het jaar 2014 De werkloosheid in de regio Achterhoek is in de afgelopen twaalf maanden toegenomen van eind december 2013 tot eind december Ten opzichte van eind december 2013 nam de werkloosheid in de regio Achterhoek toe met 12%. De ontwikkeling in de afgelopen 12 maanden loopt in de pas met de ontwikkeling in de provincie Gelderland (+ 12%) en Nederland (+ 11%). Lag eind september 2014 de werkloosheid in de regio Achterhoek onder het niveau van een jaar eerder, eind december lag het aantal geregistreerde werkzoekenden ruim boven het niveau van eind december De gunstige ontwikkeling van de werkloosheid is abrupt afgebroken (zie figuur hierna). * Onder werkloos wordt hier verstaan een persoon die als werkloos werkzoekend staat ingeschreven bij het UWV en 12 uur of meer per week beschikbaar is voor werk. Figuur: ontwikkeling werkloosheid regio Achterhoek naar maand vanaf

293 Programmalijn 2.1. Werkgelegenheid j f m a m j j a s o n d 2 Werkloosheid naar regio Het werkloosheidspercentage in de regio Achterhoek ligt onder het landelijk gemiddelde. Het verschil met Nederland is afgelopen jaar gelijk gebleven (1,3%-punt). werkloosheid in % van de beroepsbevolking December 2012 December 2013 December 2014 Achterhoek 6,6 8,4 9,3 Nederland 7,3 9,7 10,6 Ten opzichte van aanpalende regio s steekt de werkloosheid in de regio Achterhoek nog steeds gunstig af (zie figuur ). 25

294 Programmalijn 2.1. Werkgelegenheid Figuur: werkloosheid in % naar regio, stand eind december 2013 en december dec-13 dec Werkloosheid naar gemeente De geregistreerde werkloosheid is het hoogst in Doetinchem (11,4%), gevolgd door Winterswijk (11,2%) en Montferland (10,5%). In de gemeenten Bronckhorst (7,5%), Oost Gelre (7,8%), Aalten (8%), Oude IJsselstreek (8,5 %) en Berkelland (8,7 %) ligt de werkloosheid onder het gemiddelde van 9,3%. De stijging van de werkloosheid in Doetinchem (+29%) lag boven de gemiddelde stijging van 12%. In Bronckhorst (+2%, Oost Gelre (+6%), Montferland (+7%) en Berkelland (+7%)was de stijging lager dan gemiddeld. Gemeente Dec 2013 Aug 2014 Dec 2014 In % Mutatie t.o.v. Dec 2013 Aantal In % Aalten , Berkelland , Bronckhorst , Doetinchem , Montferland , Oost Gelre , Oude IJsselstreek , Winterswijk ,

295 Programmalijn 2.1. Werkgelegenheid 4. Signalen uit de markt Uit cijfers van de afdeling Faillissementen van UWV valt op te maken dat in de regio Achterhoek in bedrijven met personeel failliet gingen. Dit trof 809 medewerkers. Vijftien bedrijven maakten een doorstart met 79 medewerkers. Ter vergelijking: in 2013 gingen 98 bedrijven failliet met 1065 medewerkers. Daarvan maakten 9 bedrijven een doorstart met 214 medewerkers. Per saldo is het aantal faillissementen gedaald van 98 naar 80 (excl. doorstart van 89 naar 65). Het aantal medewerkers dat door faillissementen zonder werk kwam te zitten daalde van 841 naar 730. Door reorganisaties bij 16 bedrijven en instellingen verloren in werknemers hun baan. 300 banen verdwenen door de sluiting van FPC Oldenkotte in Rekken. Ca. 120 medewerkers kregen aansluitend een dienstverband bij Forens/Dimence. Ter vergelijking, in 2013 ging het om 1623 werknemers bij 16 bedrijven en instellingen, waaronder 1100 bij Sensire (nb. groot deel daarna in dienst van TSN) en 200 bij Avenier in Harreveld. Het aantal openstaande vacatures is ten opzichte van december 2013 gestegen van 505 naar 580. Opvallend is dat ruim 60% van de openstaande vacatures betrekking heeft op technische functies (m.n. op VMBO- en MBO-niveau), op afstand gevolgd door economisch-administratieve (op MBO- en HBO niveau), IT (HBO-niveau) en verzorgende functies. Onderwijsplein Neede Het onderwijs heeft een projectbureau ingeschakeld. De transformatie van het bedrijfspand zal medio 2015 beginnen, waarbij het streven is om geheel gereed te hebben begin schooljaar Voordien zal er al wel deels gebruik van het pand worden gemaakt. Speerpunt 3 Samenwerking tussen organisaties, ondernemers en overheden is goed Platform BV Berkelland Ook afgelopen jaar is er zeer intensief samengewerkt binnen het Platform BV Berkelland. Binnen het Platform is er een Werkgroep in het leven geroepen om richting de komende jaren een verdiepingsslag te maken in de samenwerking. Bezien wordt in hoeverre het convenant dient te worden aangepast en / of financieel gezien een andere constructie noodzakelijk is. Centrum voor Jong Ondernemerschap Van de zijde van de Provincie Gelderland is bericht ontvangen dat men de vestiging van een CvJO in Eibergen zal ondersteunen. De toegezegde financiële ondersteuning is nog niet ontvangen Regulier overleg werkgeverorganisaties en individuele bedrijfsbezoeken Naast de reguliere contacten binnen en met het Platform hebben wij ook actief aan de bijeenkomsten met de Taskforces en de ledenvergaderingen van ondernemersverenigingen deelgenomen. Daarnaast hebben er vanuit de werkgeversbenadering, maar ook regulier veel bedrijfsbezoeken plaatsgevonden. Het betrof hier bezoeken samen met de wethouder, maar ook Raadsbezoeken. In totaal werden ca. 65 bedrijven bezocht. Regionale overleggen /Samenwerking In het kader van de Kernenfoto s zijn overleggen op regionaal niveau gestart, waarbij ook zaken als detailhandelsvisie en breedband worden besproken. Op dit moment is het uitrollen van 27

296 Programmalijn 2.1. Werkgelegenheid breedband in het buitengebied goedgekeurd. Aansluiting voor bedrijventerreinen wordt als actiepunt hierin meegenomen. Op regionaal niveau wordt nu ook gewerkt aan een nieuwe detailhandelsvisie, waarbij Berkelland v.w.b. het aanwijzen van centrumgebieden als voorbeeld wordt gebruikt. Speerpunt 4 Bedrijventerreinen en winkelgebieden zijn aantrekkelijk voor ondernemers en klanten Regionaal Plan Bedrijventerreinen Het regionaal plan bedrijventerreinen blijft leidraad voor de regionale samenwerking, waarbij wij onder andere samen streven naar een aantrekkelijk vestigingsklimaat in de Achterhoek. Uit de cijfers van 2014 blijkt dat er Achterhoek breed weinig Ha s zijn uitgegeven. In het voorjaar van 2015 zullen wij dan ook, met de stuurgroep Oost Achterhoek, gaan bepalen welke acties te ondernemen. Deze zullen dan worden opgenomen in de voortgangsrapportage RPB en worden besproken met de gedeputeerde rond mei Bestaande lokale bedrijventerreinen en winkelgebieden De bestaande lokale bedrijventerreinen zijn redelijk tot goed gevuld. In 2014 is slechts 0,23 Ha uitgegeven en 0,4 Ha is in optie. Dit sluit geheel aan bij het beeld van de regio Achterhoek. Voor de winkelgebieden Neede, Eibergen en Borculo zijn Taskforces gevormd om samen met ondernemers, projectontwikkelaars en overige betrokkenen te bezien hoe de winkelcentra aantrekkelijk gehouden kunnen worden. Gemiddeld vindt er eens per kwartaal een overleg plaats, waarbij vanuit de gemeente zowel Economische Zaken, Ruimtelijke Ontwikkeling als de portefeuillehouder EZ betrokken is. De Laarberg Voor het regionaal bedrijventerrein Laarberg zijn diverse onderhandelingen gaande, waarbij echter ook hier geldt dat er in 2014 weinig Ha s gronduitgifte heeft plaatsgevonden. In totaal is er 1,3 Ha uitgegeven. Parkmanagement / Keurmerk Veilig Ondernemen Voor wat betreft het Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijven (KVOB) zijn alle bedrijfsterreinen in de vier grote kernen inmiddels gecertificeerd. Voor De Kiefte is intussen zelfs voor de vierde keer het Certificaat ontvangen. De terreinen Jukkenbarg en De Mors doen hieraan nu ook mee. In Ruurlo geldt het certificaat voor De Schansekamp, De Venterkamp en Everskamp. In Borculo Overberkel en Lichtenhorst en in Neede voor Wheemergaarden. Er is een duidelijke vermindering te constateren van inbraken, overlast jeugd etc. Bij de in het leven geroepen Belangenverenigingen Bedrijven wordt in de vergaderingen bij herhaling gewezen op het belang van goed onderhoud van de eigen terreinen, het groen, brandgevaarlijke opslag, voldoende verlichting enzovoorts. Ook wordt steeds meer gebruik gemaakt van collectieve beveiliging. Waar dat nodig is wordt (openbare) verlichting bijgeplaatst. Op 21 maart wordt gestart met het Keurmerk Veilig Ondernemen Winkels. Het is de bedoeling om ook dat in alle vier de kernen in het leven te roepen. 28

297 Programmalijn 2.1. Werkgelegenheid Wat heeft het gekost? Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo We hebben meer geld ontvangen van het rijk voor het verstrekken van uitkeringen en het uitvoeren van de WSW dan begroot. Ook voor het uitvoeren van het bijstandsbesluit zelfstandigen hebben we meer geld ontvangen dan verwacht. Deze hogere bijdragen zijn het gevolg van landelijke ontwikkelingen die leiden tot een andere verdeling van de rijksmiddelen over de gemeenten. We hebben ook te maken met lagere lasten voor zowel het inkomensdeel als het werkdeel van de uitkeringen. Ook de bijdrage aan Hameland valt lager uit doordat Hameland beter presteerde dan verwacht. 29

298 Programmalijn 2.2. Recreatie & Toerisme Programmalijn 2.2. Recreatie & Toerisme Berkelland heeft een grote aantrekkingskracht 30

299 Programmalijn 2.2. Recreatie & Toerisme Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? Speerpunt 1 Meerwaarde door samenwerking Van 2014 tot 2016 subsidiëren we de Stichting Achterhoek Toerisme. Met deze subsidie realiseren we een Regiocoördinator Berkelland, lokale projecten en lokale productontwikkeling (inclusief gemaakte onkosten) en waarborgen we een adequaat niveau van databeheer. De koppeling van lokale initiatieven aan regionale / landelijke uitingen brengen wij tot stand door invulling van de rol van regio coördinator of medewerker lokale promotie via Achterhoek Toerisme. Het eerste concrete product dat al gemaakt is, is een toeristische flyer: fietsen langs de Berkel. Daaraan is een arrangement gekoppeld. Een Duits en een Nederlands hotel in Berkelland nemen daar aan deel. Stichting 3e Berkelcompagnie heeft opdracht gegeven om de uit 2004 daterende Berkelvisie te actualiseren. De Berkelvisie 2015 zal integraal zijn en beslaat naast natuur, cultuur en toerisme ook waterbeheer, grondgebruik langs de rivier, energie, onderwijs en educatie. Het wordt een visie voor het gehele Berkeldal van Billerbeck tot aan Zutphen. Speerpunt 2 Het hele jaar door een divers recreatief aanbod in Berkelland en Achterhoek RGV organiseert de gebiedsvisie, dit start met twee bijeenkomsten in het gebied. Eén bijeenkomst voor ondernemers/stakeholders en een gebiedsoverleg voor onder andere omwonenden. Gemeente Berkelland wordt hiervoor ook uitgenodigd. De eerste bijeenkomst voor de Gebiedsvisie met stakeholders zou worden gehouden in het najaar Dit is echter uitgesteld. Dit houdt verband met een aantal verkennende besprekingen met mogelijke partners in het gebied om gezamenlijk nieuwe ontwikkelingen / mogelijkheden af te tasten. Het is inmiddels gebleken dat de gebiedsvisie alleen zal gaan over het recreatiegebied Hambroek. De gebiedsvisie zal niet gaan over het omliggende gebied. Kasteel Huize Ruurlo is begin 2013 verkocht aan de heer Hans Melchers. Het kasteel wordt een dependance van het nieuw te bouwen Museum voor Realisme in Gorssel, museum MORE, Een deel van de kasteeltuin wordt ingericht als beeldentuin. De kasteeltuin blijft opengesteld voor publiek van zonsopgang tot zonsondergang en blijft beschikbaar voor een aantal jaarlijks terugkerende activiteiten. In november 2014 is Huize de Kamp overgenomen door NyStaete Group. in Huize de Kamp komt een opleidingscentrum voor managements- en leiderschapstrainingen en persoonlijke ontwikkeling met overnachtingsmogelijkheid. De plannen van de NyStaete Group omvatten naast het opleidingscentrum ook het houden van fairs, conferenties, vergaderingen, meetings en workshops. Er wordt ook gelegenheid geboden voor huwelijksvoltrekkingen, recepties, bedrijfsen personeelsfeesten. Speerpunt 3 De Achterhoek is een bekend toeristengebied met eigen profiel Van 2014 tot 2016 subsidiëren we de Stichting Achterhoek Toerisme. Met deze subsidie realiseren we een Regiocoördinator Berkelland, lokale projecten en lokale productontwikkeling (inclusief gemaakte onkosten) en een adequaat niveau van databeheer te waarborgen. 31

300 Programmalijn 2.2. Recreatie & Toerisme Wat heeft het gekost? Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo Onze bijdrage aan de Stichting Achterhoek Toerisme is lager dan begroot. Daarnaast zijn een aantal recreatie en toerismeprojecten nog niet volledig uitgevoerd. Dit leidt tot een voordeel dat we in overeenstemming met het besluit in de najaarsnota toevoegen aan de algemene reserve. 32

301 Programmalijn 2.2. Recreatie & Toerisme 33

302 Programmalijn 2.3. Overig doorgaand economisch beleid Programmalijn 2.3. Overig doorgaand economisch beleid Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? We hebben markten georganiseerd, standplaatsen en volkstuinen verhuurd. En de daarbij behorende werkzaamheden verricht. Wat heeft het gekost? Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo Er hebben zich geen noemenswaardige verschillen voorgedaan in deze programmalijn. Het verschil tussen de primitieve begroting en de begroting na wijziging zit in de bijstelling van de inkomsten en uitgaven voor volwasseneneducatie. 34

303 Programmalijn 2.3. Overig doorgaand economisch beleid 35

304 Programmalijn 3.1 Wonen Programmalijn 3.1. Wonen Een aantrekkelijke woningvoorraad in de gemeente Berkelland 36

305 Programmalijn 3.1 Wonen Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? Speerpunt 1 Aantal woningen past bij de kwaliteit In 2014 tekent zich een voorzichtig herstel af van de onderkant van de woningmarkt Aantal transacties per woningttype bron : woningmarktcijfers.nl jaar 2010 jaar 2011 jaar 2012 jaar 2013 jaar 2014 Er zijn regionaal en in Berkelland steeds minder extra woningen nodig om te voorzien in de behoefte tot De te grote capaciteit voor extra woningplannen wordt door gemeentelijke maatregelen geleidelijk verminderd. Deze koers wordt voortgezet. Woningbehoefte Berkelland op basis van regionale woonvisie Woningen in aanbouw Plancapaciteit groter dan opgave woningen erbij in 10 jaar 1361 woningen woningen erbij in 9 jaar 233 woningen 895 woningen woningen erbij in 8 jaar 159 woningen 706 woningen woningen erbij in 7 jaar 87 woningen 580 woningen woningen erbij in 11 jaar 59 woningen 551 woningen Het aantal leegstaande woonadressen is begin 2014 toegenomen tot 3,8%. Leegstand door herstructurering en nieuwe N18 is hierin niet meegenomen. De jaarlijkse voortgangsrapportage wonen is 16 september 2014 in de raad behandeld. Het project kernenfoto levert inzichten op voor de nieuwe regionale woonagenda 2025 en de uitvoeringsagenda Binnen Berkelland kan de wenselijke ontwikkeling van de woningvoorraad per gebied of kern gaan verschillen van geringe groei tot lichte afname. Met betrokken projectontwikkelaars worden gesprekken en onderhandelingen gevoerd om te komen tot bijstelling van gemaakte afspraken. De Regionale Woonagenda 2025 is voorbereid en wordt in 2015 vastgesteld. Actualisatie van het gemeentelijk grondbeleid vindt daarom pas in 2015 plaats. Voor een afwaardering van de boekwaarde van gemeentelijke woningbouwplannen is een voorziening gevormd 37

306 Programmalijn 3.1 Wonen De gemeenteraad heeft 2 juli 2013 een bedrag van ,00 beschikbaar gesteld voor het verstrekken van starterleningen. Tot en met eind 2014 zijn13 starterleningen toegewezen voor een totaal bedrag van ,00. Deze bijdragen zijn 50%-50% betaald door gemeente-rijk. Speerpunt 2 Jong en oud wonen comfortabel In de komende periode tot 2025 wordt de kwaliteitsslag in de bestaande woningvoorraad geleidelijk steeds belangrijker. Uit de kernenfoto s blijkt dat de kwalitatieve opgaven voor wijkontwikkeling samen met burgers vooral in Borculo, Eibergen en Neede liggen. Samen met de wooncorporaties en eigenaren is gewerkt aan wijk- en buurtontwikkeling door sloop, nieuwbouw en groot onderhoud van woningen. Goede voorbeelden hiervan zijn de wijkplannen voor De Berg in Neede en de Koppel in Borculo en de Mr. Leppinkstraat in Eibergen ( foto). In 2014 hebben 702 Berkellandse huishoudens gebruik gemaakt van de regeling Achterhoek Bespaart 2013/2014. Deze woningbezitters hebben gemiddeld een bedrag van circa 2500 geïnvesteerd, meestal in gevelisolatie en dubbel glas. In totaal werd door deze particulieren 1,7 miljoen aan maatregelen geïnvesteerd. De Stichting Achterhoek Duurzaam Verbouwen verduurzaamt huur- en koopwoningen. In 2014 is deze stichting bij renovatie impulsprojecten van huurders van ProWonen in 2 wijken (De Berg in Neede en Borculo Noord) actief aan de slag gegaan. Particulieren zijn benaderd en verleid tot het nemen van energiebesparende maatregelen en/of het opwekken van duurzame energie. In Beltrum en Geesteren zijn op initiatief van dorpsorganisaties informatieavonden en maatwerkadviesgesprekken gevoerd. Voor 7 Achterhoek gemeenten zijn energie renovatiekansenkaarten opgesteld. Samenwerking tussen de stichting Achterhoek Duurzaam Verbouwen en de seniorenraad is tot stand gebracht. De stichting heeft 3 oktober deelgenomen aan de seniorenbeurs. Adviseurs van de stichting ADV hebben een uitwisseling met consulenten WMO gehad over het voeren van keukentafelgesprekken over langer thuis wonen. Maatregelen die daaraan bijdragen zijn een gezond binnenklimaat, comfort, lagere energierekening en levensloopbestendig (ver)bouwen. In de periode 2010 tot en met 2014 zijn via de WMO 439 vergoedingen verstrekt voor kleinere en grotere woningaanpassingen. Het gaat om ca. 2,3 % van het aantal woonadressen. 38

307 Programmalijn 3.1 Wonen Wat heeft het gekost? Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo Het nadeel van dit programma wordt geheel veroorzaakt door de resultaten van het grondbedrijf. Voor een toelichting hierop verwijzen we naar de paragraaf grondbeleid. 39

308 Programmalijn 3.2. Leefomgeving Programmalijn 3.2. Leefomgeving Er is een prettige woonomgeving in de gemeente Berkelland 40

309 Programmalijn 3.2. Leefomgeving Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? Speerpunt 1 Inwoners voelen zich verantwoordelijk voor eigen buurt of wijk 1. kinderen kunnen veilig spelen in de buurt; Er zijn in de vorm van een enquête of iets dergelijks geen metingen uitgevoerd om te achtehalen of kinderen voldoende veilig kunnen spelen in de buurt. 2. beeldkwaliteit centrumgebieden op orde houden. In 2013 is gestart met het definiëren van beeldkwaliteit openbare ruimte in centrumgebieden. In 2014 is er op dit onderdeel voor het eerst een schouw uitgevoerd. Voorjaar, zomer en najaar. Hieruit blijkt dat meubilair in het centrumgebied gemiddeld op Basisniveau scoort. Alleen de afvalbakken scoorden in de zomer hoger. Alle afvalbakken waren tijdens de meting schoon en netjes geleegd. Speerpunt 2 Wijken en kernen zijn goed bereikbaar Na geruime tijd van voorbereiding is in 2014 de Buurtbus Eibergen-Rekken-Haaksbergen van start gegaan. Hierdoor zij alle kleine kernen in Berkelland ontsloten door lijnbus of buurtbus. De buurtbus wordt geleid door de Buurtbus vereniging die bestaat uit een groot aantal vrijwilligers waaronder vele chauffeurs. Het is in principe een non-profit organisatie, die gesteund wordt door de overheid. Door mee te liftten met onderhoudswerkzaamheden is het aantal 30 en 60Km/ uur zones toegenomen. Eind 2014 is binnen de kom 96% van de beoogde straten ingericht als 30 km/uur zone. En buiten de kom 92% als 60 km/uur zone. Speerpunt 3 Energieneutraal in 2030 Eind 2013 is de Achterhoekse Groene Energiemaatschappij opgericht en is het akkoord van Groenlo Energieneutraal in 2030 ondertekend. In 2014 hebben partijen hieraan invulling gegeven door initiatieven voor opwekking van duurzame energie. Deze partners zijn Stichting Berkelland Energie, AGEM, de duurzaamheid coördinatoren van de Achterhoekse gemeenten en de stichting ADV. Stroomopwekking door zonenergie blijkt zich sterk te ontwikkelen in Berkelland. In Berkelland gaat het eind 2014 om met 7% groei ten opzichte van 1 % groei in Nederland. Eind 2014 zijn er aansluitingen geregistreerd in Berkelland die met elkaar 4,2 miljoen kwh per jaar produceren. Meer initiatiefnemers komen naar de gemeente met initiatieven voor energieopwekking met zon, biomassa en wind(groot en klein). Aan de voorbereidingen voor het eerste biogasnetwerk in Berkelland wordt gewerkt. Het regionaal bedrijvenpark Laarberg geeft ruimte voor initiatieven zonenergie en biobased business. In 2014 is bereikt dat een zaagsel-, houtvezel- en biomassa leverancier uit Meddo verhuist naar de Laarberg. In oktober werd het bestemmingsplan Solarpark goedgekeurd door de gemeenteraad van de gemeente Oost Gelre. 41

310 Programmalijn 3.2. Leefomgeving Wat heeft het gekost? Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo We hebben meer inkomsten doordat we meer snippergroen hebben verkocht dan verwacht. Daarnaast hebben we nog afrekeningen ontvangen van de gemeenten Doetinchem en Bronckhorst voor verkeersveiligheidsprojecten uit 2010 en We hebben minder uitgegeven aan het onderhoud van wegen. Het bedrag dat we overhouden hebben we in overeenstemming met het besluit bij de najaarsnota 2014 gestort in de algemene reserve. Tegenover de lagere uitgaven voor wegen staan hogere uitgaven aan openbaar groen. En de in 2014 niet begrote lasten voor het aanpakken van de omgeving van het gemeentehuis in Eibergen. 42

311 Programmalijn 3.2. Leefomgeving 43

312 Programmalijn 3.3. Overig doorgaand ruimtelijk beleid Programmalijn 3.3. Overig doorgaand ruimtelijk beleid Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? We hebben de openbare ruimte (inclusief wegen) onderhouden volgens de afgesproken normen. Daarnaast hebben we de riolering onderhouden en het afval laten ophalen. Wat heeft het gekost? Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo In 2014 kregen we meer degeneratiekosten die we in overeenstemming met het besluit bij de najaarsnota in de reserve onderhoud wegen stortten. Ook kregen we meer leges voor bouwvergunningen en aanpassingen van bestemmingsplannen of informatie over bestemmingsplannen. Verder leverde de verkoop van Huize de Kamp nog extra inkomsten op. Aan de lastenkant vallen de lasten mee door de lagere lasten voor afval en het nog niet volledig gebruiken van het budget voor de herziening van het bestemmingsplan buitengebied. Tegenover deze voordelen staat ook een hogere bijdrage aan de ODA dan oorspronkelijk begroot. 44

313 Programmalijn 4.1. Besturen met Betrokkenheid Programmalijn 4.1. Besturen met Betrokkenheid Versterken van het wederzijdse vertrouwen tussen inwoners en gemeente 45

314 Programmalijn 4.1. Besturen met Betrokkenheid Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? Speerpunt 1 Verhouding tussen overheid en inwoners De coalitie heeft na de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 een coalitieakkoord gesloten: Veranderende samenleving, vernieuwd bestuur. In 2013 was al de weg in geslagen naar Overheidsparticipatie. De inwoner staat in het nieuwe coalitieakkoord centraal: de overheid is dienstbaar en gericht op samenwerking. Een paar voorbeelden uit 2014: buiten het gemeentehuis ondersteunen we Dorpsorganisaties bij de realisering van hun Uitvoeringsprogramma s. Als we zelf een uitvoerende rol hebben bij een project uit het Uitvoeringsprogramma doen we dat in overleg met de dorpsorganisatie. Binnen het gemeentehuis stemmen we in onze kernteams lopende projecten en ontwikkelingen af. We hebben daarvoor voor het grondgebied van ieder van de voormalige gemeentes een Kernteam dat binnen en buiten verbindt. Standaard wordt bij iedere verandering in de openbare ruimte naar de ideeën en wensen van de inwoners gevraagd. Voorbeelden van de meerwaarde die deze manier van werken oplevert zijn de herinrichting van het centra van Neede en Beltrum. In Neede is in overleg met lokale partijen het centrum heringericht. Op de Facebook pagina Hart van Neede is te volgen wat er allemaal gebeurt. Beltrum heeft een nieuw dorpshuis gerealiseerd. De gemeente faciliteert de Stichting Kulturhus Beltrum met de inrichting van de buitenruimte. De gemeente stelt bijvoorbeeld een landschapsarchitect beschikbaar voor een afgestemde inrichting van de buitenruimte van het Kulturhus en de openbare ruimte. Speerpunt 2 Dienstverlening Ruim bezoekers bezochten het gemeentehuis in In het verleden was de ervaring dat iedere inwoner gemiddeld 1 keer per jaar naar het gemeentehuis kwam. Bij het inwoner aantal van Berkelland zou dat zijn. Een dalende trend dus. Die laat zich o.a. verklaren door onze digitale dienstverlening. Steeds meer zaken kunnen Digitaal. In 2014 zijn daar o.a. de aanvraag kwijtschelding belasting, het indienen van een Woz bezwaarschrift en de aanvraag van een vergunning Drank en Horecawet aan toegevoegd. Ook heeft de gemeente een vernieuwde, zogenaamde Toptaken, website in gebruik genomen. De oude website was een presentatie van alles wat de gemeente te bieden heeft. Bedacht vanuit de organisatie. Hetgeen het zoeken niet gemakkelijk maakte. Bij de nieuwe opzet is gedacht vanuit de inwoner/ondernemer. Onderzocht is welke pagina s bezocht werden en welke niet. Grote hoeveelheden informatie op de website zijn verwijderd. Hierdoor is de website een stuk toegankelijker. Bij actuele zaken kan de informatievoorziening snel aangepast worden. Inwoners krijgen sinds november direct bericht van de gemeente als hun pas, ID kaart of rijbewijs kan worden opgehaald. Daartoe is een / sms functie in gebruik genomen. Service voor de inwoner en het scheelt de gemeente telefoonverkeer. Telefonie blijft een belangrijk kanaal. In 2014 ontving het Klant contact Centrum van de gemeente telefoontjes. Daarvan kon 70% direct worden afgehandeld door het KCC en is doorverbinden naar vak afdelingen niet meer nodig. Naast Berkelbericht en website worden Social media als Facebook en Twitter steeds gewoner in de communicatie met onze Inwoners en ondernemers. Zowel om snel informatie te geven als in een reactie op berichten en tweets. Speerpunt 3 Grip op de knip De OZB is in 2014 met de inflatiecorrectie verhoogd. Het tarief voor de afvalstoffenheffing is gedaald. Het rioolrecht is wel gestegen. Er is een nieuw coalitieakkoord gesloten met daarin een aantal bezuinigingsmaatregelen. Deze maatregelen leiden nog niet tot een sluitende meerjarenbegroting. Wel is het gelukt om de begroting 2015 sluitend te maken met behulp van de maatregelen die in het coalitieakkoord Veranderende samenleving, vernieuwd bestuur zijn opgenomen. 46

315 Programmalijn 4.1. Besturen met Betrokkenheid Wat heeft het gekost? Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo Het verschil in dit programma wordt zowel aan de baten als aan de lastenkant voor een belangrijk gedeelte veroorzaakt door zaken die verband houden met reisdocumenten. We haalden meer leges binnen, maar moeten ook meer afdragen aan het Rijk. We realiseerden minder leges voor rijbewijzen en burgerlijke stand. 47

316 Programmalijn 4.2. Integrale veiligheid Programmalijn 4.2. Integrale veiligheid Een veilige gemeente 48

317 Programmalijn 4.2. Integrale veiligheid Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? Speerpunt 1 Een veilige woon- en leefomgeving. Er zijn diverse bijeenkomsten georganiseerd met thema veiligheid. Twee bijeenkomsten speciaal voor senioren waarbij en speciale aandacht was voor voorkomen van woninginbraken, babbeltrucs en het voorkomen dat elektrische fietsen worden gestolen. De opkomst hierbij was groot. Deze bijeenkomsten zijn georganiseerd in samenspraak met de seniorenraad. Hiernaast is er nog een avond gehouden ter voorkoming van woninginbraken in het algemeen. De VNOG heeft MOED (Masterplan voor een Effectieve Doelmatige Brandweer) uitgewerkt. In 2014 is besloten wat het kader van MOED is, en in 2015 moet de uitvoering inwerking gezet worden. Samenwerkende gemeenten hebben een centrale rol in de rampenbestrijding. De operationele brandweerzorg gebeurt per cluster onder verantwoordelijkheid van de burgemeesters. Speerpunt 2 Veiligheid bij bedrijven is op orde. Voor wat betreft het Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijven (KVOB) zijn alle bedrijfsterreinen in de vier grote kernen inmiddels gecertificeerd. Voor De Kiefte is intussen zelfs voor de vierde keer het Certificaat ontvangen. De terreinen Jukkenbarg en De Mors doen hieraan nu ook mee. In Ruurlo geldt het certificaat voor De Schansekamp, De Venterkamp en Everskamp. In Borculo Overberkel en Lichtenhorst en in Neede voor Wheemergaarden. Er is een duidelijke vermindering te constateren van inbraken, overlast jeugd etc. Bij de in het leven geroepen Belangenverenigingen Bedrijven wordt in de vergaderingen bij herhaling gewezen op het belang van goed onderhoud van de eigen terreinen, het groen, brandgevaarlijke opslag, voldoende verlichting enzovoorts. Ook wordt steeds meer gebruik gemaakt van collectieve beveiliging. Waar dat nodig is wordt (openbare) verlichting bijgeplaatst. Op 21 maart wordt gestart met het Keurmerk Veilig Ondernemen Winkels. Het is de bedoeling om ook dat in alle vier de kernen in het leven te roepen. De horecaconvenant is verder ongewijzigd gebleven. Speerpunt 3 Bestuur en medewerkers van de gemeente handelen integer. Er zijn geen klachten binnengekomen over het niet integer handelen van leden van het bestuur of medewerkers van de gemeente. 49

318 Programmalijn 4.2. Integrale veiligheid Wat heeft het gekost? Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo Het voordeel op dit programma ontstaat doordat we minder producten hebben afgenomen voor veiligheidspreventie dan gedacht. 50

319 Programmalijn 4.2. Integrale veiligheid 51

320 Programmalijn 4.3. Overig doorgaand bestuurlijk beleid Programmalijn 4.3. Overig doorgaand bestuurlijk beleid Wat heeft de gemeente ervoor gedaan? De gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2014 zijn goed verlopen. Ook de verkiezingen op 18 maart 2015 voor Provinciale Staten zijn goed verlopen. De invoering van de Basis Registratie Personen ligt op schema. Wat heeft het gekost? Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo Er hebben zich geen noemenswaardige verschillen voorgedaan. 52

321 Programmalijn 4.3. Overig doorgaand bestuurlijk beleid 53

322 Programmalijn: Overzicht dekkingsmiddelen en onvoorzien Programmalijn: Overzicht dekkingsmiddelen en onvoorzien Wat heeft het gekost? Overige dekkingsmiddelen Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo We hebben in 2014 een groter bedrag aan algemene uitkering ontvangen dan begroot. Het gaat om een bedrag van Het voordeel is ontstaan naar aanleiding van de ontwikkeling van de Rijksbegroting. Verder valt de voorziening van die getroffen was voor waardevermindering van de obligaties in het beleggingsfonds vrij. Verder kan er ongeveer aan bespaarde rente achterblijven in de exploitatie. 54

323 Programmalijn: Overzicht dekkingsmiddelen en onvoorzien Kostenplaatsen Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo Mutaties reserves Bedragen x 1000 Realisatie Begrotingsjaar Raming begroting na wijziging Raming begroting vóór wijziging Baten-Lasten Lasten Baten Saldo Winstbestemming Lasten Baten Saldo Lasten-Baten inclusief winstbestemming Lasten Baten Saldo

324 Paragraaf: Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering Welke resultaten zijn bereikt? Besparen op de organisatiekosten Vóór 2015 moest er 2,38 miljoen bespaard zijn op de organisatiekosten (ten opzichte van peiljaar 2010). Behalve uit salarissen bestaan deze kosten uit opleidingskosten, huisvestingskosten, catering, schoonmaak, abonnementen, automatisering, enzovoort. Ook hebben we structureel bespaard op producten door inkoop/aanbestedingen. Deze financiële taakstelling is ruimschoots gehaald. Een slankere en flexibele organisatie Een belangrijk deel van de besparing op de organisatiekosten bestaat uit een vermindering van het aantal medewerkers. De teller staat per 1 januari 2015 op 233 formatieplaatsen. De uitstroom is opgevangen door interne doorstroming. Dus ook wat dat betreft is de opdracht uitgevoerd. Maar de organisatie is niet alleen slanker geworden. We zijn volop bezig om de organisatie flexibel in te laten spelen op (snel) veranderende vragen van de samenleving. Dit door te blijven investeren in de ontwikkeling van medewerkers. In 2014 is het totale opleidingsbudget hier voor ingezet. Veranderslag In april werd de visie Organisatieontwikkeling 2020 gepresenteerd. Daarin is aangegeven dat wij een organisatie willen zijn die slank, daadkrachtig en flexibel is. Voor de samenleving, onze inwoners en ondernemers. Een samenleving die veel dingen zelf kan en vaak nog beter dan wij. Met inwoners die verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf en hun omgeving. Wij geven daarvoor ruimte en vertrouwen. En waar nodig springen we bij: als partner, als verbinder, ondersteuner of als aanjager van vernieuwingen. Wij doen het zelf als dit moet volgens de wet en als dat een meerwaarde heeft ten opzichte van de uitvoering door anderen. Zoals we er nu over denken gaat het in elk geval om: Zorgen dat directe dienstverlening goed geregeld is. Overheidsparticipatie (faciliteren en verbinden van ontwikkelingen in de samenleving. Opdrachtgeverschap (voor de uitvoering van taken door anderen). Ondersteuning van het besluitvormingsproces. Elektronische overheid ICT zorgt voor nieuwe mogelijkheden om de bedrijfsvoering efficiënter in te richten en diensten op een elektronische manier te verlenen. Onder (landelijke) concept van zaakgericht werken hebben we processen verder gedigitaliseerd. We hebben tevens besloten om de landelijke samenwerking binnen GovUnited verband per einddatum oktober 2016 niet te verlengen. Basis op orde Inmiddels heeft de organisatie de administratieve processen op orde. De uitdaging hierbij is om het juiste evenwicht te vinden. Aan de ene kant moeten er ter voorkoming van fouten voldoende beheersmaatregelen zijn, zoals instructies, opleidingen, registraties en controles. Aan de andere kant moeten we ook steeds efficiënter werken en onnodige bureaucratie tegengaan. Via interne audits controleert de organisatie jaarlijks of de beheersmaatregelen nog werken en waar er verbetering en vereenvoudigingen mogelijk zijn. Alles is in beweging De overheid verandert voortdurend. In 2014 heeft onze organisatie zich bezig gehouden met de gevolgen van een aantal wetswijzigingen. De decentralisaties op het gebied van Jeugdzorg, 56

325 Paragraaf: Bedrijfsvoering Wmo en participatie zijn de grootste wijzigingen. Verder komen er wijzigingen in de wet op de Vennootschapsbelasting en de nieuwe eisen op het gebied van informatiebeveiliging. Daarnaast stelt de voortdurende focus op bezuinigingen ons steeds weer voor nieuwe organisatorische uitdagingen. In 2014 hebben we een nieuwe accountant gekregen, Baker Tilly Berk. Dat betekent een nieuwe blik, nieuwe adviezen, net iets andere accenten: meer nadruk op risicogericht controleren, meer nadruk op de betrouwbaarheid van geautomatiseerde systemen. Deze nieuwe blik maakt ons weer scherper. Interne audits Omdat alles steeds in beweging is moeten we ook steeds weer aanpassingen doorvoeren. De interne audits van 2014 zijn anders ingestoken dan voorheen. Op advies van onze accountant zijn we meer risicogericht gaan werken. Dat betekent dat voorafgaande aan de interne audit vastgesteld wordt waar mogelijke risico's in het proces zitten. Dit helpt de auditors om vervolgens daar bij de controles dieper op door te vragen. Naar aanleiding van de interne audits zijn een aantal processen verbeterd. Bijvoorbeeld het afhandelen van subsidies en het verstrekken van Wmo-voorzieningen. Ook is er een begin gemaakt met het invoeren van een verplichtingenadministratie en een contractenregistratie. 57

326 Paragraaf: Grondbeleid Paragraaf: Grondbeleid Inleiding In deze paragraaf komen de algemene uitgangspunten over het gemeentelijke grondbeleid aan de orde. In het jaarverslag staat tot welke resultaten het beleid in 2014 heeft geleid. Tot slot analyseren we de risico s die verbonden zijn aan de ontwikkeling van de plannen. Beleid Algemeen grondbeleid In het grondbeleid staat hoe grondexploitaties gebruikt worden om doelen te bereiken op de beleidsterreinen woningbouw, bedrijvigheid en werkgelegenheid en de inrichting van de openbare ruimte. Bij grondexploitatie gaat het erom dat de gemeente geschikte locaties wil exploiteren door aangekochte gronden bouwrijp te maken en dan door te verkopen aan een partij die er bijvoorbeeld woningen of bedrijven bouwt. De gemeente kan de grond ook in eigen beheer houden, bijvoorbeeld voor de aanleg van wegen en plantsoenen. Als de gemeente zelf de initiatieven neemt noemen we dat actief grondbeleid. Er is ook facilitair grondbeleid. Dan gaat het om grond van particuliere ontwikkelaars. De gemeente stelt dan voorwaarden aan de ontwikkelplannen en kan een bijdrage vragen voor de kosten die zij daarvoor moet maken, bijvoorbeeld voor de inrichting van de openbare ruimte. Er zijn ook mengvormen mogelijk van actief en facilitair grondbeleid. In september 2007 heeft de raad de nota Grondbeleid vastgesteld. Hierin staat dat de gemeente kiest voor actief grondbeleid waar dit mogelijk en gewenst is. Natuurlijk blijft de gemeente ook particuliere activiteiten begeleiden. De in 2008 ingevoerde grondexploitatiewet als onderdeel van de Wet ruimtelijke ordening versterkt de mogelijkheden voor het voeren van de gemeentelijke regiefunctie bij het uitvoeren van ruimtelijke plannen. De gemeente heeft hierdoor een betere basis voor het verhalen van kosten die zij moet maken om de gewenste ontwikkeling mogelijk te maken. In de praktijk zet de gemeente Berkelland in op het aangaan van overeenkomsten met initiatiefnemers voorafgaande aan het vaststellen van het bestemmingsplan. Dit zijn de zogenaamde anterieure overeenkomsten. Als de gemeente niet tot de gewenste afspraken over kostenverhaal kan komen, fungeert het exploitatieplan als publiekrechtelijk instrument. Daarmee kan de gemeente de exploitatiebijdrage via de omgevingsvergunning verhalen. Tot op heden heeft de gemeente Berkelland nog geen exploitatieplan hoeven vast te stellen. Naast wijzigingen in de wetgeving leiden stagnerende marktomstandigheden en de demografische ontwikkelingen tot een verschuiving van een actief naar een meer faciliterend grondbeleid. De regionale woonagenda , de informatie uit het project kernenfoto s en een aanstaande wijziging van de fiscale winstregeling zullen bij het actualiseren van het beleid een rol spelen. Financiële positie Bij grondexploitatie kan het om grote bedragen gaan. Er kan winst gemaakt worden, maar er zijn ook risico s. Omdat de planning en uitvoering vaak jaren duren, kunnen de verwachte en werkelijke resultaten flink verschillen. Kosten kunnen tegenvallen, maar ook de verkoop van kavels kan tegenvallen. De uitkomsten van de laatste jaren laten zien dat de effecten van de economische crisis en de stagnerende woningmarkt geleid hebben tot verliezen op de grondexploitaties, zowel lokaal, regionaal als landelijk. De lopende grondexploitatie projecten actualiseren we minimaal jaarlijks. In deze paragraaf gaan wij onder het hoofdstuk Jaarverslag 2014 uitgebreid in op de resultaten. Een actueel overzicht van de projecten wordt in de jaarrekening opgenomen onder de balanspost voorraden. Daarbij 58

327 Paragraaf: Grondbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen lopende projecten (onderhanden werken) en grondexploitaties die (nog) niet door de gemeente in exploitatie zijn genomen. Reserve grondexploitatie Afgesproken is dat onze grondexploitatie selfsupporting is. Winsten en verliezen moeten elkaar op termijn compenseren. Het product grondexploitatie is daarom budgettair neutraal in de begroting opgenomen. Om in de toekomst tegenvallers op te vangen werken we met een reserve grondexploitaties. Aan het eind van elk jaar wordt de stand van zaken opgemaakt. Winsten worden dan in beginsel toegevoegd aan de reserve en verliezen worden onttrokken aan de reserve. Toevoegingen aan de reserve of onttrekkingen uit de reserve worden altijd ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. In de praktijk neemt de gemeenteraad hierover een besluit bij het vaststellen van de jaarrekening. Risicomanagement De reserve grondexploitaties moet eventuele toekomstige tegenvallers op kunnen vangen. Het is daarom belangrijk om een goede inschatting te maken van eventuele tegenvallers. De hoogte van de reserve grondexploitaties stemmen we daarop af. De gemeente werkt met een methode van risico analyse om het risico op tegenvallende resultaten zo betrouwbaar mogelijk in te schatten. Daarbij beoordelen we marktrisico s en specifieke project risico s. Marktrisico s bestaan uit kostenstijgingen, daling van grondprijzen en vertraging van de ontwikkelingen. Voor deze factoren worden voor twee scenario s parameters gehanteerd. Samen met de specifieke projectrisico s leidt de berekening tot een inschatting van de bandbreedte waarbinnen de risico s zich bevinden. Deze risico s worden afgezet tegen de ruimte om binnen de projecten tegenvallers op te vangen. Deze ruimte bestaat uit de verwachte winst van een project en de post voor onvoorziene uitgaven. Voorzichtigheidshalve nemen we van deze ruimte maar 50% mee voor het bepalen van de aanwezige dekking voor risico s in het project. Het verschil tussen het berekende risico en de mogelijke dekking binnen de projecten noemen we de benodigde weerstandscapaciteit. Deze benodigde capaciteit vergelijken we met de beschikbare weerstandscapaciteit. De beschikbare capaciteit bestaat uit meerdere delen. Allereerst bestaat deze capaciteit uit de Algemene reserve grondexploitatie. Daarnaast is het deel van de projectresultaten en de posten onvoorzien dat resteert na dekking van de risico s op projectniveau beschikbaar als weerstandscapaciteit. De ratio tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstands-capaciteit geeft een indicatie van het weerstandsvermogen. Verderop in deze paragraaf Grondbeleid lichten we de uitkomsten van deze analyse toe. Jaarverslag grondexploitatie 2014 Het resultaat van het product Grondexploitatie over het jaar 2014 laat een negatief totaalresultaat zien van In 2013 werd verlies geleden. Voorgesteld wordt om het verlies over 2014 niet te onttrekken aan de Algemene Reserve Grondexploitatie, maar dit ten laste te brengen van de Algemene Reserve. Daarmee blijft de Algemene Reserve Grondexploitatie op peil. Dit is nodig om de risico s in de toekomst op te kunnen blijven vangen. In deze paragraaf is dit voorstel van resultaatbestemming al verwerkt. De inhoud van dit jaarverslag bestaat uit de volgende hoofdstukken: I Analyse van het resultaat 2014 II Waardering voorraden per eind 2014 III Reserves en voorzieningen ten behoeve van de grondexploitatie IV Risico analyse grondexploitatie V Korte beschouwing van de (financiële) stand van zaken van de afzonderlijke exploitaties. 59

328 Paragraaf: Grondbeleid I: Analyse van het resultaat 2013 Dit hoofdstuk behandelt de uitkomsten van de grondexploitatie over het jaar Het verantwoorde verlies over het boekjaar 2014 is als volgt samengesteld (afgerond op 1.000): Plan Resultaat Af: vormen voorziening Totaal resultaat Schollenkamp Borculo Hondelinkweg Neede De Heuver Gelselaar Bedrijfsterrein Everskamp Ruurlo Overige onderhanden werken Totaal Onderhanden werken Afwaardering locatie Bastion Neede Overige plannen per saldo Totaal Niet in exploitatie genomen gronden Boekwinst verkoop erfpachtsgronden Totaal resultaat (verlies) Toelichting op het resultaat Het verlies over 2014 is vooral te verklaren doordat de exploitatiebegrotingen van enkele plannen zijn bijgesteld. Bijvoorbeeld door rekening te houden met een langere looptijd of lagere verkoopopbrengsten. Als dit tot een negatief toekomstig resultaat leidt dan is hiervoor een voorziening gevormd. Dit doet zich voor bij de plannen Hondelinkweg in Neede, De Heuver in Gelselaar en bedrijfsterrein Everskamp in Ruurlo. Totaal wordt door de bijstelling van de plannen een verlies verwacht, waarvoor ten laste van 2014 een voorziening van is gevormd. Het plan Schollenkamp in Borculo is in 2014 administratief afgesloten met een winst van In het plan kunnen door de ontwikkelaar nog bijna 20 kavels worden uitgegeven. Het bouwverkeer zou tot schade aan de woonrijp gemaakte straten kunnen leiden. Hiervoor is een voorziening van gevormd. Per saldo is het positieve resultaat in 2014 voor dit plan De afwaardering van locatie Bastion hangt samen met de ontwikkelingen rond het Centrumplan Neede. Het pand zal worden gesloopt zodat de openbare ruimte kan worden heringericht. Het verlies van de boekwaarde van het pand ter hoogte van komt ten laste van het resultaat grondexploitatie De voormalige gemeente Borculo heeft in de jaren van de vorige eeuw gronden in erfpacht gegeven ten behoeve van woningbouw. De meeste akten kennen een looptijd van 75 jaar, waarbij de erfpachters gedurende de looptijd het recht hebben het perceel te kopen. In 2012 zijn de bewoners geïnformeerd over de betekenis van het recht van erfpacht en de door de gemeente gehanteerde waarderingssystematiek. In 2014 zijn twee percelen grond 60

329 Paragraaf: Grondbeleid verkocht aan de erfpachters. Omdat de percelen tegen 5 per m2 waren gewaardeerd is in 2014 een boekwinst van verantwoord. Het verlies op overige plannen ter hoogte van is in hoofdzaak het gevolg van de voorgeschreven waardering van Niet in exploitatie genomen gronden. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat gemaakte kosten alleen kunnen worden geactiveerd (toegevoegd aan de boekwaarde) als er een reëel en stellig voornemen bestaat om de gronden in de nabije toekomst te bebouwen. Het activeren van kosten blijft beperkt tot de huidige marktwaarde, rekening houdend met de actuele bestemming. Alleen als er na een raadsbesluit meer duidelijkheid bestaat over de nadere invulling van de toekomstige bouwlocatie en de daarvoor nog te maken kosten, kan de verwachte marktwaarde in de toekomstige bestemming als toets worden gebruikt. De gemiddelde waardering van de Niet in exploitatie genomen gronden, de erfpachtsgronden en de overige (ruil)gronden bedraagt 6 per m2. II. Waardering voorraden per einde boekjaar De waardering van de voorraden per einde boekjaar is als volgt (in ): rekening rekening Onderhanden werken Niet in exploitatie genomen gronden Erfpachtsgronden Overige gronden Totaal boekwaarde Af: voorzieningen voor kosten/verliezen Af: voorziening voor gevolgen krimp Totaal balanswaarde De balanswaarde van de verschillende grondexploitaties is in 2014 afgenomen met van naar Deze daling is als volgt te specificeren (bedragen in ): rekening rekening kapitaallasten uren eigen dienst uitgaven op projectbasis totaal kosten en investeringen opbrengsten (verkoop / subsidie) per saldo afname investering verantwoord resultaat totaal afname balanswaarde

330 Paragraaf: Grondbeleid De afname van de balanswaarde is enerzijds te verklaren doordat in 2014 meer opbrengsten zijn gerealiseerd dan dat er uitgaven zijn gedaan. De opbrengsten zijn hoofdzakelijk behaald bij ABCTA Beltrum ( , waarvan subsidie), de verkoop van grond voor de nieuwbouw van de Willibrordusschool Ruurlo ( ) en de verkoop van erfpachtsgronden ( ). Daarnaast is de balanswaarde gedaald doordat een verlies van is verantwoord. Dit resultaat is, zoals hiervoor benoemd, voor het gevolg van het treffen van voorzieningen voor toekomstige verliezen. Voor een nadere specificatie van de balanswaarden en de verantwoorde resultaten per project verwijzen we naar de toelichting op de balans in de jaarrekening, onderdeel voorraden. III: Reserves en voorzieningen ten behoeve van de grondexploitatie In dit hoofdstuk komt het verloop van de algemene reserve grondexploitatie aan bod. Vervolgens lichten we de mutaties en de stand van de gevormde voorzieningen toe. Binnen de grondexploitatie maken we onderscheid tussen voorzieningen voor individuele projecten enerzijds en een algemene voorziening voor de afwaardering van gemeentelijke grondexploitaties als gevolg van de demografische ontwikkelingen anderzijds. Algemene reserve bouwgrondexploitatie en voorstel resultaatbestemming 2014 De algemene reserve grondexploitatie bedroeg per eind Het verlies over 2013 ad is conform het raadsbesluit bij het vaststellen van de jaarrekening gedekt uit de Algemene Reserve, cq het resultaat over 2013 van de Algemene dienst. Voorgesteld wordt om ook het verlies over het jaar 2014 ad niet ten laste van de Algemene Reserve Grondexploitatie te brengen maar te dekken uit de Algemene Reserve, cq het resultaat over 2014 van de algemene dienst. Daarmee blijft de reserve voor de bouwgrondexploitatie nodig om toekomstige risico s op te vangen - op peil. Voorzieningen individuele projecten grondexploitatie De voorziening voor individuele projecten is noodzakelijk om verwachte verliezen in de toekomst op te vangen. De voorziening komt overeen met de hoogte van het verwachte toekomstige tekort, berekend tegen netto contante waarde. De benodigde voorziening wordt jaarlijks geactualiseerd. In 2013 zijn een aantal plannen fors afgewaardeerd. Daardoor waren eind 2013 geen aanvullende individuele voorzieningen meer nodig. In 2014 zijn de begrotingen van de plannen geactualiseerd. Soms zijn looptijden van de planontwikkeling verlengd of is het uitgiftetempo van de kavels verlaagd. Ook is gebleken dat de gehanteerde gronduitgifteprijzen soms naar beneden moesten worden bijgesteld. Deze effecten leiden tot hogere rentelasten. Als dit niet binnen het verwachte resultaat van het plan kan worden opgevangen, moet hiervoor een verliesvoorziening worden gevormd. Eind 2014 zijn verliesvoorzieningen gevormd voor Everskamp Ruurlo ( ), Hondelinkweg Neede ( ) en De Heuver in Gelselaar ( ). Daarnaast is een voorziening gevormd voor mogelijke schade aan de woonstraten op het plan Schollenkamp Borculo ( ). Totaal bedraagt de voorziening voor verliezen op individuele projecten per eind

331 Paragraaf: Grondbeleid Voorziening afwaarderen grondexploitaties door demografische ontwikkelingen Via het vaststellen van de jaarrekening 2010 is een voorziening van gevormd voor het afwaarderen van gemeentelijke grondexploitaties als gevolg van demografische ontwikkelingen. Gelet op de noodzaak om het woningbouwprogramma fors terug te brengen zullen meerdere gemeentelijke woningbouwplannen geen doorgang vinden. De hoogte van de voorziening is destijds bepaald op de boekwaarde van die plannen per 31 december. De beschikbare voorziening per eind 2014 bedraagt De hoogte van de voorziening is in 2014 niet gewijzigd. De gevormde voorziening is volgens de nu beschikbare informatie toereikend om de gevolgen van het verminderen van woningbouwplannen voor gemeentelijke exploitaties op te vangen. De gemeente Berkelland heeft zich gebonden aan de Regionale Woonvisie, waarin maximaal 635 woningen waren toegestaan tot het jaar 2025 (oorspronkelijk 2020). Over het woningbouwprogramma informeren we de raad afzonderlijk via de jaarlijkse voortgangsrapportages. Recente cijfers over demografische ontwikkelingen en de woningmarkt duiden op een verdere vermindering van nieuwbouw mogelijkheden. Vooruitlopend daarop zijn in 2013 al een aantal geplande kavelopbrengsten in gemeentelijke plannen geschrapt. In 2015 zal de Regionale Woonagenda worden vastgesteld. Dit kader zal samen met de uitkomsten van het traject Kernenfoto s dat een integraal beeld geeft van de ruimtelijke opgaven per kern in 2015 mogelijk leiden tot het herijken van het woningbouwprogramma. Het kan zijn dat hierdoor gemeentelijke plannen bijgesteld moeten worden. De effecten hiervan zullen we verwerken in de jaarrekening over IV: Risico analyse grondexploitatie Dit hoofdstuk maakt inzichtelijk op welke wijze de risico-omvang van projecten binnen de grondexploitatie is becijferd. De omvang van een risico is het product van het effect en de kans dat dit zich voordoet. Het risico wordt afgezet tegen de aanwezige mogelijkheden om tegenvallers binnen de projecten op te vangen. De risico s die niet binnen de projecten zelf kunnen worden opgevangen vormen samen de benodigde weerstandscapaciteit. Het bedrag dat beschikbaar is voor het opvangen van risico s noemen we de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde capaciteit zetten we af tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De verhouding tussen deze beide termen het weerstandsvermogen - bepaalt in welke mate de gemeente in staat is om de risico s af te dekken. Bepalen van de risico omvang grondexploitatie Voor het bepalen van risico s binnen de grondexploitatie is een model ontwikkeld. In dit model maken we onderscheid tussen twee typen risico s. We onderkennen marktrisico s en specifieke projectgebonden risico s. Voor het bepalen van de omvang van marktrisico s zijn parameters gehanteerd voor kostenstijgingen, daling van opbrengsten en vertraging van de ontwikkeling. Uitgangspunt voor deze berekening is de geactualiseerde exploitatiebegroting per plan. In deze begrotingen is uitgegaan van zo realistisch mogelijke ramingen voor nog te maken kosten en verwachte opbrengsten. Voor het bepalen van de risico omvang zijn vervolgens twee scenario s doorgerekend. Een scenario met tegenvallende ontwikkelingen en een scenario kritiek. We achten het gelet op de huidige marktsituatie niet zinvol om een optimistisch scenario door te rekenen. Voor de Niet in exploitatie genomen gronden (Niegg) wordt aansluiting gezocht bij de uitkomsten van de risicoberekening voor Onderhanden werken. Het marktrisico voor de plannen binnen Niegg drukken we uit in het percentage van de boekwaarde. 63

332 Paragraaf: Grondbeleid In onderstaande tabel zijn de gehanteerde parameters voor de bepaling van de omvang van de marktrisico s weergegeven. Effecten voor bepaling marktrisico Onderhanden werken NIEGG tegenvallend kritiek tegenvallend kritiek Kostenstijging 5% 10% Daling totale grondopbrengsten 5% 10% Vertraging looptijd in jaren 3 7 Boekwaarde waardering (op basis uitkomsten Onderhanden werken) 13% 20% Kans op gezamenlijk optreden bij doorlopende projecten 50% 33% nvt nvt Kans op optreden bij mogelijk te schrappen woningbouwplannen 50% 33% 50% 33% De parameters voor de bepaling van het risico op kostenstijging en vertraging van de looptijd zijn ongewijzigd ten opzichte van 2013 en Het effect van een daling van de grondopbrengsten in het kritieke scenario is bijgesteld tot 10% (was 15%). Reden hiervoor is dat in een aantal plannen al een daling van grondopbrengsten is verwerkt. De effecten worden per project opgeteld. Omdat het niet realistisch is dat al deze effecten zich in alle plannen tegelijkertijd en gezamenlijk voordoen, kwantificeren we het risico door het totale effect met een kans van 50% respectievelijk 33% te vermenigvuldigen. Deze percentages zijn ook in 2013 en 2012 gebruikt. Voor specifieke projectrisico s is een inschatting gemaakt van mogelijk negatieve effecten die zich binnen dat plan kunnen voordoen naast de al becijferde marktrisico s. Nadelige effecten met een kans groter dan 50% worden in de exploitatiebegroting verwerkt en leiden daarom niet tot een extra risico. De totale risico-omvang is in het tegenvallende scenario ingeschat op In het kritieke scenario komt de berekening op basis van bovengenoemde parameters uit op Van risico-omvang naar benodigde weerstandscapaciteit Een deel van de risico s kan binnen de projecten zelf worden opgevangen. Bijvoorbeeld doordat er een positief eindresultaat wordt verwacht of doordat er posten voor onvoorziene kosten in de exploitatiebegrotingen zijn opgenomen. We gaan in de analyse voorzichtigheidshalve niet uit van de totale verwachte dekkingsmogelijkheden, maar hanteren maximaal 50% van deze posten. Het verschil tussen de risico-omvang en de verwachte ruimte binnen het project vormt de benodigde weerstandscapaciteit voor projecten. Daarnaast is weerstandscapaciteit nodig om het risico af te dekken dat ambtelijke uren niet langer aan de grondexploitatie kunnen worden toegerekend. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de uitkomsten van de analyse. 64

333 Paragraaf: Grondbeleid Totaal benodigde weerstandscapaciteit in marktrisico project totaal risico tegenvallend kritiek specifiek tegenvallend kritiek Onderhanden werken NIEGG Subtotaal risico omvang verwachte projectcapaciteit tegenvallend kritiek Onderhanden werken NIEGG - - Subtotaal weerstandscapaciteit binnen projecten benodigde capaciteit tegenvallend kritiek Onderhanden werken NIEGG Subtotaal benodigde weerstandscapaciteit voor projecten Organisatie risico's Totaal benodigde weerstandscapaciteit Uit deze tabel volgt dat in het tegenvallende scenario een weerstandscapaciteit benodigd is van In het kritieke scenario is een capaciteit nodig van Voor een globale beoordeling van de benodigde weerstandscapaciteit voor plannen binnen de categorie Onderhanden werken is een landelijke norm beschikbaar. Deze IFLO norm is opgesteld door de Inspectie Financiën Lagere Overheden. De benodigde capaciteit bedraagt hierbij 10% van de boekwaarde plus 10% van de te verwachten kosten. Per eind december 2014 leidt dit kengetal tot een benodigde capaciteit van Dit bedrag ligt binnen de bandbreedte van beide hierboven gekozen scenario s voor Onderhanden werken ( tot ). Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit drie verschillende componenten. Allereerst is de Algemene reserve grondexploitatie voor zover vrij besteedbaar beschikbaar om risico s op te vangen. Ten tweede kunnen risico s worden opgevangen door het niet benutte deel van de verwachte resultaten en de posten onvoorzien. Tot slot is binnen de gevormde voorziening voor afwaardering van exploitaties een buffer van beschikbaar. Overigens zal binnen enkele plannen de boekwaarde lager zijn dan de huidige marktwaarde. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de gronden die in erfpacht zijn uitgegeven. Deze zogenaamde stille reserves nemen we niet mee bij het bepalen van de beschikbare weerstandscapaciteit. De Algemene reserve grondexploitatie bedraagt na de voorgestelde resultaat bestemming over Hiervan is een bedrag van bestemd voor het project 65

334 Paragraaf: Grondbeleid Kanskaarten. Een bedrag van is bestemd als bijdrage voor het project Woongemak. En een bedrag van circa is bestemd voor een bijdrage aan de Centrumplannen in Neede. Er resteert als aanwezige capaciteit binnen de Algemene reserve grondexploitatie. Het totaal begrote positieve resultaat voor de Onderhanden werken bedraagt Hiervan heeft betrekking op plannen die mogelijk geen doorgang zullen vinden als gevolg van de demografische ontwikkelingen. Deze theoretische winsten tellen daarom niet mee bij de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit. Per saldo resteert een winstverwachting van Binnen de projecten is voor onvoorziene posten opgenomen. Voor de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt voorzichtigheidshalve maximaal 50% van beide posten meegenomen. Dit leidt tot een beschikbare begrote capaciteit van Daarvan is in het tegenvallende scenario benut voor risico s binnen individuele plannen. Het niet benutte deel ad geldt als algemeen beschikbare weerstandscapaciteit. In het kritieke scenario is deze buffer ( ). Samengevat kan de beschikbare weerstandscapaciteit als volgt worden weergegeven: Totaal beschikbare weerstandscapaciteit in beschikbare capaciteit tegenvallend kritiek Binnen Algemene reserve grondexploitatie Resterende capaciteit uit verwachte positieve resultaten en onvoorzien Buffer binnen voorziening voor afwaardering gemeentelijke exploitaties Totaal beschikbare weerstandscapaciteit Weerstandsvermogen grondexploitatie De verhouding tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit noemen we het weerstandsvermogen. In het tegenvallende scenario is deze verhouding per eind ,14 (2013: 1,01). Een ratio boven de 1,00 wordt als voldoende gezien. De beschikbare capaciteit is dan groter dan de benodigde capaciteit. In het kritieke scenario is de ratio 0,88 (2013: 0,72). In termen van risicomanagement is het weerstandsvermogen matig. Het weerstandsvermogen binnen de grondexploitatie blijft onverminderd zorgelijk. Voor zover de capaciteit om risico s binnen de projecten op te vangen onvoldoende blijkt, moet een beroep gedaan worden op de Algemene reserve. Overige risico s Alle gemeentelijke bestemmingsplannen zijn afgelopen jaren geactualiseerd. Daarbij zijn latente, nooit benutte woningbouwmogelijkheden niet langer opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Dit kan komende jaren leiden tot het moeten uitkeren van planschade. Voor het risico op planschade als gevolg van het schrappen van bouwmogelijkheden is binnen de grondexploitatie geen specifieke voorziening gevormd. Naast het risico op planschade bestaat ook een risico op claims doordat plannen van derden alleen in aangepaste vorm met minder woningen kunnen worden uitgevoerd. De huidige mogelijkheden van het betreffende bestemmingsplan en de eventuele afspraken binnen een overeenkomst zullen bepalend zijn voor de hoogte van de claim. Voor deze mogelijke claims 66

335 Paragraaf: Grondbeleid is geen voorziening getroffen. In nauw overleg met externe juridische en financieel deskundigen proberen we de schade voor de gemeente en de ontwikkelaars te beperken. Daarbij willen we bijvoorbeeld inzetten op het vroegtijdig aankondigen van planologische procedures om de ruimte voor nieuwbouw van woningen te verminderen. Dit wordt het creëren van voorzienbaarheid genoemd. De ontwikkelaar heeft dan nog enige tijd om het plan in de huidige vorm te realiseren. Het risico op planschade voor de gemeente vermindert hierdoor. In een project heeft de gemeente ook vorderingen op de ontwikkelaar uit hoofde van overeengekomen financiering. Het verminderen van het oorspronkelijke woningbouwprogramma kan er toe leiden dat de vordering niet volledig kan worden afgelost. Het kan ook betekenen dat eerder uitgekeerde winsten moeten worden teruggestort. Voor het gemeentelijk aandeel in dit risico zijn maatregelen getroffen. Wij verwijzen ook naar de passage in de toelichting op de balans, onderdeel vorderingen. V Korte beschouwing van de (financiële) stand van zaken van de afzonderlijke exploitaties. In de geactualiseerde exploitatieberekeningen van de gemeentelijke grondexploitaties is rekening gehouden met verlenging van looptijd. Jaarlijks wordt beoordeeld of de ramingen voor nog te maken kosten nog toereikend zijn. Daarmee actualiseren we jaarlijks de mutaties in prijzen of hoeveelheden. De vastgestelde gronduitgifteprijzen zijn met ingang van 2013 verlaagd. Een eventuele verdere verlaging van de gronduitgifteprijzen in 2015 zal zo nodig via de voorjaarsnota 2015 worden verwerkt. Korte toelichting per complex Hieronder volgt per complex een korte toelichting op het verloop van de boekwaarde in 2014 en de verwachte prognose voor komende jaren. Niet alle complexen komen daarbij aan bod, alleen plannen met een boekwaarde of mutaties boven worden genoemd. Voor een compleet overzicht van de gemeentelijke complexen verwijzen we naar de toelichting op de balans (onderdeel voorraden). Bedrijventerrein Kiefte IV Eibergen De verkopen op dit terrein lopen achter bij de verwachtingen. In 2014 is een kavel van m2 verkocht. Er zijn nauwelijks investeringen gedaan. De boekwaarde is per saldo afgenomen van tot Vooral het gevolg van de gerealiseerde opbrengst ad en de toegerekende rentelasten van De verwachte winst op eindwaarde bedraagt Het tracé besluit voor de N18 geeft aan dat deze rijksweg dwars over een aantal uitgeefbare en bouwrijpe kavels loopt. In de begroting is nu verondersteld dat de gemeente in 2015 gecompenseerd zal worden voor het verlies aan grondverkopen. Daarover is eind 2014 overigens nog geen overeenstemming met Rijkswaterstaat bereikt. Met mogelijk hogere opbrengsten door het ontstaan van nieuwe zichtlocaties is geen rekening gehouden. Bedrijventerrein Everskamp Ruurlo De boekwaarde van dit complex bedraagt eind Met name door de rentelasten is de boekwaarde eind 2014 opgelopen tot Het tempo van verkopen blijft fors achter bij de verwachtingen. De begin 2013 doorgevoerde verlaging van de gronduitgifteprijzen heeft nog niet tot concrete belangstelling van bedrijven geleid. In 2014 is opnieuw geen verkoop gerealiseerd. De looptijd voor uitgifte is daarom verlengd met 5 jaar, tot en met het jaar Als gevolg van de verlenging van de looptijd stijgen de rentelasten. Het verwachte verlies per eind 2030 bedraagt , waarvan verklaard wordt door de gestegen rentelasten. Voor de contante waarde van het verlies is per eind 2014 een voorziening van gevormd. 67

336 Paragraaf: Grondbeleid Olland Noord in Rietmolen Het plan is geheel bouw- en woonrijp. In 2014 zijn geen kavels verkocht. Volgens de huidige verkaveling zijn nog 11 kavels beschikbaar. Er is eind 2014 concrete belangstelling voor 4 a 5 kavels. Daarbij bestaat belangstelling voor een rij van 3 woningen ter plekke van een geplande 2 onder 1 kap woning. Dat vergt wel een aanpassing van het bestemmingsplan. In de bijgestelde woningbouwprogrammering is uitgegaan van de bouw van maximaal 12 woningen. Met het oog op de krimp is de opbrengst van 2 kavels administratief geschrapt. De exploitatiebegroting gaat nu uit van 10 kavelverkopen in 11 jaar. Hondelinkweg Neede (nabij sportvelden) In 2014 zijn opnieuw geen kavels verkocht. In de prognose van uitgifte is uitgegaan van de verkoop van 13 kavels in een periode van 11 jaar. De opbrengst van 4 kavels is administratief geschrapt (er zijn feitelijk nog 17 kavels uitgeefbaar). Een aanpassing van het uitgiftetempo leidt tot een verlies van per eind 2025, dat hoofdzakelijk het effect is van hogere rentelasten. Voor de contante waarde van het verlies ad is ten laste van 2014 een voorziening gevormd. ABCTA terrein Beltrum Nadat in 2013 de eerste 4 kavels waren verkocht, zijn in 2014 opnieuw 3 kavels geleverd. De provinciale subsidievaststelling voor de bedrijfsverplaatsingen heeft bovendien tot een meevaller van geleid. De boekwaarde van het complex is hierdoor in 2014 gedaald van tot Financieel wordt nu nog gerekend met de verkoopopbrengst van 5 beschikbare kavels. Administratief is de opbrengst van de 2 e fase (8 woningen) geheel uit de begroting geschrapt. De Heuver Gelselaar In 2010 heeft de gemeente de locatie Heinemans gekocht. Daaronder vallen agrarische gronden en opstallen. De beoogde bestemming is woningbouw, zij het in fors geringere aantallen dan oorspronkelijk voorzien. In 2014 is het bestemmingsplan vastgesteld. Het plan wordt daarom met ingang van 2014 verantwoord onder Onderhanden werken. In de begroting is met een verkoopopbrengst voor 3 kavels gerekend. Daarnaast worden plannen ontwikkeld om de bestaande opstallen te verkopen. Van de koper worden gelet op de monumentale waarde van het pand aanzienlijke investeringen gevraagd. Dit lijkt alleen haalbaar mits een forse provinciale bijdrage vanuit Belvoir gelden beschikbaar blijft. De verkoopprijs voor het pand staat onder druk. Ten laste van 2014 wordt daarom een verliesvoorziening van gevormd. Leusinkbrink De gemeente heeft een overeenkomst met Exploitatiemaatschappij Leusinkbrink BV voor de ontwikkeling van het gebied Leusinkbrink te Ruurlo. De gemeente deelt in de positieve resultaten en treedt op als financier van de vennootschap. Per eind 2014 heeft de gemeente een vordering van op de vennootschap. De verkopen in de fases Zoomgebied en de zone Enkeerdlaan blijven sinds 2010 fors achter bij de verwachtingen. Er zijn in deze plandelen nog ruim 100 kavels in de verkoop. Een ontwikkeling voor fase Zuid en Noord wordt niet langer realistisch geacht. Eind 2014 heeft de gemeente nog ruim 13 ha gronden in het gebied in eigendom met een boekwaarde van Het afgelopen decennium is door beide partijen elk circa voorschot op het winstaandeel ontvangen. Met mogelijke verliezen is rekening gehouden binnen de voorziening voor afwaardering van gemeentelijke woningbouwlocaties als gevolg van demografische ontwikkelingen. Daarnaast is in de risico analyse rekening gehouden met verliezen die uitgaan boven de gevormde voorziening. Willibrordusschool Ruurlo Het complex Willibrordusschool Ruurlo omvat twee locaties. Het exploitatiegebied naast de voetbalvelden is deels ingevuld voor de nieuwbouw van de Willibrordusschool. In 2014 is de benodigde grond verkocht aan de ontwikkelaar. Rond de jaarwisseling is de school in gebruik 68

337 Paragraaf: Grondbeleid genomen. Direct naast de nieuwe school is nog een perceel beschikbaar met een maatschappelijke bestemming. De mogelijke woningbouwontwikkeling op de voormalige schoollocatie verantwoorden we, gelet op de directe relatie tussen beide locaties, ook onder dit complex. Eind 2014 bedraagt de boekwaarde voor beide locaties samen Regionaal bedrijventerrein De Laarberg Gebiedsonderneming De Laarberg ontwikkelt het gelijknamige regionale bedrijventerrein. De gemeente Berkelland is samen de gemeente Oost-Gelre aandeelhouder in de opgerichte vennootschappen. Beide gemeenten hebben zich financieel garant gesteld voor 12,5 miljoen. In de paragraaf Verbonden partijen is meer informatie opgenomen. 69

338 Paragraaf: Lokale heffingen Gemeentelijke lastendruk Paragraaf: Lokale heffingen De lastendruk in 2014 zag er voor twee voorbeeldhuishoudens als volgt uit: Gebruiken van de woning, geen eigenaar (bijv. huurder) Uitgangspunten vergelijking: - Waarde woning: Huishouden: 4 personen - Groot pakket afvalstofheffing (380 liter) - Waterverbruik 45m3 per persoon Belastingsoort Tarief 2013 Tarief 2014 OZB gebruiker 0 0 Afvalstoffenheffing 181,10 176,55 Rioolheffing gebruiker 189,00 190,80 Totaal belastingdruk Berkelland 370,10 367,35 Gebruiken van de woning, eigenaar Uitgangspunten vergelijking: - Waarde woning: Huishouden: 4 personen - Groot pakket afvalstofheffing (380 liter) - Waterverbruik 45m3 per persoon Belastingsoort Tarief 2013 Tarief 2014 OZB gebruiker 0 0 OZB eigenaar 182,00 197,00 Afvalstoffenheffing 181,10 176,55 Rioolheffing eigenaar 169,20 175,35 Rioolheffing gebruiker 189,00 190,80 Totaal belastingdruk Berkelland 721,30 739,70 Achtergrondinformatie Onroerend Zaak Belasting De gehanteerde tarieven voor 2014 zijn: Categorie Tarieven 2013 Voorlopige tarieven 2014 Eigenaar woning 0,1219 % 0,1317 % Gebruiker niet woning 0,1207 % 0,1274 % Eigenaar niet woning 0,1526 % 0,1611 % In de tarieven is de uitkomst van de herwaardering naar de waarde van peildatum 1 januari 2013 verwerkt. Wij verwachtten voor 2014 een opbrengst van De werkelijke opbrengsten waren: Voor gebruikers Voor eigenaren Totaal Tegen de WOZ-waarden zijn 343 bezwaarschriften binnengekomen. Deze zijn, op enkele complexe dossiers na, binnen de wettelijke termijn (inclusief verlenging) afgedaan. Tegen de 70

339 Paragraaf: Lokale heffingen OZB-aanslagen zijn 11 bezwaarschriften binnengekomen. Deze zijn binnen de wettelijke termijn afgedaan. De gevolgen van de uitspraken zijn verwerkt. Afvalstoffenheffing De tarieven voor de afvalstoffenheffing daalden in We verwachtten in 2014 een opbrengst van De werkelijke opbrengst over 2014 was Tegen de afvalstoffenheffing zijn 17 bezwaren binnengekomen en binnen de wettelijke termijn afgedaan. De gevolgen van de uitspraken zijn verwerkt. Rioolheffing De tarieven voor de rioolheffing stegen in 2014 met 1,75%. We verwachtten in 2014 een opbrengst van De werkelijke opbrengst over 2014 is Tegen de rioolheffing zijn 18 bezwaren binnengekomen en binnen de wettelijke termijn afgedaan. De gevolgen van de uitspraken zijn verwerkt. Toeristenbelasting Het tarief van de toeristenbelasting was in ,00 per persoon per nacht. Wij verwachtten een opbrengst in 2014 van De opbrengst kan pas na afloop van het belastingjaar worden vastgesteld op basis van de aangiften over Op basis van het aantal overnachtingen in 2013 bedraagt de opbrengst Begraafrechten We verwachtten een opbrengst van De werkelijke opbrengst was Marktgelden, Brandweerrechten en Baatbelasting Aan marktgelden hebben we opgehaald. We hadden een inkomst van begroot. Aan baatbelasting hebben we binnengehaald. Evenveel als begroot. Kwijtschelding In 2014 zijn er 401 verzoeken voor kwijtschelding ingediend. Hiervan zijn er 334 toegekend of gedeeltelijk toegekend. Elf verzoeken zijn nog in behandeling. In totaal is een bedrag van kwijtgescholden. Leges De tarieven voor leges zijn in 2014 gestegen met 1,75%. Tegen de leges omgevingsvergunningen zijn 12 bezwaarschriften binnengekomen en binnen de wettelijke termijn afgedaan. De gevolgen van de uitspraken zijn verwerkt. Categorie Verwachtte opbrengst Werkelijke opbrengst Titel 1 Algemene dienstverlening Titel 2 Dienstverlening vallende onder de leefomgeving/omgevingsvergunning Titel 3 Hoofdstuk 1: Horeca Titel 3 Hoofdstuk 2: Organiseren evenementen en markten

340 Paragraaf: Weerstandsvermogen Paragraaf: Weerstandsvermogen Beoordeling weerstandsvermogen en algemene reserve Beoordeling algemene reserve Algemene reserve Risicobuffer (waarvan berekend risico) Al bestemd voor projecten Vrij beschikbare algemene reserve (inclusief risicobuffer) Er is ruimte om extra uitgaven te doen. (Als we de bestemd voor projecten uit de algemene reserve halen blijft er nog over. Dat is meer dan de 5 miljoen die we als risicobuffer willen aanhouden. Er is dus ruimte voor extra uitgaven. Voor de beoordeling van het weerstandsvermogen gaan we nu uit van een risicobuffer van ) Beoordeling weerstandsvermogen Weerstandsvermogen = Algemene reserve Risico s = 2, Als het weerstandsvermogen groter is dan 2 dan spreken we van een uitstekend weerstandsvermogen. In 2014 hebben zich geen risico s voorgedaan waarvoor we een beroep op de algemene reserve moesten doen. De beoordeling van het weerstandsvermogen in de jaarrekening is gebaseerd op de risico s die we voor 2015 hebben berekend. Een beoordeling op de risico s die zich in 2014 niet hebben voorgedaan is immers niet zo zinvol. In onderstaande tabel hebben we de risico s die we voor 2015 hebben geïnventariseerd nog eens benoemd. Bij het inventariseren van de risico s hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd: We nemen geen risico s mee: - met een uiterst kleine kans; - met een kleine kans en ook kleine financiële gevolgen; - die we als gemeente onderkennen en waarvoor we afdoende interne beheersmaatregelen hebben genomen; - die we verzekerd hebben. Verder is het van belang te weten dat: - we niet pretenderen volledig te zijn; - de geschatte omvang het financiële gevolg is als het risico zich voordoet; - de geschatte kan de kans is dat het risico zich in 2015 voordoet; - de geschatte omvang en geschatte kans inschattingen zijn van meerdere mensen in de organisatie. Een gedetailleerde omschrijving van de geïnventariseerde risico s vind u in de begroting

341 Paragraaf: Weerstandsvermogen Risico Geschatte omvang ( ) Geschatte kans Financieel effect van de risico s ( ) Decentralisatie Jeugdzorg /2 (50%) Extra vragen in het kader van jeugdzorg /4 (25%) Decentralisatie Awbz/Wmo /2 (50%) Extra vragen in het kader van Awbz/Wmo /4 (25%) Onderwijsplein /10 (10%) Decentralisatie Participatiewet /20 (5%) Hameland /5 (20%) Aanvullende uitkering WWB /10 (10%) Eigen Risico WWB /2 (50%) SDOA /2 (50%) Garantstelling Laarberg /75 (1,3%) Onderliggende wegennet N /10 (10%) Planschadeclaims /10 (10%) Beheer voormalige vuilstortplaats Langenberg /50 (2%) Grondexploitatie /10 (10%) ICT Project Gov-United /10 (10%) BTW verrekening gymzalen en sporthallen /5 (40%) Garanties /75 (1,3%) Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVN) /5 (40%) Schadeclaims /10 (10%) Algemene uitkering /2 (50%) Rente /10 (10%) Faillissement BNG /100 (1%) Uitstaande gelden /100 (1%) Totaal Onvoorzien In 2014 is geen beroep gedaan op de post onvoorzien. 73

342 Paragraaf: Financiering Paragraaf: Financiering Koersrisico Wij lopen weinig koersrisico, omdat wij onze gelden hebben uitgezet op spaarrekeningen of vastrentende waarden die voldoen aan de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden). Renterisico Er zijn twee normen die aangeven hoe groot het renterisico is. In 2014 bleven wij ruim onder deze normen. Beoordeling Renterisiconorm en financieringsnorm Norm Werkelijk Hoeveel mogen we per kwartaal lenen voor een periode 7,7 miljoen -/- 40,3 miljoen korter dan een jaar Hoe hoog mogen de rente en aflossingsverplichtingen zijn 18,2 miljoen 3,7 miljoen Regelgeving Per 14 dec 2013 is het verplicht schatkistbankieren ingevoerd. We moeten daarom rapporteren over het geld dat we buiten de schatkist aanhouden. In 2014 lag dit binnen de gestelde norm. Schatkistbankieren Vanwege de wet verplicht schatkistbankieren is het toegestaan onder voorwaarden leningen aan andere decentrale overheden te verstrekken. Er is in 2014 een 10 jarige lening van 10 miljoen euro met de VNOG aangegaan en er zijn diverse kasgeldleningen aan decentrale overheden verstrekt. Er zijn geen langlopende leningen aangetrokken. 74

343 Paragraaf: Verbonden partijen Paragraaf: Verbonden partijen In onderstaand overzicht staat met welke verbonden partijen we samenwerken en wat hun kernactiviteiten zijn. In de bijlage Verbonden partijen die als apart onderdeel bij deze programmabegroting is gevoegd staat voor iedere partij een overzicht met meer informatie en hoe de bestuurlijke inbreng in het begrotingsproces van de verbonden partijen is geregeld. Voor alle verbonden partijen geldt dat het algemeen bestuur van de verbonden partij de begroting vaststelt. College en gemeenteraad krijgen bij de Gemeenschappelijke regelingen en bij de Regiotaxi (Overige verbonden partij) vooraf de mogelijkheid om hun zienswijze op de begroting te geven. Hetzelfde geldt voor het jaarverslag en de jaarrekening van de Gemeenschappelijke regelingen en de Regiotaxi. Jaarverslag. In de Begroting 2015 hebben we aan de Deelnemingen de Verbonden Partijen AGEM en LAARBERG BV en CV toegevoegd. In de verantwoording Bijlage Verbonden partijen bij dit jaarverslag 2014 zijn deze partijen nu ook opgenomen. De verbonden partijen 1. Deelnemingen Kernactiviteiten van de organisatie 1.1. Alliander Activiteiten in het kader van het wettelijke netbeheer zoals aanleg en onderhoud van elektriciteits- en gasnetwerken; Activiteiten die voor de klant logischerwijs bij regulier netbeheer behoren, zoals levering, installatie en beheer van trafo s en meters NOGA platform Informatie delen en afstemmen. (Nuon-platform van oud Gamog-gemeenten) 1.3. Bank Nederlandse gemeenten Is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt BNG bij aan het zo laag mogelijk houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burgers; Verleent financiële diensten op maat voor gemeenten, gemeenschappelijke regelingen, waterschappen, provincies en andere decentrale overheidsinstellingen Nuon Energy Produceert en levert gas, elektriciteit, warmte en koude in Nederland en België aan consumenten, bedrijven en organisaties en biedt haar klanten energiebesparende producten en diensten aan; Streeft naar een betrouwbare, duurzame en betaalbare energievoorziening en bouwt aan een toonaangevende positie op het gebied van duurzaam ondernemen. Een belangrijk uitgangspunt vormt het realiseren van evenwichtige groei voor alle belanghebbenden: klanten, medewerkers, aandeelhouders, milieu en maatschappij Vitens NV Het leveren van drinkwater tegen lage operationele kosten; Internationaal betrokken bij de drinkwatervoorziening van nog eens ruim 20 miljoen mensen, overal ter wereld Twence Afvalverwerking en energielevering. 75

344 Paragraaf: Verbonden partijen 2. Gemeenschappelijke regelingen 2.1. Regio Achterhoek (RA) 2.2. GGD Gelre-IJssel (wettelijk) 2.3. Recreatieschap Achterhoek en Liemers (RAL) 2.4. Sociale Dienst Oost Achterhoek (SDOA) 2.5. Sociale Werkvoorzieningschap Hameland 2.6. Stadsbank Oost- Nederland (SON) 2.7. Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland (VNOG) (wettelijk) 2.8. Brandweer Achterhoek Oost (BWAO) Administratief en juridisch onderdeel van de VNOG (wettelijk) 2.9. Openbaar Lichaam Crematorium Twente (OLCT) Kernactiviteiten van de organisatie Het behartigen van de regionale belangen van de aangesloten gemeenten; De bovenlokale vraagstukken in de Achterhoek effectief en efficiënt regisseren; Coördinatie van de strategische agenda voor de uitvoering van Achterhoek 2020 met de door de gemeenteraden geprioriteerde speerpunten. Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen en het uitvoeren van taken op het terrein van de openbare gezondheidszorg; Doet dat voor 21 gemeenten in Noord-Oost Gelderland. Is een samenwerkingsverband van 13 gemeenten in de Achterhoek en de Liemers; Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers op het terrein van de openluchtrecreatie en het toerisme, met daarbij de bescherming van de natuur en het landschappelijk karakter. Uitvoering van wet- en regelgeving op het gebied van sociale zekerheid voor de gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk. Voert voor de gemeenten Winterswijk, Aalten, Oost Gelre, Berkelland en Haaksbergen de Wet sociale werkvoorziening uit; Voert voor de gemeenten activiteiten in het kader van gesubsidieerde arbeid uit; Helpt mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt bij hun ontwikkeling met als doel een zo regulier mogelijke, betaalde arbeidsplaats. Levert bijzonder financiële dienstverlening aan consumenten; Ondersteunt de aangesloten gemeenten in hun sociale beleid, zonder winstoogmerk; Werkt voor de gemeenten Aalten, Almelo, Berkelland, Borne, Bronckhorst, Dinkelland, Enschede, Oost Gelre, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Lochem, Losser, Montferland, Oldenzaal, Oude IJsselstreek, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden, Winterswijk. Meer veiligheid in de regio; Samenwerking tussen de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en brandweer. Het leveren van operationele basis brandweerzorg en preventie; Werkt voor de gemeenten Aalten, Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk. Het zorg dragen voor de continuïteit van een crematoriumvoorziening in de regio Twente en aangrenzende gebieden door het bezitten van aandelen in Crematoria Twente/Oost Nederland B.V; Het handhaven van de kwaliteit van de crematoriumvoorziening op minimaal het bereikte niveau; Het uitoefenen van de wettelijke bevoegdheden op de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA) van CTON B.V.; Aandeelhouders: Almelo, Berkelland, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hengelo (O), Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Tubbergen, Wierden, Winterswijk. 76

345 Paragraaf: Verbonden partijen 2.10.Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (EAL) Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) Het beheer van de historische archieven van de 15 gemeenten die deelnemen aan de Samenwerkingsregeling Regionaal Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers. De gemeenten zijn: Aalten, Berkelland, Doetinchem, Oude IJsselstreek, Oost Gelre, Montferland, Winterswijk, Bronckhorst (taken en activiteiten Streekarchivariaat en de taken van de huidige Stichting Staring Instituut); Doesburg, Rijnwaarden, Lochem, Zutphen, Westervoort, Zevenaar, Duiven en de provincie Gelderland (de taken van de huidige Stichting Staring Instituut); Het beheren, verzamelen, ordenen en ontsluiten van historische informatie (gebaseerd op een wettelijke taak); Een groter en breder publiek aan spreken. De uitvoering van milieu vergunningverlening en handhaving en de specialismen uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo-specialismen zijn o.a. advies over bodem, geluid, constructies en externe veiligheid). De acht gemeenten uit de Regio Achterhoek en de gemeenten Zutphen en Lochem werken in de ODA samen. 3. Overige verbonden partijen Kernactiviteiten van de organisatie 3.1. N18 Uitvoeren van het standpunt van de minister van infrastructuur en milieu; Afspraken maken tussen meebetalende partijen over voorbereiding en realisatie van fase 1 van de N Stichting Hambroek Zandwinning; Het realiseren en exploiteren van het recreatiegebied Hambroek te Borculo Euregio De opbouw en versterking van grensoverschrijdende structuren in het Duits-Nederlandse grensgebied. Onder meer door het verstrekken van Interreg en MOZER subsidies; De kansen voor burgers, bedrijven, organisaties en aangesloten gemeenten in het werkgebied aan weerszijden van de grens grensoverschrijdend te verruimen, de welvaart en het welzijn in het grensgebied te vergroten en het wederzijdse begrip te bevorderen Regiotaxi Het aanbieden van een geïntegreerde Openbaar Vervoer (OV) voor zowel mensen mèt als zonder beperking Stichting GovUnited De stichting (een samenwerkingsverband van gemeenten) heeft als doel: overheidsorganisaties te ondersteunen en te faciliteren bij hun onderlinge samenwerking bij dienstverlening / E-overheid; overheidsorganisaties te ondersteunen en te faciliteren bij het ontwikkelen, introduceren en implementeren en beheren van innovatieve ICT-toepassingen; overheidsorganisaties te ondersteunen op het gebied van elektronische dienstverlening en al hetgeen daarmee verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords; uit de gezamenlijkheid efficiëntie en volume voordelen halen met betrekking tot inspanningen en financiële uitgaven. 77

346 Paragraaf: Verbonden partijen Algemene ontwikkelingen Bezuinigingen van verbonden partijen. Voortdurend vragen we in de dagelijkse besturen van gemeenschappelijke regelingen aandacht voor bezuinigingen. Via samenwerking in ons netwerk van controllers in de Achterhoek en met de financieel specialisten van de grote Gemeenschappelijke Regelingen onderzoeken we de mogelijkheden voor sturing op resultaat en financiën. Het bestuurlijke uitgangspunt is dat bezuinigingen op de gemeenschappelijke regelingen ten minste gelijke tred moeten houden met verlaging van de bijdrage die de gemeente uit het Gemeentefonds krijgt. Zie de Bijlage Verbonden partijen voor meer gedetailleerde informatie over Specifieke beleidsvoornemens. Als er specifieke beleidsvoornemens en ontwikkelingen bij gemeenschappelijke regelingen zijn worden die in de programmalijn opgenomen waar de regeling een onderdeel van is. Achtergrondinformatie Programmalijn 4.3. Overig doorgaand bestuurlijk beleid. Voor een algemene inleiding op de verbonden partijen. Bijlage verbonden partijen. Voor meer gedetailleerde overzichten over de verbonden partijen. 78

347 Paragraaf: Onderhoud kapitaalgoederen Paragraaf: Onderhoud kapitaalgoederen In deze paragraaf staat hoe we met onze kapitaalgoederen zijn omgegaan. Kapitaalgoederen zijn goederen met een meerjarig nut. Denk aan wegen, gebouwen, riolering en openbaar groen. Afschrijvingsbeleid Het afschrijvingsbeleid is niet gewijzigd in Achtergrondinformatie Infrastructurele werken We inspecteren regelmatig het kwaliteitsniveau van onze wegverhardingen. De laatste inspectie in het buitengebied is van De laatste inspectie in de kernen is van De kwaliteit van de wegverhardingen volgens die inspecties is als volgt. Gebruiksfunctie Asfalt Centrumgebied Huidige kwaliteit Wijkontsluiting wegen Woonstraten Wegfunctie Industriewegen Ontsluitingswegen buiten de kom overige wegen buiten de kom Rijbaan Basis Basis Laag Basis Basis Laag Fietspaden Hoog Basis Basis Zeer Hoog Voetpaden Basis Overige Zeer Hoog Basis Element Rijbaan Basis Hoog Basis Hoog Laag Fietspaden Hoog Hoog Hoog Voetpaden Hoog Hoog Hoog Basis Overige Basis Hoog Basis Hoog Basis De gemiddelde kwaliteit van de wegverhardingen scoort Basis Laag. Industriewegen scoren overwegend hoog. Dit komt doordat nog niet zolang geleden revitalisaties zijn uitgevoerd. Fietspaden scoren overwegend hoog, behalve op de ontsluitingswegen buiten de kom, dit heeft te maken met de fietspaden langs de Grolseweg die voor 2016 op de planning staan. Gekozen scenario 3: Overwegend laag Wegfunctie Gebruiksfunctie Centrumgebied Wijkontsluiting wegen Woonstraten Industriewegen Ontsluitingswegen buiten de kom overige wegen buiten de kom Asfalt Rijbaan Basis Basis Laag Laag Basis Laag Fietspaden Hoog Hoog Hoog Hoog Voetpaden Laag Overige Basis Laag Element Rijbaan Basis Basis Laag Laag Laag Fietspaden Hoog Hoog Hoog Voetpaden Basis Basis Laag Laag Overige Basis Basis Laag Laag Laag 79

348 Paragraaf: Onderhoud kapitaalgoederen Riolering Gemeentelijk rioleringsplan Er is een nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan vastgesteld. Dit plan vormt de basis voor het onderhoud van de riolering in de periode Gebouwen Het onderhoud van gebouwen proberen we planmatig uit te voeren met beperkte middelen. De planning voor 2014 is nagenoeg uitgevoerd. 80

349 Paragraaf: Reserves Paragraaf: Reserves 2014 In deze paragraaf geven we van iedere reserve aan: Hoe de stand is op 1 januari 2014 Welke toevoegingen er worden gedaan aan de reserve Welke onttrekkingen er worden gedaan aan de reserve Hoe de stand is op 31 december 2014 Algemene reserve Einddatum Niet van toepassing Doel: Deze reserve heeft een bufferfunctie en dient in eerste instantie als weerstandscapaciteit. Als de reserve groot genoeg is kan een deel van de reserve onder voorwaarden gebruikt worden als dekkingsmiddel. Plafond Niet van toepassing Stand 1 januari Bodem Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen Bespaarde rente over reserves Resultaat Sluitend maken begroting Resultaat voorjaarsnota Resultaat najaarsnota Verkoop werf eibergen Opheffing RAL Overheveling budget combinatiefunctionarissen Overheveling budget plattelandsvernieuwing Overheveling recreatie en toerisme projecten Overheveling verkeersplannen Verminderingen Verminderingen Overheveling naar herstructureringsreserve Bestemming Jaarrekening Bijdrage extra wensen N Uitdiepen vijvers Neede/Ruurlo Herziening wegenlegger Kansenkaarten Resultaat najaarsnota Privatisering DEO Overheveling bij de jaarrekening Privatisering Eibergen Privatisering Rietmolen Rente toevoeging aan exploitatie Privatisering Lochhuizen Privatisering GSV Hartveilig wonen Kloppend hart van Beltrum Samen Anders Haarhoes Noordijk Onderwijshuisvesting Rechten Rechten Laatste deel verkoop Nuonaandelen (2015) Claims Claims Bijdrage N Overige projecten Nog vrij beschikbaar

350 Paragraaf: Reserves Algemene reserve Nuon Einddatum Niet van toepassing Doel: Deze reserve is er slechts om aan te geven dat we in de toekomst nog geld mogen ontvangen van Vattenfall. Omdat we de aandelen wel hebben verkocht maar nog niet geleverd moeten we de opbrengst al wel verantwoorden in een reserve. Plafond Niet van toepassing Stand 1 januari Bodem 0 Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen 0 Verminderingen Verminderingen 0 Rechten Rechten Claims Claims Overheveling naar algemene reserve (2015) Nog vrij beschikbaar 0 Egalisatiereserve Afval Einddatum Niet van toepassing Doel: Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt gebruikt voor het egaliseren van tekorten en overschotten op het product afvalverwijdering en - verwerking. Plafond Niet van toepassing Stand 1 januari Bodem 0 Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen Resultaat product afval Verminderingen Verminderingen 0 Claims Claims Teruggaaf afvalstoffenheffing Toekomstige negatieve resultaten afval Nog vrij beschikbaar 0 Egalisatiereserve Riolering Einddatum Niet van toepassing Doel: Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt gebruikt voor het egaliseren van tekorten en overschotten op het product riolering. Plafond Niet van toepassing Stand 1 januari Bodem 0 Stand 31 december 0 Vermeerderingen Vermeerderingen 0 0 Verminderingen Verminderingen Resultaat product riolering Overheveling naar voorziening in verband met richtlijn commissie BBV Claims Claims 0 Nog vrij beschikbaar 0 82

351 Paragraaf: Reserves Inkomensreserve Einddatum Niet van toepassing Doel: Deze reserve heeft een inkomensfunctie. Doel is het geleidelijk opvangen van verminderde inkomsten door bijvoorbeeld de verkoop van aandelen. Een tweede doel is het kweken van rente voor het legaat van mr. Planten en voor gebruik in de exploitatie. De rente van het legaat moet eens in de vijf jaar besteed worden aan een cultuurdoel in Neede. Een derde doel is het beheer van de opbrengst van de verkoop van de Nuon aandelen. Plafond Niet van toepassing Stand 1 januari Bodem Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen Bespaarde rente over reserves Verminderingen Verminderingen Afbouw terugloop dividend BNG Bijdrage aan exploitatie vanuit Nuon geld Standaard bijdrage aan exploitatie vanuit deze reserve Bijdrage gederfd dividend Nuon Claims Claims Afbouw terugloop dividend BNG 2015, 2016, Afbouw terugloop dividend Nuon Afbouw bijdrage Nuon Legaat Planten Totaal (na vermeerderingen, verminderen en claims) Nieuwbouw gemeentehuis Einddatum 31 december 2012 Doel: Deze reserve heeft een bestedingsfunctie en wordt gebruikt als dekking van de kapitaallasten van de nieuw te bouwen centrale huisvesting en het dekken van de kosten voor achterstallig onderhoud. Plafond Niet van toepassing Stand 1 januari Bodem 0 Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen Bespaarde rente over reserves Verminderingen Verminderingen 0 Claims Claims Dekking kapitaallasten nieuwbouw gemeentehuis Nog vrij beschikbaar 0 Beeldende Kunst Einddatum Niet van toepassing Doel: Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve kan worden ingezet voor het realiseren van projecten op het gebied van beeldende kunst. Plafond Niet van toepassing Stand 1 januari Bodem 0 Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen 0 Verminderingen Verminderingen 0 Claims Claims 0 Nog vrij beschikbaar

352 Paragraaf: Reserves Vernieuwing amateurkunst Einddatum Niet van toepassing Doel: Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve kan worden ingezet voor het realiseren van projecten op het gebied van vernieuwende amateurkunst. Plafond Niet van toepassing Stand 1 januari Bodem 0 Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen 0 Verminderingen Verminderingen 0 Claims Claims 0 Nog vrij beschikbaar Privatisering sportaccommodaties Einddatum 31 december 2024 Doel: Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve kan worden ingezet voor het betalen van afkoopsommen voor de privatisering. Plafond Stand 1 januari Bodem 0 Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen Bespaarde rente over reserves Resultaat najaarsnota Verminderingen Verminderingen Privatisering Olympia Claims Claims 0 Diverse afkoopsommen 0 Nog vrij beschikbaar Infrastructurele werken Einddatum Niet van toepassing Doel: Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve kan worden ingezet voor het realiseren van projecten met een infrastructureel karakter. Plafond Stand 1 januari Bodem 0 Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen Bespaarde rente over reserves Resultaat Verminderingen Verminderingen 0 Claims Claims Herinrichting wegen Haarlo Herinrichting Nachtegaalstraat Eibergen Fietspad Grolseweg Beltrum Nog vrij beschikbaar

353 Paragraaf: Reserves Onderhoud wegen Einddatum Niet van toepassing Doel: Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt ingezet voor het realiseren van onderhoud aan wegen Plafond Stand 1 januari Bodem 0 Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen Bespaarde rente over reserves Resultaat Vergoeding herstraten Opheffen RAL Overheveling resultaat onderhoud wegen Verminderingen Verminderingen 0 Claims Claims Grootonderhoud fietspaden Grolseweg Beltrum Nog vrij beschikbaar Onderhoud gebouwen Einddatum Niet van toepassing Doel: Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt ingezet voor het realiseren van groot onderhoud aan gebouwen. Plafond Niet van toepassing Stand 1 januari Bodem 0 Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen Bespaarde rente over reserves Verminderingen Verminderingen 0 Claims Claims 0 Nog vrij beschikbaar Egalisatiereserve investeringen Einddatum Niet van toepassing Doel: Deze reserve heeft een bufferfunctie en moet de schommeling in verschillende lasten opvangen. Plafond Niet van toepassing Stand 1 januari Bodem 0 Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen Bespaarde rente over reserves Verminderingen Verminderingen Onttrekking ter dekking wijziging van kapitaallasten van investeringen Claims Claims Dekking kapitaallasten investeringen Nog vrij beschikbaar

354 Paragraaf: Reserves Algemene reserve bouwgrondexploitaties Einddatum Onderwijshuisvesting Niet van toepassing Doel: Deze reserve heeft een bestedingsfunctie en moet in eerste instantie verliezen in de bouwgrondexploitaties opvangen. Plafond Niet van toepassing Stand 1 januari Bodem Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen 0 Verminderingen Verminderingen 0 Claims Claims 0 Nog vrij beschikbaar Einddatum Niet van toepassing Doel:.Deze reserve heeft een bestedingsfunctie en moet de kosten van investeringen in onderwijshuisvesting dekken. Plafond Stand 1 januari Bodem 0 Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen Bespaarde rente over reserves Bijdrage onderwijshuisvesting Resultaat Verminderingen Verminderingen Bijdragen investeringen onderwijshuisvesting Nog vrij beschikbaar Herstructurering Einddatum Niet van toepassing Doel: Het mogelijk maken van maatregelen zoals kwaliteitsimpulsen in de kernen, het toekomstbestendig maken van de bestaande woningvoorraad, het uitvoeren van energie en klimaatambities en het herbestemmen van onbebouwde terreinen voor bijvoorbeeld zonnepanelen en groen. Plafond Stand 1 januari Bodem 0 Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen Resultaat Overboeking uit algemene reserve Verminderingen Verminderingen 0 Rechten Rechten 0 Claims Claims Transformatie Zwartschool Nog vrij beschikbaar

355 Paragraaf: Reserves Nadelen decentralisaties Einddatum Niet van toepassing Doel: Het opvangen van de nadelen van de 3 decentralisaties. Plafond Geen Stand 1 januari 0 Bodem 0 Stand 31 december Vermeerderingen Vermeerderingen Resultaat najaarsnota Verminderingen Verminderingen 0 Rechten Rechten 0 Claims Claims 0 Transformatie Zwartschool 0 Nog vrij beschikbaar

356 Paragraaf: Horizontaal toezicht Paragraaf: Horizontaal toezicht De paragraaf Interbestuurlijk Toezicht is nieuw. Door nieuwe wetgeving zijn toezichtstaken van het rijk overgegaan naar de provincies. De provincies gaan dit nieuwe toezicht op afstand organiseren. Het idee is dat gemeenten verantwoording afleggen aan hun raden en dat de provincies op afstand hierop toezien. Wij gebruiken voor deze verantwoording ons jaarverslag. De provincie Gelderland krijgt ook dit jaarverslag. De provincie komt alleen in actie als blijkt dat de gemeente niet aan de wettelijke eisen voldoet en hierop onvoldoende actie neemt. Het toezicht op de Gelderse gemeenten zal zich de komende tijd richten op de beleidsterreinen ruimtelijke ordening, omgevingsrecht, financiën, archieven en huisvesting verblijfsgerechtigden. Wij hebben dus gekozen voor een extra paragraaf in het Jaarverslag. We zien het als een eerste stap om aan onze verantwoordingsverplichting te voldoen. We gebruiken 2015 om goed om ons heen te kijken hoe anderen gemeenten rapporteren en wat de gemeenteraad en de provincie van deze verslaglegging vinden. We gaan ook onderzoeken of rapportage via de website waarstaatjegemeente.nl een goed optie is. Ons streven is om uiteindelijk uit te komen bij een eenvoudige en transparante vorm van verantwoording. In deze paragraaf vindt u per beleidsterrein welke informatie de provincie nodig heeft en welke eisen de provincie hieraan stelt. In de tekst daaronder vindt u de verantwoordingsinformatie van de gemeente. 1 Ruimtelijke Ordening Welke toezichtinformatie heeft de provincie nodig? De provincie beoordeelt de handhaving van bestemmingsplannen. De provincie vindt het voldoen als we ons beperken tot het aanleveren van het verplichte verslag (zoals beschreven in artikel 10 van de Wro). Wanneer is de provincie tevreden? 1. Als er een of meer gebiedsdekkende structuurvisies aanwezig zijn. 2. Als de ontwerpbestemmingsplannen niet in strijd zijn met de rijks- en/of provinciale belangen 3. Als de bestemmingsplannen actueel zijn 4. Als er op geschikte wijze handhaving van bestemmingsplannen plaatsvindt. Verantwoording over 2014: 1. Structuurvisies De gemeente heeft een gebiedsdekkende structuurvisie. De Structuurvisie Berkelland Vastgesteld op 26 oktober Beoordeling bestemmingsplannen: 2.1. De kleine kernen (Beltrum, Geesteren, Gelselaar, Haarlo, Rietmolen en Rekken) zijn voor juli 2013 opgenomen in actuele, onherroepelijke en gedigitaliseerde bestemmingsplannen. De provincie is betrokken geweest tijdens het vooroverleg Alleen voor de kernen Beltrum en Rekken geldt nog dat er sprake is van een meer omvangrijke witte vlek. De verwachting is dat hiervoor binnen drie jaar een bestemmingsplan in procedure wordt gebracht. De provincie wordt betrokken tijdens het vooroverleg De grote kernen (Borculo, Eibergen, Neede en Ruurlo) zijn voor juli 2013 opgenomen in actuele, onherroepelijke en gedigitaliseerde bestemmingsplannen. Dat geldt voor de bedrijventerreinen, de centrumgebieden en de woongebieden behorend bij deze kernen. De provincie is betrokken geweest tijdens het vooroverleg Alleen voor de kernen Eibergen ( Op de Bleek ) en Ruurlo ( Leusinkbrink ) geldt dat nog sprake is van een meer omvangrijke witte vlek. De verwachting is dat hiervoor binnen drie jaar een bestemmingsplan in procedure wordt gebracht. De provincie wordt betrokken tijdens het vooroverleg. 88

357 Paragraaf: Horizontaal toezicht 2.5. Voor zowel de grote als kleine kernen geldt dat er ook nog enkele kleine witte vlekken zijn. Planning is dat hiervoor binnen drie jaar een bestemmingsplan in procedure wordt gebracht. De provincie wordt betrokken tijdens het vooroverleg Het buitengebied. Zoals bekend is in augustus 2014 het bestemmingsplan Buitengebied Berkelland 2012 door de Raad van State vernietigd. Planning is dat de gemeente eind 2016 een nieuw bestemmingsplan vaststelt. De provincie wordt betrokken tijdens het vooroverleg 3. Handhaving bestemmingsplannen Bij de handhaving van bestemmingsplannen baseren wij ons op het in 2010 vastgelegde handhaafbeleid. De inhoud van het handhaafbeleid is niet veranderd en voldoet nog steeds. Wel is er organisatorisch het één en ander veranderd. In 2012 is de Omgevingsdienst Achterhoek tot stand gekomen en vanaf 2012 is ook de organisatiestructuur aangepast 2 WABO Welke toezichtinformatie heeft de provincie nodig? Om goed toezicht te kunnen houden, heeft de provincie nodig: 1. Voor 1 januari het uitvoeringsprogramma 2. Voor 1 april het uitvoeringsjaarverslag 3. De (meerjarige) probleem- en risicoanalyse 4. De (meerjarige) (beleids)uitvoeringskaders De aandacht bij het toezicht gaat uit naar vergunningverlening en handhaving bij inrichtingen met een hoog veiligheids- of gezondheidsrisico. Wanneer is de provincie tevreden? 1. Als de toezichtinformatie tijdig beschikbaar is 2. Als de handhaving in overeenstemming is met wet/beleidskaders en er geen interventie nodig is. Verantwoording over 2014: Zoals bekend zijn vanaf 1 april 2013 de uitvoerende taken op het gebied van milieu ondergebracht bij de Omgevingsdienst Achterhoek. In 2014 is hard gewerkt aan het goed op poten zetten van de ODA-organisatie. 1. Uitvoeringsprogramma HUP 2015 Voor dit jaar is een werkprogramma gemaakt voor het uitvoeren van alle noodzakelijke controles. Naast de algemene controles is ook sprake van een branchegerichte aanpak zoals het actieplan ammoniak. Het complete HUP werkprogramma 2015 wordt aan de provincie toegestuurd. 2. Uitvoeringsjaarverslag. Een uitvoeringsjaarverslag 2014 is op dit moment niet beschikbaar. Wel is er uitvoeringsinformatie waarmee we ons kunnen verantwoorden. In 2014 zijn bijna alle binnengekomen vergunningaanvragen en meldingen afgerond. Als het gaat over de controles is verreweg het grootste deel afgerond. In percentage uitgedrukt gaat het om 82%. Met de ODA is de afspraak gemaakt dat eind 2015 alle achterstanden zijn weggewerkt. Zodra het uitvoeringsjaarverslag beschikbaar is, wordt het toegestuurd aan de provincie. 3. Probleemanalyses en uitvoeringskaders. Een meerjarig beleid is vastgelegd in het Handhaafbeleid Fysieke leefomgeving Gemeente Berkelland Hierin staan de visie op handhaving en de uitgangspunten voor handhaving, de prioritering bij handhaving en de wijze van handhaving. Prioritering wordt bepaald aan de hand van risico-analyses. Dit meerjarig beleidsplan is nog steeds de basis voor onze handhaving. 3 Financiën Welke toezichtinformatie heeft de provincie nodig? Om goed toezicht te kunnen heeft de provincie de volgende informatie nodig: 1. De begroting, de voorjaarsnota, de najaarsnota en het jaarverslag 89

358 Paragraaf: Horizontaal toezicht Wanneer is de provincie tevreden? 1. Als de begroting en meerjarenrekening structureel en reëel in evenwicht zijn 2. Als het weerstandsvermogen redelijk tot goed is 3. Als de bezuinigingsmaatregelen reëel zijn 4. Als de risico s in de grondexploitatie beperkt zijn 5. Als er geen achterstallig onderhoud is bij kapitaalgoederen Verantwoording over 2014: De begroting 2014, voorjaarsnota 2014 en het najaarsnota 2014 zijn aan de provincie toegestuurd. Dit jaarverslag wordt ook naar de provincie gestuurd. De provincie beoordeelt deze informatie. Dit leidt uiteindelijk tot een vorm van toezicht. Repressief als de provincie tevreden is, preventief als de provincie ontevreden is. De provincie plaatste ons zowel in 2014 als in 2015 onder het repressief toezicht. Zorgen zijn er wel over de nog niet met bezuinigingen ingevulde tekorten voor 2017 en verder. 4 Archieftoezicht Welke toezichtinformatie heeft de provincie nodig? Een onderzoeksverslag naar de staat van het archief en het functioneren van het kwaliteitssysteem. Wanneer is de provincie tevreden? 1. Als het informatie- en archiefbeheer op orde is en voldoet aan de wettelijke regelingen. 2. Als bij geconstateerde tekortkomingen toezeggingen zijn gedaan om deze binnen een nader afgesproken termijn op te heffen Verantwoording over 2014: In 2014 is het archief onderzocht door een externe partij. Uit de rapportage trekken we de conclusie dat wij voldoen aan de eisen van de archiefwet en dat de kwaliteitsbeheersing voldoende is. Het rapport ligt nu ter beoordeling bij de archiefinspecteur. Als het rapport beschikbaar is wordt het toegestuurd aan de provincie. 5 Huisvesting verblijfsgerechtigden Welke toezichtinformatie heeft de provincie nodig? Cijfers van het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) over de huisvesting van asielzoekers. 90

359 Paragraaf: Horizontaal toezicht Wanneer is de provincie tevreden? 1. Als voldaan wordt aan de halfjaarlijkse taakstelling 2. Als voldaan wordt aan de laatste taakstelling en er geen achterstand is 3. Als niet voldaan wordt aan de laatste taakstelling maar er wel een voorsprong is in de huisvesting van asielzoekers Taakstelling 2014 in personen Geleverd in 2014 in personen 1 e helft 17 Voorstand uit e helft 25 Gehuisvest in Totaal De achterstand per 31 december 2014 is 20 personen. Een reden voor deze achterstand is dat eind 2014 de taakstelling voor de huisvesting verhoogd is. Daarnaast is er een achterstand in plaatsing ontstaan, doordat er weinig doorstroming is in de woningmarkt. Er komen daarom minder woningen vrij. In overleg met de woningbouwvereniging wordt naar oplossingen gezocht. NB: In januari 2015 is er alweer aan 15 verblijfsgerechtigden een woning toegewezen. 91

360 Paragraaf: Horizontaal toezicht 92

361 Balans per 31 december 2013 Jaarrekening 2014 Jaarrekening Gemeente Berkelland 93

362 Balans per 31 december Balans per 31 december (Bedragen X 1000) ACTIVA Ultimo 2014 Ultimo 2013 Vaste Activa Immateriële vaste activa Kosten onderzoek en ontwikkeling Materiele vaste activa Investeringen met economisch nut Investeringen met een economische nut, waarvoor ter bestrijding van de van de kosten een heffing kan worden geheven Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut Financiële vaste activa Kapitaalverstrekking aan: Leningen aan: Overige langlopende leningen Overige uitzettingen > 1 jaar Bijdragen aan activa van derden Totaal Vaste Activa Vlottende Activa Voorraden Grond- en Hulpstoffen Onderhanden werk en bouwgronden in exploitatie Voorziening waardering voorraden Uitzettingen < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rek. Courantverhouding met niet financiële instellingen Overige vorderingen Overige uitzettingen Liquide middelen Kas-, Banksaldi Overlopende activa Overlopende activa Totaal Vlottende Activa Totaal generaal

363 Balans per 31 december Balans per 31 december (Bedragen X 1000) PASSIVA Ultimo 2014 Ultimo 2013 Vaste passiva Eigen Vermogen Reserves Gerealiseerde Resultaat Voorzieningen Voorzieningen Investering met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven Vaste Schulden > 1 jaar Onderhandse leningen Overige uitzettingen met een rente typische looptijd van > 1 jaar 0 0 Totaal Vaste passiva Vlottende Passiva Vlottende schulden < 1 jaar Kasgeldleningen Banksaldi 0 16 Overige Schulden Overlopende passiva Overlopende passiva Totaal Vlottende Passiva Totaal generaal Gewaarborgde geldleningen

364 Overzicht van Baten en Lasten Overzicht van Baten en Lasten Bedragen x 1000 Raming begrotingsjaar vóór wijziging Raming begrotingsjaar na wijziging Realisatie begrotingsjaar Omschrijving programma Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Plattelandsvernieuwing Decentralisatie en transities Cultuur Sport Overig doorgaand sociaal beleid Werkgelegenheid Recreatie en toerisme Overig doorgaand economisch beleid Programmalijn Wonen Programmalijn Leefomgeving Programmalijn Overig doorgaand ruimtelijk beleid Programmalijn Besturen in betrokkenheid Programmalijn Integrale veiligheid Programmalijn Overig doorgaand bestuurlijk beleid Kostenplaatsen Overige dekkingsmiddelen Sub-Totaal Mutatie reserves Generaal-Totaal (Voordelig) Gerealiseerd resultaat

365 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen de nominale waarden. De baten en lasten worden toegekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden als last genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personeelslasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Balans Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 1 of 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief. Kosten van disagio worden niet geactiveerd. Materiële vaste activa met een economisch nut Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur. Op grondbezit, niet zijnde sportvelden, met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken. Ingevolge artikel 10 van de verordening 212 worden lineair afgeschreven conform de Nota Activerings- en afschrijvingsbeleid Gemeente Berkelland Bij wijzigingen in de gehanteerde afschrijvingstermijnen blijven de termijnen voor in het verleden gepleegde investeringen intact voor zover niet anders wordt besloten. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan vijf duizend euro worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en 97

366 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd. De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs. De percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen. Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut worden geactiveerd en jaarlijks lineair afgeschreven. Voor verkeersmaatregelen wordt een afschrijvingstermijn van 20 jaar gehanteerd of voor zover mogelijk versneld afgeschreven. Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV s en BV s ( kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs. Activa van derden zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met de afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak. Vlottende activa Voorraden De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, dan wel lagere marktwaarde. De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eventuele voorziening voor oninbaarheid wordt in mindering gebracht op de vorderingen. Liquide middelen en overlopende posten Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen Vaste passiva Reserves Naast de algemene reserve zijn er diverse reserves gevormd die voor een specifiek doel bestemd zijn. Het muteren van reserves vindt plaats op aangeven van de raad. Alle mutaties binnen reserves komen tot stand via functie

367 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter op contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rente typische looptijd van langer dan één jaar. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Borg- en garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde jaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen. 99

368 Activa Immateriële vaste activa Activa De post immateriële vaste activa wordt onderscheiden in: (Bedragen X 1000) Kosten afsluiten geldleningen/saldo agio en disagio Kosten onderzoek en ontwikkeling Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2014: Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio (Bedragen X 1000) Boekwaarde 01- Correctie Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen Boekwaarde beginbalans 2006 derden Kosten van onderzoek en ontwikkeling Totaal De belangrijkste investeringen staan in onderstaand overzicht vermeld. Per investering staat het ter beschikking gestelde krediet aangegeven, het in 2013 daadwerkelijk bestede bedrag en het totaalbedrag, dat tot en met 2013 ten laste van het krediet is gebracht. (Bedragen X 1000) Beschikbaar gesteld krediet 2014 en restant voor 2014 Werkelijk besteed in Onderwijsplein Neede voorbereiding Inkomsten Totaal uitgaven Totaal inkomsten 0 0 Materiële vaste activa De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen: (Bedragen X 1000) Boekwaarde per Boekwaarde per In erfpacht uitgegeven gronden Overige investeringen met een economisch nut Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Totaal Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de erfpachtgronden weer: (Bedragen X 1000) Boekwaarde Investeringen Desinves teringen Boekwaarde Erfpachtgronden

369 Activa De overige investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: (Bedragen X 1000) Boekwaarde ultimo Gronden en terreinen Woonruimten 0 4 Gebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoersmiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met economisch nut weer: (Bedragen X 1000) Boekwaarde 01- Correctie Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van *Corr. BBV Boekwaarde beginbalans derden eind Gronden en terreinen Woonruimten Gebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut, w aarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan w orden geheven Totaal Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen, die direct gerelateerd zijn aan de investering. * Eind 2014 heeft de BBV-commissie beloten dat materiale activa waarvoor een heffing kan worden geheven apart vermeld moest worden in de jaarrekening De belangrijkste investeringen zijn hieronder weergegeven. (Bedragen X 1000) Beschikbaar gesteld krediet Werkelijk besteed in en restant voor 2014 Gronden en terreinen: CP Neede deelpl.1aankoop park.pl. Blokker Gronden en terreinen inkomsten: Bedrijfsgebouwen: CP Neede Bakspieker *1) 0 85 Hofmaatsch.verv.buitenkoz.patio+zuidz.gebouw Willem de Zwijger,vervang.v. houten buitenkozijnen Kisveld,verv.dakbedd.randen/kappen/afv./lichtkoep ZMLK Leeuwerik,verv.dakbedd.lichtkoepels,dakafv.tr Bedrijfsgebouwen inkomsten: Grond, weg en waterbouwkundige werken: RCBDBB verv. brug Kiezel en Kei *2) 316 RC Beleef d Berkel E herinr.omgev.voorm. gem.huis *2) 93 Wijkverbetering Nieuwboer Borculo riolering Voorber. ombouw rioolstelsel Jukkenbarg E Regenw.struct.Jasmijnstr.incl.afkopp.Wheemerg.n N Wijkverbetering de Koppel, uitvoering fase I:riool Wijkverbetering de Berg, uitvoering fase1 riool Wijkverbetering de Koppel, uitvoering fase 2:riool CP Neede deelpl.1oudestr.riool(k) Renovatie 80 drukrioolunits Renovatie rioolgemalen` Herinrichting de Braak Neede *2) 78 Maatr.wateroverlast industrieterrein de Kiefte E CP Neede 1en2 voorber en toezicht: riool CP Neede3Marktstr.Marktpl.riool Electr./mechanische renovatie 104 drukrioolunits CP Neede 5 Borculoseweg riool Afkoppelen industieterrein Jukkenbarg Eibergen Grond, weg en waterbouwkundige werken: inkomsten RCBDBB verv. brug Kiezel en Kei

370 Activa Vervoersmiddelen: Vervoersmiddelen: inkomsten Machines, apparaten en installaties: PTH Speedy wegschaaf PRIA14-01 Vervanging storage:hardware Mobiele kraan Terex TW 70, serienummer TW Overige materiële vaste activa: Vervanging armaturen openbare verlichting` Op d'n Esch 1e inr.olp en meubilair Rentray onderwijs, 1e inrichting praktijklokalen Vervanging ondergrondse (glas)containers PRIA14-01 Vervanging storage:software PRIA14-01 Vervanging storage :diensten PRIA14-55 Ondersteuning mobiele werkplek,software Overige materiële vaste activa: inkomsten Totaal uitgaven Totaal inkomsten *1) Deze post maakt onderdeel uit van een veel groter project centrumplan Neede. De overschrijding die hier is ontstaan zal naar huidige inzichten opwegen tegen aanbestedingsvoordelen op andere onderdelen. *2) Deze kredieten zijn wel door de raad geaccodeerd, maar hebben nog niet geleid tot een ambtelijke wijziging. De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut had het volgende verloop: (Bedragen X 1000) Boekwaarde 01- Correctie Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen Boekwaarde beginbalans derden / Gronden en terreinen Gebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Machines, apparaten, installaties Overige materiële vaste activa Totaal Onder bijdragen van derden zijn de die bijdragen van derden opgenomen, die direct gerelateerd zijn aan het betrokken actief. De volgende investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut zijn in het boekjaar geactiveerd. Gronden en terreinen (Bedragen X 1000) Beschikbaar gesteld krediet 2014 en restant voor 2014 Werkelijk besteed in Grond, weg en waterbouwkundige werken: CPNeede1en 2 Nieuwstr Oudestr.Kerkplein wegen Herinrichting Meijersveld fase 2 wegen Neede` Herinr.Dorpsstraat/ Haarstr.Beltrum Wijkverbetering de Koppel,uitvoering fase 2 wegen Wijkverbetering de Berg,uitvoering fase 1 wegen CP Neede 1en2 voorbereid.+ toezicht:wegen Herinrichting van Coeverdenstr. Borculo Herinrichting Meijersveld Neede fase Herinrichting Blenkenkamp Eibergen Noordelijke ontsluiting Willibrordusschool Ruurlo Voorbereid.+plankst. verlegg. Needsew.Borculo gem *1) Wijkverbetering de Berg:Dr.Ariënschool *2)

371 Activa Grond, weg en waterbouwkundige werken: inkomsten CPNeede1en 2 Nieuwstr Oudestr.Kerkplein wegen 355 Herinr.Dorpsstraat/ Haarstr.Beltrum 8 Winterswijkseweg ` Wijkverb.plKoppel Berg,verg.baten uren en voorber Wijkverb.pl.Koppel Berg baten riolering Wijkverb.pl.Koppel Berg baten wegen Overige materiële vaste activa: Totaal uitgaven Totaal inkomsten *1) Deze zullen grotendeels gedeclareerd worden bij Friesland Domo en de Provicie. *2) Deze kosten moeten nog gedeclareerd worden bij prowonen en het schoolbestuuren een kwart moeten gedekt worden uit voordelen op het overige wijkplan de Berg. Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2014 wordt in onderstaand overzicht weergegeven: Kapitaalverstrekkingen aan: (Bedragen X 1000) Boekwaarde Investeringen Desinvesteringen Aflossingen/-afschrijvingen Afwaarderingen Boekwaarde Deelnemingen Gemeenschappelijke regelingen Overige verbonden partijen Leningen aan: Woningbouwcorporaties 0 0 Deelnemingen Overige verbonden partijen Overige langlopende leningen Overige langlopende leningen Ov. uitzettingen met looptijd > 1 jr Ov. uitzettingen met looptijd > 1 jr Nuon Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal Kapitaalverstrekkingen: De investeringen verantwoord onder kapitaalverstrekking en aan overige verbonden partijen betreft een mutatie St.Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Overige langlopende leningen: De uitzetting verantwoord onder de overige langlopende leningen heeft voornamelijk betrekking op leningen aan het personeel inzake de woningfinanciering en de fietsregeling, de inverstering in 2014 betreft een verstrekte geldlening aan de VNOG. De overige uitzettingen met looptijd > 1 jr Nuon, heeft betreft de de opbrengsten die Vattenfall in 2015 zal uitkeren. Dit bedrag is overgezet naar uitzettingingen korter dan één jaar, onder de post overige vorderingen. De investeringen onder post bijdragen aan activa in eigendommen van derden is inclusief de bijdrages aan ontvangen subsidies. 103

372 Activa VLOTTENDE ACTIVA Voorraden De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën: (Bedragen X 1000) Grond- en hulpstoffen, gespecificeerd naar: * niet in exploitatie genomen bouwgronden * overige voorraad gronden Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie Voorziening naar aanleiding van de demografische ontwikkelingen Totaal Voorziening naar aanleiding van demografische ontwikkelingen. De gemeente Berkelland heeft zich ten doel gesteld om in de jaren 2010 tot 2025 maximaal 635 woningen toe te laten voegen aan de woningvoorraad. In 2015 zal het traject Kernenfoto en het vaststellen van een Regionale Woonagenda voor de periode mogelijk leiden tot nieuwe inzichten in de gewenste uitbreiding van het aantal woningen en de daarvoor geschikte locaties. De verwachting is dat de ontwikkeling van het aantal huishoudens zal leiden tot een 10% lagere behoefte aan nieuwe woningen. Op welke wijze en voor welke plannen deze prognoses effect zullen hebben is op dit moment niet bekend. Via de jaarlijkse voortgangsrapportage Wonen wordt inzicht gegeven in de ontwikkelingen op de lokale en regionale woningmarkt. Het totaal van alle harde en zachte woningbouwplannen van ontwikkelaars en gemeente bedraagt per eind 2014 nog 873 woningen, waarvan 99 woningen in aanbouw zijn. Sinds 2010 zijn netto 275 woningen gerealiseerd. Rekening houdend met een vermindering van 10% kunnen er nog circa 300 woningen worden toegevoegd. Om de doelstelling te realiseren zal de komende jaren ingezet worden op het verder verminderen van de plancapaciteit. De gemeente hanteert in haar afwegingen het uitgangspunt dat de "juiste woning op de juiste plek" moet worden gebouwd. Gemeentelijke plannen waarvan de uitvoering daardoor onzeker is, zullen moeten worden afgewaardeerd. Daarvoor is in 2010 een voorziening gevormd van Eind 2014 bedraagt deze voorziening nog Eventuele schadeclaims die ontstaan doordat particuliere ontwikkelaars minder woningen kunnen bouwen zijn niet in de voorziening meegenomen. De hoogte van de claims is afhankelijk van de planstatus, de onderhandelingsresultaten, uitkomsten van juridische procedures en mogelijke compensatie door hogere overheden. Deze claims vormen een risico. In de paragraaf Grondbeleid is dit aspect onder Overige risico's ook benoemd. Daarnaast bestaat het risico dat - als de woningmarkt aantrekt - door particuliere ontwikkelaars meer woningen worden gebouwd dan volgens de visie van de gemeente wenselijk is. De gemeente zal dan moeten heroverwegen welke gevolgen dit heeft voor gemeentelijke woningbouwplannen. Het is mogelijk dat - naast plannen die al in de voorziening voor afwaardering zijn meegenomen - ook andere gemeentelijke grondexploitaties dan moeten worden afgewaardeerd. Minimaal jaarlijks stemmen we alle bekende woningbouwplannen en de gemeentelijke exploitaties daarom op elkaar af. 104

373 Activa Verloop boekwaarde Niet in exploitatie genomen gronden en overige voorraad gronden (in 1.000) Boekwaarde Uitgaven Inkomsten Resultaat Boekwaarde Voorziening Balanswaarde per = winst per per per A.H. Zwartschool Borculo Het Teeuwland Gelselaar Hoflaan e.o. Borculo Elbrink III Borculo Kiefte ll Berenpas Eibergen Groenloseweg t.o.vrijersm. Eibergen Russchemors Neede Kronenkamp Neede Leusinkbrink Ruurlo ¹ De Laarberg, fase II Groenlo Willibrordusschool Ruurlo Centrumplan Neede deelgebied IV Marijkestraat Neede Subtotaal Niet In Exploitatie Genomen Olland zuid Rietmolen Reefhorst Neede Ruilgr. Lintveldseweg Eibergen Volkstuin en ijsbaan Ruurlo Subtotaal Voorraad Overige gronden Erfpachtsgronden ² Onverdeelde kosten Totaal generaal Totaal generaal Toelichting ¹) Voor een deel van het plangebied Leusinkbrink is een bestemmingsplan vastgesteld. De gemeentelijke grondpositie betreft voornamelijk gronden in planfases waarvoor nog geen bestemmingsplan is vastgesteld. De overeenkomst met de particuliere ontwikkelaar gaat uit van integrale planontwikkeling. De boekwaarde van het plan Leusinkbrink wordt daarom integraal onder de Niet in exploitatie genomen gronden verantwoord. ²) De boekwaarde van de erfpachtsgronden is opgenomen onder de post Materiele vaste activa. De gemiddelde boekwaarde van de ca m2 bedraagt afgerond 6,00 per m2. Verloop boekwaarde onderhanden werk (bedragen in 1.000) Boekw aarde Uitgaven Opbrengsten Resultaat- Boekw aarde Voorziening Balansw aarde per 1 jan 2014 neming per 31 dec 2014 per 31 dec 2014 per 31 dec 2014 w inst = -/- (BW -/- Vzg) Bedrijventerreinen Overberkel 4 Borculo Kiefte 4 Eibergen Everskamp Ruurlo Centra / detailhandel / maatschappelijke voorzieningen Lichtenhorst Borculo Woongebieden de Garver Haarlo Voormalige school Gelselaar Schollenkamp Borculo Zw ilbroeksew eg / Rekkensew eg Eibergen Hofrichter Eibergen KTV Eibergen Vonderman Noordijk Olland Rietmolen Hondelinkw eg Neede ABCTA terrein Beltrum De Mölle Haarlo De Heuver Gelselaar Totaal Onderhanden Werk Boekwaarde per 31 december Raming nog te maken kosten Raming nog te verwachten opbrengsten Verwacht eindresultaat exploitatie (-/- is voordelig)

374 Activa Uitzettingen korter dan één jaar De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: (Bedragen X 1000) Soort vordering Saldo Voorziening oninbaarheid Gecorrigeerd saldo per Gecorrigeerd saldo per Vorderingen op openbare lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen Overige vorderingen Overige uitzettingen (Schatkistbankieren) Totaal De vorderingen op openbare lichamen is ultimo 2014 redelijk vergelijikbaar met De toename op de verstrekte kasgeldleningen in 2014 van 23 miljoen in verband met het het uitlenen van bedragen aan decentrale overheden. De voorziening van 314 duizend welke in 2013 was opgenomen is voor de uitgezette gelden bij BNG is 2014 volledig hersteld, de waarde ligt momentueel boven de verkrijgingings waardoor de voorziening niet meer nodig is. De mutaties in Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen hebben geheel betrekking op Exploitatiemij Leusinkbrink. Wij zijn van mening dat er een reëel risico bestaat dat onze vordering in rekening courant op een particuliere ontwikkelaar niet (geheel) door deze vennootschap of haar aandeelhouders kan worden voldaan. De vennootschap moet haar verplichtingen aflossen uit de verkoop van kavels. Deze vertegenwoordigen eind 2013 een boekwaarde binnen de vennootschap van De vordering van de gemeente op E.L. uit hoofde van financiering bedraagt per 31 december Hiertegenover staat een gelijke verplichting van de gemeente jegens de BNG. Wij plaatsen grote vraagtekens bij de afzetprognoses voor woningbouwkavels en de planologische haalbaarheid van nog te ontwikkelen plandelen. Wij beschikken niet over marktcijfers die de toegepaste waardering door de vennootschap onderbouwen. Wij denken dat een forse afwaardering op de voorraden noodzakelijk is, hetgeen tevens impliceert dat zowel de aandeelhouder als de gemeente voorlopig ontvangen winstuitkeringen moeten terugbetalen. Voor het gemeentelijk aandeel in het risico zijn of worden de nodige maatregelen getroffen. Ook is als onderdeel van de verantwoording over de gemeentelijke grondexploitatie een inschatting van de risico s gemaakt. Op basis van de goedkeurende accountantsverklaring, die door Ernst&Young op 19 september 2014 bij de jaarrekening 2013 van de vennootschap is afgegeven, achten wij een afwaardering van onze vordering op de vennootschap - voor haar aandeel in het risico - op dit moment echter niet aan de orde. De gemeente blijft proberen met de ontwikkelaar constructief te overleggen hoe het marktperspectief zich zou moeten vertalen in een realistische begroting. Dat marktperspectief geeft zorg vanwege de economische conjunctuur en het wegvallen van de regionale vraag door een daling van het aantal huishoudens. Beide zijn voor de gemeente niet beïnvloedbaar. Het saldo van de overige vorderingen is met 9 miljoen toegenomen, dit komt door de laatste NUON uitkering ad 9,6 miljoen. Ultimo 2014 is er een inschatting gemaakt van de inbaarheid van de vorderingen. Op basis hiervan is een voorziening getroffen tot een bedrag van ca. 118 duizend. Eind 2013 stond er bedrag van 21 miljoen gestald bij het Rijk door de invoering van het schatkistbankieren, in 2014 is hiervan 14 miljoen uitgeleend aan decentrale overheden. Hieronder treft u een overzicht aan met gemiddelde bedragen en de drempelbedragen. (Bedragen X 1000) Begrotingsjaar Begrotingstotaal Berekening drempelbedrag 0,75% Gemiddelde Drempelbedrag 1e kwartaal ,00 2e kwartaal ,00 3e kwartaal ,00 4e kwartaal ,00 Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten: (Bedragen X 1000) Kassaldi 2 1 Banksaldi Overlopende activa: De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden: (Bedragen X 1000) Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Onder de nog te ontvangen bedragen zijn diverse bedragen opgenomen waaronder een bedrag van duizend van de Sociale Dienst Oost Achterhoek, een bedrag van 343 duizend van Prowonen opgenomen inzake bijdragen in wijkplannenbijdrages, daarnaast is er een bedrag van 293 duizend opgenomen wegens in 2014 nog op te leggen belastingkohieren, verder is er nog een bedrag van ca. 270 duizend van diverse gemeenten. 106

375 Passiva Eigen vermogen Passiva Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten: (Bedragen X 1000) Algemene reserve Bestemmingsreserves: Bestemmingsreserves voor egalisatie van tarieven Bestemmingsreserves voor overige bestemmingsreserves Gerealiseerde resultaat Totaal Het verloop wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven. Reserves Saldo Toevoeging Toegevoegde Onttrekking Bestemming Vermind. ter Saldo rente in resultaat dekking afschr Algemene reserve Algemene reserve NUON Egalisatiereserve Afval Egalisatiereserve Riolering Egalisatiereserve investeringen Infrastructurele werken Algemene reserve bouwgrondexploitatie Inkomensreserves Nieuwbouw gemeentewerf Borculo Gemeentehuis Beeldende kunst Vernieuwing amateurkunst Privatiserings sportaccommodaties Onderhoud gebouwen Onderhoud wegen Onderwijshuisvesting Kwaliteitsimpuls Wonen Nadelen decentralisaties Totaal Gerealiseerde resultaat Totaal Onder Bestemming resultaat staan de toevoegingen die voortkomen uit de bestemming van het resultaat van het vorige dienstjaar. Onder de afschrijvingen staan de verminderingen vermeld in verband met afschrijvingen op activa. Deze afschrijvingen worden gedekt uit reserves Algemene reserve Deze reserve heeft een bufferfunctie en dient in eerste instantie als weerstandscapaciteit. Als de reserve groot genoeg is kan een deel van de reserve onder voorwaarden gebruikt worden als dekkingsmiddel. Algemene reserve NUON In deze reserve staan de toekomstige opbrengsten van de verkoop van de Nuon aandelen. In tegenstelling tot ons beleid rekenen we over deze reserve geen rente. Inkomensreserve Deze reserve heeft een inkomensfunctie. Doel is het geleidelijk opvangen van verminderde inkomsten door bijvoorbeeld de verkoop van aandelen. Een tweede doel is het kweken van rente voor het legaat van mr. Planten en voor gebruik in de exploitatie. De rente van het legaat moet eens in de vijf jaar besteed worden aan een cultuurdoel in Neede. Een derde doel is het beheer van de opbrengst van de verkoop van de Nuon aandelen. Infrastructurele werken Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve kan worden ingezet voor het realiseren van projecten met een infrastructureel karakter. 107

376 Passiva Egalisatiereserve Afval Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt gebruikt voor het egaliseren van tekorten en overschotten op het product afvalverwijdering en - verwerking. Door gebruik te maken van deze reserve zorgen we ervoor dat betaalde afvalstoffenheffing ook gebruikt wordt voor afvalverwijdering en inzameling. Egalisatiereserve Riolering Deze reserve is zoals voorgeschreven door de commissie BBV overgezet naar een voorziening. Egalisatiereserve investeringen Deze reserve heeft een bufferfunctie en moet de schommeling in verschillende lasten opvangen. Algemene reserve bouwgrondexploitaties Deze reserve heeft een bufferfunctie en moet in eerste instantie verliezen in de bouwgrondexploitaties opvangen Nieuwbouw gemeentewerf Deze reserve heeft een bestedingsfunctie en wordt alleen gebruikt als dekking van de kapitaallasten van de nieuw te bouwen gemeentewerf. Nieuwbouw gemeentehuis Deze reserve heeft een bestedingsfunctie en wordt gebruikt als dekking van de kapitaallasten van de nieuw te bouwen centrale huisvesting en het dekken van de kosten voor achterstallig onderhoud. Beeldende Kunst Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve kan worden ingezet voor het realiseren van projecten op het gebied van beeldende kunst. Vernieuwing amateurkunst Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve kan worden ingezet voor het realiseren van projecten op het gebied van vernieuwende amateurkunst. Privatisering sportaccommodaties Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve kan worden ingezet voor het betalen van afkoopsommen voor de privatisering. Onderhoud gebouwen Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt ingezet voor het realiseren van groot onderhoud aan gebouwen. Onderhoud wegen Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt ingezet voor het realiseren van onderhoud aan wegen. Onderwijshuisvesting Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt ingezet voor het realiseren van investeringen in de onderwijshuisvesting. Kwaliteitsimpuls wonen ook bekend als herstructureringsreserve Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt ingezet om kosten te dekken die voortkomen uit de herstructurering van (bouwgrond)locaties in Berkelland. Daar waar woningbouw niet meer mogelijk of gewenst is. Nadelen decentralisaties 108

377 Passiva Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt ingezet om de eventuele nadelen van de decentralisaties af te dekken. VOORZIENINGEN Het verloop van de voorzieningen wordt in onderstaand overzicht weergegeven. (Bedragen X 1000) Saldo Toevoeging Correctie Vrijval Aanwending Saldo Personeelsvoorzieningen Invest. met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven Totaal In de kolom vrijval zijn de bedragen opgenomen welke ten gunste van de rekening van baten en lasten zijn vrijgevallen. Alle aanwendingen van de voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. Personeelsvoorzieningen De personeelsvoorzieningen zijn in het leven geroepen om toekomstige lasten die het gevolg zijn van personele ontwikkelingen op te kunnen vangen. Het gaat met name om de lasten die voortvloeien uit mobiliteitsvoorzieningen en de lasten voor pensioenen en wachtgelden voor wethouders. Met ingang van 2014 is er een voorziening gevormd voor de wachtgeldverplichtingen van de voormalige medewerkers van muziek de Triangel. Overige voorzieningen voor verplichtingen en risico's De voorziening onderhoudsubsidies monumenten is in 2014 vrijgevallen. Bij de bestemming van het dienstsaldo 2014 zal de raad geadviseerd worden hiervoor een reserve te vormen. Bij dit onderdeel is sprake van een forse toename. Deze komt op het conto van de nieuwe voorziening groot onderhoud en vervanging riolering. In het najaar van 2014 heeft de commissie BBV een dwingend advies gegeven deze lasten onder te brengen in een voorziening. Naar aanleiding hiervan is de bestemmingsreserve riolering opgeheven en zijn de vrijvallende middelen toegevoegd aan deze voorziening. De dotatie aan de voorziening steunt op het laatst vastgestelde Gemeentelijk RioleringsPlan. VASTE SCHULDEN MET EEN LOOPTIJD LANGER DAN ÉÉN JAAR De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt: (Bedragen X 1000) Obligatieleningen 0 0 Onderhandse leningen: -binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen binnenlandse banken en overige financiële instellingen binnenlandse bedrijven 0 0 -overige binnenlandse sectoren 0 0 -buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en ov.sectoren Door derden belegden gelden 0 0 Waarborgsommen In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar (Bedragen X 1000) Saldo Vermeerderingen Aflossingen Saldo Obligatieleningen Onderhandse leningen Door derden belegde gelden 0 0 Waarborgsommen 0 0 Totaal Onderhandse leningen: De totale rentelast voor het jaar 2014 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt 3,6 miljoen. 109

378 Passiva VLOTTENDE PASSIVA Onder de vlottende passiva zijn opgenomen: (Bedragen X 1000) Schulden < 1 jaar Overlopende passiva Kortlopende schulden De in de balans opgenomen kortlopende schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden: (Bedragen X 1000) Kasgeldleningen Banksaldi 0 16 Schulden aan openbare lichamen Overige schulden Totaal De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt: (Bedragen X 1000) Vooruitontvangen bedragen Nog te betalen bedragen Vooruitbetalingen 0 0 Totaal Vooruitontvangen bedragen: Onderstaand een verloopoverzicht van de Vooruitontvangen bedragen. Saldo Ontvangsten of toevoegingen Vrijgevallen, afgeboekt of terugbetaald Saldo Vooruitontvangen bedragen Vooruitontv. n.best.rca impulsplan wonen Vooruitontv.niet best.sp.uitk.ond.achterst.beleid Vooruitontv.nietbesteeed verb.binnenklim.scholen Vooruitontv.niet best.sp.uitk.subs.onderwijspl.nee Vooruitontv. n.best.regio contr.12/15 Bel.d.Berkel Vooruitontvangen,n. best.subs.isv3 geluid Vooruitontv.Prov.subs.Pilots Jeugdz Oo Achth Vooruitontv.niet best.achterhoek bespaart Vooruitontv. subs.reg.contr. 12/15 voormekr Beltru Vooruitontvang.niet best.achterhoek bespaart Vooruitontv. Onverschuldigde bedragen Nog te betalen bedragen: Onder de nog te betalen bedragen zijn diverse bedragen als verplichting opgenomen. Het gaat om een bedrag van 529 duizend aan de belastingdienst, 451 duizend aan diverse leveransiers en een bedrag van 249K voor nog te betalen rente, deze goederen en diensten zijn in 2014 geleverd. 110

379 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Niet uit de balans blijkende verplichtingen Langlopende overeenkomsten. Contractpartij TSN Thuiszorg ZORGkompas Midden Nederland Hacron Vof Munckhof Taxi BV Ziut BV Provincie Gelderland Ter Horst Milieu BV Hameland SITA ReEnergy Roosendaal Cone Berkelland BV Eneco Business BV Tzorg Raet BV Stichting Sensire Avi Twente BV Centric Netherlands BV Novon Schoonmaak Oost BV SMQ Detachering BV GMB service BV Veluwse Afval Recycling BV (VAR) Harting-Bank Arnhem WMO Greenchoice Raetsheren van Orden BV Reaal Schadeverzekeringen NV Randstad Payroll Solutions Stg Careaz GMB Installatietechniek BV Start People BV Centraal Beheer Achmea SBPost BV Rouwmaat Groenlo BV Twence Bioconversie BV Ernst & Young Accountants LLP Totale uitgaven in 2014 Einde looptijd Overige niet uit de balans blijkende verplichtingen De huidige woningmarkt en de verwachte demografische ontwikkelingen leiden tot een noodzakelijke vermindering van het aantal nieuw te bouwen woningen. Daarover zijn in de Regionale Woonvisie afspraken gemaakt. Met particuliere ontwikkelaars worden gesprekken gevoerd om te komen tot bijstelling van woningbouwplannen. Ontwikkelaars zullen de door hen becijferde schade als gevolg van het bijstellen van woningbouwafspraken mogelijk claimen bij de gemeente. Het resultaat van deze onderhandelingen is bij het opstellen van de jaarrekening nog niet bekend. Naast het voeren van overleg zetten wij in op het benutten van beschikbare instrumenten vanuit de Wro om het risico voor planschade voor de gemeente te beperken. Voor zover het terugdringen van plancapaciteit toch financiële consequenties heeft zal de gemeenteraad hierover eerst een besluit moeten nemen. De hoogte van eventuele claims is mede om deze redenen niet in de jaarrekening verwerkt. Binnen de risico analyse is voor zover mogelijk wel rekening gehouden met financiële gevolgen. Waarborgen Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen kan als volgt naar de aard van de geldlening gespecificeerd worden: (Bedragen X 1000) Saldo totaal leningen Woningbouw ,1% Waterleidingmij. Waterleidingmij ,4% De Laarberg ,0% Plaatselijke instellingen ,2% De gemeente participeert samen met de gemeente Oost Gelre in het Regionale Bedrijventerrein De Laarberg en is tot het onherroepelijk worden van de bestemmingsplanwijziging mederisicodrager. In 2014 is geen bedrag betaald wegens de verleende borg- en garantstellingen. Gebeurtenissen na Balansdatum Aard / Omschrijving Oorspronkelijk bedrag Percentage Borgstelling Restant borg begin jaar Restant borg eind jaar Per 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor het uitvoeren van de Jeugdzorg, zorg uit de voormalige AWBZ en de re-integratie van Wajongers. Bij deze overgang heeft de gemeente geld gekregen van het Rijk. Hoewel wij ervan uitgaan dat we deze operatie budget neutraal gaan uitvoeren is dit niet zeker. In het kader van de uitvoering van de Participatiewet lijkt het werkvoorzieningschap zijn langste tijd gehad te hebben. Het DB van het werkvoorzieningschap heeft inmiddels besloten tot een ontmanteling. De ontmanteling brengt eenmalige kosten met zich mee. Voor Berkelland kunnen die oplopen tot 2,5 miljoen euro. Op 10 april 2015 heeft wethouder Scharenborg ontslag aangeboden. Dit ontslag leidt tot wachtgeldverplichtingen die nog niet voorzien zijn in de jaarrekening. 111

380 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Regeling bezoldigingscomponenten WNT Het normenkader rondom de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector (hierna: WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr De Aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpassingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd. Ten aanzien van interim-functionarissen die geen topfunctie vervullen hebben wij gebruik gemaakt van de mogelijkheid die paragraaf 6 van de Beleidsregels toepassing WNT biedt inzake de volledige openbaarmaking van deze functionarissen. Op basis van de Beleidsregels toepassing WNT (inclusief de wijziging van paragraaf 6 volgens besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 maart 2014, nr kán en hoeven wij niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze interim-functionarissen zoals voorgeschreven in artikel 4.2 lid 2c van de WNT (inclusief verwerking Aanpassingswet WNT) Topfunctionarissen, gewezen topfunctionarissen en toezichthouders Naam orgaan of Functie(s) 1 Aard van de Naam Beloning Belastbare vaste Werkgeversdeel van Datum aanvang Datum einde Omvang Interim 3 Motivering instelling waar functie 2 en variabele voorzieningen ten dienstverband in het dienstverband in dienstverband functie wordt onkosten- behoeve van boekjaar het boekjaar (in FTE) overschrij- bekleed vergoeding beloningen betaalbaar op termijn (indien van toepassing) (indien van toepassing) ding norm (indien van toepassing) Gemeente Griffier Topfunctionaris J.A. Bannink n.v.t. n.v.t. 1 n.v.t. n.v.t. Berkelland Gemeente Berkelland Gemeente- Secretaris Topfunctionaris J.A. Wildeman n.v.t. n.v.t. 0,89 n.v.t. n.v.t. 112

381 Analyse begrotingsafwijkingen Analyse begrotingsafwijkingen Bedragen x 1000 Raming begrotingsjaar na wijziging Realisatie begrotingsjaar Begrotingsafwijking Omschrijving programma Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Plattelandsvernieuwing Decentralisatie en transities Cultuur Sport Overig doorgaand sociaal beleid Werkgelegenheid Recreatie en toerisme Overig doorgaand economisch beleid Programmalijn Wonen Programmalijn Leefomgeving Programmalijn Overig doorgaand ruimtelijk beleid Programmalijn Besturen in betrokkenheid Programmalijn Integrale veiligheid Programmalijn Overig doorgaand bestuurlijk beleid Kostenplaatsen Overige dekkingsmiddelen Sub-Totaal Mutatie reserves Generaal-Totaal (Voordelig) Gerealiseerd resultaat

382 Toelichting op het rekeningresultaat Toelichting op het Rekeningsresultaat Specificatie verschillen jaarrekening 2014 I S 1 Bijdrage cluster BWAO , ,00 2 Openbare verlichting (excl. Kap.l) , ,00 3 Monumenten verkoop De Kamp , ,00 4 Monumenten subsidies , ,00 5 Gebundelde doeluitkering , ,00 6 Wsw , ,00 7 WMO , ,00 8 WMO voorzieningen , ,00 9 ODA , ,00 10 Ruimtelijke ordening , , ,00 11 Bouwvergunningen , ,00 12 Grondexploitaties , ,00 13 Intrinsieke waarde fondsen BNG , ,00 14 Algemene Uitkering , , ,00 15 Algemene baten en lasten , , ,00 16 lonen personeel , ,00 17 Lagere inhuur derden c.q. detachering medewerkers , ,00 18 Diverse kleinere verschillen , ,00 Totaal , , ,00 De belangrijkste oorzaken van het resultaat zijn hieronder kort toegelicht. We beginnen met de nadelen die zich hebben voorgedaan. 1. Grondexploitaties -/ Het verlies is vooral veroorzaakt door een bijstelling van het uitgiftetempo en de opbrengstverwachting van plannen. Hierdoor loopt de rentelast fors op zodat bij enkele plannen sprake is van een verwacht toekomstig verlies. Daarvoor zijn voorzieningen getroffen. In de paragraaf grondbeleid is de achtergrond van dit incidentele verlies uitgebreid toegelicht. 2. ODA -/ In onze begroting hebben wij rekening gehouden met een bijdrage aan de ODA op basis van de oude bijdrage. Wij waren het niet eens met de verhoging die de ODA wenste. Uiteindelijk is de begroting met de bijbehorende hogere bijdrage wel door het AB van de ODA vastgesteld. Dit is niet aangepast in onze begroting. 3. Openbare verlichting(exclusief kapitaallasten) -/ De voorschotten die we betalen zijn aan de (te) hoge kant. Dit wordt in 2015 verrekend. Daarnaast is in de begroting rekening gehouden met een hogere provinciale bijdrage dan we uiteindelijk kregen. Tegenover deze nadelen staan ook voordelen 4. Algemene baten en lasten Het voordeel is voor het grootste gedeelte incidenteel en wordt veroorzaakt door de stelpost I&A investeringen die niet is aangesproken. Daarnaast is ook de post onvoorzien niet aangesproken en hebben we door acties om te kijken naar de BTW die we terug konden krijgen meer BTW terugontvangen dan gedacht. Een klein gedeelte kan als structureel bestempeld worden omdat we meer BTW terug kunnen vragen van gemeenschappelijke regelingen dan we begroten. Dit is al enkele jaren zo. Maar hiervoor zijn we afhankelijk van wat de gemeenschappelijke regelingen uitgeven. 5. Gebundelde doeluitkering Vanuit de gebundelde doeluitkering wordt de algemene bijstand, het levensonderhoud van startende ondernemers en de uitkeringen IOAW en IOAZ betaald. In de najaarsnota 2014 gaven we al aan dat de verwachting bestond dat we een deel van onze eigen risico op de inkomensvoorziening niet hoefden in te zetten. We hebben in het tweede halfjaar 2014 te maken gehad met een grotere toename van uitkeringsgerechtigden, maar omdat deze mensen maar een klein deel van 2014 een beroep moesten doen op een uitkering zijn de extra lasten beperkt 114

383 Toelichting op het rekeningresultaat gebleven. Daarnaast is de definitieve rijksbijdrage inkomensvoorziening hoger dan de voorlopige rijksbijdrage. 6. Wsw Hameland heeft het beter gedaan dan zij verwacht had. Daardoor hoeven de gemeenten minder bij te dragen in het verlies. Het bedrag dat wij begroot hadden was gebaseerd op de begroting van Hameland. 7. Algemene Uitkering Het voordeel is deels incidenteel, deels structureel. Het incidentele gedeelte wordt verklaard door een verschuiving van de rijksuitgaven naar Het structurele deel heeft te maken met de betere economische verwachtingen en daarmee op termijn stijgende rijksuitgaven. 8. Intrinsieke waarde fondsen BNG De verwachting was dat het rendement in 2014 van de fondsen BNG Vermogensbeheer door rentestijging, maar beperkt zou zijn. Doordat rentestijging achterwege bleef, is het rendement aanzienlijk hoger. Dit rendement is deels uitbetaald in de vorm van dividend. Het restant verhoogt de intrinsieke waarde van het fonds. 9. Lonen personeel Met name door het niet invullen van enkele vacatures is er op de post salarissen personeel geld overgebleven. 10. Lagere inhuur derden c.q. detachering medewerkers Door terughoudend beleid is er op de post voor inhuur van derden voor piekbelasting en vervanging bij ziekte of zwangerschap budget overgebleven. Daarnaast zijn diverse gemeentemedewerkers gedetacheerd bij andere organisaties. Deze vergoedingen waren slechts voor een gedeelte geraamd. 11. Ruimtelijke ordening De leges voor omgevingsvergunningen en inzien van bestemmingsplannen heeft meer opgebracht dan geraamd. Daarnaast is nog geen uitvoering gegeven aan het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. De daarvoor geraamde bedragen zijn dus ook niet aangewend. 12. WMO Er is nog geen invulling gegeven aan het vrijwilligersbeleid. Er is een voordeel op de bijdrage GGD door het rekeningresultaat 2013 en er resteert een voordeel op het project WMO Pilot. 13. Bouwvergunningen In 2014 zijn meer aanvragen behandeld en afgehandeld dan begroot. Daarnaast waren er een behoorlijk aantal grote plannen bij (Pro wonen met een aantal grote plannen, kasteel Ruurlo maar ook de agrariërs). 14. Monumenten subsidies We mogen geen voorziening verleende subsidies meer aanhouden na opmerkingen van de accountant over de rekening Het saldo uit de voorziening is daardoor vrijgevallen. Daarnaast is er sprake van een niet geraamde subsidie van Provincie Gelderland. 15. WMO voorzieningen Er zijn in brede zin minder voorzieningen verstrekt dan begroot. Dat geld voor PGB's, kosten vervoer en voor uitgaven voor huishoudelijke hulp. 16. Bijdrage cluster BWAO Dit betreft de teruggave van het rekeningsaldo Monumenten verkoop De Kamp Dit is een incidentele (niet geraamde) verkoopopbrengst. 115

384 Toelichting op het rekeningresultaat Overzicht van incidentele lasten en baten > in de exploitatie 2014 Lasten Omschrijving begroot werkelijk saldo Afwikkeling muziekschool de Triangel Afkoop onderhoud sportvelden en terreinen Gebundelde doeluitkering Wsw Algemene baten en lasten Baten Omschrijving begroot werkelijk saldo Winstbestemming alg.dekkingsmiddelen: mut.res Winstbestemming programma 1.2 sport Grondexploitaties Vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Berkelland op 19 mei

385 Toelichting op het rekeningresultaat BZK C7C Investering stedelijke vernieuwing (ISV) II Provinciale beschikking en/of verordening Project-gemeenten (SiSa tussen medeoverheden) SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Hieronder per regel één Besteding (jaar T) ten laste Overige bestedingen (jaar T) Cumulatieve bestedingen ten beschikkingsnummer en in de van provinciale middelen kolommen ernaast de laste van provinciale middelen tot en met (jaar T) verantwoordingsinformatie Cumulatieve overige bestedingen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor Deze indicator is bedoeld de tussentijdse afstemming voor de tussentijdse van de juistheid en volledigheid afstemming van de juistheid van de en volledigheid van de verantwoordingsinformatie verantwoordingsinformatie Toelichting afwijking Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Indicatornummer: C7C / 01 Indicatornummer: C7C / 02 Indicatornummer: C7C / 03 Indicatornummer: C7C / 04 Indicatornummer: C7C / 05 Indicatornummer: C7C / Kopie beschikkingsnummer Eindverantwoording Ja/Nee Activiteiten stedelijke vernieuwing (in aantallen) Activiteiten stedelijke vernieuwing (in aantallen) Activiteiten stedelijke vernieuwing Afspraak Realisatie Toelichting afwijking Alleen in te vullen na afloop project Alleen in te vullen na afloop project Alleen in te vullen na afloop project OCW D9 Onderwijsachterstanden beleid (OAB) Gemeenten Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle n.v.t. Indicatornummer: C7C / 07 Indicatornummer: C7C / 08 Indicatornummer: C7C / 09 Indicatornummer: C7C / 10 Indicatornummer: C7C / Nee Nee Nee Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO) Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO) Besteding (jaar T) aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO) Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie I&M E3 Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai) Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01 Indicatornummer: D9 / 02 Indicatornummer: D9 / 03 Indicatornummer: D9 / Hieronder per regel één Besteding (jaar T) ten laste Overige bestedingen (jaar T) Eindverantwoording Ja/Nee Kosten ProRail (jaar T) als beschikkingsnummer en in de van rijksmiddelen bedoeld in artikel 25 lid 4 van kolommen ernaast de deze regeling ten laste van verantwoordingsinformatie rijksmiddelen Subsidieregeling sanering verkeerslawaai Provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle n.v.t. Aard controle R Indicatornummer: E3 / 01 Indicatornummer: E3 / 02 Indicatornummer: E3 / 03 Indicatornummer: E3 / 04 Indicatornummer: E3 / 05 1 Lmv Nee 0 Kopie beschikkingsnummer Cumulatieve bestedingen ten laste van rijksmiddelen tot en met (jaar T) Cumulatieve overige bestedingen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Cumulatieve Kosten ProRail tot en met (jaar T) als bedoeld in artikel 25 lid 4 van deze regeling ten laste van rijksmiddelen Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 06 Indicatornummer: E3 / 07 Indicatornummer: E3 / 08 Indicatornummer: E3 / 09 1 Lmv SZW G1 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2014 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten Het totaal aantal geïndiceerde Volledig zelfstandige uitvoering inwoners van uw gemeente dat Ja/Nee een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op verantwoorden hier het 31 december (jaar T) gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er Aard controle R Aard controle n.v.t. in (jaar T) geen, enkele Indicatornummer: G1 / 01 Indicatornummer: G1 / 02 of alle inwoners werkzaam waren bij een Openbaar lichaam 0,00 Nee SZW G1A Wet sociale Hieronder per regel één werkvoorziening (Wsw)_totaal 2013 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren; Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren; Alle gemeenten verantwoorden hier het inclusief deel openbaar lichaam totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R gemeente uit (jaar T-1) Indicatornummer: G1A / 01 Indicatornummer: G1A / 02 Indicatornummer: G1A / 03 regeling G1C-1) na controle door de gemeente Berkelland 325,82 10,69 117

386 Sisa bijlage Sisa bijlage SZW G2 Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2014 Besteding (jaar T) algemene bijstand Gemeente Alle gemeenten verantwoorden hier het I.1 Wet werk en bijstand gemeentedeel over (WWB) (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr. Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk) Gemeente I.1 Wet werk en bijstand (WWB) Besteding (jaar T) IOAW Gemeente I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk) Gemeente I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Besteding (jaar T) IOAZ Gemeente Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk) Gemeente I.3 Wet inkomensvoorziening I.3 Wet oudere en gedeeltelijk inkomensvoorziening arbeidsongeschikte gewezen oudere en gedeeltelijk zelfstandigen (IOAZ) arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G2 / 01 Indicatornummer: G2 / 02 Indicatornummer: G2 / 03 Indicatornummer: G2 / 04 Indicatornummer: G2 / 05 Indicatornummer: G2 / Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk) Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee Gemeente Gemeente Gemeente SZW G2A Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_totaal 2013 Gemeenten die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T- 1) regeling G2B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G2C-1) I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 07 Indicatornummer: G2 / 08 Indicatornummer: G2 / 09 Indicatornummer: G2 / Nee Hieronder per regel één Besteding (jaar T-1) algemene Baten (jaar T-1) algemene Besteding (jaar T-1) IOAW gemeente(code) uit (jaar T-1) bijstand bijstand (exclusief Rijk) selecteren en in de kolommen ernaast de inclusief geldstroom naar inclusief geldstroom naar inclusief geldstroom naar verantwoordingsinformatie voor openbaar lichaam openbaar lichaam openbaar lichaam die gemeente invullen I.1 Wet werk en bijstand (WWB) I.1 Wet werk en bijstand (WWB) I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Baten (jaar T-1) IOAW (exclusief Rijk) inclusief geldstroom naar openbaar lichaam I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 01 Indicatornummer: G2A / 02 Indicatornummer: G2A / 03 Indicatornummer: G2A / 04 Indicatornummer: G2A / Berkelland Hieronder verschijnt de gemeente(code) conform de keuzes gemaakt bij indicator G2A / 01 Besteding (jaar T-1) IOAZ Baten (jaar T-1) IOAZ (exclusief Rijk) Besteding (jaar T-1) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen Baten (jaar T-1) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen inclusief geldstroom naar openbaar lichaam In de kolommen hiernaast de verantwoordingsinformatie voor I.3 Wet inkomensvoorziening die gemeente invullen oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) inclusief geldstroom naar openbaar lichaam I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) inclusief geldstroom naar openbaar lichaam I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) inclusief geldstroom naar openbaar lichaam I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Baten (jaar T-1) WWIK (exclusief Rijk) inclusief geldstroom naar openbaar lichaam I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 06 Indicatornummer: G2A / 07 Indicatornummer: G2A / 08 Indicatornummer: G2A / 09 Indicatornummer: G2A / 10 Indicatornummer: G2A / Berkelland SZW G3 Besluit Besteding (jaar T) Besteding (jaar T) Baten (jaar T) levensonderhoud Baten (jaar T) Besteding (jaar T) aan Besteding (jaar T) Bob levensonderhoud gevestigde kapitaalverstrekking (exclusief gevestigde zelfstandigen kapitaalverstrekking (exclusief onderzoek als bedoeld in zelfstandigen (exclusief Bob) Bob) (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Bob) (exclusief Rijk) artikel 56 Bbz 2004 bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeent e 2014 Besluit (exclusief Bob) Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01 Indicatornummer: G3 / 02 Indicatornummer: G3 / 03 Indicatornummer: G3 / 04 Indicatornummer: G3 / 05 Indicatornummer: G3 / Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk) Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 Aard controle R Aard controle R Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 07 Indicatornummer: G3 / 08 Indicatornummer: G3 / Nee SZW G3A Besluit Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) Besteding (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde Besteding (jaar T-1) kapitaalverstrekking (exclusief selecteren en in de kolommen zelfstandigen (exclusief Bob) Bob) ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_totaal 2013 Besluit inclusief geldstroom naar openbaar lichaam inclusief geldstroom naar openbaar lichaam Baten (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk) inclusief geldstroom naar openbaar lichaam Baten (jaar T-1) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk) inclusief geldstroom naar openbaar lichaam Besteding (jaar T-1) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) inclusief geldstroom naar openbaar lichaam Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G3A / 01 Indicatornummer: G3A / 02 Indicatornummer: G3A / 03 Indicatornummer: G3A / 04 Indicatornummer: G3A / 05 Indicatornummer: G3A / Berkelland Hieronder verschijnt de Besteding (jaar T-1) Bob Baten (jaar T-1) Bob (exclusief Besteding (jaar T-1) aan gemeente(code) conform de keuzes gemaakt bij G3A / 01 Rijk) uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 In de kolommen hiernaast de inclusief geldstroom naar verantwoordingsinformatie voor openbaar lichaam die gemeente invullen inclusief geldstroom naar openbaar lichaam inclusief geldstroom naar openbaar lichaam Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G3A / 07 Indicatornummer: G3A / 08 Indicatornummer: G3A / 09 Indicatornummer: G3A / Berkelland

387 Sisa bijlage SZW G5 Wet participatiebudget Het aantal in (jaar T) bij een (WPB)_gemeente 2014 ROC ingekochte contacturen Wet participatiebudget (WPB) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr. SZW G5A Wet Participatiebudget (WPB)_totaal 2013 Wet participatiebudget (WPB) Gemeenten die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T- 1) regeling G5B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G5C-1) Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/07 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / Besteding (jaar T) participatiebudget Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc's Baten (jaar T) (niet-rijk) participatiebudget Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc s Reservering besteding van educatie bij roc s in jaar T voor volgend kalenderjaar (jaar T+1 ) Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/02 tot en met G5/06 Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5 / 02 Indicatornummer: G5 / 03 Indicatornummer: G5 / 04 Indicatornummer: G5 / 05 Indicatornummer: G5 / 06 Indicatornummer: G5 / Nee Hieronder per regel één Besteding (jaar T-1) Waarvan besteding (jaar T-1) Baten (jaar T-1) (niet-rijk) Waarvan baten (jaar T-1) van Besteding (jaar T-1) gemeente(code) uit (jaar T-1) participatiebudget van educatie bij roc's participatiebudget educatie bij roc s Regelluw selecteren en in de kolommen ernaast de inclusief geldstroom naar inclusief geldstroom naar inclusief geldstroom naar inclusief geldstroom naar verantwoordingsinformatie voor openbaar lichaam openbaar lichaam openbaar lichaam openbaar lichaam die gemeente invullen Dit onderdeel is uitsluitend van toepassing op gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk. inclusief deel openbaar lichaam Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G5A / 01 Indicatornummer: G5A / 02 Indicatornummer: G5A / 03 Indicatornummer: G5A / 04 Indicatornummer: G5A / 05 Indicatornummer: G5A / Berkelland

388 Fotoverantwoording Fotoverantwoording Programmarekening Voorkant Demografische ontwikkelingen Gemeentehuis Borculo, Jolanda Gersen Ooievaarslaantje, gedenkbos Neede, Alie Vreemann, Neede Plattelandsontwikkeling Landbouw aan de Geesterenseweg, Gemeente Berkelland Decentralisaties en Transities WMO team Beltrum, Gemeente Berkelland 1.1. Cultuur Kindervoorstelling Gemeente Berkelland 1.2. Sport Wielrenwedstrijd Gemeente Berkelland 2.1. Werkgelegenheid Bedrijventerrein Berkelland Janja Molenmaker 2.2. Recreatie & Toerisme Muldershuis Eibergen druk bezocht Gemeente Berkelland 3.1. Wonen Ëibergen Haverkortweide Henk Braakhekke 3.2. Leefomgeving Planten Koningslinde met buurt Willem Alexanderlaan in Ruurlo Gemeente Berkelland 4.1. Besturen met Betrokkenheid Gemeenteraad in vergadering Gemeente Berkelland 4.2. Integrale Veiligheid Basisschoolkinderen krijgen bezoek van de ambulance Obs De Hofmaat in Neede ( ) 120

389 Fotoverantwoording 121

390 Programmabegroting 2013 Gemeente Berkelland Postbus HA Borculo Twitter: Gem_Berkelland

391 Einde bijlage: Bijlage 2 - De jaarrekening 2014 Gemeente Berkelland Terug naar het agendapunt

392 Bijlage 3 - Controleverklaring van de onafhankelijke accountant - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####00a433f7-fb e5c-450e8a9c2a33#

393

394

395 Einde bijlage: Bijlage 3 - Controleverklaring van de onafhankelijke accountant - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland Terug naar het agendapunt

396 Bijlage 4 - Gewaarmerkte jaarrekening 2014 en controleverklaring - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####f18660d f-995d eac9d3#

397

398

399

400 Einde bijlage: Bijlage 4 - Gewaarmerkte jaarrekening 2014 en controleverklaring - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland Terug naar het agendapunt

401 Bijlage 5 - Accountantsverslag Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####96cacd37-4f02-46e7-bb51-e40149f5c46b#

402 Gemeente Berkelland Accountantsverslag mei 2015

403 Aan de leden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland Postbus HA BORCULO Zwolle, 29 mei 2015 Geachte leden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders, Wij hebben de jaarrekening 2014 van de gemeente Berkelland, opgesteld onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders, gecontroleerd. Bij deze jaarrekening zijn wij voornemens een goedkeurende controleverklaring te verstrekken. Hierbij ontvangt u ons accountantsverslag over het boekjaar Daarin zijn onze belangrijkste controlebevindingen samengevat. Wij hebben onze interimcontrole uitgevoerd in november 2014 en de eindejaarscontrole in april Wij hebben dit verslag op 30 april besproken met de portefeuillehouder van de gemeente Berkelland. Wij willen u bedanken voor de open en constructieve samenwerking bij het verrichten van onze controlewerkzaamheden en de totstandkoming van onze rapportage. Met vriendelijke groet, Baker Tilly Berk N.V. drs. E.H.J.D. Damman RA 2

404 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 4 1. Bevindingen jaarrekening Overige significante zaken Vermogen en resultaat Interne beheersing en AO/IB Overige onderwerpen 24 Bijlagen 27 Baker Tilly Berk contactpersonen met betrekking tot dit rapport zijn: drs. E.H.J.D. Damman RA Extern accountant e.damman@bakertillyberk.nl D.M. Spekenbrink Pigge MSc RA Manager d.spekenbrink@bakertillyberk.nl Kantoorgegevens: Baker Tilly Berk N.V. Burg. Roelenweg EV Zwolle Postbus AM Zwolle T +31 (0)

405 Managementsamenvatting (1/5) Reikwijdte van de controle Met de opdrachtbevestiging van 7 november 2014 heeft u ons opdracht gegeven tot het controleren van de jaarrekening De reikwijdte van onze controle staat omschreven in de opdrachtbevestiging Er is gedurende het verloop van de controle op geen enkele wijze sprake geweest van een beperking in de reikwijdte van onze controle. Tijdens de uitvoering van de oorspronkelijke controleplanning hebben zich geen wijzigingen van materieel belang in de reikwijdte voorgedaan. Wij achten de reikwijdte van onze controle voor 2014 voldoende voor de doelstelling van onze controle. - Eerstejaars controle Baker Tilly Berk is met ingang van boekjaar 2014 benoemd door de raad als accountant van de gemeente Berkelland. Een eerstejaarscontrole kenmerkt zich als een intensief traject voor zowel de gemeentelijke organisatie als de accountant. Immers de accountant moet de gemeentelijke organisatie leren kennen en vraagt documenten op die reeds bij de voorgaande accountant in bezit waren. Daarnaast dienen wij een controle uit te voeren op de beginbalans van het boekjaar 2014 (op basis van Standaard 510 van de Handleiding Regelgeving Accountancy). Dit ondanks dat de voorgaande accountant een goedkeurende controleverklaring heeft afgegeven. Naar aanleiding van onze werkzaamheden hebben wij bevindingen ten aanzien van de beginbalans. Deze hebben wij op pagina 13 nader uitgewerkt. Verder kennen wij een interne kwaliteitstoetsing voor afgifte van de controleverklaring. Ons controledossier is getoetst door een accountant, zijnde niet verbonden aan Baker Tilly Berk. Deze stelt vast of ons controledossier voldoet aan de wet- en regelgeving. De uitkomst van deze toetsing is gerapporteerd aan onze Compliance Officer, welke finale goedkeuring heeft gegeven om de controleverklaring behorende bij de jaarrekening 2014 van de gemeente Berkelland te mogen verstrekken. In de basis vindt deze controle enkel plaats in het eerste controlejaar. - 4

406 Managementsamenvatting (2/5) Goedkeurende controleverklaring Bij de jaarrekening 2014 van de gemeente Berkelland hebben wij een goedkeurende controleverklaring verstrekt. Vanuit onze controle hebben wij geen niet-gecorrigeerde fouten en/of onzekerheden geconstateerd boven de goed-keuringstoleranties. Het overzicht van niet-gecorrigeerde fouten treft u aan in bijlage 1. Pagina 26 Bevindingen jaarrekening 2014 De belangrijkste bevindingen ten aanzien van de jaarrekening 2014 betreffen: 1. De door het college van burgemeester en wethouders gemaakte schattingen zijn aanvaardbaar. 2. De gekozen waarderingsgrondslagen zijn aanvaardbaar en consistent toegepast. In het verslagjaar 2014 zijn geen wijzigingen doorgevoerd in de keuze of de toepassing van belangrijke verslaggevingsgrondslagen. 3. De gehanteerde uitgangspunten en parameters voor het maken van schattingen bij het actualiseren van de grondexploitaties en het toetsen van de waardering van de niet in exploitatie genomen bouwgronden alsmede voorraad overige gronden zijn aanvaardbaar. 4. Op basis van de exploitatieopzet 2014 hebben wij vastgesteld dat het in exploitatie genomen complex Kiefte 4 Eibergen op juiste wijze is gewaardeerd. Hierbij gaan wij er vanuit dat Rijkswaterstaat in 2015 op grond van het tracébesluit circa m2 van het uitgeefbaar terrein zal kopen tegen een prijs van 90 per m2. 5. Ultimo 2014 heeft uw gemeente nog voor circa 2,6 miljoen aan verkopen te realiseren voor het in exploitatie genomen complex Everskamp Ruurlo. Gezien de ontwikkelingen in de verkopen in boekjaar 2015 constateren wij dat de exploitatieopzet in voldoende mate rekening houdt met de tegenvallende markt. De exploitatieopzet 2014 toont een negatieve netto contante waarde. Voor deze negatieve netto contante waarde is een verliesvoorziening gevormd van Pagina 9 tot en met 12 5

407 Managementsamenvatting (3/5) Bevindingen jaarrekening Onder de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar is een vordering opgenomen ad 6,8 miljoen op Exploitatiemaatschappij Leusinkbrink B.V. Momenteel is onzeker in hoeverre het gebied Leusinkbrink planologisch haalbaar is en worden door uw gemeente vraagtekens gezet bij de door exploitatiemaatschappij opgestelde afzetprognoses. Voorgaande heeft mogelijk ook gevolgen voor de vordering van uw gemeente op de exploitatiemaatschappij. Deze onzekerheid is als zodanig opgenomen in de toelichting op de balans. 7. Door de gehanteerde verwerkingssystematiek voor kosten van groot onderhoud/interne uren/advies- en onderzoekskosten worden zowel de investeringen als afschrijvingslasten in het boekjaar dat deze kosten zich voordoen te hoog voorgesteld. Voorgaande heeft geen resultaateffect en is in de jaarrekening 2014 gecorrigeerd. 8. De investeringen voor aanleg/reconstructie wegen zijn in 2014 ineens afgeschreven. Dit terwijl een afschrijvingstermijn is voorgeschreven van 40 jaar. Hierdoor zijn de afschrijvingslasten over 2014 te hoog verantwoord voor een bedrag van Dit bedrag hebben wij opgenomen als niet gecorrigeerd controleverschil in bijlage 1. Deze afschrijvingssystematiek is echter ook in het verleden gehanteerd. Hierdoor is de boekwaarde van de materiële vaste activa in de beginbalans te laag verantwoord. Gezien de omvang van de investeringen voor aanleg/reconstructie wegen in 2013 is deze bevinding niet gerapporteerd als niet gecorrigeerd controleverschil. 9. Een inkoopfactuur ad is ultimo 2014 niet opgenomen als verplichting. Hierdoor zijn de onder de overlopende passiva opgenomen nog te betalen bedragen niet volledig verantwoord. Deze bevinding is opgenomen als niet gecorrigeerd controleverschil in bijlage 1. Pagina 13 tot en met 14 6

408 Managementsamenvatting (4/5) Analyse vermogen en resultaat Het resultaat voor mutaties in de reserves laat een voordelig saldo zien. Het gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten (voorheen: resultaat voor bestemming) is 7,1 miljoen positief. Tussentijds is per saldo 3,0 miljoen aan de reserves toegevoegd waardoor het gerealiseerde resultaat (voorheen: resultaat na bestemming) 4,1 miljoen positief is. Het eigen vermogen van uw gemeente is toegenomen met 1,2 miljoen (conform het gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten van 7,1 miljoen minus de omzetting van de reserve riolering in een voorziening ad 5,9 miljoen). Hierdoor bedraagt het eigen vermogen ultimo miljoen ofwel circa 45% van het balanstotaal. Pagina 20 tot en met 21 Interne beheersing en AO/IB Als onderdeel van de jaarrekeningcontrole hebben wij tijdens de interimcontrole een analyse en evaluatie uitgevoerd van de interne beheersingsomgeving en de daarin opgenomen maatregelen van interne beheersing. Bij deze controle hebben wij ons primair gericht op het opzet, het bestaan en de werking van maatregelen van administratie organisatie en interne beheersing (AO/IB). Dit voor zover dit van belang is voor onze controle op de betrouwbaarheid van de in de jaarrekening opgenomen gegevens. De conclusie is dat de administratieve organisatie en interne beheersing voldoet aan de daaraan te stellen minimale eisen voor een goedkeurende controle-verklaring. De bevindingen voortvloeiend uit de interim controle zijn met een afvaardiging van uw ambtelijke organisatie besproken. Voor onze specifieke bevindingen en aanbevelingen verwijzen wij u naar de door ons uitgebrachte managementletter Pagina 22 7

409 Managementsamenvatting (5/5) De materialiteit bij de planning en uitvoering van onze controle was Deze materialiteit sluit aan op het door de gemeenteraad vastgestelde controleprotocol. Pagina 26 Goedkeuringstoleranties Fouten 1% van het totaal van de lasten Geïdentificeerde fouten en tekortkomingen in de toelichtingen Onzekerheden 3% van het totaal van de lasten Rapporteringstoleranties Fouten Onzekerheden Wij hebben geen fouten en geen onzekerheden geconstateerd boven de goedkeuringstoleranties. De waarborgen die de gemeente Berkelland heeft getroffen zijn voldoende om een oordeel te geven over de financiële rechtmatigheid. Wij hebben geen rechtmatigheidsfouten en/of onzekerheden aangetroffen boven de goedkeuringstoleranties. Onafhankelijkheid Baker Tilly Berk N.V. is onafhankelijk van de gemeente en voor zover wij weten heeft zich geen inbreuk voorgedaan op de van toepassing zijnde regels en het beleid ten aanzien van onafhankelijkheid. Ons zijn geen relaties bekend tussen Baker Tilly Berk en de gemeente die naar ons professionele oordeel mogelijk van invloed kunnen zijn op onze onafhankelijkheid. In hoofdstuk 5.6 hebben wij een nadere uiteenzetting opgenomen van onze onafhankelijkheid in het kader van de controle van de jaarrekening Pagina 25 8

410 1. Bevindingen jaarrekening 2014 (1/6) Nr. Onderwerp Bevinding Afhandeling 1. Schattingen Bij het opstellen van de jaarrekening moet het college van burgemeester en wethouders belangrijke schattingen voor de verslaggeving maken en toelichten. Wij hebben de schattingen die door het college van burgemeester en wethouders zijn gemaakt bij het opstellen van de jaarrekening 2014 doorgenomen in het kader van onze jaarrekeningcontrole. De belangrijkste schattingen betreffen: a. Verwachte levensduur en waardering materiële vaste activa b. Waardering financiële vaste activa c. Waardering van uitzettingen met looptijd < 1 jaar d. Waardering voorraden niet in exploitatie genomen bouwgronden e. Waardering voorraden onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie Onderstaand hebben wij per belangrijke schatting gemotiveerd dat de door het college van burgemeester en wethouders gemaakte schattingen aanvaardbaar zijn: a. De verwachte levensduur en daarmee de afschrijvingspercentages zijn evenwichtig, in lijn met hetgeen gebruikelijk is en consistent gehanteerd. Dit conform de door de raad vastgestelde Nota Activerings- en afschrijvingsbeleid Gemeente Berkelland b. Wij hebben geen indicaties inzake aanvullende afwaarderingen de onder de financiële vaste activa opgenomen verstrekte hypotheken. c. De voorziening voor dubieuze debiteuren is bepaald op basis van een individuele beoordeling van de posten. Naar aanleiding van onze controle hebben wij vastgesteld dat de voorziening voor dubieuze debiteuren toereikend is. d. De boekwaarde van de belangrijkste nog niet in exploitatie genomen complexen A.H. Zwartschool Borculo, Groenloseweg t.o. Vrijersm. Eibergen en Leusinkbrink Ruurlo is lager of gelijk aan de de huidige marktwaarde dan wel verwachte marktwaarde in de toekomstige bestemming. Dit betekent dat wij geen indicaties hebben verkregen voor aanvullende afwaarderingen. e. De waardering van de in exploitatie genomen complexen is gebaseerd op de uit de exploitatieopzetten voortvloeiende netto contante waarde berekeningen. Deze berekeningen zijn tot stand gekomen op basis van aanvaardbare parameters. 9

411 1. Bevindingen jaarrekening 2014 (2/6) Nr. Onderwerp Bevinding Afhandeling Schattingen f. Waardering voorzieningen g. Overlopende passiva 2. Waarderingsgrondslagen Tijdens onze controle hebben wij de aanvaardbaarheid van de gehanteerde waarderingsgrondslagen en de consistente toepassing daarvan beoordeeld. In dit kader komen tevens zaken aan de orde die een significante invloed hebben op de kwaliteit van de jaarverslaggeving, zoals nieuwe of gewijzigde waarderingsgrondslagen, schattingen, beoordelingen en onzekerheden en bijzondere transacties. f. De onder de personeelsvoorzieningen opgenomen voorziening voor pensioenen wethouders is bepaald op basis van actuariële berekeningen in overeenstemming met de wet APPA. Verder heeft uw gemeente ultimo 2014 de Egalisatiereserve Riolering conform de nieuwe notitie Riolering van de commissie BBV (november 2014) omgezet naar een egalisatievoorziening. g. Wij kunnen ons vinden in de door het college en management gemaakt inschattingen. Naar onze mening zijn de door het college van burgemeester en wethouders gekozen waarderingsgrondslagen aanvaardbaar en consistent toegepast met betrekking tot de significante jaarrekeningposten en bijzondere transacties. In het verslagjaar 2014 zijn geen wijzigingen doorgevoerd in de keuze of de toepassing van belangrijke waarderingsgrondslagen. 3. Grondexploitatie Algemeen Bij het actualiseren van de grondexploitaties, maar ook bij het toetsen van de waardering van de niet in exploitatie genomen gronden worden door het college schattingen gemaakt. Dit geschiedt op basis van verschillende uitgangspunten en parameters. Wij hebben de uitgangspunten en parameters beoordeeld. In onderstaande tabel zijn onze bevindingen weergegeven: 10

412 1. Bevindingen jaarrekening 2014 (3/6) Nr. Onderwerp Bevinding Afhandeling Grondexploitatie Algemeen Belangrijkste schattingen Kwalificatie Toelichting Rentepercentage Evenwichtig Uw gemeente rekent binnen de grondexploitatie met een rentepercentage van 5%. Dit betreft een gebruikelijk rentepercentage binnen de sector. Verder ligt dit rentepercentage in lijn met het gemiddelde rentepercentage van de leningenportefeuille van uw gemeente. Kostenstijging Evenwichtig Uw gemeente rekent niet met kostenstijgingen. Op basis van de huidige marktomstandigheden kunnen wij instemmen met deze inschatting. Opbrengstenstijging Evenwichtig Uw gemeente rekent niet met opbrengstenstijgingen. Op basis van de gerealiseerde verkopen in de afgelopen jaren betreft dit een reëel uitgangspunt. Gehanteerde programmering Evenwichtig Gelet op de huidige marktomstandigheden lijkt de gehanteerde programmering voor de complexen te zijn gebaseerd op realistische inschattingen. Ook gezien de huidige ontwikkelingen kunnen wij instemmen met de gehanteerde programmering. Waardering Niet in exploitatie genomen bouwgronden/ voorraad overige gronden Evenwichtig De niet in exploitatie genomen bouwgronden en voorraad overige gronden zijn opgenomen voor de boekwaarde. Hierbij hebben wij voor de belangrijkste complexen vastgesteld dat de boekwaarde lager ligt dan de huidige marktwaarde danwel verwachte marktwaarde in de toekomstige bestemming. Voor alle niet in exploitatie genomen bouwgronden geldt dat een raadsbesluit aanwezig is waarin inhoud wordt gegeven aan de ambitie en planperiode voor de complexen. 11

413 1. Bevindingen jaarrekening 2014 (4/6) Nr. Onderwerp Bevinding Afhandeling 4. Grondexploitatie Kiefte 4 Eibergen 5. Grondexploitatie Everskamp Ruurlo Dit complex betreft bedrijventerrein. Ultimo 2014 resteert een uitgeefbaar terrein van m2. Bijzonder ten aanzien van dit nog te realiseren uitgeefbaar terrein is dat Rijkswaterstaat naar verwachting circa m2 is benodigd als gevolg van het tracébesluit N18. Dit besluit heeft tot gevolg dat de N18 het bedrijventerrein zal doorkruisen. Per heden is nog geen sprake van een door Rijkswaterstaat uitgebracht bod. Op basis van mondeling overleg medio 2014 verwacht uw gemeente een opbrengst van circa 90 per m2 te realiseren. Dit betreft een complex inzake bedrijventerrein. In 2014 hebben er geen verkopen plaatsgevonden en resteert een uitgeefbaar terrein van m2. Dit betekent dat uw gemeente ultimo 2014 nog voor circa 2,6 miljoen aan verkopen heeft te realiseren. De huidige exploitatieopzet gaat uit van een doorlooptijd tot en met Deze opzet toont een negatieve netto contante waarde van Op basis van deze berekening bedraagt de verliesvoorziening voor dit complex ultimo Op basis van de exploitatieopzet 2014 hebben wij vastgesteld dat het complex Kiefte 4 Eibergen op juiste wijze is gewaardeerd. Het complex toont een positieve netto contante waarde van Met een mogelijk positiever resultaat door dit effect is in de exploitatiebegroting voorzichtigheidshalve geen rekening gehouden. Wij hebben vastgesteld dat de huidige inschatting omtrent de waardering van het complex tot stand is gekomen op basis van een beste inschatting. Hierbij is uitgegaan van aanvaardbare parameters en uitgangspunten. Dit baseren wij mede op basis van de huidige belangstelling voor m2. Voor 2015 een uitgifte is gepland van m2. Tegelijkertijd merken wij op dat uw gemeente wel een waarderingsrisico loopt als de gronduitgifte langer duurt dan geraamd. Om de vinger aan de pols te houden, zullen wij jaarlijks de voortgang van het project controleren en beoordelen of er indicaties zijn op een mogelijke (verdere) afwaardering. 12

414 1. Bevindingen jaarrekening 2014 (5/6) Nr. Onderwerp Bevinding Afhandeling 6. Uitzettingen korter dan één jaar Leusinkbrink Ruurlo Voor de ontwikkeling van het gebied Leusinkbrink te Ruurlo heeft uw gemeente een integrale ontwikkelingsovereenkomst gesloten met Exploitatiemaatschappij Leusinkbrink B.V. De gemeente deelt in de resultaten en treedt op als financier van de vennootschap. Uit dien hoofde heeft uw gemeente ultimo 2014 een vordering van 6,8 miljoen op de Exploitatiemaatschappij Leusinkbrink B.V. Uw gemeente heeft aangegeven dat zij grote vraagtekens plaatst bij de huidige afzetprognoses van de Exploitatiemaatschappij Leusinkbrink B.V. en planologische haalbaarheid van de nog te ontwikkelen plandelen. Uw gemeente houdt er dan ook rekening mee dat een forse afwaardering van de voorraden door de Exploitatiemaatschappij Leusinkbrink B.V. noodzakelijk is. Dit impliceert dat zowel de gemeente als de andere aandeelhouder Rijsenburg Invest B.V. de voorlopig ontvangen winstuitkeringen moeten terugbetalen. Momenteel bestaat grote onzekerheid omtrent het gebied Leusinkbrink te Ruurlo alsmede de hiermee samenhangende vordering die uw gemeente heeft op de Exploitatiemaatschappij Leusinkbrink B.V. Daarom heeft uw gemeente deze onzekerheid toegelicht in de jaarrekening. Verder heeft uw gemeente teneinde de vorderingen inzake de voorlopige dividenduitkeringen niet te laten verjaren deze vordering bij Rijsenburg Invest B.V. in 2014 gestuit. In reactie daarop heeft de ontwikkelaar ook de verjaring van zijn vordering op de gemeente uit hoofde van voorlopige winstuitkeringen en schadeclaims gestuit. Daarnaast heeft uw gemeente een inschatting gemaakt van het risico dat zij loopt waarbij drie scenario s zijn doorgerekend. Gezien de huidige onzekerheden is dit verlies deels meegenomen in de voorziening naar aanleiding van de demografische ontwikkelingen. Het overige bedrag is meegenomen in het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit. Wij hebben vastgesteld dat deze verwerkingswijze een juiste weergave is op basis van een beste inschatting van de huidige situatie. 13

415 1. Bevindingen jaarrekening 2014 (6/6) Nr. Onderwerp Bevinding Afhandeling 7. Afschrijvingen materiële vaste activa groot onderhoud/interne uren/ advies- en onderzoekskosten 8. Afschrijvingen materiële vaste activa aanleg/reconstructie wegen 9. Volledigheid overlopende passiva Door de gehanteerde verwerkingssystematiek worden kosten van groot onderhoud/interne uren en advies- en onderzoekskosten in enig jaar zowel onder de investeringen verantwoord als onder de afschrijvingslasten. Aangezien de afschrijvingen per direct aanvangen heeft voorgaande geen invloed op het resultaat in het boekjaar. Voorgaande betekent echter wel dat in enig jaar zowel de investeringen als de afschrijvingslasten in enig jaar te hoog zijn gepresenteerd. In 2014 is hiervoor een presentatiecorrectie gemaakt in de jaarrekening Tijdens onze controle hebben wij vastgesteld dat een investering voor aanleg/reconstructie wegen in 2014 ineens is afgeschreven. Dit terwijl de Nota Activerings- en afschrijvingsbeleid een afschrijvingstermijn voorschrijft van 40 jaar. Voorgaande verwerkingssystematiek is ook in het verleden gehanteerd. Dit heeft ertoe geleid dat de investeringen van voorgaand jaar ad ook direct zijn afgeschreven. Hierdoor is geen sprake meer van een boekwaarde per 1 januari Daarmee is de boekwaarde van de materiële vaste activa per 1 januari 2014 te laag verantwoord. Uit onze controle is gebleken dat een inkoopfactuur ad met betrekking tot 2014 niet als verplichting is opgenomen ultimo Wij adviseren u de verwerkingssystematiek voor de toekomst te herzien. Hierbij moet gewaarborgd worden dat zowel de investeringen als de afschrijvingslasten in de jaarrekening niet te hoog worden verantwoord. Als gevolg van de gehanteerde verwerkingswijze zijn de afschrijvingen 2014 te hoog verantwoord voor een bedrag van Dit bedrag hebben wij opgenomen als niet gecorrigeerd controleverschil in bijlage 1. Gezien de omvang van de investeringen voor aanleg/reconstructie wegen in 2013 leidt onze bevinding inzake de beginbalans niet tot materiële onjuistheden in de jaarrekening Daarom is deze bevinding verder niet opgenomen als niet gecorrigeerd controleverschil. De onder de overlopende passiva opgenomen nog te betalen bedragen zijn niet volledig verantwoord voor een bedrag van Dit bedrag hebben wij opgenomen als niet gecorrigeerd controleverschil in bijlage 1. 14

416 2. Overige significante zaken (1/5) Nr. Onderwerp Toelichting 1. Single information Single audit 2. Fouten en onzekerheden SiSa-bijlage De SiSa-bijlage die opgenomen is in de jaarrekening is opgesteld door de gemeente. Wij hebben de SiSa-bijlage gecontroleerd op basis van de door u opgemaakte SiSa-bijlage en de nota verwachtingen accountantscontrole SiSa Hierbij stellen wij de juistheid van de gegevens in de SiSa-bijlage vast. Wij willen benadrukken dat u als gemeente zelf verantwoordelijk bent voor de volledigheid van de te verantwoorden indicatoren zoals opgenomen in de SiSa-bijlage. Indien een 0 is ingevuld zijn wij bij de gemeente nagegaan of deze 0 terecht is ingevuld. U heeft dit aan ons bevestigd. Op grond van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden, artikel 5, lid 4, rapporteren wij in dit rapport over de fouten en onzekerheden van de specifieke uitkeringen die in 2014 in het kader van SiSa zijn verantwoord. Hierbij worden alleen fouten en onzekerheden per specifieke uitkering opgenomen, boven een financiële grens, voor zover die niet zijn of kunnen worden gecorrigeerd. De financiële grens is per specifieke uitkering: indien de omvangsbasis kleiner dan of gelijk aan is; 10% indien de omvangsbasis groter dan en kleiner dan of gelijk aan is; indien de omvangsbasis groter dan is. Wij doen dit met een tabel, die wij ook moeten opnemen als er geen fouten of onzekerheden geconstateerd zijn. Per regeling is hierin aangegeven of, en zo ja welke, financiële fouten of onzekerheden zijn geconstateerd: Nr. Specifieke uitkering Fout of onzekerheid Financiële omvang (in euro s) Toelichting fout/onzekerheid C7C Investering stedelijke vernieuwing (ISV) II Geen 0 N.v.t. D9 Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) Geen 0 N.v.t. 15

417 2. Overige significante zaken (2/5) Nr. Onderwerp Toelichting Fouten en onzekerheden SiSa-bijlage Nr. Specifieke uitkering Fout of onzekerheid Financiële omvang (in euro s) Toelichting fout/onzekerheid E3 G1 G1A G2 G2A G3 G3A G5 G5A Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai) Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2014 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_totaal 2013 Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2014 Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_totaal 2013 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeente 2014 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_totaal 2013 Wet Participatiebudget (WPB)_gemeente 2014 Wet Participatiebudget (WPB)_totaal 2013 Geen 0 N.v.t. Geen 0 N.v.t. Geen 0 N.v.t. Geen 0 N.v.t. Geen 0 N.v.t. Geen 0 N.v.t. Geen 0 N.v.t. Geen 0 N.v.t. Geen 0 N.v.t. Totaal 0 16

418 2. Overige significante zaken (3/5) Nr. Onderwerp Toelichting 3. Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1) D9 Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) SiSa-bijlage Op grond van de vaststellingsbeschikking met kenmerk OND/ODB-2014/29009 M bedraagt de opgebouwde reserve ultimo De bestedingen 2013 volgens de SiSa-bijlage in de jaarstukken 2013 ad zijn in overeenstemming met de vaststellingsbeschikking. Naar aanleiding van deze vaststellingsbeschikking heeft de gemeente contact opgenomen met de Dienst Uitvoering Onderwijs van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De opgebouwde reserve volgens de bestedingen van de gemeente bedraagt ultimo 2013 namelijk Uit de aan ons beschikbaar gestelde correspondentie met het ministerie blijkt dat de Dienst Uitvoering Onderwijs tot op heden nog geen verklaring heeft voor het afwijken van de eindstand bij gelijke bestedingen. Er is geen sprake is van een afwijking in bestedingen over Wij hebben vastgesteld dat de opgebouwde reserve conform de berekening van de gemeente ad een juiste weergave is van de verplichting ultimo Rechtmatigheid Uw gemeente moet voldoen aan een veelheid van externe en interne wet- en regelgeving. Wij zijn bij onze controle op het voorwaardencriterium uitgegaan van het normenkader voor de accountantscontrole. Wij hebben bij onze controle op het gebied van de externe en interne wet- en regelgeving geen rechtmatigheidsfouten aangetroffen. Ook uit de interne controlewerkzaamheden die uw gemeente over 2014 heeft uitgevoerd zijn geen bevindingen naar voren gekomen die wij onder uw aandacht moeten brengen. 5. Begrotingsrechtmatigheid De toe te passen normen voor het begrotingscriterium zijn gebaseerd op artikel 189, 190 en 191 van de Gemeentewet en moet de gemeenteraad zelf nader invullen en concretiseren. Dit gebeurt door middel van de begroting en via de verordening op het financieel beheer ex artikel 212 van de Gemeentewet. Het systeem van budgetbeheer en -bewaking moet waarborgen dat de baten en lasten binnen de begroting blijven en dat het college van burgemeester en wethouders belangrijke wijzigingen of dreigende overschrijdingen tijdig meldt aan de gemeenteraad, zodat de gemeenteraad hierover tijdig (binnen het begrotingsjaar) een besluit kan nemen. Een systeem met onvoldoende waarborgen voor tijdige melding aan de gemeenteraad van budgetoverschrijdingen heeft het risico in zich dat het college van burgemeester en wethouders inbreuk maakt op het budgetrecht van de gemeenteraad. 17

419 2. Overige significante zaken (4/5) Nr. Onderwerp Toelichting Begrotingsrechtmatigheid Het begrotingscriterium is verder verfijnd en uitgewerkt in de Kadernota Rechtmatigheid 2013 van de Commissie BBV. Een overschrijding van de begroting is altijd onrechtmatig, maar hoeft de accountant niet in alle gevallen mee te wegen in zijn oordeel. Essentieel is dat de gemeenteraad nadere regels kan stellen wanneer kostenoverschrijdingen die zijn gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten (1), kostenoverschrijdingen passend binnen het beleid (2) en kostenoverschrijdingen bij openeinderegelingen (3) moeten meewegen bij het oordeel van de accountant. In die gevallen dat de gemeenteraad geen nader beleid stelt, geldt het uitgangspunt dat de accountant deze kostenoverschrijdingen niet betrekt bij de beslissing of hij al dan niet een goedkeurend rechtmatigheidsoordeel kan afgeven. Daarnaast moet de accountant deze kostenoverschrijdingen waarvan het college van burgemeester en wethouders in de jaarrekening moet aangeven dat de gemeenteraad deze nog dient te autoriseren in het verslag van bevindingen aan de orde stellen. Extra lasten die zijn gemaakt omdat extra opbrengsten daarvoor de ruimte bieden, terwijl deze extra lasten niet direct zijn gerelateerd aan de extra opbrengsten en waarbij de gemeenteraad nog geen besluit heeft genomen over de aanwending van deze extra opbrengsten, zijn onrechtmatig. In totaal heeft uw gemeente 132,9 miljoen aan lasten begroot (na wijziging). De werkelijke lasten komen uit op 134,0 miljoen. In totaal is sprake van een overrealisatie van 1,1 miljoen (0,8%). Aan baten had uw gemeente een bedrag van 132,9 miljoen begroot, tegenover 138,1 miljoen werkelijke baten. In totaal gaat het om een hogere realisatie aan baten van 5,2 miljoen (3,9%). In het kader van de begrotingsrechtmatigheid moet de accountant kijken naar de lastenoverschrijdingen per programma. Op de volgende programma s zijn begrotingsoverschrijdingen op de lasten te constateren: Programmalijn Wonen. Programmalijn Besturen in betrokkenheid. Kostenplaatsen. Deze zijn in te delen in de hierna opgenomen categorieën, zoals genoemd in de Kadernota Rechtmatigheid 2013 van de Commissie BBV. 18

420 2. Overige significante zaken (5/5) Nr. Onderwerp Toelichting Begrotingsrechtmatigheid Lastenoverschrijving programma s (in euro s) Begrotingsafwijking Onrechtmatig, telt niet mee Onrechtmatig, telt wel mee Programmalijn Wonen Overschrijding: 1,1 miljoen Betreft kostenoverschrijdingen die deels worden gecompenseerd door extra opbrengsten en verder passen binnen het bestaande beleid v Programmalijn Besturen in betrokkenheid Overschrijding: 188 duizend Betreft kostenoverschrijdingen die deels worden gecompenseerd door extra opbrengsten en verder passen binnen het bestaande beleid v Kostenplaatsen Overschrijding: 711 duizend Betreft kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra opbrengsten v Wij verwijzen voor een inhoudelijke en meer specifieke analyse van deze overschrijdingen naar de toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening. De geconstateerde kostenoverschrijdingen passen binnen het bestaande beleid en hoeven op grond van de Kadernota 2013 van de commissie BBV niet meegeteld te worden in het accountantsoordeel. 19

421 3. Vermogen en resultaat (1/3) Het BBV kent een duidelijk onderscheid tussen resultaatbepaling en resultaatbestemming. Alle baten en lasten dienen via het overzicht van baten en lasten te lopen. Een gemeente dan wel gemeenschappelijke regeling mag geen baten of lasten rechtstreeks in het eigen vermogen muteren. De mutaties in het eigen vermogen vinden plaats door middel van de resultaatbestemming. Het nog te bestemmen jaarresultaat (= gerealiseerde resultaat) bedraagt 4,1 miljoen voordelig. Dit bedrag is afzonderlijk vermeld onder het eigen vermogen in de balans. In het hierna volgende overzicht hebben wij de mutaties in de reserves schematisch weergegeven (x 1.000): Ontwikkeling eigen vermogen Stand van de reserves per 1 januari Tussentijdse resultaatbestemming tijdens boekjaar Eigen vermogen Nog te bestemmen resultaat bij jaarrekening (=gerealiseerde resultaat) Totaal (= gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten) Omzetten van de reserve riolering in een voorziening via een directe balansmutatie conform de notitie Riolering nov Stand van de reserves per 31 december De reserves van uw gemeente zijn in 2014 met een bedrag van 1,2 miljoen toegenomen. Wij hebben vastgesteld dat de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves gedurende 2014 zijn gebaseerd op een raadsbesluit. Verder is de reserve riolering conform de nieuwe notitie Riolering van de commissie BBV van november 2014 omgezet vanuit de Egalisatiereserve Riolering naar een voorziening. De totale toename van het eigen vermogen komt overeen met het gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten (voorheen resultaat vóór bestemming) van 7,1 miljoen voordelig minus de omzetting van de reserve riolering in een voorziening ad 5,9 miljoen. De omvang van uw reserves bedraagt ultimo 2014 circa 45% van het balanstotaal (2013: 46%). In het bedrijfsleven wordt een minimum solvabiliteit van 30% als gezond gezien. De vrij beschikbare algemene reserve (risicobuffer) van uw gemeente is in 2014 ten opzichte van vorig jaar afgenomen met 3,4 miljoen en bedraagt ultimo miljoen. Wel is de hoogte van het weerstandsvermogen met 2,1 nog steeds groter dan 2, zodat deze door uw gemeente als uitstekend wordt beoordeeld. 20

422 3. Vermogen en resultaat (2/3) Hierna geven wij een overzicht van de ontwikkeling van het gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten en het gerealiseerde resultaat van 2011 tot en met Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten Gerealiseerde resultaat Eigen vermogen Het overzicht van baten en lasten over 2014 toont een voordelig saldo van 7,1 miljoen ten opzichte van een voordelig saldo van 4,8 miljoen over het boekjaar De resultaten in 2014 kenmerken zich doordat deze grotendeels incidenteel van aard zijn. Er is per saldo een bedrag van 3 miljoen toegevoegd aan de bestemmingsreserves. Deze toevoegingen hebben tot doel om toekomstige tegenvallers op te vangen. Een belangrijke toevoeging bestaat uit de tekorten die mogelijk ontstaan als gevolg van de Decentralisaties. Er resteert een positief saldo van 4,1 miljoen na onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves. 21

423 3. Vermogen en resultaat (3/3) Het resterende resultaat over 2014 wordt sterk beïnvloed door incidentele baten en lasten (per saldo baten van 4,1 miljoen). De baten en lasten zijn voor 3,8 miljoen incidenteel en voor 0,3 miljoen structureel. Meer dan de helft van de resultaten die in het laatste deel van 2014 zijn gerealiseerd liggen dan ook buiten de directe invloedsfeer van de gemeente. In de jaarrekening worden de incidentele baten en lasten gedetailleerd en nauwkeurig beschreven. De twee grootste baten komen uit de algemene baten en lasten en de gebundelde uitkeringen (sociale uitkeringen). De eerste betreft het niet aanspreken van de stelpost investeringen I&A alsmede is er meer BTW terug ontvangen dan verwacht. Dit als gevolg van interne acties om BTW terug te halen. Inzake de uitkeringen heeft de gemeente minder vanuit het eigen risico hoeven inzetten en is de Rijksbijdrage hoger uitgevallen. Incidentele baten blijken veelal in een laat stadium van het boekjaar. Daardoor kunnen die niet meer meegenomen worden in de bijgestelde begroting. Voor deze baten geldt het voorzichtigheidsbeginsel. Baten mogen pas genomen worden als deze zijn gerealiseerd. Een voorbeeld hiervan betreft de Algemene Uitkeringen. De definitieve bijdrage vanuit uit Rijk wordt pas in december van het boekjaar bekend gemaakt. Eigen vermogen Onze conclusie is dat de realisatie van de baten en lasten binnen de begroting blijft. Hiervoor verwijzen zij ook naar hoofdstuk 2. Daar gaan wij in op de begrotingsrechtmatigheid. Voor een meer uitgebreide analyse van het resultaat over het jaar 2014 verwijzen wij naar de toelichting op het overzicht van baten en lasten. 22

424 4. Interne beheersing en AO/IB Nr. Onderwerp Constatering en risico voor gemeente 1. Interne beheersing algemeen In november 2014 hebben wij onze tussentijdse controle uitgevoerd. Onze doelstelling van deze controle is om een beeld te krijgen of de interne beheersingsomgeving en de daarin opgenomen maatregelen van interne controle toereikend zijn in het kader van onze opdracht tot de controle van de jaarrekening. Dit beeld is in belangrijke mate bepalend voor onze risico-inschatting en hiermee voor de omvang en diepgang van onze werkzaamheden die wij bij de jaarrekeningcontrole moeten uitvoeren. Dit teneinde de gewenste zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening géén materiële fouten bevat. Mede naar aanleiding van de bevindingen uit onze interim-controle hebben wij een managementletter uitgebracht. De belangrijkste aandachtspunten daarin zijn: Tijdige vaststelling subsidies. Verplichtingen en contractenadministratie. Afwikkelen van resterende aandachtspunten BIG. Systeemtechnische vereisten rondom wachtwoorden in Key2Financiën. Aantal accounts met hoge rechten in Key2Financiën. Inkoopfacturen lopen niet in alle gevallen via de digitale workflow. Functiescheiding tussen codering en goedkeuring van inkoopfacturen. Vanuit onze taak geven wij u mee dat het juist in deze tijd meer dan noodzakelijk is om de interne (financiële) beheersing binnen uw organisatie te behouden en te bewaken. Met de komst en het implementeren van de drie decentralisaties is er behoorlijk wat op uw gemeente afgekomen. Nu de invoering is gerealiseerd is het belangrijk dat taken en processen tijdig worden gemonitord om waar nodig tijdig te kunnen sturen. Naast het feit dat de invoering van de drie decentralisaties gevolgen heeft voor de door uw organisatie uit te voeren interne controles, heeft de invoering ook gevolgen voor onze controlewerkzaamheden als accountant van uw gemeente. Om de kennis te kunnen delen en de vinger aan de pols te houden zullen wij hierover gedurende boekjaar 2015 tijdig en regelmatig sparren met de betrokken medewerkers van uw gemeente. Geautomatiseerde gegevensverwerking In overeenstemming met artikel 2: 393 van het Burgerlijk Wetboek delen wij u mee dat bij de controle van de jaarrekening geen zaken betreffende de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking zijn op te merken. 23

425 5. Overige onderwerpen (1/3) 5.1. Bevestigingen van het college van burgemeester en wethouders Wij hebben het college van burgemeester en wethouders ter confirmatie een schriftelijke bevestiging gevraagd en ontvangen aangaande haar verantwoordelijkheden inzake de financiële verslaggeving Meningsverschil met management of beperking in reikwijdte van de controle Er zijn geen meningsverschillen met het college van burgemeester en wethouders geweest en er waren geen beperkingen bij de uitvoering van onze controle. Naar onze mening is ons bij de uitvoering van onze controle-opdracht door het college van burgemeester en wethouders en de medewerkers van de gemeente Berkelland de volledige medewerking verleend en hebben wij volledige toegang tot de benodigde informatie gehad Normering topinkomens (WNT) De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is in werking getreden met ingang van 1 januari De WNT regelt niet alleen de openbaarmaking van topinkomens in de publieke en semipublieke sector, maar stelt ook maxima aan de hoogte van de bezoldiging van topfunctionarissen en tevens aan de ontslagvergoedingen. Met ingang van 1 januari 2013 is bij wet vastgelegd dat rechtspersonen of organisaties die volledig of in aanzienlijke mate uit publieke middelen zijn gefinancierd beloningen van topfunctionarissen openbaar dienen te maken, ook als deze de in de wet gestelde maximale bezoldiging niet te boven gaat. In 2014 was de algemene norm: 130% van het ministersalaris, wat neerkomt op , inclusief belaste onkostenvergoedingen en pensioenbijdrage. Daarnaast dienen gemeenten het salaris openbaar te maken van overige medewerkers (inclusief wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan ingehuurd personeel) die een bezoldiging ontvangen boven deze norm. Ten slotte stelt de WNT een aantal overige eisen, zoals een maximale ontslagvergoeding voor topfunctionarissen van In 2014 is voor geen van de topfunctionarissen en overige medewerkers sprake van een overschrijding van de grensbedragen. In de toelichting op het overzicht van baten en lasten is de vereiste toelichting opgenomen. Daarmee voldoet de gemeente Berkelland aan de vereisten Naleving van overige wet- en regelgeving Wij hebben geen kennis van te rapporteren omstandigheden in verband met het niet-naleven van wet- en regelgeving. 24

426 5. Overige onderwerpen (2/3) 5.5. Fraude Bij de uitvoering van de controle hanteren wij onder andere de Nadere Voorschriften Controle- en Overige Standaarden (Standaard 240). De verantwoordelijkheid van de accountant voor het onderkennen van het risico van fraude in het kader van de controle van financiële overzichten. Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad zijn primair verantwoordelijk voor de preventie van fraude. Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad zijn verantwoordelijk voor een cultuur van eerlijkheid en ethisch verantwoordelijk gedrag. Zij dienen zowel preventieve als repressieve beheersingsmaatregelen te nemen om de kans op fraude zo veel mogelijk te beperken, zodat de integriteit van de financiële verslaggeving is gewaarborgd. Als onderdeel van onze controle hebben wij het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad verzocht inzicht te geven in de eigen inschatting van het risico dat de jaarrekening een materiële afwijking zou kunnen bevatten als gevolg van fraude, in de aard, omvang en frequentie van deze inschattingen. Daarnaast hebben wij gevraagd naar het proces dat het college van burgemeester en wethouders daarbij hanteert, alsook de communicatie daarover met het personeel en met de gemeenteraad. Tijdens deze gesprekken heeft het college van burgemeester en wethouders aangegeven zich bewust te zijn van frauderisico s en voorbeelden gegeven van de manier waarop zij deze beheerst. De huidige economische ontwikkelingen kunnen voor organisaties en hun werknemers leiden tot verhoogde prikkels of gelegenheden tot het doen van of meewerken aan fraude. Gelet op het belang van een risicoanalyse die is toegespitst op de huidige economische ontwikkelingen en actuele interne beheersing attenderen wij u op het belang van periodieke frauderisicoanalyses als vast onderdeel van het interne controlesysteem dat erop is gericht bedrijfsrisico s te onderkennen, het belang en de waarschijnlijk daarvan in te schatten en het daarop toespitsen van de interne beheersing. Van de accountant wordt op grond van de regels van de beroepsorganisatie (NBA) een professioneel-kritische houding verwacht ten aanzien van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude in de jaarrekening. Ter invulling van deze professioneel-kritische houding zal de accountant een inschatting moeten maken van de frauderisico s, zich een beeld moeten vormen van de maatregelen van interne beheersing die de organisatie heeft getroffen om mogelijke fraudes van materieel belang te voorkomen, en te bezien of deze maatregelen effectief zijn. Wanneer sprake is van een aanwijzing voor fraude, dan zal de accountant dit moeten communiceren met, afhankelijk van de aard van de fraude, de direct leidinggevende, het college van burgemeester en wethouders en, in sommige gevallen (fraude in de top van de organisatie) en wanneer onvoldoende herstelwerkzaamheden worden ondernomen, de gemeenteraad. 25

427 5. Overige onderwerpen (3/3) Wij merken op dat onze controle niet specifiek is ingericht op het ontdekken van fraude. De accountant is wel verantwoordelijk voor de betrekking van frauderisico s in de planning en uitvoering van zijn controleopdracht. Wij hebben een fraudediscussie gevoerd met het controleteam en met het management van de gemeente Berkelland waarbij wij de nadruk hebben gelegd op de vermoedens van materiële onjuistheden als gevolg van fraude in de jaarstukken van de gemeente Berkelland. Van het management hebben wij de bevestiging ontvangen dat er geen onregelmatigheden zijn geconstateerd waarbij het management of werknemers, die een belangrijke rol spelen bij de maatregelen van interne beheersing of andere in het geval dat de fraude van materieel belang kan zijn op de jaarrekening, zijn betrokken. Tevens hebben wij zelfstandig werkzaamheden uitgevoerd die gericht waren op het risico van het omzeilen van de interne beheersingsmaatregelen door het management te detecteren. Wij hebben specifieke controles uitgevoerd op memoriaalboekingen, controles van schattingen en hebben significante transacties nader onderzocht. Daar zijn geen bijzonderheden uit naar voren gekomen. Hoewel wij een professioneel kritische houding hebben ten opzichte van risico s van fraude in de jaarrekening, willen wij opmerken dat onze controle niet specifiek is gericht op het ontdekken hiervan. Tijdens de uitvoering van onze controle van de jaarrekening 2014 hebben wij geen aanwijzingen verkregen dat er sprake is geweest van fraude Onafhankelijkheid In het verlengde van de Nadere voorschriften inzake onafhankelijkheid van de openbaar accountant, bevestigen wij dat de, naar ons oordeel, onafhankelijke positie in overeenstemming is met de wettelijke en beroepsvoorschriften. Tevens bevestigen wij dat de objectiviteit gedurende het afgelopen boekjaar niet is aangetast. In onze controleaanpak zijn diverse maatregelen opgenomen die de onafhankelijkheid dienen te waarborgen. Periodiek wordt de naleving van interne en externe onafhankelijkheidsvoorschriften beoordeeld. De leden van ons controleteam moeten jaarlijks hun onafhankelijkheid (schriftelijk) bevestigen. 26

428 Bijlage 1: Niet-gecorrigeerde fouten en onzekerheden Niet-gecorrigeerde fouten en onzekerheden De volgende niet-gecorrigeerde fouten en onzekerheden zijn gedurende onze werkzaamheden vastgesteld: Fouten Getrouwheid (G) en/of Rechtmatigheid (R) Ten laste/(gunste) van staat van baten en lasten huidige jaar Toename/ (afname) activa Toename/ (afname) eigen vermogen Toename/ (afname) passiva Effect niet-gecorrigeerde controleverschillen voorgaande periode G/R Feitelijke afwijkingen Afschrijving aanleg/reconstructie wegen in één jaar waar de afschrijvingstermijn 40 jaar bedraagt G/R Overlopende passiva niet volledig G/R Totaal G/R Onzekerheden Effect niet-gecorrigeerde controleverschillen voorgaande periode Afwijkingen N.v.t Totaal Conform het controleprotocol van uw gemeente rapporteren wij alle fouten en onzekerheden die groter zijn dan , ook als de fouten en onzekerheden samen klein genoeg zijn voor een goedkeurende controleverklaring. 27

429 Einde bijlage: Bijlage 5 - Accountantsverslag Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland Terug naar het agendapunt

430 Bijlage 6 - Gemeente Berkelland 2014 raadskrant - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####76de1274-c4a2-4d2f-931d-f8716d84b630#

431 Gemeente Berkelland Samenvatting accountantsverslag 2014 Goedkeurende controleverklaring 2014 Overige bevindingen Wij hebben bij de jaarrekening 2014 van de gemeente Berkelland een goedkeurende controleverklaring verstrekt. Dit voor zowel de getrouwheid als rechtmatigheid van de jaarrekening. Fouten groter dan hebben wij vermeld in ons accountantsverslag. Het saldo van de ongecorrigeerde controleverschillen bedraagt circa Dit ligt binnen de goedkeuringstolerantie die de gemeenteraad heeft vastgesteld. De gemeente Berkelland heeft de financiële beheersing in het algemeen goed op orde en de jaarstukken geven een goed inzicht in de financiële situatie. Jaarrekeningproces Wij zijn met ingang van boekjaar 2014 benoemd door de raad als accountant van uw gemeente. Een eerstejaarscontrole kenmerkt zich als een intensief traject. Daarnaast zijn wij verplicht een controle uit te voeren op de beginbalans van het boekjaar Dit ondanks dat de voorgaande accountant een goedkeurende verklaring heeft afgegeven. Naar aanleiding van onze werkzaamheden hebben wij geen bevindingen ten aanzien van de beginbalans. Wij onderkennen dat een eerste jaar ook voor de gemeentelijke organisatie een zeer intensief traject is. Grondexploitaties De grondposities maken circa 3% uit van het balans totaal van de jaarrekening van de gemeente Berkelland. Uit onze werkzaamheden blijken geen bijzonderheden ten aanzien van de waardering van de grondposities. Bestuurlijke aandachtspunten De meest belangrijke bestuurlijke aandachtspunten voor het komende jaar zijn: Het bewaken van de uitgaven inzake de 3 decentralisaties. Dit op het gebied van rechtmatigheid en getrouwheid; Continue toetsen of uitgangspunten in de grondexploitatie nog realistisch zijn. Waardering vorderingen Voor de ontwikkeling van het gebied Leusinkbrink te Ruurlo heeft uw gemeente een integrale ontwikkelingsovereenkomst met Exploitatiemaatschappij Leusinkbrink. Uw gemeente plaatst grote vraagtekens bij de huidige afzetprognoses van de ontwikkelaar en planologische haalbaarheid van de nog te ontwikkelen plandelen. De gemeente heeft de onzekerheid over uw vordering op de ontwikkelaar afdoende toegelicht in de jaarrekening. De getroffen voorzieningen zijn naar onze mening afdoende. De toelichting in de jaarrekening is toereikend. Vermogen en resultaat De gemeente Berkelland kent een goede solvabiliteit (45%). Hierdoor is de gemeente in staat om financiële tegenvallers op te vangen. Het positieve resultaat over 2014 kenmerkt zich door een hoge mate van incidentele baten. Deze zijn ontstaan in de laatste periode van De baten liggen deels buiten de invloedsfeer van de gemeente. Schattingen De door het college van burgemeester en wethouders gemaakte schattingen zijn aanvaardbaar. De gekozen waarderingsgrondslagen zijn aanvaardbaar en consistent toegepast. In het verslagjaar 2014 zijn geen wijzigingen doorgevoerd in de keuze of de toepassing van belangrijke verslaggevingsgrondslagen. De gehanteerde uitgangspunten en parameters voor het maken van schattingen bij het actualiseren van de grondexploitaties en het toetsen van de waardering van de niet in exploitatie genomen bouwgronden alsmede voorraad overige gronden zijn aanvaardbaar. Interne beheersing Als onderdeel van de jaarrekeningcontrole hebben wij tijdens de interim-controle een analyse en evaluatie uitgevoerd van de interne beheersingsomgeving en de daarin opgenomen maatregelen van interne beheersing. Onze conclusie is dat de administratieve organisatie en interne beheersing voldoet aan de daar aan te stellen minimale eisen. Rechtmatigheid Uw gemeente toetst zelf de naleving van de financiële bepalingen in wetten en andere regels. Wij hebben geen onrechtmatigheden aangetroffen boven de door u aangegeven goedkeuringstolerantie. Begrotingsrechtmatigheid Op een aantal programma s heeft uw gemeente meer uitgaven gedaan dan begroot. Het grootste deel van de extra uitgaven passen binnen het bestaande beleid dan wel dat er extra inkomsten zijn. Het college heeft hiermee de begrotingsregels nageleefd. Single information Single audit (SiSa) Uw gemeente krijgt specifieke uitkeringen van het Rijk. In de SiSa-bijlage legt uw gemeente verantwoording af over de bestedingen. Wij hebben geen fouten en/of onzekerheden vastgesteld die de grens van rapportering hebben overschreden. Financiële kengetallen Het resultaat over 2014 is na de verwerking van mutaties in de reserves 4,1 miljoen positief; Over 2014 is een sluitend resultaat begroot; Het eigen vermogen bedraagt ultimo ,0 miljoen (ultimo ,8 miljoen). De solvabiliteit bedraagt circa 45% (2013: 46%). Hiervoor wordt een grens van 30% in het bedrijfsleven gehanteerd; De schuldenpositie van de gemeente is gedaald in 2014 ten opzicht van 2013; Contact: drs. E.H.J.D. Damman RA e.damman@bakertillyberk.nl D.M. Spekenbrink Pigge MSc RA d.spekenbrink@bakertillyberk.nl (038)

432 Einde bijlage: Bijlage 6 - Gemeente Berkelland 2014 raadskrant - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland Terug naar het agendapunt

433 Bijlage 7 - Amendement A Ozb - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####1e80c b26-9dfe-420fcc5f5fe4#

434

435

436 Einde bijlage: Bijlage 7 - Amendement A Ozb - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland Terug naar het agendapunt

437 Bijlage 8 - Motie M Beleid overschotten - Jaarstukken 2014 gemeente Berkelland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####2544d2fd-6de7-4cbb-ab42-ffedaf45c2df#

438

439

Bezoldiging bestuurder RGV Holding B.V.

Bezoldiging bestuurder RGV Holding B.V. D. Overzicht aangenomen en overgenomen moties Openstaande moties vorige raadsperiode Alle aangenomen/overgenomen moties 2014 ev Stand van zaken mei 2015. Moties 2013 Datum Nummer Partijen Onderwerp Aan

Nadere informatie

Raadsvergadering : 19 mei 2015 Agendapunt : 4 Onderwerp : Ingekomen stukken / mededelingen / toezeggingen

Raadsvergadering : 19 mei 2015 Agendapunt : 4 Onderwerp : Ingekomen stukken / mededelingen / toezeggingen Raadsvergadering : 19 mei 2015 Agendapunt : 4 Onderwerp : Ingekomen stukken / mededelingen / toezeggingen Meer informatie bij : Griffie Telefoon : 0545-250805 De volgende aan de raad gerichte stukken zijn

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel GEMEENTE SCHERPENZEEL Raadsvoorstel Datum B&W-besluit : 29 maart 2016 Portefeuille : wethouder H.J.C. Vreeswijk Raadsvergadering : 26 mei 2016 Behandeld : R.v.Vorstenbosch door Agendapunt : E-mail : r.vorstenbosch@scherpenzeel.nl

Nadere informatie

Renswoude, 5 april 2016 Nr.: Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: instellingsbesluit bestuurscommissie basismobiliteit Regio FoodValley

Renswoude, 5 april 2016 Nr.: Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: instellingsbesluit bestuurscommissie basismobiliteit Regio FoodValley Agendapuntnr.: Renswoude, 5 april 2016 Nr.: 154375 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: instellingsbesluit bestuurscommissie basismobiliteit Regio FoodValley Geachte raad, Aan de gemeenteraad Samenvatting:

Nadere informatie

Basismobiliteit in de regio Achterhoek

Basismobiliteit in de regio Achterhoek Basismobiliteit in de regio Achterhoek Concept-Kadernota Projectgroep Basismobiliteit Achterhoek 22 mei 2015 INHOUD Inhoud... 1 1 Samenvatting... 2 2 Inleiding... 5 2.1 Aanleiding Basismobiliteit... 5

Nadere informatie

Basismobiliteit in de regio Achterhoek

Basismobiliteit in de regio Achterhoek Achterhoek Basismobiliteit in de regio Achterhoek Kadernota Projectgroep Basismobiliteit Achterhoek 1 augustus 2015 INHOUD Inhoud... 1 Begrippenlijst... 3 1 Samenvatting... 6 2 Inleiding... 11 2.1 Waarom

Nadere informatie

Raadsvergadering : 31 oktober 2013 Agendapunt : 12 Commissie : -

Raadsvergadering : 31 oktober 2013 Agendapunt : 12 Commissie : - Raadsvergadering : 31 oktober 2013 Agendapunt : 12 Commissie : - Onderwerp : Begroting 2014 Collegevergadering : 17 september 2014 Agendapunt : 4 Portefeuillehouder : Wethouder J.B. Boer Meer informatie

Nadere informatie

Actualisatie berekening basismobiliteit regio Achterhoek. Rapport

Actualisatie berekening basismobiliteit regio Achterhoek. Rapport Actualisatie berekening basismobiliteit regio Achterhoek Rapport Actualisatie berekening basismobiliteit regio Achterhoek Rapport In opdracht van: Regio Achterhoek 10 augustus 2015 Nummer: 0027-R-D Cissonius

Nadere informatie

Raadsvergadering : 15 oktober 2015 agendapunt : Commissie : Sociaal

Raadsvergadering : 15 oktober 2015 agendapunt : Commissie : Sociaal Zaaknummer : 150893 Raadsvergadering : 15 oktober 2015 agendapunt : Commissie : Sociaal Onderwerp : Evaluatie starterslening Collegevergadering : 8 september 2015 agendapunt : 15 Portefeuillehouder : R.P.

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendapunt Onderwerp 10 Basismobiliteit

Raadsvoorstel. Agendapunt Onderwerp 10 Basismobiliteit Raadsvoorstel Raadsvergadering Afdeling en opsteller 6 juli 2015 Leefomgeving/R.J.A.M. Bouw/0578-699494/r.bouw@heerde.nl Commissie Samenleving Portefeuille 16 juni 2015 Pierik-van der Snel Programma Samenleving

Nadere informatie

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland - Voor de OV Visie - Voor de OV-Concessie Zuid-Holland Noord Fred van der Blij 14 februari 2018 OV Visie is gezamenlijk proces Vanuit 19 gemeenten afspraak om OV

Nadere informatie

Basismobiliteit Achterhoek: Inleiding. Basismobiliteit Achterhoek: Inleiding

Basismobiliteit Achterhoek: Inleiding. Basismobiliteit Achterhoek: Inleiding Programma: Inleiding Peter Drenth Basismobiliteit door Ivo Visser (Projectleider Basismobiliteit) Keuze s en inhoudelijke discussie Basismobiliteit : De mogelijkheid voor inwoners om zich tegen een redelijk

Nadere informatie

: Evaluatie starterslening met extra kredietaanvraag

: Evaluatie starterslening met extra kredietaanvraag Zaaknummer : 197715 Raadsvergadering : 19 september 2017 Onderwerp : Evaluatie starterslening met extra kredietaanvraag Collegevergadering : 15 augustus 2017 Portefeuillehouder : R.P. Hoytink-Roubos Steller

Nadere informatie

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Sociaal. : Businessplan 2015-2016 Sociale Dienst Oost Achterhoek

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Sociaal. : Businessplan 2015-2016 Sociale Dienst Oost Achterhoek Zaaknummer : 156443 Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Sociaal Onderwerp : Businessplan 2015-2016 Sociale Dienst Oost Achterhoek Collegevergadering : 10 november 2015 agendapunt

Nadere informatie

Onderwerp : Uitgangspuntennotitie bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016"

Onderwerp : Uitgangspuntennotitie bestemmingsplan Buitengebied Berkelland 2016 Zaaknummer : 126519 Raadsvergaderin : 12 januari 2016 agendapunt : g Commissie : Bestuur en Ruimte Onderwerp : Uitgangspuntennotitie bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016" Collegevergadering :

Nadere informatie

Voorstel (concept-besluit) 1. De kadernota Op Weg, Basismobiliteit: regionale visie en kaders vast stellen.

Voorstel (concept-besluit) 1. De kadernota Op Weg, Basismobiliteit: regionale visie en kaders vast stellen. Jeugd, Zorg & Welzijn Raadsvoorstel Voorstel nr Raadsvergadering Onderwerp Basismobiliteit Datum 30-04-2015 Portefeuille P. Blokhuis/ J.G. Kruithof Aan de gemeenteraad Voorstel (concept-besluit) 1. De

Nadere informatie

Raadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : Sociaal. Onderwerp : Transities sociaal domein: start pilots in 2014

Raadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : Sociaal. Onderwerp : Transities sociaal domein: start pilots in 2014 Raadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : Sociaal Onderwerp : Transities sociaal domein: start pilots in 2014 Collegevergadering : 29 oktober 2013 Agendapunt : 19 Portefeuillehouder :

Nadere informatie

Raadsvergadering : 14 juni 2016 agendapunt : Commissie : - : Oprichting stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland

Raadsvergadering : 14 juni 2016 agendapunt : Commissie : - : Oprichting stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Zaaknummer : 170397 Raadsvergadering : 14 juni 2016 agendapunt : Commissie : - Onderwerp : Oprichting stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Collegevergadering : 17 mei 2016 agendapunt : 21 Portefeuillehouder

Nadere informatie

BASISMOBILITEIT. Raadsinformatie 15 april 2014. Definitie

BASISMOBILITEIT. Raadsinformatie 15 april 2014. Definitie BASISMOBILITEIT Raadsinformatie 15 april 2014 Definitie De mogelijkheid voor alle inwoners van de regio om zich zelfstandig tegen een redelijk tarief te verplaatsen Onderzoek Wat zijn de karakteristieken

Nadere informatie

Zaaknummer : Raadsvergadering : Agendapunt : Commissie :

Zaaknummer : Raadsvergadering : Agendapunt : Commissie : Zaaknummer : 94335 Raadsvergadering : Agendapunt : Commissie : Onderwerp : Begroting 2015 Collegevergadering : Agendapunt : Portefeuillehouder : Wethouder J.B. Boer Meer informatie bij : Eric Gussekloo

Nadere informatie

Nota van uitgangspunten. voor regionale samenwerking op het gebied van. Basismobiliteit

Nota van uitgangspunten. voor regionale samenwerking op het gebied van. Basismobiliteit Nota van uitgangspunten voor regionale samenwerking op het gebied van Basismobiliteit 1. Inleiding In opdracht van de provinciale bestuurlijke Adviesgroep Regiotaxi, waarin alle Gelderse regio's bestuurlijk

Nadere informatie

Zaaknummer : Raadsvergadering : 13 mei 2014 Agendapunt : Commissie : Bestuur. : Opheffing openbare basisschool De Steege in Eibergen

Zaaknummer : Raadsvergadering : 13 mei 2014 Agendapunt : Commissie : Bestuur. : Opheffing openbare basisschool De Steege in Eibergen Zaaknummer : 52850 Raadsvergadering : 13 mei 2014 Agendapunt : Commissie : Bestuur Onderwerp : Opheffing openbare basisschool De Steege in Eibergen Collegevergadering : 11 maart 2014 Agendapunt : 9. Portefeuillehouder

Nadere informatie

Onderwerp : Verlenging gemeentelijke garantstelling voor lening t Timpke

Onderwerp : Verlenging gemeentelijke garantstelling voor lening t Timpke Zaaknummer : 52945 Raadsvergaderin : 20 januari 2015 Agendapunt : g Commissie : Bestuur/Sociaal Onderwerp : Verlenging gemeentelijke garantstelling voor lening t Timpke Collegevergadering : 9 december

Nadere informatie

BESLUITENLIJST COLLEGEVERGADERING

BESLUITENLIJST COLLEGEVERGADERING BESLUITENLIJST COLLEGEVERGADERING Datum 11 december 2018, week 50 Aanwezig J.H.A. van Oostrum, burgemeester R.P. Hoytink-Roubos, wethouder G.J. Teselink, wethouder H.J. Bosman, wethouder M.H.H. van Haaren-Koopman,

Nadere informatie

Onderwerp : Bestemmingsplan Borculo, A.H. Zwartschool 2014

Onderwerp : Bestemmingsplan Borculo, A.H. Zwartschool 2014 Zaaknummer : 117548 Raadsvergaderin : 7 april 2015 Agendapunt : g Commissie : Ruimte Onderwerp : Bestemmingsplan Borculo, A.H. Zwartschool 2014 Collegevergadering : 24 februari 2015 Agendapunt : 8. Portefeuillehouder

Nadere informatie

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte Zaaknummer : 129650 Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte Onderwerp : Aanleg glasvezel Berkelland Collegevergadering : 10 november 2015 agendapunt : 30. Portefeuillehouder

Nadere informatie

advies: In te stemmen met de Nota van Uitgangspunten aanbesteding vervoer (CVV-deel) Basismobiliteit voor de Europese aanbesteding. Burg.

advies: In te stemmen met de Nota van Uitgangspunten aanbesteding vervoer (CVV-deel) Basismobiliteit voor de Europese aanbesteding. Burg. z B&W-nota zaaknummer zaaktitel blad programma werkdoel onderwerp :115004 : INK-PRODD Mens en omgeving Europese aanbesteding vervoer CW deel Basismobiliteit : 1 / 5 datum nota : 02-05-2016 : 8: Basismobiliteit

Nadere informatie

themabijeenkomst Basismobiliteit 8 juni 2015

themabijeenkomst Basismobiliteit 8 juni 2015 themabijeenkomst Basismobiliteit 8 juni 2015 Inhoud 1. Voorstellen: Andreas Noordam 2. Huidige stand van zaken 3. Private / Publieke entiteit 4. Vormen Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR) 5. Meer specifiek:

Nadere informatie

Vergadering college van burgemeester en wethouders Berkelland 10 november 2015, week 46. Vaststelling subsidie algemeen maatschappelijk werk

Vergadering college van burgemeester en wethouders Berkelland 10 november 2015, week 46. Vaststelling subsidie algemeen maatschappelijk werk BESLUITENLIJST Vergadering college van burgemeester en wethouders Berkelland 10 november 2015, week 46 Aanwezig: Afwezig: burgemeester J.H.A. van Oostrum, wethouder M.H.H. van Haaren-Koopman wethouder

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5 Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder H.A. Driessen en M. Melissen Begrotingsprogramma Onderwerp - Beleidsplan Wmo en Jeugdhulp 2015 2016 - Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Onderwerp : Gemeenschappelijke beleidsvisie externe veiligheid

Onderwerp : Gemeenschappelijke beleidsvisie externe veiligheid Zaaknummer : 155718 Raadsvergaderin : 12 januari 2016 agendapunt : g Commissie : Bestuur en Ruimte Onderwerp : Gemeenschappelijke beleidsvisie externe veiligheid Collegevergadering : 23 november 2015 agendapunt

Nadere informatie

Raadsvergadering : 17 mei 2016 agendapunt : 7. Commissie : Ruimte

Raadsvergadering : 17 mei 2016 agendapunt : 7. Commissie : Ruimte Zaaknummer : 163027 Raadsvergadering : 17 mei 2016 agendapunt : 7. Commissie : Ruimte Onderwerp : Verklaring van geen bedenkingen Borculoseweg 51 Eibergen (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 o,

Nadere informatie

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) BOB 14/001 BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) Aan de raad, Voorgeschiedenis / aanleiding Per 1 januari 2015 worden de volgende taken vanuit het rijk naar de gemeenten gedecentraliseerd:

Nadere informatie

Basismobiliteit: van visie naar nieuwe samenwerking. Otto Cazemier & Anne Garretsen

Basismobiliteit: van visie naar nieuwe samenwerking. Otto Cazemier & Anne Garretsen Basismobiliteit: van visie naar nieuwe samenwerking Otto Cazemier & Anne Garretsen 21 oktober 2015 Basismobiliteit - Basismobiliteit = OV vangnet gecombineerd met gemeentelijk doelgroepenvervoer d.m.v.

Nadere informatie

Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders

Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders X Openbaar Registratienummer: 210676 Datum voorstel: 28 april 2016 Niet openbaar Portefeuillehouder: De heer E. Vandermeulen Afdeling: LO Samenleving Agendapunt 6 Onderwerp/Titel: Vergadering Algemeen

Nadere informatie

Advies aan B & W. Conceptbesluit

Advies aan B & W. Conceptbesluit Afdelingshoofd Advies aan B & W Nr. Gezien Akkoord Portefeuillehouder, afdeling, datum advies en onderwerp WETHOUDER L.J.H. SCHARENBORG WETHOUDER J.B. BOER WETHOUDER F.H.C. MULKENS MENS EN SAMENLEVING

Nadere informatie

Meer informatie bij : R. Heij tel: : 0545-250 216

Meer informatie bij : R. Heij tel: : 0545-250 216 Zaaknummer : 160115 Raadsvergadering : 9 februari 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte Onderwerp : Samenwerking (regio) Achterhoek Collegevergadering : 12 januari 2016 agendapunt : 4. Portefeuillehouder

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 286734 Datum : 25 april 2016 Programma : Wmo, Jeugd, W&I Blad : 1 van 6 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder: mw. M.J.T.G.

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 5 februari 2019 Zaaknummer: 582187 Portefeuillehouder : J. Gopal Openbaar Besloten Team : Mens en Maatschappij Adviseur

Nadere informatie

HERORIËNTATIE DOELGROEPENVERVOER. Alleen ga je sneller; samen kom je verder. Portefeuillehouders Overleg Regio Alkmaar 7 januari 2015

HERORIËNTATIE DOELGROEPENVERVOER. Alleen ga je sneller; samen kom je verder. Portefeuillehouders Overleg Regio Alkmaar 7 januari 2015 HERORIËNTATIE DOELGROEPENVERVOER Alleen ga je sneller; samen kom je verder Portefeuillehouders Overleg Regio Alkmaar 7 januari 2015 Aanleiding bijeenkomst 1.Het contract voor Regiotaxi loopt af per 31

Nadere informatie

Evaluatie samenwerking Rekenkamercommissie BBLM. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Evaluatie samenwerking Rekenkamercommissie BBLM. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Evaluatie samenwerking Rekenkamercommissie BBLM Agendering x Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en

Nadere informatie

ALt. * Akkoord conform het voorstel. B&W voorstel. Datum vergadering 1 7 Hij~l Z015. Beslissing. Samenwerkingsovereenkomst Basismobiliteit

ALt. * Akkoord conform het voorstel. B&W voorstel. Datum vergadering 1 7 Hij~l Z015. Beslissing. Samenwerkingsovereenkomst Basismobiliteit B&W voorstel Agendapunt Nummer Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst Basismobiliteit Ambtenaar Afdeling Telefoonnummer E.J.A. Groen in 't Wout Maatschappelijke Ondersteuning (0318) 538778 Paraaf afdelingsmanager

Nadere informatie

Regio Rivierenland Team Onderzoek & Ontwikkeling J.S. de Jongplein 2 4001 WG Tiel Telefoon 0344-638555. Businessplan: Basismobiliteit Fase 2

Regio Rivierenland Team Onderzoek & Ontwikkeling J.S. de Jongplein 2 4001 WG Tiel Telefoon 0344-638555. Businessplan: Basismobiliteit Fase 2 Regio Rivierenland Team Onderzoek & Ontwikkeling J.S. de Jongplein 2 4001 WG Tiel Telefoon 0344-638555 INHOUD 1. Basismobiliteit: wat is de huidige situatie?... 2 2. Waarom nu actie?... 2 3. De oplossing...

Nadere informatie

Onderwerp : Voortgangsrapportage toerisme en recreatie

Onderwerp : Voortgangsrapportage toerisme en recreatie Zaaknummer : Raadsvergaderin : 7 april 2015 agendapunt : g Commissie : Sociaal Onderwerp : Voortgangsrapportage toerisme en recreatie 2013-2015 Collegevergadering : 24 februari 2015 agendapunt : 12. Portefeuillehouder

Nadere informatie

Holland Rijnland, PHO Sociale Agenda en Verkeer & Vervoer. 7 maart 2014, Erik van der Kooij

Holland Rijnland, PHO Sociale Agenda en Verkeer & Vervoer. 7 maart 2014, Erik van der Kooij Holland Rijnland, PHO Sociale Agenda en Verkeer & Vervoer 7 maart 2014, Erik van der Kooij Programma vandaag 1. Visie Ruimte en Mobiliteit & Ontwerpprogramma Mobiliteit 2. Proces Hoeksche Waard / Goeree-Overflakkee

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 9 maart Steller Documentnummer Afdeling. R. van Wijk 15I Samenleving

Burgemeester en Wethouders 9 maart Steller Documentnummer Afdeling. R. van Wijk 15I Samenleving Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling R. van Wijk 15I0002878 Samenleving Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder 036 5229564 Nee G.M. Dijksterhuis Kabinet Memo bijgevoegd Te

Nadere informatie

Raadsvergadering. Basis van de besluitvorming Collegeagenda Binden en Bewegen. Visie Sociaal Domein en de Beleidsagenda Sociaal Domein

Raadsvergadering. Basis van de besluitvorming Collegeagenda Binden en Bewegen. Visie Sociaal Domein en de Beleidsagenda Sociaal Domein RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 22 juni 2017 17-049 Onderwerp Transformatieplan Sociaal Domein 2017-2018 Aan de raad, Onderwerp Transformatieplan Sociaal Domein 2017-2018 Voorstel 1. Het Transformatieplan

Nadere informatie

Beantwoording schriftelijke vragen Groen Links over aanbesteding doelgroepenvervoer

Beantwoording schriftelijke vragen Groen Links over aanbesteding doelgroepenvervoer Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen Groen Links over aanbesteding Programma Mobiliteit Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting De fractie van Groen Links heeft ons

Nadere informatie

AAN DE GEMEENTERAAD Brummen, 19 mei De Kadernota 'OP WEG, Basismobiliteit: regionale visie en kaders ' vast te stellen

AAN DE GEMEENTERAAD Brummen, 19 mei De Kadernota 'OP WEG, Basismobiliteit: regionale visie en kaders ' vast te stellen RaadsVoorstel Reg.nr. : RV15.0035 Portefeuille(s) : Verkeer en vervoer Programma : Ruimtelijk Beheer Onderwerp : Basismobiliteit AAN DE GEMEENTERAAD Brummen, 19 mei 2015 Wij stellen voor te besluiten om:

Nadere informatie

Raadsvergadering. Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI)

Raadsvergadering. Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI) RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 17-12-2015 15-097 Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI) Aan de raad, Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst uitvoering regionaal contract- en leveranciersmanagement voor het Sociaal Domein Jeugd en Wmo, gemeenten regio Achterhoek

Samenwerkingsovereenkomst uitvoering regionaal contract- en leveranciersmanagement voor het Sociaal Domein Jeugd en Wmo, gemeenten regio Achterhoek Samenwerkingsovereenkomst uitvoering regionaal contract- en leveranciersmanagement voor het Sociaal Domein Jeugd en Wmo, gemeenten regio Achterhoek De ondergetekenden: a. Gemeente Aalten, rechtsgeldig

Nadere informatie

Raadsvergadering : 9 februari 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte. : Evaluatie proef welstandsvrije gebieden

Raadsvergadering : 9 februari 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte. : Evaluatie proef welstandsvrije gebieden Zaaknummer : 145782 Raadsvergadering : 9 februari 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte Onderwerp : Evaluatie proef welstandsvrije gebieden Collegevergadering : 12 januari 2016 agendapunt : 6

Nadere informatie

agenda Aan de raad, Winterswijk, 17 mei 2016, M.J. van Beem voorzitter van de raad Vaststellen agenda Spreekrecht burgers Mededelingen

agenda Aan de raad, Winterswijk, 17 mei 2016, M.J. van Beem voorzitter van de raad Vaststellen agenda Spreekrecht burgers Mededelingen agenda onderwerp 1/5 bezoekadres telefoon fax e-mail internet Stationsstraat 25 (0543) 543 543 (0543) 543 065 gemeente@winterswijk.nl www.winterswijk.nl Aan de raad, Hierbij nodig ik u uit voor het bijwonen

Nadere informatie

Krachten bundelen voor een toekomstvast doelgroepenvervoer en OV

Krachten bundelen voor een toekomstvast doelgroepenvervoer en OV Krachten bundelen voor een toekomstvast doelgroepenvervoer en OV Prof. dr. Henk Meurs MuConsult / Radboud Universiteit Nijmegen 20 juni 2013 - s Hertogenbosch Agenda Ontwikkelingen doelgroepenvervoer 2030

Nadere informatie

Raadsvergadering : 12 april 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

Raadsvergadering : 12 april 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte Zaaknummer : Raadsvergadering : 12 april 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte Onderwerp : Beleid overschotten Collegevergadering : 15 maart 2016 agendapunt : 10 Portefeuillehouder : J.B. Boer

Nadere informatie

Uittreden gemeente Hof van Twente uit de gemeenschappelijke regeling Hameland. Commissie Bestuur. Commissie Ruimte.

Uittreden gemeente Hof van Twente uit de gemeenschappelijke regeling Hameland. Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Raad VOORBLAD Onderwerp Uittreden gemeente Hof van Twente uit de gemeenschappelijke regeling Hameland. Agendering Commissie Bestuur Gemeenteraad Commissie Ruimte Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal

Nadere informatie

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Concept kadernota 2017 GR Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV) Brabant Noordoost (Regiotaxi)

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Concept kadernota 2017 GR Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV) Brabant Noordoost (Regiotaxi) GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD Datum : 16 februari 2016 Voorstel van : college van burgemeester en wethouders Onderwerp : Concept kadernota 2017 GR Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV) Brabant Noordoost

Nadere informatie

Vergadering college van burgemeester en wethouders Berkelland 10 mei 2016, week 19

Vergadering college van burgemeester en wethouders Berkelland 10 mei 2016, week 19 BESLUITENLIJST Vergadering college van burgemeester en wethouders Berkelland 10 mei 2016, week 19 Aanwezig: burgemeester J.H.A. van Oostrum, wethouder M.H.H. van Haaren-Koopman wethouder J.B. Boer wethouder

Nadere informatie

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland Integratie doelgroepenvervoer en Openbaar Vervoer Fred van der Blij 14 maart 2018 Waarom OV en Doelgroepenvervoer integreren? Demografische en maatschappelijke

Nadere informatie

: agendapunt : Onderwerp : Vergadering Algemeen Bestuur Hameland

: agendapunt : Onderwerp : Vergadering Algemeen Bestuur Hameland Zaaknummer : Afd.hfd. Collegevergaderin g : agendapunt : Onderwerp : Vergadering Algemeen Bestuur Hameland Portefeuillehouder : J.B. Boer Meer informatie bij : Eric Gussekloo tel: : 0545-250 576 Openbaar

Nadere informatie

Agendapunt Raadsvergadering 17 juni 2015 Portefeuillehouder Wethouder M.J.J. Melissen Begrotingsprogramma Samenwerking op gebied van basismobiliteit

Agendapunt Raadsvergadering 17 juni 2015 Portefeuillehouder Wethouder M.J.J. Melissen Begrotingsprogramma Samenwerking op gebied van basismobiliteit Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 17 juni 2015 Portefeuillehouder Wethouder M.J.J. Melissen Begrotingsprogramma Onderwerp Samenwerking op gebied van basismobiliteit Besluit om: 1. De Samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

agendanummer afdeling Simpelveld VII- IBR 28 oktober 2014 Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad opvang en beschermd wonen Wmo 2015

agendanummer afdeling Simpelveld VII- IBR 28 oktober 2014 Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad opvang en beschermd wonen Wmo 2015 Aan de raad agendanummer afdeling Simpelveld VII- IBR 28 oktober 2014 onderwerp Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad opvang en beschermd wonen Wmo 2015 zaakkenmerk 38673 Inleiding Heerlen is

Nadere informatie

1. Onderwerp Onderzoek optimaliseren doelgroepenvervoer Holland Rijnland 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland

1. Onderwerp Onderzoek optimaliseren doelgroepenvervoer Holland Rijnland 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Raadsvoorstel. Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 165140 Behandeld door: J. van Dijk Agendapunt: 27 juni 2017 Onderwerp: Voorlopige voorkeur uitvoeringsvariant Participatiewet Geachte raad, Samenvatting: In opdracht van het algemeen

Nadere informatie

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Sociaal

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Sociaal Zaaknummer : Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Sociaal Onderwerp : Beleidsvisie Bibliotheek Oost- Achterhoek Collegevergadering : 10 november 2015 agendapunt : 32 Portefeuillehouder

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL *D * D

RAADSVOORSTEL *D * D RAADSVOORSTEL *D14.005150* D14.005150 DATUM 6 oktober 2014 AGENDAPUNT 9 ONDERWERP Beleidsplan Sociaal Domein 'Koggenland voor elkaar' 2015-2016 INLEIDING Op 1 januari 2015 decentraliseert het Rijk een

Nadere informatie

Doel en onderzoeksvragen

Doel en onderzoeksvragen Werkgroep vervoer Opdracht Verstrekken van advies op de volgende zaken: Beperken / opheffen van eventuele bestaande problemen in het huidige doelgroepenvervoer in relatie tot de nieuwe 3D vervoersvragen

Nadere informatie

Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Ontwerpbegroting

Memo. Inleiding. Ontwerpbegroting Memo Aan: Colleges B&W en GS Fryslân Van: Bestuur Mobiliteitsbureau Noordoost Versie: 24 maart 2017 Onderwerp: Ontwerpbegroting vervoersysteem 2017-2018 Inleiding Deze memo geeft een toelichting op de

Nadere informatie

Datum: Portefeuillehouders: De Graaf, Horst en Windhouwer

Datum: Portefeuillehouders: De Graaf, Horst en Windhouwer Raadsvoorstel Visie vernieuwing sociaal Domein Raadsnummer: 2013-069 Registratiekenmerk: Onderwerp: Visie op de vernieuwing van het sociaal domein in Nijkerk Korte inhoud: "Iedereen telt en doet mee" De

Nadere informatie

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin)

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin) Vergadering: 11 maart 2014 Agendanummer: 9 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin) Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

I Aan de leden van de Participatieraad

I Aan de leden van de Participatieraad Gemeente Haarlem Haarlem Retouradres: Stadhuis, Postbus 511 2003 PB Haarlem Aan de leden van de Participatieraad Datum 26 mei 2015 Ons kenmerk 2015/191059 Contactpersoon M. van der Tas Doorkiesnummer 023-5114827

Nadere informatie

Algemene Zaken Openbare Orde en Wijkbeheer Financiën en Control Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Algemene Zaken Openbare Orde en Wijkbeheer Financiën en Control Sociale Zaken en Werkgelegenheid Advies B en W (openbaar) 1900 Afdeling Welzijn zaaknummer Z-14-11603 registratienummer ADV-14-02729 opsteller advies Mevrouw C. Potters-Kemp doorkiesnummer 010-5931898 directeur/afdelingshoofd mevrouw

Nadere informatie

AF D R U K V OO R B E EL D B E S T U U R L IJ K BE H AN D E L VO O R S TEL

AF D R U K V OO R B E EL D B E S T U U R L IJ K BE H AN D E L VO O R S TEL AF D R U K V OO R B E EL D B E S T U U R L IJ K BE H AN D E L VO O R S TEL Vaststelling Beleidsplan Transitie Sociaal Domein 2015-2016, de deelbeleidsplannen Jeugd, Participatiewet en WWB maatregelen,

Nadere informatie

Onderwerp : Krediet waardering recht van opstal verenigingsaccommodatie FC Eibergen

Onderwerp : Krediet waardering recht van opstal verenigingsaccommodatie FC Eibergen Zaaknummer : 79955 Raadsvergaderin : 20 januari 2015 Agendapunt : g Commissie : 8 januari 2015 Onderwerp : Krediet waardering recht van opstal verenigingsaccommodatie FC Eibergen Collegevergadering : 9

Nadere informatie

: agendapunt : Onderwerp : Regio Achterhoek, Algemeen bestuur vergadering 160309

: agendapunt : Onderwerp : Regio Achterhoek, Algemeen bestuur vergadering 160309 Zaaknummer : 165124 Afd.hfd. Collegevergaderin g : agendapunt : Onderwerp : Regio Achterhoek, Algemeen bestuur vergadering 160309 Portefeuillehouder : M.H.H. van Haaren-Koopman Meer informatie bij : R.

Nadere informatie

Grondslag De Beleidsagenda Sociaal domein (in 2015 vastgesteld) en het Transformatieplan (in 2017 vastgesteld).

Grondslag De Beleidsagenda Sociaal domein (in 2015 vastgesteld) en het Transformatieplan (in 2017 vastgesteld). RAADSVOORSTEL NR: 19-59 Raadsvergadering Zaaknummer 9 mei 2019 660924 Onderwerp: Financiële ontwikkelingen Sociaal Domein Aan de raad, Onderwerp Financiële ontwikkelingen Sociaal Domein Gevraagde beslissing

Nadere informatie

Onderwerp : Verordening Wachtlijstbeheer Wsw 2012

Onderwerp : Verordening Wachtlijstbeheer Wsw 2012 Raadsvergadering : 22 januari 2013 Commissie : Sociaal Agendapunt : Onderwerp : Verordening Wachtlijstbeheer Wsw 2012 Collegevergadering : 11 december 2012 Agendapunt : Portefeuillehouder : Wethouder J.B.

Nadere informatie

COLLEGEBERICHT AAN DE RAAD Van : Burgemeester en Wethouders Reg. nr. : 4533853 Aan : Gemeenteraad Datum : 06-11-2013 Portefeuillehouder : B.J. Lubbinge, van Eijk, v. Muilekom ONDERWERP Planning programma

Nadere informatie

CONCEPT. Centrumregeling ambtelijke samenwerking. Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft de Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer

CONCEPT. Centrumregeling ambtelijke samenwerking. Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft de Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer Datum: 6 maart 2014 Versie concept 1.1 CONCEPT Centrumregeling ambtelijke samenwerking Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft de Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer ten behoeve van inkoop gedecentraliseerde

Nadere informatie

Op grond van art. 60 van het reglement van orde kunnen raadsleden gebruik maken van het vragen-half-uur.

Op grond van art. 60 van het reglement van orde kunnen raadsleden gebruik maken van het vragen-half-uur. Vergadering Gemeenteraad 19-06-2008 Plaats: Nieuwveen Tijd: 16:00 Voorzitter: Frans Buijserd 0 BESLUITVORMENDE RAADSVERGADERING 19 JUNI 2008 1 Opening 2 Vaststellen agenda Agendapunten 7, 10 en 12 worden

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering : Agendanummer : Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : H.J.M. Schrijver : Beleid en Projecten : E.J. (Eric) van Tatenhove Voorstel aan de raad Onderwerp : Gefaseerde

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/51

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/51 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 23-9-2014 Nummer voorstel: 2014/51 Voor raadsvergadering d.d.: 07-10-2014 Agendapunt: 10 Onderwerp:

Nadere informatie

Raadsmededeling - Openbaar

Raadsmededeling - Openbaar Raadsmededeling - Openbaar Nummer : 74/2014 Datum : 22 april 2014 B&W datum : 29 april 2014 Portefeuillehouder : H.J. Rijks Onderwerp : Samenwerkingsovereenkomst Achterhoekse gemeenten en MEE - Oost Gelderland

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012 Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012 Steller : W. van den Hatert Telefoonnummer: 0343-565817 E-mailadres : willem.van.den.hatert@heuvelrug.nl Onderwerp : Beleidsvoorbereiding decentralisatie

Nadere informatie

Raadsvergadering : 15 oktober 2013 Agendapunt : Commissie : Sociaal. Onderwerp : Voortgangsrapportage toerisme en recreatie 2012-2013

Raadsvergadering : 15 oktober 2013 Agendapunt : Commissie : Sociaal. Onderwerp : Voortgangsrapportage toerisme en recreatie 2012-2013 Raadsvergadering : 15 oktober 2013 Agendapunt : Commissie : Sociaal Onderwerp : Voortgangsrapportage toerisme en recreatie 2012-2013 Collegevergadering : 17 september 2013 Agendapunt : 7 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Totale kosten: Dekking Provincie Gemeenten Derden Zie projecten Zie projecten Zie projecten Zie projecten. Zie projectenlijst

Totale kosten: Dekking Provincie Gemeenten Derden Zie projecten Zie projecten Zie projecten Zie projecten. Zie projectenlijst Uitvoeringsagenda 2.0 Achterhoek 2020 Programma 3: Bereikbaarheid Programmalijn 3.1: Fysieke infrastructuur - Bovenlokale bereikbaarheid Wat speelt er? Een goede bereikbaarheid is een zeer belangrijke

Nadere informatie

Raadsvergadering : 26 februari 2013 Agendapunt : Commissie : Sociaal. : Masterplan gemeenten "Participeren naar Vermogen"

Raadsvergadering : 26 februari 2013 Agendapunt : Commissie : Sociaal. : Masterplan gemeenten Participeren naar Vermogen Raadsvergadering : 26 februari 2013 Agendapunt : Commissie : Sociaal Onderwerp : Masterplan gemeenten "Participeren naar Vermogen" Collegevergadering : 22 januari 2013 Agendapunt : 22 Portefeuillehouder

Nadere informatie

15ini00256 OPENBAAR. Besluitenlijst vergadering burgemeester en wethouders. : De heren Alberse, Van de Wardt en Kuster. : De heer Finkenflügel

15ini00256 OPENBAAR. Besluitenlijst vergadering burgemeester en wethouders. : De heren Alberse, Van de Wardt en Kuster. : De heer Finkenflügel 15ini00256 OPENBAAR Besluitenlijst vergadering burgemeester en wethouders Aanwezig Secretaris Afwezig : De heren Alberse, Van de Wardt en Kuster : Mevrouw Tamminga : De heer Finkenflügel Datum 27 januari

Nadere informatie

Stijn Smeulders / september 2017

Stijn Smeulders / september 2017 Agendapunt commissie: 5.4 steller telefoonnummer email Stijn Smeulders 06-14164246 stijn.smeulders@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 280559/287224 21 september 2017 portefeuillehouder

Nadere informatie

COLLECTIEF VERVOER. Wat verstaan we eronder, wat is het probleem en wat is de kracht ervan?

COLLECTIEF VERVOER. Wat verstaan we eronder, wat is het probleem en wat is de kracht ervan? COLLECTIEF VERVOER Wat verstaan we eronder, wat is het probleem en wat is de kracht ervan? OPZET PRESENTATIE Wat verstaan we onder collectief vervoer? Wat is het probleem? -> uitdagingen Wat is de kracht

Nadere informatie

College. Verhinderd. Onderwerp. Agendapunt. 1. Opening De voorzitter opent om uur de vergadering.

College. Verhinderd. Onderwerp. Agendapunt. 1. Opening De voorzitter opent om uur de vergadering. CONCEPT BESLUITENLIJST BEHORENDE BIJ DE OPENBARE VERGADE- RING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GULPEN-WITTEM, GEHOUDEN IN DE RAADZAAL VAN HET GEMEENTEHUIS TE GULPEN DATUM 23 juni 2016 AANWEZIG wnd. Voorzitter

Nadere informatie

Raadsvergadering. Onderwerp Verordening jeugdhulp gemeente Bunnik 2015 en Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015

Raadsvergadering. Onderwerp Verordening jeugdhulp gemeente Bunnik 2015 en Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015 RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 30 oktober 2014 14-101 Onderwerp Verordening jeugdhulp gemeente Bunnik 2015 en Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015 Aan de raad, Onderwerp

Nadere informatie

BESLUITENLIJST COLLEGEVERGADERING

BESLUITENLIJST COLLEGEVERGADERING BESLUITENLIJST COLLEGEVERGADERING Datum 15 mei 2018, week 20 Aanwezig J.H.A. van Oostrum, burgemeester J.A. Pot-Klumper, wethouder R.P. Hoytink-Roubos, wethouder M.N.J. Broers, gemeentesecretaris M.H.H.

Nadere informatie

Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie. Bespreken. Kennis van nemen. Kaderstellen.

Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie. Bespreken. Kennis van nemen. Kaderstellen. Raad VOORBLAD Onderwerp Beleidskader sociaal cultureel werk Agendering Commissie Bestuur Gemeenteraad Commissie Ruimte Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal Informerende Commissie Behandelwijze Bespreken

Nadere informatie

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen. RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad 27 oktober 2016 Afdeling Middelen Voorstel nummer 2016.00077 Datum 27 september 2016 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2016 Programma Alle begrotingsprogramma's Inlichtingen

Nadere informatie

beantwoording technische vragen

beantwoording technische vragen Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders beantwoording technische vragen onderwerp technische vragen Joke van Boxtel/ Progressief Nieuwkoop en Pien Schrama/ MiddenPartij Nieuwkoop Datum

Nadere informatie

Jaarverslag en jaarrekening 2009 van de stichting Orchidee Scholengroep. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

Jaarverslag en jaarrekening 2009 van de stichting Orchidee Scholengroep. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Jaarverslag en jaarrekening 29 van de stichting Orchidee Scholengroep Agendering Commissie Bestuurlijk Domein Gemeenteraad Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie

Nadere informatie

Besluitvorming duurzaamheid doelgroepenvervoer

Besluitvorming duurzaamheid doelgroepenvervoer Openbaar Onderwerp Besluitvorming duurzaamheid doelgroepenvervoer Programma Zorg & Welzijn Portefeuillehouder H. Tiemens; B. Frings; R. Helmer - Englebert Samenvatting In de aanbesteding van het vervoer

Nadere informatie

- 1 - Begrotingswijziging n.v.t. X Kaderstellen Controleren Budget autoriseren Consulteren

- 1 - Begrotingswijziging n.v.t. X Kaderstellen Controleren Budget autoriseren Consulteren - 1 - ALGEMENE GEGEVENS Agendapunt 9. Registratienummer 2014-000951/r Portefeuillehouder FK Griffier 0561-691201 BIJLAGEN (in te vullen door griffier) Voorstel X Raadsvoorstel Concept besluit X Begrotingswijziging

Nadere informatie