Gemeente Bronckhorst. Bestemmingsplan Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) (wijzigingsplan ex 3.6 Wro) OOSTZEE stedenbouw

Transcriptie

1 Gemeente Bronckhorst Bestemmingsplan Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) (wijzigingsplan ex 3.6 Wro) Datum: maart 202 Project: GBO65 OOSTZEE stedenbouw Tivolilaan 205 Postbus AA Arnhem Tel (026) Fax (026) info@oostzee.nl

2

3 Toelichting Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Inhoudsopgave Inleiding Wettelijk kader Beschrijving van het project Situering van het plangebied Bestaande situatie Beschrijving initiatief Milieuaspecten Bodemkwaliteit Archeologie Water Luchtkwaliteit Geluid Natuurwaarden Externe veiligheid Verkeersaspecten Milieuzonering Economische uitvoerbaarheid OOSTZEE stedenbouw 3

4 Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Toelichting 4 OOSTZEE stedenbouw

5 Toelichting Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Inleiding Het voorliggende bestemmingsplan is een wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wro van het bestemmingsplan Buitengebied 2005 Hengelo/Vorden van de gemeente Bronckhorst (vastgesteld bij besluit van de raad op 27 april 2006) en van het bestemmingsplan Buitengebied 2005/2008 Hengelo/Vorden van dezelfde gemeente (vastgesteld bij besluit van de raad op 27 november 2008). Dit laatste bestemmingsplan is een correctieve herziening van het eerstvermelde plan. Het bestemmingsplan beoogt de planologische basis te leggen voor een wijziging van een agrarisch bedrijf in een woonbestemming. In dat kader worden twee stallen gesloopt en wordt ter vervanging daarvan een vrijstaande woning gebouwd. Het voormalige agrarische bedrijf is gelegen ten oosten van de kern Hengelo op het perceel Varsselseweg 35. Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, een toelichting en een verwijzing naar de regels van de geldende bestemmingsplannen Buitengebied 2005 Hengelo/Vorden en Buitengebied 2005/2008 Hengelo/Vorden. In het kader van dit bestemmingsplan zijn een bodemonderzoek, een flora- en faunaonderzoek en een archeologisch onderzoek verricht waarvan de rapporten als bijlage aan dit bestemmingsplan zijn toegevoegd. De resultaten van deze onderzoeken zijn in de plantoelichting samengevat. OOSTZEE stedenbouw 5

6 Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Toelichting 6 OOSTZEE stedenbouw

7 Toelichting Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.). Wettelijk kader In artikel 7 nr. 9 van de planregels van de vigerende bestemmingsplannen Buitengebied 2005 Hengelo/Vorden en Buitengebied 2005/2008 Hengelo/Vorden is een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wro opgenomen die het College van Burgemeester en wethouders de mogelijkheid geeft om het agrarisch bouwperceel te verwijderen en de gronden te benutten voor een woonbestemming. Daarbij blijft de voormalige agrarische bedrijfswoning gehandhaafd en maakt een deel van de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen plaats voor de nieuwe vrijstaande woning. De regels uit artikel 7, nr. 9 die van toepassing zijn op het voorliggende bouwplan zijn rood gemaakt.. Als hergebruik van de aanwezige bedrijfsgebouwen mogelijk is moeten de woningen zoveel mogelijk worden gerealiseerd in één, en ten hoogste in twee gebouwen waarbij maximaal 3 extra woningen/wooneenheden gerealiseerd kunnen worden, naast de reeds bestaande - voormalige - dienstwoning(en). Bij hergebruik dient in ieder geval het voormalige agrarisch hoofdgebouw waarin de dienstwoning is gelegen te worden gebruikt; 2. Als hergebruik van de aanwezige bedrijfsgebouwen voor wonen niet mogelijk is kan na sloop van alle gebouwen vervangende nieuwbouw plaatsvinden in de vorm van één vrijstaande woning of maximaal drie woningen/wooneenheden in één gebouw, met een omvang van maximaal 50 % van de gesloopte oppervlakte; 3. De woningen moeten een inhoud hebben van minimaal 300 m³ per woning. De maximale inhoudsmaat voor een vrijstaande woning bedraagt 750 m 3 ; 4. Alle overige bebouwing die niet voor de woning(en) kan worden ingericht (b.v. als bijgebouw) moet worden gesloopt. De karakteristieke gebouwen dienen te worden gehandhaafd; 5. In beginsel dient verevening in de vorm van een minimale reductie van 50 % van de bebouwde oppervlakte van niet-karakteristieke gebouwen op het voormalige bouwperceel te worden gerealiseerd, de bestaande woning niet meegerekend en buiten de berekening gelaten; De toekomstige woning moet voldoen aan de bouwregels voor woningen die zijn opgenomen in art. 4 lid 5 van het vigerende bestemmingsplan. Dat brengt onder andere met zich mee dat de oppervlakte van het bijgebouw (of de gezamenlijke oppervlakte van meerdere bijgebouwen) van de nieuwe woning niet meer bedraagt dan 00 m 2. Verder wordt in artikel 3 (Beschrijving in hoofdlijnen) lid voorgeschreven dat in het kader van de functiewijizging van een agrarische bedrijf in een woonfunctie een erfinrichtingsplan moet worden gemaakt die een garantie vormt voor een goede landschappelijke inpassing van de nieuwe bebouwing op het bestaande erf. De gemeente heeft geconstateerd dat het plan van de initiatiefnemer voldoet aan de boven, in rode kleur, gemarkeerde voorwaarden. De initiatiefnemer heeft tevens het vereiste inrichtingsplan gemaakt. Een en ander wordt in de volgende hoofdstukken toegelicht. OOSTZEE stedenbouw 7

8 Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Toelichting 8 OOSTZEE stedenbouw

9 Toelichting Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) 2. Beschrijving van het project 2. Situering van het plangebied Het agrarische bedrijf Varsselseweg 35 is gelegen in het buitengebied van de gemeente Bronckhorst ten oosten van de kern Hengelo. Het perceel is kadastraal bekend als gemeente Hengelo (Gld.), sectie P, nummers 98, 99, 00 (ged.) en 32 (ged.). De onderstaande luchtfoto en de luchtfoto op de volgende bladzijde geven een beeld van de ligging van het voormalige boerderijcomplex in de omgeving. Ligging van het plangebied (binnen rode cirkel) ten opzichte van de kern Hengelo Gld.) De boerderij ligt een jong veldontginningslandschap. De boerderij bestond 00 jaar geleden nog niet. De locatie was toen geheel bebost. Het gebied wordt momenteel gekenmerkt door een relatief grote landschappelijke openheid en een blokvormige verkaveling van de agrarische gronden. 2.2 Bestaande situatie Het agrarische gebruik van de bedrijfsgebouwen is grotendeels beëindigd. De agrarische bedrijfsgebouwen zijn nog allemaal aanwezig. De bebouwing bestaat in de eerste plaats uit een oude boerderij (hallenhuistype) die momenteel in zijn geheel als woonhuis in gebruik is. Deze boerderij staat op enige afstand van de weg. Rechts daarvan, in de lengterichting dwars op de richting van de weg gesitueerd, ligt een grote varkensstal. Daarvoor, aan de wegkant, ligt een kleine varkensstal. Linksachter de woning, gezien vanaf de weg, staat een vrij moderne kapschuur annex bijgebouw. Achter de woning liggen een aantal kleine bijgebouwen die tot de woning behoren. De twee varkensstallen zijn eenvoudig OOSTZEE stedenbouw 9

10 Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Toelichting van opzet en hebben weinig ruimtelijke en architectonische kwaliteit. Het oude boerderij heeft geen status als momument. De luchtfoto en de overige foto's geven een beeld van de bestaande situatie. Luchtfoto perceel met huidige bebouwing Grote varkensstal 0 OOSTZEE stedenbouw

11 Toelichting Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Kapschuur 2.3 Beschrijving initiatief Zoals in de inleiding reeds is vermeld wil de initiatiefnemer een groot deel van de vrijgekomende agrarische bedrijfsgebouwen slopen in ruil voor de bouw van een vrijstaande woning. De schets op de volgende bladzijde brengt in beeld welk deel van de bebouwing de initiatiefnemer wil slopen en verplaatsen en welk deel hij wil handhaven. De grote en kleine varkensstal en een deel van de bijgebouwen van de voormalige boerderij worden gesloopt. De gesloopte gebouwen hebben een totale oppervlakte van.045 m 2. De nieuwe vervangende woning wordt achter de bestaande woning en de bijbehorende bijgebouwen gebouwd. Op de plaats van de gesloopte stallen ontstaat ruimte voor de aanleg van een nieuwe inrit voor de bestaande en de toekomstige woning. De nieuwe vrijstaande woning heeft een bebouwde oppervlakte van circa 50 m 2. De inhoud van de nieuwe woning voldoet aan de maximaal toelaatbare inhoudsmaat van 750 m 3. Het bijgebouw van de nieuwe woning heeft een bebouwde oppervlakte van 00 m 2. Uit deze maten is duidelijk dat voldaan kan worden aan de sloopvoorwaarden uit de regeling voor functiewijziging. Immers de totale gebouwde oppervlakte van de nieuwe woning annex bijgebouw is beduidend minder dan 50 % van de totale oppervlakte van de te slopen stallen. De hoogtematen van de nieuwe woning en het bijgebouw voldoen aan de bestaande bouwregels voor woningen in het buitengebied zoals die zijn vastgelegd in het vigerende bestemmingsplan buitengebied. Op de volgende bladzijde is een schets van de nieuwe woning en het nieuwe bijgebouw opgenomen dat een indruk geeft van de gekozen vormgeving en de bouwhoogten. De woning en het bijgebouw zijn voorzien van een lage kap en daken met een grote dakoverstek. De woning is voorzien van een beganegrondverdieping en een tweede bouwlaag onder de kap. Hierdoor is de bouwhoogte van de nieuwe woning lager dan die van de bestaande woning. Hierdoor blijft de nieuwe woning in ekere zin ruimtelijk ondergeschikt aan de te handhaven boerderij. OOSTZEE stedenbouw

12 Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Toelichting De nieuwe woning is qua vormgeving en bouwhoogte vergelijkbaar met de te handhaven bijgebouwen van de bestaande woning. De bouwschetsen zijn in oktober 200 door de gemeentelijke welstandscommissie beoordeeld in het kader van het vooroverleg. De commissie kon zich vinden in de gekozen opzet. Te handhaven bijgebouwen van de bestaande woning Schets nieuwe woning (links) met bijgebouw 2 OOSTZEE stedenbouw

13 Toelichting Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Plattegrond bestaande situatie erf en bebouwing Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) OOSTZEE stedenbouw 3

14 Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Toelichting Plattegrond nieuwe situatie erf en bebouwing Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) 4 OOSTZEE stedenbouw

15 Toelichting Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Landschappelijke inrichtingsschets, de bebouwing in rode kleur Het landschappelijke inrichtingsplan is hierboven in verkleind formaat weergegeven. Het inrichtingsplan voorziet in een aantal maatregelen die het erf rondom het complex een grotere landschappelijke beslotenheid te geven. Deze beslotenheid past bij een klassieke erfinrichting en zorgt voor een groen accent in het open verldontginningenlandschap. De belangrijkste elementen van de geplande inrichting zijn de de aanplant van een boomgaard op het achtererf en de aanplant van hagen en boomsinges als duidelijke perceelsafbakening. OOSTZEE stedenbouw 5

16 Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Toelichting 6 OOSTZEE stedenbouw

17 Toelichting Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) 3. Milieuaspecten 3. Bodemkwaliteit Een bestemmingsplan dat voorziet in bouwmogelijkheden dient een reëel beeld te geven van de bodemkwaliteit van de gronden waarop gebouwd kan worden. Uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen is dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie. In november 20 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op de projectlocatie. Dit onderzoek is opgenomen in de bijlage van het bestemmingsplan. De onderzoeksresultaten zijn hieronder samengevat. Er zijn op basis van het vooronderzoek, tijdens de terreininspectie en bij de uitvoering van de veldwerkzaamheden geen aanwijzingen gevonden die aanleiding geven een asbestverontreiniging op de locatie te verwachten. In het grondwater zijn alleen de lichte metaalverontreinigingen gevonden. Gelet op het regionale karakter van deze verontreinigingen en het ontbreken van verontreinigingen in de grond kan de onderzoekslocatie op basis van het onderzoek als "onverdacht" ten opzichte van haar omgeving worden beschouwd. De algemene eindconclusie is dat de gevonden bodem- en grondwaterkwaliteit geen belemmering vormt voor de geplande verbouwactiviteiten. Indien er werkzaamheden plaatsvinden, waarbij grond vrijkomt, kan de grond niet zonder meer worden afgevoerd of elders worden toegepast. De regels van het Besluit bodemkwaliteit zijn hierop mogelijk van toepassing. 3.2 Archeologie Op basis van het Verdrag van Malta en de Wet op de archeologische monumentenzorg is het verplicht om de archeologische waarden bij ruimtelijke planvorming te betrekken, met name bij plannen waarbij bodemwerkzaamheden uitgevoerd worden. Het gaat hierbij om het bekende en nog niet bekende bodemarchief. Uitgangspunt hierbij is dat de archeologische waarden zoveel mogelijk behouden blijven en niet aangetast worden. In dat verband is in oktober 20 een archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend booronderzoek 2 verricht. Volgens de Archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Bronckhorst Econsultancy bv Verkennend bodemonderzoek Varsselseweg 35 te Hengelo in de gemeente Bronckhorst, rapportnummer: , november 20 2 Econsultancy bv Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek Varsselseweg 35 te Hengelo in de gemeente Bronckhorst, rapportnummer: , oktober 20 OOSTZEE stedenbouw 7

18 Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Toelichting heeft het noordelijke deel van het plangebied, gelegen ter plaatse van de dekzandrug, een hoge archeologische verwachting (bruine kleur op de onderstaande figuur). Binnen deze gebieden dient, bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening bij bodemingrepen dieper dan 30 cm -mv en een onderzoekslocatie groter dan 00 m², vroegtijdig een inventariserend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De rest van het plangebied, gelegen binnen de dekzandvlakte/-laagte, heeft volgens de gemeentelijke beleidsadvieskaart een lage archeologische verwachting (groene kleur op de onderstaande figuur). Binnen deze gebieden dient, bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening, bij bodemingrepen dieper dan 30 cm -mv en een onderzoekslocatie groter dan m², vroegtijdig een inventariserend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Uitsnede van de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Bronckhorst Het bureauonderzoek toonde aan dat er zich mogelijk archeologische waarden in het plangebied zouden kunnen bevinden, met name binnen het noordelijke deel. In het bijzonder de ligging op een dekzandrug en de aanwezigheid van een plaggendek verhoogde de kans daarop. Daarom is aansluitend een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend en voor het noordelijke deel tevens karterend booronderzoek uitgevoerd. De aangetroffen bodemopbouw bestaat uit een beekeerdgrond in het zuidwestelijke deel en (vermoedelijk) een laarpodzolbodem in het noordelijke deel van het plangebied. Het bodemprofiel is binnen het grootste deel van het plangebied verstoord tot in de C-horizont. Op basis van de waargenomen bodemverstoringen en het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats worden binnen het plangebied geen in situ archeologische waarden verwacht. De gespecificeerde archeologische verwachting, zoals die is weergegeven tijdens het bureauonderzoek, dient bijgesteld te worden tot een lage verwachting voor het gehele plangebied. Op grond van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden en de verstoorde 8 OOSTZEE stedenbouw

19 Toelichting Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) bodemopbouw, adviseert het adviesbureau om, ten aanzien van de geplande bodemingrepen, in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden. Dit selectieadvies is op januari 202 bevestigd door de regionaal archeoloog (kenmerk 202u00007). 3.3 Water Voor de uitvoering van ruimtelijke plannen dient rekening gehouden te worden met het aspect water. Om dit te kunnen waarborgen is een watertoets verplicht voor diverse ruimtelijke plannen, waaronder een bestemmingsplan. Dit betekent dat de ruimtelijke onderbouwing van het plan een waterparagraaf dient te bevatten waarin de waterhuishoudkundige situatie wordt beschreven en de effecten van de ruimtelijke veranderingen op de waterhuishouding worden verwoord. Watersysteem van het plangebied Infiltratie Uit het bodemonderzoek is naar voren gekomen dat de bodem van het plangebied in hoofdzaak uit lemig fijn zand bestaat (laarpodzolbodem). Het grondwaterniveau bevond zich tijdens het bodemonderzoek op circa 2 m beneden maaiveldniveau. Het gemiddelde hoogste grondwaterniveau van het perceel ligt tussen 0,80 -,20 m beneden maaiveldniveau. De bodem is, gelet op de bodemopbouw, het grondwaterniveau en het ontbreken van kwel, geschikt voor het opvangen en infiltreren van hemelwater. Het hemelwater mag niet worden geloosd op het riool. Riolering Het afvalwater van de toekomstige woning zal via een apart riool worden geloosd op de rioolaansluiting van de bestaande woning. Waterhuishoudkundige aspecten In de 'Handreiking Watertoets 2' zijn inhoudelijke criteria aangereikt voor de watertoets, die basis vormen voor de planbeoordeling door het waterschap en het daaruit voortvloeiende wateradvies. In onderstaande watertoetstabel zijn de voor het bestemmingsplan van belang zijnde waterhuishoudkundige criteria opgenomen. Thema Toetsvraag Relevant Intensiteit# Veiligheid. Ligt in of binnen 20 meter vanaf het plangebied een waterkering? (primaire waterkering, regionale waterkering of kade) 2. Ligt het plangebied in een waterbergingsgebied of 2 2 Riolering en Afvalwaterketen Wateroverlast (oppervlakte water) winterbed van een rivier?. Is de toename van het afvalwater (DWA) groter dan m 3 /uur? 2. Ligt in het plangebied een persleiding van WRI 3. Ligt in of nabij het plangebied een RWZI van het waterschap?. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak met meer dan 2500 m 2 2. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak met meer dan 500 m 2 3. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand Ja 2 2 OOSTZEE stedenbouw 9

20 Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Toelichting Grondwaterkwaliteit verhard oppervlak? 4. In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes. Wordt vanuit het plangebied (hemel)water op oppervlaktewater geloosd?. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond? 2. Is in het plangebied sprake van kwel? 3. Beoogt het plan dempen van perceelsloten of andere wateren? Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking? Inrichting en beheer. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap? 2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel? Ja 2 Oppervlaktewaterkwaliteit Grondwateroverlast Volksgezondheid Natte Natuur Verdroging. Bevindt het plangebied zich in een TOP-gebied? Recreatie. Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt? 2. In of nabij het plangebied bevinden zich overstorten uit het gemengde stelsel? 2. Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het plangebied die milieuhygiēnische of verdrinkingsrisico s met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)?. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ? 2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water? 3. Bevindt het plangebied zich in beschermingszones voor natte natuur 4. Bevindt het plangebied zich in een Natura gebied? Cultuurhistorie. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig? 2 2 Nadere toelichting Wateroverlast (oppervlaktewater) Het gebied is geschikt voor de infiltratie van hemelwater. De oppervlakte aan verharding neemt in het kader van dit plan aanmerkelijk af. De hemelwaterafvoer van de nieuwe gebouwen worden afgekoppeld. Er is voldoende ruimte om het hemelwater zonder problemen in de bodem weg te laten vloeien. Nadere toelichting Inrichting en beheer Aan de overzijde van de Varsselseweg ter hoogte van het plangebied ligt een A-watergang. Deze watergang speelt geen rol in de waterhuishouding van het perceel. 20 OOSTZEE stedenbouw

21 Toelichting Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Wateradvies Deze waterparagraaf is voorgelegd aan het waterschap Rijn en IJssel. Het waterschap Rijn en IJssel heeft de gemeente op 24 februari 202 per brief medegedeeld dat er voor de uitvoering van het project op de projectlocatie geen belemmeringen op het gebied van water aanwezig zijn. 3.4 Luchtkwaliteit In de Wet Luchtkwaliteit en de daarop gebaseerde regelingen Besluit NIBM en Regeling NIBM (luchtkwaliteitseisen) is getalsmatig vastgelegd dat bepaalde projecten niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Sinds de vaststelling van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) draagt volgens het Besluit NIBM (VROM, ) een project niet in betekenende mate bij zolang de toename van de concentratie fijn stof of stikstofdioxide maximaal 3% bedraagt. Volgens de Regeling NIBM (VROM, ) geldt dat de toename pas bereikt wordt bij de realisatie van een groot aantal woningen. Het project bestaat uit de bouw van een nieuwe woning in ruil voor de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen. Het project is kleinschalig en draagt daardoor niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging. Nadere toetsing is volgens het Besluit NIBM niet noodzakelijk. Daarnaast wijst de jaarlijkse rapportage naar luchtkwaliteit van de gemeente Bronckhorst uit dat ter plaatse van de projectlocatie geen onaanvaardbare situatie bestaat met betrekking tot de luchtkwaliteit. Het aspect luchtkwaliteit zorgt om beide redenen niet voor belemmeringen voor de realisatie van het project. 3.5 Geluid Ingevolge de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij ruimtelijke plannen ter waarborging van een goed akoestisch woon- en leefklimaat rekening gehouden te worden met het aspect wegverkeerlawaai. Volgens de Wgh bevinden zich langs alle wegen wettelijke geluidszones, met uitzondering van woonerven en 30 km/uur-gebieden. Voor geluidgevoelige objecten dient rekening gehouden te worden met de geluidsbelasting op de gevels. De Varsselseweg is voorzien van een wettelijke geluidszone. De verkeersintensiteit van deze weg is erg laag. De nieuwe woning wordt akoestisch afgeschermd door de bestaande woning. Een en ander leidt ertoe dat de geluidsbelasting van de nieuwe woning door het wegverkeer lager ligt dan de voorkeursgrenswaarde van 48 db. 3.6 Natuurwaarden Bij ruimtelijke ontwikkelingen kunnen natuurwaarden en wettelijk beschermde soorten of wettelijk beschermde gebieden in het geding zijn. Om de natuurwaarden van de projectlocatie te kunnen beoordelen moet er getoetst worden aan hetgeen beschreven staat in de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. Daarnaast is het beleid aangaande de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van belang. Het doel van de Flora- en faunawet is het instandhouden en met rust laten van de planten en diersoorten die in het wild voorkomen. Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden activiteiten te verrichten die leiden tot aantasting van wettelijk beschermde soorten en van hun OOSTZEE stedenbouw 2

22 Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Toelichting voortplantingsplaats, vaste rustplaats of vaste verblijfsplaats. De Natuurbeschermingswet regelt de bescherming van gebieden die om hun ecologische waarde beschermd moeten worden. Daaronder vallen onder andere de zogenaamde Natura 2000 gebieden en de natuurmonumenten. De projectlocatie is echter niet gelegen binnen speciale beschermingszones als bedoeld in de Natuurbeschermingswet. De projectlocatie ligt eveneens niet binnen de EHS. Dus het beleid dat daarop van toepassing is heeft geen betrekking op de projectlocatie. Gelet op het voorafgaande heeft een quickscan Flora en fauna plaatsgevonden om te bepalen of in het kader van dit plan de leefomstandigheden van wettelijk beschermde soorten worden aangetast. Het bijbehorende rapport is als bijlage aan dit bestemmingsplan toegevoegd. De conclusies van het onderzoek kunne als volgt worden samengevat. Waarnemingen en te verwachten soorten In de varkensstallen op de onderzoekslocatie zijn onder de golfplaten 5 nestplaatsen van huismus aangetroffen. Nestplaatsen van huismus zijn jaarrond beschermd en worden door de voorgenomen sloop aangetast. De coniferen op de onderzoekslocatie vormen een geschikte slaapplaats voor huismus. Er zijn geen verblijfsindicaties van uilen, zoals braakballen, veren en uitwerpselen aangetroffen. Door de aanwezigheid van toegankelijke schuren en beplantingen, vormt de onderzoekslocatie een geschikte nestlocatie voor algemene vogels als merel, heggenmus, winterkoning, roodborst en witte kwikstaart. In de kapschuur zijn nestresten van merel aangetroffen. De noordmuur van grote varkensschuur op de onderzoekslocatie is voorzien van een spouwruimte. Het kan niet volledig worden uitgesloten dat een enkele gewone dwergvleermuis van de spouwruimte gebruik maakt buiten de winterperiode, maar de aanwezigheid van een vaste rust- en verblijfplaats wordt echter niet verwacht. Er worden op de onderzoekslocatie geen bomen gekapt waarin zich potentiële verblijfplaatsen van vleermuizen kunnen bevinden. Tijdens het veldbezoek zijn geen sporen, zoals uitwerpselen of prooiresten, aangetroffen die duiden op het gebruik van de onderzoekslocatie als vaste rust- of verblijfplaats door steenmarter. Voor overige beschermde soorten uit de verschillende soortgroepen vormt de onderzoekslocatie geen geschikte habitat of zijn deze op grond van bekende verspreidingsgegevens of het ontbreken van verblijfsindicaties niet te verwachten. Maatregelen ter voorkoming van overtredingen van de Flora- en faunawet Om overtredingen van de Flora- en faunawet te voorkomen zullen er maatregelen getroffen moeten worden ten aanzien van huismus. Deze zogenaamde mitigerende maatregelen bestaan uit het aanbieden van alternatieve nestplaatsen. Deze nestplaatsen dienen niet alleen in de nieuwe situatie aanwezig te zijn, maar ook in de periode tussen nieuwbouw en sloop. Dit kan worden bewerkstelligd door voorafgaand aan de sloop mussennestkasten te plaatsen. Deze nestkasten kunnen op de bebouwing worden aangebracht welke gehandhaafd blijft. Er dient voor circa 20 mussenpaartjes nestgelegenheid gecreëerd te worden. Door het toepassen van deze maatregel worden overtredingen van de Flora- en Faunawet voorkomen. Indien de nieuwbouw wordt voorzien van dakpannen, dan ook kunnen vogelvides worden geplaatst. Deze kunstmatige nestgelegenheid voor huismus voldoet aan de eisen van het bouwbesluit en zorgt er tevens voor dat vogels niet verder tussen het dak kunnen komen dan de aangebrachte gelegenheid. Voor algemene broedvogelsoorten geldt dat er geen overtredingen plaats zullen vinden met betrekking tot broedvogels indien de schuren en de coniferenhaag buiten het broedseizoen worden verwijderd. In de Flora- en faunawet wordt geen vaste periode gehanteerd voor het broedseizoen. Globaal kan voor 22 OOSTZEE stedenbouw

23 Toelichting Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) het broedseizoen de periode maart tot half augustus worden aangehouden. Geldend is echter de aanwezigheid van een broedgeval op het moment van ingrijpen. Voor vleermuizen geldt dat schade aan vleermuizen wordt voorkomen door de sloop van de varkensstal in de winterperiode uit te voeren,. Bij sloop buiten de winterperiode (maart-oktober) dient het dak als eerste te worden verwijderd. Hierdoor komt de spouw open te liggen. Er dient contact te worden met een vleermuisdeskundige of een ecoloog om er zeker van te zijn dat er geen vleermuizen in de spouwruimte aanwezig zijn. Vervolgens kunnen de volgende dag de sloopwerkzaamheden worden vervolgd. Een eventueel aanwezig vleermuis zal in de avond de verblijfplaats verlaten en elders in de omgeving een veilig heenkomen zoeken. Indien een vleermuis aanwezig is, zal als aanvullende maatregel een kleine vleermuizenkast worden opgehangen op het erf. Het strekt tot aanbeveling om de vleermuizenkast op voorhand op te hangen, tezamen met de nestkasten voor huismus. Algemene zorgplicht Voor algemeen voorkomende grondgebonden zoogdieren en amfibieën geldt de algemene zorgplicht, die er ondermeer in voorziet dat al het redelijkerwijs mogelijke dient te worden gedaan om het doden van individuen te voorkomen. Er zijn in het kader van de algemene zorgplicht geen speciale maatregelen nodig. Noodzaak tot nader onderzoek Nader onderzoek naar het voorkomen van verschillende soortgroepen wordt niet noodzakelijk geacht mits wordt voldaan aan de maatregelen ten behoeve van gewone dwergvleermuis. Noodzaak aanvraag ontheffing Flora- en faunawet artikel 75c Ontheffingsaanvraag voor overtreding van verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet ten aanzien van het verstoren van vaste rust- en verblijfplaatsen is niet aan de orde indien wordt voldaan aan de maatregelen ten behoeve van gewone dwergvleermuis en huismus. 3.7 Externe veiligheid Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van diegenen die niet betrokken zijn bij risicovolle activiteiten, maar die als gevolg van die activiteiten wel risico lopen. Om deze reden dient er op de projectlocatie rekening gehouden te worden met het aspect externe veiligheid. In het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) is een normering opgenomen voor de externe veiligheid voor bedrijven met gevaarlijke stoffen. Daarnaast bestaan er richtlijnen over het vervoer van gevaarlijke stoffen (via de weg, het spoor of via buisleidingen). Er dient ten behoeve van de veiligheid voldoende afstand in acht genomen te worden tussen risicovolle bedrijven of transportroutes voor gevaarlijke stoffen en (beperkt) kwetsbare objecten. In de omgeving van de projectlocatie bevinden zich geen bedrijven die vallen onder het BEVI. De wegen rondom de projectlocatie worden niet gebruikt voor vervoer van gevaarlijke stoffen. Daarnaast bevinden zich in de omgeving geen buisleidingen die gevaarlijke stoffen transporteren. Geconcludeerd wordt dat wat betreft de externe veiligheid er geen belemmeringen aanwezig zijn voor de realisatie van het project op de projectlocatie. Een nader onderzoek is derhalve niet noodzakelijk. OOSTZEE stedenbouw 23

24 Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) Toelichting 3.8 Verkeersaspecten Een ruimtelijke ontwikkeling mag niet leiden tot problemen bij de verkeersafwikkeling of tot parkeeroverlast. De extra woning zal niet leiden tot een merkbare toename van de verkeersbelasting van de Varsselseweg. Op het erf is voldoende parkeerruimte voor de auto's van de gebruikers van deze voorzieningen. 3.9 Milieuzonering De vraag is of de extra woning op het perceel de ontplooiing van reeds bestaande ruimtelijke functies in de omgeving belemmert en omgekeerd, of de nieuwe bewoners onaanvaardbare hinder ondervinden van bedrijven in de omgeving. Ten oosten van het perceel Varsselseweg 35 liggen twee agrarische bedrijven. De rand van het bouwperceel van het meest nabijgelegen bedrijf ligt op een afstand van circa 00 meter ten oosten van de locatie van de toekmomstige woning. Voor woningen die worden gebouwd in het kader van een functieveranderingsplan geldt een minimale afstand van 50 meter tot het meest nabijgelegen agrarische bedrijf als norm op basis van de Wet geurhinder en veehouderij. Aan deze vorm kan in het onderhavige geval voldaan worden. Er bestaat derhalve vanuit de optiek van de milieuzonering geen bezwaar tegen de bouw van de woning. 24 OOSTZEE stedenbouw

25 Toelichting Buitengebied; Varsselseweg 35 Hengelo (Gld.) 4. Economische uitvoerbaarheid Voor de realisatie van dit bestemmingsplan hoeft geen exploitatieplan opgesteld te worden omdat het kostenverhaal anderszins is verzekerd. Alle kosten zullen worden gedragen door de initiatiefnemer. De realisering van het bestemmingsplan leidt derhalve niet tot kosten die voor de rekening van de gemeente Bronckhorst komen. De economische uitvoerbaarheid is niet in het geding. De gemeente Bronckhorst heeft met de initiatiefnemer een planschade-overeenkomst afgesloten waarin is geregeld dat eventueel optredende planschade wordt doorberekend aan de initiatiefnemer. OOSTZEE stedenbouw 25