Toelichting op het wijzigingsplan Wielwijk, artikel 11 WR)-wijziging Zuidendijk 331a.

Transcriptie

1 1 A B A B A Toelichting op het wijzigingsplan Wielwijk, artikel WR)-wijziging Zuidendijk 331a. 1. Inleiding Door de heer P. Lock en mevrouw N. Larasati, Sluisweg 8, 33 WV te Dordrecht is een bouwplan ingediend, dat voorziet in het gedeeltelijk vernieuwen en verbouwen van een bestaande, van oorsprong agrarische schuur aan Zuidendijk 331a te Dordrecht tot woning. Het pand Zuidendijk 331a maakt deel uit van het landgoed Krabbestein. Op dit landgoed staat een verzameling woon- en bijgebouwen waaronder een drietal woningen. Het vigerende bestemmingsplan Wielwijk laat de wijziging van de bovengenoemde schuur in een zelfstandige woning niet toe. De schuur valt onder de bestemming Woondoeleinden met de nadere aanduiding vrijstaande woning. De schuur maakt deel uit van een bouwmassa, waarin reeds van oudsher een woning is ondergebracht, zodat door uitvoering van het bouwplan er een tweede, niet vrijstaande woning zou ontstaan, hetgeen in strijd is met de genoemde aanduiding op de plankaart. Het bestemmingsplan biedt in artikel 3, lid echter de mogelijkheid om met behulp van een wijzigingsprocedure ex artikel van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de nadere aanduiding binnen de bouwvlakken te wijzigen, echter onder de voorwaarde dat niet mag worden gewijzigd in de nadere aanduiding s (= gestapelde woningen) en voorts dat de stedenbouwkundige structuren gehandhaafd blijven. Door uitvoering van het bouwplan ontstaan geen gestapelde woningen en de stedebouwkundige structuur wordt door uitvoering van het bouwplan niet gewijzigd. Het college van burgemeester en wethouders acht de uitbreiding van de woonfunctie op dit landgoed, in die zin dat aan de schuur Zuidendijk 331a een woonfunctie wordt toegekend, zoals voorgesteld door dhr. Lock en mevr. Larasati, vanuit ruimtelijk oogpunt acceptabel en heeft besloten om voor dit bouwplan toepassing te geven aan de in artikel 3, lid van de bestemmingsplanvoorschriften genoemde wijzigingsbevoegdheid.. Ligging Het plangebied ligt in het zuidwesten van de bebouwde kom van de gemeente, aan de oostzijde van de wijk Wielwijk en aan de westzijde van de Zuidendijk, welke de scheiding vormt tussen de wijken Crabbehof en Wielwijk. Het plangebied is beperkt tot het perceel Zuidendijk 331 a, kadastraal bekend gemeente Dordrecht, sectie M, nummer CORNELIS TROMPWEG CORNEL CORNELIS IS TROMP TROMPW WE EG G WA ASSENAER VAN OBDAMSTRAAT VAN W R N T VAN WASSENAER VAN OBDAMSTRAAT A CORNEL IS TROMPWEG A A 13 4A 13 A 13 A 1 A 1 A 1 A 1 A 8A 1 4A 13 4A 1 A 1 4A 8A CORNELIS TROMPWEG 33 1A 33 1A ZUIDENDIJK ZUIDENDIJK P IET IE T HEYNSTRAAT A T PIET HEYNSTRAAT plangebied 3. Bestemmingsplan Ter plaatse is het bestemmingsplan Wielwijk, vastgesteld op mei 4 en goedgekeurd op 14 december 4 van kracht. De betreffende grond heeft de bestemming Woondoeleinden, met de nadere aanduiding vrijstaande woning

2 Aangezien met het bouwplan een tweede woning binnen het bouwvlak zal worden gerealiseerd, is het nodig de nadere aanduiding binnen het betreffende bouwvlak te wijzigen. Het bestemmingsplan voorziet in artikel 3, lid sub 1 van de bestemmingsplanvoorschriften in het wijzigen van de nadere aanduiding binnen de woonbestemming, echter onder de voorwaarde dat niet mag worden gewijzigd in de nadere aanduiding s (= gestapelde woningen) en voorts dat de stedenbouwkundige structuren gehandhaafd blijven. Door uitvoering van het bouwplan ontstaan geen gestapelde woningen en de stedenbouwkundige structuur wordt door uitvoering van het bouwplan niet gewijzigd. In artikel 3, lid sub van de bestemmingsplanvoorschriften is omschreven aan welke procedureeisen de wijzigingsprocedure moet voldoen: - het ontwerp-besluit tot wijziging ligt met bijbehorende stukken gedurende vier weken voor een ieder ter inzage; - de burgemeester maakt de ter inzage legging tevoren bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze; - de bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid van belanghebbenden tot het schriftelijk indienen van zienswijzen bij burgemeester en wethouders gedurende de termijn als onder a bedoeld; - burgemeester en wethouders delen aan hen die bezwaren hebben ingediend, de beslissing daaromtrent mede; - bij de indiening ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten worden de ingediende zienswijzen meegezonden; - burgemeester en wethouders zenden een afschrift van het besluit van Gedeputeerde Staten aan hen die zienswijzen hebben ingediend. Op grond van artikel 9.1. van de Wet van mei 8 tot aanpassing van een aantal wetten met het oog op de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening alsmede regeling van overgangsrecht, is echter voor wijzigingsplannen die in ontwerp na 1 juli 9 ter inzage zijn gelegd, de goedkeuringsplicht van Gedeputeerde Staten vervallen; 4. Wijziging bestemmingsplan De wijziging van het bestemmingsplan Wielwijk heeft uitsluitend betrekking op de verandering van de nadere aanduiding van het perceel Zuidendijk 331/331a van vrijstaande woning in twee onder een kapwoning op de plankaart. De bouwgrenzen en/of de bouwhoogte wordt niet gewijzigd. De voorschriften van het bestemmingsplan Wielwijk blijven van overeenkomstige toepassing.. Stedenbouwkundige beoordeling Over het voornemen om de functie van de schuur te wijzigen in wonen is er overleg geweest met de stedenbouwkundige. Aangezien er ruimtelijk geen veranderingen worden voorgesteld en de aanvraag zich beperkt tot een interne verbouwing van het bestaande gebouw, zijn er stedenbouwkundig geen bezwaren tegen het bouwplan. Tegen de functiewijziging (van bijgebouw annex museum in woning) bestaat vanuit stedenbouwkundig oogpunt, gelet op de woonomgeving evenmin bezwaar.. Verkeersaspecten Een deel van het perceel wordt nu al gebruikt voor de functie wonen en hiervoor bestaat al een goede ontsluiting. Tevens voorziet de nieuwe woonfunctie in parkeren op eigen terrein met voldoende parkeerplaatsen; voor en in de woning is parkeergelegenheid. Conform de parkeernorm voor wonen wordt uitgegaan van een norm van parkeerplaatsen op eigen terrein. Daarom zijn er geen verkeerskundige bezwaren om de functie van schuur te wijzigen in een woonfunctie. 7. Water Het bouwplan heeft geen invloed op het grondwaterbeheer. Alle bebouwing wordt afgekoppeld in het kader van duurzaam waterbeheer. Er is door ingenieursbureau Moons B.V. namens de aanvrager- overleg geweest met het Waterschap. Het Waterschap heeft aangegeven dat er geen watertoets gedaan hoeft te worden, omdat zowel het bebouwd als het verharde oppervlak niet toeneemt in het ontwerp.

3 8. Milieuaspecten A. Geluidhinder en luchtkwaliteit Door Sonus BV is een akoestisch onderzoek en luchtkwaliteitsonderzoek opgesteld (rapportnummer 94.1). Uit dit onderzoek dat als bijlage is opgenomen blijkt dat het plangebied geen overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarden resp. grenswaarden veroorzaakt. B. Veiligheid Binnen de directe omgeving van het bouwplan bevinden zich geen risicobronnen of routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. C. Bodemkwaliteit De functiewijzing vindt binnen de bestaande bebouwing plaats. De bestaande bebouwing had al een woonbestemming. De bodem is derhalve al geschikt voor de beoogde functie. De wijziging van vrijstaande woning in twee onder een kapwoning brengt hierin geen verandering. 9. Flora en faunawet Het plangebied vormt geen leefgebied voor beschermde plan- en diersoorten waar op basis van de Flora- en faunawet een ontheffing voor vereist is. Het leefgebied vormt hoogstens een leefgebied voor algemene beschermde soorten, waar in het kader van ruimtelijke ingrepen geen ontheffing voor nodig is. Het plangebied heeft een beperkte waarde voor vleermuizen en fungeert slechts als verbindingsroute en marginaal jachtgebied voor de Gewone dwergvleermuis. Van de herontwikkeling binnen het plangebied worden geen nadelige effecten op vleermuizen verwacht. De andere beschermde zoogdiersoorten en amfibieën, die in het plangebied (kunnen) voorkomen, zijn opgenomen in tabel 1, waarvoor bij ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling geldt. Voor de aangetroffen mogelijke broedvogels geldt dat er geen broedende vogels of nesten verstoord mogen worden. Om die reden wordt aanbevolen verstorende werkzaamheden zoals het slopen van gebouwen en het rooien of kappen van heesters en bomen, buiten het broedseizoen uit te voeren. Voor de Grote bonte specht, waarvan de functionele verblijfsplaats jaarrond beschermd is, geldt dat de aangetroffen holten in bomen niet meer functioneel waren. Binnen het plangebied zullen geen bomen op of bij het bouwterrein worden gekapt of gesnoeid, zodat ook hier buiten het broedseizoen geen verplichtingen gelden. Ten aanzien van de binnen het plangebied voorkomende flora kan worden geconstateerd dat de Brede wespenorchis eventueel binnen het plangebied zou kunnen voorkomen. Dit is echter een soort van tabel 1, waarvoor geen beperkingen in het kader van ruimtelijke ingrepen gelden. Voor het plangebied geldt wel de in artikel van de Flora- en faunawet algemene zorgplicht, welke inhoudt dat alle mogelijk nadelige gevolgen voor (alle) planten en dieren zoveel mogelijk vermeden moet worden, bijvoorbeeld door een egel, die zich op het werkterrein bevindt, eerst te verplaatsen voordat er gestart wordt met de werkzaamheden. 1. Archeologie Er vindt geen verandering van het bebouwd oppervlak plaats. Een archeologisch onderzoek is derhalve niet nodig.. Maatschappelijke haalbaarheid Tegen het ontwerp-wijzigingsbesluit zijn zienswijzen ingediend door Jongeneel CS Advocaten, namens dhr. en mevr. V.d. Wijk, Zuidendijk 39 te Dordrecht. De zienswijzen hebben met name meer betrekking op de aantasting van het woongenot, als gevolg van de te realiseren woonfunctie en als gevolg van de toename van verkeer op de buurweg. Daarnaast wordt gesteld dat onvoldoende rekening gehouden met de belangen van dhr. en mevr. V.d. Wijk. In de van het vaststellingsbesluit deel uitmakende Nota naar aanleiding van de zienswijzen tegen de wijzigingsprocedure ex art. WRO Zuidendijk 331 a is nader op de ingediende zienswijzen ingegaan. De ingediende zienswijzen geven geen aanleiding de wijzigingsprocedure te staken.

4 1. Financiële haalbaarheid Het opstellen van een exploitatieplan is niet aan de orde, omdat hier niet van en bouwplan, als bedoeld in art...1 van het Besluit ruimtelijke ordening sprake is. Het is denkbaar dat het wijzigingsplan tot een verzoek om planschade leidt. Deze planschade is niet af te wentelen op derden, omdat de wijzigingsbevoegdheid al in het bestemmingsplan zelf mogelijk is gemaakt. De kans dat daadwerkelijk planschade wordt toegekend is klein, omdat de maximale bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van het bestemmingsplan al een vergelijkbaar gebruik mogelijk maken en bovendien bebouwing dichter bij de woningen van omwonenden/eventuele planschadeverzoekers toestaan.

5 Regels behorende bij het wijzigingsplan Wielwijk, artikel WRO-wijziging Zuidendijk 331a. HOOFDSTUK 1 Artikel 1 Inleidende bepalingen Begrippen 1.Bestemmingsplan.Plankaart HOOFDSTUK het wijzigingsplan `Wielwijk, artikel WRO-wijziging Zuidendijk 331a`, zoals vervat in plankaartnummer S--, en de voorschriften van het bestemmingsplan Wielwijk, vastgesteld door de raad op --4, goedgekeurd door gedeputeerde staten op en goedgekeurd door de Afdeling Bestuursrechtspraak op 31-8-; de kaart (tekeningnr.s--) met bijbehorende verklaring waarop de bestemming van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven. Bestemmingsregels Artikel 1 Artikel De bestemmingsplanvoorschriften van het bestemmingsplan Wielwijk blijven van overeenkomstige toepassing op dit bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald als wijzigingsplan Wielwijk, artikel WRO-wijziging Zuidendijk 331a.