Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord Pagina 3

2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 5 2. Bestaande situatie Plangebied Vigerende bestemmingsplan bestaande situatie 6 3. Gewenste ontwikkeling 6 4. Milieu 7 5. Planbeschrijving 9 6. Inspraak 9 Voorschriften 11 Plankaart Pagina 4

3 1. Inleiding Op 17 oktober 2008 heeft de gemeente een verzoek ontvangen van de bewoners van de woning aan het Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord. Verzoekers hebben al zo n 13 jaar een grondverzetsbedrijf (KvK-nummer ) op een andere locatie. Zij willen hun bedrijf gaan voeren op hun perceel aan het Noorder Hoofddiep 15. Hiervoor willen zij de bestaande schuur slopen en een hogere en grotere loods herbouwen. Tevens wensen zij in deze loods hobbymatig vee te gaan houden. Het perceel aan de Noorder Hoofddiep 15 valt binnen het bestemmingsplan Buitengebied Noord en heeft als doelbestemming woning in de gebiedsbestemming Landelijk Gebied II. De bouw van de (hogere) loods is in strijd met de huidige doelbestemming van het perceel. Om de bouw toch mogelijk te maken, dient het vigerende bestemmingsplan te worden gewijzigd. Het bestemmingsplan biedt deze mogelijkheid. 2. Bestaande situatie 2.1 Plangebied Het plangebied bestaat uit de percelen kadastraal bekend gemeente Hoogeveen sectie S, nummers 191 en 296 (gedeeltelijk) plaatselijk bekend Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord. 2.2 Vigerende bestemmingsplan Voor het plangebied is het bestemmingsplan Buitengebied Noord van kracht. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad van Hoogeveen vastgesteld op 22 november 2007, en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Drenthe op 27 mei Het perceel heeft de doelbestemming woning in de gebiedsbestemming Landelijk Gebied II. Hieronder is een uitsnede van de plankaart weergegeven. Pagina 5

4 In artikel 16 lid 1 sub c van de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied Noord is een wijzigigingsbepaling opgenomen. Op grond hiervan is het mogelijk om de doelbestemming van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen met bijbehorende erven te wijzigen in de doelbestemming bedrijven categorie B2. Het betreft hier een zogenaamde binnenplanse wijzigingsbevoegdheid zoals bedoeld in artikel 11 WRO. 2.3 bestaande situatie Het perceel ligt ten westen van de Noorder Hoofddiep. Op het perceel is een woonhuis gesitueerd met huisnummer 15. Op het perceel is tevens een schuur aanwezig. Het gaat hier om een voormalige agrarisch bedrijf, welke momenteel de doelbestemming woning heeft. 3. Gewenste ontwikkeling Zoals in het bovenstaande is aangegeven, heeft het perceel de doelbestemming woning in de gebiedsbestemming Landelijk Gebied II. De beoogde verbouwing van de loods past niet binnen de bestemming. Zo is de te herbouwen loods te hoog en heeft het een te hoge goothoogte. Wanneer het perceel de doelbestemming bedrijven categorie B2 heeft, is de bouw van de geplande loods wel toegestaan. Om de bestemming te wijzigen wordt de plankaart voorzien van de aanduiding bedrijven categorie B2. In artikel 5 lid 3 sub c van de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied Noord staan de voorschriften vermeld, Pagina 6

5 waaraan de te bouwen loods aan moet voldoen. De voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied Noord blijven van toepassing op het perceel. 4. Milieu Externe veiligheid De te bouwen loods betreft een beperkt kwetsbaar object. Binnen een straal van 500 meter om de loods liggen geen stationaire risicobronnen. Evenmin ligt de loods binnen een plaatsgebonden risicocontour of binnen een invloedsgebied, waarbinnen een groepsrisico moet worden verantwoord. Op circa 15 meter van de loods ligt een hoge druk aardgasleiding van de Gasunie. Op grond van de Circulaire zonering langs hoge druk-aardgasleidingen (1984) moet tussen een hoge druk aardgasleiding en overige gebouwen een minimale afstand van 5 meter in acht worden genomen. Hieraan wordt voldaan. Gelet op de externe veiligheid, zijn er geen belemmeringen voor het wijzigen van de bestemming naar bedrijven categorie B2. Geluid Ten opzichte van de omliggende geluidsgevoelige objecten moet het bedrijf voldoen aan de normen die in het Besluit landbouw milieubeheer zijn opgenomen. Toetsing aan de Wet geluidshinder in verband met wegverkeerslawaai is niet nodig. Luchtkwaliteit Het gaat hier om een kleinschalig grondverzetbedrijf. Het aantal vervoersbewegingen zal dermate laag zijn, dat er geen significante bijdrage wordt geleverd aan een toename van concentraties luchtverontreinigende stoffen. Bodem Voor zover bekend zijn er op de locatie geen bodemonderzoeken uitgevoerd. De locatie kan als onverdacht worden aangemerkt. Op basis van de Bodemnota van de gemeente Hoogeveen, kan er een vrijstelling worden verleend voor het aanleveren van een onderzoeksrapport conform de NEN Ten behoeve van de sloop van de oude schuur, dient voorafgaand een asbestinventarisatie conform de SCA 540 (voorheen BRL 5052) te worden uitgevoerd door een gecertificeerd bureau. Als uit het asbestinventarisatie/-inspectie onderzoek blijkt dat er daadwerkelijk asbestmateriaal in de bebouwing en/of op de/het verharding/maaiveld aanwezig is, dient dit aanwezige asbestmateriaal door een (SCA 530, voorheen BRL 5050) gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf te worden verwijderd. Indien asbesthoudendmateriaal wordt aangetroffen op onverhard terrein dient ook een verkennend asbestonderzoek voor bodem te worden uitgevoerd (conform NEN 5707). Indien bij eventuele graafwerkzaamheden ter plaatse van de bouwlocatie afwijkingen worden geconstateerd of het vermoeden van een bodemverontreiniging bestaat, dient contact te worden opgenomen met het Ingenieursbureau (Bodem) van de gemeente Hoogeveen. Wanneer er sprake is van vrijkomende grond van de bouwlocatie en deze niet op de eigen locatie kan worden verwerkt, dan dient de hergebruiksmogelijkheid, ten behoeve van de toepassing elders, vastgesteld te worden conform het Besluit bodemkwaliteit. Pagina 7

6 Vanaf 1 juli 2008 is het Besluit bodemkwaliteit van kracht, waarbij alle toepassingen van grond en baggerspecie voorafgaand aan de toepassing moeten worden gemeld via het landelijk meldpunt. Hierop bestaan enkele uitzonderingen. Alle toepassingen van grond en baggerspecie (dus ook schone) dienen gemeld te worden, met uitzondering van: - schone grond < 50 m3 - particulieren (werk zonder aannemer) - landbouwbedrijf, mits binnen bij het bedrijf behorende perceel en vergelijkbaar gewas - het verspreiden van baggerspecie op aangrenzend perceel Deze dienen minimaal 5 werkdagen voor toepassing gemeld te worden bij het landelijke meldpunt: Water Het hemelwater mag niet worden geloosd op de riolering, maar moet worden geïnfiltreerd in het gebied zelf. Ecologie De effecten van het plan op de ecologische waarden van het perceel zal naar verwachting gering zijn. De bestaande schuur wordt gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Gezien de ondergrond en de bestaande bebouwing die wordt gesloopt, is het niet aannemelijk dat er beschermde diersoorten en plantensoorten aanwezig zijn op deze locatie. Gezien deze situatie is het niet noodzakelijk om een ecologisch onderzoek uit te voeren. Wel moet als gevolg van de werkzaamheden worden voorkomen dat de broedvogels verstoord worden. Als dit wel het geval is, dan moeten deze werkzaamheden buiten het broedseizoen (ca. maart juli) plaatsvinden. Er zijn een aantal vogelsoorten waarvan de broedplaatsen jaarrond beschermd zijn en bij verwijdering van de broedplaats altijd ontheffing moet worden aangevraagd. Dit betreft onder andere de kerkuil, steenuil, boerenzwaluw en huiszwaluw. Voor al deze soorten geldt dat het vervangen, repareren of in de directe omgeving verplaatsen van een kast of nestgelegenheid, niet wordt gezien als een overtreding en een ontheffing Flora- en faunawet is in dat geval niet nodig. De realisatie van de schuur hoeft niet per se buiten het broedseizoen plaats te vinden op voorwaarde dat er geen (tijdelijke) broedgelegenheid ontstaat en dat de werkzaamheden voor het broedseizoen worden opgestart. Op ca meter ligt een natuurgebied dat behoort tot de ecologische hoofdstructuur. Op ca. 3,5 km ligt het Mantingerzand. Dit is een habitatrichtlijngebied. De gemeente is hiervoor het bevoegd gezag om te toetsten of er significant negatieve effecten zullen optreden als gevolg van de bedrijfsactiviteiten. Overige Natura 2000 gebieden (vogel- en habitatrichtlijngebieden) liggen op grotere afstand van het plangebied. Er zullen naar verwachting geen significante effecten optreden op de beschermde natuurgebieden. Archeologie Het bedrijf ligt in een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde. De nieuwe schuur wordt herbouwd op nagenoeg dezelfde plaats als de oude schuur. Aangezien de bodem ter plaatse van de nieuwbouw al grotendeels is verstoord en gezien de lage archeologische verwachtingswaarde is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. Pagina 8

7 Indien tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden alsnog archeologische sporen worden aangetroffen, moeten de werkzaamheden worden stilgelegd en dienen de gemeente en de provinciaal archeoloog onmiddellijk te worden geïnformeerd. Conclusie Gelet op het bovenstaande luidt de conclusie dat er uit milieutechnisch oogpunt geen belemmeringen optreden tegen het voorgenomen plan. 5. Planbeschrijving Het perceel krijgt de doelbestemming bedrijven categorie B2 binnen de gebiedsbestemming Landelijk Gebied II. De voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied Noord zijn van overeenkomstige toepassing verklaard. De bebouwingsvoorschriften voor bebouwing ten dienste van niet-agrarische bedrijven zijn op het onderhavige perceel van toepassing (artikel 5 lid 3 sub c). Op grond van deze voorschriften is het toegestaan om een gebouw te bouwen met een goothoogte van maximaal 4,5 meter en een bouwhoogte van maximaal 12 meter. Het gebouw moet tenminste op 2,5 meter van de perceelgrens worden gebouw en de oppervlakte mag maximaal met 10 % worden vergroot. 6. Inspraak Het vastgestelde wijzigingsplan ligt vanaf 18 juni 2009 gedurende 6 weken ter inzage. Het ontwerpwijzigingsplan heeft vanaf 4 maart t/m 15 april 2009 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingebracht. Pagina 9

8 Pagina 10