3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

Transcriptie

1

2 TOELICHTING 1. Inleiding 4 2. Bestaande situatie Plangebied Vigerende bestemmingsplan bestaande situatie 5 3. Gewenste ontwikkeling 5 4. Milieu 5 5. Planbeschrijving 8 6. Inspraak 8 7. Voorschriften 9 8. Plankaart 10 Pagina 2

3 1. Inleiding Op 20 april 2009 heeft de gemeente een verzoek ontvangen van de Stijll BV te Hoogeveen. Het verzoek heeft betrekking op het mogelijk maken van het uitoefenen van een dakbedekkingsbedrijf aan de Domeinweg 11 te Fluitenberg. Hiervoor dient het bestemmingsplan te worden gewijzigd. 2. Bestaande situatie 2.1 Plangebied Het plangebied bestaat uit de gedeeltelijke percelen kadastraal bekend gemeente Hoogeveen sectie U, nummer 120 plaatselijk bekend Domeinweg 11 te Fluitenberg. 2.2 Vigerende bestemmingsplan Op het plangebied is het bestemmingsplan Buitengebied Noord van kracht. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad van Hoogeveen vastgesteld op 22 november 2007, en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Drenthe op 27 mei 2007 Het perceel heeft de doelbestemming Woning in de gebiedsbestemming Landelijk Gebied I. Op de bijgevoegde tekening is een uitsnede van de plankaart weergegeven. Pagina 3

4 2.3 bestaande situatie Het perceel ligt ten westen van de Domeinweg. Op het perceel is een woonhuis gesitueerd met huisnummer 11. Daarnaast zijn er een aantal schuren aanwezig op het perceel. 3. Gewenste ontwikkeling Zoals in het bovenstaande is aangegeven heeft het perceel de doelbestemming Woning in de gebiedsbestemming Landelijk Gebied I. Het dakbedekkersbedrijf past niet binnen de bestemming, aangezien de huidige bestemming alleen een woonfunctie toestaat. Het perceel krijgt d.m.v. dit wijzigingsplan de bestemming Bedrijven Categorie B2 waarmee het dakbedekkersbedrijf op deze bestemming is toegestaan. 4. Milieu Aanleiding Op 20 april 2009 is binnengekomen het verzoek van dhr. L. Busstra om op het perceel Domeinweg 11 in Fluitenberg een kapschuur te bouwen, waarbij twee bestaande schuren worden gesloopt. Gebleken is dat één schuur inmiddels gesloopt is en de andere een tijdelijk karakter heeft als verplaatsbare eenheid. Tevens dient ter realisatie van het dakdekkersbedrijf de bestemming te worden gewijzigd in een Bedrijven categorie B2 bestemming. Voor het dakdekkersbedrijf is tevens een melding ontvangen in het kader van het Besluit algemene regels voor inrichtingen (hierna: Activiteitenbesluit). Deze melding is bij besluit van 28 april 2009 akkoord bevonden en ligt momenteel ter inzage voor een ieder. Water Binnen het dakdekkersbedrijf van de heer. L. Busstra komt huishoudelijk afvalwater en hemelwater, niet afkomstig van een bodembeschermende voorziening, vrij. Het huishoudelijk afvalwater wordt geloosd op de gemeentelijke riolering en het hemelwater wordt geloosd op de sloot. Het treffen van verdere maatregelen/voorzieningen is niet nodig. Geluid De voorgenomen wijziging vormt geen belemmering voor de omgeving ten aanzien van het geluidsaspect. In de nieuw te bouwen kapschuur vindt opslag plaats van dakbedekkingsmaterialen. Voor zover binnen de inrichting geluidhinder wordt veroorzaakt naar de omgeving toe, dient daarbij te worden voldaan aan de geluidnormen van het Activiteitenbesluit. Lucht De voorgenomen wijziging kan worden aangemerkt als een project dat niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat de grenswaarden van de Wet luchtkwaliteit worden overschreden als gevolg van dit plan. Pagina 4

5 Bedrijvigheid Op 14 april 2009 is voor het dakdekkersbedrijf Busstra dakbedekkingen een digitale melding gedaan op grond van het Activiteitenbesluit. Bij besluit van 28 april 2009 is deze melding akkoord bevonden. Binnen het dakdekkersbedrijf vindt met name opslag plaats van dakbedekkingsmaterialen. De werkelijke werkzaamheden worden op locatie uitgevoerd. Tevens worden op het perceel Domeinweg 11 drie paarden op hobbymatige wijze gehouden. In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich enkele agrarische bedrijven. De beoogde ontwikkeling voorziet echter niet in het oprichten van verblijfsruimten (geurgevoelige objecten), waardoor de nieuwe bebouwing geen belemmering vormt voor de uitbreiding van agrarische bedrijven in de omgeving. Naast de agrarische bedrijvigheid is in de omgeving van het plangebied geen bedrijvigheid aanwezig die een belemmering vormt voor de beoogde ontwikkeling. Ecologie Ter bescherming van de ecologische waarden dient bij ruimtelijke ingrepen een afweging te worden gemaakt in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn (Natuurbeschermingswet 1998) en de Flora- en faunawet. Natuurbeschermingswetgeving Het dakdekkersbedrijf van L. Busstra ligt op een afstand van circa 4800 meter van het Natura-2000 gebied Dwingelerveld en circa 9400 meter van het Natura-2000 gebied Mantingerzand. Het Mantingerzand betreft een aangewezen gebied dat valt onder de Habitatrichtlijn en het Dwingelerveld betreft een aangewezen gebied op grond van zowel de Vogelrichtlijn als de Habitatrichtlijn. Gezien de aard van de beoogde ontwikkelingen en de afstand tot de genoemde Natura 2000 gebieden, mag geconcludeerd worden dat de realisering van de nieuwe kapschuur voor de opslag van dakbedekkingsmaterialen en de bestemmingswijziging niet leidt tot een verslechtering van de kwaliteit van de beschermingszones en de in de beschermde gebieden voorkomende soorten. Flora en faunawet De Flora- en Faunawet regelt de bescherming van bepaalde soorten. Bij de uitvoering van ruimtelijke plannen, dient te worden onderzocht of de activiteiten schadelijke gevolgen hebben voor de beschermde soorten. Nagegaan dient te worden of er negatieve gevolgen zijn voor de flora en fauna ter plaatse. Gezien de ligging van het perceel op circa 470 meter van het natuurgebied Boswachterij Ruinen (maakt onderdeel uit van de EHS en is aangemerkt als zeer kwetsbaar gebied volgens de Wet ammoniak en veehouderij) is een ecologisch onderzoek nodig. In eerste instantie kan worden volstaan met een quick scan. Alvorens wordt gestart met de sloopwerkzaamheden, dient eerst het ecologisch onderzoeksrapport te zijn beoordeeld door het Ingenieursbureau. Gebleken is echter dat de sloopwerkzaamheden al hebben plaatsgevonden en om die reden van een ecologisch onderzoek wordt afgezien. Externe veiligheid Het plan ligt niet in de invloedssfeer van risicovolle bedrijven. Bovendien zijn geen kabels en/of leidingen op het perceel of in de directe nabijheid ervan aanwezig, die kunnen zorgen voor belemmeringen. Derhalve is dit aspect niet relevant en is verder onderzoek niet noodzakelijk. Pagina 5

6 Bodem Op grond van de Wet ruimtelijke ordening dient nagegaan te worden of de bodem geschikt is voor het geplande gebruik. Bestemmingswijziging In verband met de voorgenomen bestemmingswijziging is een eventueel bodemonderzoek niet aan de orde. Bouwen Dit kan wel het geval zijn bij de aanvraag voor de bouwvergunning voor de kapschuur. Op 14 april 2009 is hiervoor al een bouwvergunning aangevraagd. Aangezien er voldoende gegevens bekend zijn kan vrijstelling worden verleend voor het leveren van een bodemonderzoek volgens de norm NVN 5725 en/of de norm NEN Slopen In verband met de sloop van de twee bestaande schuren wordt geadviseerd voorafgaand een asbestinventarisatie van de gebouwen door een daartoe (SCA 540, voorheen BRL 5052) gecertificeerd bureau uit te laten voeren. Hierbij wordt tevens geadviseerd een asbestinspectie op te nemen ten aanzien van de bodem rondom de te slopen bebouwing. Als uit het asbestinventarisatie/-inspectie onderzoek blijkt dat er daadwerkelijk asbestmateriaal in de bebouwing en/of op het maaiveld aanwezig is, dient dit aanwezige asbestmateriaal (in de bebouwing en/of op het maaiveld) door een (SCA 530, voorheen BRL 5050) gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf te worden verwijderd. Indien bovendien asbesthoudend materiaaal wordt aangetroffen op onverhard terrein in dat geval een verkennend asbestonderzoek voor de bodem uitgevoerd moet worden. Aangezien de schuur inmiddels al gesloopt is, is een asbestonderzoek nu echter achterhaald. Als bij graafwerkzaamheden ter plaatse van de bouwlocatie alsnog afwijkingen worden geconstateerd of alsnog het vermoeden bestaat van een bodemverontreiniging, dan dient aanvrager contact op te nemen met R. Mud van het Ingenieursbureau. Dit geldt ook in het geval er sprake is van vrijkomende grond van de bouwlocatie, dat niet op het eigen perceel kan worden verwerkt. Archeologie De IKAW (indicatieve kaart archeologische waarden) raadplegend blijkt het plangebied in een gebied te liggen met een hoge archeologische verwachting. Het plangebied is niet gelegen in de directe nabijheid van een terrein van enige archeologische betekenis. Het dichtstbijzijnde terrein betreft een terrein met een hoge archeologische waarde en is gelegen op circa 3300 meter. Nu de nieuw te bouwen kapschuur een afmeting krijgt van 115 m2, valt deze binnen de vrijstellingsmogelijkheid van de provincie Drenthe om te verstoren oppervlakten kleiner dan 500 m2 buiten de onderzoeksplicht te houden. Mocht bij het uitgraven van de bouwlocatie archeologische vondsten of sporen aan het licht komen, dan dient men dit overigens onmiddelijk te melden bij de provinciaal archeoloog. Pagina 6

7 5. Planbeschrijving De voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied Noord zijn van overeenkomstige toepassing verklaard. De bebouwingsvoorschriften voor bebouwing ten dienste van nietagrarische bedrijven zijn dan ook conform het gestelde in artikel 4 lid 3 onder c van overeenkomstige toepassing op de ter plaatse aanwezige bestemming Bedrijven Categorie B2 op het perceel Domeinweg 11 te Fluitenberg. 6. Inspraak Het ontwerpwijzigingsplan heeft vanaf 18 juni 2009 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. In deze periode zijn er geen zienswijzen ingebracht. Pagina 7