Ruimtelijke onderbouwing Plaatsen mestsilo buiten bouwvlak Jonkerstraat 14 Netterden

Transcriptie

1 Ruimtelijke onderbouwing Plaatsen mestsilo buiten bouwvlak Jonkerstraat 14 Netterden Rombou Bezoekadres : Zwartewaterallee 14, 8031 DX Zwolle Postadres : Postbus 240, 8000 AE Zwolle Datum : 4 maart 2015 Status : concept Projectleider : ing. S. (Sander) Kondring Telefoon : (088) Fax : (088) info@rombou.nl

2 Onderbouwing plaatsen mestsilo buiten bouwvlak locatie Jonkerstraat 14 te Netterden. 1. Inleiding Het perceel Jonkerstraat 14 te Netterden is gelegen in het buitengebied van de gemeente Oude IJsselstreek. Op het perceel is een agrarisch bedrijf gevestigd, te weten een melkveebedrijf. Het perceel is kadastraal bekend als gemeente Gendringen sectie H nummer 579. Aanleiding is de wens een mestsilo te realiseren buiten het agrarisch bouwvlak. Middels een buitenplanse afwijking kan hieraan worden meegewerkt. 2. Ligging plan Op de onderstaande afbeelding is de locatie met een cirkel aangeduid. De exacte begrenzing is in het bestemmingsplan zelf te vinden. Afbeelding 1. Luchtfoto ligging locatie. 1

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1 Hoofdstuk 2 Ligging plan 1 Hoofdstuk 3 Planbeschrijving 2 Hoofdstuk 4 Beleidskader en haalbaarheid Beleidskader Haalbaarheid Akoestiek Bedrijvigheid en geurhinder Bodem Externe veiligheid Flora en Fauna Luchtkwaliteit Water Cultuurhistorie en archeologie Verkeer en parkeren Landschappelijke inpassing 14 Hoofdstuk 5 Economische uitvoerbaarheid 16

4 3. Planbeschrijving Het bedrijf aan de Jonkerstraat 14 te Netterden is een melkveehouderij. Door uitbreidingen van het bedrijf is extra mestopslag noodzakelijk. De wens is de nieuwe mestsilo van 1452 kuub aan de zuidzijde van het bedrijf te situeren. Binnen het huidige bouwvlak is onvoldoende ruimte omdat er ook met uitbreiding van de stallen rekening wordt gehouden. Hierom is verzocht medewerking te verlenen om de mestsilo (gedeeltelijk) buiten het bouwvlak te situeren. Het bouwvlak wordt dus feitelijk hiermee niet gewijzigd. Op onderstaande afbeelding is de nieuwe situering weergegeven. Afbeelding 2. Situering nieuwe mestsilo 2

5 Afbeelding 3. Huidige bebouwing Ten noorden van de bestaande ligboxenstal staat een oude pluimveestal. Deze wordt gesloopt en vervangen door een nieuwe ligboxenstal. Deze ontwikkeling ligt wel binnen het bouwvlak en wordt daarom buiten deze onderbouwing gelaten verder. Richting toekomst zal tevens uitbreiding aan de zuidzijde van de stallen plaatsvinden. 3

6 4. Beleidskader en haalbaarheid 4.1 Beleidskader Reconstructieplan Achterhoek en Liemers De gemeente Oude IJsselstreek maakt onderdeel uit van het reconstructieplan Achterhoek- Liemers. Het reconstructieplan verdeelt de gemeente in drie soorten gebieden: extensiverings-, verwevings-, en landbouwontwikkelingsgebied. Voor extensiverings-gebieden geldt dat natuur en ontwikkeling van het landschap voorop staan. Verweving staat voor het samengaan van diverse functies. In Landbouwontwikkelingsgebieden wordt landbouw gestimuleerd. Het perceel ligt in het verwevingsgebied. Voor grondgebonden veehouderij is in het reconstructieplan geen maximum maatvoering voor een bouwvlak gegeven. Met het realiseren van de mestsilo wordt een goede bedrijfsvoering voor de toekomst gegarandeerd in een gebied dat daarvoor geschikt is. De ontwikkeling past het binnen de gestelde eisen van het Reconstructieplan. Bestemmingsplan Het geldende bestemmingsplan voor dit perceel is Buitengebied 2000, herziening Het perceel heeft hierin de bestemming Agrarisch gebied met landschapswaarden. Een bouwvlak geeft aan war agrarische bebouwing is toegestaan. De gewenste ontwikkeling moet, gezien de inhoud van de mestsilo, middels een buitenplanse afwijking geregeld worden. Binnenplans kan maximaal tot 1000 kuub worden toegestaan buiten het bouwvlak. Afbeelding 4. Huidig bouwvlak. 4

7 De nieuwe mestsilo is zodanig gesitueerd dat toekomstige uitbreiding van het bedrijf mogelijk blijft en dat er sprake is van een landbouwkundig goede situatie. Ingevolge het bestemmingsplan zijn landschappelijke waarden in het gebied van toepassing. Op de bestemmingsplankaart is de bestemming Agrarisch met landschapswaarden van toepassing. Deze bestemming kent een nadere aanduiding die de landschapswaarde openheid moet beschermen. Openheid van het landschap betekent een weids uitzicht, waarin vergezichten een belangrijke rol spelen. Lijnen naar de horizon worden niet of nauwelijks door bijvoorbeeld houtopstanden of glooiingen in het landschap. In het landschapsontwikkelingsplan wordt het landschap waarin de locatie Jonkerstraat 14 ligt getypeerd als riviergebied laagterras Oude IJssel. Dit open landschap is het gevolg van ruilverkavelingen die als doel hadden de bij een agrarisch bedrijf behorende gronden dichter bij elkaar te krijgen. Het idee hierachter was een efficiëntere bedrijfsvoering te door korte aanvoerlijnen te creëren. Vroeger waren leilinden, elzensingels en andere houtopstanden minder zeldzaam in dit landschap. Deze zijn echter nagenoeg allemaal verdwenen door de ruilverkaveling. Voor de gewenste ontwikkeling (mestsilo) heeft deze landschapswaarde weinig consequenties. Op het perceel is erfbeplanting aanwezig. Zie onderstaande foto s. Afbeelding 5. Foto Google Streetview. Aanzicht op oostzijde bedrijf vanaf Jonkerstraat. Afbeelding 6. Foto Google Streetview. Aanzicht op westzijde bedrijf vanaf Jonkerstraat. De locatie van de nieuwe mestsilo is niet bestemd als hydrologisch bufferzone, Ecologisch verbindingszone, EHS of natte natuur en is geen zoekgebied voor nieuwe natuur. De openheid van het landschap wordt niet aangetast. 5

8 4.2 Haalbaarheid De volgende aspecten zijn nader onderzocht: akoestiek; bedrijvigheid; bodem; flora&fauna; water; archeologie; landschappelijke inpassing Akoestiek De realisatie van de nieuwe mestsilo heeft geen effecten op het vlak van akoestiek. Het aspect Akoestiek levert geen belemmeringen op voor de voorgenomen ontwikkelingen Geurhinder Voor een nieuwe mestopslag geldt een minimale afstandseis van 100 m tot geurgevoelige objecten. De afstand tot de woning Jonkerstraat 14 a (voormalige bedrijfswoning) bedraagt ruim 130 meter. Het aspect Geur levert geen beperkingen op ten aanzien van de voorgenomen ontwikkelingen Bodem In het kader van de Wet ruimtelijke ordening moet bij een bestemmingsplanprocedure in beginsel worden getoetst of de bodemkwaliteit de wijziging in de weg staat. Wanneer op betreffende perceeldelen geen (ernstige) bodemverontreiniging wordt verwacht, mag worden aangenomen dat er geen belemmeringen zijn voor vergroting van het bouwvlak. In dat geval is bodemonderzoek in het kader van de bestemmingsplanprocedure niet noodzakelijk. Op grond van de beschikbare informatie wordt ter plaatse van de perceeldelen waarop de mestsilo gepland staat, geen ernstige bodemverontreiniging verwacht. Het uitvoeren van een bodemonderzoek in het kader van de bestemmingsplanprocedure (buitenplans afwijken) is dan ook niet nodig Flora en Fauna De locatie van de nieuwe mestsilo bestaat uit intensief beheerd grasland (3-4 keer maaien per jaar, bemesten, oogsten). Op dergelijke percelen zijn geen beschermde soorten te verwachten. Er is verder geen sprake van dempen van sloten of kappen van bomen. De oppervlakte van de mestsilo is circa 518 m2. De verstoring is daarmee zeer gering. De locatie ligt niet in een beschermd gebied (Natura2000 of Gelders Natuurnetwerk/EHS) Water Met het doel om wateroverlast te voorkomen dienen gemeenten, ontwikkelaars en waterschap vroegtijdig met elkaar de wettelijk verplichte watertoetsdialoog aan te gaan. Het doel van de watertoets is de negatieve effecten van besluiten op de waterhuishouding te voorkomen en mogelijke kansen voor het watersysteem benutten. De watertoets is een procesinstrument om in 6

9 een vroeg stadium van de planvorming het aspect water te betrekken. Dit houdt in dat het waterschap in een vroeg stadium wordt betrokken om een wateradvies te geven over de omgang met water binnen de planlocatie. De planlocatie is gelegen in het beheersgebied van het Waterschap Rijn en IJssel. Het Waterschap Rijn en IJssel heeft een watertoetstabel (versie januari 2012) ontwikkeld waarmee met een aantal vragen in beeld is te brengen welke wateraspecten relevant zijn en met welke intensiteit het watertoetsproces dient te worden doorlopen. De vragen zijn gericht op de locatie van de ruimtelijke ontwikkeling en welke veranderingen er mogelijk worden gemaakt. In onderhavige situatie wordt het bestemmingsplan niet gewijzigd, maar is voor de volledigheid de watertoets wel uitgevoerd. Thema Toetsvraag Relevant HOOFDTHEMA S Veiligheid Riolering en Afvalwaterketen Wateroverlast (oppervlaktewater) Oppervlaktewaterkwaliteit Grondwateroverlast Grondwaterkwaliteit Inrichting en beheer Volksgezondheid 1. Ligt in of nabij het plangebied een primaire of regionale waterkering? 2. Ligt in of nabij het plangebied een kade? 1. Is de toename van het afvalwater (DWA) groter dan 1m 3 /uur? 2. Ligt in het plangebied een persleiding van WRIJ? 3. Ligt in of nabij het plangebied een RWZI van het waterschap? 1. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak met meer dan 2500m 2? 2. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak met meer dan 500m 2? 3. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak? 4. In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes? 1. Wordt vanuit het plangebied (hemel)water op oppervlaktewater geloosd? Ja 1. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond? 2. Bevindt het plangebied zich in de invloedzone van Rijn en IJssel? 3. Is in het plangebied sprake van kwel? 4. Beoogt het plan dempen van perceelsloten of andere wateren? Ja 1. Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking? 1. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap? 2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel? 1. In of nabij het plangebied bevinden zich overstorten uit het gemengde stelsel? 2. Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het plangebied die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico s met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)? Natte natuur 1. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ? 2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water? 3. Bevindt het plangebied zich in beschermingszones voor natte natuur? 4. Bevindt het plangebied zich in een Natura 2000-gebied? Verdroging 1. Bevindt het plangebied zich in een TOP-gebied of een beschermingszone voor natte natuur? AANDACHTSTHEMA S Recreatie 1. Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt? Cultuurhistorie 1. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig? 7

10 Conclusie Rondom de locatie liggen sloten waar regenwater op geloosd kan worden. Er is sprake van toename van verhard oppervlak aangezien er een nieuwe mestsilo wordt gerealiseerd. Op basis van bovenstaande watertoets kan worden gesteld dat het plan waterhuishoudkundig niet van belang is en er hoeft geen wateradvies bij het waterschap gevraagd te worden. Het uitvoeren van aanvullend onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht Cultuurhistorie en archeologie In september 2008 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. De wet is een uitvloeisel van het Europese Verdrag van Valetta (1992). Daarin is afgesproken dat archeologie een gewogen onderdeel moet zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen. In die wet is vastgelegd dat de initiatiefnemer van een bodemverstorende ingreep betaalt voor de zorg van het (eventueel) aanwezige erfgoed en dit ook verder regelt. In de wet is bepaald dat de afweging binnen de Wro-procedures moet plaatsvinden. De gemeente Oude IJsselstreek heeft een archeologische waardenkaart vastgesteld. Onderstaand een uitsnede van deze kaart. Afbeelding 7. Archeologische verwachtingswaarde De geplande locatie van de nieuwe mestsilo ligt in de zone met een middelhoge archeologisch verwachtingswaarde. Hiervoor geldt dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij een verstoring die groter is dan 1000 m 2 en dieper dan 30 cm. De verstoring voor de mestsilo bedraagt 518 m 2. De ondergrens van 1000 m 2 wordt niet overschreden. Archeologisch onderzoek is niet noodzakelijk Landschappelijke inpassing Onder hoofdstuk 4.1 staan de landschapswaarden reeds beschreven. In afbeelding 5 en 6 is te zien dat de locatie landschappelijk goed is ingepast. De nieuwe mestsilo is van het type gaasmatsilo en heeft slechts een hoogte van 2,70 m boven maaiveld. Door de donkere kleur zal de nieuwe mestsilo vanaf de openbare weg (Jonkerstraat) niet of nauwelijks zichtbaar zijn. 8

11 Afbeelding 8. Voorbeeld gaasmatsilo. 5. Economische uitvoerbaarheid De voor dit plan te maken kosten zijn voor rekening van de betrokken initiatiefnemer. Planschade wordt door de initiatiefnemer niet verwacht, aangezien er geen wijziging van het bestemmingsplan plaatsvindt. Aanvullend onderzoek naar mogelijke planschade is derhalve niet uitgevoerd. Er bestaat geen reden om te twijfelen aan de economische uitvoerbaarheid van het plan. 9