Gemeente Bronckhorst. Wijzigingsplan Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden. OOSTZEE stedenbouw. Datum: oktober 2009 Project: GBO617

Transcriptie

1 Gemeente Bronckhorst Wijzigingsplan Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Datum: oktober 2009 Project: GBO617 OOSTZEE stedenbouw Tivolilaan BV Arnhem Postbus AA Arnhem Tel (026) Fax (026) info@oostzee.nl

2

3 Toelichting

4

5 Toelichting Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Inhoud 1. Inleiding Aanleiding en doelstelling Plangebied Vigerend bestemmingsplan en aanpak Wettelijk kader Bestaande situatie Beschrijving van de omgeving Beschrijving van het plangebied Planbeschrijving Nieuwe situatie Het bouwplan Verkeer en parkeren Randvoorwaarden Algemeen Stedenbouwkundige en planologische kaders Ruimtelijke en landschappelijke inpassing Beeldkwaliteitseisen Milieu- en omgevingsaspecten Milieu Waterhuishouding Archeologie en cultuurhistorie Natuurwaarden Juridische aspecten Algemeen Regels Digitale / analoge verbeelding Economische uitvoerbaarheid OOSTZEE stedenbouw 2

6 Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Toelichting 3 OOSTZEE stedenbouw

7 Toelichting Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden 1. Inleiding 1.1. Aanleiding en doelstelling Het voorliggende bestemmingsplan is een wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van het bestemmingsplan Buitengebied 2005; Hengelo/Vorden, vastgesteld op 27 april 2006, en gedeeltelijk goedgekeurd op 5 december 2006 nr Dit bestemmingsplan is opgesteld om een planologische basis te leggen voor de functiewijziging op het perceel De Leuke 6 voor het verbouwen van een bestaande schuur in een woning met expositieruimte. Het bestemmingsplan heeft betrekking op het adequaat regelen van de toekomstige situatie. Het bestemmingsplan zal bestaan uit een plankaart en een toelichting. Voor de regels wordt verwezen naar het geldende bestemmingsplan Buitengebied 2005 Hengelo/Vorden. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn diverse onderzoeken verricht die volledigheidshalve in dit bestemmingsplan zijn opgenomen. De resultaten worden in de toelichting kort verklaard Plangebied Het plan beoogt een functiewijziging op het perceel De Leuke 6 te Vorden. Dit plangebied is kadastraal bekend als gemeente Vorden, sectie B, perceelnummers 2467 en Op onderstaande topografische kaart is de ligging van het plangebied weergegeven. Ligging van het plangebied 1.3. Vigerend bestemmingsplan Het plangebied valt binnen de grenzen van het geldende bestemmingsplan Buitengebied 2005 Hengelo/Vorden. De gronden vallen binnen de bestemming Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden. De woning binnen het plangebied heeft de nadere aanduiding wonen. OOSTZEE stedenbouw 4

8 Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Toelichting 5 OOSTZEE stedenbouw

9 Toelichting Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden 2. Wettelijk kader In het bestemmingsplan Buitengebied 2005 Hengelo/Vorden is een wijzigingsbevoegdheid voor Burgemeester en wethouders opgenomen krachtens artikel 11 van de (oude) Wet op de Ruimtelijke ordening. Burgemeester en wethouders kunnen de op de plankaart aangeduide agrarische bestemming omzetten naar de functie wonen. In artikel 17 onder 19, van de voorschriften, van het bestemmingsplan Buitengebied Hengelo/Vorden 2005, is een aantal voorwaarden opgenomen met betrekking tot deze wijzigingsbevoegdheid. Voor gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid moet aan de volgende criteria worden voldaan: 1. Als hergebruik van de aanwezige bedrijfsgebouwen mogelijk is moeten de woningen zoveel mogelijk worden gerealiseerd in één, en ten hoogste in twee gebouwen waarbij maximaal 3 extra woningen gerealiseerd kunnen worden, naast de reeds bestaande - voormalige - dienstwoning(en). Bij hergebruik dient in ieder geval het voormalige agrarisch hoofdgebouw waarin de dienstwoning is gelegen te worden gebruikt; 2. Als hergebruik van de aanwezige bedrijfsgebouwen voor wonen niet mogelijk is kan na sloop van alle gebouwen vervangende nieuwbouw plaatsvinden waarbij maximaal 3 extra woningen gerealiseerd kunnen worden in maximaal 2 gebouwen, met een omvang van maximaal 50 % van de gesloopte oppervlakte; 3. De woningen moeten een inhoud hebben van minimaal 300 m³ per woning; 4. Alle overige bebouwing die niet voor de woning(en) kan worden ingericht (b.v. als bijgebouw) moet worden gesloopt. De karakteristieke gebouwen dienen te worden gehandhaafd; 5. In beginsel dient verevening in de vorm van een minimale reductie van 50 % van de bebouwde oppervlakte van niet-karakteristieke gebouwen op het voormalige bouwperceel te worden gerealiseerd; 6. Andere vormen van verevening kunnen bestaan uit een kwaliteitsbijdrage zoals genoemd in de beschrijving in hoofdlijnen in artikel 3; 7. Bij de splitsing van het hoofdgebouw van een boerderij waarbij één extra woning ontstaat die niet groter is dan 350 m² is de vereveningsregeling niet van toepassing; 8. De initiatiefnemer overlegt een inrichtingsplan waarop hij de vormgeving van de gebouwen en de inrichting van zijn erf verantwoordt; 9. De voormalige bestaande agrarische functie mag tot een maximale oppervlakte van 200 m² worden voortgezet ten behoeve van het hobbymatig houden van dieren; 10. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad; 11. De aanduiding Agrarisch bouwperceel of de bestemming Niet-agrarisch bedrijf vervalt; 12. De bebouwingsregeling woningen, zoals vermeld in lid 5 van artikel 4 en 5 is overeenkomstig van toepassing. OOSTZEE stedenbouw 6

10 Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Toelichting Het plangebied (De Leuke 6 te Vorden) is in het bestemmingsplan Buitengebied 2005 Hengelo/Vorden bestemd als woning en is aan te merken als een voormalig agrarisch bedrijf (omdat het perceel in het bestemmingsplan Buitengebied 1982 voorzien was van een agrarisch bouwblok). Het beleid van functieverandering van de gemeente Bronckhorst is derhalve van toepassing. Dit betekent dat de schuur de aanduiding woning kan krijgen (door middel van de vereveningsvorm behoud van karakteristieke/monumentale bebouwing). Het vigerende bestemmingsplan bevat een wijzigingsbevoegdheid voor het omzetten van de agrarische functie in een woonfunctie. De expositieruimte wordt gezien als een aan-huis-gebonden-beroep met een oppervlak van maximaal 50 m². Het plan voldoet aan bovenstaande in het bestemmingsplan voorgeschreven voorwaarden. De aanwezige woning op het perceel blijft in gebruik als woning. De schuur wordt verbouwd tot een woning met een expositieruimte. Er is op het terrein geen andere bebouwing aanwezig die in aanmerking kan komen voor sloop. De verbouwing van de schuur is hoofdzakelijk inpandig en zal de karakteristiek van het gebouw niet aantasten. Dit is van belang, omdat de schuur is aangewezen als gemeentelijk monument. De nieuwe woning voldoet aan de minimale inhoud van 300 m³. De expositieruimte zal inpandig worden gerealiseerd en mag een maximale oppervlakte krijgen van 50 m². De expositieruimten kan gezien worden als een aan-huis-gebonden-beroep. De expositieruimte dient wel geheel binnen de bestaande schuur gerealiseerd te worden, waarbij de inhoud van de woning niet minder mag worden dan 300 m³. Het erf wordt landschappelijk ingericht, waardoor de schuur beter in de omgeving zal passen. De voorgenomen functiewijziging naar een woning met expositieruimte heeft geen nadelige invloed op elders in de omgeving aanwezige functies. Burgemeester en wethouders zijn dan ook voornemens toepassing te geven aan deze wijzigingsbevoegdheid. De voorschriften van het geldende bestemmingsplan zijn overeenkomstig van toepassing op het voorliggende wijzigingsplan. Op de plankaart wordt de aanduiding wonen aan de schuur toegekend. 7 OOSTZEE stedenbouw

11 Toelichting Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden 3. Bestaande situatie 3.1. Beschrijving van de omgeving Het plangebied is gelegen in het buitengebied van de gemeente Bronckhorst. Het perceel is gelegen ten oosten van de kern Vorden en nabij de spoorlijn Zutphen-Winterswijk. In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich agrarische gronden, bosgebieden, woningen en agrarische bedrijven. Ten zuiden van het plangebied bevindt zich de Baakse Beek. Het plangebied is gelegen in een enken- en kampenlandschap. In grote delen van dit landschap en in de verspreid gelegen buurtschappen komt waardevolle bebouwing voor. Tal van gebouwen zijn geregistreerd als Rijks- of gemeentelijk monument. Het plangebied is gelegen op een enk. De omgeving vertoond een zekere openheid. De landschapstructuur vertoond geen overwegende hoofdrichting. Het wegenpatroon is slingerend, waarbij een begeleidende bomenbeplanting het verloop van de weg markeert. De bebouwing op de enken zijn veelal gerangschikt in organisch gevormde reeksen. Op de onderstaande luchtfoto is de ligging van het plangebied ten opzichte van haar omgeving weergegeven. Ligging van het plangebied ten opzichte van Vorden OOSTZEE stedenbouw 8

12 Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Toelichting 3.2. Beschrijving van het plangebied Binnen het plangebied is sprake van een voormalig agrarisch bedrijf. Momenteel heeft de locatie geen agrarische functie meer, maar een woonfunctie. De voormalige bedrijfswoning is aangemerkt in het bestemmingsplan als woning. Daarnaast bevindt zich op het terrein een karakteristieke schuur. De woning en de karakteristieke schuur zijn beide aangemerkt als gemeentelijk monument. Op de volgende afbeelding is de huidige situatie van het plangebied weergegeven. Huidige situatie plangebied 9 OOSTZEE stedenbouw

13 Toelichting Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden 4. Planbeschrijving 4.1. Nieuwe situatie De initiatiefnemer wil binnen het plangebied de bestaande karakteristieke schuur verbouwen tot een woning met een expositieruimte. Op onderstaande tekening is de situatie binnen het plangebied weergegeven. Situatieschets 4.2. Het bouwplan De schuur wordt opgedeeld in twee delen. Het voorste deel wordt verbouwd tot een expositieruimte met receptie, pantry en kantoor. Op de verdieping komt een opslagruimte voor de expositie. Het achterste deel wordt verbouwd als woning. De begane grond bevat onder andere de woonkamer, keuken, badkamer en een slaapkamer. Op de verdieping worden nog twee slaapkamers met een badkamer gerealiseerd. Op de volgende afbeeldingen is het bouwplan weergegeven. Het bouwplan moet voldoen aan de randvoorwaarden (hoofdstuk 5) en de milieu- en omgevingsaspecten (hoofdstuk 6) zoals deze omschreven zijn in dit bestemmingsplan. OOSTZEE stedenbouw 10

14 Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Toelichting 4.3. Verkeer en parkeren Het bouwplan Een ruimtelijke ontwikkeling mag niet leiden tot problemen bij de verkeersafwikkeling of tot parkeeroverlast. De realisatie van het plan leidt niet tot een substantiële toename van de verkeersbelasting op de omliggende wegen. De eventuele extra verkeersbewegingen kunnen eenvoudig worden opgevangen in de bestaande verkeersstroom. De eventueel extra benodigde parkeerplaatsen worden op eigen terrein gerealiseerd en zorgen daarom niet voor extra parkeerdruk. 11 OOSTZEE stedenbouw

15 Toelichting Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden 5. Randvoorwaarden 5.1. Algemeen In het voorgaande hoofdstuk is het bouwplan omschreven, zoals deze is ingeleverd bij de gemeente. In dit hoofdstuk worden de stedenbouwkundige en planologische kaders, de ruimtelijke en landschappelijke inpassing en de beeldkwaliteitseisen beschreven waaraan het plan dient te voldoen. Bij de vergunningverlening dient hieraan getoetst te worden Stedenbouwkundige en planologische kaders - De karakteristieke schuur wordt verbouwd tot een nieuwe woning met een expositieruimte. Het karakter van de schuur mag hierbij niet worden aangetast, aangezien het gebouw aangemerkt is als een gemeentelijk monument; - Er mag maximaal één wooneenheid gerealiseerd worden binnen de schuur; - De woning dient een inhoud te krijgen van minimaal 300 m³; - De expositieruimte kan worden gezien als een aan-huis-gebonden-beroep. De maximale oppervlakte hiervoor is 50 m²; - In verband met de ligging van de schuur nabij de spoorlijn Zutphen-Winterswijk, dient de gevel aan de kant van de spoorlijn als dove gevel uitgevoerd te worden; - Parkeren dient op eigen terrein te geschieden; - De nieuwe woning dient ontsloten te worden door middel van de bestaande toegangsweg Ruimtelijke en landschappelijke inpassing Het perceel is gelegen in een enken- en kampenlandschap. De toevoeging van een woonfunctie dient binnen dit landschap ingepast te worden. De gemeente heeft voor een verantwoorde landschappelijke inpassing de volgende aanbevelingen gedaan: - Bij vervanging van de rasters binnen het perceel, dient er gebruik gemaakt te worden van gekloofde eiken palen; - Het weghalen van de bolvormig gesnoeide Catalpa s is gewenst. Hiervoor in de plaats kunnen één of enkele hoogstamfruitbomen teruggeplaatst worden; - De haag voor de nieuwe woning kan doorgetrokken worden in de vorm van beuken of meidoorns. Dit is in verband met het uitzicht niet noodzakelijk; - Bij aankoop van het aangrenzende perceel, dient dit perceel ingeplant te worden met inheems plantenmateriaal Beeldkwaliteitseisen Voor de beeldkwaliteit dient het bouwplan getoetst te worden aan de welstandsnota van de gemeente Bronckhorst. De welstandscommissie dient het bouwplan van een positief advies te voorzien. Bij de toetsing gelden diverse criteria aangaande de omgeving, de architectuur en de historische waarde van het gebouw. OOSTZEE stedenbouw 12

16 Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Toelichting De te verbouwen schuur is aangewezen als gemeentelijk monument. Een gemeentelijk monument is een gebouw van 50 jaar of ouder, waaraan een historische waarde is toegekend en waarop een wettelijke bescherming rust tegen wijziging of sloop. Aangaande monumenten beschrijft de welstandsnota het volgende: Wijzigingen en toevoegingen aan een monument dienen overeenkomstig de stijl en de details van het hoofdgebouw aangebracht te worden. Bij de beoordeling van wijzigingen en toevoegingen aan of bij de monumenten is de karakteristiek en het historisch aspect een belangrijke toets. Dit houdt niet in dat nieuwe ingrepen, mits van enige omvang, geen eigen gezicht mogen hebben. Afwijken van de aspecten die juist de samenhang in deze gebouwen uitmaken, zoals maat en schaal, overwegend met kap, rustig natuurlijk historisch verantwoord materiaal- en kleurgebruik, vormen de leidraad. Stijl en detail zijn aspecten waar juist de variatie in aangebracht kan worden, mits deze van kwalitatief goed niveau zijn. De monumentencommissie heeft op 21 februari 2007 reeds positief geadviseerd over de aanvraag om een monumentenvergunning. De welstandscommissie heeft op 8 september 2009 ook een positief advies uitgebracht voor het bouwplan. 13 OOSTZEE stedenbouw

17 Toelichting Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden 6. Milieu- en omgevingsaspecten 6.1. Milieu Bodem Voor de vaststelling van een bestemmingsplan dient in verband met de uitvoering een reëel beeld aanwezig te zijn van de bodemkwaliteit voor de gronden waaraan een nieuwe bestemming wordt gegeven. Uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen is dat de bodemkwaliteit geschikt moet zijn voor de beoogde functie. In juli 2009 is een verkennend bodemonderzoek verricht. Dit onderzoek is opgenomen in de bijlage van dit bestemmingsplan. De onderzoeksresultaten zijn hieronder samengevat. De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 150 m². Op de onderzoekslocatie bevinden zich een woning en een opslagschuur. De opslagschuur zal verbouwd worden tot een woning met expositieruimte. Uit informatie van het bodemloket zijn geen bijzonderheden omtrent onderzoeken in de omgeving naar voren gekomen. Voor zover bekend zijn er op de locatie geen stoffen opgeslagen (geweest) en/of activiteiten ontplooid die een mogelijke bodemverontreiniging hebben veroorzaakt. Uit de veld- en laboratoriumwerkzaamheden is het volgende naar voren gekomen: - De bodem is tot 4,0 m-mv opgebouwd uit zand. De bovenlaag (0-0,5 m-mv) is zwak humeus. In de ondergrond is roest waargenomen. Tijdens de veldwerkzaamheden bevond het grondwater zich op een diepte van circa 2,5 m-mv; - Het opgeboorde materiaal is zintuiglijk beoordeeld. Hierbij zijn geen bijzonderheden waargenomen die duiden op het voorkomen van een mogelijke bodemverontreiniging. Tijdens het veldwerk is door de veldmedewerkers ter plaatse van de boringen in de bodem en op het maaiveld van de locatie zintuiglijk geen asbest verdacht materiaal waargenomen; - In de bovengrond overschrijdt het PAK gehalte de desbetreffende achtergrondwaarde. In het grondwater overschrijdt het kopergehalte de tussenwaarde en het bariumgehalte de desbetreffende streefwaarde. Verder zijn in de grond en het grondwater geen van de onderzochte componenten gemeten in gehalten die de achtergrondwaarden/streefwaarden en/of de detectiegrenzen overschrijden. De gemeten waarden voor de ph en de EC kunnen als normaal worden beschouwd. De gemeten overschrijdingen zijn dusdanig dat aanvullende maatregelen en/of analyses niet noodzakelijk worden geacht. Koper is een component die in landbouwgebieden vaker in een verhoogd gehalte wordt gemeten. De oorzaak is waarschijnlijk een jarenlange mestbelasting. Milieuhygiënisch zijn er geen belemmeringen voor de voorgenomen functiewijziging. OOSTZEE stedenbouw 14

18 Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Toelichting Geluid Ingevolge de Wet Geluidshinder (Wgh) dient bij ruimtelijke plannen ter waarborging van een goed woon- en leefklimaat rekening gehouden te worden met het aspect wegverkeerlawaai en railverkeerlawaai. Volgens de Wgh bevinden zich langs alle wegen wettelijke geluidzones, met uitzondering van woonerven, 30 km/uur-gebieden en wegen waarvan op grond van een door de gemeenteraad vastgestelde geluidsniveaukaart blijkt dat de geluidsbelasting op 10 meter uit de meest nabij gelegen wegas 48 db of minder bedraagt. De weg De leuke is, binnen een straal van 250 meter van de schuur, de enige weg met een wettelijke geluidszone. De Leuke is een ontsluitingsweg van een vijftal woningen. Deze weg heeft een lage verkeersintensiteit. De gemeente is van mening dat er geen overschrijding van de voorkeursgrenswaarde plaatsvindt bij deze weg (inclusief de toename van het aantal verkeersbewegingen door de realisatie van het plan). Derhalve wordt er geen akoestisch onderzoek noodzakelijk geacht. In december 2006 is een akoestisch onderzoek verricht naar de geluidbelasting van het railverkeer op het plangebied. Het onderzoek is opgenomen in de bijlage van dit bestemmingsplan. De onderzoeksresultaten zijn hieronder samengevat. De in de schuur te realiseren woning ligt op een afstand van 35 meter uit het hart van de spoorlijn Zutphen-Winterswijk binnen de wettelijk vastgestelde geluidszone. De berekende invallende geluidsbelasting is op 5 meter hoogte, hoger dan de voorkeursgrenswaarde van 57 db(a) (In 2007 is de wetgeving veranderd. In de nieuwe wet is de voorkeursgrenswaarde gesteld op 55dB). Er dient voor de woning een hogere waarde te worden aangevraagd van 60 db(a) voor railverkeer. Gebleken is dat een verzoek om een hogere grenswaarde zal niet worden gehonoreerd, omdat het plan niet voldoet aan de daarvoor van toepassing zijnde criteria. Om deze reden is het onderzoek in maart 2007 geactualiseerd en aangevuld. Deze aanvulling is eveneens opgenomen in de bijlage van dit bestemmingsplan. De onderzoeksresultaten zijn hieronder samengevat. De voorkeursgrenswaarde voor de geluidbelasting op een gevel voor railverkeer bedraagt conform de Wet Geluidhinder 55 db. De geluidbelasting op de naar het spoor gerichte linker zijgevel is 58 db. De geluidbelasting op de voor- en achtergevel bedraagt, door de halvering van de zichthoek, 55 db. De voorkeursgrenswaarde wordt dus op de linker zijgevel overschreden. Het aanbrengen van een dove gevel is hiervoor een oplossing. Wanneer de linker zijgevel ter plaatse van de woning wordt uitgevoerd als dove gevel worden de voor- en achtergevel maatgevend. Het pand voldoet dan met 55 db op deze gevels aan de voorkeursgrenswaarde voor railverkeer. Er hoeft dan geen hogere waarde aangevraagd te worden. De voorwaarden waaraan een dove gevel dient te voldoen staan beschreven in de Wgh. Een dove gevel is conform de Wgh een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn met een karakteristieke geluidwering die tenminste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 db onderscheidenlijk 35 db. Daarnaast mogen er alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits deze delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte. Er dienen 15 OOSTZEE stedenbouw

19 Toelichting Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden geluidwerende voorzieningen getroffen te worden om aan de eisen van 33 db binnenshuis te voldoen. Bij de vergunningaanvraag dient een geluidweringsonderzoek te worden toegevoegd. Geconcludeerd wordt dat wat betreft het aspect geluid er geen belemmeringen geconstateerd zijn voor de functiewijziging binnen het plangebied, mits de linkerzijde van de toekomstige woning wordt gerealiseerd als dove gevel. Luchtkwaliteit Het Besluit Luchtkwaliteit is in november 2007 ingetrokken en vervangen door een nieuwe regeling in de Wet Milieubeheer, bekend onder de naam Wet Luchtkwaliteit. Op 15 november 2007 is de Wet Luchtkwaliteit in werking getreden. In de nieuwe wet en de daarop gebaseerde regelingen Besluit NIBM en Regeling NIBM (luchtkwaliteitseisen) is getalsmatig vastgelegd dat bepaalde projecten niet in betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Tot het vaststellen van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) droeg volgens het Besluit NIBM (VROM, ) een project niet in betekende mate bij, zolang de toename van de concentratie fijn stof of stikstofdioxide maximaal 1% bedraagt. Na de vaststelling van het NSL ligt deze grens op 3%. Volgens de Regeling NIBM (VROM, ) geldt dat de 1% toename pas bereikt wordt bij een woningbouwproject van meer dan 500 woningen. De gemeente Bronckhorst voert jaarlijks berekeningen uit naar de luchtkwaliteit. Uit de berekening van 2007 blijkt dat nergens binnen de gemeente de normen worden overschreden. Het plan voldoet ruim aan de NIBM grens en draagt dus niet in betekende mate bij aan de luchtverontreiniging. Nadere toetsing is volgens het Besluit NIBM niet noodzakelijk. Daarnaast wijst de jaarlijkse rapportage naar luchtkwaliteit van de gemeente Bronckhorst (2007) uit dat er ter plaatse van het plangebied geen onaanvaardbare situatie bestaat met betrekking tot de luchtkwaliteit. Externe veiligheid Externe Veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van diegenen die niet betrokken zijn bij risicovolle activiteiten, maar die als gevolg van die activiteiten wel risico lopen. Om deze reden dient er op de projectlocatie rekening gehouden te worden met het aspect externe veiligheid. In het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) is een normering opgenomen voor de externe veiligheid voor bedrijven met gevaarlijke stoffen. Daarnaast bestaan er richtlijnen over het vervoer van gevaarlijke stoffen en aangaande de aanwezigheid van buisleidingen. Er dient voldoende veiligheidsafstand in acht genomen te worden tussen risicovolle bedrijven of routes voor gevaarlijke stoffen (via de weg/spoor of via buisleidingen) én (beperkt) kwetsbare objecten. In en om het plangebied bevinden zich geen bedrijven die vallen onder het BEVI. De wegen rondom het plangebied en het spoor worden niet gebruikt voor vervoer van gevaarlijke stoffen. In of nabij het plangebied bevinden zich geen buisleidingen die gevaarlijke stoffen transporteren. Een nader onderzoek naar externe veiligheid is derhalve niet noodzakelijk. OOSTZEE stedenbouw 16

20 Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Toelichting Bedrijven en milieuzonering Een belangrijke factor voor het behouden en verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving is een juiste afstemming tussen bedrijvigheid, wonen, recreëren en natuur. In de ruimtelijke ordening wordt daarom rekening gehouden met milieuhinder van bedrijven ten opzichte van milieugevoelige functies. De publicatie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Bedrijven en milieuzonering uitgave 2007, bevat richtafstanden tussen milieugevoelige functies en milieubelastende functies waarmee rekening gehouden dient te worden bij het toewijzen van nieuwe functies in een gebied. Rondom het plangebied bevinden zich diverse agrarische bedrijven, waaronder een intensieve veehouderij aan de Ruurloseweg 46a. Volgens de publicatie dient een veehouderij 200 meter vanaf de woning gelegen te zijn in verband met mogelijke geurhinder. De veehouderij bevindt zich op een grotere afstand van het perceel. Op basis van de Wet geurhinder en veehouderij (Wvg, inwerking getreden op 1 januari 2007) is berekend dat een nieuwe woning aan De Leuke 6 te Vorden het bestaande bedrijf aan de Ruurloseweg 46a in de toekomst in haar uitbreidingsmogelijkheden beperkt. Gezien de ligging van het agrarische bouwblok bestaat de mogelijkheid dat het bedrijf zich richting De Leuke 6 te Vorden en zelfs tot op de rand van het bouwblok uitbreidt. De uitbreiding tot op de rand is theoretisch mogelijk, maar niet reëel. Om deze reden is er een nieuwe geurtoets uitgevoerd en is er gekeken naar de reële uitbreidingsmogelijkheden. De reële uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf worden niet beperkt als een verdubbeling van de veebezetting mogelijk is, met als bovengrens de veeaantallen voor een merplicht danwel merbeoordelingsplicht (3.000 danwel vleesvarkens). Bij deze geurtoets is uitgegaan van uitbreidingsmogelijkheden waarbij het emissiepunt op het middelpunt van het uitbreidingsgedeelte van het bouwblok ligt. Hieruit is naar voren gekomen dat een verdubbeling van de veebezetting op de Ruurloseweg 46a reëel mogelijk is. Geconcludeerd wordt dat wat betreft de bedrijven en milieuzonering, er geen belemmeringen geconstateerd zijn voor de functiewijziging binnen het plangebied Waterhuishouding Voor de uitvoering van ruimtelijke plannen dient rekening gehouden te worden met het aspect water. Om dit te kunnen waarborgen is een watertoets verplicht geworden voor diverse ruimtelijke plannen, waaronder het bestemmingsplan. Dit betekent dat het bestemmingsplan een waterparagraaf dient te bevatten waarin de waterhuishoudkundige situatie wordt beschreven en de effecten van de ruimtelijke veranderingen op de waterhuishouding worden verwoord. Watersysteem van het plangebied Infiltratie Uit het bodemonderzoek is naar voren gekomen dat de bodem van het plangebied bestaat uit grof zand met grind. Het grondwater bevindt zich op circa 2,5 m-mv. De bodem, gelet op de bodemopbouw en het grondwaterniveau, is geschikt voor het opvangen en infiltreren van hemelwater. Het hemelwater mag niet te worden geloosd op het riool. Bij de definitieve bouwtekeningen van de woning dient aangegeven te worden op welke wijze er omgegaan wordt met het hemelwater. 17 OOSTZEE stedenbouw

21 Toelichting Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Oppervlaktewater In de nabijheid van het plangebied bevindt de Baakse Beek. De functiewijziging heeft geen effecten hierop (zie ook paragraaf 6.4.). Het hemel- of vuilwater zal niet afgevoerd worden naar dit oppervlaktewater. Riolering Het plangebied is aangesloten op een drukriolering. Duurzaamheid Bij de uitvoering van het initiatief wordt geen gebruik gemaakt van uitlogende materialen. Waterhuishoudkundige aspecten Thema Toetsvraag Relevant HOOFDTHEMA S Veiligheid Riolering en Afvalwaterketen Wateroverlast (oppervlaktewater) Grondwateroverlast Oppervlaktewaterkwaliteit Grondwaterkwaliteit Volksgezondheid Verdroging 1. Ligt in of nabij het plangebied een primaire of regionale waterkering? 2. Ligt in of nabij het plangebied een kade? 1. Is er toename van het afvalwater (DWA)? 2. Ligt in het plangebied een persleiding van WRIJ? 3. Ligt in of nabij het plangebied een RWZI van het waterschap? 1. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak? 2. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak? 3. In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes? 1. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond? 2. Bevindt het plangebied zich in de invloedzone van de Rijn of IJssel? 3. Is in het plangebied sprake van kwel? 4. Beoogt het plan dempen van slootjes of andere wateren? 1. Wordt vanuit het plangebied water op oppervlaktewater geloosd? 2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water? 3. Ligt het plangebied geheel of gedeeltelijk in een Strategisch actiegebied? 1. Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking? 1. Bevinden zich in of nabij het plangebied overstorten uit het gemengde of verbeterde gescheiden stelsel? 2. Bevinden zich, of komen er functies voor, in of nabij het plangebied die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico s met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)? 1. Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur? Ja Ja OOSTZEE stedenbouw 18

22 Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Toelichting Natte natuur Inrichting en beheer AANDACHTSTHEMA S Recreatie Cultuurhistorie 1. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ? 2. Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur? 1. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap? 2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel? 1. Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt? 1. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig? Ja Ja Ja Riolering en afvalwaterkering Het afvalwater neemt toe door de ontwikkeling van het plan, doordat het aantal woningen toeneemt. Het afvalwater wordt afgevoerd naar de persriolering. Regenwater wordt niet afgevoerd via het riool, maar wordt afgekoppeld. Bij de definitieve bouwtekeningen van de woning dient aangegeven te worden op welke wijze er omgegaan wordt met het hemelwater. Verdroging en Natte Natuur Het plangebied bevindt zich in of nabij de Ecologische Verbindingszone (EVZ) voor natte natuur. De beoogde ontwikkeling vormt geen belemmering voor de EVZ. Het plangebied bevindt zich eveneens in of nabij een beschermingszone voor natte natuur. De beoogde ontwikkeling heeft eveneens geen negatieve invloed op de waterkwantiteit en kwaliteit in relatie tot de natte natuurgebieden. Inrichting en beheer Nabij het plangebied bevindt zich de Baakse Beek. Deze beek is in het beheer van het waterschap. De beoogde ontwikkeling heeft geen negatieve invloed op deze beek. Wateradvies Deze waterparagraaf is voorgelegd aan het waterschap Rijn en IJssel op PM. De op- en aanmerkingen van het waterschap zijn verwerkt in deze paragraaf. Het waterschap heeft geconcludeerd dat er voor de uitvoering van het plan binnen het plangebied geen belemmeringen op het gebied van water aanwezig zijn Archeologie en cultuurhistorie Op basis van het Verdrag van Malta en de Wet archeologische monumentenzorg is het verplicht om archeologische waarden bij ruimtelijke planvorming te betrekken, met name bij plannen waarbij bodemwerkzaamheden uitgevoerd worden. Het gaat hierbij om het bekende en nog niet bekende bodemarchief. Uitgangspunt hierbij is dat de archeologische waarden zoveel mogelijk behouden moeten blijven en niet aangetast mogen worden. Aangezien bij de beoogde functiewijziging geen sprake is van verstoring van de bodem, is het niet noodzakelijk om een archeologisch onderzoek uit te laten voeren. Vanuit archeologisch oogpunt bestaan er geen belemmeringen voor de beoogde functiewijziging. 19 OOSTZEE stedenbouw

23 Toelichting Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden 6.4. Natuurwaarden Om de natuurwaarden van het plangebied te kunnen beoordelen, moet er getoetst worden aan hetgeen beschreven staat in de Flora- en faunawet, de Vogelrichtlijn, de Habitatrichtlijn en de Natuurbeschermingswet. Het doel van de Flora- en faunawet is het in stand houden en met rust laten van de planten en diersoorten die in het wild voorkomen. Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden activiteiten te verrichten die leiden tot aantasting van te beschermen soorten en van hun voortplantingsplaats, vaste rustplaats of vaste verblijfsplaats. De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn zijn richtlijnen van de Europese Unie waarin aangegeven wordt welke soorten en natuurgebieden beschermd moeten worden. De Natuurbeschermingswet regelt de bescherming van gebieden die als staats- of beschermd natuurmonument zijn aangewezen. Het plangebied is gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Hoofddoel van de EHS is het bijdragen aan een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurlijke cultuurlandschappen door bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige bijzondere ruimtelijke waarden en kenmerken. Het plangebied is gelegen binnen de verbindingszone. Ontwikkelingen hierbinnen zijn mogelijk, mits deze de waarden van het gebied niet significant aantast. De functiewijziging zorgt niet voor significante aantasting van de waarden, aangezien de bestaande schuur verbouwd wordt tot woning met een expositieruimte. Het plangebied is gelegen in de nabijheid van de Baakse Beek. De Baakse Beek is één van de beken die met name worden genoemd in het kader van de EHS. Aangezien er geen bouwwerkzaamheden zullen plaatsvinden die de waarden van de EHS significant zullen aantasten, omdat er sprake is van een interne verbouwing van de bestaande schuur, zal dit ook geen gevolgen hebben voor de Baakse Beek. Aangezien er geen bouwwerkzaamheden zullen plaatsvinden die de waarden van de EHS significant zullen aantasten, zullen er ook geen negatieve effecten optreden voor de flora en fauna. Een nader onderzoek op basis van de Flora- en faunawet wordt derhalve ook niet als noodzakelijk geacht. Geconcludeerd wordt dat wat betreft de natuurwaarden er geen belemmeringen zullen optreden voor de functiewijziging binnen het plangebied. OOSTZEE stedenbouw 20

24 Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Toelichting 21 OOSTZEE stedenbouw

25 Toelichting Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden 7. Juridische aspecten 7.1. Algemeen Het voorliggende bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, regels en een digitale/analoge verbeelding. De regels en de verbeelding vormen samen het juridisch bindend deel van het bestemmingsplan. De toelichting behoort niet tot het juridisch bindend deel en heeft geen rechtskracht. Het belang van de toelichting is met name gelegen in een weergave van de beleidsuitgangspunten van het vigerend nationaal, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid, de beweegredenen van de initiatiefnemer en de onderzoeksresultaten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Daarnaast is de toelichting van belang voor een juiste interpretatie en toepassing van de regels en verbeelding Regels De regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2005 Hengelo/Vorden zijn mede van toepassing op dit bestemmingsplan Buitengebied 2009: De leuke 6 Vorden. Alleen de verbeelding wordt ten behoeve van deze wijziging aangepast Digitale / analoge verbeelding Bij dit plan hoort één verbeelding. De verbeelding is eenvoudig van opzet. Dit bevordert de inzichtelijkheid, handhaafbaarheid en de rechtszekerheid bij de beoordeling van het bouwplan. Op de verbeelding is de bestemming wonen opgenomen OOSTZEE stedenbouw 22

26 Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Toelichting 23 OOSTZEE stedenbouw

27 Toelichting Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden 8. Economische uitvoerbaarheid Voor de realisatie van dit bestemmingsplan hoeft geen exploitatieplan opgesteld te worden, omdat het kostenverhaal anderszins is verzekerd. Alle kosten zullen worden gedragen door de initiatiefnemer. De realisering van het bestemmingsplan leidt derhalve niet tot kosten die voor de rekening van de gemeente Bronckhorst komen. De economische uitvoerbaarheid is niet in het geding. OOSTZEE stedenbouw 24

28 Buitengebied 2009; De Leuke 6 Vorden Toelichting 25 OOSTZEE stedenbouw