Bedrijfs- economische kencijfers. gespecialiseerde bedrijven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bedrijfs- economische kencijfers. gespecialiseerde bedrijven"

Transcriptie

1 Bedrijfs- economische kencijfers gespecialiseerde bedrijven

2 Bedrijfseconomische kencijfers gespecialiseerde bedrijven

3 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming van het EIB. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld. September 2010

4 Bedrijfs- economische kencijfers gespecialiseerde bedrijven M.H. Vrolijk, Msc drs. F.J. Jansen drs. D.M. Holtackers

5

6 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 7 1 Inleiding 9 2 Omzet en markten Algemeen Regionale markten Marktsectoren 12 3 Opdrachtverkrijging Opdrachtgevers Wijze van opdrachtverkrijging 16 4 Financiële structuur 17 5 Kostenstructuur en winstmakers Kostenstructuur Winstmakers 20 6 Kencijfers per werkende Omzet en toegevoegde waarde Loonkosten en arbeidsinkomenquote 23 7 Financiële kencijfers Liquiditeit Vermogensbeheer Solvabiliteit Rentabiliteit 27 Bijlage: Populatie, steekproef en respons 31 EIB-publicaties 33 5

7 6

8 Conclusies op hoofdlijnen In dit rapport worden de bedrijfseconomische ontwikkelingen in 2007 en 2008 weergegeven van bedrijven, die voornamelijk als gespecialiseerde aannemer met personeel in dienst werkzaam zijn. Tenzij anders vermeld zijn bedragen weergegeven in lopende prijzen. De gespecialiseerde bedrijven realiseerden in 2008 een omzet van in totaal 9,5 miljard. Daarmee was 2008 voor de meeste bedrijven een goed jaar, waarin de omzetten nominaal met gemiddeld 8,2% stegen. Deze stijging lag in lijn met die van de belangrijkste klanten van de bedrijven: de hoofdaannemers. Iets meer dan de helft van het aantal gespecialiseerde bedrijven is werkzaam in de b&u (timmerbedrijven, metselbedrijven, dakdekkersbedrijven e.d.). Voor deze bedrijven is de woningbouw (77% van de omzet) het belangrijkste marktsegment; 38% van de omzet wordt hier uit nieuwbouwprojecten gerealiseerd, 29% uit herstel en verbouw en 10% uit onderhoud. Een kwart van de gespecialiseerde bedrijven is werkzaam in de gww; voornamelijk als straatmakers-, grondwerk- of grondboorbedrijf. Het leeuwendeel van de omzet (77%) komt uit straatwerk, riolering en grondwerk ten behoeve van bouw- en woonrijpmaken. De overige gespecialiseerde bedrijven zijn niet gebonden aan specifieke markten binnen de b&u of gww. Het betreft bijvoorbeeld hei- en sloopbedrijven, betonijzervlecht- en steigerbouwbedrijven. Iets meer dan de helft van de omzet (54%) wordt uit b&u-projecten behaald. Gespecialiseerde bedrijven behalen een groot deel van de omzet uit opdrachten voor hoofdaannemers en andere gespecialiseerde bedrijven. De mate waarin varieert sterk per type bedrijf. De gespecialiseerde bedrijven in de b&u realiseren 58% van de omzet als onderaannemer. Bij de gespecialiseerde bedrijven in de gww is dit percentage lager (50% van de omzet) en bij de overige gespecialiseerde bedrijven weer hoger (77% van de omzet). Particulieren en bedrijven zijn voor b&u-bedrijven betrekkelijk belangrijke klanten waarvoor rechtstreeks wordt gewerkt. Voor de gww-bedrijven is de overheid een betrekkelijk belangrijke opdrachtgever. Een grote meerderheid van de bedrijven (74%) boekte in 2007 en 2008 winst. Gemiddeld genomen lagen de winstmarges (voor belasting) in 2007 iets hoger (6,0%) dan in 2008 (5,5%). De bedrijven, die hoofdzakelijk in de b&u werkzaam zijn, waren minder winstgevend dan de bedrijven uit de andere twee sectoren (gww en overig). De financiële positie van de bedrijven onderging van 2007 op 2008 geen grote wijzigingen. Ruim een vijfde van de omzet bestaat uit loonkosten van personeel in eigen dienst. De nominale stijging van de loonkosten per werkende met 3,9% was vrijwel even groot als die van de toegevoegde waarde per werkende (4,3%), waardoor de arbeidsinkomenquote vrijwel ongewijzigd bleef (72%). 7

9 8 De lichte teruggang in de winstmarges in 2008 wordt weerspiegeld in een daling van de rentabiliteit van de bedrijven. Het op het totale vermogen gerealiseerde rendement daalde van 14,0% in 2007 naar 13,0% in De rentabiliteit van het eigen vermogen liep terug van 45,2% in 2007 tot 38,7% in Het aandeel schulden in het totale vermogen daalde van gemiddeld 73% tot 70% en de verhouding tussen schulden en eigen vermogen werd kleiner, waardoor de solvabiliteit in 2008 is verbeterd. De liquiditeit kwam in 2008 enigszins onder druk, wat tot uitdrukking kwam in een daling van de quick ratio (van 108% naar 105%) en van de current ratio (een daling van 128% naar 125%). De saldi op de G-rekeningen besloegen in 2008 gemiddeld 19% van het totaal aan liquide middelen (in %). Een daling van de debiteurentermijn (gemiddeld 59 tot 55 dagen) was een positieve verandering met betrekking tot de liquiditeitspositie van de bedrijven.

10 1 Inleiding Dit rapport presenteert de uitkomsten van een onderzoek onder 358 gespecialiseerde aannemersbedrijven in Nederland. Het onderzoek geeft een beeld van de bedrijfseconomische prestaties van deze bedrijven aan de hand van een aantal voor dit doel berekende kencijfers. De bedrijven vertegenwoordigen 16 vakdisciplines, variërend van timmerbedrijven, metsel- en voegersbedrijven tot sloop- en heibedrijven. De totale populatie bestaat uit ruim ondernemingen met een totale arbeidscapaciteit van fte (verloonde manjaren). Het gaat om bedrijven met personeel in dienst. Tabel B1.1 in de bijlage geeft een volledig overzicht van de in het onderzoek betrokken bedrijfstypen. De hiernavolgende hoofdstukken geven inzicht in de omzet en omzetontwikkeling in 2007 en 2008, in de samenstelling van de omzet naar marktsegment, opdrachtgever en wijze van opdrachtverkrijging en in de balans- en kostenstructuur. De kencijfers geven een beeld van de omzet, toegevoegde waarde en loonkosten per werkende en in de rentabiliteit, liquiditeit en solvabiliteit van de bedrijven. De bedrijven zijn ingedeeld in drie groepen (sectortypen) gebaseerd op hun belangrijkste werkterrein: burgerlijke en utiliteitsbouw (b&u), grond-, water- en wegenbouw (gww) en overige (bedrijven die hun specialisme zowel in de b&u als in de gww kunnen uitoefenen). 9

11 10

12 2 Omzet en markten Dit hoofdstuk gaat in op de in 2007 en 2008 behaalde omzet door gespecialiseerde bedrijven (paragraaf 2.1) en de markten waarin deze omzet is verkregen (paragrafen 2.2 en 2.3). 2.1 Algemeen In 2008 realiseerden de bedrijven een omzet van in totaal 9,5 miljard euro (zie tabel 2.1). Hoewel de economische groei eind 2008 drastisch verslechterde groeiden de omzetten vergeleken met 2007 toch nog met ruim 8% nominaal. Deze groei is inclusief prijsstijgingen, die aanvankelijk vrij hoog waren, en een belangrijk aandeel hebben gehad in de sterke nominale omzetgroei. Bovendien staan de meeste gespecialiseerde bedrijven niet vooraan in het bouwproces, waardoor een plotselinge teruggang van de markt hen na enige vertraging bereikt. De omzetgroei was in alle onderscheiden sectortypen vrij groot, maar was in de b&u bovengemiddeld. Tabel 2.1 Verdeling van de totale omzet in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, per sectortype Omzet uit Omzet uit Totale omzet hoofdactiviteit nevenactiviteit Binnenland Buitenland B&u Gww Overig Totaal Bron: EIB 11

13 Door verschillen in populatie en verschillen in definitie verschillen de gerapporteerde cijfers met de cijfers van het CBS. Desondanks zijn de trends in de omzetontwikkeling vergelijkbaar. 2.2 Regionale markten Gespecialiseerde bedrijven kunnen projecten uitvoeren op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Hiermee worden diverse geografische marktgebieden bediend. In deze publicatie worden de regio s Noord (Groningen, Friesland, Drenthe), Oost (Overijssel, Gelderland, Flevoland), West (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht) en Zuid (Zeeland, Noord-Brabant, Limburg) onderscheiden. De meeste omzet werd gerealiseerd in de regio West. In 2008 bedroeg dit een bedrag van 3,8 miljard euro (zie figuur 2.1). Ook in de regio Zuid kwam een groot deel van de totale omzet tot stand. De oostelijke en noordelijke regio s bleven hierbij achter. In alle regio s steeg in 2008 de omzet. 2.3 Marktsectoren B&u Gespecialiseerde b&u-bedrijven kunnen in verschillende delen van de markt actief zijn. Het gaat daarbij om combinaties van soorten werk en de objecten Figuur 2.1 Verdeling van de omzet in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, per regio, 1 mld euro ,2 1,3 3,6 1,7 3,8 1,9 2,1 2,3 Bron: EIB 12

14 waaraan wordt gewerkt. Onder soorten werk worden de sectoren nieuwbouw en onderhoud, herstel en verbouwactiviteiten onderscheiden. Onder objecten worden woningen of gebouwen onderscheiden. De gespecialiseerde b&ubedrijven realiseerden meer dan driekwart van de omzet uit woningbouw (zie tabel 2.2). In 2008 bedroeg het omzetaandeel uit woningbouw 77%. Nieuwbouw en herstel en verbouw zijn hierin de belangrijkste deelsegmenten. Ten opzichte van 2007 is het aandeel uit woningbouw nog iets groter geworden Gww De gespecialiseerde gww-bedrijven zijn in andere markten actief dan de gespecialiseerde b&u-bedrijven. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om wegenbouw, spoorwegbouw, kabels- en buizenleggen, civiele betonbouw, kust- en oeverwerk en landinrichting. Voor de gespecialiseerde bedrijven in de gww was wegenbouw het belangrijkste marktsegment. Hieronder vallen ook straatwerk, rioleringen en bouw- en woonrijpmaken. In 2007 en 2008 werd hieruit 71% van de omzet gerealiseerd (zie tabel 2.3). Overige activiteiten (gemiddeld 23% van de omzet) bestonden voornamelijk uit op zichzelf staande grondwerken. Overig Sommige gespecialiseerde bedrijven kunnen hun diensten zowel in de b&u als in de gww aanbieden. Hei- en sloopbedrijven of ijzervlechtersbedrijven zijn bijvoorbeeld niet strikt gebonden aan één van beide sectoren. Het merendeel van de omzet werd wel in de b&u gerealiseerd (in %, zie tabel 2.4). Overige activiteiten (circa 30% van de totale omzet) betrof voornamelijk onverdeelde omzet van sloopbedrijven. Tabel 2.2 Verdeling in procenten van de binnenlandse omzet in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, sectortype b&u, naar objectcategorie Nieuwbouw van woningen Nieuwbouw van gebouwen Nieuwbouw totaal Herstel, verbouw en renovatie van woningen Herstel, verbouw en renovatie van gebouwen 5 5 Herstel, verbouw en renovatie totaal Onderhoud van woningen Onderhoud van gebouwen 3 2 Onderhoud totaal Overige activiteiten 5 4 Totaal Bron: EIB 13

15 Tabel 2.3 Verdeling in procenten van de binnenlandse omzet in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, sectortype gww, naar objectcategorie Wegenbouw (incl. straatwerk, rioleringen, bouw- en woonrijpmaken) Rail- en spoorwegbouw 0 0 Boor-, kabel- en buisleidingwerken 4 4 Civiele betonbouw (kunstwerken) 2 2 Kust- en oeverwerken 0 0 Baggerwerken 0 0 Landinrichting 0 0 Overige activiteiten Totaal Bron: EIB Tabel 2.4 Verdeling in procenten van de binnenlandse omzet in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, sectortype overig, naar objectcategorie Werk t.b.v. woningbouw(gebieden) Werk t.b.v. utiliteitsbouw(gebieden) Werk t.b.v. gww Overige activiteiten (w.o. onbekend) Totaal Bron: EIB 14

16 3 Opdrachtverkrijging Dit hoofdstuk gaat in op de opdrachtgevers van de gespecialiseerde bedrijven (paragraaf 3.1) en de manieren waarop opdrachten in zijn verkregen (paragraaf 3.2). 3.1 Opdrachtgevers De gespecialiseerde bedrijven kennen verschillende opdrachtgevers. Typerend voor de gespecialiseerde bedrijven is dat zij bij de uitvoering van projecten meestal als onderaannemer optreden. De mate waarin kan echter per bedrijfstype verschillen. Metselbedrijven zijn bijvoorbeeld vaker onderaannemer dan dakdekkers- of timmerbedrijven. Gemiddeld genomen realiseerden de gespecialiseerde bedrijven tenminste 50% van de omzet als onderaannemer. Dit omzetpercentage was het grootst bij het sectortype overige bedrijven (77%) en het kleinst in de gww (50%, zie tabel 3.1). Heibedrijven (sectortype overig) werken bijvoorbeeld vrijwel volledig als onderaannemer, terwijl stratenmakers (sectortype gww) nog vaak rechtstreeks in opdracht van gemeenten werken. Voor de gespecialiseerde bedrijven die in de gww werkzaam zijn, is de overheid dan ook een betrekkelijk belangrijke opdrachtgever, goed voor ongeveer een derde van de omzet. Particuliere opdrachtgevers zijn vooral van belang voor de gespecialiseerde bedrijven in de b&u. Subonderaanneming, opdrachten uitgevoerd Tabel 3.1 Verdeling in procenten van de binnenlandse omzet in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, per sectortype, naar opdrachtgever B&u Gww Overig Overheid Woningcorporaties Bedrijven Hoofdaannemers Onderaannemers Particulieren Verenigingen en stichtingen Overige Totaal Bron: EIB 15

17 in opdracht van andere onderaannemers, leverde circa 11% van de omzet. De samenstelling van de omzet naar opdrachtgever is in de jaren 2007 en 2008 weinig veranderd. 3.2 Wijze van opdrachtverkrijging Opdrachten kunnen op verschillende manieren worden verkregen. Opdrachtgevers kunnen meerdere bedrijven om een offerte vragen of slechts één. In het eerste geval wordt gesproken over aanneming in concurrentie en in het tweede geval over aanneming niet in concurrentie. Hierbinnen kan een onderscheid worden gemaakt tussen aanneming tegen een vast bedrag (aanneemsom), tegen een tarief per meter of oppervlak en tegen een tarief per uur of dagdeel. Het merendeel van de omzet (circa 70%) wordt in aanneming gerealiseerd. Hiervan is het grootste deel in concurrentie (zie tabel 3.2). Vooral de overige gespecialiseerde bedrijven (heibedrijven, sloopbedrijven e.d.) verwerven hun aannemingsopdrachten in concurrentie). Uitvoering van opdrachten in tarief is goed voor ongeveer een kwart van de omzet. Ook hier geldt, dat in termen van omzet het merendeel van deze opdrachten in concurrentie wordt verworven. Bij de bedrijven in de gww is dat wat minder het geval dan bij die in de andere twee sectortypen. Tabel 3.2 Verdeling in procenten van de binnenlandse omzet in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, per sectortype, naar wijze van opdrachtverkrijging B&u Gww Overig Aanneming (vast bedrag), in concurrentie Aanneming (vast bedrag), niet in concurrentie In tarief per meter, in concurrentie In tarief per meter, niet in concurrentie In tarief per uur, in concurrentie In tarief per uur, niet in concurrentie Totaal Bron: EIB 16

18 4 Financiële structuur Bedrijven trekken vermogen aan om dit te besteden. In dit hoofdstuk wordt de samenstelling van de financiële structuur weergegeven. De financiële structuur (balans) laat de verschillende bezittingen (debet) zien en de soorten vermogen die daarvoor zijn aangetrokken (credit). De balans geeft een momentopname weer en vertelt ons wat over (1) de mate van liquiditeit; (2) schulden versus vermogen en (3) wat de onderneming kost. De debetzijde van de balans laat de diverse bezittingen zien in, van boven naar beneden, toenemende mate van liquiditeit. Vaste activa (gebouwen, materieel en inventaris) omvatten iets meer dan een kwart van het totale geïnvesteerde vermogen (zie tabel 4.1). In 2008 kwam dit uit op een bedrag van 4,5 miljard euro. Het productieproces van de overige gespecialiseerde bedrijven is vergeleken met dat van de andere bedrijven meer kapitaalintensief, wat tot uitdrukking komt in een groter aandeel van de vaste activa dan gemiddeld. Het aandeel van de middelen in lopende werken (voorraden, onderhanden werk en debiteuren) komt uit op circa 45%. Het aandeel van debiteuren (opdrachtgevers, die voor een belangrijk deel uit hoofdaannemers bestaan) is hierin het grootst. Overige vorderingen en liquide middelen beslaan circa 30% van het geïnvesteerde vermogen. De creditzijde laat het aangetrokken vreemd vermogen zien en het eigen vermogen. Het eigen vermogen is het vermogen dat de eigenaren zouden krijgen na verkoop van alle bezittingen en betaling van alle schuldeisers. Het eigen vermogen is een belangrijke financieringsbron van de gespecialiseerde bedrijven. In 2008 maakte het eigen vermogen voor gemiddeld 30% deel uit van het totale vermogen. Een andere belangrijke bron zijn de overige korte termijnschulden (34%), die grotendeels bestaan uit kortlopend bankkrediet en nog af te dragen betalingen aan derden, waaronder rekening-courant vorderingen van houdstermaatschappijen. Vooral bij de overige gespecialiseerde bedrijven, waar het aandeel van de overige schulden betrekkelijk groot is (47% in 2008), zijn bedrijven (bijvoorbeeld) betrekkelijk vaak onderdeel van een groot concern. De betrekkelijk sterke groei van de omzet in 2008 resulteerde ook in een aanzienlijke groei van het totale geïnvesteerde vermogen in dat jaar (+8%). Deze groei deed zich in alle sectortypen voor; in de gww echter wat minder sterk dan in de overige typen. 17

19 Tabel 4.1 Balansstructuur in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, per sectortype (debet en credit in procenten van het balanstotaal per datum eindbalans) 1 Debet B&u Gww Overig Totaal Vaste activa Voorraden en onderhanden werk Debiteuren Overige vorderingen Liquide middelen Balanstotaal (2007 en 2008) Credit Eigen vermogen Voorzieningen Schulden op lange termijn Crediteuren Termijnen onder handen werk Overige schulden op korte termijn Balanstotaal (2007 en 2008) Balanstotaal in mln euro s Fiscale balans Bron: EIB 18

20 5 Kostenstructuur en winstmakers De kostenstructuur (resultatenrekening) geeft weer wat er gedurende een periode is gebeurd. Dit hoofdstuk geeft informatie over de kostenstructuur (5.1) en winstmakende bedrijven (5.2). 5.1 Kostenstructuur De resultatenrekening geeft een overzicht van de opbrengsten, de kosten en de winst. De winst drukt hiermee een mate van efficiëntie uit. De uitkomsten van de gespecialiseerde bedrijven in 2007 en 2008 zijn weergegeven in tabel 5.1. Iets meer dan de helft van de omzet wordt ingekocht en bestaat uit materialen en Tabel 5.1 Kostenstructuur in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, per sectortype, kosten in procenten van de omzet Bron: EIB B&u Gww Overig Omzet 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 Verbruik, waarvan: 54,1 55,7 51,4 52,9 53,3 54,9 - betaling aan grondstoffen en materialen e.d. 32,1 33,6 27,1 27,8 39,8 41,3 - betalingen aan onderaannemers 22,0 22,1 24,3 25,1 13,5 13,6 Loonkosten 27,7 26,1 25,4 23,1 23,5 22,2 Overig, waarvan: 12,5 13,1 17,1 18,1 16,5 17,0 - afschrijvings- en huurkosten 2,4 2,2 3,2 3,6 1,4 3,9 - rentekosten 0,5 0,5 0,8 0,6 3,6 1,4 - overige kosten n.e.g. 9,6 10,5 13,1 13,9 11,5 11,7 Resultaat (voor belasting) 1 5,7 5,1 6,1 5,9 6,6 5,9 1 Indien van toepassing is op het resultaat in beide jaren een ondernemersloon van in mindering gebracht 19

21 uitbestede diensten van derden (het verbruik). De overige gespecialiseerde bedrijven blijken het meest materiaalintensief (circa 40% van de omzet). Gespecialiseerde bedrijven in de b&u en gww besteden daarentegen een groter deel van de omzet uit aan (sub)onderaannemers (22 tot 25% van de omzet). De totale loonsom (de loonkosten van personeel in eigen dienst) bedraagt 22 tot 28% van de omzet. Het loonaandeel is het grootst in de gespecialiseerde bedrijven in de b&u en het kleinst in de overige gespecialiseerde bedrijven. Het loonaandeel in de omzet is gemiddeld genomen gedaald, terwijl dat van het verbruik is gestegen. De overige kosten (afschrijvingen, huren, rente en andere niet nader gespecificeerde kosten) variëren van 13% bij de bedrijven in de b&u tot zo n 18% bij de bedrijven in de gww. De winstmarge (resultaat voor belasting) beweegt zich tussen 5 en 6%. De winstmarges zijn in 2008 ten opzichte van 2007 licht gedaald, maar bevinden zich nog op een betrekkelijk hoog niveau. 5.2 Winstmakers Naast de winstmarges is het aantal winstmakende bedrijven een signaal voor de winstgevendheid in de sector. Het merendeel van de gespecialiseerde bedrijven boekte in 2007 en 2008 een positief resultaat. Iets meer dan een kwart van de bedrijven belandde in de rode cijfers (zie figuur 5.1). Tussen de sectortypen waren er wel verschillen in de percentages winstmakers. Zo bleken in de gww in beide jaren de percentages winstmakende bedrijven het grootst en ook te zijn gestegen: van 81% in 2007 tot 83% in In de b&u lagen deze percentages lager. In 2008 bleken minder bedrijven er in te zijn geslaagd om winst te maken: in % en in %. Ook bij de overige gespecialiseerde bedrijven daalde het percentage winstgevende bedrijven: van 80 naar 78%. Figuur 5.1 Percentage gespecialiseerde aannemersbedrijven naar winst, verlies of break-even in 2007 en 2008, per sectortype B&u Gww Overig B&u Gww Overig B&u Gww Overig Winst Verlies Break-even Bron: EIB 20

22 6 Kencijfers per werkende Ten behoeve van de bedrijfscontinuïteit is het van belang dat bedrijven efficiënt zijn en waarde toevoegen. Met kengetallen per werkende wordt in dit hoofdstuk de efficiency en het economisch belang van de bedrijven weergegeven. 6.1 Omzet en toegevoegde waarde Bedrijven transformeren productiemiddelen (input) in diensten en producten (output). De bijbehorende productieactiviteiten spelen een grote rol in het bepalen van de kosten. Voor de concurrentiepositie is het altijd in het belang van het bedrijf om efficiënt te zijn. De kosten dienen zo laag mogelijk gehouden te worden. Productiviteit is een maatstaf voor efficiency. Productiviteit kan worden uitgedrukt in het aantal eenheden output per eenheid input. De bruto omzet per werkende is zo n maatstaf voor productiviteit In 2008 bedroeg de bruto omzet per werkende gemiddeld euro (zie tabel 6.1); 11% meer dan in De bruto omzet per werkende kan een ietwat vertekend beeld geven. De bruto omzet bevat niet alleen de eigen omzet, maar ook het deel uitbestede omzet. De uitbestede omzet wordt door andere bedrijven gerealiseerd en niet door de eigen werkenden. De netto omzet (de bruto omzet min de betalingen aan onderaannemers) is zodoende nauwkeuriger. In 2008 bedroeg de netto omzet per werkende gemiddeld euro. De stijging ten opzichte van 2007 is vrijwel gelijk aan die van de bruto omzet per werkende, zodat in beide jaren een vrijwel even groot deel van de totale (bruto) omzet aan derden is uitbesteed. Zoals eerder aangegeven transformeren bedrijven productiemiddelen in diensten en producten. Bedrijven danken hun bestaan aan het toevoegen van waarde door deze productieactiviteit. Het heeft immers alleen zin om productiemiddelen te transformeren als het nut daarvan volgens afnemers groter is dan het nut van de productiemiddelen afzonderlijk. De toegevoegde waarde geeft weer hoeveel inkomen het bedrijf genereert ten behoeve van personeel, eigenaren, verschaffers van vreemd vermogen en de overheid. Ook de toegevoegde waarde kan als productiviteitsmaatstaf worden weergegeven. In 2008 bedroeg de toegevoegde waarde per werkende gemiddeld euro. De toegevoegde waarde per werkende steeg ten opzichte van 2007 met gemiddeld 3,4%. Het grootste deel van deze stijging werd veroorzaakt door een stijging van de loonkosten per werkende (+2,3%). Het aandeel van de loonkosten in de toegevoegde waarde (de arbeidsinkomenquote) is betrekkelijk groot: gemiddeld 72% (zie tabel 6.2). 21

23 Tabel 6.1 Kencijfers omzet en toegevoegde waarde per werkende x euro in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, per sectortype Bruto omzet Netto omzet Toegevoegde per werkende per werkende waarde per werkende B&u Gww Overig Totaal Bij de berekening van dit kencijfer wordt uitgegaan van de toegevoegde waarde inclusief afschrijvingen (= bruto toegevoegde waarde) Bron: EIB Per sector waren de uitkomsten verschillend. In de gww en in de sector overige zijn bruto omzet, netto omzet en toegevoegde waarde per werkende hoger dan in de b&u. In de gww-bedrijven steeg de nominale waarde van de bruto omzet per werkende (+10%) meer dan de netto omzet (+9%). Hierdoor steeg het omzetaandeel van uitbesteed werk (zie ook tabel 5.1). Bij de bedrijven in de andere twee sectortypen gingen de groei van bruto en netto omzet per werkende vrijwel gelijk op. De toegevoegde waarde per werkende steeg in de b&u- en gwwbedrijven met nominaal 3,2%. In de overige bedrijven steeg de toegevoegde waarde per werkende met 6,4% nominaal. 6.2 Loonkosten en arbeidsinkomenquote De loonkosten vormen een groot aandeel in de toegevoegde waarde. Dit komt door de betrekkelijk grote arbeidsintensiteit van het productieproces. Voor efficiency en kostenbeheersing is het zodoende van belang de ontwikkeling van de loonkosten te beoordelen. De loonkosten stegen per werkende meer (4,3%) dan de toegevoegde waarde (3,9%). De verschillen in de gemiddelde loonkosten tussen de drie sectortypen waren in 2008 minder groot dan in het jaar daarvoor. 22

24 Tabel 6.2 Kencijfers loonkosten in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, per sectortype Loonkosten per werkende Arbeidsinkomenquote 1 ( euro) (%) B&u Gww Overig Totaal Bij de berekening van dit kencijfer wordt uitgegaan van de toegevoegde waarde inclusief afschrijvingen (= bruto toegevoegde waarde) Bron: EIB 23

25 24

26 7 Financiële kencijfers De balans en de resultatenrekening kunnen geen direct antwoord geven op vragen als: in welke mate kunnen bedrijven hun rekeningen betalen (7.1); hoe effectief wordt vermogen beheerd (7.2); in welke mate zijn bedrijven afhankelijk van anderen (7.3); en hoe winstgevend zijn de bedrijven (7.4)? Met financiële kengetallen kunnen de financiële prestaties van bedrijven worden weergegeven en dit soort vragen worden beantwoord. 7.1 Liquiditeit Liquiditeitratio s laten zien in welke mate een bedrijf in staat is om haar rekeningen te betalen. Meestal wordt de liquiditeit uitgedrukt in de current ratio of de quick ratio. De current ratio geeft aan hoeveel keer de vlottende activa (voorraden en vorderingen) met de liquide middelen (kas- en banktegoeden) groter zijn dan de korte termijnschulden. Bij de quick ratio worden de voorraden weggelaten uit de berekening. Dit vergroot de vergelijking tussen bedrijven, omdat de waardering van voorraden van bedrijf tot bedrijf kan verschillen. Daarnaast is het de vraag of voorraden wel snel in geld omgezet kunnen worden wanneer dat nodig is. Een current ratio of quick ratio lager dan 100% betekent dat het bedrijf niet direct de korte termijnschulden kan aflossen. Gebruikelijk is om minstens een verhouding van 120% na te streven, aangezien er ook lange termijn verplichtingen zijn. De gespecialiseerde bedrijven in de b&u en de gww bleven met current ratio s van circa 150% (b&u) en 130% (gww) ruim boven deze norm (zie tabel 7.1). Tabel 7.1 Kencijfers van liquiditeit in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, per sectortype Quick ratio (%) Current ratio (%) B&u Gww Overig Totaal Bron: EIB 25

27 De overige gespecialiseerde bedrijven laten wat dit betreft een minder gunstig beeld zien. Dit wordt echter grotendeels veroorzaakt door het betrekkelijk grote aandeel van kortlopende financiële verplichtingen aan een grotere moedermaatschappij. Sommige van deze bedrijven, vooral in de funderingsbranche, zijn niet zelfstandig waardoor voor hen een norm minder zeggingskracht heeft. Ook ten aanzien van de quick ratio laten de gespecialiseerde bedrijven in de b&u een gunstig beeld zien. Bij de bedrijven in de gww is dit beeld minder gunstig, zonder dat sprake is van onvoldoende liquiditeit. De overige gespecialiseerde bedrijven bleven wat de quick ratio betreft in 2008 en 2009 ver onder de norm. De hiervoor gemaakte opmerking ter relativering van de uitkomsten voor deze bedrijven geldt ook ten aanzien van de quick ratio. 7.2 Vermogensbeheer Ratio s van vermogen laten zien hoe succesvol een bedrijf is in het beheren van vermogen. Er kunnen diverse ratio s van vermogen worden berekend. In dit rapport worden de omloopsnelheid van het vermogen, de debiteurenen crediteurentermijn en het netto vermogensbeslag in lopende werken weergegeven. In het algemeen geldt hoe korter het vermogensbeslag hoe doelmatiger het vermogen is aangewend. Het is immers sneller voor herinvestering beschikbaar, wat financieringskosten drukt en de rentabiliteit verbetert. De ratio s die hiervoor zijn berekend, zijn weergegeven in tabel 7.2. De omloopsnelheid van het vermogen laat zien hoe effectief het totale vermogen wordt gebruikt om omzet te genereren. Hoe hoger de omloopsnelheid, hoe minder tijd er zit tussen het ontstaan van voorraad of schulden en de beëindiging daarvan. Per euro omzet werd door de bedrijven in 2007 in totaal 49 cent aan vermogen geïnvesteerd. Dit is gelijk aan een omlooptijd van gemiddeld 178 dagen. In 2008 was dit vermogensbeslag gedaald tot 48 cent, oftewel een omlooptijd van gemiddeld 176 dagen. Deze gunstige ontwikkeling heeft zich in alle sectortypen voorgedaan. De debiteuren- en crediteurentermijn laten zien hoe snel respectievelijk de opdrachtgevers en de gespecialiseerde bedrijven zelf facturen betalen. Een korte debiteurentermijn is van belang voor de liquiditeit. Een korte crediteurentermijn getuigt van professioneel ondernemerschap. De debiteurentermijn is bij de gespecialiseerde bedrijven in de b&u gedaald van 55 dagen in 2007 tot 45 in Bij de gespecialiseerde bedrijven in de gww is deze termijn juist toegenomen en bij de overige gespecialiseerde bedrijven min of meer gelijk gebleven. Ook bij de crediteurentermijn is te zien dat de gespecialiseerde bedrijven in de b&u, in lijn met hun debiteuren, de eigen crediteuren ook sneller zijn gaan betalen. Bij de overige gespecialiseerde bedrijven is het tegenovergestelde te zien. Een bijzonder aspect in het vermogensbeheer van gespecialiseerde bedrijven is de geblokkeerde betaal (G-)rekening. Hierop storten hoofdaannemers af te dragen belastingen met betrekking tot loonbetalingen van door hen aan gespecialiseerde bedrijven uitbestede werkzaamheden. Over dit saldo kan tot aan het moment van deblokkering niet door de gespecialiseerde aannemer worden beschikt. Een deel van de liquide middelen is dus geblokkeerd, hetgeen de financiële armslag van de bedrijven beperkt. Per balansdatum is gemiddeld 26

28 Tabel 7.2 Kencijfers van vermogensbeheer in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, per sectortype Debiteuren- Crediteuren- Verhouding Omlooptijd termijn termijn saldo G-reke- totaal (dagen) 1 (dagen) 1 ning/liquide vermogen 1 middelen (%) (dagen) B&u Gww Overig Totaal Fractie van de betreffende balanspost met de omzet, vermenigvuldigd met 365 Bron: EIB 18 à 19% van de liquide middelen geblokkeerd. Dit aandeel is het grootst in de b&u-bedrijven (ongeveer een kwart van de liquide middelen). 7.3 Solvabiliteit Solvabiliteitratio s laten zien in welke mate een bedrijf afhankelijk is van financiering met vreemd vermogen in plaats van eigen vermogen. Hoe meer schulden, hoe onwaarschijnlijker het bedrijf aan al haar betalingsverplichtingen zal kunnen voldoen. Solvabiliteitsratio s geven schuldeisers informatie over de mate van bescherming tegen faillissement van de schuldnemer en over de mate waarop de schuldnemer extra financiering kan krijgen. Afgaande op het aandeel van het vreemd vermogen in het totale vermogen is de solvabiliteit van de bedrijven in 2008 in het algemeen verbeterd. Dit aandeel daalde van 73 naar 70% (zie tabel 7.3). De verbetering deed zich voor bij de gespecialiseerde b&u- en gww-bedrijven. Bij de overige gespecialiseerde bedrijven bleef de situatie ongewijzigd. In het algemeen wordt een aandeel van het eigen vermogen van 30% als voldoende groot beschouwd. De verbetering van de solvabiliteit komt ook tot uitdrukking wanneer de verhouding tussen het schuldvermogen en het eigen vermogen wordt bezien. Dit aandeel is gedaald van gemiddeld 2,64 tot 2, Rentabiliteit Zoals in hoofdstuk 5 is aangegeven, geeft de winstmarge een mate van efficiency weer. Winstmarges houden geen rekening met de investeringen die zijn gedaan door eigenaren of verschaffers van vreemd vermogen. Het vaststellen van de winstgevendheid (rentabiliteit) van bedrijven is één van de lastigste 27

29 Tabel 7.3 Kencijfers van solvabiliteit in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, per sectortype Ratio schulden- eigen vermogen Aandeel schulden in het totale vermogen (%) B&u ,63 2,17 Gww ,21 2,05 Overig ,33 3,26 Totaal ,64 2,38 Bron: EIB vragen om te beantwoorden, omdat er geen duidelijke maatstaf voor is. Over het algemeen geldt dat bedrijven in economische zin winstgevend zijn als het rendement van de investering in het bedrijf hoger is dan als het geld op de bank zou worden gezet. De rentabiliteit van het totale vermogen (RTV) geeft de hoeveelheid winst weer ten opzichte van het totaal geïnvesteerde kapitaal. Bedrijven kunnen hun RTV verhogen door de winstmarge te vergroten of door de omloopsnelheid van het vermogen te verhogen. De rentabiliteit van het eigen vermogen (REV) geeft weer wat de eigenaren met hun investering hebben verdiend. Het verschil Tabel 7.4 Kencijfers van rentabiliteit in 2007 en 2008 van gespecialiseerde aannemersbedrijven, per sectortype Rentabiliteit totale Rentabiliteit eigen vermogen (%) vermogen (%) B&u 15,3 13,7 51,4 39,7 Gww 11,4 11,2 32,2 30,8 Overig 15,3 14,3 54,8 48,9 Totaal 14,0 13,0 45,2 38,7 Bron: EIB 28

30 tussen de RTV en de REV wordt verklaard door de invloed van de rentemarge en de verhouding vreemd vermogen en eigen vermogen. De rentemarge bepaalt of de REV groter, gelijk of kleiner is dan de RTV. De verhouding vreemd vermogen en eigen vermogen bepaalt de grootte van de invloed die de REV ondergaat van de rentemarge. De RTV daalde in geringe mate; van gemiddeld 14,0 naar 13,0% (zie tabel 7.4). De teruggang deed zich in alle drie sectortypen voor. De versnelling van de omlooptijd van het totale vermogen bood onvoldoende soelaas voor de daling van de bruto winstmarges. Gemiddeld genomen daalde de REV van 45,2 naar 38,7%. Deze ontwikkeling deed zich in alle sectortypen voor. De gedaalde REV is het gevolg van lagere marges en van een kleiner financieel hefboomeffect (toeneming van de solvabiliteit). De REV bevindt zich desalniettemin op een betrekkelijk hoog niveau. Dit wordt in de hand gewerkt door een bedrijfsvoering in de specialistische bedrijven, die weinig kapitaalintensief is en van de ondernemers weinig eigen investeringsmiddelen vergt. 29

31 30

32 Bijlage: Populatie, steekproef en respons In de zomer van 2009 heeft het EIB een groot aantal in Nederland gevestigde gespecialiseerde aannemersbedrijven geënquêteerd. Het betreft bedrijven met personeel, die zijn aangesloten bij Cordares te Amsterdam. In totaal zijn 16 verschillende bedrijfstypen in het onderzoek betrokken. De totale populatie (in ) bestaat uit ondernemingen met een totale arbeidscapaciteit van arbeidsjaren (fte). De respons op de enquête bestaat uit 358 bedrijven met een gezamenlijke arbeidscapaciteit van fte (inclusief meewerkende eigenaren niet in loondienst). De enquête had tot doel financiële gegevens te verzamelen uit de jaarrekeningen over 2007 en Met behulp van de jaarcijfers is door middel van kengetallen een beeld geschetst van de bedrijfseconomische positie van deze bedrijven in 2007 en Vanwege ondervertegenwoordiging van het aantal bedrijven in de kleinste grootteklasse en oververtegenwoordiging in de grotere grootteklassen zijn de uitkomsten herwogen. Als maatstaf hiervoor diende de verhouding tussen het aantal bedrijven per grootteklasse (gebaseerd op verloonde arbeidsjaren) in de populatie van 2007 en in de responsgroep. Voor zover sprake was van een telling van financiële gegevens of van werkenden is uitgegaan van de verhouding tussen het aantal arbeidsjaren in de populatie en in de responsgroep. De hier gepresenteerde resultaten zijn schattingen voor het totaal van de populaties van de 16 typen gespecialiseerde aannemingsbedrijven in Nederland in 2007 en Voor de presentatie van de uitkomsten zijn de 16 typen ingedeeld in drie werkterreinen: burgerlijke en utiliteitsbouw (b&u), grond-, water- en wegenbouw (gww) en overige (b&u én gww). De samenstelling van de 16 populaties en van de daarop betrekking hebbende respons naar aantal bedrijven en fte blijkt uit tabel B Ten tijde van het onderzoek waren nog geen populatiegegevens van 2008 voorhanden. 31

33 Tabel B1.1 Zestien typen gespecialiseerde aannemingsbedrijven met personeel; aantal bedrijven en fte s (verloonde aantal manjaren) in de populatie (2007) en in de responsgroep Bedrijfstype Populatie Responsgroep Bedrijven Manjaren Bedrijven Manjaren Timmerbedrijven Metsel- en voegersbedrijven metselbedrijven voegersbedrijven Tegelzettersbedrijven Kit- en montagebedrijven Dakdekkersbedrijven niet-bitumineus bitumineus Straatmakersbedrijven Grondwerk-/ grondboringsbedrijven grondwerkbedrijven grondboring- en bronbemalingsbedrijven Hei- en sloopbedrijven heibedrijven sloopbedrijven Gespecialiseerde bedrijven, overig betonijzervlechtbedrijven natuursteenwerkbedrijven steigerbouwbedrijven materieelverhuurbedrijven Totaal Bron: EIB 32

34 EIB-publicaties 2005 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2005 Bouworganisatievormen in beweging Beroepsmobiliteit in de bouw Bouwbedrijven 2005, ontwikkelingen en vooruitzichten Waardecreatie door grote bouwondernemingen De vooruitzichten voor de installatiemarkt in 2005 (UNETO-VNI) Kosten en baten van het verlaagde BTW-tarief op onderhoudswerk aan woningen (FOSAG) Marktgericht ondernemen in de bouw Het ziekteverzuim in de bouw in 2004 De metselaar Het leidinggevend personeel in de bouw De bouwarbeidsmarkt in het najaar van 2004 Beroepscompetenties van het middenkader in de bouw Arbowensen en -behoeften van werkgevers en werknemers in de bouw in 2004 (ARBOUW) Arbeidsongevallen in de bouw in 2004 (ARBOUW) Bouwen voor de gezondheids- en welzijnszorg Regelgeving in de planontwikkelingsfase Regionale woningmarkten De bouwarbeidsmarkt op weg naar 2010 De bouwarbeidsmarkt in de periode Opdrachtgevers aan het woord 33

35 Bedrijfseconomische kencijfers van gespecialiseerde bedrijven in de bouw in 2004 Bedrijfseconomische kencijfers van gww-bedrijven in 2004 Bedrijfseconomische kencijfers van b&u-bedrijven in 2004 Algemene kosten in het bouwbedrijf in 2004 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in de bouwnijverheid Eindmeting Arbovoorlichting in de bouw, tweede effectmeting (Ministerie van SZW) Het arbeidsbestand in de bouwnijverheid in 2004 De bouwbedrijven in Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2006 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2006 De Nederlandse regio s Vraag naar kantoren tot 2015 Bouwbedrijven 2006, ontwikkelingen en vooruitzichten Bouwen in: Noord-Nederland, Noord-Holland en Utrecht, Oost-Nederland, Zuid-Nederland en Zuid-Holland (Bouwend Nederland) Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in de aan de bouw toeleverende industrie en de bouwmaterialenhandel Eindevaluatie Arboconvenant Funderingsbranche Het ziekteverzuim in de bouwnijverheid in 2005 Arbowensen en -behoeften van bouwbedrijven en werknemers 2005 (ARBOUW) Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in ontwerpbureaus Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2005 (ARBOUW) Activity Based Costing in het bouwbedrijf Prestatietoeslag in de restauratiebouw Bouwen op vertrouwen 34

36 Internetgebruik door bouwbedrijven De kabel- en leidingsector; -investeringsvolume en opdrachtgeverschap- Sectorprofiel schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf De bouwarbeidsmarkt in het najaar van 2005 Bedrijfseconomische kencijfers van b&u-bedrijven in 2005 Bedrijfseconomische kencijfers van gww-bedrijven in 2005 Bedrijfseconomische kencijfers van gespecialiseerde bedrijven in de bouw in 2005 Algemene kosten in het bouwbedrijf in 2005 Verkenning knelpunten bij duurzaam, zuinig en materiaalarm aanbesteden en bouwen (RWS/DWW) Het arbeidsbestand in de bouwnijverheid in 2005 De bouwbedrijven in Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2007 Beperking hypotheekrenteaftrek Gevolgen voor de bouwproductie en woningmarkt Opdrachtgevers aan het woord - meting 2006 Infrastructuurmonitor MIT 2007 De restauratieproductie tot 2011 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces Bouwbedrijven 2007 Ontwikkelingen - Vooruitzichten Sectorprofiel stukadoors-, afbouw- en terrazzo-/vloerenbedrijf Het ziekteverzuim in de bouwnijverheid in 2006 De sector civiele betonbouw marktontwikkelingen, opdrachtgeverschap en werkgelegenheid Bouwconcerns in beeld 2006/2007 Opdrachtgevers aan het woord - meting

37 Bedrijfseconomische kencijfers van gww-bedrijven in 2006 Bedrijfseconomische kencijfers van b&u-bedrijven in 2006 Het arbeidsbestand in de bouw in 2006 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2006 (ARBOUW) Transparantie in de bouwpraktijk De bouwbedrijven in Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2008 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces - meting 2007 Kostendruk van wet- en regelgeving in het gespecialiseerde aannemingsbedrijf Infrastructuurmonitor MIRT 2008 Bouw in beeld 2007 Openbaarvervoerinfrastructuur in een geliberaliseerde markt Algemene kosten in het bouwbedrijf Het ziekteverzuim in de bouw in 2007 Kwaliteit van de dienstverlening en het bestuurlijk proces van lagere overheden De markt voor restauratie en onderhoud van monumenten tot 2013 Uitdagingen en beleidsopties bij nieuwbouw van woningen Regionale ontwikkelingen en beleid na 2009 De Vastgoedlezing 2008 Crisis op de Nederlandse woning- en vastgoedmarkt? (ASRE) Bedrijfseconomische kencijfers van b&u-bedrijven in 2007 Bedrijfseconomische kencijfers van gww-bedrijven in 2007 Bouwconcerns in beeld 2007/2008 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2007 (ARBOUW) 36

38 2009 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2009 Opdrachtgevers aan het woord - meting 2008 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces - meting 2008 Middenkaderopleidingen in de bouw Algemene kosten in het bouwbedrijf Bouw in beeld 2008 Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche De zelfstandige zonder personeel in de bestratingsbranche Het ziekteverzuim in de bouw in 2008 Hervorming van de woningmarkt Reïntegratie van langdurig zieke werknemers in de bouw Bouwconcerns in beeld Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2010 Algemene kosten in het bouwbedrijf Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2008 Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2008 Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche Zzp ers in de bouw De arbeidsmarkt in de bitumineuze en kunststofdakbedekkingsbranche Ondergrondse netwerken en grondwaterbeheer Ziekteverzuim in de bouw 2009 Nacht- en weekendwerk in het wegonderhoud Bouw in beeld 2009 De bouwarbeidsmarkt in de periode

39 38

40 Economisch Instituut voor de Bouw Basisweg AP Amsterdam Postbus HE Amsterdam t (020) f (020) eib@eib.nl Desktop publishing: Debbie van Amerongen, EIB Druk: Thieme Almere 39

41 40

42 Basisweg AP Amsterdam Postbus HE Amsterdam t (020) f (020) info@eib.nl

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2010

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2010 Bedrijfs- economische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2010 Bedrijfseconomische kencijfers 2010 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2015

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2015 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2015 Bedrijfseconomische kencijfers 2015 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. gww-bedrijven 2009

Bedrijfs- economische kencijfers. gww-bedrijven 2009 Bedrijfs- economische kencijfers gww-bedrijven 2009 Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2009 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u-bedrijven 2009

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u-bedrijven 2009 Bedrijfs- economische kencijfers b&u-bedrijven 2009 Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2009 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. gww-bedrijven 2008

Bedrijfs- economische kencijfers. gww-bedrijven 2008 Bedrijfs- economische kencijfers gww-bedrijven 2008 Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2008 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw.

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven Bedrijfseconomische kencijfers Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u-bedrijven 2008

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u-bedrijven 2008 Bedrijfs- economische kencijfers b&u-bedrijven 2008 Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2008 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw.

Nadere informatie

Aanbestedings- opdrachtgevers. Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers gedrag

Aanbestedings- opdrachtgevers. Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers gedrag Aanbestedings- Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers gedrag 2009-2010 opdrachtgevers 2009-2010 Aanbestedings- gedrag opdrachtgevers 2009-2010 drs. S. Hardeman Rapport in opdracht van Stichting Aanbestedingsinstituut

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2011

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2011 Bedrijfs- economische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2011 Bedrijfseconomische kencijfers 2011 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2012

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2012 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2012 Bedrijfseconomische kencijfers 2012 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2013

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2013 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2013 Bedrijfseconomische kencijfers 2013 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2014

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2014 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2014 Bedrijfseconomische kencijfers 2014 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Algemene kosten in het bouwbedrijf 2008-2010

Algemene kosten in het bouwbedrijf 2008-2010 Algemene kosten in het bouwbedrijf 2008-2010 Algemene kosten in het bouwbedrijf 2008-2010 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van

Nadere informatie

Ziekteverzuim in de bouw

Ziekteverzuim in de bouw Ziekteverzuim in de bouw 2010 Ziekteverzuim in de bouw 2010 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Financiële ratio s met CASH!

Financiële ratio s met CASH! Inleiding Het is belangrijk dat je als ondernemer weet hoe je onderneming er financieel voor staat. Hier kan je financiële ratio's goed voor gebruiken. Maar wat zijn ze en wat doe je ermee? Om de financiële

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Wat geeft de liquiditeit van een onderneming aan? De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming aan haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. b. Wat is het verschil

Nadere informatie

Ziekteverzuim in de bouw

Ziekteverzuim in de bouw Ziekteverzuim in de bouw 2011 Ziekteverzuim in de bouw 2011 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk Monitor Bouwketen Najaar 2014 Marien Vrolijk 2 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 5 1 Bouwketen 6 1.1 Recente ontwikkelingen 6 1.2 Conjunctuur bouwketen 8 2 Architectenbureaus 10 3 Ingenieursbureaus

Nadere informatie

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur Jaarrekening 2016 Rapportageperiode 31 dec 2016 31 december 2016 Benchmarkperiode 31 dec 2015 31 december 2015 Printdatum 07-06-2017 om 15:55 uur Voorblad 0 0 Inhoud Algemeen 2 Resultaatvergelijking 3

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2015. Marien Vrolijk

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2015. Marien Vrolijk Monitor Bouwketen Voorjaar 2015 Marien Vrolijk 2 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 5 1 Bouwketen 6 1.1 Recente ontwikkelingen 6 1.2 Conjunctuur bouwketen 8 2 Architectenbureaus 10 3 Ingenieursbureaus

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Ad Grootenboer

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Ad Grootenboer Monitor Bouwketen Daan Holtackers Ad Grootenboer V01 Rapport in opdracht van BNA, Bouwend Nederland, FOSAG, NLingenieurs en UNETO-VNI Juni 2011 Inhoudsopgave Inleiding 3 1 Algemeen 5 1.1 De conjunctuurontwikkeling

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Monitor Bouwketen Daan Holtackers Rapport in opdracht van BNA, Bouwend Nederland, NLingenieurs en UNETO-VNI Juli 2014 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 3 1 Bouwkolom 5 1.1 Recente ontwikkelingen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 8 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 30 meerkeuzevragen (maximaal

Nadere informatie

Algemene kosten in het bouwbedrijf

Algemene kosten in het bouwbedrijf Algemene kosten in het bouwbedrijf 2010-2012 Algemene kosten in het bouwbedrijf 2010-2012 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van

Nadere informatie

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur Jaarrekening 2015 Rapportageperiode 31 december 2015 Benchmarkperiode 31 december 2014 Printdatum 24-06-2016 om 15:39 uur Voorblad 0 0 Inhoud Algemeen 2 Resultaatvergelijking 4 Financiële positie 6 Jaarrekening

Nadere informatie

Monitor ZZP ers Bouw. 2015, tweede halfjaar

Monitor ZZP ers Bouw. 2015, tweede halfjaar Monitor ZZP ers Bouw, tweede halfjaar Monitor ZZP ers Bouw Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 5

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 5 Opgave 5.1 a. Liquiditeitsbalans b. 1/1 solvabiliteitsratio = 1.570.000 = 0,48 3.240.000 31/12 solvabiliteitsratio = 1.630.000 = 0,46 3.550.000 c. 1/1 debt ratio = 1.100.000 + 570.000 = 0,52 3.240.000

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Bereken het netto werkkapitaal per 1-4-2018. = Nettowerkkapitaal Voorraad goederen 250.000 Debiteuren 80.000 ING bank 65.000 Kas 5.000 + 400.000 Crediteuren 60.000 Te betalen omzetbel

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 21 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..

Nadere informatie

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016 Jaarrekeninglezen voor non-financials Ruitenburg University 15 november 2016 Introductie Welkom Voorstelronde sprekers Doel Eerst even dit! Inhoud Waarom een jaarrekening? Onderdelen van de jaarrekening

Nadere informatie

Financiële analyse van de jaarrekening

Financiële analyse van de jaarrekening 17 hoofdstuk Financiële analyse van de jaarrekening 17.1 B 17. C 17.3 C 17.4 A 17.5 A 17.6 C 17.7 D 17.8 D 17.9 B 17.10 D 17.11 D 17.1 C 17.13 A 17.14 C 17.15 B 17.16 C 1.000.000 / 1.500.000 = 0,08 17.17

Nadere informatie

Basisprognose

Basisprognose Bedrijfsnaam: RestauRanto Vestigingsplaats: Voorwoord Opsteldatum: 28 oktober 216 Periode: 1 januari 215 t/m 31 december 217 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail adres: RestauRanto

Nadere informatie

Homework. week 4. H5 Liquiditeit. opgave 1. januari februari maart ontvangsten. entree abonnementen subsidie horeca

Homework. week 4. H5 Liquiditeit. opgave 1. januari februari maart ontvangsten. entree abonnementen subsidie horeca H5 Liquiditeit opgave 1 januari februari maart ontvangsten entree abonnementen subsidie horeca 8. 5. 1.35. 75. 8. 1.. 75. 8. 1.5. 75. totaal 2.725. 1.875. 2.375. uitgaven alle kosten rente aflossingen

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4 Opgave 4.1 Balans 1 januari jaar 3 1 Vaste activa Eigen vermogen 178.500 Gebouw 150.000 Bedrijfsauto s 48.000 Lang vreemd vermogen Inventaris 16.000 214.000 Hypotheek 80.000 Vlottende activa Voorraad goederen

Nadere informatie

Opsteldatum: 30 januari 2014 Periode: 1 januari 2012 t/m 31 december Telefoonnummer:

Opsteldatum: 30 januari 2014 Periode: 1 januari 2012 t/m 31 december Telefoonnummer: Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Van Driel periodes Veenendaal Opsteldatum: 3 januari 214 Periode: 1 januari 212 t/m 31 december 217 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Van Driel periodes Veenendaal Opsteller:

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam Jaarrekening 2016 Relatiebeheerder: Hans Beijer Datum vastgesteld: 19-05-2018 Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Aurington. Administratie en Advies

Aurington. Administratie en Advies Aurington Administratie en Advies Let op de houdbaarheidsdatum! Mei 5 Pincode 6 7 8 Boetes Dit jaar Deze maand De balans Tandorine B.V. Debet Activa Bezittingen Wat heb ik? Credit Passiva Vermogen Hoe

Nadere informatie

Wat zegt uw financiële balans?

Wat zegt uw financiële balans? Wat zegt uw financiële balans? Samen met een door uw accountant opgestelde toelichting vormen de winst- en verliesrekening en de balans gezamenlijk de jaarrekening van uw onderneming. De balans is een

Nadere informatie

Going concern Vestigingsplaats:

Going concern Vestigingsplaats: Bedrijfsnaam: Dorssports Vestigingsplaats: Heiloo Opsteldatum: 5 juli 2018 Periode: 1 januari 2015 t/m 31 december 2020 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail adres: Dorssports

Nadere informatie

Module 4 Inzicht in cijfers

Module 4 Inzicht in cijfers Geleerd in vorige presentaties Module 4 Inzicht in cijfers Les 3. Begrijp de balans en stuur op kengetallen 1. Winst- en verliesrekening 2. Balans 3. Kasstroomoverzicht 4. Winst en belasting Les 3 Maak

Nadere informatie

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam Jaarrekening 2017 Relatiebeheerder: Hans Beijer Datum vastgesteld: 19-05-2018 Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam

Nadere informatie

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving 17.1 Geef van elke uitspraak aan of hij juist of onjuist is. a b c d e f g h i Publicatie van de jaarrekening is verplicht voor alle ondernemingen. Het jaarverslag

Nadere informatie

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van:

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van: Tussentijdse rapportage 216 mrt van: Tussentijdse rapportage 1 van 16 8-5-216 RESULTAAT IN EURO Ontwikkeling van opbrengsten en kosten Zoals blijkt uit de winst-en-verliesrekening bedraagt het resultaat

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Infrastructuur- monitor MIRT 2012

Infrastructuur- monitor MIRT 2012 Infrastructuur- monitor MIRT 2012 Infrastructuurmonitor MIRT 2012 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Nummer Kamer van Koophandel: 51410141 Datum: Opgesteld door: 9 april 2014 P.A. Vorstenbosch Aantal exemplaren: 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave pagina Opdracht 3 Samenstellingsverklaring

Nadere informatie

Opsteldatum: 23 mei 2011 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december 2013. Telefoonnummer: 611358230 Email adres: wilco.kraaij@unit4.

Opsteldatum: 23 mei 2011 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december 2013. Telefoonnummer: 611358230 Email adres: wilco.kraaij@unit4. Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Driel Aggregaten BV Veenendaal Opsteldatum: 23 mei 211 Periode: 1 januari 29 t/m 31 december 213 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Driel Aggregaten BV Veenendaal Opsteller:

Nadere informatie

Monitor ZZP ers Bouw. 2015, eerste halfjaar

Monitor ZZP ers Bouw. 2015, eerste halfjaar Monitor ZZP ers Bouw, eerste halfjaar Monitor ZZP ers bouw Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Verschuiving van grootschalige nieuwbouw in buitengebied naar kleinschalige (her-) bouw in bestaande situatie;

Verschuiving van grootschalige nieuwbouw in buitengebied naar kleinschalige (her-) bouw in bestaande situatie; Bouw De sector bouwnijverheid bestaat uit een diversiteit aan bedrijven. Belangrijke bedrijfsgroepen zijn: Aannemersbedrijven Burgerlijke en Utiliteitsbouw (algemeen en gespecialiseerd)* Aannemersbedrijven

Nadere informatie

Verduurzaming van woningen en gebouwen

Verduurzaming van woningen en gebouwen Internet enquête EIB Verduurzaming van woningen en gebouwen Tabel 7.1 Aantal b&u-bedrijven dat in 2013 wel of geen projecten heeft uitgevoerd op het grootteklasse 21-50 51-100 101 Wel 53 33 56 79 93 66

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 Liquiditeitskengetallen Current ratio Quick ratio Working capital (werkkapitaal) Cashflow Kengetallen Kengetallen zijn verhoudingsgetallen, ze geven de verhouding aan tussen

Nadere informatie

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Vlissingen

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Vlissingen Financieel verslag 2011/2012 Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Voorblad 0 Inhoud Bestuursverslag 2 Algemeen 3 Resultaatvergelijk 4 Financiele positie 5 Jaarrekening 7 Balans 8 Staat

Nadere informatie

Opsteldatum: 30 oktober 2012 Periode: 1 januari 2011 t/m 31 december 2015. Telefoonnummer: 611358230 Email adres: wilco.kraaij@unit4.

Opsteldatum: 30 oktober 2012 Periode: 1 januari 2011 t/m 31 december 2015. Telefoonnummer: 611358230 Email adres: wilco.kraaij@unit4. Uitkeringstoets 2013-2015 Bedrijfsnaam: Van Driel periodes Vestigingsplaats: Veenendaal Opsteldatum: 30 oktober 2012 Periode: 1 januari 2011 t/m 31 december 2015 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Van Driel

Nadere informatie

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg Burgemeester Kengenstraat 46 6336 BK Hulsberg Jaarrekening 214/215 INHOUD JAARREKENING 1 Samenstellingsverklaring 2 Resultaat 3 Financiële positie 4 Grafieken 5 Fiscale positie JAARREKENING 1 Balans 2

Nadere informatie

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. FINANCIEEL BELEID Financiële positie op balansdatum Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. Activa

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Najaar 2015. Jerzy Straatmeijer

Monitor Bouwketen. Najaar 2015. Jerzy Straatmeijer Monitor Bouwketen Najaar 2015 Jerzy Straatmeijer 2 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 5 1 Bouwketen 7 1.1 Recente ontwikkelingen 7 1.2 Conjunctuur bouwketen 10 2 Architectenbureaus 12 3 Ingenieursbureaus

Nadere informatie

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Jaarverslag 2016 Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2016 uitsluitend de kerncijfers en

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2011 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2011 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

Opsteldatum: 26 oktober 2012 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december 2014. Telefoonnummer: 31611359232 Email adres: wilco.kraaij@unit4.

Opsteldatum: 26 oktober 2012 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december 2014. Telefoonnummer: 31611359232 Email adres: wilco.kraaij@unit4. Prognose 213-214 Bedrijfsnaam: Van Driel Aggregaten B V Vestigingsplaats: Veenendaal Opsteldatum: 26 oktober 212 Periode: 1 januari 29 t/m 31 december 214 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Van Driel Aggregaten

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Beoordelen

Hoofdstuk 6: Beoordelen Hoofdstuk 6: Beoordelen M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H6: Beoordelen Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

Stichting Omroep Landgraaf

Stichting Omroep Landgraaf Stichting Omroep Landgraaf T.a.v. Het Bestuur Felix Ruttenstraat 16 6372KV Landgraaf KvK-nummer: 4172374 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 218 Inhoud JAARREKENING Financiële positie JAARSTUKKEN 218 JAARREKENING

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief Utrecht, december 2013 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs...

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

Rekening courant krediet Crediteuren

Rekening courant krediet Crediteuren Bezit Balans Vermogen 1 jan. 2019 Vaste activa Grond Gebouw Werkplaats Infrastructuur Bussen (oud) Renovatie bussen Bussen (nieuw) Renovatie gebouw 900.000 600.000 60.000 220.000 960.000 Vreemd vermogen

Nadere informatie

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Stichting 070Watt Pletterijkade 15 2515 SG Den Haag KvK-nummer: 60690461 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie JAARSTUKKEN

Nadere informatie

Rekening courant krediet Crediteuren

Rekening courant krediet Crediteuren Bezit Balans Vermogen 1 jan. 2018 Vaste activa Grond Gebouw Werkplaats Infrastructuur Bussen (oud) Renovatie bussen Bussen (nieuw) Renovatie gebouw 1.800.000 800.000 40.000 2.400.000 440.000 960.000 40.000

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Monitor Bouwketen Daan Holtackers Rapport in opdracht van BNA, Bouwend Nederland, NLingenieurs en UNETO-VNI December 2013 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 3 1 Bouwkolom 5 1.1 Recente ontwikkelingen

Nadere informatie

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Jaarrekening 2018 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum vastgesteld: 26-02-2019 Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Breda, 26 februari 2019 Geachte directie,

Nadere informatie

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Toets 3 HAVO 5 g  Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Toets 3 HAVO 5 20 12 MO Onderdeel 3.1 Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Voor deze toets zijn maximaal 35 punten te behalen; De

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Stichting Güney Surinamestraat XD Leiden RAPPORT OVER HET BOEKJAAR 2015

Stichting Güney Surinamestraat XD Leiden RAPPORT OVER HET BOEKJAAR 2015 Stichting Güney Surinamestraat 8 2315 XD Leiden RAPPORT OVER HET BOEKJAAR 2015 INHOUDSOPGAVE Samenstellingsverklaring 3 Bedrijfseconomische kengetallen 4 Resultaatvergelijking 5 Financiele positie 6 Liquiditeitspositie

Nadere informatie

AFNL/NOA. De gespecialiseerde (af)bouwer in beeld. Taco van Hoek Directeur Economisch Instituut voor de Bouw. AFNL/NOA Den Haag, 30 maart

AFNL/NOA. De gespecialiseerde (af)bouwer in beeld. Taco van Hoek Directeur Economisch Instituut voor de Bouw. AFNL/NOA Den Haag, 30 maart AFNL/NOA De gespecialiseerde (af)bouwer in beeld Taco van Hoek Directeur Economisch Instituut voor de Bouw AFNL/NOA Den Haag, 30 maart 2016 1 Inhoud Drie vragen Wat is het profiel van de gespecialiseerde

Nadere informatie

Branche rapportage CONCEPT Test Bouw Fake Accountancy 13 maart 2013

Branche rapportage CONCEPT Test Bouw Fake Accountancy 13 maart 2013 Branche rapportage CONCEPT Test Bouw Fake Accountancy 13 maart 2013 Klantgegevens Branche: 4120 Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw Plaats: Nieuwegein Rechtsvorm: BV Boekjaar: 2011 Omzet: 1.201.244

Nadere informatie

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 Wat gaan we doen? Wat zijn je verwachtingen? Stukje theorie Oefencasus Afronding Handel en boekhouding Zo lang er handel wordt gedreven

Nadere informatie

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan Jaarrekening 2017 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum vastgesteld: 26-02-2018 Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan Breda, 26 februari 2018 Geachte

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 2014 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

Resultatenrekening: een overzicht van de opbrengsten en de kosten van een bedrijf gedurende een bepaalde periode.

Resultatenrekening: een overzicht van de opbrengsten en de kosten van een bedrijf gedurende een bepaalde periode. Samenvatting door een scholier 1682 woorden 5 april 2004 6,5 34 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent Samenvatting M&O Hoofdstuk 21 21.1 Intern verslag in een eenmanszaak Met behulp van een aantal geprognosticeerde

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2014 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2014 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016 TOELATINGSTOETS M&O VUL IN: Datum 14-1-2016 Naam en voorletters. Adres. Postcode. Woonplaats. Geboortedatum / / Plaats Land. Telefoonnummer. E-mail. Gekozen opleiding. OPMERKINGEN: Tijdsduur: 90 minuten

Nadere informatie

Monitor bouwketen. Voorjaar 2019

Monitor bouwketen. Voorjaar 2019 Monitor bouwketen Voorjaar 2019 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend toegestaan met

Nadere informatie

ZorgRating. Financiële gezondheid ziekenhuizen

ZorgRating. Financiële gezondheid ziekenhuizen ZorgRating Financiële gezondheid ziekenhuizen Financiële positie ziekenhuizen verbetert, personeel niet in loondienst en dure geneesmiddelen zetten operationele kasstroom onder druk Financiële positie

Nadere informatie

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg Burgemeester Kengenstraat 46 6336 BK Hulsberg Jaarrekening 215/216 INHOUD JAARREKENING 1 Samenstellingsverklaring 2 Resultaat 3 Financiële positie 4 Grafieken 5 Fiscale positie JAARREKENING 1 Balans 2

Nadere informatie

Jaarcijfers Stichting LIZ Vrouwe Udasingel GT LENT. Inhoudsopgave:

Jaarcijfers Stichting LIZ Vrouwe Udasingel GT LENT. Inhoudsopgave: Jaarcijfers 2015 Vrouwe Udasingel 235 6663 GT LENT Inhoudsopgave: - Balans (en toelichting op de balans) - Winst- en verliesrekening - Kengetallen Balans per 31-12-2015 ACTIVA 2015 2014 Vaste activa Materiële

Nadere informatie

Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers. Aanbesteding en transactiekosten 2009-2011

Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers. Aanbesteding en transactiekosten 2009-2011 Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers Aanbesteding en transactiekosten 2009-2011 Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor

Nadere informatie

Nieuw gebouw Vestigingsplaats:

Nieuw gebouw Vestigingsplaats: Bedrijfsnaam: Demobouw BV Vestigingsplaats: Zeist Voorwoord Opsteldatum: 10 september 2018 Periode: 1 januari 2014 t/m 31 december 2017 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 R.J. Kenens L. Hingstman Februari 2004 NIVEL Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Telefoon: 030-27 29 700 www.nivel.nl Pagina 2 van 6 INLEIDING In

Nadere informatie

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar Het CPB heeft haar vooruitzichten voor de Nederlandse economie sterk neerwaarts aangepast. Het bbp daalt volgens het CPB dit jaar met 3,5 procent en

Nadere informatie

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum: 28 februari 2017

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum: 28 februari 2017 De directie van Stichting de Ster Jaarrekening 2016 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum: 28 februari 2017 Inhoudsopgave Pagina 1 Algemeen 2 1.1 Kengetallen 2 1.2 Grafieken 4 2 Jaarrekening 6 2.1 Balans

Nadere informatie

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan Jaarrekening 2016 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum vastgesteld: 23-11-2017 Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan Breda, 23 november 2017 Geachte

Nadere informatie

Monitor ZZP ers Bouw. 2014, tweede halfjaar

Monitor ZZP ers Bouw. 2014, tweede halfjaar Monitor ZZP ers Bouw, tweede halfjaar Monitor ZZP ers Bouw Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie