Bedrijfs- economische kencijfers. gww-bedrijven 2009

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bedrijfs- economische kencijfers. gww-bedrijven 2009"

Transcriptie

1 Bedrijfs- economische kencijfers gww-bedrijven 2009

2 Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2009

3 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming van het EIB. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld. Februari 2011

4 Bedrijfs- economische kencijfers gww-bedrijven 2009 M.H. Vrolijk, MSc drs. D.M. Holtackers

5

6 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 7 1 Omzet en markten Algemeen Regionale markten Marktsectoren 11 2 Opdrachtverkrijging Opdrachtgevers Wijze van opdrachtverkrijging 17 3 Vermogensmutaties en financiële structuur Vermogensmutaties Financiële structuur 20 4 Kostenstructuur en winstmakers Kostenstructuur Winstmakers 25 5 Kencijfers per werkende Omzet en toegevoegde waarde Loonkosten 29 6 Financiële kencijfers Liquiditeit Vermogensbeheer Solvabiliteit Rentabiliteit 35 Bijlage 1: Populatie, steekproef en respons 39 Bijlage 2: Begrippenoverzicht 41 EIB-publicaties 44 5

7 6

8 Conclusies op hoofdlijnen In dit rapport worden de bedrijfseconomische ontwikkelingen in 2009 weergegeven bij de gww-bedrijven die voornamelijk als hoofdaannemer of bouwondernemer werkzaam zijn. Bij vergelijkingen van jaar tot jaar moet rekening worden gehouden met veranderingen in de samenstelling van de responsgroep. Tenzij anders vermeld worden bedragen weergegeven in lopende prijzen. De totale omzet van gww-hoofdaannemers daalde in 2009 tot 8,4 miljard. Een reeële daling van 3%. De binnenlandse omzet (98% van het totaal) nam in reële termen met 2½% toe. In 2009 werd meer vermogen besteed dan er beschikbaar kwam. Er kwam extra vermogen beschikbaar uit netto vermogensbeslag in werken, overige vorderingen en garantievermogen. Van dit extra vermogen werd het meeste besteed aan overige kortlopende schulden. Het gemiddelde winstpercentage steeg met 1½ procentpunt naar 4,4%. Het percentage winstmakende bedrijven bleef stabiel. Het percentage winstmakende bedrijven bedroeg 80%. De omzet per werkende ontwikkelde zich positief. De toegevoegde waarde per werkende nam met 3¾% toe tot Het aandeel van overige kosten in de omzet daalde. De loonkosten per werkende zijn gemiddeld genomen gelijk gebleven met een waarde van Doordat de toegevoegde waarde gemiddeld licht steeg en de loonkosten gelijk bleven, daalde ook het aandeel van de loonkosten in de toegevoegde waarde. De current ratio en de quick ratio zijn op een bevredigend niveau. De current ratio steeg ten opzichte van 2008 met een paar procentpunten tot 126%. De quick ratio steeg naar 119%. Ten opzichte van 2008 daalden de debiteuren- en crediteurentermijn en nettovermogensbeslag flink. De debiteurentermijn daalde tot 43 dagen, de crediteurentermijn tot 61 dagen. Het nettovermogensbeslag nam af tot 9 dagen. De omlooptijd van het vermogen (141 dagen) was met 48 dagen toegenomen, door een sterkere daling van het balanstotaal ten opzichte van de omzet. De solvabiliteit van de gww-hoofdaannemers is in 2009 een stuk verbeterd. De rentedekkingsratio was goed. Dit komt vooral, doordat een groot deel van het vreemd vermogen uit kort vreemd vermogen bestaat dat geen rente draagt. De rentabiliteit steeg tot een goed niveau naar 12,0%. 7

9 8

10 1 Omzet en markten Dit hoofdstuk gaat in op de in 2009 behaalde omzet door gww-hoofdaannemers (paragraaf 1.1) en de markten waarin deze omzet is verkregen (paragrafen 1.2 en 1.3). 1.1 Algemeen De gww-hoofdaannemers (met personeel in dienst) boekten in 2009 een totale omzet van 8,4 miljard (zie tabel 1.1). Vergeleken met 2008 daalde de totale omzet nominaal 5%. Opvallend genoeg was in 2009 in de gww sprake van een prijsdaling 1. Hierdoor bedroeg de totale omzetdaling 3%. Het grootste gedeelte van de totale omzet kwam voort uit binnenlandse omzet uit bouwbedrijf (98%). Voor het zesde opeenvolgende jaar is deze binnenlandse omzet gestegen. Ten opzichte van 2008 nam de binnenlandse omzet uit bouwbedrijf in reële termen met 2½% toe. Per grootteklasse In nominale termen kreeg het middenbedrijf in 2009 te maken met een omzetstijging (zie figuur 1.1). De omzet van het klein- en grootbedrijf bleef op hetzelf- Tabel 1.1 Verdeling van de totale omzet van gww-bedrijven (hoofdaannemers), in , in mln euro s, lopende prijzen Omzet uit bouwbedrijf Omzet uit nevenactiviteit Totale omzet Binnenland Buitenland Omzet van in Nederland gevestigde werkmaatschappijen met Nederland als voornaamste werkgebied 1 9

11 Figuur 1.1 Omzet in mld euro s van gww-bedrijven per grootteklasse in arbeidsjaren in , lopende prijzen Mld euro de niveau als in De ontwikkelingen hadden tot gevolg dat het aandeel van het kleinbedrijf in de binnenlandse omzet uit bouwbedrijf 12% bedroeg. Het aandeel van het midden- en grootbedrijf in de binnenlandse omzet uit bouwbedrijf bedroeg respectievelijk 27% en 61%. Door verschillen in populatie en verschillen in definitie van de gww-sector en grootteklasse verschillen de gerapporteerde cijfers met de cijfers van het CBS. Desondanks komen de trends in de omzetontwikkeling overeen. 1.2 Regionale markten Gww-bedrijven kunnen projecten uitvoeren op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Hiermee worden diverse geografische marktgebieden bediend. In deze publicatie worden de regio s Noord (Groningen, Friesland, Drenthe), Oost (Overijssel, Gelderland, Flevoland), West (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht) en Zuid (Zeeland, Noord-Brabant, Limburg) onderscheiden. Niet uit elke regio werd evenveel omzet behaald. Het grootste deel van de binnenlandse omzet uit gww-bedrijf werd in 2009 in het Westen gerealiseerd. Het aandeel van 39% was goed voor 3,2 miljard (zie figuur 1.2). Het aandeel van de regio Oost in de omzet bedroeg ongeveer 18%. Dit vertaalt zich naar een bedrag van 1,5 miljard. In het Zuiden kwam de omzet uit op 2,3 miljard, of 28% van de omzet. Het aandeel van het Noorden in de omzet was met ongeveer 15% het kleinst. Er werd in deze regio 1,2 miljard omzet gerealiseerd. 10

12 Figuur 1.2 Regionale verdeling in mld euro s van de binnenlandse omzet van gww-bedrijven in ,2 3,2 1,5 2,3 Gww-bedrijven boekten in 2009 niet in alle regio s meer omzet ten opzichte van In het Westen werd 0,9 miljard minder gerealiseerd dan in Het Noorden, Oosten en Zuiden zagen de omzet met respectievelijk 0,3 miljard, 0,4 miljard en 0,2 miljard euro toenemen. 1.3 Marktsectoren Gww-bedrijven kunnen in verschillende delen van de markt actief zijn. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om wegenbouw, spoorwegbouw, kabels- en buizenleggen, civiele betonbouw, kust- en oeverwerk en landinrichting. Wegenbouwactiviteiten hadden het grootste aandeel in de omzet. Het aandeel bedroeg in % (zie tabel 1.2). Wel is het aandeel de laatste twee jaar terug gelopen. Andere deelsectoren met een aanzienlijk aandeel in de omzet zijn kabels en buizen (26%) en civiele beton (13%). Ten opzichte van 2008 steeg het aandeel van kabels en buizen met 11 procentpunt. 11

13 Tabel 1.2 Verdeling in procenten van de binnenlandse omzet van gww-bedrijven naar marktsector in Marktsector Wegenbouw Railinfra Kabels en buizen Civiele beton Kust en oever Baggerwerk Landinrichting Overige activiteiten Totaal Per grootteklasse Het klein-, midden- en grootbedrijf begeven zich op verschillende segmenten van de markt. De wegenbouw is voor het midden- en kleinbedrijf de belangrijkste deelsector. Ongeveer de helft van de omzet wordt in deze sector gerealiseerd (zie figuur 1.3). Andere belangrijke activiteiten voor de midden- en kleinbedrijven bestaan vooral uit civiele betonbouw en kunst- en oeverwerk. Voor het grootbedrijf is de wegenbouw, met een aandeel van 42%, eveneens van groot belang. Naast civiele betonbouw en kabels- en buizenleggen hebben ook railinfra-werkzaamheden een relatief groot aandeel in de omzet van het grootbedrijf. Het marktaandeel van het grootbedrijf in de railinfra bedraagt dan ook vrijwel 100% (zie figuur 1.4). Een groot deel van het kust- en oeverwerk komt voor rekening van het middenbedrijf. Het kleinbedrijf is eveneens een relatief belangrijke speler op de deelmarkt kust- en oeverwerk. De mutaties in de grootteklassen houden overigens deels verband met veranderingen in de samenstelling daarvan. 12

14 Figuur 1.3 Verdeling in procenten van de binnenlandse omzet in 2009 van gww-bedrijven naar marktsector, per grootteklasse in arbeidsjaren Wegenbouw Railinfra Kabels en buizen Civiele beton Kust en oever Bagger Landinrichting Overig Figuur 1.4 Marktaandelen in procenten in 2009 van gww-bedrijven per grootteklasse in arbeidsjaren Wegenbouw Railinfra Kabels en buizen Civiele beton 31 Kust en oever 27 1 Bagger 6 Landinrichting Overig Kleinbedrijf Middenbedrijf Grootbedrijf 13

15 14

16 2 Opdrachtverkrijging Dit hoofdstuk gaat in op de opdrachtgevers van de gww-hoofdaannemers (paragraaf 2.1) en de manieren waarop opdrachten in 2009 zijn verkregen (paragraaf 2.2). 2.1 Opdrachtgevers De gww-hoofdaannemers kennen verschillende opdrachtgevers. De landelijke, provinciale en gemeentelijke overheden zijn bijvoorbeeld belangrijke opdrachtgevers voor wegenbouwactiviteiten. Werken in civiele beton zoals bruggen en viaducten worden in combinatie met wegenbouwactiviteiten ook vaak in opdracht van de overheid uitgevoerd. Telecom-, kabel- en elektriciteitsbedrijven zijn doorgaans opdrachtgevers voor kabellegactiviteiten. Industrie, gas- en waterbedrijven zijn belangrijke opdrachtgevers voor buizenlegactiviteiten. Daarnaast kunnen de gww-hoofdaannemers ook in opdracht van andere bouw- of gww-bedrijven activiteiten uitvoeren. De overheid bleef met een aandeel van 45% in de omzet de belangrijkste opdrachtgever in de gww (zie tabel 2.1). Het aandeel van de overheid nam in 2009 in belang af (-9 procentpunt). De economische crisis van 2009 biedt een mogelijke verklaring. Binnen de groep overheid zijn lagere overheden (vooral gemeenten) qua volume de belangrijkste groep opdrachtgevers op de gwwmarkt. De gww-werken in opdracht van lagere overheden zijn gerelateerd aan de b&u. Enerzijds op het gebied van bouw- en woonrijp maken van bouwlocaties. Anderzijds beïnvloedt de b&u de gemeentelijke inkomsten uit bouwgrondexploitatie en daarmee ook de financiële armslag van gemeenten. Doordat de economische crisis een teruglopende activiteit in de b&u liet zien, vielen bij de lagere overheden de b&u-gerelateerde uitgaven aan gww-werken sterk terug, wat mogelijk leidde tot een lager aandeel in de omzet. Werk in opdracht van andere hoofdaannemers nam daarentegen in belang toe. Dit aandeel in de omzet steeg met 5 procentpunt tot 24%. Werk voor bedrijven was voor de gww-hoofdaannemers eveneens van groot belang. Een kwart van de omzet werd in opdracht van bedrijven gerealiseerd. Per grootteklasse Het klein-, midden- en grootbedrijf richten zich deels op verschillende opdrachtgevers in de markt. Voor het kleinbedrijf zijn vooral de overheid en hoofdaannemers belangrijke opdrachtgevers. Uit deze segmenten tezamen halen de bedrijven bijna 90% van de omzet (zie figuur 2.1). Bij het middenbedrijf zijn de overheid en hoofdaannemers eveneens belangrijke opdrachtgevers. Deze laatste heeft echter een twee keer zo klein belang in de omzet als bij de kleine bedrijven, terwijl de overheid juist een groter belang heeft. Het middenbedrijf richt zich tevens op bedrijven. Het grootbedrijf behaalt het merendeel van de omzet in opdracht van (landelijke en provinciale) overheid en bedrijven. De mutaties in de grootteklassen houden deels verband met veranderingen in de samenstelling daarvan. 15

17 Tabel 2.1 Verdeling in procenten van de binnenlandse omzet van gww-bedrijven naar opdrachtgever in Overheid Bedrijven Particulieren Hoofdaannemers Overige Totaal Onder overheid is begrepen rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en overige publiekrechtelijke lichamen Figuur 2.1 Verdeling in procenten van de binnenlandse omzet in 2009 van gww-bedrijven naar opdrachtgever, per grootteklasse in arbeidsjaren Overheid Bedrijven Particulieren Hoofdaannemers 16

18 2.2 Wijze van opdrachtverkrijging Opdrachten kunnen op verschillende manieren worden verkregen. Opdrachtgevers kunnen meerdere aannemers om een offerte vragen of slechts één. In het eerste geval wordt gesproken over aanbesteding en in het tweede geval over enkelvoudige uitnodiging. Binnen de aanbesteding kan een onderscheid worden gemaakt tussen openbare en onderhandse aanbesteding. Wanneer opdrachtgevers één aannemer om een offerte vragen, dan wordt gesproken over enkelvoudige uitnodiging. Tot slot kunnen werkzaamheden tegen een vaste prijs worden verrekend of tegen een tarief. Dit laatste heet klantenwerk. Wat betreft de wijze van opdrachtverkrijging doen er zich ten opzichte van voorgaande jaren enkele wijzigingen voor (zie tabel 2.2). Openbare en onderhandse aanbesteding waren samen goed voor 58% van de omzet (was 67%). Vooral het aandeel openbare aanbesteding is gekrompen. Wel werd het grootste gedeelte van de omzet ook in 2009 uit aanbesteding gerealiseerd. De daling van het aandeel openbare aanbesteding kan samenhangen met het lagere aandeel van opdrachten voor de overheid (zie paragraaf 2.1), die vaak openbaar worden aanbesteed. Opdrachten verkregen uit enkelvoudige uitnodiging (inclusief bouwteam) hadden ook een belangrijk aandeel in de omzet (22%). Per grootteklasse Kleine, middelgrote en grote bedrijven verschillen in de wijze waarop opdrachten worden verkregen (zie figuur 2.2). Ook hier wijkt het beeld wat af van voorgaande jaren. Vooral kleine bedrijven voerden klantenwerk uit. Het aandeel is ten opzichte van 2008 met 9 procentpunt toegenomen. In vergelijking met het aandeel van klantenwerk (45%), waren aanbesteding (31%) en enkelvoudige uitnodiging (23%) voor de kleine bedrijven eveneens van groot belang. De middelgrote en grote bedrijven behaalden het merendeel van hun omzet uit aanbesteding. De aandelen in de omzet bedroegen respectievelijk 71% en 60%. Bij het middenbedrijf had onderhandse aanbesteding hierin het grootste aandeel. Bij het grootbedrijf gold het omgekeerde. De mutaties in de grootteklassen houden deels verband met veranderingen in de samenstelling daarvan. 17

19 Tabel 2.2 Verdeling in procenten van de binnenlandse omzet van gww-bedrijven naar wijze van opdrachtverkrijging in Uit aanbesteding - openbaar onderhands Uit enkelvoudige uitnodiging Uit klantenwerk Uit overige wijze Totaal Figuur 2.2 Verdeling in procenten van de binnenlandse omzet in 2009 van gww-bedrijven naar wijze van opdrachtverkrijging, per grootteklasse in arbeidsjaren Openbare aanbesteding Onderhandse aanbesteding Enkelvoudig Klantenwerk en overig 18

20 3 Vermogensmutaties en financiële structuur Bedrijven trekken vermogen aan om dit te besteden. In paragraaf 3.1 wordt weergegeven welke vermogensmutaties in 2009 hebben plaatsgevonden. Paragraaf 3.2 laat zien welke gevolgen de vermogensmutaties hadden op de samenstelling van de financiële structuur. 3.1 Vermogensmutaties In 2009 hebben verschillende vermogensmutaties plaatsgevonden (zie tabel 3.1). In 2009 kwam 158 miljoen vermogen beschikbaar. Hiertegenover werd 482 miljoen besteed. Per saldo daalden in 2009 de liquide middelen ( 324 miljoen). In 2009 kwam extra vermogen beschikbaar uit netto vermogensbeslag in werken, overige vorderingen en garantievermogen. De belangrijkste bestedingscategorie was overige kortlopende schulden. Hieraan werd 399 miljoen besteed. Tabel 3.1 Vermogensmutaties van gww-bedrijven in 2009 ten opzichte van 2008 Beschikbaar gekomen x 1 mln Besteed aan: x 1 mln uit: 2 Netto vermogensbeslag in werken Overige vorderingen 46 4 Garantievermogen Vaste activa 51 5 Langlopende schulden 32 6 Overige kortlopende schulden Totaal besteed Liquiditeitsaldo Totaal beschikbaar 158 Totaal beschikbaar Voorraden, onderhanden werk en vorderingen op opdrachtgevers verminderd met schulden aan leveranciers en vooruit gedeclareerde termijnen op onderhanden werk 2 Eigen vermogen plus voorzieningen 3 Inclusief bankkrediet 19

21 3.2 Financiële structuur De financiële structuur (balans) laat de verschillende bezittingen (debet) zien en de soorten vermogen die daarvoor zijn aangetrokken (credit). De balans geeft een momentopname weer en vertelt ons wat over (1) de mate van liquiditeit; (2) schulden versus vermogen en (3) wat de onderneming kost. De debetzijde van de balans laat de diverse bezittingen zien in, van boven naar beneden, toenemende mate van liquiditeit. De post debiteuren heeft met 31% het grootste aandeel in de bezittingen (zie tabel 3.2). De creditzijde laat het aangetrokken vreemd vermogen zien en het eigen vermogen. Het eigen vermogen is het vermogen dat de eigenaren zouden krijgen na verkoop van alle bezittingen en betaling van alle schuldeisers. In vergelijking met voorgaande jaren blijft ook de samenstelling van de soorten vermogen grotendeels gelijk. De posten crediteuren, eigen vermogen en overige schulden hebben de grootste aandelen in het aangetrokken vermogen. De vermogensmutaties in 2009 hadden effect op het totaal geïnvesteerde vermogen en de samenstelling van de debet- en creditzijde. Het totaal geïnvesteerd vermogen daalde in 2009 met 25%. Het totaal geïnvesteerd vermogen had een waarde van 3,2 miljard. De daling wordt voor een groot deel verklaard doordat vrijgekomen vermogen uit debiteuren en voorraden en onderhanden werk besteed is aan crediteuren en termijnen onderhanden werk. Als gevolg hiervan daalden ook de aandelen van debiteuren, crediteuren en termijnen onderhanden werk in het balanstotaal. De daling van het totaal geïnvesteerd vermogen wordt voor een ander groot deel verklaard door de besteding van garantievermogen, netto vermogensbeslag in werken, overige vorderingen en liquide middelen aan vaste activa, langlopende schulden en (vooral) overige kortlopende schulden. Als gevolg hiervan daalden ook de aandelen van liquide middelen en bankkrediet in het balanstotaal. 20

22 Tabel 3.2 Balansstructuur van gww-bedrijven in (debet en credit in procenten van het balanstotaal per datum eindbalans) Debet Vaste activa Voorraden en onderhanden werk Debiteuren Overige vorderingen Liquide middelen Balanstotaal Credit Eigen vermogen Voorzieningen Schulden op lange termijn Crediteuren Termijnen onderhanden werk Bankkrediet Overige schulden op korte termijn Balanstotaal Balanstotaal in mln euro s Fiscale balans 21

23 22

24 4 Kostenstructuur en winstmakers Als de balans een momentopname is van het begin of eind van een periode, dan geeft de kostenstructuur (resultatenrekening) weer wat er gedurende die periode is gebeurt. Dit hoofdstuk geeft informatie over de kostenstructuur (4.1) en winstmakende bedrijven (4.2). 4.1 Kostenstructuur De resultatenrekening geeft een overzicht van de opbrengsten, kosten en de winst. De winst drukt hiermee een mate van efficiëntie uit. Ten opzichte van 2008 waren er beperkte wijzigingen in de kostenstructuur van de bedrijven (zie Tabel 4.1 Kostenstructuur in procenten van de omzet van gww-bedrijven, periode Kostenstructuur Omzet 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 Verbruik, waarvan: 63,0 66,8 63,2 66,0 66,5 betalingen aan grondstoffen, halffabrikaten en materialen 34,2 33,6 32,7 29,6 31,6 betalingen aan onderaannemers 28,8 33,2 30,5 36,4 34,9 Arbeid, waarvan: 22,2 20,0 20,7 19,6 18,7 directe loonkosten 14,1 12,8 12,6 12,3 11,9 indirecte loonkosten 8,1 7,2 8,1 7,3 6,8 Overig, waarvan: 12,2 9,5 10,3 12,0 10,6 afschrijving- en huurkosten 5,6 3,5 3,6 4,1 3,3 rentekosten 0,2 0,2 0,2 0,4 0,2 overige kosten n.e.g. 6,4 5,8 6,5 7,5 7,1 Diverse baten en lasten -0,8-1,0 2,7-0,5-0,2 Resultaat (voor belasting) 1 3,4 4,8 3,1 2,9 4,4 Omzet in mln euro s Indien van toepassing is op het resultaat een ondernemersloon van ( ), (2007) of ( ) in mindering gebracht 23

25 tabel 4.1). De gemiddelde winstmarge bedroeg 4,4%. Het resultaat voor belasting was gestegen, mede door een daling van de overige kosten. Per grootteklasse Tussen de grootteklassen deden zich enkele kleine verschillen voor. In het kleinbedrijf daalde het aandeel van de verbruikskosten 6½ procentpunt. Dit kwam vooral door een daling van het aandeel materiaal. De aandelen arbeid en overige kosten stegen in het kleinbedrijf elk met 2 procentpunt. Het middenbedrijf zag voornamelijk het aandeel overige kosten met 2 procentpunt dalen. In het grootbedrijf steeg het aandeel van de verbruikkosten en daalden de aandelen arbeid en afschrijvingen, elk met ongeveer 2 procentpunt. De winstmarges stegen in alle grootteklassen. Het kleinbedrijf realiseerde een gemiddelde winstmarge van 5,9%, het grootbedrijf een gemiddelde winstmarge van 3,9%. Figuur 4.1 Kostenstructuur in procenten van de omzet van gww-bedrijven per grootteklasse in arbeidsjaren in , ,5 19,9 25,0 4,7 12,4 5,9 0, ,9 33,5 18,8 4,4 5,3 4,9 0, ,0 38,2 17,5 2,6 6,6 3, Materiaal Onderaannemers Arbeid Afschrijvingen Rentekosten Overige kosten Resultaat voor belasting Inclusief diverse baten en lasten 2 Indien van toepassing is op het resultaat een ondernemersloon van in mindering gebracht 24

26 4.2 Winstmakers Naast de winstmarges zijn het aantal winstmakende bedrijven een signaal voor de winstgevendheid in de sector. Met de gunstige winstmarges bleef ook het aantal winstmakende bedrijven stabiel. Ten opzichte van 2008 slaagden in 2009 vrijwel evenveel bedrijven erin om winst te maken: 80% (zie figuur 4.2). Het percentage winstmakers daalde iets in het kleinbedrijf. Figuur 4.2 Percentage gww-bedrijven met winst in , totaal en per grootteklasse in arbeidsjaren Totaal

27 26

28 5 Kencijfers per werkende Ten behoeve van het voortbestaan is het van belang dat bedrijven efficiënt zijn en waarde toevoegen. Met kengetallen per werkende wordt in dit hoofdstuk de efficiency en het economisch belang van de bedrijven weergegeven. 5.1 Omzet en toegevoegde waarde Bedrijven transformeren productiemiddelen (input) in diensten en producten (output). De bijbehorende productieactiviteiten spelen een grote rol in het bepalen van de kosten. Voor de concurrentiepositie is het altijd in het belang van het bedrijf om efficiënt te zijn. De kosten dienen zo laag mogelijk gehouden te worden. Productiviteit is een maatstaf voor efficiency. Productiviteit kan worden uitgedrukt in het aantal eenheden output per eenheid input. De bruto omzet per werkende is zo n maatstaf voor productiviteit. In 2009 steeg de bruto omzet per werkende van naar gemiddeld (zie tabel 5.1). Deze stijging kan worden verklaard, doordat de (binnenlandse) omzet gemiddeld sterker steeg dan het totaal aan personeel. De bruto omzet per werkende kan een vertekend beeld geven. De bruto omzet bevat niet alleen de eigen omzet, maar ook het deel uitbestede omzet. De uitbestede omzet wordt door andere bedrijven gerealiseerd en niet door de eigen werkenden. De netto omzet (de bruto omzet min de betalingen aan onderaannemers) is zodoende nauwkeuriger. In vergelijking met de bruto omzet, steeg de netto omzet per werkende in 2009, verhoudingsgewijs, sterker. In 2008 bedroeg de netto omzet per werkende In 2009 kwam de netto omzet per werkende uit op De productiviteit van de gww-hoofdaannemers is dus verbeterd. Tabel 5.1 Kencijfers omzet en toegevoegde waarde per werkende van gww-bedrijven, in , x Bruto omzet Netto omzet Toegevoegde Toegevoegde per werkende per werkende waarde waarde per werkende direct werkende

29 Zoals eerder aangegeven transformeren bedrijven productiemiddelen in diensten en producten. Bedrijven danken hun bestaan aan het toevoegen van waarde door deze productieactiviteit. Het heeft immers alleen zin om productiemiddelen te transformeren als het nut daarvan volgens afnemers groter is dan het nut van de productiemiddelen afzonderlijk. De toegevoegde waarde geeft weer hoeveel inkomen het bedrijf genereert ten behoeve van personeel, eigenaren, verschaffers van vreemd vermogen en de overheid. Ook de toegevoegde waarde kan als productiviteitsmaatstaf worden weergegeven. De toegevoegde waarde per werkende bedroeg in 2009 gemiddeld Ten opzichte van 2008 nam de toegevoegde waarde per werkende met 3¾% toe, mede door de daling in het aantal werkenden. De toegevoegde waarde per direct werkende daalde met tot Dit kwam doordat het aandeel direct werkenden in het totaal van het personeel sneller steeg dan de toegevoegde waarde. Per grootteklasse Er zijn enkele verschillen in de ontwikkeling van de omzet en toegevoegde waarde per werkende per grootteklasse. In het kleinbedrijf daalde de bruto omzet per werkende met 3½% (zie tabel 5.2). In het midden- en grootbedrijf steeg de bruto omzet per werkende. De stijging was bij het middenbedrijf minder groot (4½%) dan bij het grootbedrijf (8%). Doordat het kleinbedrijf naar verhouding minder werk heeft uitbesteed, daalde de netto omzet per werkende minder hard. Het middenbedrijf zag de netto omzet per werkende bijna even hard stijgen als de bruto omzet per werkende. De netto omzet per werkende steeg bij het grootbedrijf wat sterker dan de bruto omzet. De toegevoegde waarde per (direct) werkende steeg in het klein- en middenbedrijf flink en daalde in het grootbedrijf. De resultaten in tabel 5.2 laten schaalvoordelen zien. Grote bedrijven hebben over het algemeen een hogere omzet en toegevoegde waarde per (direct) werkende dan kleine bedrijven. Tabel 5.2 Kencijfers omzet en toegevoegde waarde per werkende van gww-bedrijven per grootteklasse in arbeidsjaren, in 2008 en 2009, x Grootte in Bruto Netto Toegevoegde Toegevoegde arbeids- omzet per omzet per waarde per waarde per jaren werkende werkende werkende direct werkende

30 5.2 Loonkosten De loonkosten vormen een belangrijk aandeel in de omzet. Voor efficiency en kostenbeheersing is het zodoende van belang de ontwikkeling van de loonkosten te beoordelen. Per werkende bedroegen de loonkosten in 2009 gemiddeld , even hoog als in 2008 (zie tabel 5.3). Doordat de toegevoegde waarde gemiddeld licht steeg en de loonkosten gelijk bleven, daalde het aandeel van de loonkosten in de toegevoegde waarde. De arbeidsinkomenquote daalde tot 70%. Per 100 directe loonkosten steeg de toegevoegde waarde gemiddeld van 219 naar 225. Hieruit resulteerde een verbetering van de dekking voor indirecte kosten. Tabel 5.3 Kencijfers loonkosten van gww-bedrijven, in Loonkosten Toegevoegde Arbeids- Percentage per werkende waarde inkomen- direct (x 1.000) per 100 quote (%) werkende direct loon Per grootteklasse De loonkostenontwikkeling in 2009 verschilt per bedrijfsgrootteklasse (zie tabel 5.4). De loonkosten per werkende stegen in het midden- en kleinbedrijf en daalden in het grootbedrijf. De toegevoegde waarde per 100 euro direct loon bleef in het kleinbedrijf gelijk, daalde in het middenbedrijf en steeg in het grootbedrijf. Overeenkomstig met het totale beeld daalde in elke grootteklasse het aandeel van de loonkosten in de toegevoegde waarde. Deze ontwikkeling was in het kleinbedrijf iets sterker dan in het groot- en middenbedrijf. Het percentage direct werkenden daalde in het kleinbedrijf en steeg in het grootbedrijf. De resultaten in tabel 5.4 laten schaalvoordelen zien. Kleine bedrijven hebben lagere loonkosten per werkende dan grotere bedrijven. Daarentegen is de toegevoegde waarde per 100 direct loon bij de grote bedrijven weer hoger dan bij de kleine bedrijven. 29

31 Tabel 5.4 Kencijfers loonkosten van gww-bedrijven per grootteklasse in arbeidsjaren, in 2008 en 2009, x Loonkosten Toegevoegde Arbeids- Percentage per werkende waarde inkomen- direct (x 1.000) per 100 quote (%) werkende direct loon

32 6 Financiële kencijfers De balans en de resultatenrekening kunnen geen direct antwoord geven op vragen als: in welke mate kunnen bedrijven hun rekeningen betalen (6.1); hoe effectief wordt vermogen beheerd (6.2); in welke mate zijn bedrijven afhankelijk van anderen (6.3); en hoe winstgevend zijn de bedrijven (6.4)? Met financiële kengetallen kunnen de financiële prestaties van bedrijven worden weergegeven en dit soort vragen worden beantwoord. 6.1 Liquiditeit Liquiditeitratio s laten zien in welke mate een bedrijf in staat is om haar rekeningen te betalen. Meestal wordt de liquiditeit uitgedrukt in de current ratio of de quick ratio. De current ratio geeft aan hoeveel keer de vlottende activa (voorraden en vorderingen) met de liquide middelen (kas- en banktegoeden) groter zijn dan de korte termijnschulden. Bij de quick ratio worden de voorraden weggelaten uit de berekening. Dit vergroot de vergelijking tussen bedrijven, omdat de waardering van voorraden van bedrijf tot bedrijf kan verschillen. Daarnaast is het de vraag of voorraden wel snel in geld omgezet kunnen worden wanneer dat nodig is. Een current ratio of quick ratio lager dan 100% betekent dat het bedrijf niet direct de korte termijnschulden kan aflossen. Gebruikelijk is om minstens een verhouding van 120% na te streven, om fluctuaties op te kunnen vangen. De current ratio en quick ratio van de gww-hoofdaannemers waren in 2009 voldoende. De ratio s lagen ruim boven de 100%. De current ratio was gemiddeld 126% (zie figuur 6.1). De quick ratio was gemiddeld 119%. Beide ratio s zijn ten opzichte van 2008 gestegen. Per bedrijfsgrootteklasse verschilde de ontwikkeling. Tabel 6.1 Kencijfers van liquiditeit in procenten van gww-bedrijven per grootteklasse in arbeidsjaren, in 2008 en 2009 Grootte in Quick ratio Current ratio arbeidsjaren

33 Figuur 6.1 Kencijfers van liquiditeit van gww-bedrijven in % Quick ratio Current ratio 6.2 Vermogensbeheer Ratio s van vermogen laten zien hoe succesvol een bedrijf is in het beheren van vermogen. Er kunnen diverse ratio s van vermogen worden berekend. In dit rapport worden de omloopsnelheid van het vermogen, de debiteuren- en crediteurentermijn en het netto vermogensbeslag in lopende werken weergegeven. De omloopsnelheid van het vermogen laat zien hoe effectief het totale vermogen wordt gebruikt om omzet te genereren. Hoe hoger de omloopsnelheid, hoe minder tijd er zit tussen het ontstaan van voorraad of schulden en de beëindiging daarvan. De omloopsnelheid van het vermogen bedroeg in 2009 gemiddeld 2,59 keer. Dit betekent dat het vermogen in 141 dagen wordt omgezet. Ten opzichte van 2008 is de omloopsnelheid gestegen met 0,66. De omlooptijd is hiermee met 48 dagen afgenomen. Per bedrijfsgrootteklasse verschilt de ontwikkeling van de omloopsnelheid van het vermogen (zie tabel 6.2). Doordat het vermogen naar verhouding harder steeg dan de omzet daalde de omloopsnelheid van het vermogen bij de kleine bedrijven. Bij de middelgrote en grote bedrijven gold echter dat de omloopsnelheid steeg, doordat het vermogen naar verhouding harder daalde dan de omzet. De debiteuren- en crediteurentermijn laten zien hoe snel de opdrachtgevers en, respectievelijk, de bouwbedrijven zelf facturen betalen. Een korte debiteurentermijn is van belang voor de liquiditeit. Een korte crediteurentermijn getuigt van professioneel ondernemerschap. Het kostte de opdrachtgevers van de gww-hoofdaannemers in 2009 gemiddeld 43 dagen om de facturen te betalen. 32

34 De hoofdaannemers zelf deden er gemiddeld 18 dagen langer over: 61 dagen (zie figuur 6.2). Ten opzichte van voorgaande jaren daalde de debiteuren- en crediteurentermijn flink. Enerzijds doordat het totaal geïnvesteerde vermogen afnam en anderzijds door een daling van het desbetreffende aandeel in het geïnvesteerde vermogen (zie hoofdstuk 3). Gemiddeld waren vooral de debiteuren van middelgrote en grote bedrijven rapper met hun betalingen. Ook de crediteuren van middelgrote en grote bedrijven hoefden gemiddeld minder lang te wachten. Het netto vermogensbeslag in lopende werken laat de termijn zien waarop per saldo geïnvesteerd vermogen in onderhanden werk vastligt. Hoe korter de termijn, hoe eerder financieringsmiddelen vrijkomen uit het onderhanden werk. Een kort netto vermogensbeslag is van belang voor de liquiditeit. In 2009 nam het netto vermogensbeslag af van 18 naar 9 dagen. Doordat het totaal geïnvesteerde vermogen afnam en het aandeel debiteuren daarbij meer afnam dan het aandeel crediteuren, werd het saldo geïnvesteerd vermogen ook kleiner. In alle grootteklassen deed dit fenomeen zich voor. Figuur 6.2 Kencijfers van vermogensbeheer in dagen van gww-bedrijven in Dagen Debiteurentermijn Crediteurentermijn Nettovermogensbeslag 33

35 Tabel 6.2 Kencijfers van vermogensbeheer in dagen van gww-bedrijven per grootteklasse in arbeidsjaren in 2008 en 2009 Grootte in Omlooptijd Debiteuren- Crediteuren- Nettoarbeids- termijn termijn vermogensjaren beslag Solvabiliteit Solvabiliteitsratio s laten zien in welke mate een bedrijf afhankelijk is van financiering met vreemd vermogen in plaats van eigen vermogen. Hoe meer schulden, hoe onwaarschijnlijker het bedrijf aan al haar betalingsverplichtingen zal kunnen voldoen. Solvabiliteitsratio s geven schuldeisers informatie over de mate van bescherming tegen faillissement van de schuldkrijger en over de mate waarop de schuldkrijger extra financiering kan krijgen. De solvabiliteit van de gww-hoofdaannemers was in 2009 een stuk verbeterd. De vermogensmutaties in 2009 (zie hoofdstuk 3) hebben ertoe geleid dat het aandeel van het vreemd vermogen in het totaal vermogen is gedaald met 7 pro- Tabel 6.3 Kencijfers solvabiliteit van gww-bedrijven, in Aandeel schulden in Ratio schulden- Rentedekkingsratio totaal vermogen eigen vermogen

36 Tabel 6.4 Kencijfers van solvabiliteit in procenten van gww-bedrijven per grootteklasse in arbeidsjaren, in 2008 en 2009 Grootte in Aandeel schulden Ratio schulden- Rentedekkingsin arbeids- in totaal vermogen eigen vermogen ratio jaren centpunt. Het aandeel vreemd vermogen bedroeg gemiddeld 70%. Hierdoor daalde eveneens de ratio schulden-eigen vermogen. De solvabiliteit verbeterde zich vooral in het klein- en middenbedrijf. De solvabiliteitsratio s houden geen rekening met de rentekosten die bij het vreemd vermogen horen. De rentedekkingsratio geeft weer in welke mate het bedrijf voldoende inkomen genereert om de rentekosten te dekken. Het kunnen betalen van de rente is de eerste stap in het voorkomen van wanbetaling. De rentedekkingsratio van de gww-hoofdaannemers was zowel voor het totaal van de bedrijven als per grootteklasse uitstekend. Dit komt vooral doordat een groot deel van het vreemd vermogen (zoals crediteuren, termijnen onderhanden werk en overige vorderingen) geen rente draagt. 6.4 Rentabiliteit Zoals in hoofdstuk 4 is aangegeven, geeft de winstmarge een mate van efficiency weer. Winstmarges houden geen rekening met de investeringen die zijn gedaan door eigenaren of verschaffers van vreemd vermogen. Het vaststellen van de winstgevendheid (rentabiliteit) van bedrijven is één van de lastigste vragen om te beantwoorden, omdat er geen duidelijke maatstaf voor is. Over het algemeen geldt dat bedrijven in economische zin winstgevend zijn als het rendement van de investering in het bedrijf hoger is dan als het geld op de bank zou worden gezet. De rentabiliteit van het totale vermogen (RTV) geeft de hoeveelheid winst weer ten opzichte van het totaal geïnvesteerde kapitaal. Bedrijven kunnen hun RTV verhogen door de winstmarge te vergroten of door de omloopsnelheid van het vermogen te verhogen. De rentabiliteit van het eigen vermogen (REV) geeft weer wat de eigenaren met hun investering hebben verdiend. Het verschil tussen de RTV en de REV wordt verklaard door de invloed van de rentemarge en de verhouding vreemd vermogen en eigen vermogen. De rentemarge bepaalt of de 35

37 Figuur 6.3 Kencijfers van rentabiliteit in procenten van gww-bedrijven in % Rentabiliteit totaal vermogen Rentabiliteit eigen vermogen 1 1 Zie voetnoot REV groter, gelijk of kleiner is dan de RTV. De verhouding vreemd vermogen en eigen vermogen bepaalt de grootte van de invloed die de REV ondergaat van de rentemarge. De rentabiliteit van de gww-hoofdaannemers was in 2009 goed. De RTV steeg van 6,3 naar 12,0% (zie figuur 6.3). Dit kwam door de toename van de omloopsnelheid en de gemiddeld hogere winstmarges. De REV steeg van 23,7 naar 38,1% 2. De stijging van de REV was vooral toe te schrijven aan de stijging van de RTV. De rentabiliteit per grootteklasse komt grofweg overeen met het totale beeld (zie tabel 6.5). 2 De berekende cijfers voor de rentabiliteit van het eigen vermogen zijn aan de algemeen geldende definitie aangepast en wijken daardoor af van eerdere publicaties. 36

38 Tabel 6.5 Kencijfers van rentabiliteit in procenten van gww-bedrijven per grootteklasse in arbeidsjaren, in 2008 en 2009 Grootte in Rentabiliteit Rentabiliteit arbeidsjaren totaal vermogen eigen vermogen ,3 13,2 34,5 35, ,7 15,6 39,7 38, ,7 10,4 18,6 38,9 1 Zie voetnoot pagina 36 37

39 38

40 Bijlage 1: Populatie, steekproef en respons In de zomer van 2010 heeft het EIB alle in Nederland gevestigde en in de sector grond-, water- en wegenbouw (gww) werkzame bouwbedrijven met personeel in dienst geënquêteerd. Deze bedrijven zijn aangesloten bij Cordares te Amsterdam. De totale populatie (in 2009) bestaat ongeveer uit ondernemingen met een totale arbeidscapaciteit van arbeidsjaren (verloonde mensjaren). De respons op de enquête bestaat uit 88 bedrijven (inclusief werkmaatschappijen van grote concerns) met een gezamenlijke arbeidscapaciteit van werkenden (inclusief meewerkende eigenaren niet in loondienst). De enquête had tot doel financiële gegevens te verzamelen uit de jaarrekeningen over Met behulp van de jaarcijfers is door middel van kengetallen een beeld geschetst van de bedrijfseconomische positie van deze bedrijven in De belangrijkste bedrijfskarakteristieken van de onderzochte bedrijven zijn: het hebben van personeel in loondienst het uitvoeren van bouwwerken rechtstreeks in opdracht van de opdrachtgever (hoofdaannemer) Vanwege ondervertegenwoordiging van het aantal bedrijven in de kleinste grootteklasse en oververtegenwoordiging in de grotere grootteklassen heeft weging van de resultaten plaatsgevonden. Als maatstaf hiervoor diende de verhouding tussen het aantal bedrijven per grootteklasse (gebaseerd op verloonde arbeidsjaren) in de populatie van 2009 en in de responsgroep. Voor zover sprake was van een telling van financiële gegevens of van werkenden is uitgegaan van de verhouding tussen het aantal arbeidsjaren in de populatie en in de responsgroep. De hier gepresenteerde resultaten zijn schattingen voor de totale populatie van hoofdaannemingsbedrijven in Nederland in De samenstelling van de populatie en de responsgroep naar grootteklasse is weergegeven in tabel B.1. Sommige bedrijven hebben op concern- of divisieniveau gerespondeerd. Dit betekent dat in de gegevens van deze respondenten werkmaatschappijen begrepen zijn die in de populatie als afzonderlijke teleenheid voorkomen. Bedrijven konden ook hun gegevens via het internet opgeven 3. 3 Hiervoor bestaat de speciaal beveiligde website: 39

41 Tabel B.1 Aantal gww-bedrijven naar grootteklasse: populatie en responsgroep (2009) Grootte in Populatie Responsgroep arbeidsjaren Totaal

42 Bijlage 2: Begrippenoverzicht Omschrijving van begrippen bruto omzet: de waarde van de totale binnenlandse omzet, exclusief btw; netto omzet: omzet verminderd met de betalingen aan onderaannemers; toegevoegde waarde: totaal van lonen, salarissen, afschrijvingskosten, rentekosten en resultaat voor belasting; werkende: een persoon die als werknemer of als eigenaar (niet in loondienst) werkzaam is geweest; direct werkende: werkende die productiegerichte werkzaamheden verricht; loonkosten: arbeidskosten van alle in loondienst verrichte werkzaamheden, waarin begrepen: premies sociale verzekeringen (werkgevers- en werknemersdeel), pensioenpremies en -in voorkomende gevallen- een ondernemersloon; directe loonkosten: kosten van direct productiegerichte werkzaamheden (inclusief ondernemersloon); ondernemersloon: berekende beloning voor de werkzaamheden van meewerkende eigenaren van geen rechtspersoonlijkheid bezittende ondernemingen; arbeidsinkomenquote: aandeel van de totale arbeidskosten in de toegevoegde waarde; resultaat voor belasting: saldo van bruto omzet en kosten, verlaagd of verhoogd met het saldo van diverse baten en lasten, voor aftrek van belasting; diverse baten en lasten: saldo van opbrengsten en kosten die geen verband houden met de eigenlijke bedrijfsuitoefening; bruto winst: resultaat voor belasting vermeerderd met de betaalde rente; totaal geïnvesteerde vermogen: totaal van alle geldmiddelen (passiva) dat in bedrijfsmiddelen (activa) is vastgelegd; vaste activa: waarde van duurzame materiële en immateriële bedrijfsmiddelen; vlottende activa: waarde van materiële en immateriële bedrijfsmiddelen, waaruit op korte termijn de daarin vastgelegde geldmiddelen weer beschikbaar (kunnen) komen; onderhanden werk: waarde van in onderhanden werk vastgelegd vermogen, na aftrek van hierop ingediende termijnen (debetsaldo); vaste passiva: op lange termijn beschikbare geldmiddelen; vlottende passiva: op korte termijn beschikbare geldmiddelen; termijnen onderhanden werk: waarde van op onderhanden werk ingediende termijnen, na aftrek van de waarde van het in onderhanden werk vastgelegd vermogen (creditsaldo); eigen vermogen: deel van alle geldmiddelen dat niet door derden (schuldeisers) ter beschikking is gesteld; current ratio: verhouding tussen vlottende activa en vlottende passiva; debiteurentermijn: termijn waarop vorderingen op opdrachtgevers uitstaan; crediteurentermijn: termijn waarop schulden aan leveranciers worden voldaan; netto vermogensbeslag in lopende werken: termijn waarop per saldo in onderhanden werken geïnvesteerd vermogen vastligt; netto vermogen in 41

43 lopende werken: het saldo van voorraden, onderhanden werken en debiteuren enerzijds en crediteuren anderzijds; winstmarge: het resultaat voor belasting in procenten de bruto omzet; rentabiliteit van het totale vermogen: de bruto winst in procenten van het totaal geïnvesteerde vermogen; rentabiliteit van het eigen vermogen: het resultaat voor belasting in procenten van het eigen vermogen; vlottende activa: voorraden + onderhanden werk + debiteuren + overige vorderingen + liquide middelen; vlottende passiva: crediteuren + termijnen onderhanden werk + bankkrediet + overige schulden op korte termijn; vaste passiva: eigen vermogen + voorzieningen + langlopende schulden; totaal vermogen: vaste passiva + vlottende passiva. Rekenformules Bruto omzet per werkende: Bruto omzet / Aantal werkenden Netto omzet per werkende: (Bruto omzet - Betalingen aan onderaannemers) / Aantal werkenden Toegevoegde waarde per werkende: (Loonkosten + Afschrijvingen + Rente + Resultaat voor belasting) / Aantal werkenden Loonkosten per werkende: Loonkosten / Aantal werkenden Arbeidsinkomenquote: Loonkosten / Toegevoegde waarde Current ratio: (Vlottende activa/ Vlottende passiva) x 100 Quick ratio: (Vlottende activa - Voorraden / Vlottende passiva) x 100 Debiteurentermijn: (Waarde van de debiteuren/ Bruto omzet) x 365 Crediteurentermijn: (Waarde van de crediteuren/ Betalingen aan grondstoffen en materialen en onderaannemers) x 365 Netto vermogensbeslag in lopende werken: [(Voorraden + Onderhanden werk + Debiteuren Crediteuren) /Bruto omzet] x 365 Winstmarge: (Resultaat voor belasting/ Bruto omzet) x 100 Rentedekkingsratio: (Resultaat voor belasting / Rentekosten) x 100 Rentabiliteit totaal vermogen: [(Resultaat voor belasting+ betaalde rente)/ Totaal vermogen] x 100 Rentabiliteit eigen vermogen: (Resultaat voor belasting /Eigen vermogen) x 100 Omloopsnelheid totaal vermogen: Bruto omzet / Totaal vermogen Omlooptijd van het totaal vermogen: (1/ Omloopsnelheid totaal vermogen) x

44 EIB-publicaties 2006 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2006 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2006 De Nederlandse regio s Vraag naar kantoren tot 2015 Bouwbedrijven 2006, ontwikkelingen en vooruitzichten Bouwen in: Noord-Nederland, Noord-Holland en Utrecht, Oost-Nederland, Zuid-Nederland en Zuid-Holland (Bouwend Nederland) Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in de aan de bouw toeleverende industrie en de bouwmaterialenhandel Eindevaluatie Arboconvenant Funderingsbranche Het ziekteverzuim in de bouwnijverheid in 2005 Arbowensen en -behoeften van bouwbedrijven en werknemers 2005 (ARBOUW) Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in ontwerpbureaus Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2005 (ARBOUW) Activity Based Costing in het bouwbedrijf Prestatietoeslag in de restauratiebouw Bouwen op vertrouwen Internetgebruik door bouwbedrijven De kabel- en leidingsector; -investeringsvolume en opdrachtgeverschap- Sectorprofiel schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf De bouwarbeidsmarkt in het najaar van 2005 Bedrijfseconomische kencijfers van b&u-bedrijven in 2005 Bedrijfseconomische kencijfers van gww-bedrijven in

45 Bedrijfseconomische kencijfers van gespecialiseerde bedrijven in de bouw in 2005 Algemene kosten in het bouwbedrijf in 2005 Verkenning knelpunten bij duurzaam, zuinig en materiaalarm aanbesteden en bouwen (RWS/DWW) Het arbeidsbestand in de bouwnijverheid in 2005 De bouwbedrijven in Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2007 Beperking hypotheekrenteaftrek Gevolgen voor de bouwproductie en woningmarkt Opdrachtgevers aan het woord - meting 2006 Infrastructuurmonitor MIT 2007 De restauratieproductie tot 2011 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces Bouwbedrijven 2007 Ontwikkelingen - Vooruitzichten Sectorprofiel stukadoors-, afbouw- en terrazzo-/vloerenbedrijf Het ziekteverzuim in de bouwnijverheid in 2006 De sector civiele betonbouw marktontwikkelingen, opdrachtgeverschap en werkgelegenheid Bouwconcerns in beeld 2006/2007 Opdrachtgevers aan het woord - meting 2007 Bedrijfseconomische kencijfers van gww-bedrijven in 2006 Bedrijfseconomische kencijfers van b&u-bedrijven in 2006 Het arbeidsbestand in de bouw in 2006 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2006 (ARBOUW) Transparantie in de bouwpraktijk De bouwbedrijven in

46 2008 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2008 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces - meting 2007 Kostendruk van wet- en regelgeving in het gespecialiseerde aannemingsbedrijf Infrastructuurmonitor MIRT 2008 Bouw in beeld 2007 Openbaarvervoerinfrastructuur in een geliberaliseerde markt Algemene kosten in het bouwbedrijf Het ziekteverzuim in de bouw in 2007 Kwaliteit van de dienstverlening en het bestuurlijk proces van lagere overheden De markt voor restauratie en onderhoud van monumenten tot 2013 Uitdagingen en beleidsopties bij nieuwbouw van woningen Regionale ontwikkelingen en beleid na 2009 De Vastgoedlezing 2008 Crisis op de Nederlandse woning- en vastgoedmarkt? (ASRE) Bedrijfseconomische kencijfers van b&u-bedrijven in 2007 Bedrijfseconomische kencijfers van gww-bedrijven in 2007 Bouwconcerns in beeld 2007/2008 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2007 (ARBOUW) 2009 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2009 Opdrachtgevers aan het woord - meting 2008 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces - meting 2008 Middenkaderopleidingen in de bouw Algemene kosten in het bouwbedrijf Bouw in beeld

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2015

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2015 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2015 Bedrijfseconomische kencijfers 2015 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven Bedrijfseconomische kencijfers Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. gww-bedrijven 2008

Bedrijfs- economische kencijfers. gww-bedrijven 2008 Bedrijfs- economische kencijfers gww-bedrijven 2008 Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2008 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw.

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u-bedrijven 2009

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u-bedrijven 2009 Bedrijfs- economische kencijfers b&u-bedrijven 2009 Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2009 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2010

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2010 Bedrijfs- economische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2010 Bedrijfseconomische kencijfers 2010 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u-bedrijven 2008

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u-bedrijven 2008 Bedrijfs- economische kencijfers b&u-bedrijven 2008 Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2008 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw.

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2011

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2011 Bedrijfs- economische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2011 Bedrijfseconomische kencijfers 2011 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2012

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2012 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2012 Bedrijfseconomische kencijfers 2012 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2013

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2013 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2013 Bedrijfseconomische kencijfers 2013 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2014

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2014 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2014 Bedrijfseconomische kencijfers 2014 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. gespecialiseerde bedrijven

Bedrijfs- economische kencijfers. gespecialiseerde bedrijven Bedrijfs- economische kencijfers gespecialiseerde bedrijven 2007-2008 Bedrijfseconomische kencijfers gespecialiseerde bedrijven 2007-2008 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting

Nadere informatie

Aanbestedings- opdrachtgevers. Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers gedrag

Aanbestedings- opdrachtgevers. Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers gedrag Aanbestedings- Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers gedrag 2009-2010 opdrachtgevers 2009-2010 Aanbestedings- gedrag opdrachtgevers 2009-2010 drs. S. Hardeman Rapport in opdracht van Stichting Aanbestedingsinstituut

Nadere informatie

Algemene kosten in het bouwbedrijf 2008-2010

Algemene kosten in het bouwbedrijf 2008-2010 Algemene kosten in het bouwbedrijf 2008-2010 Algemene kosten in het bouwbedrijf 2008-2010 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van

Nadere informatie

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur Jaarrekening 2016 Rapportageperiode 31 dec 2016 31 december 2016 Benchmarkperiode 31 dec 2015 31 december 2015 Printdatum 07-06-2017 om 15:55 uur Voorblad 0 0 Inhoud Algemeen 2 Resultaatvergelijking 3

Nadere informatie

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving 17.1 Geef van elke uitspraak aan of hij juist of onjuist is. a b c d e f g h i Publicatie van de jaarrekening is verplicht voor alle ondernemingen. Het jaarverslag

Nadere informatie

Financiële analyse van de jaarrekening

Financiële analyse van de jaarrekening 17 hoofdstuk Financiële analyse van de jaarrekening 17.1 B 17. C 17.3 C 17.4 A 17.5 A 17.6 C 17.7 D 17.8 D 17.9 B 17.10 D 17.11 D 17.1 C 17.13 A 17.14 C 17.15 B 17.16 C 1.000.000 / 1.500.000 = 0,08 17.17

Nadere informatie

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van:

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van: Tussentijdse rapportage 216 mrt van: Tussentijdse rapportage 1 van 16 8-5-216 RESULTAAT IN EURO Ontwikkeling van opbrengsten en kosten Zoals blijkt uit de winst-en-verliesrekening bedraagt het resultaat

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2015. Marien Vrolijk

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2015. Marien Vrolijk Monitor Bouwketen Voorjaar 2015 Marien Vrolijk 2 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 5 1 Bouwketen 6 1.1 Recente ontwikkelingen 6 1.2 Conjunctuur bouwketen 8 2 Architectenbureaus 10 3 Ingenieursbureaus

Nadere informatie

Basisprognose

Basisprognose Bedrijfsnaam: RestauRanto Vestigingsplaats: Voorwoord Opsteldatum: 28 oktober 216 Periode: 1 januari 215 t/m 31 december 217 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail adres: RestauRanto

Nadere informatie

Financiële ratio s met CASH!

Financiële ratio s met CASH! Inleiding Het is belangrijk dat je als ondernemer weet hoe je onderneming er financieel voor staat. Hier kan je financiële ratio's goed voor gebruiken. Maar wat zijn ze en wat doe je ermee? Om de financiële

Nadere informatie

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Stichting 070Watt Pletterijkade 15 2515 SG Den Haag KvK-nummer: 60690461 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie JAARSTUKKEN

Nadere informatie

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van de accountantsrapportage 9 Jaarstukken 2008 Jaarrekening

Nadere informatie

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Jaarverslag 2016 Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2016 uitsluitend de kerncijfers en

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2011 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2011 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Module 4 Inzicht in cijfers

Module 4 Inzicht in cijfers Geleerd in vorige presentaties Module 4 Inzicht in cijfers Les 3. Begrijp de balans en stuur op kengetallen 1. Winst- en verliesrekening 2. Balans 3. Kasstroomoverzicht 4. Winst en belasting Les 3 Maak

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 5

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 5 Opgave 5.1 a. Liquiditeitsbalans b. 1/1 solvabiliteitsratio = 1.570.000 = 0,48 3.240.000 31/12 solvabiliteitsratio = 1.630.000 = 0,46 3.550.000 c. 1/1 debt ratio = 1.100.000 + 570.000 = 0,52 3.240.000

Nadere informatie

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Vlissingen

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Vlissingen Financieel verslag 2011/2012 Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Voorblad 0 Inhoud Bestuursverslag 2 Algemeen 3 Resultaatvergelijk 4 Financiele positie 5 Jaarrekening 7 Balans 8 Staat

Nadere informatie

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur Jaarrekening 2015 Rapportageperiode 31 december 2015 Benchmarkperiode 31 december 2014 Printdatum 24-06-2016 om 15:39 uur Voorblad 0 0 Inhoud Algemeen 2 Resultaatvergelijking 4 Financiële positie 6 Jaarrekening

Nadere informatie

Stichting Omroep Landgraaf

Stichting Omroep Landgraaf Stichting Omroep Landgraaf T.a.v. Het Bestuur Felix Ruttenstraat 16 6372KV Landgraaf KvK-nummer: 4172374 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 218 Inhoud JAARREKENING Financiële positie JAARSTUKKEN 218 JAARREKENING

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk Monitor Bouwketen Najaar 2014 Marien Vrolijk 2 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 5 1 Bouwketen 6 1.1 Recente ontwikkelingen 6 1.2 Conjunctuur bouwketen 8 2 Architectenbureaus 10 3 Ingenieursbureaus

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2014 2011 EV HAARLEM. Haarlem, 7 april 2015 - 1 - STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47

JAARVERSLAG 2014 2011 EV HAARLEM. Haarlem, 7 april 2015 - 1 - STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47 JAARVERSLAG 2014 STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47 2011 EV HAARLEM Haarlem, 7 april 2015-1 - INHOUDSOPGAVE Pagina RAPPORT 1 Opdracht 3 2 Resultaat 4 3 Financiële positie 5 4 Kengetallen

Nadere informatie

Going concern Vestigingsplaats:

Going concern Vestigingsplaats: Bedrijfsnaam: Dorssports Vestigingsplaats: Heiloo Opsteldatum: 5 juli 2018 Periode: 1 januari 2015 t/m 31 december 2020 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail adres: Dorssports

Nadere informatie

Jaarcijfers Stichting LIZ Vrouwe Udasingel GT LENT. Inhoudsopgave:

Jaarcijfers Stichting LIZ Vrouwe Udasingel GT LENT. Inhoudsopgave: Jaarcijfers 2015 Vrouwe Udasingel 235 6663 GT LENT Inhoudsopgave: - Balans (en toelichting op de balans) - Winst- en verliesrekening - Kengetallen Balans per 31-12-2015 ACTIVA 2015 2014 Vaste activa Materiële

Nadere informatie

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..

Nadere informatie

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016 Jaarrekeninglezen voor non-financials Ruitenburg University 15 november 2016 Introductie Welkom Voorstelronde sprekers Doel Eerst even dit! Inhoud Waarom een jaarrekening? Onderdelen van de jaarrekening

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2014 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2014 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

Stichting Omroep Landgraaf

Stichting Omroep Landgraaf Stichting Omroep Landgraaf T.a.v. Het Bestuur Felix Ruttenstraat 16 6372KV Landgraaf KvK-nummer: 4172374 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 215 Inhoud JAARREKENING Financiële positie JAARSTUKKEN 215 JAARREKENING

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief Utrecht, december 2013 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs...

Nadere informatie

Opsteldatum: 23 mei 2011 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december 2013. Telefoonnummer: 611358230 Email adres: wilco.kraaij@unit4.

Opsteldatum: 23 mei 2011 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december 2013. Telefoonnummer: 611358230 Email adres: wilco.kraaij@unit4. Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Driel Aggregaten BV Veenendaal Opsteldatum: 23 mei 211 Periode: 1 januari 29 t/m 31 december 213 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Driel Aggregaten BV Veenendaal Opsteller:

Nadere informatie

Wat zegt uw financiële balans?

Wat zegt uw financiële balans? Wat zegt uw financiële balans? Samen met een door uw accountant opgestelde toelichting vormen de winst- en verliesrekening en de balans gezamenlijk de jaarrekening van uw onderneming. De balans is een

Nadere informatie

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam Jaarrekening 2016 Relatiebeheerder: Hans Beijer Datum vastgesteld: 19-05-2018 Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam

Nadere informatie

Groesman International B.V.

Groesman International B.V. Kredietrapport Rapport datum 15-05-2014 Bedrijf Adres groesman international amsterdam - Samenvatting Bedrijfsnaam Vestigingsadres Breitnerlaan 7 Kredietadvies EUR 1.000.000 Score 7,4 Betalingsscore 7,8

Nadere informatie

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam Jaarrekening 2017 Relatiebeheerder: Hans Beijer Datum vastgesteld: 19-05-2018 Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg Burgemeester Kengenstraat 46 6336 BK Hulsberg Jaarrekening 214/215 INHOUD JAARREKENING 1 Samenstellingsverklaring 2 Resultaat 3 Financiële positie 4 Grafieken 5 Fiscale positie JAARREKENING 1 Balans 2

Nadere informatie

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 8 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 30 meerkeuzevragen (maximaal

Nadere informatie

Opsteldatum: 30 januari 2014 Periode: 1 januari 2012 t/m 31 december Telefoonnummer:

Opsteldatum: 30 januari 2014 Periode: 1 januari 2012 t/m 31 december Telefoonnummer: Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Van Driel periodes Veenendaal Opsteldatum: 3 januari 214 Periode: 1 januari 212 t/m 31 december 217 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Van Driel periodes Veenendaal Opsteller:

Nadere informatie

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Nummer Kamer van Koophandel: 51410141 Datum: Opgesteld door: 9 april 2014 P.A. Vorstenbosch Aantal exemplaren: 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave pagina Opdracht 3 Samenstellingsverklaring

Nadere informatie

Financieel economisch verslag

Financieel economisch verslag Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2016 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens van dochteronderneming

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Monitor Bouwketen Daan Holtackers Rapport in opdracht van BNA, Bouwend Nederland, NLingenieurs en UNETO-VNI Juli 2014 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 3 1 Bouwkolom 5 1.1 Recente ontwikkelingen

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Monitor Bouwketen Daan Holtackers Rapport in opdracht van BNA, Bouwend Nederland, NLingenieurs en UNETO-VNI December 2013 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 3 1 Bouwkolom 5 1.1 Recente ontwikkelingen

Nadere informatie

Opsteldatum: 26 oktober 2012 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december 2014. Telefoonnummer: 31611359232 Email adres: wilco.kraaij@unit4.

Opsteldatum: 26 oktober 2012 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december 2014. Telefoonnummer: 31611359232 Email adres: wilco.kraaij@unit4. Prognose 213-214 Bedrijfsnaam: Van Driel Aggregaten B V Vestigingsplaats: Veenendaal Opsteldatum: 26 oktober 212 Periode: 1 januari 29 t/m 31 december 214 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Van Driel Aggregaten

Nadere informatie

Jaarstukken Stichting Koinonia

Jaarstukken Stichting Koinonia Jaarstukken 2012 2. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Pagina 2 Opdracht Pagina 3 1. Resultaten Pagina 4 2. Financiele positie Pagina 5 3. Kengetallen Pagina 6 4. Balans Activa Pagina 8 5. Balans Passiva Pagina

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4 Opgave 4.1 Balans 1 januari jaar 3 1 Vaste activa Eigen vermogen 178.500 Gebouw 150.000 Bedrijfsauto s 48.000 Lang vreemd vermogen Inventaris 16.000 214.000 Hypotheek 80.000 Vlottende activa Voorraad goederen

Nadere informatie

Jaarverslag Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer sportbedrijfdeventer.nl

Jaarverslag Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer sportbedrijfdeventer.nl Jaarverslag 2016 Foto: Coen Schilderman - Sportfoto van het jaar 2016 (Emma Oosterwegel) Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer 0570-503939 sportbedrijfdeventer.nl Financieel economisch verslag Voor

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg Burgemeester Kengenstraat 46 6336 BK Hulsberg Jaarrekening 215/216 INHOUD JAARREKENING 1 Samenstellingsverklaring 2 Resultaat 3 Financiële positie 4 Grafieken 5 Fiscale positie JAARREKENING 1 Balans 2

Nadere informatie

Nieuw gebouw Vestigingsplaats:

Nieuw gebouw Vestigingsplaats: Bedrijfsnaam: Demobouw BV Vestigingsplaats: Zeist Voorwoord Opsteldatum: 10 september 2018 Periode: 1 januari 2014 t/m 31 december 2017 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 21 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

Jaarstukken Stichting Koinonia

Jaarstukken Stichting Koinonia Jaarstukken 2013 2. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Pagina 2 Opdracht Pagina 3 1. Resultaten Pagina 4 2. Financiele positie Pagina 5 3. Kengetallen Pagina 6 4. Balans Activa Pagina 8 5. Balans Passiva Pagina

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande Jaarrekening 2013 Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg 57 2671MT Voorblad 0 Inhoud Opdracht 2 Resultaatvergelijk 3 Financiele positie 5 Grondslagen 7 Balans 9 V en W 11 Materiele activa

Nadere informatie

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 Wat gaan we doen? Wat zijn je verwachtingen? Stukje theorie Oefencasus Afronding Handel en boekhouding Zo lang er handel wordt gedreven

Nadere informatie

Groesman International B.V.

Groesman International B.V. Kredietrapport Rapport datum 22-04-2015 Bedrijf Adres AMSTERDAM - Samenvatting Bedrijfsnaam Vestigingsadres Breitnerlaan 7 Kredietadvies EUR 1.000.000 Score 7,6 Betalingsscore 7,8 Rating Risico Bedrijfsstatus

Nadere informatie

Hindu Swayamsevak Sangh. Financieel Jaarverslag 2014

Hindu Swayamsevak Sangh. Financieel Jaarverslag 2014 Hindu Swayamsevak Sangh Financieel Jaarverslag 2014 Inhoudsopgave Balans per 31 december... 2 Resultatenrekening... 6 Waarderingsgrondslag... 10 ~ 1 ~ Balans per 31 december Activa Passiva Vaste activa

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Wat geeft de liquiditeit van een onderneming aan? De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming aan haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. b. Wat is het verschil

Nadere informatie

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016 Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg 8 3947BL Langbroek KvK-nummer: 57776180 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie

Nadere informatie

Ziekteverzuim in de bouw

Ziekteverzuim in de bouw Ziekteverzuim in de bouw 2010 Ziekteverzuim in de bouw 2010 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan Jaarrekening 2017 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum vastgesteld: 26-02-2018 Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan Breda, 26 februari 2018 Geachte

Nadere informatie

Wordt de gemeenteschuld een last?

Wordt de gemeenteschuld een last? Wordt de gemeenteschuld een last? In het recessiejaar 2009 is de totale schuldquote van de Nederlandse gemeenten niet gestegen. Door de eenmalige opbrengst uit de verkoop van aandelen in energiebedrijven

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG 2017 FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG GECONSOLIDEERDE BALANS 2017 Het balanstotaal ultimo 2017 bedraagt 20.282.000 en is daarmee 578.000 lager dan de balans ultimo 2016. Dit betekent een daling van 2,8%.

Nadere informatie

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Jaarrekening 2018 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum vastgesteld: 26-02-2019 Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Breda, 26 februari 2019 Geachte directie,

Nadere informatie

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan Jaarrekening 2016 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum vastgesteld: 23-11-2017 Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan Breda, 23 november 2017 Geachte

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 Liquiditeitskengetallen Current ratio Quick ratio Working capital (werkkapitaal) Cashflow Kengetallen Kengetallen zijn verhoudingsgetallen, ze geven de verhouding aan tussen

Nadere informatie

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2017

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2017 Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg 8 3947BL Langbroek KvK-nummer: 5777618 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 217 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie JAARSTUKKEN

Nadere informatie

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum: 28 februari 2017

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum: 28 februari 2017 De directie van Stichting de Ster Jaarrekening 2016 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum: 28 februari 2017 Inhoudsopgave Pagina 1 Algemeen 2 1.1 Kengetallen 2 1.2 Grafieken 4 2 Jaarrekening 6 2.1 Balans

Nadere informatie

Balans per

Balans per Balans per 31-12-212 Algemeen In de jaarrekening is het voorstel tot resultaatbestemming verwerkt. De jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten. De gehanteerde grondslagen van waardering

Nadere informatie

financieel management les 2 interactive marketing communications

financieel management les 2 interactive marketing communications financieel management les 2 leerdoelen 1. inzicht krijgen in de totale financiele huishouding van een bureau 2. wat is een balans, een winst- en verliesrekening en een kasstroomoverzicht 3. begrippen:

Nadere informatie

Groesman International B.V.

Groesman International B.V. Kredietrapport Plus Datum 29-04-2016 Naam Groesman International BV Samenvatting Bedrijfsnaam Groesman International B.V. Vestigingsadres Kredietadvies EUR 1.000.000 Score 7,5 Betalingsscore 7,8 Rating

Nadere informatie

Jaarrekening Test BV 2015

Jaarrekening Test BV 2015 Jaarrekening Test BV 2015 Aan: t.a.v. Test BV De heer Test Teststraat 20 1234 TT Testdorp Pagina 1 van 17 Inhoudsopgave Inhoudsopgave/Voorwoord Pagina 2 Bedrijfsinformatie Pagina 4 Balans: Activa Pagina

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009

grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009 08 Wisselende 0s signalen bij grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009 Frank Bonger en Hen Pustjens Publicatiedatum CBS-website: 17 juli 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-074 13 juli 2006 9.30 uur Uitgaven huishoudens hoger dan inkomsten De Nederlandse economie is in 2005 met 1,5 procent gegroeid. Het voor inflatie gecorrigeerde

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2015 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2015 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

Stichting Jazz Orchestra of the Concertgebouw gevestigd te Amsterdam. Jaarverslag 2014

Stichting Jazz Orchestra of the Concertgebouw gevestigd te Amsterdam. Jaarverslag 2014 Stichting Jazz Orchestra of the Concertgebouw gevestigd te Jaarverslag 2014 1 Inhoudsopgave Pagina 1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december 2014 3 1.2 Staat van baten en lasten over 2014 5 1.3 Grondslagen

Nadere informatie

OPERAM JAARREKENING FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017

OPERAM JAARREKENING FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017 OPERAM JAARREKENING FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017 1 Balans per 31 december 2017 Activa Vaste activa Rekening 2017 Rekening 2016 Materiële vaste activa 192 384 Vlottende activa Voorraden 0 0 Vorderingen 1.262

Nadere informatie

Bijlagen. Bijlage 1: Resultaat 2005

Bijlagen. Bijlage 1: Resultaat 2005 Jaarrekening 25 Koetser CV 1. Balans per 31 december 25 2. Winst- en verliesrekening over 25 3. Toelichting op algemene zaken 4. Toelichting op de balans 5. Toelichting winst- en verliesrekening Bijlagen

Nadere informatie

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. FINANCIEEL BELEID Financiële positie op balansdatum Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. Activa

Nadere informatie

Monitor bouwketen. Voorjaar 2019

Monitor bouwketen. Voorjaar 2019 Monitor bouwketen Voorjaar 2019 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend toegestaan met

Nadere informatie

Homework. week 4. H5 Liquiditeit. opgave 1. januari februari maart ontvangsten. entree abonnementen subsidie horeca

Homework. week 4. H5 Liquiditeit. opgave 1. januari februari maart ontvangsten. entree abonnementen subsidie horeca H5 Liquiditeit opgave 1 januari februari maart ontvangsten entree abonnementen subsidie horeca 8. 5. 1.35. 75. 8. 1.. 75. 8. 1.5. 75. totaal 2.725. 1.875. 2.375. uitgaven alle kosten rente aflossingen

Nadere informatie

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investering in machines / 350 Desinvestering in machines 65 Aandeel in winst C / 20 Aandeel in dividend C 30

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investering in machines / 350 Desinvestering in machines 65 Aandeel in winst C / 20 Aandeel in dividend C 30 Voortgezette Studie Boekhouden 12.1 a De functie van het kasstroomoverzicht is een bijdrage leveren aan de beoordeling door gebruikers van het vermogen van de onderneming om geldmiddelen en kasequivalenten

Nadere informatie

Aurington. Administratie en Advies

Aurington. Administratie en Advies Aurington Administratie en Advies Let op de houdbaarheidsdatum! Mei 5 Pincode 6 7 8 Boetes Dit jaar Deze maand De balans Tandorine B.V. Debet Activa Bezittingen Wat heb ik? Credit Passiva Vermogen Hoe

Nadere informatie

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting de Ster Jaarrekening 2017 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum vastgesteld: 19-03-2018 Stichting de Ster Breda, 19 maart 2018 Geachte directie, Hierbij brengen wij u verslag uit

Nadere informatie

De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps 3 9733 A Groningen. Financieel verslag 2012. Dossiernummer: 800070.0

De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps 3 9733 A Groningen. Financieel verslag 2012. Dossiernummer: 800070.0 De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps 3 9733 A Groningen Financieel verslag 2012 Dossiernummer: 800070.0 Kenmerk: H. Veen Datum: 26 april 2013 Inhoudsopgave 1. Rapport 3 1.1 Opdracht 4 1.2

Nadere informatie

De directie van Stichting Loorbach Foundation. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Loorbach Foundation. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Loorbach Foundation Jaarrekening 2017 Relatiebeheerder: Gerhard Loorbach Datum vastgesteld: 15-03-2018 Stichting Loorbach Foundation Amsterdam, 12 februari 2019 Geachte directie,

Nadere informatie

Stichting RAVON. Jaarrekening Vestigingsadres Natuurplaza, Toernooiveld 1, 6525 ED Nijmegen. Postadres Postbus BK Nijmegen

Stichting RAVON. Jaarrekening Vestigingsadres Natuurplaza, Toernooiveld 1, 6525 ED Nijmegen. Postadres Postbus BK Nijmegen Stichting RAVON Jaarrekening 2016 Vestigingsadres Natuurplaza, Toernooiveld 1, 6525 ED Nijmegen Postadres Postbus 1413 6501 BK Nijmegen Balans per 31 december 2016 ( x 1,00) 31 december 2016 31 december

Nadere informatie