Aandacht zonder te schreeuwen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aandacht zonder te schreeuwen"

Transcriptie

1 Aandacht zonder te schreeuwen Een onderzoek naar de invloed van Online Branded Content op Weerstand, Geloofwaardigheid en Imago en de rol van Persuasion Knowledge. Masterscriptie Naam: Grietje Suijkerbuijk Studentnummer: Master: Graduate School of Communication Track: Persuasieve Communicatie Onderwijsinstelling: Universiteit van Amsterdam Begeleidster: Dr. Guda van Noort Januari, 2015

2 2

3 Inhoudsopgave Abstract... 5 Inleiding... 5 Theoretisch kader... 9 Online branded content... 9 Effecten op weerstand Effecten op geloofwaardigheid Effecten op imago De modererende rol van Persuasion Knowledge Methode Participanten en design Stimulusmateriaal Pretest Procedure Metingen Weerstand Geloofwaardigheid merk Geloofwaardigheid medium Geloofwaardigheid branded content Merkimago Mediumimago Manipulatiecheck Controlevariabelen Resultaten Randomisatiecheck en controlevariabelen Voorafgaande analyses Effecten van Online Branded Content Weerstand Geloofwaardigheid Imago Conclusie en discussie Weerstand Geloofwaardigheid en Imago Tekortkomingen en toekomstig onderzoek Theoretische implicaties

4 Praktische implicaties Literatuur Appendix 1: Persuasion Knowledge Treatment Appendix 2: Stimulusmateriaal Appendix 3: Vragenlijst

5 Abstract Deze studie onderzoekt de effecten van online branded content op verschillende weerstandstrategieën, geloofwaardigheid en imago en gaat na of geactiveerde persuasion knowledge een modererende rol speelt op deze relaties. Een experiment (N = 190) toont, tegen de verwachtingen in, aan dat geïntegreerde online branded content op de nieuwswebsite NU.nl meer weerstand oproept dan niet-geïntegreerde online branded content. De geloofwaardigheid van de boodschap, het merk of het medium en het merk- en mediumimago worden echter niet beïnvloed door het type online branded content. Persuasion knowledge bleek geen modererende rol te spelen in de relatie tussen online branded content en weerstand, geloofwaardigheid of imago. Dit onderzoek levert een belangrijke bijdrage aan bestaand onderzoek door aan te tonen dat de steeds populairder wordende reclamestrategie online branded content ook keerzijdes heeft. Consumenten blijken zich tegen deze verborgen reclamevorm te kunnen verzetten en voor bedrijven is het raadzaam om niet zomaar besluiten te besluiten om online branded content in te zetten. Sleutelwoorden: online branded content, persuasion knowledge, weerstand, geloofwaardigheid, imago, nieuwswebsite, advertorial. Inleiding De gemiddelde Nederlander wordt per dag maar liefst aan 377 reclames blootgesteld (Faasse, 2012). Al deze advertenties, merken, slogans en logo s zorgen voor een golf aan reclameuitingen en maakt de consument reclamemoe (Cho & Cheon, 2004). Gezien onze beperkte hersencapaciteit is het onmogelijk om al deze informatie te verwerken (Lee & Faber, 2007). Hierdoor sluiten we ons af voor bepaalde invloeden, met als gevolg dat reclame vaak wordt vermeden (Cho & Cheon, 2004). Om als adverteerder de doelgroep toch te bereiken, is het van belang dat het merk zich onderscheidt van de rest (Becker-Olsen, 2003). Dit kan door nieuwe vormen van reclame in te zetten wat op televisie, in tijdschriften, maar vooral ook op internet steeds populairder wordt (Burns & Lutz, 2006). Tot deze nieuwe reclamesoort behoort bijvoorbeeld online branded content, waarbij een merk, een product of een persuasieve boodschap met opzet verweven wordt in niet-commerciële redactionele inhoud (Van Reijmersdal, Neijens & Smit, 2007). Dat online branded content steeds populairder wordt blijkt allereerst uit het feit dat mediabedrijf Sanoma adverteerders verschillende mogelijkheden biedt om middels online branded content reclame te maken op hun nieuwswebsite NU.nl. Daarnaast blijken Europese bedrijven sinds 2012 meer geld spenderen 5

6 aan online adverteren dan aan print (Interactive Advertising Bureau Europe, 2012). Bovendien is het bereik van online reclame enorm gegroeid nu men naast de pc ook op smartphones en tablets toegang heeft tot het internet (Sanoma, 2013). Aangezien de online omgeving blijft groeien is het belangrijk om niet achter te blijven met wetenschappelijk onderzoek op het gebied van online branded content. Het huidige onderzoek naar branded content vindt daarom plaats in een online context, namelijk op de nieuwswebsite NU.nl, die met zo n 1 miljard page views per maand de best bekeken nieuwswebsite van Nederland is (Sanoma, 2013). Online branded content laat reclame en entertainment samenkomen in één product dat oogt als iets om te entertainen, maar vol zit met reclame voor het merk. Deze combinatie dient uiteindelijk een commercieel doel en voor de inhoud wordt door de adverteerder behoorlijk betaald (Van Reijmersdal et al., 2007). Omdat consumenten liever vermaakt worden dan bestookt met reclame is het integreren van reclame in content zeer aantrekkelijk voor bedrijven (Becker-Olsen, 2003). De online branded content kan volledig geïntegreerd worden door bijvoorbeeld het merk helemaal op te nemen in redactionele inhoud. Wanneer de branded content niet volledig geïntegreerd is wordt er vaak gebruik gemaakt van een aparte vermelding van de merknaam, een merklogo of een productafbeelding (Becker-Olsen, 2003). Hoe meer de reclame wordt geïntegreerd in de inhoud, hoe subtieler de reclamevorm ervaren zal worden door de consument (Van Reijmersdal, Rozendaal & Buijzen, 2012). In tegenstelling tot traditionele internetreclame zoals banners of reclamefilmpjes, waar het persuasieve doel vaak direct duidelijk is, is de persuasieve intentie van branded content meestal lastiger te herkennen. Doordat de reclameboodschap verborgen zit in de content en niet aan consumenten opgedrongen wordt, zijn zij zich minder bewust van het feit dat geprobeerd wordt hen te overtuigen (Boerman, Van Reijmersdal & Neijens 2012). Wanneer mensen zich niet, of minder, bewust zijn van een beïnvloedingspoging kunnen adverteerders hiervan profiteren omdat de ontvanger op dat moment gemakkelijker beïnvloed kan worden ten gunste van het merk (Russell, 2002). Zodra mensen zich wel realiseren dat ze beïnvloed worden zullen ze proberen zich daartegen te verzetten (Matthes, Schemer & Wirth, 2007; Pennebaker & Sanders, 1976; Sagarin, Cialdini, Rice & Serna, 2002; Wei, Fischer & Main, 2008). Door reclame te integreren in de inhoud van een redactionele boodschap zou online branded content kunnen leiden tot minder verzet en weerstand tegen de beïnvloedingspoging, wat de positieve effecten van branded content uit eerder onderzoek eventueel zou kunnen verklaren. De meeste onderzoeken naar branded content focussen zich op factoren om het succes van reclame te meten en niet zozeer op weerstand (Zuwerink Jacks 6

7 & Cameron, 2003). Onderzoeken die zich wel richtten op weerstand hebben dit indirect gemeten door bijvoorbeeld attitude. Bij het uitblijven van een attitudeverandering wordt ervan uitgegaan dat weerstand is opgetreden. Echter, het effect op weerstand werd daarmee nooit direct gemeten. Het eerste doel van deze studie is daarom onderzoeken wat de invloed van online branded content op weerstand is. Weerstand zal direct gemeten worden door middel van verschillende weerstandsstrategieën (Fransen, Ter Hoeven & Verlegh, 2013). Hiermee draagt dit onderzoek bij aan de bestaande literatuur met betrekking tot weerstand die consumenten bieden tegen een beïnvloedingspoging van de adverteerder. Dit onderzoek is bovendien vernieuwend omdat de weerstandsstrategieën bestudeerd worden in een online omgeving. Naast het oproepen van minder weerstand kan meer geloofwaardigheid creëren ook een verklaring zijn voor de positieve effecten die in eerder onderzoek naar branded content zijn gevonden. Online branded content kan namelijk ingezet worden om geloofwaardig over te komen, zowel voor het medium als het merk. Dit blijkt uit meerdere onderzoeken in print die aantoonden dat hoe meer redactioneel de inhoud van de boodschap is, hoe minder zorgen men zich maakt om de geloofwaardigheid van de boodschap en de bron waardoor de boodschap eerder wordt geaccepteerd (Owen & Karrh, 1996; Van Reijmersdal, Neijens & Smit, 2005). Deze positieve effecten van branded content zijn echter nog nooit bewezen in een online omgeving. Daarnaast blijkt de soort reclame ook invloed te hebben op het imago van het merk. Traditionele online reclame, zoals banners, worden vaak beoordeeld als irritant en opdringerig (Cho & Cheon, 2004). Deze gedachten kunnen weer leiden tot negatieve effecten van de reclame, zoals een negatieve attitude tegenover de website of het merk (Zhang & Kim, 2008; Tutaj & Van Reijmersdal, 2012). Online branded content kan een goed alternatief zijn voor bijvoorbeeld banners om deze eventuele negatieve reacties weg te nemen (Becker- Olsen, 2003). Een onderzoek van Sanoma Media & Metrixlab (2012) bevestigt dat online branded content een effectieve manier is om mensen op een positieve manier met het merk in aanraking te laten komen en zij bieden online branded content aan als succesvolle reclamestrategie. Eerdere onderzoeken naar branded hebben zich vooral gefocust op affectieve consumentenreacties op de boodschap zelf en niet op de invloed van online branded content op het merk of het medium (Becker-Olsen, 2003; Tutaj & Van Reijmersdal, 2012). Om te onderzoeken of branded content in een online omgeving inderdaad een krachtige reclamestrategie is en of de mate waarin de reclameboodschap geïntegreerd is in de inhoud verschillende effecten teweegbrengt, is het tweede doel van deze studie het 7

8 onderzoeken van de invloed van online branded content op verschillende consumentenreacties zoals geloofwaardigheid en imago. Als online branded content inderdaad kan zorgen voor minder weerstand en positieve consumentenreacties lijkt het erg aantrekkelijk om deze reclamestrategie vaker in te zetten. Toch kunnen er omstandigheden zijn waaronder online branded content niet zou kunnen werken. De verwachte positieve effecten kunnen namelijk omslaan wanneer consumenten zich bewust zijn van de beïnvloedingspoging (Wei et al., 2008). De term persuasion knowledge wordt gebruikt om de kennis van consumenten over de tactieken die gebruikt worden om hen te overtuigen te omschrijven (Friestad & Wright, 1994). Hoe meer persuasion knowledge een persoon heeft, hoe meer deze persoon zich kan beschermen tegen overtuigingspogingen van buitenaf. Wanneer consumenten doorhebben dat online content gesponsord wordt kan dit leiden tot een afname van de geloofwaardigheid van zowel de bron als het merk (Contently, 2014). Ontvangers voelen zich namelijk teleurgesteld en bedrogen wanneer blijkt dat de inhoud niet neutraal maar commercieel is, met als gevolg dat men zich wil verzetten tegen de reclameboodschap, de inhoud meer zal bekritiseren, zich misleid gaat voelen en ook sceptischer zal zijn tegenover de inhoud (Boerman, Van Reijmersdal & Neijens, 2014; Darke & Ritchie, 2007; Sagarin et al., 2002). Op basis van deze bevindingen wordt in deze studie verondersteld dat online branded content misschien niet meer voor positieve effecten zorgt wanneer persuasion knowledge van consumenten geactiveerd is. Uit eerder onderzoek is al gebleken dat de activering van persuasion knowledge kan leiden tot negatieve consumentenreacties ten opzichte van reclame (Friestad & Wright, 1994; Sagarin et al., 2002; Wei et al., 2008). Wat nog onbekend is, is de eventuele invloed van geactiveerde persuasion knowledge op de relatie van online branded content op weerstand, geloofwaardigheid en imago. Daarbij moeten we onderzoeken of deze invloed ook daadwerkelijk negatief is (Wei et al., 2008). Om adverteerders antwoord te kunnen geven op de vraag of consumenten weerstand bieden tegen hun reclame en om belangengroepen van consumenten meer inzicht te geven in de manier waarop consumenten omgaan met reclame en of zij in staat zijn om zichzelf te beschermen, wordt persuasion knowledge in dit onderzoek gemanipuleerd. De laatste doelstelling van deze studie is daarom inzicht bieden in wat geactiveerde persuasion knowledge doet met de weerstand van mensen tegenover een bestaand merk en de invloed ervan op consumentenreacties als geloofwaardigheid en imago. De drie doelstellingen die beschreven zijn in de voorgaande alinea s leiden tot de volgende onderzoeksvraag: In hoeverre beïnvloedt geïntegreerde online branded content de weerstand ten opzichte van een reclame, de geloofwaardigheid van de reclame, het merk en 8

9 het medium en het merk- en mediumimago, en welke rol speelt persuasion knowledge hierin? Door deze vraag te beantwoorden verrijkt deze studie de bestaande literatuur op het gebied van online branded content, door 1) branded content binnen een online context, namelijk nieuwswebsites te onderzoeken, 2) eventuele effecten van online branded content op de weerstand tegenover de online reclame direct te meten, 3) de effecten van online branded content op geloofwaardigheid en imago in een online omgeving te onderzoeken 4) te achterhalen welke invloed geactiveerde persuasion knowledge heeft op de responses op online branded content. Naast de wetenschappelijk inzichten die dit onderzoek biedt zullen ook adverteerders en bedrijven baat hebben bij de resultaten, die aansluiten bij de actuele ontwikkelingen en marketingstrategieën op het gebied van online reclame en branded content. Daarnaast biedt deze studie ook inzichten voor belangenorganisaties over de consumentenreacties op verborgen reclame. Door in deze studie drie mogelijke verklaringen (minder weerstand, meer geloofwaardigheid en positiever imago) voor eerder gevonden positieve effecten van online branded content nader te onderzoekenkan meer inzicht in eventuele negatieve consumentenreacties verkregen worden om deze vervolgens te kunnen verminderen (Sagarin et al., 2002). Theoretisch kader Online branded content Om ervoor te zorgen dat reclameboodschappen de consument blijven bereiken worden steeds weer nieuwe marketingstrategieën bedacht. Bedrijven kunnen zich onderscheiden van anderen en meer aandacht genereren voor hun merk door gebruik te maken van online branded content (Sanoma & Mediatest, 2012). Branded content (ook wel gesponsorde content genoemd) is een vorm van adverteren waarbij de grenzen tussen reclame en entertainment sterk zijn vervaagd. Reclame en entertainment worden gecombineerd, waarbij het vermakelijke onderdeel vaak duidelijk naar voren komt en de reclame wat subtieler aanwezig is (Becker-Olsen, 2003; Van Reijmersdal et al., 2007). Een advertorial is een goed voorbeeld van branded content waarbij de reclame als het ware verborgen zit en voor de inhoud is dan ook betaald door het merk. Het is opvallend dat onderzoek naar online branded content is achtergebleven aangezien het internet razendsnel groeit, bedrijven steeds meer geld investeren in online marketing en omdat er veel verschillende reclame formats mogelijk zijn op internet (Burns & Lutz, 2006). Waar veel wetenschappelijk onderzoek zich de laatste jaren voornamelijk op 9

10 gefocust heeft zijn attitudes ten opzichte van brand placements (Van Reijmersdal, Neijens & Smit, 2009). Daarnaast zijn er veel studies gedaan naar branded content in films en op tv. De wetenschap lijkt hiermee een sterke voorkeur voor audiovisuele media te hebben (Van Reijmersdal et al., 2009). Branded content in tijdschriften is ook herhaaldelijk bestudeerd, maar online branded content is nog niet vaak onderzocht terwijl er juist in de online omgeving nog veel te leren valt over deze vorm van verborgen marketing (Tutaj & Van Reijmersdal, 2012). Natuurlijk kunnen we veel consumentenreacties voorspellen aan de hand van onderzoeken naar televisie- en tijdschriftenreclame, maar met behulp van dit onderzoek zal meer inzicht geboden worden in de manier waarop consumenten omgaan met online branded content op nieuwswebsites. Online branded content zal nader bestudeerd worden in de context van een nieuwswebsite, namelijk NU.nl. Op deze populaire Nederlandse nieuwssite wordt steeds vaker gebruik gemaakt van online branded content (Sanoma, 2013), maar wetenschappelijke onderbouwing voor succes blijft uit. Slechts één onderzoek toonde positieve effecten van online branded content op nieuwssites aan (Tutaj & Van Reijmersdal, 2012). Zij lieten zien dat men gesponsorde content informatiever, vermakelijker en minder irritant vond dan banner advertenties op nieuwswebsites. In de huidige studie zal onderzocht worden of de mate van weerstand die geboden wordt tegen een boodschap, de geloofwaardigheid van de boodschap, het merk en het medium en tot slot het imago van zowel merk als het medium, verklaringen kunnen geven voor deze eerder gevonden positieve effecten van online branded content. Dat branded content door consumenten anders opgenomen en verwerkt wordt dan traditionele reclame is al vaker bewezen. Zo blijken consumenten branded content meer aandacht te geven (Van Reijmersdal et al., 2005), voelen zij zich meer betrokken bij de boodschap (Kim, Pasadeos & Barban, 2001), hebben ze positievere attitudes tegenover de boodschap (Kim et al., 2001; Becker-Olsen, 2003; Tutaj & Reijmersdal, 2012; Van Reijmersdal et al., 2005; Van Reijmersdal, Jansz, Peters & Van Noort, 2010) en wordt de boodschap beter onthouden (Schneider & Cornwell, 2005). Een eerste manier om dit succes van branded content te verklaren is de mix van reclame voor een merk en redactionele inhoud, waardoor niet altijd meteen duidelijk is om wat voor boodschap het gaat. Het publiek richt zich doorgaans tot een boodschap vanwege de inhoud en niet voor de reclame, maar wanneer de reclame geïntegreerd wordt in de inhoud profiteert de reclame voor het merk van de aandacht die aan de redactionele inhoud besteed wordt (Van Reijmersdal et al., 2005). Hierdoor worden ontvangers toch blootgesteld aan de commerciële inhoud en worden zij soms, zonder dat zij het bewust doorhebben beïnvloed 10

11 (Matthes et al., 2007). Wat wel lastig is aan een online omgeving is dat men op internet geconfronteerd wordt met allerlei vormen van reclame (Burns & Lutz, 2006) en doordat ontvangers op hun eigen tempo op zoek kunnen gaan naar informatie kunnen ze reclame eventueel vermijden (Becker-Olsen, 2003; Cho & Cheon, 2004). Zeker op het internet zijn mensen, in tegenstelling tot televisie- of tijdschriftreclame veel vrijer in wat ze zien of aanklikken (Becker-Olsen, 2003). Het is dan ook de kunst om de consument te verleiden om de content, en daarmee dus ook de reclame, vrijwillig tot zich te nemen en er zo voor te zorgen dat de consument de reclame niet gaat vermijden (Kerkhof, 2012). Om te bewijzen dat de mix van redactionele inhoud en reclame ook op internet effectief is, is meer onderzoek in een online omgeving nodig en daar zal dit onderzoek verder op in spelen. Een tweede verklaring voor de kracht van branded content en de positieve invloed op consumentenreacties is het feit dat de bron van de boodschap twijfelachtig en vaag blijft (Pornpitakpan, 2004; Van Reijmersdal et al., 2010). Wanneer het commerciële doel van het merk geïntegreerd wordt in de inhoud van de boodschap is het niet altijd duidelijk van wie de boodschap afkomstig is. Redactionele inhoud wordt, in vergelijking met prominente reclame, eerder gezien als objectief en betrouwbaar omdat inhoudelijke stukken vaak geschreven zijn door onafhankelijke journalisten. Zolang de consument denkt dat een objectieve redactie de bron is van de boodschap zal deze waarschijnlijk eerder geaccepteerd worden dan wanneer de consument direct doorheeft dat het merk achter de boodschap zit. Hoe commerciëler de bron, hoe meer men namelijk het gevoel heeft dat de boodschap bedoeld is als een overtuigingspoging (Van Reijmersdal et al., 2010). Dit commerciële karakter zorgt er vervolgens voor dat ontvangers de boodschap eerder zullen negeren, minder zin hebben om de boodschap te verwerken en bovendien kan het leiden tot negatieve reacties, een kritische houding en scepticisme (Friestad & Wright, 1994; Obermiller & Spangenberg, 1998, Van Reijmersdal et al., 2010). Weerstand bieden is voor ontvangers een manier om met deze kritische gedachten om te gaan (Sagarin et al., 2002; Wei et al., 2008; Zuwerink Jacks & Devine, 2000). In dit onderzoek zal bestudeerd worden of geïntegreerde branded content op nieuwswebsites inderdaad minder van de bovengenoemde weerstandsgevoelens oproept dan niet-geïntegreerde branded content. Effecten op weerstand Weerstand bieden tegen reclame kan op verschillende manieren. Een voorbeeld hiervan is het vermijden van reclame of afleiding zoeken tijdens de blootstelling aan een reclame (Cho & Cheon, 2004). Ook het verzinnen van tegenargumenten tegen de boodschap of de bron 11

12 ondermijnen zijn veel gebruikte weerstandstechnieken (Zuwerink Jacks & Cameron, 2003). Het uiten van kritische negatieve gevoelens tegenover de boodschap is eveneens een populaire weerstandsstrategie (Darke & Ritchie, 2007; Rozendaal, Lapierre, Van Reijmersdal & Buijzen, 2011). Daarnaast kan de mate waarin mensen een boodschap misleidend vinden of juist accepteren ook duiden op weerstand en dit kan de effectiviteit van de reclame ernstig ondermijnen (Darke & Ritchie, 2007). Niet veel onderzoeken meten deze weerstandsstrategieën direct, maar gebruiken het begrip weerstand uitsluitend om achteraf negatieve attitudes of mislukte beïnvloedingspogingen te verklaren (Zuwerink Jacks & Cameron, 2003). Binnen de context van online branded content is weerstand nog nooit direct gemeten. Weerstand is juist interessant om nader te onderzoeken omdat dit een uiteindelijke reactie teweegbrengt bij de ontvanger. Als men een negatieve attitude tegenover een reclame, merk of product heeft kan hier een van de eerdergenoemde weerstandsreacties op volgen. Het meten van alleen attitudes is dus niet genoeg. Weerstand kan namelijk pas verlaagd worden wanneer we exact weten onder welke omstandigheden weerstand optreedt en in welke vorm weerstand zich uit. Op basis van voorgaand onderzoek kunnen we opmaken dat men minder negatief is tegenover branded content dan traditionelere en prominentere reclame (Kim et al., 2001; Becker-Olsen, 2003; Tutaj & Reijmersdal, 2012; Van Reijmersdal et al., 2005; Van Reijmersdal et al., 2010). Aan de hand van deze eerdere bevindingen zou het aannemelijk zijn de positieve attitudes te verklaren door het feit dat branded content minder weerstand oproept bij de ontvangers. Consumenten zijn zich namelijk minder bewust van de overtuigingspoging aangezien deze meer verborgen is waardoor minder weerstand geboden zal worden (Boerman et al., 2014). Gezien het feit dat berichten die gezien worden als nietcommercieel minder kritisch ontvangen en verwerkt worden, en bovendien minder snel genegeerd worden, zou het aannemelijk zijn dat online branded content ook minder weerstand oproept. Op basis van deze veronderstelling is de volgende hypothese opgesteld: H1: Wanneer een merk geïntegreerd is in de inhoud van een nieuwswebsite zorgt dit voor een lagere weerstand ten opzichte van de boodschap dan wanneer het merk niet geïntegreerd is in de inhoud. Effecten op geloofwaardigheid Zoals eerder gezegd kan de commercialiteit van de bron, die in het geval van branded content lastig te herkennen is, bepalend zijn voor het succes van online branded content. Wanneer een 12

13 merk subtiel reclame maakt op een nieuwswebsite in de vorm van geïntegreerde branded content in een artikel of advertorial, kan het voor de lezer lastig zijn om te bepalen of de nieuwswebsite of juist het merk de bron van de boodschap is. Volgens Choi en Rifon (2002) is de geloofwaardigheid van de bron cruciaal voor de effectiviteit van reclame. Het is daarom zowel voor het merk als voor het medium belangrijk om zo hoog mogelijk te scoren op geloofwaardigheid, omdat zij beide als bron van de boodschap gezien kunnen worden. Buda en Zhang (2000) tonen daarbij nog aan dat de manier waarop een boodschap of artikel wordt geïnterpreteerd afhankelijk kan zijn van de waargenomen betrouwbaarheid van het medium, in dit onderzoek: een nieuwswebsite. Zij stellen dat hoe hoger de betrouwbaarheid van het medium is, hoe betrouwbaarder de percepties van de inhoud van de boodschap. Daarom is het voor een bedrijf belangrijk een geloofwaardig medium te kiezen waarin ze merk promoten. Verschillende onderzoeken in print toonden aan dat geïntegreerde branded content kan zorgen voor meer geloofwaardigheid. Hoe meer redactioneel de inhoud van de boodschap was, hoe minder men zich zorgen maakte om de geloofwaardigheid van de boodschap en de bron en hoe meer de boodschap geaccepteerd werd (Owen & Karrh, 1996; Van Reijmersdal et al, 2005). Uit het onderzoek van Van Reijmersdal et al. (2010) naar de geloofwaardigheid van branded content in tijdschriften blijkt bovendien dat hoe meer commerciële cues de merk gerelateerde content bevat, hoe minder geloofwaardig ook het tijdschrift wordt bevonden door de consument. Aangezien traditionele reclames veel commerciële cues bevatten en branded content meer gezien wordt als redactionele inhoud waarbij het merk niet direct als bron gezien wordt, zou dit kunnen betekenen dat branded content hoger scoort op geloofwaardigheid van zowel de boodschap, het merk als het medium in vergelijking met prominent aanwezige reclame. In deze studie zal onderzocht worden of online branded content dezelfde invloed heeft op de geloofwaardigheid van het merk, het medium en de boodschap. Aan de hand van eerder besproken empirische bevindingen in print is de volgende hypothese opgesteld: H2: Wanneer een merk geïntegreerd is in de inhoud van een nieuwswebsite zorgt dit voor een hogere geloofwaardigheid van (a) de boodschap, (b) het medium en (c) het merk, dan wanneer het merk niet geïntegreerd is in de inhoud. Effecten op imago Naast het effect van online branded content op weerstand en geloofwaardigheid zal ook de invloed op merk- en mediumimago onderzocht worden in deze studie. Imago kan 13

14 omschreven worden als de percepties over het merk of het medium zoals weerspiegeld door de associaties in het geheugen van de consument (Keller, 1993). Dit imago is van belang omdat het vaak de basis vormt voor consumentengedrag (Keller, 1993). Het is belangrijk om zowel naar merkimago als naar mediumimago te kijken, omdat deze factoren samenhangen en elkaar kunnen beïnvloeden (Van Reijmersdal et al., 2007). Branded content zou een imago positief kunnen beïnvloeden aangezien goede branded content, in tegenstelling tot traditionele reclame, niet wordt opgedrongen maar juist vrijwillig door de ontvanger bekeken of gelezen wordt (Kerkhof, 2012). Online branded content blijkt vaker amusant gevonden te worden dan traditionele reclame en bovendien zorgt het voor positievere effecten op de attitude van de consument tegenover het merk (Becker-Olsen, 2003). Doordat branded content meestal een informatief of vermakelijk karakter heeft kan dit positieve beeld weer overvloeien naar het merk (Becker-Olsen, 2003; Meenaghan, 2001). Voor adverteerders is het erg nuttig om te weten wat bijdraagt aan een positief merkimago zodat zij consumentengedrag kunnen beïnvloeden (Reijmersdal et al., 2007). Onderzoek van Tutaj en Van Reijmersdal (2012) toont aan dat banners minder leuk en vooral irritant gevonden worden in vergelijking met gesponsorde content op websites. Dit kan komen omdat banners vrij prominent aanwezig zijn, wat mensen doorgaans stoort omdat zij dit zien als een onderbreking van hun vermaak (Bronner & Neijens, 2006). Geïntegreerde branded content zou dus kunnen zorgen voor positievere reacties en imago s in vergelijking met niet-geïntegreerde reclame. Wat in deze onderzoeken niet onderzocht is, is de invloed die de irritatie ten opzichte van prominente reclame kan hebben op het medium binnen de online context. Darke en Ritchie (2007) lieten, in een niet-online context, zien dat reclame die door de consument als misleidend ervaren wordt negatieve reacties oproept bij consumenten. Deze negatieve houding kan doorslaan naar andere reclames van hetzelfde of een ander merk. Negatieve houdingen tegenover de reclame kunnen dus een grote invloed hebben en in dit onderzoek wordt verwacht dat de irritatie tegenover traditionele online reclame overvloeit naar het merk en het medium. Vanuit deze beredenering is de volgende hypothese opgesteld: H3: Wanneer een merk geïntegreerd is in de inhoud van een nieuwswebsite zorgt dit voor (a) een positiever merkimago en (b) een positiever mediumimago, dan wanneer het merk niet geïntegreerd is. 14

15 De modererende rol van Persuasion Knowledge Zoals eerder gezegd blijkt uit voorgaand onderzoek dat verborgen reclame, zoals branded content, op televisie, radio, internet en in tijdschriften succesvol kan zijn (Boerman, Van Reijmersdal & Neijens, 2012; Meenaghan, 2001; Russell, 2002; Van Reijmersdal, Neijens & Smit, 2007). Het succes van verborgen reclame lijkt in gevaar te komen wanneer men de consument aanleiding geeft om te denken dat het bericht dat zij zien of horen een onderliggend persuasief doel bevat (Wei et al., 2008). Deze opvatting is in lijn met het Persuasion Knowledge Model van Friestad en Wright (1994), dat stelt dat hoe meer kennis je hebt over de tactieken die gebruikt worden om je te overtuigen, hoe beter je om kan gaan met de overtuigingspoging en hoe meer je jezelf tegen deze beïnvloedingspogingen zal beschermen wanneer dat nodig is. De relatie tussen reclame en persuasion knowledge (ook wel afgekort naar PK) wordt vaak voor lief genomen, maar zelden getest (Rozendaal et al., 2010; Tutaj & Van Reijmersdal, 2012). In dit onderzoek wordt juist verondersteld dat de effecten van online branded content op weerstand, geloofwaardigheid en imago anders zouden kunnen zijn wanneer persuasion knowledge actief is dan wanneer persuasion knowledge niet actief is, omdat consumenten hun kennis over reclame in zullen zetten wanneer ze aan de reclameboodschap blootgesteld worden. Naast het feit dat PK geactiveerd kan worden door de reclame zelf, bijvoorbeeld door een waarschuwing voor product placement in televisieprogramma s (Boerman et al., 2012; Kim et al., 2001), kan de effectiviteit van de reclame ook afhangen van de mate van persuasion knowledge die de consument zelf bezit. Dit betekent dat niet de branded content reclame persuasion knowledge activeert, maar dat persuasion knowledge een kenmerk van de ontvanger is en dat PK geactiveerd wordt zodra daar aanleiding voor gegeven wordt (Friestad & Wright, 1994; Laran, Dalton & Andrade, 2011; Obermiller & Spangenberg, 1998). In deze studie wordt gefocust op deze laatste vorm van persuasion knowledge. Het activeren van persuasion knowledge kan ervoor zorgen dat de consument de aanwezigheid van een merk eerder opmerkt en aan het denken wordt gezet over waarom dit merk naar voren komt (Matthes et al., 2007; Russell, 2002). Dit inzicht kan een gevaar vormen voor de eerder beschreven positieve relatie tussen online branded content en weerstand, geloofwaardigheid en imago. Door persuasion knowledge te activeren is de consument op de hoogte van de bestaande overtuigingstechnieken en beïnvloedingspogingen en hierdoor zal hij sceptischer, kritischer en meer op zijn hoede zijn (Obermiller & Spangenberg, 2005; Sagarin et al., 2002). Onder de omstandigheid actieve persuasion knowledge zou men dus het onderliggende 15

16 persuasieve doel in een online geïntegreerde branded content boodschap eerder kunnen doorzien, wat ervoor kan zorgen dat men weerstand gaat bieden door bijvoorbeeld de boodschap te vermijden of door tegenargumenten te verzinnen (Moyer-Gusé & Nabi, 2010; Van Reijmersdal et al., 2010). Wanneer persuasion knowledge geactiveerd of hoog is en consumenten meer alert zijn op reclame, kunnen zij de mix tussen advertentie en redactionele inhoud ineens misleidend vinden (Kim et al., 2001; Van Reijmersdal et al., 2010; Wei et al., 2008). Als consumenten zich realiseren dat de inhoud niet neutraal, maar commercieel bedoeld is kunnen zij zich ook bedrogen voelen (Boerman et al., 2014). Kortom, wanneer consumenten doorhebben dat er sprake is van verborgen reclame kan hun weerstand tegen deze overtuigingspoging vergroot worden (Sagarin et al., 2002; Wei et al., 2008). Naast het oproepen van weerstandsgevoelens kan geactiveerde PK ook zorgen voor minder geloofwaardigheid en een negatiever imago. Hoewel eerder besproken is dat adverteerders graag het commerciële doel van de boodschap zoveel mogelijk verbergen om betrouwbaarder en geloofwaardiger over te komen (Pornpitakan, 2004), zorgt het doorzien van gesponsorde online content er juist voor dat de geloofwaardigheid van zowel het medium als het merk afneemt (Contently, 2014). Het doorhebben van de, wellicht onverwachtse, beïnvloedingspoging kan leiden tot gevoelens van bedrog en hierdoor zijn ontvangers geneigd om anders met de boodschap om te gaan, namelijk door het bericht kritischer te bekijken, sceptischer te zijn en de afzender minder snel te vertrouwen (Van Reijmersdal et al., 2010; Boerman et al., 2014). Actieve PK zou daarnaast ook een negatieve invloed op imago kunnen hebben. Eerder onderzoek toonde namelijk aan dat consumenten die gewezen werden op het feit dat een verkoper probeert ze te overtuigen negatiever reageren op de verkooppoging dan wanneer de persuasion knowledge niet geactiveerd werd (Campbell & Kirmani, 2000). In lijn met dit onderzoek is het onderzoek van Wei et al. (2008) dat aantoonde dat deelnemers met geactiveerde PK merken minder goed beoordeelden dan deelnemers met niet geactiveerde PK. Op basis van de eerdere empirische bevindingen in onderzoek naar persuasion knowledge en overtuiging in tijdschrift- en televisiereclame zal in het huidige onderzoek onderzocht worden of persuasion knowledge hetzelfde werkt op het internet en hoe dit verschilt voor subtiele (geïntegreerde branded content) boodschappen en voor prominente (niet-geïntegreerde branded content) boodschappen. Hiervoor zijn de volgende hypotheses geformuleerd: 16

17 H4: Het effect van online branded content op weerstand wordt gemodereerd door persuasion knowledge, waarbij (a) geactiveerde persuasion knowledge meer weerstand op zal roepen wanneer online branded content geïntegreerd is in plaats van niet-geïntegreerd, terwijl (b) niet geactiveerde persuasion knowledge voor evenveel weerstand zal zorgen ongeacht de soort online branded content. H5: Het effect van online branded content op geloofwaardigheid wordt gemodereerd door persuasion knowledge, waarbij (a) geactiveerde persuasion knowledge zorgt voor een minder geloofwaardig merk, medium en boodschap wanneer online branded content geïntegreerd is in plaats van niet-geïntegreerd, terwijl (b) niet geactiveerde persuasion knowledge voor evenveel geloofwaardigheid zal zorgen ongeacht de soort online branded content. H6: Het effect van online branded content op imago wordt gemodereerd door persuasion knowledge, waarbij (a) geactiveerde persuasion knowledge zorgt voor een negatiever merken mediumimago wanneer online branded content geïntegreerd is in plaats van nietgeïntegreerd, terwijl (b) in de groep niet-geactiveerde persuasion knowledge het imago nagenoeg gelijk zal blijven ongeacht de soort online branded content. Methode Participanten en design In totaal namen 190 participanten tussen de 18 en 88 jaar (M = 33,77, SD = 14,02) deel aan dit onderzoek. 59.5% van de deelnemers was vrouw en iedereen had de Nederlandse nationaliteit. De deelnemers varieerden in opleidingsniveau van middelbaar onderwijs (2.1%), MBO (7.4%), HBO (37.4%) tot WO (51.6%) en Anders (4.2%). De huidige studie maakte gebruik van een 2 (geïntegreerde vs. niet-geïntegreerde online branded content) x 2 (wel vs. niet geactiveerde persuasion knowledge) tussen-proefpersonen design. Stimulusmateriaal In dit onderzoek werd persuasion knowledge gemanipuleerd door de respondenten wel of geen persuasion knowledge treatment te geven (Sagarin, Cialdini, Rice & Serna, 2002; Wei, Fischer & Main, 2008). De helft van de respondenten werd willekeurig ingedeeld in de groep waar persuasion knowledge geactiveerd werd en de andere helft kwam automatisch in de niet-geactiveerde persuasion knowledge groep terecht. In beide condities kregen respondenten een korte tekst te lezen over nieuwswebsites. In de conditie geactiveerde PK ging de tekst over gratis nieuwswebsites en het feit dat zij op verschillende manieren reclame 17

18 maken om te kunnen blijven bestaan. Zo werd bijvoorbeeld gezegd dat bedrijven kunnen betalen om banners op nieuwswebsites te plaatsen of om hun merk te laten noemen in de inhoud van een bericht. In de niet-geactiveerde PK conditie ging de tekst over het feit dat gratis nieuwswebsites steeds populairder worden en vaak gelezen worden op bijvoorbeeld smartphone en tablet. De teksten waren even lang en hadden dezelfde lay-out (Appendix 1). Online branded content werd gemanipuleerd door middel van een advertorial voor het merk Rexona, maar deze advertorial werd gepresenteerd als een artikel. Het artikel ging over zweten, de ongemakkelijke situaties die dit kan veroorzaken en de verschillende soorten zweet die bestaan. Er waren twee versies van dit artikel, een versie waarin het merk Rexona volledig geïntegreerd was in de inhoud en een versie waar het merk niet geïntegreerd was in de inhoud. In deze niet-geïntegreerde branded content versie werd het merk niet genoemd in de tekst, maar was direct onder het artikel een advertentie voor Rexona geplaatst. Dit was een plaatje van drie Rexona deodorantbussen met hierbij het logo van Rexona. De advertentie was direct onder het artikel geplaatst waardoor de link tussen het artikel en de reclame meteen duidelijk was. Aangezien NU.nl veel reclame maakt zou een banner aan de zijkant van het scherm misschien eerder over het hoofd gezien kunnen worden, wat ook wel banner blindness genoemd wordt (Owens, Chaparro & Palmer, 2011). In de geïntegreerde branded content versie werd geen traditionele advertentie geplaatst, maar werd het merk volledig geïntegreerd in de inhoud van de tekst. De merknaam werd namelijk in de laatste alinea genoemd als een soort oplossing voor het besproken zweetprobleem. Dit zag er als volgt uit: Er is hoop, Maximum Protection van Rexona geeft namelijk twee keer meer bescherming tegen zweet dan de best verkochte anti-transpirant in Nederland. In beide versies stond onderaan het artikel Door: Rexona en werd er voor meer informatie verwezen naar de website van Rexona. Er is gekozen voor een artikel met een algemeen onderwerp zodat de hele doelgroep en zowel mannen als vrouwen zich aangesproken zouden kunnen voelen. Om het artikel zo realistisch mogelijk te houden is voor dit onderzoek gebruik gemaakt van een bestaand merk, namelijk Rexona (Wei et al., 2008). Bovendien bestond er al een soortgelijke advertorial van Rexona op NU.nl die begin 2014 op de website verscheen. Deze advertorial werd enigszins aangepast wat betreft de inhoud zodat hij zowel mannen als vrouwen aansprak. Beide versies behoren tot de categorie branded content, aangezien het artikel nooit op de nieuwswebsite zou verschijnen zonder opdracht en betaling van het merk, maar de ene versie wordt in dit onderzoek geïntegreerde branded content genoemd en de andere niet-geïntegreerde branded content. Op de nieuwspagina die respondenten te zien kregen werd overigens geen reclame 18

19 gemaakt voor andere merken om te voorkomen dat effecten van het merk Rexona uitbleven. De pagina is opgevuld met items als het weer, verkeersinformatie, aankondigingen voor ander nieuws en links naar andere rubrieken. Op de vorm van reclame na is het artikel en de website lay-out voor alle condities gelijk gehouden (Appendix 2). Pretest Om te testen of mensen het stimulusmateriaal waarheidsgetrouw vonden en om te zien of de verschillen tussen de versies (geïntegreerde vs. niet-geïntegreerde online branded content) opgemerkt werden wat betreft de opzichtigheid van het commerciële doel van het artikel, werden de twee online branded content versies eerst gepretest. In deze pretest werd het stimulusmateriaal voorgelegd aan 16 participanten (80% vrouw, M Leeftijd = 25.20). Om het artikel zo realistisch mogelijk te houden is voor dit onderzoek gebruik gemaakt van een bestaand merk, namelijk Rexona (Wei et al., 2008). Alle participanten waren bekend met het merk Rexona.15 van de 16 deelnemers gaven aan dat zij het artikel van Rexona nog nooit gezien hadden. Één van de respondenten zei dat hij het misschien al eens gezien had. Op basis van deze gegevens werd besloten het bestaande artikel, dat enigszins aangepast was, te gebruiken aangezien het overgrote deel van de deelnemers hier nog nooit aan blootgesteld was. Iedereen gaf aan dat dit een artikel was dat ze op NU.nl tegen konden komen, waarmee aangenomen werd dat het artikel NU.nl waardig was en hiermee geloofwaardig over zou komen. In de niet-geïntegreerde branded content versie dacht iedereen (N=8) dat Rexona betaald had om hun merknaam op NU.nl te verschijnen. 75% dacht dat Rexona ook betaald had om het hele artikel op NU.nl te laten verschijnen en 25% gaf aan het niet zeker te weten. In de geïntegreerde branded content versie (N=8) dacht 43.75% van de deelnemers dat Rexona betaald had om hun merknaam op NU.nl te verschijnen en 37.5% wist het niet zeker % dacht niet dat Rexona hiervoor betaald had % dacht dat Rexona betaald had om het hele artikel op NU.nl te plaatsen, 56.25% wist het niet en 12.5% dacht van niet. Uit deze gegevens blijkt dat er een verschil zit tussen de condities aangezien het commerciële karakter van Rexona in de geïntegreerde branded content versie minder sterk naar voren komt dan de commerciële boodschap in de niet-geïntegreerde versie. Op basis van deze pretest werd besloten het gemanipuleerde stimulusmateriaal te gebruiken voor het experiment. De participanten van de pretest hebben niet deelgenomen aan het onderzoek vanwege hun voorkennis. 19

20 Procedure De deelnemers aan dit onderzoek werden middels convenience sample verzameld. Dit gebeurde voornamelijk via en sociale media. Aangezien deelnemers gevraagd werd het onderzoek te delen met vrienden of bekenden werd de groep respondenten uitgebreid dankzij de sneeuwbalprocedure. Deelname aan het onderzoek was volledig vrijwillig en de participanten hebben geen vergoeding ontvangen. In de oproep stond een korte beschrijving van het onderzoek en een link naar de online vragenlijst. Op de startpagina van het onderzoek werd verteld dat er onderzoek gedaan werd naar nieuwswebsites. Vervolgens werden de deelnemers willekeurig toegewezen aan één van de vier condities (geactiveerde pk - online geïntegreerde branded content, niet geactiveerde pk - online geïntegreerde branded content, geactiveerde pk - niet-geïntegreerde branded content, niet geactiveerde pk - nietgeïntegreerde branded content). Allereerst beantwoordden de respondenten vragen over hun demografische gegevens zoals geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Vervolgens werd ze gevraagd een korte tekst te lezen over nieuwswebsites. Dit betrof de PK treatment. Na het lezen van de treatment tekst werd deelnemers gevraagd zich voor te stellen dat ze de website NU.nl bezochten. Ze moesten zich inbeelden dat ze wat artikeltjes aan het lezen waren en vervolgens terecht kwamen bij het artikel over zweten. De deelnemers werd gevraagd of ze de webpagina en het artikel aandachtig wilden bekijken en lezen. Hierbij werd ook vermeld dat je niet terug kon keren naar de webpagina zodra je verder geklikt had. Wanneer de deelnemers klaar waren met het lezen van de instructies en het artikel konden ze verder gaan met de vragenlijst. In de vragenlijst werden eerst vier weerstandsstrategieën gemeten, namelijk negatief affect, afleiding, counterarguing en message derogation. Vervolgens werd getest of respondenten een merk gezien hadden en of hun merkherinnering en merkherkenning juist waren. Hierna werd ook vermeld dat Rexona voorkwam in het zojuist gelezen artikel. Daarna volgden de vragen over merkgeloofwaardigheid, merkimago, mediumgeloofwaardigheid, mediumimago en de geloofwaardigheid van de branded content. Vervolgens werd persuasion knowledge gemeten, gevolgd door de laatste twee weerstandsstrategieën acceptatie en de percepties van misleiding. Tot slot werden nog enkele controlevariabelen bevraagd, zoals de bezoekfrequentie van de website, betrokkenheid bij het artikel en gebruik van het merk. De volledige vragenlijst is opgenomen in Appendix 3. Na het invullen van alle vragen werden de deelnemers bedankt voor hun medewerking. In totaal bestond de vragenlijst uit 24 vragen en deelname aan het online experiment duurde ongeveer 10 tot 15 minuten. 20

21 Metingen Weerstand Om weerstand ten opzichte van de boodschap te meten werden onder andere verschillende weerstandsstrategieën conform Fransen, Ter Hoeven en Verlegh (2013) gebruikt. Om eventuele sturing in de antwoorden te voorkomen werd het woord reclame, advertentie of advertorial niet gebruikt. Het woord artikel werd gebruikt om naar de boodschap te verwijzen. Alle weerstandsstrategieën zijn op zevenpunt Likertschalen gemeten (1 = helemaal mee oneens, 7 = helemaal mee eens). Hoe hoger de score, hoe meer weerstand er geboden werd. Alleen de schaal voor acceptatie is omgekeerd, wat inhoudt dat voor deze strategie een lage score betekent dat er meer weerstand geboden werd aangezien men de boodschap in dat geval minder accepteerde. Negatief affect Negatief affect is de eerste weerstandstechniek die gemeten werd. In de weerstandsschaal van Fransen et al. (2013) wordt negatief affect niet opgenomen, maar in dit onderzoek werd deze weerstandsvorm wel meegenomen om meer inzicht te krijgen in deze affectieve vorm van weerstand (Zuwerink Jacks & Cameron, 2003). Respondenten moesten aangeven in hoeverre zij het eens waren met deze stellingen: Tijdens het lezen van het artikel voelde ik mij geïrriteerd, boos, kwaad, geërgerd, blij, opgewekt, vrolijk en verheugd (Zuwerink Jacks & Cameron, 2003). De positieve stellingen (e.g. blij, vrolijk, opgewekt en verheugd) werden niet meegenomen in de analyses, maar zijn gebruikt om sturing te voorkomen. Uit een principale componentenanalyse met Varimax rotatie blijkt dat de andere vier items samen een eendimensionale schaal vormen: er kan één component gevormd worden met een eigenwaarde boven de 1 (EV = 3.30; R 2 =.82). De vier items vormen een zeer betrouwbare schaal (α =.93; M = 3.16, SD = 1.47). Op basis van deze gegevens werden de vier items samengevoegd tot een schaal om weerstand in de vorm van negatief affect te meten. Afleiding Afleiding werd gemeten aan de hand van de volgende drie stellingen Toen het artikel in beeld kwam : Dacht ik aan dingen die niet gerelateerd waren aan het artikel, Leidde ik mezelf af van het artikel en Concentreerde ik me op andere dingen om mezelf af te leiden van het artikel (Fransen et al., 2013). De drie items vormen een betrouwbare schaal (EV = 2.20; R 2 =.73; α =.82; M = 3.43, SD = 1.62). Aan de hand van deze gegevens werden de drie items samengevoegd tot een variabele om weerstand in de vorm van afleiding te meten. 21

22 Counterarguing De weerstandsstrategie counterarguing werd gemeten met drie items. Respondenten konden aangeven in hoeverre zij het eens waren met de volgende stellingen: Tijdens het lezen dacht ik aan argumenten die het artikel tegenspreken, Ik zocht naar fouten in de argumenten die gebruikt werden in het artikel, Ik bedacht op welke manieren ik het oneens ben met wat er gepresenteerd werd in het artikel (Moyer-Gusé & Nabi, 2010; Fransen et al., 2013). De drie items vormen een betrouwbare schaal (EV = 2.43; R 2 =.81; α =.88; M = 3.86, SD = 1.73) en werden samengevoegd tot een schaal om weerstand in de vorm van counterarguing te kunnen meten. Message derogation Om te bepalen in hoeverre mensen de boodschap ondermijnen werd dit middels drie items gemeten en konden respondenten aangeven in hoeverre zij het eens waren met de volgende stellingen: Ik dacht na over hoe overdreven het artikel is, Ik dacht na over hoe misleidend het artikel is en Ik dacht na over hoe manipulatief het artikel is (Fransen et al., 2013). De drie items vormen een betrouwbare schaal (EV = 2.45; R 2 =.82; α =.89; M = 4.69, SD = 1.69). De items werden samengevoegd tot een variabele om weerstand in de vorm van boodschap ondermijning te meten. Om sturing in de rest van de antwoorden te voorkomen werden de vragen over de laatste twee weerstandsstrategieën aan het eind van de vragenlijst gesteld. Bij het stellen van deze vragen was het namelijk onvermijdelijk om mensen na te laten denken over het commerciële karakter van het artikel op NU.nl en hiermee hun antwoorden te sturen. Acceptatie Om te meten of mensen de verschijning van Rexona op NU.nl acceptabel vonden konden zij aangeven in hoeverre zij het met de volgende twee stellingen eens waren: "Ik zou het acceptabel vinden wanneer het merk Rexona betaald heeft om genoemd te worden" en "Ik zou het eerlijk vinden als het merk Rexona betaald heeft om genoemd te worden" (Wei et al., 2008). De twee items vormen samen een betrouwbare schaal (r =.624, p <.001; M = 4.29, SD = 1.92) en werden daarom samengevoegd tot een variabele om acceptatie van de reclamevorm te meten. 22

23 Gepercipieerde misleiding Deelnemers gaven ook aan in hoeverre zij zich misleid en bedrogen (1=helemaal niet, 7=heel erg) voelden door het artikel (Darke & Ritchie, 2007). De woorden geïnformeerd en geamuseerd werden als filler items gebruikt en worden niet meegenomen in de analyses. Deze twee items vormen samen een betrouwbare schaal (r =.747, p <.001; M = 3.66, SD = 1.74) en werden samengevoegd tot een variabele om de mate van misleiding van de boodschap te meten. Geloofwaardigheid merk De geloofwaardigheid van het merk Rexona werd gemeten met vijf items op een zevenpunt semantisch differentiaal schaal (Choi & Rifon, 2002). Participanten konden aangeven in hoeverre zij de volgende termen van toepassing vonden op het merk: onbetrouwbaar - betrouwbaar, ongeloofwaardig - geloofwaardig, oneerlijk - eerlijk, niet te vertrouwen te vertrouwen en slecht bekend staan - goed bekend staan. Uit een principale componentenanalyse blijkt dat de vijf items samen een eendimensionale schaal vormen: er kan één component gevormd worden met een eigenwaarde boven de 1 (EV = 3.74; R 2 =.75). De vier items vormen een zeer betrouwbare schaal (α =.91; M = 4.21, SD = 1.18). Op basis van deze analyses werden de vier items samengevoegd tot één schaal. Geloofwaardigheid medium Om de geloofwaardigheid van het medium NU.nl, te meten werd gebruik gemaakt van de stelling: Ik denk dat de website is. Participanten konden op een zevenpunt Likert schaal aangeven in hoeverre zij de website eerlijk, betrouwbaar, ongeloofwaardig, bevooroordeeld en overtuigend vonden (Van Reijmersdal, Neijens & Smit, 2010). Er werden tegengestelde items gebruikt om bias te voorkomen. De vijf items vormen samen een betrouwbare schaal (EV = 2.81; R 2 =.56; α =.79; M = 4.18, SD = 1.0) en werden daarom samengevoegd. Geloofwaardigheid branded content De geloofwaardigheid van de reclameboodschap zelf werd gemeten aan de hand van drie items op een zevenpunt semantisch differentiaal schaal. De vraag was: Wat vind je van het artikel op NU.nl?. Men kon kiezen uit de volgende items: overtuigend niet overtuigend, geloofwaardig ongeloofwaardig, onbevooroordeeld - bevooroordeeld (Dahlen & Edenius, 2007). De drie items vormen een betrouwbare schaal (EV = 2.18; R 2 =.73; α =.81; M = 3.34, SD = 1.26). Op basis van deze gegevens werden de drie items samengevoegd tot één schaal. 23

24 Merkimago Merkimago werd gemeten met behulp van vijf items op een zevenpunt semantisch differentiaal schaal. De items waren: onaantrekkelijk aantrekkelijk; slecht goed; negatief positief; onprettig prettig; van slechte kwaliteit - van goede kwaliteit (Sagarin, Cialdini, Rice & Serna, 2002; Wei, Fischer & Main, 2008). Uit een principale componentenanalyse blijkt dat de vijf items samen een eendimensionale schaal vormen: er kan één component gevormd worden met een eigenwaarde boven de 1 (EV = 4.11; R 2 =.82). De vijf items vormden een zeer betrouwbare schaal (α =.94; M = 4.40, SD = 1.19) en werden daarom samengevoegd. Mediumimago Het imago van het medium, in dit geval de website Nu.nl, werd gemeten met vijf items op een zevenpunt semantisch differentiaal schaal. Deelnemers konden aangeven in hoeverre zij de website onaantrekkelijk aantrekkelijk; slecht goed; negatief positief; onprettig prettig; van slechte kwaliteit van goede kwaliteit vonden (Sagarin et al., 2002; Becker- Olsen, 2003). De vijf items vormden een zeer betrouwbare schaal (EV = 3.80; R 2 =.76; α =.92; M = 4.54, SD = 1.14). Op basis van deze analyses werden de vijf items samengevoegd tot één schaal. Manipulatiecheck Online branded content Aan de hand van twee vragen werd gemeten of respondenten dachten dat Rexona betaald had voor het artikel (Van Reijmersdal et al., 2005). Deze vragen werden ook in de pretest gebruikt en gingen over de opzichtigheid van het commerciële doel van het artikel. Om te controleren of er inderdaad verschil zit in de waargenomen commercialiteit van het artikel tussen de geïntegreerde en de niet-geïntegreerde branded content versie werden de volgende twee vragen gesteld met als antwoordcategorieën ja, ik weet het niet of nee : Denk je dat Rexona betaald heeft om op NU.nl te verschijnen? en Denk je dat Rexona betaald heeft om dit artikel op NU.nl te laten verschijnen?. Persuasion knowledge Door persuasion knowledge te meten en de groepen actieve PK en niet-actieve PK te vergelijken kon gecheckt worden of respondenten in de verschillende condities ook daadwerkelijk verschilden in mate van persuasion knowledge. Om erachter te komen of respondenten de verkoop- en overtuigingspogingen van het bericht doorhadden konden zij 24

25 eerst op een zevenpunt semantisch differentiaal schaal aangeven of zij dachten dat het artikel bedoeld was om hen te entertainen tegenover overtuigen (Moyer-Gusé & Nabi, 2010). Vervolgens werd hen gevraagd op een zevenpunt Likertschaal aan te geven in hoeverre zij het eens waren met de volgende stellingen: Het doel van het bericht is de verkoop van een product, Het doel van de boodschap is het stimuleren van verkoop van een product, Het doel van het bericht is het beïnvloeden van mijn mening en Het doel van het bericht is mensen een product leuk te laten vinden (Tutaj & Van Reijmersdal, 2012). Uit een principale componentenanalyse blijkt dat de vijf items samen een eendimensionale schaal vormen: er kan één component gevormd worden met een eigenwaarde boven de 1 (EV = 3.41; R 2 =.68). De vijf items vormden een betrouwbare schaal (α =.88; M = 5.46, SD = 1.33) en werden daarom samengevoegd tot één schaal om persuasion knowledge te kunnen meten. Controlevariabelen Demografische gegevens Er werd voor de volgende variabelen gecontroleerd: Geslacht (man/vrouw), leeftijd (jaren) en opleidingsniveau (hoogst genoten opleiding). Merkherinnering en merkherkenning Om te testen of participanten überhaupt een merk gezien hadden na blootstelling aan het materiaal werd ook hun merkherinnering en merkherkenning gemeten. Dit werd bevraagd voor de vragen over geloofwaardigheid en imago. Ook werd hen uiteindelijk verteld welk merk voorkwam in de inhoud, voor het geval men dit niet gezien had. Deze informatie was noodzakelijk om verdere vragen over het merk te kunnen beantwoorden. Herinnering werd gemeten met de volgende vraag: Heb je tijdens het lezen van het artikel een of meerdere merken gezien op de website?, met de antwoordopties ja en nee. 82,6% van de participanten gaf aan een merk gezien te hebben. Participanten die ja aangaven kregen de vervolgvraag Welke merknaam heb je voorbij zien komen? (Dreze & Hussher, 2003). Zij konden vervolgens de merknaam die zij gezien hadden intypen. Rexona werd gecodeerd als code 1 en alle andere antwoorden zijn gecodeerd als code 0 (75,8% correcte herinnering). Om herkenning te meten werden er meerdere antwoordmogelijkheden (Nivea, Dove, Rexona, Sanex en geen van de bovenstaande merken) gegeven waarna gevraagd werd welke van de gegeven merken zij gezien hebben in het artikel. Wanneer de participanten kozen voor Rexona werd dit gecodeerd als code 1, de overige antwoorden zijn gecodeerd als code 0 (86,8% correcte herkenning). 25

26 Ervaring met de website NU.nl Voor inzicht in de ervaring van participanten met NU.nl (Tutaj & Van Reijmersdal, 2012) beoordeelden de participanten de frequentie van hun gebruik van NU.nl (via computer, laptop, tablet of smartphone) aan de hand van een vijf puntschaal (1 = nooit, 2 = paar keer per jaar, 3 = paar keer per maand, 4 = paar keer per week en 5 = dagelijks: M = 3.52 ; SD = 1.38). Betrokkenheid met het onderwerp van de website Het niveau van betrokkenheid is gemeten aan de hand van een viertal items. Op een zevenpunt Likertschaal (1 = zeer mee oneens en 7 = zeer mee eens) gaven de deelnemers aan in hoeverre zij het eens waren met vier verschillende stellingen. Deze items waren: de webpagina verveelde mij, ik heb de webpagina aandachtig bekeken, de webpagina boeide mij, ik heb de webpagina geïnteresseerd bekeken (Moorman, Neijens & Smit., 2002). De vier items vormen een betrouwbare schaal (EV = 2.65; R 2 =.66; α =.82; M = 3.89, SD = 1.37). Op basis van deze analyses werden de vier items samengevoegd tot één schaal. Ervaring met Rexona Om de ervaring van deelnemers met het merk Rexona te meten werden twee vragen gesteld. Uit onderzoek van Campbell en Keller (2003) blijkt dat bekendheid en ervaring met het merk ervoor kan zorgen dat mensen positiever reageren wanneer ze vaker aan het merk blootgesteld worden. De twee vragen die gesteld werden waren: Ben je bekend met dit merk? (Nee / Een beetje / Ja) en Gebruik je weleens producten van het merk Rexona? (1 = nooit, 2 = zelden, 3 = soms, 4 = regelmatig en 5 = vaak: M = 2.16 ; SD = 1.17). Resultaten Randomisatiecheck en controlevariabelen De twee condities verschillen niet significant wat betreft geslacht, χ 2 (1) = 2.13, p = 0.14, leeftijd, F (1, 188) =.008, p = 0.93 en opleidingsniveau, F (1, 188) = 0.00, p = Ook tonen de resultaten aan dat er geen verschil is wat betreft de ervaring met NU.nl, F (1, 188) =.388, p = 0.53, bekendheid met het merk Rexona, F (1, 188) = 2.33, p = 0.13, gebruik van Rexona, F (1, 188) =.017, p = 0.90 en betrokkenheid bij de webpagina, F (1, 188) = 1.68, p = Dit betekent dat eventuele effecten niet toe te schrijven zijn aan verschillen tussen de condities op deze variabelen. Uit een bivariate correlatie test bleken de controlevariabelen te correleren met afhankelijke variabelen. In de analyses wordt er voor deze controlevariabelen gecontroleerd 26

27 door ze in de analyses mee te nemen als covariaten. Voor weerstand waren dit: leeftijd (r =.201, p =.005), betrokkenheid (r = -.220, p =.002), herinnering (r =.241, p <.001) en herkenning (r =.195, p =.007). Voor de afhankelijke variabele geloofwaardigheid werd gecontroleerd voor: herinnering (r = -.159, p =.028), herkenning (r = -.203, p =.005), ervaring met NU.nl (r =.331, p <.001), betrokkenheid (r =.290, p <.001), bekendheid met het merk (r =.207, p =.004) en gebruik van het merk (r =.280, p <.001). Voor imago werden leeftijd (r = -.178, p =.014), betrokkenheid (r =.357, p <.001), bekendheid met het merk (r =.202, p =.005), gebruik van het merk (r =.274, p <.001) en ervaring met NU.nl (r =.394, p <.001) als covariaten meegenomen. Voorafgaande analyses Om te bepalen of de merkherinnering en merkherkenning verschillend was voor de twee condities werd een chi-kwaadraattoets (χ2 (1) = 6.30, p =.012) uitgevoerd die uitwees dat respondenten in de niet-geïntegreerde branded content versie vaker aangaven een merk gezien te hebben (89,1%) op de website dan respondenten uit de geïntegreerde branded content versie (75,3%). Daarnaast bleek ook dat merkherinnering significant verschilde tussen de twee condities (χ2 (1) = 10.29, p =.001). Dit betekent dat respondenten in de nietgeïntegreerde branded content versie zich het merk ook beter konden herinneren (85,1% correcte herinnering) dan respondenten uit de geïntegreerde branded content versie (65,2% correcte herinnering). Dit houdt in dat in de niet-geïntegreerde branded content versie, waar het merk prominenter naar voren kwam, respondenten het merk ook eerder zagen en onthielden dan in de geïntegreerde branded content versie, waar het merk subtiel aanwezig was. Voor merkherkenning was het verschil tussen de condities niet significant (χ2 (1) = 2.00, p =.157). Wanneer respondenten uit de geïntegreerde branded content geholpen werden wisten ze dus net zo vaak welk merk voorkwam op de website. Aangezien na deze meting verteld werd dat Rexona voorkwam op de webpagina konden alle respondenten meegenomen worden in de analyses. Om te controleren of de manipulatie van geïntegreerde en niet-geïntegreerde online branded content gelukt is werden twee vragen gesteld. Voor de eerste vraag Denk je dat Rexona betaald heeft om op NU.nl te verschijnen? bleek geen verschil te zitten tussen de geïntegreerde branded content groep (χ 2 (2) = 4.28, p =.117). Ongeacht de soort branded content, de meerderheid van de respondenten was geneigd te denken dat Rexona betaald had voor deze boodschap (92%). De tweede vraag Denk je dat Rexona betaald heeft om dit artikel op NU.nl te laten verschijnen? toonde echter wel een marginaal significant verschil 27

28 aan tussen de geïntegreerde en niet-geïntegreerde branded content groep (χ 2 (2) = 5.51, p =.064). Respondenten uit de niet-geïntegreerde branded content versie dachten vaker dat er betaald was om dit artikel op NU.nl te laten verschijnen (83,1%) dan respondenten uit de geïntegreerde branded content versie (69,3%). Aangezien het verschil tussen de condities marginaal significant was wordt ervan uit gegaan dat de manipulatie voor online branded content gelukt is. Deze uitkomst is in lijn de resultaten uit de pretest. Als manipulatiecheck voor het activeren van persuasion knowledge werd middels een t-test getoetst of er verschil tussen de groepen geactiveerde en niet-geactiveerde PK zat wat betreft het doorzien van de verkoop- en overtuigingspogingen in de boodschap. Hieruit bleek dat er geen significant verschil zat wat betreft de waargenomen persuasieve intentie tussen de groepen geactiveerde en niet-geactiveerde PK (t (188) = -.28, p =.78, M nietpk = 5.43, SD nietpk = 1.38; M welpk = 5.48, SD welpk = 1.29). Dit houdt in dat de resultaten met voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden en dat eventuele uitgebleven effecten verklaard kunnen worden doordat de manipulatie niet effectief bleek. Als extra manipulatiecheck werd voor de condities actieve PK en niet-actieve PK ook gekeken of er verschil zat in antwoorden op de vraag of Rexona betaald heeft voor het plaatsen van het artikel op NU.nl. Er bleek inderdaad een verschil te zijn tussen de condities (χ 2 (2) = 6.81, p =.033) wat betekent dat respondenten in de geactiveerde PK conditie vaker denken dat Rexona ook betaald heeft om het artikel op NU.nl te laten plaatsen (83,3%) dan respondenten in de niet-geactiveerde PK conditie (68,1%). Aangezien de actieve PK groep in hun treatment gewezen werd op het feit dat bedrijven kunnen betalen om in de inhoud van artikelen genoemd te worden bewijst deze extra manipulatiecheck dat er, ondanks het uitblijven van verschil in persuasieve intentie, wel verschil zat in de groepen actieve PK en niet-actieve PK wat betreft het doorzien dat Rexona betaald had voor het hele artikel. Effecten van Online Branded Content Om de hoofd- en interactie effecten van online branded content op de verschillende afhankelijke variabelen te testen werd drie keer de multivariate analysis of variance (MANCOVA) uitgevoerd. In de eerste MANCOVA werden de zes verschillende weerstandsstrategieën (negatief affect, afleiding, counterarguing, message derogation, acceptatie en gepercipieerde manipulatie) als afhankelijke variabelen ingevoerd. Bij de tweede MANCOVA waren dit de drie soorten geloofwaardigheid (merk, medium en branded content) en bij de derde MANCOVA waren merk- en mediumimago de afhankelijke variabelen. In alle drie de analyses waren online branded content en persuasion knowledge de 28

29 factoren en leeftijd, herinnering, herkenning, ervaring met NU.nl, betrokkenheid, bekendheid met het merk en gebruik van het merk werden meegenomen als covariaten. De resultaten worden hieronder voor iedere afhankelijke variabele afzonderlijk besproken. Weerstand Om de effecten van online branded content op weerstand te onderzoeken werd de eerste MANCOVA uitgevoerd, met hierin de zes weerstandsstrategieën. De resultaten laten een algeheel effect van online branded content op weerstand zien, Wilk s Λ =.926, F(6, 177) = 2.35, p =.033 en twee hoofdeffecten, namelijk voor negatief affect (F(1, 182) = 6.46, p =.012, η2 =.034) en voor gepercipieerde misleiding (F(1, 182) = 7.23, p =.008, η2 =.038). Daarnaast werden er twee marginale significante hoofdeffecten gevonden voor counterarguing (F(1, 182) = 3.82, p =.052, η2 =.021) en voor acceptatie (F(1, 182) = 2.89, p =.091, η2 =.016). Deze effecten laten zien dat geïntegreerde branded content juist zorgde voor meer weerstand dan niet-geïntegreerde branded content. De gemiddelden en standaardafwijkingen van iedere weerstandsstrategie zijn weergegeven in Tabel 1. Daarnaast bleek uit de resultaten van de MANCOVA dat persuasion knowledge een direct hoofdeffect heeft op acceptatie (F(1, 182) = 5.93, p =.016, η2 =.032, M pk-niet actief = 3.95, SD pk-niet actief = 2.0; M pk actief = 4.61, SD pk actief = 1.80) en een marginaal significant hoofdeffect op afleiding (F(1, 182) = 3.34, p =.069, η2 =.018, M pk-niet actief = 3.23, SD pk-niet actief = 1.58; M pk actief = 3.63, SD pk actief = 1.63). Voor de strategieën afleiding en message derogation werden geen significante verschillen tussen de twee branded content versies gevonden. Zoals de gemiddelden in Tabel 1 laten zien tonen de resultaten aan dat mensen de geïntegreerde branded content versie negatiever beoordelen en zich meer misleid en bedrogen voelen dan mensen uit de nietgeïntegreerde versie groep. Daarnaast bedachten mensen in de geïntegreerde branded content versie meer tegenargumenten dan mensen in de niet-geïntegreerde branded content groep. Tot slot zien we dat de niet-geïntegreerde branded content werd meer geaccepteerd dan de geïntegreerde branded content conditie. Hypothese 1 voorspelde dat geïntegreerde online branded content zou leiden tot minder weerstandsreacties dan niet-geïntegreerde online branded content. Aangezien de gevonden effecten van online branded content op weerstand precies tegenovergesteld zijn van wat er verwacht werd in hypothese 1 kunnen we aan de hand van deze resultaten stellen dat er geen onderbouwing gevonden is voor hypothese 1. 29

30 Tabel1 Weerstandsstrategieën in niet-geïntegreerde en geïntegreerde Online Branded Content. Branded content Weerstand Niet geïntegreerd Geïntegreerd Negatief Affect * 2.91 (1.40) 3.44 (1.51) Afleiding 3.46 (1.67) 3.41 (1.57) Counterarguing (*) 3.68 (1.74) 4.07 (1.70) Message derogation 4.66 (1.67) 4.72 (1.72) Acceptatie (*) 4.50 (1.86) 4.04 (1.98) Gepercipieerde Misleiding * 3.40 (1.68) 3.96 (1.78) Noot: Gemiddelde scores met standaarddeviaties (tussen haakjes) van weerstand. Schaal variërend van (1 = helemaal mee oneens; 7 = helemaal mee eens). Een hoge score geeft meer weerstand aan, behalve voor acceptatie, daar geldt dat een lage score staat voor minder acceptatie en dus meer weerstand. * geeft een significant verschil tussen de twee groepen aan, p < (*) staat voor een marginaal significant verschil tussen de twee groepen, p < Hypothese 4 veronderstelde dat het effect van online branded content op weerstand gemodereerd wordt door persuasion knowledge. De resultaten laten geen algeheel effect van online branded content en persuasion knowledge op weerstand zien, Wilk s Λ =.956, F(6, 177) = 1.37, p =.230. De resultaten laten zien dat er geen interactie-effect gevonden werd tussen branded content en persuasion knowledge op negatief affect (F(1, 182) = 0.618, p =.433), afleiding (F(1, 182) = 0.354, p =.552), counterarguing (F(1, 182) = 0.017, p =.895), message derogation (F(1, 182) = 0.195, p =.659), acceptatie (F(1, 182) = 2.191, p =.141) en gepercipieerde misleiding (F(1, 182) = 0.021, p =.886). Het activeren van persuasion knowledge blijkt geen invloed te hebben op de relatie tussen online branded content en de mate van weerstand die consumenten bieden. Hiermee wordt hypothese 4 niet ondersteund. Geloofwaardigheid Om de effecten van online branded content op geloofwaardigheid te onderzoeken werd een tweede MANCOVA uitgevoerd, met hierin de drie vormen van geloofwaardigheid als afhankelijke variabelen. De resultaten laten geen algeheel effect van online branded content op geloofwaardigheid zien, Wilk s Λ =.993, F(3, 179) = 0.41, p =.748. De variantieanalyse liet, tegen de verwachtingen in, zien dat een blootstelling aan geïntegreerde branded content geen significant positief effect heeft op de geloofwaardigheid van het merk (F(1, 181) = 30

31 1.08, p =.300), de geloofwaardigheid van het medium (F(1, 181) = 0.27, p =.603) en de geloofwaardigheid van de branded content zelf (F(1, 181) = 0.55, p =.458). De totale gemiddelde merkgeloofwaardigheid (M = 4.21, SD = 1.18) en de totale gemiddelde mediumgeloofwaardigheid (M = 4.18, SD = 1.00) tonen aan dat de participanten relatief neutraal zijn ten aanzien van het merk Rexona en het medium NU.nl. De totale gemiddelde branded content geloofwaardigheid (M = 3.34, SD = 1.26) laat zien dat de participanten de reclame die gepresenteerd werd als artikel in het algemeen niet erg geloofwaardig vonden, maar er bleek geen verschil tussen de groepen te zitten. De verwachtingen uit hypothese 2 namelijk, dat geïntegreerde online branded content zou zorgen voor meer geloofwaardigheid ten opzichte van niet-geïntegreerde online branded content worden door deze resultaten niet ondersteund. Hypothese 5 veronderstelde dat het effect van online branded content op geloofwaardigheid gemodereerd wordt door persuasion knowledge. De resultaten laten echter geen algeheel effect van online branded content en persuasion knowledge op geloofwaardigheid zien, Wilk s Λ =.994, F(3, 179) = 0.34, p =.799. Er werd geen interactieeffect gevonden tussen branded content en persuasion knowledge op de geloofwaardigheid van het merk (F(1, 181) = 0.028, p =.866), de geloofwaardigheid van het medium (F(1, 181) = 0.964, p =.327) of de geloofwaardigheid van de branded content (F(1, 181) = 0.205, p =.651). Op basis van deze resultaten wordt hypothese 5 niet aangenomen. Imago Om de effecten van online branded content op imago te onderzoeken werd een derde MANCOVA uitgevoerd, met merk- en mediumimago als afhankelijke variabelen. De resultaten laten geen algeheel effect van online branded content op imago zien, Wilk s Λ =.999, F(2, 180) = 0.08, p =.923. De variantieanalyse liet zien dat een blootstelling aan geïntegreerde branded content geen significant positief effect heeft op het imago van het merk (F(1, 181) = 0.16, p =.691) en het imago van het medium (F(1, 181) = 0.02, p =.895). De totale gemiddelde merkimago (M = 4.40, SD = 1.19) en de totale gemiddelde mediumimago (M = 4.54, SD = 1.14) tonen aan dat de participanten relatief neutraal zijn ten aanzien van het merk Rexona en het medium NU.nl. Hypothese 3 voorspelde dat geïntegreerde branded content zou leiden tot een positiever imago. Aangezien er geen verschillen tussen de online branded content condities aan te duiden zijn bieden deze resultaten geen ondersteuning voor hypothese 3. 31

32 Hypothese 6 veronderstelde dat het effect van online branded content op imago gemodereerd wordt door persuasion knowledge. De resultaten laten geen algeheel effect van online branded content en persuasion knowledge op imago zien, Wilk s Λ =.987, F(2, 180) = 1.18, p =.309. Er werd geen interactie-effect gevonden tussen branded content en persuasion knowledge op het merkimago (F(1, 181) = 0.22, p =.638) of op het mediumimago (F(1, 181) = 1.257, p =.264). Dit betekent dat de resultaten hypothese 6 niet onderbouwen. Conclusie en discussie Het doel van deze studie was onderzoeken of online branded content (geïntegreerd vs. nietgeïntegreerd) invloed heeft op de mate van weerstand die mensen bieden tegen een reclameboodschap op de nieuwswebsite NU.nl en of de soort branded content van invloed is op geloofwaardigheid en imago. Op basis van eerder onderzoek en literatuur werd verwacht dat geïntegreerde online branded content, zoals een advertorial waarbij een reclameboodschap verweven zit in redactionele inhoud, zou zorgen voor minder weerstand, meer geloofwaardigheid en een beter imago dan niet-geïntegreerde online branded content, waarbij de reclame niet geheel geïntegreerd is in de inhoud van de tekst, maar bijvoorbeeld geuit wordt door middel van beeld en een logo. Daarnaast werd onderzocht of het activeren van persuasion knowledge (PK) ervoor zorgde dat mensen anders reageerden op online branded content dan wanneer hun persuasion knowledge niet geactiveerd werd. Hierbij werd verwacht dat geactiveerde persuasion knowledge ervoor zou zorgen dat men meer weerstand biedt, branded content minder geloofwaardig vindt en het imago negatief zou beïnvloeden in vergelijking met niet-geactiveerde persuasion knowledge. Deze verwachtingen werden onderzocht binnen de online omgeving van nieuwswebsites. Respondenten kregen, afhankelijk van de conditie, wel of geen persuasion knowledge treatment waarbij PK wel of niet geactiveerd kon worden. Vervolgens werden zij blootgesteld aan een advertorial gepresenteerd als artikel op NU.nl waarbij reclame voor het merk Rexona wel of niet geïntegreerd was in de inhoud van het artikel. Dit onderzoek borduurt voort op eerder onderzoek naar online branded content (Tutaj & Van Reijmersdal, 2012) en naar de invloed van geactiveerde persuasion knowledge (Sagarin et al., 2002; Wei et al., 2008). Weerstand Wat betreft de effecten van online branded content op weerstand kunnen er drie belangrijke conclusies getrokken worden. Allereerst laat deze studie zien dat men voor bepaalde weerstandsstrategieën meer weerstand biedt tegen volledig geïntegreerde branded content dan 32

33 tegen niet-geïntegreerde branded content. Dit bleek zo te zijn voor vier van de zes weerstandsstrategieën, namelijk: negatief affect, counterarguing, acceptatie en gepercipieerde misleiding, waar de verschillen tussen de twee condities (marginaal) significant waren. Deze gevonden effecten voor weerstand zijn erg opvallend aangezien ze niet in lijn zijn met eerder onderzoek en ingaan tegen de verwachting van hypothese 1, waarin gesteld werd dat geïntegreerde online branded content juist zou zorgen voor minder weerstand. Een verklaring voor de gevonden effecten zou kunnen zijn dat men geïntegreerde branded content ziet als een vorm van sluwe verborgen marketing waardoor consumenten zich erg bedrogen, misleid en teleurgesteld voelen op het moment dat ze erachter komen dat de informatie bedoeld is om hen te beïnvloeden (Wei et al., 2008). Uit de resultaten blijkt dat men eerder geneigd is de opvallende en niet-geïntegreerde branded content te accepteren dan de geïntegreerde branded content. Het lijkt erop dat men deze prominentere vorm van reclame meteen doorziet en dit ook accepteert, in tegenstelling tot het subtielere karakter van geïntegreerde branded content (Wei et al., 2008). Andere onderzoeken naar verborgen reclame en branded content claimen echter dat deelnemers zich niet misleid voelden tijdens het zien van de reclameboodschap, dat mensen weten dat het reclame is en dit accepteren, zelfs wanneer de reclame volledig geïntegreerd is in de redactionele inhoud (Becker-Olsen, 2003; Kim et al., 2001; Van Reijmersdal et al., 2005). Van een misleidend karakter was volgens Van Reijmersdal, Neijens en Smit (2010) geen sprake in hun onderzoek naar de effecten van commercialiteit in tijdschriften. Zij stellen dat deelnemers goed in staat zijn te bepalen wanneer de inhoud commercieel of redactioneel is. Het meten van waargenomen misleiding staat hier gelijk aan het doorhebben van de persuasieve intenties, maar weten dat geprobeerd wordt ze te overtuigen sluit niet uit dat consumenten zich niet misleid kunnen voelen. De huidige studie, dit wordt later uitgebreider besproken, laat immers zien dat de persuasion knowledge hoog is en dat het overgrote deel van de participanten doorheeft dat de boodschap bedoeld is om hen te overtuigen, maar toch geven participanten in de geïntegreerde branded content versie aan zich meer misleid te voelen. Een belangrijke vraag voor zowel de praktijk als toekomstig onderzoek is hoe deze negatieve gevoelens van misleiding en teleurstelling voorkomen kunnen worden. De eerste mogelijke oplossing is wellicht meer open zijn over branded content zodat consumenten weten waar ze aan blootgesteld worden (Contently, 2014). De vraag is wanneer men branded content reclame dan eerlijk genoeg vindt. Volgens Kim et al. (2001) is de toevoeging van het woord advertorial genoeg aangezien mensen op die manier duidelijk zien dat het om reclame gaat. Zij concluderen zelfs dat zonder het woord advertorial inhoudelijke tekst niet 33

34 verward wordt met reclame. In het huidige onderzoek blijkt de aanwezigheid van het woord advertorial weerstandsgevoelens niet te kunnen voorkomen en deze oplossing lijkt dus niet toereikend. Onderzoek van mediabureau Contently (2014) stelt dat adverteerders zo eerlijk en transparant mogelijk moeten zijn, omdat internetgebruikers hier het best op reageren. Zij beweren dat wanneer de inhoud relevant en goed genoeg is, er automatisch respect voor het merk verkregen zal worden. Een tweede manier om gevoelens van misleiding en bedrog wellicht te vermijden is het aanbieden van relevante en tegelijkertijd transparante branded content. Op deze manier kan een bedrijf relaties ontwikkelen met online gebruikers en door ze te voorzien van bruikbare informatie kunnen bedrijven zelfs deel van de gemeenschap worden (Becker-Olsen, 2003; Sanoma & Mediatest, 2012).Voorbeelden hiervan zijn merken of bedrijven met een eigen kanaal (zoals Youtube) of website waarop zij branded content plaatsen. Deze inhoud wijkt af van hun echte reclame en wordt door consumenten vrijwillig bezocht vanwege het informatieve of vermakende karakter en dat kan een positieve invloed op het merk hebben (Kerkhof, 2012). Doordat meteen duidelijk is dat het merk ook de bron van de boodschap is, wordt de inhoud wellicht niet langer als misleidend gezien. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen of deze vormen van online branded content minder weerstand oproepen en zorgen voor positieve consumentenreacties dan online branded content die als oneerlijk beoordeeld wordt. De tweede belangrijke conclusie die we kunnen trekken uit de resultaten van dit onderzoek is dat persuasion knowledge een direct effect blijkt te hebben op de acceptatie van de boodschap en een marginaal significant effect op afleiding. Oftewel geactiveerde persuasion knowledge zorgt voor meer acceptatie ten opzichte van de boodschap en zorgt er ook voor dat mensen dat mensen meer afleiding zoeken tijdens blootstelling aan de boodschap dan niet-geactiveerde persuasion knowledge. Er waren in dit onderzoek echter geen hypotheses geformuleerd over de directe effecten van PK op weerstand en daarom zullen deze niet te uitgebreid besproken worden. Dat meer persuasion knowledge leidt tot meer weerstand komt wel overeen met eerder onderzoek (Friestad & Wright, 1994; Sagarin et al., 2002). De zojuist besproken directe effecten van PK zijn echter wel tegenstrijdig. Actieve PK zorgde voor meer acceptatie van de boodschap dan niet-actieve PK, terwijl actieve PK tegelijk ook zorgde voor meer afleiding dan niet-actieve PK. Alleen de resultaten van afleiding zijn in lijn met voorgaande onderzoeken. Voor meer acceptatie van de boodschap zou als verklaring gegeven kunnen worden dat men doorhad dat er reclame gemaakt werd, maar desondanks de boodschap toch accepteerde en geen weerstand bood. Deze verklaring is in lijn met het PK Model van Friestad & Wright (1994) dat laat zien dat mensen niet altijd 34

35 weerstand hoeven te bieden, maar ook op andere manier kunnen omgaan met de blootstelling aan reclame. Wellicht is de informatie die in de beïnvloedingspoging gepresenteerd wordt toch nuttig voor ze en accepteren ze de boodschap. Ten derde werd verwacht dat geactiveerde persuasion knowledge de relatie tussen online branded content en weerstand zou beïnvloeden. Er werden echter geen significante interactie-effecten gevonden tussen online branded content en persuasion knowledge op weerstand. Het uitblijven van verdere interactie-effecten zou verklaard kunnen worden door de niet effectieve manipulatiecheck waaruit bleek de gemiddelde persuasion knowledge over het algemeen erg hoog was. Er was in deze sample mogelijk sprake van een plafondeffect. Uit de gemiddelden bleek dat zowel in de actieve PK, als in de niet-actieve PK conditie de gemiddelden aan de hoge kant waren. Hierdoor is het mogelijk dat de PK treatment geen effect meer gehad heeft op de bestaande PK van de respondenten. Zij hadden sterk door dat het artikel bedoeld was om hen te overtuigen in plaats van te entertainen. De hoge persuasion knowledge van respondenten kan er voor zorgen dat ze beide vormen van branded content als manipulatief zagen, wat voor een negatieve invloed op de consumentenreacties en dus weerstand zorgt (Sagarin et al., 2002; Wei et al., 2008). Geloofwaardigheid en Imago In strijd met de verwachtingen van hypotheses 2 en 3 waarin voorspeld werd dat geïntegreerde branded content zou zorgen voor meer geloofwaardigheid en een positiever merk- en mediumimago, werden er in dit onderzoek naar online branded content op nieuwswebsites geen significante verschillen voor geloofwaardigheid of imago gevonden tussen de geïntegreerde branded content en de niet-geïntegreerde branded content conditie. De totale gemiddelde merk- en mediumgeloofwaardigheid lieten zien dat respondenten vrij neutraal stonden tegenover de geloofwaardigheid. De geloofwaardigheid van de branded content scoorde gemiddeld wel wat lager. De gemiddelde scores van merk- en mediumimago lieten zien dat men Rexona en NU.nl neutraal tot positief beoordeelt. De resultaten tonen ook aan dat respondenten het merk Rexona en het medium NU.nl niet anders beoordelen afhankelijk van de reclamevorm die zij gezien hebben op de website. Hieruit kunnen we concluderen dat het voor de geloofwaardigheid en voor het imago niet uitmaakt of de reclame wel of niet geïntegreerd is in de inhoud. Deze bevindingen spreken voorgaande studies (Campbell & Kirmani, 2000; Sagarin et al., 2002; Wei et al., 2008), die aantoonden dat het doorhebben van de persuasieve intentie van de boodschap direct leidt tot negatievere reacties ten opzichte van het merk tegen. De negatieve reacties die we zien in de vorm van weerstand 35

36 blijken in deze studie niet door te slaan naar secundaire bronnen, zoals merk- en mediumimago, wat in eerder onderzoek wel het geval bleek (Darke & Ritchie, 2007; Wei et al., 2008). Bovendien bleek ook dat persuasion knowledge geen invloed had op de relatie tussen online branded content en geloofwaardigheid of imago, wat betekent dat persuasion knowledge hier geen modererende rol speelde. Deze uitkomst is in strijd met de verwachtingen van hypotheses 5 en 6, waarin voorspeld werd dat geactiveerde persuasion knowledge zou zorgen minder geloofwaardigheid en negatievere imago s. Wederom kan de hoge persuasion knowledge onder alle respondenten het uitblijven van interactie-effecten verklaren. Doordat zowel de geactiveerde persuasion knowledge, als de niet-geactiveerde persuasion knowledge groep doorhad overtuigd te worden konden er geen verschillen tussen de groepen aangetoond worden waardoor verdere effecten uitbleven. Aan de hand van de resultaten van deze studie kan de hoofdvraag van dit onderzoek beantwoord worden: In hoeverre beïnvloedt geïntegreerde online branded content de weerstand ten opzichte van een reclame, de geloofwaardigheid van de reclame, het merk en het medium en het merk- en mediumimago, en welke rol speelt persuasion knowledge hierin? Uit dit onderzoek blijkt dat mensen die blootgesteld zijn aan geïntegreerde online branded content negatievere gevoelens hebben tegenover de boodschap, meer geneigd zijn tegen de boodschap in te gaan, minder acceptatie tonen en meer het gevoel hebben misleid te worden dan mensen in de niet-geïntegreerde online branded content versie. Er worden dus bepaalde weerstandsstrategieën geactiveerd en deze zijn sterker in het geval van geïntegreerde branded content. Desondanks sloegen deze negatieve gevoelens niet over naar het merk of het medium. Om de hoofdvraag concreet te beantwoorden: geïntegreerde online branded content zorgt voor meer weerstand ten opzichte van een reclame dan nietgeïntegreerde branded content. Daarnaast heeft de vorm van online branded content geen effect op geloofwaardigheid van het merk, medium of de branded content. Ook worden het merk- en mediumimago niet beïnvloed door de branded content reclame. Geactiveerde persuasion knowledge bleek in geen van de gevallen een modererende rol te spelen. Tekortkomingen en toekomstig onderzoek Ondanks de belangrijke inzichten die deze studie biedt zijn er ook enkele tekortkomingen zoals de mislukte manipulatie van persuasion knowledge. Er was waarschijnlijk sprake was van een plafondeffect, wat inhoudt dat de respondenten al hoog scoorden op persuasion 36

37 knowledge en doorhadden dat het artikel eigenlijk een reclameboodschap waardoor de PK treatment geen invloed meer had. Door de hoge PK scores onder de respondenten kon er geen gewenst onderscheid gemaakt worden tussen de actieve persuasion knowledge groep, die idealiter significant hoger scoorden op PK, en de niet-actieve persuasion knowledge groep, die significant lager hadden moeten scoren op PK. De analyses werden wel uitgevoerd met actieve vs. niet-actieve persuasion knowledge, maar dit betekende niet automatisch dat actieve PK ook had gezorgd voor een hogere PK. Een reden voor deze mislukte manipulatie kan zijn dat het activeren van persuasion knowledge in de eerste instantie wel gewerkt heeft, maar dat deze te laat bevraagd werd. Persuasion knowledge werd namelijk als een van de laatste variabelen bevraagd. Hierdoor kan het zijn dat de treatment al uitgewerkt was. Een andere reden voor de niet effectieve manipulatiecheck is dat mensen al gewend zijn aan de vele reclames op NU.nl en weten dat NU.nl dit soort reclame gebruikt. Meer dan de helft (57%) van de mensen gaf namelijk aan NU.nl meerdere keren per week of zelfs dagelijks te gebruiken wat aangeeft dat zij redelijk vertrouwd zijn met de nieuwswebsite. Aangezien NU.nl altijd veel reclame laat zien op de website kan het zijn dat zij het commerciële karakter van het artikel al snel doorhadden. Het feit dat respondenten aangaven beïnvloed te worden en reclame te zien zorgde ervoor dat zij hoog scoorden op PK, ongeacht de treatment die zij voor het zien van de website gekregen hadden. Dit kan twee dingen betekenen. Of de hoge PK toont aan dat men tegenwoordig veel kennis heeft van de manieren waarop bedrijven ons proberen te beïnvloeden en dat mensen niet zomaar voor de gek gehouden kunnen worden. Of de experimentele context heeft ervoor gezorgd dat men extra alert was op wat er gebeurde en welke informatie aangeboden werd. Men weet dat er iets van ze verwacht wordt wat kan resulteren in een oplettende respondent die sneller doorheeft dat er reclame gemaakt wordt. Dat brengt ons bij de tweede tekortkoming van deze studie. Het blijft lastig om in een experimentele setting natuurlijke reacties van respondenten te krijgen. Een artikel op NU.nl wordt wellicht aandachtiger gelezen wanneer mensen mee doen aan een experiment, dan wanneer ze hetzelfde artikel thuis op hun smartphone of tablet gelezen hadden. Om de onderzoekssituatie natuurlijker te laten overkomen zou meer vrijheid om over de webpagina te kunnen navigeren beter kunnen werken (Tutaj & Van Reijmersdal, 2012). Door respondenten bloot te stellen aan een echte interactieve website zou het onderzoek meer in de buurt komen van een waarheidsgetrouwe situatie en wellicht andere resultaten opleveren. Een derde tekortkoming is dat het zeer lastig is om respondenten niet te sturen in hun antwoorden tijdens een expliciet onderzoek. Zeker vragen over weerstand en persuasion knowledge kunnen mensen aan het denken zetten, zelfs wanneer ze hier niet eerder over 37

38 nagedacht hadden. Hoewel goed nagedacht is over de volgorde van de vragen en de woordkeuze kun je mensen toch aan het denken zetten wanneer je ze iets expliciet vraagt. Impliciet onderzoek zou daarom kunnen bijdragen aan de resultaten van expliciet onderzoek en zou misschien zelfs wel een andere kant op kunnen wijzen. Weerstand zou bijvoorbeeld impliciet gemeten kunnen worden door mensen een lexicale decisie taak te laten uitvoeren. In dat geval wordt een respondent gevraagd zo snel mogelijk aan te geven of een woord wel of niet bestaat door op twee verschillende toetsen te drukken. Bij de bestaande woorden kun je, in het geval van het meten van weerstand, woorden als manipulatief, eerlijk, verzet en betwijfelen gebruiken. Door de reactiesnelheid van mensen te meten kun je afleiden op welke woorden men sneller reageerde, wat een indicatie kan zijn voor het gevoel dat men op dat moment heeft (Balota & Chumbley, 1984). Ook een eye-track onderzoek kan op meer impliciete wijze weerstand meten en kan bijvoorbeeld nagaan of respondenten reclame op een webpagina vermijden of juist bekijken (Wedel & Pieters, 2000). Deze studie laat zien dat er nog veel vragen ontstaan tijdens onderzoek naar online branded content. Aangezien branded content steeds vaker gebruikt wordt als internetreclame is het interessant om ook andere vormen te onderzoeken zoals branded content op blogs, lifestyle websites en eigen kanalen/websites van merken. Ook kan meer onderzoek gedaan worden naar branded content in online filmpjes in plaats van tekst. Bovendien zou het interessant zijn om te kijken naar verschillende doelgroepen en/of leeftijdscategorieën om te zien of de invloed van online branded content verschillend is. Theoretische implicaties Deze studie vult bestaand onderzoek aan door weerstandsstrategieën direct te meten en door aan te tonen dat online branded content invloed heeft op weerstand. In het bijzonder laat de huidige studie zien dat geïntegreerde branded content juist zorgt voor negatievere reacties, minder acceptatie en meer gevoelens van misleiding. Een belangrijke bijdrage van deze studie is het bewijs leveren voor het feit dat geïntegreerde branded content weerstand op kan roepen. Deze bevindingen zijn in strijd met eerder onderzoek en de positieve effecten van branded content die hierin gevonden werden, zoals: meer aandacht genereren (Van Reijmersdal et al., 2005), meer betrokkenheid bij de boodschap (Kim et al., 2001), positievere attitudes tegenover de boodschap (Kim et al., 2001; Becker-Olsen, 2003; Tutaj & Reijmersdal, 2012; Van Reijmersdal et al., 2005; Van Reijmersdal et al., 2010) en beter onthouden van de boodschap (Schneider & Cornwell, 2005). We kunnen ons afvragen of deze positieve effecten van (online) branded content nog wel op wegen tegen de weerstand 38

39 die optreedt na het besef dat de vermakelijke of informatieve inhoud betaald is en ingezet wordt om hen te overtuigen. Uit dit onderzoek blijkt dat het relevant is om weerstandsstrategieën binnen de context online branded content te onderzoeken, zodat ook negatieve effecten van deze reclamevorm in kaart gebracht kunnen worden. Vooral gevoelens van misleiding en acceptatie blijken aan de hand van huidig onderzoek de moeite waard om nader te bestuderen. Alleen vaststellen dat men onderscheid kan maken tussen commerciële of redactionele inhoud is niet genoeg. Het is belangrijk om te achterhalen welke gevoelens of reacties online branded content oproept en welke factoren van invloed zijn op de relatie met weerstand. Zo kunnen we meer uitspraken doen over de werking van online branded content, kunnen bedrijven geadviseerd worden over deze reclamevorm en komen we erachter welke reacties online branded content losmaakt bij de consument. Hoewel sommige weerstandsstrategieën sterker geactiveerd werden in de geïntegreerde branded content versie dan in de niet-geïntegreerde versie bleven verschillende consumentenreacties over de geloofwaardigheid en imago uit. Deze werden dus niet beïnvloed door de online reclamevorm. Dit betekent niet meteen dat deze reacties niet nuttig kunnen zijn voor onderzoek binnen een context van online branded content. Eerder onderzoek toonde namelijk aan dat deze factoren wel beïnvloed kunnen worden door branded content (Becker-Olsen, 2003; Van Reijmersdal et al., 2010) en vervolgonderzoek zal dan ook moeten uitwijzen onder welke omstandigheden geloofwaardigheid en imago eventueel wel beïnvloed worden. Door persuasion knowledge te activeren in plaats van alleen te meten werd de relatie tussen online branded content en consumentenreacties op een andere manier gemeten dan in de meeste onderzoeken. Persuasion knowledge bleek echter geen effect te hebben op deze relatie. Tot slot levert deze studie een belangrijke bijdrage op het gebied van onderzoek naar branded content in een online omgeving, namelijk op de meest populaire nieuwswebsite van Nederland: NU.nl (Sanoma, 2013). Door branded content op internet in kaart te brengen kunnen we beter inschatten hoe consumenten reageren op deze online marketingstrategie. Het internet en vooral internetreclame groeit nog altijd hard en adverteerders zetten steeds nieuwere en creatievere strategieën in om consumenten te bereiken (Burns & Lutz, 2006). Het is daarom van groot belang voor de wetenschap om deze ontwikkelingen bij te houden en empirisch te toetsen wat deze vormen van (verborgen) reclame met de consument doen en of ze succesvol zijn. 39

40 Praktische implicaties Dit onderzoek biedt meer inzicht in het persuasieve karakter van online branded content om zo onze kennis over consumentenreacties op online branded content te vergroten. Daarbij biedt dit onderzoek meer inzicht in de effectiviteit van soorten branded content als marketingstrategie. De resultaten van dit onderzoek zijn zowel nuttig voor marketeers als voor belangengroepen voor consumenten. Het is voor adverteerders belangrijk om te beseffen dat, hoewel online branded content steeds populairder wordt (Sanoma & Mediatest, 2012), zij voorzichtig moeten zijn in hun besluit om zomaar online branded content in te zetten. Dit onderzoek laat zien dat geïntegreerde branded content niet op alle fronten zorgt voor positieve reacties vanuit de consument en zelfs kan leiden tot weerstand. Het is vooral belangrijk de consument niet het gevoel te geven dat hij misleid wordt. Het creëren van aanvullende en relevante content die in lijn is met het bedrijf of merk zou kunnen leiden tot minder weerstand, maar zorgt er toch voor dat mensen in aanraking komen met het bedrijf of merk (Becker-Olsen, 2003). Een goed voorbeeld is de Albert Heijn app voor smartphones, waarmee mensen gemakkelijk recepten kunnen opslaan, boodschappenlijstjes kunnen maken en inspiratie op kunnen doen op het gebied van eten terwijl ze tegelijkertijd blootgesteld worden aan het merk. Consumenten vinden dit leuk en handig en zullen daarom vrijwillig de app gaan gebruiken. Belangengroepen kunnen aan de hand van dit onderzoek zien dat consumenten zich ook tegen verborgen reclame kunnen wapenen. Wellicht zou meer duidelijkheid en openheid over de aanwezigheid en betaling van een merk ervoor kunnen zorgen dat consumenten geen gevoelens van misleiding of teleurstelling hoeven ervaren, maar tegelijkertijd wel doorhebben dat zij te maken hebben met reclame. Op die manier kunnen zij zelf bepalen of de inhoud van de boodschap relevant voor ze is. Om dit te bereiken zou de wet en regelgeving voor alle online formats kunnen vastleggen dat consumenten altijd geïnformeerd moeten worden over reclame, zodat zij in staat zijn reclame te herkennen. In Nederland worden deze reclamecodes ook steeds vaker officieel vastgelegd voor bijzondere of specifieke gevallen zoals online reclame (De Nederlandse Reclame Code, 2014). Op basis van dit onderzoek kan gesuggereerd worden dat online branded content in andere online contexten zoals blogs of lifestyle websites wellicht ook kan zorgen voor weerstandreacties. Om zeker te weten of deze resultaten te generaliseren zijn naar andere contexten is onderzoek nodig, maar men kan wel rekening houden met het feit dat online branded content niet alleen voor positieve effecten hoeft te zorgen. 40

41 Literatuur Balota, D. A., & Chumbley, J. I. (1984). Are lexical decisions a good measure of lexical access? The role of word frequency in the neglected decision stage. Journal of Experimental Psychology: Human perception and performance, 10(3), 340. Becker-Olsen, K. L. (2003). And Now, A Word from Our Sponsor--A Look at the Effects of Sponsored Content and Banner Advertising. Journal of Advertising,32(2), Boerman, S.C., Van Reijmersdal, E.A., & Neijens, P.C. (2012). Sponsorship Disclosure: Effects of Duration on Persuasion Knowledge and Brand Responses. Journal of Communication, 62(6), Boerman, S. C., Van Reijmersdal, E. A., & Neijens, P. C. (2014). Effects of sponsorship disclosure timing on the processing of sponsored content: A study on the effectiveness of European disclosure regulations. Psychology & Marketing, 31(3), DOI: /mar Bronner, A. E., & Neijens, P. C. (2006). Audience experiences of media context and embedded advertising. International Journal of Market Research, 48(1), Buda, R. & Zhang, Y. (2000). Consumer product evaluation: The interactive effect of message framing, presentation order, and source credibility. Journal of Product & Brand Management, 9(4), Burns, K. S., & Lutz, R. J. (2006). The function of format: Consumer responses to six on-line advertising formats. Journal of Advertising, 35(1), Campbell, M. C., & Keller, K. L. (2003). Brand familiarity and advertising repetition effects. Journal of Consumer Research, 30(2), Campbell, M. C., & Kirmani, A. (2000). Consumers' use of persuasion knowledge: The effects of accessibility and cognitive capacity on perceptions of an influence agent. Journal of Consumer Research, 27(1), Cho, C. H., & Cheon, H.J. (2004). Why do people avoid advertising on the internet? Journal of advertising, 33(4), Choi, S. M., & Rifon, N. J. (2002). Antecedents and consequences of web advertising credibility: A study of consumer response to banner ads. Journal of Interactive Advertising, 3(1), Contently (2014). Sponsored Content Has a Trust Problem. Geraadpleegd op 15 oktober 2014, via: Darke, P. R., & Ritchie, R. J. (2007). The defensive consumer: Advertising deception, 41

42 defensive processing, and distrust. Journal of Marketing Research,44(1), Dreze, X., & Hussherr, F. X. (2003). Internet advertising: Is anybody watching. Journal of interactive marketing, 17(4), Faasse, J. (2012). Hoeveel reclame ziet u per dag? Geraadpleegd op 21 oktober 2014, via: Friestad, M., & Wright, P. (1994). The persuasion knowledge model: How people cope with persuasion attempts. Journal of consumer research, Interactive Advertising Bureau Europe (2010). AdEx Benchmark: Online Advertising Spend in Europe. Geraadpleegd op 22 oktober 2014, via: 7163/9384/AdEx_Benchmark_2012_PUBLIC_June_2013.pdf Jacks, J.Z., & Devine, P.G. (2000). Attitude importance, forewarning of message content, and resistance to persuasion. Basic and Applied Social Psychology, 22(1), Keller, K. L. (1993). Conceptualizing, measuring, and managing customer-based brand equity. The Journal of Marketing, Kerkhof, P. (2012). Customer media in een sociaal medialandschap (Vol. 422). Amsterdam: Vossiupers UvA. Kim, B. H., Pasadeos, Y., & Barban, A. (2001). On the deceptive effectiveness of labeled and unlabeled advertorial formats. Mass Communication & Society,4(3), Matthes, J., Schemer, C., & Wirth, W. (2007). More than meets the eye. International Journal of Advertising, 26(4), Meenaghan, T. (2001). Understanding sponsorship effects. Psychology & Marketing, 18(2), Moorman, M., Neijens, P. C., & Smit, E. G. (2002). The effects of magazine-induced psychological responses and thematic congruence on memory and attitude toward the ad in a real-life setting. Journal of Advertising, 31(4), Moyer Gusé, E., & Nabi, R. L. (2010). Explaining the effects of narrative in an entertainment television program: Overcoming resistance to persuasion. Human Communication Research, 36(1), Nederlandse Reclame Code (2014). Bijzondere reclamecodes. Geraadpleegd op 22 januari, via: Laran, J., Dalton, A. N., & Andrade, E. B. (2011). The curious case of behavioral backlash: Why brands produce priming effects and slogans produce reverse priming effects. Journal of Consumer Research, 37(6), Lee, M., & Faber, R. J. (2007). Effects of product placement in on-line games on brand 42

43 memory: A perspective of the limited-capacity model of attention. Journal of advertising, 36(4), Obermiller, C., & Spangenberg, E. R. (1998). Development of a scale to measure consumer skepticism toward advertising. Journal of consumer psychology, 7(2), Obermiller, C., E. Spangenberg, and D.L. MacLachlan (2005). Ad skepticism: The consequences of disbelief. Journal of Advertising, 34( 3), Owen, A. R., & Karrh, J. A. (1996). Video News Releases: Effects on Viewer Recall and Attitudes. Public Relations Review, 22(4), Owens, J. W., Chaparro, B. S., & Palmer, E. M. (2011). Text advertising blindness: the new banner blindness?. Journal of Usability Studies, 6(3), Pennebaker, J. W., & Sanders, D. Y. (1976). American graffiti: Effects of authority and reactance arousal. Personality and Social Psychology Bulletin, 2(3), Pornpitakpan, C. (2004). The persuasiveness of source credibility: A critical review of five decades' evidence. Journal of Applied Social Psychology, 34(2), Rozendaal, E., Lapierre, M. A., van Reijmersdal, E. A., & Buijzen, M. (2011). Reconsidering advertising literacy as a defense against advertising effects. Media Psychology, 14(4), Russell, C.A. (2002). Investigating the effectiveness of product placements in television shows: The role of modality and plot connection congruence on brand memory and attitude. Journal of Consumer Research, 29(3), Sagarin, B. J., Cialdini, R. B., Rice, W. E., & Serna, S. B. (2002). Dispelling the illusion of invulnerability: the motivations and mechanisms of resistance to persuasion. Journal of personality and social psychology, 83(3), 526. Sanoma (2013). Innovate to dominate. Geraadpleegd op 12 oktober 2014, via: Powerpoint presentatie Jurriaan Bernson uit college Media Strategies, november Sanoma & Mediatest (2012). De toegevoegde waarde van branded content. Geraadpleegd op 2 oktober 2014, via: Sanoma Media & Metrixlab (2012). De beleving van branded content op digitale devices. Geraadpleegd op 30 september 2014, via: Schneider, L.P., & T. B. Cornwell. (2005). Cashing in on Crashed via Brand Placement in Computer Games. International Journal of Advertising, 24(3), Tutaj, K., & van Reijmersdal, E. A. (2012). Effects of online advertising format and 43

44 persuasion knowledge on audience reactions. Journal of Marketing Communications, 18(1), Van Reijmersdal, E. A., Jansz, J., Peters, O., & Van Noort, G. (2010). The effects of interactive brand placements in online games on children s cognitive, affective, and conative brand responses. Computers in Human Behavior, 26(6), Van Reijmersdal, E., Neijens, P., & Smit, E. (2005). Readers' reactions to mixtures of advertising and editorial content in magazines. Journal of Current Issues & Research in Advertising, 27(2), Van Reijmersdal, E. A., Neijens, P. C., & Smit, E. G. (2007). Effects of television brand placement on brand image. Psychology & Marketing, 24(5), Van Reijmersdal, E. A., Neijens, P. C., & Smit, E. G. (2009). A new branch of advertising: Reviewing factors that influence reactions to product placement. Journal of Advertising Research, 49(4), Van Reijmersdal, E. A., Rozendaal, E., & Buijzen, M. (2012). Effects of prominence, involvement, and persuasion knowledge on children's cognitive and affective r esponses to advergames. Journal of Interactive Marketing, 26(1), Wedel, M., & Pieters, R. (2000). Eye fixations on advertisements and memory for brands: A model and findings. Marketing Science, 19(4), Wei, M. L., Fischer, E., & Main, K. J. (2008). An examination of the effects of activating persuasion knowledge on consumer response to brands engaging in covert marketing. Journal of Public Policy & Marketing, 27(1), Zhang, P., & Kim, Y. (2008). Web advertising: What do we know about its acceptance and impacts? A meta-analysis of the literature. Pacis 2008 Proceedings, 246. Zuwerink Jacks, J., & Cameron, K. A. (2003). Strategies for resisting persuasion. Basic and Applied Social Psychology, 25(2), Zuwerink, J. R., & Devine, P. G. (1996). Attitude importance and resistance to persuasion: It's not just the thought that counts. Journal of Personality and Social Psychology, 70(5), 931. Zuwerink Jacks, J., & Devine, P. G. (2000). Attitude importance, forewarning of message content, and resistance to persuasion. Basic and Applied Social Psychology, 22(1),

45 Appendix 1: Persuasion Knowledge Treatment PK activeren: Gratis nieuwswebsites moeten geld verdienen Online nieuwswebsites worden steeds populairder. In Nederland is NU.nl met maar liefst paginabezoeken per maand de meest bezochte nieuwswebsite. Veel grote nieuwswebsites vragen tegenwoordig geld voor toegang tot hun artikelen. Om een nieuwswebsite gratis te kunnen blijven aanbieden kiezen veel sites ervoor om reclame en advertenties op hun website te plaatsen. Volgens NU.nl zien bezoekers liever reclame dan dat ze betalen voor toegang. Banners zijn een goed voorbeeld van internetreclame. Daarnaast kunnen bedrijven ook betalen om bijvoorbeeld genoemd te worden in een artikel of zelfs om een artikel dat zij geschreven hebben te laten verschijnen. Door advertentieruimte te verkopen aan bedrijven en merknamen te noemen verdient een website geld en hopen bedrijven meer aandacht voor hun merk te genereren. PK niet activeren: Gratis nieuwswebsites steeds populairder Online nieuwswebsites worden steeds populairder. In Nederland is NU.nl met maar liefst paginabezoeken per maand de meest bezochte nieuwswebsite. Naast NU.nl hebben ook veel kranten een online nieuwspagina waarop hun artikelen te vinden zijn. Voor deze pagina s moet meestal wel betaald worden om de gehele inhoud te kunnen lezen. Gratis nieuwswebsites zijn erg populair omdat mensen tussendoor graag even het nieuws checken. Tegenwoordig kan dit heel makkelijk op je computer, tablet of smartphone. Vooral rond lunchtijd en later op de avond wordt een website als NU.nl goed bezocht via de telefoon of laptop. Het voorpaginanieuws, de sportrubriek en het nieuws over bekende Nederlanders en andere celebrities worden het meest gelezen. 45

46 Appendix 2: Stimulusmateriaal 46

47 47

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Zijn advertorials de oplossing?

Zijn advertorials de oplossing? 2014 Zijn advertorials de oplossing? Master s Thesis Graduate School of Communication Master s programme Communication Science Persuasive Communication Effecten van advertorials en tijdschriftadvertenties

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

De effecten van twee verschillende typen Facebook-advertenties op de merkattitude en koopintentie ten opzichte van het merk

De effecten van twee verschillende typen Facebook-advertenties op de merkattitude en koopintentie ten opzichte van het merk De effecten van twee verschillende typen Facebook-advertenties op de merkattitude en koopintentie ten opzichte van het merk Rene Vandewall 10247602 Dr. E. A. van Reijmerdal 30 januari 2017 Master Thesis

Nadere informatie

van een advertorial?

van een advertorial? Nieuwswebsites: het st ideale genre voor het plaatsen van een advertorial? Een onderzoek naar de invloed van het genre van een website op de merkreacties van online advertorials en de onderliggende processen

Nadere informatie

CODE OVER HERKENBAARHEID VAN NATIVE ADVERTISING EN AANVERWANTE COMMERCIELE COMMUNICATIE

CODE OVER HERKENBAARHEID VAN NATIVE ADVERTISING EN AANVERWANTE COMMERCIELE COMMUNICATIE CODE OVER HERKENBAARHEID VAN NATIVE ADVERTISING EN AANVERWANTE COMMERCIELE COMMUNICATIE INLEIDING De Geconsolideerde ICC-Code over reclame- en marketingcommunicatiepraktijken (verder ICC-Code genoemd)

Nadere informatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie 2015 De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie Bachelorwerkstuk Student: Chiel Nibbeling Studentnummer: S4516095 E-mail: c.nibbeling@student.ru.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Sponsored by Instagram

Sponsored by Instagram Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari

Nadere informatie

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Universiteit van Amsterdam Graduate School Of Communication Master Thesis Persuasieve Communicatie Shanna

Nadere informatie

De ewom intenties van consumenten

De ewom intenties van consumenten De ewom intenties van consumenten Een experiment naar de verschillen in waarschuwingstijden bij een muziekvideo met product placement op de electronic word-of-mouth intenties van consumenten. En welke

Nadere informatie

Brand placement in televisieprogramma s: De invloed van sponsorvermeldingen en gemoedstoestand op. kijkersresponsen

Brand placement in televisieprogramma s: De invloed van sponsorvermeldingen en gemoedstoestand op. kijkersresponsen Brand placement in televisieprogramma s: De invloed van sponsorvermeldingen en gemoedstoestand op kijkersresponsen 24 juni 2016 Charlotte Kapeczuk (11077417) Masterscriptie Graduate School of Communication

Nadere informatie

Sponsorship disclosures op blogs

Sponsorship disclosures op blogs Sponsorship disclosures op blogs Een onderzoek naar het effect van (de plaats van) sponsorship disclosures op blogs op de attitude ten aanzien van de blogpost, de attitude ten aanzien van het merk en de

Nadere informatie

Gesponsorde Content op YouTube

Gesponsorde Content op YouTube Gesponsorde Content op YouTube Onderzoek naar de effecten van vermelding en zichtbaarheid van gesponsorde content in YouTube video's Masterscriptie Gerben Drenthel S4248430 7-1-2018 Aantal woorden: 10548

Nadere informatie

Het effect van type disclosure bij Instagram-advertenties op merkresponsen: de rol van persuasion knowledge en stemming

Het effect van type disclosure bij Instagram-advertenties op merkresponsen: de rol van persuasion knowledge en stemming Het effect van type disclosure bij Instagram-advertenties op merkresponsen: de rol van persuasion knowledge en stemming Lotte Nijhof (11121769) Masterscriptie Graduate School of Communication Master Communicatiewetenschap:

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Online behavioral advertising en het cookie-icoon

Online behavioral advertising en het cookie-icoon Online behavioral advertising en het cookie-icoon Een onderzoek naar de kennis over, en de houding van de Nederlandse bevolking ten opzichte van het cookie-icoon en online behavioral advertising Jojanneke

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Percepties en reacties van lezers ten opzichte van branded content in online nieuwsmedia: omarmen, of omzeilen?

Percepties en reacties van lezers ten opzichte van branded content in online nieuwsmedia: omarmen, of omzeilen? Universiteit Antwerpen Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen Academiejaar 2014 2015 MASTERPROEF Percepties en reacties van lezers ten opzichte van branded content in online nieuwsmedia: omarmen,

Nadere informatie

Zijn bloggers de nieuwe adverteerders?

Zijn bloggers de nieuwe adverteerders? Masterthesis Zijn bloggers de nieuwe adverteerders? De effecten van advertorials en banneradvertenties in blogs op de merkattitude, doorklikintentie en koopintentie en de invloed van scepticisme ten opzichte

Nadere informatie

De rol van zelfcontrole in de effectiviteit van Brand Placement Disclosures

De rol van zelfcontrole in de effectiviteit van Brand Placement Disclosures Bachelorwerkstuk De rol van zelfcontrole in de effectiviteit van Brand Placement Disclosures Lauret Gerner s4219910 lauret.gerner@student.ru.nl 1 juni 2015 Begeleider: Dr. Loes Janssen Samenvatting Sinds

Nadere informatie

INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS

INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS EN MERKRESPONSEN BIJ BLOGS STUDENT: BYNETTE STAM STUDENTNUMMER: 10837922 AFSTUDEERRICHTING: COMMUNICATIEWETENSCHAP: PERSUASIEVE

Nadere informatie

Instagramgebruikers opgelet! Laat je niet voor de gek houden en houd s en # s in de gaten

Instagramgebruikers opgelet! Laat je niet voor de gek houden en houd s en # s in de gaten Instagramgebruikers opgelet! Laat je niet voor de gek houden en houd de @ s en # s in de gaten Onderzoek naar de effecten van prominentie in advertentievermeldingen in een Instagrampost Master Thesis Lisa

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M.

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Segijn Dutch Summary (Nederlandse samenvatting) Alledaags multiscreening.

Nadere informatie

Masterscriptie. LET OP! Dit programma bevat Product Placement

Masterscriptie. LET OP! Dit programma bevat Product Placement Masterscriptie LET OP! Dit programma bevat Product Placement Onderzoek naar de rol van zelfcontrole bij het effect van disclosures op de persuasion knowledge en de merkevaluatie van kijkers Naam: Studentnummer:

Nadere informatie

CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF?

CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF? CREATIVE MEDIA ADVERTISING: ONS BREIN TE SLIM AF? Een experiment naar de affectieve responses van Creative Media Advertising in vergelijking met Traditional Media Advertising en wordt dit gemedieerd door

Nadere informatie

Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam

Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam Een onderzoek naar de invloed van een waarschuwing voor brand placement in games op merkherinnering, merkherkenning en merkattitude en welke rol stemming en ervaring hierin spelen Master scriptie Persuasieve

Nadere informatie

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Universiteit van Amsterdam, The Graduate School of Communication Naam: Jean-michel Kerkhoff

Nadere informatie

MSN Video Effectief? 2 Cases

MSN Video Effectief? 2 Cases MSN Video Effectief? 2 Cases Introductie Waarom video? Hoe kun je dat goed meten? Inleiding - Effecten van streaming Cross Media Effecten Doelgroep verbreding Synergie Opwekking Herhaling Complementariteit

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

INFLUENCER MARKETING

INFLUENCER MARKETING INFLUENCER MARKETING Influencers zijn gebruikers op sociale media die veel vertrouwen bij hun volgers hebben verworven. Door over een merk of een product te schrijven kunnen ze de aankoopbeslissingen van

Nadere informatie

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights Special advertising: SBS s DVJ Insights Ronald Jansen & Robin Koenen Maart 2016 onderzoeksopzet 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising nog betere effecten voor het

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM GRADUATE SCHOOL OF COMMUNICATION Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen In hoeverre is multitasken met verschillende media

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

DE BELEVING VAN BRANDED CONTENT OP DIGITALE DEVICES SANOMA MEDIA

DE BELEVING VAN BRANDED CONTENT OP DIGITALE DEVICES SANOMA MEDIA DE BELEVING VAN BRANDED CONTENT OP DIGITALE DEVICES SANOMA MEDIA januari 2013 ONDERZOEKSOPZET Begin 2012 hebben Sanoma Media en Metrixlab een onderzoek afgerond met de volgende onderzoeksvraag: Wanneer

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Een customer magazine digitaal of als print: wat de consument er. expliciet en impliciet van vindt.

Een customer magazine digitaal of als print: wat de consument er. expliciet en impliciet van vindt. Een customer magazine digitaal of als print: wat de consument er expliciet en impliciet van vindt. Onderzoek naar de invloed van customer magazines, digitaal versus print, op de impliciete en expliciete

Nadere informatie

Dit programma bevat product placement!

Dit programma bevat product placement! Dit programma bevat product placement! De rol van zelfcontrole bij het effect van product placement disclosures op de evaluatie van het geplaatste merk Cursus: Cursuscode: Student: Studentnummer: Mail:

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

De Toegevoegde Waarde van Branded Content. Onderzoek naar het effect van branded content

De Toegevoegde Waarde van Branded Content. Onderzoek naar het effect van branded content De Toegevoegde Waarde van Branded Content Onderzoek naar het effect van branded content Wie zijn wij? Ingrid van der Werf Senior Research Consultant Sanoma Media Michiel Rotteveel Directeur Onderzoek MediaTest

Nadere informatie

Hoe spreken beeldmerken in reclame tot de verbeelding?

Hoe spreken beeldmerken in reclame tot de verbeelding? Hoe spreken beeldmerken in reclame tot de verbeelding? Het effect van beeldmerkprominentie op attitude en gedragsintentie door persuasion knowledge en transportatie in narratieve audiovisuele reclame Suzanne

Nadere informatie

Rapportage. November Mediawijsheid. In opdracht van: De Issuemakers Project number: Auteur: Tim Faassen

Rapportage. November Mediawijsheid. In opdracht van: De Issuemakers Project number: Auteur: Tim Faassen Rapportage Mediawijsheid November 2016 In opdracht van: De Issuemakers Project number: 2016465 Auteur: Tim Faassen Achtergrond van het onderzoek Doel onderzoek Van 18 tot en met 25 november 2016 wordt

Nadere informatie

HOE TRANSPARANTIE EN FREQUENTIE DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE REVIEWS BEÏNVLOEDEN

HOE TRANSPARANTIE EN FREQUENTIE DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE REVIEWS BEÏNVLOEDEN HOE TRANSPARANTIE EN FREQUENTIE DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE REVIEWS BEÏNVLOEDEN Wat is het effect van content en frequentie van gesponsorde online reviews op de ewom adoption van de consument? MASTER THESIS

Nadere informatie

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk Leveraging Synergy and Emotion in a Multi-platform World A Neuroscience-Informed Model of Engagement, Journal of Advertising Research

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

Deze Instagrampost is gesponsord #spon

Deze Instagrampost is gesponsord #spon Deze Instagrampost is gesponsord #spon De invloed van impliciete versus expliciete sponsorvermelding op Instagram door influencers op de persuasion knowledge, merkattitude en aankoopintentie van volgers

Nadere informatie

Modeblogs en de kracht van subtiliteit

Modeblogs en de kracht van subtiliteit Modeblogs en de kracht van subtiliteit Een onderzoek naar de invloed van brand placement prominentie en modaliteit in modeblogs onder vrouwen Master Thesis Lauren Grandia, 10122583 Begeleider: MSc. C.

Nadere informatie

Een onderzoek naar de effectiviteit van influencer marketing op Youtube

Een onderzoek naar de effectiviteit van influencer marketing op Youtube Een onderzoek naar de effectiviteit van influencer marketing op Youtube Wat zijn de effecten van het vermelden van native advertising, en spelen kennis van overtuiging en geloofwaardigheid hierbij een

Nadere informatie

Product placement disclosures: baat het niet dan schaadt het niet?

Product placement disclosures: baat het niet dan schaadt het niet? Product placement disclosures: baat het niet dan schaadt het niet? Een onderzoek naar de invloed van product placement disclosures op de merkevaluatie bij mensen met veel of weinig zelfcontrole Madeleine

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Logo s spelen een cruciale rol in de marketing communicatie en bij besluitvorming van consumenten: 70% van alle aankoopbeslissingen wordt namelijk in de winkel zelf gedaan

Nadere informatie

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers September 2017 De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers INLEIDING Een advertentie is effectiever wanneer de leeftijd van het model in de advertentie overeenkomt met de gevoelsleeftijd

Nadere informatie

Deze modeblog wordt niet gesponsord

Deze modeblog wordt niet gesponsord Deze modeblog wordt niet gesponsord Onderzoek naar het vermelden van gesponsorde content op Instagram modeblogs op merkattitude en aankoopintentie Nina Noordermeer 10782592 Universiteit van Amsterdam Masterscriptie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever 2010-2011 Een onderzoek van: Universiteit Gent Katarina Panic Prof. Dr. Verolien Cauberghe

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief

Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief Inhoudsopgave ATLAS onderzoek 2013 4 De wereld van BlowUPs 9 Bewustzijn 5 Het ATLAS onderzoek 10 Imago 6 Onderzoeksopzet 11 Impact

Nadere informatie

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017 VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND September 2017 INTRODUCTIE Het vertrouwen in overheden, bedrijfsleven, media en NGO s daalt wereldwijd (bron: Edelman Trust barometer), eigenlijk al sinds de recessie in

Nadere informatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie Bachelorscriptie Sleutelwoorden: zelfcontrole, brand placement disclosures, merkevaluatie, persuasion knowledge,

Nadere informatie

Gaan commercie en betrouwbaarheid samen?

Gaan commercie en betrouwbaarheid samen? Gaan commercie en betrouwbaarheid samen? Een onderzoek naar de waargenomen betrouwbaarheid van online reviews op een commerciële website en de invloed van valentie hierop. Bachelor eindscriptie Communicatiekunde

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Het effect van Trust and Value op adlikeability KJELL MASSEN MARTIJN VAN DER VEEN AMSTERDAM, JULI 2013

Het effect van Trust and Value op adlikeability KJELL MASSEN MARTIJN VAN DER VEEN AMSTERDAM, JULI 2013 Het effect van Trust and Value op adlikeability KJELL MASSEN MARTIJN VAN DER VEEN AMSTERDAM, JULI 2013 2 ACHTERGROND ACHTERGROND In 2012 heeft Cebuco in samenwerking met Intomart Gfk een Trust en Value

Nadere informatie

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's talk about alcohol: The role of interpersonal communication and health campaigns Hanneke Hendriks

Nadere informatie

Online virale campagnes: hoe belangrijk is amusement?

Online virale campagnes: hoe belangrijk is amusement? Online virale campagnes: hoe belangrijk is amusement? Een onderzoek naar de invloed van amusement/entertainment in online virale campagnes Afstudeerproject persuasieve communicatie Naam: Elke van Gerven

Nadere informatie

This program Contains Product Placement. Effects of Sponsorship Disclosure on Television Viewers Responses S.C. Boerman

This program Contains Product Placement. Effects of Sponsorship Disclosure on Television Viewers Responses S.C. Boerman This program Contains Product Placement. Effects of Sponsorship Disclosure on Television Viewers Responses S.C. Boerman THIS PROGRAM CONTAINS PRODUCT PLACEMENT EFFECTS OF SPONSORSHIP DISCLOSURE ON TELEVISION

Nadere informatie

Het effect van verschillende typen antirook. boodschappen op de stopintentie van rokers

Het effect van verschillende typen antirook. boodschappen op de stopintentie van rokers Het effect van verschillende typen antirook boodschappen op de stopintentie van rokers Carlijn Prins Master Thesis Studentnummer: 5794374 Graduate School of Communication Master programma Communicatie

Nadere informatie

Onderzoek naar het huidige Content Marketing landschap Mogelijk gemaakt door Logeion, Scripta Communicatie en MediaTest

Onderzoek naar het huidige Content Marketing landschap Mogelijk gemaakt door Logeion, Scripta Communicatie en MediaTest De effectiviteit van klantcommunicatie Maart 2016 Onderzoek naar het huidige Content Marketing landschap Mogelijk gemaakt door Logeion, Scripta Communicatie en MediaTest Opzet Beeld organisatie afgelopen

Nadere informatie

Hond tegen depressiviteit - vragenlijst -

Hond tegen depressiviteit - vragenlijst - Hond tegen depressiviteit - vragenlijst - Geachte respondent, De Universiteit Utrecht doet momenteel een onderzoek naar overtuigende teksten. Voor dit onderzoek vragen wij u een advertentie te beoordelen.

Nadere informatie

De invloed van het publieke vertrouwen op donaties aan goede doelen en de rol van scepticisme tegenover communicatiecampagnes

De invloed van het publieke vertrouwen op donaties aan goede doelen en de rol van scepticisme tegenover communicatiecampagnes De invloed van het publieke vertrouwen op donaties aan goede doelen en de rol van scepticisme tegenover communicatiecampagnes Tuba Saritas 10593365 Master s thesis Communication Science Track Corporate

Nadere informatie

(Designmatic, 2016) RECLAME IN APPS

(Designmatic, 2016) RECLAME IN APPS (Designmatic, 2016) RECLAME IN APPS IN DEZE LES Duur Informatie/leerinhoud Leslokaal Doelstellingen Eén les In deze les staan we stil bij reclame in apps ( in-app advertising ), zowel op smartphones als

Nadere informatie

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Bachelor thesis Afstudeerseminar Persuasieve Communicatie

Bachelor thesis Afstudeerseminar Persuasieve Communicatie Sponsorship disclosure op Instagram: de effecten van type disclosure op merkherinnering en merkattitude en de rol van aandacht voor de disclosure en attitude ten aanzien van de disclosure in deze relatie

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Product gerelateerde tweet webcare volgens individueel tegemoetkomend cluster

Product gerelateerde tweet webcare volgens individueel tegemoetkomend cluster Bijlage 1. Materiaal voor pretest en hoofdexperiment Product gerelateerde tweet webcare volgens individueel tegemoetkomend cluster Product gerelateerde tweet webcare volgens collectief tegemoetkomend cluster

Nadere informatie

Online reclame: het effect van de online context op de verwerking van de bannerreclame

Online reclame: het effect van de online context op de verwerking van de bannerreclame Online reclame: het effect van de online context op de verwerking van de bannerreclame Een onderzoek naar de invloed van thematische congruentie op de herinnering van de bannerreclame in een real-life

Nadere informatie

Adverteren via sociale media en televisiereclames een unieke synergie?

Adverteren via sociale media en televisiereclames een unieke synergie? Master s Thesis Adverteren via sociale media en televisiereclames een unieke synergie? Een onderzoek naar de effecten van cross mediale campagnes versus single medium campagnes op de herinnering van de

Nadere informatie

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument - Marieke van Westerlaak 2007 - 1. Inleiding Libelle Idee, Libelle Balans, Libelle

Nadere informatie

Rapportage. Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapportage. Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapportage Keurmerk Klantgericht Verzekeren In opdracht van: Stichting toetsing verzekeraars Datum: 27 januari 2015 Projectnummer: 2014026 Auteurs: Marit Koelman & John Ruiter Index Achtergrond van het

Nadere informatie

Roept een herkenbare situatie op. Vernieuwend. Overtuigend

Roept een herkenbare situatie op. Vernieuwend. Overtuigend Makkelijk te begrijpen Origineel Roept een herkenbare situatie op Vernieuwend Vergeleken met voor het horen van deze spot, zijn de voordelen van het merk/product nu Relevant Overtuigend Vergeleken met

Nadere informatie

Adverteren in tijdschriften. Aandacht, engagement en binding

Adverteren in tijdschriften. Aandacht, engagement en binding Adverteren in tijdschriften Aandacht, engagement en binding Tijdschriften: Aandacht, engagement en binding Tijdschriften creëren vanouds een sterke band met hun lezers en abonnees. Vaak vertellen abonnees

Nadere informatie

Succesvol adverteren in dagbladen

Succesvol adverteren in dagbladen Succesvol adverteren in dagbladen Edith Smit i.s.m. Peter Neijens & Marijntje Stuurman SWOCC, Universiteit van Amsterdam, info@swocc.nl 20 april 2006 Onze media omgeving Doel Algemene verbanden ontdekken

Nadere informatie

Het Mediabrein. Stefanie Kreek (Sanoma Media) Walter Limpens (Neurensics) Den Haag, 01 februari 2012

Het Mediabrein. Stefanie Kreek (Sanoma Media) Walter Limpens (Neurensics) Den Haag, 01 februari 2012 Het Mediabrein Stefanie Kreek (Sanoma Media) Walter Limpens (Neurensics) Den Haag, 01 februari 2012 Waarom een revolutie? The trouble with market research is that people don't think how they feel, they

Nadere informatie

Wat onthouden we uit het nieuws? Analyse van de effecten van verschillende informatiekanalen op kennis over actuele politieke zaken

Wat onthouden we uit het nieuws? Analyse van de effecten van verschillende informatiekanalen op kennis over actuele politieke zaken Onderzoeksnota : Wat onthouden we uit het nieuws? Analyse van de effecten van verschillende informatiekanalen op kennis over actuele politieke zaken Dr. Patrick van Erkel Prof. Peter Van Aelst Onderzoeksgroep

Nadere informatie

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Woongoed GO

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Woongoed GO UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Woongoed GO Over het onderzoek Woongoed GO heeft in juni 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde voor s. Dit imago-onderzoek voerden

Nadere informatie

MIN. 55.000 VERTONINGEN

MIN. 55.000 VERTONINGEN MOBIELE WEBSITE Met uw banner op onze mobiele website bereikt u uw doelgroep op een moment dat ze 100% aandacht hebben voor het scherm waar ze naar kijken. Mensen bekijken vooral mobiele websites op dode

Nadere informatie

Optimel Puur. Productintroductie: Consument maakt zelf reclame voor Optimel Puur. Adverteerder: FrieslandCampina/Optimel.

Optimel Puur. Productintroductie: Consument maakt zelf reclame voor Optimel Puur. Adverteerder: FrieslandCampina/Optimel. Optimel Puur Productintroductie: Consument maakt zelf reclame voor Optimel Puur Adverteerder: FrieslandCampina/Optimel Branche: Food Mediabureau/reclamebureau: MEC / N=5 Campagneperiode: Juli t/m oktober

Nadere informatie

De effecten van ewom: review valentie op geloofwaardigheid, gepercipieerde persuasieve intentie, merkattitude en koopintentie.

De effecten van ewom: review valentie op geloofwaardigheid, gepercipieerde persuasieve intentie, merkattitude en koopintentie. De effecten van ewom: review valentie op geloofwaardigheid, gepercipieerde persuasieve intentie, merkattitude en koopintentie. Bachelor thesis - Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Naam: Gitte Thijssen

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Hoe kan de transparantie van reclame in online video s vergroot worden voor minderjarigen? Een literatuuronderzoek naar de effecten van vermeldingen

Hoe kan de transparantie van reclame in online video s vergroot worden voor minderjarigen? Een literatuuronderzoek naar de effecten van vermeldingen Hoe kan de transparantie van reclame in online video s vergroot worden voor minderjarigen? Een literatuuronderzoek naar de effecten van vermeldingen Dr. Esther Rozendaal, Radboud Universiteit Dr. Eva van

Nadere informatie

Campagne De Nieuwe Handhaver

Campagne De Nieuwe Handhaver Campagne De Nieuwe Handhaver Projectnummer: 10180 In opdracht van: Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving Manilde van der Oord Esther Jakobs Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam

Nadere informatie

SERIEUS ADVERTEREN ONLINE OMROEPBRABANT.NL/RECLAME

SERIEUS ADVERTEREN ONLINE OMROEPBRABANT.NL/RECLAME SERIEUS ADVERTEREN ONLINE OMROEPBRABANT.NL/RECLAME VOORDELEN Elke dag bezoeken honderdduizenden Brabanders omroepbrabant.nl om het laatste Brabantse nieuws te lezen. En daar kunt u als adverteerder van

Nadere informatie

TRUST AND VALUE SURVEY

TRUST AND VALUE SURVEY TRUST AND VALUE SURVEY Onderzoek naar: het vertrouwen en de band van lezers met hun nieuwsmerken Juni 2012 29868 Intomart GfK 2012 Cebuco Trust and Value Survey Juni 2012 1 1. Doelstelling en opzet Intomart

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Een onderzoek naar het effect van affectieve betrokkenheid en product placement op de attitude ten aanzien van het programma.

Een onderzoek naar het effect van affectieve betrokkenheid en product placement op de attitude ten aanzien van het programma. Een onderzoek naar het effect van affectieve betrokkenheid en product placement op de attitude ten aanzien van het programma. Graduate School of Communication Master s programme Communication Science Master

Nadere informatie