STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN GRUP Cockerill - partiële wijziging. Gemeente As

Transcriptie

1 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN GRUP Cockerill - partiële wijziging Gemeente As Voor AnteaGroup, Koen Janssens ruimtelijk planner Gezien en voorlopig aangenomen door de gemeenteraad in zitting van... DE SECRETARIS, DE VOORZITTER, Wendy Peeters Jos Truyen Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek in het gemeentehuis werd neergelegd van tot DE SECRETARIS, DE BURGEMEESTER, Wendy Peeters Miel Craeghs Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in zitting van... DE SECRETARIS, DE VOORZITTER, Wendy Peeters Jos Truyen Gezien en goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op... DE GRIFFIER, DE GOUVERNEUR,

2 COLOFON Opdracht: GRUP Cockerill - partiële wijziging Gemeente As Opdrachtgever: Gemeente As Opdrachthouder: Antea Belgium N.V. Porsthofbrug Antwerpen Tel 03/ Fax 03/ Jaarbeurslaan Genk Tel 089/ Fax 089/ BTW: BE RPR Antwerpen IBAN: BE BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001 Identificatienummer: /mgo/wsm Datum: December 2011 Januari 2012 Maart 2012 status / revisie: Concept voorontwerp SBV Voorontwerp SBV Ontwerp SBV Vrijgave: Wim Smeets - Accountmanager ruimtestedenbouwkundige Controle: / projectleider Marijke Gorissen - Ingenieur Architect Projectmedewerkers: Wim Smeets - Marijke Gorissen Koen Janssens Antea Group 2012 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

3 INHOUD ART. 0 ALGEMENE BEPALINGEN VOORSCHRIFTEN SCHAAL EN MAATVOERING BESTAANDE CONSTRUCTIES EN INFRASTRUCTUREN WIJZIGEN BODEMRELIËF GEBRUIK VAN DE GRONDEN MATERIAALGEBRUIK AFSLUITINGEN PARKEREN INRICHTINGSSCHETS INTEGRAAL WATERBEHEER AANLEG NUTSVOORZIENINGEN BEGRIPPEN...8 ART. 1 ART. 1BIS ART. 2 ART. 3 ZONE VOOR HANDEL...10 ZONE VOOR BUFFER...12 ZONE VOOR WOONPROJECT...13 VERBINDING VOOR LANGZAAM VERKEER (INDICATIEF) GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 3

4 Art. 0 Algemene bepalingen Richtinggevend 0.1 Voorschriften Ten aanzien van de indicatieve aanduidingen wordt bij de bijzondere voorschriften aangegeven in welke mate deze kunnen verschuiven ten opzichte van de op het grafisch plan ingetekende plaats. Het ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming, inrichting en/of beheer vast van het gebied waarop het plan van toepassing is. De stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer en het grafische plan zijn gelijkwaardig en hebben dezelfde verordenende kracht. 0.2 Schaal en maatvoering De schaal en de daaruit afgeleide maten van het plan zijn indicatief. Het grafisch plan is opgemaakt op basis van de kadastrale ondergrond. De werkelijke afmetingen zullen, daar waar noodzakelijk, door een opmeting ter plaatse worden vastgesteld. De op plan expliciet weergegeven maten zijn bindend. 0.3 Bestaande constructies en infrastructuren Door de aard van het terrein zijn verantwoorde wijzigingen van het bodemreliëf toegestaan. De gemeente zal oordelen of de wijzigingen verantwoord zijn, elke reliëfwijziging is vergunningsplichtig. Er dient te Voor bestaande hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte constructies en infrastructuren vormen de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP op zichzelf geen weigeringsgrond bij de beoordeling van aanvragen tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning indien de bestemming van de zone gerespecteerd wordt en voor zover de aanvraag betrekking heeft op: - het uitvoeren van instandhoudings- en onderhoudswerken; - het uitvoeren van verbouwings- en renovatiewerken binnen het bestaande vergunde of vergund geachte bouwvolume. 0.4 Wijzigen bodemreliëf Onbebouwde gronden kunnen enkel afgegraven of aangevuld worden in functie van een stedenbouwkundige vergunning en indien deze reliëfwijziging de natuurlijke GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 4

5 Richtinggevend allen tijde vermeden te worden dat de natuurlijke afloop van water verhinderd wordt door de ophoging of afgraving (bijv. door het opwerpen van een dijk op een lager gelegen grond). waterafloop tussen de verschillende percelen niet belemmert. Bomen en heesters op deze onbebouwde gronden mogen enkel verwijderd worden ter voorbereiding van bouwwerkzaamheden of in het kader van een verantwoord groenbeheer. 0.5 Gebruik van de gronden Het is verboden de gronden in te richten of te gebruiken op een wijze die strijdig is met de bestemming. 0.6 Materiaalgebruik Alle constructies dienen afgewerkt te worden in duurzame, volwaardige en esthetische materialen zoals gevelsteen, glaswanden, sierbeton, hoogwaardige industriële beplatingen, hout, etc. Bij de keuze van het materiaal moet voldoende rekening worden gehouden met de landschappelijke integratie van de gebouwen ten opzichte van de open ruimte en van het openbaar domein. Het materiaal moet zowel qua textuur als kleur aanvaardbaar zijn in haar omgeving en de omliggende open ruimte. Alle verhardingen worden verplicht uitgevoerd met elementverharding of andere waterdoorlatende materialen tenzij anders vermeld in de specifieke voorschriften. Het materiaalgebruik wordt omstandig gemotiveerd in de toelichtingsnota gevoegd bij een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. 0.7 Afsluitingen Binnen het gehele plangebied is het toegelaten afsluitingen te plaatsen (tenzij anders vermeld in de specifieke voorschriften) van maximaal 2m hoog en onder volgende vormen: - levende hagen al dan niet versterkt met palen met draadwerk; - afsluitingen bestaande uit palen met draad of draadgaas GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 5

6 Richtinggevend Het gebruik van betonplaten of houten schuttingen is verboden. 0.8 Parkeren Elke stedenbouwkundige vergunningsaanvraag met betrekking tot nieuwbouw voor (een deel van) het plangebied moet verantwoord worden met een inrichtingsplan en terreinprofielen. Het plan duidt aan hoe de nieuwbouw ruimtelijk geïntegreerd wordt en welke ruimtelijke en functionele relaties bestaan. De terreinprofielen dienen een duidelijk inzicht verlenen in de inplanting van de gebouwen ten opzichte van het bestaande reliëf. Het plan laat blijken dat het nieuwe initiatief leidt tot een hoge ruimtelijke en beeldkwaliteit. Het geeft bovendien een duidelijk beeld van de omgevingsaanleg. De aanleg van de (semi) publieke ruimten is een integraal deel van de ontwikkelingen. Inzake parkeren op privaat domein gelden hier de voorschriften van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening omtrent parkeren die van kracht is op het moment van de stedenbouwkundige aanvraag. Indien geen stedenbouwkundige verordening van kracht is worden volgende normen gehanteerd: - Eengezinswoningen: 2 parkeerplaatsen/woning verplicht; 0.9 Inrichtingsschets Aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen voor de ontwikkeling van nieuwbouw in het plangebied moeten vergezeld zijn van een samenhangende inrichtingsstudie die een voorstel bevat voor ordening van het deel van het plangebied waarop de aanvraag betrekking heeft. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning voor nieuwbouw of verkavelingsvergunning en wordt als dusdanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van deze aanvragen en hanteert plannen, schetsen, terreinprofielen en tekeningen om het voorkomen en de inrichting van de omgeving duidelijk weer te geven. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het licht van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften. Dit document duidt aan op welke wijze het plangebied ontwikkeld kan worden en hoe deze invulling kadert in de gewenste ontwikkeling van het gehele plangebied met oog op de fasering, de ontsluiting, de gewenste bouwdichtheid en de ruimtelijke en architecturale kwaliteit. Ook de aanleg van de niet bebouwde en niet verharde ruimte dient hierbij te worden aangegeven GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 6

7 Richtinggevend De gewestelijke verordening inzake hemelwater blijven bij inwerkingtreding van het RUP onverminderd van toepassing Integraal waterbeheer In alle bestemmingszones zijn handelingen toegelaten in functie van de retentie en infiltratie van hemelwater en gescheiden behandeling en afvoer van huishoudelijk afvalwater. Tenzij expliciet omschreven in de voorschriften van de betrokken zone, is de inrichting ervan vrij, mits landschappelijk geïntegreerd in de omgeving. Stedenbouwkundige vergunningen kunnen enkel verleend worden wanneer uit de vergunningsaanvraag onvoorwaardelijk blijkt dat er geen negatieve impact bestaat voor het waterbeheer. Dit houdt in dat regenwaterafvoer zoveel mogelijk beperkt wordt door opvang en hergebruik en dat er voldoende mogelijkheden aangewend worden om het water in de grond te laten infiltreren. Rekening houdend met de ligging van het plangebied in beschermingszone III van de drinkwaterwinning dienen infiltratievoorzieningen verplicht als open voorzieningen te worden aangelegd. Bij de aanleg van verhardingen dient steeds voldoende ruimte voor water gecreëerd te worden. Bij de dimensionering hiervan moet uitgegaan worden van een terugkeerperiode van de overloop van minimaal 10 jaar Aanleg nutsvoorzieningen Binnen het gehele plangebied is de aanleg van ondergrondse nutsleidingen zoals elektriciteit, gas, water, distributie, telefoon en riolering toegestaan. Het oprichten van beperkte gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut is toegelaten in alle zones, ongeacht de bestemming, maar wel rekening houdend met de bebouwingsvoorschriften van de desbetreffende zone. Hun noodzaak moet om technische of maatschappelijke redenen kunnen aangetoond worden door een omstandig verklarende en verantwoorde nota, die wordt toegevoegd bij de vergunningsaanvraag GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 7

8 Richtinggevend 0.12 Begrippen Bebouwing-terreinindex (B/T):de verhouding tussen de bebouwde oppervlakte en de totale (gedefinieerde) oppervlakte van het terrein. Bestemming: het ruimtegebruik, gedetailleerd tot op het niveau van een kavel of een kaveldeel, dat dmv voor het ruimtegebruik bindende voorschriften, aan een bepaald stuk grond wordt toebedeeld: - De hoofdbestemming is de verplicht te realiseren bestemming voor de gebouwen die opgericht worden binnen de aangeduide bouwkaders. - De nevenbestemming is een toegelaten bestemming binnen de desbetreffende zone, steeds verbonden aan een reeds gerealiseerde of gelijktijdig te realiseren hoofdbestemming. Bijgebouw Vrijstaand opgericht gebouw dat niet beantwoord aan de voorschriften van het hoofdgebouw. Gebouwen die enkel met een muur verbonden zijn met het hoofdgebouw worden beschouwd als bijgebouw. Bouwhoogte: totale hoogte van een gebouw gemeten tussen het maaiveldniveau en het hoogste punt van het bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes, technische ruimtes, liftkokers, Bouwlaag: ruimte tussen een vloer en het daarboven liggend plafond. De kelderverdiepingen en de ruimtes begrepen binnen het dakvolume komen niet in aanmerking voor het bepalen van het aantal bouwlagen van een gebouw. In de ruimtes begrepen binnen het dakvolume kunnen afzonderlijke volwaardige wooneenheden gerealiseerd worden. Elementverharding: Een elementenverharding is een verharding die is opgebouwd uit losse elementen die in meer of mindere mate (los) met elkaar verbonden zijn. Dit heeft als voordeel dat ze water- en gasdoorlatend zijn. Een voorbeeld hiervan zijn klinkers. Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 8

9 Richtinggevend gedeeltelijke met wanden omsloten ruimte vormt. Gesloten bebouwing: Een twee-gevelige woning aansluitend op twee andere woningen: één langs links en één langs rechts. Eventueel kunnen deze 2 woningen aan elkaar geschakeld worden door middel van een bijgebouw zoals bijvoorbeeld een garage, carport enz. Halfopen bebouwing: woning waarbij 1 gevel gedeeld wordt met de buurwoning Maaiveld: het afgewerkte bouwterrein Open bebouwing: woning die geen gemeenschappelijke gevel met een buurwoning Verhardingspercentage: Het aandeel van de totale oppervlakte van de bestemmingszone dat maximaal mag verhard worden. Vloer-terreinindex (V/T):de verhouding tussen de som van de totale brutovloeroppervlakten van de bovengrondse vloeren en de betrokken terreinoppervlakte. Ondergrondse constructies of kelderverdiepingen die niet meer dan 1,5m boven het maaiveld uitkomen worden niet meegerekend in de totale oppervlakte van de bovengrondse vloeren. Zone: het op het plan omlijnd en met een kleur of grafisch teken aangeduid gebiedsdeel dat voor een bepaald, door de voorschriften vastgesteld, gebruik bestemd is GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 9

10 Art. 1 Zone voor handel Richtinggevend Gebiedscategorie: bedrijvigheid Binnen deze zone ligt een bestaande handelsvoorziening. Het RUP voorziet mogelijkheden voor de verdere uitbreiding van deze handelsfunctie. Als nevenbestemming wordt wonen toegestaan o.w.v. de aanwezigheid van het bestaande appartement boven de winkel. De bebouwbaarheid van de zone wordt vastgelegd in een maximaal toegelaten vloer- en bebouwing-terreinindex. De vloer- en bebouwingsindex wordt berekend voor de gehele zone. Rekening houdend met de totale terreinoppervlakte van 7380m² en de totale bebouwde opp. bij opmaak van het RUP (800m²) (beide oppervlaktes werden berekend op basis van de kadastrale gegevens aanwezig bij de opmaak van het RUP) bedragen deze: - Max. bebouwing = 1475m² - Max. vloeropp. = 1845m² Deze vloer-terreinindex bestendigt het bestaande appartement en laat toe een kleedkamer, een eetruimte, enz. te realiseren op de eerste verdieping zodat de hele gelijkvloerse verdieping kan ingericht worden als winkelruimte. - Uitbreiding handelsvoorziening - Wonen als nevenbestemming. - B/T = max. 0,20 - V/T = max. 0,25 Bestemming Deze zone is bestemd voor de oprichting van constructies en verhardingen in functie van handel op lokaal niveau. Wonen wordt als nevenbestemming toegelaten. Er kan maximaal 1 woongelegenheid binnen deze zone worden gerealiseerd. Inrichting In deze zone zijn werken en handelingen toegelaten die nodig zijn om de lokale handelsactiviteit en ondersteunende voorzieningen te behouden, te verbeteren en uit te bouwen. Nieuwe constructies en gebouwen kunnen opgetrokken worden voor zover zij aansluiten bij het karakter van de zone, mits het uitwerken van één samenhangend architecturaal geheel en onder volgende voorwaarden: - De maximaal bebouwing-terreinindex bedraagt 0,20; - De maximale vloer-terreinindex bedraagt 0, GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 10

11 Richtinggevend Het verhardingspercentage wordt berekend voor de gehele zone. Rekening houdend met de totale terreinoppervlakte van 7380m² bedraagt de toegelaten verharding 4428m². - Bouwhoogte max. 12m - 2 bouwlagen/dakvorm vrij De totale bouwhoogte van de gebouwen mag niet hoger zijn dan 12m. Er zijn 2 bouwlagen toegelaten en de dakvorm is vrij. - Max. verharding 60% Bedienings- en ontsluitingswegen, parkings, fietsenstallingen, en toegangen kunnen worden voorzien in de bouwvrije zones van het terrein. Deze zones van het terrein kunnen worden verhard. Enkel indien noodzakelijk omwille van de stabiliteit van het wegdek wordt een dichte verharding toegestaan en onder voorwaarde dat het afgevoerde hemelwater op een snelle en correcte wijze gefilterd, gebufferd, afgevoerd of geïnfiltreerd wordt op het eigen terrein. Het maximale verhardingspercentage bedraagt 60%. - Verlichting Voor de verlichting van de parking dienen armaturen te worden gebruikt die geen strooiverlichting veroorzaken om de privacy ten aanzien van omwonenden te vrijwaren. Het niet-bebouwde en verharde deel van het terrein dient als groene ruimte te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 11

12 Art. 1bis Zone voor buffer Richtinggevend Gebiedscategorie: bedrijvigheid Rond de handelsvoorzieningen dient een buffer te worden voorzien zodat de privacy van de omliggende woningen niet in het gedrang wordt gebracht. Bestemming - Oprichten buffer. Deze zone is bestemd voor de oprichting van een buffer rond de handelsfunctie. Inrichting - Buffering min. 5m De buffer heeft een minimale breedte van 5m. De buffer dient een groene en visuele buffer te zijn. Ze dient een schermfunctie te hebben voor de aangrenzende woningen en het openbaar domein. Indien kan aangetoond worden dat in functie van de realisatie van ondersteunende voorzieningen (toegangsweg, loskade enz.) deze breedte niet haalbaar is kan deze plaatselijk minder breed zijn. De buffer kan plaatselijk onderbroken worden in functie van de realisatie van verbindingen voor langzaam verkeer of voor de realisatie van toegangswegen tot de handelsfunctie GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 12

13 Art. 2 Zone voor woonproject Richtinggevend Gebiedscategorie: wonen De bedrijvigheid die aanwezig was op deze zone is momenteel verdwenen. Om aan te sluiten bij het woonkarakter van de Steenweg en de Herengracht wordt het daarom mogelijk gemaakt een kleinschalig woonproject te realiseren binnen deze site. Er worden een aantal concrete randvoorwaarden opgelegd om de ruimtelijke invulling te sturen. Algemeen kan gesteld worden dat aansluiting dient gezocht te worden met de bestaande bebouwing in de omgeving. Hiertoe wordt bebouwingsvorm, bouwhoogtes enz. afgestemd op de bestaande bebouwing in de directe omgeving. Aangezien we ons in een buitengebied bevinden wordt een maximale dichtheid van 15 wooneenheden per hectare gehanteerd, zodat de kavels kunnen afgestemd worden op de kavelgroottes in de rest van de omgeving. De nieuwe ontwikkeling dient zowel een representatieve gevel naar de Steenweg als naar het binnengebied te verlenen. Hiervoor zijn andere typologieën aangewezen dan de traditionele gesloten, halfopen of open bouwvorm. Daarom gelden hier minder strenge regels. - Hoofdbestemming wonen - Nevenbestemming diensten en vrije beroepen Algemeen - Enkel eengezinswoningen - Max. 15 wooneenheden per hectare - B/T V/T Dakvorm vrij - Bouwhoogte max. 7m - Max 2 bouwlagen - Min. 10m van achterste perceelsgrens Bestemming Deze zone is bestemd voor de inrichting van een kleinschalig woonproject. De hoofdbestemming is wonen. Diensten en vrije beroepen zijn als nevenbestemming toegestaan onder volgende voorwaarden: - enkel toegelaten op gelijkvloerse verdieping; - de nevenbestemming is niet hinderlijk voor het wonen. Inrichting Bij de inplanting en vormgeving van deze zone wordt met de volgende zaken rekening gehouden: Algemeen - Zowel open, halfopen bebouwing als bouwen tegen de perceelsgrens is toegestaan. Langs de Steenweg wordt ook gesloten bebouwing toegestaan; - De maximale dichtheid bedraagt 15 wooneenheden/hectare; - De B/T bedraagt maximaal 0,30; de V/T bedraagt maximaal 0,60; - Enkel eengezinswoningen zijn toegestaan; - Een nieuwe ontwikkeling dient zowel een representatieve gevel naar de Steenweg als naar het binnengebied te realiseren; - De dakvorm is vrij te kiezen. Bij halfopen of gesloten bebouwing dient de dakvorm van beide woningen op elkaar te worden afgestemd; - De totale bouwhoogte is beperkt tot 7m; - Er zijn maximum 2 bouwlagen toegestaan; GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 13

14 Onderstaande figuur geeft een mogelijke typologie weer die naar beide zijde een gevel kan vormen: - Min. 3m van de zonegrens - Vrijstaande bijgebouwen niet toegelaten - De hoofdgebouwen dienen telkens op minimaal 10m van de achterste perceelsgrens te worden ingeplant uitgezonderd langs de Steenweg; - De hoofdgebouwen dienen op min. 3m van de zonegrens te worden ingeplant; - Vrijstaande bijgebouwen worden niet toegestaan. Volgende figuur geeft een aantal mogelijkheden weer voor de eengezinswoningen binnen de opgelegde bebouwingsvoorwaarden: Bouwlaag 2 7m Bouwlaag 1 De totale oppervlakte van deze zone bedraagt 1,2ha. Een dichtheid van 15WE/ha betekent dat er ongeveer 17 woningen kunnen worden gerealiseerd. Een B/T van 0,30 betekent dan dat binnen de gehele zone de bebouwde oppervlakte per woning ongeveer 200m² kan bedragen indien 17 woningen worden gerealiseerd GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 14

15 Aangezien de Steenweg een gewestweg is dient voor de plaatsing van nieuwe woningen rekening gehouden te worden met de voorbouwlijnen opgelegd door het Agentschap Wegen en Verkeer. Door de ontsluiting verplicht langs de Herengracht te realiseren zal de Steenweg niet bijkomend belast worden met een nieuwe ontsluitingsweg. Binnen de gehele zone kunnen interne ontsluitingswegen worden aangelegd. De ontsluiting van de nieuwe ontwikkeling kan enkel langs de Herengracht gebeuren. Langs de Steenweg mag geen bijkomende ontsluitingsweg worden gerealiseerd. Enkel indien noodzakelijk omwille van de stabiliteit van het wegdek wordt voor deze wegen een dichte verharding toegestaan en onder voorwaarde dat het afgevoerde hemelwater op een snelle en correcte wijze gefilterd, gebufferd, afgevoerd of geïnfiltreerd wordt op het eigen terrein GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 15

16 Art. 3 Verbinding voor langzaam verkeer (indicatief) Richtinggevend Gebiedscategorie: /// De bestaande fiets- en voetgangersverbinding tussen Herengracht en Steenweg dient behouden te blijven om de toegankelijkheid van de nieuwe woonontwikkeling te verzekeren. - Openbaar domein voor voetgangers en fietsers Bestemming De zone is bestemd voor de aanleg en instandhouding van een fiets- en voetgangersverbinding. Inrichting De ligging van de verbinding is indicatief weergegeven op plan. De aanduiding van de locatie van het tracé is richtinggevend, doch de inrichting van het tracé is verplicht. De fiets- en voetgangersverbinding heeft een minimale vrije breedte van 2m. De nodige inrichtingsmaatregelen dienen getroffen te worden zodat voor langzaam verkeer een veilige doorsteek tussen Herengracht en Steenweg wordt verzekerd. De inrichting en het materiaalgebruik van de as wordt afgestemd op dat van de onmiddellijke omgeving GRUP Cockerill - partiële wijziging pagina 16