RUP RECREATIEZONE WOLFSDONK Ontwerp RUP Stedenbouwkundige voorschriften. Stad Aarschot

Transcriptie

1 RUP RECREATIEZONE WOLFSDONK Ontwerp RUP Stedenbouwkundige voorschriften Stad Aarschot Voor Antea Group, Koen Janssens, ruimtelijk planner Gezien en voorlopig aangenomen door de gemeenteraad in zitting van... DE SECRETARIS, DE BURGEMEESTER, Christi Van Calster André Peeters Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek in het gemeentehuis werd neergelegd van / /2011 tot / /2011 DE SECRETARIS, Christi Van Calster DE BURGEMEESTER, André Peeters Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in zitting van... DE SECRETARIS, Christi Van Calster DE BURGEMEESTER, André Peeters Gezien en goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op... DE GRIFFIER, DE GOUVERNEUR,

2 COLOFON Opdracht: RUP Recreatiezone Wolfsdonk Ontwerp RUP Stedenbouwkundige voorschriften Stad Aarschot Opdrachtgever: Stad Aarschot Dienst Ruimtelijke ordening Ten Drossaarde Aarschot Opdrachthouder: Antea Belgium N.V. Porsthofbrug Berchem Tel 03/ Fax 03/ Jaarbeurslaan Genk Tel 089/ Fax 089/ BTW: BE RPR Antwerpen IBAN: BE BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001 Identificatienummer: /wsm Datum: Februari 2011 status / revisie: Ontwerp RUP Vrijgave: Koen Janssens - ruimtelijk planner Controle: / projectleider Wim Smeets accountmanager Ruimtelijke planning en inrichting Projectmedewerkers: Koen Janssens - Els Vanoudenhoven - Wouter Impens Antea Group 2011 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

3 INHOUD ART. 0 ALGEMENE BEPALINGEN VOORSCHRIFTEN SCHAAL EN MAATVOERING GEBRUIK VAN DE GRONDEN GEBRUIK VAN MATERIALEN BEGRIPPEN...3 ART. 1 ZONE VOOR SPORTINFRASTRUCTUUR EN PARKING BESTEMMING INRICHTING TE VRIJWAREN ONTSLUITING...4 ART. 2 ZONE VOOR OPENLUCHT SPORTTERREINEN BESTEMMING INRICHTING...5 ART. 2 BIS ZONE VOOR LANDSCHAPPELIJKE INPASSING (OVERDRUK) BESTEMMING INRICHTING...6 ART. 3 ART. 4 ZONE VOOR SPORTINFRASTRUCTUUR EN PARKING...7 ZONE VOOR ONTSLUITING LANGZAAM VERKEER BESTEMMING INRICHTING...7 wsm

4 Art. 0 Algemene bepalingen 0.1 Voorschriften Het ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming, inrichting en/of beheer vast van het gebied waarop het plan van toepassing is. De stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer en het grafische plan zijn gelijkwaardig en hebben dezelfde verordenende kracht. 0.2 Schaal en maatvoering De schaal en de daaruit afgeleide maten van het plan zijn indicatief. Het grafisch plan is opgemaakt op basis van de kadastrale ondergrond. De werkelijke afmetingen zullen, daar waar noodzakelijk, door een opmeting ter plaatse worden vastgesteld. 0.3 Gebruik van de gronden Het is verboden de gronden in te richten of te gebruiken op een wijze die strijdig is met de bestemming. Bestaande regelmatig vergunde gebouwen en constructies kunnen in hun hoedanigheid behouden blijven ook al stemmen deze niet overeen met de bestemmings- en/of inrichtingsvoorschriften. Ondergrondse nutsleidingen zoals elektriciteit, gas, water, distributie, telefoon en riolering zijn toegestaan. 0.4 Gebruik van materialen Voor de (te) verharde(n) delen van het terrein zal functie en materiaalgebruik duidelijk omschreven worden. Het gebruik van waterdoorlatende materialen is verplicht voor alle zones; omwille van milieutechnische redenen of een ongeschikte bodemgesteldheid kan hiervan afgeweken worden. Alle gebouwen en constructies worden opgericht in duurzame materialen: voor alle gevels moeten esthetisch verantwoorde materialen gebruikt worden zoals gevelsteen, sierbepleistering of sierbeton. Combineren met hout, metaal of natuursteen is toegelaten op voorwaarde dat deze toegevoegde materialen een decoratieve functie hebben. Het dakmateriaal bestaat uit pannen, leien, profielplaten, koper of zink; voor platte daken kunnen gemodificeerd bitumen (eventueel bedekt met een laag grint), of vegetatiematten (extensief groendak) gebruikt worden. Voor de niet verharde en niet bebouwde delen van het terrein zal een omschrijving worden weergegeven van de gebruikte groenelementen. Alle aanvragen zullen worden getoetst aan de wijze waarop de beplanting wordt gebruikt. wsm

5 0.5 Begrippen Ten behoeve van de leesbaarheid is volgende verklarende begrippenlijst opgenomen: Bebouwingsindex: de verhouding van het grondoppervlak of totale grondoppervlakte van één of meer bouwwerken op één terrein, kavel of zone ten aanzien van de oppervlakte van het globale terrein, kavel of zone. Bestemming: het ruimtegebruik, gedetailleerd tot op het niveau van een kavel of een kaveldeel, dat met behulp van voor het ruimtegebruik bindende voorschriften, aan een bepaald stuk grond wordt toebedeeld. Bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering op gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, met uitsluiting van onderbouw en zolder. Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijke met wanden omsloten ruimte vormt. Kavel: een kadastraal bekend aaneengesloten stuk grond toebehorend aan één eigenaar of een groep eigenaars. Kroonlijst: het snijvlak tussen een rechtopstaande gevel en een hellend dakvlak. Kroonlijsthoogte: hoogte van een gebouw gemeten van het niveau van de as van aanliggende weg en de kroonlijst van het gebouw. Indien het gebouw niet aan een weg gelegen is wordt de kroonlijst gemeten tussen het maaiveldniveau en de kroonlijst. Verhardingsindex: de verhouding van de totale verharde en/of bebouwde oppervlakte op één terrein, kavel of zone ten aanzien van de oppervlakte van het globale terrein, kavel of zone. Vloerindex: de verhouding van het vloeroppervlak of de totale vloeroppervlakte van één of meer bouwwerken op één terrein, kavel of zone ten aanzien van de oppervlakte van het globale terrein, kavel of zone. Zone: het op het plan omlijnd en met een kleur of grafisch teken aangeduid gebiedsdeel dat voor een bepaald, door de voorschriften vastgesteld, gebruik bestemd is. Zonegrens: grens tussen twee bestemmingszones. wsm

6 Art. 1 Zone voor sportinfrastructuur en parking 1.1 Bestemming De zone is bestemd voor de inrichting en het behoud van sport-, recreatie- en jeugdinfrastructuur en het aanleggen van de noodzakelijke parkeervoorzieningen. Binnen de zone kunnen zowel overdekte infrastructuur en accommodaties (zoals cafetaria, sanitair, kleedkamers, materiaalopslag, vergaderlokalen, ) als openlucht sportterreinen worden opgericht. Gebiedscategorie: recreatie 1.2 Inrichting Binnen de zone is een bebouwings-, vloer- en verhardingsindex van toepassing: De bebouwingsindex bedraagt 0,25; de vloerindex bedraagt 0,35 en de verhardingsindex bedraagt 0,60. De niet bebouwde en niet verharde delen van de zone (min 20%) worden ingericht als sportterrein of groene ruimte. In aansluiting met de verharding kunnen voorzieningen voor waterbuffering worden aangelegd. Binnen de zone kunnen gebouwen en constructies in functie van de bestemming in duurzame materialen opgericht en instandgehouden worden voor zover de afstand van deze gebouwen en constructies tot de plangrens groter of gelijk is aan de kroonlijsthoogte ervan. Deze gebouwen bestaan maximum uit twee bouwlagen en hebben een maximale kroonlijsthoogte van 7m. De dakvorm is vrij, bij hellende daken bedraagt de maximale dakhelling 30. Ten aanzien van de aangrenzende tuinzones dient een haag in streekeigen plantmateriaal met een min. hoogte van 2m aangeplant te worden. Deze haag is indicatief op het grafisch plan weergegeven. Tegen de gevels en de dakconstructies van de gebouwen mogen publiciteitsborden en reclamepanelen geplaatst worden voor zover ze niet meer dan 30% van de gevels bedekken. Ondersteunende voorzieningen zoals verlichtingsapparatuur, straatmeubilair, e.d. zijn toegelaten. 1.3 Te vrijwaren ontsluiting De inrichting van de bestemmingszone mag de ontsluiting van de woningen ten westen van het plangebied niet hinderen. De ontsluiting van deze woningen richting de Volkensvoorstraat moet verzekerd blijven. wsm

7 Art. 2 Zone voor openlucht sportterreinen 2.1 Bestemming De zone is bestemd voor de inrichting en het behoud van sport-, recreatie- en jeugdinfrastructuur in openlucht. Gebiedscategorie: recreatie 2.2 Inrichting Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming zijn toegelaten met uitzondering van het aanleggen van een hoofdterrein. Het plaatsen van speelvoorzieningen en constructies die noodzakelijk zijn voor de directe beoefening van de sportactiviteiten zoals dug-outs, doelen, netten, verlichtingsmasten, zijn toegelaten. Andere constructies zijn verboden. De omvang van de constructies die noodzakelijk zijn voor de directe beoefening van de sportactiviteiten wordt bepaald door de technische voorschriften hieromtrent. Specifiek voor verlichtingsmasten dient de hoogte beperkt te blijven tot een maximum van 20m. Bij de situering van de sportvelden en de plaatsing van de verlichtingspalen dient rekening gehouden te worden met het beperken van de lichthinder zowel naar het landschap als voor de omwonenden. Binnen de zone kunnen interne ontsluitingswegen en paden voor langzaam verkeer worden aangelegd met een maximale breedte van 2m. De verhardingen van deze paden en ontsluitingswegen worden tot een minimum beperkt. Reclamepanelen tot een max. hoogte van 1m50 zijn toegelaten op afsluitingen aan de randen van de speelvelden indien deze naar het sportterrein zijn gericht. Het plaatsen van afsluitingen kan worden toegestaan op voorwaarde dat de doorwaadbaarheid van het gebied verzekerd blijft dwz. de afsluitingen mogen geen verplaatsingen doorheen het plangebied tussen de Volkensvoortstraat, Senatorlaan en de zonevreemde woningen ten zuidwesten van het plangebied verhinderen. Binnen de grenzen van het plangebied dient een bufferstrook te worden gevrijwaard van 3m waarin zich geen sportinfrastructuur bevindt. Deze zone dient ingericht te worden als groene zone waarin oa. KLE s geïntegreerd kunnen worden. Ten aanzien van de aangrenzende tuinzones dient een haag in streekeigen plantmateriaal met een min. hoogte van 2m aangeplant te worden. Deze haag is indicatief op het grafisch plan weergegeven. Het gebouwtje dat zich tegen de zuidelijke grens van het plangebied bevindt dient bij de aflevering van de eerstvolgende stedenbouwkundige vergunning binnen het plangebied verwijderd te worden. Dit wordt als last aan de stedenbouwkundige vergunning gekoppeld. wsm

8 Art. 2 Bis Zone voor landschappelijke inpassing (overdruk) 2.3 Bestemming De zone is bestemd voor de inrichting en het behoud van sport-, recreatie- en jeugdinfrastructuur in openlucht en voor de landschappelijke inpassing hiervan. Gebiedscategorie: recreatie 2.4 Inrichting Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming zijn toegelaten. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de landschappelijke inpassing. Het plaatsen van volgende speelvoorzieningen en constructies die noodzakelijk zijn voor de directe beoefening van de sportactiviteiten zijn toegelaten: Doelen Ballenvangnetten Andere constructies zijn verboden. Verlichtingsmasten met aan maximale hoogte van 20m Bij de situering van de sportvelden en de plaatsing van de verlichtingspalen dient rekening gehouden te worden met het beperken van de lichthinder zowel naar het landschap als voor de omwonenden. Binnen de grenzen van deze zone dient een bufferstrook te worden gevrijwaard van 3m waarin zich geen sportinfrastructuur bevindt. Het is verboden om binnen deze zone: verhardingen aan te leggen reclamepanelen te plaatsen wsm

9 Art. 3 Zone voor ontsluiting langzaam verkeer 3.1 Bestemming De zone is bestemd voor de aanleg van ontsluitingsinfrastructuren voor niet gemotoriseerd verkeer. Gebiedscategorie: lijninfrastructuur 3.2 Inrichting Deze zone heeft een breedte van 4m. Binnen deze zone kunnen verhardingen worden aangelegd. Alle constructies zijn verboden met uitzondering van straatverlichting, -meubilair ed. Binnen deze zone worden inrichtingsmaatregelen genomen die de permanente toegankelijkheid van de zone voor gemotoriseerd verkeer verhinderen. De zone is echter wel toegankelijk voor dienstvoertuigen en hulpdiensten. De niet verharde delen worden ingericht als groene ruimte wsm