Molendijkzaal Klachten- en bezwaarprocedures in het sociaal domein vrz: Paffen- Zeenni pfh: Bolsius/Imming/Tigelaar secr: Van Kan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Molendijkzaal Klachten- en bezwaarprocedures in het sociaal domein vrz: Paffen- Zeenni pfh: Bolsius/Imming/Tigelaar secr: Van Kan"

Transcriptie

1 OVERZICHT De Ronde Aanvang: 19:00 Tijd Raadzaal 1.02 Molendijkzaal 0.01 i-centrum Vathorst 18:45 19:00 Beleidsevaluatie Onderwijs vrz: Prins pfh: Houwing secr: Vooren Klachten- en bezwaarprocedures in het sociaal domein vrz: Paffen- Zeenni pfh: Bolsius/Imming/Tigelaar secr: Van Kan Rondleiding Vathorst over lopende projecten pfh: Buijtelaar secr: Bongers 20:30 21:00 GroenLinks: Overlast Lavendelstraat e.o. vrz: Kennedy-Doornbos pfh: Bolsius secr: Van Kan 22:00 1

2 De Ronde Datum: dinsdag 23 augustus 2016 Aanvang: 19:00 Beleidsevaluatie Onderwijs Rondetafelgesprek

3 Beleidsevaluatie Onderwijs Rondetafelgesprek Inhoud agendapunt Beleidsevaluatie Onderwijs (pdf) Bijlage - Eindevaluatie LEA (pdf) Bijlage - *Uitvoeringsprogramma Jeugd (pdf) Raadsinformatiebrief Eindevaluatie Operatie Amersfoort Jong II, inclusief de LEA looptijd (pdf) Bijlage - Evaluatie 2014 en doelstellingen 2015 OAJ II (pdf) Bijlage - Evaluatie 2013 en doelstellingen 2014 OAJ II (pdf) Bijlage - Evaluatie 2012 en doelstellingen 2013 OAJ II (pdf) Raadsinformatiebrief Stand van zaken uitvoeringsprogramma jeugd (pdf) Raadsinformatiebrief Stand van zaken voorbereidingen uitvoeringsprogramma jeugd (pdf) Agenda De Ronde 16 juni 2015 Voorstel beleidsevaluatie Onderwijs (pdf) *Presentatie Evaluatie Onderwijsbeleid (pdf) Conceptbesluitenlijst De Ronde 23 augustus 2016 Beleidsevaluatie Onderwijs (pdf) Audioverslag

4 Agendapunt De Ronde Titel Beleidsevaluatie Onderwijs Reg.nr Datum 23 augustus 2016 Van College van B&W Portefeuillehouder Houwing Ambtelijk contact Bos ( ) Programma 5. Onderwijs Soort bijeenkomst Rondetafelgesprek Reden van aanbieding Op 28 februari 2012 heeft de gemeenteraad het raadsvoorstel over de vernieuwing van de planning & control cyclus aangenomen. De permanente beleidsevaluatie is onderdeel van deze vernieuwing P&C en houdt in dat elk programmaonderdeel uit de begroting eens per vier jaar wordt geëvalueerd. De beleidsevaluatie heeft twee doelen: terugkijken op de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid uit de afgelopen vier jaren en vooruitkijken naar de toekomst van het beleid. Inhoud Het onderwijsbeleid is geformuleerd in de Lokaal Educatieve Agenda (LEA). LEA is in 2012 voor 4 jaar vastgesteld en wordt nu geëvalueerd. LEA gaat over het onderdeel onderwijs uit de Operatie Amersfoort Jong II (OAJII). OAJII is eveneens afgerond in 2016, evaluatie daarvan heeft plaatsgevonden, zie raadsinformatiebrief Samen met betrokken partners uit de praktijk worden enkele onderwerpen verder uitgediept. Naast de evaluatie van het onderwijsbeleid wordt aandacht besteed aan het huisvestingsproces rondom het Stedelijk Gymnasium, Johan van Oldenbarnevelt. Van de raadsleden wordt gevraagd In gesprek te gaan met de wethouder, genodigden en elkaar. Vervolg Opbrengsten van de evaluatie van het onderwijs beleid worden meegenomen in het Uitvoeringsprogramma Jeugd Advies presidium - Bijbehorende documenten Eindevaluatie LEA Uitvoeringsprogramma Jeugd (volgt) Raadsinformatiebrief Eindevaluatie Operatie Amersfoort Jong II, inclusief LEA looptijd Achtergronddocumenten Evaluatie 2014 en doelstellingen 2015 OAJ II Evaluatie 2013 en doelstellingen 2014 OAJ II Evaluatie 2012 en doelstellingen 2013 OAJ II Raadsinformatiebrief Stand van zaken Uitvoeringsprogramma Jeugd Raadsinformatiebrief Stand van zaken voorbereidingen uitvoeringsprogramma jeugd Agenda De Ronde 16 juni 2015 Uitvoeringsprogramma Jeugd # v1 - AGENDAPUNT DR BELEIDSEVALUATIE ONDERWIJS

5 LEA EVALUATIE VOORAF De Lokale Educatieve Agenda (LEA) is een deelprogramma van Operatie Amersfoort Jong II (OAJ II) waarin de activiteiten voor het thema Jeugd op school zijn opgenomen. De regelgeving van het ministerie van OCW schrijft voor dat elke gemeente minimaal eens per jaar een op overeenstemming gericht overleg moet voeren met de bij het onderwijs betrokken partners over een vast aantal onderwerpen. Om welke onderwerpen het gaat en hoe dit in de gemeente Amersfoort geregeld is hebben wij vastgelegd in het programma OAJ II. De afgelopen periode hebben we jaarlijks een evaluatie opgesteld. Nu evalueren we de programma periode aan de hand van de bij aanvang geformuleerde einddoelen. Aan de inhoudelijke evaluatie hebben we een financiële verantwoording toegevoegd. De basis daarvoor is de begroting die we opgenomen hebben in het programma Operatie Amersfoort Jong II. De afgelopen jaren was de samenwerking tussen partners en gemeente een belangrijk aandachtspunt. In het programma hebben we bij de start weergegeven op welke wijze we daar vorm en inhoud aan wilden gaan geven. Deze samenwerking evalueren we in een apart traject met de gemeenteraad en de partners die betrokken zijn geweest bij OAJ II en de LEA. De opbrengst daarvan nemen we mee in de verdere uitwerking van ons nieuwe Uitvoeringsprogramma Jeugd. PROCESEVALUATIE De evaluatie richt zich grotendeel op de behaalde resultaten bij de verschillende doelstellingen. Daarnaast willen we ook kort aandacht besteden aan een procesevaluatie. Vanaf de start is voor de LEA een agendacommissie betrokken geweest bij de uitwerking van het programma. In eerste instantie bestond deze commissie uit bestuurders van diverse bij de LEA betrokken organisaties. Na het eerste jaar bleek dat de bestuurders te ver van de praktijk af stonden. Er is besloten om projectleiders en managers in de LEA agendacommissie zitting te laten nemen. Dit heeft ervoor gezorgd dat er slagvaardiger geopereerd kon worden. Ook ontstonden er meer inhoudelijke discussies en was er sprake van meer interactie tussen de partners. Het bestuurlijk overleg Jeugd en Onderwijs is met de start van het programma opgezet om ervoor te zorgen dat er met alle partners gezamenlijk jaarlijks een bestuurlijk akkoord op de evaluatie en het nieuwe uitvoeringsprogramma gegeven kon worden. Het vinden van een goede vorm voor dit overleg bleek lastig. Teveel inhoudelijke informatie agenderen in een dergelijk breed en groot overleg bleek niet wenselijk. Voor het nieuwe programma overwegen we een vorm waarbij de besluitvorming centraal staat en waarbij we daarnaast jaarlijks een themabijeenkomst organiseren voor belangstellenden. Dit werken we uit in de definitieve versie van het Uitvoeringsprogramma Jeugd. In het laatste uitvoeringsjaar hebben we tijdelijk een stuurgroep opgezet bestaand uit een klein aantal vertegenwoordigers uit het werkveld. De stuurgroep is als klankbord gebruikt om de samenhang tussen een aantal projecten te bespreken. Het ging daarbij om de bezuinigingen die in 2015 doorgevoerd moesten worden, het integraal huisvestingsplan en het nieuwe Uitvoeringsprogramma Jeugd. In het 1 e kwartaal van 2016, in het verlengde van de eerder genoemde evaluatie van de samenwerking, beslissen we met de partners of we deze stuurgroep voortzetten of opheffen.

6 RESULTATEN Bij de start van de LEA hebben we gekozen voor het uitgangspunt: Alle kansen voor elk kind. Daarbij hebben we aangegeven belang te hechten aan samenhang, samenspel en samenwerking. Als sub thema s en ambitiedoelen kozen we voor: Passende zorg voor elk kind o Eén kind, één gezin, één plan o Preventieve zorg o Verbinden CJG en school op locatie Optimale ontwikkelingskansen voor elk kind o Doorgaande ontwikkelingslijn 0 tot eind beroepsopleiding o Passend onderwijs breed o Talentontwikkeling o Diversiteit Op de volgende pagina s bespreken we de resultaten per doelstelling. De evaluatie is met de Adviesgroep Uitvoeringsprogramma Jeugd (voorheen LEA agendacommissie) voorbereid en opgesteld. Daarnaast is inhoudelijke achtergrondinformatie van de bij het thema betrokken beleidsadviseurs verwerkt. De financiële verantwoording is opgenomen in een aparte paragraaf. In het onderstaande schema is het budget per thema opgenomen.

7 Thema Passende zorg voor elk kind 1. Eén kind, één gezin, één plan Doelstelling eind 2015 Eind 2015 is stadsbreed het uitgangspunt bij interventies en bemoeizorg de eigen kracht van het kind & gezin, werken alle aan het CJG verbonden organisaties, inclusief het onderwijs, volgens de principes één gezin, één plan op basis van de WAC (wrap around care) principes en is de decentralisatie van de jeugdzorg in ontwikkeling. Resultaten In 2012 is er aandacht besteed aan het delen van de kennis die is opgedaan in het CJG en het project Wrap Around Care (later voortgezet onder de naam Menskracht ). Bij de evaluatie na afloop van 2012 is gezamenlijk besloten dat dit doel niet meer als ambitie voor de LEA gehandhaafd hoefde te worden. Het vertrekpunt, uitgaan van de eigen kracht van kind en gezin, zou als een leidend principe gehanteerd worden bij de verder uitwerking van de jeugdzorg en transitie van de jeugdzorg. Met ingang van 2013 is dit om die reden niet meer opgenomen in het programma. Doelstelling behaald: Eerst uitgaan van de eigen kracht van kind en gezin is een uitgangspunt voor het hele sociale domein. Dat geldt ook voor alle partners die een rol hebben in het sociaal domein dus ook voor het onderwijs. Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. De decentralisatie van de jeugdzorg is van invloed geweest op de oorspronkelijke doelstelling. Naar aanleiding daarvan is lokaal de keus gemaakt om de zorg via wijkteams te laten lopen en is besloten het CJG op te heffen. Financiën Voor dit doel was geen budget opgenomen in de begroting. 2. Preventieve zorg Doelstelling eind 2015 Eind 2015 wordt er op basis van observatie en diagnostiek gewerkt aan het tijdig signaleren van leer- en ontwikkelingsproblemen bij kinderen. Scholen zijn primair verantwoordelijk voor het inzetten van deze instrumenten vanuit de financiering voor leerlingenzorg als het gaat om zorg die van invloed is op het functioneren van het kind binnen de school. Resultaten In de periode van zijn de middelen die de gemeente hiervoor beschikbaar stelde, zoals bij aanvang afgesproken, met 60% afgebouwd. Het budget dat daarmee vrijgevallen is wordt gebruikt om een betere verbinding te leggen tussen de zorg in en de zorg om de school (zie doelstelling 3). Scholen kregen de afgelopen jaren, op basis van het leerlingenaantal dat op 1 oktober stond ingeschreven, een naar rato omgerekend bedrag per ingeschreven leerling toegekend door middel van een subsidie. Dit budget kunnen zij gebruiken om de interne zorg voor leerlingen, waarvoor zij sinds 2007 ook een budget van het rijk krijgen, te versterken. Voorwaarde voor de definitieve toekenning van de subsidie was dat de school zelf zorgt voor een 50%

8 cofinanciering van de activiteiten. Doelstelling behaald: De scholen zijn verantwoordelijk voor de interne zorg en ontvangen daarvoor financiële ondersteuning van de gemeente op basis van het leerlingenaantal. Het totale budget daarvoor is in de periode met 60% afgebouwd. Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. In de doelstellingen van de LEA staat dat de middelen die hierdoor vrij zouden komen gebruikt zouden worden om het CJG in de school te brengen en daarmee de zorg in de school te versterken. In verband met de transitie van de jeugdzorg is besloten het CJG in Amersfoort op te heffen. Om die reden is ervoor gekozen om het budget dat vrij kwam beschikbaar te stellen aan de scholen door middel van een subsidieregeling zorg in en om de school zodat zij toch een beroep op deze middelen kunnen doen. Financiën Op de begroting opgenomen onder Zorg in en om de school CJG in de school Doelstelling eind 2015: In 2015 hebben scholen, waarvoor dit noodzakelijk en wenselijk is, een aantal uren per week een CJG generalist op het gebied van zorg voor jeugd in de wijk of in huis die toegankelijk is voor jongeren, verzorgers en professionals. Deze generalist adviseert, verwijst door als dat nodig is maar verleent daar waar mogelijk direct passende zorg. Resultaten In 2012 is een werkgroep opgesteld die in eerste instantie gekeken heeft naar de wijze waarop het CJG en de scholen beter met elkaar verbonden konden worden. In 2013 is een vervolg aan de hiervoor beschreven werkgroep gegeven en is de werkgroep gekoppeld aan de projecten die opgestart waren in het kader van een goede afstemming tussen de jeugdzorgpartners en het onderwijs. Het doel was hiermee vooruitlopend op de transitie van de jeugdzorg en passend onderwijs een aantal experimenten op te zetten die input voor de uitwerking konden opleveren. Dit is in 2013 met name gedaan door het verbinden van jeugd- en onderwijsgeneralisten in het Soesterkwartier. De voortzetting van in 2012 gestarte experimenten is bekostigd uit het beschikbare budget. Daarmee is geïnvesteerd in- en ervaring opgedaan met de toekomstige samenwerking tussen jeugdzorg en onderwijs. In 2014 is een vervolg gegeven aan de hiervoor genoemde samenwerking binnen het experiment. Het experiment is uitgebreid naar de wijk Vathorst. Na de invoering van Passend Onderwijs is het experiment overgegaan naar het PO samenwerkingsverband De Eem. De werkgroep heeft een subsidieregeling opgesteld met als doel het stimuleren van projecten om de aansluiting tussen de zorg in en om de school te stimuleren. Het uitgangspunt voor de regeling is om het budget beschikbaar te stellen voor: overbruggen van hiaten, professionalisering en experimenten met de inzet van onderwijs-zorg arrangementen. Schoolbesturen konden een aanvraag indienen en de werkgroep adviseerde de gemeente over het al dan niet toekennen van de subsidie. In 2015 is, onder voorzitterschap van de directeur van PO samenwerkingsverband De Eem, een vervolg gegeven aan de in 2014 ontwikkelde subsidieregeling. Doelstelling behaald: Door het afschaffen van het CJG is er geen sprake meer van de inzet van CJG generalisten. De subsidieregeling zorg in en om de school biedt het onderwijs de mogelijkheid om projecten te realiseren om de aansluiting tussen zorg en onderwijs te verbeteren. Er zijn lokale afspraken gemaakt over de aansluiting tussen het onderwijs en de wijkteams en het beschikbare budget is daarbij benut maar niet vanaf het eerste jaar geheel ingezet.

9 Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten Het opheffen van het CJG (zie ook doelstelling 2). Het stimuleren van goede aanvragen voor de subsidieregeling heeft de nodige tijd en aandacht gevraagd. Om die reden zijn in de eerste projectperiode minder aanvragen ingediend dan verwacht was en is een deel van het beschikbare budget niet besteed. Financiën Op de begroting opgenomen onder Zorg in en om de school Thema Optimale ontwikkelingskansen voor elk kind: doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot eind beroepsopleiding 4. Warme overdracht voorschoolse voorzieningen - PO Doelstelling eind 2015 In 2015 vindt er voor elk kind waar zorg over is een warme overdracht plaats tussen alle vormen van dagbesteding (opvang, school en werk) met als doel het borgen van de juiste aanpak op basis van alle kennis over wat het kind nodig heeft om zich maximaal te kunnen ontwikkelen. Ouders hebben een essentiële rol bij de overdracht van deze informatie. Resultaten In 2012 is aandacht besteed aan de warme overdracht tussen de voorschool en de vroegschool voor zorgkinderen. Dit is deels uitgewerkt in het VVE convenant. Bij de evaluatie is besloten dit thema te beperken tot de warme overdracht in het kader van VVE. In 2013 zijn er aanvullende afspraken gemaakt over de wijze waarop de ontwikkeling van kinderen gevolgd en vastgelegd wordt en is afgesproken dat kinderopvang, school en ouders betrokken worden bij een warme overdacht. In 2014 is geïnvesteerd in een groter bereik onder VVE kinderen, is een observatie instrument geïntroduceerd en is de warme overdracht geëvalueerd. In 2015 heeft de werkgroep VVE aandacht besteed aan de evaluatie van het ingevoerde observatiesysteem, het verkennen van de opties om ook een warme overdracht in te voeren en het versterken van de rol van de ouders. Einddoelstelling deels behaald: Er zijn lokale afspraken gemaakt tussen de voorschoolse voorzieningen over de warme overdracht tussen voorschool en PO. De wet- en regelgeving voor het onderwijs regelt de wijze waarop onderwijsvormen de overdracht tussen leerlingen dienen te regelen. Volgsystemen voor VSV en RMC bevatten informatie op basis waarvan aanpak en instrumenten kunnen worden ingezet om uitval van leerlingen te voorkomen. De rol van de ouders is bij de overdracht in het kader van VVE geborgd maar niet voor de overige overdrachtsmomenten. Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. Het oorspronkelijke doel, een warme overdracht tussen alle voorzieningen, is losgelaten omdat dit voor een groot

10 deel bij wet al geregeld is en bij een nadere verkenning met de partners minder noodzakelijk bleek. De aandacht voor de VVE kinderen bleek wel van groot belang. Om die reden is eind 2012 besloten op deze groep de focussen. Financiën Voor dit doel was geen budget opgenomen in de begroting. De kosten zijn meegenomen in het bedrag per VVE kindplaats en onder VVE opgenomen in de LEA begroting. 5. Voor- en vroegschoolse Educatie (VVE) Doelstelling eind 2015 Eind 2015 is er voldoende kwalitatief aanbod voor de gehele VVE doelgroep op basis van een doelgroepdefinitie waarbij ook kinderen met een gedefinieerde ontwikkelingsachterstand worden betrokken. De VVE methodieken worden gebruikt in de voorschoolse en vroegschoolse periode waarbij actief wordt doorverwezen naar primair onderwijs met een aansluitend aanbod. In 2015 is het aanvullende budget voor VVE dat per 2012 beschikbaar komt op effectieve wijze ingezet met als doel het voorkomen van onderwijs- en ontwikkelingsachterstanden bij kwetsbare kinderen. Resultaten In 2012 is er in samenspraak met de VVE partners en de afdeling juridische zaken een tender voorbereid. Het doel van deze tender was het selecteren van een aantal aanbieders dat met ingang van 1 januari 2013 het VVE aanbod in de gemeente zou gaan verzorgen. In de tender waren de kwaliteitseisen voor VVE opgenomen. In 2013 heeft de GGD het bereik in kaart gebracht. Daaruit bleek dat voor alle kinderen die van de GGD een VVE indicatie ontvangen een aanbod beschikbaar gesteld maar maakte nog niet de hele doelgroep gebruik van het aanbod (omstreeks 8% niet). Er is een start gemaakt met de ontwikkeling van een VVE monitor. In het primair onderwijs lieten de VVE kinderen betere scores zien en werd het VVE aanbod (beredeneerd aanbod) uitgebreid. Er is een handreiking voor de warme overdracht vastgesteld die met ingang van 2015 door alle partijen gehanteerd wordt. In deze handreiking zijn ook afspraken opgenomen over de registratie van gegevens waardoor deze ook als monitor gehanteerd kan worden. Op basis van het inspectierapport van het rijk zijn verbeterpunten geformuleerd. Deze zijn in het laatste kwartaal van 2014 verwerkt in een verbeterplan dat in geïmplementeerd is. In 2015 is een nieuwe subsidieregeling voor VVE opgesteld. De CED heeft een monitor ontwikkeld waarmee de resultaten in beeld zijn gebracht. Het aantal VVE indicaties neemt jaarlijks met 5% toe bij terwijl het aantal kinderen gelijk blijft. Bereik onder VVE kinderen is 94%. Einddoelstelling behaald: Er is voor 100% van de doelgroepkinderen een aanbod beschikbaar. De brede doelgroepdefinitie is vastgesteld en vastgelegd in het VVE convenant. Alle voorschoolse voorzieningen werken met een methodische werkwijze en de vroegschoolse voorzieningen realiseren een aansluitend beredeneerd aanbod. De VVE middelen worden doelmatig ingezet aan de hand van een subsidieregeling die aansluit bij de eisen van het rijk. De resultaten worden gemonitord en aan de hand daarvan wordt de kwaliteit planmatig verbeterd. Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. De samenwerking tussen de voorschoolse voorzieningen en het primair onderwijs is van invloed geweest op de VVE resultaten. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in deze samenwerking. Onder andere door jaarlijks een VVE conferentie te organiseren waarbij het opdoen en delen van kennis centraal stond. Dit heeft in grote mate bijgedragen aan de goede VVE resultaten. Financiën De financiering voor de partners gebeurde op basis van een kostprijs per kindplaats. Beschikbaar per jaar voor VVE:

11 Voorkomen voortijdig schoolverlaten (VSV) & Onderwijstijdverlenging project TAALent Doelstelling eind 2015 (doel b later toegevoegd) a. Eind 2015 is het aantal voortijdig schoolverlaters (ook de 18+ers) nog verder teruggebracht conform de landelijke doelstelling (maximaal nieuwe schoolverlaters in 2016). b. Het realiseren van het project TAALentontwikkeling om de startkansen van kwetsbare jongen in het VO te vergroten. Resultaten Doelstelling 6.a: In 2012 zijn de nieuwe afspraken voor VSV in de regio Eemland vastgelegd in het VSV convenant Daarnaast zijn taakgroepen ingericht voor de verschillende doelstellingen. In 2013 is een regionaal projectplan voor de herijking van de RMC functie door de regiogemeenten vastgesteld. Daarbij is afgesproken dat Amersfoort als contactgemeente voor de subregio Eem dit project zou gaan coördineren. Daarnaast is er aandacht besteed aan een beter zicht op de VSV groep en een betere aansluiting van de verschillende voorzieningen en het onderwijs. Ook is er gewerkt aan het realiseren van een beter zicht op de VSV groep door gebruik te maken van het landelijke inlichtingenbureau voor de analyse van de cijfers. Bij de evaluatie van 2013 is besloten VSV niet meer als thema op te nemen in de Lokale Educatieve Agenda omdat dit al ondergebracht was op regionaal niveau bij de VSV aanpak Eemland. Doelstelling 6.b: In 2013 is besloten het project TAALentontwikkeling op te nemen onder doelstelling 6 omdat dit een preventieve aanpak betreft, waarbij vooral aandacht besteed wordt aan taalvaardigheid, voor een kwetsbare groep jongeren die de overstap van primair onderwijs (PO) naar voortgezet onderwijs (VO) maken. Het doel is het soepel instromen van zorgleerlingen in het VO. Daarvoor is een programma opgesteld waarbij diverse PO en VO scholen samenwerken met ondersteuning van een projectleider. Het concept is afgeleid van de Brede School Academie en de betrokken scholen en leerkrachten krijgen ondersteuning van Sardes. Er is een start met het project gemaakt in één wijk: Liendert-Rustenburg. In 2014 is het project uitgebreid naar 2 wijken en is als doelstelling toegevoegd het verhogen van de resultaten van leerlingen op het terrein van taal, dit werd vastgesteld aan de hand van toetsresultaten. Daarnaast is aandacht besteed aan de motivatie van leerlingen, leerlingen moesten solliciteren voor een plek in de TAALentklas, en is er meer aandacht besteed aan ouderbetrokkenheid. Het project is uitgebreid naar een tweede wijk: Schuilenburg-Randenbroek. In 2015 is met name aandacht besteed aan de borging. Door de scholing te splitsen in een aanbod voor ervaren docenten en training voor nieuwe docenten is daar vorm en inhoud aan gegeven. Einddoelstelling behaald: de landelijke doelstelling voor 2016, maximaal nieuwe VSV-ers, is behaald. VSV in regio Eem & Vallei is in 14/15 opnieuw gedaald. De regio kent (voorlopig) in 14/ nieuwe VSV-ers. Dat is een daling van 7,6% t.o.v. 13/14. Regio Eem & Vallei behoort bij de groep beter presterende regio s in het land (in VO+MBO totaal, minder dan 1,6% VSV). Het project TAALent is in twee wijken gerealiseerd en levert goede resultaten op: het merendeel van de jongeren laat hogere scores zien op de taaltoetsen. Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. De samenwerking met- en betrokkenheid van het VO was een belangrijk aandachtspunt bij het project TAALent. De verbinding met het VO is vanuit de LEA agendacommissie gelegd. Financiën De VSV middelen die naar de contactgemeente Amersfoort gaan worden ingezet voor diverse projecten (zie de

12 uitgewerkte financiële verantwoording) De financiering van de TAALentklassen was niet in de begroting opgenomen omdat het initiatief pas in 2013 is gestart. Dit is gefinancierd uit de extra middelen voor onderwijsachterstanden die de gemeente Amersfoort vanaf 2012 heeft ontvangen. In de uitgewerkte financiële verantwoording is terug te lezen welke bedragen er per uitvoeringsjaar aan dit project zijn besteed. 7. ABC scholen Doelstelling eind 2015 In 2015 is er in het kader van de ABC-scholen een brede pedagogische visie ontwikkeld die door alle partners als uitgangspunt wordt gehanteerd. Elementen uit het concept de vreedzame wijk kunnen worden gebruikt als kader voor de ontwikkeling van deze visie. Resultaten In 2012 heeft een werkgroep een brede pedagogische visie/aanpak (PAA) voor de ABC scholen uitgewerkt. Het bestuur van de stichting ABC heeft ingestemd met deze aanpak en de opdracht gegeven om deze in 2013 te implementeren. In 2013 is de PAA ingevoerd in drie ABC wijken in Amersfoort. De betreffende medewerkers in de wijken zijn gecoacht om de werkwijze te kunnen hanteren. In samenwerking met de HU is een monitor ontwikkeld om de resultaten van de aanpak in beeld te brengen. In 2014 is besloten dat de uitgangpunten uit de PAA als uitgangspunt gehanteerd zal worden voor alle ABC scholen. Daarnaast is de nieuwe focus bepaald: het versterken van het pedagogische netwerk vanuit ABC op basis van 9 uitgangspunten (zie voor meer informatie: In 2015 is de focus verlegd naar de versterking van het pedagogisch netwerk van het opgroeiend kind en de ouder. Daarbij zijn de ABC scholen steeds meer een essentieel onderdeel geworden van de sociale basisinfrastructuur in de wijken waarbij wordt samengewerkt met andere partners op het gebied van sport (buurtsportcoaches, sportverenigingen), cultuur (combinatiefunctionaris), organisaties in de wijk (het wijkteam, de speeltuin, het verzorgingstehuis, de wijkagent..) en het wijkteam. Einddoelstelling behaald: De Pedagogische Aanpak Amersfoort (PAA) is ontwikkeld en ingevoerd in de ABC-scholen. Daarin zijn elementen uit het concept De Vreedzame Wijk opgenomen. Hiermee is een basis gelegd voor de versterking van het pedagogische netwerk van het opgroeiende kind. Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. Met name de ontwikkelingen in het sociaal domein zijn van invloed geweest op de rol en functie van de ABC scholen. Zij leveren een belangrijke bijdrage en de pedagogische basis infrastructuur voor kinderen en opvoeders. Financiën Aansluiting Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg

13 Doelstelling eind 2015 In 2015 is Passend Onderwijs ingevoerd en heeft elk kind er recht op onderwijs te volgen dat bij hem/haar past, waar nodig gebruik makend van onderwijs en/of zorgarrangementen. Daarnaast is de decentralisatie van de jeugdzorg deels een feit. De realisatie van deze stelselwijzigingen wordt op elkaar afgestemd. Resultaten In 2012 is een overleg gestart met de besturen voor PO, VO, stichting SOVEE en het Regionaal Netwerk Passend Onderwijs regio Eemland (RNPOE). De samenwerking in de vorm van een experiment vooruitlopend op de invoering Passend Onderwijs (werd in dat jaar uitgesteld naar augustus 2014) werd gestart. In het kader de voorlopers passend onderwijs en zorg voor jeugd aanpak van OCW en VWS is een projectplan ingediend. Daarnaast is in het Soesterkwartier op het snijvlak van onderwijs en jeugdzorg het experiment ontwikkelwerkplaats Soesterkwartier gestart (zie ook doelstelling 1). Met alle partners in de stad is een kennisbijeenkomst over de leidende principes van de transitie jeugdzorg georganiseerd. In 2013 zijn alle partners voornamelijk bezig geweest met het voorbereiden van de eigen organisaties op Passend Onderwijs en de Transitie van de Jeugdzorg. Het experiment in het Soesterkwartier is voortgezet en uitgebreid naar de wijk Vathorst. In 2014 zijn de voorbereidingen getroffen (overeenkomst en procedure) voor het eerste Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) in de regio Eemland dat in het kader van de aansluiting tussen Passend Onderwijs en De Transitie Jeugdzorg opgezet moest worden. Het doel van dit overleg was het afstemmen over het zorgplan van de nieuwe samenwerkingsverbanden (SWV) voor het onderwijs (SWV De Eem voor het primair onderwijs en SWV Eemland voor het voortgezet onderwijs). Daarnaast is een ontwikkelagenda voor de opgaven voor het OOGO opgesteld. In 2015 zijn de opgaven in de Ontwikkelagenda uitgewerkt in een Plan van Aanpak per thema en zijn de verantwoordelijkheden bij de betrokken partijen belegd. Met name de aansluiting tussen het onderwijs en de wijkteams/sociale teams is een belangrijk aandachtspunt geweest. Daarnaast is er veel aandacht besteed aan het leggen van verbindingen tussen overlegstructuren voor de jeugdzorg en Passend Onderwijs. Einddoelstelling behaald: Per 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs van start gegaan. In 2014 zijn de voorwaarden voor het OOGO in de regio Eemland gerealiseerd. Ook zijn de verplichte OOGO s onderwijs en jeugdzorg gehouden waarin afgestemd wordt tussen onderwijs en jeugdzorg. Alle samenwerkingsverbanden in de regio hebben in een ondersteuningsplan vastgelegd op welke wijze zij vorm geven aan Passend Onderwijs. De gemeenten in de regio Eemland hebben een gezamenlijk plan voor de organisatie van de jeugdzorg opgesteld. Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. Door de verschuiving van verantwoordelijkheden (naar gemeenten en naar SWV) is er veel tijd gaan zitten in het voorbereiden en opzetten van de nieuwe structuren. Financiën Voor de eerste jaren (voorbereiding en implementatieperiode) was een budget opgenomen op de oorspronkelijke begroting Talentontwikkeling Doelstelling eind 2015 In 2015 krijgt elk kind in Amersfoort de kans om talenten te ontwikkelen. Amersfoort kent een breed en rijk aanbod aan binnen- en buitenschoolse voorzieningen voor dit doel. Om dit te realiseren wordt door de LEA partners nauw

14 samengewerkt. Resultaten In 2012 is het kwaliteitssysteem ABC scholen opgesteld. Daarin is aandacht voor talentontwikkeling opgenomen. Daarnaast is, aan de hand van de inspiratiebrochure Brede school in het Voorgezet Onderwijs, aandacht gegeven aan de wijze waarop diverse partners aandacht besteden aan talentontwikkeling voor de oudere jeugd. In 2013 is het kwaliteitssysteem ABC scholen geïmplementeerd waarbij met name op de ABC scholen met een één-agenda-abc talentontwikkeling uitgewerkt moest zijn in het aanbod. Vanaf 2012 onder doel 9.b. cultuureducatie in het primair onderwijs (Cultuur met Kwaliteit) opgenomen. Dit met als doel het realiseren van een keten van kennismaken, verdiepen, bekwamen en excelleren. Er werd een samenhangend en geïntegreerd pakket voor cultuureducatie gerealiseerd. Regelingen als de Impuls brede scholen sport en cultuur, kunstmenu e.d. werden voortaan in samenhang aangeboden. In 2014 zijn de doelen vanuit de ABC scholen voor talentontwikkeling voorgezet. Voor Cultuureducatie was het doel het opstellen van een plan van aanpak om dit breder te agenderen bij de LEA partners. Dit is in verband met de aandacht die de transitie vroeg niet gerealiseerd. Wel is er een bijeenkomst over dit thema gehouden met alle betrokken partijen. In 2014 is talent als basis voor beroepskeuze als deelthema toegevoegd aan deze doelstelling. Er is een start gemaakt met het monitoren van de doorstroom van leerlingen vanuit het VO. Omdat deze doelstelling vrijwel samenviel met richtpunt 4 van Operatie Amersfoort Jong II, beroepsvoorlichting voor jongeren binnen het voorgezet onderwijs (met name Havo) om uitval te voorkomen, is besloten beide projecten samen te voegen en met ingang van 2015 onder te brengen bij de LEA. Met ingang van 2015 zijn de ABC scholen zich gaan richten op het versterken van het pedagogische netwerk rond kinderen (zie doelstelling 7). Voor Cultuureducatie is in 2015 ingezet op inhoudelijke kwaliteitsverbetering van cultuureducatie voor de doelgroep 2 18 jaar via de Talent Piramide zijn doorgaande leerlijnen (ontwikkellijnen) ontwikkeld op basis van bestaande lesmethoden. Ook is ingezet op deskundigheidsbevordering van leerkrachten in het primair onderwijs In 2015 is het project talent als basis voor beroepskeuze vooral gericht geweest op het activeren en zo mogelijk uitbreiden van de betrokkenheid van de hoge scholen, met name de HU en Windesheim. Daarnaast is gezocht naar mogelijkheden om de belemmeringen van het privacy protocol in het HBO voor het verkrijgen van informatie van studenten weg te nemen. Een laatste doel was het uitbreiden van de huidige pilot van vier scholen naar zo mogelijk alle scholen met een afdeling HAVO in Amersfoort. Einddoelstelling behaald: In de agendacommissie zijn op het thema talentontwikkeling diverse projecten besproken en opgenomen in de uitvoeringsplannen. Daarmee is het aanbod op het terrein van talentontwikkeling uitgebreid en zijn verbindingen tussen de partners gelegd. Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. De aandacht voor de transities heeft ervoor gezorgd dat met name in jaar 2014 minder resultaten behaald zijn dan in de uitvoeringsplannen waren opgenomen. Financiën Voor het thema talentontwikkeling is bij aanvang van het programma geen bedrag begroot. Met ingang van 2013 is voor Cultuureducatie wel een bedrag opgenomen in de begroting. Dit is terug te vinden in de financiële verantwoording. Voor het ontwikkelen van de monitor VO-HBO zijn de volgende bedragen begroot: Diversiteit

15 Doelstelling eind 2015 In 2015 wordt door alle LEA partners rekening gehouden met diversiteit onder medewerkers, kinderen en verzorgers. Dit betreft zowel diversiteit met betrekking tot religie, etniciteit als seksualiteit. Het principe dat elk kind & gezin alle kansen moet krijgen is daarbij leidend. Elke LEA partner draagt binnen de eigen organisatie zorg voor een veilige en kansrijke omgeving voor de hele doelgroep die gebruik maakt van de voorzieningen. Eigen kracht, burgerinitiatief en projecten die een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van organisaties op het punt van diversiteit kunnen op basis van een stimuleringsbudget een extra impuls krijgen. Resultaten In 2012 is de werkgroep diversiteit, met de nodige vertraging door een reorganisatie bij de SWA, opgezet. In dat jaar zijn de aanvragen uit het diversiteitsbudget door de gemeenten beoordeeld en afgehandeld. In 2013 heeft de gemeente de projectleiding voor dit thema overgenomen. De Adviescommissie Diversiteit, waarin verschillende organisaties die een relatie met het thema hebben vertegenwoordigd zijn, is samengesteld. Er is een reglement voor de adviesgroep en een subsidieregeling diversiteit opgesteld. Op de website van de gemeente Amersfoort is de regeling gepubliceerd waarop, naast de regeling, ook een overzicht met goede voorbeelden is te vinden. Op de website is een hulpmiddel voor het indienen van subsidieaanvragen geplaatst. De subsidieaanvragen zijn beoordeeld en de goedgekeurde aanvragen hebben een subsidie ontvangen. Bij de evaluatie is besloten om dit thema als ambitiethema van de LEA te halen: het belangrijkste doel was met het opstellen van de regeling bereikt. De algemene doelen (einddoelen 2015) zijn verwerkt in de voorwaarden voor de regeling. Einddoelstelling deels behaald: Het eerste doel blijkt onvoldoende meetbaar te zijn geformuleerd om daar een uitspraak over te kunnen doen. De subsidieregeling voor diversiteit is gerealiseerd en daarmee zijn in de projectperiode diverse projecten en activiteiten voorzien van een stimuleringsbudget. Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. Het opstellen van de regeling en starten met de adviesgroep heeft vertraging opgelopen door de reorganisatie bij de trekker van deze doelstelling: De SWA (nu Welzin). Om die reden is het projectleiderschap overgenomen door de gemeente Amersfoort. Financiën (waarvan voor Scholentochten) (waarvan voor Scholentochten) (waarvan voor Scholentochten) (waarvan voor Scholentochten) FINANCIELE VERANTWOORDING In deze paragraaf is de financiële verantwoording van de LEA over de afgelopen vier jaar opgenomen. De opzet van de verantwoording is gelijk aan de begroting die bij het oorspronkelijke programma is gevoegd. Daarbij zijn we destijds uitgegaan van lopende projecten en projecten die opgestart werden bij aanvang van het programma. AANVULLENDE RIJKSMIDDELEN VOOR ONDERWIJSACHTERSTANDEN Kort voor de vaststelling van het programma en de begroting werd bekend dat wij aanvullende middelen van het rijk zouden krijgen voor het onderwijsachterstandenbeleid. Omdat we daarvoor op dat moment geen uitvoeringsafspraken meer konden maken hebben we deze middelen in de begroting opgenomen aan de kostenkant bij de hoofddoelstellingen (grijze balken). In de looptijd van het programma is dit budget benut om nieuwe projecten uit te bekostigen.

16 DEKKING VAN DE KOSTEN In de oorspronkelijke begroting zijn we uitgegaan van dekking voor de realisatie van het programma uit gemeentelijke en rijksmiddelen. De rijksmiddelen waren (zie vorige paragraaf) hoger dan voorzien. Om die reden hebben wij in de eerste jaren aanzienlijk meer rijksmiddelen ontvangen dan besteed (zie vooruit ontvangen rijksmiddelen onderwijsachterstandenbeleid). Het budget voor Volwasseneneducatie is eerst toegevoegd aan het gemeentelijke participatiebudget en met ingang van 2015 toegevoegd aan het deelfonds sociaal domein.

17 13 LEA EVALUATIE Kosten LEA Budget Project Begroting 2012 Realisatie 2012 Begroting 2013 Realisatie 2013 Begroting 2014 Realisatie 2014 Begroting 2015 Thema passende zorg voor elk kind Eén gezin, één plan Preventieve zorg Verbinden CJG en school Structureel budget Psycholoog Eduniek Realisatie 2015 Structureel budget Zorg in en om de school Thema optimale ontwikkelingskansen Schoolbibliotheken Gezonde scholen Talent voor zorg Laagdrempelige opvoedondersteuning Cultuureducatie TAALent Doorgaande ontwikkelingslijn VVE BSO-extra ABC scholen po Coördinatie en uitvoering Combinatiefuncties* ABC in het vo VSV Bestrijding VSV Trajectbureau Pr en communicatie** Intergrip** Monitor VO-HBO** Pitsstop Coaching Volwasseneneducatie

18 14 LEA EVALUATIE Aansluiting passend onderwijs en decentralisatie jeugdzorg Implementatiekosten Kennisbijeenkomsten en procesbegeleiding Diversiteit Schakelklassen Neveninstroom Vluchtelingen Diversiteit budget Subsidieregeling Scholentochten** uitvoeringskosten Algemeen Monitor en evaluatie**(*) Totaal kosten Dekking LEA Productonderdeel Onderwijsachterstanden Begroting 2012 Realisatie 2012 Begroting 2013 Realisatie 2013 Begroting 2014 Realisatie 2014 Begroting 2015 Specifieke doeluitkering onderwijsachterstanden Algemene middelen onderwijsachterstanden**** Decentralisatie-uitkering impuls brede school, sport en cultuur Productonderdeel RMC middelen Specifieke doeluitkering RMC Productonderdeel Volwasseneneducatie Specifieke doeluitkering participatiebudget Volwasseneneducatie Productonderdeel sportstimulering Algemene middelen sport Productonderdeel jongerenwerk Algemene middelen jongerenwerk Productonderdeel kinderopvang Decentralisatie uitkering medische kinderopvang Realisatie 2015 Totaal beschikbaar

19 15 LEA EVALUATIE Overzicht balanspost (vooruit ontvangen bedragen OAB) Stand per 1 januari Storting overschot/onttrekking tekort (totaal dekking -/- totaal kosten) Eindstand *Combinatiefuncties in 2015: 7,7 fte bij Welzin en 2,5 fte bij SidK: 10,2 fte * = Sport 11,4 fte (minus eigen bijdrage onderwijs) Budget voor SRO vanaf 2015 geboekt bij sport. ** Budget in herstelbegroting vanaf 2015 geheel of gedeeltelijk afgeraamd. *** In deze kosten zijn ook programmakosten opgenomen vooraf niet voorzien waren. **** Dekking algemene middelen peuterspeelzaalwerk en onderwijsachterstanden zijn samengevoegd omdat de budgetten zijn samengegaan.

20 Allemaal opvoeders; een solide basis voor jeugd in Amersfoort G e m e e n t e A m e r s f o o r t A f d e l i n g S a m e n L e v e n Uitvoeringsprogramma jeugd Dit Uitvoeringsprogramma is tot stand gekomen in samenwerking met de partners uit het werkveld en gebaseerd op de principes van het positief jeugdbeleid en the civil society.

21 INHOUDSOPGAVE Uitvoeringsprogramma Jeugd Aanleiding en doel 3 De jeugd en haar omgeving 4 Jeugd in het sociaal domein 5 Vertrekpunten 5 Maatschappelijke doelen 6 1. Veiligheid bieden door verantwoordelijkheid te geven en te nemen & waardering en betrokkenheid stimuleren 7 2. Ruimte bieden voor ontmoeten en ontspannen & voor uitproberen en ontdekken 8 Proces 8 Organisatie en programmastructuur 9 Begroting 9 Communicatie 10 Doelenmatrix Uitvoeringsprogramma Jeugd Bijlage 1: Procesplan 18 Bijlage 2: Civil society 20 Bijlage 3: Begroting

22 UITVOERINGSPROGRAMMA JEUGD AANLEIDING EN DOEL Afgelopen jaren hebben wij gezamenlijk hard gewerkt aan het programma Operatie Amersfoort Jong II Dit programma voor het jeugd- en onderwijsbeleid van de gemeente Amersfoort loopt tot en met Het programma, waar ook de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) een onderdeel van is, was vooral gericht op de overgangen voor kinderen en jongeren: van de opvang naar school, van het basisonderwijs naar het voorgezet onderwijs, van school naar werk Daarin hebben we veel mooie resultaten bereikt en veel van de ambities hebben we kunnen omzetten naar werkelijkheid en vastgelegd in ons reguliere beleid. Er is een stevige basis gelegd in onze stad voor jongeren op die overgangen. Gedurende het programma zijn de lijnen Jeugd en Onderwijs steeds meer naar elkaar toegegroeid. De wettelijke en maatschappelijke veranderingen hebben er daarnaast toe geleid dat veel projecten vanuit Jeugd en Onderwijs een plek hebben gekregen in de beleidskaders voor Jeugdzorg en Passend Onderwijs. Het Uitvoeringsprogramma Jeugd gaat zowel over het jeugdbeleid als over het onderwijsbeleid. Door deze integrale benadering sturen we op nog meer samenhang en samenwerking tussen school, wijk en ouders. De komende jaren werken we in Amersfoort verder aan een positief opvoed- en opgroeiklimaat gebaseerd op de uitgangspunten van de civil society (zie bijlage 2). Dat doen we door gebruik te maken van het sociaal kapitaal (de hulpmiddelen die in een gemeenschap aanwezig zijn) om de gezins- en sociale organisatie vorm te geven in de stad. Door te investeren in de kwaliteit van sociale relaties en door vorm en inhoud te geven aan onderlinge vertrouwdheid en vertrouwen. Door het inbedden van formele en informele netwerken en door de bereidheid van inwoners om zich voor elkaar en de gemeenschap in te zetten te vergroten. Het uitgangspunt daarbij is het hanteren van gedeelde normen. Dit alles door zo min mogelijk regels te formuleren en te investeren in het leggen van verbindingen en faciliteren en ondersteunen van initiatieven uit het werkveld. We leggen verbindingen en stimuleren daarmee de verbondenheid en het streven naar een gezamenlijke, sluitende pedagogische aanpak. Om dit goed te kunnen doen is het nodig dat we onze doelgroep kennen en er ook voor zorgen dat de doelgroep ons kent. Onder ons verstaan we in deze context het werkveld rond jeugd inclusief de gemeente Amersfoort. Ons streven is om gefaseerd toe te groeien naar de meest wenselijke en ideale situatie voor jeugd en opvoeders in Amersfoort: een stad waar het goed opgroeien is en er doorlopend kansen en perspectieven geboden worden. Daarom werken wij gezamenlijk aan de ontwikkeling en ontplooiing van jongeren tot betrokken en competente inwoners. Dat betekent dit dat jongeren vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn in de 21 e eeuw. Deze vaardigheden zijn zowel gericht op persoonsvorming, op maatschappelijke toerusting als op kennis die noodzakelijk is voor leren, ontwikkelen en werken. Hierbij stellen we het toerusten van ouders en professionals centraal en streven we naar handelingsbekwaamheid in het hele werkveld, ook thuis. Onze samenwerkingspartners in het werkveld hebben een belangrijke rol in het programma. Met samenwerkingspartners bedoelen we de partners die een plek hebben in die sociale basisinfrastructuur: het onderwijs, het welzijnswerk, organisaties met een overkoepelende rol op het terrein van sport, cultuur, gezondheid, veiligheid en kinderopvang 1. Deze partners zijn ook de afgelopen jaren betrokken geweest bij het programma rond jeugd, met name vanuit de agendacommissie voor de LEA. De samenwerkingspartners hebben een rol bij zowel het opstellen van het programma als bij het realiseren van de maatschappelijke doelen. De gemeente heeft met vooral een faciliterende en ondersteunende, en waar nodig een regisserende, 1 Betrokken partners zijn o.a. Bibliotheken Eemland, GGD Midden Nederland, Hogeschool Utrecht, Hoornbeeck college, Kinderopvang organisaties, Kwintes, MBO Amersfoort, Politie Midden Nederland, Primair onderwijs, ROC Midden Nederland, Scholen in de Kunst, SOVEE, SRO, Stichting ABC, Versa, Victas, Voortgezet onderwijs, Welzin en de Wijkteams. 3

23 rol. Wij zien de jeugd van Amersfoort als een gezamenlijke en gedeelde verantwoordelijkheid van ouders/opvoeders, gemeente en partners, formeel én informeel. DE JEUGD EN HAAR OMGEVING Met het Uitvoeringsprogramma willen we de hele groep kinderen, jongeren en hun opvoeders bereiken. Onder de jeugd verstaan wij alle kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar. We hebben het daarbij dus over de gehele doelgroep en niet alleen de groep met een specifieke behoefte aan ondersteuning of zorg. In Amersfoort hebben we het dan over ongeveer jeugdigen (cijfers 2013). Dit is circa 30% van het totale aantal inwoners. De gemeentelijke zorg voor de jeugd houdt niet op bij 23 jaar. Vanuit de Participatiewet hebben wij een taak tot 27 jaar. Op onderdelen stellen we de leeftijdsgrens van 23 dus minder hard. Het beleidskader voor het sociaal domein is gebaseerd op het model van een piramide waarbij zelfredzaamheid en ondersteuning uit de omgeving als basis gezien worden. Hierop zal een steeds groter beroep gedaan worden. Dat geldt ook voor de jeugd, hun opvoeders en hun sociale omgeving waarbij we ook zorgen voor een goed vangnet waar dat nodig is. Het Uitvoeringsprogramma Jeugd richt zich dus ook op de groep die in bepaalde periodes of onder bepaalde omstandigheden wat begeleiding of ondersteuning nodig heeft. Het gaat daarbij om ondersteuning vanuit het eigen netwerk of de sociale basisinfrastructuur. De hele doelgroep maakt gebruik van de basisvoorzieningen in Amersfoort. Onder basisvoorzieningen verstaan we georganiseerde en ongeorganiseerde activiteiten op het gebied van onderwijs, opvang, sport, cultuur, speelruimte, welzijn In het onderstaande schema, afkomstig uit het meerjarig beleidskader sociaal domein Amersfoort, is te zien om welke vorm van ondersteuning het hierbij gaat. In de komende jaren versterken we de sociale basisinfrastructuur, die bestaat uit de formele en informele netwerken en collectief toegankelijke voorzieningen. We richten ons op het versterken van de drie functies van de sociale basisinfrastructuur voor jeugdigen en opvoeders: informatie & advies, ontmoeting, (lichte) ondersteuning en toerusting. Daarmee zorgen we voor een solide basis voor de Amersfoortse jeugd. 4

24 JEUGD IN HET SOCIAAL DOMEIN Het Uitvoeringsprogramma gaat niet over de jeugdzorg, hieraan wordt uitgebreid aandacht besteed in het beleidskader sociaal domein. Daarin staat onder andere beschreven op welke wijze we de transitie en de transformatie van de jeugdzorg vormgeven. Het is van belang dat we aansluiten op de jeugdzorg en in de uitwerking van het Uitvoeringsprogramma Jeugd. We sluiten aan als het gaat om het goed regelen van het collectieve en algemeen toegankelijke aanbod in de sociale basisinfrastructuur. Op deze wijze streven we naar het bieden van de mogelijkheid op een doorlopende ontwikkeling van jeugd in de stad, waarbij extra ondersteuning geboden kan worden op het moment dat dit nodig is en de sociale basisinfrastructuur voldoende biedt om gezond, veilig en kansrijk op te groeien en op te voeden. VERTREKPUNTEN In het Uitvoeringsprogramma Jeugd hanteren we een aantal vertrekpunten die passen binnen de huidige ontwikkelingen in het sociaal domein. We werken ons Uitvoeringsprogramma uit op basis van de principes van positief jeugdbeleid: we benadrukken en stimuleren de normale opvoeding van kinderen en jongeren. Dat houdt in dat we ervan uitgaan dat elk kind talenten heeft en we willen bijdragen aan het ontwikkelen en benutten van deze talenten. Ook in het belang van de samenleving. Daarom besteden we aandacht aan de pedagogische kwaliteit van de leefomgeving van kinderen. Wij zijn van mening dat daar niet alleen ouders en opvoeders binnen het gezin bij betrokken moeten zijn, maar alle mede-opvoeders, in het bijzonder professionals en vrijwilligers in algemene jeugdvoorzieningen. Bijvoorbeeld op school, in de kinderopvang, in de buitenschoolse opvang, in het jongerenwerk en bij sport- en cultuurorganisatie. In de opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jongeren heeft iedere opvoeder zijn aandeel, waarbij een goed samenspel tussen alle opvoeders vereist is. Wij besteden aandacht aan gezondheid, sport en cultuur, waarbij het gemeentelijke beleid voor deze domeinen het uitgangspunt vormt en de pedagogische aanpak een aandachtspunt is. Daar waar ouders zelf om ondersteuning vragen vinden we het van belang deze gezamenlijk, vraaggericht en laagdrempelig te organiseren. We gaan er vanuit dat ouders en opvoeders prima in staat en toegerust zijn om vorm en inhoud te geven aan de opvoeding. We weten ook dat zij in bepaalde gevallen behoefte hebben aan ondersteuning en begeleiding. Naar onze mening zijn professionals er om die ondersteuning te bieden, niet om de opvoeding over te nemen. Professionele ondersteuning is gericht op het versterken van de weerbaarheid en in de eigen kracht zetten van jeugd, ouders en opvoeders. Dit vraagt om een helder taakbesef en brede pedagogische kennis bij professionals waarbij steeds centraal staat doen wat nodig is. We sluiten aan bij programma s rond sociale veiligheid, gezondheidszorg en Passend Onderwijs. Samenwerking tussen organisaties en tussen professionals is dan ook een belangrijk aandachtspunt. Daardoor kan kennis gedeeld worden en kunnen we daadwerkelijk vorm en inhoud geven aan de stedelijke pedagogische civil society. De transformatie van professionals, het vermogen om formeel en informeel samen te werken, is een belangrijk aandachtspunt de komende jaren. Met het nieuwe Uitvoeringsprogramma Jeugd willen we vanaf 2016 verder investeren in de pedagogische basisinfrastructuur van onze stad. Daarmee willen we vooral inzetten op preventie; als de pedagogische basisstructuur goed staat dan betekent dit dat jeugd en hun opvoeders zich meestal prima zelfstandig kunnen redden. In het beleidskader sociaal domein is opgenomen dat in deze structuur de functies informatie en advies (persoonlijk en digitaal) een plek krijgen naast ontmoeting, lichte ondersteuning en toerusting. Dat laatste verdient wat extra uitleg: het gaat daarbij om het verschaffen van middelen om zelfredzaam te blijven of te worden. 5

25 We versterken bestaande goede initiatieven en breiden deze uit als dat wenselijk is. Ook investeren we in nieuwe initiatieven die bijdragen aan het steviger neerzetten van deze basisstructuur voor jeugd en opvoeders. De behoefte van jeugd en hun opvoeders in delen van de stad, wijken of gebieden, zijn leidend bij de wijze waarop we vorm en inhoud geven aan deze ambitie. We investeren in organisaties en initiatieven die betrokken zijn bij jeugd en opvoeders door bij te dragen aan de eigen kracht en het versterken van de basisvoorzieningen. We vinden het belangrijk om kinderen, jongeren en hun opvoeders te betrekken bij het programma, door gebruik te maken van informatie die al is verzameld de afgelopen periode door allerlei onderzoeken en enquêtes onder jongeren en opvoeders. Maar ook door het programma aan de doelgroep zelf voor te leggen en feedback op de plannen te vragen. Daarvoor maken we gebruik van de instrumenten die de gemeente beschikbaar heeft zoals de jongerenstadspeiling en het jongerenpanel maar ook van doelgerichte bijeenkomsten rond dit thema. Ook meer innovatieve middelen kunnen worden ingezet, zoals ConsultingKids en Academie van de Stad. We bieden ruimte voor initiatieven van inwoners die bijdragen aan de eerder gestelde doelen; daarvoor ontwikkelen we een kader dat het mogelijk maakt om maatwerk in de wijken te realiseren als het gaat om de noodzakelijke en wenselijke sociale basisinfrastructuur. Een van de aandachtspunten in het beleidskader sociaal domein is het toegankelijk maken van informatie voor inwoners van de gemeente. Als een inwoner een vraag heeft met betrekking tot zorg of ondersteuning, waar kan hij of zij dan terecht? Voor de zorg in algemene zin krijgt deze informatiefunctie een plek in de uitwerking van het beleidskader sociale basisinfrastructuur. In het Uitvoeringsprogramma jeugd besteden we in aansluiting hierop specifiek aandacht aan de wijze waarop we opvoeders, kinderen en jongeren voorzien van informatie. Bijvoorbeeld informatie over opvoedproblemen, over het zorgprofiel van scholen, over beschikbare en vrij toegankelijke ondersteuning voor kinderen die wat meer aandacht vragen. MAATSCHAPPELIJKE DOELEN Op basis van bovenstaande uitgangspunten is samen met de partners een aantal maatschappelijk doelen geformuleerd die wij op termijn willen realiseren. De brede maatschappelijke doelstelling luidt: We willen gefaseerd toegroeien naar de meest wenselijke en ideale situatie voor jeugd en opvoeders in Amersfoort: een stad waar het goed opgroeien is en er doorlopend kansen en perspectieven geboden worden. Daarom werken wij gezamenlijk aan de ontwikkeling en ontplooiing van jongeren tot betrokken en competente inwoners. Dat betekent dit dat jongeren in 2019 vaardigheden hebben ontwikkeld die nodig zijn in de 21 e eeuw. Deze vaardigheden zijn zowel gericht op persoonsvorming, op maatschappelijke toerusting als op kennis die noodzakelijk is voor leren en werken. Hierbij stellen we het toerusten van professionals centraal en streven we naar handelingsbekwaamheid in het hele werkveld, ook thuis.' Binnen deze brede maatschappelijke doelstelling brengen we focus aan door een aantal specifieke doelen te formuleren. Deze maatschappelijke doelen worden in de Doelenmatrix Uitvoeringsprogramma Jeugd 2016 achterin dit programma nader uitgewerkt. Gezamenlijk realiseren we een pedagogische omgeving door het vormen van netwerken waarbij de volgende basiswaarden centraal staan: Veiligheid bieden door verantwoordelijkheid te geven & te nemen en waardering en betrokkenheid te stimuleren. Ruimte bieden voor ontmoeten & ontspannen en voor uitproberen & ontdekken. 6

26 1. VEILIGHEID BIEDEN DOOR VERANTWOORDELIJKHEID TE GEVEN EN TE NEMEN & WAARDERING EN BETROKKENHEID STIMULEREN Alle jeugd in Amersfoort heeft recht op een veilig thuis en een veilige omgeving. Werk maken van de doelstelling veiligheid bieden door verantwoordelijkheid te geven & te nemen betekent dat in 2019 professionals, die werken met kinderen en jongeren in deze stad, handelen vanuit een gezamenlijke pedagogische visie, waarin ruimte is voor eigen invulling op basis van een eigen identiteit. Gezamenlijke uitgangspunten, zoals eerder uitgewerkt in de pedagogische aanpak Amersfoort, zijn: opvoeden doe je samen; we gaan positief met elkaar om; conflicten los je samen op; iedereen heeft een stem; verschillen zijn leerzaam. Werk maken van de doelstelling veiligheid bieden door waardering en betrokkenheid te stimuleren betekent dat er sprake is van gelijkwaardigheid en educatief partnerschap. Dit houdt in dat er zowel thuis als op de kinderopvang, op school en buiten school zo goed mogelijke omstandigheden zijn gecreëerd voor een optimale ontwikkeling van kinderen en jongeren. Dat betekent dat de wederzijdse waardering en betrokkenheid van ouders, school en wijk is vergroot. Dat blijkt bijvoorbeeld uit verbeterde, gelijkwaardige gespreksvoering met ouders en verbeterde informatievoorziening aan ouders. Het ontwikkelingsondersteunend gedrag van ouders is toegenomen. Het is duidelijk wat ouders thuis kunnen doen om het ontwikkelingsproces van hun kinderen te ondersteunen. Zij hebben inzicht in hun rol in de ontwikkeling van hun kind, kunnen aangeven wat zij daar zelf in nodig hebben en al doen en kunnen andere ouders (en elkaar) hierin stimuleren en adviseren, onder andere door ontmoeting. Waar nodig worden ouders ondersteund, zodat zij een goede bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkelloopbaan van hun kind. We gaan uit van het principe dat verschillen leerzaam zijn. Dat houdt in dat we aandacht besteden aan diversiteit, tolerantie en verscheidenheid in het hele netwerk rond jeugd. We geven daar invulling aan door jongeren te leren omgaan met diversiteit, respect en polarisering. Alle kinderen en jongeren gaan naar school en leven in een buurt. De verbinding tussen school en buurt, schoolse en voor-, tussen en naschoolse activiteiten, is vanzelfsprekend. We vinden het van belang om te investeren in verbindingen tussen jeugd, opvoeders, maatschappelijke initiatieven en ondersteunende organisaties. Voor buurtbewoners die willen bijdragen aan de maatschappelijke doelen is een kader ontwikkeld dat het mogelijk maakt om maatwerk in de wijken te realiseren als het gaat om de noodzakelijke en wenselijke sociale basisinfrastructuur. 7

27 Voorzieningen in de wijk zijn een netwerk, gericht op: ontmoeting, opvang, onderwijs, ontspanning en (laagdrempelige) opvoedingsondersteuning als dit gewenst is. Zo werken we allen mee aan een veilige omgeving die stimulerend is voor de ontwikkeling van kinderen en die bijdraagt aan het gevoel van samen leven en ergens bij horen. 2. RUIMTE BIEDEN VOOR ONTMOETEN EN ONTSPANNEN & VOOR UITPROBEREN EN ONTDEKKEN Werk maken van de doelstelling Ruimte bieden voor ontmoeten & ontspannen betekent dat er in 2019 vanuit kansen wordt gekeken naar een aantrekkelijk aanbod voor kinderen en jongeren, waarin talenten worden ontwikkeld, ruimte is voor diversiteit, leren en ontwikkelen, kennismaking met nieuwe dingen, andere generaties en slimme verbindingen in de buurt worden gelegd. Er is een sterk netwerk van vraag en aanbod waarbij professionals en vrijwilligers gebruik maken van elkaars faciliteiten en expertise. Men heeft ruimte om een goede match te maken tussen sociale vraag en aanbod; ieder vanuit zijn eigen expertise en met waardering voor elkaars professionaliteit. Activiteiten worden ontplooid in de driehoek buurt school thuis door samenwerking op basis van de uitgangspunten van de civil society. Het streven is naar fysieke werkplaatsen/oefenruimten/ experimenteerruimten waar de jeugd letterlijk kan uitproberen welke talenten, interesses en vaardigheden ze wil oefenen, uitproberen en ontwikkelen. Jongeren worden gestimuleerd gebruik te maken van alle kansen die geboden worden. Om zeker te weten dat het juiste geboden wordt, worden jongeren betrokken in het realiseren van een passend programma in de buurt. Werk maken van het realiseren van de doelstelling 'Ruimte bieden voor uitproberen en ontdekken' betekent dat in 2019 de betrokkenheid van ouders bij keuze- en schakelmomenten in de schoolloopbaan van kinderen is vergroot door actieve betrokkenheid bij beroepen- en loopbaanoriëntatie. Het betekent ook dat jongeren goed weten wat hun mogelijkheden zijn, ook wat betreft hun positie op de arbeidsmarkt. Binnen het onderwijs worden periodieke gesprekken gevoerd en voorlichting gegeven over toekomstperspectief, studiekeuze en toekomstwensen. Er is geïnvesteerd in talentontwikkeling voor jongeren door programma s gericht op loopbaanoriëntatie en begeleiding waarbij structuur en inhoud aansluiten bij de ontwikkeling en motivatie van jongeren. Het bieden van extra onderwijstijd behoort tot de mogelijkheden, waardoor kinderen die in potentie een hoger niveau in zich hebben dit ook daadwerkelijk kunnen halen. Daarbij is warme overdracht en begeleiding op het voortgezet onderwijs een voorwaarde. Inzet van rolmodellen en coaching behoort tot het instrumentarium van scholen en loopbaanbegeleiders. Er wordt aandacht besteed aan de wijze waarop we opvoeders, kinderen en jongeren voorzien van informatie waar zij behoefte aan hebben. Bijvoorbeeld informatie over opvoedproblemen, over het zorgprofiel van scholen, over beschikbare en vrij toegankelijke ondersteuning voor kinderen die wat meer aandacht vragen. Maar ook informatie over scholen, leerplicht en buitenschools aanbod. PROCES Ervaringen binnen Operatie Amersfoort Jong II en de transformatieperiode hebben ons geleerd dat te strak geformuleerde doelen op de lange termijn snel achterhaald raken. Daarom kiezen wij er voor om per jaar de te behalen resultaten per maatschappelijk doel zo concreet mogelijk te formuleren. In de vorige paragrafen hebben we opgenomen wat we op de lange termijn willen bereiken, dat houdt in 2019 omdat we de kaders formuleren voor de periode In dit programma werken we de doelen voor 2016 zo concreet mogelijk uit. Dit zal voor een groot deel een overgangsjaar zijn waarbij de we de maatschappelijke doelen van het Uitvoeringsprogramma Jeugd als kader aanhouden en daar de lopende projecten en activiteiten in onder brengen. In de loop van 2016, als de kaders en het budget voor onderwijsachterstanden door het rijk bekend zijn gemaakt, werken we het programma verder uit en stellen het formeel vast. 8

28 Per maatschappelijk doel wordt benoemd welke partijen betrokken zijn. In het plan van aanpak dat we begin 2016 gezamenlijk uitwerken wordt per maatschappelijk doel bij voorkeur één partij als eigenaar en aanjager van het proces benoemd. Deze partij krijgt de daarvoor noodzakelijke bevoegdheden en het mandaat van het werkveld. Wij vinden het belangrijk dat het eigenaarschap duidelijk belegd is om tot goede resultaten te komen. Bij het monitoren en meten van de resultaten betrekken we niet alleen de uitvoerende partijen in de stad maar ook de jeugd en hun opvoeders. Dit doen we op een haalbare en werkbare manier waarbij we gebruik maken van de mogelijkheden van onze partners en van de monitoren die door organisaties gebruikt worden. Ook innovatieve methoden en inzet van studenten behoort tot de mogelijkheden. De manier waarop we dit doen wordt nader uitgewerkt. ORGANISATIE EN PROGRAMMASTRUCTUUR Het projectleiderschap voor het Uitvoeringsprogramma jeugd is belegd bij een beleidsadviseur onderwijs. Ambtelijk opdrachtgever is de manager SamenLeven. Bestuurlijk is de wethouder Onderwijs en Jeugd verantwoordelijk, samen met haar collega wethouder Jeugdzorg. In het voorbereidingsjaar 2015 fungeert de stuurgroep Samenhang Onderwijsprojecten als bestuurlijk klankbord maar deze groep heffen we eind 2015 op. Op tactisch niveau is de Voorbereidingscommissie Uitvoeringsprogramma Jeugd (met ingang van 1 januari 2016 Adviesgroep Uitvoeringsprogramma Jeugd) verantwoordelijk voor het uitwerken van de uitgangspunten, gezamenlijk formuleren van de doelen en voorbereiding van besluiten. Na het voorbereidingsjaar wordt deze groep omgevormd naar een structureel tactisch overleg dat het proces zal blijven aanjagen en bijsturen. De verantwoordelijkheid voor de verschillende doelen en resultaten op operationeel niveau leggen we jaarlijks vast in de plan van aanpak. In het jaarlijks bestuurlijk overleg Jeugd en Onderwijs wordt het definitieve programma per jaar besproken. Daarna volgt vaststelling door het college. De raad wordt naast de informatie opgenomen in de reguliere begrotings- en planning & control cyclus, ten minste één keer per jaar geïnformeerd over de voortgang van de realisatie van de maatschappelijke doelen. BEGROTING Bij het opstellen van het Uitvoeringsprogramma Jeugd is er voor gekozen om de inhoud centraal te stellen; we stellen eerst samen de inhoudelijke thema s en maatschappelijke doelen vast. Daarna bekijken we welk budget er per doel nodig is. Het beschikbare budget, zoals opgenomen in de gemeentebegroting en de begrotingen van andere partijen, is van invloed op de ambities die we kunnen realiseren de komende periode. Omdat er naar verwachting minder middelen beschikbaar zijn dan nodig/wenselijk zullen we op zoek moeten naar nieuwe verbindingen en een andere wijze van financieren van de te realiseren doelen. Hierbij wordt ook gedacht aan fondsen. De wettelijke taken op het terrein van onderwijsachterstanden, voortijdig schoolverlaten, voor- en vroegschoolse educatie blijven we uitvoeren binnen de inhoudelijke en financiële kaders van het rijk en maken onderdeel uit van dit meerjarige Uitvoeringsprogramma jeugd. Het rijk heeft eind juni 2015 bekend gemaakt dat de huidige kaders en middelen voor het bestrijden van onderwijsachterstanden (OAB) ook voor 2016 gehandhaafd worden. In de loop van 2016 horen informeert het rijk ons over de kaders en het budget voor 2017 en verder. Dat houdt in dat wij alleen voor 2016 beleid kunnen ontwikkelen en doelen kunnen stellen. Daarbij weten we nog niet of het budget dat we na 2017 ontvangen hoger of lager zal zijn. Om die reden werken we de begroting alleen voor 2016 uit en leggen we deze bij de algemene begrotingsbehandeling van de gemeente Amersfoort voor aan de raad. Besluitvorming over de begroting voor 2017 tot en met 2019 volgt in de loop van 2016 nadat er duidelijkheid is over het rijksbudget. 9

29 COMMUNICATIE De kaders voor dit Uitvoeringsprogramma Jeugd zijn in juni 2016 besproken met de raad en daarvoor voorgelegd aan de stad. In het eerste kwartaal van 2016 stellen we een communicatieplan op. Daarin besteden we met name aandacht aan de communicatie naar het brede werkveld en alle indirect betrokken partners. Ook de communicatie naar en met jeugd en hun opvoeders krijgt een plek in het plan. Zo wordt de jeugd betrokken bij het tot stand komen van het Uitvoeringsprogramma via het jongerenpanel, maar ook andere innovatieve manieren zijn denkbaar. De communicatie naar de direct betrokken partners verloopt zoveel mogelijk via de nieuwe structuur: de voorbereidingscommissie Uitvoeringsprogramma Jeugd en de Stuurgroep Uitvoeringsprogramma Jeugd. 10

30 DOELENMATRIX UITVOERINGSPROGRAMMA JEUGD 2016 In de onderstaande doelenmatrix is aangegeven welke maatschappelijk doelen wij nastreven. De voorwaarden die in de tweede kolom worden benoemd zijn uitgangspunten waaraan projecten en initiatieven gericht op het behalen van het maatschappelijk doel (grotendeels) aan moeten voldoen. In de laatste drie kolommen staan de projecten, partners en speerpunten benoemd. De projecten in de witte vlakken zijn opgenomen in het bestaande beleid en zetten we voort. De speerpunten daarbij benoemen we hier kort en de afspraken worden opgenomen in de reguliere prestatieafspraken die deel uitmaken van de subsidiebeschikkingen. De projecten in de oranje vlakken zijn nieuwe (doelstellingen binnen bestaande) projecten waarop we in 2016 nadrukkelijk inzetten. In de kolom partners zijn staan in het grijs de partners die wel een inhoudelijke bijdrage leveren maar niet maar niet direct een projectsubsidie voor dat doel ontvangen maar, in een aantal gevallen, wel door de primaire partners ingezet worden. Veiligheid bieden door verantwoordelijkheid te geven en te nemen & waardering en betrokkenheid stimuleren Maatschappelijk doel Projectvoorwaarden Project Partners Speerpunten 1. De jeugd ervaart sociale en fysieke veiligheid, verantwoordelijkheid en betrokkenheid. 2. Er zijn op basis van gezamenlijke pedagogische uitgangspunten uitdagingen gerealiseerd die de a. Professionals zorgen voor participatie door en voor jeugd b. De verbinding tussen school en buurt, schoolse en voor-, tussen- en naschoolse activiteiten is vanzelfsprekend c. Het gevoel van (sociale) veiligheid staat centraal d. De vraag en het eigenaarschap ligt (waar mogelijk) bij jongeren e. Er is sprake van differentiatie naar leeftijd, doelgroep, etc. f. De weerbaarheid van jongeren wordt vergroot g. School is een belangrijke vind- en werkplaats a. Ouders hebben een centrale rol b. Er is sprake van afstemming en (educatief) partnerschap c. Er is aandacht voor de vergroting van de ABC-scholen VVE ABC-scholen Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang Welzin Scholen in de Kunst SOVEE Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang GGDrU Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang Welzin Pedagogisch klimaat Samenhangend vraaggestuurd aanbod Samenwerking in de wijk Realiseren VE kindplaatsen Kwaliteit VE aanbod Ondersteunend aanbod Samenwerking partners Ontwikkelen van een pedagogisch klimaat in de wijk waarbij de ontwikkelingskansen van

31 ontwikkeling van de jeugd stimuleert, zij krijgen ondersteuning als zij problemen ervaren en worden gecorrigeerd als dat nodig is wederzijdse waardering d. Professionals kennen elkaar en stemmen af e. De kennis en vaardigheden van ouders en wordt vergroot f. Functionarissen in de wijk zijn herkenbaar g. Er is sprake van een wijk/buurtgerichte aanpak h. De weerbaarheid van jeugd wordt vergroot i. School is een belangrijke vind- en werkplaats Coachingsprojecten SOVEE Welzin kinderen (cognitief, sociaal en emotioneel) worden vergroot en de ouders zich gesteund weten in hun opvoedingsverantwoordelijkh eid Innoveren van bestaande coachingsprojecten: De huidige coachingsprojecten, met steun van het Oranjefonds, innoveren en vraaggericht inzetten voor een brede doelgroep. Jongerencoaches (voorheen combinatiefunctionarissen) SRO Scholen in de Kunst Welzin Diverse sportaanbieders ROC/MBO sportopleidingen Samenwerking in de wijk Verbinden wijk, school, vrije tijd, sport en cultuur Eenduidige pedagogische benadering Zorg in en om de school (subsidieregeling) Werkgroep Zorg in en om de School: Gemeente Besturen voor primair onderwijs Samenwerkingsverband De Eem SOVEE Stimuleren van initiatieven voor verbinden zorg in en om de school (jeugdzorgonderwijs) Subsidieaanvragen bespreken en beoordelen 12

32 3. Ouders voelen zich gesteund in hun ontwikkelingsondersteunend gedrag, zodat zij hun kind optimaal kunnen stimuleren en begeleiden in de leerloopbaan en daarbuiten a. Initiatieven zijn gericht op ouders bij wie betrokkenheid bij de leerloopbaan van hun kinderen niet vanzelfsprekend is b. Het versterken van eigen kracht en autonomie van zowel ouders als de jeugd staat centraal; het gezin wordt versterkt c. Initiatieven zijn gericht op het voorkomen van sociaal isolement BSO+ Pitsstop Basiseducatie: Taalvaardigheid Taal en ouderbetrokkenheid Youké SKA Besturen voor primair onderwijs SOVEE ROC/MBO opleidingen Bibliotheek ROC NVA SOVEE Realiseren BSO plaatsen voor kinderen met specifieke behoefte (emotioneel, sociaal of fysiek) Verbinden Passend Onderwijs met buitenschoolse opvang Begeleid wonen voor jongeren waarbij coaching deel van de begeleiding uitmaakt Diverse projecten om de geletterdheid en taalvaardigheid te stimuleren Volwasseneducatie ROC Diverse scholingsactiviteiten om de arbeidsparticipatie te vergroten Opvoedingsondersteuning SOVEE GGDrU Laagdrempelige lichte opvoedingsondersteuning ABC-scholen Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang Welzin GGDrU Ouderschap versterkt: Onderzoeken aan welke lichter (onderlinge) ondersteuning ouders behoefte hebben zodat zij zich gesteund weten in hun opvoedingstaak (of verantwoordelijkheid) en gestimuleerd worden tot 13

33 4. Acceptatie van, waardering en respect voor diversiteit en verscheidenheid a. We hanteren een brede definitie: diversiteit en verscheidenheid naar sexualiteit, ras, kleur, religie, geestelijke en lichamelijke beperking, b. Thema s worden bepaald door jeugd zelf c. Ontmoeting van verschillende onderwijsvormen en alle betrokkenen staat centraal d. We leggen een verbinding tussen onderwijs en de maatschappelijke partijen (SBI) actief ouderschap Ouderbetrokkenheid Alle partners Gericht en planmatig stimuleren van ouderbetrokkenheid Diversiteit Vluchtelingen Taalcentrum VO Adviesgroep diversiteit Meerkring Besturen PO Meerwegen Scholengroep Beoordelen van diverse projectaanvragen op het gebied van diversiteit Pr en communicatie rond het thema diversiteit Onderwijs aanbod verzorgen Schakelklassen Meerkring Klassen met een onderwijsaanbod om voor instromers de overgang naar het regulieren onderwijs mogelijk te maken ABC-scholen Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang Welzin SOVEE Multicultureel vakmanschap ontwikkelen bij betrokken professionals Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt Gemeente Amersfoort (Human Capital) Verbeteren van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en opstellen gezamenlijke 14

34 Onderwijs Bedrijfsleven agenda Ruimte bieden voor ontmoeten en ontspannen & uitproberen en ontdekken Maatschappelijk doel Projectvoorwaarden Project Partners Speerpunten 5. Er is ruimte voor ontmoeten, ontspannen en ontdekken en de jeugd bepaalt mede hoe deze ruimte wordt ingevuld 6. De jeugd maakt gebruik van een laagdrempelig aanbod waarbij talenten ontwikkeld en/of ontdekt kan worden a. Professionals ondersteunen jeugd bij het concretiseren van hun behoeften met betrekking tot ruimte en activiteiten Er zijn fysieke werkplaatsen/oefenruimten/ experimenteerruimte voor de jeugd waarbij ruimte is voor veilig spelen en ontdekken. b. Er is aandacht voor betrokkenheid van ouders a. Er is een kwalitatief hoogstaand aanbod met o.a. sport, dans, multi media, taal, creatieve vakken, straatcultuur uiting e.d. b. Er is afstemming en een lijn in het aanbod door samenwerking c. Talenten worden herkend en gestimuleerd d. Initiatieven dragen direct of indirect bij aan het voorkomen van voortijdig schoolverlaten e. Jeugd is betrokken bij het realiseren van een passend programma in de buurt Ruimte voor ontmoeten en ontspannen voor jeugd (Ontwikkelproject voor 2016) Cultuur met kwaliteit Jongerencoaches (voorheen combinatiefunctionarissen) Alle UPJ partners Een plan van aanpak op basis van de voorwaarden ontwikkelen met als uitgangspunt gebruik van bestaande ruimte (binnen en buiten) Scholen in de Kunst ROC/MBO opleidingen SRO Scholen in de Kunst Welzin Diverse sportaanbieders Betrekken van jeugd en opvoeders Het ontwikkelen van doorgaande leerlijnen cultuureducatie op vraag en in samenwerking met het primair onderwijs kwaliteit van cultuuronderwijs vergroten o.a. door deskundigheidsbevordering van leerkrachten Het ontwikkelen van een vraaggericht aanbod per wijk met betrokkenheid van jeugd Aandacht voor talentontwikkeling Inzet van jeugd bij 15

35 activiteiten, ook als stage/werkervaring ABC-scholen Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang Welzin Aanbod van alle betrokken partners in ABC scholen 7. Arbeidsmarktoriëntatie gericht op maatwerk en competenties van jeugd zodat zij weten wat van hen verwacht wordt op de arbeidsmarkt en wat de arbeidsmarkt hen te bieden heeft a. Jeugd weet goed wat de mogelijkheden op de arbeidsmarkt zijn, onder andere door de inzet van LOB. b. Ouders worden actief betrokken bij keuze- en schakelmomenten in de schoolloopbaan van hun kinderen c. Initiatieven sluiten aan op bestaande activiteiten vanuit aanpak jeugdwerkloosheid en VSV VSV en RMC Vaardigheden voor de 21 e eeuw (ontwikkelproject voor 2016) Besturen van VO Besturen van MBO Regiogemeenten Gemeente Amersfoort SOVEE Alle UPJ partners Bedrijfsleven Regionaal plan voor voorkomen voortijdig schoolverlaten Jongeren in een kwetsbare positie Regionale inzet van RMC coördinatie en uitvoering Aansluitingsvraagstuk op overgangen in beeld brengen d. Initiatieven tussen onderwijs en bedrijfsleven e. Inzet van (gepensioneerde) vrijwilligers/coaches is een optie f. Er is een duidelijke link naar de arbeidsmarkt Jongeren voorbereiden op verwachtingen arbeidsmarkt Jeugd stimuleren in ontwikkelen van noodzakelijke vaardigheden (mentaal, sociaal, cultureel, digitaal ) Krachtig verbinden met het bedrijfsleven om de toegang te ontsluiten 8. De basisvaardigheden van de jeugd zijn toereikend om zich maatschappelijk a. Er is aandacht voor warme overdracht zodat de jeugd zich optimaal kan ontwikkelen in een ononderbroken lijn Verlengde schooldag in PO (TAALent) Scholen voor PO PCBO (trekker PO) Het verbeteren van de aansluiting tussen PO en VO voor kinderen met een 16

36 te kunnen redden risico op aansluitingsproblemen VVE Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang GGD Taal- spraakontwikkeling versterken Doorgaande lijn tussen voor- en vroegschoolse aanbod en voorzieningen Verkleinen van de taalachterstand bij doelgroepkinderen voor start in het primair onderwijs Zorg in de school PO besturen en scholen Een budget per leerling ter versterking van de zorg in de school met als doel het begeleiden van de leerling in de ontwikkeling van vaardigheden. VSV en RMC Besturen van VO Besturen van MBO Regiogemeenten Gemeente Amersfoort SOVEE Kwetsbare jeugd 17

37 BIJLAGE 1: PROCESPLAN De voorbereidingsperiode voor het ontwikkelen en vaststellen van het Uitvoeringsprogramma is gestart in In het onderstaande overzicht staat het proces beschreven. Aanvankelijk was het plan om het Uitvoeringsprogramma Jeugd voor meerdere jaren vast te laten stellen. In verband met het besluit van het rijk om de invoering van het nieuwe beleid en budget voor onderwijsachterstanden met een jaar uit te stellen, is half november besloten een ander traject aan te houden. We hanteren de met de partners opgestelde maatschappelijke doelen als kader voor ons jeugdbeleid in We brengen de lopende projecten en activiteiten onder bij deze maatschappelijke doelen waarbij we de opzet en werkwijze zo nodig aanscherpen. Daarnaast formuleren we een aantal ontwikkelpunten (zie de doelenmatrix) die we in 2016 gezamenlijk uitwerken. Nadat het rijk de kaders en middelen voor onderwijsachterstanden bekend heeft gemaakt werken we dit kader uit in een meerjarig uitvoeringsprogramma. In dat proces bekijken we ook of, en zo ja hoe, de bestaande projecten en activiteiten gecontinueerd moeten worden en stellen we een daarbij passende begroting op. Discussienota bespreken, aanvullen & aanscherpen Themabijeenkomst met werkveld Uitwerken themabijeenkomst met voorbereidingscommissie 1 e concept Uitvoeringsprogramma bespreken met alle betrokken organisaties Opstellen 1 e concept Uitvoeringsprogramma jeugd 2016 e.v. 1 e versie Uitvoeringsprogramma bespreken met wethouder 1 e versie Uitvoeringsprogramma Periode Inhoud Betrokken Oktober 2014 tot en met januari 2015 Discussienota besproken met werkveld, beleidsadviseurs intern, staf onderwijs, bestuurlijke partners 16 februari 2015 De thema s en de maatschappelijke doelen van het Uitvoeringsprogramma jeugd met het veld besproken 2 & 3 maart 2015 De globale uitwerking vertaald naar concrete doelen maart 2015 Het concept programma besproken met de voorbereidingscommissie Uitvoeringsprogramma Jeugd. 1 e week maart 2015 De opbrengst van alle bijeenkomsten uitgewerkt in een concept Uitvoeringsprogramma (kaders) 2 e week maart 2015 Input van de wethouder verwerkt 3 e week maart 2015 Stuurgroep Samenhang Onderwijsproject is Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Gemeente Amersfoort Stuurgroep Uitvoeringsprogramma

38 bespreken met Stuurgroep 2 e concept Uitvoeringsprogramma bespreken met wethouders 2 concept Uitvoeringsprogramma opstellen 2 e concept Uitvoeringsprogramma bespreken met alle betrokken organisaties Kaders uitvoeringsprogramma jeugd bespreken Delen laatste concept Uitvoeringsprogramma jeugd: kaders Uitwerking maatschappelijke doelen en concept begroting Informeren van raad over stand van zaken ingesteld en 1 e versie Uitvoeringsprogramma besproken 1 e helft april 2015 Besproken met wethouders (onderwijs, sport, cultuur en jeugd Bijstellen op basis van feedback 1 e week april 2015 Eerste concept is uitgewerkt naar maatschappelijke doelen 1 e en 3 e week april 2015 Input stuurgroep & werkveld verwerkt Afgestemd met voorbereidingscommissie Uitvoeringsprogramma jeugd 4 e week mei 2015 Besproken met betrokken wethouders Juni 2015 Oktober/november 2015 December 2015 Digitale raadpleging voor alle betrokken partners en ronde tafel met raad De maatschappelijke doelen zijn uitgewerkt en gekoppeld aan lopende projecten en de concept begroting 2016 is opgesteld De raad wordt middels een RIB geïnformeerd over de stand van zaken Opstellen jaarplan 2016 December 2015 Het werkplan voor 2016 wordt opgesteld en in het 1 e kwartaal 2016 besproken met de voorbereidingsgroep Uitvoeringsprogramma Jeugd 2016 Nader te bepalen 2 Uitwerking van het Uitvoeringsprogramma Jeugd Jeugd Gemeente Amersfoort Voorbereidingscommissie Uitvoeringsprogramma Jeugd Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Gemeente Amersfoort Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs 2 Afhankelijk van het moment waarop het rijk de kaders en budget voor het onderwijsachterstanden bekend maakt. 19

39 BIJLAGE 2: CIVIL SOCIETY Onder de 'pedagogische civil society' wordt verstaan: gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen. In een goed functionerende pedagogische civil society bestaat er bij burgers de bereidheid om in de eigen sociale netwerken en in het publieke domein de verantwoordelijkheid rond het opgroeien en opvoeden van kinderen te delen. Ouders, jeugd en buurtbewoners, maar ook familieleden, leraren, sportcoaches, kortom: burgers, zijn op zo'n manier onderling betrokken dat het bevorderend is voor het opvoeden en opgroeien van kinderen en jeugdigen. Binnen de pedagogische civil society onderscheiden we grofweg drie vormen van betrokkenheid van burgers bij opvoeden en opgroeien: informele steun, informele sociale controle en intergenerationeel contact. De kracht van de pedagogische civil society bepaalt de kwaliteit van het samenleven in de woonomgeving en het opvoedingsklimaat. Elementen die de kracht bepalen zijn: kwaliteit van sociale relaties; groepslidmaatschap; de mate van onderlinge vertrouwdheid (publieke familiariteit); formele en informele netwerken; wederkerigheid; gedeelde normen; inzet voor de gemeenschap; en een gemeenschappelijk belang. De pedagogische civil society is er voor en door iedereen die direct of indirect betrokken is bij opvoeden, opgroeien en gezondheid van de jeugd: 1. Het gezin, familie en de vriendenkring. Familieleden en vrienden fungeren als luisterend oor en als sociaal vangnet in tijden van nood. 2. Andere betrokkenen zoals buren, leerkrachten of andere ouders. Hier kunnen gezinnen terecht voor vragen of een stukje sociale controle in de wijk. 3. Vrijwilligers, professionals en diverse organisaties. Voor hen zijn begeleidende en faciliterende taken weggelegd (Nederlands Jeugd Instituut, 2010) 20

40 BIJLAGE 3: BEGROTING 2016 In de begroting zijn de lopende projecten bij de passende maatschappelijke doelen ondergebracht. Daarnaast is er bij een aantal maatschappelijke doelen een ontwikkelvraagstuk opgenomen. Het budget dat daarbij opgenomen is wordt in 2016 gebruikt voor de uitwerking. De projecten in het grijs dragen bij aan het maatschappelijke doel maar zijn niet bij dat specifieke doel in de begroting opgenomen. Maatschappelijk doel Thema Project Taak De jeugd ervaart sociale en fysieke veiligheid, verantwoordelijkheid en betrokkenheid 2. Er zijn, op basis van gezamenlijke pedagogische uitgangspunten, uitdagingen gerealiseerd die de ontwikkeling van de jeugd stimuleert, zij krijgen ondersteuning als zij problemen ervaren en worden gecorrigeerd als dat nodig is 3. Ouders voelen zich gesteund in hun ontwikkelingsondersteunend gedrag, zodat zij hun kind optimaal kunnen stimuleren en begeleiden in de leerloopbaan 4. Acceptatie van, waardering en respect voor diversiteit en verscheidenheid 5. Er is ruimte voor ontmoeten, ontspannen en ontdekken en de jeugd bepaalt mede hoe deze ruimte wordt ingevuld 6. De jeugd maakt gebruik van aanbod waarbij talent ontwikkeld en/of ontdekt kan worden a. ABC-scholen Gehele voorziening Gemeentelijk b. VVE Warme overdracht Wettelijk bij 8 Totale kosten a. ABC-scholen Pedagogische visie Wettelijk bij 1 b. Coachingsprojecten Gemeentelijk c. Jongerencoaches (combinatiefunctionarissen) Samenwerkingsovereenkomst Wettelijk/gemeentelijk Elders d. Zorg in en om de school (PO) Subsidieregeling Gemeentelijk e. BSO+ Gemeentelijk Totale kosten a. VVE VVE laaggeletterdheid Gemeentelijk b. VVE Ouderbetrokkenheid Gemeentelijk bij 8 c. Opvoedondersteuning Laagdrempelige ondersteuning Gemeentelijk Totaal kosten a. Diversiteitsbeleid Subsidieregeling Gemeentelijk b. Vluchtelingen Wettelijk c. Schakelklassen Gemeentelijk Totale kosten a. Ontwikkelvraagstuk Gemeentelijk Totale kosten a. Cultuureducatie Cultuur met kwaliteit Gemeentelijk b. ABC-scholen Aanbod Gemeentelijk bij 1

41 7. Arbeidsmarktoriëntatie gericht op maatwerk en competenties van jongeren zodat zij weten wat van hen verwacht wordt op de arbeidsmarkt en wat de arbeidsmarkt hen te bieden heeft 8. De basisvaardigheden van de jeugd zijn toereikend om zich maatschappelijk te kunnen redden c. Jongerencoaches (combinatiefunctionarissen) Wettelijk/gemeentelijk Elders Totale kosten a. VSV RMC algemeen Wettelijk RMC trajectbegeleiding Wettelijk b. Ontwikkelvraagstuk Vaardigheden 21e eeuw Gemeentelijk c. Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt project EBU Gemeentelijk Totaal kosten a. Verlengde schooldag TAALent Gemeentelijk b. VVE Indicatie met KOT Wettelijk Indicatie zonder KOT Geen indicatie Subsidieplafond VVE taalbeleid Schoolbibliotheken VVE/taalactiviteiten bibliotheek c. Preventieve zorg in de school (PO) Leerlingbegeleiding Gemeentelijk Totaal kosten Monitoring en evaluatie Totaal kosten Uitvoeringskosten Totaal kosten Programmakosten

42 Dekking Uitvoeringsprogramma Jeugd 2016 Onderwijsachterstanden 1. Specifieke doeluitkering onderwijsachterstanden Rijk Algemene middelen onderwijsachterstanden Gemeente Basiseducatie 3. Gemeentelijke middelen basiseducatie RMC middelen 4. Specifieke doeluitkering RMC Rijk Sociaal Domein middelen 5. Algemene middelen sociaal domein Gemeente Totaal beschikbaar

43 Gemeente Amersfoort RAADSINFORMATIEBRIEF Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : Aan : Gemeenteraad Datum : 11 mei 2016 Portefeuillehouder : Wethouders Houwing en Imming Programma : 5. Onderwijs TITEL[info1] Eindevaluatie Operatie Amersfoort Jong II, inclusief de LEA looptijd KENNISNEMEN VAN[info2] Eindevaluatie van Operatie Amersfoort Jong II (OAJ II) en de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) over de periode De financiële verantwoording van de LEA is als bijlage toegevoegd. AANLEIDING[info3] Operatie Amersfoort Jong II (OAJ II) loopt van Gedurende de looptijd bent u jaarlijks met een Raadsinformatiebrief geïnformeerd over de stand van zaken. Op basis van deze jaarlijkse evaluaties zijn aan het eind van het elk kalenderjaar de uitvoeringsagenda s voor het nieuwe jaar voor OAJ en de LEA opgesteld. Deze evaluatie richt zich op de einddoelstellingen 2015 die opgenomen waren in het oorspronkelijke programma. We geven per doelstelling aan of deze einddoelen gerealiseerd zijn en of we de resultaten behaald hebben. Inmiddels is het nieuwe Uitvoeringsprogramma Jeugd opgesteld. Dit programma wordt in de loop van 2016 vastgesteld (zie voor meer informatie RIB , stand van zaken Uitvoeringsprogramma Jeugd). In 2016 leggen we alvast een verbinding tussen OAJ II/LEA en de maatschappelijke doelen in het Uitvoeringsprogramma Jeugd. KERNBOODSCHAP [info4] Eerst werken we de evaluatie van Operatie Amersfoort Jong uit en vervolgens de Lokale Educatieve Agenda. Operatie Amersfoort Jong II Operatie Amersfoort Jong werd aangestuurd door een intern programmateam van betrokken beleidsadviseurs. Zij maakten afspraken over de doelen met de partners in het werkveld en leggen deze vast in projectafspraken en subsidieovereenkomsten. In lijn met de evaluatie 2014 blijkt dat het merendeel van de doelen behaald is. De meest in het oog springende resultaten voor Operatie Amersfoort Jong II zijn de resultaten van BSO-extra en het Jongerenloket in het kader van de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt. Bij drie van de vijf richtpunten zijn ideeën genoemd met betrekking tot doorontwikkeling van de succesvol gebleken activiteiten. De stand van zaken eind 2015 per richtpunt: 1. Eén gezin, één plan. Vanuit de evaluatie van de uitvoeringsagenda 2013 is dit richtpunt met ingang van 2014 onder gebracht bij de Transitie Jeugdzorg. 2. Zorgkinderen binnen de reguliere buitenschoolse opvang (BSO extra). Gerealiseerde doelstelling: Eind 2015 heeft Amersfoort een bij de vraag passend aantal buitenschoolse opvangplaatsen beschikbaar om zorgkinderen adequaat op te vangen en verwijzen kinderopvangorganisaties die geen passende zorg kunnen bieden actief naar deze plaatsen. Inlichtingen bij: mw. M. Völlmer, DIR/SL, (033)

44 raadsinformatiebrief pagina 2 Gemeente Amersfoort Er zijn 4 locaties met BSO extra, waar tot nu toe 16 kinderen met een zorgvraag begeleid zijn/ worden. Daarnaast wordt vanaf het voorjaar 2015 BSO op maat ontwikkeld, waarbij het kind passende begeleiding krijgt binnen de reguliere BSO setting. Sinds maart 2015 nemen de aanmeldingen toe, o.a. omdat de dagbehandeling is opgeheven. Bij de BSO extra en BSO op maat locaties zijn in totaal 90 medewerkers gecoacht. Investeren in coaching van medewerkers in het bieden van passende begeleiding blijft van belang. Bij SKA en Partou is beleid ontwikkeld op de nieuwe interne zorgstructuur BSO en doorverwijzing. De BSO extra blijkt een waardevolle werkwijze te zijn in de overgang naar de integratie van de jeugdzorg in het reguliere circuit. Amersfoort wordt landelijk als good practice gezien van hoe de basisinfrastructuur voor kinderen van 0 tot 12 jaar versterkt kan worden door samenwerking tussen kinderopvang, onderwijs, zorg en de gemeente. Het NJi (Nederlands Jeugd instituut) ziet dit als goede werkwijze voor de toekomst. Preventie leidt uiteindelijk tot minder zorgkosten in de zwaardere vormen van jeugdzorg. Daarnaast krijgen ouders goede voorbeelden van medewerkers, waardoor zij zich ondersteund voelen. Samenwerking met de wijkteams en het onderwijs heeft tot nu toe vooral op casusniveau plaats gevonden. Doorontwikkeling van deze samenwerking is van belang in het kader van gerichte verwijzing naar de BSO extra plaatsen en afstemming van de doorgaande lijn in de Pedagogische Aanpak Amersfoort. 3. Het bieden van optimaal perspectief en Begeleiding naar naschool vrijetijdsaanbod voor met name kwetsbare jongeren (waaronder LVB jongeren). De doelstellingen voor eind 2015 hebben betrekking op de signalering en verwijzing van licht verstandelijk beperkten (LVB) jongeren en het verkennen van de mogelijkheden tot duurzame begeleiding. Ook is eind 2015 in beeld welke deskundigheidsbevordering nodig is bij LVB problematiek. De doelstelling is gedeeltelijk gerealiseerd met dien verstande dat het bereik onder LVB jongeren niet specifiek vermeld wordt. Vanaf 2013 zijn er structurele afspraken gemaakt over samenwerking tussen jongerencoaches, buurtsportcoaches en cultuurcoaches. Jaarlijks wordt een stedelijk activiteitenplan opgesteld m.b.t. signalering, taakverdeling en samenwerking. Vanaf 2014 vindt gezamenlijke scholing en intervisie plaats op de Verwijs Index Risicojongeren. Ook werken WELzin, Versa, SRO, Scholen in de Kunst en de wijkteams samen met het monitorsysteem JIK (Jongeren in Kaart). Het vervolgdoel voor 2016 is om deze kwetsbare jongeren goed in beeld te hebben en een gezamenlijk actieplan op te stellen. In deze groep zijn ook LVB jongeren vertegenwoordigd. Vindplaatsen voor LVB jongeren zoals speciaal onderwijs en speciale woonvormen worden door de jongerencoaches benut. 4. Beroepsvoorlichting voor jongeren binnen het voortgezet onderwijs, met name HAVO, om uitval te voorkomen. Doelstelling (gedeeltelijk gerealiseerd): Eind 2015 monitort elke school voor voortgezet onderwijs de resultaten van leerlingen in het beroepsonderwijs tot en met het 1 e jaar met als doel het adequaat voorlichten en toeleiden van de leerlingen. Projectleiding en inhoudelijke activiteiten zijn vanaf 2014 van start gegaan. In een pilot hebben vijf VO scholen (Corderius College, Vathorst College, Guido de Brès, Het Nieuwe Eemland en het FarelCollege) de leerlingen gevolgd, die van HAVO uitstroomden naar Hogeschool Utrecht en Windesheim (HBO instellingen, waarnaar de meeste leerlingen uitstromen). In verband met privacy en het ontbreken van een (landelijk) instrument wordt het proces als bewerkelijk omschreven. De aansluiting tussen onderwijssectoren staat periodiek op de agenda van de VO kamer (overleg van bestuurders in het Voortgezet Onderwijs), die in dit kader ook deelneemt aan de landelijk ingevoerde studiekeuzecheck en de maatregel om voor 1 mei aan te melden voor een vervolgopleiding.

45 raadsinformatiebrief pagina 3 Gemeente Amersfoort Op 17 september 2015 is de meerjarenbegroting ingediend met het verzoek om de bestedingstermijn te verlengen t/m het schooljaar om de doelstelling verder te realiseren. Dit is akkoord bevonden. 5. Aansluiting onderwijs bij de vraag van werkgevers, zowel kwalitatief als kwantitatief. De oorspronkelijke doelstellingen uit OAJ II zijn verwerkt in het Actieplan Jeugdwerkloosheid 1 juli juli Uitvoering van het Actieplan is verlengd tot 31 december 2015 binnen het beschikbaar gestelde budget. De (regionale) aanpak van de jeugdwerkloosheid, zoals vastgelegd in het Actieplan Jeugdwerkloosheid, voorzag in 4 deelprogramma s met als overkoepelende doelstelling stabilisatie van de jeugdwerkloosheid.. Versterking van de infrastructuur en directe dienstverlening / Jongerenloket a. Aanvullende dienstverlening voor jongeren die tussen wal en schip dreigen te vallen b. Het creëren van extra stages en leerbanen c. Communicatiecampagne JobToppers a. Het (regionale) Jongerenloket staat centraal in de dienstverlening aan de jongeren. Naast begeleiding en ondersteuning bij het invullen van de wettelijke zoektermijn voor jongeren die in aanmerking willen komen voor een bijstandsuitkering, kunnen ook WW-jongeren en niet uitkeringsgerechtigde jongeren die werk zoeken (zg. nuggers) bij het Jongerenloket terecht. Het Jongerenloket werkt intensief samen met het regionale Werkgeversservicepunt (WSP), het Leerwerkloket, Workfast, Arbeidsintegratie/Sociale Zaken van de regiogemeenten, sociale wijkteams en maatschappelijke instellingen (welzijn, schuldhulpverlening, RMC, ROC s, etc.). Bereik Jongerenloket in de periode 1 juli 2013 tot 1 juli 2015: 1821 intakes ingepland. Van deze groep jongeren hebben 356 jongeren werk gevonden door begeleiding en ondersteuning vanuit het Jongerenloket en 303 op eigen kracht (na een eerste contact met het Jongerenloket).Van 111 jongeren loopt de begeleiding op 1 juli 2015 door. De overige jongeren hadden geen recht op een uitkering, hebben afgezien van de zoektermijn, zijn niet verschenen of zijn na de zoektermijn overgedragen aan de gemeente, waarin ze wonen. b. Het streefbereik voor de aanvullende dienstverlening voor jongeren tussen wal en schip was 100 jongeren in de periode 1 juli juli Dit waren er uiteindelijk 195. Hiervan zijn er 47 naar werk toegeleid en 47 naar onderwijs. c. Met betrekking tot de doelstelling extra toeleidingen naar stages en leerbanen zijn meer dan 220 jongeren via het onderwijs en via afspraken met leerbedrijven aan een stage geholpen of hebben hierbij extra begeleiding ontvangen. Daarnaast zijn 158 jongeren via het leerwerkloket aan een BBL-leerbaan of baan geholpen. Hoewel er veel jongeren bereikt en toegeleid zijn naar onderwijs, stage of werk is de overkoepelende doelstelling van stabilisatie van de jeugdwerkloosheid niet behaald. Van 1 juli 2012 tot 1 juli 2013 stijgt de jeugdwerkloosheid fors met meer dan 70%. Van 1 juli 2013 tot 1 juli 2014 blijft het aantal geregistreerde werkzoekende jongeren gelijk, waarna het tussen 1 juli 2014 en 1 juli 2015 weer licht stijgt (met 6%). Deze stijging betreft de groep jongeren zonder startkwalificatie. Binnen de groep jongeren die op dit moment werkzoekend is, is het aandeel van jongeren die (nog) niet in staat zijn zelfstandig werk te vinden en een grotere afstand tot de arbeidsmarkt heeft, toegenomen. Op dit moment vindt een evaluatie plaats van de aanpak samen met de betrokken partijen. Hierover wordt de gemeenteraad in december 2015 geïnformeerd. Op basis van deze evaluatie wordt ook een voorstel voor de toekomst uitgewerkt.

46 raadsinformatiebrief pagina 4 Gemeente Amersfoort Lokale Educatieve Agenda Het realiseren van de doelen voor de LEA was grotendeels bij de partners belegd. De LEA agendacommissie heeft daar een belangrijke rol in gespeeld. Dit overleg bestaat uit partners (projectleiders en managers) uit het werkveld die verantwoordelijk zijn voor de verschillende projecten en het afstemmen over voorwaarden en resultaten met de bestuurders. Ook voor de LEA is het grootste deel van de einddoelen 2015 behaald. Vooral op de aansluiting tussen Passend Onderwijs en de Jeugdzorg is veel geïnvesteerd en veel bereikt. Daarnaast is er veel geïnvesteerd in het voorkomen van voortijdig schoolverlaten vanuit het VSV programma en de regionale RMC functie (meld- en registratie van voortijdig schoolverlaten). Thema Passende zorg voor elk kind 1. Eén kind, één gezin, één plan Eind 2015 is stadsbreed het uitgangspunt bij interventies en bemoeizorg de eigen kracht van het kind & gezin, werken alle aan het CJG verbonden organisaties, inclusief het onderwijs, volgens de principes één gezin, één plan op basis van de WAC (Wrap Around Care) principes en is de decentralisatie van de jeugdzorg in ontwikkeling. Doelstelling behaald: wordt als uitgangspunt gehanteerd in het sociaal domein voor de ondersteuning van kind en gezin/opvoeder. 2. Preventieve zorg Eind 2015 wordt er op basis van observatie en diagnostiek gewerkt aan het tijdig signaleren van leeren ontwikkelingsproblemen bij kinderen. Scholen zijn primair verantwoordelijk voor het inzetten van deze instrumenten vanuit de financiering voor leerlingenzorg als het gaat om zorg die van invloed is op het functioneren van het kind binnen de school. Doelstelling behaald: de school zet de eigen middelen in voor deze ondersteuning en de gemeente stelt per leerling een bedrag ter ondersteuning beschikbaar. Het budget hiervoor is in de periode met 60% verlaagd en het vrijvallende bedrag wordt aan het onderwijs middels een subsidieregeling beschikbaar gesteld voor het ondersteunen van de aansluiting tussen onderwijs en jeugdzorg. 3. CJG in de school In 2015 hebben scholen, waarvoor dit noodzakelijk en wenselijk is, een aantal uren per week een CJG generalist op het gebied van zorg voor jeugd in de wijk of in huis die toegankelijk is voor jongeren, verzorgers en professionals. Deze generalist adviseert, verwijst door als dat nodig is maar verleent daar waar mogelijk direct passende zorg. Doelstelling behaald: het vrijvallend budget beschreven bij doel 2 is benut om de verbinding tussen onderwijs en jeugdzorg te versterken. Daarvoor is een subsidieregeling opgezet waarmee initiatieven en experimenten ondersteund worden. Naast de aansluiting op de jeugdzorg is hiermee een betere aansluiting tussen het onderwijs en de wijkteams gerealiseerd. Thema Optimale ontwikkelingskansen voor elk kind: doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot eind beroepsopleiding Bij de vaststelling van de LEA hebben we aangegeven dat we het programma jaarlijks zouden evalueren en op basis van de evaluatie, indien wenselijk of noodzakelijk, zouden bijstellen. Dit is binnen de thema s gebeurd, zie hiervoor de hieronder opgenomen toelichting per thema. Ook zijn er aan het hoofdthema optimale ontwikkelingskansen voor elk kind in de looptijd van het programma een aantal projecten toegevoegd die niet opgenomen waren in het oorspronkelijke programma en de oorspronkelijke begroting. U vind deze terug in het grijs gearceerde deel van de begroting. Schoolbibliotheken: vanuit VVE beleid en de ontwikkelingen rond de bibliotheken opgenomen in de LEA met als doel het ondersteunen van de taalontwikkelingen van kinderen in het basisonderwijs (gekoppeld aan VVE).

47 raadsinformatiebrief pagina 5 Gemeente Amersfoort Gezonde scholen:er is een convenant afgesloten met de GGD en het Longfonds met als doel het behalen van het gezonde school vignet voor het basisonderwijs. Talent voor Zorg: biedt een kans aan jongeren die een opleiding in de zorg (of welzijn) volgen bij MBO Amersfoort of ROC Midden-Nederland, maar door een instabiele thuissituatie het risico lopen, uit te vallen. Talent voor Zorg stelt woonruimte beschikbaar en biedt extra begeleiding op school, op de werkplek en in de woonsituatie (gekoppeld aan VSV). Laagdrempelige opvoedingsondersteuning: breed toegankelijke laagdrempelige groepsgerichte opvoedingsondersteuning die verzorgd wordt vanuit de sociale basis infrastructuur. Cultuureducatie: een bijdrage aan cultuureducatie met kwaliteit, gezamenlijk bekostigd met, gericht op een doorlopende leerlijn voor cultuureducatie in het basisonderwijs. TAALent: Zie doelstelling 6 in de onderstaande tekst. 4. Warme overdracht voorschoolse voorzieningen - PO In 2015 vindt er voor elk kind waar zorg over is een warme overdracht plaats van alle vormen van dagbesteding (opvang, school en werk) met als doel het borgen van de juiste aanpak op basis van alle kennis over wat het kind nodig heeft om zich maximaal te kunnen ontwikkelen. Ouders hebben een essentiële rol bij de overdracht van deze informatie. Doelstelling deels behaald: de afgelopen jaren is met name aandacht besteed aan de warme overdracht tussen de voorschoolse voorzieningen en het primair onderwijs. De overdracht van kinderen/jongeren waar zorg over is tussen andere vormen van dagbesteding bleek vaak bij wet of door middel van lokale afspraken geregeld waardoor het niet noodzakelijk was daar extra op te investeren. 5. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Eind 2015 is er voldoende kwalitatief aanbod voor de gehele VVE doelgroep op basis van een doelgroepdefinitie waarbij ook kinderen met een gedefinieerde ontwikkelingsachterstand worden betrokken. De VVE methodieken worden gebruikt in de voorschoolse en vroegschoolse periode waarbij actief wordt doorverwezen naar primair onderwijs met een aansluitend aanbod. In 2015 is het aanvullende budget voor VVE dat per 2012 beschikbaar komt op effectieve wijze ingezet met als doel het voorkomen van onderwijs- en ontwikkelingsachterstanden bij kwetsbare kinderen. Doelstelling behaald: Er is voor alle doelgroepkinderen een aanbod beschikbaar. De brede doelgroepdefinitie is vastgelegd in het VVE convenant. Alle voorschoolse voorzieningen hanteren een VVE methodiek, vroegschoolse voorzieningen realiseren een aansluitend beredeneerd aanbod. De VVE middelen worden doelmatig ingezet en de resultaten worden gemonitord en aan de hand daarvan wordt de kwaliteit planmatig verbeterd. 6. Voorkomen van voortijding schoolverlaten (VSV) en onderwijstijdverlenging project TAALent Eind 2015 is het aantal voortijdig schoolverlaters (ook de 18+ers) nog verder teruggebracht conform de landelijke doelstelling (maximaal nieuwe schoolverlaters in 2016). Doelstelling behaald: de landelijke doelstelling voor 2016, maximaal nieuwe VSV-ers, is behaald. VSV in regio Eem & Vallei is in 14/15 opnieuw gedaald. De regio kent (voorlopig) in 14/ nieuwe VSV-ers. Dat is een daling van 7,6% t.o.v. 13/14. Regio Eem & Vallei behoort bij de groep beter presterende regio s in het land (in VO+MBO totaal, minder dan 1,6% VSV). Daarnaast is het project TAALent in 2 wijken gerealiseerd. Dat richt zich op een beter perspectief voor jongeren met een groter risico op uitval (vooral op taal) bij de overgang van PO naar VO. 7. ABC-scholen In 2015 is er in het kader van de ABC-scholen een brede pedagogische visie ontwikkeld die door alle partners als uitgangspunt wordt gehanteerd. Elementen uit het concept de vreedzame wijk kunnen worden gebruikt als kader voor de ontwikkeling van deze visie.

48 raadsinformatiebrief pagina 6 Gemeente Amersfoort Doelstelling behaald: De Pedagogische Aanpak Amersfoort (PAA) is ontwikkeld en ingevoerd in de ABC-scholen. Daarin zijn elementen uit het concept De Vreedzame Wijk opgenomen. Hiermee is een basis gelegd voor de versterking van het pedagogische netwerk van het opgroeiende kind. 8. Aansluiting Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg In 2015 is Passend Onderwijs ingevoerd en heeft elk kind er recht op onderwijs te volgen dat bij hem/haar past, waar nodig gebruik makend van onderwijs en/of zorgarrangementen. Daarnaast is de decentralisatie van de jeugdzorg deels een feit. De realisatie van deze stelselwijzigingen wordt op elkaar afgestemd. Doelstelling behaald: Per 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs van start gegaan. In 2014 zijn de voorwaarden voor het OOGO in de regio Eemland gerealiseerd. Ook zijn de verplichte OOGO s onderwijs en jeugdzorg gehouden waarin afgestemd wordt tussen onderwijs en jeugdzorg. Alle samenwerkingsverbanden in de regio hebben in een ondersteuningsplan vastgelegd op welke wijze zij vorm geven aan Passend Onderwijs. De gemeenten in de regio Eemland hebben een gezamenlijk plan voor de organisatie van de jeugdzorg opgesteld. 9. Talentontwikkeling In 2015 krijgt elk kind in Amersfoort de kans om talenten te ontwikkelen. Amersfoort kent een breed en rijk aanbod aan binnen- en buitenschoolse voorzieningen voor dit doel. Om dit te realiseren wordt door de LEA partners nauw samengewerkt. Doelstelling behaald: In de LEA agendacommissie zijn op het thema talentontwikkeling diverse projecten besproken en opgenomen in de uitvoeringsplannen. Daarmee is het aanbod op het terrein van talentontwikkeling uitgebreid en zijn verbindingen tussen de partners gelegd. 10. Diversiteit In 2015 wordt door alle LEA partners rekening gehouden met diversiteit onder medewerkers, kinderen en verzorgers. Dit betreft zowel diversiteit met betrekking tot religie, etniciteit als seksualiteit. Het principe dat elk kind & gezin alle kansen moet krijgen is daarbij leidend. Elke LEA partner draagt binnen de eigen organisatie zorg voor een veilige en kansrijke omgeving voor de hele doelgroep die gebruik maakt van de voorzieningen. Eigen kracht, burgerinitiatief en projecten die een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van organisaties op het punt van diversiteit kunnen op basis van een stimuleringsbudget een extra impuls krijgen. Doelstelling deels behaald: Het eerste doel blijkt onvoldoende meetbaar te zijn geformuleerd om daar een uitspraak over te kunnen doen. De subsidieregeling voor diversiteit is gerealiseerd en daarmee zijn in de projectperiode diverse projecten en activiteiten voorzien van een stimuleringsbudget. CONSEQUENTIES[info5] Te specifiek geformuleerde doelen blijken niet houdbaar voor de lange termijn Dat blijkt zowel uit de evaluatie van OAJ als van de LEA. Om die reden is bij de uitwerking van het Uitvoeringsprogramma Jeugd uitgegaan van brede maatschappelijke doelen. Deze kunnen per jaar uitgewerkt worden in een specifiek én haalbaar doel. Er zijn goede resultaten behaald die een basis vormen voor jeugd in de stad Deze goede resultaten willen we voortzetten. Daarom zijn de succesvolle activiteiten uit OAJ en de LEA voortgezet in 2016 waarbij ze gekoppeld zijn aan de maatschappelijke doelen. In de loop van 2016 bekijken we of en zo ja hoe we deze projecten op de lange termijn willen continueren. OAJ en de LEA vertonen veel overlap op doelgroep en doelen In de afgelopen jaren zijn diverse projecten verschoven van de OAJ naar de LEA en andersom. Er is meer overlap ontstaan door de transitie van de jeugdzorg en passend onderwijs. Daarom hebben we ervoor gekozen om met ingang van 2016 te werken met een integraal programma voor jeugd dat nauw aansluit bij het beleidskader voor het sociaal domein. DUURZAAMHEID [info6] Met OAJ II inclusief de LEA investeert de gemeente Amersfoort duurzaam in:

49 raadsinformatiebrief pagina 7 Gemeente Amersfoort het perspectief van kinderen en jongeren; de doorgaande lijn van 4-27 jaar (tot 23 voor jeugd algemeen en tot 27 voor arbeid); de integratie van zorg en onderwijs. FINANCIËN[info7] Alleen de LEA is voorzien van een begroting. Een uitgebreide verantwoording van de inzet van de middelen is opgenomen in de financiële paragraaf die als bijlage bij deze RIB is gevoegd. In het onderstaande overzicht zijn de kosten en dekking per jaar in beeld gebracht. Jaar Kosten of opbrengsten in Dekking kosten in Dekking vastgelegd in Programma 5 Onderwijs In de financiële verantwoording is een apart overzicht opgenomen waarin deze post wordt weergegeven. Uit dat overzicht blijkt dat er per 31 december 2015 sprake is van een positief saldo van Dit saldo is belegd in verplichtingen ( ) en is bestemd ter dekking van het UPJ 2016 voor ontwikkeltaken ( ). Voor de resterende zijn plannen in voorbereiding. In de financiële verantwoording wijkt de begroting wat betreft diversiteit met betrekking tot Schakelklassen voor vluchtelingen en nevenstroom (instroom anders dan vluchtelingen waarbij sprake is van een taalachterstand waardoor toelating in het regulier onderwijs niet gelijk mogelijk is) af van de begroting. Amersfoort verzorgt als centrumgemeente de schakelklassen voor de gehele regio. Daarvoor is jaarlijks een standaard bedrag opgenomen op de begroting. Dat bedrag is gebaseerd op de basisbekostiging terwijl de instroom in de schakelklassen groter kan zijn dan voorzien. Om die reden zijn de daadwerkelijke kosten in de periode soms hoger of lager dan begroot. In het jaar 2015 is sprake van een aanzienlijke toename van de kosten door de grotere toestroom van vluchtelingen. RISICOPARAGRAAF [info8] De informatiebrief bevat een inhoudelijke en financiële evaluatie en is gebaseerd op feitelijke informatie waar geen risico aan verbonden is. Als het gaat om de voortzetting van projecten en activiteiten zijn we grotendeels afhankelijke van de middelen die het rijk met ingang van 2017 beschikbaar stelt voor onderwijsachterstanden. Daar hebben we nog geen duidelijkheid over. Om die reden wachten we met het vaststellen van een meerjarenversie van het Uitvoeringsprogramma Jeugd en hebben dit alleen voor 2016 opgesteld. COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN [info9] In deze Raadsinformatiebrief wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de eindevaluatie van Operatie Amersfoort Jong II (OAJ II) en de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) over de periode Het grootste deel van de geformuleerde doelen zijn behaald. De betrokken partijen in het veld worden in de adviescommissiebijeenkomst Uitvoeringsprogramma Jeugd geïnformeerd over de evaluatie. Ook zullen zij in juni per een update ontvangen. Daarnaast hebben zij een brief ontvangen waarin zij over de inhoudelijke en financiële verantwoording zijn geïnformeerd. Daarbij is van alle partijen een formeel akkoord op de verantwoording gevraagd. VERVOLGSTAPPEN [info10] De opbrengst van de evaluatie is deels al verwerkt in het Uitvoeringsprogramma Jeugd In 2016 worden de projecten en activiteiten met de Adviesgroep Uitvoeringsprogramma Jeugd bekeken waarbij het vervolg na 2016 bepaald wordt. U wordt daar in het kader van het de toezeggingen rond het Uitvoeringsprogramma Jeugd verder over geïnformeerd.

50 raadsinformatiebrief pagina 8 Gemeente Amersfoort Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, de burgemeester, Bijlagen: 1) Programma Operatie Amersfoort Jong II ong_ pdf 2) Evaluatie 2012 en doelstellingen 2013 OAJ II l/docs/bis/college/besluiten/2013/week%2002/ %20vaststellen%20evaluati E%202012%20en%20AGENDA%202013%20OPERATIE%20AMERSFOORT%20JONG.p df 3) Evaluatie 2013 en doelstellingen 2014 OAJ II de_uitwerkingsagenda_2014_operatie_amersfoort_jong_ii inclusief_de_lokaal_educatieve _agenda.pdf 4) Evaluatie 2014 en doelstellingen 2015 OAJ II e_uitwerkingsagenda_2015_operatie_amersfoort_jong_ii.pdf

51 Bijlage bij RIB : Financiële verantwoording Lokale Educatieve Agenda (deelprogramma van Operatie Amersfoort Jong II) Kosten LEA Budget Project Begroting 2012 Realisatie 2012 Begroting 2013 Realisatie 2013 Begroting 2014 Realisatie 2014 Begroting 2015 Thema passende zorg voor elk kind Eén gezin, één plan Preventieve zorg Verbinden CJG en school Structureel budget Psycholoog Eduniek Realisatie 2015 Structureel budget Zorg in en om de school Thema optimale ontwikkelingskansen Schoolbibliotheken Gezonde scholen Talent voor zorg Laagdrempelige opvoedondersteuning Cultuureducatie TAALent Doorgaande ontwikkelingslijn VVE Aansluiting passend onderwijs en decentralisatie jeugdzorg BSO-extra ABC scholen po Coördinatie en uitvoering Combinatiefuncties* ABC in het vo VSV Bestrijding VSV Trajectbureau Pr en communicatie** Intergrip** Monitor VO-HBO** Pitstop Coaching Volwasseneneducatie Implementatiekosten Kennisbijeenkomsten en procesbegeleiding Diversiteit Schakelklassen Neveninstroom

52 Bijlage bij RIB : Financiële verantwoording Lokale Educatieve Agenda (deelprogramma van Operatie Amersfoort Jong II) Vluchtelingen Diversiteit budget Subsidieregeling Scholentochten** Uitvoeringskosten Algemeen Monitor en evaluatie**(*) Totaal kosten Dekking LEA Productonderdeel Onderwijsachterstanden Begroting 2012 Realisatie 2012 Begroting 2013 Realisatie 2013 Begroting 2014 Realisatie 2014 Begroting 2015 Specifieke doeluitkering onderwijsachterstanden (Rijksmiddelen) Algemene middelen onderwijsachterstanden**** (Gemeentelijke middelen) Decentralisatie-uitkering impuls brede school, sport en cultuur (Rijksmiddelen) Productonderdeel RMC middelen Specifieke doeluitkering RMC (Rijksmiddelen) Productonderdeel Volwasseneneducatie Specifieke doeluitkering participatiebudget Volwasseneneducatie (Rijksmiddelen)***** Productonderdeel sportstimulering Algemene middelen sport (Gemeentelijke middelen) Productonderdeel jongerenwerk Algemene middelen jongerenwerk (Gemeentelijke middelen) Productonderdeel kinderopvang Decentralisatie uitkering medische kinderopvang (Rijksmiddelen)****** Realisatie 2015 Totaal beschikbaar

53 Bijlage bij RIB : Financiële verantwoording Lokale Educatieve Agenda (deelprogramma van Operatie Amersfoort Jong II) Overzicht balanspost (vooruit ontvangen bedragen OAB) Stand per 1 januari Storting overschot/onttrekking tekort (totaal dekking -/- totaal kosten) Eindstand *Combinatiefuncties in 2015: 7,7 fte bij Welzin en 2,5 fte bij SidK: 10,2 fte * = Sport 11,4 fte (minus eigen bijdrage onderwijs) Budget voor SRO vanaf 2015 geboekt bij sport. ** Budget in herstelbegroting vanaf 2015 geheel of gedeeltelijk afgeraamd ( 2015/college?nrd=1) *** In deze kosten zijn ook programmakosten opgenomen vooraf niet voorzien waren. **** Dekking algemene middelen peuterspeelzaalwerk en onderwijsachterstanden zijn samengevoegd omdat de budgetten zijn samengegaan. ***** Deze middelen zijn overgegaan naar de Wet Participatiebudget. ****** De decentralisatie uitkering medische kinderopvang is opgegaan in de middelen voor jeugdzorg.

54 BIJLAGE 1: OPERATIE AMERSFOORT JONG II # VOORAF Bijgaand treft u de evaluatie aan van de resultaten van de Uitwerkingsagenda 2014 van Operatie Amersfoort Jong II. Bij de start van Amersfoort Jong kenden we vijf richtpunten. Het eerste richtpunt Eén gezin, één plan is in 2014 ondergebracht bij de transitie van de Jeugdzorg. Richtpunt 4 is in de loop van 2014 ondergebracht in de Lokaal Educatieve Agenda. Hieronder worden de resultaten 2014 geëvalueerd en de doelstellingen voor 2015 besproken. Een en ander is door de betrokken partners vastgesteld. Evaluatie uitwerkingsagenda 2014 Verbindingsvlak Jeugd en zorg & overige vlakken Richtpunt 1: Eén gezin, één plan Dit richtpunt is met ingang van 2014 ondergebracht bij de transitie van de Jeugdzorg. Evaluatie uitwerkingsagenda 2014 Verbindingsvlak Jeugd en zorg & jeugd en vrije tijd Richtpunt 2: zorgkinderen binnen de reguliere buitenschoolse opvang (BSO-extra) Eind 2015 heeft Amersfoort een bij de vraag passend aantal buitenschoolse opvangplaatsen beschikbaar om zorgkinderen adequaat op te vangen en verwijzen kinderopvangorganisaties die geen passende zorg kunnen bieden actief naar deze plaatsen. 1. Doelstelling 2014 Binnen 2014 werken we toe naar meer mogelijkheden van opvang en ondersteuning in reguliere setting binnen de wijk. 1. Aansluiting bij wijk/buurtteams zoals vormgegeven in de proeftuin Soesterkwartier en Vathorst Jong, Schothorst/ Zielhorst en Schuilenburg. 2. Vorm geven aan ouderbegeleiding (een gezin, een plan). Hoe ervaren ouders de geboden ondersteuning 3. Korte lijnen met het onderwijs : Passend Onderwijs benutten en samenwerking concretiseren 4. Coaching door jeugdzorg professional wordt breder ingezet in zowel bso (regulier en bso extra) en binnen het onderwijs op gespecialiseerde kind problematiek en groeps dynamiek. 5. Voorkomen escalatie binnen de reguliere BSO. 6. Inzicht krijgen in de financiële effecten door substitutie van dagbehandeling door zorg op maat binnen de reguliere BSO Trekker: de Youké Partners: SKA Partou Youké Trekker vanuit gemeente: José Smink 2. Te behalen resultaten Bso extra : Verbinding van de structuur onderwijs/jeugdzorg/opvang via de wijkteams (4) Voorwaarden formuleren. Zicht krijgen op mogelijkheden om onderwijs te betrekken. 2. Effecten van coaching on the job : hoe kan dit effectief ingezet worden via de wijkteams 3. Juiste hulp voor een kind binnen een gezin, een plan (niet meer gefragmenteerd aanbieden) 1

55 4. Welke vorm (duur/frequentie) van ondersteuning is nodig voor kinderen met zorg op een reguliere BSO 5. Wat zijn de kosten van plaatsingen? En wat levert het op? 6. Antwoord krijgen op de ontwikkelvragen zoals geformuleerd onder punt Evaluatie resultaten a. Aanpak/beschrijving/proces: De te behalen resultaten zijn vertaald in onderstaande ontwikkelvraagstukken. Ontwikkelvraagstukken 2014: Uitgangspunt is dat alle kinderen opvang geboden wordt binnen de reguliere BSO. In 2014 onderzoeken wij : hoe de bso extra verbinding krijgt met de wijkteams (4) (structuur onderwijs/jeugdzorg/opvang). Hoe kan met name coaching on the job effectief worden ingezet vanuit de wijkteams. Voorwaarden hiervoor formuleren. Met welke extra ondersteuning/begeleiding alle kinderen kunnen worden opgevangen binnen de reguliere bso of juist binnen bso extra. Welke hulp hebben bso-medewerkers hierbij nodig en wat zijn de kosten van ondersteuning. Welke hulp ouders daarbij wensen c.q. nodig hebben Zicht op doelgroep kinderen binnen bso extra, regulier en dagbehandeling Wat de werkelijke kosten van deze plaatsingen zijn Zicht krijgen op mogelijkheden om onderwijs te betrekken Wat zijn de financiële effecten (met behoud van kwaliteit) door substitutie van dagbehandeling door zorg op maat binnen de reguliere BSO. b. Resultaten Wat heeft bso extra opgeleverd? De bso extra blijkt een buitengewoon waardevolle werkwijze te zijn in de overgang naar de integratie van jeugdzorg in het reguliere circuit. Kinderen kunnen zich gemakkelijker handhaven in de groep als zij een gelegenheid hebben om zich indien nodig te onttrekken aan de dynamiek van de groep. Bovendien kan in die speciale setting de benodigde structuur worden aangebracht en kunnen kinderen in een voor hen veilige afbakening leren omgaan met die dynamiek van de reguliere groep. Voor ouders een verademing dat het opvangaanbod goed is toegesneden op de behoefte van hun kind. De rust/het geruste gevoel dat dit bij ouders oproept is waardevol en werkt positief en preventief: de verwachting is dat kinderen op de lange termijn niet doorstromen naar zwaardere zorg. Op de lange termijn is dit kosten besparend (onderbouwd door cijfers vanuit het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). Ad 1: Wijkteams, coaching en Ad 2: ondersteuning reguliere voorzieningen In 2014 is ingezet op toerusten van de gespecialiseerde medewerkers (bso extra medewerkers) door jeugdzorgcoaches (medewerkers van Youké) bij het omgaan met de complexe problematiek. Hierdoor voelen medewerkers zich sterker om te kunnen omgaan met de doelgroep. Deze professionaliseringslag heeft geleid tot het inzetten van de gespecialiseerde medewerkers in de gehele kinderopvang organisatie (verspreiden van expertise). De interne zorgstructuur wordt hiermee verstevigd. Voorwaarden voor coaching vanuit het wijkteam zijn tijd (beschikbaarheid) en financiële middelen. Ook is in 2014 ingezet op het toerusten van medewerkers in reguliere bso s. Er is in 2014 een certificeringstraject gestart op reguliere bso s van Partou en SKA. Hiermee wordt toegewerkt naar de situatie dat kinderen binnen hun eigen wijk kunnen worden opgevangen op reguliere voorzieningen. Medewerkers hebben kennis over de doelgroep nodig, methodieken om kinderen te begeleiden en begeleiding/coaching bij het voeren van gesprekken met ouders. De teams worden getraind op gespecialiseerde kind problematiek en groepsdynamiek en krijgen methodieken aangereikt waarmee zij kunnen werken (laatste kwartaal 2014). In 2015 zullen andere locaties volgen, met als doel professionalisering van de medewerkers op deze begeleidingsvragen van kinderen. Ad 3: Hulp ouders Ouders worden steeds vaker actief doorverwezen naar de wijkteams, zodat er bekendheid ontstaat tussen de medewerkers van de bso en de professional in de wijkteams; opdat zij elkaar makkelijk weten te vinden. Dit wordt in 2015 verder uitgebouwd. Ouders hebben vooral ondersteuning nodig bij het vinden van de juiste weg. Hierbij kunnen de reguliere voorzieningen een rol vervullen als actieve verwijzer en als ondersteuner van ouders 2

56 tijdens dit traject. Door het dagelijkse contactmoment ontstaat vaak een vertrouwensband waardoor kinderopvang medewerkers naast een ouder kunnen staan als steun (en doorverwijzer) bij hun vragen. Ouders hebben ook helderheid nodig over de financieringsmogelijkheden. Als zij niet werken hebben zij geen recht op kinderopvang toeslag. Dit bepaalt of een kind op een bso geplaatst kan worden. Financiering vanuit het wijkteam is hierin voorwaarde. Dit hangt af van de doelgroep ouders en kinderen. Het besef groeit dat denken vanuit het principe: Wat heeft dit kind nodig in deze situatie met deze mogelijkheden om zich heen helpt bij samenwerking tussen professionals. Niet denken vanuit organisaties. Ad. 4: Doelgroepen en kosten plaatsing. Kinderen met gedragsproblemen : opvang nodig omdat ouders werken. Extra ondersteuning binnen regulier groep gewenst (bso extra) Kinderen met een onveilige opgroei situatie: ouders hebben ondersteuning bij opvoedvaardigheden, kind ondersteuning in opgroeisituatie (op maat bij dit gezin en deze ouder, mogelijk bso) Kinderen met gedragsproblematiek: ondersteuning nodig in gezin voor ouder en kind en veilige plek voor kind om positieve ervaringen op te doen (op maat). Kosten van plaatsing hangt af van situatie ouders en doelgroep kind. Ad 6: Zicht krijgen op mogelijkheden om onderwijs te betrekken De lijn naar school verloopt nog niet overal even vanzelfsprekend voor ouders en scholen. Binnen de bso extra is de voorwaarde om gegevens uit te wisselen met school een voorwaarde voor plaatsing. Op reguliere voorzieningen wordt steeds vaker actief met school overlegd over wat een kind nodig heeft. Sinds de zorgplicht van scholen van september 2014 is de lijn met het Samenwerkingsverband Eem verstevigd. Kan verder worden uitgebouwd in Ad. 7: Financiële effecten (met behoud van kwaliteit) door substitutie van dagbehandeling door zorg op maat binnen de reguliere BSO. Wordt uitgewerkt in voorstel Youké binnen subsidie aanvraag Regio Eemland. c. Doelstellingen gerealiseerd? De doelstellingen voor 2014 zijn grotendeels behaald en/of nog in ontwikkeling. d. Consequenties voor de doelstellingen voor 2015 en verder. De doelstelling van 2015 blijven van kracht, waarbij verstevigen van de basisvoorzieningen van kracht blijft met de nodig ondersteuning van jeugdzorg/ wijkteams professionals. De samenwerking met het onderwijs wordt verder uitgewerkt. Uitwerkingsagenda Doelstelling Basis voorzieningen verstevigen: - reguliere bso medewerkers worden getraind in omgaan met kinderen met zorg - Youké ondersteunt hierbij (vanuit bso extra project) Brede zorgstructuur verstevigen en uitbreiden binnen de bso s - zorgen dat reguliere bso s klaar zijn om kinderen met zorg op te vangen - opgedane bso extra kennis en expertise verspreiden op reguliere bso s Inzet wijkteams uitbouwen -reguliere bso s vinden de weg naar de wijkteams en ontvangen de benodigde ondersteuning Samenwerking onderwijs verstevigen d.m.v. samenwerking met SWV De Eem verder vormgeven. 2. Te behalen resultaten Voorwaarden voor verstevigen basisvoorzieningen formuleren - zicht op met welke ondersteuning kunnen kinderen worden opgevangen op de reguliere bso: wat hebben ouders, kind en team hiervoor nodig. - coaching jeugdzorg wordt op meer bso s ingezet ( aantal bso s nu 4, uitbouwen naar minimaal 8). - gespreksvoering met ouders: zicht op wat medewerkers hierin nodig hebben. Structuur voor zorgstructuur binnen de bso verder vormgeven en verbeteren: 3

57 - minimaal 4 extra certificeringstrajecten voor reguliere bso s. - bso professionals krijgen coaching en zijn daarover tevreden. - bredere inzet van bso extra medewerkers voor reguliere bso s binnen de eigen kinderopvang organisatie (verspreiden expertise en kennis). - bestaande werkwijze van signaleren, doorverwijzen en ondersteunen kind en ouder aanpassen aan wijkteam structuur. - ervaringen bij zorg op maat trajecten binnen bso verzamelen. Contact momenten met wijkteams aantoonbaar vergroot, met als doel ondersteuning ouders en hun kind: - iedere bso heeft contact met het wijkteam in hun wijk. - bso medewerkers verwijzen ouders actief door naar de wijkteams, wijkteams herkennen dit - bij vragen rondom kinderen benaderen bso mw actief het wijkteam. - aantal contact momenten bijhouden en tevens reden en resultaat van contact. Afspraken maken om samenwerking met onderwijs te verbeteren: - contact momenten met scholen afspreken (start schooljaar en tussentijds). - Aanbod van SWV De Eem verspreiden (onder andere folder, uitnodigen op overlegvormen) - Inhoudelijke samenwerking op basis van casussen opbouwen. - Mogelijkheid om aan te sluiten bij leerteams onderzoeken. - Mmogelijkheden van gezamenlijk trainen van professionals onderzoeken (gespreksvoering met ouders bijvoorbeeld) 3. Aanpak In 2015 laten we de huidige structuur bestaan, maar werken we toe naar steeds meer zorg op maat binnen de reguliere bso setting (middels coaching on the job en ouder begeleiding), zodat ouders dichtbij hun woonomgeving de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben. We verstevigen de ondersteuning van een regulier bso team in het begeleiden van kinderen met zorg. Het denken vanuit wat heeft dit kind en deze nodig met deze situatie ontwikkelt zich verder(ism andere professionals). Het aanbod zal daarop worden afgestemd. Bovenstaande doelen worden verder uitgewerkt in de projectgroep bso extra. De samenwerking met het onderwijs (het samenwerkingsverband Eem) wordt verder uitgediept en er wordt afstemming gezocht. In de LEA wordt Preventieve Zorg meegenomen, hierin is ook de kinderopvang partner vertegenwoordigd. Door aan te haken bij de ontwikkelingen van het Passend Onderwijs in 2015 kan de doorgaande lijn en de ouder betrokkenheid vergroot worden. 4. Planning Bovenstaande punten worden in 2015 verder uitgewerkt in een jaarplan. 5 Financiën/wijze van bekostigen Kosten bso extra (mw en project) ,- Coaching in the job ,- Totaal subsidie aanvraag bso extra ,- 6. Randvoorwaarden en risico s 4

58 Evaluatie uitwerkingsagenda 2014 Richtpunt 3: Het bieden van een optimaal perspectief en Begeleiding naar naschools vrijetijdsaanbod voor met name kwetsbare jongeren (waaronder lvb jongeren). Eind 2015: is verkend of het mogelijk is om duurzame begeleiding van LVB-ers te realiseren is; is duidelijk of de duurzame begeleiding gerealiseerd kan worden in een beschikbaar en flexibel aanbod (maakt onderdeel uit van de decentralisatie van de jeugdzorg); zijn professionals in de eerste lijn in staat om kinderen met een LVB te herkennen, te signaleren en door te verwijzen; is inzicht in welke deskundigheidsbevordering bij professionals nodig is als het gaat om LVB problematiek. Trekker doelstelling 1: Samenwerkende partijen Partners: Welzin 1. Doelstelling Realisatie van het plan van aanpak voor de samenwerking tussen de partijen met een combinatie-functionaris welzijn, sport en cultuur: A. Het verder implementeren en onderhouden van de afgesproken werkwijze op het gebied van signaleren, analyseren, interveniëren en doorverwijzen. 2. De lopende pilot voor leer- en werktrajecten voor kwetsbare jongeren wordt voortgezet en voor de zomer 2014 worden de opbrengsten in beeld gebracht. Daarnaast is dit vraagstuk ook onderdeel van de generalistische wijkteams. Aansluiting wordt gerealiseerd. 2. Te behalen resultaten 1 In 2014 een gezamenlijk uitvoeringsplan / inhoudelijk prestatievoorstel te ontwikkelen voor de inzet in 2015 en per september 2014 aan te bieden aan de gemeente. 2 Voor de zomer 2014 wordt duidelijk of de pilot ook bijdraagt aan duurzame begeleiding en hoe dit plaatsvindt en wat de rol is die het jongerenwerk hierin kan vervullen. 3. Evaluatie resultaten a. Aanpak/beschrijving/proces Ad 1. De kernleden van de samenwerkingspartners hebben op basis van een gezamenlijk plan van aanpak gewerkt aan de doelen voor 2014 en de te behalen resultaten. Verder heeft met de gemeente overleg plaatsgevonden over de te maken afspraken in de prestatievoorstellen voor 2015 (zie resultaat 1). Ad 2: De pilot is verder uitgevoerd en gemonitord. Versa Welzijn SRO Amersfoort Scholen in de Kunst Trekker doelstelling 2: Versa Welzijn Betrokken vanuit gemeente: Hanny Michels b. Resultaten Doelstelling 1: Er is regelmatig overleg en goed overleg geweest tussen de kernleden van de samenwerkingspartners. De 4 partijen hebben gezamenlijk een uitvoeringsplan opgesteld dat steeds aangevuld zal worden en doorloopt in De afspraken in het kader van de prestaties 2015 zijn zichtbaar gemaakt in de betreffende prestatievoorstellen onder het kopje combinatiecoaches en met toevoeging van het gezamenlijke plan van aanpak en uitvoeringsplan. In 2014 is 2 x een bijeenkomst georganiseerd voor alle buurtsportcoaches, jongerencoaches en cultuurcoaches met een gezamenlijk programma. Van elkaar leren en onderhouden van de afgesproken werkwijze op het gebied van signaleren, analyseren, interveniëren en doorverwijzen is hier een vast onderdeel van. Het jongerenwerk heeft verbindingen met organisaties en (groepen) bewoners in de wijk en kan dat netwerk benutten om bijvoorbeeld in de wijk, samen met de jongere en zijn/haar sociale netwerk op zoek naar oefenplaatsen die dichtbij zijn. 5

59 Het jongerenwerk heeft een vaste plaats in de wijk Vathorst en kan daardoor op een outreachende manier jongeren in kwetsbare posities benaderen. Het jongerenwerk is in staat om kwetsbare jongeren, al dan niet met LVB problematiek op een laagdrempelige wijze een veilige plek te bieden waar ze competenties en vaardigheden kunnen oefenen waardoor ze meer zelfvertrouwen en zelfinzicht krijgen. In het eerste half jaar hebben 6 jongeren mee gedaan met de Training Life Skills als onderdeel van de pilot. Inmiddels zijn 3 trajecten afgerond en 3 trajecten lopen nu nog. Er zijn meer jongeren aangemeld, maar niet iedereen was hiervoor geschikt. Voor sommige jongere was dit een te zwaar middel en paste een vrijwilligersplaats beter bij het moment (zie hieronder/boven??). Het wijkteam heeft ook meegewerkt aan het maken van een wijkanalyse waar het jongerenwerk in december 2013 het initiatief voor heeft genomen. Er is een gezamenlijke bijeenkomst geweest tussen jongerenwerk, wijkteamleden en Welzin medewerkers met als doel kennis te maken. De evaluatie laat zien dat structurele inbedding gewenst is. Doelstelling 2: De pilot is duurzaam begeleid. Er is goed contact met het wijkteam opgebouwd; er is sprake van aansluiting. c. Doelstellingen gerealiseerd? De doelstellingen voor 2014 zijn grotendeels behaald en/of nog in ontwikkeling. d. Consequenties voor de doelstellingen voor 2014 en verder. Doelstelling 1: Het in 2015 aan te vullen uitvoeringsplan zal de basis vormen voor het op te stellen prestatievoorstel namens de 4 partijen voor Doelstelling 2: Deze doelstelling is afgerond en is onderdeel geworden van de structurele prestaties Versa Welzijn. Welzin zal de opbrengst van de pilot in Vathorst doorvertalen naar de wijken Schothorst / Zielhorst in Uitwerkingsagenda 2015 Doelstelling: In 2015 wordt uitvoering gegeven aan het Activiteitenplan 2015, Samenwerking Combinatiefunctionarissen status september Dit is een levend document waar gedurende 2015 de andere activiteiten worden toegevoegd die nu nog in ontwikkeling zijn of uitgevoerd worden. Vervolgens wordt in 2015 dit Activiteitenplan 2016 verder doorontwikkeld waarin gestreefd wordt naar een intensievere samenwerking tussen de vier partijen en op meerdere onderwerpen. In het plan wordt de relatie gelegd met de opgaven in het sociaal domein. De opdracht voor het uitvoeren van het activiteitenplannen wordt geregeld in de Prestatieovereenkomsten van de verschillende organisaties. 2. Te behalen resultaten Een gezamenlijk ondertekend concept Activiteitenplan 2016 per 1 september 2015 in te dienen bij de gemeente. 3. Aanpak De kernleden en de gemeente komen in 2015 minimaal 2 x bij elkaar om: De voortgang te bespreken: maart Het concept Activiteitenplan 2016 door te spreken en te beoordelen: sept. / okt Planning Zie hierboven. Door het jaar heen verscheidene activiteiten. 6

60 5. Financiën/wijze van bekostigen Valt binnen de huidige prestatieafspraken per instelling 6. Randvoorwaarden en risico s Evaluatie uitwerkingsagenda 2014 Verbindingsvlak Jeugd op school & Jeugd aan het werk Richtpunt 4: Beroepsvoorlichting voor jongeren binnen het voortgezet onderwijs, met name HAVO, om uitval te voorkomen. Dit richtpunt is in de loop van 2014 ondergebracht binnen de Lokale Educatieve Agenda en gecombineerd met Talent als basis voor school- en beroepskeuzes. Evaluatie uitwerkingsagenda 2014 Richtpunt 5: Bestrijding jeugdwerkloosheid en verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. 1 Eind : heeft de regio Utrecht-Oost minstens de 5 e positie (van de 30 regio s) met betrekking tot het lage werkloosheidspercentage onder jongeren weten te handhaven; Is de aansluiting tussen het praktijkonderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en de arbeidsmarkt verbeterd door invoering van de Werkschool-formule of een voor de regio op maat gesneden alternatief concept. 1.Doelstelling 2014 Trekker: Hoofdafdeling Sociale Zekerheid / Afdeling Onderwijs Gemeente Amersfoort Uitvoering van het Actieplan Jeugdwerkloosheid binnen de verschillende deelprogramma s: 1. Verbeteren van de infrastructuur rond de bestrijding van jeugdwerkloosheid 2. Trajecten voor jongeren die tussen wal en schip vallen 3. Extra plaatsingen van jongeren op leerwerkbanen en stages 4. Campagne JobToppers (werkenden en werkzoekende jongeren ontmoeten elkaar) Partners: Gemeenten Onderwijs S-BB Bedrijfsleven Werkgeversservicepunt 1 De ontwikkelingen op dit terrein zijn dermate geëvolueerd, dat de eerdere formulering van dit richtpunt (Aansluiting onderwijs bij de vraag van werkgevers, zowel kwalitatief als kwantitatief) niet langer passend is. 2 Deze doelstellingen moeten eveneens herijkt worden. Bezien wat hiervoor het juiste moment is. 7

61 2. Te behalen resultaten in 2014 Deelprogramma 1: Effect: een inzichtelijke sterke infrastructuur, duidelijke rolverdeling, heldere routes en voldoende capaciteit. Resultaat: doordat we alle ingeschreven jongeren, waaronder de 680 jongeren met een WW-uitkering, in beeld en waar mogelijk in traject hebben, realiseren we na twee jaar actieplan 30 % minder doorstroom van WW naar Wwb. Overall willen we gedurende de looptijd van het Actieplan een stabilisatie van de jeugdwerkloosheid in onze regio bereiken. Betrokken vanuit gemeente: Erik Bakker / Jolien Klaarenbeek Deelprogramma 2: Effect: Kwetsbare jongeren zonder opleiding of werk worden toegeleid naar een passende plaatsing in onderwijs en/of arbeidsmarkt. Resultaat: we willen in twee jaar 50 extra trajecten uitzetten via het arbeidstrainingscentrum ATC of SOVEE voor jongeren die anders tussen wal en schip belanden omdat ze niet de juiste indicatie of het juiste label hebben. Deelprogramma 3: Effect: jongeren hoeven geen opleiding te beëindigen vanwege het ontbreken van een leerbaan. Resultaat: er worden voor de hierboven genoemde jongeren binnen deze categorie 100 extra plaatsingen gerealiseerd op stages of leerbanen. Deelprogramma 4: Effect communicatiecampagne: bij werkzoekende jongeren worden hoop, energie en nieuwe perspectieven losgemaakt doordat we ze op een nieuwe manier (JobToppers) koppelen aan mensen met een baan. We brengen jongeren in de werkende wereld. Bij betrokken partijen ontstaat een sense of urgency en heeft de campagne een agendazettende werking 3. Evaluatie resultaten a. Aanpak/beschrijving/proces Zie Actieplan Jeugdwerkloosheid Actieplan Jeugdwerkloosheid Utrecht-Oost (Amersfoort) b. Resultaten + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest). In de periode voorafgaand (september 2013) aan het actieplan was het aantal ingeschreven nietwerkend werkzoekende jongeren bij het UWV in onze regio gestegen met 74%. Dat was aanleiding om als doelstelling op te nemen dat we de jeugdwerkloosheid in onze regio wilden stabiliseren. Ten opzichte van het cijfer van september 2013 is het aantal ingeschreven niet-werkend werkzoekende jongeren met 4% afgenomen (oktober 2014). Een indicatie dat de jeugdwerkloosheid ook in onze regio lijkt af te nemen. Ad deelprogramma 1. Versterken infrastructuur: Met name zichtbaar in het regionale Jongerenloket, bemenst met 4 consulenten die geworven zijn uit de doelgroep. Hier kan iedere werkzoekende jongeren uit de regio zich melden. Intensieve samenwerking met het regionale Werkgeversservicepunt en Leerwerkloket. Netwerk met uitvoerders van regiogemeenten, wijkteams en maatschappelijke instellingen (welzijn, schuldhulpverlening, RMC, ROC s, etc) opgezet. Resultaten: 850 intakegesprekken met jongeren, 100 jongeren doorgestroomd naar een betaalde baan (50 vanuit zoektermijn wwb, 50 vanuit de WW of niet-uitkeringsgerechtigd). Een van de taakstellingen was het terugbrengen van de doorstroom van jongeren uit de WW naar de Wwb met 30 %. Dit blijkt met de beschikbare gegevens niet exact vast te stellen. Uit de basiscijfers jeugd (UWV) van juni 2014 bleek dat het aantal WW uitkeringen 15% lager ligt dan vorig jaar rond dezelfde tijd en dat er 16% meer werkhervattingen waren. Daarnaast worden de WW jongeren vroegtijdig in beeld gebracht en wordt er actie ondernomen om ze uit te laten stromen. Dit blijft een doorlopende actie. 8

62 Ad deelprogramma 2. Ondersteunen jongeren tussen wal en schip Het Trajectbureau heeft in de periode 1 augustus 2013 tot 1 augustus 2014 in totaal 61 jongeren op maat begeleid onder de noemer van het Actieplan, jongeren tussen wal en schip. Op maat begeleiding wil zeggen: kortdurend als dat kan en intensief als dat nodig is. Het Trajectbureau heeft expertise op het terrein van opleidings-/beroepskeuzeproblematiek al dan niet in combinatie meervoudige problematiek. Resultaten Trajectbureau: 16 jongeren naar opleiding, 11 aan het werk, 18 nog in begeleiding, de rest is niet bereikbaar of zit in een ander traject. ATC heeft in die periode 52 jongeren in begeleiding, ook kortdurend als dat kan en intensief waar nodig. Maatwerk Resultaten ATC: 9 jongeren aan het werk, 8 toch naar een opleiding, 19 jongeren nog in begeleiding, de overige tijdelijk gestopt (bijv. ivm zwangerschap, detentie ) of helemaal gestopt (bijv. niet gemotiveerd en niet komen opdagen). Ad deelprogramma 3 Extra toeleiding naar leerbanen en stages Dit deelprogramma heeft twee sporen: 1. Jongeren in opleiding die een leerwerkbaan nodig hebben (BPV) om hun opleiding te kunnen afronden. Redelijk grote knelpunten in de sector Zorg en welzijn. In overige sectoren minder. In beeld is gebracht hoe groot de tekorten aan leerbanen Zorg en welzijn zijn per niveau en hierop wordt gerichte actie ingezet met alle betrokken partijen (ROC s, Kenniscentra). Resultaten: 146 jongeren gesproken Meer dan 130 jongeren klassikaal geadviseerd 20 leerwerkbanen gerealiseerd (BBL of BOL) Daarnaast: met inzet van ESF-J is voor 35 leerlingen een BBL-opleidingsplaats gefinancierd ter behoud van hun opleidingsplaats. 2. Werkzoekende jongeren die via een opleiding en leerwerkbaan de arbeidsmarkt op willen. Nog nauwelijks resultaten op dit terrein. In het algemeen mismatch tussen vraag werkgevers en mogelijkheden werkzoekende jongeren. Daarbij is er onduidelijkheid over de rol van de Kenniscentra die de opdracht hebben gekregen voor dit onderdeel van het deelprogramma. Op dit moment wordt onderzocht hoe dit project kan worden vlotgetrokken. Ad. Deelprogramma 4. Campagne JobToppers Veel positieve publiciteit en aandacht voor JobToppers en dus voor jeugdwerkloosheid. De lancering van JobToppers heeft in diverse lokale media veel aandacht gekregen. De spin-off van deze lancering was dat we door diverse partijen (o.a. ZZP Café, Walk & Talk) zijn uitgenodigd om te komen vertellen over JobToppers. Daarnaast natuurlijk veel exposure middels de campagne op bussen, abri s, advertenties in regionale dagbladen en Facebook en Twitter. De website is ruim 5000 keer bezocht (unieke bezoekers), 120 likes op Facebook en 125 followers op Twitter. Op dit moment hebben zich ongeveer 100 werkzoekenden ingeschreven op de website en ongeveer 60 werkenden. Gezien het feit dat er zich ongeveer 1200 jongeren bij het UWV hebben ingeschreven als werkzoekend is een aantal van 100 JobToppers lager dan verwacht. Daarnaast vinden er minder matches tussen werkenden en jongeren plaats dan verwacht. Gezien dit resultaat worden geen grote nieuwe investeringen gedaan in de campagne. De website blijft in de lucht. c. Doelstellingen gerealiseerd. De verschillende deelprogramma s van het actieplan, met uitzondering van deelprogramma 3, worden uitgevoerd zoals gepland. De aanvankelijk geplande aanpak binnen Deelprogramma 3 verloopt moeizaam en we zijn met betrokken partijen in gesprek over de vraag hoe we dit kunnen vlottrekken. Overigens zijn er wel ruim 60 extra leerbanen/stage gerealiseerd op andere manieren dan voorzien in 9

63 het deelprogramma. De taakstelling wordt dus mogelijk wel gehaald. Aanvullend op het Actieplan: Met VO en MBO wordt gewerkt aan het opvangen van de gevolgen van nieuwe wetgeving voor jongeren in kwetsbare posities. Met wethouders Werk en inkomen, Onderwijs en Economie wordt daarnaast gekeken of en welke extra inzet door de gemeente moet plaatsvinden voor wat betreft de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. Een analyse van de stand van zaken en knelpunten rond stages en leerbanen maakt daar onderdeel van uit. d. Consequenties voor de doelstellingen voor 2014 en verder. Doelstellingen blijven gehandhaafd, maar de route ernaar toe kan hier en daar aangepast worden. Uitwerkingsagenda Doelstelling Uitvoering Actieplan tot juli Daarna waar mogelijk verduurzaming van succesvolle elementen uit het Actieplan, waaronder het Jongerenloket en, naar verwachting, de ondersteuning van jongeren tussen wal en schip vanuit een sluitende aanpak. 2. Te behalen resultaten Zie Aanpak Zie Actieplan Jeugdwerkloosheid Actieplan Jeugdwerkloosheid Utrecht-Oost (Amersfoort) 4. Planning De uitvoering van het Actieplan loopt tot juli Financiën/wijze van bekostigen Voor het Actieplan is een budget beschikbaar van 1.5 miljoen euro. Daarvan is euro beschikbaar gesteld door het Rijk. Ongeveer euro wordt gefinancierd door de gemeente Amersfoort (participatiebudget) en euro door de andere regiogemeenten. De rest bestaat uit aangevraagde ESF financiering. 6. Randvoorwaarden en risico s Verduurzaming succesvolle elementen Actieplan na juli 2015 is afhankelijk van beschikbaarheid voldoende financiele middelen. Jeugdwerkloosheid ontwikkelt zich ten dele autonoom, afhankelijk van de economische ontwikkelingen. Het grote aantal betrokken partijen is een sterk punt bij de uitvoering, maar kan ook kwetsbaarheid opleveren. Regie is dan essentieel, maar complex. 10

64 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 LEA EVALUATIE DOELSTELLINGEN EN SAMENWERKING 2014 ( ) VOORAF De Lokale Educatieve Agenda (LEA) is uitgewerkt als onderdeel van Operatie Amersfoort Jong II (OAJ II) voor de vindplaats Jeugd op school en maakt deel uit van het gehele programma. Het ministerie van OCW heeft bepaald dat elke gemeente in het kader van de LEA ten minste eens per jaar een op overeenstemming gericht overleg (OOGO) dient te voeren met de bij het onderwijs betrokken partners over een vast aantal onderwerpen. Om welke onderwerpen het hierbij gaat en hoe dit in de gemeente Amersfoort geregeld is kunt u terug lezen in het programmaboekje van OAJ II. Deze evaluatie omvat de in het kader van de LEA vastgestelde doelen, in het programma aangeduid met ambitiedoelen. Het is dus geen evaluatie van het hele onderwijsbeleid. Voor de LEA zijn na een lang voorbereidingstraject in 2012 tien doelen geformuleerd, in 2013 is het aantal doelen terug gebracht naar 9. Bij de start was als eerste doel een gezin, een plan opgenomen. Eind 2012 is besloten dat dit doel inmiddels belegd was en een gezin, een plan als leidend principe gehanteerd kon worden. Per doel is aan de hand van een vast model een evaluatie geschreven. Voor deze evaluatie hebben de uitvoerende partijen en de betrokken beleidsadviseurs van de gemeente Amersfoort informatie aangedragen. Voor 2014 is het doel met betrekking tot VSV niet meer opgenomen als ambitiedoelstelling in de LEA maar voortgezet als regulier beleid. Dat geldt ook voor het laatste doel met betrekking tot diversiteit. In 2013 is de subsidieregeling diversiteit vastgesteld en de werkgroep ingericht, daarmee waren de oorspronkelijke doelen behaald. Als doel onder het thema optimale ontwikkelingskansen voor elk kind bij talentontwikkeling is een tweede doel toegevoegd: talent als basis voor school- en beroepskeuzes. Alle doelen voor 2014 zijn, met een evaluatie, opgenomen in het onderstaande format. Het brede werkveld wordt uitgenodigd voor een beleidsoverleg Jeugd & Onderwijs waarin de evaluatie vastgesteld wordt. Om dit proces goed te laten verlopen worden alle partijen in de gelegenheid gesteld vooraf vragen of opmerkingen aan te leveren, die worden verwerkt in de conceptevaluatie. Na bespreking en het akkoord van alle partijen in het bestuurlijk overleg wordt de evaluatie vastgesteld. RESULTATEN Op de volgende pagina s worden per doelstelling de resultaten besproken. De evaluatie is tijdens de laatste vergadering van de LEA agendacommissie besproken en voorbereid. Daarnaast is inhoudelijke achtergrondinformatie van de bij het thema betrokken beleidsadviseurs verwerkt. Het daadwerkelijk sturen op voortgang en resultaten door de betrokken partijen is een blijvend aandachtspunt. SAMENWERKING Partners in het werkveld rond jeugd weten elkaar steeds beter te vinden. Zoeken elkaar rond thema s op en werken samen bij het bereiken van doelen. De LEA agendacommissie verbindt partijen op doelstellingen binnen en buiten het onderwijsbeleid. Op het samenwerking tussen partijen gaan we, ook in het kader van de toekomst, het komend jaar meer aandacht vestigen. Onder andere door meer partijen bij de LEA agendacommissie te betrekken. 1 #

65 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 Thema Passende zorg voor elk kind Zorg in en om de school Doelstelling 1: Zorg in en om de school In 2012 wordt er op basis van observatie en diagnostiek gewerkt aan het tijdig signaleren van leer- en ontwikkelingsproblemen bij kinderen. Scholen zijn primair verantwoordelijk voor het inzetten van deze instrumenten als het gaat om zorg die van invloed is op het functioneren van het kind binnen de school. Naast de beschikbare rijksmiddelen kunnen zij hiervoor jaarlijks een subsidie bij de gemeente aanvragen. Het hiervoor bestemde budget zorg in en om de school wordt met ingang van 2013 fasegewijs afgebouwd naar 40% van in 2012 beschikbare bedrag, te beginnen met een afbouw van 20% in De middelen die vrij komen worden (deels) gebruikt om de zorg om de school, die niet direct gericht is op het leerproces maar wel op factoren die van invloed zijn op het leren, vorm en inhoud te geven. Deze vorm van zorg, gericht op het kind & gezin, wordt in samenhang en dicht bij de vindplaats school georganiseerd. In 2014 staan de volgende doelen centraal: Structurele samenwerking tussen wijkteams en onderwijs realiseren (vanuit het principe één gezin één plan één contactpersoon). Versterken van de positie en professionaliteit van leerkrachten en pedagogisch medewerkers opvang. Kennis- en informatie delen. 2.Te behalen resultaten Doelen voor 2014: 1. Structurele samenwerking tussen wijkteams en onderwijs realiseren (vanuit het principe één gezin één plan één contactpersoon) 2. Versterken van de positie en professionaliteit van leerkrachten en pedagogisch medewerkers opvang 3. Kennis- en informatie delen 3.Uitvoering door SWV De Eem Samenwerkende schoolbesturen: KPOA De Meerkring HAAL PCBO CJG afvaardiging Gemeente Amersfoort Projectleider wijkteam Amersfoort 4.Aanpak & planning Bij de start fungeerde de gemeente als voorzitter van de werkgroep waarin alle genoemde partners plus een afvaardiging van de kinderopvang vertegenwoordigd waren. De activiteiten waren gericht op de voortzetting van de inzet van middelen op onderwijsondersteuning in de ontwikkelwerkplaatsen Soesterkwartier en Vathorst tot 1 augustus Daarna is Passend Onderwijs formeel ingegaan en zijn de structurele kosten voor onderwijsondersteuning door SWV De Eem overgenomen. In januari 2014 is de trekkersrol voor de werkgroep overgedragen aan de directeur SWV de Eem. De samenstelling van de werkgroep is in goed onderling overleg aangepast, de kinderopvang is uit de werkgroep gestapt. 2 #

66 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 Er is een subsidieregeling ontwikkeld. De subsidieaanvragen worden beoordeeld op de volgende criteria: 1. Bijdragen aan een proces waarin sneller de juiste zorg voor de leerling beschikbaar komt; 2. De leerkracht wordt ontlast van secundaire taken en kan zich meer richten op de primaire onderwijstaak; 3. Zorg voor de leerlingen wordt goed ingebed in de nieuwe zorgstructuur van zowel SWV De Eem als van de wijkteams; 4. Levert een bijdrage aan vroeg signalering van behoeften aan specifieke ondersteuning, ook voorschools (< 4 jaar); 5. Versterken van positie en professionaliteit leerkrachten (onderwijs) en pedagogisch medewerkers (opvang/voorschoolse educatie). Daarbij gaat het om tijdig signaleren, arresteren (op de goede plek te bespreken) en weer los te laten zodat de juiste ondersteuner met hun expertise worden ingezet. 6. Plannen moeten aan minimaal 2 van de 5 criteria voldoen en niet strijdig zijn met een van de andere criteria. 5.Financiën Beschikbaar in Verleende subsidies voor vaststelling regeling Verleende subsidies o.b.v. vaststelling regeling Nog beschikbaar Behaalde resultaten (inclusief wat het resultaat negatief beïnvloed heeft) 1. Samenwerking en afstemming tussen jeugdzorg en onderwijs realiseren via de schakeling tussen een jeugdgeneralist en een onderwijsgeneralist. Waarbij de jeugdgeneralisten onderdeel uitmaakt van de generalistische (jeugd)wijkteams en de onderwijsgeneralist onderdeel uitmaakt van de interne zorgstructuur onderwijs. Concreet: - Soesterkwartier: samenwerking Jeugd & gezinsteam i.s.m. ontwikkelwerkplaats. Planning: doorlopend traject gestart in Kosten: extra inzet onderwijsondersteuning (naast inzet vanuit innovatiebudget passend onderwijs) - Vathorst: start van een nieuw generalistisch (jeugd)wijkteam en passend onderwijs Planning: start na de kerstvakantie in Kosten: inzet onderwijsondersteuner. 2. Er is een subsidie regeling opgesteld voor scholen voor activiteiten die bijdragen aan: a. Het verbeteren van het proces van beschikbaarstelling van de juiste ondersteuning aan leerlingen die dit nodig hebben (procesondersteuning); b. De professionalisering van leerkrachten en pedagogisch medewerkers ten aanzien van het signaleren en inzetten van extra ondersteuning aan leerlingen of kinderen die dit nodig hebben (professionalisering). Subsidie toekenningen: De gereformeerde scholen vormen een eigen wijk binnen De Eem. De begeleiding vindt plaats door het Zorgteam van Kompas. Dit project is gericht op het zo vroeg mogelijk interveniëren bij gedrag om escalaties te voorkomen, zodat de betreffende leerling(en) zo snel mogelijk geholpen wordt en handvatten krijgt voor een evenwichtige persoonsontwikkeling. De werkwijze past in de cyclus van reguliere ondersteuning waarbij een zo snel mogelijke opschaling plaatsvindt naar externe professionele ondersteuning wanneer de problematiek niet met interventies op school op te lossen is. In alle situaties dient er een goede inbedding te zijn in de totale opvoedingssituatie door ook de ouders in het plan te betrekken en waar nodig het wijkteam. Opstellen en uitvoeren van de eerste fase van een implementatieplan voor de uitwerkingen van het ondersteuningsplan van het SWV De Eem voor die onderdelen die plaatsvinden op het snijvlak van de samenwerking met jeugdzorg, met name gericht op het elkaar leren kennen, elkaars taal leren spreken en het delen van kennis en het versterken van de leerkracht in diens rol in passend onderwijs. Op alle Amersfoortse scholen wordt ingezet op gedragsproblematiek en het betrekken van ouders bij de processen. Doel: Door al op het niveau van de groepsdynamiek te interveniëren en ouders goed mee te nemen in dit proces kan veel zorg voorkomen worden. Om je als groepsleerkracht meer te kunnen focussen op de groepstaken is het van groot belang dat binnen alle Amersfoortse scholen het sociaal en pedagogisch klimaat op 3 #

67 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 orde is. Teamleden werken volgens een effectieve pedagogische aanpak om goed gedrag te bevorderen. Leerkrachten en pedagogisch medewerkers op de afdeling voor het Jonge Kind in het sbo op de Kingmaschool krijgen een opleiding rots en water, zodat zij zelf deze training met hun eigen groepen kunnen doen en niet steeds van buitenaf deze expertise hoeven in te kopen. De familieklas op het Spectrum. Een project gericht om het hele systeem (kind, ouders en leerkracht(en)) inzicht te geven in wanneer en waarom gedragsproblemen zich voordoen en hoe je ermee om kan gaan. Een nauwe samenwerking tussen ouders, school en waar nodig de wijk (het wijkteam). Een pilot in een aantal wijken om te kijken hoe scholen zich optimaal kunnen voorbereiden op hun taak als basisvoorziening in de wijk. Gericht op professionalisering van leerkrachten om hun repertoire te vergroten bij opvoedvraagstukken van ouders. In de verwachting dat dit in 2015 uitgezet gaat worden naar alle scholen in Amersfoort. 7. Doorkijk naar 2015 Verschillende projecten die in 2014 zijn opgestart zullen in 2015 met nieuwe subsidies worden voortgezet. Daarnaast kunnen nieuwe projecten worden opgestart binnen de kaders van de subsidieregeling. Nieuwe aanvragen worden in principe in december 2014 voor de eerste helft van 2015 en voor de zomervakantie voor de tweede helft van 2015 worden beoordeeld. De werkgroep wil in de voortgang van de totale LEA de verbinding zoeken met de andere werkgroepen. De werkgroep vindt het van belang dat we met elkaar gaan benoemen wat structureel zal moeten worden doorgezet in de toekomst. 4 #

68 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 Thema Optimale ontwikkelkansen voor elk kind Doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot eind beroepsopleiding Doelstelling 2: Warme overdracht voorschoolse voorzieningen- PO In 2015 vindt er voor elk kind waar zorg over is een warme overdracht plaats van alle vormen van dagbesteding (opvang, school en werk) met als doel het borgen van de juiste aanpak op basis van alle kennis over wat het kind nodig heeft om zich maximaal te kunnen ontwikkelen. Ouders hebben een essentiële rol bij de overdracht van deze informatie. Doelen voor 2014: 1. Bereik VE kinderen verder aanscherpen: (d.m.v. verbeteren overleg structuren met o.a. partners GGD en SOVEE, mogelijkheden van verwijsindex onderzoeken) 2. Observatie instrument (Kijk op ontwikkeling) evalueren 3. Warme overdracht met scholen evalueren: einde schooljaar 2013/2014 en verbetervoorstellen doen. Doelstelling 3: VVE Eind 2015 wordt de gehele VVE doelgroep bereikt op basis van een brede doelgroep definitie waarbij ook kinderen met een gedefinieerde ontwikkelingsachterstand worden betrokken. De VVE methodieken worden gebruikt in de voorschoolse en vroegschoolse periode waarbij actief wordt doorverwezen naar primair onderwijs met een aansluitend aanbod. Doelen voor 2014: uitwerking van een plan van aanpak voor warme overdracht; een registratiesysteem waardoor voor scholen ook duidelijk is welke kleuters een VE-indicatie hebben; Verbeteringen op basis van het rapport van de onderwijsinspectie. 2.Te behalen resultaten Zie doelen 1. Overlegstructuren met partners verstevigen (GGD, SVEE, mogelijkheden verwijs index onderzoeken 2. Kijk op ontwikkeling evalueren 3. Warme overdracht evalueren 3.Uitvoering door Werkgroep VVE werkt aan deze verbeteringen (kinderopvang VE aanbieders en primair onderwijs participeert). 4.Aanpak & planning Op lokaal niveau zijn afspraken vastgelegd in een VVE-convenant en zijn aanvullend subsidieafspraken gemaakt met de voorschoolse instellingen. In de werkgroep vindt afstemming plaats over deze afspraken voor de periode Financiën Alle kosten zijn opgenomen in de kindplaatsen VVE en verleend aan de verschillende uitvoerende organisaties: Partou SKA Bijdehandjes #

69 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 Totaal Behaalde resultaten (inclusief wat het resultaat negatief beïnvloed heeft) Ervaringen gedurende uitvoeringsjaar: Ad 1: GGD heeft onderzoek gedaan naar het bereik van het aantal VE kinderen. Er worden vanuit kinderopvang ook signalen gegeven naar de GGD als er zorgen zijn om kinderen, dit kan leiden tot een VE indicatie. Door contact met voorschoolse voorzieningen in alle wijken door consultatiebureaus is betere afstemming en overleg bereikt. Ook wordt via de verwijsindex signalen afgegeven wanneer er zorg is om kinderen. Betrekken wijkteams gebeurt steeds meer. Ad 2: Observatie instrument is sinds januari 2014 in gebruik. Evaluatie Kinderopvang partners Partou en SKA laat positieve ervaringen met het instrument. Bijde Handjes werkt met KIJK! Geeft goed zicht op ontwikkeling van een kind en mn de groei daarvan. Herkenbaar instrument voor onderwijs partners; kan nog verbeterd worden door herkenbaarheid in lay-out. Input van onderwijs partners is hierin nog wenselijk. Ad c: Warme overdracht gestart va januari Geëvalueerd bij KO partners. Kwaliteit van inhoudelijke overdracht is verbeterd. Geeft beeld van beter gewenning aan uitwisseling met ouders erbij. Loopt op veel scholen goed. Knelpunt : tijd is een belemmerende factor, inroosteren op vaste momenten; vastleggen in overlegstructuren helpt. Functionarissen wisselen (soms IBer, soms leerkracht). Er zit een stijgende lijn in: werkvelden kennen elkaar steeds beter en ervaren de meerwaarde. Verbeterpunt: inzichtelijk maken aan welke info onderwijs behoefte heeft en terugkoppeling naar KO (wisselwerking in de structuur).. Er is een concept handreiking voor de warme overdracht geschreven. Deze wordt in december in de VVE werkgroep besproken en na vaststelling uitgereikt aan alle deelnemers Waar professionals elkaar kennen loopt het al goed, verwachtingen en wensen tussen onderwijs en KO worden verbeterd door uitwisseling van de werkvelden. Dit gebeurt in najaar 2014 en loopt door in Verbetervoorstellen zijn geformuleerd. Belangrijk dat de werkvelden elkaar kennen (fysiek) en contact maken: conferentie VE draagt hieraan bij. Ook uitwisselingsdag tussen leerkrachten 1/2 en pedagogisch werkers KO. 7. Doorkijk naar 2015 Ahdv een KIJKwijzer kunnen professionals in elkaars keuken kijken Kennis uitwisselen over observatie systemen en gewenste ontwikkelingsinformatie Kennis van werkwijze rondom de warme overdracht (welke info kun je verwachten vanuit de voorscholen/peuterwerkplaatsen) Herkenbaarheid van de warme overdracht (bijvoorbeeld zelfde voorblad) Gesprekspunten lijstje opstellen voor tijdens de warme overdracht: wat willen we weten? Werkwijze rondom overdracht afstemmen: welke info krijgen ouders bij KO en waarop kunnen zij bevraagd worden op school. Rol en positie ouders benoemen. In 2015 wil de werkgroep onder aandacht besteden aan de evaluatie van het observatiesysteem, het onderzoeken of een warme overdracht ook voor niet VE kinderen kan worden ingevoerd en het versterken van de rol van ouders. 6 #

70 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 Doelstelling 3: VVE 2.Te behalen resultaten Doelen voor 2014: uitwerking van een plan van aanpak voor warme overdracht; een registratiesysteem waardoor voor scholen ook duidelijk is welke kleuters een VE-indicatie hebben; Een verbeterplan op basis van het rapport van de onderwijsinspectie. 3.Uitvoering door De werkgroep VVE: Organisaties die VE aanbieden GGD Gemeente Amersfoort Primair onderwijs 4.Aanpak & planning Op lokaal niveau zijn afspraken vastgelegd in een VVE-convenant en zijn aanvullend subsidieafspraken gemaakt met de voorschoolse instellingen. In de werkgroep vindt afstemming plaats over deze afspraken voor de periode Financiën Alle kosten zijn opgenomen in de kindplaatsen VVE en verleend aan de verschillende uitvoerende organisaties: Partou SKA Bijdehandjes Totaal Behaalde resultaten (inclusief wat het resultaat negatief beïnvloed heeft) Er is een concept handreiking voor de warme overdracht geschreven. Deze wordt in december in de VVE werkgroep besproken en na vaststelling uitgereikt aan alle deelnemers. Er is geen registratiesysteem gekozen maar dit resultaat is opgenomen in de 1 e doelstelling.. De warme overdracht omvat ook kindgegevens. Deze worden inzichtelijk gemaakt voor de onderwijspartners. Daarmee wordt in de behoefte voorzien. De gemeente heeft een analyse gemaakt van de opmerkingen en aanbevelingen uit het inspectierapport. De verbeterplannen van de instellingen worden voor 14 november aangeleverd bij de inspectie. Die verbeterpunten worden geïmplementeerd in 2014 en Doorkijk naar 2015 In 2015 wil de werkgroep aandacht besteden aan: De rol van ouders verder uitwerken : sluitende gespreksvoering KO en PO; Onderzoeken uitbreiden overdracht alle KO partners (die het KO convenant ondertekenen). 7 #

71 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 Thema Optimale ontwikkelkansen voor elk kind Doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot eind beroepsopleiding Doelstelling 4: Brede pedagogische visie in ABC-scholen In 2015 wordt in het kader van de ABC-scholen de Pedagogische Aanpak Amersfoort (PAA) door alle partners als uitgangspunt gehanteerd. 2.Te behalen resultaten Doelen voor 2014: In het eerste kwartaal van 2014 wordt, met draagvlak van alle partners, een plan van aanpak opgesteld voor de voortgang van de opbrengst van de Pedagogische Aanpak Amersfoort. 3.Uitvoering door ABC-partners 4.Aanpak & planning In de Stuurgroep Pedagogische Aanpak Amersfoort is in 2012 besloten om de PAA als pilot uit te zetten in de wijken Soesterkwartier, Vathorst-Laak en Schuilenburg In 2013 zijn deze pilots uitgevoerd en verantwoord aan de LEA agendacommissie en de Stuurgroep PAA In 2014 zou de PAA in drie nieuwe pilotwijken worden uitgezet Oorspronkelijke planning 2014: verdere implementatie PAA in drie nieuwe pilotwijken. 5.Financiën Implementatie PAA is integraal onderdeel van de financiering van St. ABC uit de LEA. Daarvoor is in de LEA begroting opgenomen. 6. Behaalde resultaten (inclusief wat het resultaat negatief beïnvloed heeft) In maart 2014 heeft Stichting ABC een aanpassing in de verdere uitrol van de PAA aan de Stuurgroep PAA voorgesteld; niet langer in (nieuwe) pilots, maar als integraal onderdeel van de doelstelling en werkwijze van alle ABC s in Amersfoort. De Stuurgroep PAA heeft dit voorstel overgenomen. De projectmanager van St. ABC is hiermee tevens projectleider van de PAA. De nieuwe focus van ABC is als volgt geformuleerd: ABC versterkt het pedagogisch netwerk rondom het opgroeiend kind van 0 12 jaar zodat de (cognitieve, sociale en emotionele) ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen wordt vergroot. ABC verbindt de drie domeinen waarin kinderen zich ontwikkelen: thuis/gezin, buurt/vrije tijd en kinderopvang/school. St. ABC heeft een schematisch overzicht opgesteld waarin de visie van ABC ( = versterking pedagogische omgeving van het kind) uitgewerkt is in 9 operationele thema s (zie de bijlage bij deze evaluatie: Visie en Programma s ABC en PAA samen verder in 2014). Ieder thema is voorzien van de nodige prestatie-indicatoren. De Stuurgroep PAA heeft ingestemd met de inhoud van dit schema. In de tweede helft van 2014 is dit schema Visie en Programma ABC en PAA door St. ABC definitief vastgesteld. Uitvoering vindt plaats in alle ABC s die naar mening van het bestuur van Stichting ABC functioneren op ambitieniveau 3, of in staat zijn om dit hoogste ambitieniveau binnen 1 jaar te realiseren. Naar aanleiding van de audit, die in de maanden juni en juli j.l. bij alle ABC s gehouden is, heeft het bestuur van St. ABC vastgesteld dat de ABC s van Kruiskamp/Koppel, Randenbroek, Schuilenburg (=Scala), Liendert, Rustenburg en 8 #

72 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 Soesterkwartier daadwerkelijk op het hoogste kwaliteitsniveau functioneren en dat de ABC s van Nieuwland, Vathorst-Laak en Vathorst-Bron voldoende potentie hebben om dit niveau binnen 1 jaar te realiseren. De overige ABC s (Vathorst-Brink, Kattenbroek, Zielhorst en Schothorst-Noord) kunnen in 2015 een beroep doen op het ABC-ontwikkelfonds om (deel-)financiering aan te vragen voor ABC-activiteiten en -projecten die passen binnen de nieuwe focus van ABC. In het najaar van 2014 heeft ABC een nieuw format voor het Jaarprogramma 2015 opgesteld, waarmee iedere ABC-stuurgroep de visie van ABC (zie derde bullet) de eigen analyse kan vertalen in een aantal praktische activiteiten c.q. projecten. Het bestuur van St. ABC was voornemens in het najaar van 2014 een besluit over de wijze waarop ABC het meest efficiënt en effectief uitvoering kan geven aan het versterken van het pedagogisch netwerk van het opgroeiend kind en positie kan innemen in de sociale basisinfrastructuur van de wijk. Eind 2014 is de stichting met een voorstel gekomen, dat een andere invulling van het ABC-concept behelst. Hierover vindt in januari 2015 bestuurlijk overleg plaats. 7. Doorkijk naar 2015 ABC s richten zich in hun activiteiten meer dan voorheen op het versterken van de opvoedende rol van ouders en verzorgers ABC s nemen een herkenbare positie in in de sociale infrastructuur van een wijk Stichting ABC zal zich minder als organisatie en meer als netwerk profileren 9 #

73 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 Thema Optimale ontwikkelkansen voor elk kind Doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot eind beroepsopleiding Doelstelling 5: Onderwijstijdverlenging In 2015 is het concept van onderwijstijdverlenging uitgebreid naar meerdere wijken en scholen waardoor voor een specifieke doelgroep kinderen de kans een succesvolle doorstroom van het PO naar het VO wordt gestimuleerd. Doelen in 2014: Continuering bestaande projecten Uitbreiding naar 3e project Tevredenheid betrokkenen meten De ontwikkelingskansen van kinderen die in potentie Mavo (VMBO-tl) of Havo zouden kunnen doen, vergroten door ze in de basisschoolperiode extra onderwijstijd aan te bieden. In deze extra tijd wordt aan de hand van de aanpak van de Utrechtse Brede School Academie gefocust op vaardigheden rond begrijpend lezen, woordenschat en het leren leren. 2.Te behalen resultaten Geselecteerde leerlingen zullen een groei in vaardigheidsscore laten zien op begrijpend lezen en zullen het verwachte uitstroomniveau bereiken danwel handhaven. Ouders en kinderen zijn tevreden. De aanpak is dermate succesvol dat deze overdraagbaar is naar andere scholen (uitbreiding met derde wijk) in Uitvoering door Basisscholen Albatros, Wiekslag, Kinderhof en Windroos (Liendert-Rustenburg), Caecilia, Spectrum en Prins Willem Alexander (Schuilenburg-Randenbroek. Eigen docenten van de scholen geven de extra onderwijstijd. In het schooljaar starten ook Taalentklassen in Schothorst en Soesterkwartier (betrokken scholen Wingerd, Weesboom, de Drieslag en de Magneet). 4.Aanpak & planning In 2013 zijn er in verschillende wijken en op meerdere scholen in Amersfoort Taalentklassen gestart. Deze Taalentklassen zijn een nieuwe vorm van onderwijstijdverlenging, die voortbouwt op eerdere ervaringen met de landelijke pilot Onderwijstijdverlenging van het Ministerie van OC&W en van de Profijtklassen van Forum. De Taalentklassen zijn nieuw omdat de opzet en inhoud ervan is afgeleid van de succesvolle Brede School Academie (BSA) in Utrecht. Alle docenten zijn/worden getraind door Sardes, dat ook de BSA mede-ontworpen heeft. Motivatie is een cruciale factor. Kinderen en ouders moeten zich gemotiveerd tonen. Kinderen solliciteren voor een plek. De motivatie van ouders en de afspraken met school zijn vooraf vastgelegd in een contract. Een van de afspraken is dat ouders en kinderen thuis doorpraten over de lessen in de Taalentklas. De groepen bestaan uit max. 15 kinderen en worden begeleid door een eigen, vaste leerkracht. Kinderen krijgen een keer per week 1,5 uur extra les in begrijpend lezen, studievaardigheden, technisch lezen en woordenschat. Zij leren werken vanuit een onderzoekende houding. Dit doen wij ca. 40 weken per jaar. 5.Financiën Voor 2014 is hiervoor uit de LEA middelen beschikbaar gesteld. 10 #

74 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER Behaalde resultaten (inclusief wat het resultaat negatief beïnvloed heeft) Het aantal groepen dat in het schooljaar verlengde lestijd is aangeboden bedraagt één minder dan in de subsidieaanvraag (nl. zes i.p.v. zeven). Dit komt doordat t Spectrum en de Albatros niet voldoende doelgroep leerlingen hadden voor de beoogde twee groepen. Taalentklas Aantal leerlingen gestart Aantal leerlingen geëindigd Uitstroom en doorstroom Caeciliaschool (7x gr.8) 5x VMBO-t 1x HAVO 1x VMBO-k Prins Willem Alexanderschool (7x gr.8) 6x VMBO-t 1x VMBO-b t Spectrum/Albatros (9x gr.8) 7x VMBO-t 2x HAVO Windroos/Wiekslag 9 8 (5x gr.8) 5x VMBO-t Windroos/Kinderhof (3x gr. 8) 3x VMBO-t Farel Doorstroom op minimaal VMBO-t De 42 leerlingen van groep 8 en de brugklas stromen op één na allemaal door naar het beoogde niveau van voortgezet onderwijs. Er zijn 32 leerlingen die deelnamen aan de Taalentklas in groep 7 en voor hen hebben we gekeken naar de resultaten op begrijpend lezen en woordenschat. Begrijpend lezen M6 M7 Vaardigheidsscore Niveau Hoger Gelijk 0 10 Lager 0 9 We zien dat alle leerlingen vaardiger zijn in begrijpend lezen, 72% scoort op hetzelfde of hoger niveau. Woordenschat E6 M7 Vaardigheidsscore Niveau Hoger Gelijk 1 11 Lager 1 3 Van 8 leerlingen hebben we toetsgegevens van één toetsmoment, waardoor we voor hen niets kunnen zeggen over ontwikkeling. Voor de andere kinderen geldt dat de overgrote meerderheid in vaardigheid is gestegen, iets dat we na een half jaar onderwijs én aanvullende talentklas ook wel mogen verwachten. Bij die stijging in vaardigheidsscore heeft 88% van de leerlingen een gelijk of hoger niveau gehaald. Aangezien de vooruitgang is afgemeten aan toetsen die in januari zijn afgenomen is het lastig om stevige uitspraken te doen over het effect van de Taalentklas. Voor de tijd van enkele maanden Taalentklas die de leerlingen er bij toetsafname op hadden zitten, lijkt het echter een positief effect te hebben. De leerlingen uit groep 7 zullen volgend schooljaar nog een jaar profiteren van de aanpak die voor hun medeleerlingen uit groep 8 in het eerste jaar al tot succesvolle uit- en doorstroom heeft geleid in Amersfoort. We verwachten er om die reden veel van. Voortgezet onderwijs Ondanks de behaalde successen heeft het Farel College besloten om na dit schooljaar te stoppen met het aanbieden van de Taalentklas. Reden hiervoor zijn dat met de invoering van het concept van de Taalentklas, gestoeld op het BSA model uit Utrecht, doelgroep en aanpak niet meer overeenkomen met wat het Farel voor ogen had met onderwijstijdverlenging. Ook geven zij aan dat de subsidie voor personeelskosten niet kostendekkend is, iets wat in 11 #

75 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 het primair onderwijs deels herkend wordt. Een stevige inbedding in de reguliere scholen is een voorwaarde om het project te laten slagen. Daarom wordt gewerkt met eigen leerkrachten, zijn de intern begeleiders nadrukkelijk betrokken (en hiervoor gefaciliteerd). Na een eerste jaar staat de aanpak nog niet volledig. Borging is nu nodig. We hebben dit jaar gemerkt dat in het ontwerp van het project nog kinderziektes zaten (met name in de aansturing). Niet alle docenten hebben de scholing volledig gevolgd. De selectie van leerlingen is op een school niet goed verlopen, dit wordt rechtgetrokken in het nieuwe jaar. In hebben de bestaande groepen een goede start gemaakt, de nieuwe groepen zijn (nov 14) net gestart. De scholing is gesplitst in borging voor de ervaren docenten en training van de nieuwe docenten, inclusief de stuurgroepleden die de docenten aansturen. 7. Doorkijk naar 2015 De stuurgroep richt zich in 2015 op uitbreiding en borging van het project. 12 #

76 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 Thema Optimale ontwikkelkansen voor elk kind Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg Doelstelling 6: Aansluiting passend onderwijs transitie jeugdzorg In 2015 is Passend Onderwijs ingevoerd en heeft elk kind er recht op onderwijs te volgen dat bij hem/haar past, waar nodig gebruik makend van onderwijs- en/of zorgarrangementen. Daarnaast is de decentralisatie van de jeugdzorg deels een feit. De realisatie van deze stelselwijzigingen wordt afgestemd. Doelen voor 2014: In het eerste kwartaal van 2014 wordt met de partners een plan van aanpak ontwikkeld voor de afstemming van de beide transities waarbij taken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd. 2.Te behalen resultaten In het eerste kwartaal van 2014 wordt met de partners een plan van aanpak ontwikkeld voor de afstemming van de beide transities waarbij taken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd. 3.Uitvoering door Samenwerkingsverbanden (SWV De Eem, Berséba, SWV Eemland en het Reformatorisch samenwerkingsverband VO) Gemeenten regio Eemland (Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Leusden, Soest en Woudenberg) 4.Aanpak & planning In 2014 is het OOGO passend onderwijs / jeugd gestart. We hebben hiervoor een overeenkomst + procedure vastgesteld in jan en bijgesteld in september Er is een ontwikkelagenda passend onderwijs vastgesteld. De ontwikkelagenda wordt nader uitgewerkt en er moeten prioriteiten worden vastgesteld. (OOGO nov 2014) Urgent is de afstemming wijkteams op het VO. De pilot ZAT naar voren valt hieronder. Er wordt een proces / communicatieplan opgesteld aan de hand van de uitwerking vd ontwikkelagenda. In november is een OOGO Passend Onderwijs gehouden. In dit overleg zijn de prioriteiten voor 2015 vastgesteld en is bepaald hoe de aansluiting van de wijkteams op het onderwijs geregeld gaat worden. Ook is er dan meer duidelijkheid over de arrangementen die de gemeente binnen de jeugdzorg al per 1 januari 2015 moet uitvoeren. 5.Financiën N.v.t. (voor 2014 is geen bedrag in de begroting opgenomen). 6. Behaalde resultaten (inclusief wat het resultaat negatief beïnvloed heeft) In januari 2014 is gezamenlijk in de regio Eemland en de vier SWV een ontwikkelagenda vastgesteld met daarin alle thema s die raken aan passend onderwijs. Dit is breder dan alleen de jeugdzorg. 13 #

77 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 In januari 2014 is OOGO gevoerd over de ondersteuningsplannen van de SWV. In juni is een informeel OOGO geweest waarin de gemeenten het regionale beleidskader jeugd hebben gepresenteerd. In september 2014 is OOGO gevoerd over de concept beleidsplannen jeugd van de gemeenten. De afstemming over de beleidsregels, de beoordeling van toekenning van individuele voorzieningen en de wijze waarop de wijkteams aansluiten op het VO is in het najaar uitgewerkt. De wijze waarop dit formele traject en de uitvoering van de ontwikkelagenda past in de LEA structuur moet nog worden uitgewerkt. De gemeenten in de regio Eemland spreken in het formele OOGO met de SWV. Deze werkwijze en overlegvorm is nieuw en moet nog ingebed worden. De wijze waarop de schoolbesturen, directeuren en andere instanties verbonden aan het onderwijs geïnformeerd worden is nog niet helder. Ook zijn er nog geen afspraken gemaakt tussen de gemeenten hoe het OOGO zich verhoud tot de LEA in de regiogemeenten. De wijze waarop we als gemeenten en onderwijs samenwerken en uitvoering geven aan de wet passend onderwijs en de jeugdwet is nieuw. De samenstelling van het overleg als ook de thema s die besproken worden overlappen deels andere bestaande overlegstructuren. Hiermee is het complex om een goede invulling te geven aan de ontwikkelpunten en tevens recht te doen aan wat er al is. Dit alles kost tijd en zet de uitvoering hiermee onder druk. 7. Doorkijk naar 2015 In 2015 staat de ontwikkelagenda voor het OOGO centraal. Per thema wordt bepaald of de uitwerking regionaal of lokaal moet gebeuren en op welke wijze de processen daarbij aangestuurd en gemonitord moeten worden. 14 #

78 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 Thema Optimale ontwikkelkansen voor elk kind Talentontwikkeling Doelstelling 7: A. Cultuureducatie: In 2014 krijgt elk kind/jongere (2-18 jaar) in Amersfoort de kans om talenten te ontwikkelen. Amersfoort kent een breed en rijk aanbod aan binnen- en buitenschoolse voorzieningen voor dit doel. Om dit te realiseren wordt door de LEA partners nauw samengewerkt. Doelen voor 2014: Talent in beeld: partners ontwikkelen een website die een overzicht geeft welke mogelijkheden er zijn voor het ontwikkelen van talent op het gebied van sport, cultuur, wetenschap en techniek. De site is bedoeld voor kinderen/jongeren en hun opvoeders in de regio Eemland; De ontdekkingstocht: partners ontwikkelen een samenhangend en stad breed programma voor vroeg- en voorschoolse educatie voor kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Kinderen ontdekken spelenderwijs hun mogelijkheden; Talent piramide: partners ontwikkelen doorgaande ontwikkel- en leerlijnen cultuureducatie in het VVE, primair - en voortgezet onderwijs en in het MBO. De route loopt langs kennismaken, oriënteren, verdiepen en excelleren. 2.Te behalen resultaten Een plan van aanpak per doelstelling; deelname van basisscholen aan programma cultuureducatie met kwaliteit (doorgaande leerlijnen, deskundigheidsbevordering leerkrachten, samenwerking onderwijs met culturele aanbieders); talentontwikkeling definiëren en voor het voetlicht van het onderwijs brengen. 3.Uitvoering door Scholen in de Kunst, relevante onderwijspartners, SKA, Welzin, SRO 4.Aanpak & planning Projectplan en plan van aanpak schrijven in overleg met vertegenwoordiging PO en VO, SKA, Welzin en SRO (hele jaar); Programma uitvoering CmK (hele jaar). 5.Financiën Vanuit de LEA , - als bijdrage aan het programma cultuureducatie met kwaliteit. 6. Behaalde resultaten (inclusief wat het resultaat negatief beïnvloed heeft) De doelen voor 2014 bleken naast alle tijd en aandacht die de transities in het sociaal domein vroegen te ambitieus te zijn. In het proces van gezamenlijk verkennen en oriënteren zijn wel resultaten behaald maar concrete resultaten die we aanvankelijk benoemd hadden, een plan van aanpak per doelstelling, hebben we niet kunnen realiseren. Aan het programma cultuureducatie met kwaliteit namen 4100 basisschool leerlingen deel. Dit is een stijging van 10% t.o.v Netwerkbijeenkomsten met als doel: - delen van kennis en ervaring 15 #

79 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER ontmoeten en verbinden van onderwijs en culturele partners - actuele thema s voor het voetlicht brengen (bv. talentontwikkeling, 21st century skills, leerplankader, creativiteitsontwikkeling, taal & kunst, vakoverstijgend werken) - ervaring opdoen in de cultuurdisciplines Aanwezig waren: leerkrachten, docenten, directies en besturen van primair en voortgezet onderwijs, CKV docenten VO, intern cultuurcoördinatoren PO (ICC), culturele organisaties, kunstvakdocenten en zelfstandig werkende kunstenaars, gemeente. werkbezoek van OC&W aan Amersfoort met als doel om de stand van zaken te onderzoeken van het vak CKV en van de culturele carrière van leerlingen. Voor kunstvakdocenten, docenten ckv en cultuur coördinatoren voortgezet onderwijs Amersfoort. 7. Doorkijk naar 2015 In 2015 inzetten op inhoudelijke kwaliteitsverbetering van cultuureducatie voor de doelgroep 2 18 jaar, van VVE tot en met eindexamen middelbare school. Via de Talent piramide doorgaande leerlijnen (ontwikkellijnen) ontwikkelen in VVE, primair- en middelbaar(beroeps)onderwijs. Het gaat zowel om samenhangend programmeren van activiteiten als inhoudelijke programmalijnen. Hierin is het gebruik van bestaande lesmethoden en het ontwikkelen van nieuw lesmateriaal vanuit het SLO leerplankader een aandachtspunt. Daarnaast inzetten op deskundigheidsbevordering van leerkrachten in het primair onderwijs. Dit doen we o.a. door samen te werken met de Kennisacademies van de schoolbesturen, coaching on the job en samenwerking met kunstvakdocenten in het MBO/VO. Het zelfstandig kunnen gebruiken van lesmethoden hoort hier ook bij. Doelstelling 7: B. Talent als basis voor school- en beroepskeuzes In 2015 worden de talenten van leerlingen benut bij het maken van keuzes voor onderwijs en beroep. Voor leerlingen is het van belang op basis van talenten keuzes te maken in onderwijsvorm, schoolkeuze en beroepskeuze. Dit vergroot de kans op een succesvolle en prettige schoolperiode en een passend toekomstperspectief. Doelen in 2014: In de eerste twee kwartalen van 2014 wordt een plan van aanpak ontwikkeld waarin vastgelegd wordt welke eerste stappen in 2014 door de direct betrokken partners genomen worden. Ook wordt de werkwijze om de doelen te realiseren bepaald en een trekker aangewezen. 2.Te behalen resultaten Een voorstel voor een instrument of werkwijze om de studieloopbaan van HAVO-leerlingen tot en met het eerste leerjaar HBO te volgen. Een voorstel voor een wijze waarop hiermee in een pilot ervaringen kunnen worden opgedaan. 3.Uitvoering door Het VO (Onderwijsgroep Amersfoort) als projectleider Gemeente Amersfoort 4.Aanpak & planning Op basis van de uitkomsten van een onderzoek van ResearchNed voor de VO-Raad naar LOB en studiesucces is een eerste aanzet gemaakt voor een instrument/werkwijze waarmee leerlingen goed/beter zicht krijgen op hun talenten. Vanwege significante overlap van dit project met het OAJ-project Beroepsvoorlichting voor jongeren in het VO, met name Havo, om uitval te voorkomen, is in juli door de projectleiding van beide projecten besloten om deze 16 #

80 BIJLAGE 2A. LEA EVALUATIE 2014 BESTUURLIJK OVERLEG JEUGD & ONDERWIJS 15 DECEMBER 2014 samen te voegen tot één project. 5.Financiën N.v.t. 6. Behaalde resultaten (inclusief wat het resultaat negatief beïnvloed heeft) Zie onderstaande tekst. 7. Doorkijk naar 2015 In 2014 is besloten dit project samen te voegen met richtpunt 4 uit Operatie Amersfoort Jong II: beroepsvoorlichting voor jongeren binnen het voorgezet onderwijs, met name Havo, om uitval te voorkomen. Daarbij is dit onderdeel gericht op het activeren en zo mogelijk uitbreiden van de betrokkenheid van de hoge scholen, met name de HU en Windesheim; het zoeken naar mogelijkheden om de belemmerende werking van het privacy protocol in het HBO voor het verkrijgen van informatie van studenten weg te nemen; en het op termijn uitbreiden van de huidige pilot van vier scholen naar zo mogelijk alle scholen met een afdeling HAVO in Amersfoort. Het voorstel is om het project als geheel in 2015 onder te brengen bij de LEA. 17 #

81 1 Bijlage 2B: LEA UITVOERINGSAGENDA 2015 (# ) Jeugd op school: LEA doelstellingen 2015 Passende zorg voor elk kind Zorg in en om de school 1. Zorg in en om de school In het onderwijs wordt er op basis van observatie en diagnostiek gewerkt aan het tijdig signaleren van leer- en ontwikkelingsproblemen bij kinderen. Scholen zijn primair verantwoordelijk voor het inzetten van deze instrumenten als het gaat om zorg die van invloed is op het functioneren van het kind binnen de school. Naast de beschikbare rijksmiddelen kunnen zij hiervoor jaarlijks een subsidie bij de gemeente aanvragen. Het hiervoor bestemde budget zorg in en om de school wordt met ingang van 2013 fasegewijs afgebouwd naar 40% van in 2012 beschikbare bedrag, te beginnen met een afbouw van 20% in De middelen die vrij komen worden (deels) gebruikt om de zorg om de school, die niet direct gericht is op het leerproces maar wel op factoren die van invloed zijn op het leren, vorm en inhoud te geven. Deze vorm van zorg, gericht op het kind & gezin, wordt in samenhang en dicht bij de vindplaats school georganiseerd. Trekker: Brigitta Gadella directeur samenwerkingsverband De Eem PO Partners: Samenwerkende schoolbesturen Afvaardiging Jeugdhulp Gemeente Christa Hoogenveen Doelen voor 2015: Het beoordelen van en adviseren over subsidieaanvragen gericht op het verbinden van onderwijs en jeugdzorg op grond van de subsidieregeling zorg in en rondom de school primair onderwijs. Het college kan een incidentele subsidie verlenen voor activiteiten die bijdragen aan het realiseren van samenwerking tussen scholen voor primair onderwijs, wijkteams en jeugdhulpaanbieders in het kader van de Wet passend onderwijs en de Jeugdwet. Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die bijdragen aan: a. Het verbeteren van het proces van beschikbaarstelling van de juiste ondersteuning aan leerlingen die dit nodig hebben (procesondersteuning); b. De professionalisering van leerkrachten en pedagogisch medewerkers ten aanzien van het signaleren en inzetten van extra ondersteuning aan leerlingen of kinderen die dit nodig hebben (professionalisering). Voorwaarden zijn: structurele samenwerking tussen sociale teams en onderwijs realiseren (vanuit het principe één gezin één plan één contactpersoon); versterken van de positie en professionaliteit van leerkrachten en pedagogisch medewerkers opvang; kennis- en informatie delen. Optimale ontwikkelingskansen voor elk kind Doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot eind beroepsopleiding 2. Warme overdracht voorschoolse voorzieningen- PO en VVE In 2015 vindt er voor elk kind waar zorg over is een warme overdracht plaats van alle vormen van dagbesteding (opvang, school en werk) met als doel het borgen van de juiste aanpak op basis van alle kennis over wat het kind nodig heeft om zich maximaal te kunnen ontwikkelen. Ouders hebben een essentiële rol bij de overdracht van deze informatie. Eind 2015 wordt de gehele VVE doelgroep bereikt op basis van een Uitvoeringsagenda LEA 2015 Trekker: kinderopvang in kader van VVE werkgroep Joke Spruit (SKA) Partners: Primair onderwijs Kinderopvang CED Groep

82 2 Bijlage 2B: LEA UITVOERINGSAGENDA 2015 (# ) brede doelgroep definitie waarbij ook kinderen met een gedefinieerde ontwikkelingsachterstand worden betrokken. De VVE methodieken worden gebruikt in de voorschoolse en vroegschoolse periode waarbij actief wordt doorverwezen naar primair onderwijs met een aansluitend aanbod. Doelen voor 2015: a. verbeteringen n.a.v. evaluatie observatie systeem en warme overdracht doorvoeren; b. onderzoeken of warme overdracht voor niet VE kinderen kan worden opgepakt; c. rol van ouders verder uitwerken : sluitende gespreksvoering KO en PO; d. versterken werkvelden KO en PO. Verbetervoorstellen worden uitgevoerd (uitwisseling leerkrachten gr 1-2 en pw-ers, conferentie VE (februari 2015). VVE Doelstelling 2 en 3 overlappen elkaar voor een groot deel. De doelen voor 2015 overlappen geheel. Om die reden zijn deze doelen voor 2015 samengevoegd. VSV Het programma voor voortijdig schoolverlaten is vastgelegd in een convenant, is verankerd in regulier beleid. VSV wordt met ingang van 2014 niet mee als ambitiedoel voor de LEA gehanteerd. 3. Brede pedagogische visie in ABC-scholen In 2015 wordt in het kader van de ABC-scholen de Pedagogische Aanpak Amersfoort (PAA) door alle partners als uitgangspunt gehanteerd. De ABC-scholen nemen dit jaar het voortouw bij de realisatie van de Pedagogische Aanpak Amersfoort (PAA). Doelen voor 2015: a. Kinderen volgen een doorgaande ontwikkelingslijn b. Kinderen hebben speel- en ontwikkelingsmogelijkheden in hun woon- en leefomgeving en doen daarmee sociale competenties op c. Kinderen ontwikkelen zich tot gezonde, zelfstandige en zelfredzame burgers d. Ouders (of opvoeders) zijn betrokken, stimulerend en voldoende toegerust op hun opvoedingstaken e. Kinderen en ouders (of opvoeders) moet opvoed- en opgroeiproblemen worden ondersteund door een stevige pedagogische infrastructuur Contactpersoon gemeente: Fatima Talhaoui (voorlopig vervangen door Marcel Schuurmans)/Nynke Koenen SAMENGEVOEGD MET DOELSTELLING 2 VERVALT ALS AMBITIEDOEL Trekker: Ad de Graaf projectmanager, Stichting ABC Partners: ABC partners Contactpersoon gemeente: Sonja Strijk N.B. Mogelijk dat het bestuurlijk overleg (zie evaluatie punt 3) gevolgen heeft voor de doelen voor Onderwijstijdverlenging In 2015 is het concept van onderwijstijdverlenging uitgebreid naar meerdere wijken en scholen waardoor voor een specifieke doelgroep kinderen de kans een succesvolle doorstroom van het PO naar het VO wordt gestimuleerd. Doelen in 2015: a. Uitbreiden naar twee nieuwe wijken b. Borgen en optimaliseren van het ontwikkelde Amersfoorste BSAmodel in de startwijken. Uitvoeringsagenda LEA 2015 Trekker: primair onderwijs PCBO Dilian Hos Partners: PO VO Contactpersoon gemeente: Fatima Talhaoui (voorlopig vervangen door Marcel

83 3 Bijlage 2B: LEA UITVOERINGSAGENDA 2015 (# ) c. Samen met het VO onderzoeken hoe we met deze aanpak leerlingen in het VO kunnen blijven ondersteunen. Passend onderwijs breed 5. Aansluiting passend onderwijs transitie jeugdzorg In 2015 is Passend Onderwijs ingevoerd en heeft elk kind er recht op onderwijs te volgen dat bij hem/haar past, waar nodig gebruik makend van onderwijs- en/of zorgarrangementen. Daarnaast is de decentralisatie van de jeugdzorg deels een feit. De realisatie van deze stelselwijzigingen wordt afgestemd waarbij helderheid is met betrekking tot overleg en besluitvorming. Doelen voor 2015: a. De afbakening van de regionale en lokale doelen. b. Het operationaliseren van de uitvoeringsagenda OOGO voor de regio Eemland: Specifiek voor VO: aansluiting sociale (wijk)teams op VO, inclusief werkwijze Zat-naar-voren en vraagstuk vindplaatswerkplaats. Proces / communicatieplan bij de uitwerking. c. De communicatie naar ouders en leerlingen. d. Inbedding van het OOGO in de regionale en lokale overlegstructuur. Talentontwikkeling 6. A. Cultuureducatie: In 2015 krijgt elk kind/jongere (2-18 jaar) in Amersfoort de kans om talenten te ontwikkelen. Amersfoort kent een breed en rijk aanbod aan binnen- en buitenschoolse voorzieningen voor dit doel. Om dit te realiseren wordt door de LEA partners nauw samengewerkt. Doelen voor 2015: a. Is de inhoudelijke kwaliteit van cultuureducatie voor 2 tot 18 jarigen verbeterd doordat alle betrokken partners met Scholen in de Kunst op basis van de Talent Piramide doorgaande leerlijnen hebben ontwikkeld. b. Is de deskundigheid, inhoudelijk en op het zelfstandig gebruiken van lesmethoden, bij leerkrachten in het basisonderwijs vergroot. c. Is vraag en aanbod ten aanzien van culturele activiteiten (cultuureducatie) op de website van het Kenniscentrum Cultuureducatie en Amateurkunst te vinden. d. B. Talent als basis voor school- en beroepskeuzes In 2015 worden de talenten van leerlingen benut bij het maken van keuzes voor onderwijs en beroep. Voor leerlingen is het van belang op basis van talenten keuzes te maken in onderwijsvorm, schoolkeuze en beroepskeuze. Dit vergroot de kans op een succesvolle en prettige schoolperiode en een passend toekomstperspectief. Doelen in 2015: a. Zicht op de problematiek vanuit de student en de organisaties vanuit het VO en het HBO. b. Twee HBO- instellingen aan tafel om de problematiek verder te bespreken. c. Verdere stappen zetten om te komen tot afspraken tussen VO en HBO d. Draagvlak krijgen/houden binnen de VO-kamer voor het project. Uitvoeringsagenda LEA 2015 Schuurmans) Trekker: gemeente Amersfoort Partners: Samenwerkingsverbanden Besturen onderwijs Afvaardiging jeugdhulp Contactpersoon gemeente: Sonja Strijk (regionaal) Christa Hoogenveen (jeugdzorg -12) Jose Smink ( jeugdzorg 12+) Trekker: Scholen in de Kunst Hendrik Jan Houtsma Partners: Gemeente LEA partners Contactpersoon gemeente: Anne Arendsen & Sonja Strijk Trekker: Partner in het VO Onderwijsgroep Amersfoort, Gerard Herkendaal en Guido de Bres, Hans Roorda Partners: LEA partners Contactpersoon gemeente: Nynke Koenen

84 4 Bijlage 2B: LEA UITVOERINGSAGENDA 2015 (# ) Diversiteit Diversiteit In 2013 is de werkgroep diversiteit opgericht, het reglement voor de werkgroep opgesteld en de subsidieregeling diversiteit vastgesteld. Daarmee zijn de doelen met betrekking tot dit thema gerealiseerd en verankerd in regulier beleid. Om deze reden is dit met ingang van 2014 geen ambitiethema voor de LEA meer. VERVALT ALS AMBITIEDOEL Uitvoeringsagenda LEA 2015

85 BIJLAGE 1 OPERATIE AMERSFOORT JONG II # Evaluatie uitwerkingsagenda 2013 Verbindingsvlak Jeugd en zorg & overige vlakken Richtpunt 1: Eén gezin, één plan Eind 2015: is stadsbreed het uitgangspunt bij interventies en bemoeizorg de eigen kracht van het kind & gezin; werken alle aan het CJG verbonden organisaties, inclusief het onderwijs, volgens het principe één gezin, één plan op basis van de WAC (Wrap Around Care) principes; is de decentralisatie van de jeugdzorg in ontwikkeling. 1. Doelstelling Deskundigheidsbevordering op het terrein van het eigen kracht principe bij de CJG partners is gerealiseerd. 2. De resultaten van het Multi Disciplinair Team (MDT) CJG zijn gemonitord en geëvalueerd. Er ligt een besluit over de toekomst van het MDT. 3. De partners in CJG werken conform de uitgangspunten van de handreiking Coördinatie van Zorg. De principes van de Wrap Around Care zijn hierin opgenomen. Het CJG werkt daarin ondersteunend (voorlichtingen op maat) en faciliterend (scholingsaanbod). 4. De CJG partners zijn op de hoogte van de highlights uit de JGZ-monitor en zetten, indien relevant, acties uit n.a.v. de monitor. 5. Er vindt een continue dialoog plaats tussen gemeente en partners over de inrichting van het nieuwe jeugdstelsel (inclusief de positie van het CJG daarin). Ervaringen en inzichten opgedaan in het CJG, zowel binnen het netwerk als de werkorganisatie, worden daarin meegenomen. Trekker: CJG Rogér Caubo Partners: CJG partners Trekker vanuit gemeente: Christa Hoogenveen 2. Te behalen resultaten in Minimaal de kernpartners in het CJG (BJZ, Beweging 3.0, Sovee, GGD, MEE + werkorganisatie) zijn op de hoogte van de principes en hebben een scholing in de eigen kracht gevolgd. 2. De evaluatie van het MDT is voor de zomer van 2013 afgerond. 3. Minimaal de kernpartners in het CJG en de werkorganisatie hebben een voorlichting op maat gehad over de handreiking, de scholing Coördinatie van Zorg gevolgd (beide aangeboden door het CJG) en in de praktijk al gewerkt conform de handreiking. 4. In het tweede kwartaal van 2013 geeft de GGD een presentatie aan de partners over de uitkomsten van de JGZ-monitor. 3. Evaluatie resultaten a. Aanpak/beschrijving/proces In het partneroverleg zijn op 6 november 2012 de volgende speerpunten afgesproken voor 2013: - Coördinatie van zorg / 1 gezin 1 plan - Eigen kracht / Wrap Around Care principes (WAC) - Verwijsindex / Meldcode Deze speerpunten zijn doorgenomen/geëvalueerd tijdens het partneroverleg van 5 maart Verder heeft het CJG de doelstellingen opgenomen in het jaarplan De werkorganisatie treedt faciliterend op zowel inhoudelijk (o.a. inzet secretaris voor voorlichting over de handreiking coördinatie van zorg) als organisatorisch (o.a. scholingsaanbod). 1

86 b. Resultaten + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest). 1. De kernpartners in het CJG zijn goed op de hoogte van de principes eigen kracht. Binnen de instellingen wordt door scholing maar ook in de praktijk steeds meer aandacht besteed aan de principes van eigen kracht. 2. In het voorjaar van 2013 is het MDT geëvalueerd. Vervolgens is in overleg met de gemeente besloten het MDT in 2013 af te bouwen. Na de zomer is de uitwerking daarvan gereed. 3. Werknemers van de partners van het CJG (exclusief onderwijs) hebben inmiddels de scholing coördinatie van zorg gevolgd. Het betreft werknemers van GGD, BJZ, SOVEE, MEE, Victas, Zandbergen, Welzin, Beweging De presentatie van de jeugdmonitor heeft plaatsgevonden op 21 maart c. Doelstellingen gerealiseerd + toelichting (idem). 1. Deskundigheidsbevordering De eigen kracht benadering krijgt binnen de organisaties steeds meer handen en voeten. Verder is wederom door het CJG geïnvesteerd in een gratis cursusaanbod voor professionals waarbij de speerpunten zijn vertaald in een concreet aanbod. Ook in 2013 is uitvoerig gebruik gemaakt van het aanbod door partners. 2. Het MDT Met de voorzitter van het MDT is afgesproken dat het MDT tot op de achtergrond inzetbaar blijft in een kleinere omvang. In 2014 is het MDT opgeheven. 3. Coördinatie van zorg In 2013 is de cursus coördinatie van zorg nog twee keer gratis aangeboden vanuit CJG Amersfoort. Verder wordt coördinatie van zorg structureel besproken in het kader van de aansluiting aan de VIR Eemland, alsmede de implementatie van de Meldcode. 4. Jeugdmonitor In overleg met de gemeente is ervoor gekozen om de GGD-presentatie van de jeugdmonitor 0-4 jarigen voor de CJG-Kernpartners te combineren met de regionale presentatie voor de Eemlandgemeenten en ketenpartners (incl. CJG s). Deze presentatie heeft plaatsgevonden op 21 maart Nieuwe jeugdstelsel In 2013 zijn de voorbereidingen op de decentralisatie van de jeugdzorg in een versnelling gekomen. De uitvoering van de jeugdzorg vindt in steeds meer wijken plaats vanuit de wijkteams. Hiermee wordt voortgebouwd op de ervaringen vanuit het Jeugd & Gezinsteam Soesterkwartier. Vanuit de wijkteams wordt passende zorg geboden en waar nodig specialistische zorg ingezet. Vanuit de wijkteams wordt de samenwerking met het onderwijs nader vorm gegeven. De uitvoeringstaak van de CJG partners is daarmee verschoven naar de wijkteams. Daar waar nog geen wijkteam actief is behoudt het CJG in 2014 nog de taak om passende zorg te regelen. In 2014 zet het CJG haar functie op stedelijk niveau voort waarbij het accent ligt op informatie en advies. Onder regie van de gemeente wordt in 2014 de vormgeving van het stedelijke voorzieningenniveau nader uitgewerkt. Hierbij speelt ook de vraag naar organisatie van cursusaanbod en de voortzetting van een expertisecentrum voor jeugd en opvoeding. Afstemming met de samenwerkingspartners over de nieuwe inrichting van de zorg voor jeugd en de vraagstukken die daaraan zijn verbonden vindt plaats in de begeleidingsgroep Transitie Jeugdzorg. 2

87 d. Consequenties voor de doelstellingen voor 2014 en verder. Dit betekent dat de doelstelling één gezin één plan en alle vraagstukken die daaraan verbonden zijn opgepakt en verder uitgewerkt worden vanuit de nieuwe werkwijze. Overleg tussen gemeente, zorgaanbieders, onderwijs en betrokkenen vindt plaats vanuit de begeleidingsgroep Transitie Jeugdzorg. Voorstel is daarmee om deze doelstelling vanuit OAJ af te sluiten en onder te brengen bij de transitie jeugdzorg. Uitwerkingsagenda Doelstelling Richtpunt 1 wordt ondergebracht bij de transitie jeugdzorg. 2. Te behalen resultaten Het eigen kracht principe wordt in 80% van de interventies toegepast. Het principe 1 gezin, 1 plan wordt door de organisaties in de jeugdzorg toegepast. Decentralisatie Jeugdzorg is in uitvoering. 3. Aanpak Uit de evaluatie van de wijkteams blijkt in hoeverre de werkprincipes worden toegepast. De begeleidingsgroep jeugdzorg volgt het proces en heeft een belangrijke rol in het eigenaarschap en de uitvoering. 4. Planning 2014: Beleidsplan gemeente 5. Financiën/wijze van bekostigen Niet van toepassing. 6. Randvoorwaarden en risico s Betrokkenheid en uitvoeringskracht organisaties Tijdige besluitvorming gemeente 3

88 Evaluatie uitwerkingsagenda 2013 Verbindingsvlak Jeugd en zorg & jeugd en vrije tijd Richtpunt 2: zorgkinderen binnen de reguliere buitenschoolse opvang (BSO-extra) Eind 2015 heeft Amersfoort een bij de vraag passend aantal buitenschoolse opvangplaatsen beschikbaar om zorgkinderen adequaat op te vangen en verwijzen kinderopvangorganisaties die geen passende zorg kunnen bieden actief naar deze plaatsen. 1. Doelstelling Onderzoeken of de knelpunten uit de evaluatie van 2012 opgelost kunnen worden 2. Een minimale bezetting van 80%. 3. Vergroten bekendheid en doorverwijzing van kinderen uit regulier onderwijs en kinderopvang opvang naar de bso extra. 4. Vormen van preventieve coaching ingezet op reguliere bso s. 5. Bijdragen aan het operationaliseren leidende principes in het kader van de transitie jeugdzorg. Door: - Experimenteren met mogelijkheden tot plaatsing van geïndiceerde kinderen met een intensievere (jeugd)zorgvraag in de bso extra (korter traject binnen jeugdzorg) en inzicht in mogelijkheden tot financiering hierin (in overleg met gemeente en provincie). - Mogelijkheden onderzoeken van ambulante gezinsbegeleiding binnen de proeftuin Soesterkwartier 2. Te behalen resultaten In maart 2013 is een plan van aanpak voor het oplossen van de knelpunten 2012 gereed en is gestart met de uitvoering. 2. De maximale bezetting van 80% is gerealiseerd. 3. De procedure voor verwijzing van reguliere BSO, onderwijs, jeugdzorg naar de BSO-extra is ontwikkeld en geïmplementeerd. 4. Evaluatie van succesfactoren en knelpunten preventieve coaching. 5. a. 4 trajecten behandeling vanuit jeugdzorg gecombineerd met BSO-extra (als 1 traject aanbieden) Inzicht in mogelijke bekostiging van een dergelijk traject ( ombuiging financiering). b. Inzicht in mogelijkheden van ambulante gezinsbegeleiding. Trekker: de kinderopvang SKON Anne- Marie v.d. Berg Partners: SKA Zandbergen Trajectum Joozt Trekker vanuit gemeente: José Smink 3. Evaluatie resultaten a. Aanpak/beschrijving/proces In de afgelopen twee jaar is gebleken dat de bso extra voorziet in een behoefte van kinderen met zorg, waarbij voorkomen wordt dat kinderen uitstromen naar zwaardere zorg (dagbehandeling). Ouders en kinderen zijn positief over de vorm van opvang en ondersteuning die past bij hun kind. Tevens is in 2013 geïnvesteerd in het beter toerusten van medewerkers in de kinderopvang (bso) om kinderen op te vangen met meer zorgbehoefte, dmv coaching on the job. Dit zorgt voor verdere professionalisering van medewerkers. Partners in de driehoek jeugdzorg, onderwijs en opvang weten elkaar steeds beter te vinden. Via LEA overleggen steeds meer overlap in doelen, waardoor er beter overleg en afstemming ontstaat. 4

89 b. Resultaten + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest) Keuze voor ouders is beperkt tot 4 locaties in Amersfoort, wens voor ouders: in de eigen wijk goede en verantwoorde zorg voor hun kind (zonder vervoersproblemen). - Vervoer: binnen het leerlingvervoer zijn afspraken gemaakt dat kinderen nu ook vanuit school naar de bso vervoerd kan worden (onder beschreven voorwaarden - Ouders die niet werken kunnen geen aanspraak maken op kinderopvang toeslag (fiscale tegemoetkoming), waardoor de opvang erg duur wordt als men geen indicatie heeft. - Toeleiding kinderen/ PR: Bso extra is gepromoot via abc verbanden, via IB kringen binnen het onderwijs en bij reguliere bso s dmv folders, website en mondelingen promotie binnen de wijken. Via jeugdzorg (professionals) is de verwijzing goed bekend. 2. De terugloop in vraag naar bso (door economisch tij en vermindering terugloop toeslag kinderopvang) zorgt voor vraaguitval, zo ook bij de bso extra ouders heeft dit effect. De bezetting van 80% is behaald op maandag, dinsdag en donderdag. Woensdag en vrijdag zijn minder bezet. 3. Procedure voor verwijzing via jeugdzorg en regulier bso s staat. Verwijzing van uit onderwijs vraagt nog aandacht. Via wijkteams zal hier extra aandacht voor komen in Succesfactoren en knelpunten preventieve coaching: - Coaching on the job is een effectief middel om professionals te ondersteunen. Bso extra medewerkers coachen op hun beurt weer de andere bso collega s; waardoor expertise verder wordt verspreid - Vroegsignalering op bso s en inzet van professionals voorkomt uitgroeien van problematiek (en dus duurdere zorg). - Samenwerking met de driehoek jeugdzorg, onderwijs en opvang: de professionals kennen elkaar en weten elkaar te vinden (korte lijnen). Snellere acties bij doorverwijzen naar bso extra of terugverwijzen naar behandeling. - Gezinsbegeleiding van ouders: tips voor thuis hoe ouders over succesvol met hun kind kunnen omgaan. Dit is laagdrempelig via de bso extra, bij meer ondersteuning kan de hulp mbv jeugdzorg gekeken worden naar de juiste vorm van begeleiding van ouders. 5. a. 4 trajecten behandeling vanuit jeugdzorg gecombineerd met BSO-extra (als 1 traject aanbieden) Inzicht in mogelijke bekostiging van een dergelijk traject ( ombuiging financiering). b. Inzicht in mogelijkheden van ambulante gezinsbegeleiding. c. Doelstellingen gerealiseerd + toelichting (idem). ( zie b) De Dagbehandeling experimenteert sinds zomer 2013 met directe kind plaatsingen (met indicatie) op BSO (regulier of extra). Dit gebeurt in de hele provincie. Hierbij gaan we onderzoeken of dit mogelijk is en of dit kan zorgen voor een verandering van het hulpaanbod dagbehandeling (semi residentie). De ambulante gezinsbegeleiding speelt altijd een rol bij een traject Dagbehandeling. Ouders krijgen gemiddeld 1 uur ambulante gezinsbegeleiding. Dit kan thuis of op locatie (school) Dit wordt in 2014 onderzocht door twee studenten van een hoge school in het kader van hun afstuderen. d. Consequenties voor de doelstellingen voor 2014 en verder. Coaching on the job werkt goed, verder uit te breiden in Verdere inzet op vroegsignalering en professionalisering van professionals op de reguliere bso s. Aanbod op reguliere bso s verder uitbreiden waar mogelijk (op casus niveau; daar waar vraag aan opvang is) 5

90 Uitwerkingsagenda Doelstelling Binnen 2014 werken we toe naar meer mogelijkheden van opvang en ondersteuning in reguliere setting binnen de wijk. - Aansluiting bij wijk/buurtteams zoals vormgegeven in de proeftuin Soesterkwartier en Vathorst Jong, Schothorst/ Zielhorst en Schuilenburg - Vorm geven aan ouderbegeleiding (een gezin, een plan). Hoe ervaren ouders de geboden ondersteuning - Korte lijnen met het onderwijs : Passend Onderwijs benutten en samenwerking concretiseren - Coaching door jeugdzorg professional wordt breder ingezet in zowel bso (regulier en bso extra) en binnen het onderwijs op gespecialiseerde kind problematiek en groeps dynamiek. - Voorkomen escalatie binnen de reguliere BSO - Inzicht krijgen in de financiële effecten door substitutie van dagbehandeling door zorg op maat binnen de reguliere BSO 2. Te behalen resultaten - Bso extra : Verbinding van de structuur onderwijs/jeugdzorg/opvang via de wijkteams (4) Voorwaarden formuleren. Zicht krijgen op mogelijkheden om onderwijs te betrekken. - Effecten van coaching on the job : hoe kan dit effectief ingezet worden via de wijkteams - Juiste hulp voor een kind binnen een gezin, een plan (niet meer gefragmenteerd aanbieden) - Welke vorm (duur/frequentie) van ondersteuning is nodig voor kinderen met zorg op een reguliere BSO - Wat zijn de kosten van plaatsingen? En wat levert het op? - Antwoord krijgen op de ontwikkelvragen zoals geformuleerd onder punt Aanpak In 2014 laten we de huidige structuur bestaan. Dat betekent voortzetten van financiering voor de bso extra medewerkers, ondersteund door coaching vanuit de buurt/wijkteams. Dit kan zowel op bso als binnen onderwijs ingezet worden. De kennis en ervaring die hierin inmiddels is opgebouwd kan verder worden doorgezet. Op deze manier worden de kinderopvang medewerkers effectief getraind en voorbereid in het omgaan met de complexere problematiek, waarmee zij in de toekomst steeds meer te maken zullen krijgen. Daarnaast werken we toe naar zorg op maat binnen de reguliere bso setting (middels coaching on the job en ouder begeleiding), zodat ouders dichtbij hun woonomgeving de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben. Dat betekent dat we gaan onderzoeken met welke ondersteuning kinderen uit de dagbehandeling (met indicatie) geplaatst kunnen gaan worden op en reguliere bso..de ingezette koers van het werkveld bso beter toerusten op opvang van kinderen met zorg dichtbij huis kan in 2014 verder worden verdiept. Hiermee wordt de kans op succesvolle opvang van kinderen met zorg dichtbij huis groter. (Het project Wiekslag kan mogelijk hierin betrokken worden.) Ook zullen we nadrukkelijk de samenwerking met het onderwijs (het samenwerkingsverband Eem) verder uitdiepen en afstemming zoeken. In de LEA wordt Preventieve Zorg meegenomen, hierin is ook de kinderopvang partner vertegenwoordigd. Door aan te haken bij de ontwikkelingen van het Passend Onderwijs in 2014 kan de doorgaande lijn en de ouder betrokkenheid vergroot worden. Ontwikkelvraagstukken 2014: Uitgangspunt is dat alle kinderen opvang geboden wordt binnen de reguliere BSO. In 2014 onderzoeken wij : - hoe de bso extra verbinding krijgt met de wijkteams (4) (structuur onderwijs/jeugdzorg/opvang) Voorwaarden hiervoor formuleren. Zicht krijgen op mogelijkheden om onderwijs te betrekken. - met welke extra ondersteuning/begeleiding kunnen alle kinderen worden opgevangen binnen de reguliere bso of juist binnen bso extra. - welke hulp bso medewerkers hierbij nodig hebben en wat kosten van ondersteuning zijn - welke hulp ouders daarbij wensen cq nodig hebben - wat de werkelijke kosten van deze plaatsingen zijn - hoe wijkteams en mn coaching on the job effectief ingezet kan worden via de wijkteams - hoe kunnen we de bso extra verbinden met de wijkteams. Welke voorwaarden zijn daarvoor nodig? - zicht op doelgroep kinderen binnen bso extra, regulier en dagbehandeling Wat zijn de financiële effecten (met behoud van kwaliteit) door substitutie van dagbehandeling door zorg op maat binnen de reguliere BSO. 6

91 4. Planning Bovenstaande punten worden in 2014 verder uitgewerkt in een jaarplan. 5. Financiën/wijze van bekostigen Kosten inzet gespecialiseerde mw op bso extra ,- Coaching in the job ,- Coördinatie project ,- Totaal subsidie aanvraag bso extra ,- 6. Randvoorwaarden en risico s 7

92 Evaluatie uitwerkingsagenda 2013 Richtpunt 3: Het bieden van een optimaal perspectief en Begeleiding naar naschools vrijetijdsaanbod voor met name kwetsbare jongeren (waaronder lvb jongeren). Eind 2015: is verkend of het mogelijk is om duurzame begeleiding van LVB-ers te realiseren is; is duidelijk of de duurzame begeleiding gerealiseerd kan worden in een beschikbaar en flexibel aanbod (maakt onderdeel uit van de decentralisatie van de jeugdzorg); zijn professionals in de eerste lijn in staat om kinderen met een LVB te herkennen, te signaleren en door te verwijzen; is inzicht in welke deskundigheidsbevordering bij professionals nodig is als het gaat om LVB problematiek. 1.Doelstelling De inzet van de pool combinatiefunctionarissen wordt in 2013 mede bepaald aan de hand van de sociale agenda s die per wijk zijn vastgesteld. De uitwerking van deze inzet vindt mede plaats in het kader van de prestatieafspraken, die gemaakt worden met deze organisaties over hun inzet. Het gaat onder andere om het verbinden van kwetsbare jongeren met hun omgeving en het toeleiden naar (sport)verenigingen en vrije tijdsclubs, het signaleren en analyseren en toepassen van een interventie. 2. Verdere vormen van leer-werktrajecten voor kwetsbare jongeren worden als pilot in Vathorst verder in beeld gebracht in samenwerking met diverse partijen. 2. Te behalen resultaten in Door middel van een kwantitatieve analyse van de gegevens in het 2 e kwartaal van 2013 worden de jongeren in beeld gebracht door de combinatiefunctionarissen. Op basis hiervan en de input uit de sociale agenda worden de werkplannen / uitvoeringsplannen opgesteld en gedurende het jaar bijgesteld daar waar nodig. Uiterlijk april 2013 ontvangt de gemeente de werkplannen van de 4 partijen (SWA, Versa, SRO en Scholen in de Kunst. Trekker doelstelling 1: Nader te bepalen Partners: SWA Versa Welzijn SRO Amersfoort Scholen in de Kunst Trekker doelstelling 2: Versa Welzijn Partners: Nader te bepalen 2. In 2013 heeft Versa Welzijn hiervoor een plan van aanpak geformuleerd. 3. Evaluatie resultaten a. Aanpak/beschrijving/proces 1. Onder regie van WELzin zijn de 4 partijen een aantal keren bij elkaar geweest en hebben gezamenlijk gekeken hoe uitvoering te geven aan het door de 4 partijen opgezette scholingsplan eenduidig signaleren, analyseren, interveniëren en eventueel doorverwijzen. Daarnaast het scholen in het gebruik van de verwijsindex. Vervolgens is hier uitvoering aangegeven. Het organisatievraagstuk is vooruit geschoven, gezien de ontwikkelingen bij de decentralisaties. 2. Versa Welzijn heeft de benodigde informatie verzameld middels het voeren van gesprekken met de (zorg)aanbieders. Niet alleen de (zorg) aanbieders die gehuisvest zijn in Vathorst, maar ook de aanbieders die actief zijn in Vathorst. Dit om een goed beeld te krijgen wat er op de markt is waar jongeren met en zonder beperking een beroep op kunnen doen. Vervolgens zijn de bedrijven en organisaties in beeld die openstaan voor een oefenplaats voor jongeren met een beperking. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in de opzet van een pilot. Hierdoor kan ook het jongerenwerk uitvinden waar hun rol begint en waar deze stopt en overgedragen moet worden naar een ander. Betrokken vanuit gemeente: Hanny Michels 8

93 b. Resultaten + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest). 1.Er is in 2013 geen kwantitatieve analyse opgezet, Organisaties hebben wel in beeld wie bereikt wordt met de activiteiten. In 2014 bekijken partijen of ze daarbij gebruik kunnen gaan maken van de methodiek Jongeren in kaart die door WELzin al gehanteerd wordt. De 4 partijen zijn onder regie van WELzin geschoold in het eenduidig signaleren, analyseren, interveniëren en eventueel doorverwijzen van de jongeren. Ook zijn zij allen geschoold in het gebruik van de Verwijsindex en hebben een intern risicoprofiel en werkproces voor signalering en melding opgesteld. Het uitvoeringsplan met profiel combinatiefunctionaris en een inzicht hoe samengewerkt wordt en hoe de informatie op wijkniveau worden benut, wordt in december 2013 opgeleverd. 2. Voor de LVB groep jongeren in Vathorst is in het afgelopen jaar een pilot ontwikkeld. Middels deze pilot kan het jongerenwerk deze jongeren beter ondersteunen voor korte of langere tijd, met of zonder andere (hulpverlening) instanties en/of oefenplaatsen. Binnen deze pilot worden jongeren gedurende minimaal 3 tot maximaal 12 maanden gecoacht en kunnen ze op een oefenplaats (training life skills) allerlei vaardigheden oefenen. Die oefenplaats kan binnen het jongerenwerk plaats vinden maar ook daarbuiten, afhankelijk van de wensen en mogelijkheden van de jongere. Er wordt samengewerkt met professionele zorginstellingen, maar ook met het onderwijs of met organisaties en bedrijven waar de jongere de vaardigheden kunnen oefenen. Er wordt op wijkniveau gewerkt, op maat en in gezamenlijkheid. Dit alles volgens de werkwijze zo vroeg mogelijk, zo dichtbij mogelijk en zo laagdrempelig mogelijk. De eigen mogelijkheden van de jongeren zijn het uitgangspunt. Om de pilot zo goed mogelijk te laten aansluiten op de vraag van de jongeren, instanties en jeugdzorginstellingen zijn twee verkenningen gedaan: 1. Verkenning naar oefenplaatsen in Vathorst Een oefenplaats is een ervaringsplaats bij een bedrijf waar jongeren oefenen met regels en verwachtingen of zicht krijgen op een werksoort. Op zoek naar oefenplaatsen zijn bedrijven bezocht. Uit de gesprekken bleek dat van de 9 bezochte bedrijven er 7 zijn waar jongeren oefenplaatsen kunnen innemen. In totaal gaat het om 14 oefenplaatsen. Het zijn zeer diverse plekken.( zie bijlage 3) 2. Verkenning naar bestaande hulpverleningstrajecten voor jongeren. Er bestaan tenminste 10 soorten hulpverleningstrajecten welke aan jongeren kunnen worden aangeboden door meer dan 6 jeugdzorginstellingen. (zie bijlage 2). De koppeling tussen deze trajecten en het jongerenwerk is dat het jeugdzorgtrajecten betreft, waarbij het jongerenwerk vanuit de pilot flankerende ondersteuning aan de jongeren kan bieden in samenspraak met de jeugdzorginstelling. Ook zijn er jongeren die na afloop van de gespecialiseerde trajecten ondersteuning vanuit de pilot krijgen voor langere tijd. Daarnaast zijn 9 oefentrajecten met jongeren gestart en uitgevoerd om ervaring op te doen in de mogelijkheden en knelpunten van de werkwijze. Deze werkwijze beschrijven we in hoofdstuk 2. Daaraan voorafgaand geven we in hoofdstuk 1 een korte achtergrond beschrijving over het jongerenwerk. c. Doelstellingen gerealiseerd + toelichting (idem). 1. In de afgelopen periode is gebleken dat het komen tot een gezamenlijke organisatievorm langer nodig heeft. Daarnaast heeft de focus in eerste instantie gelegen bij het uit te voeren scholingsplan. 2. Nog moet blijken wat de rol kan zijn van het jongerenwerk als het gaat om duurzame begeleiding van jongeren met een beperking. d. Consequenties voor de doelstellingen voor 2014 en verder. 9

94 Uitwerkingsagenda Doelstelling 1. Realisatie van het plan van aanpak voor de samenwerking tussen de partijen met een combinatie-functionaris welzijn, sport en cultuur: A. Het verder implementeren en onderhouden van de afgesproken werkwijze op het gebied van signaleren, analyseren, interveniëren en doorverwijzen. 2. De lopende pilot voor leer- en werktrajecten voor kwetsbare jongeren wordt voortgezet en voor de zomer 2014 worden de opbrengsten in beeld gebracht. Daarnaast is dit vraagstuk ook onderdeel van de generalistische wijkteams. Aansluiting wordt gerealiseerd. 2. Te behalen resultaten 1 In 2014 een gezamenlijk uitvoeringsplan / inhoudelijk prestatievoorstel te ontwikkelen voor de inzet in 2015 en per september 2014 aan te bieden aan de gemeente. 2 Voor de zomer 2014 wordt duidelijk of de pilot ook bijdraagt aan duurzame begeleiding en hoe dit plaatsvindt en wat de rol is die het jongerenwerk hierin kan vervullen. 3 Aanpak 1. In 2014 ca drie keer een overleg op management / coördinatorenniveau om de voortgang van het werken met het plan van aanpak te monitoren en bij te stellen. In 2014 twee keer een bijeenkomst met alle combinatiefunctionarissen met als doel kennis delen en verder professionaliseren. Onderdeel hiervan vormt intervisie voor combinatiefunctionarissen bij SRO en Scholen in de Kunst ten aanzien van het werkproces rond de VIR, daarbij wordt de kennis van WELzin benut. De 4 partijen ontwikkelen gezamenlijk het uitvoeringsplan / inhoudelijk prestatievoorstel en zoeken hierbij de aansluiting bij de te ontwikkelen wijkteams. Wat kan de rol zijn van de jongerencoaches. 1. Versa voert de pilot verder uit met de andere partijen en geeft ook uitvoering aan de in de prestaties opgenomen oefenplaatsen vanuit het jongerenwerk (als plek of ter ondersteuning). 1 Planning 1. Per september 2014 is het uitvoeringsplan / inhoudelijke prestatievoorstel gereed. 2. Voor de zomer 2014 is de opbrengst verwerkt 2 Financiën/wijze van bekostigen Beiden worden uitgevoerd binnen de bestaande prestatieafspraken Randvoorwaarden en risico s 10

95 Evaluatie uitwerkingsagenda 2013 Verbindingsvlak Jeugd op school & Jeugd aan het werk Richtpunt 4: Beroepsvoorlichting voor jongeren binnen het voortgezet onderwijs, met name HAVO, om uitval te voorkomen. Eind 2015 monitort elke school voor voortgezet onderwijs de resultaten van leerlingen in het beroepsonderwijs tot en met het 1 e jaar met als doel het adequaat voorlichten en toeleiden van leerlingen. 1.Doelstelling 2013 Op basis van de ervaring opgedaan in 2012 (landelijke ontwikkelingen) is de concrete doelstelling dat zowel in het Farel College als bij 1 of 2 andere Amersfoortse scholen een pilot wordt uitgevoerd waarin leerlingen vanuit het VO gevolgd worden in hun vervolgonderwijs. Deze pilot vinden plaats in het licht van de landelijke ontwikkelingen op dit gebied. 2. Te behalen resultaten in a. Bij drie Amersfoortse scholen is bijgedragen aan de ontwikkeling van een landelijk instrument of werkwijze om de studiecarrière van leerlingen van de HAVO tot 1 jaar naar het verlaten van het voortgezet onderwijs te volgen. 2b. De ontwikkelingen rond instrument of werkwijze worden gedeeld binnen het overleg van de VO-kamer ten behoeve van de implementatie in een volgende fase. 2c. De eerste, tussentijdse, resultaten van de pilots worden besproken in de VOkamer. Na afronding van de pilots (mogelijk in 2014) worden de resultaten vertaald naar onderwijsinhoudelijke consequenties. Trekker: het VO de VO kamer Rinnie v.d. Horst Betrokken vanuit gemeente: Jolien Klaarenbeek 3. Evaluatie resultaten a. Aanpak/beschrijving/proces Wat wij al vreesden is dat de terugkoppeling van de HBO-instellingen zo divers is, dat de gegevens over het succes van onze oud-leerlingen in het HBO niet systematisch te verkrijgen is. Wij hebben ervoor gekozen deze informatie zelf op te vragen bij de HBO-instellingen waar de meeste van onze leerlingen naartoe gaan. Dit is uitermate bewerkelijk. Tevens hebben wij een begin gemaakt met de inhoudelijke discussie over het verbeteren van de aansluiting naar het HBO. In Arnhem /Nijmegen is een project gaande over dit thema. Wij hebben ons hierover laten informeren en zullen deze kennis gebruiken bij de gesprekken met de HBO instellingen. Tevens zijn wij bezig met het ontwikkelen van een vragenlijst voor de oud-leerlingen over de aansluiting VO-HBO. b. Resultaten + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest). 2a. Vier scholen in Amersfoort nemen deel aan het project en dragen daaraan bij. De scholen zijn: Vathorst College, Guido de Brès, Het Nieuwe Eemland en het Farel College 2b. Periodiek wordt de voortgang van het project gedeeld met de collega s in de VO-kamer. Het thema aansluiting tussen de onderwijssectoren komt steeds meer op de agenda te staan. 2c. Gelet op de vertraging die ontstaan is als gevolg van het ontbreken van eenduidige terugkoppeling vanuit het HBO zijn er op dit punt momenteel nog geen concrete resultaten, die een gesprek in de VO-kamer zinvol maken. 11

96 c. Doelstelling gerealiseerd + toelichting (idem). De doelstelling wordt gerealiseerd. Omdat wij ook de leerlingen die dit jaar de stap naar het HBO maken willen betrekken bij de enquête is de uitvoering verschoven naar begin d. Consequenties voor de doelstellingen voor 2014 en verder. In 2013 hebben wij een aantal onderdelen aangepakt, zoals het in kaart brengen van de doorstroom, het ontwikkelen van een enquête voor oud leerlingen en het contact leggen met HBO instellingen. Verdere uitvoering zal in de loop van 2014 plaatsvinden. Uitwerkingsagenda Doelstelling Problematiek van de doorstroom in kaart brengen en de gevonden thema s met betrokkenen/belanghebbenden en deskundigen nader analyseren. Een begin maken met het formuleren van afspraken en mogelijk het opzetten van pilots tussen HBO en VO. 2. Te behalen resultaten Zicht op de problematiek vanuit de student en de organisaties vanuit het VO en het HBO. Drie HBO- instellingen aan tafel om de problematiek te bespreken. Een eerste aanzet om te komen tot afspraken tussen VO en HBO Draagvlak krijgen/houden binnen de VO-kamer voor het project. 3. Aanpak Het uitzetten van de enquête onder oud-leerlingen en de resultaten analyseren. Het succes van onze leerlingen bij 3 Hbo-instellingen in kaart brengen en verwerken. Met deze 3 instellingen de resultaten bespreken en een actieplan opstellen. 4. Planning Gedurende het eerste half jaar inventariseren en analyseren van de gegevens. In het tweede halfjaar in gesprek met de HBO instellingen komen tot een actieplan. 5. Financiën/wijze van bekostigen ( al toegezegd in het Lea) om de ondersteuning te regelen. De scholen leveren hun bijdrage door personele inzet. 6. Randvoorwaarden en risico s Commitment van de HBO-instellingen. 12

97 Evaluatie uitwerkingsagenda 2013 Richtpunt 5: Aansluiting onderwijs bij de vraag van werkgevers, zowel kwalitatief als kwantitatief. Eind 2015: heeft de regio Utrecht-Oost minstens de 5 e positie (van de 30 regio s) met betrekking tot het lage werkloosheidspercentage onder jongeren weten te handhaven; Is de aansluiting tussen het praktijkonderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en de arbeidsmarkt verbeterd door invoering van de Werkschool-formule of een voor de regio op maat gesneden alternatief concept. Trekker: Hoofdafdeling Sociale Zekerheid / Afdeling Onderwijs Gemeente Amersfoort 1.Doelstelling Continuering bestaande werkwijze bestrijding jeugdwerkloosheid met primaire focus op preventie van a. schooluitval en b. instroom in de uitkering. 2. Realiseren breed gedragen aanpak voor toeleiding naar de arbeidsmarkt van jongeren vanuit het VSO en Pro (werkschool of alternatief concept) 2. Te behalen resultaten in Handhaving top-vijf positie laagste regionale jeugdwerkloosheid van Nederland. 2. Door partijen gedragen werkwijze voor de toeleiding naar de arbeidsmarkt van jongeren die het VSO of Pro verlaten. 3. Evaluatie resultaten a. Aanpak/beschrijving/proces In maart 2013 heeft het kabinet extra middelen voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid vrijgemaakt. Dit in verband met de actuele slechte economische situatie en de gevolgen daarvan voor jongeren. De regio Utrecht-Oost (feitelijk regio Amersfoort) heeft naar aanleiding hiervan een Actieplan Jeugdwerkloosheid opgesteld met een budget van 1,1 miljoen euro. De uitvoering van dit actieplan loopt vanaf september 2013 tot in ieder geval juli Het actieplan heeft 4 programma s: 1. Verbeteren van de infrastructuur rond de bestrijding van jeugdwerkloosheid 2. Trajecten voor jongeren die tussen wal en schip vallen 3. Extra plaatsingen van jongeren op leerwerkbanen en stages 4. Campagne JobToppers (werkenden en werkzoekende jongeren ontmoeten elkaar) Partners: Gemeenten Onderwijs S-BB Bedrijfsleven Werkgeversservicepunt Betrokken vanuit gemeente: Erik Bakker / Jolien Klaarenbeek Deze deelprogramma s kennen elk hun eigen beoogde resultaten. b. Resultaten + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest). 1. Tot en met juni 2013 kon uit de Basiscijfers jeugd (van S-BB en UWV) opgemaakt worden dat de regio Amersfoort in de top drie stond van regio s met laagste jeugdwerkloosheid. Na die tijd zijn de in de Basiscijfers opgenomen cijfers aangepast, waardoor dit niet meer met zekerheid is vast te stellen. Wel is vast te stellen dat onze regio structureel een lagere jeugdwerkloosheid kent dan het landelijk gemiddelde. 2. Er is een door partijen gedragen werkwijze voor de toeleiding naar de arbeidsmarkt van jongeren. c. Doelstellingen gerealiseerd + toelichting (idem). 1. Er is met de komst van het Actieplan Jeugdwerkloosheid geen sprake meer van alleen maar continuering van de bestaande werkwijze. Er zijn met het Actieplan met de verschillende progamma s nieuwe accenten gelegd bovenop de normale aanpak van voorkomen schooluitval en voorkomen instroom in de bijstand. 13

98 2. Lang is in de regio gewerkt aan het toesnijden van de werkschoolformule op de vraag van onderwijsinstellingen en jongeren in onze regio. Een beperkte regionale pilot werkschool stond op het punt de eerste jongeren via een werkschool-concept te ondersteunen toen het UWV landelijk de stekker uit de werkschoolformule trok (oktober 2013). Hierna is door maatwerkafspraken te maken met het regionale UWV een voor alle partijen afdoende werkwijze tot stand gekomen waarvoor vanuit het UWV voorlopig voldoende budget beschikbaar lijkt. De uitkomst onderaan-de-streep is dat voor werkzoekende jongeren vanuit Vso en Pro extra ondersteuning toegankelijk en betaalbaar is d. Consequenties voor de doelstellingen voor 2014 en verder. De eerste doelstelling dient meer te worden beschreven in termen van het Actieplan Jeugdwerkloosheid, omdat daar de komend jaren de focus ligt. De tweede doelstelling blijft staan, omdat we willen blijven monitoren of de nu gekozen route werkbaar en betaalbaar is en ten goede komt aan een duurzame arbeidstoeleiding van jongeren vanuit het Vso en Pro. Uitwerkingsagenda Doelstelling Uitvoering van het Actieplan Jeugdwerkloosheid binnen de verschillende deelprogramma s: 1. Verbeteren van de infrastructuur rond de bestrijding van jeugdwerkloosheid 2. Trajecten voor jongeren die tussen wal en schip vallen 3. Extra plaatsingen van jongeren op leerwerkbanen en stages 4. Campagne JobToppers (werkenden en werkzoekende jongeren ontmoeten elkaar) 2. Te behalen resultaten Deelprogramma 1: Effect: een inzichtelijke sterke infrastructuur, duidelijke rolverdeling, heldere routes en voldoende capaciteit. Resultaat: doordat we alle ingeschreven jongeren, waaronder de 680 jongeren met een WW-uitkering, in beeld en waar mogelijk in traject hebben, realiseren we na twee jaar actieplan 30 % minder doorstroom van WW naar Wwb. Overall willen we gedurende de looptijd van het Actieplan een stabilisatie van de jeugdwerkloosheid in onze regio bereiken. Deelprogramma 2: Effect: Kwetsbare jongeren zonder opleiding of werk worden toegeleid naar een passende plaatsing in onderwijs en/of arbeidsmarkt. Resultaat: we willen in twee jaar 50 extra trajecten uitzetten via het arbeidstrainingscentrum ATC of SOVEE voor jongeren die anders tussen wal en schip belanden omdat ze niet de juiste indicatie of het juiste label hebben. Deelprogramma 3: Effect: jongeren hoeven geen opleiding te beëindigen vanwege het ontbreken van een leerbaan. Resultaat: er worden voor de hierboven genoemde jongeren binnen deze categorie 100 extra plaatsingen gerealiseerd op stages of leerbanen. Deelprogramma 4: Effect communicatiecampagne: bij werkzoekende jongeren worden hoop, energie en nieuwe perspectieven losgemaakt doordat we ze op een nieuwe manier (JobToppers) koppelen aan mensen met een baan. We brengen jongeren in de werkende wereld. Bij betrokken partijen ontstaat een sense of urgency en heeft de campagne een agendazettende werking. 3. Aanpak Zie Actieplan Jeugdwerkloosheid Actieplan Jeugdwerkloosheid Utrecht-Oost (Amersfoort) 14

99 4. Planning Uitvoering Actieplan vanaf juli juli Financiën/wijze van bekostigen Voor het Actieplan is een budget beschikbaar van 1.1 miljoen euro. Daarvan is euro beschikbaar gesteld door het Rijk. De rest wordt voor euro gefinancierd door de gemeente Amersfoort (participatiebudget) en voor euro door de andere regiogemeenten. 6. Randvoorwaarden en risico s - Heldere werkafspraken met uitvoerende partijen - Invulling regierol Amersfoort - Nog onduidelijke rapportage-eisen / voorwaarden vanuit het rijk - Recent beschikbaar gekomen extra ESF middelen kunnen van invloed zijn op de huidige plannen. 15

100 1 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 LEA EVALUATIE DOELSTELLINGEN EN STRUCTUUR 2013 # BIJLAGE 2 VOORAF De Lokale Educatieve Agenda (LEA) is uitgewerkt als onderdeel van Operatie Amersfoort Jong II (OAJ II) voor de vindplaats Jeugd op school en maakt deel uit van het gehele programma. Het ministerie van OCW heeft bepaald dat elke gemeente in het kader van de LEA ten minste eens per jaar een op overeenstemming gericht overleg dient te voeren met de bij het onderwijs betrokken partners over een vast aantal onderwerpen. Om welke onderwerpen het gaat en hoe dit in de gemeente Amersfoort geregeld is kunt u terug lezen in het programmaboekje van OAJ II. Deze evaluatie omvat de in het kader van de LEA vastgestelde doelen, in het programma aangeduid met ambitiedoelen. Het is dus geen evaluatie van het hele onderwijsbeleid. Naast de doelen is op verzoek van een van de partners ook de LEA structuur geëvalueerd. Voor de LEA zijn na een lang voorbereidingstraject in 2012 tien doelen geformuleerd, in 2013 is het aantal doelen terug gebracht naar 9. Bij de start was als eerste doel een gezin, een plan opgenomen. Eind 2012 is besloten dat de voorbereidingen voor dit doel inmiddels belegd waren en een gezin, een plan als leidend principe gehanteerd kon worden. Per doel is aan de hand van een vast model een evaluatie geschreven. Voor deze evaluatie hebben de uitvoerende partijen en de betrokken beleidsadviseurs van de gemeente Amersfoort informatie aangedragen. Het brede werkveld wordt uitgenodigd voor een beleidsoverleg Jeugd & Onderwijs waarin de evaluatie vastgesteld zal worden. Om dit proces goed te laten verlopen worden alle partijen in de gelegenheid gesteld vooraf vragen of opmerkingen aan te leveren, die worden verwerkt in de conceptevaluatie. Na bespreking en het akkoord van alle partijen in het bestuurlijk overleg wordt de evaluatie vastgesteld. PROCESEVALUATIE De evaluatie richt zich grotendeel op de behaalde resultaten bij de verschillende doelstellingen. Daarnaast willen we ook kort aandacht besteden aan een procesevaluatie. In 2013 is het sturen op resultaten door de LEA agendacommissie goed verlopen. Tijdens de bijeenkomsten is aandacht besteed aan stagnaties in processen en daarop is actie ondernomen naar de eigen achterban of het eigen bestuur. Het tijdig aanleveren van informatie voor de evaluatie en doelstellingen is nog wel een punt van aandacht. De nieuwe samenstelling van de agendacommissie: met name inhoudelijk projectleiders heeft ervoor gezorgd dat er slagvaardiger geopereerd kan worden. Ook ontstaan er meer inhoudelijke discussies en is er spraken van interactie tussen de partners.

101 2 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 RESULTATEN Op de volgende pagina s zullen per doelstelling de resultaten besproken worden. De evaluatie is tijdens de laatste vergadering van de LEA agendacommissie besproken en voorbereid. Daarnaast is inhoudelijke achtergrondinformatie van de bij het thema betrokken beleidsadviseurs verwerkt. STRUCTUUR Op verzoek van een van de partners is tijdens de laatste vergadering van de agendacommissie ook de LEA structuur geëvalueerd. Omdat de meeste partners wel structureel vertegenwoordigd zijn maar niet altijd door dezelfde persoon vertegenwoordigd worden, gaf een groot deel van de partners aan niet echt onderbouwde mening over de structuur te hebben. Een partner die wel structureel aanwezig is geweest is tevreden over de opzet en van mening dat deze tijdens de loopperiode van de LEA gecontinueerd kan worden. Twee partners zijn van mening dat een extra tussentijds bestuurlijk over om elkaar over de voortgang te informeren zinvol zou kunnen zijn. Dat voorstel wordt tijdens het bestuurlijk overleg op 9 december 2013 in stemming gebracht.

102 3 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Thema Passende zorg voor elk kind: 1. Zorg in en om de school Doelstelling: CJG/zorg in de school 1. In 2012 wordt er op basis van observatie en diagnostiek gewerkt aan het tijdig signaleren van leer- en ontwikkelingsproblemen bij kinderen. Scholen zijn primair verantwoordelijk voor het inzetten van deze instrumenten als het gaat om zorg die van invloed is op het functioneren van het kind binnen de school. Naast de beschikbare rijksmiddelen kunnen zij hiervoor jaarlijks een subsidie bij de gemeente aanvragen. Het hiervoor bestemde budget zorg in en om de school wordt met ingang van 2013 fasegewijs afgebouwd naar 40% van in 2012 beschikbare bedrag, te beginnen met een afbouw van 20% in De middelen die vrij komen worden (deels) gebruikt om de zorg om de school, die niet direct gericht is op het leerproces maar wel op factoren die van invloed zijn op het leren, vorm en inhoud te geven. Deze vorm van zorg, gericht op het kind & gezin, wordt in samenhang en dicht bij de vindplaats school georganiseerd. In 2013 worden de middelen voor zorg in en om de school die direct aan de scholen worden verleend met 20% afgebouwd. Voor de inzet van de middelen die vrij komen wordt met nauwe betrokkenheid van het primair onderwijs een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd. Ten aanzien van prioriteit in 2013: de middelen worden (deels) gebruikt om de pilotprojecten in het Soesterkwartier, ontwikkelwerkplaats passend onderwijs en proeftuin Soesterkwartier, te ondersteunen en faciliteren. De resultaten en effecten van de pilotprojecten worden gemonitord, geëvalueerd en beoordeeld op bruikbaarheid in meerdere wijken. 2.Resultaten a. Beschikbaarheid van voor zorg om de school. b. Plan van aanpak voor inzet van het beschikbare budget. c. Overzicht met resultaten en effecten van de proeftuin Soesterkwartier en de ontwikkelwerkplaats Soesterkwartier. 3.Uitvoering door SWV de Eem KPOA De Meerkring HAAL PCBO SKA SKON Namens CJG partners Gemeente Amersfoort Brigitta Gadella Bert Dekker Willem Kuipers Jan Overweg Anneke Boswinkel Annegreet van Dijk Caroline Bosch Roger Caubo en Jessie Thevenet Christa Hoogenveen (tevens trekker) 4.Aanpak Bijeenkomsten onder voorzitterschap van de gemeente Amersfoort met alle genoemde partners waarbij: De resultaten van de pilotprojecten in het Soesterkwartier worden besproken Bekeken wordt naar welke wijk en op welke wijze de pilot kan worden uitgebreid Bekeken wordt welke werkwijzen/projecten geïntegreerd kunnen/moeten worden

103 4 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen Planning De bijeenkomsten vinden eens in de twee tot drie maanden plaats. Het streven is om in 2013 de samenwerking onderwijs en jeugdzorg Soesterkwartier uit te breiden naar een tweede wijk. 6.Financiën/wijze van bekostigen Uit de middelen LEA thema passende zorg voor elk kind, verbinden CJG en school, zorg in en om de school. In 2013 beschikbaar , begroting: Ontwikkelwerkplaats Soesterkwartier (extra inzet onderwijsondersteuning) Ontwikkelwerkplaats Vathorst (inzet onderwijsondersteuning) Externe ondersteuning opstellen implementatieplan 7.872, ,- PM 7.Randvoorwaarden en risico s - Er vindt geen inzet van LEA middelen plaats voor structurele kosten - Plannen vanuit onderwijs voor inzet van LEA budget worden eerst besproken in het IBO - Deelname van zowel onderwijs als jeugdzorg/ kinderopvang wordt als een meerwaarde ervaren 8.Resultaten en vervolgactie De werkgroep LEA doelstelling 1 is ongeveer 1x in de 2 maanden bijeen geweest om informatie te delen, de voortgang te bewaken en plannen aan te scherpen. Resultaten/ opbrengsten 2013 zijn: Samenwerking en afstemming tussen jeugdzorg en onderwijs wordt gerealiseerd via de schakeling tussen een jeugdgeneralist en een onderwijsgeneralist. Waarbij de jeugdgeneralisten onderdeel uitmaakt van de generalistische (jeugd)wijkteams en de onderwijsgeneralist onderdeel uitmaakt van de interne zorgstructuur onderwijs. Concreet: - Soesterkwartier: samenwerking Jeugd & gezinsteam i.s.m. ontwikkelwerkplaats. Planning: doorlopend traject gestart in Kosten: extra inzet onderwijsondersteuning (naast inzet vanuit innovatiebudget passend onderwijs) - Vathorst: start van een nieuw generalistisch (jeugd)wijkteam en passend onderwijs Planning: start na de herfstvakantie Kosten: inzet onderwijsondersteuner. Beide kostenposten lopen tot 1 augustus Dan gaat Passend onderwijs formeel in en zullen de structurele kosten ten laste moeten komen van het budget dat daar vanuit passend onderwijs voor beschikbaar wordt gesteld. Belang om te leren van de ervaringen met schoolmaatschappelijk zowel vanuit het onderwijs als vanuit de jeugdzorg (CJG en MEE) voor de nieuw inrichting van de zorg voor jeugd in en om de school. Kennis en expertise van schoolmaatschappelijkwerk wordt in ieder geval geïntegreerd in de jeugd & gezinsteams. Vervolgacties 2014 zijn: Alert4You wordt als een interessante optie gezien in professionalisering van medewerkers opvang en onderwijs. Voorstel is om het traject Alert4You in Vathorst uitgevoerd door Trajectum te integreren in de te starten samenwerking jeugdzorg & onderwijs in Vathorst. Ontwikkelen van kenniskringen onderwijs, jeugdzorg & opvang. Mogelijk ter vervanging van de huidige IB kringen. Aansluiting c.q. integratie in jeugdketen talent wordt onderzocht. Belangrijk thema dat aan de orde is gekomen is het zoeken van en nieuw evenwicht tussen de inzet vanuit het onderwijs bij zorg rond leerlingen, de inzet van de jeugdzorg en de eigen kracht van de leerling en diens netwerk.

104 5 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Er wordt met behulp van externe inzet een implementatieplan 2014 opgesteld voor de uitwerkingen van het ondersteuningsplan van het SWV PO voor die onderdelen die plaatsvinden op het snijvlak van de samenwerking onderwijs en jeugdzorg. Dit plan zal onderdeel uitmaken van het plan van aanpak 2014 voor deze doelstelling. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. - Bij de afbouw van de middelen bij het onderwijs is door onderwijs aangegeven dat dit geld direct ten goede moet komen aan zorg voor kinderen. Met name zorg voor problematiek van kinderen buiten het onderwijs (thuis/ straat et cetera) dat negatief doorwerkt op het leervermogen van het kind. - Inzet op generalistische (jeugd)wijkteams (jeugdgeneralist) en afstemming met onderwijs (onderwijsgeneralist) wordt door de werkgroep gezien als antwoord op bovengenoemde vraag. Ouders en kinderen als betrokkenen uit zowel het onderwijs als de jeugdzorg bevestigen dit. - Gedurende 2014 heeft dit geleid tot inzet van middelen in de wijk Soesterkwartier en recent in uitbreiding van deze werkwijze in wijk Vathorst en een enkele extra aanvraag voor inzet van LEA middelen voor specifieke inzet voor de gereformeerde scholen Amersfoort. Dit heeft te maken met de situatie van 2013 waarin zowel onderwijs als jeugdzorg zich nog volop oriënteerden op hun nieuw opdracht (Invoering Passend Onderwijs versus Transitie Jeugdzorg) en wat dit betekent voor een nieuw manier van samenwerken. Dit betekent dat een deel van het LEA budget in 2013 niet zal worden ingezet.

105 6 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014

106 7 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Thema Passende zorg voor elk kind: 2. Warme overdracht voorschoolse voorzieningen - PO 1. Doelstelling 2: Warme overdracht voorschoolse voorzieningen PO voor zorgkinderen In 2015 vindt er voor elk kind waar zorg over is een warme overdracht plaats van alle vormen van dagbesteding (opvang, school en werk) met als doel het borgen van de juiste aanpak op basis van alle kennis over wat het kind nodig heeft om zich maximaal te kunnen ontwikkelen. Ouders hebben een essentiële rol bij de overdracht van deze informatie. In 2013 wordt het plan van aanpak voor de warme overdracht uitgevoerd met als concrete doelstellingen: o Plan van aanpak voor warme overdracht in 2013 o Uiterlijk september 2013 starten met het warm overdragen van deze kinderen (eerder mag!) 2.Resultaten 1. Er vindt een warme overdracht plaats op het moment dat het VE-geïndiceerde kind naar de basisschool gaat tussen de voorschoolse voorziening, de basisschool en de ouder van het kind. 2. De warme overdracht vindt plaats met behulp van het overdrachtsdossier dat is opgesteld door de voorschoolse voorziening en dit bevat: o Uitkomsten van toetsen(cito) en observaties van het VE-geïndiceerde kind op het gebied van taal en rekenen; o Informatie over de ontwikkelingsgebieden sociaal-emotioneel en motoriek van het VE-geïndiceerde kind middels de Peuter- Observatie- en Overdrachtslijst Amersfoort (POOA); o Belemmerende en bevorderende factoren in de ontwikkeling van het betreffende VE-geïndiceerde kind (opgenomen in de POOA) 3.Uitvoering door Alle partners in de VVE werkgroep (onderwijs, Peuterscholen van SWA, Bijdehandjes en SKA, GGD, gemeente). 4.Aanpak 1. Warme overdracht (volgens uitvoering convenant met ouders, kinderopvang en onderwijs ) is in januari 2013 van start gegaan. Knelpunt in praktijk is de uitvoering. Alle partijen dienen hier tijd voor vrij te maken, volgens afspraken convenant. In gemeentelijke werkgroep is nu afgesproken dat per september 2013 tijd niet meer het probleem kan zijn en er formatie voor is vrij gemaakt. Aanpak: Scholen organiseren bijeenkomst na de zomer (sept 13) voor de mensen op de werkvloer waar dit onderwerp nogmaals wordt besproken. 2. Overdrachtsdossier: o Bij alle VE kinderen op de voorschoolse voorziening worden CITO toetsen afgenomen van af januari o Observatie instrument POOA wordt vervangen door KIJK op Ontwikkeling (van het SLO). In dit instrument zijn de SLO opgenomen, waardoor aansluiting bij het onderwijs is gewaarborgd. Met ingang van het nieuwe schooljaar wordt Kijk op ontwikkeling ingevoerd bij de peuterscholen van de SWA en SKA en geëvalueerd in juni o Voor de langere termijn wordt bekeken of aangesloten kan worden bij observatiemethode KIJK! Dit wordt al gebruikt door Bijdehandjes en op diverse scholen gebruikt. Invoering van dit observatie instrument vraagt meer implementatie tijd en geld binnen kinderopvang. Ervaringen Er worden cito toetsen afgenomen en warme overdrachten gedaan bij alle VE aanbiedende kinderopvang organisaties. Op 13 november werkconferentie Voor- en vroegschoolse educatie. Thema: opbrengst gericht werken. Met alle partijen (school, opvang) wordt aan de hand van 5 workshops gewerkt aan meer bekendheid van wensen en mogelijkheden op

107 8 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 het gebied van onder andere warme overdracht. Bijvoorbeeld: welke info heeft t onderwijs nodig en welke info brengt de kinderopvang. Afstemming hierover is een doel van de conferentie. 5.Planning Warme overdracht: van start gegaan bij PCBO en KPOA. Observatie instrument met aanvullende voorwaarden (SLO doelen) in september 2013 ingevoerd. Stan van zaken warme overdracht: Planning is gehaald, per september wordt overal met de Kijk op Ontwikkeling gewerkt in plaats van de POOA ( Peuter Observatie en Ontwikkelingslijst Amersfoort). 6.Financiën/wijze van bekostigen Alle kosten zijn opgenomen in de kindplaatsen VVE en verleend aan de verschillende uitvoerende organisaties: Welzin SKA Bijdehandjes Totaal Randvoorwaarden en risico s Uitvoering afspraken convenant door alle partijen. Duidelijkheid welke school dit wel en welke dit niet doet, gewichtenscholen zijn dit verplicht uit convenant en onduidelijk is of andere scholen openstaan voor warme overdracht. PCBO scholen doen dit wel, Meerkring en KPOA hebben aangegeven dit alleen voor de gewichtenscholen te willen doen. Laatste stand van zaken hierin: Gemeente heeft scholen wederom gewezen op afspraken binnen het convenant. In september 2013 interne informatie ronde door scholen zelf. 8.Resultaten en vervolg In 2013 worden de acties voortgezet en tussentijds geëvalueerd op de wijze van uitvoering. In de werkgroep VE (gemeentelijk niveau met alle partners) worden die besproken. Blijft ook voor 2014 actueel. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. n.v.t.

108 9 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014

109 10 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Thema Optimale ontwikkelingskansen voor elk kind: 3. Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE) 1. Doelstelling: 3. Bereik van 100% VVE kinderen Eind 2015 wordt de gehele VVE doelgroep bereikt op basis van een brede doelgroep definitie waarbij ook kinderen met een gedefinieerde ontwikkelingsachterstand worden betrokken. De VVE methodieken worden gebruikt in de voorschoolse en vroegschoolse periode waarbij actief wordt doorverwezen naar primair onderwijs met een aansluitend aanbod. In 2013 wordt op basis van de nieuwe kaders voorschoolse educatie aangeboden in de gemeente Amersfoort. in 2013 bestaat voor 100% van de VE-geïndiceerde kinderen de mogelijkheid een voorschoolse voorzieningen te bezoeken waar voor- en vroegschoolse educatie wordt aangeboden. In 2013 wordt op scholen met een schoolgewicht beredeneerd aanbod aangeboden aan leerlingen met een VE-indicatie dat door de onderwijsinspectie als minimaal voldoende is beoordeeld In 2015 is het aanvullend budget voor VVE dat per 2012 beschikbaar komt op effectieve wijze ingezet met als doel het voorkomen van onderwijs- en ontwikkelingsachterstanden bij kwetsbare kinderen. 2.Resultaten In 2015 bereiken wij zoveel mogelijk doelgroepkinderen met een passend VVE aanbod. Er zijn in totaal 472 VE-kindplaatsen beschikbaar. 3.Uitvoering door De gemeente Amersfoort, kinderopvang, primair onderwijs en GGD. 4.Aanpak De GGD geeft de VE-indicaties af en verwijst door naar de drie kinderopvangorganisaties die voorschoolse educatie aanbieden. Samen met de werkgroep VVE met vertegenwoordigers van gemeente, onderwijs, voorschoolse voorzieningen en GGD wordt gewerkt aan kwalitatief hoogwaardige voor-en vroegschoolse educatie. Het aanbod op de voorschoolse voorzieningen wordt gerealiseerd. Uit het beleidsverklaring van de scholen is op te maken dat de meeste deelnemende scholen wordt met de VVE-programma s KO-totaal of Piramide gewerkt. Op veel scholen heeft nascholing plaatsgevonden op het specialisme woordenschat didactiek. Scholen hebben een leerlingvolgsysteem en een observatiesysteem. Alle scholen werken met groepsplannen en opbrengstgericht werken. Het onderzoek van de onderwijsinspectie in het najaar van 2013 zal meer zicht geven op de beoordeling van de kwaliteit. 5.Planning In 2012 is de tender uitgegaan op basis waarvan de uitvoerders van VVE zijn geselecteerd die in de periode het aanbod verzorgen. In 2013 zijn werken 3 kinderopvangorganisaties volgens de nieuwe kaders voorschoolse educatie. 6.Financiën/wijze van bekostigen De VE-kindplaatsen worden bekostigd uit de rijksmiddelen onderwijsachterstanden. Daarnaast organiseren hebben wij een conferentie georganiseerd in het kader van opbrengstgericht werken en wordt er een monitor uitgevoerd. Ook deze activiteiten worden bekostigd uit de rijksmiddelen onderwijsachterstanden.

110 11 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen Randvoorwaarden en risico s Volledige medewerking door alle betrokken partijen is van groot belang om de afgesproken resultaten te kunnen behalen. 8.Resultaten en vervolg Alle afspraken in het convenant worden uitgewerkt door de werkgroep VVE. Op dit moment wordt een VVE-monitor ontwikkeld waarbij de ontwikkeling van VE-geïndiceerde kinderen gevolgd zal worden. Onder andere via gesprekken met voor- en vroegschoolse instellingen gezamenlijk zullen deze resultaten periodiek besproken worden en zal bijgestuurd worden. 423 doelgroep peuters nemen deel aan een VE-programma. Dat houdt in dat nu voor 100% van de VE-geïndiceerde kinderen plekken zijn gerealiseerd. Er zijn nog 49 VE-kindplaatsen beschikbaar. Samen met de werkgroep VVE is de gemeente bezig met de ontwikkeling van een VVE-monitor. In deze monitor zal de ontwikkeling van kinderen op de vaardigheidsscores bij Taal en Rekenen worden meegenomen, indien de E2-toets wordt afgenomen op de betreffende school. De meeste scholen nemen de E2-toets af, voor zover dat niet gebeurt, geven de schoolbesturen aan dat de vooruitgang voor leerlingen in het algemeen als voldoende wordt beoordeeld. Scholen hebben een leerlingvolgsysteem en een observatiesysteem. Alle scholen werken met groepsplannen en opbrengstgericht werken. Deze informatie is te vinden in de beleidsverslagen, die ze jaarlijks indienen volgens afspraak uit het convenant. Merkbare gevolgen van het convenant voor- en vroegschoolse educatie Amersfoort Meer voorschoolse voorzieningen in schoolgebouwen. Doorgaande lijn wordt beter vorm gegeven. Beredeneerd aanbod is helder en hier zijn aanvullingen op gedaan. Warme overdracht is in gang gezet. Uitwisseling en kennisdeling bij studiedagen die gemeente breed georganiseerd worden. Niet VE-geïndiceerde leerlingen profiteren mee van het extra aanbod. Verbetering van de vaardigheidsscores. In 2014 gaan we door met het uitwerken van alle afspraken. Daarnaast zullen we op basis van het rapport van de onderwijsinspectie bekijken welke onderdelen extra aandacht behoeven. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. Medewerking van het onderwijs is relevant voor de te behalen resultaten. Met het onderwijs hebben wij geen subsidierelatie in tegenstelling tot de voorschoolse voorzieningen. De bekostiging van het vroegschoolse deel van de vve gaat vanuit het rijk naar de scholen. Vooralsnog heeft dat de resultaten niet negatief beïnvloedt. De aandachtspunten zijn vooral gericht op de warme overdracht, de tijd die het vergt, het ontwikkelen van een handreiking, een adequaat registratiesysteem waardoor voor scholen ook duidelijk is welke kleuters een VE-indicatie hebben.

111 12 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014

112 13 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Thema optimale ontwikkelingskansen voor elk kind: Aanpak voortijdig schoolverlaten (VSV) 1. Doelstelling 4: Aantal VSV-ers terugbrengen aan de hand van de landelijke doelstelling Eind 2015 is het aantal voortijdig schoolverlaters (ook de 18+ers) nog verder teruggebracht conform de landelijke doelstelling (landelijke ) In 2013 wordt het nieuwe convenant VSV verder geoperationaliseerd. Scholen en gemeente geven uitvoering aan de afspraken om hun management en interne organisatie te versterken m.b.t. het voorkomen van VSV. De gemeente werkt hierin samen met de regiogemeenten (RMCbeleid). 2.Resultaten Regionaal projectplan herijking RMC vaststellen Heractiveren portefeuillehouderoverleg onderwijs voor de regio Eemland Meer zicht op dagbesteding van VSV-ers (18-23) Koersen op een sluitende aanpak van verzuim en VSV Verbeteren aansluiting kwalificatieplicht - trajectbureau 3.Uitvoering door Binnen het convenant Voortijdig Schoolverlaten werken voortgezet onderwijs, MBO, SOVEE en gemeenten (leerplicht en beleid) samen om het aantal VSV-ers terug te dringen. 4.Aanpak De manier waarop het aantal VSV-ers wordt teruggebracht is beschreven in het Convenant Voortijdig schoolverlaten Dit convenant is o.a. gebaseerd op de bevindingen uit de Regioanalyse. Op staat de aanpak uitgebreid beschreven. Uit de regioanalyse van 2012 blijkt dat de manier waarop de RMC functie is vormgegeven aandacht verdient. Daarom hebben de gemeenten in Subregio Eem ervoor gekozen om de RMC taken te herijken. De herijking is vastgelegd in een projectplan, dat wordt uitgevoerd onder projectleiding van de gemeente Amersfoort. De resultaten/definitieve cijfers van onderstrepen de noodzaak hiermee bezig te zijn. 5.Planning Het convenant Voortijdig Schoolverlaten heeft een looptijd van drie jaar. Scholen en gemeenten hebben dus ook drie jaar de tijd om uitvoering te geven aan de individuele plannen. De planning van de RMC herijking staat opgenomen in het projectplan. Daarnaast hebben scholen een reductienorm opgelegd gekregen per onderwijssoort. Scholen werken volgens eigen planning aan het behalen van de norm. Gemeenten en SOVEE kunnen deze planning faciliteren door hun inzet van leerplicht en RMC. 6.Financiën/wijze van bekostigen Een groot deel van de bekostiging VSV komt vanuit het Rijk. De gemeente Amersfoort draagt bij in de kosten voor communicatie ( per jaar) en de kosten voor het digitaal doorstroom dossier: Intergrip. Begroting VSV: Bestrijding VSV

113 14 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Trajectbureau Pr en communicatie Intergrip Monitor VO-HBO (doelstelling OAJ II) Pitsstop Coaching Totaal Randvoorwaarden en risico s Risico s om de beoogde resultaten te behalen zijn gelegen in de diverse ontwikkelingen in het onderwijs (zie 9), het stijgen van de jeugdwerkloosheid/ de economische omstandigheden, de verschillende decentralisaties die gaan doorwerken in de haarvaten van de samenleving. Met het oog op de zelfstandige en maatschappelijk wenselijke toekomst van onze jeugd is het van belang te blijven investeren in hen, hun schoolgang en de aanpak van eventuele. problemen en/of vraagstukken op school en/of thuis die het halen van een diploma of certificaat bedreigen. 8.Resultaten en vervolg In oktober 2013 hebben we de definitieve resultaten VSV van DUO ontvangen van schooljaar Opnieuw is in de RMC regio Eem en Vallei 3,1 % VSV gerealiseerd. Het percentage VSV-ers in Amersfoort is gestegen ten opzichte van het vorige schooljaar van 3,4 % naar 3,6 %. In absolute getallen is er sprake van 113 VSV-ers van 18- en 316 VSV-ers van 18+. In februari 2014 ontvangen we de voorlopige resultaten over het afgelopen schooljaar. Feitelijk betreft dit oud nieuws, omdat we inmiddels een schooljaar verder zijn waarin hard gewerkt is aan het verbeteren van processen en aanpak. Inhoudelijk zijn de volgende resultaten behaald: Vanuit het convenant hebben alle partijen eigen projectplannen geschreven om de aanpak van VSV te verankeren in hun organisatie. Voor de regio Eemland heeft dat geleid tot het projectplan Herijking RMC. Het Inlichtingenbureau is in gebruik genomen. Dit betekent dat wij nu beter zicht (gaan) krijgen op VSV 18+. Gemeente Amersfoort is als in veel project- en taakgroepen vanuit het convenant betrokken om vorm te geven aan de uitvoering. Een voorbeeld hiervan is de taakgroep Verzuim. In de aanpak herijking RMC zullen we aandacht besteden aan het gebruik van meer actuele cijfers, zodat we sneller zowel op leerling-niveau als beleidsniveau kunnen werken aan verbetering als die nodig blijkt. In 2014 zal extra aandacht worden gegeven aan de koppeling met jeugdwerkloosheid en de rol van ouders bij VSV/verzuim. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. Er zijn op veel gebieden veranderingen gaande, zoals de invoering van de Entree opleiding, taaleisen in het MBO, passend onderwijs. De vraag is hoe en of onder meer deze ontwikkelingen gevolg gaan hebben voor het behalen van de streefcijfers.

114 15 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Thema Optimale ontwikkelingskansen voor elk kind: 5. Brede pedagogische visie in ABC-scholen Doelstelling 5: Brede pedagogische visie in ABC-scholen In 2015 is er in het kader van de ABC-scholen een brede pedagogische visie ontwikkeld die door alle partners als uitgangspunt wordt gehanteerd. In 2013 wordt de uitgangspunten van de stedelijke pedagogische visie (PAA: pedagogische aanpak Amersfoort) geïmplementeerd in minimaal 3 wijken, waaronder het Soesterkwartier, in samenspraak met alle bij de ABCschool betrokken partners. In 2013 staan de volgende concrete doelstelling centraal: 1. Verkrijgen van bestuurlijk commitment bij gemeente en partnerorganisaties. Er is bestuurlijk commitment bij gemeente en partnerorganisaties. Dit betekent dat de gemeente de PAA uitdraagt via de wethouder, combineert met diverse bestuurlijke ontwikkelingen, tot uitdrukking komt in de sociale wijkagenda s, en een link krijgt met de sociale wijkteams. Bij de partnerorganisaties staat de PAA op het netvlies van management en bestuur, zodat zij dit meenemen in het personeelsbeleid en concrete activiteiten op de werkvloer. 2. Vertaling van de visie van PAA naar een implementatieplan op wijk en organisatieniveau. Er ligt voor iedere wijk een implementatieplan met diverse concrete activiteiten. Dit geldt ook voor de betrokken partnerorganisaties. 3. Meten van het effect van PAA middels het onderzoek van de HU en de jaarlijkse rapportage. De smart geformuleerde implementatieplannen worden tussentijds geëvalueerd in de stuurgroepen van de ABC wijken en op de stuurgroep bijeenkomsten van de PAA. Aan het eind van het activiteitenjaar wordt een eindejaars evaluatie opgeleverd. 4. Verankering in personeelsbeleid bij de organisaties werkzaam in de ABC wijken. De PAA is opgenomen in de beleidsplannen van de organisaties; personeel wordt jaarlijks (bij)geschoold op PAAontwikkelingen; nieuw personeel wordt binnen 6 maanden ingewerkt op de PAA; in functioneringsgesprekken is de PAA een vast onderdeel, etc. 5. Aan de slag in de Wijk Soesterkwartier, Kruiskamp-Koppel en Vathorst De Laak. 6. Andere ABC-wijken die willen aanhaken de mogelijkheid bieden om mee te liften. 2.Resultaten Eind 2013 is in 3 wijken een start gemaakt met de invoering van de PAA: Soesterkwartier, Kruiskamp-Koppel en de Laak op minimaal 2 onderdelen van de PAA. Voor deze wijken is een plan van aanpak opgesteld voor invoering PAA. Er is bekend welke wijken in 2014 starten: 2014: Rustenburg, Schuilenburg, Liendert, en Randenbroek 3.Uitvoering door Twee projectleiders in opdracht van de stichting ABC.

115 16 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen Aanpak In maart-april worden met de wijken gesprekken gevoerd met als doel in kaart te brengen wat nodig is in de wijk. In mei-juni wordt een programma voor deze wijken opgesteld van trainingen, coaching en begeleiding. In september-december wordt het plan uitgerold in de wijken. 5.Planning (Zie aanpak). 6.Financiën/wijze van bekostigen Projectleiding ,00 Ontwikkelen modules trainingen 7.500,00 Verzorgen van trainingen 7.000,00 Totaal begroting ,00 (uit ontwikkelbudget ABC scholen) 7.Randvoorwaarden en risico s Randvoorwaarden: Er moet goed afgestemd worden met de planningen van alle organisaties. Trainingen moeten waar mogelijk gegeven woorden door kernpartners, waarbij gekeken moet worden dat dit binnen bestaande taakopdrachten valt. Bedreigingen: 1. Door de veelheid van projecten in het Soesterkwartier, kan de voortgang in gevaar komen. Oplossing: vanaf het begin zorgen dat de trajecten op elkaar af zijn gestemd en men van elkaar weet wie wat doet. Zoeken naar verbindingen. 2. Draagvlak bij de ABC-wijken. Oplossing: starten met wijken waar men zelf aangeeft mee te willen doen. Ook zullen we als eis moeten stellen dat de wijken van ambitieniveau 2 en 3 deel moeten nemen. Dit behoort tot het ambitieniveau. We zullen het ook in ons beleid rondom doorgaande lijn moeten verankeren. 8.Stand van zaken/voortgang Er zijn drie ABC-wijken die in 2013 gestart zijn: ABC Kruiskamp-Koppel, ABC Vathorst De Laak en ABC Soesterkwartier De projectleiders hebben de eerste contacten met de drie ABC-wijken gelegd en er is gekozen waar mee wordt begonnen: ABC Soesterkwartier gaat aan de slag met Leerlingbemiddeling (uitgangspunt 3, conflicten lossen we samen op) en het opstellen van wijkregels (uitgangspunt 2, we gaan positief met elkaar om). De wijkregels worden (hoogstwaarschijnlijk, de stuurgroep moet hier nog een uitspraak over doen) opgesteld door een in te stellen Kinderwijkraad (uitgangspunt 4, iedereen heeft een stem). ABC de Laak heeft gekozen om ouders meer te betrekken bij ABC-ontwikkelingen (uitgangspunten 1 (opvoeden doen we samen), 2 (we gaan positief met elkaar om) en 4 (iedereen heeft een stem). Daarnaast worden op alle uitgangspunten acties uitgezet via de pedagogische aanpak Vreedzame Wijk. De twee scholen binnen ABC de Laak hebben hiertoe een gezamenlijke studiedag ingepland. ABC Kruiskamp-Koppel gaat aan de slag met wijkregels (op te stellen door de Kinderwijkraden, zowel voor Koppel als voor Kruiskamp) en het vergroten van de ouderbetrokkenheid. Er is binnen deze ABC al veel aandacht voor uitgangspunt 5, verschillen zijn leerzaam. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. Andere wijken hebben aangegeven in 2014 of 2015 te kunnen starten. Wijken die in eerste instantie hadden

116 17 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 aangegeven wellicht deel te willen nemen, kiezen ervoor om eerst bestaande trajecten af te maken zodat ze ruimte scheppen om succesvol met de implementatie van de PAA aan de slag te gaan.

117 18 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Thema optimale ontwikkelingskansen voor elk kind: Aanpak voortijdig schoolverlaten (VSV) 3. Doelstelling 6: Uitbreiding project onderwijstijdverlenging in het PO i.v.m. doorstroom VO In 2015 is het concept van onderwijstijdverlenging uitgebreid naar meerdere wijken en scholen waardoor voor een specifieke doelgroep kinderen de kans een succesvolle doorstroom van het PO naar het VO wordt gestimuleerd. In 2013 wordt het concept van onderwijstijdverlenging uitgebreid naar minimaal een tweede project met betrokkenheid van het PO en het VO. In 2013 staat de opzet en inrichting van het project centraal voor de wijken Randenbroek, Schuilenburg, Liendert en Rustenburg. Doelstelling is dat na de herfstvakantie alle groepen gestart zijn. Inhoudelijk en organisatorisch zijn de volgende thema s uitgewerkt: Onderwijsinhoud, coördinatie en aansturing, uitvoering, ouderbetrokkenheid en verantwoording Resultaten Aan het einde van elk schooljaar zal er een rapportage worden gemaakt van de volgende resultaten: Bereik: leerlingaantallen en kenmerken per groep Leerresultaten: ontwikkeling in vaardigheidsscores Ontwikkelingskansen: advies VO en doorstroom VO Toegevoegde waarde: ervaren tevredenheid ouders en leerlingen Daarnaast brengen leerkrachten en leerlingen merkbare resultaten in beeld door via in het kader van ABC te laten zien wat er binnen onderwijstijdverlenging gebeurt. 3.Uitvoering door Verantwoordelijk vanuit de LEA agendacommissie: Lieuwe Medema, PCBO Amersfoort Penvoerder en projectcoördinator: extern projecteleider. Uitvoering door de volgende scholen: Farel College (Meerwegen), Windroos (PCBO), Wiekslag (Meerkring), Kinderhof (KPOA), Albatros (Meerkring), Spectrum (Meerkring), PWA Randenbroek (PCBO) en Caeciliaschool (KPOA). Het gaat om 7 groepen van elk leerlingen. 4.Aanpak De kennis en vaardigheden van leerlingen op het gebied van taal, studeren en algemene ontwikkeling worden vergroot door leerlingen op sociaal, strategisch en betekenisvol niveau te onderwijzen en te laten samenwerken. De lesstof bestaat uit actuele en inhoudelijke onderwerpen, die verschillen van wat op de eigen school gebruikt wordt. Excursies versterken het leereffect. Leerlingen hebben een actieve rol in de onderwijstijdverlenging. Ouders worden geïnformeerd over wat hun kind binnen het project doet en zullen in staat gesteld worden daar vanuit hun rol aan bij te dragen. Door de uitvoering van het project in handen te geven van eigen leerkrachten en deze te scholen in het concept van onderwijstijdverlenging zijn zij in staat om enerzijds de aansluiting bij het reguliere onderwijs te maken en anderzijds duidelijk meerwaarde te geven aan de extra lestijd. 5.Planning Organisatorische en inhoudelijke voorbereidingen zijn voor de zomervakantie 2013 getroffen, waaronder het vinden van leerlingen en leerkrachten en het uitwerken van het concept met daarbij het ontwerpen van passende scholing. Sommige scholen zijn direct in september gestart, andere scholen zullen in het kader van een zorgvuldige start na de herfstvakantie beginnen. In het voorjaar van 2014 zal een aanvraag voor voortzetting en verdere uitbreiding worden gedaan, net als in Bij die aanvraag zal tevens zicht moeten zijn op de (financiële) toekomst van het project na 2015.

118 19 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen Financiën/wijze van bekostigen De gemeente verleent subsidie voor dit project vanuit de afspraken die zij daartoe gemaakt heeft met het Ministerie van OC&W. Het leeuwendeel van het aangevraagde bedrag betreft de inzet van leerkrachten, daarnaast is het de bedoeling vanuit de subsidie projectcoördinatie, scholing, excursies en leermaterialen te bekostigen. Scholen dragen een deel in de vorm van inzet van mensen en huisvesting bij als cofinanciering. Begroot bedrag , dekking uit de rijksmiddelen voor onderwijsachterstandsbestrijding (extra middelen die eind 2012 beschikbaar zijn gesteld en vermeld in de voetnoot van de LEA begroting). 7.Randvoorwaarden en risico s Na de toewijzing van de subsidie is er zekerheid op basis waarvan scholen echt werk kunnen maken van het werven van leerkrachten, het selecteren van leerlingen en het uitwerken van het project op hun school. Na de start van het project is eigenaarschap van leerkrachten en het ervaren van toegevoegde waarde door ouders en leerlingen cruciaal voor succes op langere termijn. Leerkrachten moeten het project inhoudelijk en praktisch kunnen dragen en leerlingen moeten er met plezier aan deelnemen. Verdere uitbreiding naar andere wijken en het VO vanaf 2014 is een belangrijke stap om het project meer stads breed te maken en de doorgaande lijn beter te garanderen. Het kunnen aantonen van de effectiviteit met meetbare en merkbare resultaten aan het einde van elk schooljaar is onontbeerlijk voor verdere uitbreiding en voortzetting na Resultaten en vervolg De subsidie is toegekend na een nadere toelichting op een aantal punten. De projectleiding, is ingericht, PCBO is eindverantwoordelijke en er is een operationeel projectleider aangesteld. Er is overleg gevoerd met Sardes over de afbakening van het concept en ontwikkelen/scholing leerkrachten. Er is in september een start gemaakt met het tweede project. De feitelijke resultaten van het project zijn pas aan het eind van het schooljaar 2013/2014 bekend en worden eind 2014 gepresenteerd. Het project zal in 2014 verder uitgebreid worden en blijft als ambitie op de LEA agenda staan. Voor de uitbreiding is de samenwerking met de andere LEA partners nodig. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. N.v.t.

119 20 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Thema Optimale ontwikkelingskansen voor elk kind: 7. Passend onderwijs breed 1. Doelstelling 7: Passend onderwijs breed: plan van aanpak aansluiting passend onderwijs & transitie jeugdzorg In 2015 is Passend Onderwijs ingevoerd en heeft elk kind er recht op onderwijs te volgen dat bij hem/haar past, waar nodig gebruik makend van onderwijs- en/of zorgarrangementen. Daarnaast is de decentralisatie van de jeugdzorg deels een feit. De realisatie van deze stelselwijzigingen wordt afgestemd. In 2013 wordt met de partners een plan van aanpak ontwikkeld voor de afstemming van de beide transities waarbij taken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd. 2.Resultaten Een plan van aanpak waarin taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot beide transities zijn vastgelegd. 3.Uitvoering door Gemeente Amersfoort met de onderwijs- en jeugdpartners op bestuurlijk niveau. De gemeente Amersfoort, programmaleider Operatie Amersfoort Jong II, is trekker van deze doelstelling. 4.Aanpak Er zullen gefaseerd een aantal stappen genomen worden om tot het plan van aanpak te komen: Een planning voor de transitie van de jeugdzorg met beslis-, communicatie- en overgangsmomenten. Een terugkerend informeel overleg over de afstemming Passend Onderwijs en Transitie. Voorbereidingen met betrekking tot het in januari 2014 te organiseren Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO). Een plan van aanpak voor de gehele afstemming. 5.Planning Het plan van aanpak is eind 2013 klaar. 6.Financiën/wijze van bekostigen In 2013 vooralsnog geen kosten. Begroot (wordt naar verwachting ingezet in 2014) 7.Randvoorwaarden en risico s De randvoorwaarde is betrokkenheid van alle partijen rond jeugd. Een risico is het feit dat veel organisaties nog bezig zijn met het uitwerken van de eigen beleidsplannen. 8. Resultaten en vervolg Er is veel overleg met partners geweest om de behoefte met oog op de toekomst te peilen, zie hiervoor de aanpak onder 4. Tot nu toe is het resultaat geweest dat partijen aangeven nog druk te zijn met de interne planvorming en organisatie. Duidelijk is dat er behoefte is aan het delen van deze informatie. Daar dient het plan van aanpak zich in eerste instantie op te richten.

120 21 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. Zie de opmerkingen onder 7.

121 22 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Thema Optimale ontwikkelingskansen voor elk kind: 8. Talentontwikkeling 1. Doelstelling 8: Talentontwikkeling, Doelstelling: Breed aanbod voor talentontwikkeling A. In 2015 krijgt elk kind in Amersfoort de kans om talenten te ontwikkelen. Amersfoort kent een breed en rijk aanbod aan binnen- en buitenschoolse voorzieningen voor dit doel. Om dit te realiseren wordt door de LEA partners nauw samengewerkt. B. In 2013 wordt aan de hand van het kwaliteitssysteem voor de ABC-scholen in de wijken met een één-agenda- ABC of een afstemmings-abc aandacht besteed aan talentontwikkeling. 2.Resultaten A. Alle Afstemming ABC-scholen en één-agenda-abc-scholen in Amersfoort hebben een aanbod gericht op talentontwikkeling en het bieden van kansen op het gebied van kennis, fysieke en sociale ontwikkeling. B. Cultuureducatie in het primair onderwijs op een hoger niveau brengen zodat CE ingebed is in het curriculum van de school. Er is een samenhangend en geïntegreerd aanbod cultuureducatie. Regelingen als de Impuls brede scholen sport en cultuur, kunstmenu e.d. worden voortaan in samenhang aangeboden. In 2015/2016 is: a. er een doorgaande leerlijn cultuureducatie in het PO; b. de deskundigheid op het gebied van CE van leerkrachten en educatief medewerkers van culturele instellingen significant toegenomen; c. vakoverstijgend werken een prioriteit voor scholen en werkt 10% van de scholen vakoverstijgend; d. CE ook wijkgericht. 3.Uitvoering door A. Stichting ABC: procesmanager ABC-scholen. B. Scholen in de Kunst 4.Aanpak A. Zie het Kwaliteitssysteem ABC-scholen 2012 waarin per samenwerkingsvariant is uitgewerkt aan welke indicatoren de ABC-scholen moeten voldoen. B. Via een groeimodel kunnen (brede) scholen deelnemen aan 3 ambitie niveaus; van kennismaken tot excelleren (zie plan Amersfoort/Scholen in de Kunst Cultuureducatie met kwaliteit, december 2012). Scholen maken een jaarplan cultuureducatie. Met dit plan kunnen ze aanspraak maken op financiële middelen waarmee ze het plan uitvoeren. 5.Planning A. Het Kwaliteitssysteem ABC-scholen 2012 is in 2012 geïmplementeerd. B. Zie plan Amersfoort/Scholen in de Kunst Cultuureducatie met kwaliteit. 6.Financiën/wijze van bekostigen A. Voor de realisatie van de ABC-scholen is op jaarbasis in totaal beschikbaar dat verdeeld wordt over de verschillende samenwerkingsvarianten en waarbij het bedrag dat resteert als ontwikkelbudget gebruikt kan worden. B. Fonds voor Cultuurparticipatie, subsidie van de gemeente Amersfoort (budget cultuur, niet op de LEA begroting) en bijdrage van de scholen.

122 23 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen Randvoorwaarden en risico s A. Het buitenschools aanbod met betrekking tot talentontwikkeling zal deels gerealiseerd moeten worden door organisaties die niet vertegenwoordigd zijn in de stichting ABC. Het maken van goede samenwerkingsafspraken is van belang voor het realiseren van een passend aanbod. B. De randvoorwaarden om deel te nemen zijn beschreven in het projectplan Cultuureducatie met kwaliteit. 8.Resultaten en vervolg A. St. ABC: het Kwaliteitssysteem ABC-scholen 2012 is in 2013 geïmplementeerd. Dit heeft geresulteerd in de volgende samenwerkingsvarianten: 3 x netwerk-abc s (= Berg Noord/Zuid; Brink en Bron), 5 x samenwerkingsabc s (Nieuwland; Kattenbroek; Laak, Schothorst-N en Zielhorst) en 6 x een-agenda-abc s (Kruiskamp/Koppel; Liendert; Randenbroek; Rustenburg; Schuilenburg en Soesterkwartier). Alle ABC s geven uitvoering aan de vastgestelde jaarprogramma s. St. ABC was voornemens om in het najaar van 2013 in samenwerking met Hogeschool Utrecht bij alle 14 ABC s een audit te houden. Doel van deze audit was om antwoord te krijgen op de vraag of de desbetreffende ABC de zelf gekozen samenwerkingsvariant (c.q. ambitieniveau) realiseert en wat eventueel de belemmerende c.q. succesbepalende factoren zijn. Onlangs heeft het bestuur van St. ABC besloten om de audit uit te stellen tot het voorjaar van Hieraan lagen zowel procesmatige redenen ten grondslag (sommige ABC s konden met moeite de benodigde inspanning dit najaar leveren) als inhoudelijke. Het (nieuwe) bestuur van St. ABC is van mening dat de focus van ABC aanscherping behoeft. Nog dit jaar zal St. ABC deze aangescherpte focus presenteren. Vervolgens zal in 2014 de audit als onderdeel van de implementatie van deze nieuwe focus uitgevoerd worden. Realisatie van de doelstelling in 2013: St. ABC verwacht dat de samenwerkings-abc s (ambitieniveau 2) en de een-agenda-abc s (ambitieniveau 3) de overeengekomen eindresultaten zullen behalen. B. Op basis van het eerder genoemde plan en de daarin vastgelegde doelstellingen is een uitdagend aanbod voor 2013 gerealiseerd waar door veel scholen gebruik van wordt gemaakt. In 2014 wordt dit aanbod uitgebreid met als doel het bieden van een breed binnen- en buitenschools aanbod aan kinderen van 2 tot 18 jaar. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. A. N.v.t. B. Zie opmerkingen bij 7.

123 24 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014

124 25 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Thema Optimale ontwikkelingskansen voor elk kind: 9. Diversiteit 1. Doelstelling 9: Diversiteit In 2015 wordt door alle LEA partners bij de zorg en het aanbod rekening gehouden met diversiteit onder kinderen en verzorgers. Dit betreft zowel diversiteit met betrekking tot religie, etniciteit als seksualiteit. Het principe dat elk kind & gezin alle kansen moet krijgen is daarbij leidend. Elke LEA partner draagt binnen de eigen organisatie zorg voor een veilige en kansrijke omgeving voor de hele doelgroep die gebruik maakt van de voorzieningen. Eigen kracht, burgerinitiatief en projecten die een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van organisaties op het punt van diversiteit kunnen op basis van een stimuleringsbudget een extra impuls krijgen. In 2013 (was ook het doel voor 2012 maar is destijds niet gerealiseerd, zie de evaluatie 2012) wordt een werkgroep diversiteit opgezet die de kaders voor aanvragen van een subsidie vaststelt. De werkgroep diversiteit is verantwoordelijk voor het beoordelen van aanvragen uit het diversiteitsbudget en adviseert de gemeente over de toekenning van subsidies. 2.Resultaten 1. Een werkgroep (adviescommissie) Diversiteit waarin verschillende organisaties die een relatie met het thema hebben vertegenwoordigd zijn. 2. Een reglement voor de hiervoor genoemde werkgroep. 3. Een subsidieregeling diversiteit. 4. Een website waarop naast de regeling ook een overzicht met goede voorbeelden is te vinden 5. Een hulpmiddel voor het indienen van subsidieaanvragen, binnenkort ook te vinden op de website 6. Een eerste advies van de werkgroep over vijf aanvragen 7. Een aantal gerealiseerde projecten in het kader van diversiteit binnen de begroting. 3.Uitvoering door Advies en ambassadeursfunctie door werkgroep Diversiteit. Besluitvorming door de gemeente. Vertegenwoordigd in de adviescommissie zijn: WELzin, de GGD Midden Nederland, Sovee, Onderwijsgroep Amersfoort, Mee Utrecht, Gooi&Vecht, Stichting Keiroze, Gehandicapten en Patiënten Platform Amersfoort. Leden adviseren niet over hun eigen aanvragen. De adviescommissie wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter en ondersteund door een ambtelijk secretaris. 4.Aanpak 1. Samenstellen van de werkgroep 2. Concept regeling en reglement 3. Definitieve regeling en reglement (door college vastgesteld) 4. Vergaderplanning van de werkgroep 5.Planning Vaststelling regeling en reglement & samenstelling en benoeming werkgroep: zo spoedig mogelijk in Financiën/wijze van bekostigen Thema optimale ontwikkelingskansen: Diversiteit totaal op jaarbasis Beschikbaar voor projecten en activiteiten Beschikbaar voor scholentochten Randvoorwaarden en risico s

125 26 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Voorwaarden: aandacht voor pr en communicatie rondom het thema met als doel het stimuleren van organisaties om projectaanvragen in te dienen. Risico s: leden van de werkgroep kunnen tevens belanghebbenden zijn als het gaat om een subsidie, dit is ondervangen in de regeling. Aandachtspunt is borging van resultaten na afloop van de subsidie, omdat het een stimuleringssubsidie betreft. Aangeven hoe resultaten worden geborgd is een voorwaarde voor de subsidieaanvraag, het moet blijken of het inderdaad lukt om aanpak en resultaten zonder doorlopende subsidie te borgen. 8.Resultaten en vervolg In mei 2013 zijn de Subsidieregeling Diversiteit en het reglement voor de adviescommissie diversiteit vastgesteld. De adviescommissie is in 2013 drie keer bijeen geweest. Na vaststelling van de regeling zijn vijf aanvragen beoordeeld en van advies voorzien. Voor 2013 is nog een vierde bijeenkomst gepland in november. De gehonoreerde aanvragen: 1. Ouderbetrokkenheid PCBO De Windroos 2. ABC- Liendert ouderklankbordgroep 3. Meerking training 4. Sovee welkom in de wijk 5. Losse Vliegers project Losse Vliegers 6. MBO Amersfoort theatervoorstelling en lesbrieven, ter ondersteuning van aanspreken van elkaar op scheldgedrag 7. Stichting ABC - Brochure bewuste schoolkeuze Aanvragen die nog beoordeeld worden in november 2013: 8. Stichting Kleur & Werk & Wijkopbouw - diversiteit op de arbeidsmarkt 9. PCBO De Wegwijzer: zelfevaluatie op inclusie en diversiteit en delen resultaten 10. WELzin: Talenten(wijk)monitor In het laatste kwartaal van 2013 is de werkgroep nog een maal bijeen geweest om de overige ingediende aanvragen te beoordelen. In deze periode zal zij zich ook buigen over de wijze waarop middels pr en communicatie aandacht besteed kan worden aan de mogelijkheid om een subsidie aan te vragen. In totaal zijn in 2013 vijf scholentochten georganiseerd: 9 oktober Schothorst Zuid 16 oktober Schothorst Noord 13 november Kruiskamp Koppel 20 november Soesterkwartier 27 november Liendert en Rustenburg Per scholentocht is beschikbaar gesteld. De tochten voor Schothorst zijn gezamenlijk georganiseerd. Het thema diversiteit kan met ingang van 2014 vervallen als ambitiethema. Alle resultaten zijn behaald en de werkzaamheden van de werkgroep zijn structureel belegd. In 2014 wil de werkgroep met name aandacht besteden aan de PR en communicatie over de mogelijkheid om een subsidie uit het diversiteitsbudget aan te vragen. De resultaten kunnen aan het eind van de programmaperiode geëvalueerd worden. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de te behalen resultaten. Het opzetten van de werkgroep en de vaststelling van de subsidieregeling heeft meer tijd gekost dan voorzien. Deels is dit te verklaren door het feit dat de SWA destijds als trekker voor de doelstelling is aangewezen maar door de reorganisatie daar in 2012 relatief weinig in heeft kunnen doen. Zie hiervoor ook de evaluatie van In 2013 is dit door de beleidsafdelingen van de gemeente opgepakt en aangejaagd waardoor de doelen nu deels zijn behaald. Hierdoor zijn de aanvragen pas laat binnen gekomen en is het invullen van de ambassadeursfunctie door de werkgroep nog een aandachtspunt voor de toekomst.

126 27 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Passende zorg voor elk kind Jeugd op school: LEA doelstellingen 2014 Zorg in en om de school 1. Zorg in en om de school In het onderwijs wordt er op basis van observatie en diagnostiek gewerkt aan het tijdig signaleren van leer- en ontwikkelingsproblemen bij kinderen. Scholen zijn primair verantwoordelijk voor het inzetten van deze instrumenten als het gaat om zorg die van invloed is op het functioneren van het kind binnen de school. Naast de beschikbare rijksmiddelen kunnen zij hiervoor jaarlijks een subsidie bij de gemeente aanvragen. Het hiervoor bestemde budget zorg in en om de school wordt met ingang van 2013 fasegewijs afgebouwd naar 40% van in 2012 beschikbare bedrag, te beginnen met een afbouw van 20% in De middelen die vrij komen worden (deels) gebruikt om de zorg om de school, die niet direct gericht is op het leerproces maar wel op factoren die van invloed zijn op het leren, vorm en inhoud te geven. Deze vorm van zorg, gericht op het kind & gezin, wordt in samenhang en dicht bij de vindplaats school georganiseerd. Trekker: Brigitta Gadella directeur samenwerkingsverband De EEM PO Partners: Samenwerkende schoolbesturen CJG afvaardiging Kinderopvang Gemeente C. Hoogenveen In 2014 staan de volgende doelen centraal: Structurele samenwerking tussen wijkteams en onderwijs realiseren (vanuit het principe één gezin één plan één contactpersoon) Versterken van de positie en professionaliteit van leerkrachten en pedagogisch medewerkers opvang Kennis- en informatie delen Optimale ontwikkelingskansen voor elk kind Doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot eind beroepsopleiding 2. Warme overdracht voorschoolse voorzieningen- PO In 2015 vindt er voor elk kind waar zorg over is een warme overdracht plaats van alle vormen van dagbesteding (opvang, school en werk) met als doel het borgen van de juiste aanpak op basis van alle kennis over wat het kind nodig heeft om zich maximaal te kunnen ontwikkelen. Ouders hebben een essentiële rol bij de overdracht van deze informatie. Doelen voor 2014: a. Bereik VE kinderen verder aanscherpen: (d.m.v. verbeteren overleg structuren met o.a. partners GGD en SOVEE, mogelijkheden van verwijsindex onderzoeken) b. Observatie instrument (Kijk op ontwikkeling) evalueren c. Warme overdracht met scholen evalueren: einde schooljaar 2013/2014 en verbetervoorstellen doen. Trekker: kinderopvang in kader van VVE werkgroep Joke Spruit (SKA) Partners: Primair onderwijs Kinderopvang Contactpersoon gemeente: Fatima Talhaoui

127 28 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen VVE Eind 2015 wordt de gehele VVE doelgroep bereikt op basis van een brede doelgroep definitie waarbij ook kinderen met een gedefinieerde ontwikkelingsachterstand worden betrokken. De VVE methodieken worden gebruikt in de voorschoolse en vroegschoolse periode waarbij actief wordt doorverwezen naar primair onderwijs met een aansluitend aanbod. Doelen voor 2014: uitwerking van een plan van aanpak voor warme overdracht; een registratiesysteem waardoor voor scholen ook duidelijk is welke kleuters een VE-indicatie hebben; Verbeteringen op basis van het rapport van de onderwijsinspectie. Trekker: VVE werkgroep Partners: Kinderopvang Primair onderwijs CED Groep Contactpersoon gemeente: Fatima Talhaoui/ Nynke Koenen VSV VERVALT ALS AMBITIEDOEL Het programma voor voortijdig schoolverlaten is vastgelegd in een convenant, is verankerd in regulier beleid. VSV wordt met ingang van 2014 niet mee als ambitiedoel voor de LEA gehanteerd. 4. Brede pedagogische visie in ABC-scholen In 2015 wordt in het kader van de ABC-scholen de Pedagogische Aanpak Amersfoort (PAA) door alle partners als uitgangspunt gehanteerd. Trekker: Ad de Graaf procesmanager ABC scholen WELzin Doelen voor 2014: In het eerste kwartaal van 2014 wordt, met draagvlak van alle partners, een plan van aanpak opgesteld voor de voortgang van de opbrengst van de Pedagogische Aanpak Amersfoort Partners: ABC partners 5. Onderwijstijdverlenging In 2015 is het concept van onderwijstijdverlenging uitgebreid naar meerdere wijken en scholen waardoor voor een specifieke doelgroep kinderen de kans een succesvolle doorstroom van het PO naar het VO wordt gestimuleerd. Doelen in 2014: Continuering bestaande projecten Uitbreiding naar 3e project Tevredenheid betrokkenen meten Contactpersoon gemeente: Ieteke Bos Trekker: primair onderwijs PCBO Lieuwe Medema Partners: PO VO Contactpersoon gemeente: Fatima Talhaoui

128 29 LEA Evaluatie 2013 en Uitvoeringsagenda/doelstellingen 2014 Passend onderwijs breed 6. Aansluiting passend onderwijs transitie jeugdzorg In 2015 is Passend Onderwijs ingevoerd en heeft elk kind er recht op onderwijs te volgen dat bij hem/haar past, waar nodig gebruik makend van onderwijs- en/of zorgarrangementen. Daarnaast is de decentralisatie van de jeugdzorg deels een feit. De realisatie van deze stelselwijzigingen wordt afgestemd. Doelen voor 2014: In het eerste kwartaal van 2014 wordt met de partners een plan van aanpak ontwikkeld voor de afstemming van de beide transities waarbij taken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd. Trekker: gemeente Amersfoort Partners: Samenwerkingsverbanden Besturen onderwijs CJG Contactpersoon gemeente: Christa Hoogenveen, Nynke Koenen & Jolien Klaarenbeek

129 LEA EVALUATIE DOELSTELLINGEN 2012 (MO/WO/# ) BIJLAGE 4B VOORAF De Lokale Educatieve Agenda (LEA) is uitgewerkt als onderdeel van Operatie Amersfoort Jong II (OAJ II) voor de vindplaats Jeugd op school en maakt deel uit van het gehele programma. Het ministerie van OCW heeft bepaald dat elke gemeente in het kader van de LEA ten minste eens per jaar een op overeenstemming gericht overleg dient te voeren met de bij het onderwijs betrokken partners over een vast aantal onderwerpen. Om welke onderwerpen het gaat en hoe dit in de gemeente Amersfoort geregeld is kunt u terug lezen in het programmaboekje van OAJ II. Deze evaluatie omvat de evaluatie van de in het kader van de LEA vastgestelde doelen, in het programma aangeduid met ambitiedoelen. Het is dus geen evaluatie van het hele onderwijsbeleid. Voor de LEA zijn na een lang voorbereidingstraject 10 doelen geformuleerd, per doel is aan de hand van een vast model een evaluatie geschreven. Voor deze evaluatie hebben de uitvoerende partijen en de betrokken beleidsadviseurs van de gemeente Amersfoort informatie aangedragen. Het brede werkveld wordt uitgenodigd voor een beleidsoverleg Jeugd & Onderwijs waarin de evaluatie vastgesteld zal worden. Om dit proces goed te laten verlopen worden alle partijen in de gelegenheid gesteld vooraf vragen of opmerkingen aan te leveren die zullen worden verwerkt in de conceptevaluatie. Na bespreking en het akkoord van alle partijen in het bestuurlijk overleg zal de evaluatie definitief worden vastgesteld. PROCESEVALUATIE De evaluatie richt zich grotendeel op de behaalde resultaten bij de verschillende doelstellingen. Daarnaast willen we ook kort aandacht besteden aan een procesevaluatie. In 2012 zijn de activiteiten in het kader van de LEA laat op gang gekomen door de veelheid aan taken en het feit dat er prioriteiten gesteld moesten worden. Vanaf mei is door de gemeente gestuurd op resultaten. Dat sturen op resultaten is ook voor de komende periode een aandachtspunt. Dit jaar is gebleken dat het van belang is om de voortgang van de doelen en resultaten regelmatig met de partners te bespreken. Het volstaat niet om dit alleen in de bijeenkomsten van de agendacommissie te doen. Om slagvaardiger te werk te kunnen gaan is besloten de LEA agendacommissie anders op te zetten. Tot en met het 2 e kwartaal waren hierin met name bestuurders en algemeen directeuren vertegenwoordigd. Met ingang van het 4 e kwartaal zullen projectleiders met inhoudelijke deskundigheid zitting nemen. Pagina 1 van 15

130 De onderstaande bijeenkomsten zijn gehouden/worden voorbereid. Vorm Frequentie Maanden LEA agendacommissie 3 x per jaar 3 juli Samenwerkingsafspraken besproken en vastgesteld, vervolgafspraken gemaakt over plan van aanpak en evaluatie. 9 oktober Stand van zaken ten aanzien van de doelstellingen, resultaten, voorbereiding van de evaluatie 3 e bijeenkomst Nog vast te stellen Bestuurlijk overleg Jeugd & 2 x per jaar Ma 5 november Vaststellen evaluatie lopend jaar Onderwijs 1 Do 6 december Vaststellen uitvoeringsagenda komend jaar Trekkers van de doelstellingen Zelf vast te stellen Voor 2 oktober Aanleveren plan van aanpak Voor 15 oktober Aanleveren concept evaluatie doelstelling 1 november Aanleveren concept uitvoeringsagenda Afstemmingsoverleg kinderopvang 1 x per jaar n.t.b. Bespreken doelstellingen nieuwe uitvoeringsagenda Gemeente Amersfoort Intern In reguliere overleg met uitvoeringspartners 22 oktober Aanleveren evaluatie LEA tbv bestuurlijk overleg 22 november Aanleveren uitvoeringsagenda LEA tbv LEA RESULTATEN Op de volgende pagina s zullen per doelstelling de resultaten besproken worden. De evaluatie is tijdens de laatste vergadering van de LEA agendacommissie besproken en voorbereid. Daarnaast is inhoudelijke achtergrondinformatie van de bij het thema betrokken beleidsadviseurs verwerkt. 1 De stukken voor het bestuurlijk overleg worden twee weken voor de bijeenkomst aan alle deelnemers verstrekt. Het bestuurlijk overleg is in principe (volgens afspraak) een uitsluitend besluitvormend overleg. Pagina 2 van 15

131 Passende zorg voor elk kind Eén gezin, één plan 1. Doelstelling 1 1. Eind 2015: is stadsbreed het uitgangspunt bij interventies en bemoeizorg de eigen kracht van het kind & gezin; werken alle aan het CJG verbonden organisaties, inclusief het onderwijs, volgens de principes één gezin, één plan op basis van de WAC (wrap aroound care) principes; is de decentralisatie van de jeugdzorg in ontwikkeling. In 2012 staan de volgende doelen centraal (zie ook richtpunt 1 van Operatie Amersfoort Jong II): 1. Het aantal casuïstiek overleggen is teruggebracht van 11 naar 6 te starten bij de preventieve casusoverleggen die onder regie van de gemeente worden uitgevoerd. 2. Er ligt een implementatieplan dat is opgesteld door organisaties voor het invoeren van de WAC-principes. De organisaties fungeren als ambassadeurs binnen het eigen netwerk voor de WAC-principes en zorgen daar voor kennisoverdracht (model train-de-trainer). 3. Er is een denkrichting ontwikkeld op de decentralisatie van de jeugdzorg met inzet van de decentralisatie arena s. 4. Is er een start gemaakt met het afstemmen van het gemeentelijk beleid en de JGZ aan de hand van de uitkomst van de JGZ-jeugdmonitor. 2.Resultaten Worden in kaart gebracht bij de evaluatie van Operatie Amersfoort Jong II. 3.Uitvoering door 4.Aanpak 5.Planning 6.Financiën/wijze van bekostigen 7.Randvoorwaarden en risico s 8.Stand van zaken/voortgang 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. Pagina 3 van 15

132 Preventieve zorg 1. Doelstelling 2 2. In 2012 wordt er op basis van observatie en diagnostiek gewerkt aan het tijdig signaleren van leer- en ontwikkelingsproblemen bij kinderen. Scholen zijn primair verantwoordelijk voor het inzetten van deze instrumenten vanuit de financiering voor leerlingenzorg als het gaat om zorg die van invloed is op het functioneren van het kind binnen de school. a. In 2012 worden er scherpere kaders vastgesteld voor de toekenning van subsidie van de gemeente voor de individuele leerlingenzorg en de systeembegeleiding op scholen. b. De hiervoor genoemde middelen worden in de periode gefaseerd afgebouwd tot 40% van het budget (peil 2011). c. Een deel van de middelen wordt ingezet om de CJG functie in de wijk/school te realiseren (zie doel 3). 2.Resultaten a. Er is een aangepast kader voor subsidieverlening van wat voorheen aangeduid werd met individuele leerlingenzorg en systeembegeleiding en nu zorg in en om de school heet. b. De afbouw (naar 40%) met ingang van 2012 is in de beschikkingen aangekondigd aan de besturen. 3.Uitvoering door Trekker: Partners: Gemeente Amersfoort Het onderwijs (PO en VO) & CJG partners 4.Aanpak De gemeente Amersfoort gaat met de in de LEA agendacommissie afgevaardigde bestuurders in gesprek over het aanscherpen van de voorwaarden en maakt daar vervolgafspraken over. Schoolbesturen worden door toezending van het programma en de nieuwsbrief Operatie Amersfoort Jong II, inclusief de LEA, geïnformeerd over de plannen met betrekking tot de individuele leerlingenzorg en systeemgerichte begeleiding. De gemeente Amersfoort geeft in de beschikkingen voor 2012 aan wat er met het budget vanaf 2013 gaat gebeuren en besturen en scholen worden zo geïnformeerd over de afbouw van de middelen. In het laatste kwartaal van 2012 zal hierover ook nog een brief verstuurd worden. 5.Planning Subdoel a en b: 2 e kwartaal van 2012 Subdoel c: zie evaluatie doelstelling 3 6.Financiën/wijze van bekostigen Kosten LEA Passende zorg voor elk kind: Verbinden CJG en school Zorg in en om de school Wordt aan de hand van een vast bedrag per leerling (op basis van de oktobertelling) en een aanvraag in een subsidie verleend aan de schoolbesturen. De inzet wordt jaarlijks financieel en inhoudelijk verantwoord, op basis waarvan de subsidie definitief wordt vastgesteld. Voorwaarde is dat besturen/scholen zelf een aan de beschikbaar gestelde subsidie gelijk bedrag investeren. Pagina 4 van 15

133 7.Randvoorwaarden en risico s N.v.t. 8.Stand van zaken/voortgang De scholen hebben ook het afgelopen jaar, net als de voorgaande jaren, zelf zorg gedragen voor de leerlingenzorg. Daarbij is ook dit jaar gebruik gemaakt van het budget dat door de gemeente voor dit doel beschikbaar is gesteld. a. Met de afvaardiging van de PO besturen in de LEA agendacommissie zijn afspraken gemaakt over de realisatie van deze doelstelling. De besturen hebben een aangepast kader aangeleverd op basis waarvan de subsidie voor individuele leerlingenzorg vanaf 2012 wordt verstrekt. Deze kaders zijn aan de verschillende besturen uitgereikt met een uitnodiging om de subsidie aan te vragen. Voor 2012 is het gehele in de begroting opgenomen bedrag beschikbaar gesteld. b. In de subsidiebeschikkingen is aangekondigd dat het beschikbare budget met ingang van 2013 wordt afgebouwd naar 80% van het budget dat in 2012 aangevraagd kon worden. Alle besturen en scholen zijn hiermee formeel geïnformeerd over de binnen de LEA gemaakte afspraken. In het laatste kwartaal van 2012 zullen alle besturen per brief ook geïnformeerd worden over de verdere afbouw van de middelen na Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. N.v.t. CJG in de school 1. Doelstelling 3 3. In 2015 hebben scholen, waarvoor dit noodzakelijk en wenselijk is, een aantal uren per week een CJG generalist op het gebied van zorg voor jeugd in de wijk of in huis die toegankelijk is voor jongeren, verzorgers en professionals. Deze generalist adviseert, verwijst door als dat nodig is maar verleent daar waar mogelijk direct passende zorg. In 2012 brengt een werkgroep in kaart op welke wijze er een verbinding kan worden gelegd met het CJG en de primaire LEA partners (Kinderopvang, peuteropvang & onderwijs) vanuit het principe dat zorg zoveel mogelijk bij de vindplaats (opvang of school) wordt aangeboden aan kinderen, opvoeders en professionals. Eind 2012 wordt een plan van aanpak door de werkgroep opgeleverd. 2.Resultaten Een werkgroep voor het thema CJG in de school/wijk. Een plan van aanpak voor de realisatie van het CJG in de school/wijk. 3.Uitvoering door Trekker: Partners: Gemeente Amersfoort Het onderwijs (PO en VO) & CJG partners Pagina 5 van 15

134 4.Aanpak De LEA agendacommissie bespreekt op welke wijze aan deze doelstelling vorm en inhoud gegeven kan worden maakt daar afspraken over gemaakt voor het 4 e kwartaal van Planning Doelstelling wordt gerealiseerd in het 4 e kwartaal van Financiën/wijze van bekostigen Kosten LEA Passende zorg voor elk kind: Verbinden CJG en school Zorg in en om de school In 2012 nog geen budget beschikbaar Met ingang van Randvoorwaarden en risico s Helderheid over welke partij regie gaat voeren op de realisatie van deze doelstelling omdat veel partijen betrokken zijn, afstemming met de transitie van de jeugdzorg is van belang en er moet een heldere bestemming komen voor het budget dat vanaf 2013 beschikbaar komt. 8.Stand van zaken/voortgang Met ingang van 2013 komt 20% van het tot nu toe voor zorg in en om de school beschikbare budget vrij: In het laatste kwartaal van 2012 zal op initiatief van Sovee een bijeenkomst met alle betrokken partners (PO, SWA, Sovee & gemeente) georganiseerd worden. Tijdens deze bijeenkomst wordt een plan van aanpak voorbereid waarin wordt omschreven op welke wijze de middelen die vrij komen met ingang van 2013 zullen worden ingezet. De leidende gedachte daarbij is dat het CJG in de school of wijk ondersteuning gaat bieden aan de zorg voor kinderen en gezinnen. De gemeente Amersfoort voert regie op de uitvoering. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. De ontwikkelingen in het kader van de transitie van de jeugdzorg. De betrokken beleidsadviseur van de gemeente zorgt voor een goede afstemming van dit project met de projecten en experimenten die in het kader van de transitie van de jeugdzorg worden uitgevoerd. Pagina 6 van 15

135 Optimale ontwikkelingskansen voor elk kind Doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot eind beroepsopleiding 1. Doelstelling 4 In 2015 vindt er voor elk kind waar zorg over is een warme overdracht plaats van alle vormen van dagbesteding (opvang, school en werk) met als doel het borgen van de juiste aanpak op basis van alle kennis over wat het kind nodig heeft om zich maximaal te kunnen ontwikkelen. Ouders hebben een essentiële rol bij de overdracht van deze informatie. In 2012 wordt er een plan van aanpak opgesteld door de kinderopvang en het primair onderwijs (met betrokkenheid van ouders) over de wijze waarop vanaf 2015 (met een start zoveel eerder als mogelijk blijkt) structureel warme overdracht plaats gaat vinden van alle zorgkinderen die vanuit de kinderopvang doorstromen naar het primair onderwijs. In 2012 wordt door de kinderopvang een voorstel uitgewerkt voor de wijze waarop een dagelijkse overdracht van school naar kinderopvang en anders om kan worden gerealiseerd in het kader van een doorgaande pedagogische lijn. 2.Resultaten Een plan van aanpak voor overdracht tussen kinderopvang en primair onderwijs voor zorgkinderen. Een voorstel voor de dagelijkse overdracht tussen kinderopvang (buitenschools) en het primair onderwijs. 3.Uitvoering door Trekker: Partners: SKA Kinderopvangorganisaties en het primair onderwijs 4.Aanpak In het kader van VVE wordt een werkgroep opgezet die zich gaat buigen over de realisatie van de doelstellingen stadsbreed. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de werkwijze en ervaringen van de wijken waarin de overdracht goed loopt. 5.Planning Opstart werkgroep: 4 e kwartaal van Financiën/wijze van bekostigen N.v.t. 7.Randvoorwaarden en risico s De randvoorwaarden zijn grotendeels vastgelegd in de beleidskaders voor VVE. De betrokkenheid van en afstemming met het PO is van groot belang. Pagina 7 van 15

136 8.Stand van zaken/voortgang In een aantal wijken loopt de afstemming al goed en is er sprake van een goede overdracht voor zorgkinderen. Op 7 november 2012 wordt een VVE-convenant ondertekend door schoolbesturen en aanbieders van voorschoolse voorzieningen. Hierin worden afspraken gemaakt over een warme overdracht tussen de voor en vroegschoolse voorzieningen. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. N.v.t. 1. Doelstelling 5 Eind 2015 wordt de gehele VVE doelgroep bereikt op basis van een brede doelgroepdefinitie waarbij ook kinderen met een gedefinieerde ontwikkelingsachterstand worden betrokken. De VVE methodieken worden gebruikt in de voorschoolse en vroegschoolse periode waarbij actief wordt doorverwezen naar primair onderwijs met een aansluitend aanbod. In 2015 is het aanvullende budget voor VVE dat per 2012 beschikbaar komt op effectieve wijze ingezet met als doel het voorkomen van onderwijs- en ontwikkelingsachterstanden bij kwetsbare kinderen. In 2012 gaat de tender uit op basis waarvan de uitvoerders van VVE worden geselecteerd die in 2013 het aanbod gaan verzorgen. In 2015 bereiken wij zoveel mogelijk doelgroepkinderen met een passend VVE-aanbod. 2.Resultaten Een aantal middels een tender geselecteerde uitvoerders realiseert het aanbod voor de gehele VVE doelgroep met ingang van Uitvoering door Trekker: Partners: Gemeente Amersfoort VVE aanbieders & primair onderwijs 4.Aanpak In samenspraak met het werkveld en de afdeling beleid en juridische zaken van de gemeente worden de afspraken voor de tender gemaakt. De tender wordt uitgezet en aan de hand daarvan worden de aanbieders van VVE met ingang van 2013 geselecteerd. 5.Planning Tender gereed: 3 e kwartaal van Aanbod door geselecteerde aanbieders met ingang van Financiën/wijze van bekostigen Kosten LEA Thema optimale ontwikkelingskansen Doorgaande ontwikkelingslijn Pagina 8 van 15

137 VVE Beschikbaar in 2012 in totaal Randvoorwaarden en risico s Het selecteren van aanbieders aan de hand van een tender is een nieuwe werkwijze voor de gemeente Amersfoort. Het is van belang dat de voorwaarden goed worden afgestemd met de betrokken partijen en de werkwijze juridisch goed afgedekt is. 8.Stand van zaken/voortgang De tender is uitgezet en de aanbieders zijn geselecteerd en zullen met ingang van 2013 het VVE aanbod verzorgen. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. N.v.t.. 1. Doelstelling 6 Eind 2015 is het aantal voortijdig schoolverlaters (ook de 18+ers) nog verder teruggebracht conform de landelijke doelstelling. In 2012 wordt een nieuw convenant afgesloten en worden taakgroepen gevormd om aan dit doel uitvoering te geven. In 2012/2013 wordt het nieuwe convenant VSV verder geoperationaliseerd. In 2012 worden de afspraken over de te behalen doelstellingen verder uitgewerkt. 2.Resultaten Een nieuw convenant VSV en taakgroepen voor het realiseren van de doelen. Uitgewerkte afspraken voor de doelstellingen. 3.Uitvoering door Trekker: Partners: Coördinatiegroep VSV Alle betrokken partijen bij de aanpak van voortijdig schoolverlaten in de RMC-regio Eem en Vallei 4.Aanpak In de coördinatiegroep VSV worden de voorbereidingen getroffen voor een nieuw VSV convenant en een nieuwe aanvraag bij het ministerie aan de hand van de doelen voor de periode van 2012 tot Planning Afsluiten regionaal VSV convenant: 2e kwartaal van Indienen van een subsidieaanvraag voor de uitvoering van de maatregelen in het convenant bij het ministerie van OCW: 3 e kwartaal van Financiën/wijze van bekostigen Kosten LEA: Thema optimale ontwikkelingskansen Doorgaande ontwikkelingslijn VSV Pagina 9 van 15

138 Beschikbaar in Randvoorwaarden en risico s Als onderbouwing van de aanvraag moet een regionale analyse worden uitgevoerd. 8.Stand van zaken/voortgang In april 2012 hebben de scholen voor VO en MBO en de gemeenten in de RMC regio Eem en Vallei een nieuw VSV convenant afgesloten met OCW voor de periode Doel van het convenant is om het aantal vsv ers verder te reduceren tot landelijk maximaal nieuwe VSV ers per jaar in schooljaar Onze regio wil hier een evenredige bijdrage aan leveren. De RMC regio Eem en Vallei behoort, wat betreft leerlingaantallen, bij de groep grotere RMC regio s van Nederland. In de regio Eem en Vallei wonen ruim leerlingen die in VO of MBO een opleiding volgen, dat is 8,5% van het totaal aantal leerlingen in VO en MBO in Nederland. Nederland kent 39 RMC regio s. In de regio Eem en Vallei hebben vijf MBO instellingen een hoofdvestiging. Eén MBO instelling heeft er een nevenvestiging. Er zijn 18 scholengroepen voor VO actief, met totaal 40 vestigingen. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. OCW vernieuwt met ingang van de nieuwe convenantperiode (schooljaar ) haar VSV meetsystematiek. VSV normpercentages per onderwijscategorie staan in de nieuwe systematiek centraal. Het systeem van reductie (in absolute getallen) t.o.v. een peiljaar wordt losgelaten. Op basis van de VSV regioanalyse eindigt dit document met de speerpunten voor het VSV beleid in de nieuwe convenantperiode. Op basis van deze speerpunten wordt door de samenwerkende partners in mei/juni 2012 de VSV subsidieaanvraag opgesteld, die uiterlijk 15 augustus 2012 bij OCW wordt ingediend. 1. Doelstelling 7 In 2015 is er in het kader van de ABC-scholen een brede pedagogische visie ontwikkeld die door alle partners als uitgangspunt wordt gehanteerd. Het concept de vreedzame wijk wordt gebruikt als kader voor de ontwikkeling van deze visie. In 2012 start een stuurgroep waarin alle ABC partners inclusief de gemeente Amersfoort zijn vertegenwoordigd. De stuurgroep stelt een plan op aan de hand waarvan de pedagogische visie wordt ontwikkeld en geïmplementeerd kan worden in de ABC-scholen. 2.Resultaten Een stuurgroep pedagogisch klimaat. Een pedagogische visie ten behoeve van de ABC-scholen. 3.Uitvoering door Trekker: Partners: Stichting ABC Alle ABC partners en de gemeente Amersfoort 4.Aanpak Er is gestart met een conferentie in het 3 e kwartaal van 2011 met als thema de vreedzame school. In het eerste kwartaal van 2012 wordt de stedelijke stuurgroep pedagogische visie geïntroduceerd. Pagina 10 van 15

139 Zij zullen tot en met het 2e kwartaal operationeel zijn en de visie ontwikkelen. De werkgroep zal de concept stedelijke pedagogische visie ontwikkelen en voorleggen aan de gemeente Amersfoort. De pedagogische visie zal als leidraad dienen voor de ABC scholen en wordt door de procesmanager ABC-scholen geïmplementeerd in Planning Werkgroep operationeel in het 1 e kwartaal van Pedagogische visie gereed in het 2 e kwartaal van Implementatie van de visie vanaf het 3 e kwartaal van Financiën/wijze van bekostigen Vooralsnog binnen het reguliere ABC budget. 7.Randvoorwaarden en risico s Betrokkenheid van alle bij de ABC-scholen betrokken partijen. 8.Stand van zaken/voortgang De stedelijke stuurgroep heeft de pedagogische visie uitgewerkt en voor een akkoord voorgelegd aan het bestuur van de stichting ABC. Deze heeft ingestemd met de visie en deze aangeboden aan de gemeente Amersfoort. Na deze goedkeuring is de stuurgroep ontbonden en de implementatie overgedragen aan de stedelijk procesmanager ABC scholen. Hij zal onder verantwoordelijkheid van het ABC bestuur het proces van invoering aansturen. De implementatie van de pedagogische visie loopt door tot het eind van dit jaar en zal ook na dit kalenderjaar nog aandacht krijgen. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. Draagvlak voor en sturing op de implementatie van de pedagogische visie is van belang voor de nabije toekomst. Hiervoor dient in het laatste kwartaal van 2012 een helder plan van aanpak ontwikkeld te worden. Passend onderwijs breed 1. Doelstelling 8 In 2015 is Passend Onderwijs ingevoerd en heeft elk kind er recht op onderwijs te volgen dat bij hem/haar past, waar nodig gebruik makend van onderwijs- en/of zorgarrangementen. Daarnaast is de decentralisatie van de jeugdzorg deels een feit. De realisatie van deze stelselwijzigingen wordt afgestemd. In 2012 wordt in één of meerdere bijeenkomsten, georganiseerd door de gemeente Amersfoort, verkend op welke wijze passend onderwijs en de transitie van de jeugdzorg op elkaar kunnen aansluiten. Eind 2012 ligt er een plan van aanpak voor het betere en slimmer organiseren van de bestaande overleggen. 2.Resultaten Bijeenkomst(en) waarin de aansluiting transitie van de jeugdzorg & Passend Onderwijs wordt verkend. Plan van aanpak over beter en slimmer organiseren van bestaande overleggen. Pagina 11 van 15

140 3.Uitvoering door Trekker: Partners: Gemeente Amersfoort Samenwerkingsverbanden en besturen PO en VO 4.Aanpak In 2012 zal periodiek overleg tussen de gemeente Amersfoort en de genoemde partners plaatsvinden over actuele ontwikkelingen en de aansluiting met de transitie van de jeugdzorg. 5.Planning Afhankelijk van de besluitvorming over de beide stelselwijzigingen. Vooralsnog eens per 6 weken een overleg. 6.Financiën/wijze van bekostigen N.v.t. 7.Randvoorwaarden en risico s Besluitvorming door de overheid ten aanzien van het moment van invoeren. 8.Stand van zaken/voortgang In 2012 hebben de gemeente en het Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland (RNPOE) ca. 1 x per 6 weken met elkaar overlegd over afstemming ontwikkeling passend onderwijs en decentralisatie jeugdzorg. In het voorjaar besloot de minister van OCW de ingangsdatum van passend onderwijs met een jaar te verplaatsen naar 1 augustus De vorming van de samenwerkingsverbanden PO en VO en de ontwikkeling van de onderwijsbegeleidingprofielen van de samenwerkingsverbanden heeft daarmee enige vertraging opgelopen. Voordeel van het uitstel is dat er minder tijd zit tussen het ingaan van passend onderwijs en de decentralisatie van jeugdzorg, waardoor de ontwikkelingen beter op elkaar aan kunnen sluiten. RNPOE, SOVEE en gemeente hebben zich aangemeld bij OCW en VWS voor de aanpak voorlopers passend onderwijs en zorg voor jeugd en daarvoor een projectplan ingediend. Aan de uitwerking daarvan wordt gewerkt. In het Soesterkwartier start ook op het snijvlak van onderwijs en jeugdzorg een experiment ontwikkelwerkplaats Soesterkwartier. Deze wordt gekoppeld aan een bredere insteek rond diverse decentralisaties in het project ontwikkelgebied Soesterkwartier. In juni 2012 is er een grote werkbijeenkomst georganiseerd door de regiogemeenten die met decentralisatie jeugdzorg bezig zijn om aan alle betrokken partijen, dus ook onderwijs, de leidende principes van de decentralisatie jeugdzorg breed voor het voetlicht te brengen. Het beter en slimmer organiseren van overleggen is nog niet aan de orde geweest in verband met de vertraging van de invoering. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. Uitstel van de invoering van Passend Onderwijs. Pagina 12 van 15

141 Talentontwikkeling 1. Doelstelling 9 In 2015 krijgt elk kind in Amersfoort de kans om talenten te ontwikkelen. Amersfoort kent een breed en rijk aanbod aan binnen- en buitenschoolse voorzieningen voor dit doel. Om dit te realiseren wordt door de LEA partners nauw samengewerkt. In 2012 wordt het kwaliteitssysteem voor de ABC-scholen geïmplementeerd. Dit systeem biedt de mogelijkheden om het aanbod voor talentontwikkeling te stimuleren. In het primair onderwijs wordt dit aanbod gerealiseerd door de ABC stuurgroepen die hiermee aansluiten bij de vraag en behoefte in de wijk. In 2012 wordt bekeken op welke wijze bestaande initiatieven op het terrein van de brede school in het VO (in kaart gebracht in een inspiratieboekje) breder onder de aandacht van het VO kunnen worden gebracht. 2.Resultaten Implementatie van het kwaliteitssysteem voor de ABC-scholen. Realisatie van een passend wijkaanbod ten aanzien van talentontwikkeling door de ABC stuurgroepen. Het ontwikkelen en onder de aandacht brengen van een inspiratieboekje voor de brede school in het VO. 3.Uitvoering door Trekker: Partners: Stichting ABC ABC stuurgroepen en gemeente Amersfoort 4.Aanpak De implementatie van het kwaliteitssysteem zal gebeuren door de stedelijk procesmanager ABC-scholen, onder verantwoordelijkheid van de stichting ABC. Er zal periodiek overleg met de gemeente Amersfoort plaatsvinden over de voortgang en jaarlijks een bestuurlijk overleg met de wethouder waarbij de stand van zaken wordt besproken. Op basis van het per wijk gekozen samenwerkingsprofiel zal een subsidie worden verstrekt voor de realisatie van de doelen. 5.Planning Implementatie van het kwaliteitssysteem in het laatste kwartaal van Realisatie van het wijkaanbod in Presentatie van het inspiratieboekje brede school in het voortgezet onderwijs in het laatste kwartaal van Financiën/wijze van bekostigen Kosten LEA: Thema optimale ontwikkelingskansen Doorgaande ontwikkelingslijn ABC scholen PO Beschikbaar in Brede school in het VO Beschikbaar in (Verlengde schooldag) 7.Randvoorwaarden en risico s N.v.t. Pagina 13 van 15

142 8.Stand van zaken/voortgang Op basis van het kwaliteitssysteem hebben de wijken de keus gemaakt voor een samenwerkingsvariant of op grond van het feit dat ontwikkeling niet van de grond kwam besloten te stoppen met de samenwerking. Aan de hand van het kwaliteitssysteem is een 0-meting verricht om de ontwikkeling en resultaten met ingang van 2012 te kunnen meten. Elke ABC heeft een werkplan voor 2012 ontwikkeld waarin op basis van de vraag uit de wijk een aanbod wordt gerealiseerd. Met name in de wijken die gekozen hebben voor een afstemmings-abc of een één-agenda-abc, besteden specifiek aandacht aan talentontwikkeling in het programma. De wijze waarop dat wordt gedaan hangt af van de vraag in de wijk en de betrokken samenwerkingspartners. Partijen als de SRO en Scholen in de Kunst zijn betrokken bij de realisatie van het aanbod. In 2011 is in samenwerking met de scholen voor VO en andere partijen een brochure samengesteld waarin goede praktijkvoorbeelden van brede school activiteiten in het VO in beeld zijn gebracht. Tijdens een bijeenkomst op 22 oktober 2012 is de brochure gepresenteerd en uitgereikt. Voor de bijeenkomst is het brede werkveld rond het VO uitgenodigd en is er de mogelijkheid om kennis en ervaringen uit te wisselen of op te halen. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. N.v.t. Diversiteit 1. Doelstelling 10 In 2015 wordt door alle LEA partners bij de zorg en het aanbod rekening gehouden met diversiteit onder kinderen en verzorgers. Dit betreft zowel diversiteit met betrekking tot religie, etniciteit als seksualiteit. Het principe dat elk kind & gezin alle kansen moet krijgen is daarbij leidend. Elke LEA partner draagt binnen de eigen organisatie zorg voor een veilige en kansrijke omgeving voor de hele doelgroep die gebruik maakt van de voorzieningen. Eigen kracht, burgerinitiatief en projecten die een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van organisaties op het punt van diversiteit kunnen op basis van een stimuleringsbudget een extra impuls krijgen. In 2012 wordt een werkgroep diversiteit opgezet die de kaders voor aanvragen van een subsidie vast stelt. De werkgroep diversiteit is verantwoordelijk voor het beoordelen van aanvragen uit het diversiteitsbudget en adviseert de gemeente over de toekenning van subsidies. 2.Resultaten Een werkgroep diversiteit. Adviezen van de werkgroep diversiteit over de toekenning van subsidies. 3.Uitvoering door Trekker: Partners: SWA Diverse partners uit het werkveld Pagina 14 van 15

143 4.Aanpak De gemeente zal met de SWA de kaders voor de opzet en werkwijze van de werkgroep doorspreken. De SWA stelt een werkgroep samen. De gemeente maakt een opzet van een subsidiekader als leidraad voor de advisering door de werkgroep. De werkgroep wordt geformaliseerd en operationeel, adviseert de gemeente en verzorgt de pr om het beschikbare budget onder de aandacht te brengen. De gemeente beoordeelt de subsidieaanvragen aan de hand van het advies van de werkgroep en verleend de subsidies. 5.Planning Samenstellen werkgroep in het laatste kwartaal van Opstellen subsidiekader in het laatste kwartaal van Advisering met betrekking tot subsidies met ingang van Financiën/wijze van bekostigen Kosten LEA: Thema optimale ontwikkelingskansen Doorgaande ontwikkelingslijn Diversiteit Beschikbaar in Randvoorwaarden en risico s Helderheid over (juridische) positie van de werkgroep en de status van hun adviezen m.b.t. subsidiebeoordeling. 8.Stand van zaken/voortgang Met de realisatie van de doelstelling is in het 2 e kwartaal van 2012 een start gemaakt met een gesprek tussen de gemeente en de SWA als trekker van de doelstelling. In het 3 e kwartaal is een concept plan van aanpak opgesteld door de SWA in overleg met de gemeente Amersfoort. Daarnaast is het concept beleidskader voor de advisering en toekenning van subsidie uit het beschikbare budget ontwikkeld. In het 4 e kwartaal wordt de werkgroep samengesteld en een startbijeenkomst georganiseerd. Daarnaast wordt het concept plan van aanpak omgezet in een definitief plan van aanpak. Ook zal de werkgroep bepalen op welke wijze de communicatie en pr opgezet zal worden over het beschikbare budget. In 2013 is de werkgroep operationeel. In 2012 zijn de lopende subsidies en nieuwe aanvragen nog door de gemeente beoordeeld en verleend. De SWA is hierover geïnformeerd. 9.Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. De SWA heeft een reorganisatie en fusie doorgemaakt. Daardoor was het geruime tijd niet mogelijk een projectleider aan te wijzen en heeft de realisatie vertraging opgelopen. Met ondersteuning vanuit de gemeente is door de directie van de SWA het project opgepakt. Pagina 15 van 15

144 Bijlage 4A: OPERATIE AMERSFOORT JONG II Evaluatie uitwerkingsagenda 2012 Verbindingsvlak Jeugd en zorg & overige vlakken Richtpunt 1: Eén gezin, één plan Eind 2015: is stadsbreed het uitgangspunt bij interventies en bemoeizorg de eigen kracht van het kind & gezin; werken alle aan het CJG verbonden organisaties, inclusief het onderwijs, volgens het principe één gezin, één plan op basis van de WAC (Wrap Around Care) principes; is de decentralisatie van de jeugdzorg in ontwikkeling. 1. Doelstelling korte termijn (2012) 1. Het aantal casuïstiek overleggen is teruggebracht van 11 naar 6 te starten bij de preventieve casusoverleggen die onder regie van de gemeente worden uitgevoerd. 2. Er ligt een implementatieplan dat is opgesteld door organisaties voor het invoeren van de WAC-principes. De organisaties fungeren als ambassadeurs binnen het eigen netwerk voor de WAC-principes en zorgen daar voor kennisoverdracht (model train-de-trainer). 3. Er is een denkrichting ontwikkeld op de decentralisatie van de jeugdzorg met inzet van de decentralisatie arena s. 4. Is er een start gemaakt met het afstemmen van het gemeentelijk beleid en de JGZ aan de hand van de uitkomst van de JGZ-jeugdmonitor. Trekker: het CJG Rogér Caubo Partners: Alle CJG partners Trekker vanuit gemeente: Christa Hoogenveen 2a. In 2012 te behalen resultaten 1.a In het 4 e kwartaal van 2012 stellen de partners van het CJG een nieuwe casuïstiekstructuur vast die in 2013 ingaat. 1.b In de nieuwe structuur is er sprake van een minimaal aantal doorverwijzingen. 2.a Het middenkader van de organisaties heeft een WAC-training gevolgd. 2.b Er ligt een implementatieplan voor de invoering van de WAC-principes. 2.c Het implementatieplan is vastgesteld en geaccordeerd door alle partners. 3.a Eind 2011 is de denkrichting voor de decentralisatie van de jeugdzorg klaar. 3.b In deze visie zit het voorstel voor een aantal concrete experimenten die potentie hebben om met ingang van 2013 breder ingezet te worden. 2b.Financiën/wijze van bekostigen Alle hierboven genoemde doelen worden binnen de beschikbare middelen voor de aansturing van het CJG gerealiseerd. Hiervoor is in totaal ,- gereserveerd. Deze kosten worden gedekt uit de Decentralisatie-uitkering CJG. # : Evaluatie realisatie beleidsdoelen 5 richtpunten Operatie Amersfoort Jong II 1

145 3. Evaluatie resultaten a. Aanpak/beschrijving/proces De uitwerking van de doelstellingen hebben te veel los gestaan van de overige ontwikkelingen in het veld, zoals de decentralisatie van de jeugdzorg en de invoering van passend onderwijs. Los van LEA en Operatie Jong II leeft binnen de sector al langer het besef dat het aantal casus overleggen moet worden teruggebracht en de aanpak WAC/1 gezin 1 plan moet worden doorgevoerd. Het zijn vooralsnog wel vooral intenties en nog te weinig daden. Er zijn voorwaarden om de aanpak/het proces te laten slagen: - Managers moeten voorwaarden scheppen om veranderingen voor de professionals mogelijk te maken. Tijd, ruimte en middelen zijn nodig om volgens het principe 1 gezin, 1 plan te kunnen gaan werken. - Er is sprake van een cultuur- en gedragsverandering binnen de sector. Dat kost tijd, energie en doorzettingsvermogen. Daarnaast is scholing en deskundigheidsbevordering nodig. - De professionals moeten meer handelingsvrijheid krijgen, maar dat ook aandurven/aankunnen. Een aantal instellingen is goed op weg, anderen hebben nog een langere weg te gaan. Naast bovengenoemde punten is er vooral sturing nodig op de principes. De gemeente kan afspraken vastleggen in prestatieafspraken, het CJG kan stimuleren dat de intenties worden omgezet in daden en bestuurders moeten er in hun organisatie een punt van maken en ernaar handelen. b. Resultaten + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest). 1. Het aantal casuïstiek overleggen is, op basis van de nieuwe casuïstiekstructuur per 1 januari 2013, teruggebracht, de buurtnetwerken zijn gestopt en de JIT-overleggen zijn teruggebracht tot één stedelijk JIT overleg. 2. Er is geen implementatieplan voor het invoeren van de WAC-principes. Wel is er een provinciale handreiking Coördinatie van zorg opgesteld, waarin de WAC principes zijn opgenomen. 3. Er is een denkrichting ontwikkeld en vastgesteld door alle Eemland gemeenten. Het betreft de notitie Vertrekpunt en leidende principes. c. Doelstellingen gerealiseerd + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest. 1. In maart 2011 heeft het partneroverleg van het CJG een visie vastgesteld op het casusoverleg. Deze visie heeft mede geleid tot het stopzetten van een aantal overleggen. Zo zijn de buurtnetwerken opgeheven en zijn de Jeugd Interventie Teams (JIT s) in hun oude vorm stopgezet. Er is nu één JIT dat aan de slag gaat met de jongeren. Tevens is het multi disciplinair team van het CJG versterkt. 2. Het CJG besteedt al vanaf 2011 aandacht aan de implementatie van de WACprincipes. Het overleg van midden managers (het implementatieoverleg) heeft er uitgebreid aandacht aan besteed en werkgroepen zijn aan de slag geweest met de uitwerking. De doelstelling is niet gehaald, omdat de implementatie van de WACprincipes nog niet (volledig) binnen de organisaties van de CJG-partners is gerealiseerd. Een belangrijk vervolg is dat in juli 2012 is een handreiking is verschenen van coördinatie van zorg en samenwerken met een gezinsplan. De handreiking is opgesteld # : Evaluatie realisatie beleidsdoelen 5 richtpunten Operatie Amersfoort Jong II 2

146 door de provincie Utrecht met medewerking van o.a. CJG Amersfoort, GGD, MEE en BJZ. In deze handreiking zijn de WAC principes richtinggevend. Het is de bedoeling dat de handreiking in de gehele provincie wordt ingevoerd. De handreiking wordt, voor zover bekend, breed gedragen. De provincie, gemeenten en instellingen besluiten hierover. Scholing is nog niet verplicht, maar zou dat eventueel kunnen worden. In het cursusaanbod van het CJG Amersfoort is coördinatie van zorg opgenomen. Inschrijving is voor alle medewerkers en staat open voor iedereen die werkzaam is in de sector. 3. In 2012 is de regio Amersfoort Eemland gestart met een verkennende voorbereiding op de transitie jeugdzorg. Deze verkenning heeft geleid tot een gezamenlijke denkrichting voor de inrichting van de toekomstige jeugdzorg. Gemeente en organisaties hebben met elkaar een aantal principes opgesteld, die hierin leidend zullen zijn. De gezamenlijke visie met de leidende principes zijn vastgelegd in het document Transitievisie Zorg voor Jeugd. In juli 2012 is dit document door alle gemeenten te weten Amersfoort Eemlandse gemeenten (Soest, Baarn, Woudenberg, Eemnes, Bunschoten-Spakenburg, Leusden) formeel vastgesteld. Vervolg op vaststelling van de leidende principes is dat deze vertaald worden naar de praktijk. Najaar 2012 zijn de voorbereidingen getroffen om van start te gaan met het ontwikkelgebied Soesterkwartier. In het ontwikkelgebied wordt geëxperimenteerd met andere werkwijzen, zorgconcepten en instrumenten en gezamenlijk gewerkt aan de gewenste cultuurverandering. 4. De GGD heeft een bijeenkomst met de gemeente gehad over de Jeugdmonitor. Daarnaast is de JGZ monitor aan de orde geweest in het partneroverleg van het CJG. De JGZ monitor wordt door de CJG partners gezien als een belangrijke informatiebron. Dit heeft nog niet geleid tot een verdere uitwerking van afstemming tussen gemeentelijk beleid - CJG en de JGZ monitor. d. Consequenties voor de doelstellingen voor 2013 en verder De doelstellingen voor 2013 zullen meer in het teken moeten staan van de decentralisatie van de jeugdzorg. Verder moeten de ontwikkelingen in het veld meer in samenhang met elkaar worden gebracht en uitgevoerd. Wat betreft de Jeugdmonitor is het van belang om in 2013 een start te maken met de structurele inbedding van de JGZ monitor. Zowel breed in het gemeentelijk jeugdbeleid als punt van overleg binnen het CJG. # : Evaluatie realisatie beleidsdoelen 5 richtpunten Operatie Amersfoort Jong II 3

147 Verbindingsvlak Jeugd en zorg & jeugd en vrije tijd Richtpunt 2: zorgkinderen binnen de reguliere buitenschoolse opvang (BSO-extra) Eind 2015 heeft Amersfoort een bij de vraag passend aantal buitenschoolse opvangplaatsen beschikbaar om zorgkinderen adequaat op te vangen en verwijzen kinderopvangorganisaties die geen passende zorg kunnen bieden actief naar deze plaatsen. 1.Doelstelling korte termijn (2012) 1. Eind 2012 is de BSO-extra van de samenwerkende organisaties gerealiseerd volgens plan, op 4 locaties verspreid over Amersfoort. 2. Eind 2012 is het aantal kinderen dat behoefte heeft aan zorgplaatsen in de buitenschoolse opvang in Amersfoort in beeld. 3. In 2012 wordt gekeken op welke wijze vraag en aanbod van zorgplaatsen in de BSO passend gemaakt kunnen worden op basis van het BSO-extra plan. 2a. In 2012 te behalen resultaten 1.a Een viertal voorzieningen voor buitenschoolse opvang met plaatsen voor kinderen met speciale zorgbehoeften. 2.a Een overzicht van het aantal kinderen dat op basis van noodzakelijke speciale zorg behoefte heeft aan buitenschoolse opvang. 3.a Een gefaseerd plan van aanpak om de vraag en het aanbod op elkaar af te stemmen aan de hand van de ervaringen met de gerealiseerde BSO- extra voorziening. Trekker: de kinderopvan g SKON Anne- Marie v.d. Berg Partners: SKA Zandbergen Trajectum Joozt Trekker vanuit gemeente: José Smink 2b Financiën/wijze van bekostigen De middelen hiervoor zijn opgenomen in de begroting van de LEA onder het thema optimale ontwikkelingskansen voor elk kind (zie uitwerking programma jeugd op school ). De middelen worden ingezet voor de uren van gespecialiseerde medewerkers; de overige kosten worden betaald door de kinderopvang zelf. 3. Evaluatie resultaten a. Aanpak/beschrijving/proces - Op initiatief van een van de partners is overleg op gang gekomen voor een BSOextra. - De partners zijn met een gezamenlijk projectplan gekomen. - In 2011 is het projectplan BSO-extra vastgesteld door de gemeente. Op basis van dit projectplan heeft de gemeente een beschikking voor 2012 en 2013 afgegeven. - Begin 2012 is de BSO-extra gestart op 4 locaties in Amersfoort. - Bij de start van de BSO-extra zijn een aantal producten ontwikkeld die bijdragen aan een goede bedrijfsvoering: registratiesysteem, aanmeld- en intakeprocedure, interne werkprocedures, groeidocument per kind. # : Evaluatie realisatie beleidsdoelen 5 richtpunten Operatie Amersfoort Jong II 4

148 - Er is een afstemmingsoverleg ingesteld, waarbij de bso Extra medewerkers hun expertise en vragen kunnen delen in het kader van kennisdeling en borging. - Combinatie samenwerking van jeugdzorg, onderwijs en opvang op dezelfde locatie (importeren van deskundigheid) - Coaching bso-medewerkers door professionals uit onderwijs/jeugdzorg b. Doelstellingen gerealiseerd + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest. De doelstellingen voor 2012 zijn gehaald: 1. Eind 2012 is de BSO-extra van de samenwerkende organisaties gerealiseerd volgens plan, op 4 locaties verspreid over Amersfoort. 2. Eind 2012 is het aantal kinderen dat behoefte heeft aan zorgplaatsen in de buitenschoolse opvang in Amersfoort in beeld. 3. In 2012 wordt gekeken op welke wijze vraag en aanbod van zorgplaatsen in de BSO passend gemaakt kunnen worden op basis van het BSO-extra plan. c. Resultaten + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest). De voor 2012 geformuleerde resultaten zijn gehaald: 1.a Vier locaties zijn gerealiseerd (maximum aantal plekken is 40) 2.a In de periode januari - juli 2012 zijn 36 kinderen aangemeld en 22 kinderen geplaatst. Voor 1 locatie staan 2 kinderen op de wachtlijst 3.a De doelstellingen voor 2013 worden gebaseerd op de ervaringen en evaluatie van d. Consequenties voor de doelstellingen voor 2013 en verder In augustus 2012 is de voortgang van de opvang BSO-extra geëvalueerd. De uitkomsten daarvan vormen het uitgangspunt voor de te formuleren doelstellingen en resultaten voor # : Evaluatie realisatie beleidsdoelen 5 richtpunten Operatie Amersfoort Jong II 5

149 Richtpunt 3: Het bieden van een optimaal perspectief en Begeleiding naar naschools vrijetijdsaanbod voor met name kwetsbare jongeren (waaronder lvb jongeren). Eind 2015: is verkend of het mogelijk is om duurzame begeleiding van LVB-ers te realiseren is; is duidelijk of de duurzame begeleiding gerealiseerd kan worden in een beschikbaar en flexibel aanbod (maakt onderdeel uit van de decentralisatie van de jeugdzorg); zijn professionals in de eerste lijn in staat om kinderen met een LVB te herkennen, te signaleren en door te verwijzen; is inzicht in welke deskundigheidsbevordering bij professionals nodig is als het gaat om LVB problematiek. Trekker: wordt bepaald in het kader van de decentralisatie van de jeugdzorg Partners: SWA 1.Doelstelling korte termijn (2012) 1. In 2012 is het bestaande vrije tijdsaanbod waar jongeren met een beperking aan kunnen deelnemen in beeld gebracht door afgevaardigden uit de domeinen welzijn, sport en zorg (bijv. MEE). 2.a In 2013 wordt er door de gevormde poule jongerencoaches ( voormalig jongerenwerkers en combinatiefunctionarissen) op eenduidige wijze gesignaleerd, geanalyseerd en doorverwezen. 2.b In 2013 is de inzet van de poule mede bepaald aan de hand van de sociale agenda die per wijk / gebied wordt opgesteld. 2a.In 2012 te behalen resultaten Versa Welzijn SRO Scholen in de Kunst B\Trekker vanuit gemeente: Hanny Michels 1. De sociale kaart Amersfoort met betrekking tot aanbod voor jongeren met een beperking is opgesteld. 2.a Uiterlijk medio 2012 ontvangt de gemeente van de partners voor de opzet van de poule jongerencoaches een plan van aanpak met implementatieplan zodat er begin 2013 gestart kan worden met de nieuwe werkwijze. 2.b In 2012 wordt duidelijk hoe en door wie de sociale agenda opgesteld zal worden per wijk/gebied 2b.Financiën/wijze van bekostigen Het hierboven genoemde doel wordt gerealiseerd binnen de beschikbare middelen voor de inzet van MEE in het CJG. Hiervoor is in totaal ,- gereserveerd. Deze kosten worden gedekt uit de DU (decentralisatieuitkering) voor CJG. Daarnaast is binnen de reguliere bekostiging van de SRO 0,4 fte voor aangepast sporten opgenomen. Het betreft een budget van op jaarbasis. Deze kosten worden betaald uit het structurele budget voor sportstimulering. 3. Evaluatie resultaten a. Aanpak/beschrijving/proces (per doelstelling) 1. Tijdens het proces van de decentralisatie van de zorg voor de jeugd is bij dit vraagstuk gebleken dat het niet zo zeer gaat om de activiteiten voor deze kinderen # : Evaluatie realisatie beleidsdoelen 5 richtpunten Operatie Amersfoort Jong II 6

150 en jongeren. Belangrijker is dat deze kinderen op een goede manier worden opgevangen, hetzij op school, op straat, werk of anders. Hierbij is een goed pedagogische civil society van belang waar goed wordt gesignaleerd en men weet te reageren en weet om te gaan met kinderen en jongeren met een beperking. 2.a In augustus 2011 hebben de 4 partijen die uitvoering geven aan de impulsregeling, het aanstellen van combinatiefunctionarissen de opdracht gekregen van de gemeente om gezamenlijk met een voorstel te komen. De opdracht was tweeledig: - Komen tot een eenduidige signalering, analyse, toepassen benodigde interventie of doorverwijzen onder de regie van 1 regisseur. - Komen tot een organisatievorm waarin de combinatiefunctionarissen worden ondergebracht. 2.b Er is verder een eerste begin is gemaakt met het opstellen van sociale wijkagenda s. b. Doelstellingen gerealiseerd + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest. 1. Deze doelstelling is in de loop van het proces bijgesteld. Duidelijk is geworden dat het bij kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking niet zo zeer gaat om het aanbod dat er is, maar om de vraag: - Hoe herkent de omgeving iemand met een beperking? - Waarom gedraagt iemand zich zoals hij / zij zich gedraagt? - Welke vragen kun je stellen om hier achter te komen? - Wat kan ik als professional zelf en hoe kan ik specialistische hulp consulteren? - Hoe kun je voorkomen dat het gedrag leidt tot onbegrip, schooluitval, stoppen met werken omdat de werkgever het gedrag niet snapt of niet meer welkom zijn bij de sportvereniging. Dit vraagt om bijscholing van bijvoorbeeld het jongerenwerk (heeft plaatsgevonden), sportbuurtwerkers/combinatiefunctionarissen, kinderwerk, school, kinderopvang om te kunnen signaleren etc. Maar ook om goed te kunnen doorverwijzen. De volgende acties zijn ondernomen: - Scholen van jongerenwerkers. - Verkennen van opzetten leer- werktrajecten voor deze specifieke doelgroep. Een voorbeeld hiervan is een leer werktraject in Vathorst in toekomstige wijkvoorziening / brede school De Bron. Tevens vindt er een verkenning door het jongerenwerk van Versa Welzijn plaats naar verdere mogelijkheden. 2.a In 2013 wordt op dezelfde eenduidige wijze gesignaleerd, geanalyseerd, geïntervenieerd of doorverwezen. Dit is ook een van de vraagstukken die verder onderdeel zal uitmaken van de decentralisatie van de jeugdzorg. 2.b De inzet van de jongerenpoule wordt in 2013 mede bepaald aan de hand van de sociale agenda s die per wijk zijn vastgesteld. De uitwerking van deze inzet vindt mede plaats in het kader van de prestatieafspraken, die gemaakt worden met deze organisaties over hun inzet.. # : Evaluatie realisatie beleidsdoelen 5 richtpunten Operatie Amersfoort Jong II 7

151 c. Resultaten + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest). 1. De sociale kaart voor jongeren met een beperking is in voorbereiding. 2.a De uitvoerende instellingen hebben het volgende voorstel ingediend: Alle combinatiefunctionarissen en jeugd- en jongerenwerkers onder regie van de SWA te scholen om eenduidig te signaleren, analyseren, interveniëren en eventueel door te verwijzen. Deze werkwijze ten aanzien van signaleren en doorverwijzen wordt uniform (regie SWA). Start augustus 2012, afronding in maart 2013 De sociale agenda van de gemeente is mede bepalend voor de inzet van de combinatiefunctionarissen sport, cultuur en welzijn/onderwijs. De vier organisaties benoemen speerpunten en deze worden in één gezamenlijk uitvoeringsplan uitgewerkt. Dit uitvoeringsplan beschrijft o.a. de inzet van de vier organisaties. Dit plan wordt voorgelegd aan de gemeente. Afgerond medio De vier organisaties zijn elk afzonderlijk verantwoordelijk voor de kwalitatieve en kwantitatieve prestaties en maken op basis van dit uitvoeringsplan elk afzonderlijk prestatieafspraken met de gemeente implementatie in Van de 4 betrokken partijen is een scholingsimplementatieplan ontvangen. Deze is akkoord bevonden door de gemeente. Onder de regie van de SWA volgen de combinatiefunctionarissen vanuit cultuur, sport en onderwijs/welzijn een gezamenlijk scholingsprogramma om eenduidig te signaleren, analyseren etc. Vanuit het programma voor de kindermishandeling wordt ook een scholing aangeboden t.b.v. signalering, analysering en handelswijze. 2.b Het opstellen van sociale wijkagenda s. Deze zijn opgesteld aan de hand van de uit de wijkgesprekken verzamelde informatie. Het is in eerste instantie aan de wijk om de vraagstukken op te pakken. De instellingen en professionals faciliteren/ondersteunen daar waar nodig. d. Consequenties voor de doelstellingen voor 2013 en verder Bij de doelstellingen voor 2013 dienst aandacht besteed te worden aan de inbedding van deze ontwikkeling wordt opgepakt bij de decentralisatie van de jeugdzorg en de keuze voor de organisatievorm van de poolvorming. # : Evaluatie realisatie beleidsdoelen 5 richtpunten Operatie Amersfoort Jong II 8

152 Verbindingsvlak Jeugd op school & jeugd aan het werk Richtpunt 4: Beroepsvoorlichting voor jongeren binnen het voortgezet onderwijs, met name HAVO, om uitval te voorkomen. Eind 2015 monitort elke school voor voortgezet onderwijs de resultaten van leerlingen in het beroepsonderwijs tot en met het 1 e jaar met als doel het adequaat voorlichten en toeleiden van leerlingen. 1.Doelstelling korte termijn (2012) 1. Eind 2012 hebben de scholen voor voortgezet onderwijs een concreet voorstel uitgewerkt waarin wordt omschreven op welke wijze zij de efficiëntie van de opleidingskeuze van leerlingen gaan volgen. Trekker: het VO de VO kamer Rinnie v.d. Horst Trekker vanuit gemeente: Jolien Klaarenbeek 2a.In 2012 te behalen resultaten 1.a Een voorstel voor een instrument of werkwijze om de studiecarrière van leerlingen van de HAVO tot 1 jaar naar het verlaten van het voortgezet onderwijs te volgen. 1.b Een voorstel voor de wijze waarop hiermee ervaringen (in een pilot) kunnen worden opgedaan. 2.b Financiën/wijze van bekostigen De middelen zijn opgenomen in de begroting van de LEA onder het thema optimale ontwikkelingskansen voor elk kind als project monitor VO-HBO (zie uitwerking programma jeugd op school ). 3.Evaluatie resultaten a. Aanpak/beschrijving/proces Het is in de loop van 2012 duidelijk geworden dat het voor het Havo en het VWO gaat om een landelijke problematiek. De voorzitter van de VO-Kamer, in de persoon van de heer Van der Horst, heeft zijn activiteiten daarom gericht op de sectororganisaties en vooral op de VO-Raad. Hij participeert inmiddels in een tweetal werkgroepen van de sectororganisaties. Het lijkt een hele toer om de organisaties op één lijn te krijgen en het gaat tenminste 2 jaar duren voordat het vervolgonderwijs op een eenduidige wijze de resultaten van de leerlingen/ studenten gaat terugkoppelen naar het VO. Momenteel is men bezig een pilot met het Farel College op te zetten. Er wordt binnen Amersfoort gezocht naar een verbreding met 1 of 2 scholen. 4. Doelstellingen gerealiseerd + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest. Gelet op het bovenstaande is het succes van deze activiteit gebonden aan de voortgang op landelijk niveau. Gemeentelijk kan beperkt ervaring opgedaan worden met de onderwijsinhoudelijke consequenties bij een goede terugkoppeling vanuit het vervolgonderwijs (HBO). Besteding van het beschikbare budget zal zich daarom ook hierop richten en gaat verder dan de oorspronkelijke doelstelling. # : Evaluatie realisatie beleidsdoelen 5 richtpunten Operatie Amersfoort Jong II 9

153 c. Resultaten + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest). 1.a Een voorstel voor een instrument of werkwijze om de studiecarrière van leerlingen van de HAVO tot 1 jaar naar het verlaten van het voortgezet onderwijs te volgen is landelijk in ontwikkeling. Wel heeft een eerste oriëntatie op dit onderwerp opgeleverd dat voor een goede terugkoppeling een brede landelijke aanpak nodig is. Er begint zicht te komen op de plaatsen waar het gesprek hierover plaats vindt c.q. moet plaatsvinden. 1.b Tevens beginnen de contouren van een inhoudelijke uitbreiding van de pilot bij het Farel College binnen Amersfoort steeds duidelijker te worden. Door middel van het kopen van de relevante gegevens bij DUO (op zich een vreemde en onwenselijke situatie) kunnen enkele scholen gaan nadenken over de inhoudelijke gevolgen van deze informatie. Hierbij spelen vragen als: - Is de loopbaanoriëntatie voor het Havo effectief genoeg en - bereiden wij de leerlingen qua opleiding voldoende voor op de overstap naar het hoger beroepsonderwijs. d. Consequenties voor de doelstellingen voor 2013 en verder zijn Bij de doelstellingen voor 2013 dienst aandacht besteed te worden om tot afspraken te komen over door- en uitstroom/switchgedrag in het HBO en het WO en de terugkoppeling daarvan naar het VO. Met enkele pilotscholen in Amersfoort moet onderzocht worden wat deze terugkoppeling voor de VO-scholen betekent en welke consequenties daaraan verbonden kunnen worden. # : Evaluatie realisatie beleidsdoelen 5 richtpunten Operatie Amersfoort Jong II 10

154 Richtpunt 5: Aansluiting onderwijs bij de vraag van werkgevers, zowel kwalitatief als kwantitatief. Eind 2015: heeft de regio Utrecht-Oost minstens de 5 e positie (van de 30 regio s) met betrekking tot het lage werkloosheidspercentage onder jongeren weten te handhaven; Is de aansluiting tussen het praktijkonderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en de arbeidsmarkt verbeterd door invoering van de Werkschool-formule of een voor de regio op maat gesneden alternatief concept. Trekker: Hoofdafdeling Sociale Zekerheid / Afdeling Onderwijs Gemeente Amersfoort 1.Doelstelling korte termijn (2012) 1. Eind 2012 zijn succesvolle elementen uit de aanpak van de jeugdwerkloosheid opgenomen in een vervolg uitwerkingsprogramma. 2. In het 1 e kwartaal van 2012 is het onderzoek naar de toegevoegde waarde van de werkschool -formule of een alternatief concept afgerond. 2a.In 2012 te behalen resultaten 1.a Een uitwerkingsplan voor het bestrijden van jeugdwerkloosheid vanaf b Een eindrapport van het onderzoek naar de toegevoegde waarde van de werkschool -formule of een alternatief concept. Partners: Gemeenten Onderwijs COLO Bedrijfsleven Werkgeversservicepunt Trekker vanuit gemeente: Erik Bakker 2b.Financiën/wijze van bekostigen Voor de uitvoering van het onderzoek is gereserveerd binnen de reguliere middelen van Sociale Zekerheid. Het uitwerkingsprogramma is een beleidstaak en opgenomen in de bedrijfsbegroting. 3. Evaluatie resultaten a. Aanpak/beschrijving/proces 1. Na afloop van de samenwerking binnen het Actieplan Jeugdwerkloosheid is de samenwerking tussen de verschillende partijen doorgegaan. Partijen weten elkaar te vinden als het gaat om samenwerking op hoofdlijnen, maar ook bij het oplossen van een geïsoleerd knelpunt. De jeugdwerkloosheid is sterk afhankelijk van de conjunctuur. Landelijk zien we dat de jeugdwerkloosheid toeneemt, lokaal/ regionaal zien we dat nog minder gebeuren. In grote lijnen verloopt de bestrijding van de jeugdwerkloosheid als volgt. Preventie - Ook bij jeugdwerkloosheid geldt dat het beter is om te voorkomen, dan om te genezen. Daarom besteden we veel aandacht aan het voorkomen dat jongeren voortijdig de school verlaten. Het hebben van een startkwalificatie is een belangrijke factor bij het vinden van een duurzame plek op de arbeidsmarkt. Bij deze aanpak werken onderwijsinstellingen, SOVEE en gemeente nauw samen. - Daarnaast is er speciale aandacht voor de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt wanneer het gaat om groepen kwetsbare jongeren. VSO/Pro / Werkschool werken hierin nauw samen. Na melding als werkzoekende Jongeren die werk zoeken en/of een uitkering willen aanvragen melden zich bij het Jongerenloket van het UWV Werkbedrijf. De volgende routes zijn dan mogelijk: # : Evaluatie realisatie beleidsdoelen 5 richtpunten Operatie Amersfoort Jong II 11

155 Jongeren tot 27 jaar met een startkwalificatie die zich melden voor een uitkering krijgen, voordat ze in aanmerking komen voor een uitkering, eerst een zoektermijn van vier weken waarin ze intensief begeleid worden bij het vinden van werk (Work fast, externe uitvoerder). Jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie worden gedurende een zoektermijn van vier weken door het Trajectbureau van SOVEE begeleid bij het vinden van een opleiding. Voorwaarde is dat deze jongeren de capaciteiten hebben om weer naar school te gaan. Jongeren zonder startkwalificatie tussen 23 en 27 jaar worden zoveel mogelijk direct begeleid naar werk. Kwetsbare jongeren kunnen direct in aanmerking komen voor een uitkering. Het resultaat is dat alleen jongeren die dat echt nodig hebben uiteindelijk een bijstandsuitkering ontvangen. Na instroom in de uitkering Jongeren die uiteindelijk geen werk of opleiding vinden kunnen uiteindelijk onder voorwaarden een bijstandsuitkering ontvangen. In dat geval wordt per cliënt door de sociale dienst vastgesteld of een traject naar werk of opleiding wenselijk en haalbaar is en welk traject moet worden ingezet. De inzet van re-integratieinstrumenten is dan altijd maatwerk. 2. Edunova heeft in opdracht van de gemeente onderzoek gedaan naar voorzieningen en knelpunten voor doorstroom van VSO- en Pro schoolverlaters. Dit rapport is eind september 2012 opgeleverd, waarmee het onderzoek is afgerond. Naar aanleiding van de aanbevelingen uit het rapport worden vervolgacties ingezet met oog op de langere termijn doelstelling (eind 2015) b. Doelstellingen gerealiseerd + toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest. 1. Deze doelstelling gaat over het opstellen van een uitwerkingsprogramma voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid in De verwachting is dat een dergelijk apart uitwerkingsprogramma geen toegevoegde waarde zal hebben. Verantwoordelijkheden zijn voldoende helder en worden goed door partijen ingevuld. De jeugdwerkloosheid is geen groot probleem in onze regio en knelpunten worden, wanneer die ontstaan, adequaat aangepakt. Daarnaast zijn er geen aanvullende financiële middelen die invulling van een extra progamma noodzakelijk maken. Wanneer het nieuwe kabinet besluit tot een nieuw Actieplan Jeugdwerkloosheid ontstaat een nieuwe situatie, maar er zijn geen signalen dat dit gaat gebeuren. Om die reden er komt geen uitwerkingsprogramma 2013 voor de bestrijding jeugdwerkloosheid. 2.Het onderzoek naar de toegevoegde waarde van de werkschool -formule of een alternatief concept is afgerond. Stand van zaken jeugdwerkloosheid. Er zijn drie regio s (van de dertig) die een lagere jeugdwerkloosheid hebben dan onze regio. (Doelstelling 2015: minimaal 5 e positie) # : Evaluatie realisatie beleidsdoelen 5 richtpunten Operatie Amersfoort Jong II 12

156 c. Resultaten+ toelichting (wel of niet behaald/eventueel de ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest. 1.Er komt geen uitwerkingsplan voor het bestrijden van de jeugdwerkloosheid. 2. Het onderzoek naar de toegevoegde waarde van de werkschool -formule of een alternatief concept is afgerond. De aanbevelingen dienen in vervolgacties te worden omgezet. met oog op de langere termijn doelstelling eind d.consequenties voor de doelstellingen voor 2013 en verder De evaluatie heeft geen directe consequenties voor de doelstellingen in Deze doelstellingen kunnen nog steeds gehaald worden. In 2013 zullen de vervolgacties op basis van het onderzoek van Edunova mogelijk een rol spelen bij de formulering van de doelstellingen in 2013 e.v. Kritische factoren bij het bestrijden van de (jeugd)werkloosheid: - Komt er wel of geen nieuw landelijk Actieplan Jeugdwerkloosheid (met bijbehorende financiering? - Hoe gaat de nieuwe wetgeving voor Sociale Zekerheid eruit zien? - Hoe verloopt de conjuncturele ontwikkeling. # : Evaluatie realisatie beleidsdoelen 5 richtpunten Operatie Amersfoort Jong II 13

157 Uitwerkingsagenda 2013 Verbindingsvlak Jeugd en zorg & overige vlakken Richtpunt 1: Eén gezin, één plan Eind 2015: is stadsbreed het uitgangspunt bij interventies en bemoeizorg de eigen kracht van het kind & gezin; werken alle aan het CJG verbonden organisaties, inclusief het onderwijs, volgens het principe één gezin, één plan op basis van de WAC (Wrap Around Care) principes; is de decentralisatie van de jeugdzorg in ontwikkeling. 1. Doelstelling Deskundigheidsbevordering op het terrein van het eigen kracht principe bij de CJG partners is gerealiseerd. 2. De resultaten van het Multi Disciplinair Team (MDT) CJG zijn gemonitord en geëvalueerd. Er ligt een besluit over de toekomst van het MDT. 3. De partners in CJG werken conform de uitgangspunten van de handreiking Coördinatie van Zorg. De principes van de Wrap Around Care zijn hierin opgenomen. Het CJG werkt daarin ondersteunend (voorlichtingen op maat) en faciliterend (scholingsaanbod). 4. De CJG partners zijn op de hoogte van de highlights uit de JGZ-monitor en zetten, indien relevant, acties uit n.a.v. de monitor. 5. Er vindt een continue dialoog plaats tussen gemeente en partners over de inrichting van het nieuwe jeugdstelsel (inclusief de positie van het CJG daarin). Ervaringen en inzichten opgedaan in het CJG, zowel binnen het netwerk als de werkorganisatie, worden daarin meegenomen. Trekker: het CJG Rogér Caubo Partners: Alle CJG partners Betrokken vanuit gemeente: Christa Hoogenveen 2. Te behalen resultaten in Minimaal de kernpartners in het CJG (BJZ, Beweging 3.0, Sovee, GGD, MEE + werkorganisatie) zijn op de hoogte van de principes en hebben een scholing in de eigen kracht gevolgd. 2. De evaluatie van het MDT is voor de zomer van 2013 afgerond. 3. Minimaal de kernpartners in het CJG en de werkorganisatie hebben een voorlichting op maat gehad over de handreiking, de scholing Coördinatie van Zorg gevolgd (beide aangeboden door het CJG) en in de praktijk al gewerkt conform de handreiking. 4. In het tweede kwartaal van 2013 geeft de GGD een presentatie aan de partners over de uitkomsten van de JGZ-monitor. 3. Uitvoering door De partners van het CJG in samenspraak met de gemeente Amersfoort. 4.Aanpak Het CJG neemt de doelstellingen op in het jaarplan CJG De werkorganisatie treedt hierin faciliterend op: inhoudelijk (o.a. inzet secretaris voor voorlichten over de handreiking coördinatie van zorg) en organisatorisch (o.a. scholingsaanbod). # Doelen en te behalen resultaten richtpunten 1 t/m 5 Uitvoeringsagenda

158 De werkorganisatie heeft een voorbeeldfunctie (kennis, houding en gedrag) als het gaat om de leidende principes. 5. Planning Een aantal acties kennen een specifiek tijdspad: - Training coördinatie van zorg wordt in ieder geval twee keer aangeboden door CJG Amersfoort en vóór de zomer van 2013 afgerond; - Het MDT wordt geëvalueerd voor de zomer van 2013; - Presentatie JGZ-jeugdmonitor door de GGD: 2 e kwartaal Financiën/Wijze van bekostigen Alle hierboven genoemde doelen worden binnen de bestaande beschikbare middelen voor de aansturing van het CJG gerealiseerd. Hiervoor is in totaal gereserveerd. Deze kosten worden gedekt uit de DU (Decentralisatieuitkering) voor CJG. 7. Randvoorwaarden en risico s 8. Stand van zaken/voortgang 9. Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. # Doelen en te behalen resultaten richtpunten 1 t/m 5 Uitvoeringsagenda

159 Verbindingsvlak Jeugd en zorg & jeugd en vrije tijd Richtpunt 2: zorgkinderen binnen de reguliere buitenschoolse opvang (BSO-extra) Eind 2015 heeft Amersfoort een bij de vraag passend aantal buitenschoolse opvangplaatsen beschikbaar om zorgkinderen adequaat op te vangen en verwijzen kinderopvangorganisaties die geen passende zorg kunnen bieden actief naar deze plaatsen. 1. Doelstelling Onderzoeken of de knelpunten uit de evaluatie van 2012 opgelost kunnen worden 2. Een minimale bezetting van 80%. 3. Vergroten bekendheid en doorverwijzing van kinderen uit regulier onderwijs en kinderopvang opvang naar de bso extra. 4. Vormen van preventieve coaching ingezet op reguliere bso s. 5. Bijdragen aan het operationaliseren leidende principes in het kader van de transitie jeugdzorg. Door: - Experimenteren met mogelijkheden tot plaatsing van geïndiceerde kinderen met een intensievere (jeugd)zorgvraag in de bso extra (korter traject binnen jeugdzorg) en inzicht in mogelijkheden tot financiering hierin (in overleg met gemeente en provincie). - Mogelijkheden onderzoeken van ambulante gezinsbegeleiding binnen de proeftuin Soesterkwartier Trekker: SKA Monique van der Hulst Partners: SKON Zandbergen Trajectum Betrokken vanuit gemeente: José Smink i.s.m. Fatima Talhaoui en Nynke Koenen 2. Te behalen resultaten In maart 2013 is een plan van aanpak voor het oplossen van de knelpunten 2012 gereed en is gestart met de uitvoering. 2. De maximale bezetting van 80% is gerealiseerd. 3. De procedure voor verwijzing van reguliere BSO, onderwijs, jeugdzorg naar de BSO-extra is ontwikkeld en geïmplementeerd. 4. Evaluatie van succesfactoren en knelpunten preventieve coaching. 5. a. 4 trajecten behandeling vanuit jeugdzorg gecombineerd met BSO-extra (als 1 traject aanbieden) Inzicht in mogelijke bekostiging van een dergelijk traject ( ombuiging financiering). b. Inzicht in mogelijkheden van ambulante gezinsbegeleiding. 3.Uitvoering door Samenwerkingspartners voor de BSO-extra voorziening (SKA, SKON, Zandbergen en Trajectum). 4. Aanpak 5.Planning # Doelen en te behalen resultaten richtpunten 1 t/m 5 Uitvoeringsagenda

160 6. Financiën/Wijze van bekostigen De middelen hiervoor zijn opgenomen in de begroting van de LEA onder het thema optimale ontwikkelingskansen voor elk kind (zie uitwerking programma jeugd op school ). 7. Randvoorwaarden en risico s Nog steeds gescheiden financiering 8. Stand van zaken/voortgang 9. Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. Voortgang decentralisatie # Doelen en te behalen resultaten richtpunten 1 t/m 5 Uitvoeringsagenda

161 Richtpunt 3: Het bieden van een optimaal perspectief en Begeleiding voor met name kwetsbare jongeren (waaronder lvb jongeren). Eind 2015: is verkend of het mogelijk is om duurzame begeleiding van LVB-ers te realiseren is; is duidelijk of de duurzame begeleiding gerealiseerd kan worden in een beschikbaar en flexibel aanbod (maakt onderdeel uit van de decentralisatie van de jeugdzorg); zijn professionals in de eerste lijn in staat om kinderen met een LVB te herkennen, te signaleren en door te verwijzen; Trekker is inzicht in welke deskundigheidsbevordering bij professionals nodig is als het gaat om LVB problematiek. doelstelling 1: De verdere poolvorming zal onderdeel uitmaken van het traject van de decentralisatie van de Jeugdzorg per 1 januari 2015 naar gemeenten. Nader te bepalen Partners: 1.Doelstelling De inzet van de pool combinatiefunctionarissen wordt in 2013 mede bepaald aan de hand van de sociale agenda s die per wijk zijn vastgesteld. De uitwerking van deze inzet vindt mede plaats in het kader van de prestatieafspraken, die gemaakt worden met deze organisaties over hun inzet. Het gaat onder andere om het verbinden van kwetsbare jongeren met hun omgeving en het toeleiden naar (sport)verenigingen en vrije tijdsclubs, het signaleren en analyseren en toepassen van een interventie. SWA Versa Welzijn SRO Amersfoort Scholen in de Kunst 2. Verdere vormen van leer-werktrajecten voor kwetsbare jongeren worden als pilot in Vathorst verder in beeld gebracht in samenwerking met diverse partijen. 2. Te behalen resultaten in Door middel van een kwantitatieve analyse van de gegevens in het 2 e kwartaal van 2013 worden de jongeren in beeld gebracht door de combinatiefunctionarissen. Op basis hiervan en de input uit de sociale agenda worden de werkplannen / uitvoeringsplannen opgesteld en gedurende het jaar bijgesteld daar waar nodig. Uiterlijk april 2013 ontvangt de gemeente de werkplannen van de 4 partijen (SWA, Versa, SRO en Scholen in de Kunst. 2. In 2013 heeft Versa Welzijn hiervoor een plan van aanpak geformuleerd. 3. Uitvoering door Trekker doelstelling 2: Versa Welzijn Partners: Nader te bepalen Betrokken vanuit gemeente: Hanny Michels 1. De SWA, SRO Scholen in de Kunst en Versa Welzijn, die uitvoering geven aan de combinatiefunctionarissen. 2. Versa Welzijn, in samenwerking met andere partijen. 4. Aanpak # Doelen en te behalen resultaten richtpunten 1 t/m 5 Uitvoeringsagenda

162 5. Planning 1. April 2013 werkplannen gereed.. 2. Uitwerking vormen van leer-werktrajecten in Vathorst gedurende Opbrengst: november Financiën/wijze van bekostigen De middelen zijn opgenomen in de begroting van de LEA. 7.Randvoorwaarden en risico s Door beter te signaleren kan de groep kwetsbare kinderen en jongeren toenemen waardoor een wijziging gedurende het jaar in het uit te voeren aanbod nodig kan zijn. Er kunnen wachtlijsten ontstaan. 8. Stand van zaken/voortgang 9. Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten # Doelen en te behalen resultaten richtpunten 1 t/m 5 Uitvoeringsagenda

163 Verbindingsvlak Jeugd op school & jeugd aan het werk Richtpunt 4: Beroepsvoorlichting voor jongeren binnen het voortgezet onderwijs, met name HAVO, om uitval te voorkomen. Eind 2015 monitort elke school voor voortgezet onderwijs de resultaten van leerlingen in het beroepsonderwijs tot en met het 1 e jaar met als doel het adequaat voorlichten en toeleiden van leerlingen. 1.Doelstelling 2013 Op basis van de ervaring opgedaan in 2012 (landelijke ontwikkelingen) is de concrete doelstelling dat zowel in het Farel College als bij 1 of 2 andere Amersfoortse scholen een pilot wordt uitgevoerd waarin leerlingen vanuit het VO gevolgd worden in hun vervolgonderwijs. Deze pilot vinden plaats in het licht van de landelijke ontwikkelingen op dit gebied. Trekker: het VO de VO kamer Rinnie v.d. Horst Betrokken vanuit gemeente: Jolien Klaarenbeek 2. Te behalen resultaten in a.Bij drie Amersfoortse scholen is bijgedragen aan de ontwikkeling van een landelijk instrument of werkwijze om de studiecarrière van leerlingen van de HAVO tot 1 jaar naar het verlaten van het voortgezet onderwijs te volgen. 2.b De ontwikkelingen rond instrument of werkwijze worden gedeeld binnen het overleg van de VO-kamer ten behoeve van de implementatie in een volgende fase. 2.c De eerste, tussentijdse, resultaten van de pilots worden besproken in de VOkamer. Na afronding van de pilots (mogelijk in 2014) worden de resultaten vertaald naar onderwijsinhoudelijke consequenties. 3. Uitvoering door De scholen in het voortgezet onderwijs die zijn vertegenwoordigd binnen de VO kamer. 3. Aanpak 3.a De aanpak hangt direct samen met de landelijke ontwikkeling. Middels de bijdrage van de heer van der Horst aan betreffende landelijke werkgroepen is het mogelijk deze ontwikkeling actief te volgen en binnen de pilots in te zetten. 3.b Dit geldt ook voor het vertalen naar onderwijsinhoudelijke consequenties die in de pilots op basis van DUO informatie uit de terugkoppeling vanuit het vervolgonderwijs naar voren komen. Vragen die spelen zijn: is de loopbaanoriëntatie voor de HAVO effectief genoeg en worden leerlingen voldoende voorbereid op de overstap naar het HBO. 4. Planning Geheel 2013, verdere planning nader te bepalen. # Doelen en te behalen resultaten richtpunten 1 t/m 5 Uitvoeringsagenda

164 6. Financiën/Wijze van bekostigen De middelen zijn opgenomen in de begroting van de LEA onder het thema optimale ontwikkelingskansen voor elk kind als project monitor VO-HBO (zie uitwerking programma jeugd op school ). 7. Randvoorwaarden en risico s 8. Stand van zaken / voortgang 9. Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. # Doelen en te behalen resultaten richtpunten 1 t/m 5 Uitvoeringsagenda

165 Richtpunt 5: Aansluiting onderwijs bij de vraag van werkgevers, zowel kwalitatief als kwantitatief. Eind 2015: heeft de regio Utrecht-Oost minstens de 5 e positie (van de 30 regio s) met betrekking tot het lage werkloosheidspercentage onder jongeren weten te handhaven; Is de aansluiting tussen het praktijkonderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en de arbeidsmarkt verbeterd door invoering van de Werkschoolformule of een voor de regio op maat gesneden alternatief concept. 1.Doelstelling Continuering bestaande werkwijze bestrijding jeugdwerkloosheid met primaire focus op preventie van a. schooluitval en b. instroom in de uitkering. 2. Realiseren breed gedragen aanpak voor toeleiding naar de arbeidsmarkt van jongeren vanuit het VSO en Pro (werkschool of alternatief concept) 2. Te behalen resultaten in Handhaving top-vijf positie laagste regionale jeugdwerkloosheid van Nederland. 2. Door partijen gedragen werkwijze voor de toeleiding naar de arbeidsmarkt van jongeren die het VSO of Pro verlaten. Trekker: Hoofdafdeling Sociale Zekerheid / Afdeling Onderwijs Gemeente Amersfoort Partners: Gemeenten Onderwijs COLO Bedrijfsleven Werkgeversservicepunt Betrokken vanuit gemeente: Erik Bakker / Jolien Klaarenbeek 3. Uitvoering door Gemeenten, onderwijsinstellingen, COLO, bedrijfsleven, Werkgeversservicepunt 4. Aanpak Preventie Ook bij jeugdwerkloosheid geldt dat het beter is om te voorkomen, dan om te genezen. Daarom besteden we veel aandacht aan het voorkomen dat jongeren voortijdig, zonder startkwalificatie, de school verlaten. Het hebben van een startkwalificatie is een belangrijke factor bij het vinden van een duurzame plek op de arbeidsmarkt. Bij deze aanpak werken onderwijsinstellingen, SOVEE en gemeente nauw samen. Daarnaast is er speciale aandacht voor de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt wanneer het gaat om groepen kwetsbare jongeren. Het gaat dan bijvoorbeeld om jongeren op het Voorgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en Praktijkonderwijs en jongeren met gedragsproblemen (ATC). Op dit moment wordt een onderzoek afgerond naar de duurzaamheid van de uitstroom van deze jongeren naar de arbeidsmarkt. Dit onderzoek biedt aanknopingspunten voor verbeteringen. Onderwijsinstellingen en gemeente werken hierin samen. Na melding als werkzoekende Jongeren die werk zoeken en/of een uitkering willen aanvragen melden zich bij het Jongerenloket van het UWV Werkbedrijf. De volgende routes zijn dan mogelijk: # Doelen en te behalen resultaten richtpunten 1 t/m 5 Uitvoeringsagenda

166 Jongeren tot 27 jaar met een startkwalificatie die zich melden voor een uitkering krijgen, voordat ze in aanmerking komen voor een uitkering, eerst een zoektermijn van vier weken waarin ze intensief begeleid worden bij het vinden van werk (Work fast). Jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie worden gedurende een zoektermijn van vier weken door het Trajectbureau van SOVEE begeleid bij het vinden van een opleiding. Voorwaarde is dat deze jongeren de capaciteiten hebben om weer naar school te gaan. Jongeren zonder startkwalificatie tussen 23 en 27 jaar worden zoveel mogelijk direct begeleid naar werk. Kwetsbare jongeren kunnen direct in aanmerking komen voor een uitkering. Het resultaat is dat alleen jongeren die dat echt nodig hebben uiteindelijk een bijstandsuitkering ontvangen. Na instroom in de uitkering Jongeren die uiteindelijk geen werk of opleiding vinden kunnen uiteindelijk onder voorwaarden een bijstandsuitkering ontvangen. In dat geval wordt per cliënt vastgesteld of een traject naar werk of opleiding wenselijk en haalbaar is en welk traject moet worden ingezet. De inzet van re-integratie-instrumenten is dan altijd maatwerk. 5. Planning Doelstelling 1: geheel 2013 Doelstelling 2: afronding 2 e kwartaal 6. Financiën/Wijze van bekostigen Reguliere financiering SZ / Onderwijs 7. Randvoorwaarden en risico s Met betrekking tot doelstelling 2: draagvlak betrokken partijen 8. Stand van zaken / voortgang Met betrekking tot resultaat 1 Stand van zaken augustus 2012: 3 e positie Met betrekking tot resultaat 2 Edunova heeft een onderzoek afgerond. Naar aanleiding daarvan wordt in december 2012 overleg gepland tussen gemeentebestuur (wethouders onderwijs en SZ), ATC, betrokken onderwijsinstellingen en enkele werkgevers om werkbaar concept te ontwikkelen. 9. Ontwikkelingen die van invloed zijn op de te behalen resultaten. Concretisering regeerakkoord en de economische ontwikkelingen kunnen invloed hebben op de mogelijkheden en verantwoordelijkheden die verschillende partijen hebben. # Doelen en te behalen resultaten richtpunten 1 t/m 5 Uitvoeringsagenda

167 Jeugd op school: LEA doelstellingen 2013 Passende zorg voor elk kind Preventieve zorg & CJG in de school 1. In 2012 wordt er op basis van observatie en diagnostiek gewerkt aan het tijdig signaleren van leer- en ontwikkelingsproblemen bij kinderen. Scholen zijn primair verantwoordelijk voor het inzetten van deze instrumenten als het gaat om zorg die van invloed is op het functioneren van het kind binnen de school. Naast de beschikbare rijksmiddelen kunnen zij hiervoor jaarlijks een subsidie bij de gemeente aanvragen. Het hiervoor bestemde budget zorg in en om de school wordt met ingang van 2013 fasegewijs afgebouwd naar 40% van in 2012 beschikbare bedrag, te beginnen met een afbouw van 20% in De middelen die vrij komen worden (deels) gebruikt om de zorg om de school, die niet direct gericht is op het leerproces maar wel op factoren die van invloed zijn op het leren, vorm en inhoud te geven. Deze vorm van zorg, gericht op het kind & gezin, wordt in samenhang en dicht bij de vindplaats school georganiseerd. In 2013 worden de middelen voor zorg in en om de school die direct aan de scholen worden verleend met 20% afgebouwd. Voor de inzet van de middelen die vrij komen wordt met nauwe betrokkenheid van het primair onderwijs een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd. Ten aanzien van prioriteit in 2013: de middelen worden (deels) gebruikt om de pilotprojecten in het Soesterkwartier, ontwikkelwerkplaats passend onderwijs en proeftuin Soesterkwartier, te ondersteunen en faciliteren. De resultaten en effecten van de pilotprojecten worden gemonitord, geëvalueerd en beoordeeld op bruikbaarheid in meerdere wijken. Optimale ontwikkelingskansen voor elk kind Doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot eind beroepsopleiding 2. In 2015 vindt er voor elk kind waar zorg over is een warme overdracht plaats van alle vormen van dagbesteding (opvang, school en werk) met als doel het borgen van de juiste aanpak op basis van alle kennis over wat het kind nodig heeft om zich maximaal te kunnen ontwikkelen. Ouders hebben een essentiële rol bij de overdracht van deze informatie. In 2013 wordt het plan van aanpak voor de warme overdracht uitgevoerd met als concrete doelstellingen: - Er vindt een warme overdracht plaats op het moment dat het VE-geïndiceerde kind naar de basisschool gaat tussen de voorschoolse voorziening, de basisschool en de ouder van het kind. - De warme overdracht vindt plaats met behulp van het overdrachtsdossier dat is opgesteld door de voorschoolse voorziening en dit bevat: concept uitvoeringsagenda 2013 Trekker: gemeente Amersfoort Christa Hoogenveen Partners: Samenwerkende schoolbesturen CJG partners Kinderopvang Trekker: kinderopvang in kader van VVE werkgroep Annegreet van Dijk (SKA) Partners: Primair onderwijs Kinderopvang Contactpersoon gemeente: Fatima Talhaoui

168 o o o Uitkomsten van toetsen(cito) en observaties van het VE-geïndiceerde kind op het gebied van taal en rekenen; Informatie over de ontwikkelingsgebieden sociaalemotioneel en motoriek van het VE-geïndiceerde kind middels de Peuter- Observatie- en Overdrachtslijst Amersfoort (POOA); Belemmerende en bevorderende factoren in de ontwikkeling van het betreffende VE-geïndiceerde kind (opgenomen in de POOA) 3. Eind 2015 wordt de gehele VVE doelgroep bereikt op basis van een brede doelgroepdefinitie waarbij ook kinderen met een gedefinieerde ontwikkelingsachterstand worden betrokken. De VVE methodieken worden gebruikt in de voorschoolse en vroegschoolse periode waarbij actief wordt doorverwezen naar primair onderwijs met een aansluitend aanbod. In 2013 wordt op basis van de nieuwe kaders voorschoolse educatie aangeboden in de gemeente Amersfoort. in 2013 bestaat voor 100% van de VE-geindiceerde kinderen de mogelijkheid een voorschoolse voorzieningen te bezoeken waar voor- en vroegschoolse educatie wordt aangeboden. In 2013 wordt op scholen met een schoolgewicht beredeneerd aanbod aangeboden aan leerlingen met een VE-indicatie dat door de onderwijsinspectie als minimaal voldoende is beoordeeld 4. Eind 2015 is het aantal voortijdig schoolverlaters (ook de 18+ers) nog verder teruggebracht conform de landelijke doelstelling. In 2013 wordt het nieuwe convenant VSV verder geoperationaliseerd. Scholen en gemeente geven uitvoering aan de afspraken om hun management en interne organisatie te versterken m.b.t. het voorkomen van VSV. De gemeente werkt hierin samen met de regiogemeenten (RMC-beleid). 5. In 2015 is er in het kader van de ABC-scholen een brede pedagogische visie ontwikkeld die door alle partners als uitgangspunt wordt gehanteerd. In 2013 wordt de uitgangspunten van de stedelijke pedagogische visie geïmplementeerd in minimaal 4 wijken, waaronder het Soesterkwartier, in samenspraak met alle bij de ABC-school betrokken partners. 6. In 2015 is het concept van onderwijstijdverlenging uitgebreid naar meerdere wijken en scholen waardoor voor een specifieke doelgroep kinderen de kans een succesvolle doorstroom van het PO naar het VO wordt gestimuleerd. In 2013 wordt het concept van de verlengde schooldag uitgebreid naar minimaal een tweede project met betrokkenheid van het PO en het VO. Passend onderwijs breed concept uitvoeringsagenda 2013 Trekker: VVE werkgroep Partners: Kinderopvang Primair onderwijs Eduniek Contactpersoon gemeente: Fatima Talhaoui/ Nynke Koenen Trekker: Coördinatiegroep VSV Partners: VSV partners Contactpersoon gemeente: Jolien Klaarenbeek & Ieteke Bos Trekker: stichting ABC Gert van Dijk Partners: ABC kernpartners Contactpersoon gemeente: Ieteke Bos Trekker: primair onderwijs PCBO Lieuwe Medema Partners: PO VO Contactpersoon gemeente: Fatima Talhaoui

169 7. In 2015 is Passend Onderwijs ingevoerd en heeft elk kind er recht op onderwijs te volgen dat bij hem/haar past, waar nodig gebruik makend van onderwijs- en/of zorgarrangementen. Daarnaast is de decentralisatie van de jeugdzorg deels een feit. De realisatie van deze stelselwijzigingen wordt afgestemd. In 2013 wordt met de partners een plan van aanpak ontwikkeld voor de afstemming van de beide transities waarbij taken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd. Trekker PO: Besturen primair onderwijs Trekker VO: Samenwerkingsverband Partners: Samenwerkingsverbanden Besturen onderwijs CJG Talentontwikkeling 8. In 2015 krijgt elk kind in Amersfoort de kans om talenten te ontwikkelen. Amersfoort kent een breed en rijk aanbod aan binnen- en buitenschoolse voorzieningen voor dit doel. Om dit te realiseren wordt door de LEA partners nauw samengewerkt. In 2013 wordt aan de hand van het kwaliteitssysteem voor de ABC-scholen in de wijken met een één-agenda-abc of een afstemmings-abc aandacht besteed aan talentontwikkeling. Met ingang van 2014 worden scholen voornamelijk zelf verantwoordelijk voor de inbedding van cultuureducatie in de infrastructuur van basisscholen. In 2013 wordt aandacht besteed aan de wijze waarop kwalitatief goede cultuureducatie gerealiseerd kan worden waarbij het bereiken van een brede doelgroep van belang is. Diversiteit 9. In 2015 wordt door alle LEA partners bij de zorg en het aanbod rekening gehouden met diversiteit onder kinderen en verzorgers. Dit betreft zowel diversiteit met betrekking tot religie, etniciteit als seksualiteit. Het principe dat elk kind & gezin alle kansen moet krijgen is daarbij leidend. Elke LEA partner draagt binnen de eigen organisatie zorg voor een veilige en kansrijke omgeving voor de hele doelgroep die gebruik maakt van de voorzieningen. Eigen kracht, burgerinitiatief en projecten die een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van organisaties op het punt van diversiteit kunnen op basis van een stimuleringsbudget een extra impuls krijgen. In 2013 is de adviseert de werkgroep diversiteit de gemeente over het toekennen van subsidies binnen het thema diversiteit aan de hand van subsidiekaders. De werkgroep diversiteit draag zorgt voor de communicatie en pr met betrekking tot het beschikbare budget en stimuleert zo het werkveld tot activiteiten op dit terrein. Contactpersoon gemeente: Christa Hoogenveen, Nynke Koenen & Jolien Klaarenbeek Trekker: stichting ABC Gert van Dijk Trekker onderdeel cultuureducatie: Scholen in de Kunst Partners: Gemeente LEA partners Contactpersoon gemeente: Ieteke Bos Trekker: SWA Partners: Gemeente Amersfoort Scholen Contactpersoon gemeente: Arieke van Andel & Nynke Koenen concept uitvoeringsagenda 2013

170 Gemeente Amersfoort RAADSINFORMATIEBRIEF Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : Aan : Gemeenteraad Datum : 8 december 2015 Portefeuillehouder : Wethouders Houwing en Imming Programma : 5. Onderwijs TITEL Stand van zaken Uitvoeringsprogramma Jeugd KENNISNEMEN VAN De stand van zaken ten aanzien van het Uitvoeringsprogramma Jeugd en de wijze waarop hier in 2016 uitvoering aan wordt gegeven. AANLEIDING Op 16 november hebben wij u met een collegebericht laten weten dat wij, na afstemming met het werkveld, besloten hebben de vaststelling van het Uitvoeringsprogramma Jeugd uit te stellen. De aanleiding hiervoor was het feit dat het Rijk het bekendmaken van de nieuwe kaders en middelen met een jaar had uitgesteld en wij daarop willen wachten. Hierbij informeren wij u over de stappen die wij na 16 juni, op die datum bent u in een Ronde geïnformeerd over de laatste stand van zaken, genomen hebben en de wijze waarop wij in 2016 invulling aan ons jeugdbeleid willen geven. KERNBOODSCHAP 1. In 2016 zorgen wij voor een logische overgang tussen het huidige programma Operatie Amersfoort Jong II (inclusief de LEA) en de maatschappelijke doelen van het Uitvoeringsprogramma Jeugd (UPJ) Wettelijke taken, programma s en projecten uit Operatie Amersfoort Jong II zijn gekoppeld aan de maatschappelijke doelen die wij voor het UPJ geformuleerd hebben. Daarnaast hebben wij een tweetal ontwikkelvraagstukken geformuleerd die wij met de partners uit het werkveld in 2016 gaan uitwerken in een plan van aanpak: a. Maatschappelijk doel 5: Er is ruimte voor ontmoeten, ontspannen en ontdekken en de jeugd bepaalt mede hoe deze ruimte wordt ingevuld; b. Maatschappelijk doel 7: Arbeidsmarktoriëntatie gericht op maatwerk en competenties van jongeren zodat zij weten wat van hen verwacht wordt op de arbeidsmarkt en wat de arbeidsmarkt hen te bieden heeft. 2. Zoals toegezegd tijdens de Ronde op 16 juni hebben wij met het werkveld per thema of activiteit in beeld gebracht welke partijen betrokken zijn en wat de speerpunten voor het komend jaar zijn (zie bijlage). 3. De begroting voor de taken, programma s en projecten is aangepast: a. Wij hebben op twee projecten het beschikbare budget bijgesteld omdat de afgelopen beleidsperiode voor deze projecten structureel minder is uitgegeven dan begroot (zie paragraaf financiën). b. Het budget dat we hiermee vrij spelen zetten we in voor een tweetal ontwikkeltaken voor de maatschappelijke doelen 5 en 7 (zie de bijlage). 4. In 2016 maakt het Rijk de kaders en het budget voor het onderwijsachterstandenbeleid bekend. Wij verwachten dat dit met de meicirculaire zal gebeuren maar het is ook mogelijk dat dit pas bekend wordt gemaakt in de circulaire van september. Nadat we deze informatie hebben ontvangen werken wij met de partners het meerjarig Uitvoeringsprogramma Jeugd uit. Inlichtingen bij: M. Völlmer, DIR/SL, (033)

171 raadsinformatiebrief pagina 2 Gemeente Amersfoort Deze uitwerking zal dan, zoals toegezegd, eerst ter informatie en vervolgens ter vaststelling aan u worden voorgelegd. CONSEQUENTIES De geplande voortgang van het Uitvoeringsprogramma Jeugd krijgt een vervolg Wij maken gebruik van het werk dat al verricht is en sorteren voor op de maatschappelijke doelen die wij met het werkveld geformuleerd hebben. Het uitstellen van de besluitvorming heeft geen negatieve consequenties voor de voortgang. Wij voorkomen ermee dat we beleid vaststellen dat niet blijkt te passen binnen de nieuwe rijkskaders en zorgen voor voortgang van het lopende proces waardoor we het veld betrokken houden. Heroverweging van bestaande activiteiten en projecten Het komend jaar gebruiken wij om te bekijken welke lopende projecten na 2016 een vervolg kunnen krijgen en voor welke doelen een andere focus of werkwijze noodzakelijk is. Dit doen wij vanuit de inhoud door de projecten te koppelen aan de nieuwe maatschappelijke doelen en daarbij te bekijken waar aanpassingen noodzakelijk zijn. Ook zullen we dit doen op basis van de nieuwe rijkskaders voor onderwijsachterstandenbeleid. DUURZAAMHEID Met het programma voor 2016 werken we aan een duurzame investering in de jeugd in Amersfoort. Dit doen we door te investeren op doorgaande lijnen waarbij de inzet vanaf de start, voor- en vroegschoolse educatie, tot uitstroom naar de arbeidsmarkt gericht is op het lange termijn perspectief van jongeren. Ook het investering in de basisvaardigheden van jongeren en hun opvoeders is gericht op een breder rendement dat de directe opbrengst van scholing; opvoeders die versterkt worden zijn beter in staat om kinderen te begeleiden bij het opgroeien en jongeren met een stevige basis hebben een goed toekomstperspectief. Daarnaast investeren we in een duurzame samenwerking in de Sociale Basis Infrastructuur door partners en initiatieven aan elkaar te koppelen. FINANCIËN Zoals aangegeven bij de kernboodschap onder punt 3 hebben wij voor twee projecten het budget voor 2016 verlaagd: Project 2d (zie de begroting in de bijlage) Zorg in en om de school: Dit budget is bedoeld om een goede aansluiting tussen Passend Onderwijs en Jeugdzorg te realiseren en wordt ingezet om aan de hand van een subsidieregeling pilotprojecten te bekostigen. Hiervoor is de afgelopen jaren aanzienlijk minder uitgegeven dan begroot (dit wordt verder verantwoord in de financiële verantwoording voor Operatie Amersfoort Jong II die volgt in het 1 e kwartaal van 2016). Om die reden is, in overleg met de betrokken partijen, besloten het budget hiervoor te verminderen met Project 1a (zie de begroting in de bijlage) ABC-scholen: Dit project wordt op basis van een subsidieaanvraag gefinancierd. De afgelopen jaren is naar aanleiding van de verantwoording steeds een bedrag dat niet besteed was teruggevorderd (zie de opmerking over de verantwoording bij het vorige project). Op basis hiervan is besloten het budget voor 2016 te verminderen met De begroting is uitgewerkt in de bijlage. Kosten in Dekking kosten in kdekking vastgelegd in Uitvoeringsprogramma Jeugd

172 raadsinformatiebrief pagina 3 Gemeente Amersfoort RISICOPARAGRAAF Het Uitvoeringsprogramma Jeugd wordt voor het grootste deel gefinancierd uit de rijksmiddelen voor onderwijsachterstanden. Het Rijk is de nieuwe kaders en het bijhorend budget met ingang 2017 aan het bepalen. Er is een kans dat het budget voor de G5 wordt opgehoogd ten koste van het budget voor de overige gemeenten. Dat zou inhouden dat er fundamenteel andere keuzes gemaakt moeten worden ten aanzien van de projecten en activiteiten. COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN Alle partijen in het onderwijs en jeugdveld zijn betrokken bij de uitwerking van het programma en worden vanuit de Adviesgroep Uitvoeringsprogramma Jeugd geïnformeerd over de voortgang. Het informeren van de stad hebben wij in het voortraject gedaan, het voorleggen van de maatschappelijke doelen, ze zullen wij doen bij de uitwerking van het meerjarige programma. VERVOLGSTAPPEN 1. In het 1 e kwartaal van 2016 stelt de Adviesgroep Uitvoeringsprogramma Jeugd het plan van aanpak voor de ontwikkelvraagstukken op. 2. Na bekendmaking van de kaders en middelen voor onderwijsachterstanden door het rijk werken wij met de partners het meerjarig Uitvoeringsprogramma Jeugd uit en leggen dit ter informatie en vaststelling voor aan de raad. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, de burgemeester,

173 Allemaal opvoeders; een solide basis voor jeugd in Amersfoort Uitvoeringsprogramma jeugd G e m e e n t e A m e r s f o o r t A f d e l i n g S a m e n L e v e n Dit Uitvoeringsprogramma is tot stand gekomen in samenwerking met de partners uit het werkveld en gebaseerd op de principes van het positief jeugdbeleid en the civil society.

174 INHOUDSOPGAVE Uitvoeringsprogramma Jeugd Aanleiding en doel 3 De jeugd en haar omgeving 4 Jeugd in het sociaal domein 5 Vertrekpunten 5 Maatschappelijke doelen 6 1. Veiligheid bieden door verantwoordelijkheid te geven en te nemen & waardering en betrokkenheid stimuleren 7 2. Ruimte bieden voor ontmoeten en ontspannen & voor uitproberen en ontdekken 8 Proces 8 Organisatie en programmastructuur 9 Begroting 9 Communicatie 10 Doelenmatrix Uitvoeringsprogramma Jeugd Bijlage 1: Procesplan 18 Bijlage 2: Civil society 20 Bijlage 3: Begroting

175 UITVOERINGSPROGRAMMA JEUGD AANLEIDING EN DOEL Afgelopen jaren hebben wij gezamenlijk hard gewerkt aan het programma Operatie Amersfoort Jong II Dit programma voor het jeugd- en onderwijsbeleid van de gemeente Amersfoort loopt tot en met Het programma, waar ook de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) een onderdeel van is, was vooral gericht op de overgangen voor kinderen en jongeren: van de opvang naar school, van het basisonderwijs naar het voorgezet onderwijs, van school naar werk Daarin hebben we veel mooie resultaten bereikt en veel van de ambities hebben we kunnen omzetten naar werkelijkheid en vastgelegd in ons reguliere beleid. Er is een stevige basis gelegd in onze stad voor jongeren op die overgangen. Gedurende het programma zijn de lijnen Jeugd en Onderwijs steeds meer naar elkaar toegegroeid. De wettelijke en maatschappelijke veranderingen hebben er daarnaast toe geleid dat veel projecten vanuit Jeugd en Onderwijs een plek hebben gekregen in de beleidskaders voor Jeugdzorg en Passend Onderwijs. Het Uitvoeringsprogramma Jeugd gaat zowel over het jeugdbeleid als over het onderwijsbeleid. Door deze integrale benadering sturen we op nog meer samenhang en samenwerking tussen school, wijk en ouders. De komende jaren werken we in Amersfoort verder aan een positief opvoed- en opgroeiklimaat gebaseerd op de uitgangspunten van de civil society (zie bijlage 2). Dat doen we door gebruik te maken van het sociaal kapitaal (de hulpmiddelen die in een gemeenschap aanwezig zijn) om de gezins- en sociale organisatie vorm te geven in de stad. Door te investeren in de kwaliteit van sociale relaties en door vorm en inhoud te geven aan onderlinge vertrouwdheid en vertrouwen. Door het inbedden van formele en informele netwerken en door de bereidheid van inwoners om zich voor elkaar en de gemeenschap in te zetten te vergroten. Het uitgangspunt daarbij is het hanteren van gedeelde normen. Dit alles door zo min mogelijk regels te formuleren en te investeren in het leggen van verbindingen en faciliteren en ondersteunen van initiatieven uit het werkveld. We leggen verbindingen en stimuleren daarmee de verbondenheid en het streven naar een gezamenlijke, sluitende pedagogische aanpak. Om dit goed te kunnen doen is het nodig dat we onze doelgroep kennen en er ook voor zorgen dat de doelgroep ons kent. Onder ons verstaan we in deze context het werkveld rond jeugd inclusief de gemeente Amersfoort. Ons streven is om gefaseerd toe te groeien naar de meest wenselijke en ideale situatie voor jeugd en opvoeders in Amersfoort: een stad waar het goed opgroeien is en er doorlopend kansen en perspectieven geboden worden. Daarom werken wij gezamenlijk aan de ontwikkeling en ontplooiing van jongeren tot betrokken en competente inwoners. Dat betekent dit dat jongeren vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn in de 21 e eeuw. Deze vaardigheden zijn zowel gericht op persoonsvorming, op maatschappelijke toerusting als op kennis die noodzakelijk is voor leren, ontwikkelen en werken. Hierbij stellen we het toerusten van ouders en professionals centraal en streven we naar handelingsbekwaamheid in het hele werkveld, ook thuis. Onze samenwerkingspartners in het werkveld hebben een belangrijke rol in het programma. Met samenwerkingspartners bedoelen we de partners die een plek hebben in die sociale basisinfrastructuur: het onderwijs, het welzijnswerk, organisaties met een overkoepelende rol op het terrein van sport, cultuur, gezondheid, veiligheid en kinderopvang 1. Deze partners zijn ook de afgelopen jaren betrokken geweest bij het programma rond jeugd, met name vanuit de agendacommissie voor de LEA. De samenwerkingspartners hebben een rol bij zowel het opstellen van het programma als bij het realiseren van de maatschappelijke doelen. De gemeente heeft met vooral een faciliterende en ondersteunende, en waar nodig een regisserende, rol. Wij zien de jeugd van Amersfoort als een gezamenlijke en gedeelde verantwoordelijkheid van ouders/opvoeders, gemeente en partners, formeel én informeel. 1 Betrokken partners zijn o.a. Bibliotheken Eemland, GGD Midden Nederland, Hogeschool Utrecht, Hoornbeeck college, Kinderopvang organisaties, Kwintes, MBO Amersfoort, Politie Midden Nederland, Primair onderwijs, ROC Midden Nederland, Scholen in de Kunst, SOVEE, SRO, Stichting ABC, Versa, Victas, Voortgezet onderwijs, Welzin en de Wijkteams. 3

176 DE JEUGD EN HAAR OMGEVING Met het Uitvoeringsprogramma willen we de hele groep kinderen, jongeren en hun opvoeders bereiken. Onder de jeugd verstaan wij alle kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar. We hebben het daarbij dus over de gehele doelgroep en niet alleen de groep met een specifieke behoefte aan ondersteuning of zorg. In Amersfoort hebben we het dan over ongeveer jeugdigen (cijfers 2013). Dit is circa 30% van het totale aantal inwoners. De gemeentelijke zorg voor de jeugd houdt niet op bij 23 jaar. Vanuit de Participatiewet hebben wij een taak tot 27 jaar. Op onderdelen stellen we de leeftijdsgrens van 23 dus minder hard. Het beleidskader voor het sociaal domein is gebaseerd op het model van een piramide waarbij zelfredzaamheid en ondersteuning uit de omgeving als basis gezien worden. Hierop zal een steeds groter beroep gedaan worden. Dat geldt ook voor de jeugd, hun opvoeders en hun sociale omgeving waarbij we ook zorgen voor een goed vangnet waar dat nodig is. Het Uitvoeringsprogramma Jeugd richt zich dus ook op de groep die in bepaalde periodes of onder bepaalde omstandigheden wat begeleiding of ondersteuning nodig heeft. Het gaat daarbij om ondersteuning vanuit het eigen netwerk of de sociale basisinfrastructuur. De hele doelgroep maakt gebruik van de basisvoorzieningen in Amersfoort. Onder basisvoorzieningen verstaan we georganiseerde en ongeorganiseerde activiteiten op het gebied van onderwijs, opvang, sport, cultuur, speelruimte, welzijn In het onderstaande schema, afkomstig uit het meerjarig beleidskader sociaal domein Amersfoort, is te zien om welke vorm van ondersteuning het hierbij gaat. In de komende jaren versterken we de sociale basisinfrastructuur, die bestaat uit de formele en informele netwerken en collectief toegankelijke voorzieningen. We richten ons op het versterken van de drie functies van de sociale basisinfrastructuur voor jeugdigen en opvoeders: informatie & advies, ontmoeting, (lichte) ondersteuning en toerusting. Daarmee zorgen we voor een solide basis voor de Amersfoortse jeugd. 4

177 JEUGD IN HET SOCIAAL DOMEIN Het Uitvoeringsprogramma gaat niet over de jeugdzorg, hieraan wordt uitgebreid aandacht besteed in het beleidskader sociaal domein. Daarin staat onder andere beschreven op welke wijze we de transitie en de transformatie van de jeugdzorg vormgeven. Het is van belang dat we aansluiten op de jeugdzorg en in de uitwerking van het Uitvoeringsprogramma Jeugd. We sluiten aan als het gaat om het goed regelen van het collectieve en algemeen toegankelijke aanbod in de sociale basisinfrastructuur. Op deze wijze streven we naar het bieden van de mogelijkheid op een doorlopende ontwikkeling van jeugd in de stad, waarbij extra ondersteuning geboden kan worden op het moment dat dit nodig is en de sociale basisinfrastructuur voldoende biedt om gezond, veilig en kansrijk op te groeien en op te voeden. VERTREKPUNTEN In het Uitvoeringsprogramma Jeugd hanteren we een aantal vertrekpunten die passen binnen de huidige ontwikkelingen in het sociaal domein. We werken ons Uitvoeringsprogramma uit op basis van de principes van positief jeugdbeleid: we benadrukken en stimuleren de normale opvoeding van kinderen en jongeren. Dat houdt in dat we ervan uitgaan dat elk kind talenten heeft en we willen bijdragen aan het ontwikkelen en benutten van deze talenten. Ook in het belang van de samenleving. Daarom besteden we aandacht aan de pedagogische kwaliteit van de leefomgeving van kinderen. Wij zijn van mening dat daar niet alleen ouders en opvoeders binnen het gezin bij betrokken moeten zijn, maar alle mede-opvoeders, in het bijzonder professionals en vrijwilligers in algemene jeugdvoorzieningen. Bijvoorbeeld op school, in de kinderopvang, in de buitenschoolse opvang, in het jongerenwerk en bij sport- en cultuurorganisatie. In de opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jongeren heeft iedere opvoeder zijn aandeel, waarbij een goed samenspel tussen alle opvoeders vereist is. Wij besteden aandacht aan gezondheid, sport en cultuur, waarbij het gemeentelijke beleid voor deze domeinen het uitgangspunt vormt en de pedagogische aanpak een aandachtspunt is. Daar waar ouders zelf om ondersteuning vragen vinden we het van belang deze gezamenlijk, vraaggericht en laagdrempelig te organiseren. We gaan er vanuit dat ouders en opvoeders prima in staat en toegerust zijn om vorm en inhoud te geven aan de opvoeding. We weten ook dat zij in bepaalde gevallen behoefte hebben aan ondersteuning en begeleiding. Naar onze mening zijn professionals er om die ondersteuning te bieden, niet om de opvoeding over te nemen. Professionele ondersteuning is gericht op het versterken van de weerbaarheid en in de eigen kracht zetten van jeugd, ouders en opvoeders. Dit vraagt om een helder taakbesef en brede pedagogische kennis bij professionals waarbij steeds centraal staat doen wat nodig is. We sluiten aan bij programma s rond sociale veiligheid, gezondheidszorg en Passend Onderwijs. Samenwerking tussen organisaties en tussen professionals is dan ook een belangrijk aandachtspunt. Daardoor kan kennis gedeeld worden en kunnen we daadwerkelijk vorm en inhoud geven aan de stedelijke pedagogische civil society. De transformatie van professionals, het vermogen om formeel en informeel samen te werken, is een belangrijk aandachtspunt de komende jaren. Met het nieuwe Uitvoeringsprogramma Jeugd willen we vanaf 2016 verder investeren in de pedagogische basisinfrastructuur van onze stad. Daarmee willen we vooral inzetten op preventie; als de pedagogische basisstructuur goed staat dan betekent dit dat jeugd en hun opvoeders zich meestal prima zelfstandig kunnen redden. In het beleidskader sociaal domein is opgenomen dat in deze structuur de functies informatie en advies (persoonlijk en digitaal) een plek krijgen naast ontmoeting, lichte ondersteuning en toerusting. Dat laatste verdient wat extra uitleg: het gaat daarbij om het verschaffen van middelen om zelfredzaam te blijven of te worden. 5

178 We versterken bestaande goede initiatieven en breiden deze uit als dat wenselijk is. Ook investeren we in nieuwe initiatieven die bijdragen aan het steviger neerzetten van deze basisstructuur voor jeugd en opvoeders. De behoefte van jeugd en hun opvoeders in delen van de stad, wijken of gebieden, zijn leidend bij de wijze waarop we vorm en inhoud geven aan deze ambitie. We investeren in organisaties en initiatieven die betrokken zijn bij jeugd en opvoeders door bij te dragen aan de eigen kracht en het versterken van de basisvoorzieningen. We vinden het belangrijk om kinderen, jongeren en hun opvoeders te betrekken bij het programma, door gebruik te maken van informatie die al is verzameld de afgelopen periode door allerlei onderzoeken en enquêtes onder jongeren en opvoeders. Maar ook door het programma aan de doelgroep zelf voor te leggen en feedback op de plannen te vragen. Daarvoor maken we gebruik van de instrumenten die de gemeente beschikbaar heeft zoals de jongerenstadspeiling en het jongerenpanel maar ook van doelgerichte bijeenkomsten rond dit thema. Ook meer innovatieve middelen kunnen worden ingezet, zoals ConsultingKids en Academie van de Stad. We bieden ruimte voor initiatieven van inwoners die bijdragen aan de eerder gestelde doelen; daarvoor ontwikkelen we een kader dat het mogelijk maakt om maatwerk in de wijken te realiseren als het gaat om de noodzakelijke en wenselijke sociale basisinfrastructuur. Een van de aandachtspunten in het beleidskader sociaal domein is het toegankelijk maken van informatie voor inwoners van de gemeente. Als een inwoner een vraag heeft met betrekking tot zorg of ondersteuning, waar kan hij of zij dan terecht? Voor de zorg in algemene zin krijgt deze informatiefunctie een plek in de uitwerking van het beleidskader sociale basisinfrastructuur. In het Uitvoeringsprogramma jeugd besteden we in aansluiting hierop specifiek aandacht aan de wijze waarop we opvoeders, kinderen en jongeren voorzien van informatie. Bijvoorbeeld informatie over opvoedproblemen, over het zorgprofiel van scholen, over beschikbare en vrij toegankelijke ondersteuning voor kinderen die wat meer aandacht vragen. MAATSCHAPPELIJKE DOELEN Op basis van bovenstaande uitgangspunten is samen met de partners een aantal maatschappelijk doelen geformuleerd die wij op termijn willen realiseren. De brede maatschappelijke doelstelling luidt: We willen gefaseerd toegroeien naar de meest wenselijke en ideale situatie voor jeugd en opvoeders in Amersfoort: een stad waar het goed opgroeien is en er doorlopend kansen en perspectieven geboden worden. Daarom werken wij gezamenlijk aan de ontwikkeling en ontplooiing van jongeren tot betrokken en competente inwoners. Dat betekent dit dat jongeren in 2019 vaardigheden hebben ontwikkeld die nodig zijn in de 21 e eeuw. Deze vaardigheden zijn zowel gericht op persoonsvorming, op maatschappelijke toerusting als op kennis die noodzakelijk is voor leren en werken. Hierbij stellen we het toerusten van professionals centraal en streven we naar handelingsbekwaamheid in het hele werkveld, ook thuis.' Binnen deze brede maatschappelijke doelstelling brengen we focus aan door een aantal specifieke doelen te formuleren. Deze maatschappelijke doelen worden in de Doelenmatrix Uitvoeringsprogramma Jeugd 2016 achterin dit programma nader uitgewerkt. Gezamenlijk realiseren we een pedagogische omgeving door het vormen van netwerken waarbij de volgende basiswaarden centraal staan: Veiligheid bieden door verantwoordelijkheid te geven & te nemen en waardering en betrokkenheid te stimuleren. Ruimte bieden voor ontmoeten & ontspannen en voor uitproberen & ontdekken. 6

179 1. VEILIGHEID BIEDEN DOOR VERANTWOORDELIJKHEID TE GEVEN EN TE NEMEN & WAARDERING EN BETROKKENHEID STIMULEREN Alle jeugd in Amersfoort heeft recht op een veilig thuis en een veilige omgeving. Werk maken van de doelstelling veiligheid bieden door verantwoordelijkheid te geven & te nemen betekent dat in 2019 professionals, die werken met kinderen en jongeren in deze stad, handelen vanuit een gezamenlijke pedagogische visie, waarin ruimte is voor eigen invulling op basis van een eigen identiteit. Gezamenlijke uitgangspunten, zoals eerder uitgewerkt in de pedagogische aanpak Amersfoort, zijn: opvoeden doe je samen; we gaan positief met elkaar om; conflicten los je samen op; iedereen heeft een stem; verschillen zijn leerzaam. Werk maken van de doelstelling veiligheid bieden door waardering en betrokkenheid te stimuleren betekent dat er sprake is van gelijkwaardigheid en educatief partnerschap. Dit houdt in dat er zowel thuis als op de kinderopvang, op school en buiten school zo goed mogelijke omstandigheden zijn gecreëerd voor een optimale ontwikkeling van kinderen en jongeren. Dat betekent dat de wederzijdse waardering en betrokkenheid van ouders, school en wijk is vergroot. Dat blijkt bijvoorbeeld uit verbeterde, gelijkwaardige gespreksvoering met ouders en verbeterde informatievoorziening aan ouders. Het ontwikkelingsondersteunend gedrag van ouders is toegenomen. Het is duidelijk wat ouders thuis kunnen doen om het ontwikkelingsproces van hun kinderen te ondersteunen. Zij hebben inzicht in hun rol in de ontwikkeling van hun kind, kunnen aangeven wat zij daar zelf in nodig hebben en al doen en kunnen andere ouders (en elkaar) hierin stimuleren en adviseren, onder andere door ontmoeting. Waar nodig worden ouders ondersteund, zodat zij een goede bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkelloopbaan van hun kind. We gaan uit van het principe dat verschillen leerzaam zijn. Dat houdt in dat we aandacht besteden aan diversiteit, tolerantie en verscheidenheid in het hele netwerk rond jeugd. We geven daar invulling aan door jongeren te leren omgaan met diversiteit, respect en polarisering. Alle kinderen en jongeren gaan naar school en leven in een buurt. De verbinding tussen school en buurt, schoolse en voor-, tussen en naschoolse activiteiten, is vanzelfsprekend. We vinden het van belang om te investeren in verbindingen tussen jeugd, opvoeders, maatschappelijke initiatieven en ondersteunende organisaties. Voor buurtbewoners die willen bijdragen aan de maatschappelijke doelen is een kader ontwikkeld dat het mogelijk maakt om maatwerk in de wijken te realiseren als het gaat om de noodzakelijke en wenselijke sociale basisinfrastructuur. 7

180 Voorzieningen in de wijk zijn een netwerk, gericht op: ontmoeting, opvang, onderwijs, ontspanning en (laagdrempelige) opvoedingsondersteuning als dit gewenst is. Zo werken we allen mee aan een veilige omgeving die stimulerend is voor de ontwikkeling van kinderen en die bijdraagt aan het gevoel van samen leven en ergens bij horen. 2. RUIMTE BIEDEN VOOR ONTMOETEN EN ONTSPANNEN & VOOR UITPROBEREN EN ONTDEKKEN Werk maken van de doelstelling Ruimte bieden voor ontmoeten & ontspannen betekent dat er in 2019 vanuit kansen wordt gekeken naar een aantrekkelijk aanbod voor kinderen en jongeren, waarin talenten worden ontwikkeld, ruimte is voor diversiteit, leren en ontwikkelen, kennismaking met nieuwe dingen, andere generaties en slimme verbindingen in de buurt worden gelegd. Er is een sterk netwerk van vraag en aanbod waarbij professionals en vrijwilligers gebruik maken van elkaars faciliteiten en expertise. Men heeft ruimte om een goede match te maken tussen sociale vraag en aanbod; ieder vanuit zijn eigen expertise en met waardering voor elkaars professionaliteit. Activiteiten worden ontplooid in de driehoek buurt school thuis door samenwerking op basis van de uitgangspunten van de civil society. Het streven is naar fysieke werkplaatsen/oefenruimten/ experimenteerruimten waar de jeugd letterlijk kan uitproberen welke talenten, interesses en vaardigheden ze wil oefenen, uitproberen en ontwikkelen. Jongeren worden gestimuleerd gebruik te maken van alle kansen die geboden worden. Om zeker te weten dat het juiste geboden wordt, worden jongeren betrokken in het realiseren van een passend programma in de buurt. Werk maken van het realiseren van de doelstelling 'Ruimte bieden voor uitproberen en ontdekken' betekent dat in 2019 de betrokkenheid van ouders bij keuze- en schakelmomenten in de schoolloopbaan van kinderen is vergroot door actieve betrokkenheid bij beroepen- en loopbaanoriëntatie. Het betekent ook dat jongeren goed weten wat hun mogelijkheden zijn, ook wat betreft hun positie op de arbeidsmarkt. Binnen het onderwijs worden periodieke gesprekken gevoerd en voorlichting gegeven over toekomstperspectief, studiekeuze en toekomstwensen. Er is geïnvesteerd in talentontwikkeling voor jongeren door programma s gericht op loopbaanoriëntatie en begeleiding waarbij structuur en inhoud aansluiten bij de ontwikkeling en motivatie van jongeren. Het bieden van extra onderwijstijd behoort tot de mogelijkheden, waardoor kinderen die in potentie een hoger niveau in zich hebben dit ook daadwerkelijk kunnen halen. Daarbij is warme overdracht en begeleiding op het voortgezet onderwijs een voorwaarde. Inzet van rolmodellen en coaching behoort tot het instrumentarium van scholen en loopbaanbegeleiders. Er wordt aandacht besteed aan de wijze waarop we opvoeders, kinderen en jongeren voorzien van informatie waar zij behoefte aan hebben. Bijvoorbeeld informatie over opvoedproblemen, over het zorgprofiel van scholen, over beschikbare en vrij toegankelijke ondersteuning voor kinderen die wat meer aandacht vragen. Maar ook informatie over scholen, leerplicht en buitenschools aanbod. PROCES Ervaringen binnen Operatie Amersfoort Jong II en de transformatieperiode hebben ons geleerd dat te strak geformuleerde doelen op de lange termijn snel achterhaald raken. Daarom kiezen wij er voor om per jaar de te behalen resultaten per maatschappelijk doel zo concreet mogelijk te formuleren. In de vorige paragrafen hebben we opgenomen wat we op de lange termijn willen bereiken, dat houdt in 2019 omdat we de kaders formuleren voor de periode In dit programma werken we de doelen voor 2016 zo concreet mogelijk uit. Dit zal voor een groot deel een overgangsjaar zijn waarbij de we de maatschappelijke doelen van het Uitvoeringsprogramma Jeugd als kader aanhouden en daar de lopende projecten en activiteiten in onder brengen. In de loop van 2016, als de kaders en het budget voor onderwijsachterstanden door het rijk bekend zijn gemaakt, werken we het programma verder uit en stellen het formeel vast. 8

181 Per maatschappelijk doel wordt benoemd welke partijen betrokken zijn. In het plan van aanpak dat we begin 2016 gezamenlijk uitwerken wordt per maatschappelijk doel bij voorkeur één partij als eigenaar en aanjager van het proces benoemd. Deze partij krijgt de daarvoor noodzakelijke bevoegdheden en het mandaat van het werkveld. Wij vinden het belangrijk dat het eigenaarschap duidelijk belegd is om tot goede resultaten te komen. Bij het monitoren en meten van de resultaten betrekken we niet alleen de uitvoerende partijen in de stad maar ook de jeugd en hun opvoeders. Dit doen we op een haalbare en werkbare manier waarbij we gebruik maken van de mogelijkheden van onze partners en van de monitoren die door organisaties gebruikt worden. Ook innovatieve methoden en inzet van studenten behoort tot de mogelijkheden. De manier waarop we dit doen wordt nader uitgewerkt. ORGANISATIE EN PROGRAMMASTRUCTUUR Het projectleiderschap voor het Uitvoeringsprogramma jeugd is belegd bij een beleidsadviseur onderwijs. Ambtelijk opdrachtgever is de manager SamenLeven. Bestuurlijk is de wethouder Onderwijs en Jeugd verantwoordelijk, samen met haar collega wethouder Jeugdzorg. In het voorbereidingsjaar 2015 fungeert de stuurgroep Samenhang Onderwijsprojecten als bestuurlijk klankbord maar deze groep heffen we eind 2015 op. Op tactisch niveau is de Voorbereidingscommissie Uitvoeringsprogramma Jeugd (met ingang van 1 januari 2016 Adviesgroep Uitvoeringsprogramma Jeugd) verantwoordelijk voor het uitwerken van de uitgangspunten, gezamenlijk formuleren van de doelen en voorbereiding van besluiten. Na het voorbereidingsjaar wordt deze groep omgevormd naar een structureel tactisch overleg dat het proces zal blijven aanjagen en bijsturen. De verantwoordelijkheid voor de verschillende doelen en resultaten op operationeel niveau leggen we jaarlijks vast in de plan van aanpak. In het jaarlijks bestuurlijk overleg Jeugd en Onderwijs wordt het definitieve programma per jaar besproken. Daarna volgt vaststelling door het college. De raad wordt naast de informatie opgenomen in de reguliere begrotings- en planning & control cyclus, ten minste één keer per jaar geïnformeerd over de voortgang van de realisatie van de maatschappelijke doelen. BEGROTING Bij het opstellen van het Uitvoeringsprogramma Jeugd is er voor gekozen om de inhoud centraal te stellen; we stellen eerst samen de inhoudelijke thema s en maatschappelijke doelen vast. Daarna bekijken we welk budget er per doel nodig is. Het beschikbare budget, zoals opgenomen in de gemeentebegroting en de begrotingen van andere partijen, is van invloed op de ambities die we kunnen realiseren de komende periode. Omdat er naar verwachting minder middelen beschikbaar zijn dan nodig/wenselijk zullen we op zoek moeten naar nieuwe verbindingen en een andere wijze van financieren van de te realiseren doelen. Hierbij wordt ook gedacht aan fondsen. De wettelijke taken op het terrein van onderwijsachterstanden, voortijdig schoolverlaten, voor- en vroegschoolse educatie blijven we uitvoeren binnen de inhoudelijke en financiële kaders van het rijk en maken onderdeel uit van dit meerjarige Uitvoeringsprogramma jeugd. Het rijk heeft eind juni 2015 bekend gemaakt dat de huidige kaders en middelen voor het bestrijden van onderwijsachterstanden (OAB) ook voor 2016 gehandhaafd worden. In de loop van 2016 horen informeert het rijk ons over de kaders en het budget voor 2017 en verder. Dat houdt in dat wij alleen voor 2016 beleid kunnen ontwikkelen en doelen kunnen stellen. Daarbij weten we nog niet of het budget dat we na 2017 ontvangen hoger of lager zal zijn. Om die reden werken we de begroting alleen voor 2016 uit en leggen we deze bij de algemene begrotingsbehandeling van de gemeente Amersfoort voor aan de raad. Besluitvorming over de begroting voor 2017 tot en met 2019 volgt in de loop van 2016 nadat er duidelijkheid is over het rijksbudget. 9

182 COMMUNICATIE De kaders voor dit Uitvoeringsprogramma Jeugd zijn in juni 2016 besproken met de raad en daarvoor voorgelegd aan de stad. In het eerste kwartaal van 2016 stellen we een communicatieplan op. Daarin besteden we met name aandacht aan de communicatie naar het brede werkveld en alle indirect betrokken partners. Ook de communicatie naar en met jeugd en hun opvoeders krijgt een plek in het plan. Zo wordt de jeugd betrokken bij het tot stand komen van het Uitvoeringsprogramma via het jongerenpanel, maar ook andere innovatieve manieren zijn denkbaar. De communicatie naar de direct betrokken partners verloopt zoveel mogelijk via de nieuwe structuur: de voorbereidingscommissie Uitvoeringsprogramma Jeugd en de Stuurgroep Uitvoeringsprogramma Jeugd. 10

183 DOELENMATRIX UITVOERINGSPROGRAMMA JEUGD 2016 In de onderstaande doelenmatrix is aangegeven welke maatschappelijk doelen wij nastreven. De voorwaarden die in de tweede kolom worden benoemd zijn uitgangspunten waaraan projecten en initiatieven gericht op het behalen van het maatschappelijk doel (grotendeels) aan moeten voldoen. In de laatste drie kolommen staan de projecten, partners en speerpunten benoemd. De projecten in de witte vlakken zijn opgenomen in het bestaande beleid en zetten we voort. De speerpunten daarbij benoemen we hier kort en de afspraken worden opgenomen in de reguliere prestatieafspraken die deel uitmaken van de subsidiebeschikkingen. De projecten in de oranje vlakken zijn nieuwe (doelstellingen binnen bestaande) projecten waarop we in 2016 nadrukkelijk inzetten. In de kolom partners zijn staan in het grijs de partners die wel een inhoudelijke bijdrage leveren maar niet maar niet direct een projectsubsidie voor dat doel ontvangen maar, in een aantal gevallen, wel door de primaire partners ingezet worden. Veiligheid bieden door verantwoordelijkheid te geven en te nemen & waardering en betrokkenheid stimuleren Maatschappelijk doel Projectvoorwaarden Project Partners Speerpunten 1. De jeugd ervaart sociale en fysieke veiligheid, verantwoordelijkheid en betrokkenheid. 2. Er zijn op basis van gezamenlijke pedagogische uitgangspunten uitdagingen gerealiseerd die de a. Professionals zorgen voor participatie door en voor jeugd b. De verbinding tussen school en buurt, schoolse en voor-, tussen- en naschoolse activiteiten is vanzelfsprekend c. Het gevoel van (sociale) veiligheid staat centraal d. De vraag en het eigenaarschap ligt (waar mogelijk) bij jongeren e. Er is sprake van differentiatie naar leeftijd, doelgroep, etc. f. De weerbaarheid van jongeren wordt vergroot g. School is een belangrijke vind- en werkplaats a. Ouders hebben een centrale rol b. Er is sprake van afstemming en (educatief) partnerschap c. Er is aandacht voor de vergroting van de ABC-scholen VVE ABC-scholen Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang Welzin Scholen in de Kunst SOVEE Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang GGDrU Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang Welzin Pedagogisch klimaat Samenhangend vraaggestuurd aanbod Samenwerking in de wijk Realiseren VE kindplaatsen Kwaliteit VE aanbod Ondersteunend aanbod Samenwerking partners Ontwikkelen van een pedagogisch klimaat in de wijk waarbij de ontwikkelingskansen van

184 ontwikkeling van de jeugd stimuleert, zij krijgen ondersteuning als zij problemen ervaren en worden gecorrigeerd als dat nodig is wederzijdse waardering d. Professionals kennen elkaar en stemmen af e. De kennis en vaardigheden van ouders en wordt vergroot f. Functionarissen in de wijk zijn herkenbaar g. Er is sprake van een wijk/buurtgerichte aanpak h. De weerbaarheid van jeugd wordt vergroot i. School is een belangrijke vind- en werkplaats Coachingsprojecten SOVEE Welzin kinderen (cognitief, sociaal en emotioneel) worden vergroot en de ouders zich gesteund weten in hun opvoedingsverantwoordelijkh eid Innoveren van bestaande coachingsprojecten: De huidige coachingsprojecten, met steun van het Oranjefonds, innoveren en vraaggericht inzetten voor een brede doelgroep. Jongerencoaches (voorheen combinatiefunctionarissen) SRO Scholen in de Kunst Welzin Diverse sportaanbieders ROC/MBO sportopleidingen Samenwerking in de wijk Verbinden wijk, school, vrije tijd, sport en cultuur Eenduidige pedagogische benadering Zorg in en om de school (subsidieregeling) Werkgroep Zorg in en om de School: Gemeente Besturen voor primair onderwijs Samenwerkingsverband De Eem SOVEE Stimuleren van initiatieven voor verbinden zorg in en om de school (jeugdzorgonderwijs) Subsidieaanvragen bespreken en beoordelen 12

185 3. Ouders voelen zich gesteund in hun ontwikkelingsondersteunend gedrag, zodat zij hun kind optimaal kunnen stimuleren en begeleiden in de leerloopbaan en daarbuiten a. Initiatieven zijn gericht op ouders bij wie betrokkenheid bij de leerloopbaan van hun kinderen niet vanzelfsprekend is b. Het versterken van eigen kracht en autonomie van zowel ouders als de jeugd staat centraal; het gezin wordt versterkt c. Initiatieven zijn gericht op het voorkomen van sociaal isolement BSO+ Pitsstop Basiseducatie: Taalvaardigheid Taal en ouderbetrokkenheid Youké SKA Besturen voor primair onderwijs SOVEE ROC/MBO opleidingen Bibliotheek ROC NVA SOVEE Realiseren BSO plaatsen voor kinderen met specifieke behoefte (emotioneel, sociaal of fysiek) Verbinden Passend Onderwijs met buitenschoolse opvang Begeleid wonen voor jongeren waarbij coaching deel van de begeleiding uitmaakt Diverse projecten om de geletterdheid en taalvaardigheid te stimuleren Volwasseneducatie ROC Diverse scholingsactiviteiten om de arbeidsparticipatie te vergroten Opvoedingsondersteuning SOVEE GGDrU Laagdrempelige lichte opvoedingsondersteuning ABC-scholen Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang Welzin GGDrU Ouderschap versterkt: Onderzoeken aan welke lichter (onderlinge) ondersteuning ouders behoefte hebben zodat zij zich gesteund weten in hun opvoedingstaak (of verantwoordelijkheid) en gestimuleerd worden tot 13

186 4. Acceptatie van, waardering en respect voor diversiteit en verscheidenheid a. We hanteren een brede definitie: diversiteit en verscheidenheid naar sexualiteit, ras, kleur, religie, geestelijke en lichamelijke beperking, b. Thema s worden bepaald door jeugd zelf c. Ontmoeting van verschillende onderwijsvormen en alle betrokkenen staat centraal d. We leggen een verbinding tussen onderwijs en de maatschappelijke partijen (SBI) actief ouderschap Ouderbetrokkenheid Alle partners Gericht en planmatig stimuleren van ouderbetrokkenheid Diversiteit Vluchtelingen Taalcentrum VO Adviesgroep diversiteit Meerkring Besturen PO Meerwegen Scholengroep Beoordelen van diverse projectaanvragen op het gebied van diversiteit Pr en communicatie rond het thema diversiteit Onderwijs aanbod verzorgen Schakelklassen Meerkring Klassen met een onderwijsaanbod om voor instromers de overgang naar het regulieren onderwijs mogelijk te maken ABC-scholen Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang Welzin SOVEE Multicultureel vakmanschap ontwikkelen bij betrokken professionals Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt Gemeente Amersfoort (Human Capital) Verbeteren van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en opstellen gezamenlijke 14

187 Onderwijs Bedrijfsleven agenda Ruimte bieden voor ontmoeten en ontspannen & uitproberen en ontdekken Maatschappelijk doel Projectvoorwaarden Project Partners Speerpunten 5. Er is ruimte voor ontmoeten, ontspannen en ontdekken en de jeugd bepaalt mede hoe deze ruimte wordt ingevuld 6. De jeugd maakt gebruik van een laagdrempelig aanbod waarbij talenten ontwikkeld en/of ontdekt kan worden a. Professionals ondersteunen jeugd bij het concretiseren van hun behoeften met betrekking tot ruimte en activiteiten Er zijn fysieke werkplaatsen/oefenruimten/ experimenteerruimte voor de jeugd waarbij ruimte is voor veilig spelen en ontdekken. b. Er is aandacht voor betrokkenheid van ouders a. Er is een kwalitatief hoogstaand aanbod met o.a. sport, dans, multi media, taal, creatieve vakken, straatcultuur uiting e.d. b. Er is afstemming en een lijn in het aanbod door samenwerking c. Talenten worden herkend en gestimuleerd d. Initiatieven dragen direct of indirect bij aan het voorkomen van voortijdig schoolverlaten e. Jeugd is betrokken bij het realiseren van een passend programma in de buurt Ruimte voor ontmoeten en ontspannen voor jeugd (Ontwikkelproject voor 2016) Cultuur met kwaliteit Jongerencoaches (voorheen combinatiefunctionarissen) Alle UPJ partners Een plan van aanpak op basis van de voorwaarden ontwikkelen met als uitgangspunt gebruik van bestaande ruimte (binnen en buiten) Scholen in de Kunst ROC/MBO opleidingen SRO Scholen in de Kunst Welzin Diverse sportaanbieders Betrekken van jeugd en opvoeders Het ontwikkelen van doorgaande leerlijnen cultuureducatie op vraag en in samenwerking met het primair onderwijs kwaliteit van cultuuronderwijs vergroten o.a. door deskundigheidsbevordering van leerkrachten Het ontwikkelen van een vraaggericht aanbod per wijk met betrokkenheid van jeugd Aandacht voor talentontwikkeling Inzet van jeugd bij 15

188 activiteiten, ook als stage/werkervaring ABC-scholen Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang Welzin Aanbod van alle betrokken partners in ABC scholen 7. Arbeidsmarktoriëntatie gericht op maatwerk en competenties van jeugd zodat zij weten wat van hen verwacht wordt op de arbeidsmarkt en wat de arbeidsmarkt hen te bieden heeft a. Jeugd weet goed wat de mogelijkheden op de arbeidsmarkt zijn, onder andere door de inzet van LOB. b. Ouders worden actief betrokken bij keuze- en schakelmomenten in de schoolloopbaan van hun kinderen c. Initiatieven sluiten aan op bestaande activiteiten vanuit aanpak jeugdwerkloosheid en VSV d. Initiatieven tussen onderwijs en bedrijfsleven e. Inzet van (gepensioneerde) vrijwilligers/coaches is een optie f. Er is een duidelijke link naar de arbeidsmarkt VSV en RMC Vaardigheden voor de 21 e eeuw (ontwikkelproject voor 2016) Besturen van VO Besturen van MBO Regiogemeenten Gemeente Amersfoort SOVEE Alle UPJ partners Bedrijfsleven Regionaal plan voor voorkomen voortijdig schoolverlaten Jongeren in een kwetsbare positie Regionale inzet van RMC coördinatie en uitvoering Aansluitingsvraagstuk op overgangen in beeld brengen Jongeren voorbereiden op verwachtingen arbeidsmarkt Jeugd stimuleren in ontwikkelen van noodzakelijke vaardigheden (mentaal, sociaal, cultureel, digitaal ) Krachtig verbinden met het bedrijfsleven om de toegang te ontsluiten 8. De basisvaardigheden van de jeugd zijn toereikend om zich maatschappelijk a. Er is aandacht voor warme overdracht zodat de jeugd zich optimaal kan ontwikkelen in een ononderbroken lijn Verlengde schooldag in PO (TAALent) Scholen voor PO PCBO (trekker PO) Het verbeteren van de aansluiting tussen PO en VO voor kinderen met een 16

189 te kunnen redden risico op aansluitingsproblemen VVE Besturen voor primair onderwijs Kinderopvang GGD Taal- spraakontwikkeling versterken Doorgaande lijn tussen voor- en vroegschoolse aanbod en voorzieningen Verkleinen van de taalachterstand bij doelgroepkinderen voor start in het primair onderwijs Zorg in de school PO besturen en scholen Een budget per leerling ter versterking van de zorg in de school met als doel het begeleiden van de leerling in de ontwikkeling van vaardigheden. VSV en RMC Besturen van VO Besturen van MBO Regiogemeenten Gemeente Amersfoort SOVEE Kwetsbare jeugd 17

190 BIJLAGE 1: PROCESPLAN De voorbereidingsperiode voor het ontwikkelen en vaststellen van het Uitvoeringsprogramma is gestart in In het onderstaande overzicht staat het proces beschreven. Aanvankelijk was het plan om het Uitvoeringsprogramma Jeugd voor meerdere jaren vast te laten stellen. In verband met het besluit van het rijk om de invoering van het nieuwe beleid en budget voor onderwijsachterstanden met een jaar uit te stellen, is half november besloten een ander traject aan te houden. We hanteren de met de partners opgestelde maatschappelijke doelen als kader voor ons jeugdbeleid in We brengen de lopende projecten en activiteiten onder bij deze maatschappelijke doelen waarbij we de opzet en werkwijze zo nodig aanscherpen. Daarnaast formuleren we een aantal ontwikkelpunten (zie de doelenmatrix) die we in 2016 gezamenlijk uitwerken. Nadat het rijk de kaders en middelen voor onderwijsachterstanden bekend heeft gemaakt werken we dit kader uit in een meerjarig uitvoeringsprogramma. In dat proces bekijken we ook of, en zo ja hoe, de bestaande projecten en activiteiten gecontinueerd moeten worden en stellen we een daarbij passende begroting op. Discussienota bespreken, aanvullen & aanscherpen Themabijeenkomst met werkveld Uitwerken themabijeenkomst met voorbereidingscommissie 1 e concept Uitvoeringsprogramma bespreken met alle betrokken organisaties Opstellen 1 e concept Uitvoeringsprogramma jeugd 2016 e.v. 1 e versie Uitvoeringsprogramma bespreken met wethouder 1 e versie Uitvoeringsprogramma Periode Inhoud Betrokken Oktober 2014 tot en met januari 2015 Discussienota besproken met werkveld, beleidsadviseurs intern, staf onderwijs, bestuurlijke partners 16 februari 2015 De thema s en de maatschappelijke doelen van het Uitvoeringsprogramma jeugd met het veld besproken 2 & 3 maart 2015 De globale uitwerking vertaald naar concrete doelen maart 2015 Het concept programma besproken met de voorbereidingscommissie Uitvoeringsprogramma Jeugd. 1 e week maart 2015 De opbrengst van alle bijeenkomsten uitgewerkt in een concept Uitvoeringsprogramma (kaders) 2 e week maart 2015 Input van de wethouder verwerkt 3 e week maart 2015 Stuurgroep Samenhang Onderwijsproject is Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Gemeente Amersfoort Stuurgroep Uitvoeringsprogramma

191 bespreken met Stuurgroep 2 e concept Uitvoeringsprogramma bespreken met wethouders 2 concept Uitvoeringsprogramma opstellen 2 e concept Uitvoeringsprogramma bespreken met alle betrokken organisaties Kaders uitvoeringsprogramma jeugd bespreken Delen laatste concept Uitvoeringsprogramma jeugd: kaders Uitwerking maatschappelijke doelen en concept begroting Informeren van raad over stand van zaken ingesteld en 1 e versie Uitvoeringsprogramma besproken 1 e helft april 2015 Besproken met wethouders (onderwijs, sport, cultuur en jeugd Bijstellen op basis van feedback 1 e week april 2015 Eerste concept is uitgewerkt naar maatschappelijke doelen 1 e en 3 e week april 2015 Input stuurgroep & werkveld verwerkt Afgestemd met voorbereidingscommissie Uitvoeringsprogramma jeugd 4 e week mei 2015 Besproken met betrokken wethouders Juni 2015 Oktober/november 2015 December 2015 Digitale raadpleging voor alle betrokken partners en ronde tafel met raad De maatschappelijke doelen zijn uitgewerkt en gekoppeld aan lopende projecten en de concept begroting 2016 is opgesteld De raad wordt middels een RIB geïnformeerd over de stand van zaken Opstellen jaarplan 2016 December 2015 Het werkplan voor 2016 wordt opgesteld en in het 1 e kwartaal 2016 besproken met de voorbereidingsgroep Uitvoeringsprogramma Jeugd 2016 Nader te bepalen 2 Uitwerking van het Uitvoeringsprogramma Jeugd Jeugd Gemeente Amersfoort Voorbereidingscommissie Uitvoeringsprogramma Jeugd Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Gemeente Amersfoort Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs Gemeente Amersfoort Partners jeugd & onderwijs 2 Afhankelijk van het moment waarop het rijk de kaders en budget voor het onderwijsachterstanden bekend maakt. 19

192 BIJLAGE 2: CIVIL SOCIETY Onder de 'pedagogische civil society' wordt verstaan: gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen. In een goed functionerende pedagogische civil society bestaat er bij burgers de bereidheid om in de eigen sociale netwerken en in het publieke domein de verantwoordelijkheid rond het opgroeien en opvoeden van kinderen te delen. Ouders, jeugd en buurtbewoners, maar ook familieleden, leraren, sportcoaches, kortom: burgers, zijn op zo'n manier onderling betrokken dat het bevorderend is voor het opvoeden en opgroeien van kinderen en jeugdigen. Binnen de pedagogische civil society onderscheiden we grofweg drie vormen van betrokkenheid van burgers bij opvoeden en opgroeien: informele steun, informele sociale controle en intergenerationeel contact. De kracht van de pedagogische civil society bepaalt de kwaliteit van het samenleven in de woonomgeving en het opvoedingsklimaat. Elementen die de kracht bepalen zijn: kwaliteit van sociale relaties; groepslidmaatschap; de mate van onderlinge vertrouwdheid (publieke familiariteit); formele en informele netwerken; wederkerigheid; gedeelde normen; inzet voor de gemeenschap; en een gemeenschappelijk belang. De pedagogische civil society is er voor en door iedereen die direct of indirect betrokken is bij opvoeden, opgroeien en gezondheid van de jeugd: 1. Het gezin, familie en de vriendenkring. Familieleden en vrienden fungeren als luisterend oor en als sociaal vangnet in tijden van nood. 2. Andere betrokkenen zoals buren, leerkrachten of andere ouders. Hier kunnen gezinnen terecht voor vragen of een stukje sociale controle in de wijk. 3. Vrijwilligers, professionals en diverse organisaties. Voor hen zijn begeleidende en faciliterende taken weggelegd (Nederlands Jeugd Instituut, 2010) 20

193 BIJLAGE 3: BEGROTING 2016 In de begroting zijn de lopende projecten bij de passende maatschappelijke doelen ondergebracht. Daarnaast is er bij een aantal maatschappelijke doelen een ontwikkelvraagstuk opgenomen. Het budget dat daarbij opgenomen is wordt in 2016 gebruikt voor de uitwerking. De projecten in het grijs dragen bij aan het maatschappelijke doel maar zijn niet bij dat specifieke doel in de begroting opgenomen. Maatschappelijk doel Thema Project Taak De jeugd ervaart sociale en fysieke veiligheid, verantwoordelijkheid en betrokkenheid 2. Er zijn, op basis van gezamenlijke pedagogische uitgangspunten, uitdagingen gerealiseerd die de ontwikkeling van de jeugd stimuleert, zij krijgen ondersteuning als zij problemen ervaren en worden gecorrigeerd als dat nodig is 3. Ouders voelen zich gesteund in hun ontwikkelingsondersteunend gedrag, zodat zij hun kind optimaal kunnen stimuleren en begeleiden in de leerloopbaan 4. Acceptatie van, waardering en respect voor diversiteit en verscheidenheid 5. Er is ruimte voor ontmoeten, ontspannen en ontdekken en de jeugd bepaalt mede hoe deze ruimte wordt ingevuld 6. De jeugd maakt gebruik van aanbod waarbij talent ontwikkeld en/of ontdekt kan worden a. ABC-scholen Gehele voorziening Gemeentelijk b. VVE Warme overdracht Wettelijk bij 8 Totale kosten a. ABC-scholen Pedagogische visie Wettelijk bij 1 b. Coachingsprojecten Gemeentelijk c. Jongerencoaches (combinatiefunctionarissen) Samenwerkingsovereenkomst Wettelijk/gemeentelijk Elders d. Zorg in en om de school (PO) Subsidieregeling Gemeentelijk e. BSO+ Gemeentelijk Totale kosten a. VVE VVE laaggeletterdheid Gemeentelijk b. VVE Ouderbetrokkenheid Gemeentelijk bij 8 c. Opvoedondersteuning Laagdrempelige ondersteuning Gemeentelijk Totaal kosten a. Diversiteitsbeleid Subsidieregeling Gemeentelijk b. Vluchtelingen Wettelijk c. Schakelklassen Gemeentelijk Totale kosten a. Ontwikkelvraagstuk Gemeentelijk Totale kosten a. Cultuureducatie Cultuur met kwaliteit Gemeentelijk b. ABC-scholen Aanbod Gemeentelijk bij 1

194 7. Arbeidsmarktoriëntatie gericht op maatwerk en competenties van jongeren zodat zij weten wat van hen verwacht wordt op de arbeidsmarkt en wat de arbeidsmarkt hen te bieden heeft 8. De basisvaardigheden van de jeugd zijn toereikend om zich maatschappelijk te kunnen redden c. Jongerencoaches (combinatiefunctionarissen) Wettelijk/gemeentelijk Elders Totale kosten a. VSV RMC algemeen Wettelijk RMC trajectbegeleiding Wettelijk b. Ontwikkelvraagstuk Vaardigheden 21e eeuw Gemeentelijk c. Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt project EBU Gemeentelijk Totaal kosten a. Verlengde schooldag TAALent Gemeentelijk b. VVE Indicatie met KOT Wettelijk Indicatie zonder KOT Geen indicatie Subsidieplafond VVE taalbeleid Schoolbibliotheken VVE/taalactiviteiten bibliotheek c. Preventieve zorg in de school (PO) Leerlingbegeleiding Gemeentelijk Totaal kosten Monitoring en evaluatie Totaal kosten Uitvoeringskosten Totaal kosten Programmakosten

195 Dekking Uitvoeringsprogramma Jeugd 2016 Onderwijsachterstanden 1. Specifieke doeluitkering onderwijsachterstanden Rijk Algemene middelen onderwijsachterstanden Gemeente Basiseducatie 3. Gemeentelijke middelen basiseducatie RMC middelen 4. Specifieke doeluitkering RMC Rijk Sociaal Domein middelen 5. Algemene middelen sociaal domein Gemeente Totaal beschikbaar

196 Gemeente Amersfoort RAADSINFORMATIEBRIEF Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : Aan : Gemeenteraad Datum : 13 april 2015 Portefeuillehouder : Wethouder Houwing en wethouder Imming Programma : 4. Zorg en 5. Onderwijs TITEL Stand van zaken voorbereidingen uitvoeringsprogramma jeugd KENNISNEMEN VAN Stand van zaken rond het voorbereidingstraject met het werkveld voor de uitgangspunten en begroting van het nieuwe uitvoeringsprogramma jeugd AANLEIDING In het 4e kwartaal 2014 zijn gesprekken gestart met het werkveld over de opzet en inhoud van een nieuw uitvoeringsprogramma jeugd voor de periode We willen dit programma anders inrichten dan de voorgaande jaren; geen apart programma voor jeugd en onderwijs en een goede aansluiting bij de ontwikkelingen in het sociaal domein. Met deze raadsinformatiebrief (RIB) informeren wij u over dit voorbereidingsproces. In RIB over de evaluatie van Operatie Amersfoort Jong II inclusief de LEA hebben wij u laten weten dat wij in mei de uitgangspunten en de begroting voor een nieuw uitvoeringsprogramma aan u voor willen leggen. Deze planning is afgestemd op het traject van de herziene meerjarenbegroting en verschoven naar begin juni De uitwerking van de uitgangspunten gebeurt in het tweede kwartaal van 2015 en het uitgewerkte uitvoeringsprogramma jeugd wordt in het laatste kwartaal van 2015 ter besluitvorming aan u voorgelegd. KERNBOODSCHAP Het uitvoeringsprogramma jeugd richt zich met name op een sterke sociale basisinfrastructuur. Daarbij stellen we het volgende doel centraal: De ontplooiing en ontwikkeling van Amersfoortse jongeren tot betrokken en competente inwoners door het bieden van een levendig ontwikkel en opgroeiklimaat. Dit sluit aan bij de ontwikkelopgave met betrekking tot de sociale basisinfrastructuur in het beleidskader sociaal domein. Daarvoor hebben wij met het veld de volgende uitgangspunten geformuleerd: ruimte bieden voor ontmoeten en ontspannen en voor uitproberen en ontdekken; bieden van veiligheid door verantwoordelijkheid te geven en te nemen en door waardering en betrokkenheid te stimuleren. Bij het (nieuwe) uitvoeringsprogramma jeugd zijn met name de partners aan zet. Zij zijn direct betrokken bij het realiseren van deze doelen voor de jeugd in Amersfoort. De gemeente ondersteunt en faciliteert. TOELICHTING Huidig jeugdprogramma Operatie Amersfoort Jong II inclusief de Lokale Educatieve Agenda Inlichtingen bij: C. Sombroek, MO/WO, (033)

197 raadsinformatiebrief pagina 2 Gemeente Amersfoort Het huidige programma is in 2011 ontwikkeld na een intensief voorbereidingstraject met het werkveld. Daarbij is nagedacht over doelen en resultaten en is de focus voor het programma bepaald: de overgangen tussen vindplaatsen (school, werk, vrije tijd en zorg). Operatie Amersfoort Jong II (OAJ II), inclusief de Lokale Educatieve Agenda (LEA), kent een knip als het gaat om jeugd en onderwijs. De uitvoeringsagenda en evaluatie van OAJ II en de LEA worden jaarlijks vastgesteld door het bestuurlijk overleg jeugd en onderwijs. Sturing op de resultaten gebeurt bij OAJ II door een programmaleider en een intern programmateam. Voor de LEA is een interne projectleider verantwoordelijk die de LEA agendacommissie aanstuurt. Deze commissie bestaat uit projectleiders uit het werkveld. Dit jaar ronden we OAJ II inclusief de LEA af, het merendeel van de doelen is inmiddels gerealiseerd. Uitgangspunten voor een nieuw uitvoeringsprogramma jeugd We hebben er bewust voor gekozen om te spreken over een uitvoeringsprogramma. We willen graag pragmatisch insteken en ons richten op praktische doelstellingen. Daarbij zijn we van mening dat de doelen die we in het nieuwe programma centraal stellen moeten aansluiten op het Meerjarig beleidskader sociaal domein Amersfoort. Daarin wordt geschetst op welke wijze wij kijken naar de sociale context in Amersfoort. Ook als het gaat om opgroeien en opvoeden. Het beleidskader sociaal domein focust daarbij op de zorg voor inwoners, ook de jeugdige inwoners en hun opvoeders en gaat uit van een goede sociale basisinfrastructuur. Deze structuur vormt de basis voor alle jongeren en gaat over alle leefgebieden. Om die reden laten we de eerder gehanteerde splitsing tussen leefgebieden, jeugd en onderwijs los en ontwikkelen een samenhangend en integraal programma voor jeugd. Aan deze sociale basisinfrastructuur willen wij aandacht besteden in het nieuwe uitvoeringsprogramma jeugd, de uitgangspunten zijn gedeeld en vastgesteld met het werkveld. Samenwerking met partners Het uitgangspunt voor het nieuwe programma, een integraal programma voor jeugd en de aandacht voor de sociale basisinfrastructuur, waren vertrekpunten bij de verkenning met het werkveld. Bij dit programma het hanteren we de principes die ook in het sociale domein centraal staan: het versterken van inwoners en partners in de stad. Daar past een andere rol van de gemeente bij; ondersteunend en faciliterend. Om die reden hebben we ervoor gekozen deze eerste verkenning te doen met onze partners in het werkveld: de agendacommissie van de LEA. In februari 2015 hebben we deze LEA agendacommissie uitgebreid met partners op het terrein van jeugdgezondheid, bibliotheek, veiligheid sport en beroepsonderwijs. Daarmee zijn alle partners die betrokken zijn bij jeugd en hun opvoeders vertegenwoordigd. Met ingang van maart 2015 hebben we ook de naam van de LEA agendacommissie verandert in voorbereidingscommissie uitvoeringsprogramma jeugd. Met deze groep hebben we de verkenning van eind 2014 verder besproken waarbij we gekomen zijn tot de eerder genoemde uitgangspunten. Deze zijn verwerkt in het onderstaande model.

198 raadsinformatiebrief pagina 3 Gemeente Amersfoort Afstemming met het werkveld Met de voorbereidingscommissie uitvoeringsprogramma jeugd zijn werksessies over de centrale doelstellingen en uitgangspunten (zie schema) met het brede werkveld voorbereid. Tijdens die werksessies zijn de partners geïnformeerd over het proces en de opbrengst tot nu toe en is het vervolgtraject geschetst. In groepen hebben aanwezigen zich gebogen over een uitwerking van het centrale doel en de uitgangspunten in concrete doelen voor het nieuwe uitvoeringsprogramma. Deze resultaten worden verwerkt door de voorbereidingscommissie uitvoeringsprogramma jeugd in een conceptversie van de uitgangspunten voor het uitvoeringsprogramma. Daarnaast is een stuurgroep Samenhang onderwijsprojecten betrokken die op bestuurlijk niveau betrokken wordt bij het proces rond het uitvoeringsprogramma jeugd. Vervolgplanning De planning loopt parallel met de planning rond de begroting en financiën en is gebaseerd op vaststelling van de uitgangspunten en begroting voor het uitvoeringsprogramma jeugd begin juni Half juni informeren wij u tijdens een Ronde inhoudelijk over de uitgangspunten voor het uitvoeringsprogramma jeugd. Maand Feb Mrt Apr Mei Planning uitvoeringsprogramma Werksessie 16feb15 & uitwerking Samenstellen stuurgroep Opstellen uitgangspunten uitvoeringsprogramma jeugd Communicatieplan Bespreken uitgangspunten met werkveld en beleggen taken/rollen Opstellen definitieve uitgangspunten uitvoeringsprogramma met begroting Jun Vaststelling uitgangspunten uitvoeringsprogramma met begroting door raad Ronde over inhoud van de uitgangspunten voor het uitvoeringsprogramma jeugd Jul-Sep Inhoudelijk uitwerking van het uitvoeringsprogramma jeugd Okt-Nov Bestuurlijke vaststelling van het uitvoeringsprogramma jeugd CONSEQUENTIES Het vroegtijdig vaststellen van de uitgangspunten en begroting voor het uitvoeringsprogramma jeugd is een voorwaarde om te komen tot een door het veld gedragen programma. BETROKKEN PARTIJEN Organisaties op het terrein van onderwijs, (wijk)welzijn, zorg, sport cultuur en kinderopvang. Voor communicatie met en tussen de partners in het werkveld en communicatie met de stad wordt een plan gemaakt. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, de burgemeester,

199 Betreft: Voorstel beleidsevaluatie Onderwijs Datum: 21 juni 2016 Door: Ieteke Bos Op dinsdag 19 april 2016 heeft een bijeenkomst plaats gevonden ter voorbereiding op de beleidsevaluatie onderwijs. Daaruit zijn verschillende wensen ten aanzien van de evaluatie naar voren gekomen (zie achteraan deze notitie). In deze notitie wordt een voorstel gedaan voor het programma van de evaluatie op 23 augustus, zodat we zoveel mogelijk aan de wensen vanuit de Raad kunnen voldoen. In deze notitie komen de volgende vragen aan bod: a) Wat is het onderwerp van de evaluatie? b) Suggestie welke partners uit de stad kunnen worden uitgenodigd c) Welke informatie vooraf verstrekt wordt d) De opbrengsten worden vastgelegd in een Raadsinformatiebrief Wens vanuit de raad Tijdens de voorbereidingsbijeenkomst werd door de raad aangegeven dat er niet één focus is, maar dat er verschillende vragen leven. Dat zijn zowel informatie- als evaluatievragen. Omdat het een beleidsevaluatie betreft doen wij het voorstel om aan de hand van drie inhoudelijke thema s uit het onderwijsbeleid verschillende vraagstukken aan bod te laten komen. Per inhoudelijk punt geef ik aan op welke vragen wij antwoord denken te kunnen geven. Daarbij willen wij de Raad vragen om vooraf aan te geven of zij nog meer specifieke evaluatievragen hebben ten aanzien van de inhoudelijk thema s (graag uiterlijk 5 juli). Ter voorbereiding levert de beleidsafdeling zo veel mogelijk informatie aan en wordt samen met de partners in de stad (onderwijs, welzin, etc. ) toegewerkt naar een interessant programma voor de evaluatie. Achterin deze notitie geef ik aan op welke manier de Raad antwoord krijgt op de informatievragen. Globale opzet van het programma Aan de hand van 2 á 3 concrete doelen uit het onderwijsbeleid wordt de evaluatie vormgegeven. In korte presentaties, eventueel met de bijdrage van een gebruiker, zoals een leerkracht of een schooldirecteur, gaan we in op de volgende vragen: - We hebben een aantal kaders met elkaar afgesproken, hoe werkt dat in de praktijk? En wat kunnen we daar van leren? - Heeft de hoogte van het begrootte bedrag invloed op de behaalde resultaten? (n.a.v. de vraag wat de gevolgen van bezuinigingen zijn) - Op welke manier wordt er gewerkt aan het borgen van de opbrengsten in de bestaande structuren/organisaties? - Hoe is de samenwerking tussen de partijen? Leidt dit tot innovatieve inzichten? - Lessen voor de toekomst (blik vooruit). Deze vragen zijn geformuleerd naar aanleiding van de voorbereiding met de raad. Met de uitnodiging aan de Raad sturen wij een inhoudelijke evaluatie van de LEA mee. Verder heeft de raad vorige week een RIB ontvangen over de evaluatie van ons jeugd & onderwijs beleid. Die twee documenten vormen de basis. De Raad heeft ook de wens om te spreken over het proces met betrekking tot het Integrale Huisvestingsplan (IHP) en doordecentralisatie (DDC). Dit is een apart traject en loopt nog. In de uitnodiging aan de Raad zullen wij de raad over dit proces informeren en hierbij aangeven op welke manier zij hierbij wordt betrokken. In hoofdlijn betekent dit dat zij snel na het reces zal worden geïnformeerd met een RIB, waarna wordt gestreefd naar besluitvorming eind (zie ook laatste pagina van deze notitie). 1

200 Suggestie voor het programma van 23 augustus 1. Doel van vanavond door de voorzitter 2. Inleiding onderwijsbeleid (terugblik) door wethouder Houwing aan de hand van de RIB evaluatie OAJ II & LEA 3. Eerste korte presentaties (TAALent) door diverse betrokkenen aan de hand van evaluatieve punten. a. Gesprek met de raad over geleerde lessen en de toekomst (blik vooruit) 4. Tweede korte presentatie (Zorg in- en om de school) door diverse betrokkenen aan de hand van evaluatieve punten. a. Gesprek met de raad over geleerde lessen en de toekomst (blik vooruit) 5. Derde korte presentatie (Diversiteit) door diverse betrokkenen aan de hand van evaluatieve punten. a. Gesprek met de raad over geleerde lessen. Hoe kunnen die lessen een plek krijgen in de uitwerking van het Uitvoeringsprogramma Jeugd? 6. Wat neemt de wethouder mee naar aanleiding van deze evaluatie? 7. Afsluiting door de voorzitter Doelstelling Onderwijstijdverlening project TAALent Het realiseren van het project TAALentontwikkeling om de startkansen van kwetsbare jongen in het VO te vergroten. Doelstelling Preventieve zorg Eind 2015 wordt er op basis van observatie en diagnostiek gewerkt aan het tijdig signaleren van leeren ontwikkelingsproblemen bij kinderen. Scholen zijn primair verantwoordelijk voor het inzetten van deze instrumenten vanuit de financiering voor leerlingenzorg als het gaat om zorg die van invloed is op het functioneren van het kind binnen de school. Doelstelling programma Diversiteit In 2015 wordt door alle LEA partners rekening gehouden met diversiteit onder medewerkers, kinderen en verzorgers. Dit betreft zowel diversiteit met betrekking tot religie, etniciteit als seksualiteit. Het principe dat elk kind & gezin alle kansen moet krijgen is daarbij leidend. Elke LEA partner draagt binnen de eigen organisatie zorg voor een veilige en kansrijke omgeving voor de hele doelgroep die gebruik maakt van de voorzieningen. Eigen kracht, burgerinitiatief en projecten die een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van organisaties op het punt van diversiteit kunnen op basis van een stimuleringsbudget een extra impuls krijgen. 2

201 Hieronder volgt een opsomming van de onderwerpen die ter tafel kwamen bij de voorbereidende bijeenkomst met de Raad. Er is een onderscheid te maken in informatievragen en evaluatievragen. Per vraag wordt aangegeven op welke manier wij de Raad tegemoet willen komen in de beantwoording. Evaluatievragen Wat zijn de gevolgen van de bezuinigingen op onderwijs voor de stad? Leidt de samenwerking binnen de LEA structuur tot innovatieve projecten? Rondom het JvO, wat is er mis gegaan, wat kunnen we daar van leren? Beleidsevaluatie 23 augustus 2016 Beleidsevaluatie 23 augustus 2016 In Collegebericht d.d. 4 maart 2016 is aangegeven dat het College verwacht in mei/ juni 2016 het resultaat beschikbaar te hebben van een gezamenlijke verkenning van Onderwijsgroep en gemeente over de noodzakelijke capaciteitsuitbreiding en verbouwing van het JvO op de huidige locatie. Zodra mogelijk wordt de Raad geïnformeerd over de uitkomst. Informatievragen Hoe staan we er voor op het gebied van zorg inen om de school, de aansluiting tussen onderwijs en zorg. Wat betreft de zorgstructuur; waar lopen scholen tegenaan? In de afgelopen jaren zijn er door de verschillende schoolbesturen en SWV de Eem subsidie aanvragen ingediend om de zorgstructuur in en om de scholen te verstevigen. Daarbij kwam het voor, dat er in projecten overlap zat of er onvoldoende afstemming was met overkoepelende activiteiten. Daarom hebben de schoolbesturen en SWV de Eem besloten de krachten te bundelen en de initiatieven en activiteiten op het niveau van procesondersteuning en professionalisering te stroomlijnen op 3 niveaus: 1. Preventie 2. Continuïteit 3. Innovatie Ad 1. Het tijdig goed in kaart brengen van zorgzwaarte van (groepen) leerlingen en het verminderen van de administratieve last in het handelingsgericht werken bij zorgleerlingen en ondersteuning nieuwkomers daar waar het gaat om ondersteuning bij gedrag. Ad 2. Aandacht voor continuering van de opgedane kennis en kunde en borging uit eerdere projecten zoals onderschoolse dagbehandeling sbo Michaelschool, schoolmaatschappelijk werk en samenwerking 3

202 wijkteams. Ad 3. Op het snijvlak van onderwijs en zorg moeten nog verschillende zaken (Onderwijszorgarrangementen) ontwikkeld worden, die ook in het OOGO Passend Onderwijs en Jeugdzorg aan de orde komen. Wat deed de gemeente al op het gebied van onderwijs aan vluchtelingen en waar staan we nu? Krimp en groei van bepaalde scholen, hoe kunnen we daar op anticiperen. Ofwel, zijn we voldoende flexibel in ruimtegebruik? Hoe zien de leerlingstromen er uit voor het primair en voortgezet onderwijs? Waar komen leerlingen vandaan, waar zitten ze op school. In RIB , de evaluatie van Operatie Amersfoort Jong II inclusief de LEA, hebben we inzichtelijk gemaakt wat de gemeente hier aan bijdraagt vanuit regulier beleid. In RIB , stand van zaken Uitvoeringsprogramma Jeugd, staat in de begroting vermeld wat wij bijdragen aan het onderwijs aan asielzoekers en vluchtelingen. Vanuit de staf Vluchtelingen wordt de raad periodiek geïnformeerd over de stand van zaken, onderwijs is hier als thema aan toegevoegd. Het inspelen op krimp en groei is één van de aanleidingen geweest om samen met de schoolbesturen een integraal huisvestingsplan (IHP) op te stellen. Hiertoe hebben wij op Februari 2014 een overeenkomst gesloten met de gezamenlijke schoolbesturen. Uitgangspunt hierbij is de wens om te komen tot uiteindelijke doordecentralisatie van de bijbehorende middelen. Dit IHP hebben wij met de Raad en de schoolbesturen besproken in het rondetafelgesprek op 22 september 2015 zijn we dit met de schoolbesturen verder aan het uitwerken. Het laatste gesprek tussen schoolbesturen en Raad vond plaats op 17 maart De planning is gericht op het toewerken naar besluitvorming in het vierde kwartaal 2016, zowel bij de Raad als bij de Raden van Toezicht van de schoolbesturen. Snel na het zomerreces informeren wij de raad met een RIB over dit proces en gaan wij hierover graag met de raad in gesprek. De leerlingenstromen zijn bekend en worden jaarlijks in de vorm van rapportages ter beschikking gesteld aan alle schoolbesturen. In het Scholenlandschap PO en Visie VO gaan de schoolbesturen binnen kaders, waaronder vrijheid van onderwijs, in relatie tot efficiënte benutting van schoolgebouwen sturen op aannamebeleid. Krimp en groei van scholen is door middel van het Scholenlandschap PO en Visie VO integraal deel van het IHP. 4

203 Wat is het effect van VVE op de onderwijsachterstanden. In welke mate wordt er gebruik gemaakt van naschools aanbod, van zowel BSO als activiteiten in ABC verband. Recent is een rapportage verschenen en samen met een Raadsinformatiebrief aangeboden aan de Raad. In de rapportage wordt ingegaan op het effect van VVE op de onderwijsachterstanden. Wij hebben geen kwantitatieve gegevens over het gebruik van naschools aanbod. Wel kunnen we inzicht geven in de plek die naschools aanbod in het onderwijsbeleid heeft, welke naschoolse activiteiten binnen ABC jaarprogramma s zijn opgenomen en op welke manier het bijdraagt aan het behalen van de gestelde doelen. 5

204 Evaluatie Onderwijsbeleid

205 Evaluatie onderwijsbeleid Voorbereidend gesprek met de Raad (april) Terugkoppeling opbrengst, beantwoording vragen en voorstel programma (juni) Definitief programma op basis van toezegging en wensen van de Raad (vandaag)

206 Doel vanavond Evaluatie van het onderwijsbeleid, zoals beschreven in de Lokaal Educatieve Agenda (onderdeel van Operatie Amersfoort Jong II) Verkennen van geleerde lessen adhv twee voorbeelden: Hoe werken de beleidskaders in de praktijk? Op welke manier wordt er gewerkt aan het borgen van de opbrengsten in de bestaande structuren/organisaties? Hoe is de samenwerking tussen de partijen? Leidt dit tot innovatieve inzichten? Heeft de hoogte van het begrote bedrag invloed op de behaalde resultaten? Lessen voor de toekomst (blik vooruit)

207 Operatie Amersfoort Jong II ( ) Vervolg op OAJ I en Actie op de Uitval Vier vindplaatsen van de jeugd Lokaal Educatieve Agenda (LEA) wordt ingevuld binnen Jeugd op school Veel samenhang tussen jeugd en onderwijsbeleid

208 LEA: wettelijk verplicht overleg Aanleiding opstellen LEA was wet Onderwijsachterstanden (augustus 2006) die bepaalde dat er een jaarlijks verplicht overleg moet worden gevoerd tussen gemeenten en schoolbesturen. Vanaf 1 januari 2007 ook verplicht overleg met kinderopvanginstellingen. De WET OKE (1 augustus 2010) bepaald dat er over een aantal onderwerpen afspraken gemaakt worden: - deelname voorschoolse educatie; - resultaten vroegschool; - doorstroom naar het basisonderwijs.

209 LEA: gedeelde verantwoordelijkheid Categorie 1 Gemeente ondersteunt Categorie 2 Gemeente initieert/regisseert (gedeelde verantwoordelijkheid) Categorie 3 Gemeente eindverantwoordelijk Taalbeleid (incl. leesbevordering) Passend Onderwijs Ouderbetrokkenheid op school Veiligheid in de school Gezonde voedingen en een gezonde leefstijl (Gezonde scholen) Cultuureducatie Voor- en vroegschoolse educatie Voortijdig Schoolverlaten Beleidsontwikkeling Extra onderwijstijd/ verlengde schooldag Schakelklassen Zorg in en om de school (preventieve zorg) Segregatie/integratie thematiek (diversiteit) Brede school Leerplicht/schoolverzuim RMC Leerlingenvervoer Huisvesting Jeugdzorg Jeugdbeleid in brede zin Veiligheid rond de school Opvang minderjarige asielzoekers en nieuwkomers Bron: Oberon

210 Onze LEA: Alle kansen voor elk kind Passende zorg voor elk kind: > Eén kind, één gezin, één plan > Preventieve zorg > Verbinden CJG en school op locatie Optimale ontwikkelingskansen voor elk kind: > Doorgaande ontwikkelingslijn 0 tot eind beroepsopleiding (o.a. VVE, ABC, voortijdig schoolverlaten) > Passend onderwijs breed > Talentontwikkeling > Diversiteit

211 Uitgangspunten LEA Aansluiting bij bestaande structuren Lopende of verplichte onderwerpen worden ondergebracht. Per onderwerp wordt een ambitie benoemd Uitwerking van thema s is een verantwoordelijkheid van gemeente en partners, waarbij eenieder vanuit de eigen taken invulling geeft aan die rol en daarop ook aanspreekbaar is

212 Structuur & Samenwerking 1 x per jaar 2 x per jaar, werd 1 x per jaar 4 x per jaar Voorgezeten door externen

213 Begroting & Bezuinigingen Relatief weinig bezuinigd (specifieke doeluitkeringen) Voorstellen voor bezuinigingen zijn opgesteld in afstemming met het werkveld Door slim samenwerken zijn effecten beperkt gebleven

214 Kosten LEA Begroot Realisatie Positief saldo van

215 Stand van zaken Uitvoeringsprogramma Jeugd met 8 maatschappelijke doelen Werkprogramma s per jaar in samenspraak met de partners uit de stad Vaststelling december 2016

216 Verkennen van geleerde lessen Hoe werken de beleidskaders in de praktijk? Op welke manier wordt er gewerkt aan het borgen van de opbrengsten in de bestaande structuren/organisaties? Hoe is de samenwerking tussen de partijen? Leidt dit tot innovatieve inzichten? Heeft de hoogte van het begrote bedrag invloed op de behaalde resultaten?

217 Zorg in en om de School Brigitta Gadella directeur SWV De Eem

218 Zorg op de LEA? Passend onderwijs Decentralisaties Preventieve zorg/cjg ontwikkeling

219 Een voorbeeld Onderwijsachterstandenbeleid is alleen effectief als het méér is dan onderwijs

220 Proces en samenwerking Zoektocht individuele belangen versus gezamenlijk belang Samenhang met OOGO

221 Verkennen van geleerde lessen Hoe werken de beleidskaders in de praktijk? Op welke manier wordt er gewerkt aan het borgen van de opbrengsten in de bestaande structuren/organisaties? Hoe is de samenwerking tussen de partijen? Leidt dit tot innovatieve inzichten? Heeft de hoogte van het begrote bedrag invloed op de behaalde resultaten?

222 Evaluatie Diversiteit Marjanne van Loon- senior beleidsregisseur

223 Doelstelling voor 2015 Alle LEA partners houden bij de zorg en het aanbod rekening met diversiteit onder kinderen en verzorgers. Diversiteit in religie, etniciteit en seksualiteit.

224 Hoe Stimuleringsbudget voor eigen kracht, burgerinitiatief en projecten die een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van organisaties op het punt van diversiteit op jaarbasis van 2012 t/m 2015 Subsidieregeling toegankelijk via internet

225 Beoordeling aanvragen Samenwerking in een adviescommissie: GGD Stichting Mee SOVEE Welzin GPPA Keiroze Onderwijsgroep Amersfoort gemeente Amersfoort

226 Resultaten : opstart. Subsidieregeling vastgesteld en commissie ingesteld. 2013: bekendmaken subsidieregeling. 2014: subsidie verleend. 2015: subsidie verleend. Projecten op het gebied van: culturele diversiteit (etniciteit en religie) seksuele diversiteit beperking

227 Welke aandachtspunten geeft u ons mee? Hoe werken de beleidskaders in de praktijk? Op welke manier wordt er gewerkt aan het borgen van de opbrengsten in de bestaande structuren/organisaties? Hoe is de samenwerking tussen de partijen? Leidt dit tot innovatieve inzichten? Heeft de hoogte van het begrote bedrag invloed op de behaalde resultaten?

228 Proces JvO

229 Evaluatie proces huisvesting JvO Voorstel gesprek Inleiding wethouder Gesprek met uw raad Wat nemen we mee?

230 Evaluatie proces huisvesting JvO Belangrijke beleidsontwikkelingen gedurende het proces van De opgave veranderde van verzoek tot uitbreiding naar vernieuwbouw (inclusief uitbreiding). Het beleid was in ontwikkeling van Verordening Onderwijshuisvesting naar IHP-DDC

231 Evaluatie proces huisvesting JvO Financiële stappen gedurende het proces van Beschikking in 2011 voor uitbreiding door toename leerlingenaantal (6,0 mln incl additioneel budget) Toekenning nieuwbouwnorm volgens Verordening voor uitbreiding en vernieuwbouw in 2015 (7,8 mln) Toekenning budget conform uitgangspunten IHP-DCC in juli 2016 (8,94 mln)

232 Conceptbesluitenlijst De Ronde datum: 23 augustus 2016 van tot uur vergaderruimte: Raadzaal (1.02) aantal bezoekers: 6 Onderwerp Beleidsevaluatie Onderwijs Reg.nr Van College van B&W Soort bijeenkomst Rondetafelgesprek Van de raadsleden In gesprek te gaan met de wethouder, genodigden en elkaar. werd gevraagd Voorzitter Prins Collegelid Houwing Secretaris Vooren Ambtenaren (zie genodigden intern) Fractiewoordvoerders Ballast-Tatarian (CDA), Flikkema (VVD), Hos (GL), Huijdts (D66), Keskin (PvdA), Van de Kolk (CU), Molenkamp (SP), Sondorp (D66) Inspreker(s)/ genodigden Samenvatting en afspraken Extern: Brigitta Gadella directeur Samenwerkingsverband de Eem, Roger Caubo directeur-bestuurder, SOVEE, Jan Hardeman Projectleider Sport, Bewegen en Gezondheid, SRO, Ad Goenee Directeur OBS t Spectrum, Joke Spuit Projectmanager SKA, Martha Broersma Waarnemend lid algemene directie, PCBO, Kobus de Boer bestuurder Onderwijsgroep Amersfoort, Geert Kloet Manager Welzin Intern: Sonja Strijk Beleidsregisseur, Ko Dieleman Beleidsregisseur, Marjan Völlmer - extern senior beleidsregisseur, Ieteke Bos Beleidsregisseur, Marjanne van Loon Beleidsregisseur, Arie van den Heuvel Beleidsregisseur, Marc van Rooij - Projectmanager Na een introductie van de voorzitter en een aftrap en toelichting op de inkadering van de avond door de wethouder vervolgt mw. Bos met een presentatie over de LEA. N.a.v. deze presentatie wordt de vraag gesteld wat er gebeurd met vragen van de voorbespreking die nog open staan. Woordvoerders worden opgeroepen naar voren te brengen welke vragen nog open staan, wethouder en griffie kijken naar wat er nog op de plank ligt. De bijeenkomst wordt vervolgd met een presentatie over zorg in en om de school door mw. Gadella. Ze geeft aan dat samenwerking niet altijd makkelijk was, maar dat ze aan het eind van de LEA periode alle schoolbesturen hebben weten samen te krijgen wat betreft zorg in en om de scholen. De aanwezige externen worden ondervraagd over het onderwerp. Mw. Van Loon vervolgt de avond met een presentatie over het versterken van diversiteit. Hierna stelt de vergadering nog enkele vragen. De wethouder geeft aan de komende tijd extra te willen inzetten op dit vraagstuk. Na een samenvatting door de voorzitter sluit de wethouder af door aan te geven wat ze zal meenemen. Wat betreft de zorg in en om de school heeft ze een zestal aandachtsgebieden genoteerd: de directe ouderbetrokkenheid, laagdrempelige toegang tot preventieve activiteiten, overdracht van ondersteuningsbehoefte leerling van PO naar VO, belang van de integrale aanpak, belang van tijd om passend onderwijs goed van de grond te krijgen, belang van continuïteit. Wat betreft diversiteit geeft de wethouder aan dat ze de ervaring en inzichten van de afgelopen jaren nadrukkelijk mee wil nemen in het nieuwe Uitvoeringsprogramma. Toezeggingen Advies aan het presidium Afsluitend aan de avond geeft de wethouder nog een toelichting op het procesverloop rondom de financiering van de (ver)nieuwbouw van het JvO. Voldoende besproken

233 Conceptbesluitenlijst De Ronde 23 augustus 2016 Beleidsevaluatie Onderwijs De Ronde Datum: dinsdag 23 augustus 2016 Aanvang: 19:00 Klachten- en bezwaarprocedures in het sociaal domein Rondetafelgesprek GroenLinks: Overlast Lavendelstraat e.o. Rondetafelgesprek

234 Conceptbesluitenlijst De Ronde 23 augustus 2016 Beleidsevaluatie Onderwijs Klachten- en bezwaarprocedures in het sociaal domein Rondetafelgesprek Inhoud agendapunt Klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein (pdf) Collegebericht Klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein (pdf) Amendement A-3.12 (SP) Klachten en bezwaar ( ) (pdf) Agenda De Ronde 5 april 2016 Presentatie De Ronde 5 april 2016 (pdf) Collegebericht Klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein (pdf) Raadsinformatiebrief Klachtafhandeling regionaal en bovenregionaal specifiek Jeugd en bovenregionaal cliëntenbeleid t.a.v. zorgaanbieders jeugdhulp, KmB en J-GGZ (pdf) Raadsinformatiebrief Klachten- en bezwaarprocedures (pdf) *Presentatie Rondetafelgesprek Klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein (pdf) Conceptbesluitenlijst De Ronde 23 augustus 2016 Klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein (pdf) Audioverslag

235 Conceptbesluitenlijst De Ronde 23 augustus 2016 Beleidsevaluatie Onderwijs GroenLinks: Overlast Lavendelstraat e.o. Rondetafelgesprek Inhoud agendapunt GroenLinks: Overlast Lavendelstraat e.o. (pdf) Bijlage - AD/Amersfoortse Courante Nachtje rond De Karseboom legt de dilemma s bloot Amersfoort (16 maart 2016) (pdf) Bijlage - *Beantwoording feitelijke vragen ten behoeve van het onderwerp Overlast Lavendelstraat e.o. in De Ronde op 23 augustus 2016 (pdf) Bijlage - (d.d ) inwoner Amersfoort over Stadsplantsoen hof 11c (achter de inlog, voor raadsleden) Conceptbesluitenlijst De Ronde 23 augustus 2016 GroenLinks Overlast Lavendelstraat e.o. (pdf) Audioverslag

236 Agendapunt De Ronde Titel Klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein Datum 23 augustus 2016 Van College van B&W Portefeuillehouder Imming, Bolsius, Ambtelijk contact Bokhove ( ) Tigelaar Programma 4. Sociaal domein, 1. Bestuur en dienstverlening Soort bijeenkomst Rondetafelgesprek Reden van aanbieding Het college bereidt een peiling voor over de inrichting van klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein, naar aanleiding van het op 28 oktober 2014 aangenomen amendement A Als onderdeel van deze voorbereiding is dit rondetafelgesprek georganiseerd. Inhoud Op 5 april 2016 heeft prof. mr. dr. A.T. Marseille de raad tijdens een raadsacademie geïnformeerd over de verschillende doelen van de klachten- en bezwaarprocedure, mogelijke behandelwijzen van klachten en bezwaren en specifieke dilemma's die spelen bij klachten en bezwaren in het sociaal domein. Tijdens dit rondetafelgesprek kan verder in gesprek worden gegaan over een aantal van deze onderwerpen. De heer Marseille is opnieuw aanwezig om op onderdelen een korte inleiding te verzorgen. Daarnaast zijn uitgenodigd: vertegenwoordigers van cliënten, de voorzitter van de klachtencommissie Jeugd Eemland, de voorzitter van de bezwarencommissie Sociale Zekerheid, een medewerker van de gemeente Gouda (voorbeeld informele aanpak) en enkele intern betrokkenen bij de behandeling van klachten en bezwaren in het Sociaal Domein. Van de raadsleden wordt gevraagd Met elkaar en met genodigden in gesprek te gaan over dit onderwerp. Vervolg Advies presidium - Peiling Reg.nr Bijbehorende documenten Collegebericht Klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein Achtergronddocumenten Amendement A-3.12 (SP) Klachten en bezwaar (28 oktober 2014) Agenda De Ronde 5 april 2016 Presentatie De Ronde 5 april 2016 Collegebericht Klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein Raadsinformatiebrief Klachtafhandeling regionaal en bovenregionaal specifiek Jeugd en bovenregionaal cliëntenbeleid t.a.v. zorgaanbieders jeugdhulp, KmB en J-GGZ Raadsinformatiebrief Klachten- en bezwaarprocedures # v1 - AGENDAPUNT DR KLACHTEN- EN BEZWAARPROCEDURES IN HET SOCIAAL DOMEIN

237 COLLEGEBERICHT AAN DE RAAD Van : Burgemeester en Wethouders Reg. nr. : Aan : Gemeenteraad Datum : Portefeuillehouder : F. Imming Programma : 4. Sociaal domein ONDERWERP Klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein AANLEIDING Op 5 april 2016 heeft prof. mr. dr. A.T. Marseille u tijdens een raadsacademie geïnformeerd over de verschillende doelen van de klachten- en bezwaarprocedure, mogelijke behandelingswijzen van klachten en bezwaren en specifieke dilemma's die spelen bij klachten en bezwaren in het sociaal domein. BERICHT Zoals bleek uit de presentatie van de heer Marseille is de keuze voor de inrichting van het proces afhankelijk van de gewenste accenten in de procedure. Wanneer gekozen wordt voor een juridische invalshoek (gericht op 'het beste besluit') vraagt dit om een andere inrichting van de procedure dan wanneer wordt gekozen voor een sociale invalshoek (oplossingsgericht) of een bedrijfsmatige invalshoek (snel en goedkoop). Voorafgaand aan het opstellen van een peilnota willen wij graag een rondetafelgesprek organiseren over deze en andere dilemma's. Vanwege het grote aantal bij de griffie aangemelde agendapunten bleek het niet meer mogelijk om dit gesprek voor het zomerreces te agenderen. Het rondetafelgesprek staat nu geagendeerd voor de Ronde van 23 augustus. Daarna zullen wij zo spoedig mogelijk een peilnota aan u voorleggen. VERVOLG Rondetafelgesprek op 23 augustus INLICHTINGEN BIJ: afdeling Samen Leven, Caroline Bokhove,telefoonnummer

238 Amendement Klachten en bezwaar A-3.12 AANGENOMEN 28 OKTOBER 2014 Raadsvoorstel: Verordeningen Maatschappelijke Ondersteuning Amersfoort 2015 en Jeugdhulp Amersfoort 2015 ( ) Amersfoort, 28 oktober 2014 De Raad Overwegende dat de transities in het Sociaal Domein een andersoortig beroep op klachten- en bezwaarprocedures doen dan tot dusver in Amersfoort gebeurt. Besluit: een door het college op te stellen nieuwe onafhankelijke klachtenregeling en bezwaarprocedure vast te stellen. Fractie SP, Ad Meijer

239 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 1 Hoe kunnen bezwaar- en klachtprocedures het beste worden ingericht? 5 april 2016 Prof. mr. dr. A.T. (Bert) Marseille

240 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 2 Bezwaren en klachten Ik ben ontevreden over hoe de gemeente mij heeft behandeld Ik had een scootmobiel gevraagd, maar die heb ik niet gekregen Ik kreeg altijd 5 uur huishoudelijke hulp per week, nu nog maar 3 uur De manier waarop dat is gegaan klopt niet. Ik wist niet dat ik iemand erbij kon vragen ter ondersteuning, toen jullie bij mij thuis kwamen voor het keukentafelgesprek Bovendien had ik gevraagd om, als het echt niet anders kon, 2 x 1,5 uur hulp, in plaats van één keer een hele ochtend, wat ik nu krijg

241 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 3 Bezwaren en klachten Bezwaar: richt zich tegen een besluit, dwz: een rechtshandeling van een bestuursorgaan Klacht: richt zich tegen een gedraging (vaak: handelen ter voorbereiding of uitvoering van een besluit), van een bestuursorgaan of van iemand die werkt onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan

242 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 4 Bezwaren en klachten Ik ben ontevreden over hoe de gemeente mij heeft behandeld Ik had een scootmobiel gevraagd, maar die heb ik niet gekregen bezwaar Ik kreeg altijd 5 uur huishoudelijke hulp per week, nu nog maar 3 uur bezwaar? klacht? De manier waarop dat is gegaan klopt niet. Ik wist niet dat ik iemand erbij kon vragen ter ondersteuning, toen jullie bij mij thuis kwamen voor het keukentafelgesprek klacht Bovendien had ik gevraagd om, als het echt niet anders kon, 2 x 1,5 uur hulp, in plaats van één keer een hele ochtend, wat ik nu krijg klacht

243 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde Hoe worden bezwaren in de praktijk behandeld? 5 Behandeling beweegt zich tussen drie polen Juridisch Sociaal Bedrijfsmatig

244 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 6 Drie doelen van de bezwaarprocedure Beste besluit rechtmatig en doelmatig Oplossing geschil aandacht voor achterliggend conflict; streven naar een voor alle partijen acceptabele uitkomst Efficiënt lage kosten, korte behandelingsduur

245 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde Keuzes voor bestuursorganen 7 Betrokkenheid van onafhankelijke buitenstaanders bij horen/advisering Eigen rol van het bestuursorgaan bij de hoorzitting? Karakter van de procedure: formeel of informeel?

246 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 8 Accent ligt op: beste besluit Betrokkenheid onafhankelijke derden: kan juridische kwaliteit van de besluitvorming in bezwaar bevorderen; risico: doelmatigheidsaspect krijgt te weinig aandacht Aanwezigheid vertegenwoordiger bestuursorgaan bij horen: van meerwaarde Informele inrichting procedure: doet er niet aan toe of af

247 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 9 Accent ligt op: oplossing geschil Betrokkenheid onafhankelijke derden: doet er niet aan toe of af Aanwezigheid vertegenwoordiger bestuursorgaan bij horen: cruciaal Informele inrichting procedure: vergroot de kans op oplossing geschil, vanwege ervaren procedurele en distributieve rechtvaardigheid

248 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 10 Accent ligt op: snel en goedkoop Betrokkenheid onafhankelijke derden: procedure duurt langer Aanwezigheid vertegenwoordiger bestuursorgaan bij horen: maakt procedure duurder Informele inrichting procedure: hangt er vanaf

249 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 11 Conclusie over bezwaren Meerwaarde betrokkenheid onafhankelijke derden kan zijn gelegen in: kwaliteit heroverweging garantie dat bestuursorgaan bij het horen is betrokken Gevaar kan zijn: juridisering

250 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 12 Drie doelen van de klachtprocedure Gedegen en afgewogen oordeel (juridisch) nadruk ligt op een zorgvuldig onderzoek en goed gemotiveerde beslissing Oplossing en genoegdoening (sociaal) aandacht voor de achtergrond van de klacht; streven naar een voor alle partijen acceptabele uitkomst Efficiënt (bedrijfsmatig) lage kosten, korte behandelingsduur

251 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde Keuze voor bestuursorganen 13 Betrokkenheid van onafhankelijke buitenstaanders bij horen/advisering Karakter van de procedure: formeel of informeel? Moeten klachten en bezwaren geïntegreerd worden behandeld?

252 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde Accent ligt op: gedegen/afgewogen oordeel 14 Integratie met bezwaar biedt meer mogelijkheden de beoordeling af te stemmen op de inhoud van de klacht Betrokkenheid onafhankelijke derden: doet er niet aan toe of af Informele inrichting procedure: doet er niet aan toe of af

253 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 15 Accent ligt op: oplossing geschil Integratie met bezwaar: meer speelruimte voor het vinden van een oplossing; grotere kans op genoegdoening Betrokkenheid onafhankelijke derden: doet er niet aan toe of af Informele inrichting procedure: grotere kans op oplossing/genoegdoening

254 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 16 Accent ligt op: snel en goedkoop Integratie met bezwaar: bij gezamenlijke klacht/bezwaar voorkomt het dubbel werk Betrokkenheid onafhankelijke derden: zorgt voor meer rompslomp Informele inrichting procedure: doet er niet aan toe of af

255 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde Conclusie over klachten Integratie met behandelen bezwaren biedt altijd voordelen 17

256 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 18 Sociaal domein: Wmo Vragen/problemen: 1. Vanwege de wijze waarop gemeenten hun besluitvorming hebben georganiseerd: relatief vaak geschillen die tegelijkertijd een besluit en handelingen ter voorbereiding en/of uitvoering daarvan betreffen 2. Niet altijd is duidelijk hoe bepaald handelen moet worden gekwalificeerd. Betreft het een besluit of niet? 3. Private aanbieders zijn bij de uitvoering betrokken. Als een geschil ontstaat over het handelen van die private aanbieder (bijv. een organisatie die huishoudelijke hulp verzorgt ihkv van de Wmo) ter uitvoering van de gemeentelijke taak, mag de gemeente zich dan bemoeien met klachten die daarover ontstaan?

257 faculteit rechtsgeleerdheid vakgroep staatsrecht, bestuursrecht & bestuurskunde 19 Sociaal domein: Wmo Oplossingen? ad 1. geïntegreerde behandeling klachten/bezwaren ad 2. idem ad 3. van belang is hier het volgende: - in de Wmo is geregeld dat burgers zich met klachten over de uitvoering tot de aanbieder kunnen wenden - uitvoering vind plaats ter behartiging van een overheidstaak; gemeente is verantwoordelijk dat dat goed gebeurt - dat pleit voor een gezamenlijke betrokkenheid van gemeente en aanbieders bij de klachtbehandeling; kan in contract tussen gemeente en aanbieders(s) worden geregeld

258 COLLEGEBERICHT AAN DE RAAD Van : Burgemeester en Wethouders Reg. nr. : Aan : Gemeenteraad Datum : Portefeuillehouder : F. Imming Programma : 4. Sociaal domein ONDERWERP Klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein AANLEIDING Naar aanleiding van een door de raad aangenomen amendement (A-3.12) zijn wij een peiling aan het voorbereiden over klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein. Aanbieding van een peilnota zou plaatsvinden in februari BERICHT In voorbereiding op de peiling willen wij zoals ook aangekondigd tijdens de raadsvergadering van 1 maart jl.- een Raadsacademie organiseren waarin een externe deskundige u informeert over mogelijkheden en dilemma's op het gebied van klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein. Ook de meest recente ideeën op het gebied van brede geschilbeslechting in het Sociaal Domein zullen aan bod komen. Dit betekent dat de peilnota op een later moment zal worden aangeboden dan eerder aangegeven. VERVOLG In overleg met de griffie en de externe deskundige proberen wij in maart een Raadacademie te organiseren op dit onderwerp. INLICHTINGEN BIJ: afdeling Samen Leven, Caroline Bokhove, telefoonnummer

259 Gemeente Amersfoort RAADSINFORMATIEBRIEF Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : Aan : Gemeenteraad Datum : 1 december 2014 Portefeuillehouder : Wethouder F. Imming Wethouder M. Tigelaar Programma : 4. Zorg, welzijn en wijkontwikkeling TITEL[info1] Klachtafhandeling regionaal en bovenregionaal specifiek Jeugd en bovenregionaal cliëntenbeleid t.a.v. zorgaanbieders jeugdhulp, KmB en J-GGZ KENNISNEMEN VAN[info2] Via een routekaart verlenen wij u inzicht over de wijze waarop een cliënt mogelijkheden heeft om een klacht in te dienen en door wie en waar de klachtafhandeling plaatsvindt vanaf De route geeft inzicht in de lokale, regionale en bovenregionale klachtafhandeling Jeugdzorg in Daarnaast informeren wij u over de wijze waarop wij de zeggenschap en medezeggenschap bij de zorginstellingen voor jeugd gaan monitoren. AANLEIDING[info3] In de raadsinformatiebrief van 17 november hebben wij u laten weten dat wij u nog nader zullen informeren over: 1. De route die een klacht doorloopt vanaf het moment van een klacht van een cliënt rondom het wijkteam tot de mogelijkheid tot het adresseren van een klacht bij het onafhankelijk regionaal klachtencommissie Jeugd en bovenregionaal t.a.v. het gedwongen kader. 2. De bovenregionale gemaakte afspraken zijn rondom cliëntenbeleid en klachtafhandeling welke is geaccordeerd door de 28 gemeenten in het Breed Wethoudersoverleg van 20 november. KERNBOODSCHAP [info4] Klachtafhandeling: Er is een onafhankelijke regionale klachtencie Jeugd voor regio Amersfoort ingesteld en er zijn tot 31 december 2015 subsidieafspraken gemaakt met de bovenregionale Klachtencommissie Jeugd Utrecht (KJU) met betrekking tot de afhandeling van klachten in het gedwongen kader en de bestaande daarbij aangesloten zorgaanbieders (voorheen begroting gefinancierde provinciale jeugdzorgaanbieders). Cliëntenbeleid: Per 1 januari 2015 is met JIJ -Utrecht een subsidieafspraak gemaakt om zeggenschap en medezeggenschap binnen zorginstellingen te ondersteunen en te monitoren. CONSEQUENTIES[info5] Per 2015 voldoen wij aan de eisen die gesteld worden in de Jeugdwet rondom onafhankelijke klachtafhandeling en het monitoren van cliëntparticipatie binnen de instellingen. DUURZAAMHEID Klachten- en bezwaarprocedures hebben als doel om de rechtspositie van clïenten te waarborgen wanneer zij een beroep doen op jeugdhulp of ondersteuning. Inlichtingen bij: H. Michels, MO/WO, (033)

260 raadsinformatiebrief pagina 2 Gemeente Amersfoort FINANCIËN[info6] De eenmalige kosten voor 2015 voor de diensten van het KJU en JIJ-Utrecht ad ,- worden op basis van de verdeelsleutel inwoneraantal naar rato verdeeld over de 6 regio s. Voor de gemeente Amersfoort zullen de kosten ten laste worden gebracht van het budget Jeugdzorg. RISICOPARAGRAAF [info7] Om per 2015 klachten te kunnen afhandelen in het gedwongen kader moet de opdracht vóór 1 januari 2015 zijn verleend aan het KJU. COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN Het advies en de besluitvorming omtrent de inzet KJU en JIJ-Utrecht in 2015 is samen met de betrokken partijen opgesteld en bekrachtigd in het Breed Wethouders overleg van 20 november jl. VERVOLGSTAPPEN [info8] Aan de hand van de ontvangen subsidieaanvragen van KJU en JIJ - Utrecht zullen prestatieafspraken voor 2015 worden gemaakt die bekrachtigd zullen worden via een beschikking. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, de burgemeester,

261 raadsinformatiebrief pagina 3 Gemeente Amersfoort BIJLAGE: TOELCHTING 1. Route van klachtafhandeling 2. Overgangssituatie KJU in JIJ-Utrecht in Vertrouwenswerk Jeugd Ad 1. Route van klachtafhandeling Vooraf: een aantal aandachtspunten en vertrekpunten Vanuit de Jeugdwet is er de verplichting dat elke klacht door een onafhankelijke voorzitter en twee leden kan worden afgedaan. Deze onafhankelijke voorzitter mag niet werkzaam zijn voor één van de instellingen / zorgaanbieders, zodoende ook niet voor de gemeente wanneer de sociale teams niet door een eigen entiteit worden uitgevoerd. Bezwaar en beroep We onderscheiden vrij toegankelijk hulp / voorzieningen en niet vrij toegankelijke voorzieningen. Ten aanzien van voorzieningen die de gemeente vrij aanbiedt aan haar inwoners, is geen individueel besluit nodig en dus geen beschikking / verleningsbesluit. Als het gaat om niet vrij toegankelijke voorzieningen bijvoorbeeld een gedragsinterventie zal daarover door (of namens) de gemeenten een besluit genomen moeten worden. Tegen dit besluit staat bezwaar en beroep open. Op dit bezwaar en beroep zijn enkele besluiten uitgezonderd. Dit zijn de besluiten om een jeugdige onder toezicht te stellen, uit huis te plaatsen of een jeugdreclasseringsmaatregel op te leggen. Deze besluiten zijn van bezwaar en beroep uitgesloten omdat hier een rechterlijke machtiging aan ten grondslag ligt. Tegen deze rechterlijke beschikkingen staat een rechtsgang open. Klachtafhandeling: in relatie tot sociale teams en in relatie tot medewerker bij zorginstelling Klacht in relatie tot sociale teams: De formele begripsbepaling van een klacht is als volgt: de mondelinge of schriftelijke (waaronder digitaal) uiting van ongenoegen over gedragingen van voor het sociale team werkzame personen jegens een jeugdige, ouder, pleegouder of cliënt in het kader van jeugdhulp of maatschappelijke ondersteuning. Klachten moeten op basis van de Jeugdwet worden behandeld door een uit ten minste drie leden bestaande klachtencommissie, welke personen niet werkzaam zijn voor of bij de stichting of de zorgaanbieder. Klacht in relatie tot medewerker bij zorginstelling: De Jeugdwet zegt het volgende: De jeugdhulpaanbieder en de gecertificeerde instelling treffen een regeling voor de behandeling van klachten over gedragingen van hen of van voor hen werkzame personen jegens een jeugdige, ouder of pleegouder in het kader van de verlening van jeugdhulp, de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering. Zij brengen de regeling op passende wijze onder de aandacht van de jeugdigen, ouders en pleegouders.

262 raadsinformatiebrief pagina 4 Gemeente Amersfoort Met andere woorden de klachten van jeugdigen over gedragingen van medewerkers van een instelling / zorgaanbieder moeten volgens de klachtenregeling van de zorgaanbieder zelf worden afgedaan, welke moet voldoen aan dezelfde eisen als die gelden voor de sociale teams. In beide gevallen staat voorop dat het streven moet zijn dat eventuele misstanden, gemaakte fouten of een verschil van mening in eerste instantie in goed overleg met de cliënt opgelost worden. Wanneer een cliënt klachten heeft dan kan hij of zij deze te allen tijde bespreken met degene die in zijn/haar ogen de fout maakte. Wanneer de klacht blijft bestaan, is onderstaande route van toepassing. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de cliënt die de klacht over jeugdhulp direct formeel wil laten behandelen, zijn klacht ook rechtstreeks bij de regionale klachtencommissie kan indienen. In de nieuwe situatie ziet het proces er als volgt uit: Klacht wordt gemeld bij het sociale team. De cliënt mag dit ook melden bij de instelling. Een klachtencoördinator 1 van de sociale teams gaat hiermee aan de slag. Deze onderzoekt de klacht met hoor en wederhoor en probeert met betrokkenen tot een oplossing te komen. De klacht kan dan naar tevredenheid worden afgehandeld of niet. Vaak gaat het hier om een klacht over het hoe en bejegening. Voor Jeugd gelden vervolgens de volgende vervolgstappen: Als de klacht niet naar tevredenheid wordt afgehandeld wordt deze gemeld bij de regionale klachtencommissie Jeugd. De weg naar de klachtencommissie staat ook rechtstreeks open voor mensen die daarvoor meteen kiezen. Dit is geen ombudsman. Een klacht betreffende het gedwongen kader wordt gemeld bij de bovenregionaal georganiseerde en ingekochte Klachtencommissie jeugdzorg Utrecht in Als laatste stap kan men altijd naar de Nationale ombudsman stappen bij niet tevreden over de afhandeling. Conclusie 1. Tegen de verleningsbeslissing voor niet vrij- toegankelijke zorg staan bezwaar en beroep open, op enkele besluiten waarvoor reeds een rechtsgang open staat. 2. Klachten over gedragingen van medewerkers van een sociaal team worden in eerste instantie / bij voorkeur via de klachtenprocedure van de sociale teams afgehandeld, daarnaast kunnen klachten ook door de regionale klachtencommissie worden behandeld. Hier is geen sprake van volgordelijkheid. 3. Klachten over gedragingen van medewerkers van een zorgaanbieder / instelling worden behandeld krachtens de klachtenregeling van de zorgaanbieder / instelling. Als het gaat om jeugdhulp dan moet deze regeling aan dezelfde voorwaarden voldoen als de regeling voor het sociale team: afhandeling via een commissie met onafhankelijk voorzitter. We kunnen overwegen of we op termijn de aanbieders vragen om hiervoor de regionale klachtencommissie te benutten, maar dat is nog een ontwikkelvraag. Een aantal zorgaanbieders jeugd hebben deze wens al uitgesproken. 1 Wanneer sprake is van één sociaal team, kan deze rol door de teamleider worden vervuld.

263 raadsinformatiebrief pagina 5 Gemeente Amersfoort Ad 2 en 3 Overgangssituatie KJU in 2015 en JIJ Utrecht (cliëntenparticipatie jeugd) Vanuit haar rol van opdrachtgever in het kader van de Jeugdzorg financiert de provincie Utrecht KJU (Klachtencommissie Jeugd Utrecht). Vanaf 2015 zijn de gemeenten de opdrachtgevers i.k.v. decentralisatie jeugdzorg. Vraag voor 2015 is of op basis van de nieuw te vormen infrastructuur (onder andere de lokale teams), deze diensten nog afgenomen moeten worden, het andere diensten moeten zijn of er helemaal geen afname meer is Bij deze vraag spelen de volgende aandachtspunten: a. de nieuwe wet stelt andere eisen aan de klachtafhandeling, b. de nieuwe infrastructuur vraagt om andere vormen van klachtafhandeling en cliëntenparticipatie, Ad 2. Overgangssituatie KJU in 2015 Door het KJU worden in de huidige situatie zowel ook klachten in het vrijwillige kader als in het gedwongen kader behandeld. Omdat we nog niet weten wat er op ons af komt en de regionale onafhankelijke klachtencie nog in ontwikkeling is handhaven we voor 2015 de huidige afsrpaken met het KJU. Zo blijft er in de overgangssituatie de mogelijkheid om ook klachten in het vrijwillige kader te adresseren. KJU in 2015: 1. Het jaar 2015 als overgangsjaar te beschouwen; We weten niet wat erop ons af gaat komen: gaat het aantal klachten toenemen? Of juist niet? Ook hebben we nog geen zicht op de aard van de klachten. Blijven deze hetzelfde of veranderen deze mee met de verandering i.k.v. de decentralisaties. 2. Gezien de meerwaarde van het KJU in de afgelopen jaren zal de samenwerking in 2015 tot 31 december 2015 worden voortgezet in de vorm van subsidieafspraken. Dit geldt zowel voor het vrijwillige als het gedwongen kader. 3. Samen met KJU, VGU (klachtafhandeling gehandicaptensector) en afgevaardigden van de verschillende sectoren gedurende 2015 aan de hand van de ervaringen met de wijkteams, KJU, Vereniging Gehandicaptenzorg Utrecht (VGU) en GGZ in 2015 en SAVE-teams af te wegen of KJU voor het gedwongen kader moet blijven voortbestaan, verbreed moet worden met WMO, de doelgroep Kinderen met een Beperking en Jeugd-GGZ. Hierbij betrekken we uiteraard het aantal klachten uit 2015 en voorgaande jaren. 4. De kosten ,- naar rato te verdelen over de 6 regio s volgens verdeelsleutel inwoneraantal. Na analyse is gebleken dat het instellen van een regionale externe onafhankelijke klachtencommissie jeugd de cliënt de mogelijkheid biedt om een klacht dichtbij maar toch onafhankelijk (wettelijke eis) te kunnen adresseren, expertise gebundeld kan worden en gezamenlijk de kosten gedragen kunnen worden. In eerste instantie voor het vrijwillige deel. Gedurende 2015 gaan we na of dit zo moet blijven of anders kan / moet. Regionale onafhankelijke commissie klachtafhandeling Jeugd: Klachten over Jeugdhulp moeten worden behandeld door een klachtencommissie die bestaat uit ten minste drie leden, waaronder een voorzitter die niet werkzaam is voor of bij de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling. Per regio is het streven in 2015 een regionale onafhankelijke klachtencommissie in te stellen rondom de lokale teams voor het vrijwillige kader (besluit Breed wethoudersoverleg 20 nov. jl.). Het instellen van een regionale externe onafhankelijke klachtencommissie jeugd geeft de cliënt de mogelijkheid om een klacht dichtbij maar toch onafhankelijk (wettelijke eis) te kunnen adresseren, expertise gebundeld

264 raadsinformatiebrief pagina 6 Gemeente Amersfoort kan worden en als regio de gezamenlijk kosten gedragen kunnen worden. Gedurende 2015 wordt onderzocht of uitbreiding met klachten vanuit het gedwongen kader wenselijk is. Ad 3. JIJ-Utrecht in 2015 JIJ Utrecht richt zich op 5 speerpunten. Per speerpunt geven wij aan waar dit in de nieuwe situatie belegd zal worden: bevraagt cliënten en ex-cliënten (kinderen, jeugdigen, ouders en opvoeders) over wat zij van de jeugdzorg vinden: Lokaal via een vorm van medezeggenschap beantwoordt vragen van cliënten over de jeugdzorg in de provincie Utrecht. Lokaal via de functie informatie en advies en de lokale teams. helpt instellingen om meer en beter naar ouders en hulpverleners te luisteren: Lokaal ondersteunt alle cliëntenraden in de provincie Utrecht rondom zeggenschap en medezeggenschap binnen de instellingen: deze monitoring is nog niet geregeld. treedt op als cliëntenplatform in de provincie Utrecht : moet regionaal of lokaal gestalte krijgen. Conclusie: Voor 4 van de 5 speerpunten waar JIJ/Utrecht zich tot op heden voor inzet is de lokale infrastructuur die vanaf 2015 geldt voor gemeenten het organisatieniveau. Daarmee blijft één speerpunt overeind: zeggenschap / en medezeggenschap en de monitoring van cliëntenraden binnen zorginstellingen. Medezeggenschap en zeggenschap binnen instellingen via cliëntenraden: tool JIJ/meter Bij wet hebben we de plicht om erop toe te zien dat zeggenschap en medezeggenschap binnen de door ons gefinancierde zorginstellingen goed geregeld is na Deze(mede) zeggenschap mogen we niet verwarren met(mede)zeggenschap binnen lokale teams en de rol van de WMO- en cliëntenraden per gemeente. Het gaat hierbij om de zorginstellingen die wel en niet vertegenwoordigd zijn in de lokale teams. De JIJ-meter als toetsmiddel heeft de afgelopen periode goed gewerkt als het gaat om de begroting gefinancierde instellingen provincie Utrecht. Via de JIJ/meter is er bij zorginstellingen en de provincie in de afgelopen periode inzicht verkregen over de werkwijze van de cliëntenraden binnen deze instellingen. De JIJ/meter is een verlengstuk van de kwaliteitsstandaarden van Q4C. Omdat wij nog niet kunnen overzien hoe de lokale teams zullen werken naast de tweede schil rondom de lokale teams lijkt het goed om JIJ -Utrecht voor de cliëntenraden binnen de zorginstellingen voor 2015 een opdracht te geven. De opdracht is dan dat JIJ Utrecht via de JIJ-meter erop toeziet dat zorginstellingen de medezeggenschap en zeggenschap voor de begroting gefinancierde zorg, KmB en GGZ sectoren vanuit Jeugd in 2015 goed uitvoeren aan de hand van de door gemeenten en JIJ Utrecht opgestelde punten en de bevindingen te vertalen naar aanbevelingen voor de gemeenten. Zo kan JIJ Utrecht meerwaarde hebben door enerzijds de stem van de cliënt verbonden aan de instellingen c.q. binnen de instellingen te horen en anderzijds om mee te nemen als sturingsmechanisme voor de gemeenten om de cliënt stem te geven en op kwaliteit te sturen. Ad 4. Vertrouwenswerk Jeugd

265 raadsinformatiebrief pagina 7 Gemeente Amersfoort Op grond Jeugdwet 2015 is de gemeente de bevoegde autoriteit om een vertrouwenspersoon in te stellen. Landelijk is afgesproken dat voor de komende drie jaar centraal via de VNG in te kopen, om deze belangrijke functie te borgen en niet het risico te lopen dat deze niet wordt ingekocht. Gemeenten moeten ervoor moeten zorgen dat de vertrouwenspersoon voor alle cliënten bekend en makkelijk toegankelijk is. De verplichting om voor cliënten een onafhankelijke vertrouwenspersoon ter beschikking te stellen is een belangrijk instrument om de rechten van jeugdigen die onder de nieuwe Jeugdwet vallen te waarborgen. Iedere cliënt die vragen, klachten over en/of problemen heeft met zijn/haar (rechts)positie en over de (toeleiding naar) jeugdhulp, mag ondersteuning krijgen van een bij wet ingestelde onafhankelijk vertrouwenspersoon. De dienstverlening is voor de cliënten gratis. De kerntaken van een onafhankelijk vertrouwenspersoon zijn informatie, advies, (klacht)ondersteuning te verlenen aan jeugdigen, ouders/verzorgers, (netwerk)pleegouders en rechtstreeks betrokkenen die hen daartoe verzoekt bij: Vragen, klachten of problemen inzake: o een individuele en/of collectieve beschikking van gemeenten; o de uitvoering van een onderzoek; o de uitvoering van de zorg, de (gezins)voogdij en/of jeugdreclassering; Een klacht-, bezwaar- of beroepsprocedure. Naast de primaire taak van individuele advisering en ondersteuning hebben de vertrouwenspersonen ook andere functies: voorlichting te geven over de (rechts)positie van cliënten aan de doelgroep en professionals; tekortkomingen in de structuur en de toeleiding naar en/of uitvoering van de zorg en/of (gezins)voogdij, voor zover deze afbreuk doen aan de rechten en/of de veiligheid van betrokkene(n), te signaleren en waar nodig aan de Inspectie te melden en; tenminste eenmaal per jaar een rapport uit te brengen ten behoeve van het kwaliteitsbeleid waarin de registratiegegevens en signalen staan vermeld.

266 Gemeente Amersfoort RAADSINFORMATIEBRIEF Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : Aan : Gemeenteraad Datum : 17 november 2014 Portefeuillehouder : Wethouder F. Imming Wethouder M. Tigelaar Programma : 4. Zorg, welzijn en wijkontwikkeling TITEL klachten- en bezwaarprocedures KENNISNEMEN VAN De huidige klachten- en bezwaarprocedures, de nieuwe klachtenregeling voor de sociale wijkteams en het voornemen om een peiling te organiseren over de wijze waarop wij samen met uw Raad uitvoering willen geven aan amendement A3.12: Klachten en bezwaar. AANLEIDING Per 1 januari 2015 moeten wij als opdrachtgever zorgen dat aanbieders van Jeugdhulp en Wmo-hulp beschikken over een klachtenregeling. In de Jeugdwet zijn specifieke bepalingen opgenomen met eisen waaraan de klachtafhandeling betreffende jeugdhulp moet voldoen. In de wijkteams zijn wij als gemeente uitvoerder van Jeugdhulp en WMO-hulp. U heeft ons in amendement A3.12 (Besluit 28 oktober 2014) opgedragen een nieuwe onafhankelijke klachtenregeling en bezwaarprocedure ter vaststelling aan u voor te leggen. In moties M 2.1a en M3.14 a heeft u ons opgedragen deze procedures voor de wijkteams zo in te richten dat een duidelijke en eenvoudige vorm van bezwaar mogelijk is, voor wie van mening is dat ten onrechte door het wijkteam niet of onvoldoende antwoord is gegeven op zijn/haar hulpvraag. U droeg ons ook op om melders expliciet te wijzen op de ombudsman-functie of een andere vorm van onafhankelijke cliëntenondersteuning. Daarnaast moet onafhankelijk en deskundig toezicht op het functioneren van de wijkteams worden opgezet, zo dat dit gewaarborgd is op het moment dat de teams verzelfstandigd worden ten opzichte van de gemeente. In de voortgezette behandeling van het beleidskader sociaal domein (Ronde 14 oktober 2014) heeft wethouder Imming bovendien toegezegd uw Raad via een raadsinformatiebrief te informeren over de verschillende klachten- en bezwaar- en beroepregelingen. In de bijlage bij deze RIB lichten we deze procedures toe. KERNBOODSCHAP Voor de uitvoering van amendement A3.12 willen wij u een peiling voorleggen, waarin wij de mogelijkheden en consequenties van alternatieve klachten en bezwaarprocedures beschrijven. Aan de hand daarvan willen wij met u in gesprek over de gewenste mate van onafhankelijkheid. Op basis van de uitkomsten van deze peiling kunnen wij in 2015, waar wenselijk, gewijzigde de klachten- en bezwaarprocedures ter vaststelling aan u voorleggen. Om ervoor zorg te dragen dat de wijkteams per 1 januari werken met een nieuwe klachtenregeling die voldoet aan wettelijke eisen Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 moeten wij deze nu vaststellen. Het is niet meer mogelijk deze klachtenregeling vooraf aan uw Raad voor te leggen. Gecontracteerde en gesubsidieerde de zorgaanbieders hebben eigen klachtenregelingen die aan de wettelijke eisen voldoen. De gemeentelijke bezwaarprocedures voldoen aan de eisen in de Algemene wet bestuursrecht. Inlichtingen bij: Arieke van Andel, MO/ZCS, (033)

267 raadsinformatiebrief pagina 2 Gemeente Amersfoort CONSEQUENTIES Per 1 januari 2015 voldoen onze procedures en die van aanbieders aan de wettelijke eisen. Op basis van de peiling kunnen wij in 2015 de procedures waar wenselijk wijzigen. DUURZAAMHEID Klachten- en bezwaarprocedures hebben als doel om de rechtspositie van clïenten te waarborgen wanneer zij een beroep doen op jeugdhulp of ondersteuning. FINANCIËN Voor de regionale klachtencommissie jeugdzorg wijkteams stellen wij het budget vast in overleg met onze regiogemeenten. Exacte kosten zullen afhangen van het aantal klachten en procedures. Dekking hiervan is gereserveerd binnen het programma sociaal domein. Wij zullen in een peiling financiële consequenties in beeld brengen van alternatieve klachten- en bezwaarprocedures. RISICOPARAGRAAF Om per 2015 klachten te kunnen afhandelen volgens de eisen in de Jeugdwet 2015 en de Wmo 2015 moet er voor 1 januari 2015 een klachtenregeling voor de wijkteams zijn vastgesteld. COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN Cliënten en inwoners worden geïnformeerd over de procedures via de website, in gesprekken en bij het ontvangen van een toegangsbesluit. VERVOLGSTAPPEN Wij leggen u begin 2015 een peiling voor om alternatieve procedures met u te bespreken. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, de burgemeester,

268 raadsinformatiebrief pagina 3 Gemeente Amersfoort BIJLAGE: TOELCHTING KLACHTEN EN BEZWAARPROCEDURES JEUGDHULP, WMO, WERK EN INKOMEN 1. klachtprocedures 2. bezwaarprocedures 3. vertrouwenwerk jeugd 4. cliëntenondersteuning Wmo 1. Klachten Klachten betreffen: Gedragingen van de gemeente zelf: de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen (AWB hoofdstuk 9) Gedragingen van gesubsidieerde of gecontracteerde organisaties. Per 2015 komen daar klachten over de gemeente als aanbieder van Wmo- en Jeugdhulp bij: het wijkteam. (wettelijk kader Wmo en Jeugdwet) Het gaat hierbij bijvoorbeeld om te late of trage afhandeling van brieven, geen, te weinig of misleidende informatie, de (wijze van) dienstverlening of om de persoonlijke bejegening. Klachtenprocedures Het streven is om eventuele misstanden, gemaakte fouten of een verschil van mening in eerste instantie in goed overleg met de klager op te lossen. Wanneer een cliënt klachten heeft dan kan hij of zij deze altijd bespreken met degene die in zijn/haar ogen de fout maakte. Het is echter altijd mogelijk direct een formele klacht in te dienen en de onderstaande procedures te doorlopen. Verordening voor de klachtbehandeling Dit is de gemeentelijke klachtenprocedure, gebaseerd op de bepalingen in de Algemene Wet Bestuursrecht (hoofdstuk 9) voor afhandeling van: algemene klachten over gemeentelijke medewerkers klachten over het Stedelijk Loket (wonen, rollen en vervoer) klachten over arbeidsintegratie (AI) en sociale zekerheid (SZ). Het mandaat voor het afhandelen van klachten ligt bij de directeur. De voorbereiding (onderzoek en conceptbeoordeling) wordt uitgevoerd door een klachtbehandelaar van de betreffende afdeling. De klacht wordt conform de Awb niet behandeld door een persoon die bij de gedraging waarop de klacht betrekking heeft, betrokken is geweest. Als de klager niet tevreden is over de afhandeling van de klacht kan de klacht worden voorgelegd aan de Nationale Ombudsman. Klachtenregeling van de aanbieders (anders dan het wijkteam) Aanbieders van Wmo hulp (gesubsidieerd en gecontracteerd) moeten op grond van onze verordeningen en inkoopcontracten een klachtenregeling hebben. Als mensen zich niet kunnen vinden in de afhandeling van hun klacht door de aanbieder wenden ze zich tot de gemeente als opdrachtgever Voor de Regiotaxi is de provincie samen met gemeenten opdrachtgever en is dit belegd bij de provincie.

269 raadsinformatiebrief pagina 4 Gemeente Amersfoort Voor aanbieders van Jeugdhulp geldt dat aanbieders een klachtenregeling moeten hebben die voldoet aan de eisen in de Jeugdwet. Klachten moeten worden afgehandeld door een klachtencommissie die bestaat uit ten minste drie leden, waaronder een voorzitter die niet werkzaam is voor of bij de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling. Alle aanbieders hebben een klachtenregeling die hieraan voldoet. De (boven)regionale afspraken over klachtencommissies van de aanbieders worden voorbereid via het provinciale breed wethoudersoverleg jeugd. Wij informeren u hierover zo snel mogelijk na in een separate RIB. Nieuwe klachtenregeling wijkteam per 2015 / regionale klachtencommissie jeugdhulp wijkteams Het wijkteam is aanbieder van Wmo hulp en Jeugdulp. De klachtenregeling moet voldoen aan de wettelijke eisen op grond van de Wmo 2015 en Jeugdwet Klachten over Jeugdhulp moeten worden behandeld door een klachtencommissie die bestaat uit ten minste drie leden, waaronder een voorzitter die niet werkzaam is voor of bij de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling. De Wmo stelt geen vormeisen aan de klachtenprocedure voor Wmo hulp. Wij bereiden met de regiogemeenten de inrichting van een regionale klachtencommissie voor de wijkteams voor. Deze behandelt formele klachten over jeugdhulp door de wijkteams. Als er een samenloop is van jeugdhulp en Wmo hulp behandelt de commissie de gehele klacht. Klachten over Wmo hulp worden onderzocht door een klachtbehandelaar bij de (te vormen) afdeling wijkteams, vergelijkbaar met de huidige werkwijze voor Sociale zekerheid en het Stedelijk loket. Het mandaat voor afhandeling ligt bij de directeur. Voor deze werkwijze hebben wij een nieuwe klachtenregeling voor het wijkteam opgesteld, die wij tegelijk met deze RIB hebben vastgesteld. Als mensen zich niet kunnen vinden in de afhandeling van hun klacht kunnen zij zich wenden tot de Nationale Ombudsman. Mate van onafhankelijkheid: Klachten over jeugdhulp van het wijkteam worden in 2015 afgehandeld door een externe klachtencommissie. Overige klachten worden afgehandeld door de gemeente. Het mandaat voor afhandeling ligt bij de directie. Het onderzoeken van een klacht is belegd bij klachtbehandelaars. Formele klachten worden niet afgehandeld door mensen die betrokken zijn bij het ontstaan van de klacht. In tweede instantie kunnen mensen zich wenden tot de onafhankelijke Nationale Ombudsman. 2. Bezwaar Het gaat hier om bezwaar tegen een besluit van een bestuursorgaan. Voor Wmo-hulp en Jeugd-hulp gaat het om individuele voorzieningen die met een besluit (beschikking) worden toegekend. Tegen het verstrekken van algemene voorzieningen kan geen bezwaar worden gemaakt, omdat voor het gebruikmaken hiervan geen beschikkingen worden afgegeven. De wettelijke vereisten aan de procedure staan beschreven in de AWB (hoofdstuk 6). Bezwaar moet worden ingediend bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Cliënten worden in de beschikking geïnformeerd over de bezwaarprocedure. Tegen een beslissing op bezwaar van het college kan beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter. Vervolgens staat de mogelijkheid van hoger beroep open bij (meestal) de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State. Op bezwaar en beroep zijn enkele besluiten uitgezonderd. Dit zijn de besluiten om een jeugdige onder toezicht te stellen, uit huis te plaatsen of een jeugdreclasseringsmaatregel op te leggen. Deze besluiten

270 raadsinformatiebrief pagina 5 Gemeente Amersfoort zijn van bezwaar en beroep uitgesloten omdat hier een rechterlijke machtiging aan ten grondslag ligt. Tegen deze rechterlijke beschikkingen staat een rechtsgang open. Bezwaarprocedures Bezwaarafhandeling door Juridische Zaken gemeente Amersfoort. Deze procedure wordt onder andere gevolgd voor bezwaren tegen besluiten waarin individuele Wmovoorzieningen en individuele Jeugdvoorzieningen worden toegekend. De bezwaarschriften worden afgehandeld conform hoofdstuk 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht. De bezwaarmaker wordt gehoord door een portefeuillehouder die het onderwerp waarop het bezwaar betrekking heeft niet in zijn portefeuille heeft, en een medewerker van de afdeling juridische zaken die als secretaris optreedt. De afdeling juridische zaken neemt bij ontvangst van een bezwaar altijd contact op met de indiener, voor toelichting en als pre-mediation. Reglement procedureregeling Sociale Zekerheid. De bezwaarschriften worden afgehandeld conform hoofdstuk 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht. De afdeling sociale zekerheid maakt gebruik van een externe adviescommissie voor het horen en adviseren over bezwaarzaken (art. 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht). De adviescommissie adviseert het college over de te nemen beslissing op bezwaar. Mate van onafhankelijkheid Volgens de Algemene wet bestuursrecht moet het college een beslissing op bezwaar nemen. De route via juridische zaken en de portefeuillehouder is onafhankelijk van de inhoudelijk verantwoordelijke wethouder. De route via de bezwarencommissie SZ maakt gebruik van een onafhankelijk advies van de bezwarencommissie. Route naar een bezwaarprocedure bij toekenning van individuele voorzieningen de wijkteams Voor veel Wmo-hulp en Jeugdhulp waarvoor een toegangsbesluit nodig is loopt de aanvraagroute via het wijkteam. De procedure is omschreven in de nadere regels. Het wijkteam doet onderzoek om te komen tot een ondersteuningsplan. Betrokkenen kunnen ook zelf een plan opstellen dat dan betrokken wordt bij het onderzoek. Van de uitkomsten van het onderzoek wordt een verslag gemaakt. Betrokken kunnen opmerkingen of aanvullingen geven. Als de cliënt het verslag tekent voor akkoord kan dit dienen als aanvraag. Als de cliënt niet tekent voor akkoord wordt nagegaan of akkoord bereikt kan worden over een aangepast plan. Ook als wijkteam en cliënt het niet eens worden kan de cliënt een aanvraag indienen voor de gewenste voorziening. Deze kan gemotiveerd worden toe- of afgewezen, tegen deze beslissing kan bezwaar worden gemaakt. 3. Vertrouwenswerk Jeugd Op grond Jeugdwet 2015 is de gemeente de bevoegde autoriteit om een vertrouwenspersoon in te stellen. Landelijk is afgesproken om dit voor de komende drie jaar centraal via de VNG in te kopen, om deze belangrijke functie te borgen en niet het risico te lopen dat deze niet wordt ingekocht. Gemeenten moeten ervoor moeten zorgen dat de vertrouwenspersoon voor alle cliënten bekend en makkelijk toegankelijk is. De verplichting om voor cliënten een onafhankelijke vertrouwenspersoon ter beschikking te stellen is een belangrijk instrument om de rechten van jeugdigen die onder de nieuwe Jeugdwet vallen te waarborgen. Iedere cliënt die vragen, klachten over en/of problemen heeft met zijn/haar (rechts)positie en over de (toeleiding naar) jeugdhulp, mag ondersteuning krijgen van een bij wet ingestelde onafhankelijk vertrouwenspersoon. De dienstverlening is voor de cliënten gratis. Zij worden hierover geïnformeerd met de gesprekken met de wijkteams.

271 raadsinformatiebrief pagina 6 Gemeente Amersfoort De kerntaken van een onafhankelijk vertrouwenspersoon zijn informatie, advies, (klacht)ondersteuning te verlenen aan jeugdigen, ouders/verzorgers, (netwerk)pleegouders en rechtstreeks betrokkenen die hen daartoe verzoekt bij: Vragen, klachten of problemen inzake: o een individuele en/of collectieve beschikking van gemeenten; o de uitvoering van een onderzoek; o de uitvoering van de zorg, de (gezins)voogdij en/of jeugdreclassering; Een klacht-, bezwaar- of beroepsprocedure. Naast de primaire taak van individuele advisering en ondersteuning hebben de vertrouwenspersonen ook andere functies: voorlichting te geven over de (rechts)positie van cliënten aan de doelgroep en professionals; tekortkomingen in de structuur en de toeleiding naar en/of uitvoering van de zorg en/of (gezins)voogdij, voor zover deze afbreuk doen aan de rechten en/of de veiligheid van betrokkene(n), te signaleren en waar nodig aan de Inspectie te melden en; tenminste eenmaal per jaar een rapport uit te brengen ten behoeve van het kwaliteitsbeleid waarin de registratiegegevens en signalen staan vermeld. 4. Cliëntenondersteuning Wmo In de Wmo 2015 is clientenondersteuning gedefinieerd als: Onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen. In de andere regels Wmo is opgenomen dat wij ervoor zorgen dat ingezetenen een beroep kunnen doen op kostenloze cliëntenondersteuning, waarbij het belang van de cliënt uitgangspunt is. Op individueel niveau betreft het: a. kortdurende ondersteuning bij het organiseren van hulp op diverse leefgebieden b. het bieden van informatie en advies c. monitoring en evaluatie van dienstverlening en zorg op vraag van cliënten d. hulp bij het indienen klacht en bezwaar e. bemiddelen in een crisissituatie en zo snel mogelijk toeleiden naar wijkteam f. uitvoeren van onafhankelijke cliëntondersteuning op verzoek van de cliënt De taken zijn onderdeel van het takenpakket van wat wij in het beleidskader sociaal domein hebben beschreven als de sociale basisinfrastructuur en het wijkteam. Voor ondersteuning bij het indienen van klachten en bezwaarschriften kunnen mensen in 2015 in ieder geval terecht bij de sociaal raadslieden (Stadsring 51) en Stichting MEE Utrecht Gooi&Vecht. Mensen worden hierover geïnformeerd in de gesprekken met de wijkteams.

272 KLACHTENREGELING WIJKTEAMS AMERSFOORT 2015 Hoofdstuk I Artikel 1 Algemene bepalingen Begripsbepaling In deze regeling wordt verstaan onder: klacht: mondelinge of schriftelijke (waaronder digitale) uiting van ongenoegen over gedragingen van voor het wijkteam werkzame personen jegens een jeugdige, ouder, pleegouder of cliënt in het kader van verlening van jeugdhulp of maatschappelijke ondersteuning. klachtencommissie: commissie van drie leden die klachten in het kader van de verlening van jeugdhulp afhandelt en waarvan de voorzitter niet werkzaam is bij het wijkteam of de jeugdhulpaanbieder waar de persoon op wiens gedraging de klacht betrekking heeft een dienstverband mee heeft. klachtencoördinator: klachtenbehandelaar van het wijkteam die is aangewezen om de bij het wijkteam binnengekomen klachten te coördineren en af te handelen. Artikel 2 Informele klachtafhandeling 1. Mondelinge klachten worden mondeling afgehandeld door degene aan wie de klacht geuit wordt of door de klachtencoördinator. 2. Bij schriftelijke klachten neemt de klachtencoördinator contact op met klager om de klacht af te handelen. 3. Indien de klacht niet naar tevredenheid van de klager wordt afgehandeld en de klacht blijft bestaan, dan wel in het geval de klager zijn klacht direct formeel wil laten behandelen, volgt afhandeling van de klacht volgens de formele procedure van hoofdstuk II. 4. Indien de mondelinge of schriftelijke klacht betrekking heeft op een gedraging van de klachtencoördinator, wordt hij waargenomen door een vervanger. Hoofdstuk II Formele klachtafhandeling JEUGDHULP Artikel 3 Klachtbehandelaar 1. Klachten van een jeugdige, ouder of pleegouder in het kader van de verlening van jeugdhulp door het wijkteam worden behandeld door de klachtencommissie. 2. Klachten van een cliënt in het kader van door het wijkteam geleverde maatschappelijke ondersteuning worden afgehandeld door de daartoe aangewezen klachtencoördinator van het wijkteam. 3. Klachten van een jeugdige, ouder of pleegouder of van een cliënt of dienst wettelijke vertegenwoordiger in het kader van jeugdhulp die wordt gecombineerd met maatschappelijke ondersteuning, worden afgehandeld door een klachtencommissie 4. De persoon op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, neemt geen deel aan de klachtafhandeling. Artikel 4 Klachtencommissie jeugdhulp 1. Indien de klacht betrekking heeft op een gedraging die heeft plaatsgevonden bij de uitvoering van jeugdhulp en de klacht na de informele klachtafhandeling is blijven bestaan, dan wel in het geval de klager zijn klacht direct formeel wil laten behandelen, stuurt de klachtencoördinator de klacht onverwijld door naar de klachtencommissie. # v1 - KLACHTENREGELING WIJKTEAMS AMERSFOORT 2015

273 2. De klachtencommissie verricht haar werkzaamheden volgens een door haar op te stellen reglement. 3. De klachtencommissie stelt de klager en degene over wie is geklaagd in de gelegenheid om ) mondeling of schriftelijk een toelichting te geven over de gedraging waarover is geklaagd. 4. De klager en de degene over wie is geklaagd kunnen zich bij de behandeling van de klacht laten bijstaan De klachtencommissie stelt de klager en degene over wie is geklaagd nadat de betrokkenen mondeling of schriftelijk zijn gehoord schriftelijk en gemotiveerd in kennis van haar oordeel over de gegrondheid van de klacht. WMO Artikel 5 1. Indien de klacht betrekking heeft op een gedraging die heeft plaatsgevonden bij de uitvoering van maatschappelijke ondersteuning en de klacht na de informele klachtafhandeling is blijven bestaan, stelt de klachtencoördinator de klager en degene over wie is geklaagd in de gelegenheid om binnen twee weken na indiening van de klacht mondeling of schriftelijk een toelichting te geven over de gedraging waarover is geklaagd. 2. De klager en de degene over wie is geklaagd kunnen zich bij de behandeling van de klacht laten bijstaan. De klachtencoördinator stelt de klager en degene over wie is geklaagd binnen twee weken nadat de betrokkenen mondeling of schriftelijk zijn gehoord over de gedraging waarover is geklaagd, in kennis van zijn oordeel over de gegrondheid van de klacht. Artikel 6 Nationale Ombudsman Na afhandeling van een klacht volgens de bepalingen van hoofdstuk II, kan de klager zijn klacht voorleggen aan de Nationale Ombudsman. Hiervan wordt mededeling gedaan bij de afhandeling van de schriftelijke klacht. Artikel 7 Slotbepalingen 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari Deze regeling kan worden aangehaald als Klachtenregeling wijkteams Amersfoort. # v1 - KLACHTENREGELING WIJKTEAMS AMERSFOORT 2015

274 Toelichting Deze klachtenregeling is bedoeld voor zowel klachten in het kader van jeugdhulp als klachten in het kader van maatschappelijke ondersteuning. Uitgangspunt van de regeling is dat eerst informeel telefonisch of in een gesprek geprobeerd wordt de klacht naar tevredenheid af te handelen. Indien de klacht blijft bestaan, volgt de formele procedure waarbij de klager de gelegenheid krijgt te worden gehoord. Alleen voor klachten in het kader van jeugdhulp geldt dat deze worden afgehandeld door een (externe) klachtencommissie; klachten in het kader van maatschappelijke ondersteuning kunnen in het wijkteam zelf worden afgehandeld. In de regeling is opgenomen dat voor WMO-klachten de klachtencoördinator in het wijkteam de klager en de degene over wie geklaagd wordt in de gelegenheid stelt om een toelichting te geven over de klacht of over de gedraging. De klachtenregeling is opgesteld in achtneming van de wettelijke bepalingen uit de Jeugdwet en de WMO. In de Jeugdwet is opgenomen dat de jeugdhulpaanbieder een regeling opstelt voor de afhandeling van klachten (art Jeugdwet). Het wijkteam is een jeugdhulpaanbieder in de zin van de Jeugdwet, aangezien deze in de wet gedefinieerd wordt als natuurlijke persoon, het verband van natuurlijke personen of de rechtspersoon die bedrijfsmatig jeugdhulp doet verlenen onder verantwoordelijkheid van het college. In de WMO 2015 is opgenomen dat de gemeente in de verordening bepaalt welke eisen worden gesteld aan de afhandeling van klachten (artikel WMO). Belangrijke wettelijke bepalingen zijn verder dat klachten in het kader van jeugdhulp worden afgehandeld door een klachtencommissie waarvan de voorzitter niet werkzaam is voor bij de jeugdhulpaanbieder en dat klachten niet worden afgehandeld door degene op wiens gedraging de klacht rechtstreeks betrekking heeft (zowel Jeugdwet als WMO). Omdat het wijkteam geen aparte rechtspersoonlijkheid heeft waarmee zij als gemeentelijke afdeling kan worden beschouwd, gelden ook de bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht over klachtbehandeling (art. 9:1 t/m art. 9:12a Awb). Dit brengt met zich mee dat de klager zich na afronding van de klachtbehandeling kan wenden tot de Nationale Ombudsman in het geval hij niet tevreden is met de uitkomst van de klachtbehandeling. # v1 - KLACHTENREGELING WIJKTEAMS AMERSFOORT 2015

275 Rondetafelgesprek Klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein 23 augustus 2016

276 Aanleiding Amendement 28 oktober 2014: De Raad, overwegende dat de transities in het Sociaal Domein een andersoortig beroep op klachten- en bezwaarprocedures doen dan tot dusver in Amersfoort gebeurt, besluit: een door het college op te stellen nieuwe onafhankelijke klachtenregeling en bezwaarprocedure vast te stellen.

277 Proces 5 april 2016: Raadsacademie 23 augustus 2016: Rondetafelgesprek Daarna peiling, besluit en eventuele aanpassing van regelingen.

278 Deelnemers rondetafelgesprek inleider raadsacademie 5 april jl.: prof. mr. dr. A.T. Marseille vertegenwoordigers van cliënten vertegenwoordigers klachten- en bezwaarcommissies gemeente Gouda (voorbeeld informele aanpak) gemeentelijke betrokkenen bij behandeling klachten en bezwaren

279 Voorstel gespreksonderwerpen 1. accenten in de klacht- en bezwaarbehandeling: juridisch, sociaal en/of bedrijfsmatig 2. formele aanpak versus informele aanpak 3. inzet klachtencommissie en/of bezwarencommissie Met korte inleiding en discussiepunten per thema.

280 Bezwaren en klachten Bezwaar: Richt zich tegen een besluit, dwz: een rechtshandeling van een bestuursorgaan Klacht: Richt zich tegen een gedraging (vaak: handelen ter voorbereiding of uitvoering van een besluit), van een bestuursorgaan of van iemand die werkt onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan

281 1. Accenten in de klacht- en bezwaarbehandeling

282 Accenten in de klacht- en bezwaarbehandeling Behandeling van klachten en bezwaren beweegt zich tussen drie polen: 1. juridisch (toets op juridische kwaliteit besluit, gedegen/afgewogen oordeel over klacht); 2. sociaal (aandacht voor achterliggend conflict en oplossing geschil); 3. bedrijfsmatig (lage kosten, korte behandelingsduur).

283 Accenten in de klacht- en bezwaarbehandeling a. Op welke van de drie polen ligt in Amersfoort op dit moment de nadruk? b. Is er daarbij naar uw mening een verschil tussen de behandeling van bezwaren en die van klachten? c. Is een van de drie polen op dit moment onderbelicht?

284 2. Formele aanpak versus informele aanpak

285 Formele aanpak versus informele aanpak Veel gemeenten (ook Amersfoort) werken tegenwoordig met een informele aanpak bij klachten en bezwaren, d.w.z. dat zij informele elementen gebruiken in de procedure, aanvullend op de formele wettelijke eisen. De invulling van dit begrip verschilt per gemeente. Ook het Rijk stimuleert een informele aanpak bij gemeenten.

286 Formele aanpak versus informele aanpak a. Hoe staat u tegenover deze aanpak? b. Wanneer is het gebruik van informele elementen naar uw mening passend, wanneer niet? c. Hoe verhoudt het gebruik van informele elementen zich tot het door uw raad gewenste onafhankelijke karakter van de procedure? d. Hoe kan de Amersfoortse informele aanpak eventueel worden versterkt?

287 3. Inzet klachtencommissie en/of bezwarencommissie

288 Inzet klachtencommissie en/of bezwarencommissie Werkwijze in Amersfoort m.b.t. klachten: Jeugdwet: klachtencommissie (verplicht) Wmo en Participatiewet: ambtelijk horen Werkwijze in Amersfoort m.b.t. bezwaren: Participatiewet: bezwarencommissie Wmo en Jeugdwet: horen door collegelid

289 Inzet klachtencommissie en/of bezwarencommissie Meerwaarde betrokkenheid onafhankelijke derden kan zijn gelegen in: - kwaliteit heroverweging - garantie dat bestuursorgaan bij horen is betrokken Gevaar kan zijn: - juridisering - weinig aandacht voor doelmatigheid/ oplossing

290 Inzet klachtencommissie en/of bezwarencommissie a. Is het gewenst om de inzet van klachten- en bezwarencommissies binnen het Sociaal Domein uit te breiden? Voor welke typen klachten en bezwaren eventueel wel of niet? b. Op welk moment in het proces is inschakeling van een commissie zinvol?

291 Inzet klachtencommissie en/of bezwarencommissie c. Moet en kan een bezwarencommissie ook zoeken naar alternatieve oplossingen, of moet deze alleen toetsen of het besluit juridisch gezien klopt? d. Wat betekent de gewenste werkwijze voor de samenstelling van commissie(s)?

292 Conceptbesluitenlijst De Ronde datum: 23 augustus 2016 van tot uur vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01) aantal bezoekers: Onderwerp Klachten- en bezwaarprocedures in het Sociaal Domein Reg.nr Van College van B&W Soort bijeenkomst Rondetafelgesprek Van de raadsleden Met elkaar en met genodigden in gesprek te gaan over dit onderwerp. werd gevraagd Voorzitter Paffen-Zeenni Collegelid Bolsius, Imming, Tigelaar Secretaris Van Kan Ambtenaren Bokhove Fractiewoordvoerders De la Combé (PvdA), Happe (D66), Kennedy-Doornbos (ChristenUnie), Van Koningsveld (CDA), Land (GL), Langendam (BPA), Meijer (SP), Vijzelman- Waarheid (Actief), Voogt (VVD), Van Wegen (BPA) Inspreker(s)/ genodigden Samenvatting en afspraken Toezeggingen - Advies aan het presidium - de heer A.T. Marseille (Rijksuniversiteit Groningen) - de heer T. ter Horst (Participatieteam Sociaal Domein) - mevrouw H. Baars (Participatieteam Sociaal Domein) - de heer H. Scholman (Adviesraad Sociaal Domein) - mevrouw L. van Wijland (Cliëntenraad Sociale Zekerheid) - mevrouw M. Heemskerk (MEE UGV) - de heer A. van der Linden (Regionale Klachtencommissie Jeugd Eemland) - de heer E. van der Hoeven (jurist gemeente Gouda) - de heer N. Opstelten (klachtencoördinator gemeente Amersfoort) - mevrouw O. Hafkenscheid (klachtencoördinator gemeente Amersfoort) - de heer B. Maaijen (jurist gemeente Amersfoort) Na een korte aftrap door wethouder Imming heeft mevrouw Bokhove in samenwerking met de heer Marseille een presentatie verzorgd. Aan de hand van deze presentatie zijn woordvoeders met de genodigden in gesprek gegaan. Besproken onderwerpen zijn o.a.: - accenten in de klacht en bezwaarbehandeling: juridisch, sociaal en/of bedrijfsmatig; veel woordvoerders geven aan liefst meer nadruk de sociale component te zijn; - mogelijkheden voor invoering onafhankelijke klachten- en bezwaarcommissie en de voor- en nadelen die hier aan kleven; - belang van informele aanpak; het voorkomen van klachten en bezwaren; op zoek gaan naar de vraag achter vraag; - procedures afhandeling klachten en bezwaren in Amersfoort; - verschillen en overeenkomsten werkwijzen Amersfoort en Gouda; - inzet onafhankelijke klachtencoördinator (model klachtenregeling WKKGZ). Vervolgstap college

293 Agendapunt De Ronde Titel GroenLinks: Overlast Lavendelstraat e.o. Reg.nr Datum 23 augustus 2016 Van Fractie GroenLinks (Land) Portefeuillehouder Bolsius Ambtelijk contact Van Kan ( ) Programma 2. Veiligheid en handhaving Soort bijeenkomst Rondetafelgesprek Reden van aanbieding Naar aanleiding van overlast en onrust van dronken jongeren die omwonenden van de Lavendelstraat melden, wil GroenLinks met stakeholders onderzoeken wat er speelt en welke elementen beïnvloedbaar zijn vanuit de gemeentelijke politiek. Inhoud Inwoners van de Amersfoortse binnenstad weten dat zij de binnenstad delen met vele andere gebruikers. Tot op zekere hoogte zijn last en overlast onvermijdelijk. De binnenstad moet echter wel een prettige woonomgeving kunnen blijven. Dit staat rond de Lavendelstraat onder druk. De fractie van GroenLinks wil graag met verschillende stakeholders en raadsleden een antwoord zoeken op de volgende vragen: - Welke overlast wordt er ervaren? - Welke oorzaken liggen ten grondslag aan deze overlast? - Welke mogelijkheden zijn er om hier iets aan te doen? En wat kan de gemeenteraad hier in betekenen? NB. De vergunningverlening van De Karseboom wordt buiten deze discussie gehouden; hierover heeft GroenLinks op 12 augustus 2016 afzonderlijk schriftelijke vragen aan het college gesteld. Van de raadsleden wordt gevraagd In gesprek te gaan met de stakeholders om de verschillende elementen die een rol spelen in de overlast te verkennen. Vervolg Nader te bepalen. Advies presidium - Bijbehorende documenten - Achtergronddocumenten AD/Amersfoortse Courant Nachtje rond De Karseboom legt de dilemma s bloot (21 maart 2016) # v1 - AGENDAPUNT DR GROENLINKS: OVERLAST LAVENDELSTRAAT E.O.

294 Bron: AD/Amersfoortse Courant Bewoners/AD Nachtje rond De Karseboom legt de dilemma's bloot Het jeugdige publiek van café De Karseboom, dat in november verhuisde van het Lieve Vrouwekerkhof naar de Lavendelstraat, bezorgt omwonenden slapeloze weekeinden. De buurt is het geschreeuw, de rotzooi en de wildplassers zo beu, dat ze wil dat 'De Kars' opnieuw verkast. De krant nam zaterdagnacht poolshoogte. Marco Willemse , 09:04 Laatste update: , 21:39

295 De rij taxi's staat vanaf de Lavendelstraat tot in de Muurhuizen. Bewoners/AD Taxi's Eigenaar Thomas Kruip posteert zich tussen twaalf en één strategisch op de hoek van het Havik en de Lavendelstraat. Links van hem groeit de rij taxi's aan tot een colonne die doorloopt tot op de Muurhuizen. Sommige chauffeurs zetten de motor af, anderen laten hem lopen. Kruip kan zich de ergernis van bewoners goed voorstellen, ook al houdt hij staande dat het zelden scholieren zijn die een taxi nemen.,,maar hier moet een oplossing voor komen. Ik geef ze groot gelijk,'' zegt de kroegbaas vanonder zijn blauwe gebreide muts. Kruip kent na 25 jaar Karseboom zijn pappenheimers, zegt hij, wijzend naar de jongens en meisjes die wachten totdat ze naar binnen mogen. Er zitten soms vervelende portretten tussen,

296 maar die filteren hij en zijn deurpersoneel er probleemloos uit.,,wie niet komt voor een gezellige avond, heeft bij ons niks te zoeken. Dat weten ze ook hoor. Er zijn hier nu tussen de 400 en 500 jongeren binnen en ik ken ze bijna allemaal.'' De kritiek uit de buurt raakt hem dan ook.,,ik weet dat ze luidruchtig kunnen zijn na een avond stappen. We doen wat we kunnen om het te reguleren, maar je kunt niet tot honderden meters in de omtrek iedereen in de gaten houden.'' AD Bewoners/AD Geschreeuw Zo is het ook vanavond niet gelukt de jeugd weg te houden van de Appelmarkt. Het stilleven van tweewielers op het pleintje verandert een paar uur later in een orgie van gelach, geroep en geschreeuw. Voor de Appelmarkters, die het nodige gewend zijn, is de maat vol. Als de laatste kroegtijgers om zes uur huiswaarts zwalken, openbaart zich de andere grote ergernis van omwonenden. Pal voor de deur van het hoekappartement Havik-Papenhofstede ligt een flinke plak kots. Verderop nog een. De zijgevel van een woning aan de Appelmarkt is nat van de urine en in de vensterbanken aan het Havik liggen frietbakjes, bierblikjes en verfrommelde sigarettenpakjes. Een vroege bewoner zegt dat het nog meeviel vannacht.,,blijkbaar heeft de politie nu wel gelet op het gezuip op straat. Ik stuur je een foto van de flessen die ik vorige week bij elkaar heb geveegd. Dat is óók het verhaal.''

297 Beantwoording feitelijke vragen ten behoeve van het onderwerp Overlast Lavendelstraat e.o. in De Ronde op 23 augustus 2016 Afdeling: DIR.VTH.HOR Reg.nr.: Vragensteller (fractie) Youssef El- Messaoudi (PvdA) Youssef El- Messaoudi (PvdA) Youssef El- Messaoudi (PvdA) nr. Vraag Antwoord 1. Hoe ziet de horecastructuur (spreiding van de horeca, type horeca) in de binnenstad er uit? 2. Wie zijn de belangrijkste publiekstrekkers en waar zijn deze gevestigd (in de binnenstad)? 3. Kan een horeca exploitatievergunning worden geweigerd, indien er een vermoeden bestaat dat de komst van een ondernemer icm andere (type) ondernemers in de nabije omgeving en geografische ligging voor overlast kan/zal zorgen? In de horecanota, nummer , vastgesteld op 12 juni 2013 staat het horecaconcentratiegebied beschreven. Hierin staat dat uitbreiding van Horeca-B (harde horeca) alleen is toegestaan in het horecaconcentratiegebied. Horeca-A is onbeperkt toegestaan in de binnenstad. Alle publiekstrekkers liggen in het horecaconcentratiegebied. Karsseboom 18- Curtis 18- /gemêleerd Shots 18+ Laparte specifieke doelgroep Koetje specifieke doelgroep Miles jaar Fiji jaar Jacksons 30 + Boothill specifieke doelgroep Een aanvraag voor een horeca-exploitatievergunning kan worden geweigerd indien (naar oordeel van de burgemeester) moet worden aangenomen dat de woonen leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. Het moet dus op voorhand duidelijk zijn dat de wijze waarop het horecabedrijf geëxploiteerd zal worden voor een ontoelaatbare aantasting van het woon- en leefklimaat zal zorgen. (vastgelegd in de APV)

298 Conceptbesluitenlijst De Ronde datum: 23 augustus 2016 van tot uur vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01) aantal bezoekers: Onderwerp GroenLinks: Overlast Lavendelstraat e.o. Reg.nr Van Fractie GroenLinks (Land) Soort bijeenkomst Rondetafelgesprek Van de raadsleden In gesprek te gaan met de stakeholders om de verschillende elementen die een rol werd gevraagd spelen in de overlast te verkennen. Voorzitter Kennedy-Doornbos Collegelid Bolsius Secretaris Van Kan Ambtenaren Bakker, Buysse, Offringa, Prot Fractiewoordvoerders El-Messaoudi (PvdA), Fousert (Amersfoort2014), Hunink (CU), Kraanen (VVD), Land (GL), Langendam (BPA), Meijer (SP), Paffen-Zeenni (CDA), Pijper (D66), Steenbeek-Los (Actief), Van Wegen (BPA) Inspreker(s)/ Intern genodigden - mevrouw D. Bakker (beleidsadviseur) - mevrouw J. Buysse (projectleider) - de heer Jonathan Feringa (handhaver/boa) - de heer D. Offringa (wijkmanager) - de heer W. Prot (adviseur) Extern - de heer N. Alberts (politie) - de heer M. Jansen (politie) - de heer T. Kruip (De Karseboom) - de heer J. van de Burg (bewoner) - mevrouw S. Havekes (bewoner) - de heer A. Hopstaken (bewoner) - mevrouw I. Jansen (bewoner) Samenvatting en afspraken Na een korte inleiding door mevrouw Land, heeft burgemeester Bolsius aangegeven wat er in de afgelopen maanden o.a. is gebeurd: - realiseren pop-upfiestenstalling op de Hof (wordt eind september geëvalueerd) - verplaatsing van taxi s naar de Langestraat (wordt medio oktober gerealiseerd) - sinds april is handhaving tot later actief (was tot 2 uur, nu tot 5 uur) - gesprekken politie met ouders n.a.v. dronkenschap kinderen (worden filmpjes gemaakt van excessen) - mogelijk wordt cameratoezicht in het gebied nog uitgebreid Vervolgens zijn raadsleden met de genodigden in gesprek gegaan. Besproken onderwerpen waren o.a.: - overlast die ervaren wordt door bewoners - veranderde doelgroep sinds aanwezigheid De Karseboom - sneller en meer handhaven - spreidingsbeleid (harde) horeca - preventie door voorlichting op scholen - effecten aanwezigheid stewards - mogelijkheden schoonmaken op zaterdagochtend - effecten verlengen openingstijden horeca - effecten verhogen alcoholleeftijd - effecten boetes en mogelijke andere strafmaatregelen Initiatiefnemer Land heeft andere raadsleden opgeroepen om mee te denken over mogelijke vervolgstappen (o.a. hoe het horecabeleid anders vormgegeven kan worden).

299 Toezeggingen Advies aan het presidium Burgemeester Bolsius aangegeven te willen kijken naar: - de mogelijkheden voor preventie middels voorlichting op scholen; - het uitbreiden van de handhaving (aantal uren en mensen); - het inzetten van een schoonmaakploeg op zaterdag. Vervolgstap initiatiefnemer

300 Conceptbesluitenlijst De Ronde 23 augustus 2016 GroenLinks Overlast... Datum: dinsdag 23 augustus 2016 Aanvang: 18:45 Rondleiding Vathorst over lopende projecten Informatie

301 Conceptbesluitenlijst De Ronde 23 augustus 2016 GroenLinks Overlast... Rondleiding Vathorst over lopende projecten Informatie Inhoud agendapunt Rondleiding Vathorst over lopende projecten (pdf) Bijlage - Programma werkbezoek Vathorst (pdf) Agenda De Ronde 29 maart 2016

302 Agendapunt De Ronde Titel Rondleiding Vathorst over lopende projecten Datum 23 augustus 2016 Van College van B&W Portefeuillehouder Buijtelaar Ambtelijk contact Dee ( ) Programma 7. Ruimtelijke ontwikkeling Soort bijeenkomst Informatief werkbezoek Reden van aanbieding In het verleden is met de gemeenteraad afgesproken om twee maal per jaar Vathorst te agenderen. In het begin van het jaar is dat gebeurd aan de hand van de grondexploitatie en nu in de vorm van een werkbezoek aan Vathorst. Inhoud Raadsleden worden om uur ontvangen op het i-centrum in Vathorst (adres: Veenslagen 2). Na een korte introductie worden raadsleden op de fiets rondgeleid door de wijk waarbij uitleg gegeven zal worden over lopende en toekomstige projecten. Reg.nr Verzoek aan raadsleden is om zo veel mogelijk op de fiets te komen. Voor raadsleden die toch met auto of openbaar vervoer komen zijn er leenfietsen beschikbaar. Van de raadsleden wordt gevraagd Al fietsend door Vathorst kennis te nemen van de stand van zaken van lopende en toekomstige projecten. Vervolg - Advies presidium - Bijbehorende documenten Programma werkbezoek Achtergronddocumenten Agenda de Ronde 29 maart 2016 # v1 - AGENDAPUNT DR RONDLEIDING VATHORST OVER LOPENDE PROJECTEN

303 Programma werkbezoek gemeenteraad Amersfoort Datum: 23 augustus 2016 Ontvangstlocatie: i-centrum Vathorst, Veenslagen 2, 3825 RT Amersfoort 18.45u Ontvangst met koffie/thee/fris 19.00u Welkom door de heer Giel van der Vlies (directeur OBV) en wethouder Hans Buijtelaar. Korte toelichting bij de maquette over huidige stand van zaken u Start fietsroute Afhankelijk van het aantal deelnemers wordt gefietst in twee of drie groepen. Per groep zal een medewerker van OBV de groep begeleiden en onderweg uitleg geven. Voor zover nodig zijn fietsen beschikbaar. Tijdens de fietstocht worden de volgende locaties bezocht: Winkelcentrum Vathorst/Stationsgebied Locatie Podium Laak 3 Laak 2 Waterdorp Laak 2b/Vathorst West 20.30u Retour i-centrum Mogelijkheid tot stellen van vragen en/of nadere toelichting 21.00u Einde werkbezoek en gelegenheid tot napraten.

304 Fietsroute 5 4 i i Start i-centrum Vathorst Winkelcentrum/Station Locatie Podium Laak 3 Laak 2 Waterdorp Laak 2b/Vathorst West

305 1 Winkelcentrum Gerealiseerd: m2 winkels - Het Icoon (Bibliotheek, Vathorst College) - Hart van Vathorst (kerk en zorg) Nog te realiseren: m2 winkels (startbouw eind 2016) Winkelcentrum fase 2b: start eind 2016

306 2 Locatie Podium Gerealiseerd: m2 kantoor (Stater, Volker Wessels) Nog te realiseren: - Nationaal Collectie Centrum (CCN) - Herontwikkeling resterend gebied

307 3 Deelplan Laak 3 Gerealiseerd: - Warmte/kracht-centrale - GymXL (2.500 m2 turnhal) - P&R (1 e fase) Nog te realiseren: - kerk - ca. 85 woningen/appartementen - voorzieningen/werkkavels

308 4 Laak 2 Waterdorp Programma: - 60 sociale huur koopwoningen - 35 vrije kavels Eind 2016: bouwrijp maken Startbouw woningen: voorjaar 2017

309 5 Laak 2b/Vathorst West Programma Laak 2b: - 60 sociale huur koopwoningen - 35 vrije kavels Eind 2016: Uitwerkingsplan in procedure Begin 2017: Start planontwikkeling

Bestuurlijk overleg Jeugd & Onderwijs: Operatie Amersfoort Jong II 2013-2014. 9 december 2013

Bestuurlijk overleg Jeugd & Onderwijs: Operatie Amersfoort Jong II 2013-2014. 9 december 2013 Bestuurlijk overleg Jeugd & Onderwijs: Operatie Amersfoort Jong II 2013-2014 9 december 2013 Vooraf Formele bekrachtiging evaluatie doelstellingen 2013 en vaststellen doelstelling 2014 In tegenstelling

Nadere informatie

De toekomst begint vandaag!

De toekomst begint vandaag! verder bouwen aan de kindcentra 0-13 s-hertogenbosch De toekomst begint vandaag! Als professionals, schoolbesturen, kinderopvangorganisaties en gemeente werken we samen aan de kindcentra 0-13 s-hertogenbosch;

Nadere informatie

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Workshop verzorgd door: Rob Gilsing (SCP) Hans Migchielsen (Jeugd en Onderwijs) Opzet: inhoudelijke karakterisering lokaal educatieve agenda: Landelijk (relatie

Nadere informatie

Kinderen/jeugdigen hebben hun plek in de openbare ruimte/de samenleving. Een sterk jeugd- en jongerenwerk gebaseerd op Welzijn Nieuwe Stijl

Kinderen/jeugdigen hebben hun plek in de openbare ruimte/de samenleving. Een sterk jeugd- en jongerenwerk gebaseerd op Welzijn Nieuwe Stijl Vrije Tijd 2012- Optimale ontmoetings- en De jeugd faciliteren om elkaar te ontwikkelingsmogelijkheden voor ontmoeten in de eigen omgeving kinderen en jeugdigen zodat zij hun sociale netwerken opbouwen

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Nederweert Plaats : Nederweert Gemeentenummer : 0946 Onderzoeksnummer : 292866 Datum onderzoek : 20 april 2017

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Evaluatie nieuwe impuls Steller M. Mulder De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 60 97 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6044570 Datum 23-11-2016 Uw brief van Uw

Nadere informatie

Child Friendly Cities...1. Gemeente Huizen...2. Gemeente Gilze en Rijen...2. Gemeente Hoogeveen...2. Gemeente Den Haag...3

Child Friendly Cities...1. Gemeente Huizen...2. Gemeente Gilze en Rijen...2. Gemeente Hoogeveen...2. Gemeente Den Haag...3 Voorbeelden van Child Friendly Cities Bent u benieuwd wat gemeenten doen om kindvriendelijker te zijn? Lees de voorbeelden van de gemeenten Huizen, Hoogeveen, Gilze en Rijen, Den Haag, Capelle aan den

Nadere informatie

Onderwerp Beleidskader Jeugd Datum 6 november 2018

Onderwerp Beleidskader Jeugd Datum 6 november 2018 2018-377 Gemeenteraad Onderwerp Beleidskader Jeugd 2018-2022 Datum 6 november 2018 Raadsvoorstel Afdeling Strategie Maatschappelijke Ontwikkeling Portefeuillehouder J. Kuiper Onderwerp Vaststelling Beleidskader

Nadere informatie

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^ Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: Activiteit; Stellers: Conny van Aarle Akkoord: Gemeente Boxtel, afd. Maatschappelijke Ontwikkeling H. Schuurman;

Nadere informatie

1. Bestuurlijke opdracht

1. Bestuurlijke opdracht PROJECTPLAN LEA KAMER ZORG 1. Bestuurlijke opdracht 1.1. Algemeen De algemene bestuurlijke opdracht luidt: Gebruik de bestaande inventarisatie over signalering en sluitende aanpak, om vorm te geven aan

Nadere informatie

Actieplan Veilige School 2015-2018

Actieplan Veilige School 2015-2018 Actieplan Veilige School 2015-2018 Inleiding De actieplannen Veilige School 1 van de afgelopen jaren hebben er voor gezorgd dat het onderwerp veiligheid goed op de kaart van het Haagse onderwijs staat.

Nadere informatie

Lokaal Educatieve Agenda Breda samenvatting

Lokaal Educatieve Agenda Breda samenvatting Lokaal Educatieve Agenda Breda samenvatting LEA en partners LEA staat symbool voor de Bredase jeugd van 0 tot 23 jaar die alle kansen krijgt om een goede schoolloopbaan te doorlopen: een kind van 0 tot

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Blaricum Plaats : Blaricum Gemeentenummer : 0376 Onderzoeksnummer : 293985 Datum onderzoek : 3 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers VISIEDOCUMENT November 2015 OOGO De Liemers De samenwerkende gemeenten Duiven, Montferland, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar en de samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september 2009 Programma 1. Opening door wethouder Everink 2. Toelichting op gemeentelijk onderwijs- en jeugdbeleid Locale Educatieve Agenda (LEA) Centrum voor Jeugd en Gezin

Nadere informatie

Kadernotitie Voor- en Vroegschoolse Educatie, Een stap vooruit, 2014-2017

Kadernotitie Voor- en Vroegschoolse Educatie, Een stap vooruit, 2014-2017 Kadernotitie Voor- en Vroegschoolse Educatie, Een stap vooruit, 2014-2017 1. Inleiding Op 15 december 2011 heeft de gemeenteraad besloten om de Beleidsnotitie Voorschoolse educatie, Bundelen van Krachten

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders Burgemeester en wethouders Raadsvoorstel voor behandeling in oordeelvormende/besluitvormende vergadering Datum vergadering 23 juni 2016 Zaaknummer : Onderwerp Beleidskader peuteropvang 49262 Agendapunt

Nadere informatie

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017 Beleidskader RMC 2017-2020 Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017 Inleiding Voor u ligt het beleidskader RMC van de regio Zuidoost-Brabant. RMC staat voor Regionaal Meld- en Coördinatiepunt. Gemeenten

Nadere informatie

B&W Vergadering. Besluit 1. Het college stemt in met de Intentieovereenkomst van de bevoegde gezagen van de

B&W Vergadering. Besluit 1. Het college stemt in met de Intentieovereenkomst van de bevoegde gezagen van de 2.2.6 Intentieovereenkomst Voortijdig Schoolverlaten 1 Dossier 741 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 741 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 6 september 2016 Agendapunt 2.2.6 Omschrijving Intentieovereenkomst

Nadere informatie

Allemaal opvoeders; een solide basis voor jeugd in Amersfoort

Allemaal opvoeders; een solide basis voor jeugd in Amersfoort Allemaal opvoeders; een solide basis voor jeugd in Amersfoort G e m e e n t e A m e r s f o o r t A f d e l i n g S a m e n L e v e n Uitvoeringsprogramma Jeugd en Onderwijs 2017-2020 Dit Uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Project MEEdoen. De aanvraag betreft een subsidie uit het Transitiefonds Sociaal Domein en hebben betrekking op domein D; invoering Passend Onderwijs.

Project MEEdoen. De aanvraag betreft een subsidie uit het Transitiefonds Sociaal Domein en hebben betrekking op domein D; invoering Passend Onderwijs. Project MEEdoen Mede namens SKL en WSNS, biedt MEE IJsseloevers hierbij 2 projectbeschrijvingen aan betreffende MEEdoen in het basisonderwijs en MEEdoen in de kinderopvang. Beide projecten worden door

Nadere informatie

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent jeugd en onderwijs

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent jeugd en onderwijs CVDR Officiële uitgave van Amersfoort. Nr. CVDR608905_1 21 maart 2018 Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent jeugd en onderwijs Beleidsregel

Nadere informatie

Lokaal Educatieve Agenda

Lokaal Educatieve Agenda Lokaal Educatieve Agenda 2010-2014 Auteur P. Vollebregt Versienummer Versie 1.0 Auteur Status P. Vollebregt Concept Editiedatum 23 mei 2011 Format 11-1-2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Visie: Een leven

Nadere informatie

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model Convenant uitvoering Boxtels model Impuls kwaliteit VVE beleid Boxtel 6 juli 2011 Aanleiding en doelstelling bestuurlijk convenant Met ingang van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie krijgt

Nadere informatie

Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp

Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp Onderwijs en de gemeente Oldebroek werken nauw samen aan een gezond opvoed- en opgroeiklimaat voor kinderen. Preventie ter voorkoming van ontwikkelingsproblemen

Nadere informatie

Allemaal opvoeders: een solide basis voor jeugd in Amersfoort. Uitvoeringsprogramma Jeugd en Onderwijs

Allemaal opvoeders: een solide basis voor jeugd in Amersfoort. Uitvoeringsprogramma Jeugd en Onderwijs Allemaal opvoeders: een solide basis voor jeugd in Amersfoort Uitvoeringsprogramma Jeugd en Onderwijs 2017-2020 2 2 Foto: Ruud van der Graaf Allemaal opvoeders: een solide basis voor jeugd in Amersfoort

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar Openbaar Onderwerp Subsidieverlening project School's cool en Coachproject Nijmegen 2014 tot en met 2016 Programma / Programmanummer Onderwijs / 1073 BW-nummer Portefeuillehouder H. Beerten Samenvatting

Nadere informatie

De lokale educatieve Agenda. Hoe ver zijn we? Joke ten Berge

De lokale educatieve Agenda. Hoe ver zijn we? Joke ten Berge De lokale educatieve Agenda. Hoe ver zijn we? Joke Kruiter Joke ten Berge Oberon VNG Deze presentatie Kennismaken Stand van zaken LEA Voorbeelden LEA in een plattelandsgemeente LEA in de G4 VVE in de LEA

Nadere informatie

Convenant Kindcentra

Convenant Kindcentra Convenant Kindcentra 2015 2018 1 Partijen: 1. Dak Kindercentra, vertegenwoordigd door mevrouw Briedé, voorzitter Raad van Bestuur; 2. Lucas Onderwijs, vertegenwoordigd door de heer van Vliet, voorzitter

Nadere informatie

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Informatienotitie AAN VAN Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders ONDERWERP plan van aanpak Centrum voor Jeugd en Gezin 2012 2013 DATUM 21 juni 2012 KOPIE AAN S. Rijninks BIJLAGE 1 REGISTRATIENUMMER

Nadere informatie

Nieuwe koers brede school

Nieuwe koers brede school bijlage bij beleidsvoorstel Brede Talentontwikkeling in de Kindcentra 28 mei 2013 Nieuwe koers brede school (november 2012) 1. Waarom een nieuwe koers? De gemeente Enschede wil investeren in de jeugd.

Nadere informatie

DISCUSSIENOTITIE VOOR DE COMMISSIE

DISCUSSIENOTITIE VOOR DE COMMISSIE DISCUSSIENOTITIE VOOR DE COMMISSIE Onderwerp: Toekomst peuterspeelzaalwerk Registratienummer: 00586225 Op voorstel B&W d.d.: 14 juni 2016 Datum vergadering: 6 juli 2016 Portefeuillehouder: M.M. Schlösser

Nadere informatie

Nota van uitgangspunten voorschoolse educatie mei 2019

Nota van uitgangspunten voorschoolse educatie mei 2019 Nota van uitgangspunten voorschoolse educatie 2020-2023 14 mei 2019 1 Inhoud Aanleiding 3 1 Doel van de nota van uitgangspunten 4 2 Ambitie 4 3 Aanpak 5 4 Sturing en partnerschap 7 5 Budgettaire kaders

Nadere informatie

Notitie Onderwijs en LEA 2011

Notitie Onderwijs en LEA 2011 BESPREEKNOTITIE TEN BEHOEVE VAN DE VOORBEREIDENDE RAADSVERGADERING Datum : 24 augustus 2011 Datum vergadering : 6 september 2011 Onderwerp : Notitie Onderwijs en LEA 2011 Geachte raad, Binnen de eerder

Nadere informatie

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Voor een sterke basis Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Overzicht wettelijke verplichtingen in jeugd, onderwijs en opvang Gemeenten zijn uitvoerders van overheidsbeleid;

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 19 juni 2018 Zaaknummer: 479483 Portefeuillehouder : J. Gopal Openbaar Besloten Team : Team Mens en Maatschappij Adviseur

Nadere informatie

Wethoudersoverleg Sociaal Domein

Wethoudersoverleg Sociaal Domein Wethoudersoverleg Sociaal Domein Onderdeel : Jeugd Agendapunt : 9 Nummer : 13.0004438 Onderwerp: Plan van aanpak Passend Onderwijs Bijlagen: Inleiding: Vanaf 1 augustus 2014 zijn scholen verplicht een

Nadere informatie

Subsidieregeling Onderwijsachterstanden

Subsidieregeling Onderwijsachterstanden Subsidieregeling Onderwijsachterstanden 2020-2022 Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal; gelet op artikel 2, eerste lid, onder e, en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Roosendaal;

Nadere informatie

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd Opdrachtgever: Hans Tanis, Wethouder Onderwijs Auteurs: Hans Erkens en Diana Vonk Datum: 9 oktober 2013 Inleiding 1.1. Aanleiding

Nadere informatie

Agenda voor de Toekomst Aanval op de schooluitval 2015-2018. RMC regio Zuid-en Midden- Kennemerland

Agenda voor de Toekomst Aanval op de schooluitval 2015-2018. RMC regio Zuid-en Midden- Kennemerland Agenda voor de Toekomst Aanval op de schooluitval 2015-2018 RMC regio Zuid-en Midden- Kennemerland Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en VSV per 1 januari 2014 Organisatie Bestuurlijk: Leerplicht,

Nadere informatie

Beleidscontext VVE + actualiteiten

Beleidscontext VVE + actualiteiten Beleidscontext VVE + actualiteiten Elly Dekker, beleidsadviseur VNG Ronde tafelconferentie taalachterstanden 18 januari 2016 Landelijke ontwikkelingen Wetsvoorstel Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzalen

Nadere informatie

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD MEMO AAN DE GEMEENTERAAD Aan T.a.v. Datum Betreft Van Ons kenmerk Bijlagen De gemeenteraad - Brede Welzijnsvisie Het college 121560 1 Controller Directie Paraaf Datum CC Samenvatting Op 3 juli 2012 heeft

Nadere informatie

Nieuwe verhoudingen Nieuwe dynamiek; Evaluatie /impuls Vensterscholen Groningen. Anita Schnieders Jur de Haan

Nieuwe verhoudingen Nieuwe dynamiek; Evaluatie /impuls Vensterscholen Groningen. Anita Schnieders Jur de Haan Nieuwe verhoudingen Nieuwe dynamiek; Evaluatie /impuls Vensterscholen Groningen Anita Schnieders Jur de Haan Sessie opzet De Vensterschool in Groningen Aanleiding voor de evaluatie Karakter van de Evaluatie

Nadere informatie

Gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening gemeente Lingewaard 2016;

Gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening gemeente Lingewaard 2016; Subsidieregels lokaal innovatiefonds gemeente Lingewaard Burgemeester en wethouder van de gemeente Lingewaard; Gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening gemeente Lingewaard 06; Overwegende

Nadere informatie

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Convenant uitvoering Boxtels model Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Inleiding De Voor- en Vroegschoolse Educatie en de daarmee te behalen opbrengsten in de ontwikkeling van kinderen staan landelijk

Nadere informatie

Voorstel om te besluiten Het door de raad vastgestelde subsidieplafond voor de voorschoolse voorzieningen van te verhogen tot

Voorstel om te besluiten Het door de raad vastgestelde subsidieplafond voor de voorschoolse voorzieningen van te verhogen tot Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 13 september 2017 / 74 / 2017 Fatale termijn: besluitvorming vóór: Onderwerp Ophoging subsidieplafond voorschoolse voorzieningen Programma Onderwijs Portefeuillehouder

Nadere informatie

Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente Haarlem in schooljaar ' BBV nr:

Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente Haarlem in schooljaar ' BBV nr: Informatienota Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente BBV nr: 2016/450120 1. Inleiding De gemeente Haarlem is sinds de inwerkingtreding van de

Nadere informatie

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Scholder an Scholder 2.0 - Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Opdracht Bestuurlijk Overleg Sport; 7 december 2016 Evaluatie van scholder an scholder (1.0) leert

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 27 augustus 2013

Voorstelnummer: Houten, 27 augustus 2013 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2013-053 Houten, 27 augustus 2013 Onderwerp: Notitie opdrachtgeverschap & experimenten Sociale agenda 2013/2014 Beslispunten: 1. De Notitie opdrachtgeverschap & experimenten

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Westland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Westland RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Westland Plaats : Naaldwijk Gemeentenummer : 1783 Onderzoeksnummer : 293977 Datum onderzoek : 17 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot

Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot Aanleiding In november 2017 is naast de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk ook de Wet innovatie en

Nadere informatie

Met elkaar voor elkaar

Met elkaar voor elkaar Met elkaar voor elkaar Publiekssamenvatting Oktober 2013 1 1 Inleiding Met elkaar, voor elkaar. De titel van deze notitie is ook ons motto voor de komende jaren. Samen met u (inwoners en beroepskrachten)

Nadere informatie

Prestatie- overeenkomst subsidie Voorschoolse Educatie in de peuteropvang 2018:

Prestatie- overeenkomst subsidie Voorschoolse Educatie in de peuteropvang 2018: Prestatie- overeenkomst subsidie Voorschoolse Educatie in de peuteropvang 2018: VVE= Voor- en Vroegschoolse Educatie Activiteit: Stellers: Conny van Aarle Akkoord: Gemeente Boxtel, afd. Maatschappelijke

Nadere informatie

Schets van de Educatieve Agenda

Schets van de Educatieve Agenda Schets van de Educatieve Agenda 1. Inleiding In augustus 2006 is de tweede periode Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (GOA) beeindigd. Vanaf augustus 2006 is een nieuw inhoudelijk kader van toepassing

Nadere informatie

Expeditie Sociaal Domein Tiel Beeldvormingsavond 26 februari 2014

Expeditie Sociaal Domein Tiel Beeldvormingsavond 26 februari 2014 Expeditie Sociaal Domein Tiel Beeldvormingsavond 26 februari 2014 Doel themabijeenkomst Planning en organisatie Bestuurlijke planning Rollen context sociaal domein Het speelveld in de decentralisaties

Nadere informatie

Culemborgs VVE beleid 2011-2014

Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Wat is VVE? VVE staat voor voor- en vroegschoolse educatie. VVE is een programmatisch aanbod dat er op gericht is om taal- en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen te

Nadere informatie

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013 Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013 Mezelf even voorstellen Een verkenning op hoofdlijnen van de raakvlakken tussen Passend onderwijs en zorg voor jeugd Met u in gesprek Samenwerken! Doelstelling

Nadere informatie

Vaststellen verzuimprotocol Beroeps en Volwassenen Educatie

Vaststellen verzuimprotocol Beroeps en Volwassenen Educatie Openbaar Onderwerp Vaststellen verzuimprotocol Beroeps en Volwassenen Educatie Programma / Programmanummer Onderwijs / 1073 BW-nummer Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting Om schooluitval

Nadere informatie

Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid

Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid Het gemeentelijke beleid is in beweging. De decentralisaties in het sociale domein brengen nieuwe taken voor gemeenten met zich mee én bieden ruimte om de zaken

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5 Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder H.A. Driessen en M. Melissen Begrotingsprogramma Onderwerp - Beleidsplan Wmo en Jeugdhulp 2015 2016 - Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 29 maart 2017 / 29/2017. Fatale termijn: besluitvorming vóór:

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 29 maart 2017 / 29/2017. Fatale termijn: besluitvorming vóór: Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 29 maart 2017 / 29/2017 Fatale termijn: besluitvorming vóór: Onderwerp Begrotingswijziging inzake bijdrage Rijk voortijdig schoolverlaten Programma Onderwijs

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen.

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen. Raadsvoorstel Aan : Gemeenteraad Datum vergadering : 15 oktober 2014 Agenda nummer : 2014-07-13997 Portefeuillehouder : K. Krook Onderwerp : Vaststelling beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen

Nadere informatie

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014 Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014 1. Inleiding Kinderen ontplooien zich later beter in onderwijs en maatschappij als hun start goed is. Als een kind in de voor- of vroegschoolse

Nadere informatie

Vervolgaanpak vsv en jongeren in een kwetsbare positie. Den Bosch,

Vervolgaanpak vsv en jongeren in een kwetsbare positie. Den Bosch, Vervolgaanpak vsv en jongeren in een kwetsbare positie Den Bosch, 25-11-2015 Inhoud Uitgangspunten en hoofdlijnen Doelgroep Regionaal programma Vangnet Financiële middelen Toelichting taken RMC en instellingen

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. De Friese Meren

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. De Friese Meren RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE De Friese Meren Gemeentenummer : 1921 Onderzoeksnummer : 287893 Datum onderzoek : 25 februari 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Beleidskader maatschappelijk zorg besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Beleidskader maatschappelijk zorg besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen Raadsvoorste l Raadsvoorstel Beleidskader maatschappelijk zorg 2017-2025 doel: aan: besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen zaaknummer: 164032 datum voorstel: 31 oktober 2016 datum collegevergadering:

Nadere informatie

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne Partijen Schoolbesturen VCO De Kring (CNS De Nieuwe Weg, Baron de Vos van Steenwijkschool) Onderwijsgroep PRIMOvpr (De Driehoek, Obs Mildenburg, Obs Het

Nadere informatie

Projectplan Passend Onderwijs

Projectplan Passend Onderwijs Projectplan Passend Onderwijs Naam van het project Passend Onderwijs Opdrachtgever Bestuurlijk opdrachtgever: College van B&W Ambtelijk opdrachtgever: Klara Slijkhuis Primaat houdende afdeling Afdeling

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling!

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling! Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk Spelen in het belang van talentontwikkeling! Peuterspeelzalen en gemeente Sinds zestiger jaren vorige eeuw Vrijwilligersinitiatief soms met gemeentelijke stimuleringsubsidie,

Nadere informatie

RMC FUNCTIE EN DE VSV AANPAK

RMC FUNCTIE EN DE VSV AANPAK RMC FUNCTIE EN DE VSV AANPAK RMC toelichting functie Uitvoering RMC leerplicht inhoud en cijfers VSV aanpak organisatie activiteiten cijfers Ontwikkelingen nieuwe VSV aanpak kwetsbare jongeren verandering

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Subsidie School's cool en Coachproject ROC.

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Subsidie School's cool en Coachproject ROC. Openbaar Onderwerp Subsidie School's cool en Coachproject ROC Programma / Programmanummer Onderwijs / 1073 BW-nummer Portefeuillehouder H. Beerten Samenvatting De afgelopen jaren is door de stichting School

Nadere informatie

Onderwijsachterstanden beleid en harmonisatie kinderopvang

Onderwijsachterstanden beleid en harmonisatie kinderopvang Onderwijsachterstanden beleid en harmonisatie kinderopvang 1 Aanleiding Op 1 januari 2018 is de nieuwe wet Kinderopvang in werking getreden. Dit was een aanleiding voor nieuw beleid ten aanzien van peuteropvang

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE Achtkarspelen Plaats : Buitenpost Gemeentenummer : 0059 Onderzoeksnummer : 288297 Datum onderzoek :

Nadere informatie

Agendanummer: Begrotingswijz.:

Agendanummer: Begrotingswijz.: Agendanummer: Begrotingswijz.: CS1 Notitie samenwerking en spreiding kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en primair Onderwerp : onderwijs 'Een stap in het bundelen van krachten' Kenmerk: 10/0025968 Aan de

Nadere informatie

Agendapunt 7. Pagina 1 van 1

Agendapunt 7. Pagina 1 van 1 Agendapunt 7 Vergadering : WGSSD Regio Amersfoort Datum : 3 december 2018 Onderwerp : Stand van zaken Sluitende aanpak 18-/18+ regio Amersfoort Bijlage : Concept presentatie BO SD 20 december Integraal

Nadere informatie

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond Visie en Stappenplan Transitie Jeugdzorg IJmond versie 8 februari 2012 1 1. Aanleiding Gemeenten worden volgens het Regeerakkoord 2010-2014

Nadere informatie

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) Vragenlijst Inhoud: 1. In hoeverre is er een gedeelde visie in de regio over wat er op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau dient te worden ingekocht en georganiseerd? Er vindt al goede samenwerking

Nadere informatie

De Ronde 21-06-2011 Aanvang: 19:00

De Ronde 21-06-2011 Aanvang: 19:00 De Ronde 21-06-2011 Aanvang: 19:00 Tijd Raadzaal 1.02 Molendijkzaal 0.01 Vermeerzaal 1.03 19:00 Basisrichting Structuurvisie Amersfoort 2030 Informatie Regionaal Werkvoorzieningschap Amersfoort en omgeving:

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Den Helder

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Den Helder RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Den Helder Plaats : Den Helder Gemeentenummer : 0400 Onderzoeksnummer : 277984 Datum onderzoek : 4 september

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs

Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs Naam Pieter Dekkers Ton Edelbroek Datum 5 december 2012 Opbouw presentatie 1. Introductie workshopleiders 2. Probleemschets 3. Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum : Ag nr. : Datum :29-03-07 Onderwerp Lokaal Educatieve Agenda 2007-2010 Voorstel Voorstel tot het vaststellen van de kaders voor de Lokaal Educatieve Agenda 2007-2010 Inleiding In 2006 hebben drie conferenties

Nadere informatie

1. Opening. 2. Presentatie over de kern van het concept Ondersteuningsplan. 3. Bespreken van het concept Ondersteuningsplan.

1. Opening. 2. Presentatie over de kern van het concept Ondersteuningsplan. 3. Bespreken van het concept Ondersteuningsplan. Verslag Op Overeenstemming Gericht Overleg tussen het Samenwerkingsverband 20-01 PO en de gemeenten in de provincie Groningen en de gemeente Noordenveld d.d. 24 januari 2014. 1. Opening. De voorzitter

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE BInspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Krimpen aan den IJssel Plaats : Krimpen aan den

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Terschelling

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Terschelling RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Terschelling Plaats : West-Terschelling Gemeentenummer : 0093 Onderzoeksnummer : 278069 Datum onderzoek : 19

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Leeuwarderadeel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Leeuwarderadeel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE Leeuwarderadeel Plaats : Stiens Gemeentenummer : 0081 Onderzoeksnummer : 288786 Datum onderzoek : 21

Nadere informatie

LOKALE EDUCATIEVE AGENDA GEMEENTE OLDENZAAL

LOKALE EDUCATIEVE AGENDA GEMEENTE OLDENZAAL LOKALE EDUCATIEVE AGENDA GEMEENTE OLDENZAAL 2017-2020 1 LOKALE EDUCATIEVE AGENDA De Lokale Educatieve Agenda 2017-2020 is tot stand gekomen in samenspraak met: Voorschoolse voorzieningen Columbus-Junior,

Nadere informatie

Oplegvel. 1. Onderwerp Preventie Geestelijke Gezondheidszorg en Verslavingszorg HR gemeenten 2. Rol van het

Oplegvel. 1. Onderwerp Preventie Geestelijke Gezondheidszorg en Verslavingszorg HR gemeenten 2. Rol van het Oplegvel 1. Onderwerp Preventie Geestelijke Gezondheidszorg en Verslavingszorg HR gemeenten 2. Rol van het Platformtaak volgens gemeente samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang Sinds 9

Nadere informatie

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2017-084 Houten, 28 november 2017 Onderwerp: Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Beslispunten: 1. De regionale koers maatschappelijke

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer Onderwerp: lokaal educatieve agenda gemeente Moerdijk,

RAADSVOORSTEL Agendanummer Onderwerp: lokaal educatieve agenda gemeente Moerdijk, RAADSVOORSTEL Agendanummer 10.2 Raadsvergadering van 23 september 2010 Onderwerp: lokaal educatieve agenda gemeente Moerdijk, 2010-2014 Verantwoordelijke portefeuillehouder: Mr. A. Grootenboer-Dubbelman

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Tiel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Tiel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Tiel Plaats : Tiel Gemeentenummer : 0281 Onderzoeksnummer : 292531 Datum onderzoek : 13 april 2017 Datum

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Beleidskader Opvang, Wonen en Herstel BBVnr: 2016/324154

Raadsstuk. Onderwerp: Beleidskader Opvang, Wonen en Herstel BBVnr: 2016/324154 Haarlem Raadsstuk Onderwerp: Beleidskader Opvang, Wonen en Herstel 2017-2020 BBVnr: 2016/324154 1. Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is de taak beschermd wonen door het Rijk gedecentraliseerd naar de (centrum)gemeenten.

Nadere informatie

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond *2012/8521* 2012/8521 registratienummer 2012/8521 Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond 1. Aanleiding Gemeenten worden volgens het Regeerakkoord 2010-2014 en de Bestuursafspraken

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College Bestuursagenda

Alleen ter besluitvorming door het College Bestuursagenda Openbaar Onderwerp Subsidie informele taalondersteuning 2014 Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051/ Werk & Inkomen/ 1061 B. Frings/ T. Tankir Samenvatting Met dit voorstel verlenen wij een

Nadere informatie

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat WMO Rotterdam Van verzorgingstaat naar - stad en - straat Beleidskader Wmo: voor wie? Inwoners van Rotterdam Circa 525.00 zelfredzame burgers Circa 62.000 beperkt zelfredzame burgers Circa 30.000 kwetsbare

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 12.0095 Rv. nr.: 12.0095 B en W-besluit d.d.: 18-9-2012 B en W-besluit nr.: 12.0802 Naam programma: Jeugd en onderwijs Onderwerp: Beleidsuitgangspunten voorschoolse voorzieningen en de relatie

Nadere informatie

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE Midden-Drenthe Plaats : Beilen Gemeentenummer : 1731 Onderzoeksnummer : 288094 Datum onderzoek : 11 februari

Nadere informatie

Openbaar. Subsidie voor-en vroegschoolse educatie (VVE) Zie vervolgblad. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel.

Openbaar. Subsidie voor-en vroegschoolse educatie (VVE) Zie vervolgblad. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Openbaar Onderwerp Subsidie voor-en vroegschoolse educatie (VVE) Programma / Programmanummer Onderwijs / 1073 Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting Wij vinden het belangrijk dat alle kinderen

Nadere informatie

Samen staan we sterker

Samen staan we sterker Samen staan we sterker Notitie voor Gemeente Berkelland over de harmonisatie en integratie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang in Eibergen-Rekken-Beltrum 4 september 2008 SKER-DHG 1 Inleiding Medio

Nadere informatie

Educatief Beraad gemeente Terneuzen 2016 2020 + Lokale Educatieve Agenda 2016 2020 Opzet van dit document 1. Wat is het Educatief Beraad? 2. Ambitie en visie samenwerkende partners in het Educatief Beraad.

Nadere informatie