RAADSVOORSTEL Agendanummer Onderwerp: lokaal educatieve agenda gemeente Moerdijk,

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL Agendanummer 10.2 Raadsvergadering van 23 september 2010 Onderwerp: lokaal educatieve agenda gemeente Moerdijk, Verantwoordelijke portefeuillehouder: Mr. A. Grootenboer-Dubbelman SAMENVATTING Sinds 2007 hebben de partners in het beleidsveld jeugd en onderwijs en de gemeente Moerdijk, die zijn verenigd in de stuurgroep jeugd en onderwijs, een lokaal educatieve agenda (LEA). In de LEA worden de gezamenlijke beleidsambities voor een periode vastgelegd. In de periode wordt opnieuw gewerkt met een lokaal educatieve agenda. Speerpunten in deze periode zijn: 1. versterken van de doorgaande lijnen 2. verbeteren van zorg in en om voorschoolse voorzieningen en de scholen 3. ontwikkelen van brede scholen Daarnaast streven de partners naar het sturen op resultaten door goede monitoring en evaluatie. De bovengenoemde speerpunten 1 en 2 geven met name uitvoering een (toekomstige) wettelijke taken. Speerpunt 3, ontwikkelen van brede scholen, vloeit voort uit de raadsagenda. WAT WILLEN WE BEREIKEN? Aanleiding Sinds 2007 hebben de partners in het beleidsveld jeugd en onderwijs en de gemeente Moerdijk, die zijn verenigd in de stuurgroep jeugd en onderwijs, een lokaal educatieve agenda (LEA). In de LEA worden de gezamenlijke beleidsambities voor een periode vastgelegd. De LEA is ontstaan als instrument om het wettelijk verplicht overleg met schoolbesturen en kinderopvang in het kader van het onderwijsachterstandbeleid vorm te geven en is uitgebouwd met thema s zoals doorgaande leer- en ontwikkelingslijnen, kwaliteit van zorg en brede schoolontwikkeling. Medio 2010 is de beleidsperiode van de eerste Moerdijkse lokaal educatieve agenda ten einde. Om een drietal redenen heeft de stuurgroep jeugd en onderwijs op 15 oktober een projectgroep de opdracht verstrekt om een nieuwe LEA op te stellen, te weten: 1. het wettelijk verplicht overleg tussen gemeente, schoolbesturen en kinderopvang in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid blijft gehandhaafd; 2. in de aangekondigde OKE (Ontwikkeling door Kwaliteit en Educatie) wetgeving en wetgeving zorg in en om de scholen is wederom een wettelijke verplichting tot overleg opgenomen; en 3. de implementatie van de thema s in de LEA hebben laten zien dat hierin veel partijen betrokken zijn, waarbij een goede organisatie en kaderstelling noodzakelijk is. Onderzoek naar cijfers en trends, een (voorlopige) evaluatie van de LEA , een inventarisatie van de verplichte onderwerpen en de wettelijke ontwikkelingen in de periode , hebben tot het voorstel aan de stuurgroep geleid om in te zetten op de volgende punten op de beleidagenda: a. versterken van de doorgaande lijnen (voorschool primair onderwijs voortgezet onderwijs) b. verbeteren van zorg in en om voorschoolse voorzieningen en de scholen c. ontwikkelen van brede scholen d. sturen op resultaten door goede monitoring en evaluatie Deze beleidsagenda is uitgeschreven in concrete activiteiten. Gekozen is voor een resultaatgerichte aanpak.

2 Op 3 juni jl. heeft de stuurgroep ingestemd met het voorstel lokaal educatieve agenda Het voorstel wordt nu voorgelegd aan de besturen van de partners in de stuurgroep, omdat hier de financiële en juridische verantwoordelijkheid ligt voor de/een aantal thema s. Met een instemming van uw raad wordt niet alleen een beleidskader voor de komende vier jaar vastgelegd, maar wordt ook de inzet van de specifieke rijksuitkering onderwijsachterstanden bepaald. Het jaarlijks wettelijk verplicht overleg wordt door het college neergelegd bij de stuurgroep. Doelstellingen Het doel van een lokaal educatieve agenda is: - een gezamenlijk meerjaren beleidskader met partners in het onderwijs en jeugdbeleid te formaliseren; - vorm geven aan wettelijke verplichting tot overleg; - inzet van budgetten inzichtelijk maken. Het doel van de lokaal educatieve agenda is: - versterken van de doorgaande lijnen - verbeteren van zorg in en om voorschoolse voorzieningen en de scholen - ontwikkelen van brede scholen - sturen op resultaten door goede monitoring en evaluatie Beleidsmarges Een drietal beleidsplannen vormen het kader voor de lokaal educatieve agenda: 1. het beleidsplan onderwijs: de koers van het onderwijs ( ) 2. de gemeentelijk taalbeleidsplan ( ) 3. het beleidsplan maatschappij ( ) In het kader van de wetgeving onderwijsachterstanden WPO afdeling 10 (artikel 165 t/m 170) en specifiek artikel 167 voeren het college en bevoegde gezagsorganen van de scholen en de kinderopvang in de gemeente jaarlijks overleg over: - het voorkomen van segregatie - het bevorderen van integratie - het bestrijden van onderwijsachterstanden - de afstemming over inschrijvings- en toelatingsprocedures en het uit overleg voortvloeiend voorstel van het bevoegd gezag van in de gemeente gevestigde scholen om tot een evenwichtige verdeling van leerlingen met een onderwijsachterstand over de scholen te komen, waaronder de doorlopende leerlijn van voorschoolse educatie naar basisonderwijs. Het overleg is gericht op het maken van afspraken over de genoemde onderwerpen. Deze afspraken hebben zoveel mogelijk het karakter van meetbare doelen. Het college kan de uitkomsten van het verplichte overleg omzetten in bindende afspraken over andere te realiseren prestaties en inspanning, die alvorens de afspraken tot stand komen aan alle partijen worden voorgelegd. Deze afspraken worden neergelegd in een lokaal educatieve agenda. Uitgangspunten en randvoorwaarden Uitgangspunten voor het opstellen van een lokaal educatieve agenda zijn naast de wettelijk verplichte onderwerpen de gezamenlijke beleidsspeerpunten van de gemeente en haar partners. Randvoorwaarden voor de uitvoering van de lea zijn: - bestuurlijke en ambtelijke inzet in respectievelijk de stuurgroep en de lea werkgroepen; - inzet van middelen op de genoemde thema s van de lea door alle partners. Betrokken partijen De stuurgroep jeugd en onderwijs: - Stichting De Waarden - Stichting Openbaar Onderwijs West-Brabant - Stichting Het Barlake - Stichting Markland College - Kindercentra De Roef B.V. - GGD West-Brabant 2

3 - Thebe Jeugdgezondheidszorg B.V. - Stichting Thuiszorg West-Brabant - Stichting Surplus Welzijn - Bureau Jeugdzorg West-Brabant - GGZ Breburg Groep - MEE West-Brabant - Gemeente Moerdijk Verder zijn naast vertegenwoordigers van de bovengenoemde partners de volgende organisaties betrokken bij de LEA : V.O.F. De Bolderkar, bibliotheek VANnU, Samenwerkingsverband Moerdijk, WSNS Roosendaal en de onderwijsbegeleidingsdiensten (EDUX en CEDgroep). Relaties met andere beleidsvelden Jeugdbeleid, met name de overlap 1 naar peuterspeelzaalbeleid en de vorming van een Centrum voor Jeugd en Gezin. Accommodatiebeleid, met name ten aanzien van de ontwikkeling van brede scholen. Volksgezondheidsbeleid, met name op het thema zorg in en om de voorschoolse voorzieningen en scholen. WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN? Toetsingskader De agendapunten in de LEA zijn uitgewerkt in actieplannen waarin doel, opbrengst, looptijd, betrokken organisatie, evaluatiemomenten en (voor zover bekend) de financiële consequenties in beeld zijn gebracht. Alternatieven 1. Het werken met een instrument als de LEA is niet verplicht. Een andere mogelijkheid is om het verplicht overleg met partners per thema vorm te geven, wat betekent meer overlegvormen en procedures. 2. Vaststelling LEA op te schorten tot na de vaststelling van de specifieke onderwijsachterstandenuitkering per De LEA biedt echter een wettelijk kader om het wettelijk verplicht overleg in het kader van onderwijsachterstanden én inmiddels de OKE wetgeving vorm te geven. Evaluatie De jaarlijkse evaluatie van de voortgang wordt neergelegd bij de stuurgroep jeugd-onderwijs. Rapportage gebeurt via een door de stuurgroep vastgesteld model. Ten behoeve van het resultaatgericht werken wordt eind 2010 een monitor en evaluatieplan LEA opgesteld. WAT MAG HET KOSTEN? Personeel De ambtelijke inzet wordt meegenomen in de capaciteitsraming van de afdeling RMO. Organisatie Niet aan de orde. Financiën 1 De OKE (ontwikkeling door Kwaliteit en Educatie) wet richt zich zowel op de reguliere peuterspeelzalen als op de vve zalen. 3

4 De LEA biedt een kader voor de inzet van de specifieke rijksuitkering onderwijsachterstanden. De voorwaarde en hoogte van de uitkering wordt landelijk iedere vier jaar vastgelegd in het Besluit vaststelling doelstelling en bekostiging onderwijsachterstanden. Het besluit , welke afliep in augustus 2010, is verlengd tot december Dit is gebeurd in afwachting van het bekostigingsbesluit dat per januari 2011 waarschijnlijk van kracht wordt, gelijktijdig met de OKE wetgeving. De hoogte van de specifieke uitkering 2010 bedraagt: ,-- ( , 84104) Daarnaast raakt de LEA activiteiten die de diverse begrotingsposten verdeeld zijn: Activiteit LEA Budget 2011 Begroting A2B inzet DENO Materialen: Coördinatie GGD: /43580 maatwerk GGD B3C zorgstructuur in de Aan expertisecentrum SBO: /43470 voorschoolse voorzieningen B4A zorgstructuur scholen primair onderwijs Inzet jgz: Inzet smw po: Inzet OBD: Maatwerk GGD In totaal budget Surplus /44200 B4C zorgstructuur scholen voortgezet onderwijs Inzet jgz: Inzet smw: ,-- Maatwerk GGD Middelen RMC Totaal ,-- Tenslotte is voor de brede schoolontwikkeling in de kadernota/begroting 2011 een structureel bedrag van ,-- opgenomen. Risico s Financieel: De beleidsspeerpunten zijn gekoppeld aan de huidige financiering vanuit rijk en gemeente. De hoogte van de specifieke uitkering van het rijk per 1 januari 2011 is nog niet exact bekend. Deze financiering is kaderstellend voor het ambitieniveau op het thema doorgaande lijnen voorschoolse voorzieningen en primair onderwijs in de periode De inzet van de gemeentelijke middelen (verzameld in bovenstaande tabel) staan onder druk vanwege de bezuinigingen. Bezuinigingen hebben hun weerslag op het ambitieniveau van de LEA. Tenslotte is voor de brede schoolontwikkeling in de kadernota/begroting 2011 een structureel bedrag van ,-- opgenomen. Het voorstel om ,-- in te zetten is niet gehonoreerd. Ook dit zal zijn weerslag vinden op de ambitie in de LEA. Dit najaar volgt hiervoor separaat een voorstel. Door jaarlijkse evaluatie aan de hand van monitoring en evaluatieplan kan tijdelijk inzichtelijk worden gemaakt of de financiering voldoende is om ingezette activiteiten te handhaven en nieuwe activiteiten in te zetten op de andere thema s. OVERIG Juridische consequenties In het kader van de wetgeving onderwijsachterstanden WPO afdeling 10 (artikel 165 t/m 170) en specifiek artikel 167 voeren het college en bevoegde gezagsorganen van de scholen en de kinderopvang in de gemeente jaarlijks overleg. Het college en de genoemde gesprekspartners zullen met een overeenkomst voor overleg onderwijs dit overleg voeren binnen de stuurgroep jeugdonderwijs aan de hand van een lokaal educatieve agenda. Communicatie Aan de hand van de besluitvorming dienen de partners te worden geïnformeerd. Communicatie over de LEA en de uitwerking hiervan vindt plaats via de nieuwsbrief jeugd-onderwijs, die elke twee maanden voor partners en publiek verschijnt. 2 Wordt in de periode gekort naar ,-- 4

5 ICT Niet aan de orde Planning Na besluitvorming : - leden van de stuurgroep informeren - starten met het opstellen van een monitoring en evaluatieplan LEA - starten met de LEA werkgroepen VOORSTEL 1. in te stemmen met de lokaal educatieve agenda voor de periode en de beleidsspeerpunten: - versterken van de doorgaande lijnen - verbeteren van zorg in en om voorschoolse voorzieningen en de scholen - ontwikkelen van brede scholen - sturen op resultaten door goede monitoring en evaluatie 2. het college de opdracht te verstrekken om binnen het beleidskader LEA de specifieke uitkering onderwijsachterstanden in te zetten. BIJLAGEN Lokaal educatieve agenda , gemeente Moerdijk Mocht u vragen hebben over dit voorstel, kunt u contact opnemen met de griffier via telefoonnummer Burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk d.d. 3 augustus 2010, de gemeentesecretaris, de burgemeester, Drs. A.E.B. Kandel Drs. W.M.J. Denie 5

6 RAADSBESLUIT Raadsvergadering van 23 september 2010 De raad van de gemeente Moerdijk, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 augustus 2010; overwegende dat de wetgeving onderwijsachterstanden vereist dat gemeente en schoolbesturen gezamenlijke afspraken maken en de voorkeur er naar uitgaat om deze afspraken vastleggen in een lokaal educatieve agenda; gelet op afdeling 10 van de WPO en het besluit vaststelling doelstelling en bekostiging onderwijsachterstandenbeleid ; BESLUIT: 1. in te stemmen met de lokaal educatieve agenda voor de periode en de beleidsspeerpunten: - versterken van de doorgaande lijnen - verbeteren van zorg in en om voorschoolse voorzieningen en de scholen - ontwikkelen van brede scholen - sturen op resultaten door goede monitoring en evaluatie 2. het college de opdracht te verstrekken om binnen het beleidskader LEA de specifieke uitkering onderwijsachterstanden in te zetten. Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 23 september 2010, de griffier, de voorzitter, J.A.M. Hereijgers Drs. W.M.J. Denie 6